27.11.2014 Views

2. Rapport over de bacheloropleiding Technische wiskunde ... - NVAO

2. Rapport over de bacheloropleiding Technische wiskunde ... - NVAO

2. Rapport over de bacheloropleiding Technische wiskunde ... - NVAO

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Oktober 2007<br />

Wiskun<strong>de</strong>


Uitgave:<br />

Quality Assurance Netherlands Universities (QANU)<br />

Catharijnesingel 56<br />

Postbus 8035<br />

3503 RA Utrecht<br />

Telefoon: 030 230 3100<br />

Fax: 030 230 3129<br />

E-mail: info@qanu.nl<br />

Internet: www.qanu.nl<br />

© 2007 QANU<br />

Tekst en cijfermateriaal uit <strong>de</strong>ze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van<br />

bronvermelding, door mid<strong>de</strong>l van druk, fotokopie, of op welke an<strong>de</strong>re wijze dan ook, wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>over</strong>genomen.<br />

<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>


Inhoudsopgave<br />

Voorwoord 5<br />

Voorwoord van <strong>de</strong> voorzitter van <strong>de</strong> commissie 7<br />

Deel I Algemeen <strong>de</strong>el 9<br />

1. Taak, samenstelling en werkwijze van <strong>de</strong> commissie 11<br />

<strong>2.</strong> Het domeinspecifieke referentieka<strong>de</strong>r 17<br />

3. Algemene inhou<strong>de</strong>lijke beschouwingen 3<br />

4. Aanbevelingen 51<br />

Deel II Opleidings<strong>de</strong>el 55<br />

0. Opmerking vooraf 57<br />

1. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

Mathematische wetenschappen en Scientific computing van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht 59<br />

<strong>2.</strong> <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Industrial and applied mathematics van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven 105<br />

3. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics<br />

van <strong>de</strong> Radboud Universiteit Nijmegen 147<br />

4. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

Mathematics en Stochastics and financial mathematics van <strong>de</strong> Vrije Universiteit<br />

Amsterdam 181<br />

5. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica en<br />

<strong>de</strong> masteropleiding Business mathematics and informatics van <strong>de</strong><br />

Vrije Universiteit Amsterdam<br />

5<br />

6. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Applied mathematics van <strong>de</strong> Universiteit Twente<br />

65<br />

7. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Applied mathematics van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft 307<br />

8. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

Mathematics, Mathematical physics en Stochastics and financial mathematics<br />

van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam 351<br />

9. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en Wiskun<strong>de</strong> en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />

masteropleidingen Mathematics en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Rijksuniversiteit<br />

Groningen 411<br />

Bijlagen 465<br />

Bijlage A: Curricula vitae van <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> commissie 467<br />

Bijlage B: Standaardprogramma voor <strong>de</strong> bezoeken van <strong>de</strong> commissie 471<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>


QANU / Wiskun<strong>de</strong>


VOORWOORD<br />

Dit rapport is on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> kwaliteitsbeoor<strong>de</strong>ling van universitaire bachelor- en masteropleidingen<br />

in Ne<strong>de</strong>rland. Het doel van het rapport is om een betrouwbaar beeld te geven van<br />

<strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> voor beoor<strong>de</strong>ling voorgeleg<strong>de</strong> opleidingen, alsme<strong>de</strong> een terugkoppeling<br />

te geven naar <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg van <strong>de</strong> betrokken organisaties en als basis te dienen<br />

voor <strong>de</strong> accreditatie van <strong>de</strong> betrokken opleidingen door <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlands-Vlaamse Accreditatie<br />

Organisatie (<strong>NVAO</strong>).<br />

De stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) beoogt onafhankelijke,<br />

objectieve en kritische beoor<strong>de</strong>lingen te laten plaatsvin<strong>de</strong>n en opbouwen<strong>de</strong> kritiek te leveren,<br />

zo veel mogelijk uitgaan<strong>de</strong> van een gestandaardiseer<strong>de</strong> set van kwaliteitscriteria, maar met oog<br />

voor specifieke omstandighe<strong>de</strong>n.<br />

De visitatiecommissie Wiskun<strong>de</strong> van QANU heeft haar taken met grote toewijding uitgevoerd<br />

in een perio<strong>de</strong> die wordt gekenmerkt door <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang naar <strong>de</strong> bachelor-masterstructuur. De<br />

opleidingen zijn beoor<strong>de</strong>eld op een grondige en zorgvuldige manier en binnen een dui<strong>de</strong>lijk<br />

beoor<strong>de</strong>lingska<strong>de</strong>r. Wij verwachten dat <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> aanbevelingen in zorgvuldige <strong>over</strong>weging<br />

zullen wor<strong>de</strong>n genomen door <strong>de</strong> betrokken opleidingen, faculteitsbesturen en Colleges<br />

van Bestuur.<br />

Wij zeggen dank aan <strong>de</strong> voorzitter en <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> visitatiecommissie voor hun bereidheid<br />

<strong>de</strong>el te nemen aan <strong>de</strong>ze beoor<strong>de</strong>ling en voor <strong>de</strong> toewijding waarmee ze hun taak hebben uitgevoerd.<br />

Ook gaat onze dank uit naar <strong>de</strong> staf van <strong>de</strong> betrokken af<strong>de</strong>lingen aan <strong>de</strong> universiteiten<br />

voor hun inspanningen en hun me<strong>de</strong>werking aan <strong>de</strong>ze beoor<strong>de</strong>ling.<br />

Quality Assurance Netherlands Universities<br />

mr. C.J. Peels<br />

directeur<br />

drs. J.G.F. Veldhuis<br />

voorzitter bestuur<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>


QANU / Wiskun<strong>de</strong>


VOORWOORD VAN DE VOORZITTER VAN DE COMMISSIE<br />

Op 30 mei 2006 kreeg <strong>de</strong> visitatiecommissie Wiskun<strong>de</strong> van QANU <strong>de</strong> opdracht om alle<br />

opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> bedrijfswiskun<strong>de</strong>, uitgezon<strong>de</strong>rd die van <strong>de</strong><br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n, 25 in totaal, te beoor<strong>de</strong>len. De commissie was, in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> en<br />

<strong>de</strong> nieuwe voorzitter van <strong>de</strong> Kamer Wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> VSNU, breed samengesteld met le<strong>de</strong>n<br />

opgeleid in Ne<strong>de</strong>rland, België, Duitsland, Noorwegen, Zwe<strong>de</strong>n en Zwitserland, werkzaam of<br />

stu<strong>de</strong>rend in Ne<strong>de</strong>rland, België en Duitsland, en met kennis van uiteenlopen<strong>de</strong> <strong>de</strong>len van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>beoefening, en allen met jarenlange ervaring met het Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

on<strong>de</strong>rwijssysteem. Daarnaast hebben twee referenten <strong>de</strong> commissie bijgestaan.<br />

In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> juni-augustus 2006 heeft <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> zelfstudies van <strong>de</strong> te beoor<strong>de</strong>len opleidingen<br />

bestu<strong>de</strong>erd. Alle instellingen had<strong>de</strong>n zich aan <strong>de</strong> <strong>NVAO</strong>-in<strong>de</strong>ling gehou<strong>de</strong>n, al werd<br />

<strong>de</strong>ze soms op verschillen<strong>de</strong> wijze geïnterpreteerd. De commissie was bijzon<strong>de</strong>r gecharmeerd<br />

van <strong>de</strong> service van sommige universiteiten die bij <strong>de</strong> zelfstudie een cd-rom meestuur<strong>de</strong>n die<br />

ook alle rapporten bevatte die in <strong>de</strong> zelfstudies van die universiteit wer<strong>de</strong>n genoemd.<br />

De commissie bezocht in <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n september, oktober en november <strong>de</strong> acht betrokken<br />

instellingen. De gesprekken die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze bezoeken wer<strong>de</strong>n gevoerd, waren informatief en<br />

verhel<strong>de</strong>rend. De commissie heeft <strong>over</strong>al om <strong>de</strong> studieresultaten van het studiejaar 2005-2006<br />

gevraagd om een zo goed mogelijk inzicht te krijgen in <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> nog maar kort<br />

functioneren<strong>de</strong> bachelor- en masteropleidingen. De commissie dankt <strong>de</strong> instellingen voor <strong>de</strong><br />

voorbereidingen, ontvangst en me<strong>de</strong>werking die telkens in een plezierige sfeer verliep.<br />

In <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> rapporten door bei<strong>de</strong> secretarissen, C. Habets en S.<br />

Looijenga, geschreven, door H.J. Smid en mij gecontroleerd, bijgesteld, door <strong>de</strong> hele commissie<br />

besproken, nogmaals bijgesteld, voor controle van <strong>de</strong> feiten aan <strong>de</strong> opleidingen voorgelegd,<br />

nogmaals bijgesteld en ten slotte vastgesteld. De commissie heeft <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len zo ingevuld dat<br />

<strong>de</strong> verbeterfunctie optimaal tot haar recht komt: een facet werd als ‘goed’ beoor<strong>de</strong>eld als er<br />

binnen dat facet een actie of activiteit opvallend goed gevon<strong>de</strong>n werd en door <strong>de</strong> commissie<br />

als een voorbeeld van good practice beschouwd werd dat navolging verdient. Dit betekent dus<br />

niet dat alle aspecten of criteria van een facet beter beoor<strong>de</strong>eld wer<strong>de</strong>n dan die van een an<strong>de</strong>re<br />

universiteit die voor dat facet het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ kreeg. Het meten van <strong>de</strong> kwaliteit van<br />

opleidingen door het tellen van het aantal met ‘goed’ beoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> facetten mist dus elke grond.<br />

De rapporten <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte opleidingen vindt men in Deel II.<br />

Om <strong>de</strong> verbeterfunctie tot haar recht te laten komen heb ik, samen met H.J. Smid, een ongewoon<br />

uitgebreid algemeen <strong>de</strong>el geschreven. In Deel I wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> good practices en <strong>de</strong> adviezen<br />

per on<strong>de</strong>rwerp gepresenteerd met een lijst van aanbevelingen aan het eind.<br />

Ik dank mijn me<strong>de</strong>commissiele<strong>de</strong>n en adviseurs voor hun goe<strong>de</strong> en veelzijdige inbreng, <strong>de</strong><br />

commissiele<strong>de</strong>n bovendien voor <strong>de</strong> blijmoedige wijze waarop ze hun taak vervul<strong>de</strong>n, H.J.<br />

Smid en <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> secretarissen voor hun inzet en toewijding, en QANU voor het mogelijk<br />

maken van <strong>de</strong> visitaties en <strong>de</strong> rapportage <strong>over</strong>eenkomstig mijn wensen.<br />

R. Tij<strong>de</strong>man<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>


QANU / Wiskun<strong>de</strong>


DEEL I: ALGEMEEN DEEL<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>


10 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


1. Taak, samenstelling en werkwijze van <strong>de</strong> commissie<br />

In dit rapport brengt <strong>de</strong> visitatiecommissie Wiskun<strong>de</strong> (vanaf nu: <strong>de</strong> commissie) verslag uit van<br />

haar on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische opleidingen wiskun<strong>de</strong> en enkele daaraan<br />

verwante opleidingen aan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse universiteiten. Na <strong>de</strong> instelling van <strong>de</strong> commissie<br />

op 30 mei 2006 heeft zij in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> september-november 2006 <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> instellingen<br />

bezocht. In <strong>de</strong> tijd voorafgaand aan <strong>de</strong>ze bezoeken is het domeinspecifieke referentieka<strong>de</strong>r<br />

opgesteld en zijn <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> commissie toegezon<strong>de</strong>n zelfstudies bestu<strong>de</strong>erd. Aan <strong>de</strong> opstelling<br />

van <strong>de</strong> eerste versie van het rapport is vanaf eind oktober tot medio april 2007 gewerkt. De<br />

diverse opleidingen hebben <strong>de</strong> eerste versie van dat <strong>de</strong>el van het rapport dat <strong>over</strong> hun opleidingen<br />

han<strong>de</strong>l<strong>de</strong> voor commentaar voorgelegd gekregen, waarna <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve versie is opgesteld.<br />

Deze rapporten zijn opgenomen in Deel II van het eindrapport. Ze zijn bedoeld om als basis<br />

voor een accreditatie door <strong>de</strong> <strong>NVAO</strong> te dienen en zijn daarom volgens het daarvoor voorgeschreven<br />

ka<strong>de</strong>r geformuleerd.<br />

In Deel I van dit rapport zijn zaken van algemene aard opgenomen. Het betreft hier in <strong>de</strong><br />

eerste plaats taak, samenstelling en werkwijze van <strong>de</strong> commissie en het domeinspecifieke referentieka<strong>de</strong>r.<br />

Daarnaast zijn hierin een aantal observaties en <strong>over</strong>wegingen van <strong>de</strong> commissie<br />

opgenomen. Dit <strong>de</strong>el wordt afgesloten met een reeks aanbevelingen.<br />

Deze visitatie was essentieel an<strong>de</strong>rs van karakter dan <strong>de</strong> vorige visitaties. De belangrijkste<br />

opdracht aan <strong>de</strong>ze commissie was om per opleiding een rapport op te stellen dat als basis kon<br />

dienen voor een door <strong>de</strong> instelling aan te vragen accreditatie van <strong>de</strong> betrokken opleidingen.<br />

Zo’n rapport moet voldoen aan het door het accrediteren<strong>de</strong> orgaan, <strong>de</strong> <strong>NVAO</strong>, voorgeschreven<br />

ka<strong>de</strong>r. Elke opleiding moet daartoe wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld op 21 facetten, gerangschikt in 6<br />

on<strong>de</strong>rwerpen: doelstellingen, programma, personeelsbeleid, voorzieningen, interne kwaliteitszorg<br />

en resultaten. Per facet moet een oor<strong>de</strong>el wor<strong>de</strong>n uitgesproken op <strong>de</strong> schaal onvoldoen<strong>de</strong>,<br />

voldoen<strong>de</strong>, goed, excellent. Per on<strong>de</strong>rwerp is het samenvattend oor<strong>de</strong>el beperkt tot voldoen<strong>de</strong><br />

of onvoldoen<strong>de</strong>. Om voor accreditatie in aanmerking te komen moeten alle on<strong>de</strong>rwerpen voldoen<strong>de</strong><br />

scoren.<br />

Door <strong>de</strong> samenhang met <strong>de</strong> accreditatie is het resultaat van <strong>de</strong>ze visitatie van doorslaggevend<br />

belang voor <strong>de</strong> opleidingen. Door het voorgeschreven accreditatieka<strong>de</strong>r heeft <strong>de</strong> visitatie ook<br />

een formeler karakter dan vroeger het geval was.<br />

Een belangrijk aspect van <strong>de</strong> vorige visitaties is altijd <strong>de</strong> verbeterfunctie geweest. Het visitatierapport<br />

hield <strong>de</strong> opleidingen een spiegel voor, en veel faculteiten gebruikten het zo ontstane<br />

beeld om verbeteringen in hun opleiding aan te brengen. Het is <strong>de</strong> commissie ook bij <strong>de</strong>ze<br />

ron<strong>de</strong> gebleken dat door veel opleidingen het verslag van <strong>de</strong> vorige visitatieron<strong>de</strong> voor verbeteringen<br />

is benut. De commissie acht dat een bijzon<strong>de</strong>r waar<strong>de</strong>vol aspect van het visitatieproces.<br />

Zij vindt het dan ook van belang dat <strong>de</strong>ze verbeterfunctie expliciet in <strong>de</strong> haar gegeven opdracht<br />

is opgenomen.<br />

De verbeterfunctie kan binnen het voor <strong>de</strong> accreditatie voorgeschreven ka<strong>de</strong>r niet volledig tot<br />

haar recht komen. Het opgeleg<strong>de</strong> ka<strong>de</strong>r heeft nu eenmaal zijn beperkingen. Niet alles wat <strong>de</strong><br />

commissie voor een goe<strong>de</strong> opleiding van belang vindt, zoals <strong>de</strong> organisatorische inbedding<br />

van een opleiding, heeft binnen het ka<strong>de</strong>r een plaats gevon<strong>de</strong>n. Ook <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke en regionale<br />

samenwerking, die voor <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen van toenemend belang is, komt hierin<br />

onvoldoen<strong>de</strong> tot haar recht. Ver<strong>de</strong>r wil <strong>de</strong> commissie apart aandacht geven aan <strong>de</strong> lerarenoplei-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

11


dingen. En tot slot meent <strong>de</strong> commissie door het geven van voorbeel<strong>de</strong>n van good practices <strong>de</strong><br />

opleidingen een handreiking te kunnen bie<strong>de</strong>n voor het ver<strong>de</strong>r verbeteren van hun opleidingen.<br />

Deze on<strong>de</strong>rwerpen komen in een apart hoofdstuk in het algemene <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>.<br />

Samenstelling van <strong>de</strong> commissie<br />

De commissie voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsvisitatie Wiskun<strong>de</strong> werd ingesteld door <strong>de</strong> Stichting QANU<br />

op 30 mei 2006.<br />

De commissie had <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> samenstelling:<br />

• prof. dr. R. Tij<strong>de</strong>man, voorzitter, Universiteit Lei<strong>de</strong>n;<br />

• prof. dr. K. Aardal, Centrum voor Wiskun<strong>de</strong> en Informatica/<strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven;<br />

• M. van Beek, Rijksuniversiteit Groningen, stu<strong>de</strong>ntlid;<br />

• dr. ir. J.W. Boerstoel, voorheen Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium/<strong>Technische</strong><br />

Universiteit Delft, vertegenwoordiger van het afnemend veld;<br />

• M. Dekkers, Radboud Universiteit Nijmegen, stu<strong>de</strong>ntlid;<br />

• prof. dr. F. Dumortier, Universiteit Hasselt (België);<br />

• prof. dr. M. Löwe, Universität Münster (Duitsland);<br />

• dr. H.J. Smid, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft, on<strong>de</strong>rwijs<strong>de</strong>skundige.<br />

Als referent van <strong>de</strong> commissie zijn opgetre<strong>de</strong>n:<br />

• prof. dr. ir. D. <strong>de</strong>n Hertog, Universiteit van Tilburg;<br />

• prof. dr. W.M.G. Jochems, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven.<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> opmerkingen en <strong>de</strong> suggesties van <strong>de</strong> referenten in haar oor<strong>de</strong>elsvorming<br />

betrokken, maar is in alle gevallen zelfstandig tot een oor<strong>de</strong>el gekomen en draagt ook <strong>de</strong><br />

volledige verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len.<br />

Als secretaris van <strong>de</strong> commissie zijn opgetre<strong>de</strong>n:<br />

drs. C. Habets, ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> bezoeken van <strong>de</strong> commissie vanuit <strong>de</strong> Universiteit Utrecht<br />

ge<strong>de</strong>tacheerd bij QANU, en drs. S. Looijenga, me<strong>de</strong>werker van het bureau van QANU.<br />

De taak van <strong>de</strong> commissie<br />

De commissie had tot taak om op basis van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> faculteit of het <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong><br />

instituut aan te leveren informatie en door mid<strong>de</strong>l van ter plaatse te voeren gesprekken:<br />

1. een oor<strong>de</strong>el te geven <strong>over</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> kwaliteitsaspecten van <strong>de</strong> betrokken opleidingen,<br />

zoals beschreven in het QANU-ka<strong>de</strong>r;<br />

<strong>2.</strong> op basis daarvan vast te stellen of <strong>de</strong> opleidingen naar haar oor<strong>de</strong>el voldoen aan <strong>de</strong> criteria<br />

voor basiskwaliteit, en<br />

3. <strong>de</strong> aspecten van <strong>de</strong> opleidingen te i<strong>de</strong>ntificeren die naar haar oor<strong>de</strong>el voor verbetering<br />

vatbaar zijn.<br />

12 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


De commissie doet in dit rapport verslag van haar beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> opleidingen:<br />

Radboud Universiteit Nijmegen<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong> (CROHO-nummer 56980)<br />

Masteropleiding Mathematics (CROHO-nummer 66980)<br />

Rijksuniversiteit Groningen<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong> (CROHO-nummer 56980)<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> (CROHO-nummer 56965)<br />

Masteropleiding Mathematics (CROHO-nummer 66980)<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> (CROHO-nummer 66965)<br />

<strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> (CROHO-nummer 56965)<br />

Masteropleiding Applied mathematics (CROHO-nummer 60348)<br />

<strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> (CROHO-nummer 56965)<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics (CROHO-nummer 60347)<br />

Universiteit Twente<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> (CROHO-nummer 56965)<br />

Masteropleiding Applied mathematics (CROHO-nummer 60348)<br />

Universiteit Utrecht<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong> (CROHO-nummer 56980)<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen (CROHO-nummer 60703)<br />

Masteropleiding Scientific computing (CROHO-nummer 60733)<br />

Universiteit van Amsterdam<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong> (CROHO-nummer 56980)<br />

Masteropleiding Mathematics (CROHO-nummer 66980)<br />

Masteropleiding Mathematical physics (CROHO-nummer 60232)<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics (CROHO-nummer 60801)<br />

Vrije Universiteit Amsterdam<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong> (CROHO-nummer 56980)<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica (CROHO-nummer 56856)<br />

Masteropleiding Mathematics (CROHO-nummer 66980)<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics (CROHO-nummer 60801)<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics (CROHO-nummer 66856)<br />

Twee opleidingen zijn in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> visitatie door <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> instellingen teruggetrokken<br />

uit <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling. In dit rapport wordt geen aandacht besteed aan <strong>de</strong>ze opleidingen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

13


Bezoekschema<br />

De visitatiebezoeken hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> data. Aan <strong>de</strong> visitatiebezoeken<br />

<strong>de</strong><strong>de</strong>n alle commissiele<strong>de</strong>n mee met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> hieron<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n. Daardoor<br />

heeft aan elk bezoek één stu<strong>de</strong>nt <strong>de</strong>elgenomen en ver<strong>de</strong>r geen le<strong>de</strong>n die in <strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong> vijf<br />

jaar daar een dienstverband had<strong>de</strong>n gehad. Ver<strong>de</strong>r was steeds een van <strong>de</strong> secretarissen aanwezig.<br />

• Universiteit Utrecht: 11 en 12 september 2006. Aan dit bezoek is niet <strong>de</strong>elgenomen door<br />

prof. dr. K. Aardal en M. Dekkers.<br />

• <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven: 14 en 15 september 2006. Aan dit bezoek is niet <strong>de</strong>elgenomen<br />

door prof. dr. K. Aardal en M. van Beek.<br />

• Radboud Universiteit Nijmegen: 20 en 21 september 2006. M. Dekkers en prof. dr. M.<br />

Löwe hebben aan dit bezoek niet <strong>de</strong>elgenomen.<br />

• Vrije Universiteit Amsterdam: 25, 26 en 27 september 2006. Aan dit bezoek is niet <strong>de</strong>elgenomen<br />

door prof. dr. K. Aardal en M. van Beek.<br />

• Universiteit Twente: 2 en 3 oktober 2006. M. Dekkers heeft aan dit bezoek niet <strong>de</strong>elgenomen.<br />

• <strong>Technische</strong> Universiteit Delft: 5 en 6 oktober 2006. Aan dit bezoek hebben M. van Beek<br />

en dr. H.J. Smid niet <strong>de</strong>elgenomen. Het dienstverband van dr. J.W. Boerstoel met <strong>de</strong><br />

TUD was langer dan vijf jaar gele<strong>de</strong>n beëindigd, zodat er geen bezwaar was tegen zijn<br />

aanwezigheid.<br />

• Universiteit van Amsterdam: 11, 12 en 13 oktober 2006. M. Dekkers heeft niet aan dit<br />

bezoek <strong>de</strong>elgenomen.<br />

• Rijksuniversiteit Groningen: 22, 23 en 24 november 2006. Aan dit bezoek is niet <strong>de</strong>elgenomen<br />

door M. van Beek.<br />

Bij <strong>de</strong> bezoeken aan <strong>de</strong> Universiteit Utrecht, <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven, <strong>de</strong><br />

Vrije Universiteit Amsterdam, <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft, <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam<br />

en <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen is drs. S. Looijenga opgetre<strong>de</strong>n als secretaris. Bij <strong>de</strong><br />

bezoeken aan <strong>de</strong> Radboud Universiteit Nijmegen en <strong>de</strong> Universiteit Twente is <strong>de</strong>ze functie<br />

vervuld door drs. C. Habets.<br />

Voorbereidingen voorafgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> bezoeken<br />

S. Looijenga, een van <strong>de</strong> secretarissen van <strong>de</strong> commissie, heeft alle bezoeken voorbereid. De<br />

commissiele<strong>de</strong>n beschikten ruim vóór <strong>de</strong> bezoeken <strong>over</strong> <strong>de</strong> zelfstudies en studiegidsen van <strong>de</strong><br />

opleidingen, veelal zowel op papier als op cd-rom, en ver<strong>de</strong>r <strong>over</strong> een selectie uit <strong>de</strong> beschikbare<br />

bachelor- en masterscripties. Aan <strong>de</strong> zelfstudies was veel aandacht besteed. De commissie<br />

apprecieer<strong>de</strong> het zeer dat <strong>de</strong> Vrije Universiteit Amsterdam alle nota’s en <strong>de</strong>rgelijke waarnaar in<br />

<strong>de</strong> zelfstudie werd verwezen op <strong>de</strong> cd-rom had opgeslagen zodat daar niet op het internet naar<br />

gezocht hoef<strong>de</strong> te wor<strong>de</strong>n. Wat opviel was dat er veelal weinig informatie beschikbaar was <strong>over</strong><br />

die <strong>de</strong>len van het on<strong>de</strong>rwijs die afgenomen wer<strong>de</strong>n van buiten het eigen on<strong>de</strong>rwijsinstituut, en<br />

dat het moeilijk gevon<strong>de</strong>n werd om goe<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>mentscijfers te presenteren. De KUO-cijfers<br />

wer<strong>de</strong>n mislei<strong>de</strong>nd bevon<strong>de</strong>n omdat ze geen goed beeld geven van <strong>de</strong> werkelijkheid, on<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re doordat <strong>de</strong> beste stu<strong>de</strong>nten, die meer<strong>de</strong>re studies volgen, daarbij buiten beschouwing<br />

gelaten wor<strong>de</strong>n; bij sommige <strong>bacheloropleiding</strong>en vormt <strong>de</strong>ze groep een aanzienlijk <strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> totale stu<strong>de</strong>ntenpopulatie. An<strong>de</strong>rzijds waren <strong>de</strong> nu gepresenteer<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>mentsgegevens<br />

soms on<strong>over</strong>zichtelijk, vaak onvolledig en niet met elkaar vergelijkbaar.<br />

14 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


Over <strong>de</strong> bezoeken<br />

Overal waar <strong>de</strong> commissie kwam werd ze goed ontvangen, was een ruimte voor haar beschikbaar<br />

waar <strong>de</strong> geplan<strong>de</strong> gesprekken gevoerd kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, was <strong>de</strong> nodige informatie in <strong>de</strong><br />

vorm van reglementen, nota’s en <strong>de</strong>rgelijke aanwezig, en werd ze goed verzorgd. Bij het bezoek<br />

aan <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven ervoer ze zelf <strong>de</strong> gebreken in <strong>de</strong> huisvesting, toen<br />

het vanwege <strong>de</strong> warmte nodige gebruik van <strong>de</strong> airconditioning <strong>de</strong> verstaanbaarheid belemmer<strong>de</strong>.<br />

In Groningen bleek in september 2006 een nieuw studieprogramma voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

te zijn gestart en waren <strong>de</strong> gegevens in <strong>de</strong> zelfstudie voor een <strong>de</strong>el achterhaald. De<br />

commissie heeft waar dit mogelijk was het nieuwe studieprogramma beoor<strong>de</strong>eld en op <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re punten haar oor<strong>de</strong>el op het ou<strong>de</strong> programma gebaseerd. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bezoeken wer<strong>de</strong>n<br />

ook <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re studieruimten bezocht. Ook voor <strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> eerste indrukken van <strong>de</strong><br />

commissie aan het eind van het bezoek was passen<strong>de</strong> ruimte beschikbaar.<br />

Na het eerste, verkennen<strong>de</strong> gesprek wer<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> groepen zakelijke gesprekken<br />

gevoerd in een ontspannen sfeer. De samenstelling van <strong>de</strong> gespreksgroepen was <strong>over</strong> het algemeen<br />

gevarieerd, zoals van tevoren gevraagd. Alleen bij <strong>de</strong> alumni gebeur<strong>de</strong> het enkele keren<br />

dat het hoofdzakelijk promovendi betrof, terwijl uitdrukkelijk gevraagd was om daarvoor ook<br />

leraren en afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n werkzaam in het bedrijfsleven en bij <strong>de</strong> <strong>over</strong>heid uit te nodigen.<br />

An<strong>de</strong>rzijds had<strong>de</strong>n enkele alumni grote afstan<strong>de</strong>n afgelegd om vragen van <strong>de</strong> commissie te<br />

beantwoor<strong>de</strong>n. De tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bezoeken gevoer<strong>de</strong> gesprekken waren informatief en verhel<strong>de</strong>rend.<br />

Ook <strong>de</strong> diners die door QANU aan <strong>de</strong> leidinggeven<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> opleidingen wer<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n<br />

verliepen in een ongedwongen sfeer. Daarbij was ook gelegenheid om in informele<br />

sfeer nuttige informatie uit te wisselen.<br />

Omdat het bachelor-mastersysteem aan <strong>de</strong> meeste instellingen nog betrekkelijk kort functioneert<br />

en <strong>de</strong> verstrekte gegevens <strong>over</strong> afgeron<strong>de</strong> bachelor- en masterexamens daarom nog<br />

summier waren, werd aan het begin van <strong>de</strong> visitatie vaak gevraagd om <strong>de</strong> gegevens <strong>over</strong> het<br />

inmid<strong>de</strong>ls afgeron<strong>de</strong> studiejaar 2005-2006. Deze gegevens wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> conclusies van <strong>de</strong><br />

commissie verwerkt.<br />

De commissie dankt alle betrokkenen voor hun me<strong>de</strong>werking.<br />

Over <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling<br />

QANU heeft <strong>de</strong> commissie opgedragen bij <strong>de</strong> facetten <strong>de</strong> kwalificatie voldoen<strong>de</strong> als standaard<br />

te hanteren. Daarom heeft <strong>de</strong> commissie zowel bij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen als bij <strong>de</strong> facetten een voldoen<strong>de</strong><br />

gegeven als ze vond dat in voldoen<strong>de</strong> mate aan <strong>de</strong> criteria was voldaan, en an<strong>de</strong>rs een<br />

onvoldoen<strong>de</strong>. Alleen in geval er op een aspect binnen een facet een actie of activiteit opvallend<br />

goed (een voorbeeld van good practice dat in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie navolging verdient)<br />

bevon<strong>de</strong>n werd, werd in plaats van voldoen<strong>de</strong> <strong>de</strong> kwalificatie goed gegeven. Als <strong>de</strong> commissie<br />

alle aspecten van het facet opvallend goed vond, werd <strong>de</strong> kwalificatie excellent verleend.<br />

De commissie benadrukt dat <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen gegeven zijn met het oog op accreditatie. Zij<br />

zijn absoluut ongeschikt voor het berekenen van gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n en voor het on<strong>de</strong>rling vergelijken<br />

van opleidingen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

15


16 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


<strong>2.</strong> Het domeinspecifieke referentieka<strong>de</strong>r<br />

Uitgangspunten<br />

Het domeinspecifieke referentieka<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> maatstaf waarmee <strong>de</strong> te visiteren opleidingen gemeten<br />

wor<strong>de</strong>n, en is om die re<strong>de</strong>n richtinggevend bij <strong>de</strong> werkwijze van <strong>de</strong> commissie. Het opstellen<br />

en formuleren van dit ka<strong>de</strong>r is daarom een belangrijk punt van <strong>over</strong>leg geweest op <strong>de</strong><br />

installatieverga<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> commissie en in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> daarna, voorafgaand aan <strong>de</strong> bezoeken<br />

van <strong>de</strong> opleidingen.<br />

De meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> opleidingen betreft wiskun<strong>de</strong>. Er bestaan (nog) geen door het Discipline<strong>over</strong>legorgaan<br />

(DOO) Wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> VSNU vastgeleg<strong>de</strong> domeinspecifieke criteria.<br />

Wel is voorafgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> installatieverga<strong>de</strong>ring door <strong>de</strong> beoogd voorzitter van <strong>de</strong> commissie<br />

<strong>over</strong>leg gevoerd met het DOO Wiskun<strong>de</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> mogelijke criteria. Dit <strong>over</strong>leg heeft geleid<br />

tot een eerste, beknopte formulering van een te hanteren ka<strong>de</strong>r.<br />

Daarnaast zijn er ook an<strong>de</strong>re aanknopingspunten. Het rapport van <strong>de</strong> vorige on<strong>de</strong>rwijsvisitatie<br />

Wiskun<strong>de</strong> uit 2002 geeft in hoofdstuk 2 een beschrijving van het door die commissie<br />

gebruikte ka<strong>de</strong>r. Het rapport van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsvisitatie Wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Vlaamse universiteiten<br />

van 2005 bevat eveneens een beschrijving van het ka<strong>de</strong>r waarop <strong>de</strong>ze commissie zich<br />

gebaseerd heeft. Daarvoor is het rapport Towards a common framework for Mathematics <strong>de</strong>grees<br />

in Europe, opgesteld door <strong>de</strong> Mathematics Tuning Group, een van <strong>de</strong> bouwstenen geweest.<br />

Ver<strong>de</strong>r is gebruikgemaakt van <strong>de</strong> publicaties <strong>over</strong> Benchmarking, waaron<strong>de</strong>r wiskun<strong>de</strong>, van <strong>de</strong><br />

Britse Quality Assurance Agency.<br />

Op basis van <strong>de</strong>ze gegevens is <strong>de</strong> commissie gekomen tot <strong>de</strong> formulering van <strong>de</strong> hiernavolgen<strong>de</strong><br />

domeinspecifieke referentieka<strong>de</strong>rs: een voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en en een voor <strong>de</strong><br />

masteropleidingen. Voor wat betreft het verschil in niveau tussen <strong>de</strong> bachelor- en mastergraad<br />

zijn <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren als richtsnoer gehanteerd.<br />

De ka<strong>de</strong>rs zijn omschreven in globale eindtermen en in meer concrete doelstellingen. De<br />

eindtermen zijn geformuleerd in termen van capaciteiten van <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>. De daarop<br />

gebaseer<strong>de</strong> doelstellingen zijn geformuleerd in termen van het curriculum: aan welke kennis<br />

en vaardighe<strong>de</strong>n in het curriculum aandacht moet wor<strong>de</strong>n besteed. De commissie gaat na of<br />

het curriculum hieraan voldoet. Voorts beziet <strong>de</strong> commissie of er een a<strong>de</strong>quate systematiek van<br />

beoor<strong>de</strong>ling en toetsing is die garan<strong>de</strong>ert dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten in<strong>de</strong>rdaad dat leren wat volgens <strong>de</strong><br />

eindtermen van hen verwacht wordt. In gesprekken met betrokkenen gaat <strong>de</strong> commissie ver<strong>de</strong>r<br />

na hoe <strong>de</strong> praktijk ervaren wordt.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica van <strong>de</strong> Vrije Universiteit Amsterdam<br />

heeft een dui<strong>de</strong>lijk an<strong>de</strong>r karakter dan <strong>de</strong> <strong>over</strong>ige on<strong>de</strong>rzochte <strong>bacheloropleiding</strong>en. In verband<br />

daarmee is voor <strong>de</strong>ze opleiding een apart ka<strong>de</strong>r geformuleerd. Het referentieka<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong><br />

masteropleidingen Wiskun<strong>de</strong> biedt voldoen<strong>de</strong> ruimte om dit ook te hanteren voor <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Business mathematics and informatics van <strong>de</strong> Vrije Universiteit.<br />

Het spreekt vanzelf dat opleidingen met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> naam niet i<strong>de</strong>ntiek zijn; dat zou ook niet<br />

gewenst zijn. Naast bijvoorbeeld verschillen die ontstaan door verschil in on<strong>de</strong>rzoeksspecialisatie<br />

van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf van <strong>de</strong> diverse opleidingen en keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n die stu<strong>de</strong>nten<br />

gebo<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, is er een meer structureel verschil tussen opleidingen aan algemene<br />

en technische universiteiten (in <strong>de</strong> terminologie van <strong>de</strong> QAA: ‘theory based’ en ‘practice based’).<br />

Er zijn dan ook meer<strong>de</strong>re manieren om te voldoen aan <strong>de</strong> vereisten van het referentieka<strong>de</strong>r<br />

van <strong>de</strong> commissie. Dat geldt in sterke mate voor <strong>de</strong> masteropleiding. Essentieel is dat <strong>de</strong> eigen<br />

inkleuring past binnen <strong>de</strong> algemene, internationaal geaccepteer<strong>de</strong> maatstaven.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

17


Het referentieka<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en Wiskun<strong>de</strong> <br />

De commissie hanteert voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> eindtermen:<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van een <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> bezitten een grondige theoretische<br />

en praktische kennis van die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> die internationaal als<br />

basisdisciplines wor<strong>de</strong>n beschouwd en beheersen <strong>de</strong> daarbij behoren<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n.<br />

Daarnaast zijn zij breed georiënteerd op wiskundig terrein en hebben zij inzicht in <strong>de</strong><br />

maatschappelijke functie van het vak.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn ingevoerd in <strong>de</strong> wiskundige <strong>de</strong>nkwijze en zijn vertrouwd met <strong>de</strong> voor<br />

wiskun<strong>de</strong> karakteristieke mate van abstractie en strengheid in re<strong>de</strong>neertrant.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben inzicht in <strong>de</strong> manier waarop wiskun<strong>de</strong> wordt toegepast en hebben<br />

enige ervaring opgedaan met het toepassen buiten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben kennis van on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

en hebben enige ervaring opgedaan met het doen van wiskundig on<strong>de</strong>rzoek.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n kunnen zowel met vakgenoten als met leken <strong>over</strong> het vakgebied communiceren.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn in staat een masteropleiding in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> aan een Ne<strong>de</strong>rlandse of<br />

buitenlandse universiteit met goed resultaat te volgen.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben inzicht in <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van vervolgstudies en beroepen.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n bezitten een voldoen<strong>de</strong> wiskundige basis voor het volgen van een eerstegraadslerarenopleiding<br />

Wiskun<strong>de</strong>.<br />

Deze globale eindtermen laten zich vertalen in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> meer concrete doelstellingen:<br />

• Het curriculum behelst een grondige kennis van <strong>de</strong> reële analyse (van één en meer<strong>de</strong>re<br />

variabelen) en <strong>de</strong> lineaire algebra, zowel in theoretisch als praktisch opzicht.<br />

• Daarnaast behelst het curriculum <strong>de</strong> beginselen van <strong>de</strong> meeste van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> domeinen<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>:<br />

• differentiaalvergelijkingen<br />

• complexe functies<br />

• waarschijnlijkheidsrekening en statistiek<br />

• meetkun<strong>de</strong> en topologie<br />

• numerieke wiskun<strong>de</strong><br />

• algebra en getaltheorie<br />

• discrete wiskun<strong>de</strong><br />

• optimalisering en besliskun<strong>de</strong><br />

• In het curriculum wordt aandacht besteed aan wiskundige re<strong>de</strong>neringen en bewijzen en<br />

wordt stu<strong>de</strong>nten geleerd om in daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> situaties zelf een re<strong>de</strong>nering<br />

en/of bewijs te geven<br />

• In het curriculum wordt aandacht gegeven aan het verwerven van <strong>de</strong> noodzakelijke vaardighe<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vakgebie<strong>de</strong>n.<br />

• In het curriculum wordt on<strong>de</strong>rricht gegeven in het doen van literatuuron<strong>de</strong>rzoek, het verzamelen<br />

van wiskundige informatie via internet, wordt inzicht gegeven in <strong>de</strong> samenhang<br />

binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en leren stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r begeleiding eenvoudig zuiver of toegepast<br />

wiskundig on<strong>de</strong>rzoek te doen.<br />

<br />

Hierbij inbegrepen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

18 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


• In het curriculum wordt aandacht besteed aan wiskundige mo<strong>de</strong>lvorming en wordt <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nt geleerd om wiskundige mo<strong>de</strong>llen op meer<strong>de</strong>re van bovengenoem<strong>de</strong> domeinen <strong>de</strong>r<br />

wiskun<strong>de</strong> bij problemen en situaties buiten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> te interpreteren en te hanteren.<br />

• In het curriculum wordt on<strong>de</strong>rwijs gegeven in minstens een hogere programmeertaal en<br />

minstens een wiskundig softwarepakket en wordt stu<strong>de</strong>nten geleerd hoe zij <strong>de</strong>ze kunnen<br />

gebruiken bij het oplossen van wiskundige en toegepast wiskundige problemen.<br />

• In het curriculum wordt aandacht besteed aan het a<strong>de</strong>quaat schriftelijk en mon<strong>de</strong>ling<br />

communiceren <strong>over</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> door mid<strong>de</strong>l van een schriftelijk rapport<br />

en een mon<strong>de</strong>linge voordracht. De stu<strong>de</strong>nt leert daarbij gebruik te maken van mo<strong>de</strong>rne<br />

hulpmid<strong>de</strong>len, waaron<strong>de</strong>r een Teχ-variant.<br />

• De opleiding biedt <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt <strong>de</strong> mogelijkheid om zich te oriënteren op mogelijke vervolgstudies<br />

en beroepsmogelijkhe<strong>de</strong>n en op <strong>de</strong> maatschappelijke functie van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Het referentieka<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica<br />

Een van <strong>de</strong> te visiteren opleidingen is <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica<br />

van <strong>de</strong> Vrije Universiteit Amsterdam. Deze opleiding heeft een an<strong>de</strong>r karakter en an<strong>de</strong>re<br />

doelen dan <strong>de</strong> klassieke en technische wiskun<strong>de</strong>opleidingen. De opleiding is “gericht op het<br />

toepassen van een combinatie van wiskundige, kwantitatieve en informatie-technologische<br />

metho<strong>de</strong>n, met als doel bedrijfsprocessen te verbeteren” (studiegids, 2005-2006).<br />

Dit betekent dat <strong>de</strong> eindtermen en doelstellingen voor wat betreft <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> beperkter zijn<br />

dan bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re opleidingen. Dat uit zich in <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> te on<strong>de</strong>rwijzen wiskun<strong>de</strong>:<br />

alleen die vakken wor<strong>de</strong>n in het curriculum opgenomen die van belang zijn voor <strong>de</strong>ze specifieke<br />

doelstelling. Dat uit zich ook in <strong>de</strong> wijze van behan<strong>de</strong>ling: het abstractieniveau zal niet zo<br />

hoog zijn als bij <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en wiskun<strong>de</strong> en er zal min<strong>de</strong>r nadruk liggen op het zelf<br />

leren bewijzen. Daarnaast omvat <strong>de</strong> opleiding ook on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> informatica en bedrijfseconomie.<br />

De opleiding is ver<strong>de</strong>r uitdrukkelijk toepassingsgericht.<br />

De visitatiecommissie hanteert voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> eindtermen.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van een <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica bezitten grondige<br />

kennis en vaardighe<strong>de</strong>n van die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en informatica die bij<br />

het beheersen en verbeteren van bedrijfsprocessen relevant zijn.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn op <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> beginselen van <strong>de</strong> (bedrijfs)economie en organisatieleer.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn in staat binnen een multidisciplinair teamverband samen te werken<br />

aan het beheersen en verbeteren van bedrijfsprocessen, waarbij gebruikgemaakt wordt van<br />

basiskennis uit <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en informatica.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben kennis van on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n op het gebied van <strong>de</strong> bedrijfswiskun<strong>de</strong><br />

en informatica en hebben enige ervaring opgedaan met het doen van on<strong>de</strong>rzoek<br />

op dit terrein.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n kunnen zowel met vakgenoten als met leken <strong>over</strong> het vakgebied communiceren.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn in staat een masteropleiding Business mathematics aan een Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

of buitenlandse universiteit met goed resultaat te volgen.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben inzicht in <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van vervolgstudies en beroepen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

19


Deze globale eindtermen laten zich vertalen in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> meer concrete doelstellingen.<br />

• Het curriculum behelst in ie<strong>de</strong>r geval <strong>de</strong> beginselen van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> domeinen van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>, informatica en economie:<br />

• analyse<br />

• lineaire algebra<br />

• waarschijnlijkheidsrekening en statistiek<br />

• optimalisering en besliskun<strong>de</strong><br />

• financiële wiskun<strong>de</strong><br />

• programmeren<br />

• softwaretechnologie<br />

• datastructuren en gegevensverwerking<br />

• accounting en financiering<br />

• management en organisatie<br />

• In het curriculum wordt aandacht besteed aan wiskundige mo<strong>de</strong>lvorming en wordt <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nt geleerd om wiskundige mo<strong>de</strong>llen op problemen en situaties bij bedrijfsprocessen<br />

toe te passen en te interpreteren.<br />

• In het curriculum wordt kennis verworven van en ervaring opgedaan met diverse wiskundige<br />

softwarepakketten en programmeertalen die gebruikt wor<strong>de</strong>n in het bedrijfsleven bij<br />

het oplossen van kwantitatieve problemen.<br />

• In het curriculum wordt stu<strong>de</strong>nten door mid<strong>de</strong>l van internet, projecten en bedrijfscases<br />

geleerd gegevens te verzamelen en te interpreteren en in teamverband te werken aan multidisciplinaire<br />

oplossingen voor problemen bij bedrijfsprocessen.<br />

• In het curriculum wordt aandacht besteed aan on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n.<br />

• In het curriculum wordt aandacht besteed aan het a<strong>de</strong>quaat schriftelijk en mon<strong>de</strong>ling communiceren<br />

<strong>over</strong> het vakgebied. Vaardigheid hierin wordt opgedaan bij groepsprojecten en er<br />

wordt geoefend in schriftelijk rapporteren en het hou<strong>de</strong>n van mon<strong>de</strong>linge voordrachten.<br />

• De opleiding biedt <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt <strong>de</strong> mogelijkheid om zich te oriënteren op mogelijke vervolgstudies<br />

en beroepsmogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />

Het referentieka<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> masteropleidingen Wiskun<strong>de</strong> <br />

De masteropleidingen bouwen voort op <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en. De in die laatstgenoem<strong>de</strong><br />

opleidingen opgebouw<strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n vormen <strong>de</strong> grondslag voor ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong><br />

specialisatie en verdieping. De masteropleiding bereidt <strong>de</strong>els voor op beroepen bij het bedrijfsleven<br />

en <strong>de</strong> <strong>over</strong>heid (inclusief het on<strong>de</strong>rwijs), <strong>de</strong>els voor op een promotietraject. Na voltooiing<br />

van dat laatste traject zal soms een wetenschappelijke loopbaan als on<strong>de</strong>rzoeker/docent<br />

volgen, soms zal daarna alsnog voor een carrière bij bedrijfsleven of <strong>over</strong>heid gekozen wor<strong>de</strong>n.<br />

Dat betekent dat <strong>de</strong> masteropleidingen meer spreiding vertonen dan <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en.<br />

Soms is <strong>de</strong>ze spreiding gerealiseerd door op <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> meer<strong>de</strong>re masteropleidingen<br />

te laten aansluiten, soms gebeurt dit door binnen één masteropleiding meer<strong>de</strong>re varianten te<br />

situeren. Daarnaast is <strong>de</strong> variatie zowel binnen één masteropleiding als tussen masteropleidingen<br />

on<strong>de</strong>rling, door <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> specialisatie en sterkere on<strong>de</strong>rzoeksoriëntatie, dui<strong>de</strong>lijk<br />

groter dan bij <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en.<br />

<br />

Hierbij inbegrepen <strong>de</strong> masteropleidingen Applied mathematics, Stochastics and financial mathematics, Business<br />

mathematics and informatics, Mathematical physics, Industrial and applied mathematics en Scientific computing.<br />

20 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


Uit een en an<strong>de</strong>r volgt dat <strong>de</strong> eindtermen en doelstellingen van <strong>de</strong> masteropleiding globaler<br />

en min<strong>de</strong>r specifiek zullen zijn dan die van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Afhankelijk van <strong>de</strong> gekozen<br />

masteropleiding, of variant daarbinnen, kunnen verschillen<strong>de</strong> accenten wor<strong>de</strong>n gelegd bij het<br />

bereiken van <strong>de</strong> eindtermen en doelen.<br />

De door <strong>de</strong> commissie gebruikte eindtermen voor <strong>de</strong> masteropleidingen Wiskun<strong>de</strong> zijn <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong>:<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n beschikken <strong>over</strong> een bre<strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en op een of meer<strong>de</strong>re<br />

<strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n <strong>over</strong> specialistische kennis van hoog internationaal niveau.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn zodanig wiskundig geschoold en hebben zich zodanig <strong>de</strong> habitus van<br />

wetenschapsbeoefenaar eigen gemaakt dat zij in staat zijn zich ook op an<strong>de</strong>re gebie<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in te werken en zich op <strong>de</strong> hoogte te stellen van recente ontwikkelingen op<br />

dat gebied.<br />

• Indien een afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> een masteropleiding heeft gevolgd die gericht is op het toepassen<br />

van wiskun<strong>de</strong> in een bepaald vakgebied buiten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> of op een bepaald maatschappelijk<br />

terrein, beschikt <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> <strong>over</strong> voldoen<strong>de</strong> kennis van dat gebied of terrein.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben ruime ervaring opgedaan met het verrichten van zuiver of toegepast<br />

wiskundig on<strong>de</strong>rzoek op een internationaal erkend niveau.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn in staat als wiskundige met in an<strong>de</strong>re richtingen opgelei<strong>de</strong>n samen te<br />

werken. Zij zijn in staat op hoog niveau schriftelijk en mon<strong>de</strong>ling verslag te geven en met<br />

wiskundigen en an<strong>de</strong>rs opgelei<strong>de</strong>n te communiceren.<br />

• Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n beschikken <strong>over</strong> wiskundige kennis van voldoen<strong>de</strong> diepgang en breedheid<br />

om, bij gebleken geschiktheid en belangstelling, als wiskundige bij bedrijfsleven of<br />

<strong>over</strong>heid, of als eerstegraads docent in het on<strong>de</strong>rwijs werkzaam te zijn, of een – eventueel<br />

internationaal – promotietraject met succes te kunnen afron<strong>de</strong>n.<br />

De commissie vertaalt dit in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> doelstellingen.<br />

• Het curriculum behelst meer<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> die aantoonbaar uitstijgen<br />

boven het bachelorniveau, en elke stu<strong>de</strong>nt maakt ten minste op een gebied kennis met<br />

recente ontwikkelingen.<br />

• In het curriculum wordt passen<strong>de</strong> aandacht besteed aan het zich eigen maken van resultaten<br />

uit an<strong>de</strong>re disciplines en het daar a<strong>de</strong>quaat mee omgaan.<br />

• In het geval van een masteropleiding die gericht is op het toepassen van wiskun<strong>de</strong> op een<br />

bepaald gebied buiten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> bevat het curriculum voldoen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit dat<br />

gebied in geval <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt <strong>de</strong>ze kennis nog niet bezit.<br />

• Het curriculum omvat een afstu<strong>de</strong>eropdracht en/of (bedrijfs)stage waarin <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt zelfstandig<br />

zuiver of toegepast wiskundig on<strong>de</strong>rzoek verricht en daarvan door mid<strong>de</strong>l van een<br />

afstu<strong>de</strong>erverslag en afstu<strong>de</strong>erpresentatie op a<strong>de</strong>quate wijze verslag uitbrengt.<br />

• Het curriculum biedt ruimte om indien gewenst on<strong>de</strong>rzoek binnen een team met an<strong>de</strong>rs<br />

opgelei<strong>de</strong>n te verrichten. In het geval van een masteropleiding die gericht is op het toepassen<br />

van wiskun<strong>de</strong> op een bepaald vakgebied buiten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> of op een bepaald<br />

maatschappelijk terrein is dit in ie<strong>de</strong>r geval een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het curriculum.<br />

• In <strong>de</strong> opleiding vindt voorlichting plaats <strong>over</strong> <strong>de</strong> beroepsmogelijkhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

tot promotie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

21


22 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


3. Algemene inhou<strong>de</strong>lijke beschouwingen<br />

3.1. Bestuur, personeel en voorzieningen<br />

Bestuur en organisatie<br />

In artikel 9.17 van <strong>de</strong> Wet op het hoger on<strong>de</strong>rwijs en wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek (<strong>de</strong> WHW)<br />

is voorzien in <strong>de</strong> instelling van een bestuur voor elke opleiding die binnen <strong>de</strong> faculteit bestaat.<br />

Hierbij kunnen een bachelor- en <strong>de</strong> aansluiten<strong>de</strong> masteropleidingen als één opleiding wor<strong>de</strong>n<br />

beschouwd. Indien een meerhoofdig bestuur wordt ingesteld moet hier ook een stu<strong>de</strong>nt <strong>de</strong>el<br />

van uitmaken. Er kan ook gekozen wor<strong>de</strong>n voor een eenhoofdig opleidingsbestuur in <strong>de</strong> persoon<br />

van een opleidingsdirecteur.<br />

De wet geeft geen directe aanwijzingen voor <strong>de</strong> taak van het opleidingsbestuur, maar het ligt voor<br />

<strong>de</strong> hand dat een <strong>de</strong>rgelijk bestuur <strong>de</strong> dagelijkse leiding heeft <strong>over</strong> <strong>de</strong> opleiding en <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

draagt voor <strong>de</strong> kwaliteitszorg en <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> opleiding. Meer in het algemeen<br />

zal het opleidingsbestuur verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor <strong>de</strong> uitvoering van het opleidings- en<br />

examenreglement, voor z<strong>over</strong> <strong>de</strong>ze niet tot het terrein van <strong>de</strong> Examencommissie behoort.<br />

Bij alle gevisiteer<strong>de</strong> opleidingen is gekozen voor een eenhoofdig bestuur en is er dus een opleidingsdirecteur<br />

benoemd. Dat heeft echter niet altijd tot een transparante structuur met hel<strong>de</strong>re<br />

lijnen van verantwoor<strong>de</strong>lijkheid geleid. Met name bij <strong>de</strong> algemene universiteiten is in <strong>de</strong><br />

exacte faculteiten een groot aantal opleidingen samengebracht. Soms is er een meerhoofdig<br />

faculteitsbestuur met daarbinnen een portefeuillehou<strong>de</strong>r On<strong>de</strong>rwijs. Het on<strong>de</strong>rwijs wordt<br />

meestal voor meer<strong>de</strong>re opleidingen verzorgd vanuit on<strong>de</strong>rwijsinstituten, waarvan <strong>de</strong> directeur<br />

formeel fungeert als opleidingsdirecteur. Zo’n on<strong>de</strong>rwijsinstituut kent dan als regel een meerhoofdig<br />

bestuur met een bestuurslid uit ie<strong>de</strong>re discipline, en <strong>de</strong>ze bestuursle<strong>de</strong>n fungeren dan<br />

als opleidingscoördinator voor <strong>de</strong> opleidingen van die discipline. Soms maakt ook een stu<strong>de</strong>nt<br />

<strong>de</strong>el uit van een <strong>de</strong>rgelijk bestuur. De benoeming van een opleidingsdirecteur impliceert echter<br />

een eenhoofdig bestuur, zodat van een werkelijk bestuur met een gezamenlijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

geen sprake kan zijn.<br />

Naast on<strong>de</strong>rwijsinstituten kennen faculteiten ook on<strong>de</strong>rzoeksinstituten, en als regel zijn <strong>de</strong><br />

me<strong>de</strong>werkers beheersmatig in een on<strong>de</strong>rzoeksinstituut on<strong>de</strong>rgebracht. Dat betekent dat <strong>de</strong><br />

opleidingsdirecteur voor <strong>de</strong> bemensing van het on<strong>de</strong>rwijs afhankelijk is van <strong>de</strong> directeur of het<br />

bestuur van het on<strong>de</strong>rzoeksinstituut. Ook <strong>de</strong> benoeming van nieuw personeel en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling<br />

van docenten valt dan formeel toe aan <strong>de</strong> leiding van het on<strong>de</strong>rzoeksinstituut. Het komt<br />

voor dat het on<strong>de</strong>rwijsinstituut dat verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleiding an<strong>de</strong>re<br />

disciplines omvat dan het on<strong>de</strong>rzoeksinstituut waarvan <strong>de</strong> wiskundigen <strong>de</strong>el uitmaken. Dat<br />

kan inhou<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> belangen van het on<strong>de</strong>rwijsinstituut bepaald niet parallel lopen met die<br />

van het on<strong>de</strong>rzoeksinstituut.<br />

Het resultaat van dit alles is vaak een ondui<strong>de</strong>lijke structuur met portefeuillehou<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>rwijs,<br />

opleidings- en on<strong>de</strong>rwijsdirecteuren, opleidings- en on<strong>de</strong>rwijscoördinatoren en besturen van<br />

on<strong>de</strong>rwijs- en on<strong>de</strong>rzoeksinstituten. Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is een al te ingewikkel<strong>de</strong><br />

structuur niet bevor<strong>de</strong>rlijk voor een goed en slagvaardig on<strong>de</strong>rwijsbeleid. De commissie<br />

beveelt daarom <strong>de</strong> faculteiten aan nog eens kritisch naar hun organisatie te kijken, te bezien of<br />

<strong>de</strong> belangen van het on<strong>de</strong>rwijs in voldoen<strong>de</strong> mate binnen die organisatie zijn veiliggesteld en<br />

<strong>over</strong>bodige bestuurslagen uit <strong>de</strong> organisatie te verwij<strong>de</strong>ren.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

23


Personeel en personeelsbeleid<br />

Bij <strong>de</strong> visitatiegesprekken met stu<strong>de</strong>nten was een vaak gestel<strong>de</strong> beginvraag om een sterk en een<br />

zwak punt van <strong>de</strong> opleiding te noemen. Opvallend vaak werd gereageerd met hetzelf<strong>de</strong> sterke<br />

punt: <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> contacten met <strong>de</strong> docenten en <strong>de</strong> studieadviseur. Ze waren goed te bereiken<br />

en bereid om te helpen als er problemen waren met <strong>de</strong> studie. Ook al heeft <strong>de</strong> commissie niet<br />

gesproken met stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> studie gestaakt hebben en heeft zij <strong>de</strong>rhalve alleen contact<br />

gehad met een bepaal<strong>de</strong> selectie uit <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die aan <strong>de</strong> studie begonnen waren, ze is ervan<br />

<strong>over</strong>tuigd geraakt dat <strong>de</strong> meeste docenten van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte opleidingen zeer betrokken zijn<br />

bij <strong>de</strong> studie en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten.<br />

Een eerste eis aan docenten is dat <strong>de</strong>ze gekwalificeerd en in staat zijn om het opgedragen<br />

on<strong>de</strong>rwijs te geven. De commissie interpreteert dit zo dat bachelorcolleges gegeven wor<strong>de</strong>n<br />

door docenten die ten minste een doctoraaldiploma bezitten, bachelorwerkcolleges door mensen<br />

met ten minste een bachelordiploma waarbij, indien betrokkene nog niet in het bezit<br />

van een doctoraal- of masterdiploma is, dit gebeurt on<strong>de</strong>r supervisie van een ervaren docent,<br />

dat mastercolleges door gepromoveer<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gegeven, en dat afstu<strong>de</strong>erprojecten, zeker<br />

bij on<strong>de</strong>rzoekersopleidingen, door gepromoveer<strong>de</strong> docenten wor<strong>de</strong>n begeleid. Bij stages is het<br />

belangrijk dat <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>rs zelf ook ruime praktijkervaring bezitten.<br />

Een paar keer werd <strong>de</strong> commissie ermee geconfronteerd dat twee<strong>de</strong>jaarsstu<strong>de</strong>nten werkcolleges<br />

gaven, dat promovendi voor een college verantwoor<strong>de</strong>lijk waren, of dat niet-gepromoveerd<br />

personeel masterstu<strong>de</strong>nten in een on<strong>de</strong>rzoeksvariant begeleid<strong>de</strong>. Ze is van oor<strong>de</strong>el dat, ook als<br />

dit goed blijkt te werken en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten er enthousiast <strong>over</strong> zijn, dit tot noodsituaties beperkt<br />

dient te blijven en het te riskant is om het tot een regel te verheffen. Het is nuttig om stu<strong>de</strong>nten<br />

al vroeg bij het on<strong>de</strong>rwijs te betrekken, ook voor henzelf, maar dit dient zo te gebeuren dat er<br />

steeds controle is op wat door hen geadviseerd en on<strong>de</strong>rwezen wordt.<br />

Een twee<strong>de</strong> eis is dat het docentencorps als geheel <strong>de</strong> taken die <strong>de</strong> opleiding inhoudt kan<br />

vervullen. Soms wordt dit bereikt door docenten uit een an<strong>de</strong>re studierichting bij <strong>de</strong> opleiding<br />

in te schakelen of stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>rwijs bij een an<strong>de</strong>re faculteit te laten volgen. In enkele<br />

opleidingen bleek echter in het kerngebied van <strong>de</strong> opleiding essentiële expertise te ontbreken,<br />

bijvoorbeeld omdat het al langere tijd niet gelukt was om een vacature te vervullen.<br />

Bij verschillen<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en waren docenten betrokken die tevens in het vwo werkzaam<br />

zijn. Bij <strong>de</strong> Universiteit Twente wordt dit expliciet gebruikt om docenten voor te lichten<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van vwo naar wo en <strong>de</strong> eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> exacte wetenschappen bij<br />

<strong>de</strong>ze <strong>over</strong>gang te helpen. Dit wordt door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten gewaar<strong>de</strong>erd.<br />

Met name bij <strong>de</strong> meer op <strong>de</strong> praktijk gerichte masteropleidingen, zoals die tot wiskundig<br />

ingenieur of bedrijfswiskundige, blijken niet <strong>over</strong>al <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n benut te wor<strong>de</strong>n om<br />

door mid<strong>de</strong>l van bijzon<strong>de</strong>re hoogleraarschappen en docentaanstellingen van mensen uit het<br />

bedrijfsleven het on<strong>de</strong>rwijs aan te laten sluiten op <strong>de</strong> beroepspraktijk.<br />

Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> eis voor goed on<strong>de</strong>rwijs is dat er voldoen<strong>de</strong> menskracht beschikbaar is. Zowel bij<br />

<strong>de</strong> Radboud Universiteit Nijmegen als <strong>de</strong> Universiteit Twente als <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen<br />

lijkt dit nauwelijks het geval te zijn en hebben vacatures soms geleid tot problematische<br />

situaties als hierboven beschreven. De belangrijkste re<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> kleine formaties is het<br />

onvoldoen<strong>de</strong> vergoe<strong>de</strong>n van serviceon<strong>de</strong>rwijs. Aan sommige universiteiten wordt gedaan alsof<br />

24 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


serviceon<strong>de</strong>rwijs een interne, we<strong>de</strong>rzijdse zaak is die voor het rekenmo<strong>de</strong>l niet ter zake doet,<br />

terwijl <strong>de</strong> wiskundigen veel meer bijvakon<strong>de</strong>rwijs geven dan wiskun<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten krijgen. Een<br />

voorbeeld van good practice dat navolging verdient vond <strong>de</strong> commissie bij <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit<br />

Delft, waar een hel<strong>de</strong>r verrekeningsmo<strong>de</strong>l wordt gehanteerd.<br />

Voor het goed functioneren van een opleiding is het ver<strong>de</strong>r van belang dat het docentencorps<br />

voldoen<strong>de</strong> cohesie heeft. Dit bleek met name lastig te verwezenlijken als <strong>de</strong> betrokken docenten<br />

bij verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksinstituten, of zelfs faculteiten, in dienst zijn. Een uitstekend<br />

initiatief om <strong>de</strong> cohesie te bevor<strong>de</strong>ren zijn <strong>de</strong> jaarlijkse docentendagen van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit<br />

Delft, waarbij docenten voorgelicht wor<strong>de</strong>n <strong>over</strong> ontwikkelingen in het on<strong>de</strong>rwijs en<br />

<strong>de</strong> organisatiestructuur, en alumni vertellen <strong>over</strong> hun ervaringen.<br />

Aan <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen zijn <strong>de</strong> laatste vijf jaar vele wiskun<strong>de</strong>hoogleraren met<br />

emeritaat gegaan of vertrokken en kwam <strong>de</strong> leiding van het on<strong>de</strong>rwijs in han<strong>de</strong>n van een<br />

nieuw team. Bovendien voer<strong>de</strong> <strong>de</strong> faculteit een nieuw breed bachelorprogramma in. De staf<br />

heeft zich gezamenlijk en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>skundige leiding verdiept in mo<strong>de</strong>rne on<strong>de</strong>rwijsconcepten<br />

en -metho<strong>de</strong>n. Dit heeft niet alleen geleid tot een beter on<strong>de</strong>rbouwd studieprogramma, maar<br />

ook tot een gezamenlijke inzet van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>staf om het programma goed uit te voeren.<br />

Bij <strong>de</strong> selectie van nieuwe stafle<strong>de</strong>n wordt meestal aan het on<strong>de</strong>rzoek het grootste gewicht<br />

toegekend. Niettemin blijkt <strong>de</strong> opleidingsdirecteur vrijwel altijd betrokken te zijn bij <strong>de</strong> selectieprocedure<br />

en verlangen alle universiteiten dat nieuw aangestel<strong>de</strong> docenten een basiskwalificatie<br />

on<strong>de</strong>rwijs behalen. Het is van belang voor <strong>de</strong> docent, maar ook voor <strong>de</strong> instelling, om<br />

jonge docenten niet te zwaar te belasten. De Universiteit Twente heeft als beleid dat beginnen<strong>de</strong><br />

docenten enkele jaren een lagere on<strong>de</strong>rwijslast krijgen om <strong>de</strong> cursussen te volgen en<br />

extra tijd te beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> voorbereiding van het te geven on<strong>de</strong>rwijs. Aan sommige an<strong>de</strong>re<br />

universiteiten bleken jonge docenten in <strong>de</strong> knoop te raken omdat ze zelf on<strong>de</strong>rwijs moesten<br />

geven als ze geacht wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> cursussen voor <strong>de</strong> basiskwalificatie te volgen. De praktijk dat<br />

doceerprestaties jaarlijks wor<strong>de</strong>n geëvalueerd en bij functioneringsgesprekken met <strong>de</strong> leidinggeven<strong>de</strong><br />

wor<strong>de</strong>n besproken, is inmid<strong>de</strong>ls algemeen gebruikelijk.<br />

De fractie vrouwelijke stafle<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r wiskundigen is ongewenst laag; in het studiejaar<br />

2005-2006 was er zelfs geen enkele vrouwelijke hoogleraar bij <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse universitaire<br />

wiskun<strong>de</strong>-instituten aangesteld. (Per 1 september 2006 heeft <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>af<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong><br />

<strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven een vrouwelijke wiskundige tot hoogleraar benoemd.)<br />

Eenzelf<strong>de</strong> opmerking kan wor<strong>de</strong>n gemaakt ten aanzien van an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rvertegenwoordig<strong>de</strong><br />

groepen. Sommige universiteiten, bijvoorbeeld <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam en <strong>de</strong> Rijksuniversiteit<br />

Groningen, hebben speciale programma’s om meer vrouwelijke hoogleraren (van<br />

het gewenste niveau) aan te trekken. Helaas heeft <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> daarvan niet geprofiteerd en<br />

heeft <strong>de</strong> commissie geen soortgelijke acties op het niveau van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen kunnen<br />

ont<strong>de</strong>kken. Ze on<strong>de</strong>rstreept <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van vrouwen in <strong>de</strong> staf; <strong>de</strong> ervaring wijst uit dat<br />

<strong>de</strong> opleiding daardoor meer aantrekkingskracht op meisjes uitoefent en wint aan veelzijdigheid.<br />

Een enkele faculteit heeft als beleidsdoel om het aantal buitenlandse stafle<strong>de</strong>n te<br />

vergroten.<br />

Goed on<strong>de</strong>rwijs lijkt door <strong>de</strong> instellingen niet altijd voldoen<strong>de</strong> in het personeelsbeleid gewaar<strong>de</strong>erd<br />

te wor<strong>de</strong>n. Weliswaar is het geven van on<strong>de</strong>rwijs van voldoen<strong>de</strong> niveau een voorwaar<strong>de</strong><br />

voor bevor<strong>de</strong>ringen, wordt er een inci<strong>de</strong>ntele prijs gegeven aan <strong>de</strong> docent van het jaar en zijn<br />

er, heel af en toe, benoemingen tot Docent 1 en inci<strong>de</strong>ntele gratificaties voor uitstekend on<strong>de</strong>r-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

25


wijs, toch waren docenten van mening dat jarenlange on<strong>de</strong>rwijsprestaties van bovengemid<strong>de</strong>ld<br />

niveau niet resulteer<strong>de</strong>n in een hogere rang of een hoger salaris.<br />

Voorzieningen<br />

Voor het goed functioneren van een opleiding is het niet voldoen<strong>de</strong> hel<strong>de</strong>re en <strong>over</strong>tuigen<strong>de</strong><br />

doelstellingen, een goed programma en goed personeel te hebben, maar moet ook nog aan<br />

an<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n voldaan. Voor <strong>de</strong> accreditatie wordt specifiek gevraagd te oor<strong>de</strong>len<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> materiële voorzieningen (Facet 15) en <strong>de</strong> studiebegeleiding (Facet 16). Dit laatste<br />

aspect komt aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in <strong>de</strong> paragraaf Instroom, aansluiting en studiebegeleiding.<br />

De commissie heeft zich er<strong>over</strong> verbaasd dat niet gevraagd wordt naar an<strong>de</strong>re voorzieningen<br />

die van belang zijn voor het goed functioneren van een opleiding. Ze <strong>de</strong>nkt daarbij aan <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> diensten die bijvoorbeeld <strong>de</strong> college- en tentamenroosters samenstellen, <strong>de</strong><br />

steun en regie die van het College van Bestuur en <strong>de</strong> faculteit uitgaan welke daarbij soms voor<br />

kwaliteitsverbetering en stimulansen, soms echter ook voor veel beperkingen en veran<strong>de</strong>ringen<br />

zorgen, en <strong>de</strong> mate waarin een opleiding afhankelijk is van het functioneren van één persoon,<br />

die immers ziek kan wor<strong>de</strong>n of kan vertrekken. Deze factoren zijn bepalend voor <strong>de</strong> stabiliteit<br />

van een opleiding. Voor het beoor<strong>de</strong>len van een opleiding lijkt daarom ook haar robuustheid<br />

een factor waarmee rekening gehou<strong>de</strong>n moet wor<strong>de</strong>n. In het huidige ka<strong>de</strong>r komt dit niet dui<strong>de</strong>lijk<br />

als facet aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Overigens is het natuurlijk in het belang van <strong>de</strong> faculteit zelf om <strong>de</strong><br />

programmavarianten zo in opleidingen te groeperen dat elke opleiding voldoen<strong>de</strong> samenhangend<br />

én robuust is. (Zie ook <strong>de</strong> sectie <strong>over</strong> masteropleidingen en mastervarianten.)<br />

De materiële voorzieningen vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>over</strong>al aan <strong>de</strong> eisen. In een enkel geval, met name bij<br />

het Hoofdgebouw van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven, voldoen <strong>de</strong> werkomstandighe<strong>de</strong>n<br />

nauwelijks nog aan <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse eisen. Overigens wordt daar het grootste <strong>de</strong>el van het on<strong>de</strong>rwijs<br />

in an<strong>de</strong>re gebouwen aangebo<strong>de</strong>n. Het an<strong>de</strong>re uiterste trof <strong>de</strong> commissie aan bij <strong>de</strong> Radboud<br />

Universiteit Nijmegen, waar schitteren<strong>de</strong> nieuwe voorzieningen wer<strong>de</strong>n aangetroffen. Naast een<br />

prachtige bibliotheek en ruimten om zelfstandig te kunnen werken, al of niet gebruikmakend<br />

van <strong>de</strong> nieuwe ICT-voorzieningen, waren er ook daarvan afgeschei<strong>de</strong>n ruimten voor groepswerk.<br />

Ook verschillen<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re opleidingen, waaron<strong>de</strong>r die van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

en <strong>de</strong> Universiteit Utrecht, beschikken <strong>over</strong> voortreffelijke computervoorzieningen. Het aantal<br />

werkplekken voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten was <strong>over</strong>al toereikend. Door <strong>de</strong> toename van projecten en<br />

groepswerk binnen <strong>de</strong> programma’s is het van belang dat er voor groepen aparte ruimten, met<br />

ICT-voorzieningen, beschikbaar zijn. Dit type ruimten voor teamwork was bij een aantal instellingen<br />

beschikbaar, bij sommige an<strong>de</strong>re wordt daaraan gewerkt. De collegezalen zijn voorzien<br />

van (krijt- of stift)bor<strong>de</strong>n en <strong>over</strong>headprojectoren en <strong>de</strong> grotere zalen ook van beamers. Bij <strong>de</strong><br />

Universiteit Utrecht is een ruimte beschikbaar waar docenten en stu<strong>de</strong>nten elkaar informeel kunnen<br />

ontmoeten en <strong>over</strong> wiskun<strong>de</strong> kunnen praten, <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> Eigenruimte.<br />

3.<strong>2.</strong> Doelstellingen en programma’s<br />

Doelstellingen en eindtermen<br />

De formulering van <strong>de</strong> doelstellingen van <strong>de</strong> gevisiteer<strong>de</strong> bachelor- en masteropleidingen zijn<br />

wat van algemene respectievelijk technische universiteiten verwacht mag wor<strong>de</strong>n. De doelstel-<br />

26 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


lingen zijn meestal goed in eindtermen uitgewerkt. Soms zijn <strong>de</strong> eindtermen nog niet voldoen<strong>de</strong><br />

operationeel geformuleerd. Ook wordt niet altijd <strong>de</strong> terminologie uit het QANU-ka<strong>de</strong>r, die<br />

uitgaat van algemeen geformuleer<strong>de</strong> doelstellingen, uitgewerkt in toetsbare eindkwalificaties<br />

of eindtermen, geheel gevolgd. Sommige eindtermen zijn wel zeer ambitieus, zoals het zelfstandig<br />

kunnen verrichten van on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Positief is dat op het gebied van doelstellingen en eindtermen er zowel nationaal als internationaal<br />

<strong>de</strong> nodige afstemming plaatsvindt. Over <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en<br />

Wiskun<strong>de</strong> vindt lan<strong>de</strong>lijk <strong>over</strong>leg plaats in het ka<strong>de</strong>r van het bètaconvenant. De <strong>Technische</strong><br />

Universiteit Delft heeft <strong>de</strong> eindtermen afgestemd binnen het verband van <strong>de</strong> IDEA-League en<br />

doordat <strong>de</strong> drie technische universiteiten <strong>de</strong> eindtermen van hun masteropleidingen on<strong>de</strong>rling<br />

op elkaar hebben afgestemd, geldt <strong>de</strong>ze internationale afstemming ook voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re technische<br />

universiteiten. In Europees verband vindt bovendien ook voor <strong>de</strong> algemene universiteiten<br />

afstemming van eindtermen plaats in het ka<strong>de</strong>r van het Tuning-project. Het niveau van <strong>de</strong><br />

eindtermen kwam steeds <strong>over</strong>een met <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren voor het bachelor- respectievelijk<br />

masterniveau. Ook <strong>de</strong> oriëntatie beantwoord<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> eisen die daaraan vanuit <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

discipline moeten wor<strong>de</strong>n gesteld.<br />

Veel meer dan vroeger wor<strong>de</strong>n inmid<strong>de</strong>ls ook <strong>de</strong> vakken in studiegidsen beschreven in termen<br />

van leerdoelen. Nog niet altijd gebeurt dit even consistent en niet altijd zijn <strong>de</strong> leerdoelen voldoen<strong>de</strong><br />

operationeel beschreven. In dit ka<strong>de</strong>r wil <strong>de</strong> commissie met waar<strong>de</strong>ring gewag maken<br />

van <strong>de</strong> consequente manier waarop in <strong>de</strong> studiegidsen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen van <strong>de</strong><br />

Radboud Universiteit Nijmegen <strong>de</strong> leerdoelen van bijna alle vakken zijn opgenomen. Een<br />

an<strong>de</strong>r voorbeeld dat navolging verdient is <strong>de</strong> doorwrochte manier waarop in <strong>de</strong> zelfstudies<br />

van <strong>de</strong> Vrije Universiteit Amsterdam beschreven is hoe <strong>de</strong> programma’s op <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong><br />

doelen zijn gebaseerd.<br />

Didactisch concept<br />

De commissie heeft geen opleidingen aangetroffen waarvan gezegd kan wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze geheel<br />

op basis van vooraf gekozen doelstellingen en een vooraf vastgelegd didactisch concept zijn<br />

opgebouwd.<br />

Voor <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen geldt dat <strong>de</strong>ze geëvolueerd zijn uit reeds lang bestaan<strong>de</strong> opleidingen<br />

en in <strong>de</strong> huidige vorm daaruit via een proces van soms kleine, soms grote aanpassingen<br />

zijn ontstaan. Dat betekent dat tradities en impliciete opvattingen die binnen <strong>de</strong> beroepsgroep<br />

gemeengoed zijn, bij <strong>de</strong>ze opleidingen een niet onbelangrijke rol spelen. Dat geldt niet alleen<br />

voor <strong>de</strong> inhoud, maar ook voor didactische opvattingen. Toch meent <strong>de</strong> commissie dat <strong>de</strong><br />

vraag naar het didactisch concept zoals verwoord in Facet 10 van het accreditatieka<strong>de</strong>r, juist<br />

voor <strong>de</strong>ze opleidingen die voortbouwen op lange tradities, heel zinvol is. Het dwingt tot reflectie<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> afstemming tussen werkvormen en doelstellingen, en meer in het algemeen <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

inrichting en vormgeving van <strong>de</strong> opleidingen. De resultaten van <strong>de</strong>ze reflecties zijn in <strong>de</strong> zelfstudies<br />

terug te vin<strong>de</strong>n, zij het dat <strong>de</strong> kwaliteit daarvan nogal verschillend is. Bij alle opleidingen<br />

is <strong>de</strong> opvatting te vin<strong>de</strong>n dat er veel activeren<strong>de</strong> en afwisselen<strong>de</strong> werkvormen gebruikt moeten<br />

wor<strong>de</strong>n. De <strong>over</strong>heersen<strong>de</strong> vormgeving van het on<strong>de</strong>rwijs in hoor- en werkcolleges (of instructie),<br />

die ook internationaal bij wiskun<strong>de</strong>opleidingen gebruikelijk is, past hier goed bij, al heeft<br />

<strong>de</strong> commissie wel <strong>de</strong> indruk dat docenten <strong>de</strong> effectiviteit van hoorcolleges soms <strong>over</strong>schatten.<br />

Daarnaast zijn echter ook werkvormen als groepswerk, projectwerk en (computer)practica veel<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

27


meer in gebruik gekomen dan vroeger. Enkele bijzon<strong>de</strong>re werkvormen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

sectie genoemd. Een nieuw element is ook het bachelorproject, dat inmid<strong>de</strong>ls bij alle opleidingen<br />

een belangrijke plaats is gaan innemen. In dit ka<strong>de</strong>r is ook <strong>de</strong> min of meer zelfstandige<br />

bestu<strong>de</strong>ring van literatuur belangrijker gewor<strong>de</strong>n dan vroeger het geval was.<br />

Een an<strong>de</strong>re veel voorkomen<strong>de</strong> opvatting is dat er een dui<strong>de</strong>lijke groei naar meer zelfstandigheid<br />

en eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid moet plaatsvin<strong>de</strong>n. Dat laatste vindt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re zijn<br />

weerslag in <strong>de</strong> afname van het aantal contacturen. Deze trend zet zich ook dui<strong>de</strong>lijk voort bij<br />

<strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Een meer recente ontwikkeling is <strong>de</strong> trend naar bre<strong>de</strong> en/of flexibele bachelorprogramma’s.<br />

Een belangrijk kenmerk daarvan is <strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> minors, samenhangen<strong>de</strong> leerstofgebie<strong>de</strong>n<br />

uit een an<strong>de</strong>r vakgebied dan <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Doordat hierbij ook vaak keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

zijn, leidt dit niet alleen tot verbreding van <strong>de</strong> bachelor, maar ook tot een ruimere keuze voor<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt.<br />

Traditioneel was er in <strong>de</strong> doctoraal/masterfase bij veel opleidingen een grote keuzevrijheid.<br />

Dat is nog steeds het geval. In een enkel geval is <strong>de</strong>ze vrijheid vrijwel onbeperkt; <strong>de</strong> commissie<br />

vindt <strong>de</strong> vraag gerechtvaardigd of in zulke gevallen <strong>de</strong> eindtermen door alle stu<strong>de</strong>nten wel<br />

gehaald wor<strong>de</strong>n. Essentieel voor <strong>de</strong> instandhouding van een ruim aanbod aan mastervakken<br />

is <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke samenwerking op dit gebied, zie hiervoor <strong>de</strong> paragraaf <strong>over</strong> interuniversitaire<br />

samenwerking. Een groot afstu<strong>de</strong>erproject, waarbij <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt in een meester-gezelrelatie tot<br />

<strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erdocent leert om zelf on<strong>de</strong>rzoek te doen, is bij alle opleidingen <strong>de</strong> afsluiting van <strong>de</strong><br />

opleiding. Bij <strong>de</strong> technische universiteiten en <strong>de</strong> opleidingen in <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen is een (bedrijfs)stage gebruikelijk, op <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit<br />

Eindhoven en <strong>de</strong> Universiteit Twente zelfs verplicht. De commissie geeft <strong>de</strong> <strong>Technische</strong><br />

Universiteit Delft in <strong>over</strong>weging <strong>de</strong>ze verplichting <strong>over</strong> te nemen. De algemene universiteiten<br />

zou<strong>de</strong>n als pendant hiervan kunnen bevor<strong>de</strong>ren dat hun afstu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>rs enkele maan<strong>de</strong>n bij een<br />

an<strong>de</strong>re instelling stu<strong>de</strong>ren of werken, bijvoorbeeld bij een buitenlandse universiteit.<br />

Samenvattend constateert <strong>de</strong> commissie dat er, vooral in <strong>de</strong> bachelorfase, veel interessante<br />

ontwikkelingen gaan<strong>de</strong> zijn, waarbij <strong>de</strong> bewustwording van het tot nu toe vaak impliciet<br />

gehanteer<strong>de</strong> didactisch concept een stimulans is. Voorbeel<strong>de</strong>n hiervan komen in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

paragraaf aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. De commissie heeft met voldoening vastgesteld dat <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen<br />

aan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse universiteiten volop in beweging zijn en serieus werk maken van<br />

<strong>de</strong> uitdagingen waarvoor <strong>de</strong> bachelor-masterstructuur hen heeft gesteld.<br />

Bachelor- en masterprogramma’s<br />

Zeker voor <strong>de</strong> bachelorfase bestaat er binnen <strong>de</strong> internationale wiskundige gemeenschap een<br />

re<strong>de</strong>lijke mate van <strong>over</strong>eenstemming <strong>over</strong> <strong>de</strong> hoofdzaken van het programma. Verschillen zijn<br />

er vooral tussen meer theoretische versus meer toegepaste of technische opleidingen, maar ook<br />

dan nog is er een aanzienlijke programmatische <strong>over</strong>lap.<br />

Dat betekent natuurlijk niet dat alle opleidingen i<strong>de</strong>ntiek zijn. Tussen elk paar opleidingen<br />

bestaan inhou<strong>de</strong>lijke verschillen en verschillen in didactische aanpak en vormgeving. In <strong>de</strong>ze<br />

sectie noemen we een aantal voorbeel<strong>de</strong>n uit verschillen<strong>de</strong> programma’s die <strong>de</strong> commissie vermel<strong>de</strong>nswaard<br />

vindt.<br />

28 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


Bij <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht en <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam<br />

trof <strong>de</strong> commissie programmaon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len aan on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> naam Kaleidoscoop respectievelijk<br />

Highlights, die <strong>de</strong> kijk op wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten aanzienlijk verruimen. Het<br />

gaat om programmaon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin verrassen<strong>de</strong> toepassingen, recente ontwikkelingen in <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> of opvallen<strong>de</strong> dwarsverban<strong>de</strong>n tussen wiskun<strong>de</strong> en an<strong>de</strong>re gebie<strong>de</strong>n van wetenschap<br />

wor<strong>de</strong>n getoond. Dergelijke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kunnen juist voor eerstejaars, die nog nauwelijks een<br />

beeld hebben van <strong>de</strong> reikwijdte en actualiteit van <strong>de</strong> wiskundige wetenschap, inspirerend en<br />

motiverend werken.<br />

Een bekend probleem bij eerstejaars is <strong>de</strong> gebrekkige vaardigheid in het bewijzen. Veel opleidingen<br />

proberen daar binnen inlei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vakken wat aan te doen. Een opmerkelijke vorm is<br />

gekozen in het vak Analyse 2 in het twee<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> van <strong>de</strong> Universiteit<br />

van Amsterdam. Bij dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el werken stu<strong>de</strong>nten geduren<strong>de</strong> vier weken in groepjes voltijds<br />

aan opdrachten in <strong>de</strong> analyse, waarbij ze gezamenlijk bewijzen moeten vin<strong>de</strong>n. Aan het eind<br />

van ie<strong>de</strong>re week moeten zij hun resultaten schriftelijk en mon<strong>de</strong>ling aan hun me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten<br />

presenteren. Stu<strong>de</strong>nten ervaren <strong>de</strong>ze aanpak als bijzon<strong>de</strong>r leerzaam en stimulerend.<br />

On<strong>de</strong>rwijs in wiskundige mo<strong>de</strong>llering vindt vooral plaats bij <strong>de</strong> technische universiteiten, hoewel<br />

inmid<strong>de</strong>ls ook bij <strong>de</strong> algemene universiteiten mo<strong>de</strong>lleeron<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len gevon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n. De<br />

mo<strong>de</strong>lleerlijn bij <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven trof <strong>de</strong> commissie als zeer uitgebreid<br />

en goed van opzet en uitwerking. Ook aan bijkomen<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n, zoals presentatietechnieken<br />

en interviewtechniek, wordt in dit ka<strong>de</strong>r aandacht besteed.<br />

De kwaliteit en <strong>de</strong> breedte van programma’s kunnen door een goed gestructureer<strong>de</strong> samenwerking<br />

tussen wiskun<strong>de</strong>opleidingen in belangrijke mate wor<strong>de</strong>n vergroot. Bij bachelorprogramma’s<br />

gaat het vooral om afstemming van programma’s met een verschillend accent, zoals<br />

tussen <strong>de</strong> universiteiten van Lei<strong>de</strong>n en Delft, voor <strong>de</strong> masterprogramma’s om vereniging van<br />

krachten op het hele gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, zoals tussen <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam en<br />

<strong>de</strong> Vrije Universiteit, of op een <strong>de</strong>elgebied, zoals tussen <strong>de</strong> Universiteit Utrecht, <strong>de</strong> Universiteit<br />

van Amsterdam en <strong>de</strong> Vrije Universiteit op het gebied van stochastiek en financiële wiskun<strong>de</strong>,<br />

en tussen <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam en <strong>de</strong> Universiteit Utrecht op het gebied van <strong>de</strong><br />

mathematische fysica. Op <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke en regionale samenwerkingsverban<strong>de</strong>n gaan we in <strong>de</strong><br />

betreffen<strong>de</strong> paragraaf na<strong>de</strong>r in.<br />

Afstu<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> bachelor- en masteropleiding<br />

Bij het afstu<strong>de</strong>erproject integreert <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt zijn kennis en vaardighe<strong>de</strong>n en maakt hij <strong>de</strong>ze<br />

operabel. Ook <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> vereist aandachtige begeleiding en is dus niet, zoals in sommige<br />

tabellen gesuggereerd wordt, een perio<strong>de</strong> van alleen zelfwerkzaamheid. Het is voor <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r<br />

én voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt nuttig om een norm vast te stellen voor <strong>de</strong> begeleidingstijd. Voor<br />

<strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r omdat zo dui<strong>de</strong>lijk is hoeveel on<strong>de</strong>rwijstijd voor afstu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>rs gerekend wordt,<br />

waarmee met <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rwijsbelasting rekening gehou<strong>de</strong>n wordt, voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt omdat<br />

hij zo nodig aanspraak kan maken op meer begeleiding als <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r in dit opzicht tekortschiet.<br />

Het is nu nog op verschillen<strong>de</strong> plaatsen zo dat er niet of nauwelijks met afstu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>rs<br />

rekening wordt gehou<strong>de</strong>n bij het berekenen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijslast waardoor aantrekkelijke<br />

begelei<strong>de</strong>rs <strong>over</strong>matig belast wor<strong>de</strong>n. Men kan <strong>de</strong>nken aan twee uur per EC, waarvan een voor<br />

persoonlijke begeleiding en een voor voorbereiding en correctie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

29


In het geval van een bachelorproject is het stimulerend om een bachelorklas te vormen waarin<br />

eerst docenten hun on<strong>de</strong>rwerpen uiteenzetten en later <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten hun resultaten presenteren.<br />

Zo’n klas vergroot <strong>de</strong> teamgeest en bevor<strong>de</strong>rt het tijdig afstu<strong>de</strong>ren. Het initiatief van <strong>de</strong><br />

Universiteit van Amsterdam om een <strong>de</strong>rgelijke klas in het leven te roepen juicht <strong>de</strong> commissie<br />

daarom toe. Op <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft zijn <strong>de</strong> presentaties van het bachelorproject<br />

ingebed in het stu<strong>de</strong>ntencolloquium.<br />

Verschillen<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen hebben een protocol waarin <strong>de</strong> stappen van het afstu<strong>de</strong>erproject,<br />

<strong>de</strong> componenten van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscriptie of het afstu<strong>de</strong>erverslag, <strong>de</strong> taal of talen<br />

waarin het geschreven dient te wor<strong>de</strong>n, en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingsprocedure beschreven staan. Aan<br />

<strong>de</strong> hand van zo’n protocol kunnen alle betrokkenen nagaan of het afstu<strong>de</strong>erproces zorgvuldig<br />

verloopt. Wel moet er voldoen<strong>de</strong> flexibiliteit zijn, want er is een groot verschil tussen een stage<br />

met een stageverslag, een stage met daaraan gekoppeld een afstu<strong>de</strong>erproject met scriptie en<br />

enkel een afstu<strong>de</strong>erproject met een scriptie. Bij een stage (dat is een project buiten <strong>de</strong> eigen<br />

wiskun<strong>de</strong>af<strong>de</strong>ling) dient <strong>de</strong> taakver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> externe begelei<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> interne afstu<strong>de</strong>erdocent<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n. De commissie is van mening dat bij een masteropleiding tot<br />

wiskundig ingenieur of bedrijfswiskundige een stage een onmisbaar on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is. Ook bij <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksvarianten is het gewenst dat stu<strong>de</strong>nten enige maan<strong>de</strong>n externe ervaring opdoen,<br />

liefst in het buitenland, als ze dat nog niet in <strong>de</strong> bachelorfase hebben gedaan. De commissie<br />

apprecieer<strong>de</strong> <strong>de</strong> formule die wordt gehanteerd op <strong>de</strong> Universiteit Twente, waar <strong>de</strong> totale perio<strong>de</strong><br />

voor stage en afstu<strong>de</strong>erproject vastligt, maar <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling tussen bei<strong>de</strong> flexibel is. Zo kan<br />

rekening wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> wensen en toekomstplannen van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt.<br />

De stage biedt ook een mooie gelegenheid om feedback te krijgen uit het afnemend veld. Nu<br />

hoort <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erdocent wel het een en an<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> stagebegelei<strong>de</strong>r, maar wordt <strong>de</strong>ze informatie<br />

nauwelijks gebruikt voor het aanbrengen van verbeteringen in het studieprogramma.<br />

Door aan elke stagebegelei<strong>de</strong>r aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> stage te vragen om een kort verslag van zijn<br />

ervaringen met <strong>de</strong> stagiair(e) dat bestemd is voor <strong>de</strong> opleidingsdirecteur, <strong>de</strong> opleidings- en <strong>de</strong><br />

Examencommissie, krijgt <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> beschikking <strong>over</strong> bruikbare inzichten van ervarings<strong>de</strong>skundigen.<br />

Voor z<strong>over</strong> dat nog niet gebeurt, zou op eenzelf<strong>de</strong> manier gehan<strong>de</strong>ld kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n bij schoolstages (hospiteren).<br />

De afstu<strong>de</strong>erscriptie of het afstu<strong>de</strong>erverslag is het visitekaartje van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt bij ver<strong>de</strong>re sollicitaties.<br />

Het is niet alleen belangrijk dat <strong>de</strong> inhoud wetenschappelijk van voldoen<strong>de</strong> niveau is,<br />

maar ook dat voldoen<strong>de</strong> aandacht wordt besteed aan <strong>de</strong> presentatie. Bij een aanzienlijk aantal<br />

scripties miste <strong>de</strong> commissie een goe<strong>de</strong> inleiding waarin <strong>de</strong> vraagstelling wordt aangegeven, <strong>de</strong><br />

hoofdresultaten wor<strong>de</strong>n genoemd en aangegeven wordt wat <strong>de</strong> eigen bijdrage van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt<br />

is. Ver<strong>de</strong>r ontbraken nogal eens een a<strong>de</strong>quate beschrijving van <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> scriptie in <strong>de</strong><br />

bestaan<strong>de</strong> literatuur of conclusies uit het on<strong>de</strong>rzoek, of schoot het taalgebruik tekort. Ook was<br />

vaak niet dui<strong>de</strong>lijk uit het titelblad wat <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> scriptie was, wie <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r was en<br />

bij welke universiteit <strong>de</strong> scriptie geschreven was. Hier ligt in <strong>de</strong> eerste plaats een taak voor <strong>de</strong><br />

begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> docent, maar in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats ook voor <strong>de</strong> Examencommissie.<br />

De opleiding kan <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erverslagen tevens gebruiken als visitekaartje voor <strong>de</strong> opleiding.<br />

Daardoor wordt immers aangegeven waar <strong>de</strong> opleiding toe opleidt. Meer<strong>de</strong>re universiteiten<br />

presenteren <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erverslagen op hun website, <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven doet<br />

dit op voorbeeldige wijze. De commissie beschouwt dit als een voorbeeld van good practice dat<br />

navolging verdient.<br />

30 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


Masteropleidingen of mastervarianten<br />

Binnen <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen beston<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> doctoraalfase verschillen<strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>ervarianten<br />

die tot hetzelf<strong>de</strong> doctoraaldiploma leid<strong>de</strong>n. Een aparte doctoraalopleiding ten behoeve<br />

van een bepaal<strong>de</strong> specialisatie was een uitzon<strong>de</strong>ring.<br />

Bij <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang op het bachelor-mastersysteem werd het makkelijker om voor bepaal<strong>de</strong> specialisaties<br />

aparte masteropleidingen in te richten. Noodzakelijk was dit echter niet, ook binnen<br />

<strong>de</strong> nieuwe structuur is het mogelijk om binnen een bepaal<strong>de</strong> masteropleiding verschillen<strong>de</strong><br />

varianten of specialisaties te hebben.<br />

Faculteiten zijn hier verschillend mee omgegaan. De technische universiteiten en <strong>de</strong> Radboud<br />

Universiteit kennen slechts één masteropleiding op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Soms ligt<br />

het inrichten van meer<strong>de</strong>re masteropleidingen, bijvoorbeeld Wiskun<strong>de</strong> en Bedrijfswiskun<strong>de</strong>,<br />

of Wiskun<strong>de</strong> en Scientific computing, vanwege <strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk verschillen<strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> opleidingen<br />

voor <strong>de</strong> hand. Soms zijn er echter geen dui<strong>de</strong>lijk inhou<strong>de</strong>lijke argumenten aan te voeren,<br />

en zijn vergelijkbare opleidingen, zoals Stochastics and financial mathematics, bij <strong>de</strong> ene<br />

universiteit een aparte masteropleiding, en bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re een variant van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematics. Het voornaamste argument voor het inrichten van zo’n aparte masteropleiding<br />

lijkt dan vooral te zijn <strong>de</strong> profilering en zichtbaarheid van een <strong>de</strong>rgelijke opleiding.<br />

Aan het creëren van (te) veel aparte masteropleidingen zijn naar <strong>de</strong> mening van <strong>de</strong> commissie<br />

echter ook bezwaren verbon<strong>de</strong>n. Aparte masteropleidingen geven onvermij<strong>de</strong>lijk extra<br />

bestuurlijke <strong>over</strong>head. Veel van <strong>de</strong>ze masteropleidingen trekken een zeer gering aantal, of in<br />

sommige jaren zelfs in het geheel geen stu<strong>de</strong>nten. Dat kan nauwelijks een gewenste situatie<br />

wor<strong>de</strong>n genoemd.<br />

Aparte masteropleidingen kunnen ook onnatuurlijke scheidslijnen en hokjes in het leven roepen.<br />

Zo bestaat bij die universiteiten die een aparte masteropleiding Stochastics and financial<br />

mathematics hebben, binnen <strong>de</strong> algemene masteropleiding Mathematics ook een variant<br />

of afstu<strong>de</strong>errichting Stochastics, die voor belangrijke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len samenvalt met <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Stochastics and financial mathematics.<br />

De commissie geeft er op grond van <strong>over</strong>wegingen rond robuustheid en efficiëntie <strong>de</strong> voorkeur<br />

aan het aantal masteropleidingen beperkt te hou<strong>de</strong>n, en alleen dan tot <strong>de</strong> inrichting van een<br />

aparte masteropleiding <strong>over</strong> te gaan als daar sterke inhou<strong>de</strong>lijke argumenten voor zijn en <strong>de</strong> te<br />

verwachten instroom een garantie geeft voor een levensvatbare opleiding.<br />

De zogenaam<strong>de</strong> Maatschappelijke (M) en Communicatieve/Educatieve (C/E) varianten vormen<br />

een geheel an<strong>de</strong>r geval. Op <strong>de</strong> C/E-varianten gaan we in in <strong>de</strong> paragraaf <strong>over</strong> <strong>de</strong> lerarenopleidingen.<br />

De Maatschappelijke varianten (soms staat <strong>de</strong> M voor Management) trekken<br />

heel weinig stu<strong>de</strong>nten en zijn feitelijk niet levensvatbaar gebleken. Deze varianten hebben in<br />

<strong>de</strong> visitatie geen rol gespeeld.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

31


3.3. Toetsing en kwaliteitszorg<br />

Toetsing en Examencommissies<br />

De wet bepaalt dat er per opleiding of groep van opleidingen een Examencommissie moet<br />

wor<strong>de</strong>n ingesteld, bestaan<strong>de</strong> uit le<strong>de</strong>n van het personeel dat met het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong><br />

opleidingen is belast. De Inspectie van het On<strong>de</strong>rwijs heeft in 2002 een on<strong>de</strong>rzoek ingesteld<br />

naar <strong>de</strong> samenstelling en het functioneren van <strong>de</strong> Examencommissies. De inspectie stel<strong>de</strong><br />

daarbij vast dat in een aantal gevallen ook niet on<strong>de</strong>rwijsgeven<strong>de</strong>n, bijvoorbeeld le<strong>de</strong>n van het<br />

management, <strong>de</strong>el uitmaakten van <strong>de</strong>ze commissies en achtte dat in strijd met <strong>de</strong> voorschriften.<br />

Gezien een reactie van <strong>de</strong> staatssecretaris op kamervragen (6 november 2002) til<strong>de</strong> zij daar<br />

echter niet zwaar aan. De commissie heeft kunnen vaststellen dat <strong>de</strong> Examencommissies van<br />

<strong>de</strong> door haar gevisiteer<strong>de</strong> opleidingen steeds bestaan uit personeelsle<strong>de</strong>n die ook daadwerkelijk<br />

on<strong>de</strong>rwijs verzorgen.<br />

De wet geeft ook richtlijnen voor <strong>de</strong> invulling van <strong>de</strong> taak van <strong>de</strong> Examencommissies. Een<br />

minimale taakinvulling, die door alle Examencommissies wordt vervuld, bestaat uit het opstellen<br />

en handhaven van <strong>de</strong> regels <strong>over</strong> <strong>de</strong> gang van zaken tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> tentamens, het behan<strong>de</strong>len<br />

van frau<strong>de</strong>gevallen, het verlenen van vrijstellingen, het goedkeuren van individuele programma’s<br />

en het vaststellen of een kandidaat heeft voldaan aan <strong>de</strong> eisen voor het bachelor- of masterdiploma.<br />

Soms beslist een Examencommissie ook <strong>over</strong> <strong>de</strong> toelating van stu<strong>de</strong>nten met<br />

afwijken<strong>de</strong> vooropleidingen en stelt zij eventuele aanvullen<strong>de</strong> eisen vast. Naar het oor<strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> commissie vervullen alle Examencommissies <strong>de</strong>ze minimale taken goed.<br />

De wet opent uitdrukkelijk <strong>de</strong> mogelijkheid dat Examencommissies hun taak bre<strong>de</strong>r opvatten<br />

en een rol spelen bij <strong>de</strong> tentaminering. Uit het rapport Zicht op toetsen van <strong>de</strong> Inspectie van<br />

het On<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong>cember 2003 blijkt dat <strong>de</strong>ze van mening is dat een <strong>de</strong>rgelijke rolopvatting<br />

van Examencommissies gewenst is, en dat <strong>de</strong>ze in het algemeen een meer beleidsmatige<br />

functie rond het geheel van tentaminering en beoor<strong>de</strong>ling bij een opleiding zou<strong>de</strong>n moeten<br />

vervullen.<br />

De commissie <strong>de</strong>elt <strong>de</strong>ze mening. De kwaliteit van een opleiding is er bij gebaat als Examencommissies<br />

het niveau van tentaminering bewaken, zon<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> stoel van <strong>de</strong> examinator te<br />

gaan zitten, en indien gewenst passen<strong>de</strong> maatregelen nemen. De Examencommissie dient er<br />

ook op toe te zien dat bij niet-traditionele toetsvormen, zoals take home-tentamens of groepswerk,<br />

<strong>de</strong> toetsing betrouwbaar en vali<strong>de</strong> is. Een belangrijke rol behoort <strong>de</strong> Examencommissie<br />

ook te spelen bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling, en meer in het algemeen <strong>de</strong> waarborging van <strong>de</strong> kwaliteit<br />

van het afstu<strong>de</strong>erwerk. Zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> Examencommissie <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erwerken<br />

afzon<strong>de</strong>rlijk gaat beoor<strong>de</strong>len, kan zij regels voor een zodanige begeleiding en beoor<strong>de</strong>ling vaststellen<br />

dat <strong>de</strong>ze kwaliteit beter gewaarborgd is, bijvoorbeeld door erop toe te zien dat <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>ercommissie<br />

a<strong>de</strong>quaat is samengesteld. Ook verdient het aanbeveling om regels te geven<br />

voor <strong>de</strong> presentatie en vormgeving van het afstu<strong>de</strong>erwerk, waaraan het naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

commissie nogal eens wat ontbrak.<br />

Het is <strong>de</strong> commissie gebleken dat <strong>de</strong> Examencommissies van <strong>de</strong> gevisiteer<strong>de</strong> opleidingen niet<br />

altijd dit type taken op zich nemen, of soms ook van mening zijn dat dit niet op hun terrein<br />

ligt. Soms wordt ook verwezen naar <strong>de</strong> Opleidingscommissie, die een rol heeft te vervullen bij<br />

<strong>de</strong> kwaliteitsbewaking. Hoewel dit niet onjuist is, wijst <strong>de</strong> commissie erop dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

slechts een adviseren<strong>de</strong> rol heeft en dat <strong>de</strong> Examencommissie <strong>de</strong> instantie is die<br />

32 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


hierin <strong>over</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n beschikt, en dus hiervoor uitein<strong>de</strong>lijk ook verantwoor<strong>de</strong>lijk is. De<br />

commissie heeft dan ook in voorkomen<strong>de</strong> gevallen <strong>de</strong> Examencommissies krachtig aanbevolen<br />

<strong>de</strong>ze taken op zich te nemen. Zij tekent daar wel bij aan dat zij in sommige gevallen <strong>de</strong> indruk<br />

kreeg dat <strong>de</strong> ambtelijke on<strong>de</strong>rsteuning van <strong>de</strong> Examencommissie on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> maat is. Het gevolg<br />

is dan dat zo’n commissie te veel tijd moet beste<strong>de</strong>n aan administratieve taken en onvoldoen<strong>de</strong><br />

toekomt aan een beleidsmatige invulling.<br />

De commissie stelt met nadruk dat zij geen enkele aanwijzing heeft dat er met <strong>de</strong> kwaliteit<br />

van <strong>de</strong> tentaminering en <strong>de</strong> toekenning van <strong>de</strong> diploma’s iets niet goed zou gaan. Zij heeft met<br />

voldoening vastgesteld dat er bijvoorbeeld rond take home-tentamens en groepswerk vaak al<br />

maatregelen zijn genomen, zoals het hou<strong>de</strong>n van een individueel nagesprek, om <strong>de</strong> kwaliteit<br />

van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling te garan<strong>de</strong>ren. Ook heeft <strong>de</strong> commissie stellig <strong>de</strong> indruk dat Examencommissies<br />

rond <strong>de</strong> diplomaverlening zorgvuldig te werk gaan.<br />

Wel wil zij hier een opmerking maken <strong>over</strong> <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van het afstu<strong>de</strong>erwerk. Het is <strong>de</strong><br />

commissie opgevallen dat bij veel opleidingen het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> cijfer van het afstu<strong>de</strong>erwerk <strong>over</strong><br />

een reeks van jaren rond <strong>de</strong> acht ligt. Dat staat in scherp contrast met wat bij tentamenresultaten<br />

gebruikelijk is. Nu gaat <strong>de</strong>ze vergelijking natuurlijk mank; zo is er bij afstu<strong>de</strong>erwerk geen<br />

sprake van dat een stu<strong>de</strong>nt maar eens een poging waagt zon<strong>de</strong>r voldoen<strong>de</strong> voorbereid te zijn.<br />

De commissie kwam niettemin bij haar eigen beoor<strong>de</strong>ling van scripties regelmatig tot <strong>de</strong> conclusie<br />

dat <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van het werk hoog was voor <strong>de</strong> kwaliteit van het werk. De commissie<br />

kan zich niet aan <strong>de</strong> indruk onttrekken dat afstu<strong>de</strong>erwerk vaak te mild beoor<strong>de</strong>eld wordt en<br />

dat <strong>de</strong> persoonlijke betrokkenheid van <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r een te belangrijke rol speelt. Zij beveelt<br />

<strong>de</strong> Examencommissies daarom aan hier nog eens naar te kijken en in het algemeen te streven<br />

naar een objectievere beoor<strong>de</strong>ling en een informatiever cijferbeeld.<br />

Kwaliteitszorg en Opleidingscommissies<br />

De afgelopen jaren zijn <strong>de</strong> opleidingen steeds meer aandacht gaan beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> interne<br />

kwaliteitszorg. Ook al is <strong>de</strong> kwaliteitszorg nog niet <strong>over</strong>al formeel volgens alle regels ingericht,<br />

naar <strong>de</strong> indruk van <strong>de</strong> commissie wordt bij alle <strong>bacheloropleiding</strong>en snel ingegrepen als<br />

bepaal<strong>de</strong> vakken niet goed lopen, soms al naar aanleiding van evaluaties halverwege een college.<br />

Wat soms nog ontbreekt of onvoldoen<strong>de</strong> is uitgewerkt, zijn streefdoelen op een wat hoger<br />

aggregatieniveau. Een voorbeeld van goed geformuleer<strong>de</strong> streefdoelen trof <strong>de</strong> commissie aan in<br />

<strong>de</strong> zelfstudie van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven.<br />

De wet geeft aan dat er voor ie<strong>de</strong>re opleiding een Opleidingscommissie moet wor<strong>de</strong>n ingesteld.<br />

Tevens is bepaald dat on<strong>de</strong>r een opleiding ook kan wor<strong>de</strong>n verstaan een <strong>bacheloropleiding</strong> en<br />

een of meer daarop aansluiten<strong>de</strong> masteropleidingen (artikel 9.18 lid 5), zodat het niet nodig is<br />

voor een <strong>bacheloropleiding</strong>, gevolgd door bijvoorbeeld twee masteropleidingen, drie verschillen<strong>de</strong><br />

Opleidingscommissies in te stellen. Ver<strong>de</strong>r is vastgelegd dat <strong>de</strong> helft van het aantal le<strong>de</strong>n<br />

van een Opleidingscommissie bestaat uit stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Gegeven <strong>de</strong> omstandigheid dat sommige masteropleidingen zeer weinig stu<strong>de</strong>nten trekken, is<br />

<strong>de</strong>ze laatste bepaling voor <strong>de</strong>ze opleidingen moeilijk waar te maken, of leidt dit tot commissies<br />

met een wel heel gering aantal le<strong>de</strong>n. Het verdient daarom naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie<br />

soms <strong>de</strong> voorkeur om te kiezen voor één commissie voor meer<strong>de</strong>re bachelor- en masteropleidingen.<br />

Wel dient er dan naar gestreefd te wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n zoveel mogelijk alle<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

33


opleidingen representeren. De commissie heeft geconstateerd dat een goe<strong>de</strong> vertegenwoordiging<br />

van stu<strong>de</strong>nten uit <strong>de</strong> diverse opleidingen in een enkel geval al bij voorbaat onmogelijk is,<br />

omdat <strong>de</strong> helft van het in het faculteitsreglement vastgeleg<strong>de</strong> aantal le<strong>de</strong>n kleiner is dan het<br />

aantal opleidingen. De commissie dringt er met klem op aan het faculteitsreglement zo in te<br />

richten dat het aantal stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n in een gemeenschappelijke Opleidingscommissie minimaal<br />

gelijk is aan het aantal opleidingen.<br />

De Opleidingscommissie heeft een adviseren<strong>de</strong> taak ten aanzien van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijs- en examenregeling,<br />

en dient <strong>de</strong> uitvoering daarvan jaarlijks te beoor<strong>de</strong>len. Daarnaast kan <strong>de</strong> commissie<br />

gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen <strong>over</strong> alle zaken het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> opleiding betreffen<strong>de</strong>.<br />

Het is <strong>de</strong> commissie gebleken dat <strong>de</strong> Opleidingscommissies veel tijd beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

jaarlijkse evaluatie van <strong>de</strong> vakken van het curriculum van <strong>de</strong> opleiding. Dat geldt vooral voor<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en. De commissie heeft <strong>de</strong> indruk dat <strong>de</strong> Opleidingscommissies om <strong>de</strong>ze<br />

beoor<strong>de</strong>ling goed te kunnen verrichten <strong>de</strong> daarvoor nodige informatie als regel ook ontvangen.<br />

In één geval bleek dat <strong>de</strong> informatie naar <strong>de</strong> Opleidingscommissie van tevoren op een aantal<br />

aspecten gefilterd werd. De commissie acht dit een onjuiste gang van zaken en heeft dit ook<br />

nadrukkelijk aan <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> opleiding kenbaar gemaakt. De commissie heeft <strong>de</strong> stellige<br />

indruk dat evaluatie van <strong>de</strong> vakken door <strong>de</strong> Opleidingscommissies effect heeft en in <strong>de</strong> meeste<br />

gevallen leidt tot verbeteringen en aanpassingen van <strong>de</strong>ze vakken en eventueel van bijstellingen<br />

binnen het curriculum. Een systeem van tussentijdse evaluaties, zoals on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re aan <strong>de</strong><br />

<strong>Technische</strong> Universiteit Delft wordt gehanteerd, biedt <strong>de</strong> mogelijkheid om tij<strong>de</strong>ns het on<strong>de</strong>rwijs<br />

nog bij te sturen en is daarom een goed instrument.<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> indruk dat <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> mastervakken nog vaak op meer informele<br />

wijze plaatsvindt. Hoewel dit gezien <strong>de</strong> kleine aantallen stu<strong>de</strong>nten begrijpelijk is, en naar<br />

<strong>de</strong> indruk van <strong>de</strong> commissie vaak ook zeker effectief is, dringt <strong>de</strong> commissie er toch op aan <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie ook structureel bij <strong>de</strong> masteropleiding te betrekken. Dit geldt zeker ook<br />

voor <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijk verzorg<strong>de</strong> mastervakken. Het is <strong>de</strong> commissie gebleken dat <strong>de</strong> evaluaties van<br />

<strong>de</strong>ze vakken (zie ook <strong>de</strong> paragraaf <strong>over</strong> interuniversitaire samenwerking) vaak onvoldoen<strong>de</strong><br />

bij <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke opleidingen bekend zijn, en naar <strong>de</strong> indruk van <strong>de</strong> commissie realiseren<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissies zich soms ook onvoldoen<strong>de</strong> hun verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong>ze<br />

vakken. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor on<strong>de</strong>rwijs dat van buiten het eigen on<strong>de</strong>rzoeksinstituut wordt<br />

afgenomen. De commissie dringt erop aan <strong>de</strong> distributie van zulke evaluaties beter te regelen<br />

en dringt er bij <strong>de</strong> Opleidingscommissies op aan hun aandacht op alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong><br />

opleiding te richten.<br />

Ter aanvulling van <strong>de</strong> schriftelijke evaluatie van het lan<strong>de</strong>lijke aanbod van cursussen zou het<br />

inrichten van een klankbordgroep van stu<strong>de</strong>nten het <strong>over</strong>wegen waard zijn. Een <strong>de</strong>rgelijke<br />

klankbordgroep, die bestaat uit stu<strong>de</strong>nten uit verschillen<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n (liefst van elke universiteit<br />

een en bij voorkeur een lid van <strong>de</strong> Opleidingscommissie), zou een of twee keer per jaar bij<br />

elkaar kunnen komen om verschillen<strong>de</strong> zaken rondom het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma te<br />

bespreken. Niet alleen <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> cursussen, maar ook bijvoorbeeld <strong>de</strong> samenstelling<br />

van het cursusaanbod en praktische zaken rondom <strong>de</strong> organisatie van het on<strong>de</strong>rwijs zou<strong>de</strong>n<br />

aan bod kunnen komen. Een stu<strong>de</strong>nt is vaak goed op <strong>de</strong> hoogte wat er leeft on<strong>de</strong>r zijn of haar<br />

me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten. Een <strong>de</strong>rgelijke klankbordgroep zal <strong>de</strong> betrokkenheid van stu<strong>de</strong>nten bij het<br />

lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma vergroten en ervoor zorgen dat problemen direct bij het Regieorgaan<br />

terechtkomen.<br />

34 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


De Opleidingscommissies komen naar <strong>de</strong> indruk van <strong>de</strong> commissie vaak nog te weinig toe<br />

aan <strong>de</strong> evaluatie van het programma als geheel en van <strong>de</strong> samenhang binnen het programma.<br />

De commissie zou het toejuichen wanneer <strong>de</strong> Opleidingscommissies <strong>de</strong>ze taken meer zou<strong>de</strong>n<br />

oppakken en zich bijvoorbeeld ook zou<strong>de</strong>n bezighou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> door <strong>de</strong> opleiding<br />

behaal<strong>de</strong> resultaten <strong>over</strong>eenstemmen met <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> doelstellingen en eindtermen. Dat<br />

zou wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd als het opleidingsbestuur vaker toetsbare streefdoelen voor <strong>de</strong> opleiding<br />

zou formuleren, zoals genoemd bij Facet 17 van het QANU-ka<strong>de</strong>r. De commissie heeft geconstateerd<br />

dat dit nog maar weinig gebeurt.<br />

De adviestaak van <strong>de</strong> Opleidingscommissies betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijs- en examenregeling is<br />

vooral van belang als hierin majeure wijzigingen wor<strong>de</strong>n aangebracht. Dit speelt met name bij<br />

belangrijke veran<strong>de</strong>ringen in het on<strong>de</strong>rwijsprogramma. Een <strong>de</strong>rgelijke veran<strong>de</strong>ring is meestal<br />

een omvangrijke operatie, waarin vaak ad-hoccommissies een belangrijke rol spelen. Het formele<br />

advies van <strong>de</strong> Opleidingscommissie is dan vaak het sluitstuk van een <strong>de</strong>rgelijke operatie.<br />

Daartegen heeft <strong>de</strong> commissie geen bezwaren, op voorwaar<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

geduren<strong>de</strong> het proces goed op <strong>de</strong> hoogte wordt gehou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> lopen<strong>de</strong> ontwikkelingen. Zij<br />

behoudt daardoor <strong>de</strong> mogelijkheid om indien zij dit wenst tijdig tussentijdse adviezen uit te<br />

brengen.<br />

Bij veel opleidingen bestaan, soms op tij<strong>de</strong>lijke, soms op permanente basis, curriculumcommissies<br />

die zich bezighou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> ontwikkeling en vernieuwing van het curriculum. Vaak<br />

zitten in <strong>de</strong>rgelijke commissies geen stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n. De commissie vindt dat <strong>de</strong>rgelijke commissies<br />

een belangrijke functie kunnen hebben. Wel moet erop gelet wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie bij aanpassingen van het curriculum niet gemarginaliseerd wordt. Ook<br />

is het min<strong>de</strong>r gelukkig als le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie <strong>de</strong>el uitmaken van <strong>de</strong>rgelijke<br />

commissies, want dit leidt ertoe dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie adviseert <strong>over</strong> voorstellen waar<br />

le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie zelf nauw bij betrokken zijn.<br />

Als geheel oor<strong>de</strong>elt <strong>de</strong> commissie dat <strong>de</strong> Opleidingscommissies goed functioneren en een grote<br />

rol bij <strong>de</strong> kwaliteitsbewaking van <strong>de</strong> opleidingen spelen, en dat bij veel Opleidingscommissies<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n een belangrijke inbreng hebben. Op een aantal punten zoals hiervoor geformuleerd,<br />

kan <strong>de</strong> taak van <strong>de</strong> Opleidingscommissie bre<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n opgevat.<br />

3.4. Instroom, aansluiting en studiebegeleiding<br />

Het behoeft nauwelijks betoog dat <strong>de</strong> totale instroom in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en Wiskun<strong>de</strong><br />

zorgwekkend is. Dit besef is bij alle opleidingen dui<strong>de</strong>lijk aanwezig en zij doen dan ook hun<br />

best om <strong>de</strong> instroom te vergroten en ontplooien om dat te bereiken tal van activiteiten. Er<br />

wordt voorlichting gegeven op scholen, vooral in <strong>de</strong> eigen regio, waarbij zowel docenten als<br />

stu<strong>de</strong>nten betrokken wor<strong>de</strong>n. Een opmerkelijke activiteit is <strong>de</strong> RuG Disc<strong>over</strong>y Truck, een<br />

rondreizend laboratorium en collegezaal, waarin leerlingen en leraren kennis kunnen maken<br />

met on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> faculteit <strong>de</strong>r Wiskun<strong>de</strong> en Natuurwetenschappen van <strong>de</strong><br />

Rijksuniversiteit Groningen.<br />

Daarnaast wor<strong>de</strong>n ook op <strong>de</strong> universiteiten zelf tal van activiteiten ontplooid. Proefstu<strong>de</strong>ren,<br />

masterclasses, projecten en meeloopdagen zijn algemeen gebruikelijk. Leerlingen wordt hulp<br />

gebo<strong>de</strong>n bij het maken van praktische opdrachten en profielwerkstukken voor wiskun<strong>de</strong>. Ook<br />

wordt getracht via docenten goodwill voor <strong>de</strong> opleidingen te kweken. Een voorbeeld hiervan<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

35


is <strong>de</strong> jaarlijkse docentendag voor wiskun<strong>de</strong>leraren van <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen, maar<br />

ook <strong>de</strong> nu lopen<strong>de</strong> nascholingsactiviteiten in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> nieuwe wiskun<strong>de</strong>programma’s<br />

op het vwo, zoals die nu door veel opleidingen georganiseerd wor<strong>de</strong>n, kunnen in dit verband<br />

genoemd wor<strong>de</strong>n<br />

Een interessant initiatief trof <strong>de</strong> commissie aan bij <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleiding van <strong>de</strong> Universiteit<br />

Utrecht. Hier wordt bij <strong>de</strong> werving expliciet aandacht besteed aan voorlichting aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />

van allochtone scholieren, wat bij <strong>de</strong>ze doelgroep van extra belang is. Een an<strong>de</strong>r initiatief dat<br />

het signaleren waard is, is <strong>de</strong> ‘weekendschool’, waarop kin<strong>de</strong>ren uit achterstandsgroepen een<br />

beeld wordt gegeven van mogelijke, in hun omgeving onbeken<strong>de</strong> beroepen. Het betreft hier<br />

een project van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam. Op <strong>de</strong>ze weekendschool hebben on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

twee wiskun<strong>de</strong>-aio’s van Marokkaanse afkomst lesgegeven, die echt als voorbeeld fungeer<strong>de</strong>n.<br />

Daarnaast zijn er vanuit <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam ook op facultair niveau in het ka<strong>de</strong>r<br />

van voorlichting en werving activiteiten die zich speciaal richten op leerlingen uit een milieu<br />

waar universitair on<strong>de</strong>rwijs niet vanzelfsprekend is, on<strong>de</strong>r wie allochtone leerlingen. Opvallend<br />

was ook <strong>de</strong> uitgave van het boekje Leve <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, eveneens door <strong>de</strong> Universiteit van<br />

Amsterdam, waarin een beeld wordt gegeven van <strong>de</strong> beroepsperspectieven voor wiskundigen<br />

in het bedrijfsleven.<br />

De commissie heeft veel waar<strong>de</strong>ring voor al <strong>de</strong>ze activiteiten en beseft dat <strong>de</strong> grens van wat<br />

re<strong>de</strong>lijkerwijs van docenten verwacht mag wor<strong>de</strong>n hierbij, zeker bij kleine opleidingen, vaak<br />

wel bereikt is. Het is spijtig te moeten constateren dat al <strong>de</strong>ze inspanningen nog niet in een<br />

substantieel hogere instroom hebben geresulteerd, al lijkt het erop dat het dieptepunt inmid<strong>de</strong>ls<br />

wel gepasseerd is. De instroom in het cursusjaar 2007-2008 is substantieel hoger dan <strong>de</strong><br />

voorafgaan<strong>de</strong> jaren.<br />

Veel opleidingen beste<strong>de</strong>n aandacht aan <strong>de</strong> aansluitingsproblematiek vwo-wo, bijvoorbeeld<br />

door het betrekken van vwo-docenten bij het eerstejaarson<strong>de</strong>rwijs, of door het diagnosticeren<br />

en verhelpen van gebleken tekorten op het gebied van algebraïsche vaardighe<strong>de</strong>n. Een opmerkelijke<br />

aanpak is gekozen bij <strong>de</strong> Radboud Universiteit, waar ervaren vwo-docenten fungeren als<br />

tutor voor <strong>de</strong> eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten. De reacties van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten hierop waren zeer positief.<br />

Op alle bezochte instellingen waren <strong>de</strong> bachelorstu<strong>de</strong>nten zeer te spreken <strong>over</strong> <strong>de</strong> studiebegeleiding<br />

en positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> informatievoorziening. De begeleiding in het eerste jaar van <strong>de</strong><br />

bachelorstudie was in het algemeen opmerkelijk goed. Een vermel<strong>de</strong>nswaardig initiatief vond<br />

<strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> intakeprocedure zoals die is ingevoerd op <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam.<br />

Ie<strong>de</strong>re aankomen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt heeft een intakegesprek van ongeveer drie kwartier met <strong>de</strong> studieadviseur.<br />

Startpunt in het gesprek is een door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt geschreven essay en een ingevul<strong>de</strong><br />

vragenlijst. Door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong>ze procedure krijgen zowel <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt als <strong>de</strong> opleiding in een<br />

zeer vroeg stadium informatie <strong>over</strong> wat zij van elkaar kunnen verwachten.<br />

Op <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven is een aanpak ontwikkeld voor stu<strong>de</strong>nten die met hun<br />

studie achterop zijn geraakt. Volgens het reglement mag een stu<strong>de</strong>nt die zijn prope<strong>de</strong>use niet<br />

heeft behaald, geen postprope<strong>de</strong>usevakken volgen. Stu<strong>de</strong>nten met een positief studieadvies krijgen<br />

hiervan ontheffing. Bij een negatief studieadvies is het mogelijk een studiecontract te sluiten,<br />

waarin afspraken wor<strong>de</strong>n gemaakt <strong>over</strong> een realistische studieplanning, waarbij een beperkt aantal<br />

postprope<strong>de</strong>usevakken wel mag wor<strong>de</strong>n gevolgd. De opzet is dat een serieuze stu<strong>de</strong>nt alsnog<br />

houvast gebo<strong>de</strong>n wordt, en dat indien <strong>de</strong> uitvoering niet lukt <strong>de</strong> keuze voor een an<strong>de</strong>re opleiding<br />

niet onnodig lang wordt uitgesteld. De ervaringen met <strong>de</strong>ze aanpak zijn gunstig.<br />

36 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


In het twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> bachelorjaar wordt meer <strong>over</strong>gelaten aan <strong>de</strong> eigen verantwoording van<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt, maar wordt wel <strong>over</strong>al contact gezocht met stu<strong>de</strong>nten die studievertraging oplopen.<br />

Op verschillen<strong>de</strong> manieren wordt tijdig gesignaleerd wanneer er obstakels in het programma<br />

zijn die tot studievertraging lei<strong>de</strong>n, waarna er passen<strong>de</strong> maatregelen wor<strong>de</strong>n genomen. Hierbij<br />

wordt vaak goed samengewerkt door studieadviseur, Opleidingscommissie en docenten.<br />

De commissie vond het opvallend dat veel min<strong>de</strong>r voorlichting wordt gegeven <strong>over</strong> <strong>de</strong> masterfase,<br />

afgezien van <strong>de</strong> interne voorlichting aan <strong>de</strong> eigen bachelorstu<strong>de</strong>nten. De externe voorlichting<br />

beperkt zich vrijwel tot het <strong>de</strong>elnemen aan <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke masterbeurs. Er zijn bijvoorbeeld<br />

een aantal bijzon<strong>de</strong>re masteropleidingen, zoals <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing van<br />

<strong>de</strong> Universiteit Utrecht, <strong>de</strong> masteropleiding Stochastic and financial mathematics van <strong>de</strong> Vrije<br />

Universiteit en <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam en <strong>de</strong> <strong>over</strong>eenkomstige variant bij <strong>de</strong> Universiteit<br />

Utrecht (en binnenkort ook bij <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n) en <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical<br />

physics van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam, die wellicht voor meer stu<strong>de</strong>nten interessant<br />

zou<strong>de</strong>n kunnen zijn. Onbekendheid kan hier een belemmeren<strong>de</strong> rol spelen.<br />

Ook heeft <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> indruk dat nog te weinig werk wordt gemaakt van <strong>de</strong> werving van<br />

buitenlandse stu<strong>de</strong>nten voor <strong>de</strong> masteropleidingen. Zeker nu die <strong>over</strong>al geheel Engelstalig zijn<br />

liggen hier meer mogelijkhe<strong>de</strong>n. In sommige gevallen was <strong>de</strong> voorlichting, selectie en opvang<br />

van buitenlandse stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> maat. Een structurele instroom van circa tien stu<strong>de</strong>nten<br />

per jaar is tot nu toe alleen gerealiseerd voor <strong>de</strong> mastervariant Risk analysis van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong><br />

Universiteit Delft. Ook voor an<strong>de</strong>re opleidingen moeten hier meer mogelijkhe<strong>de</strong>n liggen.<br />

De begeleiding in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> masterfase geschiedt voornamelijk door <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erdocent<br />

en, in het geval van een stage, door <strong>de</strong> stagebegelei<strong>de</strong>r. Hier<strong>over</strong> waren <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>over</strong> het<br />

algemeen tevre<strong>de</strong>n en waren er weinig klachten. In het eerste masterjaar was <strong>de</strong> begeleiding soms<br />

niet zo goed en waren er met name wel eens klachten van stu<strong>de</strong>nten die van el<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> masteropleiding<br />

waren ingestroomd en niet vertrouwd waren met <strong>de</strong> plaatselijke gewoonten. Buitengewoon<br />

tevre<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> begeleiding in <strong>de</strong> masterfase waren <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten aan <strong>de</strong> Universiteit Twente<br />

en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica van <strong>de</strong> Vrije Universiteit Amsterdam.<br />

3.5. Resultaten<br />

Op een enkele uitzon<strong>de</strong>ring na was <strong>de</strong> commissie content met het eindniveau van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte<br />

opleidingen en het wiskundig niveau van <strong>de</strong> gelezen scripties en afstu<strong>de</strong>erverslagen. De<br />

commissie was verheugd op te merken dat bij enkele opleidingen het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment<br />

sinds <strong>de</strong> vorige on<strong>de</strong>rwijsvisitatie verbeterd was ten gevolge van het opvolgen van adviezen<br />

van <strong>de</strong> vorige commissie en een betere studiebegeleiding. Niettemin is het ren<strong>de</strong>ment bij <strong>de</strong><br />

meeste opleidingen lager dan <strong>de</strong> streefcijfers aangeven. Voordat enkele metho<strong>de</strong>n genoemd<br />

wor<strong>de</strong>n die tot betere ren<strong>de</strong>menten kunnen lei<strong>de</strong>n, merkt <strong>de</strong> commissie op dat uit <strong>de</strong> gesprekken<br />

met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten blijkt dat studievertraging in veel gevallen niet negatief geïnterpreteerd<br />

moet wor<strong>de</strong>n. Bestuurstaken, gegeven on<strong>de</strong>rwijs, journalistieke activiteiten en <strong>de</strong>rgelijke hebben<br />

toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten bij hun beroepsuitoefening. Een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n<br />

voor ogenschijnlijk slechte ren<strong>de</strong>menten is dat een aanzienlijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten<br />

Wiskun<strong>de</strong> daarnaast ook een an<strong>de</strong>re studie start, bijvoorbeeld Natuurkun<strong>de</strong> of Informatica,<br />

en zich na verloop van tijd geheel aan een van <strong>de</strong>ze studies wijdt. Zulke stu<strong>de</strong>nten hebben<br />

dus niet gefaald, zoals <strong>de</strong> cijfers suggereren, maar hebben een extra inspanning geleverd. Deze<br />

bre<strong>de</strong> basisvorming waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> commissie zeer positief.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

37


De begeleiding in het eerste jaar van <strong>de</strong> bachelorstudie was in het algemeen opmerkelijk goed.<br />

De in <strong>de</strong> laatste jaren verbeter<strong>de</strong> studiebegeleiding lijkt op veel plaatsen te resulteren in een<br />

verbetering van <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten. Omdat bij veel instellingen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en niet veel<br />

meer dan drie jaar gele<strong>de</strong>n gestart zijn, zijn er nog weinig cijfers beschikbaar en is het lastig om<br />

conclusies te trekken.<br />

Zoals el<strong>de</strong>rs vermeld kan het vormen van een bachelorklas ertoe bijdragen dat het bachelorproject<br />

tijdig wordt afgerond. Algemeen was het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

in drie jaar te voltooien was en dat opgelopen studievertraging het gevolg was van<br />

zelfgemaakte keuzen voor an<strong>de</strong>re activiteiten.<br />

De <strong>over</strong>gang van bachelor‐ naar masteropleiding wordt door opleidingen heel verschillend<br />

ingevuld, van <strong>de</strong> har<strong>de</strong> knip, waarbij geëist wordt dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die tot <strong>de</strong> masteropleiding<br />

wor<strong>de</strong>n toegelaten een bachelordiploma bezitten, tot <strong>de</strong> zachte knip waarbij <strong>de</strong> enige eis is<br />

dat stu<strong>de</strong>nten niet eer<strong>de</strong>r met het masterafstu<strong>de</strong>erproject beginnen dan als ze het bachelordiploma<br />

hebben. Bei<strong>de</strong> extremen kunnen tot studievertraging lei<strong>de</strong>n. De zachte knip omdat<br />

stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> lastige lagerejaarstentamens uitstellen, maar daardoor niet voldoen<strong>de</strong> voorbereid<br />

zijn om sommige hogerejaarsvakken te kunnen volgen, <strong>de</strong> har<strong>de</strong> knip omdat stu<strong>de</strong>nten<br />

die één bachelorvak missen moeten wachten tot het volgen<strong>de</strong> instapmoment van <strong>de</strong> masterstudie.<br />

Een argument dat in Delft gebruikt werd voor het invoeren van <strong>de</strong> har<strong>de</strong> knip was<br />

dat door <strong>de</strong>ze maatregel <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> eigen universiteit en die afkomstig van an<strong>de</strong>re<br />

universiteiten gelijk behan<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n. De commissie pleit voor een voorwaar<strong>de</strong>lijke knip<br />

lijkend op eer<strong>de</strong>rgenoemd studiecontract. Als niet aan <strong>de</strong> instroomeisen van <strong>de</strong> masterstudie<br />

is voldaan, maar het tekort min<strong>de</strong>r is dan het aantal EC <strong>over</strong>eenkomend met <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tot<br />

het volgen<strong>de</strong> instapmoment, dan kunnen afspraken wor<strong>de</strong>n gemaakt met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt <strong>over</strong><br />

wanneer <strong>de</strong> tekorten aangevuld wor<strong>de</strong>n en welke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> masteropleiding kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n gevolgd. De behaal<strong>de</strong> masterresultaten zijn dan geldig vanaf het moment dat aan<br />

alle ingangseisen is voldaan. Dezelf<strong>de</strong> procedure kan wor<strong>de</strong>n gevolgd voor stu<strong>de</strong>nten die<br />

van een an<strong>de</strong>re universiteit komen en kennis missen die voor <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> masterstudie<br />

bekend wordt veron<strong>de</strong>rsteld. Bij <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>lijke knip is er dan dus geen verschil tussen<br />

stu<strong>de</strong>nten afkomstig van <strong>de</strong> eigen en van an<strong>de</strong>re instellingen en ook geen gedwongen studievertraging.<br />

Als het tekort aan kennis groter is dan het bovengenoem<strong>de</strong> aantal EC, zal <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nt <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tot het volgen<strong>de</strong> instapmoment nodig hebben om zich <strong>de</strong> ontbreken<strong>de</strong><br />

kennis eigen te maken.<br />

In <strong>de</strong> masterfase is <strong>de</strong> hoeveelheid bachelorvakken die meetelt voor <strong>de</strong> masterstudie in <strong>de</strong><br />

meeste gevallen zeer beperkt. Bij sommige studies, met name in <strong>de</strong> communicatieve en educatieve<br />

richtingen, kan verbreding echter belangrijker zijn dan verdieping. Het feit dat stu<strong>de</strong>nten<br />

al een hoger niveau bereikt hebben mag geen re<strong>de</strong>n zijn om hen te beletten kennis te verwerven<br />

die relevant voor hen is en die ze nog niet bezitten. Het is echter wel een re<strong>de</strong>n om voor<br />

het behaal<strong>de</strong> resultaat niet het aantal EC toe te kennen dat gegeven wordt aan een bachelorstu<strong>de</strong>nt<br />

die hetzelf<strong>de</strong> tentamen doet maar min<strong>de</strong>r ver gevor<strong>de</strong>rd is. De Examencommissie dient<br />

te beoor<strong>de</strong>len of <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> bacheloron<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len relevant zijn en geen <strong>de</strong>el uitmaakten van <strong>de</strong><br />

vooropleiding van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt.<br />

De tijd besteed aan het masterafstu<strong>de</strong>erproject <strong>over</strong>schrijdt niet zel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> daarvoor gestel<strong>de</strong><br />

norm, maar ook hier is verbetering waar te nemen. Soms ligt <strong>de</strong> oorzaak bij <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt die<br />

ervoor kiest eerst nog iets extra’s uit te zoeken alvorens tot een daardoor verlate afronding te<br />

komen, soms bij <strong>de</strong> docent die te hoge eisen stelt of zaken niet op tijd nakijkt. Het afstu<strong>de</strong>er-<br />

38 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


protocol kan helpen vertraging te voorkomen, maar doorslaggevend is dat volgens <strong>de</strong> planning<br />

gewerkt wordt.<br />

Het is <strong>de</strong> commissie opgevallen dat er nog weinig systematisch gebruik wordt gemaakt van<br />

<strong>de</strong> ervaringen van alumni als ijkpunt voor <strong>de</strong> behaal<strong>de</strong> resultaten. Soms had <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong><br />

indruk dat pas het bezoek van <strong>de</strong> commissie aanleiding was om contact met alumni te zoeken.<br />

De commissie zou <strong>de</strong> opleidingen willen aansporen daar meer werk van te maken. De commissie<br />

is van mening dat het beroepenveld bij <strong>de</strong> opleiding zou dienen te wor<strong>de</strong>n betrokken door,<br />

bijvoorbeeld, voorstellen voor nieuwe studieprogramma’s te laten becommentariëren door een<br />

adviesraad samengesteld uit potentiële werkgevers van afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van die opleidingen,<br />

zoals dat al aan <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft en <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

gebeurt.<br />

3.6. Interuniversitaire samenwerking<br />

Tussen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen die aan negen Ne<strong>de</strong>rlandse universiteiten zijn ingericht,<br />

bestaan sinds enkele jaren meer<strong>de</strong>re vormen van samenwerking. Er zijn bilaterale vormen van<br />

samenwerking, er bestaat samenwerking tussen meer<strong>de</strong>re universiteiten en er wordt lan<strong>de</strong>lijk<br />

samengewerkt. Er zijn goe<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen voor <strong>de</strong>ze ontwikkeling. De wiskun<strong>de</strong>opleidingen hebben<br />

al jarenlang te kampen met een geringe instroom. Dat betekent dat <strong>de</strong> aantallen stu<strong>de</strong>nten<br />

aan wie on<strong>de</strong>rwijs wordt gegeven vooral in <strong>de</strong> masteropleidingen vaak klein zijn. Dat is weinig<br />

efficiënt, en soms ook min<strong>de</strong>r inspirerend voor docent en stu<strong>de</strong>nten. Daarnaast heeft <strong>de</strong><br />

geringe instroom gevolgen voor <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> staf, vooral bij <strong>de</strong> algemene universiteiten.<br />

Het wordt daardoor moeilijker, zeker bij <strong>de</strong> masteropleidingen, een on<strong>de</strong>rwijsprogramma aan<br />

te bie<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>el- en toepassingsgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in voldoen<strong>de</strong><br />

mate gerepresenteerd wor<strong>de</strong>n. Ook dreigt bij kleine opleidingen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsbelasting voor <strong>de</strong><br />

staf te groot te wor<strong>de</strong>n, wat weer negatieve gevolgen heeft voor het on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Het opheffen van opleidingen en concentreren van <strong>de</strong> <strong>over</strong>ige wiskun<strong>de</strong>opleidingen zou het<br />

aantal wiskun<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten nog ver<strong>de</strong>r doen afnemen. Gezien <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> rol van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> bij veel an<strong>de</strong>re wetenschappelijke disciplines is een bre<strong>de</strong> algemene of technische<br />

universiteit zon<strong>de</strong>r wiskun<strong>de</strong>opleiding bovendien nauwelijks <strong>de</strong>nkbaar. De visitatiecommissie<br />

Wiskun<strong>de</strong> en informatica van 1990 en <strong>de</strong> verkenningscommissie Wiskun<strong>de</strong> 1992 hebben<br />

daarom al aangedrongen op samenwerking op het gebied van het universitaire wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Ook daarna is door commissies samenwerking tussen wiskun<strong>de</strong>opleidingen bepleit.<br />

Deze visitatiecommissie constateert met voldoening dat op dit gebied inmid<strong>de</strong>ls veel tot stand<br />

is gebracht. In het vervolg van dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vormen van samenwerking<br />

in kaart gebracht. Waar passend plaatst <strong>de</strong> commissie kritische opmerkingen en doet zij<br />

aanbevelingen voor verbetering. Vooraf wil <strong>de</strong> commissie nog eens benadrukken dat zij positief<br />

staat tegen<strong>over</strong> <strong>de</strong> huidige en ver<strong>de</strong>re vormen van samenwerking mits daardoor een evenwichtige<br />

spreiding van <strong>de</strong> opleidingen <strong>over</strong> het land in stand wordt gehou<strong>de</strong>n.<br />

<br />

Hoewel niet tot <strong>de</strong> te visiteren opleidingen behorend, wor<strong>de</strong>n in dit hoofdstuk <strong>de</strong> bachelor- en masteropleiding<br />

Wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n mee in beschouwing genomen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

39


Samenwerking op het niveau van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en<br />

Samenwerking op het niveau van <strong>bacheloropleiding</strong>en is op zijn plaats tussen opleidingen die<br />

enerzijds dui<strong>de</strong>lijke <strong>over</strong>eenkomsten hebben, maar an<strong>de</strong>rzijds verschillend van signatuur zijn.<br />

Concreet kan hierbij gedacht wor<strong>de</strong>n aan een combinatie van <strong>bacheloropleiding</strong>en van een<br />

algemene en een technische universiteit. Grote <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s kunnen dan <strong>over</strong>eenkomstig<br />

wor<strong>de</strong>n uitgevoerd met accentverschillen afhankelijk van <strong>de</strong> kleur van <strong>de</strong> betrokken<br />

instelling. Een <strong>de</strong>rgelijke samenwerking is sinds enkele jaren in <strong>de</strong> praktijk gebracht door<br />

<strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft. Het prope<strong>de</strong>useprogramma is op<br />

bei<strong>de</strong> instellingen hetzelf<strong>de</strong>, waarbij veelal gebruikgemaakt wordt van hetzelf<strong>de</strong> lesmateriaal,<br />

maar wordt voor <strong>de</strong> meeste vakken op bei<strong>de</strong> plaatsen uitgevoerd. Het vak Algebra I wordt<br />

alleen in Lei<strong>de</strong>n gegeven, <strong>de</strong> Delftse stu<strong>de</strong>nten volgen dat vak aldaar. Een vergelijkbare regeling,<br />

maar dan met locatie Delft, geldt voor het vak Mo<strong>de</strong>lleren. Ook <strong>over</strong> <strong>de</strong> toetsing wordt<br />

<strong>over</strong>legd. In het twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verschillen groter en zijn er meer vakken<br />

die slechts op één locatie wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n, maar ook dan zijn aanzienlijke <strong>de</strong>len van het<br />

programma gelijk. Stu<strong>de</strong>nten mogen van het Delftse en van het Leidse aanbod gebruikmaken.<br />

Er is een gemeenschappelijke studiegids voor <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> opleidingen. Het voor<strong>de</strong>el is dat<br />

bei<strong>de</strong> opleidingen nu een bre<strong>de</strong>r programma kunnen aanbie<strong>de</strong>n dan an<strong>de</strong>rs mogelijk zou zijn<br />

geweest. Stu<strong>de</strong>nten maken bovendien kennis met een verwante, maar toch an<strong>de</strong>rs ingekleur<strong>de</strong><br />

opleiding en kunnen zich beter op het vervolg van hun studie oriënteren. Een <strong>over</strong>stap na <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> van <strong>de</strong> ene universiteit naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re is zon<strong>de</strong>r tijdverlies te realiseren.<br />

De commissie is positief <strong>over</strong> <strong>de</strong>ze samenwerking, die naar haar oor<strong>de</strong>el voor bei<strong>de</strong> partijen<br />

gunstig heeft uitgewerkt. Naar haar mening liggen er ook mogelijkhe<strong>de</strong>n voor an<strong>de</strong>re opleidingen.<br />

Zij <strong>de</strong>nkt daarbij expliciet aan een mogelijke samenwerking tussen <strong>de</strong> Radboud Universiteit<br />

Nijmegen en <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven.<br />

Samenwerking op het niveau van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

In het rapport van <strong>de</strong> verkenningscommissie Wiskun<strong>de</strong> van 1992 werd <strong>de</strong> aanbeveling gedaan<br />

het on<strong>de</strong>rwijs in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> en vier<strong>de</strong> jaar (<strong>de</strong> opleidingen waren toen nog onge<strong>de</strong>eld en vierjarig)<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen van <strong>de</strong> Vrije Universiteit en <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam<br />

gezamenlijk in te vullen. Daarnaast beval zij aan <strong>de</strong> eerste twee jaar van bei<strong>de</strong> opleidingen<br />

op die gemeenschappelijke invulling af te stemmen. An<strong>de</strong>re aanbevelingen uit het rapport<br />

had<strong>de</strong>n betrekking op afspraken <strong>over</strong> <strong>de</strong> invulling van vacatures en <strong>de</strong> coördinatie van het<br />

on<strong>de</strong>rwijsaanbod en <strong>de</strong> tentamens. Deze aanbevelingen zijn inmid<strong>de</strong>ls voor een belangrijk <strong>de</strong>el<br />

gerealiseerd. Voor <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and financial mathematics<br />

is een gemeenschappelijk cursusaanbod gerealiseerd. Masterstu<strong>de</strong>nten kunnen kiezen uit<br />

het on<strong>de</strong>rling afgestem<strong>de</strong> collegeaanbod van bei<strong>de</strong> opleidingen en naar keuze bij een van bei<strong>de</strong><br />

opleidingen afstu<strong>de</strong>ren. De betrokken opleidingsdirecteuren plegen regelmatig <strong>over</strong>leg. De<br />

On<strong>de</strong>rwijs- en Examenreglementen van <strong>de</strong> opleidingen zijn inmid<strong>de</strong>ls i<strong>de</strong>ntiek. Bij <strong>de</strong> vervulling<br />

van vacatures vindt on<strong>de</strong>rlinge afstemming plaats. In bei<strong>de</strong> studiegidsen wordt gesproken<br />

<strong>over</strong> een gemeenschappelijke masteropleiding van <strong>de</strong> Vrije Universiteit en <strong>de</strong> Universiteit van<br />

Amsterdam en is informatie <strong>over</strong> bei<strong>de</strong> opleidingen te vin<strong>de</strong>n.<br />

Er zijn nog wel enkele knelpunten. Stu<strong>de</strong>nten moeten zich bij bei<strong>de</strong> opleidingen inschrijven,<br />

en dat geeft nog wel eens problemen. Een gemeenschappelijke kwaliteitszorg – behorend bij<br />

een als gemeenschappelijk geafficheer<strong>de</strong> opleiding – is nog maar voor een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> grond<br />

40 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


gekomen. Er zijn kort gele<strong>de</strong>n wel afspraken gemaakt <strong>over</strong> een gemeenschappelijke aanpak<br />

van evaluatie van vakken, maar <strong>de</strong> Opleidingscommissies verga<strong>de</strong>ren nog maar zeer inci<strong>de</strong>nteel<br />

gezamenlijk. Hoewel er een gemeenschappelijk On<strong>de</strong>rwijs‐ en Examenreglement is, is<br />

het <strong>de</strong> commissie niet gebleken dat er on<strong>de</strong>rlinge afstemming van toetsing plaatsvindt. Voor<br />

<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van het afstu<strong>de</strong>erwerk wor<strong>de</strong>n niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> formulieren gebruikt. De term<br />

‘gemeenschappelijke masteropleiding’ wordt dan ook nog niet volledig waargemaakt, ook al<br />

zijn belangrijke stappen in die richting gezet. De commissie beveelt bei<strong>de</strong> instellingen aan<br />

bovengenoem<strong>de</strong> punten op te lossen, c.q. na<strong>de</strong>re afspraken te maken, zodat binnen afzienbare<br />

termijn van een echt gemeenschappelijke masteropleiding gesproken kan wor<strong>de</strong>n. Uit <strong>de</strong> reactie<br />

op het conceptrapport blijkt dat per september 2007 <strong>de</strong> inschrijving van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten in<br />

<strong>de</strong> masterprogramma’s nu automatisch bij <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenadminstraties van bei<strong>de</strong> universiteiten<br />

tegelijk plaatsvindt en dat voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van het afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> formulieren<br />

wor<strong>de</strong>n gebruikt.<br />

Voor <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics werken <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> Amsterdamse<br />

opleidingen samen met <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht. Binnen<br />

die laatste master bestaat <strong>de</strong> variant Stochastics and financial mathematics, die vergelijkbaar<br />

is met <strong>de</strong> Amsterdamse opleidingen. Deze samenwerking gaat min<strong>de</strong>r ver dan tussen bei<strong>de</strong><br />

Amsterdamse opleidingen en richt zich vooral op afstemming van het collegeaanbod waarvan<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> drie opleidingen gebruik kunnen maken. De Universiteit Lei<strong>de</strong>n heeft het<br />

voornemen om zich voor <strong>de</strong> <strong>over</strong>eenkomstige variant binnen haar masteropleiding Wiskun<strong>de</strong><br />

bij <strong>de</strong>ze samenwerking aan te sluiten.<br />

De voor<strong>de</strong>len van samenwerking zijn dui<strong>de</strong>lijk. Het collegeaanbod is bre<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsbelasting<br />

voor <strong>de</strong> staf lager en <strong>de</strong> colleges wor<strong>de</strong>n door meer stu<strong>de</strong>nten gevolgd. Het geheel is<br />

niet alleen efficiënter, maar leidt ook tot meer contacten tussen docenten en stu<strong>de</strong>nten van<br />

verschillen<strong>de</strong> universiteiten. De commissie vindt dit een positieve ontwikkeling en zou graag<br />

zien dat ook op het gebied van <strong>de</strong> mathematische fysica een vergelijkbaar samenwerkingsverband<br />

tot stand zou komen. De Universiteit van Amsterdam heeft een kwalitatief zeer goe<strong>de</strong><br />

opleiding in <strong>de</strong>ze richting, die echter weinig stu<strong>de</strong>nten telt. Bij <strong>de</strong> Universiteit Utrecht liggen<br />

er mogelijkhe<strong>de</strong>n voor een nauwe samenwerking vanuit <strong>de</strong> masteropleiding Wiskun<strong>de</strong> met <strong>de</strong><br />

sterke groepen theoretische fysica en meetkun<strong>de</strong>. Op <strong>de</strong> Radboud Universiteit bestaat binnen<br />

<strong>de</strong> masteropleiding Wiskun<strong>de</strong> een richting Mathematical physics. Ook bij <strong>de</strong>ze universiteiten<br />

zal het aantal stu<strong>de</strong>nten voor <strong>de</strong>ze richtingen klein blijven. Samenwerking tussen <strong>de</strong>ze drie<br />

universiteiten lijkt daarom een goe<strong>de</strong> zaak en kan binnen het zojuist gestarte cluster Geometry<br />

and quantum theory eenvoudig gerealiseerd wor<strong>de</strong>n. Hierbij kan <strong>over</strong>wogen wor<strong>de</strong>n om er<br />

ook <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> meetkun<strong>de</strong> en theorie van Liegroepen bij te betrekken.<br />

An<strong>de</strong>re varianten waarbij om bovengenoem<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen samenwerking <strong>over</strong>wogen kan wor<strong>de</strong>n,<br />

zijn bijvoorbeeld Discrete mathematics and applications aan <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit<br />

Eindhoven en Computeralgebra aan <strong>de</strong> Radboud Universiteit Nijmegen, in het ka<strong>de</strong>r van het<br />

cluster DIAMANT, en Statistics, probability and pperations research aan <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit<br />

Eindhoven en Financiële Wiskun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Radboud Universiteit Nijmegen, gebruikmakend<br />

van <strong>de</strong> aanwezigheid van het on<strong>de</strong>rzoeksinstituut EURANDOM in Eindhoven.<br />

<br />

In <strong>de</strong> studiegids van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht wordt ten onrechte gesuggereerd dat het hier om een aparte masteropleiding<br />

gaat.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

41


De 3TU-samenwerking<br />

Bij <strong>de</strong> introductie van <strong>de</strong> bachelor-masterstructuur heeft <strong>de</strong> inrichting van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Applied mathematics op <strong>de</strong> drie technische universiteiten in on<strong>de</strong>rling <strong>over</strong>leg plaatsgevon<strong>de</strong>n.<br />

De grondslag voor <strong>de</strong>ze samenwerking is gelegd in het sectorplan Wetenschap en Techniek<br />

van 2004, waaraan <strong>de</strong> drie technische universiteiten zich hebben gecommitteerd. Het resultaat<br />

van <strong>de</strong>ze samenwerking is een voor <strong>de</strong> drie opleidingen vergelijkbaar gestructureer<strong>de</strong> eerste<br />

helft van het cursorisch jaar van <strong>de</strong> masteropleiding, dat bovendien een aantal gemeenschappelijke<br />

vakken bevat. De drie opleidingen starten met een i<strong>de</strong>ntiek en verplicht Entree -pakket<br />

van 18 EC, dat op elk van <strong>de</strong> technische universiteiten wordt aangebo<strong>de</strong>n. De drie vakken uit<br />

dit pakket zijn door vakkenteams bestaan<strong>de</strong> uit docenten van <strong>de</strong> drie technische universiteiten<br />

ontwikkeld. Daarna volgt een Oriëntatie-<strong>de</strong>el van 12 EC, een pakket van acht vakken waaruit<br />

er twee gekozen moeten wor<strong>de</strong>n. Deze vakken, behalve Risk analysis, wor<strong>de</strong>n op één centrale<br />

plaats in Ne<strong>de</strong>rland aangebo<strong>de</strong>n. Inmid<strong>de</strong>ls maakt dit pakket <strong>de</strong>el uit van het lan<strong>de</strong>lijk aanbod<br />

van het Regieorgaan (zie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> sectie).<br />

In februari 2007 is <strong>de</strong> 3TU.Fe<strong>de</strong>ratie opgericht, waarin <strong>de</strong> drie technische universiteiten<br />

samenwerken. Het ligt in <strong>de</strong> lijn <strong>de</strong>r verwachting dat van <strong>de</strong> vorming van <strong>de</strong>ze fe<strong>de</strong>ratie een<br />

positieve stimulans voor ver<strong>de</strong>re samenwerking tussen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen zal uitgaan.<br />

De commissie is voorstan<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>ze samenwerking. Zij vindt het daarbij wel noodzakelijk<br />

dat <strong>de</strong> 3TU-samenwerking goed wordt ingepast in <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke samenwerking op het gebied<br />

van <strong>de</strong> masteropleidingen Wiskun<strong>de</strong>, zodat ook stu<strong>de</strong>nten van an<strong>de</strong>re universiteiten van het<br />

collegeaanbod gebruik kunnen maken.<br />

Lan<strong>de</strong>lijke samenwerking<br />

In het Sectorplan Natuurwetenschappen van oktober 2003 is het voornemen geformuleerd<br />

om tot lan<strong>de</strong>lijke samenwerking tussen en afstemming van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse masteropleidingen<br />

in <strong>de</strong> bètasector te komen. Op basis hiervan zijn plannen ontwikkeld om een aanbod van<br />

lan<strong>de</strong>lijk te verzorgen colleges voor <strong>de</strong> masteropleidingen Wiskun<strong>de</strong> te realiseren, waaraan stu<strong>de</strong>nten<br />

van alle opleidingen voor een bepaald minimum studiepunten moeten <strong>de</strong>elnemen. De<br />

Stuurgroep Sectorplan Natuurwetenschappen heeft in januari 2004 besloten dat dit lan<strong>de</strong>lijk<br />

aanbod voor <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>masters in september 2004 van start zou gaan. Met <strong>de</strong>ze samenwerking<br />

wordt een aantal doelen nagestreefd. Samengevat gaat het om het zeker stellen van hoge<br />

kwaliteit, het verhogen van <strong>de</strong> doelmatigheid, het stimuleren van interactie tussen stu<strong>de</strong>nten<br />

van verschillen<strong>de</strong> instellingen en het verkrijgen van een beter inzicht in het lan<strong>de</strong>lijk potentieel<br />

van promovendi. Inmid<strong>de</strong>ls was ook een Sectorplan Wetenschap en Techniek tot stand<br />

gebracht waarin werd voorzien in samenwerking tussen <strong>de</strong> drie technische universiteiten, ook<br />

op het gebied van <strong>de</strong> (technische) wiskun<strong>de</strong>. Deze universiteiten achtten zich vooral aan dit<br />

laatste plan gebon<strong>de</strong>n, wat consequenties had voor hun participatie aan <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke samenwerking<br />

op basis van het Sectorplan Natuurwetenschappen.<br />

De concrete uitwerking van <strong>de</strong> voornemens tot lan<strong>de</strong>lijke samenwerking heeft geleid tot <strong>de</strong><br />

oprichting van het Regieorgaan wiskun<strong>de</strong>-masteropleidingen, dat tot taak heeft te zorgen voor<br />

een breed aanbod van mastercolleges op lan<strong>de</strong>lijke schaal. Het grootste <strong>de</strong>el van het aanbod<br />

bestaat uit basiscolleges, bedoeld voor een breed gehoor van minstens twintig stu<strong>de</strong>nten per<br />

college. Deze colleges wor<strong>de</strong>n op enkele centraal gelegen locaties aangebo<strong>de</strong>n. Daarnaast zijn<br />

er colleges voor gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, verzorgd door on<strong>de</strong>rzoeksscholen en clusters, eveneens centraal<br />

42 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


aangebo<strong>de</strong>n, en <strong>over</strong>ige colleges van meer dan lokaal belang. Dit laatste type college wordt<br />

lokaal verzorgd, maar wel op <strong>de</strong> website van het Regieorgaan vermeld. Wat betreft <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n<br />

voor het voorberei<strong>de</strong>n en verzorgen van het on<strong>de</strong>rwijs en het afnemen van <strong>de</strong><br />

tentamens zijn <strong>de</strong> nodige afspraken gemaakt en formele regelingen getroffen, zodat <strong>de</strong> betrokkenheid<br />

van alle opleidingen verzekerd is en <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n afge<strong>de</strong>kt zijn. Zo is er<br />

een ministeriële regeling die het mogelijk maakt dat wiskun<strong>de</strong>docenten op bepaal<strong>de</strong> plaatsen<br />

buiten hun universiteit on<strong>de</strong>rwijs geven.<br />

Het jaarlijkse aanbod van het Regieorgaan van colleges en docenten wordt voor elk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> bepaald door vakteams. Hierbij wordt op kwaliteit gelet en gestreefd naar een evenredige<br />

ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijslast <strong>over</strong> <strong>de</strong> universiteiten. Als er op een wiskun<strong>de</strong><strong>de</strong>elgebied een<br />

wiskun<strong>de</strong>cluster is, wordt dit erbij betrokken. Op het gebied van <strong>de</strong> mathematische besliskun<strong>de</strong>,<br />

dat al veel langer het systeem van lan<strong>de</strong>lijke colleges kent, is <strong>de</strong> situatie gecontinueerd. Het ligt<br />

voor <strong>de</strong> hand, voor z<strong>over</strong> dat nu nog niet gebeurt maar wel passend lijkt, op gebie<strong>de</strong>n met interuniversitaire<br />

samenwerking <strong>de</strong> selectie van het collegeaanbod aan zo’n samenwerkingsverband te<br />

<strong>de</strong>legeren. Dit verzekert ook <strong>de</strong> steun van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> universiteiten aan het Regieorgaan.<br />

Bijna alle masteropleidingen van <strong>de</strong> algemene universiteiten hebben inmid<strong>de</strong>ls in het OER <strong>de</strong><br />

verplichting opgenomen dat elke stu<strong>de</strong>nt voor minstens 30 EC aan vakken van het lan<strong>de</strong>lijk aanbod<br />

afneemt. In <strong>de</strong> reglementen van <strong>de</strong> technische universiteiten ontbreekt een <strong>de</strong>rgelijke bepaling.<br />

Wel maken <strong>de</strong> keuzevakken uit het oriëntatie<strong>de</strong>el, waarvan er minstens twee (12 EC) gekozen<br />

moeten wor<strong>de</strong>n, inmid<strong>de</strong>ls <strong>de</strong>el uit van het lan<strong>de</strong>lijk aanbod van het Regieorgaan. Een effect daarvan<br />

is dat <strong>de</strong>ze vakken ook door stu<strong>de</strong>nten van algemene universiteiten kunnen wor<strong>de</strong>n gevolgd.<br />

Een belangrijk punt van aandacht bij een lan<strong>de</strong>lijke organisatie is <strong>de</strong> bewaking van <strong>de</strong> kwaliteit<br />

van <strong>de</strong> aangebo<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Doordat <strong>de</strong> gekozen vakken <strong>de</strong>el uitmaken van <strong>de</strong> masterprogramma’s<br />

op basis waarvan <strong>de</strong> opleidingen diploma’s afgeven, is er een formele verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

vanuit <strong>de</strong> betrokken opleidingen. De commissie vindt het belangrijk dat <strong>de</strong><br />

opleidingen die verantwoor<strong>de</strong>lijkheid ook waarmaken en daadwerkelijke betrokkenheid tonen.<br />

Dit is nodig voor behoud van een breed draagvlak voor <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke samenwerking.<br />

Het Regieorgaan verzorgt <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> gegeven vakken door mid<strong>de</strong>l van enquêtes na<br />

afloop. De gegevens van <strong>de</strong>ze evaluaties wor<strong>de</strong>n doorgegeven aan <strong>de</strong> betrokken opleidingen.<br />

De betrokkenheid van <strong>de</strong> opleidingen met het lan<strong>de</strong>lijk aanbod lijkt nog niet groot genoeg.<br />

Die indruk wordt versterkt door <strong>de</strong> omstandigheid dat in <strong>de</strong> meeste zelfstudies weinig aandacht<br />

wordt besteed aan het lan<strong>de</strong>lijke aanbod en <strong>de</strong> kwaliteit daarvan. Alleen in <strong>de</strong> zelfstudie<br />

van <strong>de</strong> Universiteit Twente is een uitgebreid verslag te vin<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke cursussen<br />

waaraan stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> Universiteit Twente hebben <strong>de</strong>elgenomen. Als geheel wordt daarin<br />

een positief beeld geschetst. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> Universiteit Twente vin<strong>de</strong>n het leuk om met<br />

stu<strong>de</strong>nten van an<strong>de</strong>re universiteiten te werken en om colleges in grotere groepen te volgen, en<br />

<strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> vakken wordt gewaar<strong>de</strong>erd. Deze waar<strong>de</strong>ring bleek ook bij <strong>de</strong> gesprekken<br />

met masterstu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> visitaties. Wel werd een aantal praktische problemen gesignaleerd.<br />

De informatie en communicatie rond <strong>de</strong> vakken zijn soms onvoldoen<strong>de</strong>, <strong>de</strong> aanmeldingsprocedure<br />

is vaak lastig, <strong>de</strong> organisatie laat soms te wensen <strong>over</strong> en <strong>de</strong> verwerking van <strong>de</strong><br />

tentamenresultaten duurt te lang. Ook kwamen problemen naar voren bij <strong>de</strong> afstemming van<br />

plaatselijke en lan<strong>de</strong>lijke collegeroosters.<br />

<br />

In het On<strong>de</strong>rwijs‐ en Examenreglement van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht<br />

wordt geen aantal genoemd.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

43


Het is <strong>de</strong> commissie gebleken dat eindtermen <strong>over</strong> <strong>de</strong> maatschappelijke functie van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

en beroepsoriëntatie nogal eens niet zichtbaar wor<strong>de</strong>n gemaakt in <strong>de</strong> masterprogramma’s. Het<br />

is ook lastig om met een kleine staf elk jaar te zorgen voor een cursus <strong>over</strong> <strong>de</strong> maatschappelijke<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> wiskundige of het gebruik van <strong>de</strong> Engelse taal bij het mon<strong>de</strong>ling<br />

en schriftelijk rapporteren van wiskun<strong>de</strong>. De commissie adviseert <strong>de</strong>ze activiteiten in nationaal<br />

verband, bijvoorbeeld in <strong>de</strong> vorm van een studiedag of een studieweek, te presenteren.<br />

Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie heeft <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse wiskundige gemeenschap met <strong>de</strong><br />

creatie van het lan<strong>de</strong>lijke aanbod van wiskun<strong>de</strong>colleges binnen een korte perio<strong>de</strong> een prestatie<br />

van formaat verricht. De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> inzet van <strong>de</strong> betrokken docenten en van het<br />

Regieorgaan en oor<strong>de</strong>elt positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> bereidheid van alle opleidingen om een ge<strong>de</strong>elte van<br />

<strong>de</strong> eigen autonomie in te leveren. De commissie is van mening dat <strong>de</strong> in het begin van <strong>de</strong>ze<br />

sectie geschetste doelen al in korte tijd in belangrijke mate gerealiseerd zijn. Zij vindt het tot<br />

stand komen van het lan<strong>de</strong>lijke aanbod mastervakken een belangrijke bijdrage aan het in stand<br />

hou<strong>de</strong>n van een breed en kwalitatief hoogstaand aanbod van masteropleidingen Wiskun<strong>de</strong>.<br />

De nog gebleken praktische problemen beschouwt zij vooral als aanloopverschijnselen. Wel<br />

beveelt zij het Regieorgaan aan om er serieus aandacht aan te beste<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> website<br />

uit te bouwen tot een volwaardige elektronische leeromgeving. De <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> masteropleidingen<br />

beveelt zij aan <strong>de</strong> kwaliteitszorg ook voor <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke vakken volwaardig mee te<br />

nemen binnen het systeem van interne kwaliteitszorg. Ten slotte wil zij er bij on<strong>de</strong>rzoeksscholen,<br />

clusters en vooral ook <strong>de</strong> technische universiteiten op aandringen <strong>de</strong> colleges en cursussen<br />

die daarvoor in aanmerking komen in te brengen bij het Regieorgaan zodat ze voor alle<br />

stu<strong>de</strong>nten van Ne<strong>de</strong>rlandse universiteiten makkelijker toegankelijk wor<strong>de</strong>n.<br />

3.7. Lerarenopleidingen<br />

Wiskun<strong>de</strong> speelt van oudsher een belangrijke rol in het on<strong>de</strong>rwijs, vanaf het basison<strong>de</strong>rwijs<br />

waar rekenen een belangrijk vak is, tot het hoger on<strong>de</strong>rwijs, waar wiskun<strong>de</strong> bij veel opleidingen<br />

een onmisbaar on<strong>de</strong>rsteunend vak is. On<strong>de</strong>rwijs, en zeker ook <strong>de</strong> rol en functie van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> daarbinnen, is <strong>de</strong> laatste tijd sterk in discussie. In een reeks van rapporten, zoals van<br />

<strong>de</strong> Koninklijke Ne<strong>de</strong>rlandse Aka<strong>de</strong>mie van Wetenschappen, het Sociaal Cultureel Planbureau,<br />

<strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijsraad en het Ministerie van On<strong>de</strong>rwijs, Cultuur en Wetenschappen, wordt aandacht<br />

besteed aan <strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs op het vwo, met name ook met betrekking<br />

tot <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Uit <strong>de</strong>ze rapporten spreekt een dui<strong>de</strong>lijke zorg <strong>over</strong> die kwaliteit. Eén aspect<br />

van zorg is het opleidingsniveau van <strong>de</strong> leraren. Het percentage onbevoeg<strong>de</strong> en on<strong>de</strong>rbevoeg<strong>de</strong><br />

leraren neemt toe, het percentage leraren met een aca<strong>de</strong>mische opleiding neemt af. Daarnaast<br />

leeft er in bre<strong>de</strong> kring onvre<strong>de</strong> <strong>over</strong> het huidige niveau van het reken/wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs. Deze<br />

onvre<strong>de</strong> bestaat niet alleen binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>wereld, maar ook bij opleidingen op het gebied<br />

van <strong>de</strong> natuurwetenschappen en economie. Ook in een recent rapport van <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijsraad<br />

wordt zorg hier<strong>over</strong> geuit.<br />

De universitaire lerarenopleidingen zijn <strong>de</strong> laatste jaren sterk in beweging. In het bètaconvenant<br />

van 1998 zijn afspraken gemaakt om <strong>de</strong> lerarenopleidingen beter in <strong>de</strong> vakprogramma’s te<br />

integreren. In <strong>de</strong> recente sectorplannen voor exacte en technische opleidingen en voor <strong>de</strong> universitaire<br />

lerarenopleidingen zelf wor<strong>de</strong>n na<strong>de</strong>re plannen voor <strong>de</strong>ze opleidingen uitgewerkt.<br />

De visitatiecommissie Wiskun<strong>de</strong> heeft bij haar werkzaamhe<strong>de</strong>n ook te maken gekregen met<br />

lerarenopleidingen Wiskun<strong>de</strong>, met name omdat die opleidingen soms <strong>de</strong>el uitmaken van <strong>de</strong><br />

44 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


educatieve mastervariant van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleiding. Ook waar dit niet het geval is, voelen <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>opleidingen zich sterk bij <strong>de</strong> lerarenopleiding betrokken.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat maar weinig stu<strong>de</strong>nten voor <strong>de</strong> educatieve variant kiezen.<br />

Ook werd <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong>ze opleidingen door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten vaak negatief beoor<strong>de</strong>eld.<br />

De samenhang tussen vak- en didactische on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len is gering. Dit alles is voor <strong>de</strong> commissie<br />

re<strong>de</strong>n om in haar rapport expliciet aandacht te beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> lerarenopleidingen en suggesties<br />

te doen voor verbeteringen.<br />

De commissie meent dat er in het lan<strong>de</strong>lijke aanbod cursussen opgenomen zou<strong>de</strong>n moeten<br />

wor<strong>de</strong>n die zich richten op <strong>de</strong> didactiek van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. De didactiek die aan bod komt<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lerarenopleiding is vaak niet toegespitst op <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, omdat wiskun<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten<br />

<strong>de</strong>ze opleiding volgen samen met an<strong>de</strong>re bètastu<strong>de</strong>nten. De cursussen voor leraren die op dit<br />

moment in het lan<strong>de</strong>lijke aanbod zijn opgenomen, zijn wel nuttig als verbreding, maar richten<br />

zich niet specifiek op <strong>de</strong> didactiek van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Specifieke problemen van het wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs<br />

Er heerst een aanzienlijke onvre<strong>de</strong> <strong>over</strong> het niveau van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>vaardigheid van stu<strong>de</strong>nten<br />

die met een vwo-diploma aan een exacte studie beginnen. De door sommige universiteiten<br />

geïntroduceer<strong>de</strong> instaptoets wordt slecht gemaakt, waarbij met name een gebrek aan algebraïsche<br />

vaardighe<strong>de</strong>n blijkt. Gevreesd moet wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze problemen nog zullen toenemen als<br />

het urenaantal voor wiskun<strong>de</strong> B vanaf 2007 drastisch zal wor<strong>de</strong>n gereduceerd. De introductie<br />

van wiskun<strong>de</strong> D, een op zich prijzenswaardig initiatief, zal hiervoor slechts voor een <strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten compensatie bie<strong>de</strong>n. Dit betreft immers een keuzevak en zal maar door een <strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong> bèta-instroom wor<strong>de</strong>n gevolgd.<br />

Algebraïsche vaardighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n vooral in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw van havo/vwo geleerd. Daar is<br />

abstracte wiskun<strong>de</strong> vervangen door realistische wiskun<strong>de</strong>. Dat is een zegen voor <strong>de</strong> leerling<br />

die problemen heeft met abstraheren. Deze is erbij gebaat het telkens in een an<strong>de</strong>re context<br />

voorkomen<strong>de</strong> (standaard)mo<strong>de</strong>l te leren herkennen en dan het probleem, bijvoorbeeld met<br />

<strong>de</strong> grafische rekenmachine, op te lossen. Voor <strong>de</strong> potentiële stu<strong>de</strong>nten exacte wetenschappen<br />

schiet <strong>de</strong>ze aanpak echter ernstig tekort. Zij wor<strong>de</strong>n niet op hun niveau aangesproken<br />

en ervaren wiskun<strong>de</strong> als een saai vak, waarvoor ze zich niet hoeven in te spannen. In plaats<br />

daarvan zou<strong>de</strong>n zij in <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> vertrouwd moeten raken met logisch re<strong>de</strong>neren, abstractie<br />

en <strong>de</strong> nodige algebraïsche vaardighe<strong>de</strong>n moeten leren doorgron<strong>de</strong>n en beheersen. Dan hoeven<br />

zij bij mo<strong>de</strong>lvorming niet steeds <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> structuur te herkennen – voor hen al te makkelijk<br />

– maar kunnen ze zelf een mo<strong>de</strong>l zoeken dat ze kunnen hanteren. Deze activiteit, die een veel<br />

realistischer beeld geeft van wat van een wetenschapper verwacht wordt dan het zogenaam<strong>de</strong><br />

realistische wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs, doet een beroep op <strong>de</strong> creativiteit van <strong>de</strong> begaaf<strong>de</strong> leerling en<br />

het kennisniveau van <strong>de</strong> leraar.<br />

Een probleem bij het vormgeven van <strong>de</strong>rgelijk on<strong>de</strong>rwijs is het gebrek aan aca<strong>de</strong>misch<br />

gevorm<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>leraren. De vakkennis van <strong>de</strong> niet aca<strong>de</strong>misch gevorm<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>leraar<br />

met een twee<strong>de</strong>graads bevoegdheid ligt op ‘vwo +’-niveau, dat wil zeggen niet boven dat van<br />

het eerste semester van een universitaire wiskun<strong>de</strong>studie. De niet aca<strong>de</strong>misch gevorm<strong>de</strong> eerstegra<strong>de</strong>r<br />

komt nauwelijks ver<strong>de</strong>r dan het eerste jaar van een universitaire wiskun<strong>de</strong>opleiding.<br />

Het is dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> vakkennis van dit type wiskun<strong>de</strong>leraren tekortschiet om vwo’ers ie<strong>de</strong>r<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

45


op haar of zijn niveau te bedienen. Het is van groot belang dat er meer aca<strong>de</strong>misch gevorm<strong>de</strong><br />

docenten wiskun<strong>de</strong> op het vwo gaan lesgeven. Zoals diverse rapporten aangeven, zal dit percentage<br />

<strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren echter zon<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>re ingrepen juist ver<strong>de</strong>r dalen.<br />

De huidige situatie van <strong>de</strong> universitaire lerarenopleidingen<br />

Op alle (technische) universiteiten die een masteropleiding Wiskun<strong>de</strong> aanbie<strong>de</strong>n is het mogelijk<br />

een eerstegraadsbevoegdheid wiskun<strong>de</strong> te behalen. Dat kan op drie manieren: via een<br />

tweejarige communicatieve/educatieve variant binnen <strong>de</strong> masteropleiding mathematics, via een<br />

aparte tweejarige opleiding tot master of mathematics education (of een <strong>de</strong>rgelijke titel), of via<br />

een eenjarige postdoctorale opleiding na het behalen van het masterdiploma. Ook stu<strong>de</strong>nten die<br />

wiskun<strong>de</strong> niet als hoofdvak hebben, kunnen een eerstegraadsbevoegdheid wiskun<strong>de</strong> behalen.<br />

Zij moeten dan voldoen aan aanvullen<strong>de</strong> vakeisen. Hier<strong>over</strong> zijn globale lan<strong>de</strong>lijke afspraken<br />

gemaakt.<br />

De eerste optie, een master Wiskun<strong>de</strong> met een educatieve variant, wordt aangebo<strong>de</strong>n door<br />

<strong>de</strong> Radboud Universiteit, <strong>de</strong> Vrije Universiteit, <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> Universiteit van<br />

Amsterdam. Bij <strong>de</strong> laatstgenoem<strong>de</strong> universiteit is het voor het verkrijgen van <strong>de</strong> bevoegdheid<br />

nog nodig na afsluiting van <strong>de</strong> C/E-variant een aanvullen<strong>de</strong> stage te volgen. De C/E-variant<br />

bestaat bij alle universiteiten in grote lijnen uit een jaar vakstudie en een jaar lerarenopleiding<br />

(niet noodzakelijk sequentieel). Dit laatste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el wordt verzorgd door het plaatselijke<br />

instituut voor <strong>de</strong> lerarenopleiding. (Alleen <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft kent een <strong>de</strong>rgelijk<br />

instituut niet, daar vallen <strong>de</strong> lerarenopleidingen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> faculteit <strong>Technische</strong> Natuurwetenschappen.)<br />

Hoewel <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> een masterdiploma wiskun<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleiding krijgt, heeft <strong>de</strong>ze opleiding op het educatieve <strong>de</strong>el nauwelijks<br />

invloed. Formeel gezien is dit educatieve on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el serviceon<strong>de</strong>rwijs.<br />

De twee<strong>de</strong> optie, een educatieve master aansluitend op <strong>de</strong> bachelor Wiskun<strong>de</strong>, wordt aangebo<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong> Universiteit Utrecht, <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen, <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit<br />

Delft, <strong>de</strong> Universiteit Twente en vanaf september 2007 <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven.<br />

Ook hier bestaat <strong>de</strong> opleiding globaal uit twee <strong>de</strong>len. Eén <strong>de</strong>el met een omvang van ongeveer<br />

een jaar bestaat uit vakstudie, het an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>el van een jaar bestaat uit <strong>de</strong> lerarenopleiding. Een<br />

uitzon<strong>de</strong>ring hierop vormt <strong>de</strong> lerarenopleiding aan <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen, waar <strong>de</strong><br />

vakstudie beperkt blijft tot een halfjaar en bovendien afgestemd kan wor<strong>de</strong>n op het toekomstige<br />

beroep. Men krijgt geen masterdiploma on<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleiding,<br />

maar on<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van het instituut voor <strong>de</strong> lerarenopleiding. Bij <strong>de</strong>ze<br />

optie is juist het wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs formeel gezien serviceon<strong>de</strong>rwijs.<br />

Alle universiteiten bie<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong> mogelijkheid om na het behalen van het masterdiploma alsnog<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsbevoegdheid te behalen. Het gaat dan om een postdoctorale cursus van een<br />

jaar on<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van het instituut voor <strong>de</strong> lerarenopleiding. Op <strong>de</strong> <strong>Technische</strong><br />

Universiteit Eindhoven was dit in het cursusjaar 2006-2007 nog <strong>de</strong> enige mogelijkheid. Wel<br />

kan het grootste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze postdoctorale opleiding (39 EC) al binnen <strong>de</strong> masteropleiding<br />

van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven gedaan wor<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit<br />

Delft is er formeel geen postdoctorale opleiding meer; die heeft <strong>de</strong> vorm van een educatieve<br />

masteropleiding. Stu<strong>de</strong>nten die al een masterdiploma in het verwante vak gehaald hebben,<br />

krijgen vrijstelling van het vakge<strong>de</strong>elte. Ook bij an<strong>de</strong>re universiteiten kunnen <strong>de</strong>len van <strong>de</strong><br />

postdoctorale cursus al opgenomen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> bachelor‐ en/of masteropleiding, zodat <strong>de</strong>ze<br />

46 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


opleiding korter uitvalt. Soms kunnen ook <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> C/E-variant of <strong>de</strong> educatieve masteropleiding<br />

al in <strong>de</strong> reguliere <strong>bacheloropleiding</strong> wor<strong>de</strong>n opgenomen (bijvoorbeeld via een educatieve<br />

minor).<br />

Twee<strong>de</strong>graadsopleidingen<br />

Universiteiten kunnen geen twee<strong>de</strong>graadsbevoegdhe<strong>de</strong>n afgeven. De twee<strong>de</strong>graads bevoegdheid<br />

kan alleen via het hbo wor<strong>de</strong>n verkregen. In september 2004 heeft <strong>de</strong> Minister van On<strong>de</strong>rwijs,<br />

Cultuur en Wetenschappen een convenant met het hoger beroepson<strong>de</strong>rwijs gesloten waarbij het<br />

hbo zich verplicht het mogelijk te maken dat wo-bachelors door mid<strong>de</strong>l van een didactische<br />

‘kopopleiding’ van een jaar op het hbo <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>graadsbevoegdheid in het verwante schoolvak<br />

kunnen behalen. Dit geldt ook voor wiskun<strong>de</strong>. Er is een convenant tussen <strong>de</strong> HBO-raad en <strong>de</strong><br />

VSNU, waarin een variant van <strong>de</strong>ze regeling is uitgewerkt. Hierbij wordt <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> route tot<br />

twee<strong>de</strong>graadsdocent geschetst: een wetenschappelijke <strong>bacheloropleiding</strong> van drie jaar, bestaan<strong>de</strong><br />

uit tweeënhalf jaar vakopleiding en een educatieve minor van een halfjaar, gevolgd door een duaal<br />

werken-lerentraject van een jaar, waarin een halfjaar studielast op het hbo is opgenomen.<br />

Uit informatie van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam, <strong>de</strong> Vrije Universiteit, <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit<br />

Delft en <strong>de</strong> Universiteit Utrecht <strong>over</strong> <strong>de</strong>ze kopopleiding blijkt dat hier in<strong>de</strong>rdaad in<br />

<strong>de</strong> bachelorfase al een educatieve minor gekozen kan wor<strong>de</strong>n en dat <strong>de</strong> kopopleiding dan niet<br />

meer dan een halfjaar bedraagt en in een duaal werken-lerentraject kan wor<strong>de</strong>n gevolgd. Bij<br />

<strong>de</strong> visitatiebezoeken kreeg <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> indruk dat <strong>de</strong>ze mogelijkhe<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> opleidingen<br />

nauwelijks bekend waren en dat daarvan tot nu toe geen gebruik was gemaakt.<br />

Voorstellen en aanbevelingen<br />

De lerarenopleidingen Wiskun<strong>de</strong> – hetzelf<strong>de</strong> geldt trouwens voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re exacte vakken<br />

– trekken maar weinig stu<strong>de</strong>nten. Voor een <strong>de</strong>el komt dit ongetwijfeld door <strong>de</strong> helaas geringe<br />

aantrekkingskracht van het beroep van leraar. In <strong>de</strong> hiervoor genoem<strong>de</strong> rapporten wor<strong>de</strong>n tal<br />

van suggesties gedaan om <strong>de</strong> aantrekkelijkheid van het leraarsberoep te verhogen. De commissie<br />

wil <strong>de</strong>ze graag on<strong>de</strong>rsteunen, maar beperkt zich hier tot voorstellen aangaan<strong>de</strong> universitaire<br />

lerarenopleidingen.<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> universitaire lerarenopleidingen vergroot<br />

zou kunnen wor<strong>de</strong>n en dat zij meer zichtbaar en aantrekkelijk voor stu<strong>de</strong>nten gemaakt zou<strong>de</strong>n<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n. Zo kan een bijdrage wor<strong>de</strong>n geleverd aan een toename van het aantal universitair<br />

gevorm<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>leraren.<br />

Een eerste probleem is <strong>de</strong> geringe samenhang tussen het vakspecifieke en het didactische <strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong> opleiding. In het huidige vakspecifieke <strong>de</strong>el wordt een aantal vakken gevolgd uit het<br />

masterprogramma van een on<strong>de</strong>rzoeksvariant. Dit <strong>de</strong>el levert niet werkelijk een bijdrage aan <strong>de</strong><br />

voorbereiding op het leraarsberoep en is in <strong>de</strong>ze vorm ook niet nodig. De driejarige <strong>bacheloropleiding</strong><br />

geeft <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> leraar voldoen<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>kennis en door <strong>de</strong> introductie van het<br />

bachelorproject maakt hij ook kennis met wiskundig on<strong>de</strong>rzoek.<br />

De commissie meent dat verbredingsmodules in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, bijvoorbeeld discrete wiskun<strong>de</strong>,<br />

getaltheorie, logica, mo<strong>de</strong>lvorming, en in verwante wetenschappen, zoals natuurkun<strong>de</strong> en<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

47


economie, voor leraren nuttiger zijn. Naast on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> algemene en vakdidactiek en <strong>de</strong><br />

hospiteerstage zou <strong>de</strong>ze opleiding kunnen wor<strong>de</strong>n afgesloten met een masterproject waarin<br />

zowel vakmatige, didactische als on<strong>de</strong>rzoeksaspecten een plaats vin<strong>de</strong>n. Een <strong>de</strong>rgelijk project<br />

zou kunnen bestaan uit <strong>de</strong> uitwerking van een wiskundig on<strong>de</strong>rwerp op verschillen<strong>de</strong> niveaus,<br />

afgestemd op <strong>de</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> kwaliteiten van individuele leerlingen, met bijpassen<strong>de</strong> opgaven.<br />

De producten van zo’n uitwerking zou<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> klas moeten wor<strong>de</strong>n uitgetest en het<br />

project zou moeten wor<strong>de</strong>n afgerond met een zorgvuldige verslaggeving en evaluatie. Wat<br />

on<strong>de</strong>rwerpen betreft kan wor<strong>de</strong>n gedacht aan wat voor profielwerkstukken gebruikelijk is.<br />

Een twee<strong>de</strong> probleem dat <strong>de</strong> commissie wil signaleren, is <strong>de</strong> grote afstand die <strong>de</strong> instituten<br />

voor <strong>de</strong> lerarenopleidingen op <strong>de</strong> algemene universiteiten scheidt van <strong>de</strong> faculteiten waarin<br />

het vakon<strong>de</strong>rwijs wordt verzorgd. Het is begrijpelijk dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> situatie, met een groot aantal<br />

kleinschalige, apart per vak georganiseer<strong>de</strong> lerarenopleidingen niet meer vol<strong>de</strong>ed, en een zekere<br />

mate van centralisatie van <strong>de</strong> lerarenopleidingen acht <strong>de</strong> commissie dan ook gewenst. In <strong>de</strong><br />

huidige situatie is <strong>de</strong> band tussen <strong>de</strong> vak- en lerarenopleiding vaak echter volledig verbroken.<br />

Dat komt <strong>de</strong> zichtbaarheid en <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> opleidingen niet ten goe<strong>de</strong>. Algemeen didactici<br />

hebben vaak te weinig affiniteit met <strong>de</strong> exacte vakken, en stu<strong>de</strong>nten en afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n met<br />

een wiskun<strong>de</strong>opleiding blijken weinig waar<strong>de</strong>ring te hebben voor het algemeen on<strong>de</strong>rwijskundig<br />

on<strong>de</strong>rwijs, waarvan zij <strong>de</strong> relevantie gering achten. Door <strong>de</strong> plaatsing in een algemeen<br />

instituut dreigen vakdidactici hun contacten met <strong>de</strong> collega’s van <strong>de</strong> vakopleidingen te verliezen.<br />

Dat is na<strong>de</strong>lig voor bei<strong>de</strong> partijen.<br />

De algemene universiteiten zijn tegenwoordig georganiseerd in een beperkt aantal grote faculteiten,<br />

waaron<strong>de</strong>r een faculteit voor <strong>de</strong> exacte vakken. De commissie beveelt aan <strong>de</strong> lerarenopleidingen<br />

in <strong>de</strong> vakfaculteit, bijvoorbeeld letteren of exacte wetenschappen, on<strong>de</strong>r te brengen<br />

en <strong>de</strong> betrokken docenten vakdidactiek en algemene didactiek een benoeming binnen die<br />

faculteit te geven. Hierdoor kan <strong>de</strong> band tussen vak- en lerarenopleiding wor<strong>de</strong>n hersteld en<br />

kunnen <strong>de</strong> kwaliteit en <strong>de</strong> zichtbaarheid en daarmee <strong>de</strong> aantrekkelijkheid van <strong>de</strong> lerarenopleiding<br />

wor<strong>de</strong>n vergroot. Stu<strong>de</strong>nten wiskun<strong>de</strong> zullen eer<strong>de</strong>r geneigd zijn een masteropleiding<br />

binnen <strong>de</strong> eigen faculteit te volgen dan daarbuiten.<br />

De commissie juicht <strong>de</strong> initiatieven die het makkelijker maken om na het bachelordiploma een<br />

twee<strong>de</strong>graadsbevoegdheid te halen toe. Zeker <strong>de</strong> mogelijkheid om via een educatieve minor<br />

direct na het behalen van <strong>de</strong> bachelorgraad in een duaal werk-leertraject aan <strong>de</strong> slag te gaan,<br />

verdient een kans. De commissie raadt <strong>de</strong> opleidingen aan om stu<strong>de</strong>nten van wie zij betwijfelen<br />

of het volgen van een masteropleiding wel een verstandige keus is die mogelijkheid met<br />

nadruk en al in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aandacht te brengen.<br />

De commissie wil hier ook <strong>de</strong> mogelijkheid bepleiten om een twee<strong>de</strong>graadsbevoegdheid volledig<br />

binnen het bachelortraject te behalen. Zoals al gezegd gaat het vakniveau van <strong>de</strong> huidige<br />

niet-universitaire twee<strong>de</strong>graadsopleiding het niveau van het eerste semester van het eerste<br />

jaar van <strong>de</strong> universitaire studie niet of nauwelijks te boven. Een driejarige <strong>bacheloropleiding</strong>,<br />

bestaan<strong>de</strong> uit twee jaar vakstudie en een jaar lerarenopleiding, zou qua vakinhoud zelfs uitgaan<br />

boven <strong>de</strong> niet-universitaire eerstegraadsopleidingen.<br />

Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, educatieve jaar van <strong>de</strong>ze opleiding kan bestaan uit een combinatie van vakmatige<br />

verbredingsmodules, stage, en algemene- en vakdidactiek, en afgesloten wor<strong>de</strong>n met een<br />

bachelorproject. Een <strong>de</strong>rgelijk project zou in opzet vergelijkbaar kunnen zijn met het hiervoor<br />

geschetste masterproject, waarbij <strong>de</strong> wiskundige on<strong>de</strong>rwerpen echter eenvoudiger zijn.<br />

48 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


Een <strong>de</strong>rgelijke universitaire twee<strong>de</strong>graadsopleiding zou vakmatig meer inhou<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> nietuniversitaire,<br />

maar didactisch min<strong>de</strong>r breed zijn. Het is <strong>de</strong>nkbaar dat het uitgebrei<strong>de</strong> vmboon<strong>de</strong>rwijsgebied<br />

veel meer om een didactische dan om een vakmatige expertise vraagt. De<br />

on<strong>de</strong>rbouw van havo en vwo vraagt echter, zoals hiervoor geschetst, juist wel om die vakmatige<br />

kennis van zaken. Deze kan <strong>de</strong> wetenschappelijke <strong>bacheloropleiding</strong> bij uitstek bie<strong>de</strong>n. Met<br />

het oog daarop zou <strong>de</strong> via <strong>de</strong> wo bachelor behaal<strong>de</strong> twee<strong>de</strong>graadsbevoegdheid tot het havovwo-gebied<br />

beperkt kunnen wor<strong>de</strong>n en op het vwo <strong>de</strong> voorkeur kunnen krijgen.<br />

In bovenstaan<strong>de</strong> voorstellen wor<strong>de</strong>n obstakels voor universitaire stu<strong>de</strong>nten weggenomen om<br />

een leraarsbevoegdheid te verwerven. Het feit dat het een aca<strong>de</strong>mische leraarsbevoegdheid<br />

betreft zou kunnen wor<strong>de</strong>n aangegeven met labels lesbevoegdheid 1A en 2A voor <strong>de</strong> universitair<br />

verkregen eerstegraads- respectievelijk twee<strong>de</strong>graadsbevoegdheid. Het is waarschijnlijk dat<br />

veel leraren met on<strong>de</strong>rwijsbevoegdheid 2A na verloop van tijd ook on<strong>de</strong>rwijsbevoegdheid 1A<br />

zou<strong>de</strong>n behalen. Zo zou <strong>de</strong> instroom van aca<strong>de</strong>misch gevorm<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>leraren weer op peil<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n gebracht.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

49


50 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


4. Aanbevelingen<br />

In <strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong> hoofdstukken van dit rapport zijn op allerlei plaatsen in <strong>de</strong> tekst voorbeel<strong>de</strong>n<br />

gegeven van good practices en zijn opmerkingen en aanbevelingen geformuleerd waarmee<br />

opleidingen naar het inzicht van <strong>de</strong> commissie hun voor<strong>de</strong>el kunnen doen. De belangrijkste<br />

aanbevelingen wor<strong>de</strong>n hier samengevat. Er wordt daarbij verwezen naar het tekstge<strong>de</strong>elte<br />

waarin op genoemd advies dieper wordt ingegaan.<br />

Advies aan <strong>de</strong> Minister van On<strong>de</strong>rwijs, Cultuur en Wetenschap:<br />

• Maak het mogelijk een twee<strong>de</strong>graads-on<strong>de</strong>rwijsbevoegdheid, beperkt tot het havo/vwogebied,<br />

geheel binnen <strong>de</strong> universitaire <strong>bacheloropleiding</strong> te behalen (pagina 48).<br />

Advies aan <strong>de</strong> <strong>NVAO</strong>:<br />

• Neem robuustheid en efficiëntie van <strong>de</strong> opleiding op als afzon<strong>de</strong>rlijke facetten of als criteria<br />

bij an<strong>de</strong>re facetten om te kunnen signaleren wanneer <strong>de</strong> organisatie van een opleiding<br />

<strong>de</strong>ze kwetsbaar of inefficiënt maakt (pagina 26, 31).<br />

Advies aan <strong>de</strong> universiteiten:<br />

• Zorg voor een goe<strong>de</strong> binding van <strong>de</strong> lerarenopleidingen met <strong>de</strong> vakopleidingen, bijvoorbeeld<br />

door het cluster bèta-lerarenopleidingen on<strong>de</strong>r te brengen bij een faculteit exacte<br />

wetenschappen (pagina 48).<br />

Adviezen aan <strong>de</strong> faculteiten:<br />

• Ga na of <strong>de</strong> belangen van het on<strong>de</strong>rwijs in voldoen<strong>de</strong> mate binnen <strong>de</strong> organisatie zijn<br />

veiliggesteld en of er geen <strong>over</strong>bodige bestuurslagen zijn (pagina 23).<br />

• Betrek <strong>over</strong>wegingen van robuustheid en efficiëntie bij <strong>de</strong> inrichting of instandhouding<br />

van een opleiding. Ga na of er sterke inhou<strong>de</strong>lijke argumenten zijn die het in stand hou<strong>de</strong>n<br />

van meer<strong>de</strong>re opleidingen rechtvaardigen en of <strong>de</strong> (te verwachten) instroom een garantie<br />

geeft voor een levensvatbare opleiding (pagina 31).<br />

• Geef een a<strong>de</strong>quate vergoeding voor het serviceon<strong>de</strong>rwijs wiskun<strong>de</strong> bestemd voor an<strong>de</strong>re<br />

studierichtingen (pagina 25).<br />

• Bevor<strong>de</strong>r dat het aantal vrouwen in <strong>de</strong> wetenschappelijke staf bij <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen<br />

toeneemt (pagina 25).<br />

• Beloon goe<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsprestaties en voer een personeels- en beloningsbeleid waardoor<br />

docenten gestimuleerd wor<strong>de</strong>n goed on<strong>de</strong>rwijs te verzorgen (pagina 25).<br />

• Ga na of op bachelorniveau een samenwerkingsvorm met een an<strong>de</strong>re universiteit gunstig<br />

is waarbij verschillend georiënteer<strong>de</strong> partners elkaar kunnen aanvullen, zoals bij <strong>de</strong> Universiteit<br />

Lei<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft (paragraaf 3.6.).<br />

• Ga na of op masterniveau <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke en lokale samenwerking versterkt kan wor<strong>de</strong>n<br />

(paragraaf 3.6).<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

51


• Stel voor <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> naar <strong>de</strong> masteropleiding een voorwaar<strong>de</strong>lijke<br />

knip in, dat wil zeggen: sluit een studiecontract af met stu<strong>de</strong>nten die vóór <strong>de</strong> volledige<br />

afronding van hun bachelor al met <strong>de</strong> master willen beginnen (pagina 38).<br />

Adviezen aan <strong>de</strong> opleidingen,<br />

ten aanzien van het personeel:<br />

• Laat bij on<strong>de</strong>rzoeksmasters het gehele on<strong>de</strong>rwijs geven door gepromoveer<strong>de</strong> docenten (pagina<br />

24).<br />

• Geef beginnen<strong>de</strong> docenten enkele jaren een lagere on<strong>de</strong>rwijslast zodat ze <strong>de</strong> cursussen gericht<br />

op het behalen van een Basiskwalificatie On<strong>de</strong>rwijs (BKO) goed kunnen volgen en<br />

extra tijd kunnen beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> voorbereiding van het te geven on<strong>de</strong>rwijs (pagina 25).<br />

• Schakel vwo-docenten in bij <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> school naar <strong>de</strong> universiteit,<br />

bijvoorbeeld bij het tutoraat voor eerstejaars (pagina 36).<br />

• Belast twee<strong>de</strong>‐ en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>jaarsstu<strong>de</strong>nten alleen met on<strong>de</strong>rwijstaken bij werkgroepen on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> directe verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van een lid van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf (pagina 24).<br />

• Bevor<strong>de</strong>r <strong>de</strong> samenhang binnen het docentencorps, bijvoorbeeld door docentendagen of<br />

workshops on<strong>de</strong>r leiding van externe <strong>de</strong>skundigen te organiseren (pagina 25).<br />

ten aanzien van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsprogramma’s:<br />

• Besteed expliciet aandacht aan het didactisch concept van <strong>de</strong> opleiding om ervoor te zorgen<br />

dat er voor dit concept een breed draagvlak bij <strong>de</strong> staf bestaat (pagina 27).<br />

• Maak <strong>de</strong> structuur van <strong>de</strong> opleiding hel<strong>de</strong>r door gebruik te maken van leerlijnen, zoals<br />

<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn bij <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

(pagina 29).<br />

• Neem in <strong>de</strong> studiegidsen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen een consistente en operationele<br />

beschrijving van <strong>de</strong> leerdoelen op (pagina 27).<br />

• Neem programmaon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zoals Kaleidoscoop of Highlights op in het eerstejaarsprogramma.<br />

Deze verruimen <strong>de</strong> kijk op wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten aanzienlijk en<br />

kunnen inspirerend en motiverend werken (pagina 29).<br />

• Besteed in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> expliciet aandacht aan het ‘leren bewijzen’, zoals op <strong>de</strong><br />

Universiteit van Amsterdam bij het vak Analyse 2 (pagina 29).<br />

• Vorm bachelorklassen ten behoeve van het bachelorproject (pagina 30).<br />

• Stel bij <strong>de</strong> opleiding Wiskundig ingenieur of bedrijfswiskundige een externe stage verplicht<br />

en betrek <strong>de</strong> bevindingen van <strong>de</strong> externe begelei<strong>de</strong>rs bij <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> opleiding<br />

(pagina 30).<br />

ten aanzien van <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> programma’s:<br />

• Hanteer zowel voor <strong>de</strong> bachelor- als voor <strong>de</strong> masterfase een protocol waarin <strong>de</strong> stappen van<br />

het afstu<strong>de</strong>erproject, <strong>de</strong> componenten van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscriptie of het afstu<strong>de</strong>erverslag, <strong>de</strong><br />

taal of talen waarin het geschreven dient te wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingsprocedure beschreven<br />

staan. Ook vormaspecten van het verslag en <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> begeleiding waarop <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nt aanspraak kan maken, kunnen hierin wor<strong>de</strong>n opgenomen (pagina 30).<br />

52 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


• Zorg ervoor dat in Opleidingscommissies die meer dan één opleiding bedienen <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n<br />

alle opleidingen representeren (pagina 34).<br />

• Voer een persoonlijk gesprek met elke aankomen<strong>de</strong> eerstejaarsstu<strong>de</strong>nt, zoals bij <strong>de</strong> intakeprocedure<br />

voor eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten aan <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam (pagina 36).<br />

• Sluit bij twijfelachtige studievoortgang een gericht studiecontract af met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt om<br />

onnodige vertraging en uitval tegen te gaan, zoals dit bij <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

gebeurt (pagina 36).<br />

Adviezen aan <strong>de</strong> Examencommissie:<br />

• Ontwikkel een beleid rond toetsing en examinering dat aansluit bij het gekozen didactisch<br />

concept, en waarvan het verlenen van vrijstellingen, het goedkeuren van afstu<strong>de</strong>er- of keuzeprogramma’s<br />

en het nagaan of aan <strong>de</strong> exameneisen is voldaan een uitvloeisel is (pagina 32).<br />

• Kijk kritisch naar het niveau en <strong>de</strong> objectiviteit van <strong>de</strong> becijfering van het afstu<strong>de</strong>erwerk<br />

(pagina 33).<br />

Adviezen aan <strong>de</strong> Opleidingscommissies:<br />

• Besteed goe<strong>de</strong> aandacht aan on<strong>de</strong>rwijs dat van buiten wordt aangeleverd, zoals serviceon<strong>de</strong>rwijs<br />

vanuit an<strong>de</strong>re faculteiten en on<strong>de</strong>rwijs vanuit het lan<strong>de</strong>lijk Regieorgaan (pagina 34).<br />

• Evalueer niet alleen afzon<strong>de</strong>rlijke vakken, maar ook <strong>de</strong> opleiding als geheel. Ga regelmatig<br />

na of <strong>de</strong> door <strong>de</strong> opleiding behaal<strong>de</strong> resultaten <strong>over</strong>eenstemmen met <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong><br />

doelstellingen en eindtermen (pagina 35).<br />

• Maak bij <strong>de</strong> programma-evaluatie goed gebruik van <strong>de</strong> ervaringen van alumni en externe<br />

stagebegelei<strong>de</strong>rs (pagina 30, 39).<br />

Adviezen aan <strong>de</strong> voorlichtingscommissies:<br />

• Ga na of het wenselijk is om gerichte voorlichtingprogramma’s te maken voor speciale<br />

groepen, zoals die voor allochtone scholieren aan <strong>de</strong> Universiteit Utrecht en <strong>de</strong> Universiteit<br />

van Amsterdam (pagina 36).<br />

Advies aan het Regieorgaan:<br />

• Organiseer lan<strong>de</strong>lijke activiteiten in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> maatschappelijke oriëntatie, bijvoorbeeld<br />

in <strong>de</strong> vorm van een studiedag of een studieweek (pagina 44).<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

53


54 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


DEEL II: OPLEIDINGSDEEL<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

55


56 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


0. Opmerking vooraf<br />

In dit <strong>de</strong>el zijn <strong>de</strong> rapporten per opleiding, volgens het door <strong>de</strong> <strong>NVAO</strong> voorgeschreven ka<strong>de</strong>r,<br />

opgenomen. Vooraf wil <strong>de</strong> commissie een probleem signaleren waarop ze bij haar werk is<br />

gestuit. Het gaat hier om <strong>de</strong> M‐ en C/E‐varianten binnen <strong>de</strong> masteropleidingen Wiskun<strong>de</strong>.<br />

Bij het bètaconvenant van 1998 zijn <strong>de</strong> algemene universiteiten met <strong>de</strong> minister <strong>over</strong>eengekomen<br />

dat zij <strong>de</strong> doctoraal‐, later <strong>de</strong> masteropleidingen bij <strong>de</strong> exacte vakken in meer<strong>de</strong>re<br />

varianten zullen aanbie<strong>de</strong>n. Naast <strong>de</strong> tot dan toe gebruikelijke, vooral op on<strong>de</strong>rzoek gerichte<br />

varianten zijn ook maatschappelijk en communicatief/educatief georiënteer<strong>de</strong> varianten ingevoerd.<br />

De tweejarige masteropleidingen die op <strong>de</strong>ze varianten gebaseerd zijn, bestaan steeds<br />

uit twee <strong>de</strong>len: circa één jaar voortgezette vakstudie en circa één jaar gewijd aan studie op<br />

maatschappelijk of communicatief/educatief gebied.<br />

Daarbij doen zich wat <strong>de</strong> organisatie betreft twee versies voor. Soms zijn <strong>de</strong>ze M‐ of C/E‐ varianten<br />

als aparte masteropleidingen georganiseerd en vallen ze niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

van <strong>de</strong> eigenlijke masteropleiding Wiskun<strong>de</strong>. Deze afzon<strong>de</strong>rlijke masteropleidingen<br />

vielen niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> opdracht aan <strong>de</strong>ze visitatiecommissie. Soms is er wél voor gekozen om <strong>de</strong><br />

opleidingen als varianten binnen <strong>de</strong> masteropleidingen Wiskun<strong>de</strong> te situeren. In <strong>de</strong>ze gevallen<br />

vielen <strong>de</strong>ze opleidingen, hoewel ze feitelijk nauwelijks verschillen van <strong>de</strong> apart georganiseer<strong>de</strong><br />

masteropleidingen, wel on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> opdracht aan <strong>de</strong>ze commissie.<br />

Het jaar dat wordt besteed aan <strong>de</strong> M- of C/E-invulling van <strong>de</strong>ze varianten wordt steeds verzorgd<br />

door een facultair of universitair instituut. De wiskun<strong>de</strong>opleiding zelf heeft daar nauwelijks<br />

bemoeienis mee of invloed op. De informatie binnen <strong>de</strong> zelfstudies <strong>over</strong> dit <strong>de</strong>el van het<br />

mastertraject was als regel zeer summier. De commissie kan dan ook geen goed oor<strong>de</strong>el geven<br />

<strong>over</strong> dit <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> M‐ en C/E-varianten.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

57


58 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


1. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

Mathematische wetenschappen en Scientific computing<br />

van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht<br />

Administratieve gegevens<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>:<br />

Naam opleiding:<br />

Wiskun<strong>de</strong><br />

CROHO-nummer: 56980<br />

Niveau:<br />

bachelor<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

180 EC<br />

Graad:<br />

Bachelor of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Utrecht<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen:<br />

Naam opleiding:<br />

Mathematische wetenschappen<br />

CROHO-nummer: 60703<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

120 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Utrecht<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Masteropleiding Scientific computing:<br />

Naam opleiding:<br />

Scientific computing<br />

CROHO-nummer: 60733<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

60 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Utrecht<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> Faculteit Bètawetenschappen van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht<br />

vond plaats op 11 en 12 september 2006.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

59


1.0. Structuur en organisatie van <strong>de</strong> faculteit<br />

Tot maart 2005 ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> Universiteit Utrecht een Mathematisch Instituut dat behoor<strong>de</strong><br />

tot <strong>de</strong> faculteit Wiskun<strong>de</strong> en Informatica. In het ka<strong>de</strong>r van een herziening van <strong>de</strong> facultaire<br />

structuur van <strong>de</strong> universiteit is <strong>de</strong> faculteit Wiskun<strong>de</strong> en Informatica per 1 maart 2005<br />

opgeheven. Op dat moment is het Mathematisch Instituut, samen met het Freu<strong>de</strong>nthal<br />

Instituut, als <strong>de</strong>partement Wiskun<strong>de</strong> opgegaan in <strong>de</strong> nieuwe faculteit Bètawetenschappen.<br />

Deze faculteit bevond zich in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld in een <strong>over</strong>gangsfase:<br />

het bestuursreglement voor <strong>de</strong> nieuwe faculteit moest bijvoorbeeld nog van kracht<br />

wor<strong>de</strong>n. Sommige aspecten van <strong>de</strong> nieuwe structuur waren reeds gerealiseerd, an<strong>de</strong>re waren<br />

nog in staat van wording (zoals <strong>de</strong> reorganisatie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> diensten en <strong>de</strong><br />

concrete invulling van <strong>de</strong> Graduate School Natural Sciences). De faculteit heeft veel tijd en<br />

energie in het fusieproces gestoken.<br />

De faculteit Bètawetenschappen bestaat uit zes <strong>de</strong>partementen, waarvan het Departement Wiskun<strong>de</strong><br />

er een is. Elk <strong>de</strong>partement heeft een vak<strong>de</strong>caan en een on<strong>de</strong>rwijsdirecteur. De vak<strong>de</strong>caan<br />

is inhou<strong>de</strong>lijk verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en die het <strong>de</strong>partement verzorgt. De<br />

vak<strong>de</strong>caan adviseert <strong>de</strong> <strong>de</strong>caan van <strong>de</strong> faculteit <strong>over</strong> het benoemen van <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissies<br />

en Examencommissies voor <strong>de</strong>ze <strong>bacheloropleiding</strong>en, is verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor <strong>de</strong> selectie, bijscholing en taakver<strong>de</strong>ling van het personeel en voor <strong>de</strong> inzet van financiële<br />

mid<strong>de</strong>len en benoemt <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirecteur. De on<strong>de</strong>rwijsdirecteur is verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor organisatie, coördinatie, afstemming, uitvoering en kwaliteitszorg van het bachelor- en<br />

het masteron<strong>de</strong>rwijs waaraan het <strong>de</strong>partement bijdraagt. De on<strong>de</strong>rwijsdirecteur is lid van <strong>de</strong><br />

Board of Un<strong>de</strong>rgraduate Studies van <strong>de</strong> faculteit, die verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor richtlijnen op<br />

het gebied van on<strong>de</strong>r meer het totale aanbod van <strong>bacheloropleiding</strong>en en <strong>de</strong> samenhang daarin,<br />

kwaliteitszorg, curriculumontwikkeling en didactische signatuur van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en,<br />

alsme<strong>de</strong> voorlichting en roostering. De voorzitter van <strong>de</strong> Board of Un<strong>de</strong>rgraduate Studies is <strong>de</strong><br />

vice<strong>de</strong>caan bacheloron<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong> faculteit.<br />

Het on<strong>de</strong>rwijsbestuur, dat ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie nog bestond, is inmid<strong>de</strong>ls<br />

opgeheven. Zijn taken zijn <strong>over</strong>genomen door <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijs Advies Commissie en <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwijsdirecteur.<br />

De Utrecht Graduate Division is het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht waarin <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

en <strong>de</strong> aansluiten<strong>de</strong> PhD-trajecten zijn on<strong>de</strong>rgebracht. De Utrecht Graduate<br />

Division bestaat uit zes Graduate Schools, waarvan <strong>de</strong> Graduate School Natural Sciences er<br />

een is. De Graduate School heeft een Board of Graduate Studies, met als voorzitter <strong>de</strong> vice<strong>de</strong>caan<br />

Natural Sciences van <strong>de</strong> faculteit Bètawetenschappen. Ver<strong>de</strong>r bestaat <strong>de</strong> Board of Graduate<br />

Studies uit <strong>de</strong> vertegenwoordigers van <strong>de</strong> programma’s. Deze Board is verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor richtlijnen op het gebied van on<strong>de</strong>r meer het totale aanbod van masteropleidingen en<br />

<strong>de</strong> samenhang daarin, kwaliteitszorg, curriculumontwikkeling en didactische signatuur van<br />

<strong>de</strong> masteropleidingen, alsme<strong>de</strong> voorlichting en <strong>de</strong> aansluiting met het PhD-traject. De Board<br />

of Graduate Studies draagt <strong>de</strong> toelatingscommissie en <strong>de</strong> Examencommissie voor <strong>de</strong> Graduate<br />

School voor. Administratie, logistiek en <strong>de</strong> uitvoering van reguliere kwaliteitszorg wor<strong>de</strong>n<br />

ge<strong>de</strong>legeerd aan <strong>de</strong> facultaire on<strong>de</strong>rwijsorganisatie.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> wordt verzorgd door het Departement Wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

Faculteit Bètawetenschappen van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht. De masteropleidingen Mathematische<br />

wetenschappen en Scientific computing wor<strong>de</strong>n formeel verzorgd door <strong>de</strong> Graduate<br />

60 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


School Natural Sciences, maar <strong>de</strong> uitvoering berust feitelijk eveneens bij het Departement<br />

Wiskun<strong>de</strong>.<br />

1.1. Invoering bachelor-masterstructuur en afbouw onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen: stand<br />

van zaken<br />

De Universiteit Utrecht heeft bij <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> bachelor-masterstructuur een on<strong>de</strong>rwijsconcept<br />

gehanteerd dat on<strong>de</strong>r meer gebaseerd was op het uitgangspunt dat <strong>de</strong> invoering<br />

van twee on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n fasen wordt gebruikt om <strong>de</strong> twee primaire doelstellingen van wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rwijs (algemene aca<strong>de</strong>mische vorming en wetenschappelijke specialisatie dan<br />

wel beroepsvoorbereiding) elk hun eigen plaats te geven. In <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en staat <strong>de</strong><br />

algemene aca<strong>de</strong>mische vorming centraal, terwijl <strong>de</strong> masteropleidingen primair gericht zijn op<br />

wetenschappelijke specialisatie en/of beroepsvoorbereiding.<br />

Op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd afgesloten, bood <strong>de</strong> faculteit nog vijf onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen<br />

op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> aan: een vierjarige en een vijfjarige opleiding Wiskun<strong>de</strong>,<br />

een vijfjarige opleiding Wiskun<strong>de</strong> en statistiek en een vierjarige en een vijfjarige opleiding<br />

Computational science. In totaal waren er nog 122 stu<strong>de</strong>nten actief in <strong>de</strong>ze onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen,<br />

waarvan 118 in <strong>de</strong> opleiding Wiskun<strong>de</strong> en statistiek. De opleidingen Computational<br />

science ken<strong>de</strong>n geen actieve stu<strong>de</strong>nten meer.<br />

Het College van Bestuur van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht heeft besloten om <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen<br />

versneld af te bouwen per 1 september 2007. Het Mathematisch Instituut was voornemens<br />

in <strong>de</strong> loop van 2006 <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die staan ingeschreven voor <strong>de</strong>ze opleidingen individueel te<br />

bena<strong>de</strong>ren met het verzoek <strong>over</strong> te stappen naar een bachelor- of masteropleiding.<br />

Het programma van het vier<strong>de</strong> en het vijf<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen Wiskun<strong>de</strong> en<br />

Wiskun<strong>de</strong> en statistiek is volgens <strong>de</strong> zelfstudie groten<strong>de</strong>els gelijk aan dat van <strong>de</strong> masterprogramma’s<br />

Mathematical sciences en Stochastics and financial mathematics. In <strong>de</strong> praktijk is er<br />

daarom voor stu<strong>de</strong>nten niet veel verschil merkbaar tussen <strong>de</strong> doctoraal- en <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Het curriculum van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding stelt stu<strong>de</strong>nten uit <strong>de</strong> doctoraalopleidingen<br />

in staat volgens <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijs‐ en Examenregeling (<strong>de</strong> OER) van hun opleiding af<br />

te stu<strong>de</strong>ren. In <strong>de</strong> OER van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> is een tabel opgenomen waarin<br />

vermeld staat welke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> nieuwe curricula equivalent zijn met on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het<br />

ou<strong>de</strong> curriculum. Bij een <strong>over</strong>stap van doctoraal- naar <strong>bacheloropleiding</strong> moeten stu<strong>de</strong>nten<br />

alsnog die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len volgen die verplicht zijn voor het bachelorexamen en waarvan ze het<br />

equivalent in <strong>de</strong> doctoraalopleiding nog niet gedaan hebben. Overstappen<strong>de</strong> doctoraalstu<strong>de</strong>nten<br />

zijn ontheven van <strong>de</strong> verplichting om een portfolio aan te leggen.<br />

Een <strong>over</strong>stap van het vijfjarige doctoraalprogramma naar <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische<br />

wetenschappen is alleen mogelijk als stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> doctoraalopleiding al het equivalent van<br />

het bachelorprogramma Wiskun<strong>de</strong> hebben voltooid.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

61


1.<strong>2.</strong> Het beoor<strong>de</strong>lingska<strong>de</strong>r<br />

1.<strong>2.</strong>1. Doelstellingen opleiding<br />

F1: Domeinspecifieke eisen<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

gesteld wor<strong>de</strong>n aan een opleiding in het betreffen<strong>de</strong> domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).<br />

Beschrijving<br />

De opleidingen zien het volgens <strong>de</strong> zelfstudie als hun taak om universitair wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs<br />

te ontwerpen en uit te voeren dat het professioneel functioneren van wiskundigen<br />

vormgeeft en waarborgt. In <strong>de</strong>ze taakopvatting moeten twee belangrijke complementaire<br />

eigenschappen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkend wor<strong>de</strong>n en meegegeven aan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten: <strong>de</strong><br />

aard van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, waarin abstractie en logisch re<strong>de</strong>neren een cruciale rol spelen, en het<br />

functioneren van een wiskundige, die moet beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> vaardigheid om wiskundige<br />

aspecten te herkennen in problemen van allerlei aard, <strong>de</strong>ze na<strong>de</strong>r te analyseren en <strong>de</strong> conclusies<br />

van <strong>de</strong> analyse <strong>over</strong> te brengen aan an<strong>de</strong>ren, die niet noodzakelijk wiskundig expert<br />

hoeven te zijn.<br />

De doelstellingen en eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

<strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>:<br />

1. het bie<strong>de</strong>n van een effectieve algemene inleiding in <strong>de</strong> basiskennis en <strong>de</strong> basisconcepten<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> op een internationaal erkend bachelorniveau;<br />

<strong>2.</strong> <strong>de</strong> ontwikkeling van een kritische houding ten aanzien van zowel <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> als <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n<br />

waar wiskun<strong>de</strong> wordt toegepast;<br />

3. in het bijzon<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong>: het bie<strong>de</strong>n van een actieve kennismaking met<br />

specifieke wiskundige <strong>de</strong>nkwijzen, met name met wiskundige bewijzen en het werken met<br />

abstracties;<br />

4. in het bijzon<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen: het bie<strong>de</strong>n van een kennismaking<br />

met wetenschappelijke disciplines waarin wiskun<strong>de</strong> een essentiële rol speelt (zoals<br />

economie, informatica, natuurkun<strong>de</strong>, chemie, geologie, biologie);<br />

5. het voorzien in training van voor <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>praktijk essentiële vaardighe<strong>de</strong>n, namelijk:<br />

schriftelijk en mon<strong>de</strong>ling presenteren van wiskundige argumenten; interpreteren en hanteren<br />

van wiskundige mo<strong>de</strong>llen voor processen of situaties in buiten-wiskundige context,<br />

met terugkoppeling naar niet-wiskundige gebruikers; gebruik van computers en an<strong>de</strong>re<br />

relevante ICT-technieken; verzamelen van wiskundige informatie via internet, zelfstandig<br />

literatuuron<strong>de</strong>rzoek en eigen on<strong>de</strong>rzoek;<br />

6. het bie<strong>de</strong>n van een veelvuldigheid in studieaanbod, nodig om <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten een bre<strong>de</strong><br />

oriëntatie te geven op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en een beeld van <strong>de</strong> voortschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

ontwikkeling daarin;<br />

7. het bie<strong>de</strong>n van een variatie aan studieon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, die een effectieve voorbereiding op een<br />

aansluiten<strong>de</strong> masteropleiding, zowel nationaal als internationaal, mogelijk maakt;<br />

8. het bie<strong>de</strong>n van voorbereiding op een eventueel leraarsberoep.<br />

De doelstellingen en eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen zijn<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>:<br />

62 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


1. het geven van effectief vervolgon<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> voor <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> specifieke theorieën en<br />

technieken;<br />

<strong>2.</strong> het voorzien in ver<strong>de</strong>re training van kennis en vaardighe<strong>de</strong>n die essentieel zijn voor <strong>de</strong><br />

aansluiten<strong>de</strong> beroeps- of on<strong>de</strong>rzoekspraktijk;<br />

3. waar nodig, afhankelijk van gekozen richting, stu<strong>de</strong>nten in staat te stellen om kennis te<br />

nemen van resultaten uit an<strong>de</strong>re disciplines en om die te gebruiken;<br />

4. voor diegenen die in het wiskundig on<strong>de</strong>rzoek ver<strong>de</strong>r gaan: verdieping en verbreding van<br />

<strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke vakkennis, het bie<strong>de</strong>n van een eerste kennismaking met praktijk en resultaten<br />

van recente research, het bie<strong>de</strong>n van training in zelfstandig on<strong>de</strong>rzoek en het mogelijk<br />

maken van toegang tot een promotie op internationaal erkend niveau;<br />

5. voor diegenen die een maatschappelijke carrière vervolgen: verdieping en verbreding van<br />

<strong>de</strong> relevante kennis, het bie<strong>de</strong>n van kennismaking met <strong>de</strong> praktijk in <strong>de</strong> aansluiten<strong>de</strong> beroepsvel<strong>de</strong>n<br />

en het bie<strong>de</strong>n van na<strong>de</strong>re vorming tot een voor <strong>de</strong> relevante beroepsvel<strong>de</strong>n in<br />

Ne<strong>de</strong>rland gel<strong>de</strong>nd ingangsniveau;<br />

6. het schriftelijk en mon<strong>de</strong>ling presenteren van resultaten van eigen on<strong>de</strong>rzoek.<br />

De doelstellingen en eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

zelfstudie als volgt weergegeven:<br />

1. het geven van effectief vervolgon<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> voor Scientific computing specifieke theorieën<br />

en technieken. Met name aandacht voor wiskundige mo<strong>de</strong>llering van wetenschappelijke<br />

en industriële problemen, toepassing dan wel ontwerp van algoritmen om wiskundige<br />

mo<strong>de</strong>llen numeriek op te lossen en efficiënte implementatie van algoritmen op<br />

mo<strong>de</strong>rne (parallelle) computerarchitecturen;<br />

<strong>2.</strong> het voorzien in ver<strong>de</strong>re training van kennis en vaardighe<strong>de</strong>n die essentieel zijn voor <strong>de</strong><br />

aansluiten<strong>de</strong> beroepspraktijk, met name communicatie <strong>over</strong> wiskundige mo<strong>de</strong>llen met<br />

niet-wiskundige gebruikers en weergave van <strong>de</strong> verkregen data in een voor <strong>de</strong> gebruiker<br />

bruikbaar formaat;<br />

3. opleiding tot een niveau dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt in staat stelt ver<strong>de</strong>re kennis te vergaren uit wetenschappelijke<br />

en technische literatuur op dit vakgebied.<br />

Met <strong>de</strong>ze doelstellingen sluiten <strong>de</strong> opleidingen volgens <strong>de</strong> zelfstudie aan bij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdoelstellingen<br />

zoals die zijn geformuleerd door <strong>de</strong> kamer Wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> VSNU.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

bestu<strong>de</strong>erd en allereerst geconstateerd dat die opgesteld zijn vanuit het perspectief van<br />

<strong>de</strong> opleidingen en niet van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten, en dat ze niet geoperationaliseerd zijn, waardoor<br />

het lastiger is om te bepalen of <strong>de</strong> eindtermen in het programma daadwerkelijk aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />

wor<strong>de</strong>n gesteld. Zij heeft <strong>over</strong>igens vernomen dat <strong>de</strong> opleidingen bezig zijn om op dit punt<br />

aanpassingen door te voeren. De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> doelstellingen en eindtermen<br />

van <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan <strong>de</strong> eisen die vakgenoten binnen of buiten <strong>de</strong> wetenschap<br />

stellen aan opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> scientific computing. De eindtermen<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> leggen bijvoorbeeld vast dat stu<strong>de</strong>nten algemene inleiding<br />

in <strong>de</strong> basiskennis en <strong>de</strong> basisconcepten van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> krijgen, kennismaken met specifieke<br />

wiskundige <strong>de</strong>nkwijzen of met wetenschappelijke disciplines waarin <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> een essentiële<br />

rol speelt en vaardighe<strong>de</strong>n verwerven die essentieel zijn voor <strong>de</strong> praktijk van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen brengen tot uitdrukking<br />

dat stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> voor <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> specifieke theorieën en technieken die<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

63


zij tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben verworven verdiepen en <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> vakspecifieke<br />

vaardighe<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r ontwikkelen, dat zij on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n verwerven en kennismaken<br />

met <strong>de</strong> relevante beroepspraktijk. De eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing<br />

maken dui<strong>de</strong>lijk dat stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong>ze opleiding hebben doorlopen <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r verworven<br />

kennis van <strong>de</strong> voor scientific computing specifieke theorieën en technieken verdiepen en <strong>de</strong><br />

bijbehoren<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r ontwikkelen. De opleiding is niet zuiver wiskundig, maar<br />

heeft wel een dui<strong>de</strong>lijke wetenschappelijke signatuur. De eindtermen van <strong>de</strong>ze opleidingen<br />

sluiten daarmee in voldoen<strong>de</strong> mate aan op <strong>de</strong> eisen van vakgenoten die zijn vastgelegd in het<br />

domeinspecifiek referentieka<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> commissie hanteert. De commissie heeft waar<strong>de</strong>ring<br />

voor <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen en <strong>de</strong> aansluiten<strong>de</strong> masteropleiding<br />

Scientific computing.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

ook expliciet verwijzen naar kennis en vaardighe<strong>de</strong>n die van belang zijn in <strong>de</strong><br />

beroepspraktijk waarin afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n terecht (kunnen) komen. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

hebben afgerond, hebben vaardighe<strong>de</strong>n verworven die nuttig en relevant zijn in<br />

<strong>de</strong> beroepspraktijk, bijvoorbeeld <strong>de</strong> vaardigheid om wiskundige mo<strong>de</strong>llen te gebruiken voor<br />

processen en situaties buiten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> vaardigheid om computers en relevante ICTtechnieken<br />

te gebruiken. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen<br />

die een maatschappelijke loopbaan nastreven, verdiepen en verbre<strong>de</strong>n hun kennis van <strong>de</strong> relevante<br />

beroepsvel<strong>de</strong>n en ontwikkelen hun vakspecifieke vaardighe<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

masteropleiding Scientific computing verwerven on<strong>de</strong>r meer kennis van technieken die gerelateerd<br />

zijn aan <strong>de</strong> wiskundige mo<strong>de</strong>llering van wetenschappelijke en industriële problemen.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt<br />

voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F2: Niveau: Bachelor en Master<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteer<strong>de</strong> beschrijvingen van<br />

<strong>de</strong> kwalificaties van een Bachelor of een Master.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie realiseren <strong>de</strong> opleidingen met <strong>de</strong> hierboven weergegeven doelstellingen<br />

op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> ook <strong>de</strong> algemene doelstellingen die op universitair niveau zijn<br />

geformuleerd. De <strong>bacheloropleiding</strong> biedt een inleiding in <strong>de</strong> discipline, is oriënterend en<br />

algemeen aca<strong>de</strong>misch vormend en bereidt voor op <strong>de</strong> masterfase. De masteropleidingen zijn<br />

specialistisch en berei<strong>de</strong>n voor op het uitoefenen van een beroep (en ook op <strong>de</strong> beoefening van<br />

<strong>de</strong> wetenschap).<br />

Het niveau van <strong>de</strong> opleidingen wordt voor een <strong>de</strong>el gerealiseerd door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het<br />

programma in niveaus in te <strong>de</strong>len, in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> universitaire richtlijn ter zake,<br />

en door eisen te stellen ten aanzien van het aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> niveaus die<br />

stu<strong>de</strong>nten moeten volgen.<br />

64 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


In <strong>de</strong> zelfstudie wordt een verband gelegd tussen <strong>de</strong> doelstellingen en eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen<br />

enerzijds en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren an<strong>de</strong>rzijds. Met <strong>de</strong> <strong>de</strong>scriptor Kennis en inzicht<br />

correspon<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> doelstellingen en eindtermen die betrekking hebben op basiskennis en<br />

basisconcepten en op wiskundige <strong>de</strong>nkwijzen, met <strong>de</strong> <strong>de</strong>scriptor Toepassen kennis en inzicht<br />

<strong>de</strong> doelstellingen en eindtermen die verband hou<strong>de</strong>n met het gebruik van wiskundige mo<strong>de</strong>llen<br />

en het gebruik van wiskundige software, met <strong>de</strong> <strong>de</strong>scriptor Oor<strong>de</strong>elsvorming <strong>de</strong> doelstellingen<br />

en eindtermen die te maken hebben met het gebruik van wiskundige mo<strong>de</strong>llen en het<br />

gebruik van informatie, met <strong>de</strong> <strong>de</strong>scriptor Communicatie <strong>de</strong> doelstellingen en eindtermen<br />

die gericht zijn op communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n en met <strong>de</strong> <strong>de</strong>scriptor Leervaardighe<strong>de</strong>n ten<br />

slotte <strong>de</strong> doelstellingen en eindtermen die <strong>de</strong> aansluiting op <strong>de</strong> praktijk en <strong>de</strong> aansluiting op<br />

een vervolgstudie beschrijven. Voor <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematische wetenschappen en<br />

Scientific computing wordt in <strong>de</strong> zelfstudie een vergelijkbaar <strong>over</strong>zicht gepresenteerd.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen bestu<strong>de</strong>erd en in <strong>de</strong> eerste plaats vastgesteld<br />

dat die het verschil in niveau tussen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> enerzijds en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

an<strong>de</strong>rzijds in voldoen<strong>de</strong> mate tot uitdrukking brengen. Waar <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> bijvoorbeeld<br />

een inleiding in <strong>de</strong> basiskennis en <strong>de</strong> basisconcepten van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> biedt, bie<strong>de</strong>n <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

Mathematische wetenschappen en Scientific computing vervolgon<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> voor<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> respectievelijk <strong>de</strong> scientific computing specifieke theorieën en technieken. Waar stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een voorbereiding op een aansluiten<strong>de</strong> masteropleiding krijgen,<br />

verwerven stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen kennis en vaardighe<strong>de</strong>n<br />

die hen in staat stellen toegang te krijgen tot een promotie.<br />

De commissie heeft vervolgens vastgesteld dat er een dui<strong>de</strong>lijk verband bestaat tussen <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Zij kan zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

weergave van dat verband in <strong>de</strong> zelfstudie waarnaar hierboven verwezen wordt. Daarin wordt<br />

aangetoond dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen verwijzingen naar alle Dublin-<strong>de</strong>scriptoren<br />

bevatten.<br />

De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen<br />

aan het criterium dat betrekking heeft op het niveau.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

65


F3: Oriëntatie WO:<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> beschrijvingen van een Bachelor en een<br />

Master in WO:<br />

• De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit <strong>de</strong> wetenschappelijke discipline, <strong>de</strong> internationale<br />

wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> relevante praktijk in<br />

het toekomstige beroepenveld.<br />

• Een WO-bachelor heeft <strong>de</strong> kwalificaties voor toegang tot tenminste één ver<strong>de</strong>re WO-studie op masterniveau<br />

en eventueel voor het betre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

• Een WO-master heeft <strong>de</strong> kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te verrichten of multien<br />

interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist<br />

is of dienstig is.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> is volgens <strong>de</strong> zelfstudie in <strong>de</strong> eerste plaats een voorbereiding op een<br />

ver<strong>de</strong>re studieloopbaan, in het bijzon<strong>de</strong>r op een van <strong>de</strong> masterprogramma’s Mathematical sciences,<br />

Stochastics and financial mathematics (bei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische<br />

wetenschappen) en Scientific computing. Stu<strong>de</strong>nten die binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

<strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> hebben afgerond, hebben daarnaast toegang tot elke masteropleiding op<br />

het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in Ne<strong>de</strong>rland. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> die <strong>de</strong> major<br />

Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen hebben gevolgd, hebben in ie<strong>de</strong>r geval automatisch toegang tot<br />

<strong>de</strong> (eenjarige) masteropleiding Scientific computing. Ervaring met afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> bachelorstu<strong>de</strong>nten<br />

die na hun opleiding kiezen voor een maatschappelijke carrière is er nog nauwelijks.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die een educatieve minor hebben gevolgd, kunnen een bevoegdheid als twee<strong>de</strong>graadsdocent<br />

in het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs halen door een pedagogisch-didactisch programma<br />

te volgen aan <strong>de</strong> Hogeschool van Utrecht. De eerstegraadslesbevoegdheid kan behaald wor<strong>de</strong>n<br />

door het volgen van het programma Science teacher education uit <strong>de</strong> opleiding Science education<br />

and communication, een tweejarig masterprogramma dat wordt aangebo<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

Utrecht School of Applied Science.<br />

De doelstellingen van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen brengen volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie tot uitdrukking dat <strong>de</strong>ze opleiding oriënterend is op zowel een toekomstige<br />

beroepsuitoefening als een toekomstige on<strong>de</strong>rzoekscarrière. Deze opleiding wordt gekenmerkt<br />

door theoretische diepgang en door aandacht voor nieuwe ontwikkelingen in het on<strong>de</strong>rzoek.<br />

In <strong>de</strong> doelstellingen van <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing komt <strong>de</strong> oriëntatie op <strong>de</strong><br />

toekomstige werksfeer sterk naar voren. Het accent van <strong>de</strong>ze opleiding ligt heel sterk op probleemoplossend<br />

werken in verschillen<strong>de</strong> maatschappelijke, industriële of wetenschappelijke<br />

contexten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindkwalificaties bestu<strong>de</strong>erd vanuit het perspectief van <strong>de</strong> oriëntatie<br />

van <strong>de</strong> opleiding. Zij heeft eer<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r F1) reeds vastgesteld dat <strong>de</strong> eindkwalificaties in voldoen<strong>de</strong><br />

mate aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> wetenschappelijke discipline (c.q. <strong>de</strong> vakgenoten)<br />

en <strong>de</strong> relevante beroepspraktijk. De commissie is ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindtermen voldoen<strong>de</strong><br />

aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> internationale wetenschapsbeoefening. De eindkwalificaties<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> verwijzen bijvoorbeeld naar het ontwikkelen van een kritische<br />

houding, <strong>de</strong> verwerving van communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n, het gebruik van ICT-technieken<br />

en het verzamelen van informatie via internet of eigen on<strong>de</strong>rzoek. De eindkwalificaties van <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematische wetenschappen verwijzen on<strong>de</strong>r meer naar <strong>de</strong> praktijk en <strong>de</strong><br />

resultaten van wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek en naar <strong>de</strong> vaardigheid om zelf <strong>de</strong> resultaten van<br />

on<strong>de</strong>rzoek te presenteren. De eindkwalificaties van <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing<br />

66 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


verwijzen on<strong>de</strong>r meer naar wiskundige mo<strong>de</strong>llering, het toepassen en ontwerpen van algoritmen<br />

en <strong>de</strong> implementatie van algoritmen op mo<strong>de</strong>rne computerarchitecturen. De commissie<br />

heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> laatste masteropleiding niet expliciet verwijzen<br />

naar <strong>de</strong> verwerving van on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n, maar dat stu<strong>de</strong>nten hun opleiding afsluiten<br />

met een afstu<strong>de</strong>erwerk van voldoen<strong>de</strong> omvang waarin zij zelfstandig on<strong>de</strong>rzoek verrichten. Op<br />

grond daarvan conclu<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> commissie dat ook <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding Scientific<br />

computing <strong>de</strong> kennis en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n verwerven die behoren bij een opleiding in het<br />

wetenschappelijke domein.<br />

De commissie heeft ver<strong>de</strong>r vastgesteld dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> rechtstreeks<br />

kunnen doorstromen naar in ie<strong>de</strong>r geval een van <strong>de</strong> masteropleidingen en dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen die een loopbaan in het<br />

on<strong>de</strong>rzoek ambiëren, beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n die nodig zijn om toegelaten te wor<strong>de</strong>n<br />

tot een promotie.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen aan<br />

<strong>de</strong> criteria die gel<strong>de</strong>n voor een opleiding binnen het wetenschappelijk domein.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt<br />

dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

1.<strong>2.</strong><strong>2.</strong> Programma<br />

Beschrijving van <strong>de</strong> programma’s<br />

De structuur van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt voor een belangrijk <strong>de</strong>el<br />

bepaald door universitaire richtlijnen voor <strong>de</strong> invulling van <strong>bacheloropleiding</strong>en. Die richtlijnen<br />

schrijven voor dat stu<strong>de</strong>nten in een major die voor een <strong>de</strong>el (maximaal 75 EC) uit<br />

verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len bestaat een <strong>over</strong>zicht verwerven van <strong>de</strong> concepten en inzichten uit het<br />

vakgebied. Het programma kent ver<strong>de</strong>r een majorgebon<strong>de</strong>n keuzeruimte die moet garan<strong>de</strong>ren<br />

dat stu<strong>de</strong>nten in enkele gebie<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> discipline <strong>de</strong> noodzakelijke diepgang bereiken.<br />

De major heeft een totale omvang van 135 EC. Stu<strong>de</strong>nten krijgen daarnaast <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

om een individueel accent in hun programma aan te brengen in <strong>de</strong> profileringsruimte (die een<br />

omvang van 45 EC heeft). Stu<strong>de</strong>nten kunnen <strong>de</strong>ze ruimte vullen met extra majorgebon<strong>de</strong>n<br />

keuzeon<strong>de</strong>rwijs (bijvoorbeeld als voorbereiding op een disciplinaire masteropleiding), met een<br />

samenhangend pakket van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (een minor) in een an<strong>de</strong>re discipline (bijvoorbeeld als<br />

voorbereiding op een interdisciplinaire masteropleiding of als kennismaking met een toepassingsgebied<br />

van <strong>de</strong> eigen major) of zelf een pakket samenstellen, bijvoorbeeld als voortgaan<strong>de</strong><br />

algemene ontwikkeling op aca<strong>de</strong>misch niveau.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

67


Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> bestaat dus uit een major (met een<br />

omvang van 135 EC) en een keuzeruimte (van 45 EC). Stu<strong>de</strong>nten kunnen kiezen uit twee<br />

majors: Wiskun<strong>de</strong> en Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen. De keuzeruimte kan on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re wor<strong>de</strong>n<br />

opgevuld met een van <strong>de</strong> minors die door het on<strong>de</strong>rwijsinstituut wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n (Computational<br />

science, Econometrie en Stochastics and operations research).<br />

De basis voor <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> wordt gelegd door een aantal verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (met<br />

een totale omvang van 52,5 EC): Computergebruik, Wat is wiskun<strong>de</strong>?, Infinitesimaalrekening,<br />

Lineaire algebra, Kaleidoscoop 1, Mo<strong>de</strong>llen en simulatie, Inleiding analyse, Integraalstellingen<br />

en Overdragen van wiskun<strong>de</strong>. Stu<strong>de</strong>nten verdiepen <strong>de</strong>ze basis door drie on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (totaal<br />

22,5 EC) uit een lijst van vijf te kiezen die ver<strong>de</strong>r ingaan op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen die in <strong>de</strong> verplichte<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen. Daarnaast moeten zij twee contextvakken (totaal 15 EC) uit<br />

een lijst van drie volgen. Vervolgens moeten zij minimaal vier vakken (met een totale omvang<br />

van 45 EC) van een gevor<strong>de</strong>rd niveau volgen. Zij kunnen bij het maken van een keuze een aantal<br />

vooraf gesuggereer<strong>de</strong> studiepa<strong>de</strong>n die in <strong>de</strong> studiegids zijn opgenomen als richtlijn nemen.<br />

Ten slotte moeten stu<strong>de</strong>nten, op grond van <strong>de</strong> universitaire richtlijnen, een keuze (van totaal 45<br />

EC) maken uit <strong>de</strong> cursussen die in <strong>de</strong> universitaire on<strong>de</strong>rwijsgids wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n.<br />

De basis voor <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen wordt eveneens gelegd door een aantal<br />

verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, die voor het grootste <strong>de</strong>el ook verplicht zijn voor <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong>.<br />

De verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (die in totaal 60 EC omvatten) zijn: Computergebruik, Infinitesimaalrekening,<br />

Lineaire algebra, Wiskun<strong>de</strong>toepassingen, Kaleidoscoop 1, Mo<strong>de</strong>llen en simulatie,<br />

Integraalstellingen, Differentiaal vergelijkingen, Numerieke wiskun<strong>de</strong> en Kansrekening.<br />

Daarnaast kiezen stu<strong>de</strong>nten verdiepen<strong>de</strong> vakken met een omvang van 15 EC. Vervolgens kiezen<br />

stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (met een omvang van 60 EC) uit clusters, bestaan<strong>de</strong> uit vakken uit<br />

een an<strong>de</strong>re opleiding dan wiskun<strong>de</strong> die zijn gegroepeerd rond een thema waarin wiskun<strong>de</strong> een<br />

prominente rol speelt. Met het oog op <strong>de</strong> samenhang moeten stu<strong>de</strong>nten twee of drie clusters<br />

kiezen en uit elk daarvan minstens 15 en hoogstens 40 EC aan vakken kiezen. De clusters die<br />

in <strong>de</strong> studiegids vermeld wor<strong>de</strong>n, komen uit <strong>de</strong> opleidingen Aardwetenschappen, Biologie,<br />

Economie, Informatica, Natuur- en sterrenkun<strong>de</strong>, Scheikun<strong>de</strong> en Wijsbegeerte. Ook stu<strong>de</strong>nten<br />

die <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen volgen, vullen tot slot hun profileringsruimte van<br />

45 EC in.<br />

In het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen wor<strong>de</strong>n twee masterprogramma’s<br />

aangebo<strong>de</strong>n: Mathematical sciences en Stochastics and financial mathematics. Een<br />

<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> masteropleiding vindt plaats in het ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma dat<br />

wordt georganiseerd door het Regieorgaan. Het masterprogramma Stochastics and financial<br />

mathematics wordt verzorgd in nauwe samenwerking met <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam en<br />

<strong>de</strong> Vrije Universiteit.<br />

Het masterprogramma Mathematical sciences omvat 120 EC, waarvan 75 EC aan keuzevakken<br />

op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> besteed kan wor<strong>de</strong>n en 45 EC aan het afstu<strong>de</strong>erproject.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die dit programma volgen, kunnen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kiezen uit het aanbod aan mastervakken<br />

van het Mathematisch Instituut, het aanbod aan bachelorvakken van het Mathematisch<br />

Instituut (hooguit twee, wanneer een stu<strong>de</strong>nt op een bepaald gebied <strong>de</strong>ficiënties blijkt te<br />

hebben), vakken uit het aanbod van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma, vakken in het ka<strong>de</strong>r van<br />

<strong>de</strong> MRI Masterclass en Spring School en mastervakken verzorgd door an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>partementen<br />

van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht. Jaarlijks biedt het Mathematisch Instituut zo’n twintig vakken op<br />

masterniveau aan op het gebied van <strong>de</strong> analyse, algebra, meetkun<strong>de</strong>, logica, numerieke analyse,<br />

68 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


stochastiek en geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Elk jaar organiseert het Mathematical Research<br />

Institute (MRI) een Masterclass en een Spring School rond bepaal<strong>de</strong> thema’s. Stu<strong>de</strong>nten kunnen<br />

cursussen die daarvan <strong>de</strong>el uitmaken opnemen in hun masterprogramma. Het afstu<strong>de</strong>erproject<br />

bestaat uit een stage en een scriptie.<br />

Het masterprogramma Stochastics and financial mathematics omvat 120 EC, waarvan 84 EC<br />

aan gebon<strong>de</strong>n keuzevakken besteed kan wor<strong>de</strong>n en 36 EC aan een afstu<strong>de</strong>erproject. De zelfstudie<br />

bevat een lijst van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam,<br />

<strong>de</strong> Vrije Universiteit en <strong>de</strong> Universiteit Utrecht.<br />

Het programma van <strong>de</strong> eenjarige masteropleiding Scientific computing, die sterk georiënteerd<br />

is op <strong>de</strong> praktijk in het bedrijfsleven, bestaat uit verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (met een totale<br />

omvang van 37,5 EC) en een afstu<strong>de</strong>erwerk (waarvoor 22,5 EC is gereserveerd. De verplichte<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (met elk een studielast van 7,5 EC) zijn: Wavelets and fouriertransforms, Scientific<br />

computing laboratory, Parallel algorithms, Numerical linear algebra en Numerical partial differential<br />

equations.<br />

F4: Eisen WO<br />

Het programma sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor het programma van een WO-opleiding:<br />

• Kennisontwikkeling door stu<strong>de</strong>nten vindt plaats in interactie tussen het on<strong>de</strong>rwijs en het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek binnen relevante disciplines.<br />

• Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in <strong>de</strong> relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare<br />

verban<strong>de</strong>n met actuele wetenschappelijke theorieën.<br />

• Het programma waarborgt <strong>de</strong> ontwikkeling van vaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

• Bij daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen heeft het programma aantoonbare verban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

actuele praktijk van <strong>de</strong> relevante beroepen.<br />

Beschrijving<br />

Het on<strong>de</strong>rwijs in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen wordt verzorgd door <strong>de</strong><br />

le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf van het Mathematisch Instituut, die vrijwel zon<strong>de</strong>r uitzon<strong>de</strong>ring<br />

gepromoveerd zijn en allen actief zijn in het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek. Zij beste<strong>de</strong>n<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie in het on<strong>de</strong>rwijs dat zij verzorgen zoveel mogelijk aandacht aan <strong>de</strong> aansluiting<br />

tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek. De mate en <strong>de</strong> vorm waarin dit gebeurt, is afhankelijk<br />

van het niveau van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt en van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Omdat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een inleiding in <strong>de</strong> basiskennis en <strong>de</strong> basisvaardighe<strong>de</strong>n van een<br />

wiskundige biedt, is op dat niveau <strong>de</strong> aansluiting bij huidig wiskundig on<strong>de</strong>rzoek niet altijd<br />

mogelijk. In het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt wel expliciet aandacht besteed<br />

aan <strong>de</strong> vorming van een kritisch-wetenschappelijke houding bij het bestu<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> leerstof<br />

en bij <strong>de</strong> uitvoering van opdrachten en het produceren van werkstukken. In verschillen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wordt <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong>ze wetenschappelijke attitu<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gesteld. In<br />

het verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Wat is wiskun<strong>de</strong>? wordt aandacht besteed aan <strong>de</strong> grondhouding met<br />

betrekking tot <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> presentatie ervan. Ver<strong>de</strong>r krijgen stu<strong>de</strong>nten training in het<br />

‘opschrijven’ van wiskun<strong>de</strong>, een eerste voorwaar<strong>de</strong> om aan on<strong>de</strong>rzoek te kunnen beginnen. In<br />

het verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Kaleidoscoop 1, een lezingencyclus, komen on<strong>de</strong>rwerpen aan bod die<br />

behoren tot het wiskundig erfgoed maar buiten <strong>de</strong> reguliere cursussen vallen. Daarnaast zijn<br />

er voordrachten waarin recent wiskundig on<strong>de</strong>rzoek aan bod komt. Het verslag dat stu<strong>de</strong>nten<br />

voor dit vak maken is een eerste oefening in het schrijven van een wiskundige rapportage. Het<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

69


programma van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> kent ook <strong>de</strong> verplichte vakken Analyse, en Mo<strong>de</strong>llen en<br />

simulatie, waarin <strong>de</strong> aansluiting tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong> ontwikkeling van wetenschappelijke<br />

vaardighe<strong>de</strong>n een belangrijke rol spelen. In het ka<strong>de</strong>r van het vak Analyse maken<br />

stu<strong>de</strong>nten huiswerkopgaven die door <strong>de</strong> practicumlei<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n gecorrigeerd. Zo bekwamen<br />

stu<strong>de</strong>nten zich in het systematisch opschrijven van wiskun<strong>de</strong> en in exact re<strong>de</strong>neren. In het vak<br />

Mo<strong>de</strong>llen en simulatie voeren stu<strong>de</strong>nten zelfstandig een aantal on<strong>de</strong>rzoeksopdrachten uit. Zo verwerven<br />

zij <strong>de</strong> eerste on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> Kleine scriptie of in het Project voeren stu<strong>de</strong>nten<br />

ook zelfstandig een klein on<strong>de</strong>rzoek uit, dat wordt afgesloten met het schrijven van een verslag.<br />

Het on<strong>de</strong>rwerp van dit on<strong>de</strong>rzoek sluit in veel gevallen aan bij actueel wiskundig on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Het programma van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen kent ook <strong>de</strong> hierboven genoem<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Kaleidoscoop 1, en Mo<strong>de</strong>llen en simulatie. In <strong>de</strong>ze major ligt <strong>de</strong> nadruk meer op<br />

wiskun<strong>de</strong> in relatie tot an<strong>de</strong>re disciplines. Het programma van <strong>de</strong>ze major is volgens <strong>de</strong> opleiding<br />

breed en sluit daarmee aan bij <strong>de</strong> trend dat <strong>bacheloropleiding</strong>en bre<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n. De major<br />

richt zich op een an<strong>de</strong>re doelgroep dan <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong>: stu<strong>de</strong>nten met belangstelling voor<br />

wiskun<strong>de</strong> die geen klassieke wiskun<strong>de</strong>opleiding willen volgen. De stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong>ze major<br />

volgen, leren dat <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> gebruikt kan wor<strong>de</strong>n in toepassingen binnen an<strong>de</strong>re wetenschappen,<br />

waaron<strong>de</strong>r (afhankelijk van het gekozen cluster) <strong>de</strong> natuurkun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> sterrenkun<strong>de</strong>,<br />

<strong>de</strong> biofysica, <strong>de</strong> computationele fysica, <strong>de</strong> aardwetenschappen, <strong>de</strong> kunstmatige intelligentie,<br />

<strong>de</strong> wijsbegeerte, <strong>de</strong> economie en <strong>de</strong> econometrie en <strong>de</strong> statistiek en operations research. Deze<br />

aandacht voor an<strong>de</strong>re disciplines gaat wat ten koste van <strong>de</strong> aandacht voor typisch wiskundige<br />

<strong>de</strong>nkwijzen (zoals <strong>de</strong> wiskundige bewijsvoering). De docenten zijn van mening dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

wel genoeg wiskundige kennis en vaardighe<strong>de</strong>n verwerven om zich wiskundige te mogen<br />

noemen. Tij<strong>de</strong>ns het gesprek met het bestuur van <strong>de</strong> faculteit bleek dat stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong>ze<br />

major volgen niet altijd <strong>over</strong> alle noodzakelijke voorkennis beschikken en dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

<strong>over</strong>weegt om het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Wat is wiskun<strong>de</strong>? uit het programma van <strong>de</strong> major<br />

Wiskun<strong>de</strong> ook voor stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong>ze major verplicht te stellen. De invoering van <strong>de</strong> major<br />

is volgens <strong>de</strong> opleiding een reactie op <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> eisen die vanuit <strong>de</strong> beroepspraktijk wor<strong>de</strong>n<br />

gesteld en is ook bedoeld om <strong>de</strong> uitval van stu<strong>de</strong>nten te vermin<strong>de</strong>ren: <strong>de</strong> ervaring leert dat<br />

sommige stu<strong>de</strong>nten moeite hebben met abstracties, het programma van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong><br />

en toepassingen is min<strong>de</strong>r gericht op abstracties dan dat van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong>. Stu<strong>de</strong>nten<br />

kunnen ook in het twee<strong>de</strong> jaar van hun studie nog <strong>over</strong>stappen naar <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en<br />

toepassingen. Zij begrijpen <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën die ten grondslag liggen aan <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong>ze major<br />

en waar<strong>de</strong>ren die ook.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> komen in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Kaleidoscoop 2 (een van <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische<br />

contextvakken die zij kunnen kiezen) in aanraking met <strong>de</strong> beroepspraktijk, omdat<br />

in het ka<strong>de</strong>r van dit vak on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>ren wiskundigen uit het bedrijfsleven wor<strong>de</strong>n uitgenodigd<br />

om een presentatie te verzorgen.<br />

Een van <strong>de</strong> doelstellingen van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen is om aansluiting<br />

bij wiskundig on<strong>de</strong>rzoek te vin<strong>de</strong>n. Deze masteropleiding wordt door <strong>de</strong> Universiteit<br />

Utrecht aangemerkt als prestige master, als erkenning van het hoge internationale on<strong>de</strong>rzoeksniveau<br />

van het Mathematisch Instituut, waarvan <strong>de</strong> masteropleiding profiteert. In het cursorische<br />

<strong>de</strong>el van het programma van <strong>de</strong>ze opleiding (met een omvang van 75 EC, bij Stochastics<br />

and financial mathematics 84 EC) volgen stu<strong>de</strong>nten colleges die voor een <strong>de</strong>el voorberei<strong>de</strong>nd<br />

en voor een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el van een gevor<strong>de</strong>rd niveau zijn en aansluiten op actueel wiskundig<br />

on<strong>de</strong>rzoek. In het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van het programma (met een omvang van 45 EC, bij Stochastics<br />

and financial mathematics 36 EC), gewijd aan het afstu<strong>de</strong>erproject, laten stu<strong>de</strong>nten aan<br />

70 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


<strong>de</strong> hand van een eigen on<strong>de</strong>rzoek zien in hoeverre zij zich <strong>de</strong> vaardigheid om on<strong>de</strong>rzoek te<br />

verrichten eigen hebben gemaakt. In <strong>de</strong>ze fase van <strong>de</strong> opleiding komen zij in contact met <strong>de</strong><br />

beroepspraktijk wanneer zij een stage volgen bij een bedrijf of een instelling.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing besteedt veel aandacht aan<br />

<strong>de</strong> ontwikkeling van algoritmen en <strong>de</strong> analyse van mo<strong>de</strong>llen. Bei<strong>de</strong> activiteiten vormen een<br />

belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van toegepast wiskundig on<strong>de</strong>rzoek. In <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erfase, met een omvang<br />

van 22,5 EC, verrichten stu<strong>de</strong>nten zelfstandig een on<strong>de</strong>rzoek.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen waar<strong>de</strong>ren het on<strong>de</strong>rwijs<br />

dat in het ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma wordt aangebo<strong>de</strong>n, maar zij meld<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> commissie dat <strong>de</strong> afstemming binnen dat programma naar hun mening nog verbeterd kan<br />

wor<strong>de</strong>n, dat niet alle docenten die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen het lan<strong>de</strong>lijke programma verzorgen<br />

goed op <strong>de</strong> hoogte lijken te zijn van wat an<strong>de</strong>re docenten doen. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zou<br />

het programma in sterkere mate op <strong>de</strong> vraag van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

afgesteld.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> faculteit bleek dat <strong>de</strong> aandacht voor het verzorgen<br />

van presentaties in <strong>de</strong> masteropleidingen beperkt is. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong>elnemen aan een seminar<br />

verzorgen altijd een presentatie, maar zij zijn niet verplicht om daaraan <strong>de</strong>el te nemen. Zij zijn<br />

wel verplicht om een voordracht te hou<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r van het afstu<strong>de</strong>erproject. Stu<strong>de</strong>nten<br />

wor<strong>de</strong>n niet specifiek getraind in het verzorgen van presentaties. De opleidingen hebben wel<br />

een document opgesteld met richtlijnen voor het schrijven van werkstukken.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> interactie tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek in het programma<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in voldoen<strong>de</strong> mate vorm heeft gekregen. In het on<strong>de</strong>rwijs<br />

wordt gebruikgemaakt van recente en (voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>) relevante literatuur, waardoor<br />

actuele ontwikkelingen in <strong>de</strong> discipline aan bod komen wanneer dat mogelijk is. De stu<strong>de</strong>nten<br />

van bei<strong>de</strong> majors verwerven vaardighe<strong>de</strong>n met behulp waarvan ze on<strong>de</strong>rzoek kunnen<br />

verrichten en leren <strong>de</strong> verworven vaardighe<strong>de</strong>n te gebruiken, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

Mo<strong>de</strong>llen en Simulatie en in <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische contextvakken zoals Project en Kleine Scriptie.<br />

Het programma kent een aantal vakken die specifiek gericht zijn op <strong>de</strong> verwerving van aca<strong>de</strong>mische<br />

vaardighe<strong>de</strong>n, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Wat is wiskun<strong>de</strong>? en Kaleisdoscoop 1 en <strong>de</strong><br />

aca<strong>de</strong>mische contextvakken.<br />

De commissie heeft waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> manier waarop het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

is ingevuld, bijvoorbeeld in het vak Kaleidoscoop I, en in het bijzon<strong>de</strong>r voor het<br />

wetenschappelijk gehalte van het programma. Zij is van mening dat het programma evenwichtig<br />

is en een goed <strong>over</strong>zicht geeft van <strong>de</strong> actuele stand van zaken binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Zij<br />

vindt ook dat <strong>de</strong> opleiding erin geslaagd is het universitaire on<strong>de</strong>rwijsconcept, dat voorschrijft<br />

dat aca<strong>de</strong>mische vorming een centrale plaats inneemt in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en, op een goe<strong>de</strong><br />

manier te implementeren en daarmee een goe<strong>de</strong> balans te vin<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

en <strong>de</strong> keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat er in het programma van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen<br />

op een systematische manier aandacht zou moeten wor<strong>de</strong>n besteed aan wiskundige <strong>de</strong>nkwijzen.<br />

Zij is dan ook van mening dat het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Wat is wiskun<strong>de</strong>? uit het programma van <strong>de</strong><br />

major Wiskun<strong>de</strong> ook <strong>de</strong>el zou moeten uitmaken van het programma van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong><br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

71


en toepassingen en heeft met voldoening vastgesteld dat dit vanaf <strong>de</strong> cursus 2007-2008 het<br />

geval is. Zij is ervan <strong>over</strong>tuigd dat het probleem dat stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong>ze major niet op alle<br />

momenten <strong>over</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke voorkennis beschikken hierdoor zal wor<strong>de</strong>n verkleind. De<br />

commissie vindt <strong>over</strong>igens ook dat het programma van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> meer aandacht aan<br />

mogelijke toepassingen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> zou kunnen beste<strong>de</strong>n. Op dit punt zou <strong>de</strong> <strong>over</strong>lap<br />

tussen <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> twee majors in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie nog vergroot kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n. Deze kritische opmerkingen doen niets af aan het positieve oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie<br />

<strong>over</strong> het wetenschappelijk gehalte van <strong>de</strong> opleiding.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opzet van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische<br />

wetenschappen in voldoen<strong>de</strong> mate waarborgt dat stu<strong>de</strong>nten vertrouwd raken met<br />

actuele discussies en lopend on<strong>de</strong>rzoek binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Zij heeft vastgesteld dat stu<strong>de</strong>nten<br />

in verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma en in het afstu<strong>de</strong>erproject in het bijzon<strong>de</strong>r<br />

hun on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r ontwikkelen. Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is het<br />

wetenschappelijk gehalte van <strong>de</strong> opleiding daarmee a<strong>de</strong>quaat. Zij heeft ook vastgesteld dat het<br />

programma niet op een systematische manier aandacht besteedt aan <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re verwerving van<br />

meer algemene aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n en dat bijvoorbeeld <strong>de</strong> aandacht voor mon<strong>de</strong>linge<br />

presentaties beperkt is. De verban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> beroepspraktijk komen evenmin op een systematische<br />

manier aan bod in het programma.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat het eerste <strong>de</strong>el van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Scientific computing in zijn geheel bestaat uit verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, waarin wordt<br />

voortgebouwd op <strong>de</strong> kennis en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n die stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

hebben verworven. Die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zijn naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie zo ingevuld dat ze<br />

in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> relevante actuele ontwikkelingen in <strong>de</strong> discipline. In het<br />

twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van het programma, waarin stu<strong>de</strong>nten zelfstandig een on<strong>de</strong>rzoek uitvoeren dat<br />

leidt tot <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscriptie, ontwikkelen stu<strong>de</strong>nten hun on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r. De<br />

commissie heeft vastgesteld dat een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten hun on<strong>de</strong>rzoek uitvoert in een<br />

bedrijf of een organisatie buiten <strong>de</strong> universiteit en op die manier kennismaakt met <strong>de</strong> eisen die<br />

<strong>de</strong> beroepspraktijk stelt.<br />

De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor bei<strong>de</strong> masteropleidingen.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F5: Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma<br />

Het programma is een a<strong>de</strong>quate concretisering van <strong>de</strong> eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke<br />

eisen.<br />

De eindkwalificaties zijn a<strong>de</strong>quaat vertaald in leerdoelen van (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma.<br />

De inhoud van het programma biedt stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> eindkwalificaties te<br />

bereiken.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie geeft een <strong>over</strong>zicht van <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen<br />

in <strong>de</strong> programma’s aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld.<br />

72 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


De wiskundige basiskennis en basisconcepten waarnaar in eindkwalificatie 1 wordt verwezen,<br />

wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma behan<strong>de</strong>ld. Stu<strong>de</strong>nten kunnen <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len vermij<strong>de</strong>n die een inleiding in <strong>de</strong> kansrekening bie<strong>de</strong>n. De kennismaking met wiskundige<br />

<strong>de</strong>nkwijzen (eindkwalificatie 3) speelt in alle wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong><br />

een <strong>over</strong>heersen<strong>de</strong> rol. Deze <strong>de</strong>nkwijzen komen min<strong>de</strong>r prominent naar voren in het<br />

programma van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen, dat stu<strong>de</strong>nten veel mogelijkhe<strong>de</strong>n biedt<br />

om kennis te maken met disciplines waarin toepassingen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> van cruciaal belang<br />

zijn (eindkwalificaties 4). Communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n (eindkwalificatie 5) komen met name<br />

aan bod in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Kaleidoscoop 1 en 2, Overdragen van wiskun<strong>de</strong> en Mo<strong>de</strong>llen en<br />

Simulatie en in <strong>de</strong> Kleine scriptie en het Project. Aan het hanteren van wiskundige mo<strong>de</strong>llen<br />

(eveneens eindkwalificatie 5) wordt in veel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len aandacht besteed, met name in Mo<strong>de</strong>llen<br />

en simulatie, Numerieke wiskun<strong>de</strong>, Kansrekening, Statistiek, Stochastische processen, Differentiaalvergelijkingen,<br />

het Project, Kaleidoscoop 2, Discrete wiskun<strong>de</strong>, Concrete meetkun<strong>de</strong><br />

1 en 2, het practicum Computational science, Numerieke lineaire algebra, Optimalisering,<br />

Speltheorie en Investeringstheorie. Stu<strong>de</strong>nten leren informatie (literatuur, internet) te verzamelen<br />

en te gebruiken in on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin zij werkstukken moeten maken, zoals in Kaleidoscoop<br />

1, <strong>de</strong> Kleine scriptie, het Project, Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, Overdragen van<br />

wiskun<strong>de</strong>, Concrete meetkun<strong>de</strong> 1 en 2 en Probleemaanpak. Veel van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin het<br />

gebruik van wiskundige mo<strong>de</strong>llen een belangrijke plaats inneemt (waaron<strong>de</strong>r Kaleidoscoop 2,<br />

het Project, Parallelle algoritmen voor supercomputers, het practicum Computational science,<br />

Statistiek, Probleemaanpak en Concrete meetkun<strong>de</strong> 2) kennen verban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> beroepspraktijk.<br />

De oriëntatie op een eventuele vervolgstudie (eindkwalificatie 7) wordt volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie gerealiseerd wanneer stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> uitgestippel<strong>de</strong> studiepa<strong>de</strong>n volgen, met <strong>de</strong>els verplichte<br />

en <strong>de</strong>els sterk aangera<strong>de</strong>n vakken.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen biedt specifieke<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n tot verdieping (eindkwalificatie 1) via <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma’s en via<br />

<strong>de</strong> seminaria en cursussen die wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n door het Mathematisch Instituut. In <strong>de</strong><br />

masteropleiding speelt het zelfstandig uitvoeren van on<strong>de</strong>rzoek (eindkwalificatie 4) een prominente<br />

rol in <strong>de</strong> seminaria en het afstu<strong>de</strong>erwerk. Bij veel keuzevakken, zoals Numerical partial<br />

differential equations, Laboratory class scientific computing, Wavelets and Fourier transforms,<br />

Homological algebra en Functional analysis, wordt ook on<strong>de</strong>rzoek verricht dat resulteert in<br />

een werkstuk op dit vakgebied. Stu<strong>de</strong>nten maken kennis met <strong>de</strong> praktijk van bedrijfsleven en/<br />

of on<strong>de</strong>rzoek (eindkwalificatie 4 en 5) wanneer zij, als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het hun afstu<strong>de</strong>erwerk,<br />

een stage in het bedrijfsleven lopen of een on<strong>de</strong>rzoek aan een extern instituut uitvoeren. Met<br />

name in het programma van Stochastics and financial mathematics kan praktijkervaring in<br />

het bedrijfsleven nadrukkelijk aanwezig zijn. Wanneer het afstu<strong>de</strong>erwerk zich vooral richt op<br />

<strong>de</strong> zuivere wiskun<strong>de</strong>, vindt het in <strong>de</strong> regel plaats op het Mathematisch Instituut. Het presenteren<br />

van wiskun<strong>de</strong> (eindkwalificatie 6) heeft met name plaats tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> seminaria en in het<br />

afstu<strong>de</strong>erwerk. Het hou<strong>de</strong>n van een afstu<strong>de</strong>ervoordracht is een verplicht on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het<br />

afstu<strong>de</strong>erwerk.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing biedt verdieping en verbreding<br />

van <strong>de</strong> numeriek wiskundige kennis (eindkwalificatie 1) in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Numerical linear<br />

algebra en Numerical partial differential equations, bei<strong>de</strong> kernvakken in dit gebied, en in<br />

het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Wavelets and Fourier transforms. Mo<strong>de</strong>llering en algoritmiek staan centraal<br />

in <strong>de</strong> vakken Scientific computing laboratory en Parallel algorithms. In het eerste vak wordt<br />

<strong>de</strong> volledige keten van mo<strong>de</strong>lleren tot uitein<strong>de</strong>lijk simuleren behan<strong>de</strong>ld, in het twee<strong>de</strong> leren<br />

stu<strong>de</strong>nten om algoritmen te gebruiken en ook te ontwerpen die geschikt zijn voor implemen-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

73


tatie op parallelle computers. In Wavelets and fourier transforms staat niet alleen wiskundige<br />

theorievorming, maar ook <strong>de</strong> praktische toepassing van <strong>de</strong>ze transformaties centraal. Communicatie<br />

van wiskun<strong>de</strong> naar niet-specialisten, praktijkervaring en zelfstandig on<strong>de</strong>rzoek (eindkwalificatie<br />

2) vormen <strong>de</strong> kern van het Final research project, een vanuit het instituut intensief<br />

begelei<strong>de</strong> stage in <strong>de</strong> industrie of in een on<strong>de</strong>rzoekslaboratorium die wordt afgesloten met een<br />

scriptie die ook beoor<strong>de</strong>eld wordt op <strong>de</strong> toegankelijkheid voor niet-specialisten. Stu<strong>de</strong>nten<br />

geven bovendien een voordracht <strong>over</strong> hun stagewerkzaamhe<strong>de</strong>n op het Mathematisch Instituut<br />

en in veel gevallen ook op <strong>de</strong> locatie waar zij <strong>de</strong> stage hebben gelopen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen bestu<strong>de</strong>erd<br />

vanuit het perspectief van <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen.<br />

Zij kan zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> manier waarop in <strong>de</strong> zelfstudie een verband is gelegd tussen <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

en <strong>de</strong> programma’s en in <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re toelichting daarop. De beschrijving in <strong>de</strong> zelfstudie<br />

laat zien dat <strong>de</strong> eindkwalificaties op een evenwichtige manier <strong>over</strong> het programma zijn<br />

gespreid en dat stu<strong>de</strong>nten ze in <strong>de</strong> loop van hun studie verwerven en daarmee <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

hebben om ze gelei<strong>de</strong>lijk te ontwikkelen. Zij is daarom van mening dat <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong><br />

opleidingen a<strong>de</strong>quate concretiseringen van <strong>de</strong> eindkwalificaties vormen.<br />

De commissie heeft wel vastgesteld dat <strong>de</strong> beschrijving in <strong>de</strong> zelfstudie die betrekking heeft<br />

op <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> verschillen<strong>de</strong> keren expliciet melding maakt van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die geen<br />

<strong>de</strong>el uitmaken van het verplichte programma dat door alle stu<strong>de</strong>nten wordt gevolgd. De opleiding<br />

kan bijvoorbeeld niet garan<strong>de</strong>ren dat alle stu<strong>de</strong>nten het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Kaleidoscoop 2 (een<br />

van <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische contextvakken) zullen volgen. Dat betekent in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie<br />

dat niet alle stu<strong>de</strong>nten alle eindkwalificaties op hetzelf<strong>de</strong> niveau zullen verwerven. De commissie<br />

is <strong>over</strong>igens wel van oor<strong>de</strong>el dat alle eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding daadwerkelijk aan<br />

bod komen in <strong>de</strong> individuele programma’s van alle stu<strong>de</strong>nten, realiseert zich dat <strong>de</strong> verschillen<br />

in niveau het resultaat zijn van keuzen van <strong>de</strong> opleiding die een universitair concept volgt en<br />

heeft er ook geen bezwaren tegen dat er op dit punt verschillen in niveau tussen stu<strong>de</strong>nten<br />

bestaan. Met <strong>de</strong>ze kanttekeningen is <strong>de</strong> commissie ook van oor<strong>de</strong>el dat het programma zo is<br />

ingericht dat stu<strong>de</strong>nten in staat zijn om <strong>de</strong> eindkwalificaties te verwerven.<br />

De commissie heeft vervolgens vastgesteld dat <strong>de</strong> opmerkingen die zij hierboven <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> heeft gemaakt in min<strong>de</strong>re mate van toepassing zijn op <strong>de</strong> masteropleidingen,<br />

voor een <strong>de</strong>el doordat <strong>de</strong> eindkwalificaties van die opleidingen in iets meer algemene termen<br />

zijn geformuleerd. De commissie heeft wel geconstateerd dat <strong>de</strong> hoeveelheid praktijkervaring<br />

die stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns hun opleiding verwerven afhankelijk is van <strong>de</strong> keuzen die <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

maken. In het algemeen zullen stu<strong>de</strong>nten die een stage buiten <strong>de</strong> universiteit volgen dui<strong>de</strong>lijk<br />

meer ervaring met <strong>de</strong> beroepspraktijk opdoen dan stu<strong>de</strong>nten die een intern on<strong>de</strong>rzoek verrichten.<br />

De commissie is wel van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> programma’s van bei<strong>de</strong> masteropleidingen zo<br />

zijn opgezet en ingericht dat van stu<strong>de</strong>nten verwacht mag wor<strong>de</strong>n dat zij <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

daadwerkelijk zullen verwerven.<br />

De commissie vindt wel dat <strong>de</strong> opleidingen meer aandacht moeten beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> operationalisering<br />

van <strong>de</strong> eindkwalificaties in leerdoelen van programmaon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en dat <strong>de</strong> beschrijvingen<br />

van <strong>de</strong> cursussen in <strong>de</strong> studiegids expliciete (leer)doelen moeten bevatten.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen aan <strong>de</strong> criteria die<br />

betrekking hebben op <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> programma’s.<br />

74 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F6: Samenhang programma<br />

Stu<strong>de</strong>nten volgen een inhou<strong>de</strong>lijk samenhangend studieprogramma.<br />

Beschrijving<br />

De samenhang van het programma komt volgens <strong>de</strong> zelfstudie tot uitdrukking in <strong>de</strong> studiegids,<br />

waar in vrijwel alle vakbeschrijvingen <strong>de</strong> vereiste voorkennis wordt aangegeven. De basis<br />

voor het programma van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt gelegd door<br />

een verplicht pakket van vakken die in totaal 52,5 EC omvatten (waarvan 45 EC op niveau<br />

1 en 7,5 EC op niveau 2) en die voor het grootste <strong>de</strong>el in het eerste jaar wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n.<br />

Een verdieping van <strong>de</strong>ze basis vindt plaats door een (gebon<strong>de</strong>n) keuze van drie on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

van niveau <strong>2.</strong> Stu<strong>de</strong>nten moeten daarnaast twee contextvakken (van niveau 3) kiezen uit een<br />

lijst van drie vakken: <strong>de</strong> Kleine scriptie, Kaleidoscoop 2 en het Project. Stu<strong>de</strong>nten moeten<br />

vervolgens nog een aantal vakken van gevor<strong>de</strong>rd niveau volgen. Zij kiezen voor hun profileringsruimte<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len met een totale omvang van 45 EC, met daarbij minstens vier vakken<br />

van minimaal niveau 3. Zij kunnen daarbij gebruikmaken van een aantal vooraf opgestel<strong>de</strong><br />

studiepa<strong>de</strong>n die in <strong>de</strong> studiegids zijn beschreven. Deze pa<strong>de</strong>n zijn: Algebra/meetkun<strong>de</strong>/logica,<br />

Analyse, Numerieke wiskun<strong>de</strong>/Computational science, Stochastiek/econometrie en Communicatie<br />

en Educatie/Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Ze bie<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten een voorbereiding op<br />

een vervolgstudie.<br />

De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Computergebruik en Wat is wiskun<strong>de</strong>? uit het programma van het eerste jaar<br />

zijn algemeen van karakter en onmisbaar voor het vervolg van <strong>de</strong> opleiding. De vakken Infinitesimaalrekening<br />

en Lineaire algebra vormen <strong>de</strong> basis voor een groot aantal vakken. Het vak<br />

Kaleidoscoop 1 presenteert diverse interessante on<strong>de</strong>rwerpen op elementaire en soms enigszins<br />

intuïtieve wijze; sommige daarvan komen in latere cursussen uitgebrei<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. De vakken<br />

Mo<strong>de</strong>llen, Integraalstellingen en Overdragen van wiskun<strong>de</strong> steunen zwaar op <strong>de</strong> hierboven<br />

genoem<strong>de</strong> vakken. In Mo<strong>de</strong>llen staat het gebruik van rekenpakketten centraal. Inleiding<br />

analyse gaat in op on<strong>de</strong>rwerpen uit Infinitesimaalrekening om die diepgaan<strong>de</strong>r te begrijpen<br />

en te bewijzen. Ook behan<strong>de</strong>lt het nieuwe fundamentele on<strong>de</strong>rwerpen. Bij Overdragen van<br />

wiskun<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zelf voordrachten.<br />

De wiskundige basis van het programma van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen binnen <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> wordt gelegd in <strong>de</strong> verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van niveau 1 en 2, die stu<strong>de</strong>nten<br />

met name in het eerste studiejaar volgen. Op het vak Wiskun<strong>de</strong>toepassingen na maken <strong>de</strong>ze<br />

verplichte vakken ook on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit van het programma van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong>. In het ka<strong>de</strong>r<br />

van <strong>de</strong> verdieping volgen stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong>ze major wiskundige keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len met een<br />

totale omvang van 15 EC. Het programma van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen kent clusters,<br />

bestaan<strong>de</strong> uit vakken uit een an<strong>de</strong>re opleiding dan wiskun<strong>de</strong>, die zijn gegroepeerd rond<br />

een thema waarin wiskun<strong>de</strong> een prominente rol speelt. De in <strong>de</strong> studiegids vermel<strong>de</strong> clusters<br />

komen uit <strong>de</strong> opleidingen Aardwetenschappen, Biologie, Economie, Informatica, Natuur- en<br />

sterrenkun<strong>de</strong>, Scheikun<strong>de</strong>, Wiskun<strong>de</strong> en Wijsbegeerte. Met het oog op <strong>de</strong> samenhang en <strong>de</strong><br />

diversiteit kiezen stu<strong>de</strong>nten uit elk van twee of drie clusters minstens 15 en hoogstens 40 EC<br />

aan vakken.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

75


Stu<strong>de</strong>nten die binnen <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen het masterprogramma<br />

Mathematical sciences volgen, maken een keuze uit het uitgebrei<strong>de</strong> aanbod van mastervakken.<br />

In principe hebben zij <strong>de</strong> vrijheid om zelf hun programma samen te stellen, maar<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie is het dui<strong>de</strong>lijk dat stu<strong>de</strong>nten een samenhangend pakket dienen te kiezen<br />

dat aansluit bij hun belangstelling. Stu<strong>de</strong>nten krijgen bij aanvang van <strong>de</strong> studie een tutor toegewezen,<br />

met wie zij afspraken maken <strong>over</strong> <strong>de</strong> samenstelling van hun individuele programma.<br />

In uitzon<strong>de</strong>rlijke gevallen (en na <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> Examencommissie) kunnen stu<strong>de</strong>nten een of<br />

twee on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len volgen uit een masterprogramma van een an<strong>de</strong>re discipline (zoals het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

Combinatorische optimalisering bij Informatica of een vak uit het masterprogramma<br />

Theoretische biologie). Stu<strong>de</strong>nten hebben <strong>de</strong> mogelijkheid om, na voorafgaan<strong>de</strong> goedkeuring<br />

van <strong>de</strong> Examencommissie, enige tijd aan een buitenlandse universiteit te stu<strong>de</strong>ren.<br />

Het Mathematisch Instituut stelt jaarlijks het on<strong>de</strong>rwijsaanbod op masterniveau vast. Het<br />

streeft ernaar om, in samenwerking met an<strong>de</strong>re aanbie<strong>de</strong>rs (waaron<strong>de</strong>r het Regieorgaan, dat<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma), een breed aanbod te verzorgen, dat<br />

het mogelijk maakt om samenhangen<strong>de</strong> programma’s te volgen. Stu<strong>de</strong>nten moeten in ie<strong>de</strong>r<br />

geval elk jaar een aantal vakken kunnen volgen binnen <strong>de</strong> hoofdrichtingen Algebra/getaltheorie,<br />

Meetkun<strong>de</strong>, Logica, Analyse, Toegepaste analyse, Numerieke analyse, Stochastiek, Optimalisering<br />

en Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

De samenhang binnen het masterprogramma Stochastics and financial mathematics, dat <strong>de</strong>el<br />

uitmaakt van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen, wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

gegaran<strong>de</strong>erd doordat er een programma van 18 on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len is vastgelegd waaruit stu<strong>de</strong>nten<br />

minimaal 12 en maximaal 15 kiezen (afhankelijk van <strong>de</strong> studielast van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len). Dit programma wordt gezamenlijk verzorgd door <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam<br />

en <strong>de</strong> Vrije Universiteit (die het als een zelfstandige opleiding aanbie<strong>de</strong>n) en <strong>de</strong> Universiteit<br />

Utrecht.<br />

Het (eenjarige) programma van <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing is georiënteerd op<br />

<strong>de</strong> praktijk van het bedrijfsleven. De samenhang van het programma wordt vergemakkelijkt<br />

doordat het programma in principe alleen verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kent. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zijn zo<br />

ingericht dat stu<strong>de</strong>nten na afronding van hun opleiding een soli<strong>de</strong> theoretische kennis hebben<br />

op het gebied van scientific computing en een ruime praktische ervaring met het aanpakken<br />

van realistische problemen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> interne samenhang van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

bestu<strong>de</strong>erd en is tot <strong>de</strong> conclusie gekomen dat <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

en <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen in voldoen<strong>de</strong> mate samenhang<br />

vertonen.<br />

De commissie vindt dat <strong>de</strong> opmerkingen die zij on<strong>de</strong>r het vorige facet heeft gemaakt in wezen<br />

ook van toepassing zijn op dit facet. Omdat stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en van <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematische wetenschappen veel keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n hebben, is het lastig<br />

voor <strong>de</strong> opleidingen om in alle individuele gevallen te garan<strong>de</strong>ren dat een studieprogramma<br />

voldoen<strong>de</strong> interne samenhang vertoont. Dat geldt binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in <strong>de</strong> ogen<br />

van <strong>de</strong> commissie in het bijzon<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen en (in min<strong>de</strong>re<br />

mate) voor <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong>. Er is in <strong>de</strong> laatste major voor gekozen vakken zo te roosteren<br />

dat bepaal<strong>de</strong> trajecten, bijvoorbeeld Analyse, Stochastiek, et cetera, echt stu<strong>de</strong>erbaar zijn, maar<br />

76 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


dit is voor veel stu<strong>de</strong>nten niet dui<strong>de</strong>lijk. De commissie is van mening dat het goed zou zijn <strong>de</strong><br />

voorlichting hier<strong>over</strong> te verbeteren, want zij heeft tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken die zij voer<strong>de</strong> gemerkt<br />

dat sommige stu<strong>de</strong>nten worstelen met <strong>de</strong> invulling van hun programma.<br />

Wat voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> geldt, geldt naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie ook voor <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematische wetenschappen. Het programma van <strong>de</strong>ze opleiding kent geen<br />

vaste of verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten hebben <strong>de</strong> mogelijkheid om het programma in te<br />

richten op basis van hun eigen wensen en voorkeuren. De commissie heeft geen bezwaar tegen<br />

<strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>ring, maar stelt wel vast dat <strong>de</strong> diversiteit groot is en <strong>de</strong> controle op <strong>de</strong> samenhang<br />

van <strong>de</strong> individuele programma’s extra aandacht van <strong>de</strong> Examencommissie vergt.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing<br />

in zijn geheel vastligt en dat <strong>de</strong> verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op een zorgvuldige manier zijn<br />

ingevuld, goed aansluiten op <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, een goe<strong>de</strong> balans en afstemming vertonen<br />

en <strong>de</strong> belangrijkste thema’s op het gebied van <strong>de</strong> scientific computing aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> stellen.<br />

Het afstu<strong>de</strong>erproject vormt een logisch en zinvol vervolg op het cursorische <strong>de</strong>el van het programma,<br />

dat in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie mooi en functioneel is en goed aansluit op <strong>de</strong> eisen<br />

die vanuit het bedrijfsleven wor<strong>de</strong>n gesteld.<br />

De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

en <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen voldoen<strong>de</strong> is en die van het<br />

programma van <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing goed.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F7: Studielast<br />

Het programma is stu<strong>de</strong>erbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die <strong>de</strong> studievoortgang<br />

belemmeren zoveel mogelijk wor<strong>de</strong>n weggenomen.<br />

Beschrijving<br />

De verhouding tussen <strong>de</strong> geprogrammeer<strong>de</strong> en <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong> studielast wordt bij <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

geëvalueerd in het ka<strong>de</strong>r van het systeem van interne kwaliteitszorg. Wanneer er uit<br />

<strong>de</strong> evaluaties problemen naar voren komen, dan kunnen die lei<strong>de</strong>n tot aanpassingen in het<br />

programma die gevolgen hebben voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid en <strong>de</strong> studielast. Voorbeel<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong>rgelijke aanpassingen wor<strong>de</strong>n besproken on<strong>de</strong>r F18. Uit <strong>de</strong> evaluaties blijkt volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten in het algemeen positief zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> verhouding tussen studielast en<br />

studiepunten.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die zij volgen als vrij zwaar beschouwen, maar wel van mening zijn dat <strong>de</strong> geprogrammeer<strong>de</strong><br />

studielast realistisch is. Stu<strong>de</strong>nten beste<strong>de</strong>n naar eigen zeggen gemid<strong>de</strong>ld zo’n<br />

<strong>de</strong>rtig uur per week aan hun studie. Zij ervaren volgens <strong>de</strong> docenten in het bijzon<strong>de</strong>r vakken<br />

die slechts één on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong> (van een half semester) duren als intensief. Voor stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen is het als gevolg van roostertechnische problemen<br />

soms lastig is om on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len bij an<strong>de</strong>re faculteiten te volgen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

77


Het on<strong>de</strong>rwijs dat in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> masteropleidingen wordt verzorgd, wordt nog niet op<br />

een vergelijkbare manier geëvalueerd als dat van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Daarom is er ook nog<br />

geen systematisch on<strong>de</strong>rzoek verricht naar <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van <strong>de</strong>ze opleidingen. Volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie is het aanbod aan masteron<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zo groot dat er waarschijnlijk alleen steekproefsgewijs<br />

evaluaties zullen kunnen wor<strong>de</strong>n verricht. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die in het ka<strong>de</strong>r van het<br />

lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma wor<strong>de</strong>n verzorgd, wor<strong>de</strong>n wel geëvalueerd. Die evaluaties lei<strong>de</strong>n<br />

soms tot aanpassingen in <strong>de</strong> inhoud of in <strong>de</strong> roostering van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> studielast van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten als vrij zwaar wordt beoor<strong>de</strong>eld, maar dat zij ook vin<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong><br />

geprogrammeer<strong>de</strong> studielast goed <strong>over</strong>eenkomt met <strong>de</strong> feitelijke studielast. Zij is van oor<strong>de</strong>el<br />

dat <strong>de</strong> studielast in het algemeen op een evenwichtige manier <strong>over</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n is ver<strong>de</strong>eld<br />

en dat <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid op een a<strong>de</strong>quate manier bewaakt en maatregelen<br />

neemt om <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid te verbeteren wanneer daartoe aanleiding bestaat. De commissie<br />

heeft geen informatie ontvangen die erop wijst dat het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

struikelblokken kent. Zij heeft wel geconstateerd dat er praktische problemen kunnen ontstaan<br />

voor stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len volgen die door<br />

an<strong>de</strong>re faculteiten wor<strong>de</strong>n verzorgd, maar zij vindt <strong>de</strong>ze problemen niet zo zwaarwegend dat<br />

ze lei<strong>de</strong>n tot een negatief oor<strong>de</strong>el.<br />

De commissie heeft geen signalen gekregen dat <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

struikelblokken kennen. Zij heeft wel vastgesteld dat <strong>de</strong> begeleiding en <strong>de</strong> aansturing die stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen krijgen wanneer zij aan hun<br />

afstu<strong>de</strong>erproject werken beperkt is (zie hieron<strong>de</strong>r, on<strong>de</strong>r F11) en dat stu<strong>de</strong>nten daardoor vertraging<br />

kunnen oplopen. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van <strong>de</strong> eindfase van <strong>de</strong>ze<br />

masteropleiding kan wor<strong>de</strong>n verbeterd wanneer er dui<strong>de</strong>lijke afspraken met stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n<br />

gemaakt <strong>over</strong> <strong>de</strong> planning van hun afstu<strong>de</strong>erproject en <strong>de</strong> eisen waaraan het eindwerkstuk<br />

moet voldoen. Zij heeft <strong>over</strong>igens ook vastgesteld dat er ook op dit punt al maatregelen zijn<br />

genomen en heeft er vertrouwen in dat die een positief effect zullen hebben op <strong>de</strong> voortgang<br />

van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erprojecten.<br />

De commissie komt dan ook tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

voldoen aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid en <strong>de</strong> studielast.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F8: Instroom<br />

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij <strong>de</strong> kwalificaties van <strong>de</strong> instromen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten:<br />

WO-bachelor: VWO, HBO-prope<strong>de</strong>use of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingson<strong>de</strong>rzoek.<br />

WO-master: bachelor en eventueel (inhou<strong>de</strong>lijke) selectie.<br />

Beschrijving<br />

Voor bei<strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> geldt als toelatingseis een diploma<br />

vwo nieuwe stijl met Wiskun<strong>de</strong> B1, 2 (of een gelijkwaardige opleiding). Stu<strong>de</strong>nten met <strong>de</strong>ficiënties<br />

kunnen hun kennis en vaardighe<strong>de</strong>n op het vereiste niveau brengen door een aanvul-<br />

78 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


len<strong>de</strong> cursus te volgen, bijvoorbeeld een zomercursus bij het Utrechtse Boswell Instituut. Uit<br />

een tabel in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat gemid<strong>de</strong>ld zo’n 30 stu<strong>de</strong>nten per jaar instromen in <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat het bestuur van <strong>de</strong> faculteit<br />

het belang van een gezon<strong>de</strong> instroom erkent en veel aandacht besteedt aan voorlichtingsactiviteiten.<br />

Uit <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs blijkt volgens <strong>de</strong> zelfstudie dat <strong>de</strong> aansluiting met het<br />

voortraject (doorgaans vwo) door stu<strong>de</strong>nten in het algemeen als goed wordt beoor<strong>de</strong>eld. In<br />

sommige gevallen hebben stu<strong>de</strong>nten moeite met het soms massale karakter van het on<strong>de</strong>rwijs<br />

(bijvoorbeeld in het geval van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Infinitesimaalrekening en Lineaire algebra, die<br />

stu<strong>de</strong>nten Wiskun<strong>de</strong> samen met stu<strong>de</strong>nten Natuurkun<strong>de</strong> volgen). Veel meer stu<strong>de</strong>nten blijken<br />

niet te beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> rekenvaardigheid en <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> vaardigheid in het<br />

algebraïsch manipuleren en zijn ook niet goed in staat om wiskundige argumenten (bijvoorbeeld<br />

bewijsvoering) dui<strong>de</strong>lijk te formuleren. Uit <strong>de</strong> evaluaties blijkt volgens <strong>de</strong> zelfstudie dat<br />

stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong>ze tekortkomingen steeds meer als een wezenlijk probleem ervaren. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Infinitesimaalrekening en Wat is wiskun<strong>de</strong>? wordt extra aandacht aan <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n<br />

besteed, zodat stu<strong>de</strong>nten een dui<strong>de</strong>lijk beeld krijgen van wat er van hen wordt verwacht.<br />

Het vak Wat is wiskun<strong>de</strong>? wordt gegeven in groepen van maximaal twintig stu<strong>de</strong>nten,<br />

in <strong>de</strong> vorm van een gecombineerd college-werkcollege, en besteedt on<strong>de</strong>r meer aandacht aan<br />

<strong>de</strong> grondbeginselen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, propositionele logica en verzamelingenleer, met nadruk<br />

op een correcte bewijsvoering. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> faculteit bevestig<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van vwo naar wo in het algemeen<br />

soepel verloopt. In het verle<strong>de</strong>n was dat niet altijd het geval, maar <strong>de</strong> aansluiting is door een<br />

aantal aanpassingen in het programma dui<strong>de</strong>lijk verbeterd.<br />

De voorlichting <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> gebeurt volgens <strong>de</strong> zelfstudie op verschillen<strong>de</strong><br />

manieren: via voorlichtingsbrochures, voorlichtingsbijeenkomsten en meeloopdagen. Op <strong>de</strong><br />

bijeenkomsten wordt, aan <strong>de</strong> hand van interactieve presentaties <strong>over</strong> <strong>de</strong> opleiding en proefcolleges,<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re ingegaan op <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> studie en op het beroepsperspectief. Tij<strong>de</strong>ns<br />

het bezoek bleek dat het bestuur van <strong>de</strong> faculteit ook extra aandacht besteedt aan voorlichting,<br />

bijvoorbeeld door <strong>de</strong> organisatie van junior colleges en <strong>de</strong> ontwikkeling van lespakketten voor<br />

mid<strong>de</strong>lbare scholen, en aan het aantrekken van allochtone stu<strong>de</strong>nten en dat het ernaar streeft<br />

om <strong>de</strong> wisselwerking met scholen te versterken.<br />

De toelatingseisen die gel<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen zijn<br />

vastgelegd in <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijs‐ en Examenregeling, waarin wordt vermeld dat <strong>de</strong> bezitters van een<br />

Ne<strong>de</strong>rlands of buitenlands diploma van hoger on<strong>de</strong>rwijs die kunnen aantonen dat zij beschikken<br />

<strong>over</strong> kennis op het niveau van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht toegang tot<br />

<strong>de</strong> opleiding hebben. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong><br />

hebben afgerond, wor<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> masteropleiding toegelaten. Van<br />

stu<strong>de</strong>nten wordt een voldoen<strong>de</strong> beheersing van het Engels verwacht. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding met wie <strong>de</strong> commissie sprak, levert <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van <strong>de</strong> bachelor‐ naar<br />

<strong>de</strong> masteropleiding geen problemen op, maar is <strong>de</strong> opleiding wel lastig voor stu<strong>de</strong>nten die<br />

el<strong>de</strong>rs een <strong>bacheloropleiding</strong> hebben gevolgd, omdat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma van <strong>de</strong><br />

masteropleiding in veel gevallen aansluiten op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma van <strong>de</strong> Utrechtse<br />

<strong>bacheloropleiding</strong>.<br />

De toelatingseisen die wor<strong>de</strong>n gehanteerd voor <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing zijn<br />

eveneens vastgelegd in <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijs‐ en Examenregeling. Daarin wordt vermeld dat stu<strong>de</strong>n-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

79


ten die kunnen aantonen dat zij beschikken <strong>over</strong> kennis op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> op het<br />

niveau van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen tot <strong>de</strong> opleiding kunnen wor<strong>de</strong>n toegelaten.<br />

Wanneer stu<strong>de</strong>nten binnen het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> minstens 165 EC hebben<br />

behaald, kunnen zij voorlopig wor<strong>de</strong>n toegelaten tot <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische<br />

wetenschappen (maar niet tot <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing). Stu<strong>de</strong>nten die voorlopig<br />

zijn toegelaten, moeten hun bachelordiploma binnen één (studie)jaar halen. Wanneer<br />

stu<strong>de</strong>nten (<strong>de</strong>finitief of voorlopig) zijn toegelaten, krijgen zij een uitnodiging om met een<br />

staflid van het Mathematisch Instituut (die optreedt als tutor) te komen praten <strong>over</strong> <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re<br />

invulling van hun programma. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> masteropleiding hou<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten contact met<br />

<strong>de</strong>ze tutor. Stu<strong>de</strong>nten die aan een an<strong>de</strong>re universiteit een bachelordiploma hebben behaald,<br />

moeten bij hun aanmelding voor een van <strong>de</strong> masteropleidingen een pakket aan informatie<br />

meesturen, waaron<strong>de</strong>r het laatst behaal<strong>de</strong> diploma, informatie <strong>over</strong> het gevolg<strong>de</strong> curriculum,<br />

motivatiebrieven, bewijzen van Engelse taalvaardigheid en aanbevelingsbrieven. De toelatingscommissie<br />

van <strong>de</strong> masteropleidingen (die bestaat uit <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> programmalei<strong>de</strong>rs en<br />

een lid van <strong>de</strong> Examencommissie) laat zich door een staflid adviseren <strong>over</strong> <strong>de</strong> toelating van <strong>de</strong><br />

betreffen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt op basis van het toegezon<strong>de</strong>n dossier en neemt vervolgens een besluit <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> toelating.<br />

Omdat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen nog maar kort bestaan, is het volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

nog niet goed mogelijk om informatie te geven <strong>over</strong> <strong>de</strong> aansluiting van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

op <strong>de</strong> masteropleidingen. In <strong>de</strong> jaren 2003 en 2004 zijn slechts kleine groepen stu<strong>de</strong>nten in<br />

<strong>de</strong> masteropleidingen ingestroomd. Uit tabellen in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat het aantal stu<strong>de</strong>nten<br />

dat instroom<strong>de</strong> in <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen in <strong>de</strong> jaren 2003,<br />

2004 en 2005 respectievelijk een, een en vijf bedroeg. De correspon<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> aantallen voor <strong>de</strong><br />

masteropleiding Scientific computing zijn twee, drie en zes. Het gaat hier voornamelijk om<br />

buitenlandse stu<strong>de</strong>nten met een bachelordiploma of een daaraan gelijkwaardig diploma.<br />

De primaire bron van informatie voor stu<strong>de</strong>nten die belangstelling hebben voor <strong>de</strong> masterprogramma’s<br />

is <strong>de</strong> website van het Mathematisch Instituut, die uitgebrei<strong>de</strong> informatie biedt <strong>over</strong><br />

het opleidingsaanbod, <strong>de</strong> cursussen en <strong>de</strong> ingangseisen. De website van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht<br />

bevat informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> aanmeldingsprocedure voor (buitenlandse) stu<strong>de</strong>nten. Er zijn daarnaast<br />

ook voorlichtingsbrochures beschikbaar van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> programma’s en er wor<strong>de</strong>n<br />

voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> kwalificaties waar<strong>over</strong> stu<strong>de</strong>nten die instromen in <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> moeten beschikken zijn vastgelegd en dat <strong>de</strong> opleiding maatregelen heeft<br />

genomen die moeten garan<strong>de</strong>ren dat stu<strong>de</strong>nten ook daadwerkelijk beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke<br />

kennis en vaardighe<strong>de</strong>n. De opleiding besteedt expliciet aandacht aan <strong>de</strong> aansluiting<br />

vanuit het vwo en doet dat op basis van verwachtingen die in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie<br />

realistisch zijn. Het programma bevat een bijspijkercursus waarin stu<strong>de</strong>nten hun kennis en<br />

vaardighe<strong>de</strong>n op het vereiste niveau brengen. De commissie waar<strong>de</strong>ert ook het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Wat<br />

is wiskun<strong>de</strong>?, dat in haar ogen een belangrijke rol vervult bij het bevor<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> aansluiting<br />

en een kennismaking biedt met wiskundige <strong>de</strong>nkwijzen. Zij is eveneens positief <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

activiteiten die <strong>de</strong> faculteit en <strong>de</strong> opleiding organiseren in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> voorlichting aan<br />

leerlingen op het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs. Zij wil daarbij in het bijzon<strong>de</strong>r het junior college en <strong>de</strong><br />

aandacht voor allochtone stu<strong>de</strong>nten vermel<strong>de</strong>n. Zij komt op grond van het bovenstaan<strong>de</strong> tot<br />

het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>.<br />

80 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben<br />

afgerond zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n kunnen doorstromen naar in ie<strong>de</strong>r geval een van <strong>de</strong><br />

masteropleidingen en dat die opleidingen een toelatingsprocedure hanteren voor stu<strong>de</strong>nten<br />

die een an<strong>de</strong>re vooropleiding hebben gevolgd. Zij heeft vernomen dat <strong>de</strong> aansluiting voor<br />

stu<strong>de</strong>nten die el<strong>de</strong>rs een <strong>bacheloropleiding</strong> hebben doorlopen problematisch zou kunnen<br />

zijn, maar zij heeft geen aanwijzingen dat er zich in <strong>de</strong> praktijk daadwerkelijk problemen<br />

voordoen en zij heeft evenmin een re<strong>de</strong>n om aan te nemen dat eventuele problemen niet<br />

op een efficiënte en constructieve manier zou<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n opgelost. Zij komt dan<br />

ook tot het oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> masteropleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking<br />

heeft op <strong>de</strong> instroom. Zij adviseert <strong>de</strong> opleidingen wel om aandacht te blijven beste<strong>de</strong>n aan<br />

eventuele aansluitingsproblemen voor stu<strong>de</strong>nten die niet <strong>de</strong> Utrechtse <strong>bacheloropleiding</strong><br />

hebben gevolgd.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F9: Duur<br />

De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. <strong>de</strong> omvang van het curriculum:<br />

WO-bachelor: in <strong>de</strong> regel 180 studiepunten.<br />

WO-master: minimaal 60 studiepunten, afhankelijk van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> omvat 180 EC en voldoet daarmee aan<br />

<strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen omvat 120 EC en<br />

voldoet daarmee aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing omvat 60 EC en voldoet daarmee<br />

aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F10: Afstemming tussen vormgeving en inhoud<br />

Het didactisch concept is in lijn met <strong>de</strong> doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.<br />

Beschrijving<br />

Het didactisch concept dat wordt gehanteerd voor <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie gekenmerkt door een afwisseling van werkvormen, activeren<strong>de</strong><br />

vormen van on<strong>de</strong>rwijs, persoonlijke aandacht voor stu<strong>de</strong>nten, regelmatige feedback<br />

aan stu<strong>de</strong>nten, aandacht voor wiskundige vaardighe<strong>de</strong>n, aandacht voor meer algemene aca<strong>de</strong>mische<br />

vaardighe<strong>de</strong>n en veel keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen<br />

wordt min<strong>de</strong>r nadruk gelegd op wiskundige vaardighe<strong>de</strong>n zoals abstract re<strong>de</strong>neren en formeel<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

81


ewijzen. Daar staat tegen<strong>over</strong> dat er in die major meer aandacht is voor mo<strong>de</strong>lleren en voor<br />

het leggen van verban<strong>de</strong>n met an<strong>de</strong>re disciplines.<br />

De doelstelling van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> om stu<strong>de</strong>nten een effectieve algemene inleiding in <strong>de</strong><br />

basiskennis en basisconcepten van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> te geven, wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie het best<br />

bereikt door theoretisch on<strong>de</strong>rwijs af te wisselen met zelfwerkzaamheid van stu<strong>de</strong>nten. Bijna<br />

alle vakken uit <strong>de</strong> eerste twee jaren en een groot aantal uit het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar kennen een hoorcollege<br />

en een werkcollege, waarbij stu<strong>de</strong>nten zelfstandig aan opgaven werken, die ze moeten inleveren<br />

en voorzien van commentaar terugkrijgen. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten hebben werkcolleges<br />

<strong>over</strong>igens in sommige gevallen eer<strong>de</strong>r het karakter van een hoorcollege. Bijna alle vakken werken<br />

met een systeem van ten minste twee <strong>de</strong>eltoetsen. De werkcollegegroepen zijn in <strong>de</strong> regel<br />

niet groter dan twintig stu<strong>de</strong>nten, zodat een meer persoonlijke begeleiding mogelijk is. Vooral<br />

in het eerste jaar is <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong> colleges volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten hoog, in <strong>de</strong> latere jaren<br />

neemt die wat af. Het leren opstellen van wiskundige bewijzen en het hanteren van abstracte<br />

concepten is een proces van vallen en opstaan waarbij stu<strong>de</strong>nten veel moeten oefenen en feedback<br />

krijgen. Dit gebeurt met name in <strong>de</strong> vakken Wat is wiskun<strong>de</strong>? en Inleiding analyse. De<br />

grote keuze aan wiskun<strong>de</strong>vakken biedt stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

om zich breed te oriënteren op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en zich daarmee op een effectieve<br />

manier voor te berei<strong>de</strong>n op een aansluiten<strong>de</strong> masteropleiding. Voor <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en<br />

toepassingen geldt dat zij een ruime kennismaking biedt met <strong>de</strong> rol van wiskun<strong>de</strong> binnen<br />

an<strong>de</strong>re disciplines.<br />

Het didactisch concept dat wordt gehanteerd voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen<br />

wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie gekenmerkt door verdieping, een breed aanbod, zelfstandig<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek, persoonlijke aandacht voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt, regelmatige feedback<br />

aan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt en aandacht voor meer algemene aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n. Omdat het aanbod<br />

aan verdiepen<strong>de</strong> mastervakken breed is, kunnen stu<strong>de</strong>nten zich specialiseren in een bepaal<strong>de</strong><br />

richting binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Het bre<strong>de</strong> aanbod wordt gerealiseerd dankzij <strong>de</strong> omvang van<br />

<strong>de</strong> staf en <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke samenwerking met an<strong>de</strong>re masteropleidingen. Mastervakken die door<br />

<strong>de</strong> eigen opleiding wor<strong>de</strong>n verzorgd, wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> regel gevolgd door groepen die niet groter<br />

zijn dan twintig stu<strong>de</strong>nten. Daardoor kunnen <strong>de</strong> docenten van <strong>de</strong>ze vakken meer persoonlijke<br />

aandacht aan stu<strong>de</strong>nten geven. De kennismaking met wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek vindt met<br />

name plaats tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van negen maan<strong>de</strong>n waarin stu<strong>de</strong>nten aan hun afstu<strong>de</strong>erproject<br />

werken.<br />

Het didactisch concept dat wordt gehanteerd voor <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing<br />

wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie gekenmerkt door nadruk op specifieke wiskundige metho<strong>de</strong>n en<br />

technieken, activerend on<strong>de</strong>rwijs, persoonlijke aandacht voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt, regelmatige feedback<br />

aan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt, aansluiting met <strong>de</strong> praktijk, integratie van theoretisch on<strong>de</strong>rwijs en programmeervaardighe<strong>de</strong>n<br />

en aandacht voor meer algemene aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n. De wiskundige<br />

metho<strong>de</strong>n en technieken die het hart vormen van <strong>de</strong>ze masteropleiding wor<strong>de</strong>n het beste<br />

<strong>over</strong>gebracht door stu<strong>de</strong>nten veel praktische ervaring te laten opdoen met mo<strong>de</strong>lleren en het<br />

ontwerpen en implementeren van algoritmen. Bij alle colleges moeten stu<strong>de</strong>nten (soms in<br />

groepen van twee) werkstukken inleveren, waarin theorie en praktijk zijn verweven. Stu<strong>de</strong>nten<br />

krijgen niet alleen commentaar op <strong>de</strong>ze opdrachten, maar ook feedback op kleine tests of<br />

<strong>de</strong>eltoetsen. De aansluiting met <strong>de</strong> beroepspraktijk krijgt vorm door enerzijds <strong>de</strong> keuze van<br />

passen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en on<strong>de</strong>rzoeksopdrachten en an<strong>de</strong>rzijds het volgen van een afstu<strong>de</strong>erstage<br />

bij een bedrijf.<br />

82 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


De zelfstudie bevat een tabel waarin een <strong>over</strong>zicht wordt gegeven van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> werkvormen <strong>over</strong> <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen. De<br />

opleidingen hanteren als werkvormen: hoorcollege groot (hoorcolleges die wor<strong>de</strong>n gegeven<br />

aan groepen van hon<strong>de</strong>rd of meer stu<strong>de</strong>nten, alleen van toepassing op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Lineaire<br />

algebra en Infinitesimaalrekening die ook door stu<strong>de</strong>nten van an<strong>de</strong>re opleidingen wor<strong>de</strong>n<br />

gevolgd), hoorcollege klein (groepen van vijftien tot vijftig stu<strong>de</strong>nten), werkcollege (waarin<br />

maximaal 25 stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r begeleiding van een aio opgaven maken), computerlab (stu<strong>de</strong>nten<br />

werken achter een workstation, meestal in duo’s, on<strong>de</strong>r begeleiding van een staflid of aio),<br />

on<strong>de</strong>rzoek (stu<strong>de</strong>nten gebruiken artikelen, boeken, internet en hun eigen inventiviteit om een<br />

bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag te beantwoor<strong>de</strong>n, individueel of samen met an<strong>de</strong>re stu<strong>de</strong>nten) en<br />

zelfstudie (alle an<strong>de</strong>re studieactiviteiten, zoals het voorberei<strong>de</strong>n van colleges en tentamens, het<br />

uitwerken van opgaven, het bestu<strong>de</strong>ren van literatuur). Uit die tabel blijkt dat het aantal contacturen<br />

in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> elk jaar afneemt, terwijl er juist meer plaats in het programma<br />

wordt ingeruimd voor zelfstudie en (in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar) on<strong>de</strong>rzoek. Deze ten<strong>de</strong>ns zet zich voort<br />

in <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen, die slechts een beperkt aantal contacturen kennen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> geen expliciet en uitgewerkt didactisch<br />

concept hanteert, maar dat <strong>de</strong> inrichting van het programma wel blijkt geeft van een<br />

a<strong>de</strong>quate afweging bij het kiezen van <strong>de</strong> werkvormen voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen dat programma.<br />

Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> gekozen werkvormen voldoen<strong>de</strong> variatie vertonen en in het<br />

algemeen aansluiten bij <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> plaats binnen het curriculum. De<br />

werkvormen passen bij het karakter van een wetenschappelijke opleiding op het gebied van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>. De commissie is in het bijzon<strong>de</strong>r positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> vormgeving van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

Wat is wiskun<strong>de</strong>? en Kaleidoscoop 1 en <strong>over</strong> <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> bijspijkercursus in het programma<br />

is geïntegreerd.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat bij <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical sciences uitgegaan<br />

wordt van een grote keuzevrijheid, en dat bij <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing het<br />

programma groten<strong>de</strong>els verplicht is. Gezien het doel en het karakter van bei<strong>de</strong> opleidingen kan<br />

<strong>de</strong> commissie zich in <strong>de</strong>ze keuzen goed vin<strong>de</strong>n. Ver<strong>de</strong>r hanteren <strong>de</strong> opleidingen geen expliciet<br />

en uitgewerkt didactisch concept. Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie zijn <strong>de</strong> keuzen die <strong>de</strong><br />

opleidingen hebben gemaakt voor <strong>de</strong> inrichting van <strong>de</strong> programma’s a<strong>de</strong>quaat. Zij is zich er<br />

<strong>over</strong>igens van bewust dat het in het geval van <strong>de</strong> masteropleidingen, die een groot beroep doen<br />

op <strong>de</strong> zelfstandigheid en <strong>de</strong> zelfwerkzaamheid van stu<strong>de</strong>nten, ook min<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> hand ligt<br />

dat er een expliciet didactisch concept wordt gebruikt. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> werkvormen<br />

die voor <strong>de</strong> masteropleidingen wor<strong>de</strong>n gehanteerd voldoen<strong>de</strong> aansluiten bij <strong>de</strong> doelstellingen<br />

en <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen. Het eerste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong>ze opleidingen<br />

is vooral gericht op het <strong>over</strong>brengen van gespecialiseer<strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n, het<br />

twee<strong>de</strong> op het zelfstandig toepassen van <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r verworven kennis en vaardighe<strong>de</strong>n.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen<br />

aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> afstemming tussen vormgeving en inhoud.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

83


F11: Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing<br />

Door <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen, toetsingen en examens wordt a<strong>de</strong>quaat getoetst of <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> leerdoelen van<br />

(on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma hebben gerealiseerd.<br />

Beschrijving<br />

De toetsing van <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleidingen vormt volgens <strong>de</strong> zelfstudie een continu<br />

spectrum van beoor<strong>de</strong>lingswijzen die elkaar opvolgen. De toetsvormen in <strong>de</strong> bachelorfase zijn<br />

in het algemeen vrij strak georganiseerd. De cursussen van niveau 1, die vrijwel allemaal <strong>de</strong>el<br />

uitmaken van het programma van het eerste jaar, omvatten een practicum waarin stu<strong>de</strong>nten<br />

in kleinere groepen on<strong>de</strong>r begeleiding van een practicumlei<strong>de</strong>r en een stu<strong>de</strong>ntassistent zelf<br />

oefenen met <strong>de</strong> stof. De stu<strong>de</strong>nten kunnen een <strong>de</strong>el van het werk dat zij gemaakt hebben<br />

inleveren ter controle en becommentariëring. Daarnaast wor<strong>de</strong>n opgaven geselecteerd waarvan<br />

<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling meetelt in <strong>de</strong> eindbeoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> cursus. In sommige gevallen (zoals<br />

bij het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Infinitesimaalrekening) kunnen stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> tussentijdse toetsen<br />

extra punten behalen voor hun tentamen. Ook in <strong>de</strong> masteropleidingen wordt voor sommige<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len gebruikgemaakt van tussentijdse toetsen.<br />

De toetsing van <strong>de</strong> meeste bachelorcursussen vindt plaats door mid<strong>de</strong>l van twee <strong>de</strong>eltentamens.<br />

Eén <strong>de</strong>eltentamen wordt halverwege <strong>de</strong> cursus afgenomen, tegen het ein<strong>de</strong> van een<br />

on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>, het twee<strong>de</strong> aan het eind van <strong>de</strong> cursus, ook weer tegen het ein<strong>de</strong> van een<br />

on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>. Aan het eind van <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> kunnen stu<strong>de</strong>nten eventueel<br />

een herkansing afleggen. Wanneer stu<strong>de</strong>nten na <strong>de</strong>ze gelegenhe<strong>de</strong>n een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el niet afgerond<br />

hebben, vervallen <strong>de</strong> <strong>de</strong>elresultaten die zij behaald hebben en moeten zij <strong>de</strong> cursus het<br />

daaropvolgen<strong>de</strong> jaar in zijn geheel <strong>over</strong>doen. Bij <strong>de</strong> toetsing van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van niveau 3 en<br />

hoger spelen individueel werk en persoonlijke beoor<strong>de</strong>ling een grotere rol. Deze accentverschuiving<br />

is met name zichtbaar bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> kleine scriptie en het project in<br />

<strong>de</strong> bachelorfase en van het afstu<strong>de</strong>erwerk in <strong>de</strong> masterfase. De tentamens die in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

wor<strong>de</strong>n afgenomen, wor<strong>de</strong>n in het algemeen opgesteld door <strong>de</strong> docenten die <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor een cursus dragen, maar in veel gevallen ook bekeken door an<strong>de</strong>re<br />

docenten. Bij het nakijken van opdrachten en tentamens van grotere groepen stu<strong>de</strong>nten zijn<br />

ook aio’s en practicumbegelei<strong>de</strong>rs betrokken. In <strong>de</strong> masteropleidingen, waarin het gaat om<br />

kleinere aantallen stu<strong>de</strong>nten en om meer gespecialiseer<strong>de</strong> stof, is <strong>de</strong> betrokkenheid van an<strong>de</strong>re<br />

docenten kleiner.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wor<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> zelfstudie geacht een portfolio bij te<br />

hou<strong>de</strong>n, waarin hun aca<strong>de</strong>mische ontwikkeling wordt vastgelegd. Tij<strong>de</strong>ns het gesprek met het<br />

bestuur van <strong>de</strong> faculteit bleek dat het portfolio niet meer wordt gehanteerd als exameneis en<br />

dat <strong>de</strong> faculteit het niet meer als een prioriteit beschouwt, maar het formeel niet afgeschaft<br />

heeft en stu<strong>de</strong>nten nog steeds <strong>de</strong> mogelijkheid biedt om er gebruik van te maken. Het portfolio<br />

werd in eerste instantie ook gehanteerd voor stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen, maar<br />

bleek op dat niveau niet te voldoen en is daar inmid<strong>de</strong>ls afgeschaft, zo vernam <strong>de</strong> commissie<br />

tij<strong>de</strong>ns haar bezoek.<br />

De Examencommissie heeft <strong>de</strong> formele controle <strong>over</strong> <strong>de</strong> toetsing en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling. Zij beslist<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> geldigheid van individuele studieprogramma’s, examenverzoeken, vrijstellingen, curricula,<br />

<strong>over</strong>gangsregels en an<strong>de</strong>re zaken die in <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijs‐ en Examenregeling vastgelegd zijn,<br />

bepaalt of een bachelor‐ of een masterdiploma kan wor<strong>de</strong>n verleend en stelt het uitein<strong>de</strong>lijke<br />

judicium vast. In <strong>de</strong> praktijk neemt <strong>de</strong> studieadviseur, die lid is van <strong>de</strong> Examencommissie,<br />

beslissingen <strong>over</strong> vrijstellingen. De opleidingen kennen geen compensatieregelingen, stu<strong>de</strong>n-<br />

84 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


ten moeten voor alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma dat zij volgen een voldoen<strong>de</strong> resultaat<br />

behalen. De Examencommissie ziet haar rol in <strong>de</strong> eerste plaats als formeel en administratief,<br />

niet als initiërend of proactief.<br />

In het verle<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> opleidingen volgens <strong>de</strong> zelfstudie altijd uitgegaan van een stilzwijgen<strong>de</strong><br />

<strong>over</strong>eenstemming on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> docenten <strong>over</strong> het eindniveau van een cursus en het niveau en <strong>de</strong><br />

kwaliteit van het werk van stu<strong>de</strong>nten. Toch zijn verschillen tussen docenten op dit punt niet<br />

uit te sluiten. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie blijkt in toenemen<strong>de</strong> mate dat er behoefte bestaat aan meer<br />

uniforme regels en richtlijnen voor <strong>de</strong> manier waarop en <strong>de</strong> criteria op basis waarvan beoor<strong>de</strong>lingen<br />

tot stand komen. Daarom hebben <strong>de</strong> opleidingen besloten een docentenhandleiding op<br />

te stellen waarin zulke richtlijnen wor<strong>de</strong>n vastgelegd.<br />

De afstu<strong>de</strong>erscripties van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen wor<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

beoor<strong>de</strong>eld door twee begelei<strong>de</strong>rs, terwijl <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten ook een afstu<strong>de</strong>ervoordracht voor<br />

docenten en me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten hou<strong>de</strong>n. Op die manier proberen <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> consistentie<br />

in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling te bevor<strong>de</strong>ren. Om die consistentie nog beter te kunnen waarborgen stelt <strong>de</strong><br />

opleiding expliciete criteria voor afstu<strong>de</strong>erscripties op die in <strong>de</strong> docentenhandleiding wor<strong>de</strong>n<br />

opgenomen. Wanneer stu<strong>de</strong>nten een stage volgen, is <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r bij het bedrijf of <strong>de</strong> instelling<br />

betrokken bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling, maar <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r vanuit <strong>de</strong> opleiding draagt in alle gevallen<br />

<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor het eindoor<strong>de</strong>el. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding Scientfic<br />

computing maken het meest gebruik van <strong>de</strong> mogelijkheid om een externe stage te lopen. De<br />

scripties mogen zowel in het Ne<strong>de</strong>rlands als in het Engels wor<strong>de</strong>n geschreven.<br />

Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen is <strong>de</strong> begeleiding en <strong>de</strong> aansturing die zij krijgen<br />

wanneer zij aan hun afstu<strong>de</strong>erscriptie werken beperkt. De contacten met <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r zijn<br />

in <strong>de</strong> meeste gevallen weinig frequent, er wor<strong>de</strong>n geen expliciete afspraken gemaakt <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

planning en <strong>de</strong> werkwijze. De docenten stel<strong>de</strong>n dat stu<strong>de</strong>nten die met hun afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek<br />

bezig zijn, aanspraak kunnen maken op een à an<strong>de</strong>rhalf uur begeleidingstijd per week en dat er<br />

een minimale planning wordt opgesteld. Stu<strong>de</strong>nten krijgen veel vrijheid om het afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek<br />

zo in te richten als zij dat willen, met als gevolg dat dat on<strong>de</strong>rzoek vaak langer duurt<br />

dan voorzien. De stu<strong>de</strong>nten meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie dat het nuttig zou zijn wanneer <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erfase<br />

beter gestructureerd zou wor<strong>de</strong>n, wanneer zij een aantal dui<strong>de</strong>lijke richtlijnen zou<strong>de</strong>n<br />

krijgen voor hun on<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong> verslaglegging daarvan.<br />

Volgens <strong>de</strong> docenten met wie <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek sprak, hanteren <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

sinds enige tijd een checklist voor afstu<strong>de</strong>erscripties, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re naar aanleiding<br />

van een aanbeveling van <strong>de</strong> vorige visitatiecommissie, waarin <strong>de</strong> aspecten die relevant zijn met<br />

het oog op <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling zijn geformaliseerd. Zo is vastgelegd dat stu<strong>de</strong>nten verplicht zijn om<br />

een presentatie te hou<strong>de</strong>n en dat een scriptie altijd wordt beoor<strong>de</strong>eld door een twee<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>laar.<br />

In <strong>de</strong> checklist staan volgens <strong>de</strong> docenten ook richtlijnen die betrekking hebben op <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling. Bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling dient aandacht te wor<strong>de</strong>n besteed aan <strong>de</strong> inhoud, <strong>de</strong> presentatie,<br />

<strong>de</strong> originaliteit, <strong>de</strong> creativiteit en <strong>de</strong> werkhouding van stu<strong>de</strong>nten. Voordat <strong>de</strong> checklist<br />

werd ingevoerd, waren er volgens <strong>de</strong> docenten verschillen tussen on<strong>de</strong>rzoeksgroepen.<br />

De uitslagen van toetsen en tentamens moeten binnen tien dagen bekend zijn bij <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en binnen vijftien dagen bij <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Omdat <strong>de</strong>ze termijn kort is, zijn zowel stu<strong>de</strong>nten als docenten volgens <strong>de</strong> zelfstudie in staat<br />

om <strong>de</strong> voortgang van stu<strong>de</strong>nten in het oog te hou<strong>de</strong>n en kunnen docenten gerichte feedback<br />

geven op <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ringen van stu<strong>de</strong>nten.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

85


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> informatie met betrekking tot <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing bestu<strong>de</strong>erd<br />

en vastgesteld dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen gekozen hebben voor a<strong>de</strong>quate<br />

toetsvormen. Zij is van mening dat <strong>de</strong> toetsvormen die <strong>de</strong> opleidingen hanteren voldoen<strong>de</strong><br />

variatie vertonen en aansluiten bij <strong>de</strong> werkvormen die wor<strong>de</strong>n gehanteerd voor het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

dat getoetst wordt. De keuze van <strong>de</strong> toetsvormen in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> fasen van <strong>de</strong> opleidingen<br />

weerspiegelt <strong>de</strong> grotere mate van zelfstandigheid en zelfwerkzaamheid die stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> loop<br />

van hun studie verwerven. De commissie waar<strong>de</strong>ert het gebruik van quizzes, inleveropdrachten<br />

en <strong>de</strong>rgelijke, maar zij is wel van mening dat het systeem nog te weinig geformaliseerd is, dat<br />

het doel ervan nog niet in alle gevallen voldoen<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk is en dat het gegeven dat stu<strong>de</strong>nten<br />

voor sommige on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len extra punten kunnen behalen <strong>de</strong> consistentie en <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>rheid niet<br />

bevor<strong>de</strong>rt. De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> tentamens in or<strong>de</strong> is en dat <strong>de</strong><br />

tentamens dui<strong>de</strong>lijk gerelateerd zijn aan <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarop zij betrekking<br />

hebben, maar zij vindt ook dat het lastig is om te bepalen of <strong>de</strong> tentamens daadwerkelijk toetsen<br />

of stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> leerdoelen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len hebben gerealiseerd, omdat <strong>de</strong> leerdoelen in<br />

het algemeen niet dui<strong>de</strong>lijk omschreven zijn.<br />

De commissie heeft kennisgenomen van <strong>de</strong> discussie die gevoerd wordt <strong>over</strong> <strong>de</strong> begeleiding<br />

van het afstu<strong>de</strong>erproject in <strong>de</strong> masteropleidingen en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> scripties die in het<br />

ka<strong>de</strong>r daarvan wor<strong>de</strong>n geschreven. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat er nog meer garanties nodig zijn voor<br />

<strong>de</strong> begeleiding van het afstu<strong>de</strong>erproject, die in haar ogen op dit moment nog te wisselend is.<br />

Naar haar oor<strong>de</strong>el vormt <strong>de</strong> handleiding die <strong>de</strong> opleidingen hebben opgesteld een goe<strong>de</strong> eerste<br />

aanzet in die richting, maar moeten <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën die daarin zijn verwoord in sterkere mate geïntegreerd<br />

wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> programma’s.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> formele regels en richtlijnen die <strong>de</strong> opleidingen hanteren<br />

voor <strong>de</strong> toetsing en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling a<strong>de</strong>quaat zijn, maar zij zou wensen dat <strong>de</strong> Examencommissie<br />

haar taken bre<strong>de</strong>r en actiever gaat vervullen.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat zowel <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen<br />

aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong><br />

en voor <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

86 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


1.<strong>2.</strong>3. Inzet van personeel<br />

F12: Eisen WO<br />

De opleiding sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor <strong>de</strong> inzet van personeel van een WO-opleiding:<br />

Het on<strong>de</strong>rwijs wordt voor een belangrijk <strong>de</strong>el verzorgd door on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het vakgebied.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie bevat een tabel waarin een <strong>over</strong>zicht wordt gegeven van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsinzet vanuit<br />

het Mathematisch Instituut. Uit <strong>de</strong> tabel blijkt dat <strong>de</strong> wetenschappelijke staf (hoogleraren,<br />

universitair hoofddocenten, universitair docenten) van het Mathematisch Instituut op<br />

1 <strong>de</strong>cember 2005 33 me<strong>de</strong>werkers omvatte, die allen gepromoveerd waren. Daarnaast waren<br />

er nog 53 an<strong>de</strong>re me<strong>de</strong>werkers (promovendi, stu<strong>de</strong>ntassistenten en <strong>over</strong>ig wetenschappelijk<br />

personeel) die on<strong>de</strong>rwijs verzorg<strong>de</strong>n vanuit het Mathematisch Instituut.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie geniet het <strong>de</strong>partement Wiskun<strong>de</strong> al vele jaren, zowel lan<strong>de</strong>lijk als internationaal,<br />

een uitsteken<strong>de</strong> wetenschappelijke reputatie, zoals blijkt uit <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong><br />

commissie die in 2002 het wiskundig on<strong>de</strong>rzoek in Ne<strong>de</strong>rland heeft beoor<strong>de</strong>eld. Op een uitzon<strong>de</strong>ring<br />

na wor<strong>de</strong>n alle colleges door gepromoveer<strong>de</strong> wetenschappers gegeven. In <strong>de</strong> zelfstudie<br />

wordt gesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten geduren<strong>de</strong> hun gehele opleiding geconfronteerd wor<strong>de</strong>n<br />

met on<strong>de</strong>rzoekers met een nationale en vaak internationale reputatie.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf van het <strong>de</strong>partement<br />

Wiskun<strong>de</strong> gepromoveerd zijn en on<strong>de</strong>rzoek verrichten dat regelmatig wordt beoor<strong>de</strong>eld<br />

door internationaal samengestel<strong>de</strong> visitatiecommissies. De commissie conclu<strong>de</strong>ert dat bijna<br />

al het on<strong>de</strong>rwijs wordt verzorgd door actieve on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong><br />

ontwikkeling van het vakgebied. De staf beschikt in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> een bre<strong>de</strong><br />

wetenschappelijke expertise en verricht on<strong>de</strong>rzoek dat van hoge kwaliteit is, zoals blijkt uit het<br />

eindrapport van <strong>de</strong> visitatiecommissie die in 2002 het on<strong>de</strong>rzoek op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>. De commissie komt op grond daarvan tot <strong>de</strong> conclusie dat <strong>de</strong> opleidingen<br />

meer dan voldoen aan <strong>de</strong> eisen die aan een wetenschappelijke opleiding mogen wor<strong>de</strong>n gesteld<br />

en dat zij dus het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ verdienen voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F13: Kwantiteit personeel<br />

Er wordt voldoen<strong>de</strong> personeel ingezet om <strong>de</strong> opleiding met <strong>de</strong> gewenste kwaliteit te verzorgen.<br />

Beschrijving<br />

Uit <strong>de</strong> tabel in <strong>de</strong> zelfstudie waarnaar hierboven al werd verwezen blijkt dat het Departement<br />

Wiskun<strong>de</strong> op 1 <strong>de</strong>cember 2005 <strong>over</strong> een on<strong>de</strong>rwijsformatie van 21,3 fte beschikte. Uit een<br />

an<strong>de</strong>re tabel blijkt dat het aantal stu<strong>de</strong>nten per fte on<strong>de</strong>rwijsformatie tussen 2001 en 2005 is<br />

gestegen van bijna 9 tot 11,4. Het aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n varieert van bijna een tot ruim twee<br />

per fte on<strong>de</strong>rwijsformatie. In <strong>de</strong>ze getallen is het serviceon<strong>de</strong>rwijs dat vanuit het Departement<br />

Wiskun<strong>de</strong> wordt verzorgd niet verdisconteerd. De zelfstudie bevat geen informatie die spe-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

87


cifiek betrekking heeft op <strong>de</strong> inzet per opleiding. Er is alleen een ruwe ver<strong>de</strong>ling te maken:<br />

<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf beste<strong>de</strong>n ongeveer 60% van hun on<strong>de</strong>rwijstijd aan <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>, 30% aan <strong>de</strong> masteropleidingen en 10% aan serviceon<strong>de</strong>rwijs. Promovendi<br />

geven geen on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> masteropleidingen, zij dragen alleen bij aan het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en aan het serviceon<strong>de</strong>rwijs.<br />

De docenten verzorgen in het algemeen twee vakken (met twee à drie uur college per week<br />

per vak) tegelijkertijd en zijn daarnaast betrokken bij <strong>de</strong> begeleiding van scripties. Zij hebben<br />

daarnaast <strong>de</strong> afgelopen jaren als gevolg van recente veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong><br />

opleidingen veel extra tijd aan on<strong>de</strong>rwijstaken moeten beste<strong>de</strong>n. De commissie vernam tij<strong>de</strong>ns<br />

haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit dat <strong>de</strong> tijd die docenten kwijt zijn aan het begelei<strong>de</strong>n en beoor<strong>de</strong>len<br />

van scripties niet wordt meegeteld bij <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijslast. Tij<strong>de</strong>ns het<br />

bezoek spraken <strong>de</strong> docenten hun zorg uit <strong>over</strong> <strong>de</strong> terugloop van <strong>de</strong> personeelsformatie en <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> mate waarin een beroep op aio’s moet wor<strong>de</strong>n gedaan bij het verzorgen van het on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Aio’s beste<strong>de</strong>n 15% van hun tijd aan on<strong>de</strong>rwijstaken, vooral in het eerste en het twee<strong>de</strong> jaar<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie beschikt niet <strong>over</strong> precieze gegevens op het niveau van <strong>de</strong> opleiding <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

omvang van <strong>de</strong> personele inzet. Zij is in het algemeen van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> staf<br />

van het Departement Wiskun<strong>de</strong> voldoen<strong>de</strong> is om het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

op een a<strong>de</strong>quate manier te verzorgen. Zij heeft geen informatie ontvangen die<br />

erop wijst dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>over</strong> onvoldoen<strong>de</strong> personeel kunnen beschikken. Zij heeft <strong>de</strong><br />

informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> staf-stu<strong>de</strong>ntratio en <strong>de</strong> aantallen afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n voor kennisgeving aangenomen<br />

en vastgesteld dat die niet eenvoudig om te zetten is in relevante kengetallen per opleiding,<br />

maar dat er geen aanwijzingen waren die wezen op on<strong>de</strong>rbezetting. Zij heeft begrip voor<br />

het feit dat <strong>de</strong> werkdruk door <strong>de</strong> docenten als hoog ervaren wordt en spreekt <strong>de</strong> hoop uit dat<br />

<strong>de</strong> staf <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren niet opnieuw geconfronteerd zal wor<strong>de</strong>n met grote en ingrijpen<strong>de</strong><br />

veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> (structuur van <strong>de</strong>) opleidingen. De commissie vindt <strong>over</strong>igens dat <strong>de</strong> uren<br />

die docenten beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> begeleiding van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erprojecten zou<strong>de</strong>n moeten wor<strong>de</strong>n<br />

meegeteld bij het berekenen van <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken. Zij komt daarom tot <strong>de</strong><br />

conclusie dat <strong>de</strong> drie opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F14: Kwaliteit personeel<br />

Het personeel is gekwalificeerd voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke, on<strong>de</strong>rwijskundige en organisatorische realisatie van het<br />

programma.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt aangegeven waarom het personeel dat het on<strong>de</strong>rwijs verzorgt gekwalificeerd<br />

is voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke, on<strong>de</strong>rwijskundige en organisatorische realisatie van <strong>de</strong> programma’s.<br />

Daar wordt vermeld dat er bijvoorbeeld bij het aanstellen van nieuw on<strong>de</strong>rwijzend<br />

personeel altijd expliciet gekeken wordt naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijservaring van <strong>de</strong> docent. Met docenten<br />

die <strong>over</strong> (te) weinig relevante ervaring beschikken, wordt een afspraak gemaakt <strong>over</strong> het<br />

volgen van een on<strong>de</strong>rwijstraject waarin <strong>de</strong> docent zich kan bekwamen in het geven van on<strong>de</strong>r-<br />

88 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


wijs. In <strong>de</strong> regel duurt zo’n traject twee jaar, waarna wordt beoor<strong>de</strong>eld of <strong>de</strong> docent voldoet<br />

aan <strong>de</strong> criteria die formeel zijn neergelegd in <strong>de</strong> basiskwalificatie on<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong> Universiteit<br />

Utrecht. Deze basiskwalificatie is vereist voor een benoeming als regulier universitair docent.<br />

Ook <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsprestaties van personeel dat reeds in dienst is (en dus in <strong>de</strong> regel in het bezit<br />

is van <strong>de</strong> basiskwalificatie) wor<strong>de</strong>n bewaakt via <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenevaluaties en <strong>de</strong> resultaat- en<br />

ontwikkelingsgesprekken. Docenten komen alleen in aanmerking voor een aanstelling als universitair<br />

hoofddocent wanneer zij <strong>de</strong> seniorkwalificatie on<strong>de</strong>rwijs hebben behaald, waarvoor<br />

een aantal aanvullen<strong>de</strong> criteria geldt die passen bij het seniorniveau, zoals het ontwerpen van<br />

nieuwe on<strong>de</strong>rwijsprogramma’s. De kwaliteit van docenten wordt ver<strong>de</strong>r verhoogd door <strong>de</strong><br />

koppeling van on<strong>de</strong>rwijstaken met on<strong>de</strong>rzoek (vooral in het masteron<strong>de</strong>rwijs). Het beleid van<br />

het Departement Wiskun<strong>de</strong> is er nadrukkelijk op gericht om <strong>de</strong> wetenschappelijke staf zowel<br />

on<strong>de</strong>rwijs- als on<strong>de</strong>rzoekstaken te laten verrichten.<br />

Het Mathematisch Instituut werkt voor het masterprogramma samen met an<strong>de</strong>re instellingen<br />

in het land. Me<strong>de</strong> daardoor slagen <strong>de</strong> opleidingen erin programma’s aan te bie<strong>de</strong>n die voldoen<strong>de</strong><br />

breed zijn.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> aandacht die <strong>de</strong> faculteit besteedt aan <strong>de</strong> didactische scholing en<br />

<strong>de</strong> professionalisering van docenten. Zij vindt het on<strong>de</strong>rwijstraject voor nieuwe docenten een<br />

goed initiatief. Zij is er, op grond van <strong>de</strong> informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor het volgen van<br />

cursussen en op grond van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van stu<strong>de</strong>nten, die bijvoorbeeld zijn terug te vin<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> bijeenkomsten waarop het on<strong>de</strong>rwijs wordt geëvalueerd, van <strong>over</strong>tuigd<br />

dat <strong>de</strong> docenten beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskundige en <strong>de</strong> organisatorische kwalificaties<br />

die nodig zijn om <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen op een a<strong>de</strong>quate<br />

manier te verzorgen.<br />

De docenten beschikken naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie ook <strong>over</strong> <strong>de</strong> vereiste inhou<strong>de</strong>lijke<br />

expertise. De wetenschappelijke staf is zo samengesteld dat alle <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

in voldoen<strong>de</strong> mate vertegenwoordigd zijn. Voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma Stochastics<br />

and financial mathematics binnen <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen kan<br />

bovendien een beroep wor<strong>de</strong>n gedaan op <strong>de</strong> expertise op dit gebied van <strong>de</strong> Universiteit van<br />

Amsterdam en <strong>de</strong> Vrije Universiteit.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> drie opleidingen voldoen aan het criterium dat<br />

geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

89


1.<strong>2.</strong>4. Voorzieningen<br />

F15: Materiële voorzieningen<br />

De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.<br />

Beschrijving<br />

Het <strong>over</strong>grote <strong>de</strong>el van het wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs wordt gegeven in <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> Noordwesthoek<br />

van <strong>de</strong> Uithof. Het Mathematisch Instituut heeft <strong>de</strong> beschikking <strong>over</strong> twee eigen<br />

on<strong>de</strong>rwijsruimten (met een capaciteit van 48 en 60 personen) in het Wiskun<strong>de</strong>gebouw aan<br />

<strong>de</strong> Budapestlaan. De opleidingen kunnen ook gebruikmaken van collegezalen in <strong>de</strong> <strong>over</strong>ige<br />

locaties in <strong>de</strong> Noord-westhoek. De zalen in het Minnaertgebouw zijn vooral geschikt voor<br />

grotere groepen stu<strong>de</strong>nten. Alle zalen beschikken <strong>over</strong> een schoolbord en <strong>de</strong> mogelijkheid van<br />

<strong>over</strong>headprojectie. De zalen in het Minnaertgebouw en bij Aardwetenschappen hebben een<br />

vaste beamer en een computer met relevante programmatuur en een internetaansluiting. Het<br />

aanbod voor werkgroep‐ of practicumruimten is groot. Stu<strong>de</strong>nten kunnen <strong>over</strong> het algemeen<br />

‘in <strong>de</strong> buurt’ van het Wiskun<strong>de</strong>gebouw of in het gebouw zelf practica volgen. Er zijn in het<br />

gebouw van het Mathematisch Instituut drie computerzalen met acht computers elk, en een<br />

computerzaal met zes computers. De bestaan<strong>de</strong> capaciteit is daarmee in het algemeen ruim<br />

voldoen<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> kel<strong>de</strong>r van het Wiskun<strong>de</strong>gebouw bevindt zich een ontmoetingsruimte, <strong>de</strong><br />

zogenaam<strong>de</strong> Eigenruimte, waar stu<strong>de</strong>nten en docenten elkaar kunnen treffen.<br />

De bibliotheek van het Mathematisch Instituut bevindt zich in het gebouw van het Mathematisch<br />

Instituut en is daarmee goed bereikbaar voor me<strong>de</strong>werkers en stu<strong>de</strong>nten. De bibliotheek<br />

bevat <strong>de</strong> belangrijkste wiskundige tijdschriften en een re<strong>de</strong>lijk omvangrijke collectie boeken.<br />

Het Mathematisch Instituut houdt <strong>de</strong> collectie op peil door aanschaf van goe<strong>de</strong> actuele boeken.<br />

De bibliotheek wordt veel gebruikt door stu<strong>de</strong>nten, ook als studieplek.<br />

Alle stu<strong>de</strong>nten beschikken <strong>over</strong> een eigen computeraccount en e-mailadres, waarmee zij toegang<br />

tot het computersysteem van het instituut hebben en dus <strong>de</strong> mogelijkheid hebben om<br />

gebruik te maken van faciliteiten voor tekstverwerking (Teχ) en van programmatuur die in het<br />

on<strong>de</strong>rwijs wordt gebruikt (bijvoorbeeld Mathematica en Matlab).<br />

De commissie heeft zich tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit zelf een beeld gevormd van <strong>de</strong><br />

voorzieningen waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> opleidingen kunnen beschikken. Op dat moment wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> computers<br />

in <strong>de</strong> computerzalen vernieuwd. Zij heeft tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken gemerkt dat <strong>de</strong> docenten<br />

en stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> beschikbare voorzieningen waar<strong>de</strong>ren.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen kunnen beschikken <strong>over</strong> goe<strong>de</strong> materiële voorzieningen<br />

die het zon<strong>de</strong>r twijfel mogelijk maken om <strong>de</strong> programma’s op een a<strong>de</strong>quate manier<br />

uit te voeren. Zij is in het bijzon<strong>de</strong>r positief <strong>over</strong> het feit dat het Mathematisch Instituut zelf <strong>de</strong><br />

beschikking en <strong>de</strong> zeggenschap heeft <strong>over</strong> een aantal belangrijke voorzieningen, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

bibliotheek en <strong>de</strong> computerzalen. Zij waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> Eigenruimte, <strong>de</strong> ontmoetingsruimte voor<br />

docenten en stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> kel<strong>de</strong>r van het Wiskun<strong>de</strong>gebouw, en <strong>de</strong> computervoorzieningen,<br />

die recent vernieuwd zijn.<br />

De commissie komt dan ook tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor het facet dat betrekking heeft op <strong>de</strong><br />

materiële voorzieningen.<br />

90 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F16: Studiebegeleiding<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten zijn a<strong>de</strong>quaat met het oog op studievoortgang.<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten sluiten aan bij <strong>de</strong> behoefte van stu<strong>de</strong>nten.<br />

Beschrijving<br />

De studiebegeleiding ten behoeve van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is vormgegeven op basis van <strong>de</strong><br />

universitaire richtlijn voor <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> bachelor-masteropleidingen. De studiebegeleiding<br />

heeft als belangrijkste doelen het voorkomen, het signaleren en het oplossen van<br />

studieproblemen. De opleiding streeft ernaar om door goe<strong>de</strong> studievoorlichting en door het<br />

organiseren van meeloopdagen voor vwo-scholieren gemotiveer<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten aan te trekken.<br />

Een goe<strong>de</strong> roostering en een zorgvuldige keuze van didactische werkvormen moeten ertoe bijdragen<br />

dat studieproblemen wor<strong>de</strong>n voorkomen. Het signaleren van problemen gebeurt on<strong>de</strong>r<br />

meer aan <strong>de</strong> hand van tentamenuitslagen en hulpvragen van stu<strong>de</strong>nten.<br />

Hulp bij het oplossen van studieproblemen wordt gebo<strong>de</strong>n door tutoren, <strong>de</strong> studiementor<br />

en <strong>de</strong> studieadviseur. Tutoren zijn docent/on<strong>de</strong>rzoekers die <strong>de</strong> aan hen toegewezen stu<strong>de</strong>nten<br />

adviseren bij het maken van keuzen tij<strong>de</strong>ns hun studie. In <strong>de</strong> eerste week van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

maken stu<strong>de</strong>nten kennis met hun tutor en met <strong>de</strong> studiementor. In <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong><br />

studie kunnen zij naar eigen behoefte contact zoeken met <strong>de</strong> tutor, <strong>de</strong> studiementor en <strong>de</strong> studieadviseur.<br />

Tutoren nodigen <strong>de</strong> aan hen toegewezen stu<strong>de</strong>nten eenmaal per jaar uit voor een<br />

gesprek. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> tutorgesprekken wordt on<strong>de</strong>r meer gesproken <strong>over</strong> studieplanning en studievoortgang,<br />

werkdiscipline, vakkeuze, <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> studie en masteropleidingen.<br />

De tutoren verwijzen stu<strong>de</strong>nten naar <strong>de</strong> studieadviseur wanneer zij specifieke inhou<strong>de</strong>lijke<br />

vragen hebben <strong>over</strong> hun opleiding en naar <strong>de</strong> studiementor wanneer zij twijfelen aan hun studiekeuze,<br />

vragen hebben <strong>over</strong> minorvakken, studievertraging hebben opgelopen, bijvoorbeeld<br />

als gevolg van ziekte of persoonlijke omstandighe<strong>de</strong>n, of problemen hebben met <strong>de</strong> studieaanpak.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die in het buitenland willen stu<strong>de</strong>ren, kunnen algemene informatie verkrijgen<br />

bij <strong>de</strong> beleidsme<strong>de</strong>werker van het Departement Wiskun<strong>de</strong>. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten met wie <strong>de</strong><br />

commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek sprak, maakt slechts een beperkt aantal stu<strong>de</strong>nten gebruik van<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid om contact op te nemen met <strong>de</strong> tutor. De studiementor is geen wiskundige,<br />

maar vormt een algemeen aanspreekpunt voor stu<strong>de</strong>nten. De studieadviseur is wel wiskundige<br />

en dus ook in staat om stu<strong>de</strong>nten inhou<strong>de</strong>lijk te adviseren <strong>over</strong> zaken die met <strong>de</strong> opleiding<br />

te maken hebben. Stu<strong>de</strong>nten doen een beroep op <strong>de</strong> studieadviseur wanneer een tutor geen<br />

antwoord op hun vragen kan geven.<br />

Bij <strong>de</strong> start van <strong>de</strong> masteropleiding krijgen stu<strong>de</strong>nten opnieuw een tutor toegewezen, waarbij<br />

rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met hun interessegebied. Stu<strong>de</strong>nten stellen in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> tutor<br />

een individueel studieprogramma vast. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen met<br />

wie <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek sprak, functioneert het tutorsysteem voor <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

niet goed, maken stu<strong>de</strong>nten in het algemeen zelfstandig hun keuzen.<br />

Sinds het studiejaar 2004-2005 wordt er in juni een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd<br />

voor bachelor‐ en masterstu<strong>de</strong>nten. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze bijeenkomst zijn <strong>de</strong> docenten, <strong>de</strong> tutoren,<br />

<strong>de</strong> studieadviseur en <strong>de</strong> studiementor aanwezig om vragen van stu<strong>de</strong>nten te beantwoor<strong>de</strong>n.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

91


De docenten geven ook uitleg <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s. Daarnaast organiseert<br />

het Departement Wiskun<strong>de</strong> elk jaar een bijeenkomst voor <strong>de</strong> bachelorstu<strong>de</strong>nten die geheel is<br />

gewijd aan voorlichting <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. De universiteit<br />

organiseert een jaarlijkse mastervoorlichting waaraan alle opleidingen meedoen.<br />

Het door <strong>de</strong> Universiteit Utrecht gebruikte studievoortgangsregistratiesysteem Osiris is a<strong>de</strong>quaat<br />

voor het beoog<strong>de</strong> doel: het registreren van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten behaal<strong>de</strong> resultaten en<br />

het verschaffen van informatie aan stu<strong>de</strong>nten <strong>over</strong> hun studievoortgang. Stu<strong>de</strong>nten kunnen<br />

op elk gewenst tijdstip Osiris raadplegen. De on<strong>de</strong>rwijsadministratie, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsmanager<br />

en <strong>de</strong> studiementor hebben ook <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> behaal<strong>de</strong> resultaten van stu<strong>de</strong>nten te<br />

bekijken.<br />

In het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> krijgen stu<strong>de</strong>nten aan het ein<strong>de</strong> van blok 3 (eind<br />

maart) in een persoonlijke brief een dringend studieadvies. De opleiding kent drie typen<br />

advies: positief (advies 1), waarschuwing (advies 2) en negatief (advies 3). Stu<strong>de</strong>nten die één<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el niet behaald hebben krijgen een waarschuwing, stu<strong>de</strong>nten die twee of meer vakken<br />

niet afgerond hebben krijgen een negatief advies.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> studiebegeleiding een belangrijke plaats inneemt in<br />

het on<strong>de</strong>rwijsconcept dat <strong>de</strong> instelling heeft ontwikkeld bij <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> bachelor-masterstructuur.<br />

Zij waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> aandacht die <strong>de</strong> opleidingen op dit punt geven aan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten.<br />

Zij on<strong>de</strong>rschrijft <strong>de</strong> doelstellingen die gel<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> studiebegeleiding en is positief <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

invoering van het tutoraat en <strong>over</strong> <strong>de</strong> keuze om een docent als tutor te laten optre<strong>de</strong>n.<br />

De commissie is in het algemeen van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening<br />

a<strong>de</strong>quaat zijn en voldoen aan <strong>de</strong> eisen die daaraan gesteld mogen wor<strong>de</strong>n, maar dat<br />

<strong>de</strong> uitvoering op een aantal punten iets aangescherpt zou moeten wor<strong>de</strong>n, juist vanwege <strong>de</strong><br />

keuzen die in het Utrechtse on<strong>de</strong>rwijsconcept zijn gemaakt. Een van <strong>de</strong> centrale aspecten van<br />

dat concept is dat stu<strong>de</strong>nten een grote verantwoor<strong>de</strong>lijkheid dragen voor <strong>de</strong> invulling van het<br />

programma dat zij volgen. Het is daarbij in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie van groot belang dat<br />

stu<strong>de</strong>nten op een a<strong>de</strong>quate manier begeleid en voorgelicht wor<strong>de</strong>n. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat er op<br />

verschillen<strong>de</strong> punten nog verbeteringen mogelijk zijn. Zij heeft bijvoorbeeld <strong>de</strong> indruk dat <strong>de</strong><br />

rollen van <strong>de</strong> personen die bij <strong>de</strong> begeleiding betrokken zijn nog niet in alle gevallen goed zijn<br />

ge<strong>de</strong>finieerd en ingevuld. Dat geldt in het bijzon<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> masteropleidingen, die wel een<br />

tutoraat kennen, dat echter volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten niet goed functioneert. Zij heeft ook vastgesteld<br />

dat er met name in het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> veel aandacht wordt besteed<br />

aan begeleiding en advisering, maar dat stu<strong>de</strong>nten in het Utrechtse systeem ook daarna nog<br />

belangrijke keuzen moeten maken en dus aanspraak maken op <strong>de</strong>skundig advies. Zij vindt dus<br />

ook dat er in <strong>de</strong> latere jaren van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en in <strong>de</strong> masteropleidingen een plaats<br />

moet wor<strong>de</strong>n ingeruimd voor <strong>de</strong> studiebegeleiding.<br />

De commissie ziet dus mogelijkhe<strong>de</strong>n voor verbetering, maar dat neemt niet weg dat zij van<br />

oor<strong>de</strong>el is dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> studiebegeleiding<br />

en <strong>de</strong> informatievoorziening.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

92 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>,<br />

voor <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

1.<strong>2.</strong>5. Interne kwaliteitszorg<br />

F17: Evaluatie resultaten<br />

De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand van toetsbare streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

Het systeem van interne kwaliteitszorg dat <strong>de</strong> opleidingen hanteren kent volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

een cyclisch karakter: <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s wor<strong>de</strong>n elk jaar geëvalueerd, terwijl<br />

er een langere cyclus bestaat voor <strong>de</strong> evaluatie van het programma als geheel. Het afgelopen<br />

<strong>de</strong>cennium is <strong>de</strong> lengte van <strong>de</strong>ze laatste cyclus vooral bepaald door externe omstandighe<strong>de</strong>n.<br />

Bij elke <strong>over</strong>gang naar een nieuw systeem (van een vier- naar een vijfjarige opleiding, van het<br />

doctoraal naar het bachelor-mastersysteem) is het volledige programma tegen het licht gehou<strong>de</strong>n<br />

en aangepast wanneer daartoe aanleiding bestond. Het Departement Wiskun<strong>de</strong> streeft<br />

ernaar om eens per vier jaar het programma als geheel grondig te evalueren.<br />

In <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs spelen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> factoren volgens <strong>de</strong> zelfstudie een rol: <strong>de</strong><br />

kwaliteit van <strong>de</strong> docenten, <strong>de</strong> kwaliteit van het lesmateriaal, <strong>de</strong> aansluiting op <strong>de</strong> voorkennis,<br />

<strong>de</strong> hoeveelheid en het niveau van <strong>de</strong> aangebo<strong>de</strong>n stof, <strong>de</strong> werkbelasting, <strong>de</strong> roostering van <strong>de</strong><br />

cursus, het slagingspercentage en het aantal <strong>de</strong>elnemers.<br />

Bij <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs zijn verschillen<strong>de</strong> partijen betrokken: <strong>de</strong> collegeresponsgroep,<br />

<strong>over</strong>leggroepen, <strong>de</strong> Opleidingscommissie, het opleidingsbestuur, eventuele ad-hoccommissies<br />

en <strong>de</strong> organisatie van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma. De collegeresponsgroep heeft<br />

tot taak <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> cursussen van niveau 1 vanuit het perspectief van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten in<br />

het oog te hou<strong>de</strong>n. Deze groep van eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten wordt gecoacht door een of twee twee<strong>de</strong>jaarsstu<strong>de</strong>nten,<br />

die zelf lid zijn geweest van <strong>de</strong> collegeresponsgroep. Het is <strong>de</strong> bedoeling dat<br />

<strong>de</strong> groep vragen en klachten van an<strong>de</strong>re eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten doorspeelt. Als daar aanleiding<br />

voor is of als <strong>de</strong> docent dat vraagt, geeft <strong>de</strong> groep al tij<strong>de</strong>ns een cursus zijn bevindingen door<br />

aan <strong>de</strong> docent. De klachten wor<strong>de</strong>n eventueel doorgegeven aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsmanager, <strong>de</strong> <strong>over</strong>leggroep<br />

en <strong>de</strong> Opleidingscommissie. De Opleidingscommissie bespreekt <strong>de</strong> resultaten van<br />

<strong>de</strong> evaluaties en <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> evaluatiegesprekken en voert eventueel gesprekken met<br />

docenten. De on<strong>de</strong>rwijsmanager, die <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen van <strong>de</strong> Opleidingscommissie bijwoont,<br />

kan maatregelen nemen naar aanleiding van klachten, eventueel op advies van <strong>de</strong> Opleidingscommissie.<br />

Het stu<strong>de</strong>ntlid van het opleidingsbestuur organiseert maan<strong>de</strong>lijks een <strong>over</strong>leg met me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten.<br />

In <strong>de</strong> praktijk bestaat <strong>de</strong> groep van stu<strong>de</strong>nten die aan het <strong>over</strong>leg <strong>de</strong>elneemt, <strong>de</strong> <strong>over</strong>leggroep,<br />

uit een vaste kern van twaalf tot vijftien stu<strong>de</strong>nten, on<strong>de</strong>r wie stu<strong>de</strong>nten die een<br />

bestuurlijke functie hebben of commissiewerk doen en le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> collegeresponsgroep. De<br />

<strong>over</strong>leggroep evalueert cursussen, maar bespreekt ook an<strong>de</strong>re zaken, zoals het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma<br />

en computerfaciliteiten.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

93


Cursussen van niveau 1 en 2 wor<strong>de</strong>n na afloop geëvalueerd in een gesprek met <strong>de</strong> docent(en)<br />

en een aantal stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r leiding van <strong>de</strong> studiementor. In het gesprek komen persoonlijke<br />

ervaringen, <strong>de</strong> evaluatie door <strong>de</strong> collegeresponsgroep en <strong>over</strong>leggroep en <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong><br />

schriftelijke enquête aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. De Opleidingscommissie en het opleidingsbestuur ontvangen<br />

een kopie van het verslag van het gesprek. Er bestaat geen formele evaluatieprocedure<br />

voor on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len vanaf niveau 3. Omdat het aantal stu<strong>de</strong>nten dat <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len volgt in<br />

het algemeen gering is, is <strong>de</strong> docent volgens <strong>de</strong> zelfstudie in staat om een goed contact met <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten te on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n en weten stu<strong>de</strong>nten dat ze rechtstreeks met klachten bij <strong>de</strong> docent<br />

terechtkunnen en dat ze in ernstiger gevallen <strong>de</strong> <strong>over</strong>leggroep kunnen inschakelen. Tij<strong>de</strong>ns het<br />

bezoek van <strong>de</strong> commissie werd bevestigd dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> masteropleidingen min<strong>de</strong>r<br />

systematisch wor<strong>de</strong>n geëvalueerd en dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie nauwelijks inzicht heeft in<br />

<strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties van <strong>de</strong> vakken die in het ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijk masterprogramma<br />

wor<strong>de</strong>n verzorgd.<br />

Voor <strong>de</strong> major Wiskun<strong>de</strong> en toepassingen binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> is een commissie<br />

ingesteld, bestaan<strong>de</strong> uit twee docenten van het Mathematisch Instituut en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsmanager,<br />

die <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len bekijkt die niet door het Departement Wiskun<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n verzorgd<br />

en elk jaar nagaat of <strong>de</strong> lijst van clustervakken nog actueel is en of er vakken of clusters toegevoegd<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

Hoewel het on<strong>de</strong>rwijsbestuur geen streefdoel heeft vastgelegd voor <strong>de</strong> slagingspercentages per<br />

tentamen, vormt een slagingspercentage dat lager is dan 70 in <strong>de</strong> praktijk (opgeschoond voor<br />

uitval on<strong>de</strong>rweg) een aanleiding om maatregelen te nemen. De opleidingen streven naar een<br />

aantal van minimaal tien <strong>de</strong>elnemers per cursus. Bij aspecten die in een schriftelijke enquête<br />

gemeten wor<strong>de</strong>n op een vijfpuntsschaal geldt doorgaans, per aspect, een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> score van<br />

ten minste 3,0 als nastrevenswaardig.<br />

De rol van <strong>de</strong> Opleidingscommissie bij grotere veran<strong>de</strong>ringen, zoals curriculumherzieningen,<br />

is volgens <strong>de</strong> docentle<strong>de</strong>n niet dui<strong>de</strong>lijk.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie meld<strong>de</strong> het bestuur van <strong>de</strong> faculteit dat er nog wordt<br />

gewerkt aan <strong>de</strong> ontwikkeling van een nieuw systeem van interne kwaliteitszorg dat binnen <strong>de</strong><br />

gehele faculteit zal wor<strong>de</strong>n toegepast. Door <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> Graduate School, waarin <strong>de</strong><br />

masteropleidingen zullen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgebracht, zal <strong>de</strong> structuur van <strong>de</strong> Opleidingscommissies<br />

volgens het bestuur in <strong>de</strong> nabije toekomst veran<strong>de</strong>ren.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat het on<strong>de</strong>rwijs dat wordt verzorgd in het ka<strong>de</strong>r van<br />

<strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen in principe periodiek wordt geëvalueerd en dat er bij<br />

<strong>de</strong> evaluaties op een enigszins impliciete manier streefdoelen wor<strong>de</strong>n gehanteerd. Zij heeft<br />

ook geconstateerd dat <strong>de</strong> evaluaties in een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> gevallen niet geformaliseerd zijn,<br />

dat er bijvoorbeeld geen gebruik wordt gemaakt van schriftelijke enquêtes op basis van<br />

standaardformulieren. De commissie heeft geen principiële bezwaren tegen een <strong>de</strong>rgelijke<br />

werkwijze zolang <strong>de</strong> opleidingen ervoor zorgen dat <strong>de</strong> evaluaties daadwerkelijk wor<strong>de</strong>n<br />

uitgevoerd en dat er schriftelijke verslagen van die evaluaties wor<strong>de</strong>n gemaakt die wor<strong>de</strong>n<br />

verspreid on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> partijen die betrokken zijn bij <strong>de</strong> kwaliteitszorg. De commissie heeft<br />

vastgesteld dat dat voor <strong>de</strong> bachelorvakken van niveau 1 en niveau 2 in<strong>de</strong>rdaad het geval<br />

is. Zij is van mening dat het systeem van interne kwaliteitszorg dat door <strong>de</strong> opleidingen<br />

wordt gehanteerd voor verbetering vatbaar is en heeft kunnen vaststellen dat <strong>de</strong>ze mening<br />

94 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


door het faculteitsbestuur wordt ge<strong>de</strong>eld. Het gesprek met het faculteitsbestuur heeft <strong>de</strong><br />

commissie het vertrouwen gegeven dat <strong>de</strong> faculteit zich bewust is van <strong>de</strong> noodzaak om<br />

maatregelen te treffen en met <strong>de</strong> vereiste voortvarendheid zal werken aan <strong>de</strong> verbetering<br />

van <strong>de</strong> kwaliteitszorg.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> evaluaties voldoen<strong>de</strong> informatie opleveren <strong>over</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring<br />

voor <strong>de</strong> meeste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, omdat <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op een<br />

informele, maar systematische manier, in gesprekken na afloop van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n,<br />

wor<strong>de</strong>n geëvalueerd. Zij heeft vastgesteld dat er voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

op papier een evaluatieprocedure bestaat, maar dat die in <strong>de</strong> praktijk niet systematisch wordt<br />

toegepast en dat <strong>de</strong> opleidingen dus niet kunnen garan<strong>de</strong>ren dat alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len daadwerkelijk<br />

op een formele en gestructureer<strong>de</strong> manier geëvalueerd wor<strong>de</strong>n. Zij is van mening dat <strong>de</strong> evaluaties<br />

van <strong>de</strong> masteropleidingen in sterke mate ad hoc en informeel verlopen en dat <strong>de</strong> opleidingen<br />

niet kunnen garan<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten op <strong>de</strong> daarvoor bestem<strong>de</strong><br />

plaatsen terechtkomen.<br />

De commissie komt voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’, omdat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

van <strong>de</strong>ze opleiding periodiek wor<strong>de</strong>n geëvalueerd op basis van een vaste systematiek.<br />

Zij komt ook voor bei<strong>de</strong> masteropleidingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’, omdat zij vastgesteld<br />

heeft dat er binnen <strong>de</strong>ze opleidingen wel evaluaties plaatsvin<strong>de</strong>n, al verlopen die niet systematisch<br />

en gestructureerd, en omdat zij er vertrouwen in heeft dat het bestuur van <strong>de</strong> faculteit op<br />

korte termijn het systeem van interne kwaliteitszorg zal verbeteren.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F18: Maatregelen tot verbetering<br />

De uitkomsten van <strong>de</strong>ze evaluatie vormen <strong>de</strong> basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan<br />

realisatie van <strong>de</strong> streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

Bij het formuleren en implementeren van verbetermaatregelen naar aanleiding van evaluaties<br />

speelt <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsmanager een belangrijke rol. De resultaten van <strong>de</strong> evaluaties kunnen voor<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsmanager, die daar<strong>over</strong> <strong>over</strong>legt met <strong>de</strong> betrokken docenten, aanleiding zijn om in<br />

het daaropvolgen<strong>de</strong> studiejaar wijzigingen aan te brengen in <strong>de</strong> vorm, <strong>de</strong> inhoud, <strong>de</strong> roostering<br />

of <strong>de</strong> bemensing van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. In sommige gevallen kan in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waarin<br />

een cursus wordt gegeven al dui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n dat er problemen of knelpunten zijn (bijvoorbeeld<br />

op basis van klachten van stu<strong>de</strong>nten, klachten van <strong>de</strong> docent of slechte <strong>de</strong>elresultaten).<br />

De on<strong>de</strong>rwijsmanager zal dan <strong>over</strong>leggen met <strong>de</strong> docent <strong>over</strong> mogelijke verbeteringen. Noodzakelijke<br />

aanpassingen wor<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> zelfstudie in het algemeen snel uitgevoerd, vaak al<br />

in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> cursus. Ingrijpen<strong>de</strong> aanpassingen wor<strong>de</strong>n ook door het opleidingsbestuur<br />

en <strong>de</strong> Opleidingscommissie besproken. De maatregelen kunnen ertoe lei<strong>de</strong>n dat er an<strong>de</strong>r lesmateriaal<br />

wordt gebruikt, dat een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el door een an<strong>de</strong>re docent wordt gegeven of dat <strong>de</strong><br />

inhoud of <strong>de</strong> roostering wordt aangepast. Wanneer zich een echt conflict voordoet, kunnen<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsmanager of het opleidingsbestuur maatregelen nemen, eventueel op advies van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

95


In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van recent doorgevoer<strong>de</strong> verbetermaatregelen<br />

gegeven:<br />

• Om <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van het vak Infinitesimaalrekening te verhogen heeft <strong>de</strong> opleiding<br />

een systeem van ‘quizzes’ ingevoerd. Om <strong>de</strong> aansluiting met het vwo te verbeteren is <strong>de</strong><br />

inhoud van <strong>de</strong> eerste weken aangepast.<br />

• Om <strong>de</strong> samenhang en <strong>de</strong> uniformiteit te vergroten en <strong>over</strong>lap te vermij<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> vakken<br />

Analyse 1A, B, C en 2A, B, C, en D omgevormd tot <strong>de</strong> vakken Inleiding analyse, Functies<br />

en reeksen en Analyse in meer variabelen. In het ka<strong>de</strong>r van die omvorming zijn on<strong>de</strong>r<br />

meer enkele syllabi herschreven of vervangen door boeken.<br />

• Het hogerejaars-doctoraalvak Banach- en Hilbertruimten is omgewerkt tot een bachelorvak<br />

van niveau 3, omdat het niveau van het oorspronkelijke vak te hoog was voor het<br />

gestel<strong>de</strong> doel.<br />

• Om vergelijkbare re<strong>de</strong>nen zijn <strong>de</strong> inhoud en het studiemateriaal van het vak Maat en Integratie<br />

gewijzigd, zodat het stu<strong>de</strong>erbaar is gewor<strong>de</strong>n als bachelorvak van niveau 3.<br />

• Om stu<strong>de</strong>nten meer feedback te geven en om <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten te verhogen wor<strong>de</strong>n sinds<br />

twee jaar bijna alle bachelorvakken in <strong>de</strong>eltoetsen getentamineerd.<br />

• Wegens te lage <strong>de</strong>elnemersaantallen zijn vakken als Convexe analyse, Voorstellingen van<br />

groepen tweejaarlijks gewor<strong>de</strong>n.<br />

• Op verzoek van stu<strong>de</strong>nten zijn vakken gegeven die in eerste instantie niet geprogrammeerd<br />

ston<strong>de</strong>n. De afgelopen twee jaar bijvoorbeeld Seminarium quantumstochastiek,<br />

Klassieke mechanica en Investeringstheorie.<br />

• Het komt regelmatig voor dat stu<strong>de</strong>nten aangeven dat een bepaald vak voor hen ongunstig<br />

geroosterd is, wegens <strong>over</strong>lap met een an<strong>de</strong>r vak, meestal van een an<strong>de</strong>re opleiding. Vaak<br />

lukt het dan om een vak zo om te roosteren dat <strong>de</strong>ze problemen verdwijnen.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> faculteit zijn an<strong>de</strong>re voorbeel<strong>de</strong>n van verbetermaatregelen<br />

besproken, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> maatregelen die genomen zijn om <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring voor<br />

het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Kansbereking te vergroten en <strong>de</strong> wens van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

om een bijspijkercursus in het programma van het eerste jaar op te nemen. Aan die<br />

laatste wens is <strong>de</strong> opleiding tegemoetgekomen door een bijspijkercursus te integreren in het<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Infinitesimaalrekening.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs lei<strong>de</strong>n tot<br />

concrete en aantoonbare verbetermaatregelen wanneer daartoe aanleiding is. Zij heeft kennisgenomen<br />

van verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van maatregelen die zijn genomen om <strong>de</strong> kwaliteit van het<br />

on<strong>de</strong>rwijs te verbeteren. Zij heeft waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> inspanningen die <strong>de</strong> opleidingen zich op<br />

dit punt getroosten. De commissie is er op grond van <strong>de</strong> genomen maatregelen van <strong>over</strong>tuigd<br />

geraakt dat, ondanks <strong>de</strong> nog gebrekkige formalisering van <strong>de</strong> kwaliteitszorg, wel <strong>de</strong> nodige informatie<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> kwaliteit van het gegeven on<strong>de</strong>rwijs beschikbaar is. Die <strong>over</strong>tuiging geldt ook voor<br />

<strong>de</strong> masteropleidingen. De on<strong>de</strong>rwijsmanager speelt een belangrijke rol bij het realiseren van <strong>de</strong><br />

verbeteringen. In sommige gevallen kan een verbetering al wor<strong>de</strong>n gerealiseerd terwijl een college<br />

nog loopt, in an<strong>de</strong>re gevallen is daar meer tijd voor nodig. Wanneer <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs<br />

daartoe aanleiding geven, zijn <strong>de</strong> opleidingen in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie dus in staat om<br />

verbetermaatregelen op te stellen en die ook ten uitvoer te brengen.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen<br />

aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

96 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F19: Betrekken van me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

Bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg zijn me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en het afnemend beroepenveld van <strong>de</strong> opleiding<br />

actief betrokken.<br />

Beschrijving<br />

De stu<strong>de</strong>nten dragen on<strong>de</strong>r meer bij aan <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs door evaluatieformulieren<br />

in te vullen en door <strong>de</strong>el te nemen aan evaluatiegesprekken en <strong>de</strong> eerstejaarsresponsgroep.<br />

Zij zijn vertegenwoordigd in <strong>de</strong> Opleidingscommissie en in het on<strong>de</strong>rwijsbestuur.<br />

Het Mathematisch Instituut kent ook een <strong>over</strong>leggroep van stu<strong>de</strong>nten, waar alle stu<strong>de</strong>nten<br />

on<strong>de</strong>rwerpen kunnen aandragen die door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> agenda van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

wor<strong>de</strong>n gezet. In <strong>de</strong>ze <strong>over</strong>leggroep komen alle belangrijke zaken met betrekking<br />

tot het on<strong>de</strong>rwijs aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>, zoals cursusevaluaties, <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke mastervakken, maar ook<br />

huisvesting en computerfaciliteiten.<br />

De docenten zijn eveneens vertegenwoordigd in <strong>de</strong> Opleidingscommissie en het on<strong>de</strong>rwijsbestuur.<br />

Zij nemen ook <strong>de</strong>el aan periodieke bijeenkomsten die gewijd zijn aan on<strong>de</strong>rwijskundige<br />

on<strong>de</strong>rwerpen. In het verle<strong>de</strong>n zijn bijvoorbeeld in het ka<strong>de</strong>r van het Algemeen Colloquium<br />

bijeenkomsten georganiseerd waarin aandacht werd besteed aan het invoeren van <strong>de</strong> bachelormasterstructuur,<br />

het vergroten van <strong>de</strong> variatie in werkvormen en <strong>de</strong> aansluiting tussen het vwo<br />

en het wo.<br />

De Opleidingscommissie bestaat uit zes stu<strong>de</strong>nten en zes docenten, verga<strong>de</strong>rt vijf à zes keer per<br />

jaar en wordt geadviseerd door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsmanager en <strong>de</strong> studiementor. De Opleidingscommissie<br />

bespreekt on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> vakevaluaties en <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijs‐ en Examenregeling en adviseert<br />

het on<strong>de</strong>rwijsbestuur, gevraagd en ongevraagd, <strong>over</strong> an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rwijszaken. De opleidingen<br />

streven ernaar <strong>de</strong> samenstelling van <strong>de</strong> Opleidingscommissie zo breed mogelijk te hou<strong>de</strong>n.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> faculteit bleek dat een van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

niet in <strong>de</strong> Opleidingscommissie vertegenwoordigd was. Het on<strong>de</strong>rwijsbestuur heeft vijf le<strong>de</strong>n,<br />

on<strong>de</strong>r wie een stu<strong>de</strong>ntlid, en besluit <strong>over</strong> belangrijke on<strong>de</strong>rwijszaken. Het neemt maatregelen<br />

om <strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs te verbeteren op grond van <strong>de</strong> adviezen en <strong>de</strong> aanbevelingen<br />

die het ontvangt en bewaakt <strong>de</strong> uitvoering en <strong>de</strong> implementatie van <strong>de</strong>ze maatregelen.<br />

Het beroepenveld is betrokken bij <strong>de</strong> kwaliteitszorg via <strong>de</strong> stages die stu<strong>de</strong>nten bij bedrijven en<br />

instellingen lopen. De begelei<strong>de</strong>rs uit <strong>de</strong> stagebedrijven bepalen me<strong>de</strong> het on<strong>de</strong>rwerp van een<br />

afstu<strong>de</strong>erscriptie en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling daarvan. Een aantal docenten heeft veelvuldig contact met<br />

grote bedrijven. Met name op het gebied van <strong>de</strong> numerieke wiskun<strong>de</strong> hebben <strong>de</strong>ze informele<br />

contacten soms invloed op <strong>de</strong> inhoud van het on<strong>de</strong>rwijs. Als bijvoorbeeld uit die contacten<br />

blijkt dat bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen of metho<strong>de</strong>n actueel zijn in <strong>de</strong> beroepspraktijk, dan kunnen<br />

die in het curriculum wor<strong>de</strong>n opgenomen.<br />

De opleidingen hebben geen beleid voor <strong>de</strong> contacten met <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n, maar sluiten<br />

aan bij <strong>de</strong> activiteiten die op facultair en universitair niveau wor<strong>de</strong>n georganiseerd. De alumni<br />

hebben alleen een indirecte invloed op <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg. Uit het alumnion<strong>de</strong>rzoek<br />

in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> WO-monitor krijgen <strong>de</strong> opleidingen inzicht in <strong>de</strong> aansluiting van het<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

97


on<strong>de</strong>rwijs op <strong>de</strong> beroepspraktijk. Wanneer <strong>de</strong> gegevens in <strong>de</strong> WO-monitor daartoe aanleiding<br />

zou<strong>de</strong>n geven, zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> programma’s volgens <strong>de</strong> zelfstudie zeker in kritische<br />

<strong>over</strong>weging nemen.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het gesprek met <strong>de</strong> alumni bleek dat zij nauwelijks tot geen directe contacten on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> opleidingen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> docenten en vooral ook <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten op een intensieve,<br />

zij het vooral informele wijze betrokken zijn bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg. In dit verband<br />

spreekt <strong>de</strong> commissie haar waar<strong>de</strong>ring uit voor het werk van <strong>de</strong> <strong>over</strong>leggroep. Zij heeft eveneens<br />

vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen voornamelijk informele contacten hebben met <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

en het afnemend beroepenveld en dat <strong>de</strong> inbreng van <strong>de</strong>ze groepen in het proces van<br />

interne kwaliteitszorg beperkt is. Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie zou <strong>de</strong>ze inbreng kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n vergroot door <strong>de</strong> contacten met <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> beroepspraktijk meer te<br />

structureren. De commissie is wel van mening dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium<br />

dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

1.<strong>2.</strong>6. Resultaten<br />

F20: Gerealiseerd niveau<br />

De gerealiseer<strong>de</strong> eindkwalificaties zijn in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> nagestreef<strong>de</strong> eindkwalificaties qua niveau,<br />

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt vermeld dat het meest recente alumnion<strong>de</strong>rzoek waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> opleidingen<br />

kunnen beschikken <strong>de</strong> WO-monitor 2004 is. Deze monitor is uitgevoerd on<strong>de</strong>r afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

uit het collegejaar 2002-2003, die dus <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding hebben gevolgd.<br />

Alle acht respon<strong>de</strong>nten gaven aan een baan te hebben op wo-niveau, op een gebied dat ligt<br />

binnen <strong>de</strong> eigen opleidingsrichting of een daaraan verwante richting. Volgens zeven van <strong>de</strong><br />

respon<strong>de</strong>nten is <strong>de</strong> aansluiting tussen <strong>de</strong> gevolg<strong>de</strong> opleiding en <strong>de</strong> functie die zij had<strong>de</strong>n goed.<br />

Drie van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten waren met een aio-opleiding begonnen. Zes respon<strong>de</strong>nten stel<strong>de</strong>n<br />

dat <strong>de</strong> opleiding in sterke mate een goe<strong>de</strong> basis biedt voor een start op <strong>de</strong> arbeidsmarkt. Alle<br />

acht respon<strong>de</strong>nten waren van mening dat <strong>de</strong> opleiding hun in sterke mate een goe<strong>de</strong> basis had<br />

gebo<strong>de</strong>n voor het ver<strong>de</strong>r ontwikkelen van kennis en vaardighe<strong>de</strong>n.<br />

98 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


Als aanvulling op <strong>de</strong> informatie uit <strong>de</strong> WO-monitor heeft het Mathematisch Instituut zelf in<br />

mei 2006 een rondvraag gedaan on<strong>de</strong>r stu<strong>de</strong>nten die tussen 2001 en 2006 hun opleiding hebben<br />

afgerond. Uit die rondvraag bleek dat ongeveer 45% van <strong>de</strong> sinds 2001 afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

een positie als promovendus binnen of buiten Utrecht verkregen hebben en dat verschillen<strong>de</strong><br />

afstu<strong>de</strong>erscripties hebben geleid tot wetenschappelijke publicaties.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het gesprek dat <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met een aantal alumni van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

en <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding bleek ook dat <strong>de</strong> meeste afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n een baan hebben gevon<strong>de</strong>n<br />

die re<strong>de</strong>lijk tot goed aansluit bij <strong>de</strong> opleiding die zij gevolgd hebben. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

zijn van mening dat verschillen<strong>de</strong> vakken die zij tij<strong>de</strong>ns hun opleiding hebben gevolgd nuttig<br />

zijn met het oog op <strong>de</strong> beroepspraktijk. Zij hebben in het bijzon<strong>de</strong>r profijt gehad van <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische<br />

vaardighe<strong>de</strong>n die zij tij<strong>de</strong>ns hun opleiding verworven hebben. Zij meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie<br />

wel dat zij in veel gevallen weinig gebruik maakten van <strong>de</strong> theoretische kennis die zij<br />

opgedaan had<strong>de</strong>n. Zij betreur<strong>de</strong>n het dat er in <strong>de</strong> opleiding weinig aandacht was besteed aan<br />

het schrijven van rapporten en dat zij geen goed beeld had<strong>de</strong>n gekregen van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

die zij na hun studie had<strong>de</strong>n.<br />

In september 2002 is <strong>de</strong> opleiding <strong>over</strong>gestapt op <strong>de</strong> bachelor-masterstructuur. De eerste<br />

groep stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> heeft afgerond is in 2005 begonnen aan <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Sinds 2002 is er een klein aantal stu<strong>de</strong>nten aan <strong>de</strong> masteropleiding begonnen. Het<br />

is daarom volgens <strong>de</strong> zelfstudie nog niet goed mogelijk om uitspraken te doen <strong>over</strong> het gerealiseer<strong>de</strong><br />

niveau van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen.<br />

De commissie heeft voorafgaand aan haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit een aantal scripties van stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen bestu<strong>de</strong>erd en zich op basis daarvan<br />

een beeld gevormd van het niveau dat door individuele stu<strong>de</strong>nten aan het ein<strong>de</strong> van hun studie<br />

wordt bereikt.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding met wie<br />

zij tij<strong>de</strong>ns haar bezoek gesproken heeft in voldoen<strong>de</strong> mate toegerust waren voor een loopbaan<br />

binnen of buiten <strong>de</strong> universitaire wereld. Zij heeft wel vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van<br />

mening zijn dat <strong>de</strong> opleiding een hoog theoretisch gehalte heeft en niet altijd voldoen<strong>de</strong> aandacht<br />

besteedt aan bepaal<strong>de</strong> persoonlijke vaardighe<strong>de</strong>n (waaron<strong>de</strong>r het schrijven van rapporten)<br />

en aan <strong>de</strong> beroepspraktijk waarin stu<strong>de</strong>nten na hun opleiding terechtkomen.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties die zij heeft bestu<strong>de</strong>erd<br />

in het algemeen zeker voldoen<strong>de</strong> is en in sommige gevallen dui<strong>de</strong>lijk boven dat niveau uitstijgt.<br />

Zij kan zich in het algemeen goed vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties. Zij<br />

heeft wel vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen geen vaste richtlijnen of ‘formats’ hanteren voor <strong>de</strong><br />

scripties, waardoor <strong>de</strong> presentatie en <strong>de</strong> structuur van <strong>de</strong> scripties variëren, dat <strong>de</strong> kwaliteit van<br />

het taalgebruik wisselt en dat <strong>de</strong> scripties vaak nogal intern georiënteerd zijn en slechts beperkt<br />

gebruikmaken van relevante literatuur. De commissie waar<strong>de</strong>ert het dat <strong>de</strong> meeste scripties in<br />

het Engels geschreven zijn. Zij vindt wel dat <strong>de</strong> scripties sterker extern georiënteerd zou<strong>de</strong>n<br />

moeten zijn en meer het karakter van een visitekaartje van <strong>de</strong> Utrechtse opleidingen zou<strong>de</strong>n<br />

moeten hebben.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking<br />

heeft op het gerealiseer<strong>de</strong> niveau.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

99


Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F21: On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment<br />

Voor het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante an<strong>de</strong>re opleidingen.<br />

Het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment voldoet aan <strong>de</strong>ze streefcijfers.<br />

Beschrijving<br />

Het opleidingsbestuur heeft volgens <strong>de</strong> zelfstudie streefcijfers voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen opgesteld, die inhou<strong>de</strong>n dat 75% van <strong>de</strong> bachelorstu<strong>de</strong>nten<br />

(exclusief <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die een negatief studieadvies hebben ontvangen) het<br />

bachelordiploma moet behalen en dat 85% van <strong>de</strong> masterstu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> masteropleiding moet<br />

afron<strong>de</strong>n. Het percentage voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> moet nog wor<strong>de</strong>n gecorrigeerd voor <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten met een dubbele major die na verloop van tijd toch stoppen met <strong>de</strong> opleiding Wiskun<strong>de</strong>.<br />

Ook voor <strong>de</strong> studievoortgang heeft het opleidingsbestuur een streefcijfer vastgesteld:<br />

75% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten (exclusief <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die een negatief studieadvies hebben gekregen)<br />

moet ten minste 75% van het nominale aantal studiepunten (60 EC per jaar) behalen.<br />

De zelfstudie bevat informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding en <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en vermeldt dat <strong>de</strong> informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> met <strong>de</strong> nodige<br />

voorzichtigheid geïnterpreteerd moet wor<strong>de</strong>n, omdat die opleiding pas in 2002 van start is<br />

gegaan en <strong>de</strong> cohorten van <strong>de</strong> nieuwe opleiding dus ook pas vanaf 2002 gevolgd kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

De zelfstudie wijst er ook op dat <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenpopulatie dwingt tot <strong>de</strong><br />

nodige omzichtigheid.<br />

Uit <strong>de</strong> cijfers die in <strong>de</strong> zelfstudie zijn opgenomen, blijkt dat 69% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van het<br />

cohort 2002 na één jaar 75% of meer van <strong>de</strong> maximaal te behalen 60 EC had behaald, dat<br />

70% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van datzelf<strong>de</strong> cohort na twee jaar 75% of meer van <strong>de</strong> maximaal te<br />

behalen 120 EC had behaald en dat 62% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van dat cohort na drie jaar 83%<br />

of meer van <strong>de</strong> maximaal te behalen 180 EC had behaald. Ook voor <strong>de</strong> cohorten van 2003<br />

en 2004 bevat <strong>de</strong> zelfstudie informatie. Na één jaar had 82% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van het cohort<br />

2003 75% of meer van <strong>de</strong> maximaal te behalen 60 EC behaald, na twee jaar had 81% van <strong>de</strong>ze<br />

stu<strong>de</strong>nten 75% of meer van <strong>de</strong> maximaal te behalen 120 EC behaald. Na één jaar had 80% van<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van het cohort 2004 75% of meer van <strong>de</strong> maximaal te behalen 60 EC behaald.<br />

Deze gegevens wijzen er volgens <strong>de</strong> zelfstudie op dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

in het algemeen re<strong>de</strong>lijk op schema liggen. Dit beeld wordt bevestigd door <strong>de</strong> indruk die<br />

docenten hebben. Het lijkt er volgens <strong>de</strong> zelfstudie op dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang naar het bachelormastersysteem<br />

het effect heeft versterkt van enkele al eer<strong>de</strong>r genomen maatregelen om uitval<br />

zoveel mogelijk tegen te gaan. Deze interpretatie wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie versterkt wanneer<br />

ook <strong>de</strong> doorstroomcijfers wor<strong>de</strong>n bekeken van <strong>de</strong> laatste cohorten die instroom<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding.<br />

De zelfstudie stelt daarom dat, met inachtneming van <strong>de</strong> noodzakelijke statistische voorzichtigheid,<br />

het huidige on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> voldoet aan<br />

bovenstaan<strong>de</strong> streefcijfers.<br />

100 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


Ren<strong>de</strong>mentscijfers <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleidingen waren op het moment van schrijven van <strong>de</strong><br />

zelfstudie nog niet beschikbaar. De zelfstudie bevat een tabel met KUO-gegevens <strong>over</strong> <strong>de</strong> doctoraalren<strong>de</strong>menten<br />

van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding. Hieruit komt een wisselend beeld naar voren.<br />

Uit een an<strong>de</strong>re KUO-tabel in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat jaargangen met een laag ren<strong>de</strong>ment vooral<br />

veel uitval in <strong>de</strong> eerste jaren van <strong>de</strong> studie ken<strong>de</strong>n.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen streefcijfers voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten hanteren<br />

die in haar ogen realistisch zijn. Zij heeft vastgesteld dat zij slechts weinig informatie tot haar<br />

beschikking heeft op basis waarvan zij een wel<strong>over</strong>wogen oor<strong>de</strong>el kan vellen <strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten<br />

van <strong>de</strong> opleidingen. De informatie die in <strong>de</strong> zelfstudie is opgenomen, duidt erop dat<br />

<strong>de</strong> streefcijfers voor <strong>de</strong> studievoortgang in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> gehaald wor<strong>de</strong>n. Zij heeft<br />

tij<strong>de</strong>ns haar bezoek gemerkt dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten als een belangrijk punt van<br />

aandacht beschouwen. Zij gaat ervan uit dat met <strong>de</strong> nieuwe <strong>bacheloropleiding</strong> veel van <strong>de</strong><br />

uitval in <strong>de</strong> eerste jaren voorkomen wordt. Zij heeft geen aanleiding te veron<strong>de</strong>rstellen dat <strong>de</strong><br />

ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> masteropleidingen niet voldoen<strong>de</strong> zou<strong>de</strong>n zijn. Zij komt op grond van<br />

<strong>de</strong>ze gegevens tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan <strong>de</strong> criteria die betrekking hebben<br />

op het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematische wetenschappen: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Scientific computing: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>,<br />

voor <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

101


Samenvatting van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> commissie<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Goed<br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Goed<br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Goed<br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Goed<br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong><br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

102 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


Masteropleiding Mathematische wetenschappen:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Goed<br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Goed<br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Mathematische wetenschappen<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding Mathematische wetenschappen voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die<br />

een voorwaar<strong>de</strong> zijn voor accreditatie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht<br />

103


Masteropleiding Scientific computing:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Goed<br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Goed<br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Goed<br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Scientific computing<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding Scientific computing voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

104 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Utrecht


<strong>2.</strong> <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en<br />

<strong>de</strong> masteropleiding Industrial and applied mathematics van<br />

<strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

Administratieve gegevens<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>:<br />

Naam opleiding:<br />

<strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

CROHO-nummer: 56965<br />

Niveau:<br />

bachelor<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

180 EC<br />

Graad:<br />

Bachelor of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd, <strong>de</strong>eltijd<br />

Locatie(s):<br />

Eindhoven<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics:<br />

Naam opleiding:<br />

Industrial and applied mathematics<br />

CROHO-nummer: 60347<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

120 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd, <strong>de</strong>eltijd<br />

Locatie(s):<br />

Eindhoven<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> Faculteit Wiskun<strong>de</strong> en Informatica van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong><br />

Universiteit Eindhoven vond plaats op 14 en 15 september 2006.<br />

<strong>2.</strong>0. Structuur en organisatie van <strong>de</strong> faculteit<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding Industrial and applied<br />

mathematics wor<strong>de</strong>n verzorgd vanuit <strong>de</strong> Faculteit Wiskun<strong>de</strong> en Informatica van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong><br />

Universiteit Eindhoven. De opleidingen vallen formeel on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van het<br />

faculteitsbestuur, dat een opleidingsdirecteur heeft benoemd. De opleidingsdirecteur <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> staat aan het hoofd van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsorganisatie van <strong>de</strong> opleiding. Hij is verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor <strong>de</strong> inrichting, inhoud, ontwikkeling en kwaliteitsbewaking van het on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Bij <strong>de</strong> uitoefening van zijn taak voert hij <strong>over</strong>leg met het faculteitsbestuur, het bestuur van <strong>de</strong><br />

capaciteitsgroep Wiskun<strong>de</strong>, docenten binnen en buiten <strong>de</strong> capaciteitsgroep en met <strong>de</strong> Beleidsadviesraad<br />

Wiskun<strong>de</strong> (BAR). Voor administratieve en on<strong>de</strong>rwijskundige on<strong>de</strong>rsteuning maakt<br />

<strong>de</strong> opleidingsdirecteur gebruik van het On<strong>de</strong>rwijsbureau, waarin het opleidingssecretariaat is<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

105


on<strong>de</strong>rgebracht, en het On<strong>de</strong>rwijs Service Centrum (OSC) van <strong>de</strong> instelling. De bachelor‐ en<br />

<strong>de</strong> masteropleiding kennen bei<strong>de</strong> een coördinator. De coördinatoren hebben <strong>de</strong> taak <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong><br />

studiefase te coördineren en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten in die fase te adviseren.<br />

De faculteit heeft <strong>de</strong> instituties voor <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding samengevoegd. Er<br />

is dus voor <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding één opleidingsdirecteur, één Opleidingscommissie<br />

en één Examencommissie. De opleidingen <strong>de</strong>len met <strong>de</strong> informaticaopleidingen het<br />

facultaire On<strong>de</strong>rwijsbureau, waarvan het on<strong>de</strong>rwijssecretariaat Wiskun<strong>de</strong> <strong>de</strong>el uitmaakt. Het<br />

On<strong>de</strong>rwijsbureau houdt zich on<strong>de</strong>r meer bezig met <strong>de</strong> coördinatie en planning van on<strong>de</strong>rwijsactiviteiten,<br />

<strong>de</strong> verwerking van stu<strong>de</strong>ntengegevens, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteuning van <strong>de</strong> Examencommissies<br />

en <strong>de</strong> informatievoorziening (bijvoorbeeld <strong>de</strong> opleidingsgidsen).<br />

De <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven kent een aantal centrale diensten die een rol spelen in<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteuning van het on<strong>de</strong>rwijs, waaron<strong>de</strong>r het On<strong>de</strong>rwijs en Stu<strong>de</strong>nten Service Centrum,<br />

dat zich bezighoudt met kwaliteitszorg, docentenprofessionalisering en nieuwe on<strong>de</strong>rwijsontwikkelingen<br />

en on<strong>de</strong>rwijskundige on<strong>de</strong>rsteuning aan <strong>de</strong> opleidingen levert, maar ook<br />

<strong>de</strong> internationale stu<strong>de</strong>ntenmobiliteit faciliteert en trainingen in communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n<br />

voor stu<strong>de</strong>nten verzorgt.<br />

<strong>2.</strong>1. Invoering bachelor-masterstructuur en afbouw onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen: stand<br />

van zaken<br />

De bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding zijn bei<strong>de</strong> voortgekomen uit <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> vijfjarige<br />

opleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> (TWS), die van start is gegaan in het studiejaar 2000-2001 en<br />

<strong>de</strong> directe voorloper is van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding (CROHO-nummer: 06965),<br />

die op haar beurt weer voortkwam uit een opleiding met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> naam (bekend als WS5),<br />

maar een an<strong>de</strong>re structuur (2 plus 3 jaar in plaats van 3 plus 2 jaar). Bei<strong>de</strong> opleidingen zijn in<br />

afbouw en verdwijnen per 31 augustus 2009 uit het CROHO. Op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie<br />

werd afgesloten waren er nog zeven stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> opleiding WS5 volg<strong>de</strong>n, van wie er<br />

vijf met afstu<strong>de</strong>ren bezig waren, en nog vijf stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> opleiding TWS volg<strong>de</strong>n, van wie<br />

er drie zowel <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> als <strong>Technische</strong> natuurkun<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n en twee in <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erfase<br />

waren. Om <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang tussen <strong>de</strong> diverse opleidingen soepel te laten verlopen, wordt<br />

stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid gebo<strong>de</strong>n om <strong>over</strong> te stappen naar <strong>de</strong> nieuwe opleidingen. Met het<br />

oog daarop zijn er een aantal <strong>over</strong>gangsregelingen ingesteld. Voor <strong>over</strong>stappers wordt, in <strong>over</strong>leg<br />

tussen stu<strong>de</strong>nt en coördinator, een individueel programma opgesteld, waarin ook <strong>de</strong> reeds<br />

behaal<strong>de</strong> studieresultaten meegenomen wor<strong>de</strong>n. Dit programma wordt ter goedkeuring aan <strong>de</strong><br />

Examencommissie voorgelegd. Er zijn maatregelen getroffen om stu<strong>de</strong>nten die er <strong>de</strong> voorkeur<br />

aan geven <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> opleiding af te ron<strong>de</strong>n daartoe in staat te stellen. Zo had<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong><br />

mogelijkheid om voor alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> opleidingen die uit <strong>de</strong> nieuwe opleidingen<br />

verdwenen, tentamen te doen tot minimaal één jaar na afschaffing van het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el.<br />

106 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


<strong>2.</strong><strong>2.</strong> Het beoor<strong>de</strong>lingska<strong>de</strong>r<br />

<strong>2.</strong><strong>2.</strong>1. Doelstellingen opleiding<br />

F1: Domeinspecifieke eisen<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

gesteld wor<strong>de</strong>n aan een opleiding in het betreffen<strong>de</strong> domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding Industrial and applied<br />

mathematics zijn bei<strong>de</strong> technisch-wetenschappelijke opleidingen in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Dit houdt<br />

in dat <strong>de</strong> opleidingen niet alleen aandacht beste<strong>de</strong>n aan het leren van wiskun<strong>de</strong> van een wetenschappelijk<br />

niveau, maar ook nadruk leggen op het gebruiken van wiskun<strong>de</strong> in een multidisciplinaire<br />

en maatschappelijke context. De eindkwalificaties zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie sinds <strong>de</strong><br />

aanpassingen in <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding in 1995 (die me<strong>de</strong> tot stand kwamen op initiatief<br />

van het bedrijfsleven) beter afgestemd op <strong>de</strong> beroepspraktijk. De eindkwalificaties van bei<strong>de</strong><br />

opleidingen zijn on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in vijf competentiegebie<strong>de</strong>n.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> beoogt <strong>de</strong> vorming van een technisch-wetenschappelijk wiskundige op<br />

aca<strong>de</strong>misch bachelorniveau. Dat wil zeggen dat <strong>de</strong> opleiding zich tot doel stelt <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt:<br />

• een bre<strong>de</strong> basiskennis bij te brengen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, in het bijzon<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> toegepaste<br />

wiskun<strong>de</strong>, en <strong>de</strong> betekenis hiervan voor an<strong>de</strong>re technisch-wetenschappelijke disciplines;<br />

• relevante (ICT-)vaardighe<strong>de</strong>n aan te leren in het gebruiken van wiskun<strong>de</strong>, in het bijzon<strong>de</strong>r<br />

op het gebied van het wiskundig mo<strong>de</strong>lleren, en hier<strong>over</strong> a<strong>de</strong>quaat te communiceren in<br />

een multidisciplinaire omgeving met oog voor <strong>de</strong> maatschappelijke context;<br />

• actief kennis te laten maken met (technisch-)wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek;<br />

• a<strong>de</strong>quaat voor te berei<strong>de</strong>n op een technisch-wetenschappelijke masteropleiding van wiskundig<br />

toegepaste signatuur.<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>:<br />

1. Wiskundige kennis en inzicht<br />

a. De wiskun<strong>de</strong> kennen die naar internationale maatstaven behoort tot <strong>de</strong> basiskennis<br />

van een universitair opgeleid wiskundige, gekenmerkt door abstractie, een hel<strong>de</strong>re<br />

re<strong>de</strong>neertrant en beheersing van basistechnieken.<br />

b. Kennis hebben van algemene on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> vakgebie<strong>de</strong>n analyse,<br />

discrete wiskun<strong>de</strong> en algebra, numerieke wiskun<strong>de</strong>, kansrekening, operations research<br />

en statistiek, die van belang zijn voor <strong>de</strong> toepassing van wiskun<strong>de</strong> op praktische<br />

problemen.<br />

<strong>2.</strong> Wiskundige operationele vaardighe<strong>de</strong>n<br />

a. Inzicht hebben in en vaardig zijn met basistechnieken van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> informatica<br />

bij het ontwerpen van constructieve en efficiënte algoritmen bij wiskundige<br />

oplossingsmetho<strong>de</strong>n en in staat zijn <strong>de</strong>ze algoritmen te implementeren en verwerken<br />

met behulp van algemeen beschikbare standaardprogrammatuur.<br />

b. Kennisgemaakt hebben met <strong>de</strong> concepten en methodologie van een toepassingsgebied<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

107


3. On<strong>de</strong>rzoeks- en ontwerpvaardighe<strong>de</strong>n<br />

a. In staat zijn een literatuurstudie op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> zelfstandig uit te voeren<br />

en <strong>over</strong> vaardighe<strong>de</strong>n beschikken een on<strong>de</strong>rzoeksopdracht van beperkte omvang<br />

on<strong>de</strong>r begeleiding te voltooien.<br />

b. Het vermogen hebben om samen met an<strong>de</strong>ren wiskundige mo<strong>de</strong>llen te ontwerpen en<br />

te behan<strong>de</strong>len met wiskundige oplossingsmetho<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n hebben om<br />

<strong>de</strong>ze oplossingsmetho<strong>de</strong>n te vali<strong>de</strong>ren.<br />

4. Aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n en attitu<strong>de</strong><br />

a. Een kritische en creatieve houding hebben bij het werken aan problemen en het leren<br />

van wiskundige theorieën en metho<strong>de</strong>n.<br />

b. Inzicht hebben in <strong>de</strong> maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> wiskundige ten<br />

aanzien van zijn/haar bijdrage tot <strong>de</strong> oplossing van niet-wiskundige problemen.<br />

5. Communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n<br />

a. In staat zijn wiskundige resultaten mon<strong>de</strong>ling en schriftelijk a<strong>de</strong>quaat <strong>over</strong> te dragen.<br />

b. In staat zijn hel<strong>de</strong>r <strong>over</strong> wiskundige resultaten te communiceren met vakgenoten en<br />

ook niet-vakgenoten.<br />

De masteropleiding beoogt <strong>de</strong> vorming van een technisch-wetenschappelijk wiskundige op<br />

masterniveau, dat wil zeggen een naar nationale en internationale maatstaven aca<strong>de</strong>misch<br />

gevormd wiskundige die bekwaam is zelfstandig on<strong>de</strong>rzoek te verrichten en in een internationale<br />

en multidisciplinaire omgeving wiskundige mo<strong>de</strong>llen te ontwerpen en te implementeren<br />

voor praktische toepassingen.<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> masteropleiding zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>:<br />

1. Wiskundige kennis en inzicht<br />

a. Een bre<strong>de</strong> kennis hebben van <strong>de</strong> (toegepaste) wiskun<strong>de</strong> gekenmerkt door een hoog<br />

abstractieniveau en door strengheid in <strong>de</strong> re<strong>de</strong>neertrant.<br />

b. De wiskun<strong>de</strong> kennen die naar internationale maatstaven behoort tot <strong>de</strong> professionele<br />

kennis van een universitair opgeleid wiskundige op masterniveau in een van <strong>de</strong> specialismen<br />

Computational science and engineering, Discrete mathematics and applications,<br />

en Statistics, probability and operations research.<br />

<strong>2.</strong> Wiskundige operationele vaardighe<strong>de</strong>n<br />

a. Vaardigheid in het integreren, modificeren en ver<strong>de</strong>r ontwikkelen van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

constructieve metho<strong>de</strong>n uit het gekozen specialisme van <strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong>.<br />

b. In staat zijn om samenhangen<strong>de</strong> problemen van een zekere omvang en wiskundige<br />

complexiteit op a<strong>de</strong>quate wijze te behan<strong>de</strong>len.<br />

3. On<strong>de</strong>rzoeks- en ontwerpvaardighe<strong>de</strong>n<br />

a. In staat zijn zelfstandig on<strong>de</strong>rzoek te verrichten en zich relevante on<strong>de</strong>rzoeksontwikkelingen<br />

eigen te maken.<br />

b. In staat zijn om vanuit <strong>de</strong> bovengenoem<strong>de</strong> specialismen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n<br />

en technieken te ontwerpen en te implementeren die gericht zijn op praktische toepassingen<br />

in een industriële of maatschappelijke context.<br />

4. Aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n en attitu<strong>de</strong><br />

a. Een kritische en creatieve houding hebben bij het werken aan problemen en het leren<br />

of ontwikkelen van actuele wiskundige theorieën en metho<strong>de</strong>n.<br />

b. Inzicht hebben in <strong>de</strong> maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> wiskundige ten<br />

aanzien van zijn/haar bijdrage tot <strong>de</strong> oplossing van niet-wiskundige problemen.<br />

108 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


5. Communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n<br />

a. In staat zijn wiskundige resultaten mon<strong>de</strong>ling en schriftelijk a<strong>de</strong>quaat <strong>over</strong> te dragen<br />

in een internationale context.<br />

b. In staat zijn hel<strong>de</strong>r <strong>over</strong> wiskundige resultaten te communiceren met vakgenoten en<br />

niet-vakgenoten.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie bestaan er geen expliciete eisen waaraan een wetenschappelijke opleiding<br />

in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> moet voldoen. Wel zijn er, gestimuleerd door <strong>de</strong> introductie van <strong>de</strong> bachelormasterstructuur<br />

en in <strong>de</strong> context van internationale samenwerkingsverban<strong>de</strong>n, kenmerken<br />

aangegeven voor zulke opleidingen, bijvoorbeeld vanuit <strong>de</strong> VSNU, het samenwerkingsverband<br />

van <strong>de</strong> technische universiteiten (3TU) en internationale samenwerkingsverban<strong>de</strong>n zoals<br />

het Tuning-project en <strong>de</strong> IDEA League. In het ka<strong>de</strong>r van het Europese programma Erasmus<br />

Mundus verzorgt <strong>de</strong> opleiding een double <strong>de</strong>gree-programma Industrial mathematics met<br />

<strong>de</strong> Johannes Kepler Universität Linz en <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universität Kaiserslautern, dat bij <strong>de</strong><br />

masteropleiding Industrial and applied mathematics is on<strong>de</strong>rgebracht.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

bestu<strong>de</strong>erd en vastgesteld dat die voldoen aan <strong>de</strong> eisen die vakgenoten binnen of buiten <strong>de</strong><br />

wetenschap stellen aan opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>. Stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> verwerven on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re kennis van algemene on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> uit verschillen<strong>de</strong> vakgebie<strong>de</strong>n, inzicht en vaardigheid in <strong>de</strong> basistechnieken van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> bij het ontwerpen van algoritmen bij wiskundige oplossingsmetho<strong>de</strong>n en ze leren<br />

die algoritmen te implementeren en te verwerken. Ze maken kennis met <strong>de</strong> concepten en <strong>de</strong><br />

methodologie van een toepassingsgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en verwerven het vermogen om<br />

samen met an<strong>de</strong>ren wiskundige mo<strong>de</strong>llen te ontwerpen en te behan<strong>de</strong>len met wiskundige<br />

oplossingsmetho<strong>de</strong>n en om <strong>de</strong> oplossingsmetho<strong>de</strong>n te vali<strong>de</strong>ren. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

verwerven on<strong>de</strong>r meer kennis van een specialisme binnen <strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong><br />

en vaardigheid in het integreren, modificeren en ver<strong>de</strong>r ontwikkelen van <strong>de</strong> constructieve<br />

metho<strong>de</strong>n waarvan binnen het specialisme gebruik wordt gemaakt. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

masteropleiding zijn in staat om zelfstandig on<strong>de</strong>rzoek te verrichten en zich relevante ontwikkelingen<br />

binnen het on<strong>de</strong>rzoek eigen te maken. Ze zijn ook in staat om vanuit hun specialisme<br />

metho<strong>de</strong>n en technieken te ontwerpen en te implementeren die zijn gericht op praktische toepassingen<br />

in een industriële of een maatschappelijke context. De eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen<br />

sluiten daarmee in voldoen<strong>de</strong> mate aan op <strong>de</strong> eisen van vakgenoten die zijn vastgelegd in<br />

het domeinspecifiek referentieka<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> commissie hanteert. De commissie is van mening<br />

dat <strong>de</strong> eindtermen het technische karakter van <strong>de</strong> opleidingen, het gegeven dat zij ingenieurs<br />

oplei<strong>de</strong>n, dui<strong>de</strong>lijk weerspiegelen.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

verwijzen naar kennis en vaardighe<strong>de</strong>n die van belang zijn in <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

waarin afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n terecht (kunnen) komen. De eindtermen van bei<strong>de</strong> opleidingen maken<br />

expliciet melding van wiskundige operationele vaardighe<strong>de</strong>n, van on<strong>de</strong>rzoeks‐ en ontwerpvaardighe<strong>de</strong>n,<br />

van aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n en van communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt<br />

voor dit facet.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

109


Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F2: Niveau: Bachelor en Master<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteer<strong>de</strong> beschrijvingen van<br />

<strong>de</strong> kwalificaties van een Bachelor of een Master.<br />

Beschrijving<br />

De toetsing van het niveau van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding vindt volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

plaats op basis van <strong>de</strong> criteria voor aca<strong>de</strong>mische vorming zoals die in <strong>de</strong> Criteria voor Aca<strong>de</strong>mische<br />

Bachelor en Master Curricula (oorspronkelijk ontwikkeld aan <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit<br />

Eindhoven) staan beschreven. De criteria zijn te beschouwen als een operationalisering van <strong>de</strong><br />

Dublin-<strong>de</strong>scriptoren, waarmee ze dan ook veel <strong>over</strong>eenkomsten hebben. Zij zijn volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie meer toegesne<strong>de</strong>n op technische opleidingen. De criteria voor aca<strong>de</strong>mische vorming<br />

zijn op bachelor- en masterniveau geformuleerd op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> competentiegebie<strong>de</strong>n, die dus<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n beschouwd als criteria voor aca<strong>de</strong>mische vorming:<br />

1. kundig in een of meer disciplines;<br />

<strong>2.</strong> bekwaam in on<strong>de</strong>rzoeken;<br />

3. bekwaam in ontwerpen;<br />

4. heeft een wetenschappelijke bena<strong>de</strong>ring;<br />

5. beschikt <strong>over</strong> intellectuele basisvaardighe<strong>de</strong>n;<br />

6. bekwaam in samenwerken en communiceren;<br />

7. houdt rekening met <strong>de</strong> temporele en maatschappelijke context.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding gerelateerd<br />

aan <strong>de</strong>ze competentiegebie<strong>de</strong>n: eindkwalificatie 1a is bijvoorbeeld in bei<strong>de</strong> gevallen<br />

gerelateerd aan het criterium ‘kundig in een of meer disciplines’, eindkwalificatie 4a aan het<br />

criterium ‘heeft een wetenschappelijke bena<strong>de</strong>ring’. De zelfstudie stelt vast dat het competentiegebied<br />

‘beschikt <strong>over</strong> intellectuele basisvaardighe<strong>de</strong>n’ niet expliciet aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt in <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> intellectuele basisvaardighe<strong>de</strong>n aangeleerd<br />

en aangescherpt in <strong>de</strong> context van het on<strong>de</strong>rwijsprogramma. Bij het vertalen van <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

naar het programma speelt dit criterium wel een rol.<br />

In een van <strong>de</strong> bijlagen bij <strong>de</strong> zelfstudie wordt een relatie gelegd tussen <strong>de</strong> eindkwalificaties van<br />

<strong>de</strong> opleidingen en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Daar wordt gesteld dat <strong>de</strong> eindkwalificaties van<br />

bei<strong>de</strong> opleidingen goed aansluiten bij <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Die stelling wordt gevolgd door<br />

een aantal kanttekeningen, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kanttekening dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>scriptor ‘leervaardighe<strong>de</strong>n’<br />

niet expliciet terug te vin<strong>de</strong>n is in <strong>de</strong> eindkwalificaties, maar dat <strong>de</strong> programma’s van bei<strong>de</strong><br />

opleidingen het ontwikkelen van zelfstandig stu<strong>de</strong>ergedrag en leervaardighe<strong>de</strong>n stimuleren. In<br />

het geval van <strong>de</strong> masteropleiding verwijst <strong>de</strong> zelfstudie daarbij naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeks- en ontwerpopdrachten<br />

die stu<strong>de</strong>nten moeten uitvoeren.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen bestu<strong>de</strong>erd vanuit het perspectief van het<br />

niveau van <strong>de</strong> opleidingen en in <strong>de</strong> eerste plaats vastgesteld dat het verschil in niveau tussen <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding in voldoen<strong>de</strong> mate tot uitdrukking komt. Zo verwerven<br />

stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>de</strong> basiskennis waar<strong>over</strong> een universitair opgelei<strong>de</strong><br />

110 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


wiskundige moet beschikken, gekenmerkt door abstractie en een hel<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>neertrant, terwijl<br />

stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> masteropleiding een bre<strong>de</strong> kennis van toegepaste wiskun<strong>de</strong> verwerven die<br />

zich kenmerkt door een hoog abstractieniveau en strengheid in <strong>de</strong> re<strong>de</strong>neertrant. Waar afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> beschikken <strong>over</strong> inzicht en vaardigheid in basistechnieken<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en kennis hebben gemaakt met <strong>de</strong> concepten en <strong>de</strong> methodologie van een<br />

toepassingsgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, beschikken afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> masteropleiding <strong>over</strong><br />

vaardigheid in het integreren, modificeren en ver<strong>de</strong>r ontwikkelen van <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n uit een<br />

specialisme binnen <strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong> en zijn zij in staat om problemen van een zekere<br />

omvang en complexiteit te behan<strong>de</strong>len.<br />

De commissie heeft vervolgens vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> eindtermen gerelateerd hebben<br />

aan een beschrijving van <strong>de</strong> kwalificaties van een bachelor‐ en een masteropleiding die<br />

als algemeen en internationaal geaccepteerd mag wor<strong>de</strong>n beschouwd, namelijk <strong>de</strong> Criteria<br />

voor Aca<strong>de</strong>mische Bachelor en Master Curricula. De commissie kan zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> manier<br />

waarop in <strong>de</strong> zelfstudie een verband wordt gelegd tussen <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen en<br />

<strong>de</strong> competentiegebie<strong>de</strong>n die in <strong>de</strong> Criteria wor<strong>de</strong>n beschreven. Zij vindt dat <strong>de</strong> opleidingen in<br />

voldoen<strong>de</strong> mate dui<strong>de</strong>lijk hebben gemaakt dat die competentiegebie<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> eindtermen tot<br />

uitdrukking komen.<br />

De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het criterium<br />

dat betrekking heeft op het niveau van <strong>de</strong> opleidingen.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F3: Oriëntatie WO:<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> beschrijvingen van een Bachelor en een<br />

Master in WO:<br />

• De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit <strong>de</strong> wetenschappelijke discipline, <strong>de</strong> internationale<br />

wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> relevante praktijk in<br />

het toekomstige beroepenveld.<br />

• Een WO-bachelor heeft <strong>de</strong> kwalificaties voor toegang tot tenminste één ver<strong>de</strong>re WO-studie op masterniveau<br />

en eventueel voor het betre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

• Een WO-master heeft <strong>de</strong> kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te verrichten of multien<br />

interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist<br />

is of dienstig is.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie blijkt <strong>de</strong> technisch-wetenschappelijke oriëntatie van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

on<strong>de</strong>r meer uit <strong>de</strong> hoge mate van abstractie in <strong>de</strong> wiskundige kennis, <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn in <strong>de</strong><br />

opleiding en <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> opleiding als een van <strong>de</strong> opleidingen aan een technische universiteit.<br />

De <strong>over</strong>eenstemming van <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding met <strong>de</strong> criteria voor aca<strong>de</strong>mische<br />

bachelor- en mastercurricula bevestigt <strong>de</strong> technisch-wetenschappelijke positionering<br />

van <strong>de</strong> opleiding.<br />

De masteropleiding sluit volgens <strong>de</strong> zelfstudie direct aan op <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en van <strong>de</strong> drie technische universiteiten kunnen zon<strong>de</strong>r enige<br />

belemmering instromen in een masteropleiding van een 3TU-partner. Uit <strong>de</strong> doorstroommatrix<br />

die is opgesteld in het ka<strong>de</strong>r van het Sectorplan Wetenschap en Technologie blijkt dat<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

111


<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in Eindhoven een breed spectrum van opties biedt. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r meer toegelaten tot <strong>de</strong> masteropleidingen in Kaiserslautern en Linz, waarmee<br />

<strong>de</strong> opleiding in het ka<strong>de</strong>r van het Europese programma Erasmus Mundus een samenwerkings<strong>over</strong>eenkomst<br />

heeft.<br />

Wat <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is gezegd, geldt volgens <strong>de</strong> zelfstudie ook voor <strong>de</strong> masteropleiding:<br />

die is eveneens technisch-wetenschappelijk georiënteerd en past daarom bij <strong>de</strong><br />

opleidingen die door een technische universiteit wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n. De <strong>over</strong>eenstemming<br />

van <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding met <strong>de</strong> criteria voor aca<strong>de</strong>mische bachelor- en mastercurricula<br />

bevestigen <strong>de</strong> technisch-wetenschappelijke positionering van <strong>de</strong> opleiding. Elk van<br />

<strong>de</strong> in <strong>de</strong> eindkwalificaties genoem<strong>de</strong> specialismen past bij een uitgebreid toepassingsgebied van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Bekwaam zijn in een van die specialismen, gevoegd bij een wiskundige en creatieve<br />

aanpak van praktische problemen, maken een wiskundig ingenieur breed inzetbaar. De<br />

arbeidsmarkt voor <strong>de</strong> wiskundig ingenieur is divers van aard. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n komen terecht<br />

bij bedrijven en instellingen in uiteenlopen<strong>de</strong> sectoren.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd vanuit<br />

het perspectief van <strong>de</strong> oriëntatie van <strong>de</strong> opleidingen. Zij heeft eer<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r F1) reeds vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong> eindtermen in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

discipline (c.q. <strong>de</strong> vakgenoten) en <strong>de</strong> relevante beroepspraktijk.<br />

De commissie is ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindtermen voldoen<strong>de</strong> aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong><br />

internationale wetenschapsbeoefening. Zij heeft vastgesteld dat in <strong>de</strong> Criteria voor Aca<strong>de</strong>mische<br />

Bachelor en Master Curricula expliciet competentiegebie<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n beschreven die betrekking<br />

hebben op <strong>de</strong> algemene eisen die aan een wetenschappelijke opleiding mogen wor<strong>de</strong>n gesteld,<br />

namelijk <strong>de</strong> competentiegebie<strong>de</strong>n 4 (heeft een wetenschappelijke bena<strong>de</strong>ring), 5 (beschikt<br />

<strong>over</strong> intellectuele basisvaardighe<strong>de</strong>n), 6 (bekwaam in samenwerken en communiceren) en 7<br />

(houdt rekening met <strong>de</strong> temporele en maatschappelijke context). Zij heeft hierboven al vermeld<br />

dat zij zich kan vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> manier waarop in <strong>de</strong> zelfstudie een verband wordt gelegd<br />

tussen <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen en <strong>de</strong> competentiegebie<strong>de</strong>n die in <strong>de</strong> Criteria wor<strong>de</strong>n<br />

beschreven. Zij is daarmee dus ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> zojuist vermel<strong>de</strong> competentiegebie<strong>de</strong>n<br />

in voldoen<strong>de</strong> mate in <strong>de</strong> eindtermen tot uitdrukking wor<strong>de</strong>n gebracht.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan <strong>de</strong><br />

criteria die gel<strong>de</strong>n voor een opleiding binnen het wetenschappelijk domein.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Industrial and applied<br />

mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

112 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


<strong>2.</strong><strong>2.</strong><strong>2.</strong> Programma<br />

Beschrijving van <strong>de</strong> programma’s<br />

Het programma is opgebouwd uit acht clusters die volgens <strong>de</strong> zelfstudie gerelateerd zijn aan <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding:<br />

1. algemene basisvorming in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> op aca<strong>de</strong>misch niveau (eindkwalificatie 1a);<br />

<strong>2.</strong> een bre<strong>de</strong> vorming in <strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong> (eindkwalificatie 1b);<br />

3. verdieping van <strong>de</strong> basis/toegepaste wiskun<strong>de</strong> (eindkwalificatie 1b);<br />

4. operationele vaardigheid in het gebruiken van wiskun<strong>de</strong> en er<strong>over</strong> communiceren in een<br />

praktische en interdisciplinaire context (eindkwalificaties 2a, 5a, 5b en 3b);<br />

5. vaardigheid in het programmeren in een programmeertaal en in het gebruiken van mathematische<br />

software (eindkwalificatie 2a);<br />

6. kennis van <strong>de</strong> concepten en methodologie van een toepassingsgebied (eindkwalificatie 2b);<br />

7. kennismaking met het verrichten van on<strong>de</strong>rzoek (eindkwalificatie 3a);<br />

8. maatschappelijke en aca<strong>de</strong>mische vorming en oriëntatie op vervolgopleidingen en beroepspraktijk<br />

(eindkwalificaties 4a en 4b).<br />

Elk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het programma maakt <strong>de</strong>el uit van een van <strong>de</strong>ze clusters. De meeste clusters<br />

bestaan geheel uit verplichte vakken. In <strong>de</strong> clusters 3 en 6 zijn keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n die gerelateerd<br />

zijn aan <strong>de</strong> drie stromen waarop het wiskundig on<strong>de</strong>rzoek aan <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit<br />

Eindhoven is gericht: <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Bedrijfsvoering, van <strong>de</strong> Digitale communicatie en<br />

van <strong>de</strong> Techniek. Uit een tabel in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat cluster 2, met in totaal 43 EC, het<br />

grootste cluster vormt, gevolgd door cluster 1 (40 EC). De kleinste clusters zijn 7 (8 EC) en 8<br />

(10 EC). De keuzeruimte is geprogrammeerd in het twee<strong>de</strong> (3 EC) en het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> (16 EC) jaar.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> wordt afgesloten met het bachelorproject (het enige on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el in cluster<br />

7), waarvoor 8 EC is gereserveerd.<br />

In het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ligt <strong>de</strong> nadruk op <strong>de</strong> algemene basisvorming. Stu<strong>de</strong>nten<br />

volgen alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die behoren tot het eerste cluster, waaron<strong>de</strong>r Analyse 1, 2 en 3,<br />

Vectorrekening, Lineaire afbeeldingen en Verzamelingenleer. Daarnaast volgen zij on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

die behoren tot het vier<strong>de</strong> (Mo<strong>de</strong>lleren 1 en 2), het vijf<strong>de</strong> (waaron<strong>de</strong>r Programmeren voor<br />

wiskun<strong>de</strong> 1 en 2) en het zes<strong>de</strong> cluster (waaron<strong>de</strong>r Mechanica 1). Het twee<strong>de</strong> jaar staat voor een<br />

belangrijk <strong>de</strong>el in het teken van <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> vorming in <strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong>. Stu<strong>de</strong>nten volgen<br />

veel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het twee<strong>de</strong> cluster, waaron<strong>de</strong>r Differentiaalvergelijkingen, Numerieke<br />

lineaire algebra en Mathematische statistiek. Daarnaast volgen zij on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

(Approximatie in functieruimten en Matrixtheorie), het vier<strong>de</strong> (Mo<strong>de</strong>lleren 3 en 4), het zes<strong>de</strong><br />

(een keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el binnen een van <strong>de</strong> stromen) en het achtste (Ingenieur van beroep) cluster.<br />

In het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar staan on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het twee<strong>de</strong> (waaron<strong>de</strong>r Regressie‐ en variantieanalyse),<br />

het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> (Functietheorie en twee keuzon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen een van <strong>de</strong> stromen), het vier<strong>de</strong><br />

(het interfacultaire project), het vijf<strong>de</strong> (Software engineering), het zes<strong>de</strong> (twee keuzon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

binnen een van <strong>de</strong> stromen), het zeven<strong>de</strong> (het bachelorproject) en het achtste (waaron<strong>de</strong>r Wiskun<strong>de</strong><br />

en praktijk in historisch perspectief) op het programma.<br />

De (Engelstalige) masteropleiding kent ook een drie<strong>de</strong>ling die op hierboven vermel<strong>de</strong> stromen<br />

volgt. In <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> specialisaties Computational science and engineering<br />

(CSE, geassocieerd met <strong>de</strong> stroom Techniek), Discrete mathematics and applications (DMA,<br />

geassocieerd met <strong>de</strong> stroom Digitale communicatie) en Statistics, probability and operations<br />

research (SPOR, geassocieerd met <strong>de</strong> stroom Bedrijfsvoering) aangebo<strong>de</strong>n. De programma’s<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

113


van <strong>de</strong> specialisaties hebben <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> structuur: stu<strong>de</strong>nten volgen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het basisprogramma<br />

Industrial and applied mathematics (21 EC), verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (18 EC) en<br />

keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (18 EC) in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> specialisatie en een individueel programma (18<br />

EC) en ze ron<strong>de</strong>n <strong>de</strong> opleiding af met het eindproject (45 EC). Het basisprogramma bestaat<br />

uit vier wiskun<strong>de</strong>vakken (Applied functional analysis, Scientific computing, Stochastic processing<br />

en Coding and crypto 1, van elk 6 EC) en het verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Communication<br />

skills (3 EC). Van <strong>de</strong> vier wiskun<strong>de</strong>vakken moeten stu<strong>de</strong>nten er (afhankelijk van hun specialisatie)<br />

ten minste drie kiezen. Het keuze<strong>de</strong>el binnen een specialisatie is samengesteld uit<br />

vakken die afkomstig zijn uit het 3TU-programma dat on<strong>de</strong>r auspiciën van het Regieorgaan<br />

is vastgesteld en uit vakken die behoren tot een specifiek leerstoelgebied dat met <strong>de</strong> gekozen<br />

specialisatie is geassocieerd. Stu<strong>de</strong>nten kunnen een <strong>de</strong>el van het individuele programma<br />

(maximaal 15 EC) gebruiken om hun voorkennis goed te laten aansluiten op <strong>de</strong> inhoud van<br />

<strong>de</strong> specialisatieprogramma’s.<br />

F4: Eisen WO<br />

Het programma sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor het programma van een WO-opleiding:<br />

• Kennisontwikkeling door stu<strong>de</strong>nten vindt plaats in interactie tussen het on<strong>de</strong>rwijs en het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek binnen relevante disciplines.<br />

• Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in <strong>de</strong> relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare<br />

verban<strong>de</strong>n met actuele wetenschappelijke theorieën.<br />

• Het programma waarborgt <strong>de</strong> ontwikkeling van vaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

• Bij daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen heeft het programma aantoonbare verban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

actuele praktijk van <strong>de</strong> relevante beroepen.<br />

Beschrijving<br />

De inbedding van <strong>de</strong> opleidingen in een organisatie waarin wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek een<br />

van <strong>de</strong> kerntaken is, draagt volgens <strong>de</strong> zelfstudie in belangrijke mate bij aan het wetenschappelijke<br />

karakter ervan. De docenten zijn nauw betrokken bij het on<strong>de</strong>rzoek dat binnen <strong>de</strong><br />

instelling wordt verricht. De stroomspecifieke vakken, het bachelorproject, <strong>de</strong> mastervakken<br />

en het afstu<strong>de</strong>erproject wor<strong>de</strong>n gegeven respectievelijk begeleid door docenten die zelf in het<br />

<strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> gebied actief on<strong>de</strong>rzoek verrichten.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt een verband gelegd tussen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsprogramma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en<br />

<strong>de</strong> masteropleiding en <strong>de</strong> algemene kenmerken van het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rwijs die zijn vastgelegd<br />

in <strong>de</strong> Criteria van Aca<strong>de</strong>mische Bachelor en Master Curricula. Die criteria verwijzen naar<br />

zeven competentiegebie<strong>de</strong>n, die hierboven (on<strong>de</strong>r F2) vermeld zijn. In het programma van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> komen die competentiegebie<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> zelfstudie alle aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>.<br />

In het programma staat <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> als een wetenschappelijke discipline centraal. Het programma<br />

is gericht op het verwerven van een grondige en operationele basiskennis van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> en een breed en praktisch inzicht in <strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong> met toepassingen uit<br />

<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n techniek, bedrijfsvoering en digitale communicatie. Het aspect ‘on<strong>de</strong>rzoek’ blijft<br />

in het programma beperkt tot het on<strong>de</strong>r begeleiding uitvoeren van een inlei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> proeve van<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek in het bachelorproject. Daarin verkennen stu<strong>de</strong>nten door mid<strong>de</strong>l<br />

van een literatuurstudie, en meestal aan <strong>de</strong> hand van een opdracht, een on<strong>de</strong>rwerp uit <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>. Vaardighe<strong>de</strong>n die het uitvoeren van on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>rsteunen, zoals het gebruik van<br />

professionele (elektronische) informatiebestan<strong>de</strong>n, krijgen expliciet aandacht in het mo<strong>de</strong>lleeron<strong>de</strong>rwijs.<br />

114 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


De ro<strong>de</strong> draad in het programma is <strong>de</strong> wiskundige mo<strong>de</strong>lleercyclus. Stu<strong>de</strong>nten verwerven<br />

vanaf het eerste jaar vaardigheid in het ontwerpen van wiskundige mo<strong>de</strong>llen op een breed terrein<br />

van toepassingen. Het mo<strong>de</strong>lleeron<strong>de</strong>rwijs past bij het on<strong>de</strong>rwijsconcept dat <strong>de</strong> opleiding<br />

hanteert. Verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma dragen expliciet bij aan een intellectuele<br />

basisvorming, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Wiskun<strong>de</strong> en praktijk in historisch perspectief en<br />

Mo<strong>de</strong>lleren 5. In het laatste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el reflecteren stu<strong>de</strong>nten op eigen werk in <strong>de</strong> context van<br />

het mo<strong>de</strong>lleertraject en op hun persoonlijke ontwikkeling.<br />

In het mo<strong>de</strong>lleeron<strong>de</strong>rwijs leren stu<strong>de</strong>nten om samen te werken en ontwikkelen zij hun communicatieve<br />

vaardighe<strong>de</strong>n. Een speciaal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het bachelorproject is het ‘A4 populair’,<br />

waarin stu<strong>de</strong>nten voor niet-vakgenoten een korte beschrijving geven van <strong>de</strong> resultaten van hun<br />

bachelorproject. De doelstelling van dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is dat stu<strong>de</strong>nten een oefening krijgen in het<br />

schrijven voor een groter, wiskundig min<strong>de</strong>r geschoold, publiek. In het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Ingenieur van<br />

beroep maken stu<strong>de</strong>nten kennis met <strong>de</strong> maatschappelijke context. Een leerdoel van dit vak is dat<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> maatschappelijke rol van <strong>de</strong> techniek, <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van ingenieurs<br />

en <strong>de</strong> ethische dilemma’s die kleven aan het ingenieursberoep leren herkennen en analyseren.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> faculteit bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

sommige on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma nogal abstract vin<strong>de</strong>n en dat <strong>de</strong> toepasbaarheid<br />

van <strong>de</strong> theorieën die zij leren niet altijd onmid<strong>de</strong>llijk dui<strong>de</strong>lijk is. In het mo<strong>de</strong>lleeron<strong>de</strong>rwijs<br />

maken stu<strong>de</strong>nten <strong>over</strong>igens wel kennis met concrete toepassingen. Stu<strong>de</strong>nten moeten voor <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleercyclus altijd opdrachten maken. In het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>ze cyclus<br />

volgen zij een cursus van het Studiecentrum die gericht is op <strong>de</strong> ontwikkeling van schriftelijke<br />

vaardighe<strong>de</strong>n. Zij krijgen geen specifieke instructies voor het werken in teamverband.<br />

De manier waarop het bachelorproject wordt ingevuld verschilt volgens <strong>de</strong> opleiding nog te<br />

veel. De opleidingsdirecteur is van oor<strong>de</strong>el dat er op dit punt meer aansturing nodig is en wil<br />

bewerkstelligen dat <strong>de</strong> projecten sterker gericht zijn op het uitvoeren van on<strong>de</strong>rzoek en min<strong>de</strong>r<br />

het karakter van een literatuurstudie hebben. Het bachelorproject is een relatief nieuw on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

dat nog beter moet wor<strong>de</strong>n verankerd in het programma en <strong>de</strong> eisen die <strong>de</strong> opleiding<br />

eraan stelt moeten ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n uitgewerkt en aangescherpt.<br />

In het programma van <strong>de</strong> masteropleiding komen <strong>de</strong> zeven competentiegebie<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie ook allemaal aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn professionele technisch wiskundigen<br />

met een bre<strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong> en met een specialistische en actuele<br />

kennis van een van <strong>de</strong> drie specialisaties die <strong>de</strong> opleiding aanbiedt. Het programma biedt stu<strong>de</strong>nten<br />

een ge<strong>de</strong>gen verkenning van actuele wiskundige thema’s. In <strong>de</strong> regel stellen stu<strong>de</strong>nten<br />

een programma samen dat past bij het on<strong>de</strong>rzoek binnen <strong>de</strong> leerstoelgroep waarin zij hun<br />

afstu<strong>de</strong>erfase doorbrengen. Zij raken daardoor betrokken bij het on<strong>de</strong>rzoek dat wordt verricht<br />

binnen die leerstoelgroep. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma hebben een constructieve<br />

en algoritmische signatuur. Ze wor<strong>de</strong>n vaak afgesloten met opdrachten waarin <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

constructieve metho<strong>de</strong>n uit het vakgebied wor<strong>de</strong>n toegepast. Het afstu<strong>de</strong>erproject heeft<br />

een praktisch oogmerk en speelt zich af in een industriële omgeving waarin het ontwerpen<br />

en implementeren van wiskundige mo<strong>de</strong>llen gericht is op het oplossen van in het algemeen<br />

niet-wiskundige problemen die voor <strong>de</strong> praktijk van belang zijn. Het aca<strong>de</strong>misch profiel van<br />

<strong>de</strong> opleiding wordt gekenmerkt door een hoog abstractieniveau, dat bij het leren van geavanceer<strong>de</strong><br />

wiskundige theorieën nodig is. Geduren<strong>de</strong> het gehele programma dienen stu<strong>de</strong>nten<br />

hun resultaten dui<strong>de</strong>lijk wiskundig te verantwoor<strong>de</strong>n. Zij ontwikkelen zo een kritische en<br />

oor<strong>de</strong>elkundige houding bij het bestu<strong>de</strong>ren en toepassen van wiskun<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

115


Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Communication skills, dat voor alle stu<strong>de</strong>nten verplicht is, richt zich niet alleen<br />

op technieken van schriftelijke en mon<strong>de</strong>linge presentaties in het Engels, maar ook op interviewvaardighe<strong>de</strong>n<br />

en het efficiënt en effectief samenwerken in een projectteam. Een groot <strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wordt afgerond met een opdracht, waarvoor een verslag geschreven moet<br />

wor<strong>de</strong>n. In het afstu<strong>de</strong>erproject werken stu<strong>de</strong>nten doorgaans samen met niet-wiskundigen.<br />

Het verplichte <strong>de</strong>el van het programma bevat geen vakken waarin stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n geconfronteerd<br />

met <strong>de</strong> maatschappelijke aspecten.<br />

Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding met wie <strong>de</strong> commissie sprak, is <strong>de</strong> keuzevrijheid<br />

binnen <strong>de</strong> masteropleiding groot en kunnen zij feitelijk zelf bepalen welke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zij<br />

willen volgen. De docenten bevestig<strong>de</strong>n dat het programma van <strong>de</strong> masteropleiding, ook als<br />

gevolg van het kleinschalige karakter van <strong>de</strong> opleiding, een grote flexibiliteit kent. De stu<strong>de</strong>nten<br />

verzorgen naar eigen zeggen weinig tot geen presentaties en werken alleen in het ka<strong>de</strong>r van<br />

<strong>de</strong> projecten samen, voornamelijk met stu<strong>de</strong>nten van an<strong>de</strong>re faculteiten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> interactie tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek op een goe<strong>de</strong><br />

manier vorm heeft gekregen in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Het programma is<br />

een goe<strong>de</strong> invulling en uitwerking van <strong>de</strong> zeven competentiegebie<strong>de</strong>n die in <strong>de</strong> Criteria van<br />

Aca<strong>de</strong>mische Bachelor en Master Curricula zijn beschreven (zie hierboven, on<strong>de</strong>r F2). In het<br />

on<strong>de</strong>rwijs wordt gebruikgemaakt van recente en (voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>) relevante literatuur,<br />

waardoor actuele ontwikkelingen in <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong> aan bod komen wanneer<br />

dat mogelijk is. Het programma biedt een goed <strong>over</strong>zicht van <strong>de</strong> stand van zaken binnen<br />

<strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>. Het is <strong>de</strong> commissie wel opgevallen dat er in het programma geen<br />

aandacht wordt besteed aan meetkun<strong>de</strong>. De stu<strong>de</strong>nten verwerven vaardighe<strong>de</strong>n met behulp<br />

waarvan zij on<strong>de</strong>rzoek kunnen verrichten, al blijft dit aspect in het programma beperkt tot het<br />

afsluiten<strong>de</strong> bachelorproject. De aandacht voor mogelijke toepassingen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> vormt<br />

in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie een sterk punt van het programma. Zij heeft waar<strong>de</strong>ring voor<br />

<strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn is vormgegeven en in het programma is geïntegreerd. Zij<br />

heeft vastgesteld dat er in het programma aandacht wordt besteed aan <strong>de</strong> maatschappelijke en<br />

aca<strong>de</strong>mische vorming van stu<strong>de</strong>nten en aan <strong>de</strong> oriëntatie op <strong>de</strong> beroepspraktijk, bijvoorbeeld<br />

in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Ingenieur van beroep, in het laatste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn en in het<br />

bachelorcolloquium. Zij is positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> aandacht die in het programma wordt besteed aan<br />

<strong>de</strong> verwerving van communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n en aan het leren samenwerken, bijvoorbeeld<br />

in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat ook het programma van <strong>de</strong> masteropleiding een na<strong>de</strong>re<br />

invulling en uitwerking vormt van <strong>de</strong> al eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> competentiegebie<strong>de</strong>n die voor <strong>de</strong><br />

<strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven centraal staan in aca<strong>de</strong>mische opleidingen. Zij is van oor<strong>de</strong>el<br />

dat <strong>de</strong> opzet van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding in voldoen<strong>de</strong> mate waarborgt<br />

dat stu<strong>de</strong>nten vertrouwd raken met actuele discussies en lopend on<strong>de</strong>rzoek binnen <strong>de</strong> technische<br />

wiskun<strong>de</strong>. Zij heeft geconstateerd dat er in het cursorisch on<strong>de</strong>rwijs gebruik wordt<br />

gemaakt van actuele en gespecialiseer<strong>de</strong> literatuur die aansluit bij het niveau van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Het programma sluit dus in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie in voldoen<strong>de</strong> mate aan bij actuele<br />

ontwikkelingen binnen <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>. Het programma wordt afgesloten met het<br />

afstu<strong>de</strong>erproject, waarin stu<strong>de</strong>nten moeten laten zien dat zij beschikken <strong>over</strong> vaardighe<strong>de</strong>n<br />

op het gebied van wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek. De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn<br />

uit <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in <strong>de</strong> masteropleiding niet op een vergelijkbare manier wordt<br />

voortgezet, maar dat het programma wel aansluit bij <strong>de</strong> eisen die wor<strong>de</strong>n gesteld door <strong>de</strong><br />

116 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


eroepspraktijk, on<strong>de</strong>r meer doordat <strong>de</strong> opleiding erin slaagt om stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erfase<br />

te betrekken bij het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> geldstroomon<strong>de</strong>rzoek dat door <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> capaciteitsgroep<br />

Wiskun<strong>de</strong> wordt uitgevoerd.<br />

De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F5: Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma<br />

Het programma is een a<strong>de</strong>quate concretisering van <strong>de</strong> eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke<br />

eisen.<br />

De eindkwalificaties zijn a<strong>de</strong>quaat vertaald in leerdoelen van (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma.<br />

De inhoud van het programma biedt stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> eindkwalificaties te<br />

bereiken.<br />

Beschrijving<br />

Hierboven is al vermeld dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> zijn on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in clusters en dat die clusters weer gerelateerd zijn aan <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

van <strong>de</strong> opleiding. In <strong>de</strong> zelfstudie is een tabel opgenomen waarin <strong>de</strong> relatie tussen<br />

<strong>de</strong> clusters en <strong>de</strong> eindkwalificaties ver<strong>de</strong>r uitgewerkt is. Uit die tabel blijkt volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

dat het programma als geheel ruimschoots voorziet in het bereiken van <strong>de</strong> eindkwalificaties. De<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het eerste cluster dragen bijvoorbeeld in ruime mate bij aan <strong>de</strong> realisering van <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties 1a, 1b en 4a en in min<strong>de</strong>re mate aan <strong>de</strong> realisering van <strong>de</strong> eindkwalificaties 5a en<br />

5b, die uit het vijf<strong>de</strong> cluster dragen bij aan <strong>de</strong> realisering van <strong>de</strong> eindkwalificaties 1b, 2a, 4a en 5a.<br />

In het bachelorproject (het enige on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het zeven<strong>de</strong> cluster) wordt ruim aandacht besteed<br />

aan <strong>de</strong> eindkwalificaties 3a, 4a, 5a en 5b, terwijl ook <strong>de</strong> eindkwalificatie 2a aandacht krijgt. In het<br />

bachelorproject komen <strong>de</strong> eindkwalificaties 1a en 3b niet aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>.<br />

De zelfstudie bevat ook een tabel waarin een relatie wordt gelegd tussen het programma van <strong>de</strong><br />

masteropleiding Industrial and applied mathematics en <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Omdat het programma van <strong>de</strong> masteropleiding drie specialisaties kent, zijn <strong>de</strong> verban<strong>de</strong>n tussen<br />

<strong>de</strong> eindkwalificaties en <strong>de</strong> verplichte vakken enerzijds en die tussen <strong>de</strong> eindkwalificaties en<br />

<strong>de</strong> keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len per specialisatie an<strong>de</strong>rzijds apart beschreven. Het individuele programma<br />

varieert volgens <strong>de</strong> zelfstudie sterk per stu<strong>de</strong>nt, maar <strong>de</strong> inhoud ervan moet in <strong>over</strong>eenstemming<br />

zijn met <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding. De mastercoördinator toetst namens <strong>de</strong><br />

Examencommissie of dat het geval is.<br />

Uit <strong>de</strong> tabel blijkt dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het basisprogramma in ruime mate bijdragen aan <strong>de</strong><br />

realisering van <strong>de</strong> eindkwalificaties 1a, 5a en 5b. In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het basisprogramma<br />

wordt eveneens aandacht besteed aan <strong>de</strong> eindkwalificaties 1b en 4a en (in geringe mate) aan<br />

eindkwalificatie 2b. De eindkwalificaties 2a, 3a, 3b en 4b komen in het basisprogramma niet<br />

aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. De eindkwalificaties 5a en 5b komen in het bijzon<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in het verplichte<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Communication skills. In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die tot <strong>de</strong> specialisatieprogramma’s<br />

behoren, wordt in het bijzon<strong>de</strong>r aandacht besteed aan <strong>de</strong> eindkwalificaties 1b, 2a en 4a, maar<br />

ook aan 1a, 2b en 5a. In het afsluiten<strong>de</strong> eindproject komen alle eindkwalificaties in meer of<br />

min<strong>de</strong>re mate aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>, behalve eindkwalificatie 1a.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

117


Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> opleidingen in 2005 een quick scan van<br />

<strong>de</strong> programma’s had<strong>de</strong>n uitgevoerd, waaruit bleek dat het niet eenvoudig was om tot op het<br />

niveau van <strong>de</strong> vakon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len vast te stellen in hoeverre <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen<br />

hierin geconcretiseerd wor<strong>de</strong>n. Die uitkomst was een van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen voor <strong>de</strong> opleidingen om<br />

het verband tussen eindkwalificaties en <strong>de</strong> programma’s op een meer globale manier op het<br />

niveau van clusters van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len te beschrijven. In <strong>de</strong> bachelorgids zijn wel bij bijna alle<br />

vakken concrete en operationele leerdoelen geformuleerd die kunnen wor<strong>de</strong>n opgevat als een<br />

indicatie welke eindterm(en) hierin aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen. In <strong>de</strong> masterstudiegids is dit bij het<br />

meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vakken het geval.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd<br />

vanuit het perspectief van <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen. Zij kan<br />

zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> manier waarop in <strong>de</strong> zelfstudie een verband is gelegd tussen <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

en <strong>de</strong> programma’s en in <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re uitwerking van dat verband. De beschrijving in <strong>de</strong><br />

zelfstudie laat zien dat <strong>de</strong> eindkwalificaties op een evenwichtige manier <strong>over</strong> het programma zijn<br />

gespreid en dat stu<strong>de</strong>nten ze in <strong>de</strong> loop van hun studie verwerven en daarmee <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

hebben om ze gelei<strong>de</strong>lijk te ontwikkelen. De commissie is daarom van mening dat <strong>de</strong> programma’s<br />

van <strong>de</strong> opleidingen a<strong>de</strong>quate concretiseringen vormen van <strong>de</strong> eindkwalificaties.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> eindkwalificaties niet hebben gekoppeld<br />

aan on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s, maar aan clusters van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Het bachelorprogramma<br />

bestaat voor het grootste <strong>de</strong>el uit verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en kent slechts een beperkte<br />

keuzevrijheid. Hierdoor is naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie in voldoen<strong>de</strong> mate gegaran<strong>de</strong>erd<br />

dat alle stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> eindkwalificaties bereiken. Het masterprogramma kent<br />

een verplicht <strong>de</strong>el en een keuze<strong>de</strong>el. Gezien het meer specialistische karakter van een masteropleiding<br />

ligt het voor <strong>de</strong> hand dat <strong>de</strong> keuzevrijheid hier veel groter is. In eindkwalificatie 1b is<br />

hiermee ook expliciet rekening gehou<strong>de</strong>n. De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat het programma het<br />

alle stu<strong>de</strong>nten mogelijk maakt <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> eindkwalificaties te bereiken. De commissie heeft<br />

wel geconstateerd dat nog niet bij alle mastervakken een goe<strong>de</strong> beschrijving van <strong>de</strong> leerdoelen<br />

gegeven wordt en adviseert <strong>de</strong> opleiding om gerichte aandacht te beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> formulering<br />

van <strong>de</strong> leerdoelen.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking<br />

heeft op <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> programma’s.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F6: Samenhang programma<br />

Stu<strong>de</strong>nten volgen een inhou<strong>de</strong>lijk samenhangend studieprogramma.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie verwijst naar een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> samenhang van het programma van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> dat is uitgevoerd door afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van die opleiding. Deze afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

kwamen tot <strong>de</strong> conclusie dat <strong>de</strong> samenhang tussen <strong>de</strong> vakken <strong>over</strong>wegend goed is, dat <strong>de</strong><br />

vakken qua voorkennis goed op elkaar aansluiten, on<strong>de</strong>rling niet sterk <strong>over</strong>lappen en evenwichtig<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> trimesters ver<strong>de</strong>eld zijn.<br />

118 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


Uit kringgesprekken met stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding en uit vakenquêtes mag volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie geconclu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> studieon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> specialisaties<br />

goed op elkaar aansluiten. Binnen een specialisatie zijn <strong>de</strong> studieon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong><br />

verplichte vakken en <strong>de</strong> vakken uit <strong>de</strong> leerstoelgebie<strong>de</strong>n zo geroosterd dat <strong>de</strong> voorkennisrelaties<br />

consistent zijn.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie vormt <strong>de</strong> aansluiting van het 3TU-programma met <strong>de</strong> <strong>over</strong>ige studieon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding een punt van zorg. Zo vertoon<strong>de</strong> het<br />

vak Networks uit het 3TU-programma een niet aanvaardbare <strong>over</strong>lap met het vak Queueing<br />

systems uit het programma van <strong>de</strong> masteropleiding. Dat laatste vak is met ingang van het studiejaar<br />

2006-2007 uit het programma geschrapt.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding kent een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die <strong>de</strong>els <strong>over</strong>lappen met<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. De inhoud van het verplichte vak<br />

Cryptologie is voor een belangrijk <strong>de</strong>el opgenomen in het vak Coding and crypto 1. Ver<strong>de</strong>r<br />

komt <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> keuzevakken Co<strong>de</strong>ringstheorie, Functionaalanalyse en Wachtrijtheorie<br />

in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> weer terug in respectievelijk <strong>de</strong> vakken<br />

Applied functional analysis, Coding and crypto 2 en Queueing systems, die <strong>de</strong>el uitmaken<br />

van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding. Die <strong>over</strong>lap is het gevolg van het feit dat <strong>de</strong><br />

masteropleiding, gestimuleerd door lan<strong>de</strong>lijke ontwikkelingen (zoals <strong>de</strong> invoering van het<br />

lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma), reeds in het studiejaar 2005-2006 is <strong>over</strong>gegaan op een nieuw<br />

programma met een semesterin<strong>de</strong>ling, terwijl het nieuwe programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

pas met ingang van het studiejaar 2006-2007 zal wor<strong>de</strong>n ingevoerd. Daarmee is<br />

<strong>de</strong> aansluiting tussen <strong>bacheloropleiding</strong> en masteropleiding tij<strong>de</strong>lijk verstoord. In <strong>over</strong>leg<br />

met <strong>de</strong> mastercoördinator, docenten en stu<strong>de</strong>nten zijn er voor stu<strong>de</strong>nten die geconfronteerd<br />

wor<strong>de</strong>n met aansluitingsproblemen oplossingen op maat ontwikkeld. De Examencommissie<br />

heeft in een aantal gevallen besloten een studieprogramma van een stu<strong>de</strong>nt te wijzigen.<br />

De stu<strong>de</strong>nten ervaren <strong>de</strong> aansluitingsproblemen volgens <strong>de</strong> zelfstudie als vervelend.<br />

De problemen verdwijnen wanneer het nieuwe programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ook<br />

is ingevoerd. De vakken die hierboven genoemd zijn, zijn dan uit het programma van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> verdwenen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> interne samenhang van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

bestu<strong>de</strong>erd. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> programma’s goed doordacht en gestructureerd<br />

zijn.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld<br />

in acht clusters van samenhangen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en dat die clusters dui<strong>de</strong>lijk inhou<strong>de</strong>lijk<br />

georiënteerd zijn en op een zorgvuldige manier zijn samengesteld en <strong>over</strong> het programma zijn<br />

verspreid. De clusters waaruit het programma is opgebouwd, zijn door <strong>de</strong> leerlijnen op een<br />

goe<strong>de</strong> en functionele manier aan elkaar gekoppeld. Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

vertoont een goe<strong>de</strong> balans van verplichte en keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. De keuzeruimte is op een zinvolle<br />

manier ingevuld en speelt een belangrijke rol in <strong>de</strong> voorbereiding van stu<strong>de</strong>nten op een<br />

vervolgopleiding.<br />

Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is ook <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>ling van het programma van <strong>de</strong><br />

masteropleiding, die naast een basisprogramma drie specialisaties kent die <strong>de</strong>els uit verplichte<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en <strong>de</strong>els uit keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len bestaan, op een goe<strong>de</strong> en doordachte manier tot<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

119


stand gekomen. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het basisprogramma leggen een goe<strong>de</strong> basis voor <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re<br />

specialisatie van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten, die uitmondt in het afsluiten<strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erproject.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> afstemming van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

van <strong>de</strong> drie technische universiteiten nog niet in alle gevallen probleemloos verloopt, maar<br />

dat <strong>de</strong> opleidingen op dit punt <strong>de</strong> samenhang goed bewaken en a<strong>de</strong>quate maatregelen nemen<br />

wanneer daartoe aanleiding is.<br />

In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie hebben <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

verschillen<strong>de</strong> vernieuwen<strong>de</strong> aspecten, zoals <strong>de</strong> manier waarop er een verband met <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

wordt gelegd en <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> leerlijnen zijn vormgegeven.<br />

De commissie komt voor bei<strong>de</strong> opleidingen dan ook tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor het facet dat<br />

betrekking heeft op <strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> programma’s.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F7: Studielast<br />

Het programma is stu<strong>de</strong>erbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die <strong>de</strong> studievoortgang<br />

belemmeren zoveel mogelijk wor<strong>de</strong>n weggenomen.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt gekenmerkt door een gelei<strong>de</strong>lijke afname van<br />

het aantal gerooster<strong>de</strong> uren en een toename van het aantal uren bestemd voor zelfstudie. De<br />

totale studielast per trimester (20 EC) is 560 uur. Wanneer daarvan <strong>de</strong> contacturen wor<strong>de</strong>n<br />

afgetrokken, resteert het aantal uren dat voor projecten, tentamenvoorbereiding (verslaglegging)<br />

en zelfstudie beschikbaar is. In het eerste trimester van het eerste jaar (295 contacturen)<br />

is dit 256 uur en in het laatste trimester van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar (0 contacturen, <strong>de</strong> uren voor <strong>de</strong><br />

begeleiding van het bachelorproject wor<strong>de</strong>n niet als contacturen beschouwd) is dit 560 uur.<br />

De opleiding beschouwt <strong>de</strong>ze cijfers als re<strong>de</strong>lijk, omdat het aantal contacturen in <strong>de</strong> loop van<br />

<strong>de</strong> opleiding behoort te vermin<strong>de</strong>ren ten gunste van het uitvoeren van projecten en van zelfstudie.<br />

On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die wor<strong>de</strong>n afgesloten met een schriftelijk tentamen wor<strong>de</strong>n als regel twee keer<br />

per jaar getentamineerd. De herkansing vindt vrij snel na het reguliere tentamen plaats, in <strong>de</strong><br />

tussenweek van het volgen<strong>de</strong> trimester, hetgeen <strong>de</strong> studievoortgang bevor<strong>de</strong>rt. Een belangrijk<br />

aspect van <strong>de</strong> tentamenlast is <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> opdrachten <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>. In<br />

het algemeen ervaren stu<strong>de</strong>nten het uitvoeren van een opdracht als relatief zwaar vergeleken<br />

met een schriftelijk tentamen. Een evenwichtige ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> opdrachten is daarom van<br />

belang. Uit een tabel in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat het percentage vakken dat wordt afgesloten met<br />

een opdracht in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> opleiding toeneemt. In het twee<strong>de</strong> en het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> trimester van<br />

het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar wor<strong>de</strong>n alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len afgesloten met een opdracht.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> faculteit bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

van mening zijn dat <strong>de</strong> studielast niet te hoog is, maar dat <strong>de</strong> opleiding wel een wat<br />

schools karakter heeft en dat dat van invloed is op hun studiehouding. De stu<strong>de</strong>nten beste<strong>de</strong>n<br />

naar eigen zeggen gemid<strong>de</strong>ld iets meer dan <strong>de</strong>rtig uur per week aan hun studie. Volgens <strong>de</strong><br />

120 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


stu<strong>de</strong>nten vallen <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van een trimestersysteem naar een semestersysteem<br />

in <strong>de</strong> praktijk mee, omdat het programma in bei<strong>de</strong> systemen on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld is in zes<br />

blokken. De stu<strong>de</strong>nten zijn wel van mening dat <strong>de</strong> spreiding van <strong>de</strong> vakken <strong>over</strong> <strong>de</strong> blokken in<br />

een aantal gevallen voor verbetering vatbaar is. Volgens <strong>de</strong> docenten kent het programma van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> geen echte struikelvakken. De meest recente aanpassingen die wer<strong>de</strong>n<br />

doorgevoerd met het oog op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid had<strong>de</strong>n betrekking op het analyseon<strong>de</strong>rwijs.<br />

De geprogrammeer<strong>de</strong> studielast van <strong>de</strong> masteropleiding is gelijkmatig <strong>over</strong> <strong>de</strong> semesters ver<strong>de</strong>eld.<br />

De semesterenquêtes wijzen volgens <strong>de</strong> zelfstudie uit dat dit ook geldt voor <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong><br />

studielast. De opleiding verwacht van stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> masterfase dat zij in belangrijke<br />

mate zelfstandig kunnen stu<strong>de</strong>ren. Zij hanteert daarbij als norm dat ongeveer een kwart van <strong>de</strong><br />

studielast die voor een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is gereserveerd wordt gebruikt voor contacturen. Het meren<strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong> verplichte vakken in <strong>de</strong> opleiding heeft een studielast van 3 of 6 EC. Het aantal<br />

contacturen voor <strong>de</strong>ze vakken bedraagt 20 uur (voor <strong>de</strong> vakken van 3 EC) respectievelijk 45<br />

uur (voor <strong>de</strong> vakken van 6 EC).<br />

De meeste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n afgesloten met een opdracht: een eindopdracht<br />

die wordt gevolgd door een mon<strong>de</strong>linge bespreking van <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> uitwerking of<br />

een serie kleinere opdrachten die geduren<strong>de</strong> het semester wor<strong>de</strong>n gemaakt. De zelfstudie bevat<br />

een tabel waarin is weergegeven welk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vakken in het eerste jaar met een opdracht<br />

wordt afgesloten. Daaruit blijkt dat het aantal vakken dat met een opdracht wordt afgerond verschilt<br />

per specialisatie, maar in alle gevallen in het twee<strong>de</strong> semester hoger ligt dan in het eerste.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding met wie <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek sprak, waren<br />

van mening dat <strong>de</strong> studielast niet te hoog is en dat zij genoeg tijd tot hun beschikking hebben<br />

voor an<strong>de</strong>re activiteiten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van het programma, maar dat <strong>de</strong> inrichting van dat programma door <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten wel als wat schools wordt ervaren. De commissie heeft vastgesteld dat er in het begin<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> enige problemen met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van het programma lijken<br />

te zijn als gevolg van <strong>de</strong> gebrekkige aansluiting tussen vwo en wo. Zij waar<strong>de</strong>ert het dat het bijspijkeron<strong>de</strong>rwijs<br />

geïntegreerd is in het programma, maar vraagt zich wel af of die integratie ver<br />

genoeg is doorgevoerd. De commissie heeft gemerkt dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van een trimester‐ naar<br />

een semestersysteem alleen tot problemen van voorbijgaan<strong>de</strong> aard heeft geleid. Zij is van oor<strong>de</strong>el<br />

dat <strong>de</strong> studielast in het algemeen op een evenwichtige manier <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n<br />

is ver<strong>de</strong>eld en dat <strong>de</strong> opleiding a<strong>de</strong>quate keuzen heeft gemaakt bij het programmeren van <strong>de</strong><br />

opdrachten en <strong>de</strong> tentamens. Zij vindt dat <strong>de</strong> ontwikkeling die stu<strong>de</strong>nten doormaken in voldoen<strong>de</strong><br />

mate in die keuzen weerspiegeld wordt.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding ook tevre<strong>de</strong>n<br />

zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van het programma. Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is<br />

het programma min<strong>de</strong>r stu<strong>de</strong>erbaar voor buitenlandse stu<strong>de</strong>nten, die moeite hebben om het<br />

programma te doorlopen in <strong>de</strong> tijd die daarvoor is gereserveerd. De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong><br />

regeling die is opgesteld voor <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erprojecten, die erin voorziet dat er voor elk project een<br />

planning wordt opgesteld en dat die planning ook wordt bewaakt. Zij is ervan <strong>over</strong>tuigd dat<br />

die regeling een positief effect heeft op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid en <strong>de</strong> studievoortgang in <strong>de</strong> eindfase<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

121


De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen tot het oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen<br />

voldoen aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F8: Instroom<br />

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij <strong>de</strong> kwalificaties van <strong>de</strong> instromen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten:<br />

WO-bachelor: VWO, HBO-prope<strong>de</strong>use of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingson<strong>de</strong>rzoek.<br />

WO-master: bachelor en eventueel (inhou<strong>de</strong>lijke) selectie.<br />

Beschrijving<br />

Stu<strong>de</strong>nten die een vwo-diploma hebben met een profiel Natuur en techniek wor<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r<br />

meer tot <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> toegelaten. Vanuit het profiel Natuur en gezondheid is <strong>de</strong><br />

toelating geclausuleerd. Stu<strong>de</strong>nten met dit profiel moeten een voldoen<strong>de</strong> halen voor het vak<br />

Analyse 1 in het eerste trimester om met <strong>de</strong> opleiding door te kunnen gaan. In inci<strong>de</strong>ntele<br />

gevallen schrijven stu<strong>de</strong>nten zich in die een prope<strong>de</strong>use van een hbo-opleiding hebben voltooid.<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> vooropleiding die zij hebben gevolgd, komen <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten eventueel<br />

in aanmerking voor vrijstellingen.<br />

De zelfstudie bevat een tabel met informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> aantallen stu<strong>de</strong>nten die instromen in <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>. De aantallen hebben betrekking op <strong>de</strong> eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten die daadwerkelijk<br />

meedoen aan het Wiskun<strong>de</strong>practicum in het herfsttrimester en dus op 1 <strong>de</strong>cember nog<br />

staan ingeschreven. Uit die tabel blijkt dat het aantal stu<strong>de</strong>nten dat aan <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

begint gemid<strong>de</strong>ld zo’n vijftien per jaar bedraagt, met een uitschieter naar boven in het studiejaar<br />

2004-2005, toen 25 stu<strong>de</strong>nten aan <strong>de</strong> opleiding begonnen. Daarnaast is er een instroom<br />

in <strong>de</strong> gecombineer<strong>de</strong> prope<strong>de</strong>usevarianten wiskun<strong>de</strong>-informatica en wiskun<strong>de</strong>-natuurkun<strong>de</strong><br />

die gemid<strong>de</strong>ld ligt tussen vijf en tien stu<strong>de</strong>nten per jaar per variant.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie sluit het ingangsniveau van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> aan op <strong>de</strong> formele<br />

exameneisen voor <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> vwo-profielen, maar besteedt <strong>de</strong> opleiding extra<br />

zorg aan <strong>de</strong> aansluiting, omdat <strong>de</strong> programma’s op het vwo aan voortduren<strong>de</strong> aanpassingen<br />

on<strong>de</strong>rhevig zijn. Al in <strong>de</strong> eerste week maken stu<strong>de</strong>nten een ‘instaptoets’. Stu<strong>de</strong>nten kunnen<br />

vervolgens met behulp van speciaal daarvoor ontwikkeld materiaal (een bun<strong>de</strong>l met opgaven)<br />

hun rekenvaardighe<strong>de</strong>n verbeteren wanneer dat noodzakelijk is. De extra trainingen<br />

maakten tot voor kort geen <strong>de</strong>el uit van het reguliere programma. Vanaf het studiejaar<br />

2005-2006 wordt in het eerste trimester in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Training rekenvaardighe<strong>de</strong>n, dat<br />

<strong>de</strong>el is van het analyseon<strong>de</strong>rwijs, expliciet aandacht aan <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n besteed. Ook<br />

het wiskun<strong>de</strong>practicum, dat in het eerste jaar twee à drie middagen per week beslaat, en <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Algebra en Verzamelingenleer, waarin stu<strong>de</strong>nten kennismaken met abstracties<br />

en bewijsvoering, dragen bij aan <strong>de</strong> aansluiting vanuit het vwo. De opleiding heeft met het<br />

oog op <strong>de</strong> aansluiting een docent uit het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs aangetrokken. Volgens <strong>de</strong><br />

opleidingsdirecteur is er me<strong>de</strong> daarom geen sprake van echte problemen met betrekking<br />

tot <strong>de</strong> aansluiting. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> docenten eigenlijk<br />

vin<strong>de</strong>n dat stu<strong>de</strong>nten met een vwo-diploma <strong>over</strong> bepaal<strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n moeten<br />

beschikken en dat zij het probleem eer<strong>de</strong>r in het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs lokaliseren dan in <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>.<br />

122 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


De <strong>bacheloropleiding</strong> probeert haar zichtbaarheid in het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs te vergroten en<br />

initieert met het oog daarop zelf verschillen<strong>de</strong> activiteiten. Het accent ligt daarbij op het bereiken<br />

van scholieren, met name via contacten met wiskun<strong>de</strong>secties van scholen. De opleiding<br />

doet mee aan <strong>de</strong> oriëntatiedagen voor scholieren uit <strong>de</strong> klassen 3 en 4 van het vwo en aan <strong>de</strong><br />

voorlichtingsdagen voor scholieren uit <strong>de</strong> hogere klassen. Zij organiseert ook meeloopdagen<br />

waarop scholieren <strong>de</strong> praktijk van het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rwijs leren kennen on<strong>de</strong>r begeleiding<br />

van een stu<strong>de</strong>nt, en een masterclass Wiskun<strong>de</strong>, gewijd aan een speciaal on<strong>de</strong>rwerp uit <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> en gericht op leerlingen uit <strong>de</strong> hoogste klassen van het vwo.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wor<strong>de</strong>n toegelaten tot het on<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

wanneer zij minimaal 160 EC van het bachelorprogramma hebben behaald. Volgens<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding met wie <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek sprak,<br />

verloopt <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> naar <strong>de</strong> masteropleiding zon<strong>de</strong>r problemen.<br />

De stu<strong>de</strong>nten gaven aan dat zij eer<strong>de</strong>r het gevoel had<strong>de</strong>n dat zij hun ou<strong>de</strong> opleiding had<strong>de</strong>n<br />

voortgezet dan dat zij aan een nieuwe opleiding waren begonnen. Ook stu<strong>de</strong>nten van an<strong>de</strong>re<br />

<strong>bacheloropleiding</strong>en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n direct toegelaten tot <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

An<strong>de</strong>re stu<strong>de</strong>nten kunnen alleen toegelaten wor<strong>de</strong>n wanneer zij voldoen aan <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong><br />

instelling (die betrekking hebben op <strong>de</strong> taalvaardigheid in het Engels en op <strong>de</strong> erkenning van<br />

<strong>de</strong> instelling waar een stu<strong>de</strong>nt zijn vooropleiding heeft genoten) en aan <strong>de</strong> algemene criteria<br />

voor toelating tot <strong>de</strong> masteropleiding, die on<strong>de</strong>r meer inhou<strong>de</strong>n dat stu<strong>de</strong>nten beschikken <strong>over</strong><br />

kennis en inzicht in <strong>de</strong> wiskundige basisvakken (waaron<strong>de</strong>r algebra, analyse en kansrekening<br />

en statistiek), <strong>over</strong> basisvaardighe<strong>de</strong>n en kennis in minstens een gebied van <strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong><br />

(mathematische fysica, statistiek en stochastiek, scientific computing) en <strong>over</strong> kennis<br />

en vaardighe<strong>de</strong>n in het ontwerpen en gebruiken van wiskundige mo<strong>de</strong>llen in een toepassingsgebied<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. De facultaire Toelatingscommissie Wiskun<strong>de</strong> (TCW) beslist of een<br />

stu<strong>de</strong>nt voldoet aan <strong>de</strong>ze criteria.<br />

De commissie vernam dat buitenlandse stu<strong>de</strong>nten die instromen in <strong>de</strong> masteropleiding regelmatig<br />

slecht presteren. Volgens <strong>de</strong> docenten wordt bij <strong>de</strong> toelating van <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten goed<br />

gekeken naar <strong>de</strong> vooropleiding die zij gevolgd hebben, maar blijft het uiterst moeilijk om een<br />

betrouwbaar antwoord te geven op <strong>de</strong> vraag of een stu<strong>de</strong>nt beschikt <strong>over</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke<br />

startkwalificaties. De masteropleiding heeft geen formeel beleid om stu<strong>de</strong>nten te volgen of in<br />

te grijpen wanneer hun studievoortgang achterblijft. De docenten meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie dat<br />

<strong>de</strong> vertraging van buitenlandse stu<strong>de</strong>nten vaak ontstaat in <strong>de</strong> beginfase van hun studie en voor<br />

een <strong>de</strong>el het gevolg is van cultuurverschillen. De opleiding probeert buitenlandse stu<strong>de</strong>nten<br />

meer te betrekken bij activiteiten van bijvoorbeeld <strong>de</strong> studievereniging.<br />

Uit een tabel in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat het aantal stu<strong>de</strong>nten dat instroom<strong>de</strong> in <strong>de</strong> masteropleiding<br />

<strong>de</strong> afgelopen jaren iets meer was dan tien per jaar en voor een belangrijk <strong>de</strong>el<br />

bestond uit zijinstromers. De <strong>bacheloropleiding</strong> ging pas in het studiejaar 2002-2003 van<br />

start en stu<strong>de</strong>nten die in <strong>de</strong>ze opleiding zijn ingestroomd, komen dan ook nog niet voor in<br />

<strong>de</strong> tabel. Tot <strong>de</strong> groep van zijinstromers wor<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten gerekend die in 2000-<br />

2001 met <strong>de</strong> kandidaatsfase van <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> vijfjarige opleiding zijn begonnen en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

die vanuit het Europese Erasmus Mundusprogramma een ‘double <strong>de</strong>gree’ volgen. In<br />

<strong>de</strong> nabije toekomst zal het grootste ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> zijinstromers volgens <strong>de</strong> zelfstudie van<br />

buitenlandse afkomst zal zijn.<br />

De masteropleiding neemt <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> door <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven georganiseer<strong>de</strong><br />

lokale en lan<strong>de</strong>lijke voorlichtingsdagen. Belangstellen<strong>de</strong>n kunnen ook terecht op een<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

123


speciale Engelstalige website. De voorlichting voor <strong>de</strong> masteropleiding is nog beperkt, <strong>de</strong>els<br />

omdat <strong>de</strong> opleiding nog niet precies weet hoe zij haar doelgroepen het best kan bereiken.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> kwalificaties waar<strong>over</strong> stu<strong>de</strong>nten moeten beschikken<br />

die instromen in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zijn vastgelegd en dat <strong>de</strong> opleiding maatregelen heeft<br />

genomen die moeten garan<strong>de</strong>ren dat stu<strong>de</strong>nten ook daadwerkelijk beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke<br />

kennis en vaardighe<strong>de</strong>n. Het programma van het eerste jaar besteedt aandacht aan<br />

rekenvaardighe<strong>de</strong>n en aan abstracties en bewijsvoering. Het wiskun<strong>de</strong>practicum is in <strong>de</strong> ogen<br />

van <strong>de</strong> commissie een nuttig en waar<strong>de</strong>vol on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el. De commissie waar<strong>de</strong>ert die inspanningen,<br />

maar is toch van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> aansluiting tussen vwo en wo moeizaam verloopt<br />

en verbeterd zou moeten wor<strong>de</strong>n. Zij vraagt zich af of <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zich voldoen<strong>de</strong><br />

bewust is van <strong>de</strong> kennis en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n waar<strong>over</strong> stu<strong>de</strong>nten die instromen in <strong>de</strong> opleiding<br />

beschikken. De commissie is van mening dat <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> betrokkenheid van leraren in het<br />

voortgezet on<strong>de</strong>rwijs bij <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van het vwo naar het wo ver<strong>de</strong>r zou moeten versterken.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben<br />

afgerond zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n kunnen doorstromen naar <strong>de</strong> masteropleiding en dat<br />

stu<strong>de</strong>nten die een <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> aan een an<strong>de</strong>re universiteit hebben<br />

doorlopen ook rechtstreeks toegang hebben tot <strong>de</strong> masteropleiding. De masteropleiding hanteert<br />

een toelatingsprocedure voor stu<strong>de</strong>nten die een an<strong>de</strong>re vooropleiding hebben gevolgd.<br />

De commissie heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek vastgesteld dat er een probleem bestaat met <strong>de</strong> toelating<br />

van buitenlandse stu<strong>de</strong>nten, die in veel gevallen matig tot slecht presteren, vooral in het<br />

eerste <strong>de</strong>el van het programma, en dus niet <strong>over</strong> <strong>de</strong> beginkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding lijken<br />

te beschikken. In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie is het nodig om <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>de</strong> toelatingsprocedure hanteert te verbeteren, zodat <strong>de</strong> opleiding een beter beeld krijgt van<br />

<strong>de</strong> geschiktheid van stu<strong>de</strong>nten. Omdat <strong>de</strong> toelatingsprocedure als zodanig in <strong>de</strong> ogen van<br />

<strong>de</strong> commissie a<strong>de</strong>quaat is, maar niet in alle gevallen op <strong>de</strong> juiste manier wordt toegepast, en<br />

omdat het hier gaat om een relatief kleine groep stu<strong>de</strong>nten, komt <strong>de</strong> commissie tot het oor<strong>de</strong>el<br />

‘voldoen<strong>de</strong>’ voor dit facet. De commissie waar<strong>de</strong>ert het <strong>over</strong>igens dat <strong>de</strong> opleiding zich veel<br />

inspanningen getroost om buitenlandse stu<strong>de</strong>nten aan te trekken.<br />

Op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen komt <strong>de</strong> commissie tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het criterium dat betrekking heeft op<br />

<strong>de</strong> instroom.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F9: Duur<br />

De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. <strong>de</strong> omvang van het curriculum:<br />

WO-bachelor: in <strong>de</strong> regel 180 studiepunten.<br />

WO-master: minimaal 60 studiepunten, afhankelijk van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> omvat 180 EC en voldoet<br />

daarmee aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

124 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Industrial and applied mathematics omvat 120 EC en<br />

voldoet daarmee aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F10: Afstemming tussen vormgeving en inhoud<br />

Het didactisch concept is in lijn met <strong>de</strong> doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.<br />

Beschrijving<br />

Het didactisch concept van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is volgens <strong>de</strong> zelfstudie in lijn met <strong>de</strong> doelstellingen,<br />

waarin op hoofdlijnen een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt wordt tussen het leren van (toegepaste)<br />

wiskun<strong>de</strong> op een aca<strong>de</strong>misch niveau, het gebruiken van wiskun<strong>de</strong> in een maatschappelijke<br />

context en het ontwikkelen van een aca<strong>de</strong>mische <strong>de</strong>nkwijze en werkhouding.<br />

Voor het leren van wiskun<strong>de</strong> als een aca<strong>de</strong>mische discipline kiest <strong>de</strong> opleiding voor <strong>de</strong> traditionele<br />

on<strong>de</strong>rwijsvormen van colleges, instructies en practica aan kleine groepen (25 à 30<br />

stu<strong>de</strong>nten), waarin <strong>de</strong> <strong>over</strong>dracht van kennis en vaardighe<strong>de</strong>n op een passen<strong>de</strong> wijze wordt<br />

on<strong>de</strong>rsteund door ICT-mid<strong>de</strong>len. De opleiding vindt <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rwijsvormen het meest effectief<br />

bij het verwerven van abstracte kennis. Aan het leren gebruiken van wiskun<strong>de</strong> in een maatschappelijke<br />

en multidisciplinaire context is invulling gegeven met behulp van mo<strong>de</strong>lleer- en<br />

projecton<strong>de</strong>rwijs, waarvan het verwerven van communicatieve en sociale vaardighe<strong>de</strong>n een<br />

integraal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is. Bij het gebruiken van wiskun<strong>de</strong> in een an<strong>de</strong>re discipline is een kennismaking<br />

met <strong>de</strong> methodologie en <strong>de</strong> nomenclatuur van die discipline noodzakelijk. Dit gebeurt<br />

in <strong>de</strong> toepassingsvakken, die van een an<strong>de</strong>re opleiding wor<strong>de</strong>n betrokken en zich dan ook qua<br />

inrichting conformeren aan het vakdidactisch concept van die opleiding. Volgens <strong>de</strong> docenten<br />

is het didactisch concept goed doordacht en zijn <strong>de</strong> werkvormen zorgvuldig gekozen vanuit<br />

het perspectief dat <strong>de</strong> doelstellingen van het on<strong>de</strong>rwijs centraal staan en dat <strong>de</strong> werkvormen<br />

daarvan afgeleid wor<strong>de</strong>n.<br />

In het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt gebruikgemaakt van verschillen<strong>de</strong> werkvormen:<br />

hoorcolleges, instructies (die meestal gekoppeld zijn aan een college en waarin voornamelijk<br />

aandacht aan oefenopgaven wordt besteed), practica, colstructies (een mengvorm van<br />

colleges en instructies), literatuurstudies en stages. Het Wiskun<strong>de</strong>practicum is een geïntegreer<strong>de</strong><br />

instructie die gekoppeld is aan een cluster van vakken en meer<strong>de</strong>re middagen per week wordt<br />

gegeven. Deze aanpak bevor<strong>de</strong>rt het ontstaan van een samenhangend beeld van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

Een van <strong>de</strong> doelen van dit practicum is <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten te lei<strong>de</strong>n naar stu<strong>de</strong>ergedrag dat<br />

gekenmerkt wordt door een kritische houding, passend bij een aca<strong>de</strong>mische opleiding. Om dit<br />

te stimuleren wor<strong>de</strong>n groepjes stu<strong>de</strong>nten regelmatig door <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r geïnterviewd <strong>over</strong> hun<br />

inzicht in bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> leerstof. De begeleiding is zeer intensief.<br />

Het mo<strong>de</strong>lleeron<strong>de</strong>rwijs sluit volgens <strong>de</strong> zelfstudie aan bij het on<strong>de</strong>rwijsconcept OGO (ontwerpgericht<br />

on<strong>de</strong>rwijs) van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven. Het leren communiceren<br />

en het gebruik van geavanceer<strong>de</strong> informatiebestan<strong>de</strong>n vormen een geïntegreerd on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van<br />

het mo<strong>de</strong>lleeron<strong>de</strong>rwijs. De opleidingen van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven hebben<br />

een interfacultair project (IFP) in hun programma opgenomen, waarin stu<strong>de</strong>nten van verschillen<strong>de</strong><br />

opleidingen samenwerken aan een multidisciplinaire opdracht. De praktische uitvoering<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

125


van <strong>de</strong>ze projecten verloopt moeizaam. In het herziene programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

zal het IFP in <strong>de</strong> huidige vorm niet meer voorkomen. In plaats daarvan wordt in elke minor<br />

een minorproject opgenomen, waarin stu<strong>de</strong>nten projectmatig werken aan opdrachten uit een<br />

an<strong>de</strong>r vakgebied.<br />

De zelfstudie bevat een tabel waarin <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> werkvormen <strong>over</strong> het programma van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is weergegeven. Uit die tabel blijkt dat er in het eerste en het twee<strong>de</strong> jaar<br />

relatief veel gebruik wordt gemaakt van colleges, instructies en mo<strong>de</strong>lleeron<strong>de</strong>rwijs, terwijl in<br />

het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar veel tijd is gereserveerd voor projecton<strong>de</strong>rwijs. Het aantal contacturen neemt in<br />

<strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd af, <strong>de</strong> tijd voor zelfwerkzaamheid en zelfstudie neemt toe. Op <strong>de</strong>ze manier<br />

ontwikkelen stu<strong>de</strong>nten volgens <strong>de</strong> docenten <strong>de</strong> vereiste mate van zelfstandigheid.<br />

Het didactisch concept van <strong>de</strong> masteropleiding is volgens <strong>de</strong> zelfstudie in lijn met <strong>de</strong> doelstellingen<br />

van <strong>de</strong> opleiding, waarin vanuit een technische-wetenschappelijke en aca<strong>de</strong>mische<br />

context wordt verwezen naar het verwerven van specialistische en verdiepen<strong>de</strong> kennis van een<br />

hoog abstract en constructief niveau in een <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong>, vaardighe<strong>de</strong>n<br />

in het ontwerpen van specialistische wiskundige mo<strong>de</strong>llen en technieken bij het oplossen<br />

van praktische problemen die vooral gericht zijn op industriële toepassingen, vaardighe<strong>de</strong>n op<br />

het gebied van wiskundig on<strong>de</strong>rzoek en aca<strong>de</strong>mische competenties.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding kent soortgelijke werkvormen als dat van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>,<br />

te weten hoorcolleges, colstructies, instructies en practica, literatuurstudies en stages.<br />

Voor het verwerven van specialistische en verdiepen<strong>de</strong> kennis kiest <strong>de</strong> masteropleiding<br />

voor cursorisch on<strong>de</strong>rwijs. Het programma kent seminaria, waarin actuele artikelen of boeken<br />

wor<strong>de</strong>n besproken en waarin stu<strong>de</strong>nten presentaties verzorgen, en begelei<strong>de</strong> zelfstudies. De<br />

opleiding verwacht van stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> masterfase een grote mate van zelfstandigheid. Het<br />

verwerven van vaardighe<strong>de</strong>n om zelfstandig wiskundige metho<strong>de</strong>n en technieken te ontwerpen<br />

vindt <strong>de</strong>els plaats in het cursorisch on<strong>de</strong>rwijs, maar vooral in het afstu<strong>de</strong>erproject, dat een<br />

groot <strong>de</strong>el van het twee<strong>de</strong> jaar beslaat en extern wordt uitgevoerd in een bedrijf of een researchinstelling.<br />

Het ontwikkelen van on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n vindt groten<strong>de</strong>els plaats binnen <strong>de</strong><br />

leerstoelgroep(en) waar stu<strong>de</strong>nten hun afstu<strong>de</strong>erfase doorbrengen. Het hele programma wordt<br />

uitgevoerd in <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische stijl, waarvoor een wetenschappelijke, kritische en reflecteren<strong>de</strong><br />

houding kenmerkend is. In het verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Communication skills staat communicatie<br />

met vakgenoten en niet-vakgenoten centraal. In <strong>de</strong> vrijekeuzeruimte kunnen stu<strong>de</strong>nten<br />

kennismaken met an<strong>de</strong>re wetenschappelijke disciplines of zich ver<strong>de</strong>r maatschappelijk en aca<strong>de</strong>misch<br />

vormen.<br />

Uit een tabel in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat het aantal contacturen in het eerste jaar van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

laag is (tussen 200 en 300, afhankelijk van <strong>de</strong> specialisatie). De rest van het programma<br />

van het eerste jaar is gereserveerd voor zelfstudieactiviteiten. In het twee<strong>de</strong> jaar volgens<br />

stu<strong>de</strong>nten geen gezamenlijk on<strong>de</strong>rwijs meer, maar beste<strong>de</strong>n ze hun tijd aan zelfstudie en aan<br />

het afstu<strong>de</strong>erproject.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat het didactisch concept dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

hanteert gebaseerd is op het universitaire concept van ontwerpgericht on<strong>de</strong>rwijs. Zij heeft<br />

vastgesteld dat <strong>de</strong> inrichting van het programma blijk geeft van een a<strong>de</strong>quate afweging bij<br />

het kiezen van <strong>de</strong> werkvormen voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma. Zij is van oor<strong>de</strong>el<br />

dat <strong>de</strong> werkvormen voldoen<strong>de</strong> variatie vertonen en in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong><br />

126 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


inhoud van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en bij <strong>de</strong> plaats daarvan binnen het programma. De commissie<br />

is in het bijzon<strong>de</strong>r positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn en <strong>over</strong> <strong>de</strong> practica, die goed passen in het<br />

programma van een technische opleiding.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat het didactisch concept dat voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

wordt gehanteerd, ook het uitgangspunt heeft gevormd voor het inrichten van het programma<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding. Naar haar oor<strong>de</strong>el zijn <strong>de</strong> keuzen die <strong>de</strong> masteropleiding heeft gemaakt<br />

voor <strong>de</strong> inrichting van het programma a<strong>de</strong>quaat en sluiten ze aan bij <strong>de</strong> grotere mate van<br />

zelfstandigheid waar<strong>over</strong> stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> masterfase beschikken. Het eerste <strong>de</strong>el van het programma<br />

is vooral gericht op het <strong>over</strong>dragen van gespecialiseer<strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n, het<br />

twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el op het zelfstandig gebruiken van <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r verworven kennis en vaardighe<strong>de</strong>n.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid aan werkvormen die in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

wordt gehanteerd in iets sterkere mate zou moeten wor<strong>de</strong>n doorgevoerd naar <strong>de</strong><br />

masteropleiding. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding geen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

volgen waarin zij in groepsverband moeten werken.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het criterium<br />

dat betrekking heeft op <strong>de</strong> afstemming tussen vormgeving en inhoud.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F11: Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing<br />

Door <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen, toetsingen en examens wordt a<strong>de</strong>quaat getoetst of <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> leerdoelen van<br />

(on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma hebben gerealiseerd.<br />

Beschrijving<br />

Stu<strong>de</strong>nten die alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong> bachelor‐ of <strong>de</strong> masteropleiding met<br />

goed gevolgd hebben afgerond, zijn feitelijk geslaagd voor het examen in die opleiding.<br />

In bei<strong>de</strong> opleidingen wordt gebruikgemaakt van verschillen<strong>de</strong> toetsvormen, waaron<strong>de</strong>r schriftelijke<br />

tentamens, opdrachten en mon<strong>de</strong>ling tentamens. Een schriftelijk tentamen wordt in <strong>de</strong><br />

regel tweemaal afgenomen: vlak na <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong> waarin een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is gegeven en<br />

in <strong>de</strong> tussenweek van <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>. Het examenreglement schrijft voor dat een<br />

schriftelijk tentamen binnen een termijn van vijftien werkdagen moet zijn nagekeken. Voor<br />

het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> geldt een compensatieregeling: stu<strong>de</strong>nten mogen één<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el met een 5 afsluiten wanneer zij alle an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen een jaar met voldoen<strong>de</strong><br />

gevolg hebben afgerond. Volgens <strong>de</strong> Examencommissie zijn er voor alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding leerdoelen opgesteld, maar is het<br />

niet altijd dui<strong>de</strong>lijk of docenten en stu<strong>de</strong>nten zich bewust zijn van die leerdoelen en of er in <strong>de</strong><br />

toetsing wordt nagegaan of die leerdoelen gerealiseerd zijn.<br />

Bij schriftelijke tentamens is er sprake van een eerste en een twee<strong>de</strong> corrector en zijn <strong>de</strong> te<br />

behalen punten per opgave vooraf vastgesteld. De twee<strong>de</strong> corrector bekijkt in principe alle<br />

uitgewerkte tentamens. In sommige gevallen geeft <strong>de</strong> eerst verantwoor<strong>de</strong>lijke docent aan bij<br />

welke voorlopige scores er nog een twee<strong>de</strong> correctie moet plaatsvin<strong>de</strong>n. Stu<strong>de</strong>nten kunnen hun<br />

werk daarna inzien en krijgen inzage in <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling tot stand is gekomen.<br />

De Examencommissie, die formeel verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

127


van <strong>de</strong> tentamens, kan bij klachten maatregelen treffen. In <strong>de</strong> evaluaties wor<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten<br />

bevraagd <strong>over</strong> <strong>de</strong> aansluiting van <strong>de</strong> tentamens op het gegeven on<strong>de</strong>rwijs.<br />

In het geval van opdrachten geven docenten vooraf aan, aan welke voorwaar<strong>de</strong>n moet wor<strong>de</strong>n<br />

voldaan. Opdrachten kunnen ook wor<strong>de</strong>n afgesloten met een mon<strong>de</strong>ling tentamen of een<br />

mon<strong>de</strong>linge presentatie. Bij practica of projecten wor<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten geacht een serie opdrachten<br />

of opgaven te maken die <strong>de</strong>els of geheel bepalend zijn voor het eindresultaat. Voor sommige<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kunnen stu<strong>de</strong>nten bonuspunten behalen wanneer zij <strong>de</strong> opdrachten met<br />

goed gevolg maken. Een van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen dat docenten tussentijdse opdrachten geven, is dat zij<br />

stu<strong>de</strong>nten daarmee dwingen om tijd aan hun studie te beste<strong>de</strong>n. Zij realiseren zich <strong>over</strong>igens<br />

dat <strong>de</strong>rgelijke maatregelen <strong>de</strong> motivatie van stu<strong>de</strong>nten niet altijd bevor<strong>de</strong>ren.<br />

De Examencommissie besluit formeel <strong>over</strong> afwijkingen van <strong>de</strong> reguliere programma’s, <strong>over</strong><br />

extra tentamenmogelijkhe<strong>de</strong>n, <strong>over</strong> <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> van het afleggen van tentamens en afwijkingen<br />

daarvan, <strong>over</strong> het hanteren van een an<strong>de</strong>re toetsvorm dan <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> en <strong>over</strong> vrijstellingen.<br />

Zij bespreekt <strong>de</strong> voortgang van stu<strong>de</strong>nten regelmatig. De studieadviseur bekijkt elke<br />

on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong> welke resultaten stu<strong>de</strong>nten behaald hebben. De Examencommissie is ook<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> gang van zaken rond examenuitslagen. Zij vindt dat zij niet alleen<br />

een formele en toetsen<strong>de</strong> rol heeft, maar dat haar werkzaamhe<strong>de</strong>n ook een sociaal aspect hebben<br />

dat bijvoorbeeld belangrijk is bij diploma-uitreikingen. De Examencommissie besteedt<br />

naar eigen zeggen veel aandacht aan slechte of echt goe<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> toetsvormen van enkele programmaon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> bacheloren<br />

<strong>de</strong> masteropleiding na<strong>de</strong>r beschreven. Daaruit blijkt dat er bijvoorbeeld in het geval van<br />

het Interfacultair roject sprake is van een groepsbeoor<strong>de</strong>ling met inci<strong>de</strong>ntele individuele differentiatie.<br />

Bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> opdrachten die in het ka<strong>de</strong>r van het mo<strong>de</strong>lleeron<strong>de</strong>rwijs<br />

wor<strong>de</strong>n gemaakt, is er voornamelijk sprake van een groepsbeoor<strong>de</strong>ling met inci<strong>de</strong>ntele individuele<br />

differentiatie, waarbij een beoor<strong>de</strong>lingsformulier wordt gebruikt dat opgenomen is in <strong>de</strong><br />

docentenhandleiding. Het bachelorproject wordt beoor<strong>de</strong>eld op basis van een scriptie en een<br />

voordracht van <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt. De beoor<strong>de</strong>ling wordt uitgevoerd door twee docenten<br />

met behulp van een beoor<strong>de</strong>lingsformulier. De beoor<strong>de</strong>ling van een stage vindt plaats op<br />

basis van het stageverslag en een voordracht van <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt. De stagebegelei<strong>de</strong>r is<br />

tevens <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijke docent en voert <strong>de</strong>ze beoor<strong>de</strong>ling uit in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r<br />

van <strong>de</strong> instelling waar <strong>de</strong> stage wordt uitgevoerd. Daarbij kan gebruikgemaakt wor<strong>de</strong>n van<br />

een beoor<strong>de</strong>lingsformulier. De beoor<strong>de</strong>ling van een afstu<strong>de</strong>erproject van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

wordt uitgevoerd door een beoor<strong>de</strong>lingscommissie, die met behulp van een beoor<strong>de</strong>lingsformulier<br />

tot een eindoor<strong>de</strong>el komt. De gang van zaken rond het afstu<strong>de</strong>erproject, inclusief <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling, staat beschreven in het afstu<strong>de</strong>erreglement. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie dat het afstu<strong>de</strong>erplan in <strong>de</strong> praktijk ook gebruikt wordt en een nuttige<br />

functie vervult.<br />

De beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> toetsing door stu<strong>de</strong>nten maakt <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsevaluaties<br />

van bei<strong>de</strong> opleidingen. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie bestaan er op het punt van <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing weinig knelpunten en zijn <strong>de</strong> knelpunten die wor<strong>de</strong>n gesignaleerd<br />

doorgaans van een inci<strong>de</strong>nteel karakter.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> informatie met betrekking tot <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing bestu<strong>de</strong>erd<br />

en vastgesteld dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding gekozen hebben voor a<strong>de</strong>quate toets-<br />

128 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


vormen. Zij is van mening dat <strong>de</strong> toetsvormen die <strong>de</strong> opleidingen hanteren voldoen<strong>de</strong> variatie<br />

vertonen en dat ze aansluiten bij <strong>de</strong> werkvormen die wor<strong>de</strong>n gehanteerd voor het oor<strong>de</strong>el dat<br />

getoetst wordt. De keuze van <strong>de</strong> toetsvormen in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> fasen van <strong>de</strong> opleidingen<br />

weerspiegelt <strong>de</strong> grotere mate van zelfstandigheid en zelfwerkzaamheid die stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong><br />

loop van hun studie verwerven. De commissie waar<strong>de</strong>ert het gebruik van huiswerkopgaven,<br />

tussentijdse opdrachten die stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> moeten uitvoeren, al realiseert<br />

zij zich dat die opdrachten er me<strong>de</strong> toe lei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> opleiding soms als nogal<br />

schools ervaren. Zij is van mening dat het gegeven dat stu<strong>de</strong>nten voor sommige on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

bonuspunten kunnen behalen <strong>de</strong> consistentie en transparantie van <strong>de</strong> toetsing niet bevor<strong>de</strong>rt,<br />

maar realiseert zich dat bonuspunten een effectief mid<strong>de</strong>l kunnen zijn om stu<strong>de</strong>nten te motiveren<br />

en te stimuleren. Zij heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek kennisgenomen van toetsen uit verschillen<strong>de</strong><br />

fasen van <strong>de</strong> opleidingen en heeft vastgesteld dat die er in het algemeen goed uitzien en<br />

aansluiten bij <strong>de</strong> inhoud van het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el dat getoetst wordt.<br />

De commissie heeft veel waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> masteropleiding vorm heeft<br />

gegeven aan <strong>de</strong> voorbereiding, <strong>de</strong> planning, <strong>de</strong> uitvoering en <strong>de</strong> afronding van het afstu<strong>de</strong>erproject<br />

en voor <strong>de</strong> begeleiding die stu<strong>de</strong>nten daarbij ontvangen. Zij heeft van masterstu<strong>de</strong>nten<br />

vernomen dat <strong>de</strong> richtlijnen die <strong>de</strong> opleiding heeft opgesteld ook in <strong>de</strong> praktijk wor<strong>de</strong>n<br />

gebruikt en dat <strong>de</strong> planmatige aanpak van het afstu<strong>de</strong>erproject naar behoren functioneert. Zij<br />

komt op grond daarvan tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> voldoet aan het facet dat betrekking<br />

heeft op <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing en zij komt voor <strong>de</strong> masteropleiding tot het oor<strong>de</strong>el<br />

‘goed’ voor dat facet.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Industrial and applied mathematics luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

<strong>2.</strong><strong>2.</strong>3. Inzet van personeel<br />

F12: Eisen WO<br />

De opleiding sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor <strong>de</strong> inzet van personeel van een WO-opleiding:<br />

Het on<strong>de</strong>rwijs wordt voor een belangrijk <strong>de</strong>el verzorgd door on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het vakgebied.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie bevat een tabel met informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsinzet vanuit <strong>de</strong> capaciteitsgroep<br />

Wiskun<strong>de</strong> ten behoeve van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding. Daaruit blijkt dat <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke staf binnen die capaciteitsgroep (hoogleraren, universitair hoofddocenten,<br />

universitair docenten) op 1 september 2005 51 le<strong>de</strong>n tel<strong>de</strong>, die allen gepromoveerd waren.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

129


Daarnaast waren er nog 42 an<strong>de</strong>re me<strong>de</strong>werkers (docenten, promovendi en <strong>over</strong>ig wetenschappelijk<br />

personeel) die on<strong>de</strong>rwijs verzorg<strong>de</strong>n.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie is nagenoeg al het on<strong>de</strong>rzoek dat wordt uitgevoerd door <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> capaciteitsgroep Wiskun<strong>de</strong> ingebed in on<strong>de</strong>rzoekscholen. De on<strong>de</strong>rzoekscholen waarin <strong>de</strong><br />

docenten participeren zijn allen erkend door <strong>de</strong> KNAW. In 2003 is het on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> capaciteitsgroep<br />

Wiskun<strong>de</strong> in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke on<strong>de</strong>rzoeksvisitatie Wiskun<strong>de</strong> als goed<br />

tot zeer goed beoor<strong>de</strong>eld.<br />

De stu<strong>de</strong>nten komen vanaf het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in contact met docenten<br />

die actief betrokken zijn bij on<strong>de</strong>rzoek en maatschappelijke dienstverlening. Tij<strong>de</strong>ns het eerste<br />

studiejaar nemen zij <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mielunch, waarin me<strong>de</strong>werkers van <strong>de</strong> faculteit vertellen<br />

<strong>over</strong> hun werk als on<strong>de</strong>rzoeker, <strong>over</strong> belangrijke ontwikkelingen op hun eigen terrein en <strong>over</strong><br />

nieuwe uitdagingen.<br />

De capaciteitsgroep Wiskun<strong>de</strong> is volgens <strong>de</strong> zelfstudie betrokken bij een gevarieerd palet aan<br />

on<strong>de</strong>rwijs, on<strong>de</strong>rzoek en maatschappelijke dienstverlening. Dit bewerkstelligt dat <strong>de</strong> stafle<strong>de</strong>n<br />

in velerlei verban<strong>de</strong>n externe contacten on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n. De staf kent bijvoorbeeld <strong>de</strong>eltijdhoogleraren<br />

uit <strong>de</strong> industrie, stafle<strong>de</strong>n met een adviseursfunctie in <strong>de</strong> industrie, stafle<strong>de</strong>n die<br />

participeren in nationale en internationale netwerken, stafle<strong>de</strong>n die bijdragen aan <strong>de</strong> ontwerpersopleiding<br />

Mathematics for industry en stafle<strong>de</strong>n die actief zijn binnen het Laboratory for<br />

Industrial Mathematics Eindhoven en <strong>de</strong> TIAS Business School Eindhoven.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf van <strong>de</strong> capaciteitsgroep<br />

Wiskun<strong>de</strong> gepromoveerd zijn en on<strong>de</strong>rzoek verrichten dat regelmatig beoor<strong>de</strong>eld wordt<br />

door internationaal samengestel<strong>de</strong> visitatiecommissies en dat in het algemeen als zeer goed<br />

wordt beoor<strong>de</strong>eld. Zij conclu<strong>de</strong>ert op basis daarvan dat een belangrijk <strong>de</strong>el van het on<strong>de</strong>rwijs<br />

wordt verzorgd door actieve on<strong>de</strong>rzoekers die een belangrijke bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het vakgebied. Omdat <strong>de</strong> staf ook in sterke mate betrokken is bij activiteiten buiten<br />

het on<strong>de</strong>rwijsproces die van cruciaal belang zijn voor opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> technische<br />

wiskun<strong>de</strong>, komt <strong>de</strong> commissie tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor bei<strong>de</strong> opleidingen.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F13: Kwantiteit personeel<br />

Er wordt voldoen<strong>de</strong> personeel ingezet om <strong>de</strong> opleiding met <strong>de</strong> gewenste kwaliteit te verzorgen.<br />

Beschrijving<br />

Er is volgens <strong>de</strong> zelfstudie voldoen<strong>de</strong> personeelscapaciteit beschikbaar om <strong>de</strong> bachelor- en<br />

<strong>de</strong> masteropleiding met <strong>de</strong> gewenste kwaliteit te verzorgen. Uit <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat <strong>de</strong><br />

capaciteitsgroep Wiskun<strong>de</strong> in het studiejaar 2004-2005 <strong>over</strong> een on<strong>de</strong>rwijsformatie van 6,9<br />

fte beschikte. Het aantal stu<strong>de</strong>nten per fte on<strong>de</strong>rwijsformatie lag daarmee op 18,2, het aantal<br />

behaal<strong>de</strong> diploma’s per fte on<strong>de</strong>rwijsformatie bedroeg 3,9. De omvang van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsformatie<br />

is <strong>de</strong> laatste jaren iets gedaald (in het studiejaar 2000-2001 bedroeg <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsformatie<br />

nog 8,4 fte), terwijl zowel het aantal stu<strong>de</strong>nten als het aantal behaal<strong>de</strong> diploma’s is gestegen,<br />

waardoor <strong>de</strong> staf-stu<strong>de</strong>ntratio en het aantal diploma’s per fte een dalen<strong>de</strong> ten<strong>de</strong>ns vertonen.<br />

130 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


Uit het gesprek dat <strong>de</strong> commissie met <strong>de</strong> docenten had, bleek dat <strong>de</strong> docenten van mening zijn<br />

dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsbelasting niet te zwaar is. De docenten gaven wel aan dat <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong><br />

belasting <strong>over</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> trimesters niet altijd gelijk is.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> capaciteitsgroep Wiskun<strong>de</strong> voldoen<strong>de</strong> personeel inzet om<br />

<strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding met <strong>de</strong> gewenste kwaliteit te verzorgen.<br />

De staf-stu<strong>de</strong>ntratio is <strong>de</strong> laatste jaren weliswaar gedaald, maar is nog steeds aanvaardbaar.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> docenten ook van mening zijn dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsbelasting<br />

aanvaardbaar is.<br />

De commissie komt daarom tot het oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium<br />

dat betrekking heeft op dit facet.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F14: Kwaliteit personeel<br />

Het personeel is gekwalificeerd voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke, on<strong>de</strong>rwijskundige en organisatorische realisatie van het<br />

programma.<br />

Beschrijving<br />

Het personeelsbeleid van <strong>de</strong> capaciteitsgroep Wiskun<strong>de</strong> kent volgens <strong>de</strong> zelfstudie verschillen<strong>de</strong><br />

componenten. Bij <strong>de</strong> werving van universitair personeel wordt in alle gevallen zorgvuldig<br />

gekeken naar <strong>de</strong> didactische vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> kandidaten. De opleidingsdirecteur<br />

maakt altijd <strong>de</strong>el uit van een selectiecommissie. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> (jaarlijkse) functioneringsgesprekken<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs met <strong>de</strong> docenten besproken. Bij<br />

beloningsron<strong>de</strong>n en bevor<strong>de</strong>ringen spelen on<strong>de</strong>rwijsprestaties een wezenlijke rol. Docenten<br />

die een on<strong>de</strong>rwijsprijs winnen, krijgen in het algemeen een gratificatie als blijk van waar<strong>de</strong>ring.<br />

Ou<strong>de</strong>re docenten die <strong>over</strong> goe<strong>de</strong> didactische vaardighe<strong>de</strong>n beschikken maar van wie<br />

<strong>de</strong> wetenschappelijke productie terugloopt, nemen vaak een grotere on<strong>de</strong>rwijstaak op zich.<br />

Deze aandacht voor on<strong>de</strong>rwijs laat volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>over</strong>igens onverlet dat het wetenschappelijk<br />

rangenstelsel nog steeds sterk gekoppeld is aan on<strong>de</strong>rzoekprestaties en nauwelijks<br />

loopbaanperspectief biedt aan docenten met een grote on<strong>de</strong>rwijstaak. Volgens het bestuur van<br />

<strong>de</strong> faculteit is er sprake van een verschuiving in het beleid, van een toenemen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring<br />

voor on<strong>de</strong>rwijsprestaties en voor bewezen didactische kwaliteiten. De docenten met wie <strong>de</strong><br />

commissie sprak meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie dat zij <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring voor het on<strong>de</strong>rwijs dat zij geven<br />

voornamelijk van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten krijgen.<br />

De opleidingen maken voor <strong>de</strong> professionalisering van <strong>de</strong> staf gebruik van het cursusaanbod<br />

van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven. Promovendi die in het on<strong>de</strong>rwijs wor<strong>de</strong>n ingezet,<br />

volgen eerst <strong>de</strong> cursus Doceren in het hoger on<strong>de</strong>rwijs. Nieuwe stafle<strong>de</strong>n met een beperkte<br />

on<strong>de</strong>rwijservaring nemen ook <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong>ze cursus en volgen daarnaast enkele an<strong>de</strong>re cursussen,<br />

die samen het Didactisch inwerktraject vormen. De afspraken op dit punt wor<strong>de</strong>n<br />

opgenomen in het aanstellingsbesluit. Soms volgen stafle<strong>de</strong>n uit eigen beweging een cursus.<br />

De opleidingen geven docenten gerichte adviezen op basis van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsevaluaties, zoals<br />

het volgen van een relevante cursus. Het beleid is op dit punt nog reactief, er wor<strong>de</strong>n alleen<br />

maatregelen genomen wanneer bijvoorbeeld evaluaties daartoe aanleiding geven, en het legt<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

131


geen verplichtingen aan zitten<strong>de</strong> docenten op. Het aanbod aan cursussen wordt aangepast<br />

wanneer veran<strong>de</strong>ringen in het on<strong>de</strong>rwijs dat nodig maken. Docenten kunnen inmid<strong>de</strong>ls bijvoorbeeld<br />

ook een training volgen die gericht is op het vervullen van het tutoraat. Overigens<br />

wor<strong>de</strong>n individuele afspraken die moeten lei<strong>de</strong>n tot een verbetering van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsprestaties<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie nog niet altijd goed vastgelegd en gecontroleerd. Uit een <strong>over</strong>zicht in<br />

<strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat er in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 2001-2005 elf me<strong>de</strong>werkers van <strong>de</strong> capaciteitsgroep<br />

hebben <strong>de</strong>elgenomen aan <strong>de</strong> cursus Doceren in het hoger on<strong>de</strong>rwijs. De <strong>de</strong>elname aan an<strong>de</strong>re<br />

cursussen was in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> beperkt: het aantal docenten dat aan een cursus <strong>de</strong>elnam<br />

bedroeg hoogstens twee.<br />

De inrichting van <strong>de</strong> opleidingen is sterk gerelateerd aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeks- en ontwerpexpertise<br />

(in <strong>de</strong> zin van wiskundig mo<strong>de</strong>lleren) binnen <strong>de</strong> capaciteitsgroep Wiskun<strong>de</strong>, die volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie in ruime mate beschikt <strong>over</strong> <strong>de</strong> expertise die nodig is om <strong>de</strong> doelstellingen en<br />

eindkwalificaties te realiseren die betrekking hebben op wiskundige vakinhoud en wiskundige<br />

mo<strong>de</strong>lleervaardighe<strong>de</strong>n. Enkele le<strong>de</strong>n van het docententeam beschikken <strong>over</strong> expertise op het<br />

gebied van <strong>de</strong> didactiek van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. De opleidingen betrekken expertise uit an<strong>de</strong>re faculteiten<br />

of diensten binnen <strong>de</strong> instelling voor on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin eindkwalificaties aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />

wor<strong>de</strong>n gesteld waarin <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> niet of min<strong>de</strong>r centraal staat, bijvoorbeeld on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die<br />

meer op toepassingen zijn gericht of on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rwezen.<br />

Het serviceon<strong>de</strong>rwijs dat door <strong>de</strong> capaciteitsgroep wordt verzorgd en <strong>de</strong> aanwezigheid van<br />

<strong>de</strong> ontwerpersopleiding Mathematics for industry stimuleren <strong>de</strong> expertise van <strong>de</strong> staf volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie in gunstige zin. Zij zorgen voor voeling met <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

wordt toegepast in an<strong>de</strong>re disciplines en voor contacten met <strong>over</strong>heidsinstellingen en bedrijven<br />

waarin op hoog niveau technische wiskun<strong>de</strong> wordt bedreven.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met stu<strong>de</strong>nten en alumni bleek dat allen erg tevre<strong>de</strong>n<br />

zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> kleinschaligheid van <strong>de</strong> opleidingen en <strong>de</strong> kwaliteit en <strong>de</strong> bereikbaarheid van<br />

<strong>de</strong> docenten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen systematisch aandacht beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

professionalisering en <strong>de</strong> didactische vaardighe<strong>de</strong>n van docenten, dat nieuwe docenten verplicht<br />

zijn om een cursus te volgen waarin het verzorgen van on<strong>de</strong>rwijs centraal staat en dat<br />

on<strong>de</strong>rwijsprestaties een rol spelen in het personeelsbeleid van <strong>de</strong> capaciteitsgroep. Zij is er, ook<br />

op grond van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten, van <strong>over</strong>tuigd dat <strong>de</strong> docenten beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwijskundige en <strong>de</strong> organisatorische kwalificaties die noodzakelijk zijn om het on<strong>de</strong>rwijs<br />

op een a<strong>de</strong>quate manier te verzorgen.<br />

De docenten beschikken naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie ook <strong>over</strong> <strong>de</strong> vereiste inhou<strong>de</strong>lijke<br />

expertise. De commissie heeft hierboven reeds gewezen op <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong> staf bij<br />

activiteiten die van belang zijn met het oog op het technische karakter van <strong>de</strong> opleidingen.<br />

De commissie komt dan ook tot het oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium<br />

dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

132 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Industrial and applied mathematics<br />

luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

<strong>2.</strong><strong>2.</strong>4. Voorzieningen<br />

F15: Materiële voorzieningen<br />

De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.<br />

Beschrijving<br />

De faculteit Wiskun<strong>de</strong> en Informatica beschikt <strong>over</strong> eigen on<strong>de</strong>rwijsruimten in het Hoofdgebouw<br />

(HG) van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven, waarin <strong>de</strong> faculteit gehuisvest is. De<br />

noodzakelijke renovatie van het Hoofdgebouw is volgens <strong>de</strong> zelfstudie al vele malen uitgesteld.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven al langere tijd van plan is<br />

om te starten met nieuwbouw en dat dat een van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen is dat er niet wordt begonnen met<br />

<strong>de</strong> renovatie van bestaan<strong>de</strong> voorzieningen. De facultaire on<strong>de</strong>rwijsruimten zijn ingericht voor<br />

kleinschalig on<strong>de</strong>rwijs en wor<strong>de</strong>n vooral gebruikt voor contacturen met stu<strong>de</strong>nten uit <strong>de</strong> hogere<br />

studiejaren. Enerzijds gaat het hierbij om ruimten voor colleges en instructies, an<strong>de</strong>rzijds om<br />

projectruimten en variabel in te richten on<strong>de</strong>rwijsruimten. De opleidingen maken ook (voor<br />

grotere groepen stu<strong>de</strong>nten) gebruik van <strong>de</strong> centraal beheer<strong>de</strong> pool van on<strong>de</strong>rwijsruimten. De<br />

meeste grotere ruimten bevin<strong>de</strong>n zich in het Auditorium, een gebouw met acht collegezalen<br />

(met een capaciteit variërend van 150 tot 300 stu<strong>de</strong>nten) en acht kleinere on<strong>de</strong>rwijsruimten<br />

(voor 40 tot 70 stu<strong>de</strong>nten) dat door mid<strong>de</strong>l van een loopbrug verbon<strong>de</strong>n is met het Hoofdgebouw.<br />

De collegezalen in het Auditorium wor<strong>de</strong>n vooral gebruikt voor <strong>de</strong> hoorcolleges in<br />

<strong>de</strong> eerste studiejaren. Het Matrixgebouw, eveneens in <strong>de</strong> nabijheid van het Hoofdgebouw,<br />

beschikt <strong>over</strong> kleinere on<strong>de</strong>rwijsruimten voor groepen van twintig tot veertig stu<strong>de</strong>nten.<br />

De faculteit Wiskun<strong>de</strong> en Informatica beschikt <strong>over</strong> een goed geoutilleer<strong>de</strong> eigen bibliotheek.<br />

Met ingang van het studiejaar 2005-2006 is <strong>de</strong> collectie ook via Studyweb toegankelijk. Studyweb<br />

is een systeem dat op <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven wordt ontwikkeld en on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n.<br />

Het biedt <strong>de</strong> mogelijkheid om algemene, organisatorische en inhou<strong>de</strong>lijke informatie<br />

<strong>over</strong> on<strong>de</strong>rwijseenhe<strong>de</strong>n te versprei<strong>de</strong>n. Docenten kunnen in Studyweb per vak aangeven welke<br />

informatie stu<strong>de</strong>nten moeten bestu<strong>de</strong>ren, variërend van een artikel tot internetbronnen of an<strong>de</strong>re<br />

media, afzon<strong>de</strong>rlijke titels voorzien van commentaar en een rangor<strong>de</strong> aanbrengen. Stu<strong>de</strong>nten<br />

kunnen het systeem gebruiken wanneer ze zijn aangemeld bij dat bepaal<strong>de</strong> vak, bijvoorbeeld<br />

voor het samenstellen van een literatuur- en internetbronnenlijst voor een groepswerkstuk. De<br />

opleidingen maken vooralsnog inci<strong>de</strong>nteel gebruik van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van Studyweb.<br />

Alle eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven krijgen tegen zeer gunstige<br />

voorwaar<strong>de</strong>n een notebook geleverd, dat volgens <strong>de</strong> zelfstudie fungeert als basisvoorziening<br />

voor het on<strong>de</strong>rwijs. De faculteit beschikt <strong>over</strong> een draadloos netwerk. Op <strong>de</strong> campus zijn veel<br />

aansluitingen voor notebooks.<br />

Stu<strong>de</strong>nten kunnen op OWInfo terecht voor informatie <strong>over</strong> college- en tentamenroosters,<br />

<strong>de</strong> agenda voor het aca<strong>de</strong>misch jaar en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsagenda, voor het opvragen van studie-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

133


esultaten, vakinformatie en voor het doorgeven van adreswijzigingen en het aanmel<strong>de</strong>n<br />

voor tentamens en examens. Uit <strong>de</strong> quick scan van het On<strong>de</strong>rwijs en Stu<strong>de</strong>nten Service<br />

Centrum blijkt dat stu<strong>de</strong>nten goed gebruik maken van OWInfo en tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

gebo<strong>de</strong>n informatie. Docenten wor<strong>de</strong>n aangemoedigd in hun (elektronische) stu<strong>de</strong>erwijzers<br />

materiaal (zoals ou<strong>de</strong> tentamens) aan te bie<strong>de</strong>n. De universitaire dictatencentrale verspreidt<br />

syllabi die door docenten gemaakt zijn. De facultaire studievereniging GEWIS speelt een<br />

actieve rol bij <strong>de</strong> verkoop van studieboeken.<br />

De beschikbare voorzieningen zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie toereikend en a<strong>de</strong>quaat voor het gekozen<br />

on<strong>de</strong>rwijsconcept. Sinds <strong>de</strong> vorige visitatie zijn <strong>de</strong> voorzieningen voor groepswerk uitgebreid<br />

en is het aantal werkplekken voor notebooks toegenomen. Uit externe on<strong>de</strong>rzoeken<br />

komen geen signalen dat <strong>de</strong> materiële voorzieningen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> maat zijn.<br />

De commissie heeft zich tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit zelf een beeld gevormd van <strong>de</strong><br />

voorzieningen waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> opleidingen kunnen beschikken.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk van <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> materiële voorzieningen waar<strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> opleidingen beschikken. Zij heeft veel waar<strong>de</strong>ring voor het initiatief van <strong>de</strong> instelling om<br />

notebooks voor eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten beschikbaar te stellen. Zij is evenzeer positief <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

bibliotheek als zodanig en <strong>over</strong> <strong>de</strong> bibliothecaire voorzieningen waarvan <strong>de</strong> docenten en <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten gebruik kunnen maken. Zij heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek zelf moeten vaststellen dat <strong>de</strong><br />

kwaliteit van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijs‐ en <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>rruimten en <strong>de</strong> huisvesting van <strong>de</strong> docenten te wensen<br />

<strong>over</strong>laat en dat een renovatie van het Hoofdgebouw absoluut noodzakelijk is. Omdat <strong>de</strong><br />

opleidingen gebruikmaken van <strong>de</strong> ruimten in het Hoofdgebouw, komt <strong>de</strong> commissie niet tot<br />

het oor<strong>de</strong>el ‘excellent’ voor <strong>de</strong> materiële voorzieningen, maar tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’. Zij is wel<br />

van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> voorzieningen buiten het hoofdgebouw het oor<strong>de</strong>el ‘excellent’ verdienen.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F16: Studiebegeleiding<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten zijn a<strong>de</strong>quaat met het oog op studievoortgang.<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten sluiten aan bij <strong>de</strong> behoefte van stu<strong>de</strong>nten.<br />

Beschrijving<br />

De studiebegeleiding is volgens <strong>de</strong> zelfstudie gericht op het controleren van <strong>de</strong> studievoortgang<br />

van individuele stu<strong>de</strong>nten, op het bie<strong>de</strong>n van on<strong>de</strong>rsteuning bij <strong>de</strong> samenstelling van het<br />

studieprogramma en bij <strong>de</strong> keuze voor een vervolgopleiding en op het bewaken, signaleren en<br />

opvolgen van maatregelen in <strong>de</strong> kwaliteitszorg van <strong>de</strong> programma’s.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie zijn er verschillen<strong>de</strong> personen betrokken bij <strong>de</strong> studiebegeleiding. De<br />

bachelorcoördinator en <strong>de</strong> mastercoördinator tre<strong>de</strong>n op als studieadviseur voor <strong>de</strong> bachelorstu<strong>de</strong>nten<br />

respectievelijk <strong>de</strong> masterstu<strong>de</strong>nten. Daarnaast tre<strong>de</strong>n <strong>de</strong> instructeurs van het wiskun<strong>de</strong>practicum<br />

in het eerste jaar op als studiebegelei<strong>de</strong>rs. De bachelorcoördinator is coördinator<br />

van het wiskun<strong>de</strong>practicum en daarnaast instructeur bij een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van dat practicum<br />

en volgt op <strong>de</strong>ze manier <strong>de</strong> eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten intensief. Hij voert in het eerste jaar elk<br />

trimester een gesprek met alle stu<strong>de</strong>nten, waarin on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> voortgang en <strong>de</strong> planning aan<br />

134 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


<strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld. De intensiteit van <strong>de</strong> begeleiding neemt in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> opleiding<br />

af. Wanneer dat noodzakelijk is, verwijst <strong>de</strong> studieadviseur stu<strong>de</strong>nten door naar het On<strong>de</strong>rwijs<br />

en Stu<strong>de</strong>nten Service Centrum, dat stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re adviseert en on<strong>de</strong>rsteunt bij persoonlijke<br />

hulpvragen en studie- en stu<strong>de</strong>erproblemen en bij twijfels <strong>over</strong> <strong>de</strong> studiekeuze. De<br />

studievereniging GEWIS speelt een rol bij <strong>de</strong> introductie van nieuwe stu<strong>de</strong>nten.<br />

Stu<strong>de</strong>nten kunnen informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> studieprogramma’s in <strong>de</strong> eerste plaats vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> opleidingsgids.<br />

Veel informatie wordt ook verstrekt via OWInfo en via e-mail. Tij<strong>de</strong>ns het eerste<br />

jaar wordt er ook veel studiegerelateer<strong>de</strong> informatie verstrekt tij<strong>de</strong>ns het Wiskun<strong>de</strong>practicum<br />

en zo nodig via speciale voorlichtingsbijeenkomsten. Voor twee<strong>de</strong>- en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>jaarsstu<strong>de</strong>nten<br />

wor<strong>de</strong>n er informatiebijeenkomsten georganiseerd waar meer ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> informatie wordt<br />

verstrekt <strong>over</strong> <strong>de</strong> keuzeruimte in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar en <strong>over</strong> <strong>de</strong> vervolgopleidingen na <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

en hun ingangseisen.<br />

Stu<strong>de</strong>nten kunnen informatie <strong>over</strong> hun individuele studieprogramma en <strong>over</strong> hun studievoortgang<br />

vin<strong>de</strong>n in het informatiesysteem OWInfo, dat on<strong>de</strong>r meer een <strong>over</strong>zicht biedt van<br />

<strong>de</strong> resultaten die zij behaald hebben. Stu<strong>de</strong>nten die naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijscoördinator<br />

een ernstige studievertraging kunnen oplopen, wor<strong>de</strong>n voor een gesprek uitgenodigd.<br />

Na afloop van <strong>de</strong> eerste en <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> tentamenperio<strong>de</strong> in het eerste jaar krijgen stu<strong>de</strong>nten van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een studieadvies op basis van <strong>de</strong> resultaten die zij behaald hebben, <strong>de</strong><br />

ervaringen van <strong>de</strong> docenten en <strong>de</strong> informatie van <strong>de</strong> studieadviseurs. Het advies wordt uitgedrukt<br />

in <strong>de</strong> letters A, B, C en D. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> opleiding zon<strong>de</strong>r problemen kunnen voltooien,<br />

krijgen een A-advies, stu<strong>de</strong>nten die met <strong>de</strong> opleiding zou<strong>de</strong>n moeten stoppen krijgen<br />

een D-advies. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> stu<strong>de</strong>nten met een C-advies<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid biedt om een contract af te sluiten waarin afspraken wor<strong>de</strong>n vastgelegd <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re planning. Het is <strong>de</strong> bedoeling dat <strong>de</strong>ze groep stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in<br />

vier jaar afrondt. Volgens <strong>de</strong> opleidingsdirecteur werken <strong>de</strong> contracten in <strong>de</strong> praktijk goed. De<br />

stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> met wie <strong>de</strong> commissie een gesprek voer<strong>de</strong>, bevestig<strong>de</strong>n<br />

dat en wezen ook op <strong>de</strong> sociale controle die gepaard gaat met het afsluiten van een contract,<br />

maar gaven ook aan dat <strong>de</strong>ze procedure het schoolse karakter van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> goed<br />

illustreert.<br />

De studiebegeleiding in <strong>de</strong> masteropleiding wordt volgens <strong>de</strong> studiegids verzorgd door <strong>de</strong> mastercoördinator.<br />

Masterstu<strong>de</strong>nten moeten met hem bij <strong>de</strong> start van <strong>de</strong> masteropleiding afspraken<br />

maken <strong>over</strong> <strong>de</strong> invulling van hun programma. Zij kunnen hem ook om advies vragen in<br />

geval van problemen. De begeleiding in <strong>de</strong> masterfase vindt ver<strong>de</strong>r niet gestructureerd plaats.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> studiebegeleiding<br />

en <strong>de</strong> informatievoorziening binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> goed zijn. De opleiding heeft in <strong>de</strong><br />

ogen van <strong>de</strong> commissie maatregelen getroffen die ertoe lei<strong>de</strong>n dat zij <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten in het bijzon<strong>de</strong>r<br />

in <strong>de</strong> eerste fase goed volgt en tijdig kan ingrijpen wanneer dat nodig is. De bachelorcoördinator<br />

vervult een belangrijke rol in <strong>de</strong> begeleiding. De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> aandacht<br />

die <strong>de</strong> opleiding besteedt aan <strong>de</strong> begeleiding van stu<strong>de</strong>nten. Zij is in het bijzon<strong>de</strong>r positief <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> maatregel om een contract af te sluiten met stu<strong>de</strong>nten die min<strong>de</strong>r goe<strong>de</strong> resultaten behalen.<br />

Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> maatregel in <strong>de</strong> praktijk effect heeft en daarmee <strong>de</strong> voortgang van<br />

stu<strong>de</strong>nten en het ren<strong>de</strong>ment van <strong>de</strong> opleiding als geheel bevor<strong>de</strong>rt. Zij realiseert zich dat <strong>de</strong>ze<br />

maatregel het schoolse karakter van <strong>de</strong> opleiding dui<strong>de</strong>lijk tot uitdrukking brengt, maar vindt<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

135


dat in dit geval <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len zeker opwegen tegen <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len. De commissie heeft geconstateerd<br />

dat er ook op een systematische manier aandacht wordt besteed aan <strong>de</strong> informatievoorziening,<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door <strong>de</strong> organisatie van voorlichtingsbijeenkomsten.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening in <strong>de</strong><br />

masteropleiding min<strong>de</strong>r strak en min<strong>de</strong>r systematisch wor<strong>de</strong>n uitgevoerd dan in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>.<br />

Zij is van mening dat <strong>de</strong> keuzen die <strong>de</strong> opleiding gemaakt heeft a<strong>de</strong>quaat zijn en<br />

in <strong>over</strong>eenstemming met het niveau van zelfstandigheid dat van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

verwacht mag wor<strong>de</strong>n. Wel wil zij <strong>de</strong> opleiding adviseren <strong>de</strong> begeleiding van buitenlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten zeker in het begin beter te structureren, gezien <strong>de</strong> problemen die <strong>de</strong>ze groep<br />

blijkt te on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n.<br />

De commissie heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek vernomen dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> begeleiding<br />

waarop zij tij<strong>de</strong>ns hun studie een beroep kunnen doen. Zij heeft geen informatie ontvangen<br />

die erop wijst dat er, naast het gesignaleer<strong>de</strong> probleem met betrekking tot buitenlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten, op het punt van <strong>de</strong> studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening problemen of<br />

tekortkomingen bestaan.<br />

De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt<br />

dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Industrial and applied mathematics luidt<br />

dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

<strong>2.</strong><strong>2.</strong>5. Interne kwaliteitszorg<br />

F17: Evaluatie resultaten<br />

De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand van toetsbare streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt vermeld dat <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg valt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

van <strong>de</strong> opleidingsdirecteur en binnen <strong>de</strong> capaciteitsgroep Wiskun<strong>de</strong> gericht is op het handhaven<br />

en, waar nodig, verbeteren van <strong>de</strong> kwaliteit van (<strong>de</strong> uitvoering van) <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsprogramma’s,<br />

inclusief <strong>de</strong> tentaminering en <strong>de</strong> examinering. Het systeem van kwaliteitszorg dat <strong>de</strong><br />

opleidingen hanteren is beschreven in een kwaliteitszorgplan, dat <strong>over</strong>igens bij <strong>de</strong> docenten en<br />

stu<strong>de</strong>nten die lid zijn van <strong>de</strong> Opleidingscommissie niet bekend is, zo bleek tij<strong>de</strong>ns het bezoek<br />

van <strong>de</strong> commissie.<br />

Het systeem van interne kwaliteitszorg kent een gestructureer<strong>de</strong> aanpak. De opleidingen<br />

hebben het terrein van <strong>de</strong> kwaliteitszorg inge<strong>de</strong>eld in vijf werkgebie<strong>de</strong>n: doelstellingen en<br />

136 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


eindkwalificaties, inhoud van het on<strong>de</strong>rwijs, on<strong>de</strong>rwijsproces, ren<strong>de</strong>ment van het on<strong>de</strong>rwijs<br />

en on<strong>de</strong>rwijsorganisatie. De opleidingen wijken op on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> systematiek af wanneer<br />

door <strong>de</strong> kleinschaligheid van <strong>de</strong> opleidingen een meer efficiënte werkwijze kan wor<strong>de</strong>n<br />

gevolgd. Bij <strong>de</strong> operationalisering van <strong>de</strong> kwaliteitszorg zijn verschillen<strong>de</strong> partijen betrokken,<br />

waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> opleidingsdirecteur, <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> mastercoördinator, <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

Wiskun<strong>de</strong>, het bestuur van <strong>de</strong> capaciteitsgroep Wiskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> Examencommissie en <strong>de</strong><br />

klankbordgroep. Het opleidingsmanagement van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bewaakt<br />

het proces van <strong>de</strong> kwaliteitszorg aan <strong>de</strong> hand van een <strong>over</strong>zicht van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> evaluatieactiviteiten<br />

die in een on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n uitgevoerd. De voortgang van <strong>de</strong> evaluaties is<br />

een vast agendapunt van <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen van het opleidingsmanagement, waaraan <strong>de</strong> opleidingsdirecteur,<br />

<strong>de</strong> bachelor- en mastercoördinator, het hoofd van het On<strong>de</strong>rwijsbureau en het<br />

opleidingssecretariaat <strong>de</strong>elnemen.<br />

De opleidingen hanteren streefdoelen die gerelateerd zijn aan <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> werkgebie<strong>de</strong>n.<br />

Voor elk streefdoel is vastgelegd welke activiteiten relevant zijn, met welke frequentie<br />

die activiteiten wor<strong>de</strong>n uitgevoerd en welke partijen daarbij betrokken zijn. Ter illustratie:<br />

<strong>de</strong> streefdoelen die horen bij het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> werkgebied (het on<strong>de</strong>rwijsproces) zijn dat correcties<br />

en verbeteringen rond on<strong>de</strong>rwijskwaliteit wor<strong>de</strong>n gevolgd en dat resultaten van verbeteracties<br />

wor<strong>de</strong>n geëvalueerd. Om te achterhalen of aan <strong>de</strong>ze streefdoelen is voldaan, bespreekt <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie in haar bijeenkomsten (die in principe maan<strong>de</strong>lijks plaatsvin<strong>de</strong>n) <strong>de</strong><br />

evaluaties en wor<strong>de</strong>n er door het On<strong>de</strong>rwijsbureau vakdossiers bijgehou<strong>de</strong>n en gecontroleerd.<br />

Het streefdoel komt ook aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in individuele gesprekken die <strong>de</strong> opleidingsdirecteur voert<br />

met docenten. Het streefdoel voor het vier<strong>de</strong> werkgebied (het ren<strong>de</strong>ment van het on<strong>de</strong>rwijs) is<br />

dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> opleidingen vergelijkbaar zijn met die van an<strong>de</strong>re opleidingen in<br />

Ne<strong>de</strong>rland. Om te bepalen of dat doel wordt bereikt, houdt het On<strong>de</strong>rwijsbureau ren<strong>de</strong>mentscijfers<br />

voor <strong>de</strong> opleidingen bij en vergelijkt die on<strong>de</strong>r meer met <strong>de</strong> cijfers uit <strong>de</strong> KUO-tabellen<br />

die door <strong>de</strong> VSNU wor<strong>de</strong>n gegenereerd. Ook <strong>de</strong> registratie van <strong>de</strong> studievoortgang speelt bij<br />

dit streefdoel een rol.<br />

In het rooster voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsevaluaties is vastgelegd dat er na elke on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong> enquêtes<br />

van het on<strong>de</strong>rwijs plaatsvin<strong>de</strong>n. Het opleidingsmanagement geeft aan welke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

er geënquêteerd wor<strong>de</strong>n. De docenten wor<strong>de</strong>n altijd geïnformeerd <strong>over</strong> <strong>de</strong> resultaten van<br />

<strong>de</strong> enquêtes. De Opleidingscommissie bespreekt <strong>de</strong> resultaten en adviseert <strong>over</strong> eventueel te<br />

nemen maatregelen. Ook in <strong>de</strong> kringgesprekken, waaraan zowel stu<strong>de</strong>nten als docenten <strong>de</strong>elnemen,<br />

wordt het on<strong>de</strong>rwijs geëvalueerd. De gesprekken, die in <strong>de</strong> loop van elke on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong><br />

plaatsvin<strong>de</strong>n, wor<strong>de</strong>n georganiseerd door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijscoördinatoren van <strong>de</strong> bachelorfase<br />

en masterfase, die ook zorgdragen voor <strong>de</strong> rapportage. De verslagen van <strong>de</strong> kringgesprekken<br />

wor<strong>de</strong>n besproken door het opleidingsmanagement en door <strong>de</strong> Opleidingscommissie. Volgens<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zijn <strong>de</strong>ze gesprekken nuttig en is <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname re<strong>de</strong>lijk. De enquêtes die betrekking<br />

hebben op het programma van <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n door slechts weinig stu<strong>de</strong>nten<br />

ingevuld. Op het niveau van <strong>de</strong> masteropleiding functioneert <strong>de</strong> kwaliteitszorg veel informeler<br />

en min<strong>de</strong>r systematisch. De le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie hebben weinig inzicht in <strong>de</strong><br />

kwaliteit van en <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring voor het on<strong>de</strong>rwijs dat in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

wordt aangebo<strong>de</strong>n, zo bleek tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie. Er vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> masteropleiding<br />

wel kringgesprekken plaats aan het ein<strong>de</strong> van een on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>. De resultaten<br />

van <strong>de</strong> evaluaties van het lan<strong>de</strong>lijke masteron<strong>de</strong>rwijs bereiken <strong>de</strong> Opleidingscommissie in het<br />

algemeen niet. Alle informatie die betrekking heeft op <strong>de</strong> enquêtering en <strong>de</strong> evaluatie van<br />

het on<strong>de</strong>rwijs wordt gearchiveerd in het dossier On<strong>de</strong>rwijsevaluaties. In <strong>de</strong> vakdossiers wordt<br />

informatie opgenomen die alleen betrekking heeft op één specifiek on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el. Informatie <strong>over</strong><br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

137


docenten die afkomstig is uit <strong>de</strong> enquêtes wordt in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdossiers van <strong>de</strong> docenten<br />

opgenomen. Eventueel kan <strong>de</strong> leidinggeven<strong>de</strong> die informatie in een functioneringsgesprek aan<br />

<strong>de</strong> or<strong>de</strong> stellen.<br />

De Opleidingscommissie houdt zich voornamelijk bezig met <strong>de</strong> evaluatie van programmaon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len,<br />

maar kijkt met enige regelmaat ook naar grotere <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s. Zij<br />

wordt ook geraadpleegd <strong>over</strong> grotere veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> programma’s, zoals <strong>de</strong> invoering van<br />

<strong>de</strong> bachelor-masterstructuur of <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van het trimester‐ naar het semestersysteem.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat het on<strong>de</strong>rwijs dat wordt verzorgd in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />

bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen periodiek wordt geëvalueerd en dat er bij die evaluaties<br />

streefdoelen wor<strong>de</strong>n gehanteerd. Zij heeft geconstateerd dat het on<strong>de</strong>rwijs schriftelijk geënquêteerd<br />

wordt met behulp van gestandaardiseer<strong>de</strong> formulieren en dat er daarnaast kringgesprekken<br />

plaatsvin<strong>de</strong>n waarvan <strong>de</strong> verslagen ook een rol spelen in het proces van kwaliteitszorg. De<br />

commissie is van oor<strong>de</strong>el dat het systeem van kwaliteitszorg dat <strong>de</strong> opleidingen hanteren goed<br />

is doordacht en een systematische aanpak waarborgt. Zij waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> kringgesprekken, die<br />

een nuttige functie vervullen in <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs.<br />

De commissie heeft ook geconstateerd dat <strong>de</strong> kwaliteitszorg in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> op een<br />

systematische manier wordt uitgevoerd, in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> procedures die in het<br />

kwaliteitsplan zijn vastgelegd. Dat geldt niet voor <strong>de</strong> masteropleiding, waarin het functioneren<br />

van het systeem van kwaliteitszorg enigszins belemmerd wordt door <strong>de</strong> beperkte aantallen stu<strong>de</strong>nten<br />

die <strong>de</strong> colleges volgen. De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> kwaliteitszorg in het geval<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding in<strong>de</strong>rdaad min<strong>de</strong>r formeel en systematisch wordt uitgevoerd, maar dat<br />

<strong>de</strong> evaluaties het on<strong>de</strong>rwijsmanagement voldoen<strong>de</strong> informatie opleveren <strong>over</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring<br />

voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma. De commissie is wel van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

meer bij <strong>de</strong> evaluaties van <strong>de</strong> masteropleiding zou moeten wor<strong>de</strong>n betrokken.<br />

De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen tot <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len ‘goed’ voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F18: Maatregelen tot verbetering<br />

De uitkomsten van <strong>de</strong>ze evaluatie vormen <strong>de</strong> basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan<br />

realisatie van <strong>de</strong> streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

Hierboven is beschreven welke activiteiten wor<strong>de</strong>n uitgevoerd in het ka<strong>de</strong>r van het systeem<br />

van interne kwaliteitszorg. Deze activiteiten kunnen aanleiding geven tot het nemen van<br />

maatregelen. De zelfstudie vermeldt als mogelijke maatregelen het voeren van gesprekken<br />

met individuele docenten, het wijzigen van <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsvorm, het verbeteren<br />

van het on<strong>de</strong>rwijsmateriaal en het uitbrengen van een advies aan het bestuur van <strong>de</strong> capaciteitsgroep<br />

om docenten <strong>de</strong>el te laten nemen aan cursussen op het gebied van on<strong>de</strong>rwijsprofessionalisering.<br />

138 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie heeft zij kennis kunnen nemen van concrete voorbeel<strong>de</strong>n<br />

van genomen verbetermaatregelen vanaf het studiejaar 2000-2001. Zo bleek dat een van <strong>de</strong><br />

uitkomsten van <strong>de</strong> kringgesprekken was dat <strong>de</strong> docent van het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Algebra 2 zijn colleges<br />

een halfuur eer<strong>de</strong>r begint en in eerste instantie al eer<strong>de</strong>r behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> stof bespreekt die<br />

door veel stu<strong>de</strong>nten als moeilijk wordt ervaren. De Opleidingscommissie heeft bijvoorbeeld<br />

het advies gegeven dat het herziene programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> te weinig discrete<br />

wiskun<strong>de</strong> bevat, waarna het programma op dit punt is aangepast.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs lei<strong>de</strong>n tot<br />

concrete en aantoonbare verbetermaatregelen wanneer daartoe aanleiding is. Zij heeft kennisgenomen<br />

van verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van maatregelen die zijn genomen om <strong>de</strong> kwaliteit van<br />

het on<strong>de</strong>rwijs te verbeteren. Zij heeft geconstateerd dat er door <strong>de</strong> planning en <strong>de</strong> organisatie<br />

van <strong>de</strong> kringgesprekken, die plaatsvin<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>, met enige regelmaat al<br />

aanpassingen kunnen wor<strong>de</strong>n gerealiseerd voor het ein<strong>de</strong> van een cursus of college. Zij heeft<br />

waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> inspanningen van <strong>de</strong> opleidingen op dit punt.<br />

De commissie heeft hierboven al opgemerkt dat <strong>de</strong> kwaliteitszorg in het geval van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

op een meer formele en systematische manier wordt uitgevoerd dan in het geval van<br />

<strong>de</strong> masteropleiding. Dat on<strong>de</strong>rscheid werkt in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie door in <strong>de</strong> formulering,<br />

uitvoering en opvolging van verbetermaatregelen. Op grond daarvan komt <strong>de</strong> commissie<br />

tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F19: Betrekken van me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

Bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg zijn me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en het afnemend beroepenveld van <strong>de</strong> opleiding<br />

actief betrokken.<br />

Beschrijving<br />

Hierboven is beschreven dat <strong>de</strong> inbreng van stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> kwaliteitszorg gestalte krijgt in <strong>de</strong><br />

vorm van kringgesprekken, vakenquêtes, individuele gesprekken en exitgesprekken. Daarnaast<br />

zijn <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten via <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Opleidingscommissie nauw betrokken bij <strong>de</strong> kwaliteitszorg.<br />

Ook <strong>de</strong> Stu<strong>de</strong>ntenraad, die volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n wellicht nog beken<strong>de</strong>r is dan<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie, speelt een belangrijke rol. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek<br />

dat het moeilijk is om buitenlandse stu<strong>de</strong>nten bij <strong>de</strong> kwaliteitszorg te betrekken, bijvoorbeeld<br />

als lid van <strong>de</strong> Opleidingscommissie.<br />

Er is in <strong>de</strong> afgelopen zes jaar tweemaal een enquête on<strong>de</strong>r alumni gehou<strong>de</strong>n. De Opleidingscommissie<br />

heeft <strong>de</strong> resultaten daarvan besproken. De opleiding wil het hou<strong>de</strong>n van enquêtes<br />

on<strong>de</strong>r alumni continueren.<br />

Tot het studiejaar 2005-2006 ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> capaciteitsgroep Wiskun<strong>de</strong> een Raad van Advies die<br />

bestond uit vertegenwoordigers van universiteiten en bedrijfsinstellingen. De Raad van Advies<br />

werd ook ingezet om <strong>over</strong> belangrijke zaken met betrekking tot <strong>de</strong> opleiding te adviseren.<br />

Deze taak is met ingang van het studiejaar 2005-2006 <strong>over</strong>genomen door een klankbordgroep,<br />

waarin vooral mensen uit <strong>de</strong> industrie zitting hebben. Ten behoeve van <strong>de</strong> zelfstudie is met<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

139


<strong>de</strong>ze groep een bijeenkomst georganiseerd <strong>over</strong> <strong>de</strong> doelstellingen en eindkwalificaties van <strong>de</strong><br />

masteropleiding. De docenten beschikken ook <strong>over</strong> contacten met bedrijven en instellingen,<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re omdat zij daar stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>rbrengen die aan hun afstu<strong>de</strong>erproject werken.<br />

Volgens <strong>de</strong> opleidingen lei<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze contacten er me<strong>de</strong> toe dat <strong>de</strong> eindkwalificaties in voldoen<strong>de</strong><br />

mate aansluiten op <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> beroepspraktijk.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> docenten en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten op <strong>de</strong> gebruikelijke wijze<br />

betrokken zijn bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg. De betrokkenheid van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten verloopt via<br />

<strong>de</strong> kringgesprekken en <strong>de</strong> activiteiten van <strong>de</strong> studievereniging. Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie<br />

zou <strong>de</strong> Opleidingscommissie zich sterker proactief mogen opstellen. Zij heeft geconstateerd<br />

dat <strong>de</strong> opleidingen goe<strong>de</strong>, maar voornamelijk informele contacten hebben met <strong>de</strong><br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n en het afnemend beroepenveld en dat <strong>de</strong> directe inbreng van <strong>de</strong>ze groepen in<br />

het proces van interne kwaliteitszorg beperkt en ad hoc is. De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> instelling<br />

van <strong>de</strong> klankbordgroep.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het criterium<br />

dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Industrial and applied mathematics<br />

luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

<strong>2.</strong><strong>2.</strong>6. Resultaten<br />

F20: Gerealiseerd niveau<br />

De gerealiseer<strong>de</strong> eindkwalificaties zijn in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> nagestreef<strong>de</strong> eindkwalificaties qua niveau,<br />

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt vermeld dat <strong>de</strong> kwaliteit van het bachelorproject wordt gewaarborgd<br />

door een beoor<strong>de</strong>lingscommissie die bestaat uit minstens twee le<strong>de</strong>n vanuit <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

staf. De on<strong>de</strong>rwerpen van <strong>de</strong> bachelorprojecten hebben in het algemeen een dui<strong>de</strong>lijk<br />

toegepaste signatuur die past bij het karakter van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>.<br />

De opleidingsdirecteur houdt exitinterviews met stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> die op<br />

het punt staan om af te stu<strong>de</strong>ren om te achterhalen hoe zij verschillen<strong>de</strong> aspecten van het programma<br />

(waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> inhoud, <strong>de</strong> vormgeving en <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> docenten) beoor<strong>de</strong>len<br />

en of zij van mening zijn dat zij <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding daadwerkelijk hebben<br />

verworven. De geïnterview<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten geven volgens <strong>de</strong> zelfstudie een positief oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> opleiding die zij gevolgd hebben en zien zichzelf als breed georiënteer<strong>de</strong> toegepaste wiskun-<br />

140 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


digen op bachelorniveau, die in staat zijn <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> te gebruiken voor praktische problemen<br />

en vaardig zijn om hier<strong>over</strong> met wiskundigen en ook niet-wiskundigen mon<strong>de</strong>ling en schriftelijk<br />

te communiceren. Praktisch alle afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> gaan ver<strong>de</strong>r met<br />

<strong>de</strong> aansluiten<strong>de</strong> masteropleiding. Er was op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld één<br />

stu<strong>de</strong>nt naar een an<strong>de</strong>re masteropleiding doorgestroomd.<br />

De masteropleiding besteedt volgens <strong>de</strong> zelfstudie veel aandacht aan het borgen van <strong>de</strong> kwaliteit<br />

van het afstu<strong>de</strong>erwerk. De opleiding heeft een afstu<strong>de</strong>erreglement opgesteld waarin <strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n rond het afstu<strong>de</strong>ren zijn vastgelegd. De beoor<strong>de</strong>ling van het afstu<strong>de</strong>erwerk wordt<br />

uitgevoerd door een beoor<strong>de</strong>lingscommissie van ten minste drie le<strong>de</strong>n op basis van een beoor<strong>de</strong>lingsformulier<br />

waarin <strong>de</strong> inhoud van het afstu<strong>de</strong>erverslag, <strong>de</strong> communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n<br />

en <strong>de</strong> wijze van samenwerken met collega’s op <strong>de</strong> werkvloer aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld. Vanaf<br />

april 2006 wor<strong>de</strong>n ook exitinterviews gehou<strong>de</strong>n met stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> masteropleiding bijna<br />

afgerond hebben.<br />

Aan stu<strong>de</strong>nten die vanaf 2001 zijn afgestu<strong>de</strong>erd in <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding of in <strong>de</strong> masteropleiding<br />

is in <strong>de</strong>cember 2005 door mid<strong>de</strong>l van een elektronische enquête gevraagd om aan te<br />

geven in welke mate <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding <strong>over</strong>eenstemmen met <strong>de</strong> voor hun<br />

beroepspraktijk vereiste kwalificaties. De uitkomst van <strong>de</strong>ze enquête (die een respons van 40%<br />

ken<strong>de</strong>) is dat <strong>de</strong> eindkwalificaties in het algemeen goed aansluiten bij <strong>de</strong> beroepspraktijk. De<br />

respon<strong>de</strong>nten gaven unaniem een positief oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> <strong>de</strong> meeste eindtermen. De eindkwalificaties<br />

“mon<strong>de</strong>ling en schriftelijk <strong>over</strong>dragen van wiskundige resultaten” en “communiceren<br />

met niet-vakgenoten” scoren min<strong>de</strong>r goed, maar wel voldoen<strong>de</strong>. De eindkwalificatie “inzicht<br />

in <strong>de</strong> maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> wiskundige” springt er als enige in negatieve<br />

zin uit: iets meer dan <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten vindt dit terug in <strong>de</strong> werkomgeving,<br />

terwijl een meer<strong>de</strong>rheid aangeeft dat <strong>de</strong> opleiding hier onvoldoen<strong>de</strong> voor opleidt.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het gesprek dat <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met een aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

opleiding en <strong>de</strong> masteropleiding bleek dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n in het algemeen tevre<strong>de</strong>n<br />

terugkijken op hun opleiding, die zij als nuttig en <strong>de</strong>gelijk ervaren hebben. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

hebben naar eigen zeggen veel kennis en vaardighe<strong>de</strong>n verworven waarvan zij in hun<br />

loopbaan profijt hebben gehad en noem<strong>de</strong>n daarbij in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> algemene analytische<br />

vaardighe<strong>de</strong>n. Naar hun mening was tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> opleiding niet altijd dui<strong>de</strong>lijk op welke manier<br />

theoretische kennis in <strong>de</strong> praktijk kon wor<strong>de</strong>n toegepast, maar zorg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het<br />

gebied van het mo<strong>de</strong>lleren wel voor een belangrijk verband met <strong>de</strong> praktijk. Sommige alumni<br />

waren van mening dat er in <strong>de</strong> opleiding te weinig aandacht werd besteed aan het ontwerpen<br />

van programmatuur en aan <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> beroepspraktijk.<br />

Uit <strong>de</strong> enquête on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n blijkt dat 74,2% van hen werkzaam was of was geweest<br />

in het on<strong>de</strong>rzoek en 32,3% in het on<strong>de</strong>rwijs, terwijl 16,1% van hen zich bezighield of had<br />

gehou<strong>de</strong>n met ontwikkeling en 12,9% met advisering. Bij <strong>de</strong>ze cijfers moet <strong>de</strong> kanttekening<br />

geplaatst wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> alumni maximaal twee sectoren kon<strong>de</strong>n aangeven. Ten opzichte van<br />

<strong>de</strong> vorige enquête (die werd gehou<strong>de</strong>n in 2001) is er dui<strong>de</strong>lijk sprake van een verschuiving<br />

richting on<strong>de</strong>rzoek.<br />

In februari 2006 heeft <strong>de</strong> opleiding gesproken met <strong>de</strong> klankbordgroep <strong>over</strong> <strong>de</strong> relevantie van<br />

<strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> masteropleiding voor bedrijven en instellingen en <strong>de</strong> wijze waarop<br />

<strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze kwalificaties realiseren. De algemene conclusie was dat <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

passen bij <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n die aan wiskundig ingenieurs wor<strong>de</strong>n gesteld om in een<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

141


edrijf te kunnen werken. Tij<strong>de</strong>ns dat gesprek bleek ook dat het bedrijfsleven van mening<br />

is dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ver<strong>de</strong>r zou<strong>de</strong>n moeten gaan met een masteropleiding<br />

in <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>.<br />

De commissie heeft voorafgaand aan haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit een aantal scripties van stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding en <strong>de</strong><br />

masteropleiding met wie zij tij<strong>de</strong>ns haar bezoek heeft gesproken goed waren voorbereid op<br />

een loopbaan binnen of buiten <strong>de</strong> universitaire wereld. Zij heeft wel vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

zich tij<strong>de</strong>ns hun studie niet steeds realiseer<strong>de</strong>n hoe <strong>de</strong> theoretische kennis die zij<br />

verwierven in <strong>de</strong> praktijk kon wor<strong>de</strong>n toegepast en dat zij niet goed bekend waren met <strong>de</strong> eisen<br />

van <strong>de</strong> beroepspraktijk waarin zij terecht zou<strong>de</strong>n komen.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties die zij heeft bestu<strong>de</strong>erd<br />

in het algemeen goed is en in sommige gevallen boven dat niveau uitstijgt. Zij heeft geconstateerd<br />

dat het on<strong>de</strong>rzoek waarvan in <strong>de</strong> scripties verslag wordt gedaan, goed uitgevoerd is en<br />

dat <strong>de</strong> verslaglegging als zodanig ook goed is. Zij heeft waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> manier waarop het<br />

bachelorproject geïntegreerd is in het programma en voor <strong>de</strong> systematische manier waarop dat<br />

project wordt ingericht en uitgevoerd. Zij heeft gemerkt dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

zich in hun bachelorproject vaak beperken tot literatuuron<strong>de</strong>rzoek, maar realiseert<br />

zich dat stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong>ze fase nog niet altijd <strong>over</strong> <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n beschikken om on<strong>de</strong>rzoek<br />

uit te voeren en is wel van mening dat het niveau van het on<strong>de</strong>rzoek dat door bachelorstu<strong>de</strong>nten<br />

wordt verricht goed is. De commissie heeft ook vastgesteld dat <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> contacten die <strong>de</strong><br />

opleidingen hebben met <strong>de</strong> beroepspraktijk in <strong>de</strong> masterscripties tot uitdrukking komen.<br />

De commissie kan zich in het algemeen goed vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties.<br />

Het is haar wel opgevallen dat er in een aantal gevallen maar in beperkte mate gebruik<br />

werd gemaakt van relevante literatuur. Zij heeft <strong>de</strong> indruk dat stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> literatuur aangeleverd<br />

krijgen door <strong>de</strong> docenten die als scriptiebegelei<strong>de</strong>r optre<strong>de</strong>n en dat zij niet zelf op zoek<br />

gaan naar aanvullen<strong>de</strong> literatuur. Die indruk werd bevestigd door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

met wie zij tij<strong>de</strong>ns haar bezoek een gesprek voer<strong>de</strong>.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen meer dan voldoen aan het criterium dat<br />

betrekking heeft op het gerealiseer<strong>de</strong> niveau en komt daarom in bei<strong>de</strong> gevallen tot het oor<strong>de</strong>el<br />

‘goed’.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F21: On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment<br />

Voor het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante an<strong>de</strong>re opleidingen.<br />

Het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment voldoet aan <strong>de</strong>ze streefcijfers.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven heeft zich, me<strong>de</strong> in het ka<strong>de</strong>r van afspraken die zijn<br />

gemaakt in 3TU-verband, ten doel gesteld om het aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n te verhogen. Een<br />

142 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


elangrijk aspect bij het realiseren van die doelstelling is het vergroten van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>menten.<br />

In <strong>de</strong> notitie Streven naar meer kwaliteit (<strong>de</strong>cember 2005) heeft het College van<br />

Bestuur zijn eerste ambitie voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use en <strong>bacheloropleiding</strong> als<br />

geheel vastgelegd. Het College van Bestuur streeft ernaar dat 75% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die op<br />

basis van het studieadvies hun studie voortzetten <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use met goed gevolg afsluit en dat<br />

70% van <strong>de</strong>ze groep het diploma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> behaalt.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie slaagt 73% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die na het eerste trimester een voorlopig<br />

A-, B- of C-advies hebben gekregen voor het prope<strong>de</strong>use-examen (peildatum 1 november<br />

2005). Het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> prope<strong>de</strong>useren<strong>de</strong>ment van <strong>de</strong> cohorten 1996 tot en met 2003 is 62%.<br />

De opleidingen zoeken <strong>de</strong> verklaring voor het gegeven dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten niet erg hoog zijn<br />

vooral in factoren die buiten <strong>de</strong> opleidingen liggen (het feit dat stu<strong>de</strong>nten op kamers gaan,<br />

naast hun studie ook werken, <strong>de</strong> problematische aansluiting tussen vwo en wo).<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> heeft zelf het streefdoel geformuleerd dat 70% van <strong>de</strong> groep stu<strong>de</strong>nten<br />

met een gemid<strong>de</strong>ld vwo-ein<strong>de</strong>xamencijfer van 7 of hoger die op 1 <strong>de</strong>cember van het eerste<br />

jaar nog in <strong>de</strong> opleiding stu<strong>de</strong>ren, binnen twee jaar het prope<strong>de</strong>usediploma behaalt. Volgens<br />

gegevens uit <strong>de</strong> zelfstudie haalt zo’n 65% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten met een gemid<strong>de</strong>ld vwo-ein<strong>de</strong>xamencijfer<br />

van 7 of hoger binnen twee jaar zijn prope<strong>de</strong>use-examen. Bij een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van 7,5<br />

of hoger stijgt het percentage naar 81.<br />

In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> opleiding zijn <strong>de</strong>ze ren<strong>de</strong>menten te laag. Er zijn verschillen<strong>de</strong> maatregelen<br />

genomen die zou<strong>de</strong>n moeten lei<strong>de</strong>n tot een verhoging van <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten. Zo is <strong>de</strong> inhoud<br />

van een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len aangepast en zijn er proeftentamens ingevoerd.<br />

Er zijn nog geen streefdoelen voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

als geheel vastgelegd. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie wordt gedacht aan een studieren<strong>de</strong>ment voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> als geheel van 70% na vier jaar en een ren<strong>de</strong>ment van 85% na 5 jaar. Voor<br />

<strong>de</strong> masteropleiding wordt <strong>over</strong>wogen om als streefcijfer een ren<strong>de</strong>ment van 90% na drie jaar<br />

te hanteren.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> opleidingen nog geen formele streefcijfers voor <strong>de</strong><br />

ren<strong>de</strong>menten hebben vastgesteld. De commissie heeft veel cijfermateriaal <strong>over</strong> <strong>de</strong> studieren<strong>de</strong>menten<br />

ontvangen, maar <strong>de</strong> informatie die zij ontving was niet altijd eenvoudig te interpreteren.<br />

Dat is voor een <strong>de</strong>el het gevolg van het feit dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding pas<br />

recent van start zijn gegaan. De cijfers waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> commissie kan beschikken (en die voor een<br />

belangrijk <strong>de</strong>el betrekking hebben op <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding) geven aan dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten<br />

niet erg hoog zijn, maar niet afwijken van <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van an<strong>de</strong>re opleidingen. Het viel<br />

haar op dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> tegenvallen<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten vooral aan externe factoren wijten.<br />

Zij heeft wel vastgesteld dat zowel <strong>de</strong> instelling als <strong>de</strong> opleidingen zich bewust zijn van <strong>de</strong><br />

noodzaak om <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten te verbeteren en ook eerste maatregelen hebben genomen om<br />

dat doel te bereiken. Zij gaat ervan uit dat <strong>de</strong> opleidingen dat voornemen omzetten in meer<br />

concreet beleid. Zij komt op grond daarvan tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het<br />

criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten. Zij geeft <strong>de</strong> opleidingen wel in <strong>over</strong>weging<br />

om streefcijfers in te voeren waaruit <strong>de</strong> ambities van <strong>de</strong> opleidingen blijken.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Industrial and applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

143


Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Industrial and applied mathematics luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

144 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


Samenvatting van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> commissie<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Goed<br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Goed<br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Goed<br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Goed<br />

16. Studiebegeleiding Goed<br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Goed<br />

18. Maatregelen tot verbetering Goed<br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Goed<br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven<br />

145


Masteropleiding Industrial and applied mathematics:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Goed<br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Goed<br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Goed<br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Goed<br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Goed<br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Industrial and applied mathematics<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding Industrial and applied mathematics voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit<br />

die een voorwaar<strong>de</strong> zijn voor accreditatie.<br />

146 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven


3. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematics van <strong>de</strong> Radboud Universiteit Nijmegen<br />

Administratieve gegevens<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>:<br />

Naam opleiding:<br />

Wiskun<strong>de</strong><br />

CROHO-nummer: 56980<br />

Niveau:<br />

bachelor<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

180 EC<br />

Graad:<br />

Bachelor of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Nijmegen<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Masteropleiding Mathematics:<br />

Naam opleiding:<br />

Mathematics<br />

CROHO-nummer: 66980<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

120 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Nijmegen<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Natuurwetenschappen, Wiskun<strong>de</strong> en Informatica<br />

van <strong>de</strong> Radboud Universiteit Nijmegen vond plaats op 20 en 21 september 2006.<br />

3.0. Structuur en organisatie van <strong>de</strong> faculteit<br />

Vanaf 1 januari 2006 zijn <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics,<br />

samen met <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> natuur‐ en sterrenkun<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgebracht<br />

in het on<strong>de</strong>rwijsinstituut WiNSt. De bètaopleidingen die wor<strong>de</strong>n verzorgd door <strong>de</strong> Radboud<br />

Universiteit Nijmegen zijn inge<strong>de</strong>eld in clusters van verwante opleidingen: Biowetenschappen,<br />

Moleculaire Wetenschappen, Informatie Wetenschappen en WiNSt.<br />

De vier on<strong>de</strong>rwijsinstituten maken <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Natuurwetenschappen, Wiskun<strong>de</strong><br />

en Informatica. Deze on<strong>de</strong>rwijsinstituten wor<strong>de</strong>n geleid door <strong>de</strong> vice<strong>de</strong>caan on<strong>de</strong>rwijs,<br />

die samen met <strong>de</strong> directeuren van <strong>de</strong> instituten het on<strong>de</strong>rwijsbeleid bepaalt. De directeuren<br />

van <strong>de</strong> instituten fungeren als opleidingsdirecteur van <strong>de</strong> opleidingen die door het betreffen<strong>de</strong><br />

instituut wor<strong>de</strong>n verzorgd. De dagelijkse leiding van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematics is in han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> opleidingscoördinator.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

147


3.1. Invoering bachelor-masterstructuur en afbouw onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen: stand<br />

van zaken<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics zijn bei<strong>de</strong> van start gegaan<br />

op 1 september 200<strong>2.</strong> Bei<strong>de</strong> opleidingen zijn voortgekomen uit <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding Wiskun<strong>de</strong>,<br />

voorheen ook Wiskun<strong>de</strong> en Statistiek geheten. Stu<strong>de</strong>nten die zijn begonnen met <strong>de</strong><br />

onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding (voor 1 september 2002) kunnen tot 1 september 2007 tentamens en het<br />

doctoraalexamen afleggen. Aan het begin van het studiejaar 2005-2006 ston<strong>de</strong>n er nog negentien<br />

stu<strong>de</strong>nten voor <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding ingeschreven. Deze stu<strong>de</strong>nten kunnen dus nog het doctoraalexamen<br />

halen, maar ze kunnen ook <strong>over</strong>stappen naar <strong>de</strong> bachelor- of <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bei<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n zijn opgenomen in het On<strong>de</strong>rwijs- en Examenreglement. Voor stu<strong>de</strong>nten<br />

die <strong>de</strong>ze <strong>over</strong>stap willen maken, zijn er <strong>over</strong>gangsregelingen opgesteld die er on<strong>de</strong>r meer voor<br />

zorgen dat al afgeron<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len vrijgesteld wor<strong>de</strong>n in het nieuwe programma.<br />

De commissie heeft geen aanwijzingen dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding naar <strong>de</strong><br />

bachelor-masterstructuur tot problemen voor stu<strong>de</strong>nten heeft geleid. Zij is van mening dat <strong>de</strong><br />

<strong>over</strong>gangsregeling naar behoren functioneert.<br />

3.<strong>2.</strong> Het beoor<strong>de</strong>lingska<strong>de</strong>r<br />

3.<strong>2.</strong>1. Doelstellingen opleiding<br />

F1: Domeinspecifieke eisen<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

gesteld wor<strong>de</strong>n aan een opleiding in het betreffen<strong>de</strong> domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).<br />

Beschrijving<br />

Zowel <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zelfstudie beschreven als<br />

“leerstofgerichte” opleidingen. In vergelijking met an<strong>de</strong>re universiteiten zijn zij volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie klassiek van opzet, waarbij in verhouding veel algebra en analyse verplicht is.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zijn geformuleerd volgens <strong>de</strong> domeinspecifieke eisen<br />

die in Europees verband voor wiskun<strong>de</strong> zijn vastgelegd in het ka<strong>de</strong>r van het Tuning-project,<br />

waarin een raamwerk voor wiskun<strong>de</strong>opleidingen in Europa is opgesteld met als doel <strong>de</strong> erkenning<br />

van elkaars diploma’s om zo mobiliteit te bevor<strong>de</strong>ren. In <strong>de</strong> bijlagen van <strong>de</strong> zelfstudie is<br />

een uitvoerige beschrijving van het Tuning-project opgenomen. Aan <strong>de</strong>ze domeinspecifieke<br />

eisen heeft <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in Nijmegen haar eigen accenten toegevoegd, met inachtneming<br />

van <strong>de</strong> doelstellingen die in VSNU-verband (gericht op aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n) zijn<br />

afgesproken. Dit heeft geleid tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> eindtermen:<br />

1. De bachelor heeft een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische basiskennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

en/of van aangrenzen<strong>de</strong> disciplines als natuurkun<strong>de</strong>, informatica of econometrie, die toereikend<br />

is om met succes een masteropleiding op het terrein van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> te volgen.<br />

<strong>2.</strong> De bachelor heeft een eerste kennismaking gehad met on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op het gebied<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en/of haar toepassingen en heeft daarvan een proeve van bekwaamheid<br />

afgelegd.<br />

3. De bachelor heeft enige ervaring opgedaan met het opstellen van een wiskundig bewijs.<br />

148 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


4. De bachelor heeft enige ervaring opgedaan met het wiskundig mo<strong>de</strong>lleren van situaties.<br />

5. De bachelor heeft voldoen<strong>de</strong> inzicht in <strong>de</strong> diverse specialisaties van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> die<br />

voortbouwen op <strong>de</strong> bachelorfase om een verantwoor<strong>de</strong> keuze te kunnen maken uit <strong>de</strong><br />

vervolgopleidingen.<br />

6. De bachelor is zich bewust van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> arbeidsmarkt na afsluiting van <strong>de</strong><br />

studie met een bachelordiploma.<br />

7. De bachelor heeft inzicht in <strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> wetenschappen en is zich bewust van <strong>de</strong><br />

rol van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re wetenschappen en in <strong>de</strong> maatschappij; hij is zich tevens<br />

bewust van het internationale karakter van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

8. De bachelor is in staat <strong>de</strong> oplossing van een probleem hel<strong>de</strong>r te formuleren en <strong>de</strong>ze aan<br />

an<strong>de</strong>ren <strong>over</strong> te brengen, waar nodig met mo<strong>de</strong>rne communicatie- en informatietechnieken.<br />

Hij is tevens in staat om werkstukken in het Ne<strong>de</strong>rlands of Engels te schrijven en te<br />

presenteren, ook voor een publiek van niet-specialisten.<br />

9. De bachelor heeft enige ervaring opgedaan zowel met het werken in teamverband als met<br />

zelfwerkzaamheid.<br />

Ook <strong>de</strong> masteropleiding heeft haar eindtermen geformuleerd aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> doelstellingen<br />

en eindtermen uit het Tuning-project. De doelstellingen en eindtermen zijn bovendien in lan<strong>de</strong>lijk<br />

verband afgestemd binnen het Dutch Master Program in Mathematics. Bij <strong>de</strong> masteropleiding<br />

ligt <strong>de</strong> nadruk meer op diepgaan<strong>de</strong> kennis en specialisatie in een van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

De eindtermen voor <strong>de</strong> masterrichtingen van Mathematics lui<strong>de</strong>n als volgt:<br />

1. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben kennis, vaardighe<strong>de</strong>n en inzicht verworven op het gebied van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> die hen in staat stellen om op zelfstandige wijze hun beroep uit te oefenen<br />

en zich te kwalificeren voor geavanceer<strong>de</strong> programma’s op het terrein voor on<strong>de</strong>rzoekers<br />

en ontwerpers (O-variant), communicatie-experts (C-variant), docenten (E-variant) of<br />

on<strong>de</strong>rzoeksmanagers in het bedrijfsleven (MT-variant).<br />

<strong>2.</strong> Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben gespecialiseer<strong>de</strong> kennis en inzicht verworven in een of meer <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

3. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn bekend met een of meer disciplines buiten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> of met een of<br />

meer <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> bovengenoem<strong>de</strong> specialisatie.<br />

4. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn in staat zelfstandig inzicht te verwerven in nieuwe ontwikkelingen op<br />

hun vakgebied.<br />

5. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben geleerd om ingewikkel<strong>de</strong> problemen zelfstandig op te lossen en<br />

oplossingen te formuleren, en tegelijkertijd een kritische houding aan te nemen tegen<strong>over</strong><br />

gevestig<strong>de</strong> wetenschappelijke inzichten.<br />

6. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n bezitten <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van omgang met computers en<br />

informatica die hen in staat stellen om computerprogramma’s te ontwerpen en te implementeren<br />

en relevante toepassingen te gebruiken.<br />

7. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn in staat om zich nieuwe kennis op het gebied van wiskun<strong>de</strong> te verwerven<br />

en <strong>de</strong>ze te integreren met <strong>de</strong> kennis die zij al bezitten. Daarbij bezitten ze <strong>de</strong> leervaardighe<strong>de</strong>n<br />

om zich te oriënteren op het niveau van een specialist op een <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> dat buiten <strong>de</strong> gekozen specialisatie ligt.<br />

8. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn in staat nieuwe on<strong>de</strong>rzoeksvragen en hypotheses te formuleren op<br />

het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en om <strong>de</strong> geschikte oplossingen en on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n<br />

te kiezen om <strong>de</strong>ze vragen op te lossen, daarbij rekening hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> beschikbare<br />

mid<strong>de</strong>len en mogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

149


9. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn in staat om met vakgenoten te communiceren <strong>over</strong> wetenschappelijke<br />

kennis, zowel op een basis- als op een gespecialiseerd niveau. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn tevens<br />

in staat om een mon<strong>de</strong>linge presentatie te hou<strong>de</strong>n en een hel<strong>de</strong>r artikel te schrijven <strong>over</strong><br />

uitgevoerd on<strong>de</strong>rzoek en mo<strong>de</strong>rne wiskundige concepten voor een algemeen, niet-specialistisch<br />

publiek. Zij kunnen zowel mon<strong>de</strong>ling als schriftelijk rapporteren en <strong>over</strong> een<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rwerp discussiëren.<br />

10. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n bezitten voldoen<strong>de</strong> kennis van en inzicht in <strong>de</strong> rol van wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong><br />

maatschappij om a<strong>de</strong>quaat te functioneren in hun toekomstige functies en te reflecteren<br />

op maatschappelijke problemen.<br />

De masteropleiding Mathematics kent vier richtingen:<br />

1. Mathematical physics;<br />

<strong>2.</strong> Symbolic Computing;<br />

3. Financial Mathematics;<br />

4. Mathematics and Education.<br />

Nadat stu<strong>de</strong>nten een van <strong>de</strong>ze vier richtingen hebben gekozen, dienen ze nog een keuze te<br />

maken voor een ‘uitstroomvariant’, waarin zij zich voorberei<strong>de</strong>n op hun gewenste beroepsuitoefening:<br />

1. On<strong>de</strong>rzoek (O-variant);<br />

<strong>2.</strong> Management en toepassing (MT-variant);<br />

3. Educatie (E-variant);<br />

4. Communicatie (C-variant).<br />

Voor <strong>de</strong> varianten Management en toepassing (MT) en Communicatie (C) zijn op facultair<br />

niveau aanvullen<strong>de</strong> eindtermen geformuleerd. Voor <strong>de</strong> MT-variant lui<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze facultaire eindtermen:<br />

The graduate who has taken the MT-variant<br />

• is familiar with the language of management (MT1),<br />

• is capable of conducting research in<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>ntly with regard to problems that occur at the<br />

interface of technology, organization and society (MT2),<br />

• is capable of contributing to the solution of management problems (MT3),<br />

• is capable of effectively cooperating and communicating in a multidisciplinary team<br />

(MT4).<br />

Voor <strong>de</strong> C-variant lui<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze facultaire eindtermen:<br />

The graduate who has taken the C-variant has<br />

• knowledge and skills <strong>de</strong>rived from communication studies (C1),<br />

• is capable of <strong>de</strong>signing, conducting, <strong>de</strong>legating and supervising communication research,<br />

in<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>ntly and methodically (C2),<br />

• is able to contribute to the analysis and approach to problems that occur in the interaction<br />

between science, technology and society (C3),<br />

• is capable of working effectively in a policy team (C4),<br />

• has an <strong>over</strong>view of the interaction and communication processes that occur in social discourse<br />

(C5).<br />

150 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


De doelstellingen en eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen voldoen volgens <strong>de</strong> zelfstudie aan <strong>de</strong><br />

aca<strong>de</strong>mische en professionele maatstaven die voor het vakgebied gel<strong>de</strong>n. Deze stelling wordt<br />

on<strong>de</strong>rbouwd door te verwijzen naar het al eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> Tuning-project, <strong>de</strong> terugkoppeling<br />

met het beroepenveld en alumnion<strong>de</strong>rzoek en het uitgebrei<strong>de</strong>, internationale netwerk van <strong>de</strong><br />

stafle<strong>de</strong>n die bijdragen aan <strong>de</strong> richting Mathematical physics, dat leidt tot nieuwe inzichten<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> eigen opleiding.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

bestu<strong>de</strong>erd en vergeleken met het domeinspecifieke referentieka<strong>de</strong>r. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong><br />

opleidingen bij het opstellen van <strong>de</strong> eindtermen van bei<strong>de</strong> opleidingen het raamwerk van het<br />

Tuning-project hebben gevolgd.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> vastleggen dat<br />

stu<strong>de</strong>nten een theoretische en praktische basiskennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en van aangrenzen<strong>de</strong><br />

disciplines opbouwen, dat zij inzicht verwerven in <strong>de</strong> diverse specialisaties binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>,<br />

dat zij kennismaken met on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en een eerste<br />

proeve van bekwaamheid daarvan afleggen. Zij heeft opgemerkt dat <strong>de</strong> eindtermen expliciet<br />

verwijzen naar mo<strong>de</strong>lleren en naar het opstellen van een wiskundig bewijs. De commissie heeft<br />

eveneens geconstateerd dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding tot uitdrukking brengen<br />

dat stu<strong>de</strong>nten kennis, vaardighe<strong>de</strong>n en inzicht op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> verwerven die<br />

hen in staat stellen om op zelfstandige wijze hun beroep uit te oefenen, dat ze gespecialiseer<strong>de</strong><br />

kennis en inzicht verwerven in een of meer <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en dat ze leren om<br />

nieuwe on<strong>de</strong>rzoeksvragen en hypothesen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> op te stellen en om <strong>de</strong><br />

geschikte oplossingen en metho<strong>de</strong>n te vin<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>ze vragen te beantwoor<strong>de</strong>n. De commissie<br />

is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindtermen van bei<strong>de</strong> opleidingen daarmee in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten<br />

bij <strong>de</strong> eisen van (buitenlandse) vakgenoten.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding verwijzen naar kennis en vaardighe<strong>de</strong>n<br />

die van belang zijn in <strong>de</strong> beroepspraktijk waarin afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n terecht (kunnen) komen. De<br />

eindtermen van bei<strong>de</strong> opleidingen maken expliciet melding van relevante mathematische vaardighe<strong>de</strong>n,<br />

maar ook van aca<strong>de</strong>mische en communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen<br />

aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> domeinspecifieke eisen.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F2: Niveau: Bachelor en Master<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteer<strong>de</strong> beschrijvingen van<br />

<strong>de</strong> kwalificaties van een Bachelor of een Master.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> getoetst aan <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren.<br />

De <strong>de</strong>scriptor Kennis en inzicht wordt verwoord in <strong>de</strong> eerste eindterm (theoretische<br />

en praktische basiskennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>). De twee<strong>de</strong> eindterm verwijst naar <strong>de</strong> <strong>de</strong>scriptor<br />

Toepassen van kennis en inzicht (eerste kennismaking met on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n). Het-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

151


zelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> en vier<strong>de</strong> eindterm, ervaring in het opstellen van een wiskundig<br />

bewijs en in het wiskundig mo<strong>de</strong>lleren van situaties. De <strong>de</strong>scriptor Oor<strong>de</strong>elsvorming komt<br />

terug in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> eindterm, waar sprake is van een proeve van bekwaamheid op het gebied<br />

van on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n. De samenhang van <strong>de</strong> wetenschappen en <strong>de</strong> rol van wiskun<strong>de</strong> in<br />

<strong>de</strong> maatschappij is opgenomen in <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> eindterm. De <strong>de</strong>scriptor Communicatie is terug<br />

te vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> achtste en <strong>de</strong> negen<strong>de</strong> eindterm, formuleren en presenteren en het zelfstandig<br />

en in teamverband kunnen werken. De laatste <strong>de</strong>scriptor, Leervaardighe<strong>de</strong>n, komt terug in<br />

het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> eerste eindterm, waarin is aangegeven dat een stu<strong>de</strong>nt een niveau dient<br />

te bereiken waarmee hij een masteropleiding kan volgen. Daarnaast verwijst ook <strong>de</strong> negen<strong>de</strong><br />

eindterm naar leervaardighe<strong>de</strong>n, net als <strong>de</strong> proeve van bekwaamheid in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> eindterm.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding getoetst aan <strong>de</strong> Dublin<strong>de</strong>scriptoren.<br />

Kennis en inzicht wordt verwoord in <strong>de</strong> eerste vier eindtermen, <strong>de</strong> kennis<br />

en vaardighe<strong>de</strong>n van een afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> masterstu<strong>de</strong>nt zijn een uitbreiding en verdieping<br />

van <strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n die een afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> bachelorstu<strong>de</strong>nt heeft opgedaan. Het<br />

toepassen van kennis en inzicht komt aan bod in <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> eindterm (probleemoplossend<br />

vermogen), in <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> eindterm (specifiek gericht op ICT) en in <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> en <strong>de</strong> achtste<br />

eindterm (on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n). De tien<strong>de</strong> eindterm (kennis en inzicht in <strong>de</strong> rol van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> maatschappij) heeft betrekking op Oor<strong>de</strong>elsvorming. De vijf<strong>de</strong> (kritische<br />

houding) en <strong>de</strong> achtste eindterm (keuze van on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n) leggen vast dat stu<strong>de</strong>nten<br />

tot <strong>de</strong> gevraag<strong>de</strong> kennis en inzicht kunnen komen. In <strong>de</strong> negen<strong>de</strong> eindterm wordt vereist<br />

dat stu<strong>de</strong>nten in staat zijn zowel met vakgenoten als met leken schriftelijk en mon<strong>de</strong>ling te<br />

communiceren <strong>over</strong> wetenschappelijke kennis. Leervaardighe<strong>de</strong>n zijn in meer<strong>de</strong>re eindtermen<br />

verwoord. In <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> en achtste eindterm komen het vermogen om nieuwe kennis<br />

en on<strong>de</strong>rzoeksvragen te verwerven aan bod. De eerste en <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> eindterm geven aan dat<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> masterstu<strong>de</strong>nten in staat zijn zelfstandig hun beroep uit te oefenen of on<strong>de</strong>rzoek<br />

te doen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft het niveau van <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong><br />

hand van <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Zij heeft in <strong>de</strong> eerste plaats vastgesteld dat <strong>de</strong> eindtermen<br />

het verschil in niveau tussen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding in voldoen<strong>de</strong><br />

mate tot uitdrukking brengen. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond, hebben<br />

bijvoorbeeld een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische basiskennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en/<br />

of aangrenzen<strong>de</strong> disciplines verworven, stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> masteropleiding hebben afgerond<br />

hebben gespecialiseer<strong>de</strong> kennis en inzicht verworven in een of meer <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> en ze zijn bekend met een of meer disciplines buiten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> of met een of<br />

meer an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> dan het <strong>de</strong>elgebied waarin zij zich hebben<br />

gespecialiseerd. Stu<strong>de</strong>nten krijgen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een eerste kennismaking met<br />

on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n, stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding leren om nieuwe on<strong>de</strong>rzoeksvragen<br />

en hypothesen te formuleren en om <strong>de</strong> geschikte on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n te kiezen om<br />

<strong>de</strong>ze vragen te beantwoor<strong>de</strong>n.<br />

De commissie is ver<strong>de</strong>r van mening dat <strong>de</strong> vijf Dublin-<strong>de</strong>scriptoren in voldoen<strong>de</strong> mate terugkomen<br />

in <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen. Zij kan zich vin<strong>de</strong>n in het verband dat in <strong>de</strong><br />

zelfstudie wordt gelegd tussen <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren enerzijds en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong><br />

opleidingen an<strong>de</strong>rzijds. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat het niveau van <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bacheloren<br />

<strong>de</strong> masteropleiding in voldoen<strong>de</strong> mate <strong>over</strong>eenkomt met <strong>de</strong> niveaus zoals beschreven in <strong>de</strong><br />

Dublin-<strong>de</strong>scriptoren.<br />

152 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het criterium<br />

dat betrekking heeft op het niveau.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F3: Oriëntatie WO:<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> beschrijvingen van een Bachelor en een<br />

Master in WO:<br />

• De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit <strong>de</strong> wetenschappelijke discipline, <strong>de</strong> internationale<br />

wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> relevante praktijk in<br />

het toekomstige beroepenveld.<br />

• Een WO-bachelor heeft <strong>de</strong> kwalificaties voor toegang tot tenminste één ver<strong>de</strong>re WO-studie op masterniveau<br />

en eventueel voor het betre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

• Een WO-master heeft <strong>de</strong> kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te verrichten of multien<br />

interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist<br />

is of dienstig is.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie voldoen <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding aan alle relevante eisen met<br />

betrekking tot het wetenschappelijk gehalte en <strong>de</strong> aansluiting bij vervolgstudies en beroepenveld.<br />

De zelfstudie geeft ver<strong>de</strong>r aan dat <strong>de</strong> opleidingen zich in <strong>de</strong> toekomst meer zullen gaan<br />

richten op een invulling van het programma op basis van Criteria voor Aca<strong>de</strong>mische Bachelor en<br />

Master Curricula (opgesteld door <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven). Deze criteria bie<strong>de</strong>n<br />

een instrument voor het maken van een on<strong>de</strong>rscheid tussen wetenschappelijk on<strong>de</strong>rwijs en<br />

hoger beroepson<strong>de</strong>rwijs.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> leggen vast dat stu<strong>de</strong>nten een eerste kennismaking<br />

hebben gehad met on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n en daarvan een ‘proeve van bekwaamheid’ hebben<br />

afgelegd. Stu<strong>de</strong>nten die het bachelordiploma hebben behaald, kunnen doorstromen naar <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematics. De eindtermen beste<strong>de</strong>n expliciet aandacht aan aca<strong>de</strong>mische<br />

vaardighe<strong>de</strong>n zoals formuleren en presenteren en werken in teamverband.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding leggen vast dat stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re in staat zijn om<br />

nieuwe on<strong>de</strong>rzoeksvragen te formuleren en <strong>de</strong>el te nemen aan het wetenschappelijk discours.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie blijkt <strong>de</strong> wetenschappelijke oriëntatie van <strong>de</strong> masteropleiding hieruit<br />

afdoen<strong>de</strong>. De eindtermen beste<strong>de</strong>n expliciet aandacht aan aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n als communiceren<br />

<strong>over</strong> wetenschappelijke kennis en inzicht in <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> maatschappij.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd vanuit<br />

het perspectief van <strong>de</strong> oriëntatie van <strong>de</strong> opleidingen. Zij heeft reeds eer<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r F1) vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong> eindtermen in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

discipline (c.q. <strong>de</strong> vakgenoten) en <strong>de</strong> relevante beroepspraktijk.<br />

De commissie is ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindtermen voldoen<strong>de</strong> aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong><br />

internationale wetenschapsbeoefening. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen<br />

in voldoen<strong>de</strong> mate aca<strong>de</strong>misch van aard zijn en niet alleen expliciet verwijzen naar<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

153


on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n, maar ook naar algemene aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n, zoals communicatieve<br />

vaardighe<strong>de</strong>n, vaardighe<strong>de</strong>n met betrekking tot samenwerken in een team, inzicht in<br />

<strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> wetenschappen en in <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in an<strong>de</strong>re wetenschappen<br />

en in <strong>de</strong> maatschappij.<br />

De commissie heeft ver<strong>de</strong>r vastgesteld dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> rechtstreeks<br />

kunnen instromen in <strong>de</strong> masteropleiding. Zij is ervan <strong>over</strong>tuigd dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> masteropleiding voldoen<strong>de</strong> kennis hebben om wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te verrichten,<br />

bijvoorbeeld in het ka<strong>de</strong>r van een promotieopleiding.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan <strong>de</strong><br />

criteria die gel<strong>de</strong>n voor een opleiding in het wetenschappelijke domein.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

3.<strong>2.</strong><strong>2.</strong> Programma<br />

Beschrijving van <strong>de</strong> programma’s<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> bestaat uit een prope<strong>de</strong>utische fase (60 EC) en postprope<strong>de</strong>utische fase<br />

(120 EC). De prope<strong>de</strong>use kent verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (met een omvang van 48 EC) en een<br />

keuzeruimte (12 EC). De postprope<strong>de</strong>utische fase bestaat uit verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (68 EC),<br />

keuzevakken op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (6 EC), on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len met een wijsgerig karakter<br />

(minimaal 3 EC), <strong>de</strong> oriëntatiecursus Communicatie, educatie en management (6 EC) en<br />

een vrijekeuzeruimte (24 EC). De postprope<strong>de</strong>use kent bovendien <strong>de</strong> afsluiten<strong>de</strong> ‘proeve van<br />

bekwaamheid’, die bestaat uit het Mo<strong>de</strong>llenpracticum (4 EC), keuzevakken op het gebied van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (6 EC) en een kleine scriptie die aansluit op die keuzevakken (3 EC). Het programma<br />

kent een vaste opbouw, die in <strong>de</strong> studiegids wordt gespecificeerd. Stu<strong>de</strong>nten kunnen<br />

voor hun vrijekeuzeruimte (12 EC per jaar) een keuze maken uit het on<strong>de</strong>rwijsaanbod van <strong>de</strong><br />

Radboud Universiteit. Wanneer zij drie jaar achter elkaar voor on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit hetzelf<strong>de</strong> vakgebied<br />

kiezen, is er sprake van een bijvaklijn.<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zal in het studiejaar 2007-2008 een aantal wijzigingen<br />

on<strong>de</strong>rgaan: het verplichte programma zal wor<strong>de</strong>n verkleind en <strong>de</strong> keuzeruimte wordt<br />

verruimd door <strong>de</strong> invoering van minors. De commissie heeft geen kennis kunnen nemen van<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve plannen. Zij heeft zich daarom in haar oor<strong>de</strong>el beperkt tot <strong>de</strong> informatie die zij<br />

voorhan<strong>de</strong>n had.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding kent vier richtingen. Het programma binnen <strong>de</strong> richting<br />

is voor een <strong>de</strong>el weer afhankelijk van <strong>de</strong> variant (On<strong>de</strong>rzoek, Management en toepassing,<br />

Communicatie of Educatie) die een stu<strong>de</strong>nt kiest. Binnen <strong>de</strong> richtingen Mathematical physics<br />

154 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


en Symbolic computing kunnen stu<strong>de</strong>nten alleen kiezen voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvariant. Binnen<br />

<strong>de</strong> richting Financial mathematics kunnen stu<strong>de</strong>nten kiezen tussen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvariant en<br />

<strong>de</strong> management en toepassingsvariant. De richting Mathematics and education kan gevolgd<br />

wor<strong>de</strong>n als on<strong>de</strong>rzoeksvariant, als educatievariant en als communicatievariant. In <strong>de</strong> zelfstudie<br />

wordt per variant het programma beschreven.<br />

Het programma dat stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding volgen telt steeds 120 EC. De precieze<br />

ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> studiepunten is afhankelijk van <strong>de</strong> variant die een stu<strong>de</strong>nt kiest. Binnen<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvariant, <strong>de</strong> management en toepassingsvariant en <strong>de</strong> communicatievariant is er<br />

altijd sprake van een hoofdvak met een omvang van 30 EC en van keuze- of bijvakken met een<br />

omvang van 24 EC. De educatievariant kent ook een hoofdvak met een omvang van 30 EC,<br />

maar <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> keuzevakken is in <strong>de</strong>ze variant 14 EC. Bij alle varianten, behalve <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksvariant, volgen stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> helft van het programma op facultair niveau. Over dit<br />

facultaire <strong>de</strong>el is in <strong>de</strong> zelfstudie geen informatie opgenomen, op <strong>de</strong> aanvullen<strong>de</strong> eindtermen<br />

van <strong>de</strong> management en toepassingsvariant en <strong>de</strong> communicatievariant na.<br />

F4: Eisen WO<br />

Het programma sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor het programma van een WO-opleiding:<br />

• Kennisontwikkeling door stu<strong>de</strong>nten vindt plaats in interactie tussen het on<strong>de</strong>rwijs en het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek binnen relevante disciplines.<br />

• Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in <strong>de</strong> relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare<br />

verban<strong>de</strong>n met actuele wetenschappelijke theorieën.<br />

• Het programma waarborgt <strong>de</strong> ontwikkeling van vaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

• Bij daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen heeft het programma aantoonbare verban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

actuele praktijk van <strong>de</strong> relevante beroepen.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie wordt <strong>de</strong> verwevenheid van on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek gewaarborgd door<br />

het feit dat het on<strong>de</strong>rwijs wordt verzorgd door docenten die allen actief zijn in het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek. Het vakgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> beslaat een breed spectrum van concreet<br />

naar abstract, <strong>de</strong> abstractiegraad kan daarom per vak verschillen.<br />

Vanaf het twee<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt <strong>de</strong> opzet van vrijwel ie<strong>de</strong>r college bepaald<br />

door <strong>de</strong> uit het on<strong>de</strong>rzoek afkomstige eis van structuur en abstractie. Tevens proberen <strong>de</strong><br />

docenten vanaf het eerste jaar on<strong>de</strong>rwerpen uit het on<strong>de</strong>rzoek te verwerken in collegestof<br />

(bijvoorbeeld in het speciaal ingerichte vak Caleidoscoop – vanaf 2006 Highlights genoemd<br />

– en in het vak Wiskun<strong>de</strong> en computers). Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kent een<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el waarin een inleiding wordt gegeven in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> varianten binnen <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

(<strong>de</strong> CEM-cursus). De bachelorstudie wordt afgesloten met een kleine scriptie,<br />

die ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie een omvang van 3 EC had, maar die wordt<br />

uitgebreid tot minimaal 9 EC.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie zijn binnen <strong>de</strong> masteropleiding <strong>de</strong> richtingen Symbolic computing, Financial<br />

mathematics en Mathematical physics ingericht met het doel <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt op te lei<strong>de</strong>n tot<br />

in ie<strong>de</strong>r geval potentieel on<strong>de</strong>rzoeker. De colleges lei<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r uitzon<strong>de</strong>ring in tot een actueel<br />

on<strong>de</strong>rzoeksthema en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscriptie is een proeve van bekwaamheid in het verrichten van<br />

on<strong>de</strong>rzoek. De educatievariant biedt stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid om opgeleid te wor<strong>de</strong>n tot<br />

leraar en sluit daarmee direct aan bij <strong>de</strong> beroepspraktijk van een groot aantal wiskundigen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

155


Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n geacht hun individuele programma op schrift te<br />

zetten. Dit document wordt formeel on<strong>de</strong>rtekend en wordt daarmee een soort van contract<br />

met betrekking tot het te volgen programma.<br />

Bij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> masteropleiding is het afhankelijk van <strong>de</strong> variant of er college in het<br />

Ne<strong>de</strong>rlands of in het Engels wordt gegeven. Stu<strong>de</strong>nten mogen zelf kiezen of zij hun masterscriptie<br />

in het Ne<strong>de</strong>rlands of in het Engels willen schrijven. De docenten gaven aan dat <strong>de</strong> keuze<br />

voor <strong>de</strong> taal waarin <strong>de</strong> masterscriptie geschreven wordt vooral afhankelijk is van <strong>de</strong> docent. De<br />

afstu<strong>de</strong>erscripties van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvariant wor<strong>de</strong>n verplicht in het Engels geschreven.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding nemen <strong>de</strong>el aan lan<strong>de</strong>lijke mastercolleges en on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n<br />

daarbij geen niveauproblemen. De docenten gaven tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie<br />

aan dat bij <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke colleges <strong>de</strong> roostering een obstakel is. Me<strong>de</strong> daardoor hebben <strong>de</strong><br />

docenten het gevoel dat zij <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten soms moeten <strong>over</strong>tuigen van het nut en het belang<br />

van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke colleges.<br />

De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n met wie <strong>de</strong> commissie heeft gesproken, gaven aan dat zij tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong><br />

het programma dat zij gevolgd hebben, maar dat zij soms <strong>de</strong> aandacht voor recent on<strong>de</strong>rzoek<br />

in het programma gemist hebben.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> interactie tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek in voldoen<strong>de</strong><br />

mate vorm heeft gekregen in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. In het on<strong>de</strong>rwijs wordt<br />

gebruikgemaakt van recente en (voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>) relevante literatuur, waardoor actuele<br />

ontwikkelingen in het vakgebied aan bod komen wanneer dat mogelijk is. In <strong>de</strong> ogen van<br />

<strong>de</strong> commissie is het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in het algemeen doordacht. Zij heeft<br />

wel vragen bij het inci<strong>de</strong>nteel verwisselen van een eerste- en twee<strong>de</strong>jaarson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el, zon<strong>de</strong>r dat<br />

dat leidt tot aanpassingen in <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. De commissie heeft waar<strong>de</strong>ring<br />

voor het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Caleidoscoop. Zij vindt <strong>de</strong> houding van <strong>de</strong> docenten ten opzichte van <strong>de</strong><br />

kennis en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n van stu<strong>de</strong>nten die aan <strong>de</strong> opleiding beginnen goed.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> vaardighe<strong>de</strong>n verwerven<br />

om on<strong>de</strong>rzoek te kunnen verrichten. Zij leren bijvoorbeeld in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin<br />

aandacht wordt besteed aan mo<strong>de</strong>lleren en in <strong>de</strong> afsluiten<strong>de</strong> proeve van bekwaamheid om<br />

problemen uit <strong>de</strong> praktijk op te lossen. Zij is van mening dat <strong>de</strong> huidige omvang van <strong>de</strong> bachelorscriptie<br />

(3 EC) te beperkt is en zij juicht het besluit van <strong>de</strong> opleiding om die omvang per 1<br />

september 2007 uit te brei<strong>de</strong>n naar 12 EC zeer toe.<br />

De commissie is eveneens van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> interactie tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek in<br />

voldoen<strong>de</strong> mate vorm heeft gekregen in het programma van <strong>de</strong> masteropleiding. Zij is van<br />

oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opzet van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleiding voldoen<strong>de</strong> garan<strong>de</strong>ert dat<br />

stu<strong>de</strong>nten vertrouwd raken met actuele discussies en lopend on<strong>de</strong>rzoek. Zij heeft vastgesteld<br />

dat stu<strong>de</strong>nten in verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s en in het afstu<strong>de</strong>erproject in het<br />

bijzon<strong>de</strong>r hun on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r ontwikkelen. De varianten waaruit stu<strong>de</strong>nten<br />

een keuze maken, bie<strong>de</strong>n een meer toegespitste kennismaking met <strong>de</strong> beroepspraktijk waarin<br />

zij na hun afstu<strong>de</strong>ren terechtkomen. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvariant volgen, zullen zich in<br />

sterkere mate toeleggen op <strong>de</strong> ontwikkeling van hun on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n dan stu<strong>de</strong>nten<br />

die aan een van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re varianten <strong>de</strong> voorkeur geven.<br />

156 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bacheloren<br />

<strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan <strong>de</strong> eisen die mogen wor<strong>de</strong>n gesteld aan een wetenschappelijke<br />

opleiding.<br />

De commissie heeft opgemerkt dat <strong>de</strong> helft van het programma van <strong>de</strong> communicatievariant,<br />

<strong>de</strong> educatievariant en <strong>de</strong> management en toepassingsvariant op facultair niveau wordt verzorgd.<br />

Omdat <strong>de</strong> zelfstudie nauwelijks informatie bevat <strong>over</strong> dit <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> programma’s, is <strong>de</strong><br />

commissie niet goed in staat om zich een oor<strong>de</strong>el te vormen <strong>over</strong> <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong>ze varianten<br />

als geheel. De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> vakspecifieke, op <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> gerichte<br />

<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s die zij heeft kunnen beoor<strong>de</strong>len voldoen aan <strong>de</strong> eisen die gel<strong>de</strong>n<br />

voor een opleiding in het wetenschappelijke domein. De commissie is <strong>over</strong>igens wel van oor<strong>de</strong>el<br />

dat <strong>de</strong> masteropleiding verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor al het on<strong>de</strong>rwijs aan haar stu<strong>de</strong>nten.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F5: Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma<br />

Het programma is een a<strong>de</strong>quate concretisering van <strong>de</strong> eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke<br />

eisen.<br />

De eindkwalificaties zijn a<strong>de</strong>quaat vertaald in leerdoelen van (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma.<br />

De inhoud van het programma biedt stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> eindkwalificaties te<br />

bereiken.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie is een tabel opgenomen waarin voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is aangegeven welke<br />

eindtermen in welke vakken aan bod komen. De nadruk in het programma ligt volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie op <strong>de</strong> vakinhoud (basiskennis en bewijzen), op <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong><br />

maatschappij en op <strong>de</strong> samenhang tussen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en an<strong>de</strong>re wetenschappen. Volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie is <strong>de</strong> aandacht die in het programma wordt besteed aan <strong>de</strong> oriëntatie op <strong>de</strong> arbeidsmarkt<br />

en aan vaardighe<strong>de</strong>n zoals presenteren en werken in teamverband beschei<strong>de</strong>n, maar<br />

verantwoord. Omdat alle eindtermen meer<strong>de</strong>re malen aan bod komen in het programma van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, is er volgens <strong>de</strong> zelfstudie sprake van een a<strong>de</strong>quate concretisering van <strong>de</strong><br />

eindtermen in het programma.<br />

In <strong>de</strong> studiegids wordt voor elk vak aangegeven wat <strong>de</strong> leerdoelen zijn. Door <strong>de</strong> vaste programmering<br />

en door het feit dat veel vakken ingangseisen stellen bewerkstelligt het programma een<br />

opbouw in niveau.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvariant van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

gerealiseerd door <strong>de</strong> combinatie van een hoofdvak dat voorbereidt op het afstu<strong>de</strong>erproject,<br />

verplichte keuzevakken binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, een bijvak (eventueel buiten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>) en een<br />

afstu<strong>de</strong>erproject. Met betrekking tot <strong>de</strong> <strong>over</strong>ige varianten (<strong>de</strong> educatie‐, <strong>de</strong> communicatie‐ en<br />

<strong>de</strong> management en toepassingsvariant) vermeldt <strong>de</strong> zelfstudie dat het programma voor <strong>de</strong> helft<br />

bestaat uit een faculteitsbre<strong>de</strong> invulling en dat <strong>de</strong>ze wordt gecomplementeerd met wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len,<br />

waarin <strong>de</strong> vakspecifieke eindtermen wor<strong>de</strong>n gerealiseerd.<br />

De stu<strong>de</strong>nten met wie <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek gesproken heeft, gaven aan dat <strong>de</strong><br />

aandacht die wordt besteed aan communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n zoals presenteren en schrijven<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

157


en aan het werken in teamverband verschilt per variant, maar dat zij in <strong>de</strong> masteropleiding<br />

in het algemeen min<strong>de</strong>r samenwerken dan in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. De docenten bevestig<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>ze informatie en gaven als re<strong>de</strong>n daarvoor dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenaantallen in <strong>de</strong> masteropleiding<br />

zo klein zijn dat werken in teamverband moeilijk te realiseren is.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd<br />

vanuit het perspectief van <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen. Zij<br />

kan zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> manier waarop in <strong>de</strong> zelfstudie een relatie wordt gelegd tussen <strong>de</strong> eindtermen<br />

en het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindtermen<br />

in voldoen<strong>de</strong> mate wor<strong>de</strong>n afge<strong>de</strong>kt door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma, ook al komen<br />

niet alle eindtermen in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mate aan bod in het programma. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong><br />

eindtermen van <strong>de</strong> opleiding voor elk vak vertaald zijn in leerdoelen. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong><br />

inhoud van het programma stu<strong>de</strong>nten in staat stelt om <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleiding daadwerkelijk<br />

te realiseren.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat alle vakspecifieke eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding in<br />

het ge<strong>de</strong>elte dat door <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> wordt verzorgd (en dat door stu<strong>de</strong>nten van alle<br />

varianten wordt gevolgd) op een a<strong>de</strong>quate manier aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld. Zij is van<br />

mening dat stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> masteropleiding hebben afgerond <strong>de</strong>ze vakspecifieke eindtermen<br />

in voldoen<strong>de</strong> mate hebben verworven, ook al zullen er verschillen bestaan in <strong>de</strong> mate waarin<br />

stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong>ze eindtermen verwerven. Zij vindt ook dat het programma zo is opgebouwd dat<br />

van stu<strong>de</strong>nten verwacht mag wor<strong>de</strong>n dat zij <strong>de</strong> vakspecifieke eindtermen realiseren. Zij is niet<br />

in staat om te beoor<strong>de</strong>len in hoeverre <strong>de</strong> variantspecifieke eindtermen van <strong>de</strong> varianten waarvan<br />

een <strong>de</strong>el van het programma op facultair niveau wordt verzorgd ook in het programma<br />

aan bod komen.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking<br />

heeft op <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> programma’s. Zij waar<strong>de</strong>ert in<br />

het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vermelding van <strong>de</strong> leerdoelen per on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> studiegids, zowel voor <strong>de</strong><br />

bachelor‐ als voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F6: Samenhang programma<br />

Stu<strong>de</strong>nten volgen een inhou<strong>de</strong>lijk samenhangend studieprogramma.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt beschreven hoe het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een verticale en<br />

een horizontale samenhang vertoont. De verticale samenhang heeft betrekking op een kennisopbouw<br />

door mid<strong>de</strong>l van verdieping, <strong>de</strong> horizontale samenhang gaat <strong>over</strong> het leggen van relaties<br />

tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vakgebie<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (<strong>de</strong> verplichte<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len) vallen on<strong>de</strong>r een van <strong>de</strong> vier leerlijnen in het programma:<br />

Analyse, Algebra, Toegepast en Algemeen. In <strong>de</strong> zelfstudie wordt beschreven welke vakken binnen<br />

<strong>de</strong>ze leerlijnen wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n. De vier leerlijnen zorgen volgens <strong>de</strong> opleiding voor<br />

<strong>de</strong> samenhang binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Hierbij zorgen <strong>de</strong> leerlijnen Algebra en Analyse<br />

in het bijzon<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> verticale samenhang en <strong>de</strong> leerlijnen Toegepast en Algemeen voor <strong>de</strong><br />

158 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


horizontale samenhang. Op <strong>de</strong>ze manier waarborgt het programma <strong>de</strong> noodzakelijke interne<br />

afstemming en een toename van het abstractieniveau. Teams van docenten zijn verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vakken binnen een leerlijn.<br />

Naast <strong>de</strong> verplichte vakken biedt het programma ie<strong>de</strong>r jaar ruimte (12 EC) voor een bijvak.<br />

Wanneer stu<strong>de</strong>nten drie jaar een bijvak binnen hetzelf<strong>de</strong> vakgebied volgen, is er sprake van<br />

een bijvaklijn. De drie meest gekozen bijvaklijnen zijn Financiële wiskun<strong>de</strong>, Informatica en<br />

Natuurkun<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze drie bijvaklijnen beschreven. Stu<strong>de</strong>nten moeten al<br />

in het begin van hun studie kiezen voor een bijvaklijn.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie zijn <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleiding nog in opbouw. Dit heeft te<br />

maken met het geringe aantal masterstu<strong>de</strong>nten tot nu toe. De opleiding heeft tot op he<strong>de</strong>n<br />

bij het opstellen van een individueel programma steeds gekozen voor maatwerk. Stu<strong>de</strong>nten<br />

volgen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma van <strong>de</strong> opleiding ofwel binnen het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n vijf criteria genoemd die <strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> vier masterrichtingen<br />

bepalen:<br />

1. aansluiting van <strong>de</strong> masteropleiding op <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>;<br />

<strong>2.</strong> on<strong>de</strong>rlinge afstemming van <strong>de</strong> lokale colleges;<br />

3. on<strong>de</strong>rlinge afstemming van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke colleges;<br />

4. afstemming tussen <strong>de</strong> lokale en <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke colleges;<br />

5. aansluiting van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscriptie c.q. stage op <strong>de</strong> colleges.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie sluiten alle programma’s in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksrichtingen goed aan op <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>. De stu<strong>de</strong>nten geven ook aan geen aansluitingsproblemen te on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n,<br />

noch op lokaal, noch op lan<strong>de</strong>lijk niveau. De an<strong>de</strong>re vier punten zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

punten die bij verschillen<strong>de</strong> richtingen aandacht verdienen. In <strong>de</strong> zelfstudie is geen informatie<br />

opgenomen <strong>over</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re mogelijke varianten binnen <strong>de</strong> richtingen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> interne samenhang van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

bestu<strong>de</strong>erd. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> samenhang in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

doordacht is. De opbouw van het programma is in haar ogen goed en hel<strong>de</strong>r, <strong>de</strong><br />

keuze voor vier leerlijnen en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma <strong>over</strong> <strong>de</strong> leerlijnen<br />

a<strong>de</strong>quaat en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n goed voorbereid op een vervolgopleiding. De commissie<br />

vindt dus dat <strong>de</strong> opleiding in voldoen<strong>de</strong> mate waarborgt dat stu<strong>de</strong>nten een inhou<strong>de</strong>lijk<br />

samenhangend programma volgen.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> samenhang van het programma van <strong>de</strong> O-variant van <strong>de</strong><br />

masteropleiding voldoen<strong>de</strong> is gewaarborgd. Het programma sluit goed aan op <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

en <strong>de</strong> afstemming van het programma op het on<strong>de</strong>rzoeksterrein waarbinnen het<br />

afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek plaatsvindt garan<strong>de</strong>ert een a<strong>de</strong>quate samenhang. De <strong>over</strong>ige varianten<br />

bestaan in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie uit twee losse <strong>de</strong>len die geen dui<strong>de</strong>lijke relatie met elkaar<br />

on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n. De commissie heeft geconstateerd dat het wiskun<strong>de</strong><strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze varianten<br />

bestaat uit een samenhangend pakket van verplichte vakken, aangevuld met een aantal keuzevakken.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> samenhang binnen het wiskun<strong>de</strong><strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze<br />

varianten voldoen<strong>de</strong> is gewaarborgd.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

159


De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding een programma<br />

volgen dat voldoen<strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke samenhang vertoont en komt dus tot het oor<strong>de</strong>el<br />

‘voldoen<strong>de</strong>’ voor bei<strong>de</strong> opleidingen.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F7: Studielast<br />

Het programma is stu<strong>de</strong>erbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die <strong>de</strong> studievoortgang<br />

belemmeren zoveel mogelijk wor<strong>de</strong>n weggenomen.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt een uitgebrei<strong>de</strong> analyse gegeven van mogelijke struikelblokken die<br />

in verschillen<strong>de</strong> evaluaties naar voren zijn gekomen en van <strong>de</strong> (voorgenomen) oplossingen<br />

om <strong>de</strong>ze struikelblokken op te heffen. Een van <strong>de</strong> belangrijkste punten is <strong>de</strong> vroege keuze<br />

van het bijvak in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> problemen die een verkeer<strong>de</strong> keuze met zich<br />

meebrengt. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten is het volgen van een bijvaklijn vaak moeilijk vanwege<br />

roosterproblemen. Wanneer zij een verkeer<strong>de</strong> keuze maken en later hun bijvaklijn willen<br />

wijzigen, leidt dat tot vertraging. Stu<strong>de</strong>nten zijn van mening dat <strong>de</strong> voorlichting <strong>over</strong> en<br />

<strong>de</strong> begeleiding bij <strong>de</strong> bijvakken vooral in <strong>de</strong> eerste fase van <strong>de</strong> studie verbeterd kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n. De opleiding geeft eveneens aan dat <strong>de</strong> voorlichting en <strong>de</strong> begeleiding op dit punt<br />

verbeterd moeten wor<strong>de</strong>n en dat zij dat ook nastreeft. De commissie heeft echter nog geen<br />

kennis kunnen nemen van een concreet plan voor verbetering van <strong>de</strong> begeleiding rond het<br />

bijvak.<br />

Een inci<strong>de</strong>nteel probleem waar stu<strong>de</strong>nten in het studiejaar 2005-2006 mee wer<strong>de</strong>n geconfronteerd,<br />

was dat het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Kansrekening was verplaatst van het twee<strong>de</strong> naar het eerste jaar,<br />

terwijl <strong>de</strong> inhoud van het vak niet was aangepast. Dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el heeft <strong>de</strong> plaats ingenomen<br />

van het vak Euclidische meetkun<strong>de</strong>, dat volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten wel terecht is verplaatst naar het<br />

twee<strong>de</strong> jaar.<br />

Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> punt dat uit <strong>de</strong> evaluaties naar voren komt is het gebruik van het Engels. De stu<strong>de</strong>nten<br />

gaven tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> aan dat zij graag meer aandacht<br />

zou<strong>de</strong>n willen voor het leren lezen en schrijven van het Engels. De zelfstudie signaleert <strong>de</strong>ze<br />

vraag eveneens en geeft ook aan dat dit punt bij een eer<strong>de</strong>re visitatie ook al is aangestipt. De<br />

stu<strong>de</strong>nten zien het tekort aan aandacht voor het Engels <strong>over</strong>igens niet als een struikelblok<br />

binnen <strong>de</strong> studie. Uit <strong>de</strong> gesprekken met het management is gebleken dat het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong><br />

masteropleiding in principe in het Engels wordt verzorgd, maar dat dit in <strong>de</strong> praktijk nog niet<br />

altijd het geval is (zie ook hierboven, on<strong>de</strong>r F4).<br />

De resultaten van <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs laten een positief beeld zien waar het gaat om<br />

<strong>de</strong> aansluiting vanuit het vwo op <strong>de</strong> universiteit en <strong>de</strong> ervaren studielast. Uit gesprekken met<br />

stu<strong>de</strong>nten en docenten bleek dat veel stu<strong>de</strong>nten vertraging oplopen tij<strong>de</strong>ns hun studie, maar<br />

bei<strong>de</strong> groepen zijn van mening dat <strong>de</strong> oorzaken daarvan niet te wijten zijn aan (<strong>de</strong> zwaarte van)<br />

<strong>de</strong> studie, maar aan an<strong>de</strong>re activiteiten (zoals bestuurswerk) die stu<strong>de</strong>nten belangrijk vin<strong>de</strong>n.<br />

Stu<strong>de</strong>nten ervaren <strong>de</strong> studie soms als moeilijk, maar niet als te moeilijk.<br />

160 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in het algemeen<br />

tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van het programma. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> studielast<br />

van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> op een evenwichtige manier <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n is ver<strong>de</strong>eld en in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten niet te hoog is. Zij vindt wel dat<br />

<strong>de</strong> opleiding er alert op moet blijven dat foute keuzen van stu<strong>de</strong>nten voor een bijvak niet tot<br />

studievertraging lei<strong>de</strong>n. De commissie is van mening dat het wellicht mogelijk is om een an<strong>de</strong>r<br />

startmoment voor een bijvak te kiezen en het niet meteen bij aanvang van <strong>de</strong> studie van start<br />

te laten gaan. Zij heeft geen ver<strong>de</strong>re knelpunten in het programma aangetroffen. De commissie<br />

ziet het verplaatsen van het twee<strong>de</strong>jaarsvak Kansrekening naar het eerste jaar zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong><br />

inhoud van dat vak werd aangepast als een inci<strong>de</strong>nt. Zij heeft kennisgenomen van <strong>de</strong> mening<br />

van docenten en stu<strong>de</strong>nten dat <strong>de</strong> vertragingen die stu<strong>de</strong>nten oplopen in het algemeen veroorzaakt<br />

wor<strong>de</strong>n door re<strong>de</strong>nen die buiten <strong>de</strong> opleiding liggen. De commissie is van mening dat<br />

het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in voldoen<strong>de</strong> mate stu<strong>de</strong>erbaar is.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat het programma van <strong>de</strong> masteropleiding evenmin knelpunten<br />

kent of elementen bevat die <strong>de</strong> studievoortgang belemmeren. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat het<br />

programma van <strong>de</strong> masteropleiding ook in voldoen<strong>de</strong> mate stu<strong>de</strong>erbaar is. De commissie is<br />

wel van mening dat <strong>de</strong> masteropleiding meer aandacht aan het gebruik van het Engels dient<br />

te beste<strong>de</strong>n.<br />

De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking<br />

heeft op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid en <strong>de</strong> studielast.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F8: Instroom<br />

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij <strong>de</strong> kwalificaties van <strong>de</strong> instromen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten:<br />

WO-bachelor: VWO, HBO-prope<strong>de</strong>use of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingson<strong>de</strong>rzoek.<br />

WO-master: bachelor en eventueel (inhou<strong>de</strong>lijke) selectie.<br />

Beschrijving<br />

Stu<strong>de</strong>nten met een vwo-diploma wor<strong>de</strong>n rechtstreeks tot <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> toegelaten wanneer<br />

zij het profiel Natuur en techniek of Natuur en gezondheid hebben. Wanneer zij Wiskun<strong>de</strong><br />

B2 niet in hun ein<strong>de</strong>xamenpakket had<strong>de</strong>n, moeten zij dit vak met goed gevolg afleggen<br />

voordat zij beginnen aan <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use. Stu<strong>de</strong>nten met <strong>de</strong> profielen Economie en maatschappij<br />

en Cultuur en maatschappij kunnen alleen wor<strong>de</strong>n toegelaten wanneer zij examen hebben<br />

afgelegd in Wiskun<strong>de</strong> B1 en B<strong>2.</strong> Daarnaast kunnen stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n toegelaten op grond<br />

van een colloquium doctum. Toelating op basis van een hbo-prope<strong>de</strong>use is mogelijk, zij het<br />

on<strong>de</strong>r voorwaar<strong>de</strong>n. De aansluiting vanuit het vwo op het wo is al eer<strong>de</strong>r besproken.<br />

De omvang van <strong>de</strong> instroom in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> bedroeg in het studiejaar 2002-2003<br />

twaalf, in het studiejaar 2003-2004 zestien, in het studiejaar 2004-2005 achttien en in het studiejaar<br />

2005-2006 negen. De commissie heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek vernomen dat <strong>de</strong> instroom<br />

in het studiejaar 2006-2007 ten opzichte van het studiejaar daarvoor weer verdubbeld is (en<br />

achttien bedraagt).<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

161


De opleiding heeft gemerkt dat het voor stu<strong>de</strong>nten in het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

lastig is om <strong>de</strong> stap van formulewiskun<strong>de</strong> naar wiskun<strong>de</strong> van structuren te maken. Zij besteedt<br />

in het eerste jaar extra aandacht aan <strong>de</strong> stap, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door mid<strong>de</strong>l van een tutorsysteem<br />

waaraan vwo-docenten bijdragen. Deze twee vwo-docenten volgen voor twee on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len colleges<br />

samen met stu<strong>de</strong>nten, beantwoor<strong>de</strong>n vragen en spelen mogelijke problemen door aan <strong>de</strong><br />

docenten van <strong>de</strong> opleiding. Stu<strong>de</strong>nten ervaren <strong>de</strong>ze werkwijze als zeer prettig, zij geven aan dat<br />

<strong>de</strong> <strong>over</strong>stap van vwo naar universiteit soepel is verlopen. Als stu<strong>de</strong>nten moeite hebben met hun<br />

universitaire studie, wijten zij dit aan <strong>de</strong> voor hen onbeken<strong>de</strong> zelfstandigheid van het stu<strong>de</strong>ren.<br />

De docenten zijn van mening dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van vwo naar universiteit tegenwoordig steeds<br />

beter verloopt. Uit <strong>de</strong> instaptoets die afgenomen wordt, blijkt dat ofwel het niveau omhooggaat<br />

ofwel <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten beter wor<strong>de</strong>n. Docenten ervaren op dit punt geen problemen.<br />

Stu<strong>de</strong>nten met een bachelordiploma Wiskun<strong>de</strong> van een Ne<strong>de</strong>rlandse universiteit wor<strong>de</strong>n<br />

rechtstreeks toegelaten tot <strong>de</strong> masteropleiding. Stu<strong>de</strong>nten met een bachelordiploma van een<br />

an<strong>de</strong>re opleiding van <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Natuurwetenschappen, Wiskun<strong>de</strong> en Informatica van<br />

<strong>de</strong> Radboud Universiteit kunnen, indien zij ten minste 150 EC van het programma van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> behaald hebben, door <strong>de</strong> Examencommissie wor<strong>de</strong>n toegelaten. De Examencommissie<br />

beslist ook <strong>over</strong> <strong>de</strong> toelating van stu<strong>de</strong>nten die willen instromen met een<br />

bachelordiploma Wiskun<strong>de</strong> van een buitenlandse universiteit. De regels voor toelating zijn<br />

vastgelegd in het On<strong>de</strong>rwijs- en Examenreglement (OER) van <strong>de</strong> opleiding. Wanneer <strong>de</strong> Examencommissie<br />

twijfelt <strong>over</strong> <strong>de</strong> toelating van een buitenlandse stu<strong>de</strong>nt, kan zij <strong>de</strong> hulp van<br />

<strong>de</strong> universitaire af<strong>de</strong>ling Externe relaties en het Nuffic inroepen. Stu<strong>de</strong>nten met een hbobachelordiploma<br />

Wiskun<strong>de</strong> kunnen niet instromen in <strong>de</strong> opleiding.<br />

De zelfstudie vermeldt geen instroomcijfers voor <strong>de</strong> masteropleiding. Uit <strong>de</strong> tekst valt op te<br />

maken dat <strong>de</strong> instroom gering is. Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met stu<strong>de</strong>nten<br />

bleek dat er vrijwel geen stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> masteropleiding instromen die niet eerst <strong>de</strong> eigen<br />

<strong>bacheloropleiding</strong> hebben gevolgd.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken met het faculteitsbestuur en on<strong>de</strong>rwijsmanagement bleek dat <strong>de</strong> lage<br />

instroom in <strong>de</strong> masteropleiding een voortdurend punt van zorg is. Het aanbie<strong>de</strong>n van vier<br />

richtingen en vier varianten binnen <strong>de</strong> masteropleiding is bedoeld om veel keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

te bie<strong>de</strong>n. Dit aanbod lijkt echter niet meer stu<strong>de</strong>nten aan te trekken. Het aanbie<strong>de</strong>n van<br />

vier varianten vloeit voort uit lan<strong>de</strong>lijke afspraken. Belangrijke <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> M&T‐ en <strong>de</strong> C-<br />

variant wor<strong>de</strong>n door stu<strong>de</strong>nten van meer<strong>de</strong>re opleidingen uit <strong>de</strong> faculteit gevolgd.<br />

De masteropleiding volgt het facultaire beleid op het gebied van voorlichting en werving. In<br />

<strong>de</strong> zelfstudie staat beschreven welke activiteiten <strong>de</strong> opleiding het afgelopen jaar heeft on<strong>de</strong>rnomen,<br />

variërend van meer voorlichting op scholen, waarbij gebruik wordt gemaakt van <strong>de</strong><br />

brochure Wiskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> wereld aan je voeten, tot het doorlichten van alle wervingsactiviteiten.<br />

Vanuit <strong>de</strong> Radboud Universiteit wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze activiteiten ook geëvalueerd en <strong>de</strong> wervingscommissie<br />

van <strong>de</strong> faculteit adviseert aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> resultaten van die evaluatie <strong>over</strong> eventuele<br />

wijzigingen in het wervingsbeleid. Faculteitsbreed heeft het nieuwe wervingsbeleid veel effect<br />

gehad en geleid tot een toename van <strong>de</strong> instroom. De enige uitzon<strong>de</strong>ring hierop is <strong>de</strong> opleiding<br />

Wiskun<strong>de</strong>. Waarom dat zo is, is niet dui<strong>de</strong>lijk. De werving van buitenlandse stu<strong>de</strong>nten vindt<br />

plaats door mid<strong>de</strong>l van een website en <strong>de</strong> ECTS Information Gui<strong>de</strong>.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie zijn <strong>de</strong> beroepsperspectieven van afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong><br />

masteropleiding voor veel scholieren niet dui<strong>de</strong>lijk en hebben zij daar eer<strong>de</strong>r zelfs een verkeerd<br />

162 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


eeld van. Uit het gesprek dat <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met een aantal alumni kwam naar voren<br />

dat het ook tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> studie voor veel stu<strong>de</strong>nten niet dui<strong>de</strong>lijk is wat ze na hun studie kunnen<br />

gaan doen. In <strong>de</strong> zelfstudie wordt ook geconstateerd dat een betere voorlichting voor en tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> studie gewenst is.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> kwalificaties waar<strong>over</strong> stu<strong>de</strong>nten die instromen in <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> moeten beschikken dui<strong>de</strong>lijk zijn vastgelegd en dat <strong>de</strong> opleiding maatregelen<br />

heeft genomen om te waarborgen dat stu<strong>de</strong>nten ook daadwerkelijk beschikken <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> noodzakelijke kennis en vaardighe<strong>de</strong>n. De commissie is van mening dat het programma<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in voldoen<strong>de</strong> mate aansluit op <strong>de</strong> kwalificaties van <strong>de</strong> instromen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten. Zij vindt het tutorsysteem en <strong>de</strong> toets voor nieuwe stu<strong>de</strong>nten goe<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> grote bereidheid van <strong>de</strong> opleiding om stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid te bie<strong>de</strong>n een zo<br />

goed mogelijke start met <strong>de</strong> opleiding te maken. De commissie is on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk van <strong>de</strong><br />

wervingsactiviteiten die <strong>de</strong> opleiding on<strong>de</strong>rneemt, maar ziet geen verbetering in <strong>de</strong> instroom.<br />

Een toename van <strong>de</strong> instroom is evenwel in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie dringend gewenst.<br />

De commissie heeft kennisgenomen van het feit dat <strong>de</strong> activiteiten die <strong>de</strong> opleiding heeft<br />

on<strong>de</strong>rnomen, geëvalueerd en waar nodig aangepast zijn. Zij is van mening dat <strong>de</strong>ze evaluaties<br />

regelmatig structureel zou<strong>de</strong>n moeten wor<strong>de</strong>n uitgevoerd, zodat <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> vinger aan <strong>de</strong><br />

pols kan hou<strong>de</strong>n.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben<br />

voltooid zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n kunnen doorstromen naar <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics<br />

en dat die masteropleiding een toelatingsprocedure hanteert voor stu<strong>de</strong>nten met een<br />

an<strong>de</strong>re vooropleiding. De commissie heeft geen aanwijzingen gevon<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> aansluiting van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> op <strong>de</strong> masteropleiding problematisch is. Zij heeft van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

masteropleiding vernomen dat zij geen problemen hebben gehad met <strong>de</strong> aansluiting. De commissie<br />

heeft ook geconstateerd dat <strong>de</strong> instroomeisen die <strong>de</strong> masteropleiding hanteert voor stu<strong>de</strong>nten<br />

met een an<strong>de</strong>r (buitenlands) diploma nog niet goed zijn uitgewerkt. Zij is van mening<br />

dat <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong>ze eisen snel na<strong>de</strong>r zou moeten specificeren, ook om instroom vanuit het<br />

buitenland (bijvoorbeeld Duitsland) mogelijk te maken.<br />

De commissie komt voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ vanwege <strong>de</strong> grote inspanningen<br />

van <strong>de</strong> opleiding op het gebied van <strong>de</strong> aansluiting. Zij komt voor <strong>de</strong> masteropleiding<br />

tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F9: Duur<br />

De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. <strong>de</strong> omvang van het curriculum:<br />

WO-bachelor: in <strong>de</strong> regel 180 studiepunten.<br />

WO-master: minimaal 60 studiepunten, afhankelijk van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> omvat 180 EC en voldoet daarmee aan<br />

<strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

163


Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics omvat 120 EC en voldoet daarmee aan<br />

<strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F10: Afstemming tussen vormgeving en inhoud<br />

Het didactisch concept is in lijn met <strong>de</strong> doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> volgt volgens <strong>de</strong> zelfstudie een faculteitsbreed didactisch concept waarin<br />

een aantal algemene, leertheoretische kenmerken centraal staan. Het concept gaat ervan uit dat<br />

stu<strong>de</strong>nten door hun eigen activiteiten voortdurend zelf bouwen aan hun kennis en vaardighe<strong>de</strong>n.<br />

Het vakgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> heeft daarnaast nog een aantal specifieke kenmerken:<br />

• gerichtheid op beheersing van wiskundige vaktaal, re<strong>de</strong>neerwijzen en basistechnieken;<br />

• gerichtheid op begripsvorming, diepgang en abstractie;<br />

• toepassingsgerichtheid;<br />

• probleem- en on<strong>de</strong>rzoeksgerichtheid;<br />

• gerichtheid op functioneren van <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> bachelorstu<strong>de</strong>nt in <strong>de</strong> maatschappij en<br />

voortgezette studie.<br />

De zelfstudie bevat een <strong>over</strong>zicht dat laat zien binnen welke eindtermen bepaal<strong>de</strong> vakspecifieke<br />

kenmerken uit het didactisch concept terugkomen. Volgens <strong>de</strong> tabel is het didactisch concept<br />

in lijn met <strong>de</strong> eindtermen. De al eer<strong>de</strong>r vermel<strong>de</strong> leerlijnen zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie een structurering<br />

van het didactisch concept, waarbij <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zorgvuldig gepland<br />

zijn in <strong>de</strong> opbouw van het programma.<br />

Binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt gebruikgemaakt van verschillen<strong>de</strong> werkvormen: hoorcolleges,<br />

werkcolleges, geïntegreer<strong>de</strong> hoor-werkcolleges, computerpractica, groepswerk en projectwerk.<br />

De werkvorm bij een vak wordt gekozen in <strong>over</strong>leg tussen <strong>de</strong> opleidingscoördinator<br />

en <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijke docent(en). Alle werkvormen wor<strong>de</strong>n beschreven in <strong>de</strong> zelfstudie, die<br />

ook een tabel bevat waarin een uitsplitsing wordt gegeven van <strong>de</strong> uren per werkvorm per jaar.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie ligt binnen het programma van <strong>de</strong> masteropleiding het accent vooral op<br />

het aanreiken van bouwstenen voor <strong>de</strong> eigen kennisconstructie. De opleiding gaat ervan uit<br />

dat stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding zelfstandig kunnen leren en werken. Die zelfstandigheid<br />

komt vooral tot uitdrukking in het afstu<strong>de</strong>erproject. In het verle<strong>de</strong>n besteed<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten<br />

een groot <strong>de</strong>el van hun tijd aan zelfstudie, tegenwoordig kunnen zij door <strong>de</strong> interuniversitaire<br />

samenwerking en door <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke samenwerking via het Regieorgaan meer colleges volgen.<br />

De zelfstudie bevat geen na<strong>de</strong>re informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> werkvormen die binnen <strong>de</strong> masteropleiding<br />

wor<strong>de</strong>n gehanteerd.<br />

In <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met stu<strong>de</strong>nten bleek dat zij tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> werkvormen. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding gaven aan dat zij niet veel<br />

in teamverband werken, maar wel vaak samen met an<strong>de</strong>re stu<strong>de</strong>nten huiswerkopdrachten<br />

maken. Uit <strong>de</strong> gesprekken met docenten bleek dat <strong>de</strong> werkvorm die wordt gebruikt voor een<br />

164 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> masteropleiding afhankelijk is van <strong>de</strong> docent. De werkvormen zijn in <strong>de</strong><br />

masteropleiding niet op een structurele manier uitgewerkt, in tegenstelling tot <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>.<br />

Docenten zijn van mening dat er feitelijk door <strong>de</strong> kleine stu<strong>de</strong>ntenaantallen binnen<br />

<strong>de</strong> masteropleiding slechts zel<strong>de</strong>n hoorcolleges wor<strong>de</strong>n gegeven. Wanneer die al aangebo<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n, zijn het vaak interactieve colleges.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat er voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een expliciet didactisch concept<br />

gehanteerd wordt, maar dat dit voor <strong>de</strong> masteropleiding veel min<strong>de</strong>r het geval is. Bij<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is een aantal kenmerken aanwijsbaar die een lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rol spelen bij <strong>de</strong><br />

vormgeving van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> opleidingen. De commissie kan zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

keuzen die <strong>de</strong> opleiding op dat punt heeft gemaakt. Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie zijn <strong>de</strong><br />

werkvormen die wor<strong>de</strong>n gehanteerd voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

a<strong>de</strong>quaat, al zou wat meer variatie bijvoorbeeld met groeps- of projectwerk wenselijk<br />

zijn. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> werkvormen aansluiten bij <strong>de</strong> inhoud en <strong>de</strong> plaats<br />

van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen het curriculum.<br />

Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie zijn <strong>de</strong> didactische keuzen voor <strong>de</strong> inrichting van het programma<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding ook a<strong>de</strong>quaat. Zij is zich ervan bewust dat het in het geval<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding, waarin het aantal stu<strong>de</strong>nten beperkt is en waarin <strong>de</strong> zelfstandigheid en<br />

<strong>de</strong> zelfwerkzaamheid van stu<strong>de</strong>nten een meer prominente plaats innemen dan in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>,<br />

ook min<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> hand ligt dat <strong>de</strong> opleiding komt tot uitgesproken keuzen. Zij<br />

is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> werkvormen die voor <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n gebruikt in voldoen<strong>de</strong><br />

mate aansluiten bij <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleiding. Het eerste <strong>de</strong>el van<br />

het programma is vooral gericht op het <strong>over</strong>brengen van gespecialiseer<strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n,<br />

het twee<strong>de</strong> op het zelfstandig toepassen van <strong>de</strong> verworven kennis en vaardighe<strong>de</strong>n.<br />

De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> didactische keuzen die <strong>de</strong> opleidingen hebben gemaakt<br />

in voldoen<strong>de</strong> mate zijn afgestemd op <strong>de</strong> doelstellingen van <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

en op <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> programma’s. Zij is wel van mening dat het goed zou zijn om ook binnen<br />

het programma van <strong>de</strong> masteropleiding <strong>de</strong> variatie in werkvormen structureel uit te werken<br />

en <strong>de</strong> keuze voor een werkvorm min<strong>de</strong>r afhankelijk te maken van <strong>de</strong> individuele docent.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen<br />

aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> afstemming tussen vormgeving en inhoud.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F11: Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing<br />

Door <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen, toetsingen en examens wordt a<strong>de</strong>quaat getoetst of <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> leerdoelen van<br />

(on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma hebben gerealiseerd.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie staat beschreven welke toetsvormen er wor<strong>de</strong>n gehanteerd binnen het on<strong>de</strong>rwijs<br />

in <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding: schriftelijke tentamens, mon<strong>de</strong>linge tentamens,<br />

beoor<strong>de</strong>ling van huiswerkopgaven, beoor<strong>de</strong>ling van programmeeropdrachten, beoor<strong>de</strong>ling van<br />

presentaties en beoor<strong>de</strong>ling van afstu<strong>de</strong>erscripties. In <strong>de</strong> zelfstudie wordt vermeld dat <strong>de</strong> beoor-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

165


<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing tot op he<strong>de</strong>n steeds voornamelijk een informeel karakter had<strong>de</strong>n, maar<br />

dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>over</strong>tuigd zijn van <strong>de</strong> noodzaak van een zekere mate van formalisering. Zo<br />

wordt het actieplan dat is opgesteld door het College van Bestuur van <strong>de</strong> Radboud Universiteit<br />

gelei<strong>de</strong>lijk geïmplementeerd. Dit betekent on<strong>de</strong>r meer dat <strong>de</strong> Examencommissie een zwaar<strong>de</strong>re<br />

rol krijgt, dat <strong>de</strong> kwaliteitswaarborg voor toetsing en beoor<strong>de</strong>ling in het On<strong>de</strong>rwijs‐ en<br />

Examenreglement wordt opgenomen en dat het on<strong>de</strong>rwijsmanagement <strong>de</strong> samenwerking tussen<br />

docenten bij het maken en beoor<strong>de</strong>len van toetsen bevor<strong>de</strong>rt.<br />

Naar aanleiding van dit actieplan hebben <strong>de</strong> opleidingen in september 2006 een notitie geschreven<br />

waarin zij aangeven hoe zij <strong>de</strong> (nieuwe) taken van <strong>de</strong> Examencommissie zien en hoe in<br />

<strong>de</strong> toekomst toetsen gemaakt en beoor<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n. De le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Examencommissie zijn<br />

<strong>over</strong>tuigd van <strong>de</strong> zin en het nut van <strong>de</strong>ze notitie, maar vragen zich wel af of <strong>de</strong> invoering van<br />

<strong>de</strong> maatregelen en procedures niet gaat zorgen voor onnodige rompslomp.<br />

De afstu<strong>de</strong>erwerken die <strong>de</strong> commissie voorafgaand aan haar bezoek heeft bestu<strong>de</strong>erd, had<strong>de</strong>n<br />

hoge eindcijfers gekregen. Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie waren die cijfers niet in alle<br />

gevallen gerechtvaardigd. De docenten gaven tij<strong>de</strong>ns het gesprek met <strong>de</strong> commissie aan dat<br />

afstu<strong>de</strong>erwerken nog vaak wor<strong>de</strong>n gezien als een gemeenschappelijk werk van stu<strong>de</strong>nt en begelei<strong>de</strong>r.<br />

Zij zijn zich bewust van <strong>de</strong> gevaren die <strong>de</strong>ze houding met zich meebrengt, ook in een<br />

later stadium, wanneer stu<strong>de</strong>nten zich op <strong>de</strong> arbeidsmarkt begeven. Volgens het opleidingsplan<br />

van september 2006 moet dit probleem wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rvangen door in het vervolg alle<br />

afstu<strong>de</strong>erwerken door twee examinatoren te laten beoor<strong>de</strong>len. Daarnaast moeten er checklists<br />

wor<strong>de</strong>n opgesteld voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding, zodat <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erwerken<br />

op een uniforme en controleerbare manier beoor<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n. Met ingang van het studiejaar<br />

2007-2008 heeft <strong>de</strong> Examencommissie een beoor<strong>de</strong>lingsprocedure voor afstu<strong>de</strong>erwerken vastgesteld,<br />

waarin ook <strong>de</strong> mate van zelfstandigheid waarmee <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt het afstu<strong>de</strong>erwerk heeft<br />

gemaakt wordt meegewogen.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong>, blijkt dat <strong>de</strong> Examencommissie geen zicht heeft<br />

op het jaar dat masterstu<strong>de</strong>nten die een an<strong>de</strong>re variant dan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvariant volgen, buiten<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ren. Het oor<strong>de</strong>el van docenten van an<strong>de</strong>re opleidingen wordt zon<strong>de</strong>r<br />

vragen <strong>over</strong>genomen. Facultair beleid op dit punt ontbreekt. De Examencommissie erkent het<br />

probleem ervan, maar heeft nog geen plannen ontwikkeld om het op te lossen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> informatie met betrekking tot <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing bestu<strong>de</strong>erd<br />

en vastgesteld dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding gekozen hebben voor a<strong>de</strong>quate<br />

toetsvormen. Zij heeft on<strong>de</strong>r meer tij<strong>de</strong>ns haar bezoek tentamens, toetsen, opdrachten en<br />

beoor<strong>de</strong>lingsformulieren bekeken. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> toetsvormen die wor<strong>de</strong>n gehanteerd<br />

voldoen<strong>de</strong> variatie vertonen en in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> werkvorm die voor<br />

het betreffen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el wordt gehanteerd. De commissie is van mening dat zowel in <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> als in <strong>de</strong> masteropleiding op een a<strong>de</strong>quate manier wordt getoetst of <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

<strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> leerdoelen van het programma daadwerkelijk hebben gerealiseerd. Zij heeft<br />

geconstateerd dat er op dit punt geen belemmeringen of knelpunten bestaan. De commissie is<br />

van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> formele regels die <strong>de</strong> opleidingen hanteren rond <strong>de</strong> toetsing en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling<br />

in het algemeen in or<strong>de</strong> zijn.<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> initiatieven die <strong>de</strong> opleidingen genomen hebben om <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling<br />

en <strong>de</strong> toetsing te formaliseren en te structureren. Zij is van mening dat <strong>de</strong> Examencom-<br />

166 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


missie tot nu toe niet optimaal functioneer<strong>de</strong>, maar vindt ook dat <strong>de</strong> recente notitie waarin <strong>de</strong><br />

rol van <strong>de</strong> Examencommissie wordt besproken, hoopgevend is. De commissie kan zich vin<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong>ze notitie en heeft vernomen dat <strong>de</strong> voornemens die in <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> notitie<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> Examencommissie zijn geformuleerd, inmid<strong>de</strong>ls zijn geïmplementeerd.<br />

De commissie is wel van mening dat <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erwerken verbeterd moet<br />

wor<strong>de</strong>n en dat <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>de</strong> kwaliteit van het afstu<strong>de</strong>erwerk beter moet weergeven. Het<br />

oor<strong>de</strong>el voor een afstu<strong>de</strong>erwerk viel in meer<strong>de</strong>re gevallen hoger uit dan <strong>de</strong> commissie had<br />

verwacht.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het<br />

criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> toetsing en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

3.<strong>2.</strong>3. Inzet van personeel<br />

F12: Eisen WO<br />

De opleiding sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor <strong>de</strong> inzet van personeel van een WO-opleiding:<br />

Het on<strong>de</strong>rwijs wordt voor een belangrijk <strong>de</strong>el verzorgd door on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het vakgebied.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie is een tabel opgenomen met informatie <strong>over</strong> het wetenschappelijk personeel<br />

dat on<strong>de</strong>rwijs verzorgt in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding. Het on<strong>de</strong>rwijs<br />

wordt verzorgd door <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf (vijf hoogleraren, vijf universitair<br />

hoofddocenten en drie universitair docenten), postdocs, junioron<strong>de</strong>rzoekers en stu<strong>de</strong>ntassistenten.<br />

De laatste drie groepen wor<strong>de</strong>n ingezet bij <strong>de</strong> begeleiding van werkcolleges en bij<br />

projecten. De stafle<strong>de</strong>n verzorgen on<strong>de</strong>rwijs in het hele bachelor- en mastercurriculum.<br />

De le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf zijn primair in dienst bij het on<strong>de</strong>rzoeksinstituut<br />

IMAPP (Institute for Mathematics, Astrophysics and Particle Physics) en zijn allen gepromoveerd.<br />

Zij participeren on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re in clusters als DIAMANT en GQT. Een van <strong>de</strong> hoogleraren<br />

heeft een Pioniersubsidie van NWO toegekend gekregen.<br />

Op het moment dat <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> faculteit bezocht, bedroeg het aantal vrouwen binnen <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke staf nul. De opleidingen betreuren dit ten zeerste. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van<br />

<strong>de</strong> commissie waren er vacatures voor twee hoogleraren en een universitair docent. Sindsdien<br />

zijn <strong>de</strong> hoogleraarsposities vervuld, waarvan een door een vrouw.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

167


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf die on<strong>de</strong>rwijs<br />

verzorgen in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> gepromoveerd zijn<br />

en on<strong>de</strong>rzoek verrichten dat regelmatig wordt beoor<strong>de</strong>eld door internationaal samengestel<strong>de</strong><br />

visitatiecommissies. Zij conclu<strong>de</strong>ert op basis daarvan dat een belangrijk <strong>de</strong>el van het on<strong>de</strong>rwijs<br />

wordt verzorgd door actieve on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling van<br />

het vakgebied.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen<br />

aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

De commissie mist echter een gericht beleid om meer vrouwelijke stafle<strong>de</strong>n aan te werven. De<br />

aanwezigheid en zichtbaarheid van vrouwelijke stafle<strong>de</strong>n kan in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie stimulerend<br />

werken op het aantal meisjes dat wiskun<strong>de</strong> gaat stu<strong>de</strong>ren of daarin wil prom<strong>over</strong>en.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F13: Kwantiteit personeel<br />

Er wordt voldoen<strong>de</strong> personeel ingezet om <strong>de</strong> opleiding met <strong>de</strong> gewenste kwaliteit te verzorgen.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt geconstateerd dat <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> staf te gering is wanneer alle taken<br />

die <strong>de</strong> staf geacht wordt uit te voeren in aanmerking wor<strong>de</strong>n genomen. Dit gegeven is het<br />

gevolg van bezuinigingen in het verle<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> afname van het aantal (uit <strong>de</strong> eerste geldstroom<br />

gefinancier<strong>de</strong>) promovendi die ook een dui<strong>de</strong>lijke on<strong>de</strong>rwijstaak hebben (als werkgroepassistent)<br />

en <strong>de</strong> toegenomen vraag vanuit an<strong>de</strong>re opleidingen naar serviceon<strong>de</strong>rwijs. Omdat <strong>de</strong><br />

omvang van <strong>de</strong> staf te gering is, zijn colleges soms <strong>over</strong>vol en raken docenten <strong>over</strong>belast, omdat<br />

zij ook <strong>de</strong> werkgroepen moeten begelei<strong>de</strong>n. De opleidingen zetten stu<strong>de</strong>ntassistenten in om<br />

<strong>de</strong> werkgroepen te begelei<strong>de</strong>n, wat voor <strong>de</strong> stafle<strong>de</strong>n enige verlichting brengt. Wanneer <strong>de</strong><br />

drie vacatures zijn vervuld die hierboven (on<strong>de</strong>r F12) wer<strong>de</strong>n vermeld, zullen <strong>de</strong>ze problemen<br />

hopelijk in ie<strong>de</strong>r geval ge<strong>de</strong>eltelijk kunnen wor<strong>de</strong>n opgelost.<br />

In <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie met docenten had, zijn <strong>de</strong> hoge werkdruk en <strong>de</strong> geringe<br />

omvang van <strong>de</strong> staf herhaal<strong>de</strong>lijk ter sprake gekomen. Docenten ervaren <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsbelasting<br />

als hoog. De mini-cv’s in <strong>de</strong> bijlagen suggereren een ongelijke ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijslast. Dat<br />

beeld komt echter niet <strong>over</strong>een met <strong>de</strong> werkelijkheid, omdat <strong>de</strong> tijd die docenten beste<strong>de</strong>n aan<br />

het serviceon<strong>de</strong>rwijs niet is verdisconteerd. De belasting is gelijkelijk ver<strong>de</strong>eld <strong>over</strong> alle stafle<strong>de</strong>n.<br />

De commissie heeft ook met het management <strong>over</strong> <strong>de</strong>ze problematiek gesproken. Het management<br />

is zich bewust van <strong>de</strong> problemen, maar heeft het gevoel er weinig aan te kunnen doen.<br />

Het is <strong>over</strong>igens opmerkelijk dat bij wiskun<strong>de</strong> geen enkele bijzon<strong>de</strong>r hoogleraar aangesteld is.<br />

Een an<strong>de</strong>re mogelijkheid is <strong>de</strong> uitwisseling tussen stafle<strong>de</strong>n van verschillen<strong>de</strong> instellingen. Die<br />

maatregel zal echter niet lei<strong>de</strong>n tot een verlaging van <strong>de</strong> werkdruk.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie kon onmid<strong>de</strong>llijk na haar bezoek op basis van <strong>de</strong> informatie in <strong>de</strong> zelfstudie<br />

en <strong>de</strong> gesprekken die zij gevoerd heeft met alle betrokkenen alleen maar conclu<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong><br />

168 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


omvang van het personeel in het geval van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> te gering was wanneer alle<br />

taken die moesten wor<strong>de</strong>n uitgevoerd in ogenschouw wer<strong>de</strong>n genomen. Voor <strong>de</strong>ze opleiding<br />

waren ten tij<strong>de</strong> van het bezoek naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie onvoldoen<strong>de</strong> docenten<br />

beschikbaar. Door <strong>de</strong> recente hoogleraarsbenoemingen en <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> benoeming van een<br />

universitair docent is <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> staf in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie we<strong>de</strong>rom op een<br />

aanvaardbaar niveau gekomen en kunnen <strong>de</strong> problemen die zij ten tij<strong>de</strong> van haar bezoek constateer<strong>de</strong><br />

als opgelost wor<strong>de</strong>n beschouwd. In <strong>de</strong> masteropleiding werd het probleem dat <strong>de</strong><br />

omvang van <strong>de</strong> staf beperkt was ten tij<strong>de</strong> van het bezoek reeds voor een <strong>de</strong>el on<strong>de</strong>rvangen door<br />

het feit dat stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong>el kon<strong>de</strong>n nemen aan het on<strong>de</strong>rwijs dat wordt georganiseerd in het<br />

ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma. De commissie constateert dat <strong>de</strong> mogelijkheid om<br />

bijzon<strong>de</strong>r hoogleraren aan te stellen, die bijvoorbeeld uit het bedrijfsleven afkomstig kunnen<br />

zijn, slechts in beperkte mate benut is. Dit lijkt in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie een gemiste kans<br />

te zijn, niet alleen ter verlichting van <strong>de</strong> werkdruk van <strong>de</strong> docenten, maar ook met het oog op<br />

<strong>de</strong> verbreding van het aanbod en <strong>de</strong> contacten die het oplevert.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Zij heeft haar<br />

aanvankelijk negatieve oor<strong>de</strong>el herzien, omdat zij ervan <strong>over</strong>tuigd is dat <strong>de</strong> opleiding door <strong>de</strong><br />

benoeming van twee nieuwe hoogleraren en <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> benoeming van een universitair<br />

docent in staat is om voldoen<strong>de</strong> personeel in te zetten. De commissie kwam ten tij<strong>de</strong> van haar<br />

bezoek al tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleiding, omdat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten gebruik<br />

kunnen maken van het on<strong>de</strong>rwijs dat wordt verzorgd in het ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F14: Kwaliteit personeel<br />

Het personeel is gekwalificeerd voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke, on<strong>de</strong>rwijskundige en organisatorische realisatie van het<br />

programma.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie zijn <strong>de</strong> stafle<strong>de</strong>n uitstekend gekwalificeerd voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke en on<strong>de</strong>rwijskundige<br />

realisatie van het programma. Alle vaste stafle<strong>de</strong>n zijn werkzaam als on<strong>de</strong>rzoeker<br />

binnen het IMAPP, hetgeen er borg voor staat dat zij aca<strong>de</strong>misch voldoen<strong>de</strong> gekwalificeerd<br />

zijn. Dat <strong>de</strong> docenten beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke on<strong>de</strong>rwijskundige kwalificaties wordt<br />

bewerkstelligd door het scholingsaanbod voor zowel beginnen<strong>de</strong> als ervaren docenten. In <strong>de</strong><br />

zelfstudie wordt <strong>over</strong>igens niet vermeld wie het aanbod op het gebied van scholing en training<br />

verzorgt. De zelfstudie vermeldt ver<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> opleidingen het voornemen hebben om intervisiegroepen<br />

op te zetten, waarin docenten verplicht zullen participeren. Uit <strong>de</strong> gesprekken die<br />

<strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met docenten bleek dat zij daar positief oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> het opzetten van<br />

<strong>de</strong>rgelijke intervisiegroepen. De faculteit heeft voor beginnen<strong>de</strong> (junior)docenten een scholingstraject<br />

opgezet dat moet lei<strong>de</strong>n tot een basiskwalificatie on<strong>de</strong>rwijs (BKO). Beginnen<strong>de</strong><br />

docenten zijn verplicht om dit traject, dat bestaat uit zes on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, te volgen.<br />

Bij <strong>de</strong> werving van nieuwe docenten wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie niet alleen aandacht besteed<br />

aan on<strong>de</strong>rzoekskwaliteiten, maar ook aan on<strong>de</strong>rwijskwaliteiten. In <strong>de</strong> gesprekken met docenten<br />

kwam naar voren dat er een facultaire procedure bestaat voor <strong>de</strong> werving van nieuwe docenten,<br />

die on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re voorschrijft dat er in alle gevallen een benoemingscommissie wordt ingesteld,<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

169


waarin in ie<strong>de</strong>r geval vertegenwoordigers van het vakgebied en een stu<strong>de</strong>nt zitting hebben. Een<br />

sollicitant wordt altijd gevraagd om een proefcollege te verzorgen.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie met stu<strong>de</strong>nten voer<strong>de</strong>, bleek dat zij erg tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> docenten. De kleinschaligheid van <strong>de</strong> opleidingen wordt veelvuldig geroemd. De docenten<br />

zijn goed en gemakkelijk bena<strong>de</strong>rbaar en zij zijn altijd bereid om tijd vrij te maken voor <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen aandacht beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> professionalisering<br />

en <strong>de</strong> didactische vaardighe<strong>de</strong>n van docenten, zij het dat daarbij <strong>de</strong> nadruk in sterke mate<br />

ligt op nieuwe docenten, die verplicht zijn om een traject te volgen waarin het verzorgen van<br />

on<strong>de</strong>rwijs centraal staat, en dat on<strong>de</strong>rwijskwaliteiten een rol spelen in het personeelsbeleid<br />

(bijvoorbeeld in <strong>de</strong> werving van nieuwe docenten). Zij is er, ook op grond van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len<br />

van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten, van <strong>over</strong>tuigd dat <strong>de</strong> docenten beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskundige en <strong>de</strong><br />

organisatorische kwalificaties die noodzakelijk zijn om het on<strong>de</strong>rwijs op een a<strong>de</strong>quate manier<br />

te verzorgen.<br />

De docenten beschikken naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie ook <strong>over</strong> <strong>de</strong> vereiste inhou<strong>de</strong>lijke<br />

expertise. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> staf in zijn geheel beschikt <strong>over</strong> voldoen<strong>de</strong> kennis en<br />

expertise van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> waaraan in <strong>de</strong> programma’s aandacht<br />

wordt besteed.<br />

De commissie is zich ervan bewust dat <strong>de</strong> inzet van het personeel zeer hoog is, zeker gezien<br />

<strong>de</strong> werkdruk die er bestaat. Zij waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> inspanningen en <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong><br />

docenten.<br />

De commissie komt dan ook tot het oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium<br />

dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

3.<strong>2.</strong>4. Voorzieningen<br />

F15: Materiële voorzieningen<br />

De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.<br />

Beschrijving<br />

De wiskun<strong>de</strong>opleidingen bevin<strong>de</strong>n zich sinds kort in een van <strong>de</strong> nieuwe gebouwen van <strong>de</strong><br />

Faculteit <strong>de</strong>r Natuurwetenschappen, Wiskun<strong>de</strong> en Informatica. In <strong>de</strong> zelfstudie wordt uitge-<br />

170 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


eid beschreven <strong>over</strong> welke voorzieningen stu<strong>de</strong>nten beschikken. Een van <strong>de</strong> nieuwe voorzieningen<br />

is het studielandschap, waarin stu<strong>de</strong>nten zelfstandig kunnen stu<strong>de</strong>ren, samen kunnen<br />

werken met an<strong>de</strong>re stu<strong>de</strong>nten of <strong>de</strong> studieboeken kunnen inzien die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> colleges wor<strong>de</strong>n<br />

gebruikt. Het studielandschap ligt naast <strong>de</strong> bibliotheek en in <strong>de</strong> buurt van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsruimten,<br />

waardoor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten alle faciliteiten die zij voor hun studie nodig hebben on<strong>de</strong>r handbereik<br />

hebben.<br />

Alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding zijn gekoppeld<br />

aan <strong>de</strong> elektronische leeromgeving Blackboard, waarin stu<strong>de</strong>nten <strong>over</strong>al ter wereld kunnen<br />

inloggen. Dat geldt ook voor het administratieve systeem KISS, met behulp waarvan stu<strong>de</strong>nten<br />

zich on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re voor cursussen en tentamens kunnen inschrijven.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong>, bleek dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zeer tevre<strong>de</strong>n<br />

zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> faciliteiten waar<strong>over</strong> zij beschikken. Zij meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie dat het studielandschap<br />

hen stimuleert om meer aan zelfstudie te doen.<br />

De commissie heeft zich tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit zelf een beeld gevormd van <strong>de</strong><br />

voorzieningen waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> opleidingen beschikken.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> voorzieningen waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

beschikken (<strong>de</strong> bibliotheek, computervoorzieningen en het studielandschap) uitstekend<br />

zijn. De commissie heeft in het bijzon<strong>de</strong>r veel waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke ruimten<br />

waar stu<strong>de</strong>nten in teamverband kunnen werken. Zij komt zowel voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als<br />

voor <strong>de</strong> masteropleiding tot het oor<strong>de</strong>el ‘excellent’ voor dit facet, omdat zij heeft vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong> voorzieningen op een goed doordachte manier zijn ingericht en omdat <strong>de</strong> opleidingen<br />

erin geslaagd zijn om <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> doelen op dit punt te realiseren, iets wat het dui<strong>de</strong>lijkst blijkt<br />

uit <strong>de</strong> opmerking van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten dat zij door <strong>de</strong> manier waarop het studielandschap is ingericht<br />

wor<strong>de</strong>n gestimuleerd om meer tijd aan zelfstudie te beste<strong>de</strong>n.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is excellent.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is excellent.<br />

F16: Studiebegeleiding<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten zijn a<strong>de</strong>quaat met het oog op studievoortgang.<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten sluiten aan bij <strong>de</strong> behoefte van stu<strong>de</strong>nten.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie krijgen stu<strong>de</strong>nten op verschillen<strong>de</strong> manieren voorlichting <strong>over</strong> hun<br />

studie:<br />

1. via <strong>de</strong> studiegids (op papier en via internet beschikbaar), waarin cursusbeschrijvingen en<br />

algemene informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> opbouw van <strong>de</strong> opleiding is te vin<strong>de</strong>n;<br />

<strong>2.</strong> via <strong>de</strong> websites van docenten, waarop zij hun leermaterialen voor cursussen presenteren;<br />

3. via Blackboard, <strong>de</strong> elektronische leeromgeving, die vooral wordt gebruikt als portaal om<br />

door te linken naar bijvoorbeeld sites van docenten en informatie uit <strong>de</strong> studiegids;<br />

4. via voorlichtingsbijeenkomsten, die wor<strong>de</strong>n georganiseerd rond een specifiek thema, zoals<br />

<strong>de</strong> bachelorscriptie of <strong>de</strong> keuze voor een richting binnen <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

171


De eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> zelfstudie minstens driemaal uitgenodigd voor een<br />

gesprek met <strong>de</strong> studieadviseur. Na het twee<strong>de</strong> gesprek (dat in januari plaatsvindt) wordt een studieadvies<br />

uitgebracht, dat gebaseerd is op <strong>de</strong> uitkomsten van het gesprek en op <strong>de</strong> resultaten die<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste twee kwartalen heeft behaald. Aan het ein<strong>de</strong> van het eerste studiejaar<br />

krijgen stu<strong>de</strong>nten een ein<strong>de</strong>jaarsadvies. Bei<strong>de</strong> adviezen zijn <strong>over</strong>igens niet bin<strong>de</strong>nd of dwingend.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt geconstateerd dat <strong>de</strong> voorlichting <strong>over</strong> bijvakken niet voldoet. De<br />

<strong>bacheloropleiding</strong> was voornemens om aan het begin van het studiejaar 2006-2007 oriënteren<strong>de</strong><br />

gesprekken te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> nieuwe eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten, zodat <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten een<br />

beter gefun<strong>de</strong>er<strong>de</strong> keuze voor een bijvak kon<strong>de</strong>n maken. Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie<br />

gevoerd heeft met stu<strong>de</strong>nten bleek dat <strong>de</strong>ze gesprekken ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie<br />

nog niet had<strong>de</strong>n plaatsgevon<strong>de</strong>n. De stu<strong>de</strong>nten gaven aan dat zij het prettig zou<strong>de</strong>n<br />

vin<strong>de</strong>n om informatie van ou<strong>de</strong>rejaarsstu<strong>de</strong>nten te krijgen.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben in een gesprek met <strong>de</strong> commissie aangegeven<br />

dat <strong>de</strong> drie gesprekken in het eerste jaar in<strong>de</strong>rdaad plaatsvin<strong>de</strong>n. Zij geven ook aan dat <strong>de</strong><br />

intensiteit van <strong>de</strong> begeleiding na het eerste jaar dui<strong>de</strong>lijk afneemt. Tij<strong>de</strong>ns het gesprek met<br />

<strong>de</strong> studieadviseur vernam <strong>de</strong> commissie dat stu<strong>de</strong>nten in het twee<strong>de</strong> jaar eenmaal wor<strong>de</strong>n<br />

opgeroepen voor een gesprek. De stu<strong>de</strong>nten die wor<strong>de</strong>n uitgenodigd voor een gesprek zijn<br />

<strong>over</strong>igens niet verplicht te gaan. Het is <strong>de</strong> commissie niet dui<strong>de</strong>lijk hoe <strong>de</strong> opleiding reageert<br />

wanneer stu<strong>de</strong>nten geen gehoor geven aan een uitnodiging. De voortgang van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

wordt gevolgd met behulp van het studievoortgangssysteem ISIS. De stu<strong>de</strong>nten weten <strong>over</strong>igens<br />

<strong>de</strong> studieadviseur ook te vin<strong>de</strong>n wanneer zij geen uitnodiging voor een gesprek hebben<br />

ontvangen. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding bestaat <strong>de</strong> studiebegeleiding in <strong>de</strong>ze<br />

fase van <strong>de</strong> opleiding vooral uit monitoring.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat er zowel in <strong>de</strong> bachelor‐ als in <strong>de</strong> masteropleiding structureel<br />

aandacht wordt geschonken aan <strong>de</strong> begeleiding van stu<strong>de</strong>nten. Dat geldt in het bijzon<strong>de</strong>r<br />

voor het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. De commissie is van mening dat eventuele<br />

problemen met <strong>de</strong> studievoortgang snel wor<strong>de</strong>n gesignaleerd door <strong>de</strong> drie gesprekken die<br />

plaatsvin<strong>de</strong>n in het eerste jaar. De contacten tussen studieadviseur en stu<strong>de</strong>nten zijn in <strong>de</strong><br />

ogen van <strong>de</strong> commissie goed. De stu<strong>de</strong>nten zijn dan ook tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> begeleiding. De<br />

commissie heeft geen knelpunten geconstateerd. Dat geldt ook voor <strong>de</strong> informatievoorziening<br />

aan stu<strong>de</strong>nten, die geen informatie lijken te missen en alles weten te vin<strong>de</strong>n.<br />

De commissie komt voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ omdat zij <strong>de</strong> extra aandacht<br />

die wordt besteed aan <strong>de</strong> begeleiding zeer waar<strong>de</strong>ert. Zij komt voor <strong>de</strong> masteropleiding<br />

tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

172 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


3.<strong>2.</strong>5. Interne kwaliteitszorg<br />

F17: Evaluatie resultaten<br />

De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand van toetsbare streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

periodiek geëvalueerd, maar zijn er nog geen toetsbare streefdoelen geformuleerd. De periodieke<br />

evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs wordt gedaan door stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> Opleidingscommissie.<br />

Zij organiseren elk kwartaal voor alle bachelorcursussen die op dat moment wor<strong>de</strong>n verzorgd<br />

een zogenaamd commentaarcollege. Sinds het studiejaar 2005-2006 wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len ook<br />

schriftelijk geëvalueerd met behulp van een standaard vragenformulier dat aan het ein<strong>de</strong> van<br />

een cursus wordt uitge<strong>de</strong>eld. De uitkomsten van <strong>de</strong>ze evaluaties en van <strong>de</strong> commentaarcolleges<br />

wor<strong>de</strong>n besproken in <strong>de</strong> Opleidingscommissie. Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie gevoerd<br />

heeft met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> docentle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie kwam naar voren<br />

dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> masteropleidingen niet structureel geëvalueerd wor<strong>de</strong>n, maar dat<br />

er voor <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len ook commentaarcolleges georganiseerd wor<strong>de</strong>n. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die<br />

stu<strong>de</strong>nten buiten <strong>de</strong> opleiding volgen, wor<strong>de</strong>n niet binnen Wiskun<strong>de</strong> geëvalueerd. De Opleidingscommissie<br />

heeft geen zicht op <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong>ze cursussen. De stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie gaven aan dat zij goed in staat zijn om problemen te bespreken met <strong>de</strong><br />

voorzitter van <strong>de</strong> Opleidingscommissie en dat <strong>de</strong> docenten openstaan voor hun reacties en<br />

opmerkingen.<br />

De Opleidingscommissie heeft in het voorjaar van 2006 een grondige evaluatie van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

uitgevoerd. Zij is voornemens om in <strong>de</strong> loop van het jaar 2008 een vergelijkbare<br />

evaluatie van <strong>de</strong> masteropleiding te doen.<br />

De opleidingsdirecteur kan een ad-hoccommissie in het leven roepen voor een specifiek advies<br />

of evaluatie, bijvoorbeeld voor een bepaald on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het programma. In <strong>de</strong> afgelopen<br />

jaren is dit on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re gedaan voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Calculus en Financiële wiskun<strong>de</strong>.<br />

Zowel in het gesprek met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n als in dat met <strong>de</strong> docentle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

kwam het probleem van <strong>de</strong> (planning van <strong>de</strong>) bijvakkeuze aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Bei<strong>de</strong> geledingen<br />

zien binnen <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> structuur geen a<strong>de</strong>quate oplossing voor dit probleem.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat het on<strong>de</strong>rwijs binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> systematisch en<br />

periodiek wordt geëvalueerd door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> commentaarcollege die tij<strong>de</strong>ns ie<strong>de</strong>r kwartaal<br />

plaatsvin<strong>de</strong>n. Zij heeft ver<strong>de</strong>r geconstateerd dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> inmid<strong>de</strong>ls ook schriftelijke<br />

evaluaties heeft ingevoerd waarbij gebruik wordt gemaakt van gestandaardiseer<strong>de</strong> vragenlijsten<br />

en dat het systeem van interne kwaliteitszorg daarmee meer structuur heeft gekregen.<br />

Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong> masteropleiding een <strong>de</strong>rgelijke<br />

structuur nog niet kennen, maar dat dat on<strong>de</strong>rwijs wel periodiek wordt geëvalueerd tij<strong>de</strong>ns<br />

commentaarcolleges.<br />

De commissie komt op basis van <strong>de</strong> informatie in <strong>de</strong> zelfstudie en <strong>de</strong> gevoer<strong>de</strong> gesprekken<br />

tot <strong>de</strong> conclusie dat <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg voldoet aan <strong>de</strong> eisen die daaraan gesteld mogen<br />

wor<strong>de</strong>n. Zij waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> en <strong>de</strong>gelijke verslaggeving van <strong>de</strong> evaluaties van <strong>de</strong> bachelorvakken<br />

die in het voorjaar van 2006 is uitgevoerd en <strong>de</strong> inzet van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Oplei-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

173


dingscommissie. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> mastervakken tot nu toe tamelijk<br />

informeel verloopt, maar goed blijkt te voldoen.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het<br />

criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> resultaten. Zij is wel van mening dat<br />

een meer structurele verankering van <strong>de</strong> kwaliteitszorg gewenst is en dat het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong><br />

masteropleiding meer planmatig geëvalueerd zou moeten wor<strong>de</strong>n.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F18: Maatregelen tot verbetering<br />

De uitkomsten van <strong>de</strong>ze evaluatie vormen <strong>de</strong> basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan<br />

realisatie van <strong>de</strong> streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie is een uitgebrei<strong>de</strong> lijst opgenomen met alle veran<strong>de</strong>ringen en verbeteringen<br />

die <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> afgelopen jaren hebben doorgevoerd. Sommige aanpassingen kwamen<br />

voort uit <strong>de</strong> vorige on<strong>de</strong>rwijsvisitatie, an<strong>de</strong>re uit facultaire maatregelen. Niet alle maatregelen<br />

had<strong>de</strong>n een positief effect (zoals <strong>de</strong> afvloeiingsregeling in verband met een reorganisatie). De<br />

zelfstudie bevat ook een <strong>over</strong>zicht van wijzigingen met ingang van het studiejaar 2006-2007<br />

die geformuleerd en uitgewerkt wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Opleidingscommissie. De genomen maatregelen<br />

hebben allemaal betrekking op het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Uit gesprekken<br />

met <strong>de</strong> docentle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie bleek dat er nog te weinig masterstu<strong>de</strong>nten<br />

zijn om het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> masteropleiding goed te kunnen evalueren.<br />

Ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie waren er nog niet veel concrete verbetermaatregelen<br />

naar aanleiding van <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in 2006 genomen. Wanneer daartoe<br />

een aanleiding bestond, zijn <strong>de</strong> resultaten van die evaluatie wel besproken met <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong><br />

docenten. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie hebben <strong>de</strong>ze docenten toegezegd <strong>de</strong> inhoud of organisatie<br />

van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die zij verzorgen waar nodig aan te passen.<br />

De belangrijkste verbetering die in het studiejaar 2007-2008 zal wor<strong>de</strong>n doorgevoerd, is uitbreiding<br />

van <strong>de</strong> bijvaklijnen Financiële wiskun<strong>de</strong>, Informatica en Natuurkun<strong>de</strong> tot minors en<br />

uitbreiding van <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> bachelorscriptie.<br />

De stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie zijn van mening dat er bij praktische problemen<br />

snel en a<strong>de</strong>quaat gehan<strong>de</strong>ld wordt, maar zij zijn min<strong>de</strong>r positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> afhan<strong>de</strong>ling van dieperliggen<strong>de</strong><br />

problemen (zoals een docent die niet goed uitlegt), waarmee in hun ogen te weinig wordt<br />

gedaan. Een van <strong>de</strong> initiatieven die hierop inspelen is het instellen van <strong>de</strong> intervisiegesprekken.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong><br />

bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n besproken op <strong>de</strong> daarvoor aangewezen plaatsen en<br />

aanleiding geven tot het opstellen van verbetermaatregelen wanneer dat noodzakelijk is. Zij is<br />

van mening dat <strong>de</strong> uitkomsten van evaluaties in het bijzon<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zorgen<br />

voor aantoonbare verbeteringen. Zij heeft verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n gezien van maatregelen<br />

die op basis van <strong>de</strong> uitkomsten van evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs zijn genomen om <strong>de</strong> kwaliteit<br />

174 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


van het on<strong>de</strong>rwijs te verbeteren. Omdat het aantal stu<strong>de</strong>nten dat <strong>de</strong> masteropleiding volgt nog<br />

beperkt is, functioneert het systeem van kwaliteitszorg daar nog niet optimaal.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt voor<br />

dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F19: Betrekken van me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

Bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg zijn me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en het afnemend beroepenveld van <strong>de</strong> opleiding<br />

actief betrokken.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie conclu<strong>de</strong>ert dat op dit moment vooral stu<strong>de</strong>nten en me<strong>de</strong>werkers zijn betrokken<br />

bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg, maar dat het afnemend beroepenveld en <strong>de</strong> alumni dat nog te<br />

weinig zijn. De betrokkenheid van stu<strong>de</strong>nten en werknemers krijgt gestalte in <strong>de</strong> Opleidingscommissie,<br />

waarin vier stu<strong>de</strong>nten en vier docenten zitting hebben. De terugkoppeling van<br />

zaken die in <strong>de</strong> Opleidingscommissie besproken zijn naar <strong>de</strong> docenten verloopt via persoonlijke<br />

contacten tussen docenten en le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie en <strong>de</strong> voorzitter ervan.<br />

Hoe <strong>de</strong> terugkoppeling naar stu<strong>de</strong>nten verloopt, wordt in <strong>de</strong> zelfstudie niet beschreven.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie bleek<br />

dat <strong>de</strong>ze commissie zowel advies- als beheerstaken uitvoert. Deze situatie is ge<strong>de</strong>eltelijk ontstaan<br />

omdat het On<strong>de</strong>rwijsbureau als gevolg van persoonlijke omstandighe<strong>de</strong>n niet in staat is<br />

om <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> evaluaties voor zijn rekening te nemen. De Opleidingscommissie is<br />

in het vacuüm gesprongen dat daardoor ontstaan is. De le<strong>de</strong>n erkennen dat <strong>de</strong> taakver<strong>de</strong>ling<br />

niet gebruikelijk is, maar beschouwen het tegelijkertijd niet als een probleem. In <strong>de</strong> nabije toekomst<br />

zal <strong>de</strong> Opleidingscommissie zich ook gaan buigen <strong>over</strong> curriculumvernieuwing en <strong>over</strong><br />

het invoeren van <strong>de</strong> major-minorstructuur. Ook zal <strong>de</strong> Opleidingscommissie actief blijven op<br />

het gebied van cursusevaluatie. Uit <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie voor 2006<br />

een meer informele werkwijze hanteer<strong>de</strong> en slechts in beperkte mate aan verslaglegging <strong>de</strong>ed.<br />

De veran<strong>de</strong>ring in <strong>de</strong> werkwijze is zeer sterk gerelateerd aan een veran<strong>de</strong>ring in <strong>de</strong> samenstelling<br />

van <strong>de</strong> Opleidingscommissie.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt ook aandacht geschonken aan een on<strong>de</strong>rzoek dat is uitgevoerd on<strong>de</strong>r<br />

alumni van <strong>de</strong> gehele universiteit. Er wordt een aantal punten van kritiek besproken die uit<br />

dit on<strong>de</strong>rzoek naar voren kwamen (zoals het presenteren voor een groep, <strong>de</strong> communicatieve<br />

vaardighe<strong>de</strong>n, het gebruik van het Engels). De opleiding on<strong>de</strong>rkent <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> kritiek en<br />

heeft een aantal maatregelen ter verbetering genomen of gaat <strong>de</strong>ze nemen. Uit het gesprek dat<br />

<strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met <strong>de</strong> alumni bleek dat zij het geen enkel probleem vin<strong>de</strong>n om meer<br />

betrokken te wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> opleiding.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk van <strong>de</strong> grote inzet en betrokkenheid van <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie en in het bijzon<strong>de</strong>r van die van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n, die in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong><br />

commissie buitengewoon is. Zij heeft veel waar<strong>de</strong>ring voor het initiatief om commentaarcolleges<br />

in te stellen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

175


De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> vele activiteiten die <strong>de</strong> Opleidingscommissie on<strong>de</strong>rneemt, maar<br />

is tegelijkertijd ook van mening dat <strong>de</strong> vermenging van advies- en beheerstaken die inci<strong>de</strong>nteel<br />

is voorgekomen, min<strong>de</strong>r gewenst is. Zij heeft ook geconstateerd dat <strong>de</strong> werkwijze van<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie voor een groot <strong>de</strong>el wordt bepaald door <strong>de</strong> samenstelling en dat <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie daarmee ook kwetsbaar is. Zij vraagt zich af of <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

even actief zal blijven wanneer <strong>de</strong> samenstelling veran<strong>de</strong>rt.<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> betrokkenheid van het afnemend beroepenveld en <strong>de</strong><br />

alumni beperkt is en vergroot zou moeten wor<strong>de</strong>n.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het criterium<br />

dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

3.<strong>2.</strong>6. Resultaten<br />

F20: Gerealiseerd niveau<br />

De gerealiseer<strong>de</strong> eindkwalificaties zijn in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> nagestreef<strong>de</strong> eindkwalificaties qua niveau,<br />

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.<br />

Beschrijving<br />

Op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd voltooid, was het aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

zo klein dat er geen uitspraken kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gedaan <strong>over</strong> het niveau dat tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

opleiding gerealiseerd wordt. Op datzelf<strong>de</strong> moment tel<strong>de</strong> <strong>de</strong> masteropleiding nog geen enkele<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>. Uit het on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r alumni en het afnemend beroepenveld dat hierboven<br />

(on<strong>de</strong>r F19) beschreven is, blijkt dat zowel <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n als het afnemend beroepenveld<br />

tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> kennis en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n waar<strong>over</strong> stu<strong>de</strong>nten beschikken die <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

opleiding hebben gevolgd.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het gesprek dat <strong>de</strong> commissie heeft gevoerd met een aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding werd dui<strong>de</strong>lijk dat zij tij<strong>de</strong>ns hun opleiding aandacht voor <strong>de</strong> beroepsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

na hun studie gemist hebben. De alumni meld<strong>de</strong>n dat zij meer tijd nodig had<strong>de</strong>n<br />

om zich aan te passen aan een nieuwe werkomgeving dan stu<strong>de</strong>nten die een opleiding op<br />

het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> aan een technische universiteit hebben gevolgd. Deze observatie<br />

is <strong>over</strong>igens niet van toepassing op alumni die in het on<strong>de</strong>rzoek werkzaam zijn. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

gaven aan dat zij tij<strong>de</strong>ns hun studie graag an<strong>de</strong>re alumni had<strong>de</strong>n gezien die informatie<br />

kon<strong>de</strong>n geven <strong>over</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor een loopbaan na <strong>de</strong> studie. De alumni die <strong>de</strong> commissie<br />

sprak waren <strong>over</strong>igens voor het grootste <strong>de</strong>el terechtgekomen in het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

176 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


De commissie heeft voorafgaand aan haar bezoek een aantal scripties van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> (die zijn voltooid nadat <strong>de</strong> zelfstudie is vastgesteld) en een aantal doctoraalscripties<br />

bestu<strong>de</strong>erd. Zij heeft hierboven (on<strong>de</strong>r F 11) al enkele opmerkingen gemaakt <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

doctoraalscripties.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding met wie<br />

zij tij<strong>de</strong>ns haar bezoek heeft gesproken in inhou<strong>de</strong>lijk opzicht een goed niveau hebben bereikt<br />

en voldoen<strong>de</strong> waren voorbereid op een loopbaan binnen of buiten <strong>de</strong> universitaire wereld.<br />

Zij heeft wel vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n geen dui<strong>de</strong>lijk beeld had<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> beroepsperspectieven<br />

na hun studie en van mening waren dat <strong>de</strong> opleiding die zij gevolgd hebben<br />

onvoldoen<strong>de</strong> aandacht aan <strong>de</strong>ze perspectieven besteed<strong>de</strong>.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties die zij heeft bestu<strong>de</strong>erd<br />

in het algemeen voldoen<strong>de</strong> is en in sommige gevallen boven dat niveau uitstijgt. Zij is wel<br />

van mening dat in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> scripties van <strong>de</strong> doctoraalopleiding in meer<strong>de</strong>re gevallen<br />

te hoog beoor<strong>de</strong>eld waren en dat <strong>de</strong> scripties in een aantal gevallen niet vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n aan formele<br />

eisen (zoals een a<strong>de</strong>quate inbedding in <strong>de</strong> beschikbare literatuur of een beschrijving van <strong>de</strong><br />

eigen, originele bijdrage van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt). In een aantal gevallen bevatte <strong>de</strong> scriptie geen informatie<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> universiteit of <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> Nijmeegse <strong>bacheloropleiding</strong> hebben<br />

voltooid geen problemen hebben met het niveau van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke mastercolleges. Zij is niet<br />

in staat om on<strong>de</strong>rbouw<strong>de</strong> uitspraken te doen <strong>over</strong> het niveau dat wordt bereikt in <strong>de</strong> masteropleiding,<br />

omdat <strong>de</strong>ze opleiding nog geen afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n kent, maar zij twijfelt er niet aan dat<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> masteropleiding volgen een niveau zullen bereiken dat vergelijkbaar is met<br />

dat van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van zowel <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als <strong>de</strong><br />

masteropleiding het niveau dat vastgelegd is in <strong>de</strong> eindtermen daadwerkelijk hebben gerealiseerd.<br />

Zij komt voor bei<strong>de</strong> opleidingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F21: On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment<br />

Voor het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante an<strong>de</strong>re opleidingen.<br />

Het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment voldoet aan <strong>de</strong>ze streefcijfers.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie bevat informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding. Voor <strong>de</strong>ze<br />

opleiding beston<strong>de</strong>n ook streefcijfers. Uit <strong>de</strong> informatie in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten<br />

van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding aan <strong>de</strong> lage kant waren. De zelfstudie bevat informatie<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding. De commissie heeft geconstateerd dat er<br />

nog geen formele streefcijfers voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

gehanteerd wor<strong>de</strong>n, maar dat in <strong>de</strong> zelfstudie nog wordt teruggegrepen op <strong>de</strong> weinig ambitieuze<br />

streefcijfers voor <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding. Voor <strong>de</strong> bachelor- en masteropleiding bestaan<br />

er nog geen betrouwbare ren<strong>de</strong>mentscijfers. In <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

177


<strong>de</strong> docenten en het management kwam steeds weer naar voren dat alle betrokken zich ervan<br />

bewust zijn dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten problematisch zijn en verbeterd moeten wor<strong>de</strong>n, maar dat<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> betrokkenen niet het gevoel hebben dat <strong>de</strong> lage ren<strong>de</strong>menten <strong>de</strong> opleidingen verweten<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n. Dat stu<strong>de</strong>nten meer tijd aan hun opleiding beste<strong>de</strong>n dan gepland, is vooral<br />

het resultaat van an<strong>de</strong>re factoren van meer persoonlijke aard. Uit <strong>de</strong> gesprekken met stu<strong>de</strong>nten<br />

bleek dat zij <strong>de</strong>ze mening <strong>de</strong>len.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> opleidingen geen formele streefcijfers voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten<br />

hanteren. De commissie kan slechts in zeer beperkte mate beschikken <strong>over</strong> informatie<br />

die zij kan gebruiken ter on<strong>de</strong>rbouwing van haar oor<strong>de</strong>el voor dit facet. Dat is voor een <strong>de</strong>el<br />

het gevolg van het feit dat <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding pas recent van start zijn gegaan.<br />

De cijfers waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> commissie kan beschikken (die voor een belangrijk <strong>de</strong>el betrekking<br />

hebben op <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding), geven aan dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten niet erg hoog zijn, maar<br />

tegelijkertijd niet substantieel afwijken van <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van an<strong>de</strong>re opleidingen. Het viel<br />

<strong>de</strong> commissie op dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> tegenvallen<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten vooral aan externe factoren<br />

wijten.<br />

De commissie gaat ervan uit dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> <strong>over</strong>tuiging dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten verbeterd<br />

moeten wor<strong>de</strong>n op korte termijn omzetten in meer concreet beleid. Zij heeft vastgesteld dat<br />

inmid<strong>de</strong>ls concrete maatregelen zijn genomen om <strong>de</strong> doorstroming in <strong>de</strong> postprope<strong>de</strong>use fase<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> te verbeteren. Zij komt op grond daarvan tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong><br />

opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten. Zij geeft <strong>de</strong><br />

opleidingen wel in <strong>over</strong>weging om streefcijfers in te voeren waaruit <strong>de</strong> ambities van <strong>de</strong> opleidingen<br />

blijken.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

178 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


Samenvatting van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> commissie<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Goed<br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Excellent<br />

16. Studiebegeleiding Goed<br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong><br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen<br />

179


Masteropleiding Mathematics:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Excellent<br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding Mathematics voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

180 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Radboud Universiteit Nijmegen


4. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

Mathematics en Stochastics and financial<br />

mathematics van <strong>de</strong> Vrije Universiteit Amsterdam<br />

Administratieve gegevens<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>:<br />

Naam opleiding:<br />

Wiskun<strong>de</strong><br />

CROHO-nummer: 56980<br />

Niveau:<br />

bachelor<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

180 EC<br />

Graad:<br />

Bachelor of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd, <strong>de</strong>eltijd<br />

Locatie(s):<br />

Amsterdam<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Masteropleiding Mathematics:<br />

Naam opleiding:<br />

Mathematics<br />

CROHO-nummer: 66980<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

120 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd, <strong>de</strong>eltijd<br />

Locatie(s):<br />

Amsterdam<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics:<br />

Naam opleiding:<br />

Stochastics and financial mathematics<br />

CROHO-nummer: 60801<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

120 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Amsterdam<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Exacte Wetenschappen van <strong>de</strong> Vrije Universiteit<br />

Amsterdam vond plaats op 25, 26 en 27 september 2006.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

181


4.0. Structuur en organisatie van <strong>de</strong> faculteit<br />

De Faculteit <strong>de</strong>r Exacte Wetenschappen (FEW) kent vier af<strong>de</strong>lingen, die ver<strong>de</strong>r zijn on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld<br />

in secties. Het on<strong>de</strong>rwijs binnen <strong>de</strong> faculteit wordt door docenten uit <strong>de</strong> vier af<strong>de</strong>lingen<br />

gegeven. De organisatie en <strong>de</strong> beleidsmatige on<strong>de</strong>rsteuning van het on<strong>de</strong>rwijs vin<strong>de</strong>n<br />

op facultair niveau plaats. De vier af<strong>de</strong>lingen binnen <strong>de</strong> faculteit zijn Informatica (I), Natuuren<br />

sterrenkun<strong>de</strong> (N&S), Scheikun<strong>de</strong> en Farmaceutische wetenschappen (S&F) en Wiskun<strong>de</strong><br />

(W). Tot een af<strong>de</strong>ling behoren <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers die binnen een bepaald vakgebied werkzaam<br />

zijn: wetenschappelijk personeel en on<strong>de</strong>rsteunend personeel dat bijdraagt aan <strong>de</strong> realisatie<br />

van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijs‐ en on<strong>de</strong>rzoekprogramma’s van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling. Een af<strong>de</strong>ling staat on<strong>de</strong>r leiding<br />

van het af<strong>de</strong>lingshoofd, altijd een van <strong>de</strong> hoogleraren van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling, die on<strong>de</strong>r meer verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

is voor <strong>de</strong> uitvoering van het on<strong>de</strong>rwijs binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling (een taak die <strong>over</strong>igens<br />

groten<strong>de</strong>els gemandateerd is aan <strong>de</strong> opleidingsdirecteur), <strong>de</strong> wetenschapsbeoefening binnen<br />

<strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toewijzing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken, in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> opleidingsdirecteur. De<br />

af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> kent drie secties: Analyse, Meetkun<strong>de</strong> en Stochastiek. De af<strong>de</strong>ling draagt<br />

binnen <strong>de</strong> faculteit <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics<br />

en Stochastics and financial mathematics. Samen met <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Informatica verzorgt zij <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica en <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> masteropleiding Business<br />

mathematics and informatics.<br />

De verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> facultaire on<strong>de</strong>rwijsorganisatie is in han<strong>de</strong>n van het bestuur<br />

van <strong>de</strong> faculteit, dat <strong>de</strong> leiding <strong>over</strong> die organisatie heeft <strong>over</strong>gedragen aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirectie.<br />

Deze directie, die bestaat uit vier le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf (elk afkomstig uit<br />

een van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen binnen <strong>de</strong> faculteit) en één stu<strong>de</strong>ntlid, is belast met <strong>de</strong> organisatie, <strong>de</strong><br />

coördinatie en het beleid van het on<strong>de</strong>rwijs dat binnen <strong>de</strong> faculteit wordt verzorgd en dat voor<br />

opleidingen in an<strong>de</strong>re faculteiten wordt gegeven. De le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirectie fungeren<br />

als directeur van <strong>de</strong> opleidingen die wor<strong>de</strong>n verzorgd door <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling waaruit zij afkomstig<br />

zijn. Tot 1 september 2006 trad een van <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirectie tevens op als facultair<br />

on<strong>de</strong>rwijsdirecteur. Vanaf die datum kent <strong>de</strong> faculteit een on<strong>de</strong>rwijsdirecteur die niet langer<br />

ook <strong>de</strong> functie van opleidingsdirecteur bekleedt. Het bestuur van <strong>de</strong> faculteit geeft daarmee<br />

invulling aan zijn streven om het on<strong>de</strong>rwijs binnen <strong>de</strong> faculteit in sterkere mate centraal aan te<br />

sturen. De on<strong>de</strong>rwijsdirectie doet voorstellen aan <strong>de</strong> hoof<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen voor <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling<br />

van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken en bewaakt <strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs.<br />

De masteropleiding Mathematics wordt verzorgd in nauwe samenwerking met <strong>de</strong> Vrije Universiteit<br />

en <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam, <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics<br />

door <strong>de</strong> Vrije Universiteit, <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam en <strong>de</strong> Universiteit Utrecht.<br />

De instellingen zijn gekomen tot <strong>de</strong> samenwerking om <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> afnemen<strong>de</strong> belangstelling<br />

voor <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> te beperken.<br />

4.1. Invoering bachelor-masterstructuur en afbouw onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen: stand<br />

van zaken<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and<br />

financial mathematics zijn voortgekomen uit <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> vijfjarige opleiding Wiskun<strong>de</strong>,<br />

die op haar beurt op 1 september 1999 is ontstaan uit <strong>de</strong> vierjarige gelijknamige opleiding.<br />

De bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding zijn op 1 september 2002 van start gegaan. De stu<strong>de</strong>nten<br />

die <strong>de</strong> vijfjarige opleiding volg<strong>de</strong>n zijn op die datum <strong>over</strong>gezet naar <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> of<br />

182 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


naar een van <strong>de</strong> masteropleidingen. Het programma van <strong>de</strong> vijfjarige opleiding was volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie zo ingericht dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>stap van onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding naar <strong>bacheloropleiding</strong> zon<strong>de</strong>r<br />

problemen gemaakt kon wor<strong>de</strong>n. De vierjarige opleiding is op tijd afgerond: er was op het<br />

moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld nog één <strong>de</strong>eltijdstu<strong>de</strong>nt actief, die <strong>over</strong> zal stappen<br />

naar <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics.<br />

4.<strong>2.</strong> Het beoor<strong>de</strong>lingska<strong>de</strong>r<br />

4.<strong>2.</strong>1. Doelstellingen opleiding<br />

F1: Domeinspecifieke eisen<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

gesteld wor<strong>de</strong>n aan een opleiding in het betreffen<strong>de</strong> domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).<br />

Beschrijving<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>.<br />

Van een stu<strong>de</strong>nt die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> heeft afgerond, wordt verwacht dat hij:<br />

1. een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische basiskennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> bezit toereikend om<br />

met succes een masteropleiding in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> te kunnen volgen;<br />

<strong>2.</strong> een eerste kennismaking heeft gehad met on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> en/of haar toepassingen en daarvan een proeve van bekwaamheid heeft afgelegd;<br />

3. vertrouwd is met het gebruik van computers, waaron<strong>de</strong>r kennis van een hogere programmeertaal<br />

en kennis van enkele wiskundige softwarepakketten;<br />

4. voldoen<strong>de</strong> inzicht heeft in <strong>de</strong> diverse wiskundige specialismen om een verantwoor<strong>de</strong> keuze<br />

te kunnen maken uit <strong>de</strong> vervolgopleidingen in wiskun<strong>de</strong>;<br />

5. zich bewust is van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> arbeidsmarkt na afsluiting van <strong>de</strong> studie met<br />

een bachelordiploma;<br />

6. inzicht heeft in <strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> wetenschappen, zich bewust is van <strong>de</strong> rol van wiskun<strong>de</strong><br />

in an<strong>de</strong>re wetenschappen en in <strong>de</strong> maatschappij;<br />

7. zich bewust is van het internationale karakter van wiskundig wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek;<br />

8. mon<strong>de</strong>ling en schriftelijk kan rapporteren <strong>over</strong> wiskundige on<strong>de</strong>rwerpen.<br />

De eindtermen voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics zijn als volgt geformuleerd: <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> masteropleiding:<br />

1. heeft een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische kennis op het gebied van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wiskun<strong>de</strong>;<br />

<strong>2.</strong> heeft inzicht in <strong>de</strong> ontwikkeling en <strong>de</strong> heuristiek van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wiskun<strong>de</strong> en heeft on<strong>de</strong>rzoekservaring<br />

op een <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>;<br />

3. is in staat om zich binnen re<strong>de</strong>lijke termijn in te werken in an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>;<br />

4. is in staat een on<strong>de</strong>rzoekswerkplan te formuleren op basis van een globale vraagstelling;<br />

5. is in staat on<strong>de</strong>rzoeksresultaten te analyseren en formuleren en daar conclusies uit te trekken;<br />

6. is in staat een verslag te schrijven en <strong>de</strong>el te nemen aan een discussie <strong>over</strong> een vakon<strong>de</strong>rwerp;<br />

7. is in staat (internationale) vakliteratuur op relevante <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n te raadplegen en te<br />

benutten;<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

183


8. is in staat wiskundige kennis toe te passen in een bre<strong>de</strong>re (multidisciplinaire) context en<br />

heeft ervaring met het mo<strong>de</strong>lleren van problemen uit an<strong>de</strong>re wetenschapsgebie<strong>de</strong>n door<br />

wiskundige mo<strong>de</strong>llen;<br />

9. is inzetbaar in functies waarin kennis en on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wiskun<strong>de</strong><br />

vereist zijn;<br />

10. heeft voldoen<strong>de</strong> kennis van en inzicht in <strong>de</strong> maatschappelijke rol van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wiskun<strong>de</strong><br />

om tot een verantwoor<strong>de</strong> beroepskeuze en beroepsuitoefening te kunnen komen;<br />

11. is in staat samen te werken met an<strong>de</strong>ren, kennis aan an<strong>de</strong>ren <strong>over</strong> te dragen, een voordracht<br />

te hou<strong>de</strong>n voor zowel vakspecialisten als een bre<strong>de</strong>r publiek.<br />

Voor <strong>de</strong> varianten binnen <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> additionele eindtermen<br />

opgesteld:<br />

O-variant: <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> die zich richt op wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek kan:<br />

O1. wiskundige literatuur van verschillen<strong>de</strong> bronnen on<strong>de</strong>rzoeken, combineren en <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

verrijken met een eigen bijdrage;<br />

O<strong>2.</strong> <strong>de</strong> verkregen resultaten en conclusies plaatsen in het ka<strong>de</strong>r van door an<strong>de</strong>ren verkregen<br />

resultaten;<br />

O3. een visie vormen ten aanzien van <strong>de</strong> ontwikkeling van het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek<br />

binnen het vakgebied.<br />

C/E-variant: <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> die zich richt op een loopbaan in on<strong>de</strong>rwijs of communicatie:<br />

C/E1.is in staat tot het verkrijgen van nieuwe kennis op het gebied van communicatie en<br />

on<strong>de</strong>rwijs. Als <strong>de</strong> lerarenopleiding succesvol is voltooid, is <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> gekwalificeerd<br />

om binnen het vwo-on<strong>de</strong>rwijs les te geven.<br />

M-variant: <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> die zich richt op toepassingen in bedrijf of organisatie kan:<br />

M1. een visie ontwikkelen ten aanzien van <strong>de</strong> bijdrage van kennis en metho<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne<br />

wiskun<strong>de</strong> bij het oplossen van problemen van kwantitatieve aard in organisatie of<br />

bedrijf;<br />

M<strong>2.</strong> een oplossingsgerichte wetenschappelijke vraagstelling uit <strong>de</strong>ze visie <strong>de</strong>stilleren;<br />

M3. vraagstellingen in een doelgericht on<strong>de</strong>rzoek implementeren;<br />

M4. gegevens verkregen uit analyses op verschillen<strong>de</strong> schalen en abstractieniveaus interpreteren<br />

en presenteren;<br />

M5. in een multidisciplinair projectteam samenwerken.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics zijn als volgt<br />

geformuleerd: <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> van <strong>de</strong> masteropleiding:<br />

1. heeft een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische kennis op het gebied van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne kansrekening,<br />

statistiek en stochastische operations research en <strong>de</strong> toepassingen daarvan in<br />

bijvoorbeeld <strong>de</strong> financiële wiskun<strong>de</strong>, levenswetenschappen of industrie;<br />

<strong>2.</strong> heeft inzicht in <strong>de</strong> ontwikkeling en <strong>de</strong> heuristiek van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wiskun<strong>de</strong>, in het<br />

bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> stochastiek, en heeft on<strong>de</strong>rzoekservaring in een <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong> stochastiek;<br />

3. is in staat om zich binnen re<strong>de</strong>lijke termijn in te werken in an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

stochastiek;<br />

4. is in staat een on<strong>de</strong>rzoekswerkplan te formuleren op basis van een globale vraagstelling;<br />

5. is in staat on<strong>de</strong>rzoeksresultaten te analyseren en formuleren en daar conclusies uit te trekken;<br />

184 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


6. is in staat een verslag te schrijven en <strong>de</strong>el te nemen aan een discussie <strong>over</strong> een vakon<strong>de</strong>rwerp;<br />

7. is in staat (internationale) vakliteratuur op relevante <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n te raadplegen en te<br />

benutten;<br />

8. is in staat kennis van <strong>de</strong> stochastiek toe te passen in een bre<strong>de</strong>re (multidisciplinaire) context<br />

en heeft ervaring met het mo<strong>de</strong>lleren van economische, biologische of natuurwetenschappelijke<br />

problemen door kanstheoretische mo<strong>de</strong>llen;<br />

9. is inzetbaar in functies waarin kennis en on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van <strong>de</strong><br />

stochastiek en financiële wiskun<strong>de</strong> vereist zijn;<br />

10. heeft voldoen<strong>de</strong> kennis van en inzicht in <strong>de</strong> maatschappelijke rol van <strong>de</strong> stochastiek en<br />

financiële wiskun<strong>de</strong> om tot een verantwoor<strong>de</strong> beroepskeuze en beroepsuitoefening te<br />

kunnen komen;<br />

11. is in staat samen te werken met an<strong>de</strong>ren, kennis aan an<strong>de</strong>ren <strong>over</strong> te dragen, een voordracht<br />

te hou<strong>de</strong>n voor zowel vakspecialisten als een bre<strong>de</strong>r publiek.<br />

De additionele eindtermen voor <strong>de</strong> O-variant en <strong>de</strong> M-variant van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics<br />

and financial mathematics zijn <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> als die van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics,<br />

zij het dat in <strong>de</strong> eerste eindterm van <strong>de</strong> M-variant sprake is van “kennis en metho<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

stochastiek” en niet van “kennis en metho<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wiskun<strong>de</strong>”. De masteropleiding<br />

Stochastics and financial mathematics kent geen C/E-variant.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

bestu<strong>de</strong>erd en vastgesteld dat die voldoen aan <strong>de</strong> eisen die vakgenoten binnen of<br />

buiten <strong>de</strong> wetenschap stellen aan opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> stochastiek<br />

en financiële wiskun<strong>de</strong>. De eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> leggen bijvoorbeeld vast<br />

dat stu<strong>de</strong>nten een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische basiskennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> verwerven,<br />

dat zij inzicht krijgen in <strong>de</strong> diverse wiskundige specialismen, dat zij hebben kennisgemaakt<br />

met on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en/of haar toepassingen<br />

en daarvan een proeve van bekwaamheid hebben afgelegd en dat zij zich bewust zijn van <strong>de</strong><br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> arbeidsmarkt na afronding van hun opleiding. De eindtermen van <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematics brengen tot uitdrukking dat stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r meer een ge<strong>de</strong>gen<br />

theoretische en praktische kennis op het gebied van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wiskun<strong>de</strong> verwerven, dat zij<br />

on<strong>de</strong>rzoekervaring hebben op één <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en in staat zijn om zich binnen<br />

re<strong>de</strong>lijke termijn in te werken in an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n, om on<strong>de</strong>rzoeksresultaten te analyseren<br />

en te formuleren en daar conclusies uit te trekken. De eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Stochastics and financial mathematics maken expliciet dat stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong>ze opleiding met<br />

succes hebben doorlopen beschikken <strong>over</strong> een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische kennis op<br />

het gebied van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne kansrekening, <strong>de</strong> statistiek en <strong>de</strong> stochastische operations research<br />

en <strong>de</strong> toepassingen daarvan in bijvoorbeeld <strong>de</strong> financiële wiskun<strong>de</strong>, levenswetenschappen of<br />

industrie, dat zij on<strong>de</strong>rzoekservaring in een <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong> stochastiek hebben opgedaan,<br />

in staat zijn om zich binnen een re<strong>de</strong>lijke termijn in te werken in an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

stochastiek en om on<strong>de</strong>rzoeksresultaten te analyseren en te formuleren en daar conclusies uit<br />

te trekken. De eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen sluiten daarmee in voldoen<strong>de</strong> mate aan op <strong>de</strong><br />

eisen van vakgenoten die zijn vastgelegd in het domeinspecifiek referentieka<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> commissie<br />

hanteert.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

ook expliciet verwijzen naar kennis en vaardighe<strong>de</strong>n die van belang zijn in <strong>de</strong><br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

185


eroepspraktijk waarin afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n terecht (kunnen) komen. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

hebben afgerond, hebben bijvoorbeeld kennis van een hogere programmeertaal en<br />

kennis van enkele wiskundige softwarepakketten. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics<br />

hebben afgerond zijn inzetbaar in functies waarin kennis en on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n<br />

uit <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wiskun<strong>de</strong> vereist zijn, ze zijn in staat om wiskundige kennis toe te passen in een<br />

bre<strong>de</strong>re (multidisciplinaire) context en ze hebben ervaring met het mo<strong>de</strong>lleren van problemen<br />

uit an<strong>de</strong>re disciplines. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics<br />

hebben voltooid, zijn inzetbaar in functies waarin kennis en on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op het<br />

gebied van <strong>de</strong> stochastiek en financiële wiskun<strong>de</strong> vereist zijn, ze zijn in staat om kennis van<br />

<strong>de</strong> stochastiek toe te passen in een bre<strong>de</strong>re (multidisciplinaire) context en ze hebben ervaring<br />

met het mo<strong>de</strong>lleren van economische, biologische of natuurwetenschappelijke problemen met<br />

behulp van kanstheoretische mo<strong>de</strong>llen.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt<br />

voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F2: Niveau: Bachelor en Master<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteer<strong>de</strong> beschrijvingen van<br />

<strong>de</strong> kwalificaties van een Bachelor of een Master.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt een verband gelegd tussen <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en<br />

<strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren, dat als volgt kan wor<strong>de</strong>n samengevat:<br />

Kennis en inzicht: eindtermen 1, 3, 4 en 7.<br />

Toepassen van kennis en inzicht: eindtermen 2 en 3.<br />

Oor<strong>de</strong>elsvorming: eindtermen 5 en 6.<br />

Communicatie: eindterm 8.<br />

Leervaardighe<strong>de</strong>n: eindtermen 1, 2 en 4.<br />

Ook <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleidingen en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zelfstudie<br />

aan elkaar gerelateerd. Die relatie kan in het geval van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics<br />

als volgt wor<strong>de</strong>n weergegeven (waarbij <strong>de</strong> ‘bijzon<strong>de</strong>re eindtermen’ betrekking hebben op <strong>de</strong><br />

additionele eindtermen voor <strong>de</strong> varianten):<br />

Kennis en inzicht: algemene eindtermen 1 en 2, bijzon<strong>de</strong>re eindterm O1.<br />

Toepassen kennis en inzicht: algemene eindtermen 4, 5 en 8, bijzon<strong>de</strong>re eindtermen O1, O2,<br />

M1, M2 en M3.<br />

Oor<strong>de</strong>elsvorming: algemene eindtermen 4, 9 en 10, bijzon<strong>de</strong>re eindtermen O2, O3, M1 en M4.<br />

Communicatie: algemene eindtermen 5, 6 en 11, bijzon<strong>de</strong>re eindtermen M5 en C/E1.<br />

Leervaardighe<strong>de</strong>n: algemene eindtermen 3 en 7, bijzon<strong>de</strong>re eindtermen C/E1 en M5.<br />

In het geval van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics kan <strong>de</strong> relatie tussen<br />

<strong>de</strong> eindtermen en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren als volgt wor<strong>de</strong>n samengevat:<br />

186 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


Kennis en inzicht: algemene eindtermen 1 en 2, bijzon<strong>de</strong>re eindterm O1.<br />

Toepassen kennis en inzicht: algemene eindtermen 4, 5 en 8, bijzon<strong>de</strong>re eindtermen O1, O2,<br />

M1, M2 en M3.<br />

Oor<strong>de</strong>elsvorming: algemene eindtermen 4, 5, 9 en 10, bijzon<strong>de</strong>re eindtermen O2, O3, M1<br />

en M4.<br />

Communicatie: algemene eindtermen 5, 6 en 11, bijzon<strong>de</strong>re eindterm M5.<br />

Leervaardighe<strong>de</strong>n: algemene eindtermen 3 en 7, bijzon<strong>de</strong>re eindterm M5.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen bestu<strong>de</strong>erd en in <strong>de</strong> eerste plaats<br />

vastgesteld dat die het verschil in niveau tussen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> enerzijds en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

an<strong>de</strong>rzijds in voldoen<strong>de</strong> mate tot uitdrukking brengen. Waar <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> bijvoorbeeld een ge<strong>de</strong>gen basiskennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> verwerven die<br />

toereikend is om met succes een masteropleiding te kunnen volgen, verwerven <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> masteropleidingen een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische kennis van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne<br />

wiskun<strong>de</strong> respectievelijk <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne kansrekening, <strong>de</strong> statistiek en <strong>de</strong> stochastische operations<br />

research. Waar <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kennismaken met on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n,<br />

verwerven <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen on<strong>de</strong>rzoekservaring op een<br />

<strong>de</strong>elgebied en leren zij on<strong>de</strong>rzoeksresultaten te analyseren en te formuleren.<br />

De commissie heeft vervolgens vastgesteld dat er een dui<strong>de</strong>lijk verband bestaat tussen <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Zij kan zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

weergave van dat verband in <strong>de</strong> zelfstudie waarnaar hierboven verwezen wordt. Daarin wordt<br />

aangetoond dat alle Dublin-<strong>de</strong>scriptoren in <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen terugkomen.<br />

De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen<br />

aan het criterium dat betrekking heeft op het niveau.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F3: Oriëntatie WO:<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> beschrijvingen van een Bachelor en een<br />

Master in WO:<br />

• De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit <strong>de</strong> wetenschappelijke discipline, <strong>de</strong> internationale<br />

wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> relevante praktijk in<br />

het toekomstige beroepenveld.<br />

• Een WO-bachelor heeft <strong>de</strong> kwalificaties voor toegang tot tenminste één ver<strong>de</strong>re WO-studie op masterniveau<br />

en eventueel voor het betre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

• Een WO-master heeft <strong>de</strong> kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te verrichten of multien<br />

interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist<br />

is of dienstig is.<br />

Beschrijving<br />

De primaire doelstelling van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is volgens <strong>de</strong> zelfstudie om <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt voor<br />

te berei<strong>de</strong>n op een van <strong>de</strong> masteropleidingen in <strong>de</strong> Wiskun<strong>de</strong>. Het bachelordiploma Wiskun<strong>de</strong><br />

geeft zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n toegang tot <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics<br />

and financial mathematics.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

187


Er is volgens <strong>de</strong> zelfstudie nog geen informatie beschikbaar met betrekking tot <strong>de</strong> positie van<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> op <strong>de</strong> arbeidsmarkt. Vrijwel alle stu<strong>de</strong>nten die tot nu<br />

toe <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben voltooid, hebben ervoor gekozen om een masteropleiding te<br />

volgen. Stu<strong>de</strong>nten kunnen, wanneer zij het laatste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> op <strong>de</strong> juiste<br />

wijze hebben ingevuld, in een halfjaar een twee<strong>de</strong>graads-on<strong>de</strong>rwijsbevoegdheid behalen. Van<br />

die mogelijkheid was echter tot op het moment dat <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> faculteit bezocht geen<br />

gebruik gemaakt.<br />

In <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie voldoen<strong>de</strong> aandacht<br />

besteed aan algemene kenmerken van wetenschappelijke vorming. De eindtermen beste<strong>de</strong>n<br />

aandacht aan algemene wetenschappelijke kwalificaties die wezenlijk zijn voor <strong>de</strong> discipline als<br />

het wetenschappelijk behan<strong>de</strong>len van problemen, het op waar<strong>de</strong> schatten van een wetenschappelijk<br />

betoog, logisch re<strong>de</strong>neren en kritisch <strong>de</strong>nken en mon<strong>de</strong>ling en schriftelijk rapporteren.<br />

De wetenschappelijk georiënteer<strong>de</strong> omgeving waarbinnen stu<strong>de</strong>nten hun opleiding krijgen en<br />

het contact met <strong>de</strong> daarin participeren<strong>de</strong> docenten staan garant voor het <strong>over</strong>dragen van <strong>de</strong><br />

standaar<strong>de</strong>n voor wetenschappelijk werken.<br />

De masteropleiding Mathematics is volgens <strong>de</strong> zelfstudie een wetenschappelijke opleiding.<br />

Dat geldt niet alleen voor <strong>de</strong> O-variant, maar ook voor <strong>de</strong> C/E‐ en M-varianten, waarin in alle<br />

gevallen ten minste een disciplinair jaar is inbegrepen. De kern van <strong>de</strong> opleiding is dat stu<strong>de</strong>nten<br />

leren zelf wetenschappelijke vraagstellingen te door<strong>de</strong>nken op een manier die aansluit bij<br />

en past in het huidige wiskundige on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> O-variant die een carrière in het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek ambiëren,<br />

volgen een opleiding die in <strong>de</strong> eerste plaats gericht is op het ontwikkelen van vaardigheid om<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek uit te voeren. Zij beste<strong>de</strong>n een essentieel <strong>de</strong>el van hun studie<br />

aan het uitvoeren van on<strong>de</strong>rzoek binnen het afstu<strong>de</strong>erproject. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> M-variant,<br />

die zich richten zich op een carrière buiten <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische wereld, volgen een stage buiten<br />

<strong>de</strong> faculteit in een multidisciplinaire omgeving. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> C/E-variant volgen een<br />

programma waarvan het disciplinaire <strong>de</strong>el 60 studiepunten omvat en voeren daarnaast een<br />

on<strong>de</strong>rzoeksproject op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> uit van wat kleinere omvang.<br />

De masteropleiding Stochastics and financial mathematics is volgens <strong>de</strong> zelfstudie eveneens<br />

een wetenschappelijke opleiding. Dat geldt zowel wanneer stu<strong>de</strong>nten een carrière in <strong>de</strong> wetenschap<br />

nastreven als wanneer zij zich richten op een loopbaan als professional in een bedrijf<br />

of een instelling. De opmerkingen die hierboven <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics zijn<br />

gemaakt, zijn mutatis mutandis ook van toepassing op <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and<br />

financial mathematics.<br />

Wat hierboven met betrekking tot <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is gezegd <strong>over</strong> algemene wetenschappelijke<br />

kwalificaties en <strong>over</strong> <strong>de</strong> omgeving waarin stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n opgeleid, geldt volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

ook voor <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and financial mathematics.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindkwalificaties bestu<strong>de</strong>erd vanuit het perspectief van <strong>de</strong> oriëntatie<br />

van <strong>de</strong> opleiding. Zij heeft eer<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r F1) reeds vastgesteld dat <strong>de</strong> eindkwalificaties in voldoen<strong>de</strong><br />

mate aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> wetenschappelijke discipline (c.q. <strong>de</strong> vakgenoten)<br />

en <strong>de</strong> relevante beroepspraktijk. De commissie is ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindtermen voldoen<strong>de</strong><br />

aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> internationale wetenschapsbeoefening. De eindtermen<br />

188 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> brengen tot uitdrukking dat stu<strong>de</strong>nten niet alleen kennismaken met<br />

on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n en daarvan een proeve van bekwaamheid afleggen, maar dat ze ook<br />

inzicht verwerven in <strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> wetenschappen en <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in an<strong>de</strong>re<br />

wetenschappen en in <strong>de</strong> maatschappij en dat ze communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n verwerven.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> masteropleidingen verwijzen on<strong>de</strong>r meer naar het formuleren van een<br />

on<strong>de</strong>rzoekswerkplan, het analyseren en verwoor<strong>de</strong>n van on<strong>de</strong>rzoeksresultaten en het raadplegen<br />

en benutten van vakliteratuur.<br />

De commissie heeft ver<strong>de</strong>r vastgesteld dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> rechtstreeks<br />

kunnen instromen in bei<strong>de</strong> masteropleidingen. Zij is ervan <strong>over</strong>tuigd dat <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

een goe<strong>de</strong> basis bie<strong>de</strong>n voor het verrichten van zelfstandig wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek,<br />

bijvoorbeeld in het ka<strong>de</strong>r van een promotieopleiding.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen aan<br />

<strong>de</strong> criteria die gel<strong>de</strong>n voor een opleiding binnen het wetenschappelijk domein.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt<br />

dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>,<br />

voor <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

4.<strong>2.</strong><strong>2.</strong> Programma<br />

Beschrijving van <strong>de</strong> programma’s<br />

Het eerste jaar van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> kent een verplicht <strong>de</strong>el<br />

en een keuze<strong>de</strong>el. In het verplichte <strong>de</strong>el (met een totale omvang van 36 EC) volgen stu<strong>de</strong>nten<br />

on<strong>de</strong>r meer on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Algebra, Calculus, Wiskundig mo<strong>de</strong>lleren en Kansrekening en een<br />

Aansluitcursus vwo-wiskun<strong>de</strong>. In het keuze<strong>de</strong>el volgen stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied<br />

van ofwel natuurwetenschappen (in het bijzon<strong>de</strong>r natuur- en sterrenkun<strong>de</strong>), ofwel econometrie<br />

en BWI ofwel levenswetenschappen (in het bijzon<strong>de</strong>r biologie). Zij maken direct aan het<br />

begin van het eerste jaar, in <strong>over</strong>leg met hun studieadviseur, een keuze voor een van <strong>de</strong>ze drie<br />

richtingen. De opleiding creëert daarmee voor stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid om aan het begin<br />

van <strong>de</strong> studie nog <strong>over</strong> te stappen naar <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica,<br />

Econometrie of Natuurkun<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r dat zij daarmee veel tijd verliezen.<br />

In het programma van het twee<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> verdiepen stu<strong>de</strong>nten hun kennis<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Zij volgen on<strong>de</strong>r meer on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Vectorcalculus, Voortgezette lineaire<br />

algebra en Complexe functietheorie. Het verplichte <strong>de</strong>el van het programma omvat 52 EC. Er<br />

is in het twee<strong>de</strong> jaar een beperkte ruimte voor keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Stu<strong>de</strong>nten kiezen on<strong>de</strong>r meer<br />

uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Wetenschapsgeschie<strong>de</strong>nis en Maatschappelijke aspecten van <strong>de</strong> wetenschap.<br />

Het programma van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar kent een aantal verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

189


<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, die in het algemeen van een iets hoger niveau zijn dan <strong>de</strong> vakken in <strong>de</strong> eerste<br />

twee jaar. Het verplichte <strong>de</strong>el, waartoe ook <strong>de</strong> bachelorscriptie behoort (waarvoor 7 EC is<br />

gereserveerd) en dat een omvang van 42 EC heeft, bevat on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Maat‐ en<br />

integratietheorie, Mathematische statistiek en Numerieke wiskun<strong>de</strong>, maar ook <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

Presenteren, Filosofie en ethiek van <strong>de</strong> techniek en Studie en loopbaan. In het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar<br />

kunnen stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kiezen die een voorbereiding en een oriëntatie bie<strong>de</strong>n op een<br />

masteropleiding, waaron<strong>de</strong>r cursussen die een beeld geven van <strong>de</strong> C/E- en <strong>de</strong> M-varianten<br />

binnen <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and financial mathematics. Bachelorstu<strong>de</strong>nten<br />

die een twee<strong>de</strong>graads on<strong>de</strong>rwijsbevoegdheid willen behalen kunnen in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

jaar alvast 30 EC beste<strong>de</strong>n aan vakken en stages die voor die bevoegdheid benodigd zijn. Zij<br />

kunnen dan na het afron<strong>de</strong>n van hun <strong>bacheloropleiding</strong> in een halfjaar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsbevoegdheid<br />

behalen.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> kan ook in <strong>de</strong>eltijd gevolgd wor<strong>de</strong>n. Deeltijdstu<strong>de</strong>nten volgen<br />

hetzelf<strong>de</strong> programma als ‘reguliere’ stu<strong>de</strong>nten, maar in een an<strong>de</strong>r tempo. De studieadviseur<br />

maakt met <strong>de</strong>eltijdstu<strong>de</strong>nten een planning waarin vastgelegd wordt welke vakken in welke<br />

perio<strong>de</strong> gedaan wor<strong>de</strong>n.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics wordt gezamenlijk verzorgd door <strong>de</strong><br />

Vrije Universiteit en <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam. Alle stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

stellen, in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> mastercoördinator, een individueel programma op dat voldoet aan<br />

<strong>de</strong> regels die zijn weergegeven in een tabel in <strong>de</strong> zelfstudie. Dat programma wordt binnen zes<br />

maan<strong>de</strong>n nadat een stu<strong>de</strong>nt aan <strong>de</strong> opleiding is begonnen, voorgelegd aan <strong>de</strong> Examencommissie,<br />

die het formeel goed dient te keuren. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> O-variant volgen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen<br />

hun specialisatie in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (ten minste 36 EC), on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het algemene aanbod<br />

op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (ten minste 18 EC) en on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len ter on<strong>de</strong>rsteuning van <strong>de</strong><br />

specialisatie (ten hoogste 18 EC). Daarnaast volgen zij een aantal keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (12 EC,<br />

<strong>de</strong>ze ruimte kan ook wor<strong>de</strong>n gebruikt voor het wegwerken van <strong>de</strong>ficiënties) en on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in<br />

het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> verbreding (6 EC). Voor het afstu<strong>de</strong>erproject is in totaal 36 EC gereserveerd.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> C/E-variant volgen in hun disciplinaire jaar on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen hun specialisatie<br />

in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (24 EC) en keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (12 EC) en voeren een afstu<strong>de</strong>erproject<br />

uit (24 EC). De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> M-variant volgen keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen hun specialisatie<br />

in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> met een omvang van ten minste 24 EC en keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len ter on<strong>de</strong>rsteuning<br />

van die specialisatie met een omvang van ten hoogste 24 EC. Voor <strong>de</strong> rest is <strong>de</strong> structuur van<br />

het programma van <strong>de</strong> M-variant gelijk aan die van <strong>de</strong> O-variant. Het afstu<strong>de</strong>erproject wordt<br />

hier vervangen door een stage. Alle stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> O- en <strong>de</strong> M-variant kiezen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

met een omvang van ten minste 30 EC uit het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> educatieve variant van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics kunnen tij<strong>de</strong>ns hun<br />

opleiding een jaar lang on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die wor<strong>de</strong>n verzorgd door <strong>de</strong> lerarenopleidingen volgen<br />

en op die manier tij<strong>de</strong>ns hun masteropleiding een eerstegraads lesbevoegdheid behalen. Met<br />

ingang van het studiejaar 2006-2007 wordt in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke samenwerking van<br />

<strong>de</strong> masteropleidingen (disciplinair) on<strong>de</strong>rwijs verzorgd dat gezamenlijk is ontwikkeld door <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>opleidingen en <strong>de</strong> lerarenopleidingen en dat speciaal bedoeld is voor stu<strong>de</strong>nten die<br />

een lesbevoegdheid willen behalen. De af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Vrije Universiteit is nauw<br />

betrokken bij die ontwikkeling.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics wordt gezamenlijk<br />

verzorgd door <strong>de</strong> Vrije Universiteit, <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam en <strong>de</strong> Universiteit<br />

190 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


Utrecht. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong>ze masteropleiding volgen verplicht het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Measure theoretic<br />

probability (8 EC). Daarnaast volgen zij on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het aanbod van <strong>de</strong> opleiding (ten minste<br />

36 EC), on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van <strong>de</strong> stochastiek en <strong>de</strong> financiële wiskun<strong>de</strong> uit het programma<br />

van an<strong>de</strong>re opleidingen (zoals Business mathematics and informatics en Econometrie)<br />

en on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics (ten<br />

hoogste 36 EC) en keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (ten hoogste 12 EC). Voor het afstu<strong>de</strong>erproject is 36 EC<br />

gereserveerd.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat het mogelijk is dat stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematics zich ook in <strong>de</strong> stochastiek kunnen specialiseren en een programma<br />

kunnen samenstellen dat een grote mate van gelijkenis vertoont met een programma in het<br />

ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics. Het programma van <strong>de</strong>ze<br />

masteropleiding bestaat geheel uit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die ook in het ka<strong>de</strong>r van an<strong>de</strong>re opleidingen<br />

wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n. De faculteit is van mening dat <strong>de</strong> opleiding Stochastics and financial<br />

mathematics vanwege haar toegespitste profiel een grotere aantrekkingskracht op buitenlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten kan hebben en kiest er daarom bewust voor om <strong>de</strong> opleiding in stand te hou<strong>de</strong>n.<br />

F4: Eisen WO<br />

Het programma sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor het programma van een WO-opleiding:<br />

• Kennisontwikkeling door stu<strong>de</strong>nten vindt plaats in interactie tussen het on<strong>de</strong>rwijs en het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek binnen relevante disciplines.<br />

• Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in <strong>de</strong> relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare<br />

verban<strong>de</strong>n met actuele wetenschappelijke theorieën.<br />

• Het programma waarborgt <strong>de</strong> ontwikkeling van vaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

• Bij daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen heeft het programma aantoonbare verban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

actuele praktijk van <strong>de</strong> relevante beroepen.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie wordt vrijwel al het on<strong>de</strong>rwijs binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> gegeven<br />

door wetenschappers die zelf actief zijn in het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek. Veel vakken zijn<br />

direct of indirect relevant voor het eigen on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> docent die het vak geeft. De keuzen<br />

die gemaakt wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> basiskennis die moet wor<strong>de</strong>n verworven, wor<strong>de</strong>n gestuurd door<br />

ontwikkelingen in het on<strong>de</strong>rzoek. Zo zijn als gevolg van zulke ontwikkelingen in <strong>de</strong> afgelopen<br />

tien jaar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Mathematische statistiek en Wiskun<strong>de</strong> werkt II aan het programma<br />

toegevoegd. Ook on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin aandacht wordt besteed aan dynamische systemen sluiten<br />

aan op relatief recente ontwikkelingen binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. De inhoud van bestaan<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie regelmatig aangepast. Ook het bachelorproject heeft in <strong>de</strong><br />

regel een band met wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek, omdat het on<strong>de</strong>rwerp dat stu<strong>de</strong>nten kiezen<br />

<strong>over</strong> het algemeen dicht bij <strong>de</strong> wetenschappelijke interesse van <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> docent zal<br />

liggen. Binnen <strong>de</strong> daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma krijgen<br />

stu<strong>de</strong>nten volgens <strong>de</strong> zelfstudie dus een goed beeld van <strong>de</strong> laatste ontwikkelingen in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>,<br />

zowel van ontwikkelingen in <strong>de</strong> wetenschappelijke theorieën als van ontwikkelingen in<br />

<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n en technieken die wiskundigen hanteren.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> maken kennis met relevante on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op<br />

het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en/of haar toepassingen. Deze kennismaking begint al aan het<br />

begin van het eerste jaar in het project Wiskundig mo<strong>de</strong>lleren I en wordt voortgezet in Wiskundig<br />

mo<strong>de</strong>lleren II en IV en Wiskun<strong>de</strong> werkt II. In <strong>de</strong>ze projecten stellen stu<strong>de</strong>nten mo<strong>de</strong>llen<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

191


op voor concrete problemen uit an<strong>de</strong>re wetenschappen of <strong>de</strong> dagelijkse praktijk en gebruiken<br />

zij wiskundige technieken en computerprogramma’s om <strong>de</strong>ze problemen te analyseren en om<br />

oplossingen te ontwikkelen. Daarbij maken zij steeds gebruik van <strong>de</strong> wiskundige basiskennis<br />

die zij op dat moment verworven hebben. De projecten wor<strong>de</strong>n afgesloten met een schriftelijk<br />

verslag en vaak ook met een mon<strong>de</strong>linge presentatie. Stu<strong>de</strong>nten voeren voor hun eindscriptie<br />

een literatuuron<strong>de</strong>rzoek uit on<strong>de</strong>r leiding van een docent en hou<strong>de</strong>n een voordracht <strong>over</strong> het<br />

on<strong>de</strong>rwerp van hun on<strong>de</strong>rzoek voor me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten en docenten.<br />

Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Studie en loopbaan min<strong>de</strong>r<br />

nuttig voor stu<strong>de</strong>nten die al een dui<strong>de</strong>lijk beeld hebben van wat zij na het afron<strong>de</strong>n van hun<br />

opleiding willen gaan doen. Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is volgens hen soms niet concreet genoeg. Zij<br />

interviewen iemand uit het bedrijfsleven en geven aan het ein<strong>de</strong> van het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el een presentatie.<br />

Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding besteedt het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Studie en loopbaan<br />

vooral aandacht aan <strong>de</strong> C‐ en <strong>de</strong> E-varianten van <strong>de</strong> masteropleiding, terwijl het grootste <strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten kiest voor <strong>de</strong> O-variant. Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ken<strong>de</strong><br />

ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie geen apart on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el waarin <strong>de</strong> basisbegrippen van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> expliciet wor<strong>de</strong>n uitgewerkt. Volgens <strong>de</strong> docenten is een <strong>de</strong>rgelijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el dat<br />

in het verle<strong>de</strong>n bestond uit het programma geschrapt als gevolg van het invoeren van bre<strong>de</strong><br />

bachelorprogramma’s. In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> docenten is het een gemis dat zo’n on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el ontbreekt<br />

in het programma. De basisbegrippen wor<strong>de</strong>n nu <strong>de</strong>els behan<strong>de</strong>ld in <strong>de</strong> Aansluitcursus<br />

in het eerste jaar en komen <strong>de</strong>els bij an<strong>de</strong>re cursussen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken met<br />

<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie bleek dat er initiatieven wor<strong>de</strong>n genomen om opnieuw<br />

een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el in te voeren waarin <strong>de</strong> basisbegrippen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n uitgewerkt<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> laat volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong> mogelijkheid open dat stu<strong>de</strong>nten direct na<br />

het behalen van hun diploma <strong>de</strong> arbeidsmarkt betre<strong>de</strong>n. Het aantal stu<strong>de</strong>nten dat niet doorstroomt<br />

naar een masteropleiding is echter zeer beperkt.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wisselend<br />

oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> het feit dat <strong>de</strong> opleiding slechts een beperkte keuzeruimte kent. Stu<strong>de</strong>nten<br />

die na <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een masteropleiding in een an<strong>de</strong>re discipline willen volgen, zou<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> voorkeur geven aan een grotere keuzeruimte.<br />

Het cursorische <strong>de</strong>el van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics bestaat volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie voor een <strong>de</strong>el uit cursussen die een vast on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het programma vormen<br />

en voor een <strong>de</strong>el uit cursussen die jaarlijks variëren. Bij <strong>de</strong> keuze van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die <strong>de</strong>el<br />

uitmaken van het variabele <strong>de</strong>el van het programma en <strong>de</strong> daarbij horen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsvormen<br />

spelen <strong>de</strong> actuele ontwikkelingen in het on<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong> toepassingen daarvan een belangrijke<br />

rol. De samenstelling van het aanbod in het ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma komt<br />

tot stand in nauw <strong>over</strong>leg tussen <strong>de</strong> betrokken opleidingen en <strong>de</strong>skundigen binnen relevante<br />

<strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Ook het cursorische <strong>de</strong>el van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial<br />

mathematics bestaat volgens <strong>de</strong> zelfstudie voor een <strong>de</strong>el uit cursussen die een vast on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

van het programma vormen en voor een <strong>de</strong>el uit cursussen die van jaar tot jaar variëren. De<br />

samenstelling van het variabele <strong>de</strong>el van het programma komt tot stand in <strong>over</strong>leg tussen <strong>de</strong><br />

stochastiekgroepen aan <strong>de</strong> drie instellingen die bijdragen aan het programma van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Bij <strong>de</strong> keuze van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len voor het variabele <strong>de</strong>el en <strong>de</strong> daarbij horen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsvormen<br />

spelen <strong>de</strong> actuele ontwikkelingen in het on<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong> toepassingen daarvan een belangrijke<br />

192 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


ol. On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die volgens <strong>de</strong> zelfstudie rechtstreeks aansluiten op recente ontwikkelingen<br />

zijn bijvoorbeeld <strong>de</strong> vakken Critical percolation, conformal invariance and stochastic Loewner<br />

evolution en Probability mo<strong>de</strong>ls for DNA evolution (dat in het studiejaar 2004-2005 werd<br />

aangebo<strong>de</strong>n). Een <strong>de</strong>el van het programma van het eerste jaar bestaat uit cursussen die in het<br />

ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma wor<strong>de</strong>n gegeven.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen zijn positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n die zij hebben.<br />

Zij waar<strong>de</strong>ren het aanbod van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma, <strong>de</strong> samenwerking met <strong>de</strong><br />

Universiteit van Amsterdam en het feit dat zij leren <strong>de</strong> theorieën waarin zij zich verdiept hebben<br />

ook toe te passen. Naar hun mening varieert het niveau van het lan<strong>de</strong>lijke masteron<strong>de</strong>rwijs,<br />

is het soms moeilijker en soms eenvoudiger dan het on<strong>de</strong>rwijs dat lokaal wordt verzorgd.<br />

Zij hebben er geen problemen mee dat het on<strong>de</strong>rwijs in het Engels wordt verzorgd.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> interactie tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek in het programma<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in voldoen<strong>de</strong> mate vorm heeft gekregen. In <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma wordt gebruikgemaakt van recente en relevante wiskundige<br />

literatuur. Op die manier is er in voldoen<strong>de</strong> mate sprake van interactie tussen on<strong>de</strong>rwijs en<br />

on<strong>de</strong>rzoek en komen relevante ontwikkelingen in <strong>de</strong> discipline in het programma aan bod. De<br />

stu<strong>de</strong>nten verwerven gelei<strong>de</strong>lijk vaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van on<strong>de</strong>rzoek en leren <strong>de</strong> verworven<br />

vaardighe<strong>de</strong>n te gebruiken, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin mo<strong>de</strong>lleren centraal<br />

staat. Zij laten in hun bachelorscriptie zien dat zij in staat zijn om met behulp van <strong>de</strong> kennis<br />

en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n die zij verworven hebben zelf een literatuuron<strong>de</strong>rzoek uit te voeren. Het<br />

programma kent een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (waaron<strong>de</strong>r Filosofie en ethiek van <strong>de</strong> techniek en<br />

Wetenschapsgeschie<strong>de</strong>nis) die specifiek gericht zijn op het verwerven van aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n.<br />

De commissie is positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> opzet van <strong>de</strong> specialisaties in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>over</strong> het<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Studie en loopbaan, dat stu<strong>de</strong>nten een eerste kennismaking biedt met <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

waarin zij terecht zullen komen. Zij heeft vastgesteld dat het programma van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> breed, maar dui<strong>de</strong>lijk gestructureerd is. Het programma bevat geen inlei<strong>de</strong>nd<br />

en oriënterend on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het type Wat is wiskun<strong>de</strong>. De commissie heeft vastgesteld<br />

dat dat door verschillen<strong>de</strong> betrokkenen als een gemis wordt ervaren en dat er pogingen wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rnomen om opnieuw een <strong>de</strong>rgelijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el op te nemen in het programma.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opzet van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen, die<br />

bestaan uit een vast <strong>de</strong>el, waarin stu<strong>de</strong>nten hun kennis aanvullen en verdiepen, en een variabel<br />

<strong>de</strong>el, waarin aandacht wordt besteed aan recente ontwikkelingen in <strong>de</strong> disciplines, garan<strong>de</strong>ert<br />

dat stu<strong>de</strong>nten vertrouwd raken met actuele discussies en lopend on<strong>de</strong>rzoek. Zij heeft vastgesteld<br />

dat stu<strong>de</strong>nten in verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s en in het afstu<strong>de</strong>erproject<br />

in het bijzon<strong>de</strong>r hun on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r ontwikkelen, dat in een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

(waaron<strong>de</strong>r Introduction to the philosophy of mathematics) expliciet aandacht wordt<br />

besteed aan aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n en dat stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid hebben om een stage<br />

te volgen en op die manier kennis te maken met <strong>de</strong> beroepspraktijk. De varianten waaruit stu<strong>de</strong>nten<br />

een keuze maken, bie<strong>de</strong>n een meer toegespitste kennismaking met <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

waarin zij na hun afstu<strong>de</strong>ren terechtkomen. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> O-variant volgen zullen zich in<br />

sterkere mate toeleggen op <strong>de</strong> ontwikkeling van hun on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n dan stu<strong>de</strong>nten<br />

die aan een van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re varianten <strong>de</strong> voorkeur geven.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

193


De commissie heeft veel waar<strong>de</strong>ring voor het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics<br />

and financial mathematics, dat zorgvuldig is samengesteld, een breed aanbod kent, veel<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n aan stu<strong>de</strong>nten biedt en als ambitieus kan wor<strong>de</strong>n gekarakteriseerd. De commissie<br />

heeft vastgesteld dat het programma goed aansluit bij lopend on<strong>de</strong>rzoek in <strong>de</strong> discipline.<br />

Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Critical percolation, conformal invariance and stochastic Loewner evolution is<br />

in<strong>de</strong>rdaad een goed voorbeeld van een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el dat aandacht besteedt aan actuele ontwikkelingen<br />

in <strong>de</strong> stochastiek.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematics voldoen aan <strong>de</strong> eisen die aan een opleiding in het wetenschappelijk domein<br />

mogen wor<strong>de</strong>n gesteld en dat <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics <strong>de</strong><br />

eisen voor basiskwaliteit <strong>over</strong>stijgt en daarom het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ verdient.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F5: Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma<br />

Het programma is een a<strong>de</strong>quate concretisering van <strong>de</strong> eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke<br />

eisen.<br />

De eindkwalificaties zijn a<strong>de</strong>quaat vertaald in leerdoelen van (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma.<br />

De inhoud van het programma biedt stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> eindkwalificaties te<br />

bereiken.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> on<strong>de</strong>rscheidt volgens <strong>de</strong> zelfstudie drie hoofdlijnen in <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van stu<strong>de</strong>nten die in het programma centraal staan. Deze hoofdlijnen zijn: theorieopbouw en<br />

bewijzen, praktische wiskundige vaardighe<strong>de</strong>n en mo<strong>de</strong>lleren, en toepassen van wiskun<strong>de</strong> op<br />

problemen van niet-wiskundige oorsprong. Deze hoofdlijnen zijn van belang voor <strong>de</strong> concretisering<br />

van <strong>de</strong> eerste eindterm van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in het programma, die volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie <strong>de</strong> dominante eindterm is en die vastlegt dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n beschikken <strong>over</strong> een<br />

ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische basiskennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, op grond waarvan ze kunnen<br />

instromen in een masteropleiding.<br />

De eerste hoofdlijn, waarin theorieopbouw en bewijzen centraal staan, leidt volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

van eenvoudige theorie naar gecompliceer<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. De aard van <strong>de</strong> vraagstukken die<br />

in <strong>de</strong>ze lijn wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld, ontwikkelt zich op een vergelijkbare manier. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

Algebra en Wiskundige analyse I uit het eerste jaar behoren tot <strong>de</strong>ze lijn, maar ook <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

Maat- en integratietheorie, Mathematische statistiek en Variëteiten uit het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar.<br />

In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> hoofdlijn verwerven stu<strong>de</strong>nten kennis en inzicht van direct<br />

toepasbare wiskun<strong>de</strong>. Zij leren om oplossingen te ontwikkelen voor vraagstukken met een toenemen<strong>de</strong><br />

mate van complexiteit op het gebied van <strong>de</strong> wiskundige analyse (inclusief <strong>de</strong> gewone<br />

en partiële differentiaalvergelijkingen) en <strong>de</strong> numerieke analyse, <strong>de</strong> stochastiek en, in min<strong>de</strong>re<br />

mate, <strong>de</strong> algebra en <strong>de</strong> discrete wiskun<strong>de</strong>. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Calculus I en II, Kansrekening I en II<br />

en Algemene statistiek behoren tot <strong>de</strong>ze lijn, maar ook <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Partiële differentiaalvergelijkingen,<br />

Numerieke wiskun<strong>de</strong> en Statistische data-analyse. De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> hoofdlijn komt aan<br />

<strong>de</strong> or<strong>de</strong> in het bijvak, waarin stu<strong>de</strong>nten kennismaken met toepassingen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in<br />

ten minste een an<strong>de</strong>r gebied, en in een aantal projecten, waarin zij werken aan mo<strong>de</strong>llen voor<br />

194 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


problemen. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Wiskundig mo<strong>de</strong>lleren IV, Statistische data-analyse en Partiële differentiaalvergelijkingen<br />

behoren tot <strong>de</strong>ze lijn.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> volgen aan het begin van het eerste jaar het vak Inleiding<br />

computergebruik, waarin zij on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re kennismaken met het pakket Maple, dat zij<br />

later in diverse mo<strong>de</strong>lleerprojecten en in het vak Dynamische systemen opnieuw gebruiken.<br />

In het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar leert <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt bij het vak Numerieke wiskun<strong>de</strong> ook het programma Matlab<br />

kennen. Bij <strong>de</strong> projecten en schriftelijke verslagen gebruikt <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt het programma LaTeχ.<br />

Op <strong>de</strong>ze manier raken <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten vertrouwd met het gebruik van computers en met enkele<br />

wiskundige softwarepakketten (eindterm 3).<br />

Stu<strong>de</strong>nten verwerven inzicht in <strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> wetenschappen en <strong>de</strong> rol van wiskun<strong>de</strong><br />

in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re wetenschappen en in <strong>de</strong> maatschappij (eindterm 6) in on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re het vak<br />

Encyclopedie, waarin on<strong>de</strong>rwerpen uit <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen<br />

en waarin wordt ingegaan op <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en informatica binnen <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

wetenschappen. In het vak Maatschappelijke aspecten van <strong>de</strong> wetenschap wordt on<strong>de</strong>r meer<br />

ingegaan op <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n van individuele wetenschappers. Ook in het vak Filosofie<br />

en ethiek van <strong>de</strong> techniek leren stu<strong>de</strong>nten na te <strong>de</strong>nken <strong>over</strong> vragen die gerelateerd zijn<br />

aan professionele en maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid.<br />

De zelfstudie van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> beschrijft ook hoe <strong>de</strong> eindtermen die hierboven niet<br />

vermeld zijn in het programma aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld.<br />

Tij<strong>de</strong>ns haar bezoek vernam <strong>de</strong> commissie dat <strong>de</strong> Examencommissie in sommige gevallen<br />

positief reageert op verzoeken van stu<strong>de</strong>nten om verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma<br />

te mogen vervangen door an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. De Examencommissie verlangt wel dat zo’n<br />

verzoek goed gemotiveerd is en controleert of <strong>de</strong> eindtermen ook met <strong>de</strong>ze aanpassing bereikt<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

De programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and financial mathematics<br />

culmineren in het afstu<strong>de</strong>erproject. Als proeve van bekwaamheid aan het eind van <strong>de</strong><br />

opleiding draagt het afstu<strong>de</strong>erwerk volgens <strong>de</strong> zelfstudie bij aan <strong>de</strong> realisering van verschillen<strong>de</strong><br />

eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen, in het bijzon<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> realisering van eindterm 9. Het<br />

cursorisch on<strong>de</strong>rwijs fungeert als voorbereiding op en basis voor het afstu<strong>de</strong>erwerk.<br />

In <strong>de</strong> eerste fase van het afstu<strong>de</strong>erproject stellen stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r leiding van <strong>de</strong> (beoog<strong>de</strong>)<br />

begelei<strong>de</strong>r een werkplan op, waarin on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> probleemstelling van het uit te voeren<br />

on<strong>de</strong>rzoek kort moet wor<strong>de</strong>n beschreven (eindterm 4). Wanneer een stage <strong>de</strong>el uitmaakt van<br />

het afstu<strong>de</strong>erproject, moet het werkplan wor<strong>de</strong>n goedgekeurd door <strong>de</strong> stagecommissie. Stu<strong>de</strong>nten<br />

analyseren en verwoor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten van het on<strong>de</strong>rzoek dat zij verrichten en trekken<br />

daaruit conclusies voor <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re voortgang van het project (eindterm 5). Tij<strong>de</strong>ns het<br />

project oefenen stu<strong>de</strong>nten dus het schriftelijk en mon<strong>de</strong>ling presenteren van <strong>de</strong> resultaten van<br />

hun on<strong>de</strong>rzoek en leren daarbij <strong>de</strong> binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en haar toepassingen gebruikelijke<br />

conventies beter te hanteren (eindterm 6). Uitein<strong>de</strong>lijk zullen stu<strong>de</strong>nten verslag doen van het<br />

gehele afstu<strong>de</strong>erwerk in <strong>de</strong> vorm van een scriptie, die daarmee een essentieel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el vormt<br />

van het afstu<strong>de</strong>erproject, en een mon<strong>de</strong>linge eindpresentatie van het project op <strong>de</strong> faculteit of<br />

<strong>de</strong> stageplek verzorgen (eindterm 11). Tij<strong>de</strong>ns een stage werken stu<strong>de</strong>nten in het algemeen in<br />

een multidisciplinaire omgeving (eindterm M5), waar zij geconfronteerd wor<strong>de</strong>n met echte<br />

problemen uit <strong>de</strong> beroepspraktijk. Stu<strong>de</strong>nten die geen stage lopen verdiepen zich in echte<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

195


theoretische problemen en ontwikkelen hun on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r bij het oplossen<br />

daarvan. Welke variant stu<strong>de</strong>nten ook kiezen, zij zullen in ie<strong>de</strong>r geval tij<strong>de</strong>ns hun afstu<strong>de</strong>erproject<br />

geconfronteerd wor<strong>de</strong>n met echte problemen die moeten wor<strong>de</strong>n aangepakt (eindterm 2)<br />

en bij het ontwikkelen van een aanpak vakliteratuur moeten raadplegen (eindterm 7).<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics verdiepen zich tij<strong>de</strong>ns<br />

hun afstu<strong>de</strong>erwerk in <strong>de</strong> regel ook in toepassingen van <strong>de</strong> stochastiek, waaraan ook in het<br />

cursorische <strong>de</strong>el van het programma aandacht wordt besteed. Bij een stage werkt <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt<br />

veelal in een multidisciplinaire omgeving (eindterm M5). Daarbij zullen eer<strong>de</strong>re oefeningen<br />

in het mo<strong>de</strong>lleren tot het aanpakken van echte problemen uitgroeien. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant kan<br />

bij op theorievorming gericht afstu<strong>de</strong>erwerk <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekervaring binnen <strong>de</strong> grenzen van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n uitgebreid. Gemeenschappelijk aan <strong>de</strong> vormen van afstu<strong>de</strong>erwerk is<br />

dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt een probleem aanpakt (eindterm 2). Ver<strong>de</strong>r zal <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt in het ka<strong>de</strong>r van het<br />

afstu<strong>de</strong>erwerk ook <strong>de</strong> vakliteratuur raadplegen (eindterm 7).<br />

De eindkwalificatie die bij uitstek in het cursorische <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> programma’s wordt gerealiseerd<br />

is <strong>de</strong> eerste: stu<strong>de</strong>nten dienen theoretische en praktische vakkennis te verwerven. Zij<br />

bereiken <strong>de</strong> noodzakelijke verdieping door zelf een eigen accent aan te brengen in het programma<br />

dat zij volgen. Daarmee wordt <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> eindterm gerealiseerd, die voldoen<strong>de</strong> diepte<br />

in een <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> dan wel <strong>de</strong> stochastiek verlangt.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen kiezen een individueel programma, dat altijd ter goedkeuring<br />

aan <strong>de</strong> Examencommissie wordt voorgelegd, die bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling daarvan allereerst<br />

kijkt of het programma zo is samengesteld dat het een afstu<strong>de</strong>erproject op het vereiste niveau<br />

mogelijk maakt. Wanneer stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit een an<strong>de</strong>r vakgebied in hun programma<br />

willen opnemen, beoor<strong>de</strong>elt <strong>de</strong> Examencommissie of die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van voldoen<strong>de</strong> niveau<br />

zijn en bijdragen aan <strong>de</strong> realisatie van <strong>de</strong> eindtermen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen bestu<strong>de</strong>erd<br />

vanuit het perspectief van <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen. Zij kan zich goed vin<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> manier waarop in <strong>de</strong> zelfstudie een relatie is gelegd tussen <strong>de</strong> eindtermen en <strong>de</strong> programma’s<br />

en in <strong>de</strong> aanvullen<strong>de</strong> toelichtingen daarop.<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> en geïntegreer<strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> eindtermen<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zijn vertaald in het programma. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat het programma<br />

daardoor ge<strong>de</strong>gen en doorwrocht is gewor<strong>de</strong>n. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> eindtermen<br />

van <strong>de</strong> opleiding op een evenwichtige manier <strong>over</strong> het programma zijn ver<strong>de</strong>eld. De aandacht<br />

voor <strong>de</strong> eerste eindterm, die betrekking heeft op het verwerven van theoretische en praktische<br />

basiskennis, neemt in <strong>de</strong> loop van het programma af, maar verdwijnt niet, terwijl <strong>de</strong> aandacht<br />

voor an<strong>de</strong>re eindtermen, bijvoorbeeld eindterm 6 (<strong>over</strong> <strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> wetenschappen<br />

en <strong>de</strong> rol van wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re wetenschappen) en eindterm 7 (<strong>over</strong> het internationale<br />

karakter van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>), juist toeneemt. De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat het programma zo<br />

is ingericht en gestructureerd, dat stu<strong>de</strong>nten daadwerkelijk in staat zijn om <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

te verwerven. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> beschrijvingen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in <strong>de</strong> studiegids<br />

<strong>de</strong> relatie met <strong>de</strong> eindtermen niet expliciet leggen, maar in het algemeen wel dui<strong>de</strong>lijk maken<br />

welke eindtermen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld.<br />

196 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> vertaling van <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

in <strong>de</strong> programma’s op een a<strong>de</strong>quate manier heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n, maar dat <strong>de</strong> opzet en <strong>de</strong><br />

structuur van <strong>de</strong> programma’s ertoe lei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> geïntegreer<strong>de</strong> en systematische bena<strong>de</strong>ring<br />

die voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> werd gebruikt lastiger te hanteren is. Zij heeft vastgesteld dat<br />

alle eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen in <strong>de</strong> programma’s daadwerkelijk aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n<br />

gesteld en dat <strong>de</strong> programma’s zo zijn ingericht dat stu<strong>de</strong>nten in staat wor<strong>de</strong>n gesteld om <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties te verwerven. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> eindtermen is nadrukkelijk gerelateerd aan het<br />

afstu<strong>de</strong>erproject in het twee<strong>de</strong> jaar en krijgt dus weinig tot geen aandacht in het eerste jaar.<br />

De commissie komt, op grond van haar waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> zorgvuldige manier waarop in het<br />

geval van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een relatie is gelegd tussen <strong>de</strong> eindtermen en het programma,<br />

tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong>ze opleiding. De masteropleidingen voldoen in haar ogen aan <strong>de</strong><br />

criteria die gel<strong>de</strong>n voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F6: Samenhang programma<br />

Stu<strong>de</strong>nten volgen een inhou<strong>de</strong>lijk samenhangend studieprogramma.<br />

Beschrijving<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> volgen volgens <strong>de</strong> zelfstudie een inhou<strong>de</strong>lijk samenhangend<br />

programma, dat aandacht besteedt aan verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Het programma kent een aantal leerlijnen waarin die <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld.<br />

De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> leerlijnen vertonen volgens <strong>de</strong> zelfstudie een opbouw in moeilijkheidsgraad,<br />

in tempo en in <strong>de</strong> mate van zelfstandigheid waarin stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> kennis en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n<br />

verwerven. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van leerlijnen zijn inhou<strong>de</strong>lijk dui<strong>de</strong>lijk aan elkaar gerelateerd<br />

en op elkaar afgestemd.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie kent het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>de</strong> leerlijnen Stochastiek<br />

(waartoe <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Kansrekening I, Kansrekening II, Poisson processen, Algemene<br />

statistiek, Mathematische statistiek, Statistische data-analyse, Markovketens en Grondslagen<br />

waarschijnlijkheids rekening behoren), Analyse (waarvan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Calculus I, Calculus<br />

II, Wiskundige analyse I, Wiskundige analyse II, Gewone differentiaalvergelijkingen, Complexe-functietheorie,<br />

Numerieke wiskun<strong>de</strong>, Partiële differentiaal vergelijkingen, Maat- en integratietheorie,<br />

Mathematische systeemtheorie en Functionaalanalyse <strong>de</strong>el uitmaken) en Algebra<br />

en meetkun<strong>de</strong> (waarin <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Algebra, Lineaire algebra, Voortgezette lineaire algebra,<br />

Algebra II, Topologie en Variëteiten zijn on<strong>de</strong>rgebracht). Er bestaan ook verban<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong><br />

leerlijnen. Zo leveren <strong>de</strong> vakken Calculus en Wiskundige analyse II verplichte voorkennis voor<br />

het vak Markovketens en moeten stu<strong>de</strong>nten Maat- en integratietheorie hebben afgerond voordat<br />

zij Grondslagen van <strong>de</strong> waarschijnlijkheidsrekening kunnen volgen. In <strong>de</strong> studiegids wordt<br />

voor elk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el aangegeven wat <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> voorkennis is. Daarbij wordt on<strong>de</strong>rscheid<br />

gemaakt tussen veron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong> en verplichte voorkennis: in het laatste geval mogen stu<strong>de</strong>nten<br />

pas aan het tentamen <strong>de</strong>elnemen wanneer zij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len hebben behaald waarin verplichte<br />

voorkennis wordt behan<strong>de</strong>ld. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie zo geprogrammeerd dat<br />

stu<strong>de</strong>nten met een goe<strong>de</strong> planning en een re<strong>de</strong>lijk studietempo geen problemen door gemiste<br />

voorkennis hoeven te verwachten.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

197


Door <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke samenwerking van <strong>de</strong> masteropleidingen bestaat er voor stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematics een breed aanbod van mastervakken voor het eerste jaar van <strong>de</strong><br />

opleiding. Stu<strong>de</strong>nten zijn daardoor volgens <strong>de</strong> zelfstudie altijd in staat om een soli<strong>de</strong> en evenwichtige<br />

basis van hun studieprogramma op te stellen. De af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> stemt haar eigen<br />

aanbod af op het lan<strong>de</strong>lijke programma, waardoor <strong>over</strong>lap in het aanbod verme<strong>de</strong>n wordt.<br />

Omdat <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics samen met <strong>de</strong> collega’s van <strong>de</strong> Universiteit<br />

van Amsterdam verzorgt, is het aantal on<strong>de</strong>rwerpen waaraan in het on<strong>de</strong>rwijs aandacht kan<br />

wor<strong>de</strong>n besteed groot. Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding kent in <strong>de</strong> praktijk geen extra<br />

eisen op het gebied van voorkennis. Het biedt wel ruimte voor het opheffen van <strong>de</strong>ficiënties,<br />

on<strong>de</strong>rwerpen waaraan stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns hun <strong>bacheloropleiding</strong> weinig aandacht hebben<br />

besteed.<br />

Het aanbod van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial<br />

mathematics wor<strong>de</strong>n verzorgd, wordt in <strong>over</strong>leg tussen <strong>de</strong> stochastiekgroepen van <strong>de</strong> drie<br />

participeren<strong>de</strong> instellingen vastgesteld. Een belangrijk <strong>de</strong>el van het programma van het eerste<br />

jaar van <strong>de</strong> opleiding ligt vast, waardoor <strong>over</strong>lap tussen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wordt voorkomen. Ook<br />

voor het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics geldt dat<br />

het in <strong>de</strong> praktijk geen extra eisen op het gebied van voorkennis kent, maar wel ruimte voor<br />

het opheffen van <strong>de</strong>ficiënties, on<strong>de</strong>rwerpen waaraan stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns hun <strong>bacheloropleiding</strong><br />

weinig aandacht hebben besteed.<br />

De procedure die wordt gevolgd bij het samenstellen van <strong>de</strong> programma’s van stu<strong>de</strong>nten van<br />

<strong>de</strong> masteropleidingen, die zich steeds richten op een dui<strong>de</strong>lijk ge<strong>de</strong>finieerd specialistisch <strong>de</strong>elgebied,<br />

garan<strong>de</strong>ert volgens <strong>de</strong> zelfstudie dat <strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> programma’s van individuele<br />

stu<strong>de</strong>nten a<strong>de</strong>quaat is.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> interne samenhang van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

en <strong>de</strong> masteropleidingen bestu<strong>de</strong>erd en is tot <strong>de</strong> conclusie gekomen dat <strong>de</strong> programma’s in<br />

voldoen<strong>de</strong> mate interne samenhang vertonen. De leerlijnen die in het programma van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> zijn aangebracht geven dat programma een a<strong>de</strong>quate opbouw en structuur.<br />

De commissie <strong>de</strong>elt het standpunt van <strong>de</strong> opleiding dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen <strong>de</strong>ze leerlijnen<br />

inhou<strong>de</strong>lijk op elkaar zijn afgestemd. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> opleiding op <strong>de</strong> hoogte is van<br />

het probleem dat het programma geen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el kent dat gewijd is aan <strong>de</strong> basisbegrippen en<br />

zoekt naar <strong>de</strong> manier waarop dit het beste binnen het bre<strong>de</strong> bachelorprogramma kan wor<strong>de</strong>n<br />

geïmplementeerd.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> samenhang in <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

min<strong>de</strong>r expliciet aanwezig is en eer<strong>de</strong>r moet wor<strong>de</strong>n gecreëerd door <strong>de</strong> invulling van<br />

<strong>de</strong> individuele programma’s van stu<strong>de</strong>nten. De Examencommissie, die <strong>de</strong> individuele programma’s<br />

van stu<strong>de</strong>nten goed moet keuren, vervult een belangrijke rol bij het bewaken van <strong>de</strong><br />

samenhang. De commissie is ervan <strong>over</strong>tuigd dat <strong>de</strong> Examencommissie haar taken op dit punt<br />

op een a<strong>de</strong>quate manier uitvoert en erop toeziet dat individuele stu<strong>de</strong>nten een programma<br />

volgen dat voldoen<strong>de</strong> interne samenhang vertoont.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking heeft<br />

op <strong>de</strong> interne samenhang van het programma.<br />

198 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F7: Studielast<br />

Het programma is stu<strong>de</strong>erbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die <strong>de</strong> studievoortgang<br />

belemmeren zoveel mogelijk wor<strong>de</strong>n weggenomen.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in semesters, die elk drie on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n<br />

kennen van respectievelijk acht, acht en vier weken. De opleiding streeft ernaar<br />

om <strong>de</strong> geprogrammeer<strong>de</strong> studielast van het programma zoveel mogelijk te laten aansluiten bij<br />

<strong>de</strong>ze in<strong>de</strong>ling.<br />

De stu<strong>de</strong>erbaarheid van het programma wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie op verschillen<strong>de</strong> manieren<br />

bewaakt. Bij <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs wordt stu<strong>de</strong>nten gevraagd of <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong><br />

studielast <strong>over</strong>eenkomt met <strong>de</strong> geprogrammeer<strong>de</strong>. Bij <strong>de</strong> besprekingen van <strong>de</strong> resultaten van<br />

<strong>de</strong> evaluaties in <strong>de</strong> secties wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> slaagpercentages van <strong>de</strong> vakken aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gesteld. Wanneer<br />

bij <strong>de</strong> eerste tentamengelegenheid van een vak min<strong>de</strong>r dan 50% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten voor het<br />

tentamen slaagt, vindt er een gesprek plaats tussen <strong>de</strong> opleidingsdirecteur, <strong>de</strong> Examencommissie<br />

en <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijke docent voordat <strong>de</strong> cijfers wor<strong>de</strong>n gepubliceerd. De resultaten van<br />

<strong>de</strong> evaluaties wor<strong>de</strong>n vervolgens besproken in <strong>de</strong> Opleidingscommissie.<br />

De zelfstudie bevat tabellen met informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> aantallen studiepunten die stu<strong>de</strong>nten die<br />

daadwerkelijk tentamens hebben afgelegd hebben behaald. De tabellen (waarin geen on<strong>de</strong>rscheid<br />

wordt gemaakt tussen <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masterfase) laten zien dat <strong>de</strong> aantallen gerealiseer<strong>de</strong><br />

studiepunten per cohort behoorlijk variëren. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie is dat te verwachten,<br />

omdat <strong>de</strong> aantallen instromen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten klein zijn en <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n in het algemeen <strong>over</strong><br />

kleine populaties wor<strong>de</strong>n berekend.<br />

Het eerste semester van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> werd volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

door stu<strong>de</strong>nten als vrij zwaar ervaren. Zij waren vooral ontevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> het feit dat <strong>de</strong> tentamens<br />

voor Maat- en integratietheorie, Partiële differentiaalvergelijkingen en Mathematische<br />

statistiek in één week plaatsvon<strong>de</strong>n. In het aca<strong>de</strong>misch jaar 2005-2006 is daarom het tentamen<br />

Maat- en integratietheorie naar een later tijdstip verplaatst.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van mening zijn dat het eerste jaar<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> goed stu<strong>de</strong>erbaar is en pas tegen het ein<strong>de</strong> zwaar<strong>de</strong>r wordt en dat zij<br />

<strong>de</strong> aansluitcursus, waarin <strong>de</strong> kennis die stu<strong>de</strong>nten op het vwo hebben verworven wordt opgefrist,<br />

als nuttig ervaren. Zij meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie dat het programma geen specifiek on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

meer kent dat gericht is op <strong>de</strong> basisbegrippen. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zou <strong>de</strong> aandacht voor<br />

abstracte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len als Wiskundige analyse kunnen wor<strong>de</strong>n verbeterd; daaraan wordt in het<br />

programma relatief weinig tijd besteed. Dat is voor een <strong>de</strong>el het gevolg van <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong><br />

bre<strong>de</strong> bachelorprogramma’s. In het verle<strong>de</strong>n vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Wiskundige analyse en<br />

Metrische topologie struikelvakken in het eerste jaar. Deze twee on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zijn min of meer<br />

samengevoegd in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Wiskundige analyse 1, dat voor veel stu<strong>de</strong>nten problemen<br />

oplevert. De stu<strong>de</strong>nten die hun studie voortzetten hebben in het algemeen min<strong>de</strong>r moeite met<br />

het programma van het twee<strong>de</strong> jaar en behalen in dat jaar veel studiepunten.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

199


Omdat <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and financial<br />

mathematics recent van start zijn gegaan en omdat <strong>de</strong> aantallen stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong>ze opleidingen<br />

volgen klein zijn, is het volgens <strong>de</strong> zelfstudie niet mogelijk om statistisch on<strong>de</strong>rbouw<strong>de</strong><br />

uitspraken <strong>over</strong> <strong>de</strong> studielast van <strong>de</strong>ze opleidingen te doen. De uitkomsten van interviews met<br />

stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> evaluatiebijeenkomsten die twee keer per jaar plaatsvin<strong>de</strong>n en van <strong>de</strong><br />

schriftelijke evaluaties die in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke samenwerking voor een aantal vakken<br />

zijn uitgevoerd geven aan dat <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong> studielast in het algemeen goed <strong>over</strong>eenkomt<br />

met <strong>de</strong> geprogrammeer<strong>de</strong> studielast. De evaluaties hebben wel uitgewezen dat bij een aantal<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die in het ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n <strong>de</strong> studielast<br />

<strong>de</strong> normen (ruim) <strong>over</strong>schreed. Op grond van die evaluaties is het lan<strong>de</strong>lijke programma<br />

inmid<strong>de</strong>ls bijgesteld. De procedures rond <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erprojecten en <strong>de</strong> stages garan<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong><br />

opleidingen ook in die fase goed zicht hou<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong> studielast.<br />

Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen is <strong>de</strong> studielast van <strong>de</strong> programma’s aanzienlijk,<br />

maar niet te hoog. Zij beschouwen het soms als een probleem dat het on<strong>de</strong>rwijs in het<br />

ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma altijd op een maandag of een dinsdag plaatsvindt.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> studielast van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten niet te hoog is. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> studielast op een evenwichtige<br />

manier <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n is ver<strong>de</strong>eld en dat <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid<br />

op een a<strong>de</strong>quate manier bewaakt en maatregelen neemt om <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid te verbeteren<br />

wanneer dat noodzakelijk is. De commissie heeft vernomen dat er inmid<strong>de</strong>ls maatregelen zijn<br />

getroffen om <strong>de</strong> problemen rond het vak Wiskundige analyse 1 op te lossen. Ver<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> commissie<br />

geen struikelblokken in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> tegengekomen.<br />

De commissie heeft geen informatie ontvangen die aangeeft dat <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kennen die <strong>de</strong> studievoortgang belemmeren. Zij heeft geconstateerd<br />

dat <strong>de</strong> opleiding zich bewust is van <strong>de</strong> vertraging die stu<strong>de</strong>nten kunnen oplopen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

afstu<strong>de</strong>erfase en aandacht besteedt aan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van dit <strong>de</strong>el van het programma.<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert het dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> slagingspercentages van tentamens analyseren<br />

en maatregelen nemen wanneer die te ver afwijken van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. Zij heeft vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong> opleidingen a<strong>de</strong>quaat reageren wanneer dat noodzakelijk is.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking heeft<br />

op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid en <strong>de</strong> studielast.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

200 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


F8: Instroom<br />

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij <strong>de</strong> kwalificaties van <strong>de</strong> instromen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten:<br />

WO-bachelor: VWO, HBO-prope<strong>de</strong>use of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingson<strong>de</strong>rzoek.<br />

WO-master: bachelor en eventueel (inhou<strong>de</strong>lijke) selectie.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> is toegankelijk voor stu<strong>de</strong>nten die een vwo-diploma hebben met <strong>de</strong><br />

vakken wiskun<strong>de</strong> B1 en B2 en dus het profiel Natuur en techniek hebben gevolgd (stu<strong>de</strong>nten<br />

die alleen wiskun<strong>de</strong> B1 hebben gevolgd hebben een <strong>de</strong>ficiëntie, maar wor<strong>de</strong>n ook toegelaten,<br />

<strong>de</strong> opleiding gaat ervan uit dat zij hun <strong>de</strong>ficiëntie hebben weggewerkt wanneer zij het<br />

vak Calculus I hebben gehaald), voor stu<strong>de</strong>nten die een vwo-diploma ou<strong>de</strong> stijl hebben met<br />

Wiskun<strong>de</strong> B en Engels in het vakkenpakket, voor stu<strong>de</strong>nten met een prope<strong>de</strong>usediploma van<br />

een hbo-opleiding, mits zij <strong>de</strong> vakken Wiskun<strong>de</strong> en Engels op het niveau van <strong>de</strong> vwo-vakken<br />

Wiskun<strong>de</strong> B1 en B2 en Engels beheersen (iets wat per stu<strong>de</strong>nt gecontroleerd wordt), en voor<br />

stu<strong>de</strong>nten ou<strong>de</strong>r dan 21 jaar, die door mid<strong>de</strong>l van een toelatingstoets hebben laten zien dat zij<br />

Wiskun<strong>de</strong>, Engels en Ne<strong>de</strong>rlands op voldoen<strong>de</strong> niveau beheersen. Stu<strong>de</strong>nten die geen Natuurkun<strong>de</strong><br />

in hun ein<strong>de</strong>xamenpakket had<strong>de</strong>n, wor<strong>de</strong>n toegelaten tot <strong>de</strong> opleiding, maar kunnen in<br />

het eerste jaar niet het bijvak Natuurwetenschappen kiezen. De faculteit voert geen beleid dat<br />

is gericht op het aantrekken van allochtone stu<strong>de</strong>nten. Bij het wegnemen van obstakels betrekt<br />

<strong>de</strong> faculteit ook nadrukkelijk <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs van stu<strong>de</strong>nten. Uit een tabel in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat<br />

het aantal stu<strong>de</strong>nten dat in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> instroomt varieert van 6 (in het studiejaar<br />

2004-2005) tot 31 (in het studiejaar 2003-2004). Het aantal <strong>de</strong>eltijdstu<strong>de</strong>nten ligt rond <strong>de</strong><br />

25% van het totale aantal stu<strong>de</strong>nten.<br />

Om <strong>de</strong> aansluiting vanuit het vwo op <strong>de</strong> universiteit soepel te laten verlopen, verzorgt <strong>de</strong><br />

opleiding aan het begin van het eerste jaar <strong>de</strong> Aansluitcursus vwo-wiskun<strong>de</strong>. In het eerste <strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong>ze cursus wordt <strong>de</strong> op het vwo verworven kennis opgefrist. Dat is volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

nodig omdat <strong>de</strong>ze kennis vaak op een an<strong>de</strong>re manier gebruikt moet wor<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

gewend zijn. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> aansluitcursus een nuttig on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

vin<strong>de</strong>n, ook al biedt die cursus voor een <strong>de</strong>el een herhaling van stof die op het vwo al was<br />

behan<strong>de</strong>ld.<br />

De faculteit besteedt veel aandacht aan voorlichting en werving. In <strong>de</strong> voorlichting, waarin<br />

ook stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n ingezet, wordt veel aandacht besteed aan begeleiding en stu<strong>de</strong>erbaarheid.<br />

De opleiding presenteert zich via een brochure en verschillen<strong>de</strong> websites, op algemene<br />

voorlichtingsdagen (in november en februari), tij<strong>de</strong>ns meeloopdagen, het ‘dagje stu<strong>de</strong>ren’, <strong>de</strong><br />

last minute-dag (in juni), scholenbezoeken en masterclasses. Zij organiseert ook een jaarlijkse<br />

dag voor leraren.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond, hebben rechtstreeks toegang tot bei<strong>de</strong><br />

masteropleidingen. Voor stu<strong>de</strong>nten die een an<strong>de</strong>re vooropleiding hebben gevolgd, hanteren<br />

<strong>de</strong> masteropleidingen een toelatingsprocedure, die inhoudt dat voor ie<strong>de</strong>re stu<strong>de</strong>nt die in een<br />

van <strong>de</strong> opleidingen wil instromen een on<strong>de</strong>rzoek wordt uitgevoerd naar <strong>de</strong> relevante <strong>de</strong>len<br />

van diens <strong>bacheloropleiding</strong>. De masteropleiding Stochastics and financial mathematics stelt<br />

daarbij <strong>de</strong> eis dat <strong>de</strong> vooropleiding een ruime hoeveelheid Wiskun<strong>de</strong> bevatte en dat stu<strong>de</strong>nten<br />

in het bijzon<strong>de</strong>r beschikken <strong>over</strong> basiskennis van <strong>de</strong> kansrekening, <strong>de</strong> mathematische statistiek<br />

en maat- en integratietheorie. De mastercoördinatoren adviseren <strong>de</strong> Examencommissie <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

toelating van stu<strong>de</strong>nten. Tot op he<strong>de</strong>n zijn er volgens <strong>de</strong> zelfstudie als gevolg van <strong>de</strong> toelatingsprocedure<br />

die <strong>de</strong> opleidingen hanteren nog geen problemen met <strong>de</strong> aansluiting geweest. Voor<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

201


een <strong>de</strong>el is dat ook een gevolg van het feit dat het On<strong>de</strong>rwijs‐ en Examenreglement toestaat dat<br />

stu<strong>de</strong>nten een beperkte <strong>de</strong>el van hun programma benutten voor het aanvullen van voorkennis.<br />

De problemen die zich voor<strong>de</strong><strong>de</strong>n zijn tot op he<strong>de</strong>n steeds opgelost door stu<strong>de</strong>nten gericht<br />

via zelfstudie specifieke voorkennis te laten verwerven. De resultaten van <strong>de</strong> evaluaties van het<br />

on<strong>de</strong>rwijs wijzen ook uit dat er geen problemen met betrekking tot <strong>de</strong> aansluiting bestaan.<br />

Uit een tabel in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat het aantal Ne<strong>de</strong>rlandse stu<strong>de</strong>nten dat instroomt in<br />

<strong>de</strong> masteropleiding Mathematics gemid<strong>de</strong>ld zes per jaar bedraagt en het aantal buitenlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten bijna vijf. Een van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten volgt het programma in <strong>de</strong>eltijd. Het aantal Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten dat instroomt in <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics<br />

bedraagt tot op he<strong>de</strong>n nul of een per jaar, het aantal buitenlandse stu<strong>de</strong>nten ligt gemid<strong>de</strong>ld<br />

iets boven <strong>de</strong> twee.<br />

Volgens <strong>de</strong> docenten beste<strong>de</strong>n <strong>de</strong> opleidingen gericht aandacht aan <strong>de</strong> opvang en <strong>de</strong> integratie<br />

van buitenlandse stu<strong>de</strong>nten, bijvoorbeeld door activiteiten te organiseren waar buitenlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten nadrukkelijk bij wor<strong>de</strong>n betrokken. De docenten vin<strong>de</strong>n <strong>de</strong> aanwezigheid van buitenlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten belangrijk, ook vanuit het perspectief van ‘internationalisation at home’.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> kwalificaties waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die instromen in<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> moeten beschikken dui<strong>de</strong>lijk zijn vastgelegd en dat <strong>de</strong> opleiding maatregelen<br />

heeft genomen om te waarborgen dat stu<strong>de</strong>nten ook daadwerkelijk beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

noodzakelijke kennis en vaardighe<strong>de</strong>n. Zij heeft vernomen dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> aansluitcursus<br />

die in het eerste jaar wordt aangebo<strong>de</strong>n als nuttig ervaren. Zij is van mening dat er voor stu<strong>de</strong>nten<br />

die <strong>de</strong> aansluitcursus met succes hebben afgerond geen aansluitingsproblemen meer<br />

bestaan.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben<br />

voltooid zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n kunnen doorstromen naar <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics<br />

en Stochastics and financial mathematics en dat die masteropleidingen een toelatingsprocedure<br />

hanteren voor stu<strong>de</strong>nten met een an<strong>de</strong>re vooropleiding, die on<strong>de</strong>r meer inhoudt<br />

dat stu<strong>de</strong>nten die niet beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> beginkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

hebben om <strong>de</strong>ficiënties weg te werken en ontbreken<strong>de</strong> voorkennis aan te vullen. Zij is van<br />

oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die instromen in <strong>de</strong> masteropleidingen beschikken <strong>over</strong> a<strong>de</strong>quate<br />

startkwalificaties.<br />

De commissie komt daarom tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat<br />

betrekking heeft op <strong>de</strong> instroom. Zij is wel van mening dat <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and<br />

financial mathematics meer gerichte activiteiten op het terrein van <strong>de</strong> werving en <strong>de</strong> voorlichting<br />

zou moeten on<strong>de</strong>rnemen. Zij heeft <strong>de</strong> stellige indruk dat <strong>de</strong> opleiding haar doelgroep nog<br />

niet goed weet te bereiken.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

202 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


F9: Duur<br />

De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. <strong>de</strong> omvang van het curriculum:<br />

WO-bachelor: in <strong>de</strong> regel 180 studiepunten.<br />

WO-master: minimaal 60 studiepunten, afhankelijk van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> omvat 180 EC en voldoet daarmee aan<br />

<strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics omvat 120 EC en voldoet daarmee aan<br />

<strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics omvat 120 EC<br />

en voldoet daarmee aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F10: Afstemming tussen vormgeving en inhoud<br />

Het didactisch concept is in lijn met <strong>de</strong> doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.<br />

Beschrijving<br />

Zoals hierboven al werd vermeld, staan in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong><br />

drie leerlijnen centraal: <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt moet kennis, inzicht en ervaring met theorie en theorievorming<br />

hebben, een probleemoplosser wor<strong>de</strong>n en mo<strong>de</strong>lmatig kunnen werken. In <strong>de</strong> scholing in<br />

theorie en theorievorming ligt <strong>de</strong> nadruk op systematische en efficiënte kennisverwerving op<br />

basis van goed gekozen studiemateriaal en interactie met inspireren<strong>de</strong> en gemotiveer<strong>de</strong> docenten.<br />

De training die gericht is op het oplossen van problemen kent <strong>de</strong> cyclus van voorbeeld,<br />

vraagstuk of probleem en kritische beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> oplossing. In <strong>de</strong> lijn waarin mo<strong>de</strong>lvorming<br />

aandacht krijgt, wor<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten geconfronteerd met problemen buiten <strong>de</strong> directe sfeer<br />

van hun kennis, waardoor zij <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> kennis zelfstandig moeten verwerven.<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kent een grote verschei<strong>de</strong>nheid aan on<strong>de</strong>rwijsvormen.<br />

Bij <strong>de</strong> inrichting en <strong>de</strong> vormgeving van het programma hebben <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen<br />

een rol gespeeld: variatie in on<strong>de</strong>rwijsvormen is belangrijk, niet alleen door <strong>de</strong> afstemming<br />

op <strong>de</strong> leerdoelen, die per cursus kunnen verschillen, maar ook omdat stu<strong>de</strong>nten individueel<br />

verschillend zijn; <strong>de</strong> vorm van het on<strong>de</strong>rwijs dient met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten mee te evolueren: van<br />

meer begeleid naar meer zelfstandig werken, van kleinere brokken kennis ineens naar grotere,<br />

van projecten van kleine omvang naar omvangrijkere projecten; bij <strong>de</strong> aanvang van het eerste<br />

jaar staat <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang vanuit het vwo centraal, stu<strong>de</strong>nten moeten wennen aan <strong>de</strong> nieuwe<br />

on<strong>de</strong>rwijsomgeving en hebben behoefte aan begeleiding; het programma biedt <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

om gericht en geconcentreerd aan een project te werken; stu<strong>de</strong>nten werken zowel in<br />

groepen als individueel.<br />

In het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is <strong>de</strong> begeleiding van stu<strong>de</strong>nten het meest intensief.<br />

In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> studiejaren wordt een steeds groter beroep gedaan op het eigen initiatief van <strong>de</strong><br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

203


stu<strong>de</strong>nten. De opleiding on<strong>de</strong>rscheidt <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> werkvormen: hoorcolleges, werkcolleges,<br />

computerpractica en projecten. Daarnaast vormt <strong>de</strong> bachelorscriptie een werkvorm op zich.<br />

In veel gevallen wordt <strong>de</strong> basis voor een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el gelegd in een hoorcollege, dat vrijwel altijd<br />

wordt begeleid door een an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rwijsvorm. Bij theoretische vakken zal het meestal gaan<br />

om werkcolleges die het hoorcollege on<strong>de</strong>rsteunen met behulp van opgaven. Vakken die tot<br />

doel hebben <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt een bepaal<strong>de</strong> programmeermethodiek bij te brengen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund<br />

door computerpractica. Bij projecten is het werken in groepen en het uitvoeren van het<br />

werk in een vast bepaal<strong>de</strong>, relatief korte tijd essentieel.<br />

Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten met wie <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek sprak, wordt zelfwerkzaamheid<br />

slechts in beperkte mate gestimuleerd. Zij wor<strong>de</strong>n geacht voor verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

huiswerkopgaven te maken, in bepaal<strong>de</strong> gevallen zelfs wekelijks. Zij voeren regelmatig in het<br />

ka<strong>de</strong>r van projecten groepsopdrachten uit, vooral in <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n januari en juni. Volgens <strong>de</strong><br />

docenten is <strong>de</strong> belangstelling on<strong>de</strong>r stu<strong>de</strong>nten voor kleinschalige on<strong>de</strong>rwijsvormen als werkgroepen<br />

iets afgenomen, wellicht omdat sommige stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong>nken dat het niet altijd nodig is<br />

om opdrachten en oefeningen te maken. Volgens hen wor<strong>de</strong>n hoorcolleges juist beter bezocht<br />

dan in het verle<strong>de</strong>n. De grootte van <strong>de</strong> werkgroepen is <strong>de</strong> afgelopen tijd toegenomen, maar<br />

<strong>de</strong> opleidingen hebben maatregelen genomen om het karakter van <strong>de</strong> werkgroep te behou<strong>de</strong>n<br />

(namelijk <strong>de</strong> inzet van extra docenten en begelei<strong>de</strong>rs).<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen wor<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns hun studie voorbereid op een loopbaan<br />

als wetenschappelijk professional op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> dan wel <strong>de</strong> stochastiek.<br />

Het didactisch concept dat <strong>de</strong> masteropleidingen hanteren is volgens <strong>de</strong> zelfstudie klassiek<br />

en het past bij kleinschalige opleidingen waarin kennisverwerving centraal staat. Tij<strong>de</strong>ns het<br />

afstu<strong>de</strong>erproject ontstaat er een meester-gezelrelatie tussen <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt. In het<br />

cursorische <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> opleiding vormt dit mo<strong>de</strong>l reeds <strong>de</strong> basis. In colleges, werkcolleges,<br />

opdrachten, projecten en presentaties wor<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten steeds gestimuleerd tot zelfstandigheid<br />

en zelfwerkzaamheid. De vorm van het on<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong> kleinschaligheid en <strong>de</strong> eisen die aan<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n gesteld, lei<strong>de</strong>n tot een toenemen<strong>de</strong> mate van zelfwerkzaamheid. In <strong>de</strong><br />

regel kent het cursorische <strong>de</strong>el van het programma 28 tot 42 contacturen per 6 tot 8 studiepunten.<br />

De variatie daarin hangt samen met <strong>de</strong> aard van het on<strong>de</strong>rwerp dat wordt behan<strong>de</strong>ld<br />

en met het schriftelijk materiaal dat beschikbaar is.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> didactische keuzen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

op een impliciete manier tot uitdrukking komen in <strong>de</strong> vormgeving van <strong>de</strong> programma’s.<br />

In haar ogen zijn <strong>de</strong> inrichting van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong><br />

keuzen voor <strong>de</strong> werkvormen voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len a<strong>de</strong>quaat. Zij heeft vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong> variatie in <strong>de</strong> werkvormen die wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n voldoen<strong>de</strong> is en dat die werkvormen<br />

aansluiten bij <strong>de</strong> inhoud en <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen het curriculum. Zij is van<br />

mening dat <strong>de</strong> vorm waarin het on<strong>de</strong>rwijs wordt aangebo<strong>de</strong>n (en in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> afname<br />

van het aantal contacturen en het grotere beroep op het eigen initiatief van stu<strong>de</strong>nten) in<strong>de</strong>rdaad<br />

bewerkstelligt dat stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> opleiding een grotere zelfredzaamheid<br />

krijgen en zelfstandiger gaan werken.<br />

Naar <strong>de</strong> mening van <strong>de</strong> commissie zijn <strong>de</strong> didactische keuzen voor <strong>de</strong> inrichting van <strong>de</strong> programma’s<br />

van <strong>de</strong> masteropleidingen weliswaar impliciet, maar a<strong>de</strong>quaat. Zij is zich ervan<br />

bewust dat het, gegeven <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen, waarin <strong>de</strong> zelfwerkzaam-<br />

204 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


heid van stu<strong>de</strong>nten een meer prominente rol speelt dan in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, ook min<strong>de</strong>r<br />

voor <strong>de</strong> hand ligt dat <strong>de</strong> opleidingen tot uitgesproken keuzen komen. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong><br />

werkvormen die voor <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n gebruikt in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong><br />

doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleiding. Het eerste <strong>de</strong>el van het programma is vooral<br />

gericht op het <strong>over</strong>brengen van gespecialiseer<strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n, het twee<strong>de</strong> op het<br />

zelfstandig toepassen van <strong>de</strong> verworven kennis en vaardighe<strong>de</strong>n. Stu<strong>de</strong>nten volgen in het eerste<br />

jaar voornamelijk hoorcolleges die wor<strong>de</strong>n gecombineerd met werkcolleges en computerpractica<br />

wanneer dat wenselijk is en werken in het grootste <strong>de</strong>el van het twee<strong>de</strong> jaar zelfstandig in<br />

het ka<strong>de</strong>r van het masterproject.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen<br />

aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> afstemming tussen vormgeving en inhoud.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F11: Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing<br />

Door <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen, toetsingen en examens wordt a<strong>de</strong>quaat getoetst of <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> leerdoelen van<br />

(on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma hebben gerealiseerd.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kent verschillen<strong>de</strong> vormen van toetsing die volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie bijdragen aan <strong>de</strong> verificatie van <strong>de</strong> eindkwalificaties: schriftelijke tentamens,<br />

die op beperkte wijze kennis, inzicht en probleemoplossend vermogen toetsen, mon<strong>de</strong>linge<br />

tentamens, die ook kennis en inzicht toetsen (en vrijwel altijd <strong>de</strong> vorm hebben van een nabespreking<br />

van een groepsproject), schriftelijke en mon<strong>de</strong>linge presentaties, waarbij naast <strong>de</strong><br />

presentatie ook <strong>de</strong> kennis, het inzicht en <strong>de</strong> communicatie binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, informatica<br />

en bedrijfseconomie en haar toepassingen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen, en beoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opdrachten.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zijn naar eigen zeggen tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> begeleiding die<br />

zij tij<strong>de</strong>ns het schrijven van <strong>de</strong> bachelorscriptie krijgen, al verschilt <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> begeleiding<br />

volgens hen wel van docent tot docent.<br />

Binnen het programma van <strong>de</strong> masteropleidingen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> toetsvormen gebruikt als<br />

in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>: mon<strong>de</strong>linge tentamens, schriftelijke tentamens,<br />

schriftelijke en mon<strong>de</strong>linge presentaties en opdrachten. De stu<strong>de</strong>nten waar<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> variatie in<br />

<strong>de</strong> toetsvormen en zijn van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> toetsing en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling goed georganiseerd zijn<br />

en dat <strong>de</strong> feedback die zij krijgen op hun werk nuttig is. De opleidingen beschikken <strong>over</strong> een<br />

handleiding voor toetsen en beoor<strong>de</strong>len die is gebaseerd op een bijlage van het universitaire<br />

kwaliteitshandboek.<br />

De Faculteit <strong>de</strong>r Exacte Wetenschappen kent een centrale Examencommissie, die bestaat uit<br />

een aantal subcommissies. De le<strong>de</strong>n en adviseurs zijn zo gekozen dat alle af<strong>de</strong>lingen in <strong>de</strong><br />

faculteit vertegenwoordigd zijn. De commissies voor <strong>de</strong> bachelorexamens en <strong>de</strong> masterexamens<br />

vormen een personele unie. De Examencommissie stelt <strong>de</strong> regels vast met betrekking tot<br />

<strong>de</strong> goe<strong>de</strong> gang van zaken tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> tentamens en <strong>de</strong> in dat verband te nemen maatregelen en<br />

draagt zorg voor <strong>de</strong> invulling en uitvoering van <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijs- en Examenregeling. In geval van<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

205


frau<strong>de</strong> kan een stu<strong>de</strong>nt voor een door <strong>de</strong> Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste<br />

een jaar het recht ontnomen wor<strong>de</strong>n om tentamens af te leggen.<br />

Voor ie<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie ofwel in <strong>de</strong> studiegids ofwel in <strong>de</strong> studiehandleiding<br />

dui<strong>de</strong>lijk aangegeven wat <strong>de</strong> vereisten zijn: in welke vorm er wordt getoetst, of er<br />

wel of geen <strong>de</strong>eltentamens wor<strong>de</strong>n afgenomen en wat <strong>de</strong> geldigheidsduur van <strong>de</strong> tentamenon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len,<br />

<strong>de</strong> duur van het tentamen, het te gebruiken studiemateriaal tij<strong>de</strong>ns het tentamen<br />

en <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om het tentamen te herkansen zijn. Indien een cijfer uit verschillen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len is samengesteld, wordt aangegeven wat <strong>de</strong> zwaarte is van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Bij <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling van projecten spelen elementen als inzet, initiatief, samenwerken en begrip van <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> stof een rol. Ook een mon<strong>de</strong>linge presentatie kan een rol spelen.<br />

In <strong>de</strong> regel is <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van een cursus <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> betrokken<br />

docent(en). Bij een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> cursussen zijn verschillen<strong>de</strong> docenten betrokken bij het beoor<strong>de</strong>len<br />

van ingeleverd werk en presentaties. Het is binnen <strong>de</strong> opleidingen gebruikelijk om schriftelijke<br />

tentamens waar mogelijk van tevoren door een collega te laten beoor<strong>de</strong>len op omvang,<br />

representativiteit, moeilijkheidsgraad en <strong>de</strong>elnormering. Dat is in <strong>de</strong> masteropleiding min<strong>de</strong>r<br />

vaak mogelijk dan in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Bij meer<strong>de</strong>re correctoren wordt ervoor gezorgd dat<br />

<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling on<strong>de</strong>rling afgestemd is: er is een correctiebespreking vooraf, er zijn richtlijnen<br />

voor <strong>de</strong> correctie en er is een nacorrectiebespreking achteraf. De opleidingsdirecteur controleert<br />

steekproefsgewijs, voornamelijk door gesprekken met stu<strong>de</strong>nten en docenten, tentamens<br />

en beoor<strong>de</strong>lingen daarvan. In <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie expliciet<br />

gevraagd naar <strong>de</strong> relatie tussen on<strong>de</strong>rwijs en beoor<strong>de</strong>ling. Er is niet gebleken dat stu<strong>de</strong>nten<br />

hier<strong>over</strong> binnen <strong>de</strong> opleidingen structureel klachten hebben.<br />

De commissie vernam dat <strong>de</strong> opleidingen geen richtlijnen hebben opgesteld met betrekking<br />

tot <strong>de</strong> begeleiding van <strong>de</strong> scripties en <strong>de</strong> planning en voortgang van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erprojecten. Het<br />

is wel gebruikelijk dat er altijd een twee<strong>de</strong> docent bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van een scriptie betrokken<br />

wordt.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat <strong>de</strong> opleidingen geen compensatieregelingen kennen, dat alle<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len met goed gevolg moeten wor<strong>de</strong>n afgesloten. Wanneer stu<strong>de</strong>nten een bepaald vak<br />

keer op keer niet halen, wordt gekeken of er maatwerk kan wor<strong>de</strong>n geleverd (bijvoorbeeld een<br />

an<strong>de</strong>re vorm van toetsing) of dat het vak door een an<strong>de</strong>r vak kan wor<strong>de</strong>n vervangen. Wanneer<br />

een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el een slagingspercentage van min<strong>de</strong>r dan 50 kent, proberen <strong>de</strong> opleidingsdirecteur<br />

en <strong>de</strong> Examencommissie te achterhalen wat <strong>de</strong> oorzaken zijn van het slechte resultaat en<br />

ook wat <strong>de</strong> gevolgen ervan zijn. Het is mogelijk dat op grond van een <strong>de</strong>rgelijke analyse wordt<br />

besloten om <strong>de</strong> inhoud van een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el aan te passen of dat er an<strong>de</strong>re maatregelen wor<strong>de</strong>n<br />

genomen om het ren<strong>de</strong>ment van het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el te verbeteren.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> informatie met betrekking tot <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing bestu<strong>de</strong>erd<br />

en vastgesteld dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen gekozen hebben voor<br />

a<strong>de</strong>quate toetsvormen. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> toetsvormen die wor<strong>de</strong>n gehanteerd voldoen<strong>de</strong><br />

variatie vertonen. Vanaf het eerste jaar wordt van stu<strong>de</strong>nten niet alleen verwacht dat zij (schriftelijke)<br />

tentamens maken, maar ook dat zij actief <strong>de</strong>elnemen aan practica, opdrachten uitvoeren<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n, verslagen maken en presentaties verzorgen. De toetsvormen<br />

sluiten aan bij <strong>de</strong> werkvorm die voor het betreffen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el wordt gehanteerd. On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

die (voor een <strong>de</strong>el) als werkcollege wor<strong>de</strong>n gegeven, wor<strong>de</strong>n in het algemeen afgesloten met<br />

206 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


een schriftelijk tentamen, eventueel aangevuld met opdrachten. Voor <strong>de</strong> projecten moeten<br />

stu<strong>de</strong>nten verslagen schrijven en presentaties verzorgen. De commissie is wel van oor<strong>de</strong>el dat<br />

<strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen van scripties tot stand komen beter zou<br />

moeten documenteren en vastleggen. Zij heeft begrepen dat inmid<strong>de</strong>ls maatregelen hiertoe<br />

zijn genomen.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> formele regels die <strong>de</strong> opleidingen hanteren rond <strong>de</strong> toetsing<br />

en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling in or<strong>de</strong> zijn.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong> en voor <strong>de</strong><br />

masteropleiding Stochastics and financial mathematics luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

4.<strong>2.</strong>3. Inzet van personeel<br />

F12: Eisen WO<br />

De opleiding sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor <strong>de</strong> inzet van personeel van een WO-opleiding:<br />

Het on<strong>de</strong>rwijs wordt voor een belangrijk <strong>de</strong>el verzorgd door on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het vakgebied.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudies van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen bevatten een tabel waarin een <strong>over</strong>zicht<br />

wordt gegeven van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsinzet vanuit <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen Wiskun<strong>de</strong>. In alle gevallen<br />

wordt <strong>de</strong> beschikbare on<strong>de</strong>rwijscapaciteit <strong>over</strong>igens niet alleen gebruikt ten behoeve van <strong>de</strong><br />

opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, maar ook voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re opleidingen die vanuit<br />

<strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen wor<strong>de</strong>n verzorgd.<br />

Uit <strong>de</strong> tabellen blijkt dat <strong>de</strong> wetenschappelijke staf van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> (hoogleraren,<br />

universitair hoofddocenten en universitair docenten) op 1 <strong>de</strong>cember 2005 29 me<strong>de</strong>werkers<br />

omvatte, die allen gepromoveerd waren. Daarnaast waren er nog vijftig an<strong>de</strong>re me<strong>de</strong>werkers<br />

(promovendi, docenten, stu<strong>de</strong>ntassistenten en <strong>over</strong>ig wetenschappelijk personeel) die on<strong>de</strong>rwijs<br />

verzorg<strong>de</strong>n vanuit <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong>. De wetenschappelijke staf van <strong>de</strong> sectie Stochastiek,<br />

die <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics verzorgt, tel<strong>de</strong> op dat<br />

moment <strong>de</strong>rtien le<strong>de</strong>n, die allen gepromoveerd waren. Daarnaast waren er nog zeventien an<strong>de</strong>re<br />

me<strong>de</strong>werkers (promovendi, docenten en <strong>over</strong>ig wetenschappelijk personeel) die bijdragen aan<br />

het on<strong>de</strong>rwijs lever<strong>de</strong>n. Volgens <strong>de</strong> docenten vormt het on<strong>de</strong>rwijs een integraal <strong>de</strong>el van hun<br />

takenpakket. Zij beste<strong>de</strong>n gemid<strong>de</strong>ld zo’n 40% van hun tijd aan on<strong>de</strong>rwijstaken.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudies wordt het on<strong>de</strong>rwijs ten behoeve van <strong>de</strong> opleidingen ontwikkeld en<br />

gegeven door on<strong>de</strong>rzoekers die actief zijn in wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek van uitsteken<strong>de</strong> kwa-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

207


liteit, zoals blijkt uit <strong>de</strong> rapporten van <strong>de</strong> meest recente visitaties van het on<strong>de</strong>rzoek in <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> (gepubliceerd in 2004).<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling<br />

Wiskun<strong>de</strong> gepromoveerd zijn en on<strong>de</strong>rzoek verrichten dat regelmatig wordt beoor<strong>de</strong>eld door<br />

internationaal samengestel<strong>de</strong> visitatiecommissies. Zij conclu<strong>de</strong>ert op basis daarvan dat een<br />

belangrijk <strong>de</strong>el van het on<strong>de</strong>rwijs wordt verzorgd door actieve on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage<br />

leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling van het vakgebied.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> sectie Stochastiek binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> een<br />

zwaartepunt vormt en dat <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling zich op dat terrein in het bijzon<strong>de</strong>r profileert. Zij is van<br />

oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf op dit terrein een evi<strong>de</strong>nte meerwaar<strong>de</strong><br />

oplevert voor <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics. Door <strong>de</strong> spreiding<br />

van <strong>de</strong> expertises binnen <strong>de</strong> sectie Stochastiek slaagt <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling erin een breed en hoogstaand<br />

programma aan te bie<strong>de</strong>n.<br />

Op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen komt <strong>de</strong> commissie tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’<br />

voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics en tot het oor<strong>de</strong>el<br />

‘goed’ voor <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F13: Kwantiteit personeel<br />

Er wordt voldoen<strong>de</strong> personeel ingezet om <strong>de</strong> opleiding met <strong>de</strong> gewenste kwaliteit te verzorgen.<br />

Beschrijving<br />

De af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> verzorgt (<strong>de</strong>len van) <strong>de</strong> opleidingen Wiskun<strong>de</strong>, Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en<br />

informatica, Mathematics, Stochastics and financial mathematics en Business mathematics<br />

and informatics. De programma’s van <strong>de</strong>ze opleidingen kennen gemeenschappelijke vakken,<br />

maar bevatten ook on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die wor<strong>de</strong>n verzorgd door an<strong>de</strong>re eenhe<strong>de</strong>n binnen en buiten<br />

<strong>de</strong> faculteit. Het is daarom volgens <strong>de</strong> zelfstudie moeilijk om aan te geven wat <strong>de</strong> inzet per<br />

opleiding precies is. De af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> verzorgt zelf ook serviceon<strong>de</strong>rwijs voor an<strong>de</strong>re<br />

<strong>bacheloropleiding</strong>en binnen en buiten <strong>de</strong> faculteit.<br />

De zelfstudie bevat een tabel waarin een schatting wordt gegeven van <strong>de</strong> staf-stu<strong>de</strong>ntratio voor<br />

<strong>de</strong> jaren 2003-2005 van <strong>de</strong> opleidingen die wor<strong>de</strong>n verzorgd vanuit <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong>.<br />

Daaruit blijkt dat het aantal stu<strong>de</strong>nten per fte on<strong>de</strong>rwijs gemid<strong>de</strong>ld iets hoger is dan 11. Het<br />

aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n per fte on<strong>de</strong>rwijs is ongeveer 2,5. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie<br />

bleek dat <strong>de</strong> docenten <strong>de</strong> werkdruk als re<strong>de</strong>lijk ervaren. Zij meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie dat <strong>de</strong> tijd<br />

die wordt besteed aan het begelei<strong>de</strong>n van stages en scripties sinds kort wordt meegerekend bij<br />

het vaststellen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken.<br />

Omdat <strong>de</strong> Vrije Universiteit bij het verzorgen van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics<br />

and financial mathematics samenwerkt met <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam en <strong>de</strong> Universiteit<br />

Utrecht zijn er meer stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong>ze opleidingen dan één universiteit afzon<strong>de</strong>rlijk<br />

208 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


heeft. Daardoor kan het cursorisch on<strong>de</strong>rwijs volgens <strong>de</strong> zelfstudie efficiënter wor<strong>de</strong>n gegeven.<br />

Tegelijkertijd zijn er ook meer docenten beschikbaar en is het mogelijk een bre<strong>de</strong>r spectrum<br />

aan on<strong>de</strong>rwerpen aan te bie<strong>de</strong>n. De mogelijkhe<strong>de</strong>n om een hoogwaardig programma te realiseren<br />

tegen relatief beperkte kosten wor<strong>de</strong>n zo optimaal benut. Complexe analyse, Algebra<br />

en Algebraïsche meetkun<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n bijvoorbeeld niet aan <strong>de</strong> Vrije Universiteit gegeven maar<br />

wor<strong>de</strong>n door stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> Vrije Universiteit aan <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam gevolgd.<br />

(Master)on<strong>de</strong>rwijs op het gebied van <strong>de</strong> Algebra, <strong>de</strong> Functionaalanalyse en Partiële differentiaalvergelijkingen<br />

wordt in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke samenwerking verzorgd. Voor een <strong>de</strong>el<br />

zijn ook docenten van <strong>de</strong> Vrije Universiteit hierbij betrokken. Ook <strong>de</strong> docenten die gespecialiseerd<br />

zijn in <strong>de</strong> statistiek maken afspraken met hun collega’s van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re instellingen <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken. De samenwerking in het ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma<br />

heeft eveneens een positief effect op <strong>de</strong> doelmatigheid. Door <strong>de</strong>ze efficiënte werkwijze<br />

is er volgens <strong>de</strong> zelfstudie voldoen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijscapaciteit beschikbaar voor een hoogwaardige<br />

opleiding Mathematics.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> informatie <strong>over</strong> staf-stu<strong>de</strong>ntratio’s en <strong>de</strong> aantallen afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n bestu<strong>de</strong>erd<br />

en vastgesteld dat die niet eenvoudig is om te rekenen in informatie die specifiek betrekking<br />

heeft op één opleiding. De zelfstudie van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial<br />

mathematics bevat wel informatie die betrekking heeft op die opleiding, maar <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van<br />

die gegevens is beperkt, omdat ze alleen betrekking heeft op stu<strong>de</strong>nten die aan <strong>de</strong> Vrije Universiteit<br />

zijn ingeschreven. Uit <strong>de</strong> gevoer<strong>de</strong> gesprekken heeft <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> stellige indruk<br />

gekregen dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>over</strong> voldoen<strong>de</strong> personeel beschikken en zij heeft vastgesteld dat<br />

<strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> beschikbare formatie op een wel<strong>over</strong>wogen wijze inzetten.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> in het bijzon<strong>de</strong>r bij het verzorgen van<br />

<strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen op een doordachte en creatieve manier gebruikmaakt<br />

van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> samenwerking met <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam en <strong>de</strong><br />

Universiteit Utrecht biedt. De bijdragen van docenten van die instellingen aan <strong>de</strong> programma’s<br />

van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and financial mathematics lei<strong>de</strong>n er niet<br />

alleen toe dat <strong>de</strong> binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> beschikbare on<strong>de</strong>rwijsformatie op een goe<strong>de</strong> en<br />

efficiënte manier wordt ingezet, maar ze hebben ook een evi<strong>de</strong>nte toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> voor <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> opleidingen. De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

vanwege <strong>de</strong> efficiënte samenwerking met opleidingen aan an<strong>de</strong>re instellingen. Voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> komt ze tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F14: Kwaliteit personeel<br />

Het personeel is gekwalificeerd voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke, on<strong>de</strong>rwijskundige en organisatorische realisatie van het<br />

programma.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie staat on<strong>de</strong>rwijskundige professionalisering van docenten hoog op <strong>de</strong><br />

agenda van <strong>de</strong> Vrije Universiteit. Enkele jaren gele<strong>de</strong>n is een scholingstraject voor beginnen<strong>de</strong><br />

docenten ontwikkeld dat werd gekoppeld aan het aanstellings- en beloningsbeleid. De facul-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

209


teit heeft al in 2000 professionalisering van docenten als een van <strong>de</strong> belangrijkste mid<strong>de</strong>len<br />

genoemd om <strong>de</strong> impliciete doelstelling (het aanbie<strong>de</strong>n van hoogwaardig on<strong>de</strong>rwijs en het<br />

uitbouwen van het marktaan<strong>de</strong>el on<strong>de</strong>r stu<strong>de</strong>nten) te realiseren.<br />

Professionalisering van beginnen<strong>de</strong> docenten is in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> faculteit het meest urgent<br />

en belangrijk, omdat zitten<strong>de</strong> docenten in ie<strong>de</strong>r geval al <strong>over</strong> hun on<strong>de</strong>rwijservaring beschikken<br />

en omdat extra aandacht voor beginnen<strong>de</strong> docenten op termijn vanzelf leidt tot een hoger<br />

niveau van professionalisering van al het on<strong>de</strong>rwijzend personeel. Alle nieuwe universitair<br />

docenten doorlopen daarom het scholingstraject. Het kan echter ook nodig zijn om zitten<strong>de</strong><br />

docenten bij te scholen.<br />

Het scholingstraject is met ingang van september 2005 grondig herzien. De nieuwe opzet sluit<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie beter aan bij <strong>de</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> behoeften van <strong>de</strong>elnemers en faculteiten/<br />

opleidingen: er wordt meer rekening gehou<strong>de</strong>n met reeds eer<strong>de</strong>r verworven bekwaamhe<strong>de</strong>n<br />

bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers en met <strong>de</strong> variëteit aan on<strong>de</strong>rwijssituaties bij verschillen<strong>de</strong> opleidingen (zeer<br />

grote of juist kleine groepen stu<strong>de</strong>nten en bijzon<strong>de</strong>re vormen als practica, veldwerk, projecton<strong>de</strong>rwijs<br />

of probleemgestuurd on<strong>de</strong>rwijs). De individuele ontwikkeling van docenten wordt<br />

ook beoor<strong>de</strong>eld door een on<strong>de</strong>rwijskundige uit het On<strong>de</strong>rwijscentrum. De tijd die docenten<br />

beste<strong>de</strong>n aan het scholingstraject is teruggebracht van 240 naar 200 uur. De nieuwe opzet sluit<br />

beter aan bij <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> rollen en taken van een docent (ontwerper, uitvoer<strong>de</strong>r, beoor<strong>de</strong>laar<br />

en me<strong>de</strong>werker in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsorganisatie). Er is een aantal kerncompetenties (professionaliseren<br />

en contextgericht han<strong>de</strong>len) aan het traject toegevoegd. De kracht van het traject<br />

ligt volgens <strong>de</strong> zelfstudie in <strong>de</strong> combinatie van theorie en praktijk.<br />

In het ka<strong>de</strong>r van het scholingstraject wor<strong>de</strong>n zogenaam<strong>de</strong> critical friends groups ingesteld,<br />

groepjes van vier <strong>de</strong>elnemers aan het traject die elkaar adviseren en on<strong>de</strong>rsteunen op het gebied<br />

van on<strong>de</strong>rwijsuitvoering en on<strong>de</strong>rwijsontwerp. De kritische vrien<strong>de</strong>n bezoeken bijvoorbeeld<br />

elkaars werkgroepen of colleges en geven naar aanleiding daarvan feedback en ze bespreken<br />

elkaars voorstellen voor het ontwerpen van cursussen.<br />

Volgens <strong>de</strong> docenten met wie <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit sprak, wordt er<br />

in selectieprocedures expliciet aandacht besteed aan didactische kwaliteiten. Ook bij bevor<strong>de</strong>ringen<br />

wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rwijsprestaties nadrukkelijk meegewogen in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling.<br />

De faculteit hanteert geen beleid meer dat erop is gericht om het aan<strong>de</strong>el van vrouwen binnen<br />

<strong>de</strong> wetenschappelijke staf te vergroten. In het verle<strong>de</strong>n heeft het College van Bestuur een aantal<br />

bijzon<strong>de</strong>re leerstoelen voor vrouwen beschikbaar gesteld. De Faculteit Exacte Wetenschappen<br />

kent twee van zulke bijzon<strong>de</strong>re leerstoelen, die <strong>over</strong>igens niet wor<strong>de</strong>n bezet door hoogleraren<br />

die betrokken zijn bij <strong>de</strong> opleidingen in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> aandacht van <strong>de</strong> faculteit voor <strong>de</strong> didactische scholing en professionalisering<br />

van docenten. Zij vindt het invoeren van het scholingstraject voor beginnen<strong>de</strong><br />

docenten een goed initiatief. Zij is er, op grond van <strong>de</strong> informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> activiteiten op het<br />

gebied van <strong>de</strong> scholing en training en op grond van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van stu<strong>de</strong>nten, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

blijkend uit <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs, van <strong>over</strong>tuigd dat <strong>de</strong> docenten<br />

beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskundige en <strong>de</strong> organisatorische kwalificaties die noodzakelijk zijn<br />

om <strong>de</strong> programma’s op een a<strong>de</strong>quate manier uit te voeren.<br />

210 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


De docenten beschikken naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie ook <strong>over</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke inhou<strong>de</strong>lijke<br />

expertise. Zij heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> masteropleidingen daarnaast gebruikmaken<br />

van <strong>de</strong> expertise van docenten van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam en <strong>de</strong> Universiteit Utrecht.<br />

De commissie komt dan ook tot het oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium<br />

dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>,<br />

voor <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

4.<strong>2.</strong>4. Voorzieningen<br />

F15: Materiële voorzieningen<br />

De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.<br />

Beschrijving<br />

Het on<strong>de</strong>rwijs dat in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> opleidingen wordt verzorgd, vindt plaats in ruimten van<br />

het W&N-gebouw en het hoofdgebouw van <strong>de</strong> Vrije Universiteit. Er zijn studieplekken voor<br />

stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> bètabibliotheek (op <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> etage van het W&N-gebouw) en in een aantal<br />

practicumruimten. Voor het uitvoeren van opdrachten kunnen stu<strong>de</strong>nten gebruikmaken van<br />

computervoorzieningen met Windows of Unix in verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>len van het W&N-gebouw.<br />

Er zijn zalen met speciale voorzieningen voor multimediaon<strong>de</strong>rwijs en voor het gebruik van<br />

notebooks. De recente invoering van een wireless netwerk heeft het aantal werkplekken feitelijk<br />

onbeperkt uitgebreid.<br />

De opleidingen maken gebruik van <strong>de</strong> digitale leeromgeving Blackboard, die via het internet<br />

te bena<strong>de</strong>ren is. In Blackboard staat voor elk vak algemene informatie <strong>over</strong> on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re het<br />

rooster, <strong>de</strong> docenten en <strong>de</strong> doelstelling van het on<strong>de</strong>rwijs. Ver<strong>de</strong>r is allerlei informatie die bij <strong>de</strong><br />

colleges of practica hoort, zoals opdrachten, visualisaties, sheets en weblinks in Blackboard te<br />

vin<strong>de</strong>n. Stu<strong>de</strong>nten kunnen uitgewerkte (groeps)opdrachten in Blackboard zetten en van elkaar<br />

bekijken. Zij kunnen ook zien of er op het laatste moment wijzigingen in het collegerooster<br />

zijn opgetre<strong>de</strong>n. Steeds vaker wor<strong>de</strong>n syllabi en aanvullend studiemateriaal ook of zelfs alleen<br />

elektronisch ter beschikking gesteld via Blackboard of <strong>de</strong> website van het <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> vak.<br />

De bètabibliotheek omvat <strong>de</strong> <strong>de</strong>elcollecties Informatica, Natuur- en sterrenkun<strong>de</strong>, Scheikun<strong>de</strong>,<br />

Wiskun<strong>de</strong>, Algemene vorming, Aardwetenschappen, Biologie en milieuwetenschappen. Een<br />

groot aantal tijdschriften is compleet online beschikbaar. Van boeken die verplicht zijn of<br />

aanbevolen wor<strong>de</strong>n voor bepaal<strong>de</strong> tentamens, is in <strong>de</strong> bibliotheek in ie<strong>de</strong>r geval één exemplaar<br />

aanwezig.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

211


De commissie heeft zich tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit zelf een beeld gevormd van <strong>de</strong><br />

voorzieningen waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> opleidingen kunnen beschikken. Zij heeft gemerkt dat <strong>de</strong> gebouwen<br />

waarvan <strong>de</strong> opleidingen gebruikmaken verou<strong>de</strong>rd zijn, maar dat er plannen zijn voor<br />

renovatie en vernieuwing en dat <strong>de</strong> opleidingen maatregelen getroffen hebben om <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len<br />

van <strong>de</strong> verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> huisvesting zoveel mogelijk te beperken. Zij heeft tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken met<br />

stu<strong>de</strong>nten en docenten geen informatie ontvangen die erop wijst dat er op dit punt problemen<br />

bestaan.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen beschikken <strong>over</strong> a<strong>de</strong>quate materiële voorzieningen<br />

die het mogelijk maken om <strong>de</strong> programma’s op <strong>de</strong> gewenste manier te verzorgen. Zij<br />

heeft tij<strong>de</strong>ns het bezoek vastgesteld dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsruimten, <strong>de</strong> computervoorzieningen en<br />

<strong>de</strong> bibliotheek voldoen aan <strong>de</strong> eisen die daaraan gesteld mogen wor<strong>de</strong>n. Datzelf<strong>de</strong> geldt voor<br />

an<strong>de</strong>re voorzieningen waarop stu<strong>de</strong>nten een beroep kunnen doen, zoals <strong>de</strong> elektronische leeromgeving<br />

en <strong>de</strong> print‐ en kopieerfaciliteiten. De commissie komt dus tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong><br />

opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F16: Studiebegeleiding<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten zijn a<strong>de</strong>quaat met het oog op studievoortgang.<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten sluiten aan bij <strong>de</strong> behoefte van stu<strong>de</strong>nten.<br />

Beschrijving<br />

De studiebegeleiding is volgens <strong>de</strong> zelfstudie in <strong>de</strong> eerste plaats gericht op het optimaliseren<br />

van <strong>de</strong> studievoortgang van individuele stu<strong>de</strong>nten en van cohorten van stu<strong>de</strong>nten. Het voornaamste<br />

doel van <strong>de</strong> studiebegeleiding is om studieproblemen te voorkomen en indien nodig<br />

op te lossen. Daarnaast is het adviseren en on<strong>de</strong>rsteunen van stu<strong>de</strong>nten bij het maken van<br />

keuzen een belangrijk aspect. De stu<strong>de</strong>nt staat centraal in het proces van studiebegeleiding.<br />

Stu<strong>de</strong>nten hebben zelf <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid om aan te geven van welke vormen van on<strong>de</strong>rsteuning<br />

of begeleiding zij gebruik willen maken. De af<strong>de</strong>ling houdt daarbij wel rekening met<br />

het feit dat stu<strong>de</strong>nten bij binnenkomst meer sturing en begeleiding nodig hebben dan in latere<br />

fasen van hun opleiding. De controle op <strong>de</strong> manier waarop het proces van studiebegeleiding<br />

verloopt, wordt in eerste instantie uitgevoerd door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirecteur.<br />

De studiebegeleiding in het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> richt zich erop om stu<strong>de</strong>nten<br />

dat eerste jaar in één jaar af te laten ron<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong>ze fase spelen in <strong>de</strong> begeleiding ook<br />

<strong>de</strong> aspecten van oriëntatie en verwijzing een belangrijke rol. De studieadviseur nodigt alle<br />

eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten uit voor een gesprek aan het begin van hun studie. Het mentoraat voor<br />

eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten is vooral bedoeld om stu<strong>de</strong>nten bij <strong>de</strong> aanpassing aan het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rwijs te helpen en tijdig problemen te signaleren. Het vormt ook een instrument om<br />

het studiegedrag te verbeteren. De stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n inge<strong>de</strong>eld in mentorgroepen van zo’n zes<br />

stu<strong>de</strong>nten die zowel een docent- als een (ou<strong>de</strong>rejaars)stu<strong>de</strong>ntmentor hebben. Deze groepen<br />

komen geregeld bijeen om te praten <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van vwo naar universiteit, <strong>de</strong> studiekeuze,<br />

studiemetho<strong>de</strong>n, praktische en sociale aspecten die met <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang naar <strong>de</strong> universiteit<br />

gemoeid zijn. De docentmentor is het eerste aanspreekpunt voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten bij vragen en<br />

212 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


problemen. Het programma voorziet in zes groepsbijeenkomsten, ten minste een individueel<br />

gesprek en verschillen<strong>de</strong> activiteiten (waaron<strong>de</strong>r een rondleiding, een bibliotheekbezoek en<br />

een etentje). De ervaringen met <strong>de</strong> mentorgroepen zijn wisselend. Stu<strong>de</strong>nten zijn van mening<br />

dat het mentoraat alleen aan het begin van hun studie nuttig is. De effectiviteit van <strong>de</strong> mentorgroepen<br />

hangt voor een belangrijk <strong>de</strong>el af van <strong>de</strong> mentoren.<br />

In <strong>de</strong> loop van januari krijgen eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten een preadvies op basis van <strong>de</strong> resultaten<br />

die zij tot op dat moment behaald hebben. Wanneer zij min<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> helft van het aantal te<br />

behalen studiepunten hebben behaald, wordt hun geadviseerd om <strong>de</strong> inschrijving per 1 februari<br />

te beëindigen. Stu<strong>de</strong>nten die een negatief advies krijgen, ontvangen ook altijd een oproep<br />

voor een gesprek met <strong>de</strong> studieadviseur van het eerste jaar. De studieadviseur maakt met <strong>de</strong>ze<br />

stu<strong>de</strong>nten een planning voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>. Voor 1 juli ontvangen alle eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten<br />

een <strong>de</strong>finitief advies, dat <strong>over</strong>igens niet bin<strong>de</strong>nd is. Stu<strong>de</strong>nten die ten minste 40% van<br />

<strong>de</strong> op dat moment te behalen studiepunten hebben behaald, ontvangen een oproep voor een<br />

eerste gesprek met een begelei<strong>de</strong>r van het twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> bachelorjaar.<br />

In het twee<strong>de</strong> en het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> voert <strong>de</strong> studieadviseur in principe<br />

met alle stu<strong>de</strong>nten aan het begin van een semester een gesprek, waarin het verloop van <strong>de</strong><br />

studie, mogelijke keuzen en planning in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> en eventueel on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n of te<br />

verwachten problemen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen. Het bestand van bachelorstu<strong>de</strong>nten wordt jaarlijks<br />

doorgelicht om eventuele problemen op het spoor te komen. Stu<strong>de</strong>nten wier resultaten achterblijven,<br />

ontvangen een extra tussentijdse oproep voor een gesprek met <strong>de</strong> studieadviseur.<br />

De faculteit gebruikt het systeem ISIS+ voor <strong>de</strong> registratie van studieresultaten. Dat systeem<br />

maakt het in beperkte mate mogelijk om <strong>de</strong> studievoortgang van individuele stu<strong>de</strong>nten en van<br />

cohorten te volgen. Het is gekoppeld aan TIS, waarmee stu<strong>de</strong>nten zich kunnen inschrijven<br />

voor tentamens en cursussen en hun eigen studieresultaten kunnen bekijken en controleren.<br />

Stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n er twee keer per jaar per e-mail van op <strong>de</strong> hoogte gesteld dat <strong>de</strong> resultaten<br />

van <strong>de</strong> afgelopen perio<strong>de</strong> in ISIS+ zijn ingevoerd.<br />

In <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten niet systematisch uitgenodigd voor gesprekken met<br />

<strong>de</strong> studieadviseur. In <strong>de</strong>ze fase on<strong>de</strong>rhoudt vooral <strong>de</strong> mastercoördinator <strong>de</strong> contacten met <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten. Deze mastercoördinator treedt op als contactpersoon voor stu<strong>de</strong>nten, het on<strong>de</strong>rwijsbureau,<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie en <strong>de</strong> Examencommissie, is betrokken bij <strong>de</strong> werving<br />

en externe voorlichting (zowel nationaal als internationaal) en adviseert on<strong>de</strong>r meer <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

toelating van stu<strong>de</strong>nten tot <strong>de</strong> opleiding en <strong>over</strong> <strong>de</strong> samenstelling van premasterprogramma’s.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie moeten <strong>de</strong> taken van <strong>de</strong> mastercoördinatoren binnen <strong>de</strong> faculteit nog<br />

preciezer wor<strong>de</strong>n omschreven.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> faculteit bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> contacten met<br />

<strong>de</strong> studieadviseur waar<strong>de</strong>ren. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> beschikken naar eigen<br />

zeggen <strong>over</strong> voldoen<strong>de</strong> informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

die zij kunnen volgen. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen zijn tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

studiebegeleiding, die reactief en niet proactief is, maar wel goed.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> hierboven genoem<strong>de</strong> activiteiten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

op het gebied van begeleiding en informatievoorziening. Zij is positief <strong>over</strong> het<br />

beleid om met alle stu<strong>de</strong>nten die instromen in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> aan het begin van hun<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

213


studie een gesprek te voeren, maar om ook aan stu<strong>de</strong>nten in het twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> gericht aandacht te beste<strong>de</strong>n en met hen bijvoorbeeld hun resultaten en<br />

hun planning door te nemen. Zij heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> begeleiding van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

masteropleiding past bij <strong>de</strong> fase van <strong>de</strong> studie waarin <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten zich bevin<strong>de</strong>n. De commissie<br />

is positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> invulling van <strong>de</strong> functie van <strong>de</strong> mastercoördinator, die ook beschikt<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke expertise die noodzakelijk is om stu<strong>de</strong>nten op een goe<strong>de</strong> manier te kunnen<br />

adviseren. Haar positieve indrukken wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>eld door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten, zo bleek tij<strong>de</strong>ns<br />

het bezoek aan <strong>de</strong> faculteit.<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ruimschoots voldoet aan <strong>de</strong> criteria die<br />

betrekking hebben op <strong>de</strong> studiebegeleiding en komt daarom voor <strong>de</strong>ze opleiding tot het oor<strong>de</strong>el<br />

‘goed’. Omdat er in het geval van <strong>de</strong> masteropleidingen min<strong>de</strong>r sprake is van sturing en<br />

gerichte activiteiten, komt <strong>de</strong> commissie voor <strong>de</strong>ze opleidingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong><br />

masteropleiding Stochastics and financial mathematics luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

4.<strong>2.</strong>5. Interne kwaliteitszorg<br />

F17: Evaluatie resultaten<br />

De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand van toetsbare streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

De evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs dat verzorgd wordt door <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Exacte Wetenschappen<br />

volgt een uniforme aanpak die is vastgelegd in het facultaire Evaluatieplan voor het on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Volgens dat plan is <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirectie verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het proces van kwaliteitszorg.<br />

Er wordt binnen <strong>de</strong> faculteit een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen vakevaluaties, curriculumevaluaties<br />

en een opleidingsevaluatie (die leidt tot een zelfstudie). Het doel van <strong>de</strong> vakevaluaties is<br />

het beoor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het curriculum. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> evaluatie van<br />

het curriculum als geheel wordt voornamelijk <strong>de</strong> samenhang tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vakken<br />

bekeken. Bij <strong>de</strong> opleidingsevaluatie wor<strong>de</strong>n bijvoorbeeld ook <strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> voorzieningen<br />

meegenomen. De evaluaties van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len vin<strong>de</strong>n plaats op basis van<br />

een vast schema: nieuwe vakken wor<strong>de</strong>n direct geëvalueerd, alle an<strong>de</strong>re vakken wor<strong>de</strong>n in een<br />

roulerend schema eens per drie jaar geëvalueerd, maar vaker als <strong>de</strong> docent wisselt, <strong>de</strong> inhoud<br />

veran<strong>de</strong>rt of als er een an<strong>de</strong>re aanleiding is. In <strong>de</strong> evaluaties wordt gekeken naar <strong>de</strong> aansluiting<br />

op het voorafgaan<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijs, het inhou<strong>de</strong>lijk niveau van het on<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong> didactische vaardighe<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> docent(en), <strong>de</strong> kwaliteit van het gebruikte on<strong>de</strong>rwijsmateriaal, <strong>de</strong> vorm van<br />

het on<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong> kwaliteit en representativiteit van <strong>de</strong> toetsing, <strong>de</strong> relevantie van het vak en<br />

<strong>de</strong> relatieve zwaarte van het vak.<br />

214 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


De evaluaties van <strong>de</strong> vakken wor<strong>de</strong>n uitgevoerd met behulp van enquêteformulieren van het<br />

On<strong>de</strong>rwijscentrum van <strong>de</strong> Vrije Universiteit, die eventueel aangevuld wor<strong>de</strong>n met specifieke<br />

vragen. De informatie die met behulp van <strong>de</strong>ze formulieren wordt verzameld, wordt aangevuld<br />

met verslagen van bijeenkomsten van responsgroepen en panelgesprekken, die wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n januari en juni en wor<strong>de</strong>n georganiseerd en geleid door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> Opleidingscommissie. De uitslagen van <strong>de</strong> schriftelijke enquêtes en <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong><br />

panelgesprekken wor<strong>de</strong>n door het On<strong>de</strong>rwijsbureau verzameld en naar <strong>de</strong> betrokken docent<br />

en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirecteur toegestuurd. Het On<strong>de</strong>rwijsbureau levert ook informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

slaagpercentages van <strong>de</strong> geënquêteer<strong>de</strong> vakken aan.<br />

Bij <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> organiseert <strong>de</strong> opleidingsdirecteur halfjaarlijkse besprekingen met<br />

elk van <strong>de</strong> secties in die af<strong>de</strong>lingen <strong>over</strong> het door <strong>de</strong> sectie gegeven on<strong>de</strong>rwijs. Daarin komen in<br />

ie<strong>de</strong>r geval <strong>de</strong> verslagen <strong>over</strong> het vanuit <strong>de</strong> sectie gegeven on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Ook <strong>de</strong> aanbevelingen van voorgaan<strong>de</strong> bijeenkomsten wor<strong>de</strong>n besproken. De<br />

verslagen van <strong>de</strong> sectiebijeenkomsten wor<strong>de</strong>n besproken in <strong>de</strong> Opleidingscommissie, die me<strong>de</strong><br />

op basis daarvan in staat is om te adviseren <strong>over</strong> mogelijke verbeteringen van het programma.<br />

De rapportage <strong>over</strong> <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsevaluatie gaat naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirectie,<br />

het faculteitsbestuur en <strong>de</strong> facultaire stu<strong>de</strong>ntenraad.<br />

In het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> curriculumevaluatie (die jaarlijks plaatsvindt tussen oktober en maart, voor<br />

het opstellen van het programma voor het volgen<strong>de</strong> studiejaar) wordt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re gekeken<br />

naar <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in het programma, <strong>de</strong> aansluiting van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op elkaar, eventuele probleemvakken, <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> toetsen en <strong>de</strong> studielast<br />

<strong>over</strong> het jaar, het rooster, <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten en <strong>de</strong> studievoortgang van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> cohorten.<br />

De curriculumevaluatie wordt uitgevoerd in een verga<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> Opleidingscommissie, in<br />

aanwezigheid van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirecteur en <strong>de</strong> studieadviseur. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek werd door <strong>de</strong><br />

le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie bevestigd dat er minimaal een keer per jaar aandacht wordt<br />

besteed aan <strong>de</strong> evaluatie van het gehele curriculum.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> bewaking van<br />

<strong>de</strong> kwaliteit van on<strong>de</strong>rwijs dat vanuit an<strong>de</strong>re faculteiten wordt verzorgd ook bij die faculteiten<br />

leggen. De opleidingen hebben er vertrouwen in dat <strong>de</strong> kwaliteit van die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op<br />

een a<strong>de</strong>quate manier wordt bewaakt. De contacten tussen <strong>de</strong> Opleidingscommissies van <strong>de</strong><br />

Vrije Universiteit en die van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re instellingen die bijdragen aan <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong><br />

masteropleidingen zijn beperkt en niet geformaliseerd. Er bestaan wel frequente en intensieve<br />

contacten tussen <strong>de</strong> directeuren van <strong>de</strong> opleidingen.<br />

Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten met wie <strong>de</strong> commissie sprak vindt <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs vooral<br />

plaats in <strong>de</strong> panelgesprekken. De stu<strong>de</strong>nten zien dat <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> gesprekken serieus<br />

wor<strong>de</strong>n genomen en resultaat opleveren. De Opleidingscommissie had ten tij<strong>de</strong> van het<br />

bezoek van <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die in het ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke<br />

masterprogramma wer<strong>de</strong>n verzorgd nog niet ontvangen. Tot kort voor het bezoek kreeg <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie alleen <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> besprekingen van <strong>de</strong> evaluaties in <strong>de</strong> secties.<br />

Met ingang van het studiejaar 2006-2007 is <strong>de</strong> procedure aangepast en krijgt <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

weer alle relevante informatie, dus ook <strong>de</strong> verwerkte enquêteformulieren, rechtstreeks<br />

toegestuurd. De Opleidingscommissie heeft naar eigen zeggen geen dui<strong>de</strong>lijk beeld van<br />

<strong>de</strong> evaluaties van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erfase. De werkzaamhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie wor<strong>de</strong>n<br />

naar <strong>de</strong> mening van haar le<strong>de</strong>n bemoeilijkt door <strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong>n waarbinnen zij opereert<br />

(lan<strong>de</strong>lijke programma’s, on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die wor<strong>de</strong>n verzorgd vanuit een an<strong>de</strong>re faculteit).<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

215


Ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial<br />

mathematics een eigen Opleidingscommissie, die echter niet goed functioneer<strong>de</strong>, on<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re doordat het aantal stu<strong>de</strong>nten dat <strong>de</strong> opleiding volgt erg klein is, en ook nauwelijks een<br />

formele rol speel<strong>de</strong> in <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs. Na het bezoek heeft <strong>de</strong> faculteit besloten<br />

dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie Wiskun<strong>de</strong> ook <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> masteropleidingen Stochastics<br />

and financial mathematics gaat behartigen. De commissie is per brief geïnformeerd <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

verruiming van <strong>de</strong> taakstelling van <strong>de</strong> Opleidingscommissie Wiskun<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> faculteit beschikt <strong>over</strong> een kwaliteitsplan, waarin <strong>de</strong><br />

procedures voor <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> betrokken partijen zijn<br />

vastgelegd. De commissie kan zich niet aan <strong>de</strong> indruk onttrekken dat <strong>de</strong> formele richtlijnen<br />

niet altijd in alle opzichten wor<strong>de</strong>n gevolgd, maar is er wel van <strong>over</strong>tuigd dat het on<strong>de</strong>rwijs in<br />

voldoen<strong>de</strong> mate periodiek wordt geëvalueerd, hetzij met behulp van <strong>de</strong> evaluatieformulieren,<br />

hetzij in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> responsgroepen en <strong>de</strong> panelgesprekken die door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie wor<strong>de</strong>n georganiseerd. De evaluaties beperken zich niet tot <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

van <strong>de</strong> curricula, maar hebben ook betrekking op <strong>de</strong> curricula als geheel. De commissie<br />

vernam met enige verbazing dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie tot het begin van het studiejaar<br />

2006-2007 alleen <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> besprekingen van <strong>de</strong> evaluaties in <strong>de</strong> secties ontving en<br />

niet <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties zelf. Zij is tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> herziening van <strong>de</strong>ze procedure<br />

met ingang van 1 september 2006. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen<br />

van <strong>de</strong> Opleidingscommissie laten zien dat <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties systematisch en<br />

kritisch wor<strong>de</strong>n besproken. Voor z<strong>over</strong> <strong>de</strong> commissie heeft kunnen nagaan hanteren <strong>de</strong> opleidingen<br />

geen expliciete toetsbare streefdoelen als basis voor <strong>de</strong> evaluaties.<br />

Op het moment dat <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> faculteit bezocht, functioneer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

voor <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics niet goed, waardoor er voor<br />

<strong>de</strong>ze opleiding een belangrijke schakel in het systeem van kwaliteitszorg ontbrak. De commissie<br />

heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> faculteit op dit punt snel na haar bezoek maatregelen heeft genomen<br />

om <strong>de</strong> geconstateer<strong>de</strong> tekortkoming op te heffen. Zij heeft er vertrouwen in dat <strong>de</strong> verruiming<br />

van <strong>de</strong> taakstelling van <strong>de</strong> Opleidingscommissie Wiskun<strong>de</strong> een positief effect zal hebben op<br />

het functioneren van het systeem van interne kwaliteitszorg voor <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics<br />

and financial mathematics.<br />

Omdat <strong>de</strong> opleidingen zich in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie in voldoen<strong>de</strong> mate gecommitteerd<br />

hebben aan <strong>de</strong> evaluaties en omdat zij waarborgen dat die evaluaties periodiek plaatsvin<strong>de</strong>n,<br />

komt <strong>de</strong> commissie tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor alle opleidingen.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

216 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


F18: Maatregelen tot verbetering<br />

De uitkomsten van <strong>de</strong>ze evaluatie vormen <strong>de</strong> basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan<br />

realisatie van <strong>de</strong> streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

Zoals hierboven beschreven, bespreken <strong>de</strong> secties en <strong>de</strong> Opleidingscommissie <strong>de</strong> uitkomsten<br />

van <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs. Zij kunnen voorstellen doen om op basis van <strong>de</strong> evaluaties<br />

te komen tot verbetermaatregelen.<br />

Omdat veel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in verschillen<strong>de</strong> opleidingsprogramma’s zijn opgenomen, vindt er<br />

een aantal keren per jaar een verga<strong>de</strong>ring plaats waaraan <strong>de</strong> voorzitters en een stu<strong>de</strong>ntlid van<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissies Informatica, Informatiekun<strong>de</strong>, Kunstmatige intelligentie, BWI<br />

en Wiskun<strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen. Daarin komen on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re afstemmingsproblemen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />

(roostertechnisch en/of vakinhou<strong>de</strong>lijk) die kunnen ontstaan als vakken door stu<strong>de</strong>nten uit<br />

verschillen<strong>de</strong> opleidingen moeten wor<strong>de</strong>n gevolgd. In <strong>de</strong> praktijk is het een aantal malen voorgekomen<br />

dat in een programma of in <strong>de</strong> inhoud van een vak wijzigingen zijn aangebracht.<br />

Voorbeel<strong>de</strong>n daarvan zijn het aanpassen van <strong>de</strong> tentaminering van het eerste semester van het<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar, het aanpassen van <strong>de</strong> organisatie van Partiële differentiaalvergelijkingen door het<br />

toevoegen van opdrachten en het verplicht invoeren van een wat omvangrijkere cursus Algebra<br />

in het twee<strong>de</strong> jaar als reactie op door stu<strong>de</strong>nten bij vervolgon<strong>de</strong>rwijs ervaren problemen.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie zijn verschillen<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re voorbeel<strong>de</strong>n van verbetermaatregelen<br />

beschreven. De commissie vernam dat in een aantal gevallen na <strong>de</strong> evaluatie is besloten<br />

om een vak door een an<strong>de</strong>re docent te laten geven, om <strong>de</strong> planning voor een tentamen aan te<br />

passen, om <strong>de</strong> opzet van een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el te wijzigen en om een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit het programma<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding te schrappen. De invoering van <strong>de</strong> aansluitcursus in het eerste jaar van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is ook het resultaat van een verbetermaatregel die werd uitgevoerd op<br />

basis van <strong>de</strong> uitkomsten van evaluaties. De adviezen van <strong>de</strong> Opleidingscommissie wor<strong>de</strong>n in<br />

het algemeen goed opgevolgd.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat het systeem van kwaliteitszorg dat binnen <strong>de</strong> faculteit<br />

wordt gehanteerd zo is ingericht dat problemen die wor<strong>de</strong>n gesignaleerd in <strong>de</strong> evaluaties van<br />

het on<strong>de</strong>rwijs wor<strong>de</strong>n besproken op <strong>de</strong> daarvoor aangewezen plaatsen en aanleiding geven tot<br />

het opstellen van verbetermaatregelen wanneer dat noodzakelijk is. De Opleidingscommissie<br />

en <strong>de</strong> opleidingsdirecteur spelen een belangrijke rol in het proces van formulering en uitvoering<br />

van verbetermaatregelen.<br />

De commissie heeft bij het bestu<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> zelfstudie en tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit<br />

kennisgenomen van verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van concrete maatregelen die genomen zijn op<br />

basis van <strong>de</strong> evaluaties. Zij komt op grond daarvan tot <strong>de</strong> conclusie dat <strong>de</strong> opleidingen indien<br />

gewenst maatregelen nemen om noodzakelijke verbeteringen te realiseren.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt<br />

voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

217


F19: Betrekken van me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

Bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg zijn me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en het afnemend beroepenveld van <strong>de</strong> opleiding<br />

actief betrokken.<br />

Beschrijving<br />

De docenten en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zijn op <strong>de</strong> gebruikelijke manieren betrokken bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg:<br />

als lid van <strong>de</strong> Opleidingscommissie en via <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs en het<br />

<strong>over</strong>leg binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> secties.<br />

De Opleidingscommissie voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

Mathematics bestond ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie uit drie docentle<strong>de</strong>n en drie<br />

stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n. Deze samenstelling is conform het facultaire beleid met betrekking tot Opleidingscommissies.<br />

Na het bezoek heeft <strong>de</strong> faculteit besloten dat <strong>de</strong>ze Opleidingscommissie <strong>de</strong><br />

taken <strong>over</strong>neemt van <strong>de</strong> Opleidingscommissie van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial<br />

mathematics, die niet goed functioneer<strong>de</strong>. Dit betekent dat zowel <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als<br />

<strong>de</strong> twee masteropleidingen in <strong>de</strong> Opleidingscommissie vertegenwoordigd zullen zijn. Het aantal<br />

stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n is met het oog hierop uitgebreid van 3 naar 4. De studieadviseur is adviserend<br />

lid van <strong>de</strong> Opleidingscommissie, <strong>de</strong> opleidingsdirecteur woont regelmatig verga<strong>de</strong>ringen bij.<br />

De Opleidingscommissie komt gemid<strong>de</strong>ld eens per zes weken bij elkaar. Zij on<strong>de</strong>rhoudt een<br />

eigen pagina op <strong>de</strong> facultaire website waarop informatie <strong>over</strong> actuele on<strong>de</strong>rwerpen is te vin<strong>de</strong>n.<br />

De stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n organiseren periodiek gesprekken met jaargangen, maar <strong>de</strong> opkomst bij <strong>de</strong><br />

bijeenkomsten valt nogal eens tegen. Zij hebben wel veel informele contacten met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

stu<strong>de</strong>nten en zijn op die manier goed op <strong>de</strong> hoogte van wat er speelt. Volgens het bestuur<br />

van <strong>de</strong> faculteit functioneert <strong>de</strong> Opleidingscommissie Wiskun<strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijk, al is zij soms eer<strong>de</strong>r<br />

reactief dan proactief.<br />

De Opleidingscommissie bespreekt <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties en <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen<br />

van <strong>de</strong> secties waarin <strong>over</strong> <strong>de</strong> evaluaties wordt gesproken. De stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie organiseren bijeenkomsten met jaargroepen. Zowel bij <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen<br />

van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirectie als bij het wekelijkse <strong>over</strong>leg van <strong>de</strong> opleidingsdirecteuren Wiskun<strong>de</strong><br />

en Informatica is een stu<strong>de</strong>ntlid als adviseur aanwezig.<br />

De opleidingen kennen geen systematisch en georganiseerd <strong>over</strong>leg met alumni en het afnemend<br />

beroepenveld. Zij verkrijgen informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> opleiding en het functioneren van (bijna<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>) stu<strong>de</strong>nten door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> contacten met bedrijven waar afstu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>rs stage<br />

lopen. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat <strong>de</strong> faculteit voornemens is om Ra<strong>de</strong>n van Advies voor<br />

clusters van opleidingen in te stellen.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat er op het niveau van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling twee keer per jaar een <strong>over</strong>leg<br />

plaatsvindt. Binnen <strong>de</strong> secties wordt frequenter <strong>over</strong>legd. Volgens <strong>de</strong> docenten wor<strong>de</strong>n zij<br />

betrokken bij <strong>de</strong> discussies <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwijsbeleid, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re via <strong>de</strong> Opleidingscommissie,<br />

maar is het niet dui<strong>de</strong>lijk of zij daarop ook echt invloed kunnen uitoefenen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> docenten en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten op <strong>de</strong> gebruikelijke wijze<br />

betrokken zijn bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg. Zij heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen<br />

voornamelijk informele contacten hebben met <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n en het beroepenveld en dat<br />

<strong>de</strong> inbreng van <strong>de</strong>ze groepen in het proces van kwaliteitszorg beperkt is. Naar haar oor<strong>de</strong>el zou<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> contacten die <strong>de</strong> opleidingen hebben met alumni en werkgevers beter kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

218 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


gestructureerd. Zij is wel van mening dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt<br />

voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>,<br />

voor <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

4.<strong>2.</strong>6. Resultaten<br />

F20: Gerealiseerd niveau<br />

De gerealiseer<strong>de</strong> eindkwalificaties zijn in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> nagestreef<strong>de</strong> eindkwalificaties qua niveau,<br />

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie stromen stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond <strong>over</strong> het<br />

algemeen zon<strong>de</strong>r problemen door naar <strong>de</strong> aansluiten<strong>de</strong> masteropleidingen. Er heeft nog geen<br />

systematisch alumnion<strong>de</strong>rzoek plaatsgevon<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleidingen. De<br />

WO-monitor bevat wel informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> vierjarige onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding Wiskun<strong>de</strong> en statistiek,<br />

die aangeeft dat die opleiding <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten succesvol voorbereid<strong>de</strong> op <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

Uit <strong>de</strong> samenvatting van <strong>de</strong> informatie uit <strong>de</strong> WO-monitor die in <strong>de</strong> zelfstudie is opgenomen,<br />

komt naar voren dat <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding een aantal zwakke punten ken<strong>de</strong>. Vooral het<br />

oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> voorlichting <strong>over</strong> <strong>de</strong> beroepspraktijk is kritisch.<br />

De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n met wie <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek heeft gesproken, beschouwen <strong>de</strong><br />

opleiding die zij gevolgd hebben als een goe<strong>de</strong> en relevante vooropleiding op hun loopbaan.<br />

Zij vin<strong>de</strong>n functies in het on<strong>de</strong>rwijs (als docent), het bedrijfsleven (bijvoorbeeld als consultant)<br />

en in <strong>de</strong> wetenschap (bijvoorbeeld als assistent in opleiding). Volgens sommige afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

zou <strong>de</strong> opleiding meer aandacht aan presentatievaardighe<strong>de</strong>n en an<strong>de</strong>re persoonlijke<br />

vaardighe<strong>de</strong>n (zoals projectmanagement) moeten beste<strong>de</strong>n. Zij meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie dat zij<br />

een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n verworven had<strong>de</strong>n als stu<strong>de</strong>ntassistent.<br />

De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn van mening dat het goed zou zijn wanneer <strong>de</strong> opleiding tot leraar geïntegreerd<br />

zou wor<strong>de</strong>n in het disciplinaire <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> opleiding. Zij zien <strong>de</strong> mogelijkheid om na<br />

het afron<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een twee<strong>de</strong>graads-lesbevoegdheid te kunnen verwerven<br />

als een interessante optie.<br />

De commissie heeft voorafgaand aan haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit een aantal scripties van<br />

stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, <strong>de</strong> masteropleidingen en <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding<br />

bestu<strong>de</strong>erd.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

219


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

opleiding en <strong>de</strong> masteropleiding met wie zij gesproken heeft, voldoen<strong>de</strong> toegerust waren op<br />

een maatschappelijke loopbaan na hun studie. Zij heeft ook vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

van mening waren dat er tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> opleiding weinig aandacht wordt besteed aan <strong>de</strong> (eisen van<br />

<strong>de</strong>) beroepspraktijk.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties die zij bestu<strong>de</strong>erd heeft<br />

in het algemeen zeker voldoen<strong>de</strong> is en in verschillen<strong>de</strong> gevallen dui<strong>de</strong>lijk boven dat niveau<br />

uitstijgt. Zij kan zich in <strong>de</strong> meeste gevallen goed vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len voor <strong>de</strong> scripties. Het<br />

viel haar op dat het niet altijd geheel dui<strong>de</strong>lijk welke <strong>de</strong>len van bachelorscripties het resultaat<br />

waren van ‘eigen werk’ van stu<strong>de</strong>nten en welke <strong>de</strong>len afkomstig waren uit <strong>de</strong> geraadpleeg<strong>de</strong><br />

literatuur. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat <strong>de</strong> docenten van mening zijn dat ook bachelorscripties<br />

niet alleen een verslag van literatuuron<strong>de</strong>rzoek zou<strong>de</strong>n moeten zijn, maar ook een verslag van<br />

door stu<strong>de</strong>nten zelf uitgevoerd on<strong>de</strong>rzoek. De commissie is wel van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> scripties in<br />

formeel opzicht niet altijd aan alle eisen voldoen. Zo werd niet in elke scriptie dui<strong>de</strong>lijk aangegeven<br />

wat <strong>de</strong> opdracht was die aan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt was gegeven of wat het probleem was dat werd<br />

on<strong>de</strong>rzocht. Zij heeft gemerkt dat een scriptie in een enkel geval terminologie bevatte die niet<br />

goed werd uitgelegd en dat sommige stu<strong>de</strong>nten slechts in beperkte mate voor hun on<strong>de</strong>rzoek<br />

relevante literatuur hebben bestu<strong>de</strong>erd. De commissie heeft vernomen dat inmid<strong>de</strong>ls maatregelen<br />

zijn getroffen om <strong>de</strong> geschetste problemen te verhelpen.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking heeft<br />

op dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F21: On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment<br />

Voor het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante an<strong>de</strong>re opleidingen.<br />

Het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment voldoet aan <strong>de</strong>ze streefcijfers.<br />

Beschrijving<br />

Uit <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat <strong>de</strong> faculteit streefcijfers heeft opgesteld voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten. Voor<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als geheel vindt <strong>de</strong> faculteit een ren<strong>de</strong>ment van 65% binnen vier jaar<br />

reëel. Van <strong>de</strong> groep herinschrijvers, stu<strong>de</strong>nten die zich na het eerste jaar opnieuw hebben ingeschreven,<br />

zou 80% <strong>de</strong> opleiding na vier jaar moeten hebben afgerond. De faculteit vindt ver<strong>de</strong>r<br />

dat 80% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die aan <strong>de</strong> masteropleiding begint die opleiding ook zou moeten<br />

afron<strong>de</strong>n en dat 60% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten dat binnen <strong>de</strong> nominale studieduur van twee jaar zou<br />

moeten doen.<br />

De zelfstudies bevatten tabellen die betrekking hebben op <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

opleiding, <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding. De informatie in die tabellen is lastig<br />

te interpreteren, voor een <strong>de</strong>el omdat stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd zijn <strong>over</strong>gestapt van <strong>de</strong><br />

onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding naar <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, voor een <strong>de</strong>el omdat <strong>de</strong> aantallen stu<strong>de</strong>nten<br />

beperkt zijn en voor een <strong>de</strong>el omdat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding pas recent van start<br />

zijn gegaan en <strong>de</strong> aantallen stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> opleiding hebben afgerond nog zeer beperkt<br />

220 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


zijn. De tabellen laten wel zien dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten fluctueren, maar in het algemeen lager<br />

zijn dan <strong>de</strong> streefcijfers die <strong>de</strong> faculteit hanteert. In sommige gevallen (bijvoorbeeld wanneer<br />

alleen wordt gekeken naar <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die vanuit <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> doorstromen naar <strong>de</strong><br />

masteropleiding) voldoet het ren<strong>de</strong>ment wel aan het streefcijfer.<br />

Volgens het bestuur van <strong>de</strong> faculteit is <strong>de</strong> uitval binnen <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> groot. Voor sommige stu<strong>de</strong>nten zijn <strong>de</strong> opleidingen gewoon te moeilijk, maar <strong>de</strong>ze<br />

stu<strong>de</strong>nten blijven soms toch ingeschreven staan, iets wat een negatief effect heeft op <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten<br />

van <strong>de</strong> opleidingen. De Vrije Universiteit heeft er bewust voor gekozen om geen<br />

bin<strong>de</strong>nd studieadvies in te voeren, omdat zij ervan <strong>over</strong>tuigd is dat dat niet <strong>de</strong> beste oplossing<br />

voor het probleem van <strong>de</strong> tegenvallen<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten is.<br />

De commissie heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit recente ren<strong>de</strong>mentscijfers (met betrekking<br />

tot het studiejaar 2005-2006) opgevraagd en bestu<strong>de</strong>erd. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek heeft <strong>de</strong><br />

opleidingsdirecteur ter illustratie een ge<strong>de</strong>tailleerd beeld gegeven van <strong>de</strong> resultaten van alle<br />

stu<strong>de</strong>nten die in het studiejaar 2003 aan <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> zijn begonnen. Daaruit<br />

bleek dat <strong>de</strong> prestaties en resultaten van individuele stu<strong>de</strong>nten goed te beschrijven en te<br />

verklaren zijn. De directeur is van mening dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> opleidingen te wensen<br />

<strong>over</strong>laten, maar dat <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> opleidingen hebben om die ren<strong>de</strong>menten te verbeteren<br />

zeer beperkt zijn, omdat stu<strong>de</strong>nten er vaak bewust voor kiezen om plaats te nemen in<br />

een bestuur of commissie of an<strong>de</strong>re nevenwerkzaamhe<strong>de</strong>n te verrichten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft allereerst geconstateerd dat <strong>de</strong> opleidingen streefcijfers voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten<br />

hanteren die realistisch zijn. Zij heeft vastgesteld dat zij slechts weinig informatie tot<br />

haar beschikking heeft op basis waarvan zij een oor<strong>de</strong>el kan vellen <strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van<br />

<strong>de</strong> opleidingen. De informatie waar<strong>over</strong> zij kan beschikken laat zien dat <strong>de</strong> streefcijfers in het<br />

algemeen nog niet wor<strong>de</strong>n gehaald, maar dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten ongeveer op hetzelf<strong>de</strong> niveau<br />

liggen als die van <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in Ne<strong>de</strong>rland. Zij heeft tij<strong>de</strong>ns<br />

haar bezoek gemerkt dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten als een belangrijk punt van aandacht<br />

beschouwen en goed op <strong>de</strong> hoogte zijn van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ringen van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten. Zij komt tot het<br />

oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan <strong>de</strong> criteria die betrekking hebben op het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong><br />

masteropleiding Stochastics and financial mathematics luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

221


Samenvatting van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> commissie<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Relatie doelstellingen en programma Goed<br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Voldoen<strong>de</strong><br />

16. Studiebegeleiding Goed<br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong><br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

222 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


Masteropleiding Mathematics:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Goed<br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Voldoen<strong>de</strong><br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding Mathematics voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

223


Masteropleiding Stochastics and financial mathematics:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Goed<br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Goed<br />

13. Kwantiteit personeel Goed<br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Voldoen<strong>de</strong><br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial<br />

mathematics<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding Stochastics and financial mathematics voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit<br />

die een voorwaar<strong>de</strong> zijn voor accreditatie.<br />

224 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


5. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica<br />

en <strong>de</strong> masteropleiding Business mathematics and<br />

informatics van <strong>de</strong> Vrije Universiteit Amsterdam<br />

Administratieve gegevens<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica:<br />

Naam opleiding:<br />

Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica<br />

CROHO-nummer: 56856<br />

Niveau:<br />

bachelor<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

180 EC<br />

Graad:<br />

Bachelor of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd, <strong>de</strong>eltijd, duaal<br />

Locatie(s):<br />

Amsterdam<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics:<br />

Naam opleiding:<br />

Business mathematics and informatics<br />

CROHO-nummer: 66856<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

120 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd, <strong>de</strong>eltijd, duaal<br />

Locatie(s):<br />

Amsterdam<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Exacte Wetenschappen van <strong>de</strong> Vrije Universiteit<br />

Amsterdam vond plaats op 25, 26 en 27 september 2006.<br />

5.0. Structuur en organisatie van <strong>de</strong> faculteit<br />

De Faculteit <strong>de</strong>r Exacte Wetenschappen (FEW) kent vier af<strong>de</strong>lingen, die ver<strong>de</strong>r zijn on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld<br />

in secties. Het on<strong>de</strong>rwijs binnen <strong>de</strong> faculteit wordt door docenten uit <strong>de</strong> vier af<strong>de</strong>lingen<br />

gegeven. De organisatie en <strong>de</strong> beleidsmatige on<strong>de</strong>rsteuning van het on<strong>de</strong>rwijs vin<strong>de</strong>n op<br />

facultair niveau plaats. De vier af<strong>de</strong>lingen binnen <strong>de</strong> faculteit zijn Informatica (I), Natuur- en<br />

Sterrenkun<strong>de</strong> (N&S), Scheikun<strong>de</strong> en Farmaceutische Wetenschappen (S&F) en Wiskun<strong>de</strong><br />

(W). Tot een af<strong>de</strong>ling behoren <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers die binnen een bepaald vakgebied werkzaam<br />

zijn: wetenschappelijk personeel en on<strong>de</strong>rsteunend personeel dat bijdraagt aan <strong>de</strong> realisatie<br />

van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijs‐ en on<strong>de</strong>rzoekprogramma’s van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling. Een af<strong>de</strong>ling staat on<strong>de</strong>r leiding<br />

van het af<strong>de</strong>lingshoofd, altijd een van <strong>de</strong> hoogleraren van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling, die on<strong>de</strong>r meer verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

is voor <strong>de</strong> uitvoering van het on<strong>de</strong>rwijs binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling (een taak die <strong>over</strong>igens<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

225


groten<strong>de</strong>els gemandateerd is aan <strong>de</strong> opleidingsdirecteur), <strong>de</strong> wetenschapsbeoefening binnen<br />

<strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toewijzing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken, in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> opleidingsdirecteur. De<br />

af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> kent drie secties: Analyse, Meetkun<strong>de</strong> en Stochastiek. De af<strong>de</strong>ling draagt<br />

binnen <strong>de</strong> faculteit <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics<br />

en Stochastics and financial mathematics. Samen met <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Informatica verzorgt zij <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica en <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> masteropleiding Business<br />

mathematics and informatics.<br />

De verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> facultaire on<strong>de</strong>rwijsorganisatie is in han<strong>de</strong>n van het bestuur<br />

van <strong>de</strong> faculteit, dat <strong>de</strong> leiding <strong>over</strong> die organisatie heeft <strong>over</strong>gedragen aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirectie.<br />

Deze directie, die bestaat uit vier le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf (elk afkomstig uit<br />

een van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen binnen <strong>de</strong> faculteit) en één stu<strong>de</strong>ntlid, is belast met <strong>de</strong> organisatie, <strong>de</strong><br />

coördinatie en het beleid van het on<strong>de</strong>rwijs dat binnen <strong>de</strong> faculteit wordt verzorgd en dat voor<br />

opleidingen in an<strong>de</strong>re faculteiten wordt gegeven. De le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirectie fungeren<br />

als directeur van <strong>de</strong> opleidingen die wor<strong>de</strong>n verzorgd door <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling waaruit zij afkomstig<br />

zijn. Tot 1 september 2006 trad een van <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirectie tevens op als facultair<br />

on<strong>de</strong>rwijsdirecteur. Vanaf die datum kent <strong>de</strong> faculteit een on<strong>de</strong>rwijsdirecteur die niet langer<br />

ook <strong>de</strong> functie van opleidingsdirecteur bekleedt. Het bestuur van <strong>de</strong> faculteit geeft daarmee<br />

invulling aan zijn streven om het on<strong>de</strong>rwijs binnen <strong>de</strong> faculteit in sterkere mate centraal aan te<br />

sturen. De on<strong>de</strong>rwijsdirectie doet voorstellen aan <strong>de</strong> hoof<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen voor <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling<br />

van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken en bewaakt <strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs.<br />

5.1. Invoering bachelor-masterstructuur en afbouw onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen: stand<br />

van zaken<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica en <strong>de</strong> masteropleiding Business mathematics<br />

and informatics zijn voortgekomen uit <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> vijfjarige opleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong><br />

en informatica, die op haar beurt op 1 september 1999 is ontstaan uit <strong>de</strong> vierjarige<br />

gelijknamige opleiding. De bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding zijn op 1 september 2002 van<br />

start gegaan. De stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> vijfjarige opleiding volg<strong>de</strong>n, zijn op die datum <strong>over</strong>gezet<br />

naar <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica of <strong>de</strong> masteropleiding Business<br />

mathematics and informatics. Het programma van <strong>de</strong> vijfjarige opleiding was volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

zo ingericht dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>stap van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding naar <strong>de</strong> bachelor‐ of masteropleiding<br />

zon<strong>de</strong>r problemen gemaakt kon wor<strong>de</strong>n. De <strong>over</strong>gang had wel gevolgen voor <strong>de</strong><br />

inrichting van het programma van <strong>de</strong> duale variant van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Er waren op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd afgesloten nog vier stu<strong>de</strong>nten actief binnen<br />

<strong>de</strong> vierjarige opleiding. De faculteit streeft ernaar om <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die er niet in geslaagd zijn<br />

het doctoraaldiploma van <strong>de</strong> vierjarige opleiding voor 1 september 2006 te behalen, on<strong>de</strong>r te<br />

brengen bij <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>.<br />

De faculteit <strong>over</strong>woog ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie om bre<strong>de</strong> bachelorprogramma’s<br />

in te voeren. De commissie heeft geen uitgewerkte en formeel goedgekeur<strong>de</strong> voornemens<br />

of plannen kunnen bestu<strong>de</strong>ren en betrekt <strong>de</strong> opmerkingen <strong>over</strong> <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> bachelorprogramma’s<br />

dus niet in haar <strong>over</strong>wegingen.<br />

226 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


5.<strong>2.</strong> Het beoor<strong>de</strong>lingska<strong>de</strong>r<br />

5.<strong>2.</strong>1. Doelstellingen opleiding<br />

F1: Domeinspecifieke eisen<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

gesteld wor<strong>de</strong>n aan een opleiding in het betreffen<strong>de</strong> domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> is een multidisciplinaire opleiding waarin die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

en <strong>de</strong> informatica centraal staan die direct toepasbaar zijn op bedrijfsproblemen. Drie<br />

disciplines, <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> informatica en <strong>de</strong> bedrijfseconom(etr)ie, leveren bijdragen aan<br />

<strong>de</strong> opleiding. De opleiding richt zich op het aanleren van theoretische en praktische basiskennis<br />

en het verschaffen van inzicht en leervaardighe<strong>de</strong>n, die stu<strong>de</strong>nten nodig hebben om een<br />

masteropleiding in een kwantitatieve richting te kunnen volgen of om eventueel <strong>de</strong> arbeidsmarkt<br />

te kunnen betre<strong>de</strong>n.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie hanteert <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> eindtermen. Een stu<strong>de</strong>nt die<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica heeft afgerond:<br />

1. bezit een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische basiskennis van een breed terrein uit <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

en <strong>de</strong> informatica die toepasbaar is in bedrijfs- en industriële processen;<br />

<strong>2.</strong> heeft kennis van <strong>de</strong> beginselen van <strong>de</strong> (bedrijfs)economie en <strong>de</strong> organisatieleer;<br />

3. heeft ervaring met het toepassen van basiskennis uit <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en informatica, ook in<br />

een multidisciplinaire bedrijfscontext;<br />

4. heeft enige ervaring met het mo<strong>de</strong>lleren van bedrijfsprocessen met metho<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

en <strong>de</strong> informatica;<br />

5. heeft ervaring opgedaan met werken in een (multidisciplinair) teamverband aan een bedrijfsprobleem,<br />

heeft in dat verband een eerste kennismaking gehad met on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n<br />

en heeft daarvan een proeve van bekwaamheid afgelegd;<br />

6. is in staat relevante bronnen van informatie, zoals vakliteratuur of internet, te raadplegen<br />

en te benutten;<br />

7. is in staat op kritische en logische wijze een <strong>de</strong>nkproces zowel te analyseren als zelf op te<br />

zetten;<br />

8. is in staat om schriftelijk te rapporteren <strong>over</strong> een eigen of gezamenlijk project;<br />

9. heeft kennis van en ervaring met een selectie van wiskundige softwarepakketten zoals die<br />

in gebruik zijn in bedrijfsleven en industrie;<br />

10. is zich bewust van <strong>de</strong> rol van wiskun<strong>de</strong>, informatica en bedrijfseconom(etr)ie in an<strong>de</strong>re<br />

wetenschappen en in <strong>de</strong> maatschappij;<br />

11. beschikt <strong>over</strong> presentatie- en communicatievaardighe<strong>de</strong>n op een niveau passend bij <strong>de</strong><br />

bachelor en, in het bijzon<strong>de</strong>r, is in staat een voordracht te hou<strong>de</strong>n <strong>over</strong> een project voor<br />

zowel vakspecialisten als een bre<strong>de</strong>r publiek;<br />

1<strong>2.</strong> is zich bewust van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van een vervolgstudie en van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

arbeidsmarkt na afsluiting van <strong>de</strong> studie met een bachelordiploma.<br />

De masteropleiding is volgens <strong>de</strong> zelfstudie een multidisciplinaire opleiding waarin die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en informatica centraal staan die direct toepasbaar zijn op bedrijfsproblemen:<br />

binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r meer stochastiek in bre<strong>de</strong> zin, financiële wiskun<strong>de</strong> en<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

227


on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> analyse, binnen <strong>de</strong> informatica voornamelijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> kunstmatige<br />

intelligentie, maar ook databeheer. Stu<strong>de</strong>nten hebben <strong>de</strong> mogelijkheid om zich te specialiseren<br />

op terreinen als optimalisatie van bedrijfsprocessen, computationele intelligentie en<br />

financiële wiskun<strong>de</strong>. De opleiding stelt zich volgens <strong>de</strong> zelfstudie ten doel om stu<strong>de</strong>nten voor<br />

te berei<strong>de</strong>n op een zelfstandige beroepsuitoefening op aca<strong>de</strong>misch niveau, door mid<strong>de</strong>l van<br />

het aanbrengen van kennis, vaardighe<strong>de</strong>n en inzicht op (<strong>de</strong>el)terreinen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />

informatica. Individuele stu<strong>de</strong>nten komen ook in aanmerking voor een vervolgopleiding tot<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoeker.<br />

De doelstellingen zijn ver<strong>de</strong>r geconcretiseerd in eindtermen van <strong>de</strong> opleiding. De zelfstudie<br />

bevat <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> lijst van eindtermen. Een stu<strong>de</strong>nt die <strong>de</strong> masteropleiding Business mathematics<br />

and informatics heeft afgerond:<br />

1. heeft kennis van geavanceer<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n op een breed terrein uit <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en informatica<br />

die toepasbaar zijn in bedrijfs- en industriële processen;<br />

<strong>2.</strong> heeft ervaring met het doen van toegepast on<strong>de</strong>rzoek in een <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

en informatica in een (multidisciplinaire) bedrijfscontext;<br />

3. is in staat om zich binnen re<strong>de</strong>lijke termijn in te werken in relevante <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> en informatica;<br />

4. is in staat een on<strong>de</strong>rzoekwerkplan te formuleren op basis van een globale probleemstelling;<br />

5. is in staat on<strong>de</strong>rzoeksresultaten te analyseren en te formuleren, daar conclusies uit te trekken<br />

en <strong>de</strong>ze conclusies ook in het Engels te verwoor<strong>de</strong>n in termen die ook voor niet-vakgenoten<br />

begrijpelijk zijn;<br />

6. is in staat om kritisch en onafhankelijk te reflecteren op eigen en an<strong>de</strong>rmans werk, binnen<br />

het ka<strong>de</strong>r waarin <strong>de</strong> resultaten toepasbaar zijn;<br />

7. is in staat een verslag te schrijven, ook in het Engels, <strong>over</strong> eigen on<strong>de</strong>rzoek dat voldoet aan<br />

<strong>de</strong> normen die binnen <strong>de</strong> wetenschappen van wiskun<strong>de</strong> en informatica gebruikelijk zijn;<br />

8. is in staat <strong>de</strong>el te nemen aan een discussie <strong>over</strong> een vakon<strong>de</strong>rwerp, ook in het Engels;<br />

9. is in staat (internationale) vakliteratuur op relevante <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en<br />

informatica te raadplegen en te benutten;<br />

10. is in staat ook an<strong>de</strong>re relevante bronnen van informatie zoals internet te raadplegen en<br />

benutten;<br />

11. heeft ervaring met het mo<strong>de</strong>lleren van complexe bedrijfsprocessen met geavanceer<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n<br />

uit <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en informatica;<br />

1<strong>2.</strong> is inzetbaar in functies waarin kennis en on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op specifieke <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en informatica vereist zijn;<br />

13. heeft kennis van en ervaring met een bre<strong>de</strong> selectie van wiskundige softwarepakketten<br />

zoals die in gebruik zijn in bedrijfsleven en industrie;<br />

14. bezit <strong>de</strong> capaciteit om te werken in een multidisciplinair team, in het bijzon<strong>de</strong>r: voldoen<strong>de</strong><br />

kennis van theorie en praktijk op het terrein van <strong>de</strong> bedrijfseconomie, organisatie<br />

en administratie om te kunnen communiceren en samen te werken met experts op<br />

<strong>de</strong>ze terreinen;<br />

15. beschikt <strong>over</strong> presentatie- en communicatievaardighe<strong>de</strong>n op een niveau passend bij <strong>de</strong><br />

master, is in het bijzon<strong>de</strong>r in staat om een voordracht te hou<strong>de</strong>n <strong>over</strong> het eigen on<strong>de</strong>rzoek<br />

voor zowel vakspecialisten als een bre<strong>de</strong>r publiek;<br />

16. heeft voldoen<strong>de</strong> kennis van en inzicht in <strong>de</strong> maatschappelijke rol van wiskun<strong>de</strong> en informatica<br />

om tot een verantwoor<strong>de</strong> beroepskeuze en beroepsuitoefening te kunnen komen.<br />

228 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


De doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding zijn volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie vergelijkbaar met die van soortgelijke opleidingen in het buitenland. Een opleiding<br />

met een vergelijkbare signatuur wordt slechts op enkele plaatsen in <strong>de</strong> wereld aangebo<strong>de</strong>n. De<br />

<strong>bacheloropleiding</strong>en Business mathematics and informatics aan <strong>de</strong> North-West University in<br />

Zuid-Afrika (Potchefstroom Campus) en Wirtschaftsmathematik aan <strong>de</strong> Universität Ulm in<br />

Duitsland zijn in hoge mate vergelijkbaar.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

bestu<strong>de</strong>erd en vastgesteld dat die voldoen aan <strong>de</strong> eisen die vakgenoten binnen of buiten <strong>de</strong><br />

wetenschap stellen aan opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> leggen bijvoorbeeld vast dat stu<strong>de</strong>nten theoretische<br />

en praktische basiskennis van een breed terrein van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> informatica verwerven<br />

die toepasbaar is in bedrijfs‐ en industriële processen, dat ze kennis verwerven van <strong>de</strong><br />

(bedrijfs)economie en <strong>de</strong> organisatieleer en dat ze enige ervaring opdoen met het toepassen van<br />

basiskennis uit <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> informatica. De eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding brengen<br />

tot uitdrukking dat stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r meer kennis verwerven van geavanceer<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n<br />

op een breed terrein uit <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> informatica die toepasbaar zijn in bedrijfs‐ en industriële<br />

processen en ervaring opdoen met het uitvoeren van toegepast on<strong>de</strong>rzoek in een <strong>de</strong>elgebied<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> informatica. De eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen sluiten daarmee<br />

in voldoen<strong>de</strong> mate aan op <strong>de</strong> eisen van vakgenoten die zijn vastgelegd in het domeinspecifiek<br />

referentieka<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> commissie hanteert.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

ook expliciet verwijzen naar kennis en vaardighe<strong>de</strong>n die van belang zijn in <strong>de</strong><br />

beroepspraktijk waarin afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n terecht (kunnen) komen. Stu<strong>de</strong>nten van bei<strong>de</strong> opleidingen<br />

doen tij<strong>de</strong>ns hun opleiding ervaring op in een (multidisciplinaire) bedrijfscontext. Stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> bekwamen zich daarnaast bijvoorbeeld in het mo<strong>de</strong>lleren van<br />

bedrijfsprocessen en het werken aan een bedrijfsprobleem. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

verwerven ervaring met het mo<strong>de</strong>lleren van complexe bedrijfsprocessen en leren werken met<br />

wiskundige software die in het bedrijfsleven en <strong>de</strong> industrie wor<strong>de</strong>n gebruikt.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt<br />

voor dit facet. Zij waar<strong>de</strong>ert het initiatief van <strong>de</strong> Vrije Universiteit om <strong>de</strong> opleidingen te ontwikkelen.<br />

Zij heeft vastgesteld dat er elk jaar een relatief groot aantal stu<strong>de</strong>nten voor <strong>de</strong>ze<br />

opleidingen kiest en dat <strong>de</strong> opleidingen goed voorberei<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> beroepspraktijk en in een<br />

dui<strong>de</strong>lijke behoefte voorzien.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F2: Niveau: Bachelor en Master<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteer<strong>de</strong> beschrijvingen van<br />

<strong>de</strong> kwalificaties van een Bachelor of een Master.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt een verband gelegd tussen <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en<br />

<strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren, dat als volgt kan wor<strong>de</strong>n samengevat:<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

229


Kennis en inzicht: eindtermen 1, 2 en 9.<br />

Toepassen kennis en inzicht: eindtermen 3, 4, 5, 7 en 9.<br />

Oor<strong>de</strong>elsvorming: eindtermen 6, 10 en 1<strong>2.</strong><br />

Communicatie: eindtermen 5, 8 en 11.<br />

Leervaardighe<strong>de</strong>n: eindtermen 1, 2, 3, 4, 5 en 6.<br />

Ook <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zelfstudie<br />

aan elkaar gerelateerd. Die relatie kan als volgt wor<strong>de</strong>n weergegeven:<br />

Kennis en inzicht: eindtermen 1, 2, 3 en 13.<br />

Toepassen kennis en inzicht: eindtermen 2, 3, 4, 9 tot en met 12 en 14.<br />

Oor<strong>de</strong>elsvorming: eindtermen 5, 6, 8 en 16.<br />

Communicatie: eindtermen 5, 7, 12, 14 en 15.<br />

Leervaardighe<strong>de</strong>n: eindtermen 2, 3, 4, 9 en 10.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd en<br />

in <strong>de</strong> eerste plaats vastgesteld dat die het verschil in niveau tussen bei<strong>de</strong> opleidingen in voldoen<strong>de</strong><br />

mate tot uitdrukking brengen. Waar stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> bijvoorbeeld<br />

enige ervaring verwerven met het mo<strong>de</strong>lleren van bedrijfsprocessen met behulp van metho<strong>de</strong>n<br />

uit <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> informatica, doen stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding ervaring op<br />

met het mo<strong>de</strong>lleren van complexe bedrijfsprocessen met behulp van geavanceer<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n<br />

uit diezelf<strong>de</strong> disciplines. Terwijl stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond een<br />

eerste kennismaking hebben gehad met on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n en daarvan een proeve van<br />

bekwaamheid hebben afgelegd, zijn stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> masteropleiding hebben voltooid in staat<br />

om een on<strong>de</strong>rzoeksplan te formuleren, on<strong>de</strong>rzoeksresultaten te analyseren en te formuleren,<br />

daar conclusies uit te trekken en daar<strong>over</strong> ook in het Engels te rapporteren.<br />

De commissie heeft vervolgens vastgesteld dat er een dui<strong>de</strong>lijk verband bestaat tussen <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

van <strong>de</strong> opleidingen en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Zij kan zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> weergave<br />

van dat verband in <strong>de</strong> zelfstudie waarnaar hierboven verwezen wordt. Daarin wordt aangetoond<br />

dat alle Dublin-<strong>de</strong>scriptoren terug te vin<strong>de</strong>n zijn in <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen.<br />

De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het criterium<br />

dat betrekking heeft op het niveau.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

230 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


F3: Oriëntatie WO:<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> beschrijvingen van een Bachelor en een<br />

Master in WO:<br />

• De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit <strong>de</strong> wetenschappelijke discipline, <strong>de</strong> internationale<br />

wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> relevante praktijk in<br />

het toekomstige beroepenveld.<br />

• Een WO-bachelor heeft <strong>de</strong> kwalificaties voor toegang tot tenminste één ver<strong>de</strong>re WO-studie op masterniveau<br />

en eventueel voor het betre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

• Een WO-master heeft <strong>de</strong> kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te verrichten of multien<br />

interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist<br />

is of dienstig is.<br />

Beschrijving<br />

De primaire doelstelling van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is volgens <strong>de</strong> zelfstudie om <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt voor<br />

te berei<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> masteropleiding Business mathematics and informatics of een an<strong>de</strong>re verwante<br />

masteropleiding. Het diploma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> biedt stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

om zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n in te stromen in <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Een afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kan <strong>de</strong> arbeidsmarkt betre<strong>de</strong>n, maar in <strong>de</strong> praktijk<br />

gebeurt dat volgens <strong>de</strong> zelfstudie slechts zel<strong>de</strong>n. De functies die afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> kunnen vervullen zijn vergelijkbaar met die van een afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> van een<br />

opleiding op het gebied van <strong>de</strong> bedrijfswiskun<strong>de</strong> in het hbo.<br />

In <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie verwezen naar <strong>de</strong> algemene<br />

kenmerken van wetenschappelijke vorming. Zo brengen <strong>de</strong> eindtermen 3, 4 en 5 tot<br />

uitdrukking dat stu<strong>de</strong>nten een wetenschappelijke, on<strong>de</strong>rzoeken<strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> verwerven en <strong>de</strong>ze<br />

leren te gebruiken bij <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>ring van (bedrijfs)problemen, en legt eindterm 6 vast dat<br />

stu<strong>de</strong>nten aan het ein<strong>de</strong> van hun opleiding logisch kunnen re<strong>de</strong>neren, analytisch en kritisch<br />

kunnen <strong>de</strong>nken en <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n kunnen toepassen bij het beoor<strong>de</strong>len van een (wetenschappelijk)<br />

betoog. Stu<strong>de</strong>nten verwerven ook <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n om samen te werken in een<br />

multidisciplinair team (eindtermen 3 en 5), om gedachten gestructureerd uit te drukken in<br />

woord en geschrift, om te communiceren met vakgenoten en niet-specialisten (eindtermen<br />

7 en 10) en om te reflecteren op het <strong>de</strong>nken en han<strong>de</strong>len en daarin ethische, normatieve en<br />

maatschappelijke aspecten te kunnen betrekken (eindterm 9).<br />

Het zelf door<strong>de</strong>nken van wetenschappelijke vraagstellingen op een manier die aansluit bij en<br />

past in het huidige aca<strong>de</strong>misch on<strong>de</strong>rzoek in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en/of <strong>de</strong> informatica staat volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie in <strong>de</strong> masteropleiding centraal. Het wetenschappelijk karakter van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

komt daardoor dui<strong>de</strong>lijk tot uitdrukking. Zowel stu<strong>de</strong>nten die zich richten op<br />

een carrière als professional in een bedrijf of een instelling als stu<strong>de</strong>nten die een loopbaan in<br />

<strong>de</strong> wetenschap nastreven leren zelf wetenschappelijke vraagstellingen te door<strong>de</strong>nken op een<br />

manier die aansluit bij en past in het actuele on<strong>de</strong>rzoek in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en/of <strong>de</strong> informatica.<br />

Ook in <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie verwezen naar <strong>de</strong><br />

algemene kenmerken van wetenschappelijke vorming. Zo brengen <strong>de</strong> eindtermen 1, 2, 4, 11,<br />

12 en 13 tot uitdrukking dat stu<strong>de</strong>nten leren om problemen op een wetenschappelijke manier<br />

te behan<strong>de</strong>len, leggen <strong>de</strong> eindtermen 5 en 6 vast dat stu<strong>de</strong>nten een wetenschappelijk betoog<br />

kritisch op waar<strong>de</strong> kunnen schatten en dat ze leren om logisch te re<strong>de</strong>neren en analytisch en<br />

kritisch te <strong>de</strong>nken, hebben <strong>de</strong> eindtermen 1, 2, 11, 14 en 16 betrekking op vak<strong>over</strong>stijgend<br />

wetenschappelijk samenwerken (inter-, multi- en transdisciplinair) en eindterm 16 eveneens<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

231


op het <strong>over</strong>zien van <strong>de</strong> ethische, normatieve en maatschappelijke consequenties van wetenschaps-<br />

en technologieontwikkeling.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindkwalificaties bestu<strong>de</strong>erd vanuit het perspectief van <strong>de</strong> oriëntatie<br />

van <strong>de</strong> opleiding. Zij heeft eer<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r F1) reeds vastgesteld dat <strong>de</strong> eindkwalificaties in<br />

voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> wetenschappelijke discipline (c.q. <strong>de</strong> vakgenoten)<br />

en <strong>de</strong> relevante beroepspraktijk. De commissie is ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindtermen<br />

voldoen<strong>de</strong> aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> internationale wetenschapsbeoefening. Zij kan zich<br />

goed vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> opleidingen in <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong> eindtermen relateren aan<br />

<strong>de</strong> algemene kenmerken van wetenschappelijke vorming. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> eindtermen<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> on<strong>de</strong>r meer verwijzen naar on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n, het op een<br />

kritische en logische wijze analyseren en opzetten van een <strong>de</strong>nkproces en <strong>de</strong> rol van wiskun<strong>de</strong>,<br />

informatica en bedrijfsecom(etr)ie in <strong>de</strong> maatschappij. De eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

refereren on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re aan het formuleren van een on<strong>de</strong>rzoekswerkplan, het analyseren en<br />

formuleren van on<strong>de</strong>rzoeksresultaten, het kritisch en onafhankelijk reflecteren op eigen en<br />

an<strong>de</strong>rmans werk en het verwerven van kennis van en inzicht in <strong>de</strong> maatschappelijke rol van<br />

wiskun<strong>de</strong> en informatica.<br />

De commissie heeft ver<strong>de</strong>r vastgesteld dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> rechtstreeks<br />

kunnen instromen in <strong>de</strong> masteropleiding. Zij is ervan <strong>over</strong>tuigd dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> masteropleiding voldoen<strong>de</strong> kennis hebben om wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te verrichten,<br />

bijvoorbeeld in het ka<strong>de</strong>r van een promotieopleiding.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan <strong>de</strong><br />

criteria die gel<strong>de</strong>n voor een opleiding binnen het wetenschappelijk domein.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong><br />

en informatica luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Business mathematics<br />

and informatics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

5.<strong>2.</strong><strong>2.</strong> Programma<br />

Beschrijving van <strong>de</strong> programma’s<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> bestaat voor het <strong>over</strong>grote <strong>de</strong>el uit verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

Het programma van het eerste jaar begint met een Aansluitcursus vwo-wiskun<strong>de</strong> en<br />

een Introductie BWI. In het eerste jaar volgen stu<strong>de</strong>nten daarnaast verschillen<strong>de</strong> inleidingen<br />

in relevante <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> disciplines waaraan in <strong>de</strong> opleiding aandacht wordt besteed<br />

(waaron<strong>de</strong>r programmeren, besliskun<strong>de</strong> en gegevensverwerking). Het programma bevat een<br />

aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin <strong>de</strong> verworven kennis wordt toegepast, waaron<strong>de</strong>r het Project BWI,<br />

waarvoor in totaal 8 EC is gereserveerd.<br />

232 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


Het programma van het twee<strong>de</strong> jaar bevat on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re twee on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Analyse voor BWI en<br />

<strong>de</strong> cursussen Management en organisatie, Financiering, Algemene statistiek en Software engineering.<br />

Het programma kent verschillen<strong>de</strong> praktische on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, waaron<strong>de</strong>r twee projecten.<br />

Stu<strong>de</strong>nten maken een keuze tussen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Wetenschapsgeschie<strong>de</strong>nis en Maatschappelijke<br />

aspecten van wetenschap. Zij volgen in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar on<strong>de</strong>r meer on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Deterministische<br />

optimalisering, Bedrijfsmo<strong>de</strong>llering en requirements engineering en Stochastische<br />

metho<strong>de</strong>n. Het programma bevat on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Filosofie en ethiek van <strong>de</strong> techniek (3 EC) en<br />

Studie en loopbaan (1 EC). Stu<strong>de</strong>nten hebben een keuzeruimte van 6 EC. Zij sluiten <strong>de</strong> opleiding<br />

af met <strong>de</strong> Bedrijfscase, waarvoor 9 EC is gereserveerd.<br />

Het programma van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong> duale variant wijkt af van dat van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re varianten.<br />

Die variant kent geen keuzeruimte en bevat het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Studie en loopbaan niet.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong>ze variant volgen, on<strong>de</strong>rbreken hun studie voor een perio<strong>de</strong> van zes maan<strong>de</strong>n,<br />

waarin zij in dienst tre<strong>de</strong>n van een bedrijf. Voor <strong>de</strong>ze duale werkperio<strong>de</strong> ontvangen zij 16<br />

EC. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> duale variant kiezen, doen dus langer dan drie jaar <strong>over</strong> hun <strong>bacheloropleiding</strong>.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek <strong>over</strong>igens dat er geen stu<strong>de</strong>nten zijn die<br />

<strong>de</strong> duale variant volgen. De re<strong>de</strong>n daarvoor is volgens <strong>de</strong> docenten dat het programma van die<br />

variant niet erg aantrekkelijk is en onvermij<strong>de</strong>lijk tot studievertraging leidt.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding bestaat uit verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

In het eerste jaar volgen stu<strong>de</strong>nten vijf verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (in totaal 28 EC): Applied stochastic<br />

mo<strong>de</strong>ling, Financial mathematics, Computers in <strong>de</strong> samenleving, Project optimization<br />

of business processes en Data mining techniques. De verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in het twee<strong>de</strong> jaar<br />

zijn het BWI-werkstuk (6 EC) en het masterproject (36 EC). Stu<strong>de</strong>nten kiezen daarnaast (in<br />

het eerste of het twee<strong>de</strong> jaar) minimaal twee vakken uit een lijst van zes op het gebied van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> en minimaal een vak uit een lijst van zeven op het gebied van <strong>de</strong> bedrijfswiskun<strong>de</strong><br />

en informatica.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding kent drie varianten: <strong>de</strong> M-variant, die als standaardvariant<br />

wordt aangebo<strong>de</strong>n en door <strong>de</strong> meeste stu<strong>de</strong>nten wordt gevolgd en die stu<strong>de</strong>nten voorbereidt<br />

op een werkkring in een bedrijf, <strong>de</strong> O-variant, die voorbereidt op een promotieon<strong>de</strong>rzoek<br />

en een licht afwijkend programma kent (<strong>de</strong> stage mag wor<strong>de</strong>n vervangen door een intern<br />

on<strong>de</strong>rzoeksproject), en <strong>de</strong> C-variant, waarin <strong>de</strong> nadruk ligt op het <strong>over</strong>dragen van wetenschappelijke<br />

kennis en die een iets sterker afwijkend programma heeft: het BWI-werkstuk wordt<br />

vervangen door een scriptie in <strong>de</strong> C-variant (met een omvang van 9 EC), <strong>de</strong> vakken Wetenschapsjournalistiek<br />

(6 EC), Communicatiewetenschap (6 EC) zijn verplicht (als invulling van<br />

<strong>de</strong> vrije ruimte) en stu<strong>de</strong>nten volgen een korte stage (18 EC).<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding zijn niet verplicht om on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het lan<strong>de</strong>lijke<br />

masterprogramma te volgen. Zij kunnen niettemin on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len volgen die wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n<br />

door het Lan<strong>de</strong>lijk Netwerk Besliskun<strong>de</strong>, dat valt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van het<br />

lan<strong>de</strong>lijke Regieorgaan.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

233


F4: Eisen WO<br />

Het programma sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor het programma van een WO-opleiding:<br />

• Kennisontwikkeling door stu<strong>de</strong>nten vindt plaats in interactie tussen het on<strong>de</strong>rwijs en het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek binnen relevante disciplines.<br />

• Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in <strong>de</strong> relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare<br />

verban<strong>de</strong>n met actuele wetenschappelijke theorieën.<br />

• Het programma waarborgt <strong>de</strong> ontwikkeling van vaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

• Bij daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen heeft het programma aantoonbare verban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

actuele praktijk van <strong>de</strong> relevante beroepen.<br />

Beschrijving<br />

Vrijwel alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wor<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

verzorgd door wetenschappers die zelf actief zijn in het on<strong>de</strong>rzoek. Al in een vroeg<br />

stadium wordt er bij stu<strong>de</strong>nten een on<strong>de</strong>rzoekshouding aangekweekt. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> projecten<br />

komen er actuele, soms vereenvoudig<strong>de</strong>, bedrijfsproblemen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>, waardoor stu<strong>de</strong>nten<br />

kennismaken met metho<strong>de</strong>n die nodig zijn voor het oplossen van <strong>de</strong>ze problemen. Binnen<br />

<strong>de</strong> daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len krijgen <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten een goed beeld van <strong>de</strong><br />

laatste ontwikkelingen in <strong>de</strong> disciplines. Die ontwikkelingen komen met name aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in<br />

het afsluiten<strong>de</strong> bachelorproject, <strong>de</strong> Bedrijfscase.<br />

Het verwerven van een wetenschappelijke attitu<strong>de</strong> is volgens <strong>de</strong> zelfstudie een cumulatief proces<br />

dat in vrijwel alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt. Logisch re<strong>de</strong>neren en<br />

het beoor<strong>de</strong>len van re<strong>de</strong>neringen komen expliciet aan bod in het vak Filosofie en ethiek van<br />

<strong>de</strong> techniek en in <strong>de</strong> bedrijfsprojecten. Exact formuleren speelt bij <strong>de</strong> meeste wiskun<strong>de</strong>- en<br />

informaticavakken een belangrijke rol. Stu<strong>de</strong>nten doen ervaring op met het verzamelen van<br />

wetenschappelijke informatie bij het schrijven van een werkstuk voor het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Encyclopedie<br />

en in <strong>de</strong> Bedrijfscase. Zij werken voor alle projecten samen in groepen. Zij moeten voor<br />

verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (on<strong>de</strong>r meer Introductie BWI, Projecten BWI 1 en 2, Encyclopedie,<br />

Project dynamica, Filosofie en ethiek van <strong>de</strong> techniek, Bedrijfsmo<strong>de</strong>llering en Requirements<br />

engineering en <strong>de</strong> Bedrijfscase) schriftelijke verslagen inleveren. Voor <strong>de</strong> projecten BWI 1 en 2<br />

en Software engineering, het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Filosofie en ethiek van <strong>de</strong> techniek en <strong>de</strong> Bedrijfscase<br />

moeten ze mon<strong>de</strong>linge presentaties verzorgen. In het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Filosofie en ethiek van <strong>de</strong> techniek<br />

wordt expliciet aandacht besteed aan reflectie op <strong>de</strong>nken en han<strong>de</strong>len.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> is volgens <strong>de</strong> zelfstudie in <strong>de</strong> eerste plaats een voorbereiding op <strong>de</strong><br />

masteropleiding Business mathematics and informatics of een aanverwante masteropleiding.<br />

Toch is er in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> (in het bijzon<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> groepsprojecten)<br />

veel aandacht voor bedrijfsproblemen die afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n in hun beroepspraktijk kunnen<br />

tegenkomen. Stu<strong>de</strong>nten maken in het vak Studie en loopbaan kennis met <strong>de</strong> beroepspraktijk,<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re in gesprekken met werken<strong>de</strong>n die een functie vervullen die past binnen het profiel<br />

van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek aan <strong>de</strong> faculteit bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> het waar<strong>de</strong>ren<br />

dat zij met verschillen<strong>de</strong> vakgebie<strong>de</strong>n vertrouwd raken. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zijn <strong>de</strong><br />

studieon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len niet altijd op een evenwichtige manier ver<strong>de</strong>eld <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n.<br />

In sommige perio<strong>de</strong>n volgen zij bijvoorbeeld slechts weinig on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>.<br />

234 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie gedragen door een aantal<br />

on<strong>de</strong>rzoeksgroepen. Het gaat daarbij binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> vooral om <strong>de</strong> sectie<br />

Stochastiek en binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Informatica vooral om <strong>de</strong> sectie Kunstmatige intelligentie.<br />

Vanuit <strong>de</strong>ze groepen wordt on<strong>de</strong>rzoek gedaan op relevante gebie<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> optimalisatie van<br />

bedrijfsprocessen, business intelligence en datamining. Daardoor blijft het programma van<br />

<strong>de</strong> masteropleiding actueel en heeft het een dui<strong>de</strong>lijke relatie met het on<strong>de</strong>rzoek. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

projecten, het afsluiten<strong>de</strong> werkstuk en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erstage komen stu<strong>de</strong>nten in aanraking met<br />

bedrijfsproblemen en maken ze kennis met mo<strong>de</strong>rne metho<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>ze problemen op te lossen.<br />

Zij moeten daarbij vaak recente vakliteratuur bestu<strong>de</strong>ren om <strong>de</strong> meest recente ontwikkelingen<br />

in <strong>de</strong> disciplines te kunnen toepassen op het probleem waarmee zij zich bezighou<strong>de</strong>n.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding kent een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die <strong>de</strong> ontwikkeling van<br />

aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n als expliciet of impliciet doel hebben, zoals het werkstuk en <strong>de</strong><br />

stage. Daarin wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n gecombineerd met inhou<strong>de</strong>lijke kennisvergaring<br />

en ‐verwerking en is er sprake van expliciete feedback door docenten op mon<strong>de</strong>linge en<br />

schriftelijke presentaties en op <strong>de</strong> uitvoering van het on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Het grootste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten richt zich op een carrière in een bedrijfsomgeving. Deze<br />

stu<strong>de</strong>nten volgen een stage in een bedrijf of organisatie buiten <strong>de</strong> faculteit, waar zij werken<br />

in een multidisciplinaire omgeving. De commissie vernam dat het slechts twee keer is voorgekomen<br />

dat stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> O-variant volg<strong>de</strong>n geen externe stage hebben gelopen, maar<br />

binnen <strong>de</strong> faculteit een toepassingsgericht on<strong>de</strong>rzoek hebben uitgevoerd. Stu<strong>de</strong>nten die het<br />

duale traject volgen, kunnen een scriptie schrijven bij het bedrijf waar zij hun werkperio<strong>de</strong><br />

doorbrengen, maar pas nadat zij die perio<strong>de</strong> hebben afgesloten.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding van mening<br />

zijn dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> dui<strong>de</strong>lijk globaler en bre<strong>de</strong>r<br />

van opzet zijn dan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma van <strong>de</strong> masteropleiding, die in het algemeen<br />

meer toegespitst zijn. De stu<strong>de</strong>nten waar<strong>de</strong>ren het dat zij kunnen kiezen uit drie verschillen<strong>de</strong><br />

richtingen. Zij hebben ook waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> actuele leermaterialen en voor het toegepaste<br />

karakter van <strong>de</strong> opleiding, die nadrukkelijk is gericht op het oplossen van bedrijfsproblemen.<br />

De commissie vernam tij<strong>de</strong>ns haar bezoek dat <strong>de</strong> faculteit veel belang hecht aan het bre<strong>de</strong><br />

karakter van <strong>de</strong> opleidingen, omdat het afnemend veld daarom vraagt. De opleidingen hebben<br />

er bewust voor gekozen om <strong>de</strong> keuzeruimte in <strong>de</strong> programma’s beperkt te hou<strong>de</strong>n om op die<br />

manier het bre<strong>de</strong> karakter te waarborgen. Die keuze wordt door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten gewaar<strong>de</strong>erd.<br />

Het eindniveau dat stu<strong>de</strong>nten behalen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> is min<strong>de</strong>r hoog dan dat<br />

van stu<strong>de</strong>nten die een opleiding volgen die zich vooral toelegt op wiskun<strong>de</strong>, omdat <strong>de</strong> programma’s<br />

veel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit an<strong>de</strong>re disciplines bevatten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd en<br />

vastgesteld dat die programma’s <strong>de</strong> ambities van <strong>de</strong> opleidingen niet alleen dui<strong>de</strong>lijk laten zien,<br />

maar ook waarmaken.<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> interactie tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek in het programma<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> op een goe<strong>de</strong> manier vorm heeft gekregen. In <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

van het programma wordt gebruikgemaakt van recente en relevante literatuur uit <strong>de</strong><br />

disciplines die bijdragen aan <strong>de</strong> opleiding. De integratie tussen <strong>de</strong> disciplines komt tot stand in<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

235


<strong>de</strong> projecten, die steeds ook een dui<strong>de</strong>lijke praktische component kennen en daarmee zorgen<br />

voor een verband met <strong>de</strong> beroepspraktijk. De stu<strong>de</strong>nten maken in <strong>de</strong> projecten, maar ook in<br />

verschillen<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kennis met <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n die binnen <strong>de</strong> disciplines gehanteerd<br />

wor<strong>de</strong>n bij het oplossen van problemen, en verwerven ook <strong>de</strong> nodige vaardighe<strong>de</strong>n om zelf<br />

on<strong>de</strong>rzoek uit te voeren. Op <strong>de</strong>ze manier sluit het programma in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie<br />

goed aan bij <strong>de</strong> actuele ontwikkelingen op het snijvlak van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> informatica en<br />

<strong>de</strong> econometrie. Het programma kent een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (zoals Filosofie en ethiek van <strong>de</strong><br />

techniek en Wetenschapsgeschie<strong>de</strong>nis) die specifiek gericht zijn op het verwerven van aca<strong>de</strong>mische<br />

vaardighe<strong>de</strong>n. De commissie heeft in het bijzon<strong>de</strong>r waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> Bedrijfscase, het<br />

afsluiten<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, in het ka<strong>de</strong>r waarvan stu<strong>de</strong>nten in groepjes<br />

een probleem uit <strong>de</strong> dagelijkse praktijk van een bedrijf of een instelling analyseren en oplossen.<br />

In <strong>de</strong> bedrijfscase komen <strong>de</strong> toepassing van theoretische kennis in <strong>de</strong> praktijk en <strong>de</strong> integratie<br />

van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> disciplines op een goe<strong>de</strong> manier tot uitdrukking. Het programma heeft<br />

hier een dui<strong>de</strong>lijk en rechtstreeks verband met <strong>de</strong> actuele praktijk van het beroepenveld.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding is in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie in wezen een voortzetting<br />

van dat van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Dat betekent dat <strong>de</strong> positieve opmerkingen die <strong>de</strong><br />

commissie hierboven gemaakt heeft met betrekking tot <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ook van toepassing<br />

zijn op <strong>de</strong> masteropleiding. Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding biedt zowel in theoretische<br />

als in praktische zin een verdieping: stu<strong>de</strong>nten volgen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin aan <strong>de</strong> hand<br />

van geavanceer<strong>de</strong> literatuur wordt ingegaan op specifieke terreinen binnen <strong>de</strong> disciplines en<br />

lopen een stage bij een bedrijf of een instelling, waar zij geconfronteerd wor<strong>de</strong>n met bedrijfsproblemen<br />

die aanzienlijk complexer en gevarieer<strong>de</strong>r zijn dan <strong>de</strong> problemen die bijvoorbeeld<br />

in <strong>de</strong> bedrijfscase wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld. De stu<strong>de</strong>nten moeten <strong>de</strong>ze problemen zelfstandig kunnen<br />

oplossen en daarvan verslag kunnen doen op een manier die aansluit bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong><br />

disciplines. De opleiding is er in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie goed in geslaagd om een balans te<br />

vin<strong>de</strong>n tussen het wetenschappelijke karakter van <strong>de</strong> opleiding enerzijds en het gegeven dat het<br />

grootste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten na hun afstu<strong>de</strong>ren in een bedrijfsomgeving terechtkomt an<strong>de</strong>rzijds.<br />

De opleiding levert aca<strong>de</strong>misch geschool<strong>de</strong> professionals af die een goed beeld hebben<br />

van <strong>de</strong> eisen die <strong>de</strong> beroepspraktijk stelt.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> eisen die aan een wetenschappelijke<br />

opleiding mogen wor<strong>de</strong>n gesteld <strong>over</strong>stijgen en komt daarom in bei<strong>de</strong> gevallen tot het oor<strong>de</strong>el<br />

‘goed’ voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F5: Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma<br />

Het programma is een a<strong>de</strong>quate concretisering van <strong>de</strong> eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke<br />

eisen.<br />

De eindkwalificaties zijn a<strong>de</strong>quaat vertaald in leerdoelen van (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma.<br />

De inhoud van het programma biedt stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> eindkwalificaties te<br />

bereiken.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie bevat een <strong>over</strong>zichtstabel met alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>,<br />

waarin schematisch is aangegeven welke eindtermen in een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />

236 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


wor<strong>de</strong>n gesteld. In <strong>de</strong> zelfstudie wordt <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> eindtermen en het programma per<br />

eindterm na<strong>de</strong>r uitgewerkt. De tabel laat zien dat in verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma<br />

verschillen<strong>de</strong> (<strong>de</strong>len van <strong>de</strong>) eindtermen wor<strong>de</strong>n getoetst.<br />

Zo komt eindterm 2 (afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben kennis van <strong>de</strong> beginselen van <strong>de</strong> (bedrijfs)economie<br />

en <strong>de</strong> organisatieleer) aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Financiering <strong>2.</strong>2 en <strong>2.</strong>5. Stu<strong>de</strong>nten verwerven<br />

basiskennis van financieel-economische berichtgeving in Management en financial<br />

accounting en kennis van <strong>de</strong> interne en externe organisatie van een bedrijf in Management<br />

en organisatie 1.1. Aan eindterm 4 (afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben enige ervaring met het mo<strong>de</strong>lleren<br />

van bedrijfsprocessen met metho<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> informatica) wordt vooral<br />

aandacht besteed in <strong>de</strong> projecten. Daarnaast wordt er ook in on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van <strong>de</strong><br />

Operations research (bijvoorbeeld Inleiding besliskun<strong>de</strong>, Stochastische metho<strong>de</strong>n en Deterministische<br />

optimalisering) aandacht besteed aan mo<strong>de</strong>lleren. Datzelf<strong>de</strong> geldt voor verschillen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van <strong>de</strong> informatica (zoals Bedrijfsmo<strong>de</strong>llering en Requirements engineering).<br />

Volgens eindterm 5 hebben afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n in een (multidisciplinair) teamverband ervaring<br />

opgedaan met het werken aan een bedrijfsprobleem, een eerste kennismaking gehad met<br />

on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n en daarvan een proeve van bekwaamheid afgelegd. In <strong>de</strong> projecten<br />

werken stu<strong>de</strong>nten in groepjes aan bedrijfsproblemen, die soms multidisciplinair van karakter<br />

zijn. In een aantal projecten werken stu<strong>de</strong>nten samen met stu<strong>de</strong>nten van an<strong>de</strong>re opleidingen,<br />

zoals Informatica, Kunstmatige intelligentie en Informatiekun<strong>de</strong>. De afsluiten<strong>de</strong> Bedrijfscase<br />

draagt het meest bij aan <strong>de</strong> realisatie van <strong>de</strong>ze eindterm.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding wordt afgesloten met een stage van een halfjaar, waarin<br />

altijd een bedrijfsprobleem centraal staat. Daarin komt volgens <strong>de</strong> zelfstudie een belangrijk<br />

<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> eindtermen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Nadat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten een aantal weken stage hebben gelopen,<br />

moeten zij een plan van aanpak inleveren bij <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>rs (eindterm 4). Geduren<strong>de</strong> het<br />

afstu<strong>de</strong>erwerk wor<strong>de</strong>n zij begeleid in het doen van toegepast on<strong>de</strong>rzoek in een bedrijfscontext<br />

(eindtermen 2 en 11). Regelmatig moeten zij zich eerst specifieke (bedrijfs)kennis eigen maken<br />

voordat zij kunnen beginnen met het ontwikkelen van oplossingen voor <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong><br />

problemen (eindtermen 3 en 14). Zij analyseren <strong>de</strong> problemen, formuleren <strong>de</strong> resultaten van<br />

het on<strong>de</strong>rzoek en trekken conclusies voor <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re voortgang van <strong>de</strong> stage en voor eventueel<br />

vervolgon<strong>de</strong>rzoek (eindtermen 5 en 6). De resultaten van het on<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n neergelegd in<br />

een verslag (eindterm 7), dat meestal ook een korte samenvatting bevat van <strong>de</strong> probleemstelling<br />

met <strong>de</strong> conclusies en aanbevelingen in termen die ook voor niet-vakgenoten begrijpelijk<br />

zijn (eindterm 5). Een mon<strong>de</strong>linge eindpresentatie in het bedrijf of op <strong>de</strong> universiteit maakt<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> stage (eindterm 15). De stage is <strong>de</strong> <strong>over</strong>gangsfase tussen universiteit en<br />

loopbaan, waarin <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt wordt voorbereid op het zelfstandig vervullen van functies waar<br />

kennis, inzicht en on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> terreinen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> informatica<br />

nodig zijn (eindterm 12).<br />

Het cursorische <strong>de</strong>el van het programma fungeert als voorbereiding op en basis voor <strong>de</strong> stage.<br />

Het biedt een breed pakket aan kennis en vaardighe<strong>de</strong>n op een gevor<strong>de</strong>rd niveau aan. Binnen<br />

dat <strong>de</strong>el van het programma verwerven stu<strong>de</strong>nten allereerst <strong>de</strong> vereiste vakkennis (eindtermen<br />

1 en 13). Twee on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len nemen volgens <strong>de</strong> zelfstudie een speciale plaats in: het BWI-werkstuk<br />

en het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Computers in <strong>de</strong> samenleving. Bij het vervaardigen van het werkstuk<br />

doen stu<strong>de</strong>nten een beroep op vaardighe<strong>de</strong>n op het terrein van communicatie en presentatie.<br />

In het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Computers in <strong>de</strong> samenleving maken zij niet alleen kennis met <strong>de</strong> sociale<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

237


context van ICT, maar ook met <strong>de</strong> commerciële, sociale en wettelijke context en met ethische<br />

aspecten en professionele co<strong>de</strong>s.<br />

Voor een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zijn expliciete eindtermen geformuleerd, die terug te vin<strong>de</strong>n<br />

zijn in <strong>de</strong> vakomschrijvingen in <strong>de</strong> studiegids. In <strong>de</strong>ze omschrijvingen zijn vaak ook an<strong>de</strong>re<br />

doelstellingen en eindtermen van <strong>de</strong> opleiding impliciet aanwezig. Algemene aca<strong>de</strong>mische<br />

doelstellingen of eindtermen komen volgens <strong>de</strong> zelfstudie eer<strong>de</strong>r tot uitdrukking in <strong>de</strong> werkvorm<br />

en <strong>de</strong> toetsing dan in <strong>de</strong> beschrijving in <strong>de</strong> studiegids. Voor veel van <strong>de</strong> cursorische<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma is een uitgebrei<strong>de</strong> beschrijving van <strong>de</strong> inhoud, <strong>de</strong> werkwijze en<br />

<strong>de</strong> toetsing te vin<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> opleiding. Die beschrijving is in het algemeen meer<br />

ge<strong>de</strong>tailleerd dan die in <strong>de</strong> studiegids.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding kiezen een individueel programma, dat altijd ter goedkeuring<br />

aan <strong>de</strong> Examencommissie wordt voorgelegd, die bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling daarvan allereerst kijkt<br />

of het programma zo is samengesteld dat het een afstu<strong>de</strong>erstage op het vereiste niveau mogelijk<br />

maakt. Wanneer stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit een an<strong>de</strong>r vakgebied in hun programma willen<br />

opnemen, beoor<strong>de</strong>elt <strong>de</strong> Examencommissie of die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van voldoen<strong>de</strong> niveau zijn en<br />

bijdragen aan <strong>de</strong> realisatie van <strong>de</strong> eindtermen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd vanuit<br />

het perspectief van <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen en vastgesteld dat <strong>de</strong> programma’s goe<strong>de</strong><br />

concretiseringen zijn van die eindtermen. Zij kan zich goed vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> manier waarop in <strong>de</strong><br />

zelfstudie een relatie is gelegd tussen <strong>de</strong> eindtermen en het programma en in <strong>de</strong> aanvullen<strong>de</strong><br />

toelichtingen daarop.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat bijna alle eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in alle<br />

jaren van het programma aan bod komen en daarmee op een evenwichtige manier <strong>over</strong> het<br />

programma zijn ver<strong>de</strong>eld. De tabel in <strong>de</strong> zelfstudie laat bijvoorbeeld zien dat <strong>de</strong> aandacht voor<br />

eindterm 1 (die uitdrukt dat stu<strong>de</strong>nten een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische basiskennis<br />

verwerven) in <strong>de</strong> loop van het programma afneemt, maar niet verdwijnt. De tabel laat ook<br />

zien dat <strong>de</strong> projecten <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len bij uitstek zijn waarin <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> theorie op <strong>de</strong><br />

praktijk aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt. In alle projecten spelen <strong>de</strong> eindtermen 4, 5 en 8 (die respectievelijk<br />

betrekking hebben op mo<strong>de</strong>lleren, het werken in teamverband en het rapporteren <strong>over</strong> projecten)<br />

een rol. Alleen eindterm 12 (die zegt dat stu<strong>de</strong>nten zich bewust zijn van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

voor een vervolgstudie en voor het betre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> arbeidsmarkt) komt slechts in één<br />

jaar (namelijk het <strong>de</strong>r<strong>de</strong>) aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat het programma zo is<br />

ingericht en gestructureerd dat stu<strong>de</strong>nten daadwerkelijk in staat zijn om <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

te verwerven. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> beschrijvingen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in <strong>de</strong> studiegids<br />

<strong>de</strong> relatie met <strong>de</strong> eindtermen niet expliciet leggen, maar in het algemeen wel dui<strong>de</strong>lijk maken<br />

welke eindtermen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat alle eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding in het programma<br />

aan bod komen. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> eindtermen komt alleen in het twee<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong><br />

opleiding, tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erfase waarin stu<strong>de</strong>nten het BWI-werkstuk schrijven en aan hun<br />

masterproject werken, aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. In die fase wordt geen aandacht meer besteed aan eindtermen<br />

1 (die betrekking heeft op het verwerven van kennis van geavanceer<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n) en<br />

13 (die gaat <strong>over</strong> het verwerven van kennis van en ervaring met relevante softwarepakketten),<br />

zoals in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie verwacht mag wor<strong>de</strong>n. In het masterproject komen alle<br />

238 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


eindtermen behalve <strong>de</strong> zojuist genoem<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Dit project is daarmee in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong><br />

commissie dui<strong>de</strong>lijk het integratieve on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el waarmee <strong>de</strong> opleiding op passen<strong>de</strong> wijze wordt<br />

afgesloten. De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat ook het programma van <strong>de</strong> masteropleiding zo is<br />

ingericht en gestructureerd dat stu<strong>de</strong>nten daadwerkelijk in staat zijn om <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

te verwerven.<br />

De commissie heeft waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> zorgvuldige manier waarop <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> relatie<br />

hebben gelegd tussen <strong>de</strong> eindtermen en <strong>de</strong> programma’s en komt in bei<strong>de</strong> gevallen tot het<br />

oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F6: Samenhang programma<br />

Stu<strong>de</strong>nten volgen een inhou<strong>de</strong>lijk samenhangend studieprogramma.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> richt zich volgens <strong>de</strong> zelfstudie op die <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>,<br />

<strong>de</strong> informatica en <strong>de</strong> bedrijfseconomie die een direct verband met bedrijfsproblemen hebben.<br />

Binnen elk van die gebie<strong>de</strong>n kunnen leerlijnen aangegeven wor<strong>de</strong>n. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het<br />

programma zijn steeds on<strong>de</strong>r te brengen bij een van die leerlijnen. De leerlijnen binnen <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> operations research zijn: kansrekening en statistiek (waartoe <strong>de</strong> vakken Kansrekening<br />

1, Kansrekening 2, Algemene statistiek voor BWI en Statistische data-analyse wor<strong>de</strong>n<br />

gerekend), wiskundige analyse (waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vakken Aansluitcursus vwo-wiskun<strong>de</strong>, Calculus 1,<br />

Calculus 2, Analyse BWI 1, Lineaire algebra en Analyse BWI 2 vallen) en operationele analyse<br />

(waartoe <strong>de</strong> cursussen Inleiding besliskun<strong>de</strong>, Deterministische optimalisering 1, Stochastische<br />

metho<strong>de</strong>n, Deterministische optimalisering 2 en Simulatie behoren). Binnen <strong>de</strong> informatica<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> leerlijnen programmeervaardighe<strong>de</strong>n, software engineering en informatiesystemen<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n, binnen <strong>de</strong> bedrijfseconomie <strong>de</strong> leerlijn financiële economie.<br />

De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen <strong>de</strong>ze leerlijnen zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie inhou<strong>de</strong>lijk op elkaar afgestemd.<br />

In <strong>de</strong> projecten komen <strong>de</strong> disciplines tegelijkertijd aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Bij het werken aan bedrijfsproblemen<br />

maken stu<strong>de</strong>nten vaak eerst een statistische analyse, waarna ze een wiskundig mo<strong>de</strong>l<br />

toepassen, dat zij dan weer doorrekenen met behulp van zelfgeschreven computerprogramma’s<br />

of geavanceer<strong>de</strong> software. Zij dienen daarbij steeds rekening te hou<strong>de</strong>n met bedrijfskundige en<br />

bedrijfseconomische aspecten van het probleem en <strong>de</strong> voorgestel<strong>de</strong> oplossing.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bevestig<strong>de</strong>n <strong>de</strong> docenten dat <strong>de</strong> integratie van <strong>de</strong> leerlijnen<br />

vooral tot stand komt in <strong>de</strong> projecten en in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Simulatie en culmineert in <strong>de</strong><br />

Bedrijfscase waarmee stu<strong>de</strong>nten hun opleiding afsluiten. De stu<strong>de</strong>nten zijn van mening dat <strong>de</strong><br />

integratie van <strong>de</strong> leerlijnen in het eerste <strong>de</strong>el van het programma nog verbeterd kan wor<strong>de</strong>n.<br />

Zij waar<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> projecten vooral omdat daarin <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> lijnen samenkomen. De stu<strong>de</strong>nten<br />

vin<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die zij bij <strong>de</strong> economische faculteit volgen wat losstaan van<br />

<strong>de</strong> rest van het programma. De docenten met wie <strong>de</strong> commissie sprak waren verrast <strong>over</strong> dat<br />

oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding bouwt volgens <strong>de</strong> zelfstudie op een natuurlijke manier<br />

voort op dat van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. De leerlijnen uit het programma van <strong>de</strong> bachelor-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

239


opleiding wor<strong>de</strong>n in een aantal opzichten gecontinueerd, met name in <strong>de</strong> specialisaties. De<br />

inhou<strong>de</strong>lijke afstemming van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen <strong>de</strong> specialisaties wordt gewaarborgd door<br />

<strong>de</strong> regelmatige contacten tussen <strong>de</strong> betrokken docenten. De stu<strong>de</strong>nten specialiseren zich door<br />

hun keuzeruimte op een samenhangen<strong>de</strong> manier in te vullen. Zij kunnen kiezen voor specialisaties<br />

op het terrein van financial risk management, computational intelligence en optimization<br />

of business processes. Bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> individuele programma’s let <strong>de</strong> Examencommissie<br />

ook op <strong>de</strong> samenhang van het programma en het niveau van <strong>de</strong> gekozen vakken.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> interne samenhang van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

bestu<strong>de</strong>erd en is tot <strong>de</strong> conclusie gekomen dat bei<strong>de</strong> programma’s in voldoen<strong>de</strong> mate<br />

interne samenhang vertonen. De leerlijnen die in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

zijn aangebracht, geven dat programma een a<strong>de</strong>quate opbouw en structuur. De commissie<br />

<strong>de</strong>elt het standpunt van <strong>de</strong> opleiding dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen <strong>de</strong>ze leerlijnen inhou<strong>de</strong>lijk op<br />

elkaar zijn afgestemd, maar is ook met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van mening dat <strong>de</strong> integratie van <strong>de</strong> leerlijnen<br />

buiten <strong>de</strong> projecten slechts in beperkte mate tot stand komt en dat er in het bijzon<strong>de</strong>r in<br />

het eerste <strong>de</strong>el van het programma nog mogelijkhe<strong>de</strong>n voor een versterking van <strong>de</strong> samenhang<br />

liggen.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> samenhang in het programma van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

min<strong>de</strong>r expliciet aanwezig is en eer<strong>de</strong>r moet wor<strong>de</strong>n gecreëerd door <strong>de</strong> invulling van <strong>de</strong> keuzeruimte<br />

en het masterproject, dat moet aansluiten op en passen in <strong>de</strong> specialisatie waarvoor een<br />

stu<strong>de</strong>nt gekozen heeft. De Examencommissie, die <strong>de</strong> individuele programma’s van stu<strong>de</strong>nten<br />

goed moet keuren, vervult een belangrijke rol bij het bewaken van <strong>de</strong> samenhang. De commissie<br />

is ervan <strong>over</strong>tuigd dat <strong>de</strong> Examencommissie haar taken op dit punt op een a<strong>de</strong>quate<br />

manier uitvoert en erop toeziet dat individuele stu<strong>de</strong>nten een programma volgen dat voldoen<strong>de</strong><br />

interne samenhang vertoont.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking<br />

heeft op <strong>de</strong> interne samenhang van het programma.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F7: Studielast<br />

Het programma is stu<strong>de</strong>erbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die <strong>de</strong> studievoortgang<br />

belemmeren zoveel mogelijk wor<strong>de</strong>n weggenomen.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in semesters, die elk drie on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n<br />

kennen van respectievelijk acht, acht en vier weken. De opleiding streeft ernaar<br />

om <strong>de</strong> geprogrammeer<strong>de</strong> studielast van het programma zoveel mogelijk te laten aansluiten bij<br />

<strong>de</strong>ze in<strong>de</strong>ling. De perio<strong>de</strong>n van vier weken (in <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n januari en juni) wor<strong>de</strong>n voornamelijk<br />

gebruikt voor projecton<strong>de</strong>rwijs, zodat dat niet interfereert met an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van<br />

het programma.<br />

De stu<strong>de</strong>erbaarheid van het programma wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie op verschillen<strong>de</strong> manieren<br />

bewaakt. Bij <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs wordt stu<strong>de</strong>nten gevraagd of <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong> stu-<br />

240 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


dielast <strong>over</strong>eenkomt met <strong>de</strong> geprogrammeer<strong>de</strong>. Bij <strong>de</strong> besprekingen van <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong><br />

evaluaties in <strong>de</strong> secties wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> slaagpercentages van <strong>de</strong> vakken aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gesteld. Wanneer<br />

bij <strong>de</strong> eerste tentamengelegenheid van een vak min<strong>de</strong>r dan 50% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten voor het<br />

tentamen slaagt, vindt er een gesprek plaats tussen <strong>de</strong> opleidingsdirecteur, <strong>de</strong> Examencommissie<br />

en <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijke docent voordat <strong>de</strong> cijfers wor<strong>de</strong>n gepubliceerd. De resultaten van<br />

<strong>de</strong> evaluaties wor<strong>de</strong>n vervolgens besproken in <strong>de</strong> Opleidingscommissie.<br />

Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is het programma vrij zwaar. Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

Algemene statistiek in het twee<strong>de</strong> jaar vormt een struikelblok. Gemid<strong>de</strong>ld zakt een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten voor dat on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el. Deze stu<strong>de</strong>nten lopen dan al snel een jaar studievertraging<br />

op. De stu<strong>de</strong>nten zijn van mening dat het probleem niet <strong>de</strong> docent of <strong>de</strong> begeleiding te<br />

verwijten valt. De docenten <strong>de</strong>len die mening. Zij meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie dat het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

<strong>de</strong>el uitmaakt van het kritische pad van het programma en dat <strong>de</strong> eisen die <strong>de</strong> opleiding stelt al<br />

zijn verlaagd. De inhoud is aangepast, maar het vak blijft een struikelblok. De veran<strong>de</strong>ringen<br />

hebben nog niet geleid tot hogere ren<strong>de</strong>menten. Er is voor dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el onlangs een computerpracticum<br />

ingevoerd dat een positief effect lijkt te hebben op <strong>de</strong> resultaten. Me<strong>de</strong> doordat<br />

kennis op het gebied van <strong>de</strong> kansrekening die stu<strong>de</strong>nten in het eerste jaar hebben verworven<br />

hierbij wordt opgefrist, zijn stu<strong>de</strong>nten beter voorbereid op het twee<strong>de</strong>jaars statistiekcollege.<br />

De commissie vernam dat <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> cursus die in het studiejaar 2006-2007 werd<br />

gegeven dui<strong>de</strong>lijk beter zijn dan <strong>de</strong> afgelopen jaren. Hopelijk zet <strong>de</strong>ze verbetering <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

jaren door.<br />

De zelfstudie bevat tabellen met informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> aantallen studiepunten die stu<strong>de</strong>nten die<br />

daadwerkelijk tentamens hebben afgelegd, hebben behaald. De tabellen (waarin geen on<strong>de</strong>rscheid<br />

wordt gemaakt tussen <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masterfase) laten zien dat <strong>de</strong> aantallen gerealiseer<strong>de</strong><br />

studiepunten per studiejaar behoorlijk variëren. De fluctuaties komen volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie niet voort uit veran<strong>de</strong>ringen in het programma, het gegeven on<strong>de</strong>rwijs of <strong>de</strong> wijze<br />

van toetsen en beoor<strong>de</strong>len.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding is op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n<br />

als dat van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Het wordt ook regelmatig geëvalueerd, zowel met<br />

behulp van formele evaluaties (enquêtes bij schriftelijke tentamens) als in gesprekken met<br />

stu<strong>de</strong>nten. Problemen met individuele vakken en met het programma als geheel wor<strong>de</strong>n ook<br />

in <strong>de</strong> Opleidingscommissie besproken. In een recent geval heeft zo’n bespreking ertoe geleid<br />

dat een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el een hoger aantal studiepunten kreeg. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie is <strong>de</strong> studielast<br />

re<strong>de</strong>lijk evenwichtig <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>eld en kent het programma geen grote<br />

struikelblokken. De Opleidingscommissie en <strong>de</strong> studiebegelei<strong>de</strong>r zijn zich ervan bewust dat<br />

waakzaamheid op dit punt wel gebo<strong>de</strong>n is.<br />

Het afstu<strong>de</strong>erwerk wordt in het algemeen op een individuele manier ingevuld. Toch besteedt<br />

<strong>de</strong> opleiding ook aandacht aan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid en <strong>de</strong> studielast van dit afstu<strong>de</strong>erwerk.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie verlopen stages in <strong>de</strong> regel goed, zowel inhou<strong>de</strong>lijk als in termen van<br />

tijdsbesteding.<br />

Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding kan <strong>de</strong> keuzevrijheid problemen opleveren en<br />

een negatief effect hebben op <strong>de</strong> studievoortgang, maar is <strong>de</strong> opleiding in principe goed in<br />

twee jaar af te ron<strong>de</strong>n.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

241


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> studielast van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten als relatief zwaar wordt ervaren, maar dat die last niet te zwaar is. Zij is van<br />

oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> studielast op een evenwichtige manier <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n is ver<strong>de</strong>eld,<br />

dat <strong>de</strong> keuze om het projecton<strong>de</strong>rwijs een dui<strong>de</strong>lijke plaats te geven <strong>de</strong> juiste is en dat <strong>de</strong><br />

opleiding <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid op een a<strong>de</strong>quate manier bewaakt en maatregelen neemt om <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>erbaarheid te verbeteren wanneer dat noodzakelijk is. Zij heeft ook geconstateerd dat <strong>de</strong><br />

opleiding er niet in slaagt om een <strong>de</strong>finitieve oplossing te vin<strong>de</strong>n voor het probleem van het<br />

struikelvak Algemene statistiek. Zij geeft <strong>de</strong> opleiding in <strong>over</strong>weging om te on<strong>de</strong>rzoeken of <strong>de</strong><br />

leerlijn waarvan het vak <strong>de</strong>el uitmaakt a<strong>de</strong>quaat is opgebouwd en of het wellicht mogelijk is<br />

om <strong>de</strong> stof die in Algemene statistiek wordt behan<strong>de</strong>ld <strong>over</strong> twee on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len te ver<strong>de</strong>len. De<br />

commissie heeft geen informatie ontvangen die erop wijst dat het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

nog an<strong>de</strong>re struikelblokken kent. Ook <strong>de</strong> tabellen met informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> aantallen<br />

behaal<strong>de</strong> studiepunten bevatten geen aanwijzingen daarvoor.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding van mening zijn dat<br />

<strong>de</strong> opleiding in principe afgerond kan wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> nominale studietijd en dat het programma<br />

dus stu<strong>de</strong>erbaar is. Zij heeft geen informatie ontvangen die aangeeft dat het programma on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

kent die <strong>de</strong> studievoortgang belemmeren. Zij heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> opleiding zich<br />

bewust is van <strong>de</strong> vertraging die stu<strong>de</strong>nten kunnen oplopen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erfase en aandacht<br />

besteedt aan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van dit <strong>de</strong>el van het programma.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking<br />

heeft op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid en <strong>de</strong> studielast.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F8: Instroom<br />

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij <strong>de</strong> kwalificaties van <strong>de</strong> instromen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten:<br />

WO-bachelor: VWO, HBO-prope<strong>de</strong>use of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingson<strong>de</strong>rzoek.<br />

WO-master: bachelor en eventueel (inhou<strong>de</strong>lijke) selectie.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> is toegankelijk voor stu<strong>de</strong>nten die een vwo-diploma hebben met doorstroomprofiel<br />

Natuur en techniek of Natuur en gezondheid, voor stu<strong>de</strong>nten die een vwodiploma<br />

hebben met doorstroomprofiel Economie en maatschappij of Cultuur en maatschappij<br />

met aanvulling wiskun<strong>de</strong> b1, voor stu<strong>de</strong>nten met een prope<strong>de</strong>usediploma van een hbo-opleiding,<br />

mits zij <strong>de</strong> vakken Wiskun<strong>de</strong> en Engels op het niveau van <strong>de</strong> huidige vwo-vakken Wiskun<strong>de</strong><br />

b1 en Engels beheersen (iets wat per stu<strong>de</strong>nt gecontroleerd wordt), en voor stu<strong>de</strong>nten<br />

ou<strong>de</strong>r dan 21 jaar, die door mid<strong>de</strong>l van een toelatingstoets hebben laten zien dat zij Wiskun<strong>de</strong><br />

en Engels op voldoen<strong>de</strong> niveau beheersen. De faculteit voert geen beleid dat is gericht op het<br />

aantrekken van allochtone stu<strong>de</strong>nten, maar biedt intern wel mogelijkhe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteuning<br />

van stu<strong>de</strong>nten die dat nodig hebben. Bij het wegnemen van obstakels betrekt <strong>de</strong> faculteit<br />

ook nadrukkelijk <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs van stu<strong>de</strong>nten. Uit een tabel in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat het aantal<br />

stu<strong>de</strong>nten dat in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> instroomt gemid<strong>de</strong>ld zo’n <strong>de</strong>rtig bedraagt, met een<br />

lichte uitschieter in het jaar 2004-2005, toen twintig stu<strong>de</strong>nten aan <strong>de</strong> opleiding begonnen.<br />

242 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


Om <strong>de</strong> aansluiting vanuit het vwo op <strong>de</strong> universiteit soepel te laten verlopen, verzorgt <strong>de</strong><br />

opleiding aan het begin van het eerste jaar <strong>de</strong> Aansluitcursus vwo-wiskun<strong>de</strong>. In het eerste <strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong>ze cursus wordt <strong>de</strong> op het vwo verworven kennis opgefrist. Dat is volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

nodig omdat <strong>de</strong>ze kennis vaak op een an<strong>de</strong>re manier gebruikt moet wor<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

gewend zijn. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> aansluitcursus een nuttig on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

vin<strong>de</strong>n, ook al biedt die cursus voor een <strong>de</strong>el een herhaling van stof die op het vwo al was<br />

behan<strong>de</strong>ld.<br />

De faculteit besteedt veel aandacht aan voorlichting en werving, maar heeft gemerkt dat het<br />

lastig is om het ‘verhaal’ van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> op een goe<strong>de</strong> manier <strong>over</strong> te brengen, omdat<br />

het programma niet aansluit op een vak dat in het mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs wordt gegeven. De<br />

opleiding presenteert zich via een brochure en verschillen<strong>de</strong> websites, op algemene voorlichtingsdagen<br />

(in november en februari), tij<strong>de</strong>ns meeloopdagen, het ‘dagje stu<strong>de</strong>ren’, <strong>de</strong> last<br />

minute-dag (in juni), scholenbezoeken en masterclasses. Zij organiseert ook een jaarlijkse dag<br />

voor leraren.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond, hebben rechtstreeks toegang tot <strong>de</strong><br />

masteropleiding. Voor stu<strong>de</strong>nten die in <strong>de</strong> masteropleiding willen instromen en een an<strong>de</strong>re<br />

<strong>bacheloropleiding</strong> hebben gevolgd, wordt, in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> studiebegelei<strong>de</strong>r, een individueel<br />

premasterprogramma samengesteld om <strong>de</strong>ficiënties weg te werken. Stu<strong>de</strong>nten die een<br />

<strong>bacheloropleiding</strong> op het gebied van <strong>de</strong> econometrie hebben afgerond volgen een programma<br />

dat zo’n 20 EC omvat.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat <strong>de</strong> faculteit premasterprogramma’s heeft ingevoerd voor stu<strong>de</strong>nten<br />

die afkomstig zijn uit het hbo omdat <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten grotere <strong>de</strong>ficiënties (vooral op<br />

het gebied van <strong>de</strong> informatica en <strong>de</strong> stochastiek) bleken te hebben dan <strong>de</strong> opleiding in eerste<br />

instantie dacht en relatief weinig studiepunten behaal<strong>de</strong>n. Inmid<strong>de</strong>ls zijn <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten met een hbo-achtergrond volgens <strong>de</strong> docenten verbeterd. De hbo-instroom was<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie in <strong>de</strong> jaren 2004 en 2005 echter bedui<strong>de</strong>nd lager dan in <strong>de</strong> jaren daarvoor,<br />

zodat aan <strong>de</strong>ze verbetering nog niet al te veel betekenis kan wor<strong>de</strong>n gehecht.<br />

Voor een aantal opleidingen Bedrijfswiskun<strong>de</strong> van hbo-instellingen zijn vaste premasterprogramma’s<br />

opgesteld. De opleiding heeft afspraken gemaakt met <strong>de</strong> Hogeschool van Amsterdam<br />

<strong>over</strong> een minor in <strong>de</strong> opleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> van die instelling die <strong>de</strong> aansluiting met <strong>de</strong><br />

masteropleiding eenvoudiger maakt. Individuele programma’s wor<strong>de</strong>n altijd ter goedkeuring<br />

aan <strong>de</strong> Examencommissie voorgelegd. Omdat vrijwel alle bachelorvakken in het Ne<strong>de</strong>rlands<br />

wor<strong>de</strong>n gegeven, is het voor buitenlandse stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> praktijk lastig om een premasterprogramma<br />

te volgen. Daarom wor<strong>de</strong>n er hoge eisen aan hun <strong>bacheloropleiding</strong> gesteld. Het gaat<br />

hier <strong>over</strong>igens om een beperkte groep: in 2003 waren er drie buitenlandse instromers, in 2004<br />

geen en in 2005 ook weer drie.<br />

Uit een aantal tabellen in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat het aantal stu<strong>de</strong>nten dat in <strong>de</strong> masteropleiding<br />

instroomt gemid<strong>de</strong>ld zo’n twintig per jaar bedraagt. Het grootste <strong>de</strong>el daarvan is afkomstig uit<br />

<strong>de</strong> eigen instelling. Het aantal stu<strong>de</strong>nten met een hbo-achtergrond varieert tussen een (in het<br />

jaar 2004) en tien (in het jaar 2002). Ten tij<strong>de</strong> van het bezoek waren er vijf stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong><br />

duale variant van <strong>de</strong> masteropleiding volg<strong>de</strong>n.<br />

Er is volgens <strong>de</strong> zelfstudie een uitgebreid voorlichtingstraject voor <strong>de</strong> masteropleiding. In<br />

<strong>de</strong>cember is er een masteravond en in april een masterdag, die bei<strong>de</strong> vooral gericht zijn op<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

243


instromers vanuit het hbo. De opleiding heeft een voorlichtingsbrochure en geïnteresseer<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten kunnen ook via <strong>de</strong> website informatie verkrijgen. De opleiding on<strong>de</strong>rneemt geen<br />

extra activiteiten om buitenlandse stu<strong>de</strong>nten aan te trekken. Zij heeft wel het beeld dat <strong>de</strong><br />

belangstelling ook vanuit het buitenland toeneemt en <strong>over</strong>weegt met het oog daarop om een<br />

Engelstalig premasterprogramma aan te bie<strong>de</strong>n.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> kwalificaties waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die instromen in <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> moeten beschikken dui<strong>de</strong>lijk zijn vastgelegd en dat <strong>de</strong> opleiding maatregelen<br />

heeft genomen om te waarborgen dat stu<strong>de</strong>nten ook daadwerkelijk beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke<br />

kennis en vaardighe<strong>de</strong>n. Zij heeft vernomen dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> aansluitcursus die in het<br />

eerste jaar wordt aangebo<strong>de</strong>n als nuttig ervaren. Zij is van mening dat er voor stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong><br />

aansluitcursus met succes hebben afgerond geen aansluitingsproblemen meer bestaan.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben<br />

voltooid zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n kunnen doorstromen naar <strong>de</strong> masteropleiding en dat<br />

die masteropleiding een toelatingsprocedure hanteert voor stu<strong>de</strong>nten met een an<strong>de</strong>re vooropleiding,<br />

die on<strong>de</strong>r meer inhoudt dat stu<strong>de</strong>nten die niet beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> beginkwalificaties<br />

van <strong>de</strong> opleiding een premasterprogramma kunnen volgen dat wordt samengesteld op basis<br />

van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ficiënties van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten. De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> inspanningen van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

om afspraken te maken met hbo-instellingen <strong>over</strong> een gestandaardiseerd programma<br />

voor stu<strong>de</strong>nten met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vooropleiding.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat<br />

betrekking heeft op <strong>de</strong> instroom. Zij adviseert <strong>de</strong> masteropleiding om <strong>de</strong> mogelijkheid van<br />

een Engelstalig premasterprogramma serieus te on<strong>de</strong>rzoeken. In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie<br />

heeft <strong>de</strong> masteropleiding <strong>de</strong> potentie om meer buitenlandse stu<strong>de</strong>nten aan te trekken dan zij<br />

nu doet, maar slaagt zij daar alleen in wanneer zij zulke stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> gelegenheid geeft om <strong>de</strong><br />

beginkwalificaties te verwerven.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F9: Duur<br />

De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. <strong>de</strong> omvang van het curriculum:<br />

WO-bachelor: in <strong>de</strong> regel 180 studiepunten.<br />

WO-master: minimaal 60 studiepunten, afhankelijk van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica omvat 180 EC en<br />

voldoet daarmee aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Business mathematics and informatics omvat 120 EC<br />

en voldoet daarmee aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

244 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


F10: Afstemming tussen vormgeving en inhoud<br />

Het didactisch concept is in lijn met <strong>de</strong> doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> streeft er volgens <strong>de</strong> zelfstudie naar om gevarieerd on<strong>de</strong>rwijs aan te<br />

bie<strong>de</strong>n, waarin <strong>de</strong> leerdoelen optimaal door <strong>de</strong> gekozen werkvormen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund.<br />

Het programma kent een grote verschei<strong>de</strong>nheid aan on<strong>de</strong>rwijsvormen. Bij <strong>de</strong> inrichting en <strong>de</strong><br />

vormgeving van het programma hebben <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen een rol gespeeld: variatie in<br />

on<strong>de</strong>rwijsvormen is belangrijk, niet alleen door <strong>de</strong> afstemming op <strong>de</strong> leerdoelen, die per cursus<br />

kunnen verschillen, maar ook omdat stu<strong>de</strong>nten individueel verschillend zijn; <strong>de</strong> vorm van het<br />

on<strong>de</strong>rwijs dient met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten mee te evolueren: van meer begeleid naar meer zelfstandig<br />

werken, van kleinere brokken kennis ineens naar grotere, van projecten van kleine omvang<br />

naar omvangrijkere projecten; bij <strong>de</strong> aanvang van het eerste jaar staat <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang vanuit<br />

het vwo centraal, stu<strong>de</strong>nten moeten wennen aan <strong>de</strong> nieuwe on<strong>de</strong>rwijsomgeving en hebben<br />

behoefte aan begeleiding; het programma biedt <strong>de</strong> mogelijkheid om gericht en geconcentreerd<br />

aan een project te werken; stu<strong>de</strong>nten werken zowel in groepen als individueel.<br />

In het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is <strong>de</strong> begeleiding van stu<strong>de</strong>nten het meest intensief.<br />

In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> studiejaren wordt een steeds groter beroep gedaan op het eigen initiatief van<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten. De opleiding on<strong>de</strong>rscheidt on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> werkvormen: hoorcollege<br />

(in groepen van veertig tot tweehon<strong>de</strong>rd stu<strong>de</strong>nten); werkcollege (in kleinere groepen tot circa<br />

veertig stu<strong>de</strong>nten); computerpracticum (individueel of in groepen van twee); project (groepen<br />

van drie tot zeven stu<strong>de</strong>nten); seminar.<br />

In veel gevallen wordt <strong>de</strong> basis voor een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el gelegd in een hoorcollege, dat vrijwel altijd<br />

wordt begeleid door een an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rwijsvorm. Bij theoretische vakken zal het meestal gaan<br />

om werkcolleges die het hoorcollege on<strong>de</strong>rsteunen met behulp van opgaven. Vakken die tot<br />

doel hebben <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt een bepaal<strong>de</strong> programmeermethodiek bij te brengen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund<br />

door computerpractica. Als het gaat om vakken die gericht zijn op toepassingen binnen<br />

een bedrijf of een organisatie zal het begelei<strong>de</strong>nd practicum in <strong>de</strong> regel projectgeoriënteerd<br />

zijn. Bij <strong>de</strong> (bedrijfs)projecten is het werken in groepen en het uitvoeren van het werk in een<br />

vast bepaal<strong>de</strong>, relatief korte tijd essentieel.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns hun studie voorbereid op een loopbaan<br />

als wetenschappelijk professional op het gebied van <strong>de</strong> bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica. Het<br />

didactisch concept dat <strong>de</strong> masteropleiding hanteert is klassiek en past volgens <strong>de</strong> zelfstudie bij<br />

een kleinschalige opleiding waarin het verwerven van kennis centraal staat. In <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erstage<br />

bestaat er een meester-gezelrelatie tussen <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt. In het cursorische<br />

<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> opleiding vormt dit mo<strong>de</strong>l ook <strong>de</strong> basis, zij het in min<strong>de</strong>re mate vanwege <strong>de</strong><br />

groepsgrootte. In colleges, werkcolleges, opdrachten, projecten en presentaties wor<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten<br />

steeds gestimuleerd tot zelfstandigheid en zelfwerkzaamheid. De werkvormen die wor<strong>de</strong>n<br />

gehanteerd zijn variabel: van oudsher wordt veel klassikaal college gegeven, maar veel vakken<br />

kennen daarnaast een werkvorm die zelfwerkzaamheid stimuleert. Zo is er bij een groot aantal<br />

vakken een computerpracticum en is er bij een aantal vakken sprake van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van<br />

casussen. In <strong>de</strong> regel is er in het cursorische <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> opleiding 28 tot 40 uur contacton<strong>de</strong>rwijs<br />

per 6 studiepunten (2 à 3 uur per week).<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

245


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> weliswaar niet een expliciet en<br />

uitgewerkt didactisch concept hanteert, maar dat <strong>de</strong> inrichting van het programma van <strong>de</strong><br />

opleiding wel blijk geeft van zorgvuldige en afgewogen keuzen voor <strong>de</strong> werkvormen voor <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Zij waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid van werkvormen die wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n<br />

en is van mening dat die werkvormen goed aansluiten bij <strong>de</strong> inhoud en <strong>de</strong> plaats van<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen het curriculum. Zij is van mening dat <strong>de</strong> vorm waarin het on<strong>de</strong>rwijs<br />

wordt aangebo<strong>de</strong>n (en in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> afname van het aantal contacturen en het grotere<br />

beroep op het eigen initiatief van stu<strong>de</strong>nten) in<strong>de</strong>rdaad bewerkstelligt dat stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> loop<br />

van <strong>de</strong> opleiding een grotere zelfredzaamheid krijgen en zelfstandiger gaan werken. Zij is positief<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> kennis die wordt <strong>over</strong>gebracht in hoorcolleges wordt toegepast<br />

in werkcolleges en in practica. Zij vindt dat <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> projecten in het programma<br />

zijn opgenomen, waarborgt dat stu<strong>de</strong>nten gericht en geconcentreerd kunnen werken aan <strong>de</strong><br />

oplossing van een bedrijfsprobleem en tegelijkertijd leren om in teamverband te opereren. Zij<br />

stelt vast dat <strong>de</strong> keuzen die <strong>de</strong> opleiding gemaakt heeft met betrekking tot <strong>de</strong> inrichting van<br />

het programma goed aansluiten bij <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleiding en een<br />

belangrijke bijdrage leveren aan het verwerven van <strong>de</strong> eindkwalificaties.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat ook <strong>de</strong> masteropleiding niet een expliciet didactisch<br />

concept hanteert. Naar haar mening zijn <strong>de</strong> keuzen voor <strong>de</strong> inrichting van het programma<br />

a<strong>de</strong>quaat, maar min<strong>de</strong>r uitgesproken dan in het geval van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Zij is zich<br />

er <strong>over</strong>igens van bewust dat het, gegeven het programma van <strong>de</strong> masteropleiding, waarin <strong>de</strong><br />

zelfwerkzaamheid van stu<strong>de</strong>nten een meer prominente rol speelt dan in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>,<br />

ook min<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> hand ligt dat <strong>de</strong> opleiding komt tot uitgesproken keuzen. Zij is van<br />

oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> werkvormen die voor <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n gebruikt in voldoen<strong>de</strong> mate<br />

aansluiten bij <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleiding. Het eerste <strong>de</strong>el van het<br />

programma is vooral gericht op het <strong>over</strong>brengen van gespecialiseer<strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n,<br />

het twee<strong>de</strong> op het zelfstandig toepassen van <strong>de</strong> verworven kennis en vaardighe<strong>de</strong>n. Stu<strong>de</strong>nten<br />

volgen in het eerste jaar voornamelijk hoorcolleges die wor<strong>de</strong>n gecombineerd met werkcolleges<br />

en computerpractica wanneer dat noodzakelijk is en werken in het grootste <strong>de</strong>el van twee<strong>de</strong><br />

jaar zelfstandig in het ka<strong>de</strong>r van het masterproject.<br />

De commissie komt daarom tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en het oor<strong>de</strong>el<br />

‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F11: Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing<br />

Door <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen, toetsingen en examens wordt a<strong>de</strong>quaat getoetst of <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> leerdoelen van<br />

(on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma hebben gerealiseerd.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kent verschillen<strong>de</strong> vormen van toetsing die volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie bijdragen aan <strong>de</strong> verificatie van <strong>de</strong> eindkwalificaties: schriftelijke tentamens,<br />

die op beperkte wijze kennis, inzicht en probleemoplossend vermogen toetsen, mon<strong>de</strong>linge<br />

tentamens, die ook kennis en inzicht toetsen (en vrijwel altijd <strong>de</strong> vorm hebben van een nabespreking<br />

van een groepsproject), schriftelijke en mon<strong>de</strong>linge presentaties, waarbij naast <strong>de</strong><br />

246 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


presentatie ook <strong>de</strong> kennis, het inzicht en <strong>de</strong> communicatie binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, informatica<br />

en bedrijfseconomie en haar toepassingen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen, en beoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opdrachten.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> faculteit bleek dat er in het verle<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> afsluiten<strong>de</strong><br />

Bedrijfscase wel eens sprake was van meeliftgedrag van stu<strong>de</strong>nten. Inmid<strong>de</strong>ls heeft <strong>de</strong><br />

opleiding <strong>de</strong> individuele beoor<strong>de</strong>lingen aangescherpt. Het oor<strong>de</strong>el heeft niet alleen betrekking<br />

op het afsluiten<strong>de</strong> eindwerkstuk en wordt uitein<strong>de</strong>lijk gegeven door <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r vanuit <strong>de</strong><br />

opleiding. De stu<strong>de</strong>nten gaven aan dat er in het eindgesprek weinig aandacht wordt besteed<br />

aan <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke aspecten van hun on<strong>de</strong>rzoek en dat <strong>de</strong> basis voor <strong>de</strong> individuele beoor<strong>de</strong>ling<br />

niet altijd dui<strong>de</strong>lijk is. Bovendien laat <strong>de</strong> begeleiding soms te wensen <strong>over</strong> en varieert<br />

<strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>rs sterk. De docenten vin<strong>de</strong>n dat het eindgesprek beter<br />

afgestemd moet wor<strong>de</strong>n, dat het in sterkere mate toetsend moet zijn. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

masteropleiding met wie <strong>de</strong> commissie sprak waren achteraf tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> begeleiding en<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling. De begelei<strong>de</strong>rs voeren volgens hen gesprekken met individuele stu<strong>de</strong>nten<br />

en met <strong>de</strong> groep als geheel en krijgen op die manier een dui<strong>de</strong>lijk beeld van <strong>de</strong> bijdragen<br />

van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten. Volgens <strong>de</strong> docenten zijn <strong>de</strong> door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten gesignaleer<strong>de</strong><br />

problemen bekend en zijn ze voor een <strong>de</strong>el gerelateerd aan <strong>de</strong> verwachtingen van stu<strong>de</strong>nten.<br />

Voor <strong>de</strong> docenten is het van belang dat stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns hun opleiding leren samenwerken<br />

en leren om op een zelfstandige manier taken te ver<strong>de</strong>len en planningen te maken. Daarmee<br />

wil <strong>de</strong> opleiding recht doen aan <strong>de</strong> kritiek van afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n dat zij tij<strong>de</strong>ns hun opleiding te<br />

weinig persoonlijke vaardighe<strong>de</strong>n hebben verworven.<br />

Binnen het programma van <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> toetsvormen gebruikt als<br />

in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>: mon<strong>de</strong>linge tentamens, schriftelijke tentamens,<br />

schriftelijke en mon<strong>de</strong>linge presentaties en opdrachten. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat <strong>de</strong><br />

masteropleiding voor scripties een handleiding heeft opgesteld. Daarin is on<strong>de</strong>r meer vastgelegd<br />

dat <strong>de</strong> docenten het cijfer voor een scriptie bepalen en niet <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>rs vanuit het<br />

bedrijf waar stu<strong>de</strong>nten stage lopen. Er zijn altijd twee beoor<strong>de</strong>laars, die zich vooral richten op<br />

<strong>de</strong> wetenschappelijke on<strong>de</strong>rbouwing van <strong>de</strong> conclusies en min<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> praktische toepasbaarheid<br />

ervan. De opleidingen beschikken <strong>over</strong> een handleiding voor toetsen en beoor<strong>de</strong>len die is<br />

gebaseerd op een bijlage van het universitaire kwaliteitshandboek.<br />

De Faculteit <strong>de</strong>r Exacte Wetenschappen kent een centrale Examencommissie die bestaat uit een<br />

aantal subcommissies. De le<strong>de</strong>n en adviseurs zijn zo gekozen dat alle af<strong>de</strong>lingen in <strong>de</strong> faculteit<br />

vertegenwoordigd zijn. De commissies voor <strong>de</strong> bachelorexamens en <strong>de</strong> masterexamens vormen<br />

een personele unie. De Examencommissie stelt <strong>de</strong> regels vast met betrekking tot <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> gang<br />

van zaken tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> tentamens en <strong>de</strong> in dat verband te nemen maatregelen en draagt zorg voor<br />

<strong>de</strong> invulling en uitvoering van <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijs- en Examenregeling. In geval van frau<strong>de</strong> kan een<br />

stu<strong>de</strong>nt voor een door <strong>de</strong> Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar het<br />

recht ontnomen wor<strong>de</strong>n om tentamens af te leggen.<br />

Voor ie<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie ofwel in <strong>de</strong> studiegids ofwel in <strong>de</strong> studiehandleiding<br />

dui<strong>de</strong>lijk aangegeven wat <strong>de</strong> vereisten zijn: in welke vorm er wordt getoetst, of er<br />

wel of geen <strong>de</strong>eltentamens wor<strong>de</strong>n afgenomen en wat <strong>de</strong> geldigheidsduur van <strong>de</strong> tentamenon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len,<br />

<strong>de</strong> duur van het tentamen, het te gebruiken studiemateriaal tij<strong>de</strong>ns het tentamen<br />

en <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om het tentamen te herkansen zijn. Indien een cijfer uit verschillen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len is samengesteld, wordt aangegeven wat <strong>de</strong> zwaarte is van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Bij <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling van projecten spelen elementen als inzet, initiatief, samenwerken en begrip van <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> stof een rol. Ook een mon<strong>de</strong>linge presentatie kan een rol spelen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

247


In <strong>de</strong> regel is <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van een cursus <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> betrokken<br />

docent(en). Bij een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> cursussen zijn verschillen<strong>de</strong> docenten betrokken bij het beoor<strong>de</strong>len<br />

van ingeleverd werk en presentaties. Het is binnen <strong>de</strong> opleidingen gebruikelijk om schriftelijke<br />

tentamens waar mogelijk van tevoren door een collega te laten beoor<strong>de</strong>len op omvang,<br />

representativiteit, moeilijkheidsgraad en <strong>de</strong>elnormering. Dat is in <strong>de</strong> masteropleiding min<strong>de</strong>r<br />

vaak mogelijk dan in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Bij meer<strong>de</strong>re correctoren wordt ervoor gezorgd dat<br />

<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling on<strong>de</strong>rling afgestemd is: er is een correctiebespreking vooraf, er zijn richtlijnen<br />

voor <strong>de</strong> correctie en er is een nacorrectiebespreking achteraf. De opleidingsdirecteur controleert<br />

steekproefsgewijs, voornamelijk door gesprekken met stu<strong>de</strong>nten en docenten, tentamens<br />

en beoor<strong>de</strong>lingen daarvan. In <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie expliciet<br />

gevraagd naar <strong>de</strong> relatie tussen on<strong>de</strong>rwijs en beoor<strong>de</strong>ling. Er is niet gebleken dat stu<strong>de</strong>nten<br />

hier<strong>over</strong> binnen <strong>de</strong> opleidingen structureel klachten hebben.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat <strong>de</strong> opleidingen geen compensatieregelingen kennen, dat alle<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len met goed gevolg moeten wor<strong>de</strong>n afgesloten. Wanneer stu<strong>de</strong>nten een bepaald vak<br />

keer op keer niet halen, wordt gekeken of er maatwerk kan wor<strong>de</strong>n geleverd (bijvoorbeeld een<br />

an<strong>de</strong>re vorm van toetsing), of dat het vak door een an<strong>de</strong>r vak kan wor<strong>de</strong>n vervangen. Wanneer<br />

een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el een slagingspercentage van min<strong>de</strong>r dan 50 kent, proberen <strong>de</strong> opleidingsdirecteur<br />

en <strong>de</strong> Examencommissie te achterhalen wat <strong>de</strong> oorzaken zijn van het slechte resultaat en<br />

ook wat <strong>de</strong> gevolgen ervan zijn. Het is mogelijk dat op grond van een <strong>de</strong>rgelijke analyse wordt<br />

besloten om <strong>de</strong> inhoud van een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el aan te passen of dat er an<strong>de</strong>re maatregelen wor<strong>de</strong>n<br />

genomen om het ren<strong>de</strong>ment van het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el te verbeteren.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> informatie met betrekking tot <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing bestu<strong>de</strong>erd<br />

en vastgesteld dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding gekozen hebben voor a<strong>de</strong>quate<br />

toetsvormen. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> toetsvormen die wor<strong>de</strong>n gehanteerd voldoen<strong>de</strong> variatie<br />

vertonen. Vanaf het eerste jaar wordt van stu<strong>de</strong>nten niet alleen verwacht dat zij (schriftelijke)<br />

tentamens maken, maar ook dat zij actief <strong>de</strong>elnemen aan practica, opdrachten uitvoeren tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n, verslagen maken en presentaties verzorgen. De toetsvormen sluiten<br />

aan bij <strong>de</strong> werkvorm die voor het betreffen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el wordt gehanteerd. On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die<br />

(voor een <strong>de</strong>el) als werkcollege wor<strong>de</strong>n gegeven, wor<strong>de</strong>n in het algemeen afgesloten met een<br />

schriftelijk tentamen, eventueel aangevuld met opdrachten. Voor <strong>de</strong> projecten moeten stu<strong>de</strong>nten<br />

verslagen schrijven en presentaties verzorgen.<br />

De commissie heeft kennisgenomen van <strong>de</strong> discussie <strong>over</strong> <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> Bedrijfscase,<br />

het afsluiten<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Zij realiseert zich dat dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el in<br />

<strong>de</strong> huidige vorm relatief nieuw is en dat het in een aantal opzichten nog ver<strong>de</strong>r vorm moet<br />

krijgen. Ze is van mening dat <strong>de</strong> opleiding goed zicht heeft op <strong>de</strong> problematiek en daarop<br />

a<strong>de</strong>quaat reageert.<br />

Het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> toetsing en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

is mutatis mutandis ook van toepassing op <strong>de</strong> masteropleiding, waarin <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> toetsvormen<br />

wor<strong>de</strong>n gehanteerd als in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. De commissie waar<strong>de</strong>ert het dat <strong>de</strong> masteropleiding<br />

een handleiding hanteert voor het schrijven en beoor<strong>de</strong>len van scripties, dat scripties<br />

altijd twee beoor<strong>de</strong>laars kennen en dat het wetenschappelijk <strong>de</strong>el van een scriptie zwaar<strong>de</strong>r<br />

weegt dan <strong>de</strong> praktische aspecten ervan.<br />

248 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> formele regels die <strong>de</strong> opleidingen hanteren rond <strong>de</strong> toetsing<br />

en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling in or<strong>de</strong> zijn.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica<br />

luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Business mathematics and<br />

informatics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

5.<strong>2.</strong>3. Inzet van personeel<br />

F12: Eisen WO<br />

De opleiding sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor <strong>de</strong> inzet van personeel van een WO-opleiding:<br />

Het on<strong>de</strong>rwijs wordt voor een belangrijk <strong>de</strong>el verzorgd door on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het vakgebied.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudies van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bevatten een tabel waarin een <strong>over</strong>zicht<br />

wordt gegeven van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsinzet vanuit <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen Wiskun<strong>de</strong> en Informatica. In bei<strong>de</strong><br />

gevallen wordt <strong>de</strong> beschikbare on<strong>de</strong>rwijscapaciteit <strong>over</strong>igens niet alleen gebruikt ten behoeve<br />

van <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> bedrijfswiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> informatica, maar ook voor<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re opleidingen die vanuit <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen wor<strong>de</strong>n verzorgd. De zelfstudies bevatten geen<br />

informatie die betrekking heeft op <strong>de</strong> bijdragen van personeel vanuit <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Economische<br />

Wetenschappen en Bedrijfskun<strong>de</strong>.<br />

Uit <strong>de</strong> tabellen blijkt dat <strong>de</strong> wetenschappelijke staf van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> (hoogleraren,<br />

universitair hoofddocenten en universitair docenten) op 1 <strong>de</strong>cember 2005 29 me<strong>de</strong>werkers<br />

omvatte, die allen gepromoveerd waren. Daarnaast waren er nog 50 an<strong>de</strong>re me<strong>de</strong>werkers (promovendi,<br />

docenten, stu<strong>de</strong>ntassistenten en <strong>over</strong>ig wetenschappelijk personeel) die on<strong>de</strong>rwijs<br />

verzorg<strong>de</strong>n vanuit <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong>. De wetenschappelijke staf van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Informatica<br />

tel<strong>de</strong> op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> peildatum 39 le<strong>de</strong>n, die, met één uitzon<strong>de</strong>ring, allen gepromoveerd<br />

waren. Het aantal me<strong>de</strong>werkers dat niet tot <strong>de</strong> wetenschappelijke staf behoor<strong>de</strong> bedroeg 106.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudies wordt het on<strong>de</strong>rwijs ten behoeve van <strong>de</strong> opleidingen ontwikkeld en<br />

gegeven door on<strong>de</strong>rzoekers die actief zijn in wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek van uitsteken<strong>de</strong> kwaliteit,<br />

zoals blijkt uit <strong>de</strong> rapporten van <strong>de</strong> meest recente visitaties van het on<strong>de</strong>rzoek binnen <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> informatica (bei<strong>de</strong> gepubliceerd in 2004).<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat (met één uitzon<strong>de</strong>ring) alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

staf van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen Wiskun<strong>de</strong> en Informatica gepromoveerd zijn en on<strong>de</strong>rzoek verrichten<br />

dat regelmatig wordt beoor<strong>de</strong>eld door internationaal samengestel<strong>de</strong> visitatiecommissies. Zij<br />

conclu<strong>de</strong>ert op basis daarvan dat een belangrijk <strong>de</strong>el van het on<strong>de</strong>rwijs wordt verzorgd door<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

249


actieve on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling van het vakgebied en dat<br />

bei<strong>de</strong> opleidingen daarmee voldoen aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F13: Kwantiteit personeel<br />

Er wordt voldoen<strong>de</strong> personeel ingezet om <strong>de</strong> opleiding met <strong>de</strong> gewenste kwaliteit te verzorgen.<br />

Beschrijving<br />

De af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> verzorgt (<strong>de</strong>len van) <strong>de</strong> opleidingen Wiskun<strong>de</strong>, Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en<br />

informatica, Mathematics, Stochastics and financial mathematics en Business mathematics<br />

and informatics. De programma’s van <strong>de</strong>ze opleidingen kennen gemeenschappelijke vakken,<br />

maar bevatten ook on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die wor<strong>de</strong>n verzorgd door an<strong>de</strong>re eenhe<strong>de</strong>n binnen en buiten<br />

<strong>de</strong> faculteit. Het is daarom volgens <strong>de</strong> zelfstudie moeilijk om aan te geven wat <strong>de</strong> inzet per<br />

opleiding precies is. De af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> verzorgt zelf ook serviceon<strong>de</strong>rwijs voor an<strong>de</strong>re<br />

<strong>bacheloropleiding</strong>en binnen en buiten (Econometrie) <strong>de</strong> faculteit. De af<strong>de</strong>ling Informatica<br />

verkeert in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> positie: het is ook lastig om een goed beeld te geven van <strong>de</strong> inzet vanuit die<br />

af<strong>de</strong>ling ten behoeve van specifieke opleidingen.<br />

De zelfstudie bevat een tabel waarin een schatting wordt gegeven van <strong>de</strong> staf-stu<strong>de</strong>ntratio voor<br />

<strong>de</strong> jaren 2003-2005 van <strong>de</strong> opleidingen die wor<strong>de</strong>n verzorgd vanuit <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong>.<br />

Daaruit blijkt dat het aantal stu<strong>de</strong>nten per fte on<strong>de</strong>rwijs gemid<strong>de</strong>ld iets hoger is dan 11. Het<br />

aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n per fte on<strong>de</strong>rwijs is ongeveer 2,5. Voor <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Informatica liggen <strong>de</strong><br />

cijfers hoger: het aantal stu<strong>de</strong>nten per fte on<strong>de</strong>rwijs ligt rond <strong>de</strong> 25, het aantal diploma’s per<br />

fte is ongeveer 5.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van mening dat er binnen <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

op een doordachte en creatieve manier gebruik wordt gemaakt van on<strong>de</strong>rwijs dat<br />

ook in het ka<strong>de</strong>r van an<strong>de</strong>re opleidingen wordt aangebo<strong>de</strong>n. Me<strong>de</strong> daardoor slagen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen<br />

Wiskun<strong>de</strong> en Informatica erin om <strong>de</strong> beschikbare on<strong>de</strong>rwijsformatie op een goe<strong>de</strong> en<br />

efficiënte manier in te zetten.<br />

De commissie heeft geen inzicht in <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsformatie die specifiek wordt<br />

ingezet in <strong>de</strong> bachelor‐ of <strong>de</strong> masteropleiding en is dus niet goed in staat om beargumenteer<strong>de</strong><br />

oor<strong>de</strong>len te geven <strong>over</strong> <strong>de</strong> opleidingen. Zij heeft geen informatie ontvangen die erop<br />

wijst dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>over</strong> onvoldoen<strong>de</strong> personeel beschikken en zij heeft vastgesteld dat<br />

<strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> beschikbare formatie op een wel<strong>over</strong>wogen manier inzetten. Tij<strong>de</strong>ns haar<br />

bezoek aan <strong>de</strong> faculteit heeft zij vernomen dat <strong>de</strong> docenten <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijslast (zo’n 40% van<br />

hun tijd) heel re<strong>de</strong>lijk vin<strong>de</strong>n, dat het on<strong>de</strong>rwijs goed georganiseerd wordt en dat ook <strong>de</strong><br />

begeleiding van afstu<strong>de</strong>erscripties meetelt in <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken.<br />

Zij heeft <strong>de</strong> informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> staf-stu<strong>de</strong>ntratio’s en <strong>de</strong> aantallen afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

voor kennisgeving aangenomen en vastgesteld dat die niet eenvoudig om te zetten is in<br />

informatie die wel relevant is op het niveau van <strong>de</strong> opleiding. Zij komt op grond van <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r<br />

genoem<strong>de</strong> argumenten tot <strong>de</strong> conclusie dat bei<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium<br />

dat geldt voor dit facet.<br />

250 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F14: Kwaliteit personeel<br />

Het personeel is gekwalificeerd voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke, on<strong>de</strong>rwijskundige en organisatorische realisatie van het<br />

programma.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie staat on<strong>de</strong>rwijskundige professionalisering van docenten hoog op <strong>de</strong><br />

agenda van <strong>de</strong> Vrije Universiteit. Enkele jaren gele<strong>de</strong>n is een scholingstraject voor beginnen<strong>de</strong><br />

docenten ontwikkeld dat werd gekoppeld aan het aanstellings- en beloningsbeleid. De faculteit<br />

heeft al in 2000 professionalisering van docenten als een van <strong>de</strong> belangrijkste mid<strong>de</strong>len<br />

genoemd om <strong>de</strong> impliciete doelstelling (het aanbie<strong>de</strong>n van hoogwaardig on<strong>de</strong>rwijs en het<br />

uitbouwen van het marktaan<strong>de</strong>el on<strong>de</strong>r stu<strong>de</strong>nten) te realiseren.<br />

Professionalisering van beginnen<strong>de</strong> docenten is in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> faculteit het meest urgent<br />

en belangrijk, omdat zitten<strong>de</strong> docenten in ie<strong>de</strong>r geval al <strong>over</strong> hun on<strong>de</strong>rwijservaring beschikken<br />

en omdat extra aandacht voor beginnen<strong>de</strong> docenten op termijn vanzelf leidt tot een hoger<br />

niveau van professionalisering van al het on<strong>de</strong>rwijzend personeel. Alle nieuwe universitair<br />

docenten doorlopen daarom het scholingstraject. Het kan echter ook nodig zijn om zitten<strong>de</strong><br />

docenten bij te scholen.<br />

Het scholingstraject is met ingang van september 2005 grondig herzien. De nieuwe opzet<br />

sluit volgens <strong>de</strong> zelfstudie beter aan bij <strong>de</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> behoeften van <strong>de</strong>elnemers en<br />

faculteiten/opleidingen: er wordt meer rekening gehou<strong>de</strong>n met reeds eer<strong>de</strong>r verworven<br />

bekwaamhe<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers en met <strong>de</strong> variëteit aan on<strong>de</strong>rwijssituaties bij verschillen<strong>de</strong><br />

opleidingen (zeer grote of juist kleine groepen stu<strong>de</strong>nten en bijzon<strong>de</strong>re vormen als<br />

practica, veldwerk, projecton<strong>de</strong>rwijs of probleemgestuurd on<strong>de</strong>rwijs). De individuele ontwikkeling<br />

van docenten wordt ook beoor<strong>de</strong>eld door een on<strong>de</strong>rwijskundige uit het On<strong>de</strong>rwijscentrum.<br />

De tijd die docenten beste<strong>de</strong>n aan het scholingstraject is teruggebracht van<br />

240 naar 200 uur. De nieuwe opzet sluit aan bij <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> rollen en taken van een<br />

docent (ontwerper, uitvoer<strong>de</strong>r, beoor<strong>de</strong>laar en me<strong>de</strong>werker in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsorganisatie).<br />

Er is een aantal kerncompetenties (professionaliseren en contextgericht han<strong>de</strong>len) aan het<br />

traject toegevoegd. De kracht van het traject ligt volgens <strong>de</strong> zelfstudie in <strong>de</strong> combinatie<br />

van theorie en praktijk.<br />

In het ka<strong>de</strong>r van het scholingstraject wor<strong>de</strong>n zogenaam<strong>de</strong> critical friends groups ingesteld,<br />

groepjes van vier <strong>de</strong>elnemers aan het traject die elkaar adviseren en on<strong>de</strong>rsteunen op het gebied<br />

van on<strong>de</strong>rwijsuitvoering en on<strong>de</strong>rwijsontwerp. De kritische vrien<strong>de</strong>n bezoeken bijvoorbeeld<br />

elkaars werkgroepen of colleges en geven naar aanleiding daarvan feedback en zij bespreken<br />

elkaars voorstellen voor het ontwerpen van cursussen.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek vernam <strong>de</strong> commissie dat <strong>de</strong> opleidingen het in wervingsprocedures als een<br />

voor<strong>de</strong>el, maar niet als een voorwaar<strong>de</strong> beschouwen dat docenten ervaring in het bedrijfsleven<br />

hebben. Er zijn binnen <strong>de</strong> staf verschillen<strong>de</strong> docenten die actief zijn in het bedrijfsleven. De<br />

faculteit hanteert geen beleid meer dat erop is gericht om het aan<strong>de</strong>el van vrouwen binnen <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke staf te vergroten. In het verle<strong>de</strong>n heeft het College van Bestuur een aantal<br />

bijzon<strong>de</strong>re leerstoelen voor vrouwen beschikbaar gesteld. De Faculteit Exacte Wetenschappen<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

251


kent twee van zulke bijzon<strong>de</strong>re leerstoelen, die <strong>over</strong>igens niet wor<strong>de</strong>n bezet door hoogleraren<br />

die betrokken zijn bij <strong>de</strong> opleidingen in <strong>de</strong> bedrijfswiskun<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> aandacht van <strong>de</strong> faculteit voor <strong>de</strong> didactische scholing en professionalisering<br />

van docenten. Zij vindt het invoeren van het scholingstraject voor beginnen<strong>de</strong><br />

docenten een goed initiatief. Zij is er, op grond van <strong>de</strong> informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> activiteiten op het<br />

gebied van <strong>de</strong> scholing en training en op grond van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van stu<strong>de</strong>nten, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

blijkend uit <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs, van <strong>over</strong>tuigd dat <strong>de</strong> docenten<br />

beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskundige en <strong>de</strong> organisatorische kwalificaties die noodzakelijk zijn<br />

om <strong>de</strong> programma’s op een a<strong>de</strong>quate manier uit te voeren.<br />

De docenten beschikken naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie ook <strong>over</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke inhou<strong>de</strong>lijke<br />

expertise. Zij heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> opleidingen voor on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van<br />

<strong>de</strong> economie en <strong>de</strong> econometrie een beroep doen op docenten uit <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Economische<br />

Wetenschappen en Bedrijfskun<strong>de</strong>. De af<strong>de</strong>lingen Wiskun<strong>de</strong> en Informatica beschikken in<br />

<strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie in voldoen<strong>de</strong> mate <strong>over</strong> <strong>de</strong> expertise die nodig is om <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> informatica te verzorgen.<br />

De commissie komt dan ook tot het oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium<br />

dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en<br />

informatica luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Business mathematics<br />

and informatics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

5.<strong>2.</strong>4. Voorzieningen<br />

F15: Materiële voorzieningen<br />

De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.<br />

Beschrijving<br />

Het on<strong>de</strong>rwijs dat in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> opleidingen wordt verzorgd, vindt plaats in ruimten van<br />

het W&N-gebouw en het hoofdgebouw van <strong>de</strong> Vrije Universiteit. Er zijn studieplekken voor<br />

stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> bètabibliotheek (op <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> etage van het W&N-gebouw) en in een aantal<br />

practicumruimten. Voor het uitvoeren van opdrachten kunnen stu<strong>de</strong>nten gebruikmaken van<br />

computervoorzieningen met Windows of Unix in verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>len van het W&N-gebouw.<br />

Er zijn zalen met speciale voorzieningen voor multimediaon<strong>de</strong>rwijs en voor het gebruik van<br />

notebooks. De recente invoering van een wireless netwerk heeft het aantal werkplekken feitelijk<br />

onbeperkt uitgebreid.<br />

252 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


De opleidingen maken gebruik van <strong>de</strong> digitale leeromgeving Blackboard, die via het internet<br />

te bena<strong>de</strong>ren is. In Blackboard staat voor elk vak algemene informatie <strong>over</strong> on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re het<br />

rooster, <strong>de</strong> docenten en <strong>de</strong> doelstelling van het on<strong>de</strong>rwijs. Ver<strong>de</strong>r is allerlei informatie die bij <strong>de</strong><br />

colleges of practica hoort, zoals opdrachten, visualisaties, sheets en weblinks, in Blackboard te<br />

vin<strong>de</strong>n. Stu<strong>de</strong>nten kunnen uitgewerkte (groeps)opdrachten in Blackboard zetten en van elkaar<br />

bekijken. Zij kunnen ook zien of er op het laatste moment wijzigingen in het collegerooster<br />

zijn opgetre<strong>de</strong>n. Steeds vaker wor<strong>de</strong>n syllabi en aanvullend studiemateriaal ook of zelfs alleen<br />

elektronisch ter beschikking gesteld via Blackboard of <strong>de</strong> website van het <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> vak.<br />

De bètabibliotheek omvat <strong>de</strong> <strong>de</strong>elcollecties Informatica, Natuur- en sterrenkun<strong>de</strong>, Scheikun<strong>de</strong>,<br />

Wiskun<strong>de</strong>, Algemene vorming, Aardwetenschappen, Biologie en milieuwetenschappen. Een<br />

groot aantal tijdschriften is compleet online beschikbaar. Van boeken die verplicht zijn of<br />

aanbevolen wor<strong>de</strong>n voor bepaal<strong>de</strong> tentamens, is in <strong>de</strong> bibliotheek in ie<strong>de</strong>r geval één exemplaar<br />

aanwezig.<br />

De commissie heeft zich tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit zelf een beeld gevormd van <strong>de</strong><br />

voorzieningen waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> opleidingen kunnen beschikken. Zij heeft gemerkt dat <strong>de</strong> gebouwen<br />

waarvan <strong>de</strong> opleidingen gebruikmaken verou<strong>de</strong>rd zijn, maar dat er plannen zijn voor<br />

renovatie en vernieuwing en dat <strong>de</strong> opleidingen maatregelen getroffen hebben om <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len<br />

van <strong>de</strong> verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> huisvesting zoveel mogelijk te beperken. Zij heeft tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken met<br />

stu<strong>de</strong>nten en docenten geen informatie ontvangen die erop wijst dat er op dit punt problemen<br />

bestaan.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen beschikken <strong>over</strong> a<strong>de</strong>quate materiële voorzieningen<br />

die het mogelijk maken om <strong>de</strong> programma’s op <strong>de</strong> gewenste manier te verzorgen. Zij<br />

heeft tij<strong>de</strong>ns het bezoek vastgesteld dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsruimten, <strong>de</strong> computervoorzieningen en<br />

<strong>de</strong> bibliotheek voldoen aan <strong>de</strong> eisen die daaraan gesteld mogen wor<strong>de</strong>n. Datzelf<strong>de</strong> geldt voor<br />

an<strong>de</strong>re voorzieningen waarop stu<strong>de</strong>nten een beroep kunnen doen, zoals <strong>de</strong> elektronische leeromgeving<br />

en <strong>de</strong> print‐ en kopieerfaciliteiten. De commissie komt dus tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong><br />

opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F16: Studiebegeleiding<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten zijn a<strong>de</strong>quaat met het oog op studievoortgang.<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten sluiten aan bij <strong>de</strong> behoefte van stu<strong>de</strong>nten.<br />

Beschrijving<br />

De studiebegeleiding is volgens <strong>de</strong> zelfstudie in <strong>de</strong> eerste plaats gericht op het optimaliseren<br />

van <strong>de</strong> studievoortgang van individuele stu<strong>de</strong>nten en van cohorten van stu<strong>de</strong>nten. Het voornaamste<br />

doel van <strong>de</strong> studiebegeleiding is om studieproblemen te voorkomen en indien nodig<br />

op te lossen. Daarnaast is het adviseren en on<strong>de</strong>rsteunen van stu<strong>de</strong>nten bij het maken van<br />

keuzen een belangrijk aspect. De stu<strong>de</strong>nt staat centraal in het proces van studiebegeleiding.<br />

Stu<strong>de</strong>nten hebben zelf <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid om aan te geven van welke vormen van on<strong>de</strong>rsteuning<br />

of begeleiding zij gebruik willen maken. De af<strong>de</strong>ling houdt daarbij wel rekening met<br />

het feit dat stu<strong>de</strong>nten bij binnenkomst meer sturing en begeleiding nodig hebben dan in latere<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

253


fasen van hun opleiding. De controle op <strong>de</strong> manier waarop het proces van studiebegeleiding<br />

verloopt, wordt in eerste instantie uitgevoerd door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirecteur.<br />

De studiebegeleiding in het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> richt zich erop om stu<strong>de</strong>nten<br />

dat eerste jaar in één jaar af te laten ron<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong>ze fase spelen in <strong>de</strong> begeleiding ook<br />

<strong>de</strong> aspecten van oriëntatie en verwijzing een belangrijke rol. De studieadviseur nodigt alle<br />

eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten uit voor een gesprek aan het begin van hun studie. Het mentoraat voor<br />

eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten is vooral bedoeld om stu<strong>de</strong>nten bij <strong>de</strong> aanpassing aan het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rwijs te helpen en tijdig problemen te signaleren. Het vormt ook een instrument om<br />

het studiegedrag te verbeteren. De stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n inge<strong>de</strong>eld in mentorgroepen van zo’n zes<br />

stu<strong>de</strong>nten die zowel een docent- als een (ou<strong>de</strong>rejaars)stu<strong>de</strong>ntmentor hebben. Deze groepen<br />

komen geregeld bijeen om te praten <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van vwo naar universiteit, <strong>de</strong> studiekeuze,<br />

studiemetho<strong>de</strong>n, praktische en sociale aspecten die met <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang naar <strong>de</strong> universiteit<br />

gemoeid zijn. De docentmentor is het eerste aanspreekpunt voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten bij vragen en<br />

problemen. Het programma voorziet in zes groepsbijeenkomsten, ten minste een individueel<br />

gesprek en verschillen<strong>de</strong> activiteiten (waaron<strong>de</strong>r een rondleiding, een bibliotheekbezoek en<br />

een etentje). De ervaringen met <strong>de</strong> mentorgroepen zijn wisselend. Stu<strong>de</strong>nten zijn van mening<br />

dat het mentoraat alleen aan het begin van hun studie nuttig is. De effectiviteit van <strong>de</strong> mentorgroepen<br />

hangt voor een belangrijk <strong>de</strong>el af van <strong>de</strong> mentoren.<br />

In <strong>de</strong> loop van januari krijgen eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten een preadvies op basis van <strong>de</strong> resultaten<br />

die zij tot op dat moment behaald hebben. Wanneer zij min<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> helft van het aantal te<br />

behalen studiepunten hebben behaald, wordt hun geadviseerd om <strong>de</strong> inschrijving per 1 februari<br />

te beëindigen. Stu<strong>de</strong>nten die een negatief advies krijgen, ontvangen ook altijd een oproep<br />

voor een gesprek met <strong>de</strong> studieadviseur van het eerste jaar. De studieadviseur maakt met <strong>de</strong>ze<br />

stu<strong>de</strong>nten een planning voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>. Voor 1 juli ontvangen alle eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten<br />

een <strong>de</strong>finitief advies, dat <strong>over</strong>igens niet bin<strong>de</strong>nd is. Stu<strong>de</strong>nten die ten minste 40% van<br />

<strong>de</strong> op dat moment te behalen studiepunten hebben behaald, ontvangen een oproep voor een<br />

eerste gesprek met een begelei<strong>de</strong>r van het twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> bachelorjaar.<br />

In het twee<strong>de</strong> en het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> voert <strong>de</strong> studieadviseur in principe<br />

met alle stu<strong>de</strong>nten aan het begin van een semester een gesprek, waarin het verloop van <strong>de</strong><br />

studie, mogelijke keuzen en planning in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> en eventueel on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n of te<br />

verwachten problemen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen. Het bestand van bachelorstu<strong>de</strong>nten wordt jaarlijks<br />

doorgelicht om eventuele problemen op het spoor te komen. Stu<strong>de</strong>nten wier resultaten achterblijven<br />

ontvangen een extra tussentijdse oproep voor een gesprek met <strong>de</strong> studieadviseur.<br />

De faculteit gebruikt het systeem ISIS+ voor <strong>de</strong> registratie van studieresultaten. Dat systeem<br />

maakt het in beperkte mate mogelijk om <strong>de</strong> studievoortgang van individuele stu<strong>de</strong>nten en van<br />

cohorten te volgen. Het is gekoppeld aan TIS, waarmee stu<strong>de</strong>nten zich kunnen inschrijven<br />

voor tentamens en cursussen en hun eigen studieresultaten kunnen bekijken en controleren.<br />

Stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n er twee keer per jaar per e-mail van op <strong>de</strong> hoogte gesteld dat <strong>de</strong> resultaten<br />

van <strong>de</strong> afgelopen perio<strong>de</strong> in ISIS+ zijn ingevoerd.<br />

Het stagebureau geeft stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>rsteuning bij het vin<strong>de</strong>n van een afstu<strong>de</strong>erstage en het<br />

on<strong>de</strong>rhoudt contacten met bedrijven en instellingen. Het is intensief betrokken bij het werven<br />

van werkplekken voor <strong>de</strong> duale varianten van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

254 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


In <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten niet systematisch uitgenodigd voor gesprekken met<br />

<strong>de</strong> studieadviseur. In <strong>de</strong>ze fase on<strong>de</strong>rhoudt vooral <strong>de</strong> mastercoördinator <strong>de</strong> contacten met <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten. Deze mastercoördinator treedt op als contactpersoon voor stu<strong>de</strong>nten, het on<strong>de</strong>rwijsbureau,<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie en <strong>de</strong> Examencommissie, is betrokken bij <strong>de</strong> werving<br />

en externe voorlichting (zowel nationaal als internationaal) en adviseert on<strong>de</strong>r meer <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

toelating van stu<strong>de</strong>nten tot <strong>de</strong> opleiding en <strong>over</strong> <strong>de</strong> samenstelling van premasterprogramma’s.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie moeten <strong>de</strong> taken van <strong>de</strong> mastercoördinatoren binnen <strong>de</strong> faculteit nog<br />

preciezer wor<strong>de</strong>n omschreven.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> faculteit bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> contacten met<br />

<strong>de</strong> studieadviseur waar<strong>de</strong>ren. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> verloopt <strong>de</strong> communicatie<br />

tussen <strong>de</strong> Faculteiten <strong>de</strong>r Exacte Wetenschappen en <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Economische<br />

Wetenschappen en Bedrijfskun<strong>de</strong> soms enigszins moeizaam. In sommige gevallen hanteren <strong>de</strong><br />

faculteiten an<strong>de</strong>re regels (bijvoorbeeld als het gaat om het opleggen van boetes aan stu<strong>de</strong>nten<br />

die zich niet tijdig hebben ingeschreven voor afgeleg<strong>de</strong> tentamens). De problemen op dit<br />

vlak zijn volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten vooral organisatorisch van aard en niet inhou<strong>de</strong>lijk. Volgens <strong>de</strong><br />

docenten zijn <strong>de</strong> problemen bekend en wordt er gewerkt aan <strong>de</strong> oplossing ervan. Zij hebben<br />

het beeld dat stu<strong>de</strong>nten niet altijd goed op <strong>de</strong> hoogte zijn en <strong>de</strong> informatie in bijvoorbeeld<br />

<strong>de</strong> studiegids niet altijd goed lezen. De problemen die er waren met <strong>de</strong> roostering zijn goed<br />

opgelost, vooral met behulp van goe<strong>de</strong> persoonlijke contacten tussen <strong>de</strong> docenten van bei<strong>de</strong><br />

faculteiten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> activiteiten van <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> begeleiding<br />

en <strong>de</strong> informatievoorziening. Zij is positief <strong>over</strong> het beleid om met alle stu<strong>de</strong>nten die instromen<br />

in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> aan het begin van hun studie een gesprek te voeren, maar om<br />

ook aan stu<strong>de</strong>nten in het twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> gericht aandacht te<br />

beste<strong>de</strong>n en met hen bijvoorbeeld hun resultaten en hun planning door te nemen. Zij heeft<br />

geconstateerd dat <strong>de</strong> begeleiding van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding goed past bij <strong>de</strong> fase<br />

van <strong>de</strong> studie waarin <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten zich bevin<strong>de</strong>n. De opleidingen zijn in alle fasen goed<br />

op <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ringen van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten. De commissie is positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> invulling<br />

van <strong>de</strong> functie van <strong>de</strong> mastercoördinator, die ook beschikt <strong>over</strong> <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke expertise<br />

die noodzakelijk is om stu<strong>de</strong>nten op een goe<strong>de</strong> manier te kunnen adviseren. Haar positieve<br />

indrukken wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>eld door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten, zo bleek tij<strong>de</strong>ns het bezoek aan <strong>de</strong> faculteit. Zij<br />

is van mening dat <strong>de</strong> samenwerking tussen <strong>de</strong> faculteiten die bij <strong>de</strong> opleidingen betrokken zijn<br />

in het algemeen goed verloopt en dat het onvermij<strong>de</strong>lijk is dat er zich soms kleine problemen<br />

op het organisatorische vlak voordoen.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen ruimschoots voldoen aan <strong>de</strong> criteria<br />

die betrekking hebben op <strong>de</strong> studiebegeleiding en komt daarom in bei<strong>de</strong> gevallen tot het<br />

oor<strong>de</strong>el ‘goed’.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

255


Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica<br />

luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Business mathematics and<br />

informatics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

5.<strong>2.</strong>5. Interne kwaliteitszorg<br />

F17: Evaluatie resultaten<br />

De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand van toetsbare streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

De evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs dat verzorgd wordt door <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Exacte Wetenschappen<br />

volgt een uniforme aanpak die is vastgelegd in het facultaire Evaluatieplan voor het on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Volgens dat plan is <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirectie verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het proces van kwaliteitszorg.<br />

Er wordt binnen <strong>de</strong> faculteit een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen vakevaluaties, curriculumevaluaties<br />

en een opleidingsevaluatie (die leidt tot een zelfstudie). Het doel van <strong>de</strong> vakevaluaties is<br />

het beoor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het curriculum. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> evaluatie van<br />

het curriculum als geheel wordt voornamelijk <strong>de</strong> samenhang tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vakken<br />

bekeken. Bij <strong>de</strong> opleidingsevaluatie wor<strong>de</strong>n bijvoorbeeld ook <strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> voorzieningen<br />

meegenomen. De evaluaties van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len vin<strong>de</strong>n plaats op basis van<br />

een vast schema: nieuwe vakken wor<strong>de</strong>n direct geëvalueerd, alle an<strong>de</strong>re vakken wor<strong>de</strong>n in een<br />

roulerend schema eens per drie jaar geëvalueerd, maar vaker als <strong>de</strong> docent wisselt, <strong>de</strong> inhoud<br />

veran<strong>de</strong>rt of als er een an<strong>de</strong>re aanleiding is. In <strong>de</strong> evaluaties wordt gekeken naar <strong>de</strong> aansluiting<br />

op het voorafgaan<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijs, het inhou<strong>de</strong>lijk niveau van het on<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong> didactische vaardighe<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> docent(en), <strong>de</strong> kwaliteit van het gebruikte on<strong>de</strong>rwijsmateriaal, <strong>de</strong> vorm van<br />

het on<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong> kwaliteit en representativiteit van <strong>de</strong> toetsing, <strong>de</strong> relevantie van het vak en<br />

<strong>de</strong> relatieve zwaarte van het vak.<br />

De evaluaties van <strong>de</strong> vakken wor<strong>de</strong>n uitgevoerd met behulp van enquêteformulieren van het<br />

On<strong>de</strong>rwijscentrum van <strong>de</strong> Vrije Universiteit, die eventueel aangevuld wor<strong>de</strong>n met specifieke<br />

vragen. De informatie die met behulp van <strong>de</strong>ze formulieren wordt verzameld, wordt aangevuld<br />

met verslagen van bijeenkomsten van responsgroepen en panelgesprekken, die wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n januari en juni en wor<strong>de</strong>n georganiseerd en geleid door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> Opleidingscommissie. De uitslagen van <strong>de</strong> schriftelijke enquêtes en <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong><br />

panelgesprekken wor<strong>de</strong>n door het On<strong>de</strong>rwijsbureau verzameld en naar <strong>de</strong> betrokken docent<br />

en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirecteur toegestuurd. Het On<strong>de</strong>rwijsbureau levert ook informatie aan <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

slaagpercentages van <strong>de</strong> geënquêteer<strong>de</strong> vakken.<br />

Bij <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen Wiskun<strong>de</strong> en Informatica organiseert <strong>de</strong> opleidingsdirecteur halfjaarlijkse<br />

besprekingen met elk van <strong>de</strong> secties in die af<strong>de</strong>lingen <strong>over</strong> het door <strong>de</strong> sectie gegeven on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Daarin komen in ie<strong>de</strong>r geval <strong>de</strong> verslagen <strong>over</strong> het vanuit <strong>de</strong> sectie gegeven on<strong>de</strong>rwijs in<br />

<strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Ook <strong>de</strong> aanbevelingen van voorgaan<strong>de</strong> bijeenkomsten<br />

wor<strong>de</strong>n besproken. De verslagen van <strong>de</strong> sectiebijeenkomsten wor<strong>de</strong>n besproken in <strong>de</strong> Opleidingscommissie,<br />

die me<strong>de</strong> op basis daarvan in staat is om te adviseren <strong>over</strong> mogelijke verbeteringen<br />

van het programma. De rapportage <strong>over</strong> <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsevaluatie gaat<br />

naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirectie, het faculteitsbestuur en <strong>de</strong> facultaire stu<strong>de</strong>ntenraad.<br />

256 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


In het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> curriculumevaluatie (die jaarlijks plaatsvindt tussen oktober en maart, voor<br />

het opstellen van het programma voor het volgen<strong>de</strong> studiejaar) wordt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re gekeken<br />

naar <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in het programma, <strong>de</strong> aansluiting van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op elkaar, eventuele probleemvakken, <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> toetsen en <strong>de</strong> studielast<br />

<strong>over</strong> het jaar, het rooster, <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten en <strong>de</strong> studievoortgang van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> cohorten.<br />

De curriculumevaluatie wordt uitgevoerd in een verga<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> Opleidingscommissie,<br />

in aanwezigheid van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirecteur en <strong>de</strong> studieadviseur.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> bewaking van<br />

<strong>de</strong> kwaliteit van on<strong>de</strong>rwijs dat vanuit an<strong>de</strong>re faculteiten wordt verzorgd ook bij die faculteiten<br />

leggen. De opleidingen hebben er vertrouwen in dat <strong>de</strong> kwaliteit van die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op een<br />

a<strong>de</strong>quate manier wordt bewaakt.<br />

Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten met wie <strong>de</strong> commissie sprak vindt <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs vooral<br />

plaats in <strong>de</strong> panelgesprekken. De stu<strong>de</strong>nten zien dat <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> gesprekken serieus<br />

wor<strong>de</strong>n genomen en resultaat opleveren. De Opleidingscommissie had ten tij<strong>de</strong> van het<br />

bezoek van <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die in het ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke<br />

masterprogramma wer<strong>de</strong>n verzorgd nog niet ontvangen. Tot kort voor het bezoek kreeg <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie alleen <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> besprekingen van <strong>de</strong> evaluaties in <strong>de</strong> secties.<br />

Met ingang van het studiejaar 2006-2007 is <strong>de</strong> procedure aangepast en krijgt <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

weer alle relevante informatie, dus ook <strong>de</strong> verwerkte enquêteformulieren, rechtstreeks<br />

toegestuurd. De werkzaamhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> mening<br />

van haar le<strong>de</strong>n bemoeilijkt door <strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong>n waarbinnen zij opereert (lan<strong>de</strong>lijke programma’s,<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die wor<strong>de</strong>n verzorgd vanuit een an<strong>de</strong>re faculteit).<br />

De commissie vernam tij<strong>de</strong>ns haar bezoek dat een van <strong>de</strong> voormalige stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie een document met richtlijnen voor <strong>de</strong> werkwijze van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

heeft opgesteld dat inmid<strong>de</strong>ls binnen <strong>de</strong> faculteit een officiële status heeft gekregen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> faculteit beschikt <strong>over</strong> een kwaliteitsplan waarin <strong>de</strong><br />

procedures voor <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> betrokken partijen zijn<br />

vastgelegd. De commissie kan zich niet aan <strong>de</strong> indruk onttrekken dat <strong>de</strong> formele richtlijnen<br />

niet altijd in alle opzichten wor<strong>de</strong>n gevolgd, maar is er wel van <strong>over</strong>tuigd dat het on<strong>de</strong>rwijs in<br />

voldoen<strong>de</strong> mate periodiek wordt geëvalueerd, hetzij met behulp van <strong>de</strong> evaluatieformulieren,<br />

hetzij in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> responsgroepen en <strong>de</strong> panelgesprekken die door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie wor<strong>de</strong>n georganiseerd. De evaluaties beperken zich niet tot <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

van <strong>de</strong> curricula, maar hebben ook betrekking op <strong>de</strong> curricula als geheel. De commissie<br />

vernam met enige verbazing dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie tot het begin van het studiejaar<br />

2006-2007 alleen <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> besprekingen van <strong>de</strong> evaluaties in <strong>de</strong> secties ontving en<br />

niet <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties zelf. Zij is tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> herziening van <strong>de</strong>ze procedure<br />

met ingang van 1 september 2006. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen<br />

van <strong>de</strong> Opleidingscommissie laten zien dat <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties systematisch en kritisch<br />

wor<strong>de</strong>n besproken. Voor z<strong>over</strong> <strong>de</strong> commissie heeft kunnen nagaan hanteren <strong>de</strong> opleidingen<br />

geen expliciete toetsbare streefdoelen als basis voor <strong>de</strong> evaluaties. Omdat <strong>de</strong> opleidingen<br />

zich in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie in voldoen<strong>de</strong> mate gecommitteerd hebben aan <strong>de</strong> evaluaties<br />

en omdat zij waarborgen dat die evaluaties periodiek plaatsvin<strong>de</strong>n, komt <strong>de</strong> commissie tot het<br />

oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor bei<strong>de</strong> opleidingen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

257


De commissie heeft waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> inzet van het voormalige stu<strong>de</strong>ntlid van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

dat een document met richtlijnen voor <strong>de</strong> werkwijze van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

heeft opgesteld. Zij is van mening dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> evaluaties verhoogd zou wor<strong>de</strong>n<br />

wanneer <strong>de</strong> bedrijven waar stu<strong>de</strong>nten stage lopen om een korte evaluatie van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten wordt gevraagd.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F18: Maatregelen tot verbetering<br />

De uitkomsten van <strong>de</strong>ze evaluatie vormen <strong>de</strong> basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan<br />

realisatie van <strong>de</strong> streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

Zoals hierboven beschreven, bespreken <strong>de</strong> secties en <strong>de</strong> Opleidingscommissie <strong>de</strong> uitkomsten<br />

van <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs. Zij kunnen voorstellen doen om op basis van <strong>de</strong> evaluaties<br />

te komen tot verbetermaatregelen.<br />

Omdat veel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in verschillen<strong>de</strong> opleidingsprogramma’s zijn opgenomen, vindt er<br />

een aantal keren per jaar een verga<strong>de</strong>ring plaats waaraan <strong>de</strong> voorzitters en een stu<strong>de</strong>ntlid van<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissies Informatica, Informatiekun<strong>de</strong>, Kunstmatige intelligentie, BWI<br />

en Wiskun<strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen. Daarin komen on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re afstemmingsproblemen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />

(roostertechnisch en/of vakinhou<strong>de</strong>lijk) die kunnen ontstaan als vakken door stu<strong>de</strong>nten uit<br />

verschillen<strong>de</strong> opleidingen moeten wor<strong>de</strong>n gevolgd. In <strong>de</strong> praktijk is het een aantal malen<br />

voorgekomen dat in een programma of in <strong>de</strong> inhoud van een vak wijzigingen zijn aangebracht.<br />

Zo is het aantal studiepunten dat stu<strong>de</strong>nten verdienen voor het vak Statistical mo<strong>de</strong>ls<br />

aangepast en is er een individuele component toegevoegd aan <strong>de</strong> toetsing en beoor<strong>de</strong>ling van<br />

projecten.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie zijn verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van verbetermaatregelen<br />

beschreven. De commissie vernam dat in een aantal gevallen na <strong>de</strong> evaluatie is besloten om<br />

een vak door een an<strong>de</strong>re docent te laten geven, om <strong>de</strong> opzet van een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el te wijzigen en<br />

om een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit het programma van <strong>de</strong> masteropleiding te schrappen. De adviezen van<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie wor<strong>de</strong>n in het algemeen goed opgevolgd.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat het systeem van kwaliteitszorg dat binnen <strong>de</strong> faculteit<br />

wordt gehanteerd zo is ingericht dat problemen die wor<strong>de</strong>n gesignaleerd in <strong>de</strong> evaluaties van<br />

het on<strong>de</strong>rwijs wor<strong>de</strong>n besproken op <strong>de</strong> daarvoor aangewezen plaatsen en aanleiding geven tot<br />

het opstellen van verbetermaatregelen wanneer dat noodzakelijk is. De Opleidingscommissie<br />

en <strong>de</strong> opleidingsdirecteur spelen een belangrijke rol in het proces van formulering en uitvoering<br />

van verbetermaatregelen.<br />

De commissie heeft bij het bestu<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> zelfstudie en tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit<br />

kennisgenomen van verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van concrete maatregelen die genomen zijn op<br />

basis van <strong>de</strong> evaluaties. Zij komt op grond daarvan tot <strong>de</strong> conclusie dat <strong>de</strong> opleidingen indien<br />

gewenst maatregelen nemen om noodzakelijke verbeteringen te realiseren.<br />

258 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt<br />

voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F19: Betrekken van me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

Bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg zijn me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en het afnemend beroepenveld van <strong>de</strong> opleiding<br />

actief betrokken.<br />

Beschrijving<br />

De docenten en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zijn op <strong>de</strong> gebruikelijke manieren betrokken bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg:<br />

als lid van <strong>de</strong> Opleidingscommissie en via <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs en het<br />

<strong>over</strong>leg binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> secties.<br />

De Opleidingscommissie voor <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bestaat uit drie docentle<strong>de</strong>n<br />

en drie stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n, die tevens stu<strong>de</strong>ntmentor zijn. Deze samenstelling is conform het<br />

facultaire beleid met betrekking tot Opleidingscommissies. De studieadviseur is adviserend<br />

lid van <strong>de</strong> Opleidingscommissie, <strong>de</strong> opleidingsdirecteur woont regelmatig verga<strong>de</strong>ringen bij.<br />

De Opleidingscommissie komt gemid<strong>de</strong>ld eens per zes weken bij elkaar. Zij on<strong>de</strong>rhoudt een<br />

eigen pagina op <strong>de</strong> facultaire website waarop informatie <strong>over</strong> actuele on<strong>de</strong>rwerpen is te vin<strong>de</strong>n.<br />

De stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n organiseren periodiek gesprekken met jaargangen, maar <strong>de</strong> opkomst bij <strong>de</strong><br />

bijeenkomsten valt nogal eens tegen. Zij hebben wel veel informele contacten met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

stu<strong>de</strong>nten en zijn op die manier goed op <strong>de</strong> hoogte van wat er speelt. Volgens het bestuur van<br />

<strong>de</strong> faculteit functioneert <strong>de</strong> Opleidingscommissie goed en geeft zij zowel gevraagd als ongevraagd<br />

advies, in <strong>over</strong>eenstemming met haar wettelijke taak.<br />

De Opleidingscommissie, die gemid<strong>de</strong>ld zes keer per jaar verga<strong>de</strong>rt, bespreekt <strong>de</strong> resultaten<br />

van <strong>de</strong> evaluaties en <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen van <strong>de</strong> secties waarin <strong>over</strong> <strong>de</strong> evaluaties<br />

wordt gesproken. De stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie organiseren bijeenkomsten<br />

met jaargroepen. Zowel bij <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirectie als bij het wekelijkse<br />

<strong>over</strong>leg van <strong>de</strong> opleidingsdirecteuren Wiskun<strong>de</strong> en Informatica is een stu<strong>de</strong>ntlid als adviseur<br />

aanwezig.<br />

De opleidingen kennen geen systematisch en georganiseerd <strong>over</strong>leg met alumni en het afnemend<br />

beroepenveld. Zij verkrijgen informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> opleiding en het functioneren van (bijna<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>) stu<strong>de</strong>nten door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> intensieve contacten met bedrijven waar afstu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>rs<br />

stage lopen en met werkgevers van duale stu<strong>de</strong>nten. Die contacten wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong> stagecoördinatrice en door <strong>de</strong> docenten. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat <strong>de</strong> faculteit<br />

voornemens is om Ra<strong>de</strong>n van Advies voor clusters van opleidingen in te stellen.<br />

Er is een actieve alumnivereniging voor stu<strong>de</strong>nten Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica. De opleidingen<br />

on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n via die vereniging het contact met <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n. De contacten met<br />

<strong>de</strong> alumni zijn vooral informeel, zij hebben geen structurele invloed op <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> programma’s<br />

of op <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg, zo bleek tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie. Via <strong>de</strong><br />

alumni leggen <strong>de</strong> opleidingen ook contacten met hun werkgevers.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

259


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> docenten en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten op <strong>de</strong> gebruikelijke wijze<br />

betrokken zijn bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg en dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie daarbij een belangrijke<br />

rol speelt. Zij heeft ook vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen goe<strong>de</strong>, maar vooral informele<br />

contacten hebben met <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n en het beroepenveld en dat <strong>de</strong> inbreng van <strong>de</strong>ze<br />

groepen in het proces van kwaliteitszorg beperkt is. Naar haar oor<strong>de</strong>el zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> contacten van<br />

<strong>de</strong> opleidingen met alumni en werkgevers beter kunnen wor<strong>de</strong>n gestructureerd. Zij is wel van<br />

mening dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong><br />

en informatica luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Business mathematics<br />

and informatics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

5.<strong>2.</strong>6. Resultaten<br />

F20: Gerealiseerd niveau<br />

De gerealiseer<strong>de</strong> eindkwalificaties zijn in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> nagestreef<strong>de</strong> eindkwalificaties qua niveau,<br />

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie heeft er nog geen systematisch alumnion<strong>de</strong>rzoek plaatsgevon<strong>de</strong>n voor<br />

<strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding. De WO-monitor bevat wel informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> vierjarige<br />

onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica, die aangeeft dat die opleiding <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

succesvol voorbereid<strong>de</strong> op <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

Uit <strong>de</strong> samenvatting van <strong>de</strong> informatie uit <strong>de</strong> WO-monitor die in <strong>de</strong> zelfstudie is opgenomen<br />

komt naar voren dat <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding een aantal zwakke punten ken<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> zelfstudie<br />

wordt daarbij aangetekend dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n die in 2003 en 2004 wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rvraagd<br />

in 2001 en 2002 op <strong>de</strong> arbeidsmarkt zijn gekomen. In die jaren was het voor afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

die een belangrijke IT-component in hun opleiding had<strong>de</strong>n lastig om een geschikte baan te<br />

vin<strong>de</strong>n. Dat gegeven veroorzaakt volgens <strong>de</strong> zelfstudie voor een <strong>de</strong>el <strong>de</strong> wat min<strong>de</strong>r positieve<br />

oor<strong>de</strong>len en cijfers. De <strong>bacheloropleiding</strong> kent inmid<strong>de</strong>ls het verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Studie en<br />

loopbaan, dat tot doel heeft om stu<strong>de</strong>nten voor te berei<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> arbeidsmarkt. De samenhang<br />

en <strong>de</strong> diepgang van <strong>de</strong> masteropleiding zijn sinds <strong>de</strong> vorige visitatie verbeterd door <strong>de</strong><br />

invoering van afstu<strong>de</strong>ervarianten.<br />

Volgens <strong>de</strong> docenten komen <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n in het algemeen goed terecht, hebben ze een<br />

dui<strong>de</strong>lijke meerwaar<strong>de</strong> in vergelijking met IT-ers, zijn ze flexibel en waar<strong>de</strong>vol en kunnen zij<br />

in verschillen<strong>de</strong> functies goed uit <strong>de</strong> voeten. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n met wie <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns<br />

haar bezoek heeft gesproken, beschouwen <strong>de</strong> opleiding die zij gevolgd hebben als een goe<strong>de</strong><br />

en relevante vooropleiding op hun loopbaan. Zij vin<strong>de</strong>n zowel functies in het bedrijfsleven<br />

260 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


(bijvoorbeeld als consultant) als in <strong>de</strong> wetenschap (bijvoorbeeld als assistent in opleiding). Volgens<br />

sommige afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zou <strong>de</strong> opleiding meer aandacht aan presentatievaardighe<strong>de</strong>n en<br />

an<strong>de</strong>re persoonlijke vaardighe<strong>de</strong>n (zoals projectmanagement) moeten beste<strong>de</strong>n. Zij meld<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> commissie dat zij een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n verworven had<strong>de</strong>n als stu<strong>de</strong>ntassistent.<br />

De opleiding is zich bewust van <strong>de</strong>ze kritiek en heeft er bij <strong>de</strong> invulling van <strong>de</strong> afsluiten<strong>de</strong><br />

Bedrijfscase naar gestreefd om <strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n te vergroten. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

waren positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> bedrijfscomponent in het programma.<br />

De commissie heeft voorafgaand aan haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit een aantal scripties van stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

opleiding en <strong>de</strong> masteropleiding met wie zij gesproken heeft, voldoen<strong>de</strong> toegerust waren op<br />

een maatschappelijke loopbaan na hun studie. Zij heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> kritiek van sommige<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> opleidingen te weinig aandacht beste<strong>de</strong>n aan presentatie‐ en an<strong>de</strong>re<br />

persoonlijke vaardighe<strong>de</strong>n bekend is en tot maatregelen heeft geleid.<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties die zij bestu<strong>de</strong>erd heeft<br />

in het algemeen zeker voldoen<strong>de</strong> is en in sommige gevallen dui<strong>de</strong>lijk boven dat niveau uitstijgt.<br />

Zij heeft hierboven al vermeld dat zij waar<strong>de</strong>ring heeft voor <strong>de</strong> Bedrijfscase, het afsluiten<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Zij is ook al ingegaan op het probleem dat <strong>de</strong> individuele<br />

bijdragen van stu<strong>de</strong>nten niet in alle gevallen precies te i<strong>de</strong>ntificeren zijn. Het viel haar wel op<br />

dat het wiskundig mo<strong>de</strong>l dat in <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erwerkstukken werd gehanteerd niet altijd dui<strong>de</strong>lijk<br />

en expliciet werd gespecificeerd. Zij heeft <strong>de</strong>ze kritiek voorgelegd aan <strong>de</strong> docenten, die van<br />

mening waren dat het om inci<strong>de</strong>nten ging en dui<strong>de</strong>lijk maakten dat zij het belangrijk vin<strong>de</strong>n<br />

dat het wiskundig mo<strong>de</strong>l dat wordt gebruikt expliciet wordt gemaakt.<br />

De commissie is op grond van bovenstaan<strong>de</strong> argumenten van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen<br />

aan het criterium dat betrekking heeft op dit facet.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F21: On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment<br />

Voor het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante an<strong>de</strong>re opleidingen.<br />

Het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment voldoet aan <strong>de</strong>ze streefcijfers.<br />

Beschrijving<br />

Uit <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat <strong>de</strong> faculteit streefcijfers heeft opgesteld voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten. Voor<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als geheel vindt <strong>de</strong> faculteit een ren<strong>de</strong>ment van 65% binnen vier jaar<br />

reëel. Van <strong>de</strong> groep herinschrijvers, stu<strong>de</strong>nten die zich na het eerste jaar opnieuw hebben<br />

ingeschreven, zou 80% <strong>de</strong> opleiding na vier jaar moeten hebben afgerond. De faculteit vindt<br />

ver<strong>de</strong>r dat 80% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die aan <strong>de</strong> masteropleiding beginnen die opleiding ook zou<br />

moeten afron<strong>de</strong>n en dat 60% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten dat binnen <strong>de</strong> nominale studieduur van twee<br />

jaar zou moeten doen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

261


De zelfstudies bevatten tabellen die betrekking hebben op <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

opleiding, <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding. De informatie in die tabellen is lastig<br />

te interpreteren, voor een <strong>de</strong>el omdat stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd zijn <strong>over</strong>gestapt van <strong>de</strong><br />

onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding naar <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, voor een <strong>de</strong>el omdat <strong>de</strong> aantallen stu<strong>de</strong>nten<br />

beperkt zijn en voor een <strong>de</strong>el omdat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding pas recent van start<br />

zijn gegaan en <strong>de</strong> aantallen stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> opleiding hebben afgerond nog zeer beperkt<br />

zijn. De tabellen laten wel zien dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten fluctueren, maar in het algemeen lager<br />

zijn dan <strong>de</strong> streefcijfers die <strong>de</strong> faculteit hanteert. In sommige gevallen (bijvoorbeeld wanneer<br />

alleen wordt gekeken naar <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die vanuit <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> doorstromen naar <strong>de</strong><br />

masteropleiding) voldoet het ren<strong>de</strong>ment wel aan het streefcijfer.<br />

Volgens het bestuur van <strong>de</strong> faculteit is <strong>de</strong> uitval binnen <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> groot. Voor sommige stu<strong>de</strong>nten zijn <strong>de</strong> opleidingen gewoon te moeilijk, maar <strong>de</strong>ze<br />

stu<strong>de</strong>nten blijven soms toch ingeschreven staan, iets wat een negatief effect heeft op <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten<br />

van <strong>de</strong> opleidingen. De Vrije Universiteit heeft er bewust voor gekozen om geen<br />

bin<strong>de</strong>nd studieadvies in te voeren, omdat zij ervan <strong>over</strong>tuigd is dat dat niet <strong>de</strong> beste oplossing<br />

is voor het probleem van <strong>de</strong> tegenvallen<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten.<br />

De commissie heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit recente ren<strong>de</strong>mentscijfers (met betrekking<br />

tot het studiejaar 2005-2006) opgevraagd en bestu<strong>de</strong>erd. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek heeft <strong>de</strong><br />

opleidingsdirecteur ter illustratie een ge<strong>de</strong>tailleerd beeld gegeven van <strong>de</strong> resultaten van alle<br />

stu<strong>de</strong>nten die in het studiejaar 2003 aan <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> zijn begonnen. Daaruit<br />

bleek dat <strong>de</strong> prestaties en resultaten van individuele stu<strong>de</strong>nten goed te beschrijven en te<br />

verklaren zijn. De directeur is van mening dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> opleidingen te wensen<br />

<strong>over</strong>laten, maar dat <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> opleidingen hebben om die ren<strong>de</strong>menten te verbeteren<br />

zeer beperkt zijn, omdat stu<strong>de</strong>nten er vaak bewust voor kiezen om plaats te nemen in<br />

een bestuur of commissie of an<strong>de</strong>re nevenwerkzaamhe<strong>de</strong>n te verrichten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft allereerst geconstateerd dat <strong>de</strong> opleidingen streefcijfers voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten<br />

hanteren die realistisch zijn. Zij heeft vastgesteld dat zij slechts weinig informatie tot haar<br />

beschikking heeft op basis waarvan zij een oor<strong>de</strong>el kan vellen <strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> opleidingen.<br />

De informatie waar<strong>over</strong> zij kan beschikken laat zien dat <strong>de</strong> streefcijfers in het algemeen<br />

nog niet wor<strong>de</strong>n gehaald, maar dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten ongeveer op hetzelf<strong>de</strong> niveau liggen als die<br />

van <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in Ne<strong>de</strong>rland. Zij heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek<br />

gemerkt dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten als een belangrijk punt van aandacht beschouwen<br />

en goed op <strong>de</strong> hoogte zijn van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ringen van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten. Zij komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong><br />

opleidingen voldoen aan <strong>de</strong> criteria die betrekking hebben op het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment.<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Business mathematics and informatics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica<br />

luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Business mathematics and informatics<br />

luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

262 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


Samenvatting van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> commissie<br />

Bacheloropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Goed<br />

5. Relatie doelstellingen en programma Goed<br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Goed<br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Voldoen<strong>de</strong><br />

16. Studiebegeleiding Goed<br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en informatica voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit<br />

die een voorwaar<strong>de</strong> zijn voor accreditatie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam<br />

263


Masteropleiding Business mathematics and informatics:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Goed<br />

5. Relatie doelstellingen en programma Goed<br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Voldoen<strong>de</strong><br />

16. Studiebegeleiding Goed<br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Business mathematics and<br />

informatics<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding Business mathematics and informatics voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit<br />

die een voorwaar<strong>de</strong> zijn voor accreditatie.<br />

264 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Vrije Universiteit Amsterdam


6. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en<br />

<strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics van <strong>de</strong> Universiteit<br />

Twente<br />

Administratieve gegevens<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>:<br />

Naam opleiding:<br />

<strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

CROHO-nummer: 56965<br />

Niveau:<br />

bachelor<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

180 EC<br />

Graad:<br />

Bachelor of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Ensche<strong>de</strong><br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Masteropleiding Applied mathematics:<br />

Naam opleiding:<br />

Applied mathematics<br />

CROHO-nummer: 60348<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

120 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Ensche<strong>de</strong><br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> Faculteit Electrotechniek, Wiskun<strong>de</strong> en Informatica van<br />

<strong>de</strong> Universiteit Twente vond plaats op 2 en 3 oktober 2006.<br />

6.0. Structuur en organisatie van <strong>de</strong> faculteit<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics vallen<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> Faculteit Elektrotechniek, Wiskun<strong>de</strong> en Informatica<br />

(EWI) van <strong>de</strong> Universiteit Twente. De faculteit wordt bestuurd door een <strong>de</strong>caan en valt uiteen<br />

in drie af<strong>de</strong>lingen: Elektotechniek, Toegepaste Wiskun<strong>de</strong> en Informatica. De af<strong>de</strong>ling Toegepaste<br />

Wiskun<strong>de</strong> verzorgt <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>. Binnen <strong>de</strong><br />

af<strong>de</strong>ling is <strong>de</strong> opleidingsdirecteur verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> inrichting en uitvoering van bei<strong>de</strong><br />

opleidingen. Er is één Examencommissie en één Opleidingscommissie voor <strong>de</strong> bachelor- en<br />

<strong>de</strong> masteropleiding.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

265


6.1. Invoering bachelor-masterstructuur en afbouw onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen: stand<br />

van zaken<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics zijn<br />

bei<strong>de</strong> gestart op 1 september 200<strong>2.</strong> Bij <strong>de</strong> invoering van het bachelor-mastersysteem is begonnen<br />

met <strong>de</strong> afbouw van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>, onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen. Voor <strong>de</strong> vierjarige opleiding is het<br />

mogelijk om tot en met 31 augustus 2007 het ingenieursdiploma te halen. Op het moment<br />

dat <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> faculteit bezocht, ston<strong>de</strong>n er nog drie stu<strong>de</strong>nten voor <strong>de</strong>ze opleiding ingeschreven.<br />

Twee van <strong>de</strong> drie stu<strong>de</strong>nten kon<strong>de</strong>n hun diploma waarschijnlijk binnen <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong><br />

tijd halen.<br />

Stu<strong>de</strong>nten kunnen <strong>de</strong> vijfjarige onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding tot en met 31 augustus 2011 afron<strong>de</strong>n.<br />

Voor <strong>de</strong>ze opleiding ston<strong>de</strong>n ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie nog 34 stu<strong>de</strong>nten ingeschreven.<br />

De opleiding is actief bezig om <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten alsnog het ingenieursdiploma te laten<br />

behalen of om hen <strong>over</strong> te zetten naar <strong>de</strong> bachelor-masterstructuur. Voor stu<strong>de</strong>nten binnen <strong>de</strong><br />

vijjarige opleiding is een <strong>over</strong>gangsregeling per cohort opgesteld. De verschillen<strong>de</strong> regelingen<br />

staan beschreven in <strong>de</strong> zelfstudie.<br />

De commissie heeft geen aanwijzingen dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang naar <strong>de</strong> bachelor-masterstructuur tot<br />

problemen voor stu<strong>de</strong>nten heeft geleid. Zij is van mening dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>gangsregeling naar behoren<br />

functioneert.<br />

6.<strong>2.</strong> Het beoor<strong>de</strong>lingska<strong>de</strong>r<br />

6.<strong>2.</strong>1. Doelstellingen opleiding<br />

F1: Domeinspecifieke eisen<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

gesteld wor<strong>de</strong>n aan een opleiding in het betreffen<strong>de</strong> domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).<br />

Beschrijving<br />

Het doel van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is volgens <strong>de</strong> zelfstudie om stu<strong>de</strong>nten een bre<strong>de</strong> basisvorming<br />

te geven in het vakgebied van <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong> en om hen op te lei<strong>de</strong>n tot aca<strong>de</strong>misch<br />

gevorm<strong>de</strong> professionals, met <strong>de</strong> capaciteiten en <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> om zich ver<strong>de</strong>r te ontwikkelen. De<br />

opleiding wil <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> competenties ontwikkelen:<br />

1. domein<strong>de</strong>skundigheid;<br />

<strong>2.</strong> on<strong>de</strong>rzoeks- en mo<strong>de</strong>lleerbekwaamheid;<br />

3. communicatieve bekwaamheid;<br />

4. aca<strong>de</strong>mische reflectie.<br />

Deze competenties zijn vertaald in acht eindtermen:<br />

1. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft ge<strong>de</strong>gen kennis van wiskundige theorieën op het gebied van algebra,<br />

analyse, statistiek, stochastiek en discrete wiskun<strong>de</strong> en inzicht in <strong>de</strong> toepassingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

van die theorieën in <strong>de</strong> techniek, economie en bedrijfskun<strong>de</strong> (hoort bij<br />

domein<strong>de</strong>skundigheid).<br />

266 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


<strong>2.</strong> De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> kan met behulp van on<strong>de</strong>rzoeksmethodologieën on<strong>de</strong>rzoeksvragen beantwoor<strong>de</strong>n<br />

(hoort bij on<strong>de</strong>rzoeks- en mo<strong>de</strong>lleerbekwaamheid).<br />

3. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> kan bij problemen met een multidisciplinair karakter wiskundige mo<strong>de</strong>llen<br />

ontwerpen en analyseren en <strong>de</strong> bruikbaarheid daarvan in praktijksituaties beoor<strong>de</strong>len<br />

(hoort bij on<strong>de</strong>rzoeks- en mo<strong>de</strong>lleerbekwaamheid).<br />

4. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is vaardig in het gebruik van <strong>de</strong> computer om <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> omvang<br />

en complexiteit van wiskundige problemen te kunnen behan<strong>de</strong>len. Computeralgebra, numerieke<br />

metho<strong>de</strong>n en simuleren nemen hierbij een prominente plaats in (hoort bij on<strong>de</strong>rzoeks-<br />

en mo<strong>de</strong>lleerbekwaamheid).<br />

5. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is vaardig in het gebruik van <strong>de</strong> bibliotheek en <strong>de</strong> daarin aanwezige<br />

literatuur en is vertrouwd met automatische zoekmetho<strong>de</strong>n in mo<strong>de</strong>rne bibliotheeknetwerken<br />

(hoort bij on<strong>de</strong>rzoek- en mo<strong>de</strong>lleerbekwaamheid).<br />

6. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is vaardig in het mon<strong>de</strong>ling en schriftelijk rapporteren (hoort bij communicatieve<br />

bekwaamheid).<br />

7. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft zicht op <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> maatschappij<br />

en heeft basiskennis van wetenschapsfilosofie (hoort bij aca<strong>de</strong>mische reflectie).<br />

8. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> <strong>over</strong>ziet <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n na afronding van <strong>de</strong> studie om zich te specialiseren<br />

in <strong>de</strong> masterfase of een plek te vin<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> arbeidsmarkt (hoort bij aca<strong>de</strong>mische<br />

reflectie).<br />

Bij het formuleren van <strong>de</strong> eindtermen voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is rekening gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

domeinspecifieke eisen die in Europees verband zijn vastgelegd in het ka<strong>de</strong>r van het Tuningproject.<br />

Kenmerken van het bacheloron<strong>de</strong>rwijs zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie:<br />

1. kennis van <strong>de</strong> basisgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> komt uitgebreid aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>;<br />

<strong>2.</strong> een grondige oriëntatie op een van <strong>de</strong> toepassingsgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>;<br />

3. expliciete aandacht voor het mo<strong>de</strong>lleren;<br />

4. verwevenheid van on<strong>de</strong>rwijs- en on<strong>de</strong>rzoeksactiviteiten door een actieve rol van on<strong>de</strong>rzoekers<br />

binnen het on<strong>de</strong>rwijs;<br />

5. rekening hou<strong>de</strong>n met het afnemend veld.<br />

Het doel van <strong>de</strong> masteropleiding is volgens <strong>de</strong> zelfstudie om stu<strong>de</strong>nten op te lei<strong>de</strong>n tot competente<br />

on<strong>de</strong>rzoekers in <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong> en aca<strong>de</strong>misch geschool<strong>de</strong> professionals, met<br />

<strong>de</strong> capaciteiten en attitu<strong>de</strong> om zich hierin ver<strong>de</strong>r te ontwikkelen. De opleiding wil hiertoe <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> competenties ontwikkelen:<br />

1. domein<strong>de</strong>skundigheid;<br />

<strong>2.</strong> mo<strong>de</strong>lleerbekwaamheid;<br />

3. on<strong>de</strong>rzoeksbekwaamheid;<br />

4. communicatieve bekwaamheid;<br />

5. aca<strong>de</strong>mische reflectie.<br />

Deze competenties zijn in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> negen eindtermen vertaald:<br />

1. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft een bre<strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en inzicht in <strong>de</strong> toepassingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

ervan in <strong>de</strong> techniek, economie en bedrijfskun<strong>de</strong> (hoort bij domein<strong>de</strong>skundigheid).<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

267


<strong>2.</strong> De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> kan met behulp van on<strong>de</strong>rzoeksmethodologieën complexe on<strong>de</strong>rzoeksvragen<br />

beantwoor<strong>de</strong>n. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn in staat om bij het formuleren en oplossen van<br />

problemen te on<strong>de</strong>rkennen of het direct voorhan<strong>de</strong>n zijn<strong>de</strong> wiskundige gereedschap al<br />

dan niet a<strong>de</strong>quaat is en, zo niet, om <strong>de</strong> theorieën en metho<strong>de</strong>n zelf uit te brei<strong>de</strong>n of an<strong>de</strong>rs<br />

<strong>de</strong>ze uitbreidingen in <strong>de</strong> vakliteratuur op te zoeken (hoort bij on<strong>de</strong>rzoeksbekwaamheid).<br />

3. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> kan bij problemen met een multidisciplinair karakter wiskundige mo<strong>de</strong>llen<br />

ontwerpen en analyseren en <strong>de</strong> bruikbaarheid daarvan in praktijksituaties beoor<strong>de</strong>len,<br />

alsook nieuwe problemen op wetenschappelijke wijze formuleren en tot toetsbare<br />

oplossingen komen (hoort bij on<strong>de</strong>rzoeksbekwaamheid en mo<strong>de</strong>lleerbekwaamheid).<br />

4. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n kunnen functioneren in een ingenieursomgeving. Zij zijn in staat om<br />

wiskundige metho<strong>de</strong>n en technieken toe te passen en zij beschikken <strong>over</strong> het vermogen<br />

tot integratie van kenniscomponenten uit <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> toepassingsgebie<strong>de</strong>n (hoort<br />

bij mo<strong>de</strong>lleerbekwaamheid, on<strong>de</strong>rzoeksbekwaamheid, communicatieve bekwaamheid en<br />

aca<strong>de</strong>mische reflectie).<br />

5. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is vaardig in het gebruik van <strong>de</strong> computer om <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> omvang<br />

en complexiteit van wiskundige problemen het hoofd te bie<strong>de</strong>n. Computeralgebra, numerieke<br />

metho<strong>de</strong>n en simuleren nemen hierbij een prominente plaats in (hoort bij on<strong>de</strong>rzoeksbekwaamheid<br />

en mo<strong>de</strong>lleerbekwaamheid).<br />

6. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is vaardig in het gebruik van <strong>de</strong> bibliotheek en <strong>de</strong> daarin aanwezige<br />

literatuur en kan <strong>over</strong>weg met automatische zoekmetho<strong>de</strong>n in mo<strong>de</strong>rne bibliotheeknetwerken<br />

(hoort bij on<strong>de</strong>rzoeksbekwaamheid en mo<strong>de</strong>lleerbekwaamheid).<br />

7. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is vaardig in het mon<strong>de</strong>ling en schriftelijk rapporteren van resultaten<br />

(hoort bij communicatieve bekwaamheid).<br />

8. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft zicht op <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> maatschappij<br />

en heeft basiskennis van wetenschapsfilosofie (hoort bij aca<strong>de</strong>mische reflectie).<br />

9. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft zicht op <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n na afronding van <strong>de</strong> studie om promotieon<strong>de</strong>rzoek<br />

te doen of een plek te vin<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> arbeidsmarkt (hoort bij aca<strong>de</strong>mische<br />

reflectie).<br />

De kenmerken van het masteron<strong>de</strong>rwijs zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie:<br />

1. <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt is als junioron<strong>de</strong>rzoeker aan een van <strong>de</strong> leerstoelen verbon<strong>de</strong>n;<br />

<strong>2.</strong> bijbrengen van kennis van <strong>de</strong> basisgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> op masterniveau;<br />

3. grondige aandacht voor gespecialiseer<strong>de</strong> wiskundige technieken die relevant zijn voor een<br />

van <strong>de</strong> toepassingsgebie<strong>de</strong>n;<br />

4. het twee<strong>de</strong> jaar is gereserveerd voor stage en afstu<strong>de</strong>ren, waarbij verblijf in het buitenland<br />

wordt gestimuleerd.<br />

De masteropleiding kent vier specialisaties:<br />

1. Applied analysis and computational mechanics (AACM)<br />

<strong>2.</strong> Systems and control (SC)<br />

3. Financial engineering (FE)<br />

4. Operations research and statistics (ORS)<br />

De drie Ne<strong>de</strong>rlandse technische universiteiten hebben <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong><br />

masteropleiding on<strong>de</strong>rling afgestemd.<br />

268 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> doelstellingen, <strong>de</strong> competenties en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd en vergeleken met haar domeinspecifieke referentieka<strong>de</strong>r.<br />

Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen zijn opgesteld in<br />

on<strong>de</strong>rlinge afstemming tussen <strong>de</strong> drie technische universiteiten en dat er bij het opstellen<br />

van <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> rekening gehou<strong>de</strong>n is met het raamwerk van het<br />

Tuning-project.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen<br />

voldoen aan <strong>de</strong> eisen die vakgenoten binnen of buiten <strong>de</strong> wetenschap stellen aan opleidingen<br />

op het gebied van <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>. De eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> leggen<br />

bijvoorbeeld vast dat stu<strong>de</strong>nten kennis opbouwen van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> domeinen binnen <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>, zoals algebra, analyse, statistiek en stochastiek, en dat zij eveneens on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n<br />

verwerven. Mo<strong>de</strong>lleren is als aparte vaardigheid opgenomen in <strong>de</strong> eindtermen, net<br />

als het gebruik van computers bij het oplossen van complexe, wiskundige problemen. De<br />

commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding laten zien dat <strong>de</strong><br />

opleiding voortbouwt op <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. De on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r<br />

uitgewerkt, stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n geconfronteerd met problemen van een grotere complexiteit en<br />

wor<strong>de</strong>n geacht zelfstandig te kunnen beoor<strong>de</strong>len op welke wijze zij <strong>de</strong>ze problemen kunnen<br />

oplossen. De eindtermen verwijzen naar een integratie van verschillen<strong>de</strong> kennisgebie<strong>de</strong>n om<br />

tot een a<strong>de</strong>quate oplossing in een werkomgeving te komen. Ook het gebruik van ICT bij het<br />

oplossen van problemen speelt een steeds groter wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rol. De commissie is van oor<strong>de</strong>el<br />

dat <strong>de</strong> eindtermen van bei<strong>de</strong> opleidingen daarmee in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> eisen<br />

van (buitenlandse) vakgenoten.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding verwijzen naar kennis en vaardighe<strong>de</strong>n<br />

die van belang zijn in <strong>de</strong> beroepspraktijk waarin afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n terecht (kunnen) komen. De<br />

eindtermen van bei<strong>de</strong> opleidingen maken expliciet melding van relevante mathematische vaardighe<strong>de</strong>n,<br />

maar ook van aca<strong>de</strong>mische en communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen<br />

aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> domeinspecifieke eisen.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F2: Niveau: Bachelor en Master<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteer<strong>de</strong> beschrijvingen van<br />

<strong>de</strong> kwalificaties van een Bachelor of een Master.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> competenties en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in een<br />

tabel vergeleken met <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Er wordt beschreven hoe <strong>de</strong> vijf Dublin-<strong>de</strong>scriptoren<br />

terug te vin<strong>de</strong>n zijn in <strong>de</strong> acht eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. De <strong>de</strong>scriptor<br />

Kennis en inzicht komt terug in eindtermen 1 en 5 en in <strong>de</strong> competentie Domein<strong>de</strong>skundigheid.<br />

De <strong>de</strong>scriptor Toepassen kennis en inzicht komt terug in eindtermen 2, 3 en 4 en in <strong>de</strong><br />

competentie Mo<strong>de</strong>lleer- en on<strong>de</strong>rzoeksbekwaamheid. De <strong>de</strong>scriptor Oor<strong>de</strong>elsvorming komt<br />

terug in eindterm 7 en in <strong>de</strong> competenties Mo<strong>de</strong>lleer- en on<strong>de</strong>rzoeksbekwaamheid en Aca<strong>de</strong>-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

269


mische reflectie. De <strong>de</strong>scriptor Communicatie komt terug in eindterm 6 en in <strong>de</strong> competentie<br />

Communicatieve bekwaamheid. De laatste <strong>de</strong>scriptor, Leervaardighe<strong>de</strong>n, komt terug in eindtermen<br />

5 en 8 en in <strong>de</strong> competenties Aca<strong>de</strong>mische reflectie en Domein<strong>de</strong>skundigheid.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong> competenties en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding in een<br />

tabel vergeleken met <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Er wordt beschreven hoe <strong>de</strong> vijf Dublin-<strong>de</strong>scriptoren<br />

terug te vin<strong>de</strong>n zijn in <strong>de</strong> negen eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding. De <strong>de</strong>scriptor<br />

Kennis en inzicht komt terug in <strong>de</strong> eerste vier eindtermen en in <strong>de</strong> competentie Domein<strong>de</strong>skundigheid.<br />

De <strong>de</strong>scriptor Toepassen kennis en inzicht komt terug in eindtermen 2 tot en<br />

met 4 en in <strong>de</strong> competentie Mo<strong>de</strong>lleerbekwaamheid. De <strong>de</strong>scriptor Oor<strong>de</strong>elsvorming komt<br />

terug in eindterm 8 en in <strong>de</strong> competentie Aca<strong>de</strong>mische reflectie. De <strong>de</strong>scriptor Communicatie<br />

komt terug in eindterm 7 en in <strong>de</strong> competentie Communicatieve bekwaamheid. De <strong>de</strong>scriptor<br />

Leervaardighe<strong>de</strong>n komt terug in <strong>de</strong> eindtermen 2 tot en met 5 en in <strong>de</strong> competentie On<strong>de</strong>rzoeksbekwaamheid.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft het niveau van <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> hand<br />

van <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Zij heeft in <strong>de</strong> eerste plaats vastgesteld dat <strong>de</strong> eindtermen het<br />

verschil in niveau tussen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding in voldoen<strong>de</strong> mate tot<br />

uitdrukking brengen. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond, beschikken bijvoorbeeld<br />

<strong>over</strong> een ge<strong>de</strong>gen kennis van verschillen<strong>de</strong> wiskundige theorieën, terwijl stu<strong>de</strong>nten<br />

die <strong>de</strong> masteropleiding hebben afgerond een bre<strong>de</strong> kennis van het vakgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

als geheel hebben verworven. Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kunnen on<strong>de</strong>rzoeksvragen<br />

beantwoor<strong>de</strong>n, afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> masteropleiding kunnen complexe on<strong>de</strong>rzoeksvragen<br />

beantwoor<strong>de</strong>n en zijn bovendien in staat om <strong>de</strong> toepasbaarheid van het beschikbare<br />

wiskundige gereedschap te beoor<strong>de</strong>len.<br />

De commissie is ver<strong>de</strong>r van mening dat <strong>de</strong> vijf Dublin-<strong>de</strong>scriptoren in voldoen<strong>de</strong> mate terugkomen<br />

in <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen. Zij kan zich vin<strong>de</strong>n in het verband dat in <strong>de</strong><br />

zelfstudie wordt gelegd tussen <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren enerzijds en <strong>de</strong> competenties en eindtermen<br />

van <strong>de</strong> opleidingen an<strong>de</strong>rzijds. Zij heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> eindtermen tot uitdrukking<br />

brengen dat er in bei<strong>de</strong> opleidingen veel aandacht wordt geschonken aan het verwerven<br />

van on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n en mo<strong>de</strong>lleervaardighe<strong>de</strong>n en het verwerven van kennis <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> domeinen binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Ook <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n, zoals Communicatie<br />

en Leervaardighe<strong>de</strong>n, komen expliciet aan bod in <strong>de</strong> eindtermen.<br />

De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het criterium<br />

dat betrekking heeft op het niveau.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

270 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


F3: Oriëntatie WO:<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> beschrijvingen van een Bachelor en een<br />

Master in WO:<br />

• De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit <strong>de</strong> wetenschappelijke discipline, <strong>de</strong> internationale<br />

wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> relevante praktijk in<br />

het toekomstige beroepenveld.<br />

• Een WO-bachelor heeft <strong>de</strong> kwalificaties voor toegang tot tenminste één ver<strong>de</strong>re WO-studie op masterniveau<br />

en eventueel voor het betre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

• Een WO-master heeft <strong>de</strong> kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te verrichten of multien<br />

interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist<br />

is of dienstig is.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> bereidt volgens <strong>de</strong> zelfstudie in eerste instantie voor op een masteropleiding<br />

in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. De competenties verwijzen on<strong>de</strong>r meer naar on<strong>de</strong>rzoeksbekwaamheid<br />

en aca<strong>de</strong>mische reflectie. In <strong>de</strong> eindtermen komen <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n ook terug, zoals het<br />

beantwoor<strong>de</strong>n van on<strong>de</strong>rzoeksvragen (eindterm 2), het doen van on<strong>de</strong>rzoek met behulp van<br />

bibliotheekvoorzieningen (eindterm 5), het mon<strong>de</strong>ling en schriftelijk rapporteren (eindterm<br />

6) en kennis van <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> maatschappij (eindterm 7). Stu<strong>de</strong>nten met<br />

een bachelordiploma kunnen doorstromen naar <strong>de</strong> master Applied mathematics. Daarnaast<br />

hebben zij ook directe toegang tot <strong>de</strong> masteropleidingen Wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re technische<br />

universiteiten.<br />

Voor <strong>de</strong> masteropleiding is vastgelegd dat een afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> masterstu<strong>de</strong>nt beschikt <strong>over</strong> competenties<br />

als on<strong>de</strong>rzoeksbekwaamheid en <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische reflectie. Deze competenties zijn ook<br />

weer terug te vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> eindtermen, zoals het formuleren en oplossen van complexe problemen<br />

met behulp van on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n (eindterm 2), het ontwerpen en analyseren van<br />

wiskundige mo<strong>de</strong>llen bij multidisciplinaire problemen en <strong>de</strong> wetenschappelijke formulering<br />

ervan (eindterm 3) en het gebruik van <strong>de</strong> bibliotheek en bijbehoren<strong>de</strong> netwerken in dit proces<br />

(eindterm 6). Aca<strong>de</strong>mische reflectie komt terug in <strong>de</strong> eindterm 8, waarbij een afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

masterstu<strong>de</strong>nt zicht heeft op <strong>de</strong> plaats van het vakgebied in <strong>de</strong> maatschappij en kennis heeft<br />

van <strong>de</strong> wetenschapsfilosofie.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding volgen hun stage in principe buiten <strong>de</strong> universiteit, waardoor<br />

zij kennismaken met wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> praktijk. In <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht ligt <strong>de</strong> nadruk<br />

op wetenschappelijk werk en on<strong>de</strong>rzoek. Stu<strong>de</strong>nten die een interne afstu<strong>de</strong>eropdracht doen,<br />

kunnen zich op <strong>de</strong>ze manier goed voorberei<strong>de</strong>n op een vervolg in het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd vanuit<br />

het perspectief van <strong>de</strong> oriëntatie van <strong>de</strong> opleidingen. Zij heeft reeds eer<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r F1) vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong> eindtermen in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

discipline (c.q. <strong>de</strong> vakgenoten) en <strong>de</strong> relevante beroepspraktijk.<br />

De commissie is ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindtermen voldoen<strong>de</strong> aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van<br />

<strong>de</strong> internationale wetenschapsbeoefening. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> competenties die <strong>de</strong><br />

opleidingen ontwikkelen dui<strong>de</strong>lijk aca<strong>de</strong>misch van aard zijn en verwijzen naar on<strong>de</strong>r meer<br />

on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n, communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n en aca<strong>de</strong>mische reflectie. Zij kan<br />

zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> competenties ver<strong>de</strong>r zijn uitgewerkt in eindtermen en<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

271


vindt daarom dat <strong>de</strong> eindtermen in voldoen<strong>de</strong> mate betrekking hebben op algemene aca<strong>de</strong>mische<br />

vaardighe<strong>de</strong>n. Zij heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en<br />

<strong>de</strong> masteropleiding on<strong>de</strong>r meer expliciet melding maken van communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n,<br />

kennis van wetenschapsfilosofie en inzicht in <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> maatschappij.<br />

De commissie heeft ver<strong>de</strong>r vastgesteld dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> rechtstreeks<br />

kunnen instromen in <strong>de</strong> masteropleiding. Zij is ervan <strong>over</strong>tuigd dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> masteropleiding voldoen<strong>de</strong> kennis hebben om wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te verrichten,<br />

bijvoorbeeld in het ka<strong>de</strong>r van een promotieopleiding.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan <strong>de</strong><br />

criteria die gel<strong>de</strong>n voor een opleiding in het wetenschappelijke domein.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics luidt<br />

dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

6.<strong>2.</strong><strong>2.</strong> Programma<br />

Beschrijving van <strong>de</strong> programma’s<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> is in 2002 van start gegaan. Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

leek in eerste instantie in veel opzichten nog op dat van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>, onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding. In<br />

2003 werd een eerste herziening van het programma doorgevoerd, die volgens <strong>de</strong> faculteit<br />

noodzakelijk was vanwege <strong>de</strong> teruglopen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenaantallen. In september 2004 vond een<br />

organisatorische herziening van het programma plaats, <strong>de</strong> opleiding stapte <strong>over</strong> van een trimestersysteem<br />

op een semestersysteem en <strong>de</strong> meeste vakken kregen een omvang van 5 EC.<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is opge<strong>de</strong>eld in een prope<strong>de</strong>utische en een postprope<strong>de</strong>utische<br />

fase (respectievelijk 60 en 120 EC). In <strong>de</strong> eerste twee jaar van <strong>de</strong> opleiding ligt<br />

het programma groten<strong>de</strong>els vast. Stu<strong>de</strong>nten kunnen in het eerste jaar tweemaal kiezen tussen<br />

twee vakken van 5 EC (in het eerste semester tussen Dynamica en Inleiding wiskundige economie<br />

en in het twee<strong>de</strong> semester tussen Dynamische mo<strong>de</strong>llen & simulatie en Basismo<strong>de</strong>llen<br />

informatica). In het twee<strong>de</strong> jaar kunnen stu<strong>de</strong>nten in het twee<strong>de</strong> semester kiezen tussen<br />

twee vakken van 5 EC, Elektriciteit & magnetisme en Stochastische mo<strong>de</strong>llen in operations<br />

management.<br />

Het programma van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar kent twee keuzemomenten. Stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n daarnaast<br />

ook geacht een minor te volgen. De minor aan <strong>de</strong> Universiteit Twente is bedoeld om stu<strong>de</strong>nten<br />

kennis te laten maken met een an<strong>de</strong>r vakgebied dan dat van hun eigen hoofdrichting.<br />

Stu<strong>de</strong>nten zijn vrij om te kiezen in welk vakgebied zij hun minor volgen. Een minor heeft<br />

272 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


een omvang van 20 EC. Stu<strong>de</strong>nten mogen pas een minor volgen wanneer zij 80 EC binnen<br />

hun hoofdrichting hebben gehaald. Zij kunnen kiezen tussen geïnstitutionaliseer<strong>de</strong> minors<br />

die door <strong>de</strong> Universiteit Twente wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n of een individuele minor. In het laatste<br />

geval stellen stu<strong>de</strong>nten zelf een minorpakket samen, dat zij ter goedkeuring voorleggen aan <strong>de</strong><br />

Examencommissie. Voorbeel<strong>de</strong>n van geïnstitutionaliseer<strong>de</strong> minors zijn Bedrijfskun<strong>de</strong>, Elektrotechniek,<br />

Psychologie, Nanotechnologie en Sportfysica. In totaal waren er op het moment<br />

dat <strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld 38 geïnstitutionaliseer<strong>de</strong> minors. Stu<strong>de</strong>nten sluiten hun<br />

<strong>bacheloropleiding</strong> af met een bacheloropdracht die een omvang heeft van 10 EC.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding bestaat uit één jaar (of 60 EC) cursorisch on<strong>de</strong>rwijs en<br />

één jaar (of 60 EC) niet-cursorisch on<strong>de</strong>rwijs. De officiële voertaal van <strong>de</strong> masteropleiding is<br />

Engels. Het on<strong>de</strong>rwijs binnen het cursorische <strong>de</strong>el komt voor <strong>de</strong> helft voort uit het lan<strong>de</strong>lijke<br />

aanbod van wiskun<strong>de</strong>vakken (30 EC). De structuur en <strong>de</strong> opbouw van het curriculum voor<br />

<strong>de</strong> vier specialisaties van <strong>de</strong> masteropleiding, Applied analysis and computational mechanics,<br />

Systems and control, Financial engineering en Operations research and statistics, zijn gelijk.<br />

De 120 EC bestaat in alle gevallen uit:<br />

• 20 EC gemeenschappelijk vakken;<br />

• 15 EC vakken van één leerstoel binnen <strong>de</strong> specialisatie;<br />

• 10 EC vakken van an<strong>de</strong>re leerstoelen, die passen bij <strong>de</strong> specialisatie;<br />

• 15 EC keuzevakken;<br />

• 60 EC stage en afstu<strong>de</strong>eropdracht.<br />

De gemeenschappelijke vakken wor<strong>de</strong>n door stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> vier specialisaties gezamenlijk<br />

gevolgd. De <strong>over</strong>ige vakken zijn specialisatiegebon<strong>de</strong>n. De specialisatie Financial engineering<br />

kent binnen het programma een stage en afstu<strong>de</strong>eropdracht van 30 EC. Stu<strong>de</strong>nten binnen<br />

<strong>de</strong>ze specialisatie volgen meer cursorisch on<strong>de</strong>rwijs (in totaal 90 EC) dan stu<strong>de</strong>nten binnen <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re specialisaties.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kunnen al on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

volgen wanneer zij het bachelordiploma nog niet behaald hebben. De enige eis<br />

waaraan stu<strong>de</strong>nten moeten voldoen voordat zij on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> masteropleiding mogen<br />

volgen, is dat zij <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use afgerond hebben. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding mogen<br />

niet beginnen met <strong>de</strong> stage en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht zolang zij hun <strong>bacheloropleiding</strong> niet met<br />

succes hebben voltooid. De term die <strong>de</strong> Universiteit Twente hanteert voor <strong>de</strong>ze constructie is<br />

‘verweven stu<strong>de</strong>ren’. Deze regelingen gel<strong>de</strong>n alleen voor ‘eigen’ stu<strong>de</strong>nten, voor zijinstromers<br />

die el<strong>de</strong>rs een <strong>bacheloropleiding</strong> hebben gevolgd, geldt een zogenaam<strong>de</strong> har<strong>de</strong> knip, hetgeen<br />

inhoudt dat zij pas met <strong>de</strong> masteropleiding mogen beginnen wanneer zij een bachelordiploma<br />

hebben gehaald.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

273


F4: Eisen WO<br />

Het programma sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor het programma van een WO-opleiding:<br />

• Kennisontwikkeling door stu<strong>de</strong>nten vindt plaats in interactie tussen het on<strong>de</strong>rwijs en het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek binnen relevante disciplines.<br />

• Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in <strong>de</strong> relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare<br />

verban<strong>de</strong>n met actuele wetenschappelijke theorieën.<br />

• Het programma waarborgt <strong>de</strong> ontwikkeling van vaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

• Bij daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen heeft het programma aantoonbare verban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

actuele praktijk van <strong>de</strong> relevante beroepen.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie geeft aan dat er in het eerste jaar van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

vooral algemene basiswiskun<strong>de</strong>vakken wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n. In het twee<strong>de</strong> jaar neemt <strong>de</strong> aandacht<br />

voor meer specifieke toepassingen toe en in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar maken stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns<br />

zogenaam<strong>de</strong> leerstoelpresentaties kennis met het lopen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoek binnen <strong>de</strong> leerstoelgroepen.<br />

Deze presentaties zijn voor stu<strong>de</strong>nten verplicht. Ze maakten vroeger <strong>de</strong>el uit van het programma<br />

van het eerste jaar, maar <strong>de</strong> ervaring heeft geleerd dat stu<strong>de</strong>nten dan aan het ein<strong>de</strong> van<br />

hun opleiding min<strong>de</strong>r goed op <strong>de</strong> hoogte waren van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Omdat stu<strong>de</strong>nten binnen <strong>de</strong> masteropleiding dienen te kiezen voor een leerstoel, zijn <strong>de</strong> presentaties<br />

naar het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar verplaatst.<br />

Stu<strong>de</strong>nten komen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in aanraking met actuele, praktische probleemstellingen<br />

in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn (loopt door gehele curriculum) en tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bacheloreindopdracht.<br />

Door het volgen van een minor binnen een an<strong>de</strong>r vakgebied maken zij kennis met<br />

ontwikkelingen en theorieën in een an<strong>de</strong>r vakgebied. De bacheloropdracht is voor stu<strong>de</strong>nten<br />

een eerste kennismaking met het verrichten van on<strong>de</strong>rzoek en met het communiceren daar<strong>over</strong>.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie voldoet het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> daarmee aan <strong>de</strong><br />

eisen die gesteld mogen wor<strong>de</strong>n aan een opleiding binnen het wetenschappelijk domein.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek had met stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

bleek dat zij goed voorgelicht zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> minor en dat zij weten wat hun mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

zijn. Stu<strong>de</strong>nten zijn te spreken <strong>over</strong> het feit dat ze binnen een minor hun eigen<br />

interesse kunnen volgen en dat ze daarbij veel keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n hebben. Stu<strong>de</strong>nten die al<br />

een bacheloropdracht hebben afgerond, zijn tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> begeleiding en <strong>de</strong> inhoud van<br />

<strong>de</strong> opdracht. De opdracht was volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten in het algemeen interessant en omvatte<br />

een authentiek probleem (dat <strong>over</strong>igens niet afkomstig was uit het bedrijfsleven). Stu<strong>de</strong>nten<br />

verschillen van mening <strong>over</strong> <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> groepsgrootte van drie à vier personen voldoen<strong>de</strong><br />

of te veel is. Omdat een van <strong>de</strong> doelstellingen van <strong>de</strong> bacheloropdracht is dat stu<strong>de</strong>nten leren<br />

samenwerken, zijn <strong>de</strong> meeste stu<strong>de</strong>nten van mening dat drie à vier stu<strong>de</strong>nten in een groep geen<br />

probleem is.<br />

Binnen het programma van <strong>de</strong> masteropleiding wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie veel waar<strong>de</strong> gehecht<br />

aan het wetenschappelijk niveau. Waar mogelijk wordt bij <strong>de</strong> invulling van afstu<strong>de</strong>eropdrachten<br />

aansluiting gezocht bij lopend on<strong>de</strong>rzoek binnen <strong>de</strong> leerstoelgroep waaraan stu<strong>de</strong>nten als<br />

junioron<strong>de</strong>rzoeker zijn toegevoegd. In verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong><br />

masteropleiding wordt aandacht besteed aan recente actuele ontwikkelingen binnen het vakgebied.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie is een tabel opgenomen van alle aangebo<strong>de</strong>n mastervakken in het<br />

studiejaar 2005-2006, waarbij een uitsplitsing is gemaakt naar actuele en zogenaam<strong>de</strong> tijdloze<br />

vakken. Uit <strong>de</strong> tabel blijkt dat ongeveer 45% van <strong>de</strong> vakken een actuele inhoud kent.<br />

274 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


Als argumenten dat het programma voldoet aan <strong>de</strong> criteria die gel<strong>de</strong>n voor dit facet vermeldt<br />

<strong>de</strong> zelfstudie dat het afstu<strong>de</strong>erwerk soms leidt tot een presentatie op een internationale conferentie<br />

of een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift en dat stu<strong>de</strong>nten die binnen <strong>de</strong><br />

masteropleiding afstu<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> praktijk een goe<strong>de</strong> basis voor een promotieon<strong>de</strong>rzoek blijken<br />

te hebben.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie met masterstu<strong>de</strong>nten voer<strong>de</strong>, bleek dat een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten het programma nogal theoretisch vindt. Dat gegeven wordt als problematisch ervaren<br />

wanneer stu<strong>de</strong>nten stage gaan lopen in een bedrijf. De docenten zagen naar eigen zeggen<br />

juist <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en het toepassingsveld als een pluspunt van <strong>de</strong> opleiding,<br />

dat vooral naar voren komt in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn. Zij gaven aan dat het programma naar aanleiding<br />

van <strong>de</strong> bevindingen van <strong>de</strong> vorige visitatiecommissie is bijgesteld en sterker gericht is<br />

op toepassingen. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze aanpassingen (<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn, <strong>de</strong> bacheloropdracht, <strong>de</strong><br />

minor) heeft betrekking op <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. In het geval van <strong>de</strong> masteropleiding wordt<br />

het laatste jaar bij drie van <strong>de</strong> vier specialisaties in zijn geheel gereserveerd voor het afstu<strong>de</strong>erproject.<br />

De docenten geven aan dat bedrijven <strong>de</strong> theoretische kant van <strong>de</strong> opleiding waar<strong>de</strong>ren<br />

en dat een universitaire opleiding een zeker abstractieniveau nodig heeft.<br />

Uit het gesprek dat <strong>de</strong> commissie heeft gevoerd met een aantal alumni bleek dat zij <strong>de</strong> opleiding<br />

die zij gevolgd hebben als een goe<strong>de</strong> basis voor een loopbaan binnen of buiten <strong>de</strong> wetenschap<br />

zien. De kennis die zij verworven hebben in <strong>de</strong> (doctoraal)vakken die zij gevolgd hebben, was<br />

niet altijd direct toepasbaar, maar <strong>de</strong> opgedane vaardighe<strong>de</strong>n wel. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n verschil<strong>de</strong>n<br />

<strong>over</strong>igens van mening <strong>over</strong> <strong>de</strong> vraag in hoeverre een opleiding multidisciplinair werken<br />

dient te faciliteren. Sommigen gaven aan dat dit in sterker mate zou mogen gebeuren, an<strong>de</strong>ren<br />

<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n die mening niet. De on<strong>de</strong>rvraag<strong>de</strong> alumni had<strong>de</strong>n in uiteenlopen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n gestu<strong>de</strong>erd<br />

en dit kan tot <strong>de</strong> verschillen in beoor<strong>de</strong>ling hebben bijgedragen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> interactie tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek in voldoen<strong>de</strong><br />

mate vorm heeft gekregen in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. In het on<strong>de</strong>rwijs wordt<br />

gebruikgemaakt van recente en (voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>) relevante literatuur, waardoor actuele<br />

ontwikkelingen in het vakgebied aan bod komen wanneer dat mogelijk is. Het programma<br />

biedt een combinatie van theorie en praktijk, die een technische universiteit eigen is. De minor<br />

binnen het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zorgt voor een kennismaking met een an<strong>de</strong>r<br />

vakgebied. De bacheloropdracht laat stu<strong>de</strong>nten kennismaken met het uitvoeren van on<strong>de</strong>rzoek<br />

en het werken in groepsverband. Ook in an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wordt aandacht besteed aan<br />

vaardighe<strong>de</strong>n die vereist zijn voor het uitvoeren van on<strong>de</strong>rzoek. De commissie is van mening<br />

dat het contact met <strong>de</strong> beroepspraktijk sterker moet wor<strong>de</strong>n verankerd in het programma van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Momenteel verloopt dat contact alleen via <strong>de</strong> studievereniging en op<br />

vrijwillige basis. De commissie heeft vernomen dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zoekt naar mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

op <strong>de</strong> arbeidsmarkt voor stu<strong>de</strong>nten die na het behalen van hun bachelordiploma willen<br />

gaan werken. Zij vindt die zoektocht belangrijk.<br />

De commissie is eveneens van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> interactie tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek in<br />

voldoen<strong>de</strong> mate vorm heeft gekregen in het programma van <strong>de</strong> masteropleiding. Dat programma<br />

kent een groot aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die actuele ontwikkelingen binnen <strong>de</strong> discipline<br />

als on<strong>de</strong>rwerp hebben. De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opzet van het programma van <strong>de</strong><br />

masteropleiding voldoen<strong>de</strong> garan<strong>de</strong>ert dat stu<strong>de</strong>nten vertrouwd raken met actuele discussies<br />

en lopend on<strong>de</strong>rzoek. Zij heeft vastgesteld dat stu<strong>de</strong>nten in verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

275


programma en in het bijzon<strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>ns het afstu<strong>de</strong>erproject in het twee<strong>de</strong> jaar hun on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n<br />

ver<strong>de</strong>r ontwikkelen. De stage en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht, met een totale omvang<br />

van 60 EC, waarborgen in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie dat stu<strong>de</strong>nten zich het uitvoeren van<br />

on<strong>de</strong>rzoek eigen maken en kennismaken met mogelijkhe<strong>de</strong>n voor een latere loopbaan. De<br />

commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> beroepspraktijk in het programma daarmee<br />

voldoen<strong>de</strong> is.<br />

De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bacheloren<br />

<strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan <strong>de</strong> eisen die gesteld mogen wor<strong>de</strong>n aan een wetenschappelijke<br />

opleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F5: Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma<br />

Het programma is een a<strong>de</strong>quate concretisering van <strong>de</strong> eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke<br />

eisen.<br />

De eindkwalificaties zijn a<strong>de</strong>quaat vertaald in leerdoelen van (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma.<br />

De inhoud van het programma biedt stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> eindkwalificaties te<br />

bereiken.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie is een tabel opgenomen waarin voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is aangegeven welke<br />

eindtermen in welke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma aan bod komen. Uit die tabel blijkt dat<br />

<strong>de</strong> meeste aandacht in het programma uitgaat naar <strong>de</strong> eindtermen 1 en 4. De eindtermen 5<br />

en 8 komen alleen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bacheloropdracht aan bod. Vooral in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die <strong>de</strong>el<br />

uitmaken van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn wordt aandacht besteed aan vaardighe<strong>de</strong>n als communiceren,<br />

samenwerken en projectmatig werken. Veel vakken kennen een practicum, waarin stu<strong>de</strong>nten<br />

met behulp van programma’s als Maple of Matlab opdrachten uitwerken. De plaats van <strong>de</strong> toegepaste<br />

wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> maatschappij komt aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> binnen <strong>de</strong> toepassingsvakken, <strong>de</strong> verbreding<br />

staat centraal in <strong>de</strong> minor. In het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Grote <strong>de</strong>nkers uit het verle<strong>de</strong>n (dat op het<br />

niveau van <strong>de</strong> instelling wordt verzorgd) verwerven stu<strong>de</strong>nten inzicht in <strong>de</strong> samenhang tussen<br />

<strong>de</strong> wetenschappen. Omdat alle eindtermen terugkomen in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>,<br />

kan volgens <strong>de</strong> zelfstudie gesproken wor<strong>de</strong>n van een a<strong>de</strong>quate concretisering van <strong>de</strong><br />

eindtermen.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt aangegeven dat er met ingang van het studiejaar 2006-2007 een nieuwe<br />

lijn in <strong>de</strong> statistiek- en stochastiekvakken wordt ingevoerd. De belangrijkste wijziging in het<br />

programma is dat stu<strong>de</strong>nten Wiskun<strong>de</strong> geen statistiekvakken meer volgen samen met stu<strong>de</strong>nten<br />

<strong>Technische</strong> bedrijfskun<strong>de</strong>. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie had het feit dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len door stu<strong>de</strong>nten<br />

van verschillen<strong>de</strong> opleidingen wer<strong>de</strong>n gevolgd een ongewenst effect op het niveau van<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. In <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie heeft gevoerd met docenten is dit punt aan<br />

<strong>de</strong> or<strong>de</strong> geweest. Docenten zijn van mening dat <strong>de</strong>ze wijziging een verbetering is, ook al gaat<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsbelasting daardoor omhoog.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong>, bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

in het algemeen tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> het programma. Zij geven echter aan dat er<br />

relatief weinig aandacht is voor groepswerk. Stu<strong>de</strong>nten uit het eerste en het twee<strong>de</strong> jaar zei<strong>de</strong>n<br />

276 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


nauwelijks tot geen gebruik te maken van <strong>de</strong> bibliotheek. Sommige stu<strong>de</strong>nten zijn van mening<br />

dat <strong>de</strong> combinatievakken (vakken gevolgd met stu<strong>de</strong>nten van an<strong>de</strong>re opleidingen) soms te<br />

gemakkelijk zijn.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie van <strong>de</strong> masteropleiding is ook een tabel opgenomen waarin is aangegeven welke<br />

eindtermen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma. Uit<br />

die tabel blijkt dat alle eindtermen in het programma van <strong>de</strong> masteropleiding aan bod komen,<br />

zij het dat <strong>de</strong> eindtermen 6, 8 en 9 alleen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht aandacht krijgen. De<br />

gemeenschappelijke vakken in het eerste jaar van <strong>de</strong> masteropleiding zijn vakken die het ontwikkelen<br />

van een bre<strong>de</strong> basiskennis op masterniveau tot doel hebben. De leerstoelvakken in<br />

het eerste jaar (en in het geval van <strong>de</strong> specialisatie Financial engineering ook in het twee<strong>de</strong> jaar)<br />

richten zich in sterkere mate op het verwerven van on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> keuzevakken<br />

wordt vooral aandacht besteed aan mo<strong>de</strong>lleren en aan het werken aan multidisciplinaire<br />

problemen. Op <strong>de</strong>ze manier kent het programma een dui<strong>de</strong>lijke structuur, waarin stu<strong>de</strong>nten<br />

zich steeds ver<strong>de</strong>r specialiseren en zich voorberei<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> stage en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met masterstu<strong>de</strong>nten, bleek dat ook zij tevre<strong>de</strong>n<br />

zijn <strong>over</strong> het programma. De mate van aandacht voor vaardighe<strong>de</strong>n als presenteren en samenwerken<br />

blijkt afhankelijk te zijn van <strong>de</strong> specialisatie en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die stu<strong>de</strong>nten kiezen.<br />

Het doel van <strong>de</strong> stage en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht is voor stu<strong>de</strong>nten dui<strong>de</strong>lijk, <strong>de</strong> exacte invulling<br />

van het twee<strong>de</strong> jaar soms (nog) niet. Het viel <strong>de</strong> commissie op dat ook stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

masteropleiding erg weinig gebruikmaken van <strong>de</strong> bibliotheek.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd<br />

vanuit het perspectief van <strong>de</strong> doelstelling en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen. Zij kan zich vin<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> manier waarop in <strong>de</strong> zelfstudie een verband is gelegd tussen <strong>de</strong> eindtermen en het programma<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en vindt dat <strong>de</strong> eindkwalificaties in voldoen<strong>de</strong> mate wor<strong>de</strong>n<br />

afge<strong>de</strong>kt door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma. De commissie is van mening dat <strong>de</strong> inhoud<br />

van het programma stu<strong>de</strong>nten in staat stelt om <strong>de</strong> eindtermen daadwerkelijk te bereiken.<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> zelfstudie ook een a<strong>de</strong>quate beschrijving geeft van het<br />

verband tussen <strong>de</strong> eindtermen en het programma van <strong>de</strong> masteropleiding. Zij vindt wel dat<br />

er in het programma van <strong>de</strong> masteropleiding meer aandacht dient te wor<strong>de</strong>n besteed aan <strong>de</strong><br />

eindtermen 8 en 9. Zij kan zich ook voorstellen dat <strong>de</strong>ze eindtermen in het programma van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld. De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat het programma<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding zo is ingericht dat van stu<strong>de</strong>nten mag wor<strong>de</strong>n verwacht dat<br />

zij <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleiding weten te realiseren.<br />

Het is <strong>de</strong> commissie opgevallen dat stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding weinig<br />

gebruikmaken van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> bibliotheek te bie<strong>de</strong>n heeft.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> voldoet aan <strong>de</strong> criteria<br />

die gel<strong>de</strong>n voor dit facet. Zij komt voor <strong>de</strong> masteropleiding tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’, omdat<br />

het programma van <strong>de</strong> masteropleiding een verplichte stage kent en omdat het mogelijk is om<br />

die stage met <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht te combineren. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat juist <strong>de</strong>ze combinatie<br />

van stage en opdracht het mogelijk maakt om <strong>de</strong> combinatie van theorie en toepassing, die tot<br />

uitdrukking komt in <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleiding en die typerend is voor een opleiding op<br />

het gebied van <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>, op een goe<strong>de</strong> manier te concretiseren.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

277


Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F6: Samenhang programma<br />

Stu<strong>de</strong>nten volgen een inhou<strong>de</strong>lijk samenhangend studieprogramma.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie vormt <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn <strong>de</strong> ro<strong>de</strong> draad binnen het programma van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>. Tot <strong>de</strong>ze lijn behoren <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Wiskundig mo<strong>de</strong>lleren I en II (in<br />

het eerste en het twee<strong>de</strong> jaar) en Mathematische programmering en Stochastische simulatie.<br />

De ervaring die stu<strong>de</strong>nten verwerven op het gebied van het mo<strong>de</strong>lleren, passen zij toe in<br />

<strong>de</strong> bacheloropdracht. De an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen het programma zijn geclusterd in vier<br />

groepen: Analyse, Statistiek en stochastiek, Discrete wiskun<strong>de</strong> en Numerieke wiskun<strong>de</strong>. Een<br />

<strong>de</strong>el van het programma wordt aangebo<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> vorm van combinatievakken (vakken die<br />

zowel door wiskun<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten als door stu<strong>de</strong>nten uit an<strong>de</strong>re opleidingen wor<strong>de</strong>n gevolgd).<br />

Dit gegeven leidt er volgens <strong>de</strong> zelfstudie toe dat er in sommige gevallen <strong>over</strong>lap ontstaat tussen<br />

<strong>de</strong> vakken. Zoals al eer<strong>de</strong>r vermeld, bleek tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong><br />

met docenten dat het aanbie<strong>de</strong>n van combinatievakken af en toe leidt tot een niveaudaling bij<br />

<strong>de</strong> eigen stu<strong>de</strong>nten. De opleiding was ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie bezig maatregelen<br />

te nemen om dit te voorkomen, bijvoorbeeld door vakken toch apart aan te bie<strong>de</strong>n of<br />

door tentamens te splitsen.<br />

De eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> minor van 20 EC kan door stu<strong>de</strong>nten vrij ingevuld wor<strong>de</strong>n. De minor<br />

vormt een samenhangend pakket van vakken die zorgen voor een versterking van het bachelorprogramma<br />

of voor een verbreding die geen directe relatie met het programma heeft.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt vermeld dat <strong>de</strong> bewaking van <strong>de</strong> samenhang van een individueel programma<br />

in <strong>de</strong> masteropleiding <strong>de</strong> taak is van <strong>de</strong> leerstoelhou<strong>de</strong>r. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

dienen hun programma dan ook altijd in samenspraak met <strong>de</strong> leerstoelhou<strong>de</strong>r samen<br />

te stellen. De Examencommissie stelt uitein<strong>de</strong>lijk het <strong>de</strong>finitieve programma vast.<br />

In <strong>de</strong> cursusomschrijvingen wor<strong>de</strong>n voor on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

voorkenniseisen vermeld. Formeel kunnen stu<strong>de</strong>nten aan een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>de</strong>elnemen<br />

wanneer zij niet aan <strong>de</strong>ze eisen voldoen. In <strong>de</strong> praktijk blijkt dat stu<strong>de</strong>nten zo’n on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el dan<br />

niet met een voldoen<strong>de</strong> kunnen afron<strong>de</strong>n. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie zorgen <strong>de</strong>ze voorkenniseisen<br />

ervoor dat stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> vakken in een logische volgor<strong>de</strong> afron<strong>de</strong>n.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding biedt <strong>de</strong> mogelijkheid om in het twee<strong>de</strong> jaar stage en<br />

afstu<strong>de</strong>ren te combineren. Wanneer stu<strong>de</strong>nten niet kiezen voor zo’n combinatie, dienen zij<br />

20 EC aan <strong>de</strong> stage en 40 EC aan <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht te beste<strong>de</strong>n (behalve in het geval van<br />

<strong>de</strong> specialisatie Financial engineering, waarin stage en afstu<strong>de</strong>eropdracht altijd gecombineerd<br />

wor<strong>de</strong>n en stu<strong>de</strong>nten in totaal 30 EC aan <strong>de</strong>ze combinatie beste<strong>de</strong>n).<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> interne samenhang van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

bestu<strong>de</strong>erd. Zij is van mening dat <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke samenhang zowel in het geval van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als in dat van <strong>de</strong> masteropleiding in voldoen<strong>de</strong> mate gewaarborgd is. Zij<br />

heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn een belangrijke rol speelt bij het tot stand brengen van<br />

278 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


<strong>de</strong> samenhang in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. De commissie vindt dat die lijn<br />

dui<strong>de</strong>lijk in het programma aanwezig is en dat <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong>ze lijn en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re clusters<br />

van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len voldoen<strong>de</strong> tot uitdrukking komt. De commissie is wel van mening dat<br />

<strong>de</strong> opleiding aandacht moet beste<strong>de</strong>n aan het niveau dat wordt bereikt in combinatievakken<br />

die stu<strong>de</strong>nten Wiskun<strong>de</strong> samen met stu<strong>de</strong>nten van an<strong>de</strong>re opleidingen volgen. De commissie<br />

juicht <strong>de</strong> verbeteringen in <strong>de</strong> inrichting van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van <strong>de</strong> statistiek en<br />

<strong>de</strong> stochastiek waar<strong>over</strong> zij tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken werd geïnformeerd toe.<br />

De commissie is ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> procedures die <strong>de</strong> masteropleiding hanteert om <strong>de</strong><br />

samenhang in <strong>de</strong> individuele programma’s te waarborgen, a<strong>de</strong>quaat functioneren. Zij heeft<br />

geconstateerd dat <strong>de</strong> leerstoelhou<strong>de</strong>rs een cruciale rol spelen in het structureren en invullen<br />

van <strong>de</strong> programma’s die stu<strong>de</strong>nten volgen en dat <strong>de</strong> Examencommissie in dit proces vooral een<br />

formele, controleren<strong>de</strong> taak vervult. De commissie heeft waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> mogelijkheid om<br />

<strong>de</strong> stage en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht te combineren. Zij vindt dat zo’n combinatie een positief<br />

effect heeft op <strong>de</strong> samenhang van het twee<strong>de</strong> jaar, omdat stu<strong>de</strong>nten daarmee beter in staat zijn<br />

om theorie en praktijk te integreren.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

voldoen aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> samenhang. Zij is wel van<br />

mening dat <strong>de</strong> vakbeschrijvingen in <strong>de</strong> studiegids beter moeten wor<strong>de</strong>n uitgewerkt, waarbij <strong>de</strong><br />

invulling van alle vakken uniform vormgegeven is en alle relevante informatie (zoals voorkenniseisen<br />

bij <strong>de</strong> masteropleiding) opgenomen is.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F7: Studielast<br />

Het programma is stu<strong>de</strong>erbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die <strong>de</strong> studievoortgang<br />

belemmeren zoveel mogelijk wor<strong>de</strong>n weggenomen.<br />

Beschrijving<br />

De studielast is zowel in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als in dat van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

gelijkmatig <strong>over</strong> het jaar ver<strong>de</strong>eld. Een studiejaar bestaat uit twee semesters, die<br />

weer zijn on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in ie<strong>de</strong>r twee kwartielen. Ie<strong>de</strong>r kwartiel heeft een studielast van 15<br />

EC. Voorafgaand aan een kwartiel is er een kwartiel<strong>over</strong>leg waarin docenten hun activiteiten<br />

op elkaar afstemmen. Daarnaast vin<strong>de</strong>n er ie<strong>de</strong>r kwartiel stu<strong>de</strong>ntenpanelgesprekken plaats,<br />

waarin <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die geduren<strong>de</strong> dat kwartiel wor<strong>de</strong>n verzorgd, wor<strong>de</strong>n geëvalueerd. Op<br />

<strong>de</strong>ze manier is <strong>de</strong> opleiding in staat om snel actie te on<strong>de</strong>rnemen wanneer er zich knelpunten<br />

voordoen.<br />

Voor ie<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt in het Vak Informatie Systeem Twente<br />

(VIST) vermeld welke voorkennis noodzakelijk is om het vak te kunnen volgen. Bij drie on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

wor<strong>de</strong>n formele ingangseisen gehanteerd: bij Wiskundig mo<strong>de</strong>lleren II, <strong>de</strong> bacheloropdracht<br />

en <strong>de</strong> minor. Deze ingangseisen zijn er volgens <strong>de</strong> zelfstudie om het niveau te bewaken.<br />

De meeste vakken uit het twee<strong>de</strong> en het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar vragen om voorkennis die stu<strong>de</strong>nten in het<br />

eerste jaar verwerven. Zo kan het programma enigszins flexibel wor<strong>de</strong>n doorlopen en kunnen<br />

stu<strong>de</strong>nten met vertraging toch voldoen<strong>de</strong> vakken volgen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

279


Uit <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat voor <strong>de</strong> masteropleiding is gekozen voor <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong><br />

studielast (vier kwartielen van ie<strong>de</strong>r 15 EC per jaar) als voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Om vertraging<br />

te voorkomen zijn <strong>de</strong> resultaten van afgeron<strong>de</strong> mastervakken onbeperkt geldig. Bij vakken<br />

met een praktische opdracht kunnen stu<strong>de</strong>nten die voor <strong>de</strong> eerste opdracht een onvoldoen<strong>de</strong><br />

hebben gekregen een aanvullen<strong>de</strong> opdracht uitvoeren om alsnog tot een voldoen<strong>de</strong> voor het<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el als geheel te komen. Hierdoor hoeven stu<strong>de</strong>nten niet een jaar te wachten voordat zij<br />

een vak opnieuw kunnen volgen.<br />

Het al eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> verweven stu<strong>de</strong>ren maakt het mogelijk dat stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

die <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use hebben afgerond, al kunnen beginnen met het volgen van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding. Stu<strong>de</strong>nten kunnen op <strong>de</strong>ze manier maximaal 60 EC van het<br />

programma van <strong>de</strong> masteropleiding behalen. Zij mogen echter niet beginnen aan <strong>de</strong> stage en<br />

<strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht wanneer zij <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> niet hebben voltooid.<br />

De opleiding is voornemens om het programma van <strong>de</strong> masteropleiding te evalueren met<br />

behulp van enquêtes en daarin aandacht te beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> studielast. Omdat <strong>de</strong> eerste lichting<br />

masterstu<strong>de</strong>nten pas in het studiejaar 2004-2005 is begonnen met <strong>de</strong> studie en <strong>de</strong>ze<br />

lichting erg klein in aantal was, zijn er nog weinig resultaten met betrekking tot <strong>de</strong> feitelijke<br />

studielast beschikbaar.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met stu<strong>de</strong>nten kwamen geen knelpunten in <strong>de</strong><br />

programma’s naar voren. De stu<strong>de</strong>nten geven zelf aan dat vertragingen binnen <strong>de</strong> studie in<br />

het algemeen niet het resultaat zijn van een te zware studie, maar eer<strong>de</strong>r van nevenactiviteiten,<br />

zoals bestuurswerk bij <strong>de</strong> studievereniging. De docenten bleken <strong>de</strong>ze mening te <strong>de</strong>len, zij vin<strong>de</strong>n<br />

ook dat studievertraging in het algemeen niet aan <strong>de</strong> opleidingen te wijten is.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van mening dat het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in voldoen<strong>de</strong> mate<br />

stu<strong>de</strong>erbaar is. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> studielast van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

op een evenwichtige manier <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n is ver<strong>de</strong>eld en in <strong>de</strong> ogen<br />

van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten niet te hoog is. Zij heeft geen knelpunten in het programma aangetroffen en<br />

kennisgenomen van <strong>de</strong> mening van docenten en stu<strong>de</strong>nten dat <strong>de</strong> vertragingen die stu<strong>de</strong>nten<br />

oplopen in het algemeen veroorzaakt wor<strong>de</strong>n door re<strong>de</strong>nen die buiten <strong>de</strong> opleiding liggen.<br />

De commissie oor<strong>de</strong>elt dat het programma van <strong>de</strong> masteropleiding eveneens stu<strong>de</strong>erbaar is. Zij<br />

heeft geen informatie ontvangen die wijst op het bestaan van knelpunten in het programma of<br />

van factoren die een negatieve invloed op <strong>de</strong> studievoortgang kunnen hebben.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking heeft<br />

op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid en <strong>de</strong> studielast.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

280 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


F8: Instroom<br />

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij <strong>de</strong> kwalificaties van <strong>de</strong> instromen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten:<br />

WO-bachelor: VWO, HBO-prope<strong>de</strong>use of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingson<strong>de</strong>rzoek.<br />

WO-master: bachelor en eventueel (inhou<strong>de</strong>lijke) selectie.<br />

Beschrijving<br />

Stu<strong>de</strong>nten die een vwo-diploma hebben en Wiskun<strong>de</strong> B1, 2 in hun examenpakket had<strong>de</strong>n,<br />

wor<strong>de</strong>n rechtstreeks toegelaten tot <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Stu<strong>de</strong>nten met alleen wiskun<strong>de</strong> B1 in<br />

hun pakket kunnen zich inschrijven voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, maar moeten verplicht <strong>de</strong>elnemen<br />

aan een <strong>de</strong>ficiëntiecursus die wordt verzorgd door <strong>de</strong> Universiteit Twente. Deze cursus<br />

loopt parallel aan het on<strong>de</strong>rwijs in het eerste kwartiel. Wanneer aankomen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten een<br />

an<strong>de</strong>re vooropleiding hebben gevolgd, bepaalt <strong>de</strong> Examencommissie of zij tot <strong>de</strong> opleiding<br />

toegelaten kunnen wor<strong>de</strong>n en welke <strong>de</strong>ficiënties zij eventueel weg moeten werken.<br />

De instroom in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is <strong>de</strong> afgelopen jaren afgenomen, maar neemt inmid<strong>de</strong>ls<br />

weer toe. In 2000 stroom<strong>de</strong>n er 37 stu<strong>de</strong>nten in in <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding en in 2001 35<br />

stu<strong>de</strong>nten. In 2002 begonnen negentien stu<strong>de</strong>nten aan <strong>de</strong> nieuwe <strong>bacheloropleiding</strong>. In 2003<br />

startten <strong>de</strong>rtig stu<strong>de</strong>nten met <strong>de</strong> opleiding, in 2004 27 en in 2005 32 stu<strong>de</strong>nten. Het grootste<br />

<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> instroom bestaat uit stu<strong>de</strong>nten met een vwo-diploma.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt geconstateerd dat <strong>de</strong> algebraïsche vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> instromen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd min<strong>de</strong>r zijn gewor<strong>de</strong>n. De Universiteit Twente heeft daarom<br />

in het studiejaar 2005-2006 een instaptoets geïntroduceerd die bij vrijwel alle techniekstu<strong>de</strong>nten<br />

wordt afgenomen. Bij <strong>de</strong> toets wordt samengewerkt met <strong>de</strong> technische universiteiten<br />

in Delft en Eindhoven. De resultaten van <strong>de</strong> toets lieten volgens <strong>de</strong> zelfstudie het gebrek aan<br />

vaardighe<strong>de</strong>n zien. Stu<strong>de</strong>nten met een onvoldoen<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> instaptoets hebben een cursus<br />

Herstelon<strong>de</strong>rwijs gevolgd om <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n te verbeteren.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met <strong>de</strong> docenten en het managementteam bleek<br />

dat <strong>de</strong> opleiding al zeven jaar twee docenten uit het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs in dienst heeft voor<br />

een dag per week. Deze docenten volgen on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> aansluiting tussen het vwo en het wo<br />

en zijn betrokken bij instroom- en aansluitingsactiviteiten. Op basis van hun adviezen is on<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re het analyseon<strong>de</strong>rwijs on<strong>de</strong>r han<strong>de</strong>n genomen en aangepast. Uit het gesprek met het<br />

faculteitsbestuur bleek dat <strong>de</strong> taken van <strong>de</strong> leraren uit het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs gericht zijn op<br />

promotie in het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs en op <strong>de</strong> problematiek van <strong>de</strong> aansluiting. Zij zijn niet<br />

betrokken bij het on<strong>de</strong>rwijs aan wiskun<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten. Dit komt <strong>over</strong>een met <strong>de</strong> waarneming<br />

van <strong>de</strong> commissie dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten niet goed op <strong>de</strong> hoogte zijn van <strong>de</strong> inzet en <strong>de</strong> activiteiten<br />

van <strong>de</strong>ze leraren.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> ontplooit meer activiteiten om <strong>de</strong> instroom te vergroten en <strong>de</strong> aansluiting<br />

te verbeteren. De commissie heeft vernomen dat <strong>de</strong> opleiding het gevoel heeft dat zij al<br />

het mogelijk doet om <strong>de</strong> (zij)instroom van met name buitenlandse en allochtone stu<strong>de</strong>nten te<br />

vergroten, maar dat alle inspanningen erg weinig opleveren. De Universiteit Twente is van plan<br />

zich meer te richten op Duitsland, omdat zij van mening is dat <strong>de</strong> opleidingen interessant zijn<br />

voor Duitse stu<strong>de</strong>nten. Er bestond een beurzenprogramma voor buitenlandse stu<strong>de</strong>nten, maar<br />

dat kan vanwege technische re<strong>de</strong>nen niet meer wor<strong>de</strong>n gebruikt.<br />

De instroom in <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics kan wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in drie<br />

groepen: doorstromers, instromers en zijinstromers. Doorstromers zijn stu<strong>de</strong>nten met een<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

281


achelordiploma <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> van een technische universiteit. Deze groep is in <strong>de</strong><br />

instroom het grootst en on<strong>de</strong>rvindt volgens <strong>de</strong> zelfstudie geen problemen bij <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang naar<br />

<strong>de</strong> masteropleiding. Instromers zijn stu<strong>de</strong>nten met een bachelordiploma Wiskun<strong>de</strong> van een<br />

an<strong>de</strong>re universiteit, zijinstromers zijn stu<strong>de</strong>nten die een bachelordiploma binnen een an<strong>de</strong>re<br />

vakgebied hebben behaald. Zijinstromers krijgen een programma op maat aangebo<strong>de</strong>n dat<br />

wordt opgesteld in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> studieadviseur van <strong>de</strong> masteropleiding en dat goedgekeurd<br />

moet wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Examencommissie. Wanneer blijkt dat <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ficiënties die<br />

moeten wor<strong>de</strong>n weggewerkt groter is dan 20 EC, moeten stu<strong>de</strong>nten eerst een premasterprogramma<br />

afron<strong>de</strong>n voordat zij toegelaten wor<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> masteropleiding. Er is een toelatingscommissie<br />

ingesteld die verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor <strong>de</strong> toelating van buitenlandse zijinstromers.<br />

Een belangrijk criterium bij <strong>de</strong> selectie van buitenlandse stu<strong>de</strong>nten is dat zij <strong>de</strong> Engelse taal<br />

voldoen<strong>de</strong> beheersen.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n geen instroomcijfers vermeld voor <strong>de</strong> masteropleiding, enerzijds<br />

omdat <strong>de</strong> officiële gegevens nog niet beschikbaar waren, an<strong>de</strong>rzijds omdat het als gevolg van<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid van ‘verweven stu<strong>de</strong>ren’ (die eer<strong>de</strong>r is besproken) lastig is om te bepalen wanneer<br />

doorstromers daadwerkelijk met <strong>de</strong> masteropleiding beginnen. Uit <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong><br />

masteropleiding die is opgenomen in <strong>de</strong> bijlagen van <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat er in 2005 25<br />

masterstu<strong>de</strong>nten waren, van zeventien zijinstromers en acht doorstromers. Daarnaast waren er<br />

zeventien stu<strong>de</strong>nten die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> masteropleiding volg<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r van ‘verweven<br />

stu<strong>de</strong>ren’.<br />

Uit <strong>de</strong> zojuist genoem<strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> masteropleiding blijkt volgens <strong>de</strong> zelfstudie dat <strong>de</strong><br />

aansluiting tussen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding goed verloopt en dat stu<strong>de</strong>nten<br />

bij <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang naar <strong>de</strong> masteropleiding geen problemen on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n.<br />

Bei<strong>de</strong> opleidingen zijn actief op het terrein van <strong>de</strong> voorlichting. Uit <strong>de</strong> gesprekken met stu<strong>de</strong>nten<br />

bleek dat zij tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> voorlichting en dat <strong>de</strong>ze een juist beeld schetst van<br />

<strong>de</strong> opleiding. Voorlichting <strong>over</strong> loopbaanperspectieven wordt verzorgd door <strong>de</strong> studievereniging.<br />

Stu<strong>de</strong>nten geven aan dat er voldoen<strong>de</strong> informatie is, maar dat zij er wel zelf naar op zoek<br />

moeten gaan.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> kwalificaties waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die instromen in<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> moeten beschikken dui<strong>de</strong>lijk zijn vastgelegd en dat <strong>de</strong> opleiding maatregelen<br />

heeft genomen om te waarborgen dat stu<strong>de</strong>nten ook daadwerkelijk beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

noodzakelijke kennis en vaardighe<strong>de</strong>n. Zij is van mening dat het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

aansluit bij <strong>de</strong> kwalificaties van instromen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten. Zij heeft veel waar<strong>de</strong>ring<br />

voor het instellen van <strong>de</strong> instaptoets (en voor het bekendmaken van <strong>de</strong> resultaten) en <strong>de</strong> maatregelen<br />

die naar aanleiding van die toets zijn genomen. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat het goed zou zijn<br />

om instromen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten ook voor te lichten <strong>over</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>ficiënties weg<br />

te werken. De commissie heeft eveneens veel waar<strong>de</strong>ring voor het inzetten van docenten die<br />

afkomstig zijn uit het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs. Zij pleit ervoor om in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> meer<br />

aandacht te schenken aan <strong>de</strong> rol en <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong>ze leraren en om hun ook taken<br />

binnen het wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs te geven.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben<br />

voltooid zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n kunnen doorstromen naar <strong>de</strong> masteropleiding Applied<br />

mathematics en dat die masteropleiding een toelatingsprocedure hanteert voor stu<strong>de</strong>nten met<br />

282 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


een an<strong>de</strong>re vooropleiding, die on<strong>de</strong>r meer inhoudt dat stu<strong>de</strong>nten die niet beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

beginkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> mogelijkheid krijgen om <strong>de</strong>ficiënties weg te werken en<br />

ontbreken<strong>de</strong> voorkennis aan te vullen. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die instromen in <strong>de</strong><br />

masteropleiding beschikken <strong>over</strong> a<strong>de</strong>quate startkwalificaties.<br />

De commissie komt voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ vanwege het instellen<br />

van <strong>de</strong> instaptoets en het betrekken van leraren uit het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs. Zij komt voor <strong>de</strong><br />

masteropleiding tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’.<br />

De commissie is wel van oor<strong>de</strong>el dat het concept van ‘verweven stu<strong>de</strong>ren’ als te vrijblijvend<br />

moet wor<strong>de</strong>n beschouwd. De structuur die daardoor ontstaat lijkt in haar ogen veel op die van<br />

een onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding. Daardoor ontstaat het risico dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> niet als eigenstandige<br />

opleiding wordt gezien. De mogelijkhe<strong>de</strong>n voor stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

om on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma van <strong>de</strong> masteropleiding te volgen zijn te groot. Volgens<br />

<strong>de</strong> commissie bestaat daardoor <strong>de</strong> kans dat stu<strong>de</strong>nten eerst <strong>de</strong> leuke dingen gaan doen. De<br />

commissie is dan ook van mening dat <strong>de</strong> reikwijdte van <strong>de</strong>ze regeling beperkt dient te wor<strong>de</strong>n<br />

en dat zo’n beperking een positief effect zal hebben op <strong>de</strong> doorstroming. Zij heeft inmid<strong>de</strong>ls<br />

vernomen dat <strong>de</strong>ze regeling in <strong>de</strong> door haar gewenste zin is aangescherpt.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F9: Duur<br />

De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. <strong>de</strong> omvang van het curriculum:<br />

WO-bachelor: in <strong>de</strong> regel 180 studiepunten.<br />

WO-master: minimaal 60 studiepunten, afhankelijk van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> omvat 180 EC en voldoet<br />

daarmee aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics omvat 120 EC en voldoet daarmee<br />

aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F10: Afstemming tussen vormgeving en inhoud<br />

Het didactisch concept is in lijn met <strong>de</strong> doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.<br />

Beschrijving<br />

Zoals hierboven (on<strong>de</strong>r F1) al werd vermeld, zijn <strong>de</strong> kenmerken van het on<strong>de</strong>rwijs dat binnen<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt verzorgd volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>:<br />

1. kennis van <strong>de</strong> basisgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> komt uitgebreid aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>;<br />

<strong>2.</strong> een grondige oriëntatie op een van <strong>de</strong> toepassingsgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>;<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

283


3. expliciete aandacht voor het mo<strong>de</strong>lleren;<br />

4. verwevenheid van on<strong>de</strong>rwijs- en on<strong>de</strong>rzoeksactiviteiten door een actieve rol van on<strong>de</strong>rzoekers<br />

binnen het on<strong>de</strong>rwijs;<br />

5. rekening hou<strong>de</strong>nd met het afnemend veld.<br />

De meeste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wor<strong>de</strong>n gegeven in <strong>de</strong> vorm van hoor- en werkcolleges.<br />

In <strong>de</strong> hoorcolleges wordt theorie geïntroduceerd en behan<strong>de</strong>ld, <strong>de</strong> werkcolleges zijn bedoeld<br />

om stu<strong>de</strong>nten te laten oefenen met <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> stof, waarbij <strong>de</strong> docent feedback kan geven. In<br />

het laatste jaar van <strong>de</strong> opleiding neemt het aantal werkcolleges af, omdat <strong>de</strong> opleiding van mening<br />

is dat stu<strong>de</strong>nten in die fase zelf in staat moeten zijn om zich bepaal<strong>de</strong> stof eigen te maken.<br />

Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vakken wordt aangebo<strong>de</strong>n als practicum. Het gaat daarbij om vakken waarin<br />

het verwerven van vaardighe<strong>de</strong>n centraal staat. Deze practica kunnen on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n<br />

in mo<strong>de</strong>lleerpractica en computerpractica. In <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerpractica werken stu<strong>de</strong>nten vooral<br />

in groepen. Een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el van het programma bestaat uit zelfstudie, waarbij stu<strong>de</strong>nten zelfstandig<br />

oefenen in het aanleren en gebruiken van vaardighe<strong>de</strong>n die aansluiten bij <strong>de</strong> gevolg<strong>de</strong><br />

colleges. Ook bestu<strong>de</strong>ren zij in <strong>de</strong> tijd die gereserveerd is voor zelfstudie literatuur voor mo<strong>de</strong>lleeropdrachten.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt <strong>de</strong> bacheloropdracht als een aparte werkvorm gepresenteerd. Het is het<br />

sluitstuk van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, waarin stu<strong>de</strong>nten in groepsverband <strong>de</strong> kennis en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n<br />

die zij hebben verworven toepassen op een praktijkprobleem.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie is een tabel opgenomen waarin <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> uren <strong>over</strong> <strong>de</strong> werkvormen<br />

per jaar wordt getoond. Uit die tabel blijkt dat het aantal contacturen in het laatste jaar<br />

afneemt en dat stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong>ze fase van <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> zelfstandige studiehouding ontwikkelen<br />

die in een masteropleiding van hen wordt verwacht.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> bleek dat<br />

zij vin<strong>de</strong>n dat het programma, met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleeron<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, weinig groepswerk<br />

kent. Stu<strong>de</strong>nten mogen tussentijdse opdrachten naar eigen keuze individueel of gezamenlijk<br />

maken. Zij kunnen in het bijzon<strong>de</strong>r voor eerstejaarsvakken extra punten krijgen voor<br />

het maken van huiswerkopdrachten. Deze bonuspunten stimuleren stu<strong>de</strong>nten om har<strong>de</strong>r te<br />

werken. Stu<strong>de</strong>nten geven aan dat er voor hen een dui<strong>de</strong>lijk verschil bestaat tussen <strong>de</strong> colleges<br />

van combinatievakken en vakken die alleen voor stu<strong>de</strong>nten Wiskun<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n verzorgd. De<br />

eerste colleges zijn vaak hoorcolleges met grote groepen, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> colleges zijn in een kleinere<br />

groep, waardoor er meer interactie met <strong>de</strong> docent mogelijk is. Stu<strong>de</strong>nten hebben <strong>over</strong>igens<br />

geen problemen met <strong>de</strong> grote groepen bij combinatievakken.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding die <strong>de</strong> bacheloropdracht al hebben afgerond, zijn<br />

tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> opdracht en <strong>over</strong> <strong>de</strong> begeleiding, zo vernam <strong>de</strong> commissie. Omdat het niet<br />

mogelijk is om <strong>de</strong>ze opdracht individueel uit te voeren, leren stu<strong>de</strong>nten samen te werken. De<br />

individuele bespreking van <strong>de</strong> opdracht zorgt ervoor dat docenten kunnen vaststellen of ie<strong>de</strong>re<br />

stu<strong>de</strong>nt elk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> opdracht heeft begrepen en of <strong>de</strong> samenwerking goed is verlopen.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken met docenten bleek dat ook zij van mening zijn dat het beoor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong><br />

bacheloropdrachten geen problemen met zich meebrengt.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> twee pijlers beschreven waarop het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> masteropleiding<br />

is gebaseerd:<br />

284 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


1. zelfstandig werken (stu<strong>de</strong>nten volgen een hoorcollege en werken daarna zelfstandig aan<br />

opdrachten);<br />

<strong>2.</strong> <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erfase, die binnen alle specialisaties (met uitzon<strong>de</strong>ring van Financial engineering)<br />

een heel jaar omvat.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie is een tabel opgenomen die <strong>de</strong> uitsplitsing per specialisatie van uren per werkvorm<br />

laat zien. Uit die tabel blijkt dat het aantal contacturen na het eerste jaar afneemt en dat<br />

stu<strong>de</strong>nten zich dan wij<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> stage en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht. Stu<strong>de</strong>nten volgen aan het<br />

begin van het twee<strong>de</strong> jaar een inleiding <strong>over</strong> het zoeken van literatuur en voeren daarna een<br />

literatuuropdracht uit die in veel gevallen al voorbereidt op <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht.<br />

De stage die stu<strong>de</strong>nten verplicht volgen, wordt in principe buiten <strong>de</strong> universiteit uitgevoerd.<br />

Stu<strong>de</strong>nten dienen als afsluiting van <strong>de</strong> stage een inhou<strong>de</strong>lijk verslag en een reflectie te schrijven.<br />

Hun werk wordt door <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> docent vanuit <strong>de</strong> opleiding beoor<strong>de</strong>eld, die daar<strong>over</strong><br />

<strong>over</strong>legt met <strong>de</strong> externe beoor<strong>de</strong>laar. De afstu<strong>de</strong>eropdracht bestaat uit een literatuuropdracht,<br />

een afstu<strong>de</strong>erverslag en een slotvoordracht. De brochure Eindpunt geeft een beschrijving van<br />

<strong>de</strong> doelstellingen van <strong>de</strong> stage en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht en praktische tips voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met masterstu<strong>de</strong>nten bleek dat <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid<br />

aan werkvormen in <strong>de</strong> praktijk groter is dan uit <strong>de</strong> zelfstudie blijkt, maar sterk afhangt van <strong>de</strong><br />

specialisatie die een stu<strong>de</strong>nt volgt. Veel stu<strong>de</strong>nten volgen vakken in het ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke<br />

masterprogramma dat wordt gecoördineerd door het Regieorgaan en zijn daar positief <strong>over</strong>. Ze<br />

vin<strong>de</strong>n het prettig om college te krijgen van an<strong>de</strong>re docenten, om kennis te maken met an<strong>de</strong>re<br />

stu<strong>de</strong>nten en om in grotere groepen college te volgen.<br />

Het <strong>over</strong>grote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> masterstu<strong>de</strong>nten met wie <strong>de</strong> commissie sprak, was niet op <strong>de</strong> hoogte<br />

van het bestaan van <strong>de</strong> brochure ‘Eindpunt’. Tij<strong>de</strong>ns het gesprek met het Faculteitsbestuur<br />

bleek dat het bestuur van mening is dat <strong>de</strong> stages op een zorgvuldige manier wor<strong>de</strong>n aangepakt,<br />

maar het gebruik van <strong>de</strong> brochure niet geformaliseerd heeft.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding geen uitgewerkt en<br />

expliciet didactisch concept hanteren, maar wel een aantal kenmerken of pijlers hebben<br />

geï<strong>de</strong>ntificeerd die een lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rol spelen bij <strong>de</strong> vormgeving van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> opleidingen.<br />

De commissie kan zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> keuzen die <strong>de</strong> opleidingen op dat punt hebben<br />

gemaakt. Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie zijn <strong>de</strong> werkvormen die wor<strong>de</strong>n gehanteerd voor<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> a<strong>de</strong>quaat. Zij heeft vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong> variatie in <strong>de</strong> werkvormen voldoen<strong>de</strong> is en dat die werkvormen aansluiten bij <strong>de</strong> inhoud<br />

en <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen het curriculum. Zij is van mening dat <strong>de</strong> vorm waarin<br />

het on<strong>de</strong>rwijs wordt aangebo<strong>de</strong>n (en in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> afname van het aantal contacturen en<br />

het grotere beroep op <strong>de</strong> zelfstandigheid van stu<strong>de</strong>nten) past bij <strong>de</strong> ontwikkeling die stu<strong>de</strong>nten<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> opleiding doormaken.<br />

Naar <strong>de</strong> mening van <strong>de</strong> commissie zijn <strong>de</strong> didactische keuzen voor <strong>de</strong> inrichting van het programma<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding ook a<strong>de</strong>quaat. Zij is zich ervan bewust dat het in het geval van<br />

<strong>de</strong> masteropleiding, waarin <strong>de</strong> zelfstandigheid en <strong>de</strong> zelfwerkzaamheid van stu<strong>de</strong>nten een meer<br />

prominente plaats innemen dan in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, ook min<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> hand ligt dat <strong>de</strong><br />

opleidingen komen tot uitgesproken keuzen. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> werkvormen die voor<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

285


<strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n gebruikt in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong><br />

eindtermen van <strong>de</strong> opleiding. Het eerste <strong>de</strong>el van het programma is vooral gericht op het <strong>over</strong>brengen<br />

van gespecialiseer<strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n, het twee<strong>de</strong> op het zelfstandig toepassen<br />

van <strong>de</strong> verworven kennis en vaardighe<strong>de</strong>n. De commissie vindt wel dat er in het programma van<br />

<strong>de</strong> masteropleiding meer aandacht zou moeten wor<strong>de</strong>n besteed aan aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n<br />

zoals presenteren. De brochure ‘Eindpunt’ is in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie een goe<strong>de</strong> richtlijn<br />

voor <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erfase die algemeen bekend en gevolgd zou moeten wor<strong>de</strong>n. De commissie vindt<br />

dan ook dat <strong>de</strong> brochure structureel in het programma zou moeten wor<strong>de</strong>n opgenomen.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen<br />

aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> afstemming tussen vormgeving en inhoud.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F11: Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing<br />

Door <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen, toetsingen en examens wordt a<strong>de</strong>quaat getoetst of <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> leerdoelen van<br />

(on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma hebben gerealiseerd.<br />

Beschrijving<br />

De eisen waaraan een stu<strong>de</strong>nt van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> dient te voldoen om het bachelordiploma<br />

te behalen, staan beschreven in het On<strong>de</strong>rwijs- en Examenreglement (OER). Ie<strong>de</strong>r<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt afgesloten met een formele beoor<strong>de</strong>ling in <strong>de</strong> vorm<br />

van een schriftelijk of mon<strong>de</strong>ling tentamen, opdrachten of een werkstuk of een combinatie<br />

daarvan. Bij <strong>de</strong> vakken Wiskundig mo<strong>de</strong>lleren I en II krijgen stu<strong>de</strong>nten een groepsbeoor<strong>de</strong>ling,<br />

bij alle an<strong>de</strong>re vakken krijgen ze een individuele beoor<strong>de</strong>ling. De taakgroepen en <strong>de</strong> leerstoelgroepen<br />

beoor<strong>de</strong>len of tentamens en opdrachten <strong>de</strong> leerdoelen van een vak toetsen. Bij <strong>de</strong><br />

bacheloropdracht wordt altijd een twee<strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r ingeschakeld om het niveau te bewaken.<br />

Stu<strong>de</strong>nten kunnen zich via het Tentamen Aanmeld Systeem (TAST) aanmel<strong>de</strong>n voor tentamens.<br />

Via dit systeem kunnen zij ook informatie <strong>over</strong> tijdstippen van tentamens opvragen.<br />

Alle tentamens zijn aan het begin van het studiejaar vastgelegd, zodat stu<strong>de</strong>nten er in hun<br />

planning rekening mee kunnen hou<strong>de</strong>n. Per vak is één herkansing per jaar mogelijk.<br />

Wanneer stu<strong>de</strong>nten hun eerste jaar hebben afgerond, krijgen zij het prope<strong>de</strong>usediploma. In<br />

<strong>de</strong> zelfstudie staat beschreven dat stu<strong>de</strong>nten die na een jaar nog niet hun prope<strong>de</strong>use hebben<br />

gehaald, in bepaal<strong>de</strong> gevallen (maximaal 6 EC staan nog open) in aanmerking komen voor<br />

een zogenaamd Na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek. Dit on<strong>de</strong>rzoek is een contract tussen een stu<strong>de</strong>nt en een<br />

docent (in het algemeen <strong>de</strong> docent van het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt nog niet heeft afgerond)<br />

waarin afspraken wor<strong>de</strong>n vastgelegd <strong>over</strong> hoe <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el alsnog kan afron<strong>de</strong>n.<br />

De opleiding hoopt dat stu<strong>de</strong>nten op <strong>de</strong>ze manier zon<strong>de</strong>r vertraging kunnen beginnen aan het<br />

twee<strong>de</strong> jaar. Stu<strong>de</strong>nten die meer<strong>de</strong>re vakken niet hebben gehaald, komen niet in aanmerking<br />

voor <strong>de</strong>ze regeling.<br />

Een twee<strong>de</strong> regeling die aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> kwam in <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> is <strong>de</strong> ‘P<br />

in 2-regel’. Deze regel houdt in dat stu<strong>de</strong>nten die hun prope<strong>de</strong>use niet in twee jaar hebben<br />

gehaald, alleen nog on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use mogen volgen. Hoe <strong>de</strong>ze regel in <strong>de</strong> praktijk<br />

gehanteerd en gecontroleerd wordt, was ten tij<strong>de</strong> van het bezoek nog ondui<strong>de</strong>lijk.<br />

286 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


De toetsing in <strong>de</strong> masteropleiding vindt plaats op basis van praktische opdrachten of tentamens,<br />

schriftelijk, mon<strong>de</strong>ling of take home. Of <strong>de</strong> tentamens ook daadwerkelijk <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> leerdoelen<br />

van het vak toetsen, wordt beoor<strong>de</strong>eld door <strong>de</strong> leerstoelhou<strong>de</strong>r. Als uit <strong>de</strong> evaluaties<br />

van een vak blijkt dat stu<strong>de</strong>nten klachten hebben <strong>over</strong> <strong>de</strong> toetsing van dat vak, zal <strong>de</strong> leerstoelhou<strong>de</strong>r<br />

maatregelen nemen. Formele regelingen met betrekking tot <strong>de</strong> toetsing en beoor<strong>de</strong>ling<br />

zijn vastgelegd in het On<strong>de</strong>rwijs- en Examenreglement (OER). Binnen <strong>de</strong> opleiding bestaat<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie ook een informele manier van kwaliteitsbewaking: docenten die een tentamen<br />

hebben opgesteld, laten het concept bekijken door collega’s. Het TAST-systeem dat<br />

hierboven werd beschreven, wordt ook gebruikt voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met docenten werd dui<strong>de</strong>lijk dat docenten<br />

afspraken maken met stu<strong>de</strong>nten die beginnen met hun afstu<strong>de</strong>eropdracht. Deze afspraken<br />

wor<strong>de</strong>n opgenomen in een dossier, samen met een tijdsplanning en met eventuele wensen<br />

van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten. Dit dossier wordt geduren<strong>de</strong> het afstu<strong>de</strong>erproject actueel gehou<strong>de</strong>n door<br />

<strong>de</strong> docent. De mastercoördinator controleert of <strong>de</strong> dossiers daadwerkelijk wor<strong>de</strong>n bijgehou<strong>de</strong>n.<br />

Bij een interne afstu<strong>de</strong>eropdracht is er één begelei<strong>de</strong>r en een meelezer. Bij een externe<br />

opdracht zijn er altijd twee begelei<strong>de</strong>rs. Het eindcijfer voor <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht wordt vastgesteld<br />

door <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingscommissie, die daarbij alle aspecten van het afstu<strong>de</strong>erwerk in<br />

beschouwing neemt. Het aantal stu<strong>de</strong>nten dat intern of extern afstu<strong>de</strong>ert, varieert per leerstoelgroep.<br />

Docenten gaven aan dat stu<strong>de</strong>nten die na hun master willen gaan prom<strong>over</strong>en,<br />

meestal intern afstu<strong>de</strong>ren.<br />

De beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> stage en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht (los of gecombineerd) is <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

van <strong>de</strong> leerstoelgroep waarbinnen <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt afstu<strong>de</strong>ert. Voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling wordt<br />

een commissie ingesteld die bestaat uit <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>nd docent (een hoogleraar wiskun<strong>de</strong>), <strong>de</strong><br />

eerste begelei<strong>de</strong>r (een docent binnen <strong>de</strong> opleiding) en één an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>skundige (bij voorkeur<br />

buiten <strong>de</strong> leerstoel waar <strong>de</strong> opdracht wordt uitgevoerd). Wanneer een stu<strong>de</strong>nt stage loopt in<br />

het bedrijfsleven, maakt <strong>de</strong> externe begelei<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingscommissie. Geduren<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> stage hebben <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>rling contact.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding en met alumni bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

en <strong>de</strong> alumni zeer tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> begeleiding die zij krijgen in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat zij<br />

aan <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht werken. De docenten zijn gemakkelijk en goed bereikbaar en altijd<br />

bereid om tijd vrij te maken.<br />

Zoals al eer<strong>de</strong>r werd vermeld, wordt niet binnen ie<strong>de</strong>re leerstoelgroep gebruikgemaakt van <strong>de</strong><br />

brochure Eindpunt. De verspreiding van <strong>de</strong>ze brochure vindt plaats via het Bureau On<strong>de</strong>rwijszaken,<br />

dat stu<strong>de</strong>nten op het bestaan ervan dient te wijzen. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong><br />

commissie voer<strong>de</strong>, werd dui<strong>de</strong>lijk dat binnen <strong>de</strong> opleiding niet bekend was of dit ook daadwerkelijk<br />

gebeur<strong>de</strong>. De studieadviseur van <strong>de</strong> masteropleiding heeft <strong>de</strong> toezegging gedaan dit<br />

na te gaan.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics kennen één<br />

gemeenschappelijke Examencommissie. Tot <strong>de</strong> taken van <strong>de</strong> Examencommissie behoort on<strong>de</strong>r<br />

meer het beoor<strong>de</strong>len van verzoeken van doctoraalstu<strong>de</strong>nten om <strong>over</strong> te mogen stappen naar<br />

<strong>de</strong> bachelor‐ of <strong>de</strong> masteropleiding. De Examencommissie beoor<strong>de</strong>elt ook <strong>de</strong> vooropleiding<br />

van zijinstromers. Voor <strong>de</strong>ze groep stu<strong>de</strong>nten wordt een flexibel studiepad opgesteld dat <strong>de</strong><br />

goedkeuring van <strong>de</strong> Examencommissie nodig heeft.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

287


De Examencommissie houdt zich in het algemeen niet bezig met <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van individuele<br />

vakken. Wanneer zich op dat gebied problemen voordoen, wor<strong>de</strong>n die opgevolgd door<br />

<strong>de</strong> opleidingsdirecteur en <strong>de</strong> bachelor- of mastercoördinator. De Examencommissie neemt <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>lingen van <strong>de</strong> masteropdrachten zon<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>re controle of toetsing <strong>over</strong>. Zij controleert<br />

wel of <strong>de</strong> samenstelling van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingscommissies voldoet aan <strong>de</strong> regels die daarvoor<br />

zijn opgesteld en die zijn opgenomen in het document ‘Procedure en regels voor stage en<br />

afstu<strong>de</strong>ren’. In het gesprek met <strong>de</strong> Examencommissie werd dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> Examencommissie<br />

op <strong>de</strong> hoogte is van <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>mentscijfers van <strong>de</strong> opleidingen, maar daar geen acties aan<br />

verbindt.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> informatie met betrekking tot <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing bestu<strong>de</strong>erd<br />

en vastgesteld dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding gekozen hebben voor a<strong>de</strong>quate<br />

toetsvormen. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> toetsvormen die wor<strong>de</strong>n gehanteerd voldoen<strong>de</strong> variatie<br />

vertonen en in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> werkvorm die voor het betreffen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

wordt gehanteerd. De commissie is van mening dat zowel in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als in <strong>de</strong><br />

masteropleiding op een a<strong>de</strong>quate manier wordt getoetst of <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> leerdoelen<br />

van het programma daadwerkelijk hebben gerealiseerd. Zij heeft geconstateerd dat er op dit<br />

punt geen belemmeringen of knelpunten bestaan. De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> formele<br />

regels die <strong>de</strong> opleidingen hanteren rond <strong>de</strong> toetsing en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling in or<strong>de</strong> zijn. Zij heeft<br />

ver<strong>de</strong>r vastgesteld dat <strong>de</strong> Examencommissie a<strong>de</strong>quaat en in <strong>over</strong>eenstemming met haar wettelijke<br />

taken functioneert.<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erfase goed wordt vastgelegd en<br />

dat <strong>de</strong> Examencommissie haar controleren<strong>de</strong> rol a<strong>de</strong>quaat uitvoert. De commissie waar<strong>de</strong>ert<br />

het dat bij <strong>de</strong> vaststelling van het cijfer van een externe afstu<strong>de</strong>eropdracht door <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r<br />

me<strong>de</strong> gebruik wordt gemaakt van een bedrijfsbeoor<strong>de</strong>ling. De commissie beveelt aan <strong>de</strong>ze<br />

bedrijfsbeoor<strong>de</strong>ling ook ter kennis te brengen van <strong>de</strong> Examencommissie en <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

omdat hieruit een beeld kan wor<strong>de</strong>n verkregen in hoeverre <strong>de</strong> opleiding goed voorbereidt<br />

op <strong>de</strong> beroepspraktijk.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het<br />

criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> toetsing en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt<br />

dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>.<br />

288 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


6.<strong>2.</strong>3. Inzet van personeel<br />

F12: Eisen WO<br />

De opleiding sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor <strong>de</strong> inzet van personeel van een WO-opleiding:<br />

Het on<strong>de</strong>rwijs wordt voor een belangrijk <strong>de</strong>el verzorgd door on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het vakgebied.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie is een tabel opgenomen waarin <strong>de</strong> omvang van het personeel dat wordt ingezet<br />

in <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> wordt weergegeven. In totaal is <strong>de</strong> omvang<br />

84,2 fte (115 personen). Hierin wor<strong>de</strong>n ook promovendi en stu<strong>de</strong>ntassistenten meegerekend.<br />

Van <strong>de</strong>ze 84,2 fte wordt 20,0 fte ingezet voor eigen en toegeleverd on<strong>de</strong>rwijs (on<strong>de</strong>rwijs aan<br />

niet-wiskun<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten). Alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf (hoogleraren, universitair<br />

hoofddocenten en universitair docenten) zijn gepromoveerd en verbon<strong>de</strong>n aan lokale on<strong>de</strong>rzoeksinstituten<br />

en ‐scholen; <strong>de</strong> meesten van hen zijn ook aangesloten bij lan<strong>de</strong>lijke on<strong>de</strong>rzoeksinstituten<br />

en -scholen. Alle docenten wor<strong>de</strong>n zowel in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als in <strong>de</strong><br />

masteropleiding ingezet, al hebben <strong>de</strong> hoogleraren meer on<strong>de</strong>rwijstaken in <strong>de</strong> masteropleiding<br />

dan in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Er zijn twee hoogleraren die on<strong>de</strong>rwijs in het eerste jaar van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> verzorgen.<br />

De Me<strong>de</strong>werkers On<strong>de</strong>rwijs (MOW) wor<strong>de</strong>n hoofdzakelijk ingezet ten behoeve van het toegelever<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwijs. Deze me<strong>de</strong>werkers wor<strong>de</strong>n ook ingezet voor an<strong>de</strong>re taken, zoals het mentoraat,<br />

<strong>de</strong> voorlichting en bestuurlijke activiteiten.<br />

De docenten brengen hun kennis van <strong>de</strong> professionele praktijk in het programma in, on<strong>de</strong>r<br />

meer in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en in <strong>de</strong> stage en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht in <strong>de</strong><br />

masteropleiding. De inhoud van <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wordt voor een groot <strong>de</strong>el bepaald door het<br />

on<strong>de</strong>rzoek dat <strong>de</strong> docenten verrichten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf die on<strong>de</strong>rwijs<br />

verzorgen ten behoeve van <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> gepromoveerd zijn<br />

en on<strong>de</strong>rzoek verrichten dat regelmatig wordt beoor<strong>de</strong>eld door internationaal samengestel<strong>de</strong><br />

visitatiecommissies. Zij conclu<strong>de</strong>ert op basis daarvan dat een belangrijk <strong>de</strong>el van het on<strong>de</strong>rwijs<br />

wordt verzorgd door actieve on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling van het<br />

vakgebied. De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken op een soli<strong>de</strong> manier wor<strong>de</strong>n<br />

ver<strong>de</strong>eld on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> docenten.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen<br />

aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

289


F13: Kwantiteit personeel<br />

Er wordt voldoen<strong>de</strong> personeel ingezet om <strong>de</strong> opleiding met <strong>de</strong> gewenste kwaliteit te verzorgen.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt een beschrijving gegeven van <strong>de</strong> organisatie van het on<strong>de</strong>rwijs bij <strong>de</strong><br />

opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Daaruit blijkt dat <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsformatie<br />

(het aantal fte dat beschikbaar is voor on<strong>de</strong>rwijs) <strong>de</strong> afgelopen jaren is teruggelopen<br />

door afnemen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenaantallen (een daling van 13,6 fte in zes jaar).<br />

In <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met docenten kwam naar voren dat zij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsbelasting<br />

als zwaar en hoog ervaren. Docenten beste<strong>de</strong>n ongeveer 50% van hun tijd aan<br />

on<strong>de</strong>rwijstaken, inclusief voorbereiding. De urenberekening wordt gebaseerd op gegevens van<br />

het jaar ervoor, waarbij ook gekeken wordt naar eventuele an<strong>de</strong>re taken, zoals het begelei<strong>de</strong>n<br />

van afstu<strong>de</strong>eropdrachten. De leerstoelhou<strong>de</strong>r is binnen <strong>de</strong> leerstoelgroep verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken.<br />

De verwachting van docenten is dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsbelasting <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> tijd ver<strong>de</strong>r zal stijgen.<br />

Deze stijging wordt veroorzaakt door het loskoppelen van een aantal combinatievakken, die<br />

dan twee keer moeten wor<strong>de</strong>n verzorgd, eenmaal voor wiskun<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten en eenmaal voor<br />

stu<strong>de</strong>nten van an<strong>de</strong>re opleidingen.<br />

In het gesprek dat <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met het faculteitsbestuur bleek dat promovendi in zeer<br />

beperkte mate wor<strong>de</strong>n ingezet in het on<strong>de</strong>rwijs. Promovendi uit <strong>de</strong> eerste geldstroom hebben<br />

<strong>de</strong> verplichting om on<strong>de</strong>rwijs te geven, maar <strong>de</strong>ze verplichting geldt niet voor promovendi die<br />

wor<strong>de</strong>n betaald uit <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> of <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> geldstroom. Omdat <strong>de</strong> meeste promovendi momenteel<br />

wor<strong>de</strong>n gefinancierd uit <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> of <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> geldstroom en vaak uit het buitenland<br />

komen, zijn zij min<strong>de</strong>r makkelijk in te zetten in het on<strong>de</strong>rwijs. In <strong>de</strong> tabel blijkt <strong>over</strong>igens het<br />

percentage promovendi dat on<strong>de</strong>rwijs van een hoogleraar <strong>over</strong>neemt niet opgenomen te zijn.<br />

De commissie heeft niet kunnen vaststellen hoeveel promovendi voor on<strong>de</strong>rwijs op die manier<br />

als vervanger zijn ingezet. Daarnaast maken <strong>de</strong> opleidingen veel gebruik van stu<strong>de</strong>ntassistenten<br />

om docenten te ontlasten.<br />

De commissie vernam na haar bezoek dat er een reorganisatie van <strong>de</strong> faculteit in voorbereiding<br />

was. De commissie heeft <strong>de</strong> verzekering gekregen dat <strong>de</strong>ze reorganisatie slechts geringe gevolgen<br />

zal hebben voor <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsformatie die beschikbaar is voor <strong>de</strong> opleidingen<br />

op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> opleidingen net voldoen<strong>de</strong> personeel inzetten om het<br />

on<strong>de</strong>rwijs met <strong>de</strong> gewenste kwaliteit te verzorgen. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> docenten een<br />

zware on<strong>de</strong>rwijslast hebben, die in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie nog net niet onwerkbaar is, maar<br />

die niet ver<strong>de</strong>r kan wor<strong>de</strong>n verhoogd. De commissie is van mening dat <strong>de</strong> opleidingen meer<br />

promovendi in het on<strong>de</strong>rwijs zou<strong>de</strong>n kunnen inzetten om <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijslast van <strong>de</strong> docenten<br />

enigszins te verlichten.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen ten tij<strong>de</strong> van haar bezoek vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n aan het<br />

criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> kwantiteit van het personeel. Zij heeft met enige bezorgdheid<br />

kennisgenomen van het bericht <strong>over</strong> <strong>de</strong> reorganisatie binnen <strong>de</strong> faculteit, maar zij is niet<br />

in staat om <strong>de</strong> mogelijke gevolgen van die reorganisatie op waar<strong>de</strong> te schatten.<br />

290 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F14: Kwaliteit personeel<br />

Het personeel is gekwalificeerd voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke, on<strong>de</strong>rwijskundige en organisatorische realisatie van het<br />

programma.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudies van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding wordt beschreven welke elf<br />

vakgebie<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong> bezet wor<strong>de</strong>n door hoogleraren of universitair<br />

hoofddocenten. Daarna wordt ingegaan op het on<strong>de</strong>rwijskundig en didactisch niveau van <strong>de</strong><br />

staf en het loopbaanbeleid van <strong>de</strong> opleidingen.<br />

Zowel uit <strong>de</strong> zelfstudie als uit <strong>de</strong> gesprekken met docenten is gebleken dat <strong>de</strong> ontwikkeling van<br />

het on<strong>de</strong>rwijskundig niveau van <strong>de</strong> staf structureel binnen <strong>de</strong> opleiding is verankerd. Nieuwe<br />

(junior)docenten volgen een didactisch inwerktraject dat uit een zestal modules bestaat die <strong>de</strong><br />

huidige stand van zaken binnen <strong>de</strong> didactiek laten zien (te <strong>de</strong>nken valt aan competenties, leerdoelen,<br />

et cetera). Dit traject wordt verzorgd door <strong>de</strong> Dienst Informatie, Technologie, Bibliotheek<br />

en Educatie (ITBE) van <strong>de</strong> Universiteit Twente. De nieuwe docenten binnen het traject<br />

hebben zowel een interne begelei<strong>de</strong>r, een docent van <strong>de</strong> opleiding als een begelei<strong>de</strong>r uit <strong>de</strong><br />

cursussen. Dit traject kost ongeveer 250 uur op jaarbasis. De docenten die het traject volgen,<br />

ervaren het als zwaar, maar nuttig. Zij hebben het gevoel op <strong>de</strong>ze manier te leren een vak op<br />

systematische wijze op te zetten. Zij wor<strong>de</strong>n ontlast in het on<strong>de</strong>rwijs en krijgen extra tijd om<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die zij geven vorm te geven volgens <strong>de</strong> nieuw verworven kennis. Docenten die<br />

al langer in dienst zijn, kunnen ook cursussen bij <strong>de</strong> ITBE volgen. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie hebben<br />

vrijwel alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> staf die in vaste dienst zijn in het recente verle<strong>de</strong>n <strong>de</strong>elgenomen<br />

aan een of meer<strong>de</strong>re cursussen. Daarnaast bleek uit <strong>de</strong> gesprekken met docenten dat zij elkaars<br />

colleges bezoeken en op informele wijze feedback geven.<br />

In het ka<strong>de</strong>r van het HRM-beleid wordt ie<strong>de</strong>r jaar voor elk staflid een functioneringsgesprek<br />

met <strong>de</strong> leerstoelhou<strong>de</strong>r gepland. In dit gesprek komt zowel on<strong>de</strong>rzoek als on<strong>de</strong>rwijs aan <strong>de</strong><br />

or<strong>de</strong>. Er wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie structureel aandacht besteed aan vier zaken die betrekking<br />

hebben op het on<strong>de</strong>rwijs:<br />

1. evaluatie van gemaakte afspraken van het afgelopen jaar;<br />

<strong>2.</strong> <strong>over</strong>zicht van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken;<br />

3. terugblik <strong>over</strong> <strong>de</strong> afgelopen twaalf maan<strong>de</strong>n;<br />

4. planning van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> twaalf maan<strong>de</strong>n.<br />

Daarnaast wordt in <strong>de</strong> functioneringsgesprekken ook aandacht besteed aan werkomstandighe<strong>de</strong>n,<br />

ontwikkelingsmogelijkhe<strong>de</strong>n en opleiding en scholing. Alle gevoer<strong>de</strong> gesprekken wor<strong>de</strong>n<br />

binnen het managementteam besproken. Docenten gaven in <strong>de</strong> gesprekken met <strong>de</strong> commissie<br />

aan dat binnen <strong>de</strong>ze functioneringsgesprekken aandacht is voor zowel positieve als negatieve<br />

punten. Wanneer blijkt dat er zaken niet goed gaan, wordt er een verbetertraject opgesteld<br />

waarvoor concrete en meetbare afspraken wor<strong>de</strong>n gemaakt. Indien er na twee jaar geen verbeteringen<br />

wor<strong>de</strong>n geconstateerd, wordt het contract ontbon<strong>de</strong>n. Tot op he<strong>de</strong>n is dat binnen <strong>de</strong><br />

opleidingen nog niet voorgekomen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

291


De leerstoelhou<strong>de</strong>r heeft <strong>de</strong> mogelijkheid om een goe<strong>de</strong> docent voor te dragen voor promotie<br />

van ud1 naar ud<strong>2.</strong> Wanneer een universitair docent wordt voorgedragen voor een positie als<br />

universitair hoofddocent, wordt er een benoemingsadviescommissie ingesteld, waarin minimaal<br />

een extern lid zitting heeft. In <strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen van <strong>de</strong>ze adviescommissie speelt zowel<br />

on<strong>de</strong>rwijs als on<strong>de</strong>rzoek een rol. Als <strong>de</strong> commissie tot een positief advies komt, gaat <strong>de</strong> voordracht<br />

naar het College van Bestuur dat uitein<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> nieuwe hoofddocent benoemt.<br />

De Universiteit Twente kent een programma voor vrouwen in hoge posities. In het ka<strong>de</strong>r daarvan<br />

dienen faculteiten vrouwelijke talenten te ‘scouten’. Deze stafle<strong>de</strong>n krijgen een persoonlijk<br />

inwerktraject, inclusief coaching. Bij <strong>de</strong> persoonlijk hoogleraren (zon<strong>de</strong>r leerstoel) moet het<br />

aantal mannen en vrouwen gelijk zijn. Daarnaast hangt bevor<strong>de</strong>ring niet meer af van het aantal<br />

plekken voor uhd’s en hoogleraren, maar van <strong>de</strong> financiële ruimte. De effecten van dit beleid<br />

waren ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie nog niet zichtbaar.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken met docenten en met het management bleek dat <strong>de</strong> opleidingen er veel aan<br />

doen om jonge docenten en vrouwelijke stafle<strong>de</strong>n in huis te hou<strong>de</strong>n, maar dat dat vaak niet<br />

lukt. De oorzaken voor vertrek zijn zeer verschillend en altijd persoonlijk van aard. Volgens<br />

het management wordt goed on<strong>de</strong>rwijs beloond: <strong>de</strong> ruimte die bestaat binnen <strong>de</strong> Universitaire<br />

Functie Or<strong>de</strong>ning wordt optimaal benut.<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken met stu<strong>de</strong>nten is <strong>de</strong> commissie gebleken dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zeer tevre<strong>de</strong>n zijn<br />

<strong>over</strong> hun docenten. De staf, inclusief <strong>de</strong> hoogleraren, is goed bena<strong>de</strong>rbaar en het contact is in<br />

het algemeen prettig. Docenten binnen Toegepaste wiskun<strong>de</strong> zijn verschillen<strong>de</strong> malen genomineerd<br />

voor on<strong>de</strong>rwijsprijzen, een gegeven waaruit ook waar<strong>de</strong>ring spreekt. De docenten zijn<br />

ook positief <strong>over</strong> hun contacten met stu<strong>de</strong>nten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> aandacht van <strong>de</strong> faculteit voor <strong>de</strong> didactische scholing van docenten.<br />

Zij vindt het invoeren van een didactisch inwerktraject voor beginnen<strong>de</strong> docenten een<br />

goed initiatief. Zij is er, op grond van <strong>de</strong> informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> activiteiten op het gebied van <strong>de</strong><br />

scholing en training en op grond van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van stu<strong>de</strong>nten van <strong>over</strong>tuigd dat <strong>de</strong> docenten<br />

beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskundige en <strong>de</strong> organisatorische kwalificaties die noodzakelijk zijn<br />

om <strong>de</strong> programma’s op een a<strong>de</strong>quate manier uit te voeren. De docenten beschikken naar het<br />

oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie ook <strong>over</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke inhou<strong>de</strong>lijke expertise.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> staf gedreven en toegewijd is. Zij heeft veel waar<strong>de</strong>ring<br />

voor het beleid om docenten compensatie te bie<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> uren die zij beste<strong>de</strong>n aan een cursus<br />

op het gebied van <strong>de</strong> didactiek. Ook waar<strong>de</strong>ert zij het initiatief van stafle<strong>de</strong>n om binnen <strong>de</strong><br />

eigen leerstoelgroep colleges bij te wonen en op informele wijze feedback aan collega’s te geven.<br />

De commissie heeft ook lof voor het beleid om voor docenten wier on<strong>de</strong>rwijs min<strong>de</strong>r goed<br />

verloopt een verbetertraject op te stellen en hun <strong>de</strong> mogelijkheid te bie<strong>de</strong>n om aanvullen<strong>de</strong><br />

scholing te volgen. Het HRM-beleid binnen <strong>de</strong> opleidingen is in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie<br />

goed en dui<strong>de</strong>lijk.<br />

De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong><br />

bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

292 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>.<br />

6.<strong>2.</strong>4. Voorzieningen<br />

F15: Materiële voorzieningen<br />

De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> voorzieningen voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

beschreven. De zelfstudie vermeldt dat een brand in november 2002 het on<strong>de</strong>rwijsgebouw<br />

verwoestte waarin ook Toegepaste Wiskun<strong>de</strong> gevestigd was. Als gevolg daarvan wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> staf in verschillen<strong>de</strong> pan<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgebracht. Sinds enige tijd zijn <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers<br />

weer in één pand herenigd. Dat zal zo blijven, al zal <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling binnenkort verhuizen naar<br />

een an<strong>de</strong>r locatie. In 2009 zal een laatste, <strong>de</strong>finitieve verhuizing naar een nieuw pand plaatsvin<strong>de</strong>n.<br />

Alle collegezalen waarvan <strong>de</strong> opleiding gebruikmaakt, hebben netwerkaansluitingen en <strong>de</strong><br />

meeste hebben ook een beamer. De faculteit heeft een aantal practicumruimten met pc’s,<br />

waarvan stu<strong>de</strong>nten gebruik kunnen maken wanneer er geen on<strong>de</strong>rwijs plaatsvindt. Stu<strong>de</strong>nten<br />

kunnen gebruik maken van allerlei voorzieningen op <strong>de</strong> campus van <strong>de</strong> Universiteit Twente,<br />

zoals een campusbreed draadloos netwerk, goedkope software en een snel netwerk dat ook<br />

beschikbaar is in <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenwoningen op <strong>de</strong> campus.<br />

De bibliotheek heeft een centrale vestiging die niet in <strong>de</strong> directe nabijheid van <strong>de</strong> collegezalen<br />

is. In <strong>de</strong> zelfstudie wordt geconstateerd dat dit gegeven stu<strong>de</strong>nten niet motiveert om <strong>de</strong><br />

bibliotheek te bezoeken. De commissie heeft in <strong>de</strong> gesprekken met stu<strong>de</strong>nten vastgesteld dat<br />

die observatie correct is. Daarnaast wordt <strong>de</strong> bibliotheek momenteel verbouwd, waardoor er<br />

min<strong>de</strong>r werkplekken beschikbaar zijn. Wel kunnen stu<strong>de</strong>nten via <strong>de</strong> site van <strong>de</strong> bibliotheek<br />

bestan<strong>de</strong>n raadplegen en hebben zij toegang tot databases en catalogi.<br />

Het versprei<strong>de</strong>n van informatie <strong>over</strong> vakken, roosters en tentamens vindt groten<strong>de</strong>els plaats via<br />

internet. In een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wordt gebruikgemaakt van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Universiteit Twente<br />

zelf ontworpen elektronische leeromgeving Teletop.<br />

De commissie heeft zich tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit zelf een beeld gevormd van <strong>de</strong><br />

voorzieningen waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> opleidingen kunnen beschikken.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen beschikken <strong>over</strong> a<strong>de</strong>quate materiële voorzieningen<br />

die het mogelijk maken om <strong>de</strong> programma’s op <strong>de</strong> gewenste manier te verzorgen. Zij<br />

heeft tij<strong>de</strong>ns het bezoek vastgesteld dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsruimten, <strong>de</strong> computervoorzieningen en <strong>de</strong><br />

bibliotheek voldoen aan <strong>de</strong> eisen die daaraan gesteld mogen wor<strong>de</strong>n. Datzelf<strong>de</strong> geldt voor an<strong>de</strong>re<br />

voorzieningen waarop stu<strong>de</strong>nten een beroep kunnen doen. De ICT-voorzieningen zijn goed.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

293


Omdat <strong>de</strong> opleidingen zich in een transitiefase bevin<strong>de</strong>n als gevolg van verbouwingen en verhuizingen,<br />

is het in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie begrijpelijk dat bepaal<strong>de</strong> voorzieningen (zoals<br />

<strong>de</strong> bibliotheek) niet goed bereikbaar zijn. De commissie is echter ook van mening dat <strong>de</strong>ze fase<br />

niet te lang mag voortduren.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking heeft<br />

op <strong>de</strong> materiële voorzieningen.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F16: Studiebegeleiding<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten zijn a<strong>de</strong>quaat met het oog op studievoortgang.<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten sluiten aan bij <strong>de</strong> behoefte van stu<strong>de</strong>nten.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten op verschillen<strong>de</strong> manier geïnformeerd <strong>over</strong> bijvoorbeeld<br />

<strong>de</strong> voortgang van hun studie, <strong>de</strong> inhoud van vakken en vervolgmogelijkhe<strong>de</strong>n na het<br />

behalen van een bachelor- of masterdiploma. Enerzijds kunnen stu<strong>de</strong>nten gebruikmaken van<br />

geschreven informatie, zoals <strong>de</strong> studiegids, <strong>de</strong> website en Teletop (voor vakken), an<strong>de</strong>rzijds<br />

zijn er stafle<strong>de</strong>n bij wie stu<strong>de</strong>nten kunnen aankloppen voor informatie of begeleiding. Voor <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zijn er twee bachelormentoren, die fungeren als studieadviseur.<br />

Voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding is er een studieadviseur en <strong>de</strong> hoogleraar bij wie<br />

een stu<strong>de</strong>nt wil afstu<strong>de</strong>ren. De opleidingen hebben ervoor gekozen dat alle studiebegelei<strong>de</strong>rs<br />

en ‐adviseurs <strong>de</strong>el uitmaken van het docententeam. Dit wordt door alle betrokkenen als prettig<br />

ervaren, omdat <strong>de</strong>ze stafle<strong>de</strong>n inhou<strong>de</strong>lijk goed op <strong>de</strong> hoogte zijn en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten kennen<br />

uit colleges.<br />

In het eerste jaar van hun studie wor<strong>de</strong>n alle stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> drie maal<br />

opgeroepen voor een gesprek, waarin on<strong>de</strong>r meer aandacht wordt besteed aan voortgang en<br />

planning. De opkomst voor <strong>de</strong>ze gesprekken is volgens <strong>de</strong> adviseurs goed. In het twee<strong>de</strong> en<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar is <strong>de</strong> begeleiding meer op afstand, <strong>de</strong> voortgang van stu<strong>de</strong>nten wordt gemonitord<br />

en alleen wanneer <strong>de</strong> voortgang onvoldoen<strong>de</strong> is, wordt een stu<strong>de</strong>nt opgeroepen voor een<br />

gesprek. Ook hier is <strong>de</strong> respons goed. Daarnaast kunnen stu<strong>de</strong>nten altijd zelf aankloppen bij<br />

hun bachelormentor. Stu<strong>de</strong>nten weten hun mentor ook te vin<strong>de</strong>n.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> geeft in het eerste jaar een advies aan alle stu<strong>de</strong>nten. Dit advies kent een<br />

van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> drie vormen:<br />

1. De studie kan zon<strong>de</strong>r problemen wor<strong>de</strong>n voortgezet.<br />

<strong>2.</strong> De studie kan voortgezet wor<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> resultaten verbeteren.<br />

3. Het is verstandiger <strong>de</strong> studie niet voort te zetten.<br />

De adviezen wor<strong>de</strong>n formeel vastgesteld door <strong>de</strong> <strong>de</strong>caan van <strong>de</strong> faculteit, maar van tevoren<br />

door <strong>de</strong> bachelormentor besproken met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt. Uit gesprekken met <strong>de</strong> adviseurs bleek dat<br />

veel stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns hun studie in meer of min<strong>de</strong>re mate vertraging oplopen. De re<strong>de</strong>nen<br />

voor <strong>de</strong>ze vertraging liggen meestal niet in <strong>de</strong> moeilijkheid van <strong>de</strong> studie, maar het feit dat bijbaantjes<br />

en activiteiten binnen <strong>de</strong> studievereniging tijd kosten. Deze observatie wordt beves-<br />

294 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


tigd door stu<strong>de</strong>nten, docenten en studieadviseur. Vertraging in het begin van <strong>de</strong> studie wordt<br />

ook veroorzaakt door onvoldoen<strong>de</strong> voorkennis. Een bin<strong>de</strong>nd studieadvies wordt momenteel<br />

nog niet uitgebracht, maar dat zal in <strong>de</strong> toekomst wel universiteitsbreed gaan gebeuren.<br />

De voorlichting aan bachelorstu<strong>de</strong>nten <strong>over</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> masteropleiding<br />

wordt in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar gegeven. Deze voorlichting vindt plaats tij<strong>de</strong>ns verplichte lunchbijeenkomsten,<br />

waar hoogleraren stu<strong>de</strong>nten informeren <strong>over</strong> het vakgebied en <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong><br />

specialisatie. Voor informatie <strong>over</strong> masteropleidingen buiten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> of zelfs buiten <strong>de</strong> Universiteit<br />

Twente kunnen stu<strong>de</strong>nten terecht bij <strong>de</strong> Infotheek van <strong>de</strong> Universiteit Twente.<br />

De begeleiding van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding wordt gedaan door <strong>de</strong> masterstudieadviseur.<br />

In het gesprek dat <strong>de</strong> commissie met hem had, werd dui<strong>de</strong>lijk dat hij viermaal per<br />

jaar <strong>de</strong> voortgang van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding controleert via het universitaire<br />

studievoortgangssysteem FASIT. Indien er daartoe aanleiding is, roept hij een stu<strong>de</strong>nt op voor<br />

een gesprek. Aan <strong>de</strong>ze oproepen wordt goed gehoor gegeven. Daarnaast kunnen <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

zelf <strong>de</strong> studieadviseur bena<strong>de</strong>ren met problemen of vragen. In het laatste jaar van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

wor<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten hoofdzakelijk begeleid door <strong>de</strong> hoogleraar bij wie zij afstu<strong>de</strong>ren.<br />

De studieadviseur heeft binnen <strong>de</strong> masteropleiding een twee<strong>de</strong> taak, namelijk het signaleren<br />

van problemen met betrekking tot on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het studieprogramma. Hiertoe heeft <strong>de</strong><br />

adviseur een uitgebrei<strong>de</strong> enquête opgezet en verspreid on<strong>de</strong>r masterstu<strong>de</strong>nten. De vragenlijst<br />

en <strong>de</strong> resultaten zijn opgenomen in <strong>de</strong> bijlagen van <strong>de</strong> zelfstudie. Hieron<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r F17) wordt<br />

na<strong>de</strong>r ingegaan op <strong>de</strong>ze evaluatie.<br />

De studievereniging Abacus geeft informatie <strong>over</strong> loopbaanperspectieven en organiseert bijvoorbeeld<br />

excursies, studiereizen en symposia, die toegankelijk zijn voor stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> begeleiding van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> a<strong>de</strong>quaat<br />

is. Zij heeft geconstateerd dat <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten op systematische wijze gemonitord en aangespoord<br />

wor<strong>de</strong>n. Zij vindt wel dat er regelmatiger (en meer gestructureerd) contact dient te<br />

zijn tussen begelei<strong>de</strong>r en stu<strong>de</strong>nt na het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. De commissie is<br />

van mening dat <strong>de</strong> opleiding in <strong>de</strong> begeleiding van bachelorstu<strong>de</strong>nten meer nadruk zou moeten<br />

leggen op het behalen van het bachelordiploma voordat stu<strong>de</strong>nten aan <strong>de</strong> masteropleiding<br />

beginnen. Dat wordt nu in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie te weinig gedaan, waardoor het verweven<br />

stu<strong>de</strong>ren (te) veel voorkomt. De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> informatievoorziening<br />

voldoet aan <strong>de</strong> eisen die daaraan gesteld mogen wor<strong>de</strong>n.<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> studiebegeleiding in <strong>de</strong> masteropleiding op een goe<strong>de</strong> en<br />

passen<strong>de</strong> manier wordt uitgevoerd. Zij heeft veel waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> proactieve houding van<br />

<strong>de</strong> studieadviseur van <strong>de</strong> masteropleiding en voor <strong>de</strong> masterevaluatie die is uitgevoerd.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> voldoet aan het criterium dat<br />

betrekking heeft op <strong>de</strong> studiebegeleiding en dat <strong>de</strong> masteropleiding dat criterium <strong>over</strong>treft en<br />

daarom het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ verdient.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

295


Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt<br />

dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>.<br />

6.<strong>2.</strong>5. Interne kwaliteitszorg<br />

F17: Evaluatie resultaten<br />

De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand van toetsbare streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

De nadruk in <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs dat in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt<br />

verzorgd, ligt volgens <strong>de</strong> zelfstudie op <strong>de</strong> verbeteringsfunctie die een evaluatie kan hebben. De<br />

resultaten van evaluaties wor<strong>de</strong>n gebruikt voor <strong>de</strong> interne verantwoording (bijvoorbeeld voor<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie en <strong>de</strong> Faculteitsraad) en <strong>de</strong> externe verantwoording (voor het College<br />

van Bestuur en met het oog op het verkrijgen van accreditatie).<br />

Het bacheloron<strong>de</strong>rwijs wordt op verschillen<strong>de</strong> manieren geëvalueerd. De nadruk ligt op evaluatie<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>, zodat waar mogelijk nog geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong><br />

verbeteringen kunnen wor<strong>de</strong>n aangebracht. Het belangrijkste evaluatie-instrument zijn <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>ntenpanelgesprekken, die halverwege een kwartiel wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n. Deze gesprekken<br />

wor<strong>de</strong>n georganiseerd door het stu<strong>de</strong>ntlid van <strong>de</strong> Commissie Uitvoering On<strong>de</strong>rwijs (CUO).<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze gesprekken kunnen stu<strong>de</strong>nten aangeven of zij tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> het gebo<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rwijs in dat kwartiel en of er eventueel problemen of klachten zijn. Kleine, ‘technische’<br />

problemen wor<strong>de</strong>n meteen door <strong>de</strong> CUO opgelost, grotere problemen wor<strong>de</strong>n doorgestuurd<br />

naar <strong>de</strong> Opleidingscommissie. De CUO bestaat uit <strong>de</strong> opleidingsdirecteur, <strong>de</strong> bachelorcoördinator,<br />

een mentor, een me<strong>de</strong>werker van het Bureau On<strong>de</strong>rwijszaken en een stu<strong>de</strong>nt. Deze<br />

commissie bespreekt <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> panelgesprekken. Ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong><br />

commissie stuur<strong>de</strong> <strong>de</strong> CUO verslagen van die ge<strong>de</strong>elten die zij relevant achtte voor <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

door naar <strong>de</strong>ze commissie. De informatie die <strong>de</strong> Opleidingscommissie <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong>ze panelgesprekken ontving werd dus feitelijk gefilterd door <strong>de</strong> CUO.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie is een tabel opgenomen waarin alle evaluatievormen die <strong>de</strong> opleiding kent, zijn<br />

opgenomen. Naast <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenpanelgesprekken en <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong> CUO-verga<strong>de</strong>ring<br />

hebben <strong>de</strong> mentoren halverwege ie<strong>de</strong>r kwartiel een groepsgesprek met eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten<br />

waarin ook mogelijke knelpunten wor<strong>de</strong>n besproken. Docenten bespreken voor aanvang van<br />

een kwartiel het on<strong>de</strong>rwijs dat dat kwartiel aan bod komt, om zo te voorkomen dat er knelpunten<br />

ontstaan. Schriftelijke vakevaluaties vin<strong>de</strong>n niet structureel plaats, maar volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie alleen op aanvraag. In <strong>de</strong> zelfstudie is geen informatie opgenomen <strong>over</strong> <strong>de</strong> frequentie<br />

en <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong>rgelijke schriftelijke evaluaties.<br />

Grotere veran<strong>de</strong>ringen in het programma van <strong>de</strong> opleidingen wor<strong>de</strong>n ter advisering voorgelegd<br />

aan <strong>de</strong> Opleidingscommissie. Bij <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen die in het recente verle<strong>de</strong>n plaatsvon<strong>de</strong>n,<br />

wer<strong>de</strong>n ook aanbevelingen van <strong>de</strong> vorige visitatiecommissie meegenomen. An<strong>de</strong>re zaken waar<strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie recentelijk advies heeft uitgebracht zijn on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> plaats van<br />

Speltheorie in het programma, <strong>de</strong> communicatie tussen stu<strong>de</strong>nten en docenten bij lan<strong>de</strong>lijke<br />

cursussen, het on<strong>de</strong>rwijskwaliteitsplan en <strong>de</strong> uitwerking van verschillen<strong>de</strong> masterprogramma’s.<br />

296 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


Volgens <strong>de</strong> zelfstudie heeft <strong>de</strong> Opleidingscommissie in <strong>de</strong>cember 2005 een evaluatieplan voor<br />

<strong>de</strong> masteropleiding vastgesteld. Het plan is opgesteld door <strong>de</strong> studieadviseur van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

en zal in <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren wor<strong>de</strong>n bijgesteld. Ook in dit plan ligt <strong>de</strong> nadruk op <strong>de</strong><br />

verbetering van het on<strong>de</strong>rwijs. In <strong>de</strong> zelfstudie wordt het evaluatieplan uitgebreid beschreven.<br />

Evaluaties binnen <strong>de</strong> masteropleiding zullen op drie niveaus wor<strong>de</strong>n uitgevoerd: op het niveau<br />

van het vak (inhoud, werkvormen, organisatie, toetsing), op het niveau van het semester (lan<strong>de</strong>lijke<br />

vakken, instroom vanuit <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, Engels als voertaal, stu<strong>de</strong>erbaarheid) en<br />

op het niveau van <strong>de</strong> opleiding (voorbereiding van on<strong>de</strong>rwijs op stage en afstu<strong>de</strong>ren, aca<strong>de</strong>mische<br />

vorming, voorbereiding op latere werkzaamhe<strong>de</strong>n). Stu<strong>de</strong>nten, docenten en het management<br />

wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> evaluaties betrokken.<br />

De masteropleiding heeft besloten dat <strong>de</strong> prioriteit ligt bij <strong>de</strong> evaluaties op vakniveau (waarvoor<br />

alle stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong>elnemen aan een vak wor<strong>de</strong>n bevraagd, dus ook bachelorstu<strong>de</strong>nten die<br />

‘verweven’ stu<strong>de</strong>ren) en op semesterniveau (waarvoor alleen stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

wor<strong>de</strong>n bevraagd). Vakevaluaties wor<strong>de</strong>n gedaan met behulp van vragenlijsten. De semesterevaluaties<br />

vin<strong>de</strong>n plaats tij<strong>de</strong>ns gesprekken met stu<strong>de</strong>nten. Mogelijke knelpunten die aan het<br />

licht komen, wor<strong>de</strong>n besproken in <strong>de</strong> Opleidingscommissie en in het on<strong>de</strong>rwijsmanagementteam.<br />

De opleidingen hebben geen streefdoelen geformuleerd met behulp waarvan kan wor<strong>de</strong>n<br />

getoetst of <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties voldoen<strong>de</strong> zijn of niet.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat het on<strong>de</strong>rwijs binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> systematisch en<br />

periodiek wordt geëvalueerd door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenpanelgesprekken die tij<strong>de</strong>ns ie<strong>de</strong>r<br />

kwartiel plaatsvin<strong>de</strong>n. Daarnaast voeren docenten voor aanvang van elk kwartiel gesprekken<br />

die erop gericht zijn om mogelijke problemen in een zeer vroeg stadium te on<strong>de</strong>rkennen en<br />

daardoor te vermij<strong>de</strong>n. De commissie is wel van mening dat <strong>de</strong> evaluatiecyclus op een meer<br />

systematische en gestructureer<strong>de</strong> manier dient te wor<strong>de</strong>n uitgevoerd dan ten tij<strong>de</strong> van haar<br />

bezoek het geval was. Zij vindt dat <strong>de</strong> evaluaties van <strong>de</strong> vakken zou<strong>de</strong>n moeten plaatsvin<strong>de</strong>n<br />

op basis van een gestandaardiseer<strong>de</strong> vragenlijst en dat <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> evaluaties on<strong>de</strong>r<br />

alle betrokkenen en belanghebben<strong>de</strong>n moeten wor<strong>de</strong>n verspreid en dat die uitkomsten niet<br />

gefilterd moeten wor<strong>de</strong>n voordat ze wor<strong>de</strong>n verspreid.<br />

De commissie heeft waar<strong>de</strong>ring voor het evaluatieplan van <strong>de</strong> masteropleiding en <strong>de</strong> gestructureer<strong>de</strong><br />

aanpak van <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> opleiding goed<br />

heeft nagedacht <strong>over</strong> <strong>de</strong> informatie die zij wil verzamelen, maar dat het plan nog niet fungeert<br />

in <strong>de</strong> praktijk, hetgeen voor een <strong>de</strong>el het gevolg is van het feit dat <strong>de</strong> masteropleiding pas recent<br />

van start is gegaan, en dat er nog geen dui<strong>de</strong>lijkheid bestaat <strong>over</strong> wat <strong>de</strong> opleiding gaat doen<br />

met <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> evaluaties.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het<br />

criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> resultaten.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

297


F18: Maatregelen tot verbetering<br />

De uitkomsten van <strong>de</strong>ze evaluatie vormen <strong>de</strong> basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan<br />

realisatie van <strong>de</strong> streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie bevat voorbeel<strong>de</strong>n van maatregelen die zijn genomen om vakspecifieke en vak<strong>over</strong>schrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

knelpunten in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> op te lossen. Vakspecifieke<br />

knelpunten wor<strong>de</strong>n gesignaleerd door <strong>de</strong> CUO door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> hierboven beschreven<br />

stu<strong>de</strong>ntenpanelgesprekken. Bij technische en inci<strong>de</strong>ntele problemen zoeken <strong>de</strong> bachelorcoördinator<br />

en <strong>de</strong> opleidingsdirecteur meteen een oplossing. Bij ernstiger problemen wordt <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie of <strong>de</strong> Examencommissie ingeschakeld en om advies gevraagd.<br />

Verbeteringen in het programma kunnen ook wor<strong>de</strong>n voorgesteld door docenten, leerstoelgroepen<br />

of taakgroepen. In <strong>de</strong> zelfstudie wordt beschreven hoe in het recente verle<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>ze<br />

wijze verschillen<strong>de</strong> vakken, zoals Calculus I en II en Analyse I en II, wer<strong>de</strong>n bijgesteld. Op<br />

grond van een aanbeveling van <strong>de</strong> vorige visitatiecommissie heeft <strong>de</strong> opleiding een bacheloropdracht<br />

aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ingesteld (10 EC). Daarin wordt een aantal<br />

eindtermen die vooral betrekking hebben op aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n getoetst. De toetsing<br />

van <strong>de</strong>ze eindtermen was daarvoor niet zichtbaar in het programma.<br />

Het vaststellen van vak<strong>over</strong>schrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> knelpunten gebeurt op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze. Verbeteringen<br />

die <strong>de</strong> afgelopen jaren op dit niveau zijn doorgevoerd, zijn on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re het instellen van een<br />

instaptoets voor eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten, het invoeren van het herstelon<strong>de</strong>rwijs (met het oog op<br />

het oplossen van <strong>de</strong> problemen bij <strong>de</strong> aansluiting van het vwo op het wo) en het vermin<strong>de</strong>ren<br />

van het theoretische karakter van het programma van het twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar.<br />

In <strong>de</strong> bijlagen van <strong>de</strong> zelfstudie van <strong>de</strong> masteropleiding is <strong>de</strong> masterevaluatie van het eerste<br />

semester 2005-2006 opgenomen. Daarin wor<strong>de</strong>n voor verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen (zoals stu<strong>de</strong>erbaarheid,<br />

communicatie en specifieke vakken) conclusies getrokken en aanbevelingen<br />

gedaan voor <strong>de</strong> toekomst. De gesignaleer<strong>de</strong> knelpunten op vakspecifiek niveau wor<strong>de</strong>n naar<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> docent gestuurd. Deze heeft dan ook al een eigen evaluatie ingevuld. Er<br />

wordt gekeken of <strong>de</strong> docent hetzelf<strong>de</strong> knelpunt heeft gesignaleerd. Als dit het geval is, wordt<br />

er ver<strong>de</strong>r geen actie on<strong>de</strong>rnomen. In an<strong>de</strong>re gevallen wordt het knelpunt besproken in het<br />

on<strong>de</strong>rwijsmanagementteam. Indien het team het nodig vindt, wordt <strong>de</strong> docent uitgenodigd<br />

voor een gesprek. De masterevaluatie zal jaarlijks uitgevoerd wor<strong>de</strong>n.<br />

De knelpunten op vak<strong>over</strong>schrij<strong>de</strong>nd niveau en <strong>de</strong> daarbijbehoren<strong>de</strong> aanbevelingen wor<strong>de</strong>n<br />

besproken in het on<strong>de</strong>rwijsmanagementteam. Dat selecteert <strong>de</strong> belangrijkste knelpunten en<br />

stuurt <strong>de</strong>ze door naar <strong>de</strong> Opleidingscommissie voor advies. Indien het advies positief is, wordt<br />

het knelpunt opgenomen in een lijst van het on<strong>de</strong>rwijsmanagementteam met verbeteringen<br />

voor het volgen<strong>de</strong> studiejaar. Welke aanbevelingen zijn <strong>over</strong>genomen van <strong>de</strong> evaluatie van het<br />

eerste semester staat niet in <strong>de</strong> zelfstudie.<br />

Uit gesprekken met <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie bleek dat <strong>de</strong> masterevaluatie in<strong>de</strong>rdaad<br />

besproken is op vak<strong>over</strong>schrij<strong>de</strong>nd niveau. De le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie waren<br />

tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> evaluatie en von<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze verhel<strong>de</strong>rend. De evaluaties op het vakspecifieke<br />

niveau zijn niet besproken.<br />

298 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong><br />

bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n besproken op <strong>de</strong> daarvoor aangewezen plaatsen en<br />

aanleiding geven tot het opstellen van verbetermaatregelen wanneer dat noodzakelijk is. Zij is<br />

van mening dat <strong>de</strong> uitkomsten van evaluaties zowel in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als in <strong>de</strong> masteropleiding<br />

zorgen voor aantoonbare verbeteringen.<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenpanelgesprekken in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

die ie<strong>de</strong>r kwartiel plaatsvin<strong>de</strong>n en die een direct en waarneembaar effect hebben, omdat ze<br />

ertoe lei<strong>de</strong>n dat kleine en inci<strong>de</strong>ntele problemen op zeer korte termijn wor<strong>de</strong>n aangepakt. Op<br />

<strong>de</strong>ze manier kan <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> nog tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong> snel en efficiënt ingrijpen<br />

wanneer er problemen ontstaan.<br />

De commissie heeft zich geen beeld kunnen vormen van <strong>de</strong> verbetermaatregelen in <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Zij is positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> eerste masterevaluatie die in het studiejaar 2005-2006 is uitgevoerd,<br />

maar heeft geen inzicht in <strong>de</strong> maatregelen die zijn genomen op basis van die evaluatie en<br />

in <strong>de</strong> effecten van die maatregelen. Zij is wel van mening dat een <strong>de</strong>rgelijke evaluatie een goed<br />

beginpunt vormt voor verbeteringen en mogelijke aanpassingen in het programma.<br />

De commissie komt op basis van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F19: Betrekken van me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

Bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg zijn me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en het afnemend beroepenveld van <strong>de</strong> opleiding<br />

actief betrokken.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie wordt aan <strong>de</strong> mening van stu<strong>de</strong>nten en me<strong>de</strong>werkers <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwijs<br />

veel waar<strong>de</strong> gehecht. Stu<strong>de</strong>nten hebben zitting in <strong>de</strong> CUO (één stu<strong>de</strong>ntlid), <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

(vier stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n) en <strong>de</strong> Faculteitsraad (acht stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> gehele faculteit).<br />

Het aantal me<strong>de</strong>werkers dat <strong>de</strong>el uitmaakt van <strong>de</strong> CUO is vier. De Opleidingscommissie telt<br />

ook vier stafle<strong>de</strong>n.<br />

De taken van <strong>de</strong> Opleidingscommissie zijn vooral beleidsmatig van aard. De le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie zijn zich hiervan bewust, zo bleek uit <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie<br />

met hen had. Veel werkzaamhe<strong>de</strong>n op het gebied van <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg, zoals <strong>de</strong> vakevaluaties<br />

in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, wor<strong>de</strong>n uitgevoerd door <strong>de</strong> CUO. De Opleidingscommissie<br />

krijgt informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong>ze evaluaties (stu<strong>de</strong>ntenpanelgesprekken), maar <strong>de</strong>ze<br />

informatie was ten tij<strong>de</strong> van het bezoek gefilterd. Uit <strong>de</strong> gesprekken met het managementteam<br />

bleek dat het managementteam van mening is dat niet alles wat in <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenpanelgesprekken<br />

wordt gezegd openbaar dient te wor<strong>de</strong>n gemaakt. De opleiding heeft voor <strong>de</strong>ze werkwijze<br />

gekozen omdat <strong>de</strong> Opleidingscommissie niet vaak genoeg bij elkaar komt om ervoor te zorgen<br />

dat nog tij<strong>de</strong>ns het kwartiel eventuele problemen verholpen kunnen wor<strong>de</strong>n. Inmid<strong>de</strong>ls heeft<br />

<strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong>ze werkwijze aangepast, zoals bleek uit een schriftelijke me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling aan <strong>de</strong><br />

commissie dat alle informatie die naar <strong>de</strong> CUO gaat, met ingang van het studiejaar 2007-2008<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

299


ook naar alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie wordt gezon<strong>de</strong>n De schriftelijke masterevaluaties<br />

komen <strong>over</strong>igens wel rechtstreeks bij <strong>de</strong> Opleidingscommissie terecht.<br />

Uit het gesprek dat <strong>de</strong> commissie had met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie bleek<br />

dat zij niet goed op <strong>de</strong> hoogte zijn van wat er in een CUO-verga<strong>de</strong>ring wordt besproken. De<br />

stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n baseren <strong>de</strong> adviezen die ze uitbrengen op hun eigen ervaringen en op reacties van<br />

me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns en na colleges. Het effect van <strong>de</strong> adviezen van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

is volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten niet altijd hel<strong>de</strong>r.<br />

Uit het gesprek dat <strong>de</strong> commissie had met <strong>de</strong> docentle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie kwam<br />

ook naar voren dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie zich vooral bezighoudt met beleidsmatige zaken.<br />

Zo wordt <strong>de</strong> wijze van evalueren in <strong>de</strong> Opleidingscommissie besproken, maar is <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

niet op <strong>de</strong> hoogte van het jaar waarin bepaal<strong>de</strong> vakken zullen wor<strong>de</strong>n geëvalueerd.<br />

De le<strong>de</strong>n gaven zelf aan dat dit hiaten in <strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> Opleidingscommissie zijn die<br />

weggewerkt zullen moeten wor<strong>de</strong>n. Een an<strong>de</strong>r punt dat <strong>de</strong> docentle<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns het gesprek aan<br />

<strong>de</strong> or<strong>de</strong> stel<strong>de</strong>n, was dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie een actievere rol wil spelen bij <strong>de</strong> evaluatie<br />

van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke vakken. Momenteel ontvangen zij geen vakevaluaties van het Regieorgaan,<br />

waardoor <strong>de</strong> vakken uit het lan<strong>de</strong>lijke programma buiten het zicht van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

vallen.<br />

Uit <strong>de</strong> zelfstudie wordt niet dui<strong>de</strong>lijk op welke manier alumni en het afnemend beroepenveld<br />

wor<strong>de</strong>n betrokken bij <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs. De Universiteit Twente kent een universitaire<br />

alumnivereniging, Kwadrant, maar <strong>de</strong>ze vereniging lijkt alumni niet te bevragen. Uit<br />

het gesprek dat <strong>de</strong> commissie met een aantal alumni had, bleek dat <strong>de</strong> aanwezige alumni niet<br />

op <strong>de</strong> hoogte waren van het bestaan van <strong>de</strong>ze vereniging. De alumniwebsite is <strong>over</strong>igens wel<br />

bekend. De alumni zijn nog steeds enthousiast <strong>over</strong> <strong>de</strong> opleiding die ze gevolgd hebben en<br />

gaven aan dat zij graag willen mee<strong>de</strong>nken <strong>over</strong> het aantrekkelijk maken van <strong>de</strong> opleiding, om<br />

zo <strong>de</strong> instroom te vergroten.<br />

In <strong>de</strong> bijlagen van <strong>de</strong> zelfstudie zijn <strong>de</strong> resultaten van een enquête opgenomen die is afgenomen<br />

on<strong>de</strong>r het afnemend beroepenveld. Uit <strong>de</strong> resultaten bleek on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re dat het afnemend<br />

beroepenveld te spreken is <strong>over</strong> <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding en dat <strong>de</strong> kwaliteit en<br />

het niveau van <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> masterstu<strong>de</strong>nt als goed wor<strong>de</strong>n ervaren, met uitzon<strong>de</strong>ring<br />

van <strong>de</strong> bekwaamheid om aan multidisciplinaire problemen te kunnen werken. De enquête is<br />

afgenomen in <strong>de</strong> voorbereiding op <strong>de</strong> visitatie. Wat met <strong>de</strong>ze resultaten gedaan zal wor<strong>de</strong>n, is<br />

voor <strong>de</strong> commissie niet dui<strong>de</strong>lijk.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat een van <strong>de</strong> wettelijke taken van een Opleidingscommissie<br />

is het gevraagd en ongevraagd adviseren <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong> opleiding (WHW, art.<br />

9.18 lid 1C). De commissie was na haar bezoek aan <strong>de</strong> Universiteit Twente van mening dat <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie niet in staat was om <strong>de</strong>ze taak binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> naar behoren<br />

uit te voeren. Zij voert zelf geen vakevaluaties uit, wat op zichzelf geen probleem hoeft te zijn,<br />

maar <strong>de</strong> commissie die <strong>de</strong> evaluaties in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> verzorgt, gaf <strong>de</strong> resultaten van<br />

<strong>de</strong> evaluaties weliswaar door aan <strong>de</strong> Opleidingscommissie, maar in gefilter<strong>de</strong> vorm. De commissie<br />

vindt dat <strong>de</strong>ze manier van evalueren niet bijdraagt aan een a<strong>de</strong>quate advisering van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwijs. De Opleidingscommissie kan alleen goed adviseren<br />

wanneer zij een compleet beeld heeft van <strong>de</strong> uitgevoer<strong>de</strong> evaluaties. De commissie is ook van<br />

mening dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie in staat is om zelf op een pru<strong>de</strong>nte wijze om te gaan met<br />

300 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


<strong>de</strong> ontvangen informatie en dat zij zelf kan beoor<strong>de</strong>len welke zaken openbaar kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

gemaakt en welke niet. De commissie heeft inmid<strong>de</strong>ls van <strong>de</strong> opleiding een schriftelijke me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling<br />

ontvangen waaruit blijkt dat <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong>ze procedure heeft en dat alle informatie<br />

die naar <strong>de</strong> CUO gaat, nu ook naar alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie wordt gezon<strong>de</strong>n.<br />

Omdat <strong>de</strong> Opleidingscommissie <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties van <strong>de</strong> masteropleiding wel<br />

rechtstreeks ontvangt, kan zij haar adviseren<strong>de</strong> taak voor <strong>de</strong> masteropleiding wel naar behoren<br />

uitvoeren. Zij vindt dat <strong>de</strong> toezegging van <strong>de</strong> opleiding dat <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> CUO<br />

met ingang van het aca<strong>de</strong>misch jaar 2007-2008 standaard aan <strong>de</strong> Opleidingscommissie zullen<br />

wor<strong>de</strong>n toegezon<strong>de</strong>n in onvoldoen<strong>de</strong> mate tegemoetkomt aan haar bezwaren op dit punt. De<br />

commissie vindt dat <strong>de</strong> CUO een geïntegreerd orgaan binnen <strong>de</strong> Opleidingscommissie zou<br />

moeten zijn en dat zij <strong>de</strong> ongefilter<strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties door zou moeten geven aan<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie.<br />

De commissie is ook van mening dat <strong>de</strong> nadruk in <strong>de</strong> activiteiten van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

te veel ligt op beleidsmatige zaken. Stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n meer kunnen doen aan hun<br />

naamsbekendheid on<strong>de</strong>r hun me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten, zodat <strong>de</strong>ze zich gemakkelijker en sneller tot hen<br />

richten als er klachten <strong>over</strong> een vak zijn. De commissie is tot slot van mening dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

zich actiever kan opstellen in het adviseren <strong>over</strong> on<strong>de</strong>rwijsaangelegenhe<strong>de</strong>n en<br />

ook ongevraagd advies kan geven.<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> beroepenvel<strong>de</strong>nquête en <strong>de</strong> alumni-enquête en is benieuwd wat <strong>de</strong><br />

opleidingen doen met <strong>de</strong> resultaten.<br />

De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen, waarbij met name <strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling<br />

dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie voortaan alle bechikbare informatie krijgt voor haar zwaarwegend<br />

is, tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor zowel <strong>de</strong> bachelor‐ als <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics luidt<br />

dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

6.<strong>2.</strong>6. Resultaten<br />

F20: Gerealiseerd niveau<br />

De gerealiseer<strong>de</strong> eindkwalificaties zijn in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> nagestreef<strong>de</strong> eindkwalificaties qua niveau,<br />

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie ervaren stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> weinig tot geen problemen bij<br />

hun instroom in <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics. De eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

kunnen dan ook gezien wor<strong>de</strong>n als a<strong>de</strong>quate begintermen voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

301


Omdat op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld slechts twee bachelorstu<strong>de</strong>nten had<strong>de</strong>n<br />

besloten om na het behalen van hun bachelordiploma niet ver<strong>de</strong>r te gaan met een masteropleiding<br />

maar zich op <strong>de</strong> arbeidsmarkt te begeven, is het volgens <strong>de</strong> opleiding niet goed<br />

mogelijk om iets te zeggen <strong>over</strong> <strong>de</strong> aansluiting van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> op <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

De opleiding verwacht op dit punt echter geen problemen.<br />

Uit <strong>de</strong> enquête die on<strong>de</strong>r het afnemend beroepenveld (elf van <strong>de</strong> vijftien respon<strong>de</strong>nten was<br />

alumnus van <strong>de</strong> opleiding) is gehou<strong>de</strong>n, kan volgens <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n afgeleid dat stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding <strong>de</strong> eindkwalificaties hebben behaald. In <strong>de</strong> enquête zijn on<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding voorgelegd en is gevraagd of stu<strong>de</strong>nten die stage<br />

liepen of na hun afstu<strong>de</strong>ren in dienst kwamen <strong>de</strong> eindtermen had<strong>de</strong>n gerealiseerd.<br />

De afstu<strong>de</strong>eropdrachten wor<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> zelfstudie begeleid door meer<strong>de</strong>re personen (soms<br />

<strong>de</strong>els van buiten <strong>de</strong> opleiding) die niet allemaal direct betrokken zijn bij het on<strong>de</strong>rzoek dat<br />

wordt uitgevoerd. Dit waarborgt <strong>de</strong> onafhankelijkheid van het oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht.<br />

De opleiding is, op grond van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdrachten en het gemak<br />

waarmee afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> wiskundigen een baan vin<strong>de</strong>n binnen hun vakgebied, van mening dat<br />

<strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> eindkwalificaties hebben verworven en dat <strong>de</strong>ze aansluiten bij <strong>de</strong><br />

eisen van het afnemend beroepenveld.<br />

Uit het gesprek dat <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met een aantal alumni (van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding)<br />

bleek dat zij in het algemeen zeer tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> opleiding die zij gevolgd hebben.<br />

De opmerkingen die zij had<strong>de</strong>n <strong>over</strong> het programma zijn hierboven al weergegeven<br />

(on<strong>de</strong>r Facet 4).<br />

De commissie heeft voorafgaand aan haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit een aantal scripties van stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding met wie zij<br />

tij<strong>de</strong>ns haar bezoek heeft gesproken goed waren voorbereid op een loopbaan binnen of buiten<br />

<strong>de</strong> universitaire wereld. Zij heeft wel vastgesteld dat het <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n niet steeds dui<strong>de</strong>lijk<br />

was hoe zij <strong>de</strong> theoretische kennis die zij tij<strong>de</strong>ns hun studie verwierven in <strong>de</strong> praktijk kon<strong>de</strong>n<br />

toepassen.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties die zij heeft bestu<strong>de</strong>erd<br />

in het algemeen goed is en in sommige gevallen boven dat niveau uitstijgt. Zij heeft geconstateerd<br />

dat het on<strong>de</strong>rzoek waarvan in <strong>de</strong> scripties verslag wordt gedaan, goed uitgevoerd is<br />

en dat <strong>de</strong> verslaglegging als zodanig ook goed is. De commissie heeft waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong><br />

manier waarop <strong>de</strong> bacheloropdracht geïntegreerd is in het programma. Zij heeft vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong> bacheloropdrachten wor<strong>de</strong>n gewaar<strong>de</strong>erd en goed zijn opgezet. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> wor<strong>de</strong>n geduren<strong>de</strong> hun studie goed voorbereid op <strong>de</strong> masteropleiding. Zij<br />

heeft ook lof voor <strong>de</strong> mogelijkheid om in <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erfase van <strong>de</strong> masteropleiding <strong>de</strong> stage en<br />

<strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht te combineren. Zij is van mening dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

als gevolg van het lange afstu<strong>de</strong>ertraject, waarvan altijd een stage <strong>de</strong>el uitmaakt, goed<br />

zijn voorbereid op <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van zowel <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als <strong>de</strong><br />

masteropleiding het niveau dat vastgelegd is in <strong>de</strong> eindtermen daadwerkelijk hebben gereali-<br />

302 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


seerd. Zij komt voor bei<strong>de</strong> opleidingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ vanwege <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong><br />

eindopdrachten zijn vormgegeven en geïntegreerd in het programma.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F21: On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment<br />

Voor het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante an<strong>de</strong>re opleidingen.<br />

Het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment voldoet aan <strong>de</strong>ze streefcijfers.<br />

Beschrijving<br />

De streefcijfers die wor<strong>de</strong>n gehanteerd voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zijn gebaseerd op het instellingsplan<br />

2005-2010 van <strong>de</strong> Universiteit Twente. Het ren<strong>de</strong>ment van een <strong>bacheloropleiding</strong><br />

dient in 2010 volgens dit plan 75% te bedragen (hetgeen inhoudt dat 75% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

<strong>de</strong> opleiding daadwerkelijk afrondt). Volgens <strong>de</strong> zelfstudie dient terughou<strong>de</strong>nd te wor<strong>de</strong>n<br />

omgegaan met het stellen van kwantitatieve streefdoelen bij kleine opleidingen. Uitschieters<br />

naar boven en bene<strong>de</strong>n kunnen het beeld vertekenen. De opleiding heeft een zogenaam<strong>de</strong><br />

standaardgroep samengesteld, waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten wor<strong>de</strong>n berekend. Deze standaardgroep<br />

bestaat uit stu<strong>de</strong>nten die op 1 <strong>de</strong>cember van het betreffen<strong>de</strong> studiejaar voor het eerst<br />

voor <strong>de</strong> opleiding ston<strong>de</strong>n ingeschreven, exclusief:<br />

• stu<strong>de</strong>nten met minimaal één vrijstelling;<br />

• stu<strong>de</strong>nten met minimaal één vrijstelling;<br />

• stu<strong>de</strong>nten met een dubbele studie;<br />

• stu<strong>de</strong>nten met een ‘erken<strong>de</strong>’ medische of sociale status;<br />

• stu<strong>de</strong>nten die wel staan ingeschreven, maar nog nooit naar colleges zijn gekomen.<br />

Voor <strong>de</strong>ze standaardgroep heeft <strong>de</strong> opleiding een streefcijfer vastgesteld: 70% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

moet twee jaar na aanvang van <strong>de</strong> studie <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use hebben gehaald. De zelfstudie<br />

vermeldt hoeveel stu<strong>de</strong>nten vanaf het studiejaar 1995-1996 na twee jaar hun prope<strong>de</strong>use<br />

hebben behaald en geeft daarbij zowel <strong>de</strong> KUO-cijfers als <strong>de</strong> eigen cijfers, die betrekking hebben<br />

op <strong>de</strong> standaardgroep van <strong>de</strong> opleiding. Het percentage voor <strong>de</strong> standaardgroep varieert<br />

bij <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding van 48% tot 74%. Het streefcijfer is drie keer gehaald, in het<br />

geval van <strong>de</strong> cohorten 1996-1997, 1998-1999 en 2000-2001. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

zijn nog geen KUO-cijfers beschikbaar. De zelfstudie vermeldt wel <strong>de</strong> gegevens voor <strong>de</strong> standaardgroep<br />

voor <strong>de</strong> cohorten 2001-2002, 2002-2003, 2003-2004 en 2004-2005. Na twee<br />

jaar heeft respectievelijk 63%, 54% en 33% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten uit <strong>de</strong> standaardgroep hun<br />

prope<strong>de</strong>use behaald. Voor het laatste cohort geldt dat na het eerste studiejaar al 82% <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use<br />

heeft gehaald.<br />

De zelfstudie vermeldt ver<strong>de</strong>r dat 90% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding met een<br />

prope<strong>de</strong>usediploma acht jaar na het behalen daarvan het einddiploma moet hebben gehaald.<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is, naast het streefcijfer voor <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use, geen streefcijfer voor<br />

<strong>de</strong> rest van <strong>de</strong> opleiding of voor <strong>de</strong> volledige opleiding geformuleerd. De zelfstudie bevat wel<br />

een aantal tabellen met ren<strong>de</strong>mentscijfers, zowel KUO-cijfers als cijfers voor <strong>de</strong> standaardgroep.<br />

Hieruit blijkt dat weinig tot geen stu<strong>de</strong>nten binnen vijf (onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding) of drie<br />

(<strong>bacheloropleiding</strong>) jaar hun studie afron<strong>de</strong>n.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

303


Voor <strong>de</strong> masteropleiding zijn streefcijfers geformuleerd die gebaseerd zijn op het instellingsplan<br />

2005-2010 van <strong>de</strong> Universiteit Twente. Het ren<strong>de</strong>ment van een masteropleiding dient in 2010<br />

volgens dit plan 90% te bedragen. In <strong>de</strong> zelfstudie wordt voor <strong>de</strong> masteropleiding hetzelf<strong>de</strong><br />

voorbehoud gemaakt als voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Omdat <strong>de</strong> masteropleiding nog niet zo<br />

lang gele<strong>de</strong>n van start is gegaan, is er nog weinig informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten beschikbaar.<br />

Ook <strong>de</strong> masteropleiding heeft weer een standaardgroep samengesteld, op basis van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

criteria als <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Van het cohort 2002-2003 heeft 89% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten uit<br />

<strong>de</strong>ze standaardgroep binnen twee jaar het masterdiploma gehaald (dit waren <strong>over</strong>igens allen<br />

stu<strong>de</strong>nten die geen bachelordiploma van <strong>de</strong> Universiteit Twente had<strong>de</strong>n behaald, maar met<br />

een an<strong>de</strong>r, buitenlands, diploma zijn ingestroomd). Van het cohort 2003-2004 heeft 75% van<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten het masterdiploma na twee jaar gehaald. De opleiding heeft geen na<strong>de</strong>re streefcijfers<br />

geformuleerd.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met docenten, het managementteam en het<br />

faculteitsbestuur werd dui<strong>de</strong>lijk dat allen zich bewust zijn van <strong>de</strong> lage ren<strong>de</strong>menten, maar dat<br />

men van mening is dat <strong>de</strong> lage ren<strong>de</strong>menten niet wor<strong>de</strong>n veroorzaakt door <strong>de</strong> moeilijkheid van<br />

<strong>de</strong> studie, maar door het gegeven dat stu<strong>de</strong>nten an<strong>de</strong>re prioriteiten stellen en ook tijd beste<strong>de</strong>n<br />

aan bestuurswerk en bijbaantjes.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> opleidingen geen formele streefcijfers voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten<br />

hanteren. De commissie kan slechts in beperkte mate beschikken <strong>over</strong> informatie<br />

die zij kan gebruiken ter on<strong>de</strong>rbouwing van haar oor<strong>de</strong>el voor dit facet. Dat is voor een <strong>de</strong>el<br />

het gevolg van het feit dat <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding pas recent van start zijn gegaan.<br />

De cijfers waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> commissie kan beschikken (die voor een belangrijk <strong>de</strong>el betrekking<br />

hebben op <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding), geven aan dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten niet erg hoog zijn, maar<br />

niet afwijken van <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van an<strong>de</strong>re opleidingen. Het viel <strong>de</strong> commissie op dat <strong>de</strong><br />

opleidingen <strong>de</strong> tegenvallen<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten vooral aan externe factoren wijten. Zij heeft wel<br />

vastgesteld dat alle betrokken partijen zich bewust zijn van <strong>de</strong> noodzaak om <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten<br />

te verbeteren en ook eerste maatregelen hebben genomen om dat doel te bereiken. Het feit<br />

dat 82% van <strong>de</strong> instroom in het studiejaar 2005-2006 <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use in één jaar wist af te<br />

ron<strong>de</strong>n is in dat opzicht hoopgevend. De commissie gaat ervan uit dat <strong>de</strong> opleidingen dat<br />

voornemen omzetten in meer concreet beleid. Zij komt op grond daarvan tot het oor<strong>de</strong>el dat<br />

<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten. Zij geeft<br />

<strong>de</strong> opleidingen wel in <strong>over</strong>weging om streefcijfers in te voeren waaruit <strong>de</strong> ambities van <strong>de</strong><br />

opleidingen blijken.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt<br />

dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>.<br />

304 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


Samenvatting van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> commissie<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Goed<br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Goed<br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Voldoen<strong>de</strong><br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Goed<br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Goed<br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente<br />

305


Masteropleiding Applied mathematics:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Relatie doelstellingen en programma Goed<br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Goed<br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Voldoen<strong>de</strong><br />

16. Studiebegeleiding Goed<br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Goed<br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding Applied mathematics voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

306 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit Twente


7. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en<br />

<strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong><br />

Universiteit Delft<br />

Administratieve gegevens<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>:<br />

Naam opleiding:<br />

<strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

CROHO-nummer: 56965<br />

Niveau:<br />

bachelor<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

180 EC<br />

Graad:<br />

Bachelor of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Delft<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Masteropleiding Applied mathematics:<br />

Naam opleiding:<br />

Applied mathematics<br />

CROHO-nummer: 60348<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

120 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Delft<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> Faculteit Elektrotechniek, Wiskun<strong>de</strong> en Informatica van<br />

<strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft vond plaats op 5 en 6 oktober 2006.<br />

7.0. Structuur en organisatie van <strong>de</strong> faculteit<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> wordt verzorgd door <strong>de</strong> Faculteit Elektrotechniek,<br />

Wiskun<strong>de</strong> en Informatica (EWI), een van <strong>de</strong> acht faculteiten van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit<br />

Delft. De faculteit heeft <strong>de</strong> wetenschappelijke staf inge<strong>de</strong>eld in zes af<strong>de</strong>lingen, waaron<strong>de</strong>r een<br />

af<strong>de</strong>ling Toegepaste wiskun<strong>de</strong>. Het managementteam bestaat uit <strong>de</strong> <strong>de</strong>caan, <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingsvoorzitters<br />

en een vertegenwoordiger van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirecteuren. De faculteit kent een aantal<br />

commissies ter on<strong>de</strong>rsteuning van <strong>de</strong> <strong>de</strong>caan bij zijn beleidsvorming en ‐uitvoering, waaron<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> Vaste Commissie voor <strong>de</strong> Wetenschapsbeoefening, <strong>de</strong> On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elcommissie en <strong>de</strong> Facultaire<br />

Stu<strong>de</strong>ntenraad. De on<strong>de</strong>rzoeks- en on<strong>de</strong>rwijspositie van Toegepaste Wiskun<strong>de</strong> is volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie versterkt door een reorganisatie die plaatsvond in 2004. Sinds die reorganisatie zijn<br />

alle on<strong>de</strong>rzoeksgroepen die zich met wiskun<strong>de</strong> bezighou<strong>de</strong>n, met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> groep<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

307


Optimalisering, samengevoegd in <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Toegepaste Wiskun<strong>de</strong> (DIAM), die is on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld<br />

in <strong>de</strong> basiseenhe<strong>de</strong>n Analyse, Mathematische fysica, Numerieke wiskun<strong>de</strong>, Kansrekening<br />

en statistiek, Risico-/beslissingsanalyse en Wiskundige systeemtheorie.<br />

De opleidingsdirecteur <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> <strong>over</strong>legt tweewekelijks met zijn collega’s van <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re opleidingen binnen <strong>de</strong> faculteit, <strong>de</strong> directeur Interfacultair On<strong>de</strong>rwijs (die verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

is voor <strong>de</strong> uitvoering van het serviceon<strong>de</strong>rwijs) en het hoofd van <strong>de</strong> Dienst On<strong>de</strong>rwijsen<br />

Stu<strong>de</strong>ntenzaken van <strong>de</strong> faculteit. Maan<strong>de</strong>lijks is er een <strong>over</strong>leg van <strong>de</strong> opleidingsdirecteuren<br />

met <strong>de</strong> <strong>de</strong>caan.<br />

Sinds januari 2006 zijn <strong>de</strong> meeste taken die wor<strong>de</strong>n uitgevoerd door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong><br />

diensten on<strong>de</strong>rgebracht in centrale servicecentra. De on<strong>de</strong>rwijsadministratie wordt uitgevoerd<br />

door <strong>de</strong> centrale Directie On<strong>de</strong>rwijs- en Stu<strong>de</strong>ntenzaken. Op <strong>de</strong> faculteit is een front<br />

office ingericht. In <strong>de</strong> facultaire dienst On<strong>de</strong>rwijs- en Stu<strong>de</strong>ntenzaken zijn <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijscoördinatoren,<br />

<strong>de</strong> studieadviseurs, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsadviseurs en <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers internationalisering<br />

on<strong>de</strong>rgebracht.<br />

7.1. Invoering bachelor-masterstructuur en afbouw onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen: stand<br />

van zaken<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics zijn<br />

voortgekomen uit <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> vijfjarige opleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> (CROHO-nummer:<br />

06965). Bei<strong>de</strong> opleidingen zijn in september 2002 van start gegaan. Alle stu<strong>de</strong>nten zijn<br />

in 2002 administratief omgezet naar het bachelor-masterstelsel. Hierbij hebben alle stu<strong>de</strong>nten<br />

met een prope<strong>de</strong>usediploma een zogenaam<strong>de</strong> premasterinschrijving gekregen. Stu<strong>de</strong>nten<br />

die in het bezit waren van een bachelordiploma (kandidaatsdiploma) zijn ingeschreven in <strong>de</strong><br />

masteropleiding.<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> bestond in het aca<strong>de</strong>misch jaar 2002-2003 uit <strong>de</strong><br />

eerste drie jaar van het programma van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> vijfjarige opleiding. Op 1 september<br />

2003 is het nieuwe bachelorprogramma <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> in het eerste studiejaar uitgezet.<br />

Het nieuwe programma is jaarsgewijs ingevoerd. Het is on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> gezamenlijke<br />

<strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> die wordt verzorgd door <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft en <strong>de</strong><br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n, met daarbinnen twee varianten: <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> in Delft en Fundamentele<br />

wiskun<strong>de</strong> in Lei<strong>de</strong>n. Bij <strong>de</strong> invoering van het nieuwe programma is een <strong>over</strong>gangsregeling<br />

opgesteld, zodat stu<strong>de</strong>nten vakken uit het ou<strong>de</strong> programma kunnen gebruiken ter<br />

completering van het nieuwe programma. Alle programmaon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n bovendien,<br />

zoals wettelijk vereist, nog één jaar getentamineerd. Per september 2006 nemen alle stu<strong>de</strong>nten<br />

aan het nieuwe programma <strong>de</strong>el.<br />

Bij <strong>de</strong> invoering van het masterprogramma in 2002 kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vier<strong>de</strong>- en vijf<strong>de</strong>jaarsstu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding kiezen voor het afmaken van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding of<br />

het <strong>over</strong>stappen naar <strong>de</strong> masteropleiding. Stu<strong>de</strong>nten die al een heel eind op weg waren in<br />

<strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding werd sterk aangera<strong>de</strong>n hun studie binnen dit ou<strong>de</strong> programma te<br />

voltooien. Dit kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten probleemloos doen omdat het vier<strong>de</strong> en vijf<strong>de</strong> jaar van<br />

<strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding voor het <strong>over</strong>grote <strong>de</strong>el beston<strong>de</strong>n uit keuzevakken. Me<strong>de</strong> hierdoor<br />

was het opstellen van een <strong>over</strong>gangsregeling <strong>over</strong>bodig. In verband met <strong>de</strong> vormgeving van<br />

<strong>de</strong> 3TU-samenwerking en <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke samenwerking van <strong>de</strong> masteropleidingen Wiskun<strong>de</strong><br />

308 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


is in september 2005 een nieuw programma voor <strong>de</strong> masteropleiding ingevoerd. Daarbij is<br />

een richtlijn opgesteld waarin wordt aangegeven hoe stu<strong>de</strong>nten eer<strong>de</strong>r behaal<strong>de</strong> resultaten<br />

kunnen inpassen in het nieuwe programma. Stu<strong>de</strong>nten die het entreepakket van het programma<br />

2002 reeds had<strong>de</strong>n voltooid, werd aangera<strong>de</strong>n hun studie binnen dit programma te<br />

voltooien.<br />

7.<strong>2.</strong> Het beoor<strong>de</strong>lingska<strong>de</strong>r<br />

7.<strong>2.</strong>1. Doelstellingen opleiding<br />

F1: Domeinspecifieke eisen<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

gesteld wor<strong>de</strong>n aan een opleiding in het betreffen<strong>de</strong> domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> stelt zich volgens <strong>de</strong> zelfstudie tot doel om stu<strong>de</strong>nten een bre<strong>de</strong> basisvorming<br />

te geven in <strong>de</strong> (toegepaste) wiskun<strong>de</strong> en hen voor te berei<strong>de</strong>n op een latere masteropleiding<br />

en besteedt daarbij aandacht aan <strong>de</strong> capaciteiten en attitu<strong>de</strong> die zij nodig hebben om<br />

zich in <strong>de</strong> toekomst ver<strong>de</strong>r in hun vakgebied te ontwikkelen. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> bachelor heeft<br />

naar nationale en internationale maatstaven een bre<strong>de</strong> basiskennis van zijn vakgebied en is in<br />

staat on<strong>de</strong>r begeleiding wiskundige metho<strong>de</strong>n te gebruiken en technische problemen wiskundig<br />

te mo<strong>de</strong>lleren en op te lossen in een multidisciplinaire omgeving.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hou<strong>de</strong>n in dat stu<strong>de</strong>nten metho<strong>de</strong>n en technieken uit<br />

<strong>de</strong> (toegepaste) wiskun<strong>de</strong> leren beheersen en vertrouwd raken met <strong>de</strong> in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> gebruikelijke<br />

bewijsgang, alsme<strong>de</strong> met symbolische <strong>de</strong>nkwijzen en <strong>de</strong>ductief re<strong>de</strong>neren. De eindtermen<br />

zijn ver<strong>de</strong>eld in algemene en domeinspecifieke eindtermen. De algemene eindtermen zijn <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong>:<br />

G1. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat problemen in exacte taal te formuleren en hoofdpunten te<br />

bepalen.<br />

G<strong>2.</strong> De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat problemen met behulp van bestaan<strong>de</strong> technieken op te lossen.<br />

G3. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat analytische vaardighe<strong>de</strong>n te gebruiken met aandacht voor<br />

<strong>de</strong>tails en correct gebruik van <strong>de</strong> technische taal, met precieze en complexe i<strong>de</strong>eën te<br />

werken en logische re<strong>de</strong>neringen te construeren.<br />

G4. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft kennis van en begrip voor het belang van <strong>de</strong> nauwkeurigheid van<br />

een re<strong>de</strong>nering.<br />

G5. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat re<strong>de</strong>neringen, voorwaar<strong>de</strong>n, abstracte concepten en gegevens<br />

te evalueren.<br />

G6. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat zich een grote hoeveelheid van complexe concepten en hun<br />

on<strong>de</strong>rling verband eigen te maken en te begrijpen.<br />

G7. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat informatie te vin<strong>de</strong>n, te verwerken en eraan te refereren.<br />

G8. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat een onafhankelijk on<strong>de</strong>rzoek met behulp van <strong>de</strong> beschikbare<br />

literatuur uit te voeren, in databases te zoeken en in wisselwerking met collega's en staf<br />

belangrijke informatie te verwerven.<br />

G9. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat <strong>de</strong>skundig en effectief verslag uit te brengen, verbaal en ook<br />

schriftelijk, voor specialisten en ook voor niet-specialisten.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

309


G10. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat effectief te communiceren door zorgvuldig te luisteren en<br />

door complexe informatie op een dui<strong>de</strong>lijke en beknopte manier te presenteren.<br />

G11. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft voldoen<strong>de</strong> sociale en communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n om in een<br />

team te werken.<br />

G1<strong>2.</strong> De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is zich bewust van het verband tussen verschillen<strong>de</strong> disciplines en hun<br />

rol in <strong>de</strong> maatschappij.<br />

De domeinspecifieke eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zijn als volgt geformuleerd:<br />

D1. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> kent een breed scala aan metho<strong>de</strong>n die in <strong>de</strong> ingenieurspraktijk wor<strong>de</strong>n<br />

gebruikt, evenals technieken en concepten in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en kan <strong>de</strong>ze toepassen.<br />

D<strong>2.</strong> De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft kennis en begrip van wiskundig re<strong>de</strong>neren en <strong>de</strong>ductief aflei<strong>de</strong>n<br />

tezamen met <strong>de</strong> formele wiskundige bewijsgang.<br />

D3. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> kent en begrijpt <strong>de</strong> hiërarchische aard van wiskundige theorieën.<br />

D4. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat wiskundige abstractie en symbolische <strong>de</strong>nkwijze te gebruiken<br />

en nieuwe doelen te bereiken met behulp van generalisatie.<br />

D5. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> kent en begrijpt <strong>de</strong> basis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> als een zelfstandig (levend)<br />

vakgebied.<br />

D6. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> kent en begrijpt <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> als een taal in een<br />

breed scala van omstandighe<strong>de</strong>n, relevant voor on<strong>de</strong>rzoek en industrie.<br />

D7. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft kennis van en inzicht in wiskundig mo<strong>de</strong>lleren en probleemoplossingsstrategie.<br />

D8. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft een wiskundige en analytische bena<strong>de</strong>ring ontwikkeld voor het<br />

oplossen van problemen en interpreteren van resultaten.<br />

D9. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> abstracte patronen en wiskundige structuren<br />

te herkennen die aan specifieke problemen ten grondslag liggen.<br />

D10. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is zich bewust van <strong>de</strong> gevolgen van aannamen gemaakt bij het mo<strong>de</strong>lleren<br />

en van <strong>de</strong> gevolgen van hun schending.<br />

D11. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is bekend met een of meer toepassingsgebie<strong>de</strong>n.<br />

D1<strong>2.</strong> De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft kennis en begrip van basistechnieken met betrekking tot berekenen<br />

en programmeren.<br />

D13. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> kan effectief met symbolische en numerieke software omgaan.<br />

D14. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft een technisch wiskundig afstu<strong>de</strong>erproject afgerond.<br />

D15. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft voldoen<strong>de</strong> inzicht in diverse specialismen binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

om een verantwoor<strong>de</strong> keuze te maken bij voortzetting van <strong>de</strong> studie.<br />

De masteropleiding stelt zich volgens <strong>de</strong> zelfstudie ten doel om technisch-wetenschappelijke<br />

wiskundigen op te lei<strong>de</strong>n op universitair masterniveau. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn naar nationale<br />

en internationale maatstaven aca<strong>de</strong>misch gevorm<strong>de</strong> wiskundigen die zelfstandig on<strong>de</strong>rzoek<br />

kunnen verrichten in een multidisciplinaire omgeving. De stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n toegerust met<br />

een grondige kennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en ontwikkelen expertise in het toepassen van <strong>de</strong> wiskundige<br />

metho<strong>de</strong>n en gereedschappen in een natuurwetenschappelijke en technische context.<br />

De stu<strong>de</strong>nten hebben ruime ervaring in mo<strong>de</strong>lleren en simuleren en in <strong>de</strong> wiskundige analyse<br />

van mo<strong>de</strong>llen en zij kunnen <strong>de</strong> resultaten hiervan implementeren. Bovendien hebben ze voldoen<strong>de</strong><br />

inzicht in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> wiskundige theorie om, indien nodig, nieuwe wiskundige<br />

metho<strong>de</strong>n en technieken te kunnen ontwikkelen. De eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding zijn<br />

ook ver<strong>de</strong>eld in algemene en domeinspecifieke eindtermen. De algemene eindtermen zijn <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong>:<br />

310 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


G1. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat open geformuleer<strong>de</strong> problemen op te lossen en daarbij op<br />

eigen initiatief alternatieve bena<strong>de</strong>ringen te ontwikkelen.<br />

G<strong>2.</strong> De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat onafhankelijk te werken, geduldig en volhar<strong>de</strong>nd, en <strong>de</strong> volledige<br />

oplossing van een probleem na te streven.<br />

G3. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat onafhankelijk in nieuwe gebie<strong>de</strong>n kennis te verwerven en<br />

kennis uit één context naar een an<strong>de</strong>re te vertalen.<br />

G4. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> bezit voldoen<strong>de</strong> communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n om met an<strong>de</strong>ren te<br />

kunnen samenwerken en on<strong>de</strong>rzoekson<strong>de</strong>rwerpen en -resultaten met hen te kunnen<br />

bespreken.<br />

G5. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat <strong>de</strong>el te nemen aan interdisciplinair werk.<br />

G6. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat zich een grote hoeveelheid van complexe concepten en hun<br />

on<strong>de</strong>rlinge verband eigen te maken en te begrijpen.<br />

G7. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat in een internationale omgeving te werken, daarbij geholpen<br />

door zijn taal- en communicatievaardighe<strong>de</strong>n die, ge<strong>de</strong>eltelijk, verkregen zijn door ervaringen<br />

in groepswerk en/of stages in het buitenland.<br />

G8. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft een verhoogd inzicht in <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> wetenschap, en haar gevolgen<br />

voor, <strong>de</strong> samenleving.<br />

De domeinspecifieke eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding zijn als volgt geformuleerd:<br />

D1. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft kennis en begrip van een aantal on<strong>de</strong>rwerpen die stu<strong>de</strong>nten, al<br />

naar gelang hun belangstelling, grondiger bestu<strong>de</strong>ren.<br />

D<strong>2.</strong> De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is tij<strong>de</strong>ns zijn studie in aanraking gebracht met contemporaine ontwikkelingen<br />

aan <strong>de</strong> grenzen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

D3. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksliteratuur in een bepaald gebied met vrucht te<br />

bestu<strong>de</strong>ren.<br />

D4. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft voldoen<strong>de</strong> kennis en rijpheid om problemen uit <strong>de</strong> realiteit, al<br />

dan niet gestructureerd aangeleverd, op realistische wijze naar een wiskundig mo<strong>de</strong>l te<br />

vertalen en dit mo<strong>de</strong>l met beschikbare wiskundige metho<strong>de</strong>n te analyseren.<br />

D5. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> is in staat beschikbare wiskundige metho<strong>de</strong>n en technieken aan te passen<br />

en uit te brei<strong>de</strong>n voor het bedoel<strong>de</strong> toepassingsgebied.<br />

D6. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> heeft geruime tijd aan wiskundig on<strong>de</strong>rzoek gewerkt, hetgeen weerspiegeld<br />

wordt door een afstu<strong>de</strong>erscriptie.<br />

De algemene en domeinspecifieke eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding zijn<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie als gevolg van <strong>de</strong> samenwerking met <strong>de</strong> 3TU’s en <strong>de</strong> IDEA League zo<br />

geformuleerd dat <strong>de</strong> internationale norm voor een opleiding op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

gewaarborgd is.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

bestu<strong>de</strong>erd en vastgesteld dat die voldoen aan <strong>de</strong> eisen die vakgenoten binnen of buiten <strong>de</strong><br />

wetenschap stellen aan opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>. Stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> verwerven on<strong>de</strong>r meer kennis en begrip van <strong>de</strong> basis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

als vakgebied, kennis en begrip van wiskundig re<strong>de</strong>neren, <strong>de</strong>ductief aflei<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

formele wiskundige bewijsgang, kennis van metho<strong>de</strong>n die in <strong>de</strong> ingenieurspraktijk wor<strong>de</strong>n<br />

gebruikt, kennis van en inzicht in mo<strong>de</strong>lleren en in het oplossen van problemen, kennis van<br />

minimaal één toepassingsgebied en inzicht in diverse specialismen binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Zij<br />

zijn ook in staat om een onafhankelijk on<strong>de</strong>rzoek uit te voeren met behulp van beschikbare<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

311


literatuur en om <strong>de</strong>skundig en effectief verslag uit te brengen van zo’n on<strong>de</strong>rzoek. Stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding hebben kennisgemaakt met contemporaine ontwikkelingen aan <strong>de</strong><br />

grenzen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, ze zijn in staat om problemen uit <strong>de</strong> realiteit te vertalen naar een<br />

wiskundig mo<strong>de</strong>l en dat mo<strong>de</strong>l met wiskundige metho<strong>de</strong>n te analyseren en ze zijn in staat om<br />

wiskundige metho<strong>de</strong>n en technieken aan te passen en uit te brei<strong>de</strong>n voor een bepaald toepassingsgebied.<br />

Zij hebben bovendien geruime tijd aan wiskundig on<strong>de</strong>rzoek gewerkt en daarvan<br />

verslag gedaan in een afstu<strong>de</strong>erscriptie. De eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen sluiten daarmee in<br />

voldoen<strong>de</strong> mate aan op <strong>de</strong> eisen van vakgenoten, die zijn vastgelegd in het domeinspecifiek<br />

referentieka<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> commissie hanteert. De commissie is wel van oor<strong>de</strong>el dat eindterm G7<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding als ambitieus moet wor<strong>de</strong>n beschouwd.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

ook expliciet verwijzen naar kennis en vaardighe<strong>de</strong>n die van belang zijn in <strong>de</strong><br />

beroepspraktijk waarin afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n terecht (kunnen) komen. De eindtermen van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> verwijzen bijvoorbeeld naar relevante metho<strong>de</strong>n en technieken, naar<br />

inzicht in wiskundig mo<strong>de</strong>lleren en naar het werken in teamverband. De eindtermen van<br />

<strong>de</strong> masteropleiding verwijzen naar een verhoog<strong>de</strong> kennis van metho<strong>de</strong>n en technieken en<br />

naar grotere vaardighe<strong>de</strong>n met betrekking tot mo<strong>de</strong>lleren en analyseren. Bovendien wordt<br />

van afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> masteropleiding verwacht dat zij onafhankelijk als wiskundige<br />

kunnen werken.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt<br />

voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F2: Niveau: Bachelor en Master<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteer<strong>de</strong> beschrijvingen van<br />

<strong>de</strong> kwalificaties van een Bachelor of een Master.<br />

Beschrijving<br />

De doelstellingen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> zelfstudie verwezenlijkt<br />

in vijf competenties die <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> studie verwerft. De eindkwalificaties die<br />

hierboven zijn weergegeven zijn een ver<strong>de</strong>re uitwerking van <strong>de</strong>ze competenties, die dui<strong>de</strong>lijk<br />

gerelateerd zijn aan <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie kunnen <strong>de</strong> algemene eindtermen<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> manier aan <strong>de</strong> vijf competenties (en daarmee<br />

aan <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren) wor<strong>de</strong>n gerelateerd:<br />

(a) wiskundige kennis en vaardighe<strong>de</strong>n: G2, G3, G4, G5, G12;<br />

(b) toepassing van wiskundige kennis en vaardighe<strong>de</strong>n: G2, G3, G4, G10;<br />

(c) beoor<strong>de</strong>lingsvermogen: G5, G6, G8, G12;<br />

(d) communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n: G1, G7, G8, G9, G10, G11;<br />

(e) aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n en attitu<strong>de</strong>: G3, G4, G6, G7.<br />

De domeinspecifieke eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kunnen als volgt aan <strong>de</strong> vijf competenties<br />

wor<strong>de</strong>n gerelateerd:<br />

312 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


(a) wiskundige kennis en vaardighe<strong>de</strong>n: D1, D2, D3, D5, D6, D9, D11, D12, D13;<br />

(b) toepassing van wiskundige kennis en vaardighe<strong>de</strong>n: D1, D4, D7, D8, D9, D10, D12;<br />

(c) beoor<strong>de</strong>lingsvermogen: D1, D2, D4, D7, D8, D10;<br />

(d) communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n: D14;<br />

(e) aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n en attitu<strong>de</strong>: D2, D8, D15.<br />

De algemene eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding kunnen als volgt op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> manier aan<br />

<strong>de</strong> vijf competenties wor<strong>de</strong>n gerelateerd:<br />

(a) wiskundige kennis en vaardighe<strong>de</strong>n: G6;<br />

(b) toepassing van wiskundige kennis en vaardighe<strong>de</strong>n: G2, G3;<br />

(c) beoor<strong>de</strong>lingsvermogen: G1, G8;<br />

(d) communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n: G4, G5, G7;<br />

(e) aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n en attitu<strong>de</strong>: G1, G2, G3 en G8.<br />

De domeinspecifieke eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding, ten slotte, kunnen volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> manier met <strong>de</strong> vijf competenties in verband wor<strong>de</strong>n gebracht:<br />

(a) wiskundige kennis en vaardighe<strong>de</strong>n: D1, D2, D6;<br />

(b) toepassing van wiskundige kennis en vaardighe<strong>de</strong>n: D2, D4, D5;<br />

(c) beoor<strong>de</strong>lingsvermogen: D3, D4, D5;<br />

(d) communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n: D6;<br />

(e) aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n en attitu<strong>de</strong>: D1, D3, D5.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd en in<br />

<strong>de</strong> eerste plaats vastgesteld dat die het verschil in niveau tussen bei<strong>de</strong> opleidingen in voldoen<strong>de</strong><br />

mate tot uitdrukking brengen. Waar stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> bijvoorbeeld leren<br />

om problemen in exacte taal te formuleren en hoofdpunten te bepalen, verwerven stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding <strong>de</strong> vaardigheid om open geformuleer<strong>de</strong> problemen op te lossen en<br />

daarbij op eigen initiatief alternatieve bena<strong>de</strong>ringen te ontwikkelen. Terwijl afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> als een zelfstandig (levend) vakgebied kennen en begrijpen,<br />

zijn afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> masteropleiding in aanraking gebracht met contemporaine<br />

ontwikkelingen aan <strong>de</strong> grenzen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> verwerven<br />

kennis van en inzicht in wiskundig mo<strong>de</strong>lleren en in <strong>de</strong> strategie om problemen op te<br />

lossen, terwijl stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding leren om problemen uit <strong>de</strong> realiteit op realistische<br />

wijze naar een wiskundig mo<strong>de</strong>l te vertalen en dit mo<strong>de</strong>l met beschikbare wiskundige<br />

metho<strong>de</strong>n te analyseren.<br />

De commissie heeft vervolgens vastgesteld dat er een dui<strong>de</strong>lijk verband bestaat tussen <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Zij kan zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

weergave van dat verband in <strong>de</strong> zelfstudie waarnaar hierboven verwezen wordt. Daarin wordt<br />

aangetoond dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen verwijzingen naar alle Dublin-<strong>de</strong>scriptoren<br />

bevatten.<br />

De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het criterium<br />

dat betrekking heeft op het niveau.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

313


Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F3: Oriëntatie WO:<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> beschrijvingen van een Bachelor en een<br />

Master in WO:<br />

• De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit <strong>de</strong> wetenschappelijke discipline, <strong>de</strong> internationale<br />

wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> relevante praktijk in<br />

het toekomstige beroepenveld.<br />

• Een WO-bachelor heeft <strong>de</strong> kwalificaties voor toegang tot tenminste één ver<strong>de</strong>re WO-studie op masterniveau<br />

en eventueel voor het betre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

• Een WO-master heeft <strong>de</strong> kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te verrichten of multien<br />

interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist<br />

is of dienstig is.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> bereidt volgens <strong>de</strong> zelfstudie voor op een aansluiten<strong>de</strong><br />

masteropleiding. Het beroepsperspectief van stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben<br />

afgerond is nog ondui<strong>de</strong>lijk. Er bestaat op <strong>de</strong> arbeidsmarkt een sterke voorkeur voor afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

masterstu<strong>de</strong>nten.<br />

De bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding passen volgens <strong>de</strong> zelfstudie in <strong>de</strong> profielen van <strong>de</strong> opleidingen<br />

die zijn beschreven in <strong>de</strong> brochure Criteria voor Aca<strong>de</strong>mische Bachelor- en Master Curricula,<br />

waarin <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren ver<strong>de</strong>r uitgewerkt zijn in criteria voor een technische<br />

opleiding. De wiskun<strong>de</strong>opleidingen aan <strong>de</strong> technische universiteiten hebben on<strong>de</strong>rling afgesproken<br />

dat <strong>de</strong> eindkwalificaties voor hun opleidingen <strong>de</strong> competentiegebie<strong>de</strong>n af<strong>de</strong>kken die<br />

beschreven staan in <strong>de</strong>ze brochure. In <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> ligt daarbij<br />

het accent op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> competenties:<br />

• domein<strong>de</strong>skundigheid: afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n beheersen <strong>de</strong> toegepast wiskundige basismetho<strong>de</strong>n<br />

en ‐technieken, waarmee zij, in combinatie met wiskundige diepgang op het gebied van<br />

abstraheren, re<strong>de</strong>neren en structureren, het ingangsniveau hebben voor <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

Wiskun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> drie technische universiteiten;<br />

• mo<strong>de</strong>lleerbekwaamheid: afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n kunnen binnen zekere grenzen wiskundige problemen<br />

in verschillen<strong>de</strong> toepassingsgebie<strong>de</strong>n i<strong>de</strong>ntificeren, hiervoor een wiskundig mo<strong>de</strong>l<br />

opstellen, dit analyseren en implementeren in een programmeeromgeving en <strong>de</strong> daaruit<br />

voortvloeien<strong>de</strong> resultaten interpreteren;<br />

• on<strong>de</strong>rzoeksbekwaamheid: afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n beschikken <strong>over</strong> voldoen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n<br />

om een on<strong>de</strong>rzoeksopdracht van beperkte omvang en diepgang op het gebied van<br />

<strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong> uit te voeren;<br />

• communicatieve bekwaamheid: afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n kunnen in een team van professionals uit<br />

verschillen<strong>de</strong> disciplines samenwerken. Ze kunnen <strong>de</strong> oplossing van een probleem hel<strong>de</strong>r<br />

formuleren en die aan an<strong>de</strong>ren (ook niet-specialisten) <strong>over</strong>brengen.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> hebben afgerond, hebben toegang tot<br />

<strong>de</strong> masteropleidingen van <strong>de</strong> drie technische universiteiten en tot die van <strong>de</strong> algemene Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

universiteiten en <strong>de</strong> universiteiten uit <strong>de</strong> IDEA League. Ver<strong>de</strong>r kunnen <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten<br />

instromen in een scala van masteropleidingen aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re technische universiteiten.<br />

314 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


In <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics ligt het accent volgens <strong>de</strong> zelfstudie op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

competenties:<br />

• domein<strong>de</strong>skundigheid: afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n beheersen <strong>de</strong> voor wetenschapsbeoefening en<br />

beroepspraktijk relevante wiskundige metho<strong>de</strong>n die gekenmerkt wor<strong>de</strong>n door een grote<br />

diepgang en hoge mate van abstractie. Zij zijn gespecialiseerd in minstens één gebied van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> van een technisch toegepaste signatuur;<br />

• mo<strong>de</strong>lleerbekwaamheid: afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n kunnen in een internationale context functioneren<br />

als aca<strong>de</strong>mische professionals in ten minste een van <strong>de</strong> toepassingsgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Zij zijn in staat om praktische problemen van een zekere omvang en wiskundige<br />

complexiteit op een systematische wijze te mo<strong>de</strong>lleren en te behan<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> resultaten<br />

daarvan te vertalen naar <strong>de</strong> relevante praktijk en te vali<strong>de</strong>ren;<br />

• on<strong>de</strong>rzoeksbekwaamheid: afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n kunnen in een internationale context functioneren<br />

als gespecialiseer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers op het gebied van <strong>de</strong> toegepaste wiskun<strong>de</strong>;<br />

• communicatieve bekwaamheid: afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn in staat wiskundige resultaten mon<strong>de</strong>ling<br />

en schriftelijk <strong>over</strong> te dragen in een internationale context. Als specialisten in een<br />

van <strong>de</strong> toepassingsgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> zijn zij in staat in teamverband samen te<br />

werken met wiskundigen en niet-wiskundigen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd vanuit<br />

het perspectief van <strong>de</strong> oriëntatie van <strong>de</strong> opleidingen. Zij heeft eer<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r F1) reeds vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke discipline (c.q. <strong>de</strong> vakgenoten) en <strong>de</strong> relevante beroepspraktijk.<br />

De commissie is ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindtermen voldoen<strong>de</strong> aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong><br />

internationale wetenschapsbeoefening. Zij heeft vastgesteld dat in <strong>de</strong> Criteria voor Aca<strong>de</strong>mische<br />

Bachelor en Master Curricula waarnaar <strong>de</strong> zelfstudie verwijst expliciet competentiegebie<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n beschreven die betrekking hebben op <strong>de</strong> algemene eisen die aan een wetenschappelijke<br />

opleiding mogen wor<strong>de</strong>n gesteld. De competenties waarop <strong>de</strong> opleidingen het accent leggen,<br />

hebben dui<strong>de</strong>lijk een wetenschappelijke component. Los daarvan verwijzen <strong>de</strong> algemene eindtermen<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> on<strong>de</strong>r meer naar analytische vaardighe<strong>de</strong>n, het vermogen om<br />

re<strong>de</strong>neringen, voorwaar<strong>de</strong>n, abstracte concepten en gegevens te evalueren, <strong>de</strong> vaardigheid om<br />

op basis van literatuur een onafhankelijk on<strong>de</strong>rzoek uit te voeren en communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n.<br />

De algemene eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding brengen on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re tot uitdrukking<br />

dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n op een creatieve manier problemen kunnen oplossen, beschikken <strong>over</strong><br />

communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>el kunnen nemen aan interdisciplinair werk, in staat zijn om<br />

zich een grote hoeveelheid complexe concepten en hun on<strong>de</strong>rlinge verban<strong>de</strong>n eigen te maken<br />

en te begrijpen en <strong>over</strong> een verhoogd inzicht in <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> wetenschap in <strong>de</strong> samenleving<br />

beschikken.<br />

De commissie heeft ver<strong>de</strong>r vastgesteld dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> rechtstreeks<br />

kunnen instromen in <strong>de</strong> masteropleiding. Zij is ervan <strong>over</strong>tuigd dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> masteropleiding voldoen<strong>de</strong> kennis hebben om wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te verrichten,<br />

bijvoorbeeld in het ka<strong>de</strong>r van een promotieopleiding.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan <strong>de</strong><br />

criteria die betrekking hebben op <strong>de</strong> oriëntatie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

315


Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics luidt<br />

dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

7.<strong>2.</strong><strong>2.</strong> Programma<br />

Beschrijving van <strong>de</strong> programma’s<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> wordt aangebo<strong>de</strong>n als een gezamenlijke opleiding van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong><br />

Universiteit Delft en <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n en kent <strong>de</strong> varianten <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> (Delft)<br />

en Fundamentele wiskun<strong>de</strong> (Lei<strong>de</strong>n). Het programma bestaat uit een gemeenschappelijk <strong>de</strong>el<br />

(96 EC) en een variantspecifiek <strong>de</strong>el (84 EC). Stu<strong>de</strong>nten maken in <strong>de</strong> loop van het twee<strong>de</strong><br />

jaar een keuze tussen <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en Fundamentele wiskun<strong>de</strong>. De meeste vakken in<br />

het gemeenschappelijke <strong>de</strong>el wor<strong>de</strong>n op bei<strong>de</strong> plaatsen aangebo<strong>de</strong>n. Twee vakken (Algebra<br />

1, Lineaire algebra 2) uit het gemeenschappelijke <strong>de</strong>el van het programma wor<strong>de</strong>n alleen in<br />

Lei<strong>de</strong>n gegeven, twee vakken (Mo<strong>de</strong>lleren, Mo<strong>de</strong>lleren en simulatie) alleen in Delft. Het programma<br />

van het eerste jaar bestaat uit negen verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (waaron<strong>de</strong>r Caleidoscoop,<br />

Analyse 1, Lineaire algebra 1, Analyse 2 en Kansrekening en statistiek 1) en één keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

(stu<strong>de</strong>nten kunnen kiezen uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Mechanica en relativiteitstheorie en Elektriciteit<br />

en magnetisme). Het programma van het twee<strong>de</strong> jaar bestaat uit acht verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

(waaron<strong>de</strong>r Lineaire algebra 2, Analyse 3 en 4 en Partiële differentiaalvergelijkingen) en twee<br />

keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (stu<strong>de</strong>nten kunnen kiezen uit Software engineering, Beslissingsanalyse en<br />

Systeemtheorie, zij kunnen ook on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die in Lei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n in het programma<br />

opnemen). Het programma van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar bestaat uit twee verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

(Fourieranalyse en Wiskun<strong>de</strong>, maatschappij, metho<strong>de</strong>), een keuzeruimte van 30 EC en het<br />

bachelorproject (waarvoor 18 EC is gereserveerd). Stu<strong>de</strong>nten kunnen een <strong>de</strong>el van hun keuzeruimte<br />

vullen met een minor. Wanneer zij dat doen, ziet het programma dat zij volgen er in<br />

een aantal opzichten an<strong>de</strong>rs uit. Zo zijn zij niet meer verplicht om het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Wiskun<strong>de</strong>,<br />

maatschappij, metho<strong>de</strong> in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar te volgen.<br />

De opleidingen in Delft en Lei<strong>de</strong>n hebben ervoor gezorgd dat <strong>de</strong> beschrijvingen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

uit het gemeenschappelijke <strong>de</strong>el in <strong>de</strong> studiegidsen gelijk zijn. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n<br />

er voor on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die in Lei<strong>de</strong>n en in Delft wor<strong>de</strong>n gegeven wel altijd <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> boeken<br />

gebruikt, maar komt het wel voor dat een docent in Lei<strong>de</strong>n een an<strong>de</strong>r dictaat gebruikt dan <strong>de</strong><br />

docent van hetzelf<strong>de</strong> vak in Delft en dat <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len niet precies gelijk is.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding kent twee specialisaties: Computational science and<br />

engineering en Probability, risk and statistics. Het internationale masterprogramma Risk and<br />

environmental mo<strong>de</strong>lling, waarvoor buitenlandse stu<strong>de</strong>nten veel belangstelling hebben, had<br />

in het verle<strong>de</strong>n een zelfstandige positie, maar is inmid<strong>de</strong>ls geïntegreerd in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> specialisatie.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding bestaat uit een entreepakket van drie verplichte<br />

vakken (totaal 18 EC), een oriëntatie<strong>de</strong>el (12 EC), een keuze<strong>de</strong>el dat moet wor<strong>de</strong>n ingevuld<br />

316 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


met on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (18-30 EC), een keuze<strong>de</strong>el dat moet wor<strong>de</strong>n<br />

ingevuld met vakken van an<strong>de</strong>re disciplines (18-30 EC) en het afstu<strong>de</strong>erwerk (42 EC). Het<br />

entreepakket bestaat uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Scientific computing, Stochastic processes en Applied<br />

functional analysis. Voor het oriëntatie<strong>de</strong>el maakten stu<strong>de</strong>nten in het studiejaar 2005-2006<br />

een keuze uit acht vakken, waaron<strong>de</strong>r Advanced mo<strong>de</strong>lling, Applied statistics, Systems and<br />

control en Risk analysis.<br />

De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in het oriëntatie<strong>de</strong>el maken <strong>de</strong>el uit van het 3TU-programma dat door <strong>de</strong> drie<br />

technische universiteiten gezamenlijk wordt verzorgd, met één uitzon<strong>de</strong>ring: het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

Risk analysis, dat <strong>de</strong>el is van het programma Risk and environmental mo<strong>de</strong>lling, dat door veel<br />

buitenlandse stu<strong>de</strong>nten gevolgd wordt. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het 3TU-programma maken formeel<br />

ook <strong>de</strong>el uit van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma dat valt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

van het Regieorgaan.<br />

F4: Eisen WO<br />

Het programma sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor het programma van een WO-opleiding:<br />

• Kennisontwikkeling door stu<strong>de</strong>nten vindt plaats in interactie tussen het on<strong>de</strong>rwijs en het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek binnen relevante disciplines.<br />

• Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in <strong>de</strong> relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare<br />

verban<strong>de</strong>n met actuele wetenschappelijke theorieën.<br />

• Het programma waarborgt <strong>de</strong> ontwikkeling van vaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

• Bij daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen heeft het programma aantoonbare verban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

actuele praktijk van <strong>de</strong> relevante beroepen.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie zijn alle docenten die in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> on<strong>de</strong>rwijs verzorgen zelf<br />

actief betrokken bij on<strong>de</strong>rzoek of op <strong>de</strong> hoogte van actuele ontwikkelingen daarin en plaatsen<br />

zij daardoor <strong>de</strong> collegestof in een groter ka<strong>de</strong>r. De verankering van <strong>de</strong> opleiding in een organisatie<br />

waarin on<strong>de</strong>rzoek een van <strong>de</strong> kerntaken is draagt in belangrijke mate bij tot <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

signatuur van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Het programma van het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kent al on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die stu<strong>de</strong>nten<br />

uitdagen, nieuwsgierig maken en prikkelen tot een wetenschappelijke houding, met name<br />

Caleidoscoop, Wiskundige structuren en Mo<strong>de</strong>lleren. In het twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar wordt <strong>de</strong>ze<br />

wetenschappelijke houding ver<strong>de</strong>r ontwikkeld door stu<strong>de</strong>nten steeds meer zelfstandigheid te<br />

geven bij het leren en toepassen van <strong>de</strong> theorie. In het programma van het twee<strong>de</strong> en het<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar zijn verschillen<strong>de</strong> specialistische on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (zoals Fourieranalyse, Kansrekening en<br />

statistiek 3 en Numerieke metho<strong>de</strong>n 2) opgenomen die gerelateerd zijn aan het on<strong>de</strong>rzoek dat<br />

binnen <strong>de</strong> leerstoelgroepen wordt uitgevoerd, zodat stu<strong>de</strong>nten zich kunnen oriënteren op een<br />

specialisatie in <strong>de</strong> masteropleiding. In het bachelorproject voeren stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r begeleiding<br />

een literatuurstudie en een on<strong>de</strong>rzoeksproject uit, meestal gekoppeld aan lopend on<strong>de</strong>rzoek<br />

van <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>rs. Uit <strong>de</strong> evaluaties blijkt dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten dit studieon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el als zeer positief<br />

ervaren.<br />

In nagenoeg alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma hebben logisch re<strong>de</strong>neren en analytisch <strong>de</strong>nken<br />

een plaats. Al in het eerste semester maken stu<strong>de</strong>nten kennis met abstracte wiskundige<br />

technieken en strengheid in re<strong>de</strong>neren in <strong>de</strong> cursussen Caleidoscoop en Wiskundige structuren.<br />

In het twee<strong>de</strong> semester leert <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt in <strong>de</strong> cursus Mo<strong>de</strong>lleren in een team samen te<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

317


werken aan concrete problemen uit <strong>de</strong> praktijk. Zowel <strong>de</strong> abstractie als <strong>de</strong> zelfwerkzaamheid<br />

neemt toe in het twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar. In het bachelorproject moeten stu<strong>de</strong>nten re<strong>de</strong>lijk zelfstandig<br />

een concreet probleem oplossen.<br />

In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die bestaan uit groeps- en/of projectwerk ontwikkelen stu<strong>de</strong>nten hun communicatieve<br />

vaardighe<strong>de</strong>n. Bij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Mo<strong>de</strong>lleren in het eerste jaar en Mo<strong>de</strong>lleren en<br />

simulatie in het twee<strong>de</strong> jaar moeten zij mon<strong>de</strong>linge presentaties geven. Ook in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

Beslissingsanalyse werken stu<strong>de</strong>nten samen in groepjes. Bij het Stu<strong>de</strong>ntencolloquium, een<br />

verplicht on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het bachelorproject, wor<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten gecoacht bij <strong>de</strong> mon<strong>de</strong>linge<br />

presentatie van het afstu<strong>de</strong>erwerk. In <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleervakken en in het bachelorproject wor<strong>de</strong>n<br />

stu<strong>de</strong>nten voorbereid op <strong>de</strong> beroepspraktijk. Ook in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Wiskun<strong>de</strong>, maatschappij,<br />

metho<strong>de</strong> wordt <strong>de</strong> relatie met <strong>de</strong> beroepspraktijk aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gesteld.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> waar<strong>de</strong>ring<br />

hebben voor <strong>de</strong> samenwerking met <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n, dat zij positief zijn <strong>over</strong> het<br />

bre<strong>de</strong> aanbod dat daardoor ontstaat en <strong>over</strong> <strong>de</strong> mogelijkheid om nog in <strong>de</strong> loop van het twee<strong>de</strong><br />

jaar <strong>over</strong> te stappen naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re instelling. Overigens is het aantal stu<strong>de</strong>nten dat besluit<br />

in <strong>de</strong> loop van het gemeenschappelijke programma <strong>over</strong> te stappen van Lei<strong>de</strong>n naar Delft of<br />

omgekeerd, in <strong>de</strong> praktijk erg beperkt.<br />

Ook het on<strong>de</strong>rwijs in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> masteropleiding wordt verzorgd door docenten die zelf<br />

actief zijn in het on<strong>de</strong>rzoek en in hun on<strong>de</strong>rwijs verban<strong>de</strong>n leggen met lopend actueel on<strong>de</strong>rzoek.<br />

De stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n uitgedaagd tot nieuwsgierigheid en het ver<strong>de</strong>r ontwikkelen van een<br />

wetenschappelijke houding. De na<strong>de</strong>re invulling van het programma komt tot stand in <strong>over</strong>leg<br />

met <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erdocent. Tij<strong>de</strong>ns het cursorisch on<strong>de</strong>rwijs verwerven stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong><br />

kennis en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n die zij nodig hebben voor het uitvoeren van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht.<br />

De keuze van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen in <strong>de</strong> specialisatievakken wordt voor een <strong>de</strong>el geïnspireerd door<br />

recente en actuele ontwikkelingen in het vakgebied. Een substantieel <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> keuzevakken<br />

wordt uitgevoerd in <strong>de</strong> vorm van opdrachten en projecten, waarbij stu<strong>de</strong>nten zelfstandig aan<br />

problemen moeten werken en wor<strong>de</strong>n uitgedaagd tot een kritische houding en creativiteit.<br />

Het programma bevat geen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin stu<strong>de</strong>nten samenwerken in groepen. Het afstu<strong>de</strong>erwerk<br />

bestaat uit een literatuurstudie en een on<strong>de</strong>rzoeksproject dat is gekoppeld aan het<br />

lopen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> betrokken begelei<strong>de</strong>rs. Daarin moeten stu<strong>de</strong>nten laten zien dat ze<br />

in staat zijn tot het verrichten van on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> masteropleiding hebben afgerond zijn geschoold in het oplossen van algemene<br />

technische en natuurwetenschappelijke vraagstukken door mid<strong>de</strong>l van het opstellen en<br />

analyseren van wiskundige mo<strong>de</strong>llen. Zij zijn zo voorbereid op een breed scala van beroepen.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding waar<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> mate van vrijheid die zij hebben om zelf<br />

een programma samen te stellen en <strong>de</strong> mogelijkheid om on<strong>de</strong>rwijs te volgen dat wordt verzorgd<br />

door an<strong>de</strong>re faculteiten of universiteiten. De masteropleiding moedigt stu<strong>de</strong>nten actief<br />

aan om ervaring op te doen in <strong>de</strong> beroepspraktijk en zich te oriënteren op <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

Stu<strong>de</strong>nten hebben <strong>de</strong> mogelijkheid om in hun studieprogramma een stage op te nemen, in<br />

Ne<strong>de</strong>rland of in het buitenland. De opleiding heeft er bewust voor gekozen om <strong>de</strong> stage niet<br />

verplicht te stellen, vanuit <strong>de</strong> <strong>over</strong>weging dat buitenlandse stu<strong>de</strong>nten, die toch al een beperkte<br />

perio<strong>de</strong> in Ne<strong>de</strong>rland zijn, niet verplicht moeten wor<strong>de</strong>n om een <strong>de</strong>el van hun studie buiten<br />

<strong>de</strong> universiteit door te brengen. Volgens <strong>de</strong> docenten loopt meer dan <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding een stage bij een bedrijf of een instelling buiten <strong>de</strong> universiteit.<br />

318 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


Het aantal stu<strong>de</strong>nten dat gebruikmaakt van <strong>de</strong> mogelijkheid om aan een buitenlandse universiteit<br />

te stu<strong>de</strong>ren, is laag. Het programma bevat geen obstakels, maar stu<strong>de</strong>nten lijken geen<br />

belangstelling te hebben voor een verblijf in het buitenland.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> interactie tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek op een goe<strong>de</strong><br />

manier vorm heeft gekregen in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. In het on<strong>de</strong>rwijs<br />

wordt gebruikgemaakt van recente en (voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>) relevante literatuur, waardoor<br />

actuele ontwikkelingen in <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong> aan bod komen wanneer dat mogelijk<br />

is. Het programma biedt in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie een goed <strong>over</strong>zicht van <strong>de</strong> technische<br />

wiskun<strong>de</strong>. Zij beveelt wel aan <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn dui<strong>de</strong>lijker als een van <strong>de</strong> kernen van <strong>de</strong> opleiding<br />

te profileren.<br />

De commissie heeft waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> samenwerking tussen <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit<br />

Delft en <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n, die in haar ogen het aca<strong>de</strong>misch gehalte van het programma<br />

aantoonbaar verhoogt. Die samenwerking heeft in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie geleid tot een<br />

gemeenschappelijk programma dat voor stu<strong>de</strong>nten een dui<strong>de</strong>lijke meerwaar<strong>de</strong> heeft, omdat<br />

het keuze‐ en specialisatiemogelijkhe<strong>de</strong>n biedt die een programma op het gebied van <strong>de</strong><br />

technische wiskun<strong>de</strong> in het algemeen niet biedt. De stu<strong>de</strong>nten maken kennis met een meer<br />

abstracte invalshoek in on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die wor<strong>de</strong>n gedoceerd door docenten die daarin gespecialiseerd<br />

zijn.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> vaardighe<strong>de</strong>n verwerven<br />

om on<strong>de</strong>rzoek te kunnen verrichten. Zij leren bijvoorbeeld in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die behoren<br />

tot <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>lleerlijn en in het bachelorproject om problemen uit <strong>de</strong> praktijk op te lossen.<br />

De commissie vindt wel dat er in het programma relatief weinig aandacht wordt besteed aan<br />

het samenwerken in groepjes.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opzet van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding waarborgt<br />

dat stu<strong>de</strong>nten vertrouwd raken met actuele discussies en lopend on<strong>de</strong>rzoek binnen <strong>de</strong><br />

technische wiskun<strong>de</strong>. Zij heeft geconstateerd dat er in het cursorische <strong>de</strong>el van het programma<br />

gebruik wordt gemaakt van actuele en gespecialiseer<strong>de</strong> literatuur die aansluit bij het niveau van<br />

<strong>de</strong> opleiding. Het programma sluit daarmee naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie in voldoen<strong>de</strong><br />

mate aan bij actuele ontwikkelingen binnen <strong>de</strong> discipline. Het programma wordt afgesloten<br />

met een afstu<strong>de</strong>erproject, waarin stu<strong>de</strong>nten moeten laten zien dat zij beschikken <strong>over</strong> vaardighe<strong>de</strong>n<br />

op het gebied van wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek.<br />

De commissie betwijfelt of <strong>de</strong> beslissing om geen verplichte stage op te nemen in het programma<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding <strong>de</strong> juiste was. Zij heeft vernomen dat een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten een stage volgt in het ka<strong>de</strong>r van het afstu<strong>de</strong>erproject, maar dat dat zeker niet voor<br />

alle stu<strong>de</strong>nten geldt. Zij vindt dat juist een masteropleiding op het gebied van <strong>de</strong> technische<br />

wiskun<strong>de</strong> dient te waarborgen dat haar stu<strong>de</strong>nten actief kennismaken met <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

en zij is van mening dat zo’n kennismaking het best kan plaatsvin<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r van een<br />

stage. Zij heeft wel begrip voor <strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen die ten grondslag liggen aan <strong>de</strong> beslissing,<br />

maar vindt wel dat <strong>de</strong> gevolgen van die beslissing ingrijpend zijn. Zij beveelt <strong>de</strong> opleiding aan<br />

om <strong>de</strong> beslissing om <strong>de</strong> stage niet verplicht te stellen nog eens in her<strong>over</strong>weging te nemen.<br />

De commissie is <strong>over</strong>igens wel van oor<strong>de</strong>el dat het programma van <strong>de</strong> masteropleiding in zijn<br />

geheel voldoet aan <strong>de</strong> eisen die gel<strong>de</strong>n voor een wetenschappelijke opleiding. Het voldoet vol-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

319


ledig aan <strong>de</strong> eerste drie criteria die gel<strong>de</strong>n voor wetenschappelijke opleidingen en voor een <strong>de</strong>el<br />

aan het vier<strong>de</strong>.<br />

De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F5: Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma<br />

Het programma is een a<strong>de</strong>quate concretisering van <strong>de</strong> eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke<br />

eisen.<br />

De eindkwalificaties zijn a<strong>de</strong>quaat vertaald in leerdoelen van (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma.<br />

De inhoud van het programma biedt stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> eindkwalificaties te<br />

bereiken.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie zijn voor elk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

leerdoelen opgesteld die samen lei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleiding. Bij <strong>de</strong> beschrijving<br />

van <strong>de</strong> leerdoelen is steeds aangegeven hoe <strong>de</strong>ze bijdragen aan <strong>de</strong> realisering van <strong>de</strong> competenties<br />

die beschreven zijn in <strong>de</strong> Criteria voor Aca<strong>de</strong>mische Bachelor- en Master Curricula. De<br />

zelfstudie bevat tabellen waarin is aangegeven aan welke algemene en domeinspecifieke eindtermen<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma aandacht beste<strong>de</strong>n. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie blijkt uit<br />

die tabellen dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleiding in voldoen<strong>de</strong> mate wor<strong>de</strong>n afge<strong>de</strong>kt door <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma.<br />

De aca<strong>de</strong>mische verbreding in het programma wordt bereikt via een minor. De Examencommissie<br />

heeft een aantal minors uit het aanbod van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit geselecteerd<br />

waarvan <strong>de</strong> leerdoelen aansluiten bij <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

minors <strong>Technische</strong> natuurkun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> informatica, Wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs en Filosofie van<br />

<strong>de</strong> techniek. Een afwijken<strong>de</strong> of vrije minor bestaat uit een aantal samenhangen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

uit het programma van een <strong>bacheloropleiding</strong>. Stu<strong>de</strong>nten die een afwijken<strong>de</strong> minor willen<br />

kiezen, moeten daarvoor een verzoek indienen bij <strong>de</strong> Examencommissie, die beoor<strong>de</strong>elt of <strong>de</strong><br />

minor voldoen<strong>de</strong> bijdraagt aan <strong>de</strong> verdieping of <strong>de</strong> verbreding van het bachelorprogramma.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding bestaat uit het entreepakket, het oriëntatie<strong>de</strong>el, het<br />

specialisatie<strong>de</strong>el, het keuze<strong>de</strong>el buiten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en het afstu<strong>de</strong>erwerk. Het afstu<strong>de</strong>erwerk<br />

is het grootste en belangrijkste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het programma. Hierin laten stu<strong>de</strong>nten zien<br />

dat zij in staat zijn om zich in korte tijd in een gespecialiseerd on<strong>de</strong>rzoekson<strong>de</strong>rwerp in te<br />

werken, <strong>de</strong> relevante literatuur te bestu<strong>de</strong>ren en een on<strong>de</strong>rzoeksopdracht uit te voeren. Het<br />

entreepakket en het oriëntatie<strong>de</strong>el zijn zo samengesteld dat zij volgens <strong>de</strong> zelfstudie garan<strong>de</strong>ren<br />

dat stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> in <strong>de</strong> doelstellingen genoem<strong>de</strong> bre<strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> (toegepaste) wiskun<strong>de</strong><br />

verwerven. De bijdrage van <strong>de</strong> keuzevakken aan <strong>de</strong> realisatie van <strong>de</strong> leerdoelen hangt af van <strong>de</strong><br />

afstu<strong>de</strong>errichting die een stu<strong>de</strong>nt gekozen heeft. Stu<strong>de</strong>nten stellen in <strong>over</strong>leg met hun afstu<strong>de</strong>erbegelei<strong>de</strong>r<br />

een individueel studieprogramma op, bij voorkeur zo snel mogelijk nadat zij<br />

aan <strong>de</strong> masteropleiding zijn begonnen, dat wordt voorgelegd aan <strong>de</strong> Examencommissie, die<br />

haar goedkeuring moet geven. De opleiding heeft richtlijnen voor <strong>de</strong> samenstelling van een<br />

evenwichtig afstu<strong>de</strong>erprogramma opgesteld, die zijn opgenomen in het Master’s Programme<br />

320 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


Handbook Applied mathematics 2005-2006. Het keuze<strong>de</strong>el, dat bestaat uit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit<br />

an<strong>de</strong>re disciplines, garan<strong>de</strong>ert volgens <strong>de</strong> zelfstudie dat stu<strong>de</strong>nten een bre<strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische vorming<br />

krijgen en zich bewust wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> binnen an<strong>de</strong>re vakgebie<strong>de</strong>n.<br />

Ze maken kennis met <strong>de</strong> taal en <strong>de</strong> <strong>de</strong>nkwijze van <strong>de</strong> technische toepassingsgebie<strong>de</strong>n en zijn<br />

hierdoor beter in staat te communiceren met niet-vakgenoten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd<br />

vanuit het perspectief van <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen.<br />

Zij kan zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> manier waarop in <strong>de</strong> zelfstudie een verband is gelegd tussen <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

en het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en vindt dat <strong>de</strong> eindkwalificaties in<br />

voldoen<strong>de</strong> mate wor<strong>de</strong>n afge<strong>de</strong>kt door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma. Ze heeft vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong> beschrijvingen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die in <strong>de</strong> studiegids zijn opgenomen het verband met<br />

<strong>de</strong> eindkwalificaties voldoen<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk tot uitdrukking brengen. De commissie vindt dan ook<br />

dat het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een a<strong>de</strong>quate concretisering is van <strong>de</strong> eindkwalificaties.<br />

Ze is eveneens van oor<strong>de</strong>el dat het programma zo is ingericht dat van stu<strong>de</strong>nten mag<br />

wor<strong>de</strong>n verwacht dat zij <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding zullen verwerven. Zij komt dus<br />

tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> voldoet aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

De commissie is van mening dat een aantal eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding slechts beperkt<br />

aandacht krijgt in het programma van die opleiding. Het gaat dan om G7 (die uitdrukt dat<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n in staat zijn om in een internationale omgeving te werken en daarbij geholpen<br />

wor<strong>de</strong>n door hun vaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van taal en communicatie) en G8 (die zegt dat<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n een verhoogd inzicht hebben in <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> wetenschap in <strong>de</strong> samenleving).<br />

In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie zullen niet alle stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns hun opleiding <strong>de</strong>ze eindkwalificaties<br />

verwerven, omdat het programma geen verplichte stage of buitenlandverblijf kent<br />

en geen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kent die specifiek ingaan op <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> wetenschap in <strong>de</strong> samenleving.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>ige eindkwalificaties wel in het programma aan <strong>de</strong><br />

or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld en dat het programma zo is ingericht dat stu<strong>de</strong>nten die eindkwalificaties<br />

ook zullen verwerven. Zij vindt dat <strong>de</strong> kennis en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n die stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns hun<br />

opleiding verwerven en het niveau dat zij bereiken in voldoen<strong>de</strong> mate <strong>over</strong>eenstemmen met<br />

<strong>de</strong> verwachtingen met betrekking tot een masteropleiding op het gebied van <strong>de</strong> technische<br />

wiskun<strong>de</strong>. Zij is ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

voldoen<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk is. Zij komt daarom tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> masteropleiding<br />

voldoet aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F6: Samenhang programma<br />

Stu<strong>de</strong>nten volgen een inhou<strong>de</strong>lijk samenhangend studieprogramma.<br />

Beschrijving<br />

In het verplichte <strong>de</strong>el van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wor<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten ingevoerd<br />

in <strong>de</strong> wiskundige basisdisciplines. De positionering van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in het programma<br />

is volgens <strong>de</strong> zelfstudie gebaseerd op voorkennisrelaties. De Opleidingscommissie en <strong>de</strong> Curriculumcommissie<br />

(ontstaan uit <strong>de</strong> Werkgroep Herziening Bacheloropleiding) zien toe op <strong>de</strong><br />

samenhang van het programma en adviseren <strong>de</strong> opleidingsdirecteur daar<strong>over</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

321


Het programma kent vijf leerlijnen waarmee <strong>de</strong> structuur en <strong>de</strong> samenhang van het programma<br />

dui<strong>de</strong>lijk in beeld kan wor<strong>de</strong>n gebracht: Mo<strong>de</strong>lleren, Analyse en differentiaalvergelijkingen,<br />

Kansrekening en statistiek, Numerieke metho<strong>de</strong>n en Optimalisering en systeemtheorie. Een<br />

leerlijn bestaat uit een cluster van on<strong>de</strong>rling gerelateer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die ver<strong>de</strong>eld zijn <strong>over</strong> het<br />

programma. De zelfstudie bevat een tabel waarin per on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el wordt aangegeven tot welke<br />

leerlijn(en) het behoort. Daaruit blijkt dat alle leerlijnen in alle jaren van het programma aan<br />

bod komen. Verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len maken <strong>de</strong>el uit van meer<strong>de</strong>re leerlijnen. Zo behoort het<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Caleidoscoop in het eerste jaar tot <strong>de</strong> leerlijnen Mo<strong>de</strong>lleren, Analyse en differentiaalvergelijkingen<br />

en Kansrekening en statistiek. Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Lineaire algebra 2 in het twee<strong>de</strong><br />

jaar behoort tot <strong>de</strong> leerlijnen Numerieke metho<strong>de</strong>n en Optimalisering en systeemtheorie. De<br />

leerlijnen zijn geformeerd rond <strong>de</strong> belangrijkste thema’s in het programma en sluiten aan bij<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> leerstoelen.<br />

Docenten kunnen <strong>de</strong>el uitmaken van meer<strong>de</strong>re leerlijnen, een gegeven dat bijdraagt aan <strong>de</strong><br />

verankering van <strong>de</strong> horizontale samenhang van het programma. Ie<strong>de</strong>re leerlijn heeft een coördinator.<br />

De docenten die bijdragen aan het on<strong>de</strong>rwijs binnen een leerlijn komen minstens<br />

twee keer per jaar bij elkaar om te spreken <strong>over</strong> afstemming en eventuele aanpassingen van <strong>de</strong><br />

vakinhoud, <strong>over</strong> evaluaties en <strong>over</strong> voorkennisrelaties met betrekking tot on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in an<strong>de</strong>re<br />

leerlijnen. De coördinatoren van <strong>de</strong> leerlijnen en <strong>de</strong> opleidingsdirecteur komen minstens een<br />

keer per jaar bijeen om <strong>de</strong> gang van zaken binnen <strong>de</strong> gehele opleiding te bespreken, waarbij<br />

in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> horizontale verban<strong>de</strong>n ter sprake komen. De docenten binnen een leerlijn<br />

organiseren ook <strong>de</strong> controle van <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> tentamens binnen <strong>de</strong> leerlijn.<br />

Het voor alle stu<strong>de</strong>nten verplichte entreepakket vormt volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong> basis van het<br />

programma van <strong>de</strong> masteropleiding. Deze basis wordt ver<strong>de</strong>r uitgewerkt in het oriëntatie<strong>de</strong>el.<br />

Bij <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het entreepakket en het oriëntatie<strong>de</strong>el is volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie nauwkeurig gelet op het wetenschappelijke en het toegepaste karakter van <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, op voorkennisrelaties en op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge samenhang. Stu<strong>de</strong>nten specialiseren<br />

zich door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>keuzevakken, waarmee zij specifieke kennis opbouwen als<br />

voorbereiding op het afstu<strong>de</strong>erwerk. De wiskun<strong>de</strong>keuzevakken zijn inge<strong>de</strong>eld in twee specialisaties,<br />

Computational science and engineering en Probability, risk and statistics, die gekoppeld<br />

zijn aan <strong>de</strong> leerstoelen binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling. De keuzevakken die stu<strong>de</strong>nten bij an<strong>de</strong>re disciplines<br />

volgen vormen een essentiële aanvulling met het oog op <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische verbreding. Stu<strong>de</strong>nten<br />

stellen hun lijst met keuzevakken op in <strong>over</strong>leg met hun afstu<strong>de</strong>erbegelei<strong>de</strong>rs, die erop toezien<br />

dat <strong>de</strong> keuzevakken een samenhangend geheel vormen. De mastercoördinator heeft hierbij een<br />

adviseren<strong>de</strong> rol.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> interne samenhang van <strong>de</strong> programma van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

bestu<strong>de</strong>erd. Zij heeft vastgesteld dat het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> goed<br />

doordacht en gestructureerd is. De in<strong>de</strong>ling in vijf clusters van samenhangen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

zorgt voor een dui<strong>de</strong>lijke en inhou<strong>de</strong>lijk gemotiveer<strong>de</strong> structuur. De commissie is van mening<br />

dat <strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling in leerlijnen op een goe<strong>de</strong> en zorgvuldige manier tot stand is gekomen en dat<br />

<strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> leerlijnen op een goe<strong>de</strong> manier heeft ingebed in <strong>de</strong> organisatie. Zij vindt dat<br />

het programma een goe<strong>de</strong> balans vertoont van verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is het programma van <strong>de</strong> masteropleiding op een a<strong>de</strong>quate<br />

manier gestructureerd. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het entreepakket leggen een basis voor <strong>de</strong> rest van<br />

het programma, dat zo is samengesteld dat stu<strong>de</strong>nten zich in voldoen<strong>de</strong> mate kunnen verdie-<br />

322 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


pen in een van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen van <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>. De commissie is van oor<strong>de</strong>el<br />

dat <strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> individuele programma’s van stu<strong>de</strong>nten in voldoen<strong>de</strong> mate wordt<br />

bewaakt en gewaarborgd door <strong>de</strong> mastercoördinator en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erbegelei<strong>de</strong>rs.<br />

De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> afwegingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F7: Studielast<br />

Het programma is stu<strong>de</strong>erbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die <strong>de</strong> studievoortgang<br />

belemmeren zoveel mogelijk wor<strong>de</strong>n weggenomen.<br />

Beschrijving<br />

In het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is <strong>de</strong> studielast gelijkmatig ver<strong>de</strong>eld <strong>over</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

semesters. Uit <strong>de</strong> enquêtes blijkt volgens <strong>de</strong> zelfstudie dat er geen semesters zijn die<br />

door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten als onevenredig zwaar wor<strong>de</strong>n ervaren. Het programma van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar<br />

kent slechts twee verplichte vakken (en slechts één wanneer stu<strong>de</strong>nten ervoor kiezen een minor<br />

te volgen), zodat stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> gelegenheid hebben om zich voor te berei<strong>de</strong>n op een specialisatie<br />

in <strong>de</strong> masteropleiding. In het programma is ruimte gereserveerd voor een minor: in het<br />

twee<strong>de</strong> jaar is 12 EC vrijgehou<strong>de</strong>n, in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar 18 EC. Stu<strong>de</strong>nten kunnen daardoor een<br />

aantal minors op een goe<strong>de</strong> manier in hun rooster inpassen. Voor stu<strong>de</strong>nten die een minor<br />

kiezen die niet in <strong>de</strong> daarvoor gereserveer<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n wordt aangebo<strong>de</strong>n kan een onevenwichtige<br />

ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> studielast ontstaan. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma zijn volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie zo geroosterd dat <strong>de</strong> voorkennisrelaties consistent zijn. Wanneer uit <strong>de</strong> evaluaties<br />

van het on<strong>de</strong>rwijs blijkt dat er knelpunten bestaan of dat het programma struikelvakken kent,<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> problemen volgens <strong>de</strong> zelfstudie zo snel mogelijk aangepakt.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> samenwerking met <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n in<br />

eerste instantie niet geheel probleemloos verliep, maar dat <strong>de</strong> afstemming in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd<br />

dui<strong>de</strong>lijk is verbeterd en dat <strong>de</strong> roostering van <strong>de</strong> gemeenschappelijke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len inmid<strong>de</strong>ls<br />

ook goed geregeld is. In het algemeen ervaren <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> niet als te<br />

zwaar en vin<strong>de</strong>n zij dat <strong>de</strong> studielast op een evenwichtige manier <strong>over</strong> het programma ver<strong>de</strong>eld<br />

is en dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in inhou<strong>de</strong>lijke zin goed op elkaar aansluiten. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

met wie <strong>de</strong> commissie sprak, vormt het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Algebra in Lei<strong>de</strong>n een struikelblok voor <strong>de</strong><br />

Delftse stu<strong>de</strong>nten, die het vak vaak zwaar en moeilijk vin<strong>de</strong>n. De maatregelen die zijn genomen<br />

om het probleem op te lossen (waaron<strong>de</strong>r het vermin<strong>de</strong>ren van het aantal opgaven die<br />

stu<strong>de</strong>nten moeten maken), hebben tot op he<strong>de</strong>n niet het gewenste effect gehad. Volgens <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten hebben an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len te lij<strong>de</strong>n van het feit dat <strong>de</strong> studielast van het vak Algebra<br />

zo hoog is. Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Kansrekening en statistiek 2 (in het eerste semester van het twee<strong>de</strong><br />

jaar) vorm<strong>de</strong> in het verle<strong>de</strong>n een probleem, maar inmid<strong>de</strong>ls zijn <strong>de</strong> <strong>de</strong>len van dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

omgedraaid en is <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> practica aangepast, waardoor het geen belemmering meer<br />

vormt voor <strong>de</strong> voortgang van stu<strong>de</strong>nten.<br />

De drie on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het entreepakket van <strong>de</strong> masteropleiding (van elk 6 EC) zijn ingeroosterd<br />

in het eerste semester van het eerste jaar van <strong>de</strong> opleiding. De wiskun<strong>de</strong>keuzevakken<br />

zijn gelijkmatig ver<strong>de</strong>eld <strong>over</strong> het studiejaar. Afgezien van het afstu<strong>de</strong>erwerk heeft ie<strong>de</strong>r<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

323


studieon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el een omvang van 6 EC en in <strong>de</strong> regel twee contacturen per week geduren<strong>de</strong><br />

een semester. Het programma kent een aantal reading courses die stu<strong>de</strong>nten kunnen doen wanneer<br />

dit hun het beste uitkomt. De opleiding heeft bewust gekozen voor een afwisseling van<br />

semestervakken, kwartaalvakken en reading courses, omdat stu<strong>de</strong>nten daardoor meer mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

hebben om een stage of an<strong>de</strong>re activiteiten (zoals een internationale uitwisseling) in<br />

hun programma op te nemen. De precieze ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> studielast wordt bepaald door <strong>de</strong><br />

keuzen die stu<strong>de</strong>nten maken bij het invullen van hun individuele studieprogramma. Stu<strong>de</strong>nten<br />

kunnen beginnen met het afstu<strong>de</strong>erwerk op het moment dat zij nog maximaal 18 EC van<br />

<strong>de</strong> cursorische on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding moeten voltooien.<br />

In <strong>de</strong> kringgesprekken met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding wordt <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van<br />

het programma aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gesteld. Uit het kringgesprek dat plaatsvond in maart 2006 bleek<br />

dat er in 2005 aan het eind van het eerste semester een ongewenste ophoping was ontstaan van<br />

in te leveren opdrachten, waardoor het computerpracticum van Scientific computing noodgedwongen<br />

was verplaatst naar het twee<strong>de</strong> semester. De studielast was onaanvaardbaar hoog<br />

gewor<strong>de</strong>n. Met <strong>de</strong> betrokken docenten wordt besproken hoe <strong>de</strong>ze ongewenste situatie voor het<br />

komen<strong>de</strong> studiejaar wordt opgelost.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding waren kritisch <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwijs dat gezamenlijk door<br />

<strong>de</strong> drie technische universiteiten wordt verzorgd. Zij meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie dat er soms dui<strong>de</strong>lijke<br />

verschillen in niveau tussen <strong>de</strong> cursussen bestaan en dat <strong>de</strong> organisatie van het on<strong>de</strong>rwijs<br />

soms te wensen <strong>over</strong>laat, maar zij realiseer<strong>de</strong>n zich ook dat <strong>de</strong> problemen die zij signaleer<strong>de</strong>n<br />

waarschijnlijk gerelateerd zijn aan het feit dat <strong>de</strong> samenwerking nog in een vroeg stadium<br />

verkeert.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in het algemeen<br />

positief oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van het programma, maar dat het programma in<br />

ie<strong>de</strong>r geval één struikelblok bevat dat moeilijk weg te nemen valt, het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Algebra dat <strong>de</strong><br />

Delftse stu<strong>de</strong>nten volgen in Lei<strong>de</strong>n. De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> samenwerking<br />

met Lei<strong>de</strong>n in eerste instantie tot enige praktische problemen leid<strong>de</strong>, maar dat die problemen<br />

aangepakt zijn en inmid<strong>de</strong>ls dui<strong>de</strong>lijk vermin<strong>de</strong>rd zijn. Zij heeft gemerkt dat <strong>de</strong> opleiding<br />

goed op <strong>de</strong> hoogte is van <strong>de</strong> problemen en gaat ervan uit dat zij on<strong>de</strong>r controle zijn en dat<br />

er ver<strong>de</strong>r wordt gewerkt aan het vin<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>finitieve oplossingen. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong><br />

studielast op een a<strong>de</strong>quate en evenwichtige manier <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n is ver<strong>de</strong>eld, dat<br />

het programma behalve het vak Algebra geen knelpunten kent en dat <strong>de</strong> opleiding maatregelen<br />

heeft genomen die passen bij <strong>de</strong> fase van <strong>de</strong> studie waarin stu<strong>de</strong>nten zich bevin<strong>de</strong>n (extra<br />

begeleiding en opdrachten in het eerste jaar, meer keuzevrijheid in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar) om <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid<br />

te bevor<strong>de</strong>ren.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding ook positief oor<strong>de</strong>len<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van het programma dat zij volgen. Zij vindt <strong>de</strong> maatregelen die <strong>de</strong><br />

opleiding heeft genomen met het oog op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van het programma a<strong>de</strong>quaat. Zij<br />

heeft vernomen dat ook in het geval van <strong>de</strong> masteropleiding <strong>de</strong> geïntensiveer<strong>de</strong> samenwerking<br />

met an<strong>de</strong>re instellingen (in dit geval <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re technische universiteiten) in eerste instantie<br />

enige praktische problemen veroorzaakt, maar zij heeft er vertrouwen in dat <strong>de</strong> opleiding, in<br />

goed <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re betrokken opleidingen, a<strong>de</strong>quate oplossingen voor <strong>de</strong>ze problemen<br />

zal vin<strong>de</strong>n.<br />

324 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


De commissie komt daarom tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen<br />

aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> studielast en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F8: Instroom<br />

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij <strong>de</strong> kwalificaties van <strong>de</strong> instromen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten:<br />

WO-bachelor: VWO, HBO-prope<strong>de</strong>use of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingson<strong>de</strong>rzoek.<br />

WO-master: bachelor en eventueel (inhou<strong>de</strong>lijke) selectie.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>Technische</strong> Universiteit Delft laat stu<strong>de</strong>nten die een vwo-diploma met het profiel Natuur<br />

en techniek hebben direct toe tot <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en. Stu<strong>de</strong>nten met een vwo-diploma<br />

met het profiel Natuur en gezondheid die geen wiskun<strong>de</strong> B2 hebben gevolgd, hebben formeel<br />

een <strong>de</strong>ficiëntie, maar <strong>de</strong> opleiding gaat ervan uit dat zij die <strong>de</strong>ficiëntie hebben opgeheven<br />

wanneer zij het tentamen Analyse 1 hebben behaald. Stu<strong>de</strong>nten van 21 jaar of ou<strong>de</strong>r hebben<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid een colloquium doctum af te leggen en daarmee toegang tot <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

te verkrijgen. Voor stu<strong>de</strong>nten met een vooropleiding in het hbo gel<strong>de</strong>n mogelijk<br />

aanvullen<strong>de</strong> eisen.<br />

Het aantal stu<strong>de</strong>nten dat begint aan <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> varieert van jaar tot jaar en ligt<br />

gemid<strong>de</strong>ld rond <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtig, met een uitschieter in 2004, toen 43 stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

instroom<strong>de</strong>n (inclusief stu<strong>de</strong>nten die naast wiskun<strong>de</strong> een an<strong>de</strong>re opleiding volg<strong>de</strong>n).<br />

Vwo-scholieren met het profiel Natuur en techniek vormen volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong><br />

hoofdmoot van <strong>de</strong> instroom. De <strong>bacheloropleiding</strong> maakt zich volgens <strong>de</strong> zelfstudie zorgen<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> lage instroom. Het streefcijfer voor <strong>de</strong> instroom in het jaar 2010 vanuit het vwo naar<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is in het Sectorplan Wetenschap en Technologie (daterend uit oktober<br />

2003) gesteld op veertig stu<strong>de</strong>nten.<br />

De aansluiting van het vwo op het wo heeft <strong>de</strong> constante aandacht van <strong>de</strong> opleiding. Sinds<br />

1 september 2004 is er een vwo-docent aangesteld, die regelmatig colleges en practica in het<br />

eerste jaar bezoekt en docenten adviseert <strong>over</strong> het lesmateriaal en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsvorm. Omdat<br />

veel stu<strong>de</strong>nten bij <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van vwo naar universiteit moeite hebben met het tempo en het<br />

abstracte karakter van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, wor<strong>de</strong>n zij in het eerste semester meer bij <strong>de</strong> hand<br />

genomen: sinds 2003 wor<strong>de</strong>n zij geacht huiswerk en tussentijdse toetsen te maken en wordt<br />

hun aanwezigheid geregistreerd. Stu<strong>de</strong>nten die onregelmatig aanwezig zijn, wor<strong>de</strong>n hierop aangesproken.<br />

Na <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong>ze maatregelen zijn <strong>de</strong> slagingspercentages in het eerste jaar<br />

verbeterd: <strong>de</strong> percentages positieve studieadviezen van <strong>de</strong> cohorten 2002, 2003 en 2004 zijn<br />

respectievelijk 29%, 53% en 61%. Al in <strong>de</strong> eerste maand wordt er een instaptoets afgenomen<br />

om stu<strong>de</strong>nten en docenten een beeld te geven van <strong>de</strong> voorkennis van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten. Die toets<br />

wordt later in het jaar herhaald om <strong>de</strong> voortgang te meten. In het studiejaar 2005-2006 was<br />

<strong>de</strong> score op <strong>de</strong> eerste toets 71%, op <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> 84%. In het eerste jaar kunnen stu<strong>de</strong>nten twee<br />

uur per week <strong>de</strong>elnemen aan begelei<strong>de</strong> zelfstudie. Gemid<strong>de</strong>ld maakt 70% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

gebruik van <strong>de</strong>ze mogelijkheid. Vanaf het studiejaar 2006-2007 biedt <strong>de</strong> faculteit een opfriscursus<br />

aan waarin <strong>de</strong> stof die op het vwo is behan<strong>de</strong>ld opnieuw uiteen wordt gezet. Tij<strong>de</strong>ns het<br />

bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat er in 2006 rond <strong>de</strong> tien stu<strong>de</strong>nten uit <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

<strong>de</strong>el hebben genomen aan <strong>de</strong>ze cursus. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten verloopt <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang vanuit het<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

325


vwo door <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong> zelfstudie, <strong>de</strong> instaptoets en <strong>de</strong> opfriscursus soepel. Zij zijn positief <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> goe<strong>de</strong> begeleiding die ze in <strong>de</strong> eerste weken van hun studie krijgen.<br />

In <strong>de</strong> voorlichting wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie benadrukt dat <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> een opleiding<br />

is die een goed perspectief biedt op een bre<strong>de</strong> arbeidsmarkt. De opleiding heeft een<br />

actief voorlichtingsbeleid en organiseert of neemt <strong>de</strong>el aan voorlichtingsdagen, oriëntatiedagen,<br />

meeloopdagen en last minute-dagen. De faculteit heeft in 2005 een nieuwe me<strong>de</strong>werker<br />

aangesteld die <strong>de</strong> taak heeft om <strong>de</strong> facultaire studievoorlichting te versterken. De opleiding<br />

on<strong>de</strong>rneemt geen activiteiten die gericht zijn op specifieke groepen stu<strong>de</strong>nten, zoals allochtone<br />

stu<strong>de</strong>nten.<br />

Tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit vernam <strong>de</strong> commissie dat het College van Bestuur van <strong>de</strong><br />

<strong>Technische</strong> Universiteit Delft besloten heeft om met ingang van het studiejaar 2010-2011 <strong>de</strong><br />

‘har<strong>de</strong> knip’ in te voeren, hetgeen betekent dat stu<strong>de</strong>nten pas tot <strong>de</strong> masteropleiding wor<strong>de</strong>n<br />

toegelaten wanneer zij alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond. Het College<br />

van Bestuur heeft <strong>de</strong>ze beslissing genomen omdat het geen on<strong>de</strong>rscheid wil maken tussen stu<strong>de</strong>nten<br />

die in Delft een <strong>bacheloropleiding</strong> hebben gevolgd en stu<strong>de</strong>nten die een opleiding aan<br />

een an<strong>de</strong>re instelling hebben doorlopen. Voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tot 2010 gel<strong>de</strong>n aangescherpte toelatingseisen:<br />

stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> moeten minimaal 165 EC hebben behaald<br />

en het bachelorproject hebben afgerond om tot <strong>de</strong> masteropleiding te kunnen wor<strong>de</strong>n toegelaten.<br />

Stu<strong>de</strong>nten met een bachelordiploma <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> van een van <strong>de</strong> technische universiteiten<br />

en stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> IDEA League-partners wor<strong>de</strong>n rechtstreeks toegelaten tot <strong>de</strong><br />

masteropleiding. Delftse stu<strong>de</strong>nten met een bachelordiploma Lucht- en ruimtevaarttechniek,<br />

<strong>Technische</strong> natuurkun<strong>de</strong> en <strong>Technische</strong> informatica wor<strong>de</strong>n direct toegelaten wanneer zij<br />

een minor <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> hebben gevolgd. Ook stu<strong>de</strong>nten met een bachelordiploma<br />

Wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> algemene universiteiten in Ne<strong>de</strong>rland wor<strong>de</strong>n toegelaten tot <strong>de</strong> masteropleiding,<br />

waarbij eventuele <strong>de</strong>ficiënties binnen <strong>de</strong> keuzeruimte van het masterprogramma<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n weggewerkt. Voor stu<strong>de</strong>nten met een vooropleiding in het hbo (meestal een<br />

lerarenopleiding of een hbo-opleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong>) stellen <strong>de</strong> mastercoördinator en <strong>de</strong><br />

opleidingsdirecteur een schakelprogramma op. Voor buitenlandse stu<strong>de</strong>nten bestaat een selectieprocedure<br />

waarin on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> eis wordt gehanteerd dat het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> cijfer dat stu<strong>de</strong>nten<br />

in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben behaald ten minste 75% van het maximum van <strong>de</strong><br />

schaal bedraagt. Buitenlandse stu<strong>de</strong>nten moeten ook aantonen dat ze <strong>over</strong> voldoen<strong>de</strong> kennis<br />

van het Engels beschikken en een essay schrijven waarin ze hun motivatie uiteenzetten. Tij<strong>de</strong>ns<br />

het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat zo’n 35 tot 40% van <strong>de</strong> buitenlandse stu<strong>de</strong>nten die zich<br />

aanmel<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> masteropleiding daadwerkelijk wordt toegelaten. De beslissing <strong>over</strong> <strong>de</strong> toelating<br />

wordt genomen door <strong>de</strong> Examencommissie, die zich daarbij me<strong>de</strong> baseert op het oor<strong>de</strong>el<br />

van een kleine selectiecommissie. Buitenlandse stu<strong>de</strong>nten zijn in het algemeen gemotiveerd en<br />

werken hard, omdat ze een beurs en een visum krijgen voor een perio<strong>de</strong> van twee jaar en in die<br />

perio<strong>de</strong> <strong>de</strong> opleiding moeten proberen af te ron<strong>de</strong>n.<br />

Het aantal stu<strong>de</strong>nten dat instroomt in <strong>de</strong> masteropleiding ligt gemid<strong>de</strong>ld tussen 30 en 35. Het<br />

grootste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> instroom in <strong>de</strong> masteropleiding bestaat volgens <strong>de</strong> zelfstudie uit stu<strong>de</strong>nten<br />

die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in Delft hebben voltooid. Het aantal buitenlandse stu<strong>de</strong>nten dat<br />

begint aan <strong>de</strong> masteropleiding ligt tussen tien en vijftien per jaar. De masteropleiding kent<br />

slechts een zeer geringe hbo-instroom.<br />

326 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


In het voorjaar organiseert <strong>de</strong> masteropleiding een voorlichtingsmiddag voor bachelorstu<strong>de</strong>nten.<br />

Informatie voor zijinstromers wordt verspreid tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> centraal georganiseer<strong>de</strong> voorlichtingsavond<br />

die <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft verzorgt. De voorlichting aan internationale<br />

stu<strong>de</strong>nten vindt plaats via <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> opleiding en via persoonlijke contacten van <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksgroepen met universiteiten in het buitenland. De commissie vernam tij<strong>de</strong>ns haar<br />

bezoek dat <strong>de</strong> opleiding veel activiteiten on<strong>de</strong>rneemt die gericht zijn op <strong>de</strong> opvang van buitenlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten, maar dat <strong>de</strong> informatie op <strong>de</strong> website die bedoeld is voor buitenlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten al enige tijd niet geactualiseerd was en daardoor niet correct was, waardoor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

die vanuit het buitenland naar Delft komen niet altijd een goed beeld hebben van <strong>de</strong><br />

opleiding die zij willen volgen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> kwalificaties waar<strong>over</strong> stu<strong>de</strong>nten moeten beschikken<br />

die instromen in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zijn vastgelegd en dat <strong>de</strong> opleiding maatregelen heeft<br />

genomen die moeten garan<strong>de</strong>ren dat stu<strong>de</strong>nten ook daadwerkelijk beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> vereiste<br />

kennis en vaardighe<strong>de</strong>n. De commissie heeft veel waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> maatregelen die <strong>de</strong> opleiding<br />

heeft genomen, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aanstelling van een docent die afkomstig is uit het vwo,<br />

het invoeren van <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong> zelfstudie en, recentelijk, <strong>de</strong> opfriscursus. De opleiding slaagt er<br />

in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie in om <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van het vwo naar het wo soepel te laten verlopen.<br />

Zij heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten ook waar<strong>de</strong>ring hebben voor <strong>de</strong> maatregelen<br />

die <strong>de</strong> opleiding genomen heeft en dat <strong>de</strong> slagingspercentages van <strong>de</strong> instaptoets en het aantal<br />

positieve studieadviezen aantonen dat <strong>de</strong> maatregelen ook effect hebben.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben<br />

afgerond zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n kunnen doorstromen naar <strong>de</strong> masteropleiding en dat <strong>de</strong><br />

opleiding dui<strong>de</strong>lijke criteria heeft opgesteld voor stu<strong>de</strong>nten die een an<strong>de</strong>re vooropleiding binnen<br />

of buiten <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft hebben gevolgd. Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie<br />

verloopt <strong>de</strong> doorstroom van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> naar <strong>de</strong> masteropleiding goed, zijn<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> goed voorbereid op <strong>de</strong> masteropleiding. De masteropleiding<br />

hanteert toelatingsprocedures voor stu<strong>de</strong>nten met een hbo-achtergrond en voor buitenlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten. De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> procedure voor <strong>de</strong> selectie van buitenlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten, die in haar ogen zorgvuldig is, maar heeft wel geconstateerd dat <strong>de</strong> voorlichting<br />

die gericht is op buitenlandse stu<strong>de</strong>nten te wensen <strong>over</strong>laat en dat het beeld dat buitenlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten daardoor krijgen van <strong>de</strong> opleiding niet altijd juist is. Ze moedigt <strong>de</strong> opleiding aan<br />

om ervoor te zorgen dat <strong>de</strong> informatie voor buitenlandse stu<strong>de</strong>nten een correct beeld geeft van<br />

het programma.<br />

De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

327


F9: Duur<br />

De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. <strong>de</strong> omvang van het curriculum:<br />

WO-bachelor: in <strong>de</strong> regel 180 studiepunten.<br />

WO-master: minimaal 60 studiepunten, afhankelijk van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> omvat 180 EC en voldoet<br />

daarmee aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics omvat 120 EC en voldoet daarmee<br />

aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F10: Afstemming tussen vormgeving en inhoud<br />

Het didactisch concept is in lijn met <strong>de</strong> doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.<br />

Beschrijving<br />

Het didactisch concept van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is volgens <strong>de</strong> zelfstudie gebaseerd op het sociaal<br />

constructivisme, dat ervan uitgaat dat iemand die leert nieuwe informatie niet rechtstreeks<br />

opneemt, maar <strong>de</strong>ze, me<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r invloed van zijn verwachtingen en behoeften, bewerkt en<br />

interpreteert en het resultaat van die bewerkingen en interpretaties vervolgens inpast in het<br />

geheel van kennis, begrip en vaardighe<strong>de</strong>n waar<strong>over</strong> hij al beschikt.<br />

De algemene karakteristieken van het didactisch concept van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zijn on<strong>de</strong>r<br />

meer dat stu<strong>de</strong>nten in contact wor<strong>de</strong>n gebracht met leerstof die cumulatief opgebouwd is,<br />

aansluit bij hun voorkennis en door hen als nuttig en uitdagend beschouwd wordt, dat zij<br />

bij het leren doelgericht kennis, begrip en vaardighe<strong>de</strong>n construeren en dat er keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

moeten zijn, zodat stu<strong>de</strong>nten hun eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid kunnen nemen. Het<br />

didactisch concept kent ver<strong>de</strong>r een aantal karakteristieken die te maken hebben met <strong>de</strong> algemene<br />

en <strong>de</strong> specifieke doelstellingen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>: het is gericht op <strong>de</strong> beheersing<br />

van <strong>de</strong> wiskundige vaktaal, re<strong>de</strong>neerwijzen en basistechnieken, op theorievorming, diepgang<br />

en abstractie, op toepassingen, op problemen en op on<strong>de</strong>rzoek en op het functioneren van<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> maatschappij en in hun vervolgopleiding. De zelfstudie bevat een tabel<br />

waarin <strong>de</strong>ze karakteristieken wor<strong>de</strong>n gerelateerd aan <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleiding. De eerste<br />

karakteristiek correspon<strong>de</strong>ert bijvoorbeeld met <strong>de</strong> eindtermen G3, G4, G5, D1, D2, D12 en<br />

D13. Uit <strong>de</strong> tabel blijkt volgens <strong>de</strong> zelfstudie dat het didactisch concept door zijn specifieke<br />

karakteristieken in lijn is met <strong>de</strong> doelstellingen van <strong>de</strong> opleiding. Bij <strong>de</strong> ontwikkeling en inrichting<br />

van het programma heeft ook <strong>de</strong> eerste algemene karakteristiek (cumulatief, aansluitend<br />

bij voorkennis, nuttig en uitdagend) een cruciale rol gespeeld.<br />

Uit gesprekken met docenten is volgens <strong>de</strong> zelfstudie gebleken dat het didactisch concept dat<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hanteert on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsgeven<strong>de</strong>n breed wordt gedragen. Voor stu<strong>de</strong>nten<br />

betekent dit concept (en in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> nadruk op hun activiteiten bij het leren,<br />

hun verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor het leerproces en op <strong>de</strong> samenwerking met docenten en me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten)<br />

een voortzetting van <strong>de</strong> didactiek van het laatste <strong>de</strong>el van hun vooropleiding. In <strong>de</strong><br />

328 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


vernieuw<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase van het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs werd immers al van hen verwacht dat zij<br />

op een zelfstandige manier stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n.<br />

Voor elk programmaon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el zijn in <strong>over</strong>leg tussen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirecteur en <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijke<br />

docent(en) een of meer on<strong>de</strong>rwijsvormen gekozen. De opleiding hanteert on<strong>de</strong>r meer<br />

<strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsvormen: colleges, instructies (voor kleine groepen stu<strong>de</strong>nten, die individueel<br />

of in groepsverband oefenvraagstukken maken), colstructies (combinaties van colleges<br />

en instructies), computerpractica, begelei<strong>de</strong> zelfstudie (waarin stu<strong>de</strong>nten actief bezig zijn met<br />

theorie, vraagstukken of werkstukken), zelfstudie, groepswerk, projectwerk (stu<strong>de</strong>nten lossen<br />

een complex probleem uit <strong>de</strong> praktijk op on<strong>de</strong>r begeleiding op afstand) en het stu<strong>de</strong>ntencolloquium<br />

(stu<strong>de</strong>nten hou<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r begeleiding van een docent voordrachten voor me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten).<br />

Uit <strong>de</strong> tabellen waarin het programma is weergegeven blijkt volgens <strong>de</strong> zelfstudie dat<br />

een evenwichtige spreiding van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsvormen <strong>over</strong> alle semesters van <strong>de</strong><br />

opleiding bij <strong>de</strong> keuze van die on<strong>de</strong>rwijsvormen richtinggevend is geweest. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek<br />

van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> variatie in werkvormen waar<strong>de</strong>ren en vooral positief<br />

waren <strong>over</strong> <strong>de</strong> colstructies.<br />

Voor <strong>de</strong> vakken met een studielast van 6 EC die als college of colstructie wor<strong>de</strong>n gegeven,<br />

geldt dat er geduren<strong>de</strong> het semester 56 contacturen plaatsvin<strong>de</strong>n en dat stu<strong>de</strong>nten ongeveer<br />

hon<strong>de</strong>rd uur beste<strong>de</strong>n aan zelfstudie. Deze verhouding, afgesproken in <strong>over</strong>leg met Lei<strong>de</strong>n,<br />

wordt in het algemeen zowel door stu<strong>de</strong>nten als door docenten als a<strong>de</strong>quaat beschouwd. De<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin stu<strong>de</strong>nten opdrachten, practica of projecten uitvoeren, wor<strong>de</strong>n als relatief<br />

meer belastend ervaren, omdat stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns het semester meer werk verrichten en zijn<br />

daarom gelijkmatig ver<strong>de</strong>eld <strong>over</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> studiejaren. De zelfstudie bevat een tabel<br />

waarin een <strong>over</strong>zicht is opgenomen van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> werkvormen <strong>over</strong> <strong>de</strong> studiejaren.<br />

Daaruit blijkt dat het aantal contacturen in <strong>de</strong> loop van het programma langzaam afneemt en<br />

dat <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> werkvormen in alle jaren aan bod komen. In het eerste jaar is relatief vaak<br />

gekozen voor colstructies, in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar is (door het afsluiten<strong>de</strong> bachelorproject) relatief<br />

veel ruimte voor groeps‐ en projectwerk.<br />

In <strong>de</strong> cursorische on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> masteropleiding wordt hetzelf<strong>de</strong> didactisch concept<br />

gehanteerd als in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, met dien verstan<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt voor zijn leerproces een steeds grotere rol gaat spelen. De kern van het<br />

didactisch concept dat voor <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erfase van <strong>de</strong> masteropleiding wordt gehanteerd is <strong>de</strong><br />

introductie in <strong>de</strong> professionele wereld van wetenschappers op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en<br />

haar toepassingen. Een klassiek mo<strong>de</strong>l hiervoor is <strong>de</strong> meester-gezelrelatie. Hierin komen <strong>de</strong><br />

we<strong>de</strong>rzijdse beïnvloeding en versterking van on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek optimaal tot hun recht.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie is het didactisch concept van <strong>de</strong> masteropleiding, door <strong>de</strong> nadruk op <strong>de</strong><br />

eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt voor zijn leerproces en door <strong>de</strong> inwijding van <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nt in <strong>de</strong> professionele wereld van (toegepast) wiskundigen, in lijn met <strong>de</strong> doelstellingen<br />

van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Het afstu<strong>de</strong>erproject, het belangrijkste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> masteropleiding, vindt in <strong>de</strong> meeste<br />

gevallen plaats in samenwerking met een on<strong>de</strong>rzoeksinstituut of een bedrijf met een on<strong>de</strong>rzoeksaf<strong>de</strong>ling.<br />

In dat geval is het met name <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r vanuit het instituut of het bedrijf die<br />

met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt een meester-gezelrelatie opbouwt. In alle gevallen vindt het on<strong>de</strong>rzoek plaats<br />

in een omgeving die <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt <strong>de</strong> gelegenheid biedt om steeds weer, afwisselend individueel<br />

en in samenwerking met <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erbegelei<strong>de</strong>r en an<strong>de</strong>re vakgenoten, <strong>de</strong> fasen van het proces<br />

van toepassing van wiskundige creativiteit te doorlopen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

329


De on<strong>de</strong>rwijsvormen die gebruikt wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> cursorische on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

zijn: college, computerpracticum, projectwerk en zelfstudie. De mate waarin <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

werkvormen voorkomen in <strong>de</strong> individuele masterprogramma’s van stu<strong>de</strong>nten wordt bepaald<br />

door <strong>de</strong> keuzen die zij gemaakt hebben. Stu<strong>de</strong>nten hebben <strong>de</strong> gelegenheid om <strong>de</strong>el te nemen<br />

aan een colloquium, waarin on<strong>de</strong>rzoeksresultaten gepresenteerd wor<strong>de</strong>n, of een seminarium,<br />

waarin een boek of een serie artikelen bestu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n door me<strong>de</strong>werkers, promovendi en<br />

afstu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksgroep.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft waar<strong>de</strong>ring voor het feit dat <strong>de</strong> opleidingen een doordacht didactisch<br />

concept hebben opgesteld en zij heeft vernomen dat dat concept breed wordt gedragen door<br />

<strong>de</strong> docenten. Zij heeft wel vastgesteld dat het didactisch concept niet echt tot leven komt in<br />

<strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> opleidingen, maar vooral op een impliciete manier aanwezig is. Zij is<br />

van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> inrichting van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding op<br />

een a<strong>de</strong>quate manier tot stand is gekomen, dat <strong>de</strong> werkvormen aansluiten bij <strong>de</strong> inhoud en<br />

<strong>de</strong> leerdoelen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en bij <strong>de</strong> plaats van die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen het programma<br />

en dat ze voldoen<strong>de</strong> variatie vertonen. De werkvormen weerspiegelen <strong>de</strong> ontwikkeling naar<br />

toenemen<strong>de</strong> zelfstandigheid die stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns hun opleiding doormaken op een a<strong>de</strong>quate<br />

manier. De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> variatie in <strong>de</strong><br />

gekozen werkvormen. Zij heeft waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong> zelfstudie in het eerste jaar van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Zij vindt wel dat er in het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> weinig<br />

ruimte is gemaakt voor groepswerk, dat stu<strong>de</strong>nten slechts in beperkte mate leren samenwerken.<br />

Dat bezwaar is eveneens van toepassing op het programma van <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het criterium<br />

dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F11: Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing<br />

Door <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen, toetsingen en examens wordt a<strong>de</strong>quaat getoetst of <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> leerdoelen van<br />

(on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma hebben gerealiseerd.<br />

Beschrijving<br />

De meest gebruikelijke vorm van toetsing in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is volgens <strong>de</strong> zelfstudie een<br />

schriftelijk tentamen na afloop van het semester. Sommige on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (waarvoor stu<strong>de</strong>nten<br />

groepswerk of projectwerk hebben gedaan) wor<strong>de</strong>n getoetst via een mon<strong>de</strong>ling tentamen, inleveropdrachten<br />

of projectverslagen. Het is gebruikelijk dat <strong>de</strong> docent het tentamen laat controleren<br />

door een collega en dat een collega optreedt als twee<strong>de</strong> corrector. Uit <strong>de</strong> enquêtes blijkt<br />

dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>over</strong> het algemeen tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> het niveau van <strong>de</strong> tentamens. Tij<strong>de</strong>ns<br />

het bezoek van <strong>de</strong> commissie uitten stu<strong>de</strong>nten zich positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> tussentijdse opdrachten,<br />

in het bijzon<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Lineaire algebra en Analyse, en <strong>over</strong> <strong>de</strong> feedback die zij<br />

daarop krijgen. Volgens hen maken <strong>de</strong> meeste stu<strong>de</strong>nten gebruik van <strong>de</strong> mogelijkheid om die<br />

opdrachten, die meetellen voor het afsluiten<strong>de</strong> tentamen, in te leveren.<br />

De Opleidingscommissie heeft in 2005 een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> toetsing inhou<strong>de</strong>lijk gecontroleerd en<br />

naast <strong>de</strong> leerdoelen gelegd. De conclusie van <strong>de</strong> Opleidingscommissie was dat <strong>de</strong> tentamens<br />

330 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


in het algemeen goed aansluiten bij <strong>de</strong> leerdoelen. De opleiding heeft besloten dat <strong>de</strong> bewaking<br />

van <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> tentamens vanaf het studiejaar 2006-2007 in han<strong>de</strong>n is van <strong>de</strong><br />

docenten binnen <strong>de</strong> leerlijnen. De coördinatoren van <strong>de</strong> leerlijnen zijn verantwoor<strong>de</strong>lijk voor<br />

het goed verlopen van <strong>de</strong>ze procedure en brengen verslag uit aan <strong>de</strong> Opleidingscommissie en<br />

<strong>de</strong> opleidingsdirecteur.<br />

De afstemming van <strong>de</strong> tentamens van <strong>de</strong> gemeenschappelijke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in Delft en Lei<strong>de</strong>n<br />

is volgens <strong>de</strong> zelfstudie een punt van zorg. De opleidingen geven zoveel mogelijk tentamens<br />

gezamenlijk. Wanneer dat niet lukt, bekijken <strong>de</strong> docenten uit Lei<strong>de</strong>n en Delft elkaars tentamen.<br />

De voornaamste belemmering voor <strong>de</strong> afstemming is het verschil in jaarin<strong>de</strong>ling van<br />

bei<strong>de</strong> universiteiten. Op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld werkten <strong>de</strong> opleidingen<br />

eraan om een behoorlijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> tentamendata van <strong>de</strong> gemeenschappelijke vakken te<br />

laten samenvallen in het studiejaar 2006-2007. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek<br />

dat het probleem zich vooral voordoet in <strong>de</strong> tentamenperio<strong>de</strong> in juni en me<strong>de</strong> het gevolg is<br />

van het feit dat <strong>de</strong> colleges in Lei<strong>de</strong>n eer<strong>de</strong>r stoppen dan in Delft. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zijn<br />

er dui<strong>de</strong>lijke verschillen in <strong>de</strong> tentamens die in Lei<strong>de</strong>n en in Delft wor<strong>de</strong>n afgenomen. De<br />

tentamens in Lei<strong>de</strong>n zijn meer theoretisch en meer fundamenteel dan die in Delft. Overigens<br />

meld<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong> commissie ook dat <strong>de</strong> opleidingen er steeds beter in slagen om <strong>de</strong> tentamens<br />

goed op elkaar af te stemmen.<br />

Met ingang van september 2005 heeft het bachelorproject een omvang van 18 EC en bestaat<br />

het uit vier on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len: literatuurstudie (3 EC), uitvoering project (9 EC), mon<strong>de</strong>linge verslaglegging<br />

(3 EC) en schriftelijke verslaglegging (3 EC). De beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> normering van het<br />

bachelorproject zijn formeel omschreven en vastgelegd. Met ingang van 2005 wordt een <strong>de</strong>elcijfer<br />

gegeven voor een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len: <strong>de</strong> opgebouw<strong>de</strong> kennis en inzicht in <strong>de</strong> probleemstelling,<br />

<strong>de</strong> wijze van uitvoering van het project, <strong>de</strong> diepgang en <strong>de</strong>gelijkheid van het on<strong>de</strong>rzoek, het<br />

verslag en <strong>de</strong> mon<strong>de</strong>linge presentatie. Het eindcijfer, dat wordt bepaald door mid<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>elcijfers, wordt toegekend door een commissie die wordt ingesteld door <strong>de</strong> Examencommissie<br />

en die bestaat uit <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r van het bachelorproject, <strong>de</strong> docent van het stu<strong>de</strong>ntencolloquium<br />

en een onafhankelijke beoor<strong>de</strong>laar die is gekozen door <strong>de</strong> coördinator van het bachelorproject.<br />

De stu<strong>de</strong>nten waar<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> begeleiding die zij tij<strong>de</strong>ns het bachelorproject krijgen en zij zijn ook<br />

positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> inzichtelijke manier waarop <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling tot stand komt. Uit <strong>de</strong> evaluaties<br />

blijkt dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten waar<strong>de</strong>ring hebben voor het bachelorproject.<br />

In <strong>de</strong> masteropleiding wordt het grootste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> programmaon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len getoetst via werkstukken,<br />

opdrachten, mon<strong>de</strong>linge presentaties en/of mon<strong>de</strong>linge tentamens. Twee van <strong>de</strong> drie<br />

vakken uit het entreepakket en een <strong>de</strong>el van het oriëntatie<strong>de</strong>el wor<strong>de</strong>n schriftelijk getentamineerd.<br />

Stu<strong>de</strong>nten krijgen individuele feedback bij werkstukken, projecten, mon<strong>de</strong>linge presentaties<br />

en mon<strong>de</strong>linge tentamens. Schriftelijke tentamens wor<strong>de</strong>n ter beoor<strong>de</strong>ling en controle<br />

aan een collega voorgelegd. Bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> (meeste) schriftelijke tentamens is een<br />

twee<strong>de</strong> corrector betrokken. Uit <strong>de</strong> enquêtes blijkt dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> vorm<br />

en het niveau van <strong>de</strong> toetsing.<br />

Het afstu<strong>de</strong>erwerk heeft sinds september 2005 een omvang van 42 EC. Het kent vier componenten:<br />

literatuurstudie en inwerken in het on<strong>de</strong>rwerp, uitvoeren van het on<strong>de</strong>rzoeksproject,<br />

schriftelijke verslaglegging en mon<strong>de</strong>linge presentatie. Het wordt uitgevoerd on<strong>de</strong>r begeleiding<br />

van een lid van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf (<strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erbegelei<strong>de</strong>r) on<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

van een van <strong>de</strong> hoogleraren. De procesgang wordt bewaakt door <strong>de</strong> mastercoördinator. De<br />

afspraken die met een stu<strong>de</strong>nt wor<strong>de</strong>n gemaakt, wor<strong>de</strong>n vastgelegd in een contract. Het afstu-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

331


<strong>de</strong>erproject wordt beoor<strong>de</strong>eld op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len: verkregen kennis <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp<br />

en inzicht in <strong>de</strong> probleemstelling, eigen inbreng tij<strong>de</strong>ns het project, creativiteit en tempo,<br />

diepgang en <strong>de</strong>gelijkheid van het on<strong>de</strong>rzoek, kwaliteit van <strong>de</strong> schriftelijke verslaglegging en<br />

mon<strong>de</strong>linge presentatie. Het eindcijfer wordt bepaald door <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>ercommissie, die wordt<br />

ingesteld door <strong>de</strong> Examencommissie en die een kern heeft van drie le<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> voorzitter (in alle<br />

gevallen een hoogleraar binnen <strong>de</strong> faculteit), een of twee hoogleraren of an<strong>de</strong>re le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke staf van <strong>de</strong> faculteit en eventueel een extern expert als <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid. Een van <strong>de</strong><br />

le<strong>de</strong>n is afkomstig uit een an<strong>de</strong>r expertisegebied dan <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>errichting. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

masteropleiding zijn tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> gang van zaken rond het afstu<strong>de</strong>erproject. Zij benadrukken<br />

<strong>de</strong> belangrijke rol van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erbegelei<strong>de</strong>r bij het opstellen van het on<strong>de</strong>rzoeksvoorstel<br />

en bij het leggen van contacten met het bedrijf waar zij hun stageon<strong>de</strong>rzoek uitvoeren.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> Examencommissie formeel <strong>de</strong> programma’s<br />

van <strong>de</strong> masterstu<strong>de</strong>nten vaststelt, maar zich daarbij vooral baseert op het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> mastercoördinator.<br />

De Examencommissie houdt zich niet bezig met <strong>de</strong> controle op <strong>de</strong> kwaliteit<br />

van <strong>de</strong> toetsen en <strong>de</strong> tentamens en zij ziet voor zichzelf geen rol weggelegd bij het bewaken van<br />

<strong>de</strong> voortgang van stu<strong>de</strong>nten. Wanneer het slagingspercentage voor een tentamen lager dan 50<br />

is, on<strong>de</strong>rzoekt <strong>de</strong> Opleidingscommissie wat daarvoor <strong>de</strong> verklaring zou kunnen zijn. Wanneer<br />

dat noodzakelijk is, neemt <strong>de</strong> opleidingsdirecteur maatregelen op basis van een advies van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie. Het facultaire managementteam bestu<strong>de</strong>ert voor Wiskun<strong>de</strong> elk semester<br />

<strong>de</strong> cijfers die betrekking hebben op <strong>de</strong> voortgang en <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> informatie met betrekking tot <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing bestu<strong>de</strong>erd<br />

en vastgesteld dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding gekozen hebben voor a<strong>de</strong>quate toetsvormen.<br />

Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> toetsvormen die <strong>de</strong> opleidingen hanteren voldoen<strong>de</strong> variatie<br />

vertonen en dat ze aansluiten bij <strong>de</strong> werkvormen die wor<strong>de</strong>n gehanteerd voor het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

dat wordt getoetst. Zij heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek geconstateerd dat <strong>de</strong> keuze van <strong>de</strong> toetsvormen<br />

in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> fasen van <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> mate van zelfstandigheid<br />

weerspiegelt die stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> loop van hun studie verwerven. De commissie waar<strong>de</strong>ert het<br />

gebruik van tussentijdse opdrachten in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Zij is positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> betrokkenheid<br />

van an<strong>de</strong>re docenten bij het opstellen en corrigeren van tentamens en bij het beoor<strong>de</strong>len<br />

van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties. Zij heeft ook waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> nieuwe opzet van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling<br />

van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding, die <strong>de</strong> transparantie en <strong>de</strong><br />

objectiviteit van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling versterkt. In haar ogen zijn <strong>de</strong> cijfers die in het recente verle<strong>de</strong>n<br />

wer<strong>de</strong>n gegeven voor masterscripties aan <strong>de</strong> hoge kant, maar zij hoopt dat <strong>de</strong> nieuwe<br />

manier van beoor<strong>de</strong>len ertoe leidt dat <strong>de</strong> differentiatie in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling toeneemt en dat <strong>de</strong><br />

cijfers daarmee weer meer betekenis zullen krijgen. Zij heeft <strong>over</strong>igens vastgesteld dat <strong>de</strong> door<br />

haar gewenste differentiatie wel aanwezig is in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> bachelorscripties.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> Examencommissie slechts een beperkte invulling<br />

geeft aan haar wettelijk vastgeleg<strong>de</strong> taken, maar dat die taken wel op een a<strong>de</strong>quate manier<br />

wor<strong>de</strong>n uitgevoerd, on<strong>de</strong>r meer door <strong>de</strong> Opleidingscommissie en <strong>de</strong> mastercoördinator.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het criterium<br />

dat betrekking heeft op <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

332 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt<br />

dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>.<br />

7.<strong>2.</strong>3. Inzet van personeel<br />

F12: Eisen WO<br />

De opleiding sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor <strong>de</strong> inzet van personeel van een WO-opleiding:<br />

Het on<strong>de</strong>rwijs wordt voor een belangrijk <strong>de</strong>el verzorgd door on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het vakgebied.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie bevat een tabel waaruit blijkt dat <strong>de</strong> wetenschappelijke staf (hoogleraren, universitair<br />

hoofddocenten, universitair docenten) die vanuit <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Toegepaste Wiskun<strong>de</strong><br />

bijdraagt aan het on<strong>de</strong>rwijs 44 le<strong>de</strong>n omvat, waarvan er 41 gepromoveerd zijn. Daarnaast<br />

zijn er nog 71 an<strong>de</strong>re me<strong>de</strong>werkers betrokken bij het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie is het <strong>over</strong>grote <strong>de</strong>el van het wetenschappelijk personeel dat<br />

bij <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding betrokken is dagelijks actief in of betrokken bij wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek. Een grote meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> docenten maakt <strong>de</strong>el uit van erken<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoekscholen (Stieltjes Instituut, J.M. Burgerscentrum, Dutch Institute of Systems and<br />

Control). De on<strong>de</strong>rzoekers hou<strong>de</strong>n zich volgens <strong>de</strong> zelfstudie zowel bezig met fundamenteel<br />

on<strong>de</strong>rzoek als met het toepassen van on<strong>de</strong>rzoeksresultaten op praktische problemen. De<br />

af<strong>de</strong>ling werkt intensief samen met verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksinstituten (zoals TNO, WL,<br />

Rijkswaterstaat, NLR, Shell Research, RIVM, KNMI) en met an<strong>de</strong>re faculteiten binnen <strong>de</strong><br />

instelling. In <strong>de</strong> meest recente on<strong>de</strong>rzoeksvisitatie werd 60% van het wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rzoek als<br />

‘goed’ beoor<strong>de</strong>eld.<br />

Het beleid van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling is dat alleen gepromoveer<strong>de</strong> docenten wor<strong>de</strong>n aangesteld die actief<br />

zijn in het on<strong>de</strong>rzoek. Een aantal van <strong>de</strong> hoogleraren is betrokken bij het on<strong>de</strong>rwijs voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>; in elk jaar van <strong>de</strong> opleiding wor<strong>de</strong>n enkele vakken door hoogleraren gegeven.<br />

De af<strong>de</strong>ling verzorgt bovendien serviceon<strong>de</strong>rwijs voor alle opleidingen in Delft, variërend<br />

van Bouwkun<strong>de</strong> tot Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek.<br />

De <strong>Technische</strong> Universiteit Delft voert een actief beleid voor het aantrekken van gasthoogleraren<br />

voor een perio<strong>de</strong> van minimaal drie maan<strong>de</strong>n en stelt daarvoor ook mid<strong>de</strong>len beschikbaar.<br />

Deze gasthoogleraren verzorgen tij<strong>de</strong>ns hun verblijf in Delft minstens één cursus van 6 EC<br />

<strong>over</strong> hun vakgebied. Zo krijgen stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> kans om kennis te maken met internationale<br />

specialisten en met wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek dat el<strong>de</strong>rs wordt uitgevoerd. De af<strong>de</strong>ling Toegepaste<br />

Wiskun<strong>de</strong> is er in <strong>de</strong> afgelopen jaren regelmatig in geslaagd om gasthoogleraren naar<br />

Delft te halen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat bijna alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling<br />

Toegepaste Wiskun<strong>de</strong> gepromoveerd zijn en on<strong>de</strong>rzoek verrichten dat regelmatig wordt<br />

beoor<strong>de</strong>eld door internationaal samengestel<strong>de</strong> visitatiecommissies. Zij conclu<strong>de</strong>ert op basis<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

333


daarvan dat een belangrijk <strong>de</strong>el van het on<strong>de</strong>rwijs wordt verzorgd door actieve on<strong>de</strong>rzoekers<br />

die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling van het vakgebied. Zij waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> inzet van<br />

hoogleraren in alle fases van <strong>de</strong> opleidingen en het beleid om gasthoogleraren naar Delft te<br />

halen die ook wor<strong>de</strong>n ingezet in het on<strong>de</strong>rwijs.<br />

De commissie komt dan ook tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bei<strong>de</strong><br />

voldoen aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F13: Kwantiteit personeel<br />

Er wordt voldoen<strong>de</strong> personeel ingezet om <strong>de</strong> opleiding met <strong>de</strong> gewenste kwaliteit te verzorgen.<br />

Beschrijving<br />

In een tabel in <strong>de</strong> zelfstudie is informatie opgenomen <strong>over</strong> <strong>de</strong> staf-stu<strong>de</strong>ntratio en het aantal<br />

diploma’s per fte on<strong>de</strong>rwijs. Uit <strong>de</strong> tabel blijkt dat er zowel voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als voor<br />

<strong>de</strong> masteropleiding gemid<strong>de</strong>ld zo’n 4 fte on<strong>de</strong>rwijsformatie wordt ingezet. Het aantal stu<strong>de</strong>nten<br />

per fte on<strong>de</strong>rwijsformatie is gemid<strong>de</strong>ld bijna veertig in het geval van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

en bijna twintig in het geval van <strong>de</strong> masteropleiding. Het aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n per fte ligt<br />

voor bei<strong>de</strong> opleidingen gemid<strong>de</strong>ld rond zeven. Le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf verzorgen<br />

gemid<strong>de</strong>ld acht uur per week college (bij een volledige aanstelling), docenten die geen on<strong>de</strong>rzoekstijd<br />

hebben zestien uur. De aio’s wor<strong>de</strong>n in beperkte mate ingezet in het on<strong>de</strong>rwijs, voornamelijk<br />

in het serviceon<strong>de</strong>rwijs dat door <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling wordt verzorgd. Voor <strong>de</strong> practica wordt<br />

een beroep gedaan op stu<strong>de</strong>ntassistenten.<br />

De opleidingsdirecteur stelt in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> (voorzitter van <strong>de</strong>) af<strong>de</strong>ling Toegepaste wiskun<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijscapaciteit vast, waarna <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> docenten wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>eld. In <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsbelasting wor<strong>de</strong>n<br />

scriptiebegeleiding en werkzaamhe<strong>de</strong>n ten behoeve van commissies in ie<strong>de</strong>r geval voor<br />

een <strong>de</strong>el verdisconteerd. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie ervaren zowel <strong>de</strong> stafle<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong><br />

omvang van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsformatie die wordt ingezet als voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Toegepaste wiskun<strong>de</strong> voldoen<strong>de</strong> personeel inzet<br />

om <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding met <strong>de</strong> gewenste kwaliteit te verzorgen.<br />

De staf-stu<strong>de</strong>ntratio is in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie aanvaardbaar. Zij heeft vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong> docenten ook van mening zijn dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsbelasting re<strong>de</strong>lijk is.<br />

De commissie komt daarom tot het oor<strong>de</strong>el dat bei<strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium<br />

dat betrekking heeft op dit facet.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

334 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


F14: Kwaliteit personeel<br />

Het personeel is gekwalificeerd voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke, on<strong>de</strong>rwijskundige en organisatorische realisatie van het<br />

programma.<br />

Beschrijving<br />

De didactische vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> docenten die bijdragen aan het on<strong>de</strong>rwijs wor<strong>de</strong>n getoetst<br />

aan <strong>de</strong> Basiskwalificatie On<strong>de</strong>rwijs. Alle nieuwe docenten moeten <strong>de</strong>ze basiskwalificatie verwerven.<br />

Een werkgroep die was ingesteld door <strong>de</strong> <strong>de</strong>caan heeft in het najaar van 2004 en<br />

2005 beoor<strong>de</strong>eld welke zitten<strong>de</strong> docenten vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> criteria voor <strong>de</strong> basiskwalificatie en<br />

welke aanvullen<strong>de</strong> didactische scholing zou<strong>de</strong>n moeten volgen. Het beleid van <strong>de</strong> faculteit is<br />

dat ie<strong>de</strong>re docent minstens eens in <strong>de</strong> vijf jaar een cursus volgt op het gebied van didactische<br />

vaardighe<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> opleidingsdirecteur is dat beleid <strong>over</strong>igens nog te vrijblijvend.<br />

De on<strong>de</strong>rwijsprestaties vormen een belangrijk aspect in <strong>de</strong> jaarlijkse Resultaat‐ en Ontwikkelingsgesprekken,<br />

die gekoppeld zijn aan het beoor<strong>de</strong>lings‐ en bevor<strong>de</strong>ringsbeleid. De faculteit<br />

hanteert het principe dat bevor<strong>de</strong>ringen plaatsvin<strong>de</strong>n wanneer aan bepaal<strong>de</strong> kwalitatieve eisen<br />

is voldaan en laat zich niet lei<strong>de</strong>n door formatieve beperkingen.<br />

Het personeelsbeleid van <strong>de</strong> faculteit schrijft voor dat nieuwe docenten een aantal les- en<br />

oefenmodules en assessments moeten volgen, waarvoor in totaal tweehon<strong>de</strong>rd uur is gereserveerd.<br />

De compensatie die nieuwe docenten krijgen voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname aan dit scholingstraject<br />

is beperkt, omdat <strong>de</strong> faculteit van mening is dat het hier gaat om een investering van docenten<br />

in hun eigen toekomst. Zitten<strong>de</strong> docenten die niet voldoen aan <strong>de</strong> criteria voor <strong>de</strong> basiskwalificatie<br />

wordt verzocht een scholingsactiviteit te volgen ter verbetering van hun doceervaardighe<strong>de</strong>n.<br />

Aan alle docenten wordt gevraagd om een portfolio van hun on<strong>de</strong>rwijsactiviteiten<br />

samen te stellen en om daarin bij te hou<strong>de</strong>n bij welke vernieuwingen in het on<strong>de</strong>rwijs zij<br />

betrokken zijn en wat <strong>de</strong> resultaten zijn van <strong>de</strong> evaluaties van het door hen gegeven on<strong>de</strong>rwijs.<br />

De inhoud van het portfolio vormt een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> input voor <strong>de</strong> R&O-gesprekken. Docenten<br />

kunnen zelf ook het initiatief nemen voor bijscholing. Diverse docenten hebben een cursus<br />

Doceren in het Engels gevolgd om zich voor te berei<strong>de</strong>n op het Engelstalige on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong><br />

masteropleiding. De opleidingsdirecteur en <strong>de</strong> directeur interfacultair on<strong>de</strong>rwijs stellen jaarlijks,<br />

voorafgaand aan <strong>de</strong> R&O-gesprekken, een adviesbeoor<strong>de</strong>ling op die wordt besproken<br />

met <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingsvoorzitters en <strong>de</strong> leerstoelhou<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> basiseenhe<strong>de</strong>n. Deze adviezen zijn<br />

me<strong>de</strong> gebaseerd op <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsevaluaties en <strong>de</strong> rapportages van <strong>de</strong> Opleidingscommissie.<br />

Voor een bevor<strong>de</strong>ring van universitair docenten tot universitair hoofddocent<br />

is een positief advies met betrekking tot <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskwaliteiten nodig van <strong>de</strong> opleidingsdirecteur<br />

en/of <strong>de</strong> directeur interfacultair on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Ter bevor<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong> docenten bij het on<strong>de</strong>rwijs en ter verbetering<br />

van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge communicatie en <strong>de</strong> informatievoorziening organiseert <strong>de</strong> opleidingsdirecteur<br />

elk jaar een docentendag voor docenten die bij <strong>de</strong> opleidingen <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

betrokken zijn. Daar wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> docenten door mid<strong>de</strong>l van voordrachten en werkgroepen<br />

op <strong>de</strong> hoogte gehou<strong>de</strong>n van alle zaken die het on<strong>de</strong>rwijs betreffen. Het on<strong>de</strong>rwijsbeleid en<br />

nieuwe ontwikkelingen komen ook aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Alumni wor<strong>de</strong>n uitgenodigd om <strong>over</strong> hun<br />

ervaringen in <strong>de</strong> praktijk en <strong>over</strong> hun loopbaan te spreken. De docenten zijn me<strong>de</strong>verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> programma’s, via het <strong>over</strong>leg binnen <strong>de</strong> leerlijnen,<br />

<strong>de</strong> Curriculumcommissie en <strong>de</strong> Opleidingscommissie. Zij beschouwen <strong>de</strong> docentendag in<br />

het algemeen als nuttig. Een aantal docenten werkt actief mee aan het vernieuwen van<br />

on<strong>de</strong>rwijsmetho<strong>de</strong>n. Een aanzienlijk <strong>de</strong>el heeft ervaring met het geven van on<strong>de</strong>rwijs aan<br />

buitenlandse universitaire instellingen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

335


De inhou<strong>de</strong>lijke expertise waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> docenten beschikken sluit volgens <strong>de</strong> zelfstudie aan bij<br />

<strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding. De docenten<br />

wor<strong>de</strong>n geselecteerd op basis van inhou<strong>de</strong>lijke expertise en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken rouleren in<br />

principe ie<strong>de</strong>re vijf jaar. Uit enquêtes blijkt dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> docenten door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

hoog gewaar<strong>de</strong>erd wordt.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen op een systematische manier aandacht<br />

beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> professionele en didactische vaardighe<strong>de</strong>n van docenten. Zij is positief <strong>over</strong> het<br />

professionaliseringstraject dat nieuwe docenten doorlopen. Zij vindt wel dat nieuwe docenten<br />

compensatie moeten krijgen voor <strong>de</strong> tijd die zij investeren in hun scholing, omdat <strong>de</strong> opleidingen<br />

erbij gebaat zijn dat <strong>de</strong> nieuwe docenten voldoen aan <strong>de</strong> eisen die gel<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong><br />

Basiskwalificatie On<strong>de</strong>rwijs. De commissie is er, me<strong>de</strong> op grond van <strong>de</strong> positieve oor<strong>de</strong>len van<br />

stu<strong>de</strong>nten, van <strong>over</strong>tuigd dat <strong>de</strong> docenten beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskundige en <strong>de</strong> organisatorische<br />

kwalificaties die nodig zijn om het on<strong>de</strong>rwijs op een a<strong>de</strong>quate manier te verzorgen.<br />

De docenten beschikken naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie ook <strong>over</strong> <strong>de</strong> vereiste inhou<strong>de</strong>lijke<br />

expertise. Zij waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> beslissing van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling om <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken te laten rouleren<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> docenten.<br />

De commissie komt dan ook tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen<br />

aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>.<br />

7.<strong>2.</strong>4. Voorzieningen<br />

F15: Materiële voorzieningen<br />

De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.<br />

Beschrijving<br />

De Faculteit Elektrotechniek, Wiskun<strong>de</strong> en Informatica is gehuisvest in het EWI-gebouw op<br />

<strong>de</strong> Mekelweg 4, waar het <strong>over</strong>grote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> colleges wordt gegeven. De on<strong>de</strong>rwijsvoorzieningen<br />

in dit gebouw zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie goed. De collegezalen beschikken <strong>over</strong> <strong>over</strong>headprojectors,<br />

beamers en bor<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> verdieping bevindt zich een computerzaal<br />

met twintig computers, die geschikt is voor kleine computerpractica. De opleidingen maken<br />

daarnaast ook gebruik van <strong>de</strong> zalen in het gebouw aan <strong>de</strong> Drebbelweg, gelegen direct naast<br />

het EWI-gebouw, die zijn verbouwd tot goed geoutilleer<strong>de</strong> practicum- en projectruimten en<br />

van enkele zalen in het gebouw aan het Zuidplantsoen, vooral voor computerpractica. Voor<br />

<strong>de</strong> cursussen die in projectvorm wor<strong>de</strong>n gegeven waren onvoldoen<strong>de</strong> goe<strong>de</strong> projectruimten<br />

336 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


eschikbaar, maar daarin is na <strong>de</strong> oplevering van het gebouw aan <strong>de</strong> Drebbelweg (in september<br />

2006) veran<strong>de</strong>ring gekomen. De opleidingen maken inci<strong>de</strong>nteel gebruik van zalen in an<strong>de</strong>re<br />

gebouwen, zoals <strong>de</strong> Aula en het TNW-gebouw. De colleges voor <strong>de</strong> gemeenschappelijke studieon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

Algebra 1 en Lineaire algebra 2 wor<strong>de</strong>n in Lei<strong>de</strong>n gegeven.<br />

De faculteit beschikt <strong>over</strong> een goed uitgeruste bibliotheek met <strong>de</strong>rtig computerwerkplekken<br />

en ruimte voor zelfstudie. Op <strong>de</strong> begane grond van het EWI-gebouw zijn twintig computerwerkplekken<br />

en ruimten voor zelfstudie. De elektronische leeromgeving Blackboard wordt<br />

gebruikt voor informatievoorziening en voor communicatie tussen docenten en stu<strong>de</strong>nten.<br />

Via Blackboard kunnen stu<strong>de</strong>nten zich aanmel<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> vakken die zij volgen en daarmee<br />

toegang krijgen tot <strong>de</strong> relevante informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong>ze vakken, zowel vakinhou<strong>de</strong>lijk als logistiek.<br />

Zij kunnen via Blackboard ook een <strong>over</strong>zicht krijgen van hun resultaten. Vanaf juni 2006<br />

hebben <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een dubbele inschrijving, zodat zij ook in Lei<strong>de</strong>n<br />

toegang hebben tot Blackboard.<br />

De On<strong>de</strong>rwijsadministratie (die zich on<strong>de</strong>r meer bezighoudt met <strong>de</strong> registratie van cijfers en<br />

roostering) is onlangs gecentraliseerd tot één dienst voor <strong>de</strong> gehele instelling. Het centraliseren<br />

van <strong>de</strong> roostering leidt tot een betere benutting van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsruimten, het centraliseren van<br />

<strong>de</strong> registratie van <strong>de</strong> resultaten van tentamens heeft tot gevolg dat <strong>de</strong> voortgang van stu<strong>de</strong>nten<br />

beter gevolgd kan wor<strong>de</strong>n, waardoor <strong>de</strong> studiebegeleiding doelmatiger kan wor<strong>de</strong>n ingericht.<br />

De <strong>Technische</strong> Universiteit Delft hecht volgens <strong>de</strong> zelfstudie grote waar<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> logistieke<br />

kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs en vindt dat die kwaliteit tot uitdrukking moet komen in een<br />

goe<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten. In het najaar van 2005 is een on<strong>de</strong>rzoek uitgevoerd<br />

naar <strong>de</strong> tevre<strong>de</strong>nheid van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>over</strong> <strong>de</strong> logistieke dienstverlening. Uit dit on<strong>de</strong>rzoek<br />

blijkt dat stu<strong>de</strong>nten <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> significant boven het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van <strong>de</strong> instelling<br />

tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> logistieke kwaliteit. De opleidingen hebben maatregelen genomen voor<br />

aspecten die min<strong>de</strong>r goed scoren, zoals <strong>de</strong> organisatie van tentamens, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsroosters, <strong>de</strong><br />

faciliteiten en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsadministratie. Zo wordt er via <strong>de</strong> Opleidingscommissie <strong>over</strong>leg met<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten gevoerd <strong>over</strong> <strong>de</strong> organisatie van tentamens en on<strong>de</strong>rwijsroosters. De <strong>de</strong>caan van<br />

<strong>de</strong> faculteit formuleert elk jaar, in samenspraak met <strong>de</strong> Facultaire Stu<strong>de</strong>ntenraad, een verbeterplan<br />

om <strong>de</strong> tien grootste logistieke knelpunten aan te pakken.<br />

De commissie heeft van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten vernomen dat zij tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> en veelvuldig gebruikmaken<br />

van <strong>de</strong> ICT-voorzieningen en <strong>de</strong> bibliotheek. Zij heeft zich tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong><br />

faculteit ook zelf een beeld kunnen vormen van <strong>de</strong> voorzieningen waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> opleidingen<br />

kunnen beschikken.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft veel waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> voorzieningen waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> opleidingen kunnen<br />

beschikken. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen gebruik kunnen maken van verschillen<strong>de</strong><br />

typen on<strong>de</strong>rwijsruimten die aan alle eisen voldoen. Zij vindt in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> practicum‐ en<br />

projectruimten goed. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> bibliotheek <strong>over</strong> een goe<strong>de</strong> collectie beschikt<br />

en dat stu<strong>de</strong>nten gebruik kunnen maken van een ruim aanbod aan werkplekken voor zelfstudie.<br />

De commissie heeft ook waar<strong>de</strong>ring voor het initiatief van <strong>de</strong> instelling om extra aandacht<br />

te beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> ‘kleine kwaliteit’ en stu<strong>de</strong>nten te vragen naar hun oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> bijvoorbeeld<br />

<strong>de</strong> print‐ en kopieerfaciliteiten, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsadministratie en <strong>de</strong> openstelling van <strong>de</strong> gebouwen<br />

en <strong>de</strong> bibliotheken. Zij heeft gemerkt dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> uitkomsten van het tevre<strong>de</strong>nheidson<strong>de</strong>rzoek<br />

on<strong>de</strong>r stu<strong>de</strong>nten ter harte nemen en proberen <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> voorzieningen<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

337


te verbeteren wanneer daartoe een aanleiding bestaat. De commissie komt dan ook tot het<br />

oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> materiële voorzieningen.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F16: Studiebegeleiding<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten zijn a<strong>de</strong>quaat met het oog op studievoortgang.<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten sluiten aan bij <strong>de</strong> behoefte van stu<strong>de</strong>nten.<br />

Beschrijving<br />

De studiebegeleiding krijgt volgens <strong>de</strong> zelfstudie vooral in het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

veel aandacht. Vanaf 2003 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten begeleid door een docentmentor,<br />

die <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong> zelfstudie verzorgt en <strong>de</strong> voortgang van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten intensief volgt<br />

en daardoor een goed beeld heeft van <strong>de</strong> voortgang van stu<strong>de</strong>nten en van <strong>de</strong> knelpunten in het<br />

programma. Bij een aantal vakken in het eerste jaar is er sprake van een intensieve begeleiding<br />

in <strong>de</strong> vorm van tussentijdse toetsen en huiswerk, met als doel om <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van vwo naar<br />

universiteit te bevor<strong>de</strong>ren. Sinds 2005 wor<strong>de</strong>n eerstejaars stu<strong>de</strong>nten aan het begin van hun<br />

studie uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met een studieadviseur. Ruim <strong>de</strong> helft van<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten heeft zo kennisgemaakt met <strong>de</strong> studieadviseurs.<br />

Na <strong>de</strong> eerste toetsperio<strong>de</strong> in het eerste jaar (in oktober en november) nodigen <strong>de</strong> studieadviseurs<br />

stu<strong>de</strong>nten wier voortgang of studiehouding te wensen <strong>over</strong>laat uit voor een gesprek. Na<br />

het eerste semester brengt <strong>de</strong> Examencommissie op basis van <strong>de</strong> behaal<strong>de</strong> tentamenresultaten<br />

een preadvies uit, dat me<strong>de</strong> gebaseerd is op advies van <strong>de</strong> docentmentor en <strong>de</strong> studieadviseur.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die een negatief advies of een twijfeladvies hebben gekregen, wor<strong>de</strong>n opgeroepen<br />

voor een gesprek met een studieadviseur. Ongeveer <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die een oproep<br />

ontvangt, komt op <strong>de</strong> geplan<strong>de</strong> afspraak. Na het twee<strong>de</strong> semester brengt <strong>de</strong> Examencommissie<br />

het wettelijk verplichte studieadvies uit aan alle stu<strong>de</strong>nten die dat collegejaar als eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten<br />

aan <strong>de</strong> studie zijn begonnen, ook me<strong>de</strong> op advies van <strong>de</strong> docentmentor en <strong>de</strong> studieadviseur.<br />

Stu<strong>de</strong>nten krijgen een positief advies wanneer zij 70% of meer van <strong>de</strong> te behalen<br />

studiepunten hebben behaald en een negatief advies wanneer zij min<strong>de</strong>r dan 40% hebben<br />

behaald. Wanneer het aantal behaal<strong>de</strong> studiepunten tussen 40 en 70% ligt, krijgen zij een<br />

twijfeladvies. In <strong>de</strong> praktijk krijgt slechts een klein aantal stu<strong>de</strong>nten zo’n twijfeladvies. Bij een<br />

negatief advies wordt stu<strong>de</strong>nten aangera<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> opleiding te verlaten. Het advies is niet bin<strong>de</strong>nd<br />

en wordt ook niet altijd opgevolgd. Het aantal stu<strong>de</strong>nten met een positief studieadvies is<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie vanaf 2003 sterk toegenomen.<br />

Stu<strong>de</strong>nten uit het twee<strong>de</strong> en het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wor<strong>de</strong>n uitgenodigd voor<br />

een gesprek met een studieadviseur wanneer hun prestaties on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> maat zijn. Het bewaken<br />

van <strong>de</strong> studievoortgang van hogerejaarsstu<strong>de</strong>nten verliep in het verle<strong>de</strong>n niet optimaal, maar<br />

<strong>de</strong> opleidingen hebben <strong>de</strong> registratie van <strong>de</strong> studievoortgang via het computersysteem Volg+<br />

sterk verbeterd. De studieadviseurs bewaken <strong>de</strong> studievoortgang van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten en roepen<br />

stu<strong>de</strong>nten die dui<strong>de</strong>lijk achterblijven op voor een gesprek.<br />

De studieadviseurs bie<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten met uitstelgedrag of stu<strong>de</strong>nten die slecht kunnen plannen<br />

een studieversnellingstraining aan, waarin zij leren hun tijd goed in te <strong>de</strong>len en goed te plannen<br />

en zo een goed studieritme te vin<strong>de</strong>n. De stu<strong>de</strong>nten komen wekelijks bijeen on<strong>de</strong>r bege-<br />

338 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


leiding van een studieadviseur. Tij<strong>de</strong>ns elke bijeenkomst leggen stu<strong>de</strong>nten zichzelf een taak op<br />

voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> week en wordt <strong>de</strong> studievoortgang van <strong>de</strong> afgelopen week gecontroleerd en<br />

besproken. Aan <strong>de</strong>ze training namen ten tij<strong>de</strong> van het bezoek twee stu<strong>de</strong>nten Wiskun<strong>de</strong> <strong>de</strong>el.<br />

De studiebegeleiding wordt in <strong>de</strong> masteropleiding verzorgd door <strong>de</strong> mastercoördinator en<br />

<strong>de</strong> studieadviseurs. De studieadviseurs volgen <strong>de</strong> studievoortgang van stu<strong>de</strong>nten op afstand<br />

en adviseren en on<strong>de</strong>rsteunen hen wanneer er zich serieuze problemen voordoen. De mastercoördinator<br />

houdt zich on<strong>de</strong>r meer bezig met het bewaken van <strong>de</strong> kwaliteitszorg in <strong>de</strong><br />

masteropleiding. Hij is het centrale aanspreekpunt voor stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> masteropleiding,<br />

voert intake- en voortgangsgesprekken en heeft een adviseren<strong>de</strong> rol bij het opstellen van <strong>de</strong><br />

individuele programma’s. De mastercoördinator speelt ook een belangrijke rol bij <strong>de</strong> opvang<br />

en begeleiding van buitenlandse stu<strong>de</strong>nten en bij <strong>de</strong> voorlichting aan bachelorstu<strong>de</strong>nten.<br />

De masterstu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n aan het begin van het eerste semester gevraagd om zich te mel<strong>de</strong>n<br />

bij <strong>de</strong> mastercoördinator voor een intakegesprek, waarin ze <strong>de</strong> gang van zaken in het<br />

eerste semester bespreken en een afspraak maken <strong>over</strong> een voorlopig programma. In het eerste<br />

semester volgen stu<strong>de</strong>nten niet alleen <strong>de</strong> afgesproken vakken, maar oriënteren zij zich ook op<br />

een afstu<strong>de</strong>errichting. Zij zoeken zelf contact met <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erbegelei<strong>de</strong>r, met wie<br />

zij een <strong>de</strong>finitief programma vaststellen dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan <strong>de</strong> Examencommissie.<br />

De opleiding streeft ernaar dat <strong>de</strong> individuele programma’s in <strong>de</strong> loop van<br />

het twee<strong>de</strong> semester zijn vastgesteld en goedgekeurd. In <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r van het<br />

afstu<strong>de</strong>erwerk wor<strong>de</strong>n na<strong>de</strong>re afspraken gemaakt <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp van het afstu<strong>de</strong>erwerk,<br />

<strong>de</strong> dagelijkse begeleiding, <strong>de</strong> planning en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling. Deze afspraken wor<strong>de</strong>n vastgelegd<br />

in een studieplan. De mastercoördinator volgt <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten ook in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat zij aan hun<br />

afstu<strong>de</strong>erwerk werken. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie dat <strong>de</strong><br />

informatievoorziening en <strong>de</strong> begeleiding bij het maken van keuzen in het geval van buitenlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten nogal eens te wensen <strong>over</strong>laten en dat <strong>de</strong> buitenlandse stu<strong>de</strong>nten weinig contact<br />

hebben met <strong>de</strong> mastercoördinator. De commissie vernam dat <strong>de</strong> opleiding met ingang van<br />

het studiejaar 2006-2007 een mentoraat voor buitenlandse stu<strong>de</strong>nten heeft ingesteld, waarbij<br />

een Ne<strong>de</strong>rlandse stu<strong>de</strong>nt als mentor optreedt.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie stel<strong>de</strong>n veel stu<strong>de</strong>nten in het recente verle<strong>de</strong>n het opstellen van het individuele<br />

programma en <strong>de</strong> keuze voor een afstu<strong>de</strong>errichting en een begelei<strong>de</strong>r te lang uit en<br />

ontstond er daardoor in veel gevallen onnodige studievertraging. De functie van mastercoördinator<br />

is voor een <strong>de</strong>el in het leven geroepen om dit probleem in <strong>de</strong> toekomst te verhelpen.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat alle betrokkenen tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> mastercoördinator, die er me<strong>de</strong> toe lei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> opleiding een veel beter<br />

<strong>over</strong>zicht heeft <strong>over</strong> <strong>de</strong> programma’s en <strong>de</strong> voortgang van stu<strong>de</strong>nten.<br />

Er zijn drie studieadviseurs verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> faculteit (2,0 fte voor ongeveer zestienhon<strong>de</strong>rd<br />

stu<strong>de</strong>nten), die niet specifiek voor één opleiding werken, maar stu<strong>de</strong>nten van alle opleidingen<br />

van <strong>de</strong> faculteit on<strong>de</strong>rsteunen. De studieadviseurs bewaken <strong>de</strong> studievoortgang en geven stu<strong>de</strong>nten<br />

individueel advies en begeleiding. De coördinator Internationalisering bemid<strong>de</strong>lt bij<br />

studieverblijven of stageplaatsen in het buitenland (voor <strong>de</strong> masteropleiding). Op het centrale<br />

niveau zijn drie stu<strong>de</strong>nten<strong>de</strong>canen en drie stu<strong>de</strong>ntenpsychologen beschikbaar voor <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>lijnsbegeleiding<br />

en -advisering. De instelling biedt diverse trainingen en workshops aan die<br />

stu<strong>de</strong>nten helpen effectiever te stu<strong>de</strong>ren en die <strong>de</strong> studievoortgang bevor<strong>de</strong>ren.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

339


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> studiebegeleiding<br />

en <strong>de</strong> informatievoorziening in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> goed zijn. De opleiding heeft in <strong>de</strong> ogen<br />

van <strong>de</strong> commissie een aantal maatregelen genomen die ertoe lei<strong>de</strong>n dat zij <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten in<br />

het bijzon<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> eerste fase op <strong>de</strong> voet volgt en tijdig kan ingrijpen wanneer er daartoe een<br />

noodzaak bestaat. De docentmentor en <strong>de</strong> studieadviseur vervullen een cruciale rol in <strong>de</strong> begeleiding<br />

en <strong>de</strong> bewaking van <strong>de</strong> studievoortgang. De commissie waar<strong>de</strong>ert het dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> al aan het begin van hun studie een uitnodiging voor een gesprek met<br />

<strong>de</strong> studieadviseur ontvangen. Zij is ook positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong><br />

zelfstudie heeft ingericht. In haar ogen hebben <strong>de</strong>ze activiteiten een evi<strong>de</strong>nte toegevoeg<strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong> en zijn ze dui<strong>de</strong>lijk gerelateerd aan <strong>de</strong> toename van het aantal positieve studieadviezen.<br />

Ze wor<strong>de</strong>n ook gewaar<strong>de</strong>erd door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten. De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

ook na het eerste jaar goed gevolgd wor<strong>de</strong>n en dat <strong>de</strong> studieadviseurs stu<strong>de</strong>nten oproepen<br />

die te weinig voortgang boeken. Zij is enthousiast <strong>over</strong> <strong>de</strong> studieversnellingstraining.<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening in <strong>de</strong><br />

masteropleiding min<strong>de</strong>r formeel en min<strong>de</strong>r systematisch wor<strong>de</strong>n uitgevoerd dan in <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>. Zij vindt <strong>de</strong> keuzen die <strong>de</strong> opleiding gemaakt heeft a<strong>de</strong>quaat en in <strong>over</strong>eenstemming<br />

met <strong>de</strong> mate van zelfstandigheid die van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding verwacht<br />

mag wor<strong>de</strong>n. De commissie is te spreken <strong>over</strong> <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> functie van mastercoördinator.<br />

In haar ogen is <strong>de</strong> mastercoördinator er me<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijk voor dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> naar <strong>de</strong> masteropleiding beter geregeld is. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong><br />

mastercoördinator een goed en integraal beeld heeft van het on<strong>de</strong>rwijs dat in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />

masteropleiding wordt verzorgd, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re omdat hij ook een belangrijke rol speelt in <strong>de</strong><br />

bewaking van <strong>de</strong> kwaliteit van dat on<strong>de</strong>rwijs.<br />

De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong><br />

het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

7.<strong>2.</strong>5. Interne kwaliteitszorg<br />

F17: Evaluatie resultaten<br />

De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand van toetsbare streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

Het systeem van interne kwaliteitszorg van <strong>de</strong> opleidingen kent volgens <strong>de</strong> zelfstudie een<br />

gestructureer<strong>de</strong> cyclische aanpak waarin verschillen<strong>de</strong> activiteiten te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zijn:<br />

meten, analyseren, opstellen van verbeterplannen en uitvoeren van verbetermaatregelen. In het<br />

340 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


proces van kwaliteitszorg wor<strong>de</strong>n niet alleen <strong>de</strong> interne evaluaties betrokken, maar ook externe<br />

ontwikkelingen die van invloed zijn op het programma en <strong>de</strong> werkvormen. Die externe ontwikkelingen<br />

komen naar voren uit enquêtes on<strong>de</strong>r alumni, contacten met <strong>de</strong> klankbordgroep,<br />

die bestaat uit adviseurs uit het bedrijfsleven, lan<strong>de</strong>lijk <strong>over</strong>leg binnen <strong>de</strong> Kamer Wiskun<strong>de</strong> en<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge afstemming binnen 3TU-verband.<br />

Binnen het systeem van interne kwaliteitszorg zijn verschillen<strong>de</strong> actoren actief. De opleidingsdirecteur<br />

draagt <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> inhoud, <strong>de</strong> uitvoering en <strong>de</strong> kwaliteit van<br />

<strong>de</strong> programma’s. De Opleidingscommissie controleert <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijs- en<br />

Examenregeling, bespreekt <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties, controleert of aanpassingen in <strong>de</strong><br />

uitvoering van het programma tot het gewenste effect hebben geleid en brengt gevraagd en<br />

ongevraagd advies uit aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>caan en <strong>de</strong> opleidingsdirecteur. De Curriculumcommissie<br />

adviseert <strong>de</strong> opleidingsdirecteur <strong>over</strong> wijzigingen in <strong>de</strong> programma’s. De on<strong>de</strong>rwijscoördinator<br />

(voor <strong>de</strong> masteropleiding: <strong>de</strong> mastercoördinator) verzamelt informatie voor <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

en <strong>de</strong> opleidingsdirecteur en coördineert <strong>de</strong> kwaliteitszorg. De collegeresponsiegroepen<br />

spreken namens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten met <strong>de</strong> Opleidingscommissie en <strong>de</strong> opleidingsdirecteur.<br />

De facultaire on<strong>de</strong>rwijsadviseur adviseert <strong>de</strong> opleidingsdirecteur en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijscoördinator<br />

bij het oplossen van knelpunten in het programma en adviseert bij <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> kwaliteitszorg.<br />

Voor het bewaken van <strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs wor<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> instrumenten<br />

gebruikt. Uit elk van <strong>de</strong> drie cohorten van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is een collegeresponsiegroep<br />

samengesteld, die een aantal keren per jaar bij elkaar komt en zijn bevindingen<br />

doorgeeft aan <strong>de</strong> Opleidingscommissie. Ook <strong>de</strong> masteropleiding heeft een collegeresponsiegroep,<br />

die bestaat uit vier tot zes stu<strong>de</strong>nten. In <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> week van elk semester vindt er in <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> een tussenevaluatie plaats waaraan <strong>de</strong> opleidingsdirecteur, <strong>de</strong> Opleidingscommissie,<br />

<strong>de</strong> docenten en <strong>de</strong> collegeresponsiegroepen <strong>de</strong>elnemen. In <strong>de</strong> laatste twee weken<br />

van het semester hebben <strong>de</strong> Opleidingscommissie en <strong>de</strong> opleidingsdirecteur evaluatiegesprekken<br />

met <strong>de</strong> collegeresponsiegroepen en docenten afzon<strong>de</strong>rlijk. Na afloop van een tentamen<br />

vullen stu<strong>de</strong>nten een enquête in. Op basis van <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong>ze enquêtes en <strong>de</strong> slagingspercentages<br />

van <strong>de</strong> tentamens stellen <strong>de</strong> coördinatoren een rapport op. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

die door <strong>de</strong> technische universiteiten gezamenlijk wor<strong>de</strong>n verzorgd, wor<strong>de</strong>n geëvalueerd on<strong>de</strong>r<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van het Regieorgaan.<br />

Vanaf september 2006 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kwaliteit en het niveau van <strong>de</strong> tentamens van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

op een formele en systematische manier bewaakt binnen <strong>de</strong> leerlijnen. De tentamens<br />

wor<strong>de</strong>n op elkaar afgestemd en <strong>de</strong> correcties wor<strong>de</strong>n door een an<strong>de</strong>re docent uit <strong>de</strong> leerlijn<br />

gecontroleerd.<br />

De Opleidingscommissie hanteert een draaiboek waarin per semester op een systematische<br />

manier alle activiteiten die betrekking hebben op <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs zijn beschreven.<br />

Zij adviseert volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong> opleidingsdirecteur tot een na<strong>de</strong>r gesprek met een<br />

docent wanneer verbetermaatregelen niet het gewenste effect hebben gehad of niet zijn uitgevoerd,<br />

wanneer er zorgwekken<strong>de</strong> opmerkingen zijn gemaakt in een collegeresponsiegroep,<br />

wanneer <strong>de</strong> resultaten van een schriftelijke enquête daartoe aanleiding geven of wanneer het<br />

slagingspercentage lager dan 50 ligt.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> faculteit bezig was met <strong>de</strong> ontwikkeling van<br />

een nieuw systeem voor <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg dat in het verleng<strong>de</strong> ligt van het bestaan<strong>de</strong><br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

341


systeem. Volgens <strong>de</strong> opleidingsdirecteur was het nodig om een nieuw systeem te ontwikkelen<br />

omdat <strong>de</strong> systemen die wer<strong>de</strong>n gehanteerd door <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> elektrotechniek,<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> informatica na <strong>de</strong> fusie waaruit <strong>de</strong> Faculteit Elektrotechniek,<br />

Wiskun<strong>de</strong> en Informatica is ontstaan beter op elkaar moesten wor<strong>de</strong>n afgestemd.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat het on<strong>de</strong>rwijs dat wordt verzorgd in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />

bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding periodiek wordt geëvalueerd. Zij heeft vastgesteld dat het<br />

on<strong>de</strong>rwijs schriftelijk geënquêteerd wordt met behulp van gestandaardiseer<strong>de</strong> formulieren en<br />

dat er daarnaast bijeenkomsten van collegeresponsiegroepen plaatsvin<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong> kwaliteit<br />

van het on<strong>de</strong>rwijs aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wordt gesteld. De resultaten van <strong>de</strong> enquêtes en <strong>de</strong> verslagen<br />

van <strong>de</strong> bijeenkomsten van <strong>de</strong> collegeresponsiegroepen wor<strong>de</strong>n vervolgens besproken in <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie. De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> inspanningen van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Toegepaste<br />

wiskun<strong>de</strong> om <strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs te bewaken. Zij is positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> tussentijdse<br />

evaluaties van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, <strong>over</strong> <strong>de</strong> activiteiten van <strong>de</strong> Curriculumcommissie,<br />

<strong>over</strong> het functioneren van <strong>de</strong> collegeresponsiegroepen en <strong>over</strong> <strong>de</strong> systematische<br />

aanpak van <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen geen expliciete<br />

toetsbare streefdoelen hebben opgesteld, maar wel criteria hanteren op basis waarvan bepaald<br />

kan wor<strong>de</strong>n of het noodzakelijk is om verbetermaatregelen te nemen.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, omdat <strong>de</strong> formele en<br />

systematische aanpak van <strong>de</strong> kwaliteitszorg daarin het best tot zijn recht komt en omdat <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> tussentijdse evaluaties kent, die in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie een dui<strong>de</strong>lijke<br />

toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> hebben. Zij komt tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleiding,<br />

omdat het functioneren van het systeem van interne kwaliteitszorg enigszins belemmerd wordt<br />

door <strong>de</strong> beperkte stu<strong>de</strong>ntenaantallen bij <strong>de</strong> keuzevakken en omdat een <strong>de</strong>el van het programma<br />

niet wordt verzorgd door <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Toegepaste wiskun<strong>de</strong> en zich daarmee wat onttrekt aan<br />

<strong>de</strong> kwaliteitszorg van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F18: Maatregelen tot verbetering<br />

De uitkomsten van <strong>de</strong>ze evaluatie vormen <strong>de</strong> basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan<br />

realisatie van <strong>de</strong> streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

Wanneer <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties daartoe aanleiding geven, maakt <strong>de</strong> opleidingsdirecteur<br />

aan het ein<strong>de</strong> van een semester afspraken voor verbetermaatregelen met docenten. De<br />

gemaakte afspraken wor<strong>de</strong>n aan het begin van een semester nog een keer doorgenomen met <strong>de</strong><br />

docenten en ook aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gesteld in <strong>de</strong> kringgesprekken. Wanneer <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

vaststelt dat <strong>de</strong> verbeterafspraken niet lei<strong>de</strong>n tot het gewenste resultaat of wanneer zij vindt<br />

dat een aanpasing van het programma of van het on<strong>de</strong>rwijsmateriaal of een wisseling van <strong>de</strong><br />

docent gewenst is, adviseert zij <strong>de</strong> opleidingsdirecteur om een passen<strong>de</strong> maatregel te nemen.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie is het sinds <strong>de</strong> invoering van het bachelorprogramma drie keer voorgekomen<br />

dat een advies van <strong>de</strong> Opleidingscommissie heeft geleid tot een wisseling van <strong>de</strong> docent<br />

die een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el verzorgt. De tussenevaluaties lei<strong>de</strong>n ook tot verbetermaatregelen. Zo bleek<br />

342 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


dat het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Mechanica en relativiteitstheorie in het eerste jaar van het nieuwe bachelorprogramma<br />

niet goed aansloot bij <strong>de</strong> voorkennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten. De inhoud van<br />

dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is reeds na drie weken aangepast. Het keuzevak Logica is opgenomen in het<br />

programma naar aanleiding van een verzoek van <strong>de</strong> collegeresponsiegroep van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> dat door <strong>de</strong> Opleidingscommissie is <strong>over</strong>genomen na <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong><br />

Curriculumcommissie. De inhoud van het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Kansrekening en statistiek 2, dat voor<br />

veel stu<strong>de</strong>nten een struikelvak vorm<strong>de</strong>, is op advies van <strong>de</strong> Opleidingscommissie aangepast.<br />

Op initiatief van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie is er een afstu<strong>de</strong>erprotocol voor<br />

<strong>de</strong> masteropleiding opgesteld waarin een dui<strong>de</strong>lijk tijdpad en een normering van het afstu<strong>de</strong>erwerk<br />

zijn opgenomen.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie zijn verschillen<strong>de</strong> tussentijdse verbetermaatregelen<br />

besproken die zijn genomen naar aanleiding van bijeenkomsten van <strong>de</strong> collegeresponsiegroepen.<br />

Zo is het aantal stu<strong>de</strong>ntassistenten dat betrokken is bij practica vergroot en is een <strong>de</strong>adline<br />

voor het inleveren van werkstukken verplaatst omdat <strong>de</strong> termijnen die wer<strong>de</strong>n gehanteerd te<br />

krap bleken te zijn.<br />

In het voorjaar van 2002 is, naar aanleiding van <strong>de</strong> aanbevelingen en opmerkingen van <strong>de</strong><br />

vorige visitatiecommissie, een werkgroep voor <strong>de</strong> herziening van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ingesteld,<br />

die een nieuw programma voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> heeft ontwikkeld. Daarnaast hebben<br />

<strong>de</strong> opleidingsdirecteur en <strong>de</strong> Opleidingscommissie het systeem van kwaliteitszorg versterkt<br />

en geformaliseerd op basis van een Plan van Aanpak, waarin on<strong>de</strong>r meer is aangegeven hoe<br />

<strong>de</strong> structuur en het management van <strong>de</strong> opleidingen zullen wor<strong>de</strong>n verbeterd. Ook <strong>de</strong> Curriculumcommissie<br />

is ingesteld naar aanleiding van <strong>de</strong> aanbevelingen van <strong>de</strong> vorige visitatiecommissie.<br />

Bovendien is er een alumnicommissie in het leven geroepen die opereert in het<br />

verleng<strong>de</strong> van <strong>de</strong> studievereniging Christiaan Huygens en is er een alumni-enquête gehou<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>r afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs daadwerkelijk lei<strong>de</strong>n tot<br />

concrete en aantoonbare verbetermaatregelen wanneer daartoe aanleiding is. Zij heeft kennisgenomen<br />

van verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van maatregelen die zijn genomen om <strong>de</strong> kwaliteit<br />

van het on<strong>de</strong>rwijs te verbeteren. Zij heeft geconstateerd dat er door <strong>de</strong> tussentijdse evaluaties,<br />

die plaatsvin<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n dat er on<strong>de</strong>rwijs wordt gegeven, met enige regelmaat al<br />

veran<strong>de</strong>ringen kunnen wor<strong>de</strong>n gerealiseerd voor het ein<strong>de</strong> van een cursus of college. Zij heeft<br />

waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> inspanningen van <strong>de</strong> opleidingen op dit punt.<br />

De commissie heeft hierboven al opgemerkt dat <strong>de</strong> kwaliteitszorg in het geval van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

op een meer formele en systematische manier wordt uitgevoerd dan in het geval<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding. Dit on<strong>de</strong>rscheid werkt naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie door in <strong>de</strong><br />

formulering, uitvoering en opvolging van verbetermaatregelen. Op grond daarvan komt <strong>de</strong><br />

commissie tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor<br />

<strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

343


F19: Betrekken van me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

Bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg zijn me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en het afnemend beroepenveld van <strong>de</strong> opleiding<br />

actief betrokken.<br />

Beschrijving<br />

De docenten zijn betrokken bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg via <strong>de</strong> Opleidingscommissie, <strong>de</strong> Examencommissie,<br />

kringgesprekken, <strong>over</strong>leg binnen <strong>de</strong> leerlijnen en <strong>de</strong> jaarlijkse docentendag,<br />

waarop me<strong>de</strong>werkers en stu<strong>de</strong>nten bij elkaar komen om ontwikkelingen die relevant zijn voor<br />

<strong>de</strong> opleidingen te bespreken. Ook <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingsverga<strong>de</strong>ringen vormen een platform voor discussies<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwijs. On<strong>de</strong>rwijszaken komen ook aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>lijkse<br />

verga<strong>de</strong>ringen van het Dagelijks Bestuur van DIAM, dat bestaat uit alle hoogleraren van <strong>de</strong><br />

af<strong>de</strong>ling. De stu<strong>de</strong>nten dragen bij aan <strong>de</strong> kwaliteitszorg via hun vertegenwoordigers in on<strong>de</strong>r<br />

meer <strong>de</strong> Opleidingscommissie en <strong>de</strong> Curriculumcommissie en door hun <strong>de</strong>elname aan enquêtes<br />

en aan collegeresponsiegroepen, die gemid<strong>de</strong>ld zo’n acht stu<strong>de</strong>nten tellen. Er wor<strong>de</strong>n extra<br />

bijeenkomsten georganiseerd voor buitenlandse stu<strong>de</strong>nten.<br />

De faculteit heeft in 2003 een klankbordgroep ingesteld, bestaan<strong>de</strong> uit een aantal vertegenwoordigers<br />

uit <strong>de</strong> beroepspraktijk, voor het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n van contacten met het bedrijfsleven.<br />

In <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> <strong>de</strong>caan, <strong>de</strong> voorzitter van <strong>de</strong> Opleidingscommissie en <strong>de</strong> opleidingsdirecteur<br />

met <strong>de</strong>ze groep voeren, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> programma’s getoetst aan <strong>de</strong> verwachtingen van het<br />

bedrijfsleven. Volgens <strong>de</strong>ze groep heeft het bedrijfsleven geen belangstelling voor afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

bachelorstu<strong>de</strong>nten en is het dus beter dat <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten na hun afstu<strong>de</strong>ren doorstromen naar<br />

een masteropleiding. De individuele contacten van docenten, in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> begeleiding<br />

van afstu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>rs (in het bijzon<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> masteropleiding) of via on<strong>de</strong>rzoeksprojecten,<br />

vormen volgens <strong>de</strong> zelfstudie een belangrijke communicatielijn met het bedrijfsleven. Deze<br />

contacten geven relevante informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> verwachtingen die <strong>de</strong> beroepspraktijk heeft van<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> opleiding afron<strong>de</strong>n. Met enige regelmaat hebben vertegenwoordigers uit<br />

het bedrijfsleven zitting in afstu<strong>de</strong>ercommissies en geven zij feedback <strong>over</strong> het niveau van <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten.<br />

De opleidingen on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n geen systematische contacten met <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zijn tot het moment waarop <strong>de</strong> zelfstudie werd afgesloten<br />

allemaal doorgestroomd naar <strong>de</strong> masteropleiding. Wanneer in <strong>de</strong> toekomst zal blijken dat een<br />

<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kiest voor <strong>de</strong> arbeidsmarkt, dan zal <strong>de</strong><br />

opleiding volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong> beroepspraktijk voor afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> bachelorstu<strong>de</strong>nten nauwkeurig<br />

in <strong>de</strong> gaten gaan hou<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> docentendag geven alumni van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

presentaties <strong>over</strong> hun ervaringen na <strong>de</strong> studie en bie<strong>de</strong>n ze een terugblik op hun studietijd. In<br />

2005 heeft <strong>de</strong> opleiding een enquête on<strong>de</strong>r alumni gehou<strong>de</strong>n.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat er jaarlijks <strong>over</strong>leg plaatsvindt tussen <strong>de</strong> docenten<br />

uit Delft en Lei<strong>de</strong>n die on<strong>de</strong>rwijs verzorgen in het gemeenschappelijke <strong>de</strong>el van het programma<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. De opleidingsdirecteuren uit Delft en Lei<strong>de</strong>n hebben in<br />

ie<strong>de</strong>r geval eens per maand <strong>over</strong>leg <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> docenten en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten op <strong>de</strong> gebruikelijke wijze<br />

betrokken zijn bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg. De Opleidingscommissie functioneert in <strong>de</strong><br />

ogen van <strong>de</strong> commissie a<strong>de</strong>quaat. De betrokkenheid van <strong>de</strong> docenten (on<strong>de</strong>r meer via <strong>de</strong><br />

Curriculumcommissie, het <strong>over</strong>leg in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> leerlijnen, <strong>de</strong> kringgesprekken en<br />

344 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


<strong>de</strong> docentendagen) en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten (on<strong>de</strong>r meer via <strong>de</strong> collegeresponsiegroepen, <strong>de</strong> kringgesprekken<br />

en <strong>de</strong> enquêtes) is in or<strong>de</strong>. De betrokkenheid van <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n is beperkt<br />

en niet formeel geregeld. De contacten met <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijn vooral informeel en persoonsgebon<strong>de</strong>n.<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> instelling van <strong>de</strong> klankbordgroep.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het criterium<br />

dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics luidt<br />

dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

7.<strong>2.</strong>6. Resultaten<br />

F20: Gerealiseerd niveau<br />

De gerealiseer<strong>de</strong> eindkwalificaties zijn in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> nagestreef<strong>de</strong> eindkwalificaties qua niveau,<br />

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie kan het niveau dat wordt gerealiseerd tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> nog<br />

niet echt getoetst wor<strong>de</strong>n, omdat er op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld nog<br />

geen afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> bachelorstu<strong>de</strong>nten waren die niet waren doorgestroomd naar <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

De doelstelling van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is primair om stu<strong>de</strong>nten op te lei<strong>de</strong>n voor<br />

een masteropleiding. De eindtermen van <strong>de</strong> opleiding sluiten dan ook aan op het ingangsniveau<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie presteren <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> bachelorstu<strong>de</strong>nten<br />

in het algemeen goed in <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Met enige regelmaat lei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten van het afstu<strong>de</strong>erwerk van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie tot publicaties in <strong>de</strong> internationale vakliteratuur en presentaties<br />

op conferenties. Het <strong>over</strong>grote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding heeft reeds een<br />

baan op het moment dat ze afstu<strong>de</strong>ren of vindt er een binnen enkele maan<strong>de</strong>n. De kwaliteiten<br />

van <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> zelfstudie gewaar<strong>de</strong>erd door het bedrijfsleven. Een<br />

relatief groot aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n start met een promotieopleiding aan een binnenlandse of<br />

een buitenlandse universiteit.<br />

In 2005 is een enquête gehou<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r recent afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding.<br />

Een grote meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong>ze alumni heeft een positief oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> <strong>de</strong> inhoud en het niveau<br />

van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding. De suggesties die door <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten wer<strong>de</strong>n gegeven voor<br />

mogelijke verbeteringen van het programma sluiten aan bij <strong>de</strong> vernieuwingen die zijn doorgevoerd<br />

in <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding. Het beeld dat uit <strong>de</strong> enquête<br />

naar voren komt wordt bevestigd door <strong>de</strong> alumni die op <strong>de</strong> jaarlijkse docentendag verslag<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

345


doen van hun ervaringen. Het is <strong>de</strong> bedoeling om ten minste eens in <strong>de</strong> vijf jaar <strong>de</strong> alumni te<br />

enquêteren die in <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> jaren het masterdiploma hebben behaald. De zelfstudie bevat<br />

een grafiek waarin wordt getoond in welke sectoren <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

sinds 2001 terecht zijn gekomen. Daaruit blijkt dat 39% van <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n begint aan een<br />

promotieopleiding, waarvan 14% aan <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft en 25% aan een an<strong>de</strong>re<br />

instelling, dat 19% in een financiële functie terechtkomt, dat 12% een functie vindt in <strong>de</strong> IT,<br />

8% in <strong>de</strong> techniek en 6% in het on<strong>de</strong>rwijs. Van 20% van <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n is niet bekend in<br />

welk beroepenveld zij werkzaam zijn.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het gesprek dat <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met een aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

opleiding en <strong>de</strong> masteropleiding bleek dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n in het algemeen tevre<strong>de</strong>n terugkijken<br />

op hun opleiding. De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vrijheid die zij had<strong>de</strong>n bij het<br />

invullen van hun programma. Zij waren van mening dat er in het programma dat zij gevolgd<br />

hebben weinig aandacht was voor <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> beroepspraktijk en dat het eerste <strong>de</strong>el van dat<br />

programma te weinig on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len ken<strong>de</strong> die waren gericht op <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> verworven<br />

kennis. Zij ervaren het als een gemis dat er in het programma geen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied<br />

van <strong>de</strong> bedrijfskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> economie opgenomen waren.<br />

De commissie heeft voorafgaand aan haar bezoek een aantal scripties van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding bestu<strong>de</strong>erd en zich op basis daarvan een beeld gevormd van<br />

het niveau dat door stu<strong>de</strong>nten aan het ein<strong>de</strong> van hun studie wordt bereikt. De beoor<strong>de</strong>lingen<br />

van <strong>de</strong> masterscripties zijn in veel gevallen hoog. Volgens <strong>de</strong> docenten is dat <strong>de</strong>els het gevolg<br />

van het feit dat <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>rs uit het bedrijf waar een stu<strong>de</strong>nt stage heeft gelopen in het algemeen<br />

erg lovend zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> prestaties van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding en <strong>de</strong><br />

masteropleiding met wie zij heeft gesproken voldoen<strong>de</strong> waren voorbereid op een loopbaan<br />

binnen of buiten <strong>de</strong> universitaire wereld. Zij heeft wel vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van<br />

oor<strong>de</strong>el zijn dat het toegepaste karakter van <strong>de</strong> opleiding aanvankelijk niet goed tot zijn recht<br />

kwam en dat er in <strong>de</strong> opleiding weinig aandacht werd besteed aan <strong>de</strong> eisen van die beroepspraktijk.<br />

De commissie ervaart het als een gemis dat het programma van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

geen verplichte stage bevat. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat stu<strong>de</strong>nten beter voorbereid zou<strong>de</strong>n zijn op<br />

<strong>de</strong> beroepspraktijk wanneer zij verplicht zou<strong>de</strong>n zijn een stage te volgen.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties die zij heeft bestu<strong>de</strong>erd<br />

in het algemeen voldoen<strong>de</strong> tot goed is en in sommige gevallen dui<strong>de</strong>lijk boven dat<br />

niveau uitstijgt. Zij heeft waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> manier waarop het bachelorproject geïntegreerd<br />

is in het programma en voor <strong>de</strong> systematische manier waarop dat project wordt ingericht<br />

en uitgevoerd. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> voor<br />

hun scriptie meestal een literatuuron<strong>de</strong>rzoek van een beperkte omvang uitvoeren, maar dat<br />

dat on<strong>de</strong>rzoek wel op een goe<strong>de</strong> en <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>lijke manier wordt uitgevoerd en dat <strong>de</strong> verslaglegging<br />

goed is en aan <strong>de</strong> formele eisen voldoet die aan zo’n verslag gesteld mogen wor<strong>de</strong>n.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding verrichten zelf on<strong>de</strong>rzoek en doen daar verslag van<br />

in <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscriptie. De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten in staat zijn om<br />

wiskundige mo<strong>de</strong>llen te hanteren en <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n en technieken beheersen die nodig zijn<br />

voor het afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek en dat <strong>de</strong> scripties a<strong>de</strong>quate verslagen zijn van het uitgevoer<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoek en voldoen aan <strong>de</strong> formele eisen die eraan gesteld mogen wor<strong>de</strong>n. Zij heeft<br />

geconstateerd dat <strong>de</strong> eigen inbreng van een stu<strong>de</strong>nt in een enkel geval niet goed te achter-<br />

346 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


halen was en dat een aantal stu<strong>de</strong>nten slechts in beperkte mate gebruik heeft gemaakt van<br />

<strong>de</strong> beschikbare literatuur.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een goed niveau<br />

bereiken en goed voorbereid zijn op <strong>de</strong> aansluiten<strong>de</strong> masteropleiding. Zij komt daarom tot het<br />

oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding zou<strong>de</strong>n beter<br />

voorbereid zijn op <strong>de</strong> beroepspraktijk wanneer zij altijd een stage zou<strong>de</strong>n volgen. Omdat <strong>de</strong><br />

stage in <strong>de</strong> masteropleiding niet verplicht is, komt <strong>de</strong> commissie tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’<br />

voor <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

De commissie is wel van mening dat <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties in een aantal<br />

gevallen opmerkelijk hoog uitvallen. Zij heeft kennisgenomen van <strong>de</strong> uitleg van <strong>de</strong> docenten<br />

en vastgesteld dat <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> bachelorscripties meer differentiatie vertonen.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F21: On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment<br />

Voor het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante an<strong>de</strong>re opleidingen.<br />

Het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment voldoet aan <strong>de</strong>ze streefcijfers.<br />

Beschrijving<br />

De faculteit heeft voor <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen streefcijfers voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten<br />

opgesteld. De streefcijfers voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en zijn dat 70% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten met een<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van 7 of hoger voor Wiskun<strong>de</strong> en Natuurkun<strong>de</strong> op het vwo-ein<strong>de</strong>xamen binnen<br />

twee jaar <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use moet hebben behaald en dat van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten met een prope<strong>de</strong>usediploma<br />

binnen vier jaar 70% en binnen vijf jaar 85% het bachelordiploma moet hebben<br />

behaald. De streefcijfers voor <strong>de</strong> masteropleidingen zijn dat 90% van <strong>de</strong> instromen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

binnen drie jaar het masterdiploma moet hebben behaald.<br />

De ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie weliswaar re<strong>de</strong>lijk in<br />

vergelijking met an<strong>de</strong>re Delftse opleidingen, maar ze blijven sterk achter bij <strong>de</strong> streefcijfers<br />

voor <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding. Uit gesprekken met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten blijkt dat zij in het<br />

algemeen geen probleem hebben met een langere studieduur. In 2004 waren <strong>de</strong> eerstejaars zeer<br />

gemotiveerd en had <strong>de</strong> opleiding binnen <strong>de</strong> instelling het hoogste percentage stu<strong>de</strong>nten dat<br />

<strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use in één jaar haal<strong>de</strong>. Ook het cohort dat in 2005 is gestart heeft vrij goed gepresteerd.<br />

Het stu<strong>de</strong>ntenaantal is me<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijk voor statistische fluctuaties. Volgens <strong>de</strong><br />

opleidingsdirecteur zijn die goe<strong>de</strong> prestaties <strong>de</strong>els te relateren aan het nieuwe programma,<br />

dat schoolser en meer gestructureerd is dan het ou<strong>de</strong>. Het is <strong>over</strong>igens nog niet dui<strong>de</strong>lijk of<br />

dit positieve effect alleen geldt voor het eerste jaar of ook waarneembaar is in <strong>de</strong> rest van het<br />

programma.<br />

Het is volgens <strong>de</strong> zelfstudie te vroeg om betrouwbare cijfers te geven <strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Stu<strong>de</strong>nten die zijn <strong>over</strong>geschreven van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding naar<br />

het bachelor-masterstelsel hebben weliswaar een bachelordiploma behaald, maar dat gegeven<br />

levert geen indicaties op voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten, omdat stu<strong>de</strong>nten het diploma kon<strong>de</strong>n aanvragen<br />

wanneer zij wil<strong>de</strong>n. De opleiding bewaakt het ren<strong>de</strong>ment door <strong>de</strong> slagingspercentages<br />

voor <strong>de</strong> tentamens in het oog te hou<strong>de</strong>n. Uit <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat bij het grootste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

347


tentamens meer dan 70% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten slaagt. Toch blijven <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> cohorten<br />

als geheel achter omdat stu<strong>de</strong>nten niet alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len volgens het reguliere programma<br />

volgen. Als gevolg van <strong>de</strong> omzetting van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding naar <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong><br />

masteropleiding zijn er geen betrouwbare instroomcijfers voor <strong>de</strong> masteropleiding en daarmee<br />

is er ook geen betrouwbare informatie <strong>over</strong> het ren<strong>de</strong>ment. Een ruime meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> buitenlandse<br />

stu<strong>de</strong>nten, van wie wel dui<strong>de</strong>lijk is wanneer zij beginnen, rondt <strong>de</strong> masteropleiding<br />

af in twee jaar.<br />

De opleidingen beschouwen <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten als een punt van zorg en hebben maatregelen<br />

genomen om ze te verbeteren. De studiebegeleiding in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is geïntensiveerd<br />

en <strong>de</strong> studievoortgang van <strong>de</strong> eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten wordt nauwlettend gevolgd. Stu<strong>de</strong>nten met<br />

studiemoeilijkhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n zoveel mogelijk on<strong>de</strong>rsteund, bijvoorbeeld via <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong> zelfstudie<br />

en via <strong>de</strong> studieversnellingstraining. De maatregelen voor <strong>de</strong> masteropleiding hebben<br />

betrekking op het beperken van <strong>de</strong> duur van het afstu<strong>de</strong>erproces en op het verbeteren van <strong>de</strong><br />

keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n. De ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> lijken door <strong>de</strong>ze maatregelen<br />

beter te wor<strong>de</strong>n.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen streefcijfers voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten hebben<br />

opgesteld die in haar ogen realistisch zijn. Zij heeft slechts weinig informatie tot haar beschikking<br />

om tot een wel<strong>over</strong>wogen oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> opleidingen te komen.<br />

Zij heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> opleidingen zelf vaststellen dat <strong>de</strong> streefcijfers nog niet gehaald<br />

wor<strong>de</strong>n, maar <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten wel als een belangrijk punt van aandacht beschouwen en maatregelen<br />

hebben genomen om ze te verbeteren. In haar ogen wijzen <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong><br />

prope<strong>de</strong>use en <strong>de</strong> slagingspercentages van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> erop dat<br />

<strong>de</strong> maatregelen effect sorteren. Zij is niet in staat om te bepalen of <strong>de</strong> positieve effecten zich<br />

doorzetten in <strong>de</strong> rest van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en in <strong>de</strong> masteropleiding, maar spreekt wel het<br />

vertrouwen uit dat <strong>de</strong> maatregelen ertoe zullen lei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> opleidingen<br />

zullen verbeteren. Zij komt op grond daarvan tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan<br />

<strong>de</strong> criteria die betrekking hebben op het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Applied mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong><br />

het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>.<br />

348 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


Samenvatting van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> commissie<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Goed<br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Goed<br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Goed<br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Goed<br />

16. Studiebegeleiding Goed<br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Goed<br />

18. Maatregelen tot verbetering Goed<br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Goed<br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft<br />

349


Masteropleiding Applied mathematics:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Goed<br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Applied mathematics<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding Applied mathematics voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

350 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong> Universiteit Delft


8. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

Mathematics, Mathematical physics en Stochastics<br />

and financial mathematics van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam<br />

Administratieve gegevens<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>:<br />

Naam opleiding:<br />

Wiskun<strong>de</strong><br />

CROHO-nummer: 56980<br />

Niveau:<br />

bachelor<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

180 EC<br />

Graad:<br />

Bachelor of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Amsterdam<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Masteropleiding Mathematics:<br />

Naam opleiding:<br />

Mathematics<br />

CROHO-nummer: 66980<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

120 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Amsterdam<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Masteropleiding Mathematical physics:<br />

Naam opleiding:<br />

Mathematical physics<br />

CROHO-nummer: 60232<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

120 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Amsterdam<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

351


Masteropleiding Stochastics and financial mathematics:<br />

Naam opleiding:<br />

Stochastics and financial mathematics<br />

CROHO-nummer: 60801<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

120 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Amsterdam<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Natuurwetenschappen, Wiskun<strong>de</strong> en Informatica<br />

van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam vond plaats op 11, 12 en 13 oktober 2006.<br />

8.0. Structuur en organisatie van <strong>de</strong> faculteit<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics, Mathematical physics<br />

en Stochastics and financial mathematics vallen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> Faculteit<br />

<strong>de</strong>r Natuurwetenschappen, Wiskun<strong>de</strong> en Informatica (FNWI). De faculteit kent drie<br />

on<strong>de</strong>rwijsinstituten: Exacte wetenschappen, Levens‐ en aardwetenschappen en Informatiewetenschappen.<br />

Aan het hoofd van elk instituut staat een directeur. De on<strong>de</strong>rwijsdirecteur is algemeen<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke en didactische kwaliteit van bestaan<strong>de</strong> opleidingen<br />

en <strong>de</strong> ontwikkeling van nieuwe opleidingen. Daarbij bewaakt hij <strong>de</strong> samenhang en on<strong>de</strong>rlinge<br />

afstemming tussen <strong>de</strong> opleidingen. De on<strong>de</strong>rwijsdirecteur is tevens verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het<br />

opstellen van <strong>de</strong> jaarlijkse begroting en voor <strong>de</strong> bedrijfsvoering van het on<strong>de</strong>rwijsinstituut. De<br />

on<strong>de</strong>rwijsinsituten beschikken zelf niet <strong>over</strong> docerend personeel. Dat is on<strong>de</strong>rgebracht bij <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksinstituten van <strong>de</strong> faculteit. De on<strong>de</strong>rwijs directeuren <strong>over</strong>leggen met <strong>de</strong> directeuren<br />

van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksinstituten <strong>over</strong> <strong>de</strong> inzet van docenten. In mei 2004 zijn faculteitsbreed <strong>de</strong><br />

structuur, <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> communicatielijnen uiteengezet in het Kwaliteitsplan<br />

On<strong>de</strong>rwijs FNWI, waarin on<strong>de</strong>r meer is vastgelegd dat stafle<strong>de</strong>n 40% van hun tijd kunnen<br />

inzetten voor on<strong>de</strong>rwijs. De on<strong>de</strong>rzoeksdirecteuren hebben zich allen aan dit percentage<br />

gecommitteerd, waarmee <strong>de</strong> inzet van het personeel ten behoeve van het on<strong>de</strong>rwijs volgens <strong>de</strong><br />

faculteit is gegaran<strong>de</strong>erd.<br />

De uitein<strong>de</strong>lijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor on<strong>de</strong>rwijs, on<strong>de</strong>rzoek en personeelsbeleid ligt in<br />

han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>de</strong>caan, die, binnen <strong>de</strong> context van het universitaire on<strong>de</strong>rwijsbeleid, het on<strong>de</strong>rwijsbeleid<br />

voor <strong>de</strong> faculteit vaststelt en die bij het uitvoeren van zijn taken geadviseerd wordt<br />

door <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingsvoorzitters, <strong>de</strong> vice<strong>de</strong>caan en het Hoofd On<strong>de</strong>rwijs. De faculteit kent vier<br />

af<strong>de</strong>lingen: Natuurkun<strong>de</strong>, sterrenkun<strong>de</strong> en wiskun<strong>de</strong>, Biologie, fysische geografie en milieukun<strong>de</strong>,<br />

Informatica en Scheikun<strong>de</strong>. De voorzitters van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen behartigen <strong>de</strong> belangen<br />

van <strong>de</strong> disciplines.<br />

Binnen <strong>de</strong> opleidingen die <strong>de</strong> faculteit aanbiedt, spelen <strong>de</strong> opleidingsdirecteuren en -coördinatoren<br />

een belangrijke rol. De opleidingsdirecteuren zijn verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke<br />

invulling van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en en <strong>de</strong> masteropleidingen en voor<br />

<strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke afstemming tussen <strong>de</strong> masteropleidingen (masterprogramma’s) on<strong>de</strong>rling. De<br />

352 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


opleidingscoördinatoren zijn betrokken bij het bewaken van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskwaliteit en dragen<br />

<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> praktische en logistieke afstemming van het on<strong>de</strong>rwijs binnen<br />

het programma van <strong>de</strong> opleiding.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics, Stochastics and financial<br />

mathematics en Mathematical physics zijn on<strong>de</strong>rgebracht binnen het on<strong>de</strong>rwijsinstituut<br />

Exacte wetenschappen, waarin ook <strong>de</strong> bachelor- en masteropleidingen Natuur- en sterrenkun<strong>de</strong>,<br />

Scheikun<strong>de</strong> en Bio-exact zijn on<strong>de</strong>rgebracht. De on<strong>de</strong>rwijsdirecteur die leiding geeft<br />

aan dit instituut fungeer<strong>de</strong> ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie tegelijkertijd als opleidingsdirecteur<br />

voor <strong>de</strong>ze opleidingen. De <strong>bacheloropleiding</strong>en en elk van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

hebben een eigen coördinator.<br />

De bij <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> betrokken docenten zijn voor het grootste <strong>de</strong>el aangesteld bij<br />

het Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut voor Wiskun<strong>de</strong>. De docenten die bijdragen aan <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematics zijn aangesteld bij het Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut voor Wiskun<strong>de</strong> en<br />

<strong>de</strong> Divisie <strong>de</strong>r Wiskun<strong>de</strong> en Informatica van <strong>de</strong> Vrije Universiteit, die <strong>de</strong>ze opleiding gezamenlijk<br />

verzorgen. De masteropleiding Stochastics and financial mathematics wordt samen<br />

met <strong>de</strong> Vrije Universiteit en het Mathematisch Instituut van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht verzorgd.<br />

De masteropleiding Mathematical physics wordt gezamenlijk verzorgd door het Korteweg-<strong>de</strong><br />

Vries Instituut en het Instituut voor Theoretische Fysica van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam.<br />

8.1. Invoering bachelor-masterstructuur en afbouw onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen: stand<br />

van zaken<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and<br />

financial mathematics zijn met <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> bachelor-masterstructuur in het studiejaar<br />

2003-2004 ontstaan uit <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> vijfjarige opleiding Wiskun<strong>de</strong> en statistiek. De<br />

masteropleiding Mathematical physics is volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong> voortzetting van een al lang<br />

bestaan<strong>de</strong> traditie in <strong>de</strong> mathematische fysica aan <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam. De faculteit<br />

heeft ervoor gekozen om zelfstandige masteropleidingen op het gebied van <strong>de</strong> stochastiek en<br />

<strong>de</strong> financiële wiskun<strong>de</strong> en op dat van <strong>de</strong> mathematische fysica in te stellen, omdat het daarbij<br />

gaat om gebie<strong>de</strong>n met eigen netwerken en met dui<strong>de</strong>lijk te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n activiteiten. De<br />

masteropleiding Stochastics and financial mathematics is gerelateerd aan <strong>de</strong> activiteiten van<br />

het IBIS, het Instituut voor Bedrijfs- en Industriële Statistiek van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam,<br />

<strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics staat in verband met een facultair zwaartepunt<br />

in het on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Het laatste cohort dat in <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding Wiskun<strong>de</strong> en statistiek is ingestroomd, is<br />

gestart op 1 september 200<strong>2.</strong> De kandidaatsfase van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding is daarmee met<br />

ingang van 1 september 2005 afgebouwd. De doctoraalfase zal met ingang van 1 september<br />

2007 wor<strong>de</strong>n afgebouwd. De doctoraalfase van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding is inhou<strong>de</strong>lijk<br />

i<strong>de</strong>ntiek aan het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics. Het is een bewuste keuze<br />

geweest om bij <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van <strong>de</strong> vierjarige naar <strong>de</strong> vijfjarige opleiding in 1999 het doctoraalprogramma<br />

zo in te richten dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang naar het bachelor-masterstelsel in 2003 slechts<br />

minimale wijzigingen in het programma met zich mee zou brengen. Vanaf mei 2005 wordt<br />

ie<strong>de</strong>re stu<strong>de</strong>nt <strong>de</strong> keuze voorgelegd om zich na het behalen van het kandidaatsdiploma al dan<br />

niet <strong>over</strong> te laten schrijven van doctoraalstu<strong>de</strong>nt naar masterstu<strong>de</strong>nt. De stu<strong>de</strong>nten die reeds<br />

het doctoraalprogramma volgen, hebben <strong>de</strong> mogelijkheid gekregen zich <strong>over</strong> te schrijven naar<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

353


het masterprogramma. Op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd afgesloten ston<strong>de</strong>n er nog 33<br />

stu<strong>de</strong>nten ingeschreven in <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding.<br />

Van 1999 tot 2005 ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> opleiding Wiskun<strong>de</strong> een duale variant, die in <strong>de</strong> ogen van het<br />

Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ale invulling was van het M-profiel. De belangstelling voor<br />

<strong>de</strong>ze variant was echter zo gering dat <strong>de</strong> faculteit besloten heeft om <strong>de</strong>ze variant op te heffen<br />

en <strong>de</strong> instroom per 1 september 2006 te sluiten. De faculteit zal alle aangegane verplichtingen<br />

jegens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die in <strong>de</strong> duale variant zijn ingestroomd nakomen.<br />

De opleidingen hebben voor stu<strong>de</strong>nten die niet op schema liggen een <strong>over</strong>gangsregeling gecreëerd.<br />

Deze heeft vooral betrekking op <strong>de</strong> kandidaatsfase van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding, want <strong>de</strong><br />

doctoraalfase (het vier<strong>de</strong> en het vijf<strong>de</strong> jaar) is inhou<strong>de</strong>lijk i<strong>de</strong>ntiek is aan het programma van<br />

<strong>de</strong> master. Er is ook een <strong>over</strong>gangsregeling opgesteld voor enkele stu<strong>de</strong>nten die in het vierjarige<br />

programma zijn gestart en geen <strong>over</strong>stap naar een vijfjarig curriculum wil<strong>de</strong>n maken. Die<br />

regeling houdt in dat stu<strong>de</strong>nten die (eventueel na maximaal twee herkansingsmogelijkhe<strong>de</strong>n)<br />

een cursus nog niet hebben afgerond, een vervangend vak uit het huidige curriculum moeten<br />

volgen.<br />

De Colleges van Bestuur van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam en <strong>de</strong> Vrije Universiteit hebben<br />

in 2002 een samenwerkings<strong>over</strong>eenkomst gesloten om het aanbod aan mastervakken op het<br />

gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> te verbre<strong>de</strong>n. De expertises van <strong>de</strong> vaste staf van bei<strong>de</strong> instellingen zijn<br />

<strong>de</strong>els complementair, waardoor <strong>de</strong>ze samenwerking voor <strong>de</strong> opleiding zeer waar<strong>de</strong>vol is. De<br />

masteropleiding Mathematics is een gezamenlijke opleiding van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam<br />

en <strong>de</strong> Vrije Universiteit. De masteropleiding Stochastics and financial mathematics wordt<br />

gezamenlijk verzorgd door <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam, <strong>de</strong> Vrije Universiteit en <strong>de</strong> Universiteit<br />

Utrecht. In <strong>de</strong> ogen van het bestuur van <strong>de</strong> faculteit is <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> samenwerking<br />

op masterniveau evi<strong>de</strong>nt. Dat geldt niet voor een eventuele samenwerking op het niveau<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en. Daarom <strong>over</strong>weegt <strong>de</strong> faculteit niet om ook op dat niveau <strong>de</strong><br />

ban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> Vrije Universiteit ver<strong>de</strong>r aan te halen.<br />

8.<strong>2.</strong> Het beoor<strong>de</strong>lingska<strong>de</strong>r<br />

8.<strong>2.</strong>1. Doelstellingen opleiding<br />

F1: Domeinspecifieke eisen<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

gesteld wor<strong>de</strong>n aan een opleiding in het betreffen<strong>de</strong> domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> stelt zich volgens <strong>de</strong> zelfstudie ten doel haar stu<strong>de</strong>nten een<br />

bre<strong>de</strong>, kwalitatief hoogwaardige wiskun<strong>de</strong>opleiding aan te bie<strong>de</strong>n die een a<strong>de</strong>quate voorbereiding<br />

vormt op <strong>de</strong> masteropleidingen in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> of in sterk gerelateer<strong>de</strong> vakgebie<strong>de</strong>n, of op<br />

enige an<strong>de</strong>re betrekking in <strong>de</strong> maatschappij waarvoor een aca<strong>de</strong>mische wiskundige bachelortitel<br />

vereist zou zijn. De opleiding wil daarbij die stu<strong>de</strong>nten die het eerste, oriënteren<strong>de</strong> en<br />

selecteren<strong>de</strong> semester re<strong>de</strong>lijk tot goed doorlopen alle voorwaar<strong>de</strong>n en mogelijkhe<strong>de</strong>n bie<strong>de</strong>n<br />

om <strong>de</strong> studie in <strong>de</strong> voorgeschreven tijd te voltooien. De opleiding streeft ernaar kennis <strong>over</strong><br />

te dragen in een inspireren<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsomgeving, die een dui<strong>de</strong>lijke relatie heeft met het<br />

354 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


he<strong>de</strong>ndaags wiskundig on<strong>de</strong>rzoek en die aanzet tot volledige ontplooiing van <strong>de</strong> kwaliteiten en<br />

talenten van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben voor een <strong>de</strong>el betrekking op vakgebon<strong>de</strong>n<br />

kennis en vaardighe<strong>de</strong>n en voor een <strong>de</strong>el op algemene vaardighe<strong>de</strong>n:<br />

Vakgebon<strong>de</strong>n kennis en vaardighe<strong>de</strong>n<br />

De stu<strong>de</strong>nt die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> heeft afgerond:<br />

1. heeft een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische basiskennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en eventueel<br />

van aangrenzen<strong>de</strong> disciplines als natuurkun<strong>de</strong>, informatica of econometrie, die toereikend<br />

is om met succes een masteropleiding op het terrein van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> te volgen;<br />

<strong>2.</strong> heeft kennisgemaakt met wetenschappelijke on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en heeft daarvan een proeve van bekwaamheid afgelegd;<br />

3. heeft voldoen<strong>de</strong> inzicht in <strong>de</strong> diverse specialisaties van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> die voortbouwen op<br />

<strong>de</strong> bachelorfase om een verantwoor<strong>de</strong> keuze te maken voor een vervolgopleiding;<br />

4. is zich bewust van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> arbeidsmarkt na eventuele afsluiting van <strong>de</strong><br />

studie met een bachelordiploma;<br />

5. heeft inzicht in <strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> wetenschappen en is zich bewust van <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re wetenschappen en in <strong>de</strong> maatschappij en van het internationale<br />

karakter van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Algemene vaardighe<strong>de</strong>n<br />

De stu<strong>de</strong>nt die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> heeft afgerond:<br />

6. heeft een zelfstandige, wetenschappelijk kritische werkwijze en houding;<br />

7. is in staat om mon<strong>de</strong>ling en schriftelijk te rapporteren <strong>over</strong> wetenschappelijke resultaten<br />

en toepassingen daarvan;<br />

8. kan informatie zoeken en verwerken;<br />

9. beheerst ICT-vaardighe<strong>de</strong>n die aansluiten bij <strong>de</strong> gekozen specialisatie;<br />

10. kan werken in teamverband en heeft ervaring met projectmatig werken;<br />

11. heeft een goe<strong>de</strong> basis voor een opleiding tot leraar.<br />

De doelstelling van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics is dat stu<strong>de</strong>nten zodanige kennis, vaardighe<strong>de</strong>n<br />

en inzicht op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> verwerven dat zij in staat zijn tot een<br />

zelfstandige beroepsuitoefening op aca<strong>de</strong>misch niveau of in aanmerking komen voor een vervolgopleiding<br />

tot wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoeker. De opleiding beoogt tevens <strong>de</strong> bevor<strong>de</strong>ring<br />

van inzicht in <strong>de</strong> plaats en rol van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> binnen wetenschap en samenleving en van<br />

maatschappelijk verantwoor<strong>de</strong>lijkheidsbesef.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics hebben voor een <strong>de</strong>el betrekking op vakgebon<strong>de</strong>n<br />

kennis en vaardighe<strong>de</strong>n en voor een <strong>de</strong>el op algemene vaardighe<strong>de</strong>n. De eindtermen<br />

wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zelfstudie als volgt weergegeven.<br />

De stu<strong>de</strong>nt die <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics heeft afgerond:<br />

1. heeft een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische kennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (met inbegrip van <strong>de</strong><br />

daarvoor noodzakelijke kennis van an<strong>de</strong>re disciplines);<br />

<strong>2.</strong> heeft inzicht in <strong>de</strong> ontwikkeling en <strong>de</strong> heuristiek van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wiskun<strong>de</strong> en heeft on<strong>de</strong>rzoekservaring<br />

in ten minste één <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>;<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

355


3. is in staat een on<strong>de</strong>rzoekswerkplan te formuleren op basis van een realistische vraagstelling<br />

binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>;<br />

4. is in staat on<strong>de</strong>rzoeksresultaten te analyseren en formuleren en daar conclusies uit te<br />

trekken;<br />

5. is in staat een wetenschappelijk verslag te schrijven;<br />

6. is in staat om met vakgenoten inhou<strong>de</strong>lijk <strong>over</strong> wiskundige problemen van gedachten te<br />

wisselen;<br />

7. is in staat (internationale) vakliteratuur op relevante <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n te raadplegen en te<br />

benutten;<br />

8. is in staat kennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> toe te passen in een bre<strong>de</strong>re context;<br />

9. is inzetbaar in die functies waarin kennis en on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van<br />

wiskun<strong>de</strong> <strong>de</strong> vereisten zijn;<br />

10. heeft voldoen<strong>de</strong> kennis van en inzicht in <strong>de</strong> maatschappelijke rol van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> om<br />

tot een verantwoor<strong>de</strong> beroepskeuze en beroepsuitoefening te kunnen komen;<br />

11. is in staat samen te werken met an<strong>de</strong>ren, kennis aan an<strong>de</strong>ren <strong>over</strong> te dragen, een voordracht<br />

te hou<strong>de</strong>n voor zowel vakspecialisten als een bre<strong>de</strong>r publiek.<br />

De masteropleiding Mathematics kent drie varianten: een on<strong>de</strong>rzoeksvariant (<strong>de</strong> O-variant),<br />

een communicatieve en educatieve variant (<strong>de</strong> C/E-variant) en een maatschappelijke variant<br />

(<strong>de</strong> M-variant). De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> van <strong>de</strong> O-variant is inzetbaar in functies waarin kennis<br />

en on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op aca<strong>de</strong>misch niveau vereist zijn. De O-variant van <strong>de</strong><br />

masteropleiding biedt ook een goe<strong>de</strong> vooropleiding voor een promotietraject. Het Korteweg-<strong>de</strong><br />

Vries Instituut verzorgt het eerste (disciplinaire) jaar van <strong>de</strong> C/E-variant en <strong>de</strong><br />

M-variant. Het twee<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong>ze varianten bestaat uit een communicatief/educatief<br />

dan wel een maatschappelijk programma dat door an<strong>de</strong>re instituten wordt verzorgd. De<br />

specifieke eindtermen die betrekking hebben op <strong>de</strong> varianten zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong>.<br />

O-variant: <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt die <strong>de</strong> opleiding heeft afgerond:<br />

O1. kan <strong>de</strong> verkregen resultaten en conclusies plaatsen in het ka<strong>de</strong>r van door an<strong>de</strong>ren verkregen<br />

resultaten;<br />

O<strong>2.</strong> kan wiskundige literatuur van verschillen<strong>de</strong> bronnen on<strong>de</strong>rzoeken, combineren en verrijken<br />

met een eigen bijdrage;<br />

O3. kan een visie vormen ten aanzien van <strong>de</strong> ontwikkeling van het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek<br />

binnen het vakgebied;<br />

O4. kan observaties mo<strong>de</strong>lleren in wiskundige termen, het verkregen mo<strong>de</strong>l analyseren en<br />

daaruit conclusies trekken <strong>over</strong> <strong>de</strong> observaties.<br />

C/E-variant: <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt die <strong>de</strong> opleiding heeft afgerond:<br />

C/E1. kan zelfstandig nieuwe vakkennis verwerven op het gebied van communicatie en educatie<br />

en <strong>de</strong>ze toepassen in een communicatieve/educatieve beroepssituatie;<br />

C/E<strong>2.</strong> kan verworven kennis en inzicht <strong>over</strong>dragen in woord en geschrift zowel in een on<strong>de</strong>rwijssituatie<br />

als naar een bre<strong>de</strong>r publiek.<br />

M-variant: <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt die <strong>de</strong> opleiding heeft afgerond:<br />

356 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


M1. kan een visie ontwikkelen ten aanzien van <strong>de</strong> mogelijke bijdrage van wiskundige kennis<br />

en metho<strong>de</strong>n aan het oplossen van vakgerelateer<strong>de</strong> problemen van kwantitatieve aard in<br />

organisatie of bedrijf;<br />

M<strong>2.</strong> kan een oplossingsgerichte wetenschappelijke vraagstelling uit <strong>de</strong>ze visie <strong>de</strong>stilleren;<br />

M3. kan vraagstellingen in een doelgericht on<strong>de</strong>rzoek implementeren;<br />

M4. kan gegevens verkregen uit analyses op verschillen<strong>de</strong> schalen en abstractieniveaus interpreteren<br />

en presenteren;<br />

M5. kan in een multidisciplinair projectteam samenwerken.<br />

De doelstelling van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics is dat stu<strong>de</strong>nten<br />

zodanige kennis, vaardighe<strong>de</strong>n en inzicht op het gebied van <strong>de</strong> stochastiek en financiële wiskun<strong>de</strong><br />

verwerven dat zij in staat zijn tot een zelfstandige beroepsuitoefening op aca<strong>de</strong>misch<br />

niveau, dan wel in aanmerking komen voor een vervolgopleiding tot wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoeker.<br />

De opleiding beoogt tevens inzicht in <strong>de</strong> rol en betekenis van het vak en zijn beoefenaren<br />

in <strong>de</strong> maatschappij bij te brengen.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics hebben voor<br />

een <strong>de</strong>el betrekking op vakgebon<strong>de</strong>n kennis en vaardighe<strong>de</strong>n en voor een <strong>de</strong>el op algemene<br />

vaardighe<strong>de</strong>n. De eindtermen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zelfstudie als volgt weergegeven. De stu<strong>de</strong>nt die<br />

<strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics heeft afgerond:<br />

1. heeft een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische kennis van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne stochastiek en<br />

financiële wiskun<strong>de</strong> (met inbegrip van <strong>de</strong> daarvoor noodzakelijke kennis van an<strong>de</strong>re<br />

disciplines).<br />

<strong>2.</strong> heeft inzicht in <strong>de</strong> ontwikkeling en <strong>de</strong> heuristiek van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wiskun<strong>de</strong>, in het bijzon<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> stochastiek, en heeft on<strong>de</strong>rzoekservaring in ten minste één <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>.<br />

3. is in staat om zich binnen re<strong>de</strong>lijke termijn in te werken in an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>.<br />

4. is in staat een on<strong>de</strong>rzoekswerkplan te formuleren op basis van een realistische vraagstelling<br />

binnen <strong>de</strong> stochastiek en financiële wiskun<strong>de</strong>.<br />

5. is in staat on<strong>de</strong>rzoeksresultaten te analyseren en formuleren en daar conclusies uit te<br />

trekken.<br />

6. is in staat een wetenschappelijk verslag te schrijven.<br />

7. is in staat om met vakgenoten inhou<strong>de</strong>lijk <strong>over</strong> wiskundige problemen van gedachten te<br />

wisselen.<br />

8. is in staat (internationale) vakliteratuur op relevante <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n te raadplegen en te<br />

benutten.<br />

9. is in staat kennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> toe te passen in een bre<strong>de</strong>re context.<br />

10. is inzetbaar in die functies waarin kennis en on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> stochastiek, <strong>de</strong> vereisten zijn.<br />

11. heeft voldoen<strong>de</strong> kennis van en inzicht in <strong>de</strong> maatschappelijke rol van <strong>de</strong> stochastiek en<br />

financiële wiskun<strong>de</strong> om tot een verantwoor<strong>de</strong> beroepskeuze en beroepsuitoefening te<br />

kunnen komen.<br />

1<strong>2.</strong> is in staat samen te werken met an<strong>de</strong>ren, kennis aan an<strong>de</strong>ren <strong>over</strong> te dragen en een voordracht<br />

te hou<strong>de</strong>n voor zowel vakspecialisten als een bre<strong>de</strong>r publiek.<br />

Ook <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics kent drie varianten: een on<strong>de</strong>rzoeksvariant<br />

(<strong>de</strong> O-variant), een communicatieve en educatieve variant (<strong>de</strong> C/E-variant) en<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

357


een maatschappelijke variant (<strong>de</strong> M-variant). De eindtermen die betrekking hebben op <strong>de</strong>ze<br />

varianten zijn bijna i<strong>de</strong>ntiek aan die van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics. Het enige verschil<br />

is dat <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> O-variant iets an<strong>de</strong>rs is geformuleerd:<br />

O4. De stu<strong>de</strong>nt die <strong>de</strong> opleiding heeft afgerond kan observaties mo<strong>de</strong>lleren in (kanstheoretische)<br />

wiskundige termen, het verkregen mo<strong>de</strong>l analyseren en daaruit conclusies trekken<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> observaties.<br />

De doelstelling van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics is dat stu<strong>de</strong>nten zodanige kennis,<br />

vaardighe<strong>de</strong>n en inzicht op het gebied van <strong>de</strong> mathematische fysica verwerven dat zij in<br />

staat zijn tot een zelfstandige beroepsuitoefening op internationaal niveau of in aanmerking<br />

komen voor een vervolgopleiding tot wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoeker bij een Ne<strong>de</strong>rlandse of<br />

buitenlandse universiteit. De opleiding beoogt tevens <strong>de</strong> bevor<strong>de</strong>ring van maatschappelijk verantwoor<strong>de</strong>lijkheidsbesef.<br />

De stu<strong>de</strong>nt die <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics met goed gevolg heeft doorlopen:<br />

1. heeft een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische kennis van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />

theoretische fysica;<br />

<strong>2.</strong> heeft een goed en breed <strong>over</strong>zicht van problemen, technieken, en werkwijze van <strong>de</strong><br />

mo<strong>de</strong>rne mathematische fysica;<br />

3. is in staat kennis van <strong>de</strong> mathematische fysica toe te passen in een bre<strong>de</strong>re context;<br />

4. is in staat zich zelfstandig in zowel <strong>de</strong> theoretisch-fysische als <strong>de</strong> wiskundige (internationale)<br />

vakliteratuur te oriënteren en die te raadplegen en te benutten;<br />

5. is in staat een on<strong>de</strong>rzoekswerkplan te formuleren op basis van een realistische vraagstelling<br />

binnen <strong>de</strong> mathematische fysica;<br />

6. is in staat om een zelfstandig on<strong>de</strong>rzoek te verrichten naar een wiskundig probleem<br />

met een zeker fysisch karakter of een fysisch probleem met profileren<strong>de</strong> wiskundige<br />

inhoud;<br />

7. is in staat on<strong>de</strong>rzoeksresultaten te analyseren en te formuleren en daar conclusies uit te<br />

trekken;<br />

8. kan <strong>de</strong> verkregen resultaten en conclusies plaatsen in het ka<strong>de</strong>r van door an<strong>de</strong>ren verkregen<br />

resultaten;<br />

9. is in staat een wetenschappelijk verslag dan wel een internationaal toegankelijk verslag te<br />

schrijven;<br />

10. is in staat om met vakgenoten inhou<strong>de</strong>lijk van gedachten te wisselen;<br />

11. is in staat om met zowel wiskundigen als theoretisch fysici te communiceren, zowel op<br />

schrift, in conversatie als door het geven van voordrachten die voor bei<strong>de</strong> geledingen<br />

begrijpelijk en aantrekkelijk zijn;<br />

1<strong>2.</strong> is in staat om zich binnen re<strong>de</strong>lijke termijn in te werken in an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

mathematische fysica;<br />

13. is inzetbaar in die functies waarin kennis en on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van<br />

<strong>de</strong> mathematische fysica vereisten zijn;<br />

14. heeft voldoen<strong>de</strong> kennis en inzicht om tot een verantwoor<strong>de</strong> beroepskeuze en beroepsuitoefening<br />

te kunnen komen;<br />

15. is in staat om zich een visie te vormen ten aanzien van <strong>de</strong> ontwikkeling van het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek binnen het vakgebied.<br />

358 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

bestu<strong>de</strong>erd en vastgesteld dat die voldoen aan <strong>de</strong> eisen die vakgenoten binnen of buiten<br />

<strong>de</strong> wetenschap stellen aan opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> stochastiek en <strong>de</strong><br />

financiële wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> mathematische fysica. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> verwerven<br />

een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische basiskennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, ze maken kennis met<br />

on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n en laten zien dat ze die vaardighe<strong>de</strong>n ook weten te benutten, en ze<br />

verwerven voldoen<strong>de</strong> inzicht in <strong>de</strong> specialisaties binnen <strong>de</strong> discipline om een verantwoor<strong>de</strong><br />

keuze voor een vervolgopleiding te maken. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics<br />

beschikken aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> opleiding <strong>over</strong> een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische<br />

kennis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>over</strong> inzicht in <strong>de</strong> ontwikkeling en <strong>de</strong> heuristiek van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne<br />

wiskun<strong>de</strong>, ze hebben on<strong>de</strong>rzoekservaring binnen een <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en hebben<br />

kennis van en inzicht in <strong>de</strong> maatschappelijke rol van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Stochastics and financial mathematics verwerven tij<strong>de</strong>ns hun opleiding een ge<strong>de</strong>gen<br />

theoretische en praktische kennis van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne stochastiek en <strong>de</strong> financiële wiskun<strong>de</strong> en<br />

inzicht in <strong>de</strong> ontwikkeling en <strong>de</strong> heuristiek van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wiskun<strong>de</strong> in het algemeen en <strong>de</strong><br />

stochastiek in het bijzon<strong>de</strong>r. Zij verwerven eveneens on<strong>de</strong>rzoekservaring binnen een <strong>de</strong>elgebied<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en kennis van en inzicht in <strong>de</strong> maatschappelijke rol van <strong>de</strong> stochastiek<br />

en <strong>de</strong> financiële wiskun<strong>de</strong>. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics hebben<br />

afgerond, beschikken <strong>over</strong> een ge<strong>de</strong>gen theoretische en praktische kennis van een relevant <strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wiskun<strong>de</strong> en theoretische fysica en ze hebben een <strong>over</strong>zicht van <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n<br />

en technieken van <strong>de</strong> mathematische fysica en ze zijn in staat om <strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> mathematische<br />

fysica toe te passen in een bre<strong>de</strong>re context. De eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen sluiten<br />

daarmee in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie in voldoen<strong>de</strong> mate aan op <strong>de</strong> eisen van vakgenoten die<br />

zijn vastgelegd in het domeinspecifiek referentieka<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> commissie hanteert.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

ook expliciet verwijzen naar kennis en vaardighe<strong>de</strong>n die van belang zijn in<br />

<strong>de</strong> beroepspraktijk waarin afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n terecht (kunnen) komen. De eindtermen van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> verwijzen bijvoorbeeld naar praktische basiskennis, maar ook naar communicatieve<br />

vaardighe<strong>de</strong>n en ICT-vaardighe<strong>de</strong>n en naar algemene vaardighe<strong>de</strong>n zoals het vermogen<br />

om informatie te zoeken en te verwerken en om samen te werken in teamverband.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> M-variant van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and<br />

financial mathematics verwijzen specifiek naar <strong>de</strong> beroepspraktijk waarin stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong>ze<br />

variant hebben gevolgd terecht kunnen komen. De algemene eindtermen van <strong>de</strong>ze opleidingen<br />

en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> O-variant hebben vooral betrekking op een loopbaan in een on<strong>de</strong>rzoeksomgeving.<br />

Dat laatste geldt ook voor <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical<br />

physics. Deze eindtermen verwijzen expliciet naar <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van<br />

het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek waar<strong>over</strong> stu<strong>de</strong>nten moeten beschikken die een loopbaan als<br />

on<strong>de</strong>rzoeker ambiëren.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt<br />

voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

359


F2: Niveau: Bachelor en Master<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteer<strong>de</strong> beschrijvingen van<br />

<strong>de</strong> kwalificaties van een Bachelor of een Master.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie is het niveau van <strong>de</strong> opleidingen in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> internationaal<br />

erken<strong>de</strong> <strong>de</strong>scriptoren voor het niveau (<strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren). De zelfstudies<br />

bevatten tabellen waarin een verband wordt gelegd tussen <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen<br />

en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Volgens <strong>de</strong> tabel die betrekking heeft op <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

Wiskun<strong>de</strong> kan dat verband voor die opleiding als volgt wor<strong>de</strong>n weergegeven<br />

(waarbij <strong>de</strong> nummers <strong>over</strong>eenkomen met die van <strong>de</strong> eindtermen die hierboven, on<strong>de</strong>r F1,<br />

zijn opgenomen):<br />

• kennis en inzicht: eindtermen 1 en 3.<br />

• toepassen kennis en inzicht: eindtermen 1, 2 en 9.<br />

• oor<strong>de</strong>elsvorming: eindtermen 2, 5, 6 en 8.<br />

• communicatie: eindtermen 7 en 10.<br />

• leervaardighe<strong>de</strong>n: eindtermen 3, 4 en 9.<br />

Het verband tussen <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren<br />

kan volgens <strong>de</strong> zelfstudie als volgt wor<strong>de</strong>n weergegeven:<br />

• kennis en inzicht: eindtermen 1 en <strong>2.</strong><br />

• toepassen kennis en inzicht: eindtermen 3, 4, 5, 9, 10, O2, O4, M1, M2 en M3.<br />

• oor<strong>de</strong>elsvorming: eindtermen 2, 5, 8, 11, O1, O3, M4 en M5.<br />

• communicatie: eindtermen 6, 7, 12, C/E2, M4 en M5.<br />

• leervaardighe<strong>de</strong>n: eindtermen 3, 4 en C/E1.<br />

De relatie tussen <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics<br />

en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren kan op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> manier wor<strong>de</strong>n weergegeven.<br />

• kennis en inzicht: eindtermen 1 en <strong>2.</strong><br />

• toepassen kennis en inzicht: eindtermen 3, 4, 5, 9, 10, O2, O4, M2 en M3.<br />

• oor<strong>de</strong>elsvorming: eindtermen 2, 5, 8, 11, O1, O3, M4 en M5.<br />

• communicatie: eindtermen 6, 7, 12, C/E2, M4 en M5.<br />

• leervaardighe<strong>de</strong>n: eindtermen 3, 4 en C/E1.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie kan het verband tussen <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical<br />

physics en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren als volgt wor<strong>de</strong>n gerepresenteerd:<br />

• kennis en inzicht: eindtermen 1 en <strong>2.</strong><br />

• toepassen kennis en inzicht: eindterm <strong>2.</strong><br />

• oor<strong>de</strong>elsvorming: eindtermen 1 en <strong>2.</strong><br />

• communicatie: eindterm 3.<br />

• leervaardighe<strong>de</strong>n: eindterm <strong>2.</strong><br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen bestu<strong>de</strong>erd en<br />

in <strong>de</strong> eerste plaats vastgesteld dat die het verschil in niveau tussen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ener-<br />

360 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


zijds en <strong>de</strong> masteropleidingen an<strong>de</strong>rzijds in voldoen<strong>de</strong> mate tot uitdrukking brengen. Waar <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> bijvoorbeeld een theoretische en praktische basiskennis<br />

verwerven, verwerven <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen een ge<strong>de</strong>gen theoretische en<br />

praktische kennis. Terwijl stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kennismaken met on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n<br />

en een eerste proeve van bekwaamheid afleggen, verwerven stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

masteropleidingen on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n op een gevor<strong>de</strong>rd niveau en leren zij bijvoorbeeld<br />

om een on<strong>de</strong>rzoekswerkplan te formuleren, om on<strong>de</strong>rzoeksresultaten te analyseren en daaruit<br />

conclusies te trekken en om een wetenschappelijk verslag te schrijven. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> zijn in staat om informatie te zoeken en te verwerken, stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

masteropleidingen zijn in staat om (internationale) vakliteratuur op relevante <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n te<br />

raadplegen en te benutten.<br />

De commissie heeft vervolgens vastgesteld dat er een dui<strong>de</strong>lijk verband bestaat tussen <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Zij kan zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

manier waarop in <strong>de</strong> zelfstudies een verband wordt gelegd tussen <strong>de</strong> eindkwalificaties van<br />

<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> opleidingen en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

in alle gevallen verwijzingen bevatten naar alle <strong>de</strong>scriptoren, die daarmee in<br />

voldoen<strong>de</strong> mate afge<strong>de</strong>kt wor<strong>de</strong>n.<br />

De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan het criterium<br />

dat betrekking heeft op het niveau.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F3: Oriëntatie WO:<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> beschrijvingen van een Bachelor en een<br />

Master in WO:<br />

• De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit <strong>de</strong> wetenschappelijke discipline, <strong>de</strong> internationale<br />

wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> relevante praktijk in<br />

het toekomstige beroepenveld.<br />

• Een WO-bachelor heeft <strong>de</strong> kwalificaties voor toegang tot tenminste één ver<strong>de</strong>re WO-studie op masterniveau<br />

en eventueel voor het betre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

• Een WO-master heeft <strong>de</strong> kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te verrichten of multien<br />

interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist<br />

is of dienstig is.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> is volgens <strong>de</strong> zelfstudie een wetenschappelijke opleiding. De doelstellingen<br />

en <strong>de</strong> eindkwalificaties zijn er nadrukkelijk op gericht om dat wetenschappelijke karakter<br />

tot uitdrukking te brengen. De <strong>bacheloropleiding</strong> is in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> faculteit vooral<br />

een voorbereiding op een masteropleiding en dus niet direct gericht op <strong>de</strong> beroepspraktijk.<br />

De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben rechtstreeks toegang tot <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en<br />

Stochastics and financial mathematics en, afhankelijk van hun niveau, ook tot <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematical physics. Ze kunnen ook in <strong>de</strong> masteropleidingen op het gebied van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> instromen die door an<strong>de</strong>re Ne<strong>de</strong>rlandse universiteiten wor<strong>de</strong>n verzorgd. Afhankelijk<br />

van <strong>de</strong> invulling van hun keuzeruimte kunnen afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> bachelorstu<strong>de</strong>nten ook<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

361


doorstromen naar an<strong>de</strong>re masteropleidingen in <strong>de</strong> natuurwetenschappen of kiezen voor bijvoorbeeld<br />

masteropleidingen op het gebied van <strong>de</strong> logica of <strong>de</strong> econometrie.<br />

Er is (nog) geen bevredigen<strong>de</strong> uitstroommogelijkheid voor stu<strong>de</strong>nten die docent willen wor<strong>de</strong>n.<br />

Het traject dat leidt tot een eerstegraadsbevoegdheid bestaat uit <strong>de</strong> C/E-variant van <strong>de</strong><br />

masteropleidingen Mathematics of Stochastics and financial mathematics, aangevuld met een<br />

postaca<strong>de</strong>mische eerstegraadsopleiding aan het Instituut voor <strong>de</strong> Lerarenopleiding (ILO) van<br />

<strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam, die een halfjaar omvat. Er bestaat echter een an<strong>de</strong>re route<br />

naar <strong>de</strong> eerstegraadsbevoegdheid, via een universitaire <strong>bacheloropleiding</strong>, zo mogelijk met een<br />

educatieve minor, een vervolgopleiding aan <strong>de</strong> Hogeschool van Amsterdam die minimaal een<br />

halfjaar duurt en leidt tot een twee<strong>de</strong>graadsbevoegdheid, en vervolgens nog een halfjaar posthbo<br />

wat resulteert in een eerstegraadsbevoegdheid. Op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd<br />

vastgesteld, werd bekeken hoe <strong>de</strong>ze mogelijkheid kon wor<strong>de</strong>n benut.<br />

De masteropleiding Mathematics is volgens <strong>de</strong> zelfstudie een wetenschappelijke opleiding.<br />

Dat geldt niet alleen voor <strong>de</strong> O-variant, waarin het accent op on<strong>de</strong>rzoek ligt, maar ook voor<br />

<strong>de</strong> C/E- en M-varianten, die een disciplinair jaar kennen. De kern van <strong>de</strong> opleiding is dat stu<strong>de</strong>nten<br />

leren zelf wetenschappelijke vraagstellingen te door<strong>de</strong>nken op een manier die aansluit<br />

bij en past in het huidige aca<strong>de</strong>misch wiskundige on<strong>de</strong>rzoek. De eindtermen van <strong>de</strong> opleiding<br />

verwijzen naar <strong>de</strong> belangrijkste algemeen-wetenschappelijke kwalificaties en zijn in <strong>over</strong>eenstemming<br />

met <strong>de</strong> algemeen erken<strong>de</strong>, in het Tuning-project vastgeleg<strong>de</strong> Europese standaar<strong>de</strong>n.<br />

De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> masteropleiding zijn daarmee goed voorbereid op een functie op <strong>de</strong><br />

arbeidsmarkt op aca<strong>de</strong>misch niveau.<br />

De opleiding Mathematics neemt binnen het drietal masteropleidingen op het gebied van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> een centrale positie in. De twee an<strong>de</strong>re masteropleidingen sluiten aan bij een<br />

specifiek toepassingszwaartepunt binnen het Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut (<strong>de</strong> masteropleiding<br />

Stochastics and financial mathematics) en een specifiek on<strong>de</strong>rzoekszwaartepunt (<strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematical physics, die een sterke band heeft met <strong>de</strong> String-groep, een gezamenlijke<br />

on<strong>de</strong>rneming van het ITFA, het Instituut voor Theoretische Fysica Amsterdam, en het<br />

Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut).<br />

De masteropleidingen Stochastics and financial mathematics en Mathematical physics zijn<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie eveneens wetenschappelijke opleidingen. Wat hierboven is gezegd <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematics is ook van toepassing op <strong>de</strong>ze masteropleidingen. De kern van<br />

<strong>de</strong>ze opleidingen is ook dat stu<strong>de</strong>nten leren zelf wetenschappelijke vraagstellingen te door<strong>de</strong>nken<br />

op een manier die aansluit bij en past in het huidige aca<strong>de</strong>misch wiskundige on<strong>de</strong>rzoek.<br />

De masteropleiding Mathematical physics richt zich nadrukkelijk op drie doelgroepen: <strong>de</strong><br />

theoretisch fysicus die <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne, wiskundig georiënteer<strong>de</strong> ontwikkelingen in dit vakgebied<br />

wil begrijpen, met wiskundigen wil leren communiceren en <strong>de</strong> essentie wil begrijpen van<br />

relevante wiskundige artikelen die ver buiten <strong>de</strong> traditionele wiskundige achtergrond van <strong>de</strong><br />

theoretische fysica vallen, <strong>de</strong> wiskundige die vanuit zijn eigen optiek <strong>de</strong> basisprincipes van<br />

bijvoorbeeld <strong>de</strong> quantumvel<strong>de</strong>ntheorie, <strong>de</strong> stringtheorie of <strong>de</strong> statistische mechanica z<strong>over</strong> wil<br />

beheersen als nodig is om mo<strong>de</strong>rne ontwikkelingen in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> te kunnen volgen en wil<br />

leren met theoretisch fysici te communiceren, en <strong>de</strong> mathematisch fysicus, die zich in <strong>de</strong> intersectie<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> natuurkun<strong>de</strong> beweegt en probeert theorieën uit <strong>de</strong> theoretische<br />

fysica wiskundig rigoureus te beschrijven.<br />

362 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen bestu<strong>de</strong>erd<br />

vanuit het perspectief van <strong>de</strong> oriëntatie van <strong>de</strong> opleidingen. Zij heeft eer<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r F1) reeds vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van<br />

<strong>de</strong> wetenschappelijke discipline (c.q. <strong>de</strong> vakgenoten) en <strong>de</strong> relevante beroepspraktijk.<br />

De commissie is ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindtermen voldoen<strong>de</strong> aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong><br />

internationale wetenschapsbeoefening. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ontwikkelen een<br />

zelfstandige, wetenschappelijk kritische werkwijze en houding, ze maken kennis met on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n<br />

en ze verwerven inzicht in <strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> wetenschappen en in <strong>de</strong><br />

rol van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re wetenschappen. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics,<br />

Stochastics and financial mathematics en Mathematical physics verwerven on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n<br />

op een gevor<strong>de</strong>rd niveau en brengen hun algemene aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n,<br />

zoals het vermogen om samen te werken en kennis <strong>over</strong> te dragen, naar een hoger niveau.<br />

De commissie heeft ver<strong>de</strong>r vastgesteld dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> in ie<strong>de</strong>r<br />

geval rechtstreeks kunnen instromen in <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and<br />

financial mathematics. Zij is ervan <strong>over</strong>tuigd dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> drie masteropleidingen<br />

<strong>over</strong> voldoen<strong>de</strong> kennis beschikken om on<strong>de</strong>rzoek te verrichten, bijvoorbeeld in het ka<strong>de</strong>r van<br />

een promotieopleiding.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleiding voldoen aan <strong>de</strong><br />

criteria die betrekking hebben op <strong>de</strong> oriëntatie.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt<br />

dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>,<br />

voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics luidt het voldoen<strong>de</strong> en voor <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Stochastics and financial mathematics luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

8.<strong>2.</strong><strong>2.</strong> Programma<br />

Beschrijving van <strong>de</strong> programma’s<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> omvat 180 EC. Het kent, naast <strong>de</strong> verplichte wiskundige<br />

basisvakken, een keuzeruimte met een omvang van 60 EC, die stu<strong>de</strong>nten voor ten<br />

minste <strong>de</strong> helft invullen met on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> die zijn opgenomen<br />

op een lijst. Deze keuzevrijheid in het programma biedt stu<strong>de</strong>nten enige ruimte tot specialisatie.<br />

Het an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> keuzeruimte kan gevuld wor<strong>de</strong>n met extradisciplinaire vakken,<br />

met een minor uit het aanbod van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam of met on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die door<br />

stu<strong>de</strong>nten zelf geselecteerd zijn.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

363


Het programma van het eerste jaar bestaat voor het grootste <strong>de</strong>el (48 EC) uit verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

Stu<strong>de</strong>nten volgen on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Calculus 1 en 2, Basiswiskun<strong>de</strong>, Lineaire<br />

algebra, Algebra 1 en Aca<strong>de</strong>mische basiscompetenties. Ze kiezen in het eerste en in het<br />

twee<strong>de</strong> semester een keuzevak uit een lijst met on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

en an<strong>de</strong>re disciplines (waaron<strong>de</strong>r sterrenkun<strong>de</strong>, scheikun<strong>de</strong> en biologie). De structuur van<br />

het programma van het twee<strong>de</strong> jaar is gelijk aan die van het eerste. Tot <strong>de</strong> verplichte vakken<br />

die stu<strong>de</strong>nten volgen behoren Analyse 2 en 3, Algebra 2, Numerieke systemen en Project<br />

wiskun<strong>de</strong> <strong>2.</strong> De lijst met keuzevakken bevat twee on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

(Discrete wiskun<strong>de</strong> en Wiskun<strong>de</strong> als wetenschap) en twee on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit an<strong>de</strong>re disciplines<br />

(Logica en Wetenschap, techniek, maatschappij, cultuur). Het programma van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar<br />

kent drie verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, Workshop wiskun<strong>de</strong>, Portfolio aca<strong>de</strong>mische basiscompetenties<br />

en oriëntatie, en het bachelorproject, waarvoor 9 EC is gereserveerd. Stu<strong>de</strong>nten kiezen<br />

ver<strong>de</strong>r voor 30 EC aan majorvakken uit een lijst, met on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Algebra 3, Lineaire analyse,<br />

Dynamische systemen en Numerieke wiskun<strong>de</strong> 2, en 12 EC aan keuzevakken.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen stellen hun programma groten<strong>de</strong>els zelf samen op basis<br />

van een aantal voorwaar<strong>de</strong>n. Het programma van <strong>de</strong> O-variant van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

Mathematics en Stochastics and financial mathematics bestaat uit voorgeschreven vakken<br />

en keuzevakken (54 EC), het on<strong>de</strong>rzoeksproject en <strong>de</strong> voorbereiding daarop (42 EC),<br />

het stu<strong>de</strong>ntenseminarium (6 EC), een vrijekeuzeruimte die eventueel kan wor<strong>de</strong>n benut<br />

om <strong>de</strong>ficiënties weg te werken (12 EC) en een portfolio (6 EC, daarbinnen is een cursus<br />

English speaking and writing skills verplicht). Het eerste jaar van het programma van <strong>de</strong><br />

C/E-variant van <strong>de</strong>ze opleidingen bestaat uit voorgeschreven vakken en keuzevakken (36<br />

EC), een on<strong>de</strong>rzoeksproject (18 EC, inclusief voorbereiding) en het stu<strong>de</strong>ntenseminarium<br />

(6 EC). Het twee<strong>de</strong> jaar van het programma (dat faculteitsbreed wordt aangebo<strong>de</strong>n en in<br />

samenwerking met groepen van buiten <strong>de</strong> faculteit wordt verzorgd) is geheel gewijd aan <strong>de</strong><br />

gekozen variant. Stu<strong>de</strong>nten specialiseren zich op het leraarschap, op <strong>de</strong> museumdidactiek<br />

of op het gebruik van multimedia voor educatieve doelein<strong>de</strong>n. Zij volgen on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Didactiek en communicatie en Research methodology en een stage<br />

met een omvang van 30 EC. Het eerste jaar van het programma van <strong>de</strong> M-variant bestaat<br />

eveneens uit voorgeschreven vakken en keuzevakken (24 EC), een on<strong>de</strong>rzoeksproject (30<br />

EC, inclusief voorbereiding) en het stu<strong>de</strong>ntenseminarium (6 EC). Het twee<strong>de</strong> jaar van het<br />

programma (dat eveneens op facultair niveau wordt verzorgd) is gewijd aan <strong>de</strong> gekozen variant.<br />

Stu<strong>de</strong>nten volgen het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Science, technology and public management, schrijven<br />

een exten<strong>de</strong>d essay en lopen een stage met een omvang van 30 EC. Stu<strong>de</strong>nten stellen hun<br />

individuele programma in samenspraak met <strong>de</strong> mastercoördinator en <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r van het<br />

afstu<strong>de</strong>erproject samen uit het lokale aanbod, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die wor<strong>de</strong>n verzorgd door <strong>de</strong><br />

Vrije Universiteit (in het geval van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and<br />

financial mathematics) en <strong>de</strong> Universiteit Utrecht (in het geval van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics<br />

and financial mathematics) en het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma. Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematics volgen verplicht 30 EC uit het lan<strong>de</strong>lijke aanbod, stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics 16 EC. Voor stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematical physics geldt een <strong>de</strong>rgelijke verplichting niet.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics is gestructureerd<br />

door <strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling in vier hoofdvakken: Statistics, Probability theory, Financial mathematics<br />

en Stochastic operations research. Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Measure theoretic probability is verplicht<br />

voor alle stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong>ze masteropleiding.<br />

364 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics bestaat uit voorgeschreven<br />

vakken en keuzevakken (24 EC), keuzevakken van <strong>de</strong> discipline, seminaria en projecten<br />

(18-24 EC), <strong>de</strong> voorbereiding op het on<strong>de</strong>rzoeksproject (6-12 EC), het on<strong>de</strong>rzoeksproject<br />

(42 EC), het stu<strong>de</strong>ntenseminarium (6 EC) en een vrijekeuzeruimte die eventueel kan<br />

wor<strong>de</strong>n benut om <strong>de</strong>ficiënties weg te werken (12 EC). Het programma kent verschillen<strong>de</strong><br />

verplichte vakken, waaron<strong>de</strong>r Introduction to quantum field theory, Geometry/Knot theory<br />

en String theory. De masteropleiding Mathematical physics kent alleen <strong>de</strong> O-variant,<br />

niet <strong>de</strong> C/E‐ en <strong>de</strong> M-variant.<br />

F4: Eisen WO<br />

Het programma sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor het programma van een WO-opleiding:<br />

• Kennisontwikkeling door stu<strong>de</strong>nten vindt plaats in interactie tussen het on<strong>de</strong>rwijs en het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek binnen relevante disciplines.<br />

• Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in <strong>de</strong> relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare<br />

verban<strong>de</strong>n met actuele wetenschappelijke theorieën.<br />

• Het programma waarborgt <strong>de</strong> ontwikkeling van vaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

• Bij daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen heeft het programma aantoonbare verban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

actuele praktijk van <strong>de</strong> relevante beroepen.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> streeft er volgens <strong>de</strong> zelfstudie naar om een bre<strong>de</strong> opleiding<br />

te zijn, met accenten die aansluiten bij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> docenten. Hoewel het<br />

on<strong>de</strong>rzoek in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> zich afspeelt op een niveau ver boven dat van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>,<br />

a<strong>de</strong>mt die opleiding toch vanaf het begin een aca<strong>de</strong>mische sfeer. In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Basiswiskun<strong>de</strong><br />

en Lineaire algebra wordt veel aandacht besteed aan <strong>de</strong> wiskundige <strong>de</strong>nk- en bewijstrant.<br />

De stu<strong>de</strong>nten hebben waar<strong>de</strong>ring voor het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Basiswiskun<strong>de</strong>, waarin zij kennismaken<br />

met verschillen<strong>de</strong> aspecten van <strong>de</strong> discipline en een beeld krijgen van wat er ver<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong><br />

or<strong>de</strong> wordt gesteld in het programma. De collegereeks Highlights is erop gericht verschillen<strong>de</strong><br />

basisi<strong>de</strong>eën, vakgebie<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>nkwijzen binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> te belichten. In <strong>de</strong> rest van het<br />

programma raken stu<strong>de</strong>nten steeds vertrouw<strong>de</strong>r met <strong>de</strong> wiskundige <strong>de</strong>nk- en werkwijze en het<br />

hoge abstractieniveau. Ook <strong>de</strong> historische of juist recente wetenschappelijke context van <strong>de</strong><br />

leerstof wordt aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gesteld. De klassieke vakken en <strong>de</strong> interactie met <strong>de</strong> docenten die in<br />

mo<strong>de</strong>rn wiskundig on<strong>de</strong>rzoek participeren, spelen een belangrijke rol in <strong>de</strong> opleiding. In een<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el als Analyse 2, dat in <strong>de</strong> vorm van een project wordt aangebo<strong>de</strong>n, leren stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong><br />

juiste ‘wetenschappelijke’ vragen te stellen.<br />

Tegen het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> opleiding zijn stu<strong>de</strong>nten in staat om enkele recente ontwikkelingen<br />

in <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> enigszins te begrijpen. In het bachelorproject krijgen zij<br />

inzicht in wat on<strong>de</strong>rzoek behelst en maken zij kennis met een beperkt aantal wetenschappelijke<br />

artikelen.<br />

De wisselwerking met <strong>de</strong> beroepspraktijk en <strong>de</strong> maatschappij krijgt in het programma op<br />

verschillen<strong>de</strong> manieren aandacht. Stu<strong>de</strong>nten maken tij<strong>de</strong>ns het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Highlights op een<br />

indirecte manier (via voordrachten) kennis met <strong>de</strong> beroepspraktijk. Zij schrijven een verslag<br />

<strong>over</strong> een van <strong>de</strong> voordrachten die zij hebben bijgewoond en maken korte samenvattingen van<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re. In <strong>de</strong> keuzevakken Wiskun<strong>de</strong> als wetenschap en Wetenschap, technologie, maatschappij<br />

en cultuur komt <strong>de</strong> historische en maatschappelijke positie van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (of <strong>de</strong><br />

exacte wetenschappen in het algemeen) aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Het twee<strong>de</strong>jaarsproject en het bachelor-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

365


project kunnen wor<strong>de</strong>n ingevuld met een (stage)opdracht bij een bedrijf. Voor het verplichte<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Oriëntatie op on<strong>de</strong>rzoek en beroep wor<strong>de</strong>n gastsprekers van buiten <strong>de</strong> universiteit<br />

uitgenodigd. Volgens <strong>de</strong> docenten is het programma inmid<strong>de</strong>ls sterker op <strong>de</strong> praktijk gericht<br />

dan in het verle<strong>de</strong>n het geval was, on<strong>de</strong>r meer door <strong>de</strong> mogelijkheid van stu<strong>de</strong>nten om in het<br />

twee<strong>de</strong> jaar een stage te volgen. In het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Oriëntatie op on<strong>de</strong>rzoek en beroep wor<strong>de</strong>n<br />

stu<strong>de</strong>nten ook voorgelicht <strong>over</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor het volgen van een masteropleiding.<br />

Stu<strong>de</strong>nten moeten een populaire samenvatting opnemen in het verslag van het bachelorproject<br />

waarmee zij <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> afsluiten.<br />

Stu<strong>de</strong>nten verwerven on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n door vanaf het eerste jaar on<strong>de</strong>r begeleiding<br />

goe<strong>de</strong> wiskundige vragen te stellen en daarop antwoor<strong>de</strong>n te zoeken. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die<br />

in projectvorm wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n ligt <strong>de</strong> nadruk op <strong>de</strong>ze activiteit. Tij<strong>de</strong>ns het twee<strong>de</strong>jaarsproject,<br />

maar voornamelijk tij<strong>de</strong>ns het bachelorproject leren stu<strong>de</strong>nten zelf literatuur te zoeken<br />

en te bestu<strong>de</strong>ren en zich schriftelijk en mon<strong>de</strong>ling uit te drukken in <strong>de</strong> wiskundige taal.<br />

In het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Symmetrie en patronen in <strong>de</strong> natuur maken stu<strong>de</strong>nten kennis met an<strong>de</strong>re<br />

disciplines binnen <strong>de</strong> exacte wetenschappen. De stu<strong>de</strong>nten hebben waar<strong>de</strong>ring voor dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el,<br />

omdat het <strong>de</strong> samenhang tussen <strong>de</strong> disciplines verdui<strong>de</strong>lijkt. In <strong>de</strong> praktijk is invulling<br />

van <strong>de</strong> keuzeruimte voor sommige vakken prima te realiseren (bijvoorbeeld bij Natuur- en<br />

sterrenkun<strong>de</strong>, Informatiewetenschappen of Scheikun<strong>de</strong>) terwijl het voor an<strong>de</strong>re vakken (bijvoorbeeld<br />

Biologie) lastig te realiseren is door verschillen in <strong>de</strong> roostering (blok- tegen<strong>over</strong><br />

lintprogrammering). De invulling van <strong>de</strong> keuzeruimte moet formeel wor<strong>de</strong>n goedgekeurd<br />

door <strong>de</strong> Examencommissie. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> faculteit bleek dat die<br />

goedkeuring in het algemeen een formaliteit is.<br />

Stu<strong>de</strong>nten werken in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van het mo<strong>de</strong>lleren in kleine<br />

groepjes van twee of drie stu<strong>de</strong>nten. Stu<strong>de</strong>nten doen tij<strong>de</strong>ns het schrijven van hun bachelorscriptie<br />

ervaring op met zelfstandig werken en met het <strong>over</strong>dragen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

De stu<strong>de</strong>nten met wie <strong>de</strong> commissie sprak, waar<strong>de</strong>ren het dat zij <strong>over</strong> veel keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

beschikken, maar zij gaven ook aan dat het, zeker in het begin van <strong>de</strong> opleiding, soms wel lastig<br />

is om goe<strong>de</strong> en wel<strong>over</strong>wogen keuzen te maken. Zij krijgen informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> inhoud van<br />

<strong>de</strong> keuzevakken tij<strong>de</strong>ns een informatiebijeenkomst. De structuur van het programma van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>, met in totaal 60 EC aan keuzeruimte, maakt het voor een stu<strong>de</strong>nt relatief<br />

eenvoudig om een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> opleiding aan een an<strong>de</strong>re (buitenlandse) universiteit te volgen.<br />

In <strong>de</strong> praktijk komt internationale uitwisseling op bachelorniveau echter weinig voor en stu<strong>de</strong>nten<br />

wor<strong>de</strong>n hiertoe ook niet echt gestimuleerd.<br />

De stu<strong>de</strong>nten leggen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een portfolio aan, waarin zij verslag doen<br />

van hun vor<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> verwerving van aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n. Dat portfolio wordt<br />

in <strong>de</strong> nabije toekomst in elektronische vorm aangebo<strong>de</strong>n. De verwerving van aca<strong>de</strong>mische<br />

vaardighe<strong>de</strong>n vindt geïntegreerd plaats tij<strong>de</strong>ns diverse on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Het portfolio bevat ‘bewijsstukken’<br />

die laten zien dat stu<strong>de</strong>nten <strong>over</strong> bepaal<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n beschikken. Het is het beoor<strong>de</strong>lingsinstrument<br />

voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Aca<strong>de</strong>mische basiscompetenties (ABC) en Oriëntatie<br />

op on<strong>de</strong>rzoek en beroep. Aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> opleiding wordt beoor<strong>de</strong>eld of stu<strong>de</strong>nten voldoen<strong>de</strong><br />

vor<strong>de</strong>ringen hebben gemaakt. Binnen <strong>de</strong> opleiding is één docent verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van het portfolio.<br />

366 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


De wisselwerking tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek krijgt in <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics<br />

gestalte in <strong>de</strong> gespecialiseer<strong>de</strong> vakken die wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n en in <strong>de</strong> masterprojecten. De<br />

on<strong>de</strong>rwerpen van die projecten sluiten vaak aan bij het on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r, dat wordt<br />

uitgevoerd in het ka<strong>de</strong>r van een van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksprogramma’s van het Korteweg-<strong>de</strong> Vries<br />

Instituut. De mate van interactie tussen on<strong>de</strong>rwijs, on<strong>de</strong>rzoek (c.q. wetenschap) en maatschappij<br />

hangt on<strong>de</strong>r meer af van <strong>de</strong> variant die een stu<strong>de</strong>nt kiest. In het programma van <strong>de</strong><br />

M-variant staat <strong>de</strong> interactie tussen wetenschap en maatschappij centraal. In dat van <strong>de</strong> C/Evariant<br />

staat <strong>de</strong> interactie tussen wetenschap en on<strong>de</strong>rwijs centraal. In <strong>de</strong> O-variant leggen<br />

stu<strong>de</strong>nten een portfolio aan waarin zij niet alleen laten zien dat zij <strong>over</strong> algemeen aca<strong>de</strong>mische<br />

vaardighe<strong>de</strong>n beschikken, maar ook ingaan op <strong>de</strong> rol van wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> samenleving. Het<br />

portfolio kan voor een <strong>de</strong>el individueel wor<strong>de</strong>n ingevuld en bijvoorbeeld een populariserend<br />

artikel bevatten. De mogelijkheid om een stage te volgen in plaats van een masterproject geeft<br />

stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> gelegenheid om wiskun<strong>de</strong> direct toe te passen in <strong>de</strong> maatschappij. Tij<strong>de</strong>ns het<br />

bezoek bleek dat zo’n 25% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding een stage volgt.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics bouwt voort op <strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n<br />

die stu<strong>de</strong>nten hebben verworven tij<strong>de</strong>ns een <strong>bacheloropleiding</strong> op het gebied van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>, maar <strong>de</strong> complexiteit en abstractie van <strong>de</strong> leerstof zijn groter en stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n<br />

geacht in sterkere mate zelfstandig te werken. Zij ontwikkelen hun on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n in<br />

eerste instantie door opdrachten uit te voeren, maar vooral tij<strong>de</strong>ns het masterproject waarmee<br />

<strong>de</strong> opleiding wordt afgesloten. In het ka<strong>de</strong>r van het masterproject schrijven stu<strong>de</strong>nten een theoretische<br />

scriptie op basis van (literatuur)on<strong>de</strong>rzoek of lopen zij een stage die wordt afgesloten<br />

met een scriptie waarin zij verslag doen van <strong>de</strong> resultaten van het stageon<strong>de</strong>rzoek. Scripties<br />

wor<strong>de</strong>n altijd in het Engels geschreven en lei<strong>de</strong>n soms (na vervolgon<strong>de</strong>rzoek) tot publicaties in<br />

wetenschappelijke tijdschriften. In alle gevallen is het <strong>de</strong> bedoeling dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt echte on<strong>de</strong>rzoekservaring<br />

opdoet en vertrouwd raakt met <strong>de</strong> bronnen die voor het doen van on<strong>de</strong>rzoek in<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> nodig zijn.<br />

De Universiteit van Amsterdam verzorgt het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics<br />

and financial mathematics samen met <strong>de</strong> Vrije Universiteit en <strong>de</strong> Universiteit Utrecht. Door<br />

die samenwerking en door het on<strong>de</strong>rwijs dat in het ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma<br />

wordt verzorgd, is <strong>de</strong> opleiding in staat een programma aan te bie<strong>de</strong>n dat het gehele spectrum<br />

van <strong>de</strong> stochastiek beslaat. De wisselwerking tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek krijgt in <strong>de</strong><br />

masteropleiding Stochastics and financial mathematics gestalte in <strong>de</strong> gespecialiseer<strong>de</strong> vakken<br />

die wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n en in <strong>de</strong> masterprojecten. De on<strong>de</strong>rwerpen van die projecten sluiten<br />

we<strong>de</strong>rom vaak aan bij het on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r, dat wordt uitgevoerd in het ka<strong>de</strong>r van<br />

een van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksprogramma’s van het Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut. De interactie met<br />

<strong>de</strong> maatschappij komt dui<strong>de</strong>lijk tot uitdrukking in <strong>de</strong> activiteiten van het aan het Korteweg<strong>de</strong><br />

Vries Instituut gelieer<strong>de</strong> IBIS (dat advisering aan het bedrijfsleven als kernactiviteit heeft)<br />

voor <strong>de</strong> industriële sector en in <strong>de</strong> gezamenlijke begeleiding van enkele aio’s in <strong>de</strong> financiële<br />

sector. Voor <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics verzorgt IBIS jaarlijks<br />

een mastercollege Industrial Statistics. Voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding vormen <strong>de</strong><br />

keuzevrijheid en <strong>de</strong> relatief grote oriëntatie op het bedrijfsleven belangrijke aspecten.<br />

De masteropleiding Stochastics and financial mathematics wordt afgesloten met een stage of<br />

een theoretische scriptie van vijf of zes maan<strong>de</strong>n. Tij<strong>de</strong>ns een stage doen stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>rzoek<br />

naar een voor het betreffen<strong>de</strong> bedrijf interessant probleem waarin stochastiek en/of financiële<br />

wiskun<strong>de</strong> een rol speelt. Zij ontwikkelen daarbij sociale vaardighe<strong>de</strong>n die essentieel zijn<br />

voor het samenwerken met an<strong>de</strong>ren, in het algemeen min<strong>de</strong>r wiskundig geschool<strong>de</strong>n, in een<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

367


edrijfsomgeving. Stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n geacht ook tij<strong>de</strong>ns een stage on<strong>de</strong>rzoekservaring te verwerven<br />

en vertrouwd te raken met <strong>de</strong> bronnen die voor het doen van on<strong>de</strong>rzoek in <strong>de</strong> stochastiek<br />

nodig zijn.<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek dat binnen het Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut en het Instituut voor Theoretische<br />

Fysica ITFA wordt verricht, vindt zijn weerslag in het programma van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematical physics. Daarmee is <strong>de</strong> wisselwerking tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek in het programma<br />

van <strong>de</strong>ze masteropleiding volgens <strong>de</strong> zelfstudie vanzelfsprekend. De aanwezigheid van<br />

sterke on<strong>de</strong>rzoeksgroepen aan <strong>de</strong>ze instituten waarborgt dat recente ontwikkelingen in <strong>de</strong> discipline<br />

snel aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld in het programma. De opleiding wordt afgesloten met<br />

een on<strong>de</strong>rzoeksproject van 42 EC. De scriptie waarin verslag wordt gedaan van dat on<strong>de</strong>rzoek<br />

bevat in ie<strong>de</strong>r geval een originele presentatie naar aanleiding van een literatuurstudie. Bij een<br />

studie van onopgeloste problemen is het niet noodzakelijk maar wel gewenst dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt<br />

het on<strong>de</strong>rwerp ook ver<strong>de</strong>r brengt.<br />

In <strong>de</strong> ogen van het bestuur van <strong>de</strong> faculteit is <strong>de</strong> wetenschappelijke signatuur een van <strong>de</strong> sterke<br />

punten van <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> interactie tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek in het programma<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> op een goe<strong>de</strong> manier vorm heeft gekregen. In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

van het programma wordt gebruikgemaakt van recente en relevante literatuur, waardoor<br />

actuele ontwikkelingen in <strong>de</strong> discipline in het on<strong>de</strong>rwijs aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld. Het<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Highlights speelt hier een belangrijke rol. De stu<strong>de</strong>nten verwerven gelei<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong><br />

vaardighe<strong>de</strong>n die zij nodig hebben om zelf on<strong>de</strong>rzoek te kunnen verrichten, bijvoorbeeld in<br />

het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Analyse 2, waarvoor <strong>de</strong> commissie veel waar<strong>de</strong>ring heeft, en leggen aan het ein<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding een eerste proeve van bekwaamheid af die resulteert in <strong>de</strong> bachelorscriptie.<br />

De commissie is ook positief <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Oriëntatie op on<strong>de</strong>rzoek en beroep, waarin<br />

stu<strong>de</strong>nten kennismaken met verschillen<strong>de</strong> beroepsperspectieven binnen of buiten <strong>de</strong> universitaire<br />

wereld. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> beroepspraktijk ook in een aantal an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

direct of indirect aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wordt gesteld. Zij heeft ook waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> manier waarop<br />

stu<strong>de</strong>nten kennismaken met an<strong>de</strong>re disciplines binnen <strong>de</strong> exacte wetenschappen en daarmee<br />

leren om <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in een bre<strong>de</strong>r wetenschappelijk perspectief te plaatsen. Zij heeft gemerkt<br />

dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ook waar<strong>de</strong>ring hebben voor <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opzet van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen garan<strong>de</strong>ert<br />

dat stu<strong>de</strong>nten vertrouwd raken met actuele discussies en lopend on<strong>de</strong>rzoek in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

gebie<strong>de</strong>n. Zij heeft vastgesteld dat stu<strong>de</strong>nten in verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong><br />

programma’s en in het bijzon<strong>de</strong>r in het afstu<strong>de</strong>erproject hun on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r<br />

ontwikkelen. De varianten waaruit <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en<br />

Stochastics and financial mathematics een keuze maken, bie<strong>de</strong>n een toegespitste kennismaking<br />

met <strong>de</strong> beroepspraktijk waarin stu<strong>de</strong>nten na hun afstu<strong>de</strong>ren terechtkomen. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong><br />

O-variant volgen zullen zich in sterkere mate toeleggen op <strong>de</strong> ontwikkeling van hun on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n<br />

dan stu<strong>de</strong>nten die een van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re varianten volgen. De commissie heeft<br />

ook vastgesteld dat <strong>de</strong> programma’s rechtstreeks gevoed wor<strong>de</strong>n vanuit on<strong>de</strong>rzoek van hoog<br />

niveau en dat dat dui<strong>de</strong>lijk merkbaar is in <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s<br />

zijn ingevuld.<br />

368 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


De commissie kan zich voorstellen dat het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics<br />

op het eerste gezicht een enigszins on<strong>over</strong>zichtelijke indruk maakt, maar zij realiseert zich dat<br />

dat het resultaat is van het feit dat <strong>de</strong> opleiding breed wil zijn en stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> gelegenheid wil<br />

bie<strong>de</strong>n om een wel<strong>over</strong>wogen keuze te maken uit een breed aanbod. Zij heeft veel waar<strong>de</strong>ring<br />

voor <strong>de</strong> kwaliteit en <strong>de</strong> breedte van het aanbod en zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waaruit<br />

stu<strong>de</strong>nten een keuze maken in inhou<strong>de</strong>lijk opzicht van hoog niveau zijn en goed aansluiten<br />

bij actuele ontwikkelingen binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. De interactie tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek<br />

is zon<strong>de</strong>r twijfel goed. Het programma waarborgt in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n, in het bijzon<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat stu<strong>de</strong>nten werken aan<br />

hun masterproject. De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat het wetenschappelijk gehalte van het<br />

programma van <strong>de</strong> masteropleiding goed is en zij heeft vastgesteld (zie ook hieron<strong>de</strong>r) dat <strong>de</strong><br />

individuele programma’s die stu<strong>de</strong>nten volgen voldoen<strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke samenhang vertonen.<br />

De commissie vindt <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re twee masteropleidingen meer toegespitst,<br />

dui<strong>de</strong>lijker gericht op een specifiek vakgebied. Zij is van mening dat het programma van <strong>de</strong><br />

masteropleiding Stochastics and financial mathematics zorgvuldig is samengesteld, stu<strong>de</strong>nten<br />

veel mogelijkhe<strong>de</strong>n biedt en op een goe<strong>de</strong> manier inspeelt op <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> beroepspraktijk.<br />

Zij heeft veel waar<strong>de</strong>ring voor het wetenschappelijk gehalte van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematical physics.<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die gesteld mogen<br />

wor<strong>de</strong>n aan een opleiding in het wetenschappelijke domein dui<strong>de</strong>lijk <strong>over</strong>stijgen en komt<br />

daarom voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor dit<br />

facet. Zij is het met het bestuur van <strong>de</strong> faculteit eens dat <strong>de</strong> wetenschappelijke signatuur een<br />

sterk punt van <strong>de</strong> opleidingen is.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F5: Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma<br />

Het programma is een a<strong>de</strong>quate concretisering van <strong>de</strong> eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke<br />

eisen.<br />

De eindkwalificaties zijn a<strong>de</strong>quaat vertaald in leerdoelen van (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma.<br />

De inhoud van het programma biedt stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> eindkwalificaties te<br />

bereiken.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> streeft ernaar om stu<strong>de</strong>nten theoretische en praktische basiskennis<br />

en ‐vaardighe<strong>de</strong>n bij te brengen op het gebied van <strong>de</strong> discipline, om hun te leren zelfstandig<br />

problemen te analyseren, om hun bij te brengen wat <strong>de</strong> plaats en <strong>de</strong> functie van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> wetenschap en <strong>de</strong> maatschappij is en om hun aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n bij<br />

te brengen. De leerdoelen van <strong>de</strong> verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie ge<strong>de</strong>finieerd in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> doelstellingen van<br />

<strong>de</strong> opleiding.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

369


In <strong>de</strong> verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wordt steeds een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding<br />

aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gestel<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Lineaire algebra en Basiswiskun<strong>de</strong> in het eerste jaar<br />

krijgen stu<strong>de</strong>nten een eerste kennismaking met basisbegrippen in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en met <strong>de</strong><br />

wiskundige structuur van re<strong>de</strong>neren en bewijzen. Deze kennismaking wordt in <strong>de</strong> analyse-,<br />

algebra- en stochastieklijnen voortgezet en verdiept, waardoor stu<strong>de</strong>nten ook kennismaken<br />

met <strong>de</strong> belangrijkste <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. In het vak Analyse 2, dat in projectvorm<br />

gegeven wordt, leren stu<strong>de</strong>nten zelf niet al te moeilijke wiskundige bewijzen te vin<strong>de</strong>n en correct<br />

te formuleren. In het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar hebben stu<strong>de</strong>nten veel keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n. Het traject<br />

dat zij volgen leidt van eenvoudige theorie naar meer gecompliceer<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en culmineert<br />

in vakken als Integratietheorie, Algebraïsche topologie, Analyse op variëteiten, Dynamische<br />

systemen of Axiomatische verzamelingentheorie.<br />

De praktische wiskundige vaardighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n geduren<strong>de</strong> het hele programma geoefend.<br />

In het eerste semester wordt er in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Calculus 1 aandacht besteed aan praktische<br />

rekenvaardighe<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> opleiding leren stu<strong>de</strong>nten meer gecompliceer<strong>de</strong> vraagstukken<br />

op te lossen op het gebied van <strong>de</strong> wiskundige analyse, <strong>de</strong> algebra en <strong>de</strong> stochastiek.<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> besteedt ook aandacht aan vaardighe<strong>de</strong>n van meer<br />

algemene aard. Tij<strong>de</strong>ns het tutoraat in het eerste semester komen bijvoorbeeld algemene<br />

aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n en leervaardighe<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. In het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Calculus 1<br />

maken stu<strong>de</strong>nten kennis met het pakket Mathematica, in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Simuleren en programmeren<br />

leren zij programmeren, implementeren en simuleren in Matlab. Zij werken in<br />

het ka<strong>de</strong>r van dat on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el geduren<strong>de</strong> zeven weken aan een groepsproject en oefenen daarin<br />

<strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> presentatie van groepswerk. Het programma van het twee<strong>de</strong> jaar kent<br />

een projectperio<strong>de</strong> die wordt afgesloten met een voordrachtenmiddag voor me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten<br />

en docenten. In <strong>de</strong> Workshop wiskun<strong>de</strong> in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar verwerven stu<strong>de</strong>nten vaardigheid in<br />

het zelfstandig bestu<strong>de</strong>ren van stukken nieuwe wiskun<strong>de</strong> en geven zij eveneens mon<strong>de</strong>linge<br />

presentaties voor hun me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten. Bij <strong>de</strong> afsluiten<strong>de</strong> bachelorscriptie zijn informatie verzamelen<br />

en verwerken en schriftelijke verslaglegging in <strong>de</strong> wetenschappelijke computertaal<br />

LaTeX belangrijke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

In het eerste semester van het eerste jaar volgen stu<strong>de</strong>nten het interdisciplinaire on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

Symmetrie en patroonvorming in <strong>de</strong> natuur. Daarnaast kunnen zij zich in hun keuzeruimte,<br />

die in elk semester van alle jaren van het programma 6 EC bedraagt, verdiepen in an<strong>de</strong>re disciplines.<br />

De keuzeruimte kan ook gebruikt wor<strong>de</strong>n voor het volgen van een samenhangen<strong>de</strong><br />

minor naast <strong>de</strong> major in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> of, voor getalenteer<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten, voor het honours-programma.<br />

Oor<strong>de</strong>elsvorming en reflectie komen on<strong>de</strong>r meer aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in <strong>de</strong> keuzeon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

Wiskun<strong>de</strong> als wetenschap en Wetenschap, technologie, maatschappij en cultuur. Tij<strong>de</strong>ns het<br />

bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat het voorstel van <strong>de</strong> Opleidingscommissie om minimaal 4<br />

EC aan reflectieon<strong>de</strong>rwijs verplicht te stellen is <strong>over</strong>genomen. In het reflectieon<strong>de</strong>rwijs komt<br />

ook <strong>de</strong> relatie met <strong>de</strong> maatschappij aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> wordt afgesloten met het bachelorproject, waarin alle aspecten van <strong>de</strong><br />

opleiding aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen (kennis en inzicht, on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n en algemene vaardighe<strong>de</strong>n)<br />

en waarin vrijwel alle eindkwalificaties wor<strong>de</strong>n getoetst. Dit project wordt afgesloten<br />

met een schriftelijk verslag, dat een populaire samenvatting bevat, en een presentatie.<br />

De doelstelling van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics is dat stu<strong>de</strong>nten zodanige kennis, vaardighe<strong>de</strong>n<br />

en inzicht op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> verwerven dat zij in staat zijn tot een<br />

zelfstandige beroepsuitoefening op aca<strong>de</strong>misch niveau of tot een vervolgopleiding tot weten-<br />

370 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


schappelijk on<strong>de</strong>rzoeker. De opleiding streeft er eveneens naar dat stu<strong>de</strong>nten inzicht krijgen<br />

in <strong>de</strong> plaats en <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> wetenschap en <strong>de</strong> samenleving. Deze doelstellingen<br />

zijn geconcretiseerd in <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleiding. Voor elk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het<br />

programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics zijn leerdoelen geformuleerd, die steeds een<br />

ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding omvatten. Vrijwel alle eindtermen komen<br />

aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in het afsluiten<strong>de</strong> masterproject.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics verwerven kennis en wiskundig inzicht die<br />

nodig zijn om succesvol als wiskundige te functioneren in het cursorisch on<strong>de</strong>rwijs en in <strong>de</strong><br />

literatuurstudie die zij in het ka<strong>de</strong>r van het afstu<strong>de</strong>erproject on<strong>de</strong>r begeleiding van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erbegelei<strong>de</strong>r<br />

uitvoeren. Stu<strong>de</strong>nten leren <strong>de</strong> kennis en <strong>de</strong> inzichten die zij verworven hebben<br />

toe te passen in <strong>de</strong> wiskundige practica die aan het hoorcollege verbon<strong>de</strong>n zijn, in <strong>de</strong> huiswerkopgaven<br />

en in het masterproject. Zij leren oor<strong>de</strong>len te vormen als gevolg van <strong>de</strong> aard van sommige<br />

opgaven en doordat zij zich voor het hou<strong>de</strong>n van een voordracht in een seminarium een<br />

oor<strong>de</strong>el moeten vormen <strong>over</strong> <strong>de</strong> te presenteren stof. Oor<strong>de</strong>elsvorming komt ook nadrukkelijk<br />

aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in het literatuuron<strong>de</strong>rzoek dat <strong>de</strong>el uitmaakt van het masterproject. De stu<strong>de</strong>nten<br />

leren tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> seminaria en het afstu<strong>de</strong>erproject om zelfstandig kennis te verwerven. Zij<br />

leren on<strong>de</strong>r meer in <strong>de</strong> seminaria om <strong>de</strong> resultaten van on<strong>de</strong>rzoek schriftelijk of mon<strong>de</strong>ling te<br />

presenteren en verwerven daarmee <strong>de</strong> eindtermen die betrekking hebben op communicatieve<br />

vaardighe<strong>de</strong>n.<br />

De doelstelling van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics is dat stu<strong>de</strong>nten<br />

zodanige kennis, vaardighe<strong>de</strong>n en inzicht op het gebied van <strong>de</strong> stochastiek en financiële wiskun<strong>de</strong><br />

verwerven dat zij in staat zijn tot een zelfstandige beroepsuitoefening op aca<strong>de</strong>misch<br />

niveau (waaron<strong>de</strong>r het leraarschap) of in aanmerking komen voor een vervolgopleiding tot<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoeker. De opleiding streeft er eveneens naar dat stu<strong>de</strong>nten inzicht krijgen<br />

in <strong>de</strong> plaats en <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in het algemeen en <strong>de</strong> stochastiek in het bijzon<strong>de</strong>r<br />

in <strong>de</strong> wetenschap en <strong>de</strong> samenleving. Deze doelstelling is geconcretiseerd in <strong>de</strong> eindtermen van<br />

<strong>de</strong> opleiding. Voor elk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and<br />

financial mathematics zijn leerdoelen geformuleerd, die steeds een ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

van <strong>de</strong> opleiding omvatten.<br />

Stu<strong>de</strong>nten verwerven kennis van en inzicht in <strong>de</strong> theorie en toepassingen van <strong>de</strong> stochastiek en<br />

<strong>de</strong> financiële wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> cursorische on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma door aan opgaven en<br />

aan eenvoudige on<strong>de</strong>rzoeksvragen te werken waarin <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> hoorcolleges behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> stof<br />

wordt toegepast. Veel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding zijn gericht op<br />

toepassingen. Met name in on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len als Industrial statistics en in <strong>de</strong> financieel georiënteer<strong>de</strong><br />

vakken verwerven stu<strong>de</strong>nten inzicht in <strong>de</strong> rol van stochastische metho<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> maatschappij.<br />

De bevor<strong>de</strong>ring van inzicht in <strong>de</strong> plaats en <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> stochastiek en <strong>de</strong> financiële wiskun<strong>de</strong><br />

binnen <strong>de</strong> wetenschap en <strong>de</strong> samenleving kan plaatsvin<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> invulling van het portfolio.<br />

Vrijwel alle eindtermen komen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in het afsluiten<strong>de</strong> masterproject. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> stage<br />

verwerven stu<strong>de</strong>nten inzicht in <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> stochastiek in een bedrijf of een instelling en<br />

ontwikkelen ze hun communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r.<br />

De primaire doelstelling van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics is om goe<strong>de</strong> en gemotiveer<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten optimaal voor te berei<strong>de</strong>n op een promotieon<strong>de</strong>rzoek op het gebied van<br />

<strong>de</strong> mathematische fysica, <strong>de</strong> zuivere wiskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> theoretische fysica. De opleiding streeft<br />

er daarbij in het bijzon<strong>de</strong>r naar dat stu<strong>de</strong>nten inzicht verwerven in <strong>de</strong> toepasbaarheid van<br />

wiskundige concepten in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne theoretische fysica en in <strong>de</strong> toepasbaarheid van fysische<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

371


intuïtie in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. De opleiding streeft er eveneens naar dat stu<strong>de</strong>nten schriftelijke en<br />

mon<strong>de</strong>linge vaardighe<strong>de</strong>n verwerven die hen in staat stellen om te communiceren met zowel<br />

wiskundigen als fysici en dat stu<strong>de</strong>nten inzicht krijgen in <strong>de</strong> plaats en <strong>de</strong> rol van wiskun<strong>de</strong> en<br />

fysica in <strong>de</strong> wetenschap en <strong>de</strong> samenleving. In het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical<br />

physics wordt daarom veel nadruk gelegd op het verschaffen van inzicht in <strong>de</strong> samenhang<br />

tussen <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne theoretische fysica en <strong>de</strong> zuivere wiskun<strong>de</strong>. Het programma kent<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin een brug tussen <strong>de</strong> theoretische fysica en <strong>de</strong> zuivere wiskun<strong>de</strong> wordt geslagen,<br />

zoals Knot theory and topological quantum field theory, Quantum groups, String theory<br />

en het stu<strong>de</strong>ntenseminarium, dat in 2005 en 2006 gewijd was aan Gauge theory en waaraan<br />

ook stu<strong>de</strong>nten theoretische fysica <strong>de</strong>elnamen. Ook <strong>de</strong> begeleiding van het afstu<strong>de</strong>erproject en<br />

<strong>de</strong> keuze van het on<strong>de</strong>rwerp daarvan dragen bij aan <strong>de</strong> verwezenlijking van <strong>de</strong> doelstellingen<br />

van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Voor elk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics zijn<br />

leerdoelen geformuleerd, die volgens <strong>de</strong> zelfstudie steeds een ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

van <strong>de</strong> opleiding omvatten. Vrijwel alle eindtermen komen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in het afsluiten<strong>de</strong> masterproject.<br />

De Examencommissie dient goedkeuring te verlenen aan <strong>de</strong> individuele invulling<br />

van het programma (inclusief <strong>de</strong> invulling van <strong>de</strong> keuzeruimte) en controleert dus in laatste<br />

instantie of het programma dat stu<strong>de</strong>nten volgen daadwerkelijk een a<strong>de</strong>quate concretisering<br />

van <strong>de</strong> eindkwalificaties is. In <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijs‐ en Examenregeling en in <strong>de</strong> studiegids wor<strong>de</strong>n<br />

enkele keuzevakken beschreven, die goed aansluiten bij <strong>de</strong> opleiding en die bij voorbaat <strong>de</strong><br />

goedkeuring van <strong>de</strong> Examencommissie hebben.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen bestu<strong>de</strong>erd<br />

vanuit het perspectief van <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen. Zij heeft geconstateerd dat<br />

<strong>de</strong> programma’s niet op een systematische en consequente manier zijn ontwikkeld vanuit <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties, maar dat <strong>de</strong> opleidingen in <strong>de</strong> zelfstudie wel een verband leggen tussen <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen en <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> programma’s. Zij kan zich vin<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> beschrijving van <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> eindkwalificaties en <strong>de</strong> programma’s, die in <strong>de</strong> zelfstudie<br />

is opgenomen.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> op een evenwichtige<br />

manier zijn gespreid <strong>over</strong> <strong>de</strong> jaren van het programma en dat stu<strong>de</strong>nten ze daardoor<br />

gelei<strong>de</strong>lijk verwerven en ontwikkelen. In haar ogen is het programma een a<strong>de</strong>quate concretisering<br />

van <strong>de</strong> eindkwalificaties. De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> beschrijving van <strong>de</strong><br />

leerdoelen en <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die in <strong>de</strong> studiegids is opgenomen in het algemeen<br />

voldoen<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk maakt welke eindkwalificaties in een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n<br />

gesteld. Zij is ervan <strong>over</strong>tuigd dat stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> met goed gevolg voltooien<br />

<strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding daadwerkelijk hebben verworven.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> opmerkingen die zij hierboven heeft gemaakt met<br />

betrekking tot <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ook van toepassing zijn op <strong>de</strong> masteropleidingen. Zij is<br />

zich bewust van het feit dat <strong>de</strong> opzet van <strong>de</strong> programma’s met zich meebrengt dat niet alle<br />

stu<strong>de</strong>nten alle eindkwalificaties op hetzelf<strong>de</strong> niveau zullen verwerven, maar zij vindt wel dat<br />

<strong>de</strong> opleidingen zo zijn ingericht dat alle eindkwalificaties in voldoen<strong>de</strong> mate aan bod zullen<br />

komen in <strong>de</strong> individuele programma’s van stu<strong>de</strong>nten.<br />

372 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

voldoen aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> doelstellingen<br />

en <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> programma’s.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F6: Samenhang programma<br />

Stu<strong>de</strong>nten volgen een inhou<strong>de</strong>lijk samenhangend studieprogramma.<br />

Beschrijving<br />

De kern van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie gevormd<br />

door <strong>de</strong> calculus/analyselijn, <strong>de</strong> algebralijn en <strong>de</strong> stochastieklijn. Deze lijnen bestaan uit opeenvolgen<strong>de</strong><br />

vakken die sterk met elkaar samenhangen. Stu<strong>de</strong>nten maken daarnaast een keuze uit<br />

vakken als Integratietheorie, Discrete wiskun<strong>de</strong>, Logica, Dynamische systemen en Financiële<br />

wiskun<strong>de</strong>. Hoewel <strong>de</strong>ze vakken in eerste instantie wellicht los lijken te staan van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong><br />

lijnen, wordt <strong>de</strong> verwevenheid van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> studie<br />

steeds dui<strong>de</strong>lijker voor stu<strong>de</strong>nten. Het keuzeprogramma in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> heeft een<br />

omvang van 30 EC. Stu<strong>de</strong>nten mogen <strong>de</strong>ze keuzeruimte, binnen dui<strong>de</strong>lijk omschreven randvoorwaar<strong>de</strong>n,<br />

naar eigen inzicht invullen.<br />

Om het profiel van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> dui<strong>de</strong>lijker naar voren te laten komen en om stu<strong>de</strong>nten<br />

<strong>de</strong> gelegenheid te geven om <strong>de</strong> samenhang in hun programma ver<strong>de</strong>r te versterken, heeft<br />

<strong>de</strong> opleiding vier nieuwe studiepa<strong>de</strong>n ontwikkeld: Logica en grondslagen, Stochastiek en innovatieve<br />

bedrijfsoptimalisatie, Educatie en het honours-programma Wiskun<strong>de</strong>/Natuurkun<strong>de</strong>.<br />

Deze studiepa<strong>de</strong>n zijn varianten die binnen het reguliere programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

vallen. Ze zijn uitgewerkt op cursusniveau, zodat voorbeeldprogramma’s ontstaan waarin per<br />

semester <strong>de</strong> meest geschikte vakken zijn opgenomen. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> pa<strong>de</strong>n was ten tij<strong>de</strong> van<br />

het bezoek van <strong>de</strong> commissie al uitgewerkt (zoals het pad Logica en grondslagen), een <strong>de</strong>el was<br />

nog in ontwikkeling (waaron<strong>de</strong>r het pad Educatie). De commissie vernam na haar bezoek dat<br />

het pad Educatie met ingang van het aca<strong>de</strong>misch jaar 2007-2008 eveneens is gerealiseerd. De<br />

opleiding is van plan om meer specifieke keuzevakken aan te bie<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> profilering van<br />

<strong>de</strong> studiepa<strong>de</strong>n te versterken. De pa<strong>de</strong>n bevatten niet alleen maar on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. In het studiepad Logica en grondslagen wordt <strong>de</strong> keuzeruimte bijvoorbeeld<br />

voor een belangrijk <strong>de</strong>el gevuld met vakken van <strong>de</strong> opleidingen Wijsbegeerte, Informatica en<br />

Kunstmatige intelligentie. In het studiepad Stochastiek en bedrijfsoptimalisatie zijn on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

uit het programma van <strong>de</strong> opleiding Economie opgenomen.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics besteedt aandacht aan verschillen<strong>de</strong><br />

richtingen binnen <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (algebra, meetkun<strong>de</strong>, zuivere en toegepaste analyse, stochastiek<br />

en statistiek). Het is volgens <strong>de</strong> zelfstudie niet mogelijk in al <strong>de</strong>ze richtingen een volledig<br />

programma te volgen. De breedte van het aanbod en <strong>de</strong> keuzevrijheid die stu<strong>de</strong>nten hebben,<br />

lei<strong>de</strong>n soms tot organisatorische complicaties, maar geven stu<strong>de</strong>nten tegelijkertijd <strong>de</strong> vrijheid<br />

om een programma te volgen dat goed aansluit bij hun interesses en wensen. De mastercoördinator<br />

en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erbegelei<strong>de</strong>r spelen een belangrijke rol in <strong>de</strong> samenstelling van <strong>de</strong><br />

individuele programma’s die stu<strong>de</strong>nten volgen en dus in het waarborgen van <strong>de</strong> samenhang in<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

373


die programma’s. Stu<strong>de</strong>nten die in <strong>de</strong> masteropleiding instromen kiezen zo snel mogelijk een<br />

voorlopige afstu<strong>de</strong>errichting en stellen vervolgens, in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> mastercoördinator en <strong>de</strong><br />

afstu<strong>de</strong>erbegelei<strong>de</strong>r, een samenhangend programma op, dat wordt vastgelegd met behulp van<br />

een studiebegeleidingsformulier, dat ook gebruikt wordt om <strong>de</strong> voortgang van stu<strong>de</strong>nten vast<br />

te leggen.<br />

Omdat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten niet allemaal <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vooropleiding hebben gevolgd en dus niet per<br />

<strong>de</strong>finitie <strong>over</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> voorkennis beschikken, biedt het programma van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematics ruimte om <strong>de</strong>ficiënties weg te werken of lacunes op te vullen die van belang zijn<br />

voor <strong>de</strong> gekozen invulling van het programma (maximaal 12 EC op ten minste twee<strong>de</strong>jaarsniveau).<br />

In <strong>de</strong> O-variant staat het programma van het twee<strong>de</strong> jaar voor een groot <strong>de</strong>el in het<br />

teken van het masterproject. De afstu<strong>de</strong>erbegelei<strong>de</strong>r adviseert <strong>over</strong> <strong>de</strong> te volgen verdiepingscolleges.<br />

Het programma biedt ruimte voor het voorberei<strong>de</strong>n van het afstu<strong>de</strong>erproject. In het<br />

programma van <strong>de</strong> M-variant bestaat het eerste jaar uit disciplinaire on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, waaron<strong>de</strong>r<br />

een masterproject met een omvang van 30 EC. In het twee<strong>de</strong> jaar volgen stu<strong>de</strong>nten een interdisciplinair<br />

programma in het profiel Science, technology and public management. Ook in<br />

het geval van <strong>de</strong> C/E-variant bestaat het programma van het eerste jaar uit disciplinaire on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len,<br />

inclusief een on<strong>de</strong>rzoeksproject van 18 EC. In het twee<strong>de</strong> jaar volgen stu<strong>de</strong>nten een<br />

programma in het profiel Communication and education.<br />

Ook stu<strong>de</strong>nten die instromen in <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics<br />

voeren aan het begin van hun studie een gesprek met <strong>de</strong> mastercoördinator, waarin eerste<br />

afspraken wor<strong>de</strong>n gemaakt <strong>over</strong> het te volgen programma. De hierboven gemaakte opmerkingen<br />

<strong>over</strong> het wegwerken van <strong>de</strong>ficiënties en <strong>de</strong> structuur van <strong>de</strong> varianten zijn ook op het<br />

programma van <strong>de</strong>ze masteropleiding van toepassing. Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Measure theoretic probability<br />

is voor alle stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding verplicht. In dit vak wordt het maattheoretische<br />

ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> kansrekening ingevoerd dat essentieel is voor <strong>de</strong> meeste an<strong>de</strong>re vakken.<br />

Stu<strong>de</strong>nten hebben voldaan aan <strong>de</strong> verplichting om 16 EC uit het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma<br />

te volgen wanneer zij naast Measure theoretic probability één an<strong>de</strong>r lan<strong>de</strong>lijk stochastiekvak<br />

van 8 EC kiezen. In het eerste semester wordt in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Stochastic processes for finance<br />

een <strong>over</strong>zicht gegeven van <strong>de</strong> financiële wiskun<strong>de</strong>. De wiskundige technieken en begrippen<br />

die in dat on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el aangestipt wor<strong>de</strong>n, komen uitgebrei<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in een aantal an<strong>de</strong>re<br />

vakken. Stu<strong>de</strong>nten kunnen samenhangen<strong>de</strong> programma’s samenstellen met <strong>de</strong> financiële wiskun<strong>de</strong>,<br />

<strong>de</strong> statistiek of <strong>de</strong> kansberekening als kern.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die aan <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics beginnen voeren aan het begin<br />

van hun studie eveneens een gesprek met <strong>de</strong> mastercoördinator en stellen in <strong>over</strong>leg met die<br />

mastercoördinator een samenhangend programma op. De masteropleiding Mathematical<br />

physics is sterker gespecialiseerd dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re masteropleidingen, het programma heeft een<br />

sterkere inhou<strong>de</strong>lijke focus. Het belangrijkste aandachtspunt van <strong>de</strong> opleiding is <strong>de</strong> samenhang<br />

tussen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> enerzijds en die op het gebied van<br />

<strong>de</strong> natuurkun<strong>de</strong> an<strong>de</strong>rzijds.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> interne samenhang van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

en <strong>de</strong> masteropleidingen bestu<strong>de</strong>erd. Zij heeft gezien dat het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

kan wor<strong>de</strong>n beschreven in termen van inhou<strong>de</strong>lijke studiepa<strong>de</strong>n en dat <strong>de</strong> opleiding<br />

onlangs nieuwe studiepa<strong>de</strong>n heeft geïntroduceerd die vooral gericht zijn op sectoren van <strong>de</strong><br />

arbeidsmarkt waar afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n terecht kunnen komen. De commissie kan zich vin<strong>de</strong>n in<br />

374 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


<strong>de</strong> manier waarop het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> gestructureerd is, zij vindt <strong>de</strong><br />

keuzen die <strong>de</strong> opleiding op dit punt gemaakt heeft a<strong>de</strong>quaat. Zij vindt <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong><br />

nieuwe studiepa<strong>de</strong>n een goed initiatief, omdat <strong>de</strong> opleiding stu<strong>de</strong>nten daarmee in staat stelt<br />

om in een vroeg stadium een keuze te maken voor een samenhangend pakket van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

die gerelateerd zijn aan een bepaald beroepsperspectief, maar zij heeft niet kunnen beoor<strong>de</strong>len<br />

of <strong>de</strong> opleiding erin slaagt om <strong>de</strong> bedoelingen die zij heeft in <strong>de</strong> praktijk te realiseren. De<br />

commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> invulling van <strong>de</strong> keuzeruimte is geïntegreerd in <strong>de</strong><br />

nieuwe studiepa<strong>de</strong>n.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> samenhang in <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

Mathematics en Stochastics and financial mathematics min<strong>de</strong>r expliciet aanwezig is en<br />

veeleer moet wor<strong>de</strong>n gecreëerd door <strong>de</strong> invulling van <strong>de</strong> individuele programma’s van stu<strong>de</strong>nten.<br />

De mastercoördinator en <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r van het afstu<strong>de</strong>erproject spelen een belangrijke<br />

rol bij het invullen van <strong>de</strong> programma’s en dus bij het bewaken van <strong>de</strong> samenhang binnen<br />

<strong>de</strong> individuele programma’s. De Examencommissie geeft formeel haar goedkeuring voor <strong>de</strong><br />

programma’s. De commissie is ervan <strong>over</strong>tuigd dat <strong>de</strong> mastercoördinator, <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r en <strong>de</strong><br />

Examencommissie hun taken op een a<strong>de</strong>quate manier uitvoeren en erop toezien dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> masteropleidingen een programma volgen dat voldoen<strong>de</strong> interne samenhang<br />

vertoont.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical<br />

physics op een an<strong>de</strong>re manier is ingericht dan <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re masteropleidingen<br />

en on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re meer verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kent en in sterkere mate een<br />

inhou<strong>de</strong>lijke ro<strong>de</strong> draad kent. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat het programma van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematical physics op een hoog niveau een samenhangend geheel vormt van elementen<br />

uit <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> natuurkun<strong>de</strong>. Zij vindt dat <strong>de</strong> opleiding erin geslaagd is een programma<br />

tot stand te brengen waarin het geheel meer is dan <strong>de</strong> som <strong>de</strong>r <strong>de</strong>len, waarin een<br />

vruchtbare wisselwerking ontstaat tussen inzichten uit <strong>de</strong> natuurkun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

De commissie komt voor het facet dat betrekking heeft op <strong>de</strong> samenhang tot het oor<strong>de</strong>el<br />

‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics<br />

and financial mathematics en tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical<br />

physics.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F7: Studielast<br />

Het programma is stu<strong>de</strong>erbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die <strong>de</strong> studievoortgang<br />

belemmeren zoveel mogelijk wor<strong>de</strong>n weggenomen.<br />

Beschrijving<br />

Het studiejaar kent twee semesters die bestaan uit perio<strong>de</strong>n van acht, acht en vier weken. In<br />

een perio<strong>de</strong> van acht weken volgen stu<strong>de</strong>nten zeven weken on<strong>de</strong>rwijs, waarna zij een week<br />

hebben voor <strong>de</strong> toetsing. Uit <strong>de</strong> evaluatiebijeenkomsten met stu<strong>de</strong>nten en <strong>de</strong> analyses van<br />

het on<strong>de</strong>rwijsbureau blijkt volgens <strong>de</strong> zelfstudie dat het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

375


geen onnodige struikelblokken kent. De stu<strong>de</strong>nten geven aan dat zij gemid<strong>de</strong>ld per week zo’n<br />

25 à 30 uur aan <strong>de</strong> studie beste<strong>de</strong>n. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie lopen stu<strong>de</strong>nten vooral vertraging<br />

op doordat zij min<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> geprogrammeer<strong>de</strong> 40 uur per week aan hun studie beste<strong>de</strong>n.<br />

Dat beeld werd bevestigd tij<strong>de</strong>ns het gesprek dat <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>, die aangaven dat het programma geen echte struikelblokken kent en dat<br />

eventuele studievertraging vaak het gevolg is van nevenactiviteiten. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het<br />

gebied van <strong>de</strong> analyse en <strong>de</strong> algebra wor<strong>de</strong>n in het algemeen wel als moeilijk beschouwd. De<br />

vakken Analyse 3 en Topologie in het twee<strong>de</strong> semester van het twee<strong>de</strong> jaar lijken moeilijke vakken<br />

te zijn, maar wer<strong>de</strong>n pas in het studiejaar 2004-2005 voor het eerst aangebo<strong>de</strong>n en krijgen<br />

extra aandacht van <strong>de</strong> Opleidingscommissie. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten wordt <strong>de</strong> studielast na het<br />

eerste jaar wel groter en wordt het programma dan zwaar<strong>de</strong>r en moeilijker. De opleiding heeft<br />

verschillen<strong>de</strong> maatregelen genomen die ertoe moeten lei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> studielast zo goed mogelijk<br />

wordt gespreid (zoals het hanteren van verschillen<strong>de</strong> werkvormen, het roosteren van enkele<br />

vakken en projecten in blokvormen en het instellen van een afstu<strong>de</strong>erklas). Stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n<br />

bovendien gevraagd opdrachten in te leveren. De grotere schoolsheid die uit die bena<strong>de</strong>ring<br />

voortvloeit, wordt niet door alle stu<strong>de</strong>nten gewaar<strong>de</strong>erd, maar een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten is van<br />

mening dat het hen helpt om <strong>de</strong> stof bij te blijven hou<strong>de</strong>n en om het stu<strong>de</strong>ren niet uit te stellen<br />

tot vlak voor het afsluiten<strong>de</strong> tentamen. Door <strong>de</strong>ze maatregelen is <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van<br />

het eerste semester verbeterd, maar wordt ook <strong>de</strong> voor sommige stu<strong>de</strong>nten lastige confrontatie<br />

met <strong>de</strong> abstracte analyse uitgesteld. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat stu<strong>de</strong>nten<br />

in hun twee<strong>de</strong> jaar vaak weinig studiepunten behalen. Stu<strong>de</strong>nten kunnen het programma van<br />

het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar vrijwel geheel zelf samenstellen. De ervaring leert dat dit bijdraagt aan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid,<br />

omdat stu<strong>de</strong>nten hierdoor een vak dat hun wat min<strong>de</strong>r ligt kunnen omzeilen,<br />

zon<strong>de</strong>r dat hun programma aan kwaliteit inboet.<br />

Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Stochastiek 1 is geen verplicht on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>,<br />

het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Stochastiek 2 is daarentegen wel verplicht. Volgens <strong>de</strong> docenten levert<br />

dit gegeven in <strong>de</strong> praktijk geen problemen op en leidt het niet tot studievertraging, omdat <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Stochastiek 1 toch wel kiezen en omdat een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stof die in<br />

Stochastiek 1 wordt behan<strong>de</strong>ld in Stochastiek 2 wordt herhaald. Deze informatie werd bevestigd<br />

door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten met wie <strong>de</strong> commissie sprak.<br />

Op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld, was er slechts in beperkte mate ervaring<br />

opgedaan met <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscriptie. De ervaring met <strong>de</strong> miniscriptie in het ou<strong>de</strong> programma<br />

leert dat stu<strong>de</strong>nten het schrijven van <strong>de</strong> scriptie vaak te lang voor zich uit schuiven en ook<br />

moeite hebben om zich tot <strong>de</strong> geprogrammeer<strong>de</strong> studielast te beperken. De eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong><br />

afstu<strong>de</strong>erklas is on<strong>de</strong>r meer ingesteld om dit probleem te on<strong>de</strong>rvangen. De stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong>elnemen<br />

aan <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erklas komen een keer per week bijeen, verzorgen presentaties en geven<br />

elkaar tips. De afstu<strong>de</strong>erklas wordt door een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

als nuttig beschouwd. Ook <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen die <strong>de</strong>elgenomen hebben<br />

aan <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erklas kijken daarop tevre<strong>de</strong>n terug, zij zijn van mening dat die studievertraging<br />

daadwerkelijk reduceert. De afronding van het bachelorproject is bovendien een van <strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n voor toelating tot <strong>de</strong> masteropleidingen, wat een extra stimulans vormt voor een<br />

tijdige afronding van het bachelorproject.<br />

Uit een enquête on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics blijkt dat <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten<br />

per week zo’n 35 uur aan hun studie beste<strong>de</strong>n. Het programma van <strong>de</strong> opleiding kent<br />

geen dui<strong>de</strong>lijke struikelblokken, maar wordt toch door stu<strong>de</strong>nten als behoorlijk zwaar ervaren.<br />

Toen <strong>de</strong> opleiding van start ging, ken<strong>de</strong> het programma alleen vakken van 6 EC, die tot 8 EC<br />

376 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n uitgebreid in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n in januari en juni. De stu<strong>de</strong>nten wer<strong>de</strong>n<br />

geacht vijf on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len per semester te volgen of een aantal vakken uit te brei<strong>de</strong>n tot 8 EC. Zij<br />

waren in januari en juni vaak nog bezig met <strong>de</strong> afronding van <strong>de</strong> vakken van 6 EC. Het lan<strong>de</strong>lijke<br />

programma kent vakken van 8 EC waarin <strong>de</strong> verlenging al is opgenomen. De mogelijkheid<br />

om een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van 6 EC uit te brei<strong>de</strong>n tot 8 EC bestaat nog steeds en is voor sommige<br />

stu<strong>de</strong>nten aantrekkelijk. Het programma kent ruime keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n binnen (en buiten)<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Deze keuzevrijheid draagt enerzijds bij aan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid, omdat stu<strong>de</strong>nten<br />

een vakkenpakket kunnen samenstellen dat hun ligt, maar zorgt an<strong>de</strong>rzijds regelmatig voor<br />

roostertechnische problemen die een negatief effect hebben op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid.<br />

Op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld was er slechts in beperkte mate ervaring<br />

opgedaan met <strong>de</strong> masterscriptie in <strong>de</strong> huidige vorm. De ervaring met <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscriptie in<br />

het ou<strong>de</strong> programma leert dat stu<strong>de</strong>nten en docenten moeite hebben om <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong><br />

scriptie te laten aansluiten bij <strong>de</strong> geplan<strong>de</strong> studielast. Stu<strong>de</strong>nten en docenten zijn volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie geregeld gewezen op het feit dat er slechts ruim een halfjaar gereserveerd is voor <strong>de</strong><br />

scriptie, maar dat leid<strong>de</strong> er niet altijd toe dat <strong>de</strong> scriptie op tijd werd afgerond. De opleiding<br />

heeft een strakker schema opgesteld voor <strong>de</strong> masterscriptie.<br />

Ook het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics kent volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie geen dui<strong>de</strong>lijke struikelblokken, maar wordt toch door stu<strong>de</strong>nten als behoorlijk<br />

zwaar ervaren. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong>ze masteropleiding geven aan dat zij gemid<strong>de</strong>ld per<br />

week zo’n 35 uur aan hun studie beste<strong>de</strong>n. De opmerkingen die hierboven zijn gemaakt met<br />

betrekking tot <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics zijn ook van toepassing op <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Stochastics and financial mathematics.<br />

De masteropleiding Mathematical physics richt zich op goe<strong>de</strong> en zeer gemotiveer<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

en verwacht daarom dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten veel tijd aan hun studie zullen beste<strong>de</strong>n, dat <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong><br />

studielast eer<strong>de</strong>r hoger dan <strong>de</strong> geprogrammeer<strong>de</strong> studielast zal zijn dan lager. De stu<strong>de</strong>nten<br />

met wie <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek gesproken heeft gaven aan dat het niveau van<br />

<strong>de</strong> opleiding hoog is en op sommige stu<strong>de</strong>nten een afschrikwekkend effect heeft. De opleiding<br />

stelt voor stu<strong>de</strong>nten die aan hun afstu<strong>de</strong>erproject beginnen in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> scriptiebegelei<strong>de</strong>r<br />

een Research Training Contract op, waarin afspraken wor<strong>de</strong>n vastgelegd <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp,<br />

<strong>de</strong> omvang van het project en <strong>de</strong> frequentie van het contact tussen begelei<strong>de</strong>r en stu<strong>de</strong>nt. Voor<br />

het <strong>over</strong>ige zijn <strong>de</strong> opmerkingen die hierboven zijn gemaakt <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics<br />

ook op <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics van toepassing.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> studielast van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

op een evenwichtige manier <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n is ver<strong>de</strong>eld en op basis van <strong>de</strong> informatie<br />

van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten niet als erg hoog kan wor<strong>de</strong>n beschouwd. De studielast neemt wel toe in <strong>de</strong><br />

loop van <strong>de</strong> studie. Het programma bevat geen echte struikelblokken. In een aantal gevallen,<br />

waarin nog niet echt dui<strong>de</strong>lijk is of een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el een struikelblok is of last heeft van kin<strong>de</strong>rziektes,<br />

volgt <strong>de</strong> Opleidingscommissie <strong>de</strong> situatie aandachtig. De commissie heeft gemerkt dat<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Stochastiek 1 en Stochastiek 2 enige <strong>over</strong>lap vertonen, maar heeft daar geen<br />

bezwaren tegen. Zij heeft niet <strong>de</strong> indruk gekregen dat het gegeven dat Stochastiek 1 geen verplicht<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is en Stochastiek 2 wel, in <strong>de</strong> praktijk tot problemen leidt. De commissie heeft<br />

geconstateerd dat <strong>de</strong> opleiding a<strong>de</strong>quate maatregelen heeft genomen om <strong>de</strong> studielast te sprei<strong>de</strong>n<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n. Zij heeft wel opgemerkt dat die maatregelen vooral betrekking<br />

hebben op het eerste jaar van het programma en dat stu<strong>de</strong>nten in het twee<strong>de</strong> jaar, wellicht <strong>de</strong>els<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

377


omdat het programma dan moeilijker wordt, min<strong>de</strong>r goed lijken te presteren dan in het eerste<br />

jaar. De commissie dringt er bij <strong>de</strong> opleiding op aan om <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van in het bijzon<strong>de</strong>r<br />

het twee<strong>de</strong> jaar van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> goed te bewaken.<br />

De commissie heeft geen informatie ontvangen dat <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kennen die <strong>de</strong> studievoortgang belemmeren. De studielast van <strong>de</strong> programma’s<br />

van <strong>de</strong> masteropleidingen is hoger dan die van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, maar<br />

naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie niet te hoog. In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie is <strong>de</strong> aandacht<br />

die <strong>de</strong> opleidingen geven aan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van <strong>de</strong> afsluiten<strong>de</strong> masterscriptie terecht.<br />

Zij heeft waar<strong>de</strong>ring voor het initiatief van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics om een<br />

contract op te stellen voor <strong>de</strong> eindfase van <strong>de</strong> opleiding.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen aan<br />

het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> studielast en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F8: Instroom<br />

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij <strong>de</strong> kwalificaties van <strong>de</strong> instromen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten:<br />

WO-bachelor: VWO, HBO-prope<strong>de</strong>use of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingson<strong>de</strong>rzoek.<br />

WO-master: bachelor en eventueel (inhou<strong>de</strong>lijke) selectie.<br />

Beschrijving<br />

Aankomen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die willen instromen in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> moeten op het vwo een<br />

profiel Natuur en techniek of een van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re profielen met (aanvullend) Wiskun<strong>de</strong> B1, 2<br />

en Natuurkun<strong>de</strong> 1 hebben gevolgd. Voor vwo-leerlingen die niet <strong>de</strong> vereiste vooropleiding<br />

hebben gevolgd, maar toch <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> willen volgen, biedt het Korteweg-<strong>de</strong> Vries<br />

Instituut een zomercursus Wiskun<strong>de</strong> B1, 2 aan, terwijl <strong>de</strong> faculteit een meer vakken omvattend<br />

<strong>de</strong>ficiëntieprogramma van een jaar aanbiedt, het Bètabrugtraject, waarin leerlingen hun <strong>de</strong>ficiënties<br />

kunnen wegwerken en vervolgens alsnog kunnen instromen in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>.<br />

Wie 21 jaar of ou<strong>de</strong>r is, kan tot <strong>de</strong> opleiding wor<strong>de</strong>n toegelaten na het afleggen van een ‘colloquium<br />

doctum’. Ook stu<strong>de</strong>nten die een hbo-opleiding hebben afgerond, kunnen instromen.<br />

De voorwaar<strong>de</strong>n die op <strong>de</strong>ze categorie van toepassing zijn, staan vermeld in <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijs‐ en<br />

Examenregeling. De Examencommissie dient in zulke gevallen altijd haar goedkeuring <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

toelating uit te spreken.<br />

De aansluiting van het vwo op het wo heeft een belangrijke rol gespeeld bij het ontwikkelen<br />

van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie blijkt uit <strong>de</strong> evaluaties van<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het eerste jaar dat stu<strong>de</strong>nten geen moeite hebben met <strong>de</strong> aansluiting vwowo<br />

als het gaat om <strong>de</strong> kennis. Dat werd bevestigd tij<strong>de</strong>ns het gesprek dat <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong><br />

met stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. De stu<strong>de</strong>nten geven wel aan dat <strong>de</strong> universiteit soms<br />

schoolser is dan het vwo. Het on<strong>de</strong>rwijsinstituut heeft er volgens <strong>de</strong> zelfstudie bewust voor<br />

gekozen om in het eerste semester van het eerste jaar met tussentoetsen en huiswerkopdrachten<br />

te werken, omdat <strong>de</strong> ervaring heeft geleerd dat stu<strong>de</strong>nten zo een goe<strong>de</strong> studiehouding opbouwen.<br />

Na het eerste semester krijgen stu<strong>de</strong>nten gelei<strong>de</strong>lijk meer vrijheid.<br />

378 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


Omdat stu<strong>de</strong>nten op het vwo min<strong>de</strong>r rekenvaardighe<strong>de</strong>n verwerven dan voorheen het geval<br />

was, wordt daaraan in het begin van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> veel aandacht besteed. De opleiding<br />

heeft een diagnostische toets ontwikkeld, die aan het begin van <strong>de</strong> studie wordt afgenomen.<br />

Deze toets geeft <strong>de</strong> docenten een beeld van beginkwalificaties van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten en bepaalt<br />

me<strong>de</strong> aan welke on<strong>de</strong>rwerpen zij in <strong>de</strong> eerste vier weken speciaal aandacht beste<strong>de</strong>n. Stu<strong>de</strong>nten<br />

die <strong>de</strong>ze toets niet halen kunnen een aanvullen<strong>de</strong> training volgen, waarin een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

stof die op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbare school is behan<strong>de</strong>ld, wordt herhaald. Na <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> week maken <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten opnieuw een diagnostische toets. De resultaten van <strong>de</strong>ze toets laten volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

zien dat <strong>de</strong> rekenvaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten in het algemeen sterk verbeterd zijn.<br />

De faculteit besteedt veel aandacht aan voorlichting en werving, maar vindt toch dat <strong>de</strong> resultaten<br />

van alle activiteiten nog te wensen <strong>over</strong>laten. De voorlichting en werving van stu<strong>de</strong>nten<br />

wordt gecoördineerd door <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Voorlichting en communicatie en verzorgd in samenwerking<br />

met docenten van <strong>de</strong> opleiding en stu<strong>de</strong>ntvoorlichters. De meeste activiteiten richten<br />

zich op leerlingen uit 5 en 6 vwo. De opleiding besteedt in <strong>de</strong> voorlichting veel aandacht aan<br />

<strong>de</strong> beroepsmogelijkhe<strong>de</strong>n van afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> wiskundigen. In het ka<strong>de</strong>r van het project Leve<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>! is een boekje gemaakt waarin verschillen<strong>de</strong> alumni aan het woord komen. In<br />

en rond Amsterdam vormen leerlingen van allochtone afkomst volgens <strong>de</strong> zelfstudie een zeer<br />

grote doelgroep die nog maar nauwelijks wordt bereikt. Een voorbeeld van een activiteit die<br />

speciaal gericht is op <strong>de</strong>ze doelgroep is <strong>de</strong> weekendschool, die tot doel heeft achterstandskin<strong>de</strong>ren<br />

een indruk te geven van in hun eigen omgeving onbeken<strong>de</strong> beroepen. Op <strong>de</strong>ze weekendschool<br />

hebben enkele wiskun<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten en drie aio’s lesgegeven, waaron<strong>de</strong>r twee van<br />

Marokkaanse afkomst.<br />

De instroomcijfers van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> geven volgens <strong>de</strong> zelfstudie re<strong>de</strong>n tot zorg. Het<br />

aantal stu<strong>de</strong>nten dat begint aan <strong>de</strong> opleiding is al jaren re<strong>de</strong>lijk constant (in 2003 17, in 2004<br />

23 en in 2005 18), maar aan <strong>de</strong> lage kant. De opleiding trekt vooral vwo-stu<strong>de</strong>nten met het<br />

profiel Natuur en techniek en slechts een zeer beperkte groep stu<strong>de</strong>nten met het profiel Natuur<br />

en gezondheid. De opleiding streeft naar een instroom van 24 tot 40 stu<strong>de</strong>nten per jaar.<br />

Het grootste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> stroomt door naar een van <strong>de</strong><br />

masteropleidingen van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam. Op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd<br />

vastgesteld had<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> nog niet had<strong>de</strong>n afgerond <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

om een aantal tentamens van een masteropleiding af te leggen wanneer zij nog maximaal<br />

30 EC uit het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> moesten behalen en het bachelorproject<br />

had<strong>de</strong>n afgerond. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong>ze bepaling inmid<strong>de</strong>ls<br />

gewijzigd is en dat alleen stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len met een totale<br />

omvang van maximaal 12 EC nog niet hebben afgerond, tot een masteropleiding kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n toegelaten.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die in het bezit zijn van een bachelordiploma Wiskun<strong>de</strong> of een kandidaatsdiploma<br />

Wiskun<strong>de</strong> van een Ne<strong>de</strong>rlandse universiteit hebben rechtstreeks toegang tot <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematics. De Examencommissie kan stu<strong>de</strong>nten met een an<strong>de</strong>re vooropleiding toegang tot<br />

<strong>de</strong> opleiding verlenen wanneer zij van mening is dat <strong>de</strong> vooropleiding gelijkwaardig is aan<br />

een <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong>. Hierbij kan zij een lijst van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len vaststellen (met een<br />

maximum van 12 EC) die een stu<strong>de</strong>nt moet afron<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>ficiënties weg te werken. Wanneer<br />

niet voldaan wordt aan <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> vooropleidingseisen, kan een stu<strong>de</strong>nt voorwaar<strong>de</strong>lijk<br />

voor ten hoogste één jaar tot <strong>de</strong> opleiding wor<strong>de</strong>n toegelaten. De opleiding hanteert<br />

voor buitenlandse stu<strong>de</strong>nten een intakeprocedure. Deze stu<strong>de</strong>nten moeten on<strong>de</strong>r meer tij<strong>de</strong>ns<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

379


hun vooropleiding een voldoen<strong>de</strong> hoge gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> score hebben behaald en hun kennis van<br />

het Engels moet eveneens voldoen<strong>de</strong> zijn. Aanmeldingen van buitenlandse stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n<br />

gecontroleerd door het International Office van <strong>de</strong> faculteit. Stu<strong>de</strong>nten die voldoen aan <strong>de</strong><br />

toelatingseisen voeren nog voor het begin van <strong>de</strong> studie een intakegesprek met <strong>de</strong> mastercoördinator,<br />

die samen met hen een studiebegeleidingsplan opstelt, waarin on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re vastgelegd<br />

wordt hoe eventuele <strong>de</strong>ficiënties wor<strong>de</strong>n weggewerkt. De Examencommissie beslist formeel<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> toelating van buitenlandse stu<strong>de</strong>nten.<br />

De masteropleiding Mathematics streeft naar een instroom van minimaal vijftien stu<strong>de</strong>nten per<br />

jaar. Wanneer doctoraalstu<strong>de</strong>nten die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

volgen en stu<strong>de</strong>nten die voorwaar<strong>de</strong>lijk tot <strong>de</strong> opleiding zijn toegelaten wor<strong>de</strong>n meegeteld,<br />

bedroeg <strong>de</strong> instroom in <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics in 2003 vijf stu<strong>de</strong>nten, in 2004 elf<br />

stu<strong>de</strong>nten, van wie twee buitenlandse stu<strong>de</strong>nten, en in 2005 acht stu<strong>de</strong>nten. Wanneer alleen<br />

‘echte’ masterstu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n meegerekend, bedroeg <strong>de</strong> instroom in <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematics in 2004 drie stu<strong>de</strong>nten en in 2005 één stu<strong>de</strong>nt.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die in het bezit zijn van een bachelordiploma Wiskun<strong>de</strong> of een kandidaatsdiploma<br />

Wiskun<strong>de</strong> of Wiskun<strong>de</strong> en statistiek van een Ne<strong>de</strong>rlandse universiteit hebben direct toegang<br />

tot <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics. De regelingen en procedures<br />

voor stu<strong>de</strong>nten met een an<strong>de</strong>re vooropleiding en voor buitenlandse stu<strong>de</strong>nten zijn <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

als die voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics. De masteropleiding Stochastics and financial<br />

mathematics streeft naar een jaarlijkse instroom van vijftien stu<strong>de</strong>nten. Op het moment dat<br />

<strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld werd <strong>de</strong> masteropleiding voornamelijk gevolgd door doctoraalstu<strong>de</strong>nten<br />

die aan <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam naar <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> waren<br />

<strong>over</strong>gestapt en door buitenlandse stu<strong>de</strong>nten. Wanneer doctoraalstu<strong>de</strong>nten die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit<br />

het programma van <strong>de</strong> masteropleiding volgen en stu<strong>de</strong>nten die voorwaar<strong>de</strong>lijk tot <strong>de</strong> opleiding<br />

zijn toegelaten wor<strong>de</strong>n meegeteld, bedroeg <strong>de</strong> instroom in <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics<br />

and financial mathematics in 2003 vier stu<strong>de</strong>nten, van wie één buitenlandse stu<strong>de</strong>nt, in 2004<br />

acht stu<strong>de</strong>nten, van wie vijf buitenlandse stu<strong>de</strong>nten, en in 2005 één stu<strong>de</strong>nt.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die een <strong>bacheloropleiding</strong> Natuurkun<strong>de</strong> of Wiskun<strong>de</strong> (of een vergelijkbare vooropleiding<br />

aan een buitenlandse universiteit) hebben afgerond, die tij<strong>de</strong>ns hun vooropleiding uitsteken<strong>de</strong><br />

resultaten hebben geboekt of an<strong>de</strong>re uitsteken<strong>de</strong> studieprestaties hebben geleverd en<br />

die aantoonbare belangstelling hebben voor <strong>de</strong> fysica (in het geval van stu<strong>de</strong>nten Wiskun<strong>de</strong>)<br />

dan wel <strong>de</strong> geavanceer<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (in het geval van stu<strong>de</strong>nten Natuurkun<strong>de</strong>) kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

toegelaten tot <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics. De stu<strong>de</strong>nten met wie <strong>de</strong> commissie<br />

tij<strong>de</strong>ns haar bezoek gesproken heeft, had<strong>de</strong>n bei<strong>de</strong>n een dubbel bachelorprogramma<br />

Wiskun<strong>de</strong>-Natuurkun<strong>de</strong> doorlopen. De masteropleiding richt zich specifiek op uitsteken<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten en staat dus niet automatisch open voor alle stu<strong>de</strong>nten die een <strong>bacheloropleiding</strong> op<br />

het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> theoretische natuurkun<strong>de</strong> hebben afgerond. De aanmeldingen<br />

voor <strong>de</strong> opleiding wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld door een commissie die bestaat uit <strong>de</strong> hoogleraren<br />

op het gebied van mathematische fysica en an<strong>de</strong>re vertegenwoordigers van het Korteweg-<strong>de</strong><br />

Vries Instituut en het Instituut voor Theoretische Fysica. Met stu<strong>de</strong>nten die wor<strong>de</strong>n toegelaten<br />

wordt een intakegesprek gevoerd, waarin zowel <strong>de</strong> specifieke belangstelling als <strong>de</strong> mogelijke<br />

<strong>de</strong>ficiënties wor<strong>de</strong>n besproken. Vervolgens wordt voor ie<strong>de</strong>re stu<strong>de</strong>nt een programma opgesteld<br />

waarin eventuele <strong>de</strong>ficiënties wor<strong>de</strong>n weggewerkt. De masteropleiding streeft naar een<br />

instroom van minimaal vijf stu<strong>de</strong>nten per jaar. De instroom bedroeg tot op he<strong>de</strong>n twee stu<strong>de</strong>nten<br />

per jaar. De opleiding probeert <strong>de</strong> instroom te vergroten door het aanbie<strong>de</strong>n van een<br />

honours-traject in <strong>de</strong> bachelorfase dat speciaal voorbereidt op <strong>de</strong> opleiding, door <strong>de</strong> invulling<br />

380 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


van <strong>de</strong> leerstoel Mathematical physics, die een dui<strong>de</strong>lijker profiel aan <strong>de</strong> opleiding zal moeten<br />

verlenen, en door activiteiten op het gebied van <strong>de</strong> werving en <strong>de</strong> voorlichting die <strong>de</strong> internationale<br />

zichtbaarheid zullen moeten vergroten.<br />

De bepaling dat stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> nog niet hebben afgerond wel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

uit het programma van een masteropleiding kunnen volgen is volgens <strong>de</strong> zelfstudie voor <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematical physics niet gewenst. Op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd<br />

afgerond, werd in <strong>de</strong> Opleidingscommissie gesproken <strong>over</strong> het aantal studiepunten dat bachelorstu<strong>de</strong>nten<br />

nog niet behaald mochten hebben. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie is het waarschijnlijk dat<br />

stu<strong>de</strong>nten die nog 12 EC uit het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> moeten behalen, zullen<br />

mogen instromen in <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> kwalificaties waar<strong>over</strong> stu<strong>de</strong>nten die instromen in <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> dienen te beschikken dui<strong>de</strong>lijk zijn vastgelegd en dat <strong>de</strong> opleiding maatregelen<br />

heeft genomen om te waarborgen dat stu<strong>de</strong>nten ook daadwerkelijk beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

vereiste kennis en vaardighe<strong>de</strong>n. Zij heeft veel waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> activiteiten die <strong>de</strong> opleiding<br />

on<strong>de</strong>rneemt om <strong>de</strong> aansluiting van het wo op het vwo soepel te laten verlopen en voor <strong>de</strong><br />

actieve opstelling van <strong>de</strong> opleiding op het gebied van <strong>de</strong> werving. Zij heeft van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> vernomen dat <strong>de</strong> aansluiting goed verloopt en conclu<strong>de</strong>ert daaruit<br />

dat <strong>de</strong> maatregelen die <strong>de</strong> opleiding genomen heeft het beoog<strong>de</strong> effect hebben. Zij is van<br />

oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> resultaten die stu<strong>de</strong>nten behalen voor <strong>de</strong> diagnostische toets ook een indicatie<br />

vormen van het feit dat <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> juiste keuzen heeft gemaakt.<br />

De commissie heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben<br />

afgerond zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n kunnen doorstromen naar <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

Mathematics en Stochastics and financial mathematics en dat die masteropleidingen een toelatingsprocedure<br />

hanteren voor stu<strong>de</strong>nten met een an<strong>de</strong>re vooropleiding, die niet alleen <strong>de</strong><br />

inhou<strong>de</strong>lijke kennis toetst, maar ook het niveau van het Engels. Deze toelatingsprocedure is<br />

in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie a<strong>de</strong>quaat. De masteropleiding Mathematical physics richt zich<br />

nadrukkelijk op een an<strong>de</strong>re doelgroep en hanteert dan ook een an<strong>de</strong>re toelatingsprocedure.<br />

In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie is <strong>de</strong> ontwikkeling van een honours-traject op het gebied van <strong>de</strong><br />

mathematische fysica positief. De commissie hoopt dat <strong>de</strong> vacante leerstoel op het gebied van<br />

<strong>de</strong> mathematische fysica snel zal wor<strong>de</strong>n bezet. Zij is het met <strong>de</strong> opleiding eens dat <strong>de</strong> invulling<br />

van <strong>de</strong>ze leerstoel het profiel en <strong>de</strong> aantrekkingskracht van <strong>de</strong> opleiding zal versterken.<br />

De commissie komt voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ vanwege <strong>de</strong> vele initiatieven<br />

en activiteiten op het gebied van <strong>de</strong> aansluiting en <strong>de</strong> werving. Zij komt tot het oor<strong>de</strong>el<br />

‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleidingen. Zij vindt wel dat <strong>de</strong> masteropleidingen, in tegenstelling<br />

tot <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, te weinig aandacht beste<strong>de</strong>n aan wervingsactiviteiten die <strong>de</strong><br />

instroom kunnen doen toenemen.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

381


F9: Duur<br />

De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. <strong>de</strong> omvang van het curriculum:<br />

WO-bachelor: in <strong>de</strong> regel 180 studiepunten.<br />

WO-master: minimaal 60 studiepunten, afhankelijk van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> omvat 180 EC en voldoet daarmee aan<br />

<strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics omvat 120 EC en voldoet daarmee aan<br />

<strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics omvat 120 EC en voldoet daarmee<br />

aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics omvat 120 EC<br />

en voldoet daarmee aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F10: Afstemming tussen vormgeving en inhoud<br />

Het didactisch concept is in lijn met <strong>de</strong> doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.<br />

Beschrijving<br />

In elk semester van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zijn vakken met verschillen<strong>de</strong><br />

werkvormen geprogrammeerd. Voor elk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el wor<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong> werkvormen<br />

gekozen die naar het oor<strong>de</strong>el van het on<strong>de</strong>rwijsinstituut en <strong>de</strong> docent het best passen bij<br />

<strong>de</strong> inhoud die tij<strong>de</strong>ns het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el wordt <strong>over</strong>gedragen. De opleiding hanteert <strong>de</strong> vuistregel<br />

dat ie<strong>de</strong>r semester ten minste één on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el kent met een an<strong>de</strong>re werkvorm dan hoor- en/of<br />

werkcollege. De zelfstudie bevat een bijlage waarin voor elk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>de</strong> werkvorm is aangegeven<br />

en waarin ook een tabel is opgenomen waarin is weergegeven hoeveel uren wor<strong>de</strong>n<br />

gereserveerd voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> werkvormen. Omdat stu<strong>de</strong>nten in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar veel keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

hebben, is het niet goed mogelijk om voor dat studiejaar als geheel een <strong>over</strong>zicht<br />

te maken van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van uren <strong>over</strong> <strong>de</strong> werkvormen.<br />

De meeste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> traditionele<br />

combinatie van hoor- en werkcollege gegeven, met twee uur hoorcollege en twee uur werkcollege<br />

per week. Het aantal uren werkcollege vertoont na het twee<strong>de</strong> studiejaar een licht dalen<strong>de</strong><br />

trend. De hoorcolleges dienen volgens <strong>de</strong> zelfstudie voor een eerste kennismaking met en een<br />

<strong>over</strong>zicht van <strong>de</strong> stof, tij<strong>de</strong>ns werkcolleges kunnen stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r begeleiding zelf aan <strong>de</strong><br />

slag. Voor werkcolleges wordt in het algemeen een maximale groepsgrootte van 20 à 25 stu<strong>de</strong>nten<br />

gehanteerd, waardoor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten goed op individueel niveau begeleid kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> kent nog één echt computerpracticum, een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van Calculus<br />

1 waarin aandacht wordt besteed aan Mathematica. In een studio course wor<strong>de</strong>n hoorcollege,<br />

382 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


werkcollege en computerpracticum geïntegreerd gegeven. Deze werkvorm is volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

uitermate geschikt voor vakken waarin een goed begrip van <strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong> theorie,<br />

het manipuleren van die theorie en het implementeren van theoretische metho<strong>de</strong>n sterk op<br />

elkaar leunen. De vakken Simuleren en programmeren en Numerieke wiskun<strong>de</strong> 1 wor<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong>ze vorm gegeven. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> studio course wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> theorie en het programmeerwerk<br />

voortdurend afgewisseld, zodat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten bij het programmeren niet slechts een algoritme<br />

implementeren, maar steeds ook begrijpen waar het algoritme op gebaseerd is. Bij <strong>de</strong>ze werkvorm<br />

wordt <strong>de</strong> maximale groepsgrootte van 26 me<strong>de</strong> gedicteerd door <strong>de</strong> speciaal ingerichte<br />

zalen. Doordat <strong>de</strong> groepen niet zo groot zijn is er veel ruimte voor individuele begeleiding en<br />

voor niveaudifferentiatie bij <strong>de</strong> programmeeropdrachten.<br />

Het vak Analyse 2 wordt in projectvorm gegeven, me<strong>de</strong> om voor variatie in <strong>de</strong> werkvormen te<br />

zorgen. Stu<strong>de</strong>nten werken in groepjes van drie of vier geduren<strong>de</strong> een perio<strong>de</strong> van vier weken<br />

vier dagen per week zelf aan opdrachten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> begeleiding van een docent. Aan het ein<strong>de</strong><br />

van elke week verzorgen <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten presentaties. Deze werkvorm blijkt zeer geschikt te zijn<br />

om stu<strong>de</strong>nten, aan <strong>de</strong> hand van een leidraad, zelf bewijzen van resultaten te laten vin<strong>de</strong>n en<br />

correct te laten opschrijven. De stu<strong>de</strong>nten hebben veel waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> manier waarop het<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Analyse 2 is ingericht.<br />

In <strong>de</strong> projecten wor<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> werkvormen gecombineerd: stu<strong>de</strong>nten moeten tij<strong>de</strong>ns<br />

een afgebaken<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> een kort ‘on<strong>de</strong>rzoek’ uitvoeren, waarin theoretische kennis wordt<br />

toegepast en informatie wordt verworven. Aan het ein<strong>de</strong> van het project moeten stu<strong>de</strong>nten een<br />

verslag schrijven en/of een presentatie geven, zodat tevens <strong>de</strong> communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n<br />

getraind wor<strong>de</strong>n. In het stu<strong>de</strong>ntenseminarium wordt het on<strong>de</strong>rwijs door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zelf<br />

verzorgd in samenwerking met <strong>de</strong> docent. Het seminarium kent twee on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. In het eerste<br />

<strong>de</strong>el werken stu<strong>de</strong>nten gezamenlijk een boek door, waarbij ie<strong>de</strong>re week een an<strong>de</strong>re stu<strong>de</strong>nt een<br />

<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> leerstof of een gemaakte opdracht aan <strong>de</strong> <strong>over</strong>ige stu<strong>de</strong>nten in zijn eigen woor<strong>de</strong>n<br />

<strong>over</strong>brengt. In het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el wordt ie<strong>de</strong>re week een voordracht gegeven door een stu<strong>de</strong>nt,<br />

die losstaat van <strong>de</strong> <strong>over</strong>ige voordrachten.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> beste<strong>de</strong>n een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> tijd aan zelfstudie.<br />

Hoor- en werkcollege zijn meestal niet op één dag gepland, zodat stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> hoorcollegestof<br />

kunnen verwerken voor ze naar het werkcollege komen. Bij Calculus 1 wordt dit<br />

zelfs gestimuleerd door stu<strong>de</strong>nten verplicht een relatief eenvoudige opgave te laten inleveren<br />

aan het begin van ie<strong>de</strong>r werkcollege. Ook voor ver<strong>de</strong>re verwerking van <strong>de</strong> stof geduren<strong>de</strong> het<br />

semester en voor <strong>de</strong> voorbereiding op tentamens is veel zelfstudie vereist. Voor een vak van<br />

6 EC is <strong>de</strong> vuistregel dat er twaalf hoorcolleges en twaalf werkcolleges zijn van ie<strong>de</strong>r 2 uur,<br />

zodat er in theorie, als een stu<strong>de</strong>nt in<strong>de</strong>rdaad 28 uur per EC werkt, nog 120 uur <strong>over</strong> is voor<br />

zelfstudie. Een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> zelfstudie vindt plaats aan <strong>de</strong> hand van verplicht in te leveren<br />

huiswerkopgaven.<br />

Ook het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics kent verschillen<strong>de</strong> werkvormen.<br />

Veel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van dit programma wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> traditionele combinatie van hoor- en<br />

werkcollege gegeven, met veelal twee uur hoorcollege en één uur werkcollege per week. De<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Numerical linear algebra en Numerical methods for PDEs, die <strong>de</strong>el uitmaken van<br />

het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma, wor<strong>de</strong>n als studio course aangebo<strong>de</strong>n. In het afsluiten<strong>de</strong><br />

masterproject wor<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> werkvormen gecombineerd: stu<strong>de</strong>nten moeten tij<strong>de</strong>ns een<br />

afgebaken<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> een on<strong>de</strong>rzoek uitvoeren waarin theoretische kennis wordt toegepast en<br />

relevante informatie wordt verzameld. Aan het ein<strong>de</strong> van het project moeten stu<strong>de</strong>nten een<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

383


verslag schrijven en/of een presentatie geven, zodat tevens <strong>de</strong> communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n<br />

getraind wor<strong>de</strong>n. In het masterseminarium geven stu<strong>de</strong>nten voordrachten <strong>over</strong> bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

stof. Dit kan zijn aan <strong>de</strong> hand van een behan<strong>de</strong>ld boek of <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> materie die <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

interesse heeft van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt. De afstu<strong>de</strong>ervoordracht wordt ook binnen het masterseminarium<br />

gegeven. Sommige theorievakken wor<strong>de</strong>n, al dan niet ge<strong>de</strong>eltelijk, met voordrachten<br />

door stu<strong>de</strong>nten vormgegeven.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics beste<strong>de</strong>n een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> tijd aan zelfstudie,<br />

om <strong>de</strong> cursorisch aangebo<strong>de</strong>n leerstof te verwerken. Een vak waaraan weinig stu<strong>de</strong>nten<br />

<strong>de</strong>elnemen, maar dat wel van belang is met het oog op het afstu<strong>de</strong>erproject, kan ook als reading<br />

course wor<strong>de</strong>n gegeven. In een reading course bestu<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt zelfstandig <strong>de</strong> stof en<br />

bespreekt die regelmatig met <strong>de</strong> docent. Er zijn 12 EC gereserveerd voor <strong>de</strong> voorbereiding van<br />

het masterproject. Deze kunnen, voorafgaand aan het project, na <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> mastercoördinator<br />

en projectbegelei<strong>de</strong>r, bijvoorbeeld besteed wor<strong>de</strong>n aan het bestu<strong>de</strong>ren van relevante<br />

literatuur. Een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> zelfstudie vindt plaats aan <strong>de</strong> hand van verplicht in te leveren<br />

huiswerkopgaven (take home-tentamens).<br />

Omdat er voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten vele keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n binnen het programma zijn, is het volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie niet mogelijk om een tabel met significante en zinvolle informatie van <strong>de</strong><br />

uren die besteed wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> werkvormen per jaar per stu<strong>de</strong>nt op te stellen.<br />

Wat hierboven <strong>over</strong> het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics is gezegd, is voor<br />

het grootste <strong>de</strong>el ook van toepassing op <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen Stochastics<br />

and financial mathematics en Mathematical physics. Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Stochastics and financial mathematics kent geen studio courses, maar wel een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

in het ka<strong>de</strong>r waarvan stu<strong>de</strong>nten computeropdrachten moeten maken. Zij leren op die manier<br />

te werken met statistische programmatuur en statistische analyses van gegevens uit te voeren.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics kent evenmin studio courses.<br />

In het programma van <strong>de</strong>ze opleiding is relatief veel plaats ingeruimd voor huiswerk (take<br />

home-tentamens).<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> niet een expliciet en uitgewerkt<br />

didactisch concept hanteert, maar wel veel aandacht besteedt aan <strong>de</strong> keuze en <strong>de</strong> invulling van<br />

<strong>de</strong> werkvormen. Zij heeft waar<strong>de</strong>ring voor het uitgangspunt van <strong>de</strong> opleiding dat er in elk<br />

semester een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el moet wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n dat een afwijken<strong>de</strong> werkvorm kent. Zij is<br />

in het bijzon<strong>de</strong>r enthousiast <strong>over</strong> <strong>de</strong> invulling van het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Analyse 2, dat in haar ogen<br />

als een example of best practice dient te wor<strong>de</strong>n gezien. In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie zijn <strong>de</strong><br />

inrichting van het programma en <strong>de</strong> keuzen voor <strong>de</strong> werkvormen goed. Zij vindt ook dat<br />

<strong>de</strong> variatie in <strong>de</strong> werkvormen goed is, voor een <strong>de</strong>el als gevolg van het uitgangspunt van <strong>de</strong><br />

opleiding om in elk semester in ie<strong>de</strong>r geval één afwijken<strong>de</strong> werkvorm te gebruiken, en dat die<br />

werkvormen aansluiten bij <strong>de</strong> inhoud en <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len binnen het curriculum.<br />

Zij is ook positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> tussentijdse opdrachten integreert in<br />

het programma. Zij is van mening dat <strong>de</strong> vorm waarin het on<strong>de</strong>rwijs wordt aangebo<strong>de</strong>n een<br />

goe<strong>de</strong> weerspiegeling is van <strong>de</strong> ontwikkeling naar meer zelfstandigheid die stu<strong>de</strong>nten doormaken<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> studie.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> masteropleidingen evenmin een expliciet didactisch<br />

concept hanteren. In haar ogen zijn <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong>ze opleidingen op een re<strong>de</strong>lijk<br />

384 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


klassieke manier ingericht. De keuzen die <strong>de</strong> opleidingen gemaakt hebben bij <strong>de</strong> inrichting<br />

en <strong>de</strong> vormgeving van <strong>de</strong> programma’s zijn naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie a<strong>de</strong>quaat. De<br />

werkvormen die voor <strong>de</strong> masteropleidingen wor<strong>de</strong>n gebruikt sluiten in voldoen<strong>de</strong> mate aan<br />

bij <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleidingen. Het eerste, cursorische <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

programma’s is vooral gericht op het <strong>over</strong>dragen van gespecialiseer<strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n,<br />

het twee<strong>de</strong> op het zelfstandig toepassen van <strong>de</strong> verworven kennis en vaardighe<strong>de</strong>n. Het is in <strong>de</strong><br />

ogen van <strong>de</strong> commissie voor <strong>de</strong> hand liggend dat stu<strong>de</strong>nten in het eerste <strong>de</strong>el vooral gecombineer<strong>de</strong><br />

hoor‐ en werkcolleges volgen en in het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el zelfstandig werken in het ka<strong>de</strong>r van<br />

het afstu<strong>de</strong>erproject.<br />

De commissie komt op grond van bovenstaan<strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> en tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> drie masteropleidingen.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F11: Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing<br />

Door <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen, toetsingen en examens wordt a<strong>de</strong>quaat getoetst of <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> leerdoelen van<br />

(on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma hebben gerealiseerd.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie bevat tabellen waarin voor elk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en<br />

<strong>de</strong> masteropleidingen is aangegeven welke toetsvormen wor<strong>de</strong>n gebruikt. De consistentie in <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie gewaarborgd door het hanteren van beoor<strong>de</strong>lingscriteria<br />

en door intercollegiale afstemming. Voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> afsluiten<strong>de</strong> bachelor‐ en<br />

masterprojecten zijn beoor<strong>de</strong>lingscriteria gespecificeerd. Daarnaast vindt er op individuele<br />

basis <strong>over</strong>leg plaats tussen docenten <strong>over</strong> het niveau van <strong>de</strong> toetsing. Wanneer een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

wordt verzorgd door meer<strong>de</strong>re docenten, <strong>over</strong>leggen <strong>de</strong> docenten met elkaar <strong>over</strong> <strong>de</strong> inhoud<br />

van het tentamen. In an<strong>de</strong>re gevallen raadpleegt een docent vaak een collega die eer<strong>de</strong>r hetzelf<strong>de</strong><br />

of een vergelijkbaar vak heeft gegeven. Het niveau dat stu<strong>de</strong>nten moeten bereiken,<br />

wordt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> colleges bekendgemaakt en in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> veelal geïllustreerd aan <strong>de</strong><br />

hand van een proeftentamen. De toetsvorm wordt aangepast aan het type on<strong>de</strong>rwijs, is vooraf<br />

bij <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten bekend en staat vermeld in <strong>de</strong> studiegids.<br />

Voor hoorcolleges en werkcolleges in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt meestal schriftelijk getentamineerd<br />

met open vragen. Daarnaast leveren stu<strong>de</strong>nten voor veel vakken tussentijds opdrachten<br />

in, die ook wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld. Hoe zwaar <strong>de</strong>ze opdrachten meetellen in <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke<br />

beoor<strong>de</strong>ling, wordt van tevoren bekendgemaakt. Het relatieve gewicht van <strong>de</strong> opdrachten is<br />

vooral afhankelijk van het studiejaar. In het eerste semester van het eerste jaar vormen <strong>de</strong> huiswerkopdrachten<br />

een belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het gehanteer<strong>de</strong> ‘creditsysteem’, daarna neemt<br />

<strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong> opdrachten meetellen in het eindoor<strong>de</strong>el af. In het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar bepalen ingelever<strong>de</strong><br />

opdrachten (die dan feitelijk als een take home-tentamen kunnen wor<strong>de</strong>n gezien) voor<br />

een belangrijk <strong>de</strong>el het eindcijfer van een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Stu<strong>de</strong>nten sluiten <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

meestal af met een mon<strong>de</strong>ling tentamen. Huiswerkopdrachten tellen bij een herkansing in<br />

<strong>de</strong> eerste twee jaren in het algemeen niet meer mee, waardoor stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> verplichting tot het<br />

maken van huiswerk kunnen omzeilen. Herkansingen voor individuele stu<strong>de</strong>nten vin<strong>de</strong>n vaak<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

385


plaats in <strong>de</strong> vorm van een mon<strong>de</strong>ling tentamen. Bij vakken die in het studio course-formaat<br />

wor<strong>de</strong>n gegeven vindt toetsing tij<strong>de</strong>ns het semester plaats in <strong>de</strong> vorm van kleine <strong>de</strong>eltoetsen<br />

en programmeeropdrachten. Voor ie<strong>de</strong>re <strong>de</strong>eltoets of -opdracht is er bij een onvoldoen<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>elresultaat een herkansingsmogelijkheid. Een programmeeropdracht en een project wor<strong>de</strong>n<br />

afgesloten met een schriftelijk en/of mon<strong>de</strong>ling verslag, afhankelijk van het vak. Een project<br />

van grotere omvang wordt afgesloten met een presentatie en een verslag.<br />

De toetsvormen die in <strong>de</strong> masteropleidingen wor<strong>de</strong>n gehanteerd, zijn sterk vergelijkbaar met<br />

<strong>de</strong> toetsvormen die in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wor<strong>de</strong>n gebruikt. Vrijwel alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong><br />

programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen wor<strong>de</strong>n afgesloten met een schriftelijk of mon<strong>de</strong>ling<br />

tentamen. Bij veel vakken wor<strong>de</strong>n daarnaast ingelever<strong>de</strong> opdrachten beoor<strong>de</strong>eld. Hoe zwaar<br />

die opdrachten meetellen, wordt vooraf bekendgemaakt. De opdrachten fungeren vaak als<br />

een take home-tentamen, meestal naast een afsluitend mon<strong>de</strong>ling tentamen. Voor ie<strong>de</strong>re <strong>de</strong>eltoets<br />

of -opdracht is er bij een onvoldoen<strong>de</strong> <strong>de</strong>elresultaat een herkansingsmogelijkheid. Een<br />

programmeeropdracht en een project wor<strong>de</strong>n afgesloten met een schriftelijk en/of mon<strong>de</strong>ling<br />

verslag, afhankelijk van het vak. Een project van grotere omvang wordt afgesloten met een<br />

presentatie en een verslag.<br />

Per jaar wordt één tentamenmogelijkheid en één herkansing aangebo<strong>de</strong>n voor schriftelijke tentamens.<br />

Daarnaast kan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt bij <strong>de</strong> docent het verzoek indienen voor een twee<strong>de</strong> hertentamen.<br />

De docent bepaalt <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong>ze twee<strong>de</strong> herkansing. In het geval<br />

van practica en projecten is slechts een toetsingsmoment per jaar mogelijk voor <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n<br />

die specifiek aan dat practicum of project gekoppeld zijn. Ook voor <strong>de</strong> mon<strong>de</strong>linge eindpresentatie<br />

van bepaal<strong>de</strong> vakken geldt dat er slechts een toetsingsmoment per jaar is. De schriftelijke verslaglegging<br />

van <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kan op elk moment plaatsvin<strong>de</strong>n. De uitslag van een tentamen<br />

dient binnen vijftien werkdagen na het tentamen bekend te wor<strong>de</strong>n gemaakt.<br />

De regels en richtlijnen met betrekking tot <strong>de</strong> toetsing en tentaminering zijn vastgelegd in <strong>de</strong><br />

On<strong>de</strong>rwijs- en Examenregeling (OER). De Examencommissie ziet erop toe dat <strong>de</strong>ze regeling<br />

wordt nageleefd. Daarnaast bepaalt <strong>de</strong> Examencommissie of stu<strong>de</strong>nten met afwijken<strong>de</strong> vooropleidingen<br />

wel, niet of voorwaar<strong>de</strong>lijk toelaatbaar zijn tot <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Voor vrijstellingen<br />

of afwijken<strong>de</strong> studiepa<strong>de</strong>n of keuzevakken in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is <strong>de</strong> goedkeuring<br />

van <strong>de</strong> Examencommissie vereist. Ten slotte bepaalt <strong>de</strong> Examencommissie voor het uitreiken<br />

van <strong>de</strong> bul het judicium, op grond van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt behaal<strong>de</strong> resultaten. De Examencommissie<br />

houdt zich niet bezig met <strong>de</strong> bewaking van <strong>de</strong> studievoortgang, zij beschouwt dat<br />

als een taak van <strong>de</strong> studieadviseur, die <strong>de</strong> Opleidingscommissie inschakelt wanneer dat noodzakelijk<br />

is. De opleiding beschikt niet <strong>over</strong> een formele regeling voor frau<strong>de</strong>, maar volgens <strong>de</strong><br />

le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Examencommissie voelen docenten goed aan of stu<strong>de</strong>nten bijvoorbeeld bij het<br />

maken van opdrachten hebben samengewerkt met an<strong>de</strong>ren. Voor het bachelorexamen, met<br />

daarbij inbegrepen het lezen en beoor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> scriptie, treedt een afstu<strong>de</strong>ercommissie van<br />

twee examinatoren op, bestaan<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> scriptiebegelei<strong>de</strong>r en een an<strong>de</strong>r staflid. De opleiding is<br />

bezig <strong>de</strong> richtlijnen waaraan bachelorscripties moeten voldoen te verbeteren, zij is van oor<strong>de</strong>el<br />

dat <strong>de</strong> eisen en <strong>de</strong> verwachtingen die gel<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>ze scripties niet altijd voldoen<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk<br />

zijn en dat stu<strong>de</strong>nten soms te ambitieus zijn.<br />

De Examencommissie ziet het in het geval van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics, Stochastics<br />

and financial mathematics en Mathematical physics als haar belangrijkste taak om het gerealiseer<strong>de</strong><br />

niveau te bewaken. Zij is daarom nauw betrokken bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties.<br />

Het oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> <strong>de</strong> scripties van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen wordt niet<br />

386 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


alleen bepaald op basis van <strong>de</strong> scriptie zelf, maar ook op basis van een mon<strong>de</strong>linge presentatie<br />

van <strong>de</strong> behaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekresultaten. Deze presentatie vindt inmid<strong>de</strong>ls plaats voor (en niet<br />

tij<strong>de</strong>ns) het formele masterexamen. Een scriptie wordt altijd door twee docenten beoor<strong>de</strong>eld.<br />

De voorzitter van <strong>de</strong> Examencommissie stelt het cijfer voor <strong>de</strong> masterscriptie <strong>de</strong>finitief vast,<br />

gebruikmakend van het door <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erdocent ingevul<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingsformulier. De Examencommissie<br />

voor <strong>de</strong> masteropleidingen bestaat uit ten minste drie permanente le<strong>de</strong>n met<br />

verschillen<strong>de</strong> expertises.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> informatie met betrekking tot <strong>de</strong> toetsing en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling bestu<strong>de</strong>erd<br />

en vastgesteld dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen gekozen hebben voor<br />

a<strong>de</strong>quate toetsvormen. Zij heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek voorbeel<strong>de</strong>n van recente tentamens en<br />

<strong>de</strong> toetsen bestu<strong>de</strong>erd en geconclu<strong>de</strong>erd dat het niveau van <strong>de</strong> toetsen a<strong>de</strong>quaat is en dat <strong>de</strong><br />

toetsen in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die getoetst wor<strong>de</strong>n.<br />

Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> toetsvormen die wor<strong>de</strong>n gehanteerd voldoen<strong>de</strong> variatie vertonen en<br />

heeft waar<strong>de</strong>ring voor het gebruik van tussentijdse opdrachten. Zij heeft geconstateerd dat<br />

<strong>de</strong> opleidingen voor on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarvoor stu<strong>de</strong>nten opdrachten moeten inleveren meestal<br />

ook een afsluitend mon<strong>de</strong>ling tentamen afnemen en daarmee <strong>de</strong> mogelijkheid uitsluiten dat<br />

stu<strong>de</strong>nten een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el met succes afron<strong>de</strong>n op basis van ingelever<strong>de</strong> opdrachten waarvan<br />

niet met zekerheid kan wor<strong>de</strong>n gezegd of zij die zelf hebben gemaakt. Daarmee reageren <strong>de</strong><br />

opleidingen op een a<strong>de</strong>quate manier op het risico dat ontstaat wanneer <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling alleen<br />

gebaseerd is op ingelever<strong>de</strong> take home-tentamens. De commissie is positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> richtlijnen<br />

die <strong>de</strong> opleidingen hanteren voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van scripties en <strong>over</strong> <strong>de</strong> uniforme manier van<br />

beoor<strong>de</strong>len die daaruit voortvloeit.<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> Examencommissie haar rol invult, in het bijzon<strong>de</strong>r<br />

bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> scripties die in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> masteropleidingen wor<strong>de</strong>n geschreven.<br />

Zij heeft <strong>over</strong>igens ook <strong>de</strong> indruk gekregen dat <strong>de</strong> Examencommissie, met haar sterke focus op <strong>de</strong><br />

eindfase van <strong>de</strong> masteropleidingen, <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong> masteropleiding<br />

eer<strong>de</strong>r als één geheel ziet dan als een combinatie van twee opleidingen.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> formele aspecten van <strong>de</strong> toetsing en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling op een<br />

a<strong>de</strong>quate manier zijn vastgelegd. Zij komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding<br />

voldoen aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematical physics luidt het voldoen<strong>de</strong> en voor <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics<br />

and financial mathematics luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

387


8.<strong>2.</strong>3. Inzet van personeel<br />

F12: Eisen WO<br />

De opleiding sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor <strong>de</strong> inzet van personeel van een WO-opleiding:<br />

Het on<strong>de</strong>rwijs wordt voor een belangrijk <strong>de</strong>el verzorgd door on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het vakgebied.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudies bevatten een tabel waarin een <strong>over</strong>zicht is opgenomen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsinzet<br />

ten behoeve van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen vanuit het Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut.<br />

Daaruit blijkt dat <strong>de</strong> wetenschappelijke staf van het Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut (hoogleraren,<br />

universitair hoofddocenten en universitair docenten) op <strong>de</strong> peildatum van 1 <strong>de</strong>cember 2005<br />

25 me<strong>de</strong>werkers omvatte. De le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf beste<strong>de</strong>n gemid<strong>de</strong>ld 40%<br />

van hun tijd aan on<strong>de</strong>rwijstaken. Twee van <strong>de</strong> universitair docenten waren op <strong>de</strong> vermel<strong>de</strong><br />

peildatum niet gepromoveerd. Deze docenten verzorgen volgens <strong>de</strong> zelfstudie alleen on<strong>de</strong>rwijs<br />

in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en serviceon<strong>de</strong>rwijs. Daarnaast waren er nog 16 an<strong>de</strong>re me<strong>de</strong>werkers<br />

(postdocs, promovendi, stu<strong>de</strong>ntassistenten) die bijdragen lever<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwijsprogramma’s. Alle docenten, behalve <strong>de</strong> twee niet gepromoveer<strong>de</strong> ud’s, zijn volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie actief als on<strong>de</strong>rzoeker. Daardoor is volgens <strong>de</strong> zelfstudie gewaarborgd dat het<br />

on<strong>de</strong>rwijs gerelateerd is aan het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek. Tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit<br />

vernam <strong>de</strong> commissie dat <strong>de</strong> opleidingen niet meer beschikten <strong>over</strong> docenten die alleen<br />

on<strong>de</strong>rwijs verzorg<strong>de</strong>n. De docenten meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie dat zij gemid<strong>de</strong>ld in<strong>de</strong>rdaad zo’n<br />

40% van hun tijd beste<strong>de</strong>n aan on<strong>de</strong>rwijs. De werkdruk is volgens <strong>de</strong> docenten <strong>de</strong> laatste tijd<br />

toegenomen als gevolg van het vertrek van een aantal docenten, maar <strong>de</strong> vrijgekomen plaatsen<br />

zijn weer vrijgegeven en het instituut werkt aan <strong>de</strong> invulling daarvan.<br />

Alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> staf van het Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut leveren bijdragen aan het on<strong>de</strong>rwijs<br />

aan wiskun<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten of het serviceon<strong>de</strong>rwijs bij an<strong>de</strong>re opleidingen. De le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> vaste<br />

staf verzorgen niet alleen <strong>de</strong> hoorcolleges, <strong>de</strong> seminaria en <strong>de</strong> scriptiebegeleiding, maar zij<br />

bepalen ook <strong>de</strong> inhoud en <strong>de</strong> opzet van cursussen. De verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor het on<strong>de</strong>rwijs<br />

ligt altijd bij <strong>de</strong> wetenschappelijke staf. Bij werkcolleges en computerpractica wor<strong>de</strong>n<br />

promovendi en soms ook stu<strong>de</strong>ntassistenten ingezet, maar ook bij <strong>de</strong> werkcolleges streeft <strong>de</strong><br />

opleiding ernaar om tevens <strong>de</strong> vaste staf in te zetten.<br />

De opleidingen maken bij het ver<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken in principe geen verschil tussen<br />

hoogleraren, universitair hoofddocenten en universitair docenten. Dit heeft tot gevolg<br />

dat hoogleraren ook binnen het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een groot <strong>de</strong>el van het<br />

on<strong>de</strong>rwijs verzorgen. De stu<strong>de</strong>nten komen reeds in het eerste semester van hun eerste jaar in<br />

aanraking met verschillen<strong>de</strong> hoogleraren, on<strong>de</strong>r wie een Spinozaprijswinnaar.<br />

De on<strong>de</strong>rzoeksprogramma’s van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam kregen in <strong>de</strong> meest recente<br />

on<strong>de</strong>rzoekvisitatie Wiskun<strong>de</strong> een waar<strong>de</strong>ring die varieer<strong>de</strong> van ruim voldoen<strong>de</strong> tot zeer goed.<br />

Datzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsprogramma’s van <strong>de</strong> Vrije Universiteit (die belangrijke bijdragen<br />

levert aan <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and<br />

financial mathematics).<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat het <strong>over</strong>grote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

staf van het Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut gepromoveerd is en on<strong>de</strong>rzoek verricht dat regelmatig<br />

388 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


wordt beoor<strong>de</strong>eld door internationaal samengestel<strong>de</strong> visitatiecommissies. Zij heeft vernomen<br />

dat er alleen gepromoveer<strong>de</strong> docenten wor<strong>de</strong>n ingezet in het on<strong>de</strong>rwijs in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />

opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Zij conclu<strong>de</strong>ert op basis daarvan dat <strong>de</strong> programma’s<br />

van <strong>de</strong> vier opleidingen wor<strong>de</strong>n verzorgd door actieve on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren<br />

aan <strong>de</strong> ontwikkeling van het vakgebied en dat <strong>de</strong> opleidingen daarmee voldoen aan het<br />

criterium dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F13: Kwantiteit personeel<br />

Er wordt voldoen<strong>de</strong> personeel ingezet om <strong>de</strong> opleiding met <strong>de</strong> gewenste kwaliteit te verzorgen.<br />

Beschrijving<br />

De exacte omvang van <strong>de</strong> personele inzet ten behoeve van <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> is volgens <strong>de</strong> zelfstudie moeilijk te bepalen, omdat het on<strong>de</strong>rwijs binnen <strong>de</strong> faculteit<br />

een geïntegreerd geheel vormt. Vakken en <strong>de</strong>len van programma’s wor<strong>de</strong>n voor meer<strong>de</strong>re<br />

opleidingen tegelijk verzorgd, in sommige gevallen zelfs op facultair niveau. Uit een tabel in <strong>de</strong><br />

zelfstudie blijkt dat <strong>de</strong> personele inzet in het on<strong>de</strong>rwijs (inclusief het serviceon<strong>de</strong>rwijs, dat zo’n<br />

20 tot 25% van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsinzet uitmaakt) op 1 <strong>de</strong>cember 2005 10,2 fte bedroeg. Uit een<br />

an<strong>de</strong>re tabel in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat het aantal stu<strong>de</strong>nten per fte on<strong>de</strong>rwijsformatie gemid<strong>de</strong>ld<br />

ruim acht is en dat het aantal diploma’s per fte rond <strong>de</strong> twee ligt.<br />

De omvang van <strong>de</strong> wetenschappelijk staf is kleiner dan het Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut beoogt.<br />

Vanaf 2004 zijn er grote veran<strong>de</strong>ringen binnen <strong>de</strong> staf geweest door het vertrek van twee hoogleraren<br />

en door natuurlijk verloop (pensionering van ervaren docenten). Op het moment dat<br />

<strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld was het Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut on<strong>de</strong>r meer bezig met <strong>de</strong><br />

werving van twee hoogleraren.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geen inzicht in <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsformatie die specifiek wordt<br />

ingezet ten behoeve van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> of <strong>de</strong> masteropleidingen en is niet goed in staat<br />

om beargumenteer<strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len te geven <strong>over</strong> specifieke opleidingen. Zij heeft <strong>de</strong> informatie<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> staf-stu<strong>de</strong>ntratio en <strong>de</strong> aantallen afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n per fte voor kennisgeving aangenomen<br />

en vastgesteld dat die niet eenvoudig om te zetten is in informatie die wel relevant is op<br />

het niveau van <strong>de</strong> opleiding. De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> docenten bevestigen<br />

dat ze gemid<strong>de</strong>ld ongeveer 40% van hun tijd beste<strong>de</strong>n aan on<strong>de</strong>rwijstaken en vindt dat dit in<br />

goe<strong>de</strong> verhouding staat tot <strong>de</strong> tijd die beschikbaar is voor on<strong>de</strong>rzoek. Zij gaat er daarbij van uit<br />

dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbezetting van tij<strong>de</strong>lijke aard is.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat het Korteweg-<strong>de</strong> Vries Instituut in het bijzon<strong>de</strong>r bij het verzorgen<br />

van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and financial<br />

mathematics op een goe<strong>de</strong> manier gebruikmaakt van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> samenwerking<br />

met <strong>de</strong> Vrije Universiteit en <strong>de</strong> Universiteit Utrecht biedt. De bijdragen van docenten van die<br />

instellingen aan <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong>ze masteropleidingen lei<strong>de</strong>n er niet alleen toe dat <strong>de</strong><br />

binnen het instituut beschikbare on<strong>de</strong>rwijsformatie op een goe<strong>de</strong> en efficiënte manier wordt<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

389


ingezet, maar ze hebben ook een evi<strong>de</strong>nte toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> opleidingen.<br />

De commissie komt op grond daarvan tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong>ze masteropleidingen.<br />

Omdat <strong>de</strong> samenwerking zich beperkt tot <strong>de</strong>ze opleidingen, komt zij tot het oor<strong>de</strong>el<br />

‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F14: Kwaliteit personeel<br />

Het personeel is gekwalificeerd voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke, on<strong>de</strong>rwijskundige en organisatorische realisatie van het<br />

programma.<br />

Beschrijving<br />

Volgens een facultaire richtlijn die is opgenomen in het Kwaliteitsplan On<strong>de</strong>rwijs streeft <strong>de</strong><br />

faculteit ernaar dat alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf beschikken <strong>over</strong> a<strong>de</strong>quate didactische<br />

vaardighe<strong>de</strong>n. Het Kwaliteitsplan bevat met het oog daarop een aantal maatregelen, die<br />

<strong>de</strong> opleidingen volgens <strong>de</strong> zelfstudie al groten<strong>de</strong>els geïmplementeerd hebben.<br />

Nieuwe docenten die geen aantoonbare on<strong>de</strong>rwijservaring hebben, zijn verplicht een cursus<br />

te volgen die gewijd is aan didactiek en on<strong>de</strong>rwijsontwerp. Deze cursus wordt in <strong>de</strong> nabije<br />

toekomst ingebed in een langer traject (met een totale omvang van maximaal driehon<strong>de</strong>rd<br />

uur), dat moet lei<strong>de</strong>n tot een Basiskwalificatie On<strong>de</strong>rwijs. Deze basiskwalificatie gaat uit van<br />

docentcompetenties op vijf gebie<strong>de</strong>n: professionele houding, ontwerpen van on<strong>de</strong>rwijs, uitvoeren<br />

van on<strong>de</strong>rwijs, begelei<strong>de</strong>n van stu<strong>de</strong>nten en ontwikkelen en organiseren van on<strong>de</strong>rwijs.<br />

De faculteit stelt financiën en faciliteiten voor dit scholingstraject beschikbaar. Tij<strong>de</strong>ns het<br />

bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> faculteit bezig is met <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re inhou<strong>de</strong>lijke invulling<br />

van het scholingstraject voor nieuwe docenten. Het bestuur van <strong>de</strong> faculteit is van mening<br />

dat <strong>de</strong> basiskwalificatie die nieuwe docenten verwerven een dui<strong>de</strong>lijker bètasignatuur dient te<br />

hebben. Nieuwe aio’s moeten in het eerste jaar van hun aanstelling een didactische cursus voor<br />

werkcollegedocenten volgen. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie komt het in een enkel geval voor dat aio’s<br />

wor<strong>de</strong>n ingezet als werkcollegedocent voordat zij <strong>de</strong> gelegenheid hebben gehad om die cursus<br />

te volgen.<br />

De didactische vaardighe<strong>de</strong>n en kwaliteiten wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gesteld in <strong>de</strong> jaargesprekken<br />

van docenten met hun direct leidinggeven<strong>de</strong>. De opleidingsdirecteur of <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirecteur<br />

is aanwezig bij een jaargesprek wanneer daarom is gevraagd door <strong>de</strong> betrokken me<strong>de</strong>werker,<br />

<strong>de</strong> directe leidinggeven<strong>de</strong> of een van <strong>de</strong> directeuren. Volgens <strong>de</strong> docenten wordt er tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> jaargesprekken in<strong>de</strong>rdaad aandacht besteed aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken die zij uitvoeren. De<br />

faculteit hanteert voor <strong>de</strong> verslaglegging van <strong>de</strong> jaargesprekken een formulier, dat op korte<br />

termijn zal wor<strong>de</strong>n vervangen door een digitaal portfolio. In <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs<br />

wordt ook aandacht besteed aan <strong>de</strong> didactische vaardighe<strong>de</strong>n van docenten en <strong>de</strong> algemene<br />

kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs. Wanneer een jaargesprek of een on<strong>de</strong>rwijsevaluatie daartoe aanleiding<br />

geeft, wordt een docent geacht een vaardigheidstraining te volgen uit het cursusaanbod<br />

van het Centrum voor Nascholing van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam. Daarnaast organiseert<br />

het on<strong>de</strong>rwijsinstituut, in samenwerking met het AMSTEL-instituut (dat gespecialiseerd is in<br />

<strong>de</strong> bètadidactiek en in on<strong>de</strong>rzoek en ontwikkeling van ICT-toepassingen in het on<strong>de</strong>rwijs),<br />

390 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


tweemaal per jaar on<strong>de</strong>rwijsmiddagen voor docenten, waarop thema’s wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld die<br />

voortvloeien uit on<strong>de</strong>rwijsevaluaties of die door docenten zelf zijn ingebracht (zoals het aca<strong>de</strong>misch<br />

klimaat van <strong>de</strong> opleiding, het motiveren van stu<strong>de</strong>nten en het gebruik van een digitale<br />

leeromgeving). Het is volgens <strong>de</strong> zelfstudie uitein<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> bedoeling dat alle docenten drie<br />

bijscholingsactiviteiten per jaar bijwonen.<br />

De Stu<strong>de</strong>nt Tevre<strong>de</strong>nheidsMonitor geeft volgens <strong>de</strong> zelfstudie een positief beeld van <strong>de</strong> kwaliteiten<br />

van <strong>de</strong> docenten. De stu<strong>de</strong>nten binnen <strong>de</strong> faculteit waar<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundigheid, bereikbaarheid<br />

en inzet van hun docenten (ruim) bovengemid<strong>de</strong>ld in vergelijking met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

faculteiten van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam. De waar<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> didactische kwaliteiten<br />

en <strong>de</strong> mate waarin docenten enthousiasmeren ligt rond het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van <strong>de</strong> universiteit als<br />

geheel.<br />

De vakinhou<strong>de</strong>lijke kwaliteiten van <strong>de</strong> docenten blijken volgens <strong>de</strong> zelfstudie uit hun actieve<br />

participatie in het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek. De specialisaties van <strong>de</strong> vaste staf zijn zo<br />

gespreid dat <strong>de</strong> staf een kwalitatief hoog en zeer breed bachelorprogramma kan verzorgen.<br />

De staf beschikt niet <strong>over</strong> <strong>de</strong> kwalificaties om ook op masterniveau <strong>de</strong> volle breedte van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> voor zijn rekening te nemen, maar door <strong>de</strong> samenwerking met an<strong>de</strong>re instellingen<br />

in Ne<strong>de</strong>rland (en in het bijzon<strong>de</strong>r met <strong>de</strong> Vrije Universiteit en <strong>de</strong> Universiteit Utrecht) is er<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie ook op masterniveau sprake van een volledig aanbod. Binnen het Korteweg-<strong>de</strong><br />

Vries Instituut beston<strong>de</strong>n ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie twee vacatures<br />

voor hoogleraren, waaron<strong>de</strong>r een vacature op het gebied van <strong>de</strong> mathematische fysica.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> aandacht die <strong>de</strong> faculteit en <strong>de</strong> opleidingen beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> didactische<br />

vaardighe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> professionalisering van in het bijzon<strong>de</strong>r beginnen<strong>de</strong> docenten en <strong>de</strong><br />

voornemens om te komen tot een Basiskwalificatie On<strong>de</strong>rwijs. Zij moedigt <strong>de</strong> opleidingen<br />

aan om <strong>de</strong> plannen en <strong>de</strong> initiatieven ver<strong>de</strong>r uit te werken en te implementeren. Zij is er, op<br />

grond van <strong>de</strong> informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> activiteiten op het gebied van <strong>de</strong> scholing en training en op<br />

grond van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van stu<strong>de</strong>nten, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re blijkend uit <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> evaluaties<br />

van het on<strong>de</strong>rwijs, van <strong>over</strong>tuigd dat <strong>de</strong> docenten beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskundige en<br />

<strong>de</strong> organisatorische kwalificaties die noodzakelijk zijn om <strong>de</strong> programma’s op een a<strong>de</strong>quate<br />

manier uit te voeren. Zij is wel van mening dat <strong>de</strong> opleidingen zich niet alleen zou<strong>de</strong>n moeten<br />

richten op <strong>de</strong> scholing van beginnen<strong>de</strong> docenten, maar dat zij ook <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re ontwikkeling van<br />

zitten<strong>de</strong> docenten zou<strong>de</strong>n moeten bevor<strong>de</strong>ren.<br />

De docenten beschikken naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke expertise die<br />

noodzakelijk is om het on<strong>de</strong>rwijs op een a<strong>de</strong>quate manier te verzorgen. Zij heeft geconstateerd<br />

dat <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en Stochastics and financial mathematics op een<br />

zinvolle manier gebruikmaken van <strong>de</strong> expertise van docenten van an<strong>de</strong>re instellingen, in het<br />

bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Vrije Universiteit Amsterdam en <strong>de</strong> Universiteit Utrecht.<br />

De commissie komt dan ook tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat<br />

geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

391


Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor<br />

<strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics luidt het voldoen<strong>de</strong> en voor <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Stochastics and financial mathematics luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

8.<strong>2.</strong>4. Voorzieningen<br />

F15: Materiële voorzieningen<br />

De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.<br />

Beschrijving<br />

De opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematics and science education) zijn gehuisvest in het gebouw Eucli<strong>de</strong>s op het Roeterseiland<br />

Complex. Het is <strong>de</strong> bedoeling dat <strong>de</strong> gehele faculteit <strong>over</strong> een aantal jaren gehuisvest<br />

zal zijn in het Science Park Amsterdam. De start van <strong>de</strong> noodzakelijke nieuwbouw heeft vertraging<br />

opgelopen. De verhuizing zal volgens <strong>de</strong> planning in 2008 stapsgewijs plaatsvin<strong>de</strong>n.<br />

De gezamenlijke huisvesting zal volgens <strong>de</strong> zelfstudie een ver<strong>de</strong>re impuls geven aan <strong>de</strong> samenwerking<br />

tussen <strong>de</strong> bètaopleidingen op het gebied van <strong>de</strong> uitvoering en on<strong>de</strong>rsteuning van het<br />

on<strong>de</strong>rwijs, maar ook op het gebied van <strong>de</strong> inhoud en <strong>de</strong> vernieuwing van het on<strong>de</strong>rwijs. De<br />

activiteiten op het gebied van internationalisering wor<strong>de</strong>n gecoördineerd vanuit het facultaire<br />

International Office.<br />

De on<strong>de</strong>rwijsruimten op het Roeterseiland Complex verkeren volgens <strong>de</strong> zelfstudie in goe<strong>de</strong><br />

staat en wor<strong>de</strong>n zeer vaak schoongemaakt. De werkcollegeruimten in <strong>de</strong> Diamantslijperij verkeren<br />

in min<strong>de</strong>r goe<strong>de</strong> staat, maar ogen netjes genoeg. De meeste zalen zijn uitgerust met een<br />

beamer, een <strong>over</strong>headprojector en een schoolbord. Stu<strong>de</strong>nten die bezig zijn hun masterscriptie<br />

te schrijven kunnen gebruikmaken van een kamer die voor hen gereserveerd is. Uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsevaluaties<br />

blijkt dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> faciliteiten die gebruikt wor<strong>de</strong>n als ruim voldoen<strong>de</strong><br />

tot goed beoor<strong>de</strong>len.<br />

De collectie van wetenschappelijke boeken en tijdschriften van Wiskun<strong>de</strong> en informatica<br />

is on<strong>de</strong>rgebracht in het gebouw Eucli<strong>de</strong>s. Het facultaire studie- en informatiecentrum, ook<br />

gehuisvest op het Roeterseiland Complex, beschikt <strong>over</strong> een on<strong>de</strong>rwijscollectie: van elk studieboek<br />

is minimaal één (niet uitleenbaar) exemplaar aanwezig. De universiteit beschikt ook <strong>over</strong><br />

een zeer uitgebrei<strong>de</strong> digitale bibliotheek van wetenschappelijke tijdschriften, die vanaf elke<br />

computer binnen het universitaire netwerk bereikbaar is. In <strong>de</strong> bibliotheek zijn enkele werkplekken,<br />

in het studie- en informatiecentrum zijn stiltewerkplekken, computerwerkplekken<br />

en een verga<strong>de</strong>rzaal aanwezig. De stu<strong>de</strong>nten Wiskun<strong>de</strong> kunnen gebruikmaken van <strong>de</strong> computerzalen<br />

in Eucli<strong>de</strong>s. Alle benodig<strong>de</strong> software (ook software voor wiskun<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten) is op<br />

<strong>de</strong> computers in <strong>de</strong>ze zalen geïnstalleerd. De opleidingen maken voor cursorisch computeron<strong>de</strong>rwijs<br />

vooral gebruik van <strong>de</strong> zalen in Eucli<strong>de</strong>s en in het Natuurkun<strong>de</strong>gebouw. De stu<strong>de</strong>nten<br />

zijn in het algemeen tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> het aantal beschikbare computerwerkplekken. Toch is het<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie noodzakelijk om het aantal werkplekken te vergroten. De opleidingen<br />

waren op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld bezig om die vergroting te realiseren,<br />

door bijvoorbeeld een ruimte in Eucli<strong>de</strong>s te reserveren voor bachelorstu<strong>de</strong>nten.<br />

392 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


Sinds september 2004 zijn verschillen<strong>de</strong> voorzieningen voor stu<strong>de</strong>nten die via internet wor<strong>de</strong>n<br />

aangeleverd gebun<strong>de</strong>ld in <strong>de</strong> portal MijnUvA.nl. Deze portal bevat on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Studieweb<br />

(een applicatie die verbon<strong>de</strong>n is met het registratiesysteem ISIS), Blackboard (een elektronische<br />

leeromgeving voor stu<strong>de</strong>nten en docenten) en www.stu<strong>de</strong>nt.uva.nl (<strong>de</strong> website waarop<br />

alle informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> studie staat voor <strong>de</strong> zitten<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten, zoals on<strong>de</strong>rwijsme<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen,<br />

studieprogramma’s en roosters). De portal vormt een centrale plaats die stu<strong>de</strong>nten toegang<br />

biedt tot alle informatie die zij nodig hebben. Stu<strong>de</strong>nten hebben niet alleen een algemene<br />

stu<strong>de</strong>ntaccount, maar ook een science-account, waarmee zij toegang krijgen tot specifieke<br />

software voor <strong>de</strong> bètastudies.<br />

De commissie heeft zich tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit zelf een beeld gevormd van <strong>de</strong><br />

kwaliteit van <strong>de</strong> voorzieningen waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> opleidingen beschikken. Zij vernam tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

gesprekken ter plaatse dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> voorzieningen waar<strong>over</strong> zij kunnen<br />

beschikken.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen beschikken <strong>over</strong> goe<strong>de</strong> materiële voorzieningen<br />

die het goed mogelijk maken om <strong>de</strong> programma’s op <strong>de</strong> gewenste manier te verzorgen. Zij<br />

heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek vastgesteld dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsruimten, <strong>de</strong> computervoorzieningen en<br />

bibliotheek ruimschoots voldoen aan <strong>de</strong> eisen die daaraan gesteld mogen wor<strong>de</strong>n. Datzelf<strong>de</strong><br />

geldt voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re voorzieningen waarop stu<strong>de</strong>nten een beroep kunnen doen, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

voorzieningen die via internet wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n.<br />

De commissie komt voor het facet dat betrekking heeft op <strong>de</strong> materiële voorzieningen tot het<br />

oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

F16: Studiebegeleiding<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten zijn a<strong>de</strong>quaat met het oog op studievoortgang.<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten sluiten aan bij <strong>de</strong> behoefte van stu<strong>de</strong>nten.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie is <strong>de</strong> basisvoorziening op het gebied van <strong>de</strong> studiebegeleiding (die in <strong>de</strong><br />

terminologie van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam <strong>de</strong>el uitmaakt van <strong>de</strong> studieloopbaanbegeleiding),<br />

ge<strong>de</strong>finieerd als opvang of hulp bij al dan niet studiegerelateer<strong>de</strong> problemen, in alle<br />

jaren van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen in wezen hetzelf<strong>de</strong>. De stu<strong>de</strong>nten kunnen<br />

per e-mail, telefonisch of op afspraak terecht bij <strong>de</strong> studieadviseur, die hen zelf helpt of hen<br />

verwijst naar <strong>de</strong> juiste persoon binnen of buiten <strong>de</strong> universiteit. De studiebegeleiding heeft als<br />

doel bij te dragen aan een maximale ontplooiing van stu<strong>de</strong>nten op inhou<strong>de</strong>lijk gebied.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> streeft ernaar om ‘<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt op <strong>de</strong> juiste plek’ te krijgen.<br />

Daarom heeft het programma van het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een selecteren<strong>de</strong> en<br />

verwijzen<strong>de</strong> functie. In het eerste jaar wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten intensief begeleid door mid<strong>de</strong>l van<br />

een intakeprocedure (in het ka<strong>de</strong>r waarvan ze on<strong>de</strong>r meer hun motivatie schriftelijk moeten<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

393


toelichten en ook hun persoonlijke situatie beschrijven), tutoraat en studieadviezen. De stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> doorlopen sinds enige jaren een intakeprocedure, waarin zij<br />

een aantal gesloten vragen beantwoor<strong>de</strong>n <strong>over</strong> hun privésituatie en twee essays schrijven <strong>over</strong><br />

hun studiekeuze en motivatie. Op die manier krijgt <strong>de</strong> opleiding een beeld van <strong>de</strong> motivatie<br />

van individuele stu<strong>de</strong>nten, maar ook van persoonsgebon<strong>de</strong>n factoren die van invloed kunnen<br />

zijn op <strong>de</strong> studievoortgang. Op basis daarvan kunnen stu<strong>de</strong>nten al in <strong>de</strong> eerste weken van hun<br />

studie door <strong>de</strong> studieadviseur bena<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n voor een gesprek. Stu<strong>de</strong>nten weten te allen<br />

tij<strong>de</strong> bij wie ze terechtkunnen met vragen <strong>over</strong> <strong>de</strong> studie, het vak of hun persoonlijke situatie.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> krijgen in het eerste jaar twee keer een schriftelijk,<br />

niet-bin<strong>de</strong>nd studieadvies: in januari, na afloop van het eerste semester, en in september, aan<br />

het eind van het eerste jaar. Stu<strong>de</strong>nten met een negatief advies wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> studieadviseur<br />

voor een gesprek uitgenodigd. De adviezen zijn gebaseerd op <strong>de</strong> resultaten die stu<strong>de</strong>nten<br />

behaald hebben.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> kent sinds het studiejaar 2003-2004 een tutorsysteem. Het primaire doel<br />

daarvan is om beginnen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten te helpen hun aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n te ontwikkelen<br />

en om hen zo goed en efficiënt mogelijk te leren stu<strong>de</strong>ren. Een tutorgroep bestaat gemid<strong>de</strong>ld uit<br />

acht eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten, die wordt begeleid door een ou<strong>de</strong>rejaarsstu<strong>de</strong>nt. In het eerste semester<br />

komt <strong>de</strong>ze groep wekelijks bijeen. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze (verplichte) bijeenkomsten wordt on<strong>de</strong>r meer<br />

aandacht besteed aan <strong>de</strong> ontwikkeling van aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n, aan problemen die met<br />

<strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> studie te maken hebben en aan <strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs. De stu<strong>de</strong>nten<br />

vin<strong>de</strong>n het volgens <strong>de</strong> zelfstudie prettig om een informeel aanspreekpunt binnen <strong>de</strong> opleiding<br />

te hebben. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> faculteit bleek dat stu<strong>de</strong>nten in het<br />

algemeen positief zijn <strong>over</strong> het tutoraat, dat in hun ogen zowel een sociale als een inhou<strong>de</strong>lijke<br />

functie heeft. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten varieert <strong>de</strong> invulling van het tutoraat en is er <strong>de</strong> laatste tijd<br />

in toenemen<strong>de</strong> mate aandacht voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke aspecten van <strong>de</strong> studie.<br />

Binnen het Portfolio Aca<strong>de</strong>mische Basis Competenties en Oriëntatie zijn 3 EC gereserveerd<br />

voor voorlichting en oriëntatie op <strong>de</strong> keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns en na <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>.<br />

Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Highlights in het twee<strong>de</strong> semester van het eerste jaar vormt het eerste <strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong>ze oriëntatie, het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Oriëntatie op on<strong>de</strong>rzoek en beroep in het eerste semester van<br />

het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el. Daarnaast organiseert <strong>de</strong> opleiding verschillen<strong>de</strong> voorlichtingsbijeenkomsten<br />

om stu<strong>de</strong>nten te informeren <strong>over</strong> <strong>de</strong> keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />

Van stu<strong>de</strong>nten die een keuze voor een masterprogramma hebben gemaakt, wordt verwacht dat<br />

zij direct contact opnemen met <strong>de</strong> coördinator van dit programma. Stu<strong>de</strong>nten die een <strong>bacheloropleiding</strong><br />

aan <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam volgen, komen vaak al met <strong>de</strong> mastercoördinator<br />

in contact voordat zij met <strong>de</strong> masteropleiding beginnen. Stu<strong>de</strong>nten die een vooropleiding aan<br />

een an<strong>de</strong>re universiteit hebben gevolgd, hebben in het algemeen in <strong>de</strong> eerste week van hun studie<br />

een eerste gesprek met <strong>de</strong> mastercoördinator. In het gesprek tussen stu<strong>de</strong>nt en coördinator<br />

wordt een eerste versie van een studieplan opgesteld (het zogenaam<strong>de</strong> Personal Education Plan,<br />

afgekort als PEP). De mastercoördinator beoor<strong>de</strong>elt of stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong>ficiënties moeten wegwerken<br />

en stimuleert hen om alvast na te <strong>de</strong>nken <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksgroep waarin zij hun afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek<br />

willen doen, zodat het vakkenpakket daarop afgestemd kan wor<strong>de</strong>n. In het Gui<strong>de</strong>book<br />

voor masterstu<strong>de</strong>nten staan alle stappen beschreven van inschrijven tot afstu<strong>de</strong>ren.<br />

Na het intakegesprek tussen <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt en <strong>de</strong> mastercoördinator vindt er minimaal eenmaal<br />

per jaar een gesprek plaats waarin het programma dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt volgt en <strong>de</strong> behaal<strong>de</strong> resul-<br />

394 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


taten aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen. De studieadviseur bespreekt twee keer per jaar <strong>de</strong> voortgang van <strong>de</strong><br />

masterstu<strong>de</strong>nten met <strong>de</strong> mastercoördinator. Eventueel wordt een stu<strong>de</strong>nt door <strong>de</strong> studieadviseur<br />

of <strong>de</strong> mastercoördinator opgeroepen voor een gesprek. In het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> voorlichting<br />

en <strong>de</strong> oriëntatie wordt jaarlijks <strong>de</strong> Bèta-bedrijvencontactdag georganiseerd. Stu<strong>de</strong>nten komen<br />

op <strong>de</strong>ze dag in contact met <strong>de</strong> beroepspraktijk. De afstu<strong>de</strong>erbegelei<strong>de</strong>r speelt ook een rol in <strong>de</strong><br />

oriëntatie op <strong>de</strong> beroepspraktijk.<br />

Sinds 1995 gebruiken alle opleidingen van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam het studievoortgangsysteem<br />

ISIS. Stu<strong>de</strong>nten ontvangen driemaal per jaar een vanuit ISIS gegenereerd <strong>over</strong>zicht<br />

van hun resultaten. Zij kunnen hun resultaten ook op elk moment inzien via het studieweb.<br />

De studieadviseurs gebruiken een extra module, waarin zij on<strong>de</strong>r meer verslagen van gesprekken<br />

met stu<strong>de</strong>nten op kunnen slaan.<br />

Wanneer een stu<strong>de</strong>nt besluit tussentijds te stoppen of wanneer hij <strong>de</strong> opleiding met succes<br />

afrondt, start <strong>de</strong> opleiding een exitprocedure, die twee doelen heeft. De opleiding vraagt stu<strong>de</strong>nten<br />

te reflecteren op <strong>de</strong> opleiding die zij gevolgd hebben en inventariseert <strong>de</strong> behoefte aan<br />

begeleiding bij heroriëntatie of sollicitaties. De basis voor <strong>de</strong> reflectie wordt gevormd door het<br />

exitformulier, dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten op het moment van uitschrijven of aanvragen van een examen<br />

ontvangen. De exitprocedure wordt al enige jaren gehanteerd voor stu<strong>de</strong>nten die tussentijds<br />

stoppen met hun studie en is kort gele<strong>de</strong>n ook ingevoerd voor stu<strong>de</strong>nten die hun opleiding<br />

voltooien. De procedure wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie door bei<strong>de</strong> groepen stu<strong>de</strong>nten op prijs<br />

gesteld. Ook <strong>de</strong> studieadviseurs vin<strong>de</strong>n het prettig op <strong>de</strong>ze manier ‘afscheid’ te nemen van<br />

stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> opleiding verlaten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening in het<br />

algemeen op een a<strong>de</strong>quate manier zijn ingericht. Zij heeft in het bijzon<strong>de</strong>r waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong><br />

activiteiten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> on<strong>de</strong>rneemt op het gebied van <strong>de</strong> studiebegeleiding en <strong>de</strong><br />

informatievoorziening. Zij is in het bijzon<strong>de</strong>r positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> instelling van het tutoraat, ook<br />

al heeft zij opgemerkt dat <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve vorm daarvoor nog niet heeft gevon<strong>de</strong>n,<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> intakegesprekken die <strong>de</strong> opleiding hanteert en <strong>over</strong> het feit dat stu<strong>de</strong>nten vooral in het<br />

eerste jaar intensief wor<strong>de</strong>n gevolgd. De commissie vindt dat <strong>de</strong> intensieve begeleiding <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

die stu<strong>de</strong>nten doormaken goed volgt en dat <strong>de</strong> meer afstan<strong>de</strong>lijke en op <strong>de</strong> inhoud<br />

gerichte begeleiding van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen past bij <strong>de</strong> fase van <strong>de</strong> studie<br />

waarin <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten zich bevin<strong>de</strong>n. De commissie waar<strong>de</strong>ert het dat <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

ook reeds in een zeer vroeg stadium contact leggen met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten en snel tot een eerste<br />

formalisering van <strong>de</strong> individuele programma’s van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten proberen te komen. Zij vindt<br />

<strong>de</strong> exitprocedure een goed initiatief. Zij heeft ook geconstateerd dat <strong>de</strong> opleidingen stu<strong>de</strong>nten<br />

voorlichten <strong>over</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die zij hebben na het afron<strong>de</strong>n van hun studie.<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ruimschoots voldoet aan <strong>de</strong> criteria die<br />

betrekking hebben op <strong>de</strong> studiebegeleiding en komt daarom voor <strong>de</strong>ze opleiding tot het oor<strong>de</strong>el<br />

‘goed’. Zij komt voor <strong>de</strong> masteropleidingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

395


Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor<br />

<strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics luidt het voldoen<strong>de</strong> en voor <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Stochastics and financial mathematics luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

8.<strong>2.</strong>5. Interne kwaliteitszorg<br />

F17: Evaluatie resultaten<br />

De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand van toetsbare streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

Het systeem van interne kwaliteitszorg dat binnen <strong>de</strong> faculteit wordt gehanteerd, is vastgelegd<br />

in het facultaire Kwaliteitsplan On<strong>de</strong>rwijs FNWI, waarin on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> rollen wor<strong>de</strong>n<br />

beschreven van <strong>de</strong> bij het proces van kwaliteitszorg betrokken partijen (on<strong>de</strong>r wie <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirecteur,<br />

<strong>de</strong> opleidingsdirecteur, <strong>de</strong> Opleidingscommissie en <strong>de</strong> opleidingscoördinator).<br />

De faculteit heeft een Kwaliteitsteam On<strong>de</strong>rwijs ingesteld om <strong>de</strong> implementatie van <strong>de</strong> maatregelen<br />

die voortvloeien uit het kwaliteitsplan te bewaken. In het systeem van kwaliteitszorg<br />

wordt uitgegaan van een PDCA-cyclus (met achtereenvolgens aandacht voor Plan, Do, Check<br />

en Act), die ge<strong>de</strong>finieerd kan wor<strong>de</strong>n op vakniveau, op jaarniveau en op opleidingsniveau. Het<br />

on<strong>de</strong>rwijs wordt volgens <strong>de</strong> zelfstudie geëvalueerd met een tweeledig doel. In <strong>de</strong> eerste plaats<br />

dienen <strong>de</strong> evaluaties ertoe om geduren<strong>de</strong> het semester een beeld te krijgen van <strong>de</strong> manier<br />

waarop het on<strong>de</strong>rwijs verloopt en om onmid<strong>de</strong>llijk verbeteringen (van bijvoorbeeld opzet of<br />

inhoud van het on<strong>de</strong>rwijs of van het gebruikte studiemateriaal) te realiseren. Daarnaast hebben<br />

<strong>de</strong> evaluaties op <strong>de</strong> langere termijn als doel om <strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs op vakniveau,<br />

op jaarniveau en op opleidingsniveau te bewaken.<br />

De on<strong>de</strong>rwijsdirecteur is algemeen verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke en didactische kwaliteit<br />

van bestaan<strong>de</strong> opleidingen en voor <strong>de</strong> ontwikkeling van nieuwe opleidingen. Daarbij bewaakt<br />

hij <strong>de</strong> samenhang en on<strong>de</strong>rlinge afstemming tussen <strong>de</strong> opleidingen. Het on<strong>de</strong>rwijsinstituut, dat<br />

wordt geleid door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirecteur, is verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> vormgeving en <strong>de</strong> uitvoering<br />

van <strong>de</strong> kwaliteitszorg. Ie<strong>de</strong>re opleiding kan <strong>over</strong>igens zelf enige variatie aanbrengen in <strong>de</strong> manier<br />

waarop <strong>de</strong> kwaliteitszorg wordt vormgegeven en uitgevoerd. De opleidingsdirecteur is verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> uitvoering van het on<strong>de</strong>rwijsprogramma in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong><br />

visie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsdirecteur. Hij on<strong>de</strong>rhoudt nauwe contacten met <strong>de</strong> betrokken mastercoördinatoren,<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksdirecteuren, <strong>de</strong> Opleidingscommissie en docenten. De Opleidingscommissie<br />

bespreekt <strong>de</strong> evaluaties van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s en van <strong>de</strong> programma’s<br />

als geheel. Zij heeft als taak <strong>de</strong> opleidingsdirecteur te adviseren <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwijsbeleid en <strong>de</strong><br />

uitvoering van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsprogramma’s. De verga<strong>de</strong>ringen van <strong>de</strong> Opleidingscommissie wor<strong>de</strong>n<br />

altijd bijgewoond door <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> mastercoördinatoren. Wanneer daar aanleiding voor is,<br />

is ook <strong>de</strong> opleidingsdirecteur aanwezig bij <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen. De bachelorcoördinator bewaakt <strong>de</strong><br />

kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Elke masteropleiding heeft een coördinator<br />

die belast is met <strong>de</strong> begeleiding en <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> kwaliteitszorg. De coördinatoren zijn aanwezig<br />

bij evaluatiebijeenkomsten en hou<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> semesters contact met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten om zo<br />

mogelijke problemen snel te signaleren en op te lossen. Zij zijn lid van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

of zij nemen als adviseur <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen van <strong>de</strong> Opleidingscommissie.<br />

396 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


Op vakniveau wordt in het eerste semester van het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> twee<br />

keer een tussentijdse mon<strong>de</strong>linge evaluatie gehou<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r van het Semester Respons<br />

Systeem (afgekort als SRS). In <strong>de</strong>ze evaluaties wor<strong>de</strong>n vakken individueel beoor<strong>de</strong>eld met een<br />

representatieve groep van drie tot vijf stu<strong>de</strong>nten, aan <strong>de</strong> hand van een aantal vaste vragen met<br />

betrekking tot <strong>de</strong> kwaliteit van het hoorcollege, het bijbehoren<strong>de</strong> werkcollege of practicum en<br />

het studiemateriaal. In <strong>de</strong> <strong>over</strong>ige semesters hou<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten een tussentijdse evaluatie na<br />

enkele weken en is er een mon<strong>de</strong>linge evaluatie aan het eind van een semester, waarin ook <strong>de</strong><br />

samenhang tussen <strong>de</strong> vakken aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wordt gesteld en waarin ook wordt gesproken <strong>over</strong><br />

het programma als geheel. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> Opleidingscommissie is <strong>de</strong> aandacht<br />

voor <strong>de</strong> evaluatie van het programma als geheel nog beperkt, maar wordt er tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bijeenkomsten<br />

wel gesproken <strong>over</strong> het programma van een heel jaar. Bij <strong>de</strong> bijeenkomst van alle<br />

betrokken docenten en enkele stu<strong>de</strong>nten wordt een voorverslag van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten als leidraad<br />

voor <strong>de</strong> bespreking gebruikt en kunnen <strong>de</strong> docenten ingaan op eventuele kritiekpunten. De<br />

voorzitter van <strong>de</strong> bijeenkomst (meestal een docentlid van <strong>de</strong> Opleidingscommissie) en een<br />

notulist zorgen dat er een verslag van <strong>de</strong> bijeenkomst wordt opgesteld, dat naar <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

wordt gestuurd. De informatie in het verslag is meestal toereikend, maar stu<strong>de</strong>nten<br />

vin<strong>de</strong>n wel dat voorzitterschap en notulen van <strong>de</strong> bijeenkomsten soms te wensen <strong>over</strong>laten.<br />

De le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie bevestig<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie dat zij<br />

<strong>de</strong> evaluaties altijd bespreken. De stu<strong>de</strong>nten geven aan dat <strong>de</strong>ze directe manier van evalueren<br />

een sterk punt in <strong>de</strong> kwaliteitszorg is. Het aantal stu<strong>de</strong>nten dat <strong>de</strong>elneemt aan <strong>de</strong> evaluatiebijeenkomsten<br />

varieert. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wor<strong>de</strong>n<br />

sinds het studiejaar 2005-2006 ook schriftelijk geëvalueerd. Volgens <strong>de</strong> docentle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie vin<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze schriftelijke evaluaties vanaf het studiejaar 2006-2007 systematisch<br />

plaats. De Opleidingscommissie beschouwt <strong>de</strong> schriftelijke evaluaties als een punt<br />

van aandacht, zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> evaluatie sterker geformaliseerd zou moeten wor<strong>de</strong>n en<br />

vindt <strong>de</strong> schriftelijke evaluaties een goed mid<strong>de</strong>l om dat doel te bereiken.<br />

In <strong>de</strong> evaluatie van het masteron<strong>de</strong>rwijs dat verzorgd wordt door het On<strong>de</strong>rwijsinstituut<br />

Exacte Wetenschappen wordt sinds kort gebruikgemaakt van vier schriftelijke enquêtes, die<br />

vragen bevatten <strong>over</strong> respectievelijk het masterprogramma als geheel, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekstage, <strong>de</strong><br />

scriptie en individuele on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma. Er wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> masterfase geen tussentijdse<br />

evaluaties georganiseerd, omdat masterstu<strong>de</strong>nten veel meer op eigen initiatief met <strong>de</strong><br />

docent praten als zij tegen problemen aanlopen. Na afloop van een college kan een schriftelijke<br />

vakevaluatie wor<strong>de</strong>n afgenomen, waarvoor gebruikgemaakt wordt van het <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> vragenformulier.<br />

Een schriftelijke evaluatie is verplicht wanneer er meer dan vijf stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong>elnamen<br />

aan een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el. Voor <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke vakken wordt een cursus altijd afgesloten met een<br />

schriftelijke evaluatie, die wordt uitgevoerd door het Regieorgaan. Na afloop van elk semester<br />

vindt bij voorkeur een evaluatiegesprek met <strong>de</strong> betrokken stu<strong>de</strong>nten en docenten plaats, naar<br />

het mo<strong>de</strong>l van het Semester Respons Systeem (SRS), waarin zowel <strong>de</strong> vakevaluaties als <strong>de</strong> evaluatie<br />

van het semester als geheel aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld. De enquêtes wor<strong>de</strong>n gebruikt als<br />

richtlijn voor <strong>de</strong> evaluatiegesprekken. Ook <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen vin<strong>de</strong>n dat<br />

het voorzitterschap en <strong>de</strong> notulen van <strong>de</strong> bijeenkomsten verbeterd kunnen wor<strong>de</strong>n. Volgens <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n beschikt <strong>de</strong> Opleidingscommissie slechts in beperkte mate <strong>over</strong> informatie met<br />

betrekking tot <strong>de</strong> evaluatie van het lan<strong>de</strong>lijke masteron<strong>de</strong>rwijs, maar is zij voornemens om hier<br />

<strong>de</strong> komen<strong>de</strong> tijd meer aandacht aan te beste<strong>de</strong>n. Volgens <strong>de</strong> docentle<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> situatie binnen<br />

het masteron<strong>de</strong>rwijs soms wat verwarrend, maar heeft <strong>de</strong> Opleidingscommissie wel een beeld<br />

van <strong>de</strong> stand van zaken. De Opleidingscommissie beschikt wel <strong>over</strong> informatie van stu<strong>de</strong>nten<br />

die het lan<strong>de</strong>lijke masteron<strong>de</strong>rwijs volgen, maar niet <strong>over</strong> <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> formele evaluaties<br />

van dat <strong>de</strong>el van het programma. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die <strong>de</strong> kern vormen van <strong>de</strong> C/E-variant<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

397


en <strong>de</strong> M-variant wor<strong>de</strong>n niet verzorgd door <strong>de</strong> wiskundigen, <strong>de</strong> Opleidingscommissie is ook<br />

niet rechtstreeks betrokken bij <strong>de</strong> evaluatie van die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

De evaluatie op opleidingsniveau vindt plaats op basis van exitgesprekken, informatie die<br />

afkomstig is uit stu<strong>de</strong>nttevre<strong>de</strong>nheidsmonitoren en enquêtes on<strong>de</strong>r alumni. In <strong>de</strong> exitgesprekken,<br />

die <strong>de</strong> studieadviseur voert met stu<strong>de</strong>nten die hun opleiding vroegtijdig afbreken en met<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n, wordt expliciet gevraagd naar <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> opleiding. Sinds augustus<br />

2004 bestaat er voor alumni een online enquête, waarbij expliciet naar <strong>de</strong> (inhou<strong>de</strong>lijke) kwaliteit<br />

van <strong>de</strong> opleiding gevraagd wordt. Eens in <strong>de</strong> drie jaar wor<strong>de</strong>n alumni van <strong>de</strong> afgelopen zes<br />

jaar actief bena<strong>de</strong>rd met het verzoek <strong>de</strong> enquête in te vullen. Stu<strong>de</strong>nttevre<strong>de</strong>nheidsmonitoren,<br />

waarin allerlei aspecten van <strong>de</strong> opleiding wor<strong>de</strong>n geëvalueerd, vin<strong>de</strong>n eens per twee jaar op<br />

universitair niveau plaats. Aanvullend hierop vindt eens per drie jaar een monitor plaats on<strong>de</strong>r<br />

stu<strong>de</strong>nten van Exacte Wetenschappen. De vragen in <strong>de</strong>ze facultaire monitor vormen een aanvulling<br />

op <strong>de</strong> universitaire monitor.<br />

Het facultaire Kwaliteitsteam en <strong>de</strong> Opleidingscommissie zijn permanent betrokken bij<br />

<strong>de</strong> bewaking van <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> opleidingen. De vertegenwoordiger van het on<strong>de</strong>rwijsinstituut<br />

Exacte Wetenschappen in het Kwaliteitsteam woont <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie altijd bij en informeert <strong>de</strong>ze commissie <strong>over</strong> facultaire ontwikkelingen<br />

die relevant zijn voor <strong>de</strong> opleidingen. Daarnaast wor<strong>de</strong>n er soms ad-hoccommissies of<br />

werkgroepen gevormd, die zich geduren<strong>de</strong> enige tijd bezighou<strong>de</strong>n met een apart thema. Zo<br />

functioneert er bij invoering van nieuwe programma’s een curriculumcommissie en was in<br />

het studiejaar 2004-2005 <strong>de</strong> Commissie Verbreding Wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs actief.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> faculteit beschikt <strong>over</strong> een kwaliteitsplan, waarin <strong>de</strong><br />

procedures voor <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> betrokken personen en<br />

commissies zijn vastgelegd. Zij heeft ook geconstateerd dat <strong>de</strong> procedures en <strong>de</strong> richtlijnen<br />

die zijn opgenomen in het kwaliteitsplan nog niet in alle gevallen volledig in <strong>de</strong> praktijk ten<br />

uitvoer wor<strong>de</strong>n gebracht.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat het on<strong>de</strong>rwijs periodiek en systematisch wordt geëvalueerd,<br />

maar dat <strong>de</strong> evaluaties vooral plaatsvin<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> responsgroepen en daarmee tot op<br />

zekere hoogte een wat informeel karakter hebben en niet per <strong>de</strong>finitie een betrouwbaar en representatief<br />

beeld geven van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die het on<strong>de</strong>rwijs gevolgd hebben. De<br />

opleidingen maken nog slechts in beperkte mate gebruik van <strong>de</strong> schriftelijke evaluatieformulieren.<br />

De commissie heeft wel waargenomen dat <strong>de</strong> opleidingen ervan <strong>over</strong>tuigd zijn dat het nodig<br />

is dat <strong>de</strong> evaluaties een meer formeel en systematisch karakter krijgen en dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

een voorstan<strong>de</strong>r is van het gebruik van <strong>de</strong> standaard evaluatieformulieren. Zij heeft ook<br />

vastgesteld dat <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> bijeenkomsten van <strong>de</strong> responsgroepen op een systematische<br />

manier aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ringen van <strong>de</strong> Opleidingscommissie en dat<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie ook adviezen en aanbevelingen opstelt wanneer <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong><br />

bespreking in <strong>de</strong> responsgroep daartoe aanleiding geven. De commissie heeft gemerkt dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

niet altijd tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> verslagen van <strong>de</strong> bijeenkomsten van <strong>de</strong> responsgroepen,<br />

dat <strong>de</strong> vak<strong>over</strong>stijgen<strong>de</strong> evaluaties zich nog beperken tot <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke jaarprogramma’s en<br />

geen betrekking hebben op <strong>de</strong> programma’s als geheel en dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie slechts een<br />

beperkt inzicht heeft in <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs dat niet door <strong>de</strong> eigen docenten, maar in<br />

het ka<strong>de</strong>r van bijvoorbeeld het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma wordt verzorgd. De commissie heeft<br />

geconstateerd dat <strong>de</strong> opleidingen geen expliciete streefdoelen hanteren.<br />

398 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> activiteiten van het facultaire Kwaliteitsteam. Zij heeft eveneens<br />

waar<strong>de</strong>ring voor het beleid van <strong>de</strong> opleidingen om exitgesprekken te voeren, ook met stu<strong>de</strong>nten<br />

die stoppen met hun opleiding.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

omdat het on<strong>de</strong>rwijs periodiek geëvalueerd wordt en omdat <strong>de</strong> opleidingen bezig zijn <strong>de</strong> evaluaties<br />

ver<strong>de</strong>r te formaliseren. Zij is wel van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> streefdoelen van <strong>de</strong> opleidingen, die<br />

nu vooral impliciet van aard zijn, zou<strong>de</strong>n moeten wor<strong>de</strong>n geëxpliciteerd.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F18: Maatregelen tot verbetering<br />

De uitkomsten van <strong>de</strong>ze evaluatie vormen <strong>de</strong> basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan<br />

realisatie van <strong>de</strong> streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

Bij het formuleren van maatregelen ter verbetering van <strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs speelt<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie een cruciale rol. Deze commissie krijgt verslagen van alle evaluatiebijeenkomsten<br />

en een rapport of uitwerking van eventuele enquêtes. Op basis van die documentatie<br />

geeft <strong>de</strong> Opleidingscommissie adviezen aan <strong>de</strong> opleidingsdirecteur, die op zijn beurt<br />

later aan <strong>de</strong> Opleidingscommissie rapporteert <strong>over</strong> <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> getroffen maatregelen.<br />

De problemen die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> evaluatiebijeenkomsten wor<strong>de</strong>n gesignaleerd, kunnen vaak al op<br />

korte termijn, nog tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>, wor<strong>de</strong>n opgelost.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n besproken van concrete verbetermaatregelen<br />

die zijn voortgevloeid uit <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs. Zo heeft <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

geadviseerd om binnen het vaste programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> minimaal 4<br />

EC en maximaal 12 EC verplicht te stellen voor reflectieon<strong>de</strong>rwijs. De precieze invulling van<br />

<strong>de</strong>ze ruimte wordt <strong>over</strong>gelaten aan <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten, die bijvoorbeeld een maatschappelijk project<br />

kunnen doen of een van <strong>de</strong> keuzevakken kunnen volgen waarin aandacht wordt besteed aan<br />

reflectie. Op <strong>de</strong>ze manier wordt gewaarborgd dat stu<strong>de</strong>nten zich tij<strong>de</strong>ns hun opleiding bewust<br />

wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> samenleving en daarmee voldoen aan <strong>de</strong> eindterm<br />

die daarop betrekking heeft. Deze rol komt expliciet aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Wiskun<strong>de</strong><br />

als wetenschap, dat echter niet verplicht is. Ook tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie zijn<br />

verschillen<strong>de</strong> verbetermaatregelen besproken, zoals maatregelen die betrekking hebben op het<br />

aanpassen van <strong>de</strong> roostering, het aanpassen van het gebruikte studiemateriaal en <strong>de</strong> inhoud van<br />

een aantal hoorcolleges.<br />

De Opleidingscommissie is ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> nauw betrokken<br />

geweest bij het besluit om een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len aan te bie<strong>de</strong>n in een an<strong>de</strong>re werkvorm dan<br />

het hoor- en werkcollege. Zij gaf daarmee gehoor aan <strong>de</strong> wens van stu<strong>de</strong>nten voor meer variatie<br />

in <strong>de</strong> werkvormen. Zij heeft het initiatief genomen tot <strong>de</strong> herinvoering van een basisvak Programmeren,<br />

dat geïntegreerd is in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Simuleren en programmeren, dat doelbewust<br />

een nieuwe werkvorm (studio course) heeft gekregen. Een twee<strong>de</strong> voorbeeld van een vak waarvoor<br />

een nieuwe werkvorm werd ingevoerd is Analyse 2, dat in projectvorm wordt aangebo<strong>de</strong>n.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

399


De Opleidingscommissie heeft ook maatregelen voorgesteld toen bleek dat <strong>de</strong> huiswerkopgaven<br />

van een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len te moeilijk waren. Bij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Algebra, Calculus en Simuleren<br />

en programmeren zijn in het recente verle<strong>de</strong>n nog tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong> verbeteringen<br />

doorgevoerd. Met ingang van september 2007 behoort een schriftelijke evaluatie van elke<br />

bachelorcursus tot <strong>de</strong> standaard evaluatieprocedure. Tevens is er een assistent aangesteld voor <strong>de</strong><br />

organisatie en rapportage van <strong>de</strong> SRS-bijeenkomsten. Hiermee zijn <strong>de</strong> aanwezigheid van stu<strong>de</strong>nten<br />

en <strong>de</strong> rapportages van <strong>de</strong>ze bijeenkomsten volgens <strong>de</strong> faculteit sterk verbeterd.<br />

Sinds een aantal jaren verzorgt <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics<br />

samen met <strong>de</strong> Vrije Universiteit en <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial mathematics<br />

samen met <strong>de</strong> Vrije Universiteit en <strong>de</strong> Universiteit Utrecht. De Opleidingscommissie is<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie nauw betrokken geweest bij <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> gemeenschappelijke<br />

masterprogramma’s. Zij heeft ook het ontstaan van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma op het<br />

gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> op <strong>de</strong> voet gevolgd en <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> invoering van dat programma<br />

voor <strong>de</strong> masteropleidingen regelmatig besproken.<br />

Uit <strong>de</strong> semesterresponsbijeenkomsten en uit <strong>de</strong> reacties van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

bleek met enige regelmaat dat het masterseminarium binnen <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematics slecht functioneer<strong>de</strong>. Dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el bestond uit verschillen<strong>de</strong> presentaties (waaron<strong>de</strong>r<br />

presentaties van afstu<strong>de</strong>eropdrachten) en, in het studiejaar 2005-2006, uit <strong>de</strong> gezamenlijke<br />

bestu<strong>de</strong>ring en bespreking van een aantal hoofdstukken uit een boek. Op initiatief van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie is volgens <strong>de</strong> zelfstudie inmid<strong>de</strong>ls besloten tot een nieuwe thematische<br />

opzet van het seminarium, waarbij <strong>de</strong> aanwezigheid van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten verplicht wordt gesteld.<br />

Overigens is er binnen het masterseminarium nog steeds plaats voor presentaties van afstu<strong>de</strong>eropdrachten.<br />

De Opleidingscommissie heeft in het recente verle<strong>de</strong>n ook regelmatig gesproken <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling van het afstu<strong>de</strong>erproject. Naar aanleiding van aanbevelingen van eer<strong>de</strong>re visitatiecommissies<br />

heeft het on<strong>de</strong>rwijsinstituut een voorstel voor een meer objectieve beoor<strong>de</strong>ling<br />

van afstu<strong>de</strong>erprojecten ontwikkeld. De Opleidingscommissie is actief betrokken geweest bij<br />

het opstellen van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingscriteria voor het afstu<strong>de</strong>erproject en heeft geadviseerd om <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> presentatie van het afstu<strong>de</strong>erproject te laten plaatsvin<strong>de</strong>n in het masterseminarium<br />

in plaats van op het examen zelf. Hierdoor is <strong>de</strong> transparantie van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling<br />

voor zowel <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten als <strong>de</strong> docenten vergroot.<br />

Maatregelen ter verbetering van het on<strong>de</strong>rwijs op vakniveau en op jaarniveau wor<strong>de</strong>n vrijwel<br />

altijd al besproken tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> evaluatiebijeenkomsten. De afspraken die tij<strong>de</strong>ns die bijeenkomsten<br />

wor<strong>de</strong>n gemaakt, wor<strong>de</strong>n opgenomen in <strong>de</strong> notulen van <strong>de</strong> bijeenkomsten. Omdat <strong>de</strong><br />

notulen van <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> bijeenkomst steeds dienen als leidraad voor een evaluatiebijeenkomst,<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> uitvoering en implementatie van verbetermaatregelen gewaarborgd. Zowel<br />

stu<strong>de</strong>nten als docenten waar<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>ze werkwijze. Na afloop van elk semester wordt informatie<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> voor stu<strong>de</strong>nten belangrijke maatregelen verspreid via <strong>de</strong> elektronische nieuwsbrief<br />

van het on<strong>de</strong>rwijsinstituut, die ook aan <strong>de</strong> docenten wordt toegezon<strong>de</strong>n.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat het systeem van interne kwaliteitszorg dat binnen <strong>de</strong> faculteit<br />

wordt gehanteerd zo is ingericht dat problemen of tekortkomingen die in <strong>de</strong> evaluaties aan<br />

het licht komen, ook daadwerkelijk wor<strong>de</strong>n aangepakt. De Opleidingscommissie speelt een<br />

belangrijke rol bij het opstellen en ten uitvoer brengen van verbetermaatregelen.<br />

400 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


De commissie heeft in het bijzon<strong>de</strong>r waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> kwaliteitszorg in<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Zij heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> tussentijdse evaluaties<br />

in veel gevallen lei<strong>de</strong>n tot verbeteringen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waarin een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el wordt verzorgd.<br />

Het systeem van kwaliteitszorg maakt het op <strong>de</strong>ze manier mogelijk om in een vroegtijdig<br />

stadium bij te sturen wanneer dat noodzakelijk is.<br />

De commissie heeft bij het bestu<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> zelfstudie en tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit<br />

kennis kunnen nemen van verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van concrete verbetermaatregelen<br />

die genomen zijn op basis van <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs. Zij komt op grond van haar<br />

bevindingen op dit punt tot <strong>de</strong> conclusie dat <strong>de</strong> opleidingen in staat zijn om verbeteringen te<br />

realiseren wanneer dat nodig is.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>, omdat <strong>de</strong> effectiviteit<br />

van het systeem van kwaliteitszorg bij die opleiding in positieve zin opvalt, en tot het oor<strong>de</strong>el<br />

‘voldoen<strong>de</strong>’ voor <strong>de</strong> masteropleidingen.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F19: Betrekken van me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

Bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg zijn me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en het afnemend beroepenveld van <strong>de</strong> opleiding<br />

actief betrokken.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie zijn docenten en stu<strong>de</strong>nten, door hun <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong> mon<strong>de</strong>linge<br />

evaluaties en (in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>) aan docentenbijeenkomsten en stu<strong>de</strong>ntbijeenkomsten<br />

actief betrokken bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg. Stu<strong>de</strong>nten en docenten dragen ook als lid van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie bij aan <strong>de</strong> kwaliteitszorg, docenten ook als lid van <strong>de</strong> Examencommissie.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie is er in <strong>de</strong> praktijk slechts een kleine groep stu<strong>de</strong>nten die zich daadwerkelijk<br />

betrokken voelt bij <strong>de</strong> kwaliteitszorg. De stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

waren bekend bij <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten met wie <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek heeft gesproken. De<br />

Opleidingscommissie komt zo’n acht keer per jaar bijeen. De drie masteropleidingen zijn alle<br />

vertegenwoordigd in <strong>de</strong> Opleidingscommissie.<br />

Op facultair niveau opereert <strong>de</strong> Facultaire Stu<strong>de</strong>ntenraad (FSR), die bestaat uit twaalf gekozen stu<strong>de</strong>nten,<br />

en <strong>de</strong> FNWI Stu<strong>de</strong>nten Community ICT en On<strong>de</strong>rwijs, die <strong>de</strong> kwaliteit van ICT in het<br />

on<strong>de</strong>rwijs in het oog houdt. Op het niveau van <strong>de</strong> instelling wordt tweejaarlijks <strong>de</strong> tevre<strong>de</strong>nheid<br />

van stu<strong>de</strong>nten <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwijs gemeten met behulp van <strong>de</strong> Stu<strong>de</strong>ntTevre<strong>de</strong>nheidsMonitor.<br />

De opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> kennen een traditie van een alumnikring. De<br />

alumni ontvangen <strong>de</strong> regelmatig uitkomen<strong>de</strong> nieuwsbrief van het instituut en komen eens per<br />

vier jaar bijeen voor een reünie. Het alumnibestand dat in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren is opgebouwd, is volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie niet alleen nuttig voor enquêtes, maar ook voor het vin<strong>de</strong>n van stageplaatsen<br />

en van externe sprekers bij cursussen. Op centraal niveau wordt het alumniblad Spui uitgebracht<br />

en wordt er jaarlijks een alumnidag georganiseerd. Deze activiteiten zijn echter niet gericht op<br />

specifieke opleidingen en leveren daarom ook geen opleidingspecifieke informatie op.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

401


Het werkveld is betrokken bij <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> opleiding door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> Raad van<br />

Advies van het on<strong>de</strong>rwijsinstituut Exacte Wetenschappen. Die bestaat uit vier le<strong>de</strong>n: een vertegenwoordiger<br />

van het bedrijfsleven, een expert op het gebied van strategisch advies, een rectrix<br />

van een grote school en een on<strong>de</strong>rzoeker. Daarnaast hebben verschillen<strong>de</strong> docenten (vooral<br />

docenten die zich bezighou<strong>de</strong>n met statistiek en financiële wiskun<strong>de</strong>) individuele contacten<br />

met het bedrijfsleven. De opleidingen zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie voornemens om, me<strong>de</strong> naar<br />

aanleiding van het project dat heeft geleid tot het rapport ‘Wat heb ik nou aan algebra?’, het<br />

beroepenveld sterker te betrekken bij <strong>de</strong> opleidingen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> docenten en <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten op <strong>de</strong> gebruikelijke wijze<br />

betrokken zijn bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg. Zij heeft waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> inzet en <strong>de</strong> initiatieven<br />

van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die zich actief bezighou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> bewaking en <strong>de</strong> verbetering van <strong>de</strong><br />

kwaliteit van <strong>de</strong> opleidingen. Zij heeft eveneens vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen voornamelijk<br />

informele contacten hebben met <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n en het beroepenveld en dat <strong>de</strong> inbreng van<br />

<strong>de</strong>ze groepen in het proces van kwaliteitszorg beperkt is. Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie<br />

zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> contacten met <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> beroepspraktijk beter gestructureerd kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n. Zij heeft waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> instelling van <strong>de</strong> Raad van Advies, maar zij heeft<br />

wel geconstateerd dat die Raad zich niet specifiek richt op <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Zij heeft eveneens waar<strong>de</strong>ring voor het initiatief dat heeft geleid tot het rapport<br />

Wat heb ik nou aan algebra?.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking<br />

heeft op dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor<br />

<strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics luidt het voldoen<strong>de</strong> en voor <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Stochastics and financial mathematics luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

8.<strong>2.</strong>6. Resultaten<br />

F20: Gerealiseerd niveau<br />

De gerealiseer<strong>de</strong> eindkwalificaties zijn in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> nagestreef<strong>de</strong> eindkwalificaties qua niveau,<br />

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.<br />

Beschrijving<br />

De primaire ambitie van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is volgens <strong>de</strong> zelfstudie om te waarborgen dat<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n goed voorbereid zijn op een masteropleiding op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

402 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


Omdat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> pas in 2003 van start is gegaan, was op het moment dat <strong>de</strong><br />

zelfstudie werd afgerond formeel nog niet vast te stellen in hoeverre afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding voldoen. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie is het <strong>de</strong> verwachting dat <strong>de</strong><br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> zon<strong>de</strong>r problemen kunnen instromen in een masteropleiding<br />

in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam of een an<strong>de</strong>re universiteit, omdat<br />

veel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het ou<strong>de</strong> kandidaatsprogramma inmid<strong>de</strong>ls <strong>de</strong>el uitmaken van het programma<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en omdat <strong>de</strong> aansluiting van het kandidaatsprogramma op<br />

het programma van <strong>de</strong> masteropleidingen goed en soepel is verlopen. De mogelijkhe<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

arbeidsmarkt voor wiskundigen die afgestu<strong>de</strong>erd zijn op bachelorniveau zijn nog onbekend.<br />

Het bedrijfsleven lijkt volgens <strong>de</strong> zelfstudie nog geen behoefte te hebben aan afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

bachelorstu<strong>de</strong>nten.<br />

In het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> wordt vanaf het twee<strong>de</strong> studiejaar tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> oriëntatie<br />

op <strong>de</strong> masteropleidingen veel aandacht besteed aan loopbaanmogelijkhe<strong>de</strong>n en vervolgopleidingen.<br />

Stu<strong>de</strong>nten maken een keuze voor een masteropleiding op basis van hun interesse<br />

in een vakgebied, maar ook op grond van vooruitzichten op <strong>de</strong> arbeidsmarkt. Dit laatste geldt<br />

in het bijzon<strong>de</strong>r voor stu<strong>de</strong>nten die kiezen voor <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial<br />

mathematics. Binnen het programma van <strong>de</strong> masteropleidingen zijn vooral <strong>de</strong> contacten met<br />

<strong>de</strong> docenten en afstu<strong>de</strong>erbegelei<strong>de</strong>rs van belang voor <strong>de</strong> oriëntatie op <strong>de</strong> beroepspraktijk.<br />

De primaire ambitie van <strong>de</strong> masteropleidingen is volgens <strong>de</strong> zelfstudie om te waarborgen dat<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n goed voorbereid zijn op het volgen van een vervolgopleiding (in <strong>de</strong> vorm van<br />

een promotietraject) of op <strong>de</strong> arbeidsmarkt. Uit on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

vijfjarige opleiding die als alumni geregistreerd staan blijkt dat het perspectief op <strong>de</strong> arbeidsmarkt<br />

goed is. Omdat stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> masteropleidingen in wezen hetzelf<strong>de</strong> programma volgen<br />

als <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding, is het volgens <strong>de</strong> zelfstudie te verwachten<br />

dat <strong>de</strong>ze situatie niet zal veran<strong>de</strong>ren.<br />

Uit een enquête on<strong>de</strong>r alumni van eind 2005 blijkt dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n profijt hebben van<br />

hun analytisch vermogen en <strong>de</strong> vaardigheid om gestructureerd en abstract te <strong>de</strong>nken. Alumni<br />

die in het bedrijfsleven terechtkomen, maken vooral gebruik van hun kennis en vaardighe<strong>de</strong>n<br />

op het gebied van <strong>de</strong> numerieke wiskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> statistiek, <strong>de</strong> financiële wiskun<strong>de</strong> en differentiaalvergelijkingen.<br />

Alumni die een functie in het on<strong>de</strong>rwijs hebben, gebruiken voornamelijk <strong>de</strong><br />

kennis die zij in hun eerste studiejaar hebben verworven.<br />

Veel afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n beschouwen het als een gemis dat <strong>de</strong> opleiding die zij gevolgd hebben<br />

weinig praktijkgericht was. Zij zou<strong>de</strong>n bijvoorbeeld bedrijfsbezoeken en stages hebben gewaar<strong>de</strong>erd.<br />

Een enkele respon<strong>de</strong>nt suggereert dat een stage verplicht zou moeten wor<strong>de</strong>n. Volgens<br />

<strong>de</strong> zelfstudie is het in het licht van <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> alumni-enquête jammer en wellicht<br />

zelfs onbegrijpelijk dat <strong>de</strong> duale variant, die in een korte en een langere (betaal<strong>de</strong>) stage voorzag,<br />

zo weinig stu<strong>de</strong>nten heeft getrokken. Sommige afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben aandacht voor<br />

presenteer- en schrijfvaardighe<strong>de</strong>n gemist, terwijl an<strong>de</strong>re ze juist waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n. Deze ogenschijnlijk<br />

tegenstrijdige uitkomst kan volgens <strong>de</strong> zelfstudie verklaard wor<strong>de</strong>n uit het gegeven<br />

dat er sinds enkele jaren bedui<strong>de</strong>nd meer (en ook meer vakgerichte) aandacht aan <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n<br />

wordt besteed in <strong>de</strong> programma’s.<br />

Uit <strong>de</strong> enquêtes en uit gesprekken met vertegenwoordigers van het afnemend beroepenveld<br />

blijkt volgens <strong>de</strong> zelfstudie dat het werkveld positief is <strong>over</strong> het inhou<strong>de</strong>lijk eindniveau van<br />

<strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding. Ook een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vertegenwoordigers<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

403


van het afnemend veld geeft aan dat <strong>de</strong> opleiding sterker op <strong>de</strong> beroepspraktijk gericht zou<br />

mogen zijn.<br />

De commissie heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek een gesprek gevoerd met een aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding en <strong>de</strong> masteropleidingen. Volgens <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hebben zij<br />

tij<strong>de</strong>ns hun studie <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n ontwikkeld om snel nieuwe kennis te verwerven en zich in<br />

te werken in nieuwe situaties en hebben zij daar in hun loopbaan profijt van. De stu<strong>de</strong>nten die<br />

een stage hebben gelopen, hebben die als erg nuttig ervaren. In hun ogen hebben zij tij<strong>de</strong>ns<br />

hun studie weinig kennis verworven van programmeren. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n is van<br />

oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleiding meer praktijkgericht zou mogen zijn.<br />

De commissie heeft voorafgaand aan haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit een aantal scripties van<br />

stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding bestu<strong>de</strong>erd en zich op basis<br />

daarvan een beeld gevormd van het niveau dat door individuele stu<strong>de</strong>nten aan het ein<strong>de</strong> van<br />

hun opleiding wordt bereikt. Zij was niet in staat om scripties te bestu<strong>de</strong>ren van stu<strong>de</strong>nten die<br />

een van <strong>de</strong> masteropleidingen hebben gevolgd.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding voldoen<strong>de</strong><br />

toegerust zijn op een maatschappelijke loopbaan binnen of buiten <strong>de</strong> universitaire wereld. Zij<br />

heeft geconstateerd dat een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van mening was dat <strong>de</strong> opleiding die zij<br />

gevolgd hebben te weinig op <strong>de</strong> praktijk gericht was, maar dat <strong>de</strong> opleidingen zich bewust zijn<br />

van dat probleem en dat het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> meer aandacht zal beste<strong>de</strong>n<br />

aan het verband met <strong>de</strong> beroepspraktijk. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> een a<strong>de</strong>quate<br />

basis biedt voor het volgen van een masteropleiding.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties die zij heeft bestu<strong>de</strong>erd<br />

in het algemeen zeker voldoen<strong>de</strong> is en in sommige gevallen dui<strong>de</strong>lijk boven dat niveau uitstijgt.<br />

Zij kan zich in het algemeen vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties, al vindt zij<br />

het oor<strong>de</strong>el in een aantal gevallen aan <strong>de</strong> hoge kant. Zij heeft wel vastgesteld dat <strong>de</strong> presentatie<br />

en <strong>de</strong> structuur van <strong>de</strong> scripties variëren en dat er in een aantal scripties slechts in beperkte<br />

mate gebruik wordt gemaakt van <strong>de</strong> beschikbare literatuur. Zij vindt het niveau waarop stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n op het<br />

gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> beheersen in een aantal gevallen hoog tot zeer hoog. De commissie is<br />

niet in staat geweest om het niveau dat wordt gerealiseerd in <strong>de</strong> masteropleidingen te beoor<strong>de</strong>len,<br />

maar zij twijfelt er niet aan dat dat niveau gelijkwaardig zal zijn aan het niveau dat in <strong>de</strong><br />

onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding werd bereikt.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen<br />

aan het criterium dat betrekking heeft op het gerealiseer<strong>de</strong> niveau.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

404 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


F21: On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment<br />

Voor het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante an<strong>de</strong>re opleidingen.<br />

Het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment voldoet aan <strong>de</strong>ze streefcijfers.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie bevat een aantal tabellen met informatie die betrekking heeft op <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten<br />

van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding en <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>. Er was op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie<br />

werd vastgesteld nog geen informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleidingen beschikbaar.<br />

Uit <strong>de</strong> KUO-tabellen die betrekking hebben op <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding blijkt volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use laag zijn, iets wat voornamelijk veroorzaakt<br />

wordt door een hoge uitval. Ook na het eerste semester van het eerste jaar, dat oriënterend<br />

en selecterend is en dat stu<strong>de</strong>nten een beeld moet geven van <strong>de</strong> opleiding en van hun eigen<br />

geschiktheid daarvoor, vallen er volgens <strong>de</strong> zelfstudie nog steeds te veel stu<strong>de</strong>nten uit. Een uitvalpercentage<br />

van 30 tot 40 is volgens <strong>de</strong> zelfstudie re<strong>de</strong>lijk voor een opleiding op het gebied<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Sommige cohorten <strong>over</strong>schrij<strong>de</strong>n dit percentage echter dui<strong>de</strong>lijk. Een van<br />

<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen hiervoor is dat er stu<strong>de</strong>nten zijn die zich, vooral in het eerste jaar, voor twee opleidingen<br />

inschrijven en daarna ver<strong>de</strong>rgaan in een van <strong>de</strong> disciplines. De meeste stu<strong>de</strong>nten die in<br />

het eerste jaar een dubbel programma volgen en daarna besluiten om niet door te gaan met <strong>de</strong><br />

opleiding Wiskun<strong>de</strong> stappen <strong>over</strong> naar <strong>de</strong> opleiding Natuur- en sterrenkun<strong>de</strong>. Het uitvalpercentage<br />

kan echter niet geheel verklaard wor<strong>de</strong>n uit het gegeven dat stu<strong>de</strong>nten die een dubbel<br />

programma volgen op <strong>de</strong>n duur een keuze voor een van <strong>de</strong> twee disciplines maken. Uit evaluatiebijeenkomsten<br />

met stu<strong>de</strong>nten, uit enkele exitgesprekken en uit discussies binnen <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

blijkt dat bij <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten het beeld bestaat dat <strong>de</strong> opleiding uitstraalt dat zij<br />

zich vooral richt op goe<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die geïnteresseerd zijn in (zuiver) wiskundig on<strong>de</strong>rzoek.<br />

De stu<strong>de</strong>nten die zich kunnen vin<strong>de</strong>n in dat beeld doorlopen <strong>de</strong> studie meestal met goed resultaat<br />

en zijn zeer tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> hun opleiding. De ‘gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>’ stu<strong>de</strong>nt raakt echter volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie door <strong>de</strong> op on<strong>de</strong>rzoek gerichte uitstraling ge<strong>de</strong>motiveerd en is bang het niveau van<br />

<strong>de</strong> opleiding niet aan te kunnen. Een aantal stu<strong>de</strong>nten haakt om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>n af. De faculteit is<br />

ervan <strong>over</strong>tuigd dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten door <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> bachelor-masterstructuur zullen<br />

verbeteren, omdat stu<strong>de</strong>nten eventueel na <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kunnen uitstromen. Met <strong>de</strong><br />

invoering van studiepa<strong>de</strong>n wil <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> dui<strong>de</strong>lijk maken dat <strong>de</strong> opleiding ook een<br />

toepassingsgerichte kant heeft en dat <strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n die stu<strong>de</strong>nten verwerven ook<br />

in allerlei sectoren buiten <strong>de</strong> wetenschap gebruikt wor<strong>de</strong>n.<br />

De opleiding streeft naar een studiepuntren<strong>de</strong>ment per stu<strong>de</strong>nt per jaar van minimaal 70% (dat<br />

wil zeggen: minimaal 40 EC). Uit een tabel in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> aantal<br />

gerealiseer<strong>de</strong> studiepunten per jaar niet altijd binnen het streefinterval valt, hetgeen betekent<br />

dat veel stu<strong>de</strong>nten het gewenste ren<strong>de</strong>ment niet halen, ondanks <strong>de</strong> geïntensiveer<strong>de</strong> studiebegeleiding.<br />

Voor het ren<strong>de</strong>ment van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> als geheel hanteert <strong>de</strong> opleiding het<br />

uitgangspunt dat 65% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> opleiding binnen vier jaar moet hebben afgerond.<br />

Uit een tabel in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat <strong>de</strong> postprope<strong>de</strong>useren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

opleiding op een enkele uitzon<strong>de</strong>ring na niet aan dit streefcijfer voldoen. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

is het <strong>de</strong> verwachting dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten na <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> bachelor-masterstructuur<br />

zullen stijgen, omdat <strong>de</strong> studieduur van vijf jaar is opge<strong>de</strong>eld in twee kortere trajecten. De<br />

opleiding hoopt erop dat een ren<strong>de</strong>ment van 65% door <strong>de</strong> invoering van meer toepassingsgerichte<br />

studiepa<strong>de</strong>n, een verbeter<strong>de</strong> voorlichting en het instellen van een on<strong>de</strong>rwijsteam, dat<br />

bestaat uit een aantal docenten die on<strong>de</strong>rwijs verzorgen binnen het eerste jaar, ervoor zorgt dat<br />

stu<strong>de</strong>nten zich sneller thuis voelen binnen <strong>de</strong> opleiding, haalbaar zal blijken.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

405


Het streefcijfer van <strong>de</strong> faculteit voor <strong>de</strong> masteropleidingen is een ren<strong>de</strong>ment van 90% na drie<br />

jaar. Of dit streefcijfer daadwerkelijk haalbaar is, was op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd<br />

vastgesteld nog niet te zeggen. De ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding zijn aan <strong>de</strong> lage<br />

kant en <strong>de</strong> meeste stu<strong>de</strong>nten doen lang <strong>over</strong> hun studie. De invoering van <strong>de</strong> bachelor-masterstructuur<br />

zal volgens <strong>de</strong> zelfstudie naar verwachting lei<strong>de</strong>n tot een verbetering van <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten,<br />

omdat stu<strong>de</strong>nten veel bewuster zullen kiezen voor een masteropleiding.<br />

Een van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen dat stu<strong>de</strong>nten lang <strong>over</strong> hun studie doen, is dat zij vaak moeite hebben<br />

met het afron<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscriptie. De opleidingen hebben een aantal maatregelen<br />

genomen om een grote uitloop van het afstu<strong>de</strong>erproject te voorkomen. Zo zijn er dui<strong>de</strong>lijke<br />

regels vastgelegd voor het afstu<strong>de</strong>erproject (<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt en begelei<strong>de</strong>r sluiten een ‘contract’ af,<br />

waarin on<strong>de</strong>r meer een einddatum is opgenomen) en hebben stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waarin<br />

zij aan hun afstu<strong>de</strong>erproject werken <strong>de</strong> beschikking <strong>over</strong> een eigen werkplek op het instituut,<br />

waardoor het contact met <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r eenvoudiger en intensiever is. Het effect van <strong>de</strong>ze<br />

maatregelen op <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> masteropleidingen zal pas in <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren dui<strong>de</strong>lijk<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft allereerst vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen streefcijfers voor <strong>de</strong> voortgang<br />

en <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten hebben opgesteld die in haar ogen realistisch zijn. Zij heeft geconstateerd<br />

dat zij feitelijk slechts weinig informatie tot haar beschikking heeft om tot een wel<strong>over</strong>wogen<br />

oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten te komen. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong><br />

onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding te wensen <strong>over</strong>laten en dat <strong>de</strong> streefcijfers die <strong>de</strong> opleidingen opgesteld<br />

hebben nog niet gehaald wor<strong>de</strong>n. Zij heeft ook gezien dat <strong>de</strong> opleidingen eveneens van mening<br />

zijn dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten verbeterd moeten wor<strong>de</strong>n en dat zij verschillen<strong>de</strong> maatregelen hebben<br />

genomen om die verbetering te realiseren. Zij <strong>de</strong>elt <strong>de</strong> analyse van <strong>de</strong> opleidingen op dit punt<br />

en heeft waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> gepleeg<strong>de</strong> inspanningen en voor <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> opleidingen<br />

proberen maatregelen op te stellen die het gewenste effect zullen hebben, zoals het invoeren<br />

van studiepa<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> die een betere aansluiting op <strong>de</strong> praktijk tot stand<br />

moeten brengen. Zij spreekt op grond daarvan het vertrouwen uit dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong><br />

opleidingen in <strong>de</strong> toekomst zullen verbeteren.<br />

De commissie komt op grond van <strong>de</strong>ze bevindingen tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen aan <strong>de</strong> criteria die betrekking hebben op <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematical physics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Stochastics and financial mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematical physics luidt het voldoen<strong>de</strong> en voor <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics<br />

and financial mathematics luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

406 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


Samenvatting van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> commissie<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Goed<br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Goed<br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Goed<br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Goed<br />

16. Studiebegeleiding Goed<br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Goed<br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong><br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

407


Masteropleiding Mathematics:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Goed<br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Goed<br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Goed<br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding Mathematics voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

408 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


Masteropleiding Mathematical physics:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Goed<br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Goed<br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Goed<br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Mathematical physics<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding Mathematical physics voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam<br />

409


Masteropleiding Stochastics and financial mathematics:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Goed<br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Goed<br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Goed<br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Voldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Stochastics and financial<br />

mathematics<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding Stochastics and financial mathematics voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit<br />

die een voorwaar<strong>de</strong> zijn voor accreditatie.<br />

410 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Universiteit van Amsterdam


9. <strong>Rapport</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en Wiskun<strong>de</strong> en <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en<br />

<strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen<br />

Administratieve gegevens<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>:<br />

Naam opleiding:<br />

Wiskun<strong>de</strong><br />

CROHO-nummer: 56980<br />

Niveau:<br />

bachelor<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

180 EC<br />

Graad:<br />

Bachelor of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Groningen<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>:<br />

Naam opleiding:<br />

<strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

CROHO-nummer: 56965<br />

Niveau:<br />

bachelor<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

180 EC<br />

Graad:<br />

Bachelor of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Groningen<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Masteropleiding Mathematics:<br />

Naam opleiding:<br />

Mathematics<br />

CROHO-nummer: 66980<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

120 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Groningen<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

411


Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>:<br />

Naam opleiding:<br />

<strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

CROHO-nummer: 66965<br />

Niveau:<br />

master<br />

Oriëntatie:<br />

wo<br />

Studielast:<br />

120 EC<br />

Graad:<br />

Master of Science<br />

Variant(en):<br />

voltijd<br />

Locatie(s):<br />

Groningen<br />

Einddatum accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2007<br />

Verlenging van accreditatie: 31 <strong>de</strong>cember 2008<br />

Het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> Faculteit Wiskun<strong>de</strong> en Natuurwetenschappen van <strong>de</strong><br />

Rijksuniversiteit Groningen vond plaats op 23 en 24 november 2006.<br />

9.0. Structuur en organisatie van <strong>de</strong> faculteit<br />

Binnen <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Wiskun<strong>de</strong> en Natuurwetenschappen wordt het on<strong>de</strong>rwijs verzorgd<br />

vanuit <strong>de</strong> basiseenhe<strong>de</strong>n, die zijn on<strong>de</strong>rgebracht in on<strong>de</strong>rzoeksinstituten en die on<strong>de</strong>rwijscapaciteit<br />

leveren aan <strong>de</strong> opleidingsinstituten. De faculteit kent drie opleidingsinstituten: het<br />

Opleidingsinstituut voor Levenswetenschappen (OLw), het Opleidingsinstituut voor Natuurwetenschappen<br />

en Technologie (ONT) en het Opleidingsinstituut voor Informatiewetenschappen<br />

(OIw). Elk van <strong>de</strong>ze opleidingsinstituten staat on<strong>de</strong>r leiding van een opleidingsbestuur,<br />

dat wordt voorgezeten door <strong>de</strong> opleidingsdirecteur en waarin <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> opleidingen vertegenwoordigd<br />

zijn. De directeur en het bestuur leggen verantwoording af aan het faculteitsbestuur<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> inhoud, <strong>de</strong> programmering, <strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> kwaliteitsbewaking van <strong>de</strong><br />

opleidingen. Het opleidingsbestuur is in <strong>de</strong> praktijk verantwoor<strong>de</strong>lijk voor alle zaken die het<br />

on<strong>de</strong>rwijs betreffen (zoals <strong>de</strong> coördinatie van het on<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong> studieadvisering, <strong>de</strong> voorlichting<br />

en <strong>de</strong> registratie van examen‐ en tentamenresultaten). De dagelijkse leiding <strong>over</strong> een opleiding<br />

is in han<strong>de</strong>n van het lid van het opleidingsbestuur dat die opleiding vertegenwoordigt (<strong>de</strong><br />

portefeuillehou<strong>de</strong>r). Het faculteitsbestuur draagt formeel <strong>de</strong> eindverantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong><br />

opleidingen, maar heeft een <strong>de</strong>el van zijn taken ge<strong>de</strong>legeerd aan <strong>de</strong> opleidingsinstituten.<br />

Het Instituut voor Wiskun<strong>de</strong> en Informatica (IWI) bestaat uit <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen Wiskun<strong>de</strong> en<br />

Informatica. Deze af<strong>de</strong>lingen vormen geen zelfstandige administratieve eenhe<strong>de</strong>n, maar zijn<br />

clusters van basiseenhe<strong>de</strong>n die geformeerd zijn rondom leerstoelen en on<strong>de</strong>rzoekprogramma’s:<br />

zes voor wiskun<strong>de</strong> en vier voor informatica. De af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong>, die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en<br />

Wiskun<strong>de</strong> en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> masteropleidingen Wiskun<strong>de</strong>, <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> en Bedrijfswiskun<strong>de</strong> verzorgt, bestaat uit <strong>de</strong> basiseenhe<strong>de</strong>n Algebra en meetkun<strong>de</strong>,<br />

Toegepaste analyse, <strong>Technische</strong> mechanica en numerieke wiskun<strong>de</strong>, Dynamische systemen en<br />

analyse, Waarschijnlijkheidsrekening en Statistiek en systeemtheorie.<br />

412 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


9.1. Invoering bachelor-masterstructuur en afbouw onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen: stand<br />

van zaken<br />

De vierjarige doctoraalopleidingen Wiskun<strong>de</strong> en Statistiek zijn met ingang van het studiejaar<br />

1999-2000 omgezet in <strong>de</strong> vijfjarige opleidingen Wiskun<strong>de</strong> en Wiskun<strong>de</strong> en statistiek. De<br />

naam van <strong>de</strong> doctoraalopleiding <strong>Technische</strong> mechanica, die op dat moment al een studieduur<br />

van vijf jaar ken<strong>de</strong>, is met ingang van hetzelf<strong>de</strong> collegejaar veran<strong>de</strong>rd in <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>. In het studiejaar 2002-2003 heeft <strong>de</strong> Faculteit Wiskun<strong>de</strong> en Natuurwetenschappen<br />

<strong>de</strong> bachelor-masterstructuur ingevoerd. Vanaf dat moment zijn <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> doctoraalopleidingen<br />

omgezet in bachelor‐ en masteropleidingen. De afbouw van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

opleidingen is formeel nog niet afgerond. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie waren er in het studiejaar<br />

2005-2006 nog 29 stu<strong>de</strong>nten die actief waren in een van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen.<br />

De structuur en <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor- en masteropleidingen Wiskun<strong>de</strong><br />

en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> waren bij <strong>de</strong> start van <strong>de</strong>ze programma’s in sterke mate afgeleid<br />

van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen. In voorkomen<strong>de</strong> gevallen zijn stu<strong>de</strong>nten<br />

volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>over</strong>gestapt van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleiding naar <strong>de</strong> bachelor‐ of <strong>de</strong> masteropleiding.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die <strong>over</strong> wil<strong>de</strong>n (en willen) stappen naar <strong>de</strong> bachelor‐ en masteropleidingen<br />

kon<strong>de</strong>n (en kunnen) gebruikmaken van <strong>de</strong> <strong>over</strong>gangsregelingen die gehanteerd wor<strong>de</strong>n bij<br />

tussentijdse wijzigingen van <strong>de</strong> programma’s. Wanneer <strong>de</strong> <strong>over</strong>gangsregelingen ontoereikend<br />

zijn, stelt <strong>de</strong> studieadviseur in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> betrokken stu<strong>de</strong>nten een nieuw programma<br />

op, dat wel past binnen <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> programma’s bie<strong>de</strong>n. De programma’s van<br />

stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> doctoraalopleiding willen afron<strong>de</strong>n zijn zo goed mogelijk ingepast in die van<br />

<strong>de</strong> nieuwe masteropleidingen. Dat betekent dat <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het lokale en<br />

lan<strong>de</strong>lijke aanbod van vakken kunnen volgen. Ze behalen in principe echter wel het doctoraaldiploma.<br />

De faculteit is bezig met een herziening van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en. Met<br />

ingang van 1 september 2006 is <strong>de</strong> faculteit <strong>over</strong>gegaan op flexibele bachelorprogramma’s. De<br />

<strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> is in <strong>de</strong> nieuwe programmering ingebed in <strong>de</strong> flexibele <strong>bacheloropleiding</strong><br />

Natuurwetenschappen en technologie. In <strong>de</strong> flexibele bachelorprogramma’s starten<br />

stu<strong>de</strong>nten met een gemeenschappelijk eerste semester, waarna zij een major van an<strong>de</strong>rhalf jaar<br />

(drie semesters) volgen en twee minors van elk een semester. Stu<strong>de</strong>nten maken na het eerste<br />

semester een keuze voor een discipline en hebben daarmee meer vrijheid bij het samenstellen<br />

van hun programma. Hoewel <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong>ze flexibele programma’s nog gaan<strong>de</strong> was<br />

tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie, heeft zij er, na <strong>over</strong>leg met en met instemming van het<br />

bestuur van <strong>de</strong> faculteit, voor gekozen om zich zoveel als mogelijk op het nieuwe programma<br />

te concentreren. Daar waar het ou<strong>de</strong> bachelorprogramma naar verwachting ook effecten heeft<br />

op het nieuwe programma, zal ook het ou<strong>de</strong> programma in <strong>de</strong> <strong>over</strong>wegingen van <strong>de</strong> commissie<br />

wor<strong>de</strong>n betrokken. De nieuwe minors die in <strong>de</strong> flexibele <strong>bacheloropleiding</strong> zijn opgenomen,<br />

zijn, in z<strong>over</strong>re het geen wiskun<strong>de</strong> betreft, buiten beschouwing gebleven. De hoofdrichting<br />

Bedrijfswiskun<strong>de</strong> wordt voor z<strong>over</strong> nu bekend in <strong>de</strong> flexibele bachelor niet voorgezet. De commissie<br />

heeft <strong>de</strong>ze richting, die nu wordt afgebouwd, daarom buiten beschouwing gelaten.<br />

De verschillen tussen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en Wiskun<strong>de</strong> en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> zijn gering<br />

en hebben alleen betrekking op <strong>de</strong> keuze van <strong>de</strong> specialistische minor in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar. Voor <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> moet <strong>de</strong> specialistische minor Wiskun<strong>de</strong> gekozen wor<strong>de</strong>n, voor<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> <strong>de</strong> specialistische minor <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Deze behoren dus tot het hoofdprogramma. Daarnaast moeten stu<strong>de</strong>nten nog een minor bui-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

413


ten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> kiezen. Daarom wordt alleen on<strong>de</strong>rscheid tussen bei<strong>de</strong> opleidingen gemaakt<br />

als dat relevant is.<br />

9.<strong>2.</strong> Het beoor<strong>de</strong>lingska<strong>de</strong>r<br />

9.<strong>2.</strong>1. Doelstellingen opleiding<br />

F1: Domeinspecifieke eisen<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en <strong>de</strong> beroepspraktijk<br />

gesteld wor<strong>de</strong>n aan een opleiding in het betreffen<strong>de</strong> domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).<br />

Beschrijving<br />

De commissie kiest er bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> facetten die on<strong>de</strong>r het eerste on<strong>de</strong>rwerp vallen<br />

voor om zich met betrekking tot <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en Wiskun<strong>de</strong> en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> te<br />

baseren op <strong>de</strong> doelstellingen en eindkwalificaties die in <strong>de</strong> zelfstudie zijn opgenomen, omdat<br />

<strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> flexibele bachelorprogramma’s niet wezenlijk<br />

veran<strong>de</strong>rd zijn in vergelijking met <strong>de</strong> ‘ou<strong>de</strong>’ doelstellingen en eindkwalificaties.<br />

De doelstellingen en <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en Wiskun<strong>de</strong> en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

<strong>over</strong>lappen voor een belangrijk <strong>de</strong>el. De <strong>bacheloropleiding</strong>en beogen stu<strong>de</strong>nten door<br />

mid<strong>de</strong>l van een breed opgezet curriculum zodanige kennis, vaardighe<strong>de</strong>n, inzicht en attitu<strong>de</strong><br />

op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> respectievelijk <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong> bij te brengen, dat<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> bachelorstu<strong>de</strong>nten in staat zijn om een masteropleiding te volgen in hetzij <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>, hetzij een aan <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> gelieer<strong>de</strong> masteropleiding,<br />

zoals Educatie en communicatie in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en natuurwetenschappen of <strong>de</strong> M-variant<br />

Beleid en bedrijf. Daartoe moeten <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten inzicht hebben ontwikkeld in <strong>de</strong> belangrijkste<br />

begrippen van het vakgebied.<br />

De gemeenschappelijke eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en Wiskun<strong>de</strong> en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>:<br />

• analytisch <strong>de</strong>nken en kritisch re<strong>de</strong>neren: stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond,<br />

kunnen wiskundige vraagstellingen en problemen op precieze wijze formuleren en<br />

eventueel aanpassen om ze ‘tractable’ te maken. Zij kunnen aannamen articuleren, kennen<br />

het belang van nauwkeurige <strong>de</strong>finities, kunnen georganiseerd <strong>de</strong>nken, kunnen precieze<br />

logische re<strong>de</strong>neringen toepassen bij het oplossen van problemen en kunnen generaliseren<br />

en abstraheren. Zij hebben kennis en ervaring opgedaan met <strong>de</strong> ‘kern’ van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>:<br />

<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> en waarheid van een precies wiskundig bewijs;<br />

• mo<strong>de</strong>lleren en probleem oplossen: stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond, kunnen<br />

concrete problemen uit toepassingsgebie<strong>de</strong>n formuleren als wiskundige problemen.<br />

Zij kunnen wiskundige problemen tegemoet tre<strong>de</strong>n met een zekere logische systematiek,<br />

met een bereidheid om meer<strong>de</strong>re metho<strong>de</strong>n te proberen en met een bepaald doorzettingsvermogen.<br />

Zij kennen het belang van het on<strong>de</strong>rzoeken van speciale gevallen en voorbeel<strong>de</strong>n.<br />

Zij hebben <strong>de</strong> houding en vaardigheid om <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n oplossingen kritisch te<br />

evalueren, op correctheid te toetsen en te interpreteren;<br />

• wiskundige basisbegrippen en technieken: stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond,<br />

beheersen <strong>de</strong> basisbegrippen en technieken van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, met name van <strong>de</strong> cal-<br />

414 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


culus in een en in meer<strong>de</strong>re variabelen, lineaire algebra, gewone differentiaalvergelijkingen<br />

en waarschijnlijkheidsrekening en statistiek;<br />

• communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n: stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond, hebben<br />

<strong>de</strong> competentie om wiskundige teksten te lezen en te begrijpen en om wiskundige<br />

i<strong>de</strong>eën en resultaten correct, hel<strong>de</strong>r en coherent <strong>over</strong> te brengen in woord en geschrift. Zij<br />

zijn in staat mon<strong>de</strong>ling en schriftelijk dui<strong>de</strong>lijk te communiceren <strong>over</strong> <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en<br />

haar toepassingen;<br />

• maatschappelijke aspecten: stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond, hebben<br />

oog voor <strong>de</strong> maatschappelijke aspecten van <strong>de</strong> toepassingen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, en <strong>de</strong> eigen<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid daarin;<br />

• geavanceer<strong>de</strong> wiskundige begrippen: stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond,<br />

hebben kennis van meer geavanceer<strong>de</strong> wiskundige on<strong>de</strong>rwerpen uit <strong>de</strong> algebra en meetkun<strong>de</strong>,<br />

dynamische systemen, analyse, partiële differentiaalvergelijkingen, numerieke wiskun<strong>de</strong>,<br />

optimalisatie, en co<strong>de</strong>ringstheorie.<br />

De volgen<strong>de</strong> eindtermen hebben alleen betrekking op <strong>de</strong> hoofdrichting Wiskun<strong>de</strong> binnen <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en op <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>:<br />

• on<strong>de</strong>rwerpen uit <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>: stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond,<br />

hebben kennis van enkele belangrijke on<strong>de</strong>rwerpen uit <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>,<br />

zoals numerieke stromingsleer en systeem‐ en regeltheorie;<br />

• toepassingen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>: stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond, hebben<br />

kennisgemaakt met toepassingen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in verschillen<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re vakgebie<strong>de</strong>n;<br />

• gebruik van computers: stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond, hebben <strong>de</strong><br />

competentie om wiskundige softwarepakketten te gebruiken als een effectief mid<strong>de</strong>l om<br />

wiskundige problemen op te lossen en als hulpmid<strong>de</strong>l om inzicht te verkrijgen in wiskundige<br />

i<strong>de</strong>eën en concepten. Zij kunnen zelf programmatuur schrijven in een gangbare<br />

programmeertaal.<br />

De commissie heeft ervoor gekozen om <strong>de</strong> hoofdrichting Bedrijfswiskun<strong>de</strong> binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

Wiskun<strong>de</strong> buiten beschouwing te laten. Zij vermeldt daarom <strong>de</strong> eindtermen die<br />

alleen betrekking hebben op <strong>de</strong>ze hoofdrichting Bedrijfswiskun<strong>de</strong> niet.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics volgen, maken een keuze tussen <strong>de</strong> P-variant<br />

(die vooral op het verrichten van on<strong>de</strong>rzoek is gericht en bedoeld is voor stu<strong>de</strong>nten die na het<br />

afron<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> opleiding door willen gaan in het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek) en <strong>de</strong> M-<br />

variant (die zich vooral richt op stu<strong>de</strong>nten die een functie ambiëren bij <strong>de</strong> <strong>over</strong>heid of in het<br />

bedrijfsleven). De masteropleiding Mathematics beoogt door een, op een <strong>bacheloropleiding</strong><br />

Wiskun<strong>de</strong> of <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> aansluitend, breed opgezet curriculum stu<strong>de</strong>nten zodanige<br />

kennis, vaardighe<strong>de</strong>n, inzicht en attitu<strong>de</strong> op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> bij te brengen, dat<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> masterstu<strong>de</strong>nten in staat zijn tot zelfstandige beroepsuitoefening en, wanneer<br />

zij <strong>de</strong> P-variant hebben gevolgd, in aanmerking komen voor een vervolgopleiding tot wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoeker.<br />

De eindtermen van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld<br />

in eindtermen die op alle masteropleidingen op het terrein van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> betrekking hebben<br />

en in meer specifieke eindtermen. Voor alle stu<strong>de</strong>nten die een masteropleiding binnen het<br />

domein van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> hebben afgerond geldt dat zij:<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

415


• een goe<strong>de</strong> beheersing hebben van woord en geschrift (A1);<br />

• in een multidisciplinair teamverband kunnen functioneren (A2);<br />

• bekend zijn met <strong>de</strong> maatschappelijke, ethische en sociale aspecten van het toepassen<br />

van wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> praktijk (A3);<br />

• inzicht hebben in <strong>de</strong> wetenschappelijke relevantie van probleemstellingen en resultaten (A4);<br />

• inzicht hebben in <strong>de</strong> validiteit van <strong>de</strong> wetenschappelijke metho<strong>de</strong> (A5);<br />

• inzicht hebben in <strong>de</strong> belangrijkste begrippen van het vakgebied (A6);<br />

• <strong>de</strong> wetenschappelijke literatuur op waar<strong>de</strong> kunnen schatten (A7);<br />

• een bijdrage kunnen leveren aan wetenschappelijke inzichten op een <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> (A8);<br />

• door kunnen dringen tot <strong>de</strong> kern van een probleem (A9);<br />

• oplossingen zowel in algemene als in formeel wiskundige bewoordingen kunnen beschrijven<br />

(A10).<br />

Voor stu<strong>de</strong>nten die binnen <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics <strong>de</strong> P-variant hebben afgerond<br />

geldt dat zij:<br />

• wiskun<strong>de</strong> als één samenhangend, organisch geheel kennen en ervaren (W1);<br />

• ervaring hebben met het mathematisch mo<strong>de</strong>lleren van niet-wiskundig geformuleer<strong>de</strong><br />

i<strong>de</strong>eën en vraagstellingen en het interpreteren van <strong>de</strong> wiskundige resultaten in het licht<br />

van <strong>de</strong> oorspronkelijke, niet-wiskundige vraagstelling (W2);<br />

• specialistische kennis hebben van theorieën, metho<strong>de</strong>n en technieken op ten minste een<br />

van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> <strong>de</strong>elterreinen: algebra en meetkun<strong>de</strong>, dynamische systemen, analyse, en<br />

kansrekening en statistiek (W3);<br />

• wetenschappelijke resultaten en inzichten kunnen toepassen op concrete problemen uit <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> (W4).<br />

Voor stu<strong>de</strong>nten die binnen <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics <strong>de</strong> M-variant Beleid en bedrijf<br />

hebben voltooid geldt dat zij:<br />

• inzicht hebben in het functioneren van bedrijven en beleidsorganisaties (M1);<br />

• inzicht hebben in <strong>de</strong> verban<strong>de</strong>n tussen natuurwetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek, het bedrijfsleven<br />

en <strong>over</strong>heidsbeleid (M2);<br />

• natuurwetenschappelijke en bedrijf- en beleidsmatige aspecten kunnen integreren (M3);<br />

• zelfstandig on<strong>de</strong>rzoeksactiviteiten kunnen uitoefenen (M4);<br />

• sociale en communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n beheersen (M5);<br />

• projectmatig kunnen werken (M6);<br />

• beroepsverantwoor<strong>de</strong>lijkheid kunnen nemen (M7).<br />

De masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> beoogt door een, op een <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong><br />

of <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> aansluitend, breed opgezet curriculum stu<strong>de</strong>nten zodanige<br />

kennis, vaardighe<strong>de</strong>n, inzicht en attitu<strong>de</strong> op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> bij te brengen,<br />

dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> masterstu<strong>de</strong>nten in staat zijn tot zelfstandige beroepsuitoefening en in<br />

aanmerking komen voor een eventuele vervolgopleiding tot wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoeker<br />

of ontwerper.<br />

De masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> kent alleen een P-variant, geen M-variant. De<br />

eindtermen van <strong>de</strong>ze masteropleiding zijn eveneens on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in eindtermen die op alle<br />

masteropleidingen op het terrein van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> betrekking hebben en in meer specifieke<br />

416 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


eindtermen. De eindtermen die van toepassing zijn op alle masteropleidingen binnen het<br />

domein van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> zijn hierboven reeds vermeld.<br />

Voor stu<strong>de</strong>nten die binnen <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> <strong>de</strong> P-variant hebben afgerond<br />

geldt dat zij:<br />

• algemene kennis hebben van theorieën, metho<strong>de</strong>n en technieken op het terrein van <strong>de</strong><br />

technische toepassingen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (T1);<br />

• bre<strong>de</strong> ervaring hebben met het mathematisch mo<strong>de</strong>lleren van uit <strong>de</strong> praktijk aangelever<strong>de</strong><br />

problemen, inclusief het terugvertalen van <strong>de</strong> interpretatie van <strong>de</strong> resultaten naar<br />

<strong>de</strong> praktijk (T2);<br />

• uitgebrei<strong>de</strong> ervaring hebben met het hanteren van <strong>de</strong> relevante wiskundige gereedschappen<br />

(T3);<br />

• specialistische kennis hebben op het terrein van ten minste één <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong> technische<br />

wiskun<strong>de</strong> (T4).<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

bestu<strong>de</strong>erd en vastgesteld dat die voldoen aan <strong>de</strong> eisen die vakgenoten binnen of<br />

buiten <strong>de</strong> wetenschap stellen aan een opleiding op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> dan wel <strong>de</strong><br />

technische wiskun<strong>de</strong>, zoals vastgelegd in het domeinspecifiek referentieka<strong>de</strong>r.<br />

De gemeenschappelijke eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en brengen bijvoorbeeld tot uitdrukking<br />

dat stu<strong>de</strong>nten kennis van en inzicht in wiskundige basisbegrippen en technieken<br />

en van meer geavanceer<strong>de</strong> wiskundige on<strong>de</strong>rwerpen verwerven, dat zij leren om wiskundige<br />

vraagstellingen en problemen op precieze wijze te formuleren, om logische re<strong>de</strong>neringen toe te<br />

passen bij het oplossen van problemen, om te generaliseren en te abstraheren en dat zij kennis<br />

van en ervaring met <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> en <strong>de</strong> waarheid van wiskundige bewijzen verkrijgen. Stu<strong>de</strong>nten<br />

van <strong>de</strong> hoofdrichting Wiskun<strong>de</strong> binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

<strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> verwerven kennis van enkele belangrijke on<strong>de</strong>rwerpen uit <strong>de</strong><br />

technische wiskun<strong>de</strong> en van toepassingen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in an<strong>de</strong>re vakgebie<strong>de</strong>n.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat in <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> flexibele <strong>bacheloropleiding</strong> met<br />

wiskun<strong>de</strong> als major veel aspecten van <strong>de</strong> ‘ou<strong>de</strong>’, hierboven weergegeven eindtermen terugkomen.<br />

De opleidingen hebben, naast algemene eindtermen op het gebied van kennis en<br />

vaardighe<strong>de</strong>n en meer in het bijzon<strong>de</strong>r aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n, ook specifieke eindtermen<br />

geformuleerd op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> nieuwe eindtermen wordt on<strong>de</strong>rscheid<br />

gemaakt tussen <strong>de</strong> specialistische minors Wiskun<strong>de</strong> en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

De algemene eindkwalificaties van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

brengen tot uitdrukking dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze opleidingen beschikken <strong>over</strong> algemene<br />

kennis van een breed gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, <strong>over</strong> specialistische kennis op het terrein van<br />

ten minste één <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong> discipline en <strong>over</strong> vaardighe<strong>de</strong>n die gerelateerd zijn aan het<br />

verrichten van on<strong>de</strong>rzoek. Zij kunnen daarnaast functioneren in een multidisciplinair teamverband<br />

en hebben een goe<strong>de</strong> beheersing van woord en geschrift. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> P-variant<br />

hebben gevolgd, hebben zich ver<strong>de</strong>r bekwaamd in het on<strong>de</strong>rzoek en hebben in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong><br />

commissie voldoen<strong>de</strong> kennis om een promotietraject in te gaan. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> M-variant<br />

hebben afgerond, hebben zich in <strong>de</strong> eerste plaats gericht op een functie als wiskundige in het<br />

bedrijfsleven of bij <strong>de</strong> <strong>over</strong>heid. De eindkwalificaties die specifiek van toepassing zijn op een<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

417


van <strong>de</strong> masteropleidingen brengen een a<strong>de</strong>quate na<strong>de</strong>re inhou<strong>de</strong>lijke afbakening aan van het<br />

gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> waarin stu<strong>de</strong>nten zich ver<strong>de</strong>r verdiepen.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> M-variant van<br />

<strong>de</strong> masteropleidingen aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> beroepspraktijk. Stu<strong>de</strong>nten die die variant<br />

volgen, verwerven kennis, inzichten en vaardighe<strong>de</strong>n die relevant zijn voor een functie in<br />

het bedrijfsleven of bij <strong>de</strong> <strong>over</strong>heid, bijvoorbeeld inzicht in het functioneren van bedrijven en<br />

beleidsorganisaties en <strong>de</strong> vaardigheid om natuurwetenschappelijke en bedrijfs- en beleidsmatige<br />

aspecten te integreren.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> vier opleidingen in voldoen<strong>de</strong><br />

mate aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van vakgenoten en <strong>de</strong> beroepspraktijk en dat <strong>de</strong> opleidingen<br />

daarmee voldoen aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F2: Niveau: Bachelor en Master<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteer<strong>de</strong> beschrijvingen van<br />

<strong>de</strong> kwalificaties van een Bachelor of een Master.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie bevat tabellen waarin een verband wordt gelegd tussen <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren<br />

en <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen. Uit die tabel blijkt dat <strong>de</strong><br />

eerste vier Dublin-<strong>de</strong>scriptoren in alle gevallen terug te vin<strong>de</strong>n zijn in <strong>de</strong> eindkwalificaties. De<br />

tabellen hebben betrekking op <strong>de</strong> ‘ou<strong>de</strong>’ eindkwalificaties.<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en geldt volgens <strong>de</strong> zelfstudie dat <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en<br />

die vallen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kopjes Wiskundige basisbegrippen en ‐technieken, Geavanceer<strong>de</strong><br />

wiskundige begrippen, On<strong>de</strong>rwerpen uit <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>, Toepassingen van<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en Toepassingen in <strong>de</strong> economie een verband hebben met <strong>de</strong> eerste Dublin-<strong>de</strong>scriptor<br />

(kennis en inzicht). De eindtermen die vallen on<strong>de</strong>r Mo<strong>de</strong>lleren en probleem oplossen<br />

en Gebruik van computers zijn gerelateerd aan <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptor (toepassen van<br />

kennis en inzicht). De eindtermen die vallen on<strong>de</strong>r Analytisch <strong>de</strong>nken en kritisch re<strong>de</strong>neren<br />

en Maatschappelijke aspecten staan in verband met <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptor (oor<strong>de</strong>elsvorming).<br />

De eindtermen die vallen on<strong>de</strong>r Communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n zijn gerelateerd aan<br />

<strong>de</strong> vier<strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptor (communicatie). De eindtermen verwijzen niet expliciet naar <strong>de</strong><br />

vijf<strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptor (leervaardighe<strong>de</strong>n), maar volgens <strong>de</strong> zelfstudie is het beheersen van<br />

leervaardighe<strong>de</strong>n een noodzakelijke voorwaar<strong>de</strong> om <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> met succes te kunnen<br />

afron<strong>de</strong>n.<br />

Voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics geldt volgens <strong>de</strong> zelfstudie dat <strong>de</strong> eindkwalificaties A6,<br />

W3, M1 en M2 gerelateerd zijn aan <strong>de</strong> eerste Dublin-<strong>de</strong>scriptor (kennis en inzicht), <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

A2, A4, A5, A8, A9, W2, W4, M3, M4 en M6 aan <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptor<br />

(toepassen van kennis en inzicht), <strong>de</strong> eindkwalificaties A3, A7, W1 en M7 aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

Dublin-<strong>de</strong>scriptor (oor<strong>de</strong>elsvorming) en <strong>de</strong> eindkwalificaties A1, A10 en M5 aan <strong>de</strong> vier<strong>de</strong><br />

418 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


Dubin-<strong>de</strong>scriptor (communicatie). Voor <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> geldt dat <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties A6, T1, T4, M1 en M2 een verband hebben met <strong>de</strong> eerste Dublin-<strong>de</strong>scriptor,<br />

<strong>de</strong> eindkwalificaties A2, A4, A5, A8, A9, T2, T3, M3 en M4 met <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptor,<br />

<strong>de</strong> eindkwalificaties A3, A7 en M7 met <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptor en <strong>de</strong> eindkwalificaties A1,<br />

A10 en M5 met <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptor. De eindkwalificaties van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

bevatten geen verwijzingen naar <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptor (leervaardighe<strong>de</strong>n).<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> informatie in <strong>de</strong> zelfstudie betrekking heeft op <strong>de</strong> ‘ou<strong>de</strong>’<br />

eindkwalificaties van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en, die in haar ogen voldoen<strong>de</strong> <strong>over</strong>eenstemmen<br />

met <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> flexibele <strong>bacheloropleiding</strong> om ze als uitgangspunt voor <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling te nemen. Zij heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en<br />

en <strong>de</strong> masteropleidingen <strong>de</strong> verschillen in niveau tussen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en<br />

enerzijds en <strong>de</strong> masteropleidingen an<strong>de</strong>rzijds in voldoen<strong>de</strong> mate tot uitdrukking brengen.<br />

Waar stu<strong>de</strong>nten die een <strong>bacheloropleiding</strong> hebben afgerond <strong>de</strong> wiskundige basisbegrippen<br />

en technieken beheersen, beschikken stu<strong>de</strong>nten die een masteropleiding hebben voltooid<br />

<strong>over</strong> specialistische kennis op het terrein van ten minste één relevant <strong>de</strong>elgebied binnen <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>. Waar stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en oog krijgen voor <strong>de</strong> maatschappelijke<br />

aspecten van <strong>de</strong> toepassingen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en van hun eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid op dat<br />

punt, zijn stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen bekend met <strong>de</strong> maatschappelijke, ethische en<br />

sociale aspecten van het toepassen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> praktijk. En waar stu<strong>de</strong>nten van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en in staat zijn om wiskundige teksten te lezen en te begrijpen, kunnen<br />

stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen wetenschappelijke literatuur op waar<strong>de</strong> schatten.<br />

Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen zijn ten slotte in staat om een bijdrage te leveren aan <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke inzichten op een <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

De commissie heeft vervolgens vastgesteld dat er een dui<strong>de</strong>lijk verband bestaat tussen <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

van <strong>de</strong> opleidingen en <strong>de</strong> Dublin-<strong>de</strong>scriptoren. Zij kan zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> manier<br />

waarop dat verband wordt beschreven in <strong>de</strong> tabellen in <strong>de</strong> zelfstudie waarnaar hierboven verwezen<br />

wordt. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> eindkwalificaties niet expliciet verwijzen naar het<br />

verwerven van leervaardighe<strong>de</strong>n, maar is van mening dat van stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

hebben verworven mag wor<strong>de</strong>n verwacht dat zij in voldoen<strong>de</strong> mate <strong>over</strong> leervaardighe<strong>de</strong>n<br />

beschikken.<br />

De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking<br />

heeft op het niveau.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

419


F3: Oriëntatie WO:<br />

De eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding sluiten aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> beschrijvingen van een Bachelor en een<br />

Master in WO:<br />

• De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit <strong>de</strong> wetenschappelijke discipline, <strong>de</strong> internationale<br />

wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen <strong>de</strong> relevante praktijk in<br />

het toekomstige beroepenveld.<br />

• Een WO-bachelor heeft <strong>de</strong> kwalificaties voor toegang tot tenminste één ver<strong>de</strong>re WO-studie op masterniveau<br />

en eventueel voor het betre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

• Een WO-master heeft <strong>de</strong> kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te verrichten of multien<br />

interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist<br />

is of dienstig is.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie bevat een tabel waaruit blijkt dat stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> hoofdrichting Wiskun<strong>de</strong><br />

binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> hebben<br />

afgerond rechtstreeks toegang hebben tot <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics, <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> en Educatie en communicatie. De stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> hoofdrichting Bedrijfswiskun<strong>de</strong><br />

binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> hebben doorlopen, kunnen direct doorstromen naar<br />

<strong>de</strong> masteropleidingen Bedrijfswiskun<strong>de</strong> en Educatie en communicatie. Ten tij<strong>de</strong> van het bezoek<br />

van <strong>de</strong> commissie was nog ondui<strong>de</strong>lijk hoe <strong>de</strong> toegang vanuit <strong>de</strong> flexibele <strong>bacheloropleiding</strong><br />

naar <strong>de</strong> masteropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong> geregeld zou wor<strong>de</strong>n.<br />

De zelfstudie beschrijft ver<strong>de</strong>r, aan <strong>de</strong> hand van een aantal benchmarks, hoe <strong>de</strong> eindtermen<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en zich verhou<strong>de</strong>n tot algemene kenmerken van wetenschappelijke<br />

vorming. Deze beschrijving heeft betrekking op <strong>de</strong> ‘ou<strong>de</strong>’ eindkwalificaties. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

wordt een wetenschappelijke bena<strong>de</strong>ring van wiskundige problemen gekenmerkt door<br />

een voldoen<strong>de</strong> beheersing van wiskundige basiskennis en basisvaardighe<strong>de</strong>n en het vermogen<br />

tot wiskundige abstractie, tot wiskundige of logische argumentatie en <strong>de</strong> beheersing van wiskundige<br />

bewijstechnieken. Deze competenties komen aan bod in <strong>de</strong> eindtermen die betrekking<br />

hebben op mo<strong>de</strong>lleren en probleem oplossen, wiskundige basisbegrippen en ‐technieken,<br />

geavanceer<strong>de</strong> wiskundige begrippen, on<strong>de</strong>rwerpen uit <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong> en het gebruik<br />

van computers. Logisch re<strong>de</strong>neren is een van <strong>de</strong> pijlers van het wiskundig <strong>de</strong>nken. Kritisch<br />

<strong>de</strong>nken vraagt om het vermogen afstand te nemen van eigen (voor)oor<strong>de</strong>len en in alternatieven<br />

te <strong>de</strong>nken. Dit is een hoogwaardige competentie die vooral in toepassingsgerichte wiskundige<br />

contexten aan bod komt. Het kunnen interpreteren van <strong>de</strong> resultaten van een wiskundig mo<strong>de</strong>l<br />

gaat ver<strong>de</strong>r dan een technische interpretatie van het mo<strong>de</strong>l. Vooral bij probleemsituaties in <strong>de</strong><br />

technische en economische toepassingen past een vertaalslag naar <strong>de</strong> sociale en economische<br />

gevolgen. Dit aspect komt in beschei<strong>de</strong>n mate aan bod binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en. Het<br />

programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en kent een aantal werkvormen, zoals projectwerk en<br />

afstu<strong>de</strong>erwerk, waarin stu<strong>de</strong>nten geconfronteerd wor<strong>de</strong>n met het effect van hun eigen han<strong>de</strong>len.<br />

Die confrontaties kunnen volgens <strong>de</strong> zelfstudie een proces van reflectie op eigen han<strong>de</strong>len<br />

en het zelfstandig bijsturen daarvan op gang brengen.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt vermeld dat <strong>de</strong> P-variant van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics opleidt<br />

tot <strong>de</strong> functie van wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoeker, terwijl stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> M-variant hebben<br />

afgerond op een analytisch <strong>de</strong>nk‐ en werkniveau kunnen functioneren in een <strong>over</strong>heidsinstelling,<br />

een bedrijf of een groot technologisch instituut. De eindkwalificaties verwijzen naar<br />

een bre<strong>de</strong> kennis van recente ontwikkelingen binnen <strong>de</strong> discipline (A3, A4, A5, A6, A7, A9<br />

en A10), naar gespecialiseer<strong>de</strong> kennis op een van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (A8, P1,<br />

P2, P3, P4) naar het verrichten van wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek binnen een <strong>de</strong>elgebied (A1,<br />

420 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


A2, A8, A9) en naar het <strong>de</strong>nk‐ en werkniveau dat vereist is om als wiskundige in een instelling,<br />

bedrijf of instituut te kunnen werken (M1 tot en met M7). De zelfstudie bevat een<br />

tabel waarin een verband wordt gelegd tussen <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> masteropleiding<br />

en algemene kenmerken van wetenschappelijke vorming. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties A7, A8 en W4 betrekking hebben op het wetenschappelijk behan<strong>de</strong>len van<br />

problemen en dat <strong>de</strong> eindkwalificaties A4, A5 en A7 in verband staan met <strong>de</strong> vaardigheid om<br />

een wetenschappelijk betoog kritisch op waar<strong>de</strong> te schatten.<br />

De P-variant van <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> leidt op tot <strong>de</strong> functies van wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoeker en ontwerper in <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> M-variant stelt afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

in staat om op een analytisch <strong>de</strong>nk‐ en werkniveau in een <strong>over</strong>heidsinstelling, een<br />

bedrijf of een groot technologisch instituut te functioneren. De opmerkingen die hierboven<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics zijn gemaakt zijn mutatis mutandis ook van toepassing<br />

op <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> informatie in <strong>de</strong> zelfstudie betrekking heeft op <strong>de</strong> ‘ou<strong>de</strong>’<br />

eindkwalificaties van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en, die in haar ogen voldoen<strong>de</strong> <strong>over</strong>eenstemmen<br />

met <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> flexibele <strong>bacheloropleiding</strong> om ze als uitgangspunt voor <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling te nemen. Zij heeft reeds eer<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r F1) vastgesteld dat <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke discipline (c.q. <strong>de</strong> vakgenoten) en <strong>de</strong> relevante beroepspraktijk. Zij heeft<br />

vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n<br />

toegang hebben tot minimaal één masteropleiding. Zij is ervan <strong>over</strong>tuigd dat stu<strong>de</strong>nten die<br />

een van <strong>de</strong> masteropleidingen hebben afgerond in staat zijn om wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek<br />

te verrichten, bijvoorbeeld in het ka<strong>de</strong>r van een promotietraject. De commissie is ook van<br />

oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen in voldoen<strong>de</strong> mate aansluiten bij <strong>de</strong> eisen<br />

van <strong>de</strong> internationale wetenschapsbeoefening. Zij kan zich goed vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> manier waarop<br />

in <strong>de</strong> zelfstudie <strong>de</strong> eindkwalificaties wor<strong>de</strong>n gerelateerd aan algemene eisen van aca<strong>de</strong>mische<br />

vorming. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en on<strong>de</strong>r meer<br />

verwijzen naar analytisch <strong>de</strong>nken en kritisch re<strong>de</strong>neren, mo<strong>de</strong>lleren en probleem oplossen,<br />

communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n en maatschappelijke aspecten en dat <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong><br />

masteropleidingen on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re een verband leggen met maatschappelijke, ethische en sociale<br />

aspecten van het toepassen van wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> praktijk (A3), <strong>de</strong> wetenschappelijke relevantie<br />

van probleemstellingen en resultaten (A4) en <strong>de</strong> validiteit van <strong>de</strong> wetenschappelijke metho<strong>de</strong><br />

(A5). Afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> masteropleidingen zijn in staat om een bijdrage te leveren aan<br />

wetenschappelijke inzichten op een <strong>de</strong>elgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (A8).<br />

In <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> nieuwe <strong>bacheloropleiding</strong>en komt <strong>over</strong>igens <strong>de</strong> term ‘mo<strong>de</strong>lleren’<br />

niet meer voor. De commissie neemt aan dat dit niet een gevolg is van veran<strong>de</strong>ring van<br />

beleid, maar van het feit dat <strong>de</strong> nieuwe eindtermen nog niet goed uitgewerkt zijn.<br />

De commissie is dus van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> vier opleidingen voldoen aan<br />

<strong>de</strong> criteria die op dit punt gel<strong>de</strong>n voor een opleiding binnen het wetenschappelijk domein.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

421


Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Doelstellingen opleiding’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong><br />

luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt het<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong><br />

masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

9.<strong>2.</strong><strong>2.</strong> Programma<br />

Beschrijving van <strong>de</strong> programma’s<br />

Op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld, bestond er geen verschil tussen het programma<br />

van <strong>de</strong> hoofdrichting Wiskun<strong>de</strong> binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en het<br />

programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>, terwijl het programma van <strong>de</strong><br />

hoofdrichting Bedrijfswiskun<strong>de</strong> binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> op verschillen<strong>de</strong><br />

punten afweek van dat van <strong>de</strong> hoofdrichting Wiskun<strong>de</strong>. De programma’s van <strong>de</strong> hoofdrichting<br />

Wiskun<strong>de</strong> binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> beston<strong>de</strong>n voor het <strong>over</strong>grote <strong>de</strong>el uit verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> bestreken. In het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar had<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten in alle on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid om een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el te kiezen en zich daarmee te specialiseren<br />

en eventueel te kwalificeren voor een aansluiten<strong>de</strong> masteropleiding. Stu<strong>de</strong>nten sloten hun<br />

opleiding af met een bachelorscriptie, waarvoor 10 EC gereserveerd was. Stu<strong>de</strong>nten die binnen<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> gekozen had<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> hoofdrichting Bedrijfswiskun<strong>de</strong><br />

volg<strong>de</strong>n vanaf het eerste jaar een afwijkend programma. Ook stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> hoofdrichting<br />

Bedrijfswiskun<strong>de</strong> sloten hun opleiding af met een bachelorscriptie waarvoor 10 EC was gereserveerd.<br />

Met ingang van het studiejaar 2006-2007 heeft <strong>de</strong> faculteit flexibele bachelorprogramma’s<br />

ingevoerd. Uit <strong>de</strong> informatie die <strong>de</strong> commissie kort voor haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit ontving,<br />

blijkt dat stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> willen volgen in eerste instantie samen<br />

met stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en Natuurkun<strong>de</strong>, Scheikun<strong>de</strong> en Sterrenkun<strong>de</strong> het<br />

flexibele bachelorprogramma Natuurwetenschappen en technologie volgen, dat een semester<br />

duurt, waarna zij zich primair richten op <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Het gemeenschappelijke <strong>de</strong>el van het<br />

programma bevat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Calculus 1, Quantum en kosmos, Thermodynamica, Lineaire<br />

algebra 1, Mechanica 1, Chemische structuren en reactiviteit en een project. Na een major,<br />

die an<strong>de</strong>rhalf jaar duurt en geheel uit verplichte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len bestaat, maken stu<strong>de</strong>nten in het<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar een keuze uit <strong>de</strong> specialistische minors Wiskun<strong>de</strong> en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> van 30<br />

EC, bestaan<strong>de</strong> uit vier verdiepen<strong>de</strong> vakken van elk 5 EC en een bachelorscriptie van 10 EC.<br />

Zij volgen in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar ook een vrije minor, waarvoor eveneens 30 EC is gereserveerd. De<br />

hoofdrichting Bedrijfswiskun<strong>de</strong> wordt binnen <strong>de</strong> herziene programmering niet meer aangebo<strong>de</strong>n.<br />

Het programma van <strong>de</strong> P-variant van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics kent vier specialisaties:<br />

Algebra en meetkun<strong>de</strong>, Dynamische systemen, Analyse en Kansrekening en statistiek. Het is<br />

opge<strong>de</strong>eld in een aantal componenten: verdieping (24 EC, on<strong>de</strong>r voorwaar<strong>de</strong>n te kiezen uit<br />

het lan<strong>de</strong>lijke en het lokale aanbod aan mastervakken), verbreding (18 EC, i<strong>de</strong>m), een klein<br />

on<strong>de</strong>rzoek (18 EC, uit te voeren in het eerste jaar van <strong>de</strong> masteropleiding, het stu<strong>de</strong>ntcolloquium<br />

maakt hiervan <strong>de</strong>el uit), vrijekeuzeruimte (15 EC), algemeen vormen<strong>de</strong> vakken (5<br />

422 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


EC, te kiezen uit <strong>de</strong> universitaire gids) en het afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek (40 EC). Het programma<br />

van <strong>de</strong> M-variant van <strong>de</strong> masteropleiding bestaat in het eerste jaar geheel uit wiskun<strong>de</strong>vakken:<br />

stu<strong>de</strong>nten kiezen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len met een totale omvang van 30 EC uit het lokale en lan<strong>de</strong>lijke<br />

aanbod en voeren daarnaast een on<strong>de</strong>rzoek (met een omvang van 30 EC) uit binnen een van<br />

<strong>de</strong> hierboven genoem<strong>de</strong> specialisaties. Het programma van het twee<strong>de</strong> jaar staat geheel in het<br />

teken van <strong>de</strong> beroepsvoorbereiding. Stu<strong>de</strong>nten volgen een uitgebrei<strong>de</strong> cursus (van 20 EC) Bèta<br />

in beleid en bedrijf en volgen daarna, in het ka<strong>de</strong>r van hun afstu<strong>de</strong>erproject, een externe stage.<br />

Het afstu<strong>de</strong>erproject omvat 40 EC.<br />

Het programma van <strong>de</strong> P-variant van <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> richt zich op<br />

twee <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n: <strong>Technische</strong> mechanica, met een accent op <strong>de</strong> numerieke stromingsleer,<br />

en Systeem‐ en regeltheorie. Het is opge<strong>de</strong>eld in een aantal componenten: verdieping (24<br />

EC, on<strong>de</strong>r voorwaar<strong>de</strong>n te kiezen uit het lan<strong>de</strong>lijke en het lokale aanbod aan mastervakken),<br />

verbreding wiskun<strong>de</strong> (18 EC, i<strong>de</strong>m), verbreding techniek (8 EC, i<strong>de</strong>m), vrijekeuzeruimte (15<br />

EC), algemeen vormen<strong>de</strong> vakken (5 EC, te kiezen uit <strong>de</strong> universitaire gids) en het afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek<br />

(50 EC). Het programma van <strong>de</strong> M-variant van <strong>de</strong>ze masteropleiding is volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie nog niet geformaliseerd.<br />

F4: Eisen WO<br />

Het programma sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor het programma van een WO-opleiding:<br />

• Kennisontwikkeling door stu<strong>de</strong>nten vindt plaats in interactie tussen het on<strong>de</strong>rwijs en het wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek binnen relevante disciplines.<br />

• Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in <strong>de</strong> relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare<br />

verban<strong>de</strong>n met actuele wetenschappelijke theorieën.<br />

• Het programma waarborgt <strong>de</strong> ontwikkeling van vaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

• Bij daarvoor in aanmerking komen<strong>de</strong> opleidingen heeft het programma aantoonbare verban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

actuele praktijk van <strong>de</strong> relevante beroepen.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie blijkt uit het <strong>over</strong>zicht van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en<br />

dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n die door <strong>de</strong> zes basiseenhe<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n<br />

bestreken, zichtbaar en evenwichtig aanwezig zijn in <strong>de</strong> programma’s. Veel van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len,<br />

zeker in <strong>de</strong> eerste twee jaar van het programma, zijn vooral gericht op het verwerven van basiskennis<br />

en basisvaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Door <strong>de</strong> variatie in werkvormen<br />

maken stu<strong>de</strong>nt elk jaar kennis met ten minste een van <strong>de</strong> meer procesmatige aspecten van<br />

wetenschapsbeoefening. Die aspecten komen vooral aan bod in <strong>de</strong> projecten waarin stu<strong>de</strong>nten<br />

kleine on<strong>de</strong>rzoeken uitvoeren die wor<strong>de</strong>n gevolgd door een mon<strong>de</strong>linge of een schriftelijke<br />

presentatie, in <strong>de</strong> casestudy’s bij het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Statistiek en in <strong>de</strong> bachelorscriptie. De commissie<br />

heeft er vertrouwen in dat <strong>de</strong>ze kenmerken ook in voldoen<strong>de</strong> mate in het nieuwe programma<br />

terugkeren.<br />

Omdat stu<strong>de</strong>nten binnen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en uitgebreid kennismaken met <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

wiskundige disciplines, kunnen ze een verantwoor<strong>de</strong> keuze maken voor een specialisatie<br />

in <strong>de</strong> masteropleiding. In <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en nemen stu<strong>de</strong>nten echter nog niet actief <strong>de</strong>el<br />

aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksprogramma’s van <strong>de</strong> basiseenhe<strong>de</strong>n. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> collegeperio<strong>de</strong>n wordt<br />

elke week een colloquium gehou<strong>de</strong>n, waar on<strong>de</strong>rzoekers uit binnen- en buitenland verslag<br />

doen van hun on<strong>de</strong>rzoek. De colloquia kunnen zo bijdragen tot een oriëntatie op <strong>de</strong> keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

binnen <strong>de</strong> studie. Daarnaast zijn er aparte ‘stu<strong>de</strong>ntencolloquia’, georganiseerd<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

423


door <strong>de</strong> studievereniging FMF, waarin een staflid een <strong>over</strong>zicht geeft van zijn on<strong>de</strong>rzoeksgebied<br />

en ‐activiteiten.<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en kent een aantal vakken die specifiek gericht zijn<br />

op meer algemene on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n, zoals planmatig en doelgericht han<strong>de</strong>len, werken<br />

vanuit een dui<strong>de</strong>lijk geformuleer<strong>de</strong> probleemstelling, kritisch beoor<strong>de</strong>len van resultaten en<br />

verslaglegging. Het gaat hierbij on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re om alle projecten, om <strong>de</strong> vakken Oriëntatie wiskun<strong>de</strong><br />

(waarin samenwerken en verslaglegging aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen), Presentatie van een wiskundig<br />

on<strong>de</strong>rwerp (waarin stu<strong>de</strong>nten zich zelfstandig een nieuw wiskundig on<strong>de</strong>rwerp eigen<br />

maken en presenteren) en Communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n (waarin stu<strong>de</strong>nten zich oefenen in<br />

het opzetten en redigeren van een tijdschrift) en om <strong>de</strong> bachelorscriptie (waarin stu<strong>de</strong>nten op<br />

basis van een literatuurstudie een klein wiskundig probleem analyseren en oplossen). Het programma<br />

bevat eveneens een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin stu<strong>de</strong>nten kennismaken met beroepsvaardighe<strong>de</strong>n<br />

en met een mogelijk beroepsperspectief. Dat zijn Oriëntatie wiskun<strong>de</strong> (waarin<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> wiskundigen uit verschillen<strong>de</strong> disciplines vertellen <strong>over</strong> hun loopbaan na hun<br />

opleiding wiskun<strong>de</strong>), Presentatie van een wiskundig on<strong>de</strong>rwerp (waarin stu<strong>de</strong>nten actief kennismaken<br />

met aspecten van kennis<strong>over</strong>dracht), Oriëntatie op on<strong>de</strong>rwijs (waarin stu<strong>de</strong>nten<br />

zich oriënteren op het wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs in het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs en in het ka<strong>de</strong>r daarvan<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re een schoolbezoek afleggen) en <strong>de</strong> bachelorscriptie (waarin stu<strong>de</strong>nten actief kennismaken<br />

met on<strong>de</strong>rzoek).<br />

Stu<strong>de</strong>nten ervaren het leren presenteren in het algemeen als zeer nuttig, maar vin<strong>de</strong>n wel dat<br />

die vaardigheid meer in het programma moet wor<strong>de</strong>n geïntegreerd. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten is<br />

het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n niet zinvol en heeft het in <strong>de</strong> huidige opzet te<br />

weinig toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>. Zij vin<strong>de</strong>n het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Presentatie van een wiskundig on<strong>de</strong>rwerp<br />

wel nuttig. Zij zijn kritisch <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Zij vin<strong>de</strong>n<br />

ver<strong>de</strong>r dat het programma weinig aandacht besteedt aan meetkun<strong>de</strong>. Zij hebben waar<strong>de</strong>ring<br />

voor het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Vectoranalyse, waarvoor zij on<strong>de</strong>r meer opdrachten moeten maken en<br />

waarin zij leren <strong>de</strong>nken vanuit problemen. Ze zijn enthousiast <strong>over</strong> het bachelorproject, dat zij<br />

leuk en interessant vin<strong>de</strong>n. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding, die het bachelorproject al<br />

hebben afgerond, merkten dat het lastig was om een goe<strong>de</strong> inschatting te maken van <strong>de</strong> hoeveelheid<br />

tijd en werk die zij nodig had<strong>de</strong>n en von<strong>de</strong>n <strong>de</strong> opdrachten die zij kregen niet altijd<br />

onmid<strong>de</strong>llijk dui<strong>de</strong>lijk, maar waren ook positief <strong>over</strong> het project en noem<strong>de</strong>n het interessant<br />

en leerzaam.<br />

Tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit vernam <strong>de</strong> commissie dat <strong>de</strong> aandacht voor mo<strong>de</strong>lleren in<br />

het nieuwe, flexibele bachelorprogramma en in het bijzon<strong>de</strong>r in het programma van <strong>de</strong> minor<br />

<strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> zal wor<strong>de</strong>n versterkt. In <strong>de</strong> wiskundige on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die <strong>de</strong>el uitmaken<br />

van het gemeenschappelijke programma wordt expliciet aandacht besteed aan abstractie en<br />

bewijsvoering. Deze elementen komen later terug in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Lineaire algebra 2 en Calculus<br />

2 en vormen een belangrijk element binnen <strong>de</strong> analyselijn. In het integreren<strong>de</strong> project<br />

dat stu<strong>de</strong>nten in het gemeenschappelijke <strong>de</strong>el van hun programma volgen, komen alle aspecten<br />

van aca<strong>de</strong>misch on<strong>de</strong>rwijs aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>, zoals Mathematische fysica en Systeemtheorie, zijn ingrijpend vernieuwd<br />

en wor<strong>de</strong>n in het nieuwe programma aangebo<strong>de</strong>n als projecten in het ka<strong>de</strong>r waarvan stu<strong>de</strong>nten<br />

opdrachten moeten maken en praktische problemen moeten oplossen met behulp van<br />

computers. In <strong>de</strong> nieuwe opzet kennen <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len min<strong>de</strong>r hoorcolleges en meer an<strong>de</strong>re<br />

werkvormen en wordt van stu<strong>de</strong>nten bijvoorbeeld ook verwacht dat zij presentaties verzorgen.<br />

Een van <strong>de</strong> doelstellingen van <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> bachelorprogramma’s is dat die ertoe<br />

424 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


moeten lei<strong>de</strong>n dat stu<strong>de</strong>nten meer tijd aan hun studie beste<strong>de</strong>n. De nieuwe programma’s zijn<br />

sterker stu<strong>de</strong>ntgeoriënteerd. De invoering van projecten moet in dit licht wor<strong>de</strong>n gezien. De<br />

opleidingen geven aan dat <strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong> projecten nog verbeterd kan wor<strong>de</strong>n, waardoor het<br />

integreren<strong>de</strong> aspect nog beter tot zijn recht kan komen.<br />

De stu<strong>de</strong>nten die zijn ingestroomd in het flexibele programma zijn nog niet erg enthousiast<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> invoering van het nieuwe programma. Zij vin<strong>de</strong>n een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het<br />

gemeenschappelijke <strong>de</strong>el niet interessant en niet relevant voor hun opleiding. In hun ogen is<br />

het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Kwantum en kosmos erg lastig en is <strong>de</strong> afstemming tussen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het<br />

gemeenschappelijke <strong>de</strong>el nog niet goed.<br />

De colleges en werkcolleges die <strong>de</strong>el uitmaken van het lokale en het lan<strong>de</strong>lijke aanbod van mastervakken<br />

die door stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

kunnen wor<strong>de</strong>n gevolgd, wor<strong>de</strong>n verzorgd door actieve wiskundige on<strong>de</strong>rzoekers, waardoor<br />

gegaran<strong>de</strong>erd is dat <strong>de</strong>ze vakken aansluiten bij recente ontwikkelingen binnen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> werkcolleges wor<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten geconfronteerd met wiskundige<br />

problemen die on<strong>de</strong>r begeleiding van docenten wor<strong>de</strong>n opgelost. In <strong>de</strong>ze werkvorm<br />

vindt een individuele interactie plaats tussen docent en stu<strong>de</strong>nt. Jaarlijks wordt een aantal<br />

werkgroepen georganiseerd die zich bezighou<strong>de</strong>n met actuele wetenschappelijke ontwikkelingen<br />

binnen <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Stu<strong>de</strong>nten bestu<strong>de</strong>ren gezamenlijk een boek of<br />

een publicatie. Ook in <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len vindt een directe interactie plaats tussen on<strong>de</strong>rzoek en<br />

on<strong>de</strong>rwijs. Het afstu<strong>de</strong>erwerk is volgens <strong>de</strong> zelfstudie het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el bij uitstek waarin stu<strong>de</strong>nten<br />

on<strong>de</strong>r individuele begeleiding actief betrokken wor<strong>de</strong>n bij wiskundig on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> faculteit bleek dat <strong>de</strong> masteropleidingen bewust<br />

een beperkt aanbod aan lokale on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len verzorgen en dat zij zich sterk gecommitteerd hebben<br />

aan het initiatief om op lan<strong>de</strong>lijk niveau mastervakken aan te bie<strong>de</strong>n. Volgens <strong>de</strong> docenten<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het lokale aanbod goed bezocht en breed gewaar<strong>de</strong>erd. De stu<strong>de</strong>nten<br />

waar<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> keuzevrijheid die zij hebben en het lan<strong>de</strong>lijke programma, al zijn zij van oor<strong>de</strong>el<br />

dat er verschillen in niveau bestaan tussen sommige on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van dat programma.<br />

In <strong>de</strong> P-variant van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics biedt het klein wiskundig on<strong>de</strong>rzoek<br />

een oriëntatie op het doen van wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek. In het stu<strong>de</strong>ntencolloquium, dat<br />

<strong>de</strong>el uitmaakt van het klein wiskundig on<strong>de</strong>rzoek, bestu<strong>de</strong>ren stu<strong>de</strong>nten, on<strong>de</strong>r leiding van<br />

een staflid, een door henzelf gekozen actueel wiskundig on<strong>de</strong>rwerp. Het afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek<br />

waarmee <strong>de</strong> masteropleidingen wor<strong>de</strong>n afgesloten, is specifiek gericht op het verwerven van<br />

wetenschappelijke vaardighe<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> praktijk blijkt dat <strong>de</strong> algemene wetenschappelijke vaardighe<strong>de</strong>n<br />

die stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns een masteropleiding verwerven (zoals abstraheren, schematiseren,<br />

kritisch, analytisch en gestructureerd werken) ook goed van pas komen in beroepen op<br />

aca<strong>de</strong>misch niveau die niet direct in <strong>de</strong> wetenschappelijke sfeer liggen. In <strong>de</strong> M-variant van<br />

<strong>de</strong> masteropleidingen maken stu<strong>de</strong>nten actief kennis met <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n en technieken van<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek en leren ze hoe ze die kunnen integreren in <strong>de</strong> beroepspraktijk.<br />

Het twee<strong>de</strong> jaar van <strong>de</strong> M-variant bestaat uit <strong>de</strong> cursus Bèta in beleid en bedrijf en is vooral<br />

bestuurskundig van aard. Een externe stage maakt <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong>ze cursus.<br />

De programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen kennen geen verplichte stage. Volgens <strong>de</strong> docenten<br />

volgt meer dan <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die afstu<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong> een stage,<br />

bijvoorbeeld in het bedrijfsleven. Voor stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics is het<br />

in het algemeen lastiger een stage in het programma in te passen.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

425


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen bestu<strong>de</strong>erd en<br />

vastgesteld dat er daarin in het algemeen voldoen<strong>de</strong> interactie is tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek.<br />

In het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en wordt gebruikgemaakt van recente en (voor<br />

een <strong>bacheloropleiding</strong>) relevante literatuur, waardoor ontwikkelingen in het vakgebied in het<br />

on<strong>de</strong>rwijs aan bod komen wanneer dat mogelijk is. Het programma biedt in <strong>de</strong> ogen van<br />

<strong>de</strong> commissie een a<strong>de</strong>quaat <strong>over</strong>zicht van <strong>de</strong> stand van zaken in <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Zij is wel van<br />

mening dat <strong>de</strong> plaats van het mo<strong>de</strong>lleeron<strong>de</strong>rwijs verbeterd kan wor<strong>de</strong>n. De mo<strong>de</strong>lleerlijn<br />

dient in haar ogen meer in het programma geïntegreerd te wor<strong>de</strong>n. Dat geldt in het bijzon<strong>de</strong>r<br />

voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>, omdat het mo<strong>de</strong>lleren in een technische<br />

opleiding een meer prominente plaats in dient te nemen dan in een algemene opleiding. In<br />

het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Stromingsleer wordt wel aandacht besteed aan mo<strong>de</strong>lleren. De commissie heeft<br />

<strong>over</strong>igens <strong>de</strong> indruk dat er op dit punt in het nieuwe, flexibele bachelorprogramma verbeteringen<br />

zijn gerealiseerd, omdat <strong>de</strong> aandacht voor mo<strong>de</strong>lleren on<strong>de</strong>r meer in <strong>de</strong> minor <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk is versterkt. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong>ze ontwikkeling moet wor<strong>de</strong>n<br />

voortgezet en uitgebouwd. Naar <strong>de</strong> mening van <strong>de</strong> commissie kan <strong>de</strong> zichtbaarheid van een<br />

aantal an<strong>de</strong>re lijnen in het programma (algebra, meetkun<strong>de</strong>, statistiek) ook wor<strong>de</strong>n vergroot.<br />

Het viel haar op dat discrete wiskun<strong>de</strong> relatief weinig aandacht krijgt in het programma, dat<br />

ook geen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el kent dat gewijd is aan besliskun<strong>de</strong>. Zij realiseert zich dat <strong>de</strong>ze situatie het<br />

gevolg is van <strong>de</strong> keuze van <strong>de</strong> opleidingen voor een bepaald profiel en zij vindt die keuze zeker<br />

aanvaardbaar en ook te verenigen met het domeinspecifiek referentieka<strong>de</strong>r dat zij hanteert.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en zelf met on<strong>de</strong>rzoek<br />

kennismaken en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n die zij verwerven gebruiken in het afsluiten<strong>de</strong> project<br />

dat leidt tot <strong>de</strong> bachelorscriptie. Zij heeft vastgesteld dat er in het programma aandacht wordt<br />

besteed aan meer algemene aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n en dat het ook een eerste oriëntatie op<br />

<strong>de</strong> beroepspraktijk biedt. Naar haar oor<strong>de</strong>el biedt het programma weinig expliciete aandacht<br />

voor aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n, die in het programma geïntegreerd zijn. Zij vindt dat <strong>de</strong><br />

opleidingen erop moeten blijven toezien dat die integratie ook daadwerkelijk plaatsvindt.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat het on<strong>de</strong>rscheid tussen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en Wiskun<strong>de</strong><br />

en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> veel sterker tot uitdrukking komt na <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> flexibele<br />

bachelorprogramma’s. Stu<strong>de</strong>nten specialiseren zich in <strong>de</strong> nieuwe structuur in het laatste jaar<br />

van hun studie in een van <strong>de</strong> twee richtingen en kiezen daarmee voor een dui<strong>de</strong>lijker profiel.<br />

De commissie vindt dat dit aspect van <strong>de</strong> flexibele programma’s een dui<strong>de</strong>lijke meerwaar<strong>de</strong><br />

heeft ten opzichte van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> situatie.<br />

De commissie is er nog niet van <strong>over</strong>tuigd dat <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> flexibele programma’s in<br />

haar algemeenheid positief zal uitpakken voor <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Zij heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> flexibele programma’s on<strong>de</strong>r druk<br />

staat. Zij vraagt zich af of <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in het gemeenschappelijk<br />

<strong>de</strong>el van het programma voldoen<strong>de</strong> wervend zijn en of <strong>de</strong> projecten in voldoen<strong>de</strong> mate<br />

wiskundig wor<strong>de</strong>n ingevuld. Zij is bezorgd <strong>over</strong> het feit dat er in <strong>de</strong> nieuwe structuur grote<br />

ondui<strong>de</strong>lijkheid bestaat <strong>over</strong> <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> bedrijfswiskun<strong>de</strong> en daarmee <strong>over</strong> <strong>de</strong> aanvoerroute<br />

voor <strong>de</strong> masteropleiding Bedrijfswiskun<strong>de</strong>. Zij heeft geen concrete voorstellen voor <strong>de</strong><br />

invulling van <strong>de</strong> minors in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar ontvangen en kan daar<strong>over</strong> dus ook geen uitspraken<br />

doen.<br />

426 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


De commissie heeft ook <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen bestu<strong>de</strong>erd en vastgesteld<br />

dat er in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van die programma’s in het algemeen voldoen<strong>de</strong> sprake is van interactie<br />

tussen on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek. In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wordt gebruikgemaakt van recente literatuur,<br />

waardoor actuele ontwikkelingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> technische wiskun<strong>de</strong><br />

in het on<strong>de</strong>rwijs aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen. Voor veel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len moeten stu<strong>de</strong>nten opdrachten uitvoeren<br />

die rechtstreeks gerelateerd zijn aan <strong>de</strong> theorie die behan<strong>de</strong>ld wordt. De opzet van <strong>de</strong><br />

programma’s waarborgt in voldoen<strong>de</strong> mate dat stu<strong>de</strong>nten vertrouwd raken met actuele discussies<br />

en lopend on<strong>de</strong>rzoek binnen <strong>de</strong> (technische) wiskun<strong>de</strong>. De commissie heeft vastgesteld dat<br />

stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen die kiezen voor <strong>de</strong> P-variant hun opleiding afron<strong>de</strong>n met<br />

een afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek, waarvoor 40 EC is gereserveerd. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> M-variant doorlopen<br />

voeren in het ka<strong>de</strong>r van een stage een meer toegepast on<strong>de</strong>rzoek uit. De commissie is van<br />

oor<strong>de</strong>el dat stu<strong>de</strong>nten daarmee in voldoen<strong>de</strong> mate zelf on<strong>de</strong>rzoek uitvoeren en op die manier<br />

on<strong>de</strong>rzoeksvaardighe<strong>de</strong>n verwerven. De commissie is wel van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> programma’s van<br />

<strong>de</strong> P-variant weinig verban<strong>de</strong>n leggen met <strong>de</strong> beroepspraktijk waarin stu<strong>de</strong>nten na hun afstu<strong>de</strong>ren<br />

terechtkomen. Stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> P-variant volgen, zijn niet verplicht om een stage te<br />

lopen en op die manier kennis te maken met <strong>de</strong> beroepspraktijk. De commissie vindt dat in<br />

het bijzon<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> een ongewenste situatie. Zij vindt<br />

dat het programma van <strong>de</strong>ze masteropleiding in sterkere mate afgestemd moet wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

eisen van <strong>de</strong> beroepspraktijk, dat het ingenieurskarakter dui<strong>de</strong>lijker naar voren moet komen.<br />

Het programma zou dus in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie een meer prominente plaats moeten<br />

bie<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> stages en <strong>de</strong> beroepspraktijk.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

voldoen aan <strong>de</strong> criteria die gel<strong>de</strong>n voor een opleiding in het wetenschappelijke domein. De<br />

kanttekeningen <strong>over</strong> <strong>de</strong> relatie met <strong>de</strong> beroepspraktijk die zij hierboven gemaakt heeft zijn niet<br />

van dien aard dat ze lei<strong>de</strong>n tot een negatief oor<strong>de</strong>el.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F5: Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma<br />

Het programma is een a<strong>de</strong>quate concretisering van <strong>de</strong> eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke<br />

eisen.<br />

De eindkwalificaties zijn a<strong>de</strong>quaat vertaald in leerdoelen van (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma.<br />

De inhoud van het programma biedt stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> eindkwalificaties te<br />

bereiken.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie bevat een tabel waarin voor alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en<br />

is aangegeven aan welke eindtermen zij gerelateerd zijn. De tabel geeft ook aan of<br />

een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el een oriëntatie biedt op een mogelijke vervolgopleiding. Uit <strong>de</strong> tabel blijkt dat er<br />

in <strong>de</strong> eerste twee jaar van <strong>de</strong> programma’s veel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len zijn waarin aandacht wordt besteed<br />

aan wiskundige basisbegrippen en technieken, terwijl er in die perio<strong>de</strong> weinig aandacht is voor<br />

geavanceer<strong>de</strong> wiskundige begrippen, die juist in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar een prominente rol vervullen.<br />

Volgens <strong>de</strong> tabel wordt er in bijna alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s aandacht besteed aan<br />

analytisch <strong>de</strong>nken en kritisch re<strong>de</strong>neren, maar gebeurt dat steeds op een impliciete manier.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

427


Alle eindtermen, met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> eindtermen die betrekking hebben op geavanceer<strong>de</strong><br />

wiskundige begrippen en op technische wiskun<strong>de</strong>, komen in alle jaren van het programma aan<br />

bod. De aandacht voor <strong>de</strong> eindtermen die betrekking hebben op communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n<br />

en op maatschappelijke aspecten is gering. De laatste eindterm komt aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in Oriëntatie<br />

wiskun<strong>de</strong> (in het eerste jaar), het project Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> (in het twee<strong>de</strong><br />

jaar) en het keuzevak Oriëntatie op on<strong>de</strong>rwijs (in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar). De zelfstudie verwijst voor<br />

<strong>de</strong> beschrijving van <strong>de</strong> leerdoelen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma naar <strong>de</strong> elektronische<br />

on<strong>de</strong>rwijscatalogus.<br />

Voor <strong>de</strong> flexibele <strong>bacheloropleiding</strong> zijn naast vakspecifieke eindtermen ook eindtermen geformuleerd<br />

die voor <strong>de</strong> gehele <strong>bacheloropleiding</strong> Natuurkun<strong>de</strong>/Scheikun<strong>de</strong>/ Sterrenkun<strong>de</strong>/Wiskun<strong>de</strong><br />

gel<strong>de</strong>n. Uit het conceptprogramma blijkt dat er een aantal vak<strong>over</strong>stijgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

is voorzien waarin <strong>de</strong>ze algemene eindtermen bereikt kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

De masteropleiding Mathematics kent volgens <strong>de</strong> zelfstudie twee hoofddoelstellingen: oplei<strong>de</strong>n<br />

tot het kunnen uitoefenen van een beroep (ook buiten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>) dat een zelfstandige<br />

inzet vereist en oplei<strong>de</strong>n tot wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoeker. Het programma van <strong>de</strong> opleiding<br />

is on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in een aantal componenten of domeinen die hierboven al vermeld zijn. Binnen<br />

elk domein kunnen stu<strong>de</strong>nten een ruime keuze maken uit een aanbod van vakken die<br />

passen bij <strong>de</strong> rol van dat domein binnen het programma. De zelfstudie bevat een tabel waarin<br />

een relatie wordt gelegd tussen <strong>de</strong> hoofddoelstellingen van <strong>de</strong> opleiding (beroep, wetenschap),<br />

<strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding en <strong>de</strong> hierboven vermel<strong>de</strong> domeinen waaruit het programma<br />

is opgebouwd. Uit die tabel blijkt bijvoorbeeld dat <strong>de</strong> eindkwalificatie die vastlegt dat<br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n een goe<strong>de</strong> beheersing hebben van woord en geschrift gerelateerd is aan <strong>de</strong> eerste<br />

hoofddoelstelling en aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt in het domein Klein on<strong>de</strong>rzoek. De eindkwalificatie die<br />

uitdrukt dat stu<strong>de</strong>nten door kunnen dringen tot <strong>de</strong> kern van een probleem is ook gerelateerd<br />

aan <strong>de</strong> eerste hoofddoelstelling en komt aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in het afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek. De eindkwalificatie<br />

die zegt dat afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n wetenschappelijke resultaten en inzichten kunnen toepassen<br />

op concrete problemen uit <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> is gerelateerd aan <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> hoofddoelstelling en krijgt<br />

aandacht in <strong>de</strong> domeinen Verdieping, Verbreding, Klein on<strong>de</strong>rzoek en Afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt op een vergelijkbare manier een verband gelegd tussen <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

en het programma van <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>. Deze opleiding heeft<br />

drie hoofddoelstellingen: oplei<strong>de</strong>n tot het kunnen uitoefenen van een beroep (ook buiten <strong>de</strong><br />

wiskun<strong>de</strong>) dat een zelfstandige inzet vereist, oplei<strong>de</strong>n tot wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoeker en<br />

oplei<strong>de</strong>n tot ontwerper. De eindkwalificatie die vastlegt dat stu<strong>de</strong>nten inzicht verwerven in <strong>de</strong><br />

validiteit van <strong>de</strong> wetenschappelijke metho<strong>de</strong> houdt verband met <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> hoofddoelstelling<br />

en komt aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in <strong>de</strong> domeinen Verdieping, Verbreding wiskun<strong>de</strong> en Verbreding techniek.<br />

De eindkwalificatie die betrekking heeft op algemene kennis van theorieën, metho<strong>de</strong>n<br />

en technieken op het terrein van <strong>de</strong> technische toepassingen van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> houdt verband<br />

met <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> hoofddoelstelling en komt aan bod in <strong>de</strong> domeinen Verbreiding wiskun<strong>de</strong> en<br />

Verbreding techniek.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleiding kunnen hun programma binnen <strong>de</strong> vastgeleg<strong>de</strong> grenzen<br />

van <strong>de</strong> domeinen in principe invullen zoals zij dat willen. Aan het begin van <strong>de</strong> opleiding<br />

bespreken zij het programma dat zij willen volgen met <strong>de</strong> studieadviseur. Het is aan <strong>de</strong> studieadviseur<br />

en uitein<strong>de</strong>lijk aan <strong>de</strong> Examencommissie om te beoor<strong>de</strong>len of een individueel programma<br />

van een stu<strong>de</strong>nt voldoen<strong>de</strong> evenwichtig is opgebouwd en voldoen<strong>de</strong> niveau heeft en<br />

dus <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt <strong>de</strong> mogelijkheid biedt om <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleiding daadwerkelijk<br />

428 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


te bereiken. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten is <strong>de</strong> Examencommissie in het algemeen coulant en flexibel<br />

bij het behan<strong>de</strong>len van verzoeken om individuele programma’s aan te passen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen bestu<strong>de</strong>erd<br />

vanuit het perspectief van <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen. Zij kan<br />

zich in het algemeen vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> manier waarop in <strong>de</strong> zelfstudie een verband wordt gelegd<br />

tussen <strong>de</strong> doelstellingen, <strong>de</strong> eindkwalificaties en <strong>de</strong> programma’s en in <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re uitwerking<br />

van dat verband. De beschrijving in <strong>de</strong> zelfstudie laat zien dat eindkwalificaties op een evenwichtige<br />

manier <strong>over</strong> <strong>de</strong> programma’s zijn verspreid en dat stu<strong>de</strong>nten ze gelei<strong>de</strong>lijk verwerven<br />

en ontwikkelen. De commissie is daarom van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> opleidingen<br />

a<strong>de</strong>quate concretiseringen vormen van <strong>de</strong> eindkwalificaties. De commissie heeft wel vastgesteld<br />

dat <strong>de</strong> opleidingen slechts voor een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, met name <strong>de</strong> eerste‐ en<br />

twee<strong>de</strong>jaarsvakken, leerdoelen of eindtermen hebben opgesteld en dat het dus in veel gevallen<br />

lastig is om <strong>de</strong> precieze bijdrage van een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> realisering van <strong>de</strong> eindkwalificaties<br />

van een opleiding als geheel te beoor<strong>de</strong>len.<br />

De commissie vindt wel dat een aantal eindkwalificaties niet erg expliciet in <strong>de</strong> programma’s<br />

aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wordt gesteld. Dat geldt in het bijzon<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> eindkwalificatie van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>en die betrekking heeft op maatschappelijke aspecten, waaraan slechts in<br />

beperkte mate aandacht wordt besteed, en voor <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

die betrekking hebben op <strong>de</strong> beroepspraktijk en op het functioneren in een multidisciplinair<br />

teamverband. In het programma van <strong>de</strong> flexibele <strong>bacheloropleiding</strong> is een vak Science and<br />

society geprogrammeerd. De commissie gaat ervan uit dat dit vak een wezenlijke bijdrage zal<br />

leveren aan het bereiken van <strong>de</strong> eindkwalificatie met betrekking tot <strong>de</strong> maatschappelijke aspecten<br />

van het vakgebied.<br />

Naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie stellen <strong>de</strong> studieprogramma’s <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten in staat om <strong>de</strong><br />

eindkwalificaties daadwerkelijk te bereiken.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt<br />

voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F6: Samenhang programma<br />

Stu<strong>de</strong>nten volgen een inhou<strong>de</strong>lijk samenhangend studieprogramma.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> dat besproken wordt in <strong>de</strong> zelfstudie bevat een<br />

aantal leerlijnen. Het gaat om <strong>de</strong> leerlijn Oriëntatie op het beroep van wiskundige, <strong>de</strong> leerlijn<br />

Basisvaardighe<strong>de</strong>n wiskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> leerlijn Probleem oplossen en <strong>de</strong> leerlijn Communicatieve<br />

Vaardighe<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> zelfstudie wordt van veel, maar niet van alle programmaon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len aangegeven<br />

hoe <strong>de</strong>ze in <strong>de</strong> leerlijnen passen. Bij alle leerlijnen passen vakken uit alle drie <strong>de</strong> jaren<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

429


Tij<strong>de</strong>ns haar bezoek heeft <strong>de</strong> commissie een stuk uit mei 2006 ontvangen, dat een Voorstel<br />

Major Wiskun<strong>de</strong> en Minors Wiskun<strong>de</strong> en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> Flexibele Bacheloropleiding<br />

Natuurwetenschappen en Technologie bevat. De commissie heeft begrepen dat dit voorstel richtinggevend<br />

is bij <strong>de</strong> inrichting van <strong>de</strong> flexibele <strong>bacheloropleiding</strong>. Zoals al eer<strong>de</strong>r beschreven<br />

komen veel wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in enigszins gewijzig<strong>de</strong> vorm hierin terug. Bij <strong>de</strong> opbouw<br />

van het programma als geheel staan enerzijds complexe cognitieve vaardighe<strong>de</strong>n (CVV’s) en<br />

an<strong>de</strong>rzijds aca<strong>de</strong>mische vaardighe<strong>de</strong>n centraal. Het ligt in <strong>de</strong> bedoeling het nieuwe programma<br />

op basis van <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n te structureren. Kenmerkend voor het nieuwe programma zijn<br />

<strong>de</strong> integreren<strong>de</strong> projecten, waarin <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n samenkomen. Deze opzet was<br />

op het moment van het bezoek nog niet volledig uitgewerkt.<br />

In bei<strong>de</strong> masteropleidingen kiezen stu<strong>de</strong>nten een afstu<strong>de</strong>errichting die past bij hun persoonlijke<br />

voorkeuren en kwaliteiten. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die stu<strong>de</strong>nten volgen binnen <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>errichting<br />

vallen voor het grootste <strong>de</strong>el binnen <strong>de</strong> domeinen Verdieping, Klein on<strong>de</strong>rzoek en<br />

Afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek. Daarnaast kiezen stu<strong>de</strong>nten binnen <strong>de</strong> domeinen Verbreding en Vrije<br />

keuzeruimte verwante on<strong>de</strong>rwerpen uit an<strong>de</strong>re vakgebie<strong>de</strong>n, ook buiten <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. De masteropleidingen<br />

voorkomen volgens <strong>de</strong> zelfstudie door <strong>de</strong>ze opzet van het programma een te<br />

snelle specialisatie binnen het vakgebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, terwijl ze toch garan<strong>de</strong>ren dat stu<strong>de</strong>nten<br />

<strong>de</strong> basiskennis en <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n verwerven die zij nodig hebben om zich ver<strong>de</strong>r te<br />

ontwikkelen als wiskundig on<strong>de</strong>rzoeker.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt ook ingegaan op <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vormen van longitudinale samenhang<br />

in <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen. De zelfstudie stelt dat <strong>de</strong> lijn binnen <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> die gericht is op algemene beroepscompetenties (analytisch <strong>de</strong>nken, planmatig<br />

werken, presenteren in woord en geschrift, samenwerken) in <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

wordt doorgetrokken. In het geval van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics gebeurt dat in het<br />

bijzon<strong>de</strong>r in het programma van <strong>de</strong> M-variant, waarin het gehele twee<strong>de</strong> jaar gericht is op <strong>de</strong><br />

beroepscompetenties van een functie in een instelling of een bedrijf.<br />

In het afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> P-variant van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics wordt <strong>de</strong><br />

ook in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> aanwezige lijn die gericht is op <strong>de</strong> opleiding tot wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoeker voortgezet en uitgebouwd. In <strong>de</strong>ze opleiding staan <strong>de</strong> ‘ambachtelijke’ competenties<br />

van het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek centraal. Het Klein on<strong>de</strong>rzoek is in <strong>de</strong> masteropleiding<br />

Mathematics een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> opleiding tot wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoeker, terwijl het in<br />

<strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> juist behoort tot <strong>de</strong> opleiding tot ontwerper. Deze<br />

opleiding tot ontwerper krijgt voor een belangrijk <strong>de</strong>el gestalte in het afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek,<br />

dat voldoen<strong>de</strong> ruimte biedt voor het combineren van het afstu<strong>de</strong>erwerk met een stage bij een<br />

bedrijf of een technologisch instituut waarin ontwerpactiviteiten in een leersituatie volop aan<br />

bod komen. Ook in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma van <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

die voorafgaan aan het afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek, met name in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in het domein<br />

Verbreding techniek, maken stu<strong>de</strong>nten kennis met wiskundig ontwerpen. De aspecten die te<br />

maken hebben met wetenschap en samenleving komen in <strong>de</strong> programma’s van bei<strong>de</strong> masteropleidingen<br />

aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in <strong>de</strong> domeinen Algemeen vormen<strong>de</strong> vakken en Vrije keuzeruimte.<br />

Zoals eer<strong>de</strong>r al werd vermeld stellen <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong><br />

studieadviseur een individueel studieprogramma op dat goedgekeurd wordt door <strong>de</strong> Examencommissie.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> Examencommissie zich actief<br />

bezighoudt met <strong>de</strong> samenstelling van <strong>de</strong> individuele programma’s van stu<strong>de</strong>nten. De Examencommissie<br />

houdt daarbij rekening met het feit dat het lan<strong>de</strong>lijke programma vaak nog niet<br />

430 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


ekend is op het moment dat zij een beslissing <strong>over</strong> een programma moet nemen en betracht<br />

in dat opzicht <strong>de</strong> nodige flexibiliteit. Volgens <strong>de</strong> Examencommissie heeft het feit dat <strong>de</strong> faculteit<br />

een zachte cesuur voor <strong>de</strong> toelating tot <strong>de</strong> masteropleidingen hanteert een dui<strong>de</strong>lijk na<strong>de</strong>el:<br />

stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> nog niet hebben afgerond, maar al wel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit<br />

het programma van een masteropleiding volgen, kunnen formeel nog geen studieprogramma<br />

opstellen. Volgens <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijken kan <strong>de</strong> opleiding in <strong>de</strong> praktijk in voldoen<strong>de</strong> mate<br />

garan<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten een consistent programma volgen.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> samenhang van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

bestu<strong>de</strong>erd. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> programma’s in alle gevallen in voldoen<strong>de</strong><br />

mate interne samenhang vertonen.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke samenhang in het programma van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>en vooral tot stand wordt gebracht door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> leerlijnen die het<br />

programma structuur verlenen. Zij vindt <strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling van het programma en <strong>de</strong> keuze van <strong>de</strong><br />

leerlijnen a<strong>de</strong>quaat en is positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> ontwikkeling die in <strong>de</strong> leerlijnen is aangebracht, maar<br />

zij is ook van mening dat niet alle leerlijnen even goed zichtbaar zijn en tot hun recht komen in<br />

het programma. Dat geldt bijvoorbeeld voor <strong>de</strong> lijn Oriëntatie op het beroep van wiskundige,<br />

waarin stu<strong>de</strong>nten vooral op een passieve manier kennismaken met <strong>de</strong> beroepspraktijk waarin<br />

zij na hun afstu<strong>de</strong>ren terechtkomen. De commissie is nog niet in staat om een oor<strong>de</strong>el te vellen<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> samenhang van het nieuwe, flexibele bachelorprogramma, omdat dat ten tij<strong>de</strong> van haar<br />

bezoek nog niet goed was uitgewerkt. De gekozen opzet en <strong>de</strong> zorgvuldige werkwijze binnen<br />

het on<strong>de</strong>rwijsinstituut geeft <strong>de</strong> commissie veel vertrouwen.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen zijn on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld<br />

in domeinen, die voor een <strong>de</strong>el garan<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong> individuele programma’s die stu<strong>de</strong>nten<br />

kiezen evenwichtig zijn samengesteld. De inhou<strong>de</strong>lijke samenhang van <strong>de</strong> individuele<br />

programma’s wordt gecontroleerd en bewaakt door <strong>de</strong> Examencommissie. De commissie heeft<br />

vastgesteld dat <strong>de</strong> Examencommissie haar taken op dit punt op een zorgvuldige en consciëntieuze<br />

manier uitvoert, waarbij zij rekening houdt met <strong>de</strong> situatie waarin <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten verkeren<br />

en dus flexibel is wanneer dat noodzakelijk is. De commissie heeft kennisgenomen van <strong>de</strong><br />

samenstelling van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> eerste stu<strong>de</strong>nten die in <strong>de</strong> masteropleidingen zijn<br />

ingestroomd en is van mening dat die programma’s voldoen<strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke samenhang hebben.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen aan het criterium<br />

dat betrekking heeft op <strong>de</strong> samenhang van het programma.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

431


F7: Studielast<br />

Het programma is stu<strong>de</strong>erbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die <strong>de</strong> studievoortgang<br />

belemmeren zoveel mogelijk wor<strong>de</strong>n weggenomen.<br />

Beschrijving<br />

De programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en zijn ver<strong>de</strong>eld in vier on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n van acht<br />

weken met een studielast van 15 EC. In één perio<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gemid<strong>de</strong>ld drie on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len aangebo<strong>de</strong>n.<br />

Elke perio<strong>de</strong> wordt afgesloten met een tentamenperio<strong>de</strong> van twee of drie weken. Na<br />

het tentamen vindt per vak een schriftelijke evaluatie plaats. Veel combinaties van hoor- en<br />

werkcolleges bestaan uit vijf uur hoorcollege en drie uur werkcollege per week.<br />

De opleidingen hebben een aantal maatregelen genomen om een optimale studievoortgang<br />

te garan<strong>de</strong>ren. Het behalen van het prope<strong>de</strong>use-examen is in principe geen voorwaar<strong>de</strong> voor<br />

het voortzetten van <strong>de</strong> studie. De programma’s kennen geen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarvoor formele<br />

ingangsvoorwaar<strong>de</strong>n gel<strong>de</strong>n. Wanneer blijkt dat een programma knelpunten of struikelblokken<br />

kent, proberen <strong>de</strong> opleidingen die weg te nemen. Uit <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs blijkt<br />

dat het eerste jaar van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> geen dui<strong>de</strong>lijke struikelblokken bevatte.<br />

Er bestaat een ‘zachte cesuur’ tussen <strong>de</strong> bachelor- en <strong>de</strong> masteropleiding. Dat betekent dat<br />

stu<strong>de</strong>nten voorwaar<strong>de</strong>lijk kunnen wor<strong>de</strong>n toegelaten tot <strong>de</strong> masteropleiding wanneer zij <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> nog niet hebben afgerond. De voorwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>lijke toelating<br />

tot <strong>de</strong> masteropleidingen zijn opgenomen in <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijs‐ en Examenregeling (OER).<br />

Stu<strong>de</strong>nten die wachten op een mogelijkheid om een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> te<br />

herkansen lopen daardoor geen onnodige studievertraging op.<br />

Uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsevaluaties en uit <strong>de</strong> interviews met stu<strong>de</strong>nten blijkt volgens <strong>de</strong> zelfstudie<br />

dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> von<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> geprogrammeer<strong>de</strong> studielast<br />

re<strong>de</strong>lijk <strong>over</strong>eenkwam met <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong> studielast. Het programma ken<strong>de</strong> uitschieters naar<br />

boven en naar bene<strong>de</strong>n, maar <strong>de</strong> studielast van het programma als geheel werd als realistisch<br />

ervaren. Tij<strong>de</strong>ns haar bezoek kreeg <strong>de</strong> commissie van sommige stu<strong>de</strong>nten te horen dat zij er<br />

geen bezwaar tegen zou<strong>de</strong>n hebben wanneer <strong>de</strong> studielast zou wor<strong>de</strong>n verhoogd. In hun ervaring<br />

was vooral het programma van het eerste jaar relatief licht. De stu<strong>de</strong>nten waren positief<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van het programma. Ze von<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> stof evenwichtig ver<strong>de</strong>eld was<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n. De in<strong>de</strong>ling van het programma in on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n die wor<strong>de</strong>n<br />

afgewisseld met tentamenweken bood stu<strong>de</strong>nten voldoen<strong>de</strong> ruimte om een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el op tijd<br />

af te ron<strong>de</strong>n. Stu<strong>de</strong>nten waren in het algemeen tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> waarin <strong>de</strong> vakken<br />

wer<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n. Zij had<strong>de</strong>n alleen kritiek op <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Mechanica<br />

en Vectoranalyse. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie zou het omdraaien van <strong>de</strong>ze volgor<strong>de</strong> positief kunnen<br />

uitwerken voor het vak Mechanica, dat door stu<strong>de</strong>nten als moeilijk werd ervaren. De commissie<br />

vernam tij<strong>de</strong>ns haar bezoek dat <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> van <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in het nieuwe bachelorprogramma<br />

ongewijzigd is gebleven, omdat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Natuurkun<strong>de</strong> het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

Mechanica zo vroeg mogelijk wil aanbie<strong>de</strong>n. Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Oriëntatie op wiskun<strong>de</strong> is volgens<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten gemakkelijk en levert in verhouding veel studiepunten op. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

met wie <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit sprak, is <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van het<br />

gemeenschappelijke <strong>de</strong>el van het nieuwe bachelorprogramma nog voor verbetering vatbaar, is<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge afstemming van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len nog niet goed en wordt er voor een aantal vakken<br />

kennis vooron<strong>de</strong>rsteld waar<strong>over</strong> stu<strong>de</strong>nten niet beschikken. Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Kwantum en<br />

kosmos wordt ervaren als een struikelblok.<br />

432 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


De programma’s van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

zijn in hoge mate individueel ingericht. Wanneer stu<strong>de</strong>nten studiebelemmeren<strong>de</strong> factoren<br />

ervaren, stellen zij <strong>de</strong>ze in het algemeen via <strong>de</strong> studieadviseur aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Het aanbod<br />

aan lokale en lan<strong>de</strong>lijke cursussen is volgens <strong>de</strong> zelfstudie roostertechnisch goed op elkaar<br />

afgestemd, maar het lan<strong>de</strong>lijke programma kent een aantal elementen die <strong>de</strong> studievoortgang<br />

negatief kunnen beïnvloe<strong>de</strong>n. Zo weten stu<strong>de</strong>nten niet altijd <strong>over</strong> welke voorkennis zij moeten<br />

beschikken om een cursus te kunnen volgen. Stu<strong>de</strong>nten uit Groningen hebben het na<strong>de</strong>el dat<br />

zij relatief veel reistijd nodig hebben om <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke cursussen te kunnen bijwonen. Zij hebben<br />

meestal geen toegang tot <strong>de</strong> computerfaciliteiten van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re universiteiten en kunnen<br />

hun aanwezigheid tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke cursussen min<strong>de</strong>r goed benutten voor hun studie.<br />

Lan<strong>de</strong>lijk heeft er afstemming plaatsgevon<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> toekenning van studielasturen aan <strong>de</strong><br />

vakken en <strong>over</strong> <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> vakken <strong>over</strong> <strong>de</strong> semesters. Stu<strong>de</strong>nten kunnen daardoor<br />

altijd hun programma zo inrichten dat zij geen slecht gevul<strong>de</strong> of <strong>over</strong>volle perio<strong>de</strong>n hebben.<br />

Regelmatig wordt geëvalueerd of <strong>de</strong> geprogrammeer<strong>de</strong> studielast van een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el in <strong>over</strong>eenstemming<br />

is met <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong> studielast. Wanneer dat noodzakelijk is, wordt <strong>de</strong> inhoud<br />

of <strong>de</strong> omvang van een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el aangepast.<br />

Omdat het aantal stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> masteropleidingen erg klein is en omdat <strong>de</strong> opleidingen<br />

pas recent van start zijn gegaan, is het volgens <strong>de</strong> zelfstudie niet mogelijk om verantwoor<strong>de</strong><br />

conclusies te trekken <strong>over</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> masteropleidingen.<br />

Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten met wie <strong>de</strong> commissie sprak, ligt <strong>de</strong> studielast in <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

iets hoger dan in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en, maar zijn <strong>de</strong> programma’s zon<strong>de</strong>r problemen af te<br />

ron<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> tijd die daarvoor gereserveerd is.<br />

De stu<strong>de</strong>nten meld<strong>de</strong>n dat on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarvoor stu<strong>de</strong>nten in het ou<strong>de</strong> systeem (waarin <strong>de</strong><br />

studielast niet werd uitgedrukt in EC, maar een studiejaar 42 ‘ou<strong>de</strong>’ studiepunten ken<strong>de</strong>) vier<br />

studiepunten kregen, in het nieuwe systeem correspon<strong>de</strong>ren met vijf EC, zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> inhoud<br />

van die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in alle gevallen is aangepast. Volgens <strong>de</strong> docenten is <strong>de</strong> ontwikkeling van<br />

het nieuwe programma nog niet geheel voltooid en kan het nog nodig zijn om <strong>de</strong> inhoud van<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len nog aan te passen, bijvoorbeeld omdat <strong>de</strong> studielast te hoog blijkt te zijn.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> studielast van het programma van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en<br />

op een evenwichtige manier <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n was ver<strong>de</strong>eld en dat <strong>de</strong><br />

opleidingen a<strong>de</strong>quate keuzen had<strong>de</strong>n gemaakt bij het inrichten van het programma. Zij heeft<br />

vernomen dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en een positief oor<strong>de</strong>el hebben <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>erbaarheid van het programma, dat zij eer<strong>de</strong>r als licht dan als zwaar karakteriseren. Zij<br />

is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> maatregelen die <strong>de</strong> opleidingen hebben genomen om een optimale studievoortgang<br />

te garan<strong>de</strong>ren a<strong>de</strong>quaat zijn. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> programma’s een aantal<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len ken<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> studievoortgang belemmer<strong>de</strong>n, maar dat <strong>de</strong> opleidingen beschikten<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> instrumenten om <strong>de</strong>rgelijke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op te sporen en dat zij ook maatregelen<br />

hebben genomen om <strong>de</strong> struikelblokken te verwij<strong>de</strong>ren. Zo is <strong>de</strong> inhoud van het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

Mechanica aangepast omdat dat on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el voorkennis veron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong> waar<strong>over</strong> stu<strong>de</strong>nten niet<br />

beschikten. Zij gaat ervan uit dat er op facultair niveau maatregelen wor<strong>de</strong>n genomen om <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>erbaarheid van het gemeenschappelijke <strong>de</strong>el van het programma, waarvan het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

Kwantum en kosmos <strong>de</strong>el uitmaakt, te verbeteren.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

433


De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen eveneens positief<br />

oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid van het programma dat zij volgen. Zij heeft geconstateerd<br />

dat <strong>de</strong> studielast in het algemeen wat hoger is dan in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en en dat er soms<br />

sprake is van kleine problemen die te maken hebben met <strong>de</strong> afstemming en voor een <strong>de</strong>el het<br />

gevolg zijn van het feit dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong>elnemen aan <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len verschillen<br />

in voorkennis hebben. Zij heeft geen aanwijzingen ontvangen dat <strong>de</strong> programma’s echte<br />

struikelblokken bevatten.<br />

De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking<br />

heeft op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erbaarheid.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F8: Instroom<br />

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij <strong>de</strong> kwalificaties van <strong>de</strong> instromen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten:<br />

WO-bachelor: VWO, HBO-prope<strong>de</strong>use of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingson<strong>de</strong>rzoek.<br />

WO-master: bachelor en eventueel (inhou<strong>de</strong>lijke) selectie.<br />

Beschrijving<br />

Stu<strong>de</strong>nten die een vwo-diploma met het profiel Natuur en gezondheid of Natuur en techniek<br />

met daarin Wiskun<strong>de</strong> B2 hebben, wor<strong>de</strong>n rechtstreeks toegelaten tot <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en<br />

op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Stu<strong>de</strong>nten die alleen Wiskun<strong>de</strong> B1 in hun pakket hebben en<br />

daarmee een <strong>de</strong>ficiëntie hebben, krijgen <strong>de</strong> gelegenheid om <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>ficiëntie voor het begin van<br />

hun studie weg te werken. Zij kunnen een toelatingstoets afleggen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

van <strong>de</strong> Commissie Bijzon<strong>de</strong>re Toelating. Deze commissie toetst bij stu<strong>de</strong>nten met een<br />

hbo-achtergrond die in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> willen instromen of zij wiskun<strong>de</strong> op voldoen<strong>de</strong><br />

niveau beheersen en verwijst <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten door naar een remediëren<strong>de</strong> opleiding wanneer<br />

dat niet het geval is. Voor stu<strong>de</strong>nten die een vooropleiding aan een buitenlandse instelling hebben<br />

gevolgd, wordt een vergelijkbare regeling gehanteerd.<br />

Uit een tabel in <strong>de</strong> zelfstudie blijkt dat het aantal stu<strong>de</strong>nten dat instroomt in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

Wiskun<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>ld zo’n 25 bedraagt. In het studiejaar 2004-2005 ging het om<br />

<strong>de</strong>rtig stu<strong>de</strong>nten, in het studiejaar 2005-2006 om negentien. Het aantal stu<strong>de</strong>nten dat begint<br />

aan <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> is gemid<strong>de</strong>ld ongeveer vijf. In het studiejaar<br />

2004-2005 ken<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze opleiding drie eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten, in het studiejaar 2005-2005 vijf.<br />

Het aantal stu<strong>de</strong>nten dat in het studiejaar 2006-2007 in <strong>de</strong> nieuwe flexibele <strong>bacheloropleiding</strong>en<br />

is ingestroomd, is ongeveer 130. Van hen hebben achttien stu<strong>de</strong>nten aangegeven <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> te willen volgen, twee stu<strong>de</strong>nten hebben een voorkeur uitgesproken<br />

voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>. Overigens kunnen stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong><br />

nieuwe flexibele bachelorprogramma’s na het eerste semester nog besluiten een an<strong>de</strong>re opleiding<br />

te volgen.<br />

De aansluiting van het wo op het vwo is volgens <strong>de</strong> zelfstudie een punt van blijven<strong>de</strong> aandacht<br />

voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en. Uit <strong>de</strong> evaluaties en uit ervaringen van docenten die in het eerste<br />

jaar on<strong>de</strong>rwijs verzorgen blijkt dat beginnen<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>over</strong> een laag niveau van algebraïsche<br />

434 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


vaardighe<strong>de</strong>n beschikken. De opleiding probeert in <strong>de</strong> eerste on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>n dit probleem<br />

zo goed mogelijk op te vangen door op een niveau te starten dat aansluit op <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n<br />

waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten beschikken en hun <strong>de</strong> gelegenheid te geven te wennen aan <strong>de</strong> meer<br />

formele wiskun<strong>de</strong>. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> verloopt <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang van<br />

het vwo naar het wo soepel.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong>en nemen <strong>de</strong>el aan verschillen<strong>de</strong> voorlichtingsactiviteiten die door <strong>de</strong><br />

universiteit en <strong>de</strong> faculteit wor<strong>de</strong>n georganiseerd (zoals voorlichtingsdagen, on<strong>de</strong>rwijsbeurzen,<br />

open dagen, ou<strong>de</strong>rdagen, late-beslissersdagen) en organiseren zelf een aantal activiteiten (<strong>de</strong><br />

Johan Bernouilli-lezing en <strong>de</strong> jaarlijkse docentendag). De opleidingen hebben een promotieteam<br />

in het leven geroepen, bestaan<strong>de</strong> uit stu<strong>de</strong>nten, dat scholen in Noord- en Oost-Ne<strong>de</strong>rland<br />

bezoekt om <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>studie te promoten. Het team bezoekt zo’n 35 scholen per jaar.<br />

De RuG Disc<strong>over</strong>y Truck speelt een belangrijke rol in <strong>de</strong> werving en <strong>de</strong> voorlichting. Deze bus<br />

is tegelijkertijd een collegezaal en een rondreizend laboratorium waarin scholieren kennismaken<br />

met <strong>de</strong> actuele stand van zaken in <strong>de</strong> wetenschap en met stu<strong>de</strong>ren in Groningen. Tussen<br />

oktober 2005 en januari 2006 is <strong>de</strong> bus 25 keer voorgere<strong>de</strong>n, voornamelijk voor een bezoek<br />

aan een school. Volgens <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten is <strong>de</strong> voorlichting in het algemeen a<strong>de</strong>quaat, maar is het<br />

beeld dat tij<strong>de</strong>ns voorlichtingsactiviteiten wordt geschetst niet helemaal in <strong>over</strong>eenstemming<br />

met <strong>de</strong> werkelijkheid.<br />

Stu<strong>de</strong>nten die met succes <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> of <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> hebben<br />

voltooid, hebben rechtstreeks toegang tot <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics. Daarnaast geven<br />

ook verwante <strong>bacheloropleiding</strong>en en hbo-opleidingen toegang tot <strong>de</strong> masteropleiding, eventueel<br />

in combinatie met een programma voor het wegwerken van <strong>de</strong>ficiënties. Stu<strong>de</strong>nten die<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> of <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> met goed gevolg hebben afgerond,<br />

hebben eveneens rechtstreeks toegang tot <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>. Ook voor<br />

<strong>de</strong>ze masteropleiding geldt dat stu<strong>de</strong>nten die een verwante <strong>bacheloropleiding</strong> of hbo-opleiding<br />

hebben gevolgd, toegang hebben, eventueel in combinatie met een programma voor het wegwerken<br />

van <strong>de</strong>ficiënties.<br />

Tussen <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en en <strong>de</strong> masteropleidingen bestaat een ‘zachte’ cesuur: stu<strong>de</strong>nten<br />

kunnen al colleges uit het programma van <strong>de</strong> masteropleiding volgen wanneer ze <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

nog niet helemaal hebben afgerond. Stu<strong>de</strong>nten kunnen aan <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

beginnen wanneer zij nog 30 EC uit het programma van hun <strong>bacheloropleiding</strong> moeten behalen.<br />

Daarmee wordt voorkomen dat stu<strong>de</strong>nten onnodig studievertraging oplopen. Overigens<br />

vernam <strong>de</strong> commissie tij<strong>de</strong>ns haar bezoek dat het bestuur van <strong>de</strong> faculteit <strong>over</strong>weegt om <strong>de</strong><br />

zachte cesuur te vervangen door een har<strong>de</strong>. In het studiejaar 2005-2006 zijn drie stu<strong>de</strong>nten<br />

vanuit <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> ingestroomd in <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics, die allemaal <strong>de</strong><br />

P-variant hebben gekozen. Er waren op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld nog<br />

geen stu<strong>de</strong>nten ingestroomd in <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>. Een aantal doctoraalstu<strong>de</strong>nten<br />

volgt on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het programma van <strong>de</strong> masteropleidingen in het ka<strong>de</strong>r van<br />

hun doctoraalprogramma.<br />

De voorlichting <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleidingen vindt plaats op nationaal niveau (Nationale Masterbeurs<br />

Utrecht), op regionaal niveau (<strong>de</strong> mastervoorlichting van <strong>de</strong> instelling) en op lokaal<br />

niveau, binnen het on<strong>de</strong>rwijsinstituut Daarnaast speelt <strong>de</strong> studieadviseur een belangrijke rol<br />

bij het geven van persoonlijke adviezen aan stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> afsluiten.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

435


Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> kwalificaties waar<strong>over</strong> stu<strong>de</strong>nten die instromen in <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>en dienen te beschikken zijn gespecificeerd en dat <strong>de</strong> opleidingen a<strong>de</strong>quate<br />

maatregelen hebben genomen om <strong>de</strong> <strong>over</strong>stap van het vwo naar het wo soepel te laten verlopen.<br />

Zij heeft geconstateerd dat stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en geen problemen hebben<br />

met <strong>de</strong> aansluiting. De commissie waar<strong>de</strong>ert het dat <strong>de</strong> opleidingen veel aandacht en<br />

energie beste<strong>de</strong>n aan werving en voorlichting.<br />

De commissie heeft ook vastgesteld dat stu<strong>de</strong>nten die een van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en hebben<br />

afgerond rechtstreeks toegang hebben tot <strong>de</strong> masteropleidingen en dat <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

een procedure hebben opgesteld voor <strong>de</strong> toelating van stu<strong>de</strong>nten met een an<strong>de</strong>re vooropleiding,<br />

die inhoudt dat <strong>de</strong> opleidingen nagaan of stu<strong>de</strong>nten beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> noodzakelijke<br />

voorkennis en hun een schakelprogramma aanbiedt wanneer dat noodzakelijk is. Zij is ervan<br />

<strong>over</strong>tuigd dat stu<strong>de</strong>nten die een van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en hebben voltooid beschikken <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> kwalificaties die noodzakelijk zijn om in te stromen in <strong>de</strong> masteropleidingen.<br />

De commissie heeft gemerkt dat <strong>de</strong> technische opleidingen in een wat benar<strong>de</strong> positie verkeren<br />

omdat <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> instroom beperkingen oplegt aan <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n tot differentiatie<br />

en daarmee aan <strong>de</strong> herkenbaarheid en <strong>de</strong> profilering van <strong>de</strong> opleidingen en omdat <strong>de</strong><br />

samenwerking met <strong>de</strong> technische universiteiten te lij<strong>de</strong>n heeft van <strong>de</strong> samenwerking van <strong>de</strong><br />

technische universiteiten on<strong>de</strong>rling.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen aan het criterium<br />

dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F9: Duur<br />

De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. <strong>de</strong> omvang van het curriculum:<br />

WO-bachelor: in <strong>de</strong> regel 180 studiepunten.<br />

WO-master: minimaal 60 studiepunten, afhankelijk van <strong>de</strong> opleiding.<br />

Beschrijving<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> omvat 180 EC en voldoet daarmee aan<br />

<strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> omvat 180 EC en voldoet<br />

daarmee aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics omvat 120 EC en voldoet daarmee aan<br />

<strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

Het programma van <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> omvat 120 EC en voldoet daarmee<br />

aan <strong>de</strong> formele eisen met betrekking tot <strong>de</strong> omvang van het curriculum.<br />

436 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


Oor<strong>de</strong>el<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F10: Afstemming tussen vormgeving en inhoud<br />

Het didactisch concept is in lijn met <strong>de</strong> doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.<br />

Beschrijving<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> baseert zich volgens <strong>de</strong> zelfstudie niet op een expliciet didactisch concept,<br />

maar heeft gekozen voor een aanpak waarbij steeds <strong>de</strong> didactiek wordt gehanteerd die<br />

het best past bij <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> inhoud van een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el. Het programma van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> bewerkstelligt een gelei<strong>de</strong>lijke ontwikkeling volgens <strong>de</strong> leerlijnen die hierboven<br />

(on<strong>de</strong>r F6) beschreven zijn.<br />

De opleiding heeft in het algemeen gekozen voor hoor- en werkcolleges, soms in een gecombineer<strong>de</strong><br />

vorm, voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het programma die gericht zijn op het vergroten van<br />

kennis en inzicht. Tij<strong>de</strong>ns hoorcolleges kunnen stu<strong>de</strong>nten snel een <strong>over</strong>zicht verwerven van<br />

<strong>de</strong> belangrijke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> leerstof, tij<strong>de</strong>ns werkcolleges kunnen zij <strong>de</strong> stof actief of<br />

interactief verwerken. Voor on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waarin het toepassen van wiskun<strong>de</strong> centraal staat, kiest<br />

<strong>de</strong> opleiding werkvormen met min<strong>de</strong>r contacturen, bijvoorbeeld projecten, waarin stu<strong>de</strong>nten<br />

zelfstandig (individueel of in groepjes) werken aan grotere of meer complexe wiskundige<br />

problemen. Voorbeel<strong>de</strong>n van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die op die manier zijn ingericht zijn Statistiek (in <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar) en Mo<strong>de</strong>lleren (in <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van datzelf<strong>de</strong> jaar).<br />

Het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> besteedt in het algemeen aandacht aan algemene<br />

vaardighe<strong>de</strong>n, zoals communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n, in <strong>de</strong> vorm van een training. Stu<strong>de</strong>nten<br />

wor<strong>de</strong>n bijvoorbeeld getraind in het mon<strong>de</strong>ling en schriftelijk presenteren van een wiskundig<br />

on<strong>de</strong>rwerp in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Presentatie van een wiskundig on<strong>de</strong>rwerp (in <strong>de</strong> eerste perio<strong>de</strong> van<br />

het twee<strong>de</strong> jaar). Ze wor<strong>de</strong>n getraind in het organiseren van uitgebrei<strong>de</strong> schriftelijke verslaglegging<br />

in het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Communicatieve vaardighe<strong>de</strong>n (in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

jaar).<br />

De zelfstudie bevat een tabel waarin is aangegeven hoe <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> werkvormen die <strong>de</strong><br />

opleiding hanteert <strong>over</strong> het programma zijn ver<strong>de</strong>eld. De tabel laat zien dat het aantal uren<br />

dat is gereserveerd voor hoorcolleges en het aantal uren waarin stu<strong>de</strong>nten zelfstandig werken<br />

(projecten, zelfstudie en scriptie) in <strong>de</strong> loop van het programma toenemen, terwijl het aantal<br />

uren begeleid werken (werkcolleges en practica) juist afneemt. Deze ontwikkeling is volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> opzet van het programma.<br />

De commissie heeft kort voor haar bezoek kennisgenomen van <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën voor <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re vormgeving<br />

van het bachelorprogramma. In <strong>de</strong> visie van <strong>de</strong> opleidingen spelen complexe cognitieve<br />

vaardighe<strong>de</strong>n een belangrijke rol. De opleidingen hebben <strong>de</strong> complexe cognitieve vaardighe<strong>de</strong>n<br />

waar<strong>over</strong> wiskundigen moeten beschikken beschreven. Een van <strong>de</strong> uitgangspunten voor<br />

het nieuwe programma is dat het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n in het curriculum verwerkt<br />

moet zijn, dat er voldoen<strong>de</strong> ruimte moet zijn voor het uitvoeren van integreren<strong>de</strong> opdrachten<br />

waarin <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n geoefend.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

437


De masteropleidingen Mathematics en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> zijn bei<strong>de</strong> opleidingen tot wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoeker (voor stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> P-variant volgen) dan wel tot een beroep op een<br />

aca<strong>de</strong>misch werk- en <strong>de</strong>nkniveau dat een grote mate van zelfstandigheid en inzet vraagt (voor<br />

stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> M-variant volgen). De masteropleidingen doen dan ook een sterk beroep op het<br />

persoonlijk initiatief en <strong>de</strong> zelfstandigheid van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt. Dat gegeven komt in <strong>de</strong> eerste plaats<br />

tot uiting in <strong>de</strong> grote mate van keuzevrijheid voor stu<strong>de</strong>nten, die een programma moeten samenstellen<br />

uit het lokale en lan<strong>de</strong>lijke aanbod aan vakken. Stu<strong>de</strong>nten zullen hun eigen keuze uit dat<br />

uitgebrei<strong>de</strong> aanbod moeten maken, al dan niet op basis van adviezen van <strong>de</strong> studieadviseur of van<br />

docenten uit <strong>de</strong> masteropleidingen. Het afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek in het laatste jaar van <strong>de</strong> P-variant en<br />

<strong>de</strong> stage in het programma van <strong>de</strong> M-variant vormen een soort meesterproeven waarin stu<strong>de</strong>nten<br />

<strong>de</strong>monstreren waartoe zij als aankomend aca<strong>de</strong>micus in staat zijn.<br />

Het aanbod waaruit <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> masteropleidingen hun studieprogramma samenstellen,<br />

kent een grote verschei<strong>de</strong>nheid, ook in <strong>de</strong> werkvormen die wor<strong>de</strong>n gehanteerd. De meeste<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n gegeven in <strong>de</strong> vorm van hoorcolleges, gecombineerd met werkcolleges of<br />

werkgroepen waarin problemen wor<strong>de</strong>n opgelost en literatuur wordt doorgenomen. Het werken<br />

met professionele wiskundige software voor wiskundig on<strong>de</strong>rzoek speelt in toenemen<strong>de</strong><br />

mate een rol bij <strong>de</strong> vormgeving van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len.<br />

De zelfstudie bevat een tabel waarin een indicatie wordt gegeven van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong><br />

werkvormen die <strong>de</strong> opleidingen hanteren (hoorcolleges, werkcolleges en practica, zelfstudie en<br />

scriptie/on<strong>de</strong>rzoek). Uit <strong>de</strong> tabel, die <strong>over</strong>igens met grote voorzichtigheid moet wor<strong>de</strong>n gehanteerd<br />

omdat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten allemaal een individueel programma samenstellen, blijkt dat er in<br />

het eerste jaar van <strong>de</strong> masteropleiding een belangrijk <strong>de</strong>el van het programma (zo’n 680 uur)<br />

is gereserveerd voor hoorcolleges, werkcolleges en practica en dat <strong>de</strong> nadruk in het twee<strong>de</strong> jaar<br />

ligt op het afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek waarvan stu<strong>de</strong>nten verslag doen in hun afstu<strong>de</strong>erscriptie.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en tot voor kort geen uitgewerkt<br />

didactisch concept hanteer<strong>de</strong>n, maar <strong>de</strong> voorkeur gaven aan een bena<strong>de</strong>ring waarin voor elk<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el afzon<strong>de</strong>rlijk <strong>de</strong> meest geschikte inrichting en werkvorm wer<strong>de</strong>n gekozen. De commissie<br />

heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen<br />

geen expliciete verwijzingen bevatten naar <strong>de</strong> didactische visie van <strong>de</strong> opleidingen en in dat<br />

opzicht ook geen eisen of beperkingen aan <strong>de</strong> programma’s opleggen. Zij heeft vastgesteld dat<br />

<strong>de</strong> inrichting van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len a<strong>de</strong>quaat is, dat <strong>de</strong> opleidingen steeds een werkvorm gekozen<br />

hebben die in voldoen<strong>de</strong> mate aansluit bij <strong>de</strong> inhoud en <strong>de</strong> doelstelling van een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el. Zij<br />

is ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> criteria die <strong>de</strong> opleidingen gehanteerd hebben en <strong>de</strong> afwegingen die<br />

zij gemaakt hebben a<strong>de</strong>quaat zijn. De werkvormen zijn in voldoen<strong>de</strong> mate gevarieerd en afwisselend,<br />

stu<strong>de</strong>nten krijgen voldoen<strong>de</strong> gelegenheid om <strong>de</strong> kennis die zij hebben verworven ook<br />

toe te passen in opdrachten of in projecten.<br />

De commissie heeft met belangstelling kennisgenomen van <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën van <strong>de</strong> opleidingen voor<br />

<strong>de</strong> inrichting van het nieuwe bachelorprogramma. Zij is positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>ring die uitgaat<br />

van complexe cognitieve vaardighe<strong>de</strong>n die op een geïntegreer<strong>de</strong> manier in het programma aan<br />

<strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld. De commissie heeft nog maar een beperkt inzicht in <strong>de</strong> implementatie<br />

en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re uitwerking van <strong>de</strong>ze i<strong>de</strong>eën en kan dus nog geen oor<strong>de</strong>el vellen <strong>over</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />

en <strong>de</strong> kwaliteit van dit nieuwe didactische concept, maar moedigt <strong>de</strong> opleidingen nadrukkelijk<br />

aan om <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën ver<strong>de</strong>r uit te werken en toe te passen. Zij heeft vastgesteld dat het nieuwe<br />

concept door <strong>de</strong> gehele staf gedragen wordt.<br />

438 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> masteropleidingen geen gebruik maken van een uitgewerkt<br />

didactisch concept en dat <strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> eindkwalificaties van <strong>de</strong> opleidingen<br />

ook geen verwijzingen bevatten naar zo’n concept. De concepten die voor <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

een belangrijke plaats innemen zijn ‘persoonlijk initiatief’ en ‘zelfstandigheid’. In <strong>de</strong><br />

ogen van <strong>de</strong> commissie zijn <strong>de</strong> werkvormen waarvoor <strong>de</strong> opleidingen gekozen hebben in het<br />

algemeen a<strong>de</strong>quaat. De individuele programma’s van stu<strong>de</strong>nten kennen zowel hoorcolleges en<br />

werkcolleges als werkvormen waarin <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> verworven kennis centraal staat. In<br />

het twee<strong>de</strong> jaar moeten stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns het afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek laten zien dat ze daadwerkelijk<br />

in staat zijn om on<strong>de</strong>rzoek te verrichten.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat zowel <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en als <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

voldoen aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F11: Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing<br />

Door <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen, toetsingen en examens wordt a<strong>de</strong>quaat getoetst of <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> leerdoelen van<br />

(on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het programma hebben gerealiseerd.<br />

Beschrijving<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie wordt elk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> afgesloten<br />

met een tentamen. Afhankelijk van <strong>de</strong> doelstelling, <strong>de</strong> eindtermen en <strong>de</strong> inhoud van het<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el kan het tentamen <strong>de</strong> vorm hebben van een schriftelijk tentamen, een mon<strong>de</strong>ling<br />

tentamen, een take home-tentamen of een mon<strong>de</strong>linge of een schriftelijke presentatie. In <strong>de</strong><br />

tabel in <strong>de</strong> zelfstudie die een <strong>over</strong>zicht van het programma bevat, is voor elk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el aangegeven<br />

welke toetsvorm gebruikt wordt. Stu<strong>de</strong>nten kunnen <strong>de</strong> reguliere on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len ten minste<br />

drie keer afron<strong>de</strong>n met een tentamen in het studiejaar dat het vak is aangebo<strong>de</strong>n. Zij hebben<br />

ten minste een keer per jaar <strong>de</strong> gelegenheid om tentamen af te leggen in een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el dat in<br />

dat jaar niet werd aangebo<strong>de</strong>n. De beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> tentamens vindt plaats on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> formele<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> Examencommissie, zoals vastgelegd in het examenreglement.<br />

De toetsing sluit volgens <strong>de</strong> zelfstudie aan bij <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> werkvormen. De inhoud van<br />

<strong>de</strong> toetsing wordt bepaald door <strong>de</strong> eindtermen van <strong>de</strong> opleiding en <strong>de</strong> doelstellingen van het<br />

te toetsen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el. In <strong>de</strong> meeste gevallen wordt <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling uitgedrukt in een cijfer.<br />

Sommige on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n afgesloten met een testimonium. De meeste tentamens wor<strong>de</strong>n<br />

afgenomen in <strong>de</strong> daarvoor bestem<strong>de</strong> tentamenweken aan het eind van een on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong>.<br />

Voor het nabespreken van <strong>de</strong> tentamens zijn regels vastgesteld die zijn opgenomen in<br />

<strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijs‐ en Examenregeling (OER). Het uitgangspunt is dat <strong>de</strong> tentamens binnen tien<br />

werkdagen zijn nagekeken.<br />

De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> kiezen in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> eerste perio<strong>de</strong> van het <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

jaar een docent die zal optre<strong>de</strong>n als begelei<strong>de</strong>r van het afstu<strong>de</strong>erproject en nemen contact met<br />

<strong>de</strong>ze docent op. De stu<strong>de</strong>nten maken in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> docent een beschrijving van het on<strong>de</strong>rwerp<br />

van het project en een globale planning. Het afstu<strong>de</strong>erproject van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

wordt afgesloten met een verslag en een voordracht. De begelei<strong>de</strong>r ziet toe op <strong>de</strong> inhoud en<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

439


<strong>de</strong> presentatie van het verslag. Bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van het afstu<strong>de</strong>erproject spelen verschillen<strong>de</strong><br />

aspecten een rol: <strong>de</strong> eigen inbreng van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten, <strong>de</strong> kwaliteit van het (software)product dat<br />

zij ontwikkelen, <strong>de</strong> presentatie van <strong>de</strong> resultaten van het project in <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscriptie en <strong>de</strong><br />

afstu<strong>de</strong>ervoordracht. Het hele werk wordt met een cijfer beoor<strong>de</strong>eld. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong><br />

commissie aan <strong>de</strong> faculteit bleek dat er sinds enige tijd een protocol bestaat voor <strong>de</strong> begeleiding<br />

en beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> bachelorprojecten die culmineren in <strong>de</strong> bachelorscriptie.<br />

Voor veel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> geldt dat het eindcijfer niet alleen wordt vastgesteld<br />

op basis van een eindtentamen, maar dat ook <strong>de</strong> resultaten van nagekeken huiswerk en<br />

<strong>de</strong>eltoetsen wor<strong>de</strong>n meegeteld in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling. Het on<strong>de</strong>rwijsinstituut heeft regels opgesteld<br />

die moeten garan<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong>ze wijze van toetsing relevant is voor het evalueren van verworven<br />

kennis en vaardighe<strong>de</strong>n. Volgens die regels mag het cijfer voor het nagekeken huiswerk<br />

hoogstens voor 20% meetellen bij het vaststellen van het eindcijfer. Een eindcijfer groter dan<br />

of gelijk aan 5,5 wordt alleen toegekend wanneer het cijfer op het tentamen minstens 4,5<br />

is. Voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len Differentiaal- en integraalrekening, Lineaire algebra en Vectoranalyse<br />

uit het programma van het eerste jaar is een uniforme regeling opgesteld die inhoudt dat het<br />

eindcijfer voor <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len bepaald wordt op basis van <strong>de</strong> behaal<strong>de</strong> cijfers voor het huiswerk,<br />

<strong>de</strong> tussentoetsen en mid<strong>de</strong>ntoets en het eindtentamen. Voor sommige vakken van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> wordt geen eindtentamen gehanteerd, maar twee take home-tentamens.<br />

Om te waarborgen dat stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> opgegeven problemen zelfstandig hebben uitgewerkt,<br />

heeft <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> regel ingevoerd dat bij <strong>de</strong>ze vorm van toetsing altijd ook een mon<strong>de</strong>ling<br />

eindtentamen moet wor<strong>de</strong>n afgenomen.<br />

Volgens <strong>de</strong> zelfstudie heeft <strong>de</strong> opleiding <strong>de</strong> afgelopen jaren veel aandacht besteed aan <strong>de</strong><br />

consistentie van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling. Docenten hebben in het ka<strong>de</strong>r daarvan een workshop<br />

‘Beoor<strong>de</strong>len van schrijfproducten van stu<strong>de</strong>nten’ gevolgd. Daarnaast heeft <strong>de</strong> opleiding een<br />

aantal workshops aangebo<strong>de</strong>n die erop gericht waren <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen van<br />

<strong>de</strong> scripties te verbeteren.<br />

De toetsing die in <strong>de</strong> masteropleidingen wordt gehanteerd sluit volgens <strong>de</strong> zelfstudie aan op <strong>de</strong><br />

inhoud van <strong>de</strong> te toetsen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en op <strong>de</strong> gekozen werkvormen. De opleidingen hanteren<br />

verschillen<strong>de</strong> toetsvormen, waaron<strong>de</strong>r mon<strong>de</strong>linge of schriftelijke tentamens (bij hoorcolleges)<br />

en take home-tentamens (bij gecombineer<strong>de</strong> hoor-werkcolleges waarin het oplossen van problemen<br />

een grote rol heeft gespeeld). De hierboven vermel<strong>de</strong> regel voor take home-tentamens<br />

is ook van toepassing op <strong>de</strong> masteropleidingen.<br />

Het afstu<strong>de</strong>erwerk waarmee stu<strong>de</strong>nten een masteropleiding afron<strong>de</strong>n wordt in intercollegiaal<br />

<strong>over</strong>leg door twee docenten beoor<strong>de</strong>eld. Bij externe afstu<strong>de</strong>erstages is <strong>de</strong> externe begelei<strong>de</strong>r<br />

altijd bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling betrokken. Bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van het afstu<strong>de</strong>erwerk wor<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong><br />

aspecten in <strong>over</strong>weging genomen: <strong>de</strong> manier van werken (<strong>de</strong> mate van zelfstandigheid,<br />

<strong>de</strong> doelgerichtheid, het omgaan met <strong>de</strong>adlines en tegenslagen, <strong>de</strong> aard en omvang van <strong>de</strong><br />

eigen bijdrage van stu<strong>de</strong>nten), schriftelijke en mon<strong>de</strong>linge communicatie en presentatie (het<br />

achterhalen van gebruikerseisen, het opstellen van een projectplan, <strong>de</strong> presentatie van rapportages<br />

zoals voortgangsverslagen, voortgangsbesprekingen, notulen van besprekingen en <strong>de</strong><br />

eindrapportage, het omgaan met een multidisciplinair werkveld), <strong>de</strong> technisch-wetenschappelijke<br />

inhoud (moeilijkheidsgraad, wiskundige en fysische correctheid, mo<strong>de</strong>lleringsaspecten,<br />

multidisciplinair karakter, functionaliteit, innovatieve aspecten, nieuwe inzichten, stimuleren<br />

tot vervolgstudie) en <strong>de</strong> producten of <strong>de</strong>liverables (programmatuur, documentatie, tussenrapportages<br />

en eigenlijke eindscriptie). Het relatieve gewicht van <strong>de</strong>ze aspecten in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling<br />

440 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


verschilt volgens <strong>de</strong> zelfstudie per afstu<strong>de</strong>errichting. De stu<strong>de</strong>nten schrijven hun afstu<strong>de</strong>erscripties<br />

in <strong>de</strong> regel in het Engels. Het afstu<strong>de</strong>erproject wordt afgerond met een afstu<strong>de</strong>ervoordracht,<br />

die me<strong>de</strong> bepalend is voor het eindcijfer. Er bestaat nog geen protocol voor <strong>de</strong><br />

begeleiding en beoor<strong>de</strong>ling van afstu<strong>de</strong>erprojecten in <strong>de</strong> masteropleidingen, maar volgens <strong>de</strong><br />

docenten ligt het in <strong>de</strong> lijn <strong>de</strong>r verwachting dat zo’n protocol op korte termijn wordt opgesteld.<br />

Zij zijn van mening dat het formulier dat ten tij<strong>de</strong> van het bezoek werd gehanteerd een<br />

te vrijblijvend karakter heeft en dat het goed zou zijn wanneer <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling in sterkere mate<br />

geformaliseerd en gestandaardiseerd wordt.<br />

Stu<strong>de</strong>nten leggen examen af <strong>over</strong> een individueel studieprogramma, dat moet zijn samengesteld<br />

in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> opleiding(en) en goedgekeurd door <strong>de</strong> Examencommissie.<br />

Het studieprogramma van bachelorstu<strong>de</strong>nten moet ook door <strong>de</strong> studieadviseur<br />

en <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erdocent wor<strong>de</strong>n goedgekeurd. Het is mogelijk om een goedgekeurd studieprogramma<br />

te wijzigen, maar een aangepast programma moet opnieuw ter goedkeuring aan <strong>de</strong><br />

Examencommissie wor<strong>de</strong>n voorgelegd.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft <strong>de</strong> informatie met betrekking tot <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> toetsing bestu<strong>de</strong>erd<br />

en tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit recente tentamens en toetsen bekeken en vastgesteld dat<br />

<strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen gekozen hebben voor a<strong>de</strong>quate toetsvormen en dat <strong>de</strong><br />

toetsing zo is ingericht dat <strong>de</strong> opleidingen daadwerkelijk kunnen beoor<strong>de</strong>len of <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

<strong>de</strong> te verwerven kennis en vaardighe<strong>de</strong>n hebben verworven. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> toetsvormen<br />

die <strong>de</strong> opleidingen hanteren voldoen<strong>de</strong> variatie vertonen en dat ze aansluiten bij <strong>de</strong><br />

werkvormen die wor<strong>de</strong>n gebruikt in <strong>de</strong> te toetsen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Zij waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> aandacht voor<br />

consistentie in <strong>de</strong> toetsing.<br />

De keuze van <strong>de</strong> toetsvormen weerspiegelt in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> ontwikkeling naar<br />

grotere zelfstandigheid die stu<strong>de</strong>nten tij<strong>de</strong>ns hun studie doormaken. Zij is positief <strong>over</strong> het<br />

gebruik van opdrachten en <strong>de</strong>eltoetsen en zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen een formeel<br />

ka<strong>de</strong>r hebben gecreëerd voor het inpassen van <strong>de</strong>ze tussentijdse toetsen in <strong>de</strong> toetsing als<br />

geheel en dat zij eveneens maatregelen hebben genomen om te voorkomen dat er oneigenlijk<br />

gebruik wordt gemaakt van take home-tentamens. De commissie waar<strong>de</strong>ert het initiatief van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en om stu<strong>de</strong>nten die keer op keer zakken voor een bepaald tentamen<br />

individueel te laten on<strong>de</strong>rsteunen door stu<strong>de</strong>ntassistenten.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> opleidingen a<strong>de</strong>quate procedures en criteria hebben<br />

opgesteld voor <strong>de</strong> begeleiding en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> afsluiten<strong>de</strong> scripties en dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

in het algemeen tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> gang van zaken in <strong>de</strong> laatste fase van hun opleiding.<br />

Zij waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> invoering van een afstu<strong>de</strong>erprotocol in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en, maar heeft<br />

ook vernomen dat dat protocol in <strong>de</strong> praktijk nog niet goed functioneert.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt voor dit<br />

facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

441


Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Programma’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt het voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

9.<strong>2.</strong>3. Inzet van personeel<br />

F12: Eisen WO<br />

De opleiding sluit aan bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria voor <strong>de</strong> inzet van personeel van een WO-opleiding:<br />

Het on<strong>de</strong>rwijs wordt voor een belangrijk <strong>de</strong>el verzorgd door on<strong>de</strong>rzoekers die een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het vakgebied.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie bevat een tabel waarin een <strong>over</strong>zicht wordt gegeven van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijscapaciteit<br />

die binnen het Instituut voor Wiskun<strong>de</strong> en Informatica ter beschikking staat voor <strong>de</strong> opleidingen<br />

op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Uit die tabel blijkt dat er op het moment waarop <strong>de</strong> zelfstudie<br />

werd vastgesteld in totaal 51 stafle<strong>de</strong>n waren die bijdragen lever<strong>de</strong>n aan het on<strong>de</strong>rwijs,<br />

waarvan er vijftien <strong>de</strong> status van hoogleraar, uhd of ud had<strong>de</strong>n. Deze stafle<strong>de</strong>n zijn allemaal<br />

gepromoveerd. De <strong>over</strong>ige le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> staf zijn docenten, promovendi, postdocs en stu<strong>de</strong>ntassistenten.<br />

Hoogleraren, uhd’s en ud’s beste<strong>de</strong>n in principe 45% van hun werktijd aan on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Stafle<strong>de</strong>n die een tenure track-aanstelling hebben wor<strong>de</strong>n geacht 30% van hun werktijd<br />

aan on<strong>de</strong>rwijs te beste<strong>de</strong>n, stafle<strong>de</strong>n met een Rosalind Franklin-fellowship 20%. Tij<strong>de</strong>ns het<br />

bezoek vernam <strong>de</strong> commissie dat <strong>de</strong> feitelijke omvang van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken vaak groter is<br />

(en in sommige gevallen eer<strong>de</strong>r 60% van <strong>de</strong> werktijd bedraagt), omdat het Instituut voor Wiskun<strong>de</strong><br />

en Informatica een klein instituut is en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstaken dus <strong>over</strong> een beperkt aantal<br />

stafle<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>eld en omdat er op het moment van het bezoek drie vacatures waren<br />

(één voor een hoogleraar statistiek en twee voor tenure track-posities).<br />

De basiseenhe<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> maken <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekscholen Dutch<br />

Institute of Systems and Control (DISC), Mathematical Research Institute (MRI) en J.M. Burgerscentrum.<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek dat binnen <strong>de</strong> basiseenhe<strong>de</strong>n wordt uitgevoerd, wordt regelmatig<br />

beoor<strong>de</strong>eld, het meest recent in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> laatste lan<strong>de</strong>lijke on<strong>de</strong>rzoeksvisitatie. Volgens <strong>de</strong><br />

zelfstudie waren <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len die in het ka<strong>de</strong>r van die on<strong>de</strong>rzoeksvisitatie wer<strong>de</strong>n gegeven bovengemid<strong>de</strong>ld<br />

en staat het on<strong>de</strong>rzoek daarmee op een internationaal erkend niveau.<br />

Het bestuur van <strong>de</strong> faculteit hanteert het beleid dat het aanstellen van bijzon<strong>de</strong>r hoogleraren<br />

wordt gestimuleerd. De nota Bèta’s in Banen, waarin <strong>de</strong> uitgangspunten voor het personeelsbeleid<br />

zijn vastgelegd, bevat criteria en richtlijnen voor <strong>de</strong> aanstelling van bijzon<strong>de</strong>r hoogleraren.<br />

De directeuren van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksinstituten wor<strong>de</strong>n aangemoedigd om zulke hoogleraren aan<br />

te zoeken. Bij het Instituut voor Wiskun<strong>de</strong> en Informatica heeft dat beleid nog niet tot resultaten<br />

geleid.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf gepromoveerd zijn<br />

en <strong>de</strong>el uitmaken van on<strong>de</strong>rzoeksgroepen die participeren in on<strong>de</strong>rzoekscholen. Het on<strong>de</strong>r-<br />

442 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


zoek dat door <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf wordt uitgevoerd wordt dus regelmatig<br />

beoor<strong>de</strong>eld door internationaal samengestel<strong>de</strong> visitatiecommissies. De commissie heeft vernomen<br />

dat verschillen<strong>de</strong> stafle<strong>de</strong>n meer tijd dan voorzien beste<strong>de</strong>n aan on<strong>de</strong>rwijstaken, maar zij<br />

heeft geen signalen ontvangen dat het on<strong>de</strong>rzoek daarvan te lij<strong>de</strong>n heeft. Zij constateert dus<br />

dat een belangrijk <strong>de</strong>el van het on<strong>de</strong>rwijs wordt verzorgd door actieve on<strong>de</strong>rzoekers die een<br />

bijdrage leveren aan <strong>de</strong> ontwikkeling van het vakgebied en dat <strong>de</strong> opleiding daarmee voldoet<br />

aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

De commissie is van mening dat <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling (en het on<strong>de</strong>rwijs dat vanuit <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling wordt<br />

verzorgd) gebaat zou zijn bij het aanstellen van bijzon<strong>de</strong>r hoogleraren die <strong>de</strong> brug met <strong>de</strong><br />

beroepspraktijk kunnen slaan. Op die manier zou bijvoorbeeld het mo<strong>de</strong>lleeron<strong>de</strong>rwijs beter<br />

in <strong>de</strong> programma’s geïntegreerd kunnen wor<strong>de</strong>n. De commissie vraagt zich af of het geen<br />

belemmering vormt dat enerzijds <strong>de</strong> aanstelling van <strong>de</strong> wiskundigen binnen het on<strong>de</strong>rzoeksinstituut<br />

Wiskun<strong>de</strong> en Informatica plaatsvindt, terwijl an<strong>de</strong>rzijds het on<strong>de</strong>rwijs wordt verzorgd<br />

door het Opleidingsinstituut Natuurwetenschappen en Technologie, waar <strong>de</strong> informatica geen<br />

<strong>de</strong>el van uitmaakt.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F13: Kwantiteit personeel<br />

Er wordt voldoen<strong>de</strong> personeel ingezet om <strong>de</strong> opleiding met <strong>de</strong> gewenste kwaliteit te verzorgen.<br />

Beschrijving<br />

Uit <strong>de</strong> tabel in <strong>de</strong> zelfstudie waarnaar hierboven ook werd verwezen, blijkt dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijscapaciteit<br />

die ter beschikking staat van <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> 9,6 fte<br />

bedraagt. Die capaciteit wordt ook benut voor het serviceon<strong>de</strong>rwijs aan stu<strong>de</strong>nten van an<strong>de</strong>re<br />

opleidingen binnen en buiten <strong>de</strong> faculteit. Het grootste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijscapaciteit (5,25<br />

fte) is toegewezen aan <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf (i.e., hoogleraren, uhd’s en ud’s).<br />

De zelfstudie vermeldt dat <strong>de</strong> staf-stu<strong>de</strong>ntratio 12,6 bedraagt en dat het aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

per fte on<strong>de</strong>rwijs 0,8 is. Deze cijfers hebben betrekking op het studiejaar 2004-2005. De zelfstudie<br />

bevat geen informatie die specifiek betrekking heeft op <strong>de</strong> individuele opleidingen.<br />

De werkdruk van <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke staf wordt beïnvloed door het feit dat promovendi<br />

binnen <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen geen aanstelling als assistent in opleiding hebben,<br />

maar <strong>de</strong> status van bursaal hebben en daardoor geen on<strong>de</strong>rwijs mogen verzorgen. Me<strong>de</strong><br />

daardoor wor<strong>de</strong>n relatief veel werkcolleges in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> door stu<strong>de</strong>ntassistenten<br />

verzorgd. Volgens <strong>de</strong> docenten wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntassistenten streng geselecteerd en intensief<br />

begeleid. De stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> hebben daar geen principiële bezwaren tegen,<br />

maar zij stellen wel vast dat stu<strong>de</strong>ntassistenten niet beschikken <strong>over</strong> <strong>de</strong> kennis van docenten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> hoeveelheid on<strong>de</strong>rwijsformatie waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> opleidingen<br />

op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> kunnen beschikken beperkt is, maar zij heeft geen signalen ontvangen<br />

die erop wijzen dat <strong>de</strong> opleidingen <strong>over</strong> onvoldoen<strong>de</strong> personeel beschikken. Zij is niet<br />

in staat om een beargumenteerd oor<strong>de</strong>el te geven <strong>over</strong> individuele opleidingen, omdat zij geen<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

443


inzicht heeft in <strong>de</strong> hoeveelheid formatie die specifiek voor een opleiding beschikbaar is. Zij<br />

heeft kennisgenomen van <strong>de</strong> informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> staf-stu<strong>de</strong>ntratio en het aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

per fte on<strong>de</strong>rwijsformatie. Zij conclu<strong>de</strong>ert op basis van <strong>de</strong> gegevens die tot haar beschikking<br />

staan dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> kwantiteit van<br />

het personeel.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F14: Kwaliteit personeel<br />

Het personeel is gekwalificeerd voor <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke, on<strong>de</strong>rwijskundige en organisatorische realisatie van het<br />

programma.<br />

Beschrijving<br />

Het personeelsbeleid van <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Wiskun<strong>de</strong> en Natuurwetenschappen is vastgelegd<br />

in <strong>de</strong> nota Bèta’s in Banen. De faculteit heeft een tenure track-systeem ingevoerd en<br />

daarmee het formatiebeginsel als grondslag voor het personeelsbeleid vervangen door het<br />

loopbaanbeginsel. Het tenure track-systeem houdt in dat talentvolle wetenschappers een tij<strong>de</strong>lijk<br />

dienstverband voor een perio<strong>de</strong> van maximaal zes jaar krijgen aangebo<strong>de</strong>n op het niveau<br />

van universitair docent. Van <strong>de</strong>ze stafle<strong>de</strong>n wordt on<strong>de</strong>r meer verwacht dat zij binnen een<br />

basiseenheid een eigen on<strong>de</strong>rzoekslijn opzetten. Na vijf jaar vindt een beoor<strong>de</strong>ling plaats<br />

op grond van vastgestel<strong>de</strong> criteria, waaron<strong>de</strong>r het niveau van het verzorg<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijs. Als<br />

<strong>de</strong> uitkomst van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling dit rechtvaardigt, wordt <strong>de</strong> tenure track universitair docent<br />

aangesteld in vaste dienst en bevor<strong>de</strong>rd tot adjunct-hoogleraar. Na nogmaals vijf jaar vindt<br />

opnieuw een beoor<strong>de</strong>ling plaats, die kan lei<strong>de</strong>n tot een benoeming als hoogleraar. Bij <strong>de</strong> werving<br />

van wetenschappelijke stafle<strong>de</strong>n zijn altijd <strong>de</strong> directeur van het on<strong>de</strong>rzoeksinstituut, <strong>de</strong><br />

directeur van het opleidingsinstituut (of <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> portefeuillehou<strong>de</strong>r) en <strong>de</strong> voorzitter<br />

van <strong>de</strong> basiseenheid betrokken.<br />

De faculteit kent een stimuleringsprogramma (het Rosalind Franklin-programma) om het<br />

aantal vrouwen met een vaste aanstelling binnen <strong>de</strong> wetenschappelijke staf te vergroten. De<br />

on<strong>de</strong>rzoekers die in het ka<strong>de</strong>r van dit programma wor<strong>de</strong>n aangetrokken, krijgen een aanstelling<br />

voor een perio<strong>de</strong> van vijf jaar, een wetenschappelijk assistent en een kleine toelage voor<br />

apparatuur. Bij een positieve beoor<strong>de</strong>ling na vijf jaar wordt <strong>de</strong> Rosalind Franklin-fellow een<br />

positie als hoogleraar in het vooruitzicht gesteld. Binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> is één Rosalind<br />

Franklin-fellow werkzaam. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek gaf het bestuur van <strong>de</strong> faculteit toe dat <strong>de</strong><br />

opbrengst van het Rosalind Franklin-programma beperkt is.<br />

De toetsing van didactische kwaliteiten is volgens <strong>de</strong> zelfstudie een expliciet on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van<br />

sollicitatie‐ en bevor<strong>de</strong>ringsprocedures. Het verwerven van didactische kwaliteiten en het voldoen<br />

aan <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> eisen op <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> functieniveaus krijgt bij het doorlopen van<br />

<strong>de</strong> carrière meer gewicht. Dit houdt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re in dat bij <strong>de</strong> aanstelling afspraken gemaakt<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>over</strong> te volgen cursussen en trainingen om <strong>de</strong> professionaliteit te bevor<strong>de</strong>ren. Nieuw<br />

aangestel<strong>de</strong> docenten dienen in ie<strong>de</strong>r geval een cursus Basisvaardighe<strong>de</strong>n te volgen, in het<br />

ka<strong>de</strong>r waarvan een professionaliseringsplan wordt opgesteld. Na het volgen van <strong>de</strong>ze cursus<br />

voldoen docenten aan <strong>de</strong> eisen die <strong>de</strong> instelling stelt aan <strong>de</strong> didactische voorbereiding van<br />

444 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


nieuwe docenten (inclusief het verzorgen van Engelstalig on<strong>de</strong>rwijs). Bevor<strong>de</strong>ringen naar een<br />

volgend functieniveau zijn formeel pas aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wanneer aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijscompetenties is<br />

voldaan en het cursusprogramma is afgerond. Binnen <strong>de</strong> faculteit werd op het moment waarop<br />

<strong>de</strong> zelfstudie werd vastgesteld een formeel systeem van kwaliteitsbeoor<strong>de</strong>ling van docenten<br />

ingevoerd.<br />

De opleidingsdirecteur (of <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> portefeuillehou<strong>de</strong>r) voert jaarlijks functioneringsgesprekken<br />

met <strong>de</strong> hoogleraren die voorzitter zijn van een basiseenheid. De voorzitters van <strong>de</strong><br />

basiseenhe<strong>de</strong>n voeren <strong>de</strong> functioneringsgesprekken met <strong>de</strong> <strong>over</strong>ige le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

staf binnen hun basiseenheid. Het on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> professionalisering van docenten<br />

zijn daarbij on<strong>de</strong>rwerp van gesprek. Indien nodig wordt een aanvullend didactische scholing<br />

aangebo<strong>de</strong>n. Zittend personeel wordt geacht <strong>de</strong>el te nemen aan activiteiten die gericht zijn op<br />

professionalisering van docenten. Recente activiteiten waren <strong>de</strong> introductie van een staflunch<br />

(die een forum vormt voor het uitwisselen en toetsen van i<strong>de</strong>eën en waarop ook meer inhou<strong>de</strong>lijke<br />

zaken aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen, zoals <strong>de</strong> doelstellingen en eindtermen van <strong>de</strong> opleiding, <strong>de</strong><br />

variatie in werkvormen en tentamenresultaten van een bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>, <strong>de</strong> organisatie van<br />

een aantal workshops die gericht waren op <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van scripties en <strong>de</strong><br />

didactische scholing van stu<strong>de</strong>ntassistenten).<br />

Uit <strong>de</strong> gesprekken met stu<strong>de</strong>nten blijkt volgens <strong>de</strong> zelfstudie dat ze veel waar<strong>de</strong>ring hebben<br />

voor docenten die kans zien structuur te geven aan <strong>de</strong> colleges en die stu<strong>de</strong>nten het vertrouwen<br />

geven dat ze het aankunnen. Tussen <strong>de</strong> docenten on<strong>de</strong>rling constateren ze grote verschillen in<br />

didactische kwaliteiten maar <strong>over</strong> het algemeen zijn ze tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> wiskundige vakkennis,<br />

het enthousiasme en <strong>de</strong> persoonlijke betrokkenheid van <strong>de</strong> docenten bij het on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten.<br />

De af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> beschikt slechts in beperkte mate <strong>over</strong> expertise op het gebied van <strong>de</strong><br />

statistiek. Het bestuur van <strong>de</strong> faculteit is van mening dat <strong>de</strong> vacature voor een hoogleraar op<br />

dit gebied te lang onvervuld is gebleven en dat dat gegeven een negatieve invloed heeft gehad<br />

op <strong>de</strong> breedte en <strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijsaanbod op het gebied van <strong>de</strong> statistiek en <strong>de</strong><br />

stochastiek. Het bestuur is zich naar eigen zeggen volledig bewust van <strong>de</strong> urgentie van <strong>de</strong><br />

invulling van <strong>de</strong> vacature en heeft ook bijzon<strong>de</strong>re maatregelen genomen, zoals het inschakelen<br />

van een headhuntersbureau. De faculteit heeft wel een me<strong>de</strong>werker op een tenure track-positie<br />

aangesteld die <strong>over</strong> expertise op het gebied van <strong>de</strong> statistiek en <strong>de</strong> kansberekening beschikt, en<br />

is voornemens om, na <strong>de</strong> invulling van <strong>de</strong> vacature voor <strong>de</strong> hoogleraar, nog een docent op dit<br />

gebied aan te trekken.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft waar<strong>de</strong>ring voor het personeelsbeleid van <strong>de</strong> faculteit dat is vastgelegd in<br />

<strong>de</strong> nota Bèta’s in Banen. Zij is positief <strong>over</strong> <strong>de</strong> aandacht voor on<strong>de</strong>rwijsprestaties en didactische<br />

kwaliteiten in <strong>de</strong> werving en beoor<strong>de</strong>ling van me<strong>de</strong>werkers. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat het personeel<br />

dat bij <strong>de</strong> opleidingen betrokken is <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskundige en <strong>de</strong> organisatorische kwalificaties<br />

beschikt die nodig zijn om het programma op een a<strong>de</strong>quate manier te verzorgen.<br />

De commissie vindt dat <strong>de</strong> staf in voldoen<strong>de</strong> mate beschikt <strong>over</strong> <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke kwalificaties<br />

die vereist zijn om het programma te verzorgen. Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> expertise op het<br />

gebied van <strong>de</strong> statistiek binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling beperkt aanwezig is. Zij is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> maatregelen<br />

die op dit punt genomen zijn voor een beperkte perio<strong>de</strong> voldoen<strong>de</strong> zijn, maar acht het<br />

van groot belang dat op korte termijn meer structurele oplossingen wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

445


De commissie is dan ook van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking<br />

heeft op <strong>de</strong> kwaliteit van het personeel.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Inzet van personeel’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt het voldoen<strong>de</strong>,<br />

voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding<br />

<strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

9.<strong>2.</strong>4. Voorzieningen<br />

F15: Materiële voorzieningen<br />

De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.<br />

Beschrijving<br />

De me<strong>de</strong>werkers van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> zijn (met een enkele uitzon<strong>de</strong>ring) gehuisvest in<br />

het IWI-gebouw, dat zij <strong>de</strong>len met <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Informatica. De opleidingen op het gebied<br />

van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> maken gebruik van <strong>de</strong> collegezalen in <strong>de</strong> gebouwen van <strong>de</strong> Rijksuniversiteit<br />

Groningen op het Zernikecomplex, die allemaal op loopafstand van het IWI-gebouw liggen.<br />

De grotere collegezalen in dit complex zijn onlangs gemo<strong>de</strong>rniseerd en voorzien van beamer<br />

en pc. Enkele kleinere zalen zijn karig uitgerust (ou<strong>de</strong> schoolbor<strong>de</strong>n, geen beamer) en hebben<br />

een gebrekkige klimaatregeling. De af<strong>de</strong>lingen Wiskun<strong>de</strong> en Informatica beschikken samen<br />

<strong>over</strong> 60 pc’s en ruim hon<strong>de</strong>rd ARBO-goedgekeur<strong>de</strong> stoelen in <strong>de</strong> practicumzalen op <strong>de</strong> begane<br />

grond van het IWI-gebouw. Daarnaast zijn er in an<strong>de</strong>re zalen werkplekken voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntassistenten<br />

en voor afstu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>rs.<br />

In alle studiejaren wordt gebruikgemaakt van Nestor, <strong>de</strong> elektronische leeromgeving van <strong>de</strong><br />

instelling, met behulp waarvan stu<strong>de</strong>nten en docenten onafhankelijk van tijd en plaats via het<br />

internet informatie en cursusmateriaal kunnen uitwisselen. Stu<strong>de</strong>nten kunnen gebruikmaken<br />

van professionele wiskundige softwarepakketten, zoals Mathematica en MatLab. Zij kunnen<br />

met behulp van het studievoortgangsregistratiesysteem ProgRESS hun studieresultaten inzien<br />

en zich inschrijven voor cursussen en tentamens.<br />

De (facultaire) bibliotheek is gevestigd in <strong>de</strong> bibliotheekvleugel van het WSN-gebouw op<br />

het Zernikecomplex, waar ook <strong>de</strong> bibliotheken van Economie, Bedrijfskun<strong>de</strong> en Ruimtelijke<br />

wetenschappen on<strong>de</strong>rgebracht zijn. De bibliotheek kent zo’n hon<strong>de</strong>rd studieplaatsen, waar<br />

stu<strong>de</strong>nten on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re werken kunnen inzien die niet uitgeleend wor<strong>de</strong>n. Veel tijdschriften<br />

zijn in elektronische vorm beschikbaar vanaf elke werkplek binnen <strong>de</strong> instelling.<br />

446 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


Volgens <strong>de</strong> zelfstudie bestaat er, door <strong>de</strong> toename van het aantal projecten in <strong>de</strong> curricula,<br />

behoefte aan werkruimten waarin stu<strong>de</strong>nten kunnen <strong>over</strong>leggen en gezamenlijk aan opdrachten<br />

kunnen werken. Uit <strong>de</strong> zelfstudie blijkt ook dat <strong>de</strong> masterstu<strong>de</strong>nten niet altijd tevre<strong>de</strong>n<br />

zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> faciliteiten waar<strong>over</strong> zij kunnen beschikken bij het volgen van on<strong>de</strong>rwijs uit het<br />

lan<strong>de</strong>lijke aanbod. Zo is het voor stu<strong>de</strong>nten onmogelijk om gebruik te maken van <strong>de</strong> computervoorzieningen<br />

aan <strong>de</strong> instellingen waar het lan<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>rwijs wordt gegeven.<br />

De commissie heeft zich tij<strong>de</strong>ns haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit zelf een beeld gevormd van <strong>de</strong><br />

voorzieningen waar<strong>over</strong> <strong>de</strong> opleidingen beschikken. Zij heeft tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken geen informatie<br />

ontvangen die erop wijst dat er op dit punt problemen zijn.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen kunnen beschikken <strong>over</strong> materiële voorzieningen<br />

die het mogelijk maken om <strong>de</strong> programma’s op een a<strong>de</strong>quate manier uit te voeren. Zij<br />

heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> collegezalen, <strong>de</strong> computerzalen, <strong>de</strong> bibliothecaire voorzieningen en <strong>de</strong><br />

ICT-voorzieningen voldoen aan <strong>de</strong> eisen die daaraan gesteld mogen wor<strong>de</strong>n. Zij heeft geconstateerd<br />

dat <strong>de</strong> opleidingen zich bewust zijn van <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> behoeften die voortvloeien<br />

uit <strong>de</strong> aanpassing van <strong>de</strong> programma’s (i.c. <strong>de</strong> toename van het aantal projecten).<br />

De commissie komt dan ook tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat<br />

betrekking heeft op <strong>de</strong> materiële voorzieningen.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F16: Studiebegeleiding<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten zijn a<strong>de</strong>quaat met het oog op studievoortgang.<br />

De studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening aan stu<strong>de</strong>nten sluiten aan bij <strong>de</strong> behoefte van stu<strong>de</strong>nten.<br />

Beschrijving<br />

Het on<strong>de</strong>rwijsbureau, dat bestaat uit <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen On<strong>de</strong>rwijsadministratie en Internationalisering,<br />

is voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten het centrale aanspreekpunt, waar zij on<strong>de</strong>r meer terechtkunnen<br />

voor het maken van afspraken met <strong>de</strong> studieadviseurs, het aanmel<strong>de</strong>n voor een examen<br />

en allerlei an<strong>de</strong>re praktische zaken. Bij <strong>de</strong> verspreiding van informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke<br />

en praktische aspecten van <strong>de</strong> opleidingsprogramma’s maakt <strong>de</strong> opleiding vooral gebruik van<br />

<strong>de</strong> studiegids en <strong>de</strong> elektronische leeromgeving Nestor. De facultaire on<strong>de</strong>rwijscatalogus op<br />

het internet bevat <strong>de</strong> meest recente informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> binnen <strong>de</strong> faculteit aangebo<strong>de</strong>n vakken.<br />

De studieadviseurs geven een keer per jaar voorlichting aan twee<strong>de</strong>‐ en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>jaarsstu<strong>de</strong>nten<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar en <strong>de</strong> specialisatierichtingen binnen<br />

<strong>de</strong> masteropleidingen.<br />

Het uitgangspunt van <strong>de</strong> opleidingen, zo vermeldt <strong>de</strong> zelfstudie, is steeds dat een universitaire<br />

stu<strong>de</strong>nt moet beschikken <strong>over</strong> een aca<strong>de</strong>mische attitu<strong>de</strong> en dus in staat moet zijn om zelfstandig<br />

en proactief wel<strong>over</strong>wogen keuzen te maken. De studiebegeleiding en ‐advisering die<br />

wordt verzorgd door <strong>de</strong> studieadviseurs is primair gericht op het bewaken van <strong>de</strong> studievoortgang.<br />

Wanneer blijkt dat <strong>de</strong> voortgang van stu<strong>de</strong>nten achterblijft, wor<strong>de</strong>n zij opgeroepen voor<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

447


een gesprek. Voor vertraag<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten wordt een individueel programma opgesteld, waar<strong>over</strong><br />

regelmatig <strong>over</strong>leg plaatsvindt tussen stu<strong>de</strong>nt en studieadviseur.<br />

De studieadviseurs organiseren een spreekuur, waar stu<strong>de</strong>nten terechtkunnen met vragen <strong>over</strong><br />

hun studieplan, specialisaties, keuzevakken en studievoortgang en ook met vragen en problemen<br />

van meer individuele aard. Wanneer dat nodig is, verwijzen <strong>de</strong> studieadviseurs door naar<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntenpsychologen of naar het universitaire expertisecentrum Studie On<strong>de</strong>rsteuning.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en wordt <strong>de</strong> voortgang van alle stu<strong>de</strong>nten<br />

door <strong>de</strong> studieadviseur nauwkeurig gevolgd. In februari van het eerste jaar wor<strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nten<br />

met achterblijven<strong>de</strong> studieresultaten opgeroepen voor een gesprek met <strong>de</strong> studieadviseur,<br />

dat een diagnostisch karakter heeft en tot doel heeft <strong>de</strong> knelpunten te inventariseren. In juni<br />

krijgen alle eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten een dringend, maar niet bin<strong>de</strong>nd studieadvies, dat wordt<br />

uitgebracht door <strong>de</strong> studieadviseur. Stu<strong>de</strong>nten krijgen het advies om te stoppen met hun<br />

opleiding wanneer zij min<strong>de</strong>r dan 30% van het totale aantal te behalen studiepunten hebben<br />

behaald. De studieadviseur spreekt haar zorg uit <strong>over</strong> <strong>de</strong> voortgang wanneer stu<strong>de</strong>nten<br />

meer dan 30%, maar min<strong>de</strong>r dan 70% van <strong>de</strong> te behalen studiepunten hebben behaald. Zij<br />

spreekt <strong>de</strong> verwachting uit dat stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> opleiding ongehin<strong>de</strong>rd zullen kunnen afron<strong>de</strong>n<br />

wanneer zij meer dan 70% van het aantal te behalen studiepunten hebben behaald. De<br />

studieadviseur voert met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die in <strong>de</strong> eerste twee categorieën vallen aan het begin<br />

van het twee<strong>de</strong> jaar een gesprek, waarin wordt nagegaan wat <strong>de</strong> oorzaak kan zijn van <strong>de</strong> vertraging,<br />

waarin afspraken wor<strong>de</strong>n gemaakt ter verbetering van <strong>de</strong> resultaten en waarin ook<br />

een individueel studieplan wordt opgesteld. Na het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> stelt<br />

<strong>de</strong> studieadviseur na elke on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong> vast welke resultaten stu<strong>de</strong>nten hebben behaald<br />

en nodigt zij vertraag<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten uit voor een gesprek, waarin eventueel afspraken wor<strong>de</strong>n<br />

gemaakt <strong>over</strong> een individueel en aangepast programma dat ver<strong>de</strong>re vertragingen moet voorkomen.<br />

De stu<strong>de</strong>nten met wie <strong>de</strong> commissie sprak, zijn tevre<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> studieadviseur, die zij vaak<br />

tegenkomen en die goed bereikbaar is, maar meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie wel dat er één studieadviseur<br />

is aangewezen voor het gemeenschappelijke <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> nieuwe bachelorprogramma’s en<br />

dat die persoon vaak erg druk bezet en moeilijk bereikbaar is.<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong>en hanteren een mentorsysteem voor eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten, dat tot doel<br />

heeft om <strong>de</strong>ze stu<strong>de</strong>nten op een snelle en vanzelfspreken<strong>de</strong> manier vertrouwd te maken met<br />

alle facetten van <strong>de</strong> studie. De mentorgroepen, die wor<strong>de</strong>n geleid door ou<strong>de</strong>rejaarsstu<strong>de</strong>nten,<br />

komen in het eerste semester regelmatig bijeen om te spreken <strong>over</strong> alles wat van belang kan zijn<br />

bij <strong>de</strong> studie. Na elke bijeenkomst vindt er een terugkoppeling plaats van <strong>de</strong> mentoren naar<br />

<strong>de</strong> studieadviseur. Deelname aan <strong>de</strong> mentorgroepen is voor eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten verplicht.<br />

De stu<strong>de</strong>nten ervaren het mentorsysteem als nuttig, maar meld<strong>de</strong>n <strong>de</strong> commissie wel dat <strong>de</strong><br />

mentorgroepen na <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> flexibele <strong>bacheloropleiding</strong>en veel bre<strong>de</strong>r zijn samengesteld<br />

dan in het verle<strong>de</strong>n en dat <strong>de</strong> mentoren min<strong>de</strong>r goed in staat zijn om informatie te geven<br />

<strong>over</strong> (nieuwe) on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s.<br />

De studiebegeleiding is volgens <strong>de</strong> zelfstudie vooral intensief in het eerste jaar van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

en neemt daarna in intensiteit af. In <strong>de</strong> latere jaren ligt <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

veel sterker bij <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zelf. De studieadviseurs spelen wel een actieve rol bij <strong>de</strong> <strong>over</strong>gang<br />

van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> naar <strong>de</strong> masteropleiding. Zoals eer<strong>de</strong>r (on<strong>de</strong>r F8) vermeld, vindt <strong>de</strong><br />

voorlichting <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleidingen plaats op lokaal, regionaal en nationaal niveau. De<br />

448 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


studieadviseur speelt een belangrijke rol bij het geven van persoonlijke adviezen aan stu<strong>de</strong>nten<br />

die <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> afsluiten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening voor<br />

<strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in het algemeen op een a<strong>de</strong>quate manier zijn<br />

geregeld en dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten positief en tevre<strong>de</strong>n zijn <strong>over</strong> <strong>de</strong> bereikbaarheid van <strong>de</strong> docenten<br />

en <strong>de</strong> studieadviseur.<br />

De commissie waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> extra inspanningen vanuit <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling om in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en op <strong>de</strong> voet te volgen en om individuele afspraken met<br />

stu<strong>de</strong>nten te maken wanneer hun studieresultaten daartoe aanleiding geven. Zij heeft geconstateerd<br />

dat <strong>de</strong>ze afspraken ook wor<strong>de</strong>n gecontroleerd en nageleefd en dat ze daarmee daadwerkelijk<br />

bijdragen aan het bevor<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> studievoortgang van stu<strong>de</strong>nten. De commissie<br />

is ook positief <strong>over</strong> het mentorsysteem, dat eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> gelegenheid geeft om snel<br />

vertrouwd te raken met <strong>de</strong> opleiding en haar omgeving. Zij heeft wel vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen<br />

nog niet in alle gevallen goed hebben ingespeeld op <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen die het gevolg<br />

zijn van <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> flexibele bachelorprogramma’s, maar zich wel bewust zijn van <strong>de</strong><br />

problemen. Zij gaat er dan ook van uit dat <strong>de</strong> problemen als kin<strong>de</strong>rziektes beschouwd kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n en dat <strong>de</strong> opleidingen a<strong>de</strong>quate oplossingen zullen opstellen.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> studiebegeleiding in <strong>de</strong> masteropleidingen min<strong>de</strong>r<br />

systematisch en proactief wordt uitgevoerd en dat van stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong>ze opleidingen wordt<br />

verwacht dat zij in <strong>de</strong>ze fase in staat zijn om zelf te bepalen of en wanneer zij een beroep<br />

moeten doen op <strong>de</strong> studieadviseur of op an<strong>de</strong>re vormen van begeleiding. De commissie heeft<br />

gemerkt dat <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling door <strong>de</strong> kleinschaligheid van <strong>de</strong> opleidingen en <strong>de</strong> frequente rechtstreekse<br />

contacten tussen docenten en stu<strong>de</strong>nten in voldoen<strong>de</strong> mate op <strong>de</strong> hoogte is van <strong>de</strong><br />

voortgang van stu<strong>de</strong>nten. Zij is wel van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> masteropleidingen meer aandacht zou<strong>de</strong>n<br />

kunnen beste<strong>de</strong>n aan werving en voorlichting, zeker ook aan <strong>de</strong> ‘eigen’ stu<strong>de</strong>nten uit <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>en.<br />

De commissie komt tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen aan het<br />

criterium dat betrekking heeft op <strong>de</strong> studiebegeleiding en <strong>de</strong> informatievoorziening.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Voorzieningen’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt het voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

449


9.<strong>2.</strong>5. Interne kwaliteitszorg<br />

F17: Evaluatie resultaten<br />

De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, me<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand van toetsbare streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

In 2004 zijn binnen <strong>de</strong> faculteit (net als binnen <strong>de</strong> rest van <strong>de</strong> instelling) commissies ingesteld<br />

die als taak had<strong>de</strong>n het kwaliteitsbeleid op <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> relevante niveaus te formuleren. In<br />

het voorjaar van 2005 heeft <strong>de</strong> faculteit <strong>de</strong> Nota Kwaliteitszorgsysteem voor FWN vastgesteld.<br />

Het systeem van kwaliteitszorg dat in die nota beschreven wordt, wordt gelei<strong>de</strong>lijk geïmplementeerd<br />

in <strong>de</strong> opleidingen die <strong>de</strong> faculteit aanbiedt. Dat systeem neemt <strong>de</strong> procedures die<br />

wor<strong>de</strong>n gehanteerd voor het verkrijgen van accreditatie als uitgangspunt. De procedures en<br />

maatregelen die in <strong>de</strong> nota wor<strong>de</strong>n beschreven, zijn volgens <strong>de</strong> zelfstudie voor een <strong>de</strong>el al<br />

doorgevoerd in <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>. Dat geldt bijvoorbeeld voor <strong>de</strong><br />

procedures die betrekking hebben op <strong>de</strong> evaluatie van vakken. De <strong>over</strong>ige elementen zullen in<br />

<strong>de</strong> nabije toekomst wor<strong>de</strong>n ingevoerd.<br />

De opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> maken voor <strong>de</strong> evaluatie van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van<br />

het programma gebruik van standaard evaluatieformulieren, die in principe tij<strong>de</strong>ns het afsluiten<strong>de</strong><br />

tentamen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n verspreid en na afloop weer wor<strong>de</strong>n ingenomen.<br />

De evaluatiecoördinator van <strong>de</strong> opleidingen laat <strong>de</strong> ingevul<strong>de</strong> formulieren verwerken door<br />

het Universitair On<strong>de</strong>rwijskundig Centrum Groningen (UOCG) en stelt op basis van <strong>de</strong> uitkomsten<br />

van <strong>de</strong> evaluatie een evaluatieverslag op. Deze procedure heeft <strong>over</strong>igens voornamelijk<br />

betrekking op <strong>de</strong> evaluatie van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s waarvoor een traditionele<br />

on<strong>de</strong>rwijsvorm (hoorcollege, werkcollege, practicum) wordt gehanteerd. Voor an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

(die gebruikmaken van an<strong>de</strong>re werkvormen, zoals projecton<strong>de</strong>rwijs) wor<strong>de</strong>n responsiegroepen<br />

(on<strong>de</strong>r leiding van een stu<strong>de</strong>ntlid van <strong>de</strong> Opleidingscommissie) ingesteld die aan<br />

het eind van een on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong> een cursus mon<strong>de</strong>ling evalueren. De directeur van het<br />

Regieorgaan is verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit het lan<strong>de</strong>lijk aanbod<br />

aan mastercursussen. Hij verzamelt <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> evaluaties en rapporteert daar<strong>over</strong><br />

aan <strong>de</strong> betrokken docenten. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken met <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

bleek dat <strong>de</strong> verspreiding van <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> evaluaties van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke mastervakken<br />

te wensen <strong>over</strong>laat en dat die uitkomsten niet bij <strong>de</strong> Opleidingscommissie terechtkomen. De<br />

Opleidingscommissie heeft evenmin inzicht in <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> evaluaties van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

op het gebied van <strong>de</strong> economie en <strong>de</strong> econometrie. Die wor<strong>de</strong>n besproken in <strong>de</strong> Opleidingscommissies<br />

van <strong>de</strong> opleidingen die <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len verzorgen.<br />

De uitkomsten van <strong>de</strong> evaluaties wor<strong>de</strong>n allereerst aan <strong>de</strong> betrokken docenten voorgelegd,<br />

die <strong>de</strong> gelegenheid krijgen om daarop te reageren. De reacties van <strong>de</strong> docenten wor<strong>de</strong>n<br />

aan het evaluatieverslag toegevoegd, dat vervolgens aan <strong>de</strong> Opleidingscommissie wordt<br />

voorgelegd. Bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> evaluatieverslagen gaat <strong>de</strong> Opleidingscommissie na<br />

of <strong>de</strong> betrokken docenten eer<strong>de</strong>re aanbevelingen hebben opgevolgd en of <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> verbeteringen<br />

zijn gerealiseerd. De Opleidingscommissie formuleert aanbevelingen op basis<br />

van <strong>de</strong> evaluatieverslagen en vraagt in voorkomen<strong>de</strong> gevallen aan <strong>de</strong> opleidingscoördinator,<br />

<strong>de</strong> portefeuillehou<strong>de</strong>r of <strong>de</strong> opleidingsdirecteur om <strong>de</strong> aanbevelingen met <strong>de</strong> betrokken<br />

docent te bespreken en daar<strong>over</strong> terug te rapporteren. De evaluatieverslagen wor<strong>de</strong>n,<br />

met toevoeging van <strong>de</strong> aanbevelingen van <strong>de</strong> Opleidingscommissie, elke on<strong>de</strong>rwijsperio<strong>de</strong><br />

gebun<strong>de</strong>ld tot een on<strong>de</strong>rwijsverslag en aan alle docenten toegestuurd. De bevindingen van<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie komen ook aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in <strong>de</strong> Curriculumcommissie en zijn op<br />

450 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


die manier me<strong>de</strong> van invloed op <strong>de</strong> aanpassingen in het curriculum die door <strong>de</strong> Curriculumcommissie<br />

wor<strong>de</strong>n voorgesteld.<br />

Naast <strong>de</strong>ze formele vormen van evaluatie is er volgens <strong>de</strong> zelfstudie ook sprake van meer informele<br />

evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs, voornamelijk door mid<strong>de</strong>l van directe contacten tussen<br />

stu<strong>de</strong>nten en docenten. Ook <strong>de</strong> studieadviseurs spelen een belangrijke rol in <strong>de</strong>ze informele<br />

evaluaties.<br />

Uit het gesprek dat <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

bleek dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> masteropleidingen die ‘lokaal’ wor<strong>de</strong>n gegeven in het algemeen<br />

niet op <strong>de</strong> voorgeschreven manier geëvalueerd wor<strong>de</strong>n, omdat <strong>de</strong> groepen stu<strong>de</strong>nten die<br />

<strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len volgen te klein zijn. De on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n wel in <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

besproken, waarin <strong>de</strong> masteropleidingen ten tij<strong>de</strong> van het bezoek van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong>igens<br />

niet vertegenwoordigd waren (zie hieron<strong>de</strong>r, on<strong>de</strong>r F19). De Opleidingscommissie heeft geen<br />

dui<strong>de</strong>lijk zicht op <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die in het ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma<br />

wor<strong>de</strong>n verzorgd. Volgens <strong>de</strong> docentle<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> evaluaties van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke cursussen<br />

wel goed geregeld, maar <strong>de</strong> verspreiding van <strong>de</strong> uitkomsten van die evaluaties niet. De<br />

evaluatie van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die vanuit an<strong>de</strong>re af<strong>de</strong>lingen of faculteiten wor<strong>de</strong>n verzorgd (zoals <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len op het gebied van <strong>de</strong> econometrie), komt in het algemeen evenmin aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> in<br />

<strong>de</strong> Opleidingscommissie.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat op facultair niveau <strong>de</strong> contacten met <strong>de</strong> eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten<br />

die instromen in <strong>de</strong> flexibele <strong>bacheloropleiding</strong>en geïntensiveerd zijn, dat er in<br />

het eerste semester elke twee weken <strong>over</strong>leg plaatsvindt, omdat <strong>de</strong> faculteit precies wil weten<br />

hoe stu<strong>de</strong>nten oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die zij volgen en <strong>de</strong> gelegenheid wil hebben om<br />

snel te reageren op problemen en klachten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat het on<strong>de</strong>rwijs dat in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> opleidingen wordt<br />

verzorgd in principe periodiek wordt geëvalueerd. Veel van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, in het bijzon<strong>de</strong>r in<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en, wor<strong>de</strong>n formeel en systematisch geëvalueerd met behulp van standaard<br />

evaluatieformulieren. An<strong>de</strong>re evaluaties zijn eer<strong>de</strong>r informeel van aard, omdat <strong>de</strong> groepen stu<strong>de</strong>nten<br />

die <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len in kwestie volgen klein zijn en een formele evaluatie met behulp<br />

van gestandaardiseer<strong>de</strong> formulieren als min<strong>de</strong>r zinvol wordt ervaren. De commissie heeft geen<br />

principiële bezwaren tegen een <strong>de</strong>rgelijke werkwijze, al vindt zij wel dat <strong>de</strong> opleidingen erop<br />

toe moeten zien dat <strong>de</strong> evaluaties daadwerkelijk plaatsvin<strong>de</strong>n en dat er ook schriftelijke verslagen<br />

van die evaluaties wor<strong>de</strong>n gemaakt. Zij heeft vastgesteld dat uitkomsten van informele<br />

evaluaties (bijvoorbeeld in <strong>de</strong> vorm van discussies in responsiegroepen) in <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld en dus wor<strong>de</strong>n getoetst en eventueel <strong>de</strong> basis vormen voor<br />

verbetermaatregelen. Zij heeft wel enige zorgen <strong>over</strong> het feit dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie geen<br />

inzicht heeft in <strong>de</strong> evaluaties van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma. Zij is van<br />

oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> masteropleidingen ook verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor het on<strong>de</strong>rwijs dat stu<strong>de</strong>nten<br />

volgen in het ka<strong>de</strong>r van het lan<strong>de</strong>lijke programma. De commissie vindt dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

ook <strong>de</strong> kwaliteit van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die niet door <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Wiskun<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n verzorgd<br />

in haar discussies moet betrekken. Het gaat daarbij zowel om on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die binnen <strong>de</strong> instelling<br />

door een an<strong>de</strong>re af<strong>de</strong>ling of een an<strong>de</strong>re faculteit wor<strong>de</strong>n verzorgd als om on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uit<br />

het lan<strong>de</strong>lijke masterprogramma. Wanneer zij dat niet doet, krijgen belangrijke en substantiële<br />

<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> programma’s geen aandacht.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

451


Zij heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen nog geen expliciete toetsbare streefdoelen<br />

hebben ontwikkeld, maar dat <strong>de</strong> implementatie van het nieuwe facultaire systeem voor<br />

interne kwaliteitszorg nog gaan<strong>de</strong> is. Zij moedigt <strong>de</strong> opleidingen nadrukkelijk aan om, in<br />

het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re uitwerking van <strong>de</strong> kwaliteitszorg, op korte termijn wel streefdoelen<br />

op te stellen.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat betrekking heeft<br />

op <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> resultaten.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F18: Maatregelen tot verbetering<br />

De uitkomsten van <strong>de</strong>ze evaluatie vormen <strong>de</strong> basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan<br />

realisatie van <strong>de</strong> streefdoelen.<br />

Beschrijving<br />

De hierboven beschreven procedure voor <strong>de</strong> evaluatie van het on<strong>de</strong>rwijs leidt, wanneer <strong>de</strong><br />

uitkomsten van <strong>de</strong> evaluatie daartoe aanleiding geven, tot verbetervoorstellen per vak, zoals<br />

het gebruik van een an<strong>de</strong>r boek, het verbeteren van <strong>de</strong> communicatie <strong>over</strong> vereiste voorkennis,<br />

het verbeteren van <strong>de</strong> didactische vaardighe<strong>de</strong>n van docenten, het aanpassen van het<br />

aantal studiepunten of het verbeteren van <strong>de</strong> communicatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> eisen die gel<strong>de</strong>n voor<br />

een tentamen. De portefeuillehou<strong>de</strong>r speelt een belangrijke rol bij het opstellen, uitvoeren<br />

en evalueren van verbetermaatregelen.<br />

De opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> hebben naar aanleiding van <strong>de</strong> vorige visitatie<br />

verschillen<strong>de</strong> verbeteringen doorgevoerd. De volgen<strong>de</strong> verbetermaatregelen zijn relevant voor<br />

<strong>de</strong> bachelor‐ en masteropleidingen:<br />

• De omvang van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdracht is verzwaard en wordt op verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

beoor<strong>de</strong>eld door een afstu<strong>de</strong>ercommissie.<br />

• De kwaliteit van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdrachten wordt geborgd doordat is <strong>over</strong>gestapt van begeleiding<br />

door één individuele docent op begeleiding en beoor<strong>de</strong>ling door twee docenten,<br />

die afkomstig zijn uit verschillen<strong>de</strong> basiseenhe<strong>de</strong>n.<br />

• Er is een afstu<strong>de</strong>erprotocol ingevoerd, dat schriftelijke verslaggeving geduren<strong>de</strong> het afstu<strong>de</strong>erwerk<br />

en een schriftelijke motivatie van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling voorschrijft.<br />

• Docenten hebben een aantal workshops gevolgd die direct verband hiel<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> kwaliteit<br />

van <strong>de</strong> scripties en <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling daarvan (Opstellen van een afstu<strong>de</strong>erprotocol;<br />

Geven van feedback; Beoor<strong>de</strong>len van schriftelijke werkstukken).<br />

• De beoor<strong>de</strong>ling van take home-tentamens is aangepast: het door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt ingelever<strong>de</strong> en<br />

thuis gemaakte werk dient als basis voor een mon<strong>de</strong>ling tentamen.<br />

• In het eerste jaar van <strong>de</strong> programma’s van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en heeft on<strong>de</strong>rzoek (leren)<br />

doen een belangrijker plaats gekregen, vooral in <strong>de</strong> werkvormen van het vak Oriëntatie op<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> en in enkele projectvakken.<br />

• Het hou<strong>de</strong>n van voordrachten, in eerste instantie <strong>over</strong> een door <strong>de</strong> docent aangereikt on<strong>de</strong>rwerp<br />

en vervolgens <strong>over</strong> een door stu<strong>de</strong>nten zelf on<strong>de</strong>rzocht thema, komt aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />

452 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


in het twee<strong>de</strong> jaar en wordt gevolgd door gericht schrijfon<strong>de</strong>rwijs in samenhang met het<br />

voeren van een wetenschappelijk <strong>de</strong>bat in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar.<br />

• Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar wordt afgesloten met een bachelorscriptie van 10 EC, waarin <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong><br />

aspecten in een grotere opdracht samenkomen.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken die <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt‐ en <strong>de</strong> docentle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie zijn verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> geweest van concrete maatregelen<br />

die zijn genomen naar aanleiding van evaluaties. Zo is bijvoorbeeld <strong>de</strong> inhoud van<br />

het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el Vectoranalyse aangepast nadat uit evaluaties was gebleken dat dat on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

voorkennis veron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong> waar<strong>over</strong> stu<strong>de</strong>nten niet beschikten. De stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n gaven aan<br />

dat alle docenten <strong>de</strong> bereidheid hebben om verbeteringen door te voeren, maar dat het soms<br />

(bijvoorbeeld in het geval van een docent die min<strong>de</strong>r goed on<strong>de</strong>rwijs geeft) lastig kan zijn om<br />

<strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> verbeteringen ook te realiseren.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft allereerst vastgesteld dat het systeem van kwaliteitszorg dat binnen <strong>de</strong><br />

faculteit wordt gehanteerd zo is ingericht dat problemen of tekortkomingen die naar voren<br />

komen in evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs lei<strong>de</strong>n tot het formuleren van verbetermaatregelen.<br />

De Opleidingscommissie speelt daarbij een belangrijke initiëren<strong>de</strong> rol, zij doet een beroep op<br />

an<strong>de</strong>re betrokkenen (bijvoorbeeld <strong>de</strong> portefeuillehou<strong>de</strong>r, die <strong>de</strong> opleidingen vertegenwoordigt<br />

in het bestuur van het opleidingsinstituut) wanneer dat noodzakelijk of opportuun is.<br />

De commissie heeft ook vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen beschikken <strong>over</strong> het vermogen om<br />

maatregelen die beogen <strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs te verbeteren daadwerkelijk tot uitvoer<br />

te brengen. Zij waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> maatregelen die genomen zijn naar aanleiding van <strong>de</strong> vorige visitatie.<br />

Zij heeft tij<strong>de</strong>ns haar bezoek kennis kunnen nemen van verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van<br />

verbetermaatregelen die het resultaat waren van <strong>de</strong> evaluaties van het on<strong>de</strong>rwijs.<br />

De commissie komt dan ook tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat<br />

geldt voor dit facet.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F19: Betrekken van me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

Bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg zijn me<strong>de</strong>werkers, stu<strong>de</strong>nten, alumni en het afnemend beroepenveld van <strong>de</strong> opleiding<br />

actief betrokken.<br />

Beschrijving<br />

De docenten en stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> opleiding zijn in principe op <strong>de</strong> gebruikelijke manier bij<br />

<strong>de</strong> interne kwaliteitszorg betrokken: via <strong>de</strong> Opleidingscommissie, <strong>de</strong> periodieke evaluaties<br />

van het on<strong>de</strong>rwijs (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re in responsiegroepen) en het <strong>over</strong>leg binnen <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling en<br />

<strong>de</strong> basiseenhe<strong>de</strong>n. Daarnaast kennen <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> <strong>de</strong> Curriculumcommissie.<br />

Binnen het Instituut voor Wiskun<strong>de</strong> en Informatica bestaat ver<strong>de</strong>r het<br />

Stu<strong>de</strong>nten<strong>over</strong>leg Wiskun<strong>de</strong> en Informatica (SWI), dat voor alle stu<strong>de</strong>nten het aanspreekpunt<br />

is <strong>over</strong> on<strong>de</strong>rwijszaken en dat tevens fungeert als het <strong>over</strong>legorgaan voor stu<strong>de</strong>nten-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

453


vertegenwoordigers in <strong>de</strong> diverse commissies. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek<br />

dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten veel waar<strong>de</strong>ring hebben voor <strong>de</strong> bereikbaarheid, <strong>de</strong> toegankelijkheid en <strong>de</strong><br />

betrokkenheid van <strong>de</strong> docenten.<br />

De betrokkenheid van <strong>de</strong> docenten bij <strong>de</strong> ontwikkeling van het nieuwe programma van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> is groot geweest. Het programma is voor een belangrijk <strong>de</strong>el tot stand gekomen<br />

tij<strong>de</strong>ns drie workshops waaraan alle docenten hebben <strong>de</strong>elgenomen. Me<strong>de</strong> daardoor<br />

wordt het programma door <strong>de</strong> gehele staf gedragen.<br />

Het was tot voor kort gebruikelijk dat <strong>de</strong> Opleidingscommissies voor Wiskun<strong>de</strong> en Informatica<br />

gezamenlijk verga<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> loop van 2006 is er een ‘eigen’ Opleidingscommissie<br />

voor <strong>de</strong> opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> ingesteld, die bestaat uit drie docenten<br />

en drie stu<strong>de</strong>nten. Op het moment dat <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> faculteit bezocht, ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

geen stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n uit een van <strong>de</strong> masteropleidingen. In het faculteitsreglement<br />

is vastgelegd hoeveel docent‐ en stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n een Opleidingscommissie kent. Volgens<br />

dat reglement, dat voorschrijft dat een Opleidingscommissie drie stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n heeft, is het<br />

dus onmogelijk dat alle opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

vertegenwoordigd zijn. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek bleek dat het bestuur van <strong>de</strong> faculteit dat een<br />

ongewenste situatie vindt waarin zo spoedig mogelijk veran<strong>de</strong>ring moest komen, ook wanneer<br />

daarvoor een aanpassing van het faculteitsreglement noodzakelijk is. Desondanks bleek tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> hoor-we<strong>de</strong>rhoorprocedure dat het faculteitsreglement negen maan<strong>de</strong>n na het bezoek van <strong>de</strong><br />

commissie nog niet aangepast was.<br />

Alle alumni ontvangen een keer per jaar <strong>de</strong> AlumNieuws, waarin ze op <strong>de</strong> hoogte gehou<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> laatste ontwikkelingen in het instituut, zowel op on<strong>de</strong>rwijs- als op on<strong>de</strong>rzoeksgebied.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie bleek dat <strong>de</strong> contacten met <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

niet systematisch, maar vooral informeel en op persoonlijke basis zijn. De opleidingen zijn van<br />

mening dat <strong>de</strong> contacten met afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n verbeterd moeten wor<strong>de</strong>n en zij zijn ook voornemens<br />

om op dat punt in <strong>de</strong> nabije toekomst maatregelen te nemen.<br />

De relatie met het afnemend beroepenveld komt in eerste instantie tot stand door mid<strong>de</strong>l van<br />

afstu<strong>de</strong>erstages en door projecten die wor<strong>de</strong>n gefinancierd vanuit <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> geldstroom. De<br />

relatie met het on<strong>de</strong>rwijsveld loopt vaak ook via <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsstage en via <strong>de</strong> begeleiding van<br />

docenten in opleiding. Daarnaast is <strong>de</strong> docentendag wiskun<strong>de</strong> al jarenlang een jaarlijks terugkerend<br />

contact. In <strong>de</strong>cember 2005 werd <strong>de</strong>ze dag bezocht door negentig docenten.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat docenten en stu<strong>de</strong>nten in principe op <strong>de</strong> gebruikelijke<br />

manier bij <strong>de</strong> interne kwaliteitszorg betrokken zijn. De stu<strong>de</strong>nten dragen ook via <strong>de</strong> responsiegroepen<br />

bij aan <strong>de</strong> bewaking en <strong>de</strong> verbetering van <strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rwijs. De<br />

commissie heeft veel waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> docenten betrokken zijn bij <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het nieuwe programma van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en. Zij heeft vastgesteld dat het<br />

draagvlak voor dat nieuwe programma on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> docenten door die zorgvuldige aanpak groot<br />

is. De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ntgeleding van <strong>de</strong> Opleidingscommissie ten<br />

tij<strong>de</strong> van haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit alleen bestond uit stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en.<br />

Zij vernam tij<strong>de</strong>ns haar bezoek dat het volgens het faculteitsreglement onmogelijk is om vertegenwoordigers<br />

van alle opleidingen op het gebied van <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> Opleidingscommissie<br />

op te nemen.<br />

454 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen persoonlijke, maar geen systematische contacten<br />

on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n met afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n. Ook <strong>de</strong> contacten met het afnemend beroepenveld<br />

zijn inci<strong>de</strong>nteel in plaats van structureel.<br />

De commissie komt voor dit facet tot het oor<strong>de</strong>el ‘goed’ voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en vanwege<br />

<strong>de</strong> grote betrokkenheid van docenten bij <strong>de</strong> ontwikkeling en vormgeving van het nieuwe programma.<br />

De commissie heeft geconstateerd dat <strong>de</strong> Opleidingscommissie geen stu<strong>de</strong>ntvertegenwoordigers<br />

vanuit <strong>de</strong> masteropleidingen kent. Zij acht dit zeer ongewenst. Zij heeft geconstateerd<br />

dat volgens het faculteitsreglement <strong>de</strong> Opleidingscommissie voor wiskun<strong>de</strong> slechts drie stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n<br />

kent, waardoor het al bij voorbaat onmogelijk is dat alle vier <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>opleidingen door<br />

stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n vertegenwoordigd zijn. Dit is <strong>de</strong>s te opvallen<strong>de</strong>r omdat voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re opleidingen<br />

binnen <strong>de</strong> faculteit het aantal stu<strong>de</strong>ntle<strong>de</strong>n substantieel groter is. De commissie heeft er tij<strong>de</strong>ns<br />

haar bezoek bij <strong>de</strong> faculteit met kracht op aangedrongen het faculteitsreglement zodanig aan<br />

te passen dat een vertegenwoordiging van minimaal één stu<strong>de</strong>nt per opleiding mogelijk is. Zij<br />

beveelt <strong>de</strong> faculteit aan steeds ook een uiterste poging te doen een <strong>de</strong>rgelijke stu<strong>de</strong>ntvertegenwoordiging<br />

te realiseren, ook al zal dat, gezien <strong>de</strong> geringe aantallen, niet altijd eenvoudig zijn. De<br />

commissie heeft moeten vaststellen dat <strong>de</strong> voorgestel<strong>de</strong> reglementswijziging op het moment van<br />

vaststellen van dit rapport nog niet was gerealiseerd. Zij komt op grond daarvan voor dit facet<br />

voor <strong>de</strong> masteropleidingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘onvoldoen<strong>de</strong>’.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is goed.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is onvoldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is onvoldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Interne kwaliteitszorg’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat<br />

oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt het voldoen<strong>de</strong>,<br />

voor <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding<br />

<strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

De commissie komt voor bei<strong>de</strong> masteropleidingen tot het oor<strong>de</strong>el ‘onvoldoen<strong>de</strong>’ voor F19.<br />

De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat het systeem van interne kwaliteitszorg als geheel zodanig<br />

functioneert dat het gerechtvaardigd is om voor bei<strong>de</strong> masteropleidingen op het niveau van<br />

het on<strong>de</strong>rwerp tot het oor<strong>de</strong>el ‘voldoen<strong>de</strong>’ te komen.<br />

9.<strong>2.</strong>6. Resultaten<br />

F20: Gerealiseerd niveau<br />

De gerealiseer<strong>de</strong> eindkwalificaties zijn in <strong>over</strong>eenstemming met <strong>de</strong> nagestreef<strong>de</strong> eindkwalificaties qua niveau,<br />

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.<br />

Beschrijving<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt vermeld dat er in <strong>de</strong> studiejaren 2003-2004 en 2004-2005 in bei<strong>de</strong> gevallen<br />

één bachelordiploma is uitgereikt en dat <strong>de</strong>ze geringe aantallen een te smalle basis vormen<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

455


om verantwoor<strong>de</strong> uitspraken te doen <strong>over</strong> het eindniveau dat in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en wordt<br />

behaald. Op het moment dat <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> faculteit bezocht, was het aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

<strong>over</strong>igens al hoger. Ook voor <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

geldt dat het aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zo laag is dat het niet mogelijk is om conclusies te trekken<br />

<strong>over</strong> het gerealiseer<strong>de</strong> eindniveau. De zelfstudie bevat geen informatie die betrekking heeft op<br />

<strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van alumni <strong>over</strong> <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen. De respons op <strong>de</strong> Alumnimonitor<br />

is volgens <strong>de</strong> zelfstudie voor afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> wiskundigen zo laag dat <strong>de</strong> resultaten daarvan niet<br />

relevant kunnen wor<strong>de</strong>n geacht.<br />

De Groningse stu<strong>de</strong>nten maken meer dan gemid<strong>de</strong>ld gebruik van het lan<strong>de</strong>lijke aanbod van<br />

mastervakken en vallen in positieve zin op door hun <strong>de</strong>gelijke voorbereiding en hun actieve<br />

<strong>de</strong>elname. Volgens <strong>de</strong> zelfstudie is dat een indicatie dat het gerealiseer<strong>de</strong> niveau van <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

ruim voldoet aan <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke criteria.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het gesprek dat <strong>de</strong> commissie voer<strong>de</strong> met een aantal afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

opleidingen (van wie het grootste <strong>de</strong>el werkzaam was als assistent in opleiding) bleek dat <strong>de</strong><br />

afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n in het algemeen tevre<strong>de</strong>n terugkijken op <strong>de</strong> opleiding die zij gevolgd hebben<br />

en van mening zijn dat zij voldoen<strong>de</strong> voorbereid waren op een loopbaan binnen of buiten <strong>de</strong><br />

wetenschap en dat <strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n die zij hebben verworven ook nuttig zijn wanneer<br />

zij in een functie terechtkomen die niet rechtstreeks verband houdt met <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>.<br />

Zij constateren wel dat <strong>de</strong> kennis die zij hebben verworven tij<strong>de</strong>ns hun opleiding slechts in<br />

beperkte mate in verband werd gebracht met <strong>de</strong> beroepspraktijk, dat zij weinig hebben geleerd<br />

<strong>over</strong> mogelijke toepassingen, dat <strong>de</strong> samenhang in het programma niet altijd voldoen<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk<br />

naar voren kwam en dat het mo<strong>de</strong>lleeron<strong>de</strong>rwijs dat zij hebben gevolgd voor verbetering<br />

vatbaar is. Volgens <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> programma’s meer aandacht moeten beste<strong>de</strong>n<br />

aan concrete problemen, aan realistische cases uit <strong>de</strong> beroepspraktijk. Zij hebben naar eigen<br />

zeggen on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> universitaire wereld en <strong>de</strong> beroepspraktijk weinig van elkaar weten<br />

en vin<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> universiteit meer zou moeten samenwerken met het bedrijfsleven.<br />

De commissie heeft voorafgaand aan haar bezoek aan <strong>de</strong> faculteit een aantal scripties van<br />

stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen bestu<strong>de</strong>erd.<br />

Op het moment dat <strong>de</strong> commissie <strong>de</strong> faculteit bezocht, waren er nog geen stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> of een van <strong>de</strong> masteropleidingen had<strong>de</strong>n afgerond.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> informatie op basis waarvan zij een oor<strong>de</strong>el kan vellen<br />

<strong>over</strong> het gerealiseer<strong>de</strong> niveau van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen beperkt is. Alleen <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> ken<strong>de</strong> ten tij<strong>de</strong> van haar bezoek al afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n. De commissie<br />

is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> bachelorscripties die zij heeft bestu<strong>de</strong>erd in het<br />

algemeen voldoen<strong>de</strong> is en in sommige gevallen dui<strong>de</strong>lijk boven dat niveau uitstijgt. Zij heeft<br />

vastgesteld dat <strong>de</strong> bachelorscripties voor een belangrijk <strong>de</strong>el een verslag zijn van literatuuron<strong>de</strong>rzoek<br />

en dat stu<strong>de</strong>nten in die fase van hun opleiding nog slechts in beperkte mate zelf<br />

on<strong>de</strong>rzoek verrichten. Zij realiseert zich <strong>over</strong>igens dat van stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> eindfase van <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong> nog niet verwacht mag wor<strong>de</strong>n dat zij in staat zijn om zelfstandig on<strong>de</strong>rzoek<br />

te verrichten en zij is wel van oor<strong>de</strong>el dat het on<strong>de</strong>rzoek dat werd uitgevoerd in ie<strong>de</strong>r<br />

geval van voldoen<strong>de</strong> niveau is. Zij komt dus tot het oor<strong>de</strong>el dat het niveau dat in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

Wiskun<strong>de</strong> gerealiseerd wordt, voldoen<strong>de</strong> is. Omdat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong><br />

<strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> in wezen hetzelf<strong>de</strong> programma volgen als <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> en omdat voor hen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> procedures voor <strong>de</strong> begeleiding<br />

456 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


en beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> bachelorscripties gel<strong>de</strong>n, spreekt <strong>de</strong> commissie het vertrouwen uit dat<br />

het niveau dat door <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> gerealiseerd wordt, eveneens<br />

voldoen<strong>de</strong> zal zijn.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen met wie<br />

zij tij<strong>de</strong>ns haar bezoek heeft gesproken in voldoen<strong>de</strong> mate waren voorbereid op een loopbaan<br />

binnen of buiten <strong>de</strong> universitaire wereld. Zij heeft wel geconstateerd dat <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

niet goed bekend waren met <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> beroepspraktijk waarin zij na het afron<strong>de</strong>n van<br />

hun opleiding terechtkwamen. De commissie is van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erscripties<br />

van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen die zij heeft bestu<strong>de</strong>erd in het algemeen voldoen<strong>de</strong> is<br />

en in sommige gevallen dui<strong>de</strong>lijk boven dat niveau uitstijgt. Zij kan zich in het algemeen goed<br />

vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen van <strong>de</strong> scripties, al vindt zij in een enkel geval het cijfer aan <strong>de</strong> hoge<br />

kant. Zij heeft wel <strong>de</strong> indruk gekregen dat <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>erwerken soms weinig<br />

kritisch zijn en in een aantal gevallen weinig sturing hebben gegeven aan het afstu<strong>de</strong>erproject.<br />

Zij heeft geconstateerd dat stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen voor hun on<strong>de</strong>rzoek een<br />

beperkte selectie van <strong>de</strong> beschikbare literatuur gebruiken en dat <strong>de</strong> opleidingen geen algemene<br />

richtlijnen voor <strong>de</strong> structurering en <strong>de</strong> vormgeving van <strong>de</strong> scripties gebruiken, maar dat die<br />

eer<strong>de</strong>r op het niveau van <strong>de</strong> leerstoelgroep lijken te wor<strong>de</strong>n bepaald. Zij heeft <strong>over</strong>igens tij<strong>de</strong>ns<br />

het bezoek vernomen dat <strong>de</strong> opleidingen op dit punt maatregelen hebben genomen. De commissie<br />

komt zo tot het oor<strong>de</strong>el dat het niveau dat gerealiseerd werd in <strong>de</strong> onge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opleidingen<br />

voldoen<strong>de</strong> is. Zij spreekt op grond van dat oor<strong>de</strong>el het vertrouwen uit dat het niveau dat<br />

wordt gerealiseerd in <strong>de</strong> masteropleidingen ook voldoen<strong>de</strong> zal zijn.<br />

De commissie is daarmee van oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen voldoen aan<br />

het criterium dat betrekking heeft op het gerealiseer<strong>de</strong> niveau.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

F21: On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment<br />

Voor het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante an<strong>de</strong>re opleidingen.<br />

Het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment voldoet aan <strong>de</strong>ze streefcijfers.<br />

Beschrijving<br />

De zelfstudie bevat een tabel waarin informatie wordt gegeven <strong>over</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> aantallen<br />

behaal<strong>de</strong> studiepunten per cohort van stu<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en die actief stu<strong>de</strong>ren.<br />

Deze cijfers bie<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> zelfstudie een betere maat voor het bepalen van <strong>de</strong> studievoortgang<br />

dan <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>mentscijfers. Uit <strong>de</strong> tabel blijkt dat er grote verschillen bestaan<br />

tussen <strong>de</strong> cohorten en dat <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n in het algemeen vrij ver achterblijven bij het door<br />

<strong>de</strong> opleidingen gewenste tempo van 60 EC per jaar. Van het cohort dat in 2004-2005 in <strong>de</strong><br />

<strong>bacheloropleiding</strong>en is ingestroomd, waren er bijvoorbeeld op het moment dat <strong>de</strong> tabel werd<br />

opgesteld nog twintig stu<strong>de</strong>nten actief (van <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtig stu<strong>de</strong>nten die aan <strong>de</strong> opleiding begonnen).<br />

Deze stu<strong>de</strong>nten had<strong>de</strong>n op dat moment gemid<strong>de</strong>ld 53,1 EC behaald, terwijl zij 68,1 EC<br />

had<strong>de</strong>n kunnen behalen. Daarmee had<strong>de</strong>n zij dus ruim 75% van het totale aantal te behalen<br />

studiepunten daadwerkelijk behaald.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

457


Een an<strong>de</strong>re tabel bevat informatie <strong>over</strong> het prope<strong>de</strong>useren<strong>de</strong>ment van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en.<br />

Daaruit blijkt dat het percentage stu<strong>de</strong>nten dat na een of twee jaar het gehele eerste jaar van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> heeft afgerond een stijgen<strong>de</strong> lijn vertoont. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek<br />

van <strong>de</strong> commissie bleek dat 55% van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die in het studiejaar 2005-2006 aan een van<br />

<strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en was begonnen, <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use binnen één jaar had afgerond.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wor<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> factoren genoemd die mogelijkerwijs van invloed zijn<br />

op <strong>de</strong> studievoortgang van stu<strong>de</strong>nten, zoals <strong>de</strong> aansluiting tussen vwo en wo, die eer<strong>de</strong>r is<br />

verslechterd dan verbeterd, en het verkeer<strong>de</strong> beeld dat stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> opleiding hebben<br />

wanneer zij aan hun studie beginnen. Tij<strong>de</strong>ns het bezoek van <strong>de</strong> commissie aan <strong>de</strong> faculteit<br />

bleek dat <strong>de</strong> opleidingen maatregelen hebben genomen om <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten te verbeteren (zie<br />

hierboven, on<strong>de</strong>r F16).<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie wordt vermeld dat het door het ontbreken van afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n en door het<br />

geringe aantal stu<strong>de</strong>nten dat aan <strong>de</strong> masteropleidingen Mathematics en <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

is begonnen, niet mogelijk is om gegevens <strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong>ze opleidingen te verstrekken.<br />

De zelfstudie bevat wel informatie <strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> doctoraalopleidingen.<br />

Daaruit blijkt dat die ren<strong>de</strong>menten sterk variëren, maar in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd toch een<br />

dalen<strong>de</strong> ten<strong>de</strong>ns vertonen. Het hoogste ren<strong>de</strong>ment werd bereikt door het cohort dat in het studiejaar<br />

1997-1998 begon: daarvan had 68% op het moment dat <strong>de</strong> zelfstudie werd afgesloten<br />

een doctoraaldiploma behaald. Het cohort dat in het studiejaar 1999-2000 instroom<strong>de</strong>, <strong>de</strong>ed<br />

het veel slechter: daarvan heeft tot op he<strong>de</strong>n slechts 14% <strong>de</strong> opleiding afgerond.<br />

In <strong>de</strong> zelfstudie is geen informatie opgenomen <strong>over</strong> <strong>de</strong> streefcijfers die <strong>de</strong> faculteit of <strong>de</strong> opleiding<br />

hanteert voor het on<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment.<br />

Oor<strong>de</strong>el<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> informatie op basis waarvan zij een oor<strong>de</strong>el kan vellen<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen erg beperkt is. Er zijn<br />

slechts weinig stu<strong>de</strong>nten die <strong>de</strong> programma’s in hun geheel doorlopen hebben. In <strong>de</strong> ogen van<br />

<strong>de</strong> commissie zijn <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> doctoraalopleidingen matig tot slecht. Zij heeft<br />

vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen ook vin<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> bachelor‐ en <strong>de</strong> masteropleidingen<br />

verbeterd zou<strong>de</strong>n moeten wor<strong>de</strong>n en dat zij eerste maatregelen hebben genomen<br />

om dat doel te bereiken.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat het ren<strong>de</strong>ment na één jaar van het cohort dat in het studiejaar<br />

2005-2006 aan <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> is begonnen opmerkelijk hoog was. Dit cohort<br />

begon als laatste aan <strong>de</strong> ‘ou<strong>de</strong>’ <strong>bacheloropleiding</strong> en had daarmee als het ware een stok achter<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>ur. In <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> commissie geeft dit resultaat aan dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten verbeterd<br />

zou<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n wanneer <strong>de</strong> opleidingen voldoen<strong>de</strong> druk uitoefenen op stu<strong>de</strong>nten en<br />

hun vrijblijvendheid laten varen.<br />

De commissie heeft vastgesteld dat <strong>de</strong> opleidingen geen streefcijfers voor <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten hebben<br />

opgesteld, maar realiseert zich ook dat <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> en <strong>de</strong> betrouwbaarheid van zulke cijfers<br />

niet <strong>over</strong>schat mogen wor<strong>de</strong>n. Zij heeft vastgesteld dat er in het recente verle<strong>de</strong>n maatregelen<br />

zijn genomen om <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong>en te verbeteren en dat die maatregelen<br />

effect lijken te hebben. Zij heeft vernomen dat <strong>de</strong> opleidingen voornemens zijn om het<br />

beleid dat gericht is op <strong>de</strong> verbetering van <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten voort te zetten en te versterken en<br />

zij gaat er daarom van uit dat er vergelijkbare maatregelen wor<strong>de</strong>n genomen met betrekking<br />

458 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


tot <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> masteropleidingen. Op grond daarvan spreekt zij het vertrouwen<br />

uit dat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten van <strong>de</strong> bachelor‐ en masteropleidingen aanvaardbaar zullen zijn. Zij<br />

komt dus tot het oor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> opleidingen voldoen aan het criterium dat geldt voor dit facet.<br />

Zij raadt <strong>de</strong> opleidingen wel aan om alsnog streefcijfers voor <strong>de</strong> voortgang en <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten<br />

op te stellen en om <strong>de</strong> maatregelen die zij genomen hebben te handhaven en waar mogelijk te<br />

verbre<strong>de</strong>n.<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding Mathematics: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>: het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie is voldoen<strong>de</strong>.<br />

Oor<strong>de</strong>el <strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’<br />

Op basis van <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen per facet komt <strong>de</strong> commissie tot een samenvattend oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>over</strong> het on<strong>de</strong>rwerp ‘Resultaten’. Voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> luidt dat oor<strong>de</strong>el<br />

voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> luidt het voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong><br />

masteropleiding Mathematics luidt dat oor<strong>de</strong>el voldoen<strong>de</strong>, voor <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong><br />

wiskun<strong>de</strong> luidt het voldoen<strong>de</strong>.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

459


Samenvatting van <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> commissie<br />

Bacheloropleiding Wiskun<strong>de</strong>:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Voldoen<strong>de</strong><br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Goed<br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong><br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> Wiskun<strong>de</strong> voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

460 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


Bacheloropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Voldoen<strong>de</strong><br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

kwaliteitszorg<br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Goed<br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De <strong>bacheloropleiding</strong> <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

461


Masteropleiding Mathematics:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Voldoen<strong>de</strong><br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Onvoldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics<br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding Mathematics voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

462 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


Masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong>:<br />

On<strong>de</strong>rwerp Oor<strong>de</strong>el Facet Oor<strong>de</strong>el<br />

1. Doelstellingen Voldoen<strong>de</strong> 1. Domeinspecifieke eisen<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> opleiding<br />

<strong>2.</strong> Niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Oriëntatie Voldoen<strong>de</strong><br />

<strong>2.</strong> Programma Voldoen<strong>de</strong> 4. Eisen wo Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Relatie doelstellingen en programma Voldoen<strong>de</strong><br />

6. Samenhang programma Voldoen<strong>de</strong><br />

7. Studielast Voldoen<strong>de</strong><br />

8. Instroom Voldoen<strong>de</strong><br />

9. Duur Voldoen<strong>de</strong><br />

10. Afstemming vormgeving en inhoud Voldoen<strong>de</strong><br />

11. Beoor<strong>de</strong>ling en toetsing Voldoen<strong>de</strong><br />

3. Inzet van<br />

personeel<br />

Voldoen<strong>de</strong> 1<strong>2.</strong> Eisen wo<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

13. Kwantiteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

14. Kwaliteit personeel Voldoen<strong>de</strong><br />

4. Voorzieningen Voldoen<strong>de</strong> 15. Materiële voorzieningen Voldoen<strong>de</strong><br />

16. Studiebegeleiding Voldoen<strong>de</strong><br />

5. Interne<br />

kwaliteitszorg<br />

Voldoen<strong>de</strong> 17. Evaluatie resultaten<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

18. Maatregelen tot verbetering Voldoen<strong>de</strong><br />

19. Betrokkenheid van me<strong>de</strong>werkers, Onvoldoen<strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>nten, alumni en beroepenveld<br />

6. Resultaten Voldoen<strong>de</strong> 20. Gerealiseerd niveau Voldoen<strong>de</strong><br />

21. On<strong>de</strong>rwijsren<strong>de</strong>ment Voldoen<strong>de</strong><br />

Eindoor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> commissie <strong>over</strong> <strong>de</strong> masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong><br />

De commissie komt, op grond van haar oor<strong>de</strong>len <strong>over</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en facetten uit het<br />

accreditatieka<strong>de</strong>r, tot het volgen<strong>de</strong> eindoor<strong>de</strong>el:<br />

De masteropleiding <strong>Technische</strong> wiskun<strong>de</strong> voldoet aan <strong>de</strong> eisen voor basiskwaliteit die een voorwaar<strong>de</strong><br />

zijn voor accreditatie.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen<br />

463


464 QANU / Wiskun<strong>de</strong>, Rijksuniversiteit Groningen


BIJLAGEN<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

465


466 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


Bijlage A: Curricula vitae van <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> commissie<br />

Prof. dr. ir. K. Aardal<br />

Karen Aardal (1961) stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> aan Linköpings Tekniska Högskola, Zwe<strong>de</strong>n, waar ze een Master<br />

of Science in Industrial and management engineering en later een Licentiate of Engineering<br />

in Mathematics behaal<strong>de</strong>. In 1992 is zij aan <strong>de</strong> Université Catholique <strong>de</strong> Louvain, België,<br />

gepromoveerd op een on<strong>de</strong>rwerp uit <strong>de</strong> combinatorische optimalisering. Daarna heeft ze aanstellingen<br />

gehad aan <strong>de</strong> University of Essex in Groot-Brittannië, <strong>de</strong> Erasmus Universiteit Rotterdam,<br />

<strong>de</strong> Universiteit van Tilburg, <strong>de</strong> Universiteit Utrecht en Georgia Institute of Technology<br />

in <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten. Ze is nu verbon<strong>de</strong>n aan het Centrum voor Wiskun<strong>de</strong> en Informatica te<br />

Amsterdam en <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven. Ze is visiting scientist geweest bij Cornell<br />

University, University of California, Berkeley, en Rice University. Ze is lid geweest van het<br />

on<strong>de</strong>rwijsbestuur van het Informaticainstituut van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht en nam daar actief<br />

<strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsvernieuwing. Ze publiceert op het gebied van <strong>de</strong> geheeltallige en combinatorische<br />

optimalisering. Daarnaast is ze Area Editor van INFORMS Journal on Computing en<br />

Associate Editor van Mathematical Programming B, Operations Research Letters, en Networks. Ze<br />

is ook Executive Committee Chair van the Mathematical Programming Society.<br />

M. van Beek<br />

Monique van Beek (1985) stu<strong>de</strong>ert sinds 2002 Wiskun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen.<br />

Ze rondt binnenkort haar <strong>bacheloropleiding</strong> af en is reeds begonnen aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvariant<br />

van <strong>de</strong> masteropleiding Mathematics. Sinds september 2003 verzorgt zij als stu<strong>de</strong>ntassistent<br />

bij Wiskun<strong>de</strong> eerste- en twee<strong>de</strong>jaarsvakken en serviceon<strong>de</strong>rwijs. Van januari 2003 tot september<br />

2005 was ze lid van <strong>de</strong> organisatie voor het introductiekamp voor eerstejaarsstu<strong>de</strong>nten,<br />

die on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re een eerste kennismaking op <strong>de</strong> faculteit organiseert. In mei 2007 heeft ze als<br />

docent <strong>de</strong>elgenomen aan <strong>de</strong> examentraining voor mid<strong>de</strong>lbare scholieren. Van september 2003<br />

tot september 2004 was ze lid van <strong>de</strong> Opleidingscommissie Wiskun<strong>de</strong> en Informatica. Zij was<br />

ook drie jaar actief bij een stu<strong>de</strong>nten<strong>over</strong>leg voor <strong>de</strong>ze twee studies.<br />

Dr. ir. J.W. Boerstoel<br />

Jan Willem Boerstoel (1937) stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Vliegtuigbouwkun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit<br />

van Delft. Hij <strong>de</strong>ed in 1962 examen in <strong>de</strong> Aërodynamica bij <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Vliegtuigbouwkun<strong>de</strong>.<br />

Sinds 1960 tot aan zijn pensionering in 1998 was hij als on<strong>de</strong>rzoeks(hoofd)ingenieur in <strong>de</strong><br />

Theoretische stromingsleer verbon<strong>de</strong>n aan het Nationaal Lucht en Ruimtevaartlaboratorium.<br />

Na enkele oriënteren<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken heeft hij een metho<strong>de</strong> ontwikkeld voor het ontwerpen<br />

van transsone schokvrije vleugelprofielen. Deze metho<strong>de</strong> was gebaseerd op geavanceer<strong>de</strong> constructieve<br />

approximatietechnieken uit <strong>de</strong> functietheorie (hodograaftheorie), gecombineerd<br />

met numerieke optimalisatiemetho<strong>de</strong>n. De metho<strong>de</strong> is in een proefschrift (1977) gedocumenteerd.<br />

Ver<strong>de</strong>r heeft hij als projectmanager in een reeks projecten gewerkt aan het ontwerp van<br />

approximatiemetho<strong>de</strong>n voor het formuleren en met supercomputers oplossen van <strong>de</strong> Navier-<br />

Stokes-vergelijkingen (discretiseringsmetho<strong>de</strong>n, convergentiemo<strong>de</strong>lleringen, turbulentiemo<strong>de</strong>llen).<br />

In verband met <strong>de</strong> toepasbaarheid voor <strong>de</strong> ingenieurspraktijk dien<strong>de</strong>n oplosmetho<strong>de</strong>n<br />

convergent en stabiel te zijn, en aan <strong>de</strong> hoogste eisen van precisie te voldoen. In <strong>de</strong> jaren<br />

1992-1998 was hij als <strong>de</strong>eltijdhoogleraar in <strong>de</strong> Numerieke stromingsleer verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

Wiskun<strong>de</strong>af<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft.<br />

M. Dekkers<br />

Mirte Dekkers (1983) stu<strong>de</strong>ert sinds 2002 Wiskun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Radboud Universiteit Nijmegen.<br />

Ze behaal<strong>de</strong> in 2006 haar bachelordiploma en doet nu <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvariant van <strong>de</strong> master-<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

467


opleiding Mathematics. Ze was van september 2003 tot september 2006 stu<strong>de</strong>ntlid van <strong>de</strong><br />

Opleidingscommissie en was <strong>de</strong> laatste twee jaar stu<strong>de</strong>ntassessor in het bestuur van WiNSt,<br />

het on<strong>de</strong>rwijsinstituut voor Wiskun<strong>de</strong>, natuur- en sterrenkun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Radboud Universiteit.<br />

Als stu<strong>de</strong>ntassistent <strong>de</strong>ed zij ervaring op met het geven van on<strong>de</strong>rwijs. Sinds het begin van haar<br />

opleiding is ze actief betrokken bij <strong>de</strong> pr voor Wiskun<strong>de</strong> en probeert ze mid<strong>de</strong>lbare scholieren<br />

enthousiast te maken voor een bètastudie. Ze organiseer<strong>de</strong> tweemaal het jaarlijkse wiskun<strong>de</strong>toernooi<br />

voor scholieren en was mentor voor het project Bèta 1 op 1 van het platform Bèta en<br />

Techniek.<br />

Prof. dr. F. Dumortier<br />

Freddy Dumortier (1947) is gewoon hoogleraar aan <strong>de</strong> Universiteit Hasselt. Hij stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

Wiskun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Vrije Universiteit Brussel en is er afgestu<strong>de</strong>erd in 1969 met <strong>de</strong> grootste<br />

on<strong>de</strong>rscheiding. Hij promoveer<strong>de</strong> er in 1973, eveneens met <strong>de</strong> grootste on<strong>de</strong>rscheiding; zijn<br />

promotor was prof. dr. F. Takens (Rijksuniversiteit Groningen). Tij<strong>de</strong>ns het promotieon<strong>de</strong>rzoek<br />

was F. Dumortier aspirant bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk On<strong>de</strong>rzoek<br />

en in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1974-1976 was hij aangesteld navorser bij het NFWO. Vanaf 1976 werkte<br />

hij aan <strong>de</strong> Universiteit Hasselt (toen nog Limburgs Universitair Centrum) respectievelijk als<br />

hoofddocent (1976-1982), hoogleraar (1982-1983) en gewoon hoogleraar (vanaf 1984). Hij<br />

was er <strong>de</strong>caan van <strong>de</strong> Faculteit Wetenschappen in 1991-1992 en vicerector in 1992-2004.<br />

Hij doceer<strong>de</strong> cursussen aan <strong>de</strong> Universiteit Antwerpen, <strong>de</strong> Katholieke Universiteit Leuven, <strong>de</strong><br />

Facultés Universitaires Notre Dame <strong>de</strong> la Paix (Namen) en <strong>de</strong> Universiteit van Kinshasa. Hij<br />

bekleed<strong>de</strong> een binnenlandse Francqui-leerstoel aan <strong>de</strong> Katholieke Universiteit Leuven tij<strong>de</strong>ns<br />

het aca<strong>de</strong>miejaar 1992-1993. Hij verbleef aan meer<strong>de</strong>re buitenlandse instellingen, waaron<strong>de</strong>r<br />

langere perio<strong>de</strong>n aan het IMPA (Rio <strong>de</strong> Janeiro), het IHES (Bures-s-Yvette), het CRM<br />

(Montréal) en het CRM (Barcelona). Hij is lid van <strong>de</strong> Koninklijke Vlaamse Aca<strong>de</strong>mie van België<br />

voor Wetenschappen en Kunsten en is on<strong>de</strong>rvoorzitter van het Belgische Nationaal Comité<br />

voor Wiskun<strong>de</strong>. Hij was voorzitter van het Belgisch Wiskundig Genootschap (1996-1999).<br />

Hij organiseer<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>re internationale bijeenkomsten, waaron<strong>de</strong>r Equadiff 2003 in Hasselt.<br />

Dumortier is auteur van meer dan tachtig internationale publicaties. Hij is lid van <strong>de</strong> Editorial<br />

Board van meer<strong>de</strong>re internationale wetenschappelijke tijdschriften.<br />

Prof. dr. M. Löwe<br />

Matthias Löwe (1964) stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Wiskun<strong>de</strong> en Natuurkun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Universität Bielefeld.<br />

Hij behaal<strong>de</strong> zijn diploma in 1990. In 1992 promoveer<strong>de</strong> hij op een proefschrift <strong>over</strong> een<br />

on<strong>de</strong>rwerp uit <strong>de</strong> kanstheorie. Van 1992 tot en met 1995 en van 1997 tot en met 1998 was<br />

hij assistent aan <strong>de</strong> Universität Bielefeld, in 1996 was hij als postdoc verbon<strong>de</strong>n aan het Weierstrass<br />

Instituut voor Toegepaste wiskun<strong>de</strong> in Berlijn. Vanaf 1998 tot en met 2000 werkte hij<br />

als postdoc bij Eurandom in Eindhoven. In mei 2000 habiliteer<strong>de</strong> hij op een proefschrift met<br />

<strong>de</strong> titel Neural networks, spin glasses, and reconstruction of random scenery. Van 2000 tot 2003<br />

was hij in dienst van <strong>de</strong> Katholieke Universiteit Nijmegen, eerst als universitair docent, vanaf<br />

2002 als universitair hoofddocent. In 2003 werd hij benoemd tot hoogleraar voor statistiek<br />

en kanstheorie aan <strong>de</strong> Westfälische Wilhelmsuniversiteit Münster. Hier is hij ook voorzitter<br />

van <strong>de</strong> Opleidingscommissie. Hij publiceert op het gebied van kanstheorie en toepassingen in<br />

natuurkun<strong>de</strong>, neurale netwerken, telecommunicatie, financiële en verzekeringswiskun<strong>de</strong>.<br />

Dr. H.J. Smid<br />

Harm Jan Smid (1945) stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Wiskun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Lei<strong>de</strong>n. Na het behalen<br />

van zijn on<strong>de</strong>rwijsbevoegdheid was hij van 1966 tot 1975 leraar Wiskun<strong>de</strong> in het voortgezet<br />

on<strong>de</strong>rwijs. Van 1975 tot 1981 was hij docent Wiskun<strong>de</strong> en Vakdidactiek wiskun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong><br />

468 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


twee<strong>de</strong>graads-lerarenopleiding Zuid-West Ne<strong>de</strong>rland in Delft. Sinds 1981 is hij verbon<strong>de</strong>n aan<br />

<strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft, eveneens als docent Wiskun<strong>de</strong> en Vakdidactiek wiskun<strong>de</strong>.<br />

Hij was on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re betrokken bij <strong>de</strong> eerstegraads-lerarenopleiding Wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>Technische</strong><br />

Universiteit Delft. Hij promoveer<strong>de</strong> in 1997 op een proefschrift <strong>over</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van<br />

het Ne<strong>de</strong>rlandse wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw. Hij publiceer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r meer <strong>over</strong><br />

ICT-toepassingen in het wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs, <strong>over</strong> studiesucces van buitenlandse stu<strong>de</strong>nten en<br />

<strong>de</strong> laatste jaren vooral <strong>over</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het wiskun<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijs. Daarnaast heeft hij<br />

een aantal bestuurlijke functies vervuld. Van 1999 tot 2005 was hij Directeur Interfacultair<br />

On<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong> Faculteit Elektrotechniek, Wiskun<strong>de</strong> en Informatica.<br />

Prof. dr. R. Tij<strong>de</strong>man<br />

Robert Tij<strong>de</strong>man (1943) stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Wiskun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam. Hij <strong>de</strong>ed<br />

doctoraalexamen met on<strong>de</strong>rwijsbevoegdheid in 1967. In 1969 promoveer<strong>de</strong> hij op een proefschrift<br />

<strong>over</strong> een on<strong>de</strong>rwerp uit <strong>de</strong> complexe analyse. Het studiejaar 1968-1969 bracht hij door<br />

op het Matematikai Kutatóintézet (het Mathematisch Instituut) van <strong>de</strong> Magyar Tudományos<br />

Akadémia (<strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie van Wetenschappen) in Boedapest, Hongarije, het aca<strong>de</strong>misch jaar<br />

1970-1971 op het Institute of Advanced Study in Princeton, N.J. Van 1968 tot 1970 was hij<br />

als wetenschappelijk me<strong>de</strong>werker in dienst van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam, en na 1970<br />

als lector, vanaf 1975 als hoogleraar van <strong>de</strong> (Rijks)Universiteit Lei<strong>de</strong>n. Hij publiceert op het<br />

gebied van <strong>de</strong> getaltheorie en <strong>de</strong> discrete wiskun<strong>de</strong> en is ruim vijftien keer als promotor opgetre<strong>de</strong>n.<br />

In 1987 werd hij benoemd tot lid van <strong>de</strong> Koninklijke Ne<strong>de</strong>rlandse Aka<strong>de</strong>mie van<br />

Wetenschappen. In 1999 werd hem door <strong>de</strong> Universiteit van Debrecen in Hongarije een eredoctoraat<br />

verleend. Hij is directeur van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekschool Thomas Stieltjes for Mathematics<br />

en was tot voor kort voorzitter van <strong>de</strong> Aka<strong>de</strong>mie Raad voor <strong>de</strong> Wiskun<strong>de</strong> van <strong>de</strong> KNAW.<br />

Drs. C.L.H. Habets<br />

Cathelijne Habets (1975) stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Algemene letteren aan <strong>de</strong> Universiteit Utrecht, met als<br />

specialisaties Communicatiekun<strong>de</strong> en Duits vertalen. Na haar afstu<strong>de</strong>ren in 2000 was zij<br />

eerst werkzaam bij het Stu<strong>de</strong>nten Service Centrum van <strong>de</strong> Universiteit Utrecht als me<strong>de</strong>werker<br />

Informatie, Publiciteit en Internet. Tij<strong>de</strong>ns haar werkzaamhe<strong>de</strong>n daar werd zij ge<strong>de</strong>tacheerd<br />

als facultaire stagecoördinator aan <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Letteren. In 2002 werd zij bij<br />

<strong>de</strong> Faculteit Theologie opleidingscoördinator en studieadviseur. Sinds 2004 combineert zij<br />

<strong>de</strong>ze functie met <strong>de</strong> functie van beleidsme<strong>de</strong>werker On<strong>de</strong>rzoek voor <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> faculteit. In<br />

2004-2005 coördineer<strong>de</strong> zij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsvisitatie Godgeleerdheid en aansluitend <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvisitatie<br />

van het on<strong>de</strong>rzoeksinstituut. In 2006 werkte ze tij<strong>de</strong>lijk op <strong>de</strong>tacheringsbasis<br />

als projectlei<strong>de</strong>r bij QANU.<br />

Drs. S. Looijenga<br />

Sietze Looijenga (1963) stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal- en letterkun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Rijksuniversiteit<br />

Groningen. Na zijn afstu<strong>de</strong>ren in 1988 vervul<strong>de</strong> hij verschillen<strong>de</strong> functies binnen diezelf<strong>de</strong><br />

instelling: hij was van 1989 tot 1993 als on<strong>de</strong>rzoeker in opleiding verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> vakgroep<br />

Ne<strong>de</strong>rlands, van 1993 tot 1998 als secretaris-subbeheer<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Letteren en van<br />

1998 tot 1999 als coördinator aan <strong>de</strong> interfacultaire on<strong>de</strong>rzoekschool BCN (Behavioral and<br />

Cognitive Neurosciences). In maart 1999 trad hij in dienst van <strong>de</strong> Freie Universität Berlin als<br />

manager van het Thematic Network Project in the area of Languages, een Europees samenwerkingsproject<br />

waaraan bijna hon<strong>de</strong>rd instellingen uit heel Europa <strong>de</strong>elnamen. Van november<br />

2001 tot maart 2003 werkte hij in Gent als verantwoor<strong>de</strong>lijke van het ICT-team van het<br />

Talencentrum van <strong>de</strong> Universiteit Gent. Sinds 1 maart 2003 is hij werkzaam als projectlei<strong>de</strong>r<br />

Kwaliteitszorg, in eerste instantie in dienst van <strong>de</strong> VSNU, inmid<strong>de</strong>ls van QANU.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

469


470 QANU / Wiskun<strong>de</strong>


Bijlage B: Standaardprogramma voor <strong>de</strong> bezoeken van <strong>de</strong> commissie<br />

De commissie heeft voor <strong>de</strong> bezoeken aan <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Eindhoven, <strong>de</strong> Radboud<br />

Universiteit Nijmegen, <strong>de</strong> Universiteit Twente en <strong>de</strong> <strong>Technische</strong> Universiteit Delft het volgen<strong>de</strong><br />

programma gehanteerd.<br />

Dag 1<br />

11:00 – 14:00 Voorberei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bijeenkomst van <strong>de</strong> commissie: bespreking van <strong>de</strong><br />

zelfstudies van <strong>de</strong> te beoor<strong>de</strong>len opleidingen; bespreking van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>eropdrachten<br />

van <strong>de</strong> te beoor<strong>de</strong>len opleidingen; inzien documenten<br />

14:00 – 15:00 Gesprek met <strong>de</strong>caan, on<strong>de</strong>rwijsdirecteur, af<strong>de</strong>lingsvoorzitter, opstellers<br />

zelfstudies, coördinatoren opleidingen<br />

15:00 – 15:30 Bachelorstu<strong>de</strong>nten (3 per jaar)<br />

15:30 – 16:00 Masterstu<strong>de</strong>nten en doctoraalstu<strong>de</strong>nten (6-8)<br />

16:00 – 16:15 Pauze<br />

16:15 – 17:00 Docenten (maximaal 10)<br />

17:00 – 17:45 Alumni (6-8)<br />

17:45 – 18:15 Spreekuur<br />

19:30 – 21:30 Diner voor commissiele<strong>de</strong>n met CvB, <strong>de</strong>caan, opleidingsdirecteur,<br />

visitatiecoördinator<br />

Dag 2<br />

09:00 – 09:30 Stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> Opleidingscommissies<br />

09:30 – 10:00 Docenten van <strong>de</strong> Opleidingscommissies<br />

10:00 – 10:30 Examencommissie en studieadviseur<br />

10:30 – 11:00 Overleg commissie, voorbereiding op gesprek met faculteitsbestuur<br />

11:00 – 12:00 Afsluitend gesprek met faculteitsbestuur en opleidingsdirecteur<br />

12:00 – 13:00 Lunch<br />

13:00 – 16:00 Opstellen voorlopige bevindingen<br />

16:00 – 16:30 Mon<strong>de</strong>linge rapportage voorlopig oor<strong>de</strong>el, afsluiting bezoek<br />

16:30 – 17:00 Receptie<br />

Voor <strong>de</strong> bezoeken aan <strong>de</strong> Universiteit Utrecht, <strong>de</strong> Vrije Universiteit Amsterdam, <strong>de</strong> Universiteit<br />

van Amsterdam en <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen is dit programma uitgebreid.<br />

QANU / Wiskun<strong>de</strong><br />

471

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!