Woonpamflet - Staf Depla

5. Sociale Koop in Utrecht
Mensen met lagere en middeninkomens zijn aangewezen op een
huurwoning van een woningcorporatie of een koopwoning in lagere
prijsklassen. Ze besteden vaak eenderde, soms meer, aan de
kosten van het wonen. Dat is veel. Een koopwoning, vroeger vaak
een volgende stap, is niet meer te betalen. De gemiddelde
verkoopprijs van een bestaande eengezinswoning was in 2004: €
288.000,- Voor veel Utrechters is dit niet te betalen.
Daarom pleit de PvdA voor een proef ‘Sociale Koop’ in Utrecht, bv.
in Overvecht of Zuilen. Huurders die hun huis van een corporatie
willen kopen, kunnen zelf de prijs bepalen, als dit maar minimaal de
helft van de taxatiewaarde is. Een huis met een waarde van
€100.000, kost dan voor de huurder minimaal € 50.000 euro. Stel
dat het huis na een paar jaar wordt verkocht voor € 120.000 dan
moet de verkoper de € 50.000 euro weer terugbetalen. Plus een
percentage van de winst. Meeropbrengst door woningverbetering is
geheel voor de eigenaar.
De PvdA lanceert dit idee in Utrecht omdat zij vindt dat mensen die
dat nu niet kunnen, de gelegenheid moeten krijgen een huis te
kopen. Veel mensen in Utrecht willen dit. Het systeem werkt al als
proef in Arnhem, Doetinchem, Rotterdam en Hilversum. Zij bieden
enkele honderden huurders van eengezinswoningen en
appartementen de gelegenheid hun huis te kopen.
Voor de woningbouwcorporaties is het interessant omdat het hen
alleen maar geld oplevert. Door bezit te verkopen, maken ze een
deel van hun 'dode kapitaal' te gelde. Bovendien hoeven ze minder
woningen te onderhouden. Het voordeel voor de huiseigenaren is
evident; men weet voor een langere periode wat de woonlasten zijn,
de hypotheekrente is aftrekbaar van de belasting en tot slot bouwt
men kapitaal op.