Protocol VBI's - NVAO
Protocol VBI's - NVAO
Protocol VBI's - NVAO
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Protocol</strong> VBI’s<br />
Nederland<br />
oktober 2007<br />
Parkstraat 28 | Postbus 85498 | 2508 CD Den Haag<br />
P.O. Box 85498 | 2508 CD The Hague | The Netherlands<br />
T +31 (0)70 312 2300 | F +31 (0)70 312 2301<br />
info@nvao.net | www.nvao.net
Inhoud<br />
1 Inleiding 3<br />
2 De lijst van VBI’s 4<br />
2.1 De criteria voor plaatsing op de lijst 4<br />
2.2 Ervaringen van/met VBI’s 8<br />
2.3 Werkwijze bij plaatsing op de lijst 8<br />
3 De beoordeling van visitatierapporten 9<br />
3.1 Onafhankelijkheid van de panelleden en het proces<br />
van beoordeling 10<br />
3.2 Samenstelling panel 10<br />
3.3 Beoordelingsprotocol 10<br />
3.4 Referentiekader 11<br />
4 Evaluatie van dit protocol 11<br />
pagina 2 | <strong>NVAO</strong> | <strong>Protocol</strong> VBI’s | Nederland |
1 Inleiding<br />
In de procedure van de accreditatie van bestaande opleidingen hebben de<br />
Nederlandse wetgever en de Vlaamse decreetgever een belangrijke plaats<br />
ingeruimd voor organisaties die buiten de <strong>NVAO</strong> staan: in Nederland de<br />
Visterende en Beoordelende Instanties (VBI’s) en in Vlaanderen de evaluatieorganen.<br />
Deze organisaties visiteren en beoordelen de opleidingen die<br />
geaccrediteerd moeten worden. Voor de organisatie van de visitaties heeft de<br />
Nederlandse wetgever geopteerd voor het marktmechanisme, waarbij instanties<br />
(VBI’s) die los staan van de instellingen en hun koepelorganisaties opleidingen<br />
beoordelen. In Vlaanderen heeft de decreetgever de beoordeling van opleidingen<br />
die worden aangeboden door ambtshalve geregistreerde hogeronderwijsinstellingen<br />
toevertrouwd aan de twee koepelorganisaties, VLIR en VLHORA.<br />
Wel is daar voorzien dat een externe instantie de onafhankelijkheid van de panels<br />
bewaakt.<br />
De basis voor het uitvoeren van visitaties is het accreditatiekader bestaande<br />
opleidingen hoger onderwijs van de <strong>NVAO</strong>. Onder de regie van de VBI’s en de<br />
evaluatieorganen komen panels (visitatiecommissies) tot een oordeel over de<br />
kwaliteit van de beoordeelde opleidingen. Dit oordeel leggen zij vast in een<br />
visitatierapport. Om de verbeterfunctie van het kwaliteitszorgstelsel te handhaven,<br />
moeten de panels in de gelegenheid zijn oordelen en aanbevelingen te geven over<br />
gevisiteerde opleidingen. Uiteindelijk moet een eindoordeel worden gegeven op<br />
grond waarvan een instelling voor een specifieke opleiding een accreditatiebesluit<br />
kan vragen bij de <strong>NVAO</strong>. De <strong>NVAO</strong> moet op basis van het visitatierapport een<br />
eigenstandig oordeel kunnen vellen over de vraag of een opleiding aan de criteria<br />
voor basiskwaliteit voldoet. Vanwege de vitale functie van het visitatierapport voor<br />
de uiteindelijke accreditatie is het van groot belang dat de VBI’s, de<br />
evaluatieorganen en de door hen ingestelde panels aan kwaliteitsvoorwaarden<br />
voldoen.<br />
De Nederlandse wet 1 schrijft voor dat de <strong>NVAO</strong> jaarlijks een lijst opstelt van<br />
organisaties die naar het oordeel van de <strong>NVAO</strong> voldoen aan criteria om visitaties<br />
te kunnen uitvoeren. Hiermee wordt aangegeven dat deze VBI’s potentieel in staat<br />
worden geacht om visitaties uit te voeren die resulteren in rapporten die de <strong>NVAO</strong><br />
in staat stelt tot een oordeel over de aanwezigheid van de basiskwaliteit te komen.<br />
Deze lijst is dus een hulpmiddel voor de hoger onderwijsinstellingen bij de keuze<br />
van een VBI (relevant in Nederland, omdat uit meer VBI’s kan worden gekozen).<br />
Dit protocol beschrijft de wijze waarop de <strong>NVAO</strong> beoordeelt of een VBI op de<br />
jaarlijkse lijst wordt gepubliceerd. Het gaat hier dus alleen om de Nederlandse<br />
situatie. Tevens bevat het protocol de werkwijze van de beoordeling van<br />
visitatierapporten behorend bij Nederlandse accreditatieaanvragen.<br />
1<br />
Art 5a.8a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek<br />
pagina 3 | <strong>NVAO</strong> | <strong>Protocol</strong> VBI’s | Nederland |
In de Nederlandse situatie biedt de <strong>NVAO</strong> de mogelijkheid aan instellingen om een<br />
toets nieuwe opleiding aan te vragen, vergezeld van een rapport van een VBI.<br />
Aan een VBI die een beoordeling uitvoert voor een toets nieuwe opleiding worden<br />
dezelfde eisen gesteld als beschreven in dit protocol. Aanvullend hierop dient bij<br />
een toets nieuwe opleiding de VBI het in te zetten panel voor de beoordeling<br />
vooraf te laten accorderen door de <strong>NVAO</strong>. Zie ook de handreiking toets nieuwe<br />
opleiding hieromtrent.<br />
De Vlaamse werkwijze wordt niet beschreven in dit protocol. Wat Vlaanderen<br />
betreft wordt verwezen naar onder andere het “gezaghebbend advies” dat de<br />
<strong>NVAO</strong> heeft verleend aan het VLIR-VLHORA visitatieprotocol.<br />
Dit protocol is in eerste versie vastgesteld op 1 juli 2003 en vervolgens jaarlijks<br />
aangepast op basis van voortschrijdend inzicht. De huidige versie is het resultaat<br />
van ervaringen op basis van de behandeling van enkele honderden aanvragen<br />
voor accreditatie en toets nieuwe opleiding.<br />
2 De lijst van VBI’s<br />
Uitgangspunt voor het beoordelen van de kwaliteit van de VBI’s is de instellingen<br />
een indicatie te geven over de waarschijnlijkheid dat de desbetreffende VBI een<br />
visitatieprocedure tot een goed einde kan brengen. Uiteraard kan vooraf geen<br />
garantie worden gegeven, maar wel kan duidelijk worden gemaakt dat de<br />
inhoudelijke en procedurele randvoorwaarden door de desbetreffende VBI goed<br />
kunnen worden ingevuld. Om op de lijst te komen moet een VBI immers aantonen<br />
dat zij aan de criteria voldoet of kan voldoen.<br />
2.1 De criteria voor plaatsing op de lijst<br />
2.1.a Onafhankelijkheid VBI<br />
De VBI functioneert in onafhankelijkheid van opleidingen en instellingen van hoger<br />
onderwijs.<br />
Toelichting: voor de <strong>NVAO</strong> geldt als één van de zwaarste procedurele criteria dat<br />
het oordeel over de kwaliteit van de opleidingen in onafhankelijkheid tot stand<br />
komt. De VBI moet dan ook aantonen dat de instellingen waarvan opleidingen<br />
worden beoordeeld geen invloed hebben op de beoordelingen die door de VBI<br />
worden uitgevoerd. Hiertoe moeten in ieder geval de statuten en de samenstelling<br />
van bestuur en directie aan de <strong>NVAO</strong> worden overgelegd. De VBI moet aantonen<br />
hoe is gewaarborgd dat er geen belangenverstrengeling ontstaat door advieswerkzaamheden.<br />
De VBI zal ook inzicht moeten verschaffen in de aard van de<br />
advieswerkzaamheden en haar klantenbestand. In elk geval moeten de adviesrelaties<br />
met de te beoordelen opleidingen en instellingen worden vermeld en moet<br />
duidelijk worden gemaakt wat de aard van de werkzaamheden en de periode<br />
waarin deze hebben plaatsgevonden, is geweest.<br />
pagina 4 | <strong>NVAO</strong> | <strong>Protocol</strong> VBI’s | Nederland |
2.1.b Samenstelling panels<br />
Bij de samenstelling van de panels kunnen vier dimensies (aspecten) worden<br />
onderscheiden:<br />
i) onafhankelijkheid;<br />
ii) deskundigheid;<br />
iii) breedte (i.e. scope / dekking van de volledige opleiding);<br />
iv) gezaghebbendheid.<br />
Als bijlage is een formulier opgenomen die de VBI’s kunnen gebruiken om de<br />
deskundigheid van het panel op een efficiënte manier aan te tonen.<br />
Onafhankelijkheid panels<br />
Met betrekking tot de onafhankelijkheid van de panels gelden de volgende<br />
voorwaarden:<br />
a) panelleden hebben geen zakelijke noch persoonlijke band (gehad) met de te<br />
beoordelen opleiding (gedurende de afgelopen vijf jaar) en de instelling<br />
(gedurende de afgelopen twee jaar);<br />
b) een VBI-panel dient minstens uit vier leden te bestaan. Bovendien dient een<br />
meerderheid van de leden van een panel geen arbeidsrelatie te hebben met<br />
deze VBI. De rationale voor deze voorwaarde ligt in de kleine markt waarop de<br />
VBI’s opereren. In een aantal gevallen hebben hogeronderwijsinstellingen<br />
langlopende contracten afgesloten met VBI’s voor de beoordeling van een<br />
aantal opleidingen. Het al dan niet kunnen beschikken over een dergelijk<br />
contract beïnvloedt sterk de economische leefbaarheid/positie van de VBI.<br />
Bij het beoordelen van dossiers en de analyse van de samenstelling van de<br />
panels is het inzicht gegroeid dat een combinatie van een structurele<br />
langlopende samenwerking tussen een instelling en een VBI, samen met<br />
visitatiepanels die in meerderheid bestaan uit medewerkers van deze VBI de<br />
onafhankelijkheid van het beoordelingsproces kan ondergraven;<br />
c) medewerkers van een VBI die advieswerk of een nulmeting bij een opleiding<br />
verrichten of de voorbije vijf jaar hebben verricht en andere in dezelfde periode<br />
door de VBI hierbij ingeschakelde personen, kunnen geen deel uitmaken van<br />
een panel dat voor de beoordeling van deze opleiding wordt ingesteld;<br />
d) de VBI hanteert een model onafhankelijkheidsverklaring te ondertekenen door<br />
panelleden en secretarissen waarin de hierboven beschreven criteria zijn<br />
opgenomen.<br />
Deskundigheid<br />
Inzake de deskundigheid van de panels gelden de volgende criteria voor de<br />
samenstelling van de panels:<br />
a) werkvelddeskundigheid. Werkvelddeskundigheid kan worden ingebracht door<br />
(een) vertegenwoordiger(s) van het afnemende werkveld. Bij alle hboopleidingen<br />
dient in het panel werkvelddeskundigheid aanwezig te zijn; bij woopleidingen<br />
voor zover dit relevant is;<br />
b) vakdeskundigheid. Vakdeskundigheid dient te worden ingebracht door<br />
personen die vertrouwd zijn met de meest recente (bij voorkeur internationale)<br />
ontwikkelingen in het vakgebied en/of bijdragen aan de uitbouw ervan en die<br />
vertrouwd zijn met het lesgeven en de beoordeling en toetsing van studenten<br />
minstens op het niveau/ oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Bij alle<br />
opleidingen dient in het panel vakdeskundigheid aanwezig te zijn;<br />
pagina 5 | <strong>NVAO</strong> | <strong>Protocol</strong> VBI’s | Nederland |
c) onderwijsdeskundigheid. Er dient in de panels onderwijsdeskundigheid<br />
aanwezig te zijn om de in de opleiding gehanteerde onderwijsconcepten en<br />
methodieken op een wetenschappelijk onderbouwde manier te beoordelen.<br />
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om afstandsonderwijs;<br />
d) studentgebonden deskundigheid. De student die deel uitmaakt van het panel<br />
dient een relatie te hebben met de aard van de te beoordelen opleiding en<br />
dient qua leeftijd representatief te zijn voor studenten die de te beoordelen<br />
opleiding volgen;<br />
e) visitatie- of auditdeskundigheid, blijkend uit bijvoorbeeld deelname aan<br />
trainingen en/of eerdere visitatie(s).<br />
f) internationale deskundigheid is altijd wenselijk maar noodzakelijk voor<br />
opleidingen die zich internationaal profileren<br />
Breedte (dekking/scope)<br />
Inzake de breedte van het panel gelden de volgende criteria:<br />
a) prioritair is de aanwezigheid van vak- en/of werkvelddeskundigheid, zoals<br />
hierboven aangegeven over de hele breedte van de opleiding;<br />
b) wanneer sprake is brede bacheloropleidingen, interdisciplinaire opleidingen en<br />
geclusterde opleidingen moet uit de beschrijving van de werkwijze duidelijk zijn<br />
hoe aan de deskundigheidseisen is voldaan;<br />
c) de capaciteit van het panel om te oordelen over het kwaliteitszorgstelsel;<br />
d) de capaciteit van het panel om de opleiding in een internationale context te<br />
plaatsen en te beoordelen.<br />
Gezaghebbendheid<br />
Voor panelleden geldt dat zij voor de functie die ze vervullen in het panel (vak-,<br />
werkveld- en onderwijsdeskundigheid) de noodzakelijke erkenning genieten zodat<br />
hun oordeel door de opleiding wordt aanvaard en als een meerwaarde wordt<br />
beschouwd.<br />
De VBI legt een lijst voor van panelleden die visitaties hebben verricht, dan wel<br />
bereid zijn om in de toekomst visitaties te verrichten.<br />
Het leiding geven aan, c.q. begeleiden van panels vergt speciale aandacht.<br />
De <strong>NVAO</strong> eist van de VBI expliciete garanties over de goede voortgang van de<br />
werkzaamheden van de panels. Die garantie kan onder meer blijken uit de kwaliteit<br />
van de beoogde voorzitters en secretarissen van de panels.<br />
2.1.c Kwaliteitssysteem VBI<br />
De VBI beschikt over een systeem van interne kwaliteitszorg.<br />
Toelichting: van een VBI die garant moet staan voor kwaliteitsoordelen, mag<br />
worden geëist dat zij over een effectief kwaliteitssysteem beschikt. Dat wil zeggen<br />
dat het proces van visitatie, van beoordeling en van rapportage structureel wordt<br />
geëvalueerd en kan worden bijgesteld. De VBI moet inzicht geven in het gebruikte<br />
kwaliteitssysteem. Onderdeel van het kwaliteitssysteem is de bewaking van de<br />
visitatie- of auditdeskundigheid van het panel.<br />
2.1.d Beoordelingsprotocol<br />
De VBI beschikt over een beoordelingsprotocol, dat in ieder geval bevat:<br />
pagina 6 | <strong>NVAO</strong> | <strong>Protocol</strong> VBI’s | Nederland |
- operationalisering criteria accreditatiekader;<br />
- operationalisering beslisregels (inclusief beoordelingsschaal);<br />
- werkwijze bij visitaties (waaronder de lijst van te beoordelen documenten: zelfevaluatie,<br />
eerdere beoordelingen en andere);<br />
- wijze waarop vergelijkingen tussen opleidingen worden gemaakt;<br />
- wijze waarop bijzondere kwaliteitskenmerken worden getoetst;<br />
- wijze waarop de rapportage plaatsvindt.<br />
Toelichting: het accreditatiekader dat door de <strong>NVAO</strong> is opgesteld, is met opzet<br />
globaal gehouden. De <strong>NVAO</strong> wil daarmee zowel ruimte geven aan het eigenmeesterschap<br />
van de instellingen van hoger onderwijs als aan de professionaliteit<br />
van de VBI’s. De VBI moet dus in staat zijn om het accreditatiekader te vertalen in<br />
operationele criteria.<br />
De VBI geeft tevens aan hoe de visitaties verlopen (tijdschema, gesprekspartners,<br />
voorbereidingen), op welke wijze de beslisregels zullen worden toegepast en hoe<br />
de rapportage plaatsvindt. Onderdeel van de werkwijze is de noodzaak om<br />
separate oordelen te geven over de verschillende vormen van de opleiding (voltijd,<br />
deeltijd, duaal of andere vormen) en over de verschillende vestigingsplaatsen.<br />
In de accreditatiewetgeving is voorgeschreven dat in het visitatierapport<br />
vergelijkingen met andere opleidingen (kunnen) worden gemaakt, zo mogelijk in<br />
internationaal perspectief. Nu niet langer voorgeschreven is dat visitaties per<br />
discipline moeten plaatsvinden, maar dat elke opleiding op het door haar gewenste<br />
ogenblik het proces om tot accreditatie te komen, in gang kan zetten, moet de VBI<br />
zorg dragen voor een beoordeling van een opleiding in de context van de<br />
discipline. Worden méér opleidingen in één keer gevisiteerd dan wordt de omvang<br />
van het probleem geringer; in alle gevallen moet echter gezorgd worden voor<br />
adequate vergelijkingen, zoals bedoeld in de WHW, artikel 5a.8 lid 3. Dat kan door<br />
benchmarking, door de samenstelling van het panel, of door samenwerking te<br />
zoeken met andere VBI’s.<br />
2.1.e Internationale accreditatieprocedures<br />
De VBI betrekt de <strong>NVAO</strong> bij het opzetten en vormgeven van beoordelingen van<br />
opleidingen met een internationale dimensie. Het gaat hierbij enerzijds om<br />
beoordelingen in samenwerking met buitenlandse kwaliteitszorg- of<br />
accreditatieorganisaties en anderzijds om beoordelingen van opleidingen<br />
aangeboden in samenwerking met buitenlandse instellingen.<br />
Toelichting: De internationale dimensie van accreditatie is voor de overheid, de<br />
instellingen en de <strong>NVAO</strong> erg belangrijk. De <strong>NVAO</strong> tracht daarom onder meer om<br />
de wederzijdse erkenning van accreditatiebesluiten internationaal tot stand te<br />
brengen en uit te breiden. Hierbij is het belangrijk dat internationale<br />
beoordelingsprocedures goed verlopen en volledige transparantie over de<br />
gevolgde werkwijze noodzakelijk is. Wat betreft opleidingen aangeboden in<br />
samenwerking met buitenlandse instellingen (gezamenlijke opleidingen, Erasmus<br />
Mundus-opleidingen, dubbele/meervoudige diplomeringen, ...), dient dit te<br />
gebeuren volgens de door het European Consortium for Accreditation in higher<br />
education (ECA) goedgekeurde 'Principles for accreditation procedures regarding<br />
joint programmes'.<br />
pagina 7 | <strong>NVAO</strong> | <strong>Protocol</strong> VBI’s | Nederland |
De hier boven beschreven elementen vormen samen het beoordelingsprotocol.<br />
De VBI legt dit beoordelingsprotocol voor aan de <strong>NVAO</strong>.<br />
2.1.f Referentiekader<br />
De VBI beschikt over een beschrijving van de wijze waarop tot een<br />
domeinspecifiek referentiekader wordt gekomen.<br />
Toelichting: naast de algemene kwaliteitskenmerken die onderdeel uitmaken van<br />
het beoordelingsprotocol geldt voor elke soort opleiding dat zichtbaar moet worden<br />
gemaakt op welke wijze de domeinspecifieke kwaliteitseisen worden gedefinieerd,<br />
geoperationaliseerd en getoetst. De VBI moet waarborgen dat dit domeinspecifieke<br />
referentiekader op een zorgvuldige en adequate wijze tot stand komt.<br />
Daarbij wordt in elk geval aangesloten bij de eisen die door (buitenlandse)<br />
vakgenoten en de beroepspraktijk aan een opleiding in het desbetreffende domein<br />
worden gesteld. Belangrijke ankerpunten kunnen zijn: eerdere visitatie(s) en de<br />
daarbij gebruikte referentiekaders, raamplannen (zie bijvoorbeeld geneeskunde),<br />
beroepsprofielen, competentiecatalogi, wettelijke eisen voor beschermde beroepen<br />
en dergelijke.<br />
2.2 Ervaringen van/met VBI’s<br />
De Nederlandse wetgever heeft het accreditatiestelsel ‘open’ gemaakt. De markt<br />
voor opleidingen is open, omdat het hogeronderwijsbestel is<br />
gedeïnstitutionaliseerd: in beginsel moet een instelling aangeven of men<br />
accreditatie op bachelor- of masterniveau wil en of men een wo- of hbo-oriëntatie<br />
nastreeft. De markt voor VBI’s is eveneens open: in beginsel heeft elke instelling<br />
de keuzevrijheid om met een Nederlandse of een buitenlandse VBI in zee te gaan.<br />
De <strong>NVAO</strong> kan hierdoor worden geconfronteerd met verschillende werkwijzen,<br />
ervaringen en kwaliteiten. De door de <strong>NVAO</strong> op te stellen lijst is dus een<br />
hulpmiddel voor de instellingen, maar meer ook niet.<br />
Inmiddels is een belangrijk aantal VBI rapporten door de <strong>NVAO</strong> beoordeeld.<br />
De ervaringen met deze VBI rapporten worden meegenomen bij plaatsing op de<br />
lijst. Op de lijst wordt aangetekend of de plaatsing op de lijst is gebeurd op basis<br />
van protocollen en handboeken alleen, of ook op basis van praktijkervaring en een<br />
audit (zie paragraaf 2.3).<br />
2.3 Werkwijze bij plaatsing op de lijst<br />
In paragraaf 2.1 is in extenso aangegeven welke documentatie een VBI moet<br />
voorleggen aan de <strong>NVAO</strong> om op de VBI-lijst geplaatst te kunnen worden.<br />
De <strong>NVAO</strong> vraagt bewijsmateriaal over de onafhankelijkheid van de VBI (2.1.a), de<br />
model-onafhankelijkheidsverklaring voor panels (2.1.b) en het inzicht in de<br />
mogelijkheden van de VBI om de panels samen te stellen (2.1.b), het door de VBI<br />
gebruikte kwaliteitssysteem (2.1.c), het beoordelingsprotocol (2.1.d) en de door de<br />
VBI te gebruiken werkwijze om tot een domeinspecifiek referentiekader te komen<br />
(2.1e).<br />
De <strong>NVAO</strong> voert met de VBI een gesprek op basis van de voorgelegde<br />
documentatie, waarbij - indien relevant - ook de ervaring van de <strong>NVAO</strong> met de<br />
pagina 8 | <strong>NVAO</strong> | <strong>Protocol</strong> VBI’s | Nederland |
desbetreffende VBI aan de orde wordt gesteld. De <strong>NVAO</strong> geeft vooraf de agenda<br />
van dit gesprek aan. In het gesprek komen in ieder geval aan de orde:<br />
– de onafhankelijkheid waarbij ook aan de orde wordt gesteld - indien van<br />
toepassing - de wijze waarop de VBI beoordelingsprocessen en advieswerkzaamheden<br />
scheidt;<br />
– de wijze waarop de VBI het beoordelingsproces vorm geeft, en met name hoe<br />
wordt gewaarborgd dat de lat op de juiste hoogte wordt gelegd;<br />
– het kwaliteitssysteem van de VBI, waarbij onder andere protocollen,<br />
referentiekaders en het archiefsysteem aan de orde zijn;<br />
– de kwaliteit van de door de VBI’s ingezette panels.<br />
In aanvulling hierop zal de <strong>NVAO</strong> vanaf 2005, bij VBI’s waarvan inmiddels<br />
rapporten zijn beoordeeld, ook audits uitvoeren. Door middel van deze audits<br />
toetst de <strong>NVAO</strong> de administratieve processen van de VBI om te verifiëren of de<br />
informatie in het informatiedossier correct is en overeenkomt met de praktijk. Het<br />
auditteam van de <strong>NVAO</strong> bestaat uit medewerkers van de <strong>NVAO</strong>, aangevuld met<br />
één of meerdere externe leden. Het auditbezoek duurt ongeveer een halve dag.<br />
Tijdens dit bezoek spreekt het auditteam met één of meer secretarissen, één of<br />
meer panelleden (niet in dienst van de VBI), de verantwoordelijke(n) voor het<br />
kwaliteitssysteem en de directie van de VBI. Het auditteam kan<br />
accreditatiedossiers inzien (papieren/ electronisch). De VBI moet audittrails<br />
kunnen tonen van de accreditatiedossiers waar het auditteam om vraagt.<br />
De eerste audits zullen plaatsvinden in het najaar van 2005. De desbetreffende<br />
VBI’s zullen daarna opnieuw worden geaudit in 2008.<br />
De audit resulteert in een auditrapport waarin per onderwerp van dit protocol wordt<br />
aangegeven of de VBI voldoet. Indien de VBI niet voldoet, wordt dat met feiten<br />
onderbouwd (compliance report). Voorafgaand aan de vaststelling van dit rapport<br />
zal het ter correctie van feitelijke onjuistheden worden voorgelegd aan de<br />
desbetreffende VBI.<br />
Het bestuur van de <strong>NVAO</strong> beslist over het verzoek tot opneming op de lijst. Een<br />
positief besluit voor plaatsing op de lijst kan plaatsvinden onder voorwaarden,<br />
zoals monitoring van de gemaakte afspraken.<br />
De lijst wordt jaarlijks opgesteld. De datum voor publicatie is 1 januari. De <strong>NVAO</strong><br />
maakt de deadline voor indienen van de aanvraag tijdig bekend, onder andere via<br />
haar website.<br />
3 De beoordeling van visitatierapporten<br />
Voor de <strong>NVAO</strong> geldt uiteraard: the proof of the pudding is in the eating. Niet alleen<br />
de plaatsing van de VBI op de lijst is belangrijk, maar vooral de wijze waarop onder<br />
regie van een VBI de visitaties plaatsvinden. De <strong>NVAO</strong> moet op grond van de<br />
rapportage tot een eigenstandig oordeel over al dan niet accreditatie kunnen<br />
komen. Ook hier gaat het dus om het toetsen van inhoudelijke en procedurele<br />
zorgvuldigheid en juistheid.<br />
pagina 9 | <strong>NVAO</strong> | <strong>Protocol</strong> VBI’s | Nederland |
3.1 Onafhankelijkheid van de panelleden en het proces van beoordeling<br />
Alle panelleden hebben een door <strong>NVAO</strong> goedgekeurde onafhankelijkheidsverklaring<br />
getekend. De voorzitter van het panel heeft daarenboven verklaard dat<br />
de visitatie en het beoordelingsproces in volstrekte onafhankelijkheid hebben<br />
plaatsgevonden.<br />
Toelichting: uit verklaringen van de voorzitter van het panel moet duidelijk zijn dat<br />
het oordeel van het panel over de desbetreffende opleiding in volstrekte<br />
onafhankelijkheid tot stand is gekomen. De visitatie en het beoordelingsproces<br />
moeten onafhankelijk hebben plaatsgevonden, dat wil zeggen zonder beïnvloeding<br />
van de betrokken instelling, de opleiding of andere belanghebbenden. De<br />
ondertekende onafhankelijkheidsverklaringen van alle leden dienen in het rapport<br />
te worden opgenomen.<br />
3.2 Samenstelling panel<br />
De samenstelling en de werkwijze van het panel hebben overeenkomstig de<br />
voorschriften van de <strong>NVAO</strong> plaatsgevonden.<br />
Toelichting: uit de in het rapport beschreven CV’s moet blijken dat de<br />
samenstelling van het panel de garantie biedt voor de benodigde<br />
onafhankelijkheid, gezag, deskundigheid en breedte, conform de criteria vermeld<br />
in paragraaf 2.1b. In de CV’s moeten opleiding en werkervaring zijn opgenomen,<br />
evenals andere kwalificaties die voor het beoordelen van de kwaliteit van het panel<br />
relevant zijn. In het rapport moet beargumenteerd worden waarom het panel<br />
voldoet aan de eisen van de <strong>NVAO</strong>. In de panels moet in principe een student zijn<br />
opgenomen.<br />
Indien bij de samenstelling van het panel niet wordt voldaan aan de eisen zoals<br />
beschreven in paragraaf 2.1b, wordt daarvan gemotiveerd melding gemaakt en<br />
wordt duidelijk gemaakt op welke wijze het panel de ontbrekende deskundigheid in<br />
zijn oordeel heeft betrokken. In het rapport wordt duidelijk gemaakt op welke wijze<br />
het adequaat functioneren van het panel is gegarandeerd.<br />
3.3 Beoordelingsprotocol<br />
Het panel verklaart dat de visitatie heeft plaatsgevonden op basis van en<br />
overeenkomstig het beoordelingsprotocol.<br />
Toelichting: uit het visitatierapport blijkt dat het panel het beoordelingsprotocol<br />
heeft gevolgd. Eventuele afwijkingen daarvan worden in het rapport expliciet<br />
vermeld. Uit het rapport wordt tevens duidelijk dat het panel zich over alle<br />
operationele criteria een oordeel heeft gevormd.<br />
Voor de <strong>NVAO</strong> is de argumentatie van het panel om tot een oordeel te komen van<br />
vitale betekenis. Het panel geeft een deugdelijk en kenbaar onderbouwd oordeel<br />
over de zes door de <strong>NVAO</strong> gedefinieerde onderwerpen op grond van de in het<br />
rapport opgenomen gemotiveerde en beargumenteerde oordelen over de facetten.<br />
Wanneer er sprake is van verschillende afstudeerrichtingen, moet dit in het rapport<br />
worden opgenomen en waar relevant per onderwerp c.q. facet beargumenteerd.<br />
pagina 10 | <strong>NVAO</strong> | <strong>Protocol</strong> VBI’s | Nederland |
Tenslotte geeft het panel een gemotiveerd en beargumenteerd eindoordeel over<br />
de basiskwaliteit van de opleiding. Indien de VBI een inhoudelijke samenvatting<br />
van ongeveer 20 regels opneemt over het eindoordeel van de opleiding zal de<br />
<strong>NVAO</strong> dit als basis gebruiken in het te formuleren besluit.<br />
Indien een instelling heeft gevraagd om bijzondere kwaliteitskenmerken te<br />
beoordelen, wordt in het visitatierapport, dan wel in een addendum, melding<br />
gemaakt van de wijze waarop het panel tot een oordeel hierover is gekomen.<br />
Onderdeel van deze beschrijving is de wijze waarop het panel de te beoordelen<br />
bijzondere kwaliteitskenmerken heeft geoperationaliseerd en op welke wijze deze<br />
operationele criteria zijn getoetst. Uit het rapport blijkt tevens dat het panel de voor<br />
het beoordelen van de bijzondere kwaliteitskenmerken benodigde expertise bezat.<br />
In het rapport is een vergelijking gemaakt tussen de beoordeelde opleiding en<br />
andere, vergelijkbare opleidingen. Aangegeven wordt op welke wijze deze<br />
vergelijking tot stand is gekomen.<br />
Overeenkomstig het voorschrift in het accreditatiekader verklaart het panel of de<br />
de door de instelling aangeleverde informatie een voldoende basis bood voor de<br />
visitatie en dus voldoende zelfkritisch was.<br />
De VBI dient erop toe te zien dat het panel de beschikking krijgt over eerdere<br />
visitatierapporten en over relevante adviezen/besluiten van de <strong>NVAO</strong>. Hiermee<br />
wordt beoogd zicht te krijgen op de wijze waarop de opleidingen met eerdere<br />
aanbevelingen en adviezen zijn omgegaan.<br />
De VBI dient in het visitatierapport te vermelden volgens welke versie van haar<br />
protocollen dit tot stand is gekomen, en op welke versie van het protocol VBI’s van<br />
de <strong>NVAO</strong> deze protocollen gebaseerd zijn. Visitaties dienen plaats te vinden op<br />
basis van het meest actuele protocol VBI’s.<br />
3.4 Referentiekader<br />
Het panel verklaart dat de visitatie heeft plaatsgevonden op basis van en overeenkomstig<br />
het domeinspecifieke referentiekader. Toelichting: in het visitatierapport is<br />
het domeinspecifieke referentiekader opgenomen. Tevens wordt aangegeven op<br />
welke wijze het referentiekader tot stand is gekomen.<br />
Uit het rapport wordt duidelijk dat het panel zich over alle (operationele) criteria van<br />
het referentiekader een oordeel heeft gevormd. Het panel geeft gemotiveerd en<br />
beargumenteerd aan op welke wijze de domeinspecificiteit is betrokken in de<br />
oordelen per onderwerp en in het eindoordeel.<br />
4 Evaluatie van dit protocol<br />
Met behulp van dit protocol beoogt de <strong>NVAO</strong> de kwaliteit van het visitatie- en<br />
beoordelingsproces te waarborgen en te verbeteren. Kritisch is dat dit proces in<br />
onafhankelijkheid kan plaatsvinden. Op basis van ervaringen met het<br />
accreditatiesysteem in de praktijk zal dit protocol worden geëvalueerd en zonodig<br />
worden bijgesteld.<br />
pagina 11 | <strong>NVAO</strong> | <strong>Protocol</strong> VBI’s | Nederland |
pagina 12 | <strong>NVAO</strong> | <strong>Protocol</strong> VBI’s | Nederland |