Veiligheid: voor elkaar - Veiligheidsregio IJsselland

Een speciale uitgave van ‘Veiligheid: voor elkaar’,
de nieuwsbrief van Veiligheidsregio IJsselland.
Het algemeen bestuur van Veiligheidsregio IJsselland, heeft besloten dat jaarlijks de
hoofdstructuur wordt geoefend.
Het bestuur wil het functioneren van de ‘operationele hoofdstructuur’ testen. Hierbij wordt onder
andere gekeken naar opkomsttijden en bezetting van teams. Maar ook wordt het functioneren van
de processen informatiemanagement, voorlichting en de interactie tussen de actieve
coördinatieteams waargenomen.
Oefening hoofdstructuur, een nieuwe uitdaging
door Lieke Sievers, voorzitter veiligheidsdirectie
Waarschijnlijk heb je er al iets over gehoord in de
wandelgangen; de oefening hoofdstructuur. Op een nog
onbekende plaats in de regio wordt buiten kantoortijden een zo
realistisch mogelijke ramp in scene gezet, die uiteindelijk
oploopt naar het niveau Grip 3 of 4.
In de periode 1 november t/m 31 december 2010 wordt deze
oefening voor gemeenten, politie, brandweer, geneeskundige
hulpverlening en defensie in Veiligheidsregio IJsselland gehouden.
Het gaat dan over de alarmering, het daadwerkelijk opkomen en het
uitvoeren van de crisis- en rampenbestrijdingstaken. Er wordt
geoefend met een realistisch scenario, waarbij opschaling
noodzakelijk is. De oefening is een vervolg op de in maart 2009
gehouden RADAR oefening. Het is voor alle kolommen in Veiligheidsregio IJsselland een uitdaging
om te laten zien wat we in de afgelopen 2 jaar samen hebben bereikt. Ik wens ons allemaal die bij
deze oefening betrokken is of wordt, veel succes met de uitvoering ervan.
Oefening nader toegelicht
Rien Eshuis, algemeen projectleider
Natuurlijk wil iedereen weten wanneer de oefening gehouden
wordt, maar dat wordt tot aan het begin van de oefening geheim
gehouden. Alleen zo kunnen we de werking van de operationele
organisatie volledig oefenen.
Het incident vindt plaats in één van de elf gemeenten in onze
Veiligheidsregio. Ook kunnen één of meer gemeenten betrokken raken
als effectgemeente(n). De oefening start met een melding op de
Meldkamer Oost Nederland (MON). Al snel zal blijken dat het incident
zo groot is dat er moet worden opgeschaald.
Zij schalen eventueel op en starten processen als dat nodig is.
Gewoon volgens de afgesproken plannen en procedures. Naast de

inzet op de plaats van het incident moeten ook het Regionaal Operationeel Team (ROT) en één of
meer Gemeentelijke Beleidsteams (GBT) bij elkaar komen. Mogelijk is dat zelfs het Regionaal
Beleidsteam (RBT) wordt gealarmeerd.
Waarnemers leggen het verloop en de verrichtingen van deze oefening vast. Deze waarnemers zijn
op verschillende locaties duidelijk herkenbaar aanwezig.
Gemeenten en de oefening
Tijdens de oefening worden, naast de operationele diensten als brandweer, GHOR en politie,
ook meerdere gemeenten beoefend. Een
gemeente kan zo op twee manieren
betrokken worden bij de oefening: als
brongemeente of als effect gemeente.
Bron- of effectgemeente
Eén gemeente treedt op als brongemeente
en één of meerdere gemeenten worden
betrokken als effectgemeente.
De oefening richt zich op
het Gemeentelijk Beleidsteam
(GBT)
het Gemeentelijk Actie Centrum
(GAC)
het Actiecentrum Voorlichting
Van alle functionarissen wordt verwacht dat zij handelen zoals zij bij een werkelijke ramp zouden
doen.
Responscel
Bijzonderheid is dat tijdens de oefening gebruik wordt gemaakt van een responscel. Deze responscel
vervult twee taken:
1. berichten worden door de responscel bij verschillende teams ingebracht;
2. de responscel speelt de buitenwereld voor alle deelnemende teams. Alle deelnemers krijgen
dan ook een telefoonlijst met nummers van die organisaties waarmee zij contact willen of
kunnen leggen. Deze telefoonlijst is gekoppeld aan leden van de responscel.
Start, alarmering en opkomst
De oefening start op de gemeenschappelijk Meldkamer Oost Nederland (MON) door een melding te
maken van een gesimuleerd incident. Er wordt dan verwacht dat er wordt gereageerd zoals dat in een
echte rampsituatie ook wordt gedaan.
Welke functionarissen van gemeenten en operationele diensten gealarmeerd worden is onder andere
afhankelijk van het scenario van opschaling.
De uitvoerende veldeenheden worden hierbij niet gealarmeerd.
Als er zich een echt incident voordoet stopt de algemeen oefenleider de oefening direct. De
functionarissen die meedoen aan de simulatie blijven altijd beschikbaar en inzetbaar voor
echte incidenten.

Spelregels
Voor elke oefening geldt een aantal spelregels, ook voor deze oefening. Het is belangrijk dat
alle (mogelijke) betrokkenen op de hoogte zijn van deze spelregels en deze gebruiken tijdens
de oefening.
Berichtgeving tijdens de oefening
Alle berichten (meldingen, alarmeringen, opdrachten, enz.) tijdens de oefening beginnen met het
woord “simulatie”.
Alarmering op te komen functionarissen
De functionarissen die moeten opkomen worden (voor zover mogelijk) gealarmeerd met de
aankondiging “Simulatie” en de mededeling dat zij ‘snel, maar wel veilig, zonder optische en
geluidssignalen naar de plaats van het incident moeten komen’.
Veel gestelde vragen
Worden burgers ook bij de oefening betrokken
Nee, burgers spelen geen rol in de oefening. Via de regionale media worden
zij echter wel geïnformeerd. Na de oefening wordt een persbericht verspreid.
Dit bericht vermeldt waarom de oefening gehouden wordt en wat deze inhoudt.
Op die manier is direct duidelijk dat er in IJsselland geen werkelijke ramp is
geweest, maar dat gemeenten en hulpdiensten bezig zijn geweest met een
rampenoefening.
Wordt netcentrisch werken gebruikt tijdens de oefening
Ja, het beoefenen van het proces informatiemanagement is een van de
oefendoelen. Netcentrisch werken maakt hiervan een belangrijk onderdeel uit.
Wie verzorgt de voorlichting OVER de oefening
Voor de aanvang van de oefening wordt de voorlichting aan eventueel betrokken functionarissen
verzorgd door de Veiligheidsregio. Tijdens de oefening wordt de voorlichting aan eventueel
toegestroomde ‘echte’ pers en omwonenden op de plaats van het incident verzorgd door de
veiligheidsregio. Er wordt uitgelegd wat de praktijktoets inhoudt en wat het doel er van is.
Tot hoever moet in de uitvoering worden gegaan
Acties moeten worden uitgezet en uitgevoerd, maar het is niet de bedoeling dat een opvanglocatie
daadwerkelijk wordt ingericht. De besluiten en opdrachten van de verschillende teams worden feitelijk
niet bij de veldeenheden of gemeentelijke processen uitgezet. Wanneer de teams besluiten om
bijvoorbeeld eventuele slachtoffers over te laten brengen naar een ziekenhuis of om een gemeentelijk
deelproces op te starten, wordt dit ‘gespeeld’ via een responscel.
Meer informatie
Voor informatie over de oefening in het algemeen kunt u contact opnemen met:
Rien Eshuis
telefoon 038 -4281924 of e-mail r.eshuis@veiligheidsregio-ijsselland.nl.
Voor aangelegenheden aangaande de voorlichting kunt u contact opnemen met:
Chris Smit
telefoon 038-4281969, of e-mail c.smit@veiligheidsregio-ijsselland.nl

Colofon
Deze nieuwsbrief is een uitgave van Veiligheidsregio IJsselland.
Redactieadres: Veiligheid: voor elkaar
Postbus 1453
8001 BL Zwolle
038 – 4281969
www.veiligheidsregio-ijsselland.nl