De baard van A.ron - Eindtijd in Beeld

alle goddelozen der aarde zullen zijn droesemen uitzuigende
drinken.
<strong>De</strong>rde decaan: Corvus (de raaf)
Corvus is als een vogel afgebeeld, die op de slang staat. <strong>De</strong> Hebreeuwse
naam is Oreb = bde. Het waren raven, die Elia aan de beek Krith <strong>van</strong>
voedsel voorzagen (1 Koningen 17 : 4 - 6). <strong>De</strong> Egyptische naam is Her-na =
de vijand verbroken. In de mythologie werd de slang door de raaf opgegeten.
<strong>De</strong> raaf is een aaseter. Hij is een uitdrukking <strong>van</strong> het leven in deze
oude wereld, dat onderhouden wordt door de dood.
Bijbehorende sterren
1. Al Chibar (Arabisch) = samenvoegend.
2. Al Goreb (Arabisch) = de raaf.
3. Minchar al Gorab (Arabisch) = de verscheurende raaf (Spreuken 30 : 17).
<strong>De</strong> (zwarte) raaf kan ook opgevat worden als een beeld <strong>van</strong> de dood.
Het Hebreeuwse woord houdt verband met "honger(snood)". In dat
geval is de betekenis <strong>van</strong> Minchar al Gorab "de verscheurde raaf". <strong>De</strong>
dood verslindt de slang. Dat is de tweede dood, de poel des vuurs.
Dit is de laatste decaan <strong>van</strong> het laatste sterrenbeeld Leeuw. In de sterrenbeelden
(<strong>van</strong> de Maagd tot en met de Leeuw) werd de strijd tussen
het zaad <strong>van</strong> de vrouw en dat <strong>van</strong> de slang aangegeven. Christus is de
Overwinnaar en heeft alle vijandschap onderworpen. Hij is de Koning der
koningen, Die de Eersteling is <strong>van</strong> de nieuwe schepping.
3. Van Maagd tot Leeuw
Matthéüs 1 : 18, 23
18 <strong>De</strong> geboorte <strong>van</strong> Jezus Christus was nu aldus; want als
Maria, zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij
samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit
den Heiligen Geest.
23 Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren,
en gij zult Zijn naam heten Emmanuel; hetwelk is, overgezet
zijnde, God met ons.
Galaten 4 : 4, 5
4 Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God
Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden
onder de wet;
5 Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen
zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen (= aanstelling
tot zonen) verkrijgen zouden.
1 Korinthe 15 : 3, 4
3 Want ik heb ulieden ten eerste overgegeven, hetgeen ik
ook ont<strong>van</strong>gen heb, dat Christus gestorven is voor onze
zonden, naar de Schriften;
4 En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden
dage, naar de Schriften;
Openbaring 5 : 5, 6
5 En één <strong>van</strong> de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie,
de Leeuw, Die uit den stam <strong>van</strong> Juda is, de Wortel Davids,
heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven
zegelen open te breken.
6 En ik zag, en ziet, in het midden <strong>van</strong> den troon, en <strong>van</strong> de
vier dieren, en in het midden <strong>van</strong> de ouderlingen, een
Lam, staande als geslacht, hebbende zeven hoornen, en
zeven ogen; dewelke zijn de zeven geesten Gods, die uitgezonden
zijn in alle landen.
1 Korinthe 15 : 22 - 28
22 Want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen zij ook
in Christus allen levend gemaakt worden.
23 Maar een iegelijk in zijn orde: de eersteling Christus, daarna
die <strong>van</strong> Christus zijn, in Zijn toekomst.
24 Daarna zal het einde zijn, wanneer Hij het Koninkrijk aan
God en den Vader zal overgegeven hebben; wanneer Hij
zal te nietgedaan hebben alle heerschappij, en alle macht
en kracht.
25 Want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al de vijanden
onder Zijn voeten zal gelegd hebben.
26 <strong>De</strong> laatste vijand, die te niet gedaan wordt, is de dood.
27 Want Hij heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen.
Doch wanneer Hij zegt, dat Hem alle dingen onderworpen
zijn, zo is het openbaar, dat Hij uitgenomen wordt,
Die Hem alle dingen onderworpen heeft.
28 En wanneer Hem alle dingen zullen onderworpen zijn,
dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen worden Dien, Die
Hem alle dingen onderworpen heeft, opdat God zij alles
in allen.
Bijbelstudie - Christus in de sterren 29