Lees verder... - Sabvba
Lees verder... - Sabvba
Lees verder... - Sabvba
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
het koelmiddel (van damp naar vloeistof ). Het koelmiddel is dan nog steeds onder druk. In het expansieventiel wordt vervolgens de<br />
druk van de vloeistof verlaagd. Onmiddellijk na het expansieventiel bevindt zich de verdamper. In deze verdamper gaat het koelmiddel<br />
van haar vloeistoffase opnieuw over naar de dampfase. Bij dit proces wordt warmte onttrokken aan het te koelen product of ruimte.<br />
Vervolgens stroomt het koelmiddel in haar dampfase naar de compressor. Waarna het koelproces opnieuw start.<br />
Afhankelijk van het gebruiksdoel wordt er gesproken over:<br />
• vriescelkoeling (–40°C tot 0°C)<br />
• koelcelkoeling (0°C tot 10°C)<br />
• klimaatkoeling, (10°C tot 20°C)<br />
Deze worden in volgende hoofdstukken apart belicht.<br />
3.4.2.1. Koelefficiëntie<br />
De verhouding van de hoeveelheid opgenomen warmte en de hiervoor benodigde aandrijfenergie, heet koudefactor. Hoe hoger deze<br />
koudefactor, hoe beter de energie-efficientie.<br />
Een voorbeeld: een koelcompressor die 100 kW gebruikt bij een koudefactor van 2, kan ongeveer 200 kW aan thermische energie koelen.<br />
De koudefactor van koelcompressoren varieert meestal tussen 3,5 en 5.<br />
De koudefactor is voor een belangrijk deel bepaald door de temperatuur (of druk) in de verdamper en de condensor. Hoe lager de condensortemperatuur<br />
en hoe hoger de verdampertemperatuur, des te gunstiger is de koudefactor. Voor een goed koelproces dient er een<br />
zeker verschil te bestaan tussen verdampingstemperatuur en de gewenste koel- of vriestemperatuur. Een te groot verschil tussen deze<br />
beide temperaturen is energetisch gezien echter ongunstig. Een temperatuurverschil van circa 7°C tussen de gewenste temperatuur en<br />
de verdampingstemperatuur van het koelmiddel is ideaal.<br />
In het geval van ruimtekoeling (airco) heeft de verdampertemperatuur een invloed op de luchtvochtigheid in de ruimte. Een verhoging<br />
van de verdampertemperatuur betekent minder condensvorming op de verdamper, en daardoor een hogere relatieve<br />
luchtvochtigheid. In koelcellen waar de relatieve vochtigheid belangrijk is (opslag bederfbaar materiaal als vlees, vis, fruit en groenten)<br />
moet hiermee rekening worden gehouden.<br />
3.4.2.2. Energiebesparing<br />
Bij koeling kunnen we energie besparen door in eerste instantie het toepassen van Good Houskeeping om de koudevraag te beperken<br />
(koel geen onbenutte ruimten, voorkom gelijktijdig koelen en verwarmen, …). Daarnaast is een goede isolatie van de koelcel van groot<br />
belang. Vervolgens dienen we de mogelijkheden van warmteterugwinning na te kijken. Tenslotte zijn er de maatregelen die het rendement<br />
van de koudeopwekking verhogen.<br />
3.4.3. Koel- & vriescel-installaties<br />
3.4.3.1. Beperk de koudevraag<br />
We kunnen veel energie besparen door eerst de koudevraag te beperken<br />
met onderstaande eenvoudig toepasbare maatregelen:<br />
Isoleer optimaal<br />
Het energieverbruik van een koel- of vriescel is voor een belangrijk deel<br />
bepaald door de isolatie van de cel. We kunnen de koellast beperken door<br />
de dikte van de isolatie te verhogen. Als de laag tweemaal zo dik is, neemt<br />
het verlies met de helft af.<br />
Vermijd warmtebronnen in koelruimtes<br />
Alle elektriciteit die in een koelcel of een geklimatiseerde ruimte verbruikt wordt,<br />
wordt uiteindelijk warmte. Losse elektriciteitsverbruikende apparaten moeten er daarom, indien mogelijk, uit. Het verbruik van verlichting, ventilatoren<br />
en andere elektriciteitsverbruikers in koel- of vriescellen moet minimaal zijn. Het onnodig aan staan van toestellen/machines moeten we<br />
voorkomen.Voorzie waar mogelijk een automatische schakeling (aanwezigheidsdetectie).<br />
Beperk deurverliezen<br />
De verliezen bij koel- en vriescellen hangen samen met de afdichting, de grootte van de deuropening en de frequentie, tijdsduur en<br />
snelheid waarmee de deuren openen en sluiten. Deurverliezen kunnen echter oplopen tot 30%.<br />
Deze verliezen kunnen we beperken door:<br />
• het verkleinen van de deuropeningen;<br />
• het voorzien van een automatisch systeem voor het sluiten van de deuren;<br />
• het voorzien van gordijnstroken voor het afschermen van de deuropening;<br />
• installeren van snelsluitdeuren, sluizen of dockshelters;<br />
De besparing door deze maatregelen is sterk afhankelijk van het temperatuurverschil binnen en buiten de cel. Deze maatregelen zijn<br />
vooral interessant als regelmatig transport plaatsvindt tussen gekoelde en niet gekoelde ruimten. Sommige voorzieningen zijn alleen<br />
haalbaar bij nieuwbouw of renovatie.<br />
Steek WATT in je zak 31