24.11.2014 Views

1.3. Tweede taal - Uitgeverij W.v.d.Oever

1.3. Tweede taal - Uitgeverij W.v.d.Oever

1.3. Tweede taal - Uitgeverij W.v.d.Oever

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

worden in je levensbeschouwelijke portfolio. De bedoeling is dat je<br />

dit portfolio tot het eind van je derde jaar levensbeschouwing bewaart<br />

en aan het eind door middel van een aantal vragen terugkijkt<br />

op die opdrachten. Zo ontdek je hoe je jezelf ontwikkeld hebt in levensbeschouwelijk<br />

opzicht en kun je daar ook conclusies uit trekken.<br />

Veel leerlingen die in het begin dachten: “Waar ben ik mee bezig?”<br />

zien na drie jaar hun uitwerkingen terug en komen tot de ontdekking<br />

dat ze een grote groei hebben gemaakt in hun denken over allerlei<br />

zaken in het leven. “Ik ben blij, dat ik gedwongen was om over allerlei<br />

zaken na te denken en er iets van op papier te zetten. Zo zie<br />

ik hoe ik mezelf ontwikkeld heb en daar ben ik blij om,” lees je vaak<br />

bij de bespreking van het portfolio.<br />

Bewaren<br />

Omdat op het moment dat we dit schrijven nog niet alles duidelijk<br />

is, zetten we enkele zaken onder elkaar. Het is uitermate belangrijk<br />

dat je de uitwerkingen van de opdrachten bewaart, zodat je over drie<br />

jaar de laatste opdracht over het portfolio kunt maken.<br />

Als de school goed gezorgd heeft, beschikt ze over een elektronische<br />

leeromgeving [elo] en moet je na elke opdracht de uitwerking voor<br />

de deadline opladen naar de elo. Dan zijn je bestanden gegarandeerd<br />

veilig tot het moment dat je al je opdrachten moet inzien voor<br />

de slotopdracht.<br />

Heeft de school geen elo, dan moet je er zelf voor zorgen dat alles<br />

bewaard blijft tot de laatste dag dat je aan levensbeschouwing werkt.<br />

Dat kun je doen door al je bestanden in een eigen map ‘levensbeschouwing’<br />

op te slaan en die steeds aan te vullen met de nieuwste<br />

opdrachten. De ervaring leert echter dat computers niet altijd even<br />

betrouwbaar zijn en dat veel leerlingen die map in de loop van de<br />

jaren kwijtraken en zo in de problemen komen met hun portfolio.<br />

Een betere manier is èn op de computer een map ‘levensbeschouwing’<br />

te hebben en er ook een aan te maken op het internet. Daar<br />

zijn verschillende mogelijkheden.<br />

Je kunt de bestanden naar je eigen e-mailaccount sturen, zodat je<br />

ze altijd via je e-mail kunt terugvinden.<br />

Je kunt een aparte e-mailaccount aanmaken, bijvoorbeeld via<br />

gmail.com of via hotmail.com, waar je een apart account hebt voor<br />

je schoolopdrachten. Ook voor andere vakken is dat een goed idee.<br />

Je moet er toch niet aan denken dat je spullen waar je vele uren aan<br />

gewerkt hebt, kwijtraakt door een computercrash of iets dergelijks.<br />

Je kunt ook een account aanmaken via www.dropbox.com waar je<br />

zelf mappen kunt aanmaken voor verschillende zaken. Je laadt je<br />

bestanden op naar de juiste mappen en je hebt er geen omkijken<br />

meer aan. Als de tijd is aangebroken, kun je de map met de bestanden<br />

‘levensbeschouwing’ downloaden naar je computer en met de<br />

portfolio-opdracht aan de slag gaan.<br />

Bestandsnaam<br />

Elk jaar zul je een aantal opdrachten maken. Dat levert aan het eind<br />

zeker 20 opdrachten op. Je zult aan het eind de opdracht krijgen de<br />

opdrachten van dezelfde soort met elkaar te vergelijken. Je maakt<br />

bijvoorbeeld drie collages in drie jaar, dan moet je weten in welke<br />

En in mijn levensbeschouwelijke<br />

dagboeken kon ik het allemaal<br />

uiten, het was voor<br />

mij een uitlaatpunt van<br />

vreugde maar ook verdriet en<br />

ik kreeg nog een punt voor<br />

ook. Door deze levensbeschouwelijke<br />

dagboeken heb<br />

ik veel geleerd over mezelf en<br />

over hoe ik sta tegenover de<br />

onderwerpen die ik ook heb<br />

behandeld in mijn dagboeken.<br />

I.P. 2011<br />

Ik ben erachter gekomen dat<br />

er in één jaar veel kan veranderen,<br />

maar in vier jaar kan<br />

er nog veel meer veranderen!<br />

Nu ik dit schrijf klinkt dat<br />

heel logisch, maar ik had niet<br />

verwacht dat ik, tijdens het<br />

terug lezen van mijn werken,<br />

zou merken dat ik zoveel veranderd<br />

was! Dat verraste me<br />

zeer, maar het was wel een<br />

leuke verrassing.<br />

P.J. 2011<br />

Ik had ook nooit verwacht dat<br />

ik levensbeschouwing leuk zou<br />

gaan vinden. Zeker in de eerste<br />

vond ik het to<strong>taal</strong> niet leuk, al<br />

die opdrachten die we moesten<br />

maken enz. Maar naarmate we<br />

verder kwamen in mijn schooltijd,<br />

begon ik het steeds meer<br />

te waarderen. Dit had ik echt<br />

niet verwacht. Ik dacht dat het<br />

een saai, nutteloos uur zou<br />

zijn. Maar in werkelijkheid laat<br />

het vak je echt nadenken.<br />

S.S, 2011<br />

2


11. Hoeveel geld heb ik nodig om goed van te kunnen leven?<br />

12. Wanneer leefde Jezus?<br />

13. Geloof je in God?<br />

14. Wat betekent het verschil tussen man en vrouw voor mij?<br />

15. Wat doe ik, als ik me eenzaam voel?<br />

16. Geef je wel eens iets voor een goed doel?<br />

17. Vind je dat je iets moet geven ter bestrijding van de honger in Afrika?<br />

18. Als ik mocht stemmen, op welke partij zou ik dan stemmen?<br />

19. Wat was de uitslag van de laatste verkiezingen?<br />

20. Is er leven na de dood?<br />

21. Wat betekent mijn vaderland voor mij?<br />

22. Waar ben jij geboren?<br />

23. Moet ik iemand die gepest wordt, helpen?<br />

Opdracht 12<br />

Een internettoets met andere vragen kan gemaakt worden op<br />

http://www.uitgeverijwvdoever.nl/games/levensvragen.html<br />

Level 5 - Wat heeft het met mij te maken?<br />

Het zal je duidelijk zijn, dat we in ons leven op alle mogelijke manieren met levensvragen te maken<br />

zullen krijgen. Meestal zonder dat we erom gevraagd hebben, soms omdat we geïnteresseerd zijn in<br />

het antwoord op een bepaalde vraag.<br />

In de vorige bladzijden en in de toetsen ben je al een groot aantal levensvragen tegengekomen. Maar<br />

niet alle levensvragen zijn even belangrijk voor iedereen. Dat hangt af van de situatie waarin iemand<br />

zich bevindt. Als je oma stervende is, heb je andere vragen in je hoofd dan iemand die nog nooit een<br />

cent verdriet gehad heeft. Als een vriend zich van je afkeert heb je andere vragen dan iemand die<br />

smoorverliefd is geworden.<br />

Daarom de volgende opdracht.<br />

Opdracht 13<br />

Bedenk vijf levensvragen die op dit moment voor jou van belang zijn en leg bij iedere vraag in enkele zinnen<br />

uit waarom die vraag voor jou belangrijk is.<br />

Het kan gaan om liefde, verdriet, gezin, dood, kwaad, toekomst, vriendschap, de mens, natuur, goed en<br />

kwaad, negatieve gevoelens, positieve dromen, etc.<br />

Doe je best!<br />

<strong>1.3.</strong> <strong>Tweede</strong> <strong>taal</strong><br />

Level 1 - waar gaat het over?<br />

We hebben eerder gezien dat levensbeschouwing zich bezighoudt met levensvragen en de antwoorden<br />

daarop. De belangrijkste levensvraag is uiteindelijk de vraag: “Wie ben ik?” Om die vraag en allerlei<br />

andere daarvan afgeleide vragen te beantwoorden maken we gebruik van verhalen. Waarom<br />

dat vooral bij levensvragen gebeurt zal later duidelijk worden. We zouden kunnen zeggen: zoals cijfers<br />

het voertuig is van wiskunde, zo zijn verhalen het voertuig van levensbeschouwing. Als we de<br />

cijfers afschaffen, kunnen we geen wiskunde bedrijven. Zonder verhalen is het heel moeilijk om levensbeschouwelijk<br />

te praten en te denken.<br />

Wat vind je van de volgende vertelling? Het is het begin van een verhaal uit de Griekse mythologie,<br />

11


de wereld van verhalen over de Griekse goden, helden en heldinnen.<br />

Koning Midas van Frygië had eens een dienst bewezen aan Bacchus, de god van de drank.<br />

“Als beloning mag je een wens doen”, zei de god. Het was alsof Midas op die kans had gewacht,<br />

want hij had meteen een wens gereed: “Maak dan dat alles wat ik aanraak, in goud verandert!”<br />

Bacchus zuchtte diep en schudde eens met zijn hoofd, maar beloofd was beloofd...<br />

Opdracht 14<br />

Wat vind jij van de wens van koning Midas? Zou je hetzelfde willen hebben of had jij een andere wens<br />

gedaan? Waarom?<br />

Het verhaal gaat als volgt verder:<br />

Midas rende naar huis. Hij kon niet wachten om zijn nieuwe gave uit te proberen. Onderweg<br />

pakte hij een steen van de grond en jawel: de steen veranderde in puur goud! Nu was hij de<br />

rijkste man ter wereld. Aangekomen bij zijn paleis, opende hij de poort. De deurknop veranderde<br />

voor zijn ogen in goud. Hij nam plaats op zijn troon -die al van goud was- en hij gaf zijn<br />

dienaren de opdracht een feestmaal te bereiden. De hele hofhouding kwam in de grote zaal<br />

bijeen en luisterde naar het verhaal van de koning. Toen hij uitgesproken was, applaudisseerden<br />

ze. Men ging aan tafel. De dienaren brachten de lekkerste dingen rond. Iedereen wachtte met<br />

eten tot de koning begon. Dat was beleefd. De koning pakte een stuk brood en wilde er zijn<br />

tanden inzetten, maar... wat was dat: het brood veranderde in goud! Hij pakte een glas wijn,<br />

maar de wijn was in vloeibaar goud veranderd! Nu pas zag Midas hoe dom zijn wens was geweest.<br />

Hij hief zijn handen ten hemel en riep: “Grote Bacchus, heb medelijden met mij! Verlos<br />

mij van deze dwaze gave!” De stem van Bacchus galmde door de zaal: “Vooruit dan maar: Ga<br />

naar de rivier die stroomt langs het machtige rijk van de Lydiërs en volg die, totdat je bij de<br />

13


die eigenschappen beschikt. Daarna moet je anderen, die jou natuurlijk wel een beetje moeten kennen,<br />

dat ook laten doen over jou. Wat zou daar uitkomen? Vraag drie verschillende personen, die jou kennen,<br />

om onderstaande lijstje over jouw in te vullen, bij voorkeur een medeleerling die jou al wat beter kent,<br />

een volwassene uit je directe familie en iemand wat verder weg.<br />

Opdracht 27<br />

Als jij en die drie anderen hun schema ingevuld hebben, kun je de resultaten met elkaar vergelijken.<br />

a. Vergelijk wat je over je zelfbeeld hebt aangekruist met wat op die andere lijstjes staat. Noteer drie uitspraken<br />

die afwijken van je eigen kruisjes en die jou verrast hebben: ik had niet gedacht dat …..<br />

b. Noteer ook drie uitspraken die goed overeenkomen met je eigen kruisjes.<br />

c. Heb je een verklaring voor de afwijkingen? Welke?<br />

d. Als twee van de drie gevraagde invullers een andere mening hebben dan jij, hebben jullie een verschil<br />

van mening. Hoeveel procent van de uitspraken komt niet overeen met jouw eigen score, hoeveel procent<br />

wel?<br />

e. Kun je op basis van de vorige antwoorden aangeven of anderen een goed beeld van je hebben of<br />

niet. Leg wel uit.<br />

f. http://www.youtube.com/watch?v=5Lx9xRgaahY Bekijk het filmpje en wat herken je bij jezelf? Schrijf<br />

dat eens op!<br />

Iedereen is anders<br />

Bij het maken van onze collage en het beschrijven van beelden en zelfbeelden zijn we erg persoonlijk<br />

bezig geweest. Je hebt je kwetsbaar opgesteld als je anderen allerlei persoonlijke gevoelens en ervaringen<br />

hebt toevertrouwd. Dat doe je natuurlijk alleen maar als je die anderen ook vertrouwt. Hoe<br />

meer mensen elkaar vertrouwen, hoe meer ze over zichzelf durven te vertellen. Omdat het in lessen<br />

levensbeschouwing steeds over jezelf gaat, is dat vertrouwen heel belangrijk. Voorwaarde voor goede<br />

lessen is dus dat iedereen zichzelf durft te zijn en ook accepteert dat anderen anders zijn. Dat noemen<br />

we respect.<br />

Opdracht 28<br />

a. Wat is respect?<br />

b. Waarom is respect nodig?<br />

Rechten<br />

Natuurlijk hoef je, als je dat niet wilt, sommige dingen niet te vertellen. In de eerste les hebben we<br />

al aangegeven dat iedereen het recht heeft om “Ik pas” te zeggen, als je geen persoonlijke dingen<br />

wilt vertellen in de klas. Je hebt recht op je geheimen. Dat moeten anderen ook respecteren. Alle<br />

mensen hebben dit recht, dat houdt dus ook in dat jij anderen hun recht op geheimen. – recht op privacy-<br />

ook moet gunnen,<br />

Level 5 - wat betekent het voor mij?<br />

Jij hebt een bepaald zelfbeeld, dat in je collage en opdracht 26 naar voren is gekomen. Daarnaast<br />

hebben anderen uitgesproken, wat hun beeld van jou is door ook de vragenlijst van opdracht 26 voor<br />

jou in te vullen. Wat is daaruit gekomen? Aan het eind van dit hoofdstuk vragen we je de balans op<br />

te maken.<br />

Opdracht 29<br />

Maak de volgende zinnen af:<br />

a. Ik vond dit hoofdstuk wel/niet moeilijk voor mijzelf, omdat …..<br />

b. Ik had niet verwacht dat mensen over ……. anders dachten dan ik, want …..<br />

c. Ik was verrast door ……<br />

d. Jammer vind ik dat anderen vinden dat ….<br />

e. Ik heb over mezelf geleerd dat …<br />

f. Ik was niet blij met de opmerking, dat …..<br />

25


Level 3 - Andere visies, nieuwe informatie<br />

Het beeld dat een ander van jou heeft komt (vaak) niet (altijd) overeen met jouw zelfbeeld. We gaan<br />

eerst kijken hoe het komt dat sommige mensen niet goed in de gaten hebben dat hun zelfbeeld erg<br />

verschilt van het beeld van anderen. We beginnen met een voorbeeldverhaal:<br />

Draco<br />

Draco kon best goed leren. Hij werd door zijn ouders verwend. Ze zeiden steeds dat hij zo’n<br />

knappe jongen was. Hij begon te geloven dat hij alles altijd beter wist dan anderen. Dat liet hij<br />

ook altijd goed merken. Zo kreeg men langzaam een hekel aan hem. Tijdens de wiskundelessen<br />

kreeg hij ruzie met de hele klas. Dat kwam zo: de docente had de gewoonte om vlak voor een<br />

proefwerk iedereen persoonlijk aan het werk te zetten, je moest stil zijn en onder die voorwaarde<br />

legde ze dingen nog eens uit aan die leerlingen die dat wilden. Als iemand echter de<br />

orde verstoorde, zei ze: “we gaan door met de stof. Ik ga iets niet nog eens uitleggen als er<br />

mensen zitten te kletsen.” Draco begon dan steeds meteen te praten. Als anderen dan kwaad<br />

werden, zei hij: “Nou en? Ík snap het toch!”<br />

Opdracht 31<br />

Wat vind Draco belangrijk? Wat vind je van Draco's reactie? Hoort Draco erbij? Waarom wel of niet?<br />

Een tweede voorbeeld, uit China<br />

In Nederland roept opzichtig slijmen de hoon van collega’s op – en vaak ook van de chef zelf. In<br />

China ligt dat anders: al sinds keizerlijke tijden moeten bazen winnen, zelfs bij het flauwste spelletje.<br />

Een jonge employee van het Staatspostbedrijf in Hebei vertelt over zijn bedrijfsuitje: in de karaokehal<br />

prees hij zijn vals zingende chef alsof hij Frank Sinatra was. Zelf kreeg hij geen enkele keer de kans<br />

een liedje te zingen. De baas vond zelf ook dat hij Sinatra was.<br />

“800 meter is normaal een makkie voor mij, maar ik raakte buiten adem toen ik partijsecretaris Zhang<br />

probeerde bij te houden”, hield een werknemer van het provinciaal energiebedrijf zich zwak. In het<br />

belang van zijn carrière gunde hij zijn baas graag alle eer.<br />

Opdracht 31<br />

a. Wat vinden Chinese bazen belangrijk? Wat de Chinese werknemers?<br />

b. Wat vind je van de houding van de Chinese bazen?<br />

c. Wat vind je van de houding van de Chinese werknemers?<br />

d. Welke van de twee houdingen vind je het meest negatief?<br />

level 4 - Werken, verwerken<br />

Je hebt opgeschreven wat je van Draco en de Chinese mensen vindt. We gaan eerst onze reacties<br />

met elkaar vergelijken. Daar praten we over. Met de vraag van deze les als uitgangspunt: wil Draco<br />

erbij horen? Willen de Chinese mensen ook ergens bij horen? Als je vindt dat Draco en de Chinese<br />

werkers zich anders moet gedragen, kun je dan ook uitleggen waarom?<br />

Open en gesloten levenshouding<br />

Je levensbeschouwing is de manier waarop je tegen je leven aankijkt. Je hebt in de afgelopen lessen<br />

al iets over je levensbeschouwing verteld. Bijvoorbeeld toen je het over je zelfbeeld had of toen je<br />

opschreef welke mensen veel voor je betekenen. Misschien hoor je bij die mensen die niet alleen<br />

makkelijk iets over zichzelf vertellen, maar ook heel nieuwsgierig zijn naar wat anderen voelen en<br />

denken, die denken dat ze ook iets van anderen kunnen leren, dat anderen ook gelijk kunnen hebben.<br />

Dan heb je een open levenshouding. Anderen sluiten zich af van anderen. Dat is niet leuk voor die<br />

30


In het begin<br />

Veranderd(?) door<br />

Waarderen<br />

Moeite<br />

Eindconclusie<br />

Level 4 – heb ik het begrepen<br />

Als jij hebt begrepen wat een vooroordeel is en waar het vandaan komt, kun je zonder moeite de<br />

volgende opdrachten maken.<br />

Opdracht 36<br />

Vul de volgende zinnen aan zonder dat het vooroordelen zijn:<br />

a. Alle atleten zijn ….<br />

b. Mensen met een bijstandsuitkering ....<br />

c. Alle kappers....<br />

d. Alle studenten<br />

e. Alle vmbo-leerlingen<br />

f. Alle boeren<br />

g. Alle bouwvakkers...<br />

h. Alle leraren ....<br />

i. Alle alcoholisten …<br />

j. Alle aidspatiënten….<br />

k. Alle balletdansers ….<br />

l. Alle homoseksuelen …<br />

m. Alle gothics …..<br />

Opdracht 37<br />

a. Noem 5 vooroordelen die in Nederland tegenover mensen uit andere landen bestaan.<br />

b. Noem vijf vooroordelen die er bestaan tegenover Nederlanders vanuit andere landen.<br />

Level 5 – Hoe sta ik erin?<br />

Wat we in deze hoogste levelopdracht vragen is best moeilijk. Je in kunnen leven in een ander is de<br />

beste manier om een open levenshouding en daarmee zo weinig mogelijk vooroordelen te ontwikkelen.<br />

Wat we je nu vragen is je inleven in iemand die in een andere cultuur leeft en van daar uit<br />

met uiteraard vooroordelen naar jouw cultuur, jouw manier van leven en denken kijkt.<br />

Opdracht 38 - Portfolio-opdracht<br />

Schrijf een verhaal met behulp van de volgende zinnen, waardoor jouw eigen cultuur ineens een gekke<br />

cultuur is geworden.<br />

34


Portfolio­opdracht<br />

Het is de bedoeling dat je aan het eind van de lessen de<br />

zes inhoudsdimensies toegepast hebt op je eigen leven.<br />

Je moet een werkstuk schrijven van om en nabij 6 A­4<br />

pagina’s in je tekstverwerker.<br />

Je werkstuk ziet er als volgt uit:<br />

• Voorpagina ­ zo persoonlijk mogelijk. Geef het een<br />

eigen titel, kies enkele eigen foto’s die met jezelf te<br />

maken hebben. Vergeet niet je naam en klas ergens te<br />

vermelden.<br />

• Belevingsdimensie: Werk je eigen belevingsdimensie<br />

uit en denk daarbij aan de volgende vragen:<br />

Wat maakt voor jou het leven de moeite waard?<br />

Waar kom je graag je bed voor uit?<br />

Waar kom je je bed niet voor uit?<br />

Welke 5 zaken en/of mensen inspireren je?<br />

Op wat voor leven zou je op je laatste dag terug willen<br />

kijken?<br />

• Taaldimensie: zoek een tekst ­ gedicht, dagboekfragment<br />

of een songtekst­ waarin een van de volgende<br />

zaken aan de orde komt: in de tekst herken ik mezelf; de<br />

tekst geeft mijn eigen gevoel weer ten aanzien van verliefdheid,<br />

verdriet, eenzaamheid etc.; de tekst zou ik willen<br />

gebruiken bij een begrafenis, een trouwfeest of bij<br />

een ander belangrijk moment in een mensenleven.<br />

• Rituele dimensie: a. Denk na over de gebeurtenissen<br />

die jij elk jaar weer viert. Noteer die op een van de pagina’s<br />

en leg uit hoe je die gebeurtenis viert.<br />

Denk daarna na over de gebeurtenissen die je in de loop<br />

van een leven kunt vieren en noteer die ook. Het kunnen<br />

blije maar ook droevige gebeurtenissen zijn. Ook al heb<br />

je ze nog niet gevierd ­ je bent per slot van rekening nog<br />

niet getrouwd ­ je kunt wel aangeven welke gebeurtenissen<br />

in de toekomst jij de moeite van het vieren waard<br />

vindt. Graag met veel uitleg.<br />

Het is een goed idee als je de pagina’s illustreert met foto’s<br />

of tekeningen en dergelijke.<br />

Eventueel zou je ook kunnen vertellen, waarom jij bepaalde<br />

zaken wel viert en vele anderen niet; of omgekeerd,<br />

waarom jij iet viert wat anderen blijkbaar wel het<br />

vieren waard vinden.<br />

d. Plaats hier je uitwerking van je volwassenheidsritueel<br />

en leg uit waarom je het zo wilt doen<br />

Het best kun je een cirkel trekken op een pagina in je<br />

worddocument. Zet daarin een kleine cirkel, waarin het<br />

woord IK geschreven staat. Verdeel de rest van de cirkel<br />

in stukken, waarin je de verschillende groepen, waartoe<br />

je behoort, neerschrijft. Zet er ook enkele zaken bij, die<br />

jou in die groep aantrekken, die wat voor je betekenen.<br />

Hoe meer ruimte je een groep geeft, des te meer betekent<br />

die voor jou.<br />

Als je kijkt naar de jeugdstijlen die we in level 4 hebben<br />

gezien, kun je dan òf uitleggen waarom jij graag tot één<br />

bepaalde jeugdgroep bent gaan horen of wilt gaan<br />

horen òf aangeven welke elementen van welke groepen<br />

je zou kiezen om jouw eigen jeugdstijl aan te geven. Dus<br />

ik kies de STIJL van de ... : , de muziek van de ....: etc.<br />

• Ethische dimensie: a. Kun je zo goed mogelijk uitleggen<br />

hoe jij zelf bepaalt of iets goed of kwaad is. Welke<br />

waarden gebruik je daarbij? Kun je bijvoorbeeld zeggen<br />

dat als jouw belangrijke waarde ‘eerlijkheid’ , dan alle<br />

zaken die jou oneerlijk lijken ook verkeerd zijn? Kun je<br />

dat toelichten met minimaal 4 waarden!<br />

b. Waar haal je je besef van goed en kwaad vandaan?<br />

Van ouders, vrienden, media, levensbeschouwing etc?<br />

Zo goed mogelijk uitleggen.<br />

• Doctrinele dimensie: Kun je op de manier van de christelijke<br />

geloofsbelijdenis in minimaal 12 zinnen, die beginnen<br />

met ”Ik geloof in” duidelijk maken wat jouw<br />

doctrinele dimensie momenteel inhoudt. Schrijf bij iedere<br />

‘geloofsuitspraak’ een korte bijzin met toelichting.<br />

Je mag ook enkele zinnen maken met ‘ik geloof niet in<br />

....’, waarbij we serieuze zaken verwachten en niet ‘niet<br />

in marsmannen, sinterklaas en dergelijke”. Als een bepaalde<br />

uitspraak niet in ‘ik geloof in’ uit te drukken is,<br />

mag je ook de beginzin ‘ik geloof dat...’ gebruiken.<br />

• Tot slot: in deze paragraaf schrijf je over de volgende<br />

zaken:<br />

Wat heb ik van deze opdracht geleerd?<br />

Wat zegt dit alles over ‘wie ben ik?’<br />

Hoe is het proces gegaan? Moeizaam, soepel etc?<br />

Vond je het moeilijk of liep het best lekker?<br />

Welke verwachtingen had je aan het begin en zijn die<br />

wel of niet uitgekomen.<br />

• Sociale dimensie: a. Als jij je sociale leven, je omgang<br />

met mensen, langsloopt, kun je dan aangeven, bij wat<br />

voor groepen jij je bewust of onbewust al hebt aangesloten.<br />

Het kunnen ook groepen zijn, waarvan je zelf<br />

vindt, dat je er in de toekomst ook graag deel van uit zou<br />

willen maken. Kun je er ook iets bij vertellen, waarom je<br />

die groepen hebt gekozen?<br />

38


eseffen dat de kindertijd voorbij is en dat er andere eisen<br />

aan hen gesteld worden.<br />

Opdracht 59<br />

a. Zoek op hoe, waarom en wanneer de volgende volwassenheidsrituelen<br />

gevierd worden:<br />

1. jodendom: bar mitsvah [en voor meisjes?]<br />

2. hindoeïsme: djanew<br />

3. katholicisme: vormsel<br />

4. protestantisme: belijdenis doen<br />

b. Er zijn misschien nog andere volwassenheidsrituelen die je<br />

kent behalve de vier hierboven genoemde: vertel er de<br />

klas over.<br />

c. Ken je het volwassenheidsritueel van de Star Warfiguren<br />

der Wookies?<br />

Volwassenheidsritueel in een modern jasje<br />

In een artikel in het tijdschrift ‘Prima’ (juni 2010) wordt een<br />

aantal mogelijkheden genoemd.<br />

1. Kijk samen film, met name naar een ‘coming-of-age’film<br />

2. Spring alleen of met zijn tweeën over een vuurtje<br />

3. Vertel verhalen: in mythen en sagen zijn veel verhalen te<br />

vinden van de held of heldin die na een zoektocht of test<br />

het begeerde doel bereikt.<br />

4. Schrijfsels in een schatkist: iedere leerling schrijft aan het<br />

begin van het schooljaar op een mooi papier wat zhij in dit<br />

jaar op school wil bereiken en alle papieren gaan in een gesloten<br />

kistje in de klas. Aan het eind van het jaar worden de<br />

papieren uit de kist gehaald en samen besproken of te zien<br />

wat er van het voornemen terecht is gekomen.<br />

Opdracht 60<br />

a. Zoek titels en inhoud van enkele films die als thema ‘coming-of-age’<br />

hebben.<br />

b. Kun je andere spannende zaken bedenken dan springen<br />

over een vuurtje.<br />

c. Welke verhalen over helden zouden dienst kunnen doen als<br />

voorbeeld van volwassen worden?<br />

d. Zie je nog andere mogelijkheden dan de schrijfsels in een<br />

kistje?<br />

Opdracht 61<br />

Werk samen een mooi volwassenheidsritueel uit, waarin je<br />

elementen uit bovengenoemde opdrachten 20 en 21 naar<br />

voren komen: laten we zeggen een middag- en avondprogramma,<br />

met onderdelen, tijdsduur en wat er allemaal meer nodig is!<br />

Mijn vriend wilde wel iets kwijt over de rellen<br />

in Engeland. Antropologen spreken al<br />

jaren over de‘maturity gap’, de rijpheidskloof.<br />

Jonge mannen zijn op hun veertiende<br />

lichamelijk klaar voor de voortplanting.<br />

Maar maatschappelijk zijn ze nog niet in<br />

staat om voor vrouw en kinderen te zorgen,<br />

omdat ze in maatschappelijk opzicht nog<br />

niet ‘af’ zijn. Hier ligt dus een ‘kloof’. De sociale<br />

vaardigheden moeten ontwikkeld worden<br />

in de jaren van hormonale doorbraak<br />

die we puberteit en adolescentie noemen.<br />

In deze periode moet hun behoefte aan<br />

seks en hun neiging tot agressie, experimenteergedrag,<br />

gevaar opzoeken enz. enz.<br />

op de een of andere manier binnen de perken<br />

worden gehouden. Dat gebeurde in traditionele<br />

gemeenschappen door middel van<br />

initiatierites die de gevaarlijke overgang<br />

van kind naar man langs gebaande paden<br />

moesten leiden. In ons land was de militaire<br />

dienstplicht een initiatie die voor veel<br />

jongemannen redelijk werkte. Maar hoe<br />

houd je de jongens eronder?Niet alleen<br />

door brute onderdrukking, maar ook door<br />

hen angst en schaamte bij te brengen rond<br />

overtreding van de codes. Het gevaar buiten<br />

de groep gezet te worden moet een corrigerende<br />

dreiging opleveren. Maar er zijn<br />

ook positieve manieren om deze overgang<br />

tot een succes te maken. Bij voorbeeld door<br />

een leeuw te doden, of je schooldiploma te<br />

halen, of een boom om te hakken, of een<br />

hallucinerende paddenstoel onder toezicht<br />

te slikken. Allemaal moeilijke dingen waar<br />

volwassenen je voor belonen en die je dichter<br />

naar volwassenheid voeren. De Engelse<br />

plunderaars is het niet gelukt, of gegeven,<br />

om hun overgang te volbrengen. Geen<br />

vader, geen wenkende volwassenheid, geen<br />

groep waar ze uit gestoten kunnen worden<br />

bij misdragingen en al helemaal geen opdrachten<br />

waarvoor ze beloond worden met<br />

acceptatie.<br />

Bert Keizer, in Trouw 20-8-2011<br />

Level 5 - Wat betekent het voor mij?<br />

Opdracht 62 - de derde opdracht -de rituele dimensie - voor het portfolio [zie pagina<br />

38]<br />

51


......<br />

b. Nederland kent een aantal jongerengroepen, die allemaal hun eigen kenmerken hebben, zowel in kleding<br />

als opvattingen. De volgende koppelopdracht vraagt je de gegeven kenmerken bij de juist groep<br />

te plaatsen.<br />

Level 5 - Wat betekent het voor mij?<br />

Je bent nog niet zo ver dat je alles zelf in de hand hebt. Toch kun je zelf al keuzes maken voor of<br />

tegen groepen.<br />

Opdracht 65 - de vierde opdracht - de sociale dimensie - voor de portfolio-opdracht<br />

[zie pagina 38]<br />

a. Als jij je sociale leven, je omgang met mensen, langsloopt, kun je dan aangeven, bij wat voor groepen<br />

jij je bewust of onbewust al hebt aangesloten. Het kunnen ook groepen zijn, waarvan je zelf vindt, dat<br />

je er in de toekomst ook graag deel van uit zou willen maken. Kun je er ook iets bij vertellen, waarom<br />

je die groepen hebt gekozen?<br />

Het best kun je een cirkel trekken op een pagina in je worddocument. Zet daarin een kleine cirkel,<br />

waarin het woord IK geschreven staat. Verdeel de rest van de cirkel in stukken, waarin je de verschillende<br />

groepen, waartoe je behoort, neerschrijft. Zet er ook enkele zaken bij, die jou in die groep aantrekken,<br />

die wat voor je betekenen. Hoe meer ruimte je een groep geeft, des te meer betekent die<br />

voor jou.<br />

b. Als je kijkt naar de jeugdstijlen die we in level 4 hebben gezien, kun je dan òf uitleggen waarom jij<br />

graag tot één bepaalde jeugdgroep bent gaan horen of wilt gaan horen òf aangeven welke elementen<br />

van welke groepen je zou kiezen om jouw eigen jeugdstijl aan te geven. Dus ik kies de STIJL van de ...<br />

: , de muziek van de ....: etc.<br />

Samenvatting<br />

De sociale dimensie is de manier waarop mensen hun diepste gevoelens en opvattingen met anderen<br />

delen, het gaat dus om groepsvorming.<br />

Die groep kan georganiseerd zijn op de manier van de georganiseerde levensbeschouwingen met<br />

zijn zes kenmerken, maar het kan ook op een veel lossere manier.<br />

Omdat onze samenleving individualistisch is en dus uitgaat van de enkeling en niet de gemeenschap,<br />

is groepsvorming veel moeilijker dan in de collectieve samenleving van vroeger. Dat heeft naast voordelen<br />

ook een aantal nadelen.<br />

57

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!