ronDo n - DanSkan

DIBt
VAN KAMERLUCHT ONAFHANKELIJKE HAARDKACHELS
Het “Deutsche institut für Bautechnik” (DiBt) (instituut voor bouwtechniek van Duitsland) verleent de bouwkundige toelating voor speciale
haarden, die de bepalingen en he conformiteitsbewijs door een erkend keuringsinstituut aangevraagd hebben. Deze haardkachels voldoen
op vlak van de afvoer van rookgassen en de toevoer van verbrandingslucht aan de types FC41x en FC51x van kamerlucht onafhankelijke
vuurplaatsen voor vaste brandstoffen overeenkomstig de toelatingsgrondslagen van het “Deutsche institut für Bautechnik”.
in de speciale keuring voor “van kamerlucht onafhankelijke haardkachels” werd het product uit de CO-concentratie (ppm) in de rookgassen
en het lekkagegetal (m 3 /h) bij 10 Pa na thermische en mechanische belasting bepaald. De dichtheid na meer dan 6.000 keer openen
en sluiten van de deur van de stookruimte werd aangetoond.
TOELATINGSOBJECT EN TOEPASSINGSGEBIED
“Van kamerlucht onafhankelijke vuurplaatsen” vereisen een goed afgedichte verbrandingsluchttoevoerleiding inclusief een afsluitklep voor
buitenluchtinlaat.
De van kamerlucht onafhankelijke vuurplaatsen mogen enkel worden opgesteld in ruimten, woningen, gebruikseenheden met vergelijkbare
grootte, waaruit lucht met behulp van ventilatoren, zoals ventilatie- of verwarmingsinstallaties op warme lucht, dampafzuigkappen, droogkasten
met luchtafvoer wordt afgezogen, wanneer door de dimensionering van de luchttoevoer verzekerd is dat door het gebruik van de
luchtafzuigingsinstallaties in de opstellingsruimte, de woning of een vergelijkbare gebruikseenheid geen grotere onderdruk optreedt dan
8 Pa in vergelijking met de buitenlucht.
Een onderdruk minder dan 8 Pa, bv. 4 Pa, is ook bij “van kamerlucht onafhankelijke haardkachels” aan te raden.
De vereiste verbrandingslucht wordt rechtstreeks aan de vuurplaatsen toegevoerd via een leiding vanaf de buitenlucht of via een luchtschacht
van een lucht-rookgasschoorsteen en een aangepaste aansluitleiding en niet uit de opstellingsruimte van de vuurplaatsen afgenomen
(van kamerlucht onafhankelijke werking van de vuurplaatsen).
Het verbindingsstuk, de rookgasafvoer tot de schoorsteen, moet ook goed afgedicht worden.
AIRBOX-PATENT: AUTOMAAT EN WARMTEWISSELAAR
Koude, van buitenaf instromende verbrandingslucht, moet worden opgewarmd vooraleer hij in de stookruimte wordt gebracht, zodat men
een effectieve, propere verbranding kan krijgen. Door onze gepatenteerde airBOX (opwarming van de buitenlucht in de achterste convectiezone
van de haard), gedoseerd en geregeld door onze intelligente automaat, bereiken wij een optimale naverbranding tot in de toppen
van de vlammen!
Wanneer men koude buitenlucht met temperaturen onder nul rechtstreeks in de stookruimte brengt, zou men het vuur verstikken of een
onzuivere, slechte verbranding produceren. Dat zou echter niet overeenstemmen met de vereiste emissiewaarden volgens de strengste
Europese milieunormen.
VOORWAARDEN VAN BOuWZIJDE
De toevoer van buitenlucht naar de haard is over de laatste meter voorzien met Ø 100 mm. Toevoerleidingen, die niet langer zijn dan 5 m,
zijn met Ø 100 mm toelaatbaar, wanneer ze niet meer dan één bocht hebben. langere toevoerleidingen of leidingen met meerdere bochten
dienen indien mogelijk een minimale diameter van 150 mm te hebben.
aan de inlaat van de buitenlucht in het gebouw of in de opstellingsruimte moet er een afsluitklep ingebouwd zijn die manueel of elektrisch
afgesloten kan worden. Dit is meer dan een vorstbeschermingsmaatregel, daar anders koele buitenlucht binnenin het gebouw terecht
komt. Daardoor wordt een afkoeleffect van delen van het gebouw en een overeenkomstig probleem met condenswater vermeden.
alle verbindingsstukken van de verbrandingsluchttoevoerleiding moeten zorgvuldig en goed afdichtend uitgevoerd worden. in huizen met
Wrg (warmterecuperatie-installaties) kunnen Dan SKan-haarden met airBOX-systeem mits de volgende voorwaarden toegepast worden:
1.) De ventilatie-installatie van de woning dient zo mogelijk ingesteld te zijn op een onderdruk van max. 4 Pa... bij het toevoegen van
brandhout wordt er altijd een koppeling met kamerlucht tot stand gebracht.
2.) Veiligheidsautomaat: iedere afvoerluchtventilator, bv. warmterecuperatie-installaties (Wrg), moet bij een storing van de kamerluchtventilatoren
of bij een te hoge onderdruk van de kamerlucht automatisch uitschakelen.
3.) Dampkappen moeten ofwel met circulatielucht, onderdrukbewaking, met uitschakelautomaat ofwel met contactschakelaar bij het
venster gebruikt worden.
De luchttoevoeropening in de vloer onder de haard, Ø ca. 100 mm, kan in de holle ruimte onder de grondplaat van de haard liggen. Wij
adviseren een vloeropening in de haardzone achteraan of in het midden van het grondplan van de haard (zie ontwerpgegevens) te voorzien.
Om te vermijden dat de haard of de toevoerleiding een “koelbox” wordt, is het belangrijk dat de buitenluchtleiding bouwzijdig, liefst buiten
voor de woningisolatie, een dicht sluitende afsluitklep heeft.
VSK
Verbindingsstuk
met klep
75
�100
�100
WSK
Muuraansluitstuk
met klep VLOEROPENING: IN HET MIDDEN!