Automatische telling van bloedplaatjes - UZ Leuven
Automatische telling van bloedplaatjes - UZ Leuven
Automatische telling van bloedplaatjes - UZ Leuven
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Critically Appraised Topic<br />
PSEUDOTROMBOCYTOPENIE<br />
Sarah Resseler<br />
12/06/2007
1. Evaluatie <strong>van</strong> trombocytopenie<br />
2. <strong>Automatische</strong> <strong>telling</strong> <strong>van</strong> <strong>bloedplaatjes</strong><br />
a. Inleiding<br />
b. Situaties die aanleiding geven tot een vals verlaagd aantal<br />
<strong>bloedplaatjes</strong><br />
c. Situaties die aanleiding geven tot een vals verhoogd aantal<br />
<strong>bloedplaatjes</strong><br />
d. Accuraatheid <strong>van</strong> automatische <strong>telling</strong>en bij ernstige<br />
trombopenie<br />
3. To do/actions
1. Evaluatie <strong>van</strong> trombocytopenie<br />
2. <strong>Automatische</strong> <strong>telling</strong> <strong>van</strong> <strong>bloedplaatjes</strong><br />
a. Inleiding<br />
b. Situaties die aanleiding geven tot een vals verlaagd<br />
aantal <strong>bloedplaatjes</strong><br />
c. Situaties die aanleiding geven tot een vals<br />
verhoogd aantal <strong>bloedplaatjes</strong><br />
d. Accuraatheid <strong>van</strong> automatische <strong>telling</strong>en bij ernstige<br />
trombopenie<br />
3. To do/actions
Evaluatie <strong>van</strong> trombocytopenie<br />
• Referentiewaarden: 150 000-450 000/µL<br />
→ trombocytopenie
Evaluatie <strong>van</strong> trombocytopenie<br />
• Frequente oorzaken <strong>van</strong> trombocytopenie<br />
1. Idiopatische trombocytopenische purpura (ITP)<br />
• Relatief frequent (5.8-6.6 per 100 000/jaar in VS en GB)<br />
• Ab tegen plaatjesantigenen thv GP IIb/IIa en GP Ib/IX<br />
• Verhoogde afbraak <strong>van</strong> <strong>bloedplaatjes</strong>, vnl thv milt<br />
• Labo: geïsoleerde trombopenie<br />
• Uitsluitingsdiagnose<br />
• Beenmerg (>60j, splenectomie)<br />
2. Drug-induced trombocytopenie<br />
• Zeer veel geneesmiddelen<br />
• Mechanisme:<br />
– Directe inhibitie <strong>van</strong> de megakaryocyten<br />
– Verhoogde afbraak immuungemedieerd<br />
• Heparine-geïnduceerde trombocytopenie<br />
– HIT type 1 en type 2
Evaluatie <strong>van</strong> trombocytopenie<br />
• Frequente oorzaken <strong>van</strong> trombocytopenie<br />
3. Sepsis/infectie<br />
• Mechanisme:<br />
– multifactorieel (verhoogd verbruik, onderdrukking productie,<br />
immunologische destructie,…)<br />
– specifieke infecties (CMV, EBV)<br />
4. Trombotische trombocytopenische purpura-hemolytisch<br />
uremisch syndroom (TTP-HUS)<br />
• Zeldzaam, potentieel levensbedreigend<br />
• Deficiëntie protease (ADAMTS13) → accumulatie grote<br />
multimeren von Willebrand factor → spontane aggregatie BP met<br />
stolsels in microcirculatie.<br />
• Klinische diagnose (pentade: trombopenie, microangiopathische<br />
hemolytische anemie, koorts, nierins., neurol.)<br />
• Labo:<br />
– Trombopenie (mediaan 20 000/µL)<br />
– Hemolyse (LDH, bilirubine, fragmentocyten)<br />
– Dir Coombs: negatief
Evaluatie <strong>van</strong> trombocytopenie<br />
• Frequente oorzaken <strong>van</strong> trombocytopenie<br />
5. Diffuse intravasale coagulatie (DIC)<br />
• Complicatie onderliggende aandoening<br />
• Activatie stollingscascade → trombocytopenie<br />
• Labo:<br />
– Trombocytopenie<br />
– Fragmentocyten<br />
– Verlenging PT en aPTT<br />
– Gedaald fibrinogeen<br />
– Fibrine degradatieprodukten<br />
6. Splenomegalie<br />
• Normale omstandigheden: 1/3 <strong>bloedplaatjes</strong> gesequestreerd thv<br />
milt<br />
• Splenomegalie → trombocytopenie<br />
• Labo:<br />
– Trombocytopenie (matig, zelden
George JN. The Lancet 2000;355:1531-1539
Questions<br />
1. Betrouwbaarheid <strong>van</strong> automatische <strong>telling</strong>en<br />
<strong>van</strong> <strong>bloedplaatjes</strong>: mogelijke valkuilen<br />
2. Is de huidige test voor het opsporen <strong>van</strong><br />
pseudotrombopenie geschikt en wordt deze<br />
optimaal aangevraagd door de clinici
1. Evaluatie <strong>van</strong> trombocytopenie<br />
2. <strong>Automatische</strong> <strong>telling</strong> <strong>van</strong> <strong>bloedplaatjes</strong><br />
a. Inleiding<br />
b. Situaties die aanleiding geven tot een vals<br />
verlaagd aantal <strong>bloedplaatjes</strong><br />
c. Situaties die aanleiding geven tot een vals<br />
verhoogd aantal <strong>bloedplaatjes</strong><br />
d. Accuraatheid <strong>van</strong> automatische <strong>telling</strong>en bij<br />
ernstige trombopenie<br />
3. To do/actions
<strong>Automatische</strong> <strong>telling</strong> <strong>van</strong> <strong>bloedplaatjes</strong>: inleiding<br />
1. Microscopische <strong>telling</strong><br />
• Fase contrast microscoop en telkamer<br />
• Tijdrovend<br />
• Lange tijd de referentiemethode<br />
2. Elektronische <strong>telling</strong>: impedantiemethode<br />
• Elk signaal is een cel, grootte <strong>van</strong> het signaal is<br />
proportioneel met de grootte <strong>van</strong> de cel.<br />
• RBC en BP worden in hetzelfde kanaal geanalyseerd,<br />
onderscheid op basis <strong>van</strong> celvolume.<br />
• Plaatjes volume distributie histogram
Figure i P/otelet vo/urne<br />
distribu- rion histogrorn<br />
frorn<br />
SYSMEX XE2100.<br />
PL lower discriminotor<br />
forplote]et volurne<br />
distribution;<br />
PDW = plotelet dìstribution<br />
viidth; P-LCR<br />
plotelet-lorge ce] totìo;<br />
PU = Upper discriminotor<br />
forplotelet volurne distribution.
<strong>Automatische</strong> <strong>telling</strong> <strong>van</strong> <strong>bloedplaatjes</strong>: inleiding<br />
3. Elektronische <strong>telling</strong>: optische methode<br />
• Lichtverstrooiing in verschillende hoeken<br />
• Cellen worden op basis <strong>van</strong> verschillende<br />
eigenschappen onderscheiden <strong>van</strong> elkaar<br />
• Sysmex XE2100: optische <strong>telling</strong> <strong>van</strong> <strong>bloedplaatjes</strong><br />
samen met reticulocyten<strong>telling</strong> na RNA-kleuring; het<br />
reticulocyten scattergram laat een mooie scheiding<br />
toe <strong>van</strong> de plaatjes.
<strong>Automatische</strong> <strong>telling</strong> <strong>van</strong> <strong>bloedplaatjes</strong>: inleiding<br />
4. Flowcytometrie<br />
• Monoklonale Ab (Anti-CD41 en anti-CD61) labeling BP<br />
• Scattergrammen: RBC/PLT ratio<br />
• Telling RBC<br />
<strong>bloedplaatjes</strong><br />
• Nieuwe referentiemethode sinds enkele jaren (ICSH en ISLH)
Situaties die aanleiding geven tot een vals verlaagd<br />
aantal <strong>bloedplaatjes</strong><br />
1. EDTA-afhankelijke pseudotrombopenie<br />
2. Satellitisme<br />
3. Macro/reuze<strong>bloedplaatjes</strong><br />
4. Pre-analytische oorzaken
EDTA-afhankelijke<br />
pseudotrombopenie<br />
1. Inleiding<br />
2. Pathofysiologie<br />
3. Prevalentie<br />
4. Diagnose
EDTA-afhankelijke<br />
pseudotrombopenie: : inleiding<br />
• Fenomeen waarbij <strong>bloedplaatjes</strong>aggregaten gevormd<br />
worden in aanwezigheid <strong>van</strong> EDTA.<br />
• 1969: Gowland et al<br />
– Tarijke trombocytenaggregaten op perifeer bloeduitstrijkje<br />
bij patiënt met trombopenie<br />
– Normaal aantal BP bij herhaling <strong>van</strong> de <strong>telling</strong> onmiddellijk<br />
na afname zonder anticoagulans<br />
– Afname in citraat en heparine toonde een progressieve<br />
daling <strong>van</strong> de BP, echter niet meer uitgesproken dan<br />
normaal<br />
– Conclusie: EDTA-afhankelijke aggregatie is de oorzaak<br />
<strong>van</strong> lage plaatjes<strong>telling</strong>en.<br />
• Pseudotrombopenie (en pseudoleukocytose)<br />
• Steeds uitsluiten in de investigatie <strong>van</strong> trombopenie
EDTA-afhankelijke<br />
pseudotrombopenie: pathofysiologie<br />
• Auto-Ab gericht tegen bepaalde antigenen op de BP.<br />
‣ Antigeen<br />
− Cryptantigenen thv GP-IIb-IIIa complex<br />
− Komen vrij te liggen door effect EDTA (discoïd→sferisch)<br />
‣ Antilichaam (heterogene groep)<br />
− IgG, IgM, IgA<br />
− Meestal koude agglutininen, echter ook T°-onafhankelijk of actief<br />
37°C.<br />
− Meestal IgG, reageren op kamerT°. Indien actief op 37°C bijna altijd<br />
IgM.<br />
− Natuurlijk versus verworven<br />
‣ Citraat<br />
− Minderheid vertoont ook agglutinatie <strong>van</strong> BP in aanwezigheid <strong>van</strong><br />
citraat als anticoagulans.
EDTA-afhankelijke<br />
pseudotrombopenie: : prevalentie<br />
• Algemeen: 0.07-0.20%<br />
• Gehospitaliseerde patiënten: 0.1-2.0%<br />
• Tot 17% binnen groep ambulante patiënten verwezen<br />
geïsoleerde trombocytopenie (Cohen et al, Silvestri et al),<br />
tweede belangrijkste oorzaak.
EDTA-afhankelijke<br />
pseudotrombopenie: : diagnose<br />
• Microscopisch opsporen <strong>van</strong><br />
trombocytenaggregaten.<br />
• Hematologische analysers<br />
– BP-aggregaten vaak zeer groot<br />
– WBC scattergram, niet geïdentificeerd<br />
als een WBC populatie
Aanvraag pseudotrombopenie (formulier 3001 nr.121)<br />
• Afname in drie verschillende tubes:<br />
–EDTA<br />
– Citraat<br />
– Heparine<br />
• <strong>Automatische</strong> <strong>telling</strong> <strong>bloedplaatjes</strong> drie tubes<br />
(optisch)<br />
• Drie uitstrijkjes microscopisch beoordeeld<br />
aanwezigheid <strong>van</strong> aggregaten.<br />
• Cytologisch onderzoek perifeer bloed met<br />
differentiatie WBC.
Aanvraag pseudotrombopenie (formulier 3001 nr.121)<br />
• mei 2006 – april 2007: 292 aanvragen pseudotrombopenie<br />
– 8 patiënten met pseudotrombopenie (2.7%)<br />
– 244 patiënten met een reële trombopenie (+/-84%)<br />
– 34 patiënten normaal <strong>bloedplaatjes</strong>aantal (150 000-<br />
450000/µL)<br />
– 3 patiënten met trombocytose (>450 000/µL)<br />
→13% onterechte aanvragen<br />
• 8 patiënten met pseudotrombopenie<br />
– 4 patiënten normale plaatjesaantallen citraat en heparine, 4<br />
patiënten trombopenie drie anticoagulantia (microscopisch<br />
aggregaten variërend)
Aantal <strong>bloedplaatjes</strong><br />
(x10*9/L)<br />
Aanwezigheid <strong>van</strong> aggregaten<br />
EDTA Citraat Heparine EDTA Citraat Heparine<br />
1 98 212 223 meerdere enkele meerdere<br />
2 71 153 169 meerdere enkele afwezig<br />
3 126 104 104 enkele afwezig meerdere<br />
4 106 138 142 meerdere meerdere meerdere<br />
5 64 136 meerdere enkele <br />
6 138 198 198 meerdere meerdere meerdere<br />
7 43 213 209 meerdere enkele enkele<br />
8 81 98 92 meerdere meerdere
1. Is een aanvraag pseudotrombopenie nodig of<br />
kunnen we vertrouwen op de rules gegenereerd<br />
door de Sysmex<br />
• Twee mogelijke rules:<br />
• Bij differentiatie WBC aberrante populatie (aggregaten)<br />
• Trombopenie, normaal hemoglobine en normaal aantal WBC<br />
• Sandhaus et al: efficiëntie drie analysers voor het genereren<br />
vlag <strong>bloedplaatjes</strong>aggregaten:<br />
→ Sysmex XE2100: sensitiviteit 67%; specificiteit 84%<br />
• 8 patiënten pseudotrombopenie:<br />
→ 3 patiënten rule pseudotrombopenie, 5 patiënten geen rule
2. Is het nodig een plaatjes<strong>telling</strong> in drie verschillende<br />
tubes uit te voeren + microscopisch aggregaten op<br />
te sporen<br />
• Analyse enkel uitvoeren bij BP
Alternatieven voor een betrouwbare plaatjes<strong>telling</strong><br />
• Tijdstip<br />
– Vorming aggregaten is tijdsafhankelijk: tijdstip 0 normaal aantal<br />
BP, na 60 min. aggregaten, na 4 uur nog meer uitgesproken.<br />
– Betrouwbare <strong>telling</strong> onmiddellijk na bloedafname.<br />
• Temperatuur<br />
– Bewaring en analyse op 37°C<br />
↔ er is ook aggregaatvorming mogelijk op 37°C<br />
• Citraat<br />
− Goed alternatief<br />
↔ rekening houden met mogelijkheid agglutinatie<br />
• Andere<br />
− Diverse anticoagulantie<br />
− Aminoglycosiden (kanamycine)
Andere oorzaken <strong>van</strong> pseudotrombopenie<br />
2. Satellitisme rond WBC<br />
• BP hechten zich in aanwezigheid<br />
<strong>van</strong> EDTA vast aan de WBC<br />
• Zeldzaam (1/12 000)<br />
• Pathofysiologie en klinische<br />
betekenis: onbekend<br />
• Matige afname <strong>van</strong> de BP,<br />
soms resulterend in trombopenie
Andere oorzaken <strong>van</strong> pseudotrombopenie<br />
2. Satellitisme rond WBC<br />
• Microscopisch: afhankelijk <strong>van</strong> de tijdsduur satellitisme of<br />
<strong>bloedplaatjes</strong>aggregaten
Andere oorzaken <strong>van</strong> pseudotrombopenie<br />
3. Macro/reuze<strong>bloedplaatjes</strong><br />
• Volume buiten de bovengrens plaatjes.<br />
• Beperkte aantallen bij gezonde personen.<br />
• Bepaalde omstandigheden kunnen er grotere aantallen<br />
aanwezig zijn met eventueel een (belangrijke) onderschatting<br />
<strong>van</strong> het reële plaatjesaantal:<br />
−<br />
−<br />
−<br />
stimulatie trombopoïese<br />
genetische afwijkingen<br />
primaire stoornissen hematopoïese.
Andere oorzaken <strong>van</strong> pseudotrombopenie<br />
4. Pre-analytische<br />
oorzaken<br />
• Dilutie tgv afname distaal infuus of via infuuslijn.<br />
• Overvulling tube, inadequate menging bloed-anticoagulans.<br />
• Vertraagd contact bloed en anticoagulans, moeilijke<br />
bloedafname → coagulatie → macroscopisch stolsels.
Situaties die aanleiding geven tot een vals verhoogd<br />
aantal <strong>bloedplaatjes</strong><br />
1. Fragmentocyten<br />
2. Cytoplasmafragmenten <strong>van</strong> gekernde cellen<br />
3. Micro-organismen<br />
4. Lipiden<br />
5. Cryoglobulinen
Situaties die aanleiding geven tot een vals verhoogd aantal<br />
<strong>bloedplaatjes</strong><br />
1. Fragmentocyten/microcyten<br />
• Impedantie: <strong>telling</strong> RBC en BP in hetzelfde kanaal,<br />
differentiatie op basis <strong>van</strong> partikelgrootte.<br />
→<br />
Microangiopathische hemolyse met talrijke fragmentocyten en<br />
ernstige microcytaire anemie: mogelijk vals verhoogde<br />
plaatjesaantallen.<br />
• Optisch: naast volume ook andere eigenschappen<br />
(fluorescentie Sysmex XE2100).<br />
→ Mogelijke interferenties fragmentocyten / uitgesproken<br />
microcytose worden uitgeschakeld/sterk geminimaliseerd.
Voorbeeld:uitgesproken microcytaire anemie<br />
(MCV: 43.2 fL)<br />
PLT-I: 9 966x10*9/L<br />
PLT-O: 356x10*9/L
Situaties die aanleiding geven tot een vals verhoogd aantal<br />
<strong>bloedplaatjes</strong><br />
2. Cytoplasmafragmenten <strong>van</strong> gekernde cellen<br />
•
Situaties die aanleiding geven tot een vals verhoogd aantal<br />
<strong>bloedplaatjes</strong><br />
3. Micro-organismen<br />
• Bacteriën:<br />
−<br />
−<br />
sepsis (extreme klinische situaties, microscopisch)<br />
bacteriële overgroei tgv vertraging staalafname en staalanalyse<br />
(pre-analytisch)<br />
• Fungi:<br />
− Candida glabrata sepsis: automatische <strong>telling</strong> trombocytose, reële<br />
trombopenie.<br />
• Parasieten:<br />
− Plasmodium falciparum trofozoïeten (impedantie+optisch)
Voorbeeld:Streptococcus pyogenes sepsis<br />
PLT-I: 30x10*9/L<br />
PLT-O: 87x10*9/L<br />
Manueel: 5x10*9/L<br />
Abnormaal scattergram (bact.,<br />
fragmenten neutrofielen)<br />
Abnormaal PLT-histogram (bact.)
Situaties die aanleiding geven tot een vals verhoogd aantal<br />
<strong>bloedplaatjes</strong><br />
4. Lipiden<br />
• Hyperchylomicronemie, staalafname na maaltijd of na<br />
parenterale voeding → lipiden in vitro druppeltjes → BP-<strong>telling</strong><br />
verstoren (grootte en lichtverstrooiing).<br />
• optische methode > impedantiemethode<br />
• toename 2-40x10*9/L (cave patiënten met verlaagde BP)
Situaties die aanleiding geven tot een vals verhoogd aantal<br />
<strong>bloedplaatjes</strong><br />
5. Cryoglobulinen<br />
• circulerende Ig of Ig-complexen reversibele precipitatie bij<br />
afkoeling<br />
• afhankelijk <strong>van</strong> de grootte pseudotrombocytose en/of<br />
pseudoleukocytose
Accuraatheid <strong>van</strong> automatische <strong>telling</strong>en bij ernstige<br />
trombocytopenie<br />
• Bloedplaatjestransfusiebeleid<br />
– profylactisch > therapeutisch<br />
– transfusiegrens 20x10*9/L<br />
– Recente studies: verlagen transfusiegrens 10x10*9/L of zelfs 5x10*9/L<br />
zonder klinische gevolgen.<br />
– Probleem: potentieel inaccurate resultaten bij uitgesproken<br />
trombocytopenie met ondertransfusie tot gevolg.<br />
– Diagnostische en therapeutische gids:<br />
Profylactisch transfusiegrens 20x10*9/L (heelkundige ingrepen<br />
50x10*9/L).
Accuraatheid <strong>van</strong> automatische <strong>telling</strong>en bij ernstige<br />
trombocytopenie<br />
• Studies: overschatting <strong>van</strong> hematologische analysers in<br />
vergelijking met de huidige referentiemethode<br />
(flowcytometrie).<br />
– Segal et al (2004): accuraatheid <strong>van</strong> diverse technieken voor<br />
plaatjes<strong>telling</strong> in vergelijking met IRM (flowcytometrie) voor<br />
hypothetisch gebruik <strong>van</strong> transfusiegrenzen <strong>van</strong> 5, 10 en<br />
15x10*9/L.<br />
→ er is een tendens tot overschatting plaatjes<strong>telling</strong><br />
→“onder-transfusie” <strong>van</strong> <strong>bloedplaatjes</strong>
1. Evaluatie <strong>van</strong> trombocytopenie<br />
2. <strong>Automatische</strong> <strong>telling</strong> <strong>van</strong> <strong>bloedplaatjes</strong><br />
a. Inleiding<br />
b. Situaties die aanleiding geven tot een vals verlaagd<br />
aantal <strong>bloedplaatjes</strong><br />
c. Situaties die aanleiding geven tot een vals<br />
verhoogd aantal <strong>bloedplaatjes</strong><br />
d. Accuraatheid <strong>van</strong> automatische <strong>telling</strong>en bij ernstige<br />
trombopenie<br />
3. To do/actions
To do/Actions<br />
• Wijzigingen <strong>van</strong> het uitvoeren <strong>van</strong> de test<br />
pseudotrombopenie:<br />
1. Enkel uitvoeren indien trombopenie<br />
DUS bij normaal <strong>bloedplaatjes</strong>aantal is er een annulatie <strong>van</strong><br />
de test (niet uitgevoerd wegens <strong>bloedplaatjes</strong>aantal binnen<br />
normale grenzen)
To do/Actions<br />
• Wijzigingen <strong>van</strong> het uitvoeren <strong>van</strong> de test<br />
pseudotrombopenie:<br />
2. Pseudotrombopenie: EDTA-buis + citraat-buis<br />
→<br />
→<br />
→<br />
<strong>Automatische</strong> <strong>telling</strong> <strong>bloedplaatjes</strong> EDTA + citraat<br />
Perifeer bloeduitstrijkje EDTA voor cytologisch onderzoek en<br />
differentiatie WBC<br />
Indien pseudotrombopenie + verlaagd aantal BP citraat: perifeer<br />
bloeduitstrijkje citraat opsporen <strong>bloedplaatjes</strong>aggregaten.