You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Update 2015<br />
In de eerste 5 hoofdstukken over vocht, tocht, ventilatie stank en stof is regelmatig gesproken over<br />
klimaatinstallaties, maar nog niet over verwarmen en koelen.<br />
In de afgelopen 15 jaar zijn er op dit gebied veel ontwikkelingen geweest, met name de laag-temperatuurstralingsverwarming<br />
vindt brede toepassing, vaak in kombinatie met hoog temperatuur stralingskoeling<br />
met behulp van warmtepompen. Bij dit soort systemen worden delen van het gebouw tevens installatie.<br />
Vloeren wanden of plafond worden dan ook “radiator”.<br />
Verder is uit het eerdere betoog al duidelijk geworden dat oppervlaktetemperaturen van de gebouwomsluitende<br />
konstrukties bepaald worden door de mate van isolatie en dat die stralingstemperaturen van<br />
invloed zijn op luchtbewegingen (tocht) maar ook op het behaaglijkheidsgevoel.<br />
Het is dus de hoogste tijd over dit onderwerp <strong>een</strong> hoofdstuk aan dit boek toe te voegen.<br />
21<br />
Hoofdstuk extra<br />
Binnenklimaat.<br />
Over het binnenklimaat is altijd veel te doen geweest. De <strong>een</strong> vindt het te warm, de ander juist te koud.<br />
Met het verbeteren van de gebouwen, isolatie en hogere oppervlaktetemperaturen, luchtdichting,<br />
komfortventilatie en het hele huis verwarmen zijn de eisen die men aan zijn omgeving stelt ook<br />
toegenomen en zijn de oude tegenstellingen te warm / te koud all<strong>een</strong> maar uitvergroot.<br />
Door de jaren h<strong>een</strong> was de thermometer het instrument om de kwaliteit van het binnenklimaat te meten,<br />
maar zoals uit de eerdere hoofdstukken is gebleken zijn er veel meer invloeden die op de mens inwerken<br />
(Zie de afbeelding hiernaast). Bij warmte / koude behoren ook de oppervlaktetemperaturen en<br />
luchtbewegingen en ook de verhouding tussen luchtsnelheid en luchttemperatuur.<br />
In dit verband is Professor Fanger genoemd.<br />
Deze D<strong>een</strong>se professor heeft de binnenklimaatproblematiek onderzocht door het optekenen van de<br />
beleving van het binnenklimaat van verschillende mensen in <strong>een</strong> klimaatkamer waar alle faktoren van het<br />
binnenklimaat konden worden beïnvloed. (zie de afbeelding hiernaast) Dit belevingsonderzoek heeft<br />
geresulteerd in <strong>een</strong> klimaattheorie die de basis is voor de huidige binnenklimaateisen, vastgelegd in de<br />
NEN / ISSO 7730.<br />
Eisen<br />
Professor Fanger heeft <strong>een</strong> berekeningsmethodiek bedacht op basis van vele grootheden die<br />
gezamenlijk het behaaglijkheidsgevoel bepalen. In de berekening komen de zes belangrijkste aspekten<br />
voor en de uitkomst van deze berekening geeft <strong>een</strong> soort rapportcijfer voor de belevingswaarde van het<br />
binnenklimaat, de z.g. PMV waarde. Bij <strong>een</strong> optimale beleving is deze waarde 0, negatieve waarden<br />
worden als koel ervaren en positieve als warm.<br />
Aan deze waarde wordt <strong>een</strong> voorspelling van het % ontevredenen gekoppeld, de z.g. PPD waarde.<br />
Het blijkt dat de klimaatsbeleving zo subjectief is dat er in de meest optimale situatie nog steeds 5%<br />
klagers zijn en dat in het gebied –0,5 ≤ PMV ≤ +0,5, er 5 -10% klagers zijn. (zie de afbeelding hiernaast)<br />
Deze bandbreedte is algem<strong>een</strong> aanvaard als <strong>een</strong> optimaal binnenklimaat.<br />
Het komt er dus op neer dat we <strong>een</strong> gemiddeld binnenklimaat aanbieden en dat we beïnvloedingsmogelijkheden<br />
moeten bieden om de persoonlijke verschillen op te kunnen vangen.<br />
Gewijzigde / <strong>nieuwe</strong> inzichten.<br />
Deze PMV waarden zijn niet rechtstreeks in binnentemperaturen te vertalen.<br />
Er blijkt uit door Fanger en anderen verricht statistisch belevings onderzoek dat er <strong>een</strong> relatie is van de<br />
binnentemperatuur met de buitentemperatuur. Naarmate de buitentemperatuur stijgt blijkt ook de<br />
binnentemperatuur, waarbij men zich behaaglijk voelt, te stijgen.<br />
Het is verstandig ’s zomers niet dieper te koelen dan 2 à 3°C beneden de buitentemperatuur. Verder mag<br />
het verloop in binnentemperatuur over <strong>een</strong> dag gezien volgens Fanger best 3 à 4°C zijn als dit maar niet<br />
sneller plaatsvindt dan met 1°/ uur.<br />
Individuele beïnvloeding<br />
De individuele beïnvloeding is erop gericht dat nagenoeg ieder<strong>een</strong> het klimaat zodanig kan veranderen<br />
dat het klimaat als behaaglijk wordt ervaren. De range –0,5 ≤ PMV ≤ +0,5 komt in de praktijk over<strong>een</strong><br />
met <strong>een</strong> temperatuurverschil van 2 à 3°C<br />
<strong>Uw</strong> Gezondheid………<strong>een</strong> <strong>nieuwe</strong> <strong>zorg</strong> voor de bouwers van nu !<br />
Terwispel, 1-10-2000 / maart 2015, ing. D Knol.