HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM | JAARVERSLAG 2009

Hogeschool van Amsterdam | jaarverslag 2009

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Hogeschool van Amsterdam
Jaarverslag 2009

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Inhoudsopgave
Voorwoord 5
Bericht van de Raad van Toezicht 7
Kerngegevens 8
Algemeen 1. Onderwijs 10
2. Kwaliteit en Accreditatie 14
3. Internationalisering 17
4. Technologie en Nieuwe Media 21
5. Onderzoek 26
6. Huisvesting 31
7. Professionalisering medewerkers 36
8. Bericht van de Centrale Medezeggenschapsraad 40
9. Werving: koers op kwaliteit 41
10. Corporate Governance 44
11. Samenwerking UvA-HvA in de bedrijfsvoering 45
Gegevens Sociaal Jaarverslag 1. Kerngegevens 50
2. Samenstelling medewerkersbestand 54
3. In- en uitstroom 56
4. Interne mobiliteit 58
5. Arbeidsvoorwaarden 59
6. Ziekteverzuim 63
7. Doelgroepenbeleid 64
Bijlagen 1. Bestuurlijk en leidinggevend kader 68
2. Locaties per 31 december 2009 69
3. Domeinen en afdelingen 70
4. Diploma’s 71
5. Aantallen studenten per vooropleiding 72
6. Aantallen studenten naar voltijd, deeltijd en duaal 74
7. Rendementen 75
8. Partnerinstellingen 83
9. Engelstalige minoren van de HvA 88
10. Promotietrajecten Medewerkers 89
11. Lectoren 90
12. Afkortingen 92
Financieel Jaarverslag Financiële verantwoording 94
Geconsolideerde balans per 31 december 2009 101
Geconsolideerde staat van baten en lasten 2009 102
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2009 103
Accountantsverklaring 104

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Voorwoord
De Hogeschool van Amsterdam is een
echt Amsterdamse onderwijsinstelling,
die kenmerkende eigenschappen als
lef, handelsgeest, creativiteit en vernieuwingsdrang
met de stad gemeen
heeft. Het jaar 2009 stond voor de
HvA in het teken van de bouw van de
Amstelcampus: de beweging van de
rand van de stad naar het centrum.
Daarmee wordt de verankering van de
Hogeschool van Amsterdam in de stad
versterkt. Want de HvA is geen inwisselbare
hogeschool, die toevallig in Amsterdam
staat; de HvA is de Hogeschool vóór en
mét Amsterdam. Dat komt – naast de
keuze voor de nieuwe locatie – tot uiting
in de betrokkenheid van de Amsterdamse
overheid bij de HvA, in de vele samenwerkingsverbanden
met Amsterdamse
organisaties en het bedrijfsleven, én in
de nauwe band met de Universiteit van
Amsterdam.
Bij de opening van het hogeschooljaar
2009-2010 hield onderwijswethouder
Lodewijk Asscher een bevlogen speech,
waarin hij aangaf hoe belangrijk de HvA
voor Amsterdam is. De emancipatoire
functie van het hbo is in een multiculturele
stad als deze van grote waarde en
die rol vervullen wij steeds beter. Onze
studenten komen voor een groot deel uit
Amsterdam en de regio rondom de stad,
en zullen na hun afstuderen veelal ook
aan het werk gaan in deze omgeving.
Met hun HvA-diploma komen zij in een
dynamisch en veeleisend werkveld terecht.
Wie bijvoorbeeld gaat werken in het
basisonderwijs, krijgt te maken met een
behoorlijk uitdagende praktijk. Om de
studenten daarvoor goed toe te rusten
biedt onze Amsterdamse Pabo dan ook
iets extra’s. Bijvoorbeeld een intensieve
samenwerking met de opleidingsscholen;
een samenwerking die veel verder gaat
dan het aanleveren van stagiairs. Maar
ook een project als Springlevend Landlust,
waar twintig excellente pabo-studenten
de kans krijgen om zich gedurende een
jaar in te zetten voor een school in een
achterstandswijk – in ruil voor een woning
vlakbij die school.
Datzelfde geldt voor een opleiding als de
ALO: docent Lichamelijke Opvoeding kun
je overal zijn, maar wie van de HvA komt,
kan dat óók in de meest complexe omgeving.
Het domein Gezondheid van de
HvA is actief in Amsterdam-Zuidoost,
waar zeer veel nationaliteiten vertegenwoordigd
zijn. Wie daar zijn of haar
opleiding volgt, krijgt in het Amsterdamse
werkveld te maken met een enorme
diversiteit aan cases.
De keerzijde van de dynamiek en de
woeligheid van de metropool is dat
Amsterdam veel afleiding biedt. Dat
zorgt er mogelijk mede voor dat het
uitvalspercentage, zoals in de gehele
Randstad, nog steeds te hoog is. Zo zien
we vaak dat het bedrijfsleven aan talent
trekt, al vóór het afstuderen. Het tegengaan
van studie-uitval vormt dus een
belangrijke uitdaging voor de HvA,
waaraan onder meer vorm wordt gegeven
in het project Sturen op Studiesucces
(SoS). Hieronder vallen veel opleidingsspecifieke
initiatieven.
In de interviews in dit jaarverslag zijn
verschillende inspirerende voorbeelden
te vinden van de band die de HvA met de
stad heeft en de manier waarop we onze
studenten vertrouwd maken met de stad.
Amsterdam is een belangrijke biotoop, die
een stempel op onze opleidingen zet.
Daarvan worden zowel de stad als de
opleidingen beter.
Karel van der Toorn,
voorzitter College van Bestuur
5

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Bericht van
de Raad van Toezicht
In de samenstelling van de Raad van
Toezicht (RvT) is in het verslagjaar geen
verandering opgetreden. Wel heeft de
RvT samen met het CvB in 2009 afscheid
genomen van de Algemeen Directeur,
de heer drs. J.Th.M. Knigge. Ook de RvT
is hem veel dank verschuldigd voor datgene
wat hij heeft gedaan voor de HvA
en voor de RvT zelf.
In het verslagjaar is de RvT vijfmaal bijeen
geweest in aanwezigheid van het CvB en
daarbij zijn de reguliere taken verricht,
zoals het goedkeuren van de begroting
2010, het jaarverslag en de jaarrekening
2009. De accountantscontrole op deze
jaarrekening was de eerste van PWC en
de RvT heeft in dit verband met waardering
kennis genomen van de door PWC
gedane nulmeting bij de HvA. De conclusie
dat de HvA financieel ’in control’
is en dat er uiteraard in sommige administratieve
processen verbetering mogelijk
is, werd door de RvT onderschreven.
De Raad kent drie commissies, die van
belang zijn in het kader van de governance
binnen de Raad en binnen de
HvA. Het betreft de Auditcommittee, die
zich in detail met de bedrijfsvoering van
de hogeschool bezig houdt en in 2009
vijf maal bijeenkwam; de remuneratiecommissie
die zich onder meer heeft
gebogen over de adviezen van de commissie
Rechtspositie politieke ambtsdragers
(commissie-Dijkstal) en die eenmaal
vergaderde; en de benoemingscommissie
ad hoc, die in het afgelopen jaar niet
bijeenkwam. In een aparte vergadering,
en buiten aanwezigheid van het College
van Bestuur, werd aandacht besteed aan
het eigen functioneren en aan dat van
het College.
Gezien de omvang van het project heeft
de RvT in het verslagjaar veel aandacht
besteed aan de Amstelcampus, het
nieuwbouwproject op de Wibautas.
Politieke en marktontwikkelingen in
2009 noodzaakten tot een duidelijke
beleidslijn zowel voor wat betreft het
bouwprogramma als voor wat betreft
de hoogte van het budget. De RvT heeft
aan het einde van het verslagjaar met
instemming kunnen vaststellen dat het
CvB hierin een goede inhoudelijke koers
vaart en dat er adequate maatregelen
zijn genomen om te zorgen dat het
project binnen het door de RvT goedgekeurde
budget blijft. Dit sluit aan bij de
constatering in vorige jaarverslagen, dat
de RvT goed geïnformeerd wordt door
het CvB over de ontwikkelingen op dit
voor de HvA gewichtige dossier.
Een belangrijk thema blijft de samenwerking
met de UvA. Jaarlijks maakt
de RvT in overleg met het CvB de balans
op. Het is en blijft voor de HvA-student
winst dat de mogelijkheid van doorstroom
naar de UvA vergemakkelijkt is.
De RvT onderschrijft dan ook de benadering
van het CvB waarbij decanen van
de faculteiten bij de UvA en domeinvoorzitters
bij de HvA aangezet worden
om goede doorstroomprogramma’s op
te stellen en dit lukt in toenemende
mate. Daarnaast heeft de RvT de overtuiging
dat juist ook in de samenwerking
synergievoordelen bereikt kunnen
worden in de ondersteuning van het
primaire proces. Met het CvB is de RvT
van mening dat dit een proces van lange
adem is, waarbij het de kunst is het
beste van beide organisaties te combineren.
Juist die kwaliteitsslag zal het primaire
proces ten goede komen en daar
is het juist allemaal om te doen.
Niet onvermeld mag blijven dat de RvT
voorafgaand aan de vergaderingen regelmatig
een domein bezoekt en daar inzicht
krijgt in de dagelijkse gang van zaken.
Met genoegen constateert de RvT telkens
weer met welk een enthousiasme en deskundigheid
bij de HvA invulling gegeven
wordt aan het hoger onderwijs. Daarvoor
is de RvT het CvB en alle medewerkers
veel dank verschuldigd.
Namens de Raad van Toezicht
Prof. dr. N.A.M. Urbanus, voorzitter
7

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Kerngegevens
8 –––––––––––––––––– ––––––––––––– ––––––––––––– ––––––––––––– ––––––––––––– –––––––––––
Medewerkers 2009 2008 2007 2006 2005
–––––––––––––––––– ––––––––––––– ––––––––––––– ––––––––––––– ––––––––––––– –––––––––––
Mannen 1443 1299 1235 1198 1156
Vrouwen 1658 1488 1369 1276 1149
–––––––––––––––––– ––––––––––––– ––––––––––––– ––––––––––––– ––––––––––––– –––––––––––
Totaal 3101 2787 2604 2474 2305
–––––––––––––––––– ––––––––––––– ––––––––––––– ––––––––––––– ––––––––––––– –––––––––––
Peildatum: 31 december 2009

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Algemeen
9

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
1. Onderwijs
10 Studiesucces
Studenten van de HvA verschillen naar
vooropleiding, herkomst, leeftijd, werkervaring,
ambities en talenten. De HvA
biedt een grote diversiteit aan studenten
de mogelijkheid zich maximaal te ontplooien.
De HvA slaagt er steeds beter in
om onderwijs te bieden waarin studenten
hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen.
Een belangrijk speerpunt van de
HvA is het verhogen van het studiesucces.
De HvA kiest voor een integrale aanpak
en streeft naar verbetering van het
studiesucces van alle studenten, met bijzondere
aandacht voor het studiesucces
van allochtone studenten. De aanpak is
onderwerp van een promotieonderzoek.
Over de effectiviteit van interventies is
nog relatief weinig bekend en de HvA
draagt hiermee bij aan het vergroten
van ‘evidence’ voor een optimale aanpak
en inzet van mensen en middelen.
De HvA heeft als doelstelling dat de
studierendementen van alle opleidingen
van de HvA het hoogst is in vergelijking
met opleidingen in een soortgelijke
(stedelijke) omgeving. Deze doelstelling
is nog niet gehaald, wel is sprake van
een zichtbare verbetering.
In het kader van het project Sturen
op Studiesucces (SoS) startten in 2009
vijftien opleidingen met relatief veel
allochtone studenten met de uitvoering
van hun projectplan. In het domein
Maatschappij en Recht doen alle opleidingen
mee en is sprake van een aanpak
op domeinniveau én op opleidingsniveau.
Dit stimuleert de onderlinge afstemming
en kennisdeling over studiesucces binnen
het domein optimaal. Als eerste opleiding
heeft de Pabo de resultaten van het SoSproject
in de eigen opleiding gemeten.
Deze tonen dat de studierendementen
stijgen en dat de taalvaardigheid van
met name niet-westerse allochtone
studenten sterk verbetert. Bovendien
blijkt dat op het terrein van studiesucces
een nieuwe dynamiek is ontstaan die
veel enthousiasme onder docenten,
studenten en staf heeft bewerkstelligd.
Tijdens HvA-brede SoS-Pitstops verzorgen
experts op het gebied van studiesucces
van binnen en buiten de HvA presentaties.
Projectleiders, opleidingsmanagers,
docenten en studenten gebruiken deze
bijeenkomsten om kennis te delen, ervaringen
uit te wisselen en te netwerken.
In het Domein Media, Creatie en
Informatie heeft de opleiding AMFI
in 2009 van SURF foundation subsidie
ontvangen voor het verbeteren van de
intakeprocedure. De doelstelling is om
studenten ‘voor de poort’ zodanig te
informeren over de opleiding, het
toekomstige beroep én de daarvoor
benodigde talenten, dat zij een weloverwogen
keuze kunnen maken voordat zij
zich inschrijven. Op basis van ervaringen
uit voorgaande jaren is voor de instroom
2009-2010 een uitgebreidere, verbeterde
en meer informatieve intakeprocedure
opgezet, waarbij de zelfevaluerende rol
van de kandidaat een groter gewicht
krijgt.
Excellentieprogramma’s
De HvA streeft ernaar om excellente
studenten een leeromgeving te bieden
die hen extra uitdaagt. De toekenning
in 2009 van subsidie in het kader van
het Siriusprogramma is een extra impuls
om binnen alle domeinen excellentieprogramma’s
(verder) te ontwikkelen.
Er worden drie aspecten van excellentie
onderscheiden, die afzonderlijk of in
combinatie de excellentieprogramma’s
typeren:
• excellentie ten aanzien van
specifieke professionaliteit;
• excellentie ten aanzien van
generieke professionaliteit;
• excellentie ten aanzien van
kennisontwikkeling.
Uitgangspunt bij de programmering van
excellentie in curricula is ‘eerst talent
spotten, dan talent ontwikkelen’. In het
eerste en het tweede studiejaar kunnen
alle studenten kiezen voor extra uitdaging
door een Studium Excellentieprogramma
te volgen naast het reguliere onderwijs.
Deze programma’s prikkelen ‘latente
talenten’ en laten hen doorgroeien tot
‘erkende talenten’. Elk domein biedt vervolgens
‘erkende talenten’ in het derde
en vierde jaar van de hoofdfase één of
meer honourstrajecten. Dit gebeurt in
nauwe samenwerking met de lectoren
en het werkveld, onder meer door extra
uitdagende onderwijsprogramma’s,
stageplaatsen en een prijs voor het
beste honoursproject.
Studenten uit diverse domeinen namen
in 2009 deel aan pilots van het innovatieve
honourstraject ‘Design in Society’.
In dit traject werken studenten interdisciplinair
samen met studenten uit andere
domeinen en van de Rietveld Academie.
Zij ontwikkelen een concrete en onorthodoxe
oplossing voor een actueel
Amsterdams vraagstuk. Daartoe hanteren
ze een methode die onderzoek en ontwerp
combineert.
Leven Lang Leren
De druk voor werkenden om (ook op
latere leeftijd) te blijven leren en een
erkend certificaat of diploma te behalen,
wordt steeds groter. Dat een leven lang
leren noodzaak is, wordt inmiddels
onderschreven door overheid en werk-

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
gevers- en werknemersorganisaties.
Toch blijkt dat het aantal studenten van
30 jaar en ouder daalt. Dit is een landelijke
tendens. De kernvraag is: hoe maak
je het onderwijs aantrekkelijk voor werkenden,
op zodanige wijze dat het hen
stimuleert een opleiding te beginnen
én af te maken, en vervolgens terug te
komen voor meer? De domeinen hebben
in 2009 in samenspraak met elkaar en
het EVC-centrum, een visie ontwikkeld
en een aanbod aan Leven Lang Leren
diensten en -voorzieningen. In 2009
heeft de HvA van SenterNovem subsidie
ontvangen voor het verder ontwikkelen
en aanbieden van deze diensten en
voorzieningen.
Onderwijsconferentie
De HvA Onderwijsconferentie is een
jaarlijks eendaags evenement voor alle
HvA-medewerkers, waar actuele onderwijsontwikkelingen
centraal staan. Het
doel van de dag is elkaar te ontmoeten
en te inspireren rond voorbeelden van
samenwerking tussen onderwijs en
onderzoek van de HvA en het werkveld
in de stad Amsterdam. De onderwijsconferentie
2009 – in de Beurs van Berlage –
stond in het teken van de HvA als
Learning Community. De conferentie
werd geopend door CvB-lid Dymph van
den Boom. Vervolgens was het woord
aan de twee keynotespeakers: Trude
Maas en René Jansen. Daarna gingen
zo’n 800 deelnemers met elkaar in
gesprek. Tijdens ‘rondetafelgesprekken’
werd intensief van gedachten gewisseld
over actuele onderwerpen, zoals het
inrichten van honourstrajecten, de
positie van professionele masters in het
hbo, studiesucces, ICT in het onderwijs,
en de professionalisering van jonge
docenten.
Challenging Diversity Award
Tijdens de ECHO Conferentie 2009 werd
voor de eerste maal de Challenging
Diversity Award uitgereikt. Deze prijs
is ingesteld door Zestor, het arbeidsmarkt-
en opleidingsfonds van hogescholen,
en ECHO, Expertisecentrum
Diversiteitsbeleid en wordt uitgereikt
aan een professional die werkzaam is
in het hbo en zich succesvol inzet voor
diversiteit binnen zijn of haar hogeschool.
Uit 13 voordrachten zijn door een deskundige
jury vijf finalisten geselecteerd.
Hieruit is de uiteindelijke winnaar
gekozen: de heer Sharog Heshmat
Manesh, docent van de HvA.
Hogeschoolcommissie voor
het Onderwijs (HCvO)
De HCvO is een commissie die bestaat
uit een opleidingsmanager vanuit elk
van de zeven domeinen in de HvA.
De HCvO adviseert het CvB over het
onderwijsbeleid van de hogeschool.
Op deze wijze worden de verantwoordelijken
voor het primaire proces direct
betrokken bij de beleidsontwikkeling.
In 2009 heeft de commissie onder meer
geadviseerd over ‘Toetsen en Beoordelen’,
‘Studiesucces’ en het portfolio van de
HvA.
11

12
Eric Petzinger is projectcoördinator en docent Commerciële Economie.

Hij zit al dertig jaar in het onderwijs, waarvan een jaar of twintig bij de HvA.
“We kwamen met de hogeschool uit de binnenstad van Amsterdam.
Zuidoost is dan niet echt een omgeving waar je je als docent thuis
voelt. Gelukkig denk je als commercieel econoom in termen van
opportunities. Zo vind ik ons gebouw echt een superaccommodatie,
die heel goed in elkaar zit. En in Zuidoost zit een fiks aantal bedrijven
waar we iets aan kunnen hebben en waarmee we tegelijkertijd een
bijdrage leveren aan onze omgeving.
Na al die jaren als docent word ik nog steeds erg blij van de leuke
projecten die we hier doen. Die zijn goed voor ons, de bedrijven én de
gemeente. Doordat studenten hun visie neerleggen bij de gemeente,
kan die er draagvlak aan ontlenen.
In 2009 zijn we door de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) uitgenodigd
om mee te doen aan een wedstrijd in het kader van de herstructurering
van Amsterdam. De wedstrijd paste feilloos bij onze onderwijsdoelstellingen,
namelijk strategisch leren denken en handelen,
zodat je complexe (stedelijke) omgevingen kan analyseren. We hebben
met twee groepen meegedaan. Een groep kwam met een concept
voor de herinrichting van Amstel 3, een industriegebied met een eenzijdige
(kantoren)functie. Volgens de moderne filosofie moet je werken,
wonen en recreëren juist in één gebied onderbrengen. De studenten
hebben hiervoor een aantal complexen ontwikkeld in de vorm
van de drie kruizen van Amsterdam. Op een wereldbol, symbool voor
de vele culturele groepen in Zuidoost. De tweede groep bestond uit
studenten Sportmanagement. Zij zouden een concept voor
Amsterdam als Olympische Stad 2028 bedenken. Al filosoferend ontstond
het idee om Amsterdam als waterstad te profileren. Een mooi
plan, waar ze veel lof mee hebben geoogst; echt een opsteker voor de
studenten, en natuurlijk ook voor ons als opleiding. Beide groepen
zaten uiteindelijk in de eindronde van de DRO-wedstrijd en konden
door naar de finale.
Voordat je met een project kunt beginnen, moet je eerst een basis
hebben. Onze studenten krijgen dus eerst ondersteunende colleges:
Strategische Marketing, Marktonderzoek en Stadssociologie. Dat zijn
de pijlers waar de projecten op draaien. Ze doen ook cases en excursies
om zich in te leven. Het gaat erom een concept te ontwikkelen
dat je kunt vermarkten. Hoe kom je aan een concept? Voor het
Olympische Spelen-project hebben we bijvoorbeeld associaties
gemaakt van alles dat met water te maken heeft. Daarnaast zijn we
naar het Amsterdams Historisch Museum geweest om meer gevoel
te krijgen voor Amsterdam, de Amsterdammers en de rol van het
water. We hebben ook een rondleiding gedaan door het Olympisch
Stadion, om het Olympische gevoel te krijgen. En ze hebben veel
foto’s gemaakt in de stad (fotosafari), om te kijken op welke locaties
de Spelen eventueel zouden kunnen plaatsvinden. Je moet aan iets
ruiken en erin knijpen, zeg ik altijd. Je kunt niet op abstract niveau
werken.”
Janneke van der Horst | vierdejaars student
Sportmarketing
“Als ik klaar ben met mijn studie wil ik de Olympische Spelen van
2028 gaan organiseren. Heel ambitieus, maar dat is wel het hoogste
dat ik wil. In het derde jaar hadden we een project met de vraag:
schrijf een bidboek voor de Olympische Spelen van 2028. Dan moet je
dus het thema en de locatie verzinnen en hoe je draagvlak ontwikkelt.
We moesten een pitch houden in de klas, waarbij je je concept presenteert,
een soort competitie. We werden tweede. Bij de eindpresentatie
van school haalden we wel de eerste plaats en mochten we
meedoen met de ontwerpwedstrijd van DRO. Daarna mochten we ons
plan ook presenteren bij Carolien Gehrels, de wethouder van Cultuur,
Sport en Bedrijven en zij vond het geweldig. Toen heb ik de stoute
schoenen aangetrokken en gevraagd om een stageplek. Die kreeg ik,
bij het project ‘Olympische Ambitie’ van de gemeente Amsterdam!
Ons bidboek heeft de titel ‘The Dutch Watergames 2028’. Nederland
is heel sterk op het gebied van watermanagement. Daarmee kunnen
we de wereld duidelijk maken dat we zuinig moeten zijn met water:
een heel belangrijk besef als we verder willen leven op deze planeet.
In ons concept stellen we voor om een eiland te creëren in het
IJmeer, precies in de vorm van Amsterdam-Centrum. De grachtengordel
vormt het Olympisch dorp en op de plek van het Damrak komt
het Olympisch stadion. En er moeten ook technologieën ontwikkeld
worden om het water van het IJmeer te verschonen. Zo doen we iets
goeds terug voor Nederland en het milieu.”
Karlijn Gonggrijp | derdejaars student Commerciële
Economie
“Hoe maak je Zuidoost tot het tweede uitgaanscentrum van
Amsterdam? Dat was onze opdracht. De klas was in vijf groepjes verdeeld
en elke groep richtte zich op een gebied binnen het thema
‘Music and Dance’. Het idee achter het project was om meer eenheid
te creëren in Zuidoost, tussen de Amsterdamse Poort, de Arena en
de kantoren. Ik zat in het groepje dat Zuidoost met behulp van podiumkunst
aantrekkelijk moest maken als uitgaansgebied.
We hebben eerst onderzoek gedaan, we zijn bijvoorbeeld naar de
Heineken Music Hall en het Bijlmerparktheater geweest voor een
tour. We hebben ook een fotocollage gemaakt en een film opgenomen,
met interviews en beelden van het gebied tussen de Arena en
het Bijlmerparktheater. Kortom, we hebben de mooie punten van
Amsterdam Bijlmer belicht. Dat het goed bereikbaar is, voor zowel
studenten als werkend publiek. Dat er heel veel kantoren gevestigd
zijn, die vanaf de snelweg meteen bereikbaar zijn. En we hebben laten
zien dat ook mensen van buiten de omgeving de Bijlmer echt niet zo
saai en vergrijsd vinden als vaak wordt gedacht.
We maken gebruik van bestaande ideeën, zoals de Heineken Music
Hall. Dat kost weinig investering en tijd, en is dus heel realistisch. Je
kunt wel een nieuw festival op gaan zetten, maar daar moet je ook
mogelijkheden voor hebben. We hebben specifiek voor cabaret gekozen,
omdat dat de trend is van nu. Het idee is om meer bekende cabaretiers
naar Zuidoost te halen, een Jochem Myjer of Javier Guzman
bijvoorbeeld. We willen dat mensen terugkomen, niet na een of een
halfjaar, maar vaak. Zoals ze ook naar Paradiso of het Leidseplein
gaan. En dat ze niet alleen voor een cabaretavond komen, maar hier
ook een hapje gaan eten.”
13

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
2. Kwaliteit en Accreditatie
14 Zelfbewust
Het kalenderjaar 2009 stond in het
teken van voorbereidingen op de wetswijzigingen
Accreditatie Hoger Onderwijs
en Versterking Besturing. Daarom zijn
onderwerpen als instellingsaudit, beperkte
en uitgebreide opleidingsaccreditatie
en de veranderende rol van examencommissies
intensief onderwerp van gesprek
geweest op zowel instellings-, domeinals
opleidingsniveau.
Een tiental HvA-opleidingen 1 heeft in
2009 de accreditatiecyclus van zes jaar
rond gemaakt en ging zelfbewust een
tweede ronde in. Met nieuwe wetgeving
op komst werd in de accreditatietrajecten
van die opleidingen nadrukkelijk aandacht
besteed aan de verbetercapaciteit, de
borging van het eindniveau en het
(internationale) beroepsperspectief.
Nadrukkelijker dan in voorgaande jaren
werd ook de vervlechting van onderwijs
en onderzoek en de betekenis daarvan
voor de kwaliteit van het opleidingsprogramma
onder de loep genomen.
Herijking
Niet alleen externe ontwikkelingen,
ook interne vernieuwing noodzaakt
tot herijking van de manier waarop de
HvA vat houdt op de kwaliteit van haar
opleidingen. Noemenswaardig is de
vordering in het gebruik van kritische
prestatie-indicatoren (KPI’s) bij kwaliteitsverbetering.
Het accent is verschoven van
het rapporteren over indicatorscores
naar het analyseren en betekenis geven
aan de informatie. In de dynamiek van
veranderingen blijven de kenmerken van
het kwaliteitszorgsysteem:
• samenhang tussen elkaar ondersteunende
cycli (managementinformatiecyclus,
accreditatie en
audit, tevredenheidonderzoeken);
• afstemming tussen de activiteiten
op de verschillende niveaus (docent,
teamleider, opleidingsmanager,
domeinvoorzitter, leden van College
van Bestuur);
• HvA-brede vergelijkbare informatie
over kwaliteitsborging;
• HvA-brede transparante communicatie
aan de hand van overeengekomen
indicatoren van kwaliteit;
• ruimte voor profilering en autonomie
van domeinen/opleidingen.
Nieuw
In de loop van kalenderjaar 2009 ontstond
een nieuwe Nationale Studenten-
Enquête (NSE) onder verantwoordelijkheid
van Stichting Studiekeuze 123. Het
landelijke monitorinstrument vergelijkt
de studenttevredenheid bij instellingen
voor hoger onderwijs in Nederland.
Het toenemende belang van vergelijking
van hogescholen wordt door de HvA
onderkend. Eind 2009 werd besloten
tot deelname aan de NSE 2010 door de
gehele studentpopulatie van de HvA.
Scenario’s voor de afstemming van het
eigen monitor-instrumentarium en de
NSE zijn in onderzoek genomen.
Accreditatiekeurmerk
In Nederland en Vlaanderen worden
sinds de invoering van het accreditatiestelsel
in 2002 de accreditatie-eisen
gezien als formele standaarden voor
basiskwaliteit. Opleidingen die deze
basiskwaliteit aantonen krijgen het
accreditatiekeurmerk. Onderstaande
opleidingen hebben in kalenderjaar
2009 de definitieve bevestiging van een
positief accreditatiebesluit ontvangen.
Positieve trend
Onder de noemer Onderzoekshuis beschikt
de HvA over een instrumentarium
waarmee de oordelen van studenten,
alumni, medewerkers en werkveld in
kaart worden gebracht. Het gaat hierbij
zowel om oordelen over onderwerpen
van het accreditatiekader als om specifieke
HvA-eigen onderwerpen. De analyses
van de Student TevredenheidsMonitor
(STM), Exit TevredenheidsMonitor (ETM)
en Alumni TevredenheidsMonitor (ATM),
die in 2009 werden afgenomen, laten
HvA-breed ten opzichte van 2008 een
positieve trend zien.
• Zowel het oordeel 3 over het niveau
van de opleidingen als het rapportcijfer
dat de studenten (volgens de STM)
aan de opleidingen geven (6.8 vs. 6.9)
is gestegen. De waardering van opleidingen
door alumni (volgens de ATM)
houdt gelijke tred met die van de
zittende studenten. Ook hier is een
stijging van het rapportcijfer van 6.8
naar 6.9.
• De waardering van de dienstverlening
(STM) is verbeterd ten opzichte van
2008 (3,4 vs 3,5).
• Afgestudeerden geven een hogere
waardering aan hun opleiding aan de
HvA. Meer alumni (volgens de ATM)
zouden achteraf kiezen voor dezelfde
opleiding: van 64% in 2008 naar 69%
in 2009.
• 94% van de afgestudeerden (ATM)
heeft na de studie betaald werk verricht
op het niveau van de opleiding,
in 2008 was dit 93%.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Geaccrediteerd in 2009
Opleidingen
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Domein Bewegen, Sport en Voeding Academie voor Lichamelijke Opvoeding voltijd (opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van
de 1e graad in lichamelijke opvoeding)
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Domein Economie en Management
Bedrijfseconomie voltijd, deeltijd, duaal
Commerciële Economie voltijd, deeltijd, duaal
- bijzonder kwaliteitskenmerk voor topsportgerichtheid Johan Cruyff University
Financial Service Management voltijd en deeltijd
Fiscale Economie voltijd
International Business and Languages voltijd
Trade Management Asia voltijd
Master in Controlling deeltijd 2
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Domein Gezondheid -
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Domein Maatschappij en Recht
HBO-Rechten voltijd en deeltijd
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Domein Media, Creatie en Informatie Fashion- Technische Commerciële Confectiekunde, inclusief Engelstalige variant, voltijd
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Domein Onderwijs en Opvoeding
Pabo Amsterdam en Pabo Almere voltijd en deeltijd (opleiding tot leraar basisonderwijs)
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Domein Techniek
Aviation Studies voltijd
Bouwtechnische Bedrijfskunde voltijd en deeltijd
E-technology (Elektrotechniek) voltijd
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
15
• De top drie van belangrijke competenties
voor het uitoefenen van hun
beroep wijkt in 2009 voor afgestudeerden
niet af van de in 2008
genoemde top drie. De opvattingen
van alumni komen in essentie overeen
met het pleidooi van de HBO-raad in
het strategische document ‘Kwaliteit
als opdracht’ (2009): nadruk leggen
op kennis en op het kritisch kunnen
toepassen van aangeleerde kennis en
vaardigheden in de beroepspraktijk.
• In de afgelopen jaren is gebleken dat
de score voor toetsen en beoordelen
(STM) ten opzichte van andere onderwerpen
laag scoorde. In 2009 is de
waardering van het onderwerp ‘Toetsen
en beoordelen’ over de gehele linie
verbeterd ten opzichte van vorig jaar
(3,1 vs. 3,2).
• Van de studenten die zijn gestopt
met hun opleiding geeft 72% aan
(ETM 2008-2009) zeer tevreden te zijn
met de begeleiding tijdens hun studie
(ETM 2007-2008: 67%).
• Net als in 2008 geven de studenten
aan tevreden te zijn over hun mentor/
studieloopbaanbegeleider (3,4).
Evenals in 2008 geven de studenten
die vanuit het mbo instromen een
hogere waardering aan de mentor
c.q. studieloopbaanbegeleider dan
de studenten die vanuit de havo (3,4)
instromen (STM 2009).
• Hoewel de studenten aangeven per
week gemiddeld dezelfde hoeveelheid
tijd aan hun studie te besteden
is de tevredenheid over het aantal
contacturen met de docenten gestegen
van 3,2 (STM 2008) naar 3,3
(STM 2009). De contacturen worden
daarbij ook nog eens beter gewaardeerd.
De waardering steeg van een 3,6
(STM 2008) naar een 3,7 (STM 2009).
• Zowel de voltijd- als de deeltijdstudenten
zijn in 2009 meer tevreden
over de aansluiting tussen de stage/
werkplek dan in 2008. De tevredenheid
van de voltijdstudenten steeg
van 3,3 naar 3,4. De tevredenheid van
de deeltijdstudenten steeg van een
3,4 naar een 3,5 (STM).

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
16 Verbeterfunctie
Monitoring is natuurlijk geen doel op
zich. De verzamelde gegevens worden
benut om risico’s te signaleren, in kaart
te brengen en te categoriseren.
Daarnaast wordt aan de hand van de
gegevens de realisatie van beleidsprioriteiten
op de gebieden studiesucces,
professionaliteit en kennisontwikkeling
kritisch gevolgd.
Als de signalen daartoe aanleiding
geven, worden vanzelfsprekend maatregelen
genomen. Naast docenten(teams)
spelen studenten bij het bepalen en uitvoeren
van concrete verbeteracties een
belangrijke rol. Om hen goed toe te
rusten voor het leveren van hun aandeel
aan de onderwijskwaliteit kregen ook in
2009 studenten die nieuw zijn in opleidingscommissies
de gelegenheid zich
te bekwamen in aspecten van kwaliteit
(-szorg). In de scholing wordt informatieoverdracht
door interne en externe
gastsprekers afgewisseld met op de
eigen praktijk afgestemde opdrachten.
Van de 40 ingeschreven studenten,
afkomstig uit alle domeinen van de
hogeschool, sloot 90% de scholing
met succes af.
–––––– ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
ATM top drie, opgesteld door afgestudeerden
–––––– ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
2009 Het vermogen om vakkennis toe te passen
Het vermogen om creatief in te spelen op onverwachte situaties
Het vermogen om nieuwe ideeën en oplossingen te bedenken
–––––– ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
2008 Het vermogen om vakkennis toe te passen
Het vermogen om creatief in te spelen op onverwachte situaties
Het vermogen om nieuwe ideeën en oplossingen te bedenken
–––––– ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
2007 Het vermogen om vakkennis toe te passen
Het vermogen om met anderen professioneel samen te werken
Het vermogen om nieuwe ideeën en oplossingen te bedenken
–––––– ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
1 Het gaat om de opleidingen Bestuurlijke Informatica, Bouwkunde, Civiele Techniek, Communicatie, Human
Resource Management, Maritiem Officier, Oefentherapie Mensendieck, Media, Informatie en Communicatie,
Maritiem Officier en Sociaal Pedagogische Hulpverlening.
2 Deze master is organisatorisch ondergebracht bij het domein Economie en Management. De Toets Nieuwe
Opleiding werd aangevraagd door HES Consultancy BV, een volledige dochtermaatschappij van de Stichting
Hogeschool van Amsterdam.
3 Oordelen worden gescoord op een schaal van 1 tot 5, met uitzondering van het rapportcijfer. Dat cijfer
wordt gescoord op een schaal van 1 tot en met 10.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
3. Internationalisering
Interculturele en internationale gerichtheid kenmerken het onderzoek en het
onderwijs van de HvA. Afgestudeerde HvA’ers zijn in staat vanuit een open,
kosmopolitische houding internationale en interculturele ontwikkelingen te
vertalen naar de beroepspraktijk.
De domeinen hebben in 2009 hun beleid De stijgende belangstelling van studenten
op het gebied van internationalisering voor het opdoen van internationale
voortgezet. Studenten en docenten
ervaring blijkt ook uit het toenemend
worden gestimuleerd zich internationaal aantal studenten dat aan de jaarlijkse
te oriënteren. Dit gebeurt zowel door buitenlandmanifestatie deelneemt. In
internationalisering van het curriculum 2009 namen 2200 studenten deel aan
als het stimuleren van studenten en deze manifestatie. In 2008 waren dit
docenten om in het buitenland ervaring 2000 studenten.
op te doen. Een voorbeeld van de beoogde
toenemende internationalisering van In 2009 is een aantal meerjarige samenwerkingsovereenkomsten
met interna-
het curriculum is de uitbreiding van het
aantal Engelstalige minoren: van 30 naar tionale partnerinstellingen afgesloten.
37 minoren.
Met Oslo University College uit Noorwegen
is een HvA-brede samenwerkings-
Het aantal studenten dat met behulp
van beursprogramma’s zoals het Erasmusprogramma
een deel van hun opleiding van deze overeenkomst is onder meer
overeenkomst gesloten. In het kader
in het buitenland volgt, is in 2009
afgesproken jaarlijks een seminar te
opnieuw gestegen: van 266 naar 313 organiseren, afwisselend in Oslo en
studenten.
Amsterdam. In 2009 vond het seminar
In 2009 hebben voor het eerst twee studenten
van de HvA een beurs ontvangen opleidingen, uit alle domeinen van de
in Amsterdam plaats. Verschillende
van het Huygens Scholarship Programma HvA, zijn in dit samenwerkingsverband
(HSP). Dit prestigieuze programma van betrokken.
het ministerie OCW is voor excellente
studenten. Het aantal toegekende beurzen
voor studenten die na hun studie de Kom Universiteit en het Instituut
Met de Surinaamse instellingen Anton
met een beurs van het VSB-fonds in het voor de Opleiding van Leraren is een
buitenland gaan studeren of onderzoek ‘Memorandum of Understanding’
doen is gestegen naar 8 (op een totaal afgesloten.
van 24 aanvragen).
Op Curaçao is een overeenkomst gesloten
met de Universiteit van de Nederlandse
Antillen (UNA). In samenwerking met de
HvA is de UNA gestart met de opleiding
Social Work. In 2009 is deze opleiding
door de NVAO geaccrediteerd.
Veel domeinen nemen deel aan internationale
projecten. In 2009 zijn er
meer dan tien nieuwe internationale
projecten van start gegaan. Sommige
zijn gericht op mobiliteit en kennis
delen, andere op internationale samenwerking
en onderzoek. In meer dan de
helft van de internationale projecten
participeren studenten. In het kader
van het Programma Internationalisering
Beroepsonderwijs (PIB) van het ministerie
van Economische Zaken worden zeven
internationale projecten medegefinancierd.
17

18
Peter de Bois is lector Meervoudig Intensief (duurzaam) Ruimtegebruik (MI(d)R)

“Een van mijn belangrijkste fascinaties is hoe je op een goede
manier instrumenten kunt maken, die ons helpen om de stad en de
manier van leven in steden beter te begrijpen. Zodat we beter in
staat zijn om de fysieke structuur van steden aan te laten sluiten
op de economische en sociale behoefte van de bewoners en
gebruikers.
Europese steden hebben zich waanzinnig ontwikkeld na de oorlog,
zijn eigenlijk geëxplodeerd. We zijn rijker geworden, worden ouder
en krijgen later kinderen, we zijn langer en vaker single, hebben
een hogere mobiliteit en meer vrije tijd, en we stellen hogere eisen
aan woningbouw. Dat heeft tot gevolg gehad dat de structuur van
onze samenleving sociaaleconomisch, maar vooral ruimtelijk is
gefragmenteerd. Het is een verzameling eilanden of artefacten
geworden, die zijn samenhang heeft verloren. Overal, waar je ook
komt, gaat het om het opnieuw definiëren, maken en onderzoeken
van relaties en samenhang. Daar is een nieuw instrumentarium
voor nodig, dat je duidelijk maakt wat van belang is voor wie en
waar, hoe je moet kiezen en waarom. Dan pas kun je gaan ontwerpen,
produceren en uitvoeren.
Het doel hierbij is stedelijke vitaliteit. Vitaliteit is een soort kwaliteitskenmerk.
Iemand wordt vitaal genoemd als hij zich ook vitaal kan
gedragen, zich goed voelt en in staat is de dingen te doen die hij wil.
Dat wij de term vitaliteit in deze context gebruiken, is nogal innovatief.
Wij zien MI(d)R als een middel waarmee je vitaliteit kan genereren.
Een vitale stad is een stad waarbij de relaties goed functioneren,
zowel intern als extern. Een stad die in staat is zichzelf te handhaven
en zich continu vernieuwt. Nieuwe steden zoals Zoetermeer en
Almere hebben zich in de dertig jaar dat ze bestaan nauwelijks vernieuwd.
Men denkt dat als iets nieuw is, het vanzelf goed blijft. Dat is
niet waar: je moet er constant iets aan doen, want die samenleving
blijft niet gelijk. Amsterdam is een redelijk vitale stad, althans in
bepaalde gebieden. Maar voor sommige wijken geldt dat niet. En dat
is eigenlijk een bewijs dat de stad niet vitaal genoeg is. De stedelijke
structuur, met name het publieke domein en de economische en sociale
structuur van de stad, vormt een soort drieluik, waarvan de
onderdelen goed op elkaar ingespeeld moeten zijn. Er wordt vaak
ontzettend veel geld besteed aan sociale en economische impulsen in
slechte wijken. Maar de kans is vrij groot dat het weggegooid geld is,
omdat er geen bewustzijn is over hoe die fysieke structuur in elkaar
zit. Is de wijk wel goed verbonden met de rest van de stad, beschikt
de wijk over vitale anchor points zoals een park, haven of plein waar
mensen samenkomen? Is dat niet zo, dan gaat het fout, wat je er ook
in stopt. Want hoe woon je in een wijk waarvan iedereen zegt ‘dat is
een rotwijk, daar zou ik nog niet dood gevonden willen worden’? Deze
wijken liggen vaak afgescheiden, aan de periferie van de stad. Ze
worden er letterlijk niet bijgehouden, worden een soort afvoerputje.
De rest van de stad lijkt dan wel lekker te functioneren en heeft zogenaamd
geen last van de asocialen of de minder draagkrachtigen.
Maar dat is niet een kenmerk van vitaliteit.
Bij MI(d)R proberen we als het ware de stedelijke, fysiek-ruimtelijke
statistiek zichtbaar te maken. Een belangrijk onderdeel daarin is het
anchor point-onderzoek. Anchor points zoals het Vondelpark of de
stadsmarkten vervullen een hele belangrijke rol in de stad, zowel in
relatie tot vitaliteit als tot het echte gebruik van de stad. Wij onderzoeken
hoe die bestemmingen functioneren, hoe je ze beter kunt
maken en hoe ze zich tot elkaar verhouden. Een voorbeeld: ouders
van twee kinderen, een op de crèche, de ander op de basisschool,
nemen ‘s morgens door wie vandaag wat doet. Dat noemen we het
tijd-ruimtebudget. Dat tijd-ruimtebudget maakt gebruik van het netwerk
van de stad en van de anchor points. Hoe beter dat kan in een
stad – en in Amsterdam kan dat goed want er is een goed netwerk –
des te gelukkiger worden de ouders en dat rendeert economisch en
sociaal. De stad kan zichzelf goed onderhouden, vernieuwen en in
stand houden. En is dus vitaal.
Aan een onderzoek van de anchor points van Amsterdam hebben
wel 280 van onze studenten meegewerkt. We hebben een compleet
nieuwe onderzoeksmethode en software geïntroduceerd.
Daarnaast hebben we het werken vanuit gerichte onderzoeksvragen
versterkt en de studenten de resultaten daarvan laten presenteren
en rapporteren. Over de anchor points in Amsterdam gaan we een
eindrapport schrijven, en we hopen dat we dan samen met de stad
hieraan kunnen werken.”
19

20
Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
4. Technologie en Nieuwe Media
Het jaar 2008 was vooral een jaar van consolideren. In 2009 zijn belangrijke aanzetten gegeven tot het vernieuwen en
21
verbeteren van de informatiehuishouding van de hogeschool. Na een lange en gedegen voorbereiding is de inschrijfen
betalingsfunctionaliteit van het nieuwe studenteninformatiesysteem (SIS) in gebruik genomen. Hiermee heeft de
HvA een belangrijke stap gezet in het ‘huis op orde brengen’ van de basisadministraties. Een andere stap is het verwerken
van de nieuwe domeinorganisatiestructuur in het gehele IT-landschap. Met deze twee mijlpalen is een stevig
fundament gelegd voor verdere uitbouw en verbetering van de administratieve processen van de hogeschool.
Tegelijkertijd is in 2009 gestart met het
ontwikkelen van een nieuwe digitale
leer- en werkomgeving (DLWO) die de
komende jaren zal worden uitgebouwd
tot een moderne leer- en werkomgeving.
Het programma DLWO zal een belangrijke
pijler worden onder de nieuwe informatiestrategie
waarvan de ontwikkeling
eind 2009 is gestart.
Nadat de IT-afdelingen van de HvA eerder
samen zijn gehuisvest op Rivierstaete
met de IT-afdeling van de Universiteit
van Amsterdam, zijn onder de noemer
‘samen werken aan informatiebeleid’
en ‘samen werken aan IT-uitvoering’
concrete stappen gezet op het gebied
van het samenwerken tussen de
IT-afdelingen van de hogeschool en
de universiteit.
Organisatie
Vorig jaar schreven we dat de domeinvorming
en de aanpassing van de stafafdelingen
en diensten op deze ontwikkeling
gevolgen heeft gehad voor de
organisatie van informatievoorziening.
In februari is gestart met een nieuw
platform voor informatiebeleid (IVBP),
waarin medewerkers die verantwoordelijk
zijn voor informatiebeleid vanuit
domeinen en stafafdelingen en diensten
met elkaar nadenken over de wijze
waarop de informatievoorziening van
de HvA kan worden vormgegeven. Het
platform adviseert de bedrijfsvoerders,
de domeinvoorzitters en het CvB over
de noodzakelijke stappen op het gebied
van informatiebeleid. Daarnaast heeft
het IVBP diverse adviezen uitgebracht
aan de programmagroep Amstelcampus
op het gebied van audiovisuele dienstverlening
en belangrijke ICT-vernieuwingen
die als onderdeel van dit programma
worden gerealiseerd.
Naast dit platform zijn op diverse
gebieden themagroepen gestart waarin
docenten, ondersteuners en in toenemende
mate studenten ideeën uitwisselen
en richting geven aan de wijze waarop
nieuwe media kan worden ingezet bij
het leerproces. Met deze platforms probeert
de hogeschool vanaf de werkvloer
een continue voeding van het beleidsvoorbereidende
proces te organiseren.
Als onderdeel van de herinrichting van
de organisatie van de informatievoorziening
zijn de diverse domeinen hun informatiefunctie
verder aan het versterken.
Met name de rol van informatiemanager
is versterkt en er is een eerste aanzet
gegeven tot het inrichten van functioneel
beheer. Bij de stafafdeling
Strategische Informatievoorziening zijn
de competenties op het gebied van
beleidsvoorbereiding en beleidsmonitoring
verder uitgebouwd.
Herijking informatiestrategie
Een belangrijk speerpunt voor het IVBP
was het herijken van de informatiestrategie
en het ontwikkelen van een nieuw
meerjaren-projectenplan informatievoorziening
2009-2012. De herijking
van de informatievoorziening heeft
het inzicht opgeleverd dat de HvA nog
steeds aan de goede speerpunten werkt,
zoals die zijn gedefinieerd in het projectplan
informatievoorziening 2005-
2008. Tegelijkertijd wordt geconstateerd
dat aan drie gebieden een belangrijke
impuls gegeven moet worden. Deze
gebieden zijn: ‘de nieuwe digitale leeren
werkomgeving’, ‘het vernieuwen
van een aantal ICT-basisdiensten’ en
‘investeren in ondersteuning van
docenten’.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
22
De nieuwe digitale leer- en werkomgeving
moet het leerproces beter ondersteunen
met nieuwe media, waardoor
interactie en communicatie beter aansluiten
op de wijze waarop jongeren
dat gewend zijn. Maar ook een leeromgeving
die aansluit bij de nieuwe fysieke
leeromgeving, die als onderdeel van
de Amstelcampus wordt opgeleverd.
De huidige basisdiensten zoals de
werkplek, studentenmail en telefonie zijn
aan het einde van hun technische levensduur
en moeten worden vervangen.
Tegelijkertijd zien we een ontwikkeling
op juist deze diensten die een fundamenteel
herontwerp noodzakelijk maken. De
moderne student en medewerker is in
toenemende mate ‘mobiel’ en verwacht
overal en op ieder gewenst tijdstip toegang
te hebben tot informatie.
Docenten zijn een belangrijke sleutel om
met behulp van nieuwe media tot verbetering
van het onderwijs te komen. In
2009 is een aantal pilots uitgevoerd met
een nieuwe DLWO bij deeltijdopleidingen
van het domein Techniek. De eerste
resultaten van deze pilots leveren het
inzicht op dat docenten die goed worden
ondersteund en voldoende tijd vrij
kunnen maken, met de mogelijkheden
van nieuwe media hun curriculum kunnen
(her)ontwerpen en zo belangrijke
veranderingen in gang kunnen zetten.
Ook hebben de pilots inzicht opgeleverd
in de wijze waarop de ondersteuning
moet worden georganiseerd.
Als ondersteuners van domein en
stafafdelingen de handen ineen slaan en
samen met de docententeams ontwerpen
wordt eerder succes bereikt.
Dit samen optrekken is ook weer gedaan
in het kader van de jaarlijkse Online
Educa Berlijn. In 2009 hebben ruim 30
medewerkers van de hogeschool weer
een driedaags bezoek gebracht aan deze
grote internationale conferentie op het
gebied van onderwijs en informatie- en
communicatietechnologie (e-learning)
van Europa.
Ditmaal heeft de HvA ook een aantal
presentaties verzorgd die gerelateerd
waren aan de ontwikkeling van de
digitale leer- en werkomgeving. Onder
de HvA-deelnemers is een prijsvraag
uitgeschreven voor de beste ‘flip’ van de
conferentie. 15 deelnemers hebben een
videoverslag van vier minuten gemaakt
van hun deelname aan de conferentie.
De wedstrijd is gewonnen door Gerlof
Donga, docent bij het domein MCI.
De videoverslagen zijn te zien op
http://hvatv.nl/index.php/category/
online-educa-berlijn-2009/.
Uitbesteding
De hogeschool heeft in 2009 opnieuw
stappen gezet op het gebied van sourcing.
De keuze voor ‘proven technology’
en de schaalgrootte van de HvA leiden
er in toenemende mate toe dat niet alles
meer ‘in huis’ kan worden ontwikkeld
en beheerd. Al eerder zijn de informatiesystemen
die gebruikt worden op
het gebied van bedrijfsvoering en
onderwijslogistiek uitbesteed voor wat
betreft het applicatie- en technisch
beheer. In 2009 is een Europese aanbesteding
afgerond die heeft geleid tot
een nieuw uitbestedingscontract voor
drie jaar van alle dienstverlening gericht
op het informatiesysteem SAP.
Eind 2009 zijn ook de voorbereidingen
gestart voor het Europees aanbesteden
van de integratie informatiesystemen
en de digitale leer- en werkomgeving
met als onderdeel het digitaal
studentenportfolio.
Met de afronding van deze aanbestedingen
heeft de HvA voor minimaal drie
jaar de kwaliteit en continuïteit geborgd
van belangrijke informatiesystemen
die de bedrijfsvoering en het onderwijs
ondersteunen. De ervaringen die de
HvA heeft opgedaan met uitbesteden
zijn ook omgezet in een strategie sourcing,
die begin 2010 wordt afgerond.
Nieuwe technologie en media
Het projectenplan informatievoorziening
2005-2008 is nog steeds de basis
die wordt gebruikt voor het verder uitbouwen
van de informatiehuishouding
van de hogeschool.
Het project SiS-HvA heeft een belangrijke
mijlpaal bereikt door het ‘live’ brengen
van het inschrijf- en betalingsdeel
van het nieuwe studenteninformatiesysteem.
De inschrijfcyclus voor het studiejaar
2010 is volledig met het nieuwe
informatiesysteem ondersteund. Parallel
is hard gewerkt aan een prototype voor
het studievolgdeel. Aan het einde van
het jaar was dit zover ontwikkeld dat
gestart kon worden met de voorbereidingen
van demosessies aan de domeinen.
Hiermee kan aan de hand van een
werkend systeem de domeinen duidelijk
worden gemaakt wat de reikwijdte van
het studievolgonderdeel is. Domeinen
kunnen zich op basis van dit beeld goed
voorbereiden op de geplande implementatie
in 2011.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
De webcolleges zijn in 2009 verder uitgebouwd.
De pilot is omgezet in een
dienst, die gestaag in gebruik groeit.
Vrijwel alle domeinen maken gebruik
van deze dienst in verschillende vormen
en voor verschillende doelgroepen. De
diversiteit aan opnamen is groot en
loopt uiteen van complete hoorcolleges
die worden opgenomen, specifieke leercontent
die door docenten in studiesetting
wordt opgenomen, tot studenten
die de dienst gebruiken om opdrachten
mee te maken. In 2010 wordt een roadmap
ontwikkeld waarin de verdere uitbouw
van de dienst beschreven wordt.
Professionalisering
basisschoolleraren
via online videobegeleiding
Pabo HvA en het Expertisecentrum
Wetenschap & Techniek Noord-Holland
verzorgen voor leraren basisonderwijs
nascholing waarbij online videobegeleiding
wordt toegepast in de digitale
leeromgeving DiViDU. De Pabo verzorgt
voor zo’n 350 leraren basisonderwijs professionaliseringstrajecten
in Wetenschap
en Techniek. Een deel daarvan is voor
leraren van schoolbestuur STAIJ in
Amsterdam (Zeeburg). Voor een groep
van twintig leraren heeft de Pabo een
speciaal online videobegeleidingstraject
opgezet als onderdeel van het professionaliseringtraject
W&T. Naast een serie
trainingen maakt begeleiding in de
eigen werksituatie deel uit van het professionaliseringstraject.
De techniekcoördinator
(een collega) filmt de leraren op
school in hun lessen Wetenschap en
Techniek. De techniekcoördinator en de
leraren analyseren samen hun praktijk
aan de hand van videobeelden.
Vervolgens worden er didactische sleutelmomenten
geselecteerd en gemonteerd
tot een kort fragment wat in de
online video-omgeving wordt geplaatst.
Leraren gaan vervolgens met elkaar in
discussie over hun eigen fragmenten en
die van hun collega’s. Ook in de trainingsbijeenkomsten
wordt teruggegrepen
op de videobeelden.
De video-omgeving is opgebouwd uit
video’s uit de eigen praktijk en afkomstig
van collega’s en leraren die zich elders in
het land ook scholen in W&T-didactiek.
De video-omgeving kenmerkt zich door
een goede aansluiting tussen inhoud
van de nascholing en de videocontent.
Daarmee onderscheidt het zich van
andere videowebsites. Bovendien is de
omgeving geschikt voor online intervisieactiviteiten
op basis van de videocontent,
doordat de deelnemers in een
afgesloten ruimte met elkaar beelden
en commentaar delen.
Voor meer informatie
kunt u terecht bij Paul Ruis,
projectmanager Expertisecentrum
Wetenschap & Techniek,
p.ruis@hva.nl, 020-599 5313.
23

24
Soemitro Poerbodipoero is docent, onderzoeker en hoofdfase-coördinator bij Ergotherapie.

Vanaf 1 april 2010 is hij ook programmamanager.
“Ergotherapeuten richten zich op het dagelijks handelen van
mensen op allerlei gebieden, zoals werk, huishouden, vrije tijd,
onderwijs, et cetera. Zolang het goed gaat denk je niet echt na
over de handelingen die je doet. Dat verandert als je bijvoorbeeld
mobiliteitsproblemen krijgt doordat je ouder wordt, of als je na
een ongeluk in een revalidatiecentrum terechtkomt. Maar ook
kwetsbare groepen, zoals mensen met psychische problemen,
kunnen veel handelingen vaak niet uitvoeren zoals ze zouden willen.
Samen met een ergotherapeut kun je dan bekijken wat je nog
wel zelf kunt doen. Mensen kunnen vaak meer handelingsmogelijkheden
gebruiken dan ze in eerste instantie denken.
Ergotherapie is een praktische opleiding en gaat bijvoorbeeld over
hoe je met je rolstoel naar het toilet gaat, of hoe je in je woning
aanpassingen kunt maken zodat je kunt strijken of jezelf kunt
wassen. Hoe je mensen hierbij kunt adviseren en begeleiden is
een belangrijk onderdeel van de opleiding. Dan moet je natuurlijk
wel goed weten hoe het allemaal werkt. Dat leren studenten in
de praktijkruimten op school en natuurlijk buiten school in de
praktijk, tijdens stages en projecten.
Momenteel is er een verschuiving in de zorg, waarbij er meer
focus komt op de thuissituatie. Dat betekent bijvoorbeeld dat
patiënten eerder ontslagen worden uit het ziekenhuis. Of dat ouderen
langer zelfstandig thuis blijven wonen. Hierdoor zie je dat het
werkveld ook verschuift van binnen de muren van een ziekenhuis
of instelling naar buiten toe. Naar de mensen thuis en in de wijken.
Die ontwikkeling zie je ook terug in het onderwijs, bijvoorbeeld aan
de (afstudeer)projecten en stages die worden aangeboden.
Een voorbeeld hiervan is een groot project binnen het AMC (onze
buren), dat zich vooral op kwetsbare ouderen richt. Die komen in
het ziekenhuis terecht doordat ze hun heup breken, of een infectie
oplopen. Ze worden behandeld en daarna kunnen ze meestal vrij
snel weer naar huis. Daar hoort transmurale ketenzorg bij, waarbij
allerlei verschillende disciplines zijn betrokken – ergotherapie,
verpleegkunde en geriatrie vanuit het ziekenhuis. Een belangrijk
onderdeel van het project is onderzoek naar het optimaliseren van
deze transmurale zorg. Dat gebeurt bijvoorbeeld door het verbeteren
van de interventies. Daar zijn wij vanuit Ergotherapie bij
betrokken. Tegelijkertijd worden die interventies ook onderzocht,
wordt er gekeken of ze werken.
meer iets is voor het minorenonderwijs. Zo is er momenteel een
samenwerkingsproject met Zorg Integratie Zuidoost, een koepelorganisatie
van verpleeg- en verzorgingshuizen in de regio. Zij willen
weten hoe het met de mantelzorginitiatieven gaat in de instellingen.
En ze willen advies over hoe de zorg eventueel kan worden
verbeterd. Dat wordt nu vanuit ons lectoraat stap voor stap uitgewerkt
in allerlei deelprojecten, waarbij studenten Ergotherapie
het werkveld ingaan en interviews doen met cliënten, mantelzorgers
en zorgprofessionals.
Er zijn ook allerlei initiatieven vanuit de HvA om studenten meer
aan het werk te zetten in de wijk. Bijvoorbeeld het project BOOT:
een initiatief van Krachtwijken HvA, waarbij vragen uit de buurt
terecht komen bij een centrum voor onderwijs, onderzoek en
talentontwikkeling. Daar worden de vraagstukken verder uitgezet
bij de HvA-opleidingen. Zo zijn er nu ook een aantal Ergotherapieprojecten,
waarbij de studenten te maken hebben met echte problemen
van mensen in de wijk. Een goede, realistische leersituatie
die helemaal past binnen het competentiegericht onderwijs.
Het is een hele dynamische periode voor onze opleiding. Enerzijds
door die verandering in de zorgmarkt en de positie van de ergotherapeut
in het werkveld. Anderzijds doordat je daar als opleiding op
moet anticiperen. Dat betekent dat je je curriculum moet aanpassen
en kijken op welke gebieden je je onderwijs wilt ontwikkelen.
Tegelijkertijd wil je als hbo-instelling wetenschappelijk en praktijkgericht
onderzoek doen, dat bijdraagt aan de ontwikkeling van
het beroep van ergotherapeut. In mijn functie als programmamanager
ontwerp ik samen met het team het onderwijs dat daarbij
moet passen. Als onderzoeker ben ik bezig met de wetenschappelijke
ontwikkeling van ergotherapie. Ik kan dus mijn vakkennis
overdragen én ontwikkelen. Dat is een heel spannende combinatie.
Wat dat betreft is dit mijn ideale werkplek.”
25
Het onderzoek van het AMC gaat over de mensen hier in de
omgeving, in Zuidoost. Door dit soort samenwerkingsverbanden
raken wij als opleiding meer betrokken bij de buurt. De tendens is
sowieso al dat we steeds meer om ons heen kijken, naar strategische
partners in de buurt. En dan zie je dat er legio kansen om de
hoek liggen. De vragen van externe opdrachtgevers komen bij het
expertise- en kenniscentrum terecht en daar wordt bekeken of het
een propedeuse-opdracht of scriptie zou kunnen zijn, of dat het

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
5. Onderzoek
26 Onderzoeksaudit
De HvA is een kennisinstelling waar kwalitatief
goed onderzoek wordt verricht
dat een bijdrage levert aan de continue
verbetering van het onderwijs. 2009
stond in het teken van de onderzoeksaudit.
Een auditcommissie, samengesteld
uit externe deskundigen en belanghebbenden,
beoordeelde alle onderzoeksprogramma’s
van de domeinen. De
onderzoeksaudit biedt inzicht in de
stand van zaken van het onderzoek en
geeft een sterke impuls aan de verdere
ontwikkeling van de onderzoeksfunctie
van de HvA.
De onderzoeksaudit is onderdeel van
het Kwaliteitszorgsysteem onderzoek
HvA.
Deze audit is ook een belangrijk element
in de voorbereiding op het bezoek
dat de Validatiecommissie Kwaliteitszorg
Onderzoek (VKO) van de HBO-raad in
2010 aan de HvA zal brengen. De VKO
beoordeelt de mate waarin de hogeschool
haar onderzoekskwaliteit, onder
meer door middel van externe onderzoeksevaluaties,
op overtuigende wijze
bewaakt en verbetert.
–––––––––––––– ––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––– ––––––––––––––––––––––––––––––
RAAK Domein Projectleider Titel
–––––––––––––– ––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––– ––––––––––––––––––––––––––––––
RAAK-MKB DMCI Joost Kircz Amsterdam e-boeken stad
–––––––––––––– ––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––– ––––––––––––––––––––––––––––––
RAAK-publiek DOO Ron Oostdam / Edith Hooge Samen werken aan leren
DMCI Sabine Niederer/Geert Lovink Video vortex
–––––––––––––– ––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––– ––––––––––––––––––––––––––––––
RAAK-pro DMCI Ben Kröse Smart systems for smart living
–––––––––––––– ––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––––– ––––––––––––––––––––––––––––––
Onderzoeksprogrammering
Een van de belangrijkste aanbevelingen
van de auditcommissie is om meer focus
en massa aan te brengen in het onderzoek
door middel van onderzoeksprogrammering.
Een onderzoeksprogramma
is een thematisch gebonden geheel
van inhoudelijk of methodisch met
elkaar samenhangende onderzoeksactiviteiten
of -projecten. Een programma
strekt zich uit over meerdere jaren, en
heeft gewoonlijk een behoorlijke
omvang. Alle domeinen zijn in 2009
gestart met het in kaart brengen van de
onderzoeksprogramma’s waar zij zich
mee profileren. Criteria die hierbij worden
gehanteerd: de relatie met het
werkveld, de relatie met het onderwijs
en, voor zover van toepassing, de onderzoeksprogrammering
bij samenwerkingspartner
UvA.
Kennisontwikkeling
in en met de praktijk
In 2009 zijn er voor de diverse RAAK–
regelingen aanvragen ingediend bij de
Stichting Innovatie Alliantie (SIA). Alle
aanvragen voor RAAK-MKB en RAAKpubliek
zijn gehonoreerd.
Nieuw is de regeling RAAK-pro waarin
het onderzoeksprogramma centraal
staat. In de eerste ronde RAAK-pro
heeft de HvA vijf aanvragen ingediend
waarvan er één gehonoreerd is. Dat is
een mooi resultaat, aangezien er landelijk
slechts acht RAAK-pro-projecten zijn
gehonoreerd. Bovendien kregen drie
van de andere RAAK-pro-projecten van
de SIA de kwalificatie ‘zeer kansrijk’.
Deze projecten zijn aangepast en ingediend
voor de tweede ronde RAAK-pro,
samen met nog twee nieuwe
voorstellen.
Gedragscode onderzoek
Omdat onderzoeksactiviteiten zorgvuldig,
betrouwbaar, controleerbaar,
onpartijdig en onafhankelijk moeten
worden uitgevoerd heeft het CvB in
nauwe samenwerking met de Raad van
Lectoren en de domeinen de
Gedragscode Onderzoek van de
HvA vastgesteld. Deze gedragscode is
uitgewerkt in de curricula (onderwijs in
onderzoek) en onderzoek in de verschillende
domeinen.
Raad van Lectoren
De Raad van Lectoren (RvL) adviseert
het CvB gevraagd en ongevraagd over
zaken die het onderzoeksbeleid van de
HvA aangaan. Voorbeelden hiervan zijn:
aanvragen voor medefinanciering van
promotietrajecten, de gedragscode voor
onderzoek en de profilering van onderzoek
via de HvA-website. De RvL is
intensief betrokken bij de voorbereiding
van de onderzoeksaudit en van de
Validatie-commissie Kwaliteitszorg
Onderzoek (VKO).

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Lectoraten en lectoren
In 2009 heeft het College van
Bestuur zes nieuwe lectoren benoemd:
––––––––––––––––––––––––––––– ––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––
Domein Lectoraat Lector
––––––––––––––––––––––––––––– ––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––
Bewegen, Sport en Voeding Sportbusiness Development Dr. J.W. (Jan) Janssens
Gewichtsmanagement
Dr. ir. P.J.M. (Peter) Weijs
––––––––––––––––––––––––––––– ––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––
Techniek Aviation Engineering Ir. R.J. (Robert Jan) de Boer
Vastgoedeconomie
Drs. W.C. (Willem) Verbaan
––––––––––––––––––––––––––––– ––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––
Economie en Management Internationalisering van het management
en economie onderwijs Dr. J.W.M. (Hans) de Wit
––––––––––––––––––––––––––––– ––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––
Media, Creatie en Informatie E-Discovery Dr. ir. J. (Hans) Henseler
––––––––––––––––––––––––––––– ––––––––––––––––––––––––––––––––– –––––––––––––––––––––––––––
Eind 2009 heeft de HvA 29 lectoren, die
allen een spilfunctie vervullen in de ontwikkeling
van het onderzoek en het
onderzoeksbeleid van de HvA. In de
onderzoeksprogramma’s werken lectoren
samen met docenten, studenten en
werkveld aan onderzoek in het domein.
De lectoren van de Hogeschool van
Amsterdam presenteren zichzelf, hun
discipline (werkveld) en hun activiteiten
aan de hogeschoolgemeenschap en de
buitenwereld in een Openbare Les, die
toegankelijk is voor een breed publiek.
In 2009 waren er zes Openbare Lessen:
• Dr. Sandra Trienekens, lector
Burgerschap en Culturele Dynamiek
(DMR): Kunst in het hart van de
samenleving (28 januari);
• Ir. Inge Oskam, lector Technisch
Innoveren en Ondernemen (DT):
Op weg naar innovatiekracht
(11 maart);
• Dr. Wilma Scholte op Reimer, lector
Evidence Based Nursing (DG):
‘Van kijken naar zien’ en ‘van weten
naar doen’ (24 juni);
• Dr. Raoul Engelbert, lector Op maat
gesneden diagnostiek en behandeling
(DG): Zorg op maat (24 juni);
• Dr. Jos van der Waals, lector VMBO
(DOO): Het vmbo, een stille revolutie
(11 november);
• Dr. Ron Oostdam, lector Maatwerk
Primair Pabo Almere (DOO)
Tijd voor dikke leerkrachten
(18 november).
Docenten en onderzoek
De participatie van docenten in kenniskringen
van lectoren neemt jaarlijks toe.
Naast het inhoudelijk (bij)scholen van
docenten in praktijkgericht onderzoek,
streeft de HvA ook naar een kwalificatieverhoging
van haar docentencorps
door docenten te stimuleren om een
master- en een PhD-graad te behalen.
Het promoveren van docenten wordt bij
de HvA centraal gefaciliteerd door middel
van spiegelfinanciering. Op 1 januari
2010 zijn er in de HvA 44 docenten die
gebruik maken of hebben gemaakt van
deze regeling.
In 2009 is één docent gepromoveerd:
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Victor van den Bersselaar
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Domein Maatschappij en Recht
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Bestaansethiek
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
16.09.2009
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
27

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Wilfred Diekmann is portefeuillehouder kennisontwikkeling van het domein Maatschappij
28

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
en Recht en hoofd van het onderzoeks- en praktijkcentrum De Karthuizer.
“De Karthuizer is het onderzoeks- en praktijkcentrum van de
sociaalagogische opleidingen. Het is ruim vier jaar geleden
ontstaan vanuit de wens om van kennisontwikkeling een aparte
organisatorische eenheid te maken. Dat gebeurde later ook bij
de juridische opleidingen: daar startte vorig jaar het Juridisch
Onderzoeks-centrum Amsterdam. En ook vanuit de opleidingen
Toegepaste Psychologie en Bestuurskunde/Urban Management
zullen soortgelijke initiatieven worden ontwikkeld.
De Karthuizer is klein begonnen, met zes senior docenten als programmaleiders
en een organisatieassistent. We hadden wel al vrij
snel ongeveer negen hoio’s: hogeschoolonderzoekers in opleiding.
Dat zijn afgestudeerde bachelors, die werken in de Karthuizer en
tegelijkertijd een masteropleiding doen aan de UvA.
De Karthuizer heeft zich inmiddels tot een breed kenniscentrum
ontwikkeld. Er zijn bijvoorbeeld twee lectoraten bijgekomen:
Community Care en Jeugdzorg. Daarmee hebben we vier lectoraten
in de Karthuizer (en vijf in het domein). Maar ook de ondersteuning
is flink uitgebreid; we hebben nu een secretaresse, projectmedewerker,
controller en een communicatiemedewerker. Daarnaast
hebben we momenteel ook iemand die scholing en advies gaat
ontwikkelen. Dat leek aanvankelijk niet nodig en we willen ook
geen cursusfabriek worden. Maar als je met kennisontwikkeling
bezig bent, vloeit daar praktische kennis uit voort en het is al
snel gebleken dat daar dan een grote vraag naar ontstaat.
De centrale doelstelling van alles wat we doen is professionalisering:
van studenten, docenten, beroepsbeoefenaren en van de sector als
geheel. We richten ons dus op het onderwijs, de beroepspraktijk
en de wetenschap; om die driehoek gaat het bij de kennisontwikkeling.
Dat betekent dat we zoveel mogelijk studenten en docenten
betrekken bij onderzoek, samen met de praktijk kennis ontwikkelen,
dat resultaten terugstromen in het onderwijs en dat we wetenschappelijke
kennis door middel van publicaties vastleggen.
Afgelopen jaar hadden we de eerste promoties in De Karthuizer.
Die dragen ook bij aan de ‘body of knowledge’ waar we aan
bouwen.
We richten ons bij De Karthuizer met name op de grootstedelijke
problematiek in Amsterdam. Al worden we ook in toenemende
mate gevraagd door partijen buiten de regio. Zo willen we bijvoorbeeld
een project over zorgboerderijen uitvoeren samen met de
Landbouwuniversiteit in Wageningen.
Het uitgangspunt van De Karthuizer is het bevorderen van sociale
cohesie en participatie en mensen in hun kracht zetten (empowerment).
Een van onze onderzoeksprogramma’s omvat bijvoorbeeld
het project ‘Er op af’. Dat gaat over mensen die door huurschulden
uit huis worden gezet. Wij proberen dat te voorkomen door op
problemen en signalen af te gaan, zodat er een oplossing in gang
kan worden gezet. We werken hierbij samen met woningbouwverenigingen
en instellingen voor maatschappelijke dienstverlening.
En met de Stichting Eigen Kracht, die een succesvolle benadering
heeft ontwikkeld waarmee je mensen helpt via hun netwerk van
vrienden, familie en buren. We werken echt met de praktijk. We
onderzoeken, beschrijven én proberen uit hoe het werkt; wat wel
en niet kan. Dat is dat leren door doen.
Een ander onderzoeksvoorbeeld is een project voor Mantelzorg:
hoe ondersteun je mensen die moeten zorgen voor chronisch
zieken of gehandicapten? Nog een voorbeeld is het project Youth
Spot, waarbij we in een consortium zitten met een aantal instellingen
voor jongerenwerk en twee Amsterdamse mbo-instellingen.
Samen hebben we een klein praktijk- en onderzoekscentrum
opgezet, specifiek voor jongeren en jongerenwerk. Daar doen
we allerlei activiteiten op het gebied van kennisontwikkeling; van
kennisateliers tot onderzoek over de positie en profilering van
jongerenwerk. Ook hebben wij bijvoorbeeld een heel mooi project
gedaan over hoe er met homoseksualiteit wordt omgegaan in
jongerenwerk.
Bijna alles wat we in de Karthuizer doen sluit aan bij de Wet maatschappelijke
ondersteuning. Het gaat om de bevordering van de
samenhang tussen mensen, ze te laten participeren en ze in hun
eigen kracht te zetten. We hebben ook een zogenoemde Wmowerkplaats,
waar allerlei partijen met elkaar proberen uit te
zoeken hoe je de idealen van de Wmo het beste vorm kunt geven.
Studenten zijn vaak betrokken bij De Karthuizer door het minorenonderwijs,
bijvoorbeeld bij de minor jongerenwerk. Binnen de
minoren zit een behoorlijk stuk praktijkonderzoek en dus kunnen
de studenten meehelpen met de kennisontwikkeling binnen het
programma. Een mooie koppeling. Daarnaast werken studenten
ook mee in losse projecten en ook de doorstroomminor is regelmatig
verbonden aan onze programma’s. In de toekomst willen
we excellente studenten, als onderdeel van hun excellentietraject,
in de gelegenheid stellen om net zoals hoio’s mee te werken aan
onderzoeken. Nu gebeurt dat al op kleine schaal.
Vorig jaar hebben we met de doorstroomminor Sociaalwetenschappelijk
Onderzoek voor het eerst een heel schakeljaar
gedraaid en via deze weg uitstroom gehad naar de UvA. De minor
gaat vooral over onderzoeksmethodologie, over wat studenten
nodig hebben om masteronderwijs te volgen aan de UvA. Die
knowhow die je nodig hebt voor zo’n traject gebruik je ook weer
bij onderzoek. De verbinding van kennisontwikkeling, masteronderwijs
en de samenwerking met de universiteit zal steeds
sterker worden. De eigen professionele master Social Work loopt
nu voor het tweede jaar en is helemaal ingebed in de Karthuizer.
Daarmee krijg je een hele sterke wisselwerking tussen het
onderwijs en wat er hier gebeurt. Je hebt echt ‘state of the art’
onderwijs.
De Karthuizer zal op termijn opgaan in een domeinbreed kenniscentrum
Maatschappij en Recht. Hier gaan vier kernthema’s onder
vallen, die we voorlopig aanduiden als: Empowerment, Organization
of Legal Services, Behavioural Change en Urban Management. Er
zijn dus enorm veel ontwikkelingen gaande, er is veel dynamiek.
Ontzettend leuk vind ik dat en daarom zit ik hier helemaal op mijn
plek.”
29

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
6. Huisvesting
Locatie Tafelbergweg:
klimaataanpassing
In het voorjaar van 2009 is gestart met
Locatie James Wattstraat:
functionele aanpassingen
Vanaf de zomer van 2009 werden op de
Locatie Leeuwenburg:
‘zomershuffle’
In het (nu nog) grootste gebouw van
31
de uitvoering van het project klimaataanpassingen
Tafelbergweg. De besluitvorming
en de voorbereidingen van
dit project waren in 2008 al afgerond.
Op de Tafelberg weg zijn installatietechnische
en bouwkundige aanpassingen
verricht om het klimaatbeheer te verbeteren.
Omdat in dit project een groot
deel van het plafond vervangen moest
worden, is al in de voorbereiding besloten
de brandmeldcentrale te vervangen.
Dit leverde schaalvoordelen in het
project op. Separaat is aan de zuidkant
van het gebouw zonwerende folie op
de beglazing aangebracht, om de
zomerwarmte maximaal te kunnen
weren.
James Wattstraat diverse functionele
aanpassingen verricht. Zo zijn de trafo
en laagspanningsverdeelinrichting vervangen.
De aanwezige trafo was sterk
verouderd en kon niet meer gereviseerd
worden. Ook zijn de liftentableaus
vervangen en is een luchtgordijn bij de
entreezone aangebracht. Aan de zuidzijde
van het gebouw zijn bedieningspanelen
aangebracht zodat de zonweringen
individueel bediend kunnen
worden. De aanpassingen waren onderdeel
van afspraken die zijn gemaakt
ten behoeve van de verlenging van het
huurcontract van de James Wattstraat.
De aanpassingen zijn bekostigd door
de eigenaar. De afdeling Huisvesting
heeft op verzoek van de eigenaar het
projectmanagement voor haar rekening
genomen, omdat de projecten moesten
worden uitgevoerd terwijl de HvA in
bedrijf was.
de HvA, de Leeuwenburg, zijn diverse
domeinen gehuisvest. Om de groei in studentenaantallen
ook in 2009 te kunnen
opvangen heeft het project zomershuffle
plaatsgevonden. Een jaarlijks onderdeel
van de zomershuffle zijn installatietechnische
en bouwkundige aanpassingen op
locatie. In de zomer van 2009 heeft tevens
de verhuizing van OrO naar locatie Rivierstaete
aan de Amsteldijk plaatsgevonden.
Ook is Havana verhuisd naar het Crea 2
gebouw, waar ook de redactie van Folia
gevestigd is.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
32 Amstelcampus
Het jaar 2009 was een enerverende fase
in de ontwikkeling van de Amstelcampus.
Nadat het contract met de projectontwikkelaar
in februari werd opgezegd,
ging Bureau Nieuwbouw een woelige
periode tegemoet. Deze transitiefase
eindigde in december 2009 met de
vaststelling van het Programmaplan
Amstelcampus door het CvB. Hierin is
vastgelegd op welke wijze het programma
verder moet worden opgepakt en welke
uitgangspunten en speerpunten hier bijhoren.
Bureau Nieuwbouw kan weer met
volle kracht vooruit om de ontwikkeling
van de Amstelcampus zo soepel mogelijk
te laten verlopen. Daarnaast wordt veel
tijd geïnvesteerd in de relatie met de stakeholders
binnen de HvA en daarbuiten,
zoals de gemeente, buurtbewoners en
bewonersverenigingen.
Samen werken aan een
succesvolle Amstelcampus
Amstelcampus is meer dan ‘stenen
stapelen’. Om de Amstelcampus tot een
succes te maken, zijn er drie hoofdtrajecten
die vorm en inhoud moeten krijgen:
• onderwijs (opleiding, student, docent
en organisatie);
• huisvesting en werk-/studieomgeving;
• informatievoorziening en facilitaire
dienstverlening.
Een goede samenwerking met het onderwijs
en de staven en diensten van de HvA,
vooraf en tijdens de realisatie, is cruciaal
om ervoor te zorgen dat de Amstelcampus
straks aan ieders wensen voldoet.
In 2009 is veel tijd en energie in deze
samenwerking geïnvesteerd en verschillende
werkgroepen hebben belangrijke
uitgangspunten opgeleverd, zoals
domeinwerkgroepen die samen met
Bureau Nieuwbouw en de architecten
de Programma’s van Eisen vaststellen,
gebruikersgroepen die er voor zorgen dat
de definitieve ontwerpen straks voldoen
aan de wensen van gebruikers en beheerders.
Ook zijn er werkgroepen die deeladviezen
opleveren op het gebied van
IT-bekabeling, Food & Beverage, Service
Balies, Audiovisueel, Meubilair, Leercentra
en Beveiliging & Veiligheid. Daarnaast
is er de inzet van studenten, die de
Amstelcampus als case study gebruiken.
Om al deze inspanningen met elkaar te
verbinden is er in 2009 veel geïnvesteerd
in de communicatie rondom de Amstelcampus.
Zo is in juni de Amstelcampusintranetsite
gelanceerd en is er een digitale
nieuwsbrief voor de verschillende
werkgroepen ontwikkeld. Verder stond
de opening van het hogeschooljaar in
het teken van de Amstelcampus, wat een
belangrijke bijdrage was aan de beeldvorming.
Sinds december 2009 is er in de
bouwkeet aan het Rhijnspoorplein een
informatiecentrum. Buurtbewoners,
medewerkers en studenten kunnen hier
zonder afspraak terecht voor informatie.
Vanuit het informatiecentrum worden
ook rondleidingen voor medewerkers en
studenten georganiseerd. Verder organiseert
Bureau Nieuwbouw evenementen,
levert daar materialen voor, of is met
een informatiestand aanwezig op evenementen
als de open dagen, het decanensymposium
en de informatiemarkt voor
werkgroepleden die in november 2009
is gehouden.
In het hart van de stad
De Amstelcampus wordt een dynamische
en gastvrije ontmoetingsplek voor
studenten, medewerkers, alumni, het
werkveld en de buurt. Door de interactie
met buurtbewoners en de gemeente
Amsterdam kunnen studenten nog beter
opgeleid worden tot betrokken professionals.
Die betrokkenheid van en bij de
buurt is al tijdens de bouw belangrijk.
Daarom zijn het Amstelcampus Buurtmagazine
en de buurtberichten in 2009
verder ontwikkeld en worden er in
samenwerking met de gemeente regelmatig
bewonersavonden in het informatiecentrum
georganiseerd.
De locatie Weesperplein wordt een
belangrijk middelpunt, niet alleen voor
de Amstelcampus, maar ook voor het
Roeterseiland van de UvA. Circa 45.000
studenten en medewerkers zorgen
straks voor een enorme bedrijvigheid
en kansen voor lokale ondernemers.
De HvA en de UvA zetten zich er samen
voor in om de herinrichting van het
Weesperplein en de hierbij horende
openbare ruimtes op de agenda van de
gemeente te krijgen. De eerste belangrijke
stap hierbij is het ontwikkelen van
een gezamenlijke visie voor dit gebied.
Toekomstgerichte
voorzieningen
De Amstelcampus wordt een katalysator
voor het ontwikkelen van toekomstgerichte
professionele onderwijs- en onderzoeksvoorzieningen.
Bijvoorbeeld door
het creëren van voorzieningen die redelijk
snel aangepast kunnen worden bij
veranderende studentenaantallen of
gebruikerswensen, en door het gebruik
van duurzame en energiebesparende
materialen. Zo krijgt de Amstelcampus
een warmte-koude-opslaginstallatie
(WKO-installatie), waarmee tijdens de
zomermaanden overtollige warmte diep
in bronnen in de grond wordt opgeslagen.
Tijdens de koudere wintermaanden
wordt deze warmte opgepompt om de
gebouwen te verwarmen. Op deze
manier kan aanzienlijk op energiekosten
worden bespaard.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Voortgang in bouw
Boerhaave- en
Wibautgebouw
In dit deelproject wordt huisvesting
voor onderwijs, studentenwoningen
en sportvoorzieningen gerealiseerd.
In oktober 2009 zijn de sloopwerkzaamheden
van het voormalige Wibauthuis
herstart. Na uitharding van de ballastlaag
in de kelder kan de huidige ruïne
worden afgebroken. De bouwvergunningen
voor het Boerhaavegebouw zijn
eind februari afgegeven.
Kohnstammhuis en
Mauritsgebouw
Het Kohnstammhuis is in 2009 als Rijksmonument
gedefinieerd. Cascorenovatie
heeft inmiddels plaatsgevonden en de
interieurarchitect werkt aan het inbouwontwerp.
De renovatie en de inbouw
verlopen volgens schema en beide gebouwen
worden april 2011 opgeleverd;
onderwijs kan met ingang van studiejaar
2011/2012 worden gegeven.
Kohnstammhof
In 2009 zijn plannen gemaakt om het
Kohnstammhof gelijktijdig op te leveren
met het Kohnstammhuis en Mauritsgebouw.
Er komt veel groen en een
paviljoen met ateliers. Onder het hof
komt een garage. Een arcade op het
hof zorgt voor een droge overloop van
Kohnstammhuis naar Mauritsgebouw
en absorbeert net als het paviljoen de
pleingeluiden.
Rhijnspoorlocatie
De HvA had plannen om in het Leeuwenhoekgebouw
onderwijs te realiseren.
Op verzoek van gemeenten en omwonenden
is er een plan ontwikkeld,
waarbij in het Leeuwenhoekgebouw
studentenwoningen komen en op de
Rhijnspoorlocatie een onderwijsgebouw.
In 2009 zijn belangrijke stappen gezet in
de onderhandelingen met de gemeente
hierover (Rhijnspoorlocatie is gemeentegrond
en Leeuwenhoek is HvA-grond).
Dr Meurerlaan/DBSV
(ALO fase II)
De uitbreiding voor het domein Sport,
Bewegen en Voeding (DBSV) behoort
niet tot de Amstelcampus, maar valt wel
binnen de scope van Bureau Nieuwbouw.
De nieuwbouw voor DBSV is gerealiseerd
onder begeleiding van een projectleider
van Bureau Nieuwbouw en is in april
2009 bouwkundig opgeleverd. Na de
bouwkundige oplevering is een start
gemaakt met de inrichtingszaken zoals
lockers, meubilair, AV-middelen, waarna
in mei de medewerkers zijn verhuisd naar
het nieuwbouwgedeelte. Het project
(ALO fase II) omvatte onder andere de
realisatie van leslokalen, twee collegezalen,
een sportzaal en verschillende
overlegruimtes op de begane grond
en de realisatie van nieuwe kantoren,
projectruimtes en de mediatheek op
de eerste etage. De formele overdracht
aan de staande organisatie is gepland
voor midden 2010.
33

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Huub Toussaint (HT) is lector Bewegingswetenschappen bij de ALO.
34

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Mirka Janssen (MJ) is promovendus aan de ALO (domein Bewegen Sport en Voeding).
HT: Overgewicht bij kinderen is een groot maatschappelijk probleem.
Er zijn tegenwoordig al kinderen van tien jaar met diabetes type 2
– ook wel ouderdomsdiabetes genoemd – als gevolg van overgewicht.
Denk alleen al aan de ziektekosten die dat met zich meebrengt!
Maar ook de toekomst van die kinderen en hun quality of life zijn
in gevaar. Te zware kinderen blijven vaak motorisch achter, ook
doordat ze te weinig bewegen. Ze worden vaker gepest en doen
minder mee aan sport en spel. Waardoor hun overgewicht natuurlijk
alleen maar verergert. Dus je hebt het over een enorme economische
depreciatie én grote sociale gevolgen voor die kinderen.
De Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden
(STWT) waaronder alle openbare basisscholen in Amsterdam
Nieuw West vallen, heeft het domein Bewegen Sport en Voeding
gevraagd om mee te helpen het overgewicht onder schoolkinderen
aan te pakken. In Amsterdam-West is het percentage kinderen
met overgewicht veel hoger dan het landelijk gemiddelde. Waar
het landelijk om zo’n 16 procent van de kinderen gaat, zien we op
basisscholen in de westelijke tuinsteden dat 30 tot 40 procent van
de kinderen te zwaar is.
MJ: In de wijken van Nieuw West vind je veel risicofactoren voor
overgewicht. Er wonen veel allochtone families met een lage
sociaaleconomische status. En je hebt te maken met cultuurverschillen;
zo zullen Marokkaanse ouders minder snel erkennen dat
hun kind overgewicht heeft. Ze ervaren het ook minder als een
probleem.
Wij bekijken hoe we kinderen meer kunnen laten bewegen. Daarbij
streven we naar een integrale aanpak, waarbij school, buurt én
gezin worden betrokken. Zo hebben we een (school)pleinonderzoek
uitgevoerd. Daaruit komt naar voren dat de wijk niet uitnodigend is
om buiten te spelen en te bewegen.
Een schoolpleinprogramma kan een deel van de oplossing vormen.
Hierdoor kan bewegen een belangrijker onderdeel van het lesprogramma
worden. Ook bekijken we in hoeverre lichamelijke activiteit
bijdraagt aan het concentratievermogen van kinderen in de klas.
De LO-docent kan hierbij een sleutelrol vervullen.
HT: We hebben bekeken hoe schoolpleinen beter gebruikt kunnen
worden en hoe we ze geschikter maken voor bewegen. We hebben
bijvoorbeeld pleinen in vakken verdeeld, zodat kinderen gelijktijdig
verschillende spellen kunnen doen. De LO-leraren zijn hier ook bij
betrokken, doordat de activiteiten die worden begeleid op het
schoolplein gekoppeld zijn aan de inhoud van de gymles: knikkeren
op het schoolplein nadat in de gymles het spelletje nog eens is
uitgelegd. Of dit allemaal leidt tot meer lichamelijke activiteit bij
de kinderen onderzoeken we door middel van beweegmeters, die
de kinderen dragen. We werken zoveel mogelijk evidence based,
dus de effectiviteit van wat we doen wordt voortdurend getoetst
en gemeten.
MJ: Lichamelijke activiteit zou een prominent onderdeel moeten
zijn van de schooldag. We prikkelen de scholen op verschillende
manieren om kinderen meer te laten bewegen. Daarin vervult de
LO-docent een sleutelrol: hij of zij kan signaleren welke kinderen
extra aandacht nodig hebben. En kan dus ook de aandacht intensiveren
waar nodig.
Het coachen en informeren van ouders is ook van groot belang.
Zij hebben vaak geen idee dat het zo erg is dat hun kind te zwaar
is. Ouders leren hoe ze hun kind gezonder laten eten en meer
laten bewegen, ouders ‘nee’ leren zeggen tegen hun kind – dat is
echt investeren.
HT: Dankzij dit project zijn we steeds meer in aanraking gekomen
met de buurt en de stad. We kunnen nu zelf zien hoe de pleintjes
waar de buurtkinderen komen er uitzien. Zijn die schoon en licht,
of juist vies en onaantrekkelijk? Het is heel verrijkend om niet
alleen maar in je eigen opleiding te zitten, maar de buurt in te
trekken. Dan kom je van alles tegen. Van hangjongeren tot eenzame
ouderen. We zijn nu ook aan het bekijken in hoeverre sport een
middel kan zijn tegen eenzaamheid en een rol kan spelen bij meer
participatie aan de matschappij door bijvoorbeeld die hangjongeren.
Of dit een typisch Amsterdamse samenwerking is? Het is vooral
een grootstedelijk project; wat wij hier doen, gebeurt ook in een
stad als Den Haag. Natuurlijk zijn er wel accentverschillen.
MJ: We komen overal en gaan met iedereen in gesprek, dat is heel
mooi aan dit project. Ikzelf ben bijna elke dag op de scholen, voor
overleg, om resultaten te presenteren, om toe te zien op de
onderzoeksprojecten.
HT: Onderzoek doen aan een hogeschool was vroeger ondenkbaar.
De laatste jaren is dat duidelijk veranderd en is er veel meer
mogelijk. Er wordt niet meer vreemd tegenaan gekeken dat er
vanuit hogescholen goed en serieus onderzoek wordt gedaan.
Ook de koppeling met het onderwijs begint op gang te komen.
Hier bij de HvA heb je de wind mee als lector.
Dit onderzoek voeren we uit op verzoek van de STWT. Dat is een
prettig uitgangspunt. En als blijkt dat wat wij voorstellen werkt,
worden onze ideeën uitgevoerd. De samenwerking met de STWT
gaat heel goed, daar zijn we blij mee.
35

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
7. Professionalisering medewerkers
36
In het najaar van 2009 vond er een dialoogdag plaats in de HvA. Ruim tachtig medewerkers, met verschillende
functies en achtergronden, voerden inspirerende gesprekken met elkaar over de vraag: Hoe kan ik mijn kwaliteiten
en die van mijn collega’s optimaal benutten?
Vanuit deze startvraag droegen deelnemers
in de vorm van stellingen zelf
alle gespreksonderwerpen aan. In het
voorjaar van 2010 worden meerdere bijeenkomsten
gehouden. De uitkomsten
van de dialoogdagen worden gebruikt
als input voor het nieuwe HR-beleid van
de HvA, dat in 2010 wordt vastgesteld.
De uitkomsten worden tevens meegenomen
in de gesprekken in de hbo-sector
over het vraagstuk: Wat is de professionele
ruimte voor docenten? De medewerkers
beschouwden de dialoogdag
als een mooi voorbeeld van de nieuwe
manier van omgaan met elkaar binnen
de HvA; inspirerend, met ruimte voor
ideeën en ontwikkelingsgericht.
De onderwerpen van de stellingen waren:
• kwaliteiten ontdekken en zichtbaar
maken;
• professionele ruimte;
• autonomie in verbondenheid;
• ‘kleine’ kwaliteit;
• wie doet er mee?
• randvoorwaarden voor het optimaal
benutten van kwaliteiten;
• samenwerken.
In de gesprekken over deze onderwerpen
werden onder meer de volgende ideeën
naar voren gebracht die een rol kunnen
spelen in het HR-beleid van de HvA.
In dialoog blijven
Deelnemers aan de dialoogdag willen
bij de HvA samenwerken door een
partnerschap met elkaar aan te gaan
en elkaar niet als concurrenten te zien.
Men wil constructieve en positieve
feedback geven en samen kwaliteit
definiëren; zich durven ontwikkelen en
met elkaar in dialoog blijven over de
vraag ‘doen we de juiste dingen, hoe
komen we er verder mee’?
Professionele ruimte
De beelden over ‘professionele ruimte’
en ‘autonomie in verbondenheid’
verschillen van elkaar, maar de gemeenschappelijke
noemer is te vinden in de
meerwaarde die men ervaart om als professional
samen te werken met andere
professionals in de organisatie en daarbij
resultaten te boeken die ertoe doen.
Medewerkers vragen ruimte om talent te
ontwikkelen, flexibiliteit in mogelijkheden
en taken. Men gaf daarbij aan dat
er geen vrijblijvendheid ten aanzien van
de persoonlijke ontwikkeling kan zijn.
Een ruime interpretatie van het begrip
‘professie’ vraagt om commitment naar
elkaar. Daarvoor zijn breed omlijnde
kaders (missie en visie) nodig, waarbinnen
men ruimte vindt. Op de dialoogdag
kwam naar voren dat het organisatieprincipe
‘klein binnen groot’ van de HvA
ook geldt voor de professionele ruimte.
Binnen de community en binnen ruime
kaders kan elke medewerker en elk team
een eigen invulling en betekenis geven
aan de professie. Om verschillen tussen
professionals te waarderen, zou men
elkaar kunnen bevragen en aandacht
geven aan waarden en overtuigingen
waarmee een ieder invulling geeft aan
de eigen professionele ruimte.
Professionals willen eigenaar zijn en zelf
richting kunnen geven aan activiteiten en
te bereiken resultaten in hun werk.
Voor nieuwe docenten ziet men de
noodzaak om didactische begeleiding
en praktische informatie te geven, om
hen de gelegenheid te bieden hun professionele
ruimte in te nemen. Voor
ervaren docenten is zicht nodig op verschillende
loopbaanmogelijkheden en
kan gedacht worden aan maatregelen
als rouleren van docentrollen en taken.
Voor professionele ruimte zijn randvoorwaarden
nodig, zoals veiligheid en informeel
contact, vertrouwen en tijd.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Kennis delen en netwerken
Medewerkers willen kennis en mogelijkheden
delen, binnen en tussen de
domeinen, staven en diensten, om te
voorkomen dat het wiel meermalen
opnieuw wordt uitgevonden. Men wil
zelf bijdragen aan autonomie in verbondenheid,
door initiatieven te nemen om
met collega’s en leidinggevende in
gesprek te gaan over gezamenlijke doelen
en aanpak. En men wil netwerken
binnen en buiten de HvA, feedback
geven aan collega’s en leidinggevenden
en zelf ook om feedback vragen.
Leiderschap en teams
Het is belangrijk dat leidinggevenden
een goede balans creëren tussen het
geven van professionele ruimte en het
geven van sturing. In een netwerkorganisatie
is een bepaald soort leiderschap
nodig, dat gericht is op het aansturen
van professionals. Op de dialoogdag
werd dienend leiderschap genoemd,
aangevuld met termen als: situationeel
leiderschap, “faciliterend” management,
differentiëren in de mate van aansturing
en zelfsturing, duurzaam management.
Deelnemers gaven aan dat het van
belang is dat een leidinggevende ervoor
zorgt dat een team gezamenlijke verantwoordelijkheid
draagt en dat er commitment
ontstaat. De professionals in een
team nemen en krijgen verantwoordelijkheid.
Per team zullen doelen worden
afgesproken en afspraken worden
gemaakt over het monitoren van de
realisatie. Transparantie in budget van
het team en taakverdeling wordt daarbij
gewaardeerd
Van leidinggevenden wordt verwacht
dat zij het uitwisselen van kennis en
ervaring ondersteunen en medewerkers
faciliteren en stimuleren om hun netwerk
te gebruiken. Het zou bijvoorbeeld
helpen als medewerkers en leidinggevenden
afspraken maken over de mate
waarin zij actief kunnen netwerken,
als vanzelfsprekend onderdeel van de
functie. Ook van leidinggevenden zelf
wordt verwacht dat zij actief netwerken,
bijvoorbeeld door actief te zijn in een
netwerk van opleidingsmanagers.
Sturen op kwaliteit
Gesprekken over het functioneren
maken een belangrijk onderdeel uit van
de rol van leidinggevenden. Hierin vindt
immers afstemming plaats van kwaliteit
en behoeftes. Er moet regelmatig contact
zijn tussen leidinggevende en medewerker,
zodat sturing gegeven wordt aan de
kwaliteit van resultaten. Het erkennen
en delen van successen kan helpen om
een gunstig leer- en werkklimaat te
creëren.
Docenten en ondersteunend
personeel werken nauw
samen
De ‘kleine kwaliteit’ in het onderwijs
heeft grote invloed op de beleving van
de kwaliteit van het onderwijs. In de
dialoogdag werd geconcludeerd dat
het goed zou zijn om klein te beginnen:
open te staan voor elkaar en de gelegenheid
creëren om bij elkaar in de
keuken te kijken.
Er bleek behoefte te zijn aan meer
samenhang tussen onderwijzend en
ondersteunend personeel. Mensen die
bezig zijn met het vormgeven van secundaire
processen zouden vroegtijdig
betrokken moeten zijn bij de organisatie
van het primair proces. Bijvoorbeeld
door teams van ondersteunend personeel
te verbinden aan een opleidingsteam,
zodat zij (her)kenbaar zijn voor
elkaar.
37

Chris Boven is sinds april 2009 programmamanager van het MediaLAB.
38
Chris Boven “Media an sich vind ik heel interessant. Net als
werken met studenten en leuke projecten en toegepast onderzoek
voor ze faciliteren. De combinatie van die dingen is de kern van
mijn werk, daar sta ik ‘s ochtends voor op.
Bij het MediaLAB pakken studenten vanuit verschillende invalshoeken
en achtergronden samen een probleem aan. Juist door
die verschillen zijn ze in staat om een product te leveren dat een
niveau hoger is, dan wanneer ze dat zouden doen binnen een
bekende setting met gelijkgestemden. En dat is nou precies het
idee achter het multi- of interdisciplinair samenwerken.
Natuurlijk doen we veel projecten in de stad Amsterdam. Dat volgt
eigenlijk automatisch uit de doelstellingen van het MediaLAB;
enerzijds willen we de HvA aan het regionale werkveld koppelen,
zodat onze studenten zo goed mogelijk worden voorbereid op hun
latere beroep. Anderzijds wil je ook aan kennisopbouw doen voor
deze regio, zodat bedrijven kunnen blijven innoveren en studenten
met een hoog niveau van de opleiding afkomen.
Afgelopen semester hebben we een ‘wachtverzachter’ gemaakt voor
de Museumnacht: een interactieve muziekinstallatie op het Trouwgebouw.
Mensen die in de rij stonden konden via een touchscreen het
gebouw tot leven wekken, door muziek te maken en animaties over
het gebouw te laten gaan. Verder hebben we voor het Westerpark een
tour ontwikkeld, waarmee mensen een soort verhalend spel op hun
pda (palmtop) kunnen doen. Dit semester zijn we bezig om een reality
tour voor het Stedelijk Museum te ontwikkelen.”
Per 1 april gaat de vernieuwde website van MediaLAB in de lucht:
www.medialab.hva.nl
Ben Kröse “Mijn leeropdracht is ICT in de woon- en leefomgeving.
Daar zit van oudsher een stuk domotica (huiselijke elektronica) in,
zoals rolgordijnen of garagedeuren die automatisch opengaan. Nu
gaat het meer om media en communicatie. Een belangrijk toepassingsgebied
op dit moment is de zorg. De vraag vanuit zowel technologiebedrijven
als zorginstellingen is wat je met ICT kunt doen om
mensen langer zelfstandig thuis te laten wonen. Bijvoorbeeld door
gebruik van camerasystemen waarmee je met je familie kunt praten,
of sensorsystemen die meten of iemand rustig slaapt.
Een ander belangrijk aandachtspunt van ons lectoraat is ICT in de
publieke en semipublieke ruimte. Daar komen ook veel vragen uit
voort, zoals hoe je ICT kunt gebruiken om een winkelcentrum veiliger
te maken. Zo houdt een van onze onderzoekers zich bezig met
cameratechnologie. Voor beveiligingsdoeleinden, maar bijvoorbeeld
ook om te kijken hoe we de interactie van bibliotheekbezoekers
kunnen verbeteren.
Een ander aandachtspunt is de overdracht van kennis. Ik zit ook bij
de UvA en daar is veel kennis op het gebied van cameratechnologie.
Hoe krijg je die technologie bij de betreffende bedrijven? Naast de
onderzoeksprojecten organiseren we ook seminars, waar mensen uit
kennisinstellingen vertellen wat de ‘state of the art’ is en bedrijven
hun producten laten zien en vragen stellen aan de onderzoekers.
Een van onze opdrachtgevers is de bibliotheek van Almere. Die had
behoefte aan het binnenhouden van jongeren boven de 12 jaar. Hoe
maak je de bieb aantrekkelijker voor die doelgroep? We hebben
gamingapplicaties ontwikkeld en in de nieuwe bibliotheek komt er
een project met grote schermen. Dat zit dicht aan tegen wat Chris
doet en we zijn dan ook aan het kijken of we ook studenten van het
MediaLAB daarvoor in kunnen zetten.” De meeste activiteiten van het
lectoraat Digital Life zijn te vinden op www.digitallifecentre.nl
Chris Boven en Ben Kröse over...
... ICT en media, jongens en meisjes
BK: “In deze regio zitten natuurlijk veel bedrijven in de creatieve
sector. Die sector is dan ook de focus van ons onderzoek. Daarom
is het belangrijk dat ICT en media bij elkaar blijven; dat is zo uniek
van de HvA. Bij sommige hogescholen zit ICT in het techniekdomein.
Maar alle media is digitaal, dus waarom zou je ICT niet langs de
lijnen van media ontwikkelen? Dat gebeurt al met de opleidingen
hier. Binnen ICT heb je nu bijvoorbeeld de specialisatie Gaming,
die heel dicht tegen media aanzit. En ontzettend veel studenten
trekt, met name jongens. Bij Chris zijn het vaak juist meisjes, toch?”
CB: “Nou, het hangt er wel van af van welke richting binnen
Interactieve Media we studenten krijgen. Over het algemeen
hebben we bij MediaLAB wel veel meiden. Maar het zou heel
interessant zijn om meer vrouwelijke studenten te trekken binnen
ons domein. Meisjes laten zich nog steeds afschrikken door ICTonderzoek.
In het MediaLAB zien ze dat het juist interessant,
spetterend en spectaculair kan zijn en een enorme verrijking.”
... het Kenniscentrum
BK: “Wanneer we ons samen concentreren op een paar speerpunten,
dan hebben we meer massa en kunnen we beter onderzoek
doen en een betere opleiding aanbieden. Nu zijn de lectoraten nog
te veel verschillende eilandjes.”
CB: “Er zijn drie partijen waar je mee moet dealen en die je uiteindelijk
samen moet brengen: de opleidingen, de lectoraten en het
werkveld. De taak van het kenniscentrum is om voor die drie
groepen vragen te formuleren waar je de komende jaren mee
bezig kunt.”
BK: “Door de projecten en de labs dichter tegen elkaar aan te
zetten heb je meer kennis, je staat veel sterker en je kunt beter
informatie uitwisselen.”
CB: “Het is een soort vliegwiel: doordat je bij elkaar gaat zitten
moet je samen het vliegwiel flink in beweging zetten en daardoor
krijgt het een bepaalde aanzuigende werking.”
... mkb in Amsterdam
BK: “Er is een ‘mismatch’ tussen de praktische vraag vanuit
bedrijven in Amsterdam en de fundamentele kennis die wordt
ontwikkeld aan universiteiten. Dat soort onderzoek duurt ook te
lang voor het mkb. Ik denk dat de HvA daar een belangrijke rol in
kan spelen.”
CB: “Op het hbo doen we toegepast onderzoek voor specifieke
vragen van bedrijven. Een soort maatwerk, zou je kunnen zeggen.”
BK: “Zonder dat we een consultancybureau zijn natuurlijk. Wat
wij willen is dat het Kenniscentrum een brug vormt tussen de
onderzoeksinstituten hier in de regio en de mkb’s. En Amsterdam
is duidelijk anders dan Enschede, Eindhoven of Rotterdam. Hier
zitten heel veel bedrijfjes op het gebied van nieuwe media en
gaming. En dat zijn ook de bedrijven die we willen bereiken met
het Kenniscentrum.”

Ben Kröse is lector Digital Life aan de HvA en universitair hoofddocent aan de UvA.
39

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
8. Bericht van de Centrale
Medezeggenschapsraad
40 Verkiezingen 2009
In 2009 waren er verkiezingen voor de
studentengeledingen van de Centrale
Medezeggenschapsraad (CMR) en deelraden.
Op het gebied van communicatie
ging de aandacht vooral uit naar het
trekken van kandidaten en het verhogen
van de opkomst bij de verkiezingen.
Helaas was het aantal kandidaten voor
de meeste deelraden beneden verwachting.
Het aantal stemmers is wel gestegen,
van 5,5% in 2007 naar 7% bij deze
verkiezing. Het streefpercentage is 10%.
In 2010 komen er weer verkiezingen
voor de CMR en deelraden voor alle
medewerkers en studenten van de HvA.
Almere
Het CvB heeft aangegeven de lesplaats
Almere per 1 september 2010 over te
dragen aan Hogeschool Windesheim.
De verwachting is dat het voorgenomen
besluit in maart 2010 wordt voorgelegd
aan de CMR.
Werkgroep OER
De CMR heeft ingestemd met de format-
OER 2009-2010 onder de voorwaarde
dat een aantal leden in de ontwikkelingsfase
wordt betrokken bij de totstandkoming
van de format-OER 2010-2011.
Dit is door het CvB toegezegd. Het
overleg met een delegatie van de CMR
en Kees Koppenol over de format-OER
is in september 2009 van start gegaan.
Samenwerking HvA/UvA
Het CvB ziet af van de ontwikkeling van
een shared service centre voor UvA en
HvA. In plaats daarvan zullen onderdelen
van beide organisaties gaan samenwerken.
Over deze voornemens wordt uiteraard
overleg gevoerd met de CMR en de
deelraad centrale stafdiensten.
Organisatieaanpassing HvA
De CMR heeft van het CvB de notitie
organisatieaanpassing HvA ter informatie
ontvangen. Hierin staat een aantal
besluiten vermeld ten aanzien van de
inrichting van de organisatie op stafniveau.
Zoals eerder in de overlegvergadering
van de CMR en het CvB al is aangegeven,
is over deze besluiten gesproken.
De besluiten zullen hun weerslag
vinden in onder meer het bestuursreglement.
De wijzigingen in het bestuursreglement
worden ter instemming voorgelegd
aan de CMR.
Veranderingen CMR
Door het vertrek van Algemeen Directeur
Jeroen Knigge zijn er verschuivingen
gekomen in de overlegsituatie van de
CMR met het CvB. P&O-directeur Conny
Vermolen is aangesteld als Secretaris ad
interim. Verder is de CMR per 1 juli 2009
verhuisd van de Leeuwenburg naar de
locatie Rivierstaete.
Sorbon
De CMR heeft het CvB geadviseerd om
het contract met Sorbon niet op ongewijzigde
voorwaarden voort te zetten,
met name omdat Sorbon niet in staat is
gebleken aan de gestelde voorwaarden
te voldoen. De CMR geeft nadrukkelijk
aan toekomst te zien in een nieuw
traject met Sorbon, omdat bij Sorbon
de bereidheid bestaat om tegemoet
te komen aan de wensen van de
organisatie.
Centrale scholing voor de
CMR en deelraden
Op 8 september 2009 organiseerde de
CMR een centrale scholing voor alle
nieuwe leden en voor alle deelraden.
De scholingsdag vond net als vorige keer
plaats in het Lloydhotel in Amsterdam.
De trainers waren afkomstig van de LVSB
en de CMR. Zestig medewerkers en studenten
hebben zich ingeschreven voor
een aantal workshops zoals communicatie
met de achterban, basistraining medezeggenschap,
debatteren, onderhandelen
en het voorzitten van een onderwijs- of
andere commissie.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
9. Werving: koers op kwaliteit
41
Het begrip werving klinkt wellicht alsof het uitsluitend om grote aantallen gaat. En als we het hebben over studentenwerving
bij de HvA zien we de massa’s aankomende studenten al voor ons. Het jaar 2009 laat een verschuiving zien
in het wervingsbeleid van Marketing en Communicatie (M&C). In plaats van te focussen op kwantiteit – immers, als
grote hogeschool in een stad als Amsterdam is de toestroom navenant groot – wordt er bij het aantrekken van nieuwe
studenten veel meer gekeken naar de kwaliteit: ‘de juiste student op de juiste plaats’ is het motto. Daar hoort eerlijke
voorlichting bij. Want als na een (half)jaar blijkt dat iemand de verkeerde studie heeft gekozen, is dat een strop voor
zowel de student als de hogeschool. Studenten die om wat voor reden dan ook niet goed op hun plaats zijn bij een
bepaalde opleiding, moeten dan bekijken of ze een opleiding vinden die wel goed bij ze past. Al dan niet bij de HvA.
De ‘C’ (Communicatie) van M&C heeft
een wijziging ondergaan. Er wordt
vooral ingezet op het geven van directe
voorlichting. Niet via grootschalige beurzen,
waar de werving met name via het
uitdelen van brochures gaat. Werving
blijkt veel effectiever wanneer je
mensen stimuleert om zichzelf actief
te informeren. Bijvoorbeeld door ze uit
te nodigen om naar de hogeschool te
komen en zelf te kijken of de HvA een
opleiding heeft die bij ze past. Maar
daar houdt het niet op; bij goede communicatie
hoort ook feedback van de
doelgroep. Hoe weet je anders of je
boodschap ook aankomt? Via allerlei
interactieve instrumenten verzamelt
en verwerkt M&C de wensen en commentaren
van (aspirant-) studenten van
de HvA. Zodat de kwalitatieve werving
nog meer kan worden aangescherpt.
Talentfinder
De focus op kwaliteit komt ook tot uiting
in de ontwikkeling van de Talentfinder,
een project dat in 2009 van start is
gegaan als opvolger van het eerdere
studieloopbaaninstrument Spiegel.
Talentfinder is een online studieloopbaantest
voor HvA-studenten. De Talentfinder
is bedoeld om aankomende studenten
aan te zetten tot zelfreflectie.
Hierbij wordt er in eerste instantie
gekeken naar studieaanpak, leerstijl
en motivatie. Als de studieloopbaanbegeleider
hier reden toe ziet, wordt er
ook een capaciteiten-, persoonlijkheidsen
interessetest afgenomen. Aan de
hand van de uitslag kunnen studenten
zien of ze de juiste kwaliteiten hebben
om de gekozen studierichting met succes
af te ronden. Ze weten hierdoor al aan
het begin van de studie wat hun sterke
en zwakke punten zijn. Dat geeft ze de
mogelijkheid om al vroeg aan eventuele
deficiënties te werken of, in het uiterste
geval, te veranderen van studie.
Wall of Fame
De Wall of Fame is een virtuele muur,
waarop de ‘beste’ studentenprojecten
van de HvA staan afgebeeld. Met behulp
van de muis en pijltjestoetsen loop je
langs de ‘posters’ van de verschillende
projecten. Wanneer je op een project
klikt krijg je daar meer informatie over.
Deze innovatieve elektronische expositie
van HvA-talent is gemaakt door studenten
van de opleiding Interactieve Media
van de HvA. Het meedenken over en
ontwerpen van dit project werd in 2009
opgenomen in het curriculum van de
betreffende studenten. De Wall of Fame
is een goed voorbeeld van ‘low profile’
communicatie, gericht op verbetering
van de kwaliteit van de instroom.
En natuurlijk een mooie manier om
studenten bij het onderwijs te betrekken
en de ‘knowhow’ binnen de HvA meer
te benutten.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Wilfred Fischer is aanjager bij het domein Onderwijs en Opvoeding.
42
“De projecten die ik initieer komen meestal voort uit dromen. Over de
vele maatschappelijke uitdagingen in Amsterdam en dat er 750.000
inwoners en meer dan 100.000 studenten in het hoger onderwijs zijn.
En over hoe geweldig het zou zijn als er een beweging kan ontstaan
waarbij studenten zich inzetten voor de stad en daar tegelijkertijd iets
van leren. Door echte projecten, met echte opdrachtgevers. Zo is de
Academie van de Stad ontstaan.
Voor het onderwijs is het vaak lastig en tijdrovend om een verbinding
te leggen met de stad. De Academie van de Stad zorgt als procesregisseur
voor een continue stroom van projecten door het creëren
van robuuste allianties tussen de stad en het onderwijs. Hierdoor
ontstaat er energie. Bij de studenten, die leren van een wijkproject;
bij buurtbewoners, die een impuls en ondersteuning krijgen van studenten.
Dat komt allemaal weer ten goede aan de leefbaarheid in de
stad en de kwaliteit van het onderwijs. Voordat we een project starten
kijken we eerst welke modules in de opleidingen aansluiten bij de
vraag of behoefte uit de praktijk. En we zoeken docenten die het een
leuk onderwerp vinden, er graag iets mee willen en die ook hun
expertise daarvoor kunnen inzetten.
De buurt is het vertrekpunt van onze opdrachten; de woningcorporaties,
stadsdelen, buurt- en welzijnsorganisaties zijn momenteel onze
partners. Zij vertegenwoordigen de buurt en weten wat er nodig is om
die te helpen ontwikkelen. Binnenkort komt er waarschijnlijk nog een
partij bij: de bewoners. Dat betekent dat een buurtbewoner met een
goed idee met ondersteuning van de gemeente Amsterdam (die het
financiert) een aanvraag kan indienen. Wij gaan vervolgens kijken of
we met studenten dat initiatief een stap verder kunnen brengen.”
Marijke van Zelst is docent bij de Pabo HvA en
begeleider van het project Springlevend Landlust.
“Springlevend Landlust is een project waaraan 20 studenten van de
Pabo meewerken en dat loopt van 1 november 2009 tot 1 november
2010. Dat betekent dat de studenten een commitment zijn aangegaan
om een jaar lang microprojecten te doen voor basisschool Narcis
Querido in de wijk Landlust in Bos en Lommer. In ruil daarvoor hebben
ze voor die periode een woning gekregen van woningcorporatie
Ymere. Ik begeleid de studenten vanuit de Pabo.
Wilfred kwam zijn droom over Springlevend Landlust aanvankelijk
aan mijn kamergenoot vertellen. Die was er niet, maar ik wilde het
graag horen. Hij had het over het betrekken van studenten bij een
Vogelaarwijk en een basisschool. Hoe leuk dat zou zijn. ‘Wauw’, dacht
ik, zo kun je bij studenten de intrinsieke motivatie ontwikkelen om
meer te weten over het kind, de basisschool, de buurt en de stad
Amsterdam. Zo goed ook om die dingen met elkaar te verbinden. En
die maatschappelijke betrokkenheid is heel belangrijk voor de Pabo
van een grote stad. Ik was razend enthousiast en wilde graag
meedoen.
Als je leraar wordt in Amsterdam heb je te maken met diversiteit. Dat
kun je wel leuk vertellen in de les, maar het krijgt pas echt betekenis
op het moment dat studenten zo’n wijk zelf ervaren en er zelf voor
kiezen om zich ervoor in te zetten. Dat heeft zo’n meerwaarde voor
hun ontwikkeling.
Het is helemaal mooi dat studenten van alle jaren eraan mee kunnen
doen en niet alleen de vierdejaars. De studenten zijn echt een groep
geworden. Ze wonen dicht bij elkaar en weten elkaar te vinden als ze
hulp nodig hebben voor bijvoorbeeld de studie.”
Wilfred Fischer en Marijke van Zelst over...
...energie tussen studenten en de buurt
MvZ: “Je hoort vaak dat ouders in bepaalde wijken moeilijk te bereiken
zijn. Maar bij onze eerste bijeenkomst in Landlust zat de zaal
bomvol, de ouders vonden het een eer om aan dit project mee te
doen. De tweede bijeenkomst was ook vol en bij de derde bijeenkomst
pasten de mensen niet meer in de zaal. Zoveel belangstelling was er.
Dat voelde erg goed. Het project is echt gebouwd en niet ingevuld
vanachter een bureau. We zijn naar de school gegaan en hebben de
ouders gevraagd om aan te geven wat zij nodig hebben voor hun
kinderen. We hebben de ouders aan de 20 studenten gekoppeld en
daar zijn allerlei projecten uit ontstaan, zoals verschillende
huiswerkprojecten.”
WF: “De projecten ontstaan dus vanuit de energie die er is tussen
de ouders, kinderen en studenten. En dat moet ook, wij kunnen niet
zomaar bedenken wat goed is voor die wijk. De studenten hebben
inmiddels zo veel contacten, dat er ook nieuwe projecten ontstaan.
Bijvoorbeeld een markt met verschillende stands van bewoners en
andere relevante partijen in de buurt.”
MvZ: “Daarom is het zo essentieel dat de studenten ook in de wijk
wonen. Ze voelen zich steeds meer verbonden met hun buurt en de
bewoners zien ze als buurtbewoners. Hierdoor wordt de samenwerking
nog gemakkelijker.”
...de leerervaring
MvZ: “Maar liefst 140 kinderen wilden graag huiswerkbegeleiding. Ze
waren zo enthousiast dat ze zelfs op woensdagmiddag wilden komen.
De studenten moeten heel goed kijken op welk niveau de kinderen
zitten. Ze begeleiden ze niet alleen, maar geven ook instructie; ze helpen
ze echt een stap verder. Als je stage loopt volg je een methode.
Nu moeten ze leren op maat les te geven en dat is een hele mooie
leerervaring.”
WF: “En zo is er een aantal van die microprojecten. Een creativiteitsclub,
een schoolmusical en conversatielessen voor ouders bijvoorbeeld,
die – heel slim – tegelijkertijd met de huiswerkbegeleiding van
de kinderen plaatsvinden.”
...hun verwachtingen
MvZ: “Ik hoop dat Springlevend Landlust zo’n impact op de buurt
heeft, dat het ook voortgang kan vinden. Een huiswerkproject duurt
bijvoorbeeld tien weken en het zou heel mooi zijn als dat straks door
anderen kan worden voortgezet.”
WF: “We hebben Springlevend Landlust als een experiment ingezet.
De vraag was: kun je een project tot stand laten komen zonder dat je
het van dag tot dag actief moet begeleiden. Het antwoord is: ja, dat
kan. We zijn heel trots op zowel de bewoners als de studenten. Er
was natuurlijk een opstartperiode, waarbij ze moesten wennen aan
het feit dat ze zelf in de lead waren en zelf dingen moesten gaan starten.
Maar nu raken ze eraan gewend en begint er van alles te ontstaan.
De resultaten zijn goed en iedereen is enthousiast. Er wordt
vaak gevraagd hoe we dat toch doen. Simpel: we geven studenten de
ruimte en ondersteunen ze daarbij vanuit de Pabo en de Academie
van de Stad. Zo blijven de kosten laag en daar wordt iedereen blij
van.”

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Marijke van Zelst is docent bij de Pabo HvA en begeleider van project Springlevend Landlust.
43

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
10. Corporate Governance
44
De Hogeschool van Amsterdam is een bijzondere instelling voor hoger onderwijs op algemene grondslag. De hogeschool
wordt in stand gehouden door de stichting Hogeschool van Amsterdam. Het bestuur van de stichting berust bij het
College van Bestuur (CvB) dat tevens het instellingsbestuur is van de hogeschool.
Het toezicht op het College van Bestuur
wordt uitgeoefend door de Raad van
Toezicht (RvT). Deze raad benoemt en
ontslaat tevens de leden van het CvB.
De leden van de RvT worden benoemd
en ontslagen door de leden van de RvT
van de Universiteit van Amsterdam, die
op hun beurt benoemd en ontslagen
worden door de minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap. Het CvB van
de Hogeschool van Amsterdam vormt
tevens het bestuur van de Universiteit
van Amsterdam. Met deze bestuurlijke
verbondenheid wordt enerzijds beoogd –
op termijn – vanuit één entiteit studenten
steeds het (type) onderwijs aan te
bieden dat het beste bij hen past en
anderzijds – op het terrein van bedrijfsvoering
– efficiencyvoordelen te behalen.
Auditcommissie
De RvT kent een auditcommissie die
besluitvorming van de raad op financieel
terrein voorbereidt en in die hoedanigheid
de vaste gesprekspartner is van de
controlerend accountant.
Remuneratiecommissie
In het verslagjaar is de samenstelling van
het CvB niet gewijzigd. Hierdoor bestond
er geen aanleiding een remuneratiecommissie
te vormen.
College van Bestuur
Het CvB maar ook de afzonderlijke leden
zijn bevoegd de stichting te vertegenwoordigen.
Deze bevoegdheid is op grond van
de wet onbeperkt en onvoorwaardelijk. In
het bestuursreglement is de omvang van
de vertegenwoordigingsbevoegdheid van
de individuele leden van het CvB beperkt.
Deze beperking heeft interne werking en
bevordert dat belangrijke besluiten door
het CvB worden genomen.
In het bestuursreglement zijn taken van
het CvB die betrekking hebben op het
onderwijs en de onderwijs- en examenregeling
overgedragen aan de
domeinvoorzitters.
Wet versterking besturing
In het verslagjaar werd de verschijning
van het wetsvoorstel versterking besturing
aangegrepen om de bij de hogeschool
geldende regels op het terrein van
Corporate Governance kritisch te bezien.
Geconcludeerd werd dat de regelgeving
op onderdelen aan het wetsvoorstel
diende te worden aangepast. Die aanpassingen
zullen in 2010 worden doorgevoerd,
nu na afloop van het verslagjaar
2009 is komen vast te staan dat het
wetsvoorstel versterking besturing in
2010 het Staatsblad zal halen.
Bestuursreglement
Door middel van de overdracht van
bevoegdheden zijn in het bestuursreglement
de domeinvoorzitters in een positie
gebracht die nagenoeg identiek is aan
die van de decaan van een faculteit.
Hierdoor bezitten de domeinen een
zekere mate van vrijheid – met name op
het terrein van het onderwijs – eigen
beleid te voeren; zij het met inachtneming
van door het CvB gestelde kaders.
Procuratieregeling
In de procuratieregeling wordt voor een
aantal functionarissen van de hogeschool
de bevoegdheid geregeld om – onder
voorwaarden – de instelling te mogen
vertegenwoordigen, en tot welk bedrag
en voor welke rechtshandelingen. Het is
een praktische regeling die er op is gericht
leidinggevenden in de organisatie te
voorzien van adequate managementtools
en die bijdraagt aan een transparante
bevoegdhedenstructuur. Naast de algemene
vertegenwoordigingsbevoegdheid
wordt in sommige gevallen ook gebruik
gemaakt van speciale volmachten en/of
aanvullende richtlijnen.
Klokkenluidersregeling
De Klokkenluidersregeling van de Hogeschool
van Amsterdam is identiek aan
die van de Universiteit van Amsterdam.
De regeling biedt rechtsbescherming
aan medewerkers die een misstand bij
de hogeschool willen aankaarten. Het
College van Bestuur vindt het tekenend
voor de open cultuur bij de Hogeschool
en Universiteit van Amsterdam – en prijst
zich daar gelukkig in – dat tot op heden
nog nooit een medewerker van één van
beide organisaties het noodzakelijk heeft
gevonden zich op de regeling te
beroepen.
Marktactiviteiten
De door de Hogeschool van Amsterdam
verrichte marktactiviteiten worden veelal
vanuit de domeinen georganiseerd en
sluiten steeds aan bij het reguliere onderwijs.
Met deze activiteiten wordt onder
meer beoogd de kwaliteit van het onderwijs
te verhogen, bij te dragen bij aan
de kennisoverdracht aan de maatschappij
en vastgestelde onderwijscurricula en
onderzoekslijnen te ondersteunen.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
11. Samenwerking UvA-HvA
in de bedrijfsvoering
Op diverse vlakken binnen de bedrijfsvoering heeft de samenwerking tussen HvA en UvA in de afgelopen jaren gestalte
45
gekregen. Bureau Kennis Transfer werkt voor beide instellingen, het Universitair Sport Centrum biedt faciliteiten aan
zowel UvA als HvA en CREA is het culturele studentencentrum van zowel de HvA als de UvA. Ook de woordvoering
en het veiligheidsbeleid worden voor beide instellingen reeds gezamenlijk georganiseerd.
In de collegevergadering van 17 september
2009 heeft het CvB de notitie ‘Samen
Werken aan de dienstverlening voor
UvA & HvA’ vastgesteld. In deze notitie
is de volgende passage opgenomen over
de achtergrond van de samenwerking:
De aanleiding voor het starten van de
samenwerking tussen UvA en HvA was
enerzijds de beoogde synergievoordelen
en anderzijds de verwachte wetswijziging
die fusies tussen hogescholen en universiteiten
mogelijk zou maken. Inmiddels
is duidelijk dat de wetswijziging niet op
korte termijn te verwachten is, hetgeen
voor het College van Bestuur van UvA
en HvA reden was de samenwerking te
bespreken. Dit gesprek vond plaats op
9 juli 2009. De uitkomst hiervan is dat,
ondanks dat het niet mogelijk is beide
instellingen te laten fuseren, het door
goed samenwerken mogelijk moet zijn
de beoogde synergievoordelen te
realiseren.
Met deze notitie werd herbevestigd dat
verdere intensivering van de samenwerking
tussen UvA en HvA een belangrijke
strategische doelstelling is en dat deze
samenwerking zowel op het gebied van
onderwijs en onderzoek als ook op het
terrein van de bedrijfsvoering moet
plaatsvinden. Daarnaast stelde het
College met deze notitie vast dat deze
intensivering van de samenwerking niet
altijd tot integratie van de diensten zal
hoeven leiden: ‘Allereerst is het van
belang ervoor te zorgen dat de dienstverlening
aan de eigen afnemers verbeterd
wordt terwijl ook de gewenste kostenbesparingen
gerealiseerd worden’.
Vanuit het oogpunt van beheersbaarheid
is in eerste instantie gekozen om
de samenwerking te richten op de uitvoeringsgebieden
waar met beperkte
inspanning resultaten kunnen worden
geboekt. Het is op dit moment niet
de ambitie om de samenwerking op de
volledige ondersteuning te betrekken.
Per uitvoeringsgebied, Facilitaire Dienstverlening,
Administratie, Bibliotheek/
Mediatheek, IT uitvoering, IT beleid,
is in 2009 een samenwerkingsproject
gestart. Deze samenwerkingsprojecten
zijn praktisch aangepakt en binnen de
lijnorganisatie als project per gelijksoortige
dienst vorm gegeven. Deze projecten
worden gezamenlijk vormgegeven door
de directeuren van de diensten van zowel
HvA als UvA. Hierbij is per samenwerkingsproject
één directeur als projectleider
benoemd die de uiteindelijke verantwoording
draagt voor het welslagen
van het samenwerkingsproject. Eind
2009 zijn de concept-projectplannen
opgeleverd die in 2010 zullen worden
uitgevoerd.
Als doelstellingen van de samenwerkingsprojecten
zijn enerzijds het behouden en
vergroten van de kwaliteit van de
dienstverlening (meerwaarde bieden
voor studenten en docenten) benoemd
en anderzijds grotere efficiëntie op
langere termijn.
De samenwerking is in 2009 als groeistrategie
gepositioneerd. Dit betekent
dat in eerste instantie quick wins worden
geïdentificeerd en medewerkers van
beide instellingen met vergelijkbare
taken, daar waar dit passend te realiseren
is, bij elkaar gehuisvest worden. De
samenwerking is in eerste instantie
voornamelijk gericht op het uitwisselen
van kennis en kunde, zodat medewerkers
over en weer expertise kunnen opvragen
en inzetten, ook wordt ernaar gestreefd
schaalvoordelen te realiseren op die vlakken
waar dit wenselijk en noodzakelijk is.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Dymph van den Boom is lid van het College van Bestuur UvA-HvA.
46

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Onderzoek binnen de HvA is onderdeel van haar portefeuille.
Dat de hbo’s een onderzoeksfunctie hebben is een betrekkelijk
recente ontwikkeling. Rond 2002 kwam vanuit het ministerie van
Onderwijs de opdracht om via onderzoek binnen het hbo het niveau
en de kwaliteit van het hbo te versterken. In het hbo gaat het om
praktijkgericht onderzoek, gebaseerd op vragen uit het werkveld.
Zo komt er kennisdeling tot stand, die vervolgens leidt tot innovaties.
Onderzoek en kennisdelen met de praktijk wordt weer vertaald in
de curricula van de verschillende opleidingen aan de HvA.
Omdat onderzoek een prominentere plaats krijgt binnen de HvA,
maken steeds meer studenten hiermee kennis. Het betekent ook dat
er andere eisen worden gesteld aan de docenten, die voor een deel
een onderzoekstaak hebben. Dat proces wordt op verschillende
manieren gefaciliteerd. Docenten die willen promoveren worden
daarin gestimuleerd, door vrijstelling van taken waardoor de mogelijkheid
ontstaat aan een proefschrift te werken. Via de lectoraten
en de kenniscentra wordt een meer onderzoeksgerichte omgeving
gecreëerd. Er lopen al redelijk wat promotietrajecten, maar het mag
best nog meer worden. Anderzijds werven we ook gericht jonge
docenten die al gepromoveerd zijn. Het blijkt in de praktijk nog vrij
lastig om aan het streefpercentage van 20% gepromoveerde docenten
te komen. Docenten die in een promotietraject zitten, ervaren dat
nog vaak als een eenzaam avontuur. Onderzoek moet dus nog sterker
worden ingebed in de organisatie.
Na de interne audit zijn de uitkomsten HvA-breed besproken.
Tijdens die bijeenkomst werd veel kennis en ervaring uitgewisseld.
Op zo’n manier ontstaat domeinoverstijgend beleid. De Very Short
Introductions, waar in 2010 mee wordt gestart, spelen daar ook
een rol in – als een platform waar op een heel toegankelijke
manier onderzoek wordt gepresenteerd. Aan de VSI is ook een wedstrijdelement
verbonden: het beste onderzoek wint een prijs. Tijdens de
Onderwijsconferentie 2010 wordt de winnaar bekend gemaakt.
Al met al denk ik dat de HvA het goed doet. We kunnen de validatie
met gerust hart tegemoet zien. De HvA heeft zich als een van de
eersten opgegeven voor de validatie en wij hebben ook een heel
systematische audit uitgevoerd in alle domeinen in de aanloop
daarnaartoe. Ik zie zo’n audit of validatie ook niet als afrekening,
maar als een verbeterkans voor de toekomst: waar kun je verbeteren,
hoe kun je verder ontwikkelen.
Het is erg leuk pionierswerk. Zelf hou ik erg van onderzoek doen.
Ik heb dat veel gedaan en weet dus ook wat het betekent om kritiek
te krijgen. Je kunt er je voordeel mee doen. Voor het hbo is het
prachtig dat deze onderzoeksfunctie erbij is gekomen. Onderwijs
blijft natuurlijk primair, maar onderzoek kan een enorme kwaliteitsimpuls
geven aan onderwijs én praktijk.’
47
Oorspronkelijk werd het onderzoek bij de HvA vooral gedragen door
de lectoren met de kenniskringen. De komende jaren verschuift dat
naar onderzoeksprogramma’s, die minder aan de persoon van één
lector gekoppeld zijn. In die programmatische opzet worden robuuste
onderzoeksresultaten verkregen. Per domein maken we strategische
keuzes voor onderzoeksprogramma’s, die zijn gekoppeld aan
opleidingen én aan de arbeidsmarkt in de regio. Dit proces is in
2009 ingezet en wordt nu volop doorgezet.
Ook is er in 2009 hard gewerkt aan de interne audit, in voorbereiding
op de audit van de Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek
(VKO). De VKO beoordeelt de kwaliteitsbewaking van het onderzoek
aan hogescholen en in 2010 wordt de HvA bezocht. Uit de interne
audit kwam onder meer naar voren dat de manier waarop onderzoek
de curricula voedt nog aandacht behoeft. De implementatie is
nog erg divers; soms zijn studenten vooral bezig met het uitvoeren
van onderzoek, soms gaat het om het verwerven van onderzoeksvaardigheden.
Een andere interessante uitkomst vond ik dat de auditcommissie
aangaf dat we als HvA misschien wel te veel bezig zijn met het
definiëren van hbo-onderzoek. Eén ding is echt belangrijk en dat
is de kwaliteit van het onderzoek.

48
Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Gegevens Sociaal Jaarverslag
49

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
1. Kerngegevens
50
________________________ __________________ __________________ __________________ __________________ __________________
Medewerkers 2009 2008 2007 2006 2005
________________________ __________________ __________________ __________________ __________________ __________________
Mannen 1443 1299 1235 1198 1156
Vrouwen 1658 1488 1369 1276 1149
Totaal 3101 2787 2604 2474 2305
________________________ __________________ __________________ __________________ __________________ __________________
Peildatum: 31 december 2009
Historische cijfers wijken enigszins af van cijfers vorige jaarverslag als gevolg van: opschoning van de HSA-gegevens voor de conversie naar SIS; uniformering van de
organisatie-indeling; verwerkte correcties in de loop van het studiejaar 2008/2009.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
___________________________________________ ______________________ ______________________
Domeinen Medewerkers FTE
___________________________________________ ______________________ ______________________
Administratief Centrum 49 42,6
Bedrijfsbureau IT&V 20 19,4
CNA 74 50,2
Domein Beweging Sport en Voeding 136 93,8
Domein Economie en Management 741 578,8
Domein Gezondheid 185 131,5
Domein Maatschappij en Recht 381 278,8
Domein Media Creatie en Informatie 416 325,3
Domein Onderwijs en Opvoeding 334 242,2
Domein Techniek 314 234,2
Huisvesting 45 42,7
HvA Algemene Zaken 29 25,0
Instroom/Doorstroom 38 28,7
IT-Services 56 53,0
Klantenservice 72 63,8
Leiding & Staf IT&V 12 10,7
Marketing & Communicatie 22 19,2
Mediatheek 47 37,2
Mobiliteitscentrum 9 7,5
Onderwijs & Onderzoek 29 23,7
Overig Onderwijs 25 21,1
Personeel & Organisatie 25 19,3
Planning & Financiën 17 15,4
Strategische Informatievoorziening 25 22,6
___________________________________________ ______________________ ______________________
Totaal 3101 2386,6
___________________________________________ ______________________ ______________________
51

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
52 Domein: man/vrouw verdeling, OP en OBP over aantallen
______________________________________________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
OP OBP Totaal
Domeinen Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal #
______________________________________________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
Administratief Centrum 14 35 49 49
Bedrijfsbureau IT&V 14 6 20 20
CNA 12 41 53 5 16 21 74
Domein Beweging Sport en Voeding 50 51 101 10 25 35 136
Domein Economie en Management 329 232 561 49 131 180 741
Domein Gezondheid 60 76 136 9 40 49 185
Domein Maatschappij en Recht 118 180 298 16 67 83 381
Domein Media Creatie en Informatie 151 151 302 32 82 114 416
Domein Onderwijs en Opvoeding 111 124 235 28 71 99 334
Domein Techniek 171 69 240 35 39 74 314
Huisvesting 41 4 45 45
HvA Algemene Zaken 13 16 29 29
Instroom/Doorstroom 2 8 10 5 23 28 38
IT-Services 47 9 56 56
Klantenservice 41 31 72 72
Leiding & Staf IT&V 7 5 12 12
Marketing & Communicatie 8 14 22 22
Mediatheek 17 30 47 47
Mobiliteitscentrum 1 1 4 4 8 9
Onderwijs & Onderzoek 7 22 29 29
Overig Onderwijs 4 21 25 25
Personeel & Organisatie 6 19 25 25
Planning & Financiën 10 7 17 17
Strategische Informatievoorziening 16 9 25 25
______________________________________________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
Totaal aantal 1005 932 1937 438 726 1164 3101
______________________________________________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
Peildatum: 31 december 2009

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Domein: man/vrouw verdeling, OP en OBP over fte’s
______________________________________________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
OP OBP Totaal
Domeinen Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal #
______________________________________________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
Administratief Centrum 13,6 29,1 42,6 42,6
Bedrijfsbureau IT&V 13,8 5,6 19,4 19,4
CNA 9,2 23,1 32,3 4,2 13,8 18,0 50,2
Domein Beweging Sport en Voeding 33,7 33,1 66,8 8,2 18,7 27,0 93,8
Domein Economie en Management 253,4 174,9 428,3 43,2 107,4 150,5 578,8
Domein Gezondheid 42,6 52,0 94,7 8,0 28,9 36,9 131,5
Domein Maatschappij en Recht 88,2 125,3 213,5 12,2 53,1 65,3 278,8
Domein Media Creatie en Informatie 122,4 106,9 229,3 28,2 67,8 96,0 325,3
Domein Onderwijs en Opvoeding 78,2 86,2 164,4 22,5 55,2 77,7 242,2
Domein Techniek 128,6 48,5 177,1 26,4 30,7 57,1 234,2
Huisvesting 39,0 3,7 42,7 42,7
HvA Algemene Zaken 12,2 12,8 25,0 25,0
Instroom/Doorstroom 1,6 5,5 7,1 3,6 18,1 21,6 28,7
IT-Services 45,5 7,5 53,0 53,0
Klantenservice 37,9 25,9 63,8 63,8
Leiding & Staf IT&V 6,9 3,8 10,7 10,7
Marketing & Communicatie 7,3 11,8 19,2 19,2
Mediatheek 15,3 21,9 37,2 37,2
Mobiliteitscentrum 1 1 3,4 3,1 6,5 7,5
Onderwijs & Onderzoek 5,8 17,9 23,7 23,7
Overig Onderwijs 3,9 17,2 21,1 21,1
Personeel & Organisatie 4,2 15,1 19,3 19,3
Planning & Financiën 9,8 5,7 15,4 15,4
Strategische Informatievoorziening 15,4 7,2 22,6 22,6
______________________________________________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
Totaal aantal 758,9 655,5 1414,5 390,4 581,8 972,1 2386,6
______________________________________________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
Peildatum: 31 december 2009
53

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
2. Samenstelling medewerkersbestand
54 Verdeling OP en OBP over fte’s
FTE totaal: aanstelling + uitbreidingen
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
2009 2008 2007 2006 2005
# % # % # % # % # %
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
OP fte 1414,5 59% 1264,5 59% 1147,6 57% 1061,1 56% 963,6 55%
OBP fte 972,1 41% 865,4 41% 849,8 43% 835,0 44% 794,2 45%
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal fte 2386,6 100% 2129,9 100% 1997,4 100% 1896,1 100% 1757,8 100%
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Aantal medw 3101 2787 2604 2474 2305
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Verdeling mannen en vrouwen
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
2009 2008 2007 2006 2005
# % # % # % # % # %
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Mannen 1443 47% 1299 47% 1235 47% 1198 48% 1156 50%
Vrouwen 1658 53% 1488 53% 1369 53% 1276 52% 1149 50%
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal 3101 100% 2787 100% 2604 100% 2474 100% 2305 100%
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Leeftijdsopbouw in aantallen
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
OP OBP Totaal
Leeftijd Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal # %
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Leeftijdsopbouw in procenten
______________________ ________ ________ ________ ________ ________
Leeftijd 2009 2008 2007 2006 2005
______________________ ________ ________ ________ ________ ________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
3. In- en uitstroom
56 In- en uitstroom
Periode 1/1/2009 - 31/12/2009
Instroom per leeftijdsgroep in het jaar 2009
Aanstelling of heraanstelling binnen het jaar
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
OP OBP Totaal
Leeftijd Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal # %
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
15 5 20 0 2 2 22 3,8%
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal # 182 166 348 80 158 238 586
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal % 31,1% 28,3% 59,4% 13,7% 27,0% 40,6% 100,0%
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Uitstroom per leeftijdsgroep in het jaar 2009
Datum uit dienst vanaf 1 januari 2009 t/m 31 december 2009
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
OP OBP Totaal
Leeftijd Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal # %
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
25 15 40 6 9 15 55 20,2%
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal # 82 89 171 35 66 101 272
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal % 30,1% 32,7% 62,9% 12,9% 24,3% 37,1% 100,0%
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Redenen beëindiging arbeidsovereenkomst in aantallen
__________________________________________________________ _______ ________ ________ ________ ________
2009 2008 2007 2006 2005
__________________________________________________________ _______ ________ ________ ________ ________
Beëindiging tijdelijk dienstverband 136 143 100 111 106
Beëindiging op eigen verzoek 83 146 172 119 69
WAO 6 4 2 3 6
Overlijden 1 2 10 4 6
Ontbinding arbeidsovereenkomst 12 10 4 11 5
FPU / Pensioen 34 24 29 46 86
w.v. FPU 30 20 25 43 82
w.v. Pensioen 4 4 4 3 4
__________________________________________________________ _______ ________ ________ ________ ________
Totaal 272 329 317 294 278
__________________________________________________________ _______ ________ ________ ________ ________
57

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
4. Interne Mobiliteit
58
Doorstroom medewerkers
Periode 1/1/2008 - 31/12/2008
Verandering van functie van medewerkers met een D2 of D3 contract
Percentages ten opzichte van het totaal aantal medewerkers met een D2 of D3 contract op het einde van het jaar
_______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
2009 2008 2007 2006 2005
# % # % # % # % # %
_______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Doorstroom 193 8,5% 212 10,2% 213 10,8% 146 7,8% 79 4,4%
_______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Aantal D2 of D3 medws op 31 dec 2009: 2276
Functiewijziging
Periode 1/1/2009 - 31/12/2009
Verandering van OP-functie van medewerkers met een D2 of D3 contract in een hogere OP-functie
_________________________ ______ ________ ________
Functie D2 D3 Totaal
_________________________ ______ ________ ________
Docent 1 39 39
Docent 2 23 7 30
Docent 3 3 3
Hogeschool hoofddocent 3 3
_________________________ ______ ________ ________
Totaal 68 7 75
_________________________ ______ ________ ________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
5. Arbeidsvoorwaarden
Verdeling over salarisschalen in aantallen
Peildatum: 31 december 2009
Percentages t.o.v. het aantal medewerkers op het einde van het jaar: 3101
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
OP OBP Totaal 2009
Schaal Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal # %
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
02 1 1 2 2 0,1%
03 1 1 2 2 0,1%
04 26 8 34 34 1,1%
05 22 19 41 41 1,3%
06 39 141 180 180 5,8%
07 30 126 156 156 5,0%
08 12 25 37 46 102 148 185 6,0%
09 11 11 22 36 64 100 122 3,9%
10 81 157 238 45 73 118 356 11,5%
11 410 433 843 40 63 103 946 30,5%
12 458 297 755 67 65 132 887 28,6%
13 15 4 19 61 43 104 123 4,0%
14 11 13 24 24 0,8%
15 10 3 13 5 3 8 21 0,7%
16 8 2 10 7 4 11 21 0,7%
18 1 1 1 0,0%
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal 1005 932 1937 438 726 1164 3101 100,0%
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
59

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
60 Verdeling over salarisschalen in fte
Peildatum: 31 december 2009
Percentages t.o.v. het aantal medewerkers aan het einde van het jaar: 2386,6
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
OP OBP Totaal 2009
Schaal Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal # %
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
02 1 1 2 2 0,1%
03 1 0,4 1,4 1,4 0,1%
04 23,7 6,4 30,1 30,1 1,3%
05 20,8 15,2 36,0 36,0 1,5%
06 26,1 102,2 128,3 128,3 5,4%
07 26,1 99,3 125,4 125,4 5,3%
08 8,6 17,9 26,5 40,7 81,3 122,0 148,5 6,2%
09 7,9 6,8 14,7 32,4 50,9 83,3 97,9 4,1%
10 54,3 101,1 155,4 40,2 58,6 98,8 254,2 10,7%
11 294,7 298,2 592,9 37,1 49,7 86,8 679,7 28,5%
12 369,5 224,0 593,5 60,2 55,9 116,1 709,5 29,7%
13 13,5 3,6 17,1 57,2 41,1 98,4 115,4 4,8%
14 10,9 12,7 23,6 23,6 1,0%
15 5,6 2,4 8 5 3 8 16 0,7%
16 4,9 1,6 6,5 7,0 4 11 17,5 0,7%
18 1 1 1 0,0%
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal 758,9 655,5 1414,5 390,4 581,8 972,1 2386,6 100,0%
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Aantal medewerkers die een periodiek in augustus hebben gehad
Peildatum: 1 augustus 2009
Percentages t.o.v. het aantal medewerkers op 1 augustus 2009
____________________________ ______ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
2009 2008 2007 2006
# % # % # % # %
____________________________ ______ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Met salarisverhoging 1242 40,4% 1131 40,2% 1141 46,0% 1132 48,4%
Zonder salarisverhoging 1718 55,9% 1559 55,5% 1257 50,7% 1114 47,6%
Nieuw in dienst per 1 augustus 111 3,6% 121 4,3% 83 3,3% 92 3,9%
____________________________ ______ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal 3071 100,0% 2811 100,0% 2481 100,0% 2338 100,0%
____________________________ ______ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Aantal medewerkers op de laatste trede van hun salarisschaal
Peildatum: 1 augustus 2009
______________________ ________ ________
2009
# %
______________________ ________ ________
Eindschaal 1597 54,0%
Overige 1363 46,0%
______________________ ________ ________
Totaal 2960 100,0%
______________________ ________ ________
61
Aantal medewerkers op de laatste trede van hun salarisschaal
Peildatum: 31 december 2009
Percentages t.o.v. het aantal medewerkers aan einde van jaar
_______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
2009 2008 2007 2006 2005
# % # % # % # % # %
_______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Eindschaal 1609 51,9% 1444 51,8% 1295 49,7% 1239 50,1% 1327 57,6%
Overige 1492 48,1% 1343 48,2% 1309 50,3% 1235 49,9% 978 42,4%
_______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal 3101 100,0% 2787 100,0% 2604 100,0% 2474 100,0% 2305 100,0%
_______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Salariëring na invoering van functieordening
Aantal medewerkers met een garantie schaal
Peildatum: 31 december 2009
_______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
2009 2008 2007 2006
# % # % # % # %
_______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Schaal # % # % # % # %
Met salarisgarantie 478 15,4% 523 18,8% 547 21,0% 575 23,2%
Salaris conform functie 2623 84,6% 2264 81,2% 2057 79,0% 1899 76,8%
_______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal 3101 100,0% 2787 100,0% 2604 100,0% 2474 100,0%
_______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
62 Arbeidsmarkttoelage
Aantal medewerkers met een arbeidsmarkttoelage
Peildatum: 31 december 2009
______________________________________________ ________ ________
2009
______________________________________________ ________ ________
Aantal medewerkers met arbeidsmarkttoelage 100 3%
______________________________________________ ________ ________
waarvan:
Met einddatum 41
Zonder einddatum 59
______________________________________________ ________ ________
Totaal 100
______________________________________________ ________ ________
Spaarloonregeling
Periode 1/1/2009 - 31/12/2009
Percentages t.o.v. het aantal medewerkers ooit in dienst in 2009
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
2009 2008 2007 2006 2005
# % # % # % # % # %
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Aantal medewerkers 922 27,3% 952 29,7% 944 32,4% 1006 36,4% 944 41,0%
______________________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________
Levensloopregeling
______________________ ________ ________ ________ ________
2009 2008 2007 2006
______________________ ________ ________ ________ ________
Aantal medewerkers 84 77 78 68
______________________ ________ ________ ________ ________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
6. Ziekteverzuim
Ziekteverzuim in procenten
Periode 1/1/2009 - 31/12/2009
SAP gegevens van 1 februari 2009
___________________________________ ________ ________ ________ ________ ________
Gemiddeld verzuim 2009 2008 2007 2006 2005
___________________________________ ________ ________ ________ ________ ________
Middellang 2,25% 2,17% 2,50% 2,33% 2,54%
Kort 1,48% 1,52% 1,52% 1,46% 1,56%
___________________________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal 3,73% 3,69% 4,02% 3,79% 4,10%
___________________________________ ________ ________ ________ ________ ________
Middellang: 42-365 dagen
Kort: minder dan 42 dagen
___________________________________ ________ ________ ________ ________
Lang verzuim 1,16% 1,42% 1,31% 1,41%
___________________________________ ________ ________ ________ ________
Lang: meer dan 365 dagen
63

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
7. Doelgroepenbeleid
64
Ouderschapsverlof
Periode 1/1/2009 - 31/12/2009
Verlof lopend in 2009
Percentages t.o.v. het aantal medewerkers ooit in dienst in 2008: 3374
________________________ ______ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
2009 2008 2007 2006 2005
# % # % # % # % # %
________________________ ______ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
Aantal medewerkers 120 3,6% 105 3,4% 102 3,5% 83 3,0% 30 1,3%
________________________ ______ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
Seniorenregeling
Periode 1/1/2009 - 31/12/2009
Percentages t.o.v. het aantal medewerkers ooit in dienst in 2008: 3374
________________________ ______ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
2009 2008 2007 2006 2005
# % # % # % # % # %
________________________ ______ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
Aantal medewerkers 194 5,7% 177 5,7% 155 5,3% 120 4,3% 105 4,6%
________________________ ______ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ ________ _______
Verdeling mannen en vrouwen op leidinggevende posities in procenten
Leidinggevende functies: CvB, beleidsdirecteur, instituutsdirecteur, afdelingshoofd,
directeur dienst, onderwijsmanager, lector kenniskring, bedrijfsvoerder domein
______________________ _________ _________ _________ _________ _________ _________
2009 2008 2007 2006 2005
# % % % % %
______________________ _________ _________ _________ _________ _________ _________
Mannen 69 58% 56% 48% 52% 60%
Vrouwen 50 42% 44% 52% 48% 40%
______________________ _________ _________ _________ _________ _________ _________
Totaal 119 100% 100% 100% 100% 100%
______________________ _________ _________ _________ _________ _________ _________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Leidinggevende functies (schaal 13 en hoger)
______________________ _________ _________ _________
Functie Man Vrouw Totaal
______________________ _________ _________ _________
Afdelingshoofd 1 4 3 7
Bedrijfsvoerder domein 1 3 4
Beleidsdirecteur 1 2 1 3
Beleidsdirecteur 2 1 1
Beleidsdirecteur 3 1 1 2
College van Bestuur 1 1
Directeur dienst 2 1 2 3
Instituutsdirecteur 1 5 3 8
Instituutsdirecteur 2 3 2 5
Instituutsdirecteur 3 1 1 2
Lector kenniskring 1 4 2 6
Lector kenniskring 2 14 3 17
Onderwijsmanager 1 3 3 6
Onderwijsmanager 2 29 25 54
Opleidingsmanager 1 3 3 6
Opleidingsmanager 2 6 7 13
______________________ _________ _________ _________
Totaal 78 60 146
______________________ _________ _________ _________
Percentage 57 43 100
______________________ _________ _________ _________
65

66
Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Bijlagen
67

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
1. Bestuurlijk en leidinggevend kader
68
Peildatum: 31 december 2009
Raad van Toezicht
Dhr. prof. dr. N.A.M. Urbanus, voorzitter
Dhr. ir. B. Bleker
Mw. M.R. Milz mba
College van Bestuur
Dhr. dr. K. van der Toorn, voorzitter
Dhr. drs. P.W. Doop, vice-voorzitter
Mw. prof. dr. D.C. van den Boom
Secretaris College van Bestuur
Mw. drs. C.C. Vermolen, secretaris a.i.
Domeinen
Dhr. dr. C. Vervoorn
Dhr. dr. R. de Vos
Dhr. drs. G.R.M. van Haarlem
Mw. M.J.W. Freriks
Mw. drs. W.A.M. van der Linden
Dhr. P.C. van Gorsel
Dhr. drs. W.W. Baumfalk
Staven en diensten
Dhr. drs. W. Scholtens
Dhr. drs. F.A.M. Malten
Mw. drs. C.C. Vermolen
Mw. J.C.W.M van Blanken-Hagemeijer BA
Mw. drs. M.R. Peeters
Dhr. drs. L.J. van der Pijl
Dhr. C. Schut
Dhr. mr. L.L.M. van Dee
Dhr. mr. C.L. Koppenol
Domein Bewegen, Sport en Voeding
Domein Gezondheid
Domein Techniek
Domein Onderwijs en Opvoeding
Domein Economie en Management
Domein Media, Creatie en Informatie
Domein Maatschappij en Recht
Informatietechnologie en Voorzieningen
Marketing en Communicatie
Personeel en Organisatie
Planning en Financiën (directeur a.i.)
Onderwijs en Onderzoek
Strategische Informatievoorziening
Administratief Centrum
Studentzaken
Juridische Zaken
Centrale Medezeggenschapsraad (CMR)
CMR personeelsgeleding
Dhr. ir. M. Adhin
Dhr. W. Brouwer
Mw. C.F. Hinlopen
Mw. A. de Jager
Dhr. F. Kraal
Dhr. R. Liesker
Dhr. B. Pinkster
Dhr. drs. C. Post
Dhr. drs. P. Rijnierse
Mw. drs. A. van Schendelen
Dhr. drs. R. Stuive
Dhr. J. Wind
CMR studentengeleding
Dhr. L. Sietses
Dhr. J. Verweij
Mw. M. Pladdet
Dhr. H. Moes
Mw M. Huinink
Dhr R. Mohamed
Dhr J. Lourens
Mw N. Farah
Dhr S. Vermaak
Dhr. P. Mansveld Rotteveel
Dhr. E. de Vries
Dhr. D. van Schaik
Domein Techniek
Domein Media, Creatie en Informatie
Domein Gezondheid
Domein Economie en Management
Domein Economie en Management
Gemeenschappelijke Diensten
Domein Media, Creatie en Informatie
Domein Economie en Management
Domein Media, Creatie en Informatie
Domein Maatschappij en Recht
Domein Techniek
Domein Bewegen, Sport en Voeding
Domein Media, Creatie en Informatie
Domein Economie en Management
Domein Economie en Management
Domein Techniek
Domein Media, Creatie en Informatie
Domein Maatschappij en Recht
Domein Maatschappij en Recht
Domein Economie en Management
Domein Media, Creatie en Informatie
Domein Techniek
Domein Maatschappij en Recht
Domein Techniek

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
2. Locaties per 31 december 2009
Amsterdam
Algemeen
Hogeschool van Amsterdam
Studievoorlichting
Binnengasthuisstraat 9
1012 ZA Amsterdam
Telefoon 020 - 525 67 77
www.hva.nl
1 Locatie Spui
College van Bestuur, Juridische Zaken,
Onderwijs en Onderzoek, Planning en
Financiën, Marketing en Communicatie
en Personeel en Organisatie
Spui 21 en 25
1012 WX Amsterdam
Telefoon 020 - 525 61 91
2 Locatie Rivierstaete
Informatietechnologie en Voorzieningen
4 Locatie Leeuwenburg
Domein Economie en Management
(Economische opleidingen en Human
Resource Management)
Domein Techniek
Domein Media, Creatie en Informatie
(Informaticaopleidingen)
Weesperzijde 190
1097 DZ Amsterdam
Telefoon 020 - 595 11 11
5 Locatie Singelgrachtgebouw
Domein Media, Creatie en Informatie
(Media, Informatie en Communicatie en
Interactieve Media)
Rhijnspoorplein 1
1091 GC Amsterdam
Telefoon 020 - 595 47 00
6 Locatie Tafelbergweg
Domein Gezondheid
10 Locatie Kroonstate
Domein Onderwijs en Opvoeding
Centrum voor Nascholing Amsterdam
(samen met de UvA)
Studentzaken
H.J.E. Wenkebachweg 144-148
1096 AR Amsterdam
Telefoon 020 - 599 55 55
11 Locatie Fraijlemaborg
Domein Economie en Management
(Economische opleidingen)
Fraijlemaborg 133
1102 CV Amsterdam Zuidoost
Telefoon 020 - 523 63 11
12 Locatie Vendelstraat
Hogeschoolkrant Havana
Vendelstraat 2
1012 XX Amsterdam
020 - 595 3997
69
en Strategische Informatievoorziening
Centrale Medezeggenschapsraad
EVC Centrum (onderdeel van
Studentzaken)
Onderwijs en Onderzoek
Amsteldijk 166
1079 LH Amsterdam
Telefoon 020 - 301 35 52
3 Locatie Europahuis
Domein Maatschappij en Recht
(Juridische opleidingen)
Informatietechnologie en Voorzieningen
Administratief Centrum
James Wattstraat 77-79
1097 DL Amsterdam
Telefoon 020 - 595 32 00
Tafelbergweg 51
1105 BD Amsterdam Zuidoost
Telefoon 020 - 595 41 11
7 Locatie Dr. Meurerlaan
Domein Bewegen, Sport en Voeding
Dr. Meurerlaan 8
1067 SM Amsterdam
Telefoon 020 - 595 34 00
8 Locatie Amstelgebouw
Domein Media, Creatie en Informatie
(Fashion-opleidingen)
Mauritskade 11
1091 GC Amsterdam
Telefoon 020 - 5952 45 55
9 Locatie Jan Bommerhuis
Domein Maatschappij en Recht (Sociale
en Culturele opleidingen)
Wibautstraat 80-86
1091 GP Amsterdam
Telefoon 020 - 548 81 00
Almere
13 Locatie WTC Het Alnovum
Domein Media, Creatie en Informatie
(Information Engineering)
Domein Economie en Management
(Small Business and Retail Management)
P.J. Oudweg 25
1314 CH Almere
Telefoon 036 - 548 07 77
14 Locatie De Aardbei
Domein Onderwijs en Opvoeding –
Pabo Almere (samen met de Ipabo)
Domein Techniek (Ondernemen,
Innovatie en Techniek)
Landdroststraat 2
1315 RG Almere
Telefoon 036 - 548 83 55

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
3. Domeinen en afdelingen
70
Inschrijvingen
________________________________________________ ______ ________ ________ ________ ________
Domein Studiejaar 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10
________________________________________________ ______ ________ ________ ________ ________
DBSV 1636 1822 1851 2058 2082
DEM 9980 10863 12012 12826 14105
DG 2344 2350 2374 2646 2687
DMCI 5323 5659 6306 6718 6644
DMR 3864 4391 4858 5070 5886
DOO 4862 4817 4842 4828 5122
DT 3469 3918 4332 4715 5005
________________________________________________ ______ ________ ________ ________ ________
Eindtotaal 31478 33820 36575 38861 41531
________________________________________________ ______ ________ ________ ________ ________
Instroom HvA PaboAlm EFA hogHES
________________________________________________ ______ ________ ________ ________ ________
Domein Studiejaar 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10
________________________________________________ ______ ________ ________ ________ ________
DBSV 589 599 569 621 656
DEM 2774 3300 3545 3561 3842
DG 738 838 821 969 820
DMCI 1660 1685 1976 1975 1807
DMR 1398 1568 1613 1506 1910
DOO 1623 1508 1396 1411 1616
DT 1136 1297 1488 1525 1566
________________________________________________ ______ ________ ________ ________ ________
Eindtotaal 9918 10795 11408 11568 12217
________________________________________________ ______ ________ ________ ________ ________
Op 30 september van het betreffende studiejaar ingeschreven bij de combinatie HvA, Pabo Almere, EFA en
Hogeschool HES en niet eerder een inschrijving gehad bij deze combinatie. EFA en Hogeschool HES komen
alleen voor in voorgaande studiejaren. Deze controle gaat niet verder terug dan studiejaar 2000/2001
Voorbeeld: iemand die is omgezwaaid van Pabo Almere naar HvA telt in het nieuwe studiejaar dus niet als
instroom op de HvA (en ook niet als uitval op Pabo Almere) 2000.
Dit is een andere definitie dan vorig jaar gehanteerd werd. Toen werd er gekeken wie er op 30 september
bij een opleiding was ingeschreven en niet eerder bij diezelfde opleiding was ingeschreven.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
4. Diploma’s
Diploma’s behaald in een studiejaar
(voor diploma’s loopt het studiejaar van 1 oktober jaar t-1 t/m 30 september jaar t)
________________________________________________ ______ ________ ________ ________ ________
Domein Studiejaar 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09
________________________________________________ ______ ________ ________ ________ ________
DBSV 144 188 270 265 357
DEM 1510 1521 1385 1370 1342
DG 539 544 486 398 422
DMCI 505 680 783 859 928
DMR 504 577 637 692 753
DOO 539 820 760 741 735
DT 487 438 514 565 591
________________________________________________ ______ ________ ________ ________ ________
Eindtotaal 4228 4768 4835 4890 5128
________________________________________________ ______ ________ ________ ________ ________
71

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
5. Aantallen studenten per vooropleiding
72 Inschrijvingen
Alle inschrijvingen op 30 september van het betreffende studiejaar
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Domein Vooropleiding 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DBSV WO 9 7 8 11 9
BUIT 23 18 18 20 14
HAVO 925 1039 1044 1170 1068
HBO 28 25 23 20 32
MBO 310 344 374 423 382
ONB 3 2 1 1 197
OVG 33 31 29 32 35
VWO 305 356 354 381 345
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DBSV 1636 1822 1851 2058 2082
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DEM WO 44 47 37 39 49
BUIT 602 502 453 428 408
HAVO 4788 5749 6492 7067 7189
HBO 313 311 338 310 614
MBO 2251 2580 3068 3344 3293
ONB 226 8 8 60 612
OVG 623 600 527 514 1000
VWO 1132 1066 1088 1064 940
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DEM 9980 10863 12012 12826 14105
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DG WO 20 18 27 32 44
BUIT 212 200 219 238 223
HAVO 1161 1250 1310 1461 1370
HBO 121 100 91 110 152
MBO 439 382 327 331 350
ONB 1 23 49
OVG 28 53 37 45 93
VWO 362 346 362 405 406
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DG 2344 2350 2374 2646 2687
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DMCI WO 34 34 36 35 62
BUIT 187 183 193 219 137
HAVO 2670 2872 3302 3575 3296
HBO 85 98 100 108 245
MBO 1488 1603 1737 1815 1613
ONB 1 6 199
OVG 185 185 195 196 405
VWO 674 684 742 764 687
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DMCI 5323 5659 6306 6718 6644
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Inschrijvingen
Alle inschrijvingen op 30 september van het betreffende studiejaar
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Domein Vooropleiding 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DMR WO 31 29 41 36 35
BUIT 64 78 73 66 51
HAVO 1758 1980 2218 2276 2561
HBO 134 138 153 155 287
MBO 1394 1628 1815 1997 1923
ONB 2 3 7 8 379
OVG 237 277 288 261 400
VWO 242 256 263 271 250
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DMR 3864 4391 4858 5070 5886
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DOO WO 183 170 158 146 165
BUIT 268 227 211 182 109
HAVO 1794 1913 1951 2009 1737
HBO 744 661 670 664 1050
MBO 1031 1011 1049 1043 892
ONB 47 34 23 32 340
OVG 389 396 382 340 524
VWO 405 404 397 411 305
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DOO 4862 4817 4842 4828 5122
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DT WO 16 19 20 17 16
BUIT 107 111 98 94 80
HAVO 1747 2032 2306 2624 2671
HBO 68 68 77 76 146
MBO 1026 1140 1205 1205 1206
ONB 1 3 58
OVG 92 105 124 125 277
VWO 374 412 474 543 551
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DT 3469 3918 4332 4715 5005
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Eindtotaal 31478 33820 36575 38861 41531
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
73

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
6. Aantallen studenten naar voltijd,
deeltijd en duaal
74 Inschrijvingen
Alle inschrijvingen op 30 september van het betreffende studiejaar
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Studiejaar
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Domein vorm 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DBSV voltijd 1636 1822 1851 2058 2082
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DBSV 1636 1822 1851 2058 2082
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DEM voltijd 6779 7905 9050 9905 10963
duaal 1156 1144 1192 1172 1437
deeltijd 2045 1814 1770 1749 1705
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DEM 9980 10863 12012 12826 14105
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DG voltijd 2061 2139 2195 2447 2431
duaal 144 158 177 199 256
deeltijd 139 53 2
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DG 2344 2350 2374 2646 2687
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DMCI voltijd 5000 5311 5929 6353 6262
deeltijd 323 348 377 365 382
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DMCI 5323 5659 6306 6718 6644
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DMR voltijd 3157 3649 3975 4127 4839
duaal 84 88 126 150 168
deeltijd 623 654 757 793 879
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DMR 3864 4391 4858 5070 5886
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DOO voltijd 2583 2790 2847 2801 2909
deeltijd 2279 2027 1995 2027 2213
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DOO 4862 4817 4842 4828 5122
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
DT voltijd 3225 3590 3984 4331 4653
deeltijd 244 328 348 384 352
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Totaal DT 3469 3918 4332 4715 5005
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________
Eindtotaal 31478 33820 36575 38861 41531
______________________________________________ ___________________ ________ ________ ________ ________ ________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
7. Rendementen
Propedeuserendement na 2 jaar per domein 1
In aantallen studenten en procenten 2
____________________________________________ _________________ _______________ ____________________ _______ _____________ _________
Propedeusecohort 3 Gestart Propedeuse in 2 jaar Uitval na 2 jaar
Propedeuse Behaald Max.haalbaar 4 MP 5 ZP 6 BAS 7
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
2002
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
ewegen, Sport en Voeding 365 50% 69% 2% 4% 27%
Economie en Management 2003 56% 60% 6% 17% 23%
Gezondheid 526 66% 70% 8% 8% 22%
Maatschappij en Recht 704 66% 74% 14% 13% 13%
Media, Creatie en Informatie 1207 63% 69% 7% 5% 26%
Onderwijs en Opvoeding 712 52% 59% 13% 7% 34%
Techniek 796 56% 72% 3% 9% 19%
Totaal 6313 59% 66% 8% 11% 23%
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
2003
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
Bewegen, Sport en Voeding 434 51% 66% 3% 7% 27%
Economie en Management 1956 57% 60% 6% 13% 27%
Gezondheid 602 65% 69% 9% 11% 20%
Maatschappij en Recht 1032 62% 69% 15% 11% 20%
Media, Creatie en Informatie 1372 61% 66% 5% 4% 30%
Onderwijs en Opvoeding 840 52% 60% 9% 5% 35%
Techniek 974 53% 65% 4% 6% 29%
Totaal 7210 58% 65% 7% 8% 27%
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
2004
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
Bewegen, Sport en Voeding 541 51% 62% 3% 5% 33%
Economie en Management 2159 57% 62% 6% 13% 25%
Gezondheid 602 60% 65% 7% 4% 31%
Maatschappij en Recht 1266 54% 63% 10% 11% 26%
Media, Creatie en Informatie 1715 59% 62% 4% 3% 35%
Onderwijs en Opvoeding 937 52% 54% 11% 7% 39%
Techniek 1102 48% 59% 2% 4% 37%
Totaal 8322 55% 60% 6% 8% 32%
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
2005
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
Bewegen, Sport en Voeding 618 60% 64% 2% 9% 27%
Economie en Management 2710 54% 58% 5% 15% 27%
Gezondheid 653 55% 57% 6% 15% 28%
Media, Creatie en Informatie 1305 61% 66% 12% 9% 25%
Maatschappij en Recht 1663 59% 61% 4% 12% 27%
Onderwijs en Opvoeding 1012 46% 50% 9% 11% 39%
Techniek 1182 52% 58% 2% 9% 33%
Totaal 9143 55% 59% 6% 12% 29%
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
75

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
76
____________________________________________ _________________ _______________ ____________________ _______ _____________ _________
Propedeusecohort 3 Gestart Propedeuse in 2 jaar Uitval na 2 jaar
Propedeuse Behaald Max.haalbaar 4 MP 5 ZP 6 BAS 7
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
2006
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
Bewegen, Sport en Voeding 649 52% 58% 3% 13% 29%
Economie en Management 3347 54% 57% 5% 17% 26%
Gezondheid 789 55% 59% 7% 15% 26%
Maatschappij en Recht 1482 60% 66% 10% 13% 21%
Media, Creatie en Informatie 1728 61% 64% 4% 6% 30%
Onderwijs en Opvoeding 1203 48% 52% 9% 9% 39%
Techniek 1303 49% 55% 2% 12% 33%
Totaal 10501 55% 59% 6% 13% 28%
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
2007
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
Bewegen, Sport en Voeding 603 61% 66% 5% 12% 22%
Economie en Management 3646 50% 54% 5% 20% 26%
Gezondheid 800 51% 55% 5% 20% 25%
Maatschappij en Recht 1426 63% 65% 14% 17% 18%
Media, Creatie en Informatie 2069 52% 60% 6% 16% 24%
Onderwijs en Opvoeding 1108 46% 49% 11% 19% 32%
Techniek 1541 49% 55% 2% 21% 24%
Totaal 11193 52% 57% 7% 18% 25%
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
1 In dit jaarverslag wordt apart gerapporteerd over de rendementen van de propedeusecohorten en de hoofdfasecohorten. De rapportage over de propedeusecohorten
beperkt zich tot de eerste twee jaar.
2 Deze en volgende tabellen: peildatum van de rendementen is 31-08-2009. De aantallen betreffen de voltijd en duale opleidingen. De indeling van opleidingen naar
domein is als in de vorige tabellen (zie voetnoten aldaar). Het aantal studenten per domein is de som van de aantallen van de voltijd en duale opleidingen die tot het
domein behoren. De percentages in de kolommen zijn berekend met peildatum 31-08-2009 op basis van het aantal studenten in het propedeusecohort.
3 Indeling in het propedeusecohort vindt plaats op basis van startdatum propedeuse, 1 september van het cohortjaar.
NB Studenten met te veel vrijstellingen (meer dan 50%) en studenten die na 1 oktober worden toegelaten tot de propedeuse worden niet ingedeeld in een standaard
propedeusecohort.
Vergelijken met andere bronnen wordt bemoeilijkt door verschillen in definities. Bij een propedeusecohort wordt uitgegaan van de startdatum aan de propedeuse van
de opleiding, onderscheiden naar voltijd/duaal en deeltijd, naar vier- en driejarige trajecten. In een bekostigingscohort telt de student als ‘instromer’ wanneer deze het
jaar daarvoor niet was bekostigd, zonder onderscheid naar start propedeuse of start hoofdfase, of naar voltijd of deeltijd. De HBO-raad gaat in sommige overzichten
uit van de startdatum hbo. Dit leidt uiteraard tot positieve of negatieve verschillen in de tellingen. Zo telt bij omzwaaien binnen de hogeschool de student in twee
opleidingscohorten mee, bij het oude opleidingscohort als uitvaller en als instromer in het opleidingscohort bij de nieuwe opleiding. Eenmaal ingedeeld, blijft een
student altijd in het opleidingscohort van de opleiding, ook na onderbreking. De uitzondering op deze regel is dat na het omzwaaien aan een gemeenschappelijke
propedeuse, de student behoort tot het oude opleidingscohort van de nieuwe opleiding.
4 Het maximaal haalbare propedeuserendement omvat de studenten die nog in opleiding zijn én de studenten die na het behalen van het propedeusediploma zijn
uitgevallen.
5 MP: uitval met propedeuse, dit aantal telt ook mee in de kolommen ‘Propedeuse behaald in’.
6 ZP: uitval zonder propedeuse.
7 BAS: Bindend Afwijzend Studieadvies (BAS). Na één jaar is de norm dat minimaal 40 studiepunten behaald moeten zijn, de studielast van een studiejaar bedraagt
60 studiepunten. Na twee jaar is de norm dat het propedeusediploma behaald dient te zijn.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Hoofdfaserendement per domein 1
In aantallen studenten en procenten 2
___________________________________________ ___________________ _______________ ___________________ ___________________
Hoofdfasecohort 3 Gestart Opleiding behaald in Maximaal haalbaar
Hoofdfase ≤ 4 jaar ≥ 5 jaar 4 rendement 5
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
2000
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
Bewegen, Sport en Voeding 192 80% 90% 90%
Economie en Management 1662 56% 67% 71%
Gezondheid 409 79% 83% 83%
Maatschappij en Recht 527 68% 74% 75%
Media, Creatie en Informatie 744 60% 75% 75%
Onderwijs en Opvoeding 413 62% 68% 69%
Techniek 606 75% 82% 84%
Totaal 4553 64% 74% 75%
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
2001
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
Bewegen, Sport en Voeding 203 78% 88% 88%
Economie en Management 1563 58% 68% 72%
Gezondheid 414 82% 86% 86%
Maatschappij en Recht 446 70% 75% 75%
Media, Creatie en Informatie 857 62% 77% 79%
Onderwijs en Opvoeding 462 46% 55% 57%
Techniek 607 70% 78% 80%
Totaal 4552 63% 73% 75%
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
2002
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
Bewegen, Sport en Voeding 188 69% 86% 87%
Economie en Management 1524 58% 68% 75%
Gezondheid 392 78% 80% 80%
Maatschappij en Recht 488 69% 76% 77%
Media, Creatie en Informatie 816 61% 73% 75%
Onderwijs en Opvoeding 373 58% 67% 68%
Techniek 519 75% 82% 86%
Totaal 4300 64% 73% 77%
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
77

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
78 In aantallen studenten en procenten 2
___________________________________________ ___________________ _______________ ___________________ ___________________
Hoofdfasecohort 3 Gestart Opleiding behaald in Maximaal haalbaar
Hoofdfase ≤ 4 jaar ≥ 5 jaar 4 rendement 5
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
2003
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
Bewegen, Sport en Voeding 286 68% 83% 85%
Economie en Management 1477 58% 68% 75%
Gezondheid 429 81% 83% 85%
Maatschappij en Recht 572 67% 74% 75%
Media, Creatie en Informatie 873 59% 71% 79%
Onderwijs en Opvoeding 478 52% 58% 63%
Techniek 634 65% 75% 80%
Totaal 4749 62% 71% 77%
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
2004
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
Bewegen, Sport en Voeding 348 61% 70% 77%
Economie en Management 1525 61% 66% 78%
Gezondheid 472 79% 81% 82%
Maatschappij en Recht 695 62% 65% 71%
Media, Creatie en Informatie 987 65% 72% 84%
Onderwijs en Opvoeding 543 54% 60% 68%
Techniek 768 62% 68% 78%
Totaal 5338 63% 68% 78%
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
2005
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
Bewegen, Sport en Voeding 376 61% 77%
Economie en Management 1655 53% 79%
Gezondheid 434 81% 87%
Maatschappij en Recht 814 64% 77%
Media, Creatie en Informatie 1116 66% 84%
Onderwijs en Opvoeding 701 48% 63%
Techniek 769 61% 78%
Totaal 5865 60% 78%
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
1 In dit jaarverslag wordt apart gerapporteerd over de rendementen van de propedeusecohorten en de hoofdfasecohorten.
2 Het aantal studenten per domein is de som van de aantallen van de voltijd en duale opleidingen die tot het domein behoren (zie in dit kader ook de voetnoten
die zijn vermeld bij de tabel Propedeuserendement per domein). De percentages in de kolommen zijn berekend met peildatum 31-08-2009 op basis van het
aantal studenten in het hoofdfasecohort.
3 Indeling in het hoofdfasecohort vindt plaats op basis van datum van toelating tot de hoofdfase, meestal 1 september van het cohortjaar.
- Het propedeusediploma hoeft nog niet behaald te zijn en de student hoeft ook nog niet formeel ingeschreven te zijn in de hoofdfase.
- Studenten die rechtstreeks tot de hoofdfase worden toegelaten worden ingedeeld in het hoofdfasecohort.
- Studenten die na september worden toegelaten tot de hoofdfase tellen mee in het hoofdfasecohort van het daaropvolgende jaar
- Studenten met te veel vrijstellingen (meer dan 50%) worden niet ingedeeld in een hoofdfasecohort.
4 Het cumulatieve hoofdfaserendement na 5 of meer jaar omvat ook de studenten die in de kolom

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Propedeuserendement na 2 jaar per vooropleiding 1
In aantallen studenten en procenten 2
____________________________________________ _________________ _______________ ____________________ _______ _____________ _________
Propedeusecohort 3 Gestart Propedeuse in 2 jaar Uitval na 2 jaar
Propedeuse Behaald Max.haalbaar 4 MP 5 ZP 6 BAS 7
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
2002
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
Havo 3632 57% 64% 9% 11% 25%
Mbo 1394 58% 67% 5% 11% 22%
Vwo 755 75% 80% 6% 8% 12%
Overig 532 48% 55% 9% 13% 32%
Totaal 6313 59% 66% 8% 11% 23%
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
2003
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
Havo 4190 55% 63% 8% 8% 29%
Mbo 1717 58% 65% 5% 10% 25%
Vwo 727 76% 80% 7% 6% 14%
Overig 576 52% 57% 5% 9% 34%
Totaal 7210 58% 65% 7% 8% 27%
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
2004
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
Havo 4754 54% 59% 7% 8% 33%
Mbo 2177 52% 60% 4% 9% 31%
Vwo 739 74% 78% 8% 4% 18%
Overig 652 50% 56% 7% 8% 36%
Totaal 8322 55% 60% 6% 8% 32%
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
2005
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
Havo 5236 54% 58% 6% 12% 30%
Mbo 2481 54% 59% 4% 12% 29%
Vwo 812 72% 75% 7% 8% 17%
Overig 614 52% 57% 7% 14% 29%
Totaal 9143 55% 59% 6% 12% 29%
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
79

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
80
____________________________________________ _________________ _______________ ____________________ _______ _____________ _________
Propedeusecohort 3 Gestart Propedeuse in 2 jaar Uitval na 2 jaar
Propedeuse Behaald Max.haalbaar 4 MP 5 ZP 6 BAS 7
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
2006
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
Havo 6183 53% 57% 6% 13% 30%
Mbo 2760 52% 57% 4% 14% 29%
Vwo 939 74% 77% 7% 6% 17%
Overig 619 54% 58% 9% 12% 30%
Totaal 10501 55% 59% 6% 13% 28%
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
2007
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
Havo 6722 50% 55% 7% 19% 26%
Mbo 2956 50% 55% 5% 21% 24%
Vwo 962 70% 74% 8% 11% 15%
Overig 553 52% 60% 9% 13% 27%
Totaal 11193 52% 57% 7% 18% 25%
____________________________________________ _________________ _______________ ________________ _______ ________ _______
1 In dit jaarverslag wordt apart gerapporteerd over de rendementen van de propedeusecohorten en de hoofdfasecohorten. De cijfers over de propedeusecohorten
zijn beperkt tot de eerste twee jaar.
2 Peildatum van de rendementen is 31-08-2009. De indeling van opleidingen naar domein is als in de vorige tabellen (zie voetnoten aldaar). De percentages
in de kolommen zijn berekend op basis van het aantal studenten in het propedeusecohort.
3 Indeling in een propedeusecohort op basis van startdatum propedeuse.
4 Het maximaal haalbare propedeuserendement omvat de studenten die nog in opleiding zijn én de studenten die na het behalen van het propedeusediploma
zijn uitgevallen.
5 MP: uitval met propedeuse, dit aantal telt ook mee in de kolommen ‘Propedeuse behaald in’.
6 ZP: uitval zonder propedeuse.
7 BAS: Bindend Afwijzend Studieadvies (BAS). Na één jaar is de norm dat minimaal 40 studiepunten behaald moeten zijn, de studielast van een studiejaar
bedraagt 60 studiepunten. Na twee jaar is de norm dat het propedeusediploma behaald dient te zijn.
8 Overig: 21+-toets, buitenlands diploma, hbo/wo en dergelijke.
Zie ook noten op pagina’s 75 en 76.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Hoofdfaserendement per vooropleiding 1
In aantallen studenten en procenten 2
___________________________________________ ___________________ _______________ ___________________ ___________________
Hoofdfasecohort 3 Gestart Opleiding behaald in Maximaal haalbaar
Hoofdfase ≤ 4 jaar ≥ 5 jaar 4 rendement 5
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
2000
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
Havo 2259 62% 74% 75%
Mbo 1128 65% 72% 73%
Vwo 778 74% 82% 83%
Overig 388 56% 64% 66%
Totaal 4553 64% 74% 75%
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
2001
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
Havo 2357 61% 73% 75%
Mbo 1065 65% 73% 75%
Vwo 730 74% 81% 83%
Overig 400 52% 61% 65%
Totaal 4552 63% 73% 75%
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
2002
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
Havo 2154 61% 72% 76%
Mbo 1053 65% 73% 75%
Vwo 635 76% 82% 85%
Overig 458 60% 68% 73%
Totaal 4300 64% 73% 77%
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
2003
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
Havo 2406 61% 71% 77%
Mbo 1152 65% 73% 77%
Vwo 654 73% 80% 84%
Overig 537 51% 59% 65%
Totaal 4749 62% 71% 77%
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
81

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
82
___________________________________________ ___________________ _______________ ___________________ ___________________
Hoofdfasecohort 3 Gestart Opleiding behaald in Maximaal haalbaar
Hoofdfase ≤ 4 jaar ≥ 5 jaar 4 rendement 5
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
2004
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
Havo 2707 61% 68% 79%
Mbo 1465 62% 66% 74%
Vwo 629 74% 79% 85%
Overig 537 58% 63% 73%
Totaal 5338 63% 68% 78%
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
2005
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
Havo 2961 61% 80%
Mbo 1687 59% 77%
Vwo 612 68% 83%
Overig 605 52% 68%
Totaal 5865 60% 78%
___________________________________________ ___________________ _______________ _______________ ___________________
1 In dit jaarverslag wordt apart gerapporteerd over de rendementen van de propedeusecohorten en de hoofdfasecohorten.
2 Het aantal studenten per domein is de som van de aantallen van de voltijd en duale opleidingen die tot het domein behoren (zie in dit kader ook de voetnoten
die zijn vermeld bij de tabel Propedeuserendement per domein). De percentages in de kolommen zijn berekend met peildatum 31-08-2009 op basis van het
aantal studenten in het hoofdfasecohort.
3 Hoofdfasecohort op basis van datum van toelating tot de hoofdfase.
4 Het cumulatieve hoofdfaserendement na 5 jaar of meer omvat ook de studenten die in de kolom

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
8. Partnerinstellingen
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
Partnerinstelling Land Uit In
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
Universidad Argentina John F. Kennedy, Buenos Aires Argentinië 3 0
Universidad del Salvador (USAL), Buenos Aires Argentinië 2 2
Southern Cross University, Lismore Australië 2 0
University of Southern Queensland, Toowoomba Australië 1 0
Central Coast Football Australië 1 0
Coogee Public School Australië 1 0
Maroubra Junction Publicschool Australië 1 0
Deakin University Australië 1 0
Fachhochschule Voralberg Oostenrijk 3 0
FH Studiengänge Burgenland GmbH Eisenstadt Oostenrijk 0 1
Pädagogische Hochschule Wien Oostenrijk 1 0
Snowports Racing BV Oostenrijk 1
Board.at Oostenrijk 1 0
Artevelde Hogeschool België 2
Hogeschool - Universiteit Brussel (HUB) België 2 0
HU Brussel België 2 0
Hogeschool Gent België 2
ICHEC Bruxelles België 1 0
Katholieke Hogeschool Leuven België 6 0
Katholieke Hogeschool Zuid West Vlaanderen, Kortrijk België 1 0
ARCA Brazilië 2 0
Ibmec Rio de Janeiro Brazilië 0 3
TODOS Brazilië 1 0
PUC Rio de Janeiro Brazilië 1 0
Island Sport Trust Jamaica 1 0
Olympic Oval Canada 2 0
Bishop’s University Canada 2 0
John Molson School of Business, University of Condordia, Montréal Canada 6 4
McGill University, Montréal Canada 6 3
Memorial University of Newfoundland Canada 0 1
Saint Mary’s University Canada 1 1
Université du Québec à Montréal (UQAM) Canada 2 2
University of Manitoba, Canada Canada 2 2
University of Ottawa Canada 5 4
Charles University, Praag Tsjechië 1
University of West-Bohemia Tsjechië 1 1
Universidad de Santiago de Chile (USACH) Chili 4 0
Universidad de Talca, Chile Chili 3 2
Shanghai University of Finance & Economics (SHUFE) China 4 4
Hong Kong Polytechnic University China 4 5
Jiangxi University of Finance and Economics, Nanchang China 12 12
Polytechnic University, Hong Kong China 1 2
Southwestern University of Finance and Economics (SWUFE) China 13 14
University of Macau China 2 3
Zhejiang University of Finance and Economics, Hangzhou China 5 6
VNS Nutrition and Health Centre China 1 0
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
83

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
84
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
Partnerinstelling Land Uit In
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
University of Hradec Kralove Tsjechië 2 4
Sofia University St. Kliment Ohridski Bulgarije 0 2
University of Southern Denmark Denemarken 0 1
Metropolital University College Denemarken 2 4
VIA University College Denemarken 0 1
Universidad del Pacífico, Guayaquil Ecuador 0 1
Abo Akademi University, Finland Finland 0 1
University of Helsinki Finland 2 0
University of Kuopio Finland 1 0
TAMK University of Applied Sciences Finland 4 4
Ecole Supérieure de Commerce La Rochelle, Double Degree Frankrijk 0 5
Ecole Supérieure de Management Lille/ Espeme, Double Degree Frankrijk 0 1
Ecole Supérieure de Management Lille/ Espeme Frankrijk 0 2
Ecole Supérieure de Management Nice/ Espeme Frankrijk 1 2
Ecole Supérieure de Management Nice/ Espeme, Double Degree Frankrijk 0 1
EPSCI School of International Management, Cergy-Pontoise Frankrijk 5 11
EPSCI School of International Management, Cergy-Pontoise, Double Degree Frankrijk 0 0
ESCI Fontainebleau Frankrijk 0 1
ESC Rennes Frankrijk 2 4
ESCEM Tours-Poitiers Frankrijk 2 2
Euromed Marseille Ecole de Management Frankrijk 3 4
IDRAC Ecole Supérieure de Commerce, Lyon Frankrijk 5 5
Université Charles de Gaulle Frankrijk 2 0
Université Catholique de Lille - ESTICE Frankrijk 0 2
INSEEC Paris Frankrijk 2 1
Golf Chateaux de Barbet Frankrijk 1 0
ENSAIT Frankrijk 1 2
Praxis fur Ernahrungstherapie und Beratung Duitsland 1 0
Fachhochschule Dortmund Duitsland 0 0
Fachhochschule Dortmund Double Degree Duitsland 1 12
Fachhochschule Düsseldorf Duitsland 3 1
Fachhochschule für Wirtschaft, Berlin Duitsland 7 1
EASM Duitsland 4 0
Fachhochschule für Wirtschaft, Berlin, Double Degree Duitsland 5 0
Technische Fachhochschule Berlin Duitsland 1 0
University of Thessaloniki Griekenland 1 0
Edukans India 2
Pearl Academy India 2
Universitas Pelita Harapan Indonesië 6 2
Mchudi Botswana 2
Princess Marina Hospital Botswana 2
Momoyama Gakuin University, Osaka Japan 4 0
Korea University Business School, Seoul Zuid-Korea 10 10
Universiti Sains Malaysia Maleisië 3 0
Kamuzu College of Nursing, Lilongwe Malawi 2 2
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
Partnerinstelling Land Uit In
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
Instituto Tecnologico Autónomo de México (ITAM), San Angel Mexico 1 0
TEC de Monterrey Campus Estado de México Mexico 8 6
TEC de Monterrey Campus Guadalajara Mexico 2 0
Universidad Iberoamericana, Santa Fé Ciudad de México Mexico 2 0
La Ventana Mexico 1 0
Canterbury Hockey Association Nieuw-Zeeland 1 0
Momoyama Gakuin University, Osaka Japan 4 0
Korea University Business School, Seoul Zuid-Korea 10 10
Universiti Sains Malaysia Maleisië 3 0
Kamuzu College of Nursing, Lilongwe Malawi 2 2
Instituto Tecnologico Autónomo de México (ITAM), San Angel Mexico 1 0
TEC de Monterrey Campus Estado de México Mexico 8 6
TEC de Monterrey Campus Guadalajara Mexico 2 0
Universidad Iberoamericana, Santa Fé Ciudad de México Mexico 2 0
La Ventana Mexico 1 0
Canterbury Hockey Association Nieuw-Zeeland 1 0
New Zealand Institute of Sport Nieuw-Zeeland 1 0
Oslo University College Noorwegen 5 0
Universidad San Ignacio de Loyola (ISG) Peru 2 0
Cedna Peru 1
Universidade Nova de Lisboa Portugal 5 4
Escola Superior de comunicacao Social, Lisboa Portugal 0 0
University of Port-Faculty of Physical Educatio Portugal 2 0
Escola Superior de Efnfermagem de Angra, Azoren Portugal 2 3
Plekhanov Russian Academy of Economics, Moscow Rusland 3 5
Nanyang Business School Singapore 5 11
University of the Free State, Bloemfontein Zuid-Afrika 1 0
SidG rule Primary School Zuid-Afrika 1 0
Ajax Cape Town Zuid-Afrika 2
Wanawa Kenia 2 0
Stichting DIRnet Ethiopië 1 0
Katholieke Hogeschool Kempen Ethiopië 1 0
African Impact Zambia 2 0
Go4Ghana Ghana 2 0
Baja Bike Barcelona Spanje 2 0
Fundación Estema Centro Universitario, Valencia Spanje 4 5
Universidad de Barcelona, Escola Universitària d’Estudis Empresarials Spanje 6 6
Universidad Complutense, Madrid Spanje 8 9
Universidad de Cádiz Spanje 1 2
Universidad de Cordoba Spanje 1 4
Universidad Francisco Vittoria, Madrid Spanje 2
Universidad de Las Palmas de Gran Canarias Spanje 2 3
Universidad de Malaga Spanje 4 3
Universidad Europea de Madrid Spanje 5 1
Universidad San Pablo-CEU, Madrid Spanje 7 5
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
85

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
86
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
Partnerinstelling Land Uit In
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
Universidad de Vic, Barcelona Spanje 1
Universitat de les Illes Balears, Palma de Mallorca Spanje 2
Esquela Santa Marta Costa Rica 1 0
ISOP Costa Rica 3 0
Nederlandse Sport Alliantie Suriname 1 0
Eigen Onderneming Starten Suriname 1 0
Diakonessenhuis Suriname 3
Akademisch Ziekenhuis Suriname 2
YSCO youth Sailing Curacao Curaçao 1 0
SDK Gymproject Curaçao 4 0
Peter Stuyvesant College Curaçao 2 0
Vespucci College Curaçao 1 0
Windsurfing Curacao Curaçao 1 0
Kelegio San Martin de Porres Curaçao 1 0
Halmstad University Zweden 4 6
Högskolan i Borås Zweden 1 2
Karolinska Institutes, Stockholm Zweden 6 1
Mid Sweden University Sundsvall Zweden 1 0
Örebro University, Örebro Zweden 6 0
Stockholm University Zweden 4 1
University College of Health Sciences, Jonköping Zweden 1 2
Sanatorium Davos Zwitserland 1
National Sun Yat-Sen University Taiwan Taiwan 6 3
Chulalongkorn University, Bangkok Thailand 11 10
Stamford International University, Hua Hin Thailand 2 0
Hacettepe University, Ankara Turkije 1
Istanbul University Faculty of Business Administration Turkije 3 1
HJ Holistics, Hazel Jackson Groot-Brittannië 1 0
London Metropolitan University Groot-Brittannië 0 2
Manchester Metropolitan University Groot-Brittannië 0 6
University of Bedfordshire Groot-Brittannië 1 4
University College for the Creative Arts Groot-Brittannië 3 2
University of Brighton, Double Degree Groot-Brittannië 1 2
University of Plymouth Groot-Brittannië 1 2
University of Plymouth, Double Degree Groot-Brittannië 7 3
University of Portsmouth Groot-Brittannië 4 2
University of Wolverhampton Groot-Brittannië 46 19
University of West of Scotland Groot-Brittannië 5 0
Huddersfield University Groot-Brittannië 1
Napier University Groot-Brittannië 4 2
Ohio University Verenigde Staten 1 0
California State University, San Marcos Verenigde Staten 0 5
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
Partnerinstelling Land Uit In
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
Champlain College, Burlington, Vermont Verenigde Staten 1 0
Fort Lewis College, Durango, Colorado Verenigde Staten 1 2
Loyola College, Maryland, Baltimore Verenigde Staten 10 15
Marist College, Poughkeepsie, New York State Verenigde Staten 1 0
Southeast Missouri State University Verenigde Staten 3 0
State University of New York at Buffalo Verenigde Staten 3 2
University of Miami, Florida Verenigde Staten 2 2
Birmingham Southern College Verenigde Staten 0 0
California State University, Chico Verenigde Staten 1 1
California State University, Fresno Verenigde Staten 2 0
California State University, Long Beach Verenigde Staten 4 5
University of Arkansas for Medical Sciences Verenigde Staten 2 0
Soccer Centers Verenigde Staten 2 0
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
Totaal 478 336
______________________________________________________________________________ ______________________________ ________ ________
87

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
9. Engelstalige minoren van de HvA
88 Domein Bewegen, Sport en
Voeding
• Sport and Community Development
• Minor Health and Active Lifestyle
Domein Onderwijs en
Opvoeding
• Classroom with a View: International
and bilingual education (parttime)
• Internationalisering: Werken in het
Engelse taalgebied in Europa
Domein Economie en
Management
• Business Process Integration,
variant Finance
• Entrepreneurship
• International Financial Management
• International Marketing
• Academic minor Business Studies
• Business Process Integration,
variant Management
• Business Spanish
• Latin American Business Studies
• International HRM
• Business Process Integration Extended
• China: Fact-finding mission 2008
• Business English
Domein Media, Creatie en
Informatie
• Individuals
• Make & Buy
• Research Minor: Retail Marketing
• Textile & Forecasting
• Visual Culture
• Design
• Magazines
• Production in China
• Brands & Communication
• Brands & Identity
• ICT and Management
• International Journalism; Global and
Local
• WEB 2.0/3.0 & Knowledge Sharing
• Game Production
Domein Techniek
• Multimedia
Domein Maatschappij en
Recht
• Working in an International Legal
Environment
• Civil Society and Human Rights
Domein Gezondheid
• Global Nursing
• Multi-professional Health Care

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
10. Promotietrajecten Medewerkers
Docenten die in 2009 aan het promoveren zijn en gebruik maken van de regeling
Medefinanciering Promotietrajecten:
89
Dhr. V.J.P. van de Bersselaar
Dhr. J.J.M. Krabbe
Dhr. M. Heerink
Dhr. A.H.J. Wilschut
Mw. H.H.T. Bax
Dhr. M.J.S. Spierts
Dhr. J.T.P Dobber
Dhr. D. Heinhuis
Dhr. N.F.H. Bolte
Mw. E. Hommel
Dhr. M.R.H. Mossinkhof
Dhr. J.H.G. Zinsmeister
Dhr. F.R. van Luik
Dhr. A.J.C. Bast
Dhr. H. Hille
Mw. R.L.A. Breuer
Mw. F.A. van Nes
Dhr. K.B. van der Hoek
Dhr. M. Teitsma
Dhr. A.H. den Boef
Dhr. G.G.M. Boosten
Mw. S.M.C. Niederer
Dhr. H.D. Herweg
Mw. S.A.M. Gaarthuis
Mw. L.N.H. van der Valk
Mw. A. Mol Lous
Mw. N.M. de Leede
Mw. C.S. Taylor
Mw. B.M. Buurman-van Es
Mw. A.M. van Bavel-Verreijen
Dhr. S.M. Schroevers
Dhr. A.H. Ballafkih
Dhr. F. van Hartingsveld
Mw. J.W. Zijlstra
Mw. A.E.M. Warger
Dhr. P. Blok
Dhr. J.W. Landman
Dhr. J. Dormans
Mw. C. Phillips
Dhr. M. Gerrebrands
Dhr. M. Haring
Dhr. A.M.W. Bosschaart

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
11. Lectoren
90
______________________________________ _________________________________________________ ________________________________________
Domein (volgens HvA-indeling) Lectoraten Lector
______________________________________ _________________________________________________ ________________________________________
Bewegen, Sport en Voeding Bewegingswetenschappen Prof. dr. H.M. (Huub) Toussaint
(per 1 januari 2003)
Gewichtsmanagement
Dr. ir. P.J.M. (Peter) Weijs
(per 1 februari 2009)
Sportbusiness Development
Dr. J.W. (Jan) Janssens
(per 1 april 2009)
______________________________________ _________________________________________________ ________________________________________
Economie en Management Gedifferentieerd Human Resource Management Dr. M.G.M. (Martha) Meerman
(per 1 april 2004)
Amsterdamse Kenniseconomie
Dr. W. (Willem) van Winden
(per 1 maart 2008)
Internationalisering in het Economie en
Management Onderwijs
Dr. J.W.M. (Hans) de Wit
(per 17 augustus 2009)
______________________________________ _________________________________________________ ________________________________________
Gezondheid Evidence Based Practice Dr. R. (Rien) de Vos
(per 1 maart 2004)
Evidence Based Nursing
Dr. W.J.M. (Wilma) Scholte op Reimer
(per 1 juni 2007)
Fysiotherapie
Dr. R.H.H. (Raoul) Engelbert
(per 1 januari 2008)
______________________________________ _________________________________________________ ________________________________________
Maatschappij en Recht Juridische Informatiekunde Dr. mr. C.N.J. (Kees) de Vey Mestdagh
(per 1 september 2006)
Vraaggerichte methodiekontwikkeling
Prof. dr. L.W.C. (Louis) Tavecchio
(per 1 februari 2007)
Burgerschap en culturele dynamiek
Dr. S.J. (Sandra) Trienekens
(per 1 juli 2007)
______________________________________ _________________________________________________ ________________________________________
Media, Creatie en Informatie Netwerkcultuur Dr. G.W. (Geert) Lovink
(per 1 januari 2004)
Digital Life
Dr. ir. B.J.A. (Ben) Kröse
(per 1 februari 2004)
Sourcing of IT
Dr. G.P.A.J. (Guus) Delen
(per 1 januari 2006)
Softwarekwaliteit
Dr. ir. J.J. (Jacob) Brunekreef
(per 1 juni 2006)
Elektronisch Uitgeven
Dr. J.G. (Joost) Kircz
(per 1 juli 2006)
E-Discovery
Dr. ir. J. (Hans) Henseler
(per 1 juni 2009)
______________________________________ _________________________________________________ ________________________________________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
______________________________________ _________________________________________________ ________________________________________
Domein (volgens HvA-indeling) Lectoraten Lector
______________________________________ _________________________________________________ ________________________________________
Onderwijs en Opvoeding Leren en innoveren Drs. M. (Marco) Snoek
(per 1 augustus 2003)
School en omgeving in de grote stad
Dr. E.H. (Edith) Hooge
(per 1 oktober 2007)
VMBO
Dr. J. (Jos) van der Waals
(per 1 februari 2008)
Wetenschap en Techniek
Dr. E. (Ed) van den Berg
(per 1 augustus 2008)
Maatwerk Primair
Dr. R.J. (Ron) Oostdam
(per 1 november 2008)
______________________________________ _________________________________________________ ________________________________________
Techniek Logistiek Dr. D.A. (Dick) van Damme
(per 1 september 2003)
Technisch Innoveren en Ondernemen
Ir. I.F. (Inge) Oskam
(per 1 februari 2007)
Meervoudig Intensief Ruimtegebruik
Ir. P.G. (Peter) de Bois
(per 1 september 2008)
Water in en om de Stad
Dr. ir. J. (Jeroen) Kluck
(per 1 november 2008)
Aviation Engineering
Ir. R.J. (Robert Jan) de Boer
(per 1 september 2009)
Vastgoedeconomie
Drs. W.C. (Willem) Verbaan
(per 1 september 2009)
Forensisch Onderzoek
Dr. C.J. (Christianne) Poot
(per 1 februari 2010)
______________________________________ _________________________________________________ ________________________________________
91

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
12. Afkortingen
92 AC Amstelcampus
ALO Academie voor Lichamelijk Opvoeding
AMC Academisch Medisch Centrum
AMFI Amsterdam Fashion Institute
AV audiovisueel
BAS Bindend Afwijzend Studieadvies
CAO Collectieve arbeidsovereenkomst
CMR Centrale Medezeggenschapsraad
CNA Centrum voor Nascholing Amsterdam
CvB College van Bestuur
DBSV Domein Bewegen, Sport en Voeding
DELTA Dutch Education: Learning at Top Level Abroad
DEM Domein Economie en Management
DG Domein Gezondheid
DMCI Domein Media, Creatie en Informatie
DMR Domein Maatschappij en Recht
DOO Domein Onderwijs en Opvoeding
DT Domein Techniek
EHvA Educatieve Hogeschool van Amsterdam
ESP European School of Physiotherapy
EVC erkennen van verworven competenties
FG Functionaris Gegevensbescherming
GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst
havo hoger algemeen voortgezet onderwijs
HES HES Hogeschool voor Economische Studies
hbo hoger beroepsonderwijs
hoio hbo-onderzoeker in opleiding
HOOP Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan
HRM Human Resource Management
HvA Hogeschool van Amsterdam
ICT informatie- en communicatietechnologie
ISEP International Students Exchange Programs
IT&V Informatietechnologie en Voorzieningen
JACO Jongeren Activiteiten Centrum Oost
K&A Kwaliteit en Accreditatie
LIO leerkrachten in opleiding
M&C Marketing en Communicatie
MBA Master of Business Administration
mbo middelbaar beroepsonderwijs
MKB midden- en kleinbedrijf
NGQ Netherlands Quality Agency
NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie
OBP ondersteunend en beheerpersoneel
OCW Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OER Onderwijs- en examenregeling
OP
OrO
OSK
P&F
P&O
pabo
POP
Prop.
RAAK
RvT
SaNS
SI
SIS
SM&O
SMP
SPH
SPvE
TSOC
UU
UvA
VBI
vo
VU
vwo
WHW
WMO
wo
Wopt
onderwijzend personeel
Onderwijsresearch en Ontwikkeling
Onderwijs, Studentzaken en Kwaliteit
Planning en Financiën
Personeel en Organisatie
pedagogische academie basisonderwijs
persoonlijk ontwikkelplan
propedeuse
Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie
Raad van Toezicht
Samenwerking Nieuw SIS
Strategische Informatievoorziening
studenteninformatiesysteem
Sport, Management en Ondernemen
Studentmentorenproject
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Stedenbouwkundig Programma van Eisen
Taal- en Schakelonderwijscentrum
Universiteit Utrecht
Universiteit van Amsterdam
Visiterende en Beoordelende Instantie
voortgezet onderwijs
Vrije Universiteit
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk
Onderzoek
Wet maatschappelijke ondersteuning
wetenschappelijk onderwijs
Wet openbaarmaking uit publieke middelen
gefinancierde topinkomens

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Financieel Jaarverslag
93

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Financiële verantwoording
94 Resultaat 2009
Het boekjaar 2009 is afgesloten met
een resultaat van € 13,2 miljoen positief,
€ 9,6 miljoen meer dan begroot. In 2009
hebben, ten opzichte van de begroting,
de volgende belangrijkste ontwikkelingen
voorgedaan die van invloed zijn geweest
op het resultaat 2009:
• Het hoger uitvallen van de
rijksbijdragen
• Hogere inkomsten collegegelden
in verband met hogere studentenaantallen
• Hogere interestbaten in verband
met de verbeterde liquiditeitspositie
• Eenmalige baten, waaronder toegekende
stimuleringsbijdragen en het
vrijvallen van verplichtingen.
Uit het resultaat 2009 zullen de vrijgevallen
middelen voor versterking functiemix
docenten ad € 1,4 miljoen, de geoogmerkte
bijdragen in verband met verhogen
studiestucces allochtone studenten
Randstadhogescholen ad € 2,8 miljoen
en de stimuleringsbijdragen voor het
HBO-Sprintprogramma ad € 2,3 miljoen
een specifieke bestemming krijgen
binnen de Algemene Reserve van de
Hogeschool.
Ten opzichte van het nettoresultaat 2008
is het nettoresultaat 2009 € 1,7 miljoen
hoger uitgekomen. Het resultaat voor
financiële baten en lasten is € 5,1 miljoen
hoger. In relatie tot de baten ontwikkelen
de lasten zich minder snel. Ten opzichte
van 2008 zijn de baten met 12,4% en de
lasten met 11,0% gestegen. Daarnaast
zijn de financiële baten en lasten met
€ 3,4 miljoen lager uitgekomen. Dit
heeft enerzijds te maken met het lagere
rendement op de uitstaande middelen
en anderzijds door de hogere financieringslasten
in verband met de Amstelcampus.
In verkorte vorm kan de staat van baten
en lasten als volgt worden gepresenteerd:
_________________________________________________________________ ____________________ ___________________ _________________
Realisatie 2009 Begroting 2009 Realisatie 2008
_________________________________________________________________ ____________________ ___________________ _________________
(in miljoenen euro’s)
Baten 284,1 262,5 252,8
Lasten 264,9 251,9 238,7
Saldo baten en lasten 19,2 10,6 14,1
Financiële baten en lasten (6,0) (7,0) (2,6)
_________________________________________________________________ ____________________ ___________________ _________________
Nettoresultaat 13,2 3,6 11,5
_________________________________________________________________ ____________________ ___________________ _________________

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Baten
95
Rijksbijdragen
De totale rijksbijdrage 2009 ten opzichte
van de begroting en de realisatie 2008
geeft het volgende beeld:
___________________________________________________________________ ____________________ ___________________ __________________
Realisatie 2009 Begroting 2009 Realisatie 2008
___________________________________________________________________ ____________________ ___________________ __________________
(in miljoenen euro’s)
Rijksbijdrage 197,4 189,1 172,5
Aantal bekostigde studenten 35.243 35.243 32.776
Gemiddelde opbrengst per student e 5.601 5.366 5.263
Gemiddelde opbrengst per student 2009 t.o.v 2008 6,42%
Aantal bekostigde studenten 2009 t.o.v. 2008 7,53%
___________________________________________________________________ ____________________ ___________________ __________________
Naast de stijging van het aantal bekostigde
studenten en ten gevolge
van de loon- en prijscompensatie is
de rijksbijdrage 2009 ten opzichte van
2008 toegenomen in verband met:
• Middelen voor verlaging uitval van
studenten en verbetering kwaliteit
van het onderwijs € 4,6 miljoen
• Middelen voor versterking
functiemix docenten € 1,4 miljoen
• Middelen in verband met de structurele
bekostiging van de ontwerpen
ontwikkelfunctie € 4,9 miljoen
• Specifieke toekenning voormalige
archiefschool € 0,4 miljoen
• Bijdragen ten behoeve van summercourses
voor de lerarenopleidingen
€ 0,1 miljoen
• Geoogmerkte bijdragen in verband
met verhogen studiesucces allochtone
studenten Randstadhogescholen
€ 2,8 miljoen.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
96 Collegegelden studenten
In verband met de hogere studentenaantallen
zijn de inkomsten collegegelden
€ 1,3 miljoen hoger uitgekomen
dan begroot. De totale opbrengst
collegegelden 2009 ten opzichte van
de begroting en de realisatie 2008
geeft het volgende beeld:
___________________________________________________________________ ____________________ ___________________ __________________
Realisatie 2009 Begroting 2009 Realisatie 2008
___________________________________________________________________ ____________________ ___________________ __________________
(in miljoenen euro’s)
Collegegelden studenten 59,1 57,8 55,0
Gemiddeld aantal studenten 39.818 38.600 37.434
Gemiddelde opbrengst per student e 1.484 1.497 1.469
Gemiddelde opbrengst per student 2009 t.o.v. 2008 1,02%
Gemiddelde aantal studenten 2009 t.o.v. 2008 6,37%
___________________________________________________________________ ____________________ ___________________ __________________
Overige baten
De overige baten bedragen in totaal
€ 22,9 miljoen, ofwel € 13,8 miljoen
(=151,7%) hoger dan begroot. Hiervan
heeft ruim € 4,4 miljoen betrekking
op niet in de begroting opgenomen
projectsubsidies. Daarnaast zijn de
inkomsten uit detacheringen en aanvullende
bijdragen studenten per saldo
€ 2,4 miljoen hoger dan begroot.
Tenslotte worden de hogere overige
baten mede veroorzaakt door baten
uit hoofde van dienstverlening in het
kader van samenwerkingstrajecten
(€ 1,6 miljoen) en eenmalige baten in
verband met toegekende stimuleringsbijdragen
en het vrijvallen van verplichtingen
(€ 3,8 miljoen).

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Lasten
97
Personele lasten
De personele lasten zijn in 2009
€ 11,5 miljoen, ofwel 6,6%, hoger
uitgekomen dan de begroting 2009.
Ten opzichte van 2008 is sprake van een
stijging van € 23,5 miljoen, ofwel een
toename van ruim 14,0%. De personele
lasten bestaan voornamelijk uit loonkosten
en kosten werkzaamheden derden.
De loonkosten 2009 ten opzichte van de
begroting en de realisatie 2008 geeft
het volgende beeld:
___________________________________________________________________ ____________________ ___________________ __________________
Realisatie 2009 Begroting 2009 Realisatie 2008
___________________________________________________________________ ____________________ ___________________ __________________
(in miljoenen euro’s)
Loonkosten 156,0 156,8 139,0
Aantal fte’s ultimo 2.387 2.405 2.130
Loonkosten per fte e 65.365 65.198 65.260
bruto jaarsalaris 2009 t.o.v. 2008 0,16%
aantal fte’s ultimo 2009 t.o.v. 2008 12,05%
___________________________________________________________________ ____________________ ___________________ __________________
Binnen de personele lasten zijn de
kosten werkzaamheden derden
gestegen. In 2008 was er een stijging
van € 13,8 miljoen naar € 16,8 miljoen.
In 2009 zijn deze kosten gestegen naar
een omvang van € 20,9 miljoen. Dit
komt neer op 11,2% van de personele
lasten. In de begroting 2009 was € 9,7
miljoen voorzien voor werkzaamheden
derden. Dit betekent dat kosten werkzaamheden
derden € 11,2 miljoen,
ofwel 115,4%, hoger zijn uitgevallen
dan begroot.
Overige lasten
De overige lasten 2009 zijn in lijn
met de begroting.
Ten opzichte van 2008 vallen een
tweetal posten op, te weten:
• Hogere huurlasten voor de tijdelijke
huisvesting van € 1,7 miljoen.
• Het treffen van een aanvullende voorziening
voor mogelijke oninbaarheid
van collegegeld van € 1,2 miljoen. Met
name het wegvallen van de garantie
voor de incasso van de collegegelden
door de banken heeft geleid tot het
treffen van deze aanvullende
voorziening.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
98 Financiële baten en lasten
In verband met de vertraging van de
nieuwbouwactiviteiten met betrekking
tot de Amstelcampus en de hogere rijksbijdragen
is de liquiditeitspositie van de
Hogeschool aanzienlijk verbeterd, waardoor
de interest baten op de uitstaande
middelen € 1,0 miljoen hoger zijn uitgevallen
dan begroot. Op 21 september
2009 is bij het Ministerie van Financiën
een deposito met een looptijd van 1 jaar
uitgezet van € 75,0 miljoen tegen een
rentepercentage van 1,25%.
Financiële positie
___________________________________________________________ ____________ ____________ ____________ ____________ ___________
Ultimo 2009 2008 2007 2006 2005
___________________________________________________________ ____________ ____________ ____________ ____________ ___________
(in miljoenen euro’s)
Balanstotaal 373,1 307,9 244,1 230,3 253,3
Totale baten 284,1 252,8 232,3 206,0 187,2
Eigen vermogen 93,2 78,9 67,4 65,7 68,0
Percentage van het balanstotaal 25,0% 25,6% 27,6% 28,5% 26,8%
Percentage van de totale baten 32,8% 31,2% 29,0% 31,9% 36,3%
Rentabiliteit eigen vermogen 14,2% 14,6% 2,7% -3,5% 23,7%
Liquiditeit 1,7 1,3 0,8 0,9 1,4
___________________________________________________________ ____________ ____________ ____________ ____________ ___________
Treasurybeleid
Door de Hogeschool is in het verslagjaar
een zorgvuldig en behoedzaam treasurybeleid
gevoerd binnen de door de instelling
vastgestelde beleidsrichtlijnen
hiervoor. Alle in dit kader verrichte
transacties zijn te kwalificeren als binnen
de door het Ministerie van OCW vastgestelde
Regeling beleggen en belenen
door instellingen voor onderwijs en
onderzoek.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Vooruitblik
Als gevolg van het verslechteren van het
economische klimaat zal de Hogeschool
met een groot aantal onzekerheden
worden geconfronteerd. Op dit moment
is het prematuur om de gevolgen van de
financiële crisis voor de Hogeschool te
overzien. De huidige financiële positie
van de Hogeschool is gezond en de
doelstelling van het financiële beleid is
het waarborgen van de continuïteit. Het
voortbestaan vereist naast een sluitende
exploitatie de vorming van een eigen
vermogen en een solvabiliteit van
minimaal 25%. Een redelijk eigen vermogen
vormt enerzijds een buffer
voor toekomstige financiële risico’s en
anderzijds een financieel gezonde basis
voor de gewenste en/of noodzakelijke
investeringen.
Voor de komende jaren staat de
Hogeschool voor grote financiële uitdagingen.
De groei van het studentenvolume
en de hiermee samenhangende
voorfinanciering, het nieuwe bekostigingsstelsel,
de extra lasten voor tijdelijke
huisvesting, evenals de financierings- en
afschrijvingslasten voor de bouw van de
Amstelcampus zijn van wezenlijk invloed
op de exploitatie van de Hogeschool.
De verwachting is dat het positieve
resultaat van 2009 in 2010 zal worden
gecontinueerd. Voor 2010 is wederom
een begroting met een positief nettoresultaat
gepresenteerd, die in grote
lijnen er als volgt uit ziet:
99
begroting 2008
(in miljoenen euro’s)
Baten
Rijksbijdragen 208,3
Collegegelden studenten 64,5
272,8
Overige baten 14,7
Lasten
Personele lasten 198,7
Huisvestingslasten 27,6
Exploitatielasten 39,5
Afschrijvingen 12,7
287,5
278,5
Saldo baten en lasten 9,0
Financiële baten en lasten (5,7)
Nettoresultaat 3,3)

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
100 Afgelopen jaren heeft de solvabiliteit
zich goed ontwikkeld. Als gevolg van
de investeringen in de Amstelcampus en
het aantrekken van additioneel vreemd
vermogen is de verwachting dat de
solvabiliteit zal dalen. Vanaf 2012 wordt
een geleidelijk herstel van de verhouding
tussen eigen vermogen en vreemd vermogen
verwacht. De belangrijkste factoren
van dit herstel zijn een reductie van
de schuld door aflossingen en een geleidelijk
herstel van het nettoresultaat
door het verlaten van de tijdelijke
huisvesting.
De Amstelcampus biedt na gereedkomen
maximale mogelijkheden voor onderwijs,
onderzoek, studie, ontplooiing en kennisontwikkeling.
Vanaf 2011 wordt de
Amstelcampus aan de Wibautstraat dé
ontmoetingsplek voor ruim 25.000 studenten,
docenten, lectoren, medewerkers,
alumni en bezoekers van de HvA.
Met het project is een investering van
€ 303 miljoen gemoeid.
In de strategische agenda voor hoger
onderwijs-, onderzoeks- en wetenschapsbeleid
“Het hoogste goed” van
23 november 2007 heeft de regering
een voorstel gedaan voor een nieuw
stelsel voor financiering van het hoger
onderwijs. Het voorstel in de strategische
agenda is om (inmiddels) vanaf het
begrotingsjaar 2011 de bepalingen
over de instellingsbekostiging in het
Uitvoeringsbesluit WHW 2008 zo te
wijzigen dat de rijksbijdrage die universiteiten
én hogescholen ontvangen
gebaseerd wordt op:
• het aantal bekostigde studenten dat
per jaar is ingeschreven bij geaccrediteerde
bachelor- en masteropleidingen,
• het aantal bachelor- en mastergraden
dat aan bekostigde studenten is
verleend, en
• een instellingsspecifieke onderwijsopslag
(w.o. stimuleringsbijdrage uitval
en kwaliteit en functiemix leraren)
De invoering van de nieuwe instellingsbekostiging
vergt de nodige aanpassingen
van regelgeving en systemen.
De voorbereiding voor een nieuw
studenten informatie systeem (SIS),
dat in samenwerking met de UvA
wordt ontwikkeld, en een landelijke
afspie-geling kent binnen het project
SANS, waaraan naast de HvA vier
Universiteiten deelnemen, ontwikkelt
gestaag. In april 2009 is het inschrijfdeel
van SIS in gebruik genomen. Het deel
met betrekking tot studievoortgang zal
naar verwachting in het najaar van 2011
in gebruik worden genomen. De nieuwe
systemen impliceren een nieuwe wijze
van werken waarmee de beoogde
efficiëntie en de eerste stap naar
operational excellence op dit gebied
kan worden gerealiseerd.

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Geconsolideerde balans per
31 december 2009
(na bestemming van het resultaat)
31 december 2009 31 december 2008
101
(in miljoenen euro’s)
Activa
Vaste Activa
Materiële vaste activa 215,2 192,6
Financiële vaste activa 3,4 4,6
218,6 197,2
Vlottende Activa
Vorderingen 33,8 32,6
Liquide middelen 120,7 78,1
154,5 110,7
Passiva
373,1 307,9
Eigen vermogen 93,2 78,9
Voorzieningen 7,7 7,3
Langlopende schulden 181,6 138,1
Kortlopende schulden 90,6 83,6
373,1 307,9

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Geconsolideerde staat van baten
en lasten 2009
102
2009 begroting 2009 2008
(in miljoenen euro’s)
Baten
Rijksbijdragen 197,4) 189,1 172,5
Collegegelden studenten 59,1 57,8 55,0
256,5 246,9 227,5
Contractactiviteiten 4,7 6,5 6,3
Overige opbrengsten 22,9 9,1 19,0
27,6 15,6 25,3
Lasten
284,1 262,5 252,8
Personele lasten 186,9 175,4 163,4
Huisvestingslasten 28,6 28,5 26,9
Exploitatielasten 37,7 36,1 36,4
Afschrijvingen 11,7 11,9 12,0
264,9 251,9 238,7
Saldo baten en lasten 19,2 10,6 14,1
Financiële baten en lasten
Interest baten 1,0 0,0 2,7
Interest lasten (7,0) (7,0) (5,3)
(6,0) (7,0) (2,6)
Nettoresultaat 13,2 3,6 11,5)

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2009
2009 2008
103
(in miljoenen euro’s)
Kasstroom uit operationele activiteiten
Resultaat 13,2 11,5
Mutatie eigen vermogen 1,1 0,0
Afschrijvingen 11,7 12,0
Mutatie werkkapitaal
- vorderingen (1,2) (6,6)
- kortlopende schulden 7,0 11,1
Mutatie voorzieningen 0,4 2,4
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
32,2 30,4
Investeringen minus desinvesteringen
materiële vaste activa (34,3) (25,7)
Mutatie financiële vaste activa 1,2 1,2
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
(33,1) (24,5)
Mutatie bankkrediet (langlopend)
- opgenomen leningen 45,0 40,0
- afgelost c.q. naar kortlopende schulden (1,5) (1,2)
43,5 38,8)
Mutatie liquide middelen 42,6) 44,7
Beginstand liquide middelen 78,1 33,4
Mutatie liquide middelen 42,6 44,7
Eindstand liquide middelen 120,7 78,1

Jaarverslag 2009 - Hogeschool van Amsterdam
Accountantsverklaring
104 Opdracht
Wij hebben gecontroleerd of de in
dit Jaarverslag opgenomen Financieel
Jaarverslag van Stichting Hogeschool van
Amsterdam te Amsterdam over 2009 op
de juiste wijze is ontleend aan de door
ons gecontroleerde jaarrekening 2009
van Stichting Hogeschool van Amsterdam.
Bij die jaarrekening hebben wij op
22 juni 2010 een goedkeurende accountantsverklaring
verstrekt. Het bestuur
van de stichting is verantwoordelijk voor
het opstellen van het Financieel Jaarverslag
in overeenstemming met de grondslagen
zoals gehanteerd in de jaarrekening 2009
van Stichting Hogeschool van Amsterdam.
Het is onze verantwoordelijkheid een
accountantsverklaring inzake het
Financieel Jaarverslag te verstrekken.
Werkzaamheden
Wij hebben onze controle verricht in
overeenstemming met Nederlands recht.
Dienovereenkomstig dienen wij onze
controle zodanig te plannen en uit te
voeren dat een redelijke mate van zekerheid
wordt verkregen dat het Financieel
Jaarverslag op de juiste wijze is ontleend
aan de jaarrekening.
Oordeel
Naar ons oordeel is het Financieel
Jaarverslag in alle van materieel belang
zijnde aspecten op een juiste wijze
ontleend aan de jaarrekening.
Toelichting
Wij vestigen er de aandacht op dat voor
het inzicht dat vereist is voor een verantwoorde
oordeelsvorming omtrent de
financiële positie en de resultaten van
de entiteit en voor een toereikend inzicht
in de reikwijdte van onze controle het
Financieel Jaarverslag dient te worden
gelezen in samenhang met de volledige
jaarrekening, waaraan deze is ontleend,
alsmede met de door ons daarbij op
22 juni 2010 verstrekte goedkeurende
accountantsverklaring. Deze toelichting
doet geen afbreuk aan ons oordeel.
Amsterdam, 29 juni 2010
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
drs. R. Dekkers RA
Wij zijn van mening dat de door ons
verkregen controle-informatie voldoende
en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Colofon
Dit is een publicatie van de
Hogeschool van Amsterdam
Projectcoördinatie
Wouter Bouw
Suzanne Okkes
Interviews
Saveeta Jainandunsing
Suzanne Okkes
Eindredactie
Marja Dekker
Saveeta Jainandunsing
Suzanne Okkes
Fotografie
Liesbeth Dingemans (portretten)
Beeldbank HvA (omslag)
Ger de Gooijer (pagina 20)
Vormgeving
Crasborn Grafisch Ontwerpers bno
www.crasborn.nl
Juli 2010

Postadres
Hogeschool van Amsterdam
Postbus 1025
1000 BA Amsterdam
T 020 - 595 32 00
F 020 - 595 32 40
Bezoekadres
Spui 21
1012 WX Amsterdam
Studievoorlichting
Binnengasthuisstraat 9
1012 ZA Amsterdam
T 020 - 525 67 77
studievoorlichting@hva.nl
www.hva.nl