Praktische fiches - Biodiversiteit@bedrijven - Natuurpunt
Praktische fiches - Biodiversiteit@bedrijven - Natuurpunt
Praktische fiches - Biodiversiteit@bedrijven - Natuurpunt
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Biodiversiteit in jouw gemeente: Technische fiche<br />
Groendaken<br />
Wat<br />
Er bestaan 2 soorten groendaken: intensieve en extensieve. De eerste zijn eigenlijk<br />
echte daktuinen, waar struiken en bomen op kunnen groeien en wandelpaden<br />
mogelijk zijn. Deze grondaken vragen dan ook een dikke (en zwaardere<br />
300-1500kg/m2) grondlaag. Bij extensieve groendaken gaat het over<br />
daken met vetplanten, kruiden en mossen. Een extensief groendak weegt 20<br />
tot 200 kg per m². Het kan perfect op bestaande daken worden aangebracht.<br />
Zelfs op hellende daken (hellingsgraad < 45°C) zijn groendaken mogelijk.<br />
Ecologische winst<br />
Groendaken zijn de laatste jaren steeds meer te zien. Aan dit soort dak zijn<br />
dan ook tal van voordelen verbonden.<br />
*Groene omgeving<br />
Terwijl een klassiek dak zo goed als geen natuurwaarde heeft, heeft een<br />
groendak heel wat te bieden. Bloeiende vetplanten zijn een nectarbron voor<br />
bijen, vlinders en andere insecten. Voor sommige ongewervelden zal een<br />
groendak een geschikt leefgebied zijn.<br />
TIP Download via natuurpunt.be/bedrijven de uitgebreide folder over groendaken<br />
van de KU Leuven en het Agentschap voor Natuur en Bos.<br />
Praktisch<br />
Aanpak<br />
De aanleg van een groendak gebeurt best door een daarin gespecialiseerde<br />
firma (contacteer bedrijven@natuurpunt.be). Een vakkundige aanleg is cruciaal.<br />
Hierbij moet erop worden gelet dat er geen beschadiging aan het bestaande<br />
dak wordt aangebracht. Eens het groendak is aangelegd, wordt het<br />
natuurlijk moeilijker waterlekken op te sporen. De meeste moderne groendaktypen<br />
omvatten echter degelijke waterkerende lagen.<br />
Bij de aanleg van een groendak kan gewerkt worden met vegetatiematten<br />
(slechts mogelijk voor een beperkt aantal soorten) of met zaadmengsels die<br />
worden aangebracht. Het zaaien gebeurt best tussen eind april en eind september.<br />
Afhankelijk van de draagkracht van uw dak kan je kiezen voor een dunne of<br />
dikke substraatlaag, met bijhorende vegetatie:<br />
• substraatdikte van 2 tot 6 cm: mossen en sedums<br />
• substraatdikte van 6 tot 10 cm: sedums, mossen en kruiden<br />
• substraatdikte van 10 tot 15 cm: sedums, grassen en kruiden<br />
Onderhoud<br />
Vooral vlak na de aanleg kan een groendak onderhoud nodig hebben. Zeker<br />
bij ingezaaide plantjes moet in het begin voldoende water gegeven worden
zodat de planten de kans krijgen zich te vestigen. Ook erg jonge vetplantjes<br />
zijn gevoelig voor uitdroging. Eens de vegetatie zich goed ontwikkeld heeft, is<br />
maar weinig onderhoud nodig. Enkel bij uitzonderlijke omstandigheden (bijv.<br />
hittegolf) moet ervoor worden gewaakt dat de planten niet sterven door verdroging.<br />
Bemesting van een groendak is niet nodig.<br />
Ongewenste plantengroei kan je best in de beginfase verwijderen. In een latere<br />
fase is dit minder noodzakelijk. Op daken met een substraatdikte van<br />
10cm of meer moet je opletten voor kiemende berken of dennetjes.<br />
Voordelen<br />
*Isolatie van geluid en warmte<br />
Een groendak zorgt zowel voor thermische als voor geluidsisolatie. Op die<br />
manier kan de aanleg van een groendak resulteren in energiebesparing.<br />
*Levensduur van het dak<br />
Je zou het misschien niet denken, maar groendaken gaan langer mee dan<br />
klassieke daken. Dat komt omdat een groendak de dakbedekking beschermt<br />
tegen extreme weersomstandigheden die op lange termijn schade kunnen<br />
aanrichten aan een dak (hagel, hitte, vorst, wind).<br />
*Waterhuishouding<br />
Niet al het regenwater dat op een groendak valt, wordt afgevoerd. Afhankelijk<br />
van de dikte van de vegetatielaag wordt een deel opgenomen door het<br />
groendak. Zo wordt de afvoer van regenwater naar riolering beperkt.<br />
*Visueel & esthetisch<br />
Groendaken kunnen visueel erg aantrekkelijk zijn. De vetplanten krijgen ondermeer<br />
witte, gele en roze bloemen. Indien de draagkracht van het dak het<br />
toelaat, kan je ze inrichten als een groene ruimte die ook betreden kan worden.<br />
*Ideale combinatie met zonnepanelen<br />
Een groendak koelt het dak af, wat zorgt voor een hogere energieproductie<br />
(bij te hoge temperatuur neemt de energieproductie van een zonnepaneel<br />
af). Daarnaast zorgt een groendak ook voor een handige versteviging van het<br />
onderstel van zonnepanelen.<br />
Kosten<br />
Op het eerste zicht betekent de aanleg van een groendak een niet te onderschatten<br />
meerkost. Men betaalt voor een groendak tussen de 40 en 80 EUR<br />
per m², bovenop de prijs van een klassiek dak. Door de langere levensduur van<br />
een groendak wordt de meerkost deels gecompenseerd. Daarnaast bestaan<br />
er ook subsidies die de overheid geeft. Die bedragen minimum 25 of 31 EUR<br />
per m². Meer info: www.vlaanderen.be > Premies en subsidies > Milieu en<br />
Energie > Subsidie voor de aanleg van een groendak<br />
Info en contact:<br />
bedrijven@natuurpunt.be<br />
Ontdek alle voordelen, mogelijkheden en voorbeeldbedrijven op www.natuurpunt.be/bedrijven<br />
V.U. Willy Ibens - Coxiestraat 11 - 2800 Mechelen<br />
foto’s: Roodhooft, Edgard Verhasselt, ANB, Marcel Bex, Pia Zanetti
Biodiversiteit in jouw gemeente: Technische fiche<br />
Groenschermen & hagen<br />
Wat<br />
Tal van bedrijven bakenen het bedrijfsterrein af met een steriel hekwerk. Een<br />
‘groene’ omheining is een ecologisch én esthetisch alternatief. Door het aanplanten<br />
van inheemse struiken en/of kleine bomen geef je jouw bedrijf meteen<br />
een nieuwe look. En de natuur profiteert mee.<br />
Nuttig voor natuur…<br />
Door te kiezen voor inheems plantmateriaal zorg je er onbewust voor dat je<br />
een nieuw leefgebied voor heel wat dieren creëert. Voorbeelden zijn algemene<br />
zangvogels zoals merel, heggenmus, zwartkop en roodborst. Ook kleine<br />
zoogdieren zoals egel maken dankbaar gebruik van de beschutting die hagen<br />
en houtkanten bieden. Inheemse struiken zijn tenslotte een bron van leven<br />
voor een waaier aan insecten: van wilde bijen tot vlinders of zweefvliegen.<br />
Die vormen op hun beurt weer een belangrijke voedselbron voor bijv. vogels<br />
of vleermuizen. Inheems plantmateriaal betekent dus meer leven! In de klassieke<br />
coniferenhaag valt er voor de meeste dieren weinig te rapen.<br />
Niet alleen als leefgebied zijn hagen en houtkanten nuttig. Ze doen ook<br />
dienst als natuurverbinding. Vlinders en kleine zoogdieren die onderweg zijn<br />
naar een nieuw leefgebied maken tijdens hun reis gebruik van lijnvormige elementen<br />
in het landschap. Hagen en houtkanten zijn zo’n nuttige landschapselementen.<br />
Van vleermuizen weten we dat ze ervoor terugschrikken om grote<br />
open vlaktes (gazons of velden) over te vliegen. Ze volgen liever een haag of<br />
houtkant.<br />
… en de mens<br />
Misschien is het een kwestie van smaak, maar natuurlijke hagen moeten vanuit<br />
een esthetisch oogpunt niet onderdoen voor een kaal hekwerk.<br />
Hagen en heggen kunnen variëren in hoogte en worden regelmatig gesnoeid.<br />
Lage heggen zijn hooguit 1,5 m hoog, hogere heggen zijn hoger dan 2 m.<br />
Houtkanten zijn geschikt op bedrijfsterrein waar voldoende ruimte aanwezig<br />
is. Voor een houtkant reserveer je best een strook van enkele meters breed.<br />
De struiken die je hierin aanplant, moeten niet jaarlijks gesnoeid worden. Je<br />
creëert een groene singel, bijv. rondom een bedrijfsgebouw. Hagen en houtkanten<br />
kunnen ook aangeplant worden om grote bedrijfsterreinen in verschillende<br />
‘compartimenten’ op te splitsen of een visueel aantrekkelijk ruimtelijk<br />
patroon te scheppen.<br />
Wie op zijn bedrijfsterrein een verloren hoekje heeft, kan de aanplant van<br />
een vogel- of bloesembosje overwegen. Daar kunnen aangeplante bomen en<br />
struiken zich ontwikkelen zonder dat je ermee veel onderhoudswerk hebt.
Planten van bij ons<br />
De ene boom is de andere niet, en dat geldt zelfs binnen één soort. De meeste<br />
‘inheemse’ eiken die worden aangeplant, zijn afkomstig uit Oost-Europa.<br />
Daarom is er recent verhoogde aandacht voor autochtoon plantmateriaal.<br />
Die planten verschillen genetisch van hun ingevoerde soortgenoten en zijn<br />
beter aangepast aan de Vlaamse omstandigheden. Als het even kan, kies je<br />
dus best voor autochtoon plantmateriaal.<br />
TIP Ben je van plan om bomen aan te planten? Geef dan net als o.a. Recticel<br />
Insulation en Makro je aantal bomen in op www.1miljoenbomen.be, Dit is een<br />
actie van de Vereniging voor Bos in Vlaanderen die kadert binnen het plan van<br />
de Verenigde Naties om wereldwijd 7 miljard bomen bij te planten.<br />
Praktisch<br />
Stap 1. Voldoende ruimte<br />
Ga na hoeveel ruimte je hebt om een houtkant of heg aan te planten. In functie<br />
daarvan worden de planten gekozen. Plant ook niet teveel stuks: een haag<br />
groeit geleidelijk aan dicht. Plant je te dicht op elkaar, dan kunnen de haagplanten<br />
zich niet ontwikkelen of moet je later weer planten verwijderen.<br />
Stap 2. De juiste planten<br />
Niet alle soorten planten groeien overal even goed. Het is nodig naar lokale<br />
omstandigheden te kijken om de juiste soorten te kunnen kiezen. Een droge<br />
of natte bodem, voedselrijk of net heel arm. Het loont de moeite om voor<br />
een gezonde mix van soorten te kiezen. Alle verkrijgbare soorten in één haag<br />
aanplanten, leidt niet tot een mooi of gewenst resultaat. Beperk het aantal<br />
soorten, maar langs de andere kant zijn hagen en houtkanten die slechts uit<br />
één soort bestaan, net extra gevoelig voor plagen en ziekten. Diversifieer dus!<br />
Onderstaande tabel geeft voorbeelden van aan te planten bomen en struiken.<br />
Maak je keuze op basis van de bodemgesteldheid van jouw perceel.<br />
Houtkant Vogel- of bloesembosje Wilde of geschoren haag<br />
Hazelaar, Meidoorn, Kardinaalsmuts,<br />
Zwarte els<br />
(natte bodem), Gewone<br />
es, Haagbeuk, Rode kornoelje,<br />
Lijsterbes, Wilde<br />
vogelkers<br />
Zomereik, Boswilg, spork, Meidoorn, Haagbeuk,<br />
Lijsterbes, Hazelaar, Meidoorn,<br />
Sleedoorn, Hondsroos,<br />
Kardinaalsmuts, Wilde liguster, Taxus<br />
Gelderse roos, Zachte of<br />
Ruwe berk, Gewone es<br />
Stap 3. Aan de slag<br />
Hieronder geven we een aantal nuttige tips voor de aanplant zelf:<br />
• Laat het plantgoed niet op voorhand uitdrogen.<br />
• Plant niet bij vriesweer, felle zon, droge oosten- tot noordenwind! Wel bij<br />
zacht en vochtig weer. Half maart is doorgaans een ideale periode.<br />
• Bemest niet. De planten zijn wilde soorten die geen meststoffen nodig<br />
hebben.<br />
• Voor hagen wordt een plantdichtheid van 1 tot 3 planten per lopende<br />
meter aangeraden; bij een houtkant voorzie je best 1,5m tussen twee
planten. Indien je meerdere plantenrijen voorziet, laat dan ook weer<br />
1,5m tussen twee rijen en plant de struiken geschrankt.<br />
• Maak het plantgat niet te klein.<br />
• Je geeft de planten onmiddellijk na de aanplant best voldoende water.<br />
Kosten<br />
Plantgoed van inheemse oorsprong is niet duurder dan uitheemse haagplanten.<br />
Wie kiest voor een houtkant, rekent op hooguit 1 dag onderhoud per<br />
jaar. Een haag die gesnoeid moet worden, vraagt meer inzet (meerdere dagen<br />
per jaar).<br />
Info & contact<br />
• Een lijst met autochtoon plantmateriaal is te vinden op www.inbo.be.<br />
• <strong>Natuurpunt</strong> heeft op vlak van aanplanten van houtkanten een jarenlange<br />
ervaring. Bovendien kan <strong>Natuurpunt</strong> advies geven bij de soortkeuze<br />
van het aan te planten materiaal.<br />
• planten@natuurpunt.be<br />
Ontdek alle voordelen, mogelijkheden en voorbeeldbedrijven op www.natuurpunt.be/bedrijven<br />
V.U. Willy Ibens - Coxiestraat 11 - 2800 Mechelen<br />
foto’s: Antoon Blondeel, Geert De Kockere, Geert Vanhulle, Sigrid Verhaeghe, Frans<br />
De Sutter, Marcel Bex, Hugo Willocx, Diane Appels, François Van Bauwel
Biodiversiteit in jouw gemeente: Technische fiche<br />
Vogels & nestkasten<br />
Wat<br />
Een aantal vogelsoorten kan ook op bedrijventerreinen gemakkelijk geholpen<br />
worden door het aanbieden van een geschikte nestgelegenheid.<br />
Mezen en andere zangvogels<br />
Diverse mezensoorten (vooral Kool- en Pimpelmees) worden erg snel door<br />
nestkasten aangetrokken. Dit zijn de klassieke nestkasten die in de meeste<br />
tuinen worden opgehangen. De kans op succes vergroot als je ook een vogelvriendelijke<br />
bedrijfstuin hebt (bijv. met een houtkant, waar voldoende voedsel<br />
voor mezen (vooral rupsen en andere insecten) te vinden is. Afhankelijk<br />
van de diameter van de vliegopening kunnen ook andere, iets minder algemene<br />
zangvogels zoals Bonte vliegenvanger en Gekraagde roodstaart gebruik<br />
maken van de nestkasten.<br />
Torenvalk<br />
Bedrijfsvoorbeeld<br />
• Alstom, Golden Games en vele andere hingen kunstnesten voor huiszwaluwen<br />
tegen hun gebouwen.<br />
• BASF, Vopak en Hooge Maey lieten in de Antwerpse haven zandstocks<br />
(tijdelijk) ongemoeid ten voordele van broedende oeverzwaluwen.<br />
• Wilmarsdonk NV integreerde zelfs nestkastjes voor gierzwaluwen in<br />
haar nieuwe loods<br />
De Torenvalk is in Vlaanderen een algemene roofvogel. Het is een uitstekende<br />
muizenvanger. Daarom is hij ook geliefd bij fruittelers en landbouwers. In<br />
een industrieterrein in een min of meer landelijke omgeving kan de Torenvalk<br />
perfect een geschikt leefgebied vinden. Je kan het hem gemakkelijker maken<br />
door de juiste nestkast op de juiste plaats te hangen. De torenvalk broedt in<br />
grote, halfopen nestkasten. Deze worden meestal vrij hoog (4-5m) in een alleenstaande<br />
boom of bomenrij gehangen, met een vrije aanvliegroute.<br />
Zwaluwen<br />
Zowel de boeren-, huis- als gierzwaluw broeden het liefst in of bij gebouwen.<br />
Nieuwbouw biedt voor deze vogels zelden geschikte nestgelegenheid. Het<br />
ophangen van nestkasten kan dus nuttig zijn voor deze bedreigde vogels. De<br />
kans op succes hangt echter sterk af van bestaande zwaluwpopulaties in de<br />
onmiddellijke omgeving. Voor de details van zwaluwnestkasten verwijzen we<br />
naar de <strong>fiches</strong> ‘Zwaluwen’ en ‘Gierzwaluw’ van de campagne ‘Biodiversiteit in<br />
jouw gemeente’.<br />
Kerkuil<br />
Van de inheemse uilen is de kerkuil de enige die vrijwel zonder uitzondering<br />
in gebouwen broedt. Net als de torenvalk verkiest de kerkuil een landelijke
omgeving. Daar jaagt hij vooral op spitsmuizen. Kerkuilen broeden vooral op<br />
zolders, in schuren, boerderijen of kastelen. In principe kunnen sommige bedrijfsgebouwen<br />
ook voor kerkuilen bruikbaar zijn. In dat geval moet er een<br />
geschikte plek waar een nestkast geplaatst kan worden (bijv. op de bedrijfszolder)<br />
en moet er een invliegopening in de muur aanwezig zijn.<br />
Praktisch<br />
Laat je adviseren!<br />
Het ophangen van nestkasten gebeurt best met enige deskundigheid, als je<br />
voldoende kans op succes wil. Daarom betrek je best lokale vrijwilligers van<br />
een natuurvereniging die tips kunnen geven bij het ophangen van de nestkasten.<br />
Zij kunnen eveneens inschatten of uw bedrijfsterrein geschikt is voor bijv.<br />
zwaluwen of torenvalk.<br />
TIP Naast <strong>Natuurpunt</strong> zijn er nog andere natuurverenigingen actief op dit vlak.<br />
Voor advies m.b.t. kerkuilen neem je contact op met de Kerkuilwerkgroep<br />
Vlaanderen. www.kerkuilwerkgroep.be<br />
1. Aankoop<br />
Nestkasten van verschillende types worden aangeboden in de <strong>Natuurpunt</strong>winkel.<br />
VIVARA biedt een ruim gamma nestkasten aan.<br />
2. Zelf maken<br />
Op de website (zie onderaan) van <strong>Natuurpunt</strong> kan je zelfs een bouwplan voor<br />
een mezennestkastje downloaden.<br />
3. Eenvoudige plaatsing<br />
Het plaatsen van mezenkastjes is het meest eenvoudige. Die hang je op een<br />
hoogte van ca. 1,5-2 m. De invliegopening is best naar het oosten of zuidoosten<br />
gericht. Aan de plaatsing van een nestkast voor zwaluwen en torenvalk<br />
begin je niet zonder deskundig advies. Vaak zullen vrijwilligers willen helpen<br />
bij de plaatsing.<br />
4. Weinig onderhoud<br />
Nestkastjes voor mezen worden best éénmaal per jaar gereinigd. Dat gebeurt<br />
in de vroege herfst (september). Bij nestkasten voor zwaluwen, torenvalk of<br />
kerkuil is er in principe niet veel onderhoud nodig. Wel kunnen opnieuw vrijwilligers<br />
betrokken worden bij de opvolging van de nestkasten. Is er broedsucces?<br />
Zo ja, dan kunnen de jongen geringd worden voor wetenschappelijk<br />
onderzoek.<br />
5. Kosten<br />
• de aankoop van nestkasten is doorgaans een beperkte kost. Afhankelijk<br />
van het type betaal je voor een nestkast tussen 15 en 75 EUR.<br />
• Het ophangen van de nestkasten kan bijkomende kosten genereren.<br />
Nestkasten voor (gier)zwaluwen die onder een dakrand geplaatst worden,<br />
worden soms met behulp van een hoogtewerker aangebracht.<br />
Info en contact<br />
www.natuurpunt.be/nestkasten<br />
vogels@natuurpunt.be<br />
Ontdek alle voordelen, mogelijkheden en voorbeeldbedrijven op www.natuurpunt.be/bedrijven<br />
V.U. Willy Ibens - Coxiestraat 11 - 2800 Mechelen<br />
foto’s: Edgard Verhasselt, Guy Robbrecht, Veerle Christiaens, Kathleen Quick
Biodiversiteit in jouw gemeente: Technische fiche<br />
Paddenstoelen<br />
Ecologische situatie<br />
Bij acties voor meer natuur vallen paddenstoelen meestal uit de boot. Onterecht,<br />
want met zo’n 4000 soorten in Vlaanderen maken zij een belangrijk<br />
deel van de biodiversiteit uit. Meestal zijn paddenstoelen niet echt geliefd.<br />
Velen denken dat paddenstoelen in de eerste plaats schadelijk, en misschien<br />
wel giftig, zijn. Daarom zijn de meeste mensen paddenstoelen liever kwijt<br />
dan rijk. Zwammen vervullen echter bijzonder belangrijke functies: sommige<br />
helpen dode takken en bladeren opruimen, anderen helpen bomen groeien.<br />
Het aandeel paddenstoelen dat bomen sneller laat sterven, de zogenaamde<br />
parasieten, is beperkt in aantal. Zij verschijnen meestal op bomen als die bomen<br />
door droogte, ziekte of ouderdom al verzwakt zijn.<br />
Bijzonder interessant zijn zwammen die samen leven met bepaalde bomen<br />
of struiken, de zogenaamde symbionten. Zij geven bomen extra water en mineralen<br />
via het wortelstelsel en zijn dus –vanuit menselijk standpunt- zonder<br />
twijfel nuttig. Paddenstoelen kunnen een bondgenoot zijn in plaats van een<br />
te bestrijden vijand! De meest gekende soort uit deze groep is de Vliegenzwam,<br />
rood met witte stippen.<br />
Je ziet de meeste paddenstoelen enkel in het najaar, maar dat zijn enkel de<br />
‘vruchtlichamen’. Onder de grond bevindt zich nog een belangrijk deel van<br />
de zwam: de zwamvlok, die er het hele jaar door aanwezig is. Paddenstoelen<br />
staan ook in Vlaanderen onder druk. Sommige soorten hebben sterk te lijden<br />
onder luchtvervuiling of vermesting. Ook onder de paddenstoelen zijn er dus<br />
heel wat bedreigde soorten.<br />
Ecologische winst<br />
Paddenstoelen hebben niet veel nodig. Voor sommige soorten volstaan enkele<br />
vierkante meters gazon of één omgevallen boom als geschikte groeiplaats.<br />
Dat maakt dat zelfs kleine tuinen, plantsoenen of een enkele knotwilg al voldoende<br />
kunnen zijn voor een onverwachte zwammendiversiteit. Om paddenstoelen<br />
te krijgen, hoef je niets bijzonders te doen. Je moet er enkel opletten<br />
dat je bepaalde dingen precies NIET doet.<br />
TIP Organiseer voor je personeel een paddenstoelenwandeling in een bos in de<br />
buurt, of op je eigen bedrijfsterrein als er voldoende te zien is. Bij <strong>Natuurpunt</strong><br />
vind je ervaren paddenstoelgidsen die je voor een wandeling van enkele uren<br />
kan inhuren. Meer info op www.natuureducatie.be<br />
Praktisch<br />
Verschillende soorten paddenstoelen verkiezen verschillende groeiplaatsen.<br />
Er zijn graslandpaddenstoelen die je in gazons ziet verschijnen, er zijn bospaddenstoelen<br />
die eerder op afgevallen bladeren groeien, er zijn er die liefst op<br />
houtsnippers of op dikkere takken en stammen groeien, …<br />
1. Graslandpaddenstoelen<br />
Deze groep van zwammen groeit in gazons die niet te sterk bemest zijn.<br />
* Geen gazons omfrezen/omwoelen. Wie een gazon omspit of freest, vernietigt<br />
de zwamvlokken.
* Geen gazons ontmossen. De meeste zwammen zijn erg gevoelig voor het<br />
verticuteren van gazons. Daarbij wordt de zwamvlok doorgaans beschadigd.<br />
Helaas zijn veel mensen erg onverdraagzaam als het op gazons aankomt:<br />
mos of andere planten in gazons zijn meestal niet toegelaten.<br />
* Niet bemesten en geen pesticiden gebruiken<br />
* Maaien mag. Ook in kortgeschoren gazons kunnen paddenstoelen voorkomen.<br />
Dat je met grasmaaier een paddenstoel omver rijdt, is geen ramp!<br />
Voorkom wel bodemverstoring die de zwamvlok kan beschadigen.<br />
2. Snipperpaddenstoelen (opruimers)<br />
Wie kiest voor de aanplant van een houtkant of vogelbosje (zie fiche Groenscherm/haag),<br />
hoeft onder de bomen en struiken geen afgevallen takjes en<br />
bladeren op te ruimen. Dat doen paddenstoelen zelf wel (geholpen door<br />
bacteriën, regenwormen en andere beestjes). Laat op zo’n plek een humuslaag<br />
ontwikkelen.<br />
Op sommige plekken in je bedrijfsterrein kan het aan te raden zijn houtsnippers<br />
te gebruiken, bijv. onder een beukenhaag of in een bepaald plantsoen.<br />
Door een dergelijke laag houtsnippers aan te brengen vermijd je het opschieten<br />
van onkruid. Die houtsnippers verteren langzaamaan. In de herfst<br />
zul je verschillende soorten paddenstoelen zien verschijnen op de snippers.<br />
Als je de paddenstoelen ook wat wil gunnen, kies je niet snippers die louter<br />
uit dennenschors bestaan.<br />
Op plaatsen waar ze niet storen, kunnen dode bomen een bron van leven<br />
zijn. Als de veiligheid niet in het gedrang komt, kan je overwegen om een<br />
dode boom te laten staan. Een maatregel die zowel paddenstoelen als dieren<br />
(denk aan spechten) ten goede komt en die je maar weinig moeite kost.<br />
3. Boombegeleidende paddenstoelen (symbionten)<br />
Deze groep van paddenstoelen verschijnen steeds onder of in de nabije omgeving<br />
van bepaalde bomen of struiken. Het liefst groeien ze onder bomen<br />
waaronder geen bladeren zich ophopen, bijv. onder een boom die in een<br />
gazon staat.<br />
Niet alle bomen zijn geschikt voor de zogenaamde begeleiders. Beuk, eik,<br />
berk, hazelaar, zwarte els, populier en linde zijn bomen met symbionten.<br />
Bij es, kastanjes, plataan, esdoorn en tal van uitheemse soorten vinden we<br />
geen symbionten. Door de juiste bomen aan te planten kan je dus de zwammenrijkdom<br />
bij jouw bedrijf vergroten. Ook de maatregelen voor graslandpaddenstoelen<br />
zijn gunstig voor deze groep.<br />
4. Houtzwammen (parasieten)<br />
Indien je een door zwam aangetaste boom wenst te redden, roep je best de<br />
hulp van een boomchirurg in. Helaas is het vaak al te laat en is een dergelijke<br />
reddingsactie een erg kostelijke grap.<br />
6. Kosten<br />
Om iets voor paddenstoelen te doen, hoef je amper kosten te maken. Het<br />
gaat hem vooral om het niet-uitvoeren van sommige tuiningrepen. Dat betekent<br />
dat we iets meer verdraagzaamheid aan de dag moeten leggen: mos<br />
in een gazon kan, en dat er onder de haag dode bladeren liggen is ook geen<br />
ramp.<br />
Info & contact<br />
www.natuurpunt.be/paddenstoelen<br />
paddenstoelen@natuurpunt.be<br />
Ontdek alle voordelen, mogelijkheden en voorbeeldbedrijven op www.natuurpunt.be/bedrijven<br />
V.U. Willy Ibens - Coxiestraat 11 - 2800 Mechelen<br />
foto’s: Chris Bruggeman, Roosmarijn Steeman, Edgard Verhasselt, Leo Janssen
Biodiversiteit in jouw gemeente: Technische fiche<br />
Pestsoorten<br />
Wat<br />
Meer biodiversiteit op je bedrijfsterrein: allemaal goed en wel, maar bestaat<br />
de kans niet dat je ook ongewenste soorten aantrekt? Wat met eksters, mollen,<br />
wespen, etc?<br />
Distels<br />
Vooral waar de bodem omgewoeld is, kunnen distels verschijnen. Deze ongewenste<br />
planten gedijen niet meer in bloemenweides waarin de vegetatie is<br />
dichtgegroeid. Nog steeds bestaat er regelgeving die dateert uit de 19e eeuw<br />
en die distelbestrijding verplicht. In de praktijk komt het erop neer dat vrijwel<br />
uitsluitend grote distelhaarden in de nabijheid van landbouwgebieden nog<br />
worden aangepakt. Elders doen distels eigenlijk weinig kwaad. Integendeel,<br />
de roze tot paarse bloemen vormen een belangrijke voedselbron voor vlinders<br />
en andere insecten. Wie zich echt stoort aan een enkele distel, kan deze<br />
handmatig verwijderen. Dat doe je best voor de distel in zaad komt. Meermaals<br />
per jaar maaien kan ook voor minder distels zorgen. Maar indien ze niet<br />
meteen storend zijn, kan je ze beter laten staan en zullen ze in een periode<br />
van ca. 5 jaar verdwijnen.<br />
“distels breken is distels kweken, distels maaien is distels zaaien, distels trekken<br />
is distels stekken,<br />
maar distels laten staan, is distels kapot laten gaan.”<br />
Kraaien, kauwen en eksters<br />
Vogels mogen dan de meest populaire diergroep zijn, sommige vogels vallen<br />
duidelijk uit de boot. Kraaien, kauwen en eksters zijn niet meteen geliefd. In<br />
Vlaanderen komen deze opportunisten wel aan hun trekken: zij zijn op vlak<br />
van voedsel niet kieskeurig (zowel plantaardig als dierlijk) en hebben geen<br />
voorkeur voor een bepaald type leefgebied. In industriegebieden kunnen ze<br />
perfect overleven.<br />
Kauwen zijn misschien de grootste lastigaards: zij maken hun nest vaak in gebouwen,<br />
bijv. in schoorstenen, wat na verloop van tijd zelfs tot schouwbrand<br />
kan leiden. Kauwen hou je buiten door –voor de start van het broedseizoen in<br />
maart- de nestplaats af te sluiten. Je kan een schoorsteen bijv. overspannen<br />
met kippengaas.<br />
Kraaien en eksters zijn moeilijker te verjagen. Zij richten in principe geen<br />
schade aan. Hun slechte naam danken zij aan het feit dat ze wel eens jonge<br />
zangvogeltjes verorberen, maar wetenschappers zijn er nog niet in geslaagd<br />
aan te tonen dat kraaien en eksters effectief voor minder zangvogels zorgen.<br />
Ze hebben in feite een zeer gevarieerd menu.
Mollen<br />
Mollen maken er een puinhoop van! Je nieuw aangelegd grasperk wordt haast<br />
tot een heuvelland herschapen. Nochtans verrichten mollen ook nuttig werken:<br />
zij verorberen emelten en andere beestjes die aan gazonwortels knagen.<br />
Wie de mol echt beu is, kan hem proberen op een natuurlijke manier te verjagen:<br />
bijv. door het aanplanten van geurende planten aan de rand van het<br />
grasveld. Keizerskroon, kruisbladwolfsmelk en Helleborus-soorten kunnen<br />
effect hebben. Je kan ook in olie gedrenkte steentjes in mollengangen deponeren,<br />
waarvan de geur door de mol niet geapprecieerd wordt (Mol-out).<br />
Wespen & hommels<br />
Insecten die kunnen steken zijn we liever kwijt dan rijk. Toch zijn al die beestjes<br />
op hun manier nuttig: wespen verorberen in het voorjaar talloze bladluizen,<br />
hommels zijn onmisbare bestuivers.<br />
Hommels zijn buitengewoon zachtaardige diertjes. Ze zijn niet agressief en<br />
zullen nooit aanvallen. Hommels verdelgen is dan ook totaal onnodig. Wespen<br />
kunnen wel agressief zijn, zeker in de buurt van hun nest. Het verwijderen<br />
van wespennesten laat je best aan de brandweer over.<br />
Rupsen<br />
Sommige struiken en bomen kunnen in het voorjaar aangetast worden door<br />
een massa kleine rupsen die de hele plant bedekken in een wit spinsel. Een<br />
haast angstaanjagend zicht. Toch is dit een perfect natuurlijk fenomeen: spinselmotjes<br />
die in grote groepen samenleven en planten letterlijk ‘inspinnen’.<br />
De aangevreten struiken en bomen kunnen zich perfect herstellen. Het is bijzonder<br />
lastig een ecologisch verantwoorde bestrijding van de rupsen uit te<br />
voeren. Een ander verhaal wordt het wanneer de rupsen ook voor mensen<br />
schadelijk zijn. Dit is het geval bij de Eikenprocessierups, een soort die vooral<br />
in de oostelijke helft van Vlaanderen voorkomt. Eikenprocessierupsen leven<br />
in grote groepen in zomereiken en de rupsen zijn in het voorjaar volgroeid. In<br />
juni hebben ze hun maximale lengte bereikt en zorgen dan voor overlast: de<br />
haren van de rupsen vallen ook wel uit de eiken en veroorzaken jeuk indien ze<br />
in contact komen met de menselijke huid.<br />
Processierupsen bestrijden is op verschillende manieren mogelijk. Indien het<br />
nest, een halfbolvormig spinsel op de stam, niet te hoog zit, kan dit verbrand<br />
worden. Het preventieve bespuiten van eiken is niet aan te raden omdat ten<br />
eerste de efficiëntie ervan sterk afhangt van de weersomstandigheden en het<br />
moment waarop je dit doet, en ten tweede omdat het gebruikte middel ook<br />
andere vlinderrupsen, bijv. die van de Eikenpage, verdelgt.<br />
Kosten<br />
afhankelijk van de maatregel<br />
Info & contact<br />
bedrijven@natuurpunt.be<br />
Ontdek alle voordelen, mogelijkheden en voorbeeldbedrijven op www.natuurpunt.be/bedrijven<br />
V.U. Willy Ibens - Coxiestraat 11 - 2800 Mechelen<br />
foto’s: Rita Declerq, Walter Van Spaendonk, Hugo Willocx, Jacqueline Vlimmen,<br />
Geert De Kockere, Dré Vansteenvoort
Biodiversiteit in jouw gemeente: Technische fiche<br />
Tuin & gazon<br />
Wat<br />
Hoe klein uw bedrijfsterrein ook is, door enkele vuistregels uit het ecologisch<br />
tuinieren te hanteren, creëer je een interessante omgeving voor tal van dieren<br />
en planten. Deze actie leidt dus voor erg uiteenlopende soorten tot positieve<br />
resultaten. Zowel vlinders, vogels, kikkers als egels kunnen erdoor voordeel<br />
ondervinden.<br />
Gebruik geen pesticiden<br />
De achteruitgang van vlinders en heel wat andere soorten wordt in verband<br />
gebracht met het toenemende pesticidengebruik gedurende de voorbije decennia.<br />
Een pesticidenvrij bedrijfsterrein is dan ook een must.<br />
Bemest niet<br />
Het bemesten van gazons is in principe totaal onnodig. Bemesten doe je enkel<br />
als je wil oogsten, bijv. in een moestuin. In een bedrijfstuin zal dit doorgaans<br />
niet het geval zijn. Door het strooien van allerlei mestkorrels achterwege te<br />
laten, geef je bijv. insecten en paddenstoelen meer kansen.<br />
Vermijd kale bodems<br />
Het onderhoud van kale grond is bijzonder arbeidsintensief. Of het nu gaat<br />
om de bodem onder een haag of in een bloemenborder: onkruid schiet overal<br />
op en het bestrijden ervan neemt veel tijd in beslag. Door het gebruik van<br />
houtsnippers en/of bodembedekkers zorg je ervoor dat harken op lange termijn<br />
onnodig wordt.<br />
Creëer gelaagdheid in je begroeiing<br />
Natuur werkt meestal niet met scherpe overgangen: een kaal gazon afgeboord<br />
met een kaarsrechte haag is dan ook onnatuurlijk. In een natuurlijke<br />
bosrand zie je een opeenvolging van lage en hoge kruiden, struiken en bomen.<br />
Die structuur, een geleidelijke overgang van laag naar hoog, kan je op microschaal<br />
nabootsen op je bedrijfsterrein. Maak ruimte voor borders waarin zowel<br />
lage als hoge planten voorkomen. Die variatie wordt door tal van dieren<br />
geapprecieerd.<br />
Bedrijfsvoorbeeld<br />
Bobinindus - machinebouw en stroomaggregaten in Puurs - heeft reeds sinds<br />
zeer lang (meer dan 20 jaar) een gedeelte van haar bedrijventerrein ingericht<br />
als hooilandje. Dat wordt oordeelkundig gemaaid en gehooid.
Wees creatief met je gazon<br />
Maar al te vaak worden gazons gedegradeerd tot groene biljartlakens waarin<br />
geen andere plantensoort geduld worden dan ingezaaid gras. Tegenover wilde<br />
planten en mos wordt een toenemende onverdraagzaamheid vastgesteld.<br />
Vanuit natuurstandpunt zorgt variatie in je gazon voor meer biodiversiteit:<br />
kleine insecten kunnen er beter overleven dan in steriele pelouses.<br />
Kies voor inheemse planten<br />
Of het nu om bomen, struiken of lagere planten gaat, wie kiest voor inheemse<br />
plantensoorten, boekt sowieso winst op natuurvlak. Inheemse plantensoorten<br />
kennen een veel groter insectenleven dan exotische soorten. Die insecten<br />
trekken op hun beurt vogels en andere dieren aan.<br />
Ecologische winst<br />
Een bedrijfsterrein dat volgens bovenstaande principes beheerd wordt, wordt<br />
op twee manieren een uniek groen plekje:<br />
*voor een aantal soorten wordt je bedrijfsterrein een geschikt leefgebied. Ze<br />
vinden er voedsel en een plek om een nest te maken.<br />
*voor migrerende soorten kan een groene tuin de plek bij uitstek zijn om even<br />
uit te rusten en bij te tanken. Door de klimaatverandering zal de noodzaak<br />
aan dergelijke groene stapstenen alsmaar groter worden.<br />
Praktisch<br />
Het is gemakkelijker om ecologische principes vanaf de inrichting van de tuin<br />
toe te passen dan pas in een later stadium. Bekijk op voorhand welke open<br />
ruimte er nog rest op je bedrijfsterrein en wees realistisch: op een kleine oppervlakte<br />
een poel, hooilandje, vogelbosje, etc. combineren hoeft ook weer<br />
niet. In kleine tuinen kies je best voor enkele elementen (bijv. houtkant) die je<br />
voldoende kansen en ruimte kan geven.<br />
Voor je start met de aankoop van plantmateriaal, kan je je zo goed mogelijk<br />
informeren. Niet alle plantensoorten zullen immers even goed gedijen op<br />
jouw bedrijfsterrein: sommige soorten verkiezen een vochtige klei- of leembodem,<br />
andere een droge zandbodem. Bestudeer eerst welke omstandigheden<br />
je op jouw bedrijfsterrein vindt (bodem, vochtigheid, zon/schaduw, etc.).<br />
Afhankelijk daarvan maak je de keuze in het plantmateriaal.<br />
Min of meer dezelfde denkoefening maak je bij de aanleg van verharde oppervlaktes<br />
(parkings, opritten, etc.). Bekijk eerst hoe groot deze moeten zijn<br />
en overdimensioneer niet.<br />
Gaat het om verhardingen die intensief of extensief gebruikt worden? Afhankelijk<br />
daarvan kan je kiezen voor grastegels of voor dichte verhardingen. De<br />
eerste kan je maaien, in de tweede krijgen onkruiden amper kans.<br />
TIP<br />
Zoals hierboven vermeld is het kiezen van de juiste planten belangrijk. Over<br />
planten in ecologische tuinen bestaat er heel wat literatuur. Het handboek van
Velt van E. Fiers, De ecologische siertuin, is een toonaangevend standaardwerk.<br />
Onderhoud<br />
Een ecologische tuin is op lange termijn minder arbeidsintensief dan een<br />
‘klassieke’ tuin. Uiteraard heeft een tuin, zeker in de beginfase, onderhoud<br />
nodig.<br />
Voor het onderhoud van verhardingen zijn alternatieven voor pesticiden. Je<br />
kan bijv. gebruik maken van borstelmachines of laserbranders om onkruid<br />
te verwijderen.<br />
Kosten<br />
Moeilijk te bepalen, afhankelijk van plantenkeuze en het gewenste aantal<br />
planten. In ieder geval meestal goedkoper dan uw huidige kosten voor<br />
groenonderhoud.<br />
Info & contact<br />
www.velt.be<br />
bedrijven@natuurpunt.be<br />
Ontdek alle voordelen, mogelijkheden en voorbeeldbedrijven op www.natuurpunt.be/bedrijven<br />
V.U. Willy Ibens - Coxiestraat 11 - 2800 Mechelen<br />
foto’s: Jan Feryn, Marcel Bex, Bert Heirweg, Hugo Willocx
Biodiversiteit in jouw gemeente: Technische fiche<br />
Verlichting<br />
Wat<br />
Bedrijfsvoorbeeld<br />
Op aanvraag van <strong>Natuurpunt</strong> dooft Aldi ’s nachts de lichten zodat het nachtleven<br />
van de dieren in de Bourgoyen (Gent) minder gestoord wordt<br />
Tal van bedrijven zijn sterk verlicht. Dat heeft zo z’n redenen: soms wordt er<br />
ook na zonsondergang doorgewerkt en moet het bedrijfsterrein goed verlicht<br />
zijn, andere bedrijven willen indringers afschrikken of willen een modern bedrijfsgebouw<br />
letterlijk en figuurlijk in de schijnwerpers zetten.<br />
Helaas heeft die in het oog springende bedrijfsverlichting vaak onbedoelde<br />
neveneffecten die nefast kunnen zijn voor natuur. Sommige dieren worden<br />
door de lampen onnodig aangetrokken. Nachtvlinders, in Vlaanderen vertegenwoordigd<br />
met meer dan 2000 soorten, leiden vaak een kort leven (van<br />
enkele dagen). Individuen die door lampen worden aangetrokken, verspillen<br />
op die manier hun kostbare tijd die ze beter zouden spenderen aan het vinden<br />
van een partner.<br />
Glimwormen kunnen in een te sterk verlichte omgeving geen partner meer<br />
vinden. Sommige vleermuizen worden afgeschrikt door kunstmatige verlichting.<br />
Honderden insecten sneuvelen als ze tegen spots vliegen.<br />
Sterk verlichte hoge gebouwen oefenen een grote aantrekking uit op ’s nachts<br />
vliegende trekvogels. Die sneuvelen vaak tegen (verlichte) glazen wanden<br />
van bedrijfsgebouwen. Kikkers en padden zoeken verlichte parkings op.<br />
Je ziet het, er zijn tal van dieren die door al dat nachtelijk licht in de war worden<br />
gestuurd. En dan zouden we bijna vergeten dat je in Vlaanderen op een<br />
onbewolkte nacht hooguit 600 sterren kan waarnemen dankzij al dat overtollige<br />
licht. In onverlichte gebieden zie je meer dan 3000 sterren!<br />
Ecologische winst<br />
Door op een goede manier te verlichten kan je een win-win-situatie bereiken.<br />
Het is mogelijk je bedrijfsterrein op een degelijke manier te verlichten én voor<br />
natuur ongewenste neveneffecten tot een minimum te beperken. Bovendien<br />
leidt een aangepaste verlichting ook tot energiebesparing: beter voor uw factuur<br />
én voor het klimaat.<br />
Over effecten van verlichting kan overigens gediscussieerd worden. Dat een<br />
bedrijfsterrein waar ’s nachts buiten gebouwen nog gewerkt wordt verlicht<br />
moet zijn, staat buiten kijf. Maar of overdadige verlichting helpt bij het afschrikken<br />
van criminelen, staat niet vast. Diverse studies wijzen uit dat extra<br />
verlichting om die reden weinig effect heeft. Verlichting zorgt voor een verhoogd<br />
veiligheidsgevoel, maar niet altijd voor een verhoogde veiligheid.<br />
Juridisch<br />
De Vlaamse milieuwetgeving VLAREM II bevat ook enkele (vaak weinig concrete)<br />
bepalingen rond lichthinder. Zo wordt gesteld dat “de exploitant de
nodige maatregelen moet nemen om lichthinder te voorkomen”. Ook wordt<br />
bepaald dat verlichting functioneel moet zijn: “Het gebruik en de intensiteit<br />
is beperkt tot de noodwendigheden inzake uitbating en veiligheid”. Door een<br />
bedrijfsterrein nodeloos en overmatig te verlichten, hou je dus geen rekening<br />
met de bestaande milieuwetgeving.<br />
TIP<br />
De Bond Beter Leefmilieu organiseert jaarlijks de Nacht van de Duisternis. Op<br />
een zaterdagavond wordt dan straat- en klemtoonverlichting gedoofd. Niet alleen<br />
gemeentebesturen, maar ook bedrijven kunnen hieraan deelnemen. Meer<br />
info: www.nachtvandeduisternis.be.<br />
Praktisch<br />
Wie bewust wil kiezen voor een juiste verlichting, houdt best de volgende regel<br />
in het achterhoofd: Steeds verlichten met een neerwaarts gerichte lichtbundel,<br />
waar nodig én wanneer nodig, en met de juiste verlichtingssterkte.<br />
1. Neerwaarts verlichten<br />
Je lichtbundel op de juiste plek laten neerkomen, is een belangrijke aandachtspunt.<br />
Vaak zijn lampen slecht geplaatst, wat voor verblinding kan zorgen.<br />
Van lampen die omhoog schijnen, gaat de meeste energie verloren en<br />
komt het licht meestal terecht waar het niet moet zijn!<br />
Door armaturen aan te passen kan je lampen die momenteel hinder veroorzaken,<br />
omvormen tot verlichting die amper of geen hinder veroorzaakt.<br />
2. Waar verlichten?<br />
Vooraleer je overgaat tot het plaatsen van al dan niet dure verlichting, denk je<br />
best eens na waar je deze precies plaatst. Is het functioneel om een bomenrij<br />
te verlichten? In welke mate is verlichting van paden, opritten, … noodzakelijk?<br />
3. Wanneer verlichten?<br />
Klemtoonverlichting op het bedrijfsgebouw moet niet de hele nacht branden.<br />
Functionele buitenverlichting (zoals verlichting op parkings) kan je best<br />
uitschakelen als het bedrijf gesloten is. Zeker tussen 24h en 06h zal jouw<br />
bedrijfsgebouw amper aandacht krijgen van de weinige passanten. Spots die<br />
om veiligheidsredenen werden aangebracht, kan je laten aanspringen via bewegingsmelders.<br />
Dat betekent meteen een heuse kostenbesparing!<br />
4. Sterk verlichten?<br />
Vooraleer je een lamp plaatst, bekijk je best welk doel je met die plaatsing<br />
beoogt. Sterke spots plaatsen wanneer lampen met een lager vermogen volstaan,<br />
is onnodig. Bestaande lichtpunten vervangen door lampen met een<br />
lager vermogen zal opnieuw tot een kosten- en energiebesparing op lange<br />
termijn leiden.<br />
5. Kosten<br />
Het aanpassen van armaturen of het aankopen van nieuwe armaturen kan<br />
een reële kost zijn. Daarnaast kan kiezen voor goede verlichting ook tot energiebesparing<br />
leiden en bijgevolg in een goedkopere factuur resulteren.<br />
Info & contact<br />
www.lichthinder.be<br />
www.preventielichthinder.be<br />
Ontdek alle voordelen, mogelijkheden en voorbeeldbedrijven op www.natuurpunt.be/bedrijven<br />
V.U. Willy Ibens - Coxiestraat 11 - 2800 Mechelen<br />
foto’s: Anatoli Styf, Jan Van Der Voort, Edgard Verhasselt, kennislink.nl,<br />
Wim Veraghtert, lichthinder.be, LNE, httpen.academic.ru
Biodiversiteit in jouw gemeente: Technische fiche<br />
Vijvers<br />
Ecologische situatie<br />
Bedrijfsvoorbeeld<br />
Naast paddenoverzetacties en het ophangen van nestkasten legden Janssen<br />
Pharmaceutica en <strong>Natuurpunt</strong> ook poelen aan voor amfibieën.<br />
Amfibieën (=kikkers, padden en salamanders) en libellen zijn twee opvallende<br />
diergroepen die aan water gebonden zijn. Voor amfibieën is een vijver<br />
of poel is in de eerste plaats een voortplantingsplek. Padden en salamanders<br />
zullen na de voortplanting de poel verlaten en in de zomer elders (op het<br />
land) voedsel zoeken. Dat zomerleefgebied kan een bos(je) of houtkant zijn.<br />
Daarin zoeken ze ook een schuilplaats om de winter door te brengen. Het<br />
overwinteringsgebied ligt soms op een grote afstand van de voortplantingspoel.<br />
Sommige amfibieën, zoals de Groene kikker, overwinteren wel in het<br />
water.<br />
Libellen zijn sierlijke insecten die vaak nabij waterpartijen vertoeven. Ze zien<br />
er misschien wat angstaanjagend uit, maar van libellen en waterjuffers hoef<br />
je helemaal geen schrik te hebben. Ze kunnen niet steken en het zijn voor de<br />
mens nuttige beestjes: ze jagen bijv. op muggen en vliegen. Als larve leven<br />
libellen verschillende jaren onder water.<br />
Ecologische winst<br />
Een poel op je bedrijfsterrein betekent gegarandeerd meer leven. Met poel<br />
bedoelen we hier dus een al dan niet natuurlijke waterpartij. Het kan evengoed<br />
om een aangelegde tuinvijver gaan.<br />
Kikkers, padden en salamanders nemen vaak genoegen met een kleine waterpartij.<br />
Vooral in het voorjaar tref je deze dieren daarin aan. Niet elke poel<br />
of vijver is geschikt voor die dieren. Als je bij de aanleg en de inrichting van de<br />
poel rekening houdt met enkele randvoorwaarden kan je met kleine ingrepen<br />
grote resultaten op natuurvlak boeken. Bovendien is een waterpartij op je<br />
bedrijfsterrein een aantrekkelijk landschappelijk element.<br />
Een simpele tuinvijver kan ook verschillende soorten libellen huisvesten.<br />
Libellen zijn goede vliegers en zullen jouw nieuw aangelegde vijver wel zelf<br />
vinden. Ze hebben wel een voorkeur voor zonbeschenen poelen met waterplanten.<br />
Multifunctioneel<br />
Naast de natuur- en esthetische functie heeft een poel nog een derde belangrijke<br />
functie. Je kan een poel namelijk gebruiken als bufferbekken voor<br />
regenwater. Door vrij eenvoudige ingrepen kan je het regenwater dat bijv.<br />
op het dak van je bedrijf valt, in de poel terecht laten komen. Op die manier<br />
komt er minder regenwater in de riolering terecht en wordt overbelasting van<br />
het rioleringsnet (met alle gevolgen vandien) vermeden.
TIP<br />
Zet geen vissen in je vijver<br />
In siervijvers worden vaak kleurrijke vissen uitgezet. Vissen gaan echter slecht<br />
samen met amfibieën en libellen. Dat komt omdat de meeste vissen geduchte<br />
rovers zijn, die kikkervisjes en libellenlarven smakelijk verorberen. Wie een waterpartij<br />
mét natuurwaarde wil, kiest dus best voor een visvrije vijver.<br />
Praktisch<br />
Een mooie en functionele vijver houdt uiteraard het ganse jaar door water.<br />
Daarom is het aan te raden te kiezen voor een folievijver of een poel op een<br />
kunstmatige laag. Beton, bentoniet, klei, polyester of voorgevormde vijvers<br />
zijn bestaande mogelijkheden naast folievijvers. Hiervoor ga je best ten rade<br />
bij een tuinvijvercentrum.<br />
Hou met de volgende factoren rekening bij de aanleg en inrichting van een<br />
voor libellen en amfibieën geschikte poel of vijver.<br />
• Grootte<br />
Als het terrein het toelaat, maak je de poel best niet te klein. Als minimumgrootte<br />
wordt 10m² vooropgesteld.<br />
• Ligging<br />
Leg de poel in een zonnige hoek. Amfibieën en libellen hebben het graag<br />
warm en verkiezen dan ook Een geschikte waterpartij ligt niet te sterk<br />
in de schaduw.<br />
• Diepte<br />
Ideaal is een diepte tussen 100 en 120 cm. Zorg ervoor dat de oeverhelling<br />
niet te sterk is (een hellingsgraad van minder dan 45°) en dat er aan<br />
de oever een ondiepe zone is. In die zone warmt het water snel op, zeker<br />
als ze aan de juiste kant van de vijver gelegen is. Zorg er ook voor dat<br />
amfibieën langs zo’n geleidelijke oever uit het water kunnen kruipen.<br />
• Waterplanten<br />
Kies als het kan voor inheemse waterplanten. Die zijn in diverse tuincentra<br />
verkrijgbaar. Vermijd zeker exotische planten zoals de Grote waternavel<br />
die door hun explosieve groei gemakkelijk verwilderen. Een poel<br />
zonder waterplanten is echter ongeschikt voor libellen en amfibieën.<br />
Goede waterplanten zijn Gedoornd hoornblad, Aarvederkruid en Middelste<br />
waterranonkel (ondergedoken planten) en Witte waterlelie, Gele<br />
plomp en Kikkerbeet (drijvende planten).<br />
• Oeverzone<br />
Schuine oevers zijn bijzonder belangrijk voor een natuurrijke vijver. Je kan<br />
een beperkt (zonbeschenen) deel van de oever kaal laten: daar zal het<br />
snel opwarmen, maar het merendeel van de oever wordt best beplant<br />
met daarvoor geschikte planten: Grote waterweegbree, Zwanenbloem,<br />
Grote kattenstaart, Gele lis, Mattenbies, Grote of Kleine watereppe,<br />
Zwarte of Scherpe zegge zijn enkele voorbeelden van inheemse oeverplanten.<br />
Zorg ervoor dat er niet teveel bomen en/of struiken op de oever<br />
staan. Als de bladeren daarvan in het water terecht komen, heeft dat<br />
grote gevolgen voor de waterkwaliteit. Naaldbomen in de nabijheid van<br />
de vijver zijn zeker te vermijden: inwaaiende naalden maken het water<br />
te zuur.<br />
Hou ook rekening met bestaande regelgeving: voor poelen moet je een stedenbouwkundige<br />
vergunning aanvragen.
Inbreng <strong>Natuurpunt</strong><br />
<strong>Natuurpunt</strong> kan bij de aanleg en inrichting van een vijver een adviserende<br />
functie hebben. Betrek lokale <strong>Natuurpunt</strong>ers best van bij het begin: zij kunnen<br />
ook aangeven of de ligging van de poel ideaal is. En misschien kennen zij<br />
wel een tuinvijvercentrum in de buurt waar je de juiste planten kan halen.<br />
Kosten<br />
Het aanleggen van een poel of vijver is een eenmalige, maar vaak redelijke<br />
kost. Indien de poel niet te klein is, laat je best een aannemer komen.<br />
Erg veel onderhoud heb je normaal niet aan een tuinvijver. Verwijder tijdig<br />
algen en dode bladeren die zich opstapelen in de vijver. Het ruimen of schonen<br />
van een vijver gebeurt best in het najaar (van half september tot eind<br />
oktober).<br />
Vb kostprijs graven van een poel van 15m diameter, diepste punt 1,5 m: 200<br />
euro (=4u kraanwerk aan 50 € per uur), of 500 euro met grondafvoer bij.<br />
Info & contact<br />
De amfibiënwerkgroep van <strong>Natuurpunt</strong> heeft heel wat ervaring met (het<br />
aanleggen van) poelen.<br />
www.hylawerkgroep.be<br />
info@hylawerkgroep.be<br />
Ontdek alle voordelen, mogelijkheden en voorbeeldbedrijven op www.natuurpunt.be/bedrijven<br />
V.U. Willy Ibens - Coxiestraat 11 - 2800 Mechelen<br />
foto’s: Jan Feryn, stad Genk, Diane Appels, Ann Pinceel
Biodiversiteit in jouw gemeente: Technische fiche<br />
vlinders<br />
Wat?<br />
Bedrijfsvoorbeeld<br />
Bij de opmaak van het actieplan dat Lanaken voor hun geadopteerde soort<br />
‘het klaverblauwtje’, werd het bedrijf Sappi betrokken. Terreinbezoeken leidden<br />
tot advies over het maaibeheer van terreinen en bermen.<br />
Dagvlinders vormen een populaire insectengroep. Helaas gaat het niet zo<br />
goed met de vlinders. Zelfs de veel voorkomende soorten gaan sterk achteruit.<br />
Het is dan ook van belang dat, waar mogelijk, inspanningen worden<br />
gedaan om vlinders te behouden.<br />
Vlinders hebben uiteenlopende behoeften. Een vlinder zelf heeft voedsel nodig:<br />
nectar die hij bloemen haalt. Bloemenborders omvormen tot heuse nectarkroegen<br />
is dan ook een eerste actiepunt. En een saai, uitgestrekt gazon kan<br />
een mooie bloemenweide worden. Op die manier kunnen vlinders die op hun<br />
reis van het ene natuurgebied naar het andere jouw bedrijfsterrein kruisen,<br />
even bijtanken.<br />
Daarnaast willen vlinders zich, als het even kan, ook voortplanten. De rupsen<br />
zijn planteneters en elke vlindersoort heeft zijn eigen voorkeur. De kleine<br />
vuurvlinder verkiest schapenzuring en het icarusblauwtje is dol op rolklaver,<br />
terwijl de rupsen van het oranjetipje liefst pinksterbloemen eten. Zeker op<br />
grotere bedrijfsterreinen kunnen verloren hoekjes ruimte bieden aan de zogenaamde<br />
waardplanten voor rupsen.<br />
Een nectarkroeg<br />
Klassieke borders hebben vaak weinig te bieden voor vlinders. Bodembedekkers<br />
zijn doorgaans geen uitbundige bloeiers en ‘dubbele’ bloemen zijn ook<br />
geen nectarbronnen. Door te kiezen voor de ‘juiste’ planten creëer je een<br />
voor vlinders feestelijk buffet. Daarbij is het mogelijk het esthetische aan het<br />
functionele te koppelen: kies voor planten met kleuren die bij elkaar passen,<br />
die in verschillende perioden van het jaar bloeien (lente- versus zomerbloeiers)<br />
en die voldoende nectar produceren.<br />
Een gazon als groen biljartlaken wordt door vlinders als oninteressant beschouwd.<br />
Bedrijven met voldoende ruimte kunnen er dan ook voor opteren<br />
grote gazons ten minste gedeeltelijk om te vormen in een bloemenweide.<br />
Een bloemenweide voor vlinders bestaat uit meerjarige bloemen, zoals echt<br />
knoopkruid, rode klaver, grote kaardebol, slangenkruid, wilde margriet, gewone<br />
brunel, veldsalie, goudsbloem, luzerne en witte honingklaver. In dit<br />
soort grasland vinden vlinders zowel voedsel voor henzelf als geschikte planten<br />
om eitjes op af te zetten. In de buurt van de waardplanten verpoppen<br />
de rupsen. Daarom is het aangewezen om een gedeelte (15 tot 20%) van de<br />
bloemenweide (bijv. een randzone) niet te maaien zodat de rupsen of poppen<br />
ook in najaar en winter beschutting kunnen vinden. Ook andere dieren, zoals<br />
lieveheersbeestjes, sprinkhanen, enz. profiteren mee van deze maatregel.
Tenslotte stellen vlinders ook een diverse vegetatiestructuur op prijs. Hiermee<br />
bedoelen we bijv. geleidelijke overgangen tussen grasperk en haag (van<br />
lage naar hoge planten) en variatie tussen lage en hoge planten in bloemenweiden.<br />
TIP<br />
<strong>Natuurpunt</strong> organiseert elk jaar de telactie Vlinder mee. In het eerste weekend<br />
van augustus worden dan in duizenden Vlaamse tuinen vlinders geteld. Niets belet<br />
jouw bedrijf hieraan deel te nemen. Meer informatie op www.vlindermee.be<br />
Praktisch<br />
Borders<br />
Voor bloemenlijsten bestaan lange lijsten vlinderplanten. Kies niet willekeurig<br />
maar kijk naar de bodemgesteldheid van jouw terrein en selecteer de<br />
planten daarnaar. De tabel op de volgende pagina geeft de top tien van nectarplanten<br />
weer.<br />
Zaaien & maaien<br />
Wie een bloemenweide wil inzaaien, moet eerst de plek zaaiklaar maken.<br />
Daarvoor bestaan verschillende manier. Je kan bijv. het perceel frezen en<br />
ongewenste planten in de grond frezen. Dit gaat vrij snel en kan voor grote<br />
oppervlakten een goede methode zijn. De ongewenste planten kunnen echter<br />
wel snel terug in de bloemenweide voorkomen. Een andere manier is het<br />
afsnijden van de vegetatie. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van een machine<br />
die de bestaande vegetatielaag ondergronds afsnijdt. Deze laag wordt<br />
verwijderd en men bekomt een zuiver zaaibed. Hierin kan men de bloemenweide<br />
inzaaien en de kiemplanten hebben nauwelijks last van concurrentie.<br />
Een graszodensnijder is te huur in de meeste verhuurcentra.<br />
Bloemenweides geven de beste resultaten op bodems die niet of nauwelijks<br />
bemest zijn.<br />
Het inzaaien van bloemenweides doe je best eind maart/begin april, als het<br />
niet meer vriest. Het mengsel dun inzaaien is aan te raden (meng het zaad<br />
met wat droog wit zand, dat vergemakkelijkt het dun inzaaien). Na het zaaien<br />
de zaadjes lichtjes inharken en daarna de grond aanrollen of aandrukken.<br />
Het maaien van een bloemenweide gebeurt het best met een bosmaaier, één<br />
tot tweemaal per jaar. Laat het maaisel een paar dagen liggen, zodat de zaadjes<br />
eruit kunnen vallen. Maaisel moet altijd worden afgevoerd.<br />
Kosten<br />
Voor een pakje zaadmengsel van 50 gr, goed voor 25m², moet je ongeveer 5<br />
EUR rekenen.<br />
Info & contact<br />
vlinders@natuurpunt.be<br />
www.vlinderwerkgroep.be<br />
Voordelen<br />
groen imago, meer aantrekkelijke bedrijfsomgeving, sensibiliserend + educatief<br />
voor personeel
Soort Bloeiperiode Kleur Hoogte Bodem<br />
Vlinderstruik<br />
(Buddleja davidii)<br />
Ijzerhard<br />
(Verbena bonariensis)<br />
Beemdkroon<br />
(Knautia arvensis)<br />
Hemelsleutel<br />
(Sedum spectabile)<br />
Herfstaster<br />
(Aster novi-belgii)<br />
Lemon Queen<br />
(Helianthus)<br />
Juli-oktober Wit, roze & paars 1,5-2,5m Droog<br />
Juni-oktober Purper 1.2-1.5m Vochtig; zon<br />
Juni-oktober Lila 0.3-0.8m Droog, halfschaduw<br />
Augustus-oktober Roze 0.3-0.4m Droog<br />
Augustus-oktober Wit 0.8-1.2m Vochtig; zon<br />
Juli-september Roze 0.9-1.5m Vochtig<br />
Juni-juli Blauwpaars Ca. 0.5m Zon<br />
Maart-oktober Lila Ca. 0.3m Droog<br />
Mei-juli Lila, wit 0.5-1.0m<br />
Mei-oktober Geel & oranje 0,2-0,7m<br />
juli-septem-<br />
Eind<br />
ber<br />
Koninginnekruid<br />
(Eupatorium cannabinum)<br />
Lavendel<br />
(Lavandula ‘Munstead’)<br />
Vaste muurbloem<br />
(Erysimum ‘Bowles<br />
Mauve’)<br />
Damastbloem<br />
(Hesperis matronalis)<br />
E n k e l b l o e m i g e<br />
afrikaantjes<br />
(Tagetes sp.)<br />
Geel<br />
tot 2m<br />
Ontdek alle voordelen, mogelijkheden en voorbeeldbedrijven op www.natuurpunt.be/bedrijven<br />
V.U. Willy Ibens - Coxiestraat 11 - 2800 Mechelen<br />
foto’s: Bob Hogeveen, VVV Heuvelland, Hugo Willocx, Marcel Bex, Jokke Smets,<br />
Diane Appels