21.05.2015 Views

Broedvogels Strabrechtse Heide 2011 - SOVON Vogelonderzoek ...

Broedvogels Strabrechtse Heide 2011 - SOVON Vogelonderzoek ...

Broedvogels Strabrechtse Heide 2011 - SOVON Vogelonderzoek ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Geert Engels<br />

+31 (0) 6 38 89 55 45<br />

geert@engels-snoeijen.com<br />

Broedvogelkartering<br />

<strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong><br />

<strong>2011</strong><br />

Een broedvogelkartering op basis van<br />

Broedvogel Monitoring Project (BMP)<br />

Bijzondere soorten<br />

Leenderstrijp, februari <strong>2011</strong>


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

INHOUD<br />

1 Inleiding .................................................................................................................................................................... 2<br />

1.1 Een woord van dank .................................................................................................................................. 3<br />

1.2 Gebruikte methode ..................................................................................................................................... 3<br />

1.3 Het weer in de lente en zomer van <strong>2011</strong> ................................................................................................... 3<br />

1.4 Gebiedsindeling.......................................................................................................................................... 4<br />

1.5 Inventarisatiedata <strong>2011</strong> .............................................................................................................................. 5<br />

1.6 Lijst van waarnemers ................................................................................................................................. 5<br />

2 Resultaten <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> ...................................................................................................... 6<br />

2.1 Aantalsontwikkeling door de jaren heen .................................................................................................... 6<br />

2.2 Opvallende zaken in <strong>2011</strong> .......................................................................................................................... 8<br />

2.3 Opvallende zaken in de zestiger jaren ....................................................................................................... 9<br />

2.4 Soortbeschrijvingen .................................................................................................................................. 10<br />

3 Bijzondere waarnemingen door het jaar ................................................................................................................... 30<br />

4 Trektelpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> ................................................................................................................................. 32<br />

5 Literatuur ................................................................................................................................................................ 34<br />

Bijlage: Vogels van het Beuven en omgeving <strong>2011</strong> ....................................................................................... 35<br />

i


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

1 Inleiding<br />

Leende, februari <strong>2011</strong><br />

De <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> behoort tot de grootste, hoofdzakelijk natte heideterreinen van Nederland en<br />

bestaat uit een mozaïek van natte en droge stukken heide, afgewisseld met grasvlakten (pijpenstrootje),<br />

dennenbossen en vennen. Centraal in het gebied ligt een zandverstuiving. Het gebied wordt in tweeën<br />

gesneden door de Witte Loop (ook wel genaamd Rieloop), met beekbegeleidend moerasbos.<br />

De <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> is een vogelrijk gebied. Vanwege de aanwezigheid van allerlei watervogels,<br />

moerasvogels en bijvoorbeeld ook van kraanvogels (in de trektijd) is het aangewezen ‘Vogel- en<br />

habitatrichtlijn gebied. Het aangrenzende Beuven heeft de status van ‘Beschermd Natuurmonument’en<br />

behoord tot onze nationale ‘wetlands’.<br />

Voor een uitgebreide gebiedsbeschrijving verwijs ik naar J. Smits, Staatsbosbeheer 1996: Het Land van<br />

Peel en Maas.<br />

In dit gebied vinden al vele jaren vogelinventarisaties plaats. In dit verslag wordt gewerkt met de gegevens<br />

vanaf 1988. Inmiddels is dit dus 20 jaar en kunnen veranderingen in de soorten goed bezien worden in de<br />

tabellen en de grafieken per soort. Voorzichtig kan geconcludeerd worden dat er voor de meeste soorten<br />

een achteruitgang kan worden geconstateerd. Slechts enkele soorten tonen een duidelijke vooruitgang.<br />

Maar ook kan geconcludeerd worden dat de hoeveelheid water die aanwezig op de hei erg bepalend is<br />

voor de hoeveelheid soorten en de aantallen per soort: Veel water: meer soorten (en aantallen) die van<br />

drassige gebieden houden, minder water: toename van de soorten (en aantallen) die van droge gebieden<br />

houden!<br />

Snelweg (A67)<br />

Eindhoven - Venlo<br />

Proviciale weg<br />

Heeze - Someren<br />

De <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> is gelegen in Oost Noord Brabant tussen de gemeenten Geldrop-<br />

Mierlo, Heeze-Leende en Someren. Het gebied wordt beheerd door en is deels eigendom van<br />

Staatbosbeheer. Aangrenzende gebieden worden beheerd door het Brabants Landschap (Braakhuizense<br />

<strong>Heide</strong> in het noorden en Herbertusbossen 1 in het zuiden) en de gemeente Someren (Beuven en omgeving)<br />

in het oosten. Het gebied ligt op het grondgebied van de gemeente Heeze-Leende. Het geïnventariseerde<br />

gebied is ingetekend in de bovenstaande kaart 2 .<br />

1 Op de kaart staat abusievelijk Hubertusbossen, dit moet zijn Herbertusbossen!<br />

2 Door de grote brand van 2010 is het bos in het deelgebied Noordoost grotendeels verdwenen. Helaas is er nog geen nieuwer kaartmateriaal<br />

voorhanden. Ook op andere plaatsen is de laatste jaren bos gekapt om de heide meer open te maken.<br />

2


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

1.1 Een woord van dank<br />

Een woord van dank gaat in de eerste plaats uit naar de tellers die vele uren van hun vrije tijd in hun<br />

hobby vogels kijken besteden. Een opsomming van de tellers is te vinden in paragraaf 1.6. Daarbij dient<br />

vermeld te worden dat deze personen regelmatig vergezeld worden door anderen die in staat worden<br />

gesteld zich het inventariseren eigen te maken. Uiteraard ook voor hen een woord van dank.<br />

Daarnaast wil ik Staatsbosbeheer, en dan vooral beheerder Jap Smits, bedanken voor de mogelijkheid die<br />

hij ons tellers biedt om het gebied te inventariseren. De tellers zijn namelijk daardoor ook in staat om op<br />

plekken te komen die normaal gesproken niet voor het publiek toegankelijk zijn.<br />

Sinds een aantal jaren worden door een aantal regionale vogelaars waarnemingen in Oost-Brabant<br />

verzameld op de internetsite van Vogels in de Kempen www.vogelsindekempen.nl. Een aantal bijzondere<br />

waarnemingen gedaan in het inventarisatiegebied zijn opgenomen bij de losse waarnemingen.<br />

Al jaren is er een telpost (telpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>) op de westrand van het gebied, tegen het Beuven<br />

aan. Bijzondere waarnemingen staan vermeld in de tabellen achterin het rapport.<br />

De inventarisatie van het Beuven en omgeving vind eveneens jaarlijks plaats door leden van de<br />

Vogelwerkgroep de Peel. Omdat het gebied aangrenzend is en de gebieden te zamen een groot<br />

natuurgebied zijn is dit verslag opgenomen in de bijlage.<br />

1.2 Gebruikte methode<br />

De lijst met geïnventariseerde soorten komt overeen met het Broedvogel Monitoring Project (BMP)<br />

Bijzonder soorten (zie Van Dijk, 2004), aangevuld met enkele soorten uit het BMP “Niet verplichte<br />

bijzondere soorten: Houtsnip, Kerkuil, Bosuil, Steenuil, Ransuil, Gekraagde Roodstaart en Veldleeuwerik.<br />

Tot en met 2005 werd de Veldleeuwerik enkel in een van de deelgebieden (Noord) geteld. Vanaf 2006 is<br />

deze soort in het gehele gebied geteld. Naast deze soorten worden ook de Rietgors in het gehele gebied<br />

geteld.<br />

1.3 Het weer in de lente en zomer van <strong>2011</strong><br />

Temperatuur<br />

De lente was extreem zacht. Dat kwam vooral door de uitzonderlijk zachte april. Deze maand eindigde<br />

samen met de lente van 2007 op een gedeelde eerste plaats in de rij van zachtste aprilmaanden sinds<br />

1706.<br />

Na de fraaie lente viel het weer tijdens de zomer vaak tegen. Vrijwel de gehele zomer lag de temperatuur<br />

rond of beneden het langjarig gemiddelde. Met name in juli was het zeer koel. In De Bilt was de<br />

gemiddelde temperatuur 15,9 °C, twee graden onder het langjarig gemiddelde van 17,9 °C. De<br />

zomermaand telde bovendien geen enkele zomerse dag. De landelijk hoogste temperatuur, 34,5 °C werd<br />

gemeten op 28 juni in Eindhoven en Hupsel tijdens een kort tijdvak met aanvoer van zeer warme lucht.<br />

Neerslag<br />

Gemiddeld over het land viel er 781 mm neerslag tegen normaal 847 mm. <strong>2011</strong> kende een opmerkelijke<br />

afwisseling van zeer droge en zeer natte tijdvakken. De lente groeide uit tot de droogste in minstens een<br />

eeuw. Er viel slechts 49 mm regen tegen 172 mm normaal. De geringe hoeveelheid neerslag in combinatie<br />

met de grote verdamping, veroorzaakt door het veelal zonnige lenteweer, leidde tot een voor de tijd van<br />

het jaar record hoog potentieel neerslagtekort (neerslag minus verdamping).<br />

De zomer was juist weer de natste in ruim een eeuw met landelijk gemiddeld 350 mm regen tegen 225<br />

mm normaal.<br />

Zonuren<br />

Met gemiddeld over het land 1836 zonuren tegen 1639 uren normaal, was <strong>2011</strong> een zonnig jaar.<br />

Groot was het contrast dit jaar tussen de lente en de zomer. De lente was de zonnigste in minstens<br />

een eeuw met landelijk gemiddeld 713 zonuren. De zomer was juist de somberste in veertien jaar<br />

met slechts 528 uren zonneschijn.<br />

3


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

1.4 Gebiedsindeling<br />

4


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

1.5 Inventarisatiedata <strong>2011</strong><br />

Noord Noordoost Midden Zuidoost Zuidwest West<br />

14 maart 20 maart 2 april 25 maart 6 maart 24 maart<br />

2 april 2 april 16 april 1 april 20 maart 25 maart<br />

8 april 17 april 1 mei 8 april 2 april 29 maart<br />

22 april 30 april 14 mei 15 april 10 april 5 april<br />

30 april 3 mei 18 mei 22 april 17 april 11 april<br />

10 mei 15 mei 1 juni 29 april 25 april 18 april<br />

22 mei 29 mei 2 juni 6 mei 1 mei 19 april<br />

3 juni 2 juni 12 juni 13 mei 8 mei 23 april<br />

9 juni 9 juni 15 juni 20 mei 21 mei 26 april<br />

18 juni 25 juni 1 juni 29 mei 3 mei<br />

21 juni 15 juni 13 juni 11 mei<br />

29 juni 30 juni 3 juli 23 mei<br />

10 juli 28 juli 30 mei<br />

30 juli 6 juni<br />

20 augustus 20 juni<br />

Alle deelgebieden zijn ook minimaal 2 maal s’-avonds/s’-nachts bezocht. Deze data zijn, wanneer bekend,<br />

vetgedrukt. Tijdens deze bezoeken wordt ook gebruik gemaakt van bandopnames om de territoria van de<br />

Bosuil en Nachtzwaluw in kaart te brengen.<br />

De inventarisatiedata staan voor de waarnemers van de deelgebieden volgens paragraaf 1.6.<br />

1.6 Lijst van waarnemers<br />

27 juni<br />

11 juli<br />

Noord<br />

Noordoost<br />

Midden<br />

Zuidoost<br />

Zuidwest<br />

West<br />

Aanvullende waarnemingen<br />

Telpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong><br />

Jan Kastelijn en Robert Kastelijn;<br />

Theo van den Broek en Mart Vorstenbosch;<br />

Andre de Koning en Toon Joosten;<br />

Jos Aarts;<br />

Jan van de Wulp;<br />

Jan van de Laar, Rien Swinkels, Annie van den Eijnden;<br />

Robert Kastelijn, Jan van de Laar, Rien Swinkels, Roel van den Heuvel, Jan<br />

van de Wulp, Theo van den Broek en Mart Vorstenbosch<br />

Roel van den Heuvel, Jeu van Rijswick, Henk Munsters, Antonio<br />

Mendoza, Jos Aarts, Robert Kastelijn.<br />

5


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2 Resultaten <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong><br />

2.1 Aantalsontwikkeling door de jaren heen<br />

Soort<br />

afkortin<br />

g<br />

euring 6? 3 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 4 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Dodaars DD 70 6 5 6 2 2 1 2 3 9 0 1 1 7 10 4 9 7 8 7 4 11 8 4 3 6<br />

Fuut Fu 90 2 3 3 1 0 0<br />

Geoorde Fuut GFu 120 0 0 0 0 0 0 5 12 0 0 0 7 8 1 2 0 1 0 3 1 0 1 0<br />

Roerdomp RD 950 3 2 2 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 2 3 1 1 0 0 0 0 0 0 0<br />

Grauwe Gans Gga 1610 1 5 4 3 3 4 2 3 4 3<br />

Canadese Gans CGa 1660 0 1 4 4 4 4 7 12 11 8 10 7<br />

Brandgans BGa 1670 1<br />

Nijlgans NGa 1700 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 1 3 1 2 2 2 1 1 2 2 1<br />

Bergeend BE 1730 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 1 0 1 0 0 0 0<br />

Krakeend KrE 1820 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 2 2 2 1 2 2 5 3 6 6 2 3 6<br />

Wintertaling WT 1840 36 18 26 2 2 0 2 8 26 0 2 0 10 4 7 4 7 7 3 2 4 4 2 4<br />

Zomertaling ZT 1910 17 0 4 0 0 0. 1 2 3 0 0 0 3 2 1 3 1 1 3 0 1 0 0<br />

Slobeend SE 1940 10 0 0 0 0 2 10 27 0 0 0 19 8 3 7 6 4 2 2 3 1 2 6<br />

Tafeleend TE 1980 8 2 3 0 0 0 1 2 8 0 0 0 7 3 5 4 3 3 2 2 3 0 1 2<br />

Kuifeend KE 2030 1 2 0 2 0 2<br />

Wespendief WD 2310 0 0 0 0 1 0 0 1 1 1 0 2 2 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />

Bruine Kiekendief BrK 2600 2 1 0 0 0 0 0 0 0<br />

Havik Ha 2670 1 1 1 1 2 3 2 4 2 2 3 3 1 1 2 2 3 2 1 1 2 1 2 3<br />

Sperwer Sp 2690 0 0 0 0 0 1 1 1 0 2 0 1 1 1 1 2 4 1 1 2 1 1 1 1<br />

Buizerd Bui 2870 2 0 1 4 2 5 5 6 6 6 8 8 4 2 3 4 4 3 2 4 3 4 4 2<br />

Torenvalk TV 3040 3 3 2 8 7 5 8 7 5 8 5 5 5 1 3 4 3 2 5 4 3 3 2 3<br />

Boomvalk BV 3100 1 2 4 4 5 3 6 5 8 5 3 6 5 4 3 4 4 6 6 6 5 2 3 2 2<br />

Kwartel Kw 3700 6 5 1 0 4 3 2 1 4 3 10 1 1 3 2 5 6 1 0 5 3 4 1<br />

Waterral WR 4070 25 4 9 2 0 0 3 3 4 0 0 2 1 8 6 5 3 6 3 3 5 1 1 0<br />

Porseleinhoen PH 4080 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 7 1 1 1 0 0 1 1 1 0 0 0<br />

Kleine Plevier KPl 4690 3 1 1 0 0 0 0 0 1 3 0 0 1 0 2 3 2 1 1 1 1 1 0<br />

Watersnip WS 5190 8 1 3 2 1 0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0 3 2 2 6 1 1 4 2<br />

Houtsnip Hs 5290 1 1 2 2 1 1 4<br />

Wulp Wu 5410 80 24 15 18 23 20 23 27 26 16 8 7 9 11 5 13 9 11 14 15 11 6 10 8 4<br />

Kokmeeuw KoM 5820 8 0 211 292 0 0 0 0 0 0 0 3 2 93 6 0 0 0 15 150<br />

Zomertortel ZoT 6870 1 1 0 0 0<br />

Kerkuil KU 7350 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 1 1 0 0 1 1 1 1<br />

Steenuil SU 7570 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0<br />

Ransuil RU 7670 6 10 15 3 0 7 3 7 5 2 4 2 4 1 1 4 4 4 4 4 1 5 3<br />

Bosuil BU 7670 3 2 0 1 1 1 4 1 0 4 4 5 4 3 3 2 4 4 4 2 2 2<br />

3 Het betreft hier gemiddelden over de jaren 1967, 1968 en 1969. (Bron Paarsboek <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>/E9)<br />

4 In 2001 is het gebied nauwelijks onderzocht omdat het niet toegankelijk was ivm de veeziekte BSA<br />

6


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

Soort<br />

afkortin<br />

g<br />

euring 6? 3 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 4 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Nachtzwaluw NZ 7780 10 2 4 4 5 4 4 3 3 4 5 7 6 14 8 12 15 22 22 27 31 26 26 29 30<br />

Ijsvogel IJS 8310 1 0 0 0 0 0 0 0<br />

Draaihals DH 8480 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />

Groene Specht GS 8560 15 0 1 2 0 2 4 2 4 5 9 7 10 6 2 8 8 8 4 7 4 4 3 3 3<br />

Zwarte Specht ZS 8630 1 0 0 4 3 1 5 5 7 7 7 6 10 7 2 5 4 6 6 5 7 3 3 2 4<br />

Kleine Bonte Specht KBS 8870 0 0 0 0 0 0 1 1 2 2 2 2 3 1 5 2 6 4 4 9 6 9 6<br />

Boomleeuwerik BL 9740 10 20 15 17 18 29 34 48 51 44 38 41 51 29 5 34 30 37 25 28 25 20 26 31 41<br />

Veldleeuwerik 5 VL 9760 30 73 54 43 47 65 51<br />

Veldleeuwerik Noord VL 9760 24 34 34 34 25 32 23 16 23 18 13 11 15 17 13 10 10 17 14<br />

Blauwborst BB 11060 24 14 10 9 4 13 8 7 10 6 11 8 8 8 4 10 6 12 11 12 9 9 9 7 6<br />

Gekr. Roodstaart GR 11220 13 15 23 27 28 53 38 49 57 48 47 15 45 39 42 42 53 51 38 40 37 51<br />

Paap Paap 11370 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 1 2 2 0 1 0 0 0<br />

Roodborsttapuit RTa 11390 10 39 51 49 50 47 46 45 50 58 55 59 57 55 14 85 84 103 91 83 95 100 114 99 106<br />

Tapuit Ta 11460 10 9 2 2 0 1 0 0 1 3 1 1 2 2 3 4 2 2 4 2 2 1 0 0 3<br />

Sprinkhaanzanger SZ 12360 8 4 2 4 1 0 0 1 5 0 0 0 3 5 3 9 7 19 23 27 33 24 30 21 19<br />

Braamsluiper BS 12740 2 0 1<br />

Fluiter Fl 13080 4 4 8 4 2 7 6 6 7 1 0 8 6 2 5 6 5 7 1 10 2 3 7 1<br />

Vuurgoudhaan VGH 13150 1 0 0 0 0 0 0<br />

Bonte Vliegenvanger BVl 13490 3 3 4 5 6<br />

Wielewaal Wie 15080 2 0 1 1 0 0 2 0 3 2 1 7 2 6 4 5 3 5 2 1 2 0 4 5<br />

Keep KEEP 16380 1 0 1 0 0 0<br />

Kneu Kn 16600 6 2 10 16 28 38<br />

Kruisbek KB 16660 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 6 0 4 0 2 0 1 0 0 0 0 0 0<br />

Geelgors GG 18570 43 12 17 20 17 19 28 28 29 32 32 33 33 31 7 28 20 29 24 26 32 36 29 34 37<br />

Rietgors RG 18770 100 33 8 15 14 1 20 30 32 20 24 22 20 22 16 22<br />

5 De veldleeuwerik is vanaf 2006 weer in alle deelgebieden geteld<br />

7


2.2 Opvallende zaken in <strong>2011</strong><br />

2.2.1 Vogels<br />

Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

Er is de laatste jaren veel veranderd in het gebied. In het deelgebied Noordoost heeft na de brand veel kap plaats<br />

gevonden. Ook de bossen en bossages rondom de Witte Loop zijn uitgedund. Bij diverse soorten die gebonden zijn<br />

aan beekbegeleidend bos heeft dit tot afname geleid. In gebied Noordoost zijn na de brand van 2010 en de<br />

daaropvolgende kap de typische bosvogels verdwenen de soorten van het open landschap zoals de Roodborsttapuit<br />

en de Tapuit profiteren daar van.<br />

De vennen op de heide zijn in <strong>2011</strong> (zoals in de meeste jaren) redelijk vroeg drooggevallen. Dit is met name te zien<br />

aan de resultaten van de eenden en andere waterbewoners.<br />

Ondanks de afname van het areaal bosperceel blijft de Wielewaal gelukkig in het gebied terug komen. Met<br />

5 territoria weer iets beter dan in 2010, nadat de soort in 2009 afwezig was.<br />

Voor het eerst sinds jaren is er geen territorium van de Waterral vastgesteld.<br />

Na de opleving van de Fluiter in 2010 was <strong>2011</strong> een mager jaar voor deze vogel. Slechts op een (bekende) plaats werd<br />

hij waargenomen.<br />

De Kneu is in opmars. Het aantal territoria is weer met 30% toegenomen. Mogelijk is de uitbreiding en inrichting van<br />

tijdelijke akkers ook van invloed. Daarnaast kan het te maken hebben met de droogte in het voorjaar waardoor er<br />

meer geschikt biotoop aanwezig was.<br />

Gedurende het seizoen zijn erg veel Tapuiten waargenomen. In Noordoost ook nog gedurende de broedperiode. Er<br />

waren 3 territoria maar waarschijnlijk heeft dit niet tot broeden geleid.<br />

De Kwartel werd dit jaar op een plaats midden in het gebied gehoord. Deze soort komt alleen naar ons land als de<br />

gemiddelde dagtemperatuur in mei boven de 20 0 C komt.<br />

Het aantal territoria van de Sprinkhaanzanger is weer afgenomen. Mogelijk is ook te wijten aan het erg droge<br />

voorjaar. De oorzaak kan ook in het overwinteringsgebied liggen.(Info <strong>SOVON</strong>. Sierdsema).<br />

8


2.3 Opvallende zaken in de zestiger jaren<br />

Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

In 1972 was er sprake dat door het westelijke deel van de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> het nieuwe tracé van de E9 zou komen<br />

te lopen. Er zijn toen allerlei acties gehouden om dat te voorkomen. Mede door deze acties is voorkomen dat deze<br />

weg er is gekomen. Het zou een grote aderlating voor het gebied zijn geweest. Vooral ook omdat de complete<br />

waterhuishouding door de komst van de weg veranderd zou zijn en daarmee dus de flora en fauna.<br />

Om het probleem aandacht te geven is er o.a. een studie gemaakt van het gebied. Die is gebundeld in het “Paarsboek<br />

<strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>/E9” uit 1972 6 .<br />

In deze studie is ook aandacht besteed aan de vogels en ik heb hieruit de relevante gegevens opgenomen in de<br />

tabellen en grafieken. De aantallen kunnen niet helemaal vergeleken worden omdat het onderzoeksgebied destijds<br />

voor de watervogels ook het Beuven en Starven e.o. zijn betrokken.<br />

Opvallende veranderingen wanneer je de aantallen territoria uit zestiger jaren 7 vergelijkt met de aantallen in de<br />

laatste jaren:<br />

Van de eenden zijn de Wintertaling en de Zomertaling enorm in aantal achteruit gegaan. Het Beuven werd in die tijd<br />

door Staatsbosbeheer meegeteld tijdens watervogeltellingen. Na schoonmaakactie van het Beuven in 1985 zijn er<br />

minder watervogels.<br />

De Waterral is van 25 territoria naar enkele territoria gedaald. In <strong>2011</strong> is er zelfs geen territorium vastgesteld.<br />

In de zestiger jaren waren er nog 80 territoria van de Wulp. Ik herinner me deze tijd nog. Overal op de hei kwam je<br />

deze jodelaar tegen. Nu zijn er nog slechts 4 territoria vastgesteld. In dezelfde periode waren er ook nog 10 territoria<br />

van de Tureluur (op de heide). Deze soort is gedurende de laatste 20 jaar niet meer vastgesteld.<br />

Ook de Kievit is nog maar weinig op de heide 8 te zien. Deze soort maakt geen deel uit van het huidige project. Elk jaar<br />

worden er wel volwassen exemplaren met pulli gezien. Zo ook in <strong>2011</strong> weer.<br />

Ondanks dat het in Nederland slecht gaat met de Veldleeuwerik was deze soort in de zestiger jaren met minder<br />

territoria aanwezig dan de laatste jaren. De Boomleeuwerik is ook een soort die nu veel meer (4X) aanwezig is dan<br />

voorheen.<br />

Opvallend is ook het aantal territoria van de Nachtzwaluw. In de zestiger jare4n waren er slechts 10 vastgesteld. De<br />

laatste jaren schommelt het aantal zo rond de 30.<br />

De Roodborsttapuit was in de zestiger jaren een schaarse broedvogel. Ik weet nog dat ik de soort indertijd niet zag op<br />

de Strabrecht. Er waren slechts 10 territoria, tegen nu 106. Daarmee is het nu de meest algemene soort in het<br />

onderzoek.<br />

De Rietgors was in de zestiger jaren veel talrijker dan de laatste jaren. Met toen 100 territoria lijkt het de meest<br />

voorkomende broedvogel in die tijd. Nu zijn er gemiddeld zo’n 20 territoria.<br />

De grote veranderingen in aantallen hebben diverse oorzaken:<br />

<br />

<br />

<br />

Over het algemeen achteruitgang van de soort;<br />

Het ontbreken van geschikt biotoop door veranderingen in het gebied. Waterhuishouding, bosbeheer (kap)!;<br />

Een mogelijke aanpassing van de soort (Roodborsttapuit): deze neemt een “nieuwe” niche in gebruik.<br />

6<br />

Uitgegeven door Werkgroep voor Natuurbehoud en Milieubeheer Stadsgewest Eindhoven.<br />

7<br />

De inventarisaties dateren uit de jaren 1967, 1968 en 1969<br />

8<br />

Een hypothese is dat zowel de voedselkwaliteit (insecten) als kwantiteit is afgenomen. Het voor de groei van organisme noodzakelijke sporenelement fosfor is<br />

door verzadiging met stikstof en uitspoeling door zure regen gelimiteerd in planten en insecten aanwezig. Momenteel wordt hier op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong><br />

onderzoek naar gedaan.<br />

9


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4 Soortbeschrijvingen<br />

De kaartjes geven de waarschijnlijke en zekere broedgevallen of territoria weer van de soort. Er wordt niet specifiek<br />

naar nesten gezocht 9 . In de grafieken corresponderen de vierkantjes met de aantallen per jaar. In een aantal<br />

grafieken staan geen gegevens over 2001. Er heeft toen slechts een gedeeltelijke inventarisatie plaatsgevonden<br />

omdat het gebied gedurende lange tijd in het voorjaar afgesloten is geweest als gevolg van de koeienziekte BSA.<br />

2.4.1 Dodaars, 6 territoria<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12<br />

Omdat de meeste vennen in de loop van het voorjaar<br />

droogvallen zijn deze niet zo geschikt als territorium. De<br />

vennen die bijna elk jaar water houden zijn bijna elk jaar<br />

bezet met een of meer koppels. Dit jaar dus zes op de<br />

niet droogvallende vennen.<br />

2.4.2 Fuut, 0 territoria<br />

De fuut is niet elk jaar van de onderzoeksperiode<br />

meegenomen bij de inventarisaties. Omdat de vennen in<br />

de meeste jaren gedurende het seizoen droogvallen is de<br />

soort meestal enkel in erg natte jaren aanwezig.<br />

3,5<br />

3<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.3 Geoorde Fuut, 0 territoria<br />

Met deze soort gaat het slecht in Brabant en de rest van<br />

Nederland. Op plek waar de soort in het verleden<br />

regelmatig broedde, het Grafven, is de soort niet<br />

vastgesteld.<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

9<br />

De richtlijnen die hiervoor gebruikt worden zijn die uit de Handleiding <strong>SOVON</strong> Broedvogelonderzoek.<br />

10


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.4 Roerdomp, 0 territoria<br />

Omdat grote uitgestrekte rietvelden in het gebied<br />

ontbreken is het leuk dat de soort voorheen in de kleinere<br />

rietvelden rondom de Witte Loop broedde. De Roerdomp<br />

is geen heidesoort maar een laagveensoort. Er is<br />

nauwelijks rietgroei rond de Witte Loop. Wel zijn er<br />

moerasvegetaties bestaande uit riet, hennegras,<br />

Moeraszeggen en veenpluis.<br />

4<br />

3<br />

3<br />

2<br />

2<br />

1<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.5 Grauwe Gans, 3 territoria<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De Grauwe Gans broedde in <strong>2011</strong> in het Grafven. In deze<br />

omgeving is het een terugkerende broedvogel.<br />

2.4.6 Canadese Gans, 7 territoria<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Deze exoot doet het de laatste jaren in Nederland erg<br />

goed, en is (helaas!) een algemene verschijning aan het<br />

worden. Ook in het onderzoeksgebied is dit het geval.<br />

Tijdens de inventarisatierondes hoor je de beesten<br />

meestal al van verre wanneer ze rondvliegen over het<br />

gebied. Waar de soort voorheen met name in de<br />

omgeving van het Grafven terrioria bezette was hij nu<br />

ook bij het ’s Heerenven aanwezig. Er is ook een aantal<br />

broedparen in het aangrenzend beekdal van de Kleine<br />

Dommel aanwezig. Er vindt mogelijke uitwisseling plaats.<br />

11


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.7 Nijlgans, 1 territorium<br />

3,5<br />

3<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De Nijlgans heeft zich net als de Grauwe Gans en de<br />

Canadese gans definitief gevestigd in het Grafven. De<br />

“meest agressieve” nijlgans blijft in aantal wel achter bij<br />

de andere twee soorten. Ook deze exoot is niet meer<br />

weg te denken uit het Nederlandse landschap.<br />

2.4.8 Krakeend, 6 territoria<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Dit jaar toch weer een herstel naar 6 territoria. Op<br />

diverse vennen zijn territoria vastgesteld. Het dubbele<br />

aantal van vorig jaar en het maximum over de<br />

onderzoeksperiode.<br />

12


2.4.9 Wintertaling, 4 territoria<br />

Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De aantallen Wintertalingen kunnen erg fluctueren. In<br />

erg natte jaren zijn erg veel meer territoria dan in droge<br />

jaren. <strong>2011</strong> was een droog voorjaar en met vier territoria<br />

is dit weer een mooi resultaat.<br />

2.4.10 Zomertaling, 0 territoria<br />

Helaas weer geen territorium voor dit mooie eendje.<br />

Enkel in zeer natte voorjaren komt deze soort tot<br />

broeden in het gebied.<br />

18<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.11 Slobeend, 6 territoria<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Na wat magere jaren is 6 territoria weer een mooi<br />

resultaat. Het was al weer 10 jaar gelden dat er<br />

eveneens 6 territoria zijn vastgesteld.<br />

13


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.12 Tafeleend, 2 territoria<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Omdat de Tafeleend een duikeend is zijn de vennen van<br />

de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> niet erg geschikt voor deze soort.<br />

Als de vennen dan ook weinig of geen water bevatten is<br />

begrijpelijk dat de soort het hier niet zo goed doet.<br />

Daarom zijn 2 territoria in een droog voorjaar een mooi<br />

resultaat.<br />

2.4.13 Kuifeend, 2 territoria<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Voor de Kuifeend geldt hetzelfde als voor de tafeleend:<br />

het is een duikeendje en dus is het biotoop van het<br />

onderzoeksgebied minder goed geschikt. 2 territoria voor<br />

een droog voorjaar is dus een goed resultaat.<br />

2.4.14 Wespendief, 0 territoria<br />

Evenals voorgaande jaren heeft de Wespendief zijn nest<br />

in de vochtige bossen ten westen van het<br />

onderzoeksgebied. De vogels worden wel in en rond het<br />

gebied waargenomen wanneer zij op zoek zijn naar<br />

wespen- of bijennesten. De laatste jaren broed de soort<br />

steeds in bossen rondom het dal van de Kleine Dommel,<br />

ten westen van het gebied.<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

14


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.15 Havik, 3 territoria<br />

5<br />

4<br />

4<br />

3<br />

3<br />

2<br />

2<br />

1<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Op drie plaatsen zijn de nesten van de Havik gevonden.<br />

Inclusief roepende jongen. Net buiten gebied Zuid is ook<br />

nog een territorium vastgesteld.<br />

2.4.16 Sperwer, 1 territorium<br />

5<br />

4<br />

4<br />

3<br />

3<br />

2<br />

2<br />

1<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Dit jaar slechts een territorium van de Sperwer en in<br />

bosje aan de rand van de heide. De Sperwer blijft een<br />

moeilijk te inventariseren soort. Meestal heb je geluk<br />

wanneer je nest vindt.<br />

15


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.17 Buizerd, 2 territoria<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De soort is dit jaar beperkt gebleven tot gebied West.<br />

Beide territoria zijn al jaren bewoond. In de omliggende<br />

bossen zijn nog een tweetal territoria vastgesteld.<br />

2.4.18 Torenvalk, 3 territoria<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Omdat deze soort zich over redelijke afstanden<br />

verspreidt is de juiste locatie meestal niet zo goed vast<br />

te stellen. Nestvondst geeft wel zekerheid. Op een plek is<br />

dat dan ook gebeurd. Waarom deze soort zo in aantal<br />

fluctueert, zal waarschijnlijk te maken hebben met<br />

goede en minder goede muizen jaren. 3 territoria zijn<br />

erg weinig.<br />

16


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.19 Boomvalk, 2 territoria<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Deze snelle jager is in het bijzonder in de vroege<br />

avonduren goed vast te stellen. De vogel vliegt dan laag<br />

over de hei en vangt grote insecten die dan in de vlucht<br />

worden opgegeten. Dit is diverse malen waargenomen.<br />

Dit jaar slechts twee territoria. Mogelijk heeft het aantal<br />

ook te maken met het vroeg droogvallen van de vennen,<br />

waardoor het aantal libellen (belangrijke prooi) dat van<br />

imago volwassen wordt afneemt.<br />

2.4.20 Kwartel, 1 territorium<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

In <strong>2011</strong> werden er in het centrale gedeelte van het<br />

onderzoeksgebied enkele malen een roepend mannetjes<br />

waargenomen.<br />

2.4.21 Waterral, 0 territoria<br />

Helaas geen territoria voor deze schuwe moerasrietvogel.<br />

Waarschijnlijk heeft dit te maken met de<br />

veranderingen rondom de Witte Loop. Het gebied is veel<br />

meer open dan voorheen.<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

17


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.22 Porseleinhoen, 0 territoria<br />

Geen territorium vastgesteld. Er zijn ook – net als in veel<br />

voorgaande jaren - buiten de datumgrenzen geen<br />

roepende mannetjes gehoord.<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.23 Kleine plevier, 0 territoria<br />

Op de vaste plek: het Grafven is dit jaar geen territorium<br />

vastgesteld.<br />

4<br />

3<br />

3<br />

2<br />

2<br />

1<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.24 Watersnip, 2 territoria<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Dit jaar twee territoria van de Watersnip dus. Het droge<br />

voorjaar zal zeker parten hebben gespeeld.<br />

18


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.25 Houtsnip, 4 territoria<br />

4,5<br />

4<br />

3,5<br />

3<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Dit jaar is de Houtsnip op 4 plaatsen vastgesteld. Voor<br />

deze moeilijk te inventariseren soort een erg goed jaar.<br />

2.4.26 Wulp, 4 territoria<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De Wulp is goed verdeeld over de hei, maar de aantallen<br />

vallen de laatste jaren wel erg tegen. Gezien de landelijk<br />

tendens zal dit waarschijnlijk niet meer verbeteren.<br />

In de zestiger jaren zijn maar liefst 80 territoria<br />

vastgesteld. Dat waren nog eens tijden. Het zou jammer<br />

zijn wanneer deze kenmerkende heide-soort in de<br />

toekomst zou verdwijnen. Daarom het plaatje op het<br />

schutblad.<br />

19


2.4.27 Kokmeeuw, 150 territoria<br />

Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12<br />

In <strong>2011</strong> zijn er op het Grafven weer in totaal 150 territoria<br />

vastgesteld. Meestal levert dat niet veel jongen op,<br />

waarschijnlijk door predatie van de Vos?<br />

2.4.28 Zomertortel, 0 territoria<br />

Helaas heeft de Zomertortel zich in <strong>2011</strong> niet weer<br />

opnieuw laten horen.<br />

1,2<br />

1<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

0,2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.29 Kerkuil, 1 territorium<br />

De Kerkuil heeft weer op zijn vaste plek gebroed. De<br />

vogels zijn diverse malen op en rond de nestkast<br />

waargenomen.<br />

1,2<br />

1<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

0,2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.30 Steenuil, 0 territoria<br />

In 2010 zijn in directe omgeving van gebied West een<br />

tiental nestkasten opgehangen. Mogelijk keert dit leuke<br />

uiltje weer terug in het gebied. Enkele van deze<br />

nestkasten zijn inmiddels ook bewoond.<br />

1,2<br />

1<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

0,2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

20


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.31 Ransuil, 3 territoria<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Vorig jaar 5 territoria, dit jaar zijn op 3 plaatsen<br />

roepende jongen gehoord en gezien. De territoria in<br />

West zijn op relatief kort afstand van elkaar<br />

aangetroffen.<br />

2.4.32 Bosuil, 2 territoria<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Gedurende de wintermaanden zijn bij de jaarlijkse<br />

nachtelijk inventarisatie op twee plaatsen roepende<br />

mannetjes en vrouwtjes gehoord.<br />

21


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.33 Nachtzwaluw, 30 territoria<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

30 territoria is een mooi resultaat. Ook in Noordoost is<br />

de soort in de in 2010 verbrandde heide nog aanwezig.<br />

Mogelijk is het open landschap aantrekkelijk voor de<br />

soort.<br />

2.4.34 Groene specht, 3 territoria<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De laatste jaren zijn steeds slecht een drietal territoria<br />

van deze mooie specht. Zo ook in <strong>2011</strong>.<br />

22


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.35 Zwarte specht, 4 territoria<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12<br />

Gemiddeld worden er ongeveer zes broedparen van deze<br />

soort vastgesteld. Drie is dus wederom een wat minder<br />

resultaat voor deze opvallende vogel.<br />

2.4.36 Kleine Bonte Specht, 6 territoria<br />

10<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Deze kleine specht is enkel aangetroffen in West. Zes<br />

territoria voor dat deel is een mooi resultaat. Maar de<br />

soort was niet aanwezig op andere plaatsen in het<br />

onderzoeksgebied. In een van de bosjes die in het<br />

verbrandde deel in Noordoost zijn blijven staan is de<br />

soort gedurende de periode tussen de datumgrenzen wel<br />

gehoord door mensen van Staatsbosbeheer. Mogelijk<br />

betreft het hier een 7 de territorium.<br />

23


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.37 Boomleeuwerik, 41 territoria<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De laatste jaren gaat het weer beter met deze soort.<br />

Mogelijk zijn de droge voorjaren hier debet aan. 41<br />

territoria is een mooi resultaat.<br />

2.4.38 Veldleeuwerik, 51 territoria<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Tot en met het jaar 2005 is deze soort enkel in ge-bied<br />

Noord geinventariseerd. Om de aantalsontwikkeling<br />

beter in beeld te brengen hebben wij er voor gekozen om<br />

naast een grafiek van het hele gebied (vanaf 2006) ook<br />

een grafiek van de aantallen in het deelgebied Noord<br />

(gedurende de hele onderzoeksperiode) weer te geven.<br />

Helaas zijn de resultaten minder dan vorig jaar:<br />

51 territoria.<br />

Deelgebied Noord:<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

24


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.39 Blauwborst, 6 territoria<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Met 6 territoria – allemaal op bekende locaties- is het<br />

een wat minder jaar voor deze mooie zanger. In West wil<br />

het niet meer lukken de laatste jaren.<br />

2.4.40 Gekraagde roodstaart, 51 territoria<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12<br />

Na enkele mindere jaren is de soort met 51 territoria<br />

weer “op sterkte”. Toch blijft de vraag open waarom de<br />

soort op de grens met de Herbertusbossen niet wordt<br />

geconstateerd terwijl dit zeer geschikt biotoop lijkt te<br />

zijn en deze daar voorheen wel aanwezig was.<br />

2.4.41 Paapje, 0 territoria<br />

Als de Paap in het gebied wordt waargenomen is dit<br />

meestal buiten de datumgrenzen. Zo was het dit jaar ook<br />

weer.<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

25


2.4.42 Roodborsttapuit, 106 territoria<br />

Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

106 is een mooi resultaat. Deze soort die voorheen met<br />

name in Lijkt me toch wel. Waarom is de soort anders<br />

uit het klein agrarische gebied voorkwam heeft alleen in<br />

de heide biotoop een goede vervanger gevonden en is<br />

daar de microstructuur die de soort nodig heeft daar<br />

nog wel aanwezig. De soort is erg gelijkmatig verspreid<br />

over het hele gebied. In het Midden en delen van Noord<br />

ontbreekt de soort waarschijnlijk omdat daar de natste<br />

heidegebeiden liggen en daar voelt hij zich niet thuis.<br />

De roodborsttapuit is een soort die sinds de zestiger<br />

jaren enorm is toegenomen (10X zo veel territoria!).<br />

2.4.43 Tapuit, 3 territoria<br />

10<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De Tapuit blijft een moeilijke soort. In het kale gebied<br />

van Noordoost zijn de Tapuiten (3 koppels) nog zeer lang<br />

aanwezig geweest. Of deze territoria wat hebben<br />

opgeleverd is niet bekend.<br />

26


2.4.44 Sprinkhaanzanger, 19 territoria<br />

Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

19 territoria is een mooi resultaat. Ruim boven het<br />

gemiddelde over de onderzoeksperiode. Opvallend blijft<br />

de vermindering van de soort in gebied West.<br />

2.4.45 Braamsluiper, 0 territoria<br />

Deze soort is voor het eerst geteld in 2009. Het is te<br />

verwachten dat door de houtkap en het omrullen van de<br />

grond op diverse plekken en de daaropvolgende<br />

begroeiing van braamstruiken deze soort de komende<br />

jaren naar verwachting zal toenemen. Helaas dit jaar<br />

geen territorium vastgesteld. De vogel is wel gehoord<br />

maar net buiten de datumgrenzen.<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.46 Fluiter, 1 territorium<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Na een opleving van 2010 is de soort weer terug op<br />

minimaal. Slechts een territorium (op een vaste plaats) is<br />

vastgesteld.<br />

27


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.47 Bonte Vliegenvanger, 6 territoria<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Deze soort is waarschijnlijk niet nieuw voor het gebied.<br />

Hij broedt op de grenzen waar de heide overgaat in een<br />

wat meer loofbos, het echte leefgebied van de soort. 6<br />

territoria is dan ook een mooi resultaat. Mogelijk word<br />

de soort over het hoofd gezien omdat hij in het zijn<br />

habitat weinig opvallend is en ook de zang niet<br />

opvallend is.<br />

2.4.48 Wielewaal, 5 territoria<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Na het dramatische jaar 2009 is er een opvallend herstel<br />

van deze jodelaar. 5 territoria is een mooi resultaat, nog<br />

een meer dan in 2010.<br />

28


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.49 Kneu, 38 territoria<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

Deze soort die in de wintermaanden elk jaar op de hei<br />

wordt gezien is de laatste jaren nieuw als broedvogel (of<br />

over het hoofd gezien!). 38 territoria is een erg mooi<br />

resultaat. 10 territoria dan in 2010. Waarschijnlijk heeft<br />

de Kneu nog meer geprofiteerd van de kap die heeft<br />

plaats gevonden en ook van het inrichten van<br />

kleinschalige akkertjes.<br />

2.4.50 Kruisbek, 0 territoria<br />

De Kruisbek is een vogel die na influxen wel eens enkele<br />

jaren wil blijven en dan ook tot broeden komt. In <strong>2011</strong><br />

was dat niet het geval. Het wachten is dus op een nieuwe<br />

invasie!<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

2.4.51 Geelgors, 37 territoria<br />

50<br />

45<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

In Nederland gaat het slecht met de Geelgors. De laatste<br />

jaren gaat het op de Strabrecht weer beter en bereikt hij<br />

bijna weer de aantallen van 10 tot 20 jaar geleden. 37<br />

territoria is dus een heel erg mooi resultaat, zeker<br />

gezien het feit dat de houtkap heeft plaatsgevonden op<br />

plaatsen waar de soort voorheen aanwezig was.<br />

29


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

2.4.52 Rietgors, 22 territoria<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

6? 88 89 9 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11<br />

De soort is niet gedurende de hele onderzoeksperiode<br />

geïnventariseerd. De aantallen kunnen flink fluctueren.<br />

Dat heeft te maken met de hoeveelheid water op de hei.<br />

De vogel voelt zich er beter thuis wanneer het vochtig is.<br />

22 territoria is een mooi resultaat. Toch staan deze<br />

aantallen in schril contrast met de aantallen (100<br />

territoria) in de zestiger jaren.<br />

3 Bijzondere waarnemingen door het jaar<br />

Omdat de Trektelpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> op de grens van het gebied ligt kan het zijn dat sommige waarnemingen op<br />

beide plaatsen zijn gedaan. Te meer ook omdat de tellers van de Trektelpost ook andere bijzondere waarnemingen in<br />

het hele gebied doorgeven.<br />

dag maand soort/beschrijving<br />

8 januari De Klapekstersimultaantelling door VWG de Kempen leverde dit jaar 7 exemplaren op<br />

6 maart In gebied Zuidwest waren vandaag twee groepen Wilde Zwanen van respectievelijk 22 en 5 exemplaren aanwezig.<br />

19 maart Een Ruigpootbuizerd verbleef deze dag ongeveer een uur op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong><br />

24 maart Vandaag is er heel veel houtduiventrek en kramsvogeltrek over de hei. 1000-en vogels gaan naar Noord.<br />

27 maart Op 27 en 29 maart werden twee baltsende Raven op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> gezien en gehoord. Beide vogels zijn tot en met 19 april<br />

aanwezig geweest<br />

29 maart Op 29 en 30 maart werd een adult man Steppekiekendief waargenomen op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>. De vogel werd laat op de 29 ste<br />

ontdekt en vertrok de volgende ochtend weer vroeg.<br />

2 april In de maand april zijn op diverse plaatsen in het gebeid grote groepen Kepen en Sijzen waargenomen.<br />

17 april Op het ’s Heerenven werden vandaag gezien: Vrouwtje Bruine Kiekendief<br />

18 april 2 Zwartkopmeeuwen op het Waschven<br />

22 april Vandaag werd een Slangenarend ontdekt boven de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>. De vogel heeft enkele uren in het gebied rondgevlogen.<br />

Op het Grafven werd een koppel Brandganzen waargenomen. Op 29 april waren deze nog steeds aanwezig.<br />

23 april 1 Klapekster nabij de Zandverstuiving<br />

30 april ’s Avonds werd vandaag een Grauwe Kiekendief waargenomen, deze vogel heeft daarna zeer waarschijnlijk overnacht op de hei.<br />

Op het ’s Heerenven werden vandaag gezien: koppel Bergeenden, 7 Witgatjes, mannetje Smient en een Tureluur.<br />

Een Rode Wouw vloog over gebied Midden.<br />

1 mei Tot en met 3 mei: hoge aantallen Bosruiters op het ’s Heerenven, met maximaal 51 exemplaren.<br />

Vandaag trok een vrouwkleed Grauwe Kiekendief over de hei.<br />

2 mei Ook op 2 mei trok een Grauwe Kiekendief over de telpost.<br />

3 mei In gebied Midden werd vandaag en Bosruiter waargenomen.<br />

In de maand mei zijn er op diverse plaatsen erg veel Tapuiten waargenomen. Soms wel meer dan 10 bij elkaar.<br />

6 mei Vandaag trok een adult vrouw Grauwe Kiekendief over de hei.<br />

15 mei In gebied Noord werd vanmorgen een Rode Wouw waargenomen. Ook vlogen er 25 Gierzwaluwen.<br />

29 juli t/m 30 juli: Op 29 juli werd rond 15:00 de 2e Slangenarend van het jaar opgemerkt. De vogel is tot en met de volgende ochtend<br />

aanwezig geweest op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>. Het betreft hier het eerste zekere overnachtingsgeval voor de regio.<br />

20 augustus In gebied Zuidwest was vandaag een Zwarte Ooievaar aanwezig.<br />

24 augustus Op 24 augustus trok een vrouwkleed Grauwe Kiekendief over de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>.<br />

2 september Een Kluut viel vandaag in op het Marijkeven.<br />

10 oktober Op 10 oktober vloog een Rotgans richting noord over de telpost. Opvallend genoeg vlogen in 2009 op 20 oktober 8 exemplaren ook<br />

al richting noord over de post. Rotganzen zijn zeer zeldzaam in onze regio.<br />

13 oktober ’s Avonds werd bij het Kranenmeer een Velduil waargenomen.<br />

30


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

dag maand soort/beschrijving<br />

14 oktober Een ongekend aantal van maar liefst 4 Ruigpootbuizerds trok op 15 oktober over de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>, de vogels maakten deel uit<br />

van de landelijke invasie.<br />

16 oktober Om 9:11 trok een groep van 17 Kraanvogels over het gebied. De groep bestond uit 16 adulte en 1 juveniele vogel.<br />

17 oktober t/m 26 december: Een Hop vloog op 17 oktober om 10:14 over de telpost en viel daar vlakbij in. De vogel is daarna nog vele keren<br />

waargenomen en was opmerkelijk genoeg tot en met tenminste 26 december aanwezig, een zeer lange periode voor de soort in<br />

onze regio en zelfs het land. Gezien de opmerkelijk zachte maanden november en december had de vogel wat betreft het weer ook<br />

geen reden om te vertrekken.<br />

23 oktober Een Zeearend werd vandaag ca een half uur boven de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> waargenomen. De vogel liet het Beuven helaas links<br />

liggen en trok verder richting zuidwest. Dit is pas de eerste waarneming sinds 2002.<br />

24 oktober t/m 26 oktober: ’s Avonds op maandag 24 oktober vielen ca. 400 Kraanvogels in op de <strong>Strabrechtse</strong> heide, op 25 oktober<br />

vertrokken ’s ochtends 380 vogels en op 26 oktober vertrokken ’s morgens 620 Kraanvogels uit de Rusthoek en het Grafven. Nu al<br />

een zeer goed jaar voor overnachtende Kraanvogels op de hei.<br />

26 oktober Van 10:05 tot 11:01 was vandaag een Ruigpootbuizerd op de hei aanwezig.<br />

6 november Een Kuifleeuwerik vloog over de hei op 6 november.<br />

12 november ’s Ochtends vertrokken 229 Kraanvogels uit de Rusthoek.<br />

totaal in <strong>2011</strong> 1252 Kraanvogels<br />

31


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

4 Trektelpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong><br />

Al deze waarnemingen zijn ook terug te vinden op www.vogelsindekempen.nl en op www.trektellen.nl<br />

Op de website http://strabrechtse-heide.nl/telpost staan alle vogeltrektellingen. Daarnaast staan er ook<br />

waarnemingen en foto’s van o.a. insecten (met name vlinders), amfibieën en zoogdieren.<br />

dag maand soort/beschrijving<br />

19 maart 1 ste Boerenzwaluw van het jaar<br />

26 maart 1 ste Oeverzwaluw van het jaar<br />

27 maart 1 ste Boompieper van het jaar<br />

2 april 1 ste Groenpootruiter van het jaar (vrij vroeg)<br />

6 april Een Rosse Grutto trok vandaag over de telpost.<br />

1 ste Gele Kwikstaart van het jaar.<br />

7 april 1 ste Zwartkopmeeuw van het jaar (laat)<br />

8 april 1 ste Koekoek van het jaar (vroeg)<br />

9 april 1 ste Beflijster van het jaar (vroeg)<br />

16 april 1 ste Boomvalk van het jaar<br />

17 april 1 ste Zwarte Wouw van het jaar.<br />

1 ste Zwarte Ruiter van het jaar<br />

22 april De 1 ste Grauwe Kiekendief van het jaar vloog vandaag over.<br />

1 ste Gierzwaluw van het jaar.<br />

’s Avonds werden maar liefst 2 Velduilen gezien<br />

30 april Vandaag werd een Draaihals waargenomen in een groepje takken bij de telpost.<br />

1 mei De enige Roodpootvalk van dit jaar werd op 1 mei waargenomen. De vogel was kort ter plaatse bij de trektelpost.<br />

2 mei Grauwe Kiekendief<br />

6 mei Adult vrouw Grauwe Kiekendief<br />

7 mei De 1 ste Wespendief van het jaar vloog vandaag over de telpost.<br />

8 mei Op deze dag werden tenminste 9 trekkende Zwarte Wouwen waargenomen, een ongekend hoog aantal (trektelpost).<br />

Grauwe Kiekendief<br />

Een heuse Bijeneter vloog rond 8:50 u. over de telpost, helaas werd de vogel maar kort gezien.<br />

6 juli Visarend, een erg vroege najaarstrekker<br />

10 juli t/m 11 september werden er diverse malen Zwarte Ooievaars waargenomen.<br />

29 juli Een vrouwkleed Grauwe Kiekendief<br />

Vandaag werd rond 15:00 de 2 de Slangenarend van het jaar opgemerkt. De vogel is tot en met de volgende ochtend aanwezig<br />

geweest op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>. Het betreft hier het eerste zekere overnachtingsgeval voor de regio.<br />

13 augustus Zwarte Wouwen zie je maar zelden in het najaar op trek, vandaag kwam er toch 1 voorbij.<br />

15 augustus t/m 20 augustus: Een Draaihals was gedurende deze periode aanwezig bij de trektelpost.<br />

19 augustus t/m 5 september. In deze periode trokken tenminste 9 Duinpiepers over het gebied.<br />

24 augustus Een vrouwkleed Grauwe Kiekendief over de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>.<br />

1 september Een Morinelplevier werd rond 12:20 gehoord op de trektelpost.<br />

2 september t/m 7 september: Opnieuw was er een Draaihals aanwezig bij de trektelpost, misschien dezelfde als van 15 t/m 20 augustus.<br />

3 september Op deze dag vloog een bijzonder aantal van totaal 5 Visarenden over de telpost.<br />

Op 3 september werd ook een vrouwkleed Grauwe Kiekendief waargenomen op de telpost.<br />

11 september t/m 16 september: Op 11, 15 en 16 september vlogen leuke aantallen Bruine Kiekendieven over het gebied, met respectievelijk 14,<br />

15 en 16 exemplaren.<br />

18 september Een Roodkeelpieper vloog op 18 september over.<br />

25 september Een late vrouwkleed Grauwe Kiekendief vloog vandaag over.<br />

Op deze dag werd de eerste Grote Pieper van het jaar waargenomen.<br />

10 oktober Op 10 oktober vloog een Rotgans richting Noord over de telpost. Opvallend genoeg vlogen in 2009 op 20 oktober 8 exemplaren<br />

ook al richting Noord over de post. Rotganzen zijn zeer zeldzaam in onze regio.<br />

2 Grote Piepers vlogen over.<br />

Een Zilverplevier werd gezien en gehoord op de telpost.<br />

13 oktober De 1 ste Ruigpootbuizerd van dit invasiejaar werd op deze dag opgemerkt.<br />

14 oktober Een ongekend aantal van maar liefst 4 Ruigpootbuizerds trok op 15 oktober over de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>, de vogels maakten deel uit<br />

van de landelijke invasie.<br />

Vandaag vond weer de massale jaarlijkse trek van Houtduiven plaats. Tenminste 45.300 vogels werden geteld.<br />

Vandaag een late Boompieper.<br />

32


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

dag maand soort/beschrijving<br />

15 oktober Twee Kleine Rietganzen vlogen over de telpost.<br />

502 Buizerds trokken op 15 oktober over de telpost, samen met 10 Blauwe Kiekendieven, 7 Rode Wouwen en 4 Slechtvalken. Voor<br />

al deze roofvogelsoorten zijn dit zeer hoge aantallen.<br />

Vandaag werd om 16:50 u. een Ruigpootbuizerd waargenomen.<br />

16 oktober Om 9:11 u. trok een groep van 17 Kraanvogels over het gebied. De groep bestond uit 16 adulte en 1 juveniele vogel.<br />

Vandaag vloog wederom een late Boompieper over het gebied.<br />

Een Zilverplezier werd gehoord op de telpost.<br />

Grote groepen van 5 en 4 Rode Wouwen vlogen op deze dag over het gebied.<br />

2 Baardmannetjes<br />

17 oktober Een Hop vloog op 17 oktober om 10:14 over de telpost en viel daar vlakbij in. De vogel is daarna nog vele keren waargenomen en<br />

was opmerkelijk genoeg tot en met tenminste 26 december aanwezig, een zeer lange periode voor de soort in onze regio en zelfs<br />

het land. Gezien de opmerkelijk zachte maanden november en december had de vogel wat betreft het weer ook geen reden om te<br />

vertrekken.<br />

21 oktober Om 14:51 vloog deze dag een Ruigpootbuizerd over.<br />

Een Sneeuwgors trok vandaag over de telpost in een groep Veldleeuweriken.<br />

23 oktober Wederom trok een Sneeuwgors vandaag over de telpost in een groep Veldleeuweriken.<br />

30 oktober Vandaag trok een IJsgors over de telpost.<br />

2 november Grote Pieper<br />

33


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

5 Literatuur<br />

Auteur jaar Naam<br />

Werkgroep voor<br />

natuurbehoud en<br />

milieubeheer<br />

Stadsgewest Eindhoven<br />

1972 Paarsboek <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> / E9<br />

Jonsson L. 1993 Vogels van Europa, Tirion Uitgevers, Baarn<br />

Smits, Jap e.a. 1996 Het Land van Peel en Maas, Natuurgebieden in Zuidoost Nederland.<br />

Staatsbosbeheer Roermond;<br />

Svensson, L e.a. 1999 Europese Vogels, Tirion Natuur, Baarn<br />

Sovon 2002 Atlas van de Nederlandse broedvogels<br />

Dijk van A.J. 2004 Handleiding Broedvogel Monitoring Project <strong>SOVON</strong>, Beek-Ubbergen<br />

http://www.sovon.nl/pdf/Handleiding-BMP.pdf<br />

Dijk van A.J., Boele A. en<br />

Hustings F.<br />

<strong>2011</strong> Handleiding <strong>SOVON</strong> Broedvogelonderzoek, Beek-Ubbergen<br />

http://www.sovon.nl/pdf/Handleiding_<strong>Broedvogels</strong>_<strong>2011</strong>.pdf<br />

Mebs Th., Schmidt D, 2005 Roofvogels van Europa, Noord-Afrika en Voor-Azië<br />

Engels, Geert<br />

i.o.v. Staatsbosbeheer<br />

Engels, Geert<br />

i.o.v. Staatsbosbeheer<br />

Roel van den Heuvel<br />

Vogelwerkgroep de Peel<br />

Roel van den Heuvel<br />

Vogelwerkgroep de Peel<br />

2003 <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> broedvogelkartering<br />

2001 en 2002<br />

2004 Broedvogelkartering van <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong><br />

t/m 2003 t/m 2010<br />

2010<br />

<strong>2011</strong> Bijzonderheden <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

<strong>2011</strong> Vogels van het Beuven en omgeving <strong>2011</strong><br />

(Dit document is als bijlage toegevoegd in de pdf-versie van dit document)<br />

Internetsite Vogels in de Kempen: www.vogelsindekempen.nl<br />

Internetsite Vogelwerkgroep de Peel: http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl<br />

De informatie over het weer komt van de internetsite van het KNMI in de Bilt.<br />

www.knmi.nl<br />

De foto op het voorblad is gemaakt door Geert Engels op 21 januari 2012 in de Prunjepolder in Zeeland.<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande<br />

schriftelijke toestemming van de rechthebbenden noch mag het zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt voor commerciële toepassingen en/of voor enig ander<br />

werk dan waarvoor het is vervaardigd.<br />

De auteur besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen<br />

rechten ontlenen aan deze teksten.<br />

34


Broedvogelkartering <strong>Strabrechtse</strong> en Lieropse <strong>Heide</strong> <strong>2011</strong><br />

Bijlage: Vogels van het Beuven en omgeving <strong>2011</strong><br />

Dit document is in de PDF-versie van het bestand aan het document toegevoegd.<br />

35


Roel van den Heuvel<br />

Vogels van het Beuven en omgeving <strong>2011</strong><br />

<strong>Broedvogels</strong><br />

Bijzondere vogels<br />

Overwinterende vogels<br />

Overzomerende vogels<br />

Trekvogels<br />

Beknopte Fenologie<br />

VWG de Peel<br />

“Een zo compleet mogelijk overzicht van<br />

zo veel mogelijk aanwezige vogelsoorten<br />

in het gebied rondom het Beuven”<br />

September <strong>2011</strong>


Vogels:<br />

Roel van den Heuvel<br />

Foto voorblad:<br />

Robert Kastelijn<br />

VWG de Peel<br />

p/a Merelstraat 2<br />

5711 CJ Someren<br />

vwg-depeel@ivnastensomeren.nl<br />

http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl<br />

Kaart (pag 9):<br />

VWG de Peel/Roel van den Heuvel<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de<br />

rechthebbenden noch mag het zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt voor commerciële toepassingen en/of voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.<br />

De auteur besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze teksten<br />

©MMX-MMXI RvdH - HAS008-F<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Inleiding en informatie 2


Inhoudsopgave<br />

Inleiding ...................................................................................................................................................... 4<br />

<strong>Broedvogels</strong><br />

Resultaten ................................................................................................................................................... 7<br />

Gebiedsoverzicht met territoria en begrenzing .......................................................................................... 9<br />

Beschrijving per soort ............................................................................................................................... 10<br />

Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> ............................................................................................ 22<br />

Bijzondere niet broedvogels<br />

Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven ...................................................................................... 40<br />

Seizoensverloop slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven ........................................................... 41<br />

Beschrijving bijzondere niet broedvogels ................................................................................................. 45<br />

Algemene niet broedvogels<br />

Beschrijving algemene niet broedvogels .................................................................................................. 57<br />

Voorjaarsfenologie<br />

Eerste waarnemingsdata zomervogels ..................................................................................................... 60<br />

Dankzegging<br />

Dankzegging .............................................................................................................................................. 61<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Inleiding en informatie 3


Inleiding en informatie<br />

Inleiding:<br />

Voor dit rapport is geprobeerd een overzicht van vogelsoorten te krijgen die in de periode september<br />

2010 tot september <strong>2011</strong> met enige regelmaat op of in de omgeving van het Beuven (<strong>Strabrechtse</strong><br />

<strong>Heide</strong>) konden worden aangetroffen. Het betreft hier dus niet alleen broedvogels, maar ook<br />

wintergasten (Grote Zilverreiger, Kleine Zwaan) en zomergasten (Visarend, Zwarte Ooievaar), die de<br />

plas met enig regelmaat als pleister- en/of slaapplaats gebruikten. De gegevens zijn bijgewerkt tot en<br />

met 14 september <strong>2011</strong>.<br />

Beuven<br />

Het oppervlak van het totale onderzochte gebied is ongeveer 4 km2 of 400 ha. Ongeveer de helft<br />

hiervan is bos, hoofdzakelijk naaldbos (Grove Den) en gemengd bos, maar omvat ook moerasbos. Een<br />

kwart is heide afgewisseld met grasvlakten en het overige gedeelte bestaat uit water (voornamelijk<br />

bestaand uit het Beuven en het Starven) en moeras/dras. Totaal zijn ruim 130 soorten in beeld<br />

gebracht.<br />

Er is dit jaar weer een zeer grote hoeveelheid uren in het onderzoek gestoken. Niet alleen voor de<br />

broedvogelinventarisatie, maar onder andere ook voor de slaapplaatstellingen. Ook heb ik menig<br />

uurtje in het maken van dit rapport moeten steken. Alhoewel ik het met heel veel plezier gedaan heb,<br />

besef ik me dat er totaal toch wel heel veel tijd in gaat zitten. Dit alles om een zo compleet mogelijk<br />

overzicht van alle aanwezige vogels in het gebied te kunnen maken.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Inleiding en informatie 4


<strong>Broedvogels</strong>:<br />

De broedvogelresultaten zijn dit jaar gebaseerd op een volledige inventarisatie, waarbij de opgedane<br />

ervaringen uit 2010 een aangename toevoeging waren. Hierdoor kon de inventarisatie van dit jaar<br />

duidelijk nog beter tot zijn recht komen.<br />

Voor de territoria zijn de Sovon BMP criteria gehanteerd. Voor zekere broedgevallen zijn tenminste<br />

voedselvluchten, nesten en/of jongen waargenomen. Niet vermelde soorten zijn niet aanwezig in het<br />

gebied. Vrijwel het hele gebied is meerdere malen bezocht om de soorten te tellen, aan enkele soorten<br />

zoals Grote Bonte Specht is extra aandacht besteed. Alle vormen van opzettelijke verstoring zijn<br />

vermeden, er is dus bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt van geluid ten behoeve van inventarisatie.<br />

Totaal zijn 78 soorten aangetroffen in het gebied, waaronder 14 Rode Lijst soorten, en werden er bijna<br />

700 territoria vastgesteld. De tellingen hebben plaatsgevonden van februari t/m augustus <strong>2011</strong>.<br />

Omgeving Starven<br />

Overwinterde vogels:<br />

Voor de overwinterende soorten, zijn (bijzondere) vogelsoorten geteld die op of nabij het Beuven<br />

verbleven gedurende de winter 2010/<strong>2011</strong>. Het betreft hier hoofdzakelijk soorten die het Beuven als<br />

slaapplaats gebruiken zoals ganzen, eenden en zwanen, maar ook soorten als Grote Zilverreiger en<br />

Klapekster. Tellen van slaapplaatsen is gedaan op de Sovon wijze (vanaf 1 plek rond zonsopkomst of<br />

zonsondergang) van september 2010 tot april <strong>2011</strong>. De afgelopen winter kenmerkte zich door de<br />

langdurige periode van vorst, opmerkelijk is het Beuven gedurende deze periode niet volledig bevroren<br />

geweest door de aanwezigheid van vele ganzen.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Inleiding en informatie 5


Overzomerende vogels:<br />

Dit zijn bijzondere soorten als Visarend, Bruine Kiekendief, Zwarte Ooievaar en diverse steltlopers.<br />

Deze soorten pleisteren voornamelijk tijdens de trek naar het zuiden (juli – september) voor langere<br />

tijd in het gebied. Vooral steltlopers kunnen in het voorjaar ook voor langere tijd in het gebied<br />

verblijven, soms ook in hogere aantallen.<br />

Zonsondergang<br />

Trekvogels:<br />

Ook soorten die regelmatig als trekvogel in het gebied voorbij komen en daarbij ook voor korte tijd in<br />

het gebied aanwezig blijven, zijn beschreven. Dit zijn soorten als Grauwe Kiekendief, Zwarte- en Rode<br />

Wouw. De aanwezigheid van deze soorten, wordt in grote mate beïnvloed door de<br />

weersomstandigheden. Zo is de kans op wouwen en bijvoorbeeld Roodpootvalken groter bij<br />

aanhoudende oostenwind. Soorten die uitsluitend op trek zijn waargenomen en niet ter plaatse, zijn<br />

niet beschreven.<br />

Dwaalgasten:<br />

In een enkel geval is ook een dwaalgast beschreven, omdat deze in <strong>2011</strong> enige tijd in het gebied<br />

aanwezig is geweest.<br />

Algemene niet broedvogels:<br />

Beschrijvingen van enkele algemene soorten die niet in het gebied broeden, maar wel met enige<br />

regelmaat in het gebied verblijven (o.a. zwaluwen). Tevens wordt hier voor enkele broedvogelsoorten,<br />

die bijvoorbeeld ook buiten het broedseizoen volop aanwezig zijn, aanvullende informatie gegeven.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Inleiding en informatie 6


Territoria (vrij) algemene soorten<br />

Naam<br />

Aantal Territoria<br />

Waarvan Vastg.<br />

Broedgeval 2010 Afk<br />

Dodaars 1 2 DD 3<br />

Fuut 5 1 X Fu 3+<br />

Aalscholver 1 Kolonie 16 1 (11) AS 3+<br />

Roerdomp 5 3 RD 2<br />

Grote Zilverreiger 0 0 GrZi 3+<br />

Blauwe Reiger 0 0 BlR 3+<br />

Knobbelzwaan 4 0 1 KnZ 3+<br />

Grauwe Gans 4 (12) 4 3 GGa 3+<br />

Canadese Gans 3 1 2 CGa 3+<br />

Nijlgans 2 1 1 NGa 3+<br />

Bergeend 1 1 1 BE 3+<br />

Wilde Eend 27 2 X WE 2<br />

Krakeend 1 2 KrE 3+<br />

Zomertaling 1 3 ZT 3+<br />

Wintertaling 1 2 WT 2<br />

Slobeend 2 4 SE 3+<br />

Tafeleend 2 4 TE 3+<br />

Kuifeend 5 5 KE 3+<br />

Havik 1 1 2 H 3+<br />

Sperwer 1 1 0 SP 3+<br />

Buizerd 1 1 1 Bui 3+<br />

Torenvalk 1 1 TV 3+<br />

Boomvalk 1 1 1 BV 3+<br />

Waterral 5 7 WR 3+<br />

Waterhoen 10 1 WH 2<br />

Meerkoet 13 1 X MK 3+<br />

Scholekster 1 1 Sc 3+<br />

Kievit 2 1 KI 3+<br />

Watersnip 1 0 WS 3<br />

Zwartkopmeeuw 1 1 ZKM 3+<br />

Kokmeeuw 1 Kolonie ~160 1 (1600) KoM 3+<br />

Kleine Mantelmeeuw 0 0 KMM 3+<br />

Houtduif 6 X HD 3<br />

Holenduif 4 3 Hol 3<br />

Koekoek 2 1 3 KO 3+<br />

Nachtzwaluw 5 4 NZ 1<br />

Groene Specht 1 2 GS 3+<br />

Zwarte Specht 1 1 ZS 3<br />

Grote Bonte Specht 17 4 9 GBS 3+<br />

Kleine Bonte Specht 1 0 KBS 3+<br />

Boomleeuwerik 6 1 4 BL 3+<br />

Aantal<br />

Waarnemingen<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Territoria (vrij) algemene soorten 7


Veldleeuwerik 4 1 3 VL 3+<br />

Boompieper 31 1 29 BP 3+<br />

Graspieper 7 1 3 GP 3+<br />

Witte Kwikstaart 1 1 1 WKw 3+<br />

Winterkoning 15 13 W 3<br />

Roodborst 21 39 R 3<br />

Blauwborst 15 8 BB 3+<br />

Gekraagde Roodstaart 20 1 10 GR 3+<br />

Roodborsttapuit 18 2 10 RBT 3+<br />

Merel 12 10 M 3<br />

Zanglijster 5 4 Z 3+<br />

Grote Lijster 6 5 GL 3+<br />

Sprinkhaanzanger 3 4 SZ 2<br />

Rietzanger 1 0 RZ 3+<br />

Bosrietzanger 2 4 B 2<br />

Kleine Karekiet 34 1 22 KK 3<br />

Grasmus 8 2 GM 3<br />

Tuinfluiter 4 X T 1<br />

Zwartkop 16 13 ZK 3+<br />

Tjiftjaf 25 1 16 Tj 3+<br />

Fitis 62 2 43 F 3<br />

Goudhaan 14 13 GH 3+<br />

Vuurgoudhaan 1 0 VGH 3+<br />

Grauwe Vliegenvanger 2 2 GVl 1<br />

Bonte Vliegenvanger 2 0 BVl 3<br />

Staartmees 5 3 SM 3+<br />

Matkop 4 2 Mat 3+<br />

Kuifmees 12 10 Kf 3+<br />

Zwarte Mees 14 8 ZM 3+<br />

Koolmees 15 3 X K 3+<br />

Pimpelmees 9 X P 3+<br />

Boomkruiper 17 15 BKr 3+<br />

Gaai 6 3 Gaai 3+<br />

Zwarte Kraai 4 1 X ZKr 3+<br />

Vink 104 103 V 2<br />

Groenling 1 1 1 G 3+<br />

Kneu 3 1 4 KN 3+<br />

Kruisbek 3 1 KB 3+<br />

Geelgors 6 6 GG 3+<br />

Rietgors 17 1 13 RG 3+<br />

Totaal<br />

78 696 55 (215) 500<br />

Niet gebroed Geen territorium Zeker gebroed<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Territoria (vrij) algemene soorten 8


Gebiedsoverzicht met territoria<br />

*Roofvogels, talrijke soorten en gevoelige soorten niet aangegeven op de kaart.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Gebiedsoverzicht met territoria 9


Beschrijving broedvogels<br />

Dodaars (1, 2):<br />

Er werd dit jaar slechts 1 territorium op het Starven vastgesteld. Daarmee blijft de Dodaars afnemen in<br />

het gebied. Vooral tussen de jaren 2002 en 2008 deed de soort het hier uitstekend met maximaal 10<br />

territoria in 2003. Voor 2002 lagen de aantallen beduidend lager. Het langjarig gemiddelde van de<br />

Dodaars komt uit op 4 territoria.<br />

Geoorde Fuut (0, 1):<br />

Er konden dit jaar geen territoria Geoorde Fuut vastgesteld worden in het gebied. Moet wel gezegd<br />

worden dat de soort nooit talrijk is geweest, met de afgelopen jaren maximaal 3 territoria in 2008.<br />

Gemiddeld wordt er 1 territorium per jaar vastgesteld, maar tussen de jaren 1996 en 2002 en in 2006<br />

was de soort eerder ook al geheel afwezig.<br />

Fuut (5, 0):<br />

De Fuut is dit jaar voor het eerst geteld, er werden 5 territoria vastgesteld. Bij één paartje is ook een<br />

jong gezien.<br />

Aalscholver (16, 11):<br />

Dit jaar werden in eerste instantie de overgebleven 8 nesten van vorig jaar weer bezet, maar na enkele<br />

weken is 1 nest uit de boom gewaaid. Dit nest is later weer opnieuw gebouwd en ook werden nog flink<br />

wat geheel nieuwe nesten gemaakt, daarmee komt het totaal dit jaar op 16 nesten, het hoogste aantal<br />

voor de kolonie ooit (was 15 in 2009). De vogels zijn de gehele winter weer afwezig geweest op de<br />

plas, vermoedelijk door de strenge winter. Maar in tegenstelling tot afgelopen jaar, deze keer weer<br />

rond half februari met nestbouw en herstel begonnen. Al op 13 februari werd de eerste vogel op een<br />

nest aangetroffen (een maand eerder dan in 2010!). Op 10 april werden de eerste jongen gehoord. Op<br />

één nest is twee keer gebroed, waarbij in beide gevallen jongen zijn gezien en of gehoord.<br />

Roerdomp (5, 3):<br />

De eerste weken werden er maar 3 vogels gehoord, maar begin april begon een vierde vogel te roepen<br />

en later zelfs een 5e. Ook na de afgelopen strenge winter, blijft de Roerdomp het dus zeer goed doen<br />

op het Beuven. Zelfs beter dan afgelopen jaar met ‘slechts’ 3 territoria. Vooral vanaf 2002 doet de<br />

soort het erg goed bij het ven, met gemiddeld 4 territoria per jaar Een van de vogels is overigens weer<br />

tot ver in juni blijven roepen, wat zou kunnen betekenen dat deze ongepaard is gebleven. Staat op de<br />

Rode Lijst als ‘bedreigd’.<br />

Grote Zilverreiger (0, 0):<br />

Tenminste 2 Grote Zilverreigers zijn tot kort voor de datumgrens waargenomen. Aan het eind van de<br />

periode zijn ook nog maximaal 3 exemplaren gezien. Het is mogelijk dat er vogels overzomert hebben,<br />

maar dit kon helaas niet bevestigd worden. Staat op de Nederlandse Rode Lijst als ‘gevoelig’<br />

Blauwe Reiger (0, 0):<br />

Tenminste 2 Blauwe Reigers zijn gedurende de hele periode in het gebied aanwezig geweest. Er is<br />

echter geen nest, laat staan een kolonie gevonden. De waarneming voldoet dus niet aan een<br />

territorium. Het is vrij ongewoonlijk dat de soort gedurende de broedperiode vrijwel dagelijks<br />

aanwezig is.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 10


Knobbelzwaan (4, 1):<br />

Vier paren van deze soort werden baltsend op het Beuven vastgesteld. Dit is een zeer hoog aantal voor<br />

de plas. Al deze vogels zijn ook voor lange tijd op het Beuven gebleven. Geen van de paartjes heeft<br />

voor zover bekend een broedpoging ondernomen.<br />

Grauwe Gans (4, 3):<br />

Hoewel er veel meer territoria vastgesteld werden (12), zijn er maar 4 koppels Grauwe Ganzen ook<br />

daadwerkelijk met jongen gezien in het gebied. Het betrof hier paartjes met 7, 4, 3 en 2 juvenielen.<br />

Canadese Gans (3, 2):<br />

1 territorium Canadese Gans werden vastgesteld op het Beuven, 1 op het Starven en 1 op de plassen<br />

ten zuiden van het Beuven. Bij het territorium op het Starven is ook een broedende vogel<br />

waargenomen. De Canadese Gans werd pas in 2002 voor het eerst als broedvogel aangetroffen in het<br />

gebied. De eerste jaren daarna was er nog een explosieve toename van de soort (al 8 territoria in<br />

2006), maar sinds 2009 is er plotseling weer een flinke afname.<br />

Nijlgans (2, 1):<br />

Twee paartjes Nijlgans werden in het gebied aangetroffen en één paartje daarvan is ook met jongen<br />

waargenomen. Deze soort werd voor 2002 slechts sporadisch als broedvogel in het gebied<br />

aangetroffen, vanaf dat jaar worden gemiddeld jaarlijks drie territoria vastgesteld. Er is de afgelopen<br />

jaren geen sprake meer van een duidelijke toename van broedende Nijlganzen. De aantallen lijken<br />

eerder vrij stabiel<br />

Bergeend (1, 1):<br />

Bergeenden zijn regelmatig in het gebied gezien, ook ruim voldoende voor een territorium. De vogels<br />

hebben echter mogelijk net ten westen van het betreffende gebied een broedpoging ondernomen. De<br />

vogels zijn meerdere malen, ook alleen, opvliegend gezien vanuit de hei. Van deze soort werd pas twee<br />

keer eerder een territorium vastgesteld. Eén keer in 1996 en in 2010. Bergeenden broeden in holen,<br />

voornamelijk van konijnen.<br />

Krakeend (1, 2):<br />

Er is dit jaar maar 1 territorium Krakeend vastgesteld. Daarmee is het aantal territoria de afgelopen<br />

jaren weer flink afgenomen, na de piek van 9 in 2007. Ook in de jaren voor 2007 lag het aantal<br />

broedende Krakeenden beduidend lager (gemiddeld 3 broedgevallen per jaar). Ook wintergast in het<br />

gebied.<br />

Wilde Eend (27, X):<br />

27 territoria Wilde Eend werden vastgesteld in het gebied. Daarmee is dit natuurlijk de algemeenste<br />

broedvogel onder de eenden. De eerste Wilde Eend met jongen werd waargenomen op 26 april op het<br />

Starven.<br />

Zomertaling (1, 3):<br />

Een territorium Zomertaling werd dit jaar vastgesteld op het Starven. Het is voor het eerst sinds 2006<br />

dat het aantal territoria zo laag is. Afgelopen jaar werden nog tenminste drie territoria genoteerd.<br />

Staat op de Rode Lijst als ‘kwetsbaar’.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 11


Wintertaling (1, 2):<br />

Van de Wintertaling is dit seizoen slechts 1 territorium aangetroffen. Staat op de Rode Lijst als<br />

‘kwetsbaar’. Ook wintergast in het gebied.<br />

Slobeend (2, 4):<br />

Met 2 territoria Slobeend doet deze soort het minder goed dan afgelopen jaar, toen nog 4 territoria<br />

vastgesteld konden worden. Ook dit jaar verbleven tot kort voor de datumgrens weer grote<br />

hoeveelheden (max 62) Slobeenden op het Beuven. Op 18 april nog 19 exemplaren, de datumgrens is<br />

20 april. Staat op de Rode Lijst als ‘kwetsbaar’.<br />

Tafeleend (2, 4):<br />

Ook van de Tafeleend zijn dit jaar minder territoria vastgesteld. Werden er in 2010 nog vier territoria<br />

genoteerd, kwam het aantal in <strong>2011</strong> niet hoger uit dan twee. Ook wintergast in het gebied.<br />

Kuifeend (5, 5):<br />

Tenminste 4 territoria Kuifeend konden op het Starven vastgesteld worden. Ook op Beuven-zuid werd<br />

een territorium vastgesteld. Daarmee komt het totaal uit op 5, hetzelfde als in 2010. Eén van de<br />

weinige eendensoorten waarbij dus geen afname heeft plaatsgevonden. Ook wintergast in het gebied.<br />

Wespendief (0, 1):<br />

Wespendieven werden meerdere malen in het gebied gezien. Maar hebben niet in het onderzochte<br />

gebied gebroed. De vogels hebben hun nest elders gebouwd.<br />

Wespendief<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 12


Havik (1, 2):<br />

1 paartje Havik is regelmatig vanaf de telpost gezien, ook meerdere malen baltsend. Later is er ook nog<br />

tenminste 1 jong gehoord. Aanvullend zijn er net buiten het gebied ook nog eens 4 paartjes<br />

waargenomen. Hoewel het aantal broedende Haviken in het betreffende gebied lager is dan afgelopen<br />

jaar, blijkt het dus juist een opmerkelijk goed jaar voor de soort te zijn. Dit is in lijn met de algemene<br />

trend in Nederland, waar de Havik de afgelopen jaren ook flink aan het toenemen is. Mogelijk<br />

ondervindt de Sperwer hier nadelige gevolgen van.<br />

Sperwer (1, 0):<br />

Dit jaar werd er sinds lange tijd weer een territorium Sperwer vastgesteld. Dit was voor het eerst sinds<br />

2006. Het paar heeft 4 jongen grootgebracht. Sperwers lijken flinke concurrentie te ondervinden van<br />

de Havik. Ze broeden daardoor ook steeds vaker in de steden en dorpen. In bosgebieden prefereert de<br />

soort een biotoop met flink wat ondergroei van struiken.<br />

Buizerd (1, 1):<br />

1 paar Buizerd werd aangetroffen in het gebied. Het lijkt zelfs om dezelfde vogel van vorig jaar te gaan,<br />

want deze vogel miste dezelfde handpennen als die van afgelopen jaar. Het paartje is wel verhuisd<br />

omdat het bos waar de vogels vorig jaar nog verbleven gekapt is.<br />

Torenvalk (1, 1):<br />

Torenvalken broeden ook op heidegebieden en zelfs bij rietland. Het ene territorium werd aan de<br />

noordkant van het Beuven gevonden. De Torenvalk is een incidentele broedvogel in het gebied, die<br />

niet jaarlijks aanwezig is.<br />

Boomvalk (1, 1):<br />

Ook dit jaar is weer 1 territorium Boomvalk vastgesteld. Het bevond zich in de buurt van het Beuven. In<br />

tegenstelling tot de Torenvalk, wordt er van deze soort wel jaarlijks een territorium vastgesteld. Zowel<br />

de Boomvalk als de Torenvalk maken regelmatig gebruik van oude Kraaiennesten om in te broeden.<br />

Eind juli en begin augustus werd enkele keren een familiegroepje van 6 exemplaren samen<br />

foeragerend boven het Beuven gezien. Het lijkt er dus op dat er succesvol is gebroed bij het Beuven,<br />

met het maximale aantal van vier jongen als resultaat. Meestal leggen Boomvalken ‘slechts’ 3 eieren.<br />

Staat op de Rode Lijst als ‘kwetsbaar’.<br />

Waterral (5, 7):<br />

Broedt vaak in moerasgebieden met riet en drassige plekken. Alle territoria werden aan de rand van<br />

het Beuven opgemerkt. De aantallen liggen dit jaar echter wel opmerkelijk lager dan afgelopen jaar.<br />

Hoewel er diverse malen speciaal naar de soort gezocht is, is het aantal territoria toch op het bijzonder<br />

lage aantal van 5 blijven steken. Ook buiten de broedperiode zijn veel minder waarnemingen gedaan<br />

dan in voorgaande jaren. Het lijkt er dus op dat het een slecht jaar is voor de soort.<br />

Waterhoen (10, X):<br />

Een vrij heimelijke soort, die voornamelijk leeft in dichte oevervegetatie. Er konden 10 territoria<br />

worden vastgesteld in het gebied, hoofdzakelijk rondom het Beuven.<br />

Meerkoet (13, X):<br />

Meerkoeten houden van veel oeverbegroeiing, deze is aan de rand van het Beuven in geruime mate<br />

aanwezig. Er konden dan ook 13 territoria worden vastgesteld. Er is ‘slechts’ 1 jong gezien van deze<br />

soort.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 13


Scholekster (1, 1):<br />

Een territorium werd vastgesteld in de buurt van het Beuven. Scholeksters maken als nest een klein<br />

kuiltje in de grond. De vogels zijn meerdere keren gezien en gehoord. Het is onbekend of er ook<br />

gebroed is.<br />

Kleine Plevier (0, 1):<br />

Er zijn dit jaar wel enkele waarnemingen van Kleine Plevieren in het gebied gedaan, maar er kon helaas<br />

geen territorium vastgesteld worden.<br />

Kievit (2, 1):<br />

Kieviten houden van open gebieden met een rijke bodemfauna. Het komvormige nest wordt gemaakt<br />

van gras, waardoor het vrijwel onzichtbaar is. Broedt soms ook aan de rand van plasjes (ook bij<br />

Marijkeven). Bij de plasjes tussen het Beuven en Starven werden tenminste 2 territoria ontdekt.<br />

Tureluur (0, 1):<br />

Dit jaar kon er geen territorium van Tureluur in het gebied vastgesteld worden. Er werd wel een<br />

baltsende vogel op het Marijkeven gezien en gehoord. Wordt tijdens de trek wel regelmatig in het<br />

gebied waargenomen. Staat op de Rode Lijst als ‘gevoelig’.<br />

Wulp (0, 1):<br />

Ook van de Wulp kon dit jaar geen territorium worden vastgesteld. Deze soort wordt sowieso maar<br />

sporadisch in het gebied aangetroffen (slechts 10 baltsende paartjes tussen 1988 en <strong>2011</strong>). Bij het<br />

Marijkeven aangrenzend aan de westkant van het gebied, werd wel regelmatig een baltsend paartje<br />

waargenomen.<br />

Watersnip (1, 0):<br />

Voor de eerste datumgrens is twee keer een koppeltje Watersnippen gezien en gehoord. Op 30 mei<br />

werd een adulte Watersnip gezien op Beuven-Zuid. Dit is voldoende voor een territorium. Er werd pas<br />

twee keer eerder een territorium van deze soort in het gebied vastgesteld, in 2009 en 2007. Staat op<br />

de Nederlandse Rode Lijst als ‘bedreigd’.<br />

Zwartkopmeeuw (1, 2):<br />

Hoewel er dit jaar niet zo veel Kokmeeuwen broeden op het Beuven, werd er wel 1 territorium<br />

Zwartkopmeeuw vastgesteld op het eiland. Het betreft hier 2 adulte vogels. Verwacht werd dat de<br />

vogels dit jaar niet zouden terugkeren door het duidelijk lagere aantal broedende Kokmeeuwen, maar<br />

dit bleek dus onjuist. Binnen de datumgrenzen is ook nog een 2 e koppel gezien betreffende 1 adulte en<br />

1 2 e zomer vogel, maar het is onbekend of deze vogels ook langer zijn blijven rondhangen.<br />

Kokmeeuw (~160, ~1600):<br />

Na de massale sterfte van jonge kokmeeuwen afgelopen jaar door het plotselinge vertrekken van de<br />

oudervogels, is de kolonie dit jaar vrijwel verdwenen. Nog slechts ca 160 nesten werden gevonden,<br />

voornamelijk op het eiland en Beuven-zuid. In voorgaande jaren lagen de nesten verspreid over het<br />

hele Beuven. Opmerkelijk genoeg zijn alle broedende Kokmeeuwen eind juni van dit jaar opnieuw<br />

vertrokken, waardoor ook nu alle broedsels verloren zijn gegaan.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 14


Kleine Mantelmeeuw (0, 0):<br />

Tussen de datumgrenzen zijn dit jaar diverse Kleine Mantelmeeuwen waargenomen, het gebied lijkt<br />

echter niet geschikt voor de soort om te gaan broeden, daar de vogels dit voornamelijk aan de kust<br />

doen. Moet wel gezegd worden dat de Kleine Mantelmeeuw de afgelopen jaren ook steeds vaker in<br />

het binnenland broedend wordt waargenomen.<br />

Zwarte Stern (0, 1):<br />

Er zijn dit jaar geen territoria Zwarte Stern vastgesteld in het gebied. Er is sowieso ook maar weinig<br />

broedgelegenheid voor de soort. De Zwarte Stern wordt gelukkig tijdens de trek (vooral in het<br />

voorjaar) nog wel geregeld op de plas waargenomen. Dit jaar werd een maximaal aantal van 38<br />

exemplaren waargenomen op 30 april. Staat op de Rode Lijst als ‘bedreigd’.<br />

Holenduif (4, 3):<br />

Vooral bij agrarisch gebied, maar ook in bos. De Holenduif is afhankelijk van grote holen om in te<br />

broeden. Vier territoria werden verspreid over het gebied vastgesteld.<br />

Houtduif (6, X):<br />

In tegenstelling tot de Holenduif is de Houtduif dit jaar pas voor het eerst geteld. Het aantal<br />

vastgestelde territoria kwam uit op 6. Houtduiven kun je aantreffen in vrijwel alle biotopen; van tuinen<br />

en parken tot in bossen. Favoriet zijn echter kleinere landbouwgebieden aan de rand van bossen. De<br />

Houtduif is in het gebied ook een opmerkelijke doortrekker. Eind oktober vindt de massale trek van<br />

deze soort plaats, waarbij aantallen van in de tienduizenden geen uitzondering zijn. Een machtig<br />

schouwspel. Op 29 oktober 2010 werd een maximaal aantal van 17.530 trekkers genoteerd (het record<br />

staat op 105.500 Houtduiven op 02 november 2008.<br />

Koekoek (2, 3):<br />

Er konden dit jaar twee territoria Koekoek worden vastgesteld, 1 minder dan in 2010. Koekoeken<br />

worden vooral aangetroffen in relatief open gebieden met enkele uitkijkposten. Vanaf deze posten<br />

zoeken ze naar nesten van waardsoorten waaronder, Graspiepers, Heggenmussen, karekieten en<br />

kwikstaarten. Ook dit jaar is er weer geslaagd een nest van Graspiepers geparasiteerd. Het betreft zelfs<br />

een territorium op dezelfde locatie als afgelopen jaar. Staat op de Nederlandse Rode Lijst als<br />

‘kwetsbaar’.<br />

Bosuil (0, 1):<br />

De oude vertrouwde Bosuil die al jaren in de buurt van het Starven verbleef is dit jaar, na de periode<br />

van vorst en sneeuw, helaas niet meer waargenomen. Mogelijk heeft de vogel door de winterse<br />

periode een tekort aan voedsel gekregen en is gaan zwerven.<br />

Nachtzwaluw (5, 4):<br />

Tenminste 5 territoria werden vastgesteld in het gebied. Hoewel afgelopen jaar niet het gehele gebied<br />

doorzocht was op Nachtzwaluwen en dit jaar wel, leverde dat maar 1 extra territorium op. De eerste<br />

Nachtzwaluw van dit jaar werd op 30 april al bijzonder vroeg gehoord. Staat op de Rode Lijst als<br />

‘kwetsbaar’.<br />

Groene Specht (1, 2):<br />

Een territorium Groene Specht kon worden vastgesteld in de noordelijke bossen van het gebied. De<br />

vogels foerageren voornamelijk op open boomloze terreinen. Dit kunnen ook bredere, met gras<br />

begroeide, bospaden zijn. Staat op de Rode Lijst als ‘kwetsbaar’.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 15


Zwarte Specht (1, 1):<br />

De vogels hebben een voorkeur voor oude bossen met veel dood hout. 1 territorium kon op ongeveer<br />

dezelfde locatie als afgelopen jaar worden vastgesteld. Er moet wel opgemerkt worden dat er dit jaar<br />

bijzonder weinig waarnemingen van Zwarte Specht in het gebied gedaan zijn. Dit geldt overigens ook<br />

voor de rest van de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>.<br />

Grote Bonte Specht (17, 9):<br />

Kan in alle soorten bos worden aangetroffen, maar heeft wel een voorkeur voor loof- en gemengde<br />

bossen. Zoals afgelopen jaar al gemeld, was er een vermoeden dat het aantal territoria mogelijk nog<br />

iets hoger zou kunnen liggen. Daarom dit jaar extra veel tijd in de inventarisatie van de Grote Bonte<br />

Specht gestoken. Dit bevestigde inderdaad de vermoedens en konden vorig jaar niet uitsluitende<br />

waarnemingen dit jaar wel bevestigd worden. Het aantal bleek zelfs fors hoger te zijn dan de 9<br />

territoria van afgelopen jaar. Daardoor lijkt dit jaar ook een opmerkelijk goed jaar voor de soort te zijn.<br />

Er werden uiteindelijk ook op tenminste 4 plekken jongen waargenomen.<br />

Kleine Bonte Specht (1, 0):<br />

Aan de zuidoostkant van het Beuven werd dit jaar een territorium Kleine Bonte Specht vastgesteld. Dit<br />

is het eerste territorium sinds 2008. Kleine bonte spechten hebben een voorkeur voor loof- en<br />

gemengde bossen met zachte boomsoorten (berk, wilg, els en populier) en veel dood hout. De Kleine<br />

Bonte Specht is ook in het onderzochte gebied duidelijk veel minder algemeen dan zijn ‘grotere broer’.<br />

Boomleeuwerik (6, 4):<br />

Territoria over het algemeen aan de rand van bossen of bij open plekken in een bos, zo ook alle<br />

vastgestelde zangposten in het geïnventariseerde gebied. Met zes territoria doet de soort het iets<br />

beter dan in 2010. Het langjarig gemiddelde voor deze soort bedraagt 5 territoria. In topjaar 1998<br />

werden zelfs 11 zangposten opgemerkt.<br />

Veldleeuwerik (4, 3):<br />

Wordt de laatste jaren vrijwel uitsluitend op heidegebieden aangetroffen, zo ook de vier territoria. Drie<br />

daarvan werden aan de westkant van het gebied vastgesteld en 1 tussen het Beuven en het Starven.<br />

Hoewel de soort het de laatste jaren in het land steeds slechter is gaan doen blijven de aantallen in het<br />

onderzochte gebied vrij stabiel. Staat op de Nederlandse Rode Lijst als ‘gevoelig’.<br />

Boompieper (31, 29):<br />

Alle territoria van Boompieper werden gevonden aan de rand van bossen of bij open plekken in het<br />

bos. De soort blijft het met 31 zangposten uitzonderlijk goed doen.<br />

Graspieper (7, 3):<br />

Dit jaar werden 7 territoria Graspieper vastgesteld. Graspiepers broeden vaak in gebieden met korte<br />

vegetatie met daarin liefst ook overjarige gras- of heidepollen. Het hogere aantal territoria van <strong>2011</strong><br />

kan bij deze soort te maken hebben met de niet volledige inventarisatie in 2010. Eén legsel werd ook<br />

dit jaar weer geparasiteerd door een Koekoek. Het jong werd succesvol grootgebracht. Opmerkelijk<br />

genoeg betreft het dit jaar en afgelopen jaar een territorium op dezelfde locatie. Staat op de<br />

Nederlandse Rode Lijst als ‘gevoelig’.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 16


Witte Kwikstaart (1, 1):<br />

Een soort die meer thuishoort op het platteland, maar die een zeer uitgebreide habitatkeuze heeft. Ze<br />

kunnen zelfs op open plekken in bossen broeden. Op dezelfde locatie, ten zuidwesten van het Beuven<br />

werd afgelopen jaren ook al een paartje aangetroffen.<br />

Winterkoning (15, 13):<br />

Winterkoningen houden van struikgewas, ze worden dus meestal in de buurt daarvan gevonden, zo<br />

ook de 15 territoria. Een opvallende concentratie Winterkoningen werd aangetroffen aan de<br />

zuidoostkant van het Beuven, mogelijk door de zeer goede geschiktheid van het biotoop op die locatie.<br />

Roodborst (21, 39):<br />

Bijna de helft minder territoria dan afgelopen jaar (39). Mogelijk heeft de soort een klap gekregen door<br />

afgelopen strenge winter. Gezien het opmerkelijk lage aantal zijn er extra controle tellingen<br />

uitgevoerd, waardoor zeker kon worden vastgesteld dat het aantal daadwerkelijk zo laag was.<br />

Blauwborst (15, 8):<br />

Blauwborsten broeden het liefst in gevarieerde natte gebieden met open delen en<br />

loofboombegroeiing. Je treft ze dan ook vaak aan bij de overgang van riet naar bos. Vergeleken met de<br />

8 territoria in 2010 zijn er dit jaar beduidend meer vastgesteld. Dit heeft bij de Blauwborst<br />

voornamelijk te maken met het niet compleet inventariseren van Beuven zuid in 2010. Dat is dit jaar<br />

wel gebeurd.<br />

Gekraagde Roodstaart (20, 10):<br />

Houdt van gemengde bossen met open plekken, bijvoorbeeld heide. Afgelopen jaar deed de<br />

Gekraagde Roodstaart het wat minder met slechts 10 territoria, maar dit seizoen is de soort met 20<br />

territoria opvallend veel aanwezig. Ook in de rest van het land zijn de aantallen opmerkelijk hoog.<br />

Roodborsttapuit (18, 10):<br />

Broedt meestal in open gebied (heide), vaak in de buurt van een bos. De Roodborsttapuit was ook dit<br />

jaar weer goed vertegenwoordigd in het geïnventariseerde gebied. Vaak op de hei, maar wel in de<br />

buurt van een bos. Er werden in totaal 18 territoria vastgesteld.<br />

Merel (12, 10):<br />

Van de Merel werden dit jaar twee territoria meer vastgesteld dan afgelopen jaar. Merels worden<br />

voornamelijk aangetroffen in de buurt van plekken met gras. Zo ook in het onderzochte gebied.<br />

Grote Lijster (6, 5):<br />

Zes territoria van Grote Lijster werden opgemerkt, dit is 1 meer dan vorig jaar. Grote Lijsters broeden<br />

vaak in de buurt van open plekken met gras om te foerageren. In de meeste gevallen is dat hier ook zo.<br />

Zanglijster (5, 4):<br />

Ook van de Zanglijster werd 1 territorium meer vastgesteld dan in 2010. Zanglijsters hebben een<br />

voorkeur voor loofbos met flink wat ondergroei. Alle 5 de territoria werden dan ook in dit biotoop<br />

aangetroffen.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 17


Sprinkhaanzanger (3, 4):<br />

De sprinkhaanzanger broedt in natte ruigtevegetaties in open gebieden. Alle territoria werden aan de<br />

randen van het Beuven (zuid) vastgesteld. Er lijkt een afnemende trend bij de soort op te treden (zie<br />

grafiek pag 34).<br />

Rietzanger (1, 0):<br />

Voor het eerst sinds 2006 is er weer een territorium van Rietzanger vastgesteld. Hoewel een algemene<br />

soort in het westen van het land, blijft het hier een heuse zeldzaamheid. De vogel was al aanwezig<br />

vanaf 11 april, toen nog in het gezelschap van een 2 e zingend mannetje.<br />

Bosrietzanger (2, 4):<br />

Bosrietzangers tref je regelmatig aan bij natte ruigtevegetaties, vaak is er toch wel riet in de buurt. De<br />

2 territoria werden in dit biotoop aan de zuidkant van het Beuven aangetroffen.<br />

Kleine Karekiet (34, 22):<br />

De Kleine Karekiet is een soort van het riet, en dat is in het gebied voldoende aanwezig aan de rand<br />

van het Beuven en Beuven-zuid. Vrijwel alle territoria werden rondom het Beuven aangetroffen. Ook<br />

bij de Kleine Karekiet geldt dat het aantal territoria dit jaar hoger ligt door de niet complete<br />

inventarisatie van deze soort in 2010.<br />

Grasmus (8, 2):<br />

De Grasmus heeft een voorkeur voor open terreinen met struiken. Aangezien dit biotoop weinig<br />

aanwezig is in het gebied werden er ook maar enkele territoria vastgesteld. Met 8 zangposten is dit<br />

overigens het beste jaar voor de soort. Het voorheen maximale aantal van 7 zangposten werd in 1996<br />

gehaald. Het jaarlijks gemiddelde ligt op 4 territoria per jaar. Ook in de rest van Nederland deed de<br />

Grasmus het dit jaar uitzonderlijk goed.<br />

Tuinfluiter (4, X):<br />

Tuinfluiters worden meestal aangetroffen in gebieden met veel bomen en dichte hoge struiken, vaak<br />

aan de rand van open plekken. Van de Tuinfluiter konden slechts 4 territoria worden vastgesteld<br />

rondom het Beuven en Starven.<br />

Zwartkop (16, 13):<br />

Deze soort heeft net zoals de Tjiftjaf een voorkeur voor loof- of gemend bos met grote hoeveelheden<br />

ondergroei. Dit jaar werden 16 zangposten opgemerkt, tegen 13 in 2010. Hoewel er dus ook van de<br />

Zwartkop dit jaar meer territoria zijn vastgesteld, is het stijgingspercentage niets vergeleken bij dat van<br />

de Tjiftjaf, welke in <strong>2011</strong> maar liefst 9 territoria meer heeft dan in 2010.<br />

Fluiter (0, 7):<br />

Een schril contrast met 2010, toen nog zeven zangposten in het gebied konden worden vastgesteld. Dit<br />

jaar werd niet 1 zingende vogel ontdekt in het gebied. Voorheen was de Fluiter ook al geen algemene<br />

soort, met totaal slechts 5 territoria in de periode 2002-2009. Het is dan ook wel gebleken dat 2010<br />

een zeer goed jaar was voor de Fluiter.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 18


Tjiftjaf (25, 16):<br />

De Tjiftjaf heeft een voorkeur voor loof- of gemend bos met flink wat ondergroei. De vogels zaten ook<br />

vrij verspreid over het gebied in gedeeltes met veel loofhout. De eisen die Tjiftjaffen aan hun biotoop<br />

stellen liggen dicht bij die van Zwartkop. Dit jaar werd een flink hoger aantal territoria vastgesteld ten<br />

opzichte van 2010 (25 tegen 16). De oorzaak hiervan is onbekend.<br />

Fitis (62, 43):<br />

62 territoria van Fitis zijn in het gebied gevonden. In tegenstelling tot Tjiftjaf, werden hier ook<br />

regelmatig meerdere zangposten vlak bij elkaar gevonden. Deze soort komt buiten loof- en gemengd<br />

bos ook vaak voor in naaldbos, dit blijkt ook uit het hogere aantal territoria. Ook bij de Fitis werden<br />

opmerkelijk meer territoria vastgesteld dan in 2010 (62 tegen 43).<br />

Goudhaan (14, 13):<br />

Een soort van naaldbos. De 14 territoria werden dan ook hoofdzakelijk in dit biotoop aangetroffen. Het<br />

aantal zangposten is vrijwel gelijk aan dat in 2010.<br />

Vuurgoudhaan (1, 0):<br />

Hoewel net ten noorden van het geïnventariseerde gebied, is de soort te bijzonder om niet mee te<br />

nemen. 1 mannetje werd meerdere malen zingend waargenomen. In 1998 werd voor het laatst een<br />

territorium van deze soort vastgesteld.<br />

Grauwe Vliegenvanger (2, 2):<br />

Grauwe Vliegenvangers hebben een voorkeur voor loof- en gemengd bos, vaak met ondergroei. Er zijn<br />

dit jaar twee territoria vastgesteld. Maar van deze onopvallende soort zouden best enkele territoria<br />

meer in het gebied aanwezig kunnen zijn. Staat op de Rode Lijst als ‘gevoelig’.<br />

Bonte Vliegenvanger (2, 0):<br />

De Bonte Vliegenvanger wordt hoofdzakelijk aangetroffen in loof- en gemengde bossen. 2 territoria<br />

werden in gemengde stukken bos vastgesteld aan de zuidoostkant van het gebied. Dat de Bonte<br />

Vliegenvanger geen algemene verschijning in het geïnventariseerde gebied is, blijkt wel uit het lage<br />

aantal vastgestelde territoria tussen 2002 en 2010, dat totaal slechts 3 betreft.<br />

Staartmees (5, 3):<br />

De staartmees kan in veel soorten biotopen worden aangetroffen. De aanwezigheid van een dichte<br />

begroeiing is wel een voorwaarde. Dit kan zijn in de vorm van jonge aanplant of struiken. Er werden<br />

twee territoria meer vastgesteld dan in 2010.<br />

Matkop (4, 2):<br />

Matkoppen broeden meestal in gebieden met veel dood hout en hebben net zoals Staartmezen, vaak<br />

een zeer groot territorium. Ook van de Matkop werden 2 territoria meer vastgesteld dan in 2010. Staat<br />

op de Rode Lijst als ‘gevoelig’.<br />

Kuifmees (12, 10):<br />

De Kuifmees heeft een voorkeur voor naaldbos (dennen) en in mindere mate gemengd bos. Alle<br />

territoria werden in gedeeltes met veel naaldbos (Grove Den) aangetroffen.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 19


Zwarte Mees (14, 8):<br />

De Zwarte Mees is ook een bewoner van naaldbossen, maar houdt meer van Sparren. Werden in 2010<br />

de meeste territoria nog aangetroffen aan de oostkant van het gebied, bleek de soort dit jaar ook in de<br />

rest van het gebied goed vertegenwoordigd. Dit werd dan ook opgemerkt uit het aantal territoria ten<br />

opzichte van 2010. 14 tegen 8.<br />

Koolmees (15, X):<br />

Nipt de algemeenste mees in het gebied, slechts één territorium meer dan Zwarte Mees. De Koolmees<br />

is een vogel van bossen, tuinen en parken, maar wordt in dennenbossen duidelijk beconcurreert door<br />

onder andere de Zwarte Mees. De Koolmees is dit jaar voor het eerst geïnventariseerd.<br />

Pimpelmees (9, X):<br />

Vrijwel hetzelfde biotoop als de Koolmees, maar in het gebied toch duidelijk minder aanwezig. Dit is<br />

overeenkomstig met het landelijk beeld van de soort. Ook de Pimpelmees is dit jaar voor het eerst<br />

geteld.<br />

Boomklever (0, 2):<br />

Van de Boomklever konden dit jaar geen territoria in het gebied worden vastgesteld. Sterker nog er is<br />

het gehele seizoen niet eens een waarneming van de soort gedaan.<br />

Boomkruiper (17, 15):<br />

Boomkruipers zijn overal te vinden waar bomen zijn. De soort stelt maar weinig eisen aan zijn<br />

leefomgeving. Er werden 17 territoria vastgesteld.<br />

Wielewaal (0, 1):<br />

Van de Wielewaal konden dit jaar geen territoria worden vastgesteld. Het bos waar afgelopen jaar nog<br />

een territorium werd vastgesteld, is eind 2010 gekapt. Er zijn wel enkele waarnemingen van vogels die<br />

kort aanwezig waren in het gebied, maar ook in mindere mate ten opzichte van het afgelopen jaar.<br />

Staat op de Rode Lijst als ‘kwetsbaar’.<br />

Gaai (6, 3):<br />

Gaaien hebben een voorkeur voor loof- of gemengd bos. Alle zes de territoria werden in gemengd bos<br />

aangetroffen. Het hogere aantal territoria ten opzichte van de 3 in 2010 is vooral te danken aan het feit<br />

dat er meer specifieke aandacht aan deze soort besteed is.<br />

Zwarte Kraai (4, X):<br />

Dit jaar voor het eerst geteld en dat leverde 4 territoria op. Zwarte Kraaien kun je in allerlei biotopen<br />

aantreffen. Ze maken een nest in bomen. De zwarte kraai is lastig te inventariseren doordat er ook<br />

vaak niet-territoriale vogels aanwezig zijn. Er is tenminste 1 vogel met 3 jongen waargenomen.<br />

Spreeuw (0, 1):<br />

Van de Spreeuw kon dit jaar geen territorium worden vastgesteld. Deze niet alledaagse bossoort werd<br />

afgelopen jaar wel 1 keer aangetroffen. De soort gebruikt het Beuven in de zomer wel als slaapplaats,<br />

dit jaar maximaal ca 1000 exemplaren.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 20


Vink (104, 103):<br />

De Vink doet het in alle biotopen goed en met tenminste 104 zingende mannetjes is deze soort ook dit<br />

jaar weer de algemeenste (niet kolonie) broedvogel.<br />

Groenling (1, 1):<br />

Dat de Groenling geen heide- en bossoort is (meer van cultuurlandschap) blijkt wel uit het ene<br />

territorium dat gevonden werd in het hele gebied, op dezelfde plek als in 2010.<br />

Kneu (3, 3):<br />

Kneu’s komen hoofdzakelijk voor bij open gebieden met veel ruige begroeiing, struikgewas en allerlei<br />

planten. Alle territoria in het gebied werden aan de rand van bossen aangetroffen. Het biotoop in het<br />

geïnventariseerde gebied is minder geschikt voor deze soort, wat mogelijk het lage aantal territoria kan<br />

verklaren. Van 1 paartje zijn ook twee jongen gezien. Staat op de Rode Lijst als ‘gevoelig’.<br />

Appelvink (0, 1):<br />

De Appelvink is dit jaar helaas niet aangetroffen in het gebied. Het moet opgemerkt worden dat deze<br />

soort heel makkelijk gemist kan worden.<br />

Kruisbek (3, 1):<br />

Er werden dit jaar maar liefst 3 territoria van Kruisbek vastgesteld. Wat een zeer goed jaar voor de<br />

soort betekend. Twee van deze territoria zijn bekende locaties (Starven en Keiven), het derde is nieuw<br />

in het zuidoosten van het gebied.<br />

Geelgors (6, 6):<br />

Soort die in het gebied voorkomt op de heide, maar komt ook voor op akkers, weilanden, etc. Ze<br />

broeden vaak aan de rand van bossen. Alle 6 de territoria werden aan bosranden aangetroffen.<br />

Rietgors (17, 13):<br />

Een echte soort van het riet. Alle Rietgorzen werden rond het Beuven of Beuven Zuid gezien en/of<br />

gehoord. De vogels zaten verspreid over de rietkragen aan de rand van de plas.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving broedvogels 21


Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong><br />

Hieronder enkele grafieken met de aantallen territoria van vogelsoorten tussen 2002 en <strong>2011</strong>. In 2009<br />

zijn de meeste soorten niet meer geteld, dus hiervan ontbreken hoofdzakelijk de gegevens, waar<br />

mogelijk zijn deze aangevuld. Van veel andere soorten ontbreken ook de gegevens van 2007 en 2008,<br />

deze konden dan ook niet opgenomen worden.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 22


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 23


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 24


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 25


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 26


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 27


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 28


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 29


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 30


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 31


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 32


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 33


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 34


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 35


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 36


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 37


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 38


Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Aantalsontwikkelingen territoria 2002-<strong>2011</strong> 39


Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven<br />

Soort<br />

Hoogste aantal<br />

2010/<strong>2011</strong> 2009/2010 2008/2009<br />

Aalscholver 15 43 34<br />

Grote Zilverreiger 30 40 40<br />

Blauwe Reiger 1 23 2<br />

Knobbelzwaan 12 3 0<br />

Kleine Zwaan 77 51 51<br />

Wilde Zwaan 34 11 19<br />

Toendrarietgans 900 550 1800<br />

Taigarietgans 33 0 1<br />

Kolgans 1000 300 2500<br />

Kleine Rietgans 0 1 2<br />

Grauwe Gans 300 250 55<br />

Canadese Gans 53 106 99<br />

Brandgans 2 5 6<br />

Nijlgans 41 34 25<br />

Bergeend 3 1 2<br />

Krakeend 61 65 119<br />

Wintertaling 17 31 63<br />

Slobeend 22 34 32<br />

Tafeleend 127 136 212<br />

Kuifeend 120 144 118<br />

Pijlstaart 3 7 7<br />

Brilduiker 33 27 25<br />

Grote Zaagbek 43 27 19<br />

Middelste Zaagbek 3 (vr) 0 0<br />

Nonnetje 3 (vr) 3 (2v + 1m) 0<br />

Krooneend 0 4 (2v + 2m) 0<br />

Topper 0 0 1 (onv. Man)<br />

Hybride Kuifeend x Tafeleend 1 (man) 0 1 (man)<br />

Hybride Witoogeend x Tafeleend 1 (vrouw) 0 0<br />

Hybride Witoogeend x Kuifeend 1 (man) 0 0<br />

Kraanvogel 11 0 10<br />

Stormmeeuw 1 2 3<br />

Kokmeeuw 50 6 200<br />

Kluut 0 14 0<br />

Scholekster 1 1 0<br />

Spreeuw 1000 200 100.000<br />

Rode naam = (Vrij) zeldzame soort in de regio.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven 40


Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven<br />

Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven 41


Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven 42


Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven 43


Rood=2010/<strong>2011</strong><br />

Blauw=2009/2010<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Slaapplaatsaantallen winter 2010/<strong>2011</strong> Beuven 44


Beschrijving bijzondere niet broedvogels<br />

Zwarte Ooievaar (zomergast):<br />

Een soort die jaarlijks tijdens de trek op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> verschijnt, vooral in het najaar (eind juli<br />

tot begin september). De vogels lijken vooral in het Grafven geïnteresseerd te zijn.<br />

De afwezigheid van water op deze plas heeft meestal als resultaat dat er maar weinig Zwarte<br />

Ooievaars in het gebied blijven rondhangen. De aantallen in bovenstaande grafiek zijn inclusief het<br />

Grafven.<br />

Ook enkele plasjes bij het Beuven worden vaak bezocht. Dit jaar werden tenminste 16 (15) vogels die<br />

over het gebied trokken genoteerd. Op 10 juli was 1 vogel (>juv) ter plaatse, op 25 juli 3, 2 augustus 1<br />

vogel, van 20 t/m 26 augustus 2 vogels en 1 invallende Zwarte Ooievaar op 11 september.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 45


Grote Zilverreiger (wintergast):<br />

Een soort die de afgelopen jaren als wintergast erg is toegenomen. Zo ook op het Beuven, waar sinds<br />

enkele jaren een slaapplaats van deze soort aanwezig is. Hoewel het hele winterseizoen om<br />

onverklaarbare redenen de aantallen op de slaapplaats de helft lager waren dan 2008/2009 en<br />

2009/2010, werd tijdens de voorjaarstrek in maart toch een piek van 30 vogels gehaald. Het maximum<br />

was in zowel het seizoen 2008/2009 als 2009/2010 40 vogels. Op 10 augustus <strong>2011</strong> waren er al<br />

tenminste 10 vogels aanwezig, dit is een hoog aantal voor deze tijd van het jaar. Een week later sliepen<br />

er al 16 vogels op het Beuven en op 4 september al 26 vogels.<br />

Lepelaar (dwaalgast):<br />

Na de broedpoging in 2009 en de korte aanwezigheid van 2 Lepelaars in 2010, is de soort in <strong>2011</strong> pas<br />

na de broedperiode waargenomen op het Beuven.<br />

Lepelaar<br />

Namelijk 1 exemplaar (ad) van 2 augustus t/m 2 september (op 28 augustus was heel kort een 2 e vogel<br />

(kj2) aanwezig). Het lijkt er dus op dat de broedpoging een enkel incident was, en de soort weer terug<br />

vervalt in zijn eerdere status van dwaalgast, maar wel in mindere mate dan voorheen, daar de soort de<br />

afgelopen jaren opmerkelijk vaker in de regio wordt waargenomen.<br />

Wilde Zwaan (wintergast):<br />

Enkele jaren terug nog de meest algemene zwaan in de winter, maar is deze positie kwijt door de<br />

enorme toename van de Kleine Zwaan. In tegenstelling tot de winter van 2009/2010 (toen max 11)<br />

verbleven afgelopen winter juist uitzonderlijk veel Wilde Zwanen op het Beuven, met een max van 34<br />

vogels.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 46


Kleine Zwaan (wintergast):<br />

Kleine Zwanen nemen de laatste jaren hand over hand toe in ons land, zo ook op het Beuven. De plas<br />

wordt in de winter jaarlijks als slaapplaats gebruikt. Met in het seizoen 2010/<strong>2011</strong> een maximum van<br />

77 exemplaren op 10 februari, dit is tevens een record. Het Beuven wordt hoofdzakelijk als slaapplaats<br />

gebruikt.<br />

Toendrarietgans (wintergast):<br />

Algemene wintergast, die het Beuven als slaapplaats gebruikt, vaak samen met Kolganzen. Ondanks de<br />

lange periode van vorst en sneeuw zijn de aantallen dit jaar weer ‘normaal’. Sterker nog een flink<br />

aantal ganzen is gedurende de winterse periode op de plas gebleven. Hierdoor bleef het ven<br />

gedeeltelijk open waardoor ook andere soorten als Grote Zaagbek de plas konden blijven gebruiken<br />

om te overnachten. Deze winter verbleven maximaal 900 Toendrarietganzen op de slaapplaats.<br />

Taigarietgans (dwaalgast):<br />

Incidentele wintergast, waar met de betrekking tot determinatie de afgelopen jaren veel discussie over<br />

is. De soort kwam de laatste jaren niet meer in grote aantallen voor in de regio, tot dit jaar. Toen<br />

regelmatig groepen van enkele tientallen gemeld werden. Op 9 januari werd een groep van tenminste<br />

33 exemplaren waargenomen op het Beuven. De groep verbleef tussen de Kol- en Toendrarietganzen<br />

op de plas, maar hield zich wel vrij afzijdig.<br />

Kolgans (wintergast):<br />

Algemene wintergast, die het Beuven als slaapplaats gebruikt, vaak samen met Toendrarietganzen. De<br />

aantallen komen regelmatig boven de duizend uit, dit jaar maximaal 1000. De hoogste aantallen Kolen<br />

Toendrarietganzen verblijven meestal op de slaapplaats in januari en februari.<br />

Smient (wintergast):<br />

Wintergast in zeer klein aantal. Meestal slechts enkele exemplaren, vaak ook maar voor korte duur ter<br />

plaatse op het Beuven. Het hoogste aantal voor afgelopen winter betrof ‘slechts’ 6 exemplaren.<br />

Pijlstaart (trekvogel):<br />

Wintergast met jaarlijkse maxima op de plas tot ca 25 exemplaren. Het maximale aantal op het Beuven<br />

is dit jaar erg aan de lage kant gebleven, met slechts 3 exemplaren. Pijlstaarten verblijven meestal<br />

maar kort op het Beuven voornamelijk tijdens de voorjaarstrek.<br />

Brilduiker (wintergast):<br />

Wintergast in ons land en de regio, soms zelfs tot rond de dertig exemplaren op het Beuven. Afgelopen<br />

winter werd een record maximum bereikt van 33 exemplaren op 27 februari.<br />

Grote Zaagbek (wintergast):<br />

Een vrij talrijke wintergast op het Beuven, maar omdat de soort vrijwel niet op de plas foerageert,<br />

wordt het Beuven voornamelijk als slaapplaats gebruikt. De hoge aantallen worden dan overdag ook<br />

vrijwel niet aangetroffen. Het hoogste aantal op de slaapplaats kwam dit jaar uit op 43 vogels. Dit is<br />

een evenaring van het record uit begin 2005. Opmerkelijk genoeg verbleven van 19 juli tot 20 augustus<br />

tenminste 2 vrouwkleed Grote Zaagbekken op het Beuven, 1 hiervan betrof zeker een juveniele vogel.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 47


Middelste Zaagbek (dwaalgast):<br />

Zeldzame eend in het binnenland, wordt hoofdzakelijk bij de kust aangetroffen. Dit jaar werd de soort<br />

twee maal gezien op het Beuven. Op 22 november 2010 werd 1 overnachtende vogel aangetroffen en<br />

op 31 maart vielen 3 vrouwtjes in op de plas. Middelste Zaagbekken verblijven meestal maar voor<br />

korte tijd (~1 dag) in het gebied.<br />

Nonnetje (wintergast):<br />

Een zeldzame eendensoort in het binnenland en onze regio in het bijzonder, zeker de laatste jaren.<br />

Deze winter was echter een uitzonderlijk goed jaar. Diverse keren werden Nonnetjes op de plas<br />

waargenomen, namelijk een groep van 3 vrouwtjes die van 15 tot 22 januari op de plas verbleven, 1<br />

vrouw op 10 februari en 1 man op 14 februari.<br />

Kraanvogel (trekvogel):<br />

Overnacht vrijwel jaarlijks op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>, soms ook in het onderzochte gebied.<br />

Op 10 oktober 2010 sliepen 11 Kraanvogels op het Beuven.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 48


Visarend (zomergast):<br />

Vrijwel jaarlijks duiken er in de zomer (juli tot september) Visarenden op bij het Beuven. De vogels<br />

blijven regelmatig langere tijd bij de plas aanwezig. Dit voorjaar werden opmerkelijk weinig trekkers<br />

waargenomen.<br />

In het najaar (met een piek rond eind augustus – begin september) werden wel opmerkelijke aantallen<br />

Visarenden vastgesteld .Zo werden op 3 september zelfs 5 trekkende Visarenden gezien.Tussen 15<br />

september 2010 en 15 september <strong>2011</strong> werden totaal 39 trekkers genoteerd, waarvan maarliefst 11<br />

tussen 1 en 5 september. Op 6 juli werd een vroege najaarstrekker opgemerkt.<br />

Deze vogel was ook kort ter plaatse op het Beuven. Daarna zijn in augustus nog verschillende<br />

exemplaren ter plaatse geweest, maar helaas nooit langer dan enkele uren.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 49


Rode Wouw (trekvogel):<br />

Wordt jaarlijks op trek waargenomen in het gebied, meestal vaker dan zijn soortgenoot de Zwarte<br />

Wouw. Soms overnacht de soort hier ook. Dit jaar zijn in het gebied geen zekere overnachtende<br />

gevallen vastgesteld. Met de trekkende Rode Wouwen tussen september 2010 en september <strong>2011</strong><br />

ging het erg goed met 26 exemplaren (12 in seizoen 2009/2010), ruim het dubbele dus van het vorige<br />

seizoen. Rode Wouwen blijven vrijwel nooit voor langere tijd aanwezig in het gebied.<br />

Zwarte Wouw (trekvogel):<br />

Wordt jaarlijks op trek waargenomen in het gebied. Soms overnacht de soort hier ook. In dit jaar<br />

betreft het zeker 2 overnachtende vogels op 23 april. De soort wordt vrijwel uitsluitend in het voorjaar<br />

waargenomen.<br />

Het aantal trekkers over het gebied tussen september 2010 en september <strong>2011</strong> was bijzonder hoog en<br />

kwam uit op tenminste 22 vogels (7 in seizoen 2009/2010), waarvan alleen al 9 exemplaren op 8 mei<br />

<strong>2011</strong>, het hoogste jaar- en dagaantal ooit. Op 13 augustus werd ook nog een najaarstrekker gezien. Net<br />

zoals de Rode Wouw, blijft de Zwarte Wouw vrijwel nooit lang rondhangen in het gebied.<br />

Slangenarend (dwaalgast):<br />

Dit jaar werden maar liefst twee Slangenarenden in het gebied waargenomen. 1 exemplaar op 22 april<br />

en 1 op 29 en 30 juli. Beide vogels hebben tenminste enige tijd (enkele uren) rondgehangen in het<br />

gebied en de rest van de heide. De tweede vogel heeft zelfs overnacht op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>. Deze<br />

vogel is uiteindelijk gezien van ca 15:00 op 29 juli tot ca 11:00 op 30 juli. Ondanks dat we de vogel ook<br />

iets hebben zien eten, is er waarschijnlijk te weinig voedsel in de vorm van reptielen en slangen te<br />

vinden in het gebied. Hierdoor is het onwaarschijnlijk dat de soort hier voor langere tijd rond kan<br />

blijven hangen.<br />

Bruine Kiekendief (zomergast):<br />

Vrijwel jaarlijks jagen er voor langere tijd Bruine Kiekendieven in het gebied. Vooral tijdens de<br />

najaarstrek in augustus en september. Ook dit jaar zijn er weer diverse exemplaren gezien. Het gebied<br />

wordt ook regelmatig als slaapplaats gebruikt door de soort (max 3 exemplaren tegelijkertijd).<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 50


Blauwe Kiekendief (wintergast):<br />

Wordt vrijwel jaarlijks in de winter en tijdens de trekperiodes in het gebied aangetroffen. Afgelopen<br />

winter werden er overigens maar weinig waarnemingen gedaan mogelijk door de strenge<br />

vorstperiode. Er werden ook slechts 14 trekkers genoteerd, hetzelfde aantal als het vorige seizoen. Wel<br />

is er op 2 januari voor het eerst een overnachtend exemplaar bij het Beuven waargenomen.<br />

Grauwe Kiekendief (trekvogel):<br />

Zeldzame soort die niet jaarlijks uitsluitend tijdens de trek in het gebied wordt waargenomen. Dit jaar<br />

betreft het een opmerkelijk hoog aantal van tenminste 9 exemplaren, waarvan enkele vogels mogelijk<br />

overnacht hebben op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> en 1 exemplaar zeker overnacht heeft in het gebied.<br />

Ruigpootbuizerd (dwaalgast):<br />

Afgelopen najaar vond er een invasie plaats van Ruigpootbuizerds. De soort wordt normaliter maar<br />

zelden in de omgeving gezien. Maar ook bij het Beuven werd de landelijke invasie opgemerkt.<br />

Hoofdzakelijk betreft het hier doortrekkers maar een enkeling kan mogelijk ook iets langer in het<br />

gebied hebben rondgehangen. Er werden o.a. vogels waargenomen op 17 okt (2 exx!), 29 okt, 03 dec<br />

en 18 dec (waarschijnlijk overnacht). Op 19 maart was een Ruigpootbuizerd zelfs enige tijd ter plaatse.<br />

Roodpootvalk (dwaalgast):<br />

Roodpootvalken duiken meestal in ons land op in het voorjaar na een periode van flinke oostenwind,<br />

zo ook in onze regio en het betreffende gebied (vaak overnachtend). Soms gaat het om een enkel<br />

exemplaar, maar er kunnen er ook flink wat meer gezien worden, voornamelijk in de periode eind april<br />

tot en met begin mei. Dit jaar werd er op 1 mei een vrouwtje Roodpootvalk waargenomen in het<br />

gebied. De vogel was hooguit een half uur ter plaatse.<br />

Slechtvalk (trekvogel):<br />

Hoewel het gebied niet geschikt is voor de soort om te broeden, werden er toch baltsende vogels<br />

gezien. Vermoedelijk ging het hier om een paartje dat gebroed heeft op de televisietoren van Mierlo<br />

(ca 5 kilometer verderop). Verder wordt de soort hoofdzakelijk op trek in het gebied waargenomen.<br />

Tussen 15 sept 2010 en 15 sept <strong>2011</strong> 25 exemplaren.<br />

Morinelplevier (dwaalgast):<br />

Zeldzame steltloper voor de regio. Soms wel invasieachtige jaren in het gebied, zoals 2006 (8 exx) en<br />

2008 (4 exx), maar afwezig in 2009. Het betreft hier meestal vogels die op trek worden waargenomen.<br />

Afgelopen najaar werd op 23 september een overnachtende vogel op het Beuven gezien, die rond half<br />

acht ‘s ochtends weer vertrok. Dit jaar werd op 1 september een trekkend exemplaar opgemerkt.<br />

Bontbekplevier (zomergast):<br />

Deze steltloper kan jaarlijks tijdens de najaarstrek enige tijd pleisterend in het gebied worden<br />

aangetroffen. Soms kunnen deze aantallen flink oplopen, maar meestal betreft het slechts enkele<br />

exemplaren. In <strong>2011</strong> maximaal 12 exemplaren op 10 september.<br />

Kleine Strandloper (trekvogel):<br />

Ook een vrij zeldzame steltloper voor onze regio. Eind september 2010 werd nog een exemplaar<br />

enkele dagen gezien bij het Beuven. Tot dusver zijn er in <strong>2011</strong> geen waarnemingen van deze soort<br />

gedaan.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 51


Bonte Strandloper (zomergast):<br />

Een vrij algemene steltloper die vooral in het najaar (juli-oktober), enige tijd pleisterend kan worden<br />

aangetroffen op het Beuven of Starven. Eind september 2010 nog 4 exemplaren op het Beuven, in<br />

<strong>2011</strong> slechts maximaal 2 exemplaren.<br />

Krombekstrandloper (trekvogel):<br />

Een niet algemene steltloper voor onze regio, die de laatste jaren tijdens de trek met enige regelmaat<br />

opduikt. Op 25 september 2010 werd nog 1 vogel op het Beuven waargenomen, maar helaas zijn er<br />

geen waarnemingen in <strong>2011</strong> gedaan.<br />

Kemphaan (trekvogel):<br />

Minder algemene steltloper op trek, meestal slechts enkele exemplaren, ook vaak maar kort ter<br />

plaatse. Dit jaar werd een redelijk grote groep van 7 exemplaren waargenomen bij het Beuven op 24<br />

augustus.<br />

Bokje (wintergast):<br />

Jaarlijkse wintergast die voornamelijk in de rietkragen aan de rand van het Beuven en Beuven-Zuid<br />

verblijft. Ook dit jaar zijn er weer enkele exemplaren waargenomen. Door de heimelijke leefwijze van<br />

de soort is het vrijwel onmogelijk om exacte aantallen vast te stellen.<br />

Bosruiter (zomergast):<br />

Een algemene steltloper op doortrek in het najaar (juli-september) in het gebied. De vogels blijven<br />

vaak langere tijd rondhangen, groepjes tot 10 exemplaren zijn geen uitzondering. Er werden dit jaar<br />

tijdens de voorjaarstrek opmerkelijke aantallen Bosruiters opgemerkt. Waaronder grote groepen van<br />

maximaal 35 exemplaren. Dit is een zeer hoog aantal voor de regio. Deze bijzonder hoge aantallen<br />

werden ook in de rest van Nederland opgemerkt. Ook elders op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> verbleven hoge<br />

aantallen Bosruiters, waaronder 50 exemplaren op het ’s Heerenven.<br />

Oeverloper (zomergast):<br />

Een algemene steltloper op doortrek in het najaar (juli-september) in het gebied. De vogels blijven<br />

soms voor langere tijd rondhangen. Meestal betreft het hier slechts enkele exemplaren, zelden in<br />

hogere aantallen. Dit jaar maximaal 4 exemplaren.<br />

Witgat (zomergast):<br />

Een algemene steltloper op doortrek in het najaar (juli-september) in het gebied. De soort wordt met<br />

enige regelmaat gezien, maar zeer zelden in grotere aantallen. Dit jaar maximaal 4 exemplaren.<br />

Groenpootruiter (zomergast):<br />

Een algemene steltloper op doortrek in het najaar (juli-september) in het gebied. De vogels blijven<br />

vaak langere tijd rondhangen, groepjes van ruim 10 exx zijn geen uitzondering. Er werden dit jaar o.a.<br />

groepjes van 11 exemplaren waargenomen.<br />

Zwarte Ruiter (zomergast):<br />

Een iets minder algemene soort als Groenpootruiter, maar desalniettemin toch vrij regelmatig en<br />

talrijk aanwezig tijdens de doortrek. Dit jaar werd onder andere een groepje van 2 vogels<br />

waargenomen op het Beuven.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 52


Zwartkopmeeuw (trekvogel):<br />

Ook dit jaar nog broedvogel in het gebied, maar door het bijna geheel verdwijnen van de<br />

Kokmeeuwenkolonie vermoedelijk voor het laatst. Het totale aantal doortrekkers dit voorjaar kwam uit<br />

op slechts 17 Zwartkopmeeuwen tegen 43 in het voorjaar van 2010. Zie ook broedvogels.<br />

Dwergmeeuw (trekvogel):<br />

Soort die (vrijwel) jaarlijks alleen tijdens de trek in het gebied wordt opgemerkt. Het gaat hier meestal<br />

maar om enkele exemplaren die soms ook langere tijd (enkele dagen) aanwezig zijn. Dit jaar werden<br />

uitzonderlijke aantallen vastgesteld in het gebied met een maximum van 60 vogels op het Starven op<br />

19 april.<br />

Draaihals (trekvogel):<br />

Soort die (vrijwel) jaarlijks alleen tijdens de trek in het gebied wordt opgemerkt. Het gaat hier meestal<br />

maar om enkele exemplaren die soms ook langere tijd (enkele dagen) aanwezig zijn. Dit jaar werd i.i.g.<br />

1 exemplaar aangetroffen bij het Beuven op 30 april, 1 vogel van 15 t/m 20 augustus, 1 vogel van 2 t/m<br />

7 september en bij Beuven-zuid 1 vogel op 10 september. Met al deze waarnemingen is het een<br />

uitzonderlijk goed jaar voor de soort in het gebied.<br />

Duinpieper (trekvogel):<br />

Vrij zeldzame doortrekker, waarbij jaarlijks vooral tussen half augustus en half september met enige<br />

regelmaat exemplaren worden waargenomen. Slechts zelden ter plaatse.<br />

Dit jaar verbleven twee vogels enige tijd aan de westkant van het Beuven op 19 augustus en hebben er<br />

totaal 9 vogels over het gebied getrokken.<br />

Waterpieper (wintergast):<br />

Waterpiepers verblijven hoofdzakelijk in de winter in het gebied, tenminste als het niet te koud is. De<br />

soort wordt vaak in de grootste aantallen gezien tijdens de trek (okt-nov en feb-mei). Met enige<br />

regelmaat gebruiken Waterpiepers het Beuven ook als slaapplaats en verblijven dan vaak voor enkele<br />

dagen in het gebied.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 53


Noordse Kwikstaart (trekvogel):<br />

Noordse Kwikstaarten worden vooral tijdens de voorjaarstrek (eind april - begin mei) in het gebied<br />

gezien, ze kunnen dan ook voor enkele dagen blijven rondhangen. De aantallen kunnen oplopen tot in<br />

de tientallen, maar meestal betreft het slechts enkele exemplaren. Dit jaar betrof het tenminste 4<br />

doortrekkers, maar de aantallen liggen waarschijnlijk veel hoger doordat de soort in de vlucht lastig te<br />

onderscheiden is van de “gewone” Gele Kwikstaart.<br />

Paap (trekvogel):<br />

Paapjes worden net als Tapuiten voornamelijk tijdens de trek in het gebied waargenomen.<br />

Verschillende vogels van deze soort blijven dan enkele dagen rondhangen, om vervolgens hun weg<br />

naar de broedgebieden weer te hervatten. Op 1 mei werd een maximaal aantal van 9 exemplaren bij<br />

elkaar gezien.<br />

Tapuit (trekvogel):<br />

Ook de Tapuit wordt uitsluitend gedurende de trek in het gebied waargenomen, al lijkt de soort dan<br />

wel iets algemener als het Paapje. Tapuiten blijven meestal slechts enkele dagen rondhangen.<br />

Er werden maximaal 5 vogels bij elkaar gezien. De groep van 3-5 vogels heeft dit jaar bijzonder lang<br />

in het gebied rond gehangen.<br />

Witkopstaartmees (wintergast):<br />

Een niet algemene wintergast met invasieachtig voorkomen. Afgelopen winter was er een invasie in<br />

ons land, waarbij de soort ook de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> aan deed. Vrijwel de gehele periode (begin<br />

november tot begin februari) werden tenminste twee Witkopstaartmezen in een grote gemengde<br />

groep mezen en goudhaantjes bij het Starven waargenomen. Waarschijnlijk ging het hier telkens om<br />

dezelfde exemplaren.<br />

Buidelmees (trekvogel):<br />

Een zeldzame doortrekker in onze regio, die soms voor enige tijd aanwezig is bij het Beuven. Op 6 april<br />

werd 1 vogel en op 17 april werden 2 vogels waargenomen. Buidelmezen blijven meestal niet langer<br />

dan een dag aanwezig in het gebied.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 54


Baardman (wintergast):<br />

Een regelmatige wintergast in het gebied (abusievelijk niet vermeld in 2010). Van 13 oktober tot<br />

tenminste 8 november 2010 hebben diverse Baardmannetjes bij het Beuven verbleven<br />

Een maximum van 12 exemplaren werd op 29 oktober waargenomen. Mogelijk zijn de vogels na begin<br />

november vertrokken door de langdurige winterse periode.<br />

Rietzanger (trekvogel):<br />

Voorheen trekvogel. Zie broedvogels pagina 18.<br />

Raaf (dwaalgast)<br />

Op 27 en 29 maart werden 2 baltsende Raven gezien boven het Beuven. De Raaf is een echte<br />

zeldzaamheid in onze regio. Beide vogels zijn tenminste tot en met 19 april op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong><br />

aanwezig geweest.<br />

Klapekster (wintergast):<br />

De <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> is een zeer goed gebied voor overwinterende Klapeksters, waarbij aantallen<br />

boven de vijf geen uitzondering zijn (afgelopen winter ook weer tenminste 7 exx). Rond het Beuven<br />

verblijven vrijwel elke winter meerdere Klapeksters, meestal betreft het hier twee tot drie exemplaren<br />

(1 aan de westkant, 1 aan de oostkant en 1 aan de zuidkant). Slechts 1 van deze territoria werd deze<br />

winter bezet, namelijk dat bij het Starven (oostkant). Hoewel er dus wel 7 vogels op de <strong>Strabrechtse</strong><br />

<strong>Heide</strong> verbleven, werden de andere twee bekende territoria in het gebied niet bezet en verbleven de<br />

vogels elders. De jaarlijkse vroege Klapekster is dit jaar voor het eerst sinds 2004 niet waargenomen.<br />

Barmsijs-spec (wintergast):<br />

Afgelopen winter werden er regelmatig Barmsijzen in het gebied waargenomen. De grootste groep<br />

betrof 10 exemplaren. De Barmsijs is een echte invasiesoort, waarbij de aanwezige aantallen per jaar<br />

sterk kunnen fluctueren. Het grootste gedeelte van de barmsijzen betrof afgelopen winter<br />

vermoedelijk Kleine Barmsijzen, maar dit is niet met zekerheid vastgesteld.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 55


Zomergast: soort die jaarlijks in de zomer langere tijd in het gebied aanwezig is. Wintergast: idem<br />

maar dan in de winter. Trekvogel: soort die jaarlijks voornamelijk gedurende de trek en maar kort<br />

wordt waargenomen. Dwaalgast: soort die zelden in het gebied wordt waargenomen.<br />

Aanvullende bijzondere niet broedvogels:<br />

Eend Hybriden (wintergast):<br />

De volgende eend hybriden werden afgelopen winter aangetroffen op het Beuven; Kuifeend x<br />

Tafeleend (m), Kuifeend x Witoogeend (m) en Tafeleend x Witoogeend (vr). Vooral de eerste is een<br />

hybride die de laatste jaren steeds vaker opgemerkt wordt. De andere twee zijn voor het eerst<br />

waargenomen op het Beuven. Het fraaie mannetje Kuifeend x Witoogeend is zeer waarschijnlijk<br />

hetzelfde exemplaar dat vorig jaar ook al in de regio (Zuid-Willemsvaart, maar niet op het Beuven)<br />

werd waargenomen.<br />

Exoten/Escapes:<br />

Van 31 augustus tot en met 13 september verbleef een Heilige Ibis op het Beuven. Deze exoot wordt<br />

maar zelden in het gebied waargenomen. De laatste waarneming betreft een groep van 7 vogels op 11<br />

april 2008. Er is ook af en toe een Zwarte Zwaan waargenomen, afgelopen winter zelfs een enkel keer<br />

twee. Deze soort broedde tot enkele jaren terug (2009) nog op de plas. Indische Ganzen zijn ook<br />

enkele keren waargenomen op het Beuven, twee exemplaren gebruiken de plas met enige regelmaat<br />

om op te slapen. Tussen 28 augustus en 10 september is ook regelmatig een Dwerggans gezien tussen<br />

de Canadese Ganzen op de plas, maar gezien de tijd van het jaar lijkt het geen wild exemplaar te<br />

betreffen.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving bijzondere niet broedvogels 56


Beschrijving algemene niet broedvogels<br />

Krakeend (wintergast):<br />

Naast broedvogel natuurlijk ook wintergast in het gebied, met dit jaar een maximum van 61<br />

exemplaren, wat redelijk aan de lage kant is. Krakeenden kunnen gedurende de hele winterperiode op<br />

het Beuven worden waargenomen.<br />

Wintertaling (wintergast):<br />

Ook de winterse aantallen van de deze soort bleven afgelopen seizoen, met maximaal slechts 17<br />

exemplaren, aan de lage kant. De Wintertaling is vaak niet de gehele winter aanwezig op de plas.<br />

Tafeleend (wintergast):<br />

Afgelopen winter een van de algemeenste eendensoorten op het Beuven, er werden dan ook<br />

maximaal 127 exemplaren geteld. Kan de gehele winter in ‘grotere’ aantallen worden aangetroffen.<br />

Ook broedvogel in het gebied.<br />

Kuifeend (wintergast):<br />

Van de Kuifeend werden afgelopen winter maximaal 120 vogels geteld. Voor alle eendensoorten geldt<br />

dat de aantallen tijdens de (voorjaars) trek het hoogst liggen en de eenden de gehele winter op het<br />

Beuven kunnen worden aangetroffen. Tevens broedvogel in het gebied.<br />

Stormmeeuw (trekvogel):<br />

Een zeldzamere meeuw in het gebied, wordt hoofdzakelijk op trek waargenomen (zelden in grote<br />

aantallen). Soms overnacht een enkel exemplaar op het Beuven (afgelopen winter slechts 1<br />

exemplaar).<br />

Zilvermeeuw (trekvogel):<br />

Ook een zeldzamere meeuw in het gebied, wordt hoofdzakelijk op trek waargenomen (zelden in grote<br />

aantallen). Soms ook kort ter plaatse op het Beuven.<br />

Houtduif (trekvogel):<br />

Zoals eerder al vermeld bij de broedvogelbeschrijving, is de Houtduif ook massale doortrekker in het<br />

gebied. Eind oktober vindt de massale trek van deze soort plaats waarbij vrijwel alle Scandinavische<br />

Houtduiven via een smalle trekbaan van enkele honderden kilometers breed naar het zuiden trekken.<br />

Het betreffende gebied ligt, afhankelijk van de wind, goed in deze trekbaan waarbij aantallen van in de<br />

tienduizenden Houtduiven per dag, over kunnen komen trekken. Een machtig schouwspel. Op 29<br />

oktober 2010 werd een maximaal aantal van 17.530 trekkers genoteerd (het record staat op 105.500<br />

Houtduiven op 02 november 2008. Zie ook broedvogels.<br />

Gierzwaluw (trekvogel):<br />

Vrijwel uitsluitend tijdens de trek waar te nemen in het gebied. Dan vaak ook in grotere aantallen<br />

(soms enkele honderden) foeragerend boven het Beuven. Een erg late Gierzwaluw werd op 3 oktober<br />

2010 in het gebied waargenomen.<br />

Oeverzwaluw (trekvogel):<br />

Vrijwel uitsluitend tijdens de trek waar te nemen in het gebied. Dan vaak ook in grotere aantallen<br />

(enkele tientallen) foeragerend boven het Beuven. Gebruikt tijdens de trek het Beuven ook soms als<br />

slaapplaats.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving algemene niet broedvogels 57


Boerenzwaluw (trekvogel):<br />

Vrijwel uitsluitend tijdens de trek waar te nemen in het gebied. Dan vaak ook in grotere aantallen<br />

(enkele tientallen) foeragerend boven het Beuven. Gebruikt tijdens de trek het Beuven ook soms als<br />

slaapplaats. Een late Boerenzwaluw werd op 10 oktober 2010 waargenomen.<br />

Huiszwaluw (trekvogel):<br />

Vrijwel uitsluitend tijdens de trek waar te nemen in het gebied. Dan vaak ook in grotere aantallen<br />

(enkele tientallen) foeragerend boven het Beuven.<br />

Huiszwaluw<br />

Op 30 augustus foerageerde een ongekend aantal van meer dan 600 exemplaren gelijktijdig boven de<br />

plas. Gebruikt tijdens de trek het Beuven ook soms als slaapplaats.<br />

Gele Kwikstaart (trekvogel):<br />

Gele Kwikstaarten worden vooral tijdens de trek in het gebied gezien, ze kunnen dan ook voor enkele<br />

dagen blijven rondhangen. Meestal gaat het dan om slechts enkele exemplaren, soms in het<br />

gezelschap van Noordse Kwikstaarten.<br />

Kramsvogel (trekvogel):<br />

In het voor- en najaar kans op massale trek (honderden exemplaren per dag) van deze soort, dan ook<br />

soms enkele vogels (ook in kleine groepen) ter plaatse. Van okt 2010 tot nov 2010; 582 trekkers, dit is<br />

veel lager dan het gemiddelde. Gebruikt het Beuven tijdens de trek ook af en toe als slaapplaats<br />

(maximaal enkele tientallen).<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving algemene niet broedvogels 58


Koperwiek (trekvogel):<br />

Vooral in het najaar massale trekvogel, soms ook enkele vogels ter plaatse. Van okt 2010 tot nov <strong>2011</strong><br />

slechts 714 trekkers, ook veel lager dan het gemiddelde.<br />

Spreeuw (zomergast):<br />

Zoals eerder al vermeld bij de broedvogelbeschrijving, gebruikt de Spreeuw het gebied ook als<br />

slaapplaats. Grote aantallen Spreeuwen uit de omliggende regio gaan in de zomer gezamenlijk op<br />

Beuven-zuid slapen. Dit jaar betrof het maximaal ongeveer 3000 vogels. Zie ook broedvogels.<br />

Keep (trekvogel):<br />

De Keep is voornamelijk een trekvogel in het gebied, een enkeling wordt wel eens ter plaatse gezien.<br />

Eind maart en begin april werd er echter een bijzonder fenomeen waargenomen, honderden zo niet<br />

duizenden Kepen bleven enkele weken slapen in de bossen in het gebied. Het geluid van zingende<br />

Kepen was toen ook ruim vertegenwoordigd. Helaas zijn er geen vogels rond blijven hangen en tot<br />

broeden overgegaan.<br />

Sijs (wintergast):<br />

Soort die vrijwel uitsluitend in de winter in het gebied verblijft. Tijdens de trek (voorjaar) vaak in de<br />

grootste aantallen, met dit jaar opmerkelijk grote hoeveelheden. De bossen rondom het Beuven<br />

werden toen als slaapplaats gebruikt door honderden vogels, die later op de dag weer weg trokken.<br />

Kneu (zomergast):<br />

Naast de Kneu als broedvogel, gebruikt de soort het Beuven ook als slaapplaats tijdens de najaarstrek<br />

(half augustus tot en met september). De aantallen kunnen dan oplopen tot enkele honderden vogels.<br />

Dit jaar werden maximaal ca 200 geteld. Zie ook broedvogels.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Beschrijving algemene niet broedvogels 59


Voorjaarsfenologie <strong>2011</strong><br />

Hieronder worden de eerste waarnemingsdata van zomervogels in <strong>2011</strong> vermeld.<br />

Soort<br />

Eerste waarneming<br />

<strong>2011</strong><br />

Eerste waarneming<br />

2010<br />

Zomertaling 22-mrt 19-mrt<br />

Wespendief 7 mei 15-mei<br />

Zwarte Wouw 17 apr 14-apr<br />

Bruine Kiekendief 23-mrt 20-mrt<br />

Grauwe Kiekendief 22 apr 24-apr<br />

Visarend 1 apr 30 mrt<br />

Boomvalk 16 apr 24-apr<br />

Kleine Plevier 12 mrt 2-apr<br />

Regenwulp 8 apr 14-apr<br />

Groenpootruiter 2 apr 14-apr<br />

Zwarte Ruiter 17 apr 16-apr<br />

Bosruiter 21 apr 20-apr<br />

Zwartkopmeeuw 7 apr 17 mrt<br />

Dwergmeeuw 19 apr 9-apr<br />

Zwarte Stern 21 apr 21-apr<br />

Koekoek 8 apr 17-apr<br />

Gierzwaluw 22 apr 16-apr<br />

Boomleeuwerik 12-mrt 12-mrt<br />

Oeverzwaluw 26-mrt 20-mrt<br />

Boerenzwaluw 19-mrt 20-mrt<br />

Huiszwaluw 2 apr 30-mrt<br />

Boompieper 27-mrt 24-mrt<br />

Gele Kwikstaart 6 apr 4-apr<br />

Blauwborst 20-mrt 27-mrt<br />

Gekraagde Roodstaart 6 apr 11-apr<br />

Tapuit 10 apr 28-mrt<br />

Beflijster 9 apr 1-apr<br />

Sprinkhaanzanger 7 apr 18-apr<br />

Kleine Karekiet 23 apr 4-mei<br />

Zwartkop 7-apr ??<br />

Fluiter X 8-mei<br />

Tjiftjaf 12-mrt 21-mrt<br />

Fitis 27-mrt 26-mrt<br />

Groen is vrij vroege waarneming. Rood is vrij late waarneming.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Voorjaarsfenologie <strong>2011</strong> 60


Speciale dank aan<br />

Robert Kastelijn<br />

Willem van Eijk<br />

Jan Timmermans<br />

Jan van der Loo<br />

Jo van Zanten<br />

Met dank aan<br />

Aanvullende waarnemingen:<br />

Antonio Mendoza<br />

Jos Aarts<br />

Herman van den Heuvel<br />

Piet Gruijters<br />

Jeu van Rijswick<br />

Henk Munsters<br />

Marijn van Oss<br />

VWG de Peel<br />

Oudere inventarisatie gegevens:<br />

VWG de Peel; G Stooker, Martien Vinken, Piet Vinken, Rinie v.d. Voort, Carel van Dijk en Jan-<br />

Erik Kikkert, Jan Timmermans en Willem van Eijk.<br />

Aanvullende fenologische gegevens:<br />

Waarneming.nl<br />

Foto’s voorpagina en pagina 12 (Wespendief), 45 (Lepelaar), 55 (Huiszwaluw):<br />

Robert Kastelijn<br />

Overige foto’s:<br />

Roel van den Heuvel<br />

Kaartjes (pag 9):<br />

VWG de Peel/Roel van den Heuvel<br />

Soortinformatie:<br />

Vogelbescherming Nederland<br />

Wikipedia.nl<br />

Medewerking:<br />

Gemeente Someren en Staatsbosbeheer hartelijk dank voor hun medewerking, zonder welke dit<br />

rapport niet mogelijk was geweest.<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Speciale dank aan 61


Geraadpleegde Bronnen:<br />

Nederlandse Rode Lijst Vogels 2004 (Wikipedia):<br />

(http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_Rode_Lijst_%28vogels%29).<br />

Vogels (Wikipedia):<br />

(http://nl.wikipedia.org/wiki/Vogels_(taxonomie))<br />

Vogelbescherming Vogelgids:<br />

(http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/vogelgids/)<br />

Sovon Handleiding Broedvogelonderzoek <strong>2011</strong> (van Dijk A.J. & Boele A. <strong>2011</strong>, Sovon <strong>Vogelonderzoek</strong><br />

Nederland, Nijmegen):<br />

(http://www.sovon.nl/pdf/Handleiding_<strong>Broedvogels</strong>_<strong>2011</strong>.pdf)<br />

Sovon Handleiding Broedvogel Monitoring Project 2004 (van Dijk A.J. 2004, Handleiding Broedvogel<br />

Monitoring Project (Broedvogelinventarisatie in Proefvlakken) Sovon <strong>Vogelonderzoek</strong> Nederland,<br />

Beek-Ubbergen):<br />

(http://www.sovon.nl/pdf/Handleiding-BMP.pdf)<br />

VWG de Peel @ Waarneming.nl:<br />

(http://vwgdepeel.waarneming.nl/index.php)<br />

Vogels in de Kempen:<br />

(http://www.vogelsindekempen.nl)<br />

Sovon Handleiding Slaapplaatstellingen (Sovon <strong>Vogelonderzoek</strong> Nederland, Nijmegen):<br />

(http://www.sovon.nl/pdf/Handleiding_Slaapplaatsen.pdf)<br />

Grote Zilverreigers en hun Slaapplaatsen (Kastelijn/van den Heuvel):<br />

(http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl/downloads/Grote%20Zilverreigers%20en%20hun%20slaapplaat<br />

sen%2026%20januari%202010.pdf)<br />

Vogels van het Beuven 2010 (van den Heuvel):<br />

(http://www.sovon.nl/monitor/nbrabant/publicaties/broedvogels/VogelsvanhetBeuven2010.pdf)<br />

<strong>Broedvogels</strong> van het Beuven 2008 en 2009 (Timmermans/van Eijk/van der Loo):<br />

(http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl/downloads/<strong>Broedvogels</strong>Beuven_2008-2009_Tekst2.pdf)<br />

Broedvogel Inventarisatie Beuven 2004 (Timmermans/van Eijk):<br />

(http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl/downloads/Beuven_Rapport_2004-zs.pdf)<br />

Broedpoging Lepelaars op het Beuven 2009 (van den Heuvel):<br />

(http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl/downloads/Broedpoging%20Lepelaars%20op%20het%20Beuve<br />

n%202009.pdf)<br />

Broedvogelinventarisatie van het gebied Grootmeer en Kleinmeer 2009 (VWG de Kempen, Kolsters<br />

J./Deeben W./de Veer W./van Kessel J/Wouters P.):<br />

(http://www.sovon.nl/monitor/nbrabant/publicaties/broedvogels/<strong>Broedvogels</strong>_Grootmeer_Vessem_2<br />

009.pdf)<br />

Trektelgegevens Telpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> (Trektellen.nl):<br />

(http://www.trektellen.nl/trektelling.asp?telpost=39&land=1)<br />

Inventarisatie <strong>Broedvogels</strong> Bosgebied Vensedijk 2009 (Will de Veer, VWG de Kempen):<br />

(http://www.sovon.nl/monitor/nbrabant/publicaties/broedvogels/<strong>Broedvogels</strong>_De_Punt_Vensedijk_Ei<br />

ndhoven.pdf)<br />

Broedvogelinventarisatie Eckartsebos in Eindhoven (Buijsman, Dalsen, van Dam, Dijkhuizen, Janssen,<br />

Kampgo, et al, IVN Veldhoven-Vessem):<br />

(http://www.ivn.nl/docs/<strong>2011</strong>02182231009715.pdf)<br />

Zeldzame en Schaarse <strong>Broedvogels</strong> van Nederweert in 2010 (Thijs Loven, VWG Nederweert):<br />

(http://www.vogelwerkgroepnederweert.nl/projecten/broedvogelrapport2010.pdf)<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Met dank aan 62


Meer informatie over VWG de Peel en Trektelpost de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> is te vinden op<br />

http://www.strabrechtse-heide.nl/telpost en http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl/.<br />

Meer informatie over insecten en spinnen op de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> in 2010 is hier te vinden.<br />

(Inventarisatie Kleine Spul Telpost <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> 2010, Kastelijn/van den Heuvel) Nieuwe versie<br />

verschijnt in <strong>2011</strong>).<br />

Meer informatie over bijzondere trekvogels over de <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong> is hier te vinden. (Bijzondere<br />

Vogelsoorten <strong>Strabrechtse</strong> <strong>Heide</strong>, van den Heuvel). Nieuwe versie verschijnt begin <strong>2011</strong>.<br />

Voor<br />

VWG de Peel<br />

en<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de<br />

rechthebbenden noch mag het zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt voor commerciële toepassingen en/of voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.<br />

De auteur besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze teksten.<br />

©MMX-MMXI RvdH - HAS008<br />

Vogels van het Beuven <strong>2011</strong> | Met dank aan 63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!