4 Kompakt Dermatologie - <strong>Uitgave</strong> 1 / <strong>2013</strong> Maden remmen via uitscheiding de CA bij chronische wonden Creeping excretions Het <strong>com</strong>plement-systeem speelt een belangrijke rol bij de activering van de inflammatoire respons op verwonding, maar niet passende <strong>com</strong>plement-activering (CA) kan leiden tot ernstige weefselbeschadiging. Madentherapie wordt met succes gebruikt om geïnfecteerde wonden te behandelen. Deze studie ging uit van de hypothese dat excreties/secreties door maden CA beïnvloeden teneinde de inflammatoire respons van de gastheer te moduleren. Daarom werd het effect van excreties door maden op CA onderzocht in pre-operatief en postoperatief verkregen sera van patiënten. Het blijkt dat uitscheiding door maden de CA in gezonde en post-operatieve immuun-geactiveerde humane sera tot 99,9% reduceert, en wel via alle paden. Excreties door maden initiëren of remmen CA niet specifiek, maar breken de <strong>com</strong>plementaire proteïnen C3 en C4 af op een manier die onafhankelijk is van de cationen; het is gebleken dat dit effect temperatuurtolerant is. Deze studie onthult dus een CA-reducerend substraat dat al met succes in de klinische praktijk is gebruikt; het kan een deel van de verbeterde wondheling bewerkstelligd door madentherapie verklaren. Ook kan deze reducerende substantie in de excretie van maden een nieuwe behandelingswijze opleveren voor verscheidene aandoeningen die voortkomen uit een (over)actief <strong>com</strong>plement-systeem. Auteur: Cazander G et al. A<strong>dr</strong>es: Bronovo Hospital, Den Haag, VU Amsterdam, Nederland Studie: Maggot excretions affect the human <strong>com</strong>plement system Bron: Wound Repair R.‘12 Nov;20(6):879-86 Website: onlinelibrary.wiley.<strong>com</strong> Grijs worden: een wereldwijd onderzoek onder 4192 personen Enige revisie van de “50/50/50 vuistregel” vereist Er zijn talrijke artikelen verschenen over de biologische mechanismen van haarpigmentatie en grijs worden, maar epidemiologische beschrijvingen wereldwijd van zowel natuurlijke haarkleur en het vergrijzingsproces, zijn schaars. Het doel was het vaststellen van de haarkleur en de vergrijzing in een grote steekproef van mensen over de hele wereld, en de validiteit te onderzoeken van de 50/50/50 vuistregel die stelt dat op de leeftijd van 50 jaar 50% van de populatie ten minste 50% grijs haar heeft. De steekproef omvatte 4192 gezonde mannelijke en vrouwelijke vrijwilligers bij wie de haarkleur werd vastgesteld door een zintuigexpert via een vergelijking van het haar met standaard monsters. Naast haarkleur werden leeftijd, geslacht en etnische of geografische oorsprong vastgesteld. Tussen 45 en 65 jaar hadden 74% van de onderzochte personen geheel of deels grijs haar met een gemiddelde intensiteit van 27%. Bij mannen kwam significant meer grijs haar voor dan bij vrouwen. Zowel leeftijd en graad van vergrijzing waren duidelijk gekoppeld aan etnische of geografische oorsprong. Personen van Aziatische en Afrikaanse oorsprong hadden minder grijs haar dan mensen van Kaukasische oorsprong van ongeveer dezelfde leeftijd. Dit resultaat bevestigt eerder gepubliceerde resultaten. Het percentage personen met 50% vergrijzing op de leeftijd van 50 jaar was echter beduidend lager, met een variatie over de wereld. De range was 6-23%, dus ver onder de 50% van de vuistregel. Auteur: Panhard S, Lozano I, Loussouarn G. Studie: Greying of the human hair: a worldwide survey revisiting the ‚50‘ rule of thumb Bron: BJD 2012 Oct;167(4):865-73 Website: onlinelibrary.wiley.<strong>com</strong> STELARA (ustekinumab) – Verkorte productinformatie Productinformatie bij advertentie elders in dit blad Samenstelling: STELARA oplossing voor injectie. Elke flacon of voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik bevat 45 mg ustekinumab in 0,5 ml. Geheel humaan IgG1κ-monoklonaal antilichaam tegen interleukine (IL)-12/23. Indicaties: Matige tot ernstige plaque psoriasis bij volwassenen met onvoldoende respons op, of een contra-indicatie of een intolerantie voor andere systemische therapieën waaronder ciclosporine, methotrexaat en PUVA. Dosering en wijze van toediening: Aanvangsdosis van 45 mg subcutaan toegediend in week 0, gevolgd door een dosis van 45 mg in week 4 en vervolgens iedere 12 weken. Voor patiënten met een lichaamsgewicht > 100 kg is de dosis 90 mg, subcutaan toegediend in week 0, gevolgd door een dosis van 90 mg in week 4 en vervolgens iedere 12 weken. Bij deze patiënten is 45 mg ook effectief gebleken, maar resulteerde 90 mg in grotere werkzaamheid. Er is geen aanpassing van de dosis nodig bij oudere patiënten (≥ 65 jaar). De veiligheid en werkzaamheid van STELARA bij kinderen jonger dan 18 jaar zijn nog niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar. STELARA is niet bij patiënten met nier- en leverinsufficientie onderzocht. Er kunnen geen aanbevelingen worden gedaan omtrent de dosering. Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulp-stoffen. Klinisch belangrijke, actieve infectie. Waarschuwingen en voorzorgen: Infecties STELARA kan mogelijk het infectierisico vergroten en latente infecties reactiveren. In klinische studies zijn bij patiënten die STELARA kregen ernstige bacteriële, schimmel- en virusinfecties waargenomen. Voorzichtigheid dient in acht te worden genomen indien het gebruik van STELARA wordt overwogen bij patiënten met een chronische infectie of een voorgeschiedenis van recidiverende infectie. Alvorens een behandeling met STELARA te beginnen, dient te worden nagegaan of de patiënt tuberculose heeft. STELARA mag niet worden gegeven aan patiënten met actieve tuberculose. Behandeling van latente tuber-culose dient te worden begonnen vooraleer STELARA wordt toegediend. Tuberculostatica-behandeling dient ook te worden overwogen alvorens STELARA te beginnen bij patiënten met een voorgeschiedenis van latente of actieve tuberculose bij wie een adequate behandelkuur niet kan worden bevestigd. Patiënten die STELARA krijgen dienen tijdens en na de behandeling nauwgezet te worden gecontroleerd op verschijnselen en symptomen van actieve tuberculose. Patiënten dienen geïnstrueerd te worden om medische hulp te vragen als er verschijnselen of symptomen optreden die wijzen op een infectie. Als een patiënt een ernstige infectie ontwikkelt, dient de patiënt nauwgezet te worden gecontroleerd en STELARA dient niet toegediend te worden totdat de infectie is verdwenen. Maligniteiten Immunosuppressiva zoals STELARA kunnen mogelijk de kans op maligniteiten vergroten. Sommige patiënten die STELARA in klinische studies kregen, ontwikkelden cutane en niet-cutane maligniteiten. Er zijn geen studies uitgevoerd met patiënten met een maligniteit in de voorgeschiedenis of waarin de behandeling werd voortgezet bij patiënten die een maligniteit ontwikkelden terwijl ze STELARA kregen. Derhalve dient men voorzichtig te zijn wanneer men het gebruik van STELARA bij deze patiënten overweegt. Overgevoeligheidsreacties Ernstige overgevoeligheidsreacties zijn gemeld bij post-marketinggebruik, in enkele gevallen een aantal dagen na de behandeling. Anafylaxie en angio-oedeem zijn voorgekomen. Als er een anafylactische reactie of een andere ernstige overgevoeligheidsreactie optreedt, dient de toediening van STELARA onmiddellijk te worden beëindigd en dient een passende therapie te worden ingesteld. Gevoeligheid voor latex De beschermdop over de naald van de voorgevulde spuit is vervaardigd van <strong>dr</strong>oog natuurlijk rubber (afgeleid van latex), wat aller-gische reacties kan veroorzaken bij personen die gevoelig zijn voor latex. Vaccinaties Het wordt aanbevolen levende virale of levende bacteriële vaccins (zoals Bacillus Calmette Guérin (BCG)) niet tegelijk toe te dienen met STELARA. Voor een vaccinatie met levende virussen of levende bacteriën dient de behandeling met STELARA na de laatste dosis tenminste 15 weken te worden onderbroken en kan deze op zijn vroegst 2 weken na de vaccinatie worden hervat. Patiënten die STELARA krijgen toegediend, mogen wel tegelijker-tijd geïnactiveerde of niet-levende vaccinaties krijgen. Gelijktijdige behandeling met immunosuppressiva De veiligheid en werkzaamheid van STELARA in <strong>com</strong>binatie met andere immunosuppressiva, waaronder biologische geneesmiddelen, of fototherapie, zijn niet onderzocht. Men dient voorzichtig te zijn wanneer gelijktijdig gebruik van andere immunosuppressiva en STELARA wordt overwogen of bij het overschakelen van andere immunosuppressieve biologische geneesmiddelen. Speciale populaties Ouderen (≥ 65 jaar) Er zijn over het algemeen geen verschillen waargenomen in werkzaamheid of veiligheid bij patiënten van 65 jaar en ouder die STELARA ontvingen ten opzichte van jongere patiënten. Omdat er bij de oudere populatie in het algemeen een hogere incidentie van infecties is, dient men voorzichtig te zijn bij het behandelen van ouderen. Bijwerkingen: Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (≥ 1/10) met STELARA bij psoriasis waren nasofaryngitis en infecties van de bovenste luchtwegen. De meeste werden beschouwd als mild en waren geen reden om de onderzoeksbehandeling te stoppen. Vaak voorkomende bijwerkingen waren (≥ 1/100 tot < 1/10): Ontsteking van onderhuids bindweefsel (cellulitis), virusinfectie van de bovenste luchtwegen, overgevoeligheidsreacties (waaronder rash en urticaria), depressie, duizeligheid, hoofdpijn, keelpijn, verstopte neus, diarree, pruritus, rugpijn, spierpijn, artralgie, vermoeidheid, erytheem op de injectieplaats. Soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100): reacties op de injectieplaats, herpes zoster. Zelden (≥ 1/10.000 tot < 1/1.000): Ernstige overgevoeligheidsreacties (waaronder anafylaxie en angio-oedeem), facialis verlamming. Infecties In gecontroleerde studies bij psoriasispatiënten waren de percentages infecties of ernstige infecties bij patiënten behandeld met STELARA en degenen behandeld met placebo vergelijkbaar. De gemelde ernstige infecties waren ontsteking van onderhuids bindweefsel (cellulitis), diverticulitis, osteomyelitis, virusinfecties, gastro-enteritis, pneumonie en urineweginfecties. In klinische studies ontwikkelden patiënten met latente tuberculose die tegelijkertijd werden behandeld met isoniazide geen tuberculose. Maligniteiten Het percentage maligniteiten, uitgezonderd nietmelanoom huidkankers, gemeld bij patiënten behandeld met STELARA was vergelijkbaar met het percentage verwacht in de algemene bevolking (gestandaardiseerde incidentieratio = 1,1 [95%-betrouwbaarheidsinterval: 0,76, 1,43]). De incidentie van nietmelanoom huidkanker was voor patiënten behandeld met STELARA 0,61 per 100 patiëntjaren in follow-up. Overgevoeligheidsreacties In klinische studies met STELARA zijn rash en urticaria elk waargenomen bij < 2% van de patiënten. Vergunninghouder: Janssen-Cilag International NV, Turnhoutseweg 30, 2340 Beerse, België. Afleveringsstatus: U.R. Datum: Februari 2012 (voorgevulde spuit) en juni 2012 (flacon). - Voor de laatst beschikbare, volledige SPC tekst verwijzen we naar de website www.janssennederland.nl > Ons be<strong>dr</strong>ijf > Onze medicijnen. Internet: www.janssen-cilag.nl E-mail: janssen@jacnl.jnj.<strong>com</strong> Telefoon: 0800-242 42 42 ©Janssen-Cilag B.V. - PHNL/STE/1012/0090 Janssen-Cilag B.V.
* www.prixgalien.<strong>com</strong> Blijven dagen over om te focussen op leven... niet op psoriasis *Onderhoudstherapie na 2 inductiedoses ©Janssen-Cilag B.V. - PHNL/STE/1012/0090 Janssen-Cilag B.V.