1EY8kRI

MONITEUR 

BELGE 

BELGISCH 

STAATSBLAD 

Publication conforme aux articles 472 à 478 de la 

loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les 

articles 4à8delaloiportant des dispositions diverses du 

20 juillet 2005. 

Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de 

programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de 

artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse 

bepalingen van 20 juli 2005. 

Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse : Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op : 

www.moniteur.be 

www.staatsblad.be 

Direction du Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 

1000 Bruxelles - Directeur : Wilfried Verrezen 

185e ANNEE N. 142 

Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 

53, 1000 Brussel - Directeur : Wilfried Verrezen 

Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 Gratis tel. nummer : 0800-98 809 

185e JAARGANG 

JEUDI 4 JUIN 2015 

DEUXIEME EDITION 

DONDERDAG 4 JUNI 2015 

TWEEDE EDITIE 

SOMMAIRE 

INHOUD 

Lois, décrets, ordonnances et règlements 

Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen 

Service public fédéral Intérieur 

21 JUILLET 1844. — Loi générale sur les pensions civiles et 

ecclésiastiques. — Traduction allemande de dispositions modificatives, 

p. 32345. 

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken 

21 JULI 1844. — Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke 

pensioenen. — Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen, 

bl. 32345. 

Föderaler Öffentlicher Dienst Inneres 

21. JULI 1844 — Allgemeines Gesetz über die Zivil- und Kirchenpensionen. — Deutsche Übersetzung von 

Abänderungsbestimmungen, S. 32345. 



20 JUILLET 1976. — Loi portant approbation et exécution de la 

Convention internationale sur la responsabilité civile pour les dommages 

dus à la pollution par les hydrocarbures, et de l’Annexe, faites à 

Bruxelles le 29 novembre 1969. — Coordination officieuse en langue 

allemande, p. 32350. 

20 JULI 1976. — Wet houdende goedkeuring en uitvoering van het 

Internationaal Verdrag inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor 

schade door verontreiniging door olie, en van de Bijlage, opgemaakt te 

Brussel op 29 november 1969. — Officieuze coördinatie in het Duits, 

bl. 32350. 


20. JULI 1976 — Gesetz zur Billigung und Ausführung des Internationalen Übereinkommens über die zivilrechtliche 

Haftung für Ölverschmutzungsschäden und seiner Anlage, abgeschlossen in Brüssel am 29. November 1969 — 

Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache, S. 32350. 

270 pages/bladzijden

32336 MONITEUR BELGE — 04.06.2015 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 


6 AOUT 1993. — Loi portant approbation et exécution de la 

Convention internationale portant création d’un fonds international 

d’indemnisation pour les dommages dus à la pollution par les 

hydrocarbures, faite à Bruxelles le 18 décembre 1971, et portant 

exécution des Protocoles à cette Convention, faits à Londres le 

27 novembre 1992 et le 16 mai 2003. — Coordination officieuse en 

langue allemande, p. 32356. 


6 AUGUSTUS 1993. — Wet houdende goedkeuring en uitvoering van 

het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds 

voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, opgemaakt 

te Brussel op 18 december 1971, en houdende uitvoering van de 

Protocollen bij dit Verdrag, opgemaakt te Londen op 27 november 1992 

en 16 mei 2003. — Officieuze coördinatie in het Duits, bl. 32356. 


6. AUGUST 1993 — Gesetz zur Billigung und Ausführung des Internationalen Übereinkommens über die Errichtung 

eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen in Brüssel am 

18. Dezember 1971, und zur Ausführung der Protokolle zu diesem Übereinkommen, abgeschlossen in London am 

27. November 1992 und 16. Mai 2003 — Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache, S. 32357. 



6 OCTOBRE 2005. — Loi portant assentiment au et exécution du 

Protocole de 2003 à la Convention internationale de 1992 portant 

création d’un Fonds international d’indemnisation pour les dommages 

dus à la pollution par les hydrocarbures, fait à Londres le 16 mai 2003. 

Coordination officieuse en langue allemande, p. 32367. 

6 OKTOBER 2005. — Wet houdende instemming met en uitvoering 

van het Protocol van 2003 bij het Internationaal Verdrag van 1992 ter 

oprichting van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade 

door verontreiniging door olie, opgemaakt te Londen op 16 mei 2003. 

Officieuze coördinatie in het Duits, bl. 32367. 


6. OKTOBER 2005 — Gesetz zur Zustimmung zum Protokoll von 2003 zum Internationalen Übereinkommen von 

1992 über die Errichtung eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen 

in London am 16. Mai 2003, und zur Ausführung dieses Protokolls — Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache, 

S. 32367. 



12 JUILLET 2009. — Loi portant assentiment à la Convention 

internationale de 2001 sur la responsabilité civile pour les dommages 

dus à la pollution par les hydrocarbures de soute, et à l’Annexe, faites 

à Londres le 23 mars 2001. — Traduction allemande, p. 32375. 

12 JULI 2009. — Wet houdende instemming met het Internationaal 

Verdrag van 2001 inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor schade 

door verontreiniging door bunkerolie, en met de Bijlage, gedaan te 

Londen op 23 maart 2001 — Duitse vertaling, bl. 32375. 


12. JULI 2009 — Gesetz zur Zustimmung zum Internationalen Übereikommen von 2001 über die zivilrechtliche 

Haftung für Bunkerölverschmutzungsschäden und zu seiner Anlage, abgeschlossen in London am 23. März 2001 — 

Deutsche Übersetzung, S. 32375. 



19 DECEMBRE 2012. — Loi portant exécution de Conventions 

internationales diverses en matière de responsabilité civile pour la 

pollution par les navires, concernant des matières visées à l’article 78 de 

la Constitution. — Traduction allemande, p. 32383. 

19 DECEMBER 2012. — Wet houdende uitvoering van verscheidene 

Internationale Verdragen inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor 

verontreiniging door schepen, met betrekking tot aangelegenheden als 

bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. — Duitse vertaling, 

bl. 32383. 


19. DEZEMBER 2012 — Gesetz zur Ausführung verschiedener Internationaler Übereinkommen über die 

zivilrechtliche Haftung für die Verschmutzung durch Schiffe mit Bezug auf in Artikel 78 der Verfassung erwähnte 

Angelegenheiten — Deutsche Übersetzung, S. 32383. 



10 JANVIER 2013. — Loi portant exécution de Conventions internationales 

diverses en matière de responsabilité civile pour la pollution 

par les navires, concernant des matières visées à l’article 77 de la 

Constitution. — Traduction allemande, p. 32385. 

10 JANUARI 2013. — Wet houdende uitvoering van verscheidene 

Internationale Verdragen inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor 

verontreiniging door schepen, met betrekking tot aangelegenheden als 

bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. — Duitse vertaling, 

bl. 32385.

MONITEUR BELGE — 04.06.2015 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD 

32337 


10. JANUAR 2013 — Gesetz zur Ausführung verschiedener Internationaler Übereinkommen über die zivilrechtliche 

Haftung für die Verschmutzung durch Schiffe mit Bezug auf in Artikel 77 der Verfassung erwähnte Angelegenheiten 

Deutsche Übersetzung, S. 32385. 



5 MAI 2014. — Loi concernant diverses matières relatives aux 

pensions du secteur public. — Traduction allemande d’extraits, p. 32386. 

5 MEI 2014. — Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de 

pensioenen van de overheidssector. — Duitse vertaling van uittreksels, 

bl. 32386. 


5. MAI 2014 — Gesetz über verschiedene Angelegenheiten in Bezug auf die Pensionen des öffentlichen Sektors — 

Deutsche Übersetzung von Auszügen, S. 32386. 



11 DECEMBRE 2013. — Arrêté royal relatif au personnel des 

Chemins de fer belges. — Traduction allemande d’extraits, p. 32392. 

11 DECEMBER 2013. — Koninklijk besluit houdende het personeel 

van de Belgische Spoorwegen. — Duitse vertaling van uittreksels, 

bl. 32392. 


11. DEZEMBER 2013 — Königlicher Erlass über das Personal der belgischen Eisenbahnen. — Deutsche Übersetzung 

von Auszügen, S. 32392. 

Service public fédéral Finances 

Federale Overheidsdienst Financiën 

27 MARS 2015. — Arrêté royal portant exécution de l’article 4, 

alinéa 1 er de la loi du 3 août 2012 portant dispositions relatives aux 

traitements de données à caractère personnel réalisés par le Service 

public fédéral Finances dans le cadre de ses missions, p. 32395. 

27 MAART 2015. — Koninklijk besluit houdende uitvoering van 

artikel 4, eerste lid van de wet van 3 augustus 2012 houdende 

bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de 

Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten, 

bl. 32395. 

Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale 

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg 

10 AVRIL 2015. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention 

collective de travail du 19 février 2014, conclue au sein de la 

Commission paritaire des grandes entreprises de vente au détail, 

relative aux éco-chèques, p. 32396. 

10 APRIL 2015. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 

wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2014, 

gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, 

betreffende de ecocheques, bl. 32396. 

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et 

Environnement 

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen 

en Leefmilieu 

30 MARS 2015. — Amendement au protocole d’accord du 

11 mars 2008 entre le Gouvernement fédéral et les autorités visées aux 

articles 128, 130 et 135 de la Constitution concernant la notification 

internationale de la Belgique dans le cadre du Règlement sanitaire 

international (RSI), p. 32398. 

30 MAART 2015. — Amendement aan het Protocolakkoord van 

11 maart 2008 tussen de Federale Overheid en de overheden bedoeld in 

artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet, betreffende de internationale 

notificatie door België in het kader van het Internationaal 

Gezondheidsreglement (IHR), bl. 32398. 


Environnement 


en Leefmilieu 

13 MAI 2015. — Arrêté royal portant octroi d’une contribution 

financière 2015 du Royaume de Belgique à la Commission de l’Escaut 

dans le cadre de la Convention sur l’Escaut, p. 32399. 

13 MEI 2015. — Koninklijk besluit houdende toekenning van de 

financiële bijdrage 2015 van het Koninkrijk België aan de Scheldecommissie 

in het kader van het Internationale Scheldeverdrag, 

bl. 32399.


Gouvernements de Communauté et de Région 

Gemeenschaps- en Gewestregeringen 

Gemeinschafts- und Regionalregierungen 

Communauté flamande 

Autorité flamande 

3 AVRIL 2015. — Arrêté du Gouvernement flamand portant reconnaissance 

de la formation de master « Master of Bioinformatics » 

comme nouvelle formation de l’Universiteit Gent, p. 32401. 

Vlaamse Gemeenschap 

Vlaamse overheid 

3 APRIL 2015. — Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van 

de masteropleiding Master of Bioinformatics als nieuwe opleiding van 

de Universiteit Gent, bl. 32400. 


24 AVRIL 2015. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant 

l’arrêté du Gouvernement flamand du 16 septembre 1997 relatif au 

contrôle des inscriptions d’élèves dans l’enseignement secondaire ou 

dans le système d’apprentissage et de travail, et l’arrêté du Gouvernement 

flamand du 12 novembre 1997 relatif au contrôle des inscriptions 

d’élèves dans l’enseignement fondamental, pour ce qui est des absences 

légalement justifiées, p. 32402. 


24 APRIL 2015. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van 

het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 1997 betreffende 

de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het secundair 

onderwijs of in het stelsel van leren en werken en van het besluit van 

de Vlaamse Regering van 12 november 1997 betreffende de controle op 

de inschrijvingen van leerlingen in het basisonderwijs, wat de van 

rechtswege gewettigde afwezigheden betreft, bl. 32401. 


8 MAI 2015. — Arrêté du Gouvernement flamand portant approbation 

des programmations du type 3 dans l’enseignement secondaire 

spécial, p. 32404. 


8 MEI 2015. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende de 

goedkeuring van programmaties van type 3 in het buitengewoon 

secundair onderwijs, bl. 32403. 


29 MAI 2015. — Arrêté du Gouvernement flamand portant modification 

de l’Arrêté relatif à l’Energie du 19 novembre 2010, pour ce qui 

est des catégories de projets représentatives pour l’électricitéécologique 

et la cogénération qualitative, p. 32409. 


29 MEI 2015. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende 

wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de 

representatieve projectcategorieën voor groene stroom en kwalitatieve 

warmte-krachtkoppeling, bl. 32404. 


Bien-Etre, Santé publique et Famille 

5 MAI 2015. — Arrêté ministériel portant création du Groupe de 

travail flamand de Suivi des Dépistages de population du cancer, 

p. 32416. 


Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 

5 MEI 2015. — Ministerieel besluit tot oprichting van de Vlaamse 

werkgroep Monitoring bevolkingsonderzoeken naar kanker, 

bl. 32414. 


Environnement, Nature et Energie 

11 MAI 2015. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 

17 novembre 2014 relatif à la formation de rapporteur et aux instituts de 

formation visés à l’article 8.6.1 de l’arrêté relatif à l’Energie du 

19 novembre 2010, en ce qui concerne l’instauration d’une obligation de 

suivre une formation permanente pour rapporteurs, p. 32420. 


Leefmilieu, Natuur en Energie 

11 MEI 2015. — Ministerieel besluit houdende wijziging van het 

ministerieel besluit van 17 november 2014 betreffende de opleiding tot 

verslaggever en de opleidingsinstellingen bedoeld in artikel 8.6.1 van 

het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft het instellen van 

een verplichting tot het volgen van een permanente vorming voor 

verslaggevers, bl. 32418. 

Région wallonne 

Waals Gewest 

Wallonische Region 

Öffentlicher Dienst der Wallonie 

21. MAI 2015 — Dekret zur Abänderung des Dekrets vom 3. Juli 2008 über die Unterstützung der Forschung, der 

Entwicklung und der Innovation in der Wallonie, S. 32430. 

Service public de Wallonie 

Waalse Overheidsdienst 

21 MAI 2015. — Décret portant modification du décret du 3 juillet 2008 

relatif au soutien de la recherche, du développement et de l’innovation 

en Wallonie, p. 32422. 

21 MEI 2015. — Decreet houdende wijziging van het decreet van 

3 juli 2008 betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en 

innovatie in Wallonië, bl. 32438.


32339 

Région de Bruxelles-Capitale 


21 MAI 2015. — Arrêté du Gouvernement de la Région de 

Bruxelles-Capitale portant approbation de la décision de la commune 

de Jette d’abroger totalement le plan particulier d’affectation du sol 

« Quartier de l’Hôpital » approuvé par arrêté royal du 27 septembre 1962, 

p. 32447. 

Brussels Hoofdstedelijk Gewest 

Brussels Hoofdstedelijk Gewest 

21 MEI 2015. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 

houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Jette tot 

volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan ″Hospitaalwijk″, 

goedgekeurd bij koninklijk besluit van 27 september 1962, 

bl. 32447. 

Autres arrêtés 

Andere besluiten 


Personnel. — Nomination, p. 32449. 


Personeel. — Benoeming, bl. 32449. 

Service public fédéral Sécurité sociale 

10 AVRIL 2015. — Arrêté royal nommant les membres du Conseil 

supérieur des Volontaires, p. 32449. 

Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid 

10 APRIL 2015. — Koninklijk besluit tot benoeming van de leden van 

de Hoge Raad voor Vrijwilligers, bl. 32449. 


Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Conseil national 

de la promotion de la qualité, institué auprès du Service des soins de 

santé. — Renouvellement de mandats et nomination de membres, 

p. 32451. 


Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Nationale 

raad voor kwaliteitspromotie, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige 

verzorging. — Hernieuwing van mandaten van leden en benoeming 

van leden, bl. 32451. 


Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Chambre de 

recours qui connaît de tous les dossiers devant être traités en 

néerlandais, instituée auprès du Service d’évaluation et de contrôle 

médicaux. — Démission et nomination de membres, p. 32452. 


Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Kamer van 

beroep die kennis neemt van alle zaken die in het Nederlands moeten 

worden behandeld, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige evaluatie 

en controle. — Ontslag en benoeming van leden, bl. 32452. 


Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Comité de l’assurance 

soins de santé. — Nomination d’un membre, p. 32452. 


Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Comité van 

de verzekering voor geneeskundige verzorging. — Benoeming van een 

lid, bl. 32452. 


Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Comité paritaire 

pour la médecine générale, institué auprès du Service des soins de 

santé. — Nomination de membres, p. 32452. 


Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Paritair 

comité voor de huisartsgeneeskunde, ingesteld bij de Dienst voor 

geneeskundige verzorging. — Benoeming van leden, bl. 32452. 


Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Section consultative 

de l’Observatoire des maladies chroniques, instituée auprès du 

Service des soins de santé. — Démission et nomination d’un membre, 

p. 32453. 


Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Raadgevende 

afdeling van het Observatorium voor de chronische ziekten, 

ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. — Ontslag en 

benoeming van een lid, bl. 32453. 


Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Conseil général 

de l’assurance soins de santé. — Nomination d’un membre, p. 32453. 


Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Algemene 

raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging. — Benoeming 

van een lid, bl. 32453. 


Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Conseil technique 

des voiturettes, institué auprès du Service des soins de santé. — 

Démission et nomination de membres, p. 32453. 


Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Technische 

raad voor rolstoelen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige 

verzorging. — Ontslag en benoeming van leden, bl. 32453.



Comité médico-technique du Fonds des accidents du travail. — 

Démission. — Nomination, p. 32454. 


Personnel. — Promotion, p. 32454. 












Nominations, p. 32455. 


Arrêtés ministériels concernant les secrétaires des commissions 

paritaires, p. 32477. 

Service public fédéral Justice 

Notariat, p. 32483. 



Medisch-technisch comité van het Fonds voor Arbeidsongevallen. — 

Ontslag. — Benoeming, bl. 32454. 


Personeel. — Bevordering, bl. 32454. 












Benoemingen, bl. 32455. 


Ministeriële besluiten betreffende de secretarissen van de paritaire 

comités, bl. 32477. 

Federale Overheidsdienst Justitie 

Notariaat, bl. 32483. 






Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “De Vlaschaard”. — Definitieve 

vaststelling, bl. 32484. 


Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Centrum Wielsbeke”. — 

Definitieve vaststelling, bl. 32484. 


Vlaams Ministerie Kanselarij en Bestuur 

Agentschap Binnenlands Bestuur 

29 MEI 2015. — Besluit tot wijziging van het besluit van de 

administrateur-generaal van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 

20 maart 2015 houdende subdelegatie van sommige bevoegdheden 

over de algemene werking van het Agentschap Binnenlands Bestuur, 

bl. 32484.


32341 



18 MEI 2015. — Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij 

(OVAM) tot het vaststellen van de gronden gelegen in de site 

’woonzone 3 voormalige textielbedrijven en een voormalige houthandel 

in Sint-Niklaas’ als site. — Aanvulling, bl. 32485. 

Région wallonne 

Waals Gewest 

Wallonische Region 


Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles 

et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à 

l’enregistrement de M. Tomasz Karolczyk, en qualité de transporteur de 

déchets autres que dangereux, p. 32488. 




l’enregistrement de M. Tomasz Karolczyk, en qualité de transporteur de 





l’enregistrement de M. Jean-François Bidaine, en qualité de transporteur 

de déchets autres que dangereux, p. 32489. 




l’enregistrement de M. Jean-François Bidaine, en qualité de transporteur 





l’enregistrement de l’EURL Transports Vincent Bourgon, en qualité de 

transporteur de déchets autres que dangereux, p. 32491. 




l’enregistrement de l’EURL Transports Vincent Bourgon, en qualité de 

transporteur de déchets autres que dangereux, p. 32491. 




l’enregistrement de la SPRL Jurion, Luc, en qualité de transporteur de 





l’enregistrement de la SPRL Jurion, Luc, en qualité de transporteur de 





l’enregistrement de M. Joël Stephan, en qualité de transporteur de 





l’enregistrement de M. Joël Stephan, en qualité de transporteur de 





l’enregistrement de la SPRL FC Transports, en qualité de transporteur 





l’enregistrement de la SPRL FC Transports, en qualité de transporteur 


Avis officiels 

Officiële berichten 

Conseil d’Etat 

Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 

1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux 

administratif du Conseil d’État, p. 32498. 

Raad van State 

Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de 

Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de 

afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, bl. 32498. 

Staatsrat 

Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Erlasses des Regenten vom 23. August 1948 zur 

Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates, S. 32498.



Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 

1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux 

administratif du Conseil d’État, p. 32499. 





Staatsrat 


Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates, S. 32499. 


Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 23 août 1948 

déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif 

du Conseil d’Etat, p. 32499. 





Staatsrat 




Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 

23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux 

administratif du Conseil d’État, S. 32500. 





Staatsrat 






du Conseil d’Etat, p. 32500. 





Staatsrat 




Environnement 

30 MARS 2015. — Déclaration conjointe pour les soins intégrés en 

faveur des malades chroniques, p. 32501. 


en Leefmilieu 

30 MAART 2015. — Gemeenschappelijke verklaring over de geïntegreerde 

zorg voor chronisch zieken, bl. 32501. 


Environnement 

Déclaration conjointe du 30 mars 2015 relative à la mise en œuvre du 

point d’action 17 du plan d’action e-Santé 2013-2018 en ce qui concerne 

la création d’un guichet digital unique et la suite du développement 

d’une banque de données “CoBRHA” pour les établissements de soins 

et les professions des soins de santé, p. 32508. 


en Leefmilieu 

Gemeenschappelijke Verklaring van 30 maart 2015 inzake de uitvoering 

van actiepunt 17 van het actieplan e-gezondheid 2013-2018 met 

betrekking tot de creatie van een uniek digitaal loket en de verdere 

ontwikkeling van de gegevensbank “CoBRHA” voor gezondheidsinstellingen 

en gezondheids-zorgberoepen, bl. 32508. 


Environnement 

Protocole d’Accord. — Règlement d’ordre intérieur de la Conférence 

interministérielle Santé publique, p. 32510. 


en Leefmilieu 

Protocol Akkoord. — Huishoudelijk Reglement van de Interministeriële 

Conferentie Volksgezondheid, bl. 32510.


32343 


Agence fédérale de Contrôle nucléaire 

Notification. — Confirmation de l’extension d’un établissement de 

classe I en application des articles 6 et 12 de l’arrêté royal du 

20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la 

population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des 

rayonnements ionisants, p. 32514. 

Service public fédéral Justice 

Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. — Publication, 

p. 32515. 



Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle 

Kennisgeving. — Bevestiging tot uitbreiding van een inrichting van 

klasse I in toepassing van artikelen 6 en 12 van het koninklijk besluit 

van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van 

de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar 

van de ioniserende stralingen, bl. 32514. 

Federale Overheidsdienst Justitie 

Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. — 

Bekendmaking, bl. 32515. 






Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. — Personeelsbeleid. 

Decreet Rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs. — 

Vacantverklaring van wervingsambten met het oog op mutatie, nieuwe 

affectatie en (uitbreiding) vaste benoeming: oproep tot de kandidaten 

voor de personeelsbewegingen van 1 juli en 1 oktober 2015, 

bl. 32516. 


Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. — Personeelsbeleid. 

Decreet Rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs. — 

Vacantverklaring van wervingsambten in de Permanente Ondersteuningscel 

van het GO! met het oog op mutatie, nieuwe affectatie en vaste 

benoeming: oproep tot de kandidaten voor de personeelsbewegingen 

van 1 juli en 1 oktober 2015, bl. 32516. 


Definitieve vaststelling van het rooilijnplan Schorvoortstraat, 

bl. 32517. 

Ordres du jour 

Agenda’s 

Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale 

Séances plénières, p. 32517. 

Brussels Hoofdstedelijk Parlement 

Plenaire vergaderingen, bl. 32517. 

Assemblée réunie de la Commission communautaire commune de la 


Séance plénière, p. 32518. 

Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie 

van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 

Plenaire vergadering, bl. 32518. 

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 

Föderaler Öffentlicher Dienst Wirtschaft, K.M.B., Mittelstand und Energie 

Liste d’entreprises ayant fait l’objet d’une radiation d’office au sein de 

la Banque-Carrefour des Entreprises, p. 32518. 

Lijst van ondernemingen die het onderwerp zijn geweest van een 

ambtshalve doorhaling in de Kruispuntbank van Ondernemingen, 

bl. 32518. 

Liste der Unternehmen, die in der Zentralen Unternehmensdatenbank einer Zwangslöschung unterliegen, S. 32518.


Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 

Föderaler Öffentlicher Dienst Wirtschaft, K.M.B., Mittelstand und Energie 

Liste d’entreprises pour lesquelles il a été procédé, au sein de la 

Banque-Carrefour des Entreprises, au retrait de la radiation d’office 

effectuée en vertu de l’article III.42 du Code de droit économique, 

p. 32543. 

Lijst van ondernemingen waarvoor in de Kruispuntbank van Ondernemingen 

werd overgegaan tot de intrekking van de ambtshalve 

doorhaling uitgevoerd overeenkomstig artikel III.42 van het Wetboek 

van economisch recht, bl. 32543. 

Liste der Unternehmen, für welche die Zwangslöschung gemäß dem Artikel III.42 des Wirtschaftsgesetzbuches 

entzogen wurde, S. 32543. 

Les Publications légales et Avis divers 

Ils ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages 32544 

à 32604. 

De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten 

Deze worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden 

zich van bl. 32544 tot 32604.


32345 

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN 

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR 

[C − 2015/00300] 

21 JUILLET 1844. — Loi générale sur les pensions civiles et 

ecclésiastiques. — Traduction allemande de dispositions modificatives 

Les textes figurant respectivement aux annexes 1 à 3 constituent la 

traduction en langue allemande : 

- des articles 2 et 3 de l’arrêté royal du 5 décembre 2011 assimilant les 

mandats attribués à des fonctionnaires généraux de la Région wallonne 

à une nomination à titre définitif en matière de pension et prévoyant la 

prise en considération pour le calcul de la pension de certains 

suppléments et allocations accordés à des agents de la Région wallonne 

(Moniteur belge du 29 janvier 2013); 

- des articles 1 et 3 de l’arrêté royal du 16 février 2014 prévoyant la 

prise en considération dans le calcul de la pension des allocations de 

valorisation accordées à certains agents des services extérieurs de la 

Sûreté de l’Etat (Moniteur belge du 11 mars 2014); 

- des articles 2 à 5 et 70 de la loi du 5 mai 2014 concernant diverses 

matières relatives aux pensions du secteur public (Moniteur belge du 

2 juin 2014). 

Cette traduction a été établie par le Service central de traduction 

allemande à Malmedy. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN 

[C − 2015/00300] 

21 JULI 1844. — Algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke 

pensioenen. — Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen 

De respectievelijk in bijlagen 1 tot 3 gevoegde teksten zijn de Duitse 

vertaling : 

- van de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 5 december 

2011 tot gelijkstelling van mandaten toegekend aan ambtenarengeneraal 

van het Waalse Gewest met een vaste benoeming inzake 

pensioenen en tot inaanmerkingneming voor de berekening van het 

pensioen van bepaalde supplementen en ambtstoelagen toegekend aan 

ambtenaren van het Waalse Gewest (Belgisch Staatsblad van 

29 januari 2013); 

- van de artikelen 1 en 3 van het koninklijk besluit van 16 februari 2014 

betreffende het in aanmerking nemen voor het pensioen van de 

waarderingstoelagen toegekend aan sommige ambtenaren van de 

buitendiensten van de Veiligheid van de Staat (Belgisch Staatsblad van 

11 maart 2014); 

- van de artikelen 2 tot 5 en 70 van de wet van 5 mei 2014 betreffende 

diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector 

(Belgisch Staatsblad van 2 juni 2014). 

Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse 

vertaling in Malmedy. 

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES 

[C − 2015/00300] 

21. JULI 1844 — Allgemeines Gesetz über die Zivil- und Kirchenpensionen 

Deutsche Übersetzung von Abänderungsbestimmungen 

Die in den Anlagen 1 bis 3 aufgenommenen Texte sind die deutsche Übersetzung: 

- der Artikel 2 und 3 des Königlichen Erlasses vom 5. Dezember 2011 zur Gleichsetzung in Sachen Pension von 

Mandaten, die Generalbeamten der Wallonischen Region zuerkannt werden, mit einer endgültigen Ernennung und zur 

Berücksichtigung von bestimmten den Bediensteten der Wallonischen Region gewährten Zuschlägen und Zulagen bei 

der Pensionsberechnung, 

- der Artikel 1 und 3 des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 2014 zur Berücksichtigung von Valorisierungszulagen, 

die bestimmten Bediensteten der Außendienste der Staatssicherheit gewährt werden, bei der Pensionsberechnung, 

- der Artikel 2 bis 5 und 70 des Gesetzes vom 5. Mai 2014 über verschiedene Angelegenheiten in Bezug auf die 

Pensionen des öffentlichen Sektors. 

Diese Übersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Übersetzungen in Malmedy erstellt worden. 

Anlage 1 

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST SOZIALE SICHERHEIT 

5. DEZEMBER 2011 — Königlicher Erlass zur Gleichsetzung in Sachen Pension von Mandaten, die Generalbeamten 

der Wallonischen Region zuerkannt werden, mit einer endgültigen Ernennung und zur Berücksichtigung von 

bestimmten den Bediensteten der Wallonischen Region gewährten Zuschlägen und Zulagen bei der 

Pensionsberechnung 

(...) 

Art. 2 - Artikel 8 § 2 Absatz 1 des Allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen, 

eingefügt durch das Gesetz vom 25. Januar 1999 und ergänzt durch das Gesetz vom 30. März 2001 sowie durch die 

Königlichen Erlasse vom 25. März 2003, 3. April 2003, 7. Mai 2004, 3. Juni 2007, 20. Dezember 2007 und 

27. September 2009, wird wie folgt ergänzt: 

1. ″57. Zuschläge, die gewährt werden in Anwendung von Artikel 349 (vorher LII.CV.4) des Erlasses der 

Wallonischen Regierung vom 18. Dezember 2003 zur Festlegung des Kodex des Wallonischen öffentlichen Dienstes, so 

wie er vor seiner Abänderung durch den Erlass der Wallonischen Regierung vom 31. August 2006 lautete,″ 

2. ″58. Zuschläge, die gewährt werden in Anwendung von Artikel 355 des Erlasses der Wallonischen Regierung 

vom 18. Dezember 2003 zur Festlegung des Kodex des Wallonischen öffentlichen Dienstes, so wie er durch den Erlass 

der Wallonischen Regierung vom 31. August 2006 ersetzt worden ist,″ 

3. ″59. Zulage, die in Anwendung der Artikel 1 und 2 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 

12. Oktober 2006 den Forstbediensteten gewährt wird, denen aufgrund von Artikel 4 § 3 des Erlasses der Wallonischen 

Regierung vom 17. April 1997 über die Beamten der Forstverwaltung die Eigenschaft als Hauptförster zuerkannt 

worden ist.″ 

Art. 3 - Artikel 1 Nr.1 und Artikel 2 Nr. 1 und 3 werden wirksam mit 1. Januar 2004.


Artikel 1 Nr. 2 und Artikel 2 Nr. 2 werden wirksam mit 15. September 2006. 

(...) 

Anlage 2 


16. FEBRUAR 2014 — Königlicher Erlass zur Berücksichtigung von Valorisierungszulagen, die bestimmten 

Bediensteten der Außendienste der Staatssicherheit gewährt werden, bei der Pensionsberechnung 

(...) 

Artikel 1 - Artikel 8 § 2 Absatz 1 des Allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen, 

eingefügt durch das Gesetz vom 25. Januar 1999 und ergänzt durch die Gesetze vom 30. März 2001 und 27. März 2006 

sowie durch die Königlichen Erlasse vom 25. März 2003, 3. April 2003, 7. Mai 2004, 3. Juni 2007, 20. Dezember 2007, 

27. September 2009 und 5. Dezember 2011, wird wie folgt ergänzt: 

″60. Valorisierungszulagen, die gewährt werden in Anwendung der Artikel 231 und 232 des Königlichen Erlasses 

vom 13. September 2006 zur Festlegung des Statuts der Bediensteten der Außendienste der Staatssicherheit.″ 

(...) 

Art. 3 - Vorliegender Erlass wird wirksam mit 1. April 2007, mit Ausnahme von Artikel 2, der mit 1. November 2007 

wirksam wird. 

(...) 

Anlage 3 


5. MAI 2014 — Gesetz über verschiedene Angelegenheiten in Bezug auf die Pensionen des öffentlichen Sektors 

PHILIPPE, König der Belgier, 

Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruß! 

Die Kammern haben das Folgende angenommen und Wir sanktionieren es: 

(...) 

KAPITEL 2 - Verschiedene Abänderungsbestimmungen 

Art. 2 - Artikel 8 § 1 des Allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen, ersetzt 

durch das Gesetz vom 11. April 2005 und zuletzt abgeändert durch das Gesetz vom 20. Juni 2006, wird durch zwei 

Absätze mit folgendem Wortlaut ergänzt: 

″Für die Festlegung des in Absatz 2 erwähnten Referenzgehalts werden ebenfalls berücksichtigt: 

1. die Erhöhungen, die mit dem Aufsteigen in die in Artikel 48 des Königlichen Erlasses vom 25. Oktober 2013 über 

die Besoldungslaufbahn der Personalmitglieder des föderalen öffentlichen Dienstes erwähnte höhere Gehaltsstufe 

zusammenhängen, 

2. die in Artikel 49 des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 25. Oktober 2013 erwähnten ersten Verbesserungen 

in der Gehaltstabelle und Verbesserungen in der Gehaltstabelle. 

Der König kann durch einen im Ministerrat beratenen Erlass die Liste der im vorangehenden Absatz erwähnten 

Besoldungsbestandteile durch vergleichbare Besoldungsbestandteile ergänzen.″ 

Art. 3 - Die Anlage zu demselben Gesetz, ersetzt durch das Gesetz vom 3. Februar 2003 und ergänzt durch die 

Gesetze vom 9. Juli 2004, 25. April 2007, 8. Juni 2008 und 22. Dezember 2008, wird wie folgt abgeändert: 

1. In der linken Spalte wird Punkt I.A wie folgt ersetzt: 

″I. MINISTERIUM DER FINANZEN 

A. Abteilung Zoll 

1. Direktor bei einer Steuerverwaltung 

2. Hauptinspektor bei einer Steuerverwaltung (a’) 

3. Finanzassistent, gestrichener Dienstgrad 

4. Verwaltungsmitarbeiter 

5. Finanzmitarbeiter 

6. Finanzassistent (a’’)″. 

2. In der linken Spalte wird Punkt I.B wie folgt ersetzt: 

″B. Abteilung Akzisen 

1. Hauptinspektor bei einer Steuerverwaltung 

2. Sektionschef der Finanzen, gestrichener Dienstgrad 

3. Finanzassistent, gestrichener Dienstgrad 

4. Verwaltungsmitarbeiter 

5. Finanzmitarbeiter 

6. Finanzassistent (a’’’)″. 

3. In der linken Spalte wird die Rubrik ″Bemerkungen″ wie folgt abgeändert: 

a) Buchstabe a) wird wie folgt ergänzt: 

a1) ″13. im Einheitsbüro der Zoll- und Akzisenverwaltung,″ 

a2) ″14. in den Zweigstellen.″ 

b) Buchstabe a’’) wird wie folgt ersetzt: 

″a’’) Finanzassistent (Abteilung Zoll)


32347 

Diese Bezeichnung betrifft in diesem Fall nur Bedienstete, die am Tag vor ihrer Ernennung in den Dienstgrad des 

Finanzassistenten: 

- entweder den Dienstgrad des Finanzassistenten - Abteilung Zoll innehatten 

- oder erfolgreich an einer Prüfung zur Beförderung in einen Dienstgrad im Rang 34 oder an einer Prüfung 

beziehungsweise einer Auswahl zwecks Aufsteigens in die Gehaltstabelle 30S2 teilgenommen haben, vorausgesetzt, 

diese erfolgreichen Prüfungsteilnehmer gehörten der Abteilung Zoll oder der Abteilung Akzisen an, 

- oder erfolgreich an einer Prüfung zur Beförderung in einen Dienstgrad im Rang 34 oder an einer Prüfung 

beziehungsweise einer Auswahl zwecks Aufsteigens in die Gehaltstabelle 30S2 teilgenommen haben, insofern 

einerseits diese erfolgreichen Prüfungsteilnehmer vor ihrem Aufsteigen in die Stufe C der ehemaligen Stufe 3 - 

Abteilung Zoll oder Abteilung Akzisen oder der Stufe D - Abteilung Zoll oder Abteilung Akzisen angehörten und 

andererseits ihre Ernennung in den Dienstgrad des Finanzassistenten sich daraus ergibt, dass sie die vorerwähnten 

Prüfungen beziehungsweise Auswahlverfahren bestanden haben.″ 

c) Buchstabe a’’’) wird wie folgt ersetzt: 

″a’’’) Finanzassistent (Abteilung Akzisen) 

Diese Bezeichnung betrifft in diesem Fall nur Bedienstete, die am Tag vor ihrer Ernennung in den Dienstgrad des 

Finanzassistenten: 

- entweder den Dienstgrad des Finanzassistenten - Abteilung Akzisen oder den Dienstgrad des Sektionschefs der 

Finanzen - Abteilung Akzisen innehatten 

- oder erfolgreich an einer Prüfung zur Beförderung in einen Dienstgrad im Rang 34, an einer Prüfung 

beziehungsweise einer Auswahl zwecks Aufsteigens in die Gehaltstabelle 30S2 oder an einer Prüfung beziehungsweise 

einer Auswahl zwecks Aufsteigens in den Dienstgrad des Sektionschefs der Finanzen teilgenommen haben, 

vorausgesetzt, diese erfolgreichen Prüfungsteilnehmer gehörten der Abteilung Zoll oder der Abteilung Akzisen an, 

- oder erfolgreich an einer Prüfung zur Beförderung in einen Dienstgrad im Rang 34, an einer Prüfung 

beziehungsweise einer Auswahl zwecks Aufsteigens in die Gehaltstabelle 30S2 oder an einer Prüfung beziehungsweise 

einer Auswahl zwecks Aufsteigens in den Dienstgrad des Sektionschefs der Finanzen teilgenommen haben, insofern 

einerseits diese erfolgreichen Prüfungsteilnehmer vor ihrem Aufsteigen in die Stufe C der ehemaligen Stufe 3 - 

Abteilung Akzisen oder Abteilung Zoll oder der Stufe D - Abteilung Akzisen oder Abteilung Zoll angehörten und 

andererseits ihre Ernennung in den Dienstgrad des Finanzassistenten sich daraus ergibt, dass sie die vorerwähnten 

Prüfungen beziehungsweise Auswahlverfahren bestanden haben.″ 

d) Buchstabe b) wird wie folgt ersetzt: 

″b) Die Inhaber der in Punkt B.2 bis B.6 erwähnten Dienstgrade haben keinen Anspruch auf den Vorzugsnenner, 

wenn die Funktion in einer Kontrollabteilung der Akzisen ausgeübt wird.″ 

4. In der linken Spalte wird die Überschrift von Punkt II sowie Punkt II.A wie folgt ersetzt: 

″II. ÖFFENTLICHER DIENST DER WALLONIE UND FLÄMISCHES MINISTERIUM DER UMWELT, DER 

NATUR UND DER ENERGIE 

A. Öffentlicher Dienst der Wallonie (Abteilung Natur und Forstwesen und Abteilung Polizei und Kontrollen, 

Direktion der Bekämpfung von Wilddieberei und der Ahnung von Verschmutzungen) 

1. Erster Beigeordneter (Gehaltstabelle D1) 

2. Hauptbeigeordneter (Gehaltstabelle D2) 

3. Qualifizierter Beigeordneter (Gehaltstabelle D3) 

4. Erster Assistent (Gehaltstabelle C1) 

5. Hauptassistent (Gehaltstabelle C2) 

6. Assistent (Gehaltstabelle C3) 

Die Inhaber dieser Dienstgrade haben nur Anspruch auf den Vorzugsnenner, sofern die ausgeübte Funktion einer 

in der Spalte ″Frühere Bezeichnungen″ unter Punkt II.A oder II.B.1 oder II.B.2 aufgeführten Funktion entspricht und 

sie die Funktion eines Försters oder Naturwächters ausüben.″ 

5. In der rechten Spalte wird Punkt II.B wie folgt ersetzt: 

″B. Ministerium der Wallonischen Region 

B.1 Im Allgemeinen 

1. Brigadechef der Wasser- und Forstverwaltung erster Klasse (Gehaltstabelle 34/2) 

2. Technischer Hauptbediensteter der Wasser- und Forstverwaltung (Gehaltstabelle 32/2) 

3. Technischer Bediensteter der Wasser- und Forstverwaltung erster Klasse (Gehaltstabelle 30/2) 


in der Spalte ″Frühere Bezeichnungen″ unter Punkt II.A aufgeführten Funktion entspricht und sie die Funktion eines 

Försters oder Naturwächters ausüben. 

B.2 Abteilung Natur und Forstwesen 

1. Erster Beigeordneter (Gehaltstabelle D1) 

2. Hauptbeigeordneter (Gehaltstabelle D2) 

3. Beigeordneter (Gehaltstabelle D3) 

4. Erster Assistent (Gehaltstabelle C1) 

5. Hauptassistent (Gehaltstabelle C2) 

6. Assistent (Gehaltstabelle C3) 


in der Spalte ″Frühere Bezeichnungen″ unter Punkt II.A oder II.B.1 aufgeführten Funktion entspricht und sie die 

Funktion eines Försters oder Naturwächters ausüben.″ 

6. In der linken Spalte werden in der Überschrift von Punkt II die Wörter ″MINISTERIUM DER FLÄMISCHEN 

GEMEINSCHAFT″ durch die Wörter ″FLÄMISCHES MINISTERIUM DER UMWELT, DER NATUR UND DER 

ENERGIE″ ersetzt. 

7. In der linken Spalte wird die Überschrift von Punkt II.B durch ″Flämisches Ministerium der Umwelt, der Natur 

und der Energie - Agentschap voor Natuur en Bos (Agentur für Natur und Forstwesen)″ ersetzt.


8. In der linken Spalte werden unter Punkt II.B die Wörter ″eines Försters oder Naturwächters″ durch die Wörter 

″eines Försters, strategischen Beraters oder Naturinspektors″ ersetzt. 

9. In der rechten Spalte wird die unter Punkt II.C aufgeführte nummerierte Liste wie folgt ergänzt: 

″4. Assistent 

5. Hauptassistent 

6. Techniker 

7. Haupttechniker″. 

10. In der linken Spalte werden in der Überschrift von Punkt III die Wörter ″MINISTERIUM DER FLÄMISCHEN 

GEMEINSCHAFT″ durch die Wörter ″FLÄMISCHES MINISTERIUM DER MOBILITÄT UND DER ÖFFENTLICHEN 

ARBEITEN″ ersetzt. 

11. In der rechten Spalte werden in der Überschrift von Punkt III zwischen den Wörtern ″MINISTERIUM DER 

FLÄMISCHEN GEMEINSCHAFT,″ und den Wörtern ″REGIE DER SEETRANSPORTE″ die Wörter ″VERWALTUNG 

DER WASSERWEGE UND DER MARINE,″ eingefügt. 

12. In der linken Spalte wird die Überschrift von Punkt III.B durch ″Flämisches Ministerium der Mobilität und der 

Öffentlichen Arbeiten - Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (Agentur für maritime Dienstleistungen 

und die Küste)″ ersetzt. 

13. In der linken Spalte wird die unter Punkt III.B aufgeführte nummerierte Liste wie folgt ersetzt: 

″1. Besonderer Assistent (der die Funktion eines Matrosen ausübt) 

2. Besonderer Assistent (der die Funktion eines Heizers ausübt) 

3. Hauptmotorenwärter (der die Funktion eines Motorenwärters ausübt) 

4. Hauptmotorenwärter (der die Funktion eines technischen Offiziers ausübt) 

5. Motorenwärter 

6. Schiffer 

7. Hauptschiffer (der die Funktion eines Kapitäns ausübt) 

8. Schiffstechniker 

9. Hauptschiffstechniker 

10. Lotse (der eine allgemeine Funktion ausübt) 

11. Lotse (der die Funktion des Steuermanns eines Lotsenbootes ausübt) 

12. Lotse (der die Funktion des Kapitäns eines Lotsenbootes ausübt) 

13. Lotse (der die Funktion eines Cheflotsen als Weiterführung der Funktion eines Lotsen mit allgemeiner Funktion 

ausübt, die frühere Funktion des Leiters des nautischen Schiffsdienstes ausgenommen) 

14. Besonderer Assistent (der die Funktion eines eingeschifften Kochs ausübt) 

15. Besonderer Hauptassistent (der die Funktion eines eingeschifften Kochs ausübt)″. 

14. In der rechten Spalte wird die unter Punkt III aufgeführte nummerierte Liste wie folgt ergänzt: 

″80. Besonderer Assistent (der die Funktion eines Matrosen ausübt) 

81. Besonderer Assistent (der die Funktion eines Quartermeisters ausübt) 

82. Besonderer Assistent (der die Funktion eines Heizers ausübt) 

83. Hauptmotorenwärter (der die Funktion eines Motorenwärters ausübt) 

84. Hauptmotorenwärter (der die Funktion eines technischen Offiziers ausübt) 

85. Motorenwärter 

86. Schiffer 

87. Hauptschiffer (der die Funktion eines Oberschiffers ausübt) 

88. Hauptschiffer (der die Funktion eines Kapitäns ausübt) 

89. Techniker (der die Funktion eines Schiffsmechanikers ausübt) 

90. Schiffstechniker 

91. Hauptschiffstechniker 

92. Lotse (der eine allgemeine Funktion ausübt) 

93. Lotse (der die Funktion des Steuermanns eines Lotsenbootes ausübt) 

94. Lotse (der die Funktion des Kapitäns eines Lotsenbootes ausübt) 

95. Lotse (der die Funktion eines Cheflotsen als Weiterführung der Funktion eines Lotsen mit allgemeiner Funktion 

ausübt, die frühere Funktion des Leiters des nautischen Schiffsdienstes ausgenommen) 

96. Besonderer Assistent (der die Funktion eines eingeschifften Kochs ausübt)″. 

15. In der linken Spalte wird die Überschrift von Punkt V durch ″Dienste der Flämischen Regierung - Funktionen 

in den Politikbereichen Mobilität und Öffentliche Arbeiten″ ersetzt. 

16. In der linken Spalte werden unter Punkt V die Wörter ″Brücken- und Straßenbauverwaltung″ aufgehoben. 

17. In der rechten Spalte wird die Überschrift von Punkt V durch die Wörter ″UND MINISTERIUM DER 

FLÄMISCHEN GEMEINSCHAFT, BRÜCKEN- UND STRASSENBAUVERWALTUNG″ ergänzt. 

18. In der rechten Spalte wird zwischen der Überschrift von Punkt V und der nummerierten Liste ein Punkt V.A 

mit folgendem Wortlaut eingefügt: ″A. Ministerium der Öffentlichen Arbeiten″. 

19. In der rechten Spalte wird unter Punkt V unter der nummerierten Liste ein Punkt V.B mit folgendem Wortlaut 

eingefügt: ″B. Ministerium der Flämischen Gemeinschaft, Brücken- und Straßenbauverwaltung″. 

20. In der rechten Spalte wird unter der Überschrift von Punkt V.B, eingefügt durch Nr. 19, eine nummerierte Liste 

mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

″1. Ingenieur 

2. Direktor-Ingenieur, mit Ausnahme des ehemaligen Chefinspektor-Direktors 

3. Beigeordneter des Direktors und Direktor″.


32349 

21. In der rechten Spalte werden unter Punkt V.B unter der nummerierten Liste, eingefügt durch Nr. 20, folgende 

Wörter eingefügt: 

″Die Inhaber der unter Punkt B aufgeführten Dienstgrade haben nur Anspruch auf den Vorzugsnenner, sofern die 

ausgeübte Funktion einer unter Punkt V.A aufgeführten Funktion entspricht.″ 

22. In der rechten Spalte werden unter Punkt V die Wörter ″Inhaber dieser Dienstgrade″ durch die Wörter ″Inhaber 

der unter Punkt A und B aufgeführten Dienstgrade″ ersetzt. 

23. In der linken Spalte werden unter Punkt V die Wörter unter ″Punkt V″ durch die Wörter ″unter Punkt V.A″ 

ersetzt. 

Art. 4 - Die Anlage zu demselben Gesetz wird wie folgt abgeändert: 

1. In der linken Spalte wird die Überschrift von Punkt I durch ″FÖD FINANZEN UND AGENTSCHAP VLAAMSE 

BELASTINGSDIENST (AGENTUR FLÄMISCHER STEUERDIENST)″ ersetzt. 

2. In der linken Spalte wird unter Punkt I vor der Rubrik ″Bemerkungen″ ein Punkt I.C mit folgendem Wortlaut 

eingefügt: 

″C. Flämisches Ministerium der Finanzen - Agentschap Vlaamse Belastingsdienst (Agentur flämischer Steuerdienst) 

Abteilung Kontrolle 

1. Assistent 

2. Technischer Assistent 

3. Mitarbeiter 

4. Hauptmitarbeiter 

5. Leitender Hauptmitarbeiter 

6. Sachverständiger 

7. Leitender Hauptsachverständiger″. 

3. In der linken Spalte wird unter Punkt I in die Rubrik ″Bemerkungen″ ein Buchstabe h) mit folgendem Wortlaut 

eingefügt: 

″h) Die Inhaber der in Punkt C erwähnten Dienstgrade haben nur Anspruch auf den Vorzugsnenner, sofern sie 

aufgrund des Königlichen Erlasses vom 26. November 2010 zur Übertragung von Personalmitgliedern des Föderalen 

Öffentlichen Dienstes Finanzen an die Flämische Regierung oder des Königlichen Erlasses vom 19. Dezember 2010 zur 

Übertragung von Personalmitgliedern des Föderalen Öffentlichen Dienstes Finanzen an die Flämische Regierung 

übertragen worden sind, und zwar ausschließlich für Zeiträume, in denen sie in der Agentschap Vlaamse 

Belastingsdienst die Funktion des ″Kontrolleurs der Regionalsteuern″ oder des ″Kontrollkoordinators″ ausüben.″ 

Art. 5 - Artikel 37 desselben Gesetzes wird wie folgt ersetzt: 

″Art. 37 - Der König bestimmt die Fälle, in denen ein Pensionsantrag eingereicht werden muss, und welchen 

Bedingungen dieser Pensionsantrag genügen muss, um gültig zu sein. 

Unbeschadet der Anwendung der Artikel 139 bis 163 des Gesetzes vom 29. Dezember 2010 zur Festlegung 

verschiedener Bestimmungen (I) bestimmt der König Schriftstücke, Unterlagen oder elektronische Bescheinigungen, 

die im Hinblick auf den Nachweis des Anspruchs auf Ruhestands- oder Hinterbliebenenpension vorzulegen sind.″ 

(...) 

KAPITEL 6 - Inkrafttreten 

Art. 70 - Vorliegendes Gesetz tritt am ersten Tag des zweiten Monats nach dem Monat seiner Veröffentlichung im 

Belgischen Staatsblatt in Kraft. 

In Abweichung von Absatz 1: 

1. wird Artikel 3 wirksam mit 1. Januar 2002, mit Ausnahme von Nr. 3 Buchstabe a) a1), der wirksam wird mit 

31. Juli 2006, von Nr. 3 Buchstabe a) a2), der wirksam wird mit 4. Juni 2007, von den Nummern 4 und 5, die wirksam 

werden mit 1. August 2008, von den Nummern 6, 7, 9 bis 12 und 15 bis 23, die wirksam werden mit 1. Juni 2006, von 

Nr. 8, die wirksam wird mit 1. Januar 2010, und von Nr. 3 Buchstabe d), der am ersten Tag des zweiten Monats nach 

dem Monat, in dem das vorliegende Gesetz im Belgischen Staatsblatt veröffentlicht worden ist, in Kraft tritt, 

2. werden die Artikel 9 und 46 wirksam mit 1. Januar 2003, 

3. werden die Artikel 8, 25 und 47 Nr. 1 wirksam mit 1. Januar 2007, 

4. wird Artikel 44 wirksam mit 1. Februar 2010, 

5. wird Artikel 4 wirksam mit 1. Januar 2011, 

6. werden die Artikel 43 und 47 Nr. 4 und 5 wirksam mit 1. September 2012, 

7. werden die Artikel 22, 23 und 36 wirksam mit 1. Januar 2013, 


9. treten die Artikel 14 und 15 am ersten Tag des vierzehnten Monats nach dem Monat, in dem das vorliegende 

Gesetz im Belgischen Staatsblatt veröffentlicht worden ist, in Kraft, 

10. finden die Bestimmungen von Artikel 45 ausschließlich Anwendung auf Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen, 

die ab dem 1. Mai 2014 einsetzen, 

11. treten die Artikel 48 bis 69 am 1. Januar 2015 in Kraft.


Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Staatssiegel versehen und durch das 

Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird. 

Gegeben zu Brüssel, den 5. Mai 2014 

PHILIPPE 

Von Königs wegen: 

Der Minister der Pensionen 

A. DE CROO 

Mit dem Staatssiegel versehen: 

Die Ministerin der Justiz 

Frau A. TURTELBOOM 

* 


[C − 2015/00254] 

20 JUILLET 1976. — Loi portant approbation et exécution de la 

Convention internationale sur la responsabilité civile pour les 

dommages dus à la pollution par les hydrocarbures, et de l’Annexe, 

faites à Bruxelles le 29 novembre 1969. — Coordination officieuse 

en langue allemande 

Le texte qui suit constitue la coordination officieuse en langue 

allemande de la loi du 20 juillet 1976 portant approbation et exécution 

de la Convention internationale sur la responsabilité civile pour les 

dommages dus à la pollution par les hydrocarbures, et de l’Annexe, 

faites à Bruxelles le 29 novembre 1969 (Moniteur belge du 13 avril 1977, 

err. du 26 juin 1979), telle qu’elle a été modifiée successivement par : 

— la loi du 11 avril 1989 portant approbation et exécution de divers 

Actes internationaux en matière de navigation maritime (Moniteur 

belge du 6 octobre 1989, err. du8décembre 1990); 

— la loi du 10 août 1998 portant assentiment au Protocole de 1992 

modifiant la Convention internationale de 1969 sur la responsabilité 

civile pour les dommages dus à la pollution par les 

hydrocarbures, et Annexe, faits à Londres le 27 novembre 1992 

(Moniteur belge du 16 mars 1999); 

— la loi du 3 mai 1999 organisant la répartition des compétences 

suite à l’intégration de la police maritime, de la police aéronautique 

et de la police des chemins de fer dans la police fédérale 

(Moniteur belge du 29 mai 1999); 

— la loi du 26 juin 2000 relative à l’introduction de l’euro dans la 

législation concernant les matières visées à l’article 78 de la 

Constitution (Moniteur belge du 29 juillet 2000); 

— la loi du 19 décembre 2012 portant exécution de Conventions 

internationales diverses en matière de responsabilité civile pour 

la pollution par les navires, concernant des matières visées à 

l’article 78 de la Constitution (Moniteur belge du 26 avril 2013); 

— la loi du 10 janvier 2013 portant exécution de Conventions 

internationales diverses en matière de responsabilité civile pour 

la pollution par les navires, concernant des matières visées à 

l’article 77 de la Constitution (Moniteur belge du 26 avril 2013). 

Cette coordination officieuse en langue allemande a été établie par le 

Service central de traduction allemande à Malmedy. 


[C − 2015/00254] 

20 JULI 1976. — Wet houdende goedkeuring en uitvoering van het 

Internationaal Verdrag inzake de burgerlijke aansprakelijkheid 

voor schade door verontreiniging door olie, en van de Bijlage, 

opgemaakt te Brussel op 29 november 1969. — Officieuze coördinatie 

in het Duits 

De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van 

de wet van 20 juli 1976 houdende goedkeuring en uitvoering van het 

Internationaal Verdrag inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor 

schade door verontreiniging door olie, en van de Bijlage, opgemaakt te 

Brussel op 29 november 1969 (Belgisch Staatsblad van 13 april 1977, err. 

van 26 juni 1979), zoals ze achtereenvolgens werd gewijzigd bij : 

— de wet van 11 april 1989 houdende goedkeuring en uitvoering 

van diverse Internationale Akten inzake de zeevaart (Belgisch 

Staatsblad van 6 oktober 1989, err. van 8 december 1990); 

— de wet van 10 augustus 1998 houdende instemming met het 

Protocol van 1992 tot wijziging van het Internationaal Verdrag 

inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging 

door olie, 1969, en de Bijlage, gedaan te Londen op 

27 november 1992 (Belgisch Staatsblad van 16 maart 1999); 

— de wet van 3 mei 1999 tot regeling van de bevoegdheidsverdeling 

ingevolge de integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie 

en de spoorwegpolitie in de federale politie (Belgisch 

Staatsblad van 29 mei 1999); 

— de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in 

de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als 

bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (Belgisch Staatsblad van 

29 juli 2000); 

— de wet van 19 december 2012 houdende uitvoering van verscheidene 

Internationale Verdragen inzake de burgerlijke aansprakelijkheid 

voor verontreiniging door schepen, met betrekking tot 

aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet 

(Belgisch Staatsblad van 26 april 2013); 

— de wet van 10 januari 2013 houdende uitvoering van verscheidene 


voor verontreiniging door schepen, met betrekking tot 

aangelegenheden als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet 

(Belgisch Staatsblad van 26 april 2013). 

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de 

Centrale dienst voor Duitse vertaling in Malmedy. 


[C − 2015/00254] 

20. JULI 1976 — Gesetz zur Billigung und Ausführung des Internationalen Übereinkommens über die 

zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden und seiner Anlage, abgeschlossen in Brüssel am 

29. November 1969 — Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache 

Der folgende Text ist die inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache des Gesetzes vom 20. Juli 1976 zur 

Billigung und Ausführung des Internationalen Übereinkommens über die zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden 

und seiner Anlage, abgeschlossen in Brüssel am 29. November 1969, so wie es nacheinander abgeändert 

worden ist durch: 

— das Gesetz vom 11. April 1989 zur Billigung und Ausführung verschiedener Internationaler Rechtsakte auf 

dem Gebiet der Seeschifffahrt, 

— das Gesetz vom 10. August 1998 zur Zustimmung zum Protokoll von 1992 zur Änderung des Internationalen 

Übereinkommens von 1969 über die zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden und Anlage, 

abgeschlossen in London am 27. November 1992, 

— das Gesetz vom 3. Mai 1999 zur Regelung der Verteilung der Befugnisse infolge der Integration der 

Schifffahrtspolizei, der Luftfahrtpolizei und der Eisenbahnpolizei in die föderale Polizei,


32351 

— das Gesetz vom 26. Juni 2000 über die Einführung des Euro in die Rechtsvorschriften in Bezug auf die in 

Artikel 78 der Verfassung erwähnten Angelegenheiten, 

— das Gesetz vom 19. Dezember 2012 zur Ausführung verschiedener Internationaler Übereinkommen über die 

zivilrechtliche Haftung für die Verschmutzung durch Schiffe mit Bezug auf in Artikel 78 der Verfassung 

erwähnte Angelegenheiten, 

— das Gesetz vom 10. Januar 2013 zur Ausführung verschiedener Internationaler Übereinkommen über die 


erwähnte Angelegenheiten. 

Diese inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Übersetzungen 

in Malmedy erstellt worden. 

MINISTERIUM DER AUSWÄRTIGEN ANGELEGENHEITEN, 

DES AUSSENHANDELS UND DER ENTWICKLUNGSZUSAMMENARBEIT 

20. JULI 1976 — Gesetz zur Billigung und Ausführung des Internationalen Übereinkommens über die 

zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden und seiner Anlage, abgeschlossen in Brüssel am 

29. November 1969 

Artikel 1 - [Für die Anwendung des vorliegenden Gesetzes versteht man unter ″das Übereinkommen″: das 

Internationale Übereinkommen über die zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden und seine Anlage, 

abgeschlossen in Brüssel am 29. November 1969, so wie sie abgeändert wurden durch das Protokoll von 1992 zur 

Änderung des Internationalen Übereinkommens von 1969 über die zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden, 

abgeschlossen in London am 27. November 1992.] 

[Art. 1 ersetzt durch Art. 3 des G. vom 10. August 1998 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 2 - [...] 

[Art. 2 aufgehoben durch Art. 3 des G. vom 10. Januar 2013 (B.S. vom 26. April 2013)] 

Art. 3 - [§ 1] - Der in Artikel V Absatz 3 des Übereinkommens vorgesehene Fonds zur Beschränkung der Haftung 

muss entweder durch die Hinterlegung einer Geldsumme in bar [bei der gemäß Buch II Artikel 48 § 4 des 

Handelsgesetzbuches bestimmten Einrichtung] errichtet werden oder durch die Leistung einer Bankgarantie oder 

irgendeiner anderen finanziellen Sicherheit, unter der Bedingung, dass sie vom Präsidenten des in Artikel 2 § 1 

erwähnten Gerichts angenommen und als ausreichend angesehen wird. 

[§ 2 - Unbeschadet der Befugnis des Präsidenten des in § 1 erwähnten Gerichts wird der Fonds zur Beschränkung 

der Haftung gemäß Buch II Artikel 48 bis 52 des Handelsgesetzbuches errichtet, liquidiert und verteilt. Die dem 

Konkursrichter zugewiesene Aufgabe wird jedoch von einem Richter, der vom Präsidenten bestimmt wird, erfüllt.] 

[Art. 3 § 1 (früherer einziger Absatz) nummeriert durch Art. 20 des G. vom 11. April 1989 (B.S. vom 6. Oktober 1989) und 

abgeändert durch Art. 20 Nr. 1 des G. vom 11. April 1989 (B.S. vom 6. Oktober 1989); § 2 eingefügt durch Art. 20 Nr. 2 des G. vom 

11. April 1989 (B.S. vom 6. Oktober 1989)] 

Art.4-14-[...] 

[Art. 4 bis 14 aufgehoben durch Art. 10 des G. vom 19. Dezember 2012 (B.S. vom 26. April 2013)] 

Art. 15 - [Abänderungsbestimmungen] 

Art. 16 - Die Artikel 2 bis 15 des vorliegenden Gesetzes treten in Kraft an dem Tag, an dem das Übereinkommen, 

das durch dieses Gesetz gebilligt und ausgeführt wird, für Belgien verbindlich wird, und bleiben in Kraft, solange 

dieses Übereinkommen für Belgien nicht unwirksam wird. 

ÜBERSETZUNG 

29. NOVEMBER 1969 — [Internationales Übereinkommen von 1992 

über die zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden] 

[Überschrift ersetzt durch Art. 11 Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Artikel I 

Im Sinne dieses Übereinkommens haben die nachstehenden Ausdrücke folgende Bedeutung: 

1. [″Schiff″ bedeutet ein Seeschiff oder ein sonstiges Seefahrzeug jeder Art, das zur Beförderung von Öl als 

Bulkladung gebaut oder hergerichtet ist; jedoch wird ein Schiff, das Öl und andere Ladungen befördern kann, als Schiff 

nur angesehen, wenn es tatsächlich Öl als Bulkladung befördert, und während jeder Fahrt, die auf eine solche 

Beförderung folgt, sofern nicht nachgewiesen wird, dass es keine Rückstände solcher Beförderung von Öl als 

Bulkladung an Bord hat.] 

2. ″Person″ bedeutet eine natürliche Person oder eine juristische Person des öffentlichen oder privaten Rechts 

einschließlich von Staaten und ihren Gebietskörperschaften. 

3. ″Eigentümer″ bedeutet die Person oder Personen, in deren Namen das Schiff in das Schiffsregister eingetragen 

ist, oder, wenn keine Eintragung vorliegt, die Person oder Personen, denen das Schiff gehört. 

Jedoch bedeutet ″Eigentümer″ in Fällen, in denen ein Schiff einem Staat gehört und von einer Gesellschaft 

betrieben wird, die in dem betreffenden Staat als Ausrüster oder Reeder des Schiffes eingetragen ist, diese Gesellschaft. 

4. ″Staat des Schiffsregisters″ bedeutet in Bezug auf eingetragene Schiffe den Staat, in dessen Schiffsregister das 

Schiff eingetragen ist, und in Bezug auf nicht eingetragene Schiffe den Staat, dessen Flagge das Schiff führt. 

5. [″Öl″ bedeutet beständiges Kohlenwasserstoffmineralöl wie Rohöl, Heizöl, schweres Dieselöl und Schmieröl, 

gleichviel ob es als Ladung oder in den Bunkern des Schiffes befördert wird.]


6. [″Verschmutzungsschäden″ bedeuten: 

a) Verluste oder Schäden, die außerhalb des Schiffes durch eine auf das Ausfließen oder Ablassen von Öl aus dem 

Schiff zurückzuführende Verunreinigung hervorgerufen werden, gleichviel wo das Ausfließen oder Ablassen erfolgt; 

jedoch wird der Schadenersatz für eine Beeinträchtigung der Umwelt, ausgenommen der auf Grund dieser 

Beeinträchtigung entgangene Gewinn, auf die Kosten tatsächlich ergriffener oder zu ergreifender angemessener 

Wiederherstellungsmaßnahmen beschränkt, 

b) die Kosten von Schutzmaßnahmen und weitere durch Schutzmaßnahmen verursachte Verluste oder Schäden.] 

7. ″Schutzmaßnahmen″ bedeuten die von einer Person nach Eintreten eines Ereignisses getroffenen angemessenen 

Maßnahmen zur Verhütung oder Einschränkung von Verschmutzungsschäden. 

8. [″Ereignis″ bedeutet einen Vorfall oder eine Reihe von Vorfällen gleichen Ursprungs, die Verschmutzungsschäden 

verursachen oder eine schwere, unmittelbar drohende Gefahr der Verursachung solcher Schäden darstellen.] 

9. [″Organisation″ bedeutet die Internationale Seeschifffahrts-Organisation.] 

[10. ″Haftungsübereinkommen von 1969″ bedeutet das Internationale Übereinkommen von 1969 über die 

zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden. Für Vertragsstaaten des Protokolls von 1976 zu jenem 

Übereinkommen bezeichnet dieser Ausdruck das Haftungsübereinkommen von 1969 in der durch das Protokoll 

geänderten Fassung.] 

[Art. I Abs. 1 ersetzt durch Art. 2 Abs. 1 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 5 ersetzt durch Art. 2 

Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 6 ersetzt durch Art. 2 Abs. 3 des Prot. vom 

27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 8 ersetzt durch Art. 2 Abs. 4 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 

16.März 1999); Abs. 9 ersetzt durch Art. 2 Abs. 5 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16.März 1999); Abs. 10 eingefügt 

durch Art. 2 Abs. 6 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Artikel II 

[Dieses Übereinkommen gilt ausschließlich: 

a) für Verschmutzungsschäden, die verursacht worden sind: 

i) im Hoheitsgebiet einschließlich des Küstenmeers eines Vertragsstaats und 

ii) in der nach Völkerrecht festgelegten ausschließlichen Wirtschaftszone eines Vertragsstaats oder, wenn ein 

Vertragsstaat eine solche Zone nicht festgelegt hat, in einem jenseits des Küstenmeers dieses Staates gelegenen, 

an dieses angrenzenden Gebiet, das von diesem Staat nach Völkerrecht festgelegt wird und sich nicht weiter 

als 200 Seemeilen von den Basislinien erstreckt, von denen aus die Breite seines Küstenmeers gemessen wird; 

b) für Schutzmaßnahmen zur Verhütung oder Einschränkung dieser Schäden, gleichviel wo sie getroffen worden 

sind.] 

[Art. II ersetzt durch Art. 3 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Artikel III 

1. [Außer in den Fällen der Absätze 2 und 3 haftet der Eigentümer eines Schiffes im Zeitpunkt des Ereignisses oder, 

wenn das Ereignis aus einer Reihe von Vorfällen besteht, im Zeitpunkt des ersten Vorfalls für alle Verschmutzungsschäden, 

die infolge des Ereignisses durch das Schiff verursacht wurden.] 

2. Der Eigentümer haftet nicht für Verschmutzungsschäden, wenn er nachweist, dass die Schäden: 

a) durch Kriegshandlung, Feindseligkeiten, Bürgerkrieg, Aufstand oder ein außergewöhnliches, unvermeidliches 

und unabwendbares Naturereignis entstanden sind, 

b) ausschließlich durch eine Handlung oder Unterlassung verursacht wurden, die von einem Dritten in 

Schädigungsabsicht begangen wurde, oder 

c) ausschließlich durch die Fahrlässigkeit oder eine andere rechtswidrige Handlung einer Regierung oder einer 

anderen für die Unterhaltung von Lichtern oder sonstigen Navigationshilfen verantwortlichen Stelle in der 

Wahrnehmung dieser Aufgabe verursacht wurden. 

3. Beweist der Eigentümer, dass die Verschmutzungsschäden ganz oder teilweise entweder auf eine in 

Schädigungsabsicht begangene Handlung oder Unterlassung der geschädigten Person oder auf deren Fahrlässigkeit 

zurückzuführen sind, so kann er von seiner Haftung gegenüber dieser Person ganz oder teilweise befreit werden. 

4. [Schadenersatzansprüche wegen Verschmutzungsschäden können gegen den Eigentümer nur nach diesem 

Übereinkommen geltend gemacht werden. Vorbehaltlich des Absatzes 5 können Schadenersatzansprüche wegen 

Verschmutzungsschäden weder auf Grund dieses Übereinkommens noch auf anderer Grundlage geltend gemacht 

werden gegen: 

a) die Bediensteten oder Beauftragten des Eigentümers oder die Mitglieder der Besatzung; 

b) den Lotsen oder eine andere Person, die, ohne Mitglied der Besatzung zu sein, Dienste für das Schiff leistet; 

c) einen Charterer (wie auch immer er bezeichnet ist, einschließlich Bareboat-Charterer), Ausrüster oder Betreiber 

des Schiffes sowie einen mit der Betriebsführung Beauftragten; 

d) eine Person, die mit Einwilligung des Eigentümers oder auf Weisung einer zuständigen Behörde Bergungs- oder 

Hilfeleistungsarbeiten ausführt; 

e) eine Person, die Schutzmaßnahmen trifft; 

f) alle Bediensteten oder Beauftragten der unter den Buchstaben c), d) und e) bezeichneten Personen, 

sofern die Schäden nicht auf eine Handlung oder Unterlassung zurückzuführen sind, die von ihnen selbst 

entweder in der Absicht, solche Schäden herbeizuführen, oder leichtfertig und in dem Bewusstsein begangen wurde, 

dass solche Schäden wahrscheinlich eintreten würden.] 

5. Dieses Übereinkommen beeinträchtigt nicht das Rückgriffsrecht des Eigentümers gegen Dritte. 

[Art. III Abs. 1 ersetzt durch Art. 4 Abs. 1 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16.März 1999); Abs. 4 ersetzt durch Art. 4 

Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Artikel IV 

[Tritt ein Ereignis ein, an dem mehr als ein Schiff beteiligt ist, und entstehen daraus Verschmutzungsschäden, so 

haften die Eigentümer aller beteiligten Schiffe, sofern sie nicht nach Artikel III befreit sind, gesamtschuldnerisch für alle 

Schäden, die sich nicht hinreichend sicher trennen lassen.] 

[Art. IV ersetzt durch Art. 5 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)]


32353 

Artikel V 

1. [Der Eigentümer eines Schiffes ist berechtigt, seine Haftung auf Grund dieses Übereinkommens für jedes 

Ereignis auf einen Gesamtbetrag zu beschränken, der sich wie folgt errechnet: 

a) 3 Millionen Rechnungseinheiten für ein Schiff mit bis zu 5.000 Raumgehaltseinheiten, 

b) für ein Schiff mit einem darüber hinausgehenden Raumgehalt erhöht sich der unter Buchstabe a) genannte 

Betrag für jede zusätzliche Raumgehaltseinheit um 420 Rechnungseinheiten, 

wobei dieser Gesamtbetrag 59,7 Millionen Rechnungseinheiten jedoch nicht überschreiten darf.] 

2. [Der Eigentümer ist nicht berechtigt, seine Haftung auf Grund dieses Übereinkommens zu beschränken, wenn 

nachgewiesen wird, dass die Verschmutzungsschäden auf eine Handlung oder Unterlassung zurückzuführen sind, die 

von ihm selbst entweder in der Absicht, solche Schäden herbeizuführen, oder leichtfertig und in dem Bewusstsein 

begangen wurde, dass solche Schäden wahrscheinlich eintreten würden.] 

3. [Um sich auf die in Absatz 1 vorgesehene Beschränkung berufen zu können, hat der Eigentümer für den 

Gesamtbetrag seiner Haftung einen Fonds bei dem Gericht oder einer sonstigen zuständigen Stelle eines der 

Vertragsstaaten zu errichten, in dem nach Artikel IX Klage erhoben wird oder, wenn keine Klage erhoben wird, bei 

jedem Gericht oder jeder sonstigen zuständigen Stelle in einem der Vertragsstaaten, in denen nach Artikel IX Klage 

erhoben werden kann. Der Fonds kann entweder durch Hinterlegung des Betrags oder durch Vorlage einer 

Bankgarantie oder einer anderen nach den Rechtsvorschriften des Vertragsstaats, in dem der Fonds errichtet wird, 

zulässigen und von dem Gericht oder der sonstigen zuständigen Stelle für ausreichend erachteten Garantie errichtet 

werden.] 

4. Der Fonds wird unter die Gläubiger im Verhältnis der Höhe ihrer nachgewiesenen Forderungen verteilt. 

5. Hat der Eigentümer oder sein Bediensteter oder Beauftragter oder eine Person, die ihm eine Versicherung oder 

sonstige finanzielle Sicherheit gewährt, vor Verteilung des Fonds infolge des betreffenden Ereignisses Schadenersatz für 

Verschmutzungsschäden gezahlt, so tritt diese Person bis zur Höhe des gezahlten Betrags in die Rechte ein, die dem 

Schadenersatzempfänger auf Grund dieses Übereinkommens zugestanden hätten. 

6. Das in Absatz 5 vorgesehene Eintrittsrecht kann auch von einer anderen als der dort genannten Person für einen 

von ihr gezahlten Schadensersatzbetrag für Verschmutzungsschäden ausgeübt werden, soweit ein derartiger Eintritt 

nach dem anzuwendenden innerstaatlichen Recht zulässig ist. 

7. Weist der Eigentümer oder ein anderer nach, dass er gezwungen werden könnte, einen solchen Schadenersatzbetrag, 

für den ihm ein Eintrittsrecht nach Absatz 5 oder 6 zugestanden hätte, wenn der Schadenersatz vor Verteilung 

des Fonds bezahlt worden wäre, zu einem späteren Zeitpunkt ganz oder teilweise zu zahlen, so kann das Gericht oder 

die sonstige zuständige Stelle des Staates, in dem der Fonds errichtet worden ist, anordnen, dass ein ausreichender 

Betrag vorläufig zurückgestellt wird, um es dem Betreffenden zu ermöglichen, zu dem genannten späteren Zeitpunkt 

seinen Anspruch gegen den Fonds geltend zu machen. 

8. Ansprüche auf Grund von angemessenen Kosten oder Opfern, die der Eigentümer freiwillig auf sich nimmt, um 

Verschmutzungsschäden zu verhüten oder einzuschränken, sind anderen Ansprüchen gegen den Fonds gleichrangig. 

9. [a) Die in Absatz 1 genannte ″Rechnungseinheit″ ist das Sonderziehungsrecht des Internationalen Währungsfonds. 

Die in Absatz 1 genannten Beträge werden in die Landeswährung entsprechend dem Wert dieser Währung 

gegenüber dem Sonderziehungsrecht am Tag der Errichtung des in Absatz 3 genannten Fonds umgerechnet. Der in 

Sonderziehungsrechten ausgedrückte Wert der Landeswährung eines Vertragsstaats, der Mitglied des Internationalen 

Währungsfonds ist, wird nach der vom Internationalen Währungsfonds angewendeten Bewertungsmethode errechnet, 

die an dem betreffenden Tag für seine Operationen und Transaktionen gilt. Der in Sonderziehungsrechten ausgedrückte 

Wert der Landeswährung eines Vertragsstaats, der nicht Mitglied des Internationalen Währungsfonds ist, wird auf eine 

von diesem Staat bestimmte Weise errechnet. 

b) Dessen ungeachtet kann ein Vertragsstaat, der nicht Mitglied des Internationalen Währungsfonds ist und dessen 

Recht die Anwendung des Buchstabens a) nicht zulässt, bei der Ratifikation, der Annahme oder der Genehmigung 

dieses Übereinkommens oder dem Beitritt zu dem Übereinkommen oder jederzeit danach erklären, dass die unter 

Buchstabe a) genannte Rechnungseinheit 15 Goldfranken entspricht. Der unter diesem Buchstaben genannte 

Goldfranken entspricht 65 1/2 Milligramm Gold von 900/1.000 Feingehalt. Die Umrechnung des Goldfranken in die 

Landeswährung erfolgt nach dem Recht des betreffenden Staates. 

c) Die unter Buchstabe a) letzter Satz genannte Berechnung und die unter Buchstabe b) genannte Umrechnung 

erfolgen in der Weise, dass die Beträge nach Absatz 1, in der Landeswährung des Vertragsstaats ausgedrückt, soweit 

wie möglich dem tatsächlichen Wert entsprechen, der sich aus der Anwendung des Buchstabens a) Sätze 1 bis 3 ergeben 

würde. Die Vertragsstaaten teilen dem Verwahrer die Art der Berechnung nach Buchstabe a) oder das Ergebnis der 

Umrechnung nach Buchstabe b) bei der Hinterlegung einer Ratifikations-, Annahme-, Genehmigungs- oder 

Beitrittsurkunde zu diesem Übereinkommen sowie immer dann mit, wenn sich die Berechnungsart oder das 

Umrechnungsergebnis ändert.] 

10. [Raumgehalt des Schiffes im Sinne dieses Artikels ist die Bruttoraumzahl, errechnet nach den in Anlage I des 

Internationalen Schiffsvermessungs-Übereinkommens von 1969 enthaltenen Bestimmungen über die Vermessung des 

Raumgehalts.] 

11. Der Versicherer oder sonstige finanzielle Sicherheitsgeber ist berechtigt, nach diesem Artikel einen Fonds zu 

denselben Bedingungen und mit derselben Wirkung zu errichten wie der Eigentümer. [Dieser Fonds kann selbst dann 

errichtet werden, wenn nach Absatz 2 der Eigentümer nicht berechtigt ist, seine Haftung zu beschränken, beeinträchtigt 

jedoch dann nicht die Rechte der Geschädigten gegen den Eigentümer.] 

[Art. V Abs. 1 ersetzt durch Art. 6 Abs. 1 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16.März 1999); Abs. 2 ersetzt durch Art. 6 

Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 3 ersetzt durch Art. 6 Abs. 3 des Prot. vom 


16. März 1999); Abs. 10 ersetzt durch Art. 6 Abs. 5 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 11 

abgeändert durch Art. 6 Abs. 6 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Artikel VI 

1. Hat der Eigentümer nach einem Ereignis einen Fonds gemäß Artikel V errichtet und ist er berechtigt, seine 

Haftung zu beschränken, 

a) so können Ansprüche wegen Verschmutzungsschäden, die sich aus diesem Ereignis ergeben, nicht gegen andere 

Vermögenswerte des Eigentümers geltend gemacht werden.


b) so ordnet das Gericht oder die sonstige zuständige Stelle eines Vertragsstaats die Freigabe des Schiffes oder 

sonstiger dem Eigentümer gehörender Vermögenswerte, die auf Grund eines Anspruchs wegen sich aus dem Ereignis 

ergebender Verschmutzungsschäden beschlagnahmt worden sind, sowie die Freigabe jeder Kaution oder sonstigen zur 

Vermeidung dieser Beschlagnahme gestellten Sicherheit an. 

2. Dies gilt jedoch nur, wenn der Kläger Zugang zu dem Gericht hat, das den Fonds verwaltet, und wenn der Fonds 

tatsächlich zur Befriedigung seines Anspruchs verwendet werden kann. 

Artikel VII 

1. Der Eigentümer eines in das Schiffsregister eines Vertragsstaats eingetragenen Schiffes, das mehr als 

2.000 Tonnen Öl als Bulkladung befördert, hat eine Versicherung oder sonstige finanzielle Sicherheit, zum Beispiel eine 

Bankbürgschaft oder eine von einem internationalen Schadenersatzfonds ausgestellte Bescheinigung über die nach 

Maßgabe der Haftungsgrenzen des Artikels V Absatz 1 festgesetzten Beträge aufrechtzuerhalten, um seine Haftung für 

Verschmutzungsschäden auf Grund dieses Übereinkommens abzudecken. 

2. [Nachdem die zuständige Behörde eines Vertragsstaats sich vergewissert hat, dass die Voraussetzungen des 

Absatzes 1 erfüllt sind, wird für jedes Schiff eine Bescheinigung darüber ausgestellt, dass eine Versicherung oder 

sonstige finanzielle Sicherheit nach diesem Übereinkommen in Kraft ist. Für ein in das Schiffsregister eines 

Vertragsstaats eingetragenes Schiff wird diese Bescheinigung von der zuständigen Behörde des Staates des 

Schiffsregisters ausgestellt oder bestätigt; für ein nicht in das Schiffsregister eines Vertragsstaats eingetragenes Schiff 

kann sie von der zuständigen Behörde jedes Vertragsstaats ausgestellt oder bestätigt werden.] Die Form dieser 

Bescheinigung hat dem als Anlage beigefügten Muster zu entsprechen und folgende Angaben zu enthalten: 

a) Name des Schiffes und Heimathafen; 

b) Name und Hauptgeschäftssitz des Eigentümers; 

c) Art der Sicherheit; 

d) Name und Hauptgeschäftssitz des Versicherers oder sonstigen Sicherheitsgebers und gegebenenfalls Geschäftssitz, 

an dem die Versicherung oder Sicherheit gewährt wird; 

e) Geltungsdauer der Bescheinigung, die nicht länger sein darf als die Geltungsdauer der Versicherung oder 

sonstigen Sicherheit. 

3. Die Bescheinigung wird in der oder den Amtssprachen des ausstellenden Staates abgefasst. Ist die verwendete 

Sprache weder Englisch noch Französisch, so ist eine Übersetzung in eine dieser Sprachen beizufügen. 

4. [Die Bescheinigung wird an Bord des Schiffes mitgeführt; eine Durchschrift wird bei der Behörde hinterlegt, die 

das betreffende Schiffsregister führt, oder, wenn das Schiff nicht in das Schiffsregister eines Vertragsstaats eingetragen 

ist, bei der Behörde des Staates, der die Bescheinigung ausstellt oder bestätigt.] 

5. Eine Versicherung oder sonstige finanzielle Sicherheit genügt nicht den Erfordernissen dieses Artikels, wenn sie 

aus anderen Gründen als dem Ablauf der in der Bescheinigung nach Absatz 2 bezeichneten Geltungsdauer binnen 

drei Monaten nach dem Tag, an dem ihre Beendigung der in Absatz 4 bezeichneten Behörde angezeigt wird, außer 

Kraft treten kann, sofern nicht innerhalb der genannten Frist die Bescheinigung dieser Behörde übergeben oder eine 

neue Bescheinigung ausgestellt worden ist. Diese Bestimmungen gelten auch für Änderungen, die dazu führen, dass 

die Versicherung oder Sicherheit den Erfordernissen dieses Artikels nicht mehr genügt. 

6. Der Staat des Schiffsregisters bestimmt vorbehaltlich dieses Artikels die Ausstellungs- und Geltungsbedingungen 

für die Bescheinigung. 

7. [Die nach Absatz 2 im Namen eines Vertragsstaats ausgestellten oder bestätigten Bescheinigungen werden von 

anderen Vertragsstaaten für die Zwecke dieses Übereinkommens anerkannt; diese anderen Staaten messen den 

Bescheinigungen die gleiche Wirkung bei wie den von ihnen selbst ausgestellten oder bestätigten Bescheinigungen, 

und zwar auch dann, wenn sie für ein Schiff ausgestellt oder bestätigt worden sind, das nicht in das Schiffsregister eines 

Vertragsstaats eingetragen ist.] Ein Vertragsstaat kann jederzeit [den ausstellenden oder bestätigenden Staat] um eine 

Konsultation ersuchen, wenn er glaubt, dass der in der Bescheinigung genannte Versicherer oder Sicherheitsgeber 

finanziell nicht in der Lage ist, die Verpflichtungen aus diesem Übereinkommen zu erfüllen. 

8. Ein Schadenersatzanspruch wegen Verschmutzungsschäden kann unmittelbar gegen den Versicherer oder eine 

andere Person, die für die Haltung des Eigentümers für Verschmutzungsschäden finanzielle Sicherheit leistet, geltend 

gemacht werden. [Hierbei kann sich der Beklagte, auch wenn der Eigentümer nach Artikel V Absatz 2 nicht berechtigt 

ist, seine Haftung zu beschränken, auf die in Artikel V Absatz 1 vorgesehene Haftungsbeschränkung berufen.] Er kann 

ferner dieselben Einreden (mit Ausnahme des Konkurses oder der Liquidation des Eigentümers) geltend machen, die 

der Eigentümer selbst hätte erheben können. Außerdem kann der Beklagte die Einrede geltend machen, dass sich die 

Verschmutzungsschäden aus einem vorsätzlichen Verschulden des Eigentümers selbst ergaben; jedoch kann der 

Beklagte keine anderen Einreden geltend machen, die er in einem vom Eigentümer gegen ihn eingeleiteten Verfahren 

hätte erheben können. Der Beklagte hat in jedem Fall das Recht, zu verlangen, dass dem Eigentümer der Streit 

verkündet wird. 

9. Die aus einer Versicherung oder sonstigen finanziellen Sicherheit nach Absatz l verfügbaren Beträge sind 

ausschließlich zur Befriedigung von Ansprüchen auf Grund dieses Übereinkommens zu verwenden. 

10. Ein Vertragsstaat wird einem seine Flagge führenden Schiff, auf das dieser Artikel Anwendung findet, nur 

gestatten, Handel zu treiben, wenn eine Bescheinigung nach Absatz 2 oder 12 ausgestellt worden ist. 

11. Vorbehaltlich dieses Artikels stellt jeder Vertragsstaat durch seine innerstaatlichen Rechtsvorschriften sicher, 

dass für jedes Schiff, das einen Hafen in seinem Hoheitsgebiet anläuft oder verlässt oder das einen vor der Küste 

innerhalb seines Küstenmeers gelegenen Umschlagsplatz anläuft oder verlässt, ungeachtet des Ortes, an dem das Schiff 

im Schiffsregister eingetragen ist, eine Versicherung oder sonstige Sicherheit in dem in Absatz 1 bezeichneten Umfang 

besteht, wenn das Schiff tatsächlich mehr als 2.000 Tonnen Öl als Bulkladung befördert. 

12. Besteht für ein einem Vertragsstaat gehörendes Schiff keine Versicherung oder sonstige finanzielle Sicherheit, 

so finden die darauf bezüglichen Bestimmungen dieses Artikels auf dieses Schiff keine Anwendung; es hat jedoch eine 

von den zuständigen Behörden des Staates des Schiffsregisters ausgestellte Bescheinigung mitzuführen, aus der 

hervorgeht, dass das Schiff dem betreffenden Staat gehört und dass seine Haftung innerhalb der in Artikel V Absatz 1 

festgesetzten Grenzen gedeckt ist. Diese Bescheinigung hat soweit wie möglich dem in Absatz 2 vorgeschriebenen 

Muster zu entsprechen. 

[Art. VII Abs. 2 abgeändert durch Art. 7 Abs. 1 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 4 ersetzt durch 

Art. 7 Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 7 abgeändert durch Art. 7 Abs. 3 und 4 des Prot. 

vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 8 abgeändert durch Art. 7 Abs. 5 des Prot. vom 27. November 1992 

(B.S. vom 16. März 1999)]


32355 

Artikel VIII 

Schadenersatzansprüche nach diesem Übereinkommen erlöschen, wenn nicht binnen drei Jahren nach Eintritt der 

Schäden Klage erhoben wird. Jedoch kann nach Ablauf von sechs Jahren nach dem Ereignis, das die Schäden 

verursachte, nicht mehr Klage erhoben werden. Besteht dieses Ereignis aus einer Reihe von Vorfällen, so beginnt die 

Sechsjahresfrist mit dem Zeitpunkt des ersten Vorfalls. 

Artikel IX 

1. [Sind durch ein Ereignis Verschmutzungsschäden im Hoheitsgebiet einschließlich des Küstenmeers oder eines 

in Artikel II genannten Gebiets eines oder mehrerer Vertragsstaaten entstanden oder sind in diesem Hoheitsgebiet 

einschließlich des Küstenmeers oder Gebiets Schutzmaßnahmen getroffen worden, um Verschmutzungsschäden zu 

verhüten oder einzuschränken, so können Schadenersatzklagen nur vor den Gerichten des oder der betreffenden 

Vertragsstaaten anhängig gemacht werden. Der Beklagte ist über derartige Klagen binnen angemessener Frist zu 

unterrichten.] 

2. Jeder Vertragsstaat trägt dafür Sorge, dass seine Gerichte die erforderliche Zuständigkeit haben, um über 

derartige Schadenersatzklagen zu erkennen. 

3. Nach Errichtung des Fonds gemäß Artikel V sind die Gerichte des Staates, in dem der Fonds errichtet worden 

ist, für die Entscheidung über alle Fragen der Zuteilung und Verteilung des Fonds ausschließlich zuständig. 

[Art. IX Abs. 1 ersetzt durch Art. 8 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Artikel X 

1. Ein von einem nach Artikel IX zuständigen Gericht erlassenes Urteil, das in dem Ursprungsstaat, in dem es nicht 

mehr mit ordentlichen Rechtsmitteln angefochten werden kann, vollstreckbar ist, wird in jedem Vertragsstaat 

anerkannt, es sei denn: 

a) dass das Urteil durch betrügerische Machenschaften erwirkt worden ist oder 

b) dass der Beklagte nicht binnen angemessener Frist unterrichtet und ihm keine angemessene Gelegenheit zur 

Vertretung seiner Sache vor Gericht gegeben worden ist. 

2. Ein nach Absatz 1 anerkanntes Urteil ist in jedem Vertragsstaat vollstreckbar, sobald die in dem betreffenden 

Staat vorgeschriebenen Förmlichkeiten erfüllt sind. Diese Förmlichkeiten dürfen keine erneute Entscheidung in der 

Sache selbst zulassen. 

Artikel XI 

1. Dieses Übereinkommen gilt nicht für Kriegsschiffe oder sonstige Schiffe, die einem Staat gehören oder von 

diesem betrieben werden und die zu der betreffenden Zeit ausschließlich im nichtgewerblichen staatlichen Dienst 

eingesetzt sind. 

2. Für Schiffe, die einem Vertragsstaat gehören und für gewerbliche Zwecke benutzt werden, kann jeder Staat vor 

den in Artikel IX bezeichneten Gerichten belangt werden; dabei verzichtet er auf alle Einreden, die sich auf seine 

Stellung als souveräner Staat gründen. 

Artikel XII 

Dieses Übereinkommen geht allen internationalen Übereinkünften vor, die an dem Tag, an dem das vorliegende 

Übereinkommen zur Unterzeichnung aufgelegt wird, in Kraft sind oder zur Unterzeichnung, zur Ratifikation oder zum 

Beitritt aufgelegt sind, soweit solche Übereinkünfte mit dem vorliegenden Übereinkommen in Widerspruch stehen; 

dieser Artikel lässt jedoch die Verpflichtungen von Vertragsstaaten gegenüber Nichtvertragsstaaten auf Grund solcher 

internationaler Übereinkünfte unberührt. 

[Artikel XIIbis - Übergangsbestimmungen 

Folgende Übergangsbestimmungen gelten hinsichtlich eines Staates, der im Zeitpunkt eines Ereignisses 

Vertragspartei sowohl dieses Übereinkommens als auch des Haftungsübereinkommens von 1969 ist: 

a) Hat ein Ereignis Verschmutzungsschäden im Anwendungsbereich dieses Übereinkommens verursacht, so gilt 

die Haftung nach diesem Übereinkommen als abgegolten, falls und soweit sie nach dem Haftungsübereinkommen von 

1969 besteht; 

b) hat ein Ereignis Verschmutzungsschäden im Anwendungsbereich dieses Übereinkommens verursacht und ist 

der Staat Vertragspartei sowohl dieses Übereinkommens als auch des Internationalen Übereinkommens von 1971 über 

die Errichtung eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, so besteht eine nach 

Anwendung des Buchstabens a) verbleibende Haftung auf Grund dieses Übereinkommens nur insoweit, als 

Verschmutzungsschäden nach Anwendung des genannten Übereinkommens von 1971 unentschädigt bleiben; 

c) bei der Anwendung des Artikels III Absatz 4 ist der Ausdruck ″dieses Übereinkommen″ so auszulegen, als 

beziehe er sich je nach Fall auf dieses Übereinkommen oder auf das Haftungsübereinkommen von 1969; 

d) bei der Anwendung des Artikels V Absatz 3 ist der Gesamtbetrag des zu errichtenden Fonds um den Betrag zu 

verringern, in dessen Höhe die Haftung nach Buchstabe a) als abgegolten gilt.] 

[Art. XIIbis und Überschrift eingefügt durch Art. 9 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

[Artikel XIIter - Schlussbestimmungen 

Die Schlussbestimmungen dieses Übereinkommens sind die Artikel 12 bis 18 des Protokolls von 1992 zum 

Haftungsübereinkommen von 1969. Bezugnahmen in diesem Übereinkommen auf Vertragsstaaten gelten als 

Bezugnahmen auf die Vertragsstaaten des Protokolls.] 

[Art. XIIter und Überschrift eingefügt durch Art. 9 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)]


Anlage 

[Bescheinigung über die Versicherung oder sonstige finanzielle Sicherheit für die zivilrechtliche Haftung 

für Ölverschmutzungsschäden] 

[Anlage ersetzt durch Art. 10 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Ausgestellt nach Artikel VII des Internationalen Übereinkommens von 1992 

über die zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden 

Name des Schiffes 

Unterscheidungssignal 

Heimathafen 

Name und Anschrift des Eigentümers 

Hiermit wird bescheinigt, dass für das vorgenannte Schiff eine Versicherungspolice oder sonstige finanzielle 

Sicherheit nach Maßgabe des Artikels VII des Internationalen Übereinkommens von 1992 über die zivilrechtliche 

Haftung für Ölverschmutzungsschäden besteht. 

Art der Sicherheit: ....................................................................................................................................................................... 

Laufzeit der Sicherheit: ............................................................................................................................................................... 

Name und Anschrift des (der) Versicherers (Versicherer) und/oder Sicherheitsgebers (Sicherheitsgeber): 

Name: ............................................................................................................................................................................................ 

Anschrift: ....................................................................................................................................................................................... 

Die Bescheinigung gilt bis: ........................................................................................................................................................ 

Ausgestellt oder bestätigt von der Regierung: ...................................................................................................................... 

.......................................................................................................................................................................................................... 

(vollständige Bezeichnung des Staates) 

in ......................................................................................... am ............................................................................................... 

(Ort) 

(Datum) 

.......................................................................................................................................................................................................... 

(Unterschrift und Amtsbezeichnung des ausstellenden oder bestätigenden Bediensteten) 

Erläuterungen 

Fußnoten 

1. Auf Wunsch kann die Bezeichnung des Staates einen Hinweis auf die zuständige Behörde des Landes enthalten, 

in dem die Bescheinigung ausgestellt wird. 

2. Ist der Gesamtbetrag der Sicherheit von mehreren Seiten zur Verfügung gestellt worden, so sollen alle 

Einzelbeträge angegeben werden. 

3. Wird die Sicherheit in verschiedenen Formen gestellt, so sollen diese Formen angegeben werden. 

4. Die Eintragung ″Laufzeit der Sicherheit″ hat das Datum zu enthalten, an dem die Sicherheit wirksam wird. 

* 


[C − 2015/00253] 

6 AOUT 1993. — Loi portant approbation et exécution de la 

Convention internationale portant création d’un fonds international 


hydrocarbures, faite à Bruxelles le 18 décembre 1971, et portant 

exécution des Protocoles à cette Convention, faits à Londres le 

27 novembre 1992 et le 16 mai 2003. — Coordination officieuse en 

langue allemande 


allemande de la loi du 6 août 1993 portant approbation et exécution de 

la Convention internationale portant création d’un fonds international 


hydrocarbures, faite à Bruxelles le 18 décembre 1971 et du Protocole à 

cette Convention, fait à Londres le 19 novembre 1976 (Moniteur belge du 

5 novembre 1993), telle qu’elle a été modifiée successivement par : 

— la loi du 10 août 1998 portant assentiment au Protocole de 1992 

modifiant la Convention internationale de 1971 portant création 

d’un Fonds international d’indemnisation pour les dommages 

dus à la pollution par les hydrocarbures, fait à Londres le 

27 novembre 1992 (Moniteur belge du 16 mars 1999); 

— la loi du 26 juin 2000 relative à l’introduction de l’euro dans la 

législation concernant les matières visées à l’article 78 de la 

Constitution (Moniteur belge du 29 juillet 2000); 


[C − 2015/00253] 

6 AUGUSTUS 1993. — Wet houdende goedkeuring en uitvoering van 

het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal 

fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 

opgemaakt te Brussel op 18 december 1971, en houdende uitvoering 

van de Protocollen bij dit Verdrag, opgemaakt te Londen op 

27 november 1992 en 16 mei 2003. — Officieuze coördinatie in het 

Duits 


de wet van 6 augustus 1993 houdende goedkeuring en uitvoering van 

het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds 

voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, opgemaakt 

te Brussel op 18 december 1971 en van het Protocol bij dit Verdrag, 

opgemaakt te Londen op 19 november 1976 (Belgisch Staatsblad van 

5 november 1993), zoals ze achtereenvolgens werd gewijzigd bij : 

— de wet van 10 augustus 1998 houdende instemming met het 

Protocol van 1992 tot wijziging van het Internationaal Verdrag 

van 1971 ter oprichting van een Internationaal Fonds voor 

vergoeding van schade door verontreiniging door olie, gedaan te 

Londen op 27 november 1992 (Belgisch Staatsblad van 

16 maart 1999); 

— de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in 

de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als 

bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (Belgisch Staatsblad van 

29 juli 2000);


32357 

— la loi du 6 octobre 2005 portant assentiment au et exécution du 


création d’un Fonds international d’indemnisation pour les 

dommages dus à la pollution par les hydrocarbures, fait à 

Londres le 16 mai 2003 (Moniteur belge du 21 décembre 2005). 



— de wet van 6 oktober 2005 houdende instemming met en 

uitvoering van het Protocol van 2003 bij het Internationaal 

Verdrag van 1992 ter oprichting van een Internationaal Fonds 

voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 

opgemaakt te Londen op 16 mei 2003 (Belgisch Staatsblad van 

21 december 2005). 




[C − 2015/00253] 

6. AUGUST 1993 — Gesetz zur Billigung und Ausführung des Internationalen Übereinkommens über die 

Errichtung eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen in 

Brüssel am 18. Dezember 1971, und zur Ausführung der Protokolle zu diesem Übereinkommen, abgeschlossen 

in London am 27. November 1992 und 16. Mai 2003 — Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache 

Der folgende Text ist die inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache des Gesetzes vom 6. August 1993 zur 

Billigung und Ausführung des Internationalen Übereinkommens über die Errichtung eines Internationalen Fonds zur 

Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen in Brüssel am 18. Dezember 1971, und zur Ausführung 

des Protokolls zu diesem Übereinkommen, abgeschlossen in London am 19. November 1976, so wie es nacheinander 

abgeändert worden ist durch: 

— das Gesetz vom 10. August 1998 zur Zustimmung zum Protokoll von 1992 zur Änderung des Internationalen 

Übereinkommens von 1971 über die Errichtung eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für 

Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen in London am 27. November 1992, 

— das Gesetz vom 26. Juni 2000 über die Einführung des Euro in die Rechtsvorschriften in Bezug auf die in 

Artikel 78 der Verfassung erwähnten Angelegenheiten, 

— das Gesetz vom 6. Oktober zur Zustimmung zum Protokoll von 2003 zum Internationalen Übereinkommen 

von 1992 über die Errichtung eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, 

abgeschlossen in London am 16. Mai 2003, und zur Ausführung dieses Protokolls. 


in Malmedy erstellt worden. 

MINISTERIUM DER AUSWÄRTIGEN ANGELEGENHEITEN, DES AUSSENHANDELS 

UND DER ENTWICKLUNGSZUSAMMENARBEIT 

6 AUGUST 1993 — Gesetz [zur Billigung und Ausführung des Internationalen Übereinkommens über die 

Errichtung eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen in 

Brüssel am 18. Dezember 1971, und zur Ausführung der Protokolle zu diesem Übereinkommen, abgeschlossen 

in London am 27. November 1992 und 16. Mai 2003] 

[Überschrift ersetzt durch Art. 3 des G. vom 6. Oktober 2005 (B.S. vom 21. Dezember 2005)] 

Artikel 1 - Das Internationale Übereinkommen über die Errichtung eines Internationalen Fonds zur Entschädigung 

für Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen in Brüssel am 18. Dezember 1971, und das Protokoll zu diesem 

Übereinkommen, abgeschlossen in London am 19. November 1976, werden voll und ganz wirksam. 

Art. 2 - [Für die Anwendung des vorliegenden Gesetzes sind zu verstehen unter: 

1. Übereinkommen von 1992: das Internationale Übereinkommen über die Errichtung eines Internationalen 

Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen in Brüssel am 18. Dezember 1971, 

abgeändert durch das Protokoll von 1992 zur Änderung des Internationalen Übereinkommens von 1971 über 

die Errichtung eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen 

in London am 27. November 1992, 

2. Protokoll von 2003: das Protokoll zum Übereinkommen von 1992, abgeschlossen in London am 16. Mai 2003, 

3. Übereinkommen von 1992 über die zivilrechtliche Haftpflicht: das Internationale Übereinkommen über die 

zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden und seine Anlage, abgeschlossen in Brüssel am 

29. November 1969, abgeändert durch das Protokoll von 1992 zur Abänderung des Internationalen 

Übereinkommens von 1969 über die zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen in 

London am 27. November 1992, 

4. Fonds von 1992: der Internationale Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, errichtet durch 

Artikel 2 des Übereinkommens von 1992, 

5. Zusatzfonds: der Internationale Zusatzentschädigungsfonds für Ölverschmutzungsschäden, errichtet durch 

Artikel 2 des Protokolls von 2003, 

6. Person, Eigentümer und Verschmutzungsschäden: die in Artikel 1 des Übereinkommens über die zivilrechtliche 

Haftung definierten Begriffe, 

7. beitragspflichtiges Öl, Tonne und Sicherheitsgeber: die in Artikel 1 des Übereinkommens von 1992 definierten 

Begriffe, 

8. Minister: der für die Energie zuständige Föderalminister.] 

[Art. 2 ersetzt durch Art. 4 des G. vom 6. Oktober 2005 (B.S. vom 21. Dezember 2005)] 

Art. 3 - [Dem Fonds von 1992 und dem Zusatzfonds wird die Rechtspersönlichkeit zuerkannt. 

Der Direktor des Fonds von 1992 ist dessen gesetzlicher Vertreter in Belgien. Der Direktor des Zusatzfonds ist 

dessen gesetzlicher Vertreter in Belgien.] 

[Art. 3 ersetzt durch Art. 4 des G. vom 6. Oktober 2005 (B.S. vom 21. Dezember 2005)]


Art. 4 - [Das Gericht Erster Instanz von Brüssel ist allein befugt um zu erkennen: 

1. über Klagen auf Entschädigung für Verschmutzungsschäden gegen den Fonds von 1992 aufgrund von 

Artikel 4 des Übereinkommens von 1992 und gegen den Zusatzfonds aufgrund von Artikel 4 des Protokolls 

von 2003, 

2. über Klagen seitens des Fonds von 1992 und des Zusatzfonds im Hinblick auf die Zahlung der Beiträge, die 

jede der in Artikel 7 Absatz 1 des vorliegenden Gesetzes erwähnten Personen zu leisten hat. 

Eine Klage auf Entschädigung für Verschmutzungsschäden gegen den Fonds von 1992 gilt als eine vom selben 

Kläger gegen den Zusatzfonds eingereichte Klage.] 


Art. 5 - [Der Fonds von 1992 und der Zusatzfonds können bei jeder Klage auf Entschädigung für Verschmutzungsschäden, 

die in Ausführung von Artikel IX des Übereinkommens von 1992 über die zivilrechtliche Haftung für 

Ölverschmutzungsschäden gegen einen Eigentümer oder seinen Sicherheitsgeber eingeleitet wurde, vor dem Gericht 

Erster Instanz von Brüssel als beitretende Partei auftreten. 

Wird beim Gericht Erster Instanz von Brüssel gemäß Artikel IX des Übereinkommens von 1992 über die 

zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden eine Schadensersatzklage gegen einen Eigentümer oder seinen 

Sicherheitsgeber eingeleitet, kann jede Partei des Verfahrens dem Fonds von 1992 und dem Zusatzfonds diese Klage per 

Einschreibebrief mit Rückschein notifizieren.] 


Art. 6 - [Bei der Zahlung jeglicher Summe, die der Fonds von 1992 und der Zusatzfonds gemäß Artikel 4 des 

Übereinkommens von 1992 und des Protokolls von 2003 tätigen, treten sie, jeder für das, was ihn betrifft, in die Rechte 

ein, die der Entschädigungsempfänger im Fall von Verschmutzungsschäden dem Eigentümer oder seinem Sicherheitsgeber 

sowie Dritten gegenüber geltend machen kann. 

Der Zusatzfonds erwirbt durch Rechtsübertragung die Rechte, die der Entschädigungsempfänger dem Fonds 

von 1992 gegenüber geltend machen kann. 

Unbeschadet etwaiger anderer Eintritts- oder Rückgriffsrechte gegen den Fonds von 1992 oder den Zusatzfonds 

tritt jeder öffentliche Dienst, der der Föderalregierung oder den Regierungen der Regionen oder Gemeinschaften 

untersteht und Entschädigungen für Verschmutzungsschäden gezahlt hat, in die Rechte ein, die dem Entschädigungsempfänger 

nach dem Übereinkommen von 1992 und dem Protokoll von 2003 zugestanden hätten.] 


Art. 7 - Der König regelt die Modalitäten für die Eintreibung der [...] jährlichen Beiträge, die aufgrund [der 

Artikel 10 des Übereinkommens von 1992 und des Protokolls von 2003] von jeder Person, die auf belgischem 

Hoheitsgebiet beitragspflichtiges Öl erhält, geschuldet werden. 

Der König bestimmt, was unter ″assoziierter Person″ im Sinne [von Artikel 10 des Übereinkommens von 1992] zu 

verstehen ist. 

[Art. 7 Abs. 1 abgeändert durch Art. 6 des G. vom 10. August 1998 (B.S. vom 16. März 1999) und Art. 5 Nr. 1 des G. vom 

6. Oktober 2005 (B.S. vom 21. Dezember 2005); Abs. 2 abgeändert durch Art. 5 Nr. 2 des G. vom 6. Oktober 2005 (B.S. vom 

21. Dezember 2005)] 

[Art. 7bis - Ist die Gesamtmenge des in Häfen oder Umschlagplätzen auf belgischem Hoheitsgebiet in Empfang 

genommenen beitragspflichtigen Öls geringer als 1.000.000 Tonnen, übernimmt der Belgische Staat die Verpflichtungen, 

die nach dem Protokoll von 2003 einer Person obliegen würden, die dem Zusatzfonds gegenüber beitragspflichtig 

wäre, wenn für die Gesamtmenge in Empfang genommenen Öls kein Beitragspflichtiger festzustellen ist.] 

[Art. 7bis eingefügt durch Art. 6 des G. vom 6. Oktober 2005 (B.S. vom 21. Dezember 2005)] 

Art. 8 - Die in Artikel 7 Absatz 1 erwähnte Person muss dem Minister jährlich die Mengen beitragspflichtigen 

Öls, die sie im vorhergehenden Kalenderjahr erhalten hat, melden. 

Der König bestimmt die Bedingungen und Modalitäten, nach denen die in Absatz 1 erwähnte Meldung erfolgen 

muss. 

Art. 9 - § 1 - Gemäß [Artikel 15 des Übereinkommens von 1992 und Artikel 13 des Protokolls von 2003] teilt der 

Minister [dem Direktor des Fonds von 1992 und dem Direktor des Zusatzfonds] Namen und Anschrift jeglicher in 

Artikel 7 Absatz 1 erwähnten Person sowie die Angaben über die von dieser Person im Laufe des vorhergehenden 

Kalenderjahres erhaltenen Mengen beitragspflichtigen Öls mit. 

§ 2 - Kommt eine Person der in Artikel 8 des vorliegenden Gesetzes erwähnten Pflicht nicht oder zu spät nach, 

bestimmt der Minister die Angaben über das beitragspflichtige Öl mit Bezug auf diese Person und teilt sie [dem 

Direktor des Fonds von 1992 und dem Direktor des Zusatzfonds] mit. 

§ 3 - Durch einen Einschreibebrief informiert der Minister jegliche Person über die sie betreffenden Mitteilungen, 

die er gemäß den Paragraphen 1 oder 2 [an den Direktor des Fonds von 1992 und den Direktor des Zusatzfonds] richtet, 

und zwar gleichzeitig mit der Versendung dieser Mitteilungen [an die Direktoren]. Wird in diesen Mitteilungen von der 

gemäß Artikel 8 gemachten Meldung abgewichen oder erfolgen diese Mitteilungen in Ausführung von Absatz 2, wird 

dies in dem an die betreffende Person gerichteten Informationsschreiben vermerkt. 

Über die [an den Direktor des Fonds von 1992 und den Direktor des Zusatzfonds] gerichteten Mitteilungen kann 

die betreffende Person dem Minister binnen zehn Tagen, nachdem sie gemäß Absatz 1 über diese Mitteilungen 

informiert worden ist, per Einschreibebrief ihre Anmerkungen machen. Der Minister kann diese Mitteilungen binnen 

einer Frist von dreißig Tagen ab ihrer Versendung [an den Direktor des Fonds von 1992 und den Direktor des 

Zusatzfonds] ändern, nachdem die betreffende Person vorher über ihre Anmerkungen angehört worden ist. Nach 

Ablauf dieser Frist können diese Mitteilungen nicht mehr geändert werden. 

Der Minister informiert die betreffende Person per Einschreibebrief binnen einer Frist von vierzehn Tagen ab dem 

Tag, an dem die Mitteilungen ihm zugeschickt worden sind, über die Folge, die ihren Anmerkungen eingeräumt wird. 

[Art. 9 § 1 abgeändert durch Art. 7 Nr. 1 und 2 des G. vom 6. Oktober 2005 (B.S. vom 21. Dezember 2005); § 2 abgeändert durch 

Art. 7 Nr. 2 des G. vom 6. Oktober 2005 (B.S. vom 21. Dezember 2005); § 3 Abs. 1 abgeändert durch Art. 7 Nr. 2 des G. vom 

6. Oktober 2005 (B.S. vom 21. Dezember 2005); § 3 Abs. 2 abgeändert durch Art. 7 Nr. 2 des G. vom 6. Oktober 2005 (B.S. vom 

21. Dezember 2005)]


32359 

Art. 10 - Die Beamten und Bediensteten, die vom König auf Vorschlag [des Ministers] und des Ministers der 

Finanzen bestimmt werden, können sich auf erste Aufforderung hin von den in Artikel 7 Absatz 1 erwähnten Personen 

alle Dokumente, Belege oder Bücher vorlegen lassen, um [dem Direktor des Fonds von 1992 und dem Direktor des 

Zusatzfonds] alle Angaben über die von diesen Personen im Laufe des vorhergehenden Kalenderjahres erhaltenen 

Mengen beitragspflichtigen Öls zu liefern. 

Diese Beamten und Bediensteten können die Räumlichkeiten, in denen sie in Absatz 1 erwähnte Dokumente, 

Belege oder Bücher vermuten, frei betreten. Sie dürfen bei der Ausübung ihres Auftrags bewohnte Räumlichkeiten 

jedoch nur zwischen 5 bis 21 Uhr und nur mit Erlaubnis des Untersuchungsrichters oder des Präsidenten des per 

Antragschrift befassten Gerichts Erster Instanz betreten. 

Die in Artikel 7 Absatz 1 erwähnten Personen sind verpflichtet, diesen Beamten und Bediensteten alle von ihnen 

für die Ausübung ihres Auftrags erbetenen Auskünfte zu erteilen. 

Unbeschadet der Bestimmungen von Artikel 9 §§ 1und2dürfen alle Angaben, zu denen es auf der Grundlage des 

vorliegenden Gesetzes kommt, sofern sie sich auf eine der in Artikel 7 Absatz 1 erwähnten Personen beziehen, sowie 

alle Schlussfolgerungen, die aus diesen Angaben gezogen werden, anderen als den aufgrund des vorliegenden Artikels 

bestimmten Personen ohne Zustimmung der betreffenden Person nicht mitgeteilt werden. 

[Art. 10 Abs. 1 abgeändert durch Art. 8 Nr. 1 und 2 des G. vom 6. Oktober 2005 (B.S. vom 21. Dezember 2005)] 

Art. 11 - Verstöße [gegen die Artikel 10 des Übereinkommens von 1992 und des Protokolls von 2003], die von 

jeglicher Person begangen werden, die auf belgischem Hoheitsgebiet beitragspflichtiges Öl erhält, sowie Verstöße 

gegen die Artikel 7, 8, 9 und 10 Absatz 3 des vorliegenden Gesetzes und gegen seine Ausführungserlasse werden mit 

einer Gefängnisstrafe von 3 Monaten bis zu 5 Jahren und einer Geldbuße von 10.000 bis zu 500.000 [EUR] oder mit nur 

einer dieser Strafen geahndet. 

Die Bestimmungen von Buch I des Strafgesetzbuches, einschließlich Kapitel VII und Artikel 85, finden Anwendung 

auf diese Verstöße. 

Unbeschadet der Befugnisse der Gerichtspolizeioffiziere und auf Vorschlag des Ministers und des Ministers der 

Finanzen bestimmt der König die Staatsbeamten und -bediensteten, die befugt sind, die in Absatz 1 erwähnten Verstöße 

zu ermitteln und durch Protokolle, die bis zum Beweis des Gegenteils Beweiskraft haben, festzustellen. 

[Art. 11 Abs. 1 abgeändert durch Art. 2 des G. vom 26. Juni 2000 (B.S. vom 29. Juli 2000) und Art. 9 des G. vom 6. Oktober 2005 

(B.S. vom 21. Dezember 2005)] 

Art. 12 - Die in Artikel 7 Absatz 1 erwähnten Personen sind zivilrechtlich haftbar für die Zahlung der Geldbußen 

und Kosten, zu denen ihre Organe, Angestellten, Beauftragten oder Vertreter verurteilt werden. 

Die zivilrechtlich haftenden Personen haften gesamtschuldnerisch für die Zahlung der Geldbußen und Kosten, die 

wegen Verstößen gegen die Bestimmungen des vorliegenden Gesetzes und seiner Ausführungserlasse ausgesprochen 

werden. 

Art. 13 - Artikel 569 Absatz 1 des Gerichtsgesetzbuches, abgeändert durch die Gesetze vom 7. Mai 1973, 

20. Mai 1975, 28. März 1984, 28. Juni 1984, 11. April 1989 und 10. Januar 1990, wird wie folgt ergänzt: 

″26. über Klagen aufgrund des Internationalen Übereinkommens über die Errichtung eines Internationalen Fonds 

zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen in Brüssel am 18. Dezember 1971, des Protokolls zu 

diesem Übereinkommen, abgeschlossen in London am 19. November 1976, und des Gesetzes zur Billigung und 

Ausführung dieses Übereinkommens und dieses Protokolls.″ 

In Artikel 569 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches, abgeändert durch das Gesetz vom 28. Juni 1984, werden die 

Wörter ″Nr. 8, 17 und 21″ durch die Wörter ″Nr. 8, 17, 21 und 26″ ersetzt. 

Art. 14 - Der König legt für jede Bestimmung des vorliegenden Gesetzes das Datum des Inkrafttretens fest. 

ÜBERSETZUNG 

18. DEZEMBER 1971. — [Internationales Übereinkommen von 1992 

über die Errichtung eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden] 

[Überschrift ersetzt durch Art. 27 Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Allgemeine Bestimmungen 

Artikel 1 - Im Sinne dieses Übereinkommens haben die nachstehenden Ausdrücke folgende Bedeutung: 

1. [″Haftungsübereinkommen von 1992″ bedeutet das Internationale Übereinkommen von 1992 über die 

zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden.] 

[1bis. ″Fondsübereinkommen von 1971″ bedeutet das Internationale Übereinkommen von 1971 über die 

Errichtung eines internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden. Für die Vertragsparteien 

des Protokolls von 1976 zu jenem Übereinkommen bezeichnet dieser Ausdruck das Fondsübereinkommen 

von 1971 in der durch das genannte Protokoll geänderten Fassung.] 

2. [″Schiff″, ″Person″, ″Eigentümer″, ″Öl″, ″Verschmutzungsschäden″, ″Schutzmaßnahmen″, ″Ereignis″ und 

″Organisation″ haben dieselbe Bedeutung wie in Artikel 1 des Haftungsübereinkommens von 1992.] 

3. ″Beitragspflichtiges Öl″ bedeutet Rohöl und Heizöl entsprechend der Begriffsbestimmung unter den 

Buchstaben a) und b): 

a) ″Rohöl″ bedeutet jedes natürlich in der Erde vorkommende flüssige Kohlenwasserstoffgemisch, gleichviel 

ob es für Beförderungszwecke behandelt worden ist oder nicht. Dazu gehören auch Rohöle, aus denen 

bestimmte Destillatsteile entfernt worden sind (gelegentlich als ″leicht destillierte″ Rohöle bezeichnet) 

oder denen bestimmte Destillatsteile zugesetzt worden sind (gelegentlich als ″versetzte″ oder ″aufbereitete 

Rohöle″ bezeichnet); 

b) ″Heizöl″ bedeutet schwere Destillate oder Rückstände von Rohöl oder Gemische solcher Stoffe, die zur 

Verwendung als Heizmaterial für die Erzeugung von Wärme oder Energie bestimmt sind und deren 

Qualität der Spezifikation der ″American Society for Testing and Materials″ für Nummer vier Heizöl 

(Bezeichnung D 396-69) entspricht oder schwerer ist als dieses.


4. [″Rechnungseinheit″ hat dieselbe Bedeutung wie in Artikel V Absatz 9 des Haftungsübereinkommens 

von 1992.] 

5. [″Raumgehalt des Schiffes″ hat dieselbe Bedeutung wie in Artikel V Absatz 10 des Haftungsübereinkommens 

von 1992.] 

6. ″Tonne″ bedeutet in Bezug auf Öl eine Tonne nach metrischem System. 

7. [″Sicherheitsgeber″ bedeutet jede Person, die eine Versicherung oder sonstige finanzielle Sicherheit zur 

Deckung der Haftung eines Eigentümers nach Artikel VII Absatz 1 des Haftungsübereinkommens von 1992 

gewährt.] 

8. ″Umschlagplatz″ bedeutet jeden Platz für die Lagerung von Öl als Massengut, der geeignet ist, zu Wasser 

befördertes Öl aufzunehmen, einschließlich jeder vor der Küste gelegenen und mit einem solchen Platz 

verbundenen Anlage. 

9. Besteht ein Ereignis aus einer Reihe von Vorfällen, so gilt es als zur Zeit des ersten dieser Vorfälle eingetreten. 

[Art. 1 Abs. 1 ersetzt durch Art. 2 Abs. 1 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 1bis eingefügt durch 

Art. 2 Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 2 ersetzt durch Art. 2 Abs. 3 des Prot. vom 


16. März 1999); Abs. 5 ersetzt durch Art. 2 Abs. 5 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 7 ersetzt 

durch Art. 2 Abs. 6 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 2 - 1. [Hiermit wird ein ″Internationaler Entschädigungsfonds von 1992 für Ölverschmutzungsschäden″ 

genannter und im Folgenden als ″Fonds″ bezeichneter internationaler Fonds für folgende Zwecke errichtet: 

a) Entschädigung für Verschmutzungsschäden zu bieten, soweit der durch das Haftungsübereinkommen 

von 1992 gewährte Schutz nicht ausreicht; 

b) die hiermit verbundenen Ziele dieses Übereinkommens zu erreichen.] 

2. Der Fonds wird in jedem Vertragsstaat als juristische Person anerkannt, die nach den Rechtsvorschriften dieses 

Staates rechtsfähig und bei Rechtsstreitigkeiten vor den Gerichten dieses Staates parteifähig ist. Jeder 

Vertragsstaat erkennt den Direktor des Fonds (im Folgenden als ″Direktor″ bezeichnet) als gesetzlichen 

Vertreter des Fonds an. 

[Art. 2 Abs. 1 ersetzt durch Art. 3 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 3 - [Dieses Übereinkommen gilt ausschließlich für: 

a) Verschmutzungsschäden, die verursacht worden sind: 

i) im Hoheitsgebiet einschließlich des Küstenmeers eines Vertragsstaates, 

und 


Vertragsstaat eine solche Zone nicht festgelegt hat, in einem jenseits des Küstenmeers dieses Staates 

gelegenen, an diesen angrenzenden Gebiet, das von diesem Staat nach Völkerrecht festgelegt wird und 

sich nicht weiter als 200 Seemeilen von den Basislinien erstreckt, von denen aus die Breite seines 

Küstenmeers gemessen wird; 


sind.] 

[Art. 3 ersetzt durch Art. 4 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Entschädigung [...] 

[Überschrift abgeändert durch Art. 5 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 4 - 1. Um seine Aufgaben nach Artikel 2 Absatz 1 Buchstabe a) erfüllen zu können, zahlt der Fonds jedem, 

der Verschmutzungsschäden erlitten hat, eine Entschädigung, wenn der Betreffende nach dem [Haftungsübereinkommen 

von 1992] nicht voll und angemessen für den Schaden entschädigt werden konnte: 

a) weil sich aus dem [Haftungsübereinkommen von 1992] keine Verpflichtung zur Haftung für den Schaden 

ergibt; 

b) weil der nach dem [Haftungsübereinkommen von 1992] haftpflichtige Eigentümer finanziell nicht in der 

Lage ist, seinen Verpflichtungen voll nachzukommen, und eine etwaige finanzielle Sicherheit nach 

Artikel VII jenes Übereinkommens den Schaden nicht deckt oder nicht ausreicht, um die Entschädigungsansprüche 

zu befriedigen; ein Eigentümer gilt als finanziell nicht in der Lage, seine Verpflichtungen zu 

erfüllen, und eine finanzielle Sicherheit gilt als nicht ausreichend, wenn es dem Geschädigten, nachdem 

er alle zumutbaren Maßnahmen im Hinblick auf die ihm zur Verfügung stehenden Rechtsbehelfe getroffen 

hat, nicht möglich war, den vollen ihm nach dem [Haftungsübereinkommen von 1992] zustehenden 

Entschädigungsbetrag zu erlangen; 

c) weil der Schaden die Haftung des Eigentümers übersteigt, wie sie durch Artikel V Absatz 1 des 

[Haftungsübereinkommens von 1992] oder durch eine andere, zum Zeitpunkt des vorliegenden 

Übereinkommens in Kraft befindliche oder zur Unterzeichnung, zur Ratifikation oder zum Beitritt 

aufgelegte internationale Übereinkunft beschränkt wird. 

Angemessene Kosten oder Opfer, die der Eigentümer freiwillig auf sich nimmt, um Verschmutzungsschäden 

zu verhüten oder einzuschränken, gelten als Verschmutzungsschäden im Sinne dieses Artikels. 

2. Der Fonds ist von der Verpflichtung nach Absatz 1 frei: 

a) wenn er beweist, dass der Verschmutzungsschaden die Folge von Kriegshandlungen, Feindseligkeiten, 

Bürgerkrieg oder Aufstand war oder durch Öl verursacht wurde, das aus einem Kriegsschiff oder einem 

anderen Schiff ausgeflossen ist oder abgelassen wurde, das einem Staat gehört oder von diesem betrieben 

wird und zur Zeit des Ereignisses ausschließlich im nichtgewerblichen staatlichen Dienst eingesetzt war; 

oder 

b) wenn der Antragsteller nicht beweisen kann, dass der Schaden die Folge eines Ereignisses ist, in das ein 

oder mehrere Schiffe verwickelt waren.


32361 

3. [Beweist der Fonds, dass die Verschmutzungsschäden ganz oder teilweise entweder auf eine in Schädigungsabsicht 

begangene Handlung oder Unterlassung der geschädigten Person oder auf deren Fahrlässigkeit 

zurückzuführen sind, so kann er von seiner Entschädigungsverpflichtung gegenüber dieser Person ganz oder 

teilweise befreit werden. Der Fonds wird in jedem Fall in dem Umfang befreit, in dem der Schiffseigentümer 

gegebenenfalls nach Artikel III Absatz 3 des Haftungsübereinkommens von 1992 befreit worden ist. Eine 

solche Befreiung des Fonds erfolgt jedoch nicht in Bezug auf Schutzmaßnahmen.] 

4. [a) Sofern die Buchstaben b) und c) nicht entgegenstehen, ist der Gesamtbetrag der vom Fonds nach diesem 

Artikel für ein einzelnes Ereignis zu zahlenden Entschädigung so begrenzt, dass die Gesamtsumme aus 

diesem Betrag und dem Betrag, der nach dem Haftungsübereinkommen von 1992 für innerhalb des in 

Artikel 3 bestimmten Anwendungsbereichs entstandene Verschmutzungsschäden tatsächlich gezahlt 

worden ist, 135 Millionen Rechnungseinheiten nicht überschreitet. 

b) Sofern Buchstabe c) nicht entgegensteht, darf die Gesamtsumme der Entschädigung, die vom Fonds nach 

diesem Artikel für Verschmutzungsschäden zu zahlen ist, die durch ein außergewöhnliches, unvermeidbares 

und unabwendbares Naturereignis verursacht worden sind, 135 Millionen Rechnungseinheiten 

nicht überschreiten. 

c) Der Höchstbetrag der unter den Buchstaben a) und b) genannten Entschädigung beträgt 200 Millionen 

Rechnungseinheiten hinsichtlich eines einzelnen Ereignisses, das während eines Zeitabschnitts eintritt, in 

dem es drei Vertragsparteien dieses Übereinkommens gibt, in Bezug auf welche die gesamte maßgebliche 

Menge beitragspflichtigen Öls, die Personen in den Hoheitsgebieten dieser Vertragsparteien während des 

vorangegangenen Kalenderjahres erhalten haben, 600 Millionen Tonnen oder mehr betrug. 

d) Zinsen, die gegebenenfalls für einen nach Artikel V Absatz 3 des Haftungsübereinkommens von 1992 

errichteten Fonds anfallen, werden für die Berechnung der vom Fonds nach diesem Artikel zu zahlenden 

Höchstentschädigung nicht berücksichtigt. 

e) Die in diesem Artikel genannten Beträge werden in die Landeswährung entsprechend dem Wert dieser 

Währung gegenüber dem Sonderziehungsrecht am Tag des Beschlusses der Versammlung des Fonds über 

den ersten Zeitpunkt einer Entschädigungszahlung umgerechnet.] 

5. [Überschreitet der Betrag der festgestellten Ansprüche gegen den Fonds die nach Absatz 4 zu zahlende 

Gesamtsumme der Entschädigung, so wird der zur Verfügung stehende Betrag so aufgeteilt, dass jeweils das 

Verhältnis zwischen dem festgestellten Anspruch und dem Entschädigungsbetrag, den der Geschädigte nach 

diesem Übereinkommen tatsächlich erhalten hat, für alle Geschädigten dasselbe ist.] 

6. [Die Versammlung des Fonds kann beschließen, dass in Ausnahmefällen eine Entschädigung nach diesem 

Übereinkommen auch dann gezahlt werden kann, wenn der Eigentümer des Schiffes keinen Fonds nach 

Artikel V Absatz 3 des Haftungsübereinkommens von 1992 errichtet hat. In diesem Fall findet Absatz 4 

Buchstabe e) des vorliegenden Artikels entsprechend Anwendung.] 

7. Auf Antrag eines Vertragsstaats verwendet sich der Fonds dafür, diesem Staat nach Bedarf bei der baldigen 

Beschaffung des Personals und Materials sowie der Dienstleistungen zu helfen, die der Staat benötigt, um 

Maßnahmen zur Verhütung oder Einschränkung von Verschmutzungsschäden auf Grund eines Ereignisses 

durchzuführen, für das der Fonds möglicherweise nach diesem Übereinkommen Entschädigung zahlen muss. 

8. Der Fonds kann unter Bedingungen, die in der Geschäftsordnung festzulegen sind, Kreditmöglichkeiten 

gewähren, damit Schutzmaßnahmen gegen Verschmutzungsschäden auf Grund eines bestimmten Ereignisses 

durchgeführt werden können, für das der Fonds möglicherweise nach diesem Übereinkommen Entschädigung 

zahlen muss. 

[Art. 4 Abs. 1 einleitende Bestimmung und Buchstabe a) bis c) abgeändert durch Art. 6 Abs. 1 des Prot. vom 27. November 1992 

(B.S. vom 16. März 1999); Abs. 3 ersetzt durch Art. 6 Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 4 

ersetzt durch Art. 6 Abs. 3 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 5 ersetzt durch Art. 6 Abs. 4 des 

Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 6 ersetzt durch Art. 6 Abs. 5 des Prot. vom 27. November 1992 

(B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 5 - [...] 

[Art. 5 aufgehoben durch Art. 7 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 6 - [...] Ansprüche auf Entschädigung nach Artikel 4 erlöschen, wenn nicht innerhalb von drei Jahren nach 

Eintritt des Schadens eine Klage nach den genannten Artikeln anhängig gemacht worden oder eine Streitverkündung 

nach Artikel 7 Absatz 6 erfolgt ist. Nach Ablauf von sechs Jahren seit dem Ereignis, das den Schaden verursachte, kann 

jedoch keine Klage mehr anhängig gemacht werden. 

[...] 

[Art. 6 abgeändert durch Art. 8 Abs. 1 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); frühere Unterteilung in 

Absätze aufgehoben durch Art. 8 Abs. 1 und früherer Absatz 2 aufgehoben durch Art. 8 Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 

(B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 7 - 1. Vorbehaltlich der weiteren Bestimmungen dieses Artikels kann eine Klage gegen den Fonds wegen 

Entschädigung nach Artikel 4 [...] dieses Übereinkommens nur bei einem Gericht anhängig gemacht werden, das nach 

Artikel IX des [Haftungsübereinkommens von 1992] für Klagen gegen den Eigentümer zuständig ist, der für 

Verschmutzungsschäden, die durch das betreffende Ereignis verursacht wurden, haftbar ist oder gewesen wäre, wenn 

die Vorschriften des Artikels III Absatz 2 des letztgenannten Übereinkommens nicht bestünden. 

2. Jeder Vertragsstaat trägt dafür Sorge, dass seine Gerichte die erforderliche Zuständigkeit haben, um über die 

in Absatz 1 genannten Klagen gegen den Fonds zu erkennen. 

3. Ist bei einem nach Artikel IX des [Haftungsübereinkommens von 1992] zuständigen Gericht eine Klage auf 

Entschädigung für Verschmutzungsschäden gegen den Eigentümer eines Schiffes oder seinen Sicherheitsgeber 

anhängig gemacht worden, so ist dieses Gericht ausschließlich zuständig für alle Klagen gegen den Fonds auf 

Entschädigung [...] nach Artikel 4 [...] des vorliegenden Übereinkommens wegen dieser Schäden. Ist jedoch 

eine Klage auf Entschädigung für Verschmutzungsschäden nach dem [Haftungsübereinkommen von 1992] bei 

einem Gericht eines Staates anhängig gemacht worden, der Vertragspartei des [Haftungsübereinkommens von 

1992], nicht jedoch des vorliegenden Übereinkommens ist, so steht es dem Kläger frei, eine Klage gegen den 

Fonds nach Artikel 4 [...] des vorliegenden Übereinkommens entweder bei einem Gericht des Staates, in dem 

der Fonds seinen Sitz hat, oder bei einem nach Artikel IX des [Haftungsübereinkommens von 1992] 

zuständigen Gericht eines Vertragsstaats des vorliegenden Übereinkommens anhängig zu machen.


4. Jeder Vertragsstaat trägt dafür Sorge, dass der Fonds das Recht hat, jedem Rechtsstreit, der nach Artikel IX des 

[Haftungsübereinkommens von 1992] bei einem zuständigen Gericht des betreffenden Staates gegen den 

Schiffseigentümer oder seinen Sicherheitsgeber anhängig gemacht worden ist, als beitretende Partei 

aufzutreten. 

5. Soweit Absatz 6 nichts anderes bestimmt, ist der Fonds durch Urteile und Entscheidungen, die in Verfahren 

ergehen, in denen er nicht Partei war, oder durch Vergleiche, an denen er nicht beteiligt war, nicht gebunden. 

6. Unbeschadet des Absatzes 4 ist in Fällen, in denen vor einem zuständigen Gericht eines Vertragsstaats gegen 

einen Eigentümer oder seinen Sicherheitsgeber eine Klage nach dem [Haftungsübereinkommen von 1992] auf 

Entschädigung für Verschmutzungsschäden anhängig gemacht worden ist, jede Prozesspartei nach dem Recht 

des betreffenden Staates berechtigt, dem Fonds in dem Verfahren den Streit zu verkünden. Erfolgt diese 

Streitverkündung nach den Förmlichkeiten, die das Recht des angerufenen Gerichts vorschreibt, und zu einer 

Zeit und in einer Weise, die es dem Fonds tatsächlich ermöglicht, im Verfahren wirksam als beitretende Partei 

aufzutreten, so wird ein Urteil des Gerichts in diesem Verfahren nach Eintritt der Rechtskraft und 

Vollstreckbarkeit in dem Staat, in dem es ergangen ist, für den Fonds in dem Sinne verbindlich, dass die 

Sachverhaltsfeststellung und der Urteilsspruch vom Fonds nicht angegriffen werden können, auch wenn 

dieser dem Verfahren nicht beigetreten war. 

[Art. 7 Abs. 1 abgeändert durch Art. 9 Abs. 1 und 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 3 

abgeändert durch Art. 9 Abs. 1, 3 und 4 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 4 abgeändert durch 

Art. 9 Abs. 1 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 6 abgeändert durch Art. 9 Abs. 1 des Prot. vom 

27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 8 - Vorbehaltlich einer Entscheidung über die in Artikel 4 Absatz 5 erwähnte Verteilung wird jedes Urteil 

gegen den Fonds, das von einem nach Artikel 7 Absätze 1 und 3 zuständigen Gericht erlassen wurde, in jedem 

Vertragsstaat anerkannt und nach den in Artikel X des [Haftungsübereinkommens von 1992] vorgeschriebenen 

Bedingungen vollstreckbar, wenn es im Ursprungsstaat vollstreckbar geworden ist und in diesem Staat nicht mehr mit 

ordentlichen Rechtsmitteln angefochten werden kann. 

[Art. 8 abgeändert durch Art. 10 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 9 - 1. [Der Fonds tritt bezüglich aller Entschädigungsbeiträge für Verschmutzungsschäden, die von ihm nach 

Artikel 4 Absatz 1 dieses Übereinkommens gezahlt worden sind, in die dem Empfänger der Entschädigung gegenüber 

dem Eigentümer oder seinem Sicherheitsgeber nach dem Haftungsübereinkommen von 1992 zustehenden Rechte ein.] 

2. Dieses Übereinkommen beeinträchtigt nicht etwaige Rückgriffs- oder Eintrittsrechte des Fonds gegenüber 

anderen als den in Absatz 1 genannten Personen. In jedem Fall ist das Recht des Fonds, in Rechte gegen solche 

Personen einzutreten, nicht geringer als das eines Versicherers des Empfängers einer Entschädigung [...]. 

3. Unbeschadet etwaiger anderer Eintritts- oder Rückgriffsrechte gegen den Fonds treten Vertragsstaaten oder 

deren Stellen, die nach innerstaatlichem Recht Entschädigung für Verschmutzungsschäden gezahlt haben, in 

die Rechte ein, die dem Entschädigungsempfänger nach diesem Übereinkommen zugestanden hätten. 

[Art. 9 Abs. 1 ersetzt durch Art. 11 Abs. 1 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 2 abgeändert durch 

Art. 11 Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Beiträge 

Art. 10 - 1. [Jahresbeiträge zum Fonds werden für jeden Vertragsstaat von allen Personen erbracht, die in dem in 

Artikel 12 Absatz 2 Buchstabe a) oder b) erwähnten Kalenderjahr insgesamt mehr als 150.000 Tonnen:] 

a) beitragspflichtiges ÖlinHäfen oder Umschlagplätzen im Hoheitsgebiet dieses Staates erhalten haben, das 

auf dem Seeweg zu diesen Häfen oder Umschlagplätzen befördert worden ist; und 

b) beitragspflichtiges Öl in Anlagen, die im Hoheitsgebiet dieses Vertragsstaats liegen, erhalten haben, das 

auf dem Seeweg befördert und in einem Hafen oder Umschlagplatz eines Nichtvertragsstaats gelöscht 

worden ist, wobei beitragspflichtiges Öl nach dieser Vorschrift nur bei der ersten Entgegennahme in einem 

Vertragsstaat nach seiner Löschung in dem Nichtvertragsstaat berücksichtigt wird. 

2. a) Für die Zwecke des Absatzes 1 zahlt in Fällen, in denen die Menge des im Hoheitsgebiet eines 

Vertragsstaats von einer Person während eines Kalenderjahrs erhaltenen beitragspflichtigen Öls, 

zusammengerechnet mit der Menge beitragspflichtigen Öls, das in diesem Vertragsstaat in demselben Jahr 

eine oder mehrere assoziierte Personen erhalten haben, 150.000 Tonnen überschreitet, die Person Beiträge 

für die tatsächlich erhaltene Menge, auch wenn diese Menge 150.000 Tonnen nicht überschreitet. 

b) ″Assoziierte Person″ ist jede Tochtergesellschaft und jeder gemeinsam kontrollierte Rechtsträger. Ob eine 

Person unter diese Begriffsbestimmung fällt, bestimmt sich nach dem Recht des betreffenden Staates. 

[Art. 10 Abs. 1 einleitende Bestimmung ersetzt durch Art. 12 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 11 - [...] 

[Art. 11 aufgehoben durch Art. 13 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 12 - 1. Zur Ermittlung des gegebenenfalls [...] zu zahlenden Jahresbeitrags erstellt die Versammlung unter 

Berücksichtigung der Tatsache, dass stets ausreichend flüssige Mittel vorhanden sein müssen, für jedes Kalenderjahr 

einen Voranschlag in Form eines Haushaltsplans über: 

i) Ausgaben: 

a) Unkosten und Ausgaben für die Verwaltung des Fonds im betreffenden Jahr sowie etwaige Fehlbeträge 

aus den vorangegangenen Jahren, 

b) Zahlungen des Fonds im betreffenden Jahr zur Befriedigung von Ansprüchen gegen den Fonds nach 

[Artikel 4], soweit die Gesamtsumme solcher Ansprüche bezüglich jedes einzelnen Ereignisses [vier Millionen 

Rechnungseinheiten] nicht überschreitet, einschließlich Rückzahlungen auf Darlehen, die der 

Fonds zur Befriedigung solcher Ansprüche aufgenommen hatte, 

c) Zahlungen des Fonds im betreffenden Jahr zur Befriedigung von Ansprüchen gegen den Fonds nach 

[Artikel 4], soweit die Gesamtsumme solcher Ansprüche bezüglich jedes einzelnen Ereignisses [vier Millionen 

Rechnungseinheiten] überschreitet, einschließlich Rückzahlungen auf Darlehen, die der Fonds zur 

Befriedigung solcher Ansprüche aufgenommen hatte;


32363 

ii) Einnahmen: 

a) Überschüsse aus der Tätigkeit vorangegangener Jahre, einschließlich etwaiger Zinsen, 

[...] 

[b)] Jahresbeiträge, falls zur Ausgleichung des Haushalts erforderlich, 

[c)] sonstige Einnahmen. 

2. [Die Versammlung setzt den Gesamtbetrag der zu erhebenden Beiträge fest. Auf der Grundlage dieses 

Beschlusses errechnet der Direktor in Bezug auf jeden Vertragsstaat für jede in Artikel 10 genannte Person die 

Höhe ihres Jahresbeitrags wie folgt:] 

a) soweit der Betrag der Befriedigung der in Absatz 1 Ziffer i Buchstaben a) und b) genannten 

Verpflichtungen dient, unter Zugrundelegung eines festen Betrags für jede Tonne beitragspflichtigen Öls, 

das eine solche Person in dem betreffenden Staat während des vorangegangenen Kalenderjahrs erhalten 

hat; und 

b) soweit der Beitrag der Befriedigung der in Absatz 1 Ziffer i Buchstabe c) genannten Verpflichtungen dient, 

unter Zugrundelegung eines festen Betrags für jede Tonne beitragspflichtigen Öls, das eine solche Person 

während des Kalenderjahrs erhalten hat, das dem Jahr, in dem sich das fragliche Ereignis zugetragen hat, 

vorangegangen ist, sofern der Staat zur Zeit des Ereignisses Vertragspartei dieses Übereinkommens war. 

3. Die in Absatz 2 genannten Beträge werden errechnet, indem die Gesamtsumme der zu entrichtenden Beiträge 

durch die Gesamtsumme des in allen Vertragsstaaten im betreffenden Jahr erhaltenen beitragspflichtigen Öls 

geteilt wird. 

4. [Der Jahresbeitrag ist zu dem in der Geschäftsordnung des Fonds festzulegenden Termin fällig. Die 

Versammlung kann einen anderen Zahlungstermin festsetzen.] 

5. [Die Versammlung kann unter Voraussetzungen, die in der Finanzordnung des Fonds festzulegen sind, 

beschließen, zwischen den nach Artikel 12 Absatz 2 Buchstabe a) und den nach Artikel 12 Absatz 2 

Buchstabe b) eingenommenen Beträgen Übertragungen vorzunehmen.] 

6. [...] 

[Art. 12 Abs. 1 einleitende Bestimmung abgeändert durch Art. 14 Abs. 1 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 

16. März 1999); Abs. 1 Ziffer i) Buchstabe b) und c) abgeändert durch Art. 14 Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 

16. März 1999); Abs. 1 Ziffer ii) früherer Buchstabe b) aufgehoben durch Art. 14 Abs. 3 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. 

vom 16. März 1999); Abs. 1 Ziffer ii) frühere Buchstaben c) und d) umgegliedert zu Buchstabe b) und c) durch Art. 14 Abs. 4 des 

Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 2 einleitende Bestimmung ersetzt durch Art. 14 Abs. 5 des Prot. 

vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 4 ersetzt durch Art. 14 Abs. 6 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. 

vom 16. März 1999); Abs. 5 ersetzt durch Art. 14 Abs. 7 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 6 

aufgehoben durch Art. 14 Abs. 8 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 13 - 1. [Nach Artikel 12 fällige rückständige Beiträge werden mit einem nach der Geschäftsordnung des 

Fonds zu bestimmenden Zinssatz mit der Maßgabe verzinst, dass je nach den Umständen verschiedene Zinssätze 

festgesetzt werden können.] 

2. Jeder Vertragsstaat trägt dafür Sorge, dass eine Verpflichtung nach diesem Übereinkommen, für im 

Hoheitsgebiet dieses Staates erhaltenes Öl einen Beitrag an den Fonds zu zahlen, erfüllt wird; er trifft die 

geeigneten gesetzlichen Maßnahmen, einschließlich der Auferlegung der ihm zur wirksamen Erfüllung dieser 

Verpflichtungen erforderlich erscheinenden Sanktionen, wobei sich jedoch diese Maßnahmen nur gegen 

Personen richten dürfen, die verpflichtet sind, einen Beitrag zum Fonds zu leisten. 

3. Erfüllt ein nach den [Artikeln 10 und 12] Beitragspflichtiger seine Verpflichtungen hinsichtlich eines solchen 

Beitrags oder eines Teiles desselben nicht [...], so trifft der Direktor namens des Fonds alle geeigneten 

Maßnahmen gegen den Betreffenden, um den fälligen Beitrag einzutreiben, ist jedoch der säumige 

Beitragspflichtige offensichtlich zahlungsunfähig oder liegen andere rechtfertigende Umstände vor, so kann 

die Versammlung auf Empfehlung des Direktors beschließen, dass gegen den Beitragspflichtigen keine 

Maßnahmen getroffen oder fortgesetzt werden. 



Art. 14 - 1. Jeder Vertragsstaat kann bei Hinterlegung seiner Ratifikations- oder Beitrittsurkunde oder jederzeit 

danach erklären, dass er Verpflichtungen eines Beitragspflichtigen nach Artikel 10 Absatz 1 in Bezug auf Öl, das jener 

im Hoheitsgebiet dieses Staates erhalten hat, selbst übernimmt. Eine solche Erklärung ist schriftlich abzugeben und hat 

die übernommenen Verpflichtungen im Einzelnen aufzuführen. 

2. Wird eine Erklärung nach Absatz 1 vor dem Inkrafttreten dieses Übereinkommens nach Artikel 40 abgegeben, 

so wird sie beim Generalsekretär der Organisation hinterlegt, der sie nach Inkrafttreten des Übereinkommens 

dem Direktor mitteilt. 

3. Eine nach Inkrafttreten dieses Übereinkommens gemäß Absatz 1 abgegebene Erklärung wird beim Direktor 

hinterlegt. 

4. Eine nach diesem Artikel abgegebene Erklärung kann von dem betreffenden Staat durch schriftliche 

Mitteilung an den Direktor zurückgenommen werden. Eine solche Mitteilung wird drei Monate nach ihrem 

Eingang beim Direktor wirksam. 

5. Jeder Staat, der durch eine nach diesem Artikel abgegebene Erklärung gebunden ist, verzichtet in einem 

Verfahren, das wegen einer der in der Erklärung aufgeführten Verpflichtungen vor einem zuständigen Gericht 

gegen ihn anhängig gemacht wird, auf jede Immunität, die er anderenfalls geltend machen könnte. 

Art. 15 - 1. Jeder Vertragsstaat trägt dafür Sorge, dass jede Person, die in seinem Hoheitsgebiet beitragspflichtiges 

Öl in solchen Mengen erhält, dass sie dem Fonds gegenüber zu Beitragszahlungen verpflichtet ist, in einer Liste 

aufgeführt wird, die vom Direktor entsprechend den folgenden Bestimmungen dieses Artikels anzulegen und auf dem 

Laufenden zu halten ist. 

2. Für die in Absatz 1 angeführten Zwecke teilt jeder Vertragsstaat dem Direktor schriftlich zu der Zeit und in 

der Weise, wie sie in der Geschäftsordnung zu bestimmen sind, Namen und Anschrift aller Personen mit, die 

hinsichtlich dieses Staates verpflichtet sind, nach Artikel 10 Beiträge zum Fonds zu leisten, und macht 

Angaben über die maßgeblichen Mengen beitragspflichtigen Öls, die diese Personen während des 

vorangegangenen Kalenderjahrs erhalten haben.


3. Für die Feststellung, welche Personen zu einer bestimmten Zeit nach Artikel 10 Absatz 1 dem Fonds 

gegenüber beitragspflichtig sind, und für die Bestimmung der Ölmengen, die gegebenenfalls für jede dieser 

Personen bei der Festsetzung ihrer Beiträge zu berücksichtigen sind, gelten die Angaben in der Liste bis zum 

Beweis des Gegenteils als richtig. 

[4. Erfüllt ein Vertragsstaat nicht seine Verpflichtung, dem Direktor die in Absatz 2 bezeichnete Mitteilung zu 

machen, und ergibt sich daraus für den Fonds ein finanzieller Verlust, so ist dieser Vertragsstaat verpflichtet, 

den Fonds für diesen Verlust zu entschädigen. Die Versammlung beschließt auf Empfehlung des Direktors, ob 

diese Entschädigung von dem betreffenden Vertragsstaat zu zahlen ist.] 

[Art. 15 Abs. 4 eingefügt durch Art. 16 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Organisation und Verwaltung 

Art. 16 - [Der Fonds hat eine Versammlung und ein von einem Direktor geleitetes Sekretariat.] 


Versammlung 

Art. 17 - Die Generalversammlung setzt sich aus allen Vertragsstaaten dieses Übereinkommens zusammen. 

Art. 18 - [...] Die Versammlung hat folgende Aufgaben: 

1. sie wählt bei jeder ordentlichen Tagung ihren Vorsitzenden und zwei stellvertretende Vorsitzende, die bis zur 

nächsten ordentlichen Tagung amtieren; 

2. sie bestimmt im Rahmen dieses Übereinkommens ihre eigenen Verfahrensregeln; 

3. sie beschließt die für den ordnungsgemäßen Betrieb des Fonds notwendige Geschäftsordnung; 

4. sie ernennt den Direktor und erlässt Vorschriften für die Ernennung sonstigen erforderlichen Personals; sie 

bestimmt die Anstellungsbedingungen des Direktors und des sonstigen Personals; 

5. sie genehmigt den Jahreshaushalt und setzt die Jahresbeiträge fest; 

6. sie ernennt Rechnungsprüfer und genehmigt die Rechnungslegung des Fonds; 

7. sie genehmigt die Regelung von Ansprüchen gegen den Fonds, beschließt über die Verteilung des zur 

Verfügung stehenden Entschädigungsbetrags unter die Geschädigten entsprechend Artikel 4 Absatz 5 und 

bestimmt die Bedingungen, nach denen vorläufige Zahlungen und Ansprüche geleistet werden, um 

sicherzustellen, dass von Verschmutzungsschäden Betroffene so schnell wie möglich entschädigt werden; 

8. [...] 

9. [sie setzt die ihr erforderlich erscheinenden zeitweiligen oder ständigen Unterorgane ein, bestimmt deren 

Aufgabenbereiche und erteilt ihnen die Befugnisse, die zur Durchführung der ihnen übertragenen Aufgaben 

notwendig sind; bei der Ernennung der Mitglieder dieser Organe bemüht sich die Versammlung, für eine 

ausgewogene geographische Verteilung der Mitglieder zu sorgen und sicherzustellen, dass die Vertragsstaaten, 

in denen die größten Mengen beitragspflichtigen Öls in Empfang genommen werden, angemessen 

vertreten sind; die Verfahrensregeln der Versammlung können für die Tätigkeit dieser Unterorgane 

entsprechend angewendet werden;] 

10. sie bestimmt, welche Nichtvertragsstaaten und welche zwischenstaatlichen Organisationen ohne Stimmrecht 

zur Teilnahme an den Sitzungen der Versammlung [...] und der Unterorgane zugelassen werden; 

11. sie erteilt dem Direktor [...] und den Unterorganen Weisungen für die Verwaltung des Fonds; 

12. [...] 

13. sie überwacht die ordnungsgemäße Durchführung des Übereinkommens und ihrer eigenen Beschlüsse; 

14. sie nimmt alle sonstigen Aufgaben wahr, die ihr nach dem Übereinkommen übertragen oder die sonst für den 

ordnungsgemäßen Betrieb des Fonds erforderlich sind. 

[Art. 18 einleitende Bestimmung abgeändert durch Art. 18 Abs. 1 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); 

Abs. 8 aufgehoben durch Art. 18 Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 9 ersetzt durch Art. 18 

Abs. 3 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 10 abgeändert durch Art. 18 Abs. 4 des Prot. vom 

27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 11 abgeändert durch Art. 18 Abs. 5 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. 

vom 16. März 1999); Abs. 12 aufgehoben durch Art. 18 Abs. 6 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 19 - 1. [Ordentliche Tagungen der Versammlung finden nach Einberufung durch den Direktor einmal in 

jedem Kalenderjahr statt.] 

2. Außerordentliche Tagungen der Versammlung werden auf Antrag [...] mindestens eines Drittels der 

Mitglieder der Versammlung vom Direktor einberufen; der Direktor kann auch von sich aus nach 

Konsultierung des Vorsitzenden der Versammlung eine außerordentliche Tagung einberufen. Der Direktor 

unterrichtet die Mitglieder mindestens 30 Tage im Voraus von einer solchen Tagung 



Art. 20 - Die Versammlung ist beschlussfähig, wenn die Mehrheit ihrer Mitglieder bei einer Sitzung anwesend ist. 

Exekutivausschuss 

Art. 21 - 27 - [...] 

[Art. 21 bis 27 aufgehoben durch Art. 20 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Sekretariat 

Art. 28 - 1. Das Sekretariat setzt sich aus dem Direktor und dem für die Verwaltung des Fonds erforderlichen 

Personal zusammen. 

2. Der Direktor ist der gesetzliche Vertreter des Fonds. 

Art. 29 - 1. [Der Direktor ist der höchste Verwaltungsbedienstete des Fonds. Vorbehaltlich der ihm von der 

Versammlung erteilten Weisungen nimmt er die ihm durch dieses Übereinkommen, die Geschäftsordnung des Fonds 

und die Versammlung übertragenen Aufgaben wahr.]


32365 

2. Der Direktor hat insbesondere folgende Aufgaben: 

a) Er ernennt das für die Verwaltung des Fonds erforderliche Personal; 

b) er trifft alle zur ordnungsgemäßen Verwaltung des Fondsvermögens erforderlichen Maßnahmen; 

c) er zieht unter besonderer Beachtung des Artikels 13 Absatz 3 die nach diesem Übereinkommen zu 

zahlenden Beiträge ein; 

d) soweit die Regelung von gegen den Fonds geltend gemachten Ansprüchen und die Durchführung der 

anderen Aufgaben des Fonds es erfordern, nimmt er die Hilfe von Rechts-, Finanz- und anderen 

Sachverständigen in Anspruch; 

e) er trifft alle geeigneten Maßnahmen zur Regelung von gegen den Fonds geltend gemachten Ansprüchen 

nach Maßgabe der Geschäftsordnung, einschließlich der endgültigen Regelung von Ansprüchen ohne 

vorherige Genehmigung der Versammlung [...], sofern die Geschäftsordnung dies vorsieht; 

f) er erstellt für jedes Kalenderjahr den Finanzbericht und die Haushaltsvoranschläge und legt sie der 

Versammlung [...] vor; 

g) [er erstellt im Benehmen mit dem Vorsitzenden der Versammlung einen Bericht über die Tätigkeit des 

Fonds im vorangegangenen Kalenderjahr und veröffentlicht ihn;] 

h) er erstellt, sammelt und verteilt die Schriftstücke, Unterlagen, Tagesordnungen, Protokolle und 

Informationen, die für die Arbeit der Versammlung [...] und der Unterorgane benötigt werden. 

[Art. 29 Abs. 1 ersetzt durch Art. 21 Abs. 1 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 2 Buchstabe e) 

abgeändert durch Art. 21 Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 2 Buchstabe f) abgeändert 

durch Art. 21 Abs. 3 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 2 Buchstabe g) ersetzt durch Art. 21 Abs. 4 

des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Abs. 2 Buchstabe h) abgeändert durch Art. 21 Abs. 5 des Prot. vom 


Art. 30 - Bei der Erfüllung ihrer Pflichten dürfen der Direktor, das von ihm ernannte Personal und die von ihm 

bestimmten Sachverständigen von einer Regierung oder einer anderen Stelle außerhalb des Fonds Weisungen weder 

erbitten noch entgegennehmen. Sie haben sich jeder Tätigkeit zu enthalten, die mit ihrer Stellung als internationale 

Bedienstete unvereinbar ist. 

Jeder Vertragsstaat verpflichtet sich seinerseits, den ausschließlich internationalen Charakter der Aufgaben des 

Direktors, des von ihm ernannten Personals und der von ihm bestimmten Sachverständigen zu achten und nicht zu 

versuchen, sie bei der Erfüllung ihrer Pflichten zu beeinflussen. 

Finanzen 

Art. 31 - 1. Jeder Vertragsstaat übernimmt die Gehälter, die Reisekosten und die sonstigen Ausgaben für seine 

Delegation bei der Versammlung und für seine Vertreter [...] in den Unterorganen. 

2. Alle anderen durch die Tätigkeit dem Fonds entstehenden Kosten werden von diesem übernommen. 

[Art. 31 Abs. 1 abgeändert durch Art. 22 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Abstimmung 

Art. 32 - Die Abstimmungen in der Versammlung [...] unterliegen folgenden Bestimmungen: 

a) Jedes Mitglied hat eine Stimme; 

b) sofern Artikel 33 nichts anderes vorsieht, bedürfen die Beschlüsse der Versammlung [...] der Mehrheit der 

anwesenden und abstimmenden Mitglieder; 

c) Beschlüsse, für die eine Dreiviertel- oder Zweidrittelmehrheit erforderlich ist, bedürfen einer Dreiviertel- bzw. 

Zweidrittelmehrheit der anwesenden Mitglieder; 

d) im Sinne dieses Artikels bedeutet der Ausdruck ″anwesende Mitglieder″ ″Mitglieder, die zur Zeit der 

Abstimmung bei der Sitzung anwesend sind″, der Ausdruck ″anwesende und abstimmende Mitglieder″ 

bedeutet ″Mitglieder, die anwesend sind und eine Ja- oder Nein-Stimme abgeben″. Mitglieder, die sich der 

Stimme enthalten, gelten als nicht an der Abstimmung teilnehmend. 

[Art. 32 einleitende Bestimmung abgeändert durch Art. 23 Abs. 1 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); 

Buchstabe b) abgeändert durch Art. 23 Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

Art. 33 - [...] 

[...] Folgende Beschlüsse der Versammlung bedürfen einer Zweidrittelmehrheit: 

a) ein Beschluss nach Artikel 13 Absatz 3, keine Maßnahmen gegen einen Beitragspflichtigen zu treffen oder 

fortzusetzen; 

b) die Ernennung des Direktors des Fonds nach Artikel 18 Nummer 4; 

c) [die Einsetzung von Unterorganen nach Artikel 18 Nummer 9 und die mit dieser Einsetzung zusammenhängenden 

Angelegenheiten.] 

[Art. 33 früherer Absatz 1 aufgehoben durch Art. 24 Abs. 1 und frühere Unterteilung in Absätze aufgehoben durch Art. 24 Abs. 2 

des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999); Buchstabe c) ersetzt durch Art. 24 Abs. 3 des Prot. vom 


Art. 34 - 1. Der Fonds, seine Guthaben, seine Einnahmen einschließlich der Beiträge und seine sonstigen 

Vermögenswerte sind in den Vertragsstaaten von jeder direkten Steuer befreit. 

2. Kauft der Fonds in beträchtlichem Umfang bewegliche oder unbewegliche Vermögenswerte oder lässt er 

größere Arbeiten durchführen, die für die Ausübung einer amtlichen Tätigkeit erforderlich sind und deren 

Kosten indirekte oder Verkaufsabgaben einschließen, so treffen die Regierungen der Mitgliedstaaten nach 

Möglichkeit geeignete Maßnahmen zum Erlass oder zur Erstattung dieser Abgaben. 

3. Eine Befreiung wird nicht gewährt bei Steuern, Gebühren und sonstigen Abgaben, die lediglich eine 

Vergütung für Dienstleistungen öffentlicher Versorgungsbetriebe darstellen.


4. Der Fonds genießt Befreiung von allen Zöllen, Steuern und anderen damit zusammenhängenden Abgaben auf 

Waren, die von ihm oder in seinem Namen für seinen amtlichen Gebrauch ein- oder ausgeführt werden. Auf 

diese Weise eingeführte Waren dürfen weder gegen Bezahlung noch unentgeltlich im Hoheitsgebiet des 

Staates, in den sie eingeführt worden sind, abgegeben werden, es sei denn zu Bedingungen, denen die 

Regierung des betreffenden Staates zugestimmt hat. 

5. Personen, die Beiträge zum Fonds leisten, sowie Geschädigte und Schiffseigentümer, die vom Fonds 

Entschädigung erhalten, unterliegen den Steuervorschriften des Staates, in dem sie steuerpflichtig sind; ihnen 

wird insoweit keine besondere Befreiung oder sonstige Vergünstigung gewährt. 

6. Auskünfte, die über einzelne Beitragspflichtige für die Zwecke dieses Übereinkommens erteilt wurden, dürfen 

außerhalb des Fonds nur dann bekanntgegeben werden, wenn dies unbedingt erforderlich ist, um dem Fonds 

die Durchführung seiner Aufgaben, insbesondere als Kläger oder Beklagter in einem Rechtsstreit, zu 

ermöglichen. 

7. Unabhängig von bestehenden oder künftigen Devisen- oder Transferbestimmungen gestatten die Vertragsstaaten 

die uneingeschränkte Transferierung und Zahlung aller Beiträge an den Fonds und der vom Fonds 

gezahlten Entschädigungsbeträge. 

Art. 35 - [Entschädigungsansprüche nach Artikel 4, die sich aus Ereignissen ergeben, die nach Inkrafttreten dieses 

Übereinkommens eingetreten sind, können gegen den Fonds nicht vor Ablauf von 120 Tagen nach diesem Zeitpunkt 

geltend gemacht werden.] 


Art. 36 - Der Generalsekretär der Organisation beruft die Versammlung zu ihrer ersten Tagung ein. Diese Tagung 

findet so bald wie möglich nach Inkrafttreten dieses Übereinkommens statt, jedoch keinesfalls später als 30 Tage nach 

seinem Inkrafttreten. 

[Art. 36bis - Folgende Übergangsbestimmungen gelten in der Zeit, im Folgenden als ″Übergangszeit″ bezeichnet, 

die mit dem Tag des Inkrafttretens dieses Übereinkommens beginnt und mit dem Tag endet, an dem die in Artikel 31 

des Protokolls von 1992 zum Fondsübereinkommen von 1971 vorgesehenen Kündigungen wirksam werden: 

a) Bei der Anwendung des Artikels 2 Absatz 1 Buchstabe a) umfasst die Bezugnahme auf das 

Haftungsübereinkommen von 1992 die Bezugnahme auf das Internationale Übereinkommen von 1969 

über die zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden entweder in seiner ursprünglichen 

Fassung oder in der durch das Protokoll von 1976 zu jenem Übereinkommen geänderten Fassung (in 

diesem Artikel als ″Haftungsübereinkommen von 1969″ bezeichnet) und auch auf das Fondsübereinkommen 

von 1971. 

b) Hat ein Ereignis Verschmutzungsschäden innerhalb des Anwendungsbereichs dieses Übereinkommens 

verursacht, so zahlt der Fonds an eine Person, die Verschmutzungsschäden erlitten hat, eine Entschädigung 

nur, wenn und soweit diese Person nach dem Haftungsübereinkommen von 1969, dem 

Fondsübereinkommen von 1971 und dem Haftungsübereinkommen von 1992 nicht voll und angemessen 

für den Schaden entschädigt werden konnte; in Bezug auf Verschmutzungsschäden innerhalb des 

Anwendungsbereichs des vorliegenden Übereinkommens für eine Vertragspartei des Übereinkommens, 

die nicht Vertragspartei des Fondsübereinkommens von 1971 ist, zahlt der Fonds an eine Person, die 

Verschmutzungsschäden erlitten hat, eine Entschädigung jedoch nur, wenn und soweit diese Person nicht 

voll und angemessen für den Schaden hätte entschädigt werden können, wenn der betreffende Staat 

Vertragspartei jedes der genannten Übereinkommen gewesen wäre. 

c) Bei der Anwendung des Artikels 4 umfasst der Betrag, der bei der Feststellung des Gesamtbetrags der 

vom Fonds zu zahlenden Entschädigung zu berücksichtigen ist, auch den gegebenenfalls auf Grund des 

Haftungsübereinkommens von 1969 tatsächlich gezahlten Entschädigungsbetrag sowie den auf Grund 

des Fondsübereinkommens von 1971 tatsächlich gezahlten oder als gezahlt geltenden Entschädigungsbetrag. 

d) Artikel 9 Absatz 1 findet auch auf die nach dem Haftungsübereinkommen von 1969 zustehenden Rechte 

Anwendung.] 

[Art. 36bis eingefügt durch Art. 26 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

[Art. 36ter - 1. Vorbehaltlich des Absatzes 4 darf der Gesamtbetrag der Jahresbeiträge, die für beitragspflichtiges 

Öl, das in einem einzelnen Vertragsstaat während eines Kalenderjahrs in Empfang genommen wurde, zu zahlen sind, 

27,5 % des Gesamtbetrags der Jahresbeiträge gemäß dem Protokoll von 1992 zum Fondsübereinkommen von 1971 für 

dieses Kalenderjahr nicht überschreiten. 

2. Würde die Anwendung des Artikels 12 Absätze 2 und 3 dazu führen, dass der Gesamtbetrag der von 

Beitragspflichtigen in einem einzelnen Vertragsstaat für ein bestimmtes Kalenderjahr zu zahlenden Beiträge 

27,5% der gesamten Jahresbeiträge überschreitet, so werden die von allen Beitragspflichtigen in diesem Staat 

zu zahlenden Beiträge anteilig so herabgesetzt, dass ihre Beiträge insgesamt 27,5% der gesamten 

Jahresbeiträge an den Fonds für dieses Jahr entsprechen. 

3. Werden die von Personen in einem bestimmten Vertragsstaat zu zahlenden Beiträge nach Absatz 2 

herabgesetzt, so werden die von Personen in allen anderen Vertragsstaaten zu zahlenden Beiträge anteilig 

erhöht, um sicherzustellen, dass der Gesamtbetrag der Beiträge, die von allen zur Zahlung von Beiträgen an 

den Fonds verpflichteten Personen für das betreffende Kalenderjahr zu zahlen sind, den von der 

Versammlung beschlossenen Gesamtbetrag der Beiträge erreicht. 

4. Die Absätze 1 bis 3 finden Anwendung, bis die Gesamtmenge des in allen Vertragsstaaten in einem 

Kalenderjahr in Empfang genommenen beitragspflichtigen Öls 750 Millionen Tonnen erreicht hat oder bis ein 

Zeitraum von fünf Jahren nach dem Inkrafttreten des genannten Protokolls von 1992 verstrichen ist, je 

nachdem, welcher Zeitpunkt früher liegt.] 

[Art. 36ter eingefügt durch Art. 26 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)]


32367 

[Art. 36quater - Ungeachtet der Bestimmungen dieses Übereinkommens gelten folgende Bestimmungen für die 

Verwaltung des Fonds während der Zeit, in der sowohl das Fondsübereinkommen von 1971 als auch dieses 

Übereinkommen in Kraft sind: 

a) Das durch das Fondsübereinkommen von 1971 eingerichtete Sekretariat des Fonds (im Folgenden als ″Fonds 

von 1971″ bezeichnet) und der Direktor, der es leitet, können auch als Sekretariat und Direktor des Fonds tätig 

sein. 

b) Sind nach Buchstabe a) das Sekretariat und der Direktor des Fonds von 1971 auch als Sekretariat und als 

Direktor des Fonds tätig, so wird der Fonds bei Interessenkollisionen zwischen dem Fonds von 1971 und dem 

Fonds durch den Vorsitzenden der Versammlung des Fonds vertreten. 

c) Der Direktor, das von ihm ernannte Personal und die von ihm bestimmten Sachverständigen werden bei der 

Erfüllung ihrer Pflichten nach diesem Übereinkommen und dem Fondsübereinkommen von 1971 nicht so 

angesehen, als verstießen sie gegen Artikel 30 dieses Übereinkommens, soweit sie ihre Pflichten im Einklang 

mit dem vorliegenden Artikel erfüllen. 

d) Die Versammlung des Fonds bemüht sich, keine Beschlüsse zu fassen, die mit Beschlüssen der Versammlung 

des Fonds von 1971 unvereinbar sind. Kommt es zu Meinungsverschiedenheiten bezüglich gemeinsamer 

Verwaltungsfragen, so versucht die Versammlung des Fonds, im Geist der Zusammenarbeit und unter 

Beachtung der gemeinsamen Ziele beider Organisationen Einvernehmen mit der Versammlung des Fonds von 

1971 herzustellen. 

e) Der Fonds kann in die Rechte, die Pflichten und das Vermögen des Fonds von 1971 eintreten, wenn die 

Versammlung des Fonds von 1971 dies nach Artikel 44 Absatz 2 des Fondsübereinkommens von 1971 

beschließt. 

f) Der Fonds erstattet dem Fonds von 1971 alle Kosten und Auslagen für Verwaltungsdienstleistungen, die der 

Fonds von 1971 im Namen des Fonds erbracht hat.] 

[Art. 36quater eingefügt durch Art. 26 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

[Schlussbestimmungen] 

[Überschrift eingefügt durch Artikel 26 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

[Art. 36quinquies - Die Schlussbestimmungen dieses Übereinkommens sind die Artikel 28 bis 39 des Protokolls 

von 1992 zum Fondsübereinkommen von 1971. Bezugnahmen in diesem Übereinkommen auf Vertragsstaaten gelten 

als Bezugnahmen auf die Vertragsstaaten des Protokolls.] 

[Art. 36quinquies eingefügt durch Art. 26 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 16. März 1999)] 

[...] 

[Frühere Artikel 37 bis 48 und Anlage aufgehoben durch Art. 27 Abs. 2 des Prot. vom 27. November 1992 (B.S. vom 

16. März 1999)] 

* 


[C − 2015/00251] 

6 OCTOBRE 2005. — Loi portant assentiment au et exécution du 


création d’un Fonds international d’indemnisation pour les dommages 

dus à la pollution par les hydrocarbures, fait à Londres le 

16 mai 2003. — Coordination officieuse en langue allemande 


allemande de la loi du 6 octobre 2005 portant assentiment au et 

exécution du Protocole de 2003 à la Convention internationale de 1992 

portant création d’un Fonds international d’indemnisation pour les 

dommages dus à la pollution par les hydrocarbures, fait à Londres le 

16 mai 2003 (Moniteur belge du 21 décembre 2005) telle qu’elle a été 

modifiée par la loi du 27 mai 2014 portant approbation de certaines 

modifications de divers actes internationaux adoptés sous les auspices 

de l’Organisation maritime internationale (Moniteur belge du 17 juin 2014). 




[C − 2015/00251] 

6 OKTOBER 2005. — Wet houdende instemming met en uitvoering 

van het Protocol van 2003 bij het Internationaal Verdrag van 1992 

ter oprichting van een Internationaal Fonds voor vergoeding van 

schade door verontreiniging door olie, opgemaakt te Londen op 

16 mei 2003. — Officieuze coördinatie in het Duits 


de wet van 6 oktober 2005 houdende instemming met en uitvoering 

van het Protocol van 2003 bij het Internationaal Verdrag van 1992 ter 

oprichting van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade 

door verontreiniging door olie, opgemaakt te Londen op 16 mei 2003 

(Belgisch Staatsblad van 21 december 2005) zoals ze werd gewijzigd bij 

de wet van 27 mei 2014 tot instemming met bepaalde wijzigingen van 

verscheidene internationale akten aangenomen onder de auspiciën van 

de Internationale Maritieme Organisatie (Belgisch Staatsblad van 

17 juni 2014). 




[C − 2015/00251] 


1992 über die Errichtung eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, 

abgeschlossen in London am 16. Mai 2003, und zur Ausführung dieses Protokolls — Inoffizielle Koordinierung 

in deutscher Sprache 

Der folgende Text ist die die inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache des Gesetzes vom 6. Oktober 2005 zur 

Zustimmung zum Protokoll von 2003 zum Internationalen Übereinkommen von 1992 über die Errichtung eines 

Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen in London am 16. Mai 2003, 

und zur Ausführung dieses Protokolls, so wie es abgeändert wurde durch das Gesetz vom 27. Mai 2014 zur Billigung 

bestimmter Abänderungen verschiedener unter Federführung der Internationalen Maritimen Organisation angenommener 

internationaler Rechtsakte. 


in Malmedy erstellt worden.


FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST AUSWÄRTIGE ANGELEGENHEITEN, 

AUSSENHANDEL UND ENTWICKLUNGSZUSAMMENARBEIT 


1992 über die Errichtung eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, 

abgeschlossen in London am 16. Mai 2003, und zur Ausführung dieses Protokolls 




Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 77 der Verfassung erwähnte Angelegenheit. 

Art. 2 - Das Protokoll von 2003 zum Internationalen Übereinkommen von 1992 über die Errichtung eines 

Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen in London am 16. Mai 2003, 

wird voll und ganz wirksam[, darin einbegriffen die Änderungen, die auf der Grundlage der Artikel 24 und 25 des 

vorerwähnten Protokolls von 2003 angenommen wurden, ohne dass Belgien sich dieser Annahme widersetzt hat, und 

die für Belgien aufgrund des vorerwähnten Artikels 24 in Kraft treten.] 

[Art. 2 abgeändert durch Art. 12 des G. vom 27. Mai 2014 (B.S. vom 17. Juni 2014)] 

Art.3-9-[Abänderungsbestimmungen] 

Art. 10 - Artikel 569 Absatz 1 Nr. 28 des Gerichtsgesetzbuches, ersetzt durch das Gesetz vom 10. August 1998, wird 

durch folgende Bestimmung ersetzt: 

″28. über Klagen aufgrund des Internationalen Übereinkommens über die Errichtung eines Internationalen Fonds 

zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, abgeschlossen in Brüssel am 18. Dezember 1971, der Protokolle zu 

diesem Übereinkommen, abgeschlossen in London am 27. November 1992 und 16. Mai 2003, und der Gesetze zur 

Billigung und Ausführung dieses Übereinkommens und dieser Protokolle.″ 

Art. 11 - Der König legt das Datum des Inkrafttretens der Artikel 3 bis 10 des vorliegenden Gesetzes fest. 

ÜBERSETZUNG 

16. MAI 2003 — Protokoll von 2003 zum Internationalen Übereinkommen von 1992 

über die Errichtung eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden 

Die Vertragsstaaten dieses Protokolls, 

eingedenk des Internationalen Übereinkommens von 1992 über die zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden 

(im Folgenden ″das Haftungsübereinkommen von 1992″), 

im Hinblick auf das Internationale Übereinkommen über die Errichtung eines Internationalen Fonds zur 

Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden (im Folgenden ″das Fondsübereinkommen von 1992″), 

in Bestätigung dessen, dass es wichtig ist, die Brauchbarkeit der internationalen Regelungen über die Haftung und 

Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden zu erhalten, 

unter Hinweis darauf, dass die höchste nach dem Fondsübereinkommen von 1992 zu leistende Entschädigung 

möglicherweise nicht ausreicht, unter bestimmten Umständen den Entschädigungsbedarf in einigen Vertragsstaaten 

des Übereinkommens zu decken, 

in der Erkenntnis, dass eine Reihe von Vertragsstaaten des Haftungsübereinkommens von 1992 und des 

Fondsübereinkommens von 1992 es für dringend notwendig erachten, durch Schaffung einer Zusatzregelung, der die 

Staaten, wenn sie es wünschen, beitreten können, zusätzliche Mittel für die Entschädigung bereitzustellen, 

in der Überzeugung, dass die Zusatzregelung sicherstellen soll, dass von Ölverschmutzungsschäden Betroffene für 

ihren Verlust oder Schaden voll entschädigt werden, und dass sie die Schwierigkeiten für die Betroffenen in den Fällen 

mildern soll, in denen die Gefahr besteht, dass der nach dem Haftungsübereinkommen von 1992 und dem 

Fondsübereinkommen von 1992 verfügbare Entschädigungsbetrag nicht ausreicht, um festgestellte Ansprüche in voller 

Höhe zu befriedigen, und infolgedessen der Internationale Entschädigungsfonds von 1992 für Ölverschmutzungsschäden 

vorläufig entschieden hat, nur einen Teil eines festgestellten Anspruchs zu zahlen, 

in der Erwägung, dass der Beitritt zu der Zusatzregelung nur den Vertragsstaaten des Fondsübereinkommens von 

1992 offen stehen soll, 

sind wie folgt übereingekommen: 

Allgemeine Bestimmungen 

Artikel 1 

Im Sinne dieses Protokolls haben die nachstehenden Ausdrücke folgende Bedeutung: 

1. ″Haftungsübereinkommen von 1992″ bedeutet das Internationale Übereinkommen von 1992 über die 

zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden. 

2. ″Fondsübereinkommen von 1992″ bedeutet das Internationale Übereinkommen von 1992 über die Errichtung 

eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden. 

3. ″Fonds von 1992″ bedeutet den nach dem Fondsübereinkommen von 1992 errichteten Internationalen 

Entschädigungsfonds von 1992 für Ölverschmutzungsschäden. 

4. ″Vertragsstaat″ bedeutet Vertragsstaat dieses Protokolls, wenn nichts anderes angegeben ist. 

5. Soweit Bestimmungen des Fondsübereinkommens von 1992 durch Bezugnahme in dieses Protokoll eingefügt 

werden, bedeutet ″Fonds″ im Übereinkommen ″Zusatzfonds″, wenn nichts anderes angegeben ist. 

6. ″Schiff″, ″Person″, ″Eigentümer″, ″Öl″, ″Verschmutzungsschäden″, ″Schutzmaßnahmen″ und ″Ereignis″ haben 

dieselbe Bedeutung wie in Artikel 1 des Haftungsübereinkommens von 1992. 

7. ″Beitragspflichtiges Öl″, ″Rechnungseinheit″, ″Tonne″, ″Sicherheitsgeber″ und ″Umschlagplatz″ haben dieselbe 

Bedeutung wie in Artikel 1 des Fondsübereinkommens von 1992, wenn nichts anderes angegeben ist.


32369 

8. ″Festgestellter Anspruch″ bedeutet einen Anspruch, der vom Fonds von 1992 anerkannt oder durch einen für 

den Fonds von 1992 verbindlichen Beschluss eines zuständigen Gerichts, der nicht den gewöhnlichen Formen der 

Überprüfung unterliegt, als zulässig angenommen worden ist und für den in voller Höhe Entschädigung gezahlt 

worden wäre, wenn die in Artikel 4 Absatz 4 des Fondsübereinkommens von 1992 festgelegte Begrenzung nicht auf das 

betreffende Ereignis angewendet worden wäre. 

9. ″Versammlung″ bedeutet die Versammlung des Internationalen Zusatzentschädigungsfonds von 2003 für 

Ölverschmutzungsschäden, wenn nichts anderes angegeben ist. 

10. ″Organisation″ bedeutet die Internationale Seeschifffahrtsorganisation. 

11. ″ Generalsekretär″ bedeutet den Generalsekretär der Organisation. 

Artikel 2 

1. Hiermit wird ein „Internationaler Zusatzentschädigungsfonds von 2003 für Ölverschmutzungsschäden″ 

genannter und im Folgenden als ″Zusatzfonds″ bezeichneter internationaler Zusatzentschädigungsfonds für Ölverschmutzungsschäden 

errichtet. 

2. Der Zusatzfonds wird in jedem Vertragsstaat als juristische Person anerkannt, die nach den Rechtsvorschriften 

dieses Staates rechtsfähig und bei Rechtsstreitigkeiten vor den Gerichten dieses Staates parteifähig ist. Jeder 

Vertragsstaat erkennt den Direktor des Zusatzfonds als gesetzlichen Vertreter des Zusatzfonds an. 

Artikel 3 

Dieses Protokoll gilt ausschließlich: 

a) für Verschmutzungsschäden, die verursacht worden sind: 



Vertragsstaat eine solche Zone nicht festgelegt hat, in einem jenseits des Küstenmeers dieses Staates gelegenen, 

an dieses angrenzenden Gebiet, das von diesem Staat nach Völkerrecht festgelegt wird und sich nicht weiter als 

200 Seemeilen von den Basislinien erstreckt, von denen aus die Breite seines Küstenmeers gemessen wird; 


sind. 

Zusatzentschädigung 

Artikel 4 

1. Der Zusatzfonds zahlt jedem, der Verschmutzungsschäden erlitten hat, eine Entschädigung, wenn der 

Betreffende nach dem Fondsübereinkommen von 1992 nicht voll und angemessen für einen festgestellten Anspruch in 

Bezug auf den Schaden entschädigt werden konnte, weil der Gesamtschaden die in Artikel 4 Absatz 4 des 

Fondsübereinkommens von 1992 festgelegte Begrenzung der Entschädigung für ein einzelnes Ereignis übersteigt oder 

zu übersteigen droht. 

2. a) Der Gesamtbetrag der vom Zusatzfonds nach diesem Artikel für ein einzelnes Ereignis zu zahlenden 

Entschädigung ist so begrenzt, dass die Gesamtsumme aus diesem Betrag und dem Betrag, der nach dem 

Haftungsübereinkommen von 1992 und dem Fondsübereinkommen von 1992 innerhalb des Anwendungsbereichs 

dieses Protokolls tatsächlich gezahlt worden ist, 750 Millionen Rechnungseinheiten nicht überschreitet. 

b) Der in Buchstabe a) genannte Betrag von 750 Millionen Rechnungseinheiten wird in die Landeswährung 

entsprechend dem Wert dieser Währung gegenüber dem Sonderziehungsrecht am dem Tag umgerechnet, den die 

Versammlung des Fonds von 1992 für die Umrechnung des nach dem Haftungsübereinkommen von 1992 und dem 

Fondsübereinkommen von 1992 zu zahlenden Höchstbetrags bestimmt. 

3. Überschreitet der Betrag der festgestellten Ansprüche gegen den Zusatzfonds die nach Absatz 2 zu zahlende 

Gesamtsumme der Entschädigung, so wird der zur Verfügung stehende Betrag so aufgeteilt, dass jeweils das Verhältnis 

zwischen dem festgestellten Anspruch und dem Entschädigungsbetrag, den der Geschädigte nach diesem Protokoll 

tatsächlich erhalten hat, für alle Geschädigten dasselbe ist. 

4. Der Zusatzfonds zahlt Entschädigung für festgestellte Ansprüche, wie sie in Artikel 1 Absatz 8 definiert sind, 

und zwar nur für derartige Ansprüche. 

Artikel 5 

Der Zusatzfonds zahlt Entschädigung, wenn die Versammlung des Fonds von 1992 der Meinung ist, dass der 

Gesamtbetrag der festgestellten Ansprüche die Gesamtsumme der nach Artikel 4 Absatz 4 des Fondsübereinkommens 

von 1992 zur Verfügung stehenden Entschädigung überschreitet oder zu überschreiten droht, und infolgedessen die 

Versammlung des Fonds von 1992 vorläufig oder abschließend entschieden hat, dass Zahlungen nur für einen Teil eines 

festgestellten Anspruchs geleistet werden. Die Versammlung des Zusatzfonds entscheidet dann, ob und in welchem 

Umfang der Zusatzfonds den nicht nach dem Haftungsübereinkommen von 1992 und dem Fondsübereinkommen von 

1992 gezahlten Teil eines festgestellten Anspruchs zahlt. 

Artikel 6 

1. Vorbehaltlich des Artikels 15 Absätze 2 und 3 erlöschen Ansprüche auf Entschädigung gegen den Zusatzfonds 

nur dann, wenn sie nach Artikel 6 des Fondsübereinkommens von 1992 gegen den Fonds von 1992 erlöschen. 

2. Ein von einem Geschädigten gegen den Fonds von 1992 geltend gemachter Anspruch gilt ein als vom selben 

Geschädigten gegen den Zusatzfonds geltend gemachter Anspruch. 

Artikel 7 

1. Die Bestimmungen des Artikels 7 Absätze 1, 2, 4, 5 und 6 des Fondsübereinkommens von 1992 finden auf Klagen 

wegen Entschädigung Anwendung, die nach Artikel 4 Absatz 1 dieses Protokolls gegen den Zusatzfonds anhängig 

gemacht werden. 

2. Ist bei einem nach Artikel IX des Haftungsübereinkommens von 1992 zuständigen Gericht eine Klage auf 

Entschädigung für Verschmutzungsschäden gegen den Eigentümer eines Schiffes oder seinen Sicherheitsgeber 

anhängig gemacht worden, so ist dieses Gericht ausschließlich zuständig für alle Klagen gegen den Zusatzfonds auf 

Entschädigung nach Artikel 4 dieses Protokolls wegen dieser Schäden. Ist jedoch eine Klage auf Entschädigung für 

Verschmutzungsschäden nach dem Haftungsübereinkommen von 1992 bei einem Gericht eines Staates anhängig 

gemacht worden, der Vertragsstaat des Haftungsübereinkommens von 1992, nicht jedoch dieses Protokolls ist, so steht


es dem Kläger frei, eine Klage gegen den Zusatzfonds nach Artikel 4 dieses Protokolls entweder bei einem Gericht des 

Staates, in dem der Zusatzfonds seinen Sitz hat, oder bei einem nach Artikel IX des Haftungsübereinkommens von 1992 

zuständigen Gericht eines Vertragsstaats dieses Protokolls anhängig zu machen. 

3. Ist eine Klage auf Entschädigung für Verschmutzungsschäden gegen den Fonds von 1992 bei einem Gericht eines 

Staates anhängig gemacht worden, der Vertragsstaat des Haftungsübereinkommens von 1992, nicht jedoch dieses 

Protokolls ist, so steht es ungeachtet des Absatzes 1 dem Kläger frei, eine damit zusammenhängende Klage gegen den 

Zusatzfonds entweder bei einem Gericht des Staates, in dem der Zusatzfonds seinen Sitz hat, oder bei einem nach 

Absatz 1 zuständigen Gericht eines Vertragsstaats anhängig zu machen. 

Artikel 8 

1. Vorbehaltlich einer Entscheidung über die in Artikel 4 Absatz 3 dieses Protokolls erwähnte Verteilung wird jedes 

Urteil gegen den Zusatzfonds, das von einem nach Artikel 7 dieses Protokolls zuständigen Gericht erlassen wurde, in 

jedem Vertragsstaat anerkannt und nach den in Artikel X des Haftungsübereinkommens von 1992 vorgeschriebenen 

Bedingungen vollstreckbar, wenn es im Ursprungsstaat vollstreckbar geworden ist und in diesem Staat nicht mehr mit 

ordentlichen Rechtsmitteln angefochten werden kann. 

2. Ein Vertragsstaat kann andere Regeln für die Anerkennung und Vollstreckung von Urteilen anwenden, 

vorausgesetzt, damit ist sichergestellt, dass Urteile mindestens im gleichen Umfang wie nach Absatz 1 anerkannt und 

vollstreckt werden. 

Artikel 9 

1. Der Zusatzfonds tritt bezüglich aller Entschädigungsbeträge für Verschmutzungsschäden, die von ihm nach 

Artikel 4 Absatz 1 dieses Protokolls gezahlt worden sind, in die dem Empfänger der Entschädigung gegenüber dem 

Eigentümer oder seinem Sicherheitsgeber nach dem Haftungsübereinkommen von 1992 zustehenden Rechte ein. 

2. Der Zusatzfonds tritt in die dem Empfänger der Entschädigung gegenüber dem Fonds von 1992 nach dem 

Fondsübereinkommen von 1992 zustehenden Rechte ein. 

3. Dieses Protokoll beeinträchtigt nicht etwaige Rückgriffs- oder Eintrittsrechte des Zusatzfonds gegenüber 

anderen als den in den Absätzen 1 und 2 genannten Personen. In jedem Fall ist das Recht des Zusatzfonds, in Rechte 

gegen solche Personen einzutreten, nicht geringer als das eines Versicherers des Empfängers einer Entschädigung. 

4. Unbeschadet etwaiger anderer Eintritts- oder Rückgriffsrechte gegen den Zusatzfonds treten Vertragsstaaten 

oder deren Stellen, die nach innerstaatlichem Recht Entschädigung für Verschmutzungsschäden gezahlt haben, in die 

Rechte ein, die dem Entschädigungsempfänger nach diesem Protokoll zugestanden hätten. 

Beiträge 

Artikel 10 

1. Jahresbeiträge zum Zusatzfonds werden für jeden Vertragsstaat von allen Personen erbracht, die in dem in 

Artikel 11 Absatz 2 Buchstabe a) oder b) erwähnten Kalenderjahr insgesamt mehr als 150.000 Tonnen: 

a) beitragspflichtiges Öl inHäfen oder Umschlagplätzen im Hoheitsgebiet dieses Staates erhalten haben, das auf 

dem Seeweg zu diesen Häfen oder Umschlagplätzen befördert worden ist, und 

b) beitragspflichtiges Öl in Anlagen, die im Hoheitsgebiet dieses Vertragsstaats liegen, erhalten haben, das auf dem 

Seeweg befördert und in einem Hafen oder Umschlagplatz eines Nichtvertragsstaats gelöscht worden ist, wobei 

beitragspflichtiges Öl nach dieser Vorschrift nur bei der ersten Entgegennahme in einem Vertragsstaat nach seiner 

Löschung in dem Nichtvertragsstaat berücksichtigt wird 

2. Die Bestimmungen des Artikels 10 Absatz 2 des Fondsübereinkommens von 1992 finden Anwendung in Bezug 

auf die Verpflichtung, Beiträge an den Zusatzfonds zu zahlen. 

Artikel 11 

1. Zur Ermittlung des gegebenenfalls zu zahlenden Jahresbeitrags erstellt die Versammlung unter Berücksichtigung 

der Tatsache, dass stets ausreichend flüssige Mittel vorhanden sein müssen, für jedes Kalenderjahr einen 

Voranschlag in Form eines Haushaltsplans über: 

i) Ausgaben 

a) Unkosten und Ausgaben für die Verwaltung des Zusatzfonds im betreffenden Jahr sowie etwaige 

Fehlbeträge aus den vorangegangenen Jahren; 

b) Zahlungen des Zusatzfonds im betreffenden Jahr zur Befriedigung von Ansprüchen gegen den 

Zusatzfonds nach Artikel 4, einschließlich Rückzahlungen auf Darlehen, die der Zusatzfonds zur 

Befriedigung solcher Ansprüche aufgenommen hatte; 

ii) Einnahmen 

a) Überschüsse aus der Tätigkeit vorangegangener Jahre, einschließlich etwaiger Zinsen; 

b) Jahresbeiträge, falls zur Ausgleichung des Haushalts erforderlich; 

c) sonstige Einnahmen. 

2. Die Versammlung setzt den Gesamtbetrag der zu erhebenden Beiträge fest. Auf der Grundlage dieses 

Beschlusses errechnet der Direktor in Bezug auf jeden Vertragsstaat für jede in Artikel 10 genannte Person die Höhe 

ihres Jahresbeitrags wie folgt: 

a) soweit der Betrag der Befriedigung der in Absatz 1 Ziffer i Buchstabe a) genannten Verpflichtungen dient, unter 

Zugrundelegung eines festen Betrags für jede Tonne beitragspflichtigen Öls, das eine solche Person in dem betreffenden 

Staat während des vorangegangenen Kalenderjahrs erhalten hat, und 

b) soweit der Beitrag der Befriedigung der in Absatz 1 Ziffer i Buchstabe b) genannten Verpflichtungen dient, unter 

Zugrundelegung eines festen Betrags für jede Tonne beitragspflichtigen Öls, das eine solche Person während des 

Kalenderjahrs erhalten hat, das dem Jahr, in dem sich das fragliche Ereignis zugetragen hat, vorangegangen ist, sofern 

der Staat zur Zeit des Ereignisses Vertragsstaat dieses Protokolls war. 

3. Die in Absatz 2 genannten Beträge werden errechnet, indem die Gesamtsumme der zu entrichtenden Beiträge 

durch die Gesamtsumme des in allen Vertragsstaaten im betreffenden Jahr erhaltenen beitragspflichtigen Öls geteilt 

wird. 

4. Der Jahresbeitrag ist zu dem in der Geschäftsordnung des Zusatzfonds festzulegenden Termin fällig. Die 

Versammlung kann einen anderen Zahlungstermin festsetzen.


32371 

5. Die Versammlung kann unter Voraussetzungen, die in der Finanzordnung des Zusatzfonds festzulegen sind, 

beschließen, zwischen den nach Absatz 2 Buchstabe a) und den nach Absatz 2 Buchstabe b) eingenommenen Beträgen 

Übertragungen vorzunehmen. 

Artikel 12 

1. Die Bestimmungen von Artikel 13 des Fondsübereinkommens von 1992 finden Anwendung auf die Beiträge 

zum Zusatzfonds. 

2. Ein Vertragsstaat kann nach dem in Artikel 14 des Fondsübereinkommens von 1992 beschriebenen Verfahren 

selbst die Verpflichtung übernehmen, Beiträge zum Zusatzfonds zu entrichten. 

Artikel 13 

1. Die Vertragsstaaten machen dem Direktor des Zusatzfonds Mitteilung über erhaltenes Öl inÜbereinstimmung 

mit Artikel 15 des Fondsübereinkommens von 1992, wobei jedoch Mitteilungen an den Direktor des Fonds von 1992 

nach Artikel 15 Absatz 2 des Fondsübereinkommens von 1992 so angesehen werden, als seien sie auch nach diesem 

Protokoll gemacht worden. 

2. Erfüllt ein Vertragsstaat nicht seine Verpflichtung, dem Direktor die in Absatz 1 bezeichnete Mitteilung zu 

machen, und ergibt sich daraus für den Zusatzfonds ein finanzieller Verlust, so ist dieser Vertragsstaat verpflichtet, den 

Zusatzfonds für diesen Verlust zu entschädigen. Die Versammlung beschließt auf Empfehlung des Direktors des 

Zusatzfonds, ob diese Entschädigung von dem betreffenden Vertragsstaat zu zahlen ist. 

Artikel 14 

1. Ungeachtet des Artikels 10 wird für die Zwecke dieses Protokolls angenommen, dass jeder Vertragsstaat 

mindestens 1.000.000 Tonnen beitragspflichtiges Öl in Empfang nimmt. 

2. Ist die Gesamtmenge des in einem Vertragsstaat in Empfang genommenen beitragspflichtigen Öls geringer als 

1.000.000 Tonnen, so übernimmt der Vertragsstaat die Verpflichtungen, die nach diesem Protokoll einer Person obliegen 

würden, die für im Hoheitsgebiet dieses Vertragsstaats in Empfang genommenes beitragspflichtiges Öl dem 

Zusatzfonds gegenüber beitragspflichtig wäre, soweit für die Gesamtmenge in Empfang genommenen Öls kein 

Beitragspflichtiger festzustellen ist. 

Artikel 15 

1. Gibt es in einem Vertragsstaat keine Person, welche die Voraussetzungen des Artikels 10 erfüllt, so macht dieser 

Vertragsstaat dem Direktor des Zusatzfonds für die Zwecke dieses Protokolls davon Mitteilung. 

2. Der Zusatzfonds zahlt nur dann Entschädigung für Verschmutzungsschäden im Hoheitsgebiet, im Küstenmeer 

oder in einer nach Artikel 3 Buchstabe a) Ziffer ii bestimmten Wirtschaftszone oder in einem danach bestimmten Gebiet 

eines Vertragsstaats in Bezug auf ein bestimmtes Ereignis oder für Schutzmaßnahmen zur Verhütung oder 

Einschränkung dieser Schäden, gleichviel wo sie getroffen worden sind, wenn die Verpflichtung zur Mitteilung an den 

Direktor des Zusatzfonds nach Artikel 13 Absatz 1 und Absatz 1 dieses Artikels in Bezug auf diesen Vertragsstaat für 

alle dem betreffenden Ereignis vorausgehenden Jahre erfüllt worden ist. Die Versammlung legt in der Geschäftsordnung 

fest, unter welchen Umständen davon auszugehen ist, dass ein Vertragsstaat seine Verpflichtungen nicht erfüllt 

hat. 

3. Ist Entschädigung nach Absatz 2 vorläufig versagt worden, wird sie für das betreffende Ereignis auf Dauer 

versagt, wenn die Verpflichtung zur Mitteilung an den Direktor des Zusatzfonds nach Artikel 13 Absatz 1 und Absatz 1 

dieses Artikels nicht innerhalb eines Jahres ab dem Zeitpunkt, in dem der Direktor des Zusatzfonds den Vertragsstaat 

auf dessen Versäumnis hingewiesen hat, erfüllt worden ist. 

4. Fällige Beitragszahlungen an den Zusatzfonds werden mit der dem Schuldner oder den Beauftragten des 

Schuldners zustehenden Entschädigung verrechnet. 

Organisation und Verwaltung 

Artikel 16 

1. Der Zusatzfonds hat eine Versammlung und ein von einem Direktor geleitetes Sekretariat. 

2. Die Artikel 17 bis 20 und 28 bis 33 des Fondsübereinkommens von 1992 finden Anwendung auf die 

Versammlung, das Sekretariat und den Direktor des Zusatzfonds. 

3. Artikel 34 des Fondsübereinkommens von 1992 findet Anwendung auf den Zusatzfonds. 

Artikel 17 

1. Das Sekretariat des Fonds von 1992 und der Direktor, der es leitet, können auch als Sekretariat und Direktor des 

Zusatzfonds tätig sein. 

2. Sind nach Absatz 1 das Sekretariat und der Direktor des Fonds von 1992 auch als Sekretariat und Direktor des 

Zusatzfonds tätig, so wird der Zusatzfonds bei Interessenkollisionen zwischen dem Fonds von 1992 und dem 

Zusatzfonds durch den Vorsitzenden der Versammlung vertreten. 

3. Der Direktor des Zusatzfonds, das von ihm ernannte Personal und die von ihm bestimmten Sachverständigen 

werden bei der Erfüllung ihrer Pflichten nach diesem Protokoll und nach dem Fondsübereinkommen von 1992 nicht 

so angesehen, als verstießen sie gegen die Bestimmungen von Artikel 30 des Fondsübereinkommens von 1992 in der 

Anwendung durch Artikel 16 Absatz 2 dieses Protokolls, soweit sie ihre Pflichten im Einklang mit diesem 

Artikel erfüllen. 

4. Die Versammlung bemüht sich, keine Beschlüsse zu fassen, die mit Beschlüssen der Versammlung des Fonds 

von 1992 unvereinbar sind. Kommt es zu Meinungsverschiedenheiten bezüglich gemeinsamer Verwaltungsfragen, so 

versucht die Versammlung, im Geiste der Zusammenarbeit und unter Beachtung der gemeinsamen Ziele beider 

Organisationen Einvernehmen mit der Versammlung des Fonds von 1992 herzustellen. 

5. Der Zusatzfonds erstattet dem Fonds von 1992 alle Kosten und Auslagen für Verwaltungsdienstleistungen, die 

der Fonds von 1992 im Namen des Zusatzfonds erbracht hat. 

Übergangsvorschriften 

Artikel 18 

1. Vorbehaltlich des Absatzes 4 darf der Gesamtbetrag der Jahresbeiträge, die für beitragspflichtiges Öl, das in 

einem einzelnen Vertragsstaat während eines Kalenderjahrs in Empfang genommen wurde, zu zahlen sind, 20 % des 

Gesamtbetrags der Jahresbeiträge gemäß diesem Protokoll für dieses Kalenderjahr nicht überschreiten.


2. Würde die Anwendung des Artikels 11 Absätze 2 und 3 dazu führen, dass der Gesamtbetrag der von 

Beitragspflichtigen in einem einzelnen Vertragsstaat für ein bestimmtes Kalenderjahr zu zahlenden Beiträge 20 % der 

gesamten Jahresbeiträge überschreitet, so werden die von allen Beitragspflichtigen in diesem Staat zu zahlenden 

Beiträge anteilig so herabgesetzt, dass ihre Beiträge insgesamt 20 % der gesamten Jahresbeiträge an den Zusatzfonds 

für dieses Jahr entsprechen. 

3. Werden die von Personen in einem bestimmten Vertragsstaat zu zahlenden Beiträge nach Absatz 2 herabgesetzt, 

so werden die von Personen in allen anderen Vertragsstaaten zu zahlenden Beiträge anteilig erhöht, um sicherzustellen, 

dass der Gesamtbetrag der Beiträge, die von allen zur Zahlung von Beiträgen an den Zusatzfonds verpflichteten 

Personen für das betreffende Kalenderjahr zu zahlen sind, den von der Versammlung beschlossenen Gesamtbetrag der 

Beiträge erreicht. 

4. Die Absätze 1 bis 3 finden Anwendung, bis die Gesamtmenge des in allen Vertragsstaaten in einem Kalenderjahr 

in Empfang genommenen beitragspflichtigen Öls einschließlich der in Artikel 14 Absatz 1 genannten Mengen 

1.000 Millionen Tonnen erreicht hat oder bis ein Zeitraum von zehn Jahren nach dem Inkrafttreten dieses Protokolls 

verstrichen ist, je nachdem, welcher Zeitpunkt früher liegt. 

Schlussbestimmungen 

Artikel 19 

Unterzeichnung, Ratifikation, Annahme, Genehmigung und Beitritt 

1. Dieses Protokoll liegt vom 31. Juli 2003 bis zum 30. Juli 2004 in London zur Unterzeichnung auf. 

2. Die Staaten können ihre Zustimmung, durch dieses Protokoll gebunden zu sein, ausdrücken: 

a) indem sie es ohne Vorbehalt der Ratifikation, Annahme oder Genehmigung unterzeichnen, oder 

b) ) indem sie es vorbehaltlich der Ratifikation, Annahme oder Genehmigung unterzeichnen und später 

ratifizieren, annehmen oder genehmigen, oder 

c) indem sie ihm beitreten. 

3. Nur Vertragsstaaten des Fondsübereinkommens von 1992 können Vertragsstaat dieses Protokolls werden. 

4. Die Ratifikation, die Annahme, die Genehmigung oder der Beitritt erfolgt durch Hinterlegung einer 

entsprechenden Urkunde beim Generalsekretär. 

Artikel 20 

Mitteilung über beitragspflichtiges Öl 

Bevor dieses Protokoll für einen Staat in Kraft tritt, teilt dieser bei der Unterzeichnung nach Artikel 19 Absatz 2 

Buchstabe a) oder bei der Hinterlegung einer der in Artikel 19 Absatz 4 bezeichneten Urkunden und danach jährlich 

an einem vom Generalsekretär zu bestimmenden Tag dem Generalsekretär Namen und Anschrift aller Personen mit, 

die hinsichtlich dieses Staates verpflichtet wären, nach Artikel 10 Beiträge zum Fonds zu leisten, und macht Angaben 

über die maßgeblichen Mengen beitragspflichtigen Öls, die diese Personen im Hoheitsgebiet dieses Staates während 

des vorangegangenen Kalenderjahrs erhalten haben. 

Artikel 21 

Inkrafttreten 

1. Dieses Protokoll tritt drei Monate nach dem Tag in Kraft, an dem folgende Voraussetzungen erfüllt sind: 

a) Mindestens acht Staaten haben das Protokoll ohne Vorbehalt der Ratifikation, Annahme oder Genehmigung 

unterzeichnet oder eine Ratifikations-, Annahme-, Genehmigungs- oder Beitrittsurkunde beim Generalsekretär 

hinterlegt, und 

b) der Generalsekretär hat vom Direktor des Fonds von 1992 die Mitteilung erhalten, dass diejenigen Personen, die 

nach Artikel 10 Beiträge zu leisten hätten, während des vorangegangenen Kalenderjahrs eine Gesamtmenge von 

mindestens 450 Millionen Tonnen beitragspflichtigen Öls einschließlich der in Artikel 14 Absatz 1 genannten Mengen 

erhalten haben. 

2. Für jeden Staat, der dieses Protokoll ohne Vorbehalt der Ratifikation, Annahme oder Genehmigung 

unterzeichnet oder dieses Protokoll ratifiziert, annimmt, genehmigt oder ihm beitritt, nachdem die Voraussetzungen in 

Absatz 1 für das Inkrafttreten erfüllt sind, tritt das Protokoll drei Monate nach dem Tag in Kraft, an dem dieser Staat 

die entsprechende Urkunde hinterlegt hat. 

3. Ungeachtet der Absätze 1 und 2 tritt dieses Protokoll für einen Staat erst dann in Kraft, wenn das 

Fondsübereinkommen von 1992 für den betreffenden Staat in Kraft getreten ist. 

Artikel 22 

Erste Tagung der Versammlung 

Der Generalsekretär beruft die erste Tagung der Versammlung ein. Diese Tagung findet so bald wie möglich nach 

Inkrafttreten dieses Protokolls und in jedem Fall nicht später als dreißig Tage nach dem Inkrafttreten statt. 

Artikel 23 

Revision und Änderung 

1. Die Organisation kann eine Konferenz zur Revision oder Änderung dieses Protokolls einberufen. 

2. Die Organisation hat eine Konferenz der Vertragsstaaten zur Revision oder Änderung des Protokolls 

einzuberufen, wenn mindestens ein Drittel der Vertragsstaaten dies verlangt. 

Artikel 24 

Änderung der Entschädigungshöchstbeträge 

1. Auf Ersuchen von mindestens einem Viertel der Vertragsstaaten wird jeder Vorschlag zur Änderung der 

Entschädigungshöchstbeträge, die in Artikel 4 Absatz 2 Buchstabe a) vorgesehen sind, vom Generalsekretär allen 

Mitgliedern der Organisation und allen Vertragsstaaten übermittelt. 

2. Jede vorgeschlagene und auf die obige Weise übermittelte Änderung wird dem Rechtsausschuss der 

Organisation frühestens sechs Monate nach dem Tag der Übermittlung zur Beratung vorgelegt. 

3. Alle Vertragsstaaten dieses Protokolls, gleichviel ob sie Mitglieder der Organisation sind oder nicht, sind 

berechtigt, an dem Verfahren des Rechtsausschusses zur Beratung von Änderungen und zur Beschlussfassung darüber 

teilzunehmen.


32373 

4. Änderungen sind mit Zweidrittelmehrheit der Vertragsstaaten zu beschließen, die in dem nach Absatz 3 

erweiterten Rechtsausschuss anwesend sind und an der Abstimmung teilnehmen, vorausgesetzt dass mindestens die 

Hälfte der Vertragsstaaten bei der Abstimmung anwesend ist. 

5. Bei der Beratung eines Vorschlags zur Änderung der Höchstbeträge hat der Ausschuss die aus Ereignissen 

gewonnenen Erfahrungen und insbesondere den Umfang der daraus entstandenen Schäden sowie die Geldwertveränderungen 

zu berücksichtigen. 

6. a) Eine Änderung der Höchstbeträge auf Grund dieses Artikels darf nicht vor Inkrafttreten dieses Protokolls und 

frühestens drei Jahre nach dem Tag des Inkrafttretens einer früheren Änderung auf Grund dieses Artikels beraten 

werden. 

b) Ein Höchstbetrag darf nicht so weit erhöht werden, dass er einen Betrag übersteigt, der dem in diesem Protokoll 

festgesetzten Höchstbetrag entspricht, zuzüglich 6%proJahr, errechnet nach dem Zinseszinsprinzip von dem Tag, an 

dem dieses Protokoll zur Unterzeichnung aufgelegt wird, bis zum Tag des Inkrafttretens des Beschlusses des 

Rechtsausschusses. 

c) Ein Höchstbetrag darf nicht so weit erhöht werden, dass er einen Betrag übersteigt, der dem Dreifachen des in 

diesem Protokoll festgesetzten Höchstbetrags entspricht. 

7. Die Organisation notifiziert allen Vertragsstaaten jede nach Absatz 4 beschlossene Änderung. Die Änderung gilt 

nach Ablauf einer Frist von zwölf Monaten nach dem Tag der Notifikation als angenommen, sofern nicht innerhalb 

dieser Frist mindestens ein Viertel der Staaten, die zur Zeit der Beschlussfassung über die Änderung durch den 

Rechtsausschuss Vertragsstaaten waren, der Organisation mitgeteilt haben, dass sie die Änderung nicht annehmen; in 

diesem Fall ist die Änderung abgelehnt und wird nicht wirksam. 

8. Eine nach Absatz 7 als angenommen geltende Änderung tritt zwölf Monate nach ihrer Annahme in Kraft. 

9. Alle Vertragsstaaten sind durch die Änderungen gebunden, sofern sie nicht dieses Protokoll nach Artikel 26 

Absätze 1 und 2 spätestens sechs Monate vor Inkrafttreten der Änderung kündigen. Die Kündigung wird mit 

Inkrafttreten der Änderung wirksam. 

10. Ist eine Änderung vom Rechtsausschuss beschlossen worden, die Frist von zwölf Monaten für ihre Annahme 

jedoch noch nicht abgelaufen, so ist ein Staat, der während dieser Frist Vertragsstaat wird, durch die Änderung 

gebunden, falls sie in Kraft tritt. Ein Staat, der nach Ablauf dieser Frist Vertragsstaat wird, ist durch eine Änderung, die 

nach Absatz 7 angenommen worden ist, gebunden. In den in diesem Absatz genannten Fällen ist ein Staat durch eine 

Änderung gebunden, sobald diese Änderung in Kraft tritt oder sobald dieses Protokoll für diesen Staat in Kraft tritt, 

falls dieser Zeitpunkt später liegt. 

Artikel 25 

Protokolle zum Fondsübereinkommen von 1992 

1. Sind die im Fondsübereinkommen von 1992 festgesetzten Höchstbeträge durch ein Protokoll zu jenem 

Übereinkommen erhöht worden, so kann der in Artikel 4 Absatz 2 Buchstabe a) festgesetzte Höchstbetrag um 

denselben Betrag nach dem in Artikel 24 vorgesehenen Verfahren erhöht werden. Die Bestimmungen von Artikel 24 

Absatz 6 finden in diesen Fällen keine Anwendung. 

2. Ist das in Absatz 1 genannte Verfahren angewandt worden, so wird jede spätere Änderung des in Artikel 4 

Absatz 2 festgesetzten Höchstbetrags in Anwendung des Verfahrens nach Artikel 24 für die Zwecke des Artikels 24 

Absatz 6 Buchstaben b) und c) auf der Grundlage des neuen, nach Absatz 1 erhöhten Höchstbetrags errechnet. 

Artikel 26 

Kündigung 

1. Dieses Protokoll kann von jedem Vertragsstaat jederzeit gekündigt werden, nachdem es für den betreffenden 

Staat in Kraft getreten ist. 

2. Die Kündigung erfolgt durch Hinterlegung einer Urkunde beim Generalsekretär. 

3. Eine Kündigung wird nach Ablauf eines Jahres oder eines längeren in der Kündigungsurkunde genannten 

Zeitabschnitts nach Hinterlegung der Urkunde beim Generalsekretär wirksam. 

4. Die Kündigung des Fondsübereinkommens von 1992 gilt als Kündigung dieses Protokolls. Die Kündigung wird 

an dem Tag wirksam, an dem die Kündigung des Protokolls von 1992 zum Fondsübereinkommen von 1971 nach 

Artikel 34 jenen Protokolls wirksam wird. 

5. Ungeachtet einer Kündigung dieses Protokolls durch einen Vertragsstaat nach diesem Artikel behalten 

Vorschriften dieses Protokolls, die sich auf Verpflichtungen zur Beitragsleistung an den Zusatzfonds für ein in 

Artikel 11 Absatz 2 Buchstabe b) angeführtes Ereignis beziehen, das vor dem Wirksamwerden der Kündigung 

eingetreten ist, ihre Gültigkeit. 

Artikel 27 

Außerordentliche Tagungen der Versammlung 

1. Jeder Vertragsstaat kann binnen neunzig Tagen nach Hinterlegung einer Kündigungsurkunde, die nach seiner 

Auffassung eine beträchtliche Erhöhung des Beitragsniveaus der übrigen Vertragsstaaten nach sich ziehen wird, den 

Direktor des Zusatzfonds um Einberufung einer außerordentlichen Tagung der Versammlung ersuchen. Der Direktor 

des Zusatzfonds beruft die Versammlung zu einer binnen sechzig Tagen nach Eingang des Ersuchens abzuhaltenden 

Tagung ein. 

2. Der Direktor des Zusatzfonds kann von sich aus eine außerordentliche Tagung der Versammlung einberufen, die 

binnen sechzig Tagen nach Hinterlegung einer Kündigungsurkunde zusammentritt, wenn er der Auffassung ist, dass 

eine solche Kündigung eine beträchtliche Erhöhung des Beitragsniveaus der übrigen Vertragsstaaten nach sich ziehen 

wird. 

3. Beschließt die Versammlung auf einer nach Absatz 1 oder 2 einberufenen außerordentlichen Tagung, dass die 

Kündigung eine beträchtliche Erhöhung des Beitragsniveaus der übrigen Vertragsstaaten nach sich ziehen wird, so 

kann jeder dieser Staaten spätestens hundertzwanzig Tage vor dem Tag, an dem die Kündigung wirksam wird, dieses 

Protokoll mit Wirkung von demselben Tag kündigen.


Artikel 28 

Außerkrafttreten 

1. Dieses Protokoll tritt an dem Tag außer Kraft, an dem die Zahl der Vertragsstaaten auf weniger als sieben sinkt 

oder die Gesamtmenge des in den übrigen Vertragsstaaten in Empfang genommenen beitragspflichtigen Öls 

einschließlich der in Artikel 14 Absatz 4 genannten Mengen auf weniger als 350 Million Tonnen sinkt, je nachdem, 

welcher Zeitpunkt früher liegt. 

2. Staaten, die vor dem Tag, an dem dieses Protokoll außer Kraft tritt, durch das Protokoll gebunden sind, 

ermöglichen dem Zusatzfonds die Wahrnehmung seiner Aufgaben nach Artikel 29 und bleiben, jedoch lediglich zu 

diesem Zweck, durch das Protokoll gebunden. 

Artikel 29 

Liquidation des Zusatzfonds 

1. Tritt dieses Protokoll außer Kraft, so ist der Zusatzfonds dennoch: 

a) gehalten, seinen Verpflichtungen mit Bezug auf Ereignisse nachzukommen, die vor dem Außerkrafttreten des 

Protokolls eingetreten sind; 

b) berechtigt, seine Ansprüche auf Beitragszahlung geltend zu machen, soweit er diese Beiträge benötigt, um 

seinen Verpflichtungen nach Buchstabe a) einschließlich der hierfür erforderlichen Verwaltungskosten, nachzukommen. 

2. Die Versammlung trifft alle zur vollständigen Liquidation des Zusatzfonds geeigneten Maßnahmen, 

einschließlich der gerechten Verteilung etwaiger verbleibender Vermögenswerte unter die Personen, die Beiträge zum 

Zusatzfonds geleistet haben. 

3. Der Zusatzfonds bleibt für die Zwecke dieses Artikels eine juristische Person. 

Artikel 30 

Verwahrer 

1. Dieses Protokoll und alle nach Artikel 24 angenommenen Änderungen werden beim Generalsekretär hinterlegt. 

2. Der Generalsekretär: 

a) unterrichtet alle Staaten, die das Protokoll unterzeichnet haben oder ihm beigetreten sind: 

i) von jeder weiteren Unterzeichnung oder Hinterlegung einer Urkunde unter Angabe des Zeitpunkts; 

ii) vom Zeitpunkt des Inkrafttretens dieses Protokolls; 

iii) von jedem nach Artikel 24 Absatz 1 unterbreiteten Vorschlag zur Änderung der Entschädigungshöchstbeträge; 

iv) von jeder nach Artikel 24 Absatz 4 beschlossenen Änderung; 

v) von jeder nach Artikel 24 Absatz 7 als angenommen geltenden Änderung unter Angabe des Zeitpunkts, zu 

dem die betreffende Änderung nach den Absätzen 8 und 9 jenes Artikels in Kraft tritt; 

vi) von der Hinterlegung einer Urkunde zur Kündigung dieses Protokolls unter Angabe des Hinterlegungszeitpunkts 

und des Zeitpunkts, zu dem die Kündigung wirksam wird; 

vii) von jeder nach einem Artikel dieses Protokolls erforderlichen Mitteilung; 

b) übermittelt allen Unterzeichnerstaaten und allen beitretenden Staaten beglaubigte Abschriften dieses Protokolls. 

3. Sobald dieses Protokoll in Kraft tritt, übermittelt der Generalsekretär dem Sekretariat der Vereinten Nationen 

den Wortlaut des Protokolls zur Registrierung und Veröffentlichung nach Artikel 102 der Charta der Vereinten 

Nationen. 

Artikel 31 

Sprachen 

Dieses Protokoll ist in einer Urschrift in arabischer, chinesischer, englischer, französischer, russischer und 

spanischer Sprache abgefasst, wobei jeder Wortlaut gleichermaßen verbindlich ist. 

Geschehen zu London am 16. Mai 2003 

Zur Urkund dessen haben die hierzu von ihren Regierungen gehörig befugten Unterzeichneten dieses Protokoll 

unterschrieben. 

Protokoll von 2003 zum Internationalen Übereinkommen von 1992 über die Errichtung eines Internationalen 

Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, geschehen zu London am 16. Mai 2003 

Staaten 

Datum der 

Authentifizierung 

Datum der Zustimmung 

Datum des lokalen 

Inkrafttretens 

Belgien 04/11/2005 04/02/2006 

Dänemark 24/02/2004 03/03/2005 

Deutschland 24/11/2004 03/03/2005 

Finnland 27/05/2004 03/03/2005 

Frankreich 04/03/2004 29/06/2004 03/03/2005 

Irland 05/07/2004 03/03/2005 

Italien 20/10/2005 20/01/2006 

Japan 13/07/2004 03/03/2005 

Niederlande 16/06/2005 16/09/2005 

Norwegen 31/03/2004 03/03/2005


32375 

Staaten 

Datum der 


Datum der Zustimmung 

Datum des lokalen 


Portugal 15/02/2005 15/05/2005 

Schweden 05/05/2005 05/08/2005 

Slowenien 28/07/2004 

Spanien 26/09/2003 03/12/2004 03/03/2005 

* 


[C − 2015/00252] 

12 JUILLET 2009. — Loi portant assentiment à la Convention 

internationale de 2001 sur la responsabilité civile pour les dommages 

dus à la pollution par les hydrocarbures de soute, et à l’Annexe, 

faites à Londres le 23 mars 2001. — Traduction allemande 

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande de la loi 

du 12 juillet 2009 portant assentiment à la Convention internationale 

de 2001 sur la responsabilité civile pour les dommages dus à la 

pollution par les hydrocarbures de soute, et à l’Annexe, faites à Londres 

le 23 mars 2001 (Moniteur belge du 30 octobre 2009). 




[C − 2015/00252] 

12 JULI 2009. — Wet houdende instemming met het Internationaal 

Verdrag van 2001 inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor 

schade door verontreiniging door bunkerolie, en met de Bijlage, 

gedaan te Londen op 23 maart 2001 — Duitse vertaling 

De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van de wet van 

12 juli 2009 houdende instemming met het Internationaal Verdrag van 

2001 inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging 

door bunkerolie, en met de Bijlage, gedaan te Londen op 

23 maart 2001 (Belgisch Staatsblad van 30 oktober 2009). 

Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse 



[C − 2015/00252] 

12. JULI 2009 — Gesetz zur Zustimmung zum Internationalen Übereikommen von 2001 über die zivilrechtliche 

Haftung für Bunkerölverschmutzungsschäden und zu seiner Anlage, abgeschlossen in London am 23. März 2001 — 

Deutsche Übersetzung 

Der folgende Text ist die deutsche Übersetzung des Gesetzes vom 12. Juli 2009 zur Zustimmung zum 

Internationalen Übereikommens von 2001 über die zivilrechtliche Haftung für Bunkerölverschmutzungsschäden und 

zu seiner Anlage, abgeschlossen in London am 23. März 2001. 


FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST AUSWÄRTIGE ANGELEGENHEITEN, 

AUSSENHANDEL UND ENTWICKLUNGSZUSAMMENARBEIT 

12. JULI 2009 — Gesetz zur Zustimmung zum Internationalen Übereinkommen von 2001 über die zivilrechtliche 

Haftung für Bunkerölverschmutzungsschäden und zu seiner Anlage, abgeschlossen in London am 

23. März 2001 

ALBERT II., König der Belgier, 




Art. 2 - Das Internationale Übereinkommen von 2001 über die zivilrechtliche Haftung für Bunkerölverschmutzungsschäden 

und seine Anlage, abgeschlossen in London am 23. März 2001, werden voll und ganz wirksam. 

Art. 3 - Artikel 569 des Gerichtsgesetzbuches wird wie folgt abgeändert: 

1. Absatz 1, abgeändert durch die Gesetze vom 7. Mai 1973, 20. Mai 1975, 20. Juli 1976, 28. März 1984, 

28. Juni 1984, 11. April 1989, 10. Januar 1990, 13. Juni 1991, 3. August 1992, 4. August 1992, 5. August 1992, 

6. August 1993, 30. Juni 1994, 28. Oktober 1996, 10. August 1998, 10. August 1998, 28. Februar 1999, 

23. März 1999, 22. April 1999, 1. März 2000, 27. März 2001, 13. Februar 2003, 6. Oktober 2005, 13. Dezember 2005 

und 10. Mai 2007 und durch den Königlichen Erlass vom 20. Juli 2000, wird wie folgt ergänzt: 

″35. über Schadenersatzklagen aufgrund des Internationalen Übereinkommens von 2001 über die zivilrechtliche 

Haftung für Bunkerölverschmutzungsschäden und der Gesetze zur Billigung und Ausführung dieses 

Übereinkommens.″ 

2. In Absatz 2, abgeändert durch die Gesetze vom 20. Juli 1976, 28. Juni 1984, 6. August 1993, 28. Oktober 1996 

und 22. April 1999, werden die Wörter ″Absatz 1 Nr. 18″ durch die Wörter ″Absatz 1 Nr. 18 und 35″ ersetzt.




Gegeben zu Brüssel, den 12. Juli 2009 

ALBERT 


Der Premierminister 

H. VAN ROMPUY 

Der Minister der Auswärtigen Angelegenheiten 

K. DE GUCHT 

Der Minister der Justiz 

S. DE CLERCK 

Der Staatssekretär für Mobilität 

E. SCHOUPPE 


Der Minister der Justiz 

S. DE CLERCK 

ÜBERSETZUNG 

Internationales Übereinkommen von 2001 über die zivilrechtliche Haftung 

für Bunkerölverschmutzungsschäden 

Die Vertragsstaaten dieses Übereinkommens, 

im Hinblick auf Artikel 194 des Seerechtsübereinkommens der Vereinten Nationen von 1982, der vorsieht, dass die 

Staaten alle Maßnahmen ergreifen, die notwendig sind, um die Verschmutzung der Meeresumwelt zu verhüten, zu 

verringern und zu überwachen, 

ferner im Hinblick auf Artikel 235 jenes Übereinkommens, der vorsieht, dass die Staaten bei der Weiterentwicklung 

einschlägiger Vorschriften des Völkerrechts zusammenarbeiten, um eine umgehende und angemessene Entschädigung 

für alle durch Verschmutzung der Meeresumwelt verursachten Schäden zu gewährleisten, 

in Anbetracht des Erfolgs des Internationalen Übereinkommens von 1992 über die zivilrechtliche Haftung für 

Ölverschmutzungsschäden und des Internationalen Übereinkommens von 1992 über die Errichtung eines Internationalen 

Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden, mit denen gewährleistet wird, dass Personen, die 

Schäden erleiden, die durch Verschmutzung infolge des Ausfließens oder Ablassens von als Bulkladung von Schiffen 

auf See befördertem Öl verursacht werden, Entschädigung erhalten, 

ferner in Anbetracht der Annahme des Internationalen Übereinkommens von 1996 über Haftung und 

Entschädigung für Schäden bei der Beförderung gefährlicher und schädlicher Stoffe auf See mit dem Ziel, eine 

angemessene, umgehende und wirksame Entschädigung für Schäden vorzusehen, die durch Ereignisse im 

Zusammenhang mit der Beförderung gefährlicher und schädlicher Stoffe auf See verursacht werden, 

in Anerkennung der Bedeutung einer Gefährdungshaftung für alle Formen der Ölverschmutzung, verbunden mit 

einer angemessenen Haftungsbeschränkung, 

in der Erwägung, dass ergänzende Maßnahmen notwendig sind, um die Zahlung einer angemessenen, 

umgehenden und wirksamen Entschädigung für Schäden zu gewährleisten, die durch Verschmutzung infolge des 

Ausfließens oder Ablassens von Bunkeröl aus Schiffen verursacht werden, 

in dem Wunsch, einheitliche internationale Vorschriften und Verfahren zur Regelung von Haftungsfragen und zur 

angemessenen Entschädigung in solchen Fällen anzunehmen, 

sind wie folgt übereingekommen: 

Artikel 1 

Begriffsbestimmungen 

Im Sinne dieses Übereinkommens haben die nachstehenden Ausdrücke folgende Bedeutung: 

1. ″Schiff″ bedeutet jede Art von Seeschiff oder sonstigem seegängigen Gerät. 

2. ″Person″ bedeutet eine natürliche Person oder Personenvereinigung oder eine juristische Person des 

öffentlichen oder privaten Rechts einschließlich eines Staates oder seiner Gebietskörperschaften. 

3. ″Schiffseigentümer″ bedeutet den Eigentümer, einschließlich des eingetragenen Eigentümers, Bareboat 

Charterer, Reeder und Ausrüster des Schiffes. 

4. ″Eingetragener Eigentümer″ bedeutet die Person oder Personen, in deren Namen das Schiff in das 

Schiffsregister eingetragen ist, oder, wenn keine Eintragung vorliegt, die Person oder Personen, denen das 

Schiff gehört. Jedoch bedeutet ″eingetragener Eigentümer″ in Fällen, in denen ein Schiff einem Staat gehört und 

von einer Gesellschaft betrieben wird, die in dem betreffenden Staat als Ausrüster des Schiffes eingetragen ist, 

diese Gesellschaft. 

5. ″Bunkeröl″ bedeutet jedes Kohlenwasserstoffmineralöl, einschließlich Schmieröl, das für den Betrieb oder 

Antrieb des Schiffes verwendet wird oder verwendet werden soll, sowie jegliche Rückstände solchen Öls. 

6. ″Haftungsübereinkommen″ bedeutet das Internationale Übereinkommen von 1992 über die zivilrechtliche 

Haftung für Ölverschmutzungsschäden in der jeweils geltenden Fassung. 

7. ″Schutzmaßnahmen″ bedeuten die von einer Person nach Eintreten eines Ereignisses getroffenen angemessenen 

Maßnahmen zur Verhütung oder Einschränkung von Verschmutzungsschäden.


32377 

8. ″Ereignis″ bedeutet einen Vorfall oder eine Reihe von Vorfällen gleichen Ursprungs, die Verschmutzungsschäden 

verursachen oder eine schwere, unmittelbar drohende Gefahr der Verursachung solcher Schäden 

darstellen. 

9. ″Verschmutzungsschäden″ bedeuten 

a) Verluste oder Schäden, die außerhalb des Schiffes durch eine auf das Ausfließen oder Ablassen von 

Bunkeröl aus dem Schiff zurückzuführende Verunreinigung verursacht werden, gleichviel wo das 

Ausfließen oder Ablassen erfolgt; jedoch wird der Schadenersatz für eine Beeinträchtigung der Umwelt, 

ausgenommen der aufgrund dieser Beeinträchtigung entgangene Gewinn, auf die Kosten tatsächlich 

ergriffener oder zu ergreifender angemessener Wiederherstellungsmaßnahmen beschränkt; 

b) die Kosten von Schutzmaßnahmen und weitere durch Schutzmaßnahmen verursachte Verluste oder 

Schäden. 

10. ″Staat des Schiffsregisters″ bedeutet in Bezug auf ein eingetragenes Schiff den Staat, in dessen Schiffsregister 

das Schiff eingetragen ist, und in Bezug auf ein nicht eingetragenes Schiff den Staat, dessen Flagge das Schiff 

zu führen berechtigt ist. 

11. ″Bruttoraumzahl″ bedeutet die nach den in Anlage 1 des Internationalen Schiffsvermessungs- 

Übereinkommens von 1969 enthaltenen Bestimmungen über die Vermessung des Raumgehalts errechnete 

Bruttoraumzahl. 

12. ″Organisation″ bedeutet die Internationale Seeschifffahrts-Organisation. 

13. ″Generalsekretär″ bedeutet den Generalsekretär der Organisation. 

Artikel 2 

Geltungsbereich 

Dieses Übereinkommen gilt ausschließlich 

a) für Verschmutzungsschäden, die verursacht worden sind 


ii) in der nach dem Völkerrecht festgelegten ausschließlichen Wirtschaftszone eines Vertragsstaats oder, wenn 

ein Vertragsstaat eine solche Zone nicht festgelegt hat, in einem jenseits des Küstenmeers dieses Staates 

gelegenen, an dieses angrenzenden Gebiet, das von diesem Staat nach dem Völkerrecht festgelegt wird 

und sich nicht weiter als 200 Seemeilen von den Basislinien erstreckt, von denen aus die Breite seines 

Küstenmeers gemessen wird; 


sind. 

Artikel 3 

Haftung des Schiffseigentümers 

1. Außer in den Fällen der Absätze 3 und 4 haftet der Schiffseigentümer zum Zeitpunkt des Ereignisses für 

Verschmutzungsschäden, die durch an Bord befindliches oder von dem Schiff stammendes Bunkeröl 

verursacht werden; besteht ein Ereignis aus einer Reihe von Vorfällen gleichen Ursprungs, so haftet derjenige, 

der zum Zeitpunkt des ersten Vorfalls Schiffseigentümer war. 

2. Ist mehr als eine Person nach Absatz 1 haftbar, so haften diese Personen gesamtschuldnerisch. 

3. Der Schiffseigentümer haftet nicht für Verschmutzungsschäden, wenn er nachweist, 

a) dass die Schäden durch Kriegshandlung, Feindseligkeiten, Bürgerkrieg, Aufstand oder ein außergewöhnliches, 

unvermeidliches und unabwendbares Naturereignis entstanden sind, 

b) dass die Schäden ausschließlich durch eine Handlung oder Unterlassung verursacht wurden, die von 

einem Dritten in Schädigungsabsicht begangen wurde, oder 

c) dass die Schäden ausschließlich durch die Fahrlässigkeit oder eine andere rechtswidrige Handlung einer 

Regierung oder einer anderen für die Unterhaltung von Lichtern oder sonstigen Navigationshilfen 

verantwortlichen Stelle in Wahrnehmung dieser Aufgabe verursacht wurden. 

4. Weist der Schiffseigentümer nach, dass die Verschmutzungsschäden ganz oder teilweise entweder auf eine in 

Schädigungsabsicht begangene Handlung oder Unterlassung der geschädigten Person oder auf deren 

Fahrlässigkeit zurückzuführen sind, so kann er von seiner Haftung gegenüber dieser Person ganz oder 

teilweise befreit werden. 

5. Schadenersatzansprüche wegen Verschmutzungsschäden können gegen den Schiffseigentümer nur nach 

diesem Übereinkommen geltend gemacht werden. 

6. Dieses Übereinkommen beeinträchtigt nicht ein unabhängig von diesem Übereinkommen bestehendes 

Rückgriffsrecht des Schiffseigentümers. 

Artikel 4 

Ausschlüsse 

1. Dieses Übereinkommen ist nicht anzuwenden auf Verschmutzungsschäden im Sinne des Haftungsübereinkommens, 

gleichviel ob für diese Schäden nach jenem Übereinkommen Schadenersatz zu leisten ist. 

2. Sofern in Absatz 3 nichts anderes vorgesehen ist, findet dieses Übereinkommen keine Anwendung auf 

Kriegsschiffe, Flottenhilfsschiffe und sonstige Schiffe, die einem Staat gehören oder von ihm eingesetzt sind 

und die zum gegebenen Zeitpunkt im Staatsdienst ausschließlich für andere als Handelszwecke genutzt 

werden. 

3. Ein Vertragsstaat kann beschließen, dieses Übereinkommen auf seine Kriegsschiffe oder sonstige in Absatz 2 

bezeichnete Schiffe anzuwenden; in diesem Fall notifiziert er seinen Beschluss dem Generalsekretär unter 

Angabe der Bedingungen für diese Anwendung. 

4. Für Schiffe, die einem Vertragsstaat gehören und für Handelszwecke genutzt werden, kann jeder Staat vor den 

in Artikel 9 bezeichneten Gerichten belangt werden; dabei verzichtet er auf alle Einreden, die sich auf seine 

Stellung als souveräner Staat gründen.


Artikel 5 

Ereignisse, an denen mehrere Schiffe beteiligt sind 

Tritt ein Ereignis ein, an dem mehr als ein Schiff beteiligt ist, und entstehen daraus Verschmutzungsschäden, so 

haften die Schiffseigentümer aller beteiligten Schiffe, sofern sie nicht nach Artikel 3 befreit sind, gesamtschuldnerisch 

für alle Schäden, die sich nicht hinreichend sicher trennen lassen. 

Artikel 6 

Haftungsbeschränkung 

Dieses Übereinkommen berührt nicht das Recht des Schiffseigentümers und der eine Versicherung oder sonstige 

finanzielle Sicherheit leistenden Person oder Personen, die Haftung nach einem anwendbaren nationalen oder 

internationalen Regelwerk, wie etwa dem Übereinkommen von 1976 über die Beschränkung der Haftung für 

Seeforderungen in der jeweils geltenden Fassung, zu beschränken. 

Artikel 7 

Pflichtversicherung oder finanzielle Sicherheit 

1. Der eingetragene Eigentümer eines in das Schiffsregister eines Vertragsstaats eingetragenen Schiffes mit einer 

Bruttoraumzahl von mehr als 1.000 hat eine Versicherung oder sonstige finanzielle Sicherheit, wie etwa die 

Bürgschaft einer Bank oder eines ähnlichen Finanzinstituts, aufrechtzuerhalten, um die Haftung des 

eingetragenen Eigentümers für Verschmutzungsschäden in Höhe eines Betrags abzudecken, der den 

Haftungsgrenzen nach den anwendbaren nationalen oder internationalen Beschränkungen entspricht, in 

keinem Fall jedoch einen nach dem Übereinkommen von 1976 über die Beschränkung der Haftung für 

Seeforderungen in der jeweils geltenden Fassung errechneten Betrag übersteigt. 

2. Nachdem die zuständige Behörde eines Vertragsstaats sich vergewissert hat, dass die Voraussetzungen des 

Absatzes 1 erfüllt sind, wird für jedes Schiff eine Bescheinigung darüber ausgestellt, dass eine Versicherung 

oder sonstige finanzielle Sicherheit nach diesem Übereinkommen in Kraft ist. Für ein in das Schiffsregister 

eines Vertragsstaats eingetragenes Schiff wird diese Bescheinigung von der zuständigen Behörde des Staates 

des Schiffsregisters ausgestellt oder bestätigt; für ein nicht in das Schiffsregister eines Vertragsstaats 

eingetragenes Schiff kann sie von der zuständigen Behörde jedes Vertragsstaats ausgestellt oder bestätigt 

werden. Die Form dieser Bescheinigung hat dem als Anlage zu diesem Übereinkommen beigefügten Muster 

zu entsprechen und folgende Angaben zu enthalten: 

a) Name des Schiffes, Unterscheidungssignal und Heimathafen; 

b) Name und Hauptgeschäftssitz des eingetragenen Eigentümers; 

c) IMO-Schiffsidentifizierungsnummer; 

d) Art und Laufzeit der Sicherheit; 

e) Name und Hauptgeschäftssitz des Versicherers oder sonstigen Sicherheitsgebers und gegebenenfalls 

Geschäftssitz, an dem die Versicherung oder Sicherheit gewährt wird; 

f) Geltungsdauer der Bescheinigung, die nicht länger sein darf als die Geltungsdauer der Versicherung oder 

sonstigen Sicherheit. 

3. a) Ein Vertragsstaat kann eine von ihm anerkannte Einrichtung oder Organisation ermächtigen, die in 

Absatz 2 genannte Bescheinigung auszustellen. Diese Einrichtung oder Organisation unterrichtet den 

betreffenden Staat von der Ausstellung jeder Bescheinigung. In allen Fällen garantiert der Vertragsstaat die 

Vollständigkeit und Richtigkeit der so ausgestellten Bescheinigung und verpflichtet sich, für die dafür 

notwendigen Vorkehrungen zu sorgen. 

b) Ein Vertragsstaat notifiziert dem Generalsekretär 

i) die genauen Verantwortlichkeiten und Bedingungen hinsichtlich der Ermächtigung, die er der von ihm 

anerkannten Einrichtung oder Organisation erteilt hat; 

ii) den Widerruf dieser Ermächtigung und 

iii) den Zeitpunkt, an dem die Ermächtigung oder der Widerruf der Ermächtigung wirksam wird. 

Eine erteilte Ermächtigung wird frühestens drei Monate nach dem Zeitpunkt wirksam, an dem die 

diesbezügliche Notifikation an den Generalsekretär erfolgte. 

c) Die nach diesem Absatz zur Ausstellung von Bescheinigungen ermächtigte Einrichtung oder Organisation 

ist mindestens ermächtigt, die Bescheinigungen zu widerrufen, wenn die Bedingungen, unter denen sie 

ausgestellt wurden, nicht mehr aufrechterhalten werden. In allen Fällen meldet die Einrichtung oder 

Organisation einen solchen Widerruf dem Staat, für den die Bescheinigung ausgestellt wurde. 

4. Die Bescheinigung wird in der oder den Amtssprachen des ausstellenden Staates abgefasst. Ist die verwendete 

Sprache weder Englisch noch Französisch noch Spanisch, so ist eine Übersetzung in eine dieser Sprachen 

beizufügen; auf die Amtssprache des Staates kann verzichtet werden, wenn der betreffende Staat dies 

beschließt. 

5. Die Bescheinigung wird an Bord des Schiffes mitgeführt; eine Durchschrift wird bei der Behörde hinterlegt, die 

das betreffende Schiffsregister führt, oder, wenn das Schiff nicht in das Schiffsregister eines Vertragsstaats 

eingetragen ist, bei der Behörde, welche die Bescheinigung ausstellt oder bestätigt. 

6. Eine Versicherung oder sonstige finanzielle Sicherheit genügt nicht den Erfordernissen dieses Artikels, wenn 

sie aus anderen Gründen als dem Ablauf der in der Bescheinigung nach Absatz 2 bezeichneten Geltungsdauer 

früher als drei Monate nach dem Tag, an dem ihre Beendigung der in Absatz 5 bezeichneten Behörde angezeigt 

wird, außer Kraft treten kann, sofern nicht innerhalb der genannten Frist die Bescheinigung dieser Behörde 

übergeben oder eine neue Bescheinigung ausgestellt worden ist. Diese Bestimmungen gelten auch für 

Änderungen, die dazu führen, dass die Versicherung oder Sicherheit den Erfordernissen dieses Artikels nicht 

mehr genügt. 

7. Der Staat des Schiffsregisters bestimmt vorbehaltlich dieses Artikels die Ausstellungs- und Geltungsbedingungen 

für die Bescheinigung. 

8. Dieses Übereinkommen ist nicht so auszulegen, als hindere es einen Vertragsstaat, sich auf Informationen zu 

verlassen, die er von anderen Staaten oder der Organisation oder anderen internationalen Organisationen


32379 

bezüglich der finanziellen Lage des Versicherers oder der eine finanzielle Sicherheit leistenden Person für die 

Zwecke dieses Übereinkommens erlangt. In derartigen Fällen ist der Vertragsstaat, der sich auf solche 

Informationen verlässt, nicht seiner Verantwortung als der die Bescheinigung ausstellende Staat im Sinne des 

Absatzes 2 enthoben. 

9. Die im Namen eines Vertragsstaats ausgestellten oder bestätigten Bescheinigungen werden von anderen 

Vertragsstaaten für die Zwecke dieses Übereinkommens anerkannt; sie messen ihnen die gleiche Wirkung bei 

wie den von ihnen selbst ausgestellten oder bestätigten Bescheinigungen, und zwar auch dann, wenn sie für 

ein Schiff ausgestellt oder bestätigt worden sind, das nicht in das Schiffsregister eines Vertragsstaats 

eingetragen ist. Ein Vertragsstaat kann jederzeit den ausstellenden oder bestätigenden Staat um eine 

Konsultation ersuchen, wenn er glaubt, dass der in der Versicherungsbescheinigung genannte Versicherer oder 

Sicherheitsgeber finanziell nicht in der Lage ist, die Verpflichtungen aus diesem Übereinkommen zu erfüllen. 

10. Ein Schadenersatzanspruch wegen Verschmutzungsschäden kann unmittelbar gegen den Versicherer oder eine 

andere Person, die für die Haftung des eingetragenen Eigentümers für Verschmutzungsschäden finanzielle 

Sicherheit leistet, geltend gemacht werden. Hierbei kann der Beklagte die Einreden (mit Ausnahme des 

Konkurses oder der Liquidation des Schiffseigentümers) geltend machen, die der Schiffseigentümer hätte 

erheben können, einschließlich der Beschränkung nach Artikel 6. Außerdem kann der Beklagte, auch wenn der 

Schiffseigentümer nicht nach Artikel 6 berechtigt ist, die Haftung zu beschränken, die Haftung auf einen Betrag 

beschränken, der dem Betrag der nach Absatz 1 erforderlichen Versicherung oder sonstigen finanziellen 

Sicherheit entspricht. Darüber hinaus kann der Beklagte die Einrede geltend machen, dass sich die 

Verschmutzungsschäden aus einem vorsätzlichen Verschulden des Schiffseigentümers selbst ergaben; jedoch 

kann der Beklagte keine anderen Einreden geltend machen, die er in einem vom Schiffseigentümer gegen ihn 

eingeleiteten Verfahren hätte erheben können. Der Beklagte hat in jedem Fall das Recht zu verlangen, dass dem 

Schiffseigentümer der Streit verkündet wird. 

11. Ein Vertragsstaat wird den Betrieb eines seine Flagge führenden Schiffes, auf das dieser Artikel Anwendung 

findet, nur dann gestatten, wenn eine Bescheinigung nach Absatz 2 oder 14 ausgestellt worden ist. 

12. Vorbehaltlich dieses Artikels stellt jeder Vertragsstaat durch sein innerstaatliches Recht sicher, dass für jedes 

Schiff mit einer Bruttoraumzahl von mehr als 1.000, das einen Hafen in seinem Hoheitsgebiet anläuft oder 

verlässt oder das eine vor der Küste innerhalb seines Küstenmeers gelegene Einrichtung anläuft oder verlässt, 

ungeachtet des Ortes, an dem das Schiff in das Schiffsregister eingetragen ist, eine Versicherung oder sonstige 

Sicherheit in dem in Absatz 1 bezeichneten Umfang besteht. 

13. Unbeschadet des Absatzes 5 kann ein Vertragsstaat dem Generalsekretär notifizieren, dass für die Zwecke des 

Absatzes 12 Schiffe nicht verpflichtet sind, beim Anlaufen oder Verlassen eines Hafens oder beim Anlaufen 

oder Verlassen einer vor der Küste in seinem Hoheitsgebiet gelegenen Einrichtung die nach Absatz 2 

erforderliche Bescheinigung an Bord mitzuführen oder vorzuweisen, sofern der Vertragsstaat, der die nach 

Absatz 2 erforderliche Bescheinigung ausstellt, dem Generalsekretär notifiziert hat, dass er allen Vertragsstaaten 

zugängliche Unterlagen in elektronischer Form führt, die das Vorhandensein der Bescheinigung belegen 

und es den Vertragsstaaten ermöglichen, ihre Verpflichtung nach Absatz 12 zu erfüllen. 

14. Besteht für ein einem Vertragsstaat gehörendes Schiff keine Versicherung oder sonstige finanzielle Sicherheit, 

so finden die darauf bezüglichen Bestimmungen dieses Artikels auf dieses Schiff keine Anwendung; es hat 

jedoch eine von den zuständigen Behörden des Staates des Schiffsregisters ausgestellte Bescheinigung 

mitzuführen, aus der hervorgeht, dass das Schiff dem betreffenden Staat gehört und dass seine Haftung 

innerhalb der in Absatz 1 festgesetzten Grenzen gedeckt ist. Diese Bescheinigung hat so weit wie möglich dem 

in Absatz 2 vorgeschriebenen Muster zu entsprechen. 

15. Ein Staat kann im Zeitpunkt der Ratifikation, Annahme oder Genehmigung dieses Übereinkommens oder des 

Beitritts zu diesem oder jederzeit danach erklären, dass er diesen Artikel nicht auf Schiffe anwendet, die 

ausschließlich das in Artikel 2 Buchstabe a) Ziffer i) genannte Gebiet dieses Staates befahren. 

Artikel 8 

Ausschlussfristen 

Schadenersatzansprüche nach diesem Übereinkommen erlöschen, wenn nicht binnen drei Jahren nach Eintritt der 

Schäden Klage erhoben wird. Jedoch kann nach Ablauf von sechs Jahren nach dem Ereignis, das die Schäden 

verursachte, nicht mehr Klage erhoben werden. Besteht dieses Ereignis aus einer Reihe von Vorfällen, so beginnt die 

Sechsjahresfrist mit dem Zeitpunkt des ersten Vorfalls. 

Artikel 9 

Gerichtsbarkeit 

1. Sind durch ein Ereignis Verschmutzungsschäden im Hoheitsgebiet einschließlich des Küstenmeers oder in 

einem in Artikel 2 Buchstabe a) Ziffer ii) genannten Gebiet eines oder mehrerer Vertragsstaaten entstanden oder 

sind in diesem Hoheitsgebiet einschließlich des Küstenmeers oder in einem solchen Gebiet Schutzmaßnahmen 

getroffen worden, um Verschmutzungsschäden zu verhüten oder einzuschränken, so können Schadenersatzklagen 

gegen den Schiffseigentümer, den Versicherer oder eine andere Person, die für die Haftung des 

Schiffseigentümers eine Sicherheit leistet, nur vor den Gerichten der betreffenden Vertragsstaaten anhängig 

gemacht werden. 

2. Jeder Beklagte ist über Klagen nach Absatz 1 binnen angemessener Frist zu unterrichten. 

3. Jeder Vertragsstaat trägt dafür Sorge, dass seine Gerichte die Zuständigkeit haben, über Schadenersatzklagen 

nach diesem Übereinkommen zu erkennen. 

Artikel 10 

Anerkennung und Vollstreckung von Urteilen 

1. Ein von einem nach Artikel 9 zuständigen Gericht erlassenes Urteil, das in dem Ursprungsstaat vollstreckbar 

ist, in dem es nicht mehr mit ordentlichen Rechtsmitteln angefochten werden kann, wird in jedem Vertragsstaat 

anerkannt, es sei denn, 

a) dass das Urteil durch betrügerische Machenschaften erwirkt worden ist oder 

b) dass der Beklagte nicht binnen angemessener Frist unterrichtet und dass ihm keine angemessene 

Gelegenheit zur Vertretung seiner Sache vor Gericht gegeben worden ist.


2. Ein nach Absatz 1 anerkanntes Urteil ist in jedem Vertragsstaat vollstreckbar, sobald die in dem betreffenden 

Staat vorgeschriebenen Förmlichkeiten erfüllt sind. Diese Förmlichkeiten dürfen eine erneute Entscheidung in 

der Sache selbst nicht zulassen. 

Artikel 11 

Vorrangsklausel 

Dieses Übereinkommen geht jeder Übereinkunft vor, die an dem Tag, an dem dieses Übereinkommen zur 

Unterzeichnung aufgelegt wird, in Kraft ist oder zur Unterzeichnung, zur Ratifikation oder zum Beitritt aufgelegt ist, 

soweit eine solche Übereinkunft mit diesem Übereinkommen in Widerspruch steht; dieser Artikel lässt jedoch die aus 

einer solchen Übereinkunft erwachsenden Verpflichtungen der Vertragsstaaten gegenüber Nichtvertragsstaaten dieses 

Übereinkommens unberührt. 

Artikel 12 

Unterzeichnung, Ratifikation, Annahme, Genehmigung und Beitritt 

1. Dieses Übereinkommen liegt vom 1. Oktober 2001 bis zum 30. September 2002 am Sitz der Organisation zur 

Unterzeichnung auf; danach steht es zum Beitritt offen. 

2. Die Staaten können ihre Zustimmung, durch dieses Übereinkommen gebunden zu sein, ausdrücken, 

a) indem sie es ohne Vorbehalt der Ratifikation, Annahme oder Genehmigung unterzeichnen, 

b) indem sie es vorbehaltlich der Ratifikation, Annahme oder Genehmigung unterzeichnen und später 

ratifizieren, annehmen oder genehmigen, oder 

c) indem sie ihm beitreten. 

3. Die Ratifikation, die Annahme, die Genehmigung oder der Beitritt erfolgt durch Hinterlegung einer 

entsprechenden Urkunde beim Generalsekretär. 

4. Jede Ratifikations-, Annahme-, Genehmigungs- oder Beitrittsurkunde, die hinterlegt wird, nachdem eine 

Änderung dieses Übereinkommens für alle zu diesem Zeitpunkt bestehenden Vertragsstaaten in Kraft getreten 

ist oder nachdem alle für das Inkrafttreten der Änderung für diese Vertragsstaaten notwendigen Maßnahmen 

getroffen worden sind, gilt für das Übereinkommen in der geänderten Fassung. 

Artikel 13 

Staaten mit mehr als einer Rechtsordnung 

1. Umfasst ein Staat zwei oder mehr Gebietseinheiten, in denen auf die durch dieses Übereinkommen geregelten 

Angelegenheiten unterschiedliche Rechtsordnungen angewendet werden, so kann er bei der Unterzeichnung, 

der Ratifikation, der Annahme, der Genehmigung oder dem Beitritt erklären, dass dieses Übereinkommen sich 

auf alle seine Gebietseinheiten oder nur auf eine oder mehrere derselben erstreckt; er kann seine Erklärung 

jederzeit durch eine neue Erklärung ersetzen. 

2. Die Erklärungen werden dem Generalsekretär notifiziert und müssen ausdrücklich angeben, auf welche 

Gebietseinheiten sich das Übereinkommen erstreckt. 

3. In Bezug auf einen Vertragsstaat, der eine solche Erklärung abgegeben hat, 

a) sind Bezugnahmen auf einen Staat in der Definition des ″eingetragenen Eigentümers″ in Artikel 1 

Nummer 4 als Bezugnahmen auf eine solche Gebietseinheit zu verstehen; 

b) sind Bezugnahmen auf den Staat eines Schiffsregisters und – in Bezug auf eine obligatorische 

Versicherungsbescheinigung – auf den ausstellenden oder bestätigenden Staat als Bezugnahmen auf die 

Gebietseinheit zu verstehen, in der das Schiff eingetragen ist beziehungsweise welche die Bescheinigung 

ausstellt oder bestätigt; 

c) sind Bezugnahmen in diesem Übereinkommen auf die Vorschriften des innerstaatlichen Rechts als 

Bezugnahmen auf die Vorschriften des Rechts der betreffenden Gebietseinheit zu verstehen und 

d) sind Bezugnahmen in den Artikeln 9 und 10 auf Gerichte und auf Urteile, die in Vertragsstaaten anerkannt 

werden müssen, als Bezugnahmen auf Gerichte der betreffenden Gebietseinheit beziehungsweise auf 

Urteile, die in der betreffenden Gebietseinheit anerkannt werden müssen, zu verstehen. 

Artikel 14 

Inkrafttreten 

1. Dieses Übereinkommen tritt ein Jahr nach dem Zeitpunkt in Kraft, an dem es achtzehn Staaten, darunter fünf 

Staaten mit einer Flotte mit einer registrierten Bruttoraumzahl von mindestens 1.000.000, entweder ohne 

Vorbehalt der Ratifikation, Annahme oder Genehmigung unterzeichnet oder Ratifikations-, Annahme-, 

Genehmigungs- oder Beitrittsurkunden beim Generalsekretär hinterlegt haben. 

2. Für jeden Staat, der dieses Übereinkommen ratifiziert, annimmt, genehmigt oder ihm beitritt, nachdem die 

Voraussetzungen in Absatz 1 für das Inkrafttreten erfüllt sind, tritt es drei Monate nach dem Tag in Kraft, an 

dem dieser Staat die entsprechende Urkunde hinterlegt hat. 

Artikel 15 

Kündigung 

1. Dieses Übereinkommen kann von jedem Vertragsstaat jederzeit gekündigt werden, nachdem es für den 

betreffenden Staat in Kraft getreten ist. 

2. Die Kündigung erfolgt durch Hinterlegung einer Urkunde beim Generalsekretär. 

3. Eine Kündigung wird nach Ablauf eines Jahres oder eines längeren in der Kündigungsurkunde genannten 

Zeitabschnitts nach Hinterlegung der Urkunde beim Generalsekretär wirksam. 

Artikel 16 

Revision oder Änderung 

1. Die Organisation kann eine Konferenz zur Revision oder Änderung dieses Übereinkommens einberufen. 

2. Die Organisation hat eine Konferenz der Vertragsstaaten zur Revision oder Änderung des Übereinkommens 

einzuberufen, wenn mindestens ein Drittel der Vertragsstaaten dies verlangt.


32381 

Artikel 17 

Verwahrer 

1. Dieses Übereinkommen wird beim Generalsekretär hinterlegt. 

2. Der Generalsekretär 

a) unterrichtet alle Staaten, die das Übereinkommen unterzeichnet haben oder ihm beigetreten sind, 

i) von jeder weiteren Unterzeichnung oder Hinterlegung einer Urkunde unter Angabe des Zeitpunkts; 

ii) vom Zeitpunkt des Inkrafttretens dieses Übereinkommens; 

iii) von der Hinterlegung jeder Urkunde zur Kündigung dieses Übereinkommens unter Angabe des 

Zeitpunkts der Hinterlegung und des Zeitpunkts, zu dem die Kündigung wirksam wird; 

iv) von weiteren Erklärungen und Notifikationen nach diesem Übereinkommen; 

b) übermittelt allen Unterzeichnerstaaten und allen beitretenden Staaten beglaubigte Abschriften dieses 

Übereinkommens. 

Artikel 18 

Übermittlung an die Vereinten Nationen 

Sobald dieses Übereinkommen in Kraft tritt, übermittelt der Generalsekretär dem Sekretariat der Vereinten 

Nationen den Wortlaut des Übereinkommens zur Registrierung und Veröffentlichung nach Artikel 102 der Charta der 

Vereinten Nationen. 

Artikel 19 

Sprachen 

Dieses Übereinkommen ist in einer Urschrift in arabischer, chinesischer, englischer, französischer, russischer und 

spanischer Sprache abgefasst, wobei jeder Wortlaut gleichermaßen verbindlich ist. 

Geschehen zu London am 23. März 2001. 

Zu Urkund dessen haben die hierzu von ihren Regierungen gehörig befugten Unterzeichneten dieses 

Übereinkommen unterschrieben. 

Anlage 

Bescheinigung über die Versicherung oder sonstige finanzielle Sicherheit 

für die zivilrechtliche Haftung für Bunkerölverschmutzungsschäden 

Ausgestellt nach Artikel 7 des Internationalen Übereinkommens von 2001 

über die zivilrechtliche Haftung für Bunkerölverschmutzungsschäden 

Name des 

Schiffes 

Unterscheidungssignal 

IMO-Schiffs- 

Identifizierungsnummer 

Heimathafen 

Name und vollständige 

Anschrift des 

Hauptgeschäftssitzes 

des eingetragenen 

Eigentümers 

Hiermit wird bescheinigt, dass für das vorgenannte Schiff eine Versicherungspolice oder sonstige finanzielle 

Sicherheit nach Maßgabe des Artikels 7 des Internationalen Übereinkommens von 2001 über die zivilrechtliche Haftung 

für Bunkerölverschmutzungsschäden besteht. 

Art der Sicherheit: .. ..................................................................................................................................................................... 

Laufzeit der Sicherheit: ............................................................................................................................................................... 

Name und Anschrift des (der) Versicherers (Versicherer) und/oder Sicherheitsgebers (Sicherheitsgeber): 

Name: .. .......................................................................................................................................................................................... 

Anschrift: ....................................................................................................................................................................................... 

Die Bescheinigung gilt bis: ........................................................................................................................................................ 

Ausgestellt oder bestätigt von der Regierung: ...................................................................................................................... 

.......................................................................................................................................................................................................... 


ODER 

Der folgende Wortlaut soll benutzt werden, wenn ein Vertragsstaat von Artikel 7 Absatz 3 Gebrauch macht. 

Die vorliegende Bescheinigung wird ausgestellt unter Amtsgewalt der Regierung: 

.......................................................................................................................................................................................................... 


von ................................................................................................................................................................................................. 

(Name der Einrichtung oder Organisation) 

in ............................................................ 

am............................................................. 

(Ort) 

(Datum) 

.......................................................................................................................................................................................................... 

(Unterschrift und Amtsbezeichnung des ausstellenden oder bestätigenden Bediensteten)


Erläuterungen 

1. Auf Wunsch kann die Bezeichnung des Staates einen Hinweis auf die zuständige Behörde des Landes 

enthalten, in dem die Bescheinigung ausgestellt wird. 

2. Ist der Gesamtbetrag der Sicherheit von mehreren Seiten zur Verfügung gestellt worden, so sollen alle 

Einzelbeträge angegeben werden. 

3. Wird die Sicherheit in verschiedenen Formen gestellt, so sollen diese Formen angegeben werden. 

4. Die Eintragung ″Laufzeit der Sicherheit″ hat das Datum zu enthalten, an dem die Sicherheit wirksam wird. 

5. Die Eintragung ″Anschrift″ des (der) Versicherers (Versicherer) und/oder Sicherheitsgebers (Sicherheitsgeber) 

hat die Anschrift des Hauptgeschäftssitzes des (der) Versicherers (Versicherer) und/oder Sicherheitsgebers 

(Sicherheitsgeber) zu enthalten. Gegebenenfalls ist der Geschäftssitz anzugeben, an dem die Versicherung oder 

sonstige Sicherheit abgeschlossen wurde. 

Internationales Übereinkommen von 2001 über die zivilrechtliche Haftung für Bunkerölverschmutzungsschäden 

und Anlage, geschehen zu London am 23. März 2001 

Staaten 

Datum der 


Art der 

Zustimmung 

Datum der 

Zustimmung 

Datum 

des lokalen 


ÄTHIOPIEN Beitritt 17/02/2009 17/05/2009 

AUSTRALIEN 

Unbestimmt 

BELGIEN Beitritt 11/08/2009 11/11/2009 

BRASILIEN 

Unbestimmt 

BULGARIEN Beitritt 06/07/2007 21/11/2008 

DÄNEMARK 

Unbestimmt 

DEUTSCHLAND Ratifikation 24/04/2007 21/11/2008 

ESTLAND Beitritt 05/10/2006 21/11/2008 

FINNLAND 

Unbestimmt 

GRIECHENLAND Beitritt 22/12/2005 21/11/2008 

ITALIEN 

Unbestimmt 

JAMAIKA Beitritt 02/05/2003 21/11/2008 

KANADA 

Unbestimmt 

KOREA (REP.) Beitritt 28/08/2009 28/11/2009 

KROATIEN Beitritt 15/12/2006 21/11/2008 

LETTLAND Beitritt 19/04/2005 21/11/2008 

LITAUEN Beitritt 14/09/2007 21/11/2008 

LUXEMBURG Beitritt 21/11/2005 21/11/2008 

NORWEGEN 

Unbestimmt 

PANAMA Beitritt 17/02/2009 17/05/2009 

POLEN Beitritt 15/12/2006 21/11/2008 

RUSSLAND Beitritt 24/02/2009 24/05/2009 

SAMOA Beitritt 18/05/2004 21/11/2008 

SCHWEDEN 

Unbestimmt 

SIERRA LEONE Beitritt 21/11/2007 21/11/2008 

SINGAPUR Beitritt 31/03/2006 21/11/2008 

SLOWENIEN Beitritt 20/05/2004 21/11/2008 

SPANIEN Ratifikation 10/12/2003 21/11/2008 

TONGA Beitritt 18/09/2003 21/11/2008 

VEREINIGTES KÖNIGREICH Ratifikation 29/06/2006 21/11/2008 

ZYPERN Beitritt 10/01/2005 21/11/2008 

Erklärung Belgiens 

″Wenn Beschlüsse über Angelegenheiten, die durch das Übereinkommen abgedeckt sind, von einem Gericht eines 

anderen Mitgliedstaats der Europäischen Union mit Ausnahme Dänemarks gefasst werden, werden sie in Belgien 

gemäß der diesbezüglich anwendbaren internen Gemeinschaftsregelung anerkannt und ausgeführt.″


32383 


[C − 2015/00250] 

19 DECEMBRE 2012. — Loi portant exécution de Conventions 

internationales diverses en matière de responsabilité civile pour la 

pollution par les navires, concernant des matières visées à l’article 

78 de la Constitution. — Traduction allemande 


du 19 décembre 2012 portant exécution de Conventions internationales 

diverses en matière de responsabilité civile pour la pollution par les 

navires, concernant des matières visées à l’article 78 de la Constitution 

(Moniteur belge du 26 avril 2013). 




[C − 2015/00250] 

19 DECEMBER 2012. — Wet houdende uitvoering van verscheidene 


voor verontreiniging door schepen, met betrekking tot aangelegenheden 

als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. — Duitse 

vertaling 


19 december 2012 houdende uitvoering van verscheidene Internationale 

Verdragen inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor verontreiniging 

door schepen, met betrekking tot aangelegenheden als bedoeld 

in artikel 78 van de Grondwet (Belgisch Staatsblad van 26 april 2013). 

Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse 



[C − 2015/00250] 



erwähnte Angelegenheiten — Deutsche Übersetzung 

Der folgende Text ist die deutsche Übersetzung des Gesetzes vom 19. Dezember 2012 zur Ausführung 

verschiedener Internationaler Übereinkommen über die zivilrechtliche Haftung für die Verschmutzung durch Schiffe 

mit Bezug auf in Artikel 78 der Verfassung erwähnte Angelegenheiten. 


FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST MOBILITÄT UND TRANSPORTWESEN 



erwähnte Angelegenheiten 




KAPITEL I — Einleitende Bestimmungen 


Art. 2 - § 1-Für die Anwendung des vorliegenden Gesetzes versteht man unter: 

1. ″CLC-Übereinkommen″: das Internationale Übereinkommen von 1992 über die zivilrechtliche Haftung für 

Ölverschmutzungsschäden und die daran vorgenommenen Änderungen, die in Belgien in Kraft sind, 

2. ″CLC-Bescheinigung″: eine in Absatz 2 von Artikel VII des CLC-Übereinkommens erwähnte Bescheinigung, 

3. ″Bunkeröl-Übereinkommen″: das Internationale Übereinkommen von 2001 über die zivilrechtliche Haftung für 

Bunkerölverschmutzungsschäden und die daran vorgenommenen Änderungen, die in Belgien in Kraft sind, 

4. ″Bunkeröl-Bescheinigung″: eine in Absatz 2 von Artikel 7 des Bunkeröl-Übereinkommens erwähnte 

Bescheinigung. 

§ 2-Für die Anwendung des vorliegenden Gesetzes versteht man unter: 

1. ″Haftungsübereinkommen″: das CLC-Übereinkommen und das Bunkeröl-Übereinkommen, 

2. ″Versicherungsbescheinigung″: 

a) eine CLC-Bescheinigung oder 

b) eine Bunkeröl-Bescheinigung, 

2. ″Schiff″: jede Art von Seeschiff oder sonstigem seegängigen Gerät, 

3. ″Bruttoraumzahl″: die nach den in Anlage 1 des Internationalen Schiffsvermessungs-Übereinkommens von 

1969 enthaltenen Bestimmungen über die Vermessung des Raumgehalts errechnete Bruttoraumzahl, 

4. ″der mit der Schifffahrtskontrolle beauftragte Bedienstete, der dazu bestellt ist″: der mit der Schifffahrtskontrolle 

beauftragte Bedienstete, der von der Generaldirektion Seeverkehr des FÖD Mobilität und Transportwesen 

dazu bestellt ist. 

KAPITEL II — Vorschriften für Schiffe und Schiffseigentümer mit Bezug auf die Haftungsübereinkommen 

Art. 3 - Es ist verboten, ein Schiff, das den Bestimmungen von Artikel VII des CLC-Übereinkommens unterliegt 

und unter belgischer Flagge fährt, zu irgendeinem Zeitpunkt zu betreiben, wenn dieses Schiff nicht über eine gültige 

aufgrund von Absatz 2 oder 12 von Artikel VII des CLC-Übereinkommens ausgestellte Bescheinigung verfügt. 

Es ist verboten, ein Schiff, das den Bestimmungen von Artikel 7 des Bunkeröl-Übereinkommens unterliegt und 

unter belgischer Flagge fährt, zu irgendeinem Zeitpunkt zu betreiben, wenn dieses Schiff nicht über eine gültige 

aufgrund von Absatz 2 oder 14 von Artikel 7 des Bunkeröl-Übereinkommens ausgestellte Bescheinigung verfügt. 

Die Vorschriften der Absätze 1 und 2 sind auch anwendbar auf nicht unter belgischer Flagge fahrende 

Binnenschiffe, die aufgrund einer belgischen Regelung die Erlaubnis erhalten haben, auf hoher See zu fahren.


Art. 4 - Vorbehaltlich der Bestimmungen von Artikel VII des CLC-Übereinkommens muss jedes Schiff, das einen 

Hafen auf belgischem Hoheitsgebiet anläuft oder ihn verlässt oder das an einem vor der Küste im belgischen 

Küstenmeer gelegenen Umschlagplatz ankommt oder ihn verlässt oder aber ins belgische Küstenmeer einfährt oder es 

verlässt, ungeachtet des Orts, an dem das Schiff im Schiffsregister eingetragen ist, durch eine Versicherung oder eine 

sonstige finanzielle Sicherheit abgedeckt sein, die den Anforderungen des Absatzes 1 von Artikel VII des 

CLC-Übereinkommens entspricht, wenn das Schiff tatsächlich mehr als 2.000 Tonnen Öl, wie im CLC-Übereinkommen 

definiert, als Bulkladung befördert. 

Als Beweis dafür muss für das Schiff eine gültige Bescheinigung vorliegen, die von der zuständigen Behörde in 

Übereinstimmung mit Artikel VII des CLC-Übereinkommens ausgestellt worden ist. 

Vorbehaltlich der Bestimmungen von Artikel 7 des Bunkeröl-Übereinkommens muss jedes Schiff mit einer 

Bruttoraumzahl von mehr als 1.000, das einen Hafen auf belgischem Hoheitsgebiet oder eine vor der Küste im 

belgischen Küstenmeer gelegene Einrichtung anläuft oder ihn/sie verlässt oder aber ins belgische Küstenmeer einfährt 

oder es verlässt, ungeachtet des Orts, an dem das Schiff im Schiffsregister eingetragen ist, durch eine Versicherung oder 

eine sonstige finanzielle Sicherheit abgedeckt sein, die den Anforderungen von Artikel 7 Absatz 1 des Bunkeröl- 

Übereinkommens entspricht. 

Als Beweis dafür muss für das Schiff eine gültige Bescheinigung vorliegen, die von der zuständigen Behörde in 

Übereinstimmung mit Artikel 7 des Bunkeröl-Übereinkommens ausgestellt worden ist. 

Die im vorliegenden Artikel erwähnten Bescheinigungen müssen an Bord des Schiffes mitgeführt und dort 

vorgelegt werden, außer wenn das Schiff unter der Flagge eines Staates fährt, der in Übereinstimmung mit Absatz 13 

von Artikel 7 des Bunkeröl-Übereinkommens eine entsprechende Erklärung abgelegt hat, und das Vorhandensein der 

von diesem Staat ausgestellten Bunkeröl-Bescheinigung durch ein elektronisches Register belegt ist, das von diesem 

Staat geführt wird und direkt von der für die Überwachung zuständigen belgischen Behörde eingesehen werden kann. 

KAPITEL III — Bestimmungen mit Bezug auf die Ausstellung von Bescheinigungen 

Art. 5 - Vorbehaltlich der Bestimmungen von Artikel VII des CLC-Übereinkommens und von Artikel 7 des 

Bunkeröl-Übereinkommens kann der König die Bedingungen für die Ausstellung der in diesen Übereinkommen 

erwähnten Bescheinigungen sowie alle Regeln mit Bezug auf die Ausstellung und die Gültigkeit der Bescheinigungen 

festlegen. 

Art. 6 - Für die Ausstellung einer Versicherungsbescheinigung, einer Abschrift einer Versicherungsbescheinigung, 

einer Abschrift eines diesbezüglichen Attests des Versicherers oder der anderen Person, die die finanzielle 

Sicherheit stellt, oder eines Negativattests müssen Vergütungen gezahlt werden, deren Beträge der König festlegt. 

KAPITEL IV — Ablauf der Versicherungsbescheinigungen 

Art. 7 - § 1 - Eine in Artikel 3 erwähnte Versicherungsbescheinigung hört von Rechts wegen auf gültig zu sein: 

1. wenn eine Änderung auftritt mit Bezug auf die in der Bescheinigung erwähnten Angaben über das Schiff, den 

registrierten Eigentümer oder den Versicherer oder jede andere Person, die die finanzielle Sicherheit stellt, 

2. wenn aus irgendeinem Grund die Versicherung oder sonstige finanzielle Sicherheit aufhört gültig zu sein, 

3. wenn das Schiff nicht mehr ermächtigt ist, unter belgischer Flagge zu fahren, oder nicht mehr im Belgischen 

Seeschiffsregister oder im Belgischen Bareboat-Charter-Register eingetragen ist, oder, im Falle eines in Artikel 3 

Absatz 3 erwähnten Binnenschiffes, wenn die Erlaubnis, auf hoher See zu fahren, ungültig wird, 

4. wenn der Versicherer oder die andere Person, die die finanzielle Sicherheit stellt, nicht mehr berechtigt ist, 

diese Tätigkeiten auszuüben. 

§ 2 - Im Falle, wo eine Bescheinigung gemäß § 1 von Rechts wegen abläuft, muss der in der Bescheinigung 

angegebene Eigentümer die abgelaufene Bescheinigung unverzüglich an die Behörde, die die Bescheinigung 

ausgestellt hat, zurücksenden. 

KAPITEL V — Aufsicht und Strafbestimmungen 

Art. 8 - Die Überwachung der Schiffe im Hinblick auf die Einhaltung des vorliegenden Gesetzes und der 

Haftungsübereinkommen wird von den mit der Schifffahrtskontrolle beauftragten Bediensteten, die dazu bestellt sind, 

und mit Bezug auf die Schiffe, die unter belgischer Flagge fahren, auch von den belgischen Konsularbeamten im 

Ausland ausgeübt. 

Die mit der Schifffahrtskontrolle beauftragten Bediensteten, die dazu bestellt sind, haben das Recht, jedes Schiff, 

das nicht im Besitz der durch das vorliegende Gesetz vorgeschriebenen gültigen Bescheinigungen ist, anzuhalten oder 

ihm den Zugang zu einem belgischen Hafen oder zum belgischen Küstenmeer zu verweigern. Außer in dringenden 

Fällen üben die mit der Schifffahrtskontrolle beauftragten Bediensteten, die dazu bestellt sind, das in vorliegendem 

Absatz vorgesehene Recht gegenüber ausländischen Schiffen erst aus, nachdem sie den Konsul des Landes, unter 

dessen Flagge das Schiff fährt, benachrichtigt haben. In dringenden Fällen erfolgt diese Mitteilung unmittelbar 

nachdem die Maßnahmen ergriffen worden sind. Das Schiff wird freigelassen, sobald es im Besitz der durch das 

vorliegende Gesetz vorgeschriebenen gültigen Bescheinigungen ist und somit die mit der Schifffahrtskontrolle 

beauftragten Bediensteten zufriedengestellt worden sind. 

Im Ausland hat der belgische Konsularbeamte das Recht, einem Schiff, das unter belgischer Flagge fährt, die 

Abfahrt zu verbieten, wenn das Schiff nicht im Besitz der durch das vorliegende Gesetz vorgeschriebenen gültigen 

Bescheinigungen ist. Das Abfahrtsverbot wird aufgehoben, wenn das Schiff im Besitz der vorgeschriebenen gültigen 

Bescheinigungen ist und somit der belgische Konsularbeamte zufriedengestellt worden ist. 

Im Falle, wo die Abfahrt verweigert wird, oder wenn ein Schiff angehalten wird oder ihm der Zugang zu einem 

belgischen Hafen oder zum belgischen Küstenmeer verweigert wird, erstellt der mit der Schifffahrtskontrolle 

beauftragte Dienst oder gegebenenfalls der belgische Konsularbeamte ein mit Gründen versehenes Protokoll, von dem 

binnen vierundzwanzig Stunden nach der Entscheidung dem Kapitän oder Eigentümer des Schiffes eine Kopie 

zugesandt wird. 

Binnen fünfzehn Tagen nach Erhalt der Kopie des mit Gründen versehenen Protokolls gemäß dem vorliegenden 

Artikel kann gegen die in vorliegendem Artikel erwähnten Entscheidungen Berufung eingelegt werden. Die Berufung 

wird vom Kapitän oder Eigentümer des Schiffes mittels einer Antragschrift eingelegt, die an den Staatskommissar des 

Untersuchungsrates für die Schifffahrt gerichtet wird und die geltend gemachten Klagegründe enthält. Die Berufung 

hat keine aufschiebende Wirkung.


32385 

Art. 9 - Wer ein Schiff betreibt, ohne dass alle durch die Haftungsübereinkommen oder durch das vorliegende 

Gesetz vorgeschriebenen gültigen Bescheinigungen an Bord mitgeführt werden oder gemäß Artikel 4 in einem 

elektronischen Register verfügbar sind, wird mit einer Geldbuße von 5.000 bis 1.000.000 EUR bestraft. 

Was die unter belgischer Flagge fahrenden Schiffe betrifft, ist Absatz 1 anwendbar ungeachtet des Orts, wo der 

Verstoß begangen wird. 

Was Schiffe betrifft, die unter einer anderen als der belgischen Flagge fahren, ist Absatz 1 anwendbar auf die 

Schiffe, die einen Hafen des belgischen Hoheitsgebiets oder eine vor der Küste im belgischen Küstenmeer gelegene 

Einrichtung anlaufen oder ihn/sie verlassen oder ins belgische Küstenmeer einfahren oder es verlassen. 

Alle Bestimmungen von Buch I des Strafgesetzbuches, einschließlich des Kapitels VII und des Artikels 85, sind auf 

die in vorliegendem Gesetz vorgesehenen Verstöße anwendbar. 

Unbeschadet der Befugnisse der Gerichtspolizeioffiziere sind die mit der Schifffahrtskontrolle beauftragten 

Bediensteten, die dazu bestellt sind, sowie die mit der Wasserschutzpolizeigewalt beauftragte föderale Polizei dafür 

zuständig, Verstöße gegen die Bestimmungen des vorliegenden Gesetzes zu ermitteln und festzustellen. 

Wenn die mit der Wasserschutzpolizeigewalt beauftragte föderale Polizei Verstöße im Rahmen des vorliegenden 

Gesetzes feststellt, wird der mit der Schifffahrtskontrolle beauftragte Dienst unverzüglich darüber informiert und 

ergreift dieser die passenden Maßnahmen. 

KAPITEL VI — Abänderungsbestimmungen 

Art. 10 - [Abänderungsbestimmung] 

Art. 11 - Der Königliche Erlass vom 10. März 1977 über die Ausführung gewisser Bestimmungen des Gesetzes 

vom 20. Juli 1976 zur Billigung und Ausführung des Internationalen Übereinkommens über die zivilrechtliche Haftung 

für Ölverschmutzungsschäden und seiner Anlage, abgeschlossen in Brüssel am 29. November 1969, abgeändert durch 

die Königlichen Erlasse vom 4. April 1987 und 20. Juli 2000, wird aufgehoben. 

Art. 12 - Der Ministerielle Erlass vom 28. März 1977 zur Ausführung des Königlichen Erlasses vom 10. März 1977 

wird aufgehoben. 



Gegeben zu Brüssel, den 19. Dezember 2012 

ALBERT 


Der Minister der Nordsee 

J. VANDE LANOTTE 






* 


[C − 2015/00249] 

10 JANVIER 2013. — Loi portant exécution de Conventions internationales 

diverses en matière de responsabilité civile pour la 

pollution par les navires, concernant des matières visées à l’article 

77 de la Constitution. — Traduction allemande 


du 10 janvier 2013 portant exécution de Conventions internationales 

diverses en matière de responsabilité civile pour la pollution par les 

navires, concernant des matières visées à l’article 77 de la Constitution 

(Moniteur belge du 26 avril 2013). 




[C − 2015/00249] 

10 JANUARI 2013. — Wet houdende uitvoering van verscheidene 


voor verontreiniging door schepen, met betrekking tot aangelegenheden 

als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. — Duitse 

vertaling 


10 januari 2013 houdende uitvoering van verscheidene Internationale 

Verdragen inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor verontreiniging 

door schepen, met betrekking tot aangelegenheden als bedoeld in 

artikel 77 van de Grondwet (Belgisch Staatsblad van 26 april 2013). 




[C − 2015/00249] 


Haftung für die Verschmutzung durch Schiffe mit Bezug auf in Artikel 77 der Verfassung erwähnte 

Angelegenheiten — Deutsche Übersetzung 

Der folgende Text ist die deutsche Übersetzung des Gesetzes vom 10. Januar 2013 zur Ausführung verschiedener 

Internationaler Übereinkommen über die zivilrechtliche Haftung für die Verschmutzung durch Schiffe mit Bezug auf 

in Artikel 77 der Verfassung erwähnte Angelegenheiten. 

Diese Übersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Übersetzungen in Malmedy erstellt worden.




Haftung für die Verschmutzung durch Schiffe mit Bezug auf in Artikel 77 der Verfassung erwähnte 

Angelegenheiten 





Art. 2 - In Absatz 1 von Artikel 569 des Gerichtsgesetzbuches, abgeändert durch das Gesetz vom 11. April 1989, 

wird die Nummer 21 durch folgende Bestimmung ersetzt: 

″21. über die Klagen auf Entschädigungen aufgrund des Internationalen Übereinkommens von 1992 über die 

zivilrechtliche Haftung für Ölverschmutzungsschäden unter Berücksichtigung der Bestimmungen von § 1 von 

Artikel IX dieses Übereinkommens; sind infolge eines selben Ereignisses Verschmutzungsschäden entstanden, die 

teilweise auf dem nationalen Hoheitsgebiet, einschließlich des Küstenmeers, oder in der belgischen ausschließlichen 

Wirtschaftszone und teilweise auf dem Hoheitsgebiet eines anderen Staates, einschließlich des Küstenmeers, oder in 

einer Zone beziehungsweise einem Gebiet eines anderen Staates, wie erwähnt in Artikel II Buchstabe a) Ziffer ii) des 

vorerwähnten Übereinkommens, aufgetreten sind, ist das Gericht befugt, über die Klagen auf Schadenersatz für im 

letzteren Staat verursachte Verschmutzungsschäden zu erkennen, unter der Bedingung, dass der Beschränkungsfonds, 

der den Forderungen gegenübersteht, die den Gegenstand der Klage bilden, vom Beklagten bei diesem Gericht 

errichtet ist und der Kläger darauf verzichtet, gegen denselben Beklagten eine Klage auf Schadenersatz für durch 

besagtes Ereignis verursachte Schäden vor einer Gerichtsbarkeit eines jeglichen anderen Staates einzureichen, oder er 

diese Klage zurücknimmt.″ 

Art. 3 - [Abänderungsbestimmung] 



Gegeben zu Brüssel, den 10. Januar 2013 

ALBERT 


Der Minister der Nordsee 

J. VANDE LANOTTE 






* 


[C − 2015/00304] 

5 MAI 2014. — Loi concernant diverses matières relatives 

aux pensions du secteur public. — Traduction allemande d’extraits 

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande des 

articles 1, 8, 16, 17, 20 à 23, 25 à 32, 35 à 57, 61 et 68 à 70 de la loi du 

5 mai 2014 concernant diverses matières relatives aux pensions du 

secteur public (Moniteur belge du 2 juin 2014). 




[C − 2015/00304] 

5 MEI 2014. — Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de 

pensioenen van de overheidssector. — Duitse vertaling van uittreksels 

De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van de artikelen 1, 8, 

16, 17, 20 tot 23, 25 tot 32, 35 tot 57, 61 en 68 tot 70 van de wet van 

5 mei 2014 betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen 

van de overheidssector (Belgisch Staatsblad van 2 juni 2014). 




[C − 2015/00304] 

5. MAI 2014 — Gesetz über verschiedene Angelegenheiten 

in Bezug auf die Pensionen des öffentlichen Sektors — Deutsche Übersetzung von Auszügen 

Der folgende Text ist die deutsche Übersetzung der Artikel 1, 8, 16, 17, 20 bis 23, 25 bis 32, 35 bis 57, 61 und 68 bis 

70 des Gesetzes vom 5. Mai 2014 über verschiedene Angelegenheiten in Bezug auf die Pensionen des öffentlichen 

Sektors. 

Diese Übersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Übersetzungen in Malmedy erstellt worden.


32387 


5. MAI 2014 - Gesetz über verschiedene Angelegenheiten in Bezug auf die Pensionen des öffentlichen Sektors 




KAPITEL 1 - Allgemeine Bestimmung 


KAPITEL 2 - Verschiedene Abänderungsbestimmungen 

(...) 

Art. 8 - In das Gesetz vom 14. April 1965 zur Festlegung bestimmter Beziehungen zwischen den verschiedenen 

Pensionsregelungen des öffentlichen Sektors wird ein Artikel 1/1 mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

″Art. 1/1 - Im Rahmen des vorliegenden Gesetzes und außer für die Anwendung von Artikel 13 werden die den 

Personalmitgliedern der NGBE-Holding und von HR Rail gewährten Ruhestandspensionen und die deren 

Rechtsnachfolgern gewährten Hinterbliebenenpensionen nicht als Pensionen zu Lasten der Staatskasse, sondern als 

Pensionen zu Lasten einer der in Artikel 1 Buchstabe e) erwähnten Einrichtungen öffentlichen Interesses angesehen.″ 

(...) 

Art. 16 - Artikel 2 Nr. 3 des Gesetzes vom 10. Januar 1974 zur Regelung der Berücksichtigung bestimmter Dienste 

und aktivem Dienst gleichgesetzter Perioden für die Gewährung und Berechnung der Pensionen zu Lasten der 

Staatskasse wird wie folgt ersetzt: 

″3. selbst unbezahlt in einen administrativen Stand versetzt wurde, der aufgrund des auf ihn anwendbaren 

gesetzlichen beziehungsweise verordnungsrechtlichen Statuts aktivem Dienst gleichgesetzt ist, mit Ausnahme von 

Zeiträumen, in denen der Betreffende: 

a) Urlaub wegen Teilzeitbeschäftigung aus persönlichen Gründen hatte, 

b) in Anwendung von Artikel 6 § 1 des Königlichen Erlasses vom 20. September 2012 zur Festlegung verschiedener 

Bestimmungen in Bezug auf die Viertagewoche und die Halbzeitbeschäftigung ab 50 oder 55 Jahren im öffentlichen 

Sektor vier Fünftel der ihm normalerweise auferlegten Leistungen ohne Zusatzprämie erbracht hat,″. 

Art. 17 - In Artikel 5 desselben Gesetzes wird Absatz 3 wie folgt ersetzt: 

″Bei den in vorliegendem Artikel erwähnten Gehältern handelt es sich um die Gehälter, die aus der Anwendung 

von Artikel 11 § 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 9. Juli 1969 zur Abänderung und Ergänzung der Rechtsvorschriften über 

die Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen der Bediensteten des öffentlichen Sektors hervorgehen.″ 

(...) 

Art. 20 - Artikel 7 des Gesetzes vom 15. Mai 1984 zur Festlegung von Maßnahmen zur Harmonisierung der 

Pensionsregelungen wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: 

″Unter Dauer der Ehe ist der Zeitraum zu verstehen, der am Tag der Eheschließung beginnt und am Tag vor dem 

Tag der Übertragung des Urteils beziehungsweise Entscheids, durch das die Ehescheidung ausgesprochen wird, 

endet.″ 

Art. 21 - Artikel 21 § 1 desselben Gesetzes, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 16. Juli 1998, wird wie folgt 

abgeändert: 

1. Absatz 5 wird durch zwei Absätze mit folgendem Wortlaut ersetzt: 

″Der König kann andere Fälle bestimmen, in denen kein Antrag auf Hinterbliebenenpension eingereicht werden 

muss. 

In den in den Absätzen 1 bis 5 erwähnten Fällen wird von Amts wegen über den Anspruch auf Hinterbliebenenpension 

des Berechtigten befunden.″ 

2. Paragraph 3 wird wie folgt ersetzt: 

″§ 3 - Der König bestimmt die Bedingungen, denen ein gültiger Pensionsantrag genügen muss. 

Unbeschadet der Anwendung der Artikel 139 bis 163 des Gesetzes vom 29. Dezember 2010 zur Festlegung 

verschiedener Bestimmungen (I) bestimmt der König Schriftstücke, Unterlagen oder elektronische Bescheinigungen, 

die im Hinblick auf den Nachweis des Anspruchs auf Hinterbliebenenpension vorzulegen sind.″ 

Art. 22 - In Artikel 46 desselben Gesetzes, ersetzt durch das Gesetz vom 28. Dezember 2011, werden in § 1 Absatz 2 

Nr. 1 zwischen den Wörtern ″begründen können,″ und den Wörtern ″ebenfalls berücksichtigt″ die Wörter ″und 

Kalenderjahre, für die eine Pension als Mitglied des Europäischen Parlaments, des Föderalen Parlaments oder eines 

Parlaments beziehungsweise Rates einer Gemeinschaft oder einer Region gewährt werden kann,″ eingefügt. 

Art. 23 - In das Neue Gemeindegesetz, kodifiziert durch den Königlichen Erlass vom 24. Juni 1988 und ratifiziert 

durch das Gesetz vom 26. Mai 1989, wird ein Artikel 157bis mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

″Art. 157bis - Die Bestimmungen der Artikel 156 und 157 finden ebenfalls Anwendung auf Personalmitglieder in 

der Eigenschaft eines Personalmitglieds auf Probe und auf deren Anspruchsberechtigten, was die Probezeiten nach 

dem 31. Dezember 2012 betrifft.″ 

(...) 

Art. 25 - Artikel 10 Absatz 2 des Gesetzes vom 30. März 2001 über die Pension der Personalmitglieder der 

Polizeidienste und ihrer Berechtigten, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 5. Dezember 2002, wird wie folgt 

abgeändert: 

1. In Nr. 1 Buchstabe b) werden die Wörter ″in der Gehaltstabelle AA2, AA3 oder AA4″ durch die Wörter ″in der 

Klasse A1 oder A2″ ersetzt. 

2. In Nr. 2 Buchstabe e) werden die Wörter ″in der Gehaltstabelle AA4, AA5, A3A oder A4A″ durch die Wörter ″in 

der Klasse A3″ ersetzt. 

3. In Nr. 3 Buchstabe b) werden die Wörter ″in der Gehaltstabelle A5A″ durch die Wörter ″in der Klasse A4″ ersetzt. 

Art. 26 - In Artikel 5bis Absatz 1 des Gesetzes vom 25. Februar 2003 zur Schaffung der Funktion eines 

Sicherheitsbediensteten im Hinblick auf die Ausführung von Aufträgen zur Aufrechterhaltung der Ordnung in 

Gerichtshöfen und Gerichten und zur Überführung von Häftlingen, eingefügt durch das Gesetz vom 20. Juli 2006, 

werden die Wörter ″die versetzten Militärpersonen″ durch die Wörter ″die in Anwendung von Artikel 4 versetzten 

Militärpersonen″ ersetzt.


Art. 27 - In das Gesetz vom 12. Januar 2006 zur Schaffung des ″Pensionsdienstes für den öffentlichen Sektor″ wird 

ein Artikel 5/1 mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

″Art. 5/1 - Der PDÖS kann Aufgaben in Bezug auf das Einnehmen und die Beitreibung der in Artikel 5 erwähnten 

Einnahmen einer anderen Einrichtung übertragen. 

Wenn die Aufgaben in Bezug auf das Einnehmen und die Beitreibung dieser Einnahmen einer anderen Einrichtung 

übertragen werden, werden die in Artikel 5 Nr. 2 erwähnten Beiträge, was das Einnehmen und die Beitreibung betrifft 

- mit Ausnahme von Verjährung und Streitsachen - den in Artikel 5 Nr. 1 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision 

des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer erwähnten Beiträgen 

gleichgesetzt. 

Der König bestimmt die Dauer und die Modalitäten dieser Übertragung.″ 

Art. 28 - Artikel 6 Nr. 1 Buchstabe b) desselben Gesetzes wird wie folgt abgeändert: 

1. Der zweite Gedankenstrich wird wie folgt ersetzt: 

″- zu Lasten des solidarischen Pensionsfonds des LASSPLV, erwähnt in Artikel 3 Nr. 5 des Gesetzes vom 

24. Oktober 2011 zur Gewährleistung einer dauerhaften Finanzierung der Pensionen der endgültig ernannten 

Personalmitglieder der provinzialen und lokalen Verwaltungen und der lokalen Polizeizonen, zur Abänderung des 

Gesetzes vom 6. Mai 2002 zur Schaffung des Pensionsfonds der integrierten Polizei und zur Festlegung besonderer 

Bestimmungen in Sachen soziale Sicherheit und zur Festlegung verschiedener Abänderungsbestimmungen,″. 

2. Der dritte Gedankenstrich wird wie folgt ersetzt: 

″- zu Lasten des Pensionsfonds der föderalen Polizei,″. 

Art. 29 - In Artikel 152 § 2 des Gesetzes vom 29. Dezember 2010 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen (I) 

werden die Wörter ″der PDÖS″ durch die Wörter ″die betreffende Pensionseinrichtung des öffentlichen Sektors″ ersetzt. 

Art. 30 - In Artikel 155 Absatz 2 desselben Gesetzes werden die Wörter ″die Pensionseinrichtungen des öffentlichen 

Sektors″ durch die Wörter ″der PDÖS″ ersetzt. 

Art. 31 - In Titel 13 einziges Kapitel desselben Gesetzes wird ein Abschnitt 7/1 mit der Überschrift ″Sekundäres 

Netzwerk″ eingefügt. 

Art. 32 - In Abschnitt 7/1 desselben Gesetzes, eingefügt durch Artikel 31, wird ein Artikel 162/2 mit folgendem 

Wortlaut eingefügt: 

″Art. 162/2 - Der PDÖS führt für den Bedarf der anderen Pensionseinrichtungen des öffentlichen Sektors ein 

besonderes Personenverzeichnis, wie in Artikel 6 § 1 Absatz 2 Nr. 2 des Gesetzes vom 15. Januar 1990 über die 

Errichtung und Organisation einer Zentralen Datenbank der sozialen Sicherheit erwähnt, und ist somit eine 

Einrichtung zur Verwaltung eines sekundären Netzwerks im Sinne von Artikel 1 Nr. 6 des Königlichen Erlasses vom 

4. Februar 1997 zur Organisation der Übermittlung von personenbezogenen Sozialdaten zwischen Einrichtungen für 

soziale Sicherheit.″ 

(...) 

Art. 35 - Artikel 89 des Gesetzes vom 28. Dezember 2011 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen, aufgehoben 

durch das Gesetz vom 13. Dezember 2012, wird mit folgendem Wortlaut wieder aufgenommen: 

″Art. 89 - In Abweichung von Artikel 88 Absatz 1 wird auf Mitglieder des ständigen Ausschusses einer Provinz, 

des Provinzialkollegiums und des Ausschusses eines Provinzialrates Folgendes angewandt: 

Für ein bis zum 14. Oktober 2012 erhaltenes Mandat und den eventuell gewährten Zeitraum der Abgangsentschädigung 

mit Bezug auf das bis zum 14. Oktober 2012 erhaltene Mandat kann die Ruhestandspension ab dem Alter 

von 55 Jahren einsetzen. 

Für ein ab dem 15. Oktober 2012 erhaltenes Mandat kann diese Ruhestandspension ab dem Alter von 62 Jahren 

einsetzen. 

Für Mitglieder, die am 14. Oktober 2012 bereits das Alter von 55 Jahren erreicht haben oder ein Mandat innehaben, 

das bereits 20 Jahre andauert, beträgt das Eintrittsalter für die Pensionierung weiterhin 55 Jahre.″ 

Art. 36 - In Artikel 96 des Programmgesetzes vom 28. Juni 2013 werden die Wörter ″in Artikel 78″ durch die Wörter 

″in Artikel 59″ ersetzt. 

Art. 37 - In Artikel 106 desselben Programmgesetzes werden die Wörter ″1,8652 EUR ab dem 60. Monat″ durch die 

Wörter ″1,8652 EUR ab dem 61. Monat″ ersetzt. 

KAPITEL 3 - Autonome Bestimmungen 

Abschnitt 1 - Pensionsansprüche von Personalmitgliedern von Belgocontrol, die in Ausführung von Artikel 475 des 

Programmgesetzes vom 22. Dezember 2003 oder von Artikel 29bis des Gesetzes vom 21. März 1991 zur 

Umstrukturierung bestimmter öffentlicher Wirtschaftsunternehmen in einem belgischen öffentlichen Dienst 

eingesetzt werden 

Art. 38 - Für die Anwendung des vorliegenden Abschnitts versteht man unter: 

1. ″ernannten Personalmitgliedern″: statutarisch endgültig ernannte Personalmitglieder von Belgocontrol, die in 

Ausführung von Artikel 475 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 2003 freiwillig in einem belgischen öffentlichen 

Dienst eingesetzt werden oder in Ausführung von Artikel 29bis des Gesetzes vom 21. März 1991 zur Umstrukturierung 

bestimmter öffentlicher Wirtschaftsunternehmen externe Mobilität in Anspruch genommen haben, 

2. ″belgischem öffentlichen Dienst″: einen belgischen öffentlichen Dienst, in dem das ernannte Personalmitglied 

von Belgocontrol in Ausführung von Artikel 475 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 2003 oder von Artikel 29bis 

des Gesetzes vom 21. März 1991 zur Umstrukturierung bestimmter öffentlicher Wirtschaftsunternehmen eingesetzt 

wird. 

Art. 39 - Wenn das ernannte Personalmitglied von Belgocontrol bei einem anderen belgischen öffentlichen Dienst 

endgültig ernannt wird, darf das Referenzgehalt, das als Grundlage für die Berechnung der Ruhestandspension dient, 

ungeachtet jeder anderen Gesetzes-, Verordnungs- oder Vertragsbestimmung nicht niedriger sein als das Referenzgehalt, 

das für die Berechnung der Ruhestandspension berücksichtigt worden wäre, wenn das ernannte Personalmitglied 

seine Laufbahn bei Belgocontrol fortgeführt hätte. 

Art. 40 - Die Erhöhung der Pension, die sich aus der Berücksichtigung des im vorangehenden Artikel 

vorgesehenen garantierten Referenzgehalts ergibt, wird in Form eines Pensionszuschlags zu Lasten der Staatskasse 

gewährt. Dieser Zuschlag wird nicht für die Aufteilung der einzigen Pension berücksichtigt, die aus der Anwendung 

des Gesetzes vom 14. April 1965 zur Festlegung bestimmter Beziehungen zwischen den verschiedenen Pensionsregelungen 

des öffentlichen Sektors hervorgeht.


32389 

Art. 41 - Ab der endgültigen Ernennung des ernannten Personalmitglieds von Belgocontrol bei einem anderen 

belgischen öffentlichen Dienst muss Belgocontrol pro eingesetztes Personalmitglied einen Arbeitgeberbeitrag von 

16,36 Prozent auf die aktualisierte Plusdifferenz zwischen zwei Serien von fiktiven Gehältern entrichten: 

a) einerseits die Gehälter und anderen Besoldungsbestandteile, die für die Berechnung der Ruhestandspension 

berücksichtigt werden, auf die das ernannte Personalmitglied Anspruch gehabt hätte, wenn es seine Laufbahn bei 

Belgocontrol fortgeführt hätte, und zwar ab seiner endgültigen Ernennung bei dem anderen belgischen öffentlichen 

Dienst bis zum letzten Tag des Monats, in dem das eingesetzte Personalmitglied das Alter erreicht, in dem es in 

Anwendung von Artikel 46 des Gesetzes vom 15. Mai 1984 zur Festlegung von Maßnahmen zur Harmonisierung der 

Pensionsregelungen Anspruch auf eine Pension hat, 

b) andererseits die für die Berechnung der Ruhestandspension berücksichtigten Gehälter und anderen 

Besoldungsbestandteile, die in diesem anderen belgischen öffentlichen Dienst auf das ernannte Personalmitglied 

anwendbar sind, und zwar ab seiner endgültigen Ernennung bei dem anderen belgischen öffentlichen Dienst bis zum 

letzten Tag des Monats, in dem das eingesetzte Personalmitglied das Alter erreicht, in dem es in Anwendung von 

Artikel 46 des Gesetzes vom 15. Mai 1984 zur Festlegung von Maßnahmen zur Harmonisierung der Pensionsregelungen 

Anspruch auf eine Pension hat. 

Der König bestimmt die Bedingungen und Modalitäten für die Zahlung des in Absatz 1 erwähnten Beitrags. 

Art. 42 - Der in Artikel 41 erwähnte Beitrag wird als gewöhnlicher Sozialversicherungsbeitrag angesehen. 

Abschnitt 2 - Sonstige autonome Bestimmungen 

Art. 43 - § 1 - Die in Artikel 20 des Gesetzes vom 22. März 1995 zur Einführung föderaler Ombudsmänner 

vorgesehene Pensionsregelung findet Anwendung auf: 

1. den Vermittler der Wallonischen Region, ernannt in Anwendung des Dekrets vom 22. Dezember 1994 über die 

Einrichtung eines Vermittlers der Wallonischen Region, aufgehoben durch das Dekret vom 31. März 2011 zur Billigung 

des am 3. Februar 2011 zwischen der Französischen Gemeinschaft und der Wallonischen Region abgeschlossenen 

Zusammenarbeitsabkommens zur Gründung eines gemeinsamen Vermittlungsdienstes der Französischen Gemeinschaft 

und der Wallonischen Region, 

2. den flämischen Ombudsmann, ernannt in Anwendung des Dekrets vom 7. Juli 1998 zur Einführung des 

flämischen Ombudsdienstes, abgeändert durch die Dekrete vom 23. Juni 2006 und 9. November 2012, 

3. den Vermittler und den beigeordneten Vermittler der Französischen Gemeinschaft, ernannt in Anwendung des 

Dekrets vom 20. Juni 2002 über die Einrichtung des Vermittlungsdienstes der Französischen Gemeinschaft, aufgehoben 

durch das Dekret vom 17. März 2011 zur Billigung des am 3. Februar 2011 zwischen der Französischen Gemeinschaft 

und der Wallonischen Region abgeschlossenen Zusammenarbeitsabkommens zur Gründung eines gemeinsamen 

Vermittlungsdienstes der Französischen Gemeinschaft und der Wallonischen Region, 

4. den Ombudsmann der Deutschsprachigen Gemeinschaft, ernannt in Anwendung des Dekrets vom 26. Mai 2009 

zur Schaffung des Amtes eines Ombudsmanns für die Deutschsprachige Gemeinschaft, 

5. den Vermittler des gemeinsamen Vermittlungsdienstes der Parlamente der Wallonischen Region und der 

Französischen Gemeinschaft, ernannt in Anwendung des Zusammenarbeitsabkommens vom 3. Februar 2011 zwischen 

der Französischen Gemeinschaft und der Wallonischen Region zur Gründung eines gemeinsamen Vermittlungsdienstes 

der Französischen Gemeinschaft und der Wallonischen Region. 

§ 2 - Die in Anwendung von § 1 gewährten Pensionen gehen zu Lasten der Staatskasse. 

Art. 44 - Für endgültig ernannte Personalmitglieder der föderalen Ombudsmänner gilt in Sachen Ruhestandspension 

die Regelung, die auf Bedienstete der allgemeinen Verwaltung anwendbar ist. Diese Pensionen gehen zu Lasten 

der Staatskasse. 

Art. 45 - Sowohl für die Eröffnung des Anspruchs auf Ruhestands- oder Hinterbliebenenpension zu Lasten der 

Staatskasse als auch für die Berechnung dieser Pensionen wird davon ausgegangen, dass folgende Dienste als 

endgültig ernannter Bediensteter beim FÖD Finanzen geleistet worden sind, vorausgesetzt, sie wurden von einem 

Angestellten eines Hypothekenbewahrers geleistet, der in Anwendung von Artikel 2 des Gesetzes vom 11. Dezember 

2006 über das Statut der Angestellten von Hypothekenbewahrern als Staatsbediensteter in den Föderalen 

Öffentlichen Dienst Finanzen integriert worden ist: 

1. Dienste, die als zeitweiliger Angestellter eines Hypothekenbewahrers geleistet wurden, mit Ausnahme der 

Probezeit, 

2. Dienste, die als Angestellter auf Probe eines Hypothekenbewahrers geleistet wurden, 

3. Dienste, die als endgültig zugelassener Angestellter eines Hypothekenbewahrers geleistet wurden. 

Art. 46 - Für die Gewährung und die Berechnung der Pension zu Lasten der Staatskasse wird davon ausgegangen, 

dass ein Finanzinspektor, der das Mandat des Korpschefs des Interföderalen Korps der Finanzinspektion ausübt, 

während seines Mandats als Korpschef weiterhin das Amt eines Finanzinspektors ausübt und das Gehalt bezieht, das 

er erhalten hätte, wenn er dieses Amt tatsächlich weiterhin ausgeübt hätte. Die Differenz zwischen diesem Gehalt und 

seinem Gehalt als Korpschef wird, was die Pension betrifft, als Gehaltszuschlag angesehen, der nicht für die Festlegung 

des Referenzgehalts, das als Grundlage für die Pensionsberechnung dient, berücksichtigt wird. 

In Abweichung von Artikel 60 des Gesetzes vom 15. Mai 1984 zur Festlegung von Maßnahmen zur 

Harmonisierung der Pensionsregelungen unterliegt der in Absatz 1 erwähnte Gehaltszuschlag der in vorerwähntem 

Artikel 60 vorgesehenen obligatorischen Einbehaltung. 

KAPITEL 4 - Aufhebungsbestimmungen 

Art. 47 - Folgende Bestimmungen werden aufgehoben: 

1. Artikel 3 Absatz 2 des Gesetzes vom 14. April 1965 zur Festlegung bestimmter Beziehungen zwischen den 

verschiedenen Pensionsregelungen des öffentlichen Sektors, 

2. Artikel 12 § 7 Absatz 3 des Gesetzes vom 9. Juli 1969 zur Abänderung und Ergänzung der Rechtsvorschriften 

über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen der Bediensteten des öffentlichen Sektors, 

3. Artikel 21 § 4 und Artikel 63 des Gesetzes vom 15. Mai 1984 zur Festlegung von Maßnahmen zur 

Harmonisierung der Pensionsregelungen, 

4. Titel II Kapitel I Abschnitt 4 des Gesetzes vom 12. August 2000 zur Festlegung von sozialen, Haushalts- und 

sonstigen Bestimmungen, 

5. Artikel 83 des Gesetzes vom 3. Februar 2003 zur Abänderung verschiedener Rechtsvorschriften über die 

Pensionen im öffentlichen Sektor.


KAPITEL 5 - Statut und Pensionsregelung des Personals der Hilfeleistungszonen 

Abschnitt 1 - Anwendungsbereich und Begriffsbestimmungen 

Art. 48 - § 1-Für die Anwendung des vorliegenden Kapitels versteht man unter: 

1. ″Gesetz vom 15. Mai 2007″: das Gesetz vom 15. Mai 2007 über die zivile Sicherheit, 

2. ″Hilfeleistungszone″: die in Artikel 14 des Gesetzes vom 15. Mai 2007 erwähnte juristische Person, 

3. ″Mitglied des Einsatzpersonals″: das Berufsmitglied des in Artikel 103 des Gesetzes vom 15. Mai 2007 erwähnten 

Einsatzpersonals der Hilfeleistungszone, 

4. ″Mitglied des Verwaltungspersonals″: das Mitglied des in Artikel 105 des Gesetzes vom 15. Mai 2007 erwähnten 

Verwaltungspersonals der Hilfeleistungszone, 

5. ″Rat″: den in Artikel 24 des Gesetzes vom 15. Mai 2007 erwähnten Rat der Hilfeleistungszone, 

6. ″Kollegium″: das in Artikel 55 des Gesetzes vom 15. Mai 2007 erwähnte Kollegium der Hilfeleistungszone. 

Für die Anwendung des vorliegenden Kapitels versteht man unter dem Begriff ″Gemeinde″ ebenfalls eine 

″Feuerwehrinterkommunale″. 

§ 2 - Vorliegendes Kapitel findet keine Anwendung auf das Personal des Feuerwehrdienstes und Dienstes für 

dringende medizinische Hilfe der Region Brüssel-Hauptstadt. 

Abschnitt 2 - Pensionsregelung für Mitglieder des Einsatzpersonals 

Art. 49 - Vorliegender Abschnitt findet ausschließlich Anwendung auf die Mitglieder des Einsatzpersonals. 

Art. 50 - Vorbehaltlich der Sonderbestimmungen des vorliegenden Kapitels gilt für Mitglieder des Einsatzpersonals 

mit endgültiger Ernennung beziehungsweise einer durch oder aufgrund des Gesetzes damit gleichgesetzten 

Ernennung die Ruhestandspensionsregelung, die auf Beamte der allgemeinen Verwaltung des Staates anwendbar ist. 

Für die Anwendung von Absatz 1 wird das Mandat des in Artikel 109 des Gesetzes vom 15. Mai 2007 erwähnten 

Zonenkommandanten einer endgültigen Ernennung gleichgesetzt. 

Für die Rechtsnachfolger der in Absatz 1 erwähnten Mitglieder des Einsatzpersonals gilt die Hinterbliebenenpensionsregelung, 

die auf die Rechtsnachfolger von Beamten der allgemeinen Verwaltung des Staates anwendbar ist. 

Art. 51 - Für die Berechnung der Ruhestandspension wird jedes Jahr im aktiven Dienst, das in der Eigenschaft eines 

in Artikel 103 Absatz 1 Nr. 1 des Gesetzes erwähnten Berufsfeuerwehrmanns geleistet wird, der direkt an der 

Brandbekämpfung teilnimmt, im Verhältnis zu einem Fünfzigstel des in Artikel 8 § 1 Absatz 2 des Allgemeinen 

Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen erwähnten Referenzgehalts berücksichtigt. 

In Abweichung von Absatz 1 wird der Zeitraum des Vorruhestandsurlaubs im Verhältnissatz von einem 

Sechzigstel pro Dienstjahr berücksichtigt. 

Abschnitt 3 - Pensionsregelung für das Verwaltungspersonal 

Art. 52 - Vorliegender Abschnitt findet ausschließlich Anwendung auf die Mitglieder des Verwaltungspersonals. 

Art. 53 - Für Mitglieder des Verwaltungspersonals mit endgültiger Ernennung beziehungsweise einer durch oder 

aufgrund des Gesetzes damit gleichgesetzten Ernennung gilt die Ruhestandspensionsregelung, die auf Beamte der 

allgemeinen Verwaltung des Staates anwendbar ist. 

Für die Rechtsnachfolger der in Absatz 1 erwähnten Personalmitglieder gilt die Hinterbliebenenpensionsregelung, 

die auf die Rechtsnachfolger von Beamten der allgemeinen Verwaltung des Staates anwendbar ist. 

Abschnitt 4 - Übergangsbestimmungen in Bezug auf die Pensionsregelung 

für die Mitglieder des Einsatzpersonals und die endgültig ernannten Mitglieder des Verwaltungspersonals 

Art. 54 - Vorliegender Abschnitt findet Anwendung auf die Mitglieder des Einsatzpersonals und die endgültig 

ernannten Mitglieder des Verwaltungspersonals. 

Art. 55 - Für die Anwendung von Artikel 8 § 1 Absatz 2 und 4 des Allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über 

die Zivil- und Kirchenpensionen werden die Ämter, die die Personalmitglieder ab dem Datum ausgeübt haben, an dem 

sie den Bestimmungen unterlagen, die das Statut oder die Rechtsstellung der Mitglieder des Einsatzpersonals oder der 

endgültig ernannten Mitglieder des Verwaltungspersonals festlegen, als Ämter angesehen, die sich vollständig von den 

vor diesem Datum ausgeübten Ämtern unterscheiden. 

Art. 56 - Wenn in der am Datum der Übertragung an die Hilfeleistungszonen geltenden kommunalen 

Pensionsregelung für die Mitglieder des Feuerwehrdienstes eine vorteilhaftere Pensionsregelung vorgesehen war als 

die durch vorliegendes Kapitel vorgesehene Regelung, wird Personalmitgliedern, die an diesem Datum dem 

Feuerwehrdienst der betreffenden Gemeinde angehörten, ein Pensionszuschlag zuerkannt. Dieser Zuschlag entspricht 

der Differenz zwischen einerseits dem Pensionsbetrag, der erreicht worden wäre, wenn die Übertragung an die 

Hilfeleistungszonen nicht stattgefunden hätte, und andererseits dem Pensionsbetrag, der gemäß den durch 

vorliegendes Gesetz festgelegten Regeln berechnet wird. 

Der in Absatz 1 erwähnte Zuschlag ist integraler Bestandteil des Nennbetrags der Ruhestandspension. Für die 

Anwendung von Artikel 13 des Gesetzes vom 14. April 1965 zur Festlegung bestimmter Beziehungen zwischen den 

verschiedenen Pensionsregelungen des öffentlichen Sektors wird er jedoch nicht berücksichtigt. 

Der aufgrund des vorliegenden Artikels gewährte Zuschlag geht zu Lasten der Gemeinde, in der das 

Personalmitglied vor seiner Übertragung an die Hilfeleistungszonen beschäftigt war. 

Art. 57 - Für ein Personalmitglied, das am Datum, an dem die Personalkategorie, der es zuletzt angehörte, an die 

Hilfeleistungszone übertragen wird, eine zeitweilige Pension wegen körperlicher Untauglichkeit erhält, die nach 

diesem Datum in eine endgültige Pension umgewandelt wird, wird für die Anwendung des vorliegenden Kapitels 

davon ausgegangen, dass es am Datum des Einsetzens seiner zeitweiligen Pension definitiv pensioniert gewesen ist.


32391 

Abschnitt 5 -Abänderungsbestimmungen in Sachen Pensionen 

(...) 

Art. 61 - In Artikel 1 Nr. 2 Buchstabe i) des Königlichen Erlasses Nr. 442 vom 14. August 1986 über die Auswirkung 

bestimmter administrativer Stände auf die Pensionen der Bediensteten der öffentlichen Dienste werden die Wörter 

″solidarischer Pensionsfonds des LASSPLV″ durch die Wörter ″Hilfeleistungszonen″ ersetzt. 

Abschnitt 6 - Finanzierung der Pensionen 

(...) 

Art. 68 - § 1-Für das Jahr 2015 wird den Hilfeleistungszonen, die dem Solidarischen Pensionsfonds des LASSPLV 

angeschlossen sind, für das Personal der Hilfeleistungszonen, das von einer in Artikel 18 § 1 Nr. 1 des Gesetzes vom 

24. Oktober 2011 zur Gewährleistung einer dauerhaften Finanzierung der Pensionen der endgültig ernannten 

Personalmitglieder der provinzialen und lokalen Verwaltungen und der lokalen Polizeizonen, zur Abänderung des 

Gesetzes vom 6. Mai 2002 zur Schaffung des Pensionsfonds der integrierten Polizei und zur Festlegung besonderer 

Bestimmungen in Sachen soziale Sicherheit und zur Festlegung verschiedener Abänderungsbestimmungen erwähnten 

Gemeine übertragen worden ist, eine Subvention zu Lasten der Staatskasse gewährt. 

§ 2 - Diese Subvention deckt die Aufwendungen, die sich aus der Differenz ergeben zwischen dem Satz des 

Basispensionsbeitrags, den die Zone in Anwendung von Artikel 18 § 2 des Gesetzes vom 24. Oktober 2011 entrichten 

muss, und dem Satz des Basispensionsbeitrags, der in Anwendung der Artikel 18 § 1 Nr. 1 und Artikel 22 des Gesetzes 

vom 24. Oktober 2011 von der Gemeinde im Jahr 2015 für dieses Personal gezahlt worden wäre. Diese Differenz wird 

auf die Lohnsumme angewandt, die als Grundlage für den vom Landesamt für soziale Sicherheit der provinzialen und 

lokalen Verwaltungen mitgeteilten Basispensionsbeitrag dient. 

§ 3 - Die in § 1 erwähnte Subvention wird dem Landesamt für soziale Sicherheit der provinzialen und lokalen 

Verwaltungen für Rechnung der Hilfeleistungszonen zuerkannt. 

Das Landesamt zieht diese Subventionen vom Gesamtbetrag der Pensionsbeiträge, die jede Hilfeleistungszone 

entrichten muss, ab. 

Die Finanzierung der in § 1 erwähnten Subventionen erfolgt durch Entnahme aus dem Aufkommen der 

Mehrwertsteuereinnahmen. 

Der Betrag der Subventionen wird auf der Grundlage einer Schätzung der Lohnsumme am 31. Dezember des 

vorherigen Kalenderjahres für das Haushaltsjahr gezahlt, auf das es sich bezieht. 

Am Ende des betreffenden Kalenderjahres wird eine definitive Abrechnung erstellt. 

Abschnitt 7 - Sonstige Abänderungsbestimmungen 

Art. 69 - Artikel 32 des allgemeinen Familienbeihilfengesetzes wird durch eine Nummer 13 mit folgendem 

Wortlaut ergänzt: 

″13. die im Gesetz vom 15. Mai 2007 über die zivile Sicherheit erwähnten Hilfeleistungszonen″. 

KAPITEL 6 - Inkrafttreten 

Art. 70 - Vorliegendes Gesetz tritt am ersten Tag des zweiten Monats nach dem Monat seiner Veröffentlichung im 

Belgischen Staatsblatt in Kraft. 

In Abweichung von Absatz 1: 

1. wird Artikel 3 wirksam mit 1. Januar 2002, mit Ausnahme von Nr. 3 Buchstabe a) a1), der wirksam wird mit 

31. Juli 2006, von Nr. 3 Buchstabe a) a2), der wirksam wird mit 4. Juni 2007, von den Nummern 4 und 5, die wirksam 

werden mit 1. August 2008, von den Nummern 6, 7, 9 bis 12 und 15 bis 23, die wirksam werden mit 1. Juni 2006, von 

Nr. 8, die wirksam wird mit 1. Januar 2010, und von Nr. 3 Buchstabe d), der am ersten Tag des zweiten Monats nach 

dem Monat, in dem das vorliegende Gesetz im Belgischen Staatsblatt veröffentlicht worden ist, in Kraft tritt, 

2. werden die Artikel 9 und 46 wirksam mit 1. Januar 2003, 

3. werden die Artikel 8, 25 und 47 Nr. 1 wirksam mit 1. Januar 2007, 

4. wird Artikel 44 wirksam mit 1. Februar 2010, 


6. werden die Artikel 43 und 47 Nr. 4 und 5 wirksam mit 1. September 2012, 

7. werden die Artikel 22, 23 und 36 wirksam mit 1. Januar 2013, 


9. treten die Artikel 14 und 15 am ersten Tag des vierzehnten Monats nach dem Monat, in dem das vorliegende 

Gesetz im Belgischen Staatsblatt veröffentlicht worden ist, in Kraft, 

10. finden die Bestimmungen von Artikel 45 ausschließlich Anwendung auf Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen, 

die ab dem 1. Mai 2014 einsetzen, 

11. treten die Artikel 48 bis 69 am 1. Januar 2015 in Kraft. 



Gegeben zu Brüssel, den 5. Mai 2014 

PHILIPPE 


Der Minister der Pensionen 

A. DE CROO 



Frau A. TURTELBOOM



[C − 2015/00301] 

11 DECEMBRE 2013. — Arrêté royal relatif au personnel des 

Chemins de fer belges. — Traduction allemande d’extraits 

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande des 

articles 27, 30, 31, 35, 40, 43, 47, 53, 65, 81 et 82 de l’arrêté royal du 

11 décembre 2013 relatif au personnel des Chemins de fer belges 

(Moniteur belge du 16 décembre 2013), confirmé par la loi du 24 avril 2014 

(Moniteur belge du 27 mai 2014). 




[C − 2015/00301] 

11 DECEMBER 2013. — Koninklijk besluit houdende het personeel 

van de Belgische Spoorwegen. — Duitse vertaling van uittreksels 

De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van de artikelen 27, 

30, 31, 35, 40, 43, 47, 53, 65, 81 en 82 van het koninklijk besluit van 

11 december 2013 houdende het personeel van de Belgische Spoorwegen 

(Belgisch Staatsblad van 16 december 2013), bekrachtigd bij de wet 

van 24 april 2014 (Belgisch Staatsblad van 27 mei 2014). 




[C − 2015/00301] 

11. DEZEMBER 2013 — Königlicher Erlass über das Personal der belgischen Eisenbahnen 

Deutsche Übersetzung von Auszügen 

Der folgende Text ist die deutsche Übersetzung der Artikel 27, 30, 31, 35, 40, 43, 47, 53, 65, 81 und 82 des 

Königlichen Erlasses vom 11. Dezember 2013 über das Personal der belgischen Eisenbahnen, bestätigt durch das Gesetz 

vom 24. April 2014. 



11. DEZEMBER 2013 — Königlicher Erlass über das Personal der belgischen Eisenbahnen 



Aufgrund des Gesetzes vom 30. August 2013 zur Reform der belgischen Eisenbahnen, der Artikel 3, 7 und 11; 

Aufgrund des Gesetzes vom 23. Juli 1926 über die NGBE-Holding und die mit ihr verbundenen Gesellschaften; 

Aufgrund des Gesetzbuches der verschiedenen Gebühren und Steuern vom 2. März 1927; 

Aufgrund der am 19. Dezember 1939 koordinierten Gesetze über die Familienbeihilfen für Lohnempfänger; 

Aufgrund des Gesetzes vom 16. März 1954 über die Kontrolle bestimmter Einrichtungen öffentlichen Interesses; 

Aufgrund des Gesetzes vom 21. Mai 1955 über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpension für Arbeiter; 

Aufgrund des Gesetzes vom 12. Juli 1957 über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpension für Angestellte; 

Aufgrund des Gesetzes vom 14. Februar 1961 über den Wirtschaftsaufschwung, den sozialen Fortschritt und die 

Sanierung der Finanzen; 

Aufgrund des Gesetzes vom 25. April 1963 über die Verwaltung der Einrichtungen öffentlichen Interesses für 

soziale Sicherheit und Sozialfürsorge; 

Aufgrund des Gesetzes vom 14. April 1965 zur Festlegung bestimmter Beziehungen zwischen den verschiedenen 

Pensionsregelungen des öffentlichen Sektors; 

Aufgrund des Gesetzes vom 4. Juli 1966 zur Gewährung eines Urlaubsgeldes und eines Zuschlags zum 

Urlaubsgeld an die Pensionierten der öffentlichen Dienste; 

Aufgrund des Gesetzes vom 5. August 1968 zur Festlegung bestimmter Verbindungen zwischen den Pensionsregelungen 

des öffentlichen Sektors und des Privatsektors; 

Aufgrund des Gesetzes vom 1. April 1969 zur Einführung eines garantierten Einkommens für Betagte; 

Aufgrund des Gesetzes vom 9. Juli 1969 zur Abänderung und Ergänzung der Rechtsvorschriften über die 

Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen der Bediensteten des öffentlichen Sektors; 

Aufgrund der am 3. Juni 1970 koordinierten Gesetze über die Vorbeugung von und die Entschädigung für 

Berufskrankheiten; 

Aufgrund des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle; 

Aufgrund des Gesetzes vom 10. Januar 1974 zur Regelung der Berücksichtigung bestimmter Dienste und aktivem 

Dienst gleichgesetzter Perioden für die Gewährung und Berechnung der Pensionen zu Lasten der Staatskasse; 

Aufgrund des Gesetzes vom 19. Dezember 1974 zur Regelung der Beziehungen zwischen den öffentlichen 

Behörden und den Gewerkschaften der Bediensteten, die von diesen Behörden abhängen; 

Aufgrund des Gesetzes vom 5. August 1978 zur Festlegung von Wirtschafts- und Haushaltsreformen; 

Aufgrund des Gesetzes vom 29. Juni 1981 zur Festlegung der allgemeinen Grundsätze der sozialen Sicherheit für 

Lohnempfänger; 

Aufgrund des Gesetzes vom 15. Mai 1984 zur Festlegung von Maßnahmen zur Harmonisierung der 

Pensionsregelungen; 

Aufgrund des Gesetzes vom 20. Juli 1990 zur Einführung eines flexiblen Pensionsalters für Lohnempfänger und 

zur Anpassung der Pensionen der Lohnempfänger an die Entwicklung des allgemeinen Wohlstands; 

Aufgrund des Gesetzes vom 6. August 1990 über die Krankenkassen und Krankenkassenlandesverbände; 

Aufgrund des Gesetzes vom 29. Dezember 1990 zur Festlegung sozialer Bestimmungen; 

Aufgrund des Gesetzes vom 21. März 1991 zur Umstrukturierung bestimmter öffentlicher Wirtschaftsunternehmen; 

Aufgrund des Einkommensteuergesetzbuches 1992 vom 10. April 1992; 

Aufgrund des Gesetzes vom 30. März 1994 zur Festlegung sozialer Bestimmungen; 

Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung; 

Aufgrund des Gesetzes vom 22. März 2001 zur Einführung einer Einkommensgarantie für Betagte; 

Aufgrund des Gesetzes vom 30. März 2001 über die Pension der Personalmitglieder der Polizeidienste und ihrer 

Berechtigten;


32393 

Aufgrund des Programmgesetzes (I) vom 24. Dezember 2002; 

Aufgrund des Gesetzes vom 21. August 2008 zur Einrichtung und Organisation der eHealth-Plattform und zur 

Festlegung verschiedener Bestimmungen; 

Aufgrund des Gesetzes vom 28. Dezember 2011 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen; 

Aufgrund des Gesetzes vom 30. August 2013 zur Einführung des Eisenbahngesetzbuches; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses Nr. 50 vom 24. Oktober 1967 über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpension 

für Lohnempfänger; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 28. November 1969 zur Ausführung des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur 

Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 29. Oktober 1987 zur Ausführung von Artikel 18bis der koordinierten 

Gesetze über die Familienbeihilfen für Lohnempfänger; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 7. März 1991 zur Ausführung der Artikel 2 §§ 2 und 3, 14 § 3 und 19 

Absatz 3 und 4 des Gesetzes vom 6. August 1990 über die Krankenkassen und Krankenkassenlandesverbände; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 15. Oktober 1991 zur Ausführung von Artikel 6 des am 14. Juli 1994 

koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 17. Oktober 1991 zur Ausführung von Artikel 158 des am 14. Juli 1994 


Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 21. Dezember 1992 zur Ausführung von Artikel 50 § 2 Absatz 1 des 

Gesetzes vom 6. August 1990 über die Krankenkassen und Krankenkassenlandesverbände; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes 

über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 15. Juni 2001 zur Festlegung der Zulassungskriterien für die 

Tariffestsetzungsämter; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 28. August 2002 über die Responsabilisierung der Versicherungsträger in 

Bezug auf den Betrag ihrer Verwaltungskosten; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 21. Oktober 2002 zur Ausführung von Artikel 29 §§ 1 und 5 des Gesetzes 

vom 6. August 1990 über die Krankenkassen und Krankenkassenlandesverbände; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 16. Januar 2003 zur Festlegung des Betrags der Entschädigungen und 

Anwesenheitsgelder, die den Präsidenten und Mitgliedern der Verwaltungsorgane der öffentlichen Einrichtungen der 

sozialen Sicherheit und der Einrichtungen öffentlichen Interesses gewährt werden, die dem Föderalen Öffentlichen 

Dienst Soziale Sicherheit und gleichzeitig dem Föderalen Öffentlichen Dienst Inneres unterstehen, was das Landesamt 

für soziale Sicherheit der provinzialen und lokalen Verwaltungen betrifft; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 3. April 2003 über Gesundheitspflegeleistungen zu Lasten des Amts für 

überseeische soziale Sicherheit; 

Aufgrund der Verordnung vom 28. Juli 2003 zur Ausführung von Artikel 22 Nr. 11 des am 14. Juli 1994 


Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 22. Januar 2004 zur Festlegung der dem Landesinstitut für Kranken- und 

Invalidenversicherung von den Versicherungsträgern zu übermittelnden Daten mit Bezug auf zu tarifierende 

Leistungen; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 8. Juli 2004 über die Erstattung von Arzneimitteln für seltene Leiden; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 28. Dezember 2005 über die Übernahme der Pensionsverpflichtungen der 

NGBE-Holding durch den Belgischen Staat; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 29. Januar 2007 zur Festlegung der Bedingungen, unter denen der 

Versicherungsausschuss in Anwendung von Artikel 56 § 2 Nr. 1 des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die 

Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung ein Abkommen im Hinblick auf die Verlängerung der 

experimentellen Finanzierung von Kontrazeptiva für Jugendliche schließen kann; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 17. September 2010 zur Ausführung von Artikel 75 § 2 des Gesetzes vom 

6. August 1990 über die Krankenkassen und Krankenkassenlandesverbände; 

Aufgrund der Stellungnahme der Kommission Öffentliche Unternehmen, erwähnt in Artikel 31 § 3 des Gesetzes 

vom 21. März 1991 zur Umstrukturierung bestimmter öffentlicher Wirtschaftsunternehmen; 

Aufgrund der Stellungnahme der Nationalen paritätischen Kommission, erwähnt in Artikel 13 des Gesetzes vom 

23. Juli 1926 über die NGBE-Holding und die mit ihr verbundenen Gesellschaften; 

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 21. November 2013; 

Aufgrund des Einverständnisses Unseres Ministers des Haushalts vom 26. November 2013; 

Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch die Notwendigkeit, so schnell wie möglich die Reform umzusetzen, 

deren erster Teil bereits Gegenstand des Königlichen Erlasses vom 7. November 2013 zur Reform der Strukturen der 

NGBE-Holding, von Infrabel und der NGBE ist, insofern (i) der mit dem heutigen Übergangszeitraum verbundenen 

Unsicherheit für das Personal, die Kunden und die anderen beteiligten Parteien durch einen kurzfristigen Übergang zu 

der neuen Struktur dringend ein Ende gesetzt werden muss, (ii) die Qualität der öffentlichen Dienstleistung und die 

Pünktlichkeit durch die dank der neuen Struktur ermöglichten erforderlichen Maßnahmen dringend zu verbessern 

sind, (iii) im Interesse der Kontinuität des öffentlichen Dienstes und der Staatskasse die Verschuldung der 

NGBE-Gruppe dringend in den Griff zu bekommen ist und (iv) die neue Struktur aus Buchhaltungsgründen 

vorzugsweise zu Beginn eines neuen Kalenderjahres in Kraft treten sollte, was im Endeffekt voraussetzt, dass die neue 

Struktur am 1. Januar 2014 in Kraft tritt. Damit diese neue Struktur am 1. Januar 2014 in Kraft treten kann, muss vorher 

das Grundlagenstatut von HR Rail angenommen und müssen die Angelegenheiten in Bezug auf das Personal der 

belgischen Eisenbahnen ebenfalls geregelt werden; soweit der Gegenstand des vorliegenden Königlichen Erlasses. Laut 

dem Zeitplan für die Reform muss der Beschluss zur Einbringung der Aktiva und Passiva der jetzigen operativen 

″HR″-Tätigkeit der NGBE-Holding in HR Rail auf einer Generalversammlung am 20. Dezember 2013 gefasst werden 

mit Wirkung ab dem 1. Januar 2014 und muss das Personal der NGBE-Holding spätestens am 1. Januar 2014 von 

HR Rail übernommen werden; es ist also zwingend erforderlich, dass die Bestimmungen des vorliegenden Erlasses 

über die Errichtung von HR Rail als öffentlich-rechtliche AG und über das Grundlagenstatut von HR Rail spätestens 

am 20. Dezember 2013 in Kraft treten, da die weiter oben erwähnte Einbringung in HR Rail als öffentlich-rechtliche 

Gesellschaft stattfinden muss;


Aufgrund des Gutachtens Nr. 54.638/4 des Staatsrates vom 5. Dezember 2013, abgegeben in Anwendung von 

Artikel 84 § 1 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat; 

Auf Vorschlag des Ministers der Öffentlichen Unternehmen und der Entwicklungszusammenarbeit, beauftragt mit 

den Großstädten, des Vizepremierministers und Ministers der Pensionen, der Vizepremierministerin und Ministerin 

der Sozialen Angelegenheiten und der Volksgesundheit, des Ministers der Finanzen, beauftragt mit dem Öffentlichen 

Dienst, und aufgrund der Stellungnahme der Minister, die im Rat darüber beraten haben, 

Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: 

(...) 

Titel IV - Abänderungs- und Aufhebungsbestimmungen 

(...) 

Kapitel 3 - Andere 

Abschnitt 1 - Pensionen 

(...) 

Art. 27 - Artikel 3 Absatz 2 des Gesetzes vom 14. April 1965 zur Festlegung bestimmter Beziehungen zwischen den 

verschiedenen Pensionsregelungen des öffentlichen Sektors, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 28. Dezember 

2006, wird wie folgt abgeändert: 

1. Zwischen den Wörtern ″der NGBE-Holding″ und den Wörtern ″seine Laufbahn″ werden die Wörter ″oder von 

HR Rail″ eingefügt. 

2. Zwischen den Wörtern ″bei der NGBE-Holding″ und den Wörtern ″geleisteten Dienste″ werden die Wörter 

″oder HR Rail″ eingefügt. 

(...) 

Art. 30 - In Artikel 4 § 1 des Gesetzes vom 5. August 1968 zur Festlegung bestimmter Verbindungen zwischen den 

Pensionsregelungen des öffentlichen Sektors und des Privatsektors, abgeändert durch die Gesetze vom 20. Juni 1975 

und 6. Mai 2002 und den Königlichen Erlass vom 18. Oktober 2004, werden die Wörter ″oder der NGBE-Holding″ 

durch die Wörter ″der NGBE-Holding oder von HR Rail″ ersetzt. 

Art. 31 - In Artikel 11 § 1 desselben Gesetzes, abgeändert durch die Gesetze vom 20. Juni 1975 und 6. Mai 2002 und 

den Königlichen Erlass vom 18. Oktober 2004, werden die Wörter ″oder der NGBE-Holding″ durch die Wörter ″der 

NGBE-Holding oder von HR Rail″ ersetzt. 

(...) 

Art. 35 - In Artikel 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 10. Januar 1974 zur Regelung der Berücksichtigung bestimmter 

Dienste und aktivem Dienst gleichgesetzter Perioden für die Gewährung und Berechnung der Pensionen zu Lasten der 

Staatskasse, abgeändert durch die Gesetze vom 6. Mai 2002 und 24. Oktober 2011 und den Königlichen Erlass vom 

28. Dezember 2006, werden zwischen den Wörtern ″der NGBE-Holding″ und den Wörtern ″gewährten Pensionen″ die 

Wörter ″oder von HR Rail″ eingefügt. 

(...) 

Art. 40 - In Artikel 3 § 1 Absatz 1 Buchstabe a) dritter Gedankenstrich des Gesetzes vom 20. Juli 1990 zur 

Einführung eines flexiblen Pensionsalters für Lohnempfänger und zur Anpassung der Pensionen der Lohnempfänger 

an die Entwicklung des allgemeinen Wohlstands, abgeändert durch das Gesetz vom 29. Dezember 1990 und den 

Königlichen Erlass vom 18. Oktober 2004, werden die Wörter ″oder der NGBE-Holding″ durch die Wörter ″, der 

NGBE-Holding oder von HR Rail″ ersetzt. 

(...) 

Art. 43 - In Artikel 10 letzter Absatz des Gesetzes vom 30. März 2001 über die Pension der Personalmitglieder der 

Polizeidienste und ihrer Berechtigten, eingefügt durch das Gesetz vom 3. Februar 2003 und abgeändert durch den 

Königlichen Erlass vom 18. Oktober 2004, werden die Wörter ″, von der NGBE Holdinggesellschaft″ aufgehoben. 

(...) 

Art. 47 - In Artikel 88 Absatz 2 des Gesetzes vom 28. Dezember 2011 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen, 

abgeändert durch das Gesetz vom 13. Dezember 2012, werden die Wörter ″der NGBE-Holding″ durch die Wörter ″von 

HR Rail″ ersetzt. 

(...) 

Abschnitt 3 - Berufskrankheiten 

Art. 53 - In Artikel 2 § 1 Absatz 2 Buchstabe c) der am 3. Juni 1970 koordinierten Gesetze über die Vorbeugung von 

und die Entschädigung für Berufskrankheiten, eingefügt durch das Gesetz vom 29. Dezember 1990 und abgeändert 

durch den Königlichen Erlass vom 18. Oktober 2004, werden die Wörter ″die NGBE-Holdinggesellschaft″ durch die 

Wörter ″HR Rail″ ersetzt. 

(...) 

Abschnitt 6 - Soziale Sicherheit der Arbeitnehmer 

(...) 

Art. 65 - In Ausführung von Artikel 31 des Gesetzes vom 29. Juni 1981 zur Festlegung der allgemeinen Grundsätze 

der sozialen Sicherheit für Lohnempfänger wird HR Rail als Bevollmächtigter für das autonome öffentliche 

Unternehmen NGBE-Holding bestimmt. HR Rail hat den Auftrag, alle Verpflichtungen zu übernehmen, die einer 

Beschäftigung vor dem 1. Januar 2014 durch die NGBE-Holding eigen sind und sich aus den Beziehungen der 

NGBE-Holding mit den Einrichtungen, aufgeführt in Artikel 2 Absatz 1 Nr. 2 des Gesetzes vom 15. Januar 1990 über 

die Errichtung und Organisation einer Zentralen Datenbank der sozialen Sicherheit, abgeändert durch die Gesetze vom 

29. April 1996, 25. Januar 1999, 24. Dezember 2002 und 1. März 2007, ergeben. 

(...)


32395 

Titel VII - Verschiedene Bestimmungen 

Art. 81 - § 1 - Artikel 1 des vorliegenden Erlasses und vorliegender Artikel treten am Tag der Veröffentlichung des 

vorliegenden Erlasses im Belgischen Staatsblatt in Kraft, mit Ausnahme von Artikel 1 § 1 und § 3, die am Datum des 

Inkrafttretens des in Artikel 1 § 2 erwähnten Erlasses in Kraft treten. 

§ 2 - Artikel 3 tritt, was die Einfügung der Artikel 21 bis 65 in das vorerwähnte Gesetz vom 23. Juli 1926 betrifft, 

am Datum des Inkrafttretens des in Artikel 1 § 2 erwähnten Erlasses in Kraft. In Abweichung von Artikel 34 § 1Nr.3 

des vorerwähnten Gesetzes vom 23. Juli 1926, eingefügt durch den vorliegenden Erlass, wird der geschäftsführende 

Verwalter der NGBE-Holding von Rechts wegen dem Verwaltungsrat von HR Rail angehören, bis die in Kapitel II des 

Königlichen Erlasses vom 7. November 2013 zur Reform der Strukturen der NGBE-Holding, von Infrabel und der 

NGBE erwähnte Fusion wirksam wird. 

§ 3 - Artikel 2, die anderen Bestimmungen von Artikel 3, die Artikel 4 bis 80 und Artikel 82 treten am 1. Januar 2014 

oder an einem späteren Datum, das vom König festgelegt wird, jedoch spätestens am 1. April 2014, in Kraft. 

Art. 82 - Der für öffentliche Unternehmen zuständige Minister ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses 

beauftragt. 

Gegeben zu Brüssel, den 11. Dezember 2013 

PHILIPPE 


Der Minister der Öffentlichen Unternehmen 

J.-P. LABILLE 

* 

SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES 

[C − 2015/03218] 

27 MARS 2015. — Arrêté royal portant exécution de l’article 4, 

alinéa 1 er de la loi du 3 août 2012 portant dispositions relatives aux 

traitements de données à caractère personnel réalisés par le Service 

public fédéral Finances dans le cadre de ses missions 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN 

[C − 2015/03218] 

27 MAART 2015. — Koninklijk besluit houdende uitvoering van 

artikel 4, eerste lid van de wet van 3 augustus 2012 houdende 

bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door 

de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn 

opdrachten 

PHILIPPE, Roi des Belges, 

A tous, présents et à venir, Salut. 

Vu la loi du 3 août 2012 portant dispositions relatives aux traitements 

de données à caractère personnel réalisés par le Service public fédéral 

Finances dans le cadre de ses missions, l’article 4, alinéa 1 er ; 

Vu l’avis du comité sectoriel pour l’Autorité fédérale donné le 

20 février 2014; 

Sur la proposition du Ministre des Finances et de la Secrétaire d’Etat 

à la Lutte contre la pauvreté, à l’Egalité des chances, aux Personnes 

handicapées, à la Lutte contre la fraude fiscale, et à la Politique 

scientifique, adjointe au ministre des Finances, 

FILIP, Koning der Belgen, 

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 

Gelet op de wet van 3 augustus 2012 houdende bepalingen 

betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale 

Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten, artikel 4, 

eerste lid; 

Gelet op het advies van het sectoraal comité voor de Federale 

overheid van 20 februari 2014; 

Op de voordracht van de Minister van Financiën en de Staatssecretaris 

voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een 

beperking, Bestrijding van de fiscale fraude, en Wetenschapsbeleid, 

toegevoegd aan de minister van Financiën, 

Nous avons arrêté et arrêtons : 

Article 1 er . Le Président du comité de direction du Service public 

fédéral Finances est désigné comme l’instance visée à l’article 4 de la loi 

du 3 août 2012 portant dispositions relatives aux traitements de 

données à caractère personnel réalisés par le Service public fédéral 

Finances dans le cadre de ses missions. 

Art. 2. Le ministre qui a les Finances dans ses attributions est chargé 

de l’exécution du présent arrêté. 

Donné àBruxelles, le 27 mars 2015. 

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : 

Artikel 1. De Voorzitter van het directiecomité van de Federale 

Overheidsdienst Financiën wordt aangesteld als de instantie bedoeld in 

artikel 4 van de wet van 3 augustus 2012 houdende bepalingen 

betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale 

Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten. 

Art. 2. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de 

uitvoering van dit besluit. 

Gegeven te Brussel 27 maart 2015. 

PHILIPPE 

Par le Roi : 

Le Ministre des Finances, 

J. VAN OVERTVELDT 

La Secrétaire d’Etat à la Lutte contre la pauvreté, à l’Egalité des chances, 

aux Personnes handicapées, à la Lutte contre la fraude fiscale, et à la 

Politique scientifique, adjointe au ministre des Finances, 

Mme E. SLEURS 

FILIP 

Van Koningswege : 

De Minister van Financiën, 

J. VAN OVERTVELDT 

De Staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen 

met een beperking, Bestrijding van de fiscale fraude, en Wetenschapsbeleid, 

toegevoegd aan de minister van Financiën, 

Mevr. E. SLEURS


SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, 

TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE 

[C − 2015/12050] 

10 AVRIL 2015. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention 

collective de travail du 19 février 2014, conclue au sein de la 

Commission paritaire des grandes entreprises de vente au détail, 

relative aux éco-chèques (1) 



Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail 

et les commissions paritaires, notamment l’article 28; 

Vu la demande de la Commission paritaire des grandes entreprises 

de vente au détail; 

Sur la proposition du Ministre de l’Emploi, 


Article 1 er . Est rendue obligatoire la convention collective de travail 

du 19 février 2014, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission 

paritaire des grandes entreprises de vente au détail, relative aux 

éco-chèques. 

Art. 2. Le ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de 

l’exécution du présent arrêté. 

Donné àBruxelles, le 10 avril 2015. 

PHILIPPE 

Par le Roi : 

Le Ministre de l’Emploi, 

K. PEETERS 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, 

ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 

[C − 2015/12050] 

10 APRIL 2015. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 

wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 

19 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de grote 

kleinhandelszaken, betreffende de ecocheques (1) 



Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve 

arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op 

artikel 28; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de grote 

kleinhandelszaken; 

Op de voordracht van de Minister van Werk, 


Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage 

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2014, 

gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, 

betreffende de ecocheques. 

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering 

van dit besluit. 

Gegeven te Brussel, 10 april 2015. 

FILIP 


De Minister van Werk, 

K. PEETERS 

Note 

(1) Référence au Moniteur belge : 

Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. 

Nota 

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : 

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. 

Annexe 

Commission paritaire des grandes entreprises de vente au détail 

Convention collective de travail du 19 février 2014 

Eco-chèques (Convention 

enregistrée le 31 juillet 2014 sous le numéro 122859/CO/311) 

CHAPITRE I er . — Champ d’application 

Article 1 er .Laprésente convention collective de travail s’applique 

aux employeurs et aux travailleurs des entreprises ressortissant à la 

Commission paritaire des grandes entreprises de vente au détail. 

CHAPITRE II. — Définition 

Art. 2. Cette convention collective de travail est conclue en exécution 

de la convention collective de travail n° 98 concernant les 

éco-chèques, conclue au Conseil national du travail le 20 février 2009 et 

telle que modifiée ultérieurement. 

Art. 3. § 1 er . Aux fins de la présente convention, il convient 

d’entendre par ″éco-chèque″ :l’avantage destinéàl’achat de produits et 

services à caractère écologique repris dans la liste annexée à la 

convention collective de travail n° 98. 

§ 2. Les travailleurs ne peuvent acquérir avec des éco-chèques que les 

produits ou services à caractère écologique mentionnés expressément 

dans cette liste. 

Leur validité est limitée à 24 mois à partir de la date de leur mise à 

disposition au travailleur. 

Art. 4. L’éco-chèque mentionne sa valeur nominale, qui est de 

maximum 10 EUR par éco-chèque. 

CHAPITRE III. — Modalités d’octroi 

Art. 5. II est octroyé, une fois par an, des éco-chèques à chaque 

travailleur occupé à temps plein avec une période de référence 

complète d’une valeur de 250 EUR. 

Bijlage 

Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2014 

Ecocheques (Overeenkomst 

geregistreerd op 31 juli 2014 onder het nummer 122859/CO/311) 

HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied 

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing 

op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die 

ressorteren onder het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken. 

HOOFDSTUK II. — Definitie 

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in 

uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 betreffende de 

ecocheques, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 20 februari 2009 

en zoals later gewijzigd. 

Art. 3. § 1. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder 

″ecocheque″ verstaan : het voordeel bij de aankoop van producten en 

diensten van ecologische aard die zijn opgenomen in de bij de 

collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 gevoegde lijst. 

§ 2. De werknemers kunnen met ecocheques alleen de producten of 

diensten van ecologische aard aankopen die expliciet opgenomen zijn 

in deze lijst. 

Hun geldigheid is beperkt tot 24 maanden, vanaf de datum van hun 

terbeschikkingstelling aan de werknemer. 

Art. 4. De nominale waarde van de ecocheque staat aangegeven op 

de cheque, met een maximum van 10 EUR per ecocheque. 

HOOFDSTUK III. — Toekenningsmodaliteiten 

Art. 5. Aan elke voltijds tewerkgestelde werknemer met een volledige 

referteperiode worden ecocheques één keer per jaar toegekend ter 

waarde van 250 EUR.


32397 

Art. 6. Les éco-chèques seront payés aux travailleurs à temps partiel 

selon les paliers suivants : 

Art. 6. Aan de deeltijdse werknemers zullen de ecocheques worden 

betaald volgens de volgende schijven : 

Wekelijkse arbeidsduur 

— 

Durée de travail hebdomadaire 

Vanaf 27 uur/week 

A partir de 27 heures/semaine 

Vanaf 20 uur en minder dan 27 uur/week 

A partir de 20 heures et en dessous de 27 heures/semaine 

Vanaf 17,5 uur en minder dan 20 uur/week 

A partir de 17,5 heures et en dessous de 

20 heures/semaine 

Minder dan 17,5 uur/week 

Moins de 17,5 heures/semaine 

Contracten van 8 uur/week en eendagscontracten 

Contrats de 8 heures/semaine et contrats d’un jour 

Bedrag 

— 

Montant 

250 EUR 

200 EUR 

150 EUR 

100 EUR 

75 EUR 

Par ″durée de travail hebdomadaire″ comme mentionnée dans le 

tableau ci-dessus, on entend : la moyenne des prestations effectives 

dans la période de référence. 

Onder ″wekelijkse arbeidsduur″ in de hierboven vermelde tabel 

wordt verstaan : het gemiddelde van de effectieve prestaties in de 

referteperiode. 

Art. 7. Le paiement de ces éco-chèques se fait une fois par an, dans 

le courant du mois de juin. 

Art. 7. De betaling van deze ecocheques vindt plaats één keer per 

jaar, in de loop van de maand juni. 

Art. 8. Les montants susmentionnés ne sont dus qu’aux travailleurs 

avec une période de référence complète. 

Art. 8. De bovenvermelde bedragen zijn verschuldigd aan de werknemers 

met een volledige referteperiode. 

La période de référence est la période de 12 mois qui court depuis le 

mois de juin de l’année calendrier précédente jusque et en ce compris le 

mois de mai de l’année calendrier concernée. 

De referteperiode is de periode van 12 maanden die loopt vanaf de 

maand juni van het voorgaande kalenderjaar tot en met de 

maand mei van het betrokken kalenderjaar. 

Aux travailleurs ayant une période de référence incomplète, le 

montant fixé suivant le tableau ci-dessus, sera payé au prorata des 

prestations réellement effectuées et assimilées selon la convention 

collective de travail n° 98 (article 6, § 3). 

Aan de werknemers met een onvolledige referteperiode, zal het 

bedrag vastgesteld volgens de hierboven vermelde schijven, betaald 

worden pro rata van de werkelijke prestaties en daarmee volgens de 

collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 gelijkgestelde periodes (artikel 

6, § 3). 

Exemple 1:Untravailleur est absent du travail pendant 3 semaines 

consécutives suite à une opération. Ces 3 semaines sont assimilées. 

Voorbeeld 1 : Een werknemer is gedurende 3 opeenvolgende weken 

afwezig van het werk ingevolge een operatie. Deze 3 weken worden 

gelijkgesteld. 

Exemple 2 : Une travailleuse prend les 15 semaines de congé de 

maternité. Ces 15 semaines sont assimilées. 

Voorbeeld 2 : Een werkneemster neemt haar 15 weken moederschapsverlof 

op. Deze 15 weken worden gelijkgesteld. 

Art. 9. Compte tenu de la période de formation, compte tenu du fait 

que les étudiants ne se sont pas encore bien familiarisés avec le monde 

du travail, sont exclus de ces dispositions les travailleurs liés par un 

contrat d’occupation d’étudiants comme défini au titre VII de la loi du 

3 juillet 1978 relative aux contrats de travail et soumis aux cotisations de 

solidarité. 

Art. 9. Gelet op de opleidingsperiode, gelet op de beperktere 

vertrouwdheid van de studenten in het bedrijfsleven, worden uitgesloten 

van deze regeling, de werknemers verbonden met een overeenkomst 

voor tewerkstelling van studenten zoals bepaald door titel VII 

van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten en die 

onderworpen zijn aan de solidariteitsbijdragen. 

CHAPITRE IV. — Information des travailleurs 

HOOFDSTUK IV. — Informatieverstrekking aan de werknemers 

Art. 10. Lors de la première remise d’éco-chèques aux travailleurs 

concernés, l’employeur les informe du contenu de la liste de la 

convention collective de travail n° 98 par tous moyens utiles, ainsi que 

chaque fois qu’elle est modifiée par le Conseil national du travail. 

Art. 10. Als de ecocheques voor het eerst aan de betrokken werknemers 

worden afgegeven, informeert de werkgever hen met alle 

dienstige middelen over de inhoud van de in de collectieve arbeidsovereenkomst 

nr. 98 genoemde lijst en ook telkenmale dat ze door de 

Nationaal Arbeidsraad wordt gewijzigd. 

En même temps que les informations transmises au travailleur qui 

quitte l’employeur, sont communiqués au travailleur le nombre 

d’éco-chèques qui doivent lui être octroyés ainsi que le moment auquel 

ces éco-chèques lui seront effectivement remis. 

Tegelijk met de hem bezorgde informatie wordt de werknemer die de 

werkgever verlaat in kennis gesteld van het aantal ecocheques die hem 

moeten worden toegekend en van het ogenblik waarop die ecocheques 

hem effectief zullen worden afgegeven.


CHAPITRE V. — Conversion en entreprises 

Art. 11. Les négociations d’entreprise ne peuvent porter que sur la 

conversion des éco-chèques. 

Ils peuvent être convertis en entreprise en un autre avantage, par une 

convention collective de travail conclue avant le 30 septembre 2014. 

Art. 12. Le coût total patronal de ces avantages convertis ne peut en 

aucun cas être supérieur au coût patronal total de l’application de 

l’augmentation nette des paliers prévue dans le système sectoriel 

supplétif, toutes charges comprises pour les employeurs. 

Dans ce cadre, il peut être dérogé aux paliers du système sectoriel 

supplétif. 

Art. 13. Si aucune convention collective de travail d’entreprise n’est 

conclue avant le 30 septembre 2014, c’est alors automatiquement le 

système des éco-chèques, tel que défini dans cette convention collective 

de travail, qui est d’application. 

CHAPITRE VI. — Dispositions finales 

Art. 14. La présente convention collective de travail entre en vigueur 

le 1 er décembre 2013 et remplace la convention collective de travail du 

9décembre 2011 relative aux éco-chèques (108073/CO/311, arrêté royal 

du 20 février 2013, Moniteur belge du 11 juin 2013). Elle est conclue pour 

une durée indéterminée. 

Elle peut être dénoncée moyennant un préavis de trois mois par 

chacune des parties signataires par lettre recommandée à la poste au 

président de la Commission paritaire des grandes entreprises de vente 

au détail. 

Vu pour être annexé àl’arrêté royal du 10 avril 2015. 

Le Ministre de l’Emploi, 

K. PEETERS 

* 

HOOFDSTUK V. — Omzetting in de ondernemingen 

Art. 11. Bedrijfsonderhandelingen kunnen enkel betrekking hebben 

op de omzetting van de ecocheques. 

Ze kunnen in de ondernemingen bij collectieve arbeidsovereenkomst 

gesloten vóór 30 september 2014 omgevormd worden in een ander 

voordeel. 

Art. 12. De totale patronale kost van de omgezette voordelen mag in 

geen geval hoger zijn dan de totale patronale kost van de toepassing 

van de netto-verhoging in schijven zoals voorzien in het sectorale 

suppletieve stelsel, alle lasten inbegrepen voor de werkgevers. 

In dat kader kan van de schijven van het sectoraal suppletief systeem 

worden afgeweken. 

Art. 13. Indien geen ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst 

wordt gesloten vóór 30 september 2014, dan zal automatisch het 

systeem van ecocheques, zoals bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst, 

van toepassing zijn. 

HOOFDSTUK VI. — Slotbepalingen 

Art. 14. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 

1 december 2013 en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 

9 december 2011 betreffende de ecocheques (108073/CO/311, koninklijk 

besluit van 20 februari 2013, Belgisch Staatsblad van 11 juni 2013). Zij 

is gesloten voor onbepaalde tijd. 

Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd 

mits een opzeggingstermijn van drie maanden, gegeven bij een ter post 

aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité 

voor de grote kleinhandelszaken. 

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 

10 april 2015. 

De Minister van Werk, 

K. PEETERS 

SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, 

SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE 

ET ENVIRONNEMENT 

[C − 2015/24120] 

30 MARS 2015. — Amendement au protocole d’accord du 

11 mars 2008 entre le Gouvernement fédéral et les autorités visées 

aux articles 128, 130 et 135 de la Constitution concernant la 

notification internationale de la Belgique dans le cadre du Règlement 

sanitaire international (RSI) 

Vu les compétences respectives dont disposent l’Etat fédéral et les 

autorités visées aux articles 128, 130 et 135 de la Constitution, ci-après 

dénommées Communautés etRégions, sur le plan de la politique de 

santé, 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, 

VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN 

EN LEEFMILIEU 

[C − 2015/24120] 

30 MAART 2015. — Amendement aan het Protocolakkoord van 

11 maart 2008 tussen de Federale Overheid en de overheden 

bedoeld in artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet, betreffende 

de internationale notificatie door België in het kader van het 

Internationaal Gezondheidsreglement (IHR) 

Gelet op de respectieve bevoegdheden waarover de Federale Staat en 

de in artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden, 

hierna de Gemeenschappen en Gewesten genoemd, inzake het gezondheidsbeleid 

beschikken, 

Vu le Protocole d’accord du 11 mars 2008 conclu entre le Gouvernement 

fédéral et les autorités visées aux articles 128, 130 et 135 de la 

Constitution, concernant la notification internationale de la Belgique 

dans le cadre du Règlement sanitaire international (RSI), 

Gelet op het Protocolakkoord van 11 maart 2008 gesloten tussen de 

Federale Overheid en de overheden bedoeld in artikelen 128, 130 en 135 

van de Grondwet, betreffende de internationale notificatie door België 

in het kader van het Internationaal Gezondheidsreglement (IHR), 

Vu le Protocole d’accord du 24 février 2014 complémentaire au 

Protocole d’accord du 11 mars 2008 conclu entre le Gouvernement 

fédéral et les autorités visées aux articles 128, 130 et 135 de la 

Constitution, concernant la notification internationale de la Belgique 

dans le cadre du Règlement sanitaire international (RSI), 

Gelet op het aanvullend Protocolakkoord van 24 februari 2014 aan 

het Protocolakkoord van 11 maart 2008 gesloten tussen de Federale 

Overheid en de overheden bedoeld in artikelen 128, 130 en 135 van de 

Grondwet, betreffende de internationale notificatie door België in het 

kader van het Internationaal Gezondheidsreglement (IHR), 

Considérant qu’il existe des recouvrements de compétences entre le 

Conseil Supérieur de la Santé (CSS) et le groupe d’évaluation de risques 

(RAG), les parties au Protocole (RMG) ont proposé d’ajouter un expert 

permanent du CSS au groupe RAG afin d’optimiser la collaboration. 

Il a été décidé : 

Article 1 er . A la partie a (composition du groupe Evaluation des 

risques) de l’article 3 du Protocole d’accord du 11 mars 2008, les termes 

« un expert du Conseil Supérieur de la Santé »sont ajoutés enun 

point 10. 

Overwegende dat er overlappingen van bevoegdheden tussen de 

Hoge Gezondheidsraad (HGR) en de Risico Assessment Groep (RAG) 

zijn, hebben de partijen van het Protocol (RMG) voorgesteld dat een 

permanente expert van de HGR aan de RAG wordt toegevoegd om de 

samenwerking te optimaliseren. 

Werd beslist : 

Artikel 1. In deel a (samenstelling van de Risico Assessment Groep) 

van artikel 3 van het Protocolakkoord van 11 maart 2008, worden de 

woorden “een expert van de Hoge Gezondheidsraad” toegevoegd in 

een punt 10.


32399 

Art. 2. Les structures définies dans le cadre du protocole d’accord 

du 11 mars 2008 restent inchangées en ce qui concerne les missions en 

application du Règlement sanitaire international. 

Lu et approuvé, à Bruxelles, le 30 mars 2015. 

Pour l’Etat fédéral : 

Mme M. DE BLOCK, 

La Ministre des Affaires Sociales et de la Santé publique 

W. BORSUS, 

Le Ministre des Classes moyennes, des Indépendants, 

des P.M.E., de l’Agriculture, et de l’Intégration sociale 

Art. 2. de structuren zoals gedefinieerd in het kader van het 

Protocolakkoord van 11 maart 2008 blijven ongewijzigd wat betreft de 

opdrachten met betrekking tot de toepassing van het Internationaal 

Gezondheidsreglement. 

Gelezen en goedgekeurd, te Brussel, 30 maart 2015. 

Voor de Federale Staat : 

Mevr. M. DE BLOCK, 

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 

W. BORSUS, 

De Minister van Middenstand, Zelfstandigen, 

K.M.O.’s, Landbouw en Maatschappelijke Integratie 

Voor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest : 

J. VANDEURZEN, 

De Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 

Pour la Région Wallonne : 

M. PREVOT, 

Le Ministre des Travaux publics, de la Santé, del’Action sociale et du Patrimoine 

Pour la Communauté Française : 

R. DEMOTTE, 

Le Ministre-Président de la Fédération Wallonie-Bruxelles 

Mme J. MILQUET, 

La Vice-Présidente du Gouvernement 

de la Fédération Wallonie-Bruxelles, Ministre de l’Education, de la Culture et de l’Enfance 

Pour la Commission Communautaire Commune de Bruxelles-Capitale : 

D. GOSUIN, 

Le Membre du Collège réuni de la Commission communautaire 

commune (COCOM), chargé de la Politique de la Santé, de la 

Fonction publique, des Finances, du Budget, du Patrimoine et des 

Relations extérieures 

Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie 

van Brussel-Hoofdstad : 

G. VANHENGEL, 

Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke 

Gemeenschapscommissie, belast met Gezondheidsbeleid 

Pour le collège de la Commission Communautaire Française de Bruxelles-Capitale : 

Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 

C. JODOGNE, 

Membre du Collège de la Commission communautaire française, compétente pour la Politique de Santé 

Für die Deutschsprachige Gemeinschaft : 

Pour la Communauté germanophone : 

A. ANTONIADIS, 

Minister der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Familie, Gesundheit und Soziales 

* 




[C − 2015/24136] 

13 MAI 2015. — Arrêté royal portant octroi d’une contribution 

financière 2015 du Royaume de Belgique à la Commission de 

l’Escaut dans le cadre de la Convention sur l’Escaut 



EN LEEFMILIEU 

[C − 2015/24136] 

13 MEI 2015. — Koninklijk besluit houdende toekenning van de 

financiële bijdrage 2015 van het Koninkrijk België aan de Scheldecommissie 

in het kader van het Internationale Scheldeverdrag 



Vu la loi du 19 décembre 2014 concernant le budget général des 

dépenses pour l’année budgétaire 2015, le programme 25.55.5; 

Considérant la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et 

de la comptabilité de l’Etat fédéral, les articles 121 jusqu’à 124; 

Considérant que la Belgique est membre de « l’Accord sur l’Escaut » 

transposée par la loi du 6 octobre 2005 portant assentiment aux Actes 

internationaux suivants : 1° Accord international sur l’Escaut; 2° Accord 

international sur la Meuse, faits à Gand le 3 décembre 2002; 

Considérant que la réunion de 2003 de l’Accord sur l’Escaut a 

approuvé par consensus son règlement financier; 



Gelet op de wet van 19 december 2014 houdende de algemene 

uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2015, programma 25.55.5; 

Overwegende de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de 

begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, de artikelen 

121 tot 124; 

Overwegende dat België lid is van het “Scheldeverdrag” dat omgezet 

werd door de wet van 6 oktober 2005 houdende instemming met de 

volgende Internationale Akten : 1° Scheldeverdrag; 2° Maasverdrag, 

gedaan te Gent op 3 december 2002; 

Overwegende dat de vergadering van 2003 van het Scheldeverdrag 

bij consensus haar financiële reglement goedgekeurd heeft;


Considérant que la réunion du 9 septembre 2014 de l’Accord sur 

l’Escaut a prévu que la contribution de la Belgique en 2015 s’élèvera à 

2.020 euros; 

Sur la proposition du Secrétaire d’Etat à la Mer du Nord, 


Article 1 er . Une contribution obligatoire de 2.020 euros, à imputer 

au crédit prévu à la division organique 55, allocation de base 51.35.40.01 

(programme 25.55.5) du budget du SPF Santé publique, Sécurité de la 

Chaîne alimentaire et Environnement pour l’année budgétaire 2015, est 

allouée à l’Accord sur l’Escaut. 

Art. 2. Le montant de la contribution sera versé au compte suivant : 

Commission de l’Escaut (ISC) 

Numéro de compte : 091-0120682-43 

IBAN : BE66 0910 1206 8243 

BIC : GKCCBEBB 

Bank : Dexia, Boulevard Pacheco 54, 1000 Bruxelles 

Référence : CIE-ISC/2012/B 

Art. 3. Le montant sera versé sur présentation des créances visant le 

paiement de la contribution. Ces créances sont établies en application 

de la réglementation en vigueur et sont introduites auprès du 

SPF SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAÎNE ALIMEN- 

TAIRE ET ENVIRONNEMENT 

Service d’encadrement Budget & contrôle de gestion 

Eurostation bloc 2 

Place Victor Horta 40, boîte10 

1060 BRUXELLES 

Art. 4. Le Ministre quia la protection de l’environnement marin 

dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. 

Donné àBruxelles, le 13 mai 2015. 

PHILIPPE 

Par le Roi : 

Le Secrétaire d’Etat à la Mer du Nord, 

B. TOMMELEIN 

Overwegende dat de vergadering van 9 december 2014 van het 

Scheldeverdrag beslist heeft dat de bijdrage voor 2015 van het 

Koninkrijk België 2.020 euro zal bedragen; 

Op de voordracht van de Staatssecretaris van de Noordzee, 


Artikel 1. Een verplichte bijdrage van 2.020 euro aan te rekenen op 

het krediet voorzien bij de organisatieafdeling 55, basisallocatie 

51.35.40.01 (programma 25.55.5) van de begroting van de FOD 

Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu voor 

het begrotingsjaar 2015, wordt verleend aan het Scheldeverdrag. 

Art. 2. Het bedrag van de bijdrage zal gestort worden op volgende 

rekening : 

Internationale Scheldecommissie (ISC) 

Rekeningnummer : 091-0120682-43 

IBAN : BE66 0910 1206 8243 

BIC : GKCCBEBB 

Bank : Dexia, Pachecolaan 54, 1000 Brussel 

Referentie : CIE-ISC/2012/B 

Art. 3. De uitbetaling gebeurt bij voorlegging van de vorderingen 

voor uitbetaling van de bijdrage. Deze vorderingen worden opgesteld 

in toepassing van de geldende regelgeving en worden ingediend bij 

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKE- 

TEN EN LEEFMILIEU 

Stafdienst Budget en Beheerscontrole 

Eurostation blok 2 

Victor Hortaplein 40, bus 10 

1060 BRUSSEL 

Art. 4. . De Minister bevoegd voor de bescherming van het mariene 

milieu is belast met de uitvoering van dit besluit. 

Gegeven te Brussel, 13 mei 2015. 

FILIP 


De Staatssecretaris van de Noordzee, 

B. TOMMELEIN 

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION 

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN 

GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE 

VLAAMSE OVERHEID 

[C − 2015/35678] 

3 APRIL 2015. — Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning 

van de masteropleiding Master of Bioinformatics als nieuwe opleiding van de Universiteit Gent 

DE VLAAMSE REGERING, 

Gelet op de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet van 20 december 2013, 

artikel II.81, § 1, 11°, 12°, 13°, artikel II.150, II.152 en II.153; 

Gelet op het positieve oordeel van de Commissie Hoger Onderwijs over de macrodoelmatigheid, gegeven op 

28 mei 2014; 

Gelet op het positieve toetsingsrapport van 9 februari 2015 van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie; 

Overwegende het positieve oordeel van de Commissie Hoger Onderwijs van 29 april 2014 tot het organiseren van 

de anderstalige masteropleiding Master of Bioinformatics;


32401 

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 13 maart 2015; 

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs; 

Na beraadslaging, 

Besluit : 

Artikel 1. De masteropleiding Master of Bioinformatics met de specificatie “of Science” wordt erkend als nieuwe 

opleiding van de Universiteit Gent, administratief arrondissement Gent. De opleiding is ondergebracht in de 

studiegebieden Toegepaste biologische wetenschappen, Wetenschappen en Toegepaste wetenschappen. De studieomvang 

bedraagt honderdtwintig studiepunten. De opleiding heeft drie afstudeerrichtingen: Bioscience Engineering, 

Systems Biology en Engineering. De onderwijstaal is het Engels. De opleiding kan met ingang van het academiejaar 

2015-2016 worden georganiseerd. 

Art. 2. De masteropleiding master in de mariene en de lacustriene wetenschappen, aangeboden door de 

Universiteit Gent, wordt geschrapt in het Hoger Onderwijsregister vanaf het academiejaar waarin de nieuwe opleiding 

vermeld in artikel 1 wordt georganiseerd. 

Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit. 

Brussel, 3 april 2015. 

De minister-president van de Vlaamse Regering, 

Geert BOURGEOIS 

De Vlaamse minister van Onderwijs, 

Hilde CREVITS 

TRADUCTION 

AUTORITE FLAMANDE 

[C − 2015/35678] 

3 AVRIL 2015. — Arrêté du Gouvernement flamand portant reconnaissance 

de la formation de master « Master of Bioinformatics » comme nouvelle formation de l’Universiteit Gent 

LE GOUVERNEMENT FLAMAND, 

Vu le Code de l’Enseignement supérieur du 11 octobre 2013, sanctionné par le décret du 20 décembre 2013, 

notamment l’article II.81, § 1 er ,11°, 12°, 13° et les articles II.150, II.152 et II.153 ; 

Vu l’avis positif de la Commissie Hoger Onderwijs sur la macro-efficacité, rendu le 28 mai 2014 ; 

Vu le rapport d’évaluation positif de l’Organisation d’accréditation néerlandaise-flamande du 9 février 2015 ; 

Considérant l’avis positif de la Commissie Hoger Onderwijs du 29 avril 2014 sur l’organisation de la formation de 

master allophone « Master of Bioinformatics » ; 

Vu l’accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 13 mars 2015 ; 

Sur la proposition de la Ministre flamande de l’Enseignement ; 

Après délibération, 

Arrête : 

Article 1 er . La formation de master « Master of Bioinformatics » avec la spécification « of Science » est reconnue 

comme nouvelle formation de l’Universiteit Gent, arrondissement administratif Gent. La formation est classée dans les 

disciplines « Toegepaste biologische wetenschappen, Wetenschappen en Toegepaste wetenschappen » (Sciences 

biologiques appliquées, Sciences et Sciences appliquées). Le volume des études s’élève à cent-vingt unités d’études. La 

formation a trois orientations diplômantes : « Bioscience Engineering », « Systems Biology » et « Engineering ». La 

langue d’enseignement est l’anglais. La formation peut être organisée à partir de l’année académique 2015-2016. 

Art. 2. La formation de master « Master in de mariene en lacustriene wetenschappen », offerte par l’Universiteit 

Gent, est rayée du Registre de l’Enseignement supérieur à partir de l’année académique dans laquelle la nouvelle 

formation mentionnée à l’article 1 er est organisée. 

Art. 3. La Ministre flamande ayant l’enseignement dans ses attributions est chargée del’exécution du présent 

arrêté. 

Bruxelles, le 3 avril 2015. 

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, 


La Ministre flamande de l’Enseignement, 

Hilde CREVITS 

* 


[C − 2015/35676] 

24 APRIL 2015. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 

16 september 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het secundair onderwijs of 

in het stelsel van leren en werken en van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 

1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het basisonderwijs, wat de van 

rechtswege gewettigde afwezigheden betreft 


Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 22, § 1, eerste lid;


Gelet op de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, bekrachtigd bij het decreet van 27 mei 2011, 

artikel 123/3, § 1, ingevoegd bij het decreet van 25 april 2014; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen 

van leerlingen in het secundair onderwijs of in het stelsel van leren en werken; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen 

van leerlingen in het basisonderwijs; 

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 6 februari 2015; 

Gelet op advies 57.222/1 van de Raad van State, gegeven op 26 maart 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, 

eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; 



Besluit : 

Artikel 1. In artikel 14ter van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 1997 betreffende de controle 

op de inschrijvingen van leerlingen in het secundair onderwijs of in het stelsel van leren en werken, ingevoegd bij het 

besluit van de Vlaamse Regering van 21 maart 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 

4 juni 2004, 22 juli 2005, 24 oktober 2008, 10 september 2010 en 13 september 2013, worden de volgende wijzigingen 

aangebracht: 

1° in punt 3°, a), wordt punt 5) opgeheven; 

2° punt 5° wordt vervangen door wat volgt: 

“5° De afwezigheid ingevolge maatregelen bij schending van leefregels.”. 

Art. 2. In artikel 10ter, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 1997 betreffende de 

controle op de inschrijvingen van leerlingen in het basisonderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering 

van 21 maart 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004, 6 juli 2007, 

10 september 2010 en 13 september 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 

1° in punt 1°, a), wordt punt 3) opgeheven; 

2° er wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt: 

“6° de afwezigheid ten gevolge van een preventieve schorsing, een tijdelijke of definitieve uitsluiting als vermeld 

in artikel 32 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, op voorwaarde dat de school aan de ouders 

gemotiveerd heeft waarom de opvang op school niet haalbaar is.”. 

Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2015. 


Brussel, 24 april 2015. 




Hilde CREVITS 

TRADUCTION 


[C − 2015/35676] 

24 AVRIL 2015. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 

16 septembre 1997 relatif au contrôle des inscriptions d’élèves dans l’enseignement secondaire ou dans le 

système d’apprentissage et de travail, et l’arrêté du Gouvernement flamand du 12 novembre 1997 relatif au 

contrôle des inscriptions d’élèves dans l’enseignement fondamental, pour ce qui est des absences légalement 

justifiées 


Vu le décret relatif à l’enseignement fondamental du 25 février 1997, notamment l’article 22 § 1 er , premier alinéa ; 

Vu le Code de l’Enseignement secondaire du 17 décembre 2010, sanctionné par le décret du 27 mai 2011, 

notamment l’article 123/3, § 1 er , inséré par le décret du 25 avril 2014 ; 

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 16 septembre 1997 relatif au contrôle des inscriptions d’élèves dans 

l’enseignement secondaire ou dans le système d’apprentissage et de travail ; 

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 12 novembre 1997 relatif au contrôle des inscriptions d’élèves dans 

l’enseignement fondamental ; 

Vu l’accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le6février 2015 ; 

Vu l’avis 57.222/1 du Conseil d’État, donné le 26 mars 2015, en application de l’article 84, § 1 er , alinéa premier, 2°, 

des lois sur le Conseil d’État, coordonnées le 12 janvier 1973 ; 



Arrête : 

Article 1 er . Al’article 14ter de l’arrêté du Gouvernement flamand du 16 septembre 1997 relatif au contrôle des 

inscriptions d’élèves dans l’enseignement secondaire ou dans le système d’apprentissage et de travail, inséré par 

l’arrêté du Gouvernement flamand du 21 mars 2003 et modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 

4 juin 2004, 22 juillet 2005, 24 octobre 2008, 10 septembre 2010 et 13 septembre 2013, sont apportées les modifications 

suivantes : 

1° au point 3°, a) le point 5) est abrogé ; 

2° le point 5° est remplacé par la disposition suivante :


32403 

« 5° L’absence suite à des mesures en cas d’infraction aux règles. ». 

Art. 2. Al’article 10ter, premier alinéa, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 12 novembre 1997 relatif au 

contrôle des inscriptions d’élèves dans l’enseignement fondamental, inséré par l’arrêté du Gouvernement flamand du 

21 mars 2003 et modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 27 août 2004, 6 juillet 2007, 10 septembre 2010 et 

13 septembre 2013, sont apportées les modifications suivantes : 

1° au point 1°, a) le point 3) est abrogé ; 

2° il est ajouté un point 6°, rédigé comme suit : 

« 6° l’absence suite à une suspension préventive, une exclusion temporaire et définitive des élèves, telles que visées 

à l’article 32 du décret du 25 février 1997 relatif à l’enseignement fondamental, à condition que l’école ait donné aux 

parents les raisons pour lesquelles l’accueil à l’école n’est pas réalisable. ». 

Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er septembre 2015. 


arrêté. 

Bruxelles, le 24 avril 2015. 




Hilde CREVITS 

* 


[C − 2015/35672] 

8 MEI 2015. — Besluit van de Vlaamse Regering 

houdende de goedkeuring van programmaties van type 3 in het buitengewoon secundair onderwijs 


Gelet op de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, bekrachtigd bij het decreet van 27 mei 2011, 

artikel 286 en artikel 289, gewijzigd bij het decreet van 21 maart 2014, en artikel 290/1, ingevoegd bij het decreet van 

21 maart 2014; 

Gelet op het advies van het Agentschap voor Onderwijsdiensten, gegeven op 13 februari 2015; 

Gelet op het advies van de Onderwijsinspectie, gegeven op 13 februari 2015; 

Gelet op het advies van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 12 februari 2015; 

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 april 2015; 

Gelet op het advies van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 23 april 2015; 

Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 

21 maart 2014 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften wat betreft programmatieaanvragen 

en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 betreffende de programmatie-, 

rationalisatie- en behoudsnormen in het buitengewoon basisonderwijs, artikel 1 tot en met 9; 



Besluit : 

Artikel 1. Met toepassing van artikel 286, 289 en 290/1 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 

2010 wordt aan de volgende instellingen voor het buitengewoon secundair onderwijs toestemming verleend om 

type 3 te programmeren: 

1° Buitengewoon Secundair Onderwijs De Garve (27888), Langs de Graaf 1, 3650 Dilsen-Stokkem, in 

opleidingsvorm 1 en 2; 

2° Vrije School voor Buitengewoon Secundair Onderwijs De Lovie (28167), Krombeekseweg 82, 8970 Poperinge, in 

opleidingsvorm 1 en 2; 

3° Buitengewoon Secundair Onderwijs Huize Tordale (28019), Bruggestraat 39, 8820 Torhout, in opleidingsvorm 2; 

4° Buitengewoon Secundair Onderwijs Sint-Jozef (28209), Ebergiste De Deynestraat 1, 9000 Gent, in opleidingsvorm 

1 en 2. 

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2015. 


Brussel, 8 mei 2015. 




Hilde CREVITS


TRADUCTION 


[C − 2015/35672] 

8 MAI 2015. — Arrêté du Gouvernement flamand 

portant approbation des programmations du type 3 dans l’enseignement secondaire spécial 


Vu le Code de l’Enseignement secondaire du 17 décembre 2010, sanctionné par le décret du 27 mai 2011, 

notamment l’article 286 et l’article 289, modifiés par le décret du 21 mars 2014, et l’article 290/1, inséré par le décret du 

21 mars 2014 ; 

Vu l’avis de l’« Agentschap voor Onderwijsdiensten » (Agence de Services d’Enseignement), rendu le 

13 février 2015 ; 

Vu l’avis de l’Inspection de l’Enseignement, rendu le 13 février 2015 ; 

Vu l’avis du « Vlaamse Onderwijsraad » (Conseil flamand de l’Enseignement), émis le 12 février 2015 ; 

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 2 avril 2015 ; 

Vu l’avis du Ministre flamand chargé du budget, rendu le 23 avril 2015 ; 

Considérant que l’arrêté du Gouvernement flamand du 23 mai 2014 portant exécution du décret du 

21 mars 2014 relatif à des mesures pour les élèves à besoins éducatifs spécifiques, pour ce qui est des demandes de 

programmation et modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 17 juin 1997 relatif aux normes de programmation, 

de rationalisation et de maintien dans l’enseignement fondamental spécial, notamment les articles 1 à 9; 



Arrête : 

Article 1 er . Par application des articles 286, 289 et 290/1 du Code de l’Enseignement secondaire du 17 décembre 

2010, les institutions suivantes d’enseignement secondaire spécial sont autorisées à programmer le type 3 : 

1° Buitengewoon Secundair Onderwijs De Garve (27888), Langs de Graaf 1, 3650 Dilsen-Stokkem, dans les formes 

d’enseignement 1 et 2 ; 

2° Vrije School voor Buitengewoon Secundair Onderwijs De Lovie (28167), Krombeekseweg 82, 8970 Poperinge, 

dans les formes d’enseignement 1 et 2 ; 

3° Buitengewoon Secundair Onderwijs Huize Tordale (28019), Bruggestraat 39, 8820 Torhout, dans la forme 

d’enseignement 2 ; 

4° Buitengewoon Secundair Onderwijs Sint-Jozef (28209), Ebergiste De Deynestraat 1, 9000 Gent, dans les formes 

d’enseignement 1 et 2. 

Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er septembre 2015. 


arrêté. 

Bruxelles, le 8 mai 2015. 




Hilde CREVITS 

* 


[C − 2015/35709] 

29 MEI 2015. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 

2010, wat betreft de representatieve projectcategorieën voor groene stroom en kwalitatieve warmtekrachtkoppeling 

De Vlaamse Regering, 

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; 

Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 7.1.4/1, ingevoegd bij het decreet van 13 juli 2012 en gewijzigd 

bij het decreet van 28 juni 2013; 

Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010; 

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 februari 2015; 

Gelet op het advies van de MiNa-raad, gegeven op 26 maart 2015; 

Gelet op het advies van de SERV, gegeven op 26 maart 2015; 

Gelet op advies nr. 57.378/3 van de Raad van State, gegeven op 7 mei 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, 

eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; 

Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie; 


Besluit : 

Artikel 1. In artikel 6.2/1.2, eerste lid van het Energiebesluit van 19 november 2010, ingevoegd bij het besluit van 

de Vlaamse Regering van 21 december 2012, wordt punt 1° vervangen door wat volgt : 

“1° zonne-energie : a) [...] 

b) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW; 

c) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW;”


32405 

Art. 2. In artikel 6.2/1.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 

21 december 2012, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : 

“Het Vlaams Energieagentschap herberekent voor lopende projecten met startdatum vanaf 1 januari 2013 de 

onrendabele toppen en de bandingfactoren. Ook voor projecten waarvan de overeenstemmende projectcategorie is 

gewijzigd of geschrapt, worden de onrendabele toppen en bandingfactoren herberekend.” 

Art. 3. In artikel 6.2/1.4, eerste lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 

21 december 2012, wordt een punt 4°/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : 

“4°/1 kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot de kwalitatieve warmtekrachtinstallaties, 

vermeld in punt 6°, met minimaal een motor en met een bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe 

tot en met 10 MWe : 

a. nieuwe installaties; 

b. ingrijpende wijzigingen;”. 

Art. 4. In bijlage III/1 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 

21 december 2012 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013, wordt punt 3 vervangen door 

wat volgt : 

“3 Parameterwaarden 

In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de vastgestelde parameterwaarden of de methodologie 

volgens dewelke ze worden vastgelegd voor de categorieën, vermeld in artikel 6.2/1.1. Daarbij worden de volgende 

afkortingen aangehouden : 

1° zonne-energie : 

a) [...] : cat 1; 

nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s)groter dan 10 kW tot en met 250 kW : 

cat 2; 

b) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s)groter dan 250 kW tot en met 750 kW : 

cat 3; 

2° nieuwe installaties met betrekking tot windenergie op het land, met een maximaal vermogen per turbine tot en 

met 4 MWe : cat 4; 

3° nieuwe biogasinstallaties met een maximaal vermogen tot en met 5 MWe : 

a) voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of landen tuinbouwgerelateerde stromen : cat 5; 

b) voor gft-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie : cat 6; 

c) recuperatie van stortgas : cat 7; 

d) voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib : cat 8; 

e) overige vergisters : cat 9; 

4° nieuwe biogasinstallaties met een maximaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe : 

a) voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of landen tuinbouwgerelateerde stromen : cat 10; 

b) voor gft-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie : cat 11; 

c) recuperatie van stortgas : cat 12; 

d) voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib : cat 13; 

e) overige vergisters : cat 14; 

5° nieuwe installaties voor de verbranding van vaste biomassa met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe : 

cat 15; 

6° nieuwe installaties voor de verbranding van vloeibare biomassa met een maximaal vermogen tot en met 

20 MWe : cat 16; 

7° nieuwe installaties voor de verbranding van biomassa-afval met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe : 

cat 17; 

8° nieuwe installaties voor de verbranding van huishoudelijk of bedrijfsafval met een maximaal vermogen tot en 

met 20 MWe : cat 18. 

Parameter Cat 1 Cat 2 Cat 3 Cat 4 Cat 5/6/7/8/9 Cat 10/11/12/13/14 Cat 15 Cat 16 Cat 17 Cat 18 

U M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η el N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η th,WKK N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η th,ref N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η el,ref N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

EV EL N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* 

EV GSC N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* 

K i M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

r 5 5 5 8 12 12 12 12 12 10 

E M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

r d M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

T b 15 15 15 15 10 10 10 10 10 10 

T r 15 15 15 15 10 10 10 10 10 10


Parameter Cat 1 Cat 2 Cat 3 Cat 4 Cat 5/6/7/8/9 Cat 10/11/12/13/14 Cat 15 Cat 16 Cat 17 Cat 18 

T a 15 15 15 15 10 10 10 10 10 10 

T c M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i N.V.T M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

IAP M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* 

VU M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1** M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

ZA EL 100% 65% 65% 0% a) 0% 

b) 30% 

c) 0% 

d) 90% 

e) 10% 

a) 0% 

b) 30% 

c) 0% 

d) 90% 

e) 10% 

40% 40% 30% 30% 

P EL,ZA M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* 

P EL,ZA,t M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* 

P EL,V M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* 

P EL,V,t M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* 

P IN M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

P IN,t M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i EL,ZA M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i EL,V M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

P TVB N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i TVB N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

P PBW N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i PBW N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

BS eff N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

BF WKC N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

P WKC N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0,035*** 0,035*** 0,035*** 0,035*** 0,035*** 0,035*** 

l V M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* 

K V M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

K Var M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i OK M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

P B N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i B N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

M IS N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

PO IS N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i IS N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

M US N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

PO US N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i US N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

b M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

* De parameter wordt bepaald via de vermelde methode, weergegeven in 3.1.1 tot en met 3.1.5 

** Voor windenergie wordt het gemiddelde aantal jaarlijkse vollasturen berekend over de voorbije vijf jaar van 

windturbines, met een vermogen vanaf 1,5 MW die gedurende die vijf jaar normaal operationeel waren. Windturbines 

met een aantal vollasturen dat meer dan 30% onder dit gemiddelde ligt, worden vervolgens uit de berekening 

geschrapt. Op basis van de resterende gegevens wordt dan een nieuw gemiddelde aantal jaarlijkse vollasturen 

berekend dat gelijk gesteld wordt met VU. 

*** de waarde van de bandingdeler 

n.v.t. : niet van toepassing 

Voor de categorie wind zal het Vlaams Energieagentschap als onderdeel van de exploitatiekosten maximaal een 

opstalvergoeding van 5000 euro per windturbine aanvaarden.”. 

Art. 5. In bijlage III/2 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 

21 december 2012 en gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013, wordt punt 3 vervangen door wat 

volgt : 

“3 Parameterwaarden 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de vastgestelde parameterwaarden of de methodologie 

volgens dewelke ze worden vastgelegd voor de categorieën vermeld in artikel 6.2/1.3. Daarbij worden de volgende 

afkortingen aangehouden : 

1° kwalitatieve warmtekrachtinstallaties, als ze niet behoren tot 5°, met een bruto nominaal vermogen tot en met 

10 kWe : 

a) volledig nieuwe installatie : cat 1.a; 

b) ingrijpende wijziging : cat 1.b;


32407 

2° kwalitatieve warmtekrachtinstallaties, als ze niet behoren tot de kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, vermeld 

in punt 5°, met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 200 kWe : 


b) ingrijpende wijziging : cat 2.b; 


in punt 5°, met een bruto nominaal vermogen groter dan 200 kWe tot en met 1 MWe : 




in punt 5°, met minimaal een motor en met een bruto nominaal vermogen groter dan 1 MWe tot en met 5 MWe : 

a. nieuwe installaties : cat 4.a; 

b. ingrijpende wijzigingen : cat 4.b; 

4°/1 kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, als ze niet behoren tot de kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, 

vermeld in punt 6°, met minimaal een motor en met een bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 

10 MWe : 

a. nieuwe installaties : cat 4°/1.a; 

b. ingrijpende wijzigingen : cat 4°/1.b; 

5° kwalitatieve warmtekrachtinstallaties op biogas met een maximaal bruto nominaal vermogen tot en met 5 MWe, 

telkens bijkomend opgesplitst in subcategorieën voor 1) de vergisting van hoofdzakelijk mest- of landen 

tuinbouwgerelateerde stromen; 2) voor gft-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie; 3) voor recuperatie 

van stortgas; 4) voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib, 5) overige vergisters : 



6° kwalitatieve warmtekrachtinstallaties op biogas met een maximaal bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe 

tot en met 20 MWe, telkens bijkomend opgesplitst in subcategorieën voor 1) de vergisting van hoofdzakelijk mest- of 

landen tuinbouwgerelateerde stromen; 2) voor gft-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie; 3) voor 

recuperatie van stortgas; 4) voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib, 5) overige vergisters : 



7° kwalitatieve warmtekrachtinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 1 MWe tot en met 20 MWe 

met turbines op : 

a) gas : 

1. nieuwe installaties : cat 7 a) 1; 

2. ingrijpende wijzigingen : cat 7 a) 2; 

b) stoom : 

1. nieuwe installaties : cat 7 b) 1; 

2. ingrijpende wijzigingen: cat 7 b) 2; 

c) beide : 

1. nieuwe installaties : cat 7 c) 1; 

2. ingrijpende wijzigingen : cat 7 c) 2; 

8° kwalitatieve warmtekrachtinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 20 MWe tot en met 50 MWe 

met turbines op : 

a) gas : 

1. nieuwe installaties : cat 8 a) 1; 

2. ingrijpende wijzigingen : cat 8 a) 2; 

b) stoom : 

1. nieuwe installaties : cat 8 b) 1; 

2. ingrijpende wijzigingen : cat 8 b) 2;


c) beide : 

1. nieuwe installaties : cat 8 c) 1; 

2. ingrijpende wijzigingen : cat 8 c) 2; 

parameter cat 1.a/b cat 2.a/b cat 3.a/b cat 4.a/b en 4/1.a/b cat 5.a/b1-5 cat 6.a/b1-5 cat 7.a-c1/2 cat 8.a-c1/2 

U M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η el M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η th,WKK M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η th,ref M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η el,ref M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

EV EL M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* 

K i M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

r 12 12 12 12 12 12 12 12 

E M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

r d M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

T b 10 10 10 10 10 10 10 10 

T r 10 10 10 10 10 10 10 10 

T a 10 10 10 10 10 10 10 10 

T c M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

IAP M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* 

VU M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

ZA EL 100% 90% 60% 3% (1) 0% 

(2) 30% 

(3) 0% 

(4) 90% 

(5) 10% 

(1) 0% 

(2) 30% 

(3) 0% 

(4) 90% 

(5) 10% 

80% 60% 

P EL,ZA M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* 

P EL,V M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* 

P IN M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i EL,ZA M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i EL,V M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

P TVB M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i TVB M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

P PBW M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i PBW M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

BS eff M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

l V M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

K V M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

K Var M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i OK M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

P B M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i B M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

M IS N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* N.V.T. N.V.T. 

PO IS N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* N.V.T. N.V.T. 

i IS N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* N.V.T. N.V.T. 

M US N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* N.V.T. N.V.T. 

PO US N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* N.V.T. N.V.T. 

i US N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* N.V.T. N.V.T. 

b M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

* De parameter wordt bepaald via de vermelde methode, weergegeven in 3.1.1 tot en met 3.1.5”. 

Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid is belast met de uitvoering van dit besluit. 




De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, 

Annemie TURTELBOOM


32409 

TRADUCTION 


[C − 2015/35709] 

29 MAI 2015. — Arrêté du Gouvernement flamand portant modification de l’Arrêté relatif à l’Energie du 

19 novembre 2010, pour ce qui est des catégories de projets représentatives pour l’électricité écologique et la 

cogénération qualitative 

Le Gouvernement flamand, 

Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l’article 20 ; 

Vu le Décret sur l’Energie du 8 mai 2009, notamment l’article 7.1.4/1, inséré par le décret du 13 juillet 2012 et 

modifié par le décret du 28 juin 2013 ; 

Vu l’arrêté relatif à l’énergie du 19 novembre 2010 ; 

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 12 février 2015 ; 

Vu l’avis du MiNa-raad (Conseil flamand de l’Environnement et de la Nature), émis le 26 mars 2015 ; 

Vu l’avis du SERV (conseil socio-économique de la Flandre), donné le 26 mars 2015 ; 

Vu l’avis n° 57 378/3 du Conseil d’Etat, donné le 7 mai 2015, en application de l’article 84, § 1 er , alinéa premier, 2°, 

des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat du 12 janvier 1973 ; 

Sur la proposition de la Ministre flamande du Budget, des Finances et de l’Energie ; 


Arrête : 

Article 1 er . Al’article 6.2/1.2, alinéa premier de l’arrêté relatif à l’Energie du 19 novembre 2010, inséré par l’arrêté 

du Gouvernement flamand du 21 décembre 2012, le point 1° est remplacé par la disposition suivante : 

″1° énergie solaire : 

a) [...] 

b) nouvelles installations équipées de transformateur(s) d’une puissance AC maximale comprise entre 10 kW et 

250 kW inclus; 

c) nouvelles installations équipées de transformateur(s) d’une puissance AC maximale comprise entre 250 kW et 

750 kW inclus; 

Art. 2. Dans l’article 6.2/1.3 du même arrêté, inséré par l’arrêté du Gouvernement flamand du 21 décembre 2012, 

l’alinéa premier est remplacé par ce qui suit : 

« L’Agence flamande de l’Energie recalcule les parties non rentables et les facteurs de banding pour les projets en 

cours avec date de mise en service à partir du 1 er janvier 2013. Pour les projets dont la catégorie de projet 

correspondante a été modifiée ou supprimée, les parties non rentables et les facteurs de banding sont également 

recalculés.″ 

Art. 3. Al’article 6.2/1.4, alinéa premier du même arrêté, inséré par l’arrêté du Gouvernement flamand du 

21 décembre 2012, il est ajouté un 4°/1, rédigé comme suit : 

″4°/1 installations de cogénération qualitatives, pour autant qu’elles n’appartiennent pas aux installations de 

cogénération qualitatives visées au point 6°, équipées au minimum d’un moteur et d’une puissance nominale brute 

supérieure à 5 MWe jusqu’à 10 MWe inclus : 

a. nouvelles installations ; 

b. modifications radicales ; ″. 

Art. 4. Dans l’annexe III/1 au même arrêté, insérée par l’arrêté du Gouvernement flamand du 21 décembre 2012 

et modifiée par l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 juillet 2013, le point 3 est remplacé par ce qui suit : 

“3 Valeurs de paramètres 

Le tableau ci-dessous dresse un aperçu des valeurs des paramètres établies ou de la méthodologie selon laquelle 

celles-ci ont été établies pour les catégories visées à l’article 6.2/1.1, utilisant les abréviations suivantes : 

″1° énergie solaire : 

a) [...] : cat 1 ; 

nouvelles installations équipées de transformateur(s) d’une puissance AC maximale supérieure à 10 kW jusqu’à 

250 kW inclus : cat 2 ; 

b) nouvelles installations équipées de transformateur(s) d’une puissance AC maximale supérieure à 250 kW jusqu’à 

750 kW inclus : cat 3 ; 

2° nouvelles installations dans le domaine de l’énergie éolienne terrestre, d’une puissance maximale par turbine 

jusqu’à 4 MWe inclus : cat 4 ;


3° nouvelles installations au biogaz d’une puissance maximale jusqu’à 5 MWe inclus : 

a) pour la fermentation de flux principalement relatés aux engrais et/ou à l’horticulture et à l’agriculture : cat 5 ; 

b) pour la fermentation de déchets verts auprès d’une installation de compostage existante : cat 6 ; 

c) pour la récupération de gaz de décharge : cat 7 ; 

d) pour la fermentation des boues de l’épuration des eaux des égouts : cat 8 ; 

e) autres fermentateurs : cat 9 ; 

4° nouvelles installations au biogaz d’une puissance maximale supérieure à 5 MWe jusqu’à 20 MWe inclus : 

a) pour la fermentation de flux principalement relatés aux engrais et/ou à l’horticulture et à l’agriculture : cat 10 ; 

b) pour la fermentation de déchets verts auprès d’une installation de compostage existante : cat 11 ; 

c) pour la récupération de gaz de décharge : cat 12 ; 

d) pour la fermentation des boues de l’épuration des eaux des égouts : cat 13 ; 

e) autres fermentateurs : cat 14 ; 

5° nouvelles installations pour l’incinération de la biomasse solide d’une puissance maximale jusqu’à 20 MWe 

inclus : cat 15 ; 

6° nouvelles installations pour l’incinération de la biomasse liquide d’une puissance maximale jusqu’à 20 MWe 


7° nouvelles installations pour l’incinération de déchets de biomasse d’une puissance maximale jusqu’à 20 MWe 


8° nouvelles installations pour l’incinération de déchets ménagers ou industriels d’une puissance maximale jusqu’à 

20 MWe inclus : cat 18. 

Paramètre Cat 1 Cat 2 Cat 3 Cat 4 Cat 5/6/7/8/9 Cat 10/11/12/13/14 Cat 15 Cat 16 Cat 17 Cat 18 

U M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η el N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η th,WKK N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η th,ref N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η el,ref N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

EV EL N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* 

EV GSC N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* 

K i M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

r 5 5 5 8 12 12 12 12 12 10 

E M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

r d M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

T b 15 15 15 15 10 10 10 10 10 10 

T r 15 15 15 15 10 10 10 10 10 10 

T a 15 15 15 15 10 10 10 10 10 10 

T c M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i N.A. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

PDI M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* 

VU M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1** M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

ZA EL 100% 65% 65% 0% a) 0% 

b) 30% 

c) 0% 

d) 90% 

e) 10% 

a) 0% 

b) 30% 

c) 0% 

d) 90% 

e) 10% 

40% 40% 30% 30% 

P EL,ZA M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* 

P EL,ZA,t M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* 

P EL,V M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* 

P EL,V,t M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* 

P IN M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

P IN,t M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i EL,ZA M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i EL,V M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5*


32411 

Paramètre Cat 1 Cat 2 Cat 3 Cat 4 Cat 5/6/7/8/9 Cat 10/11/12/13/14 Cat 15 Cat 16 Cat 17 Cat 18 

P TVB N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i TVB N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

P PBW N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i PBW N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

BS eff N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

BF WKC N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

P WKC N.A. N.A. N.A. N.A. 0,035*** 0,035*** 0,035*** 0,035*** 0,035*** 0,035*** 

l V M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* M.3.1* 

K V M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

K Var M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i OK M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

P B N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i B N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

M IS N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

PO IS N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i IS N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

M US N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

PO US N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i US N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

b M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

* Le paramètre est déterminé au moyen de la méthode indiquée, mentionnée à partir de 3.1.1 jusqu’à 3.1.5 

** Pour l’énergie éolienne le nombre annuel moyen d’heures à pleine charge est calculé sur les cinq dernières 

années sur la base d’éoliennes d’une puissance à partir de 1,5 MW fonctionnant normalement pendant ces cinq années. 

Sont ensuite supprimées du calcul les éoliennes au nombre d’heures à pleine charge de plus de 30% au-dessous de cette 

moyenne. Sur la base des données restantes une nouvelle moyenne d’heures annuelles à pleine charge est calculée, qui 

est assimilée aux heures à pleine charge (VU) 

*** la valeur du diviseur de banding 

n.a. : non applicable 

Pour la catégorie éolienne, la VEA acceptera une indemnité de superficie maximale de 5000 euros par éolienne en 

tant qu’élément des coûts d’exploitation. ″. 

Art. 5. Dans l’annexe III/2 au même arrêté, insérée par l’arrêté du Gouvernement flamand du 21 décembre 2012 

et modifiée par l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 juillet 2013, le point 3 est remplacé par ce qui suit : 

“3 Valeurs de paramètres 

Le tableau ci-dessous dresse un aperçu des valeurs des paramètres établies ou de la méthodologie selon laquelle 

celles-ci ont été établies pour les catégories visées à l’article 6.2/1.3. Les abréviations suivantes ont été retenues : 

1° installations de cogénération qualitatives, pour autant qu’elles n’appartiennent pas au point 5°,d’une puissance 

nominale brute jusqu’à 10 kWe inclus : 

a) installation toute nouvelle : cat 1.a ; 

b) modification radicale : cat 1.b ; 

2° installations de cogénération qualitatives, pour autant qu’elles n’appartiennent pas aux installations de 

cogénération visées au point 5°, d’une puissance nominale brute supérieure à 10 kWe jusqu’à 200 kWe inclus : 




cogénération qualitatives visées au point 5°, d’une puissance nominale brute supérieure à 200 kWe jusqu’à 1MWe 

inclus : 


b) modification radicale : cat 3.b ;



cogénération visées au point 5°, équipées au minimum d’un moteur et d’une puissance nominale brute supérieure à 

1 MWe jusqu’à 5 MWe inclus : 

a) installation nouvelle : cat 4.a ; 

b) modifications radicales : cat 4.b ; 

4°/1 installations de cogénération qualitatives, pour autant qu’elles n’appartiennent pas aux installations de 

cogénération visées au point 6°, équipées au minimum d’un moteur et d’une puissance nominale brute supérieure à 

5 MWe jusqu’à 10 MWe inclus : 

a) installation nouvelle : cat 4°/1.a ; 

b) modifications radicales : cat 4°/1.b ; 

5° installations de cogénération qualitatives au biogaz d’une puissance nominale brute maximale jusqu’à 5MWe 

inclus, à chaque fois supplémentairement réparties en sous-catégories pour 1) la fermentation de flux principalement 

relatés aux engrais et/ou à l’horticulture et à l’agriculture; 2) la fermentation de déchets verts avec compostage; 3) la 

récupération de gaz de décharge; 4) la fermentation de boues de l’épuration des eaux des égouts, 5) les autres 

fermentateurs. 



6° installations de cogénération qualitatives au biogaz d’une puissance nominale brute maximale supérieure à 

5 MWe jusqu’à 20 MWe, à chaque fois supplémentairement réparties en sous-catégories pour 1) la fermentation de flux 

principalement relatés aux engrais et/ou à l’horticulture et à l’agriculture; 2) la fermentation de déchets verts avec 

compostage; 3) la récupération de gaz de décharge; 4) la fermentation de boues de l’épuration des eaux des égouts, 5) 

les autres fermentateurs. 



7° installations de cogénération qualitatives d’une puissance nominale brute supérieure à 1 MWe jusqu’à 20 MWe 

sous forme de turbines : 

a) au gaz : 

1. nouvelles installations : cat 7 a) 1 ; 

2. modifications radicales : cat 7 a) 2 ; 

b) à la vapeur : 

1. nouvelles installations : cat 7 b) 1 ; 

2. modifications radicales: cat 7 b) 2 ; 

c) au gaz et à la vapeur : 

1. nouvelles installations : cat 7 c) 1 ; 

2. modifications radicales: cat 7 c) 2 ; 

8° installations de cogénération qualitatives d’une puissance nominale brute supérieure à 20 MWe jusqu’à 50 MWe 

sous forme de turbines : 

a) au gaz: 

1. nouvelles installations : cat 8 a) 1 ; 

2. modifications radicales: cat 8 a) 2 ; 

b) à la vapeur : 

1. nouvelles installations : cat 8 b) 1 ; 

2. modifications radicales: cat 8 b) 2 ; 

c) au gaz et à la vapeur : 

1. nouvelles installations : cat 8 c) 1 ; 

2. modifications radicales: cat 8 c) 2 ;


32413 

paramètre cat 1.a/b cat 2.a/b cat 3.a/b cat 4.a/b en 4/1.a/b cat 5.a/b1-5 cat 6.a/b1-5 cat 7.a-c1/2 cat 8.a-c1/2 

U M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η el M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η th,WKK M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η th,ref M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

η el,ref M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

EV EL M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* M 3.2* 

K i M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

r 12 12 12 12 12 12 12 12 

E M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

r d M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

T b 10 10 10 10 10 10 10 10 

T r 10 10 10 10 10 10 10 10 

T a 10 10 10 10 10 10 10 10 

T c M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

IAP M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* M 3.3* 

VU M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

ZA EL 100% 90% 60% 3% (1) 0% 

(2) 30% 

(3) 0% 

(4) 90% 

(5) 10% 

(1) 0% 

(2) 30% 

(3) 0% 

(4) 90% 

(5) 10% 

80% 60% 

P EL,ZA M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* 

P EL,V M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* M 3.4* 

P IN M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i EL,ZA M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i EL,V M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

P TVB M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i TVB M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

P PBW M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i PBW M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

BS eff M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

l V M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

K V M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

K Var M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* M 3.1* 

i OK M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

P B M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

i B M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

M IS N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. M 3.1* M 3.1* N.V.T. N.V.T. 

PO IS N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* N.A. N.A. 

i IS N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* N.A. N.A. 

M US N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* N.A. N.A. 

PO US N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* N.A. N.A. 

i US N.A. N.A. N.A. N.A. M 3.1* M 3.1* N.A. N.A. 

b M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* M 3.5* 

* Le paramètre est déterminé au moyen de la méthode indiquée, mentionnée à partir de 3.1.1 au 3.1.5 inclus″. 

Art. 6. Le ministre flamand, ayant la politique de l’énergie dans ses attributions, est chargé de l’exécution du 

présent arrêté. 




La Ministre flamande du Budget, des Finances et de l’Energie, 

Annemie TURTELBOOM



Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 

5 MEI 2015. — Ministerieel besluit tot oprichting 

van de Vlaamse werkgroep Monitoring bevolkingsonderzoeken naar kanker 

[C − 2015/35670] 

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, 

Gelet op het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, artikel 20, gewijzigd bij 

het decreet van 20 maart 2009, en artikel 31; 

Gelet op het decreet van 8 juni 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van 

subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof van 8 juni 2011, artikel 53 tot en 

met 57; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 houdende regeling van de begrotingscontrole 

en –opmaak, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 en 5 september 2008, 

10 december 2010, 1 juni 2012 en 15 maart 2013 en 9 mei 2014; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008 betreffende Vlaamse werkgroepen binnen het 

preventieve gezondheidsbeleid, gewijzigd door het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende diverse 

bepalingen ter uitvoering van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot 

wijziging van uitvoeringsbesluiten van dit decreet; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van 

de Vlaamse Regering, artikel 2, § 7 en artikel 6, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 

17 oktober 2014 tot wijziging van artikel 2 en 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014 tot bepaling 

van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende bevolkingsonderzoek in het kader 

van ziektepreventie, gewijzigd door het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende diverse 

bepalingen ter uitvoering van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot 

wijziging van uitvoeringsbesluiten van dit decreet; 

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 april 2015, 

Besluit : 

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder: 

1° agentschap: het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid; 

2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid; 

3° besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008: besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 

2008 betreffende Vlaamse werkgroepen binnen het preventieve gezondheidsbeleid, gewijzigd door het besluit van 

de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende diverse bepalingen ter uitvoering van het decreet van 

21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van uitvoeringsbesluiten van dit 

decreet. 

Art. 2. De Vlaamse werkgroep Monitoring bevolkingsonderzoeken naar kanker, verder Vlaamse werkgroep te 

noemen, wordt opgericht. 

Het betreft een ondersteunende Vlaamse werkgroep als vermeld in artikel 3, 2°, b van het besluit van de Vlaamse 

Regering van 14 november 2008 die zich binnen het preventieve gezondheidsbeleid toespitst op de opvolging en 

evaluatie van de bevolkingsonderzoeken naar kanker, en de opdrachten, vermeld in artikel 4 in het bijzonder. 

Art. 3. De Vlaamse werkgroep wordt opgericht voor onbepaalde duur. 

Art. 4. § 1. De Vlaamse werkgroep wordt opgericht voor de volgende opdrachten: 

1° Opvolgen en bespreken van de kwaliteitsbewaking, de evaluatie en bijsturing van de bevolkingsonderzoeken 

naar kanker en het actieplan; 

2° Met betrekking tot de kwaliteitsindicatoren (zijnde de indicatoren afgestemd op de EU-aanbevelingen en 

eventueel andere instanties aangevuld met een aantal indicatoren bij de Vlaamse gezondheidsdoelstelling) en de 

indicatoren van het actieplan die de realisaties van de acties uit het actieplan meten: 

a) het waar nodig verduidelijken van de definities van de indicatoren 

b) het bepalen van de berekeningswijze van de indicatoren 

c) het bepalen van welke actoren verantwoordelijk worden gesteld voor het aanleveren van de data en voor de 

berekeningen 

d) het interpreteren van de berekende indicatoren aan de hand van de definitie, binnen de context en 

mogelijkheden van de bevolkingsonderzoeken naar kanker 

e) het rapporteren naar en afstemmen met de werkgroepen in het kader van de organisatie van de specifieke 

bevolkingsonderzoeken naar kanker en de werkgroep sensibilisering bevolkingsonderzoeken naar kanker; 

3° Op vraag of op eigen initiatief, advies uitbrengen aan de minister en het agentschap Zorg en Gezondheid over 

de hierboven genoemde punten. 

§ 2. De Vlaamse werkgroep rapporteert aan de minister, Zorg en Gezondheid, de Vlaamse werkgroepen 

bevolkingsonderzoeken naar kanker en de Vlaamse werkgroep Sensibilisatie bevolkingsonderzoeken naar kanker over 

de realisatie van de opdrachten. 

§ 3. De Vlaamse werkgroep maakt een huishoudelijk reglement op. 

Het huishoudelijk reglement en de wijzigingen ervan, worden ter goedkeuring voorgelegd aan het agentschap. 

§ 4. Het agentschap neemt de secretariaatstaken waar, namelijk de administratieve, logistieke en, in functie van 

haar deskundigheid, inhoudelijke ondersteuning van de Vlaamse werkgroep. 

Als er subwerkgroepen worden opgericht, is het agentschap niet verantwoordelijk voor de administratieve, 

logistieke en inhoudelijke ondersteuning, tenzij dat bij de goedkeuring van het oprichten van een subwerkgroep, 

vermeld in artikel 5, § 1, vierde lid, anders wordt vermeld.


32415 

Art. 5. § 1. De heer Pieter, Vandenbulcke, namens Zorg en Gezondheid, wordt benoemd als voorzitter van de 

Vlaamse werkgroep. 

De voorzitter kan zich laten vervangen door zelf een vervanger aan te duiden. Duidt hij geen vervanger aan, dan 

zit het oudste aanwezige lid de vergadering van de Vlaamse werkgroep voor. Indien de voorzitter zich gedurende meer 

dan zes opeenvolgende maanden laat vervangen duidt de minister een andere voorzitter aan. 

De voorzitter kan een of meerdere subwerkgroepen oprichten na goedkeuring door het agentschap. Daartoe deelt 

hij zijn voornemen tot het oprichten van een subwerkgroep mee aan het agentschap, met inbegrip van de deelaspecten 

van de opdracht van de Vlaamse werkgroep die door de subwerkgroep zullen worden uitgevoerd, het tijdschema om 

die deelaspecten uit te voeren, de samenstelling en het maximale aantal leden. 

De voorzitter van de werkgroep verklaart de aanwezigheidslijst voor waar en echt. 

§ 2. De volgende personen worden benoemd tot lid van de Vlaamse werkgroep: 

1° de heer Arbyn Marc; 

2° mevrouw De Brabander Isabel; 

3° de heer Goossens Mathieu; 

4° mevrouw Haelens Annemie; 

5° mevrouw Hoeck Sarah; 

6° de heer Guillaume Joeri; 

7° mevrouw Pringels Sarah; 

8° mevrouw Rummens Elise; 

9° de heer Van Limbergen Erik; 

10° de heer Van Den Bulcke Marc; 

11° de heer Vandenbulcke Pieter. 

§ 3. De leden, vermeld in paragraaf 2, wijzen, als ze niet op een vergadering aanwezig kunnen zijn, een 

plaatsvervanger aan. 

§ 4. De identificatie- en contactgegevens van de personen, vermeld in dit artikel, worden bijgehouden door het 

agentschap. 

Art. 6. De belangenverklaring, vermeld in artikel 7, § 2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 

14 november 2008, bevat volgende gegevens: 

1° de doelstelling van een belangenverklaring; 

2° de omschrijving van wat een belangenconflict kan zijn; 

3° de mogelijke maatregelen bij een belangenconflict; 

4° de verklaring. 

Art. 7. Met toepassing van artikel 10, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008, 

ontvangen de volgende personen en hun eventuele plaatsvervangers, vermeld in artikel 5, tenzij die plaatsvervangers 

niet vallen onder het toepassingsgebied van artikel 10, § 1, van het genoemde besluit, geen vergoeding omdat zij 

verbonden zijn aan een overheid of aan een organisatie die door de Vlaamse overheid gefinancierd wordt en deelname 

aan de Vlaamse werkgroep behoort tot het takenpakket van hun organisatie: 

1° mevrouw De Brabander Isabel; 

2° de heer Goossens Mathieu; 

3° mevrouw Haelens Annemie; 

4° mevrouw Hoeck Sarah; 

5° mevrouw Pringels Sarah; 

6° mevrouw Rummens Elise; 

7° de heer Van Limbergen Erik; 

8° de heer Van Den Bulcke Marc; 

9° de heer Vandenbulcke Pieter. 

Ook de personen, vermeld in artikel 5, die met toepassing van artikel 10, § 2, van het besluit van de Vlaamse 

Regering van 14 november 2008, geen vergoeding wensen, ontvangen geen vergoeding. 

Art. 8. De indexering, vermeld in artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 november 2008, 

gebeurt elk werkingsjaar vanaf 1 januari, volgens de volgende formule: 

vergoeding jaar X = vergoeding BVR x 

gezondheidsindex december jaar X−1 

gezondheidsindex december 2008 

waarbij: 

‘vergoeding BVR’ = de vergoeding, vermeld in artikel 8, § 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering 

van 14 november 2008; 

‘jaar X’ = het werkingsjaar waarop de vergoeding betrekking heeft; 

‘vergoeding jaar X’ wordt afgerond tot twee cijfers na de komma; 

‘gezondheidsindex december 2008’ = 111,24 (2004 = 100). 


De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 

J. VANDEURZEN


TRADUCTION 


Bien-être, Santé publique et Famille 

[C − 2015/35670] 

5 MAI 2015. — Arrêté ministériel portant création 

du Groupe de travail flamand de Suivi des Dépistages de population du cancer 

LE MINISTRE FLAMAND DU BIEN-ETRE, DE LA SANTE PUBLIQUE ET DE LA FAMILLE, 

Vu le décret du 21 novembre 2003 relatif à la politique de santé préventive, notamment l’article 20, modifié par le 

décret du 20 mars 2009, et l’article 31 ; 

Vu le décret du 8 juin 2011 réglant le budget, la comptabilité, l’attribution de subventions et le contrôle de leur 

utilisation, et le contrôle par la Cour des Comptes, notamment les articles 53 à 57 inclus ; 

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 janvier 2001 relatif au contrôle budgétaire et à l’établissement du 

budget, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 23 juin 2006, 5 septembre 2008, 10 décembre 2010, 

1 er juin 2012, 15 mars 2013 et 9 mai 2014 ; 

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 14 novembre 2008 relatif aux groupes de travail flamands dans la 

politique de santé préventive, modifié par l’arrêté du Gouvernement flamand du 16 mai 2014 portant diverses 

dispositions en exécution du décret du 21 novembre 2003 relatif à la politique de santé préventive et modifiant des 

arrêtés d’exécution de ce décret ; 

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 25 juillet 2014 fixant les attributions des membres du Gouvernement 

flamand, notamment l’article 2, § 7, et l’article 6, modifié par l’arrêté du Gouvernement flamand du 17 octobre 

2014 modifiant les articles 2 et 3 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 25 juillet 2014 fixant les attributions des 

membres du Gouvernement flamand ; 

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 12 décembre 2008 relatif au dépistage de population dans le cadre de la 

prévention des maladies, modifié par l’arrêté du Gouvernement flamand du 16 mai 2014 portant diverses dispositions 

en exécution du décret du 21 novembre 2003 relatif à la politique de santé préventive et modifiant des arrêtés 

d’exécution de ce décret ; 

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 2 avril 2015, 

Arrête : 

Article 1 er . Dans le présent arrêté, on entend par : 

1° agence : la « Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid » (Agence flamande Soins et Santé) ; 

2° Ministre : le Ministre flamand chargé de la politique en matière de santé ; 

3° arrêté du Gouvernement flamand du 14 novembre 2008 : l’arrêté du Gouvernement flamand du 14 novembre 

2008 relatif aux groupes de travail flamands dans la politique de santé préventive, modifié par l’arrêté du 

Gouvernement flamand du 16 mai 2014 portant diverses dispositions en exécution du décret du 21 novembre 

2003 relatif à la politique de santé préventive et modifiant des arrêtés d’exécution de ce décret. 

Art. 2. Le Groupe de travail flamand de Suivi des Dépistages de population du cancer, ci-après dénommé le 

groupe de travail flamand, est créé. 

Il s’agit d’un groupe de travail d’appui tel que mentionné àl’article 3, 2°, b), del’arrêté du Gouvernement flamand 

du 14 novembre 2008, qui se concentre dans la politique préventive de santé sur le suivi et l’évaluation des dépistages 

de population du cancer, et sur les missions, mentionnées à l’article 4 en particulier. 

Art. 3. Le groupe de travail flamand est créé pour une durée indéterminée. 

Art. 4. § 1 er . Le groupe de travail flamand est créé pour les missions suivantes : 

1° Suivre et discuter la gestion de la qualité, l’évaluation et l’ajustement des dépistages de population du cancer, 

et le plan d’action ; 

2° En ce qui concerne les indicateurs de qualité (soit les indicateurs alignés sur les recommandations UE et 

éventuellement d’autres instances, complétés par un certain nombre d’indicateurs de l’objectif de santé flamand) et les 

indicateurs du plan d’action mesurant les réalisations des actions du plan d’action : 

a) clarifier,sinécessaire, les définitions des indicateurs 

b) déterminer le mode de calcul des indicateurs 

c) déterminer les acteurs qui sont tenus responsables de la fourniture des données et des calculs 

d) interpréter les indicateurs calculés, à l’aide de la définition, dans le contexte et les possibilités des dépistages de 

population du cancer 

e) établir des rapports à l’attention des groupes de travail, et aligner sur ceux-ci, dans le cadre de l’organisation des 

dépistages de population spécifiques du cancer et du groupe de travail de sensibilisation des dépistages de population 

du cancer ; 

3° Sur demande ou d’initiative, rendre un avis au Ministre et à l’agence Soins et Santé en ce qui concerne les points 

précités. 

§ 2. Le groupe de travail flamand fait rapport au Ministre, à l’agence Soins et Santé, aux groupes de travail 

flamands des dépistages de population du cancer et au groupe de travail flamand de Sensibilisation des dépistages de 

population du cancer, sur la réalisation des missions. 

§ 3. Le groupe de travail flamand établit un règlement d’ordre intérieur. 

Le règlement d’ordre d’intérieur et ses modifications sont soumis à l’approbation de l’agence. 

§ 4. L’agence assure les tâches de secrétariat, à savoir le soutien administratif, logistique et, en fonction de son 

expertise, thématique du groupe de travail flamand. 

Si des sous-groupes de travail sont créés, l’agence n’est pas responsable du soutien administratif, logistique et 

thématique, sauf disposition contraire lors de l’approbation de la création d’un sous-groupe de travail, viséàl’article 5, 

§ 1 er , alinéa quatre.


32417 

Art. 5. § 1 er . Monsieur Pieter Vandenbulcke, au nom de l’agence des Soins et de la Santé, est nommé président du 

groupe de travail flamand. 

Le président peut se faire remplacer en désignant lui-même un remplaçant. S’il ne désigne pas de remplaçant, le 

membre le plus âgé présent préside la réunion du groupe de travail flamand. Lorsque le président se fait remplacer 

pendant plus de six mois consécutifs, le Ministre désigne un autre président. 

Le président peut créer un sous-groupe de travail ou plusieurs sous-groupes de travail après approbation par 

l’agence. A cet effet, il communique son intention de création d’un sous-groupe de travail à l’agence, y compris les 

aspects partiels de la mission du groupe de travail flamand qui seront effectués par le sous-groupe de travail, le 

calendrier pour réaliser ces aspects partiels, la composition et le nombre maximal de membres. 

La feuille de présence est certifiée sincère et véritable par le président du groupe de travail. 

§ 2. Les personnes suivantes sont nommées membres du groupe de travail flamand : 

1° Monsieur Arbyn Marc ; 

2° Madame De Brabander Isabel ; 

3° Monsieur Goossens Mathieu ; 

4° Madame Haelens Annemie ; 

5° Madame Hoeck Sarah ; 

6° Monsieur Guillaume Joeri ; 

7° Madame Pringels Sarah ; 

8° Madame Rummens Elise ; 

9° Monsieur Van Limbergen Erik ; 

10° Monsieur Van Den Bulcke Marc ; 

11° Monsieur Vandenbulcke Pieter. 

§ 3. Les membres, visés au paragraphe 2, peuvent désigner un remplaçant lorsqu’ils ne peuvent pas participer à 

une réunion. 

§ 4. Les données d’identification et les coordonnées des personnes, visées au présent article, sont conservées par 

l’agence. 

Art. 6. La déclaration d’intérêts, visée à l’article 7, § 2, alinéa deux, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 

14 novembre 2008, comprend les données suivantes : 

1° l’objectif d’une déclaration d’intérêts ; 

2° la description de ce qui peut constituer un conflit d’intérêts ; 

3° les mesures éventuelles lors d’un conflit d’intérêts ; 

4° la déclaration. 

Art. 7. En application de l’article 10, § 1 er ,del’arrêté du Gouvernement flamand du 14 novembre 2008, les 

personnes suivantes et leurs remplaçants éventuels, visés à l’article 5, sauf si ces remplaçants ne relèvent pas du champ 

d’application de l’article 10, § 1 er ,del’arrêté précité, nebénéficient pas d’une indemnité parce qu’ils sont liés à une 

autorité ou à une organisation financée par l’Autorité flamande et que la participation au groupe de travail flamand 

n’appartient pas aux tâches de leur organisation : 

1° Madame De Brabander Isabel ; 

2° Monsieur Goossens Mathieu ; 

3° Madame Haelens Annemie ; 

4° Madame Hoeck Sarah ; 

5° Madame Pringels Sarah ; 

6° Madame Rummens Elise ; 

7° Monsieur Van Limbergen Erik ; 

8° Monsieur Van Den Bulcke Marc ; 

9° Monsieur Vandenbulcke Pieter. 

Les personnes, visées à l’article 5, qui, en application de l’article 10, § 2, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 

14 novembre 2008, ne souhaitent pas d’indemnité, ne recevront pas d’indemnité non plus. 

Art. 8. L’indexation, visée à l’article 12 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 14 novembre 2008, se fait chaque 

année d’activité àpartir du 1 er janvier, selon la formule suivante : 

indemnité année X = indemnité AGF x 

indice de santé décembre X−1 

indice santé décembre 2008 

où : 

« indemnité AGF » =l’indemnité, visée à l’article 8, § 2, alinéa premier, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 

14 novembre 2008 ; 

« année X» =l’année d’activité àlaquelle l’indemnité a trait ; 

« indemnité année X» est arrondie à deux décimales ; 

« indice de santé décembre 2008 » = 111,24 (2004 = 100). 


Le Ministre flamand du Bien-Etre, de la Santé publique et de la Famille, 

J. VANDEURZEN




[C − 2015/35671] 

11 MEI 2015. — Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 17 november 

2014 betreffende de opleiding tot verslaggever en de opleidingsinstellingen bedoeld in artikel 8.6.1 van het 

Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft het instellen van een verplichting tot het volgen van een 

permanente vorming voor verslaggevers 

DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE, 

Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 10.1.3 en 10.1.4; 

Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 8.6.1 en 8.6.3; 

Gelet op het ministerieel besluit van 17 november 2014 betreffende de opleiding tot verslaggever en de 

opleidingsinstellingen bedoeld in artikel 8.6.1 van het Energiebesluit van 19 november 2010; 

Gelet op het advies nr. 57.130/3 van de Raad van State, gegeven op 17 maart 2015 met toepassing van artikel 84, 

§ 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, 

Besluit : 

Artikel 1. In het opschrift van het ministerieel besluit van 17 november 2014 betreffende de opleiding tot 

verslaggever en de opleidingsinstellingen bedoeld in artikel 8.6.1 van het Energiebesluit van 19 november 2010 worden 

de woorden “artikel 8.6.1” vervangen door de woorden “artikel 8.6.1 en 8.6.3”. 

Art. 2. In artikel 4 van hetzelfde ministerieel besluit worden na de woorden “de lijst van cursisten die een 

getuigschrift behaalden” de woorden “en de lesgevers” toegevoegd. 

Art. 3. In artikel 5 van hetzelfde ministerieel besluit worden na de woorden “Bachelor in de Toegepaste 

Architectuur” de woorden “of Interieurarchitect” toegevoegd. 

Art. 4. In hetzelfde ministerieel besluit wordt een hoofdstuk 2/1, bestaande uit artikel 6/1 tot en met 6/5, 

ingevoegd, dat luidt als volgt: 

“Hoofdstuk 2/1. Permanente vorming voor verslaggevers 

Art. 6/1. De verslaggever volgt jaarlijks tenminste 8 uur relevante bijscholing over vaktechnische en 

beroepsondersteunende materies, vermeld in artikel 6/4. Als permanente vorming komen, voor de looptijd van een 

kalenderjaar, de volgende activiteiten in aanmerking: 

1° het volgen van een vorming, studiedag of seminarie bij een erkende opleidingsinstelling, over vaktechnische en 

beroepsondersteunende materies die direct en specifiek verband houden met de kerntaken van de verslaggever, 

vermeld in artikel 6/4; 

2° het volgen van informatiesessies voor verslaggevers, georganiseerd door of namens het Vlaams Energieagentschap; 

3° het deelnemen aan een werkgroep, georganiseerd door een erkende opleidingsinstelling, waarbij kennisuitwisseling 

over inhoud zoals beschreven in artikel 6/4 centraal staat. Enkel de uren die gewijd worden aan de bespreking 

van de thema’s die aansluiten bij de inhoud zoals beschreven in artikel 6/4 komen in aanmerking. Een werkgroep is 

hierbij een interactieve onderwijsvorm waaraan per sessie maximaal 20 verslaggevers actief deelnemen; 

4° het volgen van een vorming op afstand via e-learning, georganiseerd door een erkende opleidingsinstelling, 

waarbij aantoonbaar is dat de opleiding volledig is gevolgd en de deelnemers uniek identificeerbaar zijn via hun 

Rijksregisternummer. 

De activiteit telt mee als permanente vorming voor het aantal uren gevolgde les of kennisuitwisseling. 

De gevolgde basisopleiding tot verslaggever, zoals beschreven in bijlage I, telt mee als permanente vorming voor 

het kalenderjaar waarin de basisopleiding werd afgerond. 

Om in aanmerking te komen als permanente vorming mag de verslaggever meerdere vormingen volgen over een 

zelfde thema, mits het gaat om verschillende, unieke vormingen. De vorming mag ook in aanmerking komen voor de 

permanente vorming van de architect of andere. 

Art. 6/2. De minister kan het verplichte basispakket van 8 uur permanente vorming, zoals beschreven in 

artikel 6/1, aanvullen met een aantal uren verplichte inhoud, die is afgestemd op de belangrijkste wijzigingen in de 

EPB-regelgeving, de EPB-eisen, de berekeningsmethode en de EPB-software. De inhoud en duur van de bijkomende 

bijscholing wordt vastgelegd door de minister. 

Art. 6/3. Voor verslaggevers die opleidingen of vorming geven bij een erkende opleidingsinstelling, komen naast 

de punten opgesomd in artikel 6/1, ook volgende activiteiten in aanmerking voor permanente vorming: 

1° het volgen van een train-the-trainer-sessie, vermeld in artikel 3, om in aanmerking te komen om de verplichte 

permanente vorming vermeld in artikel 6/2 te doceren. De train-the-trainer-sessie vervangt in dat geval de verplichte 

permanente vorming vermeld in artikel 6/2; 

2° het doceren van opleidingsonderdelen van de basisopleiding tot verslaggever, zoals beschreven in bijlage I van 

het ministerieel besluit betreffende de opleiding tot verslaggever en de opleidingsinstellingen, of van een 

train-the-trainer-sessie om in aanmerking te komen om de verplichte permanente vorming vermeld in artikel 6/2 te 

doceren of van andere vormingen georganiseerd door erkende opleidingsinstellingen voor artikel 6/1, eerste lid, 1° of 

3°. 

Het doceren en/of volgen van een train-the-trainer-sessie komt per unieke les éénmalig in aanmerking als 

permanente vorming. De gedoceerde uren tellen dubbel mee als bijscholing zoals beschreven in artikel 6/1. 

Art. 6/4. De activiteit van permanente vorming moet betrekking hebben op de kerntaken van de verslaggever 

zoals beschreven in artikel 11.1.11 en artikel 11.1.6/1, § 2 van het Energiedecreet van 8 mei 2009. De inhoud wordt 

ingevuld door vakgebieden opgesomd in ‘Bijlage I – opleidingsonderdelen’ van het ministerieel besluit betreffende de 

opleiding tot verslaggever en/of vormingen die bijdragen tot een versterking en groei van de kennis en inzichten van 

de verslaggever over de energieprestatie van gebouwen en het binnenklimaat in ruimere zin, zoals detailberekeningen 

van bouwknopen, dynamische simulaties van het energieverbruik van een gebouw en innovatieve energiebesparende 

technieken.


32419 

Art. 6/5. Onverminderd artikel 6/1 moet de verslaggever overeenkomstig artikel 6/2 tijdens het kalenderjaar 

2015 minstens 2 uur permanente vorming volgen over het wijzigingspakket van 2016: de verstrengde EPB-eisen 

(waaronder de maximale U-waarden, E-peil E50 voor woongebouwen en publieke gebouwen) en de mogelijkheden en 

uitdagingen om aan die eisen te voldoen.”. 

Art. 5. In hetzelfde ministerieel besluit wordt een hoofdstuk 2/2, bestaande uit artikel 6/6 tot en met 6/9, 

ingevoegd, dat luidt als volgt: 

“Hoofdstuk 2/2. Erkenning van de opleidingsinstelling voor permanente vorming 

Artikel 6/6. Om door het Vlaams Energieagentschap te worden erkend als opleidingsinstelling voor permanente 

vorming, moet de opleidingsinstelling minstens voldoen aan de volgende voorwaarden: 

1° beschikken over lesgevers die kennis hebben over energieprestatieregelgeving en die belast worden met het 

inhoudelijk vorm geven van de permanente vorming; 

2° beschikken over een systeem voor het behandelen van klachten en een systeem voor het evalueren van de 

permanente vorming. De aanvraag geeft een korte omschrijving en informatie over de aanpak weer; 

3° beschikken over een plan van aanpak wat betreft het inrichten van een aanbod permanente vorming voor 

verslaggevers. 

Art. 6/7. Minstens de verantwoordelijke voor de permanente vorming overeenkomstig artikel 6/1, eerste lid, 1° , 

3° en 4°, artikel 6/2, of een van de lesgevers van de opleidingsinstelling, zoals opgegeven in de aanvraag, neemt op 

vraag van het Vlaams Energieagentschap deel aan een specifiek overleg met betrekking tot permanente vorming. 

Art. 6/8. De opleidingsinstelling voor permanente vorming moet zich onafhankelijk opstellen van fabrikanten en 

installateurs. Dit houdt minstens het volgende in: 

1° de opleidingsinstelling is niet actief als producent, verdeler of installateur van materialen, producten of 

technieken die impact hebben op de (berekening van de) energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw; 

2° de opleidingsinstelling onthoudt zich van het inrichten van permanente vorming die zich louter richt op het 

promoten van merken en doet geen commerciële voorstellen met betrekking tot de energieprestatie en het 

binnenklimaat van gebouwen of met betrekking tot de te realiseren maatregelen om te voldoen aan de EPB-eisen. 

Art. 6/9. Een erkende opleidingsinstelling voor activiteiten van permanente vorming: 

1° bezorgt ten laatste veertien dagen voor de start van de activiteit van permanente vorming overeenkomstig 

artikel 6/1, eerste lid, 1° en artikel 6/2, de volgende gegevens aan het Vlaams Energieagentschap: 

a) het gedetailleerde programma van de geplande vorming; 

b) de identiteit van de lesgever(s); 

c) plaats en datum van de geplande vorming; 

d) het effectief aantal uren dat aan vorming wordt besteed; 


artikel 6/1, eerste lid, 3°, de volgende gegevens aan het Vlaams Energieagentschap: 

a) de onderwerpen die op de werkgroepen zullen worden besproken; 

b) de identiteit van de begeleider(s); 

c) plaats en datum van de geplande vorming; 

d) het effectief aantal uren dat aan vorming wordt besteed; 


artikel 6/1, eerste lid, 4°, de volgende gegevens aan het Vlaams Energieagentschap: 

a) het gedetailleerde programma van de geplande vorming; 

b) de identiteit van de lesgever(s) die het lesmateriaal opstelde(n); 

c) het systeem van digitale leeromgeving; 

d) het effectief aantal uren dat de e-learning duurt; 

4° bezorgt binnen de 14 kalenderdagen na de activiteit van permanente vorming de gegevens van de aanwezige 

deelnemers (naam, EP-code, Rijksregisternummer) en de lesgevers (naam, Rijksregisternummer en EP-code als de 

lesgever ook verslaggever is) en het effectief aantal gevolgde vormingsuren aan het Vlaams Energieagentschap, waarbij 

de wijze van doorsturen wordt bepaald bij besluit van het hoofd van het agentschap; 

5° bezorgt elke drie maand aan het Vlaams Energieagentschap de verslagen van de werkgroepen; 

6° laat een medewerker van het Vlaams Energieagentschap kosteloos toe tot elke activiteit van permanente 

vorming; 

7° bevraagt minstens jaarlijks haar deelnemers over welke onderwerpen meest relevant zijn voor toekomstige 

bijscholing, vermeld in artikel 6/1, eerste lid, 1° ,3° en 4°; 

8° bezorgt op vraag van het Vlaams Energieagentschap, inzage en informatie over de expertise van de lesgevers 

en begeleiders en een digitaal of analoog exemplaar van het lesmateriaal gebruikt voor vormingen overeenkomstig 

artikel 6/1, eerste lid, 1°, 3° en 4° en artikel 6/2; 

9° volgt de instructies vanwege het Vlaams Energieagentschap met betrekking tot de permanente vorming 

(lesmateriaal, lesgevers, begeleiders, aanpak werkgroepen ...) op en past, indien gevraagd, de lesgevers, de inhoud en 

de vorm van de vorming, de werkgroepen of de begeleiding aan.”. 

Art. 6. In hetzelfde ministerieel besluit wordt een hoofdstuk 2/3, bestaande uit artikel 6/10, ingevoegd, dat luidt 

als volgt: 

“Hoofdstuk 2/3. Overgangsbepalingen 

Art. 6/10. Enkel die activiteiten die door een verslaggever gevolgd werden vanaf 1 januari 2015 komen in 

aanmerking als permanente vorming voor verslaggevers, bedoeld in hoofdstuk 2/1. 

In afwijking van hoofdstuk 2/2 komen vormingen die gegeven zijn vanaf 1 januari 2015 maar alvorens de 

opleidingsinstelling een erkenning, vermeld in hoofdstuk 2/2 verkreeg, in aanmerking als permanente vorming voor 

verslaggevers, vermeld in artikel 6/1, eerste lid, 1° ,3° en 4°, of artikel 6/5, op voorwaarde dat:


1° deze vormingen voldoen aan de voorwaarden beschreven in hoofdstuk 2/1; 

2° de opleidingsinstelling op het moment van het geven van de opleiding voldeed aan de voorwaarden, vermeld 

in artikel 6/6, eerste lid, 1° en artikel 6/8; 

3° de opleidingsinstelling die de opleiding verstrekte uiterlijk tegen 1 september 2015 een erkenning, bedoeld in 

artikel 6/6, heeft verkregen. 

Elke opleidingsinstelling, vermeld in het tweede lid, bezorgt binnen de maand na de betekening van de beslissing 

van het Vlaams Energieagentschap houdende de verlening van de erkenning de gegevens van de deelnemers die 

aanwezig waren op de opleidingen, vermeld in het tweede lid, (naam, EP-code, Rijksregisternummer) en het effectief 

aantal gevolgde vormingsuren aan het Vlaams Energieagentschap, waarbij de wijze van doorsturen wordt bepaald bij 

besluit van het hoofd van het agentschap.”. 


De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, 

A. TURTELBOOM 

TRADUCTION 


Environnement, Nature et Energie 

[C − 2015/35671] 

11 MAI 2015. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 17 novembre 2014 relatif à la formation de 

rapporteur et aux instituts de formation visés à l’article 8.6.1 de l’arrêté relatif à l’Energie du 19 novembre 2010, 

en ce qui concerne l’instauration d’une obligation de suivre une formation permanente pour rapporteurs 

LE MINISTRE FLAMAND DU BUDGET, DES FINANCES ET DE L’ENERGIE 

Vu le décret du 8 mai 2009 relatif à l’énergie, notamment les articles 10.1.3 et 10.1.4 ; 

Vu l’arrêté du 19 novembre 2010 relatif à l’énergie, notamment les articles 8.6.1 et 8.6.3 ; 

Vu l’arrêté ministériel du 17 novembre 2014 relatif à la formation de rapporteur et aux instituts de formation visés 

à l’article 8.6.1 de l’arrêté relatif à l’Energie du 19 novembre 2010 ; 

Vu l’avis n° 57.130/3 du Conseil d’État, donné le 17 mars 2015, en application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,2°, 

des lois sur le Conseil d’État, coordonnées le 12 janvier 1973, 

Arrête : 

Article 1 er . Dans l’intitulé de l’arrêté ministériel du 17 novembre 2014 relatif à la formation de rapporteur et aux 

instituts de formation visés à l’article 8.6.1 de l’arrêté relatif à l’Energie du 19 novembre 2010, les mots « l’article 8.6.1 » 

sont remplacés par les mots « les articles 8.6.1 et 8.6.3 ». 

Art. 2. Dans l’article 4 du même arrêté ministériel, les mots « la liste des élèves qui ont obtenu un certificat » sont 

complétés par les mots « et des formateurs ». 

Art. 3. Dans l’article 5 du même arrêté ministériel, les mots « Bachelor en architecture appliquée » sont complétés 

par les mots « ou Architecte d’intérieur ». 

Art. 4. Dans le même arrêté ministériel, il est inséré un chapitre 2/1, comprenant les articles 6/1 à 6/5 inclus, 

rédigé comme suit : 

« Chapitre 2/1. Formation permanente pour rapporteurs 

Art. 6/1. Le rapporteur suit annuellement au minimum 8 heures de recyclage pertinent sur des matières 

spécialisées et d’assistance professionnelle, visées à l’article 6/4. Les activités suivantes sont éligibles comme formation 

permanente pour la durée d’une année calendaire : 

1° suivre une formation, une journée d’étude ou un séminaire auprès d’un institut de formation agréé, concernant 

des matières spécialisées et d’assistance professionnelle qui sont directement et spécifiquement liées aux tâches 

fondamentales du rapporteur, visées à l’article 6/4 ; 

2° suivre des sessions d’information pour rapporteurs, organisées par ou au nom de l’Agence flamande de 

l’Energie ; 

3° participer à un groupe de travail, organisé par un institut de formation agréé,où l’échange de connaissances sur 

le contenu tel que décrit à l’article 6/4 occupe une position centrale. Seules les heures dédiées à la discussion des thèmes 

qui s’alignent sur le contenu tel que décrit à l’article 6/4 entrent en ligne de compte. A cet égard, un groupe de travail 

est une forme d’enseignement interactive qui comprend la participation active d’au maximum 20 rapporteurs par 

session ; 

4° suivre une formation à distance par le biais d’e-learning, organisée par un institut de formation agréé. Dans ce 

contexte, il faut pouvoir démontrer que la formation est suivie complètement, et les participants peuvent être identifiés 

de manière unique à l’aide de leur numéro de registre national. 

L’activité compte comme formation permanente pour le nombre d’heures de cours suivis ou d’échange de 

connaissances. 

La formation de base de rapporteur suivie, telle que décrite en annexe I, compte comme formation permanente 

pour l’année calendaire pendant laquelle la formation de base a été accomplie. 

Pour entrer en ligne de compte comme formation permanente, le rapporteur peut suivre plusieurs formations sur 

le même thème, à condition qu’il s’agit de formations différentes et uniques. La formation peut également être prise en 

compte pour la formation permanente de l’architecte ou autres. 

Art. 6/2. Le Ministre peut compléter le paquet de base obligatoire de 8 heures de formation permanente, tel que 

décrit à l’article 6/1, par un certain nombre d’heures de contenu obligatoire, qui est aligné sur les modifications 

principales de la réglementation PEB, des exigences PEB, de la méthode de calcul et du logiciel PEB. Le contenu et la 

durée du recyclage supplémentaire sont arrêtés par le Ministre.


32421 

Art. 6/3. Pour les rapporteurs qui assurent des formations ou une éducation auprès d’un institut de formation 

agréé, les activités suivantes entrent également en ligne de compte pour la formation permanente, outre les points 

énumérés à l’article 6/1 : 

1° suivre une session « train-the-trainer », visée à l’article 3, pour entrer en ligne de compte pour enseigner la 

formation permanente obligatoire, visée à l’article 6/2. Dans ce cas, la session « train-the-trainer » remplace la formation 

permanente obligatoire, visée à l’article 6/2 ; 

2° enseigner des subdivisions de la formation de base de rapporteur, telles que décrites en annexe I de l’arrêté 

ministériel relatif à la formation de rapporteur et aux instituts de formation, ou une session « train-the-trainer » pour 

entrer en ligne de compte pour enseigner la formation permanente obligatoire, visée à l’article 6/2, ou d’autres 

formations organisées par des instituts de formation agréés pour l’article 6/1, alinéa premier, 1° ou 3°. 

Enseigner et/ou suivre une session « train-the-trainer » n’entre qu’une seule fois par cours unique en ligne de 

compte comme formation permanente. Les heures enseignées comptent doubles comme recyclage tel que décrit à 

l’article 6/1. 

Art. 6/4. L’activité de la formation permanente doit avoir trait aux tâches fondamentales du rapporteur telles que 

décrites à l’article 11.1.11 et à l’article 11.1.6/1, § 2, du Décret sur l’Energie du 8 mai 2009. Le contenu est concrétisé par 

les disciplines énumérées à l’« Annexe I - subdivisions de formation » de l’arrêté ministériel relatif à la formation de 

rapporteur et/ou des formations contribuant au renforcement et à la croissance des connaissances et des conceptions 

du rapporteur sur la performance énergétique de bâtiments et le climat intérieur au sens plus large, telles que des 

calculs de détail des nœuds constructifs, des simulations dynamiques de la consommation d’énergie d’un bâtiment et 

des techniques innovatrices permettant d’économiser l’énergie. 

Art. 6/5. Sans préjudice de l’article 6/1, le rapporteur doit suivre, conformément à l’article 6/2, au moins 2 heures 

de formation permanente sur le paquet de modifications de 2016 pendant l’année calendaire 2015 : les exigences PEB 

plus strictes (y compris les valeurs U maximales, niveau E50 pour bâtiments résidentiels et bâtiments publics) et les 

possibilités et les défis pour répondre à ces exigences. ». 

Art. 5. Dans le même arrêté ministériel, il est inséré un chapitre 2/2, comprenant les articles 6/6 à 6/9 inclus, 

rédigé comme suit : 

« Chapitre 2/2. Agrément de l’institut de formation pour la formation permanente 

Article 6/6. Pour être agréé par l’Agence flamande de l’Energie comme institut de formation pour la formation 

permanente, l’institut de formation doit répondre au moins aux conditions suivantes : 

1° disposer de formateurs qui possèdent une connaissance de la réglementation en matière de performance 

énergétique et qui sont chargés de la concrétisation du contenu de la formation permanente ; 

2° disposer d’un système de traitement des plaintes et d’un système d’évaluation de la formation permanente. La 

demande mentionne une description et information succinctes sur l’approche ; 

3° disposer d’un plan d’approche en ce qui concerne l’organisation d’une offre de formation permanente pour 

rapporteurs. 

Art. 6/7. Au moins le responsable de la formation permanente conformément à l’article 6/1, alinéa premier, 1°, 3° 

et 4°, età l’article 6/2, ou un des formateurs de l’institut de formation, tel que mentionné dans la demande, participe, 

à la demande de l’Agence flamande de l’Energie, à une concertation spécifique relative à la formation permanente. 

Art. 6/8. L’institut de formation pour la formation permanente doit adopter une position indépendante des 

fabricants et des installateurs. Concrètement, cela implique au moins ce qui suit : 

1° l’institut de formation n’est pas actif en tant que producteur, distributeur ou installateur de matériaux, de 

produits ou de techniques qui ont un impact sur (le calcul de) la performance énergétique et le climat intérieur d’un 

bâtiment ; 

2° l’institut de formation s’abstient de l’organisation d’une formation permanente qui est uniquement axée sur la 

promotion de marques et ne formule pas de propositions commerciales relatives à la performance énergétique et au 

climat intérieur de bâtiments ou relatives aux mesures à réaliser afin derépondre aux exigences PEB. 

Art. 6/9. Un institut de formation agréé pour des activités de formation permanente : 

1° transmet, au plus tard quatorze jours avant le début de l’activité de formation permanente conformément à 

l’article 6/1, alinéa premier, 1°, età l’article 6/2, les données suivantes à l’Agence flamande de l’Energie : 

a) le programme détaillé de la formation prévue ; 

b) l’identité du (des) formateur(s) ; 

c) lieu et date de la formation prévue ; 

d) le nombre d’heures effectivement consacrées à la formation ; 


l’article 6/1, alinéa premier, 3°, les données suivantes à l’Agence flamande de l’Energie : 

a) les sujets qui seront discutés par les groupes de travail ; 

b) l’identité de l’accompagnateur (des accompagnateurs) ; 

c) lieu et date de la formation prévue ; 

d) le nombre d’heures effectivement consacrées à la formation ; 


l’article 6/1, alinéa premier, 4°, les données suivantes à l’Agence flamande de l’Energie : 

a) le programme détaillé de la formation prévue ; 

b) l’identité du (des) formateur(s) ayant établi le matériel didactique ; 

c) le système d’environnement d’éducation numérique ; 

d) le nombre d’heures effectivement consacrées à l’e-learning ; 

4° transmet, dans les 14 jours calendaires suivant l’activité de formation permanente, les données des participants 

présents (nom, code PE, numéro de registre national) et des formateurs (nom, numéro de registre national et code PE 

si le formateur est également le rapporteur) et le nombre d’heures de formation effectivement suivies auprès de 

l’Agence flamande de l’Energie, le mode de transmission étant déterminé par arrêté du chef de l’agence ;


5° transmet les rapports des groupes de travail tous les trois mois à l’Agence flamande de l’Energie ; 

6° admet un collaborateur de l’Agence flamande de l’Energie gratuitement à chaque activité de formation 

permanente ; 

7° sonde ses participants au moins annuellement sur les sujets les plus pertinents pour le recyclage futur, visé à 

l’article 6/1, alinéa premier, 1°, 3° et 4° ; 

8° fournit, à la demande de l’Agence flamande de l’Energie, l’accès à et des informations sur l’expertise des 

formateurs et accompagnateurs, ainsi qu’un exemplaire numérique ou analogue du matériel didactique utilisé pour les 

formations conformément à l’article 6/1, alinéa premier, 1°, 3° et 4°, età l’article 6/2 ; 

9° suit les instructions de la part de l’Agence flamande de l’Energie en ce qui concerne la formation permanente 

(matériel didactique, formateurs, accompagnateurs, approche des groupes de travail, ...) et adapte, si nécessaire, les 

formateurs, le contenu et la forme de la formation, les groupes de travail ou l’accompagnement. ». 

Art. 6. Dans le même arrêté ministériel, il est inséré un chapitre 2/3, comprenant l’article 6/10, rédigé comme 

suit : 

« Chapitre 2/3. Dispositions transitoires 

Art. 6/10. Seules les activités qui ont été suivies par un rapporteur à partir du 1 er janvier 2015 sont éligibles comme 

formation permanente pour rapporteurs, visée au chapitre 2/1. 

Par dérogation au chapitre 2/2, les formations qui sont données à partir du 1 er janvier 2015 mais avant que l’institut 

de formation n’ait obtenu un agrément, visé au chapitre 2/2, sont éligibles comme formation permanente pour 

rapporteurs, visée à l’article 6/1, alinéa premier, 1°, 3° et 4°, ouà l’article 6/5, à condition que : 

1° ces formations répondent aux conditions décrites au chapitre 2/1 ; 

2° l’institut de formation remplisse les conditions, visées à l’article 6/6, alinéa premier, 1° et à l’article 6/8, au 

moment de l’organisation de la formation ; 

3° l’institut de formation qui a fourni la formation, ait obtenu un agrément, visé àl’article 6/6, au plus tard le 

1 er septembre 2015. 

Chaque institut de formation visé àl’alinéa deux transmet, dans le mois suivant la notification de la décision de 

l’Agence flamande de l’Energie portant l’octroi de l’agrément, les données des participants qui étaient présents aux 

formations, visées à l’alinéa deux, (nom, code PE, numéro de registre national) et le nombre d’heures de formation 

effectivement suivies auprès del’Agence flamande de l’Energie, le mode de transmission étant déterminé par arrêté du 

chef de l’agence. ». 


La Ministre flamande du Budget, des Finances et de l’Energie, 

A. TURTELBOOM 

REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST 

SERVICE PUBLIC DE WALLONIE 

[2015/202615] 

21 MAI 2015. — Décret portant modification du décret du 3 juillet 2008 

relatif au soutien de la recherche, du développement et de l’innovation en Wallonie (1) 

Le Parlement wallon a adopté et Nous, Gouvernement wallon, sanctionnons ce qui suit : 

Article 1 er . Dans le décret du 3 juillet 2008 relatif au soutien de la recherche, du développement et de l’innovation 

en Wallonie, l’intitulé du chapitre I er est modifié comme suit : 

« CHAPITRE I er . — Définitions et référence au Règlement européen général d’exemption par catégorie » 

Art. 2. Dans l’article 2 du même décret, la phrase « Elle comprend la création de composants de système 

complexes, nécessaire à la recherche industrielle, notamment pour la validation de technologies génériques, 

à l’exclusion des prototypes visés à l’article 3. » est remplacée par la phrase : 

« Elle comprend la création de composants de systèmes complexes et peut inclure la construction de prototypes 

dans un environnement de laboratoire ou dans un environnement à interfaces simulées vers les systèmes existants, 

ainsi que des lignes-pilotes, lorsque c’est nécessaire pour la recherche industrielle, et notamment pour la validation de 

technologies génériques. » 

Art. 3. L’article 2/1 du même décret, inséré par le décret du 13 mars 2014, est abrogé. 

Art. 4. L’article 3 du même décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, est remplacé par ce qui suit : 

« Art. 3. Au sens du présent décret, on entend par « développement expérimental » l’acquisition, l’association, 

la mise en forme et l’utilisation de connaissances et d’aptitudes scientifiques, technologiques, commerciales et autres 

pertinentes en vue de développer des produits, des procédés ou des services nouveaux ou améliorés. Il peut aussi 

s’agir, par exemple, d’activités visant la définition théorique et la planification de produits, de procédés ou de services 

nouveaux, ainsi que la consignation des informations qui s’y rapportent. Le développement expérimental peut 

comprendre la création de prototypes, la démonstration, l’élaboration de projets pilotes, les essais et la validation de 

produits, de procédés ou de services nouveaux ou améliorés dans des environnements représentatifs des conditions de 

la vie réelle, lorsque l’objectif premier est d’apporter des améliorations supplémentaires, au niveau technique, 

aux produits, procédés ou services qui ne sont pas en grande partie «fixés ». 

Il peut comprendre la création de prototypes et de projets pilotes commercialement exploitables qui sont 

nécessairement les produits commerciaux finals et qui sont trop onéreux à produire pour être utilisés uniquement à des 

fins de démonstration et de validation. Le développement expérimental ne comprend pas les modifications de routine 

ou périodiques apportées à des produits, lignes de production, procédés de fabrication et services existants et à d’autres 

opérations en cours, même si ces modifications peuvent représenter des améliorations. »


32423 

Art. 5. L’article 4 du même décret est remplacé par ce qui suit : 

« Art. 4. Au sens du présent décret, on entend par « innovation de procédé»la mise en œuvre d’une méthode de 

production ou de distribution nouvelle ou sensiblement améliorée (cette notion impliquant des changements 

significatifs d’ordre technique, matériel ou logiciel), ce qui exclut les changements ou améliorations mineurs, les 

accroissements de capacités de production ou de service obtenus par l’adjonction de systèmes de fabrication ou de 

systèmes logistiques qui sont très analogues à ceux déjà en usage, la cessation de l’utilisation d’un procédé, le simple 

remplacement ou l’extension de l’équipement, les changements découlant uniquement de variations du prix des 

facteurs, la production personnalisée, l’adaptation aux marchés locaux, les modifications saisonnières, régulières et 

autres changements cycliques et le commerce de produits nouveaux ou sensiblement améliorés. » 


« Art. 5. Au sens du présent décret, on entend par « innovation d’organisation » la mise en œuvre d’une nouvelle 

méthode organisationnelle dans les pratiques commerciales, l’organisation du lieu de travail ou les relations extérieures 

de l’entreprise, ce qui exclut les changements s’appuyant sur des méthodes organisationnelles déjà en usage dans 

l’entreprise, les changements dans la stratégie de gestion, les fusions et les acquisitions, la cessation de l’utilisation d’un 

procédé, le simple remplacement ou l’extension de l’équipement, les changements découlant uniquement de variations 

du prix des facteurs, la production personnalisée, l’adaptation aux marchés locaux, les modifications régulières ou 

saisonnières et autres changements cycliques, ainsi que le commerce de produits nouveaux ou sensiblement 

améliorés. » 

Art. 7. L’article 5/1 du même décret est abrogé. 

Art. 8. L’article 6/2 du même décret, inséré par le décret du 13 mars 2014, est remplacé par ce qui suit : 

« Art. 6/2. Au sens du présent décret, on entend par « infrastructure de recherche » les installations, les ressources 

et les services associés utilisés par la communauté scientifique pour mener des recherches dans ses domaines de 

compétence. Cette définition englobe les équipements scientifiques et le matériel de recherche, les ressources cognitives 

comme les collections, les archives et les informations scientifiques structurées, les infrastructures habilitantes fondées 

sur les technologies de l’information et de la communication telles que le GRID, les infrastructures de calcul, 

les logiciels et les systèmes de communication, ainsi que tous les autres moyens nécessaires pour mener les recherches. 

Ces infrastructures peuvent être implantées sur un seul site ou être « distribuées » (un réseau organisé de ressources) 

conformément à l’article 2, point a), du Règlement (CE) n° 723/2009 du Conseil du 25 juin 2009 relatif à un cadre 

juridique communautaire applicable à un Consortium pour une infrastructure européenne de recherche (ERIC). » 

Art. 9. Dans le même décret, il est inséré un article 6/4 rédigé comme suit : 

« Art. 6/4. Au sens du présent décret, on entend par entreprise en difficulté, une entreprise remplissant au moins 

une des conditions suivantes : 

-s’il s’agit d’une société àresponsabilité limitée (société anonyme, société en commandite par actions, société 

privée à responsabilité limitée, société coopérative à responsabilité limitée) autre qu’une P.M.E. en existence depuis 

moins de trois ans, lorsque plus de la moitié de son capital social souscrit a disparu en raison de pertes accumulées. 

Tel est le cas lorsque la déduction des pertes accumulées des réserves et de tous les autres éléments généralement 

considérés comme relevant des fonds propres de la société, conduit à un montant négatif qui excède la moitié du capital 

social souscrit. Le capital social comprend, le cas échéant, les primes d’émission; 

-s’il s’agit d’une société dont certains associés au moins ont une responsabilité illimitée pour les dettes de la société 

(société en nom collectif, société en commandite simple et société coopérative à responsabilité illimitée), autre qu’une 

P.M.E. en existence depuis moins de trois ans, lorsque plus de la moitié des fonds propres, tels qu’ils sont inscrits dans 

les comptes de la société, a disparu en raison des pertes accumulées; 

- lorsque l’entreprise fait l’objet d’une procédure collective d’insolvabilité ou remplit les conditions de soumission 

à une telle procédure à la demande de ses créanciers; 

- lorsque l’entreprise a bénéficié d’une aide au sauvetage et n’a pas encore remboursé le prêtoumisfin à la garantie 

ou qu’elle a bénéficié d’une aide à la restructuration et est toujours soumise à un plan de restructuration; 

- dans le cas d’une entreprise autre qu’une P.M.E., lorsque depuis les 2 exercices précédents : 

* le ratio emprunts/fonds propres est supérieur à 7,5 et 

* le ratio de couverture des charges d’intérêt del’entreprise, calculé sur base de l’EBITDA, est inférieur à l’unité. » 


« Art. 6/5. Au sens du présent décret, on entend par «étude de faisabilité»,l’évaluation et l’analyse du potentiel 

d’un projet, qui visent à soutenir le processus décisionnel en révélant de façon objective et rationnelle les forces et les 

faiblesses du projet, ainsi que les perspectives et les menaces qu’il suppose, et qui précisent les ressources nécessaires 

pour le mener à bien et en évaluent, en définitive, les chances de succès. » 


« Art. 6/6. Au sens du présent décret, on entend par « services de conseil en matière d’innovation », le conseil, 

l’assistance et la formation dans les domaines du transfert de connaissances, de l’acquisition, de la protection et de 

l’exploitation d’actifs incorporels et de l’utilisation des normes et des réglementations qui les intègrent. » 


« Art. 6/7. Au sens du présent décret, on entend par « services d’appui à l’innovation », les bureaux, les banques 

de données, les bibliothèques, les études de marché, les laboratoires, l’étiquetage de la qualité, ainsi que les essais et la 

certification, en vue de développer des produits, des procédés ou des services plus efficaces. » 


« Art. 6/8. Au sens du présent décret, on entend par « activités non économiques » les activités visées par le 

titre 2.1.1. de la Communication (UE) n o 2014/C 198/1 de la Commission du 21 mai 2014 relative à l’Encadrement des 

aides d’Etat à la recherche, au développement et à l’innovation, J.O.U.E, 27 juin 2014, p.1. »


Art. 14. Al’article 7 du même décret, les modifications suivantes sont apportées : 

a) aux 1 o ,2 o et 4 o , les mots « l’annexe I re du Règlement (CE) n o 70/2001 de la Commission du 12 janvier 2001 

concernant l’application des articles 87 et 88 du Traité CE aux aides d’Etat en faveur des petites et moyennes 

entreprises » sont remplacés par les mots « l’annexe I re du Règlement (UE) n o 651/2014 de la Commission du 

17 juin 2014 déclarant certaines catégories d’aides compatibles avec le marché intérieur en application des articles 107 

et 108 du Traité »; 

b) les mots « visée par le Code des sociétés, » sont abrogés. 

Art. 15. Dans l’article 8, du même décret, remplacé par le décret du 13 mars 2014, le 1 o est remplacé par ce qui 

suit : 

« 1 o « organisme de recherche » : entité (telle qu’une université ou un institut de recherche, une agence de transfert 

de technologies, un intermédiaire en innovation, une entité collaborative réelle ou virtuelle axée sur la recherche), 

quel que soit son statut légal (de droit public ou de droit privé) ou son mode de financement, dont le but premier est 

d’exercer, en toute indépendance, des activités de recherche fondamentale, de recherche industrielle ou de 

développement expérimental, ou de diffuser largement les résultats de ces activités au moyen d’un enseignement, 

de publications ou de transferts de connaissances. Lorsqu’une telle entité exerce également des activités économiques, 

le financement, les coûts et les revenus de ces activités économiques doivent être comptabilisés séparément. 

Les entreprises qui peuvent exercer une influence déterminante sur une telle entité, par exemple en leur qualité 

d’actionnaire ou d’associé, ne peuvent pas bénéficier d’un accès privilégié aux résultats qu’elle produit. » 

Art. 16. L’article 9 du même décret est abrogé. 

Art. 17. L’article 10 du même décret, remplacé par le décret du 13 mars 2014, est remplacé par ce qui suit : 

« Art. 10. Au sens du présent décret, on entend par : 

1 o « centre de recherche agréé » : tout organisme qui a pour objet principal de réaliser des recherches et d’effectuer 

des prestations de service contribuant au développement économique, social et environnemental de la Wallonie agréé 

conformément aux critères arrêtés par le Gouvernement et qui ne répond pas aux définitions visées aux articles 7, 8, 

2 o ,et8,3 o ; 

2 o « Association forte » : organisme dont les membres sont des centres de recherche agréés et dont les principes 

directeurs applicables à ses activités non économiques sont, au minimum, les suivants : 

a) éviter toute concurrence déloyale entre membres; 

b) s’engager à faire appel au membre réputé de meilleure compétence dans le strict intérêt du client et harmoniser 

le tarif de prestation; 

c) faire la promotion des compétences des autres membres vis-à-vis de sa clientèle; 

d) développer et exploiter les éventuelles synergies entre membres; 

e) échanger les bonnes pratiques de gestion et d’organisation; 

f) adopter une stratégie concertée dedéveloppement; 

g) améliorer la visibilité des membres; 

h) se concerter à propos d’investissements en équipement important. » 

Art. 18. Dans l’article 12 du même décret, remplacé par le décret du 13 mars 2014 et l’article 12/1 du même décret, 

inséré par le décret du 13 mars 2014, les chiffres « 10, 2 o » sont remplacés par le chiffre « 10 ». 


« Art. 13/1. Les aides visées au présent décret sont octroyées aux conditions définies par le Règlement n o 651/2014 

de la Commission du 17 juin 2014 déclarant certaines catégories d’aides compatibles avec le marché intérieur en 

application des articles 107 et 108 du Traité. » 

Art. 20. Al’article 14 du même décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, les modifications suivantes sont 

apportées : 

a) au 3 o ,lemot« technique » est abrogé; 

b) le 5 o est abrogé; 

c) aux 6 o et 7 o , les mots « dans les services » sont abrogés; 

d) le 8 o est remplacé par ce qui suit : 

« 8 o aux petites entreprises et aux moyennes entreprises, des subventions portant sur des services de conseil en 

matière d’innovation et d’appui à l’innovation; »; 

e) le 9 o est abrogé; 

f) au 9/1 o les mots « instituts de recherche » sont remplacés par les mots « centres de recherche »; 

g) au 10 o et au 13 o , les mots « appliquée ou» sont abrogés; 

h) le 12/1 o est remplacé par ce qui suit : 

« 12/1 o aux unités universitaires, des subventions portant sur l’acquisition d’infrastructures de recherche; »; 

i) aux 13 o ,14 o ,15 o ,16 o et 18 o , les mots « instituts de recherche » sont remplacés par les mots « centres de 

recherche »; 

j) le 16/1 o est remplacé par ce qui suit : 

« 16/1 o aux centres de recherche agréés, des subventions portant sur l’acquisition d’infrastructures de recherche; »; 

k) au 17 o , les mots « appliquée ou» sont abrogés; 

l) le 14 o est abrogé. 

Art. 21. L’article 15, 2 o ,dumême décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, est remplacé par ce qui suit : 

« 2 o soit sur la base de l’évaluation scientifique, technique, économique, d’emploi, financière et de développement 

durable du projet, à laquelle le Gouvernement peut procéder seul ou avec l’assistance d’experts extérieurs. »


32425 

Art. 22. L’article 16 du même décret est complété par un alinéa rédigé comme suit : 

« Constituent des dépenses admissibles aux conditions arrêtées par le Gouvernement, les coûts des bâtiments et 

des terrains, dans la mesure où et aussi longtemps qu’ils sont utilisés pour le projet. En ce qui concerne les bâtiments, 

seuls les coûts d’amortissement correspondant à la durée du projet, calculés conformément aux principes comptables 

généralement admis, sont jugés admissibles. Pour ce qui est des terrains, les frais de cession commerciale ou les coûts 

d’investissement effectivement supportés sont admissibles. » 

Art. 23. Dans l’article 18, deuxième alinéa, du même décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, les 1 o ,2 o et 3 o 

sont remplacés par ce qui suit : 

« 1 o 80 pour une petite entreprise; 

2 o 70 pour une moyenne entreprise; 

3 o 60 pour une grande entreprise. » 

Art. 24. Dans l’article 19, deuxième alinéa, du même décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, les 1 o ,2 o et 3 o 

sont remplacés par ce qui suit : 




Art. 25. Al’article 19/1, alinéa 1 er ,dumême décret, inséré par le décret du 13 mars 2014, les modifications 

suivantes sont apportées : 

a) le mot « Institut » est remplacé par le mot« centre »; 

b) le 3 o est remplacé par ce qui suit : 

« 3 o l’entreprise est une moyenne entreprise ou une petite entreprise; ». 

Al’article 19/1, alinéa 2,dumême décret, inséré par le décret du 13 mars 2014, les 1 o et 2 o sont remplacés par ce 

qui suit : 


2 o 70 pour une moyenne entreprise. » 

Art. 26. L’article 21, 2 o ,dumême décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, est remplacé par ce qui suit : 

« 2 o soit sur la base de l’évaluation scientifique, technique, économique, d’emploi, financière et de développement 

durable du projet, à laquelle le Gouvernement peut procéder seul ou avec l’assistance d’experts extérieurs. » 








apportées : 

a) au deuxième alinéa, le 1 o est remplacé par ce qui suit : 

« 1 o 60 pour une petite entreprise; »; 

b) au troisième alinéa, le 1 o est remplacé par ce qui suit : 


c) au troisième alinéa, le 2 o est remplacé par ce qui suit : 

« 2 o 60 pour une moyenne entreprise; »; 

d) au troisième alinéa, le 3 o est remplacé par ce qui suit : 

« 3 o 50 pour une grande entreprise. » 


apportées : 

a) au deuxième alinéa, le 1 o est remplacé par ce qui suit : 


b) au troisième alinéa, le 1 o est remplacé par ce qui suit : 






Art. 30. L’article 25 du même décret est abrogé. 

Art. 31. Al’article 25/1 du même décret, inséré par le décret du 13 mars 2014, les modifications suivantes sont 

apportées : 

a) l’alinéa 1 er est remplacé par ce qui suit : 

« Hormis les cas visés aux articles 23 et 24, l’aide peut consister, soit en une subvention, soit en une avance 

récupérable si le montant de l’aide est inférieur au montant arrêté par le Gouvernement »; 

b) au troisième alinéa, le 1 o est remplacé par ce qui suit :








« Hormis les cas visés aux articles 23, 24, et 25/1, l’aide peut uniquement consister en une avance récupérable si 

le montant de l’aide est supérieur au montant arrêté par le Gouvernement. Son intensité, exprimée en pourcentage des 

dépenses admissibles avant impôts ou autres prélèvements, peut atteindre : 

1 o 55 pour une petite entreprise; 

2° 45 pour une moyenne entreprise; 


Art. 33. Al’article 32 du même décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, les mots « technique préalable à des 

activités de recherche industrielle ou de développement expérimental » sont abrogés. 

Art. 34. Dans le même décret, l’intitulé de la section 3 du chapitre III est remplacé par ce qui suit : 

« Section 3. — Des subventions portant sur les études de faisabilité» 


« Art. 33. Les dépenses admissibles couvertes par la subvention sont les coûts de l’étude. » 


« Art. 34. L’intensité de la subvention, exprimée en pourcentage des dépenses admissibles avant impôts ou autres 

prélèvements, peut atteindre : 

1 o 70 pour une petite entreprise; 


3 o 50 pour une entreprise non autonome de taille restreinte. » 

Art. 37. Dans l’article 36, alinéa premier, 1 o ,dumême décret, les mots « dans la première juridiction » sont 

abrogés. 


« Art. 37. L’intensité de la subvention, exprimée en pourcentage des dépenses admissibles avant impôts ou autres 

prélèvements, peut atteindre 50 pour une petite ou une moyenne entreprise. » 

Art. 39. Dans le même décret, la section 5 du chapitre III, comprenant les articles 40 à 45, est abrogée. 


« Section 6. — Des subventions portant sur les innovations de procédé» 

Art. 40/1. Al’article 46 du même décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, les mots « dans les services » sont 

abrogés. 

Art. 41. Dans l’article 48 du même décret, les 1 o et 2 o sont remplacés par ce qui suit : 




« Section 7. — Des subventions portant sur les innovations d’organisation » 

Art. 42/1. Al’article 50 du même décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, les mots « dans les services » sont 

abrogés. 

Art. 43. Dans l’article 52 du même décret, les 1 o et 2 o sont remplacés par ce qui suit : 




« Section 8. — Des subventions portant sur les services de conseil 

en matière d’innovation et d’appui à l’innovation » 


« Art. 55. Les dépenses admissibles couvertes par la subvention sont les coûts liés aux services de conseil et d’appui 

en matière d’innovation. » 

Art. 46. Al’article 56 du même décret, le chiffre « 75 » est remplacé par le chiffre « 100 ». 


« Section 9. — Des subventions portant sur un projet d’acquisition d’une infrastructure de recherche » 


« Art. 58. Pour la réalisation d’un projet d’acquisition d’une infrastructure de recherche permettant de mener à bien 

des activités de recherche industrielle et de développement expérimental introduit par une ou plusieurs entreprises, 

le Gouvernement peut lui accorder ou leur accorder une subvention :


32427 

1 o soit dans le cadre d’un programme thématique de la Région wallonne ayant fait l’objet d’un appel à projets 

relatif aux infrastructures de recherche, sur la base du classement des projets proposé par le jury du programme en 

fonction des critères scientifiques, techniques, économiques, financiers et développement durable indiqués dans 

l’appel; 

2 o soit sur la base de l’évaluation scientifique, technique, économique, financière et développement durable du 

projet d’acquisition, si celui-ci, en raison de sa nature, de son ampleur, de son organisation ou de son urgence, ne peut 

utilement être introduit en réponse à un appel à projets; dans ce cas, le Gouvernement peut procéder à l’évaluation seul 

ou avec l’assistance d’experts extérieurs. » 


« Art. 59. Les dépenses admissibles couvertes par la subvention sont : 

1 o les dépenses de personnel relatives aux logisticiens de recherche, techniciens et autres personnels d’appui, 

dans la mesure où ils sont affectés à la réalisation du projet d’acquisition; 

2 o les coûts des instruments et du matériel utilisés pour la réalisation du projet d’acquisition; 

3 o les coûts de la recherche contractuelle, des connaissances techniques et des brevets achetés ou faisant l’objet de 

licences auprès de sources extérieures au prix du marché, lorsque la transaction est effectuée dans les conditions 

normales de la concurrence et qu’il n’existe aucun élément de collusion, ainsi que les coûts des services de consultants 

et des services équivalents utilisés exclusivement pour la réalisation du projet d’acquisition; 

4 o les frais généraux additionnels supportés directement du fait de la réalisation du projet d’acquisition; 

5 o les autres frais d’exploitation, notamment les coûts des matériaux, fournitures et produits similaires, supportés 

directement du fait de la réalisation du projet d’acquisition; 

6 o les coûts d’acquisition de l’infrastructure de recherche ainsi que les frais d’infrastructure et d’installation liés. » 


« Art. 60/1. L’octroi de la subvention n’a pas pour effet de conférer à la Région wallonne des droits réels sur les 

résultats du projet. » 


« Art. 60/2. Lorsqu’une infrastructure de recherche exerce à la fois des activités économiques et des activités non 

économiques, le financement, les coûts et les revenus de chaque type d’activités sont comptabilisés séparément, sur la 

base de principes de comptabilisation des coûts appliqués de manière cohérente et objectivement justifiables. » 


« Art. 60/3. Le prix à payer pour l’exploitation ou l’utilisation de l’infrastructure correspond au prix du marché. » 


« Art. 60/4. L’accès à l’infrastructure est ouvert à plusieurs utilisateurs et est octroyé sur une base transparente et 

non discriminatoire. Les entreprises qui ont financé au moins 10 % des coûts d’investissement d’une infrastructure 

peuvent bénéficier d’un accès privilégié à cette dernière à des conditions plus favorables. Afin d’éviter toute 

surcompensation, cet accès privilégié est proportionnel à la contribution de l’entreprise aux coûts d’investissement et 

les conditions de cet accès privilégié sont rendues publiques. » 


« Art. 60/5. Lorsqu’une infrastructure de recherche reçoit un financement public à la fois pour des activités 

économiques et pour des activités non économiques, le Gouvernement met en place un mécanisme de contrôle et de 

récupération afin de garantir que l’intensité d’aide applicable ne sera pas dépassée à la suite d’une hausse de la part 

des activités économiques par rapport à la situation envisagée au moment de l’attribution de l’aide. » 

Art. 55. Dans le même décret, l’intitulé de la section première du chapitre IV est remplacé par ce qui suit : 

« Section 1 re . — Des subventions portant sur les activités de recherche industrielle » 

Art. 56. Dans les articles 61, 71, 72 et 74 du même décret, les mots « appliquée ou» sont abrogés. 

Art. 57. Dans l’article 61 du même décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, les mots « Instituts de recherche » 

sont remplacés par les mots « centres de recherche ». 







Art. 59. Dans le même décret, l’intitulé de la section première du chapitre IV/I est remplacé par ce qui suit : 

« Section 1 re . — Des subventions portant sur un projet d’acquisition 

d’une infrastructure de recherche pour des unités universitaires » 

Art. 60. Dans l’article 73/1 du même décret, les mots « d’un équipement exceptionnel d’utilité collective » sont 

remplacés par les mots « d’une infrastructure de recherche ».


Art. 61. Dans l’article 73/2 du même décret, inséré par le décret du 13 mars 2014, les mots « l’équipement 

exceptionnel » sont remplacés par les mots « l’infrastructure de recherche ». 

Art. 62. Dans le même décret, il est inséré un article 73/4/1 rédigé comme suit : 

« Art. 73/4/1. Lorsqu’une infrastructure de recherche exerce à la fois des activités économiques et des activités non 


base de principes de comptabilisation des coûts appliqués de manière cohérente et objectivement justifiables. » 


« Art. 73/4/2. Le prix à payer pour l’exploitation ou l’utilisation de l’infrastructure correspond au prix du 

marché. » 


« Art. 73/4/3. Lorsqu’une infrastructure de recherche reçoit un financement public à la fois pour des activités 




Art. 65. Dans le même décret, l’intitulé du chapitre V est remplacé par ce qui suit : 

« CHAPITRE V. — Des subventions aux centres de recherche agréés et aux associations fortes » 

Art. 66. Dans le même décret, l’intitulé de la section première du chapitre V est remplacé par ce qui suit : 

« Section 1 re . — De l’agrément des centres de recherche » 

Art. 67. Al’article 74 du même décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, les mots « institut de recherche » sont 

remplacés par les mots « centre de recherche ». 


apportées : 

a) les mots « l’institut de recherche » sont remplacés par les mots « le centre de recherche »; 

b) les mots « de l’institut de recherche » sont remplacés par les mots « du centre de recherche ». 


apportées : 

a) les mots « institut de recherche » sont remplacés par les mots « centre de recherche »; 

b) les mots « Commission » et « agrément » sont séparés par l’article « d’». 


apportées : 

a) les mots « de l’institut de recherche » sont remplacés par les mots « du centre de recherche »; 

b) les mots « instituts de recherche » sont remplacés par les mots « centres de recherche ». 

Art. 71. Dans le même décret, l’intitulé de la section 2 du chapitre V est remplacé par ce qui suit : 

« Section 2. — Des subventions portant sur les activités de recherche industrielle 

et sur les activités dedéveloppement expérimental » 


apportées : 

a) les mots « appliquée ou» sont abrogés; 

b) les mots « instituts de recherche agréés » sont remplacés par les mots « centres de recherche agréés ». 


« Art. 81/1. Lorsqu’un centre de recherche agréé reçoit un financement public à la fois pour des activités 




Art. 74. Dans le même décret, la section 3 du chapitre V, comprenant les articles 82 à 86, est abrogée. 

Art. 75. Dans l’article 87 du même décret, les mots « instituts de recherche agréés » sont remplacés par les mots 

« centres de recherche agréés ou une ou plusieurs associations fortes ». 


« Art. 90/1. Lorsqu’un centre de recherche agréé reçoit un financement public à la fois pour des activités 



des activités économiques par rapport à la situation envisagée au moment de l’attribution de l’aide. »


32429 


apportées : 

a) les mots « institut de recherche agréé » sont remplacés par les mots « centre de recherche agréé »; 

b) les mots « appliquée ou» sont abrogés. 

Art. 78. Al’article 92 du même décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, les mots « appliquée ou» sont 

abrogés. 

Art. 79. Dans le même décret, l’intitulé de la section 6 du chapitre V est remplacé par ce qui suit : 

« Section 6. — Des subventions portant sur un projet d’acquisition d’une infrastructure de recherche » 

Art. 80. Al’article 93/1 du même décret, inséré par le décret du 13 mars 2014, les modifications suivantes sont 

apportées : 

a) les mots « d’un équipement exceptionnel » sont remplacés par les mots « d’une infrastructure de recherche »; 

b) les mots « instituts de recherche agréés » sont remplacés par les mots « centres de recherche agréés ». 

Art. 81. Al’article 93/2 du même décret, inséré par le décret du 13 mars 2014, les mots « de l’équipement 

exceptionnel » sont remplacés par les mots « de l’infrastructure de recherche ». 


« Art. 93/5. Lorsqu’une infrastructure de recherche exerce à la fois des activités économiques et des activités non 


base de principes de comptabilisation des coûts appliqués de manière cohérente et justifiable. » 


« Art. 93/6. Le prix à payer pour l’exploitation ou l’utilisation de l’infrastructure correspond au prix du marché. » 


« Art. 93/7. Lorsqu’une infrastructure de recherche reçoit un financement public à la fois pour des activités 




Art. 85. Al’article 94 du même décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, les mots « Pour la réalisation d’un 

projet de recherche industrielle, d’un projet de recherche appliquée, d’un projet de développement expérimental ou 

d’un projet combinant deux ou trois de ces catégories » sont remplacés par les mots « Pour la réalisation d’un projet de 

recherche industrielle ou d’un projet de développement expérimental ». 


apportées : 

a) les mots « instituts de recherche agréés » sont remplacés par les mots « centres de recherche agréés »; 

b) les mots « appliquée ou» sont abrogés. 


« Constituent des dépenses admissibles pour les entreprises et les unités universitaires aux conditions arrêtées par 

le Gouvernement, les coûts des bâtiments et des terrains, dans la mesure où et aussi longtemps qu’ils sont utilisés pour 

le projet. En ce qui concerne les bâtiments, seuls les coûts d’amortissement correspondant à la durée du projet, calculés 

conformément aux principes comptables généralement admis, sont jugés admissibles. Pour ce qui est des terrains, les 

frais de cession commerciale ou les coûts d’investissement effectivement supportés sont admissibles. » 

Art. 88. Al’article 97 du même décret, le chiffre « 85 » est remplacé par le chiffre « 100 ». 

Art. 89. Dans les articles 98 et 107 du même décret, modifiés par le décret du 13 mars 2014, les mots « instituts de 

recherche agréés » sont chaque fois remplacés par les mots « centres de recherche agréés ». 

Art. 90. Dans les articles 99 et 100 du même décret, modifiés par le décret du 13 mars 2014, les mots « ou une jeune 

entreprise innovante » sont chaque fois abrogés. 

Art. 91. Dans l’article 101 du même décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, les 1 o ,2 o et 3 o sont remplacés 

par ce qui suit : 





« Art. 116. Une entreprise en difficulté ne bénéficie pas des aides que vise le présent décret. » 


« Art. 120. Le Gouvernement arrête les modalités suivant lesquelles est évalué l’effet incitatif. » 

Art. 94. Dans l’article 121 du même décret, les mots « types d’aide visés aux sections 3, 4, 6, 7, 8 ou 9 » sont 

remplacés par les mots « types d’aide visés aux sections 3, 4, 6, 7 ou 8 ». 

Art. 95. Dans l’article 122 du même décret, modifié par le décret du 13 mars 2014, les mots « appliquée ou» sont 

abrogés. 

Art. 95/1. Dans le même décret, il est inséré un article 124/1 rédigé comme suit : 

« Art. 124/1. § 1 er . Chaque demande fait l’objet, dans les 14 jours ouvrables de son introduction, d’un accusé de 

réception transmis au demandeur. Il est invité concomitamment à fournir des informations complémentaires au cas où 

le dossier n’est pas complet.


§ 2. Les demandes déclarées irrecevables font l’objet d’une clôture administrative par le Gouvernement, lorsque le 

demandeur ne remplit pas les conditions formelles de la demande dans les 75 jours ouvrables de la première invitation 

à compléter son dossier. La décision motivée est communiquée au demandeur. 

§ 3. Les demandes pouvant être déclarées recevables dans les 14 jours ouvrables définis au paragraphe 1 er sont 

soumises à une procédure d’évaluation de 75 jours ouvrables au maximum jusqu’à la décision définitive du 

Gouvernement, à compter de la date de déclaration de recevabilité. 

§ 4. Le demandeur peut à nouveau introduire sa proposition de projet si aucune décision positive d’aide n’a été 

prise. Le demandeur devra tenir compte des éléments éventuels de la première évaluation. » 

Art. 96. Le présent décret produit ses effets le 1 er janvier 2015. 

Promulguons le présent décret, ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge. 

Namur, le 21 mai 2015. 

Le Ministre-Président, 

P. MAGNETTE 

Le Ministre des Travaux publics, de la Santé, del’Action sociale et du Patrimoine, 

M. PREVOT 

Le Ministre de l’Economie, de l’Industrie, de l’Innovation et du Numérique, 

J.-C. MARCOURT 

Le Ministre des Pouvoirs locaux, de la Ville, du Logement et de l’Energie, 

P. FURLAN 

Le Ministre de l’Environnement, de l’Aménagement du Territoire, de la Mobilité 

et des Transports, des Aéroports et du Bien-être animal, 

C. DI ANTONIO 

La Ministre de l’Emploi et de la Formation, 

Mme E. TILLIEUX 

Le Ministre du Budget, de la Fonction publique et de la Simplification administrative, 

C. LACROIX 

Le Ministre de l’Agriculture, de la Nature, de la Ruralité, du Tourisme et des Infrastructures sportives, 

délégué àla Représentation à la Grande Région, 

R. COLLIN 

(1) Session 2014-2015. 

Documents du Parlement wallon, 170 (2014-2015), n os 1 à 4. 

Compte rendu intégral, séance plénière du 20 mai 2015. 

Discussion. 

Vote. 

ÜBERSETZUNG 

ÖFFENTLICHER DIENST DER WALLONIE 

[2015/202615] 

21. MAI 2015 — Dekret zur Abänderung des Dekrets vom 3. Juli 2008 

über die Unterstützung der Forschung, der Entwicklung und der Innovation in der Wallonie (1) 

Das Wallonische Parlament hat Folgendes angenommen, und Wir, Regierung, sanktionieren es: 

Artikel 1 - In dem Dekret vom 3. Juli 2008 über die Unterstützung der Forschung, der Entwicklung und der 

Innovation in der Wallonie wird die Überschrift von Kapitel I wie folgt abgeändert: 

« KAPITEL I — Definition und Bezugnahme auf die allgemeine europäische Gruppenfreistellungsverordnung » 

Art. 2 - In Artikel 2 desselben Dekrets wird der Satz ″Hierzu zählt auch die Schaffung von Bestandteilen 

komplexer Systeme, die für die industrielle Forschung und insbesondere die Validierung von technologischen 

Grundlagen notwendig sind, mit Ausnahme von Prototypen, die unter den Artikel 3 fallen.″ durch folgenden Satz 

ersetzt: 

«Hierzu zählt auch die Entwicklung von Teilen komplexer Systeme und möglicherweise auch der Bau von 

Prototypen in einer Laborumgebung oder in einer Umgebung mit simulierten Schnittstellen zu bestehenden Systemen 

wie auch von Pilotlinien, wenn dies für die industrielle Forschung und insbesondere die Validierung von 

technologischen Grundlagen notwendig ist.» 

Art. 3 - Artikel 2/1 desselben Dekrets, eingefügt durch das Dekret vom 13. März 2014, wird aufgehoben. 

Art. 4 - Artikel 3 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, wird durch folgende 

Bestimmung ersetzt: 

«Art.3-ImSinne des vorliegenden Dekrets versteht man unter ″experimenteller Entwicklung″ den Erwerb, 

die Kombination, die Gestaltung und die Nutzung vorhandener wissenschaftlicher, technischer, wirtschaftlicher und 

sonstiger einschlägiger Kenntnisse und Fertigkeiten mit dem Ziel, neue oder verbesserte Produkte, Verfahren oder 

Dienstleistungen zu entwickeln. Dazu zählen zum Beispiel auch Tätigkeiten zur Konzeption, Planung und 

Dokumentation neuer Produkte, Verfahren und Dienstleistungen. Die experimentelle Entwicklung kann die 

Entwicklung von Prototypen, Demonstrationsmaßnahmen, Pilotprojekte sowie die Erprobung und Validierung neuer 

oder verbesserter Produkte, Verfahren und Dienstleistungen in einem für die realen Einsatzbedingungen repräsentativen 

Umfeld umfassen, wenn das Hauptziel dieser Maßnahmen darin besteht, im Wesentlichen noch nicht 

feststehende Produkte, Verfahren oder Dienstleistungen weiter zu verbessern.


32431 

Die experimentelle Entwicklung kann die Entwicklung von kommerziell nutzbaren Prototypen und Pilotprojekten 

einschließen, wenn es sich dabei zwangsläufig um das kommerzielle Endprodukt handelt und dessen Herstellung 

allein für Demonstrations- und Validierungszwecke zu teuer wäre. Die experimentelle Entwicklung umfasst keine 

routinemäßigen oder regelmäßigen Änderungen an bestehenden Produkten, Produktionslinien, Produktionsverfahren, 

Dienstleistungen oder anderen laufenden betrieblichen Prozessen, selbst wenn diese Änderungen Verbesserungen 

darstellen sollten.» 

Art. 5 - Artikel 4 desselben Dekrets wird durch folgende Bestimmung ersetzt: 

«Art.4-ImSinne des vorliegenden Dekrets versteht man unter ″Prozessinnovation″ die Anwendung einer neuen 

oder wesentlich verbesserten Methode für die Produktion oder die Erbringung von Leistungen (einschließlich 

wesentlicher Änderungen bei Techniken, Ausrüstungen oder der Software); nicht als Prozessinnovation angesehen 

werden geringfügige Änderungen oder Verbesserungen, der Ausbau der Produktions- oder Dienstleistungskapazitäten 

durch zusätzliche Herstellungs- oder Logistiksysteme, die den bereits verwendeten sehr ähnlich sind, die Einstellung 

eines Arbeitsablaufs, einfache Ersatz- oder Erweiterungsinvestitionen, Änderungen, die sich allein aus Veränderungen 

bei den Faktorpreisen ergeben, neue Kundenausrichtung, Lokalisierung, regelmäßige, saisonale und sonstige zyklische 

Veränderungen sowie der Handel mit neuen oder erheblich verbesserten Produkten.» 


«Art.5-ImSinne des vorliegenden Dekrets versteht man unter ″Organisationsinnovation″ die Anwendung neuer 

Organisationsmethoden in den Geschäftspraktiken, den Arbeitsabläufen oder Geschäftsbeziehungen eines Unternehmens; 

nicht als Organisationsinnovationen angesehen werden Änderungen, die auf bereits in dem Unternehmen 

angewandten Organisationsmethoden beruhen, Änderungen in der Managementstrategie, Fusionen und Übernahmen, 

die Einstellung der Anwendung eines Arbeitsablaufs, einfache Ersatz- oder Erweiterungsinvestitionen, Änderungen, 

die sich allein aus Veränderungen bei den Faktorpreisen ergeben, neue Kundenausrichtung, Lokalisierung, 

regelmäßige, saisonale oder sonstige zyklische Veränderungen sowie der Handel mit neuen oder erheblich verbesserten 

Produkten.» 

Art. 7 - Artikel 5/1 desselben Dekrets wird aufgehoben. 

Art. 8 - Artikel 6/2 desselben Dekrets, eingefügt durch das Dekret vom 13. März 2014, wird durch folgende 


«Art. 6/2 - Im Sinne des vorliegenden Dekrets versteht man unter ″Forschungsinfrastruktur″ die Einrichtungen, 

Ressourcen und damit verbundenen Dienstleistungen, die von Wissenschaftlern für die Forschung auf ihrem jeweiligen 

Gebiet genutzt werden. Unter diese Definition fallen Geräte und Instrumente für Forschungszwecke, wissensbasierte 

Ressourcen wie Sammlungen, Archive oder strukturierte wissenschaftliche Informationen, Infrastrukturen der 

Informations- und Kommunikationstechnologie wie GRID-Netze, Rechner, Software und Kommunikationssysteme 

sowie sonstige besondere Einrichtungen, die für die Forschung unverzichtbar sind. Solche Forschungsinfrastrukturen 

können ″an einem einzigen Standort angesiedelt″ oder auch ″verteilt″ (ein organisiertes Netz von Ressourcen) sein, im 

Sinne von Artikel 2, a) der Verordnung (EG) Nr. 723/2009 des Rates vom 25. Juni 2009 über den gemeinschaftlichen 

Rechtsrahmen für ein Konsortium für eine europäische Forschungsinfrastruktur (ERIC.» 

Art. 9 - In dasselbe Dekret wird ein Artikel 6/4 mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

Art. 6/4 - Im Sinne des vorliegenden Dekrets versteht man unter ″Unternehmen in Schwierigkeiten″ ein 

Unternehmen, das mindestens eine der folgenden Voraussetzungen erfüllt: 

- im Falle einer Gesellschaft mit beschränkter Haftung (Aktiengesellschaft, Kommanditgesellschaft auf Aktien, 

Privatgesellschaft mit beschränkter Haftung, Genossenschaft mit beschränkter Haftung) mit der Ausnahme eines seit 

weniger als 3 Jahren bestehenden kleinen oder mittleren Unternehmens, wenn mehr als die Hälfte ihres Stammkapitals 

infolge aufgelaufener Verluste verlorengegangen ist. Dies ist der Fall, wenn sich nach Abzug der aufgelaufenen Verluste 

von den Rücklagen (und allen sonstigen Elementen, die im Allgemeinen den Eigenmitteln des Unternehmens 

zugerechnet werden) ein negativer kumulativer Betrag ergibt, der mehr als der Hälfte des gezeichneten Stammkapitals 

entspricht. Der Begriff ″Stammkapital″ umfasst gegebenenfalls alle Agios; 

- im Falle von Gesellschaften, bei denen zumindest einige Gesellschafter unbeschränkt für die Schulden der 

Gesellschaft (offene Handelsgesellschaft, einfache Kommanditgesellschaft und Genossenschaft mit unbeschränkter 

Haftung), mit der Ausnahme eines seit weniger als 3 Jahren bestehenden kleinen oder mittleren Unternehmens, haften, 

wenn mehr als die Hälfte der in den Geschäftsbüchern ausgewiesenen Eigenmittel infolge aufgelaufener Verluste 

verlorengegangen ist; 

- wenn das Unternehmen Gegenstand eines Gesamtinsolvenzverfahrens ist oder die Voraussetzungen für die 

Eröffnung eines solchen Verfahrens auf Antrag seiner Gläubiger erfüllt; 

- wenn das Unternehmen eine Rettungsbeihilfe erhalten hat und das Darlehen noch nicht zurückgezahlt hat oder 

die Bürgschaft beendet hat, oder es eine Umstrukturierungsbeihilfe erhalten hat und immer noch einem Umstrukturierungsplan 

unterliegt; 

- im Falle eines Unternehmens, das kein K.M.U. ist, wenn in den vergangenen beiden Jahren 

* der buchwertbasierte Verschuldungsgrad über 7,5 und 

* das Verhältnis des EBITDA zu den Zinsaufwendung unter 1,0 lag.» 


«Art. 6/5 - Im Sinne des vorliegenden Dekrets versteht man unter ″Durchführbarkeitsstudie″ die Bewertung und 

Analyse des Potenzials eines Vorhabens mit dem Ziel, die Entscheidungsfindung durch objektive und rationale 

Darlegung seiner Stärken und Schwächen sowie der mit ihm verbundenen Möglichkeiten und Gefahren zu erleichtern 

und festzustellen, welche Ressourcen für seine Durchführung erforderlich wären und welche Erfolgsaussichten das 

Vorhaben hätte.» 


«Art. 6/6 - Im Sinne des vorliegenden Dekrets versteht man unter ″Innovationsberatungsdiensten″ die Beratung, 

Unterstützung und Schulung in den Bereichen Wissenstransfer, Erwerb, Schutz und Verwertung immaterieller 

Vermögenswerte sowie Anwendung von Normen und Vorschriften, in denen diese verankert sind.» 

Art. 12 - In dasselbe Dekret wird ein Artikel 6/7 mit folgendem Wortlaut eingefügt:


«Art. 6/7 - Im Sinne des vorliegenden Dekrets versteht man unter ″innovationsunterstützenden Dienstleistungen″ 

die Bereitstellung von Büroflächen, Datenbanken, Bibliotheken, Marktforschung, Laboratorien, Gütezeichen, Tests und 

Zertifizierung zum Zweck der Entwicklung effizienterer Produkte, Verfahren oder Dienstleistungen.» 


«Art. 6/8 - Im Sinne des vorliegenden Dekrets versteht man unter ″nichtwirtschaftlichen Tätigkeiten″ die 

Tätigkeiten im Sinne von Titel 2.1.1 der Mitteilung (EU) Nr. 2014/C 198/1 der Kommission vom 21. Mai 2014 über den 

Unionsrahmen für staatliche Beihilfen zur Förderung von Forschung, Entwicklung und Innovation, Amtsblatt der 

Europäischen Union vom 27. Juni 2014, S. 1″. 

Art. 14 - In Artikel 7 desselben Dekrets werden folgende Abänderungen vorgenommen: 

a) unter den Ziffern 1, 2 und 4 werden die Wörter ″des Anhangs I zur Verordnung (EG) Nr. 70/2001 der 

Kommission vom 12. Januar 2001 über die Anwendung der Artikel 87 und 88 des EG-Vertrags auf staatliche Beihilfen 

an Klein- und Mittelunternehmen″ durch ″des Anhangs I zur Verordnung (EG) Nr. 651/2014 der Kommission vom 

17. Juni 2014 zur Erklärung der Vereinbarkeit bestimmter Gruppen von Beihilfen mit dem Binnenmarkt in Anwendung 

der Artikel 107 und 108 des EG-Vertrags″ ersetzt; 

b) die Wörter ″gemäß dem Gesetzbuch über die Gesellschaften″ werden gestrichen. 

Art. 15 - In Artikel 8 desselben Dekrets, ersetzt durch das Dekret vom 13. März 2014, wird Ziffer 1 durch folgende 


«1 o Forschungseinrichtung″: Einrichtungen wie Universitäten oder Forschungsinstitute, Technologietransfer- 

Einrichtungen, Innovationsmittler, forschungsorientierte physische oder virtuelle Kooperationseinrichtungen, unabhängig 

von ihrer Rechtsform (öffentlich-rechtlich oder privatrechtlich) oder Finanzierungsweise, deren Hauptaufgabe 

darin besteht, unabhängige Grundlagenforschung, industrielle Forschung oder experimentelle Entwicklung zu 

betreiben oder die Ergebnisse derartiger Tätigkeiten durch Lehre, Veröffentlichung oder Wissenstransfer zu verbreiten. 

Übt eine derartige Einrichtung auch wirtschaftliche Tätigkeiten aus, muss sie über deren Finanzierung, Kosten und 

Erlöse getrennt Buch führen. Unternehmen, die beispielsweise als Anteilseigner oder Mitglied bestimmenden Einfluss 

auf eine solche Einrichtung ausüben können, darf kein bevorzugter Zugang zu den von ihr erzielten Ergebnissen 

gewährt werden.» 

Art. 16 - Artikel 9 desselben Dekrets wird aufgehoben. 

Art. 17 - Artikel 10 desselben Dekrets, ersetzt durch das Dekret vom 13. März 2014, wird durch folgende 


«Art. 10 - Im Sinne des vorliegenden Dekrets versteht man unter: 

1 o ″zugelassenes Forschungszentrum″: jede Einrichtung, deren Hauptziel die Durchführung von Forschungsarbeiten 

und Erbringung von Dienstleistungen ist, die zur wirtschaftlichen, sozialen und umweltrelevanten Entwicklung 

der Wallonie beitragen, die gemäß den von der Regierung erlassenen Kriterien zugelassen ist, und die mit den in den 

Artikeln 7, 8 Ziffer 2 und 8 Ziffer 3 erwähnten Definitionen nicht übereinstimmt; 

2 o ″starker Verband″: eine Einrichtung, deren Mitglieder zugelassene Forschungszentren sind, und deren auf ihre 

nichtwirtschaftlichen Tätigkeiten anwendbare Leitgrundsätze mindestens die Folgenden sind: 

a) jeden unlauteren Wettbewerb zwischen Mitgliedern vermeiden; 

b) sich dazu verpflichten, im strikten Interesse des Kunden auf das bekanntlich über das beste Fachwissen 

verfügende Mitglied zurückgreifen, und die Tarife für die Leistungen aufeinander abstimmen; 

c) bei der Kundschaft für die Kompetenzen der anderen Mitglieder werben; 

d) die möglichen Synergien zwischen Mitgliedern entwickeln und nutzen; 

e) die bewährten Management- und Organisationsmethoden austauschen; 

f) eine konzertierte Entwicklungsstrategie anwenden; 

g) die öffentliche Wahrnehmung der Mitglieder verbessern; 

h) sich über Investitionen in wichtige Ausrüstungen abstimmen.» 

Art. 18 - In Artikel 12 desselben Dekrets, ersetzt durch das Dekret vom 13. März 2014, und in Artikel 12/1 

desselben Dekrets, eingefügt durch das Dekret vom 13. März 2014 werden die Zahlen ″10, 2 o ″ durch die Zahl ″10″ 

ersetzt. 


«Art. 13/1 - Die Beihilfen nach vorliegendem Dekret werden nach den Bedingungen gewährt, die in der 

Verordnung (EU) Nr. 651/2014 der Kommission vom 17. Juni 2014 zur Feststellung der Vereinbarkeit bestimmter 

Gruppen von Beihilfen mit dem Binnenmarkt in Anwendung der Artikel 107 und 108 des Vertrags über die 

Arbeitsweise der Europäischen Union bestimmt sind.» 

Art. 20 - In Artikel 14 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, werden folgende 

Abänderungen vorgenommen: 

a) unter Ziffer 3 wird das Wort ″technische″ gestrichen; 

b) Ziffer 5 wird aufgehoben; 

c) unter Ziffern 6 und 7 werden die Wörter ″im Bereich der Dienstleistungen″ gestrichen; 

d) Ziffer 8 wird durch folgende Wortfolge ersetzt: 8 o den Klein- und Mittelunternehmen Zuschüsse für 

Innovationsberatungsdienste und innovationsunterstützende Dienstleistungen gewähren;″; 

e) Ziffer 9 wird aufgehoben; 

f) unter Ziffer 9/1 wird das Wort ″Forschungsinstituten″ durch das Wort ″Forschungszentren″ ersetzt; 

g) unter Ziffern 10 und 13 werden die Wörter ″angewandten oder″ gestrichen; 

h) Ziffer 12/1 wird durch folgende Wortfolge ersetzt: ″12/1 o den Universitätseinheiten Zuschüsse für die 

Beschaffung von Forschungsinfrastrukturen gewähren;″; 

i) unter Ziffern 13, 14, 15, 16 und 18 wird das Wort ″Forschungsinstitute(n)″ durch das Wort ″Forschungszentren″ 

ersetzt;


32433 

j) Ziffer 16/1 wird durch folgende Wortfolge ersetzt: ″16/1 o den zugelassenen Forschungszentren Zuschüsse für 

die Beschaffung von Forschungsinfrastrukturen gewähren;″; 

k) unter Ziffer 17 werden die Wörter ″angewandten oder″ gestrichen; 

l) Ziffer 14 wird aufgehoben. 

Art. 21 - Artikel 15 Ziffer 2 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, wird durch 

folgende Bestimmung ersetzt: 

«2 o oder auf der Grundlage der wissenschaftlichen, technischen, wirtschaftlichen und finanziellen, sowie in Sachen 

Beschäftigung und nachhaltige Entwicklung durchgeführten Bewertung Projekts, die die Regierung alleine oder unter 

Mitwirkung externer Sachverständiger vornehmen kann.» 

Art. 22 - Artikel 16 desselben Dekrets wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: 

«Als zulässige Ausgaben unter von der Regierung erlassenen Bedingungen gelten die Kosten für Gebäude und 

Grundstücke, insofern und so lange sie für das Projekt benutzt werden. Bei Gebäuden werden nur die Abschreibungskosten 

als zulässig erachtet, die der Dauer des Projekts entsprechen und in Übereinstimmung mit den allgemein 

anerkannten Buchführungsgrundsätzen berechnet werden. Bei Grundstücken sind nur die Kosten der kommerziellen 

Übertragung und die tatsächlich entstandenen Investitionskosten zulässig.» 

Art. 23 - In Artikel 18 Absatz 2 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, werden die 

Ziffern 1, 2 und 3 durch Folgendes ersetzt: 

«1 o 80 für ein Kleinunternehmen; 

2 o 70 für ein Mittelunternehmen; 

3 o 60 für ein Großunternehmen.» 

Art. 24 - In Artikel 19 Absatz 2 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, werden die 

Ziffern 1, 2 und 3 durch Folgendes ersetzt: 




Art. 25 - In Artikel 19/1 Absatz 1 desselben Dekrets, eingefügt durch das Dekret vom 13. März 2014, werden 

folgende Abänderungen vorgenommen: 

a) das Wort ″Forschungsinstitut″ wird durch ″Forschungszentrum″ ersetzt; 

b) Ziffer 3 wird durch Folgendes ersetzt: ″3 o bei dem Unternehmen handelt es sich ein Mittelunternehmen oder ein 

Kleinunternehmen;″. 

In Artikel 19/1 Absatz 2 desselben Dekrets, eingefügt durch das Dekret vom 13. März 2014, werden die Ziffern 1 

und 2 durch Folgendes ersetzt: 


2 o 70 für ein Mittelunternehmen.» 

Art. 26 - Artikel 21 Ziffer 2 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, wird durch 

Folgendes ersetzt: 

«2 o oder auf der Grundlage der wissenschaftlichen, technischen, wirtschaftlichen und finanziellen, sowie in Sachen 

Beschäftigung und nachhaltige Entwicklung durchgeführten Bewertung Projekts, die die Regierung alleine oder unter 

Mitwirkung externer Sachverständiger vornehmen kann.» 



Grundstücke, insofern und so lange sie für das Projekt benutzt werden. Bei Gebäuden werden nur die Abschreibungskosten 

als zulässig erachtet, die der Dauer des Projekts entsprechen und in Übereinstimmung mit den allgemein 

anerkannten Buchführungsgrundsätzen berechnet werden. Bei Grundstücken sind nur die Kosten der kommerziellen 

Übertragung und die tatsächlich entstandenen Investitionskosten zulässig.» 



a) in Absatz 2 wird Ziffer 1 durch Folgendes ersetzt: ″1 o 60 für ein Kleinunternehmen;″; 

b) in Absatz 3 wird Ziffer 1 wird durch Folgendes ersetzt: ″1 o 70 für ein Kleinunternehmen;″; 

c) in Absatz 3 wird Ziffer 2 wird durch Folgendes ersetzt: ″2 o 60 für ein Mittelunternehmen;″; 

d) in Absatz 3 wird Ziffer 3 wird durch Folgendes ersetzt: ″3 o 50 für ein Großunternehmen.» 



a) in Absatz 2 wird Ziffer 1 wird durch Folgendes ersetzt: ″1 o 60 für ein Kleinunternehmen;″; 

b) in Absatz 3 wird Ziffer 1 wird durch Folgendes ersetzt: ″1 o 70 für ein Kleinunternehmen;″; 



Art. 30 - Artikel 25 desselben Dekrets wird aufgehoben. 

Art. 31 - In Artikel 25/1 desselben Dekrets, eingefügt durch das Dekret vom 13. März 2014, werden folgende 


a) Absatz 1 wird durch folgende Bestimmung ersetzt: ″Mit Ausnahme der in Artikeln 23 und 24 genannten Fälle 

kann die Beihilfe entweder ein Zuschuss oder ein rückzahlbarer Vorschuss sein, wenn der Betrag der Beihilfe den von 

der Regierung festgelegten Betrag unterschreitet″; 

b) in Absatz 3 wird Ziffer 1 wird durch Folgendes ersetzt: ″1 o 55 für ein Kleinunternehmen;″;






«Mit Ausnahme der in Artikeln 23, 24 und 25/1 genannten Fälle kann die Beihilfe ausschließlich ein rückzahlbarer 

Vorschuss sein, wenn der Betrag der Beihilfe den von der Regierung festgelegten Betrag überschreitet. Ihre Intensität, 

ausgedrückt in Prozent der zulässigen Ausgaben vor Steuern und sonstigen Abgaben, kann folgende Sätze erreichen: 

1 o 55 für ein Kleinunternehmen; 



Art. 33 - In Artikel 32 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, werden die Wörter 

″eine technische Durchführbarkeitsstudie vor den Tätigkeiten im Bereich der industriellen Forschung oder der 

experimentellen Entwicklung″ durch ″eine Durchführbarkeitsstudie″ ersetzt. 

Art. 34 - In demselben Dekret wird die Überschrift von Kapitel III Abschnitt 3 durch Folgendes ersetzt: 

«Abschnitt 3 — Zuschüsse für Durchführbarkeitsstudien» 


«Art. 33 - Die von dem Zuschuss gedeckten zulässigen Ausgaben sind die Kosten für die Studie.» 


«Art. 34 - Die Zuschussintensität, ausgedrückt in Prozent der zulässigen Ausgaben vor Steuern und sonstigen 

Abgaben, kann folgende Sätze erreichen: 

1 o 70 für ein Kleinunternehmen; 


3 o 50 für ein unselbstständiges Unternehmen von geringer Größe.» 

Art. 37 - In Artikel 36 Absatz 1 Ziffer 1 desselben Dekrets werden die Wörter ″am ersten Gerichtsstand″ 

gestrichen. 


«Art. 37 - Die Zuschussintensität, ausgedrückt in Prozent der zulässigen Ausgaben vor Steuern und sonstigen 

Abgaben, kann für ein Klein- oder ein Mittelunternehmen bis 50 betragen.» 

Art. 39 - Kapitel III Abschnitt 5 desselben Dekrets, der die Artikel 40 bis 45 enthält, wird aufgehoben. 


«Abschnitt 6 — Zuschüsse für Prozessinnovationen» 

Art. 40/1 - In Artikel 46 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, werden die Wörter 

″im Bereich der Dienstleistungen″ gestrichen. 

Art. 41 - In Artikel 48 desselben Dekrets werden die Ziffern 1 und 2 durch Folgendes ersetzt: 




«Abschnitt 7 — Zuschüsse für Organisationsinnovationen» 

Art. 42/1 - In Artikel 50 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, werden die Wörter 

″im Bereich der Dienstleistungen″ gestrichen. 

Art. 43 - In Artikel 52 desselben Dekrets werden die Ziffern 1 und 2 durch Folgendes ersetzt: 




«Abschnitt 8 — Zuschüsse für Innovationsberatungsdienste und innovationsunterstützende Dienstleistungen» 


«Art. 55 - Die von dem Zuschuss gedeckten, zulässigen Ausgaben sind die Kosten für Innovationsberatungsdienste 

und innovationsunterstützende Dienstleistungen.» 

Art. 46 - In Artikel 56 desselben Dekrets wird die Zahl ″75″ durch die Zahl ″100″ ersetzt. 


«Abschnitt 9 — Zuschüsse für ein Projekt zur Beschaffung einer Forschungsinfrastruktur» 



«Art. 58 - Für die Umsetzung eines Projekts zur Beschaffung einer Forschungsinfrastruktur, die die Durchführung 

von Aktivitäten im Bereich der industriellen Forschung oder der experimentellen Entwicklung ermöglicht, das von 

einem bzw. mehreren Unternehmen eingereicht wird, kann die Regierung ihm bzw. ihnen einen Zuschuss gewähren: 

1 o entweder im Rahmen eines thematischen Programms der Wallonischen Region, das Gegenstand eines 

Projektaufrufs bezüglich Forschungsinfrastrukturen gewesen ist, auf der Grundlage der von dem Programmausschuss 

vorgeschlagenen Rangordnung der Projekte nach in diesem Aufruf angeführten wissenschaftlichen, technischen, 

wirtschaftlichen, finanziellen und auf dem Gebiet der nachhaltigen Entwicklung relevanten Kriterien;


32435 

2 o oder auf der Grundlage der wissenschaftlichen, technischen, wirtschaftlichen, finanziellen und auf dem Gebiet 

der nachhaltigen Entwicklung relevanten Bewertung des Beschaffungsprojekts, wenn dieses wegen seiner Eigenart, 

seines Umfangs, seiner Organisation oder seiner Dringlichkeit nicht auf nützliche Weise als Antwort auf einen 

Projektaufruf eingereicht werden kann; in diesem Fall kann die Regierung die Bewertung alleine oder unter 

Mitwirkung externer Sachverständiger vornehmen.» 


«Art. 59 - Die von dem Zuschuss gedeckten, zulässigen Ausgaben sind: 

1 o die Personalausgaben für die Forschungslogistiker, Techniker und das sonstige Unterstützungspersonal, 

insofern sie der Durchführung des Beschaffungsprojekts zugewiesen sind; 

2 o die Kosten für das Material und die Instrumente, die zur Durchführung des Beschaffungsprojekts benutzt 

werden; 

3 o die Kosten für vertragsgebundene Forschungsarbeiten, technische Kenntnisse und Patente, die gekauft wurden 

oder Gegenstand von Lizenzen bei externen Quellen zu marktüblichen Preisen sind, wenn das Geschäft zu normalen 

Wettbewerbsbedingungen stattgefunden hat und es keine wettbewerbsbeschränkende Absprache gibt, sowie für 

Beratungsdienste und ähnliche Dienste, die ausschließlich für die Umsetzung des Beschaffungsprojekts benutzt 

werden; 

4 o zusätzliche Allgemeinkosten, die in Zusammenhang mit der Durchführung des Beschaffungsprojekts direkt 

getragen werden; 

5 o sonstige Betriebskosten, insbesondere die Kosten für Materialien, Zubehör und ähnliche Produkte, die infolge 

der Durchführung des Beschaffungsprojekts direkt getragen werden; 

6 o die Kosten für die Beschaffung der Forschungsinfrastruktur sowie die damit verbundenen Infrastruktur- und 

Installationskosten.» 


«Art. 60/1 - Die Gewährung des Zuschusses bewirkt nicht, dass der Wallonischen Region dingliche Rechte an den 

Projektergebnissen verliehen werden.» 


«Art. 60/2 - Wenn eine Forschungsinfrastruktur zugleich wirtschaftliche und nichtwirtschaftliche Tätigkeiten 

ausübt, muss sie für deren Finanzierung, Kosten und Erlöse getrennte Bücher nach einheitlich angewandten und 

sachlich zu rechtfertigenden Kostenrechnungsgrundsätzen führen.» 


«Art. 60/3 - Der für den Betrieb oder die Nutzung der Infrastruktur berechnete Preis muss dem Marktpreis 

entsprechen.» 


«Art. 60/4 - Der Zugang zur Infrastruktur steht mehreren Nutzern offen und wird zu transparenten und 

diskriminierungsfreien Bedingungen gewährt. Unternehmen, die mindestens 10% der Investitionskosten einer 

Infrastruktur finanziert haben, können einen bevorzugten Zugang zu günstigeren Bedingungen erhalten. Um jegliche 

Überkompensation zu vermeiden, ist dieser bevorzugte Zugang in einem angemessenen Verhältnis zum Investitionsbeitrag 

des Unternehmens; die Vorzugsbedingungen werden öffentlich zugänglich gemacht.» 


«Art. 60/5 - Wenn eine Forschungsinfrastruktur eine öffentliche Finanzierung sowohl für wirtschaftliche als auch 

für nichtwirtschaftliche Tätigkeiten erhält, richtet die Regierung einen Überwachungs- und Rückforderungsmechanismus 

ein, um sicherzustellen, dass die zulässige Beihilfeintensität nicht überschritten wird, wenn der Anteil der 

wirtschaftlichen Tätigkeiten höher ist als am Tag der Bewilligung der Beihilfe zugrunde gelegt wurde.» 

Art. 55 - In demselben Dekret wird die Überschrift von Kapitel IV, Abschnitt 1 durch Folgendes ersetzt: 

«Abschnitt 1 — Zuschüsse für Tätigkeiten im Bereich der industriellen Forschung» 

Art. 56 - In den Artikeln 61, 71, 72 und 74 desselben Dekrets werden die Wörter ″angewandten oder″ gestrichen. 

Art. 57 - In Artikel 61 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, wird das Wort 

″Forschungsinstitute″ durch das Wort ″Forschungszentren″ ersetzt. 



Grundstücke, insofern und so lange sie für das Projekt benutzt werden. Bei Gebäuden sind nur die Abschreibungskosten 

zulässig, die der Dauer des Projekts entsprechen und in Übereinstimmung mit den allgemein anerkannten 

Buchführungsgrundsätzen berechnet werden. Bei Grundstücken sind nur die Kosten der kommerziellen Übertragung 

und die tatsächlich entstandenen Investitionskosten zulässig.» 

Art. 59 - In demselben Dekret wird die Überschrift von Kapitel IV/I Abschnitt 1 durch Folgendes ersetzt: 

«Abschnitt 1 — Zuschüsse für ein Projekt 

zur Beschaffung einer Forschungsinfrastruktur für Universitätseinheiten» 

Art. 60 - In Artikel 73/1 desselben Dekrets werden die Wörter ″einer außergewöhnlichen Ausrüstung für 

gemeinnützige Zwecke″ durch die Wörter ″einer Forschungsinfrastruktur″ ersetzt. 

Art. 61 - In Artikel 73/2 desselben Dekrets, eingefügt durch das Dekret vom 13. März 2014, werden die Wörter 

″der außergewöhnlichen Ausrüstungen″ durch die Wörter ″der Forschungsinfrastruktur″ ersetzt. 

Art. 62 - In dasselbe Dekret wird ein Artikel 73/4/1 mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

«Art. 73/4/1 - Wenn eine Forschungsinfrastruktur zugleich wirtschaftliche und nichtwirtschaftliche Tätigkeiten 



Art. 63 - In dasselbe Dekret wird ein Artikel 73/4/2 mit folgendem Wortlaut eingefügt:


«Art. 73/4/2 - Der für den Betrieb oder die Nutzung der Infrastruktur berechnete Preis muss dem Marktpreis 


Art. 64 - In dasselbe Dekret wird ein Artikel 73/4/3 mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

«Art. 73/4/3 - Wenn eine Forschungsinfrastruktur eine öffentliche Finanzierung sowohl für wirtschaftliche als 

auch für nichtwirtschaftliche Tätigkeiten erhält, richtet die Regierung einen Überwachungs- und Rückforderungsmechanismus 



Art. 65 - In demselben Dekret wird die Überschrift von Kapitel V durch Folgendes ersetzt: 

«KAPITEL V — Zuschüsse an zugelassene Forschungszentren und starke Verbände» 

Art. 66 - In demselben Dekret wird die Überschrift von Kapitel V Abschnitt 1 durch Folgendes ersetzt: 

«Abschnitt 1 — Die Zulassung der Forschungszentren» 

Art. 67 - In Artikel 74 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, wird das Wort 

″Forschungsinstitut″ durch das Wort ″Forschungszentrum″ ersetzt. 



a) das Wort ″Forschungsinstitut″ wird durch das Wort ″Forschungszentrum″ ersetzt; 

b) das Wort ″Forschungsinstituts″ wird durch das Wort ″Forschungszentrums″ ersetzt. 



a) das Wort ″Forschungsinstitut″ wird durch das Wort ″Forschungszentrum″ ersetzt; 

b) in der französischen Fassung werden die Wörter ″Commission agrément″ durch ″Commission d’agrément″ 

ersetzt. 



a) das Wort ″Forschungsinstituts″ wird durch das Wort ″Forschungszentrums″ ersetzt; 

b) das Wort ″Forschungsinstitute″ wird durch das Wort ″Forschungszentren″ ersetzt. 


«Abschnitt 2 — Zuschüsse für Tätigkeiten im Bereich der industriellen Forschung 

und der experimentellen Entwicklung» 



a) die Wörter ″angewandten oder″ werden gestrichen; 

b) die Wörter ″zugelassenen Forschungseinrichtungen″ werden durch die Wörter ″zugelassenen Forschungszentren″ 

ersetzt. 


«Art. 81/1 - Wenn ein zugelassenes Forschungsinstitut eine öffentliche Finanzierung sowohl für wirtschaftliche als 


ein, um sicherzustellen, dass die zulässige Beihilfeintensität nicht überschritten wird, wenn der Anteil 

der wirtschaftlichen Tätigkeiten höher ist als am Tag der Bewilligung der Beihilfe zugrunde gelegt wurde.» 

Art. 74 - Kapitel V Abschnitt 3 desselben Dekrets, der die Artikel 82 bis 86 enthält, wird aufgehoben. 

Art. 75 - In Artikel 87 desselben Dekrets werden die Wörter ″zugelassenen Forschungsinstituten″ durch die 

Wörter ″zugelassenen Forschungszentren oder einem oder mehreren starken Verbänden″ ersetzt. 


«Art. 90/1 - Wenn ein zugelassenes Forschungsinstitut eine öffentliche Finanzierung sowohl für wirtschaftliche als 


ein, um sicherzustellen, dass die zulässige Beihilfeintensität nicht überschritten wird, wenn der Anteil 

der wirtschaftlichen Tätigkeiten höher ist als am Tag der Bewilligung der Beihilfe zugrunde gelegt wurde.» 



a) die Wörter ″zugelassenen Forschungsinstitut″ werden durch die Wörter ″zugelassenen Forschungszentrum″ 

ersetzt. 

b) die Wörter ″angewandten oder″ werden gestrichen. 


″angewandten oder″ gestrichen. 


«Abschnitt 6 — Zuschüsse für ein Projekt zur Beschaffung einer Forschungsinfrastruktur» 

Art. 80 - In Artikel 93/1 desselben Dekrets, eingefügt durch das Dekret vom 13. März 2014, werden folgende 


a) die Wörter ″einer außergewöhnlichen Ausrüstung″ werden durch die Wörter ″einer Forschungsinfrastruktur″ 

ersetzt; 

b) die Wörter ″zugelassenen Forschungsinstituten″ werden durch die Wörter ″zugelassenen Forschungszentren″ 

ersetzt.


32437 

Art. 81 - In Artikel 93/2 desselben Dekrets, eingefügt durch das Dekret vom 13. März 2014, werden die Wörter 

″der außergewöhnlichen Ausrüstungen″ durch die Wörter ″der Forschungsinfrastruktur″ ersetzt. 


«Art. 93/5 - Wenn eine Forschungsinfrastruktur zugleich wirtschaftliche und nichtwirtschaftliche Tätigkeiten 




«Art. 93/6 - Der für den Betrieb oder die Nutzung der Infrastruktur berechnete Preis muss dem Marktpreis 



«Art. 93/7 - Wenn eine Forschungsinfrastruktur eine öffentliche Finanzierung sowohl für wirtschaftliche als auch 

für nichtwirtschaftliche Tätigkeiten erhält, richtet die Regierung einen Überwachungs- und Rückforderungsmechanismus 




″Für die Durchführung eines Projekts im Bereich der industriellen Forschung, der angewandten Forschung, der 

experimentellen Entwicklung, oder eines Projekts, das zwei oder drei dieser Kategorien gleichzeitig aufweist,″ durch 

″Für die Durchführung eines Projekts im Bereich der industriellen Forschung oder der experimentellen Entwicklung,″ 

ersetzt. 



a) die Wörter ″zugelassenen Forschungsinstituten″ werden durch die Wörter ″zugelassenen Forschungszentren″ 

ersetzt; 

b) die Wörter ″angewandten oder″ werden gestrichen. 


«Als zulässige Ausgaben für Unternehmen und Universitätseinheiten unter von der Regierung erlassenen 

Bedingungen gelten die Kosten für Gebäude und Grundstücke, insofern und so lange sie für das Projekt benutzt 

werden. Bei Gebäuden sind nur die Abschreibungskosten zulässig, die der Dauer des Projekts entsprechen und in 

Übereinstimmung mit den allgemein anerkannten Buchführungsgrundsätzen berechnet werden. Bei Grundstücken 

sind nur die Kosten der kommerziellen Übertragung und die tatsächlich entstandenen Investitionskosten zulässig.» 

Art. 88 - In Artikel 97 desselben Dekrets wird die Zahl ″85″ durch die Zahl ″100″ ersetzt. 

Art. 89 - In den Artikeln 98 und 107 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, werden 

die Wörter ″zugelassenen Forschungsinstitute(n)″ jeweils durch die Wörter ″zugelassenen Forschungszentren″ ersetzt. 

Art. 90 - In den Artikeln 99 und 100 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, werden 

die Wörter ″oder ein innovatives Jungunternehmen″ jeweils gestrichen. 

Art. 91 - In Artikel 101 desselben Dekrets, abgeändert durch das Dekret vom 13. März 2014, werden die Ziffern 1, 

2 und 3 durch Folgendes ersetzt: 





«Art. 116 - Ein Unternehmen in Schwierigkeiten kommt nicht in den Genuss der Beihilfen im Sinne vorliegenden 

Dekrets.» 


«Art. 120 - Die Regierung bestimmt die Modalitäten für die Bewertung der anreizenden Wirkung.» 

Art. 94 - In Artikel 121 desselben Dekrets werden die Wörter ″Kategorien von Beihilfen im Sinne der 

Abschnitte 3, 4, 6, 7, 8 oder 9″ durch die Wörter ″Kategorien von Beihilfen im Sinne der Abschnitte 3, 4, 6, 7 oder 8″ 

ersetzt. 


″angewandten oder″ gestrichen. 

Art. 95/1 - In dasselbe Dekret wird ein Artikel 124/1 mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

«Art. 124/1 - § 1 - Jeder Antrag ist binnen 14 Werktagen nach seinem Eingang Gegenstand einer dem Antragsteller 

übermittelten Empfangsbestätigung. Falls die Akte nicht vollständig ist, wird der Antragsteller gleichzeitig darum 

gebeten, ergänzende Auskünfte mitzuteilen. 

§ 2 - Die für unzulässig erklärten Anträge sind Gegenstand eines administrativen Abschlusses seitens der 

Regierung, wenn der Antragsteller binnen 75 Werktagen nach der ersten Aufforderung, seine Akte zu ergänzen, 

die formalen Bedingungen des Antrags nicht erfüllt. Der begründete Beschluss wird dem Antragsteller mitgeteilt. 

§ 3 - Die Anträge, die binnen der in Paragraph 1 bestimmten Frist von 14 Werktagen für zulässig erklärt werden 

können, unterliegen einem höchstens 75 Werktage ab dem Datum der Zulässigkeitserklärung dauernden Bewertungsverfahren 

bis zum endgültigen Beschluss der Regierung.


§ 4 - Wenn kein günstiger Beihilfebeschluss gefasst wurde, kann der Antragsteller seinen Projektvorschlag erneut 

einreichen. Der Antragsteller muss die eventuellen Elemente der ersten Bewertung dabei berücksichtigen.» 

Art. 96 - Das vorliegende Dekret wird am 1. Januar 2015 wirksam. 

Wir verkünden das vorliegende Dekret und ordnen an, dass es im Belgischen Staatsblatt veröffentlicht wird. 

Namur, den 21. Mai 2015 

Der Minister-Präsident 

P. MAGNETTE 

Der Minister für öffentliche Arbeiten, Gesundheit, soziale Maßnahmen und Kulturerbe 

M. PREVOT 

Der Minister für Wirtschaft, Industrie, Innovation und digitale Technologien 


Der Minister für lokale Behörden, Städte, Wohnungswesen und Energie 

P. FURLAN 

Der Minister für Umwelt, Raumordnung, Mobilität und Transportwesen, Flughäfen und Tierschutz 

C. DI ANTONIO 

Die Ministerin für Beschäftigung und Ausbildung 

Frau E. TILLIEUX 

Der Minister für Haushalt, den öffentlichen Dienst und die administrative Vereinfachung 

C. LACROIX 

Der Minister für Landwirtschaft, Natur, ländliche Angelegenheiten, Tourismus und Sportinfrastrukturen, 

und Vertreter bei der Großregion, 

R. COLLIN 

(1) Sitzungsperiode 2014-2015 

Dokumente des Wallonischen Parlaments 170 (2014-2015), Nrn. 1 bis 4 

Ausführliches Sitzungsprotokoll, Plenarsitzung vom 20. Mai 2015 

Diskussion. 

Abstimmung. 

VERTALING 

WAALSE OVERHEIDSDIENST 

[2015/202615] 

21 MEI 2015. — Decreet houdende wijziging van het decreet van 3 juli 2008 

betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië (1) 

Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : 

Artikel 1. In het het decreet van 3 juli 2008 betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in 

Wallonië wordt het opschrift van hoofdstuk I gewijzigd als volgt : 

« HOOFDSTUK I. — Definities en verwijzing naar de algemene Europese vrijstellingsregeling per categorie » 

Art. 2. In artikel 2 van hetzelfde decreet wordt de zin « Het industrieel onderzoek omvat de vervaardiging van 

onderdelen voor complexe systemen noodzakelijk voor dat onderzoek, met name voor de algemene validering van 

technologieën, met uitzondering van de prototypes als bedoeld in artikel 3. » vervangen door volgende zin : 

« Het omvat de creatie van onderdelen voor complexe systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in 

een laboratoriumomgeving en/of in een omgeving met gesimuleerde interfaces voor bestaande systemen, alsmede 

pilotlijnen, wanneer dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validering van generieke 

technologie. » 

Art. 3. Artikel 2/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 maart 2014, wordt opgeheven. 

Art. 4. Artikel 3 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, wordt vervangen als volgt : 

« Art. 3. In de zin van dit decreet wordt onder ″experimentele ontwikkeling″ verstaan, het verwerven, combineren, 

vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke en andere relevante kennis en 

vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten. Dit kan ook 

activiteiten omvatten die gericht zijn op de conceptuele formulering, de planning en documentering van nieuwe 

producten, procedés of diensten. Experimentele ontwikkeling kan prototyping, demonstraties, pilotontwikkeling, 

testen en validatie omvatten van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten in omgevingen die 

representatief zijn voor het functioneren onder reële omstandigheden, met als hoofddoel verdere technische 

verbeteringen aan te brengen aan producten, procedés of diensten die niet grotendeels « vast staan ». 

Dit kan de ontwikkeling omvatten van een commercieel bruikbaar prototype of pilot die noodzakelijkerwijs het 

commerciële eindproduct is en die te duur is om te produceren alleen met het oog op het gebruik voor demonstratieen 

validatiedoeleinden. Onder experimentele ontwikkeling wordt niet verstaan routinematige of periodieke wijziging 

van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen, diensten en andere courante activiteiten, zelfs indien 

deze wijzigingen verbeteringen kunnen inhouden. » 

Art. 5. Artikel 4 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : 

« Art. 4. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder « Procesinnovatie » de toepassing van een nieuwe of sterk 

verbeterde productie- of leveringsmethode (daaronder begrepen aanzienlijke veranderingen in technieken, uitrusting 

of software), maar met uitsluiting van geringe veranderingen of verbeteringen, verhogingen van de productie- of


32439 

dienstverleningscapaciteit door de toevoeging van productie- of logistieke systemen die sterk gelijken op die welke 

reeds in gebruik zijn, het niet meer gebruiken van een procedé, eenvoudige vervangings- en uitbreidingsinvesteringen, 

veranderingen die louter het gevolg van prijswijzigingen voor productiefactoren zijn, aanpassingen op maat, 

lokalisatie, gebruikelijke seizoens- en andere cyclische veranderingen, het verhandelen van nieuwe of sterk verbeterde 

producten. 


« Art. 5. In de zin van dit decreet wordt onder « organisatie-innovatie » de toepassing van een nieuwe 

organisatiemethode in de bedrijfsvoering, in de organisatie op de werkvloer of in de externe betrekkingen van een 

onderneming, maar met uitsluiting van veranderingen die zijn gebaseerd op organisatiemethoden die reeds in gebruik 

zijn, veranderingen in de managementstrategie, fusies en acquisities, het niet meer gebruiken van een procedé, 

eenvoudige vervangings- en uitbreidingsinvesteringen, veranderingen die louter het gevolg zijn van prijswijzigingen 

voor productiefactoren, aanpassingen op maat, lokalisatie, gebruikelijke seizoens- en andere cyclische veranderingen, 

het verhandelen van nieuwe of sterk verbeterde producten. » 

Art. 7. Artikel 5/1 van hetzelfde decreet wordt opgeheven. 

Art. 8. Artikel 6/2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 maart 2014, wordt vervangen als volgt : 

« Art. 6/2. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder « onderzoeksinfrastructuur » faciliteiten, middelen en 

verwante diensten die door de wetenschappelijke gemeenschap worden gebruikt om op hun respectieve vakgebied 

onderzoek te verrichten. Hierbij gaat het om wetenschappelijke uitrusting of sets wetenschappelijke instrumenten, 

kennisgebaseerde hulpbronnen zoals verzamelingen, archieven of gestructureerde wetenschappelijke informatie, 

ict-gebaseerde enabling infrastructuur zoals gridnetwerken, computers, software en communicatie, of iedere andere 

entiteit met een uniek karakter die onontbeerlijk is om onderzoek te kunnen verrichten. Dit soort infrastructuur kan 

zich op één enkele locatie bevinden (single-sited) dan wel verspreid zijn (distributed) (een georganiseerd netwerk van 

hulpbronnen) overeenkomstig artikel 2, punt a), van Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad van 25 juni 2009 

betreffende een communautair rechtskader voor een consortium voor een Europese Onderzoeksinfrastructuur (ERIC). 

Art. 9. In hetzelfde decreet wordt een artikel 6/4 ingevoegd, luidend als volgt : 

« Art. 6/4. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder onderneming in moeilijkheden een onderneming die 

minstens één van de volgende voorwaarden vervult : 

- Als het gaat om een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (naamloze vennootschap, commanditaire 

vennootschappen op aandelen, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, coöperatieve vennootschap met 

beperkte aansprakelijkheid) die geen K.M.O. is die minder dan 3 jaar bestaat, indien meer dan de helft van haar 

maatschappelijk kapitaal waarop is ingetekend als gevolg van de opgestapelde verliezen verdwenen is. Zulk is het 

geval als de aftrek van de opgestapelde verliezen van de reserves en van alle andere elementen die doorgaans 

beschouwd worden als deeluitmakend van het eigen vermogen van de vennootschap, leidt tot een negatief bedrag dat 

hoger is dan de helft van het maatschappelijk kapitaal waarop is ingetekend. Het maatschappelijk kapitaal omvat, 

in voorkomend geval, de uitgiftepremies; 

- als het gaat om een vennootschap waarvan sommige vennoten minstens een onbeperkte aansprakelijkheid 

hebben voor de schulden van de vennootschap (vennootschap onder firma, gewone commanditaire vennootschap en 

coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid) die geen K.M.O. is die minder dan 3 jaar bestaat, indien 

meer dan de helft van het eigen vermogen, zoals opgenomen in de rekeningen van de vennootschap, als gevolg van 

de opgestapelde verliezen verdwenen is. 

- als de onderneming het voorwerp is van een collectieve insolventieprocedure of als ze de voorwaarden vervult 

om aan dergelijke procedure onderworpen te worden op verzoek van haar schuldeisers; 

- als de onderneming reddingssteun heeft genoten en de lening nog niet is afgelost of de garantie stopgezet of als 

ze herstructureringssteun heeft genoten terwijl ze nog steeds aan een herstructureringsplan onderworpen is; 

- in het geval van een onderneming die geen K.M.O. is, indien sinds de 2 vorige boekjaren : 

* de ratio leningen/eigen vermogen hoger is dan 7,5 en 

* de dekkingsratio van de rentelasten van de onderneming, berekend op basis van de EBITDA, lager dan de 

eenheid is. » 


« Art. 6/5. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder « haalbaarheidsstudie », het onderzoek en de analyse van 

het potentieel van een project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen door objectief en rationeel de sterke en 

zwakke punten en de kansen en risico’s van een project in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke 

middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn. » 


« Art. 6/6. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder « innovatieadviesdiensten », consulting, bijstand en 

opleiding op het gebied van kennisoverdracht, de verwerving, bescherming en exploitatie van immateriële activa, 

het gebruik van standaarden en regels waarin deze zijn vastgelegd. » 


« Art. 6/7. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder « innovatieondersteuningsdiensten », het verschaffen 

van kantoorruimte, databanken, bibliotheken, marktonderzoek, laboratoria, diensten in verband met kwaliteitslabels, 

testen en certificatie met het oog op de ontwikkeling van doeltreffendere producten, procedés of diensten. » 


« Art. 6/8. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder « niet-economische activiteiten » de activiteiten bedoeld 

onder het opschrift 2.1.1. van de Communicatie (EU) nr. 2014/C 198/1 van de Commissie van 21 mei 2014 betreffende 

de kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie, Publicatieblad van de Europese Unie, 

27 juni 2014, p.1. »


Art. 14. In artikel 7 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 

a) onder 1 o ,2 o en 4 o worden de woorden « bijlage I bij Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 

12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en 

middelgrote ondernemingen » vervangen door de woorden « bijlage bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de 

Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag 

met de interne markt verenigbaar worden verklaard »; 

b) de woorden « als bedoeld bij het Wetboek der vennootschappen, » worden geschrapt. 

Art. 15. In artikel 8 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 13 maart 2014, wordt punt 1 o vervangen 

als volgt : 

« 1 o « onderzoeksorganisatie » : een entiteit (zoals universiteiten of onderzoeksinstellingen, agentschappen voor 

technologieoverdracht, innovatie-intermediairs, entiteiten voor fysieke of virtuele onderzoeksgerichte samenwerking), 

ongeacht haar rechtsvorm (publiek- of privaatrechtelijke organisatie) of financieringswijze, die zich in hoofdzaak 

bezighoudt met het onafhankelijk verrichten van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele 

ontwikkeling, of met het breed verspreiden van de resultaten van die activiteiten door middel van onderwijs, 

publicaties of kennisoverdracht. Wanneer dit soort entiteit ook economische activiteiten uitoefent, moet met betrekking 

tot de financiering van, de kosten van en de inkomsten uit die economische activiteiten een gescheiden boekhouding 

worden gevoerd. Ondernemingen die een beslissende invloed op dit soort entiteit kunnen uitoefenen in hun 

hoedanigheid van bijvoorbeeld aandeelhouder of lid van de organisatie, mogen geen preferente toegang tot de door 

deze entiteit verkregen onderzoeksresultaten genieten. » 

Art. 16. Artikel 9 van hetzelfde decreet wordt opgeheven. 

Art. 17. Artikel 10 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 13 maart 2014, wordt vervangen als volgt : 

« Art. 10. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder : 

1 o « erkend onderzoekscentrum » : elke instelling met als hoofddoel het voeren van onderzoek en het verlenen van 

diensten die bijdragen tot de economische, sociale en milieuontwikkeling van Wallonië, die erkend is overeenkomstig 

de door de Waalse Regering bepaalde criteria en die niet beantwoordt aan de definities opgenomen in de artikelen 7, 

8, 2 o ,en8,3 o ; 

2 o « Sterke vereniging » : instelling waarvan de leden erkende onderzoekscentra zijn, waarbij de leidende 

beginselen die op haar niet economische activiteiten toepasselijk zijn minstens de volgende zijn : 

a) oneerlijke concurrentie onder de leden voorkomen; 

b) zich ertoe verbinden in het strikte belang van de klant een beroep te doen op het lid dat geacht wordt het meest 

competent te zijn en het prestatietarief harmoniseren; 

c) de competenties van de overige leden promoten t.o.v. zijn klanten; 

d) de eventuele synergieën onder leden ontwikkelen en exploiteren; 

e) de goede beheers- en organisatiepraktijken uitwisselen; 

f) een overlegde ontwikkelingsstrategie aannemen; 

g) de zichtbaarheid van de leden verbeteren; 

h) overleg plegen omtrent investeringen voor belangrijke uitrusting. » 

Art. 18. In artikel 12 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 13 maart 2014, en in artikel 12/1 van 

hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de cijfers « 10, 2 o » vervangen door het 

cijfer « 10 ». 


« Art. 13/1. De steun bedoeld in dit decreet wordt toegekend onder de voorwaarden bepaald bij Verordening 

nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 

en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard. » 

Art. 20. In artikel 14 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de volgende 

wijzigingen aangebracht : 

a) onder 3 o wordt het woord « technische » geschrapt; 

b) punt 5 o wordt opgeheven; 

c) onder de punten 6 o en 7 o worden de woorden « in de dienstenverleningen » geschrapt; 

d) punt 8 o wordt vervangen als volgt : 

« 8 o aan de kleine ondernemingen en aan de middelgrote ondernemingen, subsidies voor innovatieadviesdiensten 

en innovatieondersteuningsdiensten; »; 

e) punt 9 o wordt geschrapt; 

f) onder punt 9/1 o wordt het woord « onderzoeksinstituten » vervangen door het woord « onderzoekscentra »; 

g) onder de punten 10 o en 13 o worden de woorden « toegepast of » geschrapt; 

h) punt 12/1 o wordt vervangen als volgt : 

« 12/1 o aan de universitaire afdelingen, subsidies voor de verwerving van onderzoeksinfrastructuren; »; 

i) onder de punten 13 o ,14 o ,15 o ,16 o en 18 o wordt het woord « onderzoeksinstituten » vervangen door het woord 

« onderzoekscentra »; 

j) punt 16/1 o wordt vervangen als volgt : 

« 16/1 o aan de erkende onderzoekscentra, subsidies voor de verwerving van onderzoeksinfrastructuren; 

k) onder punt 7 o worden de woorden « toegepast of » geschrapt; 

l) punt 14 o wordt opgeheven.


32441 

Art. 21. Artikel 15, 2 o , van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, wordt vervangen als 

volgt : 

« 2 o hetzij op grond van de wetenschappelijke, technische, economische, financiële en leefmilieubeoordeling van 

het project die de Regering alleen of bijgestaan door externe deskundigen kan doorvoeren. » 

Art. 22. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgend lid : 

« De kosten van gebouwen en grond vormen toelaatbare uitgaven onder de door de Regering bepaalde 

voorwaarden, voor zover en zolang ze voor het project gebruikt worden. Wat de gebouwen betreft, worden alleen de 

met de duur van het project overeenstemmende afschrijvingskosten, berekend overeenkomstig de doorgaans 

aangenomen boekhoudkundige beginselen, geacht in aanmerking te komen. Wat grond betreft, komen de kosten voor 

de commerciële overdracht of daadwerkelijk gemaakte investeringskosten in aanmerking. » 

Art. 23. In artikel 18, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de 

punten 1 o ,2 o en 3 o vervangen als volgt : 

« 1 o 80 voor een kleine onderneming; 

2 o 70 voor een middelgrote onderneming; 

3 o 60 voor een grote onderneming. » 

Art. 24. In artikel 19, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de 

punten 1 o ,2 o en 3 o vervangen als volgt : 




Art. 25. In artikel 19/1, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de 

volgende wijzigingen aangebracht : 

a) het woord « Instituut » wordt vervangen door het woord « centrum »; 

b) punt 3 o wordt vervangen als volgt : 

« 3 o de onderneming is een middelgrote of een kleine onderneming; ». 

In artikel 19/1, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de 

punten 1 o en 2 o vervangen als volgt : 


2 o 70 voor een middelgrote onderneming. » 

Art. 26. Artikel 21, 2 o , van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, wordt vervangen als 

volgt : 

« 2 o hetzij op grond van de wetenschappelijke, technische, economische, financiële en leefmilieubeoordeling van 

het project die de Regering alleen of bijgestaan door externe deskundigen kan doorvoeren. » 

Art. 27. Artikel 22 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met volgend lid : 

« De kosten van gebouwen en grond vormen toelaatbare uitgaven onder de door de Regering bepaalde 



aangenomen boekhoudkundige beginselen, geacht in aanmerking te komen. Wat grond betreft, komen de kosten voor 

de commerciële overdracht of daadwerkelijk gemaakte investeringskosten in aanmerking. » 



a) in het tweede lid wordt punt 1 o vervangen als volgt : 

« 1 o 60 voor een kleine onderneming; »; 

b) in het derde lid wordt punt 1 o vervangen als volgt : 


c) in het derde lid wordt punt 2 o vervangen als volgt : 

« 2 o 60 voor een middelgrote onderneming; »; 

d) in het derde lid wordt punt 3 o vervangen als volgt : 

« 3 o 50 voor een grote onderneming. » 



a) in het tweede lid wordt punt 1 o vervangen als volgt : 







« 3 o 50 voor een grote onderneming. »


Art. 30. Artikel 25 van hetzelfde decreet wordt opgeheven. 

Art. 31. In artikel 25/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de volgende 


a) het eerste lid wordt vervangen als volgt : 

« Behalve de gevallen bedoeld in de artikelen 23 en 24, kan de steun bestaan ofwel in een subsidie, ofwel in een 

terugvorderbaar voorschot indien het steunbedrag kleiner is dan het bedrag bepaald door de Regering »; 






« 3 o 35 voor een grote onderneming. » 


« Behalve de gevallen bedoeld in de artikelen 23, 24, en 25/1, kan de steun slechts in een terugvorderbaar 

voorschot bestaan indien het steunbedrag groter is dan het bedrag bepaald door de Regering. De intensiteit ervan, 

uitgedrukt in percenten van de toelaatbare uitgaven vóór belastingen of andere heffingen, kan volgende cijfers 

bereiken : 

1 o 55 voor een kleine onderneming; 



Art. 33. In artikel 32 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de woorden 

« een technische haalbaarheidsonderzoek vóór ze overgaat tot industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling » 

vervangen door de woorden « een haalbaarheidsonderzoek ». 

Art. 34. In hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt het opschrift van afdeling 3 vervangen als volgt : 

« Afdeling 3. — Subsidies voor de haalbaarheidsonderzoeken » 


« Art. 33. De in aanmerking komende uitgaven die door de subsidie gedekt worden zijn de onderzoekskosten. » 


« Art. 34. De subsidie-intensiteit, uitgedrukt in percenten van de toelaatbare uitgaven vóór belastingen of andere 

heffingen, kan volgende cijfers bereiken : 

1 o 70 voor een kleine onderneming; 


3 o 50 voor een niet-autonome onderneming van beperkte omvang. » 

Art. 37. In artikek 36, eerste lid, 1 o , van hetzelfde decreet worden de woorden « bij de eerste rechtbank » 

geschrapt. 


« Art. 37. De subsidie-intensiteit, uitgedrukt in percenten van de toelaatbare uitgaven vóór belastingen of andere 

heffingen, kan 50 bereiken voor een kleine of een middelgrote onderneming. » 

Art. 39. In hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt afdeling 5, die de artikelen 40 tot 45 inhoudt, opgeheven. 


« Afdeling 6. — Subsidies voor procesinnovaties » 

Art. 40/1. In artikel 46 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de woorden 

« in de dienstverlening » geschrapt. 

Art. 41. In artikel 48 van hetzelfde decreet worden de punten 1 o en 2 o vervangen als volgt : 




« Afdeling 7. — Subsidies voor organisatie-innovaties » 

Art. 42/1. In artikel 50 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de woorden 

« in de dienstverlening » geschrapt.


32443 

Art. 43. In artikel 52 van hetzelfde decreet worden de punten 1 o en 2 o vervangen als volgt : 




« Afdeling 8. — Subsidies voor adviesdiensten inzake innovatie en steunverleningsdiensten voor innovatie » 


« Art. 55. De in aanmerking komende uitgaven die door de subsidie gedekt worden zijn kosten i.v.m. de 

adviesdiensten inzake innovatie en de steunverleningsdiensten voor innovatie. » 

Art. 46. In artikel 56 van hetzelfde decreet wordt het getal « 75 » vervangen door het getal « 100 ». 


« Afdeling 9. — Subsidies betreffende een project tot aanwerving van een onderzoeksinfrastructuur » 


« Art. 58. Voor de uitvoering van een project tot aanwerving van een onderzoeksinfrastructuur waarmee 

activiteiten inzake industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling tot een goed eind gebracht kunnen worden, 

ingediend door één of meer ondernemingen, kan de Regering haar of hen een subsidie toekennen : 

1 o ofwel in het kader van een themaprogramma van het Waalse Gewest waarvoor er een oproep tot indiening van 

projecten is uitgeschreven, op grond van de indeling van de projecten voorgedragen door de jury van het programma 

naar gelang van de wetenschappelijke, technische, economische, financiële en leefmilieucriteria vermeld in de oproep; 

2 o ofwel op grond van de wetenschappelijke, technische, economische, financiële en leefmilieubeoordeling van het 

aanwervingsproject als dat project wegens zijn aard, omvang, organisatie of dringend karakter onmogelijk kan worden 

ingediend als antwoord op een oproep tot indiening van projecten; in dat geval kan de Regering alleen of met de 

bijstand van externe deskundigen de beoordeling uitvoeren. 


« Art. 59. De toelaatbare uitgaven die onder de subsidie vallen zijn : 

1 o de personeelsuitgaven met betrekking tot de onderzoekers, technici en ander steunverlenend personeel, voor 

zover ze ingezet worden voor de uitvoering van het aanwervingsproject; 

2 o de kosten voor de instrumenten en het materieel gebruikt voor de uitvoering van het aanwervingsproject; 

3 o de kosten van het contractueel onderzoek, de technische kennis en de brevetten die aangekocht worden of onder 

een licentie staan van bronnen buiten de marktprijs, indien de verrichting plaatsvindt in normale concurrentieomstandigheden 

en er geen enkel element van samenspanning bestaat, tevens de kosten voor de diensten van adviseurs en 

gelijksoortige diensten die uitsluitend ingezet worden voor de uitvoering van het aanwervingsproject; 

4 o de bijkomende algemene kosten die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de uitvoering van het aanwervingsproject; 

5 o de andere bedrijfskosten, meer bepaald de kosten voor gelijksoortig materiaal, gelijksoortige leveringen en 

producten die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de uitvoering van het aanwervingsproject; 

6 o de kosten voor de aanwerving van de onderzoeksinfrastructuur alsook de desbetreffende infrastructuur- en 

installatiekosten. » 


« Art. 60/1. Het feit dat de subsidie wordt toegekend heeft niet tot gevolg dat het Waalse Gewest zakelijke rechten 

verkrijgt op de resultaten van het project. » 


« Art. 60/2. Als een onderzoeksinfrastructuur tegelijkertijd economische en niet-economische activiteiten uitoefent, 

worden de financiering, de kosten en de opbrengsten van elk type activiteit afzonderlijk in de boeken opgenomen op 

basis van boekhoudingsbeginselen die op coherente wijze worden toegepast en objectief gerechtvaardigd kunnen 

worden. » 


« Art. 60/3. De te betalen prijs voor de exploitatie of het gebruik van de infrastructuur stemt overeen met de 

marktprijs. » 


« Art. 60/4. De toegang tot de infrastructuur is open voor verschillende gebruikers en wordt verleend op een 

doorzichtige en niet-discriminerende basis. De ondernemingen die minstens 10 % van de investeringskosten voor een 

infrastrucutur gefinancierd hebben, kunnen een bevoorrechte toegang tot die infrastructuur krijgen onder gunstigere 

voorwaarden. Om alle overcompensatie te voorkomen, is de bevoorrechte toegang evenredig met de bijdrage van de 

onderneming in de investeringskosten en worden de voorwaarden om hem te verkrijgen bekendgemaakt. »



« Art. 60/5. Als een onderzoeksinfrastructuur zowel voor economische als voor niet economische activiteiten een 

openbare financiering geniet, voorziet de Regering in een controle- en terugvorderingsmechanisme om te garanderen 

dat de toepasselijke steunintensiteit niet overschreden wordt ingevolge een toename van het aandeel van de 

economische activiteiten ten opzichte van de overwogen toestand bij de toekenning van de steun. » 

Art. 55. In hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt het opschrift van afdeling 1 vervangen als volgt : 

« Afdeling 1. — Subsidies voor industrieel onderzoeksactiviteiten » 

Art. 56. In de artikelen 61, 71, 72 en 74 van hetzelfde decreet worden de woorden « toegepast of » geschrapt. 

Art. 57. In artikel 61 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, wordt het woord 

« onderzoeksinstituten » vervangen door het woord « onderzoekscentra ». 


« De kosten van gebouwen en grond vormen subsidiabele uitgaven onder de door de Regering bepaalde 



aangenomen boekhoudkundige beginselen, geacht in aanmerking te komen. Wat de grond betreft, komen de kosten 

voor de commerciële overdracht of daadwerkelijk gemaakte investeringskosten in aanmerking. » 

Art. 59. In hoofdstuk IV/I van hetzelfde decreet wordt het opschrift van afdeling 1 vervangen als volgt : 

« Afdeling 1. — Subsidies betreffende een project tot aanwerving van een onderzoeksinfrastructuur 

voor universitaire eenheden ». 

Art. 60. In artikel 73/1 van hetzelfde decreet worden de woorden « van een buitengewone uitrusting voor 

gemeenschappelijk gebruik » vervangen door de woorden « van een onderzoeksinfrastructuur ». 

Art. 61. In artikel 73/2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de woorden 

« de buitengewone uitrusting » vervangen door de woorden « de onderzoeksinfrastructuur ». 

Art. 62. In hetzelfde decreet wordt een artikel 73/4/1 ingevoegd, luidend als volgt : 

« Art. 73/4/1. Als een onderzoeksinfrastructuur tegelijkertijd economische en niet-economische activiteiten 

uitoefent, worden de financiering, de kosten en de opbrengsten van elk type activiteit afzonderlijk in de boeken 

opgenomen op basis van boekhoudingsbeginselen die op coherente wijze worden toegepast en objectief gerechtvaardigd 

kunnen worden. » 


« Art. 73/4/2. De te betalen prijs voor de exploitatie of het gebruik van de infrastructuur stemt overeen met de 



« Art. 73/4/3. Als een onderzoeksinfrastructuur zowel voor economische als voor niet economische activiteiten 

een openbare financiering geniet, voorziet de Regering in een controle- en terugvorderingsmechanisme om te 

garanderen dat de toepasselijke steunintensiteit niet overschreden wordt ingevolge een toename van het aandeel van 

de economische activiteiten ten opzichte van de overwogen toestand bij de toekenning van de steun. 

Art. 65. In hetzelfde decreet wordt het opschrift van hoofdstuk V vervangen als volgt : 

« HOOFDSTUK V. — Subsidies voor de erkende onderzoekscentra en de sterke verenigingen » 

Art. 66. In hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt het opschrift van afdeling 1 vervangen als volgt : 

« Afdeling 1. — Erkenning van de onderzoekscentra » 

Art. 67. In artikel 74 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, wordt het woord 

« onderzoeksinstituut » vervangen door het woord « onderzoekscentrum ». 



a) het woord « onderzoeksinstituut » wordt vervangen door het woord « onderzoekscentrum »; 

b) de woorden « van het onderzoeksinstituut » worden vervangen door de woorden « van het onderzoekscentrum 

». 



a) het woord « onderzoeksinstituut » wordt vervangen door het woord « onderzoekscentrum »; 

b) in de Franse tekst worden de woorden « Commission agrément » vervangen door de woorden « Commission 

d’agrément ». 



a) de woorden « van het onderzoeksinstituut » worden vervangen door de woorden « van het onderzoekscentrum 

»;


32445 

b) het woord « onderzoeksinstituten » wordt vervangen door het woord « onderzoekscentra »; 

Art. 71. In hoofdstuk V van hetzelfde decreet wordt het opschrift van afdeling 2 vervangen als volgt : 

« Afdeling 2. — Subsidies voor activiteiten betreffende industrieel onderzoek 

en experimentele ontwikkeling 



a) de woorden « toegepast of » worden geschrapt; 

b) de woorden « erkende onderzoeksinstituten » worden vervangen door de woorden « erkende onderzoekscentra 

». 


« Art. 81/1. Als een erkend onderzoekscentrum zowel voor economische als voor niet economische activiteiten een 



economische activiteiten ten opzichte van de overwogen toestand bij de toekenning van de steun. 

Art. 74. In hoofdstuk V van hetzelfde decreet wordt afdeling 3, die de artikelen 82 tot 86 inhoudt, opgeheven. 

Art. 75. In artikel 87 van hetzelfde decreet worden de woorden « erkende onderzoeksinstituten » vervangen door 

de woorden « erkende onderzoekscentra of één of meer sterke vervenigingen ». 


« Art. 90/1. Als een erkend onderzoekscentrum zowel voor economische als voor niet economische activiteiten een 



economische activiteiten ten opzichte van de overwogen toestand bij de toekenning van de steun. » 



a) de woorden « erkend onderzoeksinstituut » worden vervangen door de woorden « erkend onderzoekscentrum 

»; 

b) de woorden « toegepast of » worden geschrapt. 


« toegepast of » geschrapt. 

Art. 79. In hoofdstuk V van hetzelfde decreet wordt het opschrift van afdeling 6 vervangen als volgt : 

« Afdeling 6. — Subsidies betreffende een project tot aanwerving van een onderzoeksinfrastructuur » 

Art. 80. In artikel 93/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de volgende 


a) de woorden « van een buitengewone uitrusting » worden vervangen door de woorden « van een onderzoeksinfrastructuur 

»; 

b) de woorden « erkende onderzoeksinstituten » worden vervangen door de woorden « erkende onderzoekscentra 

». 

Art. 81. In artikel 93/2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de woorden 

« van de buitengewone uitrusting » vervangen door de woorden « van de onderzoeksinfrastructuur ». 


« Art. 93/5. Als een onderzoeksinfrastructuur tegelijkertijd economische en niet-economische activiteiten uitoefent, 

worden de financiering, de kosten en de opbrengsten van elk type activiteit afzonderlijk in de boeken opgenomen op 

basis van boekhoudingsbeginselen die op coherente wijze worden toegepast en objectief gerechtvaardigd kunnen 

worden. » 


« Art. 93/6. De te betalen prijs voor de exploitatie of het gebruik van de infrastructuur stemt overeen met de 



« Art. 93/7. Als een onderzoeksinfrastructuur zowel voor economische als voor niet economische activiteiten een 



economische activiteiten ten opzichte van de overwogen toestand bij de toekenning van de steun.


Art. 85. In artikel 94 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de woorden « 

Voor de uitvoering van een industrieel onderzoeksproject, een project van toegepast onderzoek, een experimenteel 

ontwikkelingsproject, of een project dat twee of drie van die categorieën verenigt » vervangen door de woorden « Voor 

de uitvoering van een industrieel onderzoeksproject of een project inzake experimentele ontwikkeling ». 



a) de woorden « erkende onderzoeksinstituten » worden vervangen door de woorden « erkende onderzoekscentra 

»; 

b) de woorden « toegepast of » worden geschrapt. 


« De kosten van gebouwen en grond vormen subsidiabele uitgaven onder de door de Regering bepaalde 



aangenomen boekhoudkundige beginselen, geacht in aanmerking te komen. Wat de grond betreft, komen de kosten 

voor de commerciële overdracht of daadwerkelijk gemaakte investeringskosten in aanmerking. » 

Art. 88. In artikel 97 van hetzelfde decreet wordt het getal « 85 » vervangen door het getal « 100 ». 

Art. 89. In de artikelen 98 en 107 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de 

woorden « erkende onderzoeksinstituten » vervangen door de woorden « erkende onderzoekscentra ». 

Art. 90. In de artikelen 99 en 100 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de 

woorden « of een innoverende starter » telkens geschrapt. 

Art. 91. In artikel 101 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, worden de punten 1 o ,2 o 

en 3 o vervangen als volgt : 





« Art. 116. Een onderneming in moeilijkheden komt niet in aanmerking voor de steun bedoeld in dit decreet. » 


« Art. 120. De Regering bepaalt de modaliteiten tot beoordeling van het aanmoedigingseffectf. » 

Art. 94. In artikel 121 van hetzelfde decreet worden de woorden « soorten steun waarvan sprake in de 

afdelingen 3, 4, 6, 7, 8 of 9 » vervangen door de woorden « soorten steun bedoeld in de afdelingen 3, 4, 6, 7 of 8 ». 


« toegepast of » geschrapt. 

Art. 95/1. In hetzelfde decreet wordt een artikel 124/1 ingevoegd, luidend als volgt : 

« Art. 124/1. § 1. Voor elke aanvraag wordt binnen 14 werkdagen na de indiening ervan een bericht van ontvangst 

aan de aanvrager overgemaakt. De aanvrager wordt erom verzocht aanvullende informatie te verstrekken als het 

dossier niet volledig is. 

§ 2. De onontvankelijk verklaarde aanvragen zijn het voorwerp van een administratieve sluiting door de Regering 

als de aanvrager de formele voorwaarden van de aanvraag niet vervult binnen 75 werkdagen na het eerste verzoek tot 

aanvulling van zijn dossier. De met redenen omklede beslissing wordt aan de aanvrager meegedeeld. 

§ 3. De aanvragen die ontvankelijk verklaard kunnen worden binnen 14 werkdagen zoals bedoeld in paragraaf 1, 

worden gedurende hoogstens 75 werkdagen aan een beoordelingsprocedure onderworpen tot de definitieve beslissing 

van de Regering, met ingang op de datum van de ontvankelijkheidsverklaring. 

§ 4. De aanvrager kan zijn projectvoorstel opnieuw indienen als geen positieve steunbeslissing is genomen. 

De aanvrager zal rekening moeten houden met eventuele elementen van de eerste beoordeling. »


32447 

Art. 96. Dit decreet heeft uitwerking op 1 januari 2015. 

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. 

Namen, 21 mei 2015. 

De Minister-President, 

P. MAGNETTE 

De Minister van Openbare Werken, Gezondheid, Sociale Actie en Erfgoed, 

M. PREVOT 

De Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale Technologieën, 


De Minister van de Plaatselijke Besturen, de Stad, Huisvesting en Energie, 

P. FURLAN 

De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, 

C. DI ANTONIO 

De Minister van Tewerkstelling en Vorming, 

Mevr. E. TILLIEUX 

De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, 

C. LACROIX 

De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Sportinfrastructuren, 

afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, 

R. COLLIN 

(1) Zitting 2014-2015. 

Stukken van het Waals Parlement, 170 (2014-2015), nrs. 1 tot 4. 

Volledig verslag, plenaire vergadering van 20 mei 2015. 

Bespreking. 

Stemming. 

REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 

REGION DE BRUXELLES-CAPITALE 

[C − 2015/31334] 

21 MAI 2015. — Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles- 

Capitale portant approbation de la décision de la Commune de 

Jette d’abroger totalement le plan particulier d’affectation du sol 

« Quartier de l’Hôpital » approuvé par arrêté royal du 27 septembre 

1962 

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 

[C − 2015/31334] 

21 MEI 2015. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 

houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Jette tot 

volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan ″Hospitaalwijk″, 

goedgekeurd bij koninklijk besluit van 27 september 

1962 

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, 

Vu le Code Bruxellois de l’Aménagement du Territoire (ci-après 

mentionné CoBAT) du 9 avril 2004, notamment les articles 58 à 61 ; 

Vu le Plan Régional de Développement (ci-après mentionné PRD) 

approuvé par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles- 

Capitale du 12 septembre 2002 ; 

Vu le Plan Régional d’Affectation du Sol (ci-après mentionné PRAS) 


Capitale du 3 mai 2001; 

Vu le Règlement Régional d’Urbanisme (ci-après mentionné RRU) 


Capitale du 21 novembre 2006 ; 

Vu le plan particulier d’affectation du sol (ci-après mentionné PPAS) 

« Quartier de l’Hôpital » de la commune de Jette délimité par le 

boulevard de Smet de Naeyer et la rue Saint-Norbert et comprenant la 

rue Duysburgh ainsi qu’un tracé en intérieur d’îlot contigu au territoire 

de la Ville de Bruxelles, approuvé par arrêté royal du 27 septembre 

1962; 

Vu la délibération du Conseil communal du 27 mai 2014, par laquelle 

la commune de Jette adopte le projet de décision d’abroger totalement 

le plan particulier d’affectation du sol « Quartier de l’Hôpital »; 

Vu le rapport établi en vertu de l’article 59 du CoBAT, relatif à 

l’absence d’incidences notables sur l’environnement du fait de l’abrogation 

du PPAS ; 

Vu l’avis favorable émis par Bruxelles-Environnement en date du 

14 août 2014 confirmant l’absence d’incidences notables sur l’environnement 

; 

Vu l’avis favorable émis par Bruxelles Développement urbain en date 

du 25 août 2014 confirmant l’absence d’incidences notables sur 

l’environnement ; 

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, 

Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (hierna 

vermeld als BWRO) van 9 april 2004, inzonderheid op de artikelen 58 

tot 61; 

Gelet op het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (hierna GewOP genoemd), 

goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 

12 september 2002; 

Gelet op het Gewestelijk Bestemmingsplan (hierna GBP genoemd), 

goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 

3 mei 2001; 

Gelet op de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (hierna 

GSV genoemd), goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke 

Regering van 21 november 2006; 

Gelet op het bijzonder bestemmingsplan ″Hospitaalwijk″ (hierna BBP 

genoemd) van de gemeente Jette, dat begrensd wordt door de De Smet 

de Naeyerlaan en de Sint-Norbertusstraat en dat de Duysburghstraat 

omvat alsook een tracé op het binnenterrein van een huizenblok dat 

grenst aan het grondgebied van de Stad Brussel, goedgekeurd bij 

koninklijk besluit van 27 september 1962; 

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 27 mei 2014 waarbij 

de gemeente Jette het ontwerp van beslissing tot volledige opheffing 

van het bijzonder bestemmingsplan ″Hospitaalwijk″ goedkeurt; 

Gelet op het verslag opgesteld overeenkomstig artikel 59 van het 

BWRO waaruit blijkt dat de opheffing van het BBP geen aanzienlijke 

gevolgen heeft voor het milieu; 

Gelet op het gunstig advies uitgebracht door Leefmilieu Brussel op 

14 augustus 2014, waarin het ontbreken van aanzienlijke gevolgen voor 

het milieu bevestigd wordt; 

Gelet op het gunstig advies uitgebracht door Brussel Stedelijke 

Ontwikkeling op 25 augustus 2014, waarin het ontbreken van aanzienlijke 

gevolgen voor het milieu bevestigd wordt;


Vu les publications réalisées dans 3 journaux néerlandophones et 3 

journaux francophones ainsi qu’au Moniteur belge ; 

Vu l’enquête publique qui s’est tenue du 15 octobre au 13 novembre 

2014 et qui n’a donné lieu à aucune remarque ou observation ; 

Vu les procès-verbaux d’ouverture et de clôture de l’enquête 

publique dressés par le Collège des Bourgmestre et Échevins le 

15 octobre et le 17 novembre 2014 ; 

Vu l’avis unanime favorable de la Commission de Concertation en 

séance du 21 novembre 2014 ; 

Vu la délibération du Conseil communal du 17 décembre 2014, par 

laquelle la commune de Jette adopte définitivement la décision 

d’abrogation totale du plan particulier d’affectation du sol « Quartier de 

l’Hôpital »; 

Considérant que l’objectif du plan particulier d’affectation du sol 

« Quartier de l’Hôpital »était de développer le logement et l’industrie 

en urbanisant des terrains partiellement vierges ou en friche ; 

Considérant que cet objectif est aujourd’hui atteint pour sa majeure 

partie, excepté pour deux espaces non encore bâtis ou en friche ; 

Considérant qu’en ce qui concerne les deux espaces potentiellement 

bâtissables restants les plans et règlements suivants s’appliqueront, 

entre autres : 

c les prescriptions générales et particulières du PRAS (situation en 

zone d’habitation à prédominance résidentielle et en zone mixte), 

c le titre I du RRU en ce qui concerne les gabarits ; 

Considérant que la situation en Espace de Développement Renforcé 

du Logement et de la Rénovation au PRD plaide également pour 

favoriser davantage le logement dans la zone ; que l’abrogation dudit 

PPAS s’y conforme ; 

Considérant que le plan particulier d’affectation du sol est devenu 

obsolète en ce qui concerne les affectations en intérieur d’îlot (implantation 

d’annexes industrielles) et est un frein à la bonne mise en œuvre 

des objectifs du PRAS (amélioration des intérieurs d’îlot), principalement 

dans l’îlot situé entre la Rue Duysburgh et la rue Saint-Norbert; 

Considérant que le plan particulier d’affectation du sol est un frein à 

la bonne mise en œuvre des objectifs du RRU en ce qui concerne les 

gabarits et la perméabilité des intérieurs d’îlots ; 

Considérant qu’il a été établi que cette abrogation n’a pas d’incidences 

notables sur l’environnement ; 

Considérant qu’en l’absence de plan particulier d’affectation du sol, 

les éventuelles questions d’affectation seront réglées par les dispositions 

des plans supérieurs et que celles d’implantation, de gabarit et 

d’esthétique devront répondre aux prescriptions des règlements d’urbanisme 

régionaux et communaux, ainsi qu’aux permis de lotir et aux 

règles du bon aménagement des lieux; 

Sur la proposition du Ministre-Président de la Région de Bruxelles- 

Capitale qui a l’Aménagement du Territoire dans ses attributions, 

Arrête : 

Article 1 er . Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale 

approuve l’abrogation totale du plan particulier d’affectation du sol 

« Quartier Hôpital » approuvé par arrêté royal du 27 septembre 1962. 

Art. 2. Le Ministre qui a l’Aménagement du territoire dans ses 

attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. 


Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : 

Le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des 

Pouvoirs locaux, du Développement territorial, de la Politique de la 

Ville des Monuments et Sites, des Affaires étudiantes, du Tourisme, 

de la Fonction publique, de la Recherche scientifique et de la Propreté 

publique, 

Rudi VERVOORT 

Gelet op de bekendmakingen in 3 Nederlandstalige en 3 Franstalige 

kranten, alsook in het Belgisch Staatsblad; 

Gelet op het openbaar onderzoek van 15 oktober tot 13 november 

2014, dat geen aanleiding gaf tot opmerkingen of bezwaren; 

Gelet op de processen-verbaal van opening en afsluiting van het 

openbaar onderzoek, opgemaakt door het College van Burgemeester en 

Schepenen op respectievelijk 15 oktober en 17 november 2014; 

Gelet op het unanieme gunstige advies van de overlegcommissie van 

21 november 2014; 

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 17 december 

2014 waarbij de gemeente Jette de beslissing tot volledige opheffing 

van het bijzonder bestemmingsplan ″Hospitaalwijk″ definitief goedkeurt; 

Overwegende dat het doel van het bijzonder bestemmingsplan 

″Hospitaalwijk″ erin bestond de huisvesting en de industrie te ontwikkelen 

door het verstedelijken van gedeeltelijk onbenutte of braakliggende 

terreinen; 

Overwegende dat die doelstelling thans grotendeels bereikt is, met 

uitzondering van twee nog niet bebouwde of braakliggende ruimten; 

Overwegende dat voor de twee resterende potentieel bebouwbare 

ruimten onder meer volgende plannen en verordeningen van toepassing 

zullen zijn: 

c de algemene en bijzondere voorschriften van het GBP (ligging in 

woongebied met residentieel karakter en in gemengd gebied), 

c titel I van de GSV in verband met de bouwafmetingen; 

Overwegende dat de ligging in de Ruimte voor Versterkte Ontwikkeling 

van de Huisves-ting en de Renovatie van het GewOP eveneens 

een argument is om voorrang te geven aan het bevorderen van de 

huisvesting in het gebied; dat de opheffing van voornoemd BBP 

hiermee in overeenstemming is; 

Overwegende dat het bijzonder bestemmingsplan achterhaald is wat 

betreft de bestemmingen van de binnenterreinen van de huizenblokken 

(vestiging van industriële bijgebouwen) en een hinderpaal vormt voor 

de goede verwezenlijking van de doelstellingen van het GBP (verbetering 

van de binnenterreinen van de huizenblokken), in het bijzonder 

voor het huizenblok gelegen tussen de Duysburghstraat en de Sint- 

Norbertusstraat; 

Overwegende dat het bijzonder bestemmingsplan een hinderpaal 

vormt voor de goede verwezenlijking van de doelstellingen van de 

GSV wat betreft het bouwprofiel en de doorlaatbaarheid van de 

binnenterreinen van de huizenblokken; 

Overwegende dat is gebleken dat deze opheffing geen aanzienlijke 

gevolgen heeft voor het milieu; 

Overwegende dat bij ontstentenis van een bijzonder bestemmingsplan 

de eventuele bestemmingskwesties geregeld worden door de 

bepalingen van de hogere plannen en dat de plaatsing, het bouwprofiel 

en de esthetische aspecten in overeenstemming moeten zijn met de 

voorschriften van de gewestelijke en gemeentelijke stedenbouwkundige 

verordeningen, met de verkavelingsvergunningen en met de 

regels van goede plaatselijke aanleg; 

Op de voordracht van de Minister-President van de Brusselse 

Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, 

Besluit : 

Artikel 1. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering keurt de volledige 

opheffing goed van het bijzonder bestemmingsplan ″Hospitaalwijk″, 

goedgekeurd bij koninklijk besluit van 27 september 1962. 

Art. 2. De Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, wordt 

belast met de uitvoering van dit besluit. 


Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : 

De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd 

voor Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, 

Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, 

Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare 

Netheid, 

Rudi VERVOORT


32449 

AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN 


[C − 2015/00311] 

Personnel. — Nomination 

Par arrêté royal du 16 décembre 2014, M. Olivier ASPEEL est nommé 

en qualité d’agent de l’état dans la classe A1 au Service public fédéral 

Intérieur, services centraux, cadre linguistique français, à partir du 

1 er février 2014. 

Par arrêté royal du 16 décembre 2014, M. Bertrand MATHIEU est 

nommé en qualité d’agent de l’état dans la classe A1 au Service public 

fédéral Intérieur, services régionaux, à partir du 1 er février 2014. 

Par arrêté royal du 16 décembre 2014, Mme Julie WAERZEGGERS est 

nommée en qualité d’agent de l’état dans la classe A1 au Service public 

fédéral Intérieur, services centraux, cadre linguistique français, à partir 

du 1 er février 2014. 

Par arrêté royal du 16 décembre 2014, M. Karim CHENTOUT est 

nommé en qualité d’agent de l’état dans la classe A1 au Service public 

fédéral Intérieur, services centraux, cadre linguistique français, à partir 

du 1 er février 2014. 

* 


[C − 2015/00311] 

Personeel. — Benoeming 

Bij koninklijk besluit van 16 december 2014 wordt de heer Olivier 

ASPEEL benoemd tot rijksambtenaar in de klasse A1 bij de Federale 

Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, centrale diensten, Frans taalkader 

met ingang van 1 februari 2014. 

Bij koninklijk besluit van 16 december 2014 wordt de heer Bertrand 

MATHIEU benoemd tot rijksambtenaar in de klasse A1 bij de Federale 

Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, regionale diensten, met ingang 

van 1 februari 2014. 

Bij koninklijk besluit van 16 december 2014 wordt Mevr. Julie 

WAERZEGGERS benoemd tot rijksambtenaar in de klasse A1 bij de 

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, centrale diensten, Frans 

taalkader met ingang van 1 februari 2014. 

Bij koninklijk besluit van 16 december 2014 wordt de heer Karim 

CHENTOUT benoemd tot rijksambtenaar in de klasse A1 bij de 

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, centrale diensten, Frans 

taalkader met ingang van 1 februari 2014. 

SERVICE PUBLIC FEDERAL 

SECURITE SOCIALE 

[2015/202595] 

10 AVRIL 2015. — Arrêté royal nommant les membres 

du Conseil supérieur des Volontaires 



Vu les articles 37 et 107, alinéa 2, de la Constitution; 

Vu l’arrêté royal du 2 octobre 2002 portant création du Conseil 

supérieur des Volontaires, modifié par l’arrêté royal du 27 avril 2007, 

l’article 4; 

Vu les candidatures régulièrement introduites avant le 20 novembre 

2014; 

Vu le fait qu’il convient de tendre à la plus large représentativité 

possible; qu’il a été tenu compte à cette fin des divers domaines dans 

lesquels travaillent les volontaires et leurs organisations; 

Vu le fait que tous les membres, aussi bien effectifs que suppléants, 

sont membres du Conseil supérieur des Volontaires et peuvent 

participer à ce titre à toutes les réunions, mais que lors des votes 

éventuels, seuls les membres effectifs peuvent voter; 

Vu l’avis de l’Inspecteur des finances du 19 décembre 2014; 

Vu l’article 8 de la loi du 15 décembre 2013 portant des dispositions 

diverses concernant la simplification administrative, le présent arrêté 

est dispensé d’analyse d’impact de la réglementation puisqu’il n’a 

qu’un caractère purement formel; 

Sur la proposition de la Ministre des Affaires sociales et de l’avis des 

Ministres qui en ont délibéré en Conseil, 


Article 1 er . Les organisations suivantes sont nommées membres 

francophones effectifs du Conseil supérieur des Volontaires : 

— le Centre d’Action laïque, représenté par M. Alain VILLERS, 

habitant Bruxelles; 

— L’Union francophone des Associations de Parents de l’Enseignement 

Catholique, représentée par M. Bernard HUBIEN, habitant 

Ottignies; 

— La Fédération des Institutions hospitalières, représentée par 

M. Pierre SMIETS, habitant Embourg; 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST 

SOCIALE ZEKERHEID 

[2015/202595] 

10 APRIL 2015. — Koninklijk besluit tot benoeming van de leden 

van de Hoge Raad voor Vrijwilligers 



Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid van de Grondwet; 

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 tot oprichting van 

de Hoge Raad voor Vrijwilligers, gewijzigd bij het koninklijk besluit 

van 27 april 2007, artikel 4; 

Gelet op de voor 20 november 2014 regelmatig ingediende kandidaturen; 

Gelet op het feit dat een zo groot mogelijke representativiteit dient 

nagestreefd te worden; dat hiervoor rekening diende gehouden te 

worden met de diverse domeinen waarop vrijwilligers en hun organisaties 

actief zijn; 

Gelet op het feit dat alle leden, effectieve zowel als plaatsvervangende, 

lid zijn van de Hoge Raad voor Vrijwilligers en als dusdanig 

kunnen deelnemen aan alle vergaderingen, maar dat bij gebeurlijke 

stemmingen enkel de effectieve leden kunnen stemmen; 

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 19 december 

2014; 

Gelet op artikel 8 van de wet van 15 december 2013 houdende 

diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging is dit 

besluit vrijgesteld van een regelingsimpactanalyse omdat het een louter 

formeel karakter heeft; 

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en op het advies 

van de in Raad vergaderde Ministers, 


Artikel 1. De volgende organisaties worden benoemd als effectief 

Franstalig lid van de Hoge Raad voor Vrijwilligers : 

— le Centre d’Action laïque, vertegenwoordigd door de heer Alain 

VILLERS, wonende te Brussel; 

— L’Union Francophone des Associations de Parents de 

l’Enseignement Catholique, vertegenwoordigd door de heer 

Bernard HUBIEN, wonende in Ottignies; 

— La Fédération des Institutions hospitalières, vertegenwoordigd 

door de heer Pierre SMIETS, wonende in Embourg;


— La Fédération Multisports adaptés, représentée par M. Philippe 

BODART, habitant Gembloux; 

— L’Association des Centres culturels de la Communauté française 

de Belgique, représentée par M. Luc DECHARNEUX, habitant 

Ans; 

— Caritas, représenté par M. Patrick DE BUCQUOIS, habitant 

Montigny-le-Tilleul; 

— L’Alliance nationale des Mutualités Chrétiennes, représentée par 

M. Philippe ANDRIANNE, habitant Chastre; 

— La Fédération d’organisations de jeunesse, représentée par 

Mme Hélène SERGEANT, habitant Forest; 

— L’Association interfédérale du Sport francophone, représentée 

par M. Willy MONFORT, habitant Seraing; 

— La Croix-Rouge de Belgique, représentée par Mme Isabelle 

BROUWERS, habitant Bruxelles. 

Art. 2. Les organisations suivantes sont nommées membres francophones 

suppléants du Conseil supérieur des Volontaires : 

— La Confédération des Seniors Socialistes, représentée par 

Mme Renée VANKELEFFE, habitant La Louvière; 

— L’Association interrégionale de Guidance et de la Santé, représentée 

par Mme Stéphanie NATALIS, habitant Oreye; 

Art. 3. Les organisations suivantes sont nommées membres néerlandophones 

effectifs du Conseil supérieur des Volontaires : 

— Vlaams secretariaat Katholiek Onderwijs, représenté par Mme Beatrijs 

PLETINCK, habitant Zele; 

— De Ambrassade, représenté par M. Simon KENENS, habitant 

Bruxelles; 

— Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten, représenté 

par Mme Delphine VERSCHEURE, habitant Bruxelles; 

— Vlaams Welzijnsverbond, représenté par Mme Liliane KRO- 

KAERT, habitant Grimbergen; 

— Vlaamse Sportfederatie, représenté par Mme Geraldine MAT- 

TENS, habitant Zellik; 

— Gezinsbond, représenté par M. Eric DE WASCH, habitant 

Blankenberghe; 

— Rode Kruis Vlaanderen, représenté par Mme Ludgardis SWEN- 

NEN, habitant Vilvorde; 

— Federatie van Sociale Ondernemingen, représenté par Mme Mit 

VAN PAESSCHEN, habitant Louvain; 

— Federatie van Organisaties voor Volksontwikkelingswerk, représenté 

par Mme Nele CORNELIS, habitant Saint-Nicolas; 

— Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk, représenté par Mme Eva 

HAMBACH, habitant Anvers. 

Art. 4. L’organisation suivante est nommée membre néerlandophone 

suppléant du Conseil supérieur des Volontaires : 

— Vlaams Patiëntenplatform, représenté par M. Peter GIELEN, 

habitant Louvain. 

Art. 5. L’organisation suivante est nommée membre germanophone 

effectif du Conseil supérieur des Volontaires : 

— Sportrat der deutschsprachigen Gemeinschaft, représenté par 

M. Jacques CLOTH, habitant Kelmis. 

Art. 6. L’organisation suivante est nommée membre germanophone 

suppléant du Conseil supérieur des Volontaires : 

— Kreativa Amel, représenté par Mme Jacques Susanne VERPLANC- 

KEN, habitant Berg-Bütgenbach. 

Art. 7. Les personnes suivantes sont nommées membres effectifs 

francophones du Conseil supérieur des Volontaires, sur base de leur 

expertise scientifique en ce qui concerne les volontaires et le volontariat: 

— M. Michel DAVAGLE, habitant Huy; 

— M. Jacques DEFOURNY, habitant Liège. 

— La Fédération Multisports Adaptés, vertegenwoordigd door de 

heer Philippe BODART, wonende in Gembloux; 

— L’Association des Centres culturels de la Communauté française 

de Belgique, vertegenwoordigd door de heer Luc DECHAR- 

NEUX, wonende in Ans; 

— Caritas, vertegenwoordigd door de heer Patrick DE BUCQUOIS, 

wonende in Montigny-le-Tilleul; 

— L’Alliance nationale des Mutualités Chrétiennes, vertegenwoordigd 

door de heer Philippe ANDRIANNE, wonende in Chastre; 

— La Fédération d’organisations de jeunesse, vertegenwoordigd 

door Mevr. Hélène SERGEANT, wonende te Vorst; 

— L’Association interfédérale du Sport francophone, vertegenwoordigd 

door de heer Willy MONFORT, wonende in Seraing; 

— La Croix-Rouge de Belgique, vertegenwoordigd door Mevr. Isabelle 

BROUWERS, wonende in Brussel. 

Art. 2. De volgende organisaties worden benoemd als plaatsvervangend 

Franstalig lid van de Hoge Raad voor Vrijwilligers : 

— La Confédération des Seniors Socialistes, vertegenwoordigd 

door mevrouw Renée VANKELEFFE, wonende in La Louvière, 

— L’Association interrégionale de Guidance de la Santé, vertegenwoordigd 

door Mevr. Stéphanie NATALIS, wonende in Oreye, 

Art. 3. De volgende organisaties worden benoemd als effectief 

Nederlandstalig lid van de Hoge Raad voor Vrijwilligers : 

— Vlaams secretariaat Katholiek Onderwijs, vertegenwoordigd 

door Mevr. Beatrijs PLETINCK, wonende in Zele; 

— De Ambrassade, vertegenwoordigd door de heer Simon KENENS, 

wonende in Brussel; 

— Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten, vertegenwoordigd 

door Mevr. Delphine VERSCHEURE, wonende in 

Brussel; 

— Vlaams Welzijnsverbond, vertegenwoordigd door Mevr. Liliane 

KROKAERT, wonende in Grimbergen; 

— Vlaamse Sportfederatie, vertegenwoordigd door Mevr. Geraldine 

MATTENS, wonende in Zellik; 

— Gezinsbond, vertegenwoordigd door de heer Eric DE WASCH, 

wonende in Blankenberge; 

— Rode Kruis Vlaanderen, vertegenwoordigd door Mevr. Ludgardis 

SWENNEN, wonende in Vilvoorde, 

— Federatie van Sociale Ondernemingen, vertegenwoordigd door 

Mevr. Mit VAN PAESSCHEN, wonende in Leuven; 

— Federatie van Organisaties voor Volksontwikkelingswerk, vertegenwoordigd 

door Mevr. Nele CORNELIS, wonende in Sint- 

Niklaas; 

— Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk, vertegenwoordigd door 

Mevr. Eva HAMBACH, wonende in Antwerpen. 

Art. 4. De volgende organisatie wordt benoemd als plaatsvervangend 

Nederlandstalig lid van de Hoge Raad voor Vrijwilligers : 

— Vlaams Patiëntenplatform, vertegenwoordigd door de heer Peter 

GIELEN, wonende in Leuven. 

Art. 5. De volgende organisatie wordt benoemd als effectief Duitstalig 

lid van de Hoge Raad voor Vrijwilligers : 

— Sportrat der deutschsprachigen Gemeinschaft, vertegenwoordigd 

door de heer Jacques CLOTH, wonende te Kelmis. 

Art. 6. De volgende organisatie wordt benoemd als plaatsvervangend 

Duitstalig lid van de Hoge Raad voor Vrijwilligers : 

— Kreativa Amel, vertegenwoordigd door Mevr. Jacques Susanne 

VERPLANCKEN, wonende te Berg-Bütgenbach. 

Art. 7. De volgende personen worden benoemd als effectief Franstalig 

lid van de Hoge Raad voor Vrijwilligers op basis van hun 

wetenschappelijke deskundigheid met betrekking tot vrijwilligers en 

vrijwilligerswerk : 

— de heer Michel DAVAGLE, wonende te Hoei; 

— de heer Jacques DEFOURNY, wonende te Luik.


32451 

Art. 8. Les personnes suivantes sont nommées membres effectifs 

néerlandophones du Conseil supérieur des Volontaires, sur base de leur 

expertise scientifique en ce qui concerne les volontaires et le volontariat: 

— Mme Lesley HUSTINX, habitant Gand; 

— M. Dominique VERTE, habitant Tielt. 

Art. 9. Le présent arrêté produit ses effets le 1 er février 2015. 

Art. 10. La Ministre qui a les Affaires sociales dans ses attributions 

est chargée del’exécution du présent arrêté. 

Donné àBruxelles, 10 avril 2015. 

PHILIPPE 

Art. 8. De volgende personen worden benoemd als effectief Nederlandstalig 

lid van de Hoge Raad voor Vrijwilligers op basis van hun 

wetenschappelijke deskundigheid met betrekking tot vrijwilligers en 

vrijwilligerswerk : 

— Mevr. Lesley HUSTINX, wonende te Gent; 

— de heer Dominique VERTE, wonende te Tielt. 

Art. 9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2015. 

Art. 10. De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de 

uitvoering van dit besluit. 

Gegeven te Brussel, 10 april 2015. 

FILIP 

Par le Roi : 

La Ministre des Affaires sociales, 

Mme M. DE BLOCK 

* 


De Minister van Sociale Zaken, 

Mevr. M. DE BLOCK 



[C − 2015/22197] 



[C − 2015/22197] 

Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Conseil national 

de la promotion de la qualité, institué auprès du Service des soins 

de santé. — Renouvellement de mandats et nomination de 

membres 

Par arrêté royal du 13 mai 2015, sont renouvelés pour un terme de 

quatre ans prenant cours le 6 décembre 2014, en qualité de membres du 

Conseil national de la promotion de la qualité, institué auprès du 

Service des soins de santé de l’Institut national d’assurance maladieinvalidité, 

les mandats de : 

— M. WENS Johan, en qualité de membre effectif et MM. HANS 

Guy et MORTIER Eric, en qualité de membres suppléants, au 

titre de représentants des universités belges; 

— Mmes BRUWIER Geneviève et VERLINDE Caroline et 

MM. MICHEL Luc, VANDEN BUSSCHE Pierre et VERSTRAETE 

Alain, en qualité de membres effectifs et MM. DE WISPELAERE 

Jean-François, LEFEBVRE Luc, VAN DER SCHUEREN Thierry 

et VICTOR Jan, en qualité de membres suppléants, au titre de 

représentants des organisations scientifiques médicales; 

— Mmes CEUPPENS Anne, DUYCK Martine, FABRI Valérie, 

HUSDEN Yolande, VAN ELSHOCHT Viviane et VAN ROM- 

PAEY Brigitte et MM. COOLS Luc, GALLOO Patrick, SUM- 

KAY François, VAN DEN OEVER Robert et VANSTECHELMAN 

Rafaël, en qualité de membres effectifs et Mmes PATRAKAIS 

Nicole et ZAMUROVIC Danica et MM. BRONCKAERS Jean- 

Pierre, DE BETHUNE Xavier, DE SMET Frank, PELTIER Alex, 

SCHENKELAARS Jean-Pierre, VAN DEN BREMT Christophe et 

VAN der MEEREN Ivan, en qualité de membres suppléants, au 

titre de représentants des organismes assureurs. 

Par le même arrêté, sont nommés membres dudit conseil, à partir du 

jour de la publication de leur nomination par extrait au Moniteur belge, 

pour un terme expirant le 5 décembre 2018 : 

— Mme CHRISTIAENS Geneviève et MM. GRIVEGNEE André- 

Robert, KRUG Bruno et PELEMAN Renaat, en qualité de 

membres effectifs et Mmes CHERIFI Soraya et SIMON Anne et 

M. DEVROEY Dirk, en qualité de membres suppléants, au titre 

de représentants des universités belges; 

— M. BOVYN Tom, en qualité de membre effectif et M SEUNTJENS 

Luc, en qualité de membre suppléant, au titre de représentants 

des organisations scientifiques médicales. 

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Nationale 

raad voor kwaliteitspromotie, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige 

verzorging. — Hernieuwing van mandaten van leden en 

benoeming van leden 

Bij koninklijk besluit van 13 mei 2015, worden hernieuwd voor een 

termijn van vier jaar ingaande op 6 december 2014, in de hoedanigheid 

van leden van de Nationale raad voor kwaliteitspromotie, ingesteld bij 

de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor 

ziekte- en invaliditeitsverzekering, de mandaten van : 

— de heer WENS Johan, in de hoedanigheid van werkend lid en de 

heren HANS Guy en MORTIER Eric, in de hoedanigheid van 

plaatsvervangende leden, als vertegenwoordigers van Belgische 

universiteiten; 

— de dames BRUWIER Geneviève en VERLINDE Caroline en de 

heren MICHEL Luc, VANDEN BUSSCHE Pierre en VER- 

STRAETE Alain, in de hoedanigheid van werkende leden en de 

heren DE WISPELAERE Jean-François, LEFEBVRE Luc, VAN 

DER SCHUEREN, Thierry en VICTOR Jan, in de hoedanigheid 

van plaatsvervangende leden, als vertegenwoordigers van wetenschappelijke 

geneeskundige verenigingen; 

— de dames CEUPPENS Anne, DUYCK Martine, FABRI Valérie, 

HUSDEN Yolande, VAN ELSHOCHT Viviane en VAN ROM- 

PAEY Brigitte en de heren COOLS Luc, GALLOO Patrick, 

SUMKAY François, VAN DEN OEVER Robert en VANSTECHEL- 

MAN Rafaël, in de hoedanigheid van werkende leden en de 

dames PATRAKAIS Nicole en ZAMUROVIC Danica en de heren 

BRONCKAERS Jean-Pierre, DE BETHUNE Xavier, DE SMET 

Frank, PELTIER Alex, SCHENKELAARS Jean-Pierre, 

VAN DEN BREMT Christophe en VAN der MEEREN Ivan, in de 

hoedanigheid van plaatsvervangende leden, als vertegenwoordigers 

van de verzekeringsinstellingen. 

Bij hetzelfde besluit, worden benoemd tot leden bij genoemde raad, 

vanaf de dag van de bekendmaking van hun benoeming bij uittreksel 

in het Belgisch Staatsblad, voor een termijn verstrijkend op 5 december 

2018 : 

— Mevr. CHRISTIAENS Geneviève en de heren GRIVEGNEE 

André-Robert, KRUG Bruno en PELEMAN Renaat, in de 

hoedanigheid van werkende leden en de dames CHERIFI Soraya 

en SIMON Anne en de heer DEVROEY Dirk, in de hoedanigheid 

van plaatsvervangende leden, als vertegenwoordigers van Belgische 

universiteiten; 

— de heer BOVYN Tom, in de hoedanigheid van werkend lid en de 

heer SEUNTJENS Luc, in de hoedanigheid van plaatsvervangend 

lid, als vertegenwoordigers van wetenschappelijke geneeskundige 

verenigingen.




[C − 2015/22193] 

Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Chambre de 

recours qui connaît de tous les dossiers devant être traités en 

néerlandais, instituée auprès du Service d’évaluation et de contrôle 

médicaux. — Démission et nomination de membres 

Par arrêté royal du 13 mai 2015, qui entre en vigueur le jour de la 

présente publication, démission honorable de leurs fonctions de 

membre suppléant de la Chambre de recours qui connaît de tous les 

dossiers devant être traités ennéerlandais, instituée auprès du Service 

d’évaluation et de contrôle médicaux de l’Institut national d’assurance 

maladie-invalidité, est accordée à Mme DE FREYNE, Veerle et à 

M. BAEYENS, Patrik. 

Par le même arrêté, sont nommés membres audit Chambre de 

recours : 

— Mme DEKEMPENEER, Lutgart, en qualité de membre suppléant, 

sur la présentation d’un organisme assureur, en remplacement de 

M. BAEYENS, Patrik, dont elle achèvera le mandat; 

— M. BACKAERT, Diégo, en qualité de membre suppléant, sur la 

présentation d’une association représentative des praticiens de l’art 

infirmier, en remplacement de Mme DE FREYNE, Veerle, dont il 

achèvera le mandat. 



[C − 2015/22193] 

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Kamer van 

beroep die kennis neemt van alle zaken die in het Nederlands 

moeten worden behandeld, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige 

evaluatie en controle. — Ontslag en benoeming van leden 

Bij koninklijk besluit van 13 mei 2015, dat in werking treedt de dag 

van deze bekendmaking, wordt eervol ontslag uit hun functies van 

plaatsvervangend lid van de Kamer van beroep die kennis neemt van 

alle zaken die in het Nederlands moeten worden behandeld, ingesteld 

bij de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het 

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, verleend aan 

Mevr. DE FREYNE, Veerle en aan de heer BAEYENS, Patrik. 

Bij hetzelfde besluit, worden benoemd tot leden bij bovengenoemde 

Kamer van beroep : 

— mevr. DEKEMPENEER, Lutgart, in de hoedanigheid van plaatsvervangend 

lid, op de voordracht van een verzekeringsinstelling, ter 

vervanging van de heer BAEYENS, Patrik, wiens mandaat zij zal 

voleindigen; 

— de heer BACKAERT, Diégo, in de hoedanigheid van plaatsvervangend 

lid, op de voordracht van een representatieve vereniging van 

de verpleegkundigen, ter vervanging van Mevr. DE FREYNE, Veerle, 

wier mandaat hij zal voleindigen. 

* 



[C − 2015/22194] 

Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Comité de l’assurance 

soins de santé. — Nomination d’un membre 


présente publication, Mme VANDERHOVEN, Marie-Noëlle, est nommée 

en qualité de membre effectif auprès du Comité de l’assurance 

soins de santé de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité, au 

titre de représentante d’une organisation représentative des employeurs, 

en remplacement de Mme ADNET, Bernadette, pour un terme expirant 

le 29 septembre 2018. 



[C − 2015/22194] 

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Comité van 

de verzekering voor geneeskundige verzorging. — Benoeming van 

een lid 


van deze bekendmaking, wordt Mevr. VANDERHOVEN, Marie- 

Noëlle, benoemd in de hoedanigheid van werkend lid bij het Comité 

van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut 

voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, als vertegenwoordigster 

van een representatieve werkgeversorganisatie, ter vervanging van 

mevr. ADNET, Bernadette, voor een termijn verstrijkend op 

29 september 2018. 

* 



[C − 2015/22195] 



[C − 2015/22195] 

Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Comité paritaire 

pour la médecine générale, institué auprès du Service des soins de 

santé. — Nomination de membres 

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Paritair 

comité voor de huisartsgeneeskunde, ingesteld bij de Dienst voor 

geneeskundige verzorging. — Benoeming van leden 

Par arrêté royal du 26 mai 2015, sont nommés membres du Comité 

paritaire pour la médecine générale, institué auprès du Service des 

soins de santé de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité, au 

titre de représentants d’une organisation professionnelle représentative 

des médecins, à partir du 30 septembre 2014, les docteurs DEVE- 

NEYNS, Eddy, KATZ, Simon et MARTENS, Richard. 

Bij koninklijk besluit van 26 mei 2015, worden benoemd tot leden van 

het Paritair comité voor de huisartsgeneeskunde, ingesteld bij de Dienst 

voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en 

invaliditeitsverzekering, als vertegenwoordigers van een representatieve 

beroepsorganisatie van geneesheren, vanaf 30 september 2014, de 

dokters DEVENEYNS, Eddy, KATZ, Simon en MARTENS, Richard. 

Par le même arrêté, Docteur CHOUSTOULAKIS, Stylianos, est 

nommé membre audit Comité paritaire, au titre de représentant d’une 

organisation professionnelle représentative des médecins, à partir du 

jour de la présente publication. 

Bij hetzelfde besluit, wordt dokter CHOUSTOULAKIS, Stylianos, 

benoemd tot lid bij genoemd Paritair comité, als vertegenwoordiger 

van een representatieve beroepsorganisatie van geneesheren, vanaf de 

dag van deze bekendmaking.


32453 



[C − 2015/22198] 

Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Section consultative 

de l’Observatoire des maladies chroniques, instituée auprèsdu 

Service des soins de santé. — Démission et nomination d’un 

membre 


présente publication, démission honorable de ses fonctions de membre 

de la section consultative de l’Observatoire des maladies chroniques, 

instituée auprès du Service des soins de santé de l’Institut national 

d’assurance maladie-invalidité, est accordée à Mme QUOIDBACH 

Vinciane, membre effectif. 

Par le même arrêté, M. MORES Benoit est nommé en qualité de 

membre effectif à ladite section consultative, au titre de représentant du 

Ministre des Affaires sociales, en remplacement de Mme QUOIDBACH 

Vinciane, pour un terme expirant le 31 janvier 2020. 



[C − 2015/22192] 

Institut national d’assurance maladie-invalidité 

Conseil général de l’assurance soins de santé 

Nomination d’un membre 


présente publication, Mme VANDERHOVEN Marie-Noëlle est nommée 

en qualité de membre effectif auprès du Conseil général de 

l’assurance soins de santé de l’Institut national d’assurance maladieinvalidité, 

au titre de représentante d’une organisation représentative 

de l’ensemble des employeurs, en remplacement de Mme ADNET 

Bernadette, pour un terme expirant le 29 septembre 2018. 

* 

* 



[C − 2015/22198] 

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Raadgevende 

afdeling van het Observatorium voor de chronische ziekten, 

ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. — Ontslag 

en benoeming van een lid 


van deze bekendmaking, wordt eervol ontslag uit haar functies van lid 

van de raadgevende afdeling van het Observatorium voor de chronische 

ziekten, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging 

van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, verleend 

aan Mevr. QUOIDBACH Vinciane, werkend lid. 

Bij hetzelfde besluit, wordt de heer MORES Benoit benoemd in de 

hoedanigheid van werkend lid bij bovengenoemde raadgevende 

afdeling, als vertegenwoordiger van de Minister van Sociale Zaken, ter 

vervanging van mevr. QUOIDBACH Vinciane, voor een termijn 

verstrijkend op 31 januari 2020. 



[C − 2015/22192] 

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Algemene 

raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging. — 

Benoeming van een lid 


van deze bekendmaking, wordt Mevr. VANDERHOVEN Marie-Noëlle 

benoemd in de hoedanigheid van werkend lid bij de Algemene raad 

van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut 

voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, als vertegenwoordigster 

van een representatieve werkgeversorganisatie, ter vervanging van 

Mevr. ADNET Bernadette, voor een termijn verstrijkend op 29 september 

2018. 



[C − 2015/22191] 

Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Conseil technique 

des voiturettes, institué auprès du Service des soins de 

santé. — Démission et nomination de membres 


présente publication, démission honorable de leurs fonctions de 

membres du Conseil technique des voiturettes, institué auprès du 

Service des soins de santé de l’Institut national d’assurance maladieinvalidité, 

est accordée à MM. BAEYENS Patrik et MERTENS Etienne, 

membres effectifs et à Mme VANDIEPENBEECK Dominique et 

M. FESTRE Jean-François, membres suppléants. 

Par le même arrêté, sont nommés membres audit Conseil, au titre de 

représentants d’un organisme assureur : 

Mme VANDIEPENBEECK Dominique, en qualité de membre effectif, 

en remplacement de M. BAEYENS Patrik, dont elle achèvera le mandat; 

M. LIEVENS Gabriel, en qualité de membre suppléant, en remplacement 

de Mme VANDIEPENBEECK Dominique, dont il achèvera le 

mandat. 

Par le même arrêté, sont nommés membres audit Conseil, au titre de 

représentants d’une association professionnelle représentative des 

bandagistes : 

M. FESTRE Jean-François, en qualité de membre effectif, en remplacement 

de M. MERTENS Etienne, dont il achèvera le mandat; 

M. EL FERRAI Sami, en qualité de membre suppléant, en remplacement 

de M. FESTRE Jean-François, dont il achèvera le mandat. 



[C − 2015/22191] 

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Technische 

raad voor rolstoelen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige 

verzorging. — Ontslag en benoeming van leden 


van deze bekendmaking, wordt eervol ontslag uit hun functies van 

leden van de Technische raad voor rolstoelen, ingesteld bij de Dienst 

voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en 

invaliditeitsverzekering, verleend aan de heren BAEYENS Patrik en 

MERTENS Etienne, werkende leden en aan Mevr. VANDIEPENBEECK 

Dominique en de heer FESTRE Jean-François, plaatsvervangende 

leden. 

Bij hetzelfde besluit, worden benoemd bij voornoemde raad, als 

vertegenwoordigers van een verzekeringsinstelling : 

Mevr. VANDIEPENBEECK Dominique, in de hoedanigheid van 

werkend lid, ter vervanging van de heer BAEYENS Patrik, wiens 

mandaat zij zal voleindigen; 

de heer LIEVENS Gabriel, in de hoedanigheid van plaatsvervangend 

lid, ter vervanging van mevr. VANDIEPENBEECK Dominique, wier 

mandaat hij zal voleindigen. 

Bij hetzelfde besluit, worden benoemd bij voornoemde raad, als 

vertegenwoordigers van een representatieve beroepsvereniging van 

bandagisten : 

de heer FESTRE Jean-François, in de hoedanigheid van werkend lid, 

ter vervanging van de heer MERTENS Etienne, wiens mandaat hij zal 

voleindigen; 

de heer EL FERRAI Sami, in de hoedanigheid van plaatsvervangend 

lid, ter vervanging van de heer FESTRE Jean-François, wiens mandaat 

hij zal voleindigen.




[2015/202596] 

Comité médico-technique 

du Fonds des accidents du travail. — Démission. — Nomination 


publication du présent extrait, démission honorable de son mandat de 

membre du comité médico-technique du Fonds des accidents du travail 

est accordée, à sa demande, à Mme Panneels, A. 

Par le même arrêté, M. Melckmans, B. est nommé membre du même 

comité, en qualité de représentant des organisations représentatives des 

travailleurs, en remplacement de Mme Panneels, A., dont il achèvera le 

mandat. 



[2015/202596] 

Medisch-technisch comité 

van het Fonds voor Arbeidsongevallen. — Ontslag. — Benoeming 


waarop dit uittreksel wordt bekendgemaakt, wordt op haar verzoek 

aan Mevr. Panneels, A., eervol ontslag verleend uit haar mandaat van 

lid van het medisch-technisch comité van het Fonds voor 

Arbeidsongevallen. 

Bij hetzelfde besluit wordt de heer Melckmans, B. tot lid van 

hetzelfde comité benoemd als vertegenwoordiger van de representatieve 

organisaties van de werknemers, ter vervanging van Mevr. 

Panneels, A., wiens mandaat hij zal voltooien. 

* 



[2015/202669] 

Personnel. — Promotion 

Par arrêté royal du 29 mai 2015 Mme Yannick CHEYNS, attachée 

classe A2, est promue, à partir du 1 er décembre 2014, à la classe A3 avec 

comme titre conseiller et prise de rang le 1 er avril 2014. 

Un recours en annulation de l’acte précité àportée individuelle peut 

être soumis à la section contentieux administratif du Conseil d’Etat 

endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être 

envoyée au Conseil d’Etat, rue de la Science, 33, 1040 BRUXELLES, sous 

pli recommandé àla poste. 



[2015/202669] 

Personeel. — Bevordering 

Bij koninklijk besluit van 29 mei 2015 wordt Mevr. Yannick CHEYNS, 

attaché klasse A2, met ingang van 1 december 2014 bevorderd tot de 

hogere klasse A3, met als titel adviseur, en ranginneming op 1 april 2014. 

Een beroep tot nietigverklaring tegen de voormelde akte met 

individuele strekking kan voor de afdeling bestuursrechtspraak van de 

Raad van State worden ingediend binnen de zestig dagen na deze 

bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij een ter post aangetekend 

schrijven gericht te worden aan de Raad van State, Wetenschapsstraat 

33, 1040 BRUSSEL. 

* 



[2015/202670] 


Par arrêté royal du 29 mai 2015 M. Karel VAN DAMME, conseiller 

général classe A3, est promu, à partir du 1 er novembre 2014, à la 

classe A4, avec comme titre conseiller général. 








[2015/202670] 


Bij koninklijk besluit van 29 mei 2015 wordt de heer Karel VAN 

DAMME, adviseur-generaal klasse A3, met ingang van 1 november 

2014 bevorderd tot de hogere klasse A4, met als titel 

adviseur-generaal. 






33, 1040 BRUSSEL. 

* 



[2015/202671] 


Par arrêté royal du 29 mai 2015 Mme Sandy DESEURE, attachée 

classe A2, est promue, à partir du 1 er décembre 2014, à la classe A3 avec 

comme titre conseiller et prise de rang le 1 er avril 2014. 








[2015/202671] 


Bij koninklijk besluit van 29 mei 2015 wordt Mevr. Sandy DESEURE, 

attaché klasse A2, met ingang van 1 december 2014 bevorderd tot de 

hogere klasse A3, met als titel adviseur, en ranginneming op 1 april 2014. 






33, 1040 BRUSSEL.


32455 



[2015/202672] 


Par arrêté royal du 29 mai 2015 Mme Maria Do Carmo DE LA 

GRANDIERE DE NORONHA COTTA, attachée classe A1, est promue, 

à partir du 1 er décembre 2014, comme attachée classe A2. 


être soumis à la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat 






[2015/202673] 


Par arrêté royal du 29 mai 2015 Mme Barbara DAVID est nommée en 

qualité d’agent de l’Etat au titre d’attachée dans la classe A1, à partir du 

1 er janvier 2015, avec prise de rang au 1 er janvier 2014. 



[2015/202674] 


Par arrêté royal du 29 mai 2015, Mme Monique DE SMEDT est à 

partir du 1 er avril 2015 nommée en qualité d’agent de l’Etat comme 

attachée classe A1, avec prise de rang au 1 er avril 2014. 

* 

* 

* 



[2015/202672] 


Bij koninklijk besluit van 29 mei 2015 wordt Mevr. Maria Do Carmo 

DE LA GRANDIERE DE NORONHA COTTA, attaché klasse A1, met 

ingang van 1 december 2014 bevorderd tot attaché klasse A2. 






33, te 1040 BRUSSEL. 



[2015/202673] 


Bij koninklijk besluit van 29 mei 2015 wordt Mevr. Barbara DAVID 

met ingang van 1 januari 2015 tot rijksambtenaar benoemd in de 

klasse A1, met als titel attaché en ranginneming op 1 januari 2014. 



[2015/202674] 


Bij koninklijk besluit van 29 mei 2015 wordt Mevr. Monique DE 

SMEDT met ingang van 1 april 2015 tot rijksambtenaar benoemd als 

titel attaché klasse A1, met ranginneming op 1 april 2014. 



[2014/202591] 

Nominations 



[2014/202591] 

Benoemingen 

Palmes d’Or 

Arrêté royal du 24 avril 2014 : 

M. Abeel Bernard, Courtrai 

M. Adams Sylvain, Tongres 

M. Agnessen Jean, Amay 

M. Andries Jean, Flemalle 

M. Angelov Pavle, Herstal 

M. Antoine Guy, Gerpinnes 

M. Arambatzis Paschalis, Ans 

M. Arend Marcel, Seraing 

M. Arents Willy, Ostende 

M. Argento Giuseppe, Aubel 

M. Arizzi Sergio, Liege 

M. Asta Francis, Charleroi 

M. Avallone Alberto, Flemalle 

M. Backes Erwin, Saint-Vith 

M. Bada Francis, Remicourt 

M. Badou Rene, Engis 

M. Baeke Jean, Waremme 

M. Bailly Remy, La Louviere 

M. Bairamjan Daniel, Aiseau-Presles 

M. Barone Santo, Mons 

M. Barthelemy Francis, Huy 

M. Bassis Emile, Trooz 

M. Baute Freddy, Maldegem 

Gouden Palmen 

Koninklijk besluit van 24 april 2014 : 

De heer Abeel Bernard, Kortrijk 

De heer Adams Sylvain, Tongeren 

De heer Agnessen Jean, Amay 

De heer Andries Jean, Flemalle 

De heer Angelov Pavle, Herstal 

De heer Antoine Guy, Gerpinnes 

De heer Arambatzis Paschalis, Ans 

De heer Arend Marcel, Seraing 

De heer Arents Willy, Oostende 

De heer Argento Giuseppe, Aubel 

De heer Arizzi Sergio, Luik 

De heer Asta Francis, Charleroi 

De heer Avallone Alberto, Flemalle 

De heer Backes Erwin, Sankt Vith 

De heer Bada Francis, Remicourt 

De heer Badou Rene, Engis 

De heer Baeke Jean, Borgworm 

De heer Bailly Remy, La Louviere 

De heer Bairamjan Daniel, Aiseau-Presles 

De heer Barone Santo, Bergen 

De heer Barthelemy Francis, Hoei 

De heer Bassis Emile, Trooz 

De heer Baute Freddy, Maldegem


M. Bauwens Jean, Walcourt 

M. Beauvois Rene, Amay 

M. Beauvois Robert, Marchin 

M. Beghin John, Charleroi 

M. Belot Philippe, Seraing 

M. Bernard Jean, Charleroi 

M. Berthels Paul, Kortenberg 

M. Bertini Jean, Marche-En-Famenne 

M. Bettens Roger, Blankenberge 

Mme Beurskens Anna, Liege 

Mme Beutels Nadine, Braine-Le-Comte 

M. Bianchin Patrick, Villers-Le-Bouillet 

M. Biebauw Walter, Wingene 

Mme Blisniouk Huguette, La Louviere 

Mme Bockstal Marie, Hoeilaart 

M. Boeykens Christian, Seraing 

M. Boi Graziano, Herstal 

M. Bollen Pierre, Beringen 

M. Bonafe Paolo, Seraing 

M. Botty Rene, Ans 

M. Bourgeois Georges, Fexhe-Le-Haut-Clocher 

M. Bours Henricus, Malmedy 

M. Brisart Alain, Ittre 

Mme Brison Yolande, Binche 

M. Brusatto Bruno, Alken 

M. Bruyninckx Daniel, Lubbeek 

M. Buron Andre, Ouffet 

M. Buttafuoco Calogero, Liege 

Mme Buysse Anne, Assenede 

M. Calabrese Giuseppe, Binche 

Mme Calmant Marie, Onhaye 

Mme Caron Jeannine, Wavre 

Mme Caufriez Francoise, Saint-Ghislain 

Mme Cavaradossi Rita, Flemalle 

M. Cavrenne Freddy, Nandrin 

M. Ceelen Walter, Turnhout 

M. Chabot Jean, Waremme 

M. Chauveau Michel, La Louviere 

M. Chiappino Giovanni, Liege 

M. Chiaradia Bruno, Amay 

M. Cielen Gilbert, Genk 

M. Claessens Francois, Flemalle 

M. Clauwaert Robert, Meise 

Mme Cleve Eliane, Sint-Pieters-Leeuw 

M. Coden Vincenzo, Ans 

M. Coenjaerts Claude, Seraing 

M. Collard Alain, Liege 

M. Conrath Mathieu, Verviers 

M. Cornil Jean, Fleurus 

Mme Courard Jocelyne, Ans 

M. Cusumano Angelo, Seraing 

Mme D’Haene Marie, Estinnes 

M. Daco Rodolphe, Seraing 

M. Damas Maurice, Engis 

M. Damoiseau Jacques, Amay 

M. Daneau Gilles, Aiseau-Presles 

M. Darimont Alain, Seraing 

M. De Backer Jacques, Berlare 

M. De Busser Roger, Kasterlee 

M. De Cock Jacky, Jette 

M. De Gendt Theodore, Turnhout 

M. De Groote Jacques, Tenneville 

M. De Gruyter Ludo, Rijkevorsel 

Mme De Kinder Lydia, Merchtem 

M. De Le Court Maxime, Woluwe-Saint-Pierre 

De heer Bauwens Jean, Walcourt 

De heer Beauvois Rene, Amay 

De heer Beauvois Robert, Marchin 

De heer Beghin John, Charleroi 

De heer Belot Philippe, Seraing 

De heer Bernard Jean, Charleroi 

De heer Berthels Paul, Kortenberg 

De heer Bertini Jean, Marche-En-Famenne 

De heer Bettens Roger, Blankenberge 

Mevr. Beurskens Anna, Luik 

Mevr. Beutels Nadine, ’S Gravenbrakel 

De heer Bianchin Patrick, Villers-Le-Bouillet 

De heer Biebauw Walter, Wingene 

Mevr. Blisniouk Huguette, La Louviere 

Mevr. Bockstal Marie, Hoeilaart 

De heer Boeykens Christian, Seraing 

De heer Boi Graziano, Herstal 

De heer Bollen Pierre, Beringen 

De heer Bonafe Paolo, Seraing 

De heer Botty Rene, Ans 

De heer Bourgeois Georges, Fexhe-Le-Haut-Clocher 

De heer Bours Henricus, Malmedy 

De heer Brisart Alain, Itter 

Mevr. Brison Yolande, Binche 

De heer Brusatto Bruno, Alken 

De heer Bruyninckx Daniel, Lubbeek 

De heer Buron Andre, Ouffet 

De heer Buttafuoco Calogero, Luik 

Mevr. Buysse Anne, Assenede 

De heer Calabrese Giuseppe, Binche 

Mevr. Calmant Marie, Onhaye 

Mevr. Caron Jeannine, Waver 

Mevr. Caufriez Francoise, Saint-Ghislain 

Mevr. Cavaradossi Rita, Flemalle 

De heer Cavrenne Freddy, Nandrin 

De heer Ceelen Walter, Turnhout 

De heer Chabot Jean, Borgworm 

De heer Chauveau Michel, La Louviere 

De heer Chiappino Giovanni, Luik 

De heer Chiaradia Bruno, Amay 

De heer Cielen Gilbert, Genk 

De heer Claessens Francois, Flemalle 

De heer Clauwaert Robert, Meise 

Mevr. Cleve Eliane, Sint-Pieters-Leeuw 

De heer Coden Vincenzo, Ans 

De heer Coenjaerts Claude, Seraing 

De heer Collard Alain, Luik 

De heer Conrath Mathieu, Verviers 

De heer Cornil Jean, Fleurus 

Mevr. Courard Jocelyne, Ans 

De heer Cusumano Angelo, Seraing 

Mevr. D’Haene Marie, Estinnes 

De heer Daco Rodolphe, Seraing 

De heer Damas Maurice, Engis 

De heer Damoiseau Jacques, Amay 

De heer Daneau Gilles, Aiseau-Presles 

De heer Darimont Alain, Seraing 

De heer De Backer Jacques, Berlare 

De heer De Busser Roger, Kasterlee 

De heer De Cock Jacky, Jette 

De heer De Gendt Theodore, Turnhout 

De heer De Groote Jacques, Tenneville 

De heer De Gruyter Ludo, Rijkevorsel 

Mevr. De Kinder Lydia, Merchtem 

De heer De Le Court Maxime, Sint-Pieters-Woluwe


32457 

Mme De Looze Myriam, Haaltert 

M. De Luca Andre, Theux 

M. De Schepper Daniel, Hemiksem 

M. De Spiegeleire Willy, Eeklo 

M. De Terwangne Thierry, Juprelle 

M. De Vinck Andre, Grimbergen 

M. De Wael Wilfried, Grimbergen 

M. De Weert Albert, Gooik 

M. Debonne Frans, Zwevegem 

M. Decamps Jean, Saint-Nicolas 

M. Decourtil Jean, Ganshoren 

M. Degeldere Patrick, Meulebeke 

Mme Degreve Chantal, Nandrin 

M. Dehalu Philippe, Liege 

M. Deklerck Michel, Brugelette 

M. Delcor Jean, Evere 

Mme Delforge Nadine, Hal 

M. Delfosse Joseph, Herve 

M. Delhaise Andre, Seraing 

M. Delneste Andre, Rumes 

M. Demaertelaere Eddy, Gand 

Mme Demarbaix Anne, Tournai 

M. Demelinne Daniel, Seraing 

M. Demet Jean, Liege 

Mlle. Demily Mauricette, La Louviere 

M. Dequenne Andre, Flemalle 

M. Deroo Roland, Oudenburg 

M. Desmedt Urbain, Comines-Warneton 

M. Desmet Eddy, Gand 

M. Dethier Claude, Seraing 

M. Dewandre Auguste, Herve 

M. Di Giovannangelo Franco, Saint-Nicolas 

M. Di Paola Ficarella Carmelo, Awans 

M. Di Prima Gioachino, Blegny 

M. Dieni Joseph, Herstal 

Mme Dolegowski Josephine, Trooz 

M. Dolne Joseph, Verviers 

M. Dorbolo Sergio, Flemalle 

M. Dresse Daniel, Spa 

M. Dubois Daniel, Saint-Georges-Sur-Meuse 

M. Duchesne Christian, Nivelles 

Mme Dufaux Jeannine, Woluwe-Saint-Pierre 

M. Dufour Alain, Grace-Hollogne 

M. Dufour Christian, Flemalle 

Mme Dullier Annie, Farciennes 

M. Dupont Daniel, Soumagne 

M. Duville Christian, Charleroi 

M. Engelen Camille, Houthalen-Helchteren 

M. Even Jose, Seraing 

M. Evrard Richard, Amay 

M. Fabris Guido, Seraing 

Mme Fostier Michele, Charleroi 

M. Franssen Jean, Saint-Nicolas 

M. Franssen Lambert, Neupre 

M. Frate Roberto, Awans 

M. Freson Guy, Flemalle 

M. Freson Marcel, Grace-Hollogne 

M. Fugarino Antonino, Herstal 

M. Galluzzo Walthere, Juprelle 

M. Gargano Lucio, Manage 

M. Gauthier Yvan, Beauraing 

M. Geernaert Rody, Maldegem 

M. Gerils Alain, Woluwe-Saint-Lambert 

Mme Gernay Claudine, Spa 

M. Geuens Jacques, Saint-Georges-Sur-Meuse 

Mevr. De Looze Myriam, Haaltert 

De heer De Luca Andre, Theux 

De heer De Schepper Daniel, Hemiksem 

De heer De Spiegeleire Willy, Eeklo 

De heer De Terwangne Thierry, Juprelle 

De heer De Vinck Andre, Grimbergen 

De heer De Wael Wilfried, Grimbergen 

De heer De Weert Albert, Gooik 

De heer Debonne Frans, Zwevegem 

De heer Decamps Jean, Saint-Nicolas 

De heer Decourtil Jean, Ganshoren 

De heer Degeldere Patrick, Meulebeke 

Mevr. Degreve Chantal, Nandrin 

De heer Dehalu Philippe, Luik 

De heer Deklerck Michel, Brugelette 

De heer Delcor Jean, Evere 

Mevr. Delforge Nadine, Halle 

De heer Delfosse Joseph, Herve 

De heer Delhaise Andre, Seraing 

De heer Delneste Andre, Rumes 

De heer Demaertelaere Eddy, Gent 

Mevr. Demarbaix Anne, Doornik 

De heer Demelinne Daniel, Seraing 

De heer Demet Jean, Luik 

Mej. Demily Mauricette, La Louviere 

De heer Dequenne Andre, Flemalle 

De heer Deroo Roland, Oudenburg 

De heer Desmedt Urbain, Komen-Waasten 

De heer Desmet Eddy, Gent 

De heer Dethier Claude, Seraing 

De heer Dewandre Auguste, Herve 

De heer Di Giovannangelo Franco, Saint-Nicolas 

De heer Di Paola Ficarella Carmelo, Awans 

De heer Di Prima Gioachino, Blegny 

De heer Dieni Joseph, Herstal 

Mevr. Dolegowski Josephine, Trooz 

De heer Dolne Joseph, Verviers 

De heer Dorbolo Sergio, Flemalle 

De heer Dresse Daniel, Spa 

De heer Dubois Daniel, Saint-Georges-Sur-Meuse 

De heer Duchesne Christian, Nijvel 

Mevr. Dufaux Jeannine, Sint-Pieters-Woluwe 

De heer Dufour Alain, Grace-Hollogne 

De heer Dufour Christian, Flemalle 

Mevr. Dullier Annie, Farciennes 

De heer Dupont Daniel, Soumagne 

De heer Duville Christian, Charleroi 

De heer Engelen Camille, Houthalen-Helchteren 

De heer Even Jose, Seraing 

De heer Evrard Richard, Amay 

De heer Fabris Guido, Seraing 

Mevr. Fostier Michele, Charleroi 

De heer Franssen Jean, Saint-Nicolas 

De heer Franssen Lambert, Neupre 

De heer Frate Roberto, Awans 

De heer Freson Guy, Flemalle 

De heer Freson Marcel, Grace-Hollogne 

De heer Fugarino Antonino, Herstal 

De heer Galluzzo Walthere, Juprelle 

De heer Gargano Lucio, Manage 

De heer Gauthier Yvan, Beauraing 

De heer Geernaert Rody, Maldegem 

De heer Gerils Alain, Sint-Lambrechts-Woluwe 

Mevr. Gernay Claudine, Spa 

De heer Geuens Jacques, Saint-Georges-Sur-Meuse


M. Gietka Jose, Namur 

M. Gimenne Jules, Ans 

M. Giust Luciano, Flemalle 

M. Gnesutta Francis, Frameries 

Mme Gosset Jocelyne, Wezembeek-Oppem 

M. Gryspeert Robert, Wielsbeke 

M. Gualtiero Gino, Grace-Hollogne 

M. Haes Marc, La Panne 

M. Havasse Guy, Flemalle 

M. Hawrijk Georges, Alken 

M. Heirwegh Freddy, Wachtebeke 

M. Henrard Jean, Waterloo 

M. Heusdens Jacques, Ans 

Mlle. Hotot Danielle, Seraing 

M. Hut Simon, La Louviere 

M. Huylebroeck Alain, Walcourt 

M. Huysentruyt Jean, Anzegem 

M. Huysmans Alfons, Westerlo 

M. Huysmans Ludo, Saint-Nicolas 

M. Hyzette Jose, Neupre 

M. Jacob Victor, Ans 

M. Jacobs Frans, Sint-Katelijne-Waver 

M. Jadot Rene, Olne 

Mme Jaminet Raymonde, Dalhem 

M. Janssens Eddie, Anvers 

M. Janssens Jean, Charleroi 

M. Jeanmart Alain, Namur 

M. Joiris Jean, Esneux 

M. Joris Lodewijk, Borsbeek 

M. Jurca Emile, Woluwe-Saint-Pierre 

M. Kenens Andre, Engis 

M. Knap Casimir, Neupre 

M. Koolen Nicolas, Saint-Nicolas 

M. Kostyschyn Paul, Flemalle 

M. Kovacs Attila, Saint-Georges-Sur-Meuse 

Mme Krings Augusta, Jalhay 

M. Kulczycki Omelan, Grace-Hollogne 

M. Lacroix Luc, Clavier 

M. Laeremans Jan, Olen 

Mme Lamproye Annie, Amay 

Mme Lanza Helena, Courcelles 

M. Laureys Marc, Zaventem 

M. Lazare Jean, Seraing 

M. Lebrun Jacques, Charleroi 

M. Leclercq Roger, La Louviere 

M. Lectius Jose, Seraing 

M. Lemmens Regis, Estaimpuis 

M. Lemoine Michel, Grace-Hollogne 

M. Lepine Jean, Quaregnon 

M. Leriche Alain, Tournai 

M. Leys Francis, Gingelom 

M. Libotte Patrick, Seraing 

M. Lognoul Jean, Awans 

M. Lonneux Guy, Dalhem 

M. Louckx Jean, Uccle 

M. Luyckx William, Anvers 

M. Maes Jacques, Verviers 

M. Magis Christian, Esneux 

M. Mahy Fernand, Seraing 

M. Mairesse Jean, Quaregnon 

M. Maltere Roger, Chatelet 

M. Marchegiani Remo, Verlaine 

M. Marcocci Luigi, Saint-Nicolas 

M. Mariani Giulio, Seraing 

M. Markou Michail, Herstal 

De heer Gietka Jose, Namen 

De heer Gimenne Jules, Ans 

De heer Giust Luciano, Flemalle 

De heer Gnesutta Francis, Frameries 

Mevr. Gosset Jocelyne, Wezembeek-Oppem 

De heer Gryspeert Robert, Wielsbeke 

De heer Gualtiero Gino, Grace-Hollogne 

De heer Haes Marc, De Panne 

De heer Havasse Guy, Flemalle 

De heer Hawrijk Georges, Alken 

De heer Heirwegh Freddy, Wachtebeke 

De heer Henrard Jean, Waterloo 

De heer Heusdens Jacques, Ans 

Mej. Hotot Danielle, Seraing 

De heer Hut Simon, La Louviere 

De heer Huylebroeck Alain, Walcourt 

De heer Huysentruyt Jean, Anzegem 

De heer Huysmans Alfons, Westerlo 

De heer Huysmans Ludo, Sint-Niklaas 

De heer Hyzette Jose, Neupre 

De heer Jacob Victor, Ans 

De heer Jacobs Frans, Sint-Katelijne-Waver 

De heer Jadot Rene, Olne 

Mevr. Jaminet Raymonde, Dalhem 

De heer Janssens Eddie, Antwerpen 

De heer Janssens Jean, Charleroi 

De heer Jeanmart Alain, Namen 

De heer Joiris Jean, Esneux 

De heer Joris Lodewijk, Borsbeek 

De heer Jurca Emile, Sint-Pieters-Woluwe 

De heer Kenens Andre, Engis 

De heer Knap Casimir, Neupre 

De heer Koolen Nicolas, Saint-Nicolas 

De heer Kostyschyn Paul, Flemalle 

De heer Kovacs Attila, Saint-Georges-Sur-Meuse 

Mevr. Krings Augusta, Jalhay 

De heer Kulczycki Omelan, Grace-Hollogne 

De heer Lacroix Luc, Clavier 

De heer Laeremans Jan, Olen 

Mevr. Lamproye Annie, Amay 

Mevr. Lanza Helena, Courcelles 

De heer Laureys Marc, Zaventem 

De heer Lazare Jean, Seraing 

De heer Lebrun Jacques, Charleroi 

De heer Leclercq Roger, La Louviere 

De heer Lectius Jose, Seraing 

De heer Lemmens Regis, Estaimpuis 

De heer Lemoine Michel, Grace-Hollogne 

De heer Lepine Jean, Quaregnon 

De heer Leriche Alain, Doornik 

De heer Leys Francis, Gingelom 

De heer Libotte Patrick, Seraing 

De heer Lognoul Jean, Awans 

De heer Lonneux Guy, Dalhem 

De heer Louckx Jean, Ukkel 

De heer Luyckx William, Antwerpen 

De heer Maes Jacques, Verviers 

De heer Magis Christian, Esneux 

De heer Mahy Fernand, Seraing 

De heer Mairesse Jean, Quaregnon 

De heer Maltere Roger, Chatelet 

De heer Marchegiani Remo, Verlaine 

De heer Marcocci Luigi, Saint-Nicolas 

De heer Mariani Giulio, Seraing 

De heer Markou Michail, Herstal


32459 

M. Marot Andre, Oupeye 

Mme Martini Rosana, Liege 

M. Marzolla Vincenzo, Charleroi 

Mme Mees Francine, Tervuren 

M. Melis Joannes, Anvers 

M. Menghini Carmelo, Erquelinnes 

M. Menghini Pierrino, Morlanwelz 

M. Mernier Jacques, Spa 

M. Mestdagt Julien, Awans 

M. Meuleman Jean, Aywaille 

M. Meulewaeter Daniel, Lochristi 

M. Michiels Ortaire, Hoeilaart 

M. Morel Marc, Sint-Martens-Latem 

M. Mortehan Marc, Hamoir 

M. Mottart Patrice, Seraing 

M. Motte Raymond, Molenbeek-Saint-Jean 

M. Mouton Jean, Mettet 

Mme Mussche Ingrid, Gand 

M. Neyt Gilbert, Gand 

M. Nivarlet Marcel, Flemalle 

M. Nizet Florent, Trooz 

Mme Nys Michele, Molenbeek-Saint-Jean 

M. Paquot Guy, Seraing 

Mme Parent Liliane, Seraing 

M. Pauwels Constant, Kapellen 

M. Persyn Roland, Charleroi 

M. Perwez Henri, Tervuren 

M. Petit Michel, Fontaine-L’Eveque 

M. Petit Rene, Thimister-Clermont 

M. Piot Rene, Seraing 

M. Pizzinato Yvo, Amay 

M. Plum Henri, Liege 

M. Pollet Guy, Zoersel 

M. Pouliart Francis, Seraing 

M. Pregaldien Alain, Seraing 

M. Quinten Louis, Braives 

M. Rasquin Jacques, Hamois 

Mme Rassart Michelle, Amay 

M. Renard Philippe, Liege 

M. Rennotte Michel, Liege 

M. Ribant Emile, Chastre 

M. Riczu Tibor, Grace-Hollogne 

M. Robeerst Robert, Flemalle 

M. Roegiers Rony, Waarschoot 

Mme Roeykens Jeannine, Huldenberg 

M. Roland Dominique, Flemalle 

M. Roland Georges, Saint-Nicolas 

Mme Romain Anne, Blegny 

M. Rossel Frank, Borsbeek 

M. Rousselle Rene, Villers-Le-Bouillet 

M. Salemi Antonio, Seraing 

M. Sansens Luc, Willebroek 

M. Scarafone Sergio, Saint-Nicolas 

M. Schedin Frans, Wielsbeke 

Mme Scheerlinck Rita, Rixensart 

M. Scheir Luc, Assenede 

M. Scheire Etienne, Laarne 

M. Schietecatte Marnix, Audenarde 

M. Schobben Andre, Flemalle 

M. Schollaert Antoine, Alost 

Mlle. Schoonjans Nicole, Nivelles 

Mlle. Schuermans Suzanne, Beerse 

M. Schyns Edmond, Thimister-Clermont 

M. Sciortino Calogero, Ans 

M. Seresia Guido, Brasschaat 

De heer Marot Andre, Oupeye 

Mevr. Martini Rosana, Luik 

De heer Marzolla Vincenzo, Charleroi 

Mevr. Mees Francine, Tervuren 

De heer Melis Joannes, Antwerpen 

De heer Menghini Carmelo, Erquelinnes 

De heer Menghini Pierrino, Morlanwelz 

De heer Mernier Jacques, Spa 

De heer Mestdagt Julien, Awans 

De heer Meuleman Jean, Aywaille 

De heer Meulewaeter Daniel, Lochristi 

De heer Michiels Ortaire, Hoeilaart 

De heer Morel Marc, Sint-Martens-Latem 

De heer Mortehan Marc, Hamoir 

De heer Mottart Patrice, Seraing 

De heer Motte Raymond, Sint-Jans-Molenbeek 

De heer Mouton Jean, Mettet 

Mevr. Mussche Ingrid, Gent 

De heer Neyt Gilbert, Gent 

De heer Nivarlet Marcel, Flemalle 

De heer Nizet Florent, Trooz 

Mevr. Nys Michele, Sint-Jans-Molenbeek 

De heer Paquot Guy, Seraing 

Mevr. Parent Liliane, Seraing 

De heer Pauwels Constant, Kapellen 

De heer Persyn Roland, Charleroi 

De heer Perwez Henri, Tervuren 

De heer Petit Michel, Fontaine-L’Eveque 

De heer Petit Rene, Thimister-Clermont 

De heer Piot Rene, Seraing 

De heer Pizzinato Yvo, Amay 

De heer Plum Henri, Luik 

De heer Pollet Guy, Zoersel 

De heer Pouliart Francis, Seraing 

De heer Pregaldien Alain, Seraing 

De heer Quinten Louis, Braives 

De heer Rasquin Jacques, Hamois 

Mevr. Rassart Michelle, Amay 

De heer Renard Philippe, Luik 

De heer Rennotte Michel, Luik 

De heer Ribant Emile, Chastre 

De heer Riczu Tibor, Grace-Hollogne 

De heer Robeerst Robert, Flemalle 

De heer Roegiers Rony, Waarschoot 

Mevr. Roeykens Jeannine, Huldenberg 

De heer Roland Dominique, Flemalle 

De heer Roland Georges, Saint-Nicolas 

Mevr. Romain Anne, Blegny 

De heer Rossel Frank, Borsbeek 

De heer Rousselle Rene, Villers-Le-Bouillet 

De heer Salemi Antonio, Seraing 

De heer Sansens Luc, Willebroek 

De heer Scarafone Sergio, Saint-Nicolas 

De heer Schedin Frans, Wielsbeke 

Mevr. Scheerlinck Rita, Rixensart 

De heer Scheir Luc, Assenede 

De heer Scheire Etienne, Laarne 

De heer Schietecatte Marnix, Oudenaarde 

De heer Schobben Andre, Flemalle 

De heer Schollaert Antoine, Aalst 

Mej. Schoonjans Nicole, Nijvel 

Mej. Schuermans Suzanne, Beerse 

De heer Schyns Edmond, Thimister-Clermont 

De heer Sciortino Calogero, Ans 

De heer Seresia Guido, Brasschaat


M. Severin Jean, Neupre 

M. Sgarito Calogero, Fleron 

Mme Simiz Jeanne, Engis 

M. Simoens Robert, Gand 

Mme Smets Brigitte, Dilbeek 

M. Smits Andre, Lille 

M. Snauwaert Jozef, Audenarde 

Mme Somers Francine, Meise 

Mlle. Somers Therese, Jette 

M. Soontjens Marc, Vosselaar 

M. Spiroux Jean, Verviers 

M. Staquet Serge, La Louviere 

M. Stas Daniel, Waremme 

M. Steens Christian, Hal 

M. Steuckers Henri, Seraing 

M. Stroobants Daniel, Ans 

M. Stultiens Alphonse, Flemalle 

M. Stuyck Gaston, Koksijde 

M. Surmont Rony, Waarschoot 

M. Swerts Jean, Helecine 

M. Swerts Jean, Juprelle 

M. Swimberghe Willy, Bruges 

M. Switala Serge, Liege 

M. Tacchini Silvano, Neupre 

Mme Theys Nadine, Molenbeek-Saint-Jean 

M. Thiry Gerard, Beaumont 

Mme Timmermans Jeannine, Hoeilaart 

M. Tinsy Jean, Mons 

M. Toffoli Sergio, Flemalle 

M. Tombal Christian, Villers-Le-Bouillet 

M. Tornabene Calogero, Saint-Nicolas 

M. Trefois Roland, Jalhay 

M. Trescinski Hendrik, Houthalen-Helchteren 

M. Tricout Roland, Mons 

M. Trovo Beniamino, Seraing 

M. Ungaro Antonio, Fleron 

Mme Valckenaere Claudine, Oostkamp 

Mme Van Aken Marie, Kapelle-Op-Den-Bos 

M. Van Broekhoven Christiaan, Assenede 

M. Van Caenegem Martin, Laarne 

M. Van De Voorde Luc, Wachtebeke 

M. Van De Walle Rudi, Lokeren 

M. Van Den Broeck Augustinus, Vosselaar 

M. Van Dessel Willem, Edegem 

M. Van Hoof Jan, Tremelo 

M. Van Hove Eli, Amay 

M. Van Hove Joseph, Seraing 

M. Van Landschoot Franky, Maldegem 

Mme Van Meerbeek Marie, Uccle 

M. Van Onckelen Gabriel, Sprimont 

M. Van Ouytsel John, Schoten 

Mme Van Roy Magda, Termonde 

M. Vandecruys Andre, Heusden-Zolder 

M. Vanden Bilcke Ronald, Oudenburg 

M. Vandenbosch Michel, Jodoigne 

M. Vander Putten Jean, Charleroi 

M. Vanderlinden Andre, Tervuren 

M. Vanheuckelom Wilfried, Anvers 

M. Vanhove Guido, Heusden-Zolder 

M. Vanloffelt Josse, Bilzen 

M. Vanlommel Aloysius, Dessel 

M. Vanmarcke Alain, Wevelgem 

M. Vanneste Luc, Courtrai 

M. Vansilliette Michel, Namur 

Mme Vekeman Denise, Gand 

De heer Severin Jean, Neupre 

De heer Sgarito Calogero, Fleron 

Mevr. Simiz Jeanne, Engis 

De heer Simoens Robert, Gent 

Mevr. Smets Brigitte, Dilbeek 

De heer Smits Andre, Lille 

De heer Snauwaert Jozef, Oudenaarde 

Mevr. Somers Francine, Meise 

Mej. Somers Therese, Jette 

De heer Soontjens Marc, Vosselaar 

De heer Spiroux Jean, Verviers 

De heer Staquet Serge, La Louviere 

De heer Stas Daniel, Borgworm 

De heer Steens Christian, Halle 

De heer Steuckers Henri, Seraing 

De heer Stroobants Daniel, Ans 

De heer Stultiens Alphonse, Flemalle 

De heer Stuyck Gaston, Koksijde 

De heer Surmont Rony, Waarschoot 

De heer Swerts Jean, Helecine 

De heer Swerts Jean, Juprelle 

De heer Swimberghe Willy, Brugge 

De heer Switala Serge, Luik 

De heer Tacchini Silvano, Neupre 

Mevr. Theys Nadine, Sint-Jans-Molenbeek 

De heer Thiry Gerard, Beaumont 

Mevr. Timmermans Jeannine, Hoeilaart 

De heer Tinsy Jean, Bergen 

De heer Toffoli Sergio, Flemalle 

De heer Tombal Christian, Villers-Le-Bouillet 

De heer Tornabene Calogero, Saint-Nicolas 

De heer Trefois Roland, Jalhay 

De heer Trescinski Hendrik, Houthalen-Helchteren 

De heer Tricout Roland, Bergen 

De heer Trovo Beniamino, Seraing 

De heer Ungaro Antonio, Fleron 

Mevr. Valckenaere Claudine, Oostkamp 

Mevr. Van Aken Marie, Kapelle-Op-Den-Bos 

De heer Van Broekhoven Christiaan, Assenede 

De heer Van Caenegem Martin, Laarne 

De heer Van De Voorde Luc, Wachtebeke 

De heer Van De Walle Rudi, Lokeren 

De heer Van Den Broeck Augustinus, Vosselaar 

De heer Van Dessel Willem, Edegem 

De heer Van Hoof Jan, Tremelo 

De heer Van Hove Eli, Amay 

De heer Van Hove Joseph, Seraing 

De heer Van Landschoot Franky, Maldegem 

Mevr. Van Meerbeek Marie, Ukkel 

De heer Van Onckelen Gabriel, Sprimont 

De heer Van Ouytsel John, Schoten 

Mevr. Van Roy Magda, Dendermonde 

De heer Vandecruys Andre, Heusden-Zolder 

De heer Vanden Bilcke Ronald, Oudenburg 

De heer Vandenbosch Michel, Geldenaken 

De heer Vander Putten Jean, Charleroi 

De heer Vanderlinden Andre, Tervuren 

De heer Vanheuckelom Wilfried, Antwerpen 

De heer Vanhove Guido, Heusden-Zolder 

De heer Vanloffelt Josse, Bilzen 

De heer Vanlommel Aloysius, Dessel 

De heer Vanmarcke Alain, Wevelgem 

De heer Vanneste Luc, Kortrijk 

De heer Vansilliette Michel, Namen 

Mevr. Vekeman Denise, Gent


32461 

M. Vercauteren Robert, Stekene 

Mme Vergucht Greta, Zwevegem 

Mme Verkleeren Monique, Braine-Le-Comte 

M. Vermeire Francis, Montigny-Le-Tilleul 

M. Vermeiren Frans, Anvers 

M. Verrezen Jozef, Lummen 

M. Vieilletoile Claude, Saint-Nicolas 

M. Vierneuve Fernand, Engis 

M. Vincent Pascal, Tournai 

M. Vleugels Alphonsus, Westerlo 

M. Vranken Roger, Seraing 

M. Weber Pierre, Herve 

M. Wille Walter, Assenede 

M. Zeggers Christian, Ans 

M. Zlotowski Walter, Chapelle-Lez-Herlaimont 

M. Zymantas Jean, Grace-Hollogne 

Médaille d’Or 

Arrêté royal du 24 avril 2014 : 

M. Abeels Jacques, Flemalle 

M. Abrassart Jean, Fontaine-L’Eveque 

M. Absil Eric, Tournai 

Mme Abts Christiane, Woluwe-Saint-Lambert 

M. Achour Amar, Mons 

M. Achten Paul, Lokeren 

M. Aerts Armand, Kasterlee 

M. Aerts Boudewijn, Beringen 

M. Aerts Marc, Lint 

M. Aerts Yvo, Beringen 

Mme Agnello Calogera, Ouffet 

M. Alfers Jean, Chaumont-Gistoux 

M. Alin Jean, Charleroi 

M. Amico Salvatore, Charleroi 

M. Ancart Marcel, Binche 

Mme Andre Marianne, Neupre 

Mme Andreoli Donatella, Saint-Nicolas 

Mme Andreux Mathilde, Clavier 

M. Anecaert Marnix, Wachtebeke 

M. Angelot Albert, Mettet 

Mme Angonese Myriam, Dalhem 

Mme Ansay Marianne, Seraing 

M. Antheunis Rudy, Evergem 

M. Antinoro Orlando, Binche 

M. Aquilina Antonio, Ans 

M. Arendt Patrick, Neupre 

M. Aubroeck Danny, Hamme 

M. Audenaert Marnix, Kaprijke 

M. Austis Bruno, Seraing 

M. Baart Patrick, Assenede 

M. Backes Reinhold, Saint-Vith 

M. Baekelandt Freddy, Meulebeke 

M. Bahadir Sami, Esneux 

M. Baldo Salvatore, Saint-Nicolas 

Mme Balis Claudette, Saint-Georges-Sur-Meuse 

M. Ballone Fifo, Manage 

M. Balseau Patrick, Chatelet 

Mme Balthazar Beatrice, Herstal 

Mme Bams Jenny, Hasselt 

Mme Baquet Marguerite, Dilbeek 

M. Bartoszek Bernard, Seraing 

M. Bary Jean, Berchem-Sainte-Agathe 

M. Baudoux Jacques, Nivelles 

M. Bauwens Philippe, Chaudfontaine 

M. Bauwens Stanislaus, Eeklo 

M. Bayrak Muhammet, Farciennes 

M. Beaufays Roger, Heusden-Zolder 

De heer Vercauteren Robert, Stekene 

Mevr. Vergucht Greta, Zwevegem 

Mevr. Verkleeren Monique, ’S Gravenbrakel 

De heer Vermeire Francis, Montigny-Le-Tilleul 

De heer Vermeiren Frans, Antwerpen 

De heer Verrezen Jozef, Lummen 

De heer Vieilletoile Claude, Saint-Nicolas 

De heer Vierneuve Fernand, Engis 

De heer Vincent Pascal, Doornik 

De heer Vleugels Alphonsus, Westerlo 

De heer Vranken Roger, Seraing 

De heer Weber Pierre, Herve 

De heer Wille Walter, Assenede 

De heer Zeggers Christian, Ans 

De heer Zlotowski Walter, Chapelle-Lez-Herlaimont 

De heer Zymantas Jean, Grace-Hollogne 

Gouden Medaille 

Koninklijk besluit van 24 april 2014 : 

De heer Abeels Jacques, Flemalle 

De heer Abrassart Jean, Fontaine-L’Eveque 

De heer Absil Eric, Doornik 

Mevr. Abts Christiane, Sint-Lambrechts-Woluwe 

De heer Achour Amar, Bergen 

De heer Achten Paul, Lokeren 

De heer Aerts Armand, Kasterlee 

De heer Aerts Boudewijn, Beringen 

De heer Aerts Marc, Lint 

De heer Aerts Yvo, Beringen 

Mevr. Agnello Calogera, Ouffet 

De heer Alfers Jean, Chaumont-Gistoux 

De heer Alin Jean, Charleroi 

De heer Amico Salvatore, Charleroi 

De heer Ancart Marcel, Binche 

Mevr. Andre Marianne, Neupre 

Mevr. Andreoli Donatella, Saint-Nicolas 

Mevr. Andreux Mathilde, Clavier 

De heer Anecaert Marnix, Wachtebeke 

De heer Angelot Albert, Mettet 

Mevr. Angonese Myriam, Dalhem 

Mevr. Ansay Marianne, Seraing 

De heer Antheunis Rudy, Evergem 

De heer Antinoro Orlando, Binche 

De heer Aquilina Antonio, Ans 

De heer Arendt Patrick, Neupre 

De heer Aubroeck Danny, Hamme 

De heer Audenaert Marnix, Kaprijke 

De heer Austis Bruno, Seraing 

De heer Baart Patrick, Assenede 

De heer Backes Reinhold, Sankt Vith 

De heer Baekelandt Freddy, Meulebeke 

De heer Bahadir Sami, Esneux 

De heer Baldo Salvatore, Saint-Nicolas 

Mevr. Balis Claudette, Saint-Georges-Sur-Meuse 

De heer Ballone Fifo, Manage 

De heer Balseau Patrick, Chatelet 

Mevr. Balthazar Beatrice, Herstal 

Mevr. Bams Jenny, Hasselt 

Mevr. Baquet Marguerite, Dilbeek 

De heer Bartoszek Bernard, Seraing 

De heer Bary Jean, Sint-Agatha-Berchem 

De heer Baudoux Jacques, Nijvel 

De heer Bauwens Philippe, Chaudfontaine 

De heer Bauwens Stanislaus, Eeklo 

De heer Bayrak Muhammet, Farciennes 

De heer Beaufays Roger, Heusden-Zolder


M. Beckers Henri, Vise 

Mme Beckers Mady, Alost 

Mme Berlemont Juliette, Liege 

M. Bernard Didier, Anthisnes 

Mme Bertrand Chantal, Oupeye 

Mme Bertrand Dominique, Ganshoren 

M. Bianchin Felice, Flemalle 

M. Bickx Roger, Edegem 

M. Bilgic Omer, Flemalle 

M. Billen John, Seraing 

Mme Bittremieux Mariette, Maaseik 

M. Blanpain Pierre, Charleroi 

Mme Blanque Marie, Braives 

Mme Blanque Nelly, Braives 

Mme Blavier Brigitte, Remicourt 

Mme Bleret Fabienne, Crisnee 

Mme Blommaert Marie, Gooik 

M. Blondeau Robert, Beloeil 

M. Bodart Yves, Burdinne 

M. Bogaert Dirk, Alost 

M. Bogaerts Christian, Borsbeek 

M. Bogaerts Theophiel, Aartselaar 

Mme Bollen Gisele, Tirlemont 

M. Bols Lucas, Anvers 

M. Bonckaert Patrick, Maldegem 

M. Borgers Walter, Schoten 

Mme Bories Liliane, Herstal 

M. Boscos Theodoros, Herstal 

Mme Botquin Martine, Ramillies 

M. Bouhjar Ahmed, Merchtem 

M. Boukamir Ibrahim, Sambreville 

M. Boulet Alain, Seraing 

Mlle. Bourlet Lydie, Berchem-Sainte-Agathe 

M. Boyens Raymond, Herstal 

M. Brackx Ivan, Koksijde 

M. Braeckman Dirk, Evergem 

M. Brasseur Christian, Theux 

M. Breens Rudi, Borsbeek 

M. Bremer Edmond, Liege 

M. Breulet Francis, Fleron 

M. Bridoux Philippe, Eghezee 

M. Brissa Francis, Fleron 

M. Broccia Francesco, Crisnee 

M. Broekx Jean, Dilsen-Stokkem 

M. Browarny Waldek, Manage 

M. Bruggeman Erik, Assenede 

Mme Bruggeman Rita, Lokeren 

Mme Butera Rosetta, Grace-Hollogne 

M. Buysse Erik, Evergem 

M. Cabiddu Gianfranco, Flemalle 

Mme Caels Liliane, Zwijndrecht 

M. Calande Michel, Huy 

M. Calicis Michel, Aiseau-Presles 

Mme Calin Chantal, La Louviere 

M. Callebaut Johan, Herzele 

M. Campers Alfons, Turnhout 

M. Campforts Dirk, Kasterlee 

M. Cani Angelo, Saint-Georges-Sur-Meuse 

M. Cappaert Freddy, Moerbeke 

M. Carabin Daniel, Flemalle 

M. Carlier Dirk, Wachtebeke 

M. Casani Antonio, Courcelles 

M. Casarrubios-Aparicio Jose, Morlanwelz 

Mme Casizzi Enrica, La Louviere 

M. Casselo Ronny, Anvers 

De heer Beckers Henri, Wezet 

Mevr. Beckers Mady, Aalst 

Mevr. Berlemont Juliette, Luik 

De heer Bernard Didier, Anthisnes 

Mevr. Bertrand Chantal, Oupeye 

Mevr. Bertrand Dominique, Ganshoren 

De heer Bianchin Felice, Flemalle 

De heer Bickx Roger, Edegem 

De heer Bilgic Omer, Flemalle 

De heer Billen John, Seraing 

Mevr. Bittremieux Mariette, Maaseik 

De heer Blanpain Pierre, Charleroi 

Mevr. Blanque Marie, Braives 

Mevr. Blanque Nelly, Braives 

Mevr. Blavier Brigitte, Remicourt 

Mevr. Bleret Fabienne, Crisnee 

Mevr. Blommaert Marie, Gooik 

De heer Blondeau Robert, Beloeil 

De heer Bodart Yves, Burdinne 

De heer Bogaert Dirk, Aalst 

De heer Bogaerts Christian, Borsbeek 

De heer Bogaerts Theophiel, Aartselaar 

Mevr. Bollen Gisele, Tienen 

De heer Bols Lucas, Antwerpen 

De heer Bonckaert Patrick, Maldegem 

De heer Borgers Walter, Schoten 

Mevr. Bories Liliane, Herstal 

De heer Boscos Theodoros, Herstal 

Mevr. Botquin Martine, Ramillies 

De heer Bouhjar Ahmed, Merchtem 

De heer Boukamir Ibrahim, Sambreville 

De heer Boulet Alain, Seraing 

Mej. Bourlet Lydie, Sint-Agatha-Berchem 

De heer Boyens Raymond, Herstal 

De heer Brackx Ivan, Koksijde 

De heer Braeckman Dirk, Evergem 

De heer Brasseur Christian, Theux 

De heer Breens Rudi, Borsbeek 

De heer Bremer Edmond, Luik 

De heer Breulet Francis, Fleron 

De heer Bridoux Philippe, Eghezee 

De heer Brissa Francis, Fleron 

De heer Broccia Francesco, Crisnee 

De heer Broekx Jean, Dilsen-Stokkem 

De heer Browarny Waldek, Manage 

De heer Bruggeman Erik, Assenede 

Mevr. Bruggeman Rita, Lokeren 

Mevr. Butera Rosetta, Grace-Hollogne 

De heer Buysse Erik, Evergem 

De heer Cabiddu Gianfranco, Flemalle 

Mevr. Caels Liliane, Zwijndrecht 

De heer Calande Michel, Hoei 

De heer Calicis Michel, Aiseau-Presles 

Mevr. Calin Chantal, La Louviere 

De heer Callebaut Johan, Herzele 

De heer Campers Alfons, Turnhout 

De heer Campforts Dirk, Kasterlee 

De heer Cani Angelo, Saint-Georges-Sur-Meuse 

De heer Cappaert Freddy, Moerbeke 

De heer Carabin Daniel, Flemalle 

De heer Carlier Dirk, Wachtebeke 

De heer Casani Antonio, Courcelles 

De heer Casarrubios-Aparicio Jose, Morlanwelz 

Mevr. Casizzi Enrica, La Louviere 

De heer Casselo Ronny, Antwerpen


32463 

M. Caster Jean, Bruges 

M. Caty Christian, La Louviere 

M. Cauwenberghs Luc, Anvers 

M. Cavalleri Didier, Flemalle 

M. Cavenati Daniel, Seraing 

Mme Cavereel Jeannine, Kraainem 

M. Celli Antonio, La Louviere 

M. Cengiz Serafettin, Fleron 

M. Chapelle Alain, Chapelle-Lez-Herlaimont 

Mme Charon Michele, La Louviere 

M. Cherenti Gino, Fexhe-Le-Haut-Clocher 

M. Ciccotelli Pierino, Binche 

M. Cicero Salvatore, Seraing 

M. Cipriano Florez Miguel, Grace-Hollogne 

Mme Ciura Marie, Liege 

M. Claes Marc, Kontich 

M. Claeys Geert, Roulers 

Mme Cleuren Marie, Riemst 

M. Clijsters Ivo, Bree 

M. Cloostermans Gilbert, Saint-Nicolas 

Mme Cloostermans Martine, Anvers 

Mme Cocco Luisella, Morlanwelz 

M. Coertjens Frans, Schoten 

M. Cogen Robert, Anvers 

Mme Colasse Marie, Gembloux 

Mme Collienne Irma, Eupen 

M. Cool Emmanuel, Kampenhout 

M. Coppin Guy, La Louviere 

M. Cordaro Riccardo, Tirlemont 

M. Corne Johan, Eeklo 

M. Cornelis Frank, Anvers 

M. Cornelis Hugo, Jabbeke 

M. Cornelis Patrick, Sint-Katelijne-Waver 

M. Corremans Francois, Willebroek 

M. Cortebeeck Jan, Willebroek 

M. Corten Peter, Kapellen 

M. Corthouts Alex, Heusden-Zolder 

M. Corthouts Jan, Zonhoven 

M. Cosentino Calogero, Liege 

M. Counet Bruno, Spa 

M. Cousin Nicollas, Lummen 

M. Coussens Marino, Wielsbeke 

M. Crespin Jean, Awans 

M. Crevecoeur Philippe, Genappe 

M. Crommelinck Wilfried, Oudenburg 

Mme Cuvillier Micheline, Gand 

M. Cuypers Augustien, Wijnegem 

M. Cuyt Michel, Anvers 

M. Cygan Eddy, Esneux 

Mlle. D’Agostin Elietta, Chapelle-Lez-Herlaimont 

Mme D’Haeze Adinda, Waarschoot 

M. D’Hoine Christian, Anderlecht 

M. D’Hont Michel, Saint-Nicolas 

M. Daelman Dirk, Beveren 

Mme Dahm Viviane, Malmedy 

M. Dal Molin Sergio, Ans 

M. Dandumont Alain, Saint-Georges-Sur-Meuse 

M. Danis Alfons, Anvers 

M. Danneel Robert, Aartselaar 

Mme Darcis Monique, Juprelle 

Mme Dascotte Annie, La Louviere 

M. De Backer Guido, Lille 

M. De Block Etienne, Boom 

Mme De Bo Antoinette, Meise 

M. De Boeck Jozef, Buggenhout 

De heer Caster Jean, Brugge 

De heer Caty Christian, La Louviere 

De heer Cauwenberghs Luc, Antwerpen 

De heer Cavalleri Didier, Flemalle 

De heer Cavenati Daniel, Seraing 

Mevr. Cavereel Jeannine, Kraainem 

De heer Celli Antonio, La Louviere 

De heer Cengiz Serafettin, Fleron 

De heer Chapelle Alain, Chapelle-Lez-Herlaimont 

Mevr. Charon Michele, La Louviere 

De heer Cherenti Gino, Fexhe-Le-Haut-Clocher 

De heer Ciccotelli Pierino, Binche 

De heer Cicero Salvatore, Seraing 

De heer Cipriano Florez Miguel, Grace-Hollogne 

Mevr. Ciura Marie, Luik 

De heer Claes Marc, Kontich 

De heer Claeys Geert, Roeselare 

Mevr. Cleuren Marie, Riemst 

De heer Clijsters Ivo, Bree 

De heer Cloostermans Gilbert, Sint-Niklaas 

Mevr. Cloostermans Martine, Antwerpen 

Mevr. Cocco Luisella, Morlanwelz 

De heer Coertjens Frans, Schoten 

De heer Cogen Robert, Antwerpen 

Mevr. Colasse Marie, Gembloux 

Mevr. Collienne Irma, Eupen 

De heer Cool Emmanuel, Kampenhout 

De heer Coppin Guy, La Louviere 

De heer Cordaro Riccardo, Tienen 

De heer Corne Johan, Eeklo 

De heer Cornelis Frank, Antwerpen 

De heer Cornelis Hugo, Jabbeke 

De heer Cornelis Patrick, Sint-Katelijne-Waver 

De heer Corremans Francois, Willebroek 

De heer Cortebeeck Jan, Willebroek 

De heer Corten Peter, Kapellen 

De heer Corthouts Alex, Heusden-Zolder 

De heer Corthouts Jan, Zonhoven 

De heer Cosentino Calogero, Luik 

De heer Counet Bruno, Spa 

De heer Cousin Nicollas, Lummen 

De heer Coussens Marino, Wielsbeke 

De heer Crespin Jean, Awans 

De heer Crevecoeur Philippe, Genepien 

De heer Crommelinck Wilfried, Oudenburg 

Mevr. Cuvillier Micheline, Gent 

De heer Cuypers Augustien, Wijnegem 

De heer Cuyt Michel, Antwerpen 

De heer Cygan Eddy, Esneux 

Mej. D’Agostin Elietta, Chapelle-Lez-Herlaimont 

Mevr. D’Haeze Adinda, Waarschoot 

De heer D’Hoine Christian, Anderlecht 

De heer D’Hont Michel, Saint-Nicolas 

De heer Daelman Dirk, Beveren 

Mevr. Dahm Viviane, Malmedy 

De heer Dal Molin Sergio, Ans 

De heer Dandumont Alain, Saint-Georges-Sur-Meuse 

De heer Danis Alfons, Antwerpen 

De heer Danneel Robert, Aartselaar 

Mevr. Darcis Monique, Juprelle 

Mevr. Dascotte Annie, La Louviere 

De heer De Backer Guido, Lille 

De heer De Block Etienne, Boom 

Mevr. De Bo Antoinette, Meise 

De heer De Boeck Jozef, Buggenhout


Mme De Buyser Johanna, Bruges 

M. De Clercq Johan, Wichelen 

M. De Cock Rudi, Anvers 

M. De Combes Rene, Herenthout 

M. De Cooman Dirk, Wichelen 

M. De Dobbeleer Patrick, Anderlecht 

Mlle. De Groeve Viviane, Saint-Nicolas 

M. De Groote Frank, Kaprijke 

Mme De Gucht Nancy, Lokeren 

Mme De Jaegher Francine, Herzele 

M. De Jongh Johan, Anvers 

M. De Keersmaeker Patrick, Beveren 

M. De Keyser Frans, Hemiksem 

M. De Keyzer Willem, Evergem 

M. De Kinder Frank, Anvers 

M. De Leener John, Zottegem 

M. De Marco Michel, Verviers 

Mme De Meersman Martine, Dilbeek 

M. De Meester Ronny, Gand 

M. De Merlier Johnny, Brakel 

Mlle. De Meyer Denise, Seraing 

M. De Mol Luc, Wachtebeke 

M. De Nolf Rudy, Bruges 

Mlle. De Paep Michele, Oupeye 

M. De Pauw Yvon, Esneux 

M. De Peusseleir Freddy, Zele 

Mme De Ridder Marina, Haaltert 

M. De Rocker Henri, Zomergem 

M. De Scheemaeker Ronald, Assenede 

Mme De Smet Carina, Lokeren 

M. De Smet Dirk, Moerbeke 

M. De Smet Gary, Raeren 

M. De Smet Patrick, Lokeren 

Mlle. De Spriet Annie, Mortsel 

M. De Swert Robert, Anvers 

M. De Vylder Johnny, Deerlijk 

M. De Vynck Berthold, Kalmthout 

M. De Waele Joseph, Ath 

M. De Win Daniel, Herentals 

Mme De Winne Gonda, Haaltert 

M. De Witte Dirk, Zelzate 

Mme De Wulf Bernadette, Fosses-La-Ville 

M. Debailleul Antoine, La Louviere 

Mme Deboes Christiane, Frameries 

M. Debroux Christian, Chaudfontaine 

M. Debroux Jean, Hal 

M. Debroux Marc, Overijse 

Mme Deburges Maryse, Thuin 

Mme Dechany Chantal, Liege 

Mme Deckers Anita, Maaseik 

Mme Declerck Ingrid, Wielsbeke 

Mme Decoster Martine, Lokeren 

M. Deffet Christian, Verviers 

M. Degallaix Jany, Tournai 

M. Degee Serge, Huy 

M. Deheusch Eduard, Zwijndrecht 

M. Dejaive Marc, Seraing 

M. Dekeyser Raymond, Borsbeek 

M. Delannoy Thierri, La Louviere 

M. Delbare Wilfried, Steenokkerzeel 

Mme Delbrassinne Anne, Bassenge 

M. Delcour Marc, Herstal 

M. Delcourt Luc, La Louviere 

M. Delespinette Jean, Fleurus 

M. Delft Bernard, Menin 

Mevr. De Buyser Johanna, Brugge 

De heer De Clercq Johan, Wichelen 

De heer De Cock Rudi, Antwerpen 

De heer De Combes Rene, Herenthout 

De heer De Cooman Dirk, Wichelen 

De heer De Dobbeleer Patrick, Anderlecht 

Mej. De Groeve Viviane, Sint-Niklaas 

De heer De Groote Frank, Kaprijke 

Mevr. De Gucht Nancy, Lokeren 

Mevr. De Jaegher Francine, Herzele 

De heer De Jongh Johan, Antwerpen 

De heer De Keersmaeker Patrick, Beveren 

De heer De Keyser Frans, Hemiksem 

De heer De Keyzer Willem, Evergem 

De heer De Kinder Frank, Antwerpen 

De heer De Leener John, Zottegem 

De heer De Marco Michel, Verviers 

Mevr. De Meersman Martine, Dilbeek 

De heer De Meester Ronny, Gent 

De heer De Merlier Johnny, Brakel 

Mej. De Meyer Denise, Seraing 

De heer De Mol Luc, Wachtebeke 

De heer De Nolf Rudy, Brugge 

Mej. De Paep Michele, Oupeye 

De heer De Pauw Yvon, Esneux 

De heer De Peusseleir Freddy, Zele 

Mevr. De Ridder Marina, Haaltert 

De heer De Rocker Henri, Zomergem 

De heer De Scheemaeker Ronald, Assenede 

Mevr. De Smet Carina, Lokeren 

De heer De Smet Dirk, Moerbeke 

De heer De Smet Gary, Raeren 

De heer De Smet Patrick, Lokeren 

Mej. De Spriet Annie, Mortsel 

De heer De Swert Robert, Antwerpen 

De heer De Vylder Johnny, Deerlijk 

De heer De Vynck Berthold, Kalmthout 

De heer De Waele Joseph, Aat 

De heer De Win Daniel, Herentals 

Mevr. De Winne Gonda, Haaltert 

De heer De Witte Dirk, Zelzate 

Mevr. De Wulf Bernadette, Fosses-La-Ville 

De heer Debailleul Antoine, La Louviere 

Mevr. Deboes Christiane, Frameries 

De heer Debroux Christian, Chaudfontaine 

De heer Debroux Jean, Halle 

De heer Debroux Marc, Overijse 

Mevr. Deburges Maryse, Thuin 

Mevr. Dechany Chantal, Luik 

Mevr. Deckers Anita, Maaseik 

Mevr. Declerck Ingrid, Wielsbeke 

Mevr. Decoster Martine, Lokeren 

De heer Deffet Christian, Verviers 

De heer Degallaix Jany, Doornik 

De heer Degee Serge, Hoei 

De heer Deheusch Eduard, Zwijndrecht 

De heer Dejaive Marc, Seraing 

De heer Dekeyser Raymond, Borsbeek 

De heer Delannoy Thierri, La Louviere 

De heer Delbare Wilfried, Steenokkerzeel 

Mevr. Delbrassinne Anne, Bitsingen 

De heer Delcour Marc, Herstal 

De heer Delcourt Luc, La Louviere 

De heer Delespinette Jean, Fleurus 

De heer Delft Bernard, Menen


32465 

M. Delhasse Marc, Seraing 

Mme Delhaye Martine, Tournai 

M. Deliege Jean, Theux 

Mme Delree Annette, Nandrin 

M. Delree Etienne, Amay 

M. Deltombe Jacques, Tournai 

M. Delva Hugo, Dixmude 

M. Delva Thierry, Kraainem 

Mme Demain Chantal, Eghezee 

Mme Demany Elisabeth, Herstal 

M. Demeyer Marc, Gand 

M. Denis Benoit, Liege 

M. Denis Jean, Fontaine-L’Eveque 

Mme Denis Marie, Eupen 

M. Denissen Ronny, Stabroek 

M. Denoel Christian, Fleron 

M. Denys Dirk, Izegem 

M. Depaye Christian, Marchin 

M. Deprez Rik, Lendelede 

Mme Deprez Veronique, Mons 

M. Der Weduwen Ernie, Zelzate 

M. Dereze Michel, Linter 

M. Deroux Guy, Soignies 

M. Derveaux Patrick, Mouscron 

M. Des Campagne Pascal, Kortenberg 

Mlle. Desmet Solange, Boutersem 

Mme Desprets Dominique, Celles 

Mme Despriet Dominique, Kortenberg 

M. Dessaintes Eddie, Ecaussinnes 

Mme Dessart Francine, Heers 

M. Detrain Daniel, Estinnes 

M. Devalle Philippe, Nandrin 

M. Devaux Patrice, Remicourt 

Mme Devivier Marie, Modave 

M. Devogel Marc, Courcelles 

Mme Devooght Carine, Wingene 

M. Devriendt Dirk, Bruges 

Mme Dewaele Christiane, Dilbeek 

M. Dewaele Thierry, Huy 

M. Dewilde Andre, Spa 

M. Dewitte Eric, Wielsbeke 

M. Dhoore Marc, Maldegem 

M. Di Mino Michel, Saint-Nicolas 

M. Didden Patric, Liege 

M. Dieltiens Daniel, Wommelgem 

M. Dierckx Johan, Mortsel 

Mme Dierickx Maria, Malines 

M. Diricq Michel, Verviers 

M. Dirkx Frank, Ravels 

Mme Dobbelaere Mia, Kaprijke 

M. Dobbelaere Wilfried, Gand 

Mme Dochez Linda, Brussel 

Mme Dockx Olga, Schoten 

M. Don Porto Carero Carlos, Lille 

Mme Dons Marina, Lubbeek 

M. Dony Raymond, Flemalle 

M. Doyen Raoul, Amay 

M. Draguet Dominique, Soignies 

Mme Dramais Patricia, Mons 

Mme Dreesen Rita, Malines 

M. Drobisz Jean, Anderlues 

M. Droeshout Didier, Andenne 

M. Drumont Hugo, Schoten 

M. Du Four Jan, Anvers 

M. Dua Marc, Anvers 

De heer Delhasse Marc, Seraing 

Mevr. Delhaye Martine, Doornik 

De heer Deliege Jean, Theux 

Mevr. Delree Annette, Nandrin 

De heer Delree Etienne, Amay 

De heer Deltombe Jacques, Doornik 

De heer Delva Hugo, Diksmuide 

De heer Delva Thierry, Kraainem 

Mevr. Demain Chantal, Eghezee 

Mevr. Demany Elisabeth, Herstal 

De heer Demeyer Marc, Gent 

De heer Denis Benoit, Luik 

De heer Denis Jean, Fontaine-L’Eveque 

Mevr. Denis Marie, Eupen 

De heer Denissen Ronny, Stabroek 

De heer Denoel Christian, Fleron 

De heer Denys Dirk, Izegem 

De heer Depaye Christian, Marchin 

De heer Deprez Rik, Lendelede 

Mevr. Deprez Veronique, Bergen 

De heer Der Weduwen Ernie, Zelzate 

De heer Dereze Michel, Linter 

De heer Deroux Guy, Zinnik 

De heer Derveaux Patrick, Moeskroen 

De heer Des Campagne Pascal, Kortenberg 

Mej. Desmet Solange, Boutersem 

Mevr. Desprets Dominique, Celles 

Mevr. Despriet Dominique, Kortenberg 

De heer Dessaintes Eddie, Ecaussinnes 

Mevr. Dessart Francine, Heers 

De heer Detrain Daniel, Estinnes 

De heer Devalle Philippe, Nandrin 

De heer Devaux Patrice, Remicourt 

Mevr. Devivier Marie, Modave 

De heer Devogel Marc, Courcelles 

Mevr. Devooght Carine, Wingene 

De heer Devriendt Dirk, Brugge 

Mevr. Dewaele Christiane, Dilbeek 

De heer Dewaele Thierry, Hoei 

De heer Dewilde Andre, Spa 

De heer Dewitte Eric, Wielsbeke 

De heer Dhoore Marc, Maldegem 

De heer Di Mino Michel, Saint-Nicolas 

De heer Didden Patric, Luik 

De heer Dieltiens Daniel, Wommelgem 

De heer Dierckx Johan, Mortsel 

Mevr. Dierickx Maria, Mechelen 

De heer Diricq Michel, Verviers 

De heer Dirkx Frank, Ravels 

Mevr. Dobbelaere Mia, Kaprijke 

De heer Dobbelaere Wilfried, Gent 

Mevr. Dochez Linda, Brussel 

Mevr. Dockx Olga, Schoten 

De heer Don Porto Carero Carlos, Lille 

Mevr. Dons Marina, Lubbeek 

De heer Dony Raymond, Flemalle 

De heer Doyen Raoul, Amay 

De heer Draguet Dominique, Zinnik 

Mevr. Dramais Patricia, Bergen 

Mevr. Dreesen Rita, Mechelen 

De heer Drobisz Jean, Anderlues 

De heer Droeshout Didier, Andenne 

De heer Drumont Hugo, Schoten 

De heer Du Four Jan, Antwerpen 

De heer Dua Marc, Antwerpen


Mme Dubois Grace, Courcelles 

Mme Dubois Sylvie, Wezembeek-Oppem 

M. Dubuy Eddy, Seraing 

Mme Duchateau Veronique, Fleron 

M. Duerinckx Marc, Lubbeek 

M. Dupont Roger, La Roche-En-Ardenne 

Mme Dupuis Fabienne, Ans 

Mme Dupuis Nicole, La Hulpe 

M. Dutrieux Paul, Tournai 

M. Duvivier Leon, Frameries 

Mme Duyck Martine, Courtrai 

M. Dykmans Jozef, Overpelt 

Mme Dymek Janina, Flemalle 

M. Dziki Roman, Binche 

Mme Elet Evelyne, La Louviere 

M. Emmerechts Dirk, Haaltert 

M. Emmerechts Marc, Grimbergen 

M. Emmers Jean, Lommel 

M. Evrard Pierre, Nassogne 

M. Eymael Patrick, Anvers 

M. Eynatten Alain, Seraing 

M. Fagny Michel, Seraing 

M. Fallais Pierre, Thimister-Clermont 

M. Faraone Alphonse, Hensies 

M. Faticoni Jean, Grace-Hollogne 

M. Feenstra Jan, Schoten 

Mme Ferooz Annick, Wezembeek-Oppem 

M. Ferro Carmelo, Seraing 

M. Ferro Michel, Quaregnon 

M. Feyers Thierry, Aiseau-Presles 

M. Finet Alain, Oupeye 

M. Fischbach Antoine, Remicourt 

M. Fissiaux Georges, Quaregnon 

M. Fit Patrick, Flemalle 

M. Focan Claude, Seraing 

M. Fontanella Gaetano, Saint-Nicolas 

M. Fraikin Marc, Sprimont 

M. Franckaert Rudi, Boom 

M. Francois Dominique, Sprimont 

M. Francois Philippe, Pont-A-Celles 

M. Freres Etienne, Charleroi 

M. Freschi Claudio, Flemalle 

M. Frino Gerardo, Sprimont 

Mme Fumiere Patricia, La Louviere 

M. Gadaleta Giuseppe, La Louviere 

M. Galluzzo Claudio, Fleron 

M. Gaspard Emile, Marche-En-Famenne 

Mme Gathy Marie, Esneux 

M. Gauwe Jean, Zelzate 

M. Geenrits Frank, Anvers 

Mme Geeurickx Dominique, Chastre 

M. Genbrugge Freddy, Evergem 

Mme Gengoux Jeanine, Seraing 

M. Genotte Jean, Wezembeek-Oppem 

M. Gerard Guy, Sainte-Ode 

M. Gerard Michel, Wanze 

M. Geuens Ferdinand, Balen 

Mme Ghiotto Clara, Seraing 

Mme Giacometti Lucy, La Louviere 

M. Giardina Salvatore, Quievrain 

M. Gielis Leo, Retie 

M. Gillard Jean, Saint-Hubert 

Mlle. Gilles Nicole, Geer 

Mme Gillessen Brigitte, Eupen 

M. Gilon Raymond, Esneux 

Mevr. Dubois Grace, Courcelles 

Mevr. Dubois Sylvie, Wezembeek-Oppem 

De heer Dubuy Eddy, Seraing 

Mevr. Duchateau Veronique, Fleron 

De heer Duerinckx Marc, Lubbeek 

De heer Dupont Roger, La Roche-En-Ardenne 

Mevr. Dupuis Fabienne, Ans 

Mevr. Dupuis Nicole, Terhulpen 

De heer Dutrieux Paul, Doornik 

De heer Duvivier Leon, Frameries 

Mevr. Duyck Martine, Kortrijk 

De heer Dykmans Jozef, Overpelt 

Mevr. Dymek Janina, Flemalle 

De heer Dziki Roman, Binche 

Mevr. Elet Evelyne, La Louviere 

De heer Emmerechts Dirk, Haaltert 

De heer Emmerechts Marc, Grimbergen 

De heer Emmers Jean, Lommel 

De heer Evrard Pierre, Nassogne 

De heer Eymael Patrick, Antwerpen 

De heer Eynatten Alain, Seraing 

De heer Fagny Michel, Seraing 

De heer Fallais Pierre, Thimister-Clermont 

De heer Faraone Alphonse, Hensies 

De heer Faticoni Jean, Grace-Hollogne 

De heer Feenstra Jan, Schoten 

Mevr. Ferooz Annick, Wezembeek-Oppem 

De heer Ferro Carmelo, Seraing 

De heer Ferro Michel, Quaregnon 

De heer Feyers Thierry, Aiseau-Presles 

De heer Finet Alain, Oupeye 

De heer Fischbach Antoine, Remicourt 

De heer Fissiaux Georges, Quaregnon 

De heer Fit Patrick, Flemalle 

De heer Focan Claude, Seraing 

De heer Fontanella Gaetano, Saint-Nicolas 

De heer Fraikin Marc, Sprimont 

De heer Franckaert Rudi, Boom 

De heer Francois Dominique, Sprimont 

De heer Francois Philippe, Pont-A-Celles 

De heer Freres Etienne, Charleroi 

De heer Freschi Claudio, Flemalle 

De heer Frino Gerardo, Sprimont 

Mevr. Fumiere Patricia, La Louviere 

De heer Gadaleta Giuseppe, La Louviere 

De heer Galluzzo Claudio, Fleron 

De heer Gaspard Emile, Marche-En-Famenne 

Mevr. Gathy Marie, Esneux 

De heer Gauwe Jean, Zelzate 

De heer Geenrits Frank, Antwerpen 

Mevr. Geeurickx Dominique, Chastre 

De heer Genbrugge Freddy, Evergem 

Mevr. Gengoux Jeanine, Seraing 

De heer Genotte Jean, Wezembeek-Oppem 

De heer Gerard Guy, Sainte-Ode 

De heer Gerard Michel, Wanze 

De heer Geuens Ferdinand, Balen 

Mevr. Ghiotto Clara, Seraing 

Mevr. Giacometti Lucy, La Louviere 

De heer Giardina Salvatore, Quievrain 

De heer Gielis Leo, Retie 

De heer Gillard Jean, Saint-Hubert 

Mej. Gilles Nicole, Geer 

Mevr. Gillessen Brigitte, Eupen 

De heer Gilon Raymond, Esneux


32467 

Mme Giltay Jacqueline, Oupeye 

Mme Giuriato Beatrice, Flemalle 

M. Giust Valentino, Flemalle 

Mme Gobert Anny, Comines-Warneton 

M. Gody Marc, Evere 

M. Goedgebuer Rudy, Berlare 

M. Goethals Denis, Assenede 

Mme Gomez Francoise, Lokeren 

M. Gomez Pavon Fernando, Olne 

Mme Gonda Marie, Nandrin 

M. Gonda Michel, Neupre 

M. Gonze Serge, Liege 

M. Gorez Stephane, Soignies 

M. Goris Danny, Saint-Nicolas 

M. Gournis Anastasios, Fontaine-L’Eveque 

M. Govaerts Marc, Brecht 

M. Grau Henri, Verviers 

Mme Gregoris Clara, Neupre 

Mlle. Grignard Monique, Herve 

M. Gruythuysen Walter, Anvers 

Mme Gryspeerdt Martine, La Louviere 

Mme Gudelj Cvita, Neupre 

Mme Guillaume Francoise, Ans 

M. Guillaume Serge, Fernelmont 

Mme Guilluy Eveline, Frameries 

Mme Guiot Anna, Genappe 

M. Guldix Louis, Sint-Katelijne-Waver 

Mme Gurdebeke Christine, Erezee 

M. Gysbrechts Jean, Liege 

M. Haegeman Dirk, Sint-Laureins 

M. Haesevoets Thierry, Modave 

Mlle. Hallaert Jeanne, Herve 

Mme Hallet Marguerite, Crisnee 

M. Halsberghe Guy, Gand 

M. Hannes Danny, Westerlo 

M. Hansoul Georges, Amay 

M. Hauser Michel, Oupeye 

Mme Hautfenne Carine, Rixensart 

M. Hebberecht Noel, Lokeren 

M. Heinrichs Guy, Eupen 

M. Heirman Marc, Anvers 

M. Heirwegh Willy, Lokeren 

M. Helin Yves, Le Roeulx 

M. Hellemans Jan, Kapellen 

Mme Henderickx Gertrude, Aalter 

M. Hendrickx Andre, Lille 

M. Hendrickx Eddy, Anvers 

M. Henninot Luc, Koekelberg 

Mlle. Herbosch Godelieve, Anvers 

M. Herten Marc, Koksijde 

M. Hertschap Rudi, Evergem 

M. Hesters Alex, Moerbeke 

M. Heulers Roger, Saint-Ghislain 

M. Heuze Philippe, Tinlot 

M. Heylbroeck Luc, Gand 

M. Heyns Jan, Grobbendonk 

M. Hilkens Ludo, Saint-Trond 

M. Hilven Mathieu, Dilsen-Stokkem 

M. Hilven Willy, Dilsen-Stokkem 

Mme Hioco Marianne, Woluwe-Saint-Pierre 

M. Hobin Luc, Ouffet 

M. Hoedemakers Christiaan, Wachtebeke 

M. Holemans Tony, Heist-Op-Den-Berg 

M. Horemans Guido, Herentals 

M. Hoskens Roger, Anvers 

Mevr. Giltay Jacqueline, Oupeye 

Mevr. Giuriato Beatrice, Flemalle 

De heer Giust Valentino, Flemalle 

Mevr. Gobert Anny, Komen-Waasten 

De heer Gody Marc, Evere 

De heer Goedgebuer Rudy, Berlare 

De heer Goethals Denis, Assenede 

Mevr. Gomez Francoise, Lokeren 

De heer Gomez Pavon Fernando, Olne 

Mevr. Gonda Marie, Nandrin 

De heer Gonda Michel, Neupre 

De heer Gonze Serge, Luik 

De heer Gorez Stephane, Zinnik 

De heer Goris Danny, Sint-Niklaas 

De heer Gournis Anastasios, Fontaine-L’Eveque 

De heer Govaerts Marc, Brecht 

De heer Grau Henri, Verviers 

Mevr. Gregoris Clara, Neupre 

Mej. Grignard Monique, Herve 

De heer Gruythuysen Walter, Antwerpen 

Mevr. Gryspeerdt Martine, La Louviere 

Mevr. Gudelj Cvita, Neupre 

Mevr. Guillaume Francoise, Ans 

De heer Guillaume Serge, Fernelmont 

Mevr. Guilluy Eveline, Frameries 

Mevr. Guiot Anna, Genepien 

De heer Guldix Louis, Sint-Katelijne-Waver 

Mevr. Gurdebeke Christine, Erezee 

De heer Gysbrechts Jean, Luik 

De heer Haegeman Dirk, Sint-Laureins 

De heer Haesevoets Thierry, Modave 

Mej. Hallaert Jeanne, Herve 

Mevr. Hallet Marguerite, Crisnee 

De heer Halsberghe Guy, Gent 

De heer Hannes Danny, Westerlo 

De heer Hansoul Georges, Amay 

De heer Hauser Michel, Oupeye 

Mevr. Hautfenne Carine, Rixensart 

De heer Hebberecht Noel, Lokeren 

De heer Heinrichs Guy, Eupen 

De heer Heirman Marc, Antwerpen 

De heer Heirwegh Willy, Lokeren 

De heer Helin Yves, Le Roeulx 

De heer Hellemans Jan, Kapellen 

Mevr. Henderickx Gertrude, Aalter 

De heer Hendrickx Andre, Lille 

De heer Hendrickx Eddy, Antwerpen 

De heer Henninot Luc, Koekelberg 

Mej. Herbosch Godelieve, Antwerpen 

De heer Herten Marc, Koksijde 

De heer Hertschap Rudi, Evergem 

De heer Hesters Alex, Moerbeke 

De heer Heulers Roger, Saint-Ghislain 

De heer Heuze Philippe, Tinlot 

De heer Heylbroeck Luc, Gent 

De heer Heyns Jan, Grobbendonk 

De heer Hilkens Ludo, Sint-Truiden 

De heer Hilven Mathieu, Dilsen-Stokkem 

De heer Hilven Willy, Dilsen-Stokkem 

Mevr. Hioco Marianne, Sint-Pieters-Woluwe 

De heer Hobin Luc, Ouffet 

De heer Hoedemakers Christiaan, Wachtebeke 

De heer Holemans Tony, Heist-Op-Den-Berg 

De heer Horemans Guido, Herentals 

De heer Hoskens Roger, Antwerpen


M. Houbart Jean, Blegny 

M. Hougardy Marc, Saint-Nicolas 

M. Howlett Ronnie, Beveren 

M. Hoyas Raymond, Le Roeulx 

M. Huart Etienne, Pont-A-Celles 

M. Hubert Paul, Profondeville 

M. Hutsenband Erwin, Sint-Laureins 

M. Ibis Huseyin, Heusden-Zolder 

M. Ilasko Philippe, Zelzate 

M. Ingels Eddy, Zelzate 

M. Ipermans Patrick, Anvers 

Mme Jacobs Maria, Brecht 

M. Jaegers Jean, Verviers 

Mlle. Jambers Ann, Anvers 

M. Janssens Jean, Erezee 

M. Janssens Luc, Herentals 

M. Janssens Marc, Kasterlee 

M. Janssens Rudi, Vorselaar 

M. Jaron Robert, Charleroi 

M. Jaspers Gilbert, Seraing 

M. Jauniau Michel, La Louviere 

M. Jimenez Goddemaer Michel, Kampenhout 

Mme Jordens Vera, Gand 

M. Jouniaux James, Walcourt 

M. Jourand Noel, Louvain 

M. Julien Jean, Waimes 

M. Kain Paul, Tournai 

M. Kasrou M’hamed, Saint-Nicolas 

M. Kenis Johan, Heusden-Zolder 

Mlle. Keyaert Nadine, La Louviere 

M. Keyaert Philippe, Binche 

M. Kinet Daniel, Berloz 

M. Klimek Christian, Awans 

Mme Klum Claudine, Oupeye 

M. Knockaert Andre, Oostkamp 

M. Konix Claude, Hasselt 

M. Kowalewski Andre, Genk 

M. Krausch Roger, Flemalle 

M. Kuylen Paul, Keerbergen 

M. La Mendola Giuseppe, La Louviere 

Mme La Puglia Angela, Braine-Le-Comte 

M. La Rocca Giuseppe, Wanze 

Mme Lacour Isabelle, Sambreville 

M. Laebens Thierry, Courtrai 

Mme Laeremans Maria, Gand 

M. Lagae Dominique, Courtrai 

M. Lagniau Herman, Anvers 

M. Lahou Philippe, Esneux 

M. Laloux Georges, Saint-Nicolas 

Mme Lambert Dominique, Genappe 

M. Lambert Pierre, Seraing 

M. Lamoureux Patrice, Liege 

M. Lancel Andre, Anvers 

M. Landrieux Frank, Courtrai 

M. Langenaerde Hendrik, Lochristi 

Mme Lanis Beatrice, Hal 

Mme Lanis Nelly, Hal 

M. Lapierre Jaak, Wielsbeke 

Mme Larock Yvette, Mons 

M. Laurent Michel, Seneffe 

M. Laurent Philippe, Courcelles 

M. Lavens Philippe, Gerpinnes 

M. Lechanteur Thierry, Herve 

M. Lecocq Gaetan, Quaregnon 

Mme Lecocq Pascale, Molenbeek-Saint-Jean 

De heer Houbart Jean, Blegny 

De heer Hougardy Marc, Saint-Nicolas 

De heer Howlett Ronnie, Beveren 

De heer Hoyas Raymond, Le Roeulx 

De heer Huart Etienne, Pont-A-Celles 

De heer Hubert Paul, Profondeville 

De heer Hutsenband Erwin, Sint-Laureins 

De heer Ibis Huseyin, Heusden-Zolder 

De heer Ilasko Philippe, Zelzate 

De heer Ingels Eddy, Zelzate 

De heer Ipermans Patrick, Antwerpen 

Mevr. Jacobs Maria, Brecht 

De heer Jaegers Jean, Verviers 

Mej. Jambers Ann, Antwerpen 

De heer Janssens Jean, Erezee 

De heer Janssens Luc, Herentals 

De heer Janssens Marc, Kasterlee 

De heer Janssens Rudi, Vorselaar 

De heer Jaron Robert, Charleroi 

De heer Jaspers Gilbert, Seraing 

De heer Jauniau Michel, La Louviere 

De heer Jimenez Goddemaer Michel, Kampenhout 

Mevr. Jordens Vera, Gent 

De heer Jouniaux James, Walcourt 

De heer Jourand Noel, Leuven 

De heer Julien Jean, Weismes 

De heer Kain Paul, Doornik 

De heer Kasrou M’hamed, Saint-Nicolas 

De heer Kenis Johan, Heusden-Zolder 

Mej. Keyaert Nadine, La Louviere 

De heer Keyaert Philippe, Binche 

De heer Kinet Daniel, Berloz 

De heer Klimek Christian, Awans 

Mevr. Klum Claudine, Oupeye 

De heer Knockaert Andre, Oostkamp 

De heer Konix Claude, Hasselt 

De heer Kowalewski Andre, Genk 

De heer Krausch Roger, Flemalle 

De heer Kuylen Paul, Keerbergen 

De heer La Mendola Giuseppe, La Louviere 

Mevr. La Puglia Angela, ’S Gravenbrakel 

De heer La Rocca Giuseppe, Wanze 

Mevr. Lacour Isabelle, Sambreville 

De heer Laebens Thierry, Kortrijk 

Mevr. Laeremans Maria, Gent 

De heer Lagae Dominique, Kortrijk 

De heer Lagniau Herman, Antwerpen 

De heer Lahou Philippe, Esneux 

De heer Laloux Georges, Saint-Nicolas 

Mevr. Lambert Dominique, Genepien 

De heer Lambert Pierre, Seraing 

De heer Lamoureux Patrice, Luik 

De heer Lancel Andre, Antwerpen 

De heer Landrieux Frank, Kortrijk 

De heer Langenaerde Hendrik, Lochristi 

Mevr. Lanis Beatrice, Halle 

Mevr. Lanis Nelly, Halle 

De heer Lapierre Jaak, Wielsbeke 

Mevr. Larock Yvette, Bergen 

De heer Laurent Michel, Seneffe 

De heer Laurent Philippe, Courcelles 

De heer Lavens Philippe, Gerpinnes 

De heer Lechanteur Thierry, Herve 

De heer Lecocq Gaetan, Quaregnon 

Mevr. Lecocq Pascale, Sint-Jans-Molenbeek


32469 

M. Leduc Bernard, Comblain-Au-Pont 

M. Lefebvre Thierry, Neupre 

M. Lefevre Claude, Rixensart 

M. Lefevre Ivan, Gand 

M. Legrand Andre, Saint-Hubert 

M. Legrand Claude, Lincent 

Mlle. Legrand Martine, Wezembeek-Oppem 

M. Lejour Alain, Anderlues 

Mme Leloux Annie, Mons 

M. Lemaire Marcel, Saint-Trond 

Mme Lemey Chantal, Tielt 

Mme Lemlin Myriam, Vise 

M. Lemmens Francis, Kasterlee 

M. Lemmens Jack, Houthalen-Helchteren 

M. Lenaerts Andre, Edegem 

M. Leonard Michel, Seraing 

Mme Lerinck Carine, Ath 

M. Leroy Jean, Sint-Pieters-Leeuw 

M. Lesage Daniel, Dalhem 

M. Leyen Joannes, Maaseik 

M. Leysen Marc, Kasterlee 

Mme Leysens Martine, La Louviere 

M. Lippens Johan, Evergem 

M. Liradelfo Gianmarco, Herstal 

Mme Lison Patricia, Ath 

M. Lo Bue Mariano, Awans 

M. Lobet Jacques, Liege 

M. Lobet Marcel, Amay 

M. Lolli Alvaro, Ans 

M. Lombaerts Guy, Puurs 

M. Loockx Eddy, Malines 

Mme Lorette Karine, Woluwe-Saint-Pierre 

Mme Lorquet Bernadette, Jalhay 

Mlle. Losseau Veronique, Montigny-Le-Tilleul 

M. Louis Daniel, Liege 

M. Lovato Andrea, Neupre 

Mme Loyez Carine, Melle 

M. Lucchese Angelo, Villers-Le-Bouillet 

M. Ludikhuyze Christiaan, Anvers 

M. Lux Marc, Quevy 

M. Luyten Karel, Geel 

M. Maertens Philip, Kortemark 

M. Magalon Olec, Seraing 

Mme Maguin Annie, Forest 

M. Mahieu Willy, Izegem 

Mme Mahy Christienne, Ans 

Mme Malarme Agnes, Fleron 

M. Maltus Freddy, Chaudfontaine 

M. Manganella Antonio, Grace-Hollogne 

M. Marchand Pierre, Seraing 

M. Marquenie Johnny, Anvers 

Mme Massart Annie, Jemeppe-Sur-Sambre 

M. Massin Alain, Yvoir 

M. Massinon Jean, Wavre 

M. Mastore Antonio, Charleroi 

Mme Materne Nadine, Remicourt 

M. Mathieu Philippe, Gedinne 

M. Mathieu Pol, Stavelot 

M. Matte Michel, Braine-Le-Comte 

M. Mattens Noel, Erpe-Mere 

M. Matthe Jozef, Rijkevorsel 

M. Meersman Danny, Kruibeke 

M. Meersman Rudi, Lokeren 

M. Meeusen Constant, Essen 

M. Meeuws Peter, Knesselare 

De heer Leduc Bernard, Comblain-Au-Pont 

De heer Lefebvre Thierry, Neupre 

De heer Lefevre Claude, Rixensart 

De heer Lefevre Ivan, Gent 

De heer Legrand Andre, Saint-Hubert 

De heer Legrand Claude, Lijsem 

Mej. Legrand Martine, Wezembeek-Oppem 

De heer Lejour Alain, Anderlues 

Mevr. Leloux Annie, Bergen 

De heer Lemaire Marcel, Sint-Truiden 

Mevr. Lemey Chantal, Tielt 

Mevr. Lemlin Myriam, Wezet 

De heer Lemmens Francis, Kasterlee 

De heer Lemmens Jack, Houthalen-Helchteren 

De heer Lenaerts Andre, Edegem 

De heer Leonard Michel, Seraing 

Mevr. Lerinck Carine, Aat 

De heer Leroy Jean, Sint-Pieters-Leeuw 

De heer Lesage Daniel, Dalhem 

De heer Leyen Joannes, Maaseik 

De heer Leysen Marc, Kasterlee 

Mevr. Leysens Martine, La Louviere 

De heer Lippens Johan, Evergem 

De heer Liradelfo Gianmarco, Herstal 

Mevr. Lison Patricia, Aat 

De heer Lo Bue Mariano, Awans 

De heer Lobet Jacques, Luik 

De heer Lobet Marcel, Amay 

De heer Lolli Alvaro, Ans 

De heer Lombaerts Guy, Puurs 

De heer Loockx Eddy, Mechelen 

Mevr. Lorette Karine, Sint-Pieters-Woluwe 

Mevr. Lorquet Bernadette, Jalhay 

Mej. Losseau Veronique, Montigny-Le-Tilleul 

De heer Louis Daniel, Luik 

De heer Lovato Andrea, Neupre 

Mevr. Loyez Carine, Melle 

De heer Lucchese Angelo, Villers-Le-Bouillet 

De heer Ludikhuyze Christiaan, Antwerpen 

De heer Lux Marc, Quevy 

De heer Luyten Karel, Geel 

De heer Maertens Philip, Kortemark 

De heer Magalon Olec, Seraing 

Mevr. Maguin Annie, Vorst 

De heer Mahieu Willy, Izegem 

Mevr. Mahy Christienne, Ans 

Mevr. Malarme Agnes, Fleron 

De heer Maltus Freddy, Chaudfontaine 

De heer Manganella Antonio, Grace-Hollogne 

De heer Marchand Pierre, Seraing 

De heer Marquenie Johnny, Antwerpen 

Mevr. Massart Annie, Jemeppe-Sur-Sambre 

De heer Massin Alain, Yvoir 

De heer Massinon Jean, Waver 

De heer Mastore Antonio, Charleroi 

Mevr. Materne Nadine, Remicourt 

De heer Mathieu Philippe, Gedinne 

De heer Mathieu Pol, Stavelot 

De heer Matte Michel, ’S Gravenbrakel 

De heer Mattens Noel, Erpe-Mere 

De heer Matthe Jozef, Rijkevorsel 

De heer Meersman Danny, Kruibeke 

De heer Meersman Rudi, Lokeren 

De heer Meeusen Constant, Essen 

De heer Meeuws Peter, Knesselare


Mme Meganck Monique, Haaltert 

M. Mensior Alain, Grace-Hollogne 

Mlle. Merlin Anne, Molenbeek-Saint-Jean 

M. Mertens John, Lubbeek 

Mlle. Meuderscheid Elvire, Bullange 

M. Meulewaeter Luc, Knokke-Heist 

Mme Meurisse Bernadette, Kraainem 

M. Mewissen Andre, As 

Mme Meyfroidt Roberte, Kuurne 

M. Michaux Francis, Nivelles 

M. Milecan Guy, Woluwe-Saint-Pierre 

M. Mine Albert, Hastiere 

Mme Mineur Agnes, Le Roeulx 

M. Minez Andre, La Louviere 

M. Minicucci Aldo, Liege 

Mme Minne Colette, Tubize 

M. Modanese Giovanni, Flemalle 

M. Modica Amore Giovanni, Crisnee 

M. Moelans Willy, Anvers 

M. Moelants Gilbert, Haacht 

Mme Moerkerke Christine, Deerlijk 

Mme Mongelluzzo Graziella, Manage 

M. Montant Andre, Seraing 

Mme Moronti Natalina, Waremme 

Mme Morsaint Elisabeth, Eghezee 

M. Mortelmans Bruno, Anvers 

M. Moulart Jean, Braine-L’Alleud 

M. Mourmaux Philippe, Aiseau-Presles 

M. Mourue Michel, Beaumont 

Mlle. Mousset Marguerite, Ramillies 

M. Moyse Christian, Amay 

M. Mrabet Houssain, Jette 

Mme Mulkers Frieda, Gingelom 

Mme Muller Ingrid, Eupen 

M. Muller Marcel, Andenne 

M. Muylaert Marcel, Courcelles 

M. Navez Michel, Charleroi 

M. Neerinck Ronny, Sint-Laureins 

Mme Nelis Annie, Sint-Amands 

Mlle. Neve Evelyne, La Louviere 

M. Neyt Andy, Assenede 

M. Neyt Joris, Assenede 

M. Nguyen Chi, Seraing 

M. Nieus Serge, Namur 

Mlle. Nihoul Marie, Schaerbeek 

Mme Noel Pascale, Verviers 

Mlle. Noelmans Godelieve, Hoeselt 

Mme Nokin Corine, Verviers 

M. Noppe Marc, Harelbeke 

Mme Normain Monique, Mons 

Mme Notte Danielle, Evere 

Mme Nuttinck Florence, Louvain-La-Neuve 

M. Oers Alex, Lochristi 

M. Onclin Daniel, Remicourt 

M. Oostvogels Marc, Anvers 

M. Op De Beeck Jan, Malines 

M. Ossenblok Eddy, Wuustwezel 

M. Pacholyk Yvan, Binche 

M. Paganelli Patrick, Neupre 

Mme Palmaers Rita, Bilzen 

Mme Panichella Maria, Seraing 

Mme Panozzo Giliola, La Louviere 

M. Paquet Jean, Mons 

Mme Parente Anna, Saint-Nicolas 

M. Parmentier Andre, Gembloux 

Mevr. Meganck Monique, Haaltert 

De heer Mensior Alain, Grace-Hollogne 

Mej. Merlin Anne, Sint-Jans-Molenbeek 

De heer Mertens John, Lubbeek 

Mej. Meuderscheid Elvire, Buellingen 

De heer Meulewaeter Luc, Knokke-Heist 

Mevr. Meurisse Bernadette, Kraainem 

De heer Mewissen Andre, As 

Mevr. Meyfroidt Roberte, Kuurne 

De heer Michaux Francis, Nijvel 

De heer Milecan Guy, Sint-Pieters-Woluwe 

De heer Mine Albert, Hastiere 

Mevr. Mineur Agnes, Le Roeulx 

De heer Minez Andre, La Louviere 

De heer Minicucci Aldo, Luik 

Mevr. Minne Colette, Tubeke 

De heer Modanese Giovanni, Flemalle 

De heer Modica Amore Giovanni, Crisnee 

De heer Moelans Willy, Antwerpen 

De heer Moelants Gilbert, Haacht 

Mevr. Moerkerke Christine, Deerlijk 

Mevr. Mongelluzzo Graziella, Manage 

De heer Montant Andre, Seraing 

Mevr. Moronti Natalina, Borgworm 

Mevr. Morsaint Elisabeth, Eghezee 

De heer Mortelmans Bruno, Antwerpen 

De heer Moulart Jean, Eigenbrakel 

De heer Mourmaux Philippe, Aiseau-Presles 

De heer Mourue Michel, Beaumont 

Mej. Mousset Marguerite, Ramillies 

De heer Moyse Christian, Amay 

De heer Mrabet Houssain, Jette 

Mevr. Mulkers Frieda, Gingelom 

Mevr. Muller Ingrid, Eupen 

De heer Muller Marcel, Andenne 

De heer Muylaert Marcel, Courcelles 

De heer Navez Michel, Charleroi 

De heer Neerinck Ronny, Sint-Laureins 

Mevr. Nelis Annie, Sint-Amands 

Mej. Neve Evelyne, La Louviere 

De heer Neyt Andy, Assenede 

De heer Neyt Joris, Assenede 

De heer Nguyen Chi, Seraing 

De heer Nieus Serge, Namen 

Mej. Nihoul Marie, Schaarbeek 

Mevr. Noel Pascale, Verviers 

Mej. Noelmans Godelieve, Hoeselt 

Mevr. Nokin Corine, Verviers 

De heer Noppe Marc, Harelbeke 

Mevr. Normain Monique, Bergen 

Mevr. Notte Danielle, Evere 

Mevr. Nuttinck Florence, Louvain-La-Neuve 

De heer Oers Alex, Lochristi 

De heer Onclin Daniel, Remicourt 

De heer Oostvogels Marc, Antwerpen 

De heer Op De Beeck Jan, Mechelen 

De heer Ossenblok Eddy, Wuustwezel 

De heer Pacholyk Yvan, Binche 

De heer Paganelli Patrick, Neupre 

Mevr. Palmaers Rita, Bilzen 

Mevr. Panichella Maria, Seraing 

Mevr. Panozzo Giliola, La Louviere 

De heer Paquet Jean, Bergen 

Mevr. Parente Anna, Saint-Nicolas 

De heer Parmentier Andre, Gembloux


32471 

M. Pascual Gamero Francisco, Engis 

Mme Paul Anne, Genappe 

M. Paul Marc, Nandrin 

M. Pauwels Marc, Geel 

M. Pauwels Ronald, Hemiksem 

M. Pecenko Damiano, Hensies 

M. Peeters Rudi, Geel 

M. Peeters Walter, Zoersel 

M. Peirsman Danny, Anvers 

M. Pennequin Bernard, Ath 

Mme Peree Arlette, Pepinster 

Mme Peters Valentine, Bilzen 

Mme Petit Annick, Wanze 

M. Petit Daniel, Liege 

M. Petrus Daniel, Roosdaal 

M. Philipkin Jean, Chaudfontaine 

M. Pieters Yves, Evergem 

M. Pire Jean, Woluwe-Saint-Pierre 

M. Pire Maurice, Huy 

Mme Pironet Dominique, Schaerbeek 

M. Pirrone Antonio, Flemalle 

Mme Pizzini Rita, Awans 

Mme Plas Patricia, Lennik 

M. Plumier Michel, Woluwe-Saint-Pierre 

M. Pluys Michel, Herenthout 

Mlle. Poels Marleen, Vosselaar 

Mme Poivre Martine, Ath 

M. Polfliet Pieter, Bruges 

M. Poli Pietro, Herstal 

M. Poncin Dominique, Anthisnes 

M. Postelmans Stefanus, Hasselt 

Mme Potie France, Manage 

M. Pottier Luc, Zelzate 

Mme Poullas Ekaterini, Charleroi 

M. Praet Erwin, Beveren 

M. Raquet Christian, Seraing 

M. Rebs Bruno, Fleron 

M. Rebts Bernard, Seneffe 

M. Rega Jimmy, Gand 

Mme Reinaers Claudine, Oupeye 

Mme Renard Dominique, Berchem-Sainte-Agathe 

M. Renard Michel, Mouscron 

Mme Renders Dominique, Tubize 

M. Renders Willy, Rijkevorsel 

M. Richart Guy, Binche 

M. Rizzo Pietro, Ans 

Mme Roegiers Regina, Assenede 

M. Roelen Patrick, Wuustwezel 

M. Rogier Willy, Anderlecht 

Mme Romanowicz Janina, La Louviere 

Mme Rombauts Anne, Beersel 

M. Rombauts Carlo, Bornem 

Mme Rombaux Yvette, La Louviere 

M. Romeo Francesco, La Louviere 

M. Roymans Eduard, Anvers 

Mme Rutten Josette, Ham 

M. S’Jongers Marc, Genk 

M. Saenen Daniel, Flemalle 

Mme Saive Anne, Bassenge 

M. Salagacki Francis, Oupeye 

Mme Sanchez Romero Mercedes, Saint-Josse-Ten-Noode 

M. Sanders Christiaan, Malines 

Mme Sandra Bernice, Courtrai 

M. Santese Paolo, Aiseau-Presles 

M. Santocono Pierino, Auderghem 

De heer Pascual Gamero Francisco, Engis 

Mevr. Paul Anne, Genepien 

De heer Paul Marc, Nandrin 

De heer Pauwels Marc, Geel 

De heer Pauwels Ronald, Hemiksem 

De heer Pecenko Damiano, Hensies 

De heer Peeters Rudi, Geel 

De heer Peeters Walter, Zoersel 

De heer Peirsman Danny, Antwerpen 

De heer Pennequin Bernard, Aat 

Mevr. Peree Arlette, Pepinster 

Mevr. Peters Valentine, Bilzen 

Mevr. Petit Annick, Wanze 

De heer Petit Daniel, Luik 

De heer Petrus Daniel, Roosdaal 

De heer Philipkin Jean, Chaudfontaine 

De heer Pieters Yves, Evergem 

De heer Pire Jean, Sint-Pieters-Woluwe 

De heer Pire Maurice, Hoei 

Mevr. Pironet Dominique, Schaarbeek 

De heer Pirrone Antonio, Flemalle 

Mevr. Pizzini Rita, Awans 

Mevr. Plas Patricia, Lennik 

De heer Plumier Michel, Sint-Pieters-Woluwe 

De heer Pluys Michel, Herenthout 

Mej. Poels Marleen, Vosselaar 

Mevr. Poivre Martine, Aat 

De heer Polfliet Pieter, Brugge 

De heer Poli Pietro, Herstal 

De heer Poncin Dominique, Anthisnes 

De heer Postelmans Stefanus, Hasselt 

Mevr. Potie France, Manage 

De heer Pottier Luc, Zelzate 

Mevr. Poullas Ekaterini, Charleroi 

De heer Praet Erwin, Beveren 

De heer Raquet Christian, Seraing 

De heer Rebs Bruno, Fleron 

De heer Rebts Bernard, Seneffe 

De heer Rega Jimmy, Gent 

Mevr. Reinaers Claudine, Oupeye 

Mevr. Renard Dominique, Sint-Agatha-Berchem 

De heer Renard Michel, Moeskroen 

Mevr. Renders Dominique, Tubeke 

De heer Renders Willy, Rijkevorsel 

De heer Richart Guy, Binche 

De heer Rizzo Pietro, Ans 

Mevr. Roegiers Regina, Assenede 

De heer Roelen Patrick, Wuustwezel 

De heer Rogier Willy, Anderlecht 

Mevr. Romanowicz Janina, La Louviere 

Mevr. Rombauts Anne, Beersel 

De heer Rombauts Carlo, Bornem 

Mevr. Rombaux Yvette, La Louviere 

De heer Romeo Francesco, La Louviere 

De heer Roymans Eduard, Antwerpen 

Mevr. Rutten Josette, Ham 

De heer S’Jongers Marc, Genk 

De heer Saenen Daniel, Flemalle 

Mevr. Saive Anne, Bitsingen 

De heer Salagacki Francis, Oupeye 

Mevr. Sanchez Romero Mercedes, Sint-Joost-Ten-Node 

De heer Sanders Christiaan, Mechelen 

Mevr. Sandra Bernice, Kortrijk 

De heer Santese Paolo, Aiseau-Presles 

De heer Santocono Pierino, Oudergem


M. Sarot Jacques, Mons 

Mme Saveries Anne, Gand 

M. Scalia Giuseppe, Neupre 

M. Scarano Pierrino, Ans 

Mme Scarpini Maria, Manage 

M. Scattolini Franco, Morlanwelz 

M. Scelfo Giuseppe, Soumagne 

M. Schaek Patrick, Izegem 

M. Schalenborgh Antoine, Maasmechelen 

M. Schatteman Rony, Zelzate 

M. Schaus Jean, Molenbeek-Saint-Jean 

M. Schelfhout Jean, Zelzate 

M. Schenck Luc, Anvers 

Mme Schepers Liliane, Bassenge 

M. Schings Alain, Saint-Nicolas 

M. Schoemans Alain, Hamoir 

M. Schollaert Jean, Les Bons Villers 

Mme Schreuer Christiane, Verviers 

M. Schroons Eduard, Keerbergen 

M. Schrooten Jan, Seraing 

Mme Schuddinck Tania, Tamise 

Mme Schyns Francine, Faimes 

M. Seeuws Eddy, Beerse 

M. Segers Wilfried, Anvers 

M. Senterre Philippe, Charleroi 

Mme Serna Nadia, Oupeye 

M. Servais Andre, Vise 

Mme Servais Anne, Flemalle 

M. Servais Patrice, Andenne 

M. Servais Roland, Saint-Georges-Sur-Meuse 

M. Servello Fortunato, Esneux 

M. Sevenants Daniel, Amay 

Mme Severi Liliane, Oud-Heverlee 

M. Silversmet Eric, Zomergem 

Mlle. Skulecz Jacqueline, Huy 

Mme Slechten Maggy, Ans 

M. Smekens Werner, Aarschot 

M. Smits Eddy, Anvers 

M. Snoeckx Christiaan, Turnhout 

Mme Son Pascaline, Flemalle 

Mme Soudant Josee, Tournai 

M. Souka Jacques, Fleron 

M. Spano Lorenzo, La Louviere 

M. Spiltoir Guy, Manage 

M. Spinette Koenraad, Haaltert 

M. Spitali Domenico, Liege 

M. Spote Jean, Verviers 

M. Staes William, Zwijndrecht 

M. Standaert Freddy, Gand 

M. Stappers Hubert, Oupeye 

M. Steeman Eric, Waasmunster 

M. Steffens Helmut, Saint-Vith 

M. Stevens Roger, Malines 

Mlle. Stockis Marie, Soumagne 

M. Stockman Patrick, Assenede 

Mme Stockmans Rita, Landen 

M. Stoffels Jan, Westerlo 

Mme Story Magda, Opwijk 

M. Stouvenakers Leon, Liege 

M. Streignard Luc, Rochefort 

M. Stroobants Christian, Villers-Le-Bouillet 

M. Stroobants Stefaan, Louvain 

M. Stuer Andre, Kruibeke 

Mme Suls Catharina, Wachtebeke 

Mme Suls Ingeborg, Wommelgem 

De heer Sarot Jacques, Bergen 

Mevr. Saveries Anne, Gent 

De heer Scalia Giuseppe, Neupre 

De heer Scarano Pierrino, Ans 

Mevr. Scarpini Maria, Manage 

De heer Scattolini Franco, Morlanwelz 

De heer Scelfo Giuseppe, Soumagne 

De heer Schaek Patrick, Izegem 

De heer Schalenborgh Antoine, Maasmechelen 

De heer Schatteman Rony, Zelzate 

De heer Schaus Jean, Sint-Jans-Molenbeek 

De heer Schelfhout Jean, Zelzate 

De heer Schenck Luc, Antwerpen 

Mevr. Schepers Liliane, Bitsingen 

De heer Schings Alain, Saint-Nicolas 

De heer Schoemans Alain, Hamoir 

De heer Schollaert Jean, Les Bons Villers 

Mevr. Schreuer Christiane, Verviers 

De heer Schroons Eduard, Keerbergen 

De heer Schrooten Jan, Seraing 

Mevr. Schuddinck Tania, Temse 

Mevr. Schyns Francine, Faimes 

De heer Seeuws Eddy, Beerse 

De heer Segers Wilfried, Antwerpen 

De heer Senterre Philippe, Charleroi 

Mevr. Serna Nadia, Oupeye 

De heer Servais Andre, Wezet 

Mevr. Servais Anne, Flemalle 

De heer Servais Patrice, Andenne 

De heer Servais Roland, Saint-Georges-Sur-Meuse 

De heer Servello Fortunato, Esneux 

De heer Sevenants Daniel, Amay 

Mevr. Severi Liliane, Oud-Heverlee 

De heer Silversmet Eric, Zomergem 

Mej. Skulecz Jacqueline, Hoei 

Mevr. Slechten Maggy, Ans 

De heer Smekens Werner, Aarschot 

De heer Smits Eddy, Antwerpen 

De heer Snoeckx Christiaan, Turnhout 

Mevr. Son Pascaline, Flemalle 

Mevr. Soudant Josee, Doornik 

De heer Souka Jacques, Fleron 

De heer Spano Lorenzo, La Louviere 

De heer Spiltoir Guy, Manage 

De heer Spinette Koenraad, Haaltert 

De heer Spitali Domenico, Luik 

De heer Spote Jean, Verviers 

De heer Staes William, Zwijndrecht 

De heer Standaert Freddy, Gent 

De heer Stappers Hubert, Oupeye 

De heer Steeman Eric, Waasmunster 

De heer Steffens Helmut, Sankt Vith 

De heer Stevens Roger, Mechelen 

Mej. Stockis Marie, Soumagne 

De heer Stockman Patrick, Assenede 

Mevr. Stockmans Rita, Landen 

De heer Stoffels Jan, Westerlo 

Mevr. Story Magda, Opwijk 

De heer Stouvenakers Leon, Luik 

De heer Streignard Luc, Rochefort 

De heer Stroobants Christian, Villers-Le-Bouillet 

De heer Stroobants Stefaan, Leuven 

De heer Stuer Andre, Kruibeke 

Mevr. Suls Catharina, Wachtebeke 

Mevr. Suls Ingeborg, Wommelgem


32473 

Mme Swinnen Marina, Malines 

M. Synnesael Jose, Assenede 

M. Sys Etienne, Silly 

M. Taelman William, Zelzate 

Mme Tahar Houria, Schaerbeek 

Mme Talbot Dominique, Chaudfontaine 

M. Temmerman Roland, Wielsbeke 

Mme Terrana Giuseppa, La Louviere 

Mme Thevissen Isabelle, Tervuren 

M. Thielens Franky, Beveren 

M. Thienpont Guido, Wommelgem 

Mme Thiry Yvette, Baelen 

M. Thiryn Eddy, Lokeren 

M. Thoelen Marc, Westerlo 

M. Thomas Herman, Machelen 

Mme Thomas Josee, Charleroi 

M. Thone Daniel, Liege 

M. Thonon Guy, Blegny 

M. Tobajas Sanchez Rafael, Flemalle 

M. Tombal Michel, Seraing 

M. Torbeyns Roger, Molenbeek-Saint-Jean 

M. Triekels Dany, Lummen 

M. Trivillin Angelo, Manage 

M. Urbain Jean, Frameries 

M. Urbain Michel, Fosses-La-Ville 

M. Vaes Dirk, Hoegaarden 

M. Vallott Marc, Modave 

M. Van Acker Marnix, Zelzate 

M. Van Acker Willy, Aalter 

Mme Van Aeken Karin, Beerse 

M. Van Assel Frankie, Lokeren 

Mme Van Bambeke Martine, Hoeilaart 

M. Van Bastelaere Marc, Saint-Nicolas 

M. Van Belle Marnix, Evergem 

M. Van Biesbroeck Johan, Louvain 

Mme Van Brussel Hilda, Lokeren 

M. Van Brusselen Armand, Aarschot 

M. Van Calenberge Rudy, Gand 

Mme Van Cleuvenbergen Diana, Lille 

M. Van Cutsem Jean, Herstal 

M. Van Daele Philip, Roulers 

Mme Van Daelen Christine, Soignies 

Mme Van Dam Linda, Zwijndrecht 

M. Van Damme Benny, Melle 

M. Van De Genachte Frank, Maldegem 

Mme Van De Peer Martina, Zandhoven 

M. Van De Vijver Andre, Zwijndrecht 

M. Van De Voorde Luc, Moerbeke 

M. Van De Walle Danny, Wachtebeke 

M. Van De Wiele Freddy, Lochristi 

Mme Van Den Berge Tine, Hemiksem 

M. Van Den Bergh Walter, Aarschot 

M. Van Den Bogaert Ronny, Kontich 

M. Van Den Bosch Robert, Anvers 

M. Van Den Durpel Guy, Lokeren 

M. Van Den Langenbergh Frank, Zoersel 

M. Van Den Steene Patrick, Zelzate 

M. Van Der Beken Wim, Wachtebeke 

Mme Van Der Biest Nadine, Lede 

Mevr. Swinnen Marina, Mechelen 

De heer Synnesael Jose, Assenede 

De heer Sys Etienne, Opzullik 

De heer Taelman William, Zelzate 

Mevr. Tahar Houria, Schaarbeek 

Mevr. Talbot Dominique, Chaudfontaine 

De heer Temmerman Roland, Wielsbeke 

Mevr. Terrana Giuseppa, La Louviere 

Mevr. Thevissen Isabelle, Tervuren 

De heer Thielens Franky, Beveren 

De heer Thienpont Guido, Wommelgem 

Mevr. Thiry Yvette, Baelen 

De heer Thiryn Eddy, Lokeren 

De heer Thoelen Marc, Westerlo 

De heer Thomas Herman, Machelen 

Mevr. Thomas Josee, Charleroi 

De heer Thone Daniel, Luik 

De heer Thonon Guy, Blegny 

De heer Tobajas Sanchez Rafael, Flemalle 

De heer Tombal Michel, Seraing 

De heer Torbeyns Roger, Sint-Jans-Molenbeek 

De heer Triekels Dany, Lummen 

De heer Trivillin Angelo, Manage 

De heer Urbain Jean, Frameries 

De heer Urbain Michel, Fosses-La-Ville 

De heer Vaes Dirk, Hoegaarden 

De heer Vallott Marc, Modave 

De heer Van Acker Marnix, Zelzate 

De heer Van Acker Willy, Aalter 

Mevr. Van Aeken Karin, Beerse 

De heer Van Assel Frankie, Lokeren 

Mevr. Van Bambeke Martine, Hoeilaart 

De heer Van Bastelaere Marc, Sint-Niklaas 

De heer Van Belle Marnix, Evergem 

De heer Van Biesbroeck Johan, Leuven 

Mevr. Van Brussel Hilda, Lokeren 

De heer Van Brusselen Armand, Aarschot 

De heer Van Calenberge Rudy, Gent 

Mevr. Van Cleuvenbergen Diana, Lille 

De heer Van Cutsem Jean, Herstal 

De heer Van Daele Philip, Roeselare 

Mevr. Van Daelen Christine, Zinnik 

Mevr. Van Dam Linda, Zwijndrecht 

De heer Van Damme Benny, Melle 

De heer Van De Genachte Frank, Maldegem 

Mevr. Van De Peer Martina, Zandhoven 

De heer Van De Vijver Andre, Zwijndrecht 

De heer Van De Voorde Luc, Moerbeke 

De heer Van De Walle Danny, Wachtebeke 

De heer Van De Wiele Freddy, Lochristi 

Mevr. Van Den Berge Tine, Hemiksem 

De heer Van Den Bergh Walter, Aarschot 

De heer Van Den Bogaert Ronny, Kontich 

De heer Van Den Bosch Robert, Antwerpen 

De heer Van Den Durpel Guy, Lokeren 

De heer Van Den Langenbergh Frank, Zoersel 

De heer Van Den Steene Patrick, Zelzate 

De heer Van Der Beken Wim, Wachtebeke 

Mevr. Van Der Biest Nadine, Lede


M. Van Der Mijnsbrugge Danny, Ninove 

M. Van Der Steen Eric, Merksplas 

M. Van Der Veken Jan, Begijnendijk 

M. Van Der Velde Ronald, Zwijndrecht 

M. Van Der Voorde Ludo, Wellen 

M. Van Deuren Patrick, Quaregnon 

M. Van Dijck Wilfried, Ranst 

M. Van Dingenen Jozef, Vosselaar 

M. Van Eesbeeck Gilbert, Overijse 

Mme Van Elewyck Paula, Meise 

Mme Van Eyck Annie, Hoeilaart 

M. Van Eyck Patrick, Farciennes 

M. Van Fraeyenhove Luc, Tamise 

M. Van Geyt Marc, Hemiksem 

M. Van Ginderen Guy, Essen 

M. Van Grevelinge Dirk, Tamise 

Mme Van Gucht Bernadette, Buggenhout 

M. Van Haerenborgh Bruno, Anvers 

M. Van Hecke Ronald, Zelzate 

M. Van Herzeele Johan, Evergem 

M. Van Heucke Marc, Beveren 

M. Van Hoof Dirk, Heist-Op-Den-Berg 

M. Van Hulle Ronny, Maldegem 

M. Van Humskerke Willy, Schilde 

M. Van Laeken Jozef, Kontich 

Mlle. Van Landschoot Katrien, Maldegem 

Mme Van Leugenhaege Christiane, Kruibeke 

Mme Van Lint Annick, Kraainem 

M. Van Mechelen Marc, Oud-Turnhout 

Mme Van Moer Julienne, Lanaken 

Mme Van Neck Marina, Hasselt 

M. Van Nieuland Hendrik, Gand 

M. Van Nieuland Rudy, Wachtebeke 

M. Van Nueten Rene, Herentals 

M. Van Nuffel Laurent, Anvers 

M. Van Overmeire Sylvain, Termonde 

M. Van Praet Christian, Vilvorde 

M. Van Reck Johan, Anvers 

Mme Van Respaille Carine, Wielsbeke 

M. Van Reusel Albert, Olen 

M. Van Rooy Louis, Ham 

M. Van Rossem Marc, Aalter 

M. Van Santvliet Jan, Wuustwezel 

M. Van Semmertier Freddy, Wachtebeke 

M. Van Speybroeck Freddy, Evergem 

M. Van Staeyen Jozef, Vosselaar 

M. Van Steenlandt Christiaan, Anvers 

M. Van Strydonck Armand, Mortsel 

Mme Van Sumere Anne, Chaumont-Gistoux 

M. Van Tilborgh Josephus, Anvers 

M. Van Volxem Marc, Wachtebeke 

Mme Van Wymersch Mireille, Eghezee 

M. Van Wynsberghe Eddy, Zelzate 

M. Vandekerckhove Roland, Menin 

Mme Vanden Broeck Linda, Overijse 

Mlle. Vandenbemd Rita, Zaventem 

M. Vandenberghe Roland, Izegem 

M. Vandenbossche Paul, Anvers 

M. Vandenbulcke Johnny, Houthulst 

De heer Van Der Mijnsbrugge Danny, Ninove 

De heer Van Der Steen Eric, Merksplas 

De heer Van Der Veken Jan, Begijnendijk 

De heer Van Der Velde Ronald, Zwijndrecht 

De heer Van Der Voorde Ludo, Wellen 

De heer Van Deuren Patrick, Quaregnon 

De heer Van Dijck Wilfried, Ranst 

De heer Van Dingenen Jozef, Vosselaar 

De heer Van Eesbeeck Gilbert, Overijse 

Mevr. Van Elewyck Paula, Meise 

Mevr. Van Eyck Annie, Hoeilaart 

De heer Van Eyck Patrick, Farciennes 

De heer Van Fraeyenhove Luc, Temse 

De heer Van Geyt Marc, Hemiksem 

De heer Van Ginderen Guy, Essen 

De heer Van Grevelinge Dirk, Temse 

Mevr. Van Gucht Bernadette, Buggenhout 

De heer Van Haerenborgh Bruno, Antwerpen 

De heer Van Hecke Ronald, Zelzate 

De heer Van Herzeele Johan, Evergem 

De heer Van Heucke Marc, Beveren 

De heer Van Hoof Dirk, Heist-Op-Den-Berg 

De heer Van Hulle Ronny, Maldegem 

De heer Van Humskerke Willy, Schilde 

De heer Van Laeken Jozef, Kontich 

Mej. Van Landschoot Katrien, Maldegem 

Mevr. Van Leugenhaege Christiane, Kruibeke 

Mevr. Van Lint Annick, Kraainem 

De heer Van Mechelen Marc, Oud-Turnhout 

Mevr. Van Moer Julienne, Lanaken 

Mevr. Van Neck Marina, Hasselt 

De heer Van Nieuland Hendrik, Gent 

De heer Van Nieuland Rudy, Wachtebeke 

De heer Van Nueten Rene, Herentals 

De heer Van Nuffel Laurent, Antwerpen 

De heer Van Overmeire Sylvain, Dendermonde 

De heer Van Praet Christian, Vilvoorde 

De heer Van Reck Johan, Antwerpen 

Mevr. Van Respaille Carine, Wielsbeke 

De heer Van Reusel Albert, Olen 

De heer Van Rooy Louis, Ham 

De heer Van Rossem Marc, Aalter 

De heer Van Santvliet Jan, Wuustwezel 

De heer Van Semmertier Freddy, Wachtebeke 

De heer Van Speybroeck Freddy, Evergem 

De heer Van Staeyen Jozef, Vosselaar 

De heer Van Steenlandt Christiaan, Antwerpen 

De heer Van Strydonck Armand, Mortsel 

Mevr. Van Sumere Anne, Chaumont-Gistoux 

De heer Van Tilborgh Josephus, Antwerpen 

De heer Van Volxem Marc, Wachtebeke 

Mevr. Van Wymersch Mireille, Eghezee 

De heer Van Wynsberghe Eddy, Zelzate 

De heer Vandekerckhove Roland, Menen 

Mevr. Vanden Broeck Linda, Overijse 

Mej. Vandenbemd Rita, Zaventem 

De heer Vandenberghe Roland, Izegem 

De heer Vandenbossche Paul, Antwerpen 

De heer Vandenbulcke Johnny, Houthulst


32475 

Mme Vandenbussche Martine, Ardooie 

M. Vandenhouten Luc, Herzele 

Mme Vandenplas Marina, Overijse 

Mme Vander Elst Christiane, Kortenberg 

Mlle. Vander Elst Patricia, Manage 

M. Vander Stichelen Freddy, Audenarde 

Mme Vander Stricht Ariane, Bruxelles 

M. Vanderborght Alain, Court-Saint-Etienne 

Mme Vanderheyden Marie, Hal 

M. Vanderkelen Robert, Woluwe-Saint-Lambert 

M. Vandermeulen Dominique, Morlanwelz 

M. Vanderputten Bernard, Woluwe-Saint-Pierre 

Mme Vanderstichelen Marie, Braine-L’Alleud 

M. Vanderveken Freddy, Grimbergen 

M. Vandervelden Maurice, Fexhe-Le-Haut-Clocher 

Mme Vandevelde Dorothea, Anvers 

Mme Vandevorst Christine, Tirlemont 

M. Vandewalle Camiel, Sint-Laureins 

M. Vandewalle Jan, Assenede 

M. Vanhorebeek Paul, Herselt 

M. Vanhoutte Carl, Gand 

M. Vanhove Willy, Montaigu-Zichem 

M. Vanhulst Edouard, Steenokkerzeel 

Mme Vannevel Lutgarde, Waarschoot 

Mme Vanoppen Patricia, Wavre 

Mme Vanoverschelde Vera, Ypres 

M. Vanrostenberghe Eddy, Ruiselede 

M. Vanslembrouck Danny, Torhout 

M. Vanspringel Eddy, Herselt 

M. Vanstalle Alain, Tubize 

M. Veldeman Wim, Berlare 

M. Velle Francky, Kortemark 

M. Verbiest Johan, Waarschoot 

Mme Verbruggen Maria, Edegem 

M. Vercamer Yves, Dentergem 

M. Vercammen Johan, Sint-Gillis-Waas 

M. Vercauteren Johny, Beveren 

M. Verdonck Benedictus, Edegem 

M. Vereecken Francis, Seraing 

M. Vereecken Herman, Beveren 

M. Verelst Erik, Beveren 

Mlle. Verhaeghe Carine, Wervik 

M. Verhagen Guido, Merksplas 

M. Verheecke Jan, Evergem 

M. Verheye Geert, Oostrozebeke 

Mme Verhoeven Denise, Rumst 

M. Verhulst Wilfried, Rotselaar 

M. Verlinde Franky, Kortemark 

M. Verloo Marcus, Hulshout 

M. Vermeiren Arthur, Tamise 

Mme Verreycken Sonia, Herent 

M. Verschraege Guido, Stekene 

Mme Verschueren Anne, Lokeren 

M. Verstappen Robert, Brecht 

M. Versteynen Antonius, Geel 

M. Verstraeten Raf, Stekene 

M. Vertessen Theophile, Tielt-Winge 

M. Vertommen Edmond, Sint-Katelijne-Waver 

Mevr. Vandenbussche Martine, Ardooie 

De heer Vandenhouten Luc, Herzele 

Mevr. Vandenplas Marina, Overijse 

Mevr. Vander Elst Christiane, Kortenberg 

Mej. Vander Elst Patricia, Manage 

De heer Vander Stichelen Freddy, Oudenaarde 

Mevr. Vander Stricht Ariane, Bruxelles 

De heer Vanderborght Alain, Court-Saint-Etienne 

Mevr. Vanderheyden Marie, Halle 

De heer Vanderkelen Robert, Sint-Lambrechts-Woluwe 

De heer Vandermeulen Dominique, Morlanwelz 

De heer Vanderputten Bernard, Sint-Pieters-Woluwe 

Mevr. Vanderstichelen Marie, Eigenbrakel 

De heer Vanderveken Freddy, Grimbergen 

De heer Vandervelden Maurice, Fexhe-Le-Haut-Clocher 

Mevr. Vandevelde Dorothea, Antwerpen 

Mevr. Vandevorst Christine, Tienen 

De heer Vandewalle Camiel, Sint-Laureins 

De heer Vandewalle Jan, Assenede 

De heer Vanhorebeek Paul, Herselt 

De heer Vanhoutte Carl, Gent 

De heer Vanhove Willy, Scherpenheuvel-Zichem 

De heer Vanhulst Edouard, Steenokkerzeel 

Mevr. Vannevel Lutgarde, Waarschoot 

Mevr. Vanoppen Patricia, Waver 

Mevr. Vanoverschelde Vera, Ieper 

De heer Vanrostenberghe Eddy, Ruiselede 

De heer Vanslembrouck Danny, Torhout 

De heer Vanspringel Eddy, Herselt 

De heer Vanstalle Alain, Tubeke 

De heer Veldeman Wim, Berlare 

De heer Velle Francky, Kortemark 

De heer Verbiest Johan, Waarschoot 

Mevr. Verbruggen Maria, Edegem 

De heer Vercamer Yves, Dentergem 

De heer Vercammen Johan, Sint-Gillis-Waas 

De heer Vercauteren Johny, Beveren 

De heer Verdonck Benedictus, Edegem 

De heer Vereecken Francis, Seraing 

De heer Vereecken Herman, Beveren 

De heer Verelst Erik, Beveren 

Mej. Verhaeghe Carine, Wervik 

De heer Verhagen Guido, Merksplas 

De heer Verheecke Jan, Evergem 

De heer Verheye Geert, Oostrozebeke 

Mevr. Verhoeven Denise, Rumst 

De heer Verhulst Wilfried, Rotselaar 

De heer Verlinde Franky, Kortemark 

De heer Verloo Marcus, Hulshout 

De heer Vermeiren Arthur, Temse 

Mevr. Verreycken Sonia, Herent 

De heer Verschraege Guido, Stekene 

Mevr. Verschueren Anne, Lokeren 

De heer Verstappen Robert, Brecht 

De heer Versteynen Antonius, Geel 

De heer Verstraeten Raf, Stekene 

De heer Vertessen Theophile, Tielt-Winge 

De heer Vertommen Edmond, Sint-Katelijne-Waver


M. Vervoort Lucas, Heist-Op-Den-Berg 

M. Verweire Alexander, Zelzate 

M. Veuchelen Danny, Montaigu-Zichem 

M. Vignera Mario, Ans 

Mme Vincent Carmen, Ferrieres 

M. Vincent Jose, Molenbeek-Saint-Jean 

M. Vincenzotto Filippo, Bassenge 

M. Vion Philippe, Brunehaut 

M. Vissers Albert, Zwevegem 

M. Vitello Rosario, Seraing 

Mme Vits Myrjam, Hoegaarden 

M. Vizzini Calogero, Beyne-Heusay 

M. Vleugels Daniel, Seneffe 

M. Volon Serge, Verlaine 

M. Voorpijl Donne, Maaseik 

M. Vos Gerard, Riemst 

M. Vraie Pascal, Erquelinnes 

M. Vrancken Marcel, Louvain 

M. Vriendt Patrick, Zelzate 

M. Vucinic Patrick, Chaudfontaine 

M. Vuijlsteke Daniel, Gand 

M. Vuylsteke Johan, Wevelgem 

M. Waem Marc, Saint-Nicolas 

M. Wallaert Patrick, Harelbeke 

M. Warnimont Ivan, Anvers 

M. Wassink Gerard, Seraing 

M. Wauters Pierre, Charleroi 

M. Wauthier Michel, Charleroi 

Mme Wautier Jacqueline, Evere 

Mme Wautier Marie, Manage 

M. Werlotte Jean, Fleron 

Mme Wesenbeek Andree, Merksplas 

Mlle. Wey Rose, Baelen 

M. Weyn Guy, Stekene 

M. Willekens Albert, Schoten 

M. Willems Luc, Anvers 

M. Willez Philippe, Liege 

M. Willot Eric, Genappe 

M. Wouters Maurice, Nieuwerkerken 

M. Wozniak Rene, Seraing 

M. Wozniak Stanislaw, Seraing 

M. Wyns Pierre, Grimbergen 

M. Yagci Kasim, Hensies 

M. Zambuto Pasquale, Grace-Hollogne 

M. Zarattin Georges, Liege 

M. Zicot Max, Sambreville 

Ils prennent rang dans l’Ordre a dater du 8 avril 2014. 

De heer Vervoort Lucas, Heist-Op-Den-Berg 

De heer Verweire Alexander, Zelzate 

De heer Veuchelen Danny, Scherpenheuvel-Zichem 

De heer Vignera Mario, Ans 

Mevr. Vincent Carmen, Ferrieres 

De heer Vincent Jose, Sint-Jans-Molenbeek 

De heer Vincenzotto Filippo, Bitsingen 

De heer Vion Philippe, Brunehaut 

De heer Vissers Albert, Zwevegem 

De heer Vitello Rosario, Seraing 

Mevr. Vits Myrjam, Hoegaarden 

De heer Vizzini Calogero, Beyne-Heusay 

De heer Vleugels Daniel, Seneffe 

De heer Volon Serge, Verlaine 

De heer Voorpijl Donne, Maaseik 

De heer Vos Gerard, Riemst 

De heer Vraie Pascal, Erquelinnes 

De heer Vrancken Marcel, Leuven 

De heer Vriendt Patrick, Zelzate 

De heer Vucinic Patrick, Chaudfontaine 

De heer Vuijlsteke Daniel, Gent 

De heer Vuylsteke Johan, Wevelgem 

De heer Waem Marc, Sint-Niklaas 

De heer Wallaert Patrick, Harelbeke 

De heer Warnimont Ivan, Antwerpen 

De heer Wassink Gerard, Seraing 

De heer Wauters Pierre, Charleroi 

De heer Wauthier Michel, Charleroi 

Mevr. Wautier Jacqueline, Evere 

Mevr. Wautier Marie, Manage 

De heer Werlotte Jean, Fleron 

Mevr. Wesenbeek Andree, Merksplas 

Mej. Wey Rose, Baelen 

De heer Weyn Guy, Stekene 

De heer Willekens Albert, Schoten 

De heer Willems Luc, Antwerpen 

De heer Willez Philippe, Luik 

De heer Willot Eric, Genepien 

De heer Wouters Maurice, Nieuwerkerken 

De heer Wozniak Rene, Seraing 

De heer Wozniak Stanislaw, Seraing 

De heer Wyns Pierre, Grimbergen 

De heer Yagci Kasim, Hensies 

De heer Zambuto Pasquale, Grace-Hollogne 

De heer Zarattin Georges, Luik 

De heer Zicot Max, Sambreville 

Zij nemen vanaf 8 april 2014 hun rang in de Orde in.


32477 



[2015/202583] 

Arrêtés ministériels concernant les secrétaires 

des commissions paritaires 

Par arrêté ministériel du 19 mai 2015, 

qui produit ses effets le 1 er mai 2015, 

démission honorable de la fonction de secrétaire des commissions 

paritaires et sous-commissions paritaires citées ci-après est donnée à 

Mme Godelieve CALLEBAUT, experte technique honoraire à la 

Direction générale Relations collectives de travail : 

— Commission paritaire des ports; 

— Sous-commission paritaire pour le port d’Anvers, dénommée 

″Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen″; 

— Commission paritaire de l’industrie et du commerce du diamant. 



[2015/202583] 

Ministeriële besluiten betreffende de secretarissen 

van de paritaire comités 

Bij ministerieel besluit van 19 mei 2015, 

dat uitwerking heeft met ingang van 1 mei 2015, 

wordt eervol ontslag uit het ambt van secretaris van de hierna 

vermelde paritaire comités en paritaire subcomités gegeven aan 

Mevr. Godelieve CALLEBAUT, ere-technisch deskundige bij de Algemene 

Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen : 

— Paritair Comité voor het havenbedrijf; 

— Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, ″Nationaal 

Paritair Comité der haven van Antwerpen″ genaamd; 

— Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel. 



démission honorable de la fonction de secrétaire de la Commission 

paritaire du transport urbain et régional est donnée à Mme Christiane 

CHEVALIER, experte technique à la Direction générale Relations 

collectives de travail. 



wordt eervol ontslag uit het ambt van secretaris van het Paritair 

Comité voor het stads- en streekvervoer gegeven aan Mevr. Christiane 

CHEVALIER, technisch deskundige bij de Algemene Directie Collectieve 

Arbeidsbetrekkingen. 



démission honorable de la fonction de secrétaire de la Commission 

paritaire pour les entreprises de travail adapté et les ateliers sociaux est 

donnée à Mme Christine D’HOMME, experte administrative à la 

Direction générale Relations collectives de travail. 




Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen 

gegeven aan Mevr. Christine D’HOMME, administratief deskundige bij 

de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen. 



démission honorable de la fonction de secrétaire de la Souscommission 

paritaire de la préparation du lin est donnée à Mme Kim 

PERMENTIER, experte technique à la Direction générale Relations 

collectives de travail. 




Subcomité voor de vlasbereiding gegeven aan Mevr. Kim PER- 

MENTIER, technisch deskundige bij de Algemene Directie Collectieve 

Arbeidsbetrekkingen. 




paritaires citées ci-après est donnée à Mme Marie-Rose SCHIEMSKY, 

experte technique à la Direction générale Relations collectives de 

travail : 

— Commission paritaire auxiliaire pour ouvriers; 

— Commission paritaire pour les entreprises de travaux techniques 

agricoles et horticoles; 

— Commission paritaire de l’agriculture; 

— Commission paritaire pour les entreprises horticoles; 

— Commission paritaire pour les entreprises forestières. 




vermelde paritaire comités gegeven aan Mevr. Marie-Rose SCHIEMSKY, 

technisch deskundige bij de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen 

: 

— Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden; 

— Paritair Comité voor de ondernemingen van technische landen 

tuinbouwwerken; 

— Paritair Comité voor de landbouw; 

— Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; 

— Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf. 





Mme Valéria TURBANTE, experte technique à la Direction générale 

Relations collectives de travail : 

— Sous-commission paritaire pour les entreprises agréées fournissant 

des travaux ou services de proximité; 

— Commission paritaire pour le secteur socioculturel; 

— Sous-commission paritaire pour le secteur socioculturel de la 

Communauté française et germanophone et de la Région 

wallonne; 

— Sous-commission paritaire pour les organisations socioculturelles 

fédérales et bicommunautaires. 





Mevr. Valéria TURBANTE, technisch deskundige bij de Algemene 


— Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken 

of -diensten leveren; 

— Paritair Comité voor de socioculturele sector; 

— Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige 

en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest; 

— Paritair Subcomité voor de federale en bicommunautaire socioculturele 

organisaties.






Mme Ellen VAN MOESIEKE, experte administrative à la Direction 

générale Relations collectives de travail : 

— Commission paritaire de la transformation du papier et du 

carton; 

— Commission paritaire pour les services des aides familiales et 

des aides seniors; 

— Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales 

et des aides seniors de la Communauté flamande; 

— Sous-commission paritaire du transport urbain et régional de la 

Région flamande. 





Mevr. Ellen VAN MOESIEKE, administratief deskundige bij de Algemene 


— Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking; 

— Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp; 

— Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp 

van de Vlaamse Gemeenschap; 

— Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het 

Vlaamse Gewest. 



Mme Emmy BRUYNS, experte technique à la Direction générale 

Relations collectives de travail, est nommée secrétaire de la Commission 

paritaire pour les entreprises de travail adapté et les ateliers 

sociaux. 



wordt Mevr. Emmy BRUYNS, technisch deskundige bij de Algemene 

Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen, benoemd tot secretaris van 

het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale 

werkplaatsen. 



M. David DE SCHRYVER, expert technique à la Direction générale 

Relations collectives de travail, est nommé secrétaire des commissions 

paritaires et sous-commissions paritaires citées ci-après : 

— Commission paritaire pour les services des aides familiales et 

des aides seniors; 

— Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales 

et des aides seniors de la Communauté flamande. 



wordt de heer David DE SCHRYVER, technisch deskundige bij de 

Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen, benoemd tot 

secretaris van de hierna vermelde paritaire comités en paritaire 

subcomités: 

— Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp; 

— Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp 

van de Vlaamse Gemeenschap. 



Mme Christine D’HOMME, experte administrative à la Direction 

générale Relations collectives de travail, est nommée secrétaire de la 

Sous-commission paritaire de la préparation du lin. 



wordt Mevr. Christine D’HOMME, administratief deskundige bij de 


secretaris van het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding. 



Mme Valérie GOENS, experte technique à la Direction générale 

Relations collectives de travail, est nommée secrétaire des commissions 


— Commission paritaire auxiliaire pour ouvriers; 

— Commission paritaire pour les entreprises de travaux techniques 

agricoles et horticoles; 

— Commission paritaire de la transformation du papier et du 

carton; 

— Commission paritaire de l’agriculture; 

— Commission paritaire pour les entreprises horticoles; 

— Commission paritaire pour les entreprises forestières; 

— Sous-commission paritaire pour les entreprises agréées fournissant 

des travaux ou services de proximité; 

— Commission paritaire pour le secteur socioculturel; 


Communauté française et germanophone et de la Région 

wallonne; 

— Sous-commission paritaire pour les organisations socioculturelles 

fédérales et bicommunautaires. 



wordt Mevr. Valérie GOENS, technisch deskundige bij de Algemene 


de hierna vermelde paritaire comités en paritaire subcomités : 

— Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden; 

— Paritair Comité voor de ondernemingen van technische landen 

tuinbouwwerken; 

— Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking; 

— Paritair Comité voor de landbouw; 

— Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; 

— Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf; 

— Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken 

of -diensten leveren; 

— Paritair Comité voor de socioculturele sector; 

— Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige 

en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest; 

— Paritair Subcomité voor de federale en bicommunautaire socioculturele 

organisaties.


32479 



Mme Marie-Rose SCHIEMSKY, experte technique à la Direction 

générale Relations collectives de travail, est nommée secrétaire des 

commissions paritaires et sous-commissions paritaires citées ci-après: 




— Commission paritaire de l’industrie et du commerce du diamant. 



wordt Mevr. Marie-Rose SCHIEMSKY, technisch deskundige bij de 



subcomités: 




— Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel. 



Mme Ingrid VANWANGHE, experte technique à la Direction 



— Commission paritaire du transport urbain et régional; 

— Sous-commission paritaire du transport urbain et régional de la 

Région flamande. 



wordt Mevr. Ingrid VANWANGHE, technisch deskundige bij de 



subcomités: 

— Paritair Comité voor het stads- en streekvervoer; 

— Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het 

Vlaamse Gewest. 


qui entre en vigueur le 1 er juin 2015, 



M. Daniël ELSEN, expert technique honoraire à la Direction générale 


— Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières de gravier 

et de sable exploitées à ciel ouvert dans les provinces d’Anvers, 

de Flandre occidentale, de Flandre orientale, de Limbourg et du 

Brabant flamand; 

— Commission paritaire de l’industrie chimique; 

— Commission paritaire de la construction; 

— Commission paritaire pour employés del’industrie chimique; 




— Commission paritaire des établissements et services d’éducation 

et d’hébergement; 

— Sous-commission paritaire des établissements et services d’éducation 

et d’hébergement de la Communauté flamande; 

— Commission paritaire de l’industrie et du commerce du diamant; 

— Sous-commission paritaire pour les entreprises de travail adapté 

subsidiées par la Communauté flamande ou par la Commission 

communautaire flamande et les ateliers sociaux agréés et/ou 

subsidiés par la Communauté flamande; 


Communauté flamande. 


dat in werking treedt op 1 juni 2015, 


vermelde paritaire comités en paritaire subcomités gegeven aan de 

heer Daniël ELSEN, ere-technisch deskundige bij de Algemene Directie 

Collectieve Arbeidsbetrekkingen : 

— Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven 

welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies 

Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en 

Vlaams-Brabant; 

— Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid; 

— Paritair Comité voor het bouwbedrijf; 

— Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid; 




— Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen 

en -diensten; 

— Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen 

en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap; 

— Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel; 

— Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd 

door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse 

Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend 

en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap; 

— Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse 

Gemeenschap. 




Relations collectives de travail, est nommée secrétaire des souscommissions 

paritaires citées ci-après : 

— Sous-commission paritaire pour les entreprises de travail adapté 

subsidiées par la Communauté flamande ou par la Commission 

communautaire flamande et les ateliers sociaux agréés et/ou 

subsidiés par la Communauté flamande; 


Communauté flamande. 





de hierna vermelde paritaire subcomités: 

— Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd 

door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse 

Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend 

en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap; 

— Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse 

Gemeenschap.




M. Theophiel CEULEMANS, expert technique à la Direction générale 

Relations collectives de travail, est nommé secrétaire de la Commission 

paritaire de l’industrie et du commerce du diamant. 



wordt de heer Theophiel CEULEMANS, technisch deskundige bij de 


secretaris van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en 

-handel. 



M. Nicolas DEFISE, attaché à la Direction générale Relations 

collectives de travail, est nommé secrétaire des commissions paritaires 

citées ci-après: 

— Commission paritaire de l’industrie chimique; 

— Commission paritaire pour employés del’industrie chimique. 



wordt de heer Nicolas DEFISE, attaché bij de Algemene Directie 

Collectieve Arbeidsbetrekkingen, benoemd tot secretaris van de hierna 

vermelde paritaire comités: 

— Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid; 

— Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid. 



M. David DE SCHRYVER, expert technique à la Direction générale 

Relations collectives de travail, est nommé secrétaire de la Commission 

paritaire de la construction. 



wordt de heer David DE SCHRYVER, technisch deskundige bij de 


secretaris van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. 



Mme Kim PERMENTIER, experte technique à la Direction générale 





″Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen″. 



wordt Mevr. Kim PERMENTIER, technisch deskundige bij de 



subcomités: 



Paritair Comité der haven van Antwerpen″ genaamd. 



Mme Marie-Rose SCHIEMSKY, experte technique à la Direction 


Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières de gravier et de 

sable exploitées à ciel ouvert dans les provinces d’Anvers, de Flandre 

occidentale, de Flandre orientale, de Limbourg et du Brabant flamand. 



wordt Mevr. Marie-Rose SCHIEMSKY, technisch deskundige bij de 


secretaris van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en 

zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies 

Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams- 

Brabant. 



Mme Ellen VAN MOESIEKE, experte administrative à la Direction 



— Commission paritaire des établissements et services d’éducation 

et d’hébergement; 

— Sous-commission paritaire des établissements et services d’éducation 

et d’hébergement de la Communauté flamande. 



wordt Mevr. Ellen VAN MOESIEKE, administratief deskundige bij de 



subcomités: 

— Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen 

en -diensten; 

— Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen 

en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap. 


qui entre en vigueur le 1 er octobre 2015, 



M. Dirk CORYN, expert technique honoraire à la Direction générale 


— Commission paritaire de l’industrie des carrières; 

— Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières de petit 

granit et de calcaire à tailler de la province de Hainaut; 


granit et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur; 


dat in werking treedt op 1 oktober 2015, 



heer Dirk CORYN, ere-technisch deskundige bij de Algemene Directie 

Collectieve Arbeidsbetrekkingen : 

— Paritair Comité voor het groefbedrijf; 

— Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der 

groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen; 


groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en 

Namen;


32481 

— Sous-commission paritaire des carrières de porphyre des provinces 

du Brabant wallon et de Hainaut et des carrières de quartzite 

de la province du Brabant wallon; 

— Sous-commission paritaire de l’industrie des carrièresdegrès et 

de quartzite de tout le territoire du Royaume, à l’exception des 

carrières de quartzite de la province du Brabant wallon; 

— Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières de kaolin 

et de sable exploitées à ciel ouvert dans les provinces du Brabant 

wallon, de Hainaut, de Liège, de Luxembourg et de Namur; 

— Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières de gravier 

et de sable exploitées à ciel ouvert dans les provinces d’Anvers, 

de Flandre occidentale, de Flandre orientale, de Limbourg et du 

Brabant flamand; 

— Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières, cimenteries 

et fours à chaux de l’arrondissement administratif de 

Tournai; 

— Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières et scieries 

de marbres de tout le territoire du Royaume; 

— Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières de calcaire 

non taillé et des fours à chaux, des carrières de dolomies et des 

fours à dolomies de tout le territoire du Royaume; 

— Sous-commission paritaire de l’industrie de la récupération de 

terrils; 

— Sous-commission paritaire de l’industrie des ardoisières, des 

carrières de coticules et pierres à rasoir des provinces du Brabant 


— Commission paritaire des constructions métallique, mécanique 

et électrique; 

— Commission paritaire de l’industrie céramique; 

— Sous-commission paritaire des tuileries; 

— Commission paritaire de l’industrie et du commerce du pétrole; 

— Commission paritaire de l’industrie des tabacs; 

— Commission paritaire pour les entreprises de valorisation de 

matières premièresderécupération; 

— Sous-commission paritaire pour la récupération de métaux; 

— Sous-commission paritaire pour la récupération de chiffons; 

— Sous-commission paritaire pour la récupération du papier; 

— Sous-commission paritaire pour la récupération de produits 

divers; 

— Commission paritaire de la pêche maritime; 

— Commission paritaire pour employés des carrières de petit 

granit; 

— Commission paritaire pour employés des fabrications métalliques; 

— Commission paritaire pour employés de l’industrie et du 

commerce du pétrole; 

— Commission paritaire pour le travail intérimaire et les entreprises 

agréées fournissant des travaux ou services de proximité. 

— Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincies 

Waals-Brabant en Henegouwen en de kwartsietgroeven in de 

provincie Waals-Brabant; 

— Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en 

kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, 

uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals- 

Brabant; 

— Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en 

zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de 

provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en 

Namen; 

— Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven 

welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies 

Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en 

Vlaams-Brabant; 

— Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken 

en kalkovens van het administratief arrondissement 

Doornik; 

— Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en 

-zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk; 

— Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te 

houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven 

en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk; 

— Paritair Subcomité voor de terugwinning van steenstort; 

— Paritair Subcomité voor het bedrijf der leisteengroeven, coticulegroeven 

en groeven van slijpsteen voor scheermessen in de 


Namen; 

— Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw; 

— Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf; 

— Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen; 

— Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel; 

— Paritair Comité voor het tabaksbedrijf; 

— Paritair Comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen 

grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht; 

— Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen; 

— Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen; 

— Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier; 

— Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten; 

— Paritair Comité voor de zeevisserij; 

— Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven; 

— Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid; 

— Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid 

en -handel; 

— Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen 

die buurtwerken of -diensten leveren. 





M. Ghislain SERVAES, assistant administratif à la Direction générale 






granit. 





heer Ghislain SERVAES, administratief assistent bij de Algemene 





— Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven. 





paritaires citées ci-après: 

— Commission paritaire de l’industrie et du commerce du pétrole; 

— Commission paritaire pour employés de l’industrie et du 

commerce du pétrole. 





de hierna vermelde paritaire comités: 

— Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel; 

— Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid 

en -handel.




M. Theophiel CEULEMANS, expert technique à la Direction générale 

Relations collectives de travail, est nommé secrétaire de la Souscommission 

paritaire de l’industrie des carrières de gravier et de sable 

exploitées à ciel ouvert dans les provinces d’Anvers, de Flandre 

occidentale, de Flandre orientale, de Limbourg et du Brabant flamand. 



wordt de heer Theophiel CEULEMANS, technisch deskundige bij de 


secretaris van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en 

zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies 

Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams- 

Brabant. 



Mme Christine DELPRAT, experte technique à la Direction générale 



— Commission paritaire de l’industrie des carrières; 


granit et de calcaire à tailler de la province de Hainaut; 


granit et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur; 




— Sous-commission paritaire de l’industrie des carrièresdegrès et 

de quartzite de tout le territoire du Royaume, à l’exception des 

carrières de quartzite de la province du Brabant wallon; 

— Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières de kaolin 

et de sable exploitées à ciel ouvert dans les provinces du Brabant 


— Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières et scieries 

de marbres de tout le territoire du Royaume; 

— Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières de calcaire 

non taillé et des fours à chaux, des carrières de dolomies et des 

fours à dolomies de tout le territoire du Royaume; 

— Sous-commission paritaire de l’industrie de la récupération de 

terrils; 

— Sous-commission paritaire de l’industrie des ardoisières, des 

carrières de coticules et pierres à rasoir des provinces du Brabant 


— Commission paritaire des constructions métallique, mécanique 

et électrique; 

— Commission paritaire pour les entreprises de valorisation de 

matières premièresderécupération; 

— Sous-commission paritaire pour la récupération de métaux; 

— Sous-commission paritaire pour la récupération de chiffons; 

— Sous-commission paritaire pour la récupération du papier; 

— Sous-commission paritaire pour la récupération de produits 

divers; 


granit; 

— Commission paritaire pour employés des fabrications métalliques. 



wordt Mevr. Christine DELPRAT, technisch deskundige bij de 



subcomités: 

— Paritair Comité voor het groefbedrijf; 


groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen; 


groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en 

Namen; 




— Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en 

kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, 

uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals- 

Brabant; 

— Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en 

zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de 


Namen; 

— Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en 

-zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk; 

— Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te 

houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven 

en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk; 

— Paritair Subcomité voor de terugwinning van steenstort; 

— Paritair Subcomité voor het bedrijf der leisteengroeven, coticulegroeven 

en groeven van slijpsteen voor scheermessen in de 


Namen; 

— Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw; 

— Paritair Comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen 

grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht; 

— Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen; 

— Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen; 

— Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier; 

— Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten; 

— Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven; 

— Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid. 



Mme Corinne DEWAERSEGGERS, experte technique à la Direction 


Commission paritaire de l’industrie des tabacs. 



wordt Mevr. Corinne DEWAERSEGGERS, technisch deskundige bij 

de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen, benoemd tot 

secretaris van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf.


32483 



Mme Christine D’HOMME, experte administrative à la Direction 



— Commission paritaire de l’industrie céramique; 

— Sous-commission paritaire des tuileries. 



wordt Mevr. Christine D’HOMME, administratief deskundige bij de 



subcomités: 

— Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf; 

— Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen. 



Mme Valérie GOENS, experte technique à la Direction générale 

Relations collectives de travail, est nommée secrétaire de la Commission 

paritaire pour le travail intérimaire et les entreprises agréées 

fournissant des travaux ou services de proximité. 



wordt Mevr. Valérie GOENS, technisch deskundige bij de Algemene 


het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen 

die buurtwerken of -diensten leveren. 



M. Sven MUYLLE, expert technique à la Direction générale Relations 

collectives de travail, est nommé secrétaire de la Commission paritaire 

de la pêche maritime. 



wordt de heer Sven MUYLLE, technisch deskundige bij de Algemene 


het Paritair Comité voor de zeevisserij. 



Mme Valéria TURBANTE, experte technique à la Direction générale 






— Sous-commission paritaire de l’industrie des carrières, cimenteries 

et fours à chaux de l’arrondissement administratif de 

Tournai; 


granit. 



wordt Mevr. Valéria TURBANTE, technisch deskundige bij de 



subcomités: 




— Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken 

en kalkovens van het administratief arrondissement 

Doornik; 

— Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven. 

* 

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE 

[2015/202644] 

Notariat 

Par arrêté royal du 23 août 2014, entrant en vigueur à le 11 juin 2015, 

est acceptée, la démission de M. Hachez, E., de ses fonctions de notaire 

à la résidence de Soignies. 

Il est autorisé àporter le titre honorifique de ses fonctions. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 

[2015/202644] 

Notariaat 

Bij koninklijk besluit van 23 augustus 2014, dat in werking treedt op 

11 juni 2015, is aan de heer Hachez, E., ontslag verleend uit zijn ambt 

van notaris ter standplaats Zinnik. 

Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. 

Par arrêté royal du 18 janvier 2015, entrant en vigueur à ce jour, est 

acceptée, à sa demande, la démission de M. Vroninks, M., de ses 

fonctions de notaire à la résidence de Ham. 

Il est autorisé àporter le titre honorifique de ses fonctions. 

Bij koninklijk besluit van 18 januari 2015, dat heden in werking 

treedt, is aan de heer Vroninks, M., op zijn verzoek, ontslag verleend uit 

zijn ambt van notaris ter standplaats Ham. 

Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. 

Le recours en annulation des actes précités à portée individuelle peut 

être soumis à la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat 

endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit 

être envoyée au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 

1040 Bruxelles), sous pli recommandé àla poste. 

Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten met 


Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze 

bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief 

aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), 

te worden toegezonden.







[C − 2015/35704] 

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “De Vlaschaard”. — Definitieve vaststelling 

Bij besluit van 4/23/2015 heeft de Gemeenteraad van de gemeente Wielsbeke het gemeentelijk ruimtelijk 

uitvoeringsplan ″De Vlaschaard″ definitief vastgesteld. 

* 


[C − 2015/35705] 

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Centrum Wielsbeke”. — Definitieve vaststelling 

Bij besluit van 4/23/2015 heeft de Gemeenteraad van de gemeente Wielsbeke het gemeentelijk ruimtelijk 

uitvoeringsplan ″Centrum Wielsbeke″ definitief vastgesteld. 

* 


Vlaams Ministerie Kanselarij en Bestuur 

Agentschap Binnenlands Bestuur 

[C − 2015/35706] 

29 MEI 2015. — Besluit tot wijziging van het besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap 

Binnenlands Bestuur van 20 maart 2015 houdende subdelegatie van sommige bevoegdheden over de algemene 

werking van het Agentschap Binnenlands Bestuur 

DE ADMINISTRATEUR-GENERAAL VAN HET AGENTSCHAP BINNENLANDS BESTUUR, 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van 

beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005 tot oprichting 

Van het intern verzelfstandigd agentschap “Agentschap Binnenlands Bestuur”; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van 

het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 maart 2015 betreffende de omvorming van de 

beleidsdomeinen Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid en Bestuurszaken tot het beleidsdomein Kanselarij en 

Bestuur; 

Gelet op het besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 20 maart 2015 houdende 

indeling van het agentschap in subentiteiten en tot vaststelling van het organogram; 

Gelet op het besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 20 maart 2015 houdende 

subdelegatie van sommige bevoegdheden over de algemene werking van het Agentschap Binnenlands Bestuur, 

Besluit : 

Artikel 1. In artikel 3 van het besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap Binnenlands Bestuur 

van 20 maart 2015 houdende subdelegatie van sommige bevoegdheden over de algemene werking van het Agentschap 

Binnenlands Bestuur wordt § 4 vervangen door wat volgt: 

“§ 4. De in dit besluit vermelde bedragen zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.” 

Art. 2. In artikel 4, §§ 1 en 3 van hetzelfde besluit wordt het vermelde bedrag van “2500 euro” verhoogd tot 

“8500 euro”.


32485 

Art. 3. In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt § 5 vervangen door wat volgt: 

“§ 5. Het hoofd van de afdeling Facility en ICT heeft delegatie om in het kader van de uitvoering van de begroting 

beslissingen te nemen met betrekking tot het aangaan van verbintenissen aan te rekenen op de begrotingsartikelen BD0- 

1BAC2ZZ-WT, BC0-1BAC2ZZ-WT en AB0-1AAX2ZZ-WT tot een bedrag van 8500 euro. Hij heeft delegatie om de eraan 

verbonden inkooporders te nemen en de eruit voortvloeiende uitgaven en betalingen goed te keuren.” 

Art. 4. Aan artikel 4 van hetzelfde besluit wordt een § 9 toegevoegd, die luidt als volgt: 

“§ 9. De in § 2 vermelde inhoudelijke ordonnateurs hebben delegatie om in het kader van de uitvoering van de 

begroting beslissingen te nemen met betrekking tot het aangaan van verbintenissen aan te rekenen op de 

beleidskredieten van het Agentschap Binnenlands Bestuur die gekoppeld zijn aan de eigen afdeling, tot een bedrag van 

8500 euro. Zij hebben delegatie om de eraan verbonden inkooporders te nemen en de eruit voortvloeiende uitgaven en 

betalingen goed te keuren.” 

Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2015. 


De administrateur-generaal van het Agentschap Binnenlands Bestuur, 

Guido DECOSTER 

* 



[C − 2015/35683] 

18 MEI 2015. — Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van de 

gronden gelegen in de site ’woonzone 3 voormalige textielbedrijven en een voormalige houthandel in 

Sint-Niklaas’ als site. — Aanvulling 

De OVAM, 

Gelet op het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (verder 

genoemd ‘Bodemdecreet’), inzonderheid op de artikelen 140 tot en met 145 en artikel 158; 

Overwegende dat de OVAM een beleid heeft uitgewerkt waarin een woonzone die bestaat uit meerdere 

(potentieel) verontreinigde gronden wordt opgenomen in een site overeenkomstig artikel 140 van het Bodemdecreet 

teneinde een integrale aanpak ervan te kunnen realiseren; 

Overwegende het besluit van de OVAM van 10 maart 2015 tot het vaststellen van de gronden gelegen in de 

woonzone ’’Woonzone 3 voormalige textielbedrijven en een voormalige houthandel in Sint-Niklaas” als site; dit besluit 

werd op 25 maart 2015 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad; 

Overwegende dat tijdens de voorbereiding op het site-onderzoek werd vastgesteld dat er meer percelen zijn 

gelegen op de voormalige locatie van het voormalige textielbedrijf Meert N.V. dan er opgenomen werden in het 

sitebesluit; dat de percelen gelegen aan de Lamstraat 87, 95, 97, 99, 101, 103, 105, 107, Edmond Meertstraat 6 tot 20 (even 

nummers), de garages in de Jan Frans Willemsstraat (zonder huisnummer) en de Lindenstraat 105 tot 125 (oneven 

nummers), ook behoorden tot de locatie van het textielbedrijf Meert; dat deze percelen dienen opgenomen te worden 

in een sitebesluit zodat alle bepalingen van het sitebesluit ook van toepassing zijn op dit perceel, 

Besluit : 

HOOFDSTUK I. — Aanvulling site 

Artikel 1. De kadastrale percelen, opgenomen in de lijst in bijlage 1, worden opgenomen in de site ‘Woonzone 3 

voormalige textielbedrijven en een voormalige houthandel in Sint-Niklaas’; 

Alle bepalingen die opgenomen zijn in het besluit van de OVAM van 10 maart 2015 tot het vaststellen van de 

gronden gelegen in de site ’Woonzone 3 voormalige textielbedrijven en een voormalige houthandel in Sint-Niklaas’ als 

site en dat op 25 maart 2015 werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, zijn ook geldig voor deze kadastrale percelen. 

HOOFDSTUK II. — Inwerkingtredingsbepaling 

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. 

Mechelen, 18 mei 2015. 

De Administrateur-generaal van de OVAM, 

H. De Baets


Bijlage 1 

Overzicht van de gronden met hun kadastrale gegevens (kadastrale toestand 01.01.2014), adres en voormalige 

risico-activiteit die deel uitmaken van de aanvulling op de site ’3 voormalige textielbedrijven en een voormalige 

houthandel’ in Sint-Niklaas – aanvulling


32487 

Bijlage 2: kaart met aanduiding van de percelen (kadastrale toestand 01.01.2014) die deel uitmaken van de aanvulling 

op de site ’3 voormalige textielbedrijven en een voormalige houthandel’ in Sint-Niklaas – aanvulling


REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST 


[2015/202544] 

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des 

déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de M. Tomasz Karolczyk, en qualité de transporteur de déchets 

autres que dangereux 

L’Inspecteur général, 

Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; 

Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et 

portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière 

de taxes régionales directes; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté 

du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt n o 94.211 du Conseil d’Etat du 

22 mars 2001; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et 

transporteurs de déchets autres que dangereux; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; 

Vu la demande introduite par M. Tomasz Karolczyk, le 30 mars 2015; 

Considérant que le requérant a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du 

Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, 

Acte : 

Article 1 er . § 1 er . M. Tomasz Karolczyk, Agrestowa 31, à PL-42-440 Ogrodzieniec-Ryczow (numéro Banque- 

Carrefour des Entreprises ou de T.V.A. : PL6491610678), est enregistré en qualité de transporteur de déchets autres 

que dangereux. 

L’enregistrement est identifié par le numéro 2015-04-09-01. 

§ 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : 

-déchets industriels ou agricoles non dangereux. 

§ 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : 

-déchets dangereux; 

- huiles usagées; 

- PCB/PCT; 

-déchets animaux; 

-déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; 


-déchets inertes; 

-déchets ménagers et assimilés. 

Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1 er , § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région 

wallonne. 

Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un 

collecteur enregistré de déchets. 

Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. 

Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrant du respect des prescriptions 

requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. 

Art. 5. § 1 er .Leprésent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport 

de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. 

§ 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des 

déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : 

a) la description du déchet; 

b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; 

c) la date du transport; 

d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des 

déchets; 

e) la destination des déchets; 

f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; 

g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. 

§ 3. La procédure viséeau§ 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé 

à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets.


32489 

Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. 

Art. 7. § 1 er .L’impétrant remet à la personne dont il a reçu des déchets une attestation mentionnant : 

a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; 

b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des 

déchets; 

c) la date et le lieu de la remise; 

d) la quantité de déchets remis; 

e) la nature et le code des déchets remis; 

f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. 

§ 2. Un double de l’attestation prévue au § 1 er est tenu par l’impétrant pendant cinq ans à disposition de 

l’Administration. 

Art. 8. § 1 er .L’impétrant transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des 

déchets, une déclaration de transport de déchets. 

La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. 

La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. 

§ 2. L’impétrant conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. 

Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrant transmet à l’Office 

wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations 

suivantes : 

1 o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers 

et affectés au transport des déchets; 

2 o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. 

Art. 10. En exécution de l’article 18, § 1 er ,dudécret du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des 

déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement 

et au contentieux en matière de taxes régionales directes, l’impétrant transmet trimestriellement à l’Office wallon des 

déchets, Direction des Instruments économiques, une déclaration fiscale sur base des modèles communiqués par 

l’Office wallon des déchets. 

Art. 11. Si l’impétrant souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent 

enregistrement, il en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend 

acte. 

Art. 12. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les 

transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, 

aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrant la possibilité de faire valoir ses 

moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. 

En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrant soit de nature à causer un 

retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrant n’ait été 

entendu. 

Art. 13. § 1 er .L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. 

§ 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite 

de validité susvisée. 

Namur, le 9 avril 2015. 

Ir A. HOUTAIN 

* 


[2015/202545] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de M. Jean-François Bidaine, en qualité de transporteur de 

déchets autres que dangereux 








22 mars 2001; 




Vu la demande introduite par M. Jean-François Bidaine, le 3 avril 2015;




Acte : 

Article 1 er . § 1 er . M. Jean-François Bidaine, rue Bois la Dame 122, à 4020 Liège (numéro Banque-Carrefour des 

Entreprises ou de T.V.A. : BE0588964697), est enregistré en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. 



-déchets ménagers et assimilés; 






- PCB/PCT; 



-déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1. 


wallonne. 














déchets; 





à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. 





déchets; 










La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets.


32491 




suivantes : 











acte. 







entendu. 





Ir A. HOUTAIN 

* 


[2015/202546] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de l’EURL Transports Vincent Bourgon, en qualité de transporteur 

de déchets autres que dangereux 








22 mars 2001; 




Vu la demande introduite par l’EURL Transports Vincent Bourgon, le 3 avril 2015; 

Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du 


Acte : 

Article 1 er . § 1 er .L’EURL Transports Vincent Bourgon, sise rue Despinoy 3, à F-59300 Valenciennes (numéro 

Banque-Carrefour des Entreprises ou de T.V.A. : FR90809119803), est enregistrée en qualité de transporteur de déchets 

autres que dangereux. 







- huiles usagées;


- PCB/PCT; 






wallonne. 




Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions 










déchets; 







Art. 7. § 1 er .L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : 



déchets; 





§ 2. Un double de l’attestation prévue au § 1 er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de 


Art. 8. § 1 er .L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des 




§ 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. 

Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office 


suivantes : 






et au contentieux en matière de taxes régionales directes, l’impétrante transmet trimestriellement à l’Office wallon des 


l’Office wallon des déchets.


32493 

Art. 11. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent 

enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en 

prend acte. 



aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses 


En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un 

retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été 

entendue. 





Ir A. HOUTAIN 

* 


[2015/202547] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Jurion, Luc, en qualité de transporteur de déchets 









22 mars 2001; 




Vu la demande introduite par la SPRL Jurion, Luc, le 3 avril 2015; 



Acte : 

Article 1 er . § 1 er . La SPRL Jurion, Luc, sise rue Jules Destrée 90, à 6183 Trazegnies (numéro Banque-Carrefour des 

Entreprises ou de T.V.A. : BE0454290491), est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. 








- PCB/PCT; 






wallonne. 





requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables.










déchets; 










déchets; 














suivantes : 











prend acte. 







entendue.


32495 





Ir A. HOUTAIN 

* 


[2015/202548] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de M. Joël Stephan, en qualité de transporteur de déchets autres 

que dangereux 








22 mars 2001; 




Vu la demande introduite par M. Joël Stephan, le 7 avril 2015; 



Acte : 

Article 1 er . § 1 er .M.Joël Stephan, rue de la Brèche Saulmony 2, à F-55110 Dun-sur-Meuse (numéro Banque- 

Carrefour des Entreprises ou de T.V.A. : FR315397547), est enregistré en qualité de transporteur de déchets autres que 

dangereux. 









- PCB/PCT; 



-déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1. 


wallonne. 














déchets;











déchets; 














suivantes : 











acte. 







entendu. 





Ir A. HOUTAIN 

* 


[2015/202549] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL FC Transports, en qualité de transporteur de déchets 









22 mars 2001;


32497 




Vu la demande introduite par la SPRL FC Transports, le 7 avril 2015; 



Acte : 

Article 1 er . § 1 er . La SPRL FC Transports, sise avenue Paul Poncelet 118, à 6870 Saint-Hubert (numéro Banque- 

Carrefour des Entreprises ou de T.V.A. : BE0518890117), est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que 

dangereux. 



-déchets inertes. 




- PCB/PCT; 







wallonne. 














déchets; 










déchets; 






l’Administration.









suivantes : 











prend acte. 







entendue. 





Ir A. HOUTAIN 

AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN 

CONSEIL D’ETAT 

[C − 2015/18172] 



du Conseil d’État 

Stevens DECKERS, ayant élu domicile chez Mes Sarah HOUBEN et 

Werner VANDIJCK, avocats, ayant leur cabinet à 3530 Houthalen- 

Helchteren, Ringlaan 18/2, a demandé le 26 mars 2015 l’annulation de 

l’arrêté de la députation de la province de Limbourg du 17 décembre 

2014 portant approbation du plan communal d’exécution spatiale 

« Recyclagepark »àHoeselt que le conseil communal de la commune 

de Hoeselt a définitivement fixé en séance du 28 août 2014. 

Cet arrêté a été publié au Moniteur belge du 26 janvier 2015. 

Cette affaire est inscrite au rôle sous le numéro G/A. 215.406/X- 

16.194. 

Au nom du Greffier en chef, 

Yves Depoorter, 

Attaché administratif. 

RAAD VAN STATE 

[C − 2015/18172] 


Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor 

de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 

Steven DECKERS, die woonplaats kiest bij Mrs. Sarah HOUBEN en 

Werner VANDIJCK, advocaten, met kantoor te 3530 Houthalen- 

Helchteren, Ringlaan 18/2, heeft op 26 maart 2015 de nietigverklaring 

gevorderd van het besluit van de deputatie van de provincie Limburg 

van 17 december 2014 houdende goedkeuring van het gemeentelijk 

ruimtelijk uitvoeringsplan ″Recyclagepark″ te Hoeselt, dat definitief 

werd vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Hoeselt in 

zitting van 28 augustus 2014. 

Dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 

26 januari 2015. 

Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A.215.406/X- 

16.194. 

Namens de Hoofdgriffier, 


Bestuurlijk Attaché. 

STAATSRAT 

[C − 2015/18172] 

Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Erlasses des Regenten vom 23. August 1948 

zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates 

Stevens DECKERS, der bei Frau Sarah HOUBEN und Herrn Werner VANDIJCK, Rechtsanwälte in 3530 Houthalen- 

Helchteren, Ringlaan 18/2, Domizil erwählt hat, hat die Nichtigerklärung des Erlasses des Ausschusses der Provinz 

Limburg vom 17. Dezember 2014 zur Billigung des in der Sitzung des Gemeinderats von Hoeselt vom 28. August 2014 

endgültig festgelegten kommunalen räumlichen Ausführungsplans ″Recyclagepark″ in Hoeselt beantragt.


32499 

Dieser Erlass wurde im Belgischen Staatsblatt vom 26. Januar 2015 veröffentlicht. 

Diese Sache wurde unter der Nummer G/A 215.406/X-16.194 in die Liste eingetragen. 

Im Namen des Hauptkanzlers, 


Verwaltungsattaché. 

* 


[C − 2015/18173] 



du Conseil d’État 

Karin TEMMERMAN, Johan VANDE LANOTTE et Peter VANVELT- 

HOVEN ont demandé le 2 avril 2015 l’annulation de l’instruction de 

l’Administrateur général de l’Administration générale de l’Inspection 

spéciale des impôts du Service public fédéral Finances du 29 janvier 

2015 relative à la taxation des revenus déclarés tardivement. 

Cette affaire est inscrite au rôle sous le numéro G/A. 215.470/XIV-36.347. 

Au nom du Greffier en chef, 


Attaché administratif. 


[C − 2015/18173] 




Karin TEMMERMAN, Johan VANDE LANOTTE en Peter VANVELT- 

HOVEN hebben op 2 april 2015 de nietigverklaring gevorderd van de 

instructie van de Administrateur-generaal van de Algemene Administratie 

van de Bijzondere Belastinginspectie van de Federale Overheidsdienst 

Financiën van 29 januari 2015 betreffende de taxatie van niet 

tijdig aangegeven inkomsten. 

Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A.215.470/XIV-36.347. 

Namens de Hoofdgriffier, 


Bestuurlijk Attaché. 

STAATSRAT 

[C − 2015/18173] 



Karin TEMMERMAN, Johan VANDE LANOTTE und Peter VANVELTHOVEN haben am 2. April 2015 die 

Nichtigerklärung der Anweisung des Generalverwalters der Generalverwaltung der Sonderinspektion der Steuern des 

Föderalen Öffentlichen Dienstes Finanzen vom 29. Januar 2015 über die Besteuerung der verspätet angegebenen 

Einkünfte beantragt. 

Diese Sache wurde unter der Nummer G/A 215.470/XIV-36.347 in die Liste eingetragen. 

Im Namen des Hauptkanzlers, 


Verwaltungsattaché. 

* 


[C − 2015/18179] 



du Conseil d’Etat 

M. Youssouf DIALLO a demandé l’annulation de l’arrêté royal du 

16 février 2015 modifiant l’arrêté royal du 8 octobre 1981 sur l’accès au 

territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers. 

Cet arrêté a été publié au Moniteur belge du 20 février 2015. 

Cette affaire est inscrite au rôle sous le numéro G/A 215.652/XI-20.627. 

Pour le Greffier en chef, 

Chr. Stassart, 

Secrétaire en chef. 


[C − 2015/18179] 




De heer Youssouf DIALLO heeft de nietigverklaring gevorderd van het 

koninklijk besluit van 16 februari 2015 tot wijziging van het koninklijk 

besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het 

verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. 

Dat besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 

20 februari 2015. 

Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A 215.652/XI-20.627. 

Voor de Hoofdgriffier, 


Hoofdsecretaris. 

STAATSRAT 

[C − 2015/18179] 



Youssouf DIALLO hat die Nichtigerklärung des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 2015 zur Abänderung des 

Königlichen Erlasses vom 8. Oktober 1981 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das 

Entfernen von Ausländern beantragt. 

Dieser Erlass wurde im Belgischen Staatsblatt vom 20. Februar 2015 veröffentlicht. 

Diese Sache wurde unter der Nummer G/A 215.652/XI-20.627 in die Liste eingetragen. 

Für den Hauptkanzler, 


Hauptsekretär.



[C − 2015/18182] 

Avis prescrit par l’article 3quater de l’arrêté du Régent du 

23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du 

contentieux administratif du Conseil d’État 

L’ASBL Terre wallonne a demandé l’annulation de l’arrêté du 

Gouvernement wallon du 12 février 2015 exécutant le régime des 

paiements directs en faveur des agriculteurs. 

Cet arrêté a été publié au Moniteur belge du 10 mars 2015. 

Cette affaire est inscrite au rôle sous le numéro G/A 215.763/XIII- 

7304. 





[C − 2015/18182] 




De VZW Terre wallonne heeft de nietigverklaring gevorderd van het 

besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015 tot uitvoering van 

het systeem van de rechtstreekse betalingen ten gunste van de 

landbouwers. 


10 maart 2015. 

Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A 215.763/XIII- 

7304. 




STAATSRAT 

[C − 2015/18182] 

Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Erlasses des Regenten 

vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates 

Die ″Terre wallonne″ VoG hat die Nichtigerklärung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 12. Februar 

2015 zur Ausführung der Direktzahlungsregelung zugunsten der Landwirte beantragt. 

Dieser Erlass wurde im Belgischen Staatsblatt vom 10. März 2015 veröffentlicht. 

Diese Sache wurde unter der Nummer G/A 215.763/XIII-7304 in die Liste eingetragen. 



Hauptsekretär. 

* 


[C − 2015/18183] 



du Conseil d’Etat 

L’ASBL Union des hôteliers, restaurateurs, cafetiers et traiteurs de 

Bruxelles et entreprises assimilées de Bruxelles a demandé l’annulation 

de l’arrêté royal du 22 février 2015 modifiant l’arrêté royal n° 1du 

29 décembre 1992, relatif aux mesures tendant à assurer le paiement de 

la taxe sur la valeur ajoutée. 

Cet arrêté a été publié au Moniteur belge du 10 mars 2015. 

Cette affaire est inscrite au rôle sous le numéro G/A 215.828/XV- 

2802. 





[C − 2015/18183] 




De VZW Union des Hôteliers, Restaurateurs, Cafetiers et Traiteurs de 

Bruxelles et Entreprises assimilées de Bruxelles heeft de nietigverklaring 

gevorderd van het koninklijk besluit van 22 februari 2015 tot 

wijziging van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met 

betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de 

toegevoegde waarde. 


10 maart 2015. 

Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A 215.828/XV- 

2802. 




STAATSRAT 

[C − 2015/18183] 



Die ″Union des hôteliers, restaurateurs, cafetiers et traiteurs de Bruxelles et entreprises assimilées de Bruxelles″ 

VoG hat die Nichtigerklärung des Königlichen Erlasses vom 22. Februar 2015 zur Abänderung des Königlichen Erlasses 

Nr. 1 vom 29. Dezember 1992 über Maßnahmen im Hinblick auf die Gewährleistung der Zahlung der Mehrwertsteuer 

beantragt. 

Dieser Erlass wurde im Belgischen Staatsblatt vom 10. März 2015 veröffentlicht. 

Diese Sache wurde unter der Nummer G/A 215.828/XV-2802 in die Liste eingetragen. 



Hauptsekretär.


32501 




[C − 2015/24122] 

30 MARS 2015. — Déclaration conjointe 

pour les soins intégrés en faveur des malades chroniques 

La présente Déclaration conjointe constitue la base de la collaboration 

entre communautés, régions et autorité fédérale dans le cadre des soins 

intégrés en faveur des malades chroniques. 

1. MISSION 

Notre mission est de soutenir une amélioration de la qualité de vie de 

la population et, en particulier, en faveur des personnes souffrant d’une 

ou plusieurs maladies chroniques et, ce, afin qu’elles puissent fonctionner 

au mieux dans leur propre environnement (famille, école, travail) et 

dans la communauté, et puissent gérer leur processus de soins de 

manière active. 

Pour décrire cette mission, nous nous laissons inspirer du modèle 

‘Triple Aim’ : 

-améliorer l’état de santé de la population en général et des malades 

chroniques, 

-améliorer la qualité des soins, 

- accroître l’efficience des moyens alloués (offrir de meilleurs soins à 

partir des moyens investis), 

et cela, dans le respect de l’autonomie du patient. 

Afinderéaliser une telle mission, il convient d’initier un processus de 

réorganisation des soins, tout en portant une attention : 

- à l’accessibilité des soins; 

- au caractère durable du système de financement des soins; 

- à la bonne utilisation des moyens disponibles (humains, technologiques, 

...) 

Focus sur les malades chroniques :l’ensemble des personnes qui, au 

sein de la population, doivent faire face à des problèmes de santé qui 

requièrent des soins sur une longue durée, que ce soit en raison d’une 

maladie non transmissible (diabète, cancer, asthme...), d’une maladie 

transmissible persistante (VIH-SIDA), d’une maladie mentale (psychoses...), 

de certaines atteintes anatomiques ou fonctionnelles (cécité, 

sclérose en plaques...), d’une maladie rare, de la gestion de séquelles 

d’un événement accidentel (amputation, paralysie...), d’un état de 

multimorbidité complexe ou de grande dépendance ou encore d’une 

phase terminale. 

Quelles sont les actions stratégiques nécessaires pour pouvoir 

garantir de manière durable les soins et le soutien aux malades 

chroniques à la lumière d’une demande croissante, d’une multimorbidité 

plus fréquente, d’une capacité d’accès aux soins (isolement 

géographique, health literacy, ressources financières...) différente d’un 

individu à l’autre, d’une plus grande pression sur les soins professionnels, 

d’un contexte budgétaire réclamant l’austérité et d’un environnement 

institutionnel complexe ? 

La réorganisation des soins proposées se base sur le concept de soins 

intégrés, ce qui suppose de passer : 

- d’une approche fragmentée vers une approche orientée vers la 

continuité des soins 

- d’une approche orientée maladie vers une approche orientée 

besoins du patients et de la population 

- de soins aigus « réactifs » vers des soins préventifs, proactifs et 

planifiés; 

- d’un modèle médical vers un modèle multidisciplinaire orienté 

objectifs du citoyen, du patient et de son entourage; 

-d’un modèle orienté prestations de soins vers une approche de 

promotion de santé et d’équité dans les soins; 

-d’une relation d’autorité sur le citoyen/patient vers une relation de 

partenariat avec des patients plus autonomes dans leurs choix et la 

gestion de leurs problèmes de santé. 

2. VISION 

La vision sera celle de l’approche intégrée de soins médicaux, 

paramédicaux, psychosociaux, infirmiers et de bien-être, de façon à 

pouvoir offrir un ensemble coordonné de services : 

- centrés sur la personne et la population, 

- basés sur les spécificités et priorités de la population (stratification 

multidi-mensionnelle) et les besoins du patient, 

- orientés vers des objectifs précis, définis par l’équipe de soins, en 

collaboration avec le patient et son entourage, 

- planifiés et suivis, de la prévention et détection précoce à la fin de 

vie, 



EN LEEFMILIEU 

[C − 2015/24122] 

30 MAART 2015. — Gemeenschappelijke verklaring 

over de geïntegreerde zorg voor chronisch zieken 

Deze Gemeenschappelijke Verklaring vormt de basis voor de samenwerking 

tussen de gemeenschappen, de gewesten en de federale 

overheid in het kader van de geïntegreerde zorg voor chronisch zieken. 

1. MISSIE 

Onze missie is het streven naar een verbetering van de levenskwaliteit 

van de bevolking, en prioritair de personen met een of meerdere 

chronische aandoeningen, zodat die zo goed mogelijk kunnen functioneren 

in de eigen omgeving (familie, school, werk) en in de gemeenschap 

en op een actieve manier het zorgproces kunnen beheren. 

We laten ons bij onze missie inspireren door het Triple Aim-model : 

- de gezondheidstoestand van de algemene bevolking en van de 

chronisch zieken verbeteren; 

- de zorgkwaliteit verbeteren; 

- de toegewezen middelen efficiënter gebruiken (betere zorg aanbieden 

met de geïnvesteerde middelen). 

Daarbij moet de zelfredzaamheid van de patiënt worden gerespecteerd. 

Om die missie te realiseren, initiëren we een proces van reorganisatie 

van de zorg, waarbij we aandacht hebben voor : 

- toegankelijkheid van de zorg; 

- duurzaamheid van het financieringssysteem van de zorg; 

- beter gebruik van de beschikbare middelen (menselijk, technologisch, 

...). 

Focus op de chronisch zieken : alle personen in de bevolking die te 

maken hebben met gezondheidsproblemen die langdurige zorg nodig 

hebben, zowel door niet-overdraagbare aandoeningen (diabetes, kanker, 

astma,...), als door overdraagbare aandoeningen (HIV-aids,...), 

mentale aandoeningen (psychose,...), bepaalde anatomische of functionele 

beperkingen (blindheid, multiple sclerose,...), zeldzame ziekten, 

beperkingen ten gevolge van een ongeval (amputatie, verlamming,...), 

complexe multimorbiditeit, een grote zorgafhankelijkheid of in de fase 

van het levenseinde. 

Welke strategische acties zijn er nodig om duurzame zorg en 

ondersteuning aan chronisch zieken te kunnen garanderen in het licht 

van een toenemende vraag, een stijgende multimorbiditeit, interindividueel 

verschillende toegangsmogelijkheden tot zorg (geografisch isolement, 

health literacy, financiële middelen,...), een grotere druk op de 

professionele zorgverlening, een budgettaire context van besparingen 

en een complexe institutionele leefomgeving? 

Voor de reorganisatie van de zorg volgen we een benadering van 

geïntegreerde zorg met volgende eigenschappen : 

- van een gefragmenteerde benadering naar een benadering gericht 

op zorgcontinuïteit; 

- van een ziektegerichte benadering naar een benadering die op de 

behoeften van de patiënt en de bevolking gericht is; 

- van “reactieve” acute zorg naar preventieve, proactieve en geplande 

zorg; 

- van een medisch model naar een multidisciplinair model dat gericht 

is op de doelstellingen van de burger, de patiënt en zijn omgeving; 

- van een model dat op zorgverlening is gericht naar een benadering 

die gericht is op bevordering van gezondheid en equity in de zorg; 

- van een gezagsrelatie over de patiënt naar een partnerschap met 

burgers/patiënten die zelfredzamer zijn op het vlak van hun keuzes en 

het beheer van hun gezondheidsproblemen. 

2. VISIE 

De visie is er één van een geïntegreerde benadering van medische, 

paramedische, psychosociale, verpleegkundige en welzijnszorg, teneinde 

een gecoördineerde dienstverlening te kunnen aanbieden : 

- die populatie- en persoonsgericht is, 

- die gebaseerd is op de eigenschappen en prioriteiten van de 

verschillende bevolkingslagen (multidimensionele stratificatie) en op 

de behoeften van de patiënt, 

- die is gericht op welbepaalde doelen die door het zorgteam worden 

bepaald, samen met de patiënt en zijn omgeving, 

- die gepland is en opgevolgd wordt, vanaf de preventie en 

vroegdetectie tot aan het levenseinde,


- qui, en première instance, donnent au patient et aux soins informels 

(aidants-proches) la possibilité de gérer le processus de soins et ne fait 

intervenir les soins professionnels qu’en second plan, quand le patient 

ne peut y suffire et en vue de maintenir la personne dans le processus 

de soins (cette intervention étant éventuellement temporaire, le temps 

que le patient et son entourage soient à nouveau en mesure de gérer le 

processus de soins), 

- dispensés par des professionnels qualifiés dans le domaine de l’aide 

et des soins, pour autant que des soins professionnels soient requis 

dans le domaine de l’aide et des soins, 

- basés sur les meilleures données scientifiques disponibles, 

- accessibles, tant d’un point de vue géographique que financier, 

- prodigués de manière efficiente et durable et au moment opportun, 

- dispensés dans l’environnement le moins complexe possible mais 

approprié du point de vue clinique (principe de subsidiarité), 

- qui respectent le libre choix du patient, 

- qui tiennent compte des spécificités sociales et culturelles du patient 

et de la population 

- qui favorisent ‘l’empowerment’ du patient et des aidants-proches, 

ainsi que l’empowerment de l’entourage du patient, 

- qui incluent la prévention et intègrent le bien-être. 

Ceci suppose non seulement une politique de prévention efficiente, 

mais aussi une intégration des soins de routine liés aux conditions 

chroniques et des soins liés aux épisodes aigus ou requis par les 

conditions socio-économiques ou environnementales du patient. 

La stratégie et les actions qui en découlent tiendront compte de la 

situation spécifique et des développements en cours au sein des 

différentes communautés/régions. 

Dans la perspective des soins intégrés, c’est le patient qui est au 

centre de l’organisation des soins, contrairement aux anciens modèles 

de soins dictés par l’offre. Les soins intégrés présupposent des soins de 

santé et sociaux flexibles, personnalisés et sans rupture. 

Par définition, le point de départ est que le patient est le coordinateur 

de ses propres soins et le détenteur de ses propres informations de 

santé. Le‘patient central’ suppose aussi que les soins soient dispensés 

au plus près du milieu de vie habituel du patient. Il y est guidé, coaché, 

orienté et aidé par des professionnels (“patient empowerment”). La 

manière et la mesure dans laquelle il est guidé dépend de sa situation 

(autonomie, état de morbidité, état de dépendance, capacité às’autogérer.(1) 

L’abandon de la logique de soins dictés par l’offre signifie que le 

patient reçoit les bons soins, au bon moment et au bon endroit. Il 

n’importe pas tant de savoir qui dispense ces soins, mais bien si les 

soins dispensés sont de qualité. Cette vision prône donc des soins au 

patient qui dépassent les traditionnelles ‘lignes de soins’ et structures et 

font « tomber les murs ». 

Les soins centrés sur le patient ne doivent pas être confondus avec le 

« colloque singulier ». Les soins centrés sur le patient s’adressent à 

l’individu, mais englobent également des soins s’adressant à des 

groupes de population segmentésetdéfinis. Il s’agit donc aussi de soins 

au niveau d’une population. 

Enfin, les soins centrés sur le patient doivent également être 

davantage qu’un principe général d’usage approprié ou inapproprié. 

La qualité des soins pour le patient, objectif final des organisations de 

soins, doit être une préoccupation constante pour toute personne ou 

organisation active dans le secteur des soins (et du bien-être). 

L’objectif stratégique au niveau du réseau de soins est de réformer les 

soins en vue d’obtenir, au minimum, les résultats suivants en termes 

d’intégration locale : 

- 1 vision commune sur les soins : ceci suppose un changement de 

mentalités par lequel l’individualisme de chaque prestataire de soins 

fait place à un sentiment d’appartenance à un groupe, à 1 système, 

- 1 langage commun : des messages semblables sont transmis au 

patient par des prestataires individuels. Les prestataires doivent éviter 

de transmettre des messages contradictoires, ce qui nuit sensiblement à 

la confiance que les patients accordent au système de soins de santé et 

à leur capacité d’auto-détermination, 

- 1 système de dossier (électronique) dans lequel toutes les informations 

utiles sont disponibles en temps réel pour tous ceux qui en ont 

besoin, 

- 1 politique – 1 plan (multidisciplinaire, dépassant les frontières des 

‘lignes de soins’) : axes prioritaires au sein de la région, concertation 

concernant les rôles et responsabilités, 

-1‘espace’ : espace physique (impact à un niveau très accessible) ou 

virtuel, via l’utilisation de technologies modernes telles que vidéoconférences 

via apps. 

- die in eerste instantie de zelfzorg en informele zorg (mantelzorg) de 

kans geeft om het zorgproces vorm te geven. Pas bij ontoereikendheid 

van deze zorg moet professionele zorg voorhanden zijn om de persoon 

met zorgnood bij te staan in het zorgproces (dit kan zelfs tijdelijk zijn, 

totdat de draagkracht van de zelfzorg of informele zorg opnieuw 

toereikend is), 

- die, wanneer professionele zorg nodig is, verstrekt wordt door 

professionele zorgverleners, opgeleid in de zorg- en hulpverlening, 

- die gebaseerd is op de beste beschikbare wetenschappelijke 

gegevens, 

- die zowel financieel als geografisch toegankelijk is, 

- die op het juiste ogenblik op een efficiënte en duurzame manier 

wordt verricht, 

- die verleend wordt in een zo min mogelijk complexe omgeving, 

maar wel geschikt is vanuit klinisch oogpunt (subsidiariteitsprincipe), 

- die de vrije keuze van de patiënt respecteert 

- die rekening houdt met de sociale en culturele specificiteiten van de 

patiënt en de bevolking, 

- die ’empowerment’ van de patiënt en de mantelzorgers bevordert, 

evenals empowerment van de omgeving van de patiënt, 

- die voldoende oog heeft voor preventie en welzijnszorg. 

Dit impliceert zowel een efficiënt preventief gezondheidsbeleid als 

een integratie van routinezorg van de chronische aandoeningen en zorg 

in acute fases of zorg die vereist is door de socio-economische of 

omgevingsgerelateerde omstandigheden van de patiënt. 

In de hieruit volgende strategie en acties wordt rekening gehouden 

met de specifieke situatie en ontwikkelingen in de Gemeenschappen en 

Gewesten. 

Geïntegreerde zorg legt het perspectief van de patiënt op als 

organiserend principe van de dienstverlening ter vervanging van de 

oude aanbodgestuurde modellen van zorgverlening. Geïntegreerde 

zorg ontwikkelt een gezondheids- en sociale zorg die flexibel, gepersonaliseerd, 

en naadloos is. 

In die definitie is het uitgangspunt dat de patiënt de coördinator is 

van zijn eigen zorg en de drager van zijn eigen gezondheidsinformatie. 

“Patiënt centraal” betekent ook dat de zorg zo dicht mogelijk bij de 

natuurlijke leefomgeving van de patiënt geplaatst wordt. Hij/zij wordt 

daarbij gegidst, gecoacht, gestuurd en geholpen door de professionals 

(“patiënt empowerment”). De wijze waarop en de mate waarin de 

patiënt gegidst wordt is afhankelijk van zijn toestand (autonomie, 

morbiditeitsernst, afhankelijkheid, mate van zelfredzaamheid).(1) 

Het verlaten van de aanbodgestuurde zorg betekent dat de patiënt de 

juiste zorg krijgt op het juiste moment op de juiste plaats. Daarbij is niet 

belangrijk wie die zorg verleent , maar wel dat die zorg plaatsvindt op 

een kwaliteitsvolle wijze. Deze visie ontwikkelt dus een zorg voor de 

patiënten die de traditionele lijnen en structuren overstijgt, de muren 

doorbreekt. 

Patiënt-gerichte zorg mag niet verward worden met “colloque 

singulier”. Doelmatige patiënt-gerichte zorg richt zich op het individu, 

maar houdt ook in zorg voor gesegmenteerde, gedefinieerde groepen 

van patiënten en is dus ook zorg op populatie-niveau. 

Tenslotte moet patiënt-gerichte zorg meer zijn dan een te pas en 

onpas gebruikt algemeen principe. De kwaliteit van zorg voor de 

patiënten, het uiteindelijke doel van zorgorganisaties, moet een blijvende 

aandachtspunt vormen voor alle personen en organisaties die 

werkzaam zijn in de zorg- (en welzijns) sector. 

Het strategisch doel binnen het zorgnetwerk is de zorg te hervormen 

met tenminste de volgende resultaten van integratie op lokaal niveau : 

- 1 gemeenschappelijke visie op zorg : dit vereist een mentaliteitswijziging 

waarbij het individualisme van elke gezondheidszorgverlener, 

plaats ruimt voor een groepsgevoel, het gevoel deel uit te maken van 1 

systeem, 

- 1 gemeenschappelijke taal : gelijke boodschappen worden door de 

individuele zorgverleners naar de patiënten gestuurd. Zorgverleners 

moeten er zich voor hoeden om tegenstrijdige boodschappen te 

verspreiden want dat heeft een bijzonder nefast effect op het vertrouwen 

in de gezondheidszorg en de zelfredzaamheid van de patiënt, 

- 1 dossier systeem (elektronisch) waarbij in real time alle nodige 

patiëntengegevens beschikbaar zijn voor wie er toegangsrecht toe heeft, 

- 1 beleid – 1 plan (multidisciplinair, lijnsoverschrijdend) : prioritaire 

assen in een regio, afspraken over rollen en verantwoordelijkheden , 

-1‘ruimte’ : die ruimte kan fysiek zijn (drempelverlagend effect), of 

virtueel, met gebruik van de mogelijkheden die de moderne technologie 

ons biedt, bv. videoconferentie via apps.


32503 

Le décloisonnement est un concept important. Un tel décloisonnement 

doit se situer à la fois au niveau des mentalités de tous les 

stakeholders et au niveau des structures et de la communication. Cela 

signifie également un nouveau design du processus de soins (‘delivery 

system redesign’): 

- Redistribution des tâches et concertation autour des tâches (qui fait 

quoi et quand ?) un niveau locorégional (sur la base de guidelines et de 

consensus) 

- Sur la base du principe de subsidiarité : externaliser vers la 1ère 

ligne les soins hospitaliers peu complexes, concentrer dans les hôpitaux 

les soins hautement complexes présentant un faible volume 

- Tenir compte de la spécificité de chaque ‘ligne’ et fonction. En 

pratique, l’intégration des soins revient à intégrer deux modèles de 

fonctionnement : les soins des généralistes et de la 1ère ligne (soins 

intégraux, holistiques et horizontaux) et les soins spécialisés des 

hôpitaux (approfondis, verticaux et analytiques). Les deux modes de 

fonctionnement sont nécessaires et sont complémentaires, mais doivent 

être intégrés dans un paysage de soins de façon efficiente et rationnelle 

- Introduction nécessaire de nouvelles tâches et fonctions : le 

management des soins au niveau locorégional (soutenir et motiver les 

professionnels pour implémenter l’intégration des soins), case management, 

infirmier ‘soins chroniques’, assistants de pratique pour les 

généralistes, télé-consultations, infirmier de soins transmuraux, ... 

De tels réseaux de soins doivent être organisés au niveau locorégional, 

au départ des structures existantes, moyennant cependant une 

réorientation : 

- Le travail doit être orienté ‘objectifs’ et amélioration de la qualité 

des soins au patient 

- Le travail doit être centré sur le contenu : rédiger un plan réalisable 

et évaluable visant l’intégration et l’amélioration de la qualité des soins 

- Le travail doit être évalué au moyen d’indicateurs qui mesurent le 

processus et les résultats des soins au niveau du patient. 

- Le travail doit être intégré et dépasser les limites entre les ‘lignes’ : 

tous les stakeholders sont concernés 

Les « soins intégrés » supposent donc : 

- une politique de santé préventive qui s’articule notamment autour 

du concept de ‘health in all policies’ par lequel la promotion de la santé 

renforce les facteurs protecteurs (influence des déterminants positifs de 

la santé) ets’accompagne de mesures de prévention de la maladie, qui 

vise à contrecarrer les facteurs qui font peser une menace pour la santé, 

mais contient également des mesures de détection et d’intervention 

précoce 

- une approche holistique et individualisée du patient : tenir compte 

de son état de santé, mais également de son environnement, de son 

besoin d’autonomie, de ses capacités et limites (physiques et psychiques), 

de sa capacité àfaire des choix pour lui-même, des attentes de 

son entourage, des risques qu’il encourt, de ses aspirations et du 

caractère réaliste de celles-ci (modèle biopsychosocial) 

- une approche ‘collective’ multidisciplinaire autour du patient, par 

l’ensemble des personnes (prestataires d’aide ou de soins, entourage 

familial et social...) qui l’accompagnent pour gérer sa maladie et ses 

limites, sans pour autant multiplier plus que nécessaire le nombre 

d’intervenants 

- une approche ‘collective locale’ visant à réduire les inégalités de 

santé au sein de la population. Ceci signifie que, en partant d’un 

« modèle universel », suffisamment d’actions spécifiques peuvent être 

menées; il s’agit cependant d’éviter au maximum de retomber dans des 

soins catégoriels pour des groupes sociaux spécifiques vu que cela ne 

contribue pas à la cohésion sociale. 

- une approche de longue durée, incluant des soins planifiés et 

proactifs tout au long du parcours du patient et des modalités 

spécifiques pour assurer la continuité des soins. 

Les soins au patient sont plus que la somme d’un certain nombre 

d’actes intellectuels et techniques. A côté de l’acte intellectuel par lequel 

le prestataire met en pratique son savoir de professionnel et de l’acte 

technique par lequel une technologie est utilisée en soutien au 

diagnostic ou au traitement du patient, une place non négligeable doit 

être donnée aux éléments relationnels. 

Ces éléments relationnels couvrent : 

- la relation au patient : écoute, compréhension de son vécu et de ses 

attentes, réserves et craintes (empathie), prise de connaissance de son 

environnement familial, social, culturel et professionnel, information au 

patient, soutien à son autonomisation (via empowerment), accompagnement 

de son processus de soins..., 

Ontschotting is een centraal begrip. Die ontschotting moet zowel 

plaatsgrijpen in de geesten van alle stakeholders als in de structuren en 

in de communicatie. Dit betekent ook het hertekenen van het zorgverleningsproces 

(‘delivery system redesign’): 

- Taak (her)verdeling en taakafspraken (wie doet wat wanneer?) op 

lokaal/regionaal niveau (op basis van guidelines en consensus) 

- Op basis van het subsidiariteitsprincipe : laagcomplexe ziekenhuiszorg 

outsourcen naar 1° lijn, concentreren van laagvolume hoogcomplexe 

zorg in het ziekenhuis 

- Houdt rekening met de specificiteit van elke ‘lijn’ en functie. 

Feitelijk komt ‘integratie van zorg’ neer op het integreren van twee 

modellen van functioneren : de huisartsenzorg en de eerste lijn 

(integrale, holistische, horizontale zorg), en de specialistische zorg in de 

ziekenhuizen (dieptegerichte, verticale, analytische zorg). Beide functioneringswijzen 

zijn noodzakelijk en complementair aan elkaar, maar 

moeten in een efficiënt en rationeel zorglandschap geïntegreerd zijn 

- Noodzakelijke invoering van nieuwe taken en functies : regiozorgmanagement 

(ondersteuning & motivering van professionals om 

de integratie van zorg te implementeren), case management, chronische 

zorgverpleegkundige, praktijkassistent voor huisartsen, telecounselling, 

transmurale zorgverpleegkundige, ... 

Die zorgnetwerken moeten op loco-regionaal niveau georganiseerd 

worden, het best vertrekkende vanuit bestaande structuren, met 

evenwel een heroriëntering : 

- De werking moet gericht zijn op het doel, dit is kwaliteitsverbetering 

voor de zorg van de patiënt 

- De werking moet inhoudsgericht zijn, dit is het maken van een 

uitvoerbaar en evalueerbaar plan gericht op integratie en kwaliteitsverbetering 

van de zorg 

- De werking moet geëvalueerd worden aan de hand van indicatoren 

die op het patiëntenniveau het proces en de uitkomsten van zorg 

evalueren 

- De werking is geïntegreerd en lijnsoverschrijdend : alle stakeholders 

worden betrokken 

“Geïntegreerde zorg” houdt bijgevolg het volgende in : 

- een preventief gezondheidsbeleid dat zich o.a. richt op health in all 

policies waarbij gezondheidsbevordering bijdraagt tot het versterken 

van beschermende factoren (beïnvloeden van positieve determinanten 

voor gezondheid) en samen gaat met ziektepreventie, die gericht is op 

het tegengaan van bedreigende factoren en ook vroegdetectie en 

vroeginterventie inhoudt. 

- een holistische en geïndividualiseerde benadering van de patiënt : 

rekening houden met zijn gezondheidstoestand maar ook met zijn 

omgeving, zijn behoefte aan zelfredzaamheid, zijn (fysieke en psychische) 

vaardigheden en beperkingen, zijn vermogen om voor zichzelf 

keuzes te maken, de verwachtingen van zijn omgeving, de risico’s die 

hem omringen, zijn verzuchtingen en het realistische karakter ervan 

(biopsychosociaal model). 

- een ‘collectieve’ multidisciplinaire benadering rondom de patiënt 

door alle personen (hulp- of zorgverleners, familiale en sociale 

omgeving...) die hem helpen zijn ziekte en beperkingen te beheren, 

zonder het aantal zorgverleners meer dan nodig te vermeerderen. 

- een collectieve lokale benadering met het oog op het terugdringen 

van de gezondheidsongelijkheden in de bevolking. Dit betekent dat, 

vertrekkend van een ″universele benadering″, er voldoende specifieke 

actie moet mogelijk zijn. Men moet echter zoveel mogelijk vermijden 

om te vervallen in categoriale zorg voor specifieke sociale doelgroepen, 

vermits dit niet bijdraagt tot sociale cohesie. 

- een benadering op lange termijn met inbegrip van proactieve en 

geplande zorg over het gehele zorgtraject, en specifieke modaliteiten 

om de zorgcontinuïteit te verzekeren. 

De verzorging van de patiënt is meer dan de som van een aantal 

intellectuele en technische handelingen. Naast de intellectuele handeling 

waarbij de zorgverlener zijn professionele knowhow in de praktijk 

omzet en de technische handeling waarbij een technologie wordt 

gebruikt om de diagnose of de behandeling van de patiënt te 

ondersteunen, nemen de relationele elementen een cruciale plaats in. 

Die relationele elementen omvatten : 

- de relatie tot de patiënt : luisteren, begrip hebben voor wat hij heeft 

meegemaakt en voor wat hij verwacht, voor zijn terughoudendheid en 

zijn angsten (empathie), inzicht verwerven in zijn familiale, sociale, 

culturele en professionele omgeving, verstrekken van informatie aan de 

patiënt, ondersteuning bij het verwerven van een grotere zelfredzaamheid 

(door empowerment), begeleiden van het zorgproces,...,


- la relation (interpersonnelle et interinstitutionnelle) aux autres 

professionnels et non-professionnels : échange d’informations, mise en 

commun des évaluations diagnostiques, planification des actions de 

chacun (actes d’aide et de soins, prescription médicamenteuse, ...) dans 

une démarche multidisciplinaire et dans le respect de la vie privée du 

patient, 

- la relation entre l’individu et son environnement physique et social : 

cet environnement pouvant être porteur de santé comme néfaste pour 

la santé, les interventions politiques doivent viser à ce que cette 

environnement influence la santé de façon positive. 

Les gains à attendre de ces éléments relationnels se situent tant sur le 

plan de l’état de santé et le bien-être du patient et de son entourage, que 

sur le plan de sa satisfaction et de celle des professionnels de soins par 

rapport à la qualité des soins dispensés. Ceci doit conduire à des soins 

produisant de meilleurs résultats par rapport aux moyens investis, en 

particulier via : 

- une meilleure évaluation des besoins, une identification des besoins 

non rencontrés (exprimés ou non par le patient lui-même) et une 

meilleure gestion des risques et besoins via l’approche multidisciplinaire 

et l’implication du patient 

- une meilleure utilisation des ressources du patient lui-même et des 

ressources qui peuvent être apportées par son entourage 

- une meilleure adhésion du patient au processus de soins par une 

meilleure compréhension et maîtrise de ce qu’il vit et une attention 

particulière pour ses motivations personnelles (rationnelles ou plus 

émotives) et ses objectifs 

- une réduction des actes redondants ou évitables et de la charge de 

soins pesant sur le patient (et son entourage), par exemple en évitant 

des hospitalisations ou en réduisant leur durée 

- une prévention efficace et un repérage en temps utile des situations 

qui nécessitent l’intervention des professionnels 

- une meilleure identification des (nombreux) patients qui souhaitent 

s’investir dans la gestion de leur situation 

- une meilleure identification des patients pour lesquels il faut 

trouver des alternatives de prise en charge qui maximisent leur qualité 

de vie (sans faire peser sur eux une surabondance de soins et 

d’interventions) 

- une meilleure anticipation, par le patient lui-même, son entourage 

et les professionnels qui l’accompagnent, des étapes futures du 

parcours du patient via un plan de soins orienté objectifs (advanced 

care planning) 

- mais aussi une plus grande satisfaction des prestataires car leurs 

initiatives et actions sont mieux ciblées et, donc, conduisent à de 

meilleurs résultats en termes d’état de santé et de satisfaction du 

patient. 

3. STRATÉGIE 

Notre objectif, par la présente note de vision et le plan d’action qui 

doit en découler, est de soutenir, faciliter et renforcer le changement de 

système qui a déjà été initié dans différents secteurs de soins, 

éventuellement sous la forme de projets. 

Le changement attendu pour passer de l’approche ‘maladie’ à 

l’approche ‘personne’, ‘prévention’ et ‘soins intégrés’ relève également 

de la définition du rôle des prestataires et de leur investissement dans 

la relation avec le patient et avec les autres intervenants (formels et 

informels). La relation avec le patient doit elle-même générer un 

changement de rôle du patient (et de son entourage), susciter son 

adhésion et son autonomisation. 

Il faudra donc prévoir le temps et le soutien nécessaires pour 

accompagner tous les acteurs concernés dans ce processus de changement. 

Si l’approche est innovante, elle est cependant déjà largement 

partagée par de nombreux acteurs du terrain. En témoignent : divers 

projets développés par le terrain, le succès de certains projets spécifiques 

, mais également l’adhésion aux principes formulés dans le cadre 

de la note d’orientation ‘Vision intégrée des soins aux malades 

chroniques’. 

Le rôle des autorités est de soutenir et de faciliter ce changement 

d’approche et il convient d’agir simultanément sur différents plans : 

outils, modes de financement, guidelines, formation, structures de 

concertation, valorisation des efforts réalisés, mesure des performances, 

promotion des résultats obtenus, information de la population, ... 

Il s’agit donc de créer et soutenir un cadre propice au développement 

progressif d’une approche intégrée des soins en s’appuyant sur les 

forces en présence : prestataires d’aide et de soins (professionnels et 

- de (interpersoonlijke en inter-institutionele) relatie tot de andere 

professionele en niet-professionele zorgverleners : informatieuitwisseling, 

delen van diagnostische evaluaties, planning van de acties 

van iedere betrokkene (hulpverlening en zorghandelingen, voorschrijven 

van geneesmiddelen, ...) binnen een multidisciplinaire benadering 

en met respect voor de privacy van de patiënt, 

- de relatie van het individu tot zijn fysieke en sociale omgeving : de 

omgeving kan zowel gezondheidsbedreigend als gezondheidsbevorderend 

zijn en het beleid op die omgeving moet gericht zijn op 

een gunstige beïnvloeding van de gezondheid. 

De voordelen die men van deze relationele elementen verwacht, 

liggen zowel op het vlak van de gezondheidstoestand en het welzijn 

van de patiënt en zijn omgeving als op dat van zijn tevredenheid en de 

tevredenheid van de professionele zorgverleners over de kwaliteit van 

de verleende zorg. Dit moet leiden tot zorg die betere resultaten 

oplevert met betrekking tot de geïnvesteerde middelen, meer bepaald 

via : 

- een betere evaluatie van de behoeften , de identificatie van 

niet-vervulde behoeften (al dan niet uitgedrukt door de patiënt zelf) en 

een beter beheer van de risico’s en behoeften door een multidisciplinaire 

benadering en de betrokkenheid van de patiënt; 

- een beter gebruik van de middelen van de patiënt zelf en van de 

middelen die zijn omgeving kan verstrekken; 

- een betere deelname van de patiënt aan het zorgproces, door een 

beter begrip en een betere beheersing van wat de patiënt meemaakt en 

een bijzondere aandacht voor zijn persoonlijke motieven (rationeel of 

emotioneel) en zijn doelstellingen; 

- een vermindering van het aantal overtollige of vermijdbare 

handelingen en de zorglast voor de patiënt en zijn omgeving, 

bijvoorbeeld door het vermijden van hospitalisaties of het verminderen 

van de hospitalisatieduur; 

- een efficiënte preventie en tijdige opsporing van de situaties die de 

tussenkomst van professionele zorgverleners vereisen; 

- een betere identificatie van de (vele) patiënten die zich willen 

inzetten voor de regie over hun eigen situatie; 

- een betere identificatie van de patiënten voor wie er alternatieve 

vormen van zorg moeten worden gevonden die hun levenskwaliteit 

maximaal kunnen verbeteren (zonder ze te belasten met een overvloed 

aan verzorging en tussenkomsten); 

- een betere anticipatie door de patiënt zelf, zijn omgeving en de 

zorgverleners die hem begeleiden, van de volgende etappes in het 

traject van de patiënt door een doelgericht zorgplan (advanced care 

planning) 

- maar ook een grotere voldoening bij de zorgverleners omdat hun 

initiatieven en acties meer gericht zijn en dus tot betere resultaten 

leiden op het vlak van de gezondheidstoestand en de tevredenheid van 

de patiënt. 

3. STRATEGIE 

Het is onze doelstelling om met deze visienota en het hieruit 

volgende actieplan deze systeemshift die reeds in verschillende sectoren 

in de zorg, al dan niet projectmatig, werd ingezet, te ondersteunen, 

faciliteren en versterken. 

De verwachte verandering bij de overgang van een benadering die 

op ‘ziekte’ is gericht naar een benadering die op de ‘persoon’, 

‘preventie’ en ‘geïntegreerde zorg’ is gericht, hangt ook nauw samen 

met de definiëring van de rol van de zorgverleners en hun investering 

in de relatie met de patiënt en de andere actoren (formeel en informeel). 

De relatie met de patiënt moet op zichzelf een verandering veroorzaken 

in de rol van de patiënt (en van zijn omgeving), zijn deelname 

bevorderen en zijn zelfredzaamheid verhogen. 

Er zal dus moeten worden voorzien in de nodige tijd en ondersteuning 

om alle actoren die betrokken zijn bij dit veranderingsproces, te 

begeleiden. 

Ook al is de benadering innoverend, zij wordt echter al ruimschoots 

gedeeld door vele actoren op het terrein. Dat blijkt uit : diverse 

projecten die op het terrein zijn ontwikkeld, het welslagen van 

sommige specifieke projecten, maar ook de toetreding tot de principes 

die zijn geformuleerd in het kader van de oriëntatienota ‘Geïntegreerde 

visie op de zorg voor chronisch zieken’. 

Het is de rol van de overheid om die verandering van benadering te 

steunen en te vergemakkelijken. Daarbij moet er op verschillende 

vlakken tegelijk worden gewerkt : instrumenten, financieringswijzen, 

guidelines, opleiding, overlegstructuren, valorisatie van de geleverde 

inspanningen, meting van de prestaties, bekend maken van de 

behaalde resultaten, informeren van de bevolking, ... 

Er moet dus een gunstig klimaat worden gecreëerd en ondersteund 

voor de progressieve ontwikkeling van een geïntegreerde zorgbenadering 

uitgaande van de aanwezige krachten : de zorg- en hulpverleners


32505 

non-professionnels), patients, entourage et associations de patients, 

initiatives locales (CPAS, mutualités, organisations de volontaires) et 

aussi certaines organisations et entreprises désireux de s’engager dans 

le processus vers des soins de santé durables. 

Mais la condition la plus importante pour la réussite d’un processus 

de changement durable est la coopération intensive et constructive 

entre l’autorité fédérale et les Communautés/Régions. 

L’intention est de traiter le processus de changement de façon 

conjointe entre l’autorité fédérale et les Communautés/Régions. A tous 

niveaux et à tout moment du processus (définition de la stratégie, 

grandes lignes du plan d’action, choix des projets, suivi scientifique, ...), 

les différents niveaux de pouvoir doivent déterminer conjointement la 

direction et les choix, en tenant compte des compétences spécifiques, 

des priorités et des développements dans chacune des 

Régions/Communautés. 

Etape 1 : Etudes, notes préliminaires et finalisation du Plan 

Il s’agit de dresser un inventaire des actions à mener simultanément 

pour créer un climat propice au développement des soins intégrés en 

s’appuyant sur les ressources et initiatives existantes. L’objectif de cette 

étape est d’élaborer le plan d’actions global conjoint en faveur des 

malades chroniques, soutenu politiquement tant par les autorités 

fédérales que par les communautés/régions, et ce en collaboration avec 

les acteurs de terrains et les citoyens. 

Cette première étape a démarré avec : 

- le Position Paper du KCE, qui a dégagé 20 recommandations en 

faveur d’une approche intégrée des soins aux malades chroniques; 

- la note d’orientation Vision intégrée des soins aux malades 

chroniques en Belgique, qui résulte d’une réappropriation des recommandations 

du KCE par des acteurs de terrains (via des focus groupes) 

et a été soutenue par l’ensemble des autorités (fédérale et fédérées) 

dans le cadre de la Conférence Interministérielle Santé publique. 

Au terme de ce processus, les terrains d’actions identifiés couvrent 

les champs de la prévention, la détection précoce et les interventions 

précoces, la promotion du travail multidisciplinaire (y compris la 

développement du dossier patient multidisciplinaire), l’empowerment 

du patient (y compris health literacy), le case-management et le 

self-management, l’implication de l’entourage du patient et le soutien 

aux aidants-proches, la formation des prestataires aux problématiques 

de l’empowerment, de la multidisciplinarité et du case management, le 

développement d’une culture de qualité (diffusion de guidelines, 

évaluation des soins, de l’état de santé de la population et de la 

satisfaction des bénéficiaires et des prestataires, ...), les divers processus 

au niveau des soins eux-mêmes et au niveau de l’organisation entre les 

acteurs concernés, ... 

Le caractère de simultanéité des actions est important car : 

- si certaines actions ne sont pas développées, le plan d’actions dans 

son ensemble est fragilisé : si certains obstacles majeurs persistent, ils 

peuvent représenter des freins importants au changement 

- il est essentiel de donner un message fort à l’égard tant des patients 

que des prestataires, et à l’égard de la population dans son ensemble, 

par rapport aux options politiques retenues pour l’avenir : il convient 

que chacun comprenne qu’une réforme structurelle fondamentale est 

nécessaire, mais également y adhère. 

Etape 2 : Démarrage progressif, mais simultané, des différentes 

actions 

Au début de cette étape, la communication, l’accompagnement et le 

soutien de tous les acteurs concernés seront essentiels. Cette tâche 

devra être bien coordonnée entre le niveau fédéral (SPF Santé publique, 

INAMI), les régions/communautés, les diverses organisations concernées 

et les organisations professionnelles. 

Cette démarche aura pour objectifs de : 

- familiariser les acteurs concernés avec des éléments nouveaux, 

prévus dans le plan d’action et en particulier l’approche « Triple Aim »; 

-créer la confiance indispensable, entre autres sur le plan des budgets 

et des ressources : garantir le maintien du budget, mais également 

préciser clairement que, pour l’exécution de ce plan, aucuns moyens 

supplémentaires ne seront prévus et que les nouvelles initiatives 

devront être financées par la réaffectation et la mutualisation des 

ressources actuellement disponibles (basées sur les dépenses à politique 

inchangée) en fonction des priorités définies par les acteurs de terrain. 

- inciter et aider les acteurs à créer leur propre plan en fonction des 

besoins et ressources identifiés localement. 

(professioneel en niet-professioneel), de patiënten, hun omgeving en de 

patiëntenverenigingen, het plaatselijk initiatief (OCMW, ziekenfondsen, 

vrijwilligersorganisaties) en ook diverse organisaties en ondernemingen 

die zich voor het proces van duurzame zorgverlening willen 

inzetten. 

Belangrijkste randvoorwaarde echter voor het welslagen van een 

duurzaam veranderingstraject is de intensieve en constructieve samenwerking 

tussen de federale overheid en de Gemeenschappen/Gewesten. 

Het is de bedoeling om het veranderingsproces gezamenlijk aan te 

pakken tussen de federale overheid en de Gemeenschappen/Gewesten. 

Op elk niveau en moment in het traject (bepaling strategie, uitstippelen 

actieplan, keuze projecten, wetenschappelijke opvolging,...) dienen de 

bevoegdheidsniveaus gezamenlijk de richting en keuzes te bepalen. 

Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke bevoegdheden, 

prioriteiten en ontwikkelingen in elk van de 

Gemeenschappen/Gewesten. 

Fase 1 : Voorbereidende studies, nota’s en voltooiing van het plan 

Er moet een inventaris worden opgesteld van de acties die gelijktijdig 

moeten worden ondernomen om zodoende een gunstig klimaat te 

creëren voor de ontwikkeling van geïntegreerde zorg gebaseerd op de 

reeds bestaande bronnen en initiatieven. Dit moet leiden tot de 

ontwikkeling van het globale gemeenschappelijke actieplan voor 

chronisch zieken, dat politiek zowel wordt gedragen door de federale 

overheid als door de Gemeenschappen/Gewesten, en dit in samenwerking 

met de actoren op het terrein en de burgers. 

Deze eerste fase is begonnen met : 

- de Position Paper van het KCE, waarin 20 aanbevelingen werden 

gedaan voor een geïntegreerde benadering van de zorg voor chronisch 

zieken; 

-deoriëntatienota Geïntegreerde visie op de zorg voor chronisch 

zieken in België, die het resultaat is van een herformulering van de 

aanbevelingen van het KCE door actoren op het terrein (via focus 

groepen) en die door alle (federale en gefedereerde) overheden werd 

gesteund in het kader van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid. 

Na afloop van dat proces dekken de geïdentificeerde actieterreinen 

de aspecten preventie, vroegdetectie en vroeginterventie, bevordering 

van de multidisciplinaire werkzaamheden (waaronder de ontwikkeling 

van het multidisciplinaire patiëntendossier), empowerment van de 

patiënt (met inbegrip van health literacy), casemanagement en zelfmanagement, 

betrokkenheid van de omgeving van de patiënt en ondersteuning 

van de mantelzorger, opleiding van de zorgverleners rond 

empowerment, multidisciplinariteit en case-management, ontwikkeling 

van een kwaliteitscultuur(verspreiding van guidelines, evaluatie 

van de zorg, gezondheidstoestand van de bevolking, tevredenheid van 

de rechthebbenden en van de zorgverleners,...) en de diverse processen 

op niveau van de zorg zelf en op niveau van de organisatie tussen de 

betrokken actoren, ... 

De gelijktijdigheid van de acties is belangrijk, en wel om de volgende 

redenen : 

- indien sommige acties niet worden ontwikkeld, verzwakt het hele 

actieplan : indien sommige grote obstakels blijven bestaan, kunnen ze 

de verandering sterk afremmen; 

- het is van essentieel belang om een sterk signaal te geven, zowel aan 

de patiënten als aan de zorgverleners, en aan de bevolking in haar 

geheel, met betrekking tot de beleidsopties die voor de toekomst in 

aanmerking moeten worden genomen : elkeen moet begrijpen dat een 

fundamentele structurele hervorming noodzakelijk is en moet daar ook 

mee instemmen. 

Fase 2 : Geleidelijke, maar gelijktijdige start van de verschillende 

acties 

In het begin van deze fase zal de communicatie, de begeleiding en de 

ondersteuning van alle betrokken stakeholders essentieel zijn. Deze 

taak zal goed gecoördineerd moeten worden tussen het federale niveau 

(FOD Volksgezondheid, Riziv), de Gemeenschappen en Gewesten, 

diverse betrokken organisaties en de beroepsorganisaties. 

Deze stap heeft tot doel : 

- de actoren vertrouwd te maken met de nieuwe elementen die 

voorzien worden in het actieplan en meer bepaald met de ‘Triple Aim’ 

benadering 

- het noodzakelijke vertrouwen te creëren, onder meer op het vlak 

van budget en inkomsten : het behoud van budget garanderen, maar 

eveneens duidelijk maken dat voor de uitvoering van dit plan geen 

bijkomende middelen zullen worden voorzien en dat nieuwe initiatieven 

zullen worden gefinancierd door herallocatie en bundeling van de 

huidig beschikbare middelen (gebaseerd op de uitgaven aan ongewijzigd 

beleid) in functie van de prioriteiten gedefinieerd door de actoren 

op het terrein. 

- de actoren aansporen en ondersteunen om hun eigen plan op te 

stellen in functie van de behoeften en de middelen die lokaal 

geïdentificeerd worden


Les divers domaines d’actions identifiés à l’étape 1 supposent 

d’initier des actions à plusieurs niveaux : 

- au niveau de la prévention : la politique de prévention en santé 

menée par les communautés/régions doit être poursuivie et, si 

nécessaire et possible, orientée plus résolument vers la problématique 

des malades chroniques; 

- au niveau d’une bonne gestion du processus : les aspects pour 

lesquels une collaboration et répartition des tâches entre 

communautés/régions et autorité fédérale peut apporter une plusvalue 

commune en termes d’effectivité et d’efficience, feront l’objet de 

concertations; 

- au niveau des pratiques de terrain : 

a) créer les conditions nécessaires, soutenir et accompagner des 

projets expérimentaux au niveau locorégional, en s’appuyant sur les 

acteurs en place et les besoins de la population concernée, les aider à 

implémenter une approche de soins intégrés dans leur environnement 

(basée sur les principes du Triple Aim) et, ce, dans l’optique d’une 

implémentation nationale ultérieure (cfr étape 3) et d’une intégration 

des approches innovantes dont la plus-value a été démontrée; 

b) offrir un soutien technologique dans le domaine de l’e-Santé : 

au-delà des actions retenues dans la ‘Roadmap e-Santé’, il convient de 

soutenir le développement et l’implémentation d’outils spécifiques 

nécessaires à la prise en charge intégrée des patients chroniques, en 

cohérence avec les objectifs du dossier patient électronique et accessibles 

pour tous les professionnels, mais aussi pour le patient; 

c) repenser les modes de financement des soins : permettre de 

développer des modes de financement qui favorisent les soins multidisciplinaires, 

continus et sur mesure en faveur des patients chroniques 

et dépassent le clivage entre 1ère et 2ème ligne de soins; la réforme du 

financement des hôpitaux prévue en exécution de l’accord de gouvernement 

fédéral doit également être en concordance avec cette démarche; 

d) en accord avec les programmes de prévention des 

communautés/régions, clarifier le rôle des acteurs en matière de 

prévention (y compris en matière de détection précoce et d’interventions 

précoces) et leur fournir des méthodologies adéquates pour 

réaliser leurs tâches de prévention; 

- au niveau de la formation des professionnels (formation de base et 

formation continue) : développer, avec les partenaires de l’enseignement, 

des formes d’apprentissage portant sur l’empowerment des 

patients, le travail multidisciplinaire et le case-management; 

- au niveau du soutien scientifique : identifier les instances et acteurs 

susceptibles d’accompagner le processus de changement sur le plan 

méthodologique et scientifique, les réunir et réaliser le design d’un 

cahier des charges reprenant les différents volets de recherche et 

accompagnement scientifique:développement et implémentation de 

guidelines, recherche d’indicateurs de qualité et de performance 

pertinents, soutien méthodologique pour l’évaluation des besoins de la 

population, accompagnement et évaluation des projets-pilotes, ... 

- au niveau d’un monitoring global du plan d’actions et des 

interactions entre les diverses initiatives engagées:définition et suivi 

d’indicateurs de monitoring et de performance du système, structure 

de gouvernance, plan de financement et d’implémentation des actions,... 

- au niveau de la promotion de la nouvelle approche et de la 

valorisation des résultats auprès del’ensemble de la population et des 

professionnels : large plan de communication autour des objectifs du 

plan, des actions concrètes menées, de leur réappropriation au niveau 

local, de la valorisation des résultats, ... 

Pour agir simultanément sur ces différents niveaux, une étroite 

collaboration entre les différents niveaux de pouvoir (fédéral, communautaire, 

régional, local) est essentielle. La volonté est de fédérer 

l’ensemble des acteurs et utiliser au mieux toutes les ressources en 

présence. 

Un planning politique doit être mis en œuvre conjointement. Il est 

utile, à cet effet, de travailler avec des projets-pilotes. Une partie des 

prestataires de soins et d’aide sont dès à présent convaincus de la 

plus-value d’une approche intégrée des soins aux patients, mais il faut 

leur donner l’occasion de se rencontrer, les inciter à travailler ensemble 

et les soutenir dans le processus de changement : lever les obstacles, 

leur fournir les ressources et le contexte nécessaires (formation, 

guidelines, e-santé, ‘intégrateurs’,...) les accompagner et valoriser leurs 

résultats. 

Un cadre de dérogations aux règles actuelles et un soutien méthodologique 

leur seront offerts qui préciseront : 

- les objectifs à atteindre par les projets expérimentaux afin de 

rencontrer les principes du Triple Aim 

De verschillende geïdentificeerde actiedomeinen van fase 1 houden 

in dat er op meerdere vlakken acties worden gestart : 

- op vlak van preventie : het door de gemeenschappen/gewesten 

gevoerde preventieve gezondheidsbeleid wordt verder gezet en waar 

nodig en mogelijk sterker geörienteerd naar de problematiek van 

chronische zieken; 

- op vlak van goed bestuur : tussen gemeenschappen en de federale 

overheid worden die aspecten afgestemd waarbij samenwerking en 

taakverdeling een gezamenlijke meerwaarde heeft op vlak van effectiviteit 

en efficiëntie 

- op het vlak van de praktijken op het terrein : 

a) de creatie van de noodzakelijke randvoorwaarden, ondersteuning 

en begeleiding van proefprojecten op locoregionaal vlak, door te 

steunen op de actoren ter plaatse en de behoeften van de betrokken 

populatie, hen te helpen om in hun omgeving een geïntegreerde 

zorgbenadering te implementeren die (gebaseerd is op de principes van 

Triple Aim) met oog op een latere, nationale implementatie (zie fase 3) 

en met integratie van reeds bestaande innovatieve benaderingen 

waarvan het nut reeds werd aangetoond; 

b) het aanbieden van de technologische ondersteuning in het domein 

van e-Gezondheid : naast de acties die in de ‘Roadmap e-Gezondheid’ 

aan bod komen, moet de ontwikkeling en de implementatie worden 

ondersteund van specifieke instrumenten die nodig zijn voor de 

geïntegreerde zorg voor chronisch zieke patiënten, in lijn met de 

doelstellingen van het elektronisch patiëntendossier dat voor alle 

professionals toegankelijk is, maar ook voor de patiënt; 

c) de hervorming van de financieringswijzen van de zorg : financieringswijzen 

ontwikkelen die de multidisciplinaire, continue zorg op 

maat ten gunste van chronisch zieke patiënten bevorderen en de kloof 

tussen 1e en 2e lijn overbruggen; de hervorming van de ziekenhuisfinanciering 

in uitvoering van het federaal regeerakkoord dient hier 

eveneens op afgestemd; 

d) afgestemd op de preventieprogramma’s van de 

gemeenschappen/gewesten, de rol van de zorgactoren op vlak van 

preventie (met inbegrip van vroegdetectie en vroeginterventie) verduidelijken 

en hen haalbare methodieken aanreiken om hun preventieve 

taak te realiseren; 

- op het vlak van de opleiding van de professionele zorgverleners 

(basisopleiding en continue vorming) : ontwikkeling, samen met de 

onderwijspartners, van leervormen betreffende empowerment van de 

patiënten, multidisciplinair werken en casemanagement; 

- op het vlak van de wetenschappelijke ondersteuning : identificatie 

van de instanties en actoren die het veranderingsproces op methodologisch 

en wetenschappelijk vlak kunnen begeleiden, hen verenigen en 

een bestek opstellen waarin de verschillende luiken inzake wetenschappelijk 

onderzoek en begeleiding zijn opgenomen : de ontwikkeling en 

implementatie van guidelines, het onderzoeken van relevante kwaliteitsen 

performantieindicatoren, de methodologische ondersteuning van de 

behoeftenevaluatie van de populatie, de begeleiding en evaluatie van 

de pilootprojecten, ... 

- op het vlak van een globale monitoring van het actieplan en van de 

interacties tussen de verschillende initiatieven : definitie en follow-up 

van indicatoren inzake de monitoring en performantie van het systeem, 

bestuursstructuur (governance), financierings- en implementatieplan 

van de acties, ... 

- op het vlak van de bevordering van de nieuwe benaderingen en de 

valorisatie van de resultaten bij de hele populatie en alle professionele 

zorgverleners : ruim communicatieplan betreffende de doelstellingen 

van het plan, de concrete acties, hun heraanpassing op lokaal niveau, 

de valorisatie van de resultaten, ... 

Om op de verschillende niveaus op simultane manier te handelen is 

een nauwe samenwerking tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus 

(federaal, gemeenschappen, gewesten en lokaal) essentieel. De 

bedoeling is om alle actoren te verenigen en de aanwezige, beschikbare 

middelen optimaal te gebruiken. 

Gezamenlijk wordt een planmatig beleid gevoerd. Hierbinnen is het 

nodig om ook te werken met pilootprojecten. Zo is een deel van de 

zorg- en hulpverleners reeds overtuigd van de meerwaarde van een 

geïntegreerde benadering van de patiëntenzorg, maar we moeten hen 

de mogelijkheid bieden om elkaar te ontmoeten, hen aanmoedigen om 

samen te werken en hen ondersteunen in het veranderingsproces : 

obstakels verwijderen, de nodige middelen en context leveren (opleiding, 

guidelines, e-gezondheid, ‘integratoren’,...), hen begeleiden en 

hun resultaten valoriseren. 

Een regelluw kader en een methodologische ondersteuning zullen 

aangeboden worden met de volgende elementen : 

- de te bereiken doelstellingen voor de experimentele projecten om 

aan de principes van Triple Aim te beantwoorden


32507 

- les conditions minimales en termes d’acteurs et de groupe-cible 

concernés par les projets 

- les méthodes utiles pour identifier leur potentiel, leurs besoins, les 

changements à induire, les actions prioritaires, les besoins spécifiques 

de leur population, la mesure des progrès réalisés,... 

-l’élaboration d’un planning de construction du projet, assorti d’un 

timing et d’un plan financier. 

Etape 3 : Consolidation et dissémination des actions du Plan 

Il s’agit de porter l’étape 2 à un niveau structurel 

-généraliser les nouveaux principes organisationnels dans les soins 

aux malades chroniques 

-généraliser les programmes de formation 

-généraliser des mécanismes de financement des soins qui imposent 

la concertation, le partage d’informations, l’évaluation holistique du 

patient, l’empowerment du patient, l’évaluation qualitative des soins 

dispensés, etc. 

-réaliser les adaptations nécessaires pour gérerdefaçon cohérente les 

interactions entre les soins de santé et les autres déterminants de santé 

(alimentation, logement, emploi, etc.) et les autres particularités des 

conditions de vie des patients comme un handicap éventuel, ... 

4. TIMING 

Phase 1 : janvier-juin 2015 

- Plan global approuvé en CIM 

- Campagne de promotion –élaboration d’un guide décrivant les 

principes de base qui auront fait l’objet d’un accord 

-Rédaction d’un appel à candidature pour les projets-pilotes et pour 

les missions d’accompagnement scientifique 

- Elaboration du programme de coaching/accompagnement des 

projets candidats 

- Concertation au sein du groupe intercabinets et de la CIM sur les 

aspects (prévention, SSM, ...) pour lesquels des accords, collaborations 

et répartition des tâches présentent une plus-value conjointe en termes 

d’effectivité et d’efficience 

Phase 2 : à partir de juillet 2015 

- Lancement de l’appel à candidatures pour les projets-pilotes 

- Coaching des équipes candidates 

-Démarrage et suivi des projets expérimentaux 

- Modules de formation des professionnels 

- Accompagnement scientifique (guidelines, indicateurs de qualité, 

techniques et pratiques d’évaluation...) 

- Initiatives de soutien technologique dans le domaine de l’e-Santé 

- Poursuite de la politique menée par les communautés en matière de 

prévention et, si nécessaire et possible, l’orienter davantage vers la 

problématique des malades chroniques 

- Monitoring global du plan d’action 

- Actions de promotion de la nouvelle approche et de valorisation des 

résultats auprès del’ensemble de la population et des professionnels. 

- Poursuite des concertations au sein du groupe de travail intercabinets 

et de la CIM en vue de dégager un maximum d’accord visant 

l’effectivité et l’efficience de la politique 

- Rapportage régulier vers la CIM. 

Le 30 mars 2015. 

- de minimale voorwaarden in termen van actoren en doelgroepen 

die betrokken zijn bij de projecten 

- de identificatiemethoden voor hun potentieel, hun behoeften, de in 

te voeren veranderingen, de prioritaire acties, de specifieke behoeften 

van hun populatie, de meting van de gerealiseerde vooruitgang,... 

- de uitwerking van een planning voor de opbouw van het project, 

met een timing en een financieel plan. 

Fase 3 : Consolidatie en verspreiding van de acties van het plan 

Fase 2 moet naar een structureel niveau worden gebracht : 

- veralgemenen van de nieuwe organisatorische principes binnen de 

zorg voor chronisch zieken; 

- veralgemenen van de opleidings-programma’s; 

- veralgemenen van de financierings-mechanismen van de zorg die 

het volgende inhouden : overleg, gegevensuitwisseling, holistische 

evaluatie van de patiënt, empowerment van de patiënt, kwalitatieve 

evaluatie van de verleende zorg, enz. 

- aanpassingen uitvoeren die nodig zijn om op een coherente manier 

de interacties te beheren tussen de gezondheidszorg en andere 

gezondheidsdeterminanten (voeding, huisvesting, werk, enz.) en andere 

aspecten van de levensomstandigheden van de patiënten zoals een 

eventuele handicap,... 

4. TIJDSCHEMA 

Fase 1 : januari-juni 2015 

- Globaal plan goedgekeurd in de IMC 

- Promotiecampagne – uitwerken van een gids waarin de basisprincipes 

beschreven worden waarover een akkoord is 

- Redactie van een oproep tot kandidaatstelling voor de pilootprojecten 

en de wetenschappelijke begeleidingsopdrachten 

- Opstelling van een coaching/begeleidingsprogramma voor de 

kandidaat-projecten 

- Overleg binnen de IMC en IKW over aspecten (preventie, GGZ, ...) 

waarbij afstemming, samenwerking en taakverdeling een gezamenlijk 

meerwaarde heeft op vlak van effectiviteit en efficiëntie 

Fase 2 : vanaf juli 2015 

- Lanceren van de oproep tot kandidaturen voor pilootprojecten 

- Coaching van de kandidaat-teams 

- Start en follow-up van de proefprojecten 

- Opleidingsmodules voor de professionele zorgverleners 

- Wetenschappelijke begeleiding (guidelines, kwaliteitsindicatoren, 

evaluatietechnieken en -praktijken...) 

- Initiatieven voor technologische ondersteuning in het domein 

e-Gezondheid 

- Het door de gemeenschappen gevoerde preventieve gezondheidsbeleid 

verder zetten en waar nodig en mogelijk sterker oriënteren naar 

de problematiek van chronische zieken 

- Globale monitoring van het actieplan 

- Acties tot bevordering van de nieuwe benaderingen tot bekendmaken 

van de resultaten bij de hele bevolking en aan alle professionele 

zorgverleners 

- Overleg binnen de IMC en IKW verderzetten voor een optimale 

afstemming met het oog op een maximale effectiviteit en efficiëntie van 

het beleid 

- Regelmatige rapportering aan de IMC. 

30 maart 2015. 




De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 

La Ministre des Affaires Sociales et de la Santé publique, 



De Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 


M. PREVOT, 

Le Ministre des Travaux publics, de la Santé, del’Action sociale et du Patrimoine 


R. DEMOTTE, 

Le Ministre-Président de la Fédération Wallonie-Bruxelles 


La Vice-Présidente du Gouvernement 

de la Fédération Wallonie-Bruxelles, Ministre de l’Education, de la Culture et de l’Enfance



Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad : 

D. GOSUIN 

Membre du Collège réuni de la Commission communautaire commune (COCOM), chargé de la Politique 

de la Santé, de la Fonction publique, des Finances, du Budget, du Patrimoine et des Relations extérieures 

G. VANHENGEL, 

Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, belast met Gezondheidsbeleid 



C. JODOGNE, 

Membre du Collège de la Commission communautaire française, compétente pour la Politique de Santé 

Für die Deutschsprachige Gemeinschaft : 




Note 

(1) La classification fonctionnelle des patients telle que proposée par 

Kaiser Permanente illustre bien cette approche. 

* 

Nota 

(1) De functionele classificatie van patiënten zoals door Kaiser 

Permanente gepubliceerd werd kan daarbij een hulpmiddel zijn. 




[C − 2015/24117] 

Déclaration conjointe du 30 mars 2015 relative à la mise en œuvre du 

point d’action 17 du plan d’action e-Santé 2013-2018 en ce qui 

concerne la création d’un guichet digital unique et la suite du 

développement d’une banque de données “CoBRHA” pour les 

établissements de soins et les professions des soins de santé 

Vu la loi du 21 août 2008 relative à l’institution et à l’organisation de 

la plate-forme e-Health; 

Vu le Protocole d’accord signé le 29 avril 2013 entre l’Etat fédéral, la 

Communauté flamande, la Communauté française, la Communauté 

germanophone, la Commission communautaire commune, la Région 

wallonne et la Commission communautaire française en vue d’un 

échange et partage électronique d’informations et de données optimal 

entre les acteurs du secteur de la santé et du bien-êtreetdel’aide aux 

personnes, ci-après nommé «protocole e-Health du 29 avril 2013 »; 

Considérant que la sixième réforme de l’État a transféré de nouvelles 

compétences en matière de santé publique vers les entités fédérées; 

Considérant que certaines matières relatives à la politique de la santé 

continuent à relever de la compétence de l’autorité fédérale; 

Considérant que pour pouvoir assumer correctement leurs compétences, 

les différents niveaux de pouvoir doivent pouvoir échanger et 

partager des informations et données; 

Considérant que la législation européenne et nationale impose à 

l’administration de ne demander les données qu’une seule fois à ses 

clients, tant les citoyens que les entreprises, basé sur le principe du 

« only once »; 

Considérant que la volonté des autorités est de mettre en place une 

gestion de l’e-Santé, où le client occupe la place centrale et a, à sa 

disposition, des applications « user friendly »; 

Considérant que tant l’Etat fédéral que les Communautés, la 

Commission communautaire commune, la Commission communautaire 

française et la Région wallonne souhaitent promouvoir un partage 

d’information électronique sécurisé entre tous les acteurs du secteur de 

la santé et du bien-êtreetdel’aide aux personnes, dans le respect de la 

protection de la vie privée et du secret professionnel médical, 

Il est convenu ce qui suit : 

CHAPITRE 1 er . — Objectifs 

Article 1 er . A travers cette Déclaration conjointe, la Conférence 

Interministérielle de la Santé Publique veut donner exécution à 

l’action 17 du plan e-santé 2013-2018. 



EN LEEFMILIEU 

[C − 2015/24117] 

Gemeenschappelijke Verklaring van 30 maart 2015 inzake de uitvoering 

van actiepunt 17 van het actieplan e-gezondheid 2013-2018 met 

betrekking tot de creatie van een uniek digitaal loket en de verdere 

ontwikkeling van de gegevensbank “CoBRHA” voor gezondheidsinstellingen 

en gezondheids-zorgberoepen 

Gelet op de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en 

organisatie van het e-Health-platform; 

Gelet op het Protocolakkoord van 29 april 2013 tussen de Federale 

overheid, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de 

Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, 

het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie met 

het oog op het optimaal elektronisch uitwisselen en delen van 

informatie en gegevens tussen de actoren bevoegd inzake de 

gezondheids- en welzijnssector en de bijstand aan personen, hierna het 

e-Health-protocol van 29 april 2013 genoemd; 

Overwegende dat in het kader van de zesde Staatshervorming 

nieuwe bevoegdheden inzake Volksgezondheid naar de deelstaten 

werden overgedragen; 

Overwegende dat bepaalde materies betreffende het gezondheidsbeleid 

onder de bevoegdheid van de federale overheid zijn blijven 

ressorteren; 

Overwegende dat, om hun bevoegdheden goed te kunnen uitoefenen, 

de verschillende bevoegdheidsniveaus informatie en gegevens 

moeten kunnen uitwisselen en delen; 

Overwegende dat in de Europese en nationale wetgeving de 

administratie wordt opgedragen om de gegevens aan haar cliënten , 

zowel burgers als ondernemingen, slechts éénmalig op te vragen, 

gebaseerd op het « only once »-principe; 

Overwegende dat de wil van de overheden erin bestaat een e-Health 

beheer te organiseren waarbij de cliënt een centrale plaats heeft en 

gebruikersvriendelijke programma’s ter beschikking heeft; 

Overwegende dat zowel de Federale overheid als de Gemeenschappen, 

de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse 

Gemeenschapscommissie en het Waals Gewest, het delen van beveiligde 

elektronische informatie tussen alle actoren bevoegd inzake de 

gezondheids- en welzijnssector en de bijstand aan personen wil 

bevorderen met inachtneming van de persoonlijke levenssfeer en het 

medisch beroepsgeheim, 

Wordt overeengekomen wat volgt : 

HOOFDSTUK 1. — Doelstellingen 

Artikel 1. Via deze Gemeenschappelijke Verklaring wil de Interministeriële 

Conferentie Volksgezondheid uitvoering geven aan actie 17 

van het e-gezondheidsplan 2013-2018.


32509 

Art. 2. § 1 er . Dans le cadre de la mise en œuvre de cette action, les 

partenaires s’engagent à optimaliser la banque de données CoBRHA 

existante, hébergée au sein de la plateforme e-Health, afin qu’elle 

permette l’échange et le partage, entre les différentes administrations, 

des données concernant les acteurs de santé, tant professionnels 

qu’institutions, nécessaires à la réalisation de leurs missions respectives. 

La banque de données sera également enrichie de nouvelles données, 

qui sont d’intérêt pour un ou plusieurs partenaires. 

La banque de données sera alimentée par les différentes administrations 

qui sont responsables du contenu et de la qualité de leurs propres 

données envoyées, à l’exception des données fournies par les 

professionnels/institutions qui seront responsables du contenu de leurs 

informations. 

Les différentes administrations détermineront un numéro d’identification 

unique par prestataire de soins/institution. 

§ 2. A partir de cette banque de données qui sera nommée CoBRHA+, 

un certain nombre de services seront offerts aux partenaires, tels que : 

— la consultation des données, ainsi que leur historique; 

— la notification à un partenaire d’une mise à jour de données 

réalisée par un autre partenaire; 

— l’abonnement à un service d’envoi de données modifiées; 

— un service d’envoi de ces données à un partenaire abonné. 

§ 3. CoBRHA+ permettra de rencontrer les objectifs suivants : 

— les administrations de ne devront demander qu’une seule fois les 

données aux professionnels, en application du principe « Only Once »; 

— des synergies seront développées entre les différentes administrations, 

permettant d’éviter la création de nouvelles bases de données 

ainsi que des dépenses supplémentaires; 

— une meilleure fiabilité des données : lorsqu’une administration 

mettra à jour certaines données, les nouvelles données seront accessible 

pour tous les partenaires qui en ont besoin, comme par exemple une 

modification de l’adresse de pratique. 

Art. 3. § 1 er . Un guichet unique digital destiné aux acteurs de santé 

sera créé. 

§ 2. Le guichet unique, qui sera accessible via la Plateforme e-Health 

qui gère les accès des utilisateurs, constituera la porte d’entrée aux 

portails des administrations, existants ou en cours de développement, 

qui offrent différents services aux prestataires de soins. 

§ 3. Le guichet unique permettra au professionnel ou institution : 

— d’ajouter, visualiser et/ou modifier certaines informations qui 

concernent le professionnel/l’institution et qui sont détenues par les 

différentes administrations; 

— d’initier et/ou gérer tous les processus administratifs gérés par les 

administrations partenaires afin, par exemple, d’obtenir l’agrément 

d’un titre ou un visa ou de demander l’agrément d’une institution/d’un 

service. 

Sous certaines conditions, les institutions et les citoyens auront 

également un accès limité àcertaines informations. 

CHAPITRE 2. — Gestion de projet 

Art. 4. Afin deréaliser les objectifs mentionnés au chapitre 1 er ,la 

gestion du projet se sera confiée aux instances suivantes : 

1° Un groupe de pilotage composé de 2 membres par administration : 

un effectif et un suppléant. 

Ce groupe de pilotage fixe les grandes lignes de l’exécution du projet, 

suit son état d’avancement et prend les décisions nécessaires afin de 

garantir la mise en place de la banque de données. 

2° Différents groupes de travail thématiques compétents dans les 

diverses matières politiques définiront les données à insérer dans la 

banque de données et quelle administration fournira ces données. 

3° Un groupe de travail « guichet unique » sera responsable de la 

mise en place du guichet unique. 

Art. 2. § 1. In het kader van de implementatie van voormelde actie 

verbinden de partners zich ertoe de bestaande CoBRHA-databank , die 

wordt gehost binnen het e-Health-platform, te optimaliseren, zodat de 

verschillende administraties gegevens betreffende de gezondheidsactoren 

, zowel gezondheidsbeoefenaars als instellingen, die noodzakelijk 

zijn voor de uitvoering van hun respectieve opdrachten, kunnen 

uitwisselen en delen. 

De databank zal ook worden aangevuld met nieuwe gegevens die 

voor één of meerdere partners van belang zijn. 

De databank zal worden gevoed door de verschillende administraties 

die verantwoordelijk zijn voor de inhoud en de kwaliteit van hun 

eigen aangeleverde gegevens, met uitzondering van de gegevens die 

worden verstrekt door de beroepsbeoefenaars/instellingen die zelf 

verantwoordelijk zijn voor de inhoud van hun informatie. 

De verschillende administraties zullen een uniek identificatienummer 

per zorgverlener/instelling overeenkomen. 

§ 2. Vanuit deze databank, die CoBRHA+ wordt genoemd, zullen een 

aantal faciliteiten aan de partners worden aangeboden, zoals : 

— de consultatie van de gegevens, met inbegrip van hun historiek; 

— de melding aan een partner van een update van gegevens die is 

doorgevoerd door een andere partner; 

— het abonneren op een dienst voor de verzending van gewijzigde 

gegevens; 

— een dienst voor de verzending van deze gegevens naar een 

geabonneerde partner. 

§ 3. CoBRHA+ zal volgende objectieven mogelijk maken : 

— de administraties zullen slechts éénmalig de gegevens aan de 

beroepsbeoefenaars dienen op te vragen, in toepassing van het « Only 

Once »-principe; 

— er zullen synergiën tussen de verschillende administraties worden 

ontwikkeld waardoor de oprichting van nieuwe databanken zal 

kunnen worden voorkomen en bijkomende uitgaven worden vermeden; 

— een grotere betrouwbaarheid van de gegevens wordt beoogd. 

Wanneer een bepaalde administratie gegevens zal actualiseren, zullen 

de nieuwe gegevens voor alle partners die deze nodig hebben 

toegankelijk zijn, zoals bijvoorbeeld een wijziging van het praktijkadres. 

Art. 3. § 1. Er zal een digitaal uniek loket, dat bestemd is voor de 

gezondheidsactoren, worden opgericht. 

§ 2. Het uniek loket, dat toegankelijk zal zijn via het e-Healthplatform 

die de toegang van de gebruikers beheert, zal de toegangspoort 

voor de momenteel ontwikkelde of bestaande portaalsites van de 

administraties vormen, waar verschillende diensten aan de zorgverstrekkers 

worden aangeboden. 

§ 3. Het uniek loket stelt een beroepsbeoefenaar of een zorginstelling 

in staat om : 

— bepaalde informatie toe te voegen, te bekijken en/of te wijzigen 

die op de beroepsbeoefenaar/zorginstelling zelf betrekking heeft en die 

door de verschillende administraties wordt bijgehouden; 

— alle administratieve procedures die worden beheerd door de 

administraties, op te starten en/of te beheren, teneinde bijvoorbeeld 

een erkenning van een titel of een visum te verkrijgen of een erkenning 

voor een instelling/dienst aan te vragen. 

Onder bepaalde voorwaarden zullen ook organisaties en burgers een 

beperkte toegang krijgen tot bepaalde informatie. 

HOOFDSTUK 2. — Projectbeheer 

Art. 4. Teneinde de in hoofdstuk 1 vermelde doelstellingen te 

realiseren , zal het project worden beheerd door de volgende instanties : 

1° Een stuurgroep bestaande uit 2 leden per administratie : een 

werkend en een plaatsvervangend lid. 

De stuurgroep stelt de krachtlijnen voor de uitvoering van het project 

vast, volgt de voortgang op en neemt de beslissingen die vereist zijn om 

de implementatie van de databank te garanderen. 

2° Verschillende themagroepen, die bevoegd zijn voor de onderscheidene 

beleidsmateries, zullen de gegevens definiëren die in de databank 

worden geïntegreerd en bepalen welke administratie deze gegevens zal 

aanleveren. 

3° Een werkgroep “uniek loket” zal verantwoordelijk zijn voor de 

realisatie van het uniek loket.


4° Un groupe de travail IT évaluera la faisabilité, la plus-value, le 

planning et les budgets nécessaires à la mise en place de la banque de 

données et du projet « guichet unique ». 

Les groupes visés sous 2°,3° et 4° rapportent de leurs propositions au 

groupe de pilotage visé en 1°. 

Art. 5. Les projets visés au chapitre 1 er seront financés selon les 

modalités prévues à l’article 4 du protocole e-Health du 29 avril 2013 et 

en fonction des concertations qui auront lieu dans le cadre de 

l’actualisation du plan d’action, décidée par la Conférence Interministérielle 

en date du 30 mars 2015. 

CHAPITRE 3. — Préparation d’un protocole d’accord 

Art. 6. § 1 er . Les travaux des groupes visés à l’article 4 ont pour 

objectif de préparer un protocole d’accord réglant les modalités 

pratiques de la réalisation des projets visés au chapitre 1 er . 

§ 2. La Conférence Interministérielle de la Santé publique sera 

informée à intervalles réguliers de l’avancement des travaux en vue de 

l’approbation du protocole d’accord visé au § 1. 

La présente Déclaration conjointe est faite et signée à Bruxelles, le 

30 mars 2015. 

4° Een IT-werkgroep zal instaan voor de evaluatie van de haalbaarheid, 

de meerwaarde, de planning en de budgetten die vereist zijn voor 

de implementatie van de databank en het project “uniek loket”. 

De onder 2°,3° en 4° bedoelde groepen rapporteren hun voorstellen 

aan de onder 1° vermelde stuurgroep . 

Art. 5. De in hoofdstuk 1 bedoelde projecten worden gefinancierd 

overeenkomstig artikel 4 van het e-Health Protocol van 29 april 2013 en 

binnen de afspraken naar aanleiding van de actualisering van het 

actieplan, beslist door de Interministeriële Conferentie op 30 maart 2015. 

HOOFDSTUK 3. — Voorbereiding van een protocolakkoord 

Art. 6. § 1. De werkzaamheden van de in artikel 4 bedoelde groepen 

hebben tot doel een protocolakkoord voor te bereiden waarin de 

praktische modaliteiten worden geregeld voor de realisatie van de in 

hoofdstuk 1 bedoelde projecten. 

§ 2. De Interministeriële Conferentie Volksgezondheid zal geregeld 

worden op de hoogte gebracht van de vordering van de werkzaamheden 

met het oog op de goedkeuring van het in § 1 beoogde 

protocolakkoord. 

Deze Gemeenschappelijke Verklaring is opgemaakt en ondertekend 

te Brussel op 30 maart 2015. 



M. DE BLOCK, 

Ministre des Affaires Sociales et de la Santé publique. 

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. 



Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. 


M. PREVOT, 

Ministre des Travaux publics, de la Santé, del’Action sociale et du Patrimoine. 


R. DEMOTTE, 

Ministre-Président de la Fédération Wallonie-Bruxelles. 

J. MILQUET, 

Vice-Présidente du Gouvernement de la Fédération Wallonie-Bruxelles, 

Ministre de l’Education, de la Culture et de l’Enfance. 



D. GOSUIN, 

Membre du Collège réuni de la Commission communautaire commune (COCOM), chargé de la Politique de la Santé, 

de la Fonction publique, des Finances, du Budget, du Patrimoine et des Relations extérieures. 

G. VANHENGEL, 

Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, belast met Gezondheidsbeleid. 



C. JODOGNE, 

Membre du Collège de la Commission communautaire française, compétente pour la Politique de Santé. 

Für die Deutschsprachige Gemeinschaft: 




* 




[C − 2015/24116] 

Protocole d’Accord. — Règlement d’ordre intérieur 

de la Conférence interministérielle Santé publique 

Règlement d’ordre intérieur de la Conférence interministérielle 

« SANTE PUBLIQUE » 

Considérant que la Conférence Interministérielle « Santé publique », 

a comme but ultime de mener une politique de santé publique intégrée; 



EN LEEFMILIEU 

[C − 2015/24116] 

Protocol Akkoord. — Huishoudelijk Reglement 

van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid 

Huishoudelijk reglement van de Interministeriële Conferentie 

“VOLKSGEZONDHEID” 

Overwegende dat de Interministeriële Conferentie « Volksgezondheid 

» tot uiteindelijk doel heeft een geïntegreerd volksgezondheidsbeleid 

te voeren;


32511 

Considérant que la Conférence Interministérielle « Santé publique » 

doit pouvoir se dérouler dans un esprit de consensus, de respect mutuel 

et d’égalité; 

Vu la liste des Conférences interministérielles telle qu’approuvée au 

Comité de Concertation du 28 janvier 2015; 

Vu l’accord de coopération du 2 septembre 2002 entre l’État, les 

Communautés, la Commission communautaire commune, la Commission 

communautaire française et les Régions pour une politique de 

drogues globale et intégrée; 

Article 1 er . § 1 er . Pour l’application du présent règlement d’ordre 

intérieur, il faut entendre par la « Conférence » la Conférence 

interministérielle Santé publique, créée conformément à l’article 31bis 

de la loi ordinaire de réformes institutionnelles du 9 août 1980. 

§ 2. Pour l’application du présent règlement d’ordre intérieur, il faut 

entendre par « Accord de Coopération » “drogues”, l’Accord de 

coopération du 2 septembre 2002 entre l’État, les Communautés, la 

Commission communautaire commune, la Commission communautaire 

française et les Régions pour une politique de drogues globale et 

intégrée, auquel assentiment a été donné par l’ensemble des organes 

législatifs. 

§ 3. Pour l’application du présent règlement d’ordre intérieur, il faut 

entendre par la « Réunion Thématique Drogues », la Conférence créée 

conformément au chapitre 1 er de l’Accord de Coopération. 

Art. 2. § 1 er . La Conférence est composée des membres, visés dans le 

tableau « Composition des Conférences interministérielles », conformément 

à la circulaire du 6 juillet 2005 relative aux conférences interministérielles; 

en fonction de points spécifiques mis à l’ordre du jour, cette 

composition peut être modifiée, après accord unanime des membres de 

la Conférence ainsi que du Comité de concertation. 

§ 2. La CIM peut organiser des réunions thématiques sur des sujets 

spécifiques tels que la thématique « Drogues ». Dans ce cas, la CIM 

décidera quels Ministres, qui ne sont pas membres effectifs de la CIM, 

seront invités à cette réunion thématique. La CIM peut également, pour 

certains thèmes, inviter d’autres Ministres durant les CIM normales. 

§ 3. La Réunion Thématique Drogues est composée dedélégations 

gouvernementales, dont les voix sont réparties conformément à 

l’article 3 de l’Accord de Coopération. 

Art. 3. § 1 er . La Conférence est présidée conformément au point 4.4. 

de la Circulaire relative aux Conférences interministérielles du 

6 juillet 2005. 

§ 2. La Réunion Thématique Drogues est présidée par le ministre 

fédéral qui a la Santé publique dans ses attributions, conformément à 

l’article 3 de l’Accord de Coopération. 

§ 3. Conformément à la notification de 10 09 2008 du Comité de 

Concertation, la Présidence tournante est régie par les principes 

suivants : 

a) La Présidence est assurée en alternance chaque année en septembre, 

à l’exception de l’année 2008 où cette alternance ne débutera pas 

en septembre 2008 mais en janvier 2009. 

b) Une période complète de rotation compte quatre ans. 

c) La Présidence de la Conférence est assurée respectivement par, 

dans l’ordre suivant : 

— l’autorité fédérale; 

— la Communauté flamande; 

— la Région wallonne et la Communauté française 

— la Commission communautaire commune de la Région de 

Bruxelles-Capitale, la Commission communautaire française de la 

Région de Bruxelles-Capitale et la Communauté germanophone. 

§ 3. La première année de rotation est l’année civile 2008. 

Art. 4. En vue d’assurer la continuité, le Secrétariat de la Conférence 

Interministérielle sera assuré par le SPF Santé publique fédéral. Si le 

Ministre fédéral n’assure pas la Présidence, le membre qui, suivant le 

principe de la Présidence tournante assume cette fonction, peut 

désigner une personne qui assumera la fonction de personne de contact 

avec le Secrétariat fédéral. 

Overwegende dat de Interministeriële Conferentie « Volksgezondheid 

» moet kunnen plaatshebben in een geest van consensus, 

wederzijds respect en gelijkwaardigheid; 

Gelet op de lijst van Interministeriële Conferenties zoals goedgekeurd 

op het Overlegcomité van 28 januari 2015; 

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 2 september 2002 tussen de 

Staat, de Gemeenschappen, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, 

de Franse Gemeenschapscommissie, de Gewesten voor een 

globaal en geïntegreerd drugsbeleid; 

Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement 

moet worden verstaan onder de “Conferentie”, de Interministeriële 

Conferentie “Volksgezondheid”, opgericht overeenkomstig artikel 31bis 

van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. 

§ 2. Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement moet worden 

verstaan onder ‘Samenwerkingsakkoord’“drugs”, het Samenwerkingsakkoord 

van 2 september 2002 tussen de Staat, de Gemeenschappen, de 

Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie, 

de Gewesten voor een globaal en geïntegreerd 

drugsbeleid, waaraan instemming werd gegeven door alle wetgevende 

organen. 

§ 3. Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement moet worden 

verstaan onder de ‘Thematische Vergadering Drugs’, de Conferentie 

opgericht overeenkomstig hoofdstuk 1 van het Samenwerkingsakkoord. 

Art. 2. § 1. De Conferentie is samengesteld uit de leden, vermeld in 

de tabel “Samenstelling van de Interministeriële Conferenties”, overeenkomstig 

de omzendbrief van 6 juli 2005 betreffende de interministeriële 

conferenties; afhankelijk van de specifieke punten die op de 

agenda staan, kan die samenstelling worden gewijzigd na unaniem 

akkoord van de leden van de Conferentie, alsook van het Overlegcomité. 

§ 2. De IMC kan thematisch vergaderingen organiseren rond 

specifieke onderwerpen zoals bv. de thematiek rond “ Drugs”. Indat 

geval zal de IMC beslissen welke Ministers, die geen vast lid zijn van de 

IMC, tot deze thematisch vergadering zal uitnodigen. De IMC kan ook 

voor bepaalde thema’s tijdens de gewone IMC’s andere Ministers 

uitnodigen. 

§ 3. De Thematische Vergadering Drugs is samengesteld door 

regeringsdelegaties met een stemmenverdeling overeenkomstig artikel 

3 van het Samenwerkingsakkoord. 

Art. 3. § 1. De Conferentie wordt voorgezeten overeenkomstig punt 

4.4 van de Omzendbrief betreffende de Interministeriële Conferenties 

van 6 juli 2005. 

§ 2. De Thematische Vergadering Drugs wordt voorgezeten door de 

federale Minister die de Volksgezondheid onder haar bevoegdheden 

heeft, conform artikel 3 van het Samenwerkingsakkoord. 

§ 3. Overeenkomstig de notificatie van het Overlegcomité van 10 0 9 

2008, wordt het Voorzitterschap geregeld op grond van de volgende 

beginselen : 

a) Het Voorzitterschap wordt afgewisseld elk jaar in september, met 

uitzondering voor het jaar 2008 waar de afwisseling niet begint 

in september 2008 maar in januari 2009. 

b) Een volledige rotatieperiode telt vier jaar. 

c) Het Voorzitterschap van de Conferentie wordt respectievelijk door 

de volgende overheden waargenomen, in de volgorde zoals hierna 

aangeduid : 

— de federale overheid; 

— de Vlaamse Gemeenschap; 

— het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap; 

— de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels 

Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie van 

het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. 

§ 3. Het eerste rotatiejaar is het kalenderjaar 2008. 

Art. 4. Met het oog op de continuïteit zal het Secretariaat van de 

Interministeriële Conferentie waargenomen worden door de Federale 

Overheidsdienst Volksgezondheid. Indien de Federale minister het 

voorzitterschap niet waarneemt, kan het lid dat, overeenkomstig het 

principe van het roterend voorzitterschap, het voorzitterschap waarneemt, 

een persoon aanduiden die als contactpersoon fungeert ten 

aanzien van het Federaal Secretariaat.


Art. 5. § 1 er . La Conférence se réunit, soit de sa propre initiative, soit 

à la demande de son Président ou d’un membre de la Conférence. A 

l’issue de chaque Conférence Interministérielle, une date pour la 

prochaine réunion sera fixée. 

§ 2. La Réunion Thématique Drogues se réunit pour débattre 

exclusivement de thèmes tels que définis dans l’Accord de Coopération 

et dont la validation par ses membres est exigée, au regard d’une 

politique de drogues globale et intégrée. 

§ 3. La Conférence peut cependant mettre à l’ordre du jour et 

approuver des dossiers qui concernent uniquement les aspects de santé 

de la problématique des drogues. 

§ 4. En cas d’urgence, et indépendamment de tout délai, une 

Conférence Interministérielle peut être convoquée. Dans ce cas, il 

incombe au membre qui a convoqué cette Conférence d’en informer, et 

le Président, et le Secrétariat Fédéral qui se chargera d’établir les 

convocations nécessaires. 

§ 5. La Conférence Interministérielle peut, pour l’exercice de ses 

compétences, faire appel à l’avis d’organes d’avis et les cas échéant, 

commander des études. 

Art. 6. § 1 er . Les membres de la Conférence peuvent faire porter à 

l’ordre du jour tous les points qu’ils désirent voir examiner. A cet effet, 

le Secrétariat contacte préalablement les membres pour demander si ces 

derniers souhaitent mettre des points particuliers à l’agenda de la 

Conférence. 

Si c’est le cas, ils déposent au Secrétariat fédéral, par e-mail, une fiche 

conforme aux modalités et au lay-out déterminés par le Secrétariat. Ils 

joignent les documents complémentaires et explicatifs qu’ils jugent 

utiles. La traduction des fiches est assurée par le Secrétariat fédéral sauf 

s’il en a été convenu autrement. 

§ 2. Un groupe de travail, sous la Présidence du secrétaire de la 

Conférence et reprenant des représentants de chaque membre de la 

Conférence est créé. Un mois avant la Conférence Interministérielle, 

une réunion préparatoire de ce groupe de travail est organisée, réunion 

au cours de laquelle les membres de la Conférence préparent la réunion 

et fixent, de commun accord, l’ordre du jour de la Conférence 

Interministérielle. Durant la réunion préparatoire, sont traités les 

dossiers des groupes de travail existants et l’on décide également de la 

mise à l’agenda des points pour lesquels il n’y a pas eu jusqu’alors de 

groupes de travail. 

§ 3. Afin de faciliter les travaux de la Conférence, la réunion 

préparatoire attribue un code à chaque document qui sera présenté àla 

Conférence, sur la base des principes suivants; 

a) Le document qui fait l’objet d’un consensus unanime de la réunion 

préparatoire reçoit un code A; 

b) Le document qui doit encore faire l’objet d’une discussion ou d’une 

réorientation éventuelle par la Conférence reçoit un code B; 

c) Le document qui est soumis pour simple information à la 

Conférence reçoit un code C; 

d) Le document qui propose à la Conférence la création d’un nouveau 

groupe de travail reçoit un code D; 

§ 4. En cas d’urgence, la Conférence peut, avec l’accord de tous ses 

membres, délibérer sur des points qui ne figurent pas à l’ordre du jour. 

Art. 7. § 1 er .LePrésident de la Conférence inscrit chaque affaire 

introduite conformément à l’article 6, § 1 er , à l’ordre du jour de la 

prochaine réunion de la Conférence. 

§ 2. Le Président communique, par l’intermédiaire du secrétariat 

fédéral cet ordre du jour une semaine après laréunion préparatoire; les 

pièces doivent être déposées aux membres de la Conférence, au plus 

tard dix jours avant la Conférence Interministérielle. 

Sauf exceptions, les groupes de travail doivent avoir finalisé leur 

document au plus tard une semaine après laréunion préparatoire. 

Art. 8. Sauf indisponibilité signifiée auPrésident, les membres de la 

Conférence peuvent se faire représenter par un collaborateur mandaté, 

ce dernier devant annoncer aux membres qu’il détient effectivement un 

mandat; si un membre ne peut être présent, il devra en informer le 

Secrétariat fédéral. 

La Conférence doit en tout cas se réunir dans un esprit d’engagement 

et de concertation. Dans tous les cas, l’on s’efforcera de trouver un 

consensus pour chacun des dossiers traités. 

Art. 5. § 1. De Conferentie vergadert, hetzij op eigen initiatief, hetzij 

op verzoek van de Voorzitter of van een lid van de Conferentie. Na elke 

Interministeriële Conferentie wordt een datum voor de volgende 

vergadering vastgelegd. 

§ 2. De Thematische Vergadering Drugs vergadert uitsluitend met 

betrekking tot thema’s zoals bepaald in het Samenwerkingsakkoord en 

waarvoor, in het licht van een globaal en geïntegreerd drugsbeleid, de 

validatie door haar leden vereist is. 

§ 3. De Conferentie kan evenwel dossiers agenderen en goedkeuren 

die uitsluitend de gezondheidsaspecten van de drugsproblematiek 

betreffen. 

§ 4. In geval van hoogdringendheid en los van elke termijn kan een 

Interministeriële Conferentie worden bijeengeroepen. In dat geval dient 

het lid dat deze Conferentie heeft samengeroepen zowel de Voorzitter 

als het Federale Secretariaat, dat de nodige oproepingsbrieven zal 

versturen, hiervan op de hoogte te stellen. 

§ 5. De Interministeriële Conferentie kan voor de uitoefening van 

haar bevoegdheden beroep doen op het advies van adviesorganen en 

desgevallend ook studies bestellen. 

Art. 6. § 1. De leden van de Conferentie kunnen alle punten op de 

agenda laten plaatsen waarvan zij wensen dat ze onderzocht worden. 

Daartoe neemt het Secretariaat voorafgaandelijk contact op met de 

leden om te vragen of er specifieke punten zijn die ze op de agenda van 

de conferentie wensen te plaatsen. 

In dat geval, maken ze per e-mail een fiche over aan het Federaal 

Secretariaat, conform de door het Secretariaat vastgelegde richtlijnen. 

Ze voegen de aanvullende en verklarende stukken toe die ze nuttig 

achten. De vertaling van de fiches wordt verzekerd door het federaal 

secretariaat behalve indien er anders is overeengekomen. 

§ 2. Er wordt een werkgroep opgericht, voorgezeten door de 

Secretaris van de Conferentie, waarin vertegenwoordigers zijn opgenomen 

van ieder lid van de Conferentie. Een maand vóór de Interministeriële 

Conferentie wordt een voorbereidende vergadering van deze 

werkgroep belegd, tijdens dewelke de leden van de Conferentie de 

vergadering voorbereiden en, in onderlinge overeenstemming, de 

agenda van de Interministeriële Conferentie vastleggen. Tijdens de 

voorbereidende vergadering worden de dossiers van de bestaande 

werkgroepen behandeld en wordt eveneens beslist over het agenderen 

van punten waarvoor tot dan geen werkgroep heeft gefungeerd. 

§ 3. Teneinde de werkzaamheden van de Conferentie te vergemakkelijken, 

kent de voorbereidende vergadering een code toe aan elk 

document dat zal worden voorgelegd aan de Conferentie, op grond van 

de volgende principes : 

a) Een document waarover bij de voorbereidende vergadering 

volledige consensus bestaat, krijgt code A; 

b) Een document dat nog besproken of eventueel geheroriënteerd 

moet worden door de Conferentie, krijgt code B; 

c) Een document dat louter ter informatie wordt voorgelegd aan de 

Conferentie, krijgt code C; 

d) Een document dat aan de Conferentie de oprichting van een 

nieuwe werkgroep voorstelt, krijgt code D; 

§ 4. In geval van hoogdringendheid kan de Conferentie met de 

instemming van al haar leden beraadslagen over punten die niet op de 

agenda voorkomen. 

Art. 7. § 1. De Voorzitter van de Conferentie schrijft elke overeenkomstig 

artikel 6, § 1, binnengekomen zaak in op de agenda van de 

eerstvolgende vergadering van de Conferentie. 

§ 2. De Voorzitter deelt deze agenda mee, door tussenkomst van het 

Federaal secretariaat, uiterlijk één week vóór de datum van de 

vergadering. De stukken moeten verstuurd worden aan de leden van 

de Conferentie te laatste tien dagen vóór de Interministeriële Conferentie. 

Behoudens uitzonderingen moeten de werkgroepen uiterlijk een 

week na de voorbereidende vergadering hun document hebben 

afgewerkt. 

Art. 8. Behoudens aan de Voorzitter genotificeerde onbeschikbaarheid 

mogen de leden van de Conferentie zich laten vertegenwoordigen 

door een gemandateerd medewerker, waarbij deze laatste aan de leden 

moet mededelen dat hij over een effectief mandaat beschikt; indien een 

lid niet aanwezig kan zijn, moet hij het Federaal Secretariaat hiervan op 

de hoogte brengen. 

De Conferentie moet vergaderen in een geest van betrokkenheid en 

overleg. In elk geval zal men proberen voor elk van de behandelde 

dossiers tot een consensus te komen.


32513 

Dans un but de fonctionnement optimal, chaque membre de la 

Conférence peut se faire accompagner d’une délégation limitée. 

Conformément à l’article 5 de l’Accord de Coopération, le coordinateur 

et le coordinateur adjoint de la Cellule générale de Politique en 

matière de Drogues participent à la Réunion Thématique Drogues avec 

pouvoir consultatif. 

Art. 9. Les décisions prises à l’issue de la Conférence peuvent 

prendre la forme de 3 types de documents différents : 

1. La « Déclaration Commune », le document dans lequel les 

différentes parties expriment leur volonté d’atteindre un but déterminé 

et de suivre une méthodologie et des procédures à mettre en place pour 

atteindre ce but. 

2. Le « protocole d’accord », document dans lequel les parties sont 

arrivées à un consensus visant à réaliser une politique concrète dans un 

domaine particulier, et dans laquelle chacun des acteurs s’engage à 

l’exécuter, chacun dans le cadre des compétences de ses compétences; 

3. « L’accord de coopération », document englobant la création et la 

gestion commune d’un service ou d’une institution, l’exercice conjoint 

de compétences ou le développement d’initiative en commun, en vertu 

de l’article 92bis, § 1delaloispéciale du 8 août 1980 des réformes 

institutionnelles. 

Ces documents doivent être signés etdatés par chacun des Ministres 

concernés par le dossier. Ils sont repris sur le site web du SPF Santé 

publique www.health.fgov.be et sont publiés auMoniteur belge. 

En dehors des 3 types de documents précités, les décisions prises 

durant la Conférence peuvent faire l’objet d’une notification spécifique. 

Art. 10. En vue d’approfondir les dossiers mis à l’agenda de la 

Conférence Interministérielle, cette dernière peut mettre en place des 

groupes de travail « Intercabinets ». En fonction des dossiers et de 

l’expertise spécifique requise pour ces derniers, chacun de ces groupes 

de travail désigne sa propre Présidence. Le Secrétariat de ces groupes 

de travail sera assuré par le Service dont le président du groupe est 

responsable, sauf si le groupe de travail en décide autrement. S’il n’y a 

pas de Secrétariat spécifique désigné, c’est le Secrétariat Fédéral qui en 

assumera la charge. 

§ 2. La Conférence Interministérielle peut également créer des 

cellules interdépartementales avec des missions bien définies. Ces 

cellules départementales rapportent le résultat de leurs travaux à la 

Conférence Interministérielle. 

§ 3. La Cellule générale de Politique en matière de Drogues vient en 

appui de la Réunion Thématique Drogues. Les missions, la composition 

et le fonctionnement de cette Cellule sont déterminés et mis en œuvre 

conformément à l’Accord de Coopération. 

§ 4. Le Secrétariat coordonne tous les travaux de la Conférence 

Interministérielle. 

§ 5. Le Secrétaire peut, à la demande de la Conférence, organiser une 

concertation avec les administrations compétentes et faire rapport à ce 

sujet à la Conférence 

Art. 11. Un projet de procès-verbal de la réunion de la Conférence 

reprenant la liste des membres présents, les décisions de la Conférence 

ainsi que les communications officielles qui lui ont été faites sont établis 

par le secrétariat et adressée aux membres de la Conférence dans le 

mois qui suit la réunion. 

Si des remarques sont émises, le projet de procès-verbal est adapté;ce 

nouveau projet de procès-verbal est transmis aux membres. 

Si dans le mois qui suit l’envoi de ce second projet de procès-verbal, 

aucune remarque n’est adressée au Secrétariat, le procès-verbal est 

réputé approuvé. 

En tous cas, de manière formelle et protocolaire, le procès-verbal est 

toujours soumis à l’approbation définitive au cours de la réunion 

suivante de la Conférence. 

Art. 12. Au plus tard le septième jour ouvrable avant la date de la 

réunion du Comité de concertation, le secrétariat envoie au Secrétariat 

central du Comité de concertation les ordres du jour et documents en 

vue de leur archivage, ainsi que les procès-verbaux des réunions et les 

convocations aux réunions adressées aux Membres de la Conférence 

dans le mois écoulé en vue d’être soumis, à titre d’information, au 

Comité de concertation. En cas d’urgence, ces derniers sont envoyés à 

une date qui permet qu’une information soit donnée au groupe de 

travail central du Comité de concertation. 

Met het oog op een optimale werking kan ieder lid van de 

Conferentie zich laten vergezellen door een beperkte delegatie. 

Overeenkomstig artikel 5 van het Samenwerkingsakkoord nemen de 

coördinator en de adjunct-coördinator van de Algemene Cel Drugsbeleid 

deel aan de Thematische Vergadering Drugs met raadgevende 

bevoegdheid. 

Art. 9. De beslissingen die worden genomen naar aanleiding van de 

Conferentie kunnen de vorm aannemen van 3 verschillende types 

documenten 

1. De « Gemeenschappelijke Verklaring », het document waarin de 

verschillende partijen hun wil uitdrukken om een bepaald doel te 

bereiken en een methodologie en procedures te volgen die moeten 

worden opgezet om dat doel te bereiken. 

2. Het « Protocolakkoord », een document waarin de partijen tot een 

consensus zijn gekomen om op een specifiek domein een concreet 

beleid te voeren waarin elk van de actoren zich ertoe verbindt dat uit te 

voeren, ieder binnen zijn eigen bevoegdheden; 

3. Het “samenwerkingsakkoord”, een document dat de oprichting en 

het gemeenschappelijk beheer behelst van een dienst of een instelling, 

het gezamenlijk uitoefenen van bevoegdheden of het gezamenlijk 

uitwerken van initiatieven, krachtens artikel 92bis, § 1 van de bijzondere 

wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. 

Die documenten moeten ondertekend en gedateerd worden door elk 

van de bij het dossier betrokken ministers. Ze bevinden zich op de 

website van de FOD Volksgezondheid www.health.fgov.be en worden 

gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. 

Naast de drie bovenvermelde soorten documenten, zullen de 

beslissingen genomen tijdens de Conferentie het voorwerp uitmaken 

van een specifieke notificatie. 

Art. 10. De Interministeriële Conferentie kan “Interkabinetten”werkgroepen 

oprichten teneinde de dossiers op haar agenda verder uit te 

diepen. Afhankelijk van de dossiers en de daartoe specifiek vereiste 

expertise wijst elke werkgroep zijn eigen voorzitter aan. Het Secretariaat 

van die werkgroepen zal waargenomen worden door de Dienst 

waarvan de voorzitter van de groep verantwoordelijk is, behalve indien 

de werkgroep daar anders over beslist. Indien er geen specifiek 

secretariaat is aangeduid, dan neemt het Federaal secretariaat dit voor 

zijn rekening. 

§ 2. De Conferentie kan eveneens interdepartementale cellen oprichten 

met duidelijk gedefinieerde opdrachten. Deze interdepartementale 

cellen brengen verslag uit aan de Conferentie over het resultaat van hun 

werkzaamheden. 

§ 3. De Algemene Cel Drugsbeleid ondersteunt de Thematische 

Vergadering Drugs. De opdrachten, samenstelling en werking van deze 

Cel worden bepaald en uitgevoerd conform het Samenwerkingsakkoord. 

§ 4. Het Secretariaat coördineert alle werkzaamheden van de 

Interministeriële Conferentie. 

§ 5. De Secretaris kan in opdracht van de Conferentie een overleg met 

de verschillende bevoegd administraties organiseren en rapporteren 

hierover aan de Conferentie. 

Art. 11. Een ontwerp van notulen van de vergadering van de 

Conferentie bevattende de lijst van de aanwezige leden, de beslissingen 

van de Conferentie, alsook de aan de Conferentie gedane officiële 

mededelingen worden door het Secretariaat opgesteld en aan de leden 

van de Conferentie toegestuurd binnen de maand die volgt op de 

vergadering. 

Indien er opmerkingen worden geformuleerd, wordt het ontwerp 

van notulen aangepast; dit nieuwe ontwerp van notulen wordt aan de 

leden bezorgd. 

Indien binnen de maand na de toezending van dit tweede ontwerp 

van notulen geen opmerkingen worden gemaakt bij het Secretariaat, 

worden de notulen geacht goedgekeurd te zijn. 

In elk geval worden de notulen op formele wijze steeds op de 

volgende vergadering van de Conferentie ter definitieve goedkeuring 

voorgelegd. 

Art. 12. Uiterlijk de zevende werkdag vóór de vergadering van het 

Overlegcomité zendt het secretariaat aan de Centrale Secretarie van het 

Overlegcomité de agenda’s, de documenten met het oog op hun 

archivering, alsmede de notulen van de vergaderingen en de bijeenroepingen 

van de vergaderingen die geadresseerd zijn aan de leden van de 

Conferentie in de afgelopen maand, om ze ter informatie over te maken 

aan het Overlegcomité. In geval van hoogdringendheid moeten deze 

laatste gezonden worden op een datum die toelaat dat informatie 

wordt gegeven aan de centrale werkgroep van het Overlegcomité.


Art. 13. La mise à disposition des documents se fera vis un site 

collaboratif « Conférence Interministérielle Santé publique ». Outre les 

pièces pour la Conférence, la composition et la mission de chacun des 

groupes de travail seront disponibles; les décisions actées en Conférence 

seront également accessibles. 

Art. 14. Le présent règlement entre en vigueur le 30 mars 2015. 

Art. 15. Le protocole d’accord du 25 janvier 2010 concernant le 

règlement d’ordre intérieur de la Conférence interministérielle drogues 

est abrogé. 

Art. 13. Het ter beschikking stellen van documenten gebeurt via een 

Sharepoint-site ‘Interministeriële Conferentie Volksgezondheid’. Verder 

zullen de stukken voor de Conferentie en de samenstelling en de 

opdrachten van elk van de werkgroepen beschikbaar zijn; de in de 

Conferentie genomen beslissingen zullen eveneens toegankelijk zijn. 

Art. 14. Dit reglement treedt in werking op 30 maart 2015. 

Art. 15. Het protocolakkoord van 25 januari 2010 betreffende het 

huishoudelijk reglement van de Interministeriële Conferentie Drugs 

wordt opgeheven. 




Ministre des Affaires Sociales et de la Santé publique. 

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. 

W. BORSUS, 

Ministre des Classes moyennes, des Indépendants, des PME, de l’Agriculture, et de l’Intégration sociale. 

Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s, Landbouw en Maatschappelijke Integratie. 



Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. 


M. PREVOT, 

Ministre des Travaux publics, de la Santé, del’Action sociale et du Patrimoine. 


R. DEMOTTE, 

Ministre-Président de la Fédération Wallonie-Bruxelles. 


Vice-Présidente du Gouvernement de la Fédération Wallonie-Bruxelles, 

Ministre de l’Education, de la Culture et de l’Enfance. 



D. GOSIUN, 

Membre du Collège réuni de la Commission communautaire commune (COCOM), chargé de la Politique de la Santé, 

de la Fonction publique, des Finances, du Budget, du Patrimoine et des Relations extérieures. 

G. VANHENGEL, 

Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, belast met Gezondheidsbeleid. 


Mme C. JODOGNE, 

Membre du Collège de la Commission communautaire française, compétente pour la Politique de Santé. 

Für die Deutschsprachige Gemeinschaft: 




* 


Agence fédérale de Contrôle nucléaire 


Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle 

[2015/202638] 

Notification. — Confirmation de l’extension d’un établissement de 

classe I en application des articles 6 et 12 de l’arrêté royal du 

20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la 

population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger 

des rayonnements ionisants 

Par arrêté royal du 7 mai 2015, l’autorisation du 27 février 2015 de la 

SA Electrabel pour le remplacement du couvercle du réacteur de 

Tihange 3 est confirmée. 

Le recours en annulation des actes précités peut être soumis à la 

section du contentieux administratif du Conseil d’Etat endéans les 

soixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée au 

Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), sous pli 

recommandé àla poste. 

[2015/202638] 

Kennisgeving. — Bevestiging tot uitbreiding van een inrichting van 

klasse I in toepassing van artikelen 6 en 12 van het koninklijk 

besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de 

bescherming van de bevolking, van de werknemers en het 

leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen 

Bij koninklijk besluit van 7 mei 2015 wordt de vergunning van 

27 februari 2015 van de NV Electrabel ter vervanging van het 

reactordeksel van Tihange 3 bevestigd. 

Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten kan voor de 

afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State worden gebracht 

binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient 

bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : 

Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.


32515 

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE 

[C − 2015/09252] 

Loi du 15 mai 1987 

relative aux noms et prénoms. — Publication 

Par arrêté royal du 19 mai 2015, la nommée Ruiz Rojas, Valentina, 

née à Bruxelles le 14 décembre 2009, demeurant à Etterbeek, est 

autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à 

substituer à son nom patronymique celui de « Pauwels Jimenez », après 

l’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente insertion. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 

[C − 2015/09252] 

Wet van 15 mei 1987 

betreffende de namen en voornamen. — Bekendmaking 

Bij koninklijk besluit van 19 mei 2015, is machtiging verleend aan de 

genaamde Ruiz Rojas, Valentina, geboren te Brussel op 14 december 

2009, wonende te Etterbeek, om, behoudens tijdig verzet waarover 

zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Pauwels Jimenez » 

te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking. 

Par arrêté royal du 19 mai 2015, Madame Nenquin, Annick Elvyre 

Françoise Ghislaine, née à Namur le 17 juin 1954, demeurant à Lévis 

(Canada), est autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il 

sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Lefert », 

après l’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente 

insertion. 

Bij koninklijk besluit van 19 mei 2015, is machtiging verleend aan 

mevrouw Nenquin, Annick Elvyre Françoise Ghislaine, geboren te 

Namen op 17 juni 1954, wonende te Lévis (Canada), om, behoudens 

tijdig verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die 

van « Lefert » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van 

deze bekendmaking. 

Par arrêté royal du 19 mai 2015, Mademoiselle Oulad Nia, Soraya 

Saïda Lucie, née à Uccle le 17 décembre 1992, demeurant à Hastière, est 


substituer à son nom patronymique celui de « Denolet », après 



juffrouw Oulad Nia, Soraya Saïda Lucie, geboren te Ukkel op 17 december 

1992, wonende te Hastière, om, behoudens tijdig verzet waarover 

zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Denolet » te 

veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking. 

Par arrêté royal du 19 mai 2015, Mademoiselle Kaas, Zoé Henriette 

Sandrine Ghislaine, née à Braine-l’Alleud le 6 août 1994, est autorisée, 

sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à 

son nom patronymique celui de « Piret », après l’expiration du délai de 

60 jours à compter de la présente insertion. 


juffrouw Kaas, Zoé Henriette Sandrine Ghislaine, geboren te Eigenbrakel 

op 6 augustus 1994, er wonende, om, behoudens tijdig verzet 

waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Piret » te 

veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking. 

Par arrêté royal du 19 mai 2015, Madame Anus, Krystelle Danielle, 

née à Lobbes le 14 mai 1984, y demeurant, est autorisée, sauf opposition 

en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom 

patronymique celui de « Bauduin », après l’expiration du délai de 60 

jours à compter de la présente insertion. 


mevrouw Anus, Krystelle Danielle, geboren te Lobbes op 14 mei 1984, 

er wonende, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, 

haar geslachtsnaam in die van « Bauduin » te veranderen, na afloop van 

60 dagen te rekenen van deze bekendmaking. 

Par arrêté royal du 19 mai 2015, Madame Malaj, Juri, née à Tropoj 

(Albanie) le 27 septembre 1978, demeurant à Beyne-Heusay, est 


substituer à son nom patronymique celui de « Ahmati », après 



mevrouw Malaj, Juri, geboren te Tropoj (Albanië) op 27 september 1978, 

wonende te Beyne-Heusay, om, behoudens tijdig verzet waarover zal 

beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Ahmati » te veranderen, 

na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking. 

Par arrêté royal du 19 mai 2015, Monsieur Haddou, Soulaiman, né à 

Tanger (Maroc) le 19 mars 1984, demeurant à Bruxelles, est autorisé, 

sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à 

son nom patronymique celui de « Ahlilach », aprèsl’expiration du délai 

de 60 jours à compter de la présente insertion. 


heer Haddou, Soulaiman, geboren te Tanger (Marokko) op 19 maart 1984, 

wonende te Brussel, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist 

worden, zijn geslachtsnaam in die van « Ahlilach » te veranderen, na 

afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking. 

Par arrêté royal du 19 mai 2015, Monsieur Lemauvais, Victor Marie 

Théophile, né àBeyne-Heusay le 12 mars 1946, demeurant à Wanze, est 

autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à 

substituer à son nom patronymique celui de « Helaers », après 



heer Lemauvais, Victor Marie Théophile, geboren te Beyne-Heusay op 

12 maart 1946, wonende te Wanze, om, behoudens tijdig verzet 

waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Helaers » 


Par arrêté royal du 19 mai 2015, Monsieur Hajjaj, Nordine Abdellah, 

né àBastogne le 10 mars 1990, résidant à Manhay, est autorisé, sauf 

opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son 

nom patronymique celui de « Schmitz », après l’expiration du délai de 

60 jours à compter de la présente insertion. 


heer Hajjaj, Nordine Abdellah, geboren te Bastenaken op 10 maart 1990, 

wonende te Manhay, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist 

worden, zijn geslachtsnaam in die van « Schmitz » te veranderen, na 

afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking.


Par arrêté royal du 19 mai 2015, Monsieur Pieteraerens, Erwin Corin 

Jean-Yves, né àLa Louvière le 18 novembre 1995, résidant à Frameries, 

est autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à 

substituer à son nom patronymique celui de « Talmat », après 



heer Pieteraerens, Erwin Corin Jean-Yves, geboren te La Louvière op 

18 november 1995, wonende te Frameries, om, behoudens tijdig verzet 

waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Talmat » 


Par arrêté royal du 19 mai 2015, Monsieur Aiutino, Gaëtan, né à 

Messancy le 22 octobre 1981, et le nommé Aiutino, Joulian, né àArlon 

le 7 avril 2013, tous deux résidant à Aubange, sont autorisés, sauf 

opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur 

nom patronymique celui de « Giacalone », après l’expiration du délai 

de 60 jours à compter de la présente insertion. 

Bij koninklijk besluit van 19 mei 2015, zijn machtiging verleend aan 

de heer Aiutino, Gaëtan, geboren te Messancy op 22 oktober 1981, en de 

genaamde Aiutino, Joulian, geboren te Aarlen op 7 april 2013, beiden 

wonende te Aubange, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist 

worden, hun geslachtsnaam in die van « Giacalone » te veranderen, na 


Par arrêté royal du 19 mai 2015, Monsieur Camu, Amaury Morgan 

Alain Jacques, né àMouscron le 1 er janvier 2000, et la nommée Camu, 

Aurore Dolores Myriam Lucette, née à Mouscron le 29 mai 2001, et le 

nommé Camu, Théo Maxime Alain Jacques, né à Mouscron le 

20 janvier 2003, tous y résidant, sont autorisés, sauf opposition en 

temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom 

patronymique celui de « Usquelis », après l’expiration du délai de 60 

jours à compter de la présente insertion. 

Bij koninklijk besluit van 19 mei 2015, zijn machtiging verleend aan 

de heer Camu, Amaury Morgan Alain Jacques, geboren te Moeskroen 

op 1 januari 2000, en de genaamde Camu, Aurore Dolores Myriam 

Lucette, geboren te Moeskroen op 29 mei 2001, en de genaamde Camu, 

Théo Maxime Alain Jacques, geboren te Moeskroen op 20 januari 2003, 

allen er wonende, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist 

worden, hun geslachtsnaam in die van « Usquelis » te veranderen, na 







[C − 2015/35686] 

Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. — Personeelsbeleid. — Decreet Rechtspositie personeelsleden 

gemeenschapsonderwijs. — Vacantverklaring van wervingsambten met het oog op mutatie, nieuwe affectatie 

en (uitbreiding) vaste benoeming: oproep tot de kandidaten voor de personeelsbewegingen van 1 juli en 

1 oktober 2015 

In toepassing van artikel 28 van het Decreet Rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 

27 maart 1991 maken de raden van bestuur van de scholengroepen elk voor hun scholengroep jaarlijks de lijst op van 

de betrekkingen die ze vacant verklaren met het oog op mutatie, nieuwe affectatie en (uitbreiding) vaste benoeming. 

De lijst van de vacant verklaarde betrekkingen werd voor 15 mei 2015 in de scholengroepen openbaar gemaakt, samen 

met een beschrijving van de wijze waarop de kandidaturen moeten worden ingediend. 

De benoemingen gaan door op 1 juli en 1 oktober 2015. 

Voor informatie i.v.m. de vacantverklaringen in de verschillende scholengroepen, de oproep tot de kandidaten, de 

aanvraagformulieren, de uiterste datum van kandideren en de lijst van de vacant verklaarde betrekkingen van een 

scholengroep kunnen kandidaten zich wenden tot de algemeen directeur van de scholengroep of tot een instelling 

behorend tot die scholengroep. 

Overzicht van de adressen en telefoonnummers van de 28 scholengroepen vindt u terug via de website van het 

GO! : www.g-o.be (‘Over GO!’ > ‘Onze Structuur’ > ‘Scholengroepen’) 

Meer informatie bij GO!-centraal: Hilde Eloot (hilde.eloot@g-o.be) en Els Degrande (els.degrande@g-o.be) 

* 


[C − 2015/35687] 

Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. — Personeelsbeleid. — Decreet Rechtspositie personeelsleden 

gemeenschapsonderwijs. — Vacantverklaring van wervingsambten in de Permanente Ondersteuningscel van 

het GO! met het oog op mutatie, nieuwe affectatie en vaste benoeming: oproep tot de kandidaten voor de 

personeelsbewegingen van 1 juli en 1 oktober 2015 

In toepassing van artikel 28 van het Decreet Rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 

27 maart 1991 heeft de afgevaardigd bestuurder van het GO! twee betrekkingen vacant verklaard in de POC met het 

oog op mutatie, nieuwe affectatie en (uitbreiding) vaste benoeming. De vacant verklaarde betrekkingen (1 FT 

betrekking medewerker en 1 HT betrekking paramedisch werker) werden voor 15 mei 2015 openbaar gemaakt via de 

GO! website, samen met een beschrijving van de wijze waarop de kandidaturen moeten worden ingediend. 

De personeelsbewegingen gaan door op 1 juli en 1 oktober 2015. 

Meer informatie bij de directeur van de POC (inge.van.trimpont@g-o.be) of bij GO!-centraal, afdeling OOP, sector 

personeel: Hilde Eloot (hilde.eloot@g-o.be)


32517 


[2015/35635] 

Definitieve vaststelling van het rooilijnplan Schorvoortstraat 

Het college van burgemeester en schepenen van de stad Turnhout brengt ter kennis van het publiek dat de 

gemeenteraad van de Stad Turnhout beslist in zitting van 4 mei 2015 om over te gaan tot definitieve vaststelling van 

het rooilijnplan in het kader van de inbreiding aan de Schorvoortstraat. 

ORDRES DU JOUR — AGENDA’S 

PARLEMENT DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE 

[C − 2015/31333] 

Séances plénières 

Ordre du jour 

Vendredi 5 juin 2015, à 9h30metà 14 h30 m 

(Salle des séances plénières, rue du Lombard 69, 1000 Bruxelles) 

1. PRISE EN CONSIDÉRATION 

— PROPOSITION D’ORDONNANCE (de Mme Barbara d’URSEL-de 

LOBKOWICZ et M. André du BUS de WARNAFFE) modifiant la loi du 

14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux, visant 

à interdire l’élevage d’animaux à fourrure en Région de Bruxelles- 

Capitale (n° A-100/1 – 2014/2015). 

2. PROJET D’ORDONNANCE ET PROPOSITIONS DE MODIFI- 

CATION DU RÈGLEMENT 

— PROJET D’ORDONNANCE portant assentiment à l’accord de 

coopération du 24 avril 2015 modifiant l’accord de coopération du 

31 janvier 2014 entre la Région flamande, la Région wallonne et la 

Région de Bruxelles-Capitale relatif à l’introduction du système de 

prélèvement kilométrique sur le territoire des trois Régions et à la 

constitution d’un Partenariat interrégional de droit public Viapass sous 

forme d’une institution commune telle que visée à l’article 92bis, § 1 er , 

de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles 

(n os A-143/1 et 2 – 2014/2015). 

- RAPPORTEUR : M. Stefan CORNELIS 

- DISCUSSION. 

— PROPOSITIONS DE MODIFICATION DU RÈGLEMENT (n° A- 

158/1 – 2014/2015). 

- Commission chargée des questions européennes. 

- Contrôle du principe de subsidiarité. 

- RAPPORTEURS : MM. René COPPENS et Armand DE DECKER 

- DISCUSSION. 

3. DÉBAT SUR LA RÉALISATION DE 80 KILOMÈTRES DE PISTES 

CYCLABLES D’ICI 2018 

4. QUESTIONS ORALES 

(*) QUESTION ORALE (n° 95) de Mme Els AMPE à M. Rudi 

VERVOORT, Ministre-Président du Gouvernement de la Région de 

Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, du Développement 

territorial, de la Politique de la Ville, des Monuments et Sites, des 

Affaires étudiantes, du Tourisme, de la Fonction publique, de la 

Recherche scientifique et de la Propreté publique, concernant « la 

restauration de l’hôtel Astoria, rue Royale ». 

(*) QUESTION ORALE (n° 118) de Mme Cieltje VAN ACHTER à 

M. Rudi VERVOORT, Ministre-Président du Gouvernement de la 

Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, du Développement 

territorial, de la Politique de la Ville, des Monuments et Sites, 

des Affaires étudiantes, du Tourisme, de la Fonction publique, de la 

Recherche scientifique et de la Propreté publique, concernant « le 

nombre de demandes de primes pour la restauration de monuments en 

Région de Bruxelles-Capitale ». 

5. QUESTIONS D’ACTUALITÉ (**) 

6. VOTES NOMINATIFS (***) 

— sur le projet d’ordonnance terminé. 

— sur les propositions de modification du règlement terminées. 


BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT 

[C − 2015/31333] 

Plenaire vergaderingen 

Agenda 

Vrijdag 5 juni 2015, om 9 u. 30 m en om 14 u. 30 m 

(Zaal van de plenaire vergaderingen, Lombardstraat 69, 1000 Brussel) 

1. INOVERWEGINGNEMING 

— VOORSTEL VAN ORDONNANTIE (van mevrouw Barbara 

d’URSEL-de LOBKOWICZ en de heer André du BUS de WARNAFFE) 

tot wijziging van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de 

bescherming en het welzijn der dieren, teneinde het fokken van dieren 

voor hun pels te verbieden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 

(nr. A-100/1 – 2014/2015). 

2. ONTWERP VAN ORDONNANTIE EN VOORSTELLEN TOT 

WIJZIGING VAN HET REGLEMENT 

— ONTWERP VAN ORDONNANTIE houdende instemming met 

het samenwerkingsakkoord van 24 april 2015 tot wijziging van het 

samenwerkingsakkoord van 31 januari 2014 tussen het Vlaams Gewest, 

het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de 

invoering van de kilometerheffing op het grondgebied van de drie 

Gewesten en tot oprichting van een publiekrechtelijk vormgegeven 

Interregionaal Samenwerkingsverband Viapass onder de vorm van een 

gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis, § 1, van de 

bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen 

(nrs A-143/1 en 2 – 2014/2015). 

- RAPPORTEUR : de heer Stefan CORNELIS 

- BESPREKING. 

— VOORSTELLEN TOT WIJZIGING VAN HET REGLEMENT 

(nr. A-158/1 – 2014/2015). 

- Commissie belast met de europese aangelegenheden. 

- Controle van het subsidiariteitsprincipe. 

- RAPPORTEURS : de heer René COPPENS en Armand DE DECKER 

- BESPREKING. 

3. DEBAT OVER HET VERWEZENLIJKEN VAN 80 KILOMETERS 

FIETSPADEN TEGEN 2018 

4. MONDELINGE VRAGEN 

(*) - MONDELINGE VRAAG (nr. 95) van Mevr. Els AMPE aan de 

heer Rudi VERVOORT, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke 

Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, 

Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, 

Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek 

en Openbare Netheid, betreffende « de restauratie van het Astoria-hotel 

in de Koningsstraat ». 

(*) - MONDELINGE VRAAG (nr. 118) van Mevr. Cieltje VAN 

ACHTER aan de heer Rudi VERVOORT, Minister-President van de 

Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, 

Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, 

Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk 

Onderzoek en Openbare Netheid, betreffende « het aantal 

premie-aanvragen voor restauratie van monumenten in het Brussels 

Hoofdstedelijk Gewest ». 

5. DRINGENDE VRAGEN (**) 

6. NAAMSTEMMINGEN (***) 

— over het afgehandelde ontwerp van ordonnantie. 

— over de afgehandelde voorstellen tot wijziging van het reglement. 


(*) questions écrites auxquelles il n’a pas été répondu 

(**) à 14 h30 m 

(***) à partir de 15 h30 m 

(*) schriftelijke vragen waarop nog niet werd geantwoord 

(**) om 14 u. 30 m. 

(***) vanaf 15 u. 30 m.


ASSEMBLEE REUNIE 

DE LA COMMISSION COMMUNAUTAIRE COMMUNE 

DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE 

[C − 2015/31332] 

Séance plénière 

Ordre du jour 

VERENIGDE VERGADERING VAN DE 

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE 

VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 

[C − 2015/31332] 

Plenaire vergadering 

Agenda 

(Vendredi 5 juin 2015 à l’issue du point 3 de l’ordre du jour du Parlement, 

salle des séances plénières, rue du Lombard 69, 1000 Bruxelles) 

1. PROJETS D’ORDONNANCE ET PROPOSITIONS DE MODIFICA- 

TION DU RÈGLEMENT 

— PROJET D’ORDONNANCE portant assentiment à la Convention 

du Conseil de l’Europe sur la prévention et la lutte contre la violence à 

l’égard des femmes et la violence domestique, faite à Istanbul le 

11 mai 2011 (nos B-18/1 et 2 – 2014/2015). 

- RAPPORTEUSE : Mme Fatoumata SIDIBÉ 

- DISCUSSION. 

— PROJET D’ORDONNANCE portant assentiment à :l’Accord entre 

le Gouvernement du Royaume de Belgique et le Gouvernement de la 

République française pour le développement de la coopération et de 

l’entraide administrative en matière de sécurité sociale, fait à Paris le 

17 novembre 2008 (n os B-20/1 et 2 – 2014/2015). 

PROJET D’ORDONNANCE portant assentiment au : Traité entre le 

Royaume de Belgique et le Royaume des Pays-Bas pour le développement 

de la coopération et de l’entraide administrative en matière de 

sécurité sociale, fait à Bruxelles le 6 décembre 2010 (n os B-21/1 et 2 – 

2014/2015). 

- RAPPORTEUSE : Mme Barbara d’URSEL-de LOBKOWICZ 

- DISCUSSION CONJOINTE. 

— PROPOSITIONS DE MODIFICATION DU RÈGLEMENT 

(n° B-27/1 – 2014/2015). 

- Commission chargée des questions européennes. 

- Contrôle du principe de subsidiarité. 

- RAPPORTEURS : MM. René COPPENS et Armand DE DECKER 

- DISCUSSION. 

2. QUESTIONS D’ACTUALITÉ (*) 

3. VOTES NOMINATIFS (**) 

- sur les projets d’ordonnance terminés. 

- sur les propositions de modification du règlement terminées. 


(Vrijdag 5 juni 2015, na afloop van punt 3 van de agenda van het Parlement, 

zaal van de plenaire vergaderingen, Lombardstraat 69, 1000 Brussel) 

1. ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE EN VOORSTELLEN TOT 

WIJZIGING VAN HET REGLEMENT 

— ONTWERP VAN ORDONNANTIE houdende instemming met 

het Verdrag van de Raad van europa ter voorkomen en bestrijding van 

geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, opgemaakt te Istanboel op 

11 mei 2011 (nrs B-18/1 en 2 – 2014/2015). 

- RAPPORTEUR : mevrouw Fatoumata SIDIBÉ 

- BESPREKING. 

— ONTWERP VAN ORDONNANTIE houdende instemming met : 

het Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België en de 

Regering van de Republiek Frankrijk voor de ontwikkeling van de 

samenwerking en van de wederzijdse administratieve bijstand op het 

gebied van de sociale zekerheid, opgemaakt te Parijs op 17 november 

2008 (nrs B-20/1 en 2 – 2014/2015). 

ONTWERP VAN ORDONNANTIE houdende instemming met : het 

Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden 

voor de ontwikkeling van de samenwerking en van de wederzijdse 

administratieve bijstand op het gebied van de sociale zekerheid, 

opgemaakt te Brussel op 6 december 2010 (nrs B-21/1 en 2 – 

2014/2015). 

- RAPPORTEUR : mevrouw Barbara d’URSEL-de LOBKOWICZ 

- SAMENGEVOEGDE BESPREKING. 

— VOORSTELLEN TOT WIJZIGING VAN HET REGLEMENT 

(nr. B-27/1 – 2014/2015). 

- Commissie belast met de europese aangelegenheden. 

- Controle van het subsidiariteitsprincipe. 

- RAPPORTEURS : de heer René COPPENS en Armand DE DECKER 

- BESPREKING. 

2. DRINGENDE VRAGEN (*) 

3. NAAMSTEMMINGEN (**) 

- over de afgehandelde ontwerpen van ordonnantie. 

- over de afgehandelde voorstellen tot wijziging van het reglement. 


(*) à 14h30m 

(**) à partir de 15 h 30 m. 

(*) om 14 u. 30 m. 

(**) vanaf 15 u. 30 m. 

ANNEXE au Moniteur belge du 4 juin 2015 − BIJLAGE tot het Belgisch Staatsblad van 4 juni 2015 

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, 

P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENER- 

GIE 

[C − 2015/202534] 

Liste d’entreprises ayant fait l’objet d’une 

radiation d’office au sein de la Banque- 

Carrefour des Entreprises 

Pour toute question, nous vous invitons à 

consulter le site internet du SPF Economie 

(www.economie.fgov.be) ou à contacter le helpdesk 

de la Banque-Carrefour des Entreprises 

au 02/277 64 00. 

En vertu de l’article III.42, paragraphe 1 er , 

alinéa 1 er ,4 o du Code de droit économique, la 

radiation d’office des entreprises suivantes a 

été effectuée au sein de la Banque-Carrefour 

des Entreprises : 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONO- 

MIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENER- 

GIE 

[C − 2015/202534] 

Lijst van ondernemingen die het onderwerp 

zijn geweest van een ambtshalve doorhaling 

in de Kruispuntbank van Ondernemingen 

Als u vragen hebt, kunt u de website van de 

FOD Economie (www.economie.fgov.be) raadplegen 

of de helpdesk van de Kruispuntbank van 

Ondernemingen (02/277 64 00) contacteren. 

Overeenkomstig artikel III.42, paragraaf 1, 

1ste alinea, 4 o van het Wetboek van economisch 

recht, werd in de Kruispuntbank van 

Ondernemingen overgegaan tot de ambtshalve 

schrapping van de volgende ondernemingen: 

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST 

WIRTSCHAFT, K.M.B., MITTELSTAND 

UND ENERGIE 

[C − 2015/202534] 

Liste der Unternehmen, die in der Zentralen 

Unternehmensdatenbank einer Zwangslöschung 

unterliegen 

Haben Sie weitere Fragen? Besuchen Sie die 

Website des FÖD Wirtschaft (www.economie.fgov.be) 

oder rufen Sie den Helpdesk der 

zentralen Datenbank der Unternehmen (02/277 

64 00) an. 

Aufgrund des Artikels III.42, Absatz 1, § 1, 

4 o des Wirtschaftsgesetzbuches wurden folgende 

Unternehmen in der ZDU zwangsweise 

gelöscht:


32519 

N o ent. 0401.378.080 

CARRIÈRES DE GESVES 

date de la prise d’effet de la radiation 

d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0402.283.447 

ROYAL HERVE FOOTBALL CLUB 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0406.401.690 

DE RIDDER 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0413.920.180 

FIDUCIAIRE FIBEX 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0414.206.430 

LOCABATING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0417.487.109 

VAN ROEY EN KINDEREN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0417.987.945 

BRUNEL 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0420.761.551 

ARBATIR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0421.492.021 

SIAC 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0423.916.625 

BEN THIERS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0424.599.781 

DEBUYSERE - BOEKHOUDING EN FIS- 

CAAL ADVIES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0424.737.759 

ETABLISSEMENTS CROISELET 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0426.015.288 

BUREAU COMPTABLE ET FISCAL DE LA 

CAMBRE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0427.013.202 

LEVACO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0427.754.657 

EURO BUILDING CIE 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0401.378.080 


ambtshalve doorhaling ingaande vanaf: 

20/05/2015 

Ond. Nr. 0402.283.447 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0406.401.690 

DE RIDDER 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0413.920.180 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0414.206.430 

LOCABATING 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0417.487.109 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0417.987.945 

BRUNEL 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0420.761.551 

ARBATIR 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0421.492.021 

SIAC 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0423.916.625 

BEN THIERS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0424.599.781 


CAAL ADVIES 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0424.737.759 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0426.015.288 


CAMBRE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0427.013.202 

LEVACO 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0427.754.657 



20/05/2015 

Unt. nr. 0401.378.080 


Zwangslöschung gültig ab: 20/05/2015 

Unt. nr. 0402.283.447 



Unt. nr. 0406.401.690 

DE RIDDER 


Unt. nr. 0413.920.180 



Unt. nr. 0414.206.430 

LOCABATING 


Unt. nr. 0417.487.109 



Unt. nr. 0417.987.945 

BRUNEL 


Unt. nr. 0420.761.551 

ARBATIR 


Unt. nr. 0421.492.021 

SIAC 


Unt. nr. 0423.916.625 

BEN THIERS 


Unt. nr. 0424.599.781 


CAAL ADVIES 


Unt. nr. 0424.737.759 



Unt. nr. 0426.015.288 


CAMBRE 


Unt. nr. 0427.013.202 

LEVACO 


Unt. nr. 0427.754.657 


Zwangslöschung gültig ab: 20/05/2015


N o ent. 0429.151.754 

GIGI 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0429.294.185 

ORGANISATION - GESTION - MARKE- 

TING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0430.205.391 

CONCEPTUEL 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0431.187.071 

FERRYTEX 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0432.058.487 

DEL DIFFUSION 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0433.755.690 

ACCOUNTING PARTNERS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0433.817.256 

TAXI SOCOMAR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0435.030.845 

TRANSPORT BOSSEREZ 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0435.502.284 

A.C.S.O. 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0435.586.814 

BRABANT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0436.930.857 

A B - SONIC 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0437.248.878 

CABINET MAC PHERSON 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0437.624.507 

AIREL EXPRESS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0437.817.022 

AAB ACCOUNTING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0438.341.119 

GALERIJ LABYRINT 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0429.151.754 

GIGI 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0429.294.185 


TING 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0430.205.391 

CONCEPTUEL 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0431.187.071 

FERRYTEX 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0432.058.487 

DEL DIFFUSION 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0433.755.690 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0433.817.256 

TAXI SOCOMAR 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0435.030.845 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0435.502.284 

A.C.S.O. 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0435.586.814 

BRABANT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0436.930.857 

A B - SONIC 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0437.248.878 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0437.624.507 

AIREL EXPRESS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0437.817.022 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0438.341.119 



20/05/2015 

Unt. nr. 0429.151.754 

GIGI 


Unt. nr. 0429.294.185 


TING 


Unt. nr. 0430.205.391 

CONCEPTUEL 


Unt. nr. 0431.187.071 

FERRYTEX 


Unt. nr. 0432.058.487 

DEL DIFFUSION 


Unt. nr. 0433.755.690 



Unt. nr. 0433.817.256 

TAXI SOCOMAR 


Unt. nr. 0435.030.845 



Unt. nr. 0435.502.284 

A.C.S.O. 


Unt. nr. 0435.586.814 

BRABANT 


Unt. nr. 0436.930.857 

A B - SONIC 


Unt. nr. 0437.248.878 



Unt. nr. 0437.624.507 

AIREL EXPRESS 


Unt. nr. 0437.817.022 



Unt. nr. 0438.341.119 




32521 

N o ent. 0438.493.349 

PROMANIS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0438.509.383 

SEQUOIA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0438.859.573 

ESTATES AND FINANCE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0439.023.285 

ADDENDUM 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0439.179.871 

SCANDI TEXT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0439.815.519 

B-TRACK EUROPE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0440.631.606 

STEENWINCKEL 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0441.532.716 

OPALE CONSTRUCTION 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0441.701.277 

AUDIOLOGICAL COUNSELLING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0442.406.409 

PEINT À NEUF 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0442.932.979 

DIDIER LUYCKX EN CO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0443.433.718 

PROMIB 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0443.499.737 

SITEX 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0444.492.996 

DECO ’92 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0444.722.333 

IMMO-GESTION 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0444.865.952 

FINANCIERE CEPEA 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0438.493.349 

PROMANIS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0438.509.383 

SEQUOIA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0438.859.573 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0439.023.285 

ADDENDUM 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0439.179.871 

SCANDI TEXT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0439.815.519 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0440.631.606 

STEENWINCKEL 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0441.532.716 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0441.701.277 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0442.406.409 

PEINT À NEUF 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0442.932.979 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0443.433.718 

PROMIB 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0443.499.737 

SITEX 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0444.492.996 

DECO ’92 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0444.722.333 

IMMO-GESTION 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0444.865.952 



20/05/2015 

Unt. nr. 0438.493.349 

PROMANIS 


Unt. nr. 0438.509.383 

SEQUOIA 


Unt. nr. 0438.859.573 



Unt. nr. 0439.023.285 

ADDENDUM 


Unt. nr. 0439.179.871 

SCANDI TEXT 


Unt. nr. 0439.815.519 



Unt. nr. 0440.631.606 

STEENWINCKEL 


Unt. nr. 0441.532.716 



Unt. nr. 0441.701.277 



Unt. nr. 0442.406.409 

PEINT À NEUF 


Unt. nr. 0442.932.979 



Unt. nr. 0443.433.718 

PROMIB 


Unt. nr. 0443.499.737 

SITEX 


Unt. nr. 0444.492.996 

DECO ’92 


Unt. nr. 0444.722.333 

IMMO-GESTION 


Unt. nr. 0444.865.952 




N o ent. 0445.714.901 

NYS GEERT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0445.729.648 

MUSIQUE - LOISIRS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0445.794.776 

FAXPHONE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0446.215.242 

MEIRSSCHAUT AND ASSOCIATES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0446.919.580 

LURICHA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0447.001.140 

ITEA CONSULT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0447.413.587 

PIMENT BLEU COMMUNICATION 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0448.651.526 

CR EUROPEAN CONSULTANTS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0448.935.202 

AAB LOGISTIEK 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0449.109.208 

E.C.C. 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0450.317.550 

VANDEN BERK 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0450.357.340 

SERFICOM 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0450.876.784 

A.L.B. BOUW & RENOVATIE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0451.218.066 

PRISMA INTERNATIONAL CONSULTING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0451.957.147 

BOA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0451.979.517 

DE TROCADERO 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0445.714.901 

NYS GEERT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0445.729.648 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0445.794.776 

FAXPHONE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0446.215.242 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0446.919.580 

LURICHA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0447.001.140 

ITEA CONSULT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0447.413.587 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0448.651.526 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0448.935.202 

AAB LOGISTIEK 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0449.109.208 

E.C.C. 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0450.317.550 

VANDEN BERK 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0450.357.340 

SERFICOM 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0450.876.784 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0451.218.066 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0451.957.147 

BOA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0451.979.517 

DE TROCADERO 


20/05/2015 

Unt. nr. 0445.714.901 

NYS GEERT 


Unt. nr. 0445.729.648 



Unt. nr. 0445.794.776 

FAXPHONE 


Unt. nr. 0446.215.242 



Unt. nr. 0446.919.580 

LURICHA 


Unt. nr. 0447.001.140 

ITEA CONSULT 


Unt. nr. 0447.413.587 



Unt. nr. 0448.651.526 



Unt. nr. 0448.935.202 

AAB LOGISTIEK 


Unt. nr. 0449.109.208 

E.C.C. 


Unt. nr. 0450.317.550 

VANDEN BERK 


Unt. nr. 0450.357.340 

SERFICOM 


Unt. nr. 0450.876.784 



Unt. nr. 0451.218.066 



Unt. nr. 0451.957.147 

BOA 


Unt. nr. 0451.979.517 

DE TROCADERO 



32523 

N o ent. 0454.186.563 

CLEAR VISION SOLUTIONS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0454.675.820 

BAUDOUX - PELDERS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0454.733.525 

AMPHION 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0454.742.730 

TLC 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0455.023.139 

ACTION TRANSPORT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0455.142.212 

AGORA INVEST 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0455.451.523 

LEDEGEN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0455.622.856 

WILFART SERGE ANALYSER, CONS- 

TRUIRE, HARMONISER PAR LA VOIX 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0455.717.480 

METAPOINT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0456.311.259 

KENHOUT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0456.496.549 

FISCALAN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0457.151.496 

ANOTHER DIMENSION OF AN IDEA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0457.313.428 

NOTASS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0458.440.410 

ALKINOÖS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0458.716.859 

FISCOM.TVA 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0454.186.563 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0454.675.820 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0454.733.525 

AMPHION 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0454.742.730 

TLC 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0455.023.139 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0455.142.212 

AGORA INVEST 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0455.451.523 

LEDEGEN 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0455.622.856 

WILFART SERGE ANALYSER, CON- 

STRUIRE, HARMONISER PAR LA VOIX 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0455.717.480 

METAPOINT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0456.311.259 

KENHOUT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0456.496.549 

FISCALAN 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0457.151.496 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0457.313.428 

NOTASS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0458.440.410 

ALKINOÖS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0458.716.859 

FISCOM.TVA 


20/05/2015 

Unt. nr. 0454.186.563 



Unt. nr. 0454.675.820 



Unt. nr. 0454.733.525 

AMPHION 


Unt. nr. 0454.742.730 

TLC 


Unt. nr. 0455.023.139 



Unt. nr. 0455.142.212 

AGORA INVEST 


Unt. nr. 0455.451.523 

LEDEGEN 


Unt. nr. 0455.622.856 

WILFART SERGE ANALYSER, 

CONSTRUIRE, HARMONISER PAR LA VOIX 


Unt. nr. 0455.717.480 

METAPOINT 


Unt. nr. 0456.311.259 

KENHOUT 


Unt. nr. 0456.496.549 

FISCALAN 


Unt. nr. 0457.151.496 



Unt. nr. 0457.313.428 

NOTASS 


Unt. nr. 0458.440.410 

ALKINOÖS 


Unt. nr. 0458.716.859 

FISCOM.TVA 



N o ent. 0458.729.826 

F.B.H. 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0460.484.041 

SET POINT INTERNATIONAL 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0460.811.465 

ZAKENKANTOOR BECKERS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0461.128.496 

DOUBLE M 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0461.291.319 

BARBADOS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0461.348.232 

DEMBO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0461.606.073 

ASTROKI 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0464.008.111 

JEAN - PAUL HORDIES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0465.052.543 

VERT, EXTERIEUR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0465.089.264 

DEMY 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0465.095.895 

MEDIAGROUP 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0466.601.771 

KOPEVAN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0466.740.640 

BELEPOQUE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0466.769.542 

BRESSER MANAGEMENT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0466.979.774 

MOVIES STORE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0467.153.780 

IMMOBILIER NEUF.BE 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0458.729.826 

F.B.H. 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0460.484.041 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0460.811.465 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0461.128.496 

DOUBLE M 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0461.291.319 

BARBADOS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0461.348.232 

DEMBO 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0461.606.073 

ASTROKI 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0464.008.111 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0465.052.543 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0465.089.264 

DEMY 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0465.095.895 

MEDIAGROUP 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0466.601.771 

KOPEVAN 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0466.740.640 

BELEPOQUE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0466.769.542 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0466.979.774 

MOVIES STORE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0467.153.780 



20/05/2015 

Unt. nr. 0458.729.826 

F.B.H. 


Unt. nr. 0460.484.041 



Unt. nr. 0460.811.465 



Unt. nr. 0461.128.496 

DOUBLE M 


Unt. nr. 0461.291.319 

BARBADOS 


Unt. nr. 0461.348.232 

DEMBO 


Unt. nr. 0461.606.073 

ASTROKI 


Unt. nr. 0464.008.111 



Unt. nr. 0465.052.543 



Unt. nr. 0465.089.264 

DEMY 


Unt. nr. 0465.095.895 

MEDIAGROUP 


Unt. nr. 0466.601.771 

KOPEVAN 


Unt. nr. 0466.740.640 

BELEPOQUE 


Unt. nr. 0466.769.542 



Unt. nr. 0466.979.774 

MOVIES STORE 


Unt. nr. 0467.153.780 




32525 

N o ent. 0468.018.664 

WILCOM - TECOS BELGIUM 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0468.283.039 

VEGAS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0468.846.629 

DENIS TRADING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0469.276.694 

RECONSTRUCT JLM 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0471.343.586 

PIGRAMA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0471.558.174 

ONYVA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0472.144.926 

PADA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0472.385.149 

BOTANIEK 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0472.458.591 

S.T.B. IMMOBILIER BELGIUM 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0472.968.040 

ALAIN DELFOSSE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0473.378.113 

IMMO MEA CULPA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0474.096.210 

NADLAN PROPERTIES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0474.121.647 

NADLAN CONSTRUCTIONS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0474.547.061 

HYGICELL 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0475.529.830 

S.NEUF 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0475.820.137 

JEFFBELLE 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0468.018.664 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0468.283.039 

VEGAS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0468.846.629 

DENIS TRADING 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0469.276.694 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0471.343.586 

PIGRAMA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0471.558.174 

ONYVA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0472.144.926 

PADA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0472.385.149 

BOTANIEK 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0472.458.591 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0472.968.040 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0473.378.113 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0474.096.210 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0474.121.647 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0474.547.061 

HYGICELL 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0475.529.830 

S.NEUF 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0475.820.137 

JEFFBELLE 


20/05/2015 

Unt. nr. 0468.018.664 



Unt. nr. 0468.283.039 

VEGAS 


Unt. nr. 0468.846.629 

DENIS TRADING 


Unt. nr. 0469.276.694 



Unt. nr. 0471.343.586 

PIGRAMA 


Unt. nr. 0471.558.174 

ONYVA 


Unt. nr. 0472.144.926 

PADA 


Unt. nr. 0472.385.149 

BOTANIEK 


Unt. nr. 0472.458.591 



Unt. nr. 0472.968.040 



Unt. nr. 0473.378.113 



Unt. nr. 0474.096.210 



Unt. nr. 0474.121.647 



Unt. nr. 0474.547.061 

HYGICELL 


Unt. nr. 0475.529.830 

S.NEUF 


Unt. nr. 0475.820.137 

JEFFBELLE 



N o ent. 0476.246.343 

QENTEMEX 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0477.025.115 

IRON MIKE CONSULTING SERVICES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0477.152.106 

SGV SOCIETE DES GRANDS VINS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0477.482.795 

ARCOS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0477.834.173 

JARDIN DES FLEURS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0477.867.530 

IN ’T GEZEGEND BROOD 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0478.001.053 

MUSIC BOX 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0478.091.224 

CAB 4 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0478.190.006 

DH - DM TRADING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0478.345.602 

KAPRICE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0478.452.302 

CH CUVELIER & FILS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0478.631.157 

MONDRIANO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0478.882.367 

OCEAN LIFE MANAGEMENT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0478.956.702 

PIETER VAN WESEMAEL 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0479.217.612 

NATUREL FOOD 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0479.317.778 

SMS CENTER 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0476.246.343 

QENTEMEX 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0477.025.115 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0477.152.106 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0477.482.795 

ARCOS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0477.834.173 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0477.867.530 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0478.001.053 

MUSIC BOX 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0478.091.224 

CAB 4 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0478.190.006 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0478.345.602 

KAPRICE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0478.452.302 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0478.631.157 

MONDRIANO 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0478.882.367 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0478.956.702 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0479.217.612 

NATUREL FOOD 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0479.317.778 

SMS CENTER 


20/05/2015 

Unt. nr. 0476.246.343 

QENTEMEX 


Unt. nr. 0477.025.115 



Unt. nr. 0477.152.106 



Unt. nr. 0477.482.795 

ARCOS 


Unt. nr. 0477.834.173 



Unt. nr. 0477.867.530 



Unt. nr. 0478.001.053 

MUSIC BOX 


Unt. nr. 0478.091.224 

CAB 4 


Unt. nr. 0478.190.006 



Unt. nr. 0478.345.602 

KAPRICE 


Unt. nr. 0478.452.302 



Unt. nr. 0478.631.157 

MONDRIANO 


Unt. nr. 0478.882.367 



Unt. nr. 0478.956.702 



Unt. nr. 0479.217.612 

NATUREL FOOD 


Unt. nr. 0479.317.778 

SMS CENTER 



32527 

N o ent. 0479.369.743 

TOP SERVICES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0479.591.160 

NIMAFRI 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0479.700.533 

SAMIJN MANGEMENT & PROJECTS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0480.200.973 

DRIESKES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0806.180.163 

TADIM LOUNGE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0806.487.593 

FOUR SEASONS INTERNATIONAL 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0807.104.534 

ASSOCIATIE VOOR AUDIT, BOEKHOU- 

DING EN FISCALITEIT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0807.565.184 

PALAIS DU SHISHA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0807.977.237 

MYMANAL 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0809.275.651 

ERXHAN-HOLDING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0810.103.319 

C-FUEL 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0810.922.374 

META META 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0811.739.352 

DE FRAEYE CONSULT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0811.783.793 

LARSYS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0812.331.448 

ATRIDES 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0479.369.743 

TOP SERVICES 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0479.591.160 

NIMAFRI 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0479.700.533 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0480.200.973 

DRIESKES 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0806.180.163 

TADIM LOUNGE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0806.487.593 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0807.104.534 




20/05/2015 

Ond. Nr. 0807.565.184 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0807.977.237 

MYMANAL 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0809.275.651 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0810.103.319 

C-FUEL 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0810.922.374 

META META 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0811.739.352 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0811.783.793 

LARSYS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0812.331.448 

ATRIDES 


20/05/2015 

Unt. nr. 0479.369.743 

TOP SERVICES 


Unt. nr. 0479.591.160 

NIMAFRI 


Unt. nr. 0479.700.533 



Unt. nr. 0480.200.973 

DRIESKES 


Unt. nr. 0806.180.163 

TADIM LOUNGE 


Unt. nr. 0806.487.593 



Unt. nr. 0807.104.534 




Unt. nr. 0807.565.184 



Unt. nr. 0807.977.237 

MYMANAL 


Unt. nr. 0809.275.651 



Unt. nr. 0810.103.319 

C-FUEL 


Unt. nr. 0810.922.374 

META META 


Unt. nr. 0811.739.352 



Unt. nr. 0811.783.793 

LARSYS 


Unt. nr. 0812.331.448 

ATRIDES 



N o ent. 0817.230.047 

B-SURE INVEST 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0818.479.466 

WM BEAUTY 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0819.179.945 

CAR WASH DE BRUG 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0819.241.412 

PIZZA PRINCE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0819.786.986 

PW CONSULTING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.666.761 

DILCLEANING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.723.773 

EUROPEAN CARGO CONSULTANCY 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.748.321 

MODE TRADING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.773.956 

GOLDFINGER CLUB 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.776.332 

MATEX TRADING IMPORT-EXPORT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.824.931 

BEN CORPORATION 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.836.314 

BE-LIGNE-PET 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.852.645 

MIA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.860.761 

TABLEAU NOIR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.870.659 

″ARNO - PAINT″ 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.889.168 

LOUNGE MEMBERS ONLY 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0817.230.047 

B-SURE INVEST 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0818.479.466 

WM BEAUTY 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0819.179.945 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0819.241.412 

PIZZA PRINCE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0819.786.986 

PW CONSULTING 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.666.761 

DILCLEANING 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.723.773 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.748.321 

MODE TRADING 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.773.956 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.776.332 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.824.931 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.836.314 

BE-LIGNE-PET 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.852.645 

MIA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.860.761 

TABLEAU NOIR 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.870.659 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.889.168 



20/05/2015 

Unt. nr. 0817.230.047 

B-SURE INVEST 


Unt. nr. 0818.479.466 

WM BEAUTY 


Unt. nr. 0819.179.945 



Unt. nr. 0819.241.412 

PIZZA PRINCE 


Unt. nr. 0819.786.986 

PW CONSULTING 


Unt. nr. 0826.666.761 

DILCLEANING 


Unt. nr. 0826.723.773 



Unt. nr. 0826.748.321 

MODE TRADING 


Unt. nr. 0826.773.956 



Unt. nr. 0826.776.332 



Unt. nr. 0826.824.931 



Unt. nr. 0826.836.314 

BE-LIGNE-PET 


Unt. nr. 0826.852.645 

MIA 


Unt. nr. 0826.860.761 

TABLEAU NOIR 


Unt. nr. 0826.870.659 



Unt. nr. 0826.889.168 




32529 

N o ent. 0826.901.937 

FELIX CW 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.904.115 

LE TERROIR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.988.742 

WHY NOT STABLES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0826.995.769 

CELESTINE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.382.977 

SOGETRAK 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.385.254 

CSC CAR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.410.295 

ACTIVEATING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.433.556 

HERAT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.445.335 

″AKSOL″ 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.456.223 

V.R.C.P. 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.564.309 

VOETS TRANSPORT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.637.553 

AZOUL 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.650.817 

FEDERAL FISCAL JCW 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.700.109 

LE PONT GERMOIR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.726.140 

AHRKAM 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.757.616 

AUX FRUITS FRAIS 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.901.937 

FELIX CW 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.904.115 

LE TERROIR 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.988.742 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0826.995.769 

CELESTINE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.382.977 

SOGETRAK 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.385.254 

CSC CAR 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.410.295 

ACTIVEATING 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.433.556 

HERAT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.445.335 

″AKSOL″ 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.456.223 

V.R.C.P. 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.564.309 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.637.553 

AZOUL 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.650.817 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.700.109 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.726.140 

AHRKAM 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.757.616 



20/05/2015 

Unt. nr. 0826.901.937 

FELIX CW 


Unt. nr. 0826.904.115 

LE TERROIR 


Unt. nr. 0826.988.742 



Unt. nr. 0826.995.769 

CELESTINE 


Unt. nr. 0827.382.977 

SOGETRAK 


Unt. nr. 0827.385.254 

CSC CAR 


Unt. nr. 0827.410.295 

ACTIVEATING 


Unt. nr. 0827.433.556 

HERAT 


Unt. nr. 0827.445.335 

″AKSOL″ 


Unt. nr. 0827.456.223 

V.R.C.P. 


Unt. nr. 0827.564.309 



Unt. nr. 0827.637.553 

AZOUL 


Unt. nr. 0827.650.817 



Unt. nr. 0827.700.109 



Unt. nr. 0827.726.140 

AHRKAM 


Unt. nr. 0827.757.616 




N o ent. 0827.758.012 

ASGK 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.783.053 

TRANSIT EXPRESS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.784.637 

AL-MAJLIS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.818.388 

ATLANTA CONCEPT SPRL-STARTER 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.818.883 

COIFFURE MAZARINE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.833.533 

ARBRIA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.840.857 

MATRIX WORLD 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.848.280 

CARTHAGE ART PRODUCTION 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.899.552 

″L F IMMO INVEST″ 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.899.750 

AMAL MOGADOR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.901.532 

MAUGERI AUTOS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.909.450 

CHENGXIN BVBA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.913.113 

ON DEMAND TRADING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.918.358 

CARWASH[\]@HOME 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.923.209 

FRAME SERVICE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.925.484 

ECODEV SERVICES 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.758.012 

ASGK 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.783.053 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.784.637 

AL-MAJLIS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.818.388 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.818.883 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.833.533 

ARBRIA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.840.857 

MATRIX WORLD 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.848.280 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.899.552 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.899.750 

AMAL MOGADOR 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.901.532 

MAUGERI AUTOS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.909.450 

CHENGXIN BVBA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.913.113 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.918.358 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.923.209 

FRAME SERVICE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.925.484 



20/05/2015 

Unt. nr. 0827.758.012 

ASGK 


Unt. nr. 0827.783.053 



Unt. nr. 0827.784.637 

AL-MAJLIS 


Unt. nr. 0827.818.388 



Unt. nr. 0827.818.883 



Unt. nr. 0827.833.533 

ARBRIA 


Unt. nr. 0827.840.857 

MATRIX WORLD 


Unt. nr. 0827.848.280 



Unt. nr. 0827.899.552 



Unt. nr. 0827.899.750 

AMAL MOGADOR 


Unt. nr. 0827.901.532 

MAUGERI AUTOS 


Unt. nr. 0827.909.450 

CHENGXIN BVBA 


Unt. nr. 0827.913.113 



Unt. nr. 0827.918.358 



Unt. nr. 0827.923.209 

FRAME SERVICE 


Unt. nr. 0827.925.484 




32531 

N o ent. 0827.928.256 

DORMEZ-VOUS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.937.164 

B&O INVEST 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.954.782 

DOUNIA AMYN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.978.340 

K-ONE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.983.783 

EUROPE HT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.984.179 

PIZZA BAR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0827.986.852 

ANTI AGING CENTER 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.040.894 

EURO BAY 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.046.933 

C D IMMO & MANAGEMENT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.053.366 

STAR FRESH TRADING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.053.663 

DELTA SERVICES NET 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.067.422 

S + M CONSULTING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.071.578 

″ BUCB MANAGEMENT ″ 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.075.043 

CHEZ ERMANNO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.102.955 

ARAGON PRESTIGE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.140.864 

GREEN STREAM SERVICES 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.928.256 

DORMEZ-VOUS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.937.164 

B&O INVEST 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.954.782 

DOUNIA AMYN 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.978.340 

K-ONE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.983.783 

EUROPE HT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.984.179 

PIZZA BAR 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0827.986.852 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.040.894 

EURO BAY 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.046.933 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.053.366 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.053.663 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.067.422 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.071.578 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.075.043 

CHEZ ERMANNO 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.102.955 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.140.864 



20/05/2015 

Unt. nr. 0827.928.256 

DORMEZ-VOUS 


Unt. nr. 0827.937.164 

B&O INVEST 


Unt. nr. 0827.954.782 

DOUNIA AMYN 


Unt. nr. 0827.978.340 

K-ONE 


Unt. nr. 0827.983.783 

EUROPE HT 


Unt. nr. 0827.984.179 

PIZZA BAR 


Unt. nr. 0827.986.852 



Unt. nr. 0828.040.894 

EURO BAY 


Unt. nr. 0828.046.933 



Unt. nr. 0828.053.366 



Unt. nr. 0828.053.663 



Unt. nr. 0828.067.422 



Unt. nr. 0828.071.578 



Unt. nr. 0828.075.043 

CHEZ ERMANNO 


Unt. nr. 0828.102.955 



Unt. nr. 0828.140.864 




N o ent. 0828.142.448 

ICT COMPANY 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.142.943 

BYTES 2 SPRITES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.162.046 

INFINITIESERVICES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.164.719 

SIKKIN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.167.093 

FUORI ORARIO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.173.627 

THE ILLUSIONIST 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.190.255 

BUY 4 YOU.GIE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.193.621 

VA - PARTNERS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.241.626 

TRADERS INVEST 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.248.059 

R.S. BLUE STAR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.256.769 

CAFE ST -JORGE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.269.736 

ADREXYS DISTRIBUTION 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.286.265 

ALISEE DEVELOPPEMENT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.325.263 

MV CONSTRUCTION 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.336.151 

SOCIETE GENERALE NETTOYAGE ET 

BATIMENT 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.142.448 

ICT COMPANY 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.142.943 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.162.046 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.164.719 

SIKKIN 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.167.093 

FUORI ORARIO 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.173.627 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.190.255 

BUY 4 YOU.GIE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.193.621 

VA - PARTNERS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.241.626 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.248.059 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.256.769 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.269.736 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.286.265 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.325.263 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.336.151 


BATIMENT 


20/05/2015 

Unt. nr. 0828.142.448 

ICT COMPANY 


Unt. nr. 0828.142.943 



Unt. nr. 0828.162.046 



Unt. nr. 0828.164.719 

SIKKIN 


Unt. nr. 0828.167.093 

FUORI ORARIO 


Unt. nr. 0828.173.627 



Unt. nr. 0828.190.255 

BUY 4 YOU.GIE 


Unt. nr. 0828.193.621 

VA - PARTNERS 


Unt. nr. 0828.241.626 



Unt. nr. 0828.248.059 



Unt. nr. 0828.256.769 



Unt. nr. 0828.269.736 



Unt. nr. 0828.286.265 



Unt. nr. 0828.325.263 



Unt. nr. 0828.336.151 


BATIMENT 



32533 

N o ent. 0828.382.968 

RAJ&CO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.383.760 

PARABOL EUROPE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.426.916 

MARTIN’S SCENARIO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.436.517 

G.E. AVOCATS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.436.715 

F.M.M. INTERNATIONAL 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.441.960 

RS RENOV 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.490.262 

FASHION & STYLE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.628.735 

ULTRA DECO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.629.527 

″ OXIMA LOGISTICS & SYSTEMS ″ 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.633.782 

DE VREESE GODS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.642.492 

FMBUILDING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.662.189 

NEW ASTORIA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.678.423 

M & N PRO DESIGN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.715.540 

MAKANDA TRADING AND CO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.717.817 

LOUVANM 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.744.145 

EUROBUSINESS SERVICE 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.382.968 

RAJ&CO 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.383.760 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.426.916 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.436.517 

G.E. AVOCATS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.436.715 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.441.960 

RS RENOV 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.490.262 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.628.735 

ULTRA DECO 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.629.527 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.633.782 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.642.492 

FMBUILDING 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.662.189 

NEW ASTORIA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.678.423 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.715.540 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.717.817 

LOUVANM 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.744.145 



20/05/2015 

Unt. nr. 0828.382.968 

RAJ&CO 


Unt. nr. 0828.383.760 



Unt. nr. 0828.426.916 



Unt. nr. 0828.436.517 

G.E. AVOCATS 


Unt. nr. 0828.436.715 



Unt. nr. 0828.441.960 

RS RENOV 


Unt. nr. 0828.490.262 



Unt. nr. 0828.628.735 

ULTRA DECO 


Unt. nr. 0828.629.527 



Unt. nr. 0828.633.782 



Unt. nr. 0828.642.492 

FMBUILDING 


Unt. nr. 0828.662.189 

NEW ASTORIA 


Unt. nr. 0828.678.423 



Unt. nr. 0828.715.540 



Unt. nr. 0828.717.817 

LOUVANM 


Unt. nr. 0828.744.145 




N o ent. 0828.757.211 

BENELUX RENOVATION 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.773.740 

PALIT & ZONEN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.785.024 

SPITS_IMMO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.819.666 

AMOUR PARTAG 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.848.271 

BAGATELLE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.880.935 

OK-TRANS 7 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.897.464 

TANDARTSENPRAKTIJK MICHEAU 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.902.414 

CONTRA S.F.T. 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.918.745 

ART & DRAGONS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.923.891 

KOZE & ZOON 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.931.217 

LITTLE EUROPEAN FOOTBALL STORE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.943.786 

SAM SMILE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0828.945.964 

BIANCHI DYNAMIC DELIVERY 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.078.992 

TOUJOURS ENSEMBLE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.088.890 

G.N.CARAVAN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.088.989 

TOUTECLEAN CONSTRUCT 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.757.211 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.773.740 

PALIT & ZONEN 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.785.024 

SPITS_IMMO 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.819.666 

AMOUR PARTAG 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.848.271 

BAGATELLE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.880.935 

OK-TRANS 7 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.897.464 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.902.414 

CONTRA S.F.T. 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.918.745 

ART & DRAGONS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.923.891 

KOZE & ZOON 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.931.217 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.943.786 

SAM SMILE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0828.945.964 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.078.992 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.088.890 

G.N.CARAVAN 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.088.989 



20/05/2015 

Unt. nr. 0828.757.211 



Unt. nr. 0828.773.740 

PALIT & ZONEN 


Unt. nr. 0828.785.024 

SPITS_IMMO 


Unt. nr. 0828.819.666 

AMOUR PARTAG 


Unt. nr. 0828.848.271 

BAGATELLE 


Unt. nr. 0828.880.935 

OK-TRANS 7 


Unt. nr. 0828.897.464 



Unt. nr. 0828.902.414 

CONTRA S.F.T. 


Unt. nr. 0828.918.745 

ART & DRAGONS 


Unt. nr. 0828.923.891 

KOZE & ZOON 


Unt. nr. 0828.931.217 



Unt. nr. 0828.943.786 

SAM SMILE 


Unt. nr. 0828.945.964 



Unt. nr. 0829.078.992 



Unt. nr. 0829.088.890 

G.N.CARAVAN 


Unt. nr. 0829.088.989 




32535 

N o ent. 0829.109.577 

LES JARDINS DE GERLACHE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.135.808 

ARASS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.306.349 

TO NISI 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.319.811 

SANDRA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.341.387 

CENTRE AL HASHIMI DES HERBES 

NATURELLES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.384.147 

NSE BENELUX 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.423.046 

SAMTAX 2010 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.437.102 

IMRANE RAMY 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.444.822 

REBA INTERNATIONAL 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.474.516 

JABER CAMELIA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.491.342 

NEWCO GEORGES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.504.903 

POWER CLEAN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.511.732 

MOVIEBLOC 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.512.524 

LE PINCEAU D’OR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.516.185 

ALL CONSTRUCT SPRL - STARTER 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.109.577 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.135.808 

ARASS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.306.349 

TO NISI 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.319.811 

SANDRA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.341.387 


NATURELLES 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.384.147 

NSE BENELUX 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.423.046 

SAMTAX 2010 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.437.102 

IMRANE RAMY 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.444.822 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.474.516 

JABER CAMELIA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.491.342 

NEWCO GEORGES 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.504.903 

POWER CLEAN 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.511.732 

MOVIEBLOC 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.512.524 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.516.185 



20/05/2015 

Unt. nr. 0829.109.577 



Unt. nr. 0829.135.808 

ARASS 


Unt. nr. 0829.306.349 

TO NISI 


Unt. nr. 0829.319.811 

SANDRA 


Unt. nr. 0829.341.387 


NATURELLES 


Unt. nr. 0829.384.147 

NSE BENELUX 


Unt. nr. 0829.423.046 

SAMTAX 2010 


Unt. nr. 0829.437.102 

IMRANE RAMY 


Unt. nr. 0829.444.822 



Unt. nr. 0829.474.516 

JABER CAMELIA 


Unt. nr. 0829.491.342 

NEWCO GEORGES 


Unt. nr. 0829.504.903 

POWER CLEAN 


Unt. nr. 0829.511.732 

MOVIEBLOC 


Unt. nr. 0829.512.524 



Unt. nr. 0829.516.185 




N o ent. 0829.545.483 

EUROPEAN TREASURE BELGIUM 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.553.797 

″ PLINTHES PIRMOLIN ″ 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.556.866 

BBMV FINANCES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.576.365 

SOCIETE D’INVESTISSEMENTS ET DE 

PLACEMENTS EUROPEENS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.580.127 

IMMO 02 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.583.689 

NB MOTORS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.612.888 

APOTHEKERS VAN GROOT BEVEREN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.614.769 

AZ AND ME 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.615.858 

DOMINIQUE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.616.353 

FULL CLEAN SERVICES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.621.303 

D MARK 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.637.238 

AZAAR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.719.885 

R.M RENOV 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.864.989 

BOMO & CO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0829.969.018 

TSEPEZEK 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.545.483 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.553.797 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.556.866 

BBMV FINANCES 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.576.365 




20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.580.127 

IMMO 02 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.583.689 

NB MOTORS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.612.888 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.614.769 

AZ AND ME 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.615.858 

DOMINIQUE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.616.353 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.621.303 

D MARK 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.637.238 

AZAAR 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.719.885 

R.M RENOV 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.864.989 

BOMO & CO 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0829.969.018 

TSEPEZEK 


20/05/2015 

Unt. nr. 0829.545.483 



Unt. nr. 0829.553.797 



Unt. nr. 0829.556.866 

BBMV FINANCES 


Unt. nr. 0829.576.365 




Unt. nr. 0829.580.127 

IMMO 02 


Unt. nr. 0829.583.689 

NB MOTORS 


Unt. nr. 0829.612.888 



Unt. nr. 0829.614.769 

AZ AND ME 


Unt. nr. 0829.615.858 

DOMINIQUE 


Unt. nr. 0829.616.353 



Unt. nr. 0829.621.303 

D MARK 


Unt. nr. 0829.637.238 

AZAAR 


Unt. nr. 0829.719.885 

R.M RENOV 


Unt. nr. 0829.864.989 

BOMO & CO 


Unt. nr. 0829.969.018 

TSEPEZEK 



32537 

Ond. Nr. 0829.980.894 

BOUCHERIE D’OREYE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.013.459 

L.C.D. PHENIX CONSULTING 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.030.879 

CONFORT, CHAUFFAGE & SANITAIRE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.062.949 

L’ATELIER DE REPASSAGE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.067.107 

DOUBMEZ 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.068.986 

CARDIOCENTER SINT-MARIA HALLE 

ECONOMISCH SAMENWERKINGSVER- 

BAND 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.082.547 

IMMOBILIÈRE MICHAUX - LAUVAUX 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.098.482 

IT’S CLEAN 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.147.279 

V& V - PROJECTS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.175.488 

J.B. SHAH 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.193.405 

EL FAILALI 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.217.456 

WALILI 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.220.327 

INTERPACK 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.224.780 

THE SECRET BREWERIES 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.234.183 

C.E.N.K. 


20/05/2015 

N o ent. 0829.980.894 



d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.013.459 



d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.030.879 



d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.062.949 



d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.067.107 

DOUBMEZ 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.068.986 



BAND 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.082.547 



d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.098.482 

IT’S CLEAN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.147.279 



d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.175.488 

J.B. SHAH 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.193.405 

EL FAILALI 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.217.456 

WALILI 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.220.327 

INTERPACK 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.224.780 



d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.234.183 

C.E.N.K. 


d’office : 20/05/2015 

Unt. nr. 0829.980.894 



Unt. nr. 0830.013.459 



Unt. nr. 0830.030.879 



Unt. nr. 0830.062.949 



Unt. nr. 0830.067.107 

DOUBMEZ 


Unt. nr. 0830.068.986 



BAND 


Unt. nr. 0830.082.547 



Unt. nr. 0830.098.482 

IT’S CLEAN 


Unt. nr. 0830.147.279 



Unt. nr. 0830.175.488 

J.B. SHAH 


Unt. nr. 0830.193.405 

EL FAILALI 


Unt. nr. 0830.217.456 

WALILI 


Unt. nr. 0830.220.327 

INTERPACK 


Unt. nr. 0830.224.780 



Unt. nr. 0830.234.183 

C.E.N.K. 



N o ent. 0830.268.926 

CABINET DE REEDUCATION PLURIDIS- 

CIPLINAIRE DU TIEGE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.269.025 




d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.269.124 




d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.269.223 




d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.269.322 




d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.270.807 




d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.271.401 




d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.276.844 

COOLHOME 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.396.412 

TRAFALGAR INTERNATIONAL 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.396.907 

RS SERVICES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.428.876 

TRANSLOGISTICS TEAM 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.526.074 

LABAERE LASWERKEN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0830.555.768 

YG ART CONSULTING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0831.259.514 

OSIRIS GROUPE 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.268.926 




20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.269.025 




20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.269.124 




20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.269.223 




20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.269.322 




20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.270.807 




20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.271.401 




20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.276.844 

COOLHOME 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.396.412 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.396.907 

RS SERVICES 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.428.876 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.526.074 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0830.555.768 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0831.259.514 

OSIRIS GROUPE 


20/05/2015 

Unt. nr. 0830.268.926 




Unt. nr. 0830.269.025 




Unt. nr. 0830.269.124 




Unt. nr. 0830.269.223 




Unt. nr. 0830.269.322 




Unt. nr. 0830.270.807 




Unt. nr. 0830.271.401 




Unt. nr. 0830.276.844 

COOLHOME 


Unt. nr. 0830.396.412 



Unt. nr. 0830.396.907 

RS SERVICES 


Unt. nr. 0830.428.876 



Unt. nr. 0830.526.074 



Unt. nr. 0830.555.768 



Unt. nr. 0831.259.514 

OSIRIS GROUPE 



32539 

N o ent. 0860.085.043 

CASSART FABRICE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0860.113.153 

IMPEXTRA-LEGRAND 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0860.270.135 

JAN GODEFROID MULTIPROFESSIO- 

NELE ARCHITECTENVENNOOTSCHAP 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0860.658.432 

BELGIAN AGENCY FOR TRANSPORT 

AND TRAFFIC SURVEYS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0862.131.842 

INJAFLORA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0863.212.797 

M.B.M. DEVELOPMENT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0863.534.778 

EURO PACIFIC LINK IMMO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0863.974.545 

NEWBUT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0864.595.444 

XIMUS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0864.900.203 

OLPAVI 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0866.064.005 

MENUISERIE LESTIENNE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0866.114.879 

ALT EUROPE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0866.727.365 

AIC FIDUCIAIRE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0867.301.645 

JUWAVE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0870.132.857 

SCT 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0860.085.043 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0860.113.153 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0860.270.135 

JAN GODEFROID MULTIPROFESSIO- 

NELE ARCHITECTENVENNOOTSCHAP 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0860.658.432 




20/05/2015 

Ond. Nr. 0862.131.842 

INJAFLORA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0863.212.797 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0863.534.778 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0863.974.545 

NEWBUT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0864.595.444 

XIMUS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0864.900.203 

OLPAVI 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0866.064.005 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0866.114.879 

ALT EUROPE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0866.727.365 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0867.301.645 

JUWAVE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0870.132.857 

SCT 


20/05/2015 

Unt. nr. 0860.085.043 



Unt. nr. 0860.113.153 



Unt. nr. 0860.270.135 

JAN GODEFROID MULTIPROFESSI- 

ONELE ARCHITECTENVENNOOTSCHAP 


Unt. nr. 0860.658.432 




Unt. nr. 0862.131.842 

INJAFLORA 


Unt. nr. 0863.212.797 



Unt. nr. 0863.534.778 



Unt. nr. 0863.974.545 

NEWBUT 


Unt. nr. 0864.595.444 

XIMUS 


Unt. nr. 0864.900.203 

OLPAVI 


Unt. nr. 0866.064.005 



Unt. nr. 0866.114.879 

ALT EUROPE 


Unt. nr. 0866.727.365 



Unt. nr. 0867.301.645 

JUWAVE 


Unt. nr. 0870.132.857 

SCT 



N o ent. 0870.442.267 

SCOVA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0870.996.256 

VITALMED.COM 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0872.049.695 

BELGIUM CHINA TRADE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0872.696.627 

CASABLU 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0872.972.680 

ESCOMPTE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0874.483.704 

AB COLOR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0874.878.335 

SAMIRA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0875.545.655 

BRAL GUIDO JAN VENNOOTSCHAP 

BVBA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0875.893.370 

PLATEN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0875.943.454 

KRIVA EUROP 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0876.037.088 

HUIZE SAEFTINGHE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0876.915.137 

MIKOLAJCZAK LAWYERS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0878.250.965 

M.J.K 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0878.423.783 

STOREX AFRICA TRANSIT 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0870.442.267 

SCOVA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0870.996.256 

VITALMED.COM 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0872.049.695 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0872.696.627 

CASABLU 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0872.972.680 

ESCOMPTE 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0874.483.704 

AB COLOR 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0874.878.335 

SAMIRA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0875.545.655 


BVBA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0875.893.370 

PLATEN 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0875.943.454 

KRIVA EUROP 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0876.037.088 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0876.915.137 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0878.250.965 

M.J.K 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0878.423.783 



20/05/2015 

Unt. nr. 0870.442.267 

SCOVA 


Unt. nr. 0870.996.256 

VITALMED.COM 


Unt. nr. 0872.049.695 



Unt. nr. 0872.696.627 

CASABLU 


Unt. nr. 0872.972.680 

ESCOMPTE 


Unt. nr. 0874.483.704 

AB COLOR 


Unt. nr. 0874.878.335 

SAMIRA 


Unt. nr. 0875.545.655 


BVBA 


Unt. nr. 0875.893.370 

PLATEN 


Unt. nr. 0875.943.454 

KRIVA EUROP 


Unt. nr. 0876.037.088 



Unt. nr. 0876.915.137 



Unt. nr. 0878.250.965 

M.J.K 


Unt. nr. 0878.423.783 




32541 

N o ent. 0879.654.495 

LES NUITS BLANCHES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0880.589.061 

BIOCARGAZ 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0880.949.050 

ZCONTENT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0881.222.234 

PERLES DU MONDE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0881.427.023 

FLAIR BAR 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0882.337.239 

SHINING BOAT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0882.386.927 

TIMOTHY SWIFT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0882.416.621 

GINCORP 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0883.649.907 

GOKCEN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0883.690.685 

DUO CONSTRUCT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0884.434.914 

V&L PIG SERVICES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0885.052.051 

DE GROENMARKT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0885.912.975 

T.M.C. IMMO 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0885.984.736 

TRIVERBO 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0879.654.495 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0880.589.061 

BIOCARGAZ 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0880.949.050 

ZCONTENT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0881.222.234 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0881.427.023 

FLAIR BAR 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0882.337.239 

SHINING BOAT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0882.386.927 

TIMOTHY SWIFT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0882.416.621 

GINCORP 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0883.649.907 

GOKCEN 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0883.690.685 

DUO CONSTRUCT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0884.434.914 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0885.052.051 

DE GROENMARKT 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0885.912.975 

T.M.C. IMMO 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0885.984.736 

TRIVERBO 


20/05/2015 

Unt. nr. 0879.654.495 



Unt. nr. 0880.589.061 

BIOCARGAZ 


Unt. nr. 0880.949.050 

ZCONTENT 


Unt. nr. 0881.222.234 



Unt. nr. 0881.427.023 

FLAIR BAR 


Unt. nr. 0882.337.239 

SHINING BOAT 


Unt. nr. 0882.386.927 

TIMOTHY SWIFT 


Unt. nr. 0882.416.621 

GINCORP 


Unt. nr. 0883.649.907 

GOKCEN 


Unt. nr. 0883.690.685 

DUO CONSTRUCT 


Unt. nr. 0884.434.914 



Unt. nr. 0885.052.051 

DE GROENMARKT 


Unt. nr. 0885.912.975 

T.M.C. IMMO 


Unt. nr. 0885.984.736 

TRIVERBO 



N o ent. 0886.116.279 

T.T.S. PARACHÈVEMENT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0887.079.351 

CONSTRUCTION SUPPORTING SERVI- 

CES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0887.728.459 

ALPHA MILLENIUM COMMERCE 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0887.837.733 

KOJAK 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0888.520.790 

GICODIS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0888.865.933 

AUTO PM 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0890.062.595 

PEOPLE VISION CONSULTANCY 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0891.371.404 

ALCONSULT MDY 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0892.142.256 

PARAMEDI K 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0892.308.542 

MIMOSA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0894.917.743 

VC-SALESSUPPORT 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0895.336.625 

H GREINDL CONSULTING 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0896.798.256 

OAK ISLAND SALES 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0896.857.545 

VIRTUAL REALITY 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0897.740.542 

NEW GRAND HOTEL 


d’office : 20/05/2015 

Ond. Nr. 0886.116.279 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0887.079.351 

CONSTRUCTION SUPPORTING SERVI- 

CES 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0887.728.459 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0887.837.733 

KOJAK 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0888.520.790 

GICODIS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0888.865.933 

AUTO PM 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0890.062.595 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0891.371.404 

ALCONSULT MDY 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0892.142.256 

PARAMEDI K 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0892.308.542 

MIMOSA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0894.917.743 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0895.336.625 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0896.798.256 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0896.857.545 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0897.740.542 



20/05/2015 

Unt. nr. 0886.116.279 



Unt. nr. 0887.079.351 

CONSTRUCTION SUPPORTING SER- 

VICES 


Unt. nr. 0887.728.459 



Unt. nr. 0887.837.733 

KOJAK 


Unt. nr. 0888.520.790 

GICODIS 


Unt. nr. 0888.865.933 

AUTO PM 


Unt. nr. 0890.062.595 



Unt. nr. 0891.371.404 

ALCONSULT MDY 


Unt. nr. 0892.142.256 

PARAMEDI K 


Unt. nr. 0892.308.542 

MIMOSA 


Unt. nr. 0894.917.743 



Unt. nr. 0895.336.625 



Unt. nr. 0896.798.256 



Unt. nr. 0896.857.545 



Unt. nr. 0897.740.542 




32543 

N o ent. 0897.830.317 

SEEDS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0898.068.362 

LES JARDINS DU TOURNAISIS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0898.439.338 

SOLERGIA 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0898.549.206 

SOFA DESIGN 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0898.570.683 

BRAYOE CONSULTANTS 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0898.785.370 

BRXX 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0899.688.856 

A.D.S.I. 


d’office : 20/05/2015 

N o ent. 0899.894.437 

KIDEAKIT 


d’office : 20/05/2015. 

Ond. Nr. 0897.830.317 

SEEDS 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0898.068.362 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0898.439.338 

SOLERGIA 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0898.549.206 

SOFA DESIGN 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0898.570.683 



20/05/2015 

Ond. Nr. 0898.785.370 

BRXX 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0899.688.856 

A.D.S.I. 


20/05/2015 

Ond. Nr. 0899.894.437 

KIDEAKIT 


20/05/2015. 

Unt. nr. 0897.830.317 

SEEDS 


Unt. nr. 0898.068.362 



Unt. nr. 0898.439.338 

SOLERGIA 


Unt. nr. 0898.549.206 

SOFA DESIGN 


Unt. nr. 0898.570.683 



Unt. nr. 0898.785.370 

BRXX 


Unt. nr. 0899.688.856 

A.D.S.I. 


Unt. nr. 0899.894.437 

KIDEAKIT 


* 

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, 

P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENER- 

GIE 

[C − 2015/202535] 

Liste d’entreprises pour lesquelles il a été 

procédé, au sein de la Banque-Carrefour 

des Entreprises, au retrait de la radiation 

d’office effectuée en vertu de l’article III.42 

du Code de droit économique 

Pour toute question, nous vous invitons à 

consulter le site internet du SPF Economie 

(www.economie.fgov.be) ou à contacter le helpdesk 

de la Banque-Carrefour des Entreprises 

au 02/277 64 00. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONO- 

MIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENER- 

GIE 

[C − 2015/202535] 

Lijst van ondernemingen waarvoor in de 

Kruispuntbank van Ondernemingen werd 

overgegaan tot de intrekking van de ambtshalve 

doorhaling uitgevoerd overeenkomstig 

artikel III.42 van het Wetboek van 

economisch recht 

Als u vragen hebt, kunt u de website van de 

FOD Economie (www.economie.fgov.be) raadplegen 

of de helpdesk van de Kruispuntbank van 

Ondernemingen (02/277 64 00) contacteren. 

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST 

WIRTSCHAFT, K.M.B., MITTELSTAND 

UND ENERGIE 

[C − 2015/202535] 

Liste der Unternehmen, für welche die 

Zwangslöschung gemäß dem Artikel III.42 

des Wirtschaftsgesetzbuches entzogen 

wurde 

Haben Sie weitere Fragen? Besuchen Sie die 

Website des FÖD Wirtschaft (www.economie.fgov.be) 

oder rufen Sie den Helpdesk der 

zentralen Datenbank der Unternehmen (02/277 

64 00) an. 

N o ent. 0436.721.417 

ZEEFDRUK GERJO 

date de la prise d’effet du retrait de la 

radiation d’office : 07/05/2015 

N o ent. 0474.548.843 

G. IDEA 


radiation d’office : 08/05/2015 

N o ent. 0477.000.864 

DOCTEUR DZAMBA BIENVENU VICTOR 


radiation d’office : 06/05/2015. 

Ond. Nr. 0436.721.417 


intrekking van de ambtshalve doorhaling 

ingaande vanaf: 07/05/2015 

Ond. Nr. 0474.548.843 

G. IDEA 


ingaande vanaf: 08/05/2015 

Ond. Nr. 0477.000.864 



ingaande vanaf: 06/05/2015. 

Unt. nr. 0436.721.417 


Entzug der Zwangslöschung gültig ab: 

07/05/2015 

Unt. nr. 0474.548.843 

G. IDEA 


08/05/2015 

Unt. nr. 0477.000.864 



06/05/2015


PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS 

WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN 

Ruimtelijke Ordening 

3. Kwijting vereffenaar. 

4. Diverse. 

Zich schikken naar de statuten. 

(13860) 

Gemeente Staden 

Bekendmaking 

De burgemeester brengt ter algemene kennis dat volgend dossier ter 

inzage ligt : « HORAFROST NV », Voermanstraat 5, 8840 Staden. 

Dématérialisation des titres au porteur 

Dematerialisering van de effecten aan toonder 

Onderwerp : 

Verlegging van buurtweg nr. 16 en 21 (verplaatsen naar buitenkant 

van het bedrijventerrein). 

Ligging : Voermanstraat 5, 8840 Staden. 

Kadastraal gekend : Staden le afdeling STADEN sectie B nrs. 

delen 287a, 289, 290, 291, 347, 348, 349 en 353L en Staden 3e afdeling, 

sectie B nrs. delen 1, 2, 3, 4, 5 en 6. 

Het dossier ligt gedurende de periode van 4 juni 2015 tot 3 juli 2015, 

ter inzage van het publiek bij de technische diensten van het gemeentebestuur 

(iedere werkdag van 9 tot 12 u. 30 m. en iedere dinsdag van 

15 tot 18 uur). 

Gedurende die periode kunnen bezwaren en opmerkingen aan het 

college van burgemeester en schepenen, schriftelijk worden gericht, en 

mondeling worden medegedeeld aan de burgemeester of aan een door 

hem aangewezen ambtenaar. 

Er wordt geen informatievergadering georganiseerd. 

Staden, 29 mei 2015. 

(13865) 

Assemblées générales 

et avis aux actionnaires 

Algemene vergaderingen 

en berichten aan aandeelhouders 

Huiko-Huidenkompagnie, naamloze vennootschap, in vereffening, 

President Kennedypark 1, 8500 Kortrijk. 

Ondernemingsnummer : 0411.668.097 

Jaarvergadering op 26 juni 2015, om 15 uur op de zetel. 

Agenda : 

1. Lezing en goedkeuring verslag vereffenaar. 

2. Bespreking en goedkeuring jaarrekening 31.12.2014. 

Model van bericht voor de bekendmaking voorzien door artikel 11, 

§ 1en§ 2 van de wet van 14 december 2005, zoals gewijzigd door de 

wet van 21 december 2013 (1) 

1. Identiteit van de emittent : 

Firmanaam : COMPAGNIE FONCIERE ET IMMOBILIERE BELGO- 

TUNISIENNE 

Maatschappelijke zetel : Van Putlei 74/76, 2018 Antwerpen 

Ondernemingsnummer : 0404.471.291. 

2. Gegevens vereist voor de identificatie van de effecten die te koop 

worden aangeboden : 

Aard van de effecten : aandelen en dividendbewijzen (action de 

dividende) 

ISIN-code of elke andere code aan de hand waarvan ze kunnen 

worden geïdentificeerd : aandelen = BE0011238830, dividendbewijzen 

(action de dividende) = BE0011239846 

Uitgiftedatum (indien beschikbaar) : N.A. niet van toepassing. 

De voorkooprechten, de eventuele restricties of beperking op de 

overdraagheid van de effecten, van welke aard ook, alsook alle andere 

specifieke rechten die aan de effecten zijn verbonden : niet van toepassing. 

3. Maximumaantal effecten dat te koop kan worden aangeboden 

(bepaald op basis van de, onder de verantwoordelijkheid van de emittent, 

verrichte reconciliatie) : aandelen : 323, dividendbewijzen (action 

de dividende : 850. 

4. Markt op dewelke de verkopen zullen plaatsvinden : Markt van 

de Openbare veilingen (niet genoteerde effecten), een door Euronext 

Brussels georganiseerde MTF (Multilateral trading facility). 

5. De uiterste datum waarop de houders of hun rechthebbenden de 

effecten dienen te deponeren bij de emittent of bij één of meer door 

hun emittent in dit bericht aangewezen erkende rekeninghouders : 

06/07/2015. 

6. De gegevens betreffende de identiteit van de rekeninghouder(s) 

bij dewelke de effecten dienen te worden gedeponeerd vóór de 

verkopen : 

Firmanaam : VAN DE PUT & CO Effectenbank - Banque de Titres 

Comm. VA. 

Adres : Van Putlei 74/76, 2018 Antwerpen


32545 

De openbare veilingen worden, voor zover die dag een werkdag is, 

elke dinsdag georganiseerd. 

De verkopen kunnen slechts aanvangen na het verstrijken van 

minimum één maand (en maximum drie maanden) na de bekendmaking 

van dit bericht (2) op de website van de marktonderneming Euronext 

Brussels en in functie van de door Euronext Brussels gepubliceerde 

kalender van de Beursdagen (3) . 

Artikel 11 van de wet van 14 december 2005 zoals gewijzigd door de 

wet van 21 december 2013 : 

«§1. Vanaf 1 januari 2015 worden de effecten die tot de verhandeling 

op een gereglementeerde markt wordt toegelaten en waarvan de 

rechthebbende zich niet heeft bekendgemaakt op de dag van de 

verkoop, door de emittent verkocht op een gereglementeerde markt. 

Deze verkoop heeft plaats mits vooafgaande bekendmaking in het 

Belgisch Staatsblad en op de website van de marktonderneming die de 

gereglementeerde markt exploiteert van waarop de effecten zullen 

verkocht worden, van een bericht dat de tekst van deze paragraaf bevat 

en waarin aan de rechthebbende wordt gevraagd zijn rechten op de 

effecten op te eisen. De verkoop kan pas geschieden na het verstrijken 

van de termijn van één maand na de bekendmaking van dit bericht, en 

wordt gestart binnen de drie daaropvolgende maanden ». 

«§2. Vanaf 1 januari 2015 worden de effecten die niet tot de 

verhandeling op een gereglementeerde markt wordt toegelaten en 

waarvan de rechthebbende zich niet heeft bekendgemaakt op de dag 

van de verkoop, in openbare verkoop verkocht door de emittent. 

Deze verkoop heeft plaats mits vooafgaande bekendmaking in het 

Belgisch Staatsblad en op de website van de marktonderneming die de 

markt van de openbare veiling exploiteert waarop de effecten zullen 

verkocht worden, van een bericht van de tekst van deze paragraaf 

bevat en waarin aan de rechthebbende wordt gevraagd zijn rechten op 

de effecten op te eisen. De verkoop kan pas geschieden na het 

verstrijken van de termijn van één maand na de bekendmaking van dit 

bericht, en wordt gestart binnen de drie daaropvolgende maanden ». 

(1) Belgisch Staatsblad 31 december 2013. 

(2) De bekendmaking in het Belgisch Staatsblad kan echter later vallen, 

meer bepaald omwille van de termijnen van bekendmaking. Dit is de 

reden waarom de datum van publicatie niet in acht zal worden 

genomen om de termijn van één maand te berekenen. 

(3) De openbare veilingen worden, voor zover die dag een werkdag 

is elke dinsdag georganiseerd. 

(13872) 

Places vacantes 

Openstaande betrekkingen 

Universiteit Antwerpen 

De Universiteit Antwerpen zoekt volgende medewerkers : 

De Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen 

(Vakgroep ASTARC) van de Universiteit Antwerpen zoekt een deeltijds 

(80 %) Onderwijsbegeleider in het praktijkgebonden onderwijs van het 

onderwijsdomein Anatomie van de Mens 

Jouw opdracht 

De functie omvat onder andere volgende opdrachten : Vanuit een 

specifieke en academische deskundigheid ondersteun je de Faculteit 

Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen (Vakgroep ASTARC en 

Revaki) in het ontwikkelen, analyseren, uitvoeren en evalueren van 

praktijkgebonden onderwijsactiviteiten in het toegewezen onderwijsdomein 

(Anatomie van de mens) zowel in de opleiding BaMa Geneeskunde 

als de opleiding Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie : 

voorbereiden van didactisch kwaliteitsvolle practica en werkcolleges 

(inclusief het vervaardigen van demonstratielichamen en demonstratiepreparaten); 

begeleiden van studenten bij het uitvoeren van practica en 

oefeningen; opstellen van oefeningen, testen en examens; feedback 

geven aan studenten; ontwikkelen van practica-handleidingen; 

meewerken aan onderwijsondersteunend onderzoek binnen het 

domein; meewerken aan de voorbereiding en de organisatie van 

postacademische vormingen; Je staat in voor een duurzame en professionele 

dienstverlening binnen het toegewezen domein (Anatomie van 

de mens) : begeleiden van studenten op het vlak van studieaanpak, 

studievaardigheden en studieplanning; opzetten en onderhouden van 

externe contacten met het oog op internationalisering en kwaliteitsverbetering; 

deelname aan onderwijsgerelateerde raden en commissies; 

Je ondersteunt de coördinatie van de administratieve, logistieke en 

technische werkzaamheden verbonden aan de praktijkgebonden 

onderwijsactiviteiten, in overleg met de leidinggevende(n) : praktische 

organisatie van practica, werkcolleges, evaluatievormen en evenementen; 

coördinatie van de invulling van materiële behoeften zoals 

reservatie lokalen, apparatuur en voorraden; opname en vrijgave 

lichamen; aanvullen en controleren van databestand wilsbeschikkingen 

voor lichaamsafstand. Je houdt daarbij rekening met de opgelegde 

instructies en de regelgeving, met het oog op de realisatie van de 

doelstellingen. 

Jouw profiel 

Je bezit een diploma van Licentiaat of Master Biomedische Wetenschappen 

of Medische Wetenschappen. Een getuigschrift pedagogische 

bekwaamheid, behaald via een lerarenopleiding of een didactische 

opleiding van ECHO, strekt tot aanbeveling. Je hebt minimum vijf jaar 

ervaring in praktijkgebonden hoger onderwijs. Je beschikt over een zeer 

goede kennis wat betreft de anatomie van de mens. Praktische ervaring 

wat betreft het ontleden van het menselijk lichaam, strekt tot aanbeveling. 

Je kan vlot overweg met MS Office en Blackboard. Je beschikt over 

een goede mondelinge en schriftelijke kennis van het Engels, Frans. Je 

bent communicatief, klantgericht, integer, creatief, kwaliteitsgericht en 

samenwerkingsgericht. Je bent sterk in plannen en organiseren en je 

kan zelfstandig werken. 

Wij bieden 

Een benoeming in vast dienstverband als ambtenaar. Een brutomaandwedde 

in aanvangsgraad 7 (gradenvork 7-9) die, afhankelijk van 

relevante anciënniteit, varieert van 2.281,66 euro tot 3.518,95 euro 

Afhankelijk van de nuttige ervaring én de nodige anciënniteit kan je 

doorgroeien binnen de functiecluster na positieve evaluatie. Maaltijdcheques. 

35 vakantiedagen + 2 weken collectieve sluiting (één week 

in augustus en één week tussen Kerstmis en Nieuwjaar). 

Fietsvergoeding (0,15 euro per kilometer). Volledige terugbetaling 

woon-werkverkeer met openbaar vervoer. Flexibele arbeidstijdregeling. 

De Faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Universiteit Antwerpen 

zoekt een voltijds (100 %) onderwijsbegeleider voor het Departement 

Geschiedenis 

Jouw opdracht 

De functie omvat onder andere volgende opdrachten : Vanuit een 

specifieke en academische deskundigheid ondersteun je het Departement 

Geschiedenis in het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van de 

diverse activiteiten in het toegewezen onderwijsdomein : de voorbereiding 

van didactisch kwaliteitsvolle oefeningen, de wetenschappelijke 

en inhoudelijke begeleiding van studenten bij het uitvoeren van 

oefeningen, het opstellen van oefeningen, testen en examens, het geven 

van feedback aan studenten, de ontwikkeling van syllabi en hulpmiddelen 

voor onderwijs, het onderwijsondersteunend onderzoek in het 

domein van de geschiedenis. Je staat in voor een duurzame en professionele 

dienstverlening binnen het toegewezen domein, waaronder de 

begeleiding van studenten op het vlak van studieaanpak, studievaardigheden 

en studieplanning, het opzetten en onderhouden van 

externe contacten met het oog op internationalisering en kwaliteitsverbetering 

van onderwijs en de deelname aan onderwijsgerelateerde 

raden en commissies. Je coördineert de administratieve, logistieke 

en/of technische werkzaamheden van meerdere toegewezen 

onderwijsmedewerkers, in overleg met de leidinggevende(n) : de praktische 

organisatie van oefeningen, colleges, evaluatievormen en evenementen, 

de coördinatie van de invulling van materiële behoeften zoals 

reservatie lokalen, apparatuur en benodigd bronnenmateriaal. Je houdt 

daarbij rekening met de opgelegde instructies en de regelgeving, met 

het oog op de realisatie van de doelstellingen.


Jouw profiel 

Je bezit een diploma van Licentiaat of Master in de geschiedenis. Een 

getuigschrift pedagogische bekwaamheid, behaald via een lerarenopleiding 

of een didactische opleiding van ECHO, strekt tot aanbeveling. 

Je hebt minimum vijf jaar ervaring in praktijkgebonden hoger onderwijs. 

Je beschikt over kennis van relevante specifieke onderwijssystemen 

en/of in de vereiste onderwijstechnologie. Je kan vlot 

overweg met MS Office en Blackboard. Je beschikt over een goede 

mondelinge en schriftelijke kennis van het Nederlands en Engels. Je 

bent communicatief, klantgericht, integer, creatief, kwaliteitsgericht en 

samenwerkingsgericht. Je bent sterk in plannen en organiseren en je 

kan zelfstandig werken. 

Wij bieden 

Een benoeming in vast dienstverband als ambtenaar vanaf 

1 maart 2016. Een brutomaandwedde in aanvangsgraad 7 (gradenvork 

7-9) die, afhankelijk van relevante anciënniteit, varieert van 

2.852,07 euro tot 4.398,69 euro. Afhankelijk van de nuttige ervaring én 

de nodige anciënniteit kan je doorgroeien binnen de functiecluster na 

positieve evaluatie. Maaltijdcheques. 35 vakantiedagen + 2 weken 

collectieve sluiting (één week in augustus en één week tussen Kerstmis 

en Nieuwjaar). Fietsvergoeding (0,15 euro per kilometer). Volledige 

terugbetaling woon-werkverkeer met openbaar vervoer. Flexibele 

arbeidstijdregeling. 

Dit smaakt naar meer ? 

Je mailt je motivatiebrief + CV door naar vacatures@uantwerpen.be 

en dit ten laatste op 11 juni 2015. Er gebeurt een preselectie op basis 

van de ingediende kandidaturen; de verdere selectieprocedure is 

functiegericht en wordt door de selectiecommissie vastgesteld. De 

Universiteit Antwerpen is een gezinsvriendelijke organisatie, met 

aandacht voor gelijke kansen en diversiteit. 

(14012) 

Monsieur Patrick PRINGIER, né le 28 novembre 1959, domicilié à 

la Résidence « Schweitzer », à 1082 Berchem-Sainte-Agathe, chaussée 

de Gand 1050. 

Maître Françoise QUACKELS, avocat, dont les bureaux sont établis à 

1050 Ixelles, avenue F.D. Roosevelt 143/21, a été désignée en qualité 

d’administrateur des biens de la personne protégée susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) CHEVALIER, 

Christine. 

(69432) 

Justice de paix d’Anderlecht II 

Par ordonnance du 2 mars 2015, le juge de paix d’Anderlecht II a 

prononcé des mesures de protection de la personne et des biens, 

conformément à la loi du 17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité 

et instaurant un nouveau statut de protection conforme à 

la dignité humaine, concernant : 

Madame Sevale BRAIMOSKA, née le24février 1979, domiciliée à 

1082 Berchem-Sainte-Agathe, drève des Maricolles 26. 

Madame Mumina MUTALESKA, domiciliée à 1082 Berchem-Sainte- 

Agathe, drève des Maricolles 26, a été désignée en qualité d’administrateur 

de la personne et des biens de la personne protégée susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier assumé, (signé) VAN HUMBEECK, 

Marie. 

(69433) 

Administrateurs provisoire 

Code civil - article 488bis 

Voorlopig bewindvoerders 

Burgerlijk Wetboek - artikel 488bis 

Justice de paix d’Anderlecht I 

Par ordonnance du 29 avril 2015, le juge de paix du premier canton 

d’Anderlecht a prononcé des mesures de protection de la personne et 

des biens, conformément à la loi du 17 mars 2013, réformant les régimes 

d’incapacité et instaurant un nouveau statut de protection conforme à 


Madame Patricia Rose-Marie POURBAIX, née à Bruxelles 

le 12 novembre 1973, domiciliée à 1070 ANDERLECHT, rue de la 

Sympathie 54/0003. 

Maître Gilles OLIVIERS, avocat, domicilié à1040 ETTERBEEK, rue 

Père Eudore Devroye 47, a été désigné en qualité d’administrateur de 

la personne et des biens de la personne protégée susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) PAUWELS, Carine. 

(69431) 


Par ordonnance du 30 avril 2015, le juge de paix d’Anderlecht II a 

prononcé des mesures de protection des biens, conformément à la loi 

du 17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité et instaurant 

un nouveau statut de protection conforme à la dignité humaine, 

concernant : 






concernant : 

Madame Anaïs AYOUB, née à Wilrijk le 6 mai 1991, domiciliée à 

1070 Anderlecht, avenue Eugène Ysaye 85, résidant à la Résidence 

« Les Aubépines », rue Sainte-Wivine 15, à 1315 Incourt. 

Maître Jean-Jacques PEGORER, avocat, domicilié à1060 Saint-Gilles, 

avenue du Parc 35, a été désigné en qualité d’administrateur des biens 

de la personne protégée susdite. 


Christine. 

(69434) 


Par ordonnance du 30-04-2015, le juge de paix d’Anderlecht II a 




concernant : 

Madame Yvette TIELEMANS, née à Limelette le 19 juin 1945, 

domiciliée à 1082 Berchem-Sainte-Agathe, chaussée de Gand 1050, 

« ARCUS ». 

Madame Francine LEMAIRE, avocat, dont les bureaux sont sis à 

1070 Anderlecht, avenue René Berrewaerts 34, a été désignée en qualité 



Marie. 

(69435)


32547 




du 17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité et instaurant un 

nouveau statut de protection conforme à la dignité humaine, concernant 

: 

Monsieur Patrick PEYFFERS, né à Anderlecht le 15 juin 1962, 

domicilié à1070 Anderlecht, rue Emile Versé 12. 





Christine. 

(69436) 






concernant : 

Monsieur Pascal DUFRASNE, né le 1 er juin 1968, domicilié à 

1082 Berchem-Sainte-Agathe, rue de la Gérance 17. 

Madame Erika SWYSEN, avocat, dont les bureaux sont établis à 

1082 Berchem-Sainte-Agathe, place Docteur Schweitzer 18, a été désignée 

en qualité d’administrateur des biens de la personne protégée 

susdite et comme personne de confiance, Monsieur Didier Cherpion, 

médiateur au CPAS de Berchem-Sainte-Agathe, avenue du Roi 

Albert 88. 


Marie. 

(69437) 






concernant : 

Madame Arlette VAN MERRIS, née le 29 juin 1953, domiciliée à 

1082 Berchem-Sainte-Agathe, chaussée de Gand 1050. 

Monsieur François VAN MERRIS, domicilié à 1601 Sint-Pieters- 

Leeuw, Zonneweelde 13, a été désigné en qualité d’administrateur de 



Christine. 

(69438) 






concernant : 

Madame Marie-José DAS DORES FARIA, née à Carvoeira Torres 

Vedras (Portugal) le 10 août 1928, domiciliée à 1070 Anderlecht, rue 

Mercator 16, résidant à la Seniorie « Bizet », rue Frans Hals 90, à 

1070 Anderlecht. 





Christine. 

(69439) 


Par ordonnance du 30 avril 2015, le juge de paix d’Anderlecht Il a 


du 17 mars 2013, réformant les régimes d’incapacité et instaurant un 


: 

Madame Jennifer VANDENHOECK, née le 24 juin 1993, domiciliée à 

1070 Anderlecht, parc du Peterbos 15, bte 13. 

Maître Geert COENE, dont le cabinet est établi à 1040 Etterbeek, rue 

Père Eudore Devroye 47, a été désigné en qualité d’administrateur des 

biens de la personne protégée susdite. 


Christine. 

(69440) 






concernant : 

Monsieur Jacques Prosper Jean BAUDEWIJNS, né à Etterbeek 

le 22 juillet 1957, domiciliéà1082 Berchem-Sainte-Agathe, avenue Josse 

Goffin 216, home « Adagio ». 





Marie. 

(69441) 






concernant : 

Monsieur Eric ROBERTAUX, né le 4 août 1958, domicilié à 

1082 Berchem-Sainte-Agathe, chaussée de Gand 1046, MSP « Dr Ley ». 





Marie. 

(69442)







concernant : 

Monsieur Robert Victor Aimé Ghislain FIEVET, né à Biez 

le 26 juin 1948, domicilié à1082 Berchem-Sainte-Agathe, avenue Josse 

Goffin 216, Home « Adagio ». 

Madame Paule VAN DEN BOSSCHE, avocat, dont les bureaux sont 

établis à 1180 Uccle, rue Xavier De Bue 11, a été désignée en qualité 



Marie. 

(69443) 

Justice de paix d’Ath-Lessines 

Par ordonnance du 27 avril 2015, le juge de paix du canton d’Ath- 

Lessines, siège d’Ath, a prononcé des mesures de protection des biens, 




Monsieur François Christian Norbert FORT, né à Renaix 

le 11 novembre 1981, domicilié à7911 Frasnes-lez-Anvaing, place de 

la Station 9D. 

Maître Laurie ROMAN, avocate, domiciliée à 7911 Frasnes-lez- 

Anvaing, rue Léon Desmottes 12, a été désignée en qualité d’administrateur 

des biens de la personne protégée susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) MARBAIX, 

Marie-Jeanne. 

(69444) 

Justice de paix de Bastogne-Neufchâteau 

Par ordonnance du 29 avril 2015, le juge de paix du canton de 

Bastogne-Neufchâteau, siège de Bastogne, a prononcé des mesures de 

protection des biens, conformément à la loi du 17 mars 2013, réformant 

les régimes d’incapacité et instaurant un nouveau statut de protection 

conforme à la dignité humaine, concernant : 

Madame GREGOIRE, Béatrice Adèle, née à Bruxelles (district 2) 

le 26 avril 1936, inscrite au registre national sous le n° 36.04.26-252.43, 

domiciliée à 6680 SAINTE-ODE, maison de repos « Seniorie de 

Sainte-Ode », Le Celly 5, personne protégée. 

Maître COLLARD, Stany, avocat, dont le cabinet est établi à 

6600 BASTOGNE, rue des Hêtres 24-26, a été désigné en qualité 


Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) José GOUVIENNE. 

(69445) 







Monsieur Pascal Gilbert Pol Ghislain JOSEPH, né à Bastogne 

le 30 octobre 1974, domicilié à 6800 Libramont-Chevigny, rue des 

Alliés 57, bte 7. 

Maître Stany COLLARD, avocat, dont le cabinet est établi à 



Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) GOUVIENNE, José. 

(69446) 







Monsieur JANSSEN, Michel Charles Marie, né à Bastogne 

le 21 septembre 1958, inscrit au registre national sous le n° 58.09.21- 

207.56, domicilié à6600 BASTOGNE, Lutrebois 9, personne protégée. 

Maître COLLARD, Stany, avocat, dont les bureaux sont établis à 




(69447) 







Madame GARCONNET, Gisèle Jeannne Antoinette, née à 

Saint- Vallier (France) le 11 août 1924, inscrite au registre national sous 

le n° 24.08.11-294.33, domiciliée à 6600 BASTOGNE, rue des 

Jardins 36/B2, personne protégée. 

Monsieur FECHER, Patrick, né à Watermael-Boistfort 

le 27 février 1961, domicilié à6600 BASTOGNE, rue du Champ de 

Courses 32, a été désigné en qualité d’administrateur des biens de 

la personne protégée susdite. 


(69448) 







Monsieur Serge BALAND, né àBertogne le 30 juin 1969, domicilié à 

6600 Bastogne, rue du Puits des Pois 10/B. 

Maître Stany COLLARD, avocat, dont les bureaux sont établis à 

6600 Bastogne, rue des Hêtres 24-26, a été désigné en qualité d’administrateur 



(69449)


32549 







Madame GUEBEN, Maryse Victorine, née à Bastogne le 2 avril 1955, 

domiciliée à 6600 BASTOGNE, rue d’Assenois 2, bte 2, ap. C4, personne 

protégée. 

Maître COLLARD, Stany, avocat, dont le cabinet est établi à 




(69450) 

Justice de paix de Bruxelles V 

Il convient par application de l’article 228, de la loi du 17 mars 2013 

(Moniteur belge du 15 juin 2013), d’appliquer d’office l’article 492/4, du 

Code civil afin de soumettre cette administration provisoire aux dispositions 

relatives à l’administration des biens visée au livre I, titre XI, 

chapitre II/1, du Code civil. 

Par ordonnance du 16 avril 2015 (Rép. 2015/2558), il y a lieu de 

maintenir la mesure de protection de représentation par un administrateur 

des biens et de confirmer la désignation de Me DEMEULE- 

NAERE, Olivier, en sa qualité d’administrateur des biens de : 

Monsieur Friedrich SCHENK, né à Manderfeld le 12 mars 1958, 

domicilié à1020 Laeken, boulevard Emile Bockstael 5/b019, résidant 

rue de l’Arbre Bénit 102, à 1050 Ixelles, et désignons en qualité 

d’administrateur de la personne, Me DEMEULENAERE, Olivier, 

avocat à 1020 Bruxelles, avenue Houba de Strooper 777c. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) MICHEL, Virginie. 

(69451) 

Justice de paix de Charleroi I 

Par ordonnance du 20 avril 2015, sur procès-verbal de saisine d’office 

dressé le même jour, le juge de paix du premier canton de Charleroi a 




concernant : 

Monsieur Jean Pierre BONAFEDE, né àChâtelineau le 21 juin 1965, 

registre national n° 65.06.21-155.40, domicilié à 6060 Charleroi, rue 

Circulaire 11. 

Monsieur Jean-Pol DOMS, domicilié à 6060 Charleroi, rue Circulaire 

11, a été confirmé en qualité d’administrateur des biens de 


Pour extrait conforme : le greffier, (signé) DEMARTEAU, Jacqueline. 

(69452) 





du 17 mars 2013 réformant les régimes d’incapacité et instaurant 


concernant : 

Madame Marie-Jeanne BEAUCLAIRE, née à Aiseau 

le6décembre 1944, registre national n° 44.12.06-092.57, domiciliée à 

6040 Charleroi, place Astrid (Reine) 12 0001. 

Maître Laurence COUDOU, avocat, dont le cabinet est sis à 

6000 Charleroi, quai de Brabant 12, a été confirmée en qualité d’administrateur 



(69453) 







concernant : 

Monsieur Albert Victor Ghislain NICAISE, né à Vezin 

le 12 septembre 1944, registre national n° 44.09.12-099.43, domicilié à 

6020 Charleroi, Résidence « Les Piges », rue Général de Gaulle 81 0083. 

Maître Julie BASTIEN, avocat, dont les bureaux sont établis à 

5101 Namur, chaussée de Marche 486, a été confirmée en qualité 



(69454) 

Justice de paix de Charleroi II 


dressé le même jour, le juge de paix du deuxième canton de Charleroi 

a prononcé des mesures de protection des biens, conformément à la loi 



concernant : 

Monsieur Cédric LAMBERT, né à Charleroi le 3 novembre 1979, 

domicilié à6061 Montignies-sur-Sambre, Foyer « Vital Léonard », rue 

de Lodelinsart 164. 

Maître Anne UREEL, avocat à 6000 Charleroi, boulevard Defontaine 

1/4B, a été désignée en qualité d’administrateur des biens de 


Pour extrait conforme : le greffier, (signé) DUMAY, Marie-Paule. 

(69455) 

Justice de paix de Dour-Colfontaine 


Dour-Colfontaine, siège de Dour, a prononcé des mesures de protection 

de la personne et des biens, conformément à la loi du 17 mars 2013, 

réformant les régimes d’incapacité et instaurant un nouveau statut de 

protection conforme à la dignité humaine, concernant : 

Monsieur Sylvin François Samuël LEROISSE, né le 13 décembre 1993, 

domicilié à7370 Dour, rue Sauwartan 56. 

Monsieur Albert LEROISSE, domicilié à 7370 Dour, rue 

Sauwartan 56, a été désigné en qualité d’administrateur de la personne 

et des biens de la personne protégée susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Géraldine DOYE. 

(69456)


Justice de paix de Fléron 

Par ordonnance du 28 avril 2015, le juge de paix du canton de Fléron 

a prononcé des mesures de protection des biens, conformément à la loi 



concernant : 

Monsieur Victor Jules Joseph GODHAIR, né à Embourg 

le 12 mars 1933, registre national n° 33.03.12-361.90, domicilié à 

4053 Chaudfontaine, M.R. « Les Hirondelles », voie de 

l’Ardenne 77/79, résidant Clinique « Notre-Dame des Bruyères », rue 

de Gaillarmont 600, à 4032 Chênée, veuf de Madame Hubertine STAL- 

MANS. 

Maître Marc JACQUEMOTTE, avocat, dont le cabinet est établi à 

4620 Fléron, rue de Magnée 14, a été désigné en qualité d’administrateur 


Pour extrait conforme : le greffier, (signé) CATRICE, Aurélie. 

(69457) 

Justice de paix de Fléron 

Par ordonnance du 28 avril 2015, le juge de paix du canton de Fléron 

a prononcé des mesures de protection de la personne et des biens, 




Madame Denise Hélène ANTEN, née à Liège le 25 avril 1914, registre 

national n° 14.04.25-046.11, domiciliée à 4052 Chaudfontaine, 

Seigneurie « Michelange », route de Beaufays 122. 

Maître Marilyn GOB, avocat, domicilié à4630 Soumagne, rue Paul 

d’Andrimont 146, a été désigné en qualité d’administrateur de 


Pour extrait conforme : le greffier, (signé) CATRICE, Aurélie. 

(69458) 

Justice de paix de Walcourt-Florennes 

Mme Marie-Pierre Falmagne, assistante sociale, domiciliée à 

5100 Namur, chaussée de Marche 232, a été désignée en qualité 

d’administrateur de la personne et des biens de la personne protégée 

susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier désigné greffier en chef, (signé) 

Mouthuy, Françoise. 

(69460) 

Justice de paix de Liège II 

Suite à la requête déposée le 3 avril 2015, par ordonnance du 

28 avril 2015, le juge de paix du deuxième canton de Liège a prononcé 

des mesures de protection de la personne, déclarant la personne 

désormais protégée est, en raison de son état de santé et les circonstances 

propres à sa personne, 

incapable d’accomplir les actes en rapport avec ses biens visés à 

l’article 492/1, § 2, al. 3, 13° et 15°, 

et incapable, sauf représentation par son administrateur, d’accomplir 

tous les autres actes juridiques en rapport avec ses biens, notamment 

ceux visés à l’article 492/1, § 2, al. 3, 1° à12°, 14° et 14/1°, 16° et 17° du 

Code civil, 

et ce, conformément à la loi du 17 mars 2013 réformant les régimes 



Mme Rolande Pascaline Bedet, née à Javron le 4 avril 1920, domiciliée 

à 4431 Ans, rue Commandant Naessens 10, résidant à la résidence Bois 

d’Avroy, rue Julien d’Andrimont 27/31, à 4000 Liège. 

Me Sophie Thiry, avocate, dont les bureaux sont établis à 4000 Liège, 

rue Paul Devaux 2, a été désignée en qualité d’administrateur des biens 

de la personne protégée susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Lefort, Carine. 

(69461) 


Florennes-Walcourt, Walcourt a prononcé des mesures de protection de 

la personne et des biens, conformément à la loi du 17 mars 2013 



M. Damien Marlier, né àCharleroi le 24 juillet 1997, domicilié à 

6560 Erquelinnes, résidence des Forsythias 119, résidant Institut Louis- 

Marie, rue de l’Institut 33, à 5651 Thy-le-Château. 

Mme Virginie Luise, avocat, dont les bureaux sont sis à 6000 Charleroi, 

boulevard Alfred de Fontaine 21, bte 11, a été désignée en qualité 


susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Rolin, Fany. 

(69459) 

Justice de paix de Fosses-la-Ville 

Par ordonnance du 24 mars 2015, le juge de paix Fosses-la-Ville a 


du 17 mars 2013 réformant les régimes d’incapacité et instaurant un 

nouveau statut de protection conforme à la dignité humaine concernant 

: 

Mme Arlette Degler, née à Namur le 20 juillet 1959, hôpital du Beau 

Vallon, 5002 Namur, rue de Bricgniot 205, résidant avenue de la 

Libération 7, à 5060 Auvelais. 

Justice de paix de Namur I 

Par ordonnance du 30 avril 2015, sur requête déposée augreffele 

30 mars 2015 (RR n° 15B507-RW n° 15W65, Rép. n° 1941/2015), le juge 

de paix du premier canton de Namur a prononcé des mesures de 

protection des biens, conformément à la loi du 17 mars 2013 réformant 



Mme Madeleine Puissant, née à Lisogne le 22 janvier 1941 

(RN 41.01.22-020.91), domiciliée à 5002 Saint-Servais, rue Léopold 

De Hulster 33, 

Mme l’avocat Pauline Oldenhove, avocat, dont le cabinet est établi à 

5000 Namur, chaussée de Dinant 275, a été désignée en qualité 


M. Benoît Denison, domicilié à5002 Saint-Servais, rue Jean Noël 44, 

a été désigné en qualité de personne de confiance de la personne 

protégée susdite. 

Mme Manuelle Denison, assistante sociale, domiciliée à 5000 Namur, 

rue de la Pépinière 48, a été désignée en qualité de personne de 

confiance de la personne protégée susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Rulot, Véronique. 

(69462)


32551 

Justice de paix de Namur II 

Par ordonnance du 23 avril 2015 rendue sur requête déposée en date 

du 4 mars 2015, le juge de paix du second canton de Namur a prononcé 

des mesures de protection des biens, conformément à la loi du 

17 mars 2013 réformant les régimes d’incapacité et instaurant un 


M. André Léopold Nestor Ghislain Degueldre, né àLouvain le 

16 septembre 1952, domiciliéà1457 Walhain, rue d’Enfer 40/5, résidant 

HNP Saint-Martin, rue Saint-Hubert 84, à 5100 Dave; 

et : 

Me Grégory Van Der Steen, avocat, dont les bureaux sont à 

5100 Namur, avenue Prince de Liège 91/9, a été désigné en qualité 


Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Dewez, Colette. 

(69463) 



du 16 mars 2015, le juge de paix du second canton de Namur a 




: 

M. Sébastien Bacq, né àTournai le 13 avril 1969 (RN 69.04.13-111.06), 

domicilié à7972 Quevaucamps, rue Lucien Laurent 5. 

Me Damien Vanneste, dont le cabinet est sis à 7600 Péruwelz, 

boulevard Léopold III 88, a été désigné en qualité d’administrateur des 

biens de la personne protégée susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) Wallez, Pascale. 

(69466) 

Justice de paix de Saint-Gilles 

Par ordonnance du 24 mars 2015, le juge de paix Saint-Gilles a 


conformément à la loi du 17 mars 2013 réformant les régimes d’incapacité 

et instaurant un nouveau statut de protection conforme à la 

dignité humaine, concernant : 

Mme Yousra Ahripou, née à Bruxelles le 27 novembre 1996, domiciliée 

à 1060 Saint-Gilles, rue Emile Feron 17. 

Mme Yamina Bounou, domiciliée à 1060 Saint-Gilles, rue Emile 

Feron 17, a été désignée en qualité d’administrateur de la personne et 


Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Lauwerys, Christian. 

(69467) 

M. Ramalho Hubert, né àTraipu-Alagoas (Brésil) le 5 octobre 1989, 

domicilié à5100 Namur, rue Saint-Hubert 84, 

et : 

Me Baudhuin Rase, avocat, dont le cabinet est situé à5100 Namur, 

boulevard de la Meuse 25, a été désigné en qualité d’administrateur 



(69464) 



du 27 mars 2015, le juge de paix du second canton de Namur a 


conformément à la loi du 17 mars 2013 réformant les régimes d’incapacité 

et instaurant un nouveau statut de protection conforme à la 

dignité humaine, concernant : 

M. Sébastien Mieghem, né àSambreville le 11 octobre 1994, domicilié 

à 6061 Charleroi, rue Trieu Kaisin 57, résidant « La Bastide », avenue 

Vauban 8, à 5000 Namur, 

et : 

Me Pierre Grossi, avocat, dont le cabinet est sis à 5100 Namur, rue de 

Dave 45, a été désigné en qualité d’administrateur de la personne et 



(69465) 

Justice de paix de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut 

Suite à la requête déposée le 6 mars 2015, par ordonnance du 

27 avril 2015, le juge de paix de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut, siège de 

Leuze-en-Hainaut, a prononcé des mesures de protection de la 

personne et des biens, conformément à la loi du 17 mars 2013 réformant 



Justice de paix de Saint-Gilles 

Par ordonnance du 27 mars 2015, le juge de paix Saint-Gilles a 




: 

Mme Kathy Fasseau, née à Bruxelles le 6 août 1962, domiciliée à 

1180 Uccle, chaussée de Waterloo 1517. 

M. l’avocat Christophe Van Melckebeke, avocat, dont le cabinet est 

établi à 1050 Ixelles, rue Paul-Emile Janson 37, a été désigné en qualité 


Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Lauwerys, Christian. 

(69468) 

Justice de paix de Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul 

Par ordonnance du 28 avril 2015, le juge de paix du canton de Saint- 

Hubert-Bouillon-Paliseul, siège de Paliseul a prononcé des mesures de 

protection de la personne et des biens, conformément à la loi du 

17 mars 2013 réformant les régimes d’incapacité et instaurant un 


: 

Mme Jacqueline Jacques, née à Graide le 2 octobre 1938, domiciliée à 

6850 Paliseul, rue Emile-Gardez 10/A, résidant Séniorie de Carlsbourg, 

ruedeBièvre 5, à 6850 Carlsbourg. 

Me Yves Duquenne, avocat, dont le cabinet est sis à 6880 Bertrix, rue 

de la Gare 132, a été désigné en qualité d’administrateur de la personne 

et des biens de la personne protégée susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Warnman, Pernilla. 

(69469)


Friedensgericht Sankt Vith 

Durch Beschluss vom 22. April 2015 hat der Friedensrichter des 

Kantons Sankt Vith gemäß dem Gesetz vom 17. März 2013 zur Reform 

der Regelung in Sachen Handlungsunfähigkeit und zur Einführung 

eines neuen, die Menschenwürde wahrenden Schutzstatus, Schutzmaßnahmen 

für das Vermögen angeordnet, betreffend : 

Herrn Stephan Paul Klinkers, geboren in Sankt Vith am 

13. Dezember 1965 (NN 65.12.13-135.51), wohnhaft in 4770 Amel, Honsfelder 

Straße, Heppenbach 20. 

Frau Martha Hildegard Klinkers, wohnhaft in L-9990 Weiswampach, 

Duarrefstrooss 8 (App.1 Et.1), wurde als Betreuer für die Person und 

das Vermögen der vorgenannten Person bestellt. 

Für gleichlautenden Auszug : (gez.) Brigitte Wiesemes, chefgreffier. 

(69470) 

Justice de paix de Thuin 

Par ordonnance du 4 mai 2015, sur saisine d’office dressé le même 

jour, le juge de paix du canton de Thuin a prononcé des mesures de 

protection des biens, conformément à la loi du 17 mars 2013 réformant 



M. Roland Raymond Camille Jules Ghislain Louis, né àGozée le 

20 mars 1950, domicilié à 6142 Fontaine-L’Evêque, Château Belle 

Chasse, rue de la Hutte 102. 

Me Christophe Beguin, avocat, dont le cabinet est sis à 6001 Charleroi, 

avenue Marius Meurée 95/19, a été confirmé en qualité d’administrateur 


Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Mahieux, Jean-François. 

(69471) 

Justice de paix de Tubize 

Suite à la requête déposée au greffe le 26 mars 2015, par ordonnance 

du 27 avril 2015, le juge de paix du canton de Tubize a prononcé des 

mesures de protection de la personne et des biens, conformément à la 

loi du 17 mars 2013 réformant les régimes d’incapacité et instaurant un 


: 

Mme Georgette Ghislaine Van Puymbroeck, née à Wauthier-Braine le 

1 er mai 1930 (RN 30.05.01-198.49), domiciliée à 1440 Braine-le-Château, 

rue Auguste Latour 43/K. 

Me Dominique Lanoy, avocat à 1331 Rixensart, rue de la Hulpe 27A, 

a été désignée en qualité d’administrateur des biens de la personne 


Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Bruylant, Anne. 

(69472) 

Justice de paix de Virton-Florenville-Etalle 

Par ordonnance du 16 avril 2015, le juge de paix du canton de Virton- 

Florenville-Etalle, siège de Virton, a prononcé des mesures de protection 

de la personne et des biens, conformément à la loi du 17 mars 2013 



M. Alexandre Benoît Cédric Joseph Vigneron, né à Bruges le 

29 décembre 1994 (RN 94.12.29-385.27), domicilié à6769 Meix-devant- 

Virton, rue de la Poncette 47. 

Mme Françoise Martha Andrée Jeanne Ghislaine Daoust, enseignante, 

domiciliée à 6769 Meix-devant-Virton, rue de la Poncette 47, a 

été désignée en qualité d’administrateur de la personne et des biens de 


Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Blaise Beena. 

(69473) 

Justice de paix de Visé 

Suite à la requête déposée le 26 mars 2015, par ordonnance du juge 

de paix, justice de paix de Visé, rendue le 30 avril 2015, a été partiellement 

levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance 

du juge de paix de Liège 3 du 2 octobre 2012 à l’égard de M. Georges 

Bodson, né le 11 janvier 1989, domicilié à4607 Dalhem, chaussée des 

Wallons 5B1. 

La mission de son administrateur provisoire des biens à savoir 

Me Francis Schroeder, avocat dont le cabinet est établi 4000 Liège, rue 

des Augustins 26, est actuellement limitée à la gestion du capital de la 

personne protégée et à la gestion de la succession du père de la 

personne protégée. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Darcis, Marie-Noëlle. 

(69474) 

Justice de paix de Waremme 


Waremme a prononcé des mesures de protection de la personne et des 

biens, conformément à la loi du 17 mars 2013 réformant les régimes 



M. Charles Vandervelpen, né àSaint-Josse-ten-Noode le 25 juin 1936 

(RN 36.06.25-151.91), domicilié à8670 Koksijde, Joststraat 12/302, et 

résidant à la clinique Joseph Wauters, avenue de la Résistance 2, à 

4300 Waremme. 

Me Albert Vanderweckene, avocat, dont le cabinet est établi à 

4000 Liège, avenue Rogier 24/12, a été désigné en qualité d’administrateur 


Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Delvaux, Stefan. 

(69475) 

Justice de paix de Woluwe-Saint-Pierre 


Woluwe-Saint-Pierre a prononcé des mesures de protection de la 




Mme Pénélope Watkins, née le 23 octobre 1952, domiciliée à 

1200 Woluwe-Saint-Lambert, avenue des Cerisiers 152, résidant avenue 

du Mistral 91, à 1200 Woluwe-Saint-Lambert. 

M. Thomas Mertens, avocat, dont le cabinet est établi à 1200 Woluwe- 

Saint-Lambert, avenue de Broqueville 116/b15, a été désigné en qualité 


susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Steels, Isabelle. 

(69476)


32553 

Justice de paix de Woluwe-Saint-Pierre 

Par ordonnance du 23 avril 2015 le juge de paix du canton de 

Woluwe-Saint-Pierre a prononcé des mesures de protection de la 




M. Guido Woutters, né le2février 1940, domicilié à1200 Woluwe- 

Saint-Lambert, chaussée de Roodebeek 245. 

Mme Arlette Gysemans, domiciliée à 1200 Woluwe-Saint-Lambert, 

chaussée de Roodebeek 245, a été désignée en qualité d’administrateur 


Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Aït El Koutou 

Hanane. 

(69477) 

Justice de paix d’Anderlecht I 

Remplacement d’administrateur provisoire 

Par ordonnance du 21 avril 2015, le juge de paix du premier canton 

d’Anderlecht a mis fin à la mission de Madame Patricia Coel en sa 

qualité d’administrateur des biens de : 

Mme Simonne Barbe Louise Vandenoetelaer, née à Bruxelles le 

14 décembre 1930, domiciliée à 1070 Anderlecht, boulevard Prince de 

Liège 38. 

Me Françoise Dache, domiciliée à 1050 Ixelles, avenue Louise 490/23, 

a été désignée comme nouvel administrateur des biens de la personne 


Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Pauwels, Carine. 

(69478) 

Madame Marcelle Alice Ghislaine HORION, né à Les Avins 

le 31 janvier 1918, registre national n° 18.01.31-044.90, domicilié à 

4140 Sprimont, rue A. Binet 38, et 

Madame Nadine TIMMERMANS, avocate, dont l’étude est établie à 

à 4053 Chaudfontaine, rue Baileux 11, a été désignée comme nouvel 

administrateur des biens (représentation) de la personne protégée 

susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) SELECK, Frédérique. 

(69480) 

Justice de paix de Tournai II 


Par ordonnance du 23 avril 2015, le juge de paix de Tournai II a mis 

fin à la mission de Maître Michèle WAIGNEIN, avocate, dont le cabinet 

est établi à 7500 Tournai, boulevard du Roi Albert 51, en sa qualité 

d’administrateur des biens de : 

Monsieur Alireza MEHDIPOUR RAHNEMA, né à Téhéran 

le 25 avril 1973, domicilié à7500 Tournai, rue Général Piron 112. 

Maître Jacqueline MACHOEL, avocate, dont les bureaux sont établis 

à 7700 Mouscron, rue Roger Decoene 30, a été désignée comme nouvel 

administrateur des biens de la personne protégée susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier assumé, (signé) BEGHAIN, Yann. 

(69481) 

Justice de paix de Tournai II 

Justice de paix de Saint-Nicolas-lez-Liège 


Par requête du 30 janvier 2015 et déposée augreffele2février 2015, 

le juge de paix du canton de Saint-Nicolas a rendu une ordonnance le 

28 avril 2015, a mis fin, à la date du 31 mai 2015 inclus au mandat de 

Me Jean-Manuel Martin, avocat à 4040 Herstal, rue Large Voie 226, en 

sa qualité d’administrateur provisoire des biens de Mme Graziella 

Mangione, née à Rocourt le 19 décembre 1963, domiciliée à 4430 Ans, 

rue Longue 27, a prononcé des mesures de protection des biens à 

celle-ci, conformément à la loi du 17 mars 2013 réformant les régimes 


la dignité humaine. Me Olivier Deventer, avocat à 4000 Liège, rue 

Sainte-Walburge 462, a été désigné en qualité de nouvel administrateur 

des biens, à partir du 1 er juin 2015, de Mme Graziella Mangione. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Martin, Christine. 

(69479) 


Par ordonnance du 24 avril 2015, le juge de paix de Tournai II a mis 

fin à la mission de Madame Michèle WAIGNIEN, avocate, dont 

le cabinet est établi à 7500 Tournai, boulevard du Roi Albert 51, en 

sa qualité d’administrateur des biens de : 

Madame Nubia PARDO BORRERO, née à Cali-Valle (Colombie) 

le 24 février 1968, domiciliée à 7500 Tournai, rue Général Piron 112. 

Maître Jacqueline MACHOEL, avocate, dont les bureaux sont établis 

7700 Mouscron, rue Roger Decoene 30, a été désignée comme nouvel 

administrateur des biens de la personne protégée susdite. 

Pour extrait conforme : le greffier assumé, (signé) BEGHAIN, Yann. 

(69482) 

Justice de paix de Tubize 

Justice de paix de Sprimont 



Sprimont a mis fin à la mission de Monsieur Francis MONJOIE, 

domicilié à4140 Sprimont, rue A. Binet 38, désigné en qualité d’administrateur 

des biens (représentation) par ordonnance de céans du 

2décembre 2014, conformément à la loi du 17 mars 2013, réformant 




Par ordonnance du juge de paix du canton de Tubize, en date du 

13-04-2015, il a été pourvu au remplacement de Madame VERPRAET, 

Marie-Christine, domiciliée à 7033 Mons, rue Commandant Lemaire 81, 

en sa qualité d’administrateur provisoire de Madame Eembeeck, Alice, 

née à Wauthier-Braine le 11 février 1928, domiciliée à 1440 Braine-le- 

Château, rue Auguste Latour 43K, un nouvel administrateur provisoire 

a été désigné àcette personne, à savoir : Maître Nathalie Guillet, avocat 

à 1480 Tubize, boulevard Georges Deryck 26, bte 15. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Anne BRUYLANT. 

(69483)


Justice de paix de Fontaine-l’Evêque 

Mainlevée d’administration provisoire 

Par ordonnance du juge de paix du canton de Fontaine-l’Evêque, en 

date du 28 avril 2015, il a été constaté que, conformément à 

l’article 488bis d), al. 3, du Code civil, le mandat d’administrateur 

provisoire de : 

Madame Encarnacion BLANQUEZ MOLINA, aide-soignante, domiciliée 

à 6150 Anderlues, rue du Vieux Cimetière 44, a pris fin de plein 

droit par le décès de: 

MOLINA COCA, Elena, née à Baza (Espagne) le 20 février 1928, de 

son vivant domiciliée etrésidant à 6150 Anderlues, rue du Château 81, 

décédée le 12 avril 2015, à Anderlues, désignée à cette fonction par 

ordonnance du juge de paix de ce canton, en date du 5 février 2013. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Christophe 

PHILIPPE. 

(69484) 

Justice de paix de Saint-Nicolas 


Suite à la requête déposée le 10-04-2015, par ordonnance du juge de 

paix du canton de Saint-Nicolas, rendue le 28-04-2015, il a été mis fin, 

à la date du 3 mai 2015, au mandat de Monsieur Olivier LOMRE, 

domicilié rue E. Lerousseau 100, à 4042 Herstal, en sa qualité d’administrateur 

provisoire des biens de : 

Madame Fabienne GERARD, née le 25-01-1965, à Rocourt, domiciliée 

rue de Horloz 93, à 4420 Saint-Nicolas, dont la mesure d’administration 

provisoire a été prise par jugement du 12 juin 2013. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) MARTIN, Christine. 

(69485) 

Justice de paix de Saint-Nicolas 


Suite au procès-verbal d’inscription d’office du 10 avril 2015, par 

ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Nicolas, rendue 

le 28-04-2015, a été levée la mesure d’administration provisoire prise 

par jugement du 11 septembre 2008, à l’égard de : 

Madame Anne JAUMOTTE, née le 19-07-1954, à Schaerbeek, domiciliée 

rue Ferdinand Nicolay 524/1, à 4420 Saint-Nicolas, cette personne 

étant redevenue capable de gérer ses biens, il a été mis fin, à la date du 

4 mai 2015, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : 

Maître Pierre MACHIELS, avocat, dont l’étude est établie rue des 

Croisiers 15, à 4500 Huy. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) MARTIN, Christine. 

(69486) 

Vredegerecht Aalst I 

Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Aalst 

verleend op 5 mei 2015, werd : 

DE KONINCK, Gracy, geboren te Ninove op 08.04.1952, wonende te 

9404 Aspelare, Melkbos 11, verblijvende te Erpe-Mere, Kerkstraat 3, niet 

in staat verklaard haar goederen zelf te beheren en kreeg toegevoegd 

als bewindvoerder over de goederen en de persoon : 

DE KONINCK, Hilde, wonende te 9404 Aspelare, Geraardsbergsesteenweg 

402. 

Het verzoekschrift werd neergelegd ter griffie op 13.03.2015. 

Aalst, 12 mei 2015. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, RENNEBOOG, Luc. 

(69487) 

Vredegerecht Aarschot 

Bij beschikking van 23 april 2015 heeft de vrederechter van het 

kanton Aarschot beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking 

tot de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 

17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid 

en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt 

met de menselijke waardigheid, betreffende : 

mijnheer Francis Felix Alphonse Vos, geboren te Rillaar op 

16 januari 1940, wonende te 3200 Aarschot, Albertlaan 2, in het WZC 

Sint-Rochus; 

mijnheer Bart Van Tongelen, advocaat, met kantoor te 3200 Aarschot, 

Begijnhof 3, werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen van 

de voornoemde beschermde persoon. 

Mevrouw Lieve Rigauts, wonende te 3210 Linden-Lubbeek, Lindenstraat 

66, werd aangesteld als vertrouwenspersoon van de voornoemde 

beschermde persoon. 

Voor eensluidend uittreksel : de waarnemend hoofdgriffier, (get.) Van 

der Geeten, Elfi. 

(69488) 

Vredegerecht Antwerpen IV 

Bij beschikking van 30 april 2015 heeft de vrederechter vierde kanton 

Antwerpen beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking tot 

de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 




mijnheer Rudolf Dominik, geboren te Novi Itebej (Joegoslavië) op 

10 februari 1980, wonende te 2060 Antwerpen, Everaertsstraat 76, en 

werd haar pleegmoeder 

mevrouw Daskalopulu, Evgenia, geboren op 1 februari 1967, 

wonende te 2060 Antwerpen, Everaertstraat 76, aangesteld als bewindvoerder. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Dom, Diane. 

(69489) 

Vredegerecht Antwerpen V 

Bij beschikking van 21 april 2015 heeft de vrederechter van het vijfde 

kanton Antwerpen beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking 





mevrouw Esther Cools, geboren te Deurne op 4 februari 1924, 

wonende te 2640 Mortsel, Kerkstraat 38, doch verblijvende in het WZC 

OLV Van Antwerpen, Pieter Van Hobokenstraat 3, te 2000 Antwerpen. 

Mijnheer Marc Depret, wonende te 2630 Aartselaar, Leugstraat 90, 

werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen van de voornoemde 


Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Hertogs, Ans. 

(69490)


32555 

Vredegerecht Antwerpen V 

Bij beschikking van 21 april 2015 heeft de vrederechter van het vijfde 

kanton Antwerpen beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking 

tot de persoon en de goederen, overeenkomstig de bepalingen van 

de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake 

onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus 

die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende : 

mevrouw Maria Van Ransbeke, geboren te Buggenhout op 8 juli 1928 

(RN 28.07.08-406.88), verblijvende in het WZC De Guldend Lelie te 

2000 Antwerpen, Schoytestraat 19. 

Mijnheer de advocaat Guy Laugs, wonende te 2000 Antwerpen, 

Mechelsesteenweg 12/8, werd aangesteld als bewindvoerder over de 

persoon en de goederen van de voornoemde beschermde persoon. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Hertogs, Ans. 

(69491) 

Vredegerecht Deinze 

Bij beschikking van 12 mei 2015 heeft de vrederechter van het kanton 

Deinze beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking tot de 

goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17 maart 2013 

tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling 

van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke 

waardigheid, betreffende : 

Paula Dhondt, geboren te Nazareth op 28 oktober 1930 (RN 30.10.28- 

326.19), wonende te 9810 Nazareth, de Lichterveldestraat 1. 

Peter Van Boxelaere, kantoorhoudende te 9000 Gent, Tweebruggenstraat 

9, werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen van de 

voornoemde beschermde persoon. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Stevens, Dora. 

(69492) 




persoon en de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 




Cindy Geenens, geboren te Oudenaarde op 5 augustus 1984, met 

rijksregisternummer 84.08.05-206.09, wonende te 9810 Nazareth, 

Grenadierslaan 1. 

Patricia Van Autryve, advocaat, kantoorhoudende te 9800 Deinze, 

Wallebeekstraat 19A, werd aangesteld als bewindvoerder over de 



(69493) 

Vredegerecht Eeklo 


Eeklo beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking tot de 

persoon en de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 




mijnheer Jan Van Den Driessche, geboren te Geraardsbergen op 

31 oktober 1954, wonende te 9900 Eeklo, Oostveldstraat 1. 

Mr. Frank Van Vlaenderen, wonende te 9000 Gent, Krijgslaan 47, 

werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen van de voornoemde 


Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) De Pauw, Sabrina. 

(69494) 

Vredegerecht Gent I 

Bij beschikking van 22 april 2015 heeft de vrederechter van het eerste 

kanton Gent beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking 

tot de persoon en de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de 

wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake 


die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende Kallaert, 

Hélène, geboren te Laarne op 10 maart 1941, wonende te 9000 Gent, 

WZC Avondvrede, Kalvermarkt 1. 

Vandevyver, Danny, wonende te 1850 Grimbergen, Reigerstraat 32, 

werd aangesteld als bewindvoerder over de persoon en de goederen 

van de voornoemde beschermde persoon. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Parijs, 

Nadine. 

(69495) 







die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende Barvoets, Francina, 

geboren te Laken op 24 augustus 1920, wonende te 9052 Gent, 

WZC De Zonnebloem, Hutsepotstraat 29. 

Vanderhaegen, Jacqueline, wonende te 9000 Gent, Ganzendries 124, 




Nadine. 

(69496) 







met de menselijke waardigheid, betreffende Vandermeiren, Edmonde, 

geboren te Gent op 20 september 1930, wonende te 9000 Gent, WZC 

Avondvrede, Kalvermarkt 1. 

Ghysels, Pascal, wonende te 9080 Lochristi, Boekweitlaan 41, werd 

aangesteld als bewindvoerder over de goederen van de voornoemde 



Nadine. 

(69497)


Vredegerecht Gent II 


tweede kanton Gent beschermingsmaatregelen uitgesproken met 

betrekking tot de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet 

van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid 

en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die 

strookt met de menselijke waardigheid, betreffende : 

mevrouw Marie Raymonda Samaes, geboren te Gent op 30 juli 1932, 

wonende te 9000 Gent, Zandloperstraat 19, verblijvend WZC Zonnebloem 

Hutsepotstraat 29, te 9052 Zwijnaarde. 

Mijnheer de advocaat Ivan Van Hoecke, wonende te 9000 Gent, Drabstraat 

14, werd aangesteld als bewindvoerder over de persoon en de 

goederen van de voornoemde beschermde persoon. 

Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd griffier, (get.) De Fauw, 

Kevin. 

(69498) 

Vredegerecht Geraardsbergen-Brakel 


Geraardsbergen-Brakel, zetel Brakel beschermingsmaatregelen uitgesproken 

met betrekking tot de persoon en de goederen, overeenkomstig 

de bepalingen van de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de 

regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe 

beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende 

: 

De Vos, Beatrijs Leona Maria, geboren te Opbrakel op 

18 september 1962, wonende te 9660 Brakel, Geraardsbergsestraat 74. 

Zij kreeg toegevoegd als bewindvoerder De Vos, Michaël Jozef, 

geboren te Welden op 8 april 1935, wonende te 9660 Brakel, Geraardsbergsestraat 

74. 

De hoofdgriffier, Hildegarde Verschuren. 

(69499) 

Vredegerecht Geraardsbergen-Brakel 

Bij beschikking van 30 april 2015 heeft de vrederechter kanton 

Geraardsbergen-Brakel, zetel Geraardsbergen beschermingsmaatregelen 

uitgesproken met betrekking tot de goederen, overeenkomstig de 

bepalingen van de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de 



: 

Mevrouw Jeannine Godelie, geboren te Geraardsbergen op 

30 juni 1940 (RN 40.06.30-184.89), wonende te 9500 Geraardsbergen, 

Groteweg 27A, bus 5. 

Mr. Ariane Van Den Bossche, advocaat, kantoorhoudende te 

9500 Geraardsbergen, Kaai 21, werd aangesteld als bewindvoerder over 

de goederen van de voornoemde beschermde persoon. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Peirlinck, Jürgen. 

(69500) 

Vredegerecht Halle 


kanton Halle beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking 





mijnheer Benny Pickaert, geboren te Halle op 6 oktober 1979 

(RN 79.10.06-187.04), wonende te 1500 Halle, Kopheiweg 87. 

Mr. Jan Houthuys, advokaat, met kantoor te 1500 Halle, Suikerkaai 7, 



Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Vanderelst, Monique. 

(69501) 

Vredegerecht Harelbeke 


Harelbeke beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking tot 

de persoon en de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet 




mijnheer Alex Gilbert Roger Pannecoucke, geboren te Kortrijk op 

19 augustus 1983 (RN 83.08.19-201.58), wonende te 8530 Harelbeke, 

Elfde-Julistraat 185. 

Mr. Marina Fechner, advocaat te 8500 Kortrijk, Sint-Denijseweg 98C, 


(vertegenwoordiging) van de voornoemde beschermde persoon. 

Voor eensluidend uittreksel : de erehoofdgriffier, (get.) Vanwettere, 

Patricia. 

(69502) 

Vredegerecht Izegem 


kanton Izegem beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking 





mijnheer Vandemoortele, Eric Eugène, geboren te Lauwe op 

13 mei 1939, wonende te 8880 Ledegem, Boomlandstraat 20. 

Mr. Verhoye, Sandra, advocaat met kantoor te 8800 Roeselare, Sint- 

Eloois-Winkelsestraat 115A, werd aangesteld als bewindvoerder over 


Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Freddy Duthoo. 

(69503) 

Vredegerecht Kortrijk II 

Bij beschikking van 21 april 2015, heeft de vrederechter van het 

tweede kanton Kortrijk, beschermingsmaatregelen uitgesproken met 

betrekking tot de persoon en de goederen, overeenkomstig de bepalingen 

van de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen 

inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus 


mevrouw Blanche De Bleecker, geboren te Gent op 16 januari 1936, 

wonende te 8500 Kortrijk, Sint-Denijseweg 1. 

Mevrouw Mariane Verleye, wonende te 8500 Kortrijk, Walle 139/ 

B000, werd aangesteld als bewindvoerder over de persoon en de 


Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Nathalie Claus. 

(69504)


32557 

Vredegerecht Leuven II 

Vredegerecht Menen 


tweede kanton Leuven beschermingsmaatregelen uitgesproken met 

betrekking tot de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet 




Filip Stefanie Petrus Muyldermans, geboren te Brussel op 

29 juni 1979, wonende en verblijvend te 3000 Leuven, Tiensevest 72. 

Jeroen Pinoy, wonende te 1840 Londerzeel, Hoveniersstraat 21, werd 



Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Verbist, Veronique. 

(69505) 


kanton Menen de inhoud gewijzigd van de gerechtelijke beschermingsmaatregel 

uitgesproken overeenkomstig de wet van 17 maart 2013 tot 

hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling 


waardigheid betreffende : 

mevrouw Charlotte Cabbeke, geboren te Kortrijk op 5 november 

1988, wonende te 8930 Menen, Dynastiestraat 11. 

Mr. Ellen De Geeter, advocaat te 8501 Kortrijk, Meensesteenweg 454, 

blijft aangesteld als bewindvoerder over de goederen van de voornoemde 


Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Cornette, Katleen. 

(69509) 

Vredegerecht Lier 

Bij beschikking van de vrederechter van het vredegerecht Lier, 

verleend op 30 april 2015, werd : 

Op de Beeck Maria, geboren te Schriek op 16 maart 1924, wettelijk 

gedomicilieerd te 2220 Hallaar (Heist-op-den-Berg), Kerselaarlaan 

25/07, verblijvende in het Psychiatrisch Ziekenhuis Duffel, 

Stationsstraat 22C, te 2570 Duffel, niet in staat verklaard haar goederen 

te beheren en kreeg toegevoegd als bewindvoerder : Verwaest Jef, 

advocaat, met kantoor te 2500 Lier, Vismarkt 37. 

Lier, 4 mei 2015 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Maria Moeyersoms. 

(69506) 

Vredegerecht Merelbeke 

Bij beschikking van 27 april 2015 heeft de vrederechter Merelbeke 

beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking tot de 





mevrouw Rita Van Kerckvoorde, geboren te Sleidinge op 3 juli 1959 

(RN 59.07.03-266.59), wonende en verblijvende te 9820 Merelbeke, PV 

De Wadi, Poelstraat 39A. 

Mr. Ann De Becker, advocaat, met kantoor te 9000 Gent, 

Kortrijksesteenweg 219, werd aangesteld als bewindvoerder over de 


Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) De Veirman, 

Christiaan. 

(69510) 

Vredegerecht Lokeren 

Bij beschikking van 13 mei 2015, heeft de vrederechter van het kanton 

Lokeren de inhoud gewijzigd van de gerechtelijke beschermingsmaatregel 

uitgesproken met betrekking tot de goederen als bedoeld in 

artikel 492/1 B.W. over : 

Petra David, geboren te Evergem op 8 juni 1974, wonende te 

9160 Lokeren, VZW Volwassenwerking Lokeren/Alderande Zelestraat 

170, met als bewindvoerder over de goederen : Mr. Marc Herssens, 

advocaat met kantoor te 9000 Gent, Recollettenlei 3. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Vercruyssen, Michaël. 

(69507) 

Vredegerecht Menen 


kanton Menen de inhoud gewijzigd van de gerechtelijke beschermingsmaatregel 





mijnheer Joric Vandendriessche, geboren te Menen op 29 augustus 

1984, wonende te 8930 Menen, Dynastiestraat 11. 

Mr. Lieve Maes, advocaat te 8500 Kortrijk, Noordstraat 50, blijft 



Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Cornette Katleen. 

(69508) 








mevrouw Anneke Verstuyft, geboren te Gent op 13 april 1979 

(RN 79.04.13-064.69), wonende te 9000 Gent, Kiekenstraat 32, verblijvend 

Psychiatrisch Centrum Caritas, Caritasstraat 76, te 9090 Melle. 

Mijnheer Dirk Neels, advocaat, met kantoor te 9000 Gent, Muinklaan 



Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) De Veirman, 

Christiaan. 

(69511) 








mevrouw Gwenda Van Buggenhout, geboren te Antwerpen op 

7 september 1979 (RN 79.09.07-398.47), wonende en verblijvende te 

9820 Merelbeke, Steenstraat 44A.


Mevrouw Els De Groote, advocaat, met kantoor te 9000 Gent, Fortlaan 



Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Delmulle, Kristof. 

(69512) 

Vredegerecht Mol 


kanton Mol beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking tot 

de persoon en de goederen, overeenkomstig de bepalingen van de wet 




mjnheer Martin Clara Marcel Curinckx, geboren te Mol op 1 juli 1969, 

wonende te 2490 Balen, Vaartstraat 31/0004. 

Mr. Egied Wouters, advocaat, kantoorhoudende te 2490 Balen, Lindestraat 

2, werd aangesteld als bewindvoerder-vertegenwoordiger over 

de persoon en de goederen van de voornoemde beschermde persoon. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Mentens, Greet. 

(69513) 

Vredegerecht Neerpelt-Lommel 

Bij beschikking van 27 april 2015, heeft de toegevoegd vrederechter 

van het kanton Neerpelt-Lommel, zetel Lommel, overeenkomstig de 



beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, 


goederen in het systeem van vertegenwoordiging betreffende : 

mijnheer Patrick Geyskens, geboren te Tongeren op 22 juli 1968 

(RN 68.07.22-051.87), wonende te 3920 Lommel, Kattenbos 59. 

Mr. Annita Poets, advocaat, kantoorhoudende te 3920 Lommel, 

Kanunnik J. Huybrechtsstraat 13, werd aangesteld als bewindvoerder 

over de goederen. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Kelly Leten. 

Vredegerecht Neerpelt-Lommel 

(69514) 

Vredegerecht Oostende I 

Bij beschikking van 11 mei 2015 heeft de vrederechter van het eerste 

kanton Oostende beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking 





mijnheer Guido Decuypere, geboren te Beselare op 24 maart 1957, 

wonende te 8400 Oostende, Sint-Sebastiaansstraat 37/001B. 

mijnheer Ivan Sercu, advocaat, met kantoor te 8400 Oostende, 

Torhoutsesteenweg 206, werd aangesteld als bewindvoerder over de 


Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) De Bruyn, Françoise. 

(69516) 

Vredegerecht Oostende II 

Bij beschikking van 1 april 2015 heeft de vrederechter van het tweede 






Simone Vantyghem, geboren te Ougrée op 25 mei 1930, wonende te 

8460 Oudenburg, Ettelgemsestraat 26. 

Geert Lambert, advocaat, wonende te 8400 Oostende, Elisabethlaan 



Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Debruyne, Thierry. 

(69517) 

Vredegerecht Oostende II 

Bij beschikking van 1 april 2015 heeft de vrederechter van het tweede 






José Dezaeyer, geboren te Brugge op 29 december 1952, wonende te 

8380 Brugge, Groot Ter Doest 2, verblijvend IMBO Zeedijk 286-288, te 

8400 Oostende. 

Peter Vanhoorne, advocaat, wonende te 8400 Oostende, Prinsenlaan 



Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Debruyne, Thierry. 

(69518) 

Bij beschikking van 27 april 2015, heeft de toegevoegd vrederechter 

van het kanton Neerpelt-Lommel, zetel Lommel, overeenkomstig de 



beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, 


goederen in het systeem van vertegenwoordiging betreffende : 

mevrouw Ingrid Defesche, geboren te Heerlen op 22 juli 1968 

(RN 68.07.22-476.50), wonende te 3920 Lommel, Kattenbos 59/0002. 

Mr. Annita Poets, advocaat, kantoorhoudende te 3920 Lommel, 

Kanunnik J. Huybrechtsstraat 13, werd aangesteld als bewindvoerder 

over de goederen. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Kelly Leten. 

(69515) 

Vredegerecht Oudenaarde-Kruishoutem 

Bij beschikking van 6 mei 2015 heeft de vrederechter van 

Oudenaarde-Kruishoutem, zetel Kruishoutem beschermingsmaatregelen 

uitgesproken met betrekking tot de persoon en de goederen, 

overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17 maart 2013 tot 




Darline De Waele, geboren te Vurste op 15 januari 1969 (RN 69.01.15- 

356.68), wonende te 9890 Gavere, Broeckstraat 70, doch verblijvend 

VZW Heuvelheem, Nokerepontweg 1, te 9772 Kruishoutem (overdag) 

en Lindehove aan de Abdijstraat 14, te 9700 Oudenaarde (Ename).


32559 

Marcelline De Waele, wonende te 9820 Merelbeke, Gaversesteenweg 

795, werd aangesteld als bewindvoerder over de persoon en 


Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) De Buysscher, Yves. 

(69519) 



Oudenaarde-Kruishoutem, zetel Oudenaarde beschermingsmaatregelen 

uitgesproken met betrekking tot de goederen, overeenkomstig 

de bepalingen van de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de 



: 

mijnheer Erik Dhont, geboren te Zingem op 2 oktober 1948, wonende 

te 9700 Oudenaarde, Einestraat 51/204. 

Mr. Hugo Vyls, advocaat te 9700 Oudenaarde, Kerkgate 19, werd 



Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Buttiens, Ann. 

(69520) 



Oudenaarde-Kruishoutem, zetel Oudenaarde de beschikking d.d. 

3 oktober 2002 van de vrederechter van het vredegerecht Zottegem- 

Herzele zetel Zottegem gewijzigd in een gerechtelijke beschermingsmaatregel 

overeenkomstig de wet van 17 maart 2013 tot hervorming 

van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een 

nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid 

betreffende : 

de heer Hooghstoel, Martin, geboren te Galmaarden op 20 mei 1958, 

wonende te 9700 Oudenaarde, Remparden 12, bus 60. 

Mevrouw Van Hoey, Vanessa, advocaat, wonende te 9630 Zwalm, 

Heufkensstraat 133/2 werd aangesteld als bewindvoerder over de 


Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Baguet, Filip. 


(69523) 

Correctie van publicatie d.d. 7 april 2015 : 



Oudenaarde-Kruishoutem, zetel Oudenaarde, het vonnis d.d. 

10 juni 2008 van de vrederechter van het kanton Oudenaarde- 

Kruishoutem, zetel Oudenaarde gewijzigd in een gerechtelijke 

beschermingsmaatregel overeenkomstig de wet van 17 maart 2013 tot 




mevrouw Anne Marie, geboren te Gent op 15 januari 1937, wonende 

te 9630 Zwalm, Kloosterstraat 1. 

De heer Philippe Vande Weghe, advocaat, kantoor te 9700 Oudenaarde, 

Einestraat 22, werd aangesteld als bewindvoerder over de 

goederen en de persoon van de voornoemde beschermde persoon. 


(69521) 

Bij beschikking van 24 maart 2015, heeft de vrederechter van het 

kanton Oudenaarde-Kruishoutem, zetel Oudenaarde het vonnis d.d. 

23 april 2013 van de vrederechter van het kanton Oudenaarde- 

Kruishoutem, zetel Oudenaarde gewijzigd in een gerechtelijke 

beschermingsmaatregel overeenkomstig de wet van 17 maart 2013 tot 




Jongeheer Tim Merstdag, geboren te Gent op 1 februari 1995, 

wonende te 9700 Oudenaarde, Groenstraat 23; 

Mr. Philippe Vande Weghe, advocaat te 9700 Oudenaarde, 

Einestraat 22, werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen 


Mevrouw Chantal De Meue, wonende te 9700 Oudenaarde, Groenstraat 



Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Buttiens, Ann. 

(69524) 


Vredegerecht Sint-Gillis 


Oudenaarde-Kruishoutem, zetel Oudenaarde beschikking d.d. 

3 oktober 2002 van de vrederechter van het vredegerecht Zottegem- 

Herzele zetel Zottegem gewijzigd in een gerechtelijke beschermingsmaatregel 

overeenkomstig de wet van 17 maart 2013 tot hervorming 


nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid 

betreffende : 

de heer Meulenijzer, Alex, geboren te Oudenaarde op 3l juli 1971, 

wonende te 9700 Oudenaarde, Abdijstraat 42/0102. 

Mevrouw Van Hoey, Vanessa, advocaat, wonende te 9630 Zwalm, 

Heufkensstraat 133/2 werd aangesteld als bewindvoerder over de 



(69522) 

Vervanging voorlopig bewindvoerder 

Bij beslissing van 13 april 2015, heeft de vrederechter van Sint-Gillis 

een einde gesteld aan de opdracht van Marc Goessens in hoedanigheid 

van bewindvoerder over de goederen van : 

mevrouw Nicole De Cock, geboren te Ninove op 30 oktober 1954, 

wonende te 1060 Sint-Gillis, Jean Robiestraat (Home « De Lork ») 29. 

Mr. Björn Goessens, advocaat te 9400 Ninove, Centrumlaan 175, werd 

aangesteld als nieuwe bewindvoerder over de goederen van de voornoemde 


Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Lauwerys, Christian. 

(69525)


Vredegerecht Sint-Truiden 


kanton Sint-Truiden een gerechtelijke beschermingsmaatregel uitgesproken 

overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17 maart 2013 


van een nieuwe beschermingsstatus 

inzake : mijnheer Victor Vanderlinden, geboren te Elsene op 

11 februari 1949 (RN 49.02.11-193.35), PZ Asster, Campus Stad 

3800 Sint-Truiden, Halmaalweg 2, en dit met betrekking tot het beheer 

van de goederen en de persoon. 

Als bewindvoerder werd toegevoegd : mijnheer Laurens Liebens, 

advocaat, met kantoor te 3800 Sint-Truiden, Asterstraat 6. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Houwaer, Diane. 

(69526) 



kanton Sint-Truiden een gerechtelijke beschermingsmaatregel uitgesproken 

overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17 maart 2013 


van een nieuwe beschermingsstatus. 

inzake : mijnheer Patrick Meuwissen, geboren te Etterbeek op 

22 oktober 1960 (RN 60.10.22-147.38), PVT Asster, 3800 Sint-Truiden, 

Halmaalweg 2, en dit met betrekking tot het beheer van de goederen 

en de persoon. 

Als bewindvoerder werd toegevoegd : Mr. Rolf Wouters, advocaat, 

kantoor te 3530 Houthalen-Helchteren, Hofstraat 16. 


(69527) 

Vredegerecht Torhout 


kanton Torhout beschermingsmaatregelen uitgesproken, overeenkomstig 

de bepalingen van de wet van 17 maart 2013 tot hervorming 


nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, 

betreffende : 

mijnheer Marcel Joseph Geernaert, geboren te Sijsele op 

4 november 1934 (RN 34.11.04-229.54), wonende te 8210 Zedelgem, 

Spreeuwenweg 8. 

mijnheer Stijn Timmerman, kantoorhoudende te 8210 Zedelgem, 

Rijselsestraat 11, werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen 


Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) D’Hulster, 

Marleen. 

(69528) 



kanton Torhout beschermingsmaatregelen uitgesproken, overeenkomstig 

de bepalingen van de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van 

de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe 


: 

mevrouw Elvire Thereséa Stevens, geboren te Oedelem op 

15 januari 1937 (RN 37.01.15-268.66), wonende te 8210 Zedelgem, 

Spreeuwenweg 8; 

mijnheer Stijn Timmerman, kantoorhoudende te 8210 Zedelgem, 

Rijselsestraat 11, werd aangesteld als bewindvoerder over de goederen 



Marleen. 

(69529) 




kanton Torhout in de vervanging voorzien van de bewindvoerder, 

toegevoegd aan : 

mevrouw Simone Maria Boddez, geboren te Koekelare op 

4 september 1935 (RN 35.09.04-152.41), wonende te 8610 Kortemark, 

Hospitaalstraat 29. 

Mijnheer de advocaat Joris Gadeyne, advocaat, kantoorhoudend te 

8480 Ichtegem, Stationsstraat 34b, werd aangesteld als nieuwe bewindvoerder 

over de goederen van de voornoemde beschermde persoon. 


Marleen. 

(69530) 

Vredegerecht Waregem 


kanton Waregem beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking 





Sophie Celine Anny Samyn, geboren te Kortrijk op 25 juni 1971, 

wonende te 8780 Oostrozebeke, Kalbergstraat 4. 

Mr. Kristiaan De Zutter, advocaat te 8700 Tielt, Sint-Janstraat 97, werd 

bevestigd als bewindvoerder over de goederen. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Wulleman, Marika. 

(69531) 

Vredegerecht Wervik 

Overeenkomstig de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de 


beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, heeft 

de vrederechter van het kanton Wervik bij beschikking van 

21 april 2015, de volledige onbekwaamheid behouden in verband met 

de goederen zoals uitgesproken in de gerechtelijke beschermingsmaatregel 

van 19 december 2006 betreffende : 

mevrouw Edith Marie José Demeulenaere, geboren te Oostnieuwkerke 

op 11 november 1933 (RN 33.11.11-040.12), wonende te 

8890 Moorslede, Pater Lievensstraat 20, met als bewindvoerder 

Mevrouw Marie-Joseph Demeulenaere, wonende te 8800 Rumbeke, 

Sint-Henricusweg 2. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Samyn, Rita. 

(69532)


32561 








van 31 maart 1998 betreffende : 

mevrouw Nadine Maria Demeulemeester, geboren te Kortemark op 

22 april 1952 (RN 52.04.22-272.91), wonende te 8890 Moorslede, Remi 

Dewittestraat 6, met als bewindvoerder de heer Stefaan De Geeter, 

advocaat, met kantoor te 8500 Kortrijk, Beheerstraat 70. 


(69533) 








van 30 maart 2004 betreffende : 

mijnheer Robert Albert Holvoet, geboren te Wevelgem op 

28 mei 1947 (RN 47.05.28-411.62), wonende te 8940 Wervik, Akademiestraat 

1, met als bewindvoerder Mevrouw Magali Verfaille, advocaat, 

met kantoor te 8900 Ieper, Bloemenstraat. 


(69534) 


Begonialaan 20, met als bewindvoerder de heer Curd Vanacker, advocaat, 

met kantoor te 8900 Ieper, Korte Torhoutstraat 23. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffer, (get.) Samyn, Rita. 

(69536) 








van 30 november 2004 betreffende : 

mevrouw Marie-Hélène Callens, geboren te Ingelmunster op 

23 september 1947 (RN 47.09.23-248.15), wonende te 8890 Moorslede, 

R. Dewittestraat 6, met als bewindvoerder de heer Rafaël Callens, 

wonende te 8870 Izegem, Lodewijk Dosfelstraat 5. 


(69537) 








van 25 juli 2006 betreffende : 

mevrouw Bertha Martha Leman, geboren te Dadizele op 

9 november 1928 (RN 28.11.09-184.17), wonende te 8890 Moorslede, 

Pater Lievensstraat 20, met als bewindvoerder Mevrouw Christine 

Vangheluwe, wonende te 8890 Dadizele, Kapelleveld 37. 


(69538) 







van 28 oktober 2003 betreffende : 

mevrouw Marie Monique Demuysere, geboren te Wervik op 

22 februari 1948 (RN 48.02.22-244.21), wonende te 8940 Wervik, Sint- 

Jorisstraat 3, met als bewindvoerder Mevrouw Christine Onraet, advocaat, 

met kantoor te 8900 Ieper, Bloemenstraat 1. 


(69535) 









van 8 mei 2007 betreffende : 

mevrouw Suzanna Anna Debels, geboren te Wevelgem op 

6 januari 1922 (RN 22.01.06-272.17), wonende te 8890 Moorslede, Pater 

Lievensstraat 20, met als bewindvoerder de heer Marc Debels, wonende 

te 8980 Zonnebeke, Markizaatstraat 7. 


(69539) 







van 6 december 2005 betreffende : 

mijnheer Danny Valeer Cyriel Ameel, geboren te Roeselare op 

27 maart 1956 (RN 56.03.27-297.90), wonende te 8890 Moorslede, 








van 6 december 2005 betreffende :


mevrouw Brigitta Declercq, geboren te Gits op 13 november 1949, 

wonende te 8890 Moorslede, Pater Lievensstraat 20, met als bewindvoerder 

: Mevr. M. Verfaille, advocaat te 8900 Ieper, Bloemenstraat 1. 


(69540) 








van 4 juli 2000 betreffende : 

mevrouw Betty Soenen, geboren te Moeskroen op 5 juni 1939, 

wonende te 8940 Wervik, Mater Amabilis, Sint-Jorisstraat 3, verblijvend 

Mater Amabilis, Sint-Jorisstraat 3, te 8940 Wervik, met als bewindvoerder 

de heer Curd Vanacker, advocaat, met kantoor te 8900 Ieper, 

Korte Torhoutstraat 23. 


(69541) 

Vredegerecht Zandhoven 


kanton Zandhoven beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking 





mevrouw Doolaege, Paula, van Belgische nationaliteit, geboren te 

Gent op 11 juni 1931, weduwe, wonende te 2100 Deurne, Sint-Fredegandusstraat 

36/609, thans verblijvende in ZNA Joostens, te 

2980 Zoersel, Kapellei 133. 

Mr. Joris, Erwin, advocaat aan de balie te Antwerpen, met kantoor te 

2110 Wijnegem, Marktplein 22, werd aangesteld als bewindvoerder 

over de persoon en de goederen van de voornoemde beschermde 

persoon. 

Voor eensluidend uittreksel : de erehoofdgriffier, (get.) Haes, Debby. 

(69542) 



kanton Zandhoven beschermingsmaatregelen uitgesproken met betrekking 





mevrouw Lateir, Gerda Betty Silvia, van Belgische nationaliteit, 

geboren te Overmere op 31 mei 1947, gehuwd, wonende te 2390 Malle, 

Hickendorfdreef 36, app. 22. 

Mr. Verreet, Inne, advocaat aan de balie te Antwerpen, met kantoor 

te 2390 Malle, Hoge Warande 10A, werd aangesteld als bewindvoerder 

over de goederen van de voornoemde beschermde persoon. 


(69543) 



kanton Zandhoven, beschermingsmaatregelen uitgesproken met 


van de wet van 17 maart 2013, tot hervorming van de regelingen 


die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende mijnheer 

Danijel ADZOVIC, geboren te Mitrovic (Servië en Montenegro) op 

4 oktober 1995, met rijksregisternummer 95.10.04-531.56, wonende te 

2660 Antwerpen, Waaslandstraat 49, bus 2, verblijvende in DVC Zevenbergen, 

Boerenkrijglaan 25, te 2520 Ranst. 

Mr. Inne VERREET, advocaat aan de balie te Antwerpen, met kantoor 

te 2390 Malle, Hoge Warande 10A, werd aangesteld als bewindvoerder 


persoon. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Present, Ingrid. 

(69544) 



kanton Zandhoven, beschermingsmaatregelen uitgesproken met 


van de wet van 17 maart 2013, tot hervorming van de regelingen 


die strookt met de menselijke waardigheid, betreffende mevrouw 

DE VOGHT, Germaine Angelina Francisca, van Belgische nationaliteit, 

geboren te Lier op 22 augustus 1932, gescheiden, wonende te 2500 Lier, 

Heistraat 20A, thans verblijvende in ZNA Joostens, te 2980 Zoersel, 

Kapellei 133. 

Mr. JORIS, Wilfried, advocaat aan de balie te Antwerpen, met kantoor 

te 2110 Wijnegem, Marktplein 22, werd aangesteld als bewindvoerder 


persoon. 


(69545) 

Vredegerecht Zottegem-Herzele 


kanton Zottegem-Herzele, zetel Herzele, beschermingsmaatregelen 

uitgesproken met betrekking tot de persoon en de goederen, overeenkomstig 

de bepalingen van de wet van 17 maart 2013, tot hervorming 


nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, 

betreffende mijnheer Stefaan PYCK, geboren te Zottegem op 

10 november 1989, wonende te 9551 Herzele, Veldhoekstraat 22, 

mijnheer Willy GOOSSENS, wonende te 8421 De Haan, Maurits 

Sabbelaan 3, werd aangesteld als bewindvoerder over de persoon en 


Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Cansse, Kristel. 

(69546) 



kanton Zottegem-Herzele, zetel Zottegem, de gerechtelijke beschermingsmaatregel 

uitgesproken overeenkomstig de wet van 

17 maart 2013, tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid 

en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt


32563 

met de menselijke waardigheid betreffende Irma Maria HUTSE, 

geboren te Erwetegem op 14 december 1926, wonende te 

9620 Zottegem, Kattenberg 3. 

Mr. Glas, Christophe, advocaat, gevestigd te 9620 Zottegem, Meerlaan 

134, word aangesteld als bewindvoerder over de goederen. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Geerts, Nancy. 

(69547) 

Vredegerecht Aalst II 


Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Aalst, 

verleend op 18/5/2015, werd VAN EECKHOUDT, Marc, wonende 

Dr. Schweitzerplein 18, 1082 Sint-Agatha-Berchem, vervangen als 

voorlopig bewindvoerder over BARBE, Willy, wonende Plaatsstraat 7, 

te 9451 Kerksken, door VERMEULE, Benjamin, advocaat, woonplaats : 

Leopoldlaan 48, 9300 Aalst. 

Voor eensluidend uittreksel : Myriam HAEGEMAN, hoofdgriffier 

van het vredegerecht van het tweede kanton Aalst. 

(69548) 









Ethelle Maes, geboren te Grammene op 18 september 1932, wonende 

te 9800 Deinze, Karel Picquélaan 49. 

Annick Verstringhe, advocaat, kantoorhoudende te 9000 Gent, 

Monterreystraat 16, werd aangesteld als bewindvoerder over de 

goederen van de voornoemde beschermde persoon in vervanging van 

Nicole Claeys, aangewezen bij vonnis verleend door de vrederechter 

van het kanton Deinze op 4 oktober 2013 (rolnummer 13A577 - 

Rep.R. 3638/2013). 


(69551) 

Vredegerecht Diest 


Vredegerecht Aalst II 


Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Aalst, 

verleend op 18/5/2015, werd MERTENS, Jan, wonende Alice Nahonlei 

74, 2900 Schoten, vervangen als voorlopig bewindvoerderover 

DE MARTELAERE, Wesley, wonende Doolhofstraat 15, 9300 Aalst, 

door VERMEULEN, Benjamin, advocaat, woonplaats : Leopoldlaan 48, 

9300 Aalst. 

Voor eensluidend uittreksel : Myriam HAEGEMAN, hoofdgriffier 

van het vredegerecht van het tweede kanton Aalst. 

(69549) 

Bij beslissing van 24 april 2015, heeft de vrederechter van het kanton 

Diest een einde gesteld aan de opdracht van de heer Butaye, Tom, 

geboren te Leuven op 16 december 1970, wonende te 3111 Rotselaar, 

Langestraat 91, in zijn hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder 

over : 

De heer Henk Corneel Willy Butaye, geboren te Leuven op 

13 mei 1967, gedomicilieerd en verblijvende te 3290 Diest, Begijnenstraat 

18/A003. 

Als nieuwe bewindvoerder over de goederen van de voornoemde 

beschermde persoon werd aangesteld : 

Mr. Tinneke Geukens, advocaat, met kantoor te 3980 Tessenderlo, 

Achterheide 8. 

Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd griffier, (get.) Matthys, 

Viviane. 

(69552) 

Vredegerecht Anderlecht II 


Bij beschikking van de vrederechter van Anderlecht Il verleend op 

2 april 2015 : 

Is er een einde gesteld aan de opdracht van Mr. Hanna 

Van Den Berghe, advocaat, met kantoor te 8000 Brugge, Gerard Davidstraat 

46, bus 1, in haar hoedanigheid van voorlopige bewindvoerder 

van de goederen van mevrouw Solange De Smet, geboren te Oudenaarde 

op 25 februari 1921, wonende te 1070 Anderlecht, Lennikse 

Baan 792 « Les jardins de Mémoires », een bewindvoerder over de 

goederen is voor haar aangesteld, te weten. 

Mevrouw Catherine Luppens, wonende te 8715 Everlange (grandduché 

du Luxembourg), rue de la Halte 16, en als vertrouwenspersoon 

mijnheer Luppens wonende te 1390 Grez-Doiceau, Champ De 

Presenne 11, en dat vanaf de datum van beschikking zijnde : 

2 april 2015. 

Voor eensluidend uittreksel : de toegevoegd griffier, (get.) Van 

Humbeeck, Marie. 

(69550) 

Vredegerecht Diest 



Diest een einde gesteld aan de opdracht van Mr. Devos, Noël, advocaat, 

met kantoor te 2440 Geel, Diestseweg 155, in zijn hoedanigheid 

van voorlopig bewindvoerder over : 

de heer Roger Gilbert Constant Goolaerts, geboren te Herentals op 

5 april 1953, gedomicilieerd in het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum 

te 2440 Geel, Dr. Sanodreef 4, en thans verblijvende in het 

Woon- en zorgcentrum Huyze Honighsdries, Prins de Merodelaan 1, te 

3271 Scherpenheuvel-Zichem. 

Als nieuwe bewindvoerder over de goederen van de voornoemde 

beschermde persoon werd aangesteld : 

Mr. Tinneke Geukens, advocaat, met kantoor te 3980 Tessenderlo, 

Achterheide 8. 

Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd griffier, (get.) Matthys, 

Viviane. 

(69553)


Vredegerecht Kapellen 


Beschikking d.d. 27 april 2015 : 

Betreffende : Patrick Auguste Hélène Belmans, geboren te Deurne op 

25 augustus 1959, wonende te 2100 Antwerpen, August Petenlei 14, 

verblijvende te 2950 Kapellen, Lobelialaan 14. 

Voegen toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde 

beschermde persoon, de heer Belmans, Frank Rudolf Maria, 

geboren op 3 september 1963, bediende, wonende te 2100 Antwerpen, 

August Pretenlei 14. 

Kapellen, 29 april 2015. 

De griffier, (get.) Nancy Van Zantvoort. 

(69554) 

Oswald, geboren te Zottegem op 8 juni 1971, wonende te 

2330 Merksplas, Steenweg op Wortel 1, (gepubliceerd in het Belgisch 

Staatsblad van 19 september 2003, blz. 46601 en onder nr. 67990), met 

ingang van 23 april 2015 ontslagen van zijn opdracht. 

Dirk Oswald VERDONCK, geboren te Zottegem op 8 juni 1971, 

wonende te 2330 Merksplas, Steenweg op Wortel 1, onbekwaam 

verklaard en kreeg toegevoegd als bewindvoerder over de goederen 

Mr. Tom VAN GESTEL, advocaat, met kantoor te 2300 Turnhout, Otterstraat 

136. 

Turnhout, 29 april 2015. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Vinckx, Ann. 

Vredegerecht Vilvoorde 

(69557) 

Vredegerecht Roeselare 


Ingevolge het ambtshalve optreden van de vrederechter van het 

kanton Roeselare, waarvan proces-verbaal op 25 maart 2015, heeft de 

vrederechter van het kanton Roeselare bij beschikking van 24 april 2015 

beschermingsmaatregelen uitgesproken overeenkomstig de bepalingen 

van de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake 

de onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus 

die strookt met de menselijke waardigheid betreffende Dezegher, 

Gerard, geboren te Menen op 12 augustus 1948, wonende in het WZC 

De Nieuwe Seigneurie, te 8800 Roeselare, Hoveniersstraat 15, werd akte 

genomen van het vrijwillig ontslag van Vancraeyveldt, Steven, 

wonende te 8560 Wevelgem, Lode de Boningestraat 26, als voorlopig 

bewindvoerder en werd Mr. Bolle, Jasper, advocaat, met kantoor te 

8800 Roeselare, Kolenkaai 4, toegevoegd als bewindvoerder over de 

goederen van de voormelde beschermde persoon. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Segers, Sorina. 

(69555) 




Sint-Truiden een einde gesteld aan de opdracht van Mr. Greet Bollen, 

met kantoor te 3740 Bilzen, Spurkerweg 34, als bewindvoerder over de 

goederen van : 

mevrouw Rita Heirman, geboren te Antwerpen op 1 april 1959, 

wonende te 3800 Sint-Truiden, Rijschoolstraat 12, bus 101. 

Werd aangesteld als vervangend bewindvoerder : 

Mr. Greet Onkelinx, advocaat, te 3800 Sint-Truiden, Prins Albertlaan 

27. De wet van 17 maart 2013 werd van toepassing verklaard. 


(69556) 

Vredegerecht Turnhout 


Bij beschikking (15B339 - Rep.R. 1519/2015), van de vrederechter van 

het kanton Turnhout, verleend op 23 april 2015, werd Mr. PAUWELS, 

Pieter, advocaat, met kantoor te 9100 Sint-Niklaas, Apostelstraat 29, 

aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het 

eerste kanton Sint-Niklaas op 11 september 2003 (rolnummer 03B280 - 

4861/2003), tot voorlopig bewindvoerder over VERDONCK, Dirk 


Bij ambtshalve beschikking van de vrederechter van het kanton 

Vilvoorde van 29 april 2015, kreeg mevrouw DE SUTTER, Agnes 

Clementine Octavie, geboren te Lede op 21 november 1927, wonende 

en verblijvende in « De Rietdijk », te 1800 Vilvoorde, Bolwerkstraat 7, 

toegevoegd als bewindvoerder de heer DE WILDER, Luc, advocaat, 

met kantoor te 1830 Machelen, C. Françoisstraat 9, in vervanging van 

mevrouw HEREMAN, Sonja Emilienne Françoise, geboren te Aalst op 

29 juni 1946, wonende te 1800 Vilvoorde, Harensesteenweg 171. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Erica Burm. 

(69558) 

Vredegerecht Vilvoorde 


Bij ambtshalve beschikking van de vrederechter van het kanton 

Vilvoorde van 29 april 2015, kreeg de heer VAN CRAENENBROECK, 

Jimmy, geboren te Vilvoorde op 19 oktober 1980, wonende en verblijvende 

te 1831 Diegem (Machelen), Zaventemsesteenweg 1/BS02, toegevoegd 

als bewindvoerder de heer GERLO, Wim, advocaat, met kantoor 

te 1800 Vilvoorde, Franklin Rooseveltlaan 70, in vervanging van 

mevrouw GODDEAU, Kristien, advocaat, met kantoor te 1755 Gooik, 

Stuivenbergstraat 80. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Erica Burm. 

(69559) 




kanton Zottegem-Herzele, zetel Zottegem, beschermingsmaatregelen 

uitgesproken met betrekking tot de goederen, overeenkomstig de 

bepalingen van de wet van 17 maart 2013, tot hervorming van de 



Sandeep PANNEKOEK, geboren te Punes, India op 

1 september 1970, wonende te 9230 Wetteren, Paardenkerkhofstraat 45, 

verblijvend in het Psychiatrisch Centrum Sint-Franciscus-De Pelgrim, 

Campus Sint-Franciscus, te 9620 Zottegem, Penitentenlaan 22. 

Hugo PANNEKOEK, wonende te 9230 Wetteren, Paardenkerkhofstraat 


voornoemde beschermde persoon ter vervanging van meester Kristof 

De Mulder, advocaat, te 9620 Zottegem, Graaf van Egmontstraat 8. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Geerts, Nancy. 

(69560)


32565 


Opheffing voorlopig bewind 

Beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Aalst, 

verleend op 12 mei 2015, werd een einde gesteld aan de opdracht van 

GILLIS, Lutgart, advocaat, te Erembodegem, Ninovesteenweg 118, 

voorlopig bewindvoerder bij vonnis verleend door de vrederechter van 

het eerste kanton Aalst op 29.12.1998 OVER DE PAUW, Yvonne, laatst 

wonende te Lede, Kasteeldreef 46, ontlast van zijn ambt als voorlopige 

bewindvoerder ingevolge het overlijden van bovengenoemde op 

15.04.2015. 

Aalst, 13 mei 2015 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, Renneboog, Luc. 



(69561) 

wonende te Erpe-Mere, Botermelkstraat 12, ontlast van zijn ambt als 

voorlopige bewindvoerder ingevolge het overlijden van bovengenoemde 

op 21.04.2015. 





(69564) 



Mr. Van Den Driessche, Karen, advocaat, te Aalst, Vlaanderenstraat 4, 

voorlopig bewindvoerder bij vonnis verleend door de vrederechter van 

het eerste kanton Aalst op 30 september 2014, OVER VERMEIREN, 

Francina, geboren te Turnhout op 12.05.1941, laatst wonende te 

Oordegem, Dokter Prieelslaan 24, ontlast van haar ambt als voorlopige 

bewindvoerder ingevolge het overlijden van bovengenoemde op 

05.04.2015. 



MAES, Denis, wonende te Westende, Duinenlaan 24, voorlopig 

bewindvoerder bij vonnis verleend door de vrederechter van het eerste 

kanton Aalst, op 17.11.2011, OVER VERSPEET, Celine, geboren te 

Mespelare op 23.09.1925, laatst wonende te Aalst, Marktweg 20, ontlast 

van zijn ambt als voorlopige bewindvoerder ingevolge het overlijden 

van bovengenoemde op 01.05.2015. 



(69562) 



Vredegerecht Anderlecht II 


(69565) 

Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Anderlecht 

verleend op 30 april 2015 werd een einde gesteld aan de opdracht 

van 





Mr. Ruyssinck, Jo, advocaat, te Lede, Kasteeldreef 44, voorlopig 

bewindvoerder bij vonnis verleend door de vrederechter van het eerste 

kanton Aalst op 30.04.2015, OVER PERREMAN, Camilla, geboren te 

Aalst op 16.05.1931, laatst wonende te 9300 Aalst, Marktweg 20, ontlast 

van zijn ambt als voorlopige bewindvoerder ingevolge het overlijden 

van bovengenoemde op 30.04.2015. 



(69563) 

Mr. Marc Van Eeckhoudt, advocaat, met kantoor te 1082 Brussel, 

Dr. A. Schweitzerplein 18, als voorlopige bewindvoerder over : 

mijnheer Esser, Christian, geboren te Aarlen op 30 januari 1952, in 

leven wonende te 1082 Sint-Agatha-Berchem, Koning Albertlaan 88. 

De hierboven vermelde persoon is overleden op 22 februari 2015. 

Voor eensluidend uittreksel : de toegevoegd griffier, (get.) Van 

Humbeeck, Marie. 

(69566) 

Vredegerecht Antwerpen IV 






VAN LEUVEN, Freddy, wonende te Leuven, Brusselsesteenweg 68, 

bus 502, voorlopig bewindvoerder bij vonnis verleend door de vrederechter 

van het eerste kanton Aalst op 22.04.2010, OVER VAN 

LEUVEN, Rogerius, geboren te Oordegem op 08.05.1923, laatst 

Bij beschikking van 30 april 2015, heeft de vrederechter vierde kanton 

Antwerpen een einde gemaakt aan de gerechtelijke beschermingsmaatregel 




waardigheid betreffende : Lambaerts, Catherine, geboren te Mortsel op 

24 juli 1971, wonende te 2000 Antwerpen, Italiëlei 73, die als bewindvoerder 

had : 

De Schryver, Yves, advocaat, wonende te 2018 Antwerpen, Peter 

Benoitstraat 32, aangezien de voornoemde persoon opnieuw in staat is 

haar belangen zelf behoorlijk waar te nemen. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Dom, Diane. 

(69567)


Vredegerecht Antwerpen IX 


Bij beschikking van de plaatsvervangend vrederechter van het 

negende kanton Antwerpen, verleend inzake R.V. 15B165 op 

28 april 2015, werd vanaf 3 april 2015 een einde gesteld aan het 

voorlopig beheer van Mr. Van Gelder, Patricia, advocaat, kantoorhoudende 

te 2600 Berchem, Grotesteenweg 638, aangewezen bij ons 

vonnis verleend op 7 januari 2014 (rolnummer 13A948 - Rep.R. 141/ 

2014) tot voorlopige bewindvoerder over de goederen van Wijlen 

Lambert, Gabrielle Raymonde, geboren te Parijs (Frankrijk) op 

11 januari 1923, wonende te 2140 Borgerhout, Laar 65/1 (gepubliceerd 

in het Belgisch Staatsblad van 20 januari 2014, blz. 4216 onder nr. 61027) 

en bij beschikking van 18 november 2014 over de persoon van Wijlen 

Lambert, Gabrielle Raymonde, geboren te Parijs (Frankrijk) op 

11 januari 1923, wonende te 2140 Borgerhout, Laar 65/1 (gepubliceerd 

in het Belgisch Staatsblad van 22 december 2014, blz. 104936, onder 

nr. 76484), gezien de beschermde persoon overleden is. 

Antwerpen, 29 april 2015. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Samira Chatar. 

(69568) 

Deze werd ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde 

persoon overleden is. 

De hoofdgriffier, (get.) Geert Hellinckx. 

(69571) 

Vredegerecht Ninove 


Bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Ninove 

op 4 mei 2015, werd De Grom Richard, geboren te Welle op 

6 maart 1934, aangewezen bij vonnis verleend door de vrederechter van 

het vredegerecht Ninove op 9 september 2010 (rolnummer 10A682 - 

Rep.R.1684) tot voorlopig bewindvoerder over Troch, Yvonne 

Adrienne, geboren te Nieuwerkerken op 20 januari 1928, wonende te 

9470 Denderleeuw, Steenweg 732, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad 

van 20 september 2010, blz. 58521, en onder nr. 70927), ontslagen 

van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is te 

Denderleeuw op 21 april 2015. 

Vredegerecht Leuven II 

Ninove, 4 mei 2015. 

De griffier, (get.) Annick Volckaert. 

(69572) 


Bij beslissing van de vrederechter van het tweede kanton Leuven op 

24 april 2015 is de opdracht van Tweepenninckx, Joseph François, 

geboren te Tienen op 4 oktober 1946, gepensioneerde, wonende te 

3500 Hasselt, Maastrichtersteenweg 212, bus 7, als bewindvoerder van 

Vankerkhove, Bart Jozef Roger, geboren te Tienen op 8 november 1963, 

bediende, wonende en verblijvend te 3000 Leuven, Oudebaan 193 

ingevolge het overlijden van laatst genoemde op 15 maart 2015 op die 

datum geëindigd. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Verbist, Veronique. 

(69569) 

Acceptation sous bénéfice d’inventaire 

Code civil - article 793 

Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving 

Burgerlijk Wetboek - artikel 793 

Vredegerecht Lokeren 


Beschikking d.d. 13 mei 2015 : 

Verklaren Baeke, Erna, wonende te 9160 Lokeren, Oud-Strijderslaan 

23W1, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter 

van het kanton Lokeren op 8 april 2014 tot voorlopig bewindvoerder 

over Van Hove, Ivona, geboren te Waasmunster op 14 januari 1921, 

laatst wonende te 9160 Lokeren, Polderstraat 2 (gepubliceerd in het 

Belgisch Staatsblad van 15 april 2014, blz. 32536), ontslagen van de 

opdracht gezien de beschermde persoon overleden is. 

De griffier, (get.) Michaël Vercruyssen. 

(69570) 

Vredegerecht Meise 


Bij beschikking d.d. 28 april 2015 van de vrederechter van het kanton 

Meise werd een einde gesteld aan het mandaat van Mr. David De Valck 

met kantoor te 1785 Merchtem, Stoofstraat 59 als voorlopig bewindvoerder 

over de goederen van Lea Geeroms, geboren te Merchtem op 

18 januari 1934, wonende te 2800 Mechelen, Zwartzustersvest 27/405, 

doch verblijvende in Residentie Oase, Kapellelaan 295, te 1860 Meise. 

Suivant une déclaration faite le 18 mai 2015, devant Maître Olivier 

MINON, notaire de résidence à Thuin, rue d’Anderlues 147, déposée 

en vertu de l’article 784 du Code civil au greffe du tribunal de 

première instance du Hainaut, division Charleroi, le 27 mai 2015, sous 

la référence 15-960 : 

1. Monsieur DUTRIEUX, Didier Marcel, néàCharleroi le 2 avril 1959, 

divorcé non remarié (numéro national 59.04.02-139.01), domicilié à 

7120 Estinnes (Vellereille-les-Brayeux), rue Saint-Ursmer 24, agissant en 

qualité de père des enfants mineurs suivants : 

a. Monsieur DUTRIEUX, Théo Maurice Armand, écolier, né àMons 

le 17 juin 2000, célibataire (numéro national 00.06.17-085.58), domicilié 

à 7120 Estinnes (Vellereille-les-Brayeux), rue Saint-Ursmer 24. 

b. Monsieur DUTRIEUX, Noah Denis Theo Axel, écolier, né àMons 

le 14 novembre 2005, célibataire (numéro national 05.11.14-151.28), 

domiciliéà7120 Estinnes (Vellereille-les-Brayeux), rue Saint-Ursmer 24, 

en vertu d’une ordonnance du juge de paix de Binche, du 9 avril 2015. 

2. Monsieur DOUILLEZ, Axel Ghislain, ouvrier, né à Mons 

le 1 er mai 1993, célibataire (numéro national 93.05.01-325.81), domicilié 

à 7120 Estinnes (Vellereille-les-Brayeux), rue Saint-Roch 1, agissant en 

son nom personnel; 

ont déclaré accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de : 

Mademoiselle Katty Françoise Nelly Ghislaine DOUILLEZ, 

employée, célibataire, sans déclaration de cohabitation légale, 

née à Binche le 9 mai 1971, domiciliée à 7120 Estinnes (Vellereille-les- 

Brayeux), rue Saint-Ursmer 24, décédée à La Louvière 

le 7 novembre 2013.


32567 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits 

par avis recommandés dans un délai de trois mois à compter de 

la présente insertion en l’étude du notaire Olivier MINON, à l’adresse 

précitée. 

(Signé) Olivier MINON, notaire. 

(13756) 

Suivant déclaration d’acceptation sous bénéfice d’inventaire faite 

le 17 avril 2014, devant le notaire Jacques DUBUC, à la résidence de 

Philippeville, rue de la Roche 5, où il est fait élection de domicile, 

inscrite au greffe du tribunal de première instance de Dinant sous 

la référence (acte n° 15-128), Madame WILLOCQ, Marie-Line, fille du 

défunt, domiciliée à Comines-Warneton, 

a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de 

Monsieur WILLOCQ, Ernest Thomas Louis, né à Boussu 

le 20 août 1930, veuf de Madame GOETZ, Liliane, domicilié à 

5600 Philippeville (Neuville), rue Saint-Hubert 12, et décédéàCharleroi 

le 24 septembre 2014. 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, 

par avis recommandé, adresséàl’étude du notaire Jacques DUBUC, rue 

de la Roche 5, à 5600 Philippeville, où il est fait élection de domicile 

dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion. 

Pour extrait conforme : (signé) Jacques DUBUC, notaire. 

(13757) 

Suivant déclaration d’acceptation sous bénéfice d’inventaire faite 

le 6 mars 2015, devant le notaire Jacques DUBUC, à la résidence de 

Philippeville, rue de la Roche 5, où il est fait élection de domicile, 

inscrite au greffe du tribunal de première instance de Dinant sous 

la référence (acte n° 15-77), Madame BURNIAUX, îsabelle, demeurant 

à Dinant; Monsieur BURNIAUX, Jacques, demeurant à Yvoir; 

Monsieur LAPANCHE, Cyrille, demeurant à Onhaye; Monsieur René 

LAPLANCHE, demeurant à Dinant; Monsieur Amaury LAPLANCHE, 

demeurant à Dinant; Madame Ghislaine LAPLACHE, demeurant à 

Couvin; Monsieur Michaël BURNIAUX, demeurant à Doische, et 

Monsieur Christophe BURNIAUX, demeurant à Yvoir, 

ont déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de 

Monsieur BURNIAUX, Gérard Marcel Auguste Ghislain, né àDinant 

le 20 mai 1953, numéro national 53.05.20-017.46, célibataire, domicilié à 

5680 Doische, quartier des Rippels 10, et décédé à Dinant 

le 3 juillet 2014. 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, 

par avis recommandé, adressé au domicile élu dans un délai de 

trois mois à compter de la présente insertion. 

Pour extrait conforme : (signé) Jacques DUBUC, notaire. 

(13758) 

Aux termes d’une déclaration faite devant Maître Aurore FOUR- 

NIRET, notaire à 6760 Virton, Faubourg d’Arival 68, le 20 mai 2015, il 

résulte que : 

Madame RADIERE, Carole, née le 21 juillet 1972 à Fismes, domiciliée 

à 6760 Virton, rue Croix-le-Maire 22, agissant en qualité de représentant 

légal, étant la mère et seule détentrice de l’autorité parentale de l’enfant 

mineur suivant : HOUARD, Alissia Françoise Monique, née 

le 08/10/1997, à Arlon, agissant en vertu d’une autorisation délivrée 

le 24 avril 2015, par le juge de paix de Virton; 

et Monsieur HOUARD, Clayton Arthur Robert, en son nom 

personnel, né le 16 février 1995, à Saint-Mard, domicilié à6760 Virton, 

rue Croix-le-Maire 22. 

Ont déclaré : 

Accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de : 

Monsieur HOUARD, Arthur Joseph Ghislain, né le 12/01/1946, à 

Hodister, en son vivant domicilié à Saint-Mard, et décédé 

le 24 janvier 2015, à Virton. 

Les créanciers et légataires éventuels dudit défunt sont invités à faire 

connaître leurs droits, par avis recommandé adressé au notaire précité, 


(Signé) Aurore FOURNIRET, notaire. 

(13759) 

Aux termes d’une déclaration faite devant Maître Aurore FOUR- 

NIRET, notaire à 6760 Virton, Faubourg d’Arival 68, le 20 mai 2015, il 

résulte que : 

1. Madame RADIERE, Carole, née le 21 juillet 1972, à Fismes, 

domiciliée à 6760 Virton, rue Croix-le-Maire 22, agissant en qualité de 

représentant légal, étant la mère et seule détentrice de l’autorité parentale 

de l’enfant mineur suivant : HOUARD, Alissia Françoise Monique, 

née le 08/10/1997, à Arlon, agissant en vertu d’une autorisation 

délivrée le 24 avril 2015, par le juge de paix de Virton; 

2. Monsieur HOUARD, Clayton Arthur Robert, en son nom 

personnel, né le 16 février 1995, à Saint-Mard, domicilié à6760 Virton, 

rue Croix-le-Maire 22; 

3. Madame LOISEAU, Patricia Danielle Fernande, en son nom 

personnel, née à Musson le 3 juin 1956, domiciliée à 

F-55150 PEUVILLERS (France), rue Basse 9; 

4. Monsieur LOISEAU, Jean-Michel Irené Armand, en son nom 

personnel, né àSaint-Mard le 29 mai 1960, domicilié à6760 Virton, rue 

des Récollets 14. 

Ont déclaré : 

Accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de 

Monsieur LOISEAU, Bertrand Yvan Albert, né à Saint-Mard 

le 26 septembre 1957, décédé à Virton le 9 novembre 2010 

(numéro national 57.09.26-187.02), divorcé, domicilié à 6760 Virton, 

Petite-Rue-Basse 8. 

Les créanciers et légataires éventuels dudit défunt sont invités à faire 

connaître leurs droits, par avis recommandé adressé au notaire précité, 


(Signé) Aurore FOURNIRET, notaire. 

(13760) 

Par déclaration faite devant Maître Denis Gilbeau, notaire résidant à 

Manage, en date du dix-sept avril deux mille quinze, déposée augreffe 

du tribunal de première instance de Bruxelles, avec accusé de réception 

du 20 avril 2015, Madame FRANCESCONI, Michèle Catherine Bianca, 

née à Ixelles le 13 octobre 1958, épouse de Madame VAN de MAELE, 

Pascale Josiane, domiciliée à Braine-le-Comte, Sentier la Belle-Vue 5, a 

accepté sous bénéfice d’inventaire la succession de Monsieur FRAN- 

CESCONI, Benito, né à Camaiore (Italie) le 11 août 1928, veuf de 

Madame BONABOT, Paule Ernestine, en son vivant domicilié àAnderlecht, 

rue Puccini 22, décédé àBruxelles le 6 mars 2015. 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis 

recommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de 

la présente insertion à Me Denis Gilbeau, notaire, à 7170 Manage, rue 

Brichant 10. 

(Signé) Denis GILBEAU, notaire. 

(13761) 

Tribunal de première instance du Brabant wallon 

L’an deux mille quinze, le huit mai, au greffe du tribunal de 

première instance du Brabant wallon, 

A COMPARU : 

Monsieur JACOB, Lucien Jean-Claude H., né à Berchem-Sainte- 

Agathe le 7 novembre 1950, domicilié à 1040 Etterbeek, rue des 

Broers 89, agissant en sa qualité d’administrateur provisoire de : 

Monsieur JACOB, Thierry, né à Berchem-Sainte-Agathe 

le 6 octobre 1954, domicilié à 1390 Bossut-Gottechain, chemin de 

la Corniche 6. 

Monsieur Jacob, Lucien, ayant été désigné à cette fonction par 

ordonnance de la justice de paix du canton de Jodoigne, en date du 

6 octobre 2005, et autorisé à agir dans la présente succession par 

ordonnance de la justice de paix du canton de Jodoigne, en date du 

13 avril 2015.


Lequel comparant a déclaré : ACCEPTER SOUS BENEFICE 

D’INVENTAIRE la succession de : BUYS, Lucienne Augustine Marie 

M., née à Anvers le 27 janvier 1920, de son vivant domiciliée à GREZ- 

DOICEAU, avenue des Sapins 27/H, et décédée le 9 mars 2015, à Grez- 

Doiceau. 


par avis recommandé adressé au domicile de Maître VIGNERON, 

Laurent, dont l’étude est située à 1300 Wavre, quai des Tanneries 18, 

dans un délai de trois mois à compter de la date de la présente 

insertion. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signature illisible). 

(13762) 


par avis recommandé adressé au domicile élu dans un délai de 

trois mois à compter de la date de la présente insertion à Maître Béatrice 

REMY, notaire, dont le cabinet est situéà1210 Bruxelles, rue Royale 231. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Dimitri STURBOIS. 

(13764) 

Tribunal de première instance francophone de Bruxelles 


Suivant acte (15-889) passé au greffe du tribunal de première instance 

francophone de Bruxelles le six mai deux mille quinze, par : 

Maître Sandrine VALVEKENS, avocat, dont le cabinet est situé à 

1050 Ixelles, rue de Livourne 45. 

En qualité de : tutrice ad hoc de Max Frédéric Tahar BRAUN, né à 

Ixelles le 16 novembre 1999, et domicilié à 1050 Ixelles, rue du 

Sceptre 45. 

Désignée à cette fonction par ordonnance du juge de paix du canton 

d’Ixelles, datée du 12 mars 2015. 

Autorisation : ordonnance du juge de paix du canton d’Ixelles, datée 

du 8 avril 2015. 

Laquelle comparante a déclaré : ACCEPTER SOUS BENEFICE 

D’INVENTAIRE la succession de : BRAUN, Dagmar-Elena Julie, née à 

Luxembourg (grand-duché de Luxembourg) le 26 septembre 1955, en 

son vivant domiciliée à IXELLES, rue du Sceptre 45, et décédée 

le 31 décembre 2014, à Etterbeek. 



trois mois à compter de la date de la présente insertion à Maître Otte, 

notaire, dont le cabinet est situé à 1050 Bruxelles, avenue de 

la Couronne 145F. 


(13763) 


francophone de Bruxelles le huit mai deux mille quinze, par : 

Maître Patrick LECLERC, avocat, ayant son cabinet à 1030 Schaerbeek, 

avenue Ernest Cambier 39. 

En qualité de : administrateur provisoire d’Etienne VERDOODT, 

domicilié à1180 Uccle, chaussée de Waterloo 1163A. 

Désigné àcette fonction par ordonnance du juge de paix d’Uccle, 

datée du10décembre 2014. 

Autorisation : ordonnance du juge de paix d’Uccle, datée du 

21 avril 2015. 

Lequel comparant a déclaré : ACCEPTER SOUS BENEFICE 

D’INVENTAIRE la succession de : VERDOOT, Louiza, née à Evere 

le 2 octobre 1919, en son vivant domiciliée à MOLENBEEK-SAINT- 

JEAN, avenue François Sebrechts 40, et décédée le 22 janvier 2015, à 

Molenbeek-Saint-Jean. 



trois mois à compter de la date de la présente insertion. 


(13765) 




francophone de Bruxelles le huit mai deux mille quinze, par : 

1. Monsieur Mampuya MANTOMENA, domicilié à1210 Saint-Josseten-Noode, 

rue du Vallon 17, bte 15. 

2. Monsieur Etienne MANTOMENA, domicilié à1080 Molenbeek- 

Saint-Jean, boulevard Edmond Machtens 19/0005. 

En qualité de : 

Sub 1 : en son nom personnel; 

Sub 2 : en tant que père et détenteur de l’autorité parentale sur 

son enfant mineur : 

Pierre-Victor MANTOMENA. 

Autorisation : ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Josseten-Noode, 

datée du 20 mars 2015. 

Lesquels comparants ont déclaré : ACCEPTER SOUS BENEFICE 

D’INVENTAIRE la succession de : KABA, Sekula, né à Kinshasa 

(Congo) le 8 janvier 1957, 

en son vivant domicilié à SAINT-JOSSE-TEN-NOODE, rue du 

Vallon 17, bte 15, et décédé le 24 février 2015, à Bruxelles. 


francophone de Bruxelles le cinq mai deux mille quinze, par : 

Maître Régine CEULEMANS, avocate, dont le cabinet est situé à 

1200 Bruxelles, avenue de Broqueville 116/9. 

En qualité de : tutrice aux biens de Monsieur Amaury DEPAEPE, 

domicilié à1332 Rixensart, avenue des Combattants 143. 

Désignée à cette fonction par ordonnance du juge de paix du 

premier canton de Wavre, datée du 22 avril 2014. 

Autorisation : ordonnance du juge de paix du premier canton de 

Wavre, datée du 22 avril 2014. 

Laquelle comparante a déclaré : ACCEPTER SOUS BENEFICE 

D’INVENTAIRE la succession de : DEPAEPE, Xavier Michel, né à 

Schaerbeek le 5 septembre 1966, en son vivant domicilié àOVERIJSE, 

Meerlaan 191, et décédé le 23 février 2014, à Ottignies-Louvain-la- 

Neuve. 



trois mois à compter de la date de la présente insertion à Maître Véronique 

FASOL, notaire, dont le cabinet est situé à1200 Bruxelles, avenue 

de Broqueville 57, bte 12. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Muriel JUDICQ. 

(13766)


32569 

Tribunal de première instance du Hainaut, division Tournai 

L’an deux mille quinze, le douze mai, par-devant nous, Claudine 

Verschelden, greffier au tribunal de première instance du Hainaut, 

division Tournai, A COMPARU : 

LAGNEAUX, JEANINE, née à Bruxelles le 27 août 1970, domiciliée à 

7864 Lessines (DA), rue de la Station d’Acren 73/A. 

Agissant en qualité de mère de ses enfants mineurs : 

DE MEYER, TIMY, né àJette le 7 décembre 2000. 

DE MEYER, LIZZY, née à Grammont le 26 septembre 2008. 

Tous deux domiciliés avec leur mère. 

Autorisée par ordonnance rendue le 23 mars 2015, par 

Monsieur le juge de paix du canton d’Ath-Lessines, siège de Lessines. 

Laquelle comparante agissant comme dit ci-dessus a déclaré : 

ACCEPTER SOUS BENEFICE D’INVENTAIRE la succession de : 

DE MEYER, Bart, né àNinove le 2 mai 1972, en son vivant domicilié à 

DEUX-ACREN, rue de la Station d’Acren 73A, et décédé 

le 28 novembre 2014, à Alost. 

Conformément aux prescriptions du dernier alinéadel’article 793 du 

Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude 

de Maître Donatienne D’Harveng, notaire de résidence à 7860 Lessines, 

rue de Grammont 37. 




Pour extrait conforme : le greffier, (signé) VERSCHELDEN, Claudine. 

(13767) 

Tribunal de première instance du Hainaut, division Tournai 

L’an deux mille quinze, le huit mai, par-devant nous, Philippe 

Martin, greffier au tribunal de première instance du Hainaut, division 

Tournai, A COMPARU : 

Maître Michèle WAIGNEIN, avocate à 7500 Tournai, boulevard du 

Roi Albert 51, agissant en qualité d’administrateur provisoire de : 

MARIAGE, BERNARD, né àTaintignies le 22 juin 1957, domicilié à 

7500 Tournai, rue Edouard Valcke 11. 

Désignée à cette fonction par ordonnance du 6 janvier 2010, et 

autorisée par ordonnance du 8 mars 2013, prononcées par 

Monsieur le juge de paix du second canton de Tournai. 

Laquelle comparante, agissant comme dit ci-dessus, a déclaré : 

ACCEPTER SOUS BENEFICE D’INVENTAIRE la succession de : 

MARIAGE, Louis Jean-Baptiste, né àRumes le 6 février 1928, en son 

vivant domicilié à TOURNAI, rue des Brasseurs 244, et décédé 

le7février 2013, à Tournai. 


Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude 

de Maître Jean-Luc HACHEZ, notaire à 7500 Tournai, boulevard du Roi 

Albert 8. 




Pour extrait conforme : (signé) MARTIN, Philippe. 

(13768) 

Tribunal de première instance de Liège, division Liège 

L’an deux mille quinze, le huit mai, au greffe du tribunal de 

première instance de Liège, division Liège, A COMPARU : 

Maître Claudine CHARLIER, avocate à 4000 Liège, rue Hors 

Château 22, agissant en qualité de tuteur aux biens de : 

HEIRMAN, Chloé, née le 15/09/2004, domiciliée à 4161 Villers-aux- 

Tours (Anthisnes), rue Fecher 1A. 

Désignée à cette fonction par ordonnance de la justice de paix de 

Hamoir rendue en date du 26/03/2015, et à ce, autorisée par ordonnance 

de la même justice de paix du 30/04/2015, ordonnances 

produites en copie, et qui resteront annexées au présent acte. 

Laquelle comparante a déclaré, ès qualités : ACCEPTER SOUS 

BENEFICE D’INVENTAIRE la succession de : HEIRMAN, Patrick 

Christian Robert, né àBastogne le 9 septembre 1959, de son vivant 

domicilié àJUPRELLE, rue Provinciale 169, et décédé le 20 août 2009, à 

Liège. 


Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en son 

cabinet à 4000 Liège, rue Hors Château 22. 

Dont acte signé, lecture faite par la comparante et le greffier. 


par avis recommandé au domicile élu dans les trois mois de la présente 

insertion. 

Le greffier, (signature illisible). 

(13769) 

Volgens akte verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg 

te Tongeren op 22.05.2015, heeft de heer Karel Johan Raymond 

LAMBRICHTS, geboren te Leuven op 27 oktober 1977, wonende te 

3630 Maasmechelen, Heirstraat 265, een verklaring afgelegd van 

aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving van de nalatenschap 

van wijlen de heer Jozef POZDAL, geboren te Jastrabka-Stara 

(Polen) op 10.01.1929, laatst wonende te 3630 Maasmechelen, 

Rijksweg 106 en overleden te Maasmechelen op 28.10.2013. 

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht bij aangetekend 

schrijven hun rechten te doen gelden binnen de drie maanden te 

rekenen vanaf de datum van de opneming van deze akte in het 

Belgisch Staatsblad. Dit aangetekend schrijven moet verzonden worden 

aan meester Nele SCHOTSMANS, notaris, met standplaats te 

3650 DILSEN-STOKKEM, Arnold Sauwenlaan 10A. 

Maasmechelen, 29 mei 2015. 

(Get.) Karel LAMBRICHTS. 

(13770) 

Bij verklaring voor notaris Philippe Flamant te Ronse, op datum van 

5 mei 2015, neergelegd op de rechtbank van eerste aanleg Oost- 

Vlaanderen, afdeling Oudenaarde, op 8 mei 2015, heeft Mevrouw 

BOCKSOEN, Christel Lucas Adeline, geboren te Ronse op 

2 februari 1974 (nationaal nummer 74.02.02-064.86), weduwe van de 

heer ABDELLATI, Mohamed, gedomicilieerd en wonende te 

9600 Ronse, Joseph Ferrantstraat 25/0001. 

in haar hoedanigheid van moeder hebbende de ouderlijke macht 

over de persoon en goederen van haar drie minderjarige kinderen : 

- ABDELLATI, Amel, geboren te Ronse op 25 mei 1997 (nationaal 

nummer 97.05.25-326.26), 

- ABDELLATI, Younes, geboren te Ronse op 22 maart 2001 (nationaal 

nummer 01.03.22-267.17), 

- ABDELLATI, Sofiane, geboren te Ronse op 3 augustus 2011 (nationaal 

nummer 11.08.03-099.30), 

Alle drie gedomicilieerd en wonende te 9600 Ronse, Joseph Ferrantstraat 

25/0001. 

Verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap 

te aanvaarden van wijlen de heer ABDELLATI, Mohamed, geboren te 

Beni Bouyahie (Marokko) op twintig november negentienhonderd 

negenenzestig, laatst wonende te 9600 Ronse, Joseph Ferrantstraat 25/ 

0001, overleden is te Antoing op 30 maart 2015.



schrijven hun rechten te doen kennen binnen de 3 maand te rekenen 

van de datum van de opneming in het Belgisch Staatsblad van de 

onderhavige bekendmaking. 

Dit bericht moet gericht worden aan notaris Philippe FLAMANT, 

Charles Vandendoorenstraat 12, te 9600 RONSE. 

Philippe Flamant, notaris. 

(13771) 

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen 

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg 

Antwerpen op acht mei tweeduizend vijftien, hebben : 

- ERPELS, Joeri Marcel I, geboren te Deurne op 13 januari 1970, 

wonende te 9120 Beveren, Bosbessenlaan 39; 

- ERPELS, Danny Marcus Irma, geboren te Deurne op 2 januari 1968, 

wonende te 2180 Ekeren, Bist 167; 

- ERPELS, Patrick Freddy Josephina, geboren te Deurne op 

22 december 1966, wonende te 2530 Boechout, Termikkelaan 19; 

verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap 

te aanvaarden van wijlen : AERTS, Marcella Irma Melchior, geboren te 

Wilrijk op 24 juli 1945, in leven laatst wonende te 2640 Mortsel, 

Edegemsestraat 163/1, en overleden te Duffel op 26 april 2015. 

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie 

maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch 

Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het 

kantoor van notaris Van Herzeele Marnix, kantoorhoudende te 

2000 Antwerpen, Ambtmanstraat 7. 

Antwerpen, 8 mei 2015. 

De afg. griffier, (get.) Van Luyten V. 

(13772) 

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout 


Antwerpen, afdeling Turnhout op twaalf mei tweeduizend vijftien, 

heeft : COUN, Ann, advocaat, kantoorhoudende te 3290 Diest, 

Speelhofstraat 20 

- handelend ingevolge de bijzondere machtiging van de vrederechter 

van het kanton Tienen de dato 27 april 2015, in haar hoedanigheid van 

voorlopig bewindvoerder, hiertoe aangewezen bij beschikking van de 

vrederechter van het kanton Tienen de dato 14 juni 2007 over : 

WILMS, Sissi, geboren te Geel op 02 januari 1989, gedomicilieerd in 

de Stichting Marguerite-Marie Delacroix te 3300 Tienen, Delportestraat 

2, doch in het kader van deze Stichting verblijvende te 3300 

Tienen, deelgemeente Hakendover, Sint-Truidensesteenweg 492 (paviljoen1, 

woning 3) 


te aanvaarden van wijlen : WILMS, Jozef Julien, geboren te Mol op 

23 juli 1957, in leven laatst wonende te 2400 Mol, Ezaart 133/2, en 

overleden te Mol op 21 januari 2015. 




kantoor van Van Thielen, Bart, kantoorhoudende te 2230 Herselt, 

Herentalsesteenweg 33. 

De griffier, (get.) K. Degeest. 

Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel 

(13774) 

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen 

Op twaalf mei tweeduizend vijftien; 

Ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling 

Antwerpen; Voor ons, M. Van Berlo, griffier bij dezelfde rechtbank, is 

verschenen : 

DE SCHRYVER, Yves, advocaat, kantoorhoudende te 

2018 Antwerpen, Peter Benoitstraat 32; 

• handelend in hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder, hiertoe 

benoemd bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton 

Antwerpen d.d. 24 november 1995 over de goederen van : 

- VERSCHUEREN, Jozef, geboren te Antwerpen op 7 juni 1962, 

wonende te 2020 Antwerpen, Volhardingstraat 91, bus 122. 

De comparant verklaart ons, handelend in zijn gezegde hoedanigheid, 

onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te 

aanvaarden van wijlen : DILLEN, Mariette Jacqueline, geboren te 

Antwerpen op 28 mei 1939, in leven laatst wonende te 

2060 Antwerpen 6, Ceulemansstraat 29, en overleden te Antwerpen 

(district Antwerpen) op 14 januari 2015. 

Comparant legt ons de beschikking van de vrederechter van het 

derde kanton Antwerpen, d.d. 23 april 2015 voor waarbij hij hiertoe 

gemachtigd werd. 

Hij heeft ons tevens verklaard om in deze procedure, en bij toepassing 

van artikel 793 van het burgerlijk wetboek, woonplaats te kiezen 

op het kantoor van Meester De Schryver, Yves, kantoorhoudende te 

2018 Antwerpen, Peter Benoitstraat 32, alwaar de schuldeisers en 

legatarissen zich bekend dienen te maken. 

Waarvan akte, welke de comparant, na gedane lezing, met ons, de 

griffier, heeft ondertekend. 

Voor eensluidend verklaard afschrift : de griffier, (get.) Van Berlo, M. 

(13773) 

Bij akte nr 15-276 verleden ter griffie van de Nederlandstalige 

rechtbank van eerste aanleg Brussel op zeven mei tweeduizend vijftien, 

heeft : Meester D’HOMME, Sharlien Maaike, kantoorhoudende te 

9620 Zottegem, Meerlaan 134. 

In hoedanigheid van : volmachtdraagster krachtens één hierbijgevoegde 

eigenhandse volmacht gedateerd op 7 mei 2015 en gegeven 

door Meester GLAS, Christophe, kantoorhoudende te 9620 Zottegem, 

Meerlaan 134, in zijn hoedanigheid als voorlopig bewindvoerder van 

de heer VANGUCHTE, Patrick, wonende in Begeleid Wonen te 

9700 Oudenaarde, Gaspar Heuvickstraat 31, en verblijvende in het 

Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Franciscus-De Pelgrim, te 9620 Zottegem, 

Penitentenlaan 9, Campus Sint-Franciscus. 

Hiertoe aangesteld bij beschikking van de vrederechter van het 

kanton Zottegem-Herzele, zetel Zottegem d.d. 22 januari 2009. 

Toelating : beschikking van de vrederechter van het kanton 

Zottegem-Herzele, zetel Zottegem d.d. 23 april 2015. 

Verklaard de nalatenschap van Maria Mathilda DUBOIS, geboren te 

Gooik op 24 november 1936, in leven wonende te 1755 Gooik, Gooikeveldstraat 

41, en overleden te Gooik op 30 december 2014 te 

aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. 

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, bij aangetekend 

bericht, hun rechten te doen kennen binnen de drie maanden, te 

rekenen van de datum van onderhavige opneming, gericht aan 

Meester VAN DEN HAUTE, Dirk, notaris met standplaats te 1750 Sint- 

Kwintens-Lennik, Gustaaf Vandersteenstraat 10. 


De afgevaardigd griffier, (get.) Tanguy VERSTRAETE. 

(13775)


32571 

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt 

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren 


Limburg, afdeling Hasselt op elf mei tweeduizend vijftien, blijkt dat : 

Mr. P. VAN GELDER, advocaat, wonende te 2600 Antwerpen, Grotesteenweg 

638, handelende in haar hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder, 

hiertoe aangesteld bij beschikking verleend door de vrederechter 

van het vredegerecht van het kanton Brasschaat d.d. 16.10.2012 

(Rolnr. 12B212 - Rep. Nr. 1922/2012) over : 

STESSENS, Bruno Gustaaf Clementine, geboren te Mol op 21.12.1967, 

wonende te 2930 Brasschaat, Ploegsebaan 237; 

Teneinde dezer handeling bijzonder gemachtigd ingevolge beschikking 

van de vrederechter van het kanton Turnhout d.d. 21.04.2015 

(Rolnr. 15B353 - Rep.nr. 1490/2015) 

in het Nederlands verklaard heeft : de nalatenschap van wijlen : 

STESSENS, Petrus, geboren te Leopoldsburg op 9 januari 1945, in leven 

laatst wonende te 3945 Ham, Gerhoevenstraat 36, en overleden te Ham 

op 8 januari 2015, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving 

en teneinde deze woonst te kiezen ter studie van : 

Mr. P. WOUTERS, notaris met standplaats te 3945 Ham, Meulenven 15. 



Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen ter 

studie van voornoemde notaris. 

Hasselt, 11 mei 2015. 

De griffier, (get.) D. POELMANS. 

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren 

(13776) 

Ten jare tweeduizend vijftien, op vier mei. 

Ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk 

arrondissement Limburg afdeling Tongeren voor ons, L. ADAMCZYK, 

griffier, is verschenen : 

KRAVANJA, Norbert Hugo, geboren te Setterich jetzt Baesweiler 

(Duitsland) op 17 juli 1953 en wonende te 3640 Kinrooi, Sweversveld 

44, handelend in zijn hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder, 

hiertoe aangesteld bij beschikking d.d. 4 februari 2015 van de vrederechter 

van het kanton Maaseik, over de persoon en goederen van : 

KRAWANJA, Robert, geboren te Genk op 20 december 1962 en 

wonende te 3650 Dilsen-Stokkem, Stokkemerbaan 147, beschermde 

persoon. 

Die ons in het Nederlands verklaart de nalatenschap van wijlen 

HASELIER, Elisabeth Petronella Franciska, geboren te Bardenberg 

(Duitsland) op 26 maart 1931, in leven wonende te 3680 MAASEIK, 

Quinten Metsysstraat 11, overleden te Maaseik op 18 januari 2015, te 

aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving, hiertoe gemachtigd 

bij beschikking d.d. 13 april 2015 van de vrederechter van het 

kanton Maaseik. 



rekenen vanaf de datum van de opneming van deze akte in het Belgisch 

Staatsblad . 

Aangetekend schrijven moet verzonden worden aan notaris Nele 

SCHOTSMANS, met kantoor te 3650 Dilsen-Stokkem, Arnold Sauwenlaan 

10a. 

Waarvan akte opgemaakt op verzoek van de verschijner en door 

deze, na voorlezing, ondertekend samen met ons griffier. 

De griffier, (get.) L. ADAMCZYK. 

(13778) 

Ten jare tweeduizend vijftien, op vijf mei. 

Ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk 

arrondissement Limburg afdeling Tongeren voor ons M. Nicolaï, griffier 

is verschenen. 

EYCKEN Marc, advocaat met kantoor te 3740 Bilzen, Maastrichterstraat 

32, bus 1, in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc (aangesteld bij 

beschikking van de vrederechter van het kanton Genk d.d. 18.03.2015, 

inzake 15B249) van het minderjarig kind : 

- STEEGMANS, Sofie, geboren te Genk op 16.10.1999 en wonende te 

3600 Genk, Terboekt 83. 

Hiertoe gemachtigd bij beschikking van de vrederechter van het 

kanton Genk d.d. 20.04.2015 inzake 15B365. 

Die ons in het Nederlands verklaart de nalatenschap van wijlen 

LANTMEETERS, Diane Gerarda Maria, geboren te Genk op 

13 maart 1968, in leven wonende te 3600 GENK, Terboekt 83, overleden 

te Genk op 22 december 2014. 

Te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. 



rekenen vanaf de datum van de opneming van deze akte in het Belgisch 

Staatsblad . 

Dat aangetekend schrijven moet verzonden worden aan notarissen 

Michaël BOSE, en Yves CLERX, Bergstraat 11, 3600 Genk. 

Waarvan akte opgemaakt op verzoek van de verschijner en door 

deze, na voorlezing, ondertekend samen met ons griffier. 

(Get.) M. Nicolaï, griffier. 

(13777) 

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, 

afdeling Dendermonde 


Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde op twaalf mei tweeduizend 

vijftien, heeft : 

De heer Aelbrecht, Rudy, geboren te Aalst op 28 november 1964, 

wonende te 9310 Herdersem, Grote Baan 56, en 

Mevrouw Deschuyter, Anja, geboren te Aalst op 12 februari 1969, 

wonende te 9300 Aalst, Heilig Hartlaan 3, bus 2, handelend als ouders 

over hun minderjarig kind zijnde : 

AELBRECHT GEIKE, CHRISTEL, geboren te Aalst op 

17 december 2003, wonende te 9300 Aalst, Heilig Hartlaan 3, bus 2. 

Verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap 

te aanvaarden van wijlen : 

AELBRECHT, Petrus, geboren te Meldert op 2 juli 1939, in leven 

laatst wonende te 9300 AALST, Albert Liénartstraat 1, bus 9, en 

overleden te Aalst op 23 januari 2015. 

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de 

drie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch 


kantoor van notaris Pascale Van den Bossche, met kantoor te 9300 Aalst, 

Keizersplein 61. 

Dendermonde, 12 mei 2015. 

De afg. griffier, (get.) M. BEECKMAN. 

(13779)


Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent 



Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, op twaalf mei tweeduizend vijftien, 

hebben : 

VANDER BEKEN, MICHIEL, notarisbediende van notaris Olemans, 

te Brakel, Kasteelstraat 60; 

handelend als gevolmachtigde van : 

VAN DE VIJVER, ANDRE STEPHANUS CYRIEL, geboren te 

Opbrakel op 23/03/1942 en wonende te 9660 Brakel, Gauwstraat 46; 

handelend in eigen naam; 

VAN DE VYVER, ODETTE ELISE, geboren te Nederbrakel op 

14 juli 1945 en wonende te 9660 Brakel, Tirse 7, bus 101; 

handelend in eigen naam; 

VAN DE VIJVER, ROSETTE RITA MARIA, geboren te Opbrakel op 

18 december 1956 en wonende te 9660 Brakel, Kouterstraat 9; 

handelend in eigen naam, 



VAN DE VYVER, Paul Frans Etienne, geboren te Nederbrakel op 

28 september 1948, in leven laatst wonende te 9000 GENT, Nekkersberglaan 

476, en overleden te Gent op 26 februari 2015. 




kantoor van meester notaris Olemans, met kantoor te Brakel, Kasteelstraat 

60. 

Gent, 12 mei 2015. 

(Get.) Annelies SCHAECK, griffier. 


(13780) 



heeft : 

Meester Van Den Branden, Guy, advocaat met kantoor te 9100 Sint- 

Niklaas, Colmarstraat 2A; 

handelend in zijn hoedanigheid van voogd, hiertoe aangesteld bij een 

vonnis van de achtste kamer van de rechtbank van eerste aanleg te 

Dendermonde d.d. 10 september 2009, over : 

JOLIE, Johan, geboren te Sleidinge op 12 november 1960, wonende te 

9160 Lokeren, Krekelstraat 17, 



VUYLSTEKE, Marie Emelie, geboren te Heule op 30 december 1932, 

in leven laatst wonende te 9940 EVERGEM, Hospitaalstraat 2, en 

overleden te Evergem op 6 november 2014. 




kantoor van meester Van Den branden, Guy, adocaat met kantoor te 

9100 Sint-Niklaas, Colmarstraat 2A. 

Gent, 12 mei 2015. 

(Get.) Annelies SCHAECK, griffier. 

(13781) 



heeft Mr. De Muer, Karin, advocaat, met kantoor te 9900 Eeklo, 

Visstraat 20. 

Handelend in haar hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder, 

hiertoe aangesteld bij beschikking van de vrederechter van het kanton 

Zomergem, d.d. 16 oktober 2012, over JANSSENS, MARLEEN, geboren 

te Deinze op 17 januari 1957, wonende te 9880 Aalter, Molenkouter 81; 

verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te 

aanvaarden van wijlen JANSSENS, Johny Adolf, geboren te Deinze op 

5 december 1950, in leven laatst wonende te 9800 DEINZE, Kortrijksesteenweg 

142, en overleden te Roeselare op 28 november 2014. 



Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op 

het kantoor van Mr. De Muer, Karin, advocaat, met kantoor te 

9900 Eeklo, Visstraat 20. 

Gent, 12 mei 2015. 

(Get.) Annelies Schaeck, griffier. 


(13782) 



heeft Mr. De Muer, Karin, advocaat, met kantoor te 9900 Eeklo, 

Visstraat 20. 

Handelend in haar hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder, 

hiertoe aangesteld bij beschikking van de vrederechter van het kanton 

Eeklo, d.d. 24 februari 2011, over COPPENS, ERWIN, geboren te Gent 

op 26 maart 1965, verblijvende te WZC Sint-Elizabeth, 9900 Eeklo, 

Tieltsesteenweg 25; verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving 

de nalatenschap te aanvaarden van wijlen COPPENS, Daniel, geboren 

te Lovendegem op 6 oktober 1934, in leven laatst wonende te 

9920 LOVENDEGEM, Kerkstraat 24, en overleden te Eeklo op 

16 januari 2015. 



Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op 

het kantoor van Mr. De Muer, advocaat, met kantoor te 9900 Eeklo, 

Visstraat 20. 

Gent, 12 mei 2015. 

(Get.) Annelies Schaeck, griffier. 

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Veurne 

(13783) 

Bij akte nr. 5403, van de griffie van de rechtbank van eerste aanleg 

West-Vlaanderen, afdeling Veurne, van 11 mei 2015, werd door 

Mr. Pascal CASTRYCK, advocaat, te 8650 Houthulst, Iepersteenweg 71, 

als lasthebber van VERMEERSCH, Josiane, geboren te Diksmuide op 

16 april 1948, gepensioneerde, wonende te 8650 Houthulst, Koordendraaiershoek 

6, in haar hoedanigheid van voorlopige bewindvoerder 

over PYSSON, Yvonne, geboren te Garges op 20 augustus 1926, 

gepensioneerde, wonende te 8650 Merkem, Kouterstraat 46, en hiertoe 

gemachtigd bij beschikking van dezelfde vrederechter van het kanton 

te Diksmuide, in datum van 21 april 2015. 

Verklaard : TE AANVAARDEN ONDER VOORRECHT VAN 

BOEDELBESCHRIJVING de NALATENSCHAP van WIJLEN 

VERMEERSCH, Roger, geboren te Klerken op 16 maart 1921, laatst 

wonende te Klerken-Houthulst, Stokstraat 40 en overleden te Houthulst 

op 3 februari 2000.


32573 

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht hun rechten te doen 

kennen binnen de DRIE MAANDEN te rekenen van de datum van deze 

bekendmaking, bij gewoon aangetekend schrijven te richten aan notaris 

Declercq, Caroline, te 8680 Koekelare, Ichtegemstraat 12. 

Veurne, 11 mei 2015. 

De griffier, (get.) K. Acou. 

(13784) 

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Veurne 

Bij akte nummer 5402 van de griffie van de rechtbank van eerste 

aanleg West-Vlaanderen, afdeling Veurne, d.d. acht mei tweeduizend 

vijftien, werd door de heer Filip Deboutte, wonende te 8800 Roeselare, 

Spanjestraat 34, handelend in zijn hoedanigheid van voorlopige 

bewindvoerder over Gesquiere, Paul, geboren op 15/10/1954, verblijvende 

in het PVT Het Tempelhof, te 8900 Ieper, Tulpenlaan 19, 

gemachtigd bij beschikking van de vrederechter van Ieper Il-Poperinge, 

d.d. 8 april 2015, in deze hoedanigheid verklaard te AANVAARDEN 

ONDER VOORRECHT VAN BOEDELBESCHRIJVING, de nalatenschap 

van wijlen Denys Marie Jeanne, geboren te Staden op 08/08/ 

1933, laatst wonende te Houthulst, 7e Geniestraat en overleden te Houthulst 

op 18 februari 2015. 

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht hun rechten te doen 

kennen binnen de drie maanden te rekenen van de datum van deze 

bekendmaking, bij gewoon aangetekend schrijven te richten aan notaris 

Christophe Kindt, te 8840 Staden, Sint-Jansstraat 23. 

Veurne, 8 mei 2015. 

De griffier, (get.) Erik Dujardin. 

(13785) 

Réorganisation judiciaire 

la société privée à responsabilité limitée BORN Christophe, dont 

le siège social est établi à 4852 PLOMBIERES, rue Hack 11, inscrite à 

la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0880.534.425, pour 

une activité de sandwicherie. 

Juge délégué : Monsieur Joseph DORTHU. 

Adresse électronique : greffe.commerce.verviers@just.fgov.be 

Un sursis prenant cours le 11 mai 2015, et venant à échéance 

le 11 novembre 2015, a été accordé à l’entreprise par jugement du 

11 mai 2015. 

Le vote des créanciers sur le plan de réorganisation de l’entreprise 

aura lieu à l’audience du 26 octobre 2015, à 9 heures. 

Pour extrait conforme : (signé) Yves JORIS, greffier délégué. 

(13787) 

Tribunal de commerce de Mons et de Charleroi, division Charleroi 

Par jugement du 8 mai 2015, la deuxième chambre du tribunal de 

commerce de Mons et de Charleroi, division de Charleroi, a homologué 

le plan de réorganisation judiciaire déposé le 10 avril 2015, conformément 

aux articles 47, et suivants de la loi du 31 janvier 2009, relative à 

la continuité des entreprises, par la SPRL MONTIPRIX, dont le siège 

social est sis à 6061 MONTIGNIES-SUR-SAMBRE, avenue du Centenaire 

16-18, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous 

le numéro 0829.053.357. 

Conformément à l’article 58 de la LCE, convoque dès à présent 

la débitrice à comparaître à l’audience du 6 mai 2016, à 9h15mprécises 

de la deuxième chambre en vue de faire rapport sur l’exécution de 

l’accord collectif. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) SERVAIS, Isabelle. 

(13788) 

Gerechtelijke reorganisatie 

Tribunal de commerce de Mons et de Charleroi, division Charleroi 

Tribunal de commerce de Liège, division Huy 

Par jugement du 06/05/2015, le tribunal de commerce de Liège, 

division Huy, a déclaré ouverte une procédure de réorganisation 

judiciaire, par accord collectif, au nom de la SPRL CREAPLANT, 

inscrite à la B.C.E. sous le n° 0884.158.463, ayant son siège social et 

son siège d’exploitation sis à 4162 ANTHISNES (HODY), route de 

Villers 32, ayant pour activité l’exploitation forestière 

(celine_dock@hotmail.com). 

Juge délégué : Serge DESIR. 

Un sursis prenant cours le 06/05/2015, et venant à échéance 

le 31/07/2015, a été accordé àl’entreprise. 

Le vote des créanciers sur le plan de réorganisation de l’entreprise 

aura lieu à l’audience du 8 JUILLET 2015, à 8h45m. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) G. MOTTET. 

(13786) 

Par jugement du 8 mai 2015, la deuxième chambre du tribunal de 

commerce de Mons et de Charleroi, division de Charleroi, a déclaré 

ouverte la procédure en réorganisation judiciaire conformément 

aux articles 16 et suivants de la loi du 31 janvier 2009, relative à 

la continuité des entreprises, par accord collectif, et en a octroyé 

le bénéfice à la SPRL CAPRICCI DI SICILIA, dont le siège social est sis 

à 6280 GERPINNES, rue Neuve 69, bte A, inscrite à la Banque-Carrefour 

des Entreprises sous le numéro 0508.615.837. 

La durée du sursis est de six mois prenant cours le 8 mai 2015, pour 

se terminer le 8 novembre 2015. 

Le tribunal a désigné Monsieur le juge consulaire Guy PIERSON, 

dont la résidence administrative est sise au palais de justice, boulevard 

de Fontaine 10, à 6000 CHARLEROI, en qualité de juge délégué àcette 

procédure. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) I. SERVAIS. 

(13789) 

Hof van beroep Antwerpen 

Tribunal de commerce de Liège, division Verviers 

Par jugement du lundi 11 mai 2015, le tribunal de commerce de Liège, 

division Verviers, a accordé pour une période de six mois la procédure 

de réorganisation judiciaire au nom de : 

Bij arrest van de vijfde kamer van het Hof van beroep te Antwerpen, 

de dato 7 mei 2015, dat op tegenspraak werd gewezen, inzake JEWELS 

& TRENDS INC BVBA, met maatschappelijke zetel te 3560 Lummen, 

Lindekensveld 8, KBO 0476.564.067 tegen KONICO BVBA, met maatschappelijke 

zetel te 3920 Lommel; Lodewijk De Raetstraat 65, 

KBO 0830.683.254 werd het hoger beroep en het incidenteel beroep


ongegrond verklaard en werd het vonnis van de rechtbank van 

koophandel te Antwerpen, afdeling Hasselt, van 2 februari 2015, 

waarin de eerste rechter het reorganisatieplan weigerde te homologeren 

en de procedure van gerechtelijke reorganisatie gesloten werd, bevestigd. 

Antwerpen, 11 mei 2015. 

(Get.) V. VRIENS, griffier-hoofd van dienst. 

(13790) 

Rechtbank van koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen 

Bij vonnis van de tweeëntwintigste kamer van de rechtbank van 

koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen, d.d. 8 mei 2015, werd 

van BRABAMIJ MONTAGE EBVBA, SPIJKER 69, 2910 ESSEN, 

ondernemingsnummer : 0469.427.837, het verzoek tot verlenging afgewezen 

en de reorganisatieprocedure afgesloten. 

De griffier-hoofd van dienst, (get.) M. Caers. 

(Pro deo) (13791) 


Bij vonnis van de 22e kamer van de rechtbank van koophandel 

Antwerpen, afdeling Antwerpen d.d. 8 mei 2015, werd de opschorting 

met het oog op een gerechtelijke reorganisatie door collectief akkoord 

toegekend voor een periode eindigend op 14 juli 2015 aan : J.H.S.- 

LOMMEL BVBA, OVER D’AA 15, 2910 ESSEN, ondernemingsnummer 

0839.773.045. 

Gedelegeerd rechter : VAN DER BIEST, FRANK, email : fvanderbiest@telenet.be 

Het reorganisatieplan dient neergelegd te worden ter griffie uiterlijk 

op 9 juni 2015. 

De terechtzitting over de stemming en de homologatie van dit 

reorganisatieplan werd bepaald op dinsdag 7 juli om 11 uur voor de 

vakantiekamer van de rechtbank van koophandel Antwerpen, afdeling 

Antwerpen, Bolivarplaats 20/7, 2000 Antwerpen, 3e verdieping, 

zaal B1. 

De griffier, (get.) H. VANOYSTAEYEN. 

(13795) 





van KEYSERS NV, ZOERSELBAAN 125, 2390 MALLE, ondernemingsnummer 

: 0445.926.816, het reorganisatieplan gehomologeerd en de 

reorganisatieprocedure afgesloten. 


(Pro deo) (13792) 



koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen, d.d. 08/05/2015, werd 

van BRABAMIJ INSTALLATIETECHNIEK NV, SPIJKER 69, 

2910 ESSEN, ondernemingsnummer : 0469.427.441, het verzoek tot 

verlenging afgewezen. 


(Pro deo) (13793) 

Bij vonnis van de 22e kamer van de rechtbank van koophandel 

Antwerpen, afdeling Antwerpen d.d. 8 mei 2015, werd de opschorting 

met het oog op de overdracht onder gerechtelijk gezag aan een of 

meerdere derden, van een geheel of gedeelte van de onderneming of 

haar activiteiten geopend voor een periode eindigend op 

8 september 2015 aan : ARIES NV, KONTICHSESTEENWEG 60, 

2630 AARTSELAAR, ondernemingsnummer 0421.647.815. 

Gedelegeerd rechter : MUYLDERMANS, CHRISTIANE, email : 

c.muyldermans@rechterinhandelszaken.be 

Gerechtsmandataris : DE PRETRE, LUC, AMERIKALEI 160, BUS 2.1, 

2000 ANTWERPEN. 

De griffier, (get.) H. VANOYSTAEYEN. 

Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Kortrijk 

(13796) 




een verlenging met 3 maanden toegekend van de periode van opschorting 

met het oog op de overdracht onder gerechtelijk gezag aan een of 

meerdere derden, van een geheel of gedeelte van de onderneming of 

haar activiteiten geopend voor een periode eindigend op 

22 augustus 2015 aan EMMERY, MAPLE AND FOX INDUSTRIAL 

SYSTEMS, INTERNATIONAL NV, BOOMBEKELAAN 7, 

2660 HOBOKEN (ANTWERPEN). 


Gedelegeerd rechter : DE CONINCK, PETER, e-mail : 

peter@nvdeconinck.be 

Gerechtsmandataris : LOYENS, Jan, Grotesteenweg 417, 

2600 Berchem. 


(13794) 

Bij vonnis van de derde kamer van de rechtbank van koophandel 

Gent, afdeling Kortrijk d.d. 11 mei 2015, werd voor de besloten 

vennootschap met beperkte aansprakelijkheid E-Klips, met vennootschapszetel 

te 8500 Kortrijk, President Kennedypark 11D, ingeschreven 

in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer 0502.903.725, 

met als handelsactiviteit organisatie van congressen en beurzen; 

de procedure van gerechtelijke reorganisatie geopend en werd de 

duur van de opschorting bepaald voor een termijn die eindigt op 

5 juli 2015 om 23 u. 59 m. 

in deze werd als gedelegeerd rechter aangesteld : de heer Guido 

Smagghe, rechter in handelszaken in deze rechtbank 

(g.smagghe.rvk@skynet.be). 

De plaats, dag en uur voor de stemming en de beslissing over het 

reorganisatieplan wordt bepaald op maandag 29 juni 2015, om 11 uur 

in zittingszaal A van de rechtbank van koophandel Gent, afdeling Kortrijk, 

Gerechtsgebouw II, Beheerstraat 41, 8500 Kortrijk. 

(Get.) L. NOLF, griffier. 

(13797)


32575 

Rechtbank van koophandel Leuven 

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven van 

11/05/2015, werd voor wat betreft BVBA STAN, met zetel te 

3272 Testelt, Dijk 62, KBO nr. 0453.728.089, e-mailadres : 

spellehut@telenet.be, betreffende de Wet op Continuïteit van de ondernemingen 

van 31 januari 2009. 

De rechtbank homologeert het reorganisatieplan neergelegd op 

07.05.2015, zoals aangepast bij conclusie dd. 07.05.2015 en sluit de 

reorganisatieprocedure af. 

Cristel LENAERTS, griffier. 

(13798) 

Rechtbank van koophandel Leuven 

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven van 

11/05/2015, werd voor wat betreft mevrouw KOEKELBERGH, ELZA, 

wonende te 3080 Tervuren, Waalse Baan 134, onder de benaming 

« Bootjeshuis », KBO nr. 0727.155.352, e-mailadres : bootjeshuis@telenet.be, 

betreffende de Wet op Continuïteit van de ondernemingen 

van 31 januari 2009. 

De rechtbank beslist dat de termijn van opschorting wordt verlengd 

met vier maanden en een einde zal nemen op 15/09/2015 met als doel : 

collectief akkoord. De stemming over het tijdig neer te leggen 

reorganisatieplan zal doorgaan op donderdag 10 september 2015 te 

15 uur (zittingszaal 2e verdieping, F. Smoldersplein 5, te 3000 Leuven). 

Bevestigt de aanstelling en de opdracht van de heer J. STROOBANT, 

als ged. rechter aan wie elke wijziging in de toestand van de onderneming 

onmiddellijk dient meegedeeld. 

Cristel LENAERTS, griffier. 

(13799) 

Concordat judiciaire rejeté 

Gerechtelijk akkoord verworpen 

Cour d’appel de Liège 

Par arrêt du 7 mai 2015, la Cour d’appel de LIEGE réforme le jugement 

rendu le 18 décembre 2014, par le tribunal de commerce de Liège, 

division Marche-en-Famenne, refuse l’homologation du plan de réorganisation 

judiciaire déposé le 25 novembre 2014, par 

la SPRL LAMBILLON ET FILS, dont le siège social est établi rue du 

Basteau 40, à 6953 NASSOGNE (FORRIERES), inscrite à la B.C.E. sous 

le n° 0431.604.171. 

Dit la demande de la SPRL LAMBILLON ET FILS de prorogation du 

sursis irrecevable. 

Pour extrait conforme : (signé) Jean-Louis LEMAIRE, greffier. 

(13800) 

Handelsrechtbank Nr. 1 van Barcelona 

Gran Via de les Corts Catalanes 111 Barcelona Barcelona. 

Insolventiedossiers 439/2013 Sectie A 

Eiser APPE BENELUX NV 

Procureur EMMA NEL.LO JOVER 

D. LUIS MIGUEL GONZALO CAPELLIN, GRIFFIER VAN 

HANDELSRECHTBANK NR. 1 VAN BARCELONA, WAARVAN 

AKTE EN IK GETUIG : 

Dat in de beschikkingen van Insolventiedossier 439/2013, volgend 

op het verzoek van APPE BENELUX NV, vertegenwoordigd door 

procureur dhr./mw. EMMA NEL.LO JOVER, het onderwerp berust op 

de volgende letterlijke inhoud, die definitief is : 

HANDELSRECHTBANK NR. 1 VAN BARCELONA 

Insolventiedossiers nrs. 433/2013-H, 434/2013-H, 435/2013-B, 

438/2013-A, 439/2013-A, 440/2013-A 

BESCHIKKING 

Barcelona, dertien oktober tweeduizend veertien. 

FEITEN 

ENIGE. - Op 29 september 2014 dient het boedelbeheer van de Groep 

LA SEDA DE BARCELONA samen met de insolvente partijen van de 

afdeling APPE bij deze rechtbank uit hoofde van artikel 145 van de 

Faillissementswet en in overeenstemming met het bepaalde in het 

vereffeningsplan van de moederonderneming LA SEDA DE 

BARCELONA, société anonyme, een verzoekschrift in waarin het 

volgende wordt voorzien : de verkoop van de supranationale 

productie-eenheid en de opschorting van de bestuurs- en beschikkingsbevoegdheden 

van het bestuursorgaan, waarbij deze wordt vervangen 

door het boedelbeheer in het kader van het vermelde verzoekschrift. 

JURIDISCHE OVERWEGINGEN 

TEN EERSTE. - Zoals aangevoerd in de beschikking van 29 juli 2014 

moet voor de verkoop van de supranationale productie-eenheid van 

de afdeling APPE van de Groep LA SEDA DE BARCELONA elk van 

de verrichtingen die hiertoe strekken gecoördineerd worden afgehandeld, 

aangezien een dergelijke verkoop het volgende omvat : 

1.1.- De productie-eenheden van APPE France, S.A.S., APPE UK, 

Limited, APPE Deutschland, GmbH, APPE Benelux, NV en APPE 

Iberia, S.A.U., met inbegrip van de aandelen van Artenius Pet Packaging 

Morocco, SARLAU, hoewel laatstgenoemde onderhevig is aan het 

verkrijgen van de goedkeuring door de banken tot vrijstelling van 

laatstgenoemde van de gestelde garanties. 

1.2.- De aandelen van APPE Polska, Sp.z.o.o. en van APPE Turkpack 

Plastik Ambalaj Malzemeleri San. A.S, eigendom van LSB. 

1.3.- De gebruiksrechten op industriële eigendom met betrekking tot 

de packaging waarvan LSB houder is. 

TEN TWEEDE.- Zoals aangegeven door het boedelbeheer en de 

insolvente partijen waaruit de afdeling APPE bestaat, is voor de 

verrichtingen om het succes van de verkoop van de supranationale 

productie-eenheid te waarborgen een uiterst vlot beheer nodig dat, per 

se, de opschorting van de bestuurs- en beschikkingsbevoegdheden van 

de vermelde gefailleerden en de vervanging ervan door het boedelbeheer 

rechtvaardigt, dit alles ondanks het feit dat de vereffeningsfase 

nog niet geopend is verklaard. Het lijkt immers noodzakelijk dat deze 

maatregel wordt getroffen als inherent onderdeel van het uitvoeren 

door het boedelbeheer van de nodige stappen om de Supranationale 

Productie-eenheid te verkopen zoals beschreven in de voorgaande 

overweging. 

Op basis van het voorgaande, 

DICTUM 

IK BESCHIK HET VOLGENDE : besloten wordt de opschorting van 

de bestuurs- en beschikkingsbevoegdheden van het bestuursorgaan 

van de insolvente partijen APPE France, S.A.S., APPE UK, Limited, 

APPE Deutschland, GmbH, APPE Benelux, NV en APPE Iberia, S.A.U., 

APPE Polska, Sp.z.o.o. 

De onderhavige beschikking moet worden betekend aan de partijen, 

met de vermelding dat hiertegen binnen de termijn van vijf dagen 

verzet kan worden aangetekend. 

Aldus besloten, bevolen en ondertekend door Yolanda Ríos López, 

Magistraat-Rechter van de Handelsrechtbank nr. 1 van Barcelona. 

Waarvan akte. 

Komt getrouw overeen met het origineel waarnaar ik verwijs, en 

voor de goede orde, ik verstrek dit document in Barcelona op 

dertig april tweeduizend vijftien. 

DE GRIFFIER. 

(13849)


Infractions liées à l’état de faillite 

Misdrijven die verband houden 

met de staat van faillissement 

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt 

Bij definitief vonnis, d.d. 25/02/2015, heeft de rechtbank eerste 

aanleg Limburg, afdeling Hasselt, correctionele afdeling, 15w kamer, 

op tegenspraak; MEEKERS, Tom, geboren te Neerpelt op 16/09/1981, 

wonende te 3910 Neerpelt, Geuskens 42. 

Plichtig verklaard van te : 

Te Neerpelt en bij samenhang elders in het Rijk, meermaals, tussen 

1 mei 2013 en 4 oktober 2013 

Als bestuurder, in recht of in feite, van een handelsvennootschap, met 

name SQUAREGROUND BVBA, ingeschreven in de Kruispuntbank 

van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer 0890.956.381, 

waarvan de voornaamste handelsactiviteit bestond in de verkoop van 

informaticaprodukten, met maatschappelijke zetel te 3910 Neerpelt, 

Geuskens 42, die zich in staat van faillissement bevond en failliet 

verklaard werd bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing van de 

rechtbank van koophandel of van het hof van beroep, te weten bij 

vonnis van de rechtbank van koophandel te Hasselt, uitgesproken op 

2 mei 2013, zonder wettig verhinderd te zijn geweest, verzuimd te 

hebben de verplichtingen gesteld bij artikel 53 van de faillissementswet 

na te leven, namelijk geen medewerking te hebben verleend aan de 

curator zoals ondermeer blijkt uit het gegeven dat hij de boekhouding 

niet heeft bezorgd aan de curator. 

en : 

om persoonlijk of door een tussenpersoon een koopmansbedrijf uit 

te oefenen. 

Aan Tom MEEKERS wordt uitstel van tenuitvoerlegging gedurende 

een periode van 3 jaar verleend voor de helft van de periode van dit 

beroepsverbod en voor de helft van de periode van het verbod om 

persoonlijk of door een tussenpersoon een koopmansbedrijf uit te 

oefenen. 

De rechtbank beveelt dat in toepassing van art. 490 Sw. een uittreksel 

van dit vonnis op kosten van de veroordeelde wordt bekendgemaakt 

in het Belgisch Staatsblad. 

OP BURGERLIJK GEBIED 

De rechtbank verklaart de vordering van de burgerlijke partij meester 

Patrick Bussers als curator van het faillissement BVBA SQUARE- 

GROUND ontvankelijk en in de volgende mate gegrond. 

De rechtbank veroordeelt Tom MEEKERS tot betaling aan de burgerlijke 

partij van een schadevergoeding van 1,00 euro provisioneel, te 

vermeerderen met de vergoedende intresten aan de wettelijke intrestvoet 

vanaf 2 mei 2013 tot op heden, waarna de gerechtelijke intresten 

aan de wettelijke intrestvoet. 

Hasselt, 22 april 2015. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) J. Vangronsveld. 

(13801) 

Faillite 

Faillissement 

Hem veroordeelde tot : 

De rechtbank verklaart Tom MEEKERS schuldig aan de tenlastelegging. 

De rechtbank veroordeelt de beklaagde voor de feiten van de 

tenlasteleggingen tot een hoofdgevangenisstraf van 4 maanden, met 

uitstel van tenuitvoerlegging voor de helft gedurende drie jaar en tot 

een geldboete van 100,00 euro, verhoogd met 50 opdeciemen (x6) tot 

600,00 euro, met een vervangende gevangenisstraf van 30 dagen, met 

uitstel van tenuitvoerlegging voor de helft gedurende drie jaar. 

Verplicht de veroordeelde om bij wijze van bijdrage tot de financiering 

van het bijzonder fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke 

gewelddaden en aan de occasionele redders een bedrag te 

betalen van 25 euro te verhogen met 50 opdeciemen en alzo gebracht 

op 150,00 euro. 

Legt aan de veroordeelde in toepassing van art. 91 K.B. van 

28.12.1950, gewijzigd bij art. 1 KB 13.11.2012, de verplichting op tot het 

betalen van een geïndexeerde vergoeding van 51,20 euro. 

Veroordeelt beklaagde tot de kosten van de publieke vordering, deze 

tot op heden begroot op de som van 201,32 euro. 

Aan Tom MEEKERS wordt overeenkomstig het koninklijk besluit 

nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan 

bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, 

beroepen of werkzaamheden uit te oefenen 

het verbod opgelegd om, gedurende een periode van vier jaar, 

persoonlijk of door een tussenpersoon, de functie van bestuurder, 

commissaris of zaakvoerder in een vennootschap op aandelen, een 

besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een coöperatieve 

vennootschap, enige functie waarbij macht wordt verleend om 

een van die vennootschappen te verbinden, de functie van persoon 

belast met het bestuur van een vestiging in België, bedoeld in 

artikel 198, § 6, eerste lid, van de op 30 november 1935 gecoördineerde 

wetten op de handelsvennootschappen, of het beroep van effectenmakelaar 

of correspondent-effectenmakelaar uit te oefenen. 

Tribunal de commerce francophone de Bruxelles 

Par jugement du 9 février 2015, la troisième chambre du tribunal de 

commerce francophone de Bruxelles a prononcé l’ouverture de la 

liquidation judiciaire de la société civile sous forme de SA GIOCA, dont 

le siège social est établi à 1200 Bruxelles, boulevard de la Woluwe 60, 

inscrite à la B.C.E. sous le numéro 0474.355.833. Il a désigné en qualité 

de liquidateur judiciaire, Maître Emmanuelle Bouillon, avocat, ayant 

son cabinet à 1170 Bruxelles, chaussée de la Hulpe 187, pour administrer 

ladite liquidation. 

Les créanciers sont invités à faire la déclaration de leur créance dans 

un délai de trois mois à dater de la présente publication. 

Pour extrait conforme : le liquidateur, (signé) Emmanuelle 

BOUILLON. 

(13802) 

Tribunal de commerce de Liège, division Huy 

Articles 12 et 14 de la loi du 08.08.1997, sur les faillites, modifié par 

la loi du 04.09.2002. 

Faillite de la SA JEAN MOTTET, dont le siège social et d’exploitation 

est établi à 4520 WANZE, chaussée de Wavre 184, inscrite à la B.C.E. 

sous le n° 0401.464.489, pour les activités de conception, construction et 

installation de réseaux de tuyauterie, construction de tunnels routiers, 

plomberie. 

Par jugement du 06/05/2015, le tribunal de commerce de Liège, 

division Huy : 

FIXE la date de cessation de paiement au 05/08/2013. 

Le greffier, (signé) G. MOTTET. 

(13803)


32577 

Tribunal de commerce de Liège, division Liège 

Le 17 mars 2015, le tribunal de commerce de Liège, division Liège, 

déclare close, pour insuffisance d’actif, la faillite de Sabri Ben Houcine 

EL AMRI, domicilié à4000 Liège, avenue Rogier 10/0062, inscrit à 

la B.C.E. 0875.146.074. 

Dit Monsieur Sabri ben Houcine EL AMRI, excusable. 

Donne décharge à la curatelle de sa mission. 

Pour extrait conforme : (signé) Jacques PIRON. 

(13804) 

De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap 

ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat 

overeenkomstig art.185 W.Venn. als vereffenaars worden beschouwd : 

Langie Eric te 3680 Maaseik, Leeuwerikstraat 20. 

Dossiernr. : 5615. 

(Get.) J. Tits, griffier. 

Rechtbank van koophandel Antwerpen, afdeling Tongeren 

(13808) 


Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, op 

datum van 07/05/2015, is de datum van staking der betalingen in het 

faillissement WAEGENER RESEARCH & DEVELOPMENT NV, 

LILSEDIJK 28, BUS 1, 2340 BEERSE, Ondernemingsnummer 

0867.398.150 met Curator Mr. VAN ROMPAEY, PAUL, advocaat, 

ZANDBERG 19, 2260 WESTERLO en Mr. BENIJTS, KRISTOF, advocaat, 

LIERSESTEENWEG 271-273, 2200 HERENTALS, en Mr. ANNEMIE 

MOENS, advocaat, PRINS BOUDEWIJNLAAN 177-179, 

2610 WILRIJK, uitgesproken op 16/04/2013, op 30/10/2012 teruggebracht. 


(Pro deo) (13805) 

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel ANTWERPEN, 

afdeling TONGEREN, van 07/05/2015 werd het faillissement, uitgesproken 

in datum van 08/04/2013 op naam van STELMA BOUW 

COMM.V. te MOTSTRAAT 151A, 3570 ALKEN; ondernemingsnummer 

: 0811.875.350, gesloten verklaard bij gebrek aan actief. 

De gefailleerde werd NIET verschoonbaar verklaard. 




Maesen Ronald te 3631 Maasmechelen, Grotestraat 415. 



(13809) 

Rechtbank van koophandel Antwerpen, afdeling Hasselt 


De rechtbank van koophandel te Antwerpen, afdeling Hasselt, 

tweede kamer, heeft bij vonnis van 07/05/2015, het faillissement op 

naam van : ALL ABOUT PRINTING BVBA, BEVRIJDINGSSTRAAT 18 

te 3945 HAM, ondernemingsnummer 887.788.342, dossiemummer 

: 7263 gesloten verklaard. Sluiting bij vereffening (rechts.pers). 

Wordt als vereffenaar beschouwd : Devos, Carlo. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) V. BOSSENS. 

(13806) 



afdeling TONGEREN, van 07/05/2015 werd het faillissement, 

uitgesproken in datum van 29/04/2013 op naam van UYTDEN- 

HOUWEN, DIRK, (geboortedatum : 31/10/1968) te ECHELLAAN 11, 

3740 BILZEN; ondernemingsnummer : 0887.736.080, gesloten verklaard 

bij gebrek aan actief. 

De gefailleerde werd VERSCHOONBAAR verklaard. 


(Get.) : J. Tits, griffier. 

(13807) 




in datum van 15/03/2010 op naam van MAESTRO MUSIC 

PRODUCTIONS, MARKETING & EDITIONS BVBA, te LEEUWERIK- 

STRAAT 20, 3680 MAASEIK; ondernemingsnummer : 0472.406.331, 

gesloten verklaard bij gebrek aan actief. 




in datum van 08/04/2013 op naam van STECA EBVBA 

te HEURSTRAAT 36, 3700 TONGEREN; ondernemingsnummer 





overeenkomstig art.185 W. Venn. als vereffenaars worden beschouwd : 

Toppet Bert te 3700 Tongeren, Sint-Luciastraat 7. 




(13810) 



in datum van 25/10/2010 op naam van ESTELLE NV 

te JAGERSLAAN 9, 3630 MAASMECHELEN; ondernemingsnummer 






Van der Wal Theresia p/a procureur des Konings te 3700 Tongeren, 

Piepelpoel 12. 



(13811)




Bij vonnis van de rechtbank van koophandel ANTWERPEN, afdeling 

TONGEREN, van 07/05/2015, werd het faillissement, uitgesproken 

in datum van 06/01/2014 op naam van VLIEGEN, NICOLE 

(geboortedatum : 17/12/1975) te KIEZELWEG 213/3, 3620 LANAKEN, 

ondernemingsnummer 0849.783.148, gesloten verklaard bij gebrek aan 

actief. 



(Get.) J. TITS, griffier. 

(13812) 



in datum van 28/02/2011 op naam van P D N W BVBA te 

WEERTERSTEENWEG 245/12, 3680 MAASEIK, ondernemingsnummer 

0809.805.686, gesloten verklaard bij vereffening. 

De gefailleerde werd NIET, verschoonbaar verklaard. 




Schroyen, Mario, te 3680 Maaseik, Diestersteenweg 390. 




(13816) 



in datum van op naam van MATTHYS, PATRICK (geboortedatum 

: 23/03/1972) te HERDERENWEG 6, 3740 BILZEN, 

ondernemingsnummer 0516.939.823, gesloten verklaard bij gebrek aan 

actief. 




(13813) 




in datum van 04/03/2013 op naam van EPDING, VERONA 

(geboortedatum : 07/04/1987) te KWARTELSTRAAT 47, 3770 RIEMST, 

ondernemingsnummer 0838.084.750, gesloten verklaard bij vereffening. 

De gefailleerde werd, VERSCHOONBAAR verklaard. 



(13817) 




in datum van 24/11/2014 op naam van VERZEKERINGS- 

KANTOOR TONNY EBVBA te BLOEMENLAAN (E) 17, 

3630 MAASMECHELEN, ondernemingsnummer 0466.776.767, 


De gefailleerde werd, NIET verschoonbaar verklaard. 



overeenkomstig art. 185 W.Venn. als vereffenaars worden beschouwd : 

Kottas, Tonny, te 3630 Maasmechelen, Bloemenlaan 17. 



(13814) 




in datum van 16/01/2012 op naam van AKDOGAN, 

MAHMUT (geboortedatum : 03/05/1967) voorheen wonende te Meerkensstraat 

35, 3650 Dilsen-Stokkem thans wonende te 3600 Genk, Emiel 

Van Dorenlaan 112/8UO2, ondernemingsnummer 0697.548.180, 

gesloten verklaard bij vereffening. 




(13818) 


Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Dendermonde 



in datum van 27/07/2009 op naam van ANTENNA BVBA te 

STEENWEG 101/2, 3665 AS, ondernemingsnummer 0474.245.569, 





overeenkomstig art. 185 W.Venn. als vereffenaars worden beschouwd : 

Onkelinx, Ann, te 3665 As, Smeetsbergstraat 26. 



(13815) 

Bij vonnis van de D2 kamer van de rechtbank van koophandel Gent, 

afdeling Dendermonde, d.d. 11/05/2015, werd het faillissement van 

JANSSENS, BART, PLAATSEN VAN KEUKENS, OUDEN DENDER- 

MONDSE STEENWEG 13, 9300 AALST, ondernemingsnummer 

0760.145.844, gesloten verklaard bij gebrek aan actief. 

De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. 

In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt de 

uitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorst 

vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. 

- Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : 

de heer Janssens, Bart, wonende te 9300 Aalst, Arbeidstraat 54. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Kim BLANCKAERT. 

(13819)


32579 




BISTRO HEKSENKETEL BVBA, BISTRO/RESTAURANT, MOLEN- 

STRAAT 21, 9270 LAARNE, ondernemingsnummer 0879.500.186, 


De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. 


de heer VANBRABANT, Peter, wonende te 9270 Laarne, Dorpstraat 11. 


(13820) 


VAN GEETRUY Philip, wonende te 9300 Aalst, Ledebaan 86. 


(13823) 




E-PORT PRO-IT CVBA, COMPUTERS, DIJKSTRAAT 52, 

9120 MELSELE, ondernemingsnummer 0821.758.264, gesloten 

verklaard bij vereffening. 





JANSSENS, BART, VENNOOT VOF JANSSENS-WAUTERS, OUDEN 

DENDERMONDSE STEENWEG 13, 9300 AALST, gesloten verklaard 

bij gebrek aan actief. 






de heer Janssens, Bart, wonende te 9300 Aalst, Arbeidstraat 54. 


(13821) 




WAUTERS, KAREN, 

VENNOOT VOF JANSSENS-WAUTERS, OUDEN DENDER- 

MONDSE STEENWEG 13, 9300 AALST, gesloten verklaard bij gebrek 

aan actief. 






Mevr. WAUTERS, KAREN, wonende te 9300 Aalst, Arbeidstraat 54. 


(13822) 


RECOURA, TIM, wonende te 2170 Antwerpen, Laarsebaan 199 en 

VAN HAUTE, BERT, wonende te 2070 Zwijndrecht, Schaarbeekstraat 4. 


(13824) 



afdeling Dendermonde, d.d. 11/05/2015, werd het faillissement 

van CHATEAU FLEUR DE LYS NV ADVIESBUREAU, ITALIE- 

STRAAT 3/B, 9140 TEMSE, ondernemingsnummer 0885.528.341, 




BOGAERT, CARL, wonende te 9220 Hamme, Beekstraat 32 en 

CORNELIS, VIVIANE, wonende te 2275 Lille, Kloosterstraat 16, bus 1. 


(13825) 




VAN STEENBERGHE, TIEMEN, CAFE - EETCAFE DEN BLOMPOT, 

NEDERWIJK 157, 9400 NINOVE, ondernemingsnummer 0882.483.927, 




(13826) 





ADVANCED BIOLOGICAL TECHNOLOGIES BELGIUM BVBA, 

LEDEBAAN 86/2, 9300 AALST, ondernemingsnummer 0420.639.807, 








E-PORT SECURITY BVBA, CAMERABEWAKING, DIJKSTRAAT 52/1, 

9120 MELSELE, ondernemingsnummer 0806.861.341, gesloten 

verklaard bij vereffening. 



de heer VAN HAUTE, BERT, Schaerbeekstraat 4, 2070 Zwijndrecht en 

de heer BUYSSE JOERI, Albert, Rodenbachstraat 50, 9120 Melsele. 


(13827)






VAN WAYENBERGH, HUGUETTE, CAFE, DORPSSTRAAT 43, 

9270 LAARNE, ondernemingsnummer 0807.217.964, gesloten 

verklaard bij gebrek aan actief. 






(13828) 




NECKEBROEK PROJECTEN BVBA, BRUSSELSESTEENWEG 81, 

9230 WETTEREN, ondernemingsnummer 0889.975.592, gesloten 

verklaard bij gebrek aan actief. 






de heer ALEX DE SWAEF, geboren te Gent op 11.05.1966, wonende te 

8670 Oostduinkerke, Albert I-laan 86/0601. 


(13832) 



BOGA LIKAMELA FAIZA, TAVERNE, GROTE STEENWEG 79, 

9340 LEDE, ondernemingsnummer 0822.407.669, gesloten verklaard bij 

gebrek aan actief. 






(13829) 




CGLM-CONSTRUCT BVBA, BOUWPROMOTIE, GERAARDSBERG- 

SESTRAAT 54/1, 9300 AALST, ondernemingsnummer 0884.570.120, 







de heer Lenn VAN ROMPAEY, geboren te 9300 Aalst, Geraardsbergsestraat 

54, bus 1. 


(13830) 





ZED CITY BVBA, ’T EINDEKE 21, 9240 ZELE, ondernemingsnummer 

0829.302.290, gesloten verklaard bij gebrek aan actief. 






de heer KURTOGLU RAMAZAN, ambtshalve geschrapt op adres 

’t Eindeke 21, geboren te Zele op 24 december 1987, thans zonder 

gekende woonplaats. 


(13833) 


Bij vonnis van de rechtbank van koophandel Gent, afdeling Kortrijk, 

TWEEDE KAMER d.d. 06/05/2015, werd het faillissement van 

BUNKER CVOHA, KONING LEOPOLD I-STRAAT 15/11, te 

8500 KORTRIJK, ondernemingsnummer 0474.126.991. 

Afgesloten wegens ontoereikend aktiva. 

Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd : Burt Janssens, 

wonend te 8500 Kortrijk, Adolf Bayerlaan 20. 

De griffier, V. SOREYN. 

(13834) 



KOCA KAFALAR BVBA, EETGELEGENHEID MET BEPERKTE 

BEDIENING, KAPELLESTRAAT 71, 9220 HAMME (O.-VL.), 

ondernemingsnummer 0896.243.277, gesloten verklaard bij vereffening. 



de heer KURTOGLU EMRUY, geboren te Dendermonde op 07.08.1989, 

doch aldaar sinds 25.08.2014 ambtshalve afgeschreven en thans zonder 

gekende woon- of verblijfplaats en de heer VAN HAVER, KEVIN, 

geboren te Dendermonde op 18.09.1991, wonende te 9220 Hamme, 

Wielstraat 23. 


(13831) 




RENAISSANCE EUROPE BVBA, ZWEVEGEMSESTRAAT 180, te 

8500 KORTRIJK, ondernemingsnummer 0810.467.761. 


Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd : Jan Horvath, laatst 

wonend te 8500 Kortrijk, Zwevegemsestraat 180. 


(13835)


32581 


Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd : Patrick Pagaud, 

wonend te 8710 Wielsbeke, Lijsterlaan 19. 


TWEEDE KAMER d.d. 06/05/2015, werd het faillissement van MOBI- 

LIARE BVBA, LAMPESTRAAT 64, te 8510 KORTRIJK, ondernemingsnummer 

0467.286.909. 


(13840) 


Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd : Marc Himpe, 

wonend te 8301 Knokke-Heist, Zeedijk-Heist 262/0071. 


(13836) 



TWEEDE KAMER d.d. 06/05/2015, werd het faillissement van BATIM 

CONSTRUCT BVBA, OVERBEKEPLEIN 15/11, te 8500 KORTRIJK, 

ondernemingsnummer 0871.341.991. 



TWEEDE KAMER, d.d. 06/05/2015, werd het faillissement van ISAYA 

BVBA, NOORDSTRAAT 18, te 8800 ROESELARE, ondernemingsnummer 

: 0473.153.825, door vereffening beëindigd. 

Als vermoedelijke vereffenaars worden beschouwd : Jacques 

Magerman, wonend te 8420 De Haan, Hoefijzerlaan 67 en Isabel Van 

Belle, wonend te 8420 De Haan, Ringlaan-Noord 34/0001. 

De griffier, (get.) V. Soreyn. 

(13841) 


Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd : Patrick Gilles, 

laatst wonend te 8500 Kortrijk, Overbekeplein 15/11. 


(13837) 





MULLER, YARMO, ARME-KLARENSTRAAT 25, BUS 7, te 

8800 ROESELARE, geboren op 17/12/1986, ondernemingsnummer 

0806.126.517. 


TWEEDE KAMER, d.d. 06/05/2015, werd het faillissement van 

AYGUN UGUR, laatst wonend te 8800 ROESELARE, MARIA- 

STRAAT 13/0008, ondernemingsnummer : 0676.323.392, door vereffening 

beëindigd. 

De gefailleerde werd hierbij niet verschoonbaar verklaard. 


(13842) 

Door vereffening beëindigd. 

De gefailleerde werd hierbij verschoonbaar verklaard. 


(13838) 





PADMA BVBA, ROESELAARSESTRAAT 75, te 8870 IZEGEM, 



Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd : Lindsay, Cool, 

wonend te 8890 Moorslede, Kortrijksestraat 116. 


(13839) 


TWEEDE KAMER, d.d. 06/05/2015, werd het faillissement van 

VEDICO BVBA, TIENTJESSTRAAT 30, te 8501 BISSEGEM, 

ondernemingsnummer : 0456.567.221, door vereffening beëindigd. 

Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd : Véronique 

Schoonjans, wonend te 8501 Kortrijk, Tientjesstraat 30. 


(13843) 

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk 



TWEEDE KAMER d.d. 06/05/2015 werd het faillissement van 

PAGAUD CVBA, SINT-JANSSTRAAT 18, te 8791 WAREGEM, 


Door vereffening beëindigd. 

Bij vonnis, d.d. 27/03/2015, van de rechtbank van eerste aanleg West- 

Vlaanderen, afdeling Kortrijk, vierde burgerlijke kamer werd V.Z.W. 

C.I.R.C.E.S. - Belgique Cercle International de Recherche culturelles et 

spirituelles, Jan Persijnstraat 2, B.11, te 8500 Kortrijk, ondernemingsnummer 

: 0443.758.964, ontbonden verklaard, met onmiddellijke afsluiting 

van de vereffening. 

De procureur des Konings, (get.) S. Deleu. 

(13844)


Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk 


Bij vonnis, d.d. 13/03/2015, van de rechtbank van eerste aanleg West- 

Vlaanderen, afdeling Kortrijk, vierde burgerlijke kamer, werd V.Z.W. 

B4P Partners, Elzenlaan 6, te 8500 Kortrijk, ondernemingsnummer 

: 0500.933.437, ontbonden verklaard, met onmiddellijke afsluiting 

van de vereffening. 

De procureur des Konings, (get.) S. Deleu. 

(13845) 


Opening van het faillissement, op aangifte (bekentenis) (art. 11 FW), 

van : FREE LOOK BVBA, WITTESTRAAT 83, 2020 ANTWERPEN 2. 

Referentie : 40194. 

Datum faillissement : 2 juni 2015. 

Handelsactiviteit : HANDELSBEMIDDELING IN GOEDEREN, 

ALGEMEEN ASSORTIMENT 


Curator : Mr THEUNISSEN MARC, TURNHOUTSEBAAN 315, 

2100 DEURNE (ANTWERPEN). 

Voorlopige datum van staking van betaling : 02/06/2015 

Datum neerlegging van de schuldvorderingen : binnen de termijn 

van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het 

vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, 

afdeling Antwerpen, Bolivarplaats 20/7, 2000 Antwerpen. 

Datum voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van 

verificatie van schuldvorderingen : 31 juli 2015. 

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde 

(zoals o.m. de personen die zich borg hebben gesteld) kunnen 

hiervan een verklaring ter griffie neerleggen (art. 72bis en 72ter Fail.W.). 

Voor eensluidend uittreksel : De griffier, B. Franck 

2015/105083 



van : NATUURSTEEN RUMST BVBA, ANTWERPSESTEENWEG 48, 

2840 RUMST. 



Handelsactiviteit : HOUWEN, BEWERKEN EN AFWERKEN VAN 

NATUURSTEEN 


Curator : Mr TALBOOM CONSTANT, LOMBARDENVEST 34/2, 

2000 ANTWERPEN 1. 












2015/105082 


van : MONT BLANC BVBA, KAPELSESTEENWEG 281, 2180 EKEREN 

(ANTWERPEN). 



Handelsactiviteit : DETAILHANDEL IN COMPUTERS, RANDAP- 

PARATUUR EN SOFTWARE IN GESPECIALISEERDE WINKELS 


Curator : Mr TERMOTE PHILIPPE, COCKERILLKAAI 18, 













2015/105076 



van : CONSTICKMA BVBA, OUDSTRIJDERSSTRAAT 25, 2520 RANST. 



Handelsactiviteit : DRUKKERIJEN 


Curator : Mr TERMOTE PHILIPPE, COCKERILLKAAI 18, 













2015/105078 



van : BELDERBOS DIRK, VII-DE OLYMPIADELAAN 133 R1, 




Handelsactiviteit : UITVOEREN VAN METSEL- EN VOEGWERKEN 

Ondernemingsnummer : 0830.211.221


32583 

Curator : Mr TEUGHELS YVES, COREMANSSTRAAT 14A, 

2600 BERCHEM (ANTWERPEN). 












2015/105077 




Voor eensluidend uittreksel : De griffier, L. Boets 

2015/105075 



van : VAN DEN DRIES ELLEN, ANTWERPSESTRAAT 53/2, 

2640 MORTSEL. 

Geboortedatum en -plaats : 4 december 1986 ANTWERPEN. 




van : VASTGOED JOS DOLPHIJN BVBA, BREDABAAN 948, 

2930 BRASSCHAAT. 



Handelsactiviteit : TUSSENPERSOON IN DE HANDEL 


Curator : Mr TALBOOM CONSTANT, LOMBARDENVEST 34/2, 













2015/105079 


Opening van het faillissement, dagvaarding, van : BIO ART BVBA, 

NOORDERLAAN 98/34, 2030 ANTWERPEN 3. 


Datum faillissement : 28 mei 2015. 

Handelsactiviteit : GESPECIALISEERDE WETENSCHAPPELIJKE 

EN TECHNISCHE ACTIVITEITE 


Curator : Mr STOOP WILLIAM, AMERIKALEI 187/101, 

2000 ANTWERPEN. 









Handelsactiviteit : EETGELEGENHEDEN MET VOLLEDIGE BEDIE- 

NING 


Curator : Mr TOREMANS TOM, COCKERILLKAAI 18, 













2015/105084 



van : ADMINISTRATOR BVBA, BUIZEGEMHOF 12/11, 

2650 EDEGEM. 



Handelsactiviteit : ADVIESBUREAUS OP HET GEBIED VAN 

BEDRIJFSBEHEER EN BEDRIJFSVOERING 


Curator : Mr THEUNISSEN MARC, TURNHOUTSEBAAN 315, 

2100 DEURNE (ANTWERPEN). 












2015/105081


Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Brugge 


van : PRINZIEMA BVBA, ’T ZAND 12, 8000 BRUGGE. 




Curatoren : Mr CASTERMANS MARC, HOUTKAAI 15/02, 

8000 BRUGGE; Mr CASTERMANS YVES, HOUTKAAI 15/02, 

8000 BRUGGE. 




vonnis, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Gent, afdeling 

Brugge, Kazernevest 3, 8000 Brugge. 






Voor eensluidend uittreksel : De griffier, T. NEELS 

2015/105032 



van : REAL ESTATE DREAMS BVBA, UYTDREVE 16, 8490 JABBEKE. 




Curator : Mr DEMEYER JUDITH, CORDOEANIERSSTRAAT 17, 

8000 BRUGGE. 












2015/105117 



van : BROUCKAERT EDDY, DUINBERGENLAAN 58, 8301 KNOKKE- 

HEIST. 

Geboortedatum en -plaats : 1 mei 1967 BLANKENBERGE. 




Curator : Mr COUCKE PIETER, CORDOEANIERSSTRAAT 17-18, 

8000 BRUGGE. 












2015/105031 



van : HEAVENLY MATCHES BVBA, SMEDENSTRAAT 37, 

8300 KNOKKE-HEIST. 




Curator : Mr CLAEYS HILDE, MANITOBALAAN 6, 8200 BRUGGE. 












2015/105116 

Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Gent 

Opening van het faillissement, dagvaarding, van : SABRINA BVBA, 

HOOGPOORT 20/E, 9000 GENT. 



Handelsactiviteit : detailhandel in damesbovenkleding en 

verlichtingsartikelen in gespecialiseerde winkels 


Curator : Mr DE MUYNCK LUC, GRAAF H. GOETHALSLAAN 15, 

9840 DE PINTE. 





Gent, Opgeëistenlaan 401/E, 9000 Gent. 


verificatie van schuldvorderingen : 7 september 2015. 




Voor eensluidend uittreksel : Griffier-hoofd van dienst,C. Vankerckhove 

2015/105103


32585 


Opening van het faillissement, dagvaarding, van : ABZEN NV, 

VRIJDAGMARKT 2/A, 9000 GENT. 



Handelsactiviteit : groothandel in andere consumentenartikelen n.e.g 


Curator : Mr DE MUYNCK LUC, GRAAF H. GOETHALSLAAN 15, 

9840 DE PINTE. 












2015/105102 


Opening van het faillissement, dagvaarding, van : BEST MEAT 

SERVICES COMM.V - AKIFOV KYAZIM, DORP-WEST 83, 

9080 LOCHRISTI. 



Handelsactiviteit : landschapsverzorging 


Curator : Mr DE SCHRYVER HELENA, RIJSENBERGSTRAAT 37, 

9000 GENT. 












2015/105100 


Opening van het faillissement, dagvaarding, van : ASKIM VOF - 

DAVID TAMARA, DOORNAKKERSTRAAT 40, 9040 GENT (SINT- 

AMANDSBERG). 



Handelsactiviteit : cafés en bars, landschapsverzorging 


Curator : Mr DE SCHUYMER WIM, GROTESTEENWEG-NOORD 

63/002, 9052 ZWIJNAARDE. 












2015/105101 



van : JADCO BVBA, RAAIGRASSTRAAT 5, 9900 EEKLO. 



Handelsactiviteit : COMPUTERCONSULTANCY-ACTIVITEITEN 


Curator : Mr DEWEPPE WALTER, BRUSSELSESTEENWEG 691, 

9050 GENTBRUGGE. 












2015/105104 



van : VANKEIRSBILCK ACHLEY, MUIZEBEEKSTRAAT 21, 

8740 PITTEM. 

Geboortedatum en -plaats : 21 april 1988 TIELT. 



Handelsactiviteit : cafe 

Handelsbenaming : CAFE DE KREKEL 

Uitbatingsadres : KREKELSTRAAT 132, 8780 OOSTROZEBEKE 

Handelsactiviteit : broodjeszaak 

Handelsbenaming : BROODJESZAAK MI GUSTA 

Uitbatingsadres : ETTINGEN 2, 8760 MEULEBEKE 


Curator : Mr MAES NICO, GENTSTRAAT 54, 8760 MEULEBEKE.





Kortrijk, Beheerstraat 41, 8500 Kortrijk. 






Voor eensluidend uittreksel : De Ere-Hoofdgriffier, K. Engels. 

2015/105011 

Rechtbank van koophandel Antwerpen, afdeling Mechelen 


van : ZWAENEPOEL MANAGEMENT BVBA, BENEDENSTRAAT 97, 

2880 BORNEM. 



Handelsactiviteit : adviesbureau 


Curator : Mr BERGMANS JAN, BOONHOF 24, 2890 SINT- 

AMANDS. 





afdeling Mechelen, Voochtstraat 7, 2800 Mechelen. 






Voor eensluidend uittreksel : De Griffier, H.Berghmans 

2015/105073 


Opening van het faillissement, dagvaarding, van : CHEMBE BVBA, 

KATTESTRAAT 58, 2890 SINT-AMANDS. 



Handelsactiviteit : groothandel in ijzerwaren 


Curator : Mr BERGMANS JAN, BOONHOF 24, 2890 SINT- 

AMANDS. 












2015/105072 



van : ZENBO BVBA, PEULISBAAN 4, 2820 BONHEIDEN. 



Handelsactiviteit : uitbating restaurant 

Uitbatingsadres : MARKT 1, 2860 SINT-KATELIJNE-WAVER 


Curator : Mr VERHAEGEN KRISTIN, KLEINE LAMENEEL- 

STRAAT 4, 2220 HEIST-OP-DEN-BERG. 












2015/105074 

Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Oostende 


van : TOPSHOP GCV, ONAFHANKELIJKHEIDSSTRAAT 9, 

8400 OOSTENDE. 



Handelsactiviteit : wassalon 

Handelsbenaming : TOPSHOP 


Curatoren : Mr LARIDON RONNY, LEOPOLD II LAAN 3, 

8400 OOSTENDE; Mr WYLLEMAN JAN, Nijverheidsstraat 82, 

8400 OOSTENDE. 





Oostende, Canadaplein, 8400 Oostende. 






Voor eensluidend uittreksel : De griffier, H. Crombez. 

2015/105048 

Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Oudenaarde 


van : BROKERS BUSINESS BVBA, BALLINGSWEG 1, 

9620 ZOTTEGEM. 


Datum faillissement : 2 juni 2015.


32587 

Handelsactiviteit : groothandel in niet-elektrische huishoudelijke 

artikelen 

Handelsbenaming : BVBA BROKERS BUSINESS 

Uitbatingsadres : BALLINGSWEG 1, 9620 ZOTTEGEM 


Curator : Mr HEERMAN Ali, EINESTRAAT 34, 9700 OUDEN- 

AARDE. 





Oudenaarde, Bekstraat 14, 9700 Oudenaarde. 






Voor eensluidend uittreksel : M.Fostier, griffier 

2015/105098 

Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Oudenaarde 


van : HOME INVEST BVBA, LANGESTRAAT 52, 9620 ZOTTEGEM. 



Handelsactiviteit : ontwikkeling bouwprojecten e.a 

Handelsbenaming : HOME INVEST 

Uitbatingsadres : LANGESTRAAT 52, 9620 ZOTTEGEM 


Curator : Mr DE MOOR Lieven, LOUISE MARIEKAAI 7, 

9700 OUDENAARDE. 





Oudenaarde, Bekstraat 14, 9700 Oudenaarde. 






Voor eensluidend uittreksel : M.Fostier, griffier 

2015/105099 

Dépôt des créances : dans le délai de trente jours à dater du prononcé 

du jugement, au greffe du tribunal de commerce francophone de 

Bruxelles, Boulevard de Waterloo 70, 1000 Bruxelles. 

Dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification des 

créances : le 8 juillet 2015. 

Pour extrait conforme : Le Greffier en Chef, PINCHART N. 

2015/105113 


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : WOZNIAK ZANETA, RUE 

DES COMBATTANTS 73, 1082 BERCHEM-SAINTE-AGATHE. 

Date et lieu de naissance : 9 mai 1985 WADOWICE. 

Référence : 20150843. 

Date de faillite : 1 juin 2015. 

Activité commerciale : couture 

Numéro d’entreprise : 0544.337.373 

Curateur : HENDERICKX ALAIN, RUE DE STASSART 48 BL C/6, 

1050 BRUXELLES 5. 







2015/105105 


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : OGGI.BE SPRL, CHAUSSEE 

DE WATERLOO 1021B, 1180 UCCLE. 



Activité commerciale : horeca 


Curateur : GODFROID YVES, AVENUE LOUISE 283/19, 








2015/105111 



Ouverture de la faillite, sur aveu, de : PROMODEFI SA, AVENUE 

VICTOR JACOBS 4, 1040 ETTERBEEK. 



Activité commerciale : vente articles grande distribution 


Curateur : ENSCH YSABELLE, AVENUE LOUISE 349 B 17, 


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : ACTIVE CLEAN SERVICES 

PLUS SPRL, AVENUE D’AUDERGHEM 340, 1040 ETTERBEEK. 



Activité commerciale : titres-services 



1050 BRUXELLES 5.








2015/105115 







2015/105114 



Ouverture de la faillite, sur aveu, de : OSA SPRL, AVENUE 

DOCTEUR LEMOINE 11/4, 1070 ANDERLECHT. 



Activité commerciale : restauration 










2015/105110 

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : EUROPA WELDING SPRL, 

RUE VERTE 177, 1030 SCHAERBEEK. 



Activité commerciale : horeca 










2015/105107 



Ouverture de la faillite, sur aveu, de : ENERGETIC SPRL, RUE DE 

LA POSTE 119, 1030 SCHAERBEEK. 



Activité commerciale : transport 










2015/105108 

Ouverture de la faillite, sur aveu, de : TRADE MAK SPRL, RUE VAN 

LINT 47, 1070 ANDERLECHT. 



Activité commerciale : courrier express 










2015/105109 


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : LA FIANCEE DU MEKONG... 

LA SUITE SPRL, RUE DES FRIPIERS 11, 1000 BRUXELLES 1. 



Activité commerciale : textiles 





Ouverture de la faillite, sur aveu, de : EL BAKHLAKHI MOHAMED, 

RUE MARIE-CHRISTINE 11/B003, 1020 LAEKEN. 

Date et lieu de naissance : 4 octobre 1987 BRUXELLES. 



Activité commerciale : vendeur + réparateur machines à coudre 



1050 BRUXELLES 5.


32589 







2015/105106 


Ouverture de la faillite, sur aveu, de : CONSTRUCTIONS RESIDEN- 

TIELLES BELGES SPRL, AVENUE ANDRE RYCKMANS 23, 

1180 UCCLE. 



Activité commerciale : promotion immobilière 










2015/105112 

Nederlandstalige rechtbank van koophandel Brussel 

Opening van het faillissement, dagvaarding, van : RENOVAEX- 

PRESS, LOUIZALAAN 149/24, 1050 ELSENE. 



Handelsactiviteit : BOUWWERKZAAMHEDN 

Handelsbenaming : BVBA 


Curator : Mr MOMBAERS BRANDAAN, BRUGMANNLAAN 12A 

BUS 15, 1060 BRUSSEL 6. 



vonnis, ter griffie van de Nederlandstalige rechtbank van koophandel 

Brussel, Waterloolaan 70, 1000 Brussel. 






Voor eensluidend uittreksel : De hoofdgriffier, J.M. Eylenbosch 

2015/105096 



van : KLON STANISLAW, GROENSTRAAT 2, 1930 ZAVENTEM. 

Geboortedatum en -plaats : 26 september 1949 AS. 



Handelsactiviteit : RENOVATIE VAN GEBOUWEN 


Curator : Mr LAGROU SYLVIA, JOZEF VAN ELEWIJCK- 

STRAAT 86/6, 1853 STROMBEEK-BEVER. 











2015/105089 



van : ONE STONE, FABRIEKSTRAAT 19, 1652 ALSEMBERG. 



Handelsactiviteit : INVOEREN VAN GRANIETSTENEN 















2015/105088 


Opening van het faillissement, dagvaarding, van : STRUCTURE 

FLOORS, STATIONSSTRAAT 118, 1570 GALMAARDEN. 



Handelsactiviteit : AFWERKING VAN GEBOUWEN 


Ondernemingsnummer : 0832.098.959














2015/105094 


Opening van het faillissement, dagvaarding, van : GRIEKSE PIRA- 

TEKE, HOOGSTRAAT 62, 1930 ZAVENTEM. 



Handelsactiviteit : RESTAURANT 















2015/105092 


Opening van het faillissement, dagvaarding, van : NEW TEC 

SYSTEM, BRUSSELSESTEENWEG 149, 1785 MERCHTEM. 



Handelsactiviteit : BLOEMEN NE PLANTEN 















2015/105091 



van : SIRIUS CONSULTING, DRUKPERSSTRAAT 4, 1000 BRUSSEL 1. 



Handelsactiviteit : ADVIESVERLENING 



Curator : Mr MOMBAERS BRANDAAN, BRUGMANNLAAN 12A, 

BUS 15, 1060 BRUSSEL 6. 











2015/105090 

Dissolution judiciaire 

Gerechtelijke ontbinding 

Tribunal de commerce de Nivelles 

Par jugement du 23/04/2015, le tribunal de commerce de Nivelles a 

prononcé la dissolution judiciaire de la SPRLU ARCO CONSULT, 

inscrite à la B.C.E. sous le n° 0453.461.241, et dont le siège social est sis 

à 1370 Jodoigne, rue du Presbytère 9. 

Liquidatrice judiciaire : Nathalie CROCHELET, avocat, place Riva 

Bella 12, à 1420 Braine-l’Alleud. 

Pour extrait conforme : N. CROCHELET, liquidatrice judiciaire. 

(13846) 

Succession vacante 

Onbeheerde nalatenschap 

Tribunal de première instance du Hainaut, division Charleroi 

Par ordonnance de Monsieur le président de division du tribunal de 

première instance du Hainaut, division de Charleroi, du 01/04/2015, 

Maître Eric HERINNE, avocat à 6000 Charleroi, rue Tumelaire 23, bte 21 

(tél. 071-30 35 25), a été désigné en qualité d’administrateur provisoire 

de la succession de Madame SPLINGAIRE, Lucienne Clémence, née à 

Gilly le 05/03/1908, décédée à Gilly le 11/01/2015, en son vivant 

domiciliée à 6060 Gilly, impasse Major 1.


32591 

Toute personne intéressée est priée des’adresser à l’administrateur 

provisoire de la succession. 

Charleroi, le 12 mai 2015. 

(Signé) E. HERINNE, avocat, qualitate qua. 

Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel 

(13847) 

Bij vonnis uitgesproken op zeven oktober tweeduizenddertien door 

de zevenentwintigste kamer van de rechtbank van eerste aanleg te 

Brussel, werd het volgende beslist : 

Duidt meester Paul Struyven, advokaat en plaatsvervangend rechter 

bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, kantoorhoudende te 

1050 Brussel, Opperstraat 95, aan als curator over de onbeheerde 

nalatenschap van wijlen de heer Van Damme, Stefaan Alfons, geboren 

te Opwijk op 7 april 1946 en overleden te Jette op 30 maart 2012, met 

laatste woonplaats te Vilvoorde, Kleine Molensstraat 4/02/3. 


Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Christophe VANBEL- 

LINGEN. 

(13851) 



Par ordonnance du 29 avril 2015, la dixième chambre du tribunal de 

première instance de Liègeadésigné Maître Catherine ANTONAC- 

CHIO, avocate à 4000 Liège, place Verte 13, en qualité d’administrateur 

provisoire de la succession de Madame Suzanne Anna Pauline Marie 

Agnès COLSON, née à Ixelles le 25 septembre 1930, en son vivant 

domiciliée à 4100 SERAING, avenue Davy 8/102, et décédée à Seraing 

le 10 mars 2015. 

Les créanciers et héritiers éventuels sont priés de se mettre en rapport 

avec l’administrateur provisoire dans les trois mois de la présente 

publication. 

(Signé) Catherine ANTONACCHIO, avocat. 

(13854) 


Par ordonnance délivrée en chambre du conseil de 

la dixième chambre du tribunal de première instance de LIEGE 

le 20-04-2015, Maître Marcel HOUBEN, avocat, juge suppléant au 

tribunal, dont l’étude est établie rue Vinâve 32, à 4030 LIEGE, a été 

désigné en qualité de curateur à la succession réputée vacante de 

Monsieur Théophile Arthur Urbain Englebert HORION, né à 

WAREMME le 02-01-1951, en son vivant domiciliéà4350 REMICOURT, 

rue de Bovenistier 21, décédé àLIEGE le 13-10-2014. 

Les créanciers de la succession sont invités à produire les justificatifs 

de leurs créances dans les trois mois à compter de la présente 

publication. 

(Signé) Marcel HOUBEN, avocat. 

(13855) 

Bij beschikking van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, 

afdeling Gent, 17e familiekamer d.d. 23/04/2015, werd advocaat Peter 

Van Caenegem, met kantoor te 9000 Gent, Einde Were 270, benoemd 

tot curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlen Jenny Goethals, 

geboren te Gent op 22/12/1933, laatst wonende te 9940 Evergem, 

Elslo 44 en overleden te Evergem op 18/05/2014. 

De schuldeisers worden hierbij verzocht zich bij aangetekende brief 

kenbaar te maken aan de curator, dit binnen de wettelijke termijn van 

3 maanden vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad. 

Gent, 9 mei 2015. 

De curator, (get.) Peter VAN CAENEGEM. 

(13852) 


Par ordonnance du 22 avril 2015, de la dixième chambre du tribunal 

de première instance de Liège, division Liège, Maître Léon LIGOT, 

avocat, domiciliéà4020 Liège, avenue du Luxembourg 15, a été désigné 

en qualité de curateur de la succession de Madame ANGELIQUE, 

Colette Alberte, née à Liège le 29 décembre 1947, domiciliée enson 

vivant à 4430 Ans, avenue Henry Lonay 171/0008, et décédé 

le 15 novembre 2014. 

Toute personne concernée par cette succession est priée de contacter 

d’urgence le curateur. 

(Signé) L. LIGOT, avocat. 

(13856) 


Blijkens vonnis van de 17e kamer van de rechtbank van eerste aanleg 

Oost-Vlaanderen, afdeling Gent d.d. 30.04.2015, werd advocaat Sabine 

DE TAEYE, met kantoor te 9070 Heusden, Park ter Kouter 13, benoemd 

tot curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlen de heer Patrick 

DE JAEGHER, geboren te Beernem op 13.07.1956, laatst wonende te 

9030 Zomergem, André Claeyspark 19, en overleden te Gent op 

27.11.2013. 

De schuldeisers worden hierbij verzocht zich bij aangetekende brief 

kenbaar te maken aan de curator binnen de wettelijke termijn van 

drie maanden vanaf publicatie in het Belgisch Staatsblad. 

Heusden, 12 mei 2015. 

De curator, (get.) Sabine DE TAEYE. 

(13853) 

Justice de paix de Liège II 

Procès-verbal de curatelle d’office (1154 C.J.) 

Sur information de 

Madame BROUWIR, Simone, domiciliée à 4041 Herstal, rue Clerbeau 

75, dont le conseil est Me Michel VITO, avocat à 4000 Liège, 

boulevard Jules de Laminne 1. 

Partie requérante. 

RELATIVEMENT AU DECES DE : 

Madame LEGROS, Catherine, née à Marchienne-au-Pont 

le 1 er octobre 1960, domiciliée à 4000 Liège, rue des Wallons 14, décédée 

à Liège le 3 décembre 2014. 

Défunt en cause. 

Le juge de paix du deuxième canton de Liège, Robert Waxweiler, 

assisté du greffier de la juridiction, Colette Vueghs, en chambre du 

conseil de la juridiction le quatre mai deux mille quinze. 

Vu la requête en désignation d’un curateur aux meubles déposée et 

visée au greffe le 10 avril 2015.


Attendu que la partie requérante expose être la bailleresse de 

l’immeuble donné en location à la défunte, que l’ensemble des héritiers 

ont renoncé àla succession, que l’ancien médiateur de la défunte a 

indiqué ne disposer que d’un actif brut de 1.898,86 euros dont à déduire 

ses honoraires. 

Attendu que la partie requérante fait encore valoir que son appartement 

est resté occupé par les meubles de la défunte. 

Attendu que les effets personnels du défunt sont de peu de valeur et 

ne dépassent certes pas la somme de mille deux cent quarante euros. 

DECIDE de ne pas apposer les scellés etconfie les effets personnels 

du défunt, et les valeurs découvertes sur place, et toutes valeurs 

mobilières se trouvant dans les lieux (en ce compris les avoirs en 

comptes bancaires de toutes natures, carnets, dossiers titres ou livrets 

de dépôt) à Mme Marcelle COULON, chemin du Passage 11, à 

4130 Esneux, et 

NOMME cette personne en qualité de curateur, à charge par elle de 

se conformer à la Loi dans l’exécution de ses fonctions, 

Le juge de paix dispense le curateur du délai repris à l’article 1154 

du Code judiciaire en raison du risque d’aggravation du passif par 

les loyers àéchoir. 

AUTORISE tout organisme bancaire à verser au curateur précité 

les fonds éventuellement détenus au nom de la personne défunte. 

DONT ACTE, dressé en langue française, date que dessus, signé par 

le juge de paix. 

Pour copie conforme : le greffier, (signature illisible). 

(13857) 

Tribunal de première instance de Namur, division Namur 

La troisième chambre du tribunal de la famille de l’arrondissement 

judiciaire de Namur, division Namur, a désigné, en date du 11 mai 2015, 

Maître Françoise CHAUVAUX, avocate à Saint-Servais, route de 

Gembloux 12, en qualité de curateur à la succession vacante de : 

Monsieur Luc DEFAYS, néàMohiville le 31 décembre 1960, domicilié 

de son vivant à Hamois, rue des Bois 4, et décédé à Namur 

le 10 juillet 2012. 

Namur, le 12 mai 2015. 

Le greffier, (signé) L. TORREBORRE. 

(13858) 

ANNEXES AU MONITEUR BELGE 

BIJLAGEN TOT HET BELGISCH STAATSBLAD 

SABAM 

Cette liste concerne les œuvres ayant fait l’objet d’une vente publique ayant donné lieu au versement du droit de suite sur le compte commun 

des sociétés de gestion, chargées de percevoir et de redistribuer les droits de suite, qui n’ont pu être payés et ceci pour l’année 2014. 

Deze lijst betreft de werken die deel hebben uitgemaakt van een openbare verkoop die aanleiding heeft gegeven tot het storten van het volgrecht 

op de gemeenschappelijke rekening van de beheersvennootschappen, belast met de inning en de verdeling van de volgrechten die niet konden 

worden uitgekeerd en dit voor het jaar 2014. 

Artiste Vente Salle Droits 

Abel Jean Marie 28/05/2013 Vanderkindere 80,00 

Amar Marie 04/03/2013 Cornette de Saint Cyr 420,00 

André 27/05/2013 Cornette de Saint Cyr 94,00 

Andrei Rene 21/10/2013 Bernaerts 184,00 

Anteunis Jan 2010 - juni 2014 Pictura 160,00 

Anthoons Willy 1/2014 De Vuyst 95,04 



Anthoons Willy 1/03/2014 De Vuyst 112,00 

Anthoons Willy 30/11/2013 Louiza Auktion 160,00 

Anthoons Willy 30/11/2013 Louiza Auktion 120,00 

Anthoons Willy 26/05/2014 Cornette de Saint Cyr 240,00 


Anthoons Willy 17/05/2014 De Vuyst 96,00 

Arnould Marcel 26/02/2013 Vanderkindere 136,00 

Arp Jean 26/10/2013 De Vuyst 192,00 

Arpa y Perea José 11/02/2014 Vanderkindere 260,00 

Baes Emile 1/10/2013 Galerie Moderne 168,00 

Baes Emile 2/2012 Rops 112,00 

Baes Emile 17/02/2014 Horta 88,00 

Baes Emile 1/03/2014 De Vuyst 176,00 

Baes Emile 20/10/2014 Bernaerts 104,00 

Baes Emile 20/10/2014 Bernaerts 144,00


32593 

Barbier antoine 2013 Berko 117,12 

Bastien Alfred 10/09/2013 Vanderkindere 120,00 





Bastien Alfred 17/03/2014 Horta 240,00 


Bastien Alfred 1/03/2014 De Vuyst 440,00 


Bastien Alfred 20/05/2014 Galerie Moderne 88,00 

Bastien Alfred Horta 88,00 









Becquerel Andre Vincent 28/05/2013 Vanderkindere 152,00 

Beullens Andre 30/09/2014 DVC 88,00 

Beullens Andre 17/05/2014 De Vuyst 132,00 

Biagetti Alberto 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 300,00 

Biagetti Alberto 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 120,00 

Bilibine Yvan 24/05/2012 The Bru Sale 88,00 

Birdy Freeman 27/05/2013 Cornette de Saint Cyr 100,00 

Bisschops Charles 17/05/2014 De Vuyst 200,00 

Bogaerts Johannes 3/2014 Galerie Berko 446,40 

Bolivar Elsa dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 80,00 

Bonnet Anne 1/03/2014 De Vuyst 144,00 

Boulez Jules 26/10/2013 De Vuyst 112,00 

Boulez Jules 18/11/2014 Vanderkindere 200,00 

Bouraine Marcel 09/12/2013 Amberes 144,00 

Bouraine Marcel dec 2013 Amberes 144,00 

Bouraine Marcel André 2009-2010-2011-2012-2013 Legros 140,00 

Bouvard Antoine 15/06/2014 Bernaerts 176,00 

Bozzato Paolo 3/+4/2013 Galle 172,36 

Brandani Enrico 18/11/2013 Horta 160,00 

Brandy Robert dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 108,00 

Brifaut Henry 17/02/2014 Horta 80,00 

Brion Gysin 23/02/2013 Louiza Auktion 116,00 

Brion Gysin 23/02/2013 Louiza Auktion 96,00 

Brombo Angelo 2011 + maart 2013 Jordaens 104,00 

Brotte Angelo 04/03/2013 Cornette de Saint Cyr 100,00 

Brunin Leon 12/05/2014 Bernaerts 120,00 

Brunin Leon 15/06/2014 Bernaerts 88,00 

Brunin Leon 09/2014 Bernaerts 104,00 

Brunin Léon 10/12/2013 Brussels Art Auctions 88,00 

Brusilowsky Anatoly (Brusilovsky) 04/06/2013 The Bru Sale 116,00 

Burssens Jan 2/2014 Your Art Gallery 136,40 

Burssens Jan 26/10/2013 De Vuyst 104,00


Burssens Jan 26/10/2013 De Vuyst 88,00 

Cahn Marcelle 30/11/2013 Louiza Auktion 260,00 

Cahn Marcelle 30/11/2013 Louiza Auktion 120,00 

Cantre Jozef 4/2013 De Vuyst 156,53 

Cantré Jozef 2011 + maart 2013 Jordaens 104,00 

Cantré Jozef 26/10/2013 De Vuyst 80,00 

Cantré Jozef 26/10/2013 De Vuyst 176,00 

Capacci Bruno 17/03/2014 Bernaerts 80,00 

Capouillé René 26/10/2013 De Vuyst 560,00 

Cardona Llados Juan 2/2012 Berko 408,64 

Careaga Enrique 09/12/2013 Amberes 80,00 

Careaga Enrique dec 2013 Amberes 80,00 

Caron Marcel 22 + 23 oktober 2013 Campo Vlaamse Kaai 80,00 

Carrera Mariano 20/04/2013 Louiza Auktion 124,00 

Cassiers Henri 18/02/2014 Galerie Moderne 152,00 

Cassiers Henri 29/04/2014 Vanderkindere 96,00 

Cavell Marc sept-okt-dec 2012 Louiza Auktion 328,00 

Celice Pierre 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 200,00 

Celice Pierre 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 420,00 

Chardon Germaine 22/10/2013 Galerie Moderne 96,00 

Charles Raphaël 04/03/2013 Cornette de Saint Cyr 200,00 

Charlier Jacques 18/11/2013 Horta 112,00 

Chmaroff Pavel 04/06/2013 The Bru Sale 320,00 

Chmielinski Wladyslaw Horta 112,00 

Claus Hugo 1/03/2014 De Vuyst 104,00 

Claus Hugo 1/03/2014 De Vuyst 132,00 

Clesse Louis 15/01/2013 Vanderkindere 88,00 

Clesse Louis 1/10/2013 Galerie Moderne 80,00 

Clesse Louis 09/09/2014 Galerie Moderne 240,00 

Clesse Louis 26/10/2013 De Vuyst 240,00 

Clesse Louis 18/11/2014 Vanderkindere 136,00 

Clesse Louis (28/02/’12) 2010- 05/2014 De Wit 80,00 

Clesse Louis (28/12/’10) 2010- 05/2014 De Wit 120,00 

Colin Jean 28/05/2013 Galerie Moderne 168,00 

Colorz 27/05/2013 Cornette de Saint Cyr 136,00 

Communal Joseph Victor 20/05/2014 Vanderkindere 92,00 

Cortier Amedee 25/03/2014 Brussels Art Auctions 192,00 



Cortier Amédée 03/06/2013 Cornette de Saint Cyr 128,00 





Cortier Amédée 1/03/2014 De Vuyst 176,00 

Cortier Amédée 15/05/2014 Monsantic 176,00 

Cortier Amédée 2/2014 Lingier 99,17 

Cortier Amédée 2/2014 Lingier 123,97 



Courtens Alfred 26/03/2013 Galerie Moderne 80,00 

Courtens Frans 19/11/2013 Galerie Moderne 260,00


32595 

Courtens Franz 22 + 23 oktober 2013 Campo Vlaamse Kaai 132,00 

Courtens Franz 26/10/2013 De Vuyst 400,00 

Courtens Franz 26/10/2013 De Vuyst 192,00 

Czyzewski Tytus 20/04/2013 Louiza Auktion 108,00 

Dassault Olivier 04/03/2013 Cornette de Saint Cyr 264,00 



Daxhelet Paul 2009-2010-2011-2012-2013 Legros 120,00 

De Beucker Pascal 3/2012 Berko 331,80 

De Beucker Pascal 2013 Berko 363,40 

De Beucker Pascal 2013 Berko 363,40 

De Bie Eugène 20/01/2014 Horta 96,00 

De Bruyn Léon 17/02/2014 Horta 104,00 

De Buck Evariste 2010- 05/2014 De Wit 80,00 

De Clerck Jan 26/10/2013 De Vuyst 160,00 

De Clerck Jan (18/03/’14) 2010- 05/2014 De Wit 120,00 

De Clerck Jan (28/02/’12) 2010- 05/2014 De Wit 80,00 

De Clerck Oscar 26/10/2013 De Vuyst 220,00 

De Cock Jan 4/2013 De Vuyst 317,60 

De Cock Jan 4/2013 Deweer Gallery 573,68 

De Cock Jan 4/2013 Deweer Gallery 559,63 

De Decker Jos 1/03/2014 De Vuyst 880,00 

De Decker Jos 2/2014 Terlinden 103,19 

De Deken Albert 10/12/2013 Bernaerts 100,00 

De Haard Pieter dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 108,00 

De Kat Anne Pierre 17/03/2014 Horta 360,00 

De Kat Anne-Pierre 28/04/2014 Horta 112,00 

De l’Anverre Sem 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 188,00 

De Loose Joz. 26/10/2013 De Vuyst 88,00 

De Pauw Rene 1/03/2014 De Vuyst 200,00 

De Pauw Rene 17/05/2014 De Vuyst 88,00 

De Rudder Liévin Isidore 18/11/2013 Horta 120,00 

De Schutter Jean Louis 26/10/2013 De Vuyst 132,00 

De Troyer Prosper 22 + 23 oktober 2013 Campo Vlaamse Kaai 80,00 

De Vliegher Jan 1/03/2014 De Vuyst 88,00 



De Weert Anna 1/03/2014 De Vuyst 640,00 

De Weert Anna 1/03/2014 De Vuyst 1.760,00 




De Weert Anna 2010-2011-2012-2013 Carlo Bonte 96,00 



Deckers Edward 2010-2011-2012-2013 Carlo Bonte 96,00 

Deckers Emile 20/05/2014 Vanderkindere 88,00 

Deckers Emile 11/2013 + 03/2014 + 04/2014 Rops 88,00 

Deckers Emile 2009-2010-2011-2012-2013 Legros 400,00 



Deckers Emile 2009-2010-2011-2012-2013 Legros 100,00


Declerck Oscar (13/03/’13) 2010- 05/2014 De Wit 80,00 

Degloire Denis 3/+4/2013 Galle 91,00 

Degottex Jean dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 112,00 

Degottex Jean dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 82,12 

Degottex Jean 1/2014 Rodin 200,00 

Dekorte Maurice 28/10/2014 BA auctions 152,00 

Del Marle Félix 30/11/2013 Louiza Auktion 1.020,00 

Delahogue Alexis Auguste 10/12/2013 Bernaerts 112,00 

Demaret Fernand 10/11/2013 Vanderkindere 88,00 



Deroche Benjamin 04/06/2013 The Bru Sale 80,00 

Desserprit Roger 3/+4/2013 Galle 93,52 

Dest 27/05/2013 Cornette de Saint Cyr 116,00 

Dias Cicero 22/06/2013 Louiza Auktion 80,00 

Dorchy Henry jan-april-mei-juni-juli-sept 2013 Rops 120,00 

Drouot Edouard 21/10/2013 Bernaerts 88,00 

Drumaux Angelina 2009-2010-2011-2012-2013 Legros 156,00 

Drumaux Angelina 2009-2010-2011-2012-2013 Legros 132,00 

Drumeaux Angelina 22/06/2014 Rops 380,00 

Dudant Roger 28/05/2013 Vanderkindere 92,00 

Dudant Roger 28/05/2013 Vanderkindere 96,00 

Dudant Roger 23/04/2013 Galerie Moderne 80,00 

Dudant Roger 25/03/2014 DVC 88,00 

Dudant Roger 18/11/2013 Horta 96,00 

Dudant Roger 26/10/2013 De Vuyst 104,00 

Dufy Raoul 11/02/2014 Vanderkindere 420,00 

Dufy Raoul 28/09/2013 Louiza Auktion 80,00 

Dufy Raoul 18/11/2013 Horta 260,00 

Dupuis Maurice 26/02/2013 Vanderkindere 96,00 

Dupuis Maurice 1/03/2014 De Vuyst 112,00 

Dusépulchre 2/2014 Monumental 400,00 

Eijberg André 1/2014 De Vuyst 346,12 

Eluard Paul 16/05/2014 the romantic agony 150,00 

Epstein Henri sept-okt-dec 2012 Louiza Auktion 720,00 

Evrenoff Nico 24/05/2012 The Bru Sale 260,00 

Fayt Harry 07/10/2013 Cornette de Saint Cyr 100,00 

Ferat Serge dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 320,00 

Fièvre Yolande 10/12/2013 Brussels Art Auctions 80,00 

Fini Gianfranco 04/03/2013 Cornette de Saint Cyr 480,00 

Fini Leonor 1/03/2014 De Vuyst 220,00 

Fiot Maximilien Louis 20/04/2013 Louiza Auktion 160,00 

Flouquet Pierre Louis 26/05/2014 Cornette de Saint Cyr 112,00 



Flouquet Pierre-Louis 05/06/2014 Pierre Bergé 120,00 




Folville Robert 15/01/2013 Vanderkindere 112,00 

Fonteyne Jules 2010-2011-2012-2013 Carlo Bonte 272,00 

Freddish dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 100,00


32597 

Frey Alice 17/03/2014 Amberes 280,00 

Frey Alice 05/06/2014 Pierre Bergé 80,00 

Frison Jehan 8/09/2014 Horta 88,00 

Frognier Paul 8/09/2014 Horta 144,00 

Fuchs Ernst 23 + 24 april 2013 Vanderkindere 144,00 

Germain Jacques 23 + 24 april 2013 Vanderkindere 580,00 

Germain Jacques dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 280,00 

Ghysels Jean-Pierre 03/09/2013 Galerie Moderne 144,00 

Gibrat Jean-Pierre 4/2013 9ème regart 100,00 

Guerrier Victor 15/10/2013 Vanderkindere 152,00 

Guerrier Victor 26/03/2013 Galerie Moderne 240,00 

Haesaerts Paul 17/05/2014 De Vuyst 160,00 

Hampel Walter 2/2012 Berko 379,00 

Harta Felix Albrecht dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 140,00 

Hassenteufel Hans 18/11/2013 Horta 88,00 

Hauror (Hautenne Georgette & Rorive 

26/05/2014 Cornette de Saint Cyr 108,00 

Albert) 

Hess Marcel 17/06/2014 Galerie Moderne 128,00 

Heyrman Dr Hugo 1/03/2014 De Vuyst 260,00 

Heyrman Dr Hugo 1/03/2014 De Vuyst 120,00 

Hjorth Axel Einar 12/05/2014 Pierre Bergé 671,00 

Hovelskov Jorgen 25/11/2013 Pierre Bergé 600,00 

Huin René 26/05/2014 Cornette de Saint Cyr 96,00 

Humier Laurence 04/03/2013 Cornette de Saint Cyr 112,00 

Ingels Domien 17/06/2014 Brussels Art Auctions 96,00 

Istrati Alexandre 23/02/2013 Louiza Auktion 260,00 

Jochems Frans 21/10/2013 Bernaerts 720,00 

Jochems Frans 10/12/2013 Bernaerts 200,00 

Joostens Paul 26/10/2013 De Vuyst 176,00 

Jordan Vasilije 17/05/2014 De Vuyst 88,00 

Jordan Vasilije 17/05/2014 De Vuyst 104,00 

Kezanti 3/+4/2013 Galle 176,52 

Kezanti 3/+4/2013 Galle 92,36 

Kezanti 3/+4/2013 Galle 102,08 

Kezanti (Dewulf Dirk) 16/03/2014 Galle 233,04 

Kiff Ken 26/10/2013 De Vuyst 132,00 

Kimpe Reimond 17/05/2014 De Vuyst 200,00 

Klein Paul Georges 17/03/2014 Horta 152,00 



Klein-Moquay Rotraut 30/11/2013 Louiza Auktion 320,00 

Kobo Katarzyna 28/09/2013 Louiza Auktion 600,00 

Kokian 27/05/2013 Cornette de Saint Cyr 116,00 

Korab Karl 01/12/2013 Cornette de Saint Cyr 248,00 

Kremegne Pinchus dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 148,00 

Lacasse Joseph 1/2014 De Vuyst 91,83 

Lacasse Joseph 1/03/2014 De Vuyst 144,00 

Lacasse Joseph 1/03/2014 De Vuyst 112,00 

Lacasse Joseph 03/06/2013 Cornette de Saint Cyr 248,00 



Lambert Camille 2013 Berko 365,16


Langaskens Maurice 19/03/2013 Vanderkindere 124,00 

Langaskens Maurice 10/12/2013 Brussels Art Auctions 600,00 

Langaskens Maurice 17/02/2014 Horta 164,00 





Lantoine fernand 10/12/2013 Vanderkindere 168,00 

Lapchine George 29/10/2011 Louiza Auktion 1.200,00 

Lapchine George 22/06/2013 Louiza Auktion 253,20 

Lapchine George 22/06/2013 Louiza Auktion 840,00 

Larionov Mikhail dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 120,00 

Lavrov Georgij Dmitrievic 17/03/2014 Horta 176,00 

Leduc paul 07/10/2013 Horta 104,00 

Leduc Paul 28/05/2013 Galerie Moderne 380,00 



Leotard Alice 07/10/2013 Horta 88,00 

Lewis Hervé 04/03/2013 Cornette de Saint Cyr 1.200,00 

Lewy Kurt 03/06/2013 Cornette de Saint Cyr 160,00 




Liénard De Saint-Délis Henri 15/10/2013 Vanderkindere 92,00 

Linke Kai 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 104,00 

Lino Gustave 11/02/2014 Vanderkindere 232,00 

Lipchytz Samuel 07/10/2013 Horta 144,00 

Lopez Cabrera Richard 2013 Berko 86,74 

Lubaki Albert 01/12/2013 Cornette de Saint Cyr 880,00 

Lust Celine 3/+4/2013 Galle 91,52 

Luyten Henri Jean 4/2013 De Vuyst 311,67 

Luyten Henri Jean 4/2013 De Vuyst 152,88 

Luyten Henri Jean 17/06/2013 Amberes 268,00 

Luyten Henry 09/12/2013 Amberes 80,00 

Luyten Henry dec 2013 Amberes 80,00 

Lyalin Anton 04/03/2013 Cornette de Saint Cyr 88,00 

Ma Nkondo Ngwala Maving 28/05/2013 Vanderkindere 80,00 

Madelain Gustave 28/09/2013 Louiza Auktion 80,00 

Maertens Médard 26/10/2013 De Vuyst 152,00 

Mangiarotti Angelo 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 180,00 

Manzon Serge 01/12/2013 Cornette de Saint Cyr 208,00 

Marais Milton Victor 17/03/2014 Horta 160,00 

Marais Milton Victor 17/05/2014 De Vuyst 80,00 

Marais-Milton Victor 21/10/2013 Bernaerts 152,00 

Marais-Milton Victor 26/03/2013 Galerie Moderne 128,00 

Marais-Milton Victor 1/10/2013 Galerie Moderne 160,00 

Marais-Milton Victor 2009-2010-2011-2012-2013 Legros 180,00 

Marais-Milton Victor 2010-2011-2012-2013 Carlo Bonte 88,00 

Marin Jacques 17/06/2014 Brussels Art Auctions 152,00 

Marquet Albert 20/04/2013 Louiza Auktion 1.951,24 

Martin Alex-Louis 18/10/2014 Pierre Bergé 80,00 

Marty Enrique 2/2014 Deweer 535,79


32599 

Marty Enrique 2/2014 Deweer 1.039,65 

Maryan Pincas Burstein dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 84,00 

Massonet 2013 Berko 135,88 

Mattis-Teutsch Hans 29/10/2011 Louiza Auktion 88,00 

Maury Jean-Pierre 26/02/2013 Vanderkindere 80,00 

Mc Ghie John 12/05/2014 Bernaerts 120,00 

Mecatti Dario 20/10/2014 Bernaerts 88,00 

Mees Guy 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 112,00 

Mela-Muter Maria sept-okt-dec 2012 Louiza Auktion 2.480,00 

Mela-Muter Maria dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 680,00 

Meynart Maurice 18/11/2013 Horta 112,00 

Michaux Henri dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 320,00 

Michaux Henri 26/05/2014 Cornette de Saint Cyr 640,00 

Michaux Henri 17/01/2011 Galerie Moderne 96,00 

Michiels Robert 1/03/2014 De Vuyst 88,00 

Milde Jeanne Louise 16/12/2013 Horta 104,00 

Milioti Nicolaï 04/06/2013 The Bru Sale 120,00 



Milton Marais Victor jan-april-mei-juni-juli-sept 2013 Rops 160,00 

Moerman Jean-Luc 01/12/2013 Cornette de Saint Cyr 272,00 

Moerman Jean-Luc dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 152,00 

Moncys Antanas 18/03/2014 Galerie Moderne 136,00 

Montald Constant 17/03/2014 Horta 136,00 

Montald Constant 05/06/2014 Pierre Bergé 260,00 

Montald Constant 26/10/2013 De Vuyst 96,00 

Montald Constant 17/05/2014 De Vuyst 240,00 

Moravec Benjamin 4/2013 Deweer Gallery 280,84 

Moravec Benjamin 2/2014 Deweer 372,99 

Moreau Max 28/04/2014 Horta 96,00 

Moreau Max Leon feb 2014 Monsantic 80,00 

Mosbacher Aloïs dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 100,00 

Muter Marie Mela 30/11/2013 Louiza Auktion 440,00 

Muzika Frantisek 1/03/2014 De Vuyst 440,00 

Mwenze Kibwanga 28/05/2013 Vanderkindere 208,00 

Nadir Alfonso 15/01/2013 Vanderkindere 80,00 

Narrebout Marianne 27/04/2014 + 25/05/2014 Galle 165,28 

Newton Helmut 04/03/2013 Cornette de Saint Cyr 80,00 

Newton Helmut 04/03/2013 Cornette de Saint Cyr 1.320,00 



Nitsche Frank 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 312,00 

Orloff Alexander 10/09/2013 Vanderkindere 80,00 

Orloff Amexandre 24/05/2012 The Bru Sale 160,00 

Ortéga José 18/02/2014 Galerie Moderne 80,00 

Ost Alfred dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 80,00 

Paerels Willem 26/02/2013 Vanderkindere 80,00 

Paerels Willem 07/10/2013 Horta 200,00 

Paerels Willem 16/12/2013 Horta 112,00 

Parent Roger 1/03/2014 De Vuyst 240,00 

Parent Roger 17/06/2014 Brussels Art Auctions 168,00 

Parra Ginés 15/10/2013 Vanderkindere 136,00


Pasqua Philippe 01/12/2013 Cornette de Saint Cyr 160,00 




Pasqua Philippe 01/12/2013 Cornette de Saint Cyr 1.000,00 

Pasqua Philippe dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 140,00 


Patterson Ambrose 2009-2010-2011-2012-2013 Legros 96,00 

Patterson Ambrose 28/10/2014 BA auctions 136,00 

Peeters Jozef 03/06/2013 Cornette de Saint Cyr 208,00 

Peeters Jozef 17/03/2014 Bernaerts 680,00 

Peské Jean 21/01/2014 Galerie Moderne 120,00 

Peské Jean 29/10/2011 Louiza Auktion 152,00 

Peské Jean 29/04/2014 Vanderkindere 120,00 

Piemonte Carmen dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 80,00 

Pili Pili (Molongoyi) 11/2013 + 03/2014 + 04/2014 Rops 80,00 

Pili-Pili (Mulongoyi) 2/2012 Rops 96,00 

Pimenov Y(u)ri 24/05/2012 The Bru Sale 120,00 

Pinel Michel 26/05/2014 Cornette de Saint Cyr 320,00 

Pirenne Maurice 2009-2010-2011-2012-2013 Legros 88,00 

Piron Leo 1/03/2014 De Vuyst 120,00 




Piron Leo 2010-2011-2012-2013 Carlo Bonte 104,00 



Pistoletto Michelangelo 11/12/2013 Mosan 96,00 

Pistoletto Michelangelo 17/05/2014 De Vuyst 192,00 

Pistolletto Michelangelo 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 140,00 

Plomteux Léopold 20/03/2013 Mosan 152,00 

Plomteux Léopold 26/05/2014 Cornette de Saint Cyr 192,00 

Pomodoro Arnaldo 20/01/2014 Horta 200,00 

Poot Rik 17/05/2014 De Vuyst 960,00 

Poreau Oswald 19/11/2013 Galerie Moderne 88,00 

Proost Alfons 17/03/2014 Bernaerts 300,00 

Quadens Pol 05/06/2014 Pierre Bergé 240,00 

Quadens Pol 05/06/2014 Pierre Bergé 240,00 

Ransy Jean 17/03/2014 Horta 112,00 

Raty Albert 07/10/2013 Horta 104,00 

Raty Albert 26/03/2013 Galerie Moderne 160,00 

Raty Albert 26/03/2013 Galerie Moderne 88,00 

Raty Albert dec 2013 Legros 260,00 

Raty Albert 2S2012 Rops 96,00 

Raty Albert 2S2012 Rops 96,00 

Raty Albert 17/02/2014 Horta 80,00 

Raty Albert 29/04/2014 Vanderkindere 256,00 

Raty Albert 2009-2010-2011-2012-2013 Legros 320,00 

Raty Albert 2009-2010-2011-2012-2013 Legros 110,00 

Ravasco Alfredo 18/11/2013 Horta 96,00 

Rem (Raymond Coninckx) 26/10/2013 De Vuyst 80,00 

Reth Alfred dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 300,00


32601 

Richir Herman (28/12/’10) 2010- 05/2014 De Wit 80,00 

Ridola Mario 07/10/2013 Horta 800,00 

Roidot Henri 17/03/2014 Horta 88,00 

Romeda Bruno 18/11/2013 Horta 112,00 

Rosalie 3/+4/2013 Galle 83,00 

Roubtzoff Alexandre 23 + 24 april 2013 Vanderkindere 80,00 

Roubtzoff Alexandre 04/06/2013 The Bru Sale 476,00 

Rousseau Victor 22/10/2013 Galerie Moderne 136,00 

Rousseau Victor 22/04/2014 Brussels Art Auctions 451,20 

Rousseau Victor Horta 160,00 

Rousseau Victor 07/10/2014 Vanderkindere 80,00 

Rousseau Victor 8/09/2014 Horta 160,00 

Rozsda Endre 18/11/2013 Horta 800,00 

Rozsda Endre 18/11/2013 Horta 216,00 

Sacharoff Olga 15/10/2013 Vanderkindere 120,00 

Saladin Alphonse 17/02/2014 Horta 340,00 

Sarpaneva Timo 24/06/2013 Cornette de Saint Cyr 84,00 

Sauter Rik 23/06/2014 Amberes 120,00 

Schlicht Georg 14/01/2014 Vanderkindere 88,00 

Schrobiltgen Paul 03/06/2013 Cornette de Saint Cyr 160,00 

Senkin Sergei 04/06/2013 The Bru Sale 400,00 

Seysse Auguste 17/06/2014 Horta 300,00 

Simone 17/02/2014 Horta 112,00 

Slepychev Anatoli 04/06/2013 The Bru Sale 152,00 

Slepychev Anatoli 04/06/2013 The Bru Sale 140,00 

Smeers Frans 28/04/2014 Horta 192,00 

Smeers Frans 17/06/2014 Vanderkindere 400,00 

Smorenberg Dirk 2010-2011-2012-2013 Carlo Bonte 128,00 

Sonrel Elisabeth 3/2012 Berko 600,40 

Soudeikine Serge(y) 24/05/2012 The Bru Sale 380,00 

Soudeikine Sergei 18/03/2014 Vanderkindere 340,00 

Spark Benjamin 27/05/2013 Cornette de Saint Cyr 248,00 

Steven Fernand 17/03/2014 Bernaerts 360,00 

Steven Fernand 17/03/2014 Bernaerts 280,00 

Steven Fernand 25/09/2014 Legros 200,00 

Stevens Agapit 11/12/2013 Mosan 96,00 

Strakhov Piotr 04/06/2013 The Bru Sale 128,00 

Styka Tadeusz 17/06/2014 Horta 120,00 

Sweetlove William 03/06/2013 Cornette de Saint Cyr 88,00 

Sweetlove William 18/02/2014 Galerie Moderne 80,00 

Sweetlove William 14/10/2014 Galerie Moderne 96,00 

Swennen Walter 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 600,00 

Swennen Walter 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 200,00 

Swimberghe Gilbert 26/05/2014 Cornette de Saint Cyr 104,00 

Swimberghe Gilbert 2010-2011-2012-2013 Carlo Bonte 104,00 

Sychkov Feodor Vasilievich 04/06/2013 The Bru Sale 84,00 

Szymkowicz Charles 26/10/2013 De Vuyst 112,00 

Tancredi Parmeggiani 26/10/2013 De Vuyst 960,00 

Tapies Antoni 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 800,00 

Tapies Antonio 27/04/2014 + 25/05/2014 Galle 94,24 

Tapies Antonio 1/2014 Artpartout 110,00 

Tapta (Kowalski Maria) 20/05/2014 Galerie Moderne 80,00


Tatarnikov George Pavlovich 20/03/2012 Galerie Moderne 160,00 

Tavernier Armand 1/03/2014 De Vuyst 176,00 

Tercafs Jeanne 17/03/2014 Horta 280,00 

Terzian Georges sept-okt-dec 2012 Louiza Auktion 140,00 

Thomas Henri Horta 640,00 

Thomas Henri Joseph 17/06/2014 Vanderkindere 520,00 

Thygesen Axel 12/05/2014 Pierre Bergé 412,92 

Toledo Francisco sept-okt-dec 2012 Louiza Auktion 128,00 

Tonny Kristians 17/05/2014 De Vuyst 132,00 

Toussaint Fernand 10/12/2013 Brussels Art Auctions 104,00 

Toussaint Fernand 10/12/2013 Brussels Art Auctions 200,00 

Toussaint Fernand 19/11/2013 Galerie Moderne 220,00 



Toussaint Fernand 4/2013 De Kunstkamer 100,00 

Toussaint Fernand 2S2012 Rops 380,00 

Toussaint Fernand 2S2012 Rops 96,00 

Toussaint Fernand 23/06/2014 Amberes 720,00 

Toussaint Fernand 17/06/2014 Horta 680,00 

Toussaint Fernand 05/06/2014 Pierre Bergé 152,00 

Toussaint Fernand 3/2014 Galerie Berko 588,58 



Toussaint Fernand 28/10/2014 BA auctions 136,00 

Toussaint Fernand 20/10/2014 Bernaerts 200,00 

Toussaint Fernand 18/11/2014 Vanderkindere 216,00 

Trompeneers Karel 20/10/2014 Bernaerts 260,00 

Tuerlinckx Joëlle 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 152,00 

Tytgat Medard 28/10/2014 BA auctions 120,00 

Tytgat Medard (13/06/’10) 2010- 05/2014 De Wit 80,00 

Van Boeckel Lode (Louis) 15/06/2014 Bernaerts 104,00 

Van Boeckel Lodewijck 2011 + maart 2013 Jordaens 112,00 

Van Bossche Guy 1/03/2014 De Vuyst 240,00 

Van De Leene Jules 17/06/2014 Horta 360,00 

Van Dievort Louis Charles 12/05/2014 Bernaerts 80,00 

Van Doorslaer Etienne 19/11/2013 Galerie Moderne 80,00 

Van Doorslaer Etienne 16/03/2014 Galle 126,44 

Van Doorslaer Etienne 3/+4/2013 Galle 125,24 

Van Imschoot Jan 26/10/2013 De Vuyst 880,00 

Van Meegeren Han 10/12/2013 Bernaerts 88,00 

Van Mens Isidore 19/11/2013 Galerie Moderne 220,00 

Van Mens Isidore 17/02/2014 Horta 660,00 

Van Rijswijck Thierry 21/10/2013 Bernaerts 2.150,00 

Van Rijswijck Thierry 21/10/2013 Bernaerts 224,00 

Van Rijswijck Thierry 10/12/2013 Bernaerts 200,00 

Van Rijswijck Thierry 16/10/2013 Mosan 144,00 

Van Rijswijck Thierry 20/04/2013 Louiza Auktion 160,00 

Van Rijswijck Thierry 28/09/2013 Louiza Auktion 200,00 

Van Saene Maurits 17/05/2014 De Vuyst 200,00 

Van Saene Maurits 17/05/2014 De Vuyst 220,00 

Van Sassenbrouck Achiel (27/12/’11) 2010- 05/2014 De Wit 80,00 

Van Sassenbrouck Achille 17/03/2014 Amberes 104,00


32603 

Van Severen Dan 1/2014 Rodin 150,00 

Van Velde Geer 4/2013 Harold t Kint 386,08 

Van Velde Geer 2/2014 De Vuyst 328,20 

Varenne Alex 3/2013 9ème Regart 135,60 

Vasily Elkin 04/06/2013 The Bru Sale 84,00 

Verbrugghe Charles 2010-2011-2012-2013 Carlo Bonte 288,00 

Vercammen Wout 21/10/2013 Bernaerts 80,00 






Vercammen Wout 1/03/2014 De Vuyst 120,00 

Verhaeghen Fernand jan-april-mei-juni-juli-sept 2013 Rops 104,00 

Verjans Raf 26/05/2014 Cornette de Saint Cyr 120,00 

Verstraeten Edmond 1/03/2014 De Vuyst 104,00 

Verstraeten Edmond 4/2013 De Vuyst 113,06 



Vertessen Liliane 1/03/2014 De Vuyst 96,00 

Vervisch Godfried 1/2014 Paul Van Huyse Invest 189,60 

Vervisch Jean dec 2011 en feb-april-juni 2012 Louiza Auktion 82,00 

Vonck Ferdinand 1/03/2014 De Vuyst 132,00 

Vonck Ferdinand 26/05/2014 Cornette de Saint Cyr 84,00 

Walker David 27/05/2013 Cornette de Saint Cyr 84,00 

Watelet C.J. jan-april-mei-juni-juli-sept 2013 Rops 88,00 

Watelet Charles 10/12/2013 Brussels Art Auctions 440,00 

Watelet Charles Joseph 16/12/2013 Horta 200,00 

Watelet Charles Joseph 18/11/2014 Vanderkindere 160,00 

Welvaert Ernest 28/04/2014 Horta 1.800,00 

Welvaert Ernest 2010 - juni 2014 Pictura 120,00 

Welvaert Ernest 17/05/2014 De Vuyst 132,00 

West Franz 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 168,00 

West Franz 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 92,00 

Whettnall Sophie 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 80,00 

Wickenburg Alfred 28/05/2013 Vanderkindere 540,00 

Wickenburg Alfred 28/05/2013 Vanderkindere 92,00 

Wijnants Sander 17/06/2014 Brussels Art Auctions 144,00 

Wijs Stan 3/+4/2013 Galle 233,04 

Wilder André 29/10/2011 Louiza Auktion 164,00 

Wilding Ludwig 18/04/2013 Pierre Bergé 160,00 

Wilding Ludwig sept-okt-dec 2012 Louiza Auktion 600,00 

Willequet André 26/05/2014 Cornette de Saint Cyr 128,00 

Willequet André 26/05/2014 Cornette de Saint Cyr 180,00 

Witterwulghe Joseph Horta 124,00 

Woodgate Terence 30/03/2014 Cornette de Saint Cyr 128,00 

Wou Ki Zao 07/10/2013 Horta 152,00 

Wou-Ki Zao 26/10/2013 De Vuyst 192,00 

Wretling Otto 24/06/2013 Cornette de Saint Cyr 300,00 

Yvore Cristof 1/03/2014 De Vuyst 380,00 

Zanon Carlo 30/11/2013 Louiza Auktion 84,00 

Zanon Carlo 30/11/2013 Louiza Auktion 100,00




Zao Wou Ki 17/06/2014 Brussels Art Auctions 144,00 

Zao Wou Ki 8/09/2014 Horta 80,00 

Zurstrassen Yves 05/06/2014 Pierre Bergé 340,00 

Zurstrassen Yves 05/06/2014 Pierre Bergé 280,00 

Zurstrassen Yves 2009-2010-2011-2012-2013 Legros 88,00 

Zurstrassen Yves 2S2012 Rops 104,00 

(13848) 

Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 53, 1000 Brussel. 

Directeur : Wilfried VERREZEN

1EY8kRI

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?