21.05.2015 Views

Broedvogels Strabrechtse Heide 2011 - SOVON Vogelonderzoek ...

Broedvogels Strabrechtse Heide 2011 - SOVON Vogelonderzoek ...

Broedvogels Strabrechtse Heide 2011 - SOVON Vogelonderzoek ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Geert Engels<br />

+31 (0) 6 38 89 55 45<br />

geert@engels-snoeijen.com<br />

Broedvogelkartering<br />

<strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong><br />

<strong>2011</strong><br />

Een broedvogelkartering op basis van<br />

Broedvogel Monitoring Project (BMP)<br />

Bijzondere soorten<br />

Leenderstrijp, februari <strong>2011</strong>


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

INHOUD<br />

1 Inleiding .................................................................................................................................................................... 2<br />

1.1 Een woord van dank .................................................................................................................................. 3<br />

1.2 Gebruikte methode ..................................................................................................................................... 3<br />

1.3 Het weer in de lente en zomer van <strong>2011</strong> ................................................................................................... 3<br />

1.4 Gebiedsindeling.......................................................................................................................................... 4<br />

1.5 Inventarisatiedata <strong>2011</strong> .............................................................................................................................. 5<br />

1.6 Lijst van waarnemers ................................................................................................................................. 5<br />

2 Resultaten <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> ...................................................................................................... 6<br />

2.1 Aantalsontwikkeling door de jaren heen .................................................................................................... 6<br />

2.2 Opvallende zaken in <strong>2011</strong> .......................................................................................................................... 8<br />

2.3 Opvallende zaken in de zestiger jaren ....................................................................................................... 9<br />

2.4 Soortbeschrijvingen .................................................................................................................................. 10<br />

3 Bijzondere waarnemingen door het jaar ................................................................................................................... 30<br />

4 Trektelpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> ................................................................................................................................. 32<br />

5 Literatuur ................................................................................................................................................................ 34<br />

Bijlage: Vogels van het Beuven en omgeving <strong>2011</strong> ....................................................................................... 35<br />

i


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

1 Inleiding<br />

Leende, februari <strong>2011</strong><br />

De <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> behoort tot de grootste, hoofdzakelijk natte heideterreinen van Nederland en<br />

bestaat uit een mozaïek van natte en droge stukken heide, afgewisseld met grasvlakten (pijpenstrootje),<br />

dennenbossen en vennen. Centraal in het gebied ligt een zandverstuiving. Het gebied wordt in tweeën<br />

gesneden door de Witte Loop (ook wel genaamd Rieloop), met beekbegeleidend moerasbos.<br />

De <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> is een vogelrijk gebied. Vanwege de aanwezigheid van allerlei watervogels,<br />

moerasvogels en bijvoorbeeld ook van kraanvogels (in de trektijd) is het aangewezen ‘Vogel- en<br />

habitatrichtlijn gebied. Het aangrenzende Beuven heeft de status van ‘Beschermd Natuurmonument’en<br />

behoord tot onze nationale ‘wetlands’.<br />

Voor een uitgebreide gebiedsbeschrijving verwijs ik naar J. Smits, Staatsbosbeheer 1996: Het Land van<br />

Peel en Maas.<br />

In dit gebied vinden al vele jaren vogelinventarisaties plaats. In dit verslag wordt gewerkt met de gegevens<br />

vanaf 1988. Inmiddels is dit dus 20 jaar en kunnen veranderingen in de soorten goed bezien worden in de<br />

tabellen en de grafieken per soort. Voorzichtig kan geconcludeerd worden dat er voor de meeste soorten<br />

een achteruitgang kan worden geconstateerd. Slechts enkele soorten tonen een duidelijke vooruitgang.<br />

Maar ook kan geconcludeerd worden dat de hoeveelheid water die aanwezig op de hei erg bepalend is<br />

voor de hoeveelheid soorten en de aantallen per soort: Veel water: meer soorten (en aantallen) die van<br />

drassige gebieden houden, minder water: toename van de soorten (en aantallen) die van droge gebieden<br />

houden!<br />

Snelweg (A67)<br />

Eindhoven - Venlo<br />

Proviciale weg<br />

Heeze - Someren<br />

De <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> is gelegen in Oost Noord Brabant tussen de gemeenten Geldrop-<br />

Mierlo, Heeze-Leende en Someren. Het gebied wordt beheerd door en is deels eigendom van<br />

Staatbosbeheer. Aangrenzende gebieden worden beheerd door het Brabants Landschap (Braakhuizense<br />

<strong>Heide</strong> in het noorden en Herbertusbossen 1 in het zuiden) en de gemeente Someren (Beuven en omgeving)<br />

in het oosten. Het gebied ligt op het grondgebied van de gemeente Heeze-Leende. Het geïnventariseerde<br />

gebied is ingetekend in de bovenstaande kaart 2 .<br />

1 Op de kaart staat abusievelijk Hubertusbossen, dit moet zijn Herbertusbossen!<br />

2 Door de grote brand van 2010 is het bos in het deelgebied Noordoost grotendeels verdwenen. Helaas is er nog geen nieuwer kaartmateriaal<br />

voorhanden. Ook op andere plaatsen is de laatste jaren bos gekapt om de heide meer open te maken.<br />

2


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

1.1 Een woord van dank<br />

Een woord van dank gaat in de eerste plaats uit naar de tellers die vele uren van hun vrije tijd in hun<br />

hobby vogels kijken besteden. Een opsomming van de tellers is te vinden in paragraaf 1.6. Daarbij dient<br />

vermeld te worden dat deze personen regelmatig vergezeld worden door anderen die in staat worden<br />

gesteld zich het inventariseren eigen te maken. Uiteraard ook voor hen een woord van dank.<br />

Daarnaast wil ik Staatsbosbeheer, en dan vooral beheerder Jap Smits, bedanken voor de mogelijkheid die<br />

hij ons tellers biedt om het gebied te inventariseren. De tellers zijn namelijk daardoor ook in staat om op<br />

plekken te komen die normaal gesproken niet voor het publiek toegankelijk zijn.<br />

Sinds een aantal jaren worden door een aantal regionale vogelaars waarnemingen in Oost-Brabant<br />

verzameld op de internetsite van Vogels in de Kempen www.vogelsindekempen.nl. Een aantal bijzondere<br />

waarnemingen gedaan in het inventarisatiegebied zijn opgenomen bij de losse waarnemingen.<br />

Al jaren is er een telpost (telpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>) op de westrand van het gebied, tegen het Beuven<br />

aan. Bijzondere waarnemingen staan vermeld in de tabellen achterin het rapport.<br />

De inventarisatie van het Beuven en omgeving vind eveneens jaarlijks plaats door leden van de<br />

Vogelwerkgroep de Peel. Omdat het gebied aangrenzend is en de gebieden te zamen een groot<br />

natuurgebied zijn is dit verslag opgenomen in de bijlage.<br />

1.2 Gebruikte methode<br />

De lijst met geïnventariseerde soorten komt overeen met het Broedvogel Monitoring Project (BMP)<br />

Bijzonder soorten (zie Van Dijk, 2004), aangevuld met enkele soorten uit het BMP “Niet verplichte<br />

bijzondere soorten: Houtsnip, Kerkuil, Bosuil, Steenuil, Ransuil, Gekraagde Roodstaart en Veldleeuwerik.<br />

Tot en met 2005 werd de Veldleeuwerik enkel in een van de deelgebieden (Noord) geteld. Vanaf 2006 is<br />

deze soort in het gehele gebied geteld. Naast deze soorten worden ook de Rietgors in het gehele gebied<br />

geteld.<br />

1.3 Het weer in de lente en zomer van <strong>2011</strong><br />

Temperatuur<br />

De lente was extreem zacht. Dat kwam vooral door de uitzonderlijk zachte april. Deze maand eindigde<br />

samen met de lente van 2007 op een gedeelde eerste plaats in de rij van zachtste aprilmaanden sinds<br />

1706.<br />

Na de fraaie lente viel het weer tijdens de zomer vaak tegen. Vrijwel de gehele zomer lag de temperatuur<br />

rond of beneden het langjarig gemiddelde. Met name in juli was het zeer koel. In De Bilt was de<br />

gemiddelde temperatuur 15,9 °C, twee graden onder het langjarig gemiddelde van 17,9 °C. De<br />

zomermaand telde bovendien geen enkele zomerse dag. De landelijk hoogste temperatuur, 34,5 °C werd<br />

gemeten op 28 juni in Eindhoven en Hupsel tijdens een kort tijdvak met aanvoer van zeer warme lucht.<br />

Neerslag<br />

Gemiddeld over het land viel er 781 mm neerslag tegen normaal 847 mm. <strong>2011</strong> kende een opmerkelijke<br />

afwisseling van zeer droge en zeer natte tijdvakken. De lente groeide uit tot de droogste in minstens een<br />

eeuw. Er viel slechts 49 mm regen tegen 172 mm normaal. De geringe hoeveelheid neerslag in combinatie<br />

met de grote verdamping, veroorzaakt door het veelal zonnige lenteweer, leidde tot een voor de tijd van<br />

het jaar record hoog potentieel neerslagtekort (neerslag minus verdamping).<br />

De zomer was juist weer de natste in ruim een eeuw met landelijk gemiddeld 350 mm regen tegen 225<br />

mm normaal.<br />

Zonuren<br />

Met gemiddeld over het land 1836 zonuren tegen 1639 uren normaal, was <strong>2011</strong> een zonnig jaar.<br />

Groot was het contrast dit jaar tussen de lente en de zomer. De lente was de zonnigste in minstens<br />

een eeuw met landelijk gemiddeld 713 zonuren. De zomer was juist de somberste in veertien jaar<br />

met slechts 528 uren zonneschijn.<br />

3


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

1.4 Gebiedsindeling<br />

4


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

1.5 Inventarisatiedata <strong>2011</strong><br />

Noord Noordoost Midden Zuidoost Zuidwest West<br />

14 maart 20 maart 2 april 25 maart 6 maart 24 maart<br />

2 april 2 april 16 april 1 april 20 maart 25 maart<br />

8 april 17 april 1 mei 8 april 2 april 29 maart<br />

22 april 30 april 14 mei 15 april 10 april 5 april<br />

30 april 3 mei 18 mei 22 april 17 april 11 april<br />

10 mei 15 mei 1 juni 29 april 25 april 18 april<br />

22 mei 29 mei 2 juni 6 mei 1 mei 19 april<br />

3 juni 2 juni 12 juni 13 mei 8 mei 23 april<br />

9 juni 9 juni 15 juni 20 mei 21 mei 26 april<br />

18 juni 25 juni 1 juni 29 mei 3 mei<br />

21 juni 15 juni 13 juni 11 mei<br />

29 juni 30 juni 3 juli 23 mei<br />

10 juli 28 juli 30 mei<br />

30 juli 6 juni<br />

20 augustus 20 juni<br />

Alle deelgebieden zijn ook minimaal 2 maal s’-avonds/s’-nachts bezocht. Deze data zijn, wanneer bekend,<br />

vetgedrukt. Tijdens deze bezoeken wordt ook gebruik gemaakt van bandopnames om de territoria van de<br />

Bosuil en Nachtzwaluw in kaart te brengen.<br />

De inventarisatiedata staan voor de waarnemers van de deelgebieden volgens paragraaf 1.6.<br />

1.6 Lijst van waarnemers<br />

27 juni<br />

11 juli<br />

Noord<br />

Noordoost<br />

Midden<br />

Zuidoost<br />

Zuidwest<br />

West<br />

Aanvullende waarnemingen<br />

Telpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong><br />

Jan Kastelijn en Robert Kastelijn;<br />

Theo van den Broek en Mart Vorstenbosch;<br />

Andre de Koning en Toon Joosten;<br />

Jos Aarts;<br />

Jan van de Wulp;<br />

Jan van de Laar, Rien Swinkels, Annie van den Eijnden;<br />

Robert Kastelijn, Jan van de Laar, Rien Swinkels, Roel van den Heuvel, Jan<br />

van de Wulp, Theo van den Broek en Mart Vorstenbosch<br />

Roel van den Heuvel, Jeu van Rijswick, Henk Munsters, Antonio<br />

Mendoza, Jos Aarts, Robert Kastelijn.<br />

5


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2 Resultaten <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong><br />

2.1 Aantalsontwikkeling door de jaren heen<br />

Soort<br />

afkortin<br />

g<br />

euring 6? 3 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 4 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Dodaars DD 70 6 5 6 2 2 1 2 3 9 0 1 1 7 10 4 9 7 8 7 4 11 8 4 3 6<br />

Fuut Fu 90 2 3 3 1 0 0<br />

Geoorde Fuut GFu 120 0 0 0 0 0 0 5 12 0 0 0 7 8 1 2 0 1 0 3 1 0 1 0<br />

Roerdomp RD 950 3 2 2 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 2 3 1 1 0 0 0 0 0 0 0<br />

Grauwe Gans Gga 1610 1 5 4 3 3 4 2 3 4 3<br />

Canadese Gans CGa 1660 0 1 4 4 4 4 7 12 11 8 10 7<br />

Brandgans BGa 1670 1<br />

Nijlgans NGa 1700 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 1 3 1 2 2 2 1 1 2 2 1<br />

Bergeend BE 1730 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 1 0 1 0 0 0 0<br />

Krakeend KrE 1820 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 2 2 2 1 2 2 5 3 6 6 2 3 6<br />

Wintertaling WT 1840 36 18 26 2 2 0 2 8 26 0 2 0 10 4 7 4 7 7 3 2 4 4 2 4<br />

Zomertaling ZT 1910 17 0 4 0 0 0. 1 2 3 0 0 0 3 2 1 3 1 1 3 0 1 0 0<br />

Slobeend SE 1940 10 0 0 0 0 2 10 27 0 0 0 19 8 3 7 6 4 2 2 3 1 2 6<br />

Tafeleend TE 1980 8 2 3 0 0 0 1 2 8 0 0 0 7 3 5 4 3 3 2 2 3 0 1 2<br />

Kuifeend KE 2030 1 2 0 2 0 2<br />

Wespendief WD 2310 0 0 0 0 1 0 0 1 1 1 0 2 2 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />

Bruine Kiekendief BrK 2600 2 1 0 0 0 0 0 0 0<br />

Havik Ha 2670 1 1 1 1 2 3 2 4 2 2 3 3 1 1 2 2 3 2 1 1 2 1 2 3<br />

Sperwer Sp 2690 0 0 0 0 0 1 1 1 0 2 0 1 1 1 1 2 4 1 1 2 1 1 1 1<br />

Buizerd Bui 2870 2 0 1 4 2 5 5 6 6 6 8 8 4 2 3 4 4 3 2 4 3 4 4 2<br />

Torenvalk TV 3040 3 3 2 8 7 5 8 7 5 8 5 5 5 1 3 4 3 2 5 4 3 3 2 3<br />

Boomvalk BV 3100 1 2 4 4 5 3 6 5 8 5 3 6 5 4 3 4 4 6 6 6 5 2 3 2 2<br />

Kwartel Kw 3700 6 5 1 0 4 3 2 1 4 3 10 1 1 3 2 5 6 1 0 5 3 4 1<br />

Waterral WR 4070 25 4 9 2 0 0 3 3 4 0 0 2 1 8 6 5 3 6 3 3 5 1 1 0<br />

Porseleinhoen PH 4080 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 7 1 1 1 0 0 1 1 1 0 0 0<br />

Kleine Plevier KPl 4690 3 1 1 0 0 0 0 0 1 3 0 0 1 0 2 3 2 1 1 1 1 1 0<br />

Watersnip WS 5190 8 1 3 2 1 0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0 3 2 2 6 1 1 4 2<br />

Houtsnip Hs 5290 1 1 2 2 1 1 4<br />

Wulp Wu 5410 80 24 15 18 23 20 23 27 26 16 8 7 9 11 5 13 9 11 14 15 11 6 10 8 4<br />

Kokmeeuw KoM 5820 8 0 211 292 0 0 0 0 0 0 0 3 2 93 6 0 0 0 15 150<br />

Zomertortel ZoT 6870 1 1 0 0 0<br />

Kerkuil KU 7350 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 1 1 0 0 1 1 1 1<br />

Steenuil SU 7570 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0<br />

Ransuil RU 7670 6 10 15 3 0 7 3 7 5 2 4 2 4 1 1 4 4 4 4 4 1 5 3<br />

Bosuil BU 7670 3 2 0 1 1 1 4 1 0 4 4 5 4 3 3 2 4 4 4 2 2 2<br />

3 Het betreft hier gemiddelden over de jaren 1967, 1968 en 1969. (Bron Paarsboek <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>/E9)<br />

4 In 2001 is het gebied nauwelijks onderzocht omdat het niet toegankelijk was ivm de veeziekte BSA<br />

6


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

Soort<br />

afkortin<br />

g<br />

euring 6? 3 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 4 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Nachtzwaluw NZ 7780 10 2 4 4 5 4 4 3 3 4 5 7 6 14 8 12 15 22 22 27 31 26 26 29 30<br />

Ijsvogel IJS 8310 1 0 0 0 0 0 0 0<br />

Draaihals DH 8480 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />

Groene Specht GS 8560 15 0 1 2 0 2 4 2 4 5 9 7 10 6 2 8 8 8 4 7 4 4 3 3 3<br />

Zwarte Specht ZS 8630 1 0 0 4 3 1 5 5 7 7 7 6 10 7 2 5 4 6 6 5 7 3 3 2 4<br />

Kleine Bonte Specht KBS 8870 0 0 0 0 0 0 1 1 2 2 2 2 3 1 5 2 6 4 4 9 6 9 6<br />

Boomleeuwerik BL 9740 10 20 15 17 18 29 34 48 51 44 38 41 51 29 5 34 30 37 25 28 25 20 26 31 41<br />

Veldleeuwerik 5 VL 9760 30 73 54 43 47 65 51<br />

Veldleeuwerik Noord VL 9760 24 34 34 34 25 32 23 16 23 18 13 11 15 17 13 10 10 17 14<br />

Blauwborst BB 11060 24 14 10 9 4 13 8 7 10 6 11 8 8 8 4 10 6 12 11 12 9 9 9 7 6<br />

Gekr. Roodstaart GR 11220 13 15 23 27 28 53 38 49 57 48 47 15 45 39 42 42 53 51 38 40 37 51<br />

Paap Paap 11370 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 1 2 2 0 1 0 0 0<br />

Roodborsttapuit RTa 11390 10 39 51 49 50 47 46 45 50 58 55 59 57 55 14 85 84 103 91 83 95 100 114 99 106<br />

Tapuit Ta 11460 10 9 2 2 0 1 0 0 1 3 1 1 2 2 3 4 2 2 4 2 2 1 0 0 3<br />

Sprinkhaanzanger SZ 12360 8 4 2 4 1 0 0 1 5 0 0 0 3 5 3 9 7 19 23 27 33 24 30 21 19<br />

Braamsluiper BS 12740 2 0 1<br />

Fluiter Fl 13080 4 4 8 4 2 7 6 6 7 1 0 8 6 2 5 6 5 7 1 10 2 3 7 1<br />

Vuurgoudhaan VGH 13150 1 0 0 0 0 0 0<br />

Bonte Vliegenvanger BVl 13490 3 3 4 5 6<br />

Wielewaal Wie 15080 2 0 1 1 0 0 2 0 3 2 1 7 2 6 4 5 3 5 2 1 2 0 4 5<br />

Keep KEEP 16380 1 0 1 0 0 0<br />

Kneu Kn 16600 6 2 10 16 28 38<br />

Kruisbek KB 16660 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 6 0 4 0 2 0 1 0 0 0 0 0 0<br />

Geelgors GG 18570 43 12 17 20 17 19 28 28 29 32 32 33 33 31 7 28 20 29 24 26 32 36 29 34 37<br />

Rietgors RG 18770 100 33 8 15 14 1 20 30 32 20 24 22 20 22 16 22<br />

5 De veldleeuwerik is vanaf 2006 weer in alle deelgebieden geteld<br />

7


2.2 Opvallende zaken in <strong>2011</strong><br />

2.2.1 Vogels<br />

Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

Er is de laatste jaren veel veranderd in het gebied. In het deelgebied Noordoost heeft na de brand veel kap plaats<br />

gevonden. Ook de bossen en bossages rondom de Witte Loop zijn uitgedund. Bij diverse soorten die gebonden zijn<br />

aan beekbegeleidend bos heeft dit tot afname geleid. In gebied Noordoost zijn na de brand van 2010 en de<br />

daaropvolgende kap de typische bosvogels verdwenen de soorten van het open landschap zoals de Roodborsttapuit<br />

en de Tapuit profiteren daar van.<br />

De vennen op de heide zijn in <strong>2011</strong> (zoals in de meeste jaren) redelijk vroeg drooggevallen. Dit is met name te zien<br />

aan de resultaten van de eenden en andere waterbewoners.<br />

Ondanks de afname van het areaal bosperceel blijft de Wielewaal gelukkig in het gebied terug komen. Met<br />

5 territoria weer iets beter dan in 2010, nadat de soort in 2009 afwezig was.<br />

Voor het eerst sinds jaren is er geen territorium van de Waterral vastgesteld.<br />

Na de opleving van de Fluiter in 2010 was <strong>2011</strong> een mager jaar voor deze vogel. Slechts op een (bekende) plaats werd<br />

hij waargenomen.<br />

De Kneu is in opmars. Het aantal territoria is weer met 30% toegenomen. Mogelijk is de uitbreiding en inrichting van<br />

tijdelijke akkers ook van invloed. Daarnaast kan het te maken hebben met de droogte in het voorjaar waardoor er<br />

meer geschikt biotoop aanwezig was.<br />

Gedurende het seizoen zijn erg veel Tapuiten waargenomen. In Noordoost ook nog gedurende de broedperiode. Er<br />

waren 3 territoria maar waarschijnlijk heeft dit niet tot broeden geleid.<br />

De Kwartel werd dit jaar op een plaats midden in het gebied gehoord. Deze soort komt alleen naar ons land als de<br />

gemiddelde dagtemperatuur in mei boven de 20 0 C komt.<br />

Het aantal territoria van de Sprinkhaanzanger is weer afgenomen. Mogelijk is ook te wijten aan het erg droge<br />

voorjaar. De oorzaak kan ook in het overwinteringsgebied liggen.(Info <strong>SOVON</strong>. Sierdsema).<br />

8


2.3 Opvallende zaken in de zestiger jaren<br />

Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

In 1972 was er sprake dat door het westelijke deel van de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> het nieuwe tracé van de E9 zou komen<br />

te lopen. Er zijn toen allerlei acties gehouden om dat te voorkomen. Mede door deze acties is voorkomen dat deze<br />

weg er is gekomen. Het zou een grote aderlating voor het gebied zijn geweest. Vooral ook omdat de complete<br />

waterhuishouding door de komst van de weg veranderd zou zijn en daarmee dus de flora en fauna.<br />

Om het probleem aandacht te geven is er o.a. een studie gemaakt van het gebied. Die is gebundeld in het “Paarsboek<br />

<strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>/E9” uit 1972 6 .<br />

In deze studie is ook aandacht besteed aan de vogels en ik heb hieruit de relevante gegevens opgenomen in de<br />

tabellen en grafieken. De aantallen kunnen niet helemaal vergeleken worden omdat het onderzoeksgebied destijds<br />

voor de watervogels ook het Beuven en Starven e.o. zijn betrokken.<br />

Opvallende veranderingen wanneer je de aantallen territoria uit zestiger jaren 7 vergelijkt met de aantallen in de<br />

laatste jaren:<br />

Van de eenden zijn de Wintertaling en de Zomertaling enorm in aantal achteruit gegaan. Het Beuven werd in die tijd<br />

door Staatsbosbeheer meegeteld tijdens watervogeltellingen. Na schoonmaakactie van het Beuven in 1985 zijn er<br />

minder watervogels.<br />

De Waterral is van 25 territoria naar enkele territoria gedaald. In <strong>2011</strong> is er zelfs geen territorium vastgesteld.<br />

In de zestiger jaren waren er nog 80 territoria van de Wulp. Ik herinner me deze tijd nog. Overal op de hei kwam je<br />

deze jodelaar tegen. Nu zijn er nog slechts 4 territoria vastgesteld. In dezelfde periode waren er ook nog 10 territoria<br />

van de Tureluur (op de heide). Deze soort is gedurende de laatste 20 jaar niet meer vastgesteld.<br />

Ook de Kievit is nog maar weinig op de heide 8 te zien. Deze soort maakt geen deel uit van het huidige project. Elk jaar<br />

worden er wel volwassen exemplaren met pulli gezien. Zo ook in <strong>2011</strong> weer.<br />

Ondanks dat het in Nederland slecht gaat met de Veldleeuwerik was deze soort in de zestiger jaren met minder<br />

territoria aanwezig dan de laatste jaren. De Boomleeuwerik is ook een soort die nu veel meer (4X) aanwezig is dan<br />

voorheen.<br />

Opvallend is ook het aantal territoria van de Nachtzwaluw. In de zestiger jare4n waren er slechts 10 vastgesteld. De<br />

laatste jaren schommelt het aantal zo rond de 30.<br />

De Roodborsttapuit was in de zestiger jaren een schaarse broedvogel. Ik weet nog dat ik de soort indertijd niet zag op<br />

de Strabrecht. Er waren slechts 10 territoria, tegen nu 106. Daarmee is het nu de meest algemene soort in het<br />

onderzoek.<br />

De Rietgors was in de zestiger jaren veel talrijker dan de laatste jaren. Met toen 100 territoria lijkt het de meest<br />

voorkomende broedvogel in die tijd. Nu zijn er gemiddeld zo’n 20 territoria.<br />

De grote veranderingen in aantallen hebben diverse oorzaken:<br />

<br />

<br />

<br />

Over het algemeen achteruitgang van de soort;<br />

Het ontbreken van geschikt biotoop door veranderingen in het gebied. Waterhuishouding, bosbeheer (kap)!;<br />

Een mogelijke aanpassing van de soort (Roodborsttapuit): deze neemt een “nieuwe” niche in gebruik.<br />

6<br />

Uitgegeven door Werkgroep voor Natuurbehoud en Milieubeheer Stadsgewest Eindhoven.<br />

7<br />

De inventarisaties dateren uit de jaren 1967, 1968 en 1969<br />

8<br />

Een hypothese is dat zowel de voedselkwaliteit (insecten) als kwantiteit is afgenomen. Het voor de groei van organisme noodzakelijke sporenelement fosfor is<br />

door verzadiging met stikstof en uitspoeling door zure regen gelimiteerd in planten en insecten aanwezig. Momenteel wordt hier op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong><br />

onderzoek naar gedaan.<br />

9


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4 Soortbeschrijvingen<br />

De kaartjes geven de waarschijnlijke en zekere broedgevallen of territoria weer van de soort. Er wordt niet specifiek<br />

naar nesten gezocht 9 . In de grafieken corresponderen de vierkantjes met de aantallen per jaar. In een aantal<br />

grafieken staan geen gegevens over 2001. Er heeft toen slechts een gedeeltelijke inventarisatie plaatsgevonden<br />

omdat het gebied gedurende lange tijd in het voorjaar afgesloten is geweest als gevolg van de koeienziekte BSA.<br />

2.4.1 Dodaars, 6 territoria<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12<br />

Omdat de meeste vennen in de loop van het voorjaar<br />

droogvallen zijn deze niet zo geschikt als territorium. De<br />

vennen die bijna elk jaar water houden zijn bijna elk jaar<br />

bezet met een of meer koppels. Dit jaar dus zes op de<br />

niet droogvallende vennen.<br />

2.4.2 Fuut, 0 territoria<br />

De fuut is niet elk jaar van de onderzoeksperiode<br />

meegenomen bij de inventarisaties. Omdat de vennen in<br />

de meeste jaren gedurende het seizoen droogvallen is de<br />

soort meestal enkel in erg natte jaren aanwezig.<br />

3,5<br />

3<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.3 Geoorde Fuut, 0 territoria<br />

Met deze soort gaat het slecht in Brabant en de rest van<br />

Nederland. Op plek waar de soort in het verleden<br />

regelmatig broedde, het Grafven, is de soort niet<br />

vastgesteld.<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

9<br />

De richtlijnen die hiervoor gebruikt worden zijn die uit de Handleiding <strong>SOVON</strong> Broedvogelonderzoek.<br />

10


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.4 Roerdomp, 0 territoria<br />

Omdat grote uitgestrekte rietvelden in het gebied<br />

ontbreken is het leuk dat de soort voorheen in de kleinere<br />

rietvelden rondom de Witte Loop broedde. De Roerdomp<br />

is geen heidesoort maar een laagveensoort. Er is<br />

nauwelijks rietgroei rond de Witte Loop. Wel zijn er<br />

moerasvegetaties bestaande uit riet, hennegras,<br />

Moeraszeggen en veenpluis.<br />

4<br />

3<br />

3<br />

2<br />

2<br />

1<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.5 Grauwe Gans, 3 territoria<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De Grauwe Gans broedde in <strong>2011</strong> in het Grafven. In deze<br />

omgeving is het een terugkerende broedvogel.<br />

2.4.6 Canadese Gans, 7 territoria<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Deze exoot doet het de laatste jaren in Nederland erg<br />

goed, en is (helaas!) een algemene verschijning aan het<br />

worden. Ook in het onderzoeksgebied is dit het geval.<br />

Tijdens de inventarisatierondes hoor je de beesten<br />

meestal al van verre wanneer ze rondvliegen over het<br />

gebied. Waar de soort voorheen met name in de<br />

omgeving van het Grafven terrioria bezette was hij nu<br />

ook bij het ’s Heerenven aanwezig. Er is ook een aantal<br />

broedparen in het aangrenzend beekdal van de Kleine<br />

Dommel aanwezig. Er vindt mogelijke uitwisseling plaats.<br />

11


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.7 Nijlgans, 1 territorium<br />

3,5<br />

3<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De Nijlgans heeft zich net als de Grauwe Gans en de<br />

Canadese gans definitief gevestigd in het Grafven. De<br />

“meest agressieve” nijlgans blijft in aantal wel achter bij<br />

de andere twee soorten. Ook deze exoot is niet meer<br />

weg te denken uit het Nederlandse landschap.<br />

2.4.8 Krakeend, 6 territoria<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Dit jaar toch weer een herstel naar 6 territoria. Op<br />

diverse vennen zijn territoria vastgesteld. Het dubbele<br />

aantal van vorig jaar en het maximum over de<br />

onderzoeksperiode.<br />

12


2.4.9 Wintertaling, 4 territoria<br />

Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De aantallen Wintertalingen kunnen erg fluctueren. In<br />

erg natte jaren zijn erg veel meer territoria dan in droge<br />

jaren. <strong>2011</strong> was een droog voorjaar en met vier territoria<br />

is dit weer een mooi resultaat.<br />

2.4.10 Zomertaling, 0 territoria<br />

Helaas weer geen territorium voor dit mooie eendje.<br />

Enkel in zeer natte voorjaren komt deze soort tot<br />

broeden in het gebied.<br />

18<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.11 Slobeend, 6 territoria<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Na wat magere jaren is 6 territoria weer een mooi<br />

resultaat. Het was al weer 10 jaar gelden dat er<br />

eveneens 6 territoria zijn vastgesteld.<br />

13


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.12 Tafeleend, 2 territoria<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Omdat de Tafeleend een duikeend is zijn de vennen van<br />

de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> niet erg geschikt voor deze soort.<br />

Als de vennen dan ook weinig of geen water bevatten is<br />

begrijpelijk dat de soort het hier niet zo goed doet.<br />

Daarom zijn 2 territoria in een droog voorjaar een mooi<br />

resultaat.<br />

2.4.13 Kuifeend, 2 territoria<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Voor de Kuifeend geldt hetzelfde als voor de tafeleend:<br />

het is een duikeendje en dus is het biotoop van het<br />

onderzoeksgebied minder goed geschikt. 2 territoria voor<br />

een droog voorjaar is dus een goed resultaat.<br />

2.4.14 Wespendief, 0 territoria<br />

Evenals voorgaande jaren heeft de Wespendief zijn nest<br />

in de vochtige bossen ten westen van het<br />

onderzoeksgebied. De vogels worden wel in en rond het<br />

gebied waargenomen wanneer zij op zoek zijn naar<br />

wespen- of bijennesten. De laatste jaren broed de soort<br />

steeds in bossen rondom het dal van de Kleine Dommel,<br />

ten westen van het gebied.<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

14


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.15 Havik, 3 territoria<br />

5<br />

4<br />

4<br />

3<br />

3<br />

2<br />

2<br />

1<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Op drie plaatsen zijn de nesten van de Havik gevonden.<br />

Inclusief roepende jongen. Net buiten gebied Zuid is ook<br />

nog een territorium vastgesteld.<br />

2.4.16 Sperwer, 1 territorium<br />

5<br />

4<br />

4<br />

3<br />

3<br />

2<br />

2<br />

1<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Dit jaar slechts een territorium van de Sperwer en in<br />

bosje aan de rand van de heide. De Sperwer blijft een<br />

moeilijk te inventariseren soort. Meestal heb je geluk<br />

wanneer je nest vindt.<br />

15


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.17 Buizerd, 2 territoria<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De soort is dit jaar beperkt gebleven tot gebied West.<br />

Beide territoria zijn al jaren bewoond. In de omliggende<br />

bossen zijn nog een tweetal territoria vastgesteld.<br />

2.4.18 Torenvalk, 3 territoria<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Omdat deze soort zich over redelijke afstanden<br />

verspreidt is de juiste locatie meestal niet zo goed vast<br />

te stellen. Nestvondst geeft wel zekerheid. Op een plek is<br />

dat dan ook gebeurd. Waarom deze soort zo in aantal<br />

fluctueert, zal waarschijnlijk te maken hebben met<br />

goede en minder goede muizen jaren. 3 territoria zijn<br />

erg weinig.<br />

16


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.19 Boomvalk, 2 territoria<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Deze snelle jager is in het bijzonder in de vroege<br />

avonduren goed vast te stellen. De vogel vliegt dan laag<br />

over de hei en vangt grote insecten die dan in de vlucht<br />

worden opgegeten. Dit is diverse malen waargenomen.<br />

Dit jaar slechts twee territoria. Mogelijk heeft het aantal<br />

ook te maken met het vroeg droogvallen van de vennen,<br />

waardoor het aantal libellen (belangrijke prooi) dat van<br />

imago volwassen wordt afneemt.<br />

2.4.20 Kwartel, 1 territorium<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

In <strong>2011</strong> werden er in het centrale gedeelte van het<br />

onderzoeksgebied enkele malen een roepend mannetjes<br />

waargenomen.<br />

2.4.21 Waterral, 0 territoria<br />

Helaas geen territoria voor deze schuwe moerasrietvogel.<br />

Waarschijnlijk heeft dit te maken met de<br />

veranderingen rondom de Witte Loop. Het gebied is veel<br />

meer open dan voorheen.<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

17


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.22 Porseleinhoen, 0 territoria<br />

Geen territorium vastgesteld. Er zijn ook – net als in veel<br />

voorgaande jaren - buiten de datumgrenzen geen<br />

roepende mannetjes gehoord.<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.23 Kleine plevier, 0 territoria<br />

Op de vaste plek: het Grafven is dit jaar geen territorium<br />

vastgesteld.<br />

4<br />

3<br />

3<br />

2<br />

2<br />

1<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.24 Watersnip, 2 territoria<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Dit jaar twee territoria van de Watersnip dus. Het droge<br />

voorjaar zal zeker parten hebben gespeeld.<br />

18


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.25 Houtsnip, 4 territoria<br />

4,5<br />

4<br />

3,5<br />

3<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Dit jaar is de Houtsnip op 4 plaatsen vastgesteld. Voor<br />

deze moeilijk te inventariseren soort een erg goed jaar.<br />

2.4.26 Wulp, 4 territoria<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De Wulp is goed verdeeld over de hei, maar de aantallen<br />

vallen de laatste jaren wel erg tegen. Gezien de landelijk<br />

tendens zal dit waarschijnlijk niet meer verbeteren.<br />

In de zestiger jaren zijn maar liefst 80 territoria<br />

vastgesteld. Dat waren nog eens tijden. Het zou jammer<br />

zijn wanneer deze kenmerkende heide-soort in de<br />

toekomst zou verdwijnen. Daarom het plaatje op het<br />

schutblad.<br />

19


2.4.27 Kokmeeuw, 150 territoria<br />

Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12<br />

In <strong>2011</strong> zijn er op het Grafven weer in totaal 150 territoria<br />

vastgesteld. Meestal levert dat niet veel jongen op,<br />

waarschijnlijk door predatie van de Vos?<br />

2.4.28 Zomertortel, 0 territoria<br />

Helaas heeft de Zomertortel zich in <strong>2011</strong> niet weer<br />

opnieuw laten horen.<br />

1,2<br />

1<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

0,2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.29 Kerkuil, 1 territorium<br />

De Kerkuil heeft weer op zijn vaste plek gebroed. De<br />

vogels zijn diverse malen op en rond de nestkast<br />

waargenomen.<br />

1,2<br />

1<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

0,2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.30 Steenuil, 0 territoria<br />

In 2010 zijn in directe omgeving van gebied West een<br />

tiental nestkasten opgehangen. Mogelijk keert dit leuke<br />

uiltje weer terug in het gebied. Enkele van deze<br />

nestkasten zijn inmiddels ook bewoond.<br />

1,2<br />

1<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

0,2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

20


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.31 Ransuil, 3 territoria<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Vorig jaar 5 territoria, dit jaar zijn op 3 plaatsen<br />

roepende jongen gehoord en gezien. De territoria in<br />

West zijn op relatief kort afstand van elkaar<br />

aangetroffen.<br />

2.4.32 Bosuil, 2 territoria<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Gedurende de wintermaanden zijn bij de jaarlijkse<br />

nachtelijk inventarisatie op twee plaatsen roepende<br />

mannetjes en vrouwtjes gehoord.<br />

21


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.33 Nachtzwaluw, 30 territoria<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

30 territoria is een mooi resultaat. Ook in Noordoost is<br />

de soort in de in 2010 verbrandde heide nog aanwezig.<br />

Mogelijk is het open landschap aantrekkelijk voor de<br />

soort.<br />

2.4.34 Groene specht, 3 territoria<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De laatste jaren zijn steeds slecht een drietal territoria<br />

van deze mooie specht. Zo ook in <strong>2011</strong>.<br />

22


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.35 Zwarte specht, 4 territoria<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12<br />

Gemiddeld worden er ongeveer zes broedparen van deze<br />

soort vastgesteld. Drie is dus wederom een wat minder<br />

resultaat voor deze opvallende vogel.<br />

2.4.36 Kleine Bonte Specht, 6 territoria<br />

10<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Deze kleine specht is enkel aangetroffen in West. Zes<br />

territoria voor dat deel is een mooi resultaat. Maar de<br />

soort was niet aanwezig op andere plaatsen in het<br />

onderzoeksgebied. In een van de bosjes die in het<br />

verbrandde deel in Noordoost zijn blijven staan is de<br />

soort gedurende de periode tussen de datumgrenzen wel<br />

gehoord door mensen van Staatsbosbeheer. Mogelijk<br />

betreft het hier een 7 de territorium.<br />

23


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.37 Boomleeuwerik, 41 territoria<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De laatste jaren gaat het weer beter met deze soort.<br />

Mogelijk zijn de droge voorjaren hier debet aan. 41<br />

territoria is een mooi resultaat.<br />

2.4.38 Veldleeuwerik, 51 territoria<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Tot en met het jaar 2005 is deze soort enkel in ge-bied<br />

Noord geinventariseerd. Om de aantalsontwikkeling<br />

beter in beeld te brengen hebben wij er voor gekozen om<br />

naast een grafiek van het hele gebied (vanaf 2006) ook<br />

een grafiek van de aantallen in het deelgebied Noord<br />

(gedurende de hele onderzoeksperiode) weer te geven.<br />

Helaas zijn de resultaten minder dan vorig jaar:<br />

51 territoria.<br />

Deelgebied Noord:<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

24


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.39 Blauwborst, 6 territoria<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Met 6 territoria – allemaal op bekende locaties- is het<br />

een wat minder jaar voor deze mooie zanger. In West wil<br />

het niet meer lukken de laatste jaren.<br />

2.4.40 Gekraagde roodstaart, 51 territoria<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12<br />

Na enkele mindere jaren is de soort met 51 territoria<br />

weer “op sterkte”. Toch blijft de vraag open waarom de<br />

soort op de grens met de Herbertusbossen niet wordt<br />

geconstateerd terwijl dit zeer geschikt biotoop lijkt te<br />

zijn en deze daar voorheen wel aanwezig was.<br />

2.4.41 Paapje, 0 territoria<br />

Als de Paap in het gebied wordt waargenomen is dit<br />

meestal buiten de datumgrenzen. Zo was het dit jaar ook<br />

weer.<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

25


2.4.42 Roodborsttapuit, 106 territoria<br />

Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

106 is een mooi resultaat. Deze soort die voorheen met<br />

name in Lijkt me toch wel. Waarom is de soort anders<br />

uit het klein agrarische gebied voorkwam heeft alleen in<br />

de heide biotoop een goede vervanger gevonden en is<br />

daar de microstructuur die de soort nodig heeft daar<br />

nog wel aanwezig. De soort is erg gelijkmatig verspreid<br />

over het hele gebied. In het Midden en delen van Noord<br />

ontbreekt de soort waarschijnlijk omdat daar de natste<br />

heidegebeiden liggen en daar voelt hij zich niet thuis.<br />

De roodborsttapuit is een soort die sinds de zestiger<br />

jaren enorm is toegenomen (10X zo veel territoria!).<br />

2.4.43 Tapuit, 3 territoria<br />

10<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De Tapuit blijft een moeilijke soort. In het kale gebied<br />

van Noordoost zijn de Tapuiten (3 koppels) nog zeer lang<br />

aanwezig geweest. Of deze territoria wat hebben<br />

opgeleverd is niet bekend.<br />

26


2.4.44 Sprinkhaanzanger, 19 territoria<br />

Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

19 territoria is een mooi resultaat. Ruim boven het<br />

gemiddelde over de onderzoeksperiode. Opvallend blijft<br />

de vermindering van de soort in gebied West.<br />

2.4.45 Braamsluiper, 0 territoria<br />

Deze soort is voor het eerst geteld in 2009. Het is te<br />

verwachten dat door de houtkap en het omrullen van de<br />

grond op diverse plekken en de daaropvolgende<br />

begroeiing van braamstruiken deze soort de komende<br />

jaren naar verwachting zal toenemen. Helaas dit jaar<br />

geen territorium vastgesteld. De vogel is wel gehoord<br />

maar net buiten de datumgrenzen.<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.46 Fluiter, 1 territorium<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Na een opleving van 2010 is de soort weer terug op<br />

minimaal. Slechts een territorium (op een vaste plaats) is<br />

vastgesteld.<br />

27


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.47 Bonte Vliegenvanger, 6 territoria<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Deze soort is waarschijnlijk niet nieuw voor het gebied.<br />

Hij broedt op de grenzen waar de heide overgaat in een<br />

wat meer loofbos, het echte leefgebied van de soort. 6<br />

territoria is dan ook een mooi resultaat. Mogelijk word<br />

de soort over het hoofd gezien omdat hij in het zijn<br />

habitat weinig opvallend is en ook de zang niet<br />

opvallend is.<br />

2.4.48 Wielewaal, 5 territoria<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Na het dramatische jaar 2009 is er een opvallend herstel<br />

van deze jodelaar. 5 territoria is een mooi resultaat, nog<br />

een meer dan in 2010.<br />

28


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.49 Kneu, 38 territoria<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Deze soort die in de wintermaanden elk jaar op de hei<br />

wordt gezien is de laatste jaren nieuw als broedvogel (of<br />

over het hoofd gezien!). 38 territoria is een erg mooi<br />

resultaat. 10 territoria dan in 2010. Waarschijnlijk heeft<br />

de Kneu nog meer geprofiteerd van de kap die heeft<br />

plaats gevonden en ook van het inrichten van<br />

kleinschalige akkertjes.<br />

2.4.50 Kruisbek, 0 territoria<br />

De Kruisbek is een vogel die na influxen wel eens enkele<br />

jaren wil blijven en dan ook tot broeden komt. In <strong>2011</strong><br />

was dat niet het geval. Het wachten is dus op een nieuwe<br />

invasie!<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.51 Geelgors, 37 territoria<br />

50<br />

45<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

In Nederland gaat het slecht met de Geelgors. De laatste<br />

jaren gaat het op de Strabrecht weer beter en bereikt hij<br />

bijna weer de aantallen van 10 tot 20 jaar geleden. 37<br />

territoria is dus een heel erg mooi resultaat, zeker<br />

gezien het feit dat de houtkap heeft plaatsgevonden op<br />

plaatsen waar de soort voorheen aanwezig was.<br />

29


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.52 Rietgors, 22 territoria<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De soort is niet gedurende de hele onderzoeksperiode<br />

geïnventariseerd. De aantallen kunnen flink fluctueren.<br />

Dat heeft te maken met de hoeveelheid water op de hei.<br />

De vogel voelt zich er beter thuis wanneer het vochtig is.<br />

22 territoria is een mooi resultaat. Toch staan deze<br />

aantallen in schril contrast met de aantallen (100<br />

territoria) in de zestiger jaren.<br />

3 Bijzondere waarnemingen door het jaar<br />

Omdat de Trektelpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> op de grens van het gebied ligt kan het zijn dat sommige waarnemingen op<br />

beide plaatsen zijn gedaan. Te meer ook omdat de tellers van de Trektelpost ook andere bijzondere waarnemingen in<br />

het hele gebied doorgeven.<br />

dag maand soort/beschrijving<br />

8 januari De Klapekstersimultaantelling door VWG de Kempen leverde dit jaar 7 exemplaren op<br />

6 maart In gebied Zuidwest waren vandaag twee groepen Wilde Zwanen van respectievelijk 22 en 5 exemplaren aanwezig.<br />

19 maart Een Ruigpootbuizerd verbleef deze dag ongeveer een uur op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong><br />

24 maart Vandaag is er heel veel houtduiventrek en kramsvogeltrek over de hei. 1000-en vogels gaan naar Noord.<br />

27 maart Op 27 en 29 maart werden twee baltsende Raven op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> gezien en gehoord. Beide vogels zijn tot en met 19 april<br />

aanwezig geweest<br />

29 maart Op 29 en 30 maart werd een adult man Steppekiekendief waargenomen op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>. De vogel werd laat op de 29 ste<br />

ontdekt en vertrok de volgende ochtend weer vroeg.<br />

2 april In de maand april zijn op diverse plaatsen in het gebeid grote groepen Kepen en Sijzen waargenomen.<br />

17 april Op het ’s Heerenven werden vandaag gezien: Vrouwtje Bruine Kiekendief<br />

18 april 2 Zwartkopmeeuwen op het Waschven<br />

22 april Vandaag werd een Slangenarend ontdekt boven de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>. De vogel heeft enkele uren in het gebied rondgevlogen.<br />

Op het Grafven werd een koppel Brandganzen waargenomen. Op 29 april waren deze nog steeds aanwezig.<br />

23 april 1 Klapekster nabij de Zandverstuiving<br />

30 april ’s Avonds werd vandaag een Grauwe Kiekendief waargenomen, deze vogel heeft daarna zeer waarschijnlijk overnacht op de hei.<br />

Op het ’s Heerenven werden vandaag gezien: koppel Bergeenden, 7 Witgatjes, mannetje Smient en een Tureluur.<br />

Een Rode Wouw vloog over gebied Midden.<br />

1 mei Tot en met 3 mei: hoge aantallen Bosruiters op het ’s Heerenven, met maximaal 51 exemplaren.<br />

Vandaag trok een vrouwkleed Grauwe Kiekendief over de hei.<br />

2 mei Ook op 2 mei trok een Grauwe Kiekendief over de telpost.<br />

3 mei In gebied Midden werd vandaag en Bosruiter waargenomen.<br />

In de maand mei zijn er op diverse plaatsen erg veel Tapuiten waargenomen. Soms wel meer dan 10 bij elkaar.<br />

6 mei Vandaag trok een adult vrouw Grauwe Kiekendief over de hei.<br />

15 mei In gebied Noord werd vanmorgen een Rode Wouw waargenomen. Ook vlogen er 25 Gierzwaluwen.<br />

29 juli t/m 30 juli: Op 29 juli werd rond 15:00 de 2e Slangenarend van het jaar opgemerkt. De vogel is tot en met de volgende ochtend<br />

aanwezig geweest op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>. Het betreft hier het eerste zekere overnachtingsgeval voor de regio.<br />

20 augustus In gebied Zuidwest was vandaag een Zwarte Ooievaar aanwezig.<br />

24 augustus Op 24 augustus trok een vrouwkleed Grauwe Kiekendief over de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>.<br />

2 september Een Kluut viel vandaag in op het Marijkeven.<br />

10 oktober Op 10 oktober vloog een Rotgans richting noord over de telpost. Opvallend genoeg vlogen in 2009 op 20 oktober 8 exemplaren ook<br />

al richting noord over de post. Rotganzen zijn zeer zeldzaam in onze regio.<br />

13 oktober ’s Avonds werd bij het Kranenmeer een Velduil waargenomen.<br />

30


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

dag maand soort/beschrijving<br />

14 oktober Een ongekend aantal van maar liefst 4 Ruigpootbuizerds trok op 15 oktober over de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>, de vogels maakten deel uit<br />

van de landelijke invasie.<br />

16 oktober Om 9:11 trok een groep van 17 Kraanvogels over het gebied. De groep bestond uit 16 adulte en 1 juveniele vogel.<br />

17 oktober t/m 26 december: Een Hop vloog op 17 oktober om 10:14 over de telpost en viel daar vlakbij in. De vogel is daarna nog vele keren<br />

waargenomen en was opmerkelijk genoeg tot en met tenminste 26 december aanwezig, een zeer lange periode voor de soort in<br />

onze regio en zelfs het land. Gezien de opmerkelijk zachte maanden november en december had de vogel wat betreft het weer ook<br />

geen reden om te vertrekken.<br />

23 oktober Een Zeearend werd vandaag ca een half uur boven de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> waargenomen. De vogel liet het Beuven helaas links<br />

liggen en trok verder richting zuidwest. Dit is pas de eerste waarneming sinds 2002.<br />

24 oktober t/m 26 oktober: ’s Avonds op maandag 24 oktober vielen ca. 400 Kraanvogels in op de <strong>Strabrechtse</strong> heide, op 25 oktober<br />

vertrokken ’s ochtends 380 vogels en op 26 oktober vertrokken ’s morgens 620 Kraanvogels uit de Rusthoek en het Grafven. Nu al<br />

een zeer goed jaar voor overnachtende Kraanvogels op de hei.<br />

26 oktober Van 10:05 tot 11:01 was vandaag een Ruigpootbuizerd op de hei aanwezig.<br />

6 november Een Kuifleeuwerik vloog over de hei op 6 november.<br />

12 november ’s Ochtends vertrokken 229 Kraanvogels uit de Rusthoek.<br />

totaal in <strong>2011</strong> 1252 Kraanvogels<br />

31


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

4 Trektelpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong><br />

Al deze waarnemingen zijn ook terug te vinden op www.vogelsindekempen.nl en op www.trektellen.nl<br />

Op de website http://strabrechtse-heide.nl/telpost staan alle vogeltrektellingen. Daarnaast staan er ook<br />

waarnemingen en foto’s van o.a. insecten (met name vlinders), amfibieën en zoogdieren.<br />

dag maand soort/beschrijving<br />

19 maart 1 ste Boerenzwaluw van het jaar<br />

26 maart 1 ste Oeverzwaluw van het jaar<br />

27 maart 1 ste Boompieper van het jaar<br />

2 april 1 ste Groenpootruiter van het jaar (vrij vroeg)<br />

6 april Een Rosse Grutto trok vandaag over de telpost.<br />

1 ste Gele Kwikstaart van het jaar.<br />

7 april 1 ste Zwartkopmeeuw van het jaar (laat)<br />

8 april 1 ste Koekoek van het jaar (vroeg)<br />

9 april 1 ste Beflijster van het jaar (vroeg)<br />

16 april 1 ste Boomvalk van het jaar<br />

17 april 1 ste Zwarte Wouw van het jaar.<br />

1 ste Zwarte Ruiter van het jaar<br />

22 april De 1 ste Grauwe Kiekendief van het jaar vloog vandaag over.<br />

1 ste Gierzwaluw van het jaar.<br />

’s Avonds werden maar liefst 2 Velduilen gezien<br />

30 april Vandaag werd een Draaihals waargenomen in een groepje takken bij de telpost.<br />

1 mei De enige Roodpootvalk van dit jaar werd op 1 mei waargenomen. De vogel was kort ter plaatse bij de trektelpost.<br />

2 mei Grauwe Kiekendief<br />

6 mei Adult vrouw Grauwe Kiekendief<br />

7 mei De 1 ste Wespendief van het jaar vloog vandaag over de telpost.<br />

8 mei Op deze dag werden tenminste 9 trekkende Zwarte Wouwen waargenomen, een ongekend hoog aantal (trektelpost).<br />

Grauwe Kiekendief<br />

Een heuse Bijeneter vloog rond 8:50 u. over de telpost, helaas werd de vogel maar kort gezien.<br />

6 juli Visarend, een erg vroege najaarstrekker<br />

10 juli t/m 11 september werden er diverse malen Zwarte Ooievaars waargenomen.<br />

29 juli Een vrouwkleed Grauwe Kiekendief<br />

Vandaag werd rond 15:00 de 2 de Slangenarend van het jaar opgemerkt. De vogel is tot en met de volgende ochtend aanwezig<br />

geweest op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>. Het betreft hier het eerste zekere overnachtingsgeval voor de regio.<br />

13 augustus Zwarte Wouwen zie je maar zelden in het najaar op trek, vandaag kwam er toch 1 voorbij.<br />

15 augustus t/m 20 augustus: Een Draaihals was gedurende deze periode aanwezig bij de trektelpost.<br />

19 augustus t/m 5 september. In deze periode trokken tenminste 9 Duinpiepers over het gebied.<br />

24 augustus Een vrouwkleed Grauwe Kiekendief over de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>.<br />

1 september Een Morinelplevier werd rond 12:20 gehoord op de trektelpost.<br />

2 september t/m 7 september: Opnieuw was er een Draaihals aanwezig bij de trektelpost, misschien dezelfde als van 15 t/m 20 augustus.<br />

3 september Op deze dag vloog een bijzonder aantal van totaal 5 Visarenden over de telpost.<br />

Op 3 september werd ook een vrouwkleed Grauwe Kiekendief waargenomen op de telpost.<br />

11 september t/m 16 september: Op 11, 15 en 16 september vlogen leuke aantallen Bruine Kiekendieven over het gebied, met respectievelijk 14,<br />

15 en 16 exemplaren.<br />

18 september Een Roodkeelpieper vloog op 18 september over.<br />

25 september Een late vrouwkleed Grauwe Kiekendief vloog vandaag over.<br />

Op deze dag werd de eerste Grote Pieper van het jaar waargenomen.<br />

10 oktober Op 10 oktober vloog een Rotgans richting Noord over de telpost. Opvallend genoeg vlogen in 2009 op 20 oktober 8 exemplaren<br />

ook al richting Noord over de post. Rotganzen zijn zeer zeldzaam in onze regio.<br />

2 Grote Piepers vlogen over.<br />

Een Zilverplevier werd gezien en gehoord op de telpost.<br />

13 oktober De 1 ste Ruigpootbuizerd van dit invasiejaar werd op deze dag opgemerkt.<br />

14 oktober Een ongekend aantal van maar liefst 4 Ruigpootbuizerds trok op 15 oktober over de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>, de vogels maakten deel uit<br />

van de landelijke invasie.<br />

Vandaag vond weer de massale jaarlijkse trek van Houtduiven plaats. Tenminste 45.300 vogels werden geteld.<br />

Vandaag een late Boompieper.<br />

32


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

dag maand soort/beschrijving<br />

15 oktober Twee Kleine Rietganzen vlogen over de telpost.<br />

502 Buizerds trokken op 15 oktober over de telpost, samen met 10 Blauwe Kiekendieven, 7 Rode Wouwen en 4 Slechtvalken. Voor<br />

al deze roofvogelsoorten zijn dit zeer hoge aantallen.<br />

Vandaag werd om 16:50 u. een Ruigpootbuizerd waargenomen.<br />

16 oktober Om 9:11 u. trok een groep van 17 Kraanvogels over het gebied. De groep bestond uit 16 adulte en 1 juveniele vogel.<br />

Vandaag vloog wederom een late Boompieper over het gebied.<br />

Een Zilverplezier werd gehoord op de telpost.<br />

Grote groepen van 5 en 4 Rode Wouwen vlogen op deze dag over het gebied.<br />

2 Baardmannetjes<br />

17 oktober Een Hop vloog op 17 oktober om 10:14 over de telpost en viel daar vlakbij in. De vogel is daarna nog vele keren waargenomen en<br />

was opmerkelijk genoeg tot en met tenminste 26 december aanwezig, een zeer lange periode voor de soort in onze regio en zelfs<br />

het land. Gezien de opmerkelijk zachte maanden november en december had de vogel wat betreft het weer ook geen reden om te<br />

vertrekken.<br />

21 oktober Om 14:51 vloog deze dag een Ruigpootbuizerd over.<br />

Een Sneeuwgors trok vandaag over de telpost in een groep Veldleeuweriken.<br />

23 oktober Wederom trok een Sneeuwgors vandaag over de telpost in een groep Veldleeuweriken.<br />

30 oktober Vandaag trok een IJsgors over de telpost.<br />

2 november Grote Pieper<br />

33


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

5 Literatuur<br />

Auteur jaar Naam<br />

Werkgroep voor<br />

natuurbehoud en<br />

milieubeheer<br />

Stadsgewest Eindhoven<br />

1972 Paarsboek <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> / E9<br />

Jonsson L. 1993 Vogels van Europa, Tirion Uitgevers, Baarn<br />

Smits, Jap e.a. 1996 Het Land van Peel en Maas, Natuurgebieden in Zuidoost Nederland.<br />

Staatsbosbeheer Roermond;<br />

Svensson, L e.a. 1999 Europese Vogels, Tirion Natuur, Baarn<br />

Sovon 2002 Atlas van de Nederlandse broedvogels<br />

Dijk van A.J. 2004 Handleiding Broedvogel Monitoring Project <strong>SOVON</strong>, Beek-Ubbergen<br />

http://www.sovon.nl/pdf/Handleiding-BMP.pdf<br />

Dijk van A.J., Boele A. en<br />

Hustings F.<br />

<strong>2011</strong> Handleiding <strong>SOVON</strong> Broedvogelonderzoek, Beek-Ubbergen<br />

http://www.sovon.nl/pdf/Handleiding_<strong>Broedvogels</strong>_<strong>2011</strong>.pdf<br />

Mebs Th., Schmidt D, 2005 Roofvogels van Europa, Noord-Afrika en Voor-Azië<br />

Engels, Geert<br />

i.o.v. Staatsbosbeheer<br />

Engels, Geert<br />

i.o.v. Staatsbosbeheer<br />

Roel van den Heuvel<br />

Vogelwerkgroep de Peel<br />

Roel van den Heuvel<br />

Vogelwerkgroep de Peel<br />

2003 <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> broedvogelkartering<br />

2001 en 2002<br />

2004 Broedvogelkartering van <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong><br />

t/m 2003 t/m 2010<br />

2010<br />

<strong>2011</strong> Bijzonderheden <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

<strong>2011</strong> Vogels van het Beuven en omgeving <strong>2011</strong><br />

(Dit document is als bijlage toegevoegd in de pdf-versie van dit document)<br />

Internetsite Vogels in de Kempen: www.vogelsindekempen.nl<br />

Internetsite Vogelwerkgroep de Peel: http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl<br />

De informatie over het weer komt van de internetsite van het KNMI in de Bilt.<br />

www.knmi.nl<br />

De foto op het voorblad is gemaakt door Geert Engels op 21 januari 2012 in de Prunjepolder in Zeeland.<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande<br />

schriftelijke toestemming van de rechthebbenden noch mag het zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt voor commerciële toepassingen en/of voor enig ander<br />

werk dan waarvoor het is vervaardigd.<br />

De auteur besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen<br />

rechten ontlenen aan deze teksten.<br />

34


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

Bijlage: Vogels van het Beuven en omgeving <strong>2011</strong><br />

Dit document is in de PDF-versie van het bestand aan het document toegevoegd.<br />

35


Roel van den Heuvel<br />

Vogels van het Beuven en omgeving <strong>2011</strong><br />

<strong>Broedvogels</strong><br />

Bijzondere vogels<br />

Overwinterende vogels<br />

Overzomerende vogels<br />

Trekvogels<br />

Beknopte Fenologie<br />

VWG de Peel<br />

“Een zo compleet mogelijk overzicht van<br />

zo veel mogelijk aanwezige vogelsoorten<br />

in het gebied rondom het Beuven”<br />

September <strong>2011</strong>


Vogels:<br />

Roel van den Heuvel<br />

Foto voorblad:<br />

Robert Kastelijn<br />

VWG de Peel<br />

p/a Merelstraat 2<br />

5711 CJ Someren<br />

vwg-depeel@ivnastensomeren.nl<br />

http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl<br />

Kaart (pag 9):<br />

VWG de Peel/Roel van den Heuvel<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de<br />

rechthebbenden noch mag het zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt voor commerciële toepassingen en/of voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.<br />

De auteur besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze teksten<br />

©MMX-MMXI RvdH - HAS008-F<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Inleiding en informatie 2


Inhoudsopgave<br />

Inleiding ...................................................................................................................................................... 4<br />

<strong>Broedvogels</strong><br />

Resultaten ................................................................................................................................................... 7<br />

Gebiedsoverzicht met territoria en begrenzing .......................................................................................... 9<br />

Beschrijving per soort ............................................................................................................................... 10<br />

Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> ............................................................................................ 22<br />

Bijzondere niet broedvogels<br />

Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven ...................................................................................... 40<br />

Seizoensverloop slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven ........................................................... 41<br />

Beschrijving bijzondere niet broedvogels ................................................................................................. 45<br />

Algemene niet broedvogels<br />

Beschrijving algemene niet broedvogels .................................................................................................. 57<br />

Voorjaarsfenologie<br />

Eerste waarnemingsdata zomervogels ..................................................................................................... 60<br />

Dankzegging<br />

Dankzegging .............................................................................................................................................. 61<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Inleiding en informatie 3


Inleiding en informatie<br />

Inleiding:<br />

Voor dit rapport is geprobeerd een overzicht van vogelsoorten te krijgen die in de periode september<br />

2010 tot september <strong>2011</strong> met enige regelmaat op of in de omgeving van het Beuven (<strong>Strabrechtse</strong><br />

<strong>Heide</strong>) konden worden aangetroffen. Het betreft hier dus niet alleen broedvogels, maar ook<br />

wintergasten (Grote Zilverreiger, Kleine Zwaan) en zomergasten (Visarend, Zwarte Ooievaar), die de<br />

plas met enig regelmaat als pleister- en/of slaapplaats gebruikten. De gegevens zijn bijgewerkt tot en<br />

met 14 september <strong>2011</strong>.<br />

Beuven<br />

Het oppervlak van het totale onderzochte gebied is ongeveer 4 km2 of 400 ha. Ongeveer de helft<br />

hiervan is bos, hoofdzakelijk naaldbos (Grove Den) en gemengd bos, maar omvat ook moerasbos. Een<br />

kwart is heide afgewisseld met grasvlakten en het overige gedeelte bestaat uit water (voornamelijk<br />

bestaand uit het Beuven en het Starven) en moeras/dras. Totaal zijn ruim 130 soorten in beeld<br />

gebracht.<br />

Er is dit jaar weer een zeer grote hoeveelheid uren in het onderzoek gestoken. Niet alleen voor de<br />

broedvogelinventarisatie, maar onder andere ook voor de slaapplaatstellingen. Ook heb ik menig<br />

uurtje in het maken van dit rapport moeten steken. Alhoewel ik het met heel veel plezier gedaan heb,<br />

besef ik me dat er totaal toch wel heel veel tijd in gaat zitten. Dit alles om een zo compleet mogelijk<br />

overzicht van alle aanwezige vogels in het gebied te kunnen maken.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Inleiding en informatie 4


<strong>Broedvogels</strong>:<br />

De broedvogelresultaten zijn dit jaar gebaseerd op een volledige inventarisatie, waarbij de opgedane<br />

ervaringen uit 2010 een aangename toevoeging waren. Hierdoor kon de inventarisatie van dit jaar<br />

duidelijk nog beter tot zijn recht komen.<br />

Voor de territoria zijn de Sovon BMP criteria gehanteerd. Voor zekere broedgevallen zijn tenminste<br />

voedselvluchten, nesten en/of jongen waargenomen. Niet vermelde soorten zijn niet aanwezig in het<br />

gebied. Vrijwel het hele gebied is meerdere malen bezocht om de soorten te tellen, aan enkele soorten<br />

zoals Grote Bonte Specht is extra aandacht besteed. Alle vormen van opzettelijke verstoring zijn<br />

vermeden, er is dus bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt van geluid ten behoeve van inventarisatie.<br />

Totaal zijn 78 soorten aangetroffen in het gebied, waaronder 14 Rode Lijst soorten, en werden er bijna<br />

700 territoria vastgesteld. De tellingen hebben plaatsgevonden van februari t/m augustus <strong>2011</strong>.<br />

Omgeving Starven<br />

Overwinterde vogels:<br />

Voor de overwinterende soorten, zijn (bijzondere) vogelsoorten geteld die op of nabij het Beuven<br />

verbleven gedurende de winter 2010/<strong>2011</strong>. Het betreft hier hoofdzakelijk soorten die het Beuven als<br />

slaapplaats gebruiken zoals ganzen, eenden en zwanen, maar ook soorten als Grote Zilverreiger en<br />

Klapekster. Tellen van slaapplaatsen is gedaan op de Sovon wijze (vanaf 1 plek rond zonsopkomst of<br />

zonsondergang) van september 2010 tot april <strong>2011</strong>. De afgelopen winter kenmerkte zich door de<br />

langdurige periode van vorst, opmerkelijk is het Beuven gedurende deze periode niet volledig bevroren<br />

geweest door de aanwezigheid van vele ganzen.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Inleiding en informatie 5


Overzomerende vogels:<br />

Dit zijn bijzondere soorten als Visarend, Bruine Kiekendief, Zwarte Ooievaar en diverse steltlopers.<br />

Deze soorten pleisteren voornamelijk tijdens de trek naar het zuiden (juli – september) voor langere<br />

tijd in het gebied. Vooral steltlopers kunnen in het voorjaar ook voor langere tijd in het gebied<br />

verblijven, soms ook in hogere aantallen.<br />

Zonsondergang<br />

Trekvogels:<br />

Ook soorten die regelmatig als trekvogel in het gebied voorbij komen en daarbij ook voor korte tijd in<br />

het gebied aanwezig blijven, zijn beschreven. Dit zijn soorten als Grauwe Kiekendief, Zwarte- en Rode<br />

Wouw. De aanwezigheid van deze soorten, wordt in grote mate beïnvloed door de<br />

weersomstandigheden. Zo is de kans op wouwen en bijvoorbeeld Roodpootvalken groter bij<br />

aanhoudende oostenwind. Soorten die uitsluitend op trek zijn waargenomen en niet ter plaatse, zijn<br />

niet beschreven.<br />

Dwaalgasten:<br />

In een enkel geval is ook een dwaalgast beschreven, omdat deze in <strong>2011</strong> enige tijd in het gebied<br />

aanwezig is geweest.<br />

Algemene niet broedvogels:<br />

Beschrijvingen van enkele algemene soorten die niet in het gebied broeden, maar wel met enige<br />

regelmaat in het gebied verblijven (o.a. zwaluwen). Tevens wordt hier voor enkele broedvogelsoorten,<br />

die bijvoorbeeld ook buiten het broedseizoen volop aanwezig zijn, aanvullende informatie gegeven.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Inleiding en informatie 6


Territoria (vrij) algemene soorten<br />

Naam<br />

Aantal Territoria<br />

Waarvan Vastg.<br />

Broedgeval 2010 Afk<br />

Dodaars 1 2 DD 3<br />

Fuut 5 1 X Fu 3+<br />

Aalscholver 1 Kolonie 16 1 (11) AS 3+<br />

Roerdomp 5 3 RD 2<br />

Grote Zilverreiger 0 0 GrZi 3+<br />

Blauwe Reiger 0 0 BlR 3+<br />

Knobbelzwaan 4 0 1 KnZ 3+<br />

Grauwe Gans 4 (12) 4 3 GGa 3+<br />

Canadese Gans 3 1 2 CGa 3+<br />

Nijlgans 2 1 1 NGa 3+<br />

Bergeend 1 1 1 BE 3+<br />

Wilde Eend 27 2 X WE 2<br />

Krakeend 1 2 KrE 3+<br />

Zomertaling 1 3 ZT 3+<br />

Wintertaling 1 2 WT 2<br />

Slobeend 2 4 SE 3+<br />

Tafeleend 2 4 TE 3+<br />

Kuifeend 5 5 KE 3+<br />

Havik 1 1 2 H 3+<br />

Sperwer 1 1 0 SP 3+<br />

Buizerd 1 1 1 Bui 3+<br />

Torenvalk 1 1 TV 3+<br />

Boomvalk 1 1 1 BV 3+<br />

Waterral 5 7 WR 3+<br />

Waterhoen 10 1 WH 2<br />

Meerkoet 13 1 X MK 3+<br />

Scholekster 1 1 Sc 3+<br />

Kievit 2 1 KI 3+<br />

Watersnip 1 0 WS 3<br />

Zwartkopmeeuw 1 1 ZKM 3+<br />

Kokmeeuw 1 Kolonie ~160 1 (1600) KoM 3+<br />

Kleine Mantelmeeuw 0 0 KMM 3+<br />

Houtduif 6 X HD 3<br />

Holenduif 4 3 Hol 3<br />

Koekoek 2 1 3 KO 3+<br />

Nachtzwaluw 5 4 NZ 1<br />

Groene Specht 1 2 GS 3+<br />

Zwarte Specht 1 1 ZS 3<br />

Grote Bonte Specht 17 4 9 GBS 3+<br />

Kleine Bonte Specht 1 0 KBS 3+<br />

Boomleeuwerik 6 1 4 BL 3+<br />

Aantal<br />

Waarnemingen<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Territoria (vrij) algemene soorten 7


Veldleeuwerik 4 1 3 VL 3+<br />

Boompieper 31 1 29 BP 3+<br />

Graspieper 7 1 3 GP 3+<br />

Witte Kwikstaart 1 1 1 WKw 3+<br />

Winterkoning 15 13 W 3<br />

Roodborst 21 39 R 3<br />

Blauwborst 15 8 BB 3+<br />

Gekraagde Roodstaart 20 1 10 GR 3+<br />

Roodborsttapuit 18 2 10 RBT 3+<br />

Merel 12 10 M 3<br />

Zanglijster 5 4 Z 3+<br />

Grote Lijster 6 5 GL 3+<br />

Sprinkhaanzanger 3 4 SZ 2<br />

Rietzanger 1 0 RZ 3+<br />

Bosrietzanger 2 4 B 2<br />

Kleine Karekiet 34 1 22 KK 3<br />

Grasmus 8 2 GM 3<br />

Tuinfluiter 4 X T 1<br />

Zwartkop 16 13 ZK 3+<br />

Tjiftjaf 25 1 16 Tj 3+<br />

Fitis 62 2 43 F 3<br />

Goudhaan 14 13 GH 3+<br />

Vuurgoudhaan 1 0 VGH 3+<br />

Grauwe Vliegenvanger 2 2 GVl 1<br />

Bonte Vliegenvanger 2 0 BVl 3<br />

Staartmees 5 3 SM 3+<br />

Matkop 4 2 Mat 3+<br />

Kuifmees 12 10 Kf 3+<br />

Zwarte Mees 14 8 ZM 3+<br />

Koolmees 15 3 X K 3+<br />

Pimpelmees 9 X P 3+<br />

Boomkruiper 17 15 BKr 3+<br />

Gaai 6 3 Gaai 3+<br />

Zwarte Kraai 4 1 X ZKr 3+<br />

Vink 104 103 V 2<br />

Groenling 1 1 1 G 3+<br />

Kneu 3 1 4 KN 3+<br />

Kruisbek 3 1 KB 3+<br />

Geelgors 6 6 GG 3+<br />

Rietgors 17 1 13 RG 3+<br />

Totaal<br />

78 696 55 (215) 500<br />

Niet gebroed Geen territorium Zeker gebroed<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Territoria (vrij) algemene soorten 8


Gebiedsoverzicht met territoria<br />

*Roofvogels, talrijke soorten en gevoelige soorten niet aangegeven op de kaart.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Gebiedsoverzicht met territoria 9


Beschrijving broedvogels<br />

Dodaars (1, 2):<br />

Er werd dit jaar slechts 1 territorium op het Starven vastgesteld. Daarmee blijft de Dodaars afnemen in<br />

het gebied. Vooral tussen de jaren 2002 en 2008 deed de soort het hier uitstekend met maximaal 10<br />

territoria in 2003. Voor 2002 lagen de aantallen beduidend lager. Het langjarig gemiddelde van de<br />

Dodaars komt uit op 4 territoria.<br />

Geoorde Fuut (0, 1):<br />

Er konden dit jaar geen territoria Geoorde Fuut vastgesteld worden in het gebied. Moet wel gezegd<br />

worden dat de soort nooit talrijk is geweest, met de afgelopen jaren maximaal 3 territoria in 2008.<br />

Gemiddeld wordt er 1 territorium per jaar vastgesteld, maar tussen de jaren 1996 en 2002 en in 2006<br />

was de soort eerder ook al geheel afwezig.<br />

Fuut (5, 0):<br />

De Fuut is dit jaar voor het eerst geteld, er werden 5 territoria vastgesteld. Bij één paartje is ook een<br />

jong gezien.<br />

Aalscholver (16, 11):<br />

Dit jaar werden in eerste instantie de overgebleven 8 nesten van vorig jaar weer bezet, maar na enkele<br />

weken is 1 nest uit de boom gewaaid. Dit nest is later weer opnieuw gebouwd en ook werden nog flink<br />

wat geheel nieuwe nesten gemaakt, daarmee komt het totaal dit jaar op 16 nesten, het hoogste aantal<br />

voor de kolonie ooit (was 15 in 2009). De vogels zijn de gehele winter weer afwezig geweest op de<br />

plas, vermoedelijk door de strenge winter. Maar in tegenstelling tot afgelopen jaar, deze keer weer<br />

rond half februari met nestbouw en herstel begonnen. Al op 13 februari werd de eerste vogel op een<br />

nest aangetroffen (een maand eerder dan in 2010!). Op 10 april werden de eerste jongen gehoord. Op<br />

één nest is twee keer gebroed, waarbij in beide gevallen jongen zijn gezien en of gehoord.<br />

Roerdomp (5, 3):<br />

De eerste weken werden er maar 3 vogels gehoord, maar begin april begon een vierde vogel te roepen<br />

en later zelfs een 5e. Ook na de afgelopen strenge winter, blijft de Roerdomp het dus zeer goed doen<br />

op het Beuven. Zelfs beter dan afgelopen jaar met ‘slechts’ 3 territoria. Vooral vanaf 2002 doet de<br />

soort het erg goed bij het ven, met gemiddeld 4 territoria per jaar Een van de vogels is overigens weer<br />

tot ver in juni blijven roepen, wat zou kunnen betekenen dat deze ongepaard is gebleven. Staat op de<br />

Rode Lijst als ‘bedreigd’.<br />

Grote Zilverreiger (0, 0):<br />

Tenminste 2 Grote Zilverreigers zijn tot kort voor de datumgrens waargenomen. Aan het eind van de<br />

periode zijn ook nog maximaal 3 exemplaren gezien. Het is mogelijk dat er vogels overzomert hebben,<br />

maar dit kon helaas niet bevestigd worden. Staat op de Nederlandse Rode Lijst als ‘gevoelig’<br />

Blauwe Reiger (0, 0):<br />

Tenminste 2 Blauwe Reigers zijn gedurende de hele periode in het gebied aanwezig geweest. Er is<br />

echter geen nest, laat staan een kolonie gevonden. De waarneming voldoet dus niet aan een<br />

territorium. Het is vrij ongewoonlijk dat de soort gedurende de broedperiode vrijwel dagelijks<br />

aanwezig is.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 10


Knobbelzwaan (4, 1):<br />

Vier paren van deze soort werden baltsend op het Beuven vastgesteld. Dit is een zeer hoog aantal voor<br />

de plas. Al deze vogels zijn ook voor lange tijd op het Beuven gebleven. Geen van de paartjes heeft<br />

voor zover bekend een broedpoging ondernomen.<br />

Grauwe Gans (4, 3):<br />

Hoewel er veel meer territoria vastgesteld werden (12), zijn er maar 4 koppels Grauwe Ganzen ook<br />

daadwerkelijk met jongen gezien in het gebied. Het betrof hier paartjes met 7, 4, 3 en 2 juvenielen.<br />

Canadese Gans (3, 2):<br />

1 territorium Canadese Gans werden vastgesteld op het Beuven, 1 op het Starven en 1 op de plassen<br />

ten zuiden van het Beuven. Bij het territorium op het Starven is ook een broedende vogel<br />

waargenomen. De Canadese Gans werd pas in 2002 voor het eerst als broedvogel aangetroffen in het<br />

gebied. De eerste jaren daarna was er nog een explosieve toename van de soort (al 8 territoria in<br />

2006), maar sinds 2009 is er plotseling weer een flinke afname.<br />

Nijlgans (2, 1):<br />

Twee paartjes Nijlgans werden in het gebied aangetroffen en één paartje daarvan is ook met jongen<br />

waargenomen. Deze soort werd voor 2002 slechts sporadisch als broedvogel in het gebied<br />

aangetroffen, vanaf dat jaar worden gemiddeld jaarlijks drie territoria vastgesteld. Er is de afgelopen<br />

jaren geen sprake meer van een duidelijke toename van broedende Nijlganzen. De aantallen lijken<br />

eerder vrij stabiel<br />

Bergeend (1, 1):<br />

Bergeenden zijn regelmatig in het gebied gezien, ook ruim voldoende voor een territorium. De vogels<br />

hebben echter mogelijk net ten westen van het betreffende gebied een broedpoging ondernomen. De<br />

vogels zijn meerdere malen, ook alleen, opvliegend gezien vanuit de hei. Van deze soort werd pas twee<br />

keer eerder een territorium vastgesteld. Eén keer in 1996 en in 2010. Bergeenden broeden in holen,<br />

voornamelijk van konijnen.<br />

Krakeend (1, 2):<br />

Er is dit jaar maar 1 territorium Krakeend vastgesteld. Daarmee is het aantal territoria de afgelopen<br />

jaren weer flink afgenomen, na de piek van 9 in 2007. Ook in de jaren voor 2007 lag het aantal<br />

broedende Krakeenden beduidend lager (gemiddeld 3 broedgevallen per jaar). Ook wintergast in het<br />

gebied.<br />

Wilde Eend (27, X):<br />

27 territoria Wilde Eend werden vastgesteld in het gebied. Daarmee is dit natuurlijk de algemeenste<br />

broedvogel onder de eenden. De eerste Wilde Eend met jongen werd waargenomen op 26 april op het<br />

Starven.<br />

Zomertaling (1, 3):<br />

Een territorium Zomertaling werd dit jaar vastgesteld op het Starven. Het is voor het eerst sinds 2006<br />

dat het aantal territoria zo laag is. Afgelopen jaar werden nog tenminste drie territoria genoteerd.<br />

Staat op de Rode Lijst als ‘kwetsbaar’.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 11


Wintertaling (1, 2):<br />

Van de Wintertaling is dit seizoen slechts 1 territorium aangetroffen. Staat op de Rode Lijst als<br />

‘kwetsbaar’. Ook wintergast in het gebied.<br />

Slobeend (2, 4):<br />

Met 2 territoria Slobeend doet deze soort het minder goed dan afgelopen jaar, toen nog 4 territoria<br />

vastgesteld konden worden. Ook dit jaar verbleven tot kort voor de datumgrens weer grote<br />

hoeveelheden (max 62) Slobeenden op het Beuven. Op 18 april nog 19 exemplaren, de datumgrens is<br />

20 april. Staat op de Rode Lijst als ‘kwetsbaar’.<br />

Tafeleend (2, 4):<br />

Ook van de Tafeleend zijn dit jaar minder territoria vastgesteld. Werden er in 2010 nog vier territoria<br />

genoteerd, kwam het aantal in <strong>2011</strong> niet hoger uit dan twee. Ook wintergast in het gebied.<br />

Kuifeend (5, 5):<br />

Tenminste 4 territoria Kuifeend konden op het Starven vastgesteld worden. Ook op Beuven-zuid werd<br />

een territorium vastgesteld. Daarmee komt het totaal uit op 5, hetzelfde als in 2010. Eén van de<br />

weinige eendensoorten waarbij dus geen afname heeft plaatsgevonden. Ook wintergast in het gebied.<br />

Wespendief (0, 1):<br />

Wespendieven werden meerdere malen in het gebied gezien. Maar hebben niet in het onderzochte<br />

gebied gebroed. De vogels hebben hun nest elders gebouwd.<br />

Wespendief<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 12


Havik (1, 2):<br />

1 paartje Havik is regelmatig vanaf de telpost gezien, ook meerdere malen baltsend. Later is er ook nog<br />

tenminste 1 jong gehoord. Aanvullend zijn er net buiten het gebied ook nog eens 4 paartjes<br />

waargenomen. Hoewel het aantal broedende Haviken in het betreffende gebied lager is dan afgelopen<br />

jaar, blijkt het dus juist een opmerkelijk goed jaar voor de soort te zijn. Dit is in lijn met de algemene<br />

trend in Nederland, waar de Havik de afgelopen jaren ook flink aan het toenemen is. Mogelijk<br />

ondervindt de Sperwer hier nadelige gevolgen van.<br />

Sperwer (1, 0):<br />

Dit jaar werd er sinds lange tijd weer een territorium Sperwer vastgesteld. Dit was voor het eerst sinds<br />

2006. Het paar heeft 4 jongen grootgebracht. Sperwers lijken flinke concurrentie te ondervinden van<br />

de Havik. Ze broeden daardoor ook steeds vaker in de steden en dorpen. In bosgebieden prefereert de<br />

soort een biotoop met flink wat ondergroei van struiken.<br />

Buizerd (1, 1):<br />

1 paar Buizerd werd aangetroffen in het gebied. Het lijkt zelfs om dezelfde vogel van vorig jaar te gaan,<br />

want deze vogel miste dezelfde handpennen als die van afgelopen jaar. Het paartje is wel verhuisd<br />

omdat het bos waar de vogels vorig jaar nog verbleven gekapt is.<br />

Torenvalk (1, 1):<br />

Torenvalken broeden ook op heidegebieden en zelfs bij rietland. Het ene territorium werd aan de<br />

noordkant van het Beuven gevonden. De Torenvalk is een incidentele broedvogel in het gebied, die<br />

niet jaarlijks aanwezig is.<br />

Boomvalk (1, 1):<br />

Ook dit jaar is weer 1 territorium Boomvalk vastgesteld. Het bevond zich in de buurt van het Beuven. In<br />

tegenstelling tot de Torenvalk, wordt er van deze soort wel jaarlijks een territorium vastgesteld. Zowel<br />

de Boomvalk als de Torenvalk maken regelmatig gebruik van oude Kraaiennesten om in te broeden.<br />

Eind juli en begin augustus werd enkele keren een familiegroepje van 6 exemplaren samen<br />

foeragerend boven het Beuven gezien. Het lijkt er dus op dat er succesvol is gebroed bij het Beuven,<br />

met het maximale aantal van vier jongen als resultaat. Meestal leggen Boomvalken ‘slechts’ 3 eieren.<br />

Staat op de Rode Lijst als ‘kwetsbaar’.<br />

Waterral (5, 7):<br />

Broedt vaak in moerasgebieden met riet en drassige plekken. Alle territoria werden aan de rand van<br />

het Beuven opgemerkt. De aantallen liggen dit jaar echter wel opmerkelijk lager dan afgelopen jaar.<br />

Hoewel er diverse malen speciaal naar de soort gezocht is, is het aantal territoria toch op het bijzonder<br />

lage aantal van 5 blijven steken. Ook buiten de broedperiode zijn veel minder waarnemingen gedaan<br />

dan in voorgaande jaren. Het lijkt er dus op dat het een slecht jaar is voor de soort.<br />

Waterhoen (10, X):<br />

Een vrij heimelijke soort, die voornamelijk leeft in dichte oevervegetatie. Er konden 10 territoria<br />

worden vastgesteld in het gebied, hoofdzakelijk rondom het Beuven.<br />

Meerkoet (13, X):<br />

Meerkoeten houden van veel oeverbegroeiing, deze is aan de rand van het Beuven in geruime mate<br />

aanwezig. Er konden dan ook 13 territoria worden vastgesteld. Er is ‘slechts’ 1 jong gezien van deze<br />

soort.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 13


Scholekster (1, 1):<br />

Een territorium werd vastgesteld in de buurt van het Beuven. Scholeksters maken als nest een klein<br />

kuiltje in de grond. De vogels zijn meerdere keren gezien en gehoord. Het is onbekend of er ook<br />

gebroed is.<br />

Kleine Plevier (0, 1):<br />

Er zijn dit jaar wel enkele waarnemingen van Kleine Plevieren in het gebied gedaan, maar er kon helaas<br />

geen territorium vastgesteld worden.<br />

Kievit (2, 1):<br />

Kieviten houden van open gebieden met een rijke bodemfauna. Het komvormige nest wordt gemaakt<br />

van gras, waardoor het vrijwel onzichtbaar is. Broedt soms ook aan de rand van plasjes (ook bij<br />

Marijkeven). Bij de plasjes tussen het Beuven en Starven werden tenminste 2 territoria ontdekt.<br />

Tureluur (0, 1):<br />

Dit jaar kon er geen territorium van Tureluur in het gebied vastgesteld worden. Er werd wel een<br />

baltsende vogel op het Marijkeven gezien en gehoord. Wordt tijdens de trek wel regelmatig in het<br />

gebied waargenomen. Staat op de Rode Lijst als ‘gevoelig’.<br />

Wulp (0, 1):<br />

Ook van de Wulp kon dit jaar geen territorium worden vastgesteld. Deze soort wordt sowieso maar<br />

sporadisch in het gebied aangetroffen (slechts 10 baltsende paartjes tussen 1988 en <strong>2011</strong>). Bij het<br />

Marijkeven aangrenzend aan de westkant van het gebied, werd wel regelmatig een baltsend paartje<br />

waargenomen.<br />

Watersnip (1, 0):<br />

Voor de eerste datumgrens is twee keer een koppeltje Watersnippen gezien en gehoord. Op 30 mei<br />

werd een adulte Watersnip gezien op Beuven-Zuid. Dit is voldoende voor een territorium. Er werd pas<br />

twee keer eerder een territorium van deze soort in het gebied vastgesteld, in 2009 en 2007. Staat op<br />

de Nederlandse Rode Lijst als ‘bedreigd’.<br />

Zwartkopmeeuw (1, 2):<br />

Hoewel er dit jaar niet zo veel Kokmeeuwen broeden op het Beuven, werd er wel 1 territorium<br />

Zwartkopmeeuw vastgesteld op het eiland. Het betreft hier 2 adulte vogels. Verwacht werd dat de<br />

vogels dit jaar niet zouden terugkeren door het duidelijk lagere aantal broedende Kokmeeuwen, maar<br />

dit bleek dus onjuist. Binnen de datumgrenzen is ook nog een 2 e koppel gezien betreffende 1 adulte en<br />

1 2 e zomer vogel, maar het is onbekend of deze vogels ook langer zijn blijven rondhangen.<br />

Kokmeeuw (~160, ~1600):<br />

Na de massale sterfte van jonge kokmeeuwen afgelopen jaar door het plotselinge vertrekken van de<br />

oudervogels, is de kolonie dit jaar vrijwel verdwenen. Nog slechts ca 160 nesten werden gevonden,<br />

voornamelijk op het eiland en Beuven-zuid. In voorgaande jaren lagen de nesten verspreid over het<br />

hele Beuven. Opmerkelijk genoeg zijn alle broedende Kokmeeuwen eind juni van dit jaar opnieuw<br />

vertrokken, waardoor ook nu alle broedsels verloren zijn gegaan.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 14


Kleine Mantelmeeuw (0, 0):<br />

Tussen de datumgrenzen zijn dit jaar diverse Kleine Mantelmeeuwen waargenomen, het gebied lijkt<br />

echter niet geschikt voor de soort om te gaan broeden, daar de vogels dit voornamelijk aan de kust<br />

doen. Moet wel gezegd worden dat de Kleine Mantelmeeuw de afgelopen jaren ook steeds vaker in<br />

het binnenland broedend wordt waargenomen.<br />

Zwarte Stern (0, 1):<br />

Er zijn dit jaar geen territoria Zwarte Stern vastgesteld in het gebied. Er is sowieso ook maar weinig<br />

broedgelegenheid voor de soort. De Zwarte Stern wordt gelukkig tijdens de trek (vooral in het<br />

voorjaar) nog wel geregeld op de plas waargenomen. Dit jaar werd een maximaal aantal van 38<br />

exemplaren waargenomen op 30 april. Staat op de Rode Lijst als ‘bedreigd’.<br />

Holenduif (4, 3):<br />

Vooral bij agrarisch gebied, maar ook in bos. De Holenduif is afhankelijk van grote holen om in te<br />

broeden. Vier territoria werden verspreid over het gebied vastgesteld.<br />

Houtduif (6, X):<br />

In tegenstelling tot de Holenduif is de Houtduif dit jaar pas voor het eerst geteld. Het aantal<br />

vastgestelde territoria kwam uit op 6. Houtduiven kun je aantreffen in vrijwel alle biotopen; van tuinen<br />

en parken tot in bossen. Favoriet zijn echter kleinere landbouwgebieden aan de rand van bossen. De<br />

Houtduif is in het gebied ook een opmerkelijke doortrekker. Eind oktober vindt de massale trek van<br />

deze soort plaats, waarbij aantallen van in de tienduizenden geen uitzondering zijn. Een machtig<br />

schouwspel. Op 29 oktober 2010 werd een maximaal aantal van 17.530 trekkers genoteerd (het record<br />

staat op 105.500 Houtduiven op 02 november 2008.<br />

Koekoek (2, 3):<br />

Er konden dit jaar twee territoria Koekoek worden vastgesteld, 1 minder dan in 2010. Koekoeken<br />

worden vooral aangetroffen in relatief open gebieden met enkele uitkijkposten. Vanaf deze posten<br />

zoeken ze naar nesten van waardsoorten waaronder, Graspiepers, Heggenmussen, karekieten en<br />

kwikstaarten. Ook dit jaar is er weer geslaagd een nest van Graspiepers geparasiteerd. Het betreft zelfs<br />

een territorium op dezelfde locatie als afgelopen jaar. Staat op de Nederlandse Rode Lijst als<br />

‘kwetsbaar’.<br />

Bosuil (0, 1):<br />

De oude vertrouwde Bosuil die al jaren in de buurt van het Starven verbleef is dit jaar, na de periode<br />

van vorst en sneeuw, helaas niet meer waargenomen. Mogelijk heeft de vogel door de winterse<br />

periode een tekort aan voedsel gekregen en is gaan zwerven.<br />

Nachtzwaluw (5, 4):<br />

Tenminste 5 territoria werden vastgesteld in het gebied. Hoewel afgelopen jaar niet het gehele gebied<br />

doorzocht was op Nachtzwaluwen en dit jaar wel, leverde dat maar 1 extra territorium op. De eerste<br />

Nachtzwaluw van dit jaar werd op 30 april al bijzonder vroeg gehoord. Staat op de Rode Lijst als<br />

‘kwetsbaar’.<br />

Groene Specht (1, 2):<br />

Een territorium Groene Specht kon worden vastgesteld in de noordelijke bossen van het gebied. De<br />

vogels foerageren voornamelijk op open boomloze terreinen. Dit kunnen ook bredere, met gras<br />

begroeide, bospaden zijn. Staat op de Rode Lijst als ‘kwetsbaar’.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 15


Zwarte Specht (1, 1):<br />

De vogels hebben een voorkeur voor oude bossen met veel dood hout. 1 territorium kon op ongeveer<br />

dezelfde locatie als afgelopen jaar worden vastgesteld. Er moet wel opgemerkt worden dat er dit jaar<br />

bijzonder weinig waarnemingen van Zwarte Specht in het gebied gedaan zijn. Dit geldt overigens ook<br />

voor de rest van de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>.<br />

Grote Bonte Specht (17, 9):<br />

Kan in alle soorten bos worden aangetroffen, maar heeft wel een voorkeur voor loof- en gemengde<br />

bossen. Zoals afgelopen jaar al gemeld, was er een vermoeden dat het aantal territoria mogelijk nog<br />

iets hoger zou kunnen liggen. Daarom dit jaar extra veel tijd in de inventarisatie van de Grote Bonte<br />

Specht gestoken. Dit bevestigde inderdaad de vermoedens en konden vorig jaar niet uitsluitende<br />

waarnemingen dit jaar wel bevestigd worden. Het aantal bleek zelfs fors hoger te zijn dan de 9<br />

territoria van afgelopen jaar. Daardoor lijkt dit jaar ook een opmerkelijk goed jaar voor de soort te zijn.<br />

Er werden uiteindelijk ook op tenminste 4 plekken jongen waargenomen.<br />

Kleine Bonte Specht (1, 0):<br />

Aan de zuidoostkant van het Beuven werd dit jaar een territorium Kleine Bonte Specht vastgesteld. Dit<br />

is het eerste territorium sinds 2008. Kleine bonte spechten hebben een voorkeur voor loof- en<br />

gemengde bossen met zachte boomsoorten (berk, wilg, els en populier) en veel dood hout. De Kleine<br />

Bonte Specht is ook in het onderzochte gebied duidelijk veel minder algemeen dan zijn ‘grotere broer’.<br />

Boomleeuwerik (6, 4):<br />

Territoria over het algemeen aan de rand van bossen of bij open plekken in een bos, zo ook alle<br />

vastgestelde zangposten in het geïnventariseerde gebied. Met zes territoria doet de soort het iets<br />

beter dan in 2010. Het langjarig gemiddelde voor deze soort bedraagt 5 territoria. In topjaar 1998<br />

werden zelfs 11 zangposten opgemerkt.<br />

Veldleeuwerik (4, 3):<br />

Wordt de laatste jaren vrijwel uitsluitend op heidegebieden aangetroffen, zo ook de vier territoria. Drie<br />

daarvan werden aan de westkant van het gebied vastgesteld en 1 tussen het Beuven en het Starven.<br />

Hoewel de soort het de laatste jaren in het land steeds slechter is gaan doen blijven de aantallen in het<br />

onderzochte gebied vrij stabiel. Staat op de Nederlandse Rode Lijst als ‘gevoelig’.<br />

Boompieper (31, 29):<br />

Alle territoria van Boompieper werden gevonden aan de rand van bossen of bij open plekken in het<br />

bos. De soort blijft het met 31 zangposten uitzonderlijk goed doen.<br />

Graspieper (7, 3):<br />

Dit jaar werden 7 territoria Graspieper vastgesteld. Graspiepers broeden vaak in gebieden met korte<br />

vegetatie met daarin liefst ook overjarige gras- of heidepollen. Het hogere aantal territoria van <strong>2011</strong><br />

kan bij deze soort te maken hebben met de niet volledige inventarisatie in 2010. Eén legsel werd ook<br />

dit jaar weer geparasiteerd door een Koekoek. Het jong werd succesvol grootgebracht. Opmerkelijk<br />

genoeg betreft het dit jaar en afgelopen jaar een territorium op dezelfde locatie. Staat op de<br />

Nederlandse Rode Lijst als ‘gevoelig’.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 16


Witte Kwikstaart (1, 1):<br />

Een soort die meer thuishoort op het platteland, maar die een zeer uitgebreide habitatkeuze heeft. Ze<br />

kunnen zelfs op open plekken in bossen broeden. Op dezelfde locatie, ten zuidwesten van het Beuven<br />

werd afgelopen jaren ook al een paartje aangetroffen.<br />

Winterkoning (15, 13):<br />

Winterkoningen houden van struikgewas, ze worden dus meestal in de buurt daarvan gevonden, zo<br />

ook de 15 territoria. Een opvallende concentratie Winterkoningen werd aangetroffen aan de<br />

zuidoostkant van het Beuven, mogelijk door de zeer goede geschiktheid van het biotoop op die locatie.<br />

Roodborst (21, 39):<br />

Bijna de helft minder territoria dan afgelopen jaar (39). Mogelijk heeft de soort een klap gekregen door<br />

afgelopen strenge winter. Gezien het opmerkelijk lage aantal zijn er extra controle tellingen<br />

uitgevoerd, waardoor zeker kon worden vastgesteld dat het aantal daadwerkelijk zo laag was.<br />

Blauwborst (15, 8):<br />

Blauwborsten broeden het liefst in gevarieerde natte gebieden met open delen en<br />

loofboombegroeiing. Je treft ze dan ook vaak aan bij de overgang van riet naar bos. Vergeleken met de<br />

8 territoria in 2010 zijn er dit jaar beduidend meer vastgesteld. Dit heeft bij de Blauwborst<br />

voornamelijk te maken met het niet compleet inventariseren van Beuven zuid in 2010. Dat is dit jaar<br />

wel gebeurd.<br />

Gekraagde Roodstaart (20, 10):<br />

Houdt van gemengde bossen met open plekken, bijvoorbeeld heide. Afgelopen jaar deed de<br />

Gekraagde Roodstaart het wat minder met slechts 10 territoria, maar dit seizoen is de soort met 20<br />

territoria opvallend veel aanwezig. Ook in de rest van het land zijn de aantallen opmerkelijk hoog.<br />

Roodborsttapuit (18, 10):<br />

Broedt meestal in open gebied (heide), vaak in de buurt van een bos. De Roodborsttapuit was ook dit<br />

jaar weer goed vertegenwoordigd in het geïnventariseerde gebied. Vaak op de hei, maar wel in de<br />

buurt van een bos. Er werden in totaal 18 territoria vastgesteld.<br />

Merel (12, 10):<br />

Van de Merel werden dit jaar twee territoria meer vastgesteld dan afgelopen jaar. Merels worden<br />

voornamelijk aangetroffen in de buurt van plekken met gras. Zo ook in het onderzochte gebied.<br />

Grote Lijster (6, 5):<br />

Zes territoria van Grote Lijster werden opgemerkt, dit is 1 meer dan vorig jaar. Grote Lijsters broeden<br />

vaak in de buurt van open plekken met gras om te foerageren. In de meeste gevallen is dat hier ook zo.<br />

Zanglijster (5, 4):<br />

Ook van de Zanglijster werd 1 territorium meer vastgesteld dan in 2010. Zanglijsters hebben een<br />

voorkeur voor loofbos met flink wat ondergroei. Alle 5 de territoria werden dan ook in dit biotoop<br />

aangetroffen.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 17


Sprinkhaanzanger (3, 4):<br />

De sprinkhaanzanger broedt in natte ruigtevegetaties in open gebieden. Alle territoria werden aan de<br />

randen van het Beuven (zuid) vastgesteld. Er lijkt een afnemende trend bij de soort op te treden (zie<br />

grafiek pag 34).<br />

Rietzanger (1, 0):<br />

Voor het eerst sinds 2006 is er weer een territorium van Rietzanger vastgesteld. Hoewel een algemene<br />

soort in het westen van het land, blijft het hier een heuse zeldzaamheid. De vogel was al aanwezig<br />

vanaf 11 april, toen nog in het gezelschap van een 2 e zingend mannetje.<br />

Bosrietzanger (2, 4):<br />

Bosrietzangers tref je regelmatig aan bij natte ruigtevegetaties, vaak is er toch wel riet in de buurt. De<br />

2 territoria werden in dit biotoop aan de zuidkant van het Beuven aangetroffen.<br />

Kleine Karekiet (34, 22):<br />

De Kleine Karekiet is een soort van het riet, en dat is in het gebied voldoende aanwezig aan de rand<br />

van het Beuven en Beuven-zuid. Vrijwel alle territoria werden rondom het Beuven aangetroffen. Ook<br />

bij de Kleine Karekiet geldt dat het aantal territoria dit jaar hoger ligt door de niet complete<br />

inventarisatie van deze soort in 2010.<br />

Grasmus (8, 2):<br />

De Grasmus heeft een voorkeur voor open terreinen met struiken. Aangezien dit biotoop weinig<br />

aanwezig is in het gebied werden er ook maar enkele territoria vastgesteld. Met 8 zangposten is dit<br />

overigens het beste jaar voor de soort. Het voorheen maximale aantal van 7 zangposten werd in 1996<br />

gehaald. Het jaarlijks gemiddelde ligt op 4 territoria per jaar. Ook in de rest van Nederland deed de<br />

Grasmus het dit jaar uitzonderlijk goed.<br />

Tuinfluiter (4, X):<br />

Tuinfluiters worden meestal aangetroffen in gebieden met veel bomen en dichte hoge struiken, vaak<br />

aan de rand van open plekken. Van de Tuinfluiter konden slechts 4 territoria worden vastgesteld<br />

rondom het Beuven en Starven.<br />

Zwartkop (16, 13):<br />

Deze soort heeft net zoals de Tjiftjaf een voorkeur voor loof- of gemend bos met grote hoeveelheden<br />

ondergroei. Dit jaar werden 16 zangposten opgemerkt, tegen 13 in 2010. Hoewel er dus ook van de<br />

Zwartkop dit jaar meer territoria zijn vastgesteld, is het stijgingspercentage niets vergeleken bij dat van<br />

de Tjiftjaf, welke in <strong>2011</strong> maar liefst 9 territoria meer heeft dan in 2010.<br />

Fluiter (0, 7):<br />

Een schril contrast met 2010, toen nog zeven zangposten in het gebied konden worden vastgesteld. Dit<br />

jaar werd niet 1 zingende vogel ontdekt in het gebied. Voorheen was de Fluiter ook al geen algemene<br />

soort, met totaal slechts 5 territoria in de periode 2002-2009. Het is dan ook wel gebleken dat 2010<br />

een zeer goed jaar was voor de Fluiter.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 18


Tjiftjaf (25, 16):<br />

De Tjiftjaf heeft een voorkeur voor loof- of gemend bos met flink wat ondergroei. De vogels zaten ook<br />

vrij verspreid over het gebied in gedeeltes met veel loofhout. De eisen die Tjiftjaffen aan hun biotoop<br />

stellen liggen dicht bij die van Zwartkop. Dit jaar werd een flink hoger aantal territoria vastgesteld ten<br />

opzichte van 2010 (25 tegen 16). De oorzaak hiervan is onbekend.<br />

Fitis (62, 43):<br />

62 territoria van Fitis zijn in het gebied gevonden. In tegenstelling tot Tjiftjaf, werden hier ook<br />

regelmatig meerdere zangposten vlak bij elkaar gevonden. Deze soort komt buiten loof- en gemengd<br />

bos ook vaak voor in naaldbos, dit blijkt ook uit het hogere aantal territoria. Ook bij de Fitis werden<br />

opmerkelijk meer territoria vastgesteld dan in 2010 (62 tegen 43).<br />

Goudhaan (14, 13):<br />

Een soort van naaldbos. De 14 territoria werden dan ook hoofdzakelijk in dit biotoop aangetroffen. Het<br />

aantal zangposten is vrijwel gelijk aan dat in 2010.<br />

Vuurgoudhaan (1, 0):<br />

Hoewel net ten noorden van het geïnventariseerde gebied, is de soort te bijzonder om niet mee te<br />

nemen. 1 mannetje werd meerdere malen zingend waargenomen. In 1998 werd voor het laatst een<br />

territorium van deze soort vastgesteld.<br />

Grauwe Vliegenvanger (2, 2):<br />

Grauwe Vliegenvangers hebben een voorkeur voor loof- en gemengd bos, vaak met ondergroei. Er zijn<br />

dit jaar twee territoria vastgesteld. Maar van deze onopvallende soort zouden best enkele territoria<br />

meer in het gebied aanwezig kunnen zijn. Staat op de Rode Lijst als ‘gevoelig’.<br />

Bonte Vliegenvanger (2, 0):<br />

De Bonte Vliegenvanger wordt hoofdzakelijk aangetroffen in loof- en gemengde bossen. 2 territoria<br />

werden in gemengde stukken bos vastgesteld aan de zuidoostkant van het gebied. Dat de Bonte<br />

Vliegenvanger geen algemene verschijning in het geïnventariseerde gebied is, blijkt wel uit het lage<br />

aantal vastgestelde territoria tussen 2002 en 2010, dat totaal slechts 3 betreft.<br />

Staartmees (5, 3):<br />

De staartmees kan in veel soorten biotopen worden aangetroffen. De aanwezigheid van een dichte<br />

begroeiing is wel een voorwaarde. Dit kan zijn in de vorm van jonge aanplant of struiken. Er werden<br />

twee territoria meer vastgesteld dan in 2010.<br />

Matkop (4, 2):<br />

Matkoppen broeden meestal in gebieden met veel dood hout en hebben net zoals Staartmezen, vaak<br />

een zeer groot territorium. Ook van de Matkop werden 2 territoria meer vastgesteld dan in 2010. Staat<br />

op de Rode Lijst als ‘gevoelig’.<br />

Kuifmees (12, 10):<br />

De Kuifmees heeft een voorkeur voor naaldbos (dennen) en in mindere mate gemengd bos. Alle<br />

territoria werden in gedeeltes met veel naaldbos (Grove Den) aangetroffen.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 19


Zwarte Mees (14, 8):<br />

De Zwarte Mees is ook een bewoner van naaldbossen, maar houdt meer van Sparren. Werden in 2010<br />

de meeste territoria nog aangetroffen aan de oostkant van het gebied, bleek de soort dit jaar ook in de<br />

rest van het gebied goed vertegenwoordigd. Dit werd dan ook opgemerkt uit het aantal territoria ten<br />

opzichte van 2010. 14 tegen 8.<br />

Koolmees (15, X):<br />

Nipt de algemeenste mees in het gebied, slechts één territorium meer dan Zwarte Mees. De Koolmees<br />

is een vogel van bossen, tuinen en parken, maar wordt in dennenbossen duidelijk beconcurreert door<br />

onder andere de Zwarte Mees. De Koolmees is dit jaar voor het eerst geïnventariseerd.<br />

Pimpelmees (9, X):<br />

Vrijwel hetzelfde biotoop als de Koolmees, maar in het gebied toch duidelijk minder aanwezig. Dit is<br />

overeenkomstig met het landelijk beeld van de soort. Ook de Pimpelmees is dit jaar voor het eerst<br />

geteld.<br />

Boomklever (0, 2):<br />

Van de Boomklever konden dit jaar geen territoria in het gebied worden vastgesteld. Sterker nog er is<br />

het gehele seizoen niet eens een waarneming van de soort gedaan.<br />

Boomkruiper (17, 15):<br />

Boomkruipers zijn overal te vinden waar bomen zijn. De soort stelt maar weinig eisen aan zijn<br />

leefomgeving. Er werden 17 territoria vastgesteld.<br />

Wielewaal (0, 1):<br />

Van de Wielewaal konden dit jaar geen territoria worden vastgesteld. Het bos waar afgelopen jaar nog<br />

een territorium werd vastgesteld, is eind 2010 gekapt. Er zijn wel enkele waarnemingen van vogels die<br />

kort aanwezig waren in het gebied, maar ook in mindere mate ten opzichte van het afgelopen jaar.<br />

Staat op de Rode Lijst als ‘kwetsbaar’.<br />

Gaai (6, 3):<br />

Gaaien hebben een voorkeur voor loof- of gemengd bos. Alle zes de territoria werden in gemengd bos<br />

aangetroffen. Het hogere aantal territoria ten opzichte van de 3 in 2010 is vooral te danken aan het feit<br />

dat er meer specifieke aandacht aan deze soort besteed is.<br />

Zwarte Kraai (4, X):<br />

Dit jaar voor het eerst geteld en dat leverde 4 territoria op. Zwarte Kraaien kun je in allerlei biotopen<br />

aantreffen. Ze maken een nest in bomen. De zwarte kraai is lastig te inventariseren doordat er ook<br />

vaak niet-territoriale vogels aanwezig zijn. Er is tenminste 1 vogel met 3 jongen waargenomen.<br />

Spreeuw (0, 1):<br />

Van de Spreeuw kon dit jaar geen territorium worden vastgesteld. Deze niet alledaagse bossoort werd<br />

afgelopen jaar wel 1 keer aangetroffen. De soort gebruikt het Beuven in de zomer wel als slaapplaats,<br />

dit jaar maximaal ca 1000 exemplaren.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 20


Vink (104, 103):<br />

De Vink doet het in alle biotopen goed en met tenminste 104 zingende mannetjes is deze soort ook dit<br />

jaar weer de algemeenste (niet kolonie) broedvogel.<br />

Groenling (1, 1):<br />

Dat de Groenling geen heide- en bossoort is (meer van cultuurlandschap) blijkt wel uit het ene<br />

territorium dat gevonden werd in het hele gebied, op dezelfde plek als in 2010.<br />

Kneu (3, 3):<br />

Kneu’s komen hoofdzakelijk voor bij open gebieden met veel ruige begroeiing, struikgewas en allerlei<br />

planten. Alle territoria in het gebied werden aan de rand van bossen aangetroffen. Het biotoop in het<br />

geïnventariseerde gebied is minder geschikt voor deze soort, wat mogelijk het lage aantal territoria kan<br />

verklaren. Van 1 paartje zijn ook twee jongen gezien. Staat op de Rode Lijst als ‘gevoelig’.<br />

Appelvink (0, 1):<br />

De Appelvink is dit jaar helaas niet aangetroffen in het gebied. Het moet opgemerkt worden dat deze<br />

soort heel makkelijk gemist kan worden.<br />

Kruisbek (3, 1):<br />

Er werden dit jaar maar liefst 3 territoria van Kruisbek vastgesteld. Wat een zeer goed jaar voor de<br />

soort betekend. Twee van deze territoria zijn bekende locaties (Starven en Keiven), het derde is nieuw<br />

in het zuidoosten van het gebied.<br />

Geelgors (6, 6):<br />

Soort die in het gebied voorkomt op de heide, maar komt ook voor op akkers, weilanden, etc. Ze<br />

broeden vaak aan de rand van bossen. Alle 6 de territoria werden aan bosranden aangetroffen.<br />

Rietgors (17, 13):<br />

Een echte soort van het riet. Alle Rietgorzen werden rond het Beuven of Beuven Zuid gezien en/of<br />

gehoord. De vogels zaten verspreid over de rietkragen aan de rand van de plas.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 21


Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong><br />

Hieronder enkele grafieken met de aantallen territoria van vogelsoorten tussen 2002 en <strong>2011</strong>. In 2009<br />

zijn de meeste soorten niet meer geteld, dus hiervan ontbreken hoofdzakelijk de gegevens, waar<br />

mogelijk zijn deze aangevuld. Van veel andere soorten ontbreken ook de gegevens van 2007 en 2008,<br />

deze konden dan ook niet opgenomen worden.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 22


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 23


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 24


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 25


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 26


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 27


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 28


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 29


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 30


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 31


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 32


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 33


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 34


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 35


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 36


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 37


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 38


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 39


Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven<br />

Soort<br />

Hoogste aantal<br />

2010/<strong>2011</strong> 2009/2010 2008/2009<br />

Aalscholver 15 43 34<br />

Grote Zilverreiger 30 40 40<br />

Blauwe Reiger 1 23 2<br />

Knobbelzwaan 12 3 0<br />

Kleine Zwaan 77 51 51<br />

Wilde Zwaan 34 11 19<br />

Toendrarietgans 900 550 1800<br />

Taigarietgans 33 0 1<br />

Kolgans 1000 300 2500<br />

Kleine Rietgans 0 1 2<br />

Grauwe Gans 300 250 55<br />

Canadese Gans 53 106 99<br />

Brandgans 2 5 6<br />

Nijlgans 41 34 25<br />

Bergeend 3 1 2<br />

Krakeend 61 65 119<br />

Wintertaling 17 31 63<br />

Slobeend 22 34 32<br />

Tafeleend 127 136 212<br />

Kuifeend 120 144 118<br />

Pijlstaart 3 7 7<br />

Brilduiker 33 27 25<br />

Grote Zaagbek 43 27 19<br />

Middelste Zaagbek 3 (vr) 0 0<br />

Nonnetje 3 (vr) 3 (2v + 1m) 0<br />

Krooneend 0 4 (2v + 2m) 0<br />

Topper 0 0 1 (onv. Man)<br />

Hybride Kuifeend x Tafeleend 1 (man) 0 1 (man)<br />

Hybride Witoogeend x Tafeleend 1 (vrouw) 0 0<br />

Hybride Witoogeend x Kuifeend 1 (man) 0 0<br />

Kraanvogel 11 0 10<br />

Stormmeeuw 1 2 3<br />

Kokmeeuw 50 6 200<br />

Kluut 0 14 0<br />

Scholekster 1 1 0<br />

Spreeuw 1000 200 100.000<br />

Rode naam = (Vrij) zeldzame soort in de regio.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven 40


Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven<br />

Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven 41


Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven 42


Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven 43


Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven 44


Beschrijving bijzondere niet broedvogels<br />

Zwarte Ooievaar (zomergast):<br />

Een soort die jaarlijks tijdens de trek op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> verschijnt, vooral in het najaar (eind juli<br />

tot begin september). De vogels lijken vooral in het Grafven geïnteresseerd te zijn.<br />

De afwezigheid van water op deze plas heeft meestal als resultaat dat er maar weinig Zwarte<br />

Ooievaars in het gebied blijven rondhangen. De aantallen in bovenstaande grafiek zijn inclusief het<br />

Grafven.<br />

Ook enkele plasjes bij het Beuven worden vaak bezocht. Dit jaar werden tenminste 16 (15) vogels die<br />

over het gebied trokken genoteerd. Op 10 juli was 1 vogel (>juv) ter plaatse, op 25 juli 3, 2 augustus 1<br />

vogel, van 20 t/m 26 augustus 2 vogels en 1 invallende Zwarte Ooievaar op 11 september.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 45


Grote Zilverreiger (wintergast):<br />

Een soort die de afgelopen jaren als wintergast erg is toegenomen. Zo ook op het Beuven, waar sinds<br />

enkele jaren een slaapplaats van deze soort aanwezig is. Hoewel het hele winterseizoen om<br />

onverklaarbare redenen de aantallen op de slaapplaats de helft lager waren dan 2008/2009 en<br />

2009/2010, werd tijdens de voorjaarstrek in maart toch een piek van 30 vogels gehaald. Het maximum<br />

was in zowel het seizoen 2008/2009 als 2009/2010 40 vogels. Op 10 augustus <strong>2011</strong> waren er al<br />

tenminste 10 vogels aanwezig, dit is een hoog aantal voor deze tijd van het jaar. Een week later sliepen<br />

er al 16 vogels op het Beuven en op 4 september al 26 vogels.<br />

Lepelaar (dwaalgast):<br />

Na de broedpoging in 2009 en de korte aanwezigheid van 2 Lepelaars in 2010, is de soort in <strong>2011</strong> pas<br />

na de broedperiode waargenomen op het Beuven.<br />

Lepelaar<br />

Namelijk 1 exemplaar (ad) van 2 augustus t/m 2 september (op 28 augustus was heel kort een 2 e vogel<br />

(kj2) aanwezig). Het lijkt er dus op dat de broedpoging een enkel incident was, en de soort weer terug<br />

vervalt in zijn eerdere status van dwaalgast, maar wel in mindere mate dan voorheen, daar de soort de<br />

afgelopen jaren opmerkelijk vaker in de regio wordt waargenomen.<br />

Wilde Zwaan (wintergast):<br />

Enkele jaren terug nog de meest algemene zwaan in de winter, maar is deze positie kwijt door de<br />

enorme toename van de Kleine Zwaan. In tegenstelling tot de winter van 2009/2010 (toen max 11)<br />

verbleven afgelopen winter juist uitzonderlijk veel Wilde Zwanen op het Beuven, met een max van 34<br />

vogels.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 46


Kleine Zwaan (wintergast):<br />

Kleine Zwanen nemen de laatste jaren hand over hand toe in ons land, zo ook op het Beuven. De plas<br />

wordt in de winter jaarlijks als slaapplaats gebruikt. Met in het seizoen 2010/<strong>2011</strong> een maximum van<br />

77 exemplaren op 10 februari, dit is tevens een record. Het Beuven wordt hoofdzakelijk als slaapplaats<br />

gebruikt.<br />

Toendrarietgans (wintergast):<br />

Algemene wintergast, die het Beuven als slaapplaats gebruikt, vaak samen met Kolganzen. Ondanks de<br />

lange periode van vorst en sneeuw zijn de aantallen dit jaar weer ‘normaal’. Sterker nog een flink<br />

aantal ganzen is gedurende de winterse periode op de plas gebleven. Hierdoor bleef het ven<br />

gedeeltelijk open waardoor ook andere soorten als Grote Zaagbek de plas konden blijven gebruiken<br />

om te overnachten. Deze winter verbleven maximaal 900 Toendrarietganzen op de slaapplaats.<br />

Taigarietgans (dwaalgast):<br />

Incidentele wintergast, waar met de betrekking tot determinatie de afgelopen jaren veel discussie over<br />

is. De soort kwam de laatste jaren niet meer in grote aantallen voor in de regio, tot dit jaar. Toen<br />

regelmatig groepen van enkele tientallen gemeld werden. Op 9 januari werd een groep van tenminste<br />

33 exemplaren waargenomen op het Beuven. De groep verbleef tussen de Kol- en Toendrarietganzen<br />

op de plas, maar hield zich wel vrij afzijdig.<br />

Kolgans (wintergast):<br />

Algemene wintergast, die het Beuven als slaapplaats gebruikt, vaak samen met Toendrarietganzen. De<br />

aantallen komen regelmatig boven de duizend uit, dit jaar maximaal 1000. De hoogste aantallen Kolen<br />

Toendrarietganzen verblijven meestal op de slaapplaats in januari en februari.<br />

Smient (wintergast):<br />

Wintergast in zeer klein aantal. Meestal slechts enkele exemplaren, vaak ook maar voor korte duur ter<br />

plaatse op het Beuven. Het hoogste aantal voor afgelopen winter betrof ‘slechts’ 6 exemplaren.<br />

Pijlstaart (trekvogel):<br />

Wintergast met jaarlijkse maxima op de plas tot ca 25 exemplaren. Het maximale aantal op het Beuven<br />

is dit jaar erg aan de lage kant gebleven, met slechts 3 exemplaren. Pijlstaarten verblijven meestal<br />

maar kort op het Beuven voornamelijk tijdens de voorjaarstrek.<br />

Brilduiker (wintergast):<br />

Wintergast in ons land en de regio, soms zelfs tot rond de dertig exemplaren op het Beuven. Afgelopen<br />

winter werd een record maximum bereikt van 33 exemplaren op 27 februari.<br />

Grote Zaagbek (wintergast):<br />

Een vrij talrijke wintergast op het Beuven, maar omdat de soort vrijwel niet op de plas foerageert,<br />

wordt het Beuven voornamelijk als slaapplaats gebruikt. De hoge aantallen worden dan overdag ook<br />

vrijwel niet aangetroffen. Het hoogste aantal op de slaapplaats kwam dit jaar uit op 43 vogels. Dit is<br />

een evenaring van het record uit begin 2005. Opmerkelijk genoeg verbleven van 19 juli tot 20 augustus<br />

tenminste 2 vrouwkleed Grote Zaagbekken op het Beuven, 1 hiervan betrof zeker een juveniele vogel.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 47


Middelste Zaagbek (dwaalgast):<br />

Zeldzame eend in het binnenland, wordt hoofdzakelijk bij de kust aangetroffen. Dit jaar werd de soort<br />

twee maal gezien op het Beuven. Op 22 november 2010 werd 1 overnachtende vogel aangetroffen en<br />

op 31 maart vielen 3 vrouwtjes in op de plas. Middelste Zaagbekken verblijven meestal maar voor<br />

korte tijd (~1 dag) in het gebied.<br />

Nonnetje (wintergast):<br />

Een zeldzame eendensoort in het binnenland en onze regio in het bijzonder, zeker de laatste jaren.<br />

Deze winter was echter een uitzonderlijk goed jaar. Diverse keren werden Nonnetjes op de plas<br />

waargenomen, namelijk een groep van 3 vrouwtjes die van 15 tot 22 januari op de plas verbleven, 1<br />

vrouw op 10 februari en 1 man op 14 februari.<br />

Kraanvogel (trekvogel):<br />

Overnacht vrijwel jaarlijks op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>, soms ook in het onderzochte gebied.<br />

Op 10 oktober 2010 sliepen 11 Kraanvogels op het Beuven.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 48


Visarend (zomergast):<br />

Vrijwel jaarlijks duiken er in de zomer (juli tot september) Visarenden op bij het Beuven. De vogels<br />

blijven regelmatig langere tijd bij de plas aanwezig. Dit voorjaar werden opmerkelijk weinig trekkers<br />

waargenomen.<br />

In het najaar (met een piek rond eind augustus – begin september) werden wel opmerkelijke aantallen<br />

Visarenden vastgesteld .Zo werden op 3 september zelfs 5 trekkende Visarenden gezien.Tussen 15<br />

september 2010 en 15 september <strong>2011</strong> werden totaal 39 trekkers genoteerd, waarvan maarliefst 11<br />

tussen 1 en 5 september. Op 6 juli werd een vroege najaarstrekker opgemerkt.<br />

Deze vogel was ook kort ter plaatse op het Beuven. Daarna zijn in augustus nog verschillende<br />

exemplaren ter plaatse geweest, maar helaas nooit langer dan enkele uren.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 49


Rode Wouw (trekvogel):<br />

Wordt jaarlijks op trek waargenomen in het gebied, meestal vaker dan zijn soortgenoot de Zwarte<br />

Wouw. Soms overnacht de soort hier ook. Dit jaar zijn in het gebied geen zekere overnachtende<br />

gevallen vastgesteld. Met de trekkende Rode Wouwen tussen september 2010 en september <strong>2011</strong><br />

ging het erg goed met 26 exemplaren (12 in seizoen 2009/2010), ruim het dubbele dus van het vorige<br />

seizoen. Rode Wouwen blijven vrijwel nooit voor langere tijd aanwezig in het gebied.<br />

Zwarte Wouw (trekvogel):<br />

Wordt jaarlijks op trek waargenomen in het gebied. Soms overnacht de soort hier ook. In dit jaar<br />

betreft het zeker 2 overnachtende vogels op 23 april. De soort wordt vrijwel uitsluitend in het voorjaar<br />

waargenomen.<br />

Het aantal trekkers over het gebied tussen september 2010 en september <strong>2011</strong> was bijzonder hoog en<br />

kwam uit op tenminste 22 vogels (7 in seizoen 2009/2010), waarvan alleen al 9 exemplaren op 8 mei<br />

<strong>2011</strong>, het hoogste jaar- en dagaantal ooit. Op 13 augustus werd ook nog een najaarstrekker gezien. Net<br />

zoals de Rode Wouw, blijft de Zwarte Wouw vrijwel nooit lang rondhangen in het gebied.<br />

Slangenarend (dwaalgast):<br />

Dit jaar werden maar liefst twee Slangenarenden in het gebied waargenomen. 1 exemplaar op 22 april<br />

en 1 op 29 en 30 juli. Beide vogels hebben tenminste enige tijd (enkele uren) rondgehangen in het<br />

gebied en de rest van de heide. De tweede vogel heeft zelfs overnacht op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>. Deze<br />

vogel is uiteindelijk gezien van ca 15:00 op 29 juli tot ca 11:00 op 30 juli. Ondanks dat we de vogel ook<br />

iets hebben zien eten, is er waarschijnlijk te weinig voedsel in de vorm van reptielen en slangen te<br />

vinden in het gebied. Hierdoor is het onwaarschijnlijk dat de soort hier voor langere tijd rond kan<br />

blijven hangen.<br />

Bruine Kiekendief (zomergast):<br />

Vrijwel jaarlijks jagen er voor langere tijd Bruine Kiekendieven in het gebied. Vooral tijdens de<br />

najaarstrek in augustus en september. Ook dit jaar zijn er weer diverse exemplaren gezien. Het gebied<br />

wordt ook regelmatig als slaapplaats gebruikt door de soort (max 3 exemplaren tegelijkertijd).<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 50


Blauwe Kiekendief (wintergast):<br />

Wordt vrijwel jaarlijks in de winter en tijdens de trekperiodes in het gebied aangetroffen. Afgelopen<br />

winter werden er overigens maar weinig waarnemingen gedaan mogelijk door de strenge<br />

vorstperiode. Er werden ook slechts 14 trekkers genoteerd, hetzelfde aantal als het vorige seizoen. Wel<br />

is er op 2 januari voor het eerst een overnachtend exemplaar bij het Beuven waargenomen.<br />

Grauwe Kiekendief (trekvogel):<br />

Zeldzame soort die niet jaarlijks uitsluitend tijdens de trek in het gebied wordt waargenomen. Dit jaar<br />

betreft het een opmerkelijk hoog aantal van tenminste 9 exemplaren, waarvan enkele vogels mogelijk<br />

overnacht hebben op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> en 1 exemplaar zeker overnacht heeft in het gebied.<br />

Ruigpootbuizerd (dwaalgast):<br />

Afgelopen najaar vond er een invasie plaats van Ruigpootbuizerds. De soort wordt normaliter maar<br />

zelden in de omgeving gezien. Maar ook bij het Beuven werd de landelijke invasie opgemerkt.<br />

Hoofdzakelijk betreft het hier doortrekkers maar een enkeling kan mogelijk ook iets langer in het<br />

gebied hebben rondgehangen. Er werden o.a. vogels waargenomen op 17 okt (2 exx!), 29 okt, 03 dec<br />

en 18 dec (waarschijnlijk overnacht). Op 19 maart was een Ruigpootbuizerd zelfs enige tijd ter plaatse.<br />

Roodpootvalk (dwaalgast):<br />

Roodpootvalken duiken meestal in ons land op in het voorjaar na een periode van flinke oostenwind,<br />

zo ook in onze regio en het betreffende gebied (vaak overnachtend). Soms gaat het om een enkel<br />

exemplaar, maar er kunnen er ook flink wat meer gezien worden, voornamelijk in de periode eind april<br />

tot en met begin mei. Dit jaar werd er op 1 mei een vrouwtje Roodpootvalk waargenomen in het<br />

gebied. De vogel was hooguit een half uur ter plaatse.<br />

Slechtvalk (trekvogel):<br />

Hoewel het gebied niet geschikt is voor de soort om te broeden, werden er toch baltsende vogels<br />

gezien. Vermoedelijk ging het hier om een paartje dat gebroed heeft op de televisietoren van Mierlo<br />

(ca 5 kilometer verderop). Verder wordt de soort hoofdzakelijk op trek in het gebied waargenomen.<br />

Tussen 15 sept 2010 en 15 sept <strong>2011</strong> 25 exemplaren.<br />

Morinelplevier (dwaalgast):<br />

Zeldzame steltloper voor de regio. Soms wel invasieachtige jaren in het gebied, zoals 2006 (8 exx) en<br />

2008 (4 exx), maar afwezig in 2009. Het betreft hier meestal vogels die op trek worden waargenomen.<br />

Afgelopen najaar werd op 23 september een overnachtende vogel op het Beuven gezien, die rond half<br />

acht ‘s ochtends weer vertrok. Dit jaar werd op 1 september een trekkend exemplaar opgemerkt.<br />

Bontbekplevier (zomergast):<br />

Deze steltloper kan jaarlijks tijdens de najaarstrek enige tijd pleisterend in het gebied worden<br />

aangetroffen. Soms kunnen deze aantallen flink oplopen, maar meestal betreft het slechts enkele<br />

exemplaren. In <strong>2011</strong> maximaal 12 exemplaren op 10 september.<br />

Kleine Strandloper (trekvogel):<br />

Ook een vrij zeldzame steltloper voor onze regio. Eind september 2010 werd nog een exemplaar<br />

enkele dagen gezien bij het Beuven. Tot dusver zijn er in <strong>2011</strong> geen waarnemingen van deze soort<br />

gedaan.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 51


Bonte Strandloper (zomergast):<br />

Een vrij algemene steltloper die vooral in het najaar (juli-oktober), enige tijd pleisterend kan worden<br />

aangetroffen op het Beuven of Starven. Eind september 2010 nog 4 exemplaren op het Beuven, in<br />

<strong>2011</strong> slechts maximaal 2 exemplaren.<br />

Krombekstrandloper (trekvogel):<br />

Een niet algemene steltloper voor onze regio, die de laatste jaren tijdens de trek met enige regelmaat<br />

opduikt. Op 25 september 2010 werd nog 1 vogel op het Beuven waargenomen, maar helaas zijn er<br />

geen waarnemingen in <strong>2011</strong> gedaan.<br />

Kemphaan (trekvogel):<br />

Minder algemene steltloper op trek, meestal slechts enkele exemplaren, ook vaak maar kort ter<br />

plaatse. Dit jaar werd een redelijk grote groep van 7 exemplaren waargenomen bij het Beuven op 24<br />

augustus.<br />

Bokje (wintergast):<br />

Jaarlijkse wintergast die voornamelijk in de rietkragen aan de rand van het Beuven en Beuven-Zuid<br />

verblijft. Ook dit jaar zijn er weer enkele exemplaren waargenomen. Door de heimelijke leefwijze van<br />

de soort is het vrijwel onmogelijk om exacte aantallen vast te stellen.<br />

Bosruiter (zomergast):<br />

Een algemene steltloper op doortrek in het najaar (juli-september) in het gebied. De vogels blijven<br />

vaak langere tijd rondhangen, groepjes tot 10 exemplaren zijn geen uitzondering. Er werden dit jaar<br />

tijdens de voorjaarstrek opmerkelijke aantallen Bosruiters opgemerkt. Waaronder grote groepen van<br />

maximaal 35 exemplaren. Dit is een zeer hoog aantal voor de regio. Deze bijzonder hoge aantallen<br />

werden ook in de rest van Nederland opgemerkt. Ook elders op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> verbleven hoge<br />

aantallen Bosruiters, waaronder 50 exemplaren op het ’s Heerenven.<br />

Oeverloper (zomergast):<br />

Een algemene steltloper op doortrek in het najaar (juli-september) in het gebied. De vogels blijven<br />

soms voor langere tijd rondhangen. Meestal betreft het hier slechts enkele exemplaren, zelden in<br />

hogere aantallen. Dit jaar maximaal 4 exemplaren.<br />

Witgat (zomergast):<br />

Een algemene steltloper op doortrek in het najaar (juli-september) in het gebied. De soort wordt met<br />

enige regelmaat gezien, maar zeer zelden in grotere aantallen. Dit jaar maximaal 4 exemplaren.<br />

Groenpootruiter (zomergast):<br />

Een algemene steltloper op doortrek in het najaar (juli-september) in het gebied. De vogels blijven<br />

vaak langere tijd rondhangen, groepjes van ruim 10 exx zijn geen uitzondering. Er werden dit jaar o.a.<br />

groepjes van 11 exemplaren waargenomen.<br />

Zwarte Ruiter (zomergast):<br />

Een iets minder algemene soort als Groenpootruiter, maar desalniettemin toch vrij regelmatig en<br />

talrijk aanwezig tijdens de doortrek. Dit jaar werd onder andere een groepje van 2 vogels<br />

waargenomen op het Beuven.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 52


Zwartkopmeeuw (trekvogel):<br />

Ook dit jaar nog broedvogel in het gebied, maar door het bijna geheel verdwijnen van de<br />

Kokmeeuwenkolonie vermoedelijk voor het laatst. Het totale aantal doortrekkers dit voorjaar kwam uit<br />

op slechts 17 Zwartkopmeeuwen tegen 43 in het voorjaar van 2010. Zie ook broedvogels.<br />

Dwergmeeuw (trekvogel):<br />

Soort die (vrijwel) jaarlijks alleen tijdens de trek in het gebied wordt opgemerkt. Het gaat hier meestal<br />

maar om enkele exemplaren die soms ook langere tijd (enkele dagen) aanwezig zijn. Dit jaar werden<br />

uitzonderlijke aantallen vastgesteld in het gebied met een maximum van 60 vogels op het Starven op<br />

19 april.<br />

Draaihals (trekvogel):<br />

Soort die (vrijwel) jaarlijks alleen tijdens de trek in het gebied wordt opgemerkt. Het gaat hier meestal<br />

maar om enkele exemplaren die soms ook langere tijd (enkele dagen) aanwezig zijn. Dit jaar werd i.i.g.<br />

1 exemplaar aangetroffen bij het Beuven op 30 april, 1 vogel van 15 t/m 20 augustus, 1 vogel van 2 t/m<br />

7 september en bij Beuven-zuid 1 vogel op 10 september. Met al deze waarnemingen is het een<br />

uitzonderlijk goed jaar voor de soort in het gebied.<br />

Duinpieper (trekvogel):<br />

Vrij zeldzame doortrekker, waarbij jaarlijks vooral tussen half augustus en half september met enige<br />

regelmaat exemplaren worden waargenomen. Slechts zelden ter plaatse.<br />

Dit jaar verbleven twee vogels enige tijd aan de westkant van het Beuven op 19 augustus en hebben er<br />

totaal 9 vogels over het gebied getrokken.<br />

Waterpieper (wintergast):<br />

Waterpiepers verblijven hoofdzakelijk in de winter in het gebied, tenminste als het niet te koud is. De<br />

soort wordt vaak in de grootste aantallen gezien tijdens de trek (okt-nov en feb-mei). Met enige<br />

regelmaat gebruiken Waterpiepers het Beuven ook als slaapplaats en verblijven dan vaak voor enkele<br />

dagen in het gebied.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 53


Noordse Kwikstaart (trekvogel):<br />

Noordse Kwikstaarten worden vooral tijdens de voorjaarstrek (eind april - begin mei) in het gebied<br />

gezien, ze kunnen dan ook voor enkele dagen blijven rondhangen. De aantallen kunnen oplopen tot in<br />

de tientallen, maar meestal betreft het slechts enkele exemplaren. Dit jaar betrof het tenminste 4<br />

doortrekkers, maar de aantallen liggen waarschijnlijk veel hoger doordat de soort in de vlucht lastig te<br />

onderscheiden is van de “gewone” Gele Kwikstaart.<br />

Paap (trekvogel):<br />

Paapjes worden net als Tapuiten voornamelijk tijdens de trek in het gebied waargenomen.<br />

Verschillende vogels van deze soort blijven dan enkele dagen rondhangen, om vervolgens hun weg<br />

naar de broedgebieden weer te hervatten. Op 1 mei werd een maximaal aantal van 9 exemplaren bij<br />

elkaar gezien.<br />

Tapuit (trekvogel):<br />

Ook de Tapuit wordt uitsluitend gedurende de trek in het gebied waargenomen, al lijkt de soort dan<br />

wel iets algemener als het Paapje. Tapuiten blijven meestal slechts enkele dagen rondhangen.<br />

Er werden maximaal 5 vogels bij elkaar gezien. De groep van 3-5 vogels heeft dit jaar bijzonder lang<br />

in het gebied rond gehangen.<br />

Witkopstaartmees (wintergast):<br />

Een niet algemene wintergast met invasieachtig voorkomen. Afgelopen winter was er een invasie in<br />

ons land, waarbij de soort ook de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> aan deed. Vrijwel de gehele periode (begin<br />

november tot begin februari) werden tenminste twee Witkopstaartmezen in een grote gemengde<br />

groep mezen en goudhaantjes bij het Starven waargenomen. Waarschijnlijk ging het hier telkens om<br />

dezelfde exemplaren.<br />

Buidelmees (trekvogel):<br />

Een zeldzame doortrekker in onze regio, die soms voor enige tijd aanwezig is bij het Beuven. Op 6 april<br />

werd 1 vogel en op 17 april werden 2 vogels waargenomen. Buidelmezen blijven meestal niet langer<br />

dan een dag aanwezig in het gebied.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 54


Baardman (wintergast):<br />

Een regelmatige wintergast in het gebied (abusievelijk niet vermeld in 2010). Van 13 oktober tot<br />

tenminste 8 november 2010 hebben diverse Baardmannetjes bij het Beuven verbleven<br />

Een maximum van 12 exemplaren werd op 29 oktober waargenomen. Mogelijk zijn de vogels na begin<br />

november vertrokken door de langdurige winterse periode.<br />

Rietzanger (trekvogel):<br />

Voorheen trekvogel. Zie broedvogels pagina 18.<br />

Raaf (dwaalgast)<br />

Op 27 en 29 maart werden 2 baltsende Raven gezien boven het Beuven. De Raaf is een echte<br />

zeldzaamheid in onze regio. Beide vogels zijn tenminste tot en met 19 april op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong><br />

aanwezig geweest.<br />

Klapekster (wintergast):<br />

De <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> is een zeer goed gebied voor overwinterende Klapeksters, waarbij aantallen<br />

boven de vijf geen uitzondering zijn (afgelopen winter ook weer tenminste 7 exx). Rond het Beuven<br />

verblijven vrijwel elke winter meerdere Klapeksters, meestal betreft het hier twee tot drie exemplaren<br />

(1 aan de westkant, 1 aan de oostkant en 1 aan de zuidkant). Slechts 1 van deze territoria werd deze<br />

winter bezet, namelijk dat bij het Starven (oostkant). Hoewel er dus wel 7 vogels op de <strong>Strabrechtse</strong><br />

<strong>Heide</strong> verbleven, werden de andere twee bekende territoria in het gebied niet bezet en verbleven de<br />

vogels elders. De jaarlijkse vroege Klapekster is dit jaar voor het eerst sinds 2004 niet waargenomen.<br />

Barmsijs-spec (wintergast):<br />

Afgelopen winter werden er regelmatig Barmsijzen in het gebied waargenomen. De grootste groep<br />

betrof 10 exemplaren. De Barmsijs is een echte invasiesoort, waarbij de aanwezige aantallen per jaar<br />

sterk kunnen fluctueren. Het grootste gedeelte van de barmsijzen betrof afgelopen winter<br />

vermoedelijk Kleine Barmsijzen, maar dit is niet met zekerheid vastgesteld.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 55


Zomergast: soort die jaarlijks in de zomer langere tijd in het gebied aanwezig is. Wintergast: idem<br />

maar dan in de winter. Trekvogel: soort die jaarlijks voornamelijk gedurende de trek en maar kort<br />

wordt waargenomen. Dwaalgast: soort die zelden in het gebied wordt waargenomen.<br />

Aanvullende bijzondere niet broedvogels:<br />

Eend Hybriden (wintergast):<br />

De volgende eend hybriden werden afgelopen winter aangetroffen op het Beuven; Kuifeend x<br />

Tafeleend (m), Kuifeend x Witoogeend (m) en Tafeleend x Witoogeend (vr). Vooral de eerste is een<br />

hybride die de laatste jaren steeds vaker opgemerkt wordt. De andere twee zijn voor het eerst<br />

waargenomen op het Beuven. Het fraaie mannetje Kuifeend x Witoogeend is zeer waarschijnlijk<br />

hetzelfde exemplaar dat vorig jaar ook al in de regio (Zuid-Willemsvaart, maar niet op het Beuven)<br />

werd waargenomen.<br />

Exoten/Escapes:<br />

Van 31 augustus tot en met 13 september verbleef een Heilige Ibis op het Beuven. Deze exoot wordt<br />

maar zelden in het gebied waargenomen. De laatste waarneming betreft een groep van 7 vogels op 11<br />

april 2008. Er is ook af en toe een Zwarte Zwaan waargenomen, afgelopen winter zelfs een enkel keer<br />

twee. Deze soort broedde tot enkele jaren terug (2009) nog op de plas. Indische Ganzen zijn ook<br />

enkele keren waargenomen op het Beuven, twee exemplaren gebruiken de plas met enige regelmaat<br />

om op te slapen. Tussen 28 augustus en 10 september is ook regelmatig een Dwerggans gezien tussen<br />

de Canadese Ganzen op de plas, maar gezien de tijd van het jaar lijkt het geen wild exemplaar te<br />

betreffen.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 56


Beschrijving algemene niet broedvogels<br />

Krakeend (wintergast):<br />

Naast broedvogel natuurlijk ook wintergast in het gebied, met dit jaar een maximum van 61<br />

exemplaren, wat redelijk aan de lage kant is. Krakeenden kunnen gedurende de hele winterperiode op<br />

het Beuven worden waargenomen.<br />

Wintertaling (wintergast):<br />

Ook de winterse aantallen van de deze soort bleven afgelopen seizoen, met maximaal slechts 17<br />

exemplaren, aan de lage kant. De Wintertaling is vaak niet de gehele winter aanwezig op de plas.<br />

Tafeleend (wintergast):<br />

Afgelopen winter een van de algemeenste eendensoorten op het Beuven, er werden dan ook<br />

maximaal 127 exemplaren geteld. Kan de gehele winter in ‘grotere’ aantallen worden aangetroffen.<br />

Ook broedvogel in het gebied.<br />

Kuifeend (wintergast):<br />

Van de Kuifeend werden afgelopen winter maximaal 120 vogels geteld. Voor alle eendensoorten geldt<br />

dat de aantallen tijdens de (voorjaars) trek het hoogst liggen en de eenden de gehele winter op het<br />

Beuven kunnen worden aangetroffen. Tevens broedvogel in het gebied.<br />

Stormmeeuw (trekvogel):<br />

Een zeldzamere meeuw in het gebied, wordt hoofdzakelijk op trek waargenomen (zelden in grote<br />

aantallen). Soms overnacht een enkel exemplaar op het Beuven (afgelopen winter slechts 1<br />

exemplaar).<br />

Zilvermeeuw (trekvogel):<br />

Ook een zeldzamere meeuw in het gebied, wordt hoofdzakelijk op trek waargenomen (zelden in grote<br />

aantallen). Soms ook kort ter plaatse op het Beuven.<br />

Houtduif (trekvogel):<br />

Zoals eerder al vermeld bij de broedvogelbeschrijving, is de Houtduif ook massale doortrekker in het<br />

gebied. Eind oktober vindt de massale trek van deze soort plaats waarbij vrijwel alle Scandinavische<br />

Houtduiven via een smalle trekbaan van enkele honderden kilometers breed naar het zuiden trekken.<br />

Het betreffende gebied ligt, afhankelijk van de wind, goed in deze trekbaan waarbij aantallen van in de<br />

tienduizenden Houtduiven per dag, over kunnen komen trekken. Een machtig schouwspel. Op 29<br />

oktober 2010 werd een maximaal aantal van 17.530 trekkers genoteerd (het record staat op 105.500<br />

Houtduiven op 02 november 2008. Zie ook broedvogels.<br />

Gierzwaluw (trekvogel):<br />

Vrijwel uitsluitend tijdens de trek waar te nemen in het gebied. Dan vaak ook in grotere aantallen<br />

(soms enkele honderden) foeragerend boven het Beuven. Een erg late Gierzwaluw werd op 3 oktober<br />

2010 in het gebied waargenomen.<br />

Oeverzwaluw (trekvogel):<br />

Vrijwel uitsluitend tijdens de trek waar te nemen in het gebied. Dan vaak ook in grotere aantallen<br />

(enkele tientallen) foeragerend boven het Beuven. Gebruikt tijdens de trek het Beuven ook soms als<br />

slaapplaats.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving algemene niet broedvogels 57


Boerenzwaluw (trekvogel):<br />

Vrijwel uitsluitend tijdens de trek waar te nemen in het gebied. Dan vaak ook in grotere aantallen<br />

(enkele tientallen) foeragerend boven het Beuven. Gebruikt tijdens de trek het Beuven ook soms als<br />

slaapplaats. Een late Boerenzwaluw werd op 10 oktober 2010 waargenomen.<br />

Huiszwaluw (trekvogel):<br />

Vrijwel uitsluitend tijdens de trek waar te nemen in het gebied. Dan vaak ook in grotere aantallen<br />

(enkele tientallen) foeragerend boven het Beuven.<br />

Huiszwaluw<br />

Op 30 augustus foerageerde een ongekend aantal van meer dan 600 exemplaren gelijktijdig boven de<br />

plas. Gebruikt tijdens de trek het Beuven ook soms als slaapplaats.<br />

Gele Kwikstaart (trekvogel):<br />

Gele Kwikstaarten worden vooral tijdens de trek in het gebied gezien, ze kunnen dan ook voor enkele<br />

dagen blijven rondhangen. Meestal gaat het dan om slechts enkele exemplaren, soms in het<br />

gezelschap van Noordse Kwikstaarten.<br />

Kramsvogel (trekvogel):<br />

In het voor- en najaar kans op massale trek (honderden exemplaren per dag) van deze soort, dan ook<br />

soms enkele vogels (ook in kleine groepen) ter plaatse. Van okt 2010 tot nov 2010; 582 trekkers, dit is<br />

veel lager dan het gemiddelde. Gebruikt het Beuven tijdens de trek ook af en toe als slaapplaats<br />

(maximaal enkele tientallen).<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving algemene niet broedvogels 58


Koperwiek (trekvogel):<br />

Vooral in het najaar massale trekvogel, soms ook enkele vogels ter plaatse. Van okt 2010 tot nov <strong>2011</strong><br />

slechts 714 trekkers, ook veel lager dan het gemiddelde.<br />

Spreeuw (zomergast):<br />

Zoals eerder al vermeld bij de broedvogelbeschrijving, gebruikt de Spreeuw het gebied ook als<br />

slaapplaats. Grote aantallen Spreeuwen uit de omliggende regio gaan in de zomer gezamenlijk op<br />

Beuven-zuid slapen. Dit jaar betrof het maximaal ongeveer 3000 vogels. Zie ook broedvogels.<br />

Keep (trekvogel):<br />

De Keep is voornamelijk een trekvogel in het gebied, een enkeling wordt wel eens ter plaatse gezien.<br />

Eind maart en begin april werd er echter een bijzonder fenomeen waargenomen, honderden zo niet<br />

duizenden Kepen bleven enkele weken slapen in de bossen in het gebied. Het geluid van zingende<br />

Kepen was toen ook ruim vertegenwoordigd. Helaas zijn er geen vogels rond blijven hangen en tot<br />

broeden overgegaan.<br />

Sijs (wintergast):<br />

Soort die vrijwel uitsluitend in de winter in het gebied verblijft. Tijdens de trek (voorjaar) vaak in de<br />

grootste aantallen, met dit jaar opmerkelijk grote hoeveelheden. De bossen rondom het Beuven<br />

werden toen als slaapplaats gebruikt door honderden vogels, die later op de dag weer weg trokken.<br />

Kneu (zomergast):<br />

Naast de Kneu als broedvogel, gebruikt de soort het Beuven ook als slaapplaats tijdens de najaarstrek<br />

(half augustus tot en met september). De aantallen kunnen dan oplopen tot enkele honderden vogels.<br />

Dit jaar werden maximaal ca 200 geteld. Zie ook broedvogels.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving algemene niet broedvogels 59


Voorjaarsfenologie <strong>2011</strong><br />

Hieronder worden de eerste waarnemingsdata van zomervogels in <strong>2011</strong> vermeld.<br />

Soort<br />

Eerste waarneming<br />

<strong>2011</strong><br />

Eerste waarneming<br />

2010<br />

Zomertaling 22-mrt 19-mrt<br />

Wespendief 7 mei 15-mei<br />

Zwarte Wouw 17 apr 14-apr<br />

Bruine Kiekendief 23-mrt 20-mrt<br />

Grauwe Kiekendief 22 apr 24-apr<br />

Visarend 1 apr 30 mrt<br />

Boomvalk 16 apr 24-apr<br />

Kleine Plevier 12 mrt 2-apr<br />

Regenwulp 8 apr 14-apr<br />

Groenpootruiter 2 apr 14-apr<br />

Zwarte Ruiter 17 apr 16-apr<br />

Bosruiter 21 apr 20-apr<br />

Zwartkopmeeuw 7 apr 17 mrt<br />

Dwergmeeuw 19 apr 9-apr<br />

Zwarte Stern 21 apr 21-apr<br />

Koekoek 8 apr 17-apr<br />

Gierzwaluw 22 apr 16-apr<br />

Boomleeuwerik 12-mrt 12-mrt<br />

Oeverzwaluw 26-mrt 20-mrt<br />

Boerenzwaluw 19-mrt 20-mrt<br />

Huiszwaluw 2 apr 30-mrt<br />

Boompieper 27-mrt 24-mrt<br />

Gele Kwikstaart 6 apr 4-apr<br />

Blauwborst 20-mrt 27-mrt<br />

Gekraagde Roodstaart 6 apr 11-apr<br />

Tapuit 10 apr 28-mrt<br />

Beflijster 9 apr 1-apr<br />

Sprinkhaanzanger 7 apr 18-apr<br />

Kleine Karekiet 23 apr 4-mei<br />

Zwartkop 7-apr ??<br />

Fluiter X 8-mei<br />

Tjiftjaf 12-mrt 21-mrt<br />

Fitis 27-mrt 26-mrt<br />

Groen is vrij vroege waarneming. Rood is vrij late waarneming.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Voorjaarsfenologie <strong>2011</strong> 60


Speciale dank aan<br />

Robert Kastelijn<br />

Willem van Eijk<br />

Jan Timmermans<br />

Jan van der Loo<br />

Jo van Zanten<br />

Met dank aan<br />

Aanvullende waarnemingen:<br />

Antonio Mendoza<br />

Jos Aarts<br />

Herman van den Heuvel<br />

Piet Gruijters<br />

Jeu van Rijswick<br />

Henk Munsters<br />

Marijn van Oss<br />

VWG de Peel<br />

Oudere inventarisatie gegevens:<br />

VWG de Peel; G Stooker, Martien Vinken, Piet Vinken, Rinie v.d. Voort, Carel van Dijk en Jan-<br />

Erik Kikkert, Jan Timmermans en Willem van Eijk.<br />

Aanvullende fenologische gegevens:<br />

Waarneming.nl<br />

Foto’s voorpagina en pagina 12 (Wespendief), 45 (Lepelaar), 55 (Huiszwaluw):<br />

Robert Kastelijn<br />

Overige foto’s:<br />

Roel van den Heuvel<br />

Kaartjes (pag 9):<br />

VWG de Peel/Roel van den Heuvel<br />

Soortinformatie:<br />

Vogelbescherming Nederland<br />

Wikipedia.nl<br />

Medewerking:<br />

Gemeente Someren en Staatsbosbeheer hartelijk dank voor hun medewerking, zonder welke dit<br />

rapport niet mogelijk was geweest.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Speciale dank aan 61


Geraadpleegde Bronnen:<br />

Nederlandse Rode Lijst Vogels 2004 (Wikipedia):<br />

(http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_Rode_Lijst_%28vogels%29).<br />

Vogels (Wikipedia):<br />

(http://nl.wikipedia.org/wiki/Vogels_(taxonomie))<br />

Vogelbescherming Vogelgids:<br />

(http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/vogelgids/)<br />

Sovon Handleiding Broedvogelonderzoek <strong>2011</strong> (van Dijk A.J. & Boele A. <strong>2011</strong>, Sovon <strong>Vogelonderzoek</strong><br />

Nederland, Nijmegen):<br />

(http://www.sovon.nl/pdf/Handleiding_<strong>Broedvogels</strong>_<strong>2011</strong>.pdf)<br />

Sovon Handleiding Broedvogel Monitoring Project 2004 (van Dijk A.J. 2004, Handleiding Broedvogel<br />

Monitoring Project (Broedvogelinventarisatie in Proefvlakken) Sovon <strong>Vogelonderzoek</strong> Nederland,<br />

Beek-Ubbergen):<br />

(http://www.sovon.nl/pdf/Handleiding-BMP.pdf)<br />

VWG de Peel @ Waarneming.nl:<br />

(http://vwgdepeel.waarneming.nl/index.php)<br />

Vogels in de Kempen:<br />

(http://www.vogelsindekempen.nl)<br />

Sovon Handleiding Slaapplaatstellingen (Sovon <strong>Vogelonderzoek</strong> Nederland, Nijmegen):<br />

(http://www.sovon.nl/pdf/Handleiding_Slaapplaatsen.pdf)<br />

Grote Zilverreigers en hun Slaapplaatsen (Kastelijn/van den Heuvel):<br />

(http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl/downloads/Grote%20Zilverreigers%20en%20hun%20slaapplaat<br />

sen%2026%20januari%202010.pdf)<br />

Vogels van het Beuven 2010 (van den Heuvel):<br />

(http://www.sovon.nl/monitor/nbrabant/publicaties/broedvogels/VogelsvanhetBeuven2010.pdf)<br />

<strong>Broedvogels</strong> van het Beuven 2008 en 2009 (Timmermans/van Eijk/van der Loo):<br />

(http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl/downloads/<strong>Broedvogels</strong>Beuven_2008-2009_Tekst2.pdf)<br />

Broedvogel Inventarisatie Beuven 2004 (Timmermans/van Eijk):<br />

(http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl/downloads/Beuven_Rapport_2004-zs.pdf)<br />

Broedpoging Lepelaars op het Beuven 2009 (van den Heuvel):<br />

(http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl/downloads/Broedpoging%20Lepelaars%20op%20het%20Beuve<br />

n%202009.pdf)<br />

Broedvogelinventarisatie van het gebied Grootmeer en Kleinmeer 2009 (VWG de Kempen, Kolsters<br />

J./Deeben W./de Veer W./van Kessel J/Wouters P.):<br />

(http://www.sovon.nl/monitor/nbrabant/publicaties/broedvogels/<strong>Broedvogels</strong>_Grootmeer_Vessem_2<br />

009.pdf)<br />

Trektelgegevens Telpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> (Trektellen.nl):<br />

(http://www.trektellen.nl/trektelling.asp?telpost=39&land=1)<br />

Inventarisatie <strong>Broedvogels</strong> Bosgebied Vensedijk 2009 (Will de Veer, VWG de Kempen):<br />

(http://www.sovon.nl/monitor/nbrabant/publicaties/broedvogels/<strong>Broedvogels</strong>_De_Punt_Vensedijk_Ei<br />

ndhoven.pdf)<br />

Broedvogelinventarisatie Eckartsebos in Eindhoven (Buijsman, Dalsen, van Dam, Dijkhuizen, Janssen,<br />

Kampgo, et al, IVN Veldhoven-Vessem):<br />

(http://www.ivn.nl/docs/<strong>2011</strong>02182231009715.pdf)<br />

Zeldzame en Schaarse <strong>Broedvogels</strong> van Nederweert in 2010 (Thijs Loven, VWG Nederweert):<br />

(http://www.vogelwerkgroepnederweert.nl/projecten/broedvogelrapport2010.pdf)<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Met dank aan 62


Meer informatie over VWG de Peel en Trektelpost de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> is te vinden op<br />

http://www.strabrechtse-heide.nl/telpost en http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl/.<br />

Meer informatie over insecten en spinnen op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> in 2010 is hier te vinden.<br />

(Inventarisatie Kleine Spul Telpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> 2010, Kastelijn/van den Heuvel) Nieuwe versie<br />

verschijnt in <strong>2011</strong>).<br />

Meer informatie over bijzondere trekvogels over de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> is hier te vinden. (Bijzondere<br />

Vogelsoorten <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>, van den Heuvel). Nieuwe versie verschijnt begin <strong>2011</strong>.<br />

Voor<br />

VWG de Peel<br />

en<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de<br />

rechthebbenden noch mag het zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt voor commerciële toepassingen en/of voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.<br />

De auteur besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze teksten.<br />

©MMX-MMXI RvdH - HAS008<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Met dank aan 63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!