24 • LOSS MAGAZINE VERSUS “Het gedwongen fuseren van sportclubs is een slechte ontwikkeling” Sport. De een steekt er al zijn tijd in, de ander drinkt liever een sixpack dan dat -ie er een traint. De overheid bemoeit zich ook met sport en staat er vrij dubbel in. Want aan de ene kant promoot de overheid sport, omdat veel beweging goed voor je is, maar aan de andere kant blijft de overheid een orgaan dat met bezuinigingen te maken heeft. En de vraag die dan opdringt is al sinds jaar en dag: waarop moet worden bezuinigd? Op de zorg, op kunst en cultuur, op onderwijs of op sport? Tegenwoordig bezuinigen de overheid overal een beetje, en dus ook op sport. Hierdoor worden steeds meer sportclubs min of meer gedwongen te fuseren (samenvoegen en als één verder gaan). Is dit slecht? Is dit nadelig voor de kwaliteit van de accommodatie? Of zitten er ook voordelen aan? Daarover gaat deze Versus. Door: Koen Roelands Voor Fuseren. Zucht. Dagelijks vliegt de ene fusie na de andere je om de oren, en zelden wordt uitgelegd waar het goed voor is. Iedereen die wil sporten, moet fatsoenlijk kunnen sporten. En dus is het een licht scheve verhouding wanneer Jantje maar 5 minuten hoeft te lopen naar de tennisclub, en zijn vriend Harrie 20 minuten moet fietsen. Harrie ging eerst altijd dicht in de buurt tennissen, maar dat kan nu niet meer, want zijn tennisclub heeft moeten fuseren met een andere club, een paar dorpen verderop. En dat gemekker over bezuinigingen en geld tekort is nonsens, want een club kan met één druk op de knop de contributie verhogen. Ja, dat kost ze wellicht leden, maar ze kunnen tenminste nog blijven bestaan. Door de fusies zijn er straks nog maar weinig sportclubs over en wordt het dus steeds minder aantrekkelijk om te sporten. Gevolg: dikke mensen. Want over de marketingstrategie van de McDonalds hoef ik hier niets te vertellen. Daarnaast kunnen mensen door fusies op een andere manier worden ontmoedigd om te sporten. Sporters hebben vaak een band met hun club. Zij voetballen, tennissen, handballen of korfballen er al jaren, kennen de andere leden en de accommodatie voelt vertrouwd aan. Wanneer hun club verdwijnt of bij een andere club wordt ondergebracht, kan dat een flinke schok betekenen. Sommigen zullen er weinig voor voelen om hun sportcarrière 5 kilometer verderop voort te zetten. Sport is beleving en een club en accommodatie dragen hieraan bij. Door fusies kan dit essentiële onderdeel worden weggenomen. Tegen Allereerst de stelling. ‘Gedwongen’ is niet de juiste benaming, wat er eigenlijk staat is ‘logisch gevolg’. Wanneer er door de gemeente op sportaccommodaties wordt bezuinigd, gaat er bij de betreffende accommodaties een belletje rinkelen. Zij willen uiteraard evenveel activiteiten kunnen blijven organiseren, maar moeten daar nu alleen wat meer moeite en denkwerk aan wijden. Omdat ze nu minder bekers kunnen tappen uit de subsidiekraan, zullen ze wellicht zelf meer initiatief ondernemen om geld binnen te harken door bijvoorbeeld het organiseren van een rommelmarkt of sponsorloop. Als blijkt dat het toch moeilijk is voor een aantal accommodaties om de eigen boontjes te doppen, is er vaak maar één uitweg: een fusie. Twee of meerdere sportaccommodaties worden dan samengevoegd en gaan onder één naam verder. Hierdoor komt er een aantal sportgebouwen leeg te staan, welke op den duur weer kunnen worden gebruikt door andere, nieuwe ondernemers die er wellicht een nieuw sportcafé in gaan vestigen. Zo zal het sportlandschap langzaam verschuiven. Is dat slecht? Nee, het is wat al sinds jaar en dag gebeurt in de detailhandel en horeca, maar ook bij grote bedrijven zie je soortgelijke gebeurtenissen; denk maar aan Ziggo en UPC. Dus om de hoofdvraag van een antwoord te voorzien: is het ‘gedwongen’ fuseren van sportclubs slecht? Nee. En sowieso - wat ook te zien is in de kunst- en cultuursector - minder subsidie verhoogt vrijwel altijd de kwaliteit. Maar dat ga ik niet meer uitleggen.
LOSS MAGAZINE • 25