17.11.2012 Views

download de pdf-versie - Erfgoedcel Hasselt

download de pdf-versie - Erfgoedcel Hasselt

download de pdf-versie - Erfgoedcel Hasselt

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

HENDRIK VAN VELDEKE<br />

HET GRAAFSCHAP LOON EN DE ROMAANSE KUNST<br />

Lesbrief voor het secundair on<strong>de</strong>rwijs, twee<strong>de</strong> graad, geschie<strong>de</strong>nis


Voorwoord<br />

Viva Vel<strong>de</strong>ke, een boeiend literair en kunsthistorisch project rond Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke, was voor<br />

<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke musea van <strong>Hasselt</strong>, <strong>de</strong> <strong>Hasselt</strong>se erfgoedcel en <strong>de</strong> lerarenopleidingen van verschillen<strong>de</strong><br />

hogescholen <strong>de</strong> aanleiding voor een intensieve samenwerking gericht op sensibilisering rond erfgoed in het<br />

on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke, <strong>de</strong> 12<strong>de</strong>-eeuwse dichter die geboren werd in Spalbeek, in het graafschap Loon, staat<br />

aan <strong>de</strong> wieg van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse literatuur. Hij is <strong>de</strong> eerste auteur van teksten in wat we vandaag <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse taal noemen. Hij schreef en werkte ook in het huidige Ne<strong>de</strong>rland en duitsland. Zijn verhalen<br />

en gedichten, talenkennis en uitzon<strong>de</strong>rlijke reislust maken hem een ‘Europeaan avant la lettre’.<br />

Voor kin<strong>de</strong>ren en jongeren is Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke een monument, een straat- en pleinnaam. Maar hij is<br />

meer dan dat. Vel<strong>de</strong>ke is een figuur die hen kan laten kennismaken met het erfgoed in <strong>de</strong> stad en met <strong>de</strong> taal<br />

die ze spreken. He<strong>de</strong>n en verle<strong>de</strong>n komen zo samen.<br />

Twee tentoonstellingen - Peren op <strong>de</strong> beuken. Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke en zijn tijd (Het Stadsmus) en Dichter tussen<br />

rid<strong>de</strong>rs en jonkvrouwen (Literair Museum) – geven een introductie in het werk en <strong>de</strong> wereld van Vel<strong>de</strong>ke.<br />

Voor <strong>de</strong> diverse leeftijdsgroepen ontwikkel<strong>de</strong>n docenten en stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> lerarenopleidingen van<br />

<strong>de</strong> XIoS Hogeschool, van <strong>de</strong> KHlim, en van <strong>de</strong> PHL samen met enkele leerkrachten en <strong>de</strong> educatieve<br />

dienst van <strong>de</strong> <strong>Hasselt</strong>se musea lesbrieven. Professor Jef Janssens en zijn team staan garant voor <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> tentoonstellingen. <strong>de</strong> uitgewerkte lesbrieven zijn zowel een mogelijke<br />

begeleiding voor een bezoek aan <strong>de</strong> tentoonstellingen als een introductie in <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> 12<strong>de</strong> en 1 <strong>de</strong><br />

eeuw en <strong>de</strong> invloed van van Vel<strong>de</strong>ke op <strong>de</strong> taal en literatuur.<br />

we hopen dat vele leerkrachten en hun leerlingen van het lager en het secundair on<strong>de</strong>rwijs dankzij <strong>de</strong><br />

lesbrieven <strong>de</strong> weg zullen vin<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> wortels van hun taal en literatuur.<br />

Lieve Pollet<br />

Schepen van Cultuur en on<strong>de</strong>rwijs<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS •


INHoudSTafEL<br />

Toelichting 6<br />

achtergrondinformatie: wie was Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke? 7<br />

achtergrondinformatie: <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het graafschap Loon in Europees perspectief 9<br />

achtergrondinformatie: ottoonse en romaanse kunst 20<br />

Lessuggestie 1: <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het graafschap Loon (ca. 1020-1796) 2<br />

Lessuggestie 2: Kunst ten tij<strong>de</strong> van Vel<strong>de</strong>ke in het graafschap Loon (ca. 11 0-1200) 1<br />

Bronnen bij lessuggestie 1<br />

Bronnen bij lessuggestie 2 46<br />

Bronverwijzingen<br />

Bibliografie 4<br />

Colofon<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS •


ToELICHTINg<br />

Hierbij vindt u voor het secundair on<strong>de</strong>rwijs twee ‘lesbrieven’ met on<strong>de</strong>rwerpen die nauw aansluiten bij <strong>de</strong><br />

figuur van Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke (voor 11 0-1190/1210), maar niet expliciet over hem gaan. daarnaast is er in<br />

<strong>de</strong>ze bun<strong>de</strong>l ook achtergrondinformatie voorzien, op het niveau van <strong>de</strong> leerkracht. Tenslotte kan u foto’s en<br />

teksten vin<strong>de</strong>n, die als bronnen bij <strong>de</strong>ze lessen kunnen aangewend wor<strong>de</strong>n.<br />

<strong>de</strong> eerste lesbrief dient om leerlingen van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> (en eventueel als thema in <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>) graad kennis<br />

te laten maken met <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het graafschap Loon (en prinsbisdom Luik), waar Hendrik van<br />

Vel<strong>de</strong>ke waarschijnlijk geboren is en een tijd verbleven heeft. Niet <strong>de</strong> figuur van Vel<strong>de</strong>ke staat centraal, maar<br />

wel <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van een graafschap dat ongeveer overeenkomt met <strong>de</strong> provincie Belgisch Limburg, dat<br />

tussen ca. 1020 en 1 66 een leen was van het prinsbisdom Luik en van 1 66 tot <strong>de</strong> franse revolutie <strong>de</strong>el<br />

uitmaakte van dit prinsbisdom en met <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis daarvan nauw verbon<strong>de</strong>n was.<br />

<strong>de</strong>ze kennis is nuttig en zelfs onontbeerlijk omdat in <strong>de</strong> meeste handboeken voor geschie<strong>de</strong>nis van het<br />

secundair on<strong>de</strong>rwijs in Vlaan<strong>de</strong>ren (en in Ne<strong>de</strong>rland) bei<strong>de</strong> historische entiteiten niet of nauwelijks aan bod<br />

komen. Twee van <strong>de</strong> tien Belgische provincies lijken geen historische ontwikkeling te hebben doorgemaakt!<br />

Niets is min<strong>de</strong>r waar. <strong>de</strong>ze veronachtzaming is groten<strong>de</strong>els te verklaren door het feit dat bei<strong>de</strong> entiteiten<br />

nooit – op enkele jaren na in <strong>de</strong> 1 <strong>de</strong> eeuw – tot <strong>de</strong> Bourgondische, Spaanse of oostenrijkse Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n<br />

hebben behoord, maar tot het duitse rijk, meer bepaald vanaf 1 12 (en 1 48, Transactie van augsburg) tot<br />

<strong>de</strong> westfaalse Kreits.<br />

Het nieuwe België kwam tot stand in 18 0 en nu waren Loon (huidige Limburg) en Luik wel opgenomen.<br />

<strong>de</strong> geschiedschrijving en het geschie<strong>de</strong>nison<strong>de</strong>rwijs wer<strong>de</strong>n daarna bijna uitsluitend vanuit een Belgisch<br />

standpunt of vanuit het gezichtspunt van <strong>de</strong> historische Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n aangereikt. Luik en Loon kwamen<br />

nauwelijks ter sprake. En dat is ten <strong>de</strong>le nog zo … Noch vanuit <strong>de</strong> ‘va<strong>de</strong>rlandse’, noch vanuit <strong>de</strong> duitse<br />

geschiedschrijving is veel aandacht naar <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n uitgegaan, die he<strong>de</strong>n het grootste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Euregio<br />

uitmaken, een regio die in toenemen<strong>de</strong> mate (opnieuw) socio-economische en culturele ban<strong>de</strong>n smeedt. wij<br />

beweren niet dat er geen historisch on<strong>de</strong>rzoek is gevoerd, maar <strong>de</strong> resultaten daarvan stromen niet genoeg<br />

naar het on<strong>de</strong>rwijs door.<br />

omdat Loon en Luik in een regio lagen tussen en in an<strong>de</strong>re grote culturen, zoals <strong>de</strong> franse, <strong>de</strong> duitse en<br />

die van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, ken<strong>de</strong>n ze toch een boeien<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis. <strong>de</strong> uitwisseling en contacten met<br />

<strong>de</strong>ze regio’s beteken<strong>de</strong> verrijking en vernieuwing voor Loon. Maar door <strong>de</strong> centrale en strategische ligging<br />

beteken<strong>de</strong> dat ook veel oorlog en verarming. Voor leerlingen kan <strong>de</strong>ze geschie<strong>de</strong>nis ook zeer zinvol als<br />

instap gebruikt wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> rijke duitse geschie<strong>de</strong>nis te leren kennen.<br />

daarom is <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> les eveneens zinvol. Zij beperkt zich tot <strong>de</strong> belangrijkste kenmerken van <strong>de</strong><br />

bouwkunst en beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunsten ten tij<strong>de</strong> van Vel<strong>de</strong>ke, <strong>de</strong> (laat-)romaanse kunst.<br />

Vroegmid<strong>de</strong>leeuwse cultuur en kunst wor<strong>de</strong>n normaal verworven in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> graad. <strong>de</strong>ze lessuggestie<br />

wil echter bijzon<strong>de</strong>re aandacht beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> romaanse stijlkenmerken en iconografie<br />

op <strong>de</strong> Maaslandse en rijnlandse kunst: <strong>de</strong> Euregio was in het verle<strong>de</strong>n immers een boeien<strong>de</strong> smeltkroes van<br />

verschillen<strong>de</strong> invloe<strong>de</strong>n. recent is overigens nog aangetoond dat bijvoorbeeld <strong>de</strong> Maaslandse miniatuurkunst<br />

– en dat brengt ons opnieuw in <strong>de</strong> omgeving van Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke – toonaangevend was voor een groot<br />

<strong>de</strong>el van Europa. Men moet daarbij ook in rekening brengen dat het bisdom Luik (niet het prinsbisdom)<br />

en zijn kerkelijke cultuur zich tot 1 9 uitstrekte over grote <strong>de</strong>len van Luik, Limburg, Brabant en zelfs<br />

Henegouwen: zelfs <strong>de</strong> Sint-gertrudisabdij van Nijvel is in Maaslandse stijl gebouwd.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 6


aCHTErgroNdINforMaTIE: wIE waS HENdrIK VaN VELdEKE?<br />

Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke wordt gezien als <strong>de</strong> eerste dichter die literatuur bedreef in een taal die als Ne<strong>de</strong>rlands<br />

beschouwd kan wor<strong>de</strong>n. Hij heeft met zijn gedichten zelfs bijgedragen tot <strong>de</strong> vorming van het Ne<strong>de</strong>rlands,<br />

nl. het westne<strong>de</strong>rfrankisch of kortweg het Limburgs; maar dan gezuiverd van dialectische eigenaardighe<strong>de</strong>n.<br />

Vel<strong>de</strong>ke zou hiervan <strong>de</strong> schriftvormen en zelfs <strong>de</strong> grammatica bepaald hebben. Een duitse tijdgenoot,<br />

gottfried von Strassburg, dichtte over hem:<br />

er impete daz êrste ris<br />

in tuitescher zungen<br />

dâ von sit erste ersprungen<br />

van <strong>de</strong>n die bluomen kâmen.<br />

(hij entte <strong>de</strong> eerste loot op <strong>de</strong> dietse tongval, waaruit takken ontsprongen die bloemen voortbrachten)<br />

Nochtans behoort het oudst gevon<strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlands versje (2 <strong>de</strong> helft 11 <strong>de</strong> eeuw) niet aan hem toe:<br />

Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu uuat unbidan uue nu<br />

(alle vogels zijn aan nesten begonnen, behalve ik en jij, wat wachten wij nu)<br />

<strong>de</strong> schrijver van dit versje (een monnik) is echter onbekend. Het duidt echter wel op volgen<strong>de</strong><br />

veron<strong>de</strong>rstelling: er wer<strong>de</strong>n al lie<strong>de</strong>ren in onze taal geschreven of in ie<strong>de</strong>r geval gezongen vóór Vel<strong>de</strong>ke. Hier<br />

is echter geen spoor van terug te vin<strong>de</strong>n. Intussen blijft Vel<strong>de</strong>ke wel <strong>de</strong> eerste bij naam beken<strong>de</strong> schrijver<br />

uit <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse letterkun<strong>de</strong>. Hij was een ‘Europeaan avant la lettre’ omwille van zijn talenkennis,<br />

uitzon<strong>de</strong>rlijke reislust en vroege interculturele vaardighe<strong>de</strong>n. Hij was <strong>de</strong> eerste dietse dichter met Europese<br />

allures.<br />

o Vel<strong>de</strong>kermolen in Spalbeek, <strong>Hasselt</strong> o Ge<strong>de</strong>nkplaat aan <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>kermolen<br />

Veel weten we niet over hem, en wat we weten berust vooral op veron<strong>de</strong>rstellingen.<br />

Zo is zijn precieze geboortedatum onbekend, maar we weten wel dat hij geboren is in “Vel<strong>de</strong>ken” – zoals<br />

uit zijn naam af te lei<strong>de</strong>n is – , een heerlijkheid gelegen tussen Spalbeek en Kermt, bij <strong>Hasselt</strong>. Vandaag blijft<br />

<strong>de</strong> plaatsnaam enkel nog over als naam van een watermolen aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>mer, <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong>kermolen. over plaats of<br />

datum van zijn dood bestaat geen zekerheid. Vel<strong>de</strong>ke was vermoe<strong>de</strong>lijk een jongere zoon van een geslacht<br />

van lage diensta<strong>de</strong>l (ministeriales). dat had als gevolg dat hij niet voor een militaire carrière werd opgeleid,<br />

maar als clericus een geleer<strong>de</strong> scholing ontving. uit zijn werk blijkt een hoge graad van ontwikkeling, zoals<br />

slechts bij een e<strong>de</strong>lman of priester – kon wor<strong>de</strong>n veron<strong>de</strong>rsteld. Hij ken<strong>de</strong> niet alleen zijn eigen moe<strong>de</strong>rtaal<br />

– het Limburgs – maar daarbuiten beheerste hij ook het frans, duits en Latijn. En hij ken<strong>de</strong> zijn Latijnse<br />

klassiekers; zoals blijkt uit <strong>de</strong> vele verwijzingen in zijn werken: Vergilius, ovidius, Statius, …<br />

Toch zijn er ook enkele feiten over hem bekend. Vooreerst zijn verblijf aan het hof van <strong>de</strong> graaf van<br />

Loon, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> hoe<strong>de</strong> van gravin agnes. waarschijnlijk heeft Vel<strong>de</strong>ke aan dit hof ook zijn leerschool in <strong>de</strong><br />

rid<strong>de</strong>rlijkheid doorgemaakt.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 7


Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke schreef tussen 116 en 1190. Zijn (vermoe<strong>de</strong>lijk) eerste werk - bewaard in<br />

het Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rlands - schreef Vel<strong>de</strong>ke omstreeks 1170 in opdracht van gravin agnes van Loon: <strong>de</strong><br />

Servaaslegen<strong>de</strong>.<br />

geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> 12<strong>de</strong> eeuw streef<strong>de</strong>n <strong>de</strong> graven van Loon ernaar hun gebied te vergroten.<br />

Een van <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n waar <strong>de</strong> Loonse graven hun oog op had<strong>de</strong>n laten vallen, was het Maastrichtse rijkskapittel van<br />

Sint-Servatius. dat <strong>de</strong>el van Maastricht was echter ‘eigendom’ van <strong>de</strong> duitse keizers. om dit gebied in han<strong>de</strong>n te<br />

kunnen krijgen, moesten ze dus op een goed blaadje bij <strong>de</strong> keizer komen te staan. Een volkstalige heiligenlegen<strong>de</strong>,<br />

waarin dan bovendien <strong>de</strong> duitse keizers doorlopend voor hun Servaas<strong>de</strong>votie wer<strong>de</strong>n geprezen, kon daarbij alleen<br />

maar helpen.<br />

Vervolgens verliet Hendrik het hof van Loon en trok naar het hof van Kleef, waar hij - geïnspireerd door<br />

Vergilius en ovidius - aan zijn Eneas begon. Bijna <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> tekst in <strong>de</strong>ze roman wordt ingenomen door<br />

lief<strong>de</strong>sscènes; bij Vel<strong>de</strong>ke heeft <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> nog aan belang gewonnen. Vooral met <strong>de</strong> onrust en ongemakken van<br />

<strong>de</strong> ontluiken<strong>de</strong> lief<strong>de</strong>, <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> ovidiaanse lief<strong>de</strong>spathologie (<strong>de</strong> lief<strong>de</strong> als een ziekte: niet kunnen eten<br />

of slapen, zweten, koortsgevoelens, …), heeft Vel<strong>de</strong>ke een nieuw register in <strong>de</strong> dietse letterkun<strong>de</strong> geopend.<br />

In 117 werd het werk, op <strong>de</strong> bruiloft van gravin Margareta, gestolen. Blijkbaar was het werk bedoeld voor<br />

landgraaf Lo<strong>de</strong>wijk III van Thüringen, maar het werd <strong>de</strong> dichter ontstolen door een aartsvijand van <strong>de</strong><br />

landgraaf, een zekere Hendrik I van Schwarzburg. Het was pas na <strong>de</strong> dood van Lo<strong>de</strong>wijk III dat het werk<br />

weer boven water kwam en Vel<strong>de</strong>ke negen jaar later naar Thüringen werd geroepen om zijn roman te<br />

voltooien. ook hier was zijn betrokkenheid bij het keizerlijk milieu groot.<br />

Vel<strong>de</strong>ke was geen doorsnee zanger, die met zijn lie<strong>de</strong>ren ie<strong>de</strong>reen wil<strong>de</strong> bereiken. Zijn teksten<br />

veron<strong>de</strong>rstellen heel wat voorkennis en zijn vaak zó subtiel, dat ze wel bestemd moesten zijn voor een<br />

aristocratisch publiek van kenners. dat staat in schril contrast met het beeld dat wij vaak hebben van<br />

mid<strong>de</strong>leeuwse lie<strong>de</strong>rendichters: zwerven<strong>de</strong> zangers, troubadours die met staf en een tas vol boekenrollen<br />

hun kunst bij het gewone volk aan <strong>de</strong> man brachten. armoedig, maar vrij.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 8


aCHTErgroNdINforMaTIE:<br />

dE gESCHIEdENIS VaN HET graafSCHaP LooN IN EuroPEES PErSPECTIEf 1<br />

1. Inleiding<br />

door dr. Jan Vaes<br />

Met <strong>de</strong>ze tekst willen we enkele lijnen uitzetten om <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het graafschap Loon te plaatsen en<br />

te begrijpen.<br />

Eerst on<strong>de</strong>rzoeken we kort <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse instellingen. Ze zijn immers bijna ongewijzigd gebleven tot<br />

<strong>de</strong> franse revolutie, dus ook wanneer het graafschap Loon opgenomen was in het prinsbisdom Luik. Ze<br />

wer<strong>de</strong>n hoogstens overkoepeld door centrale instellingen vanaf <strong>de</strong> 16<strong>de</strong> eeuw, in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van het<br />

vorstelijk absolutisme. <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse instellingen <strong>de</strong>kken dus een perio<strong>de</strong> van 1000 jaren.<br />

daarna bespreken we <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van Loon. Het is echter onmogelijk <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van een kleine<br />

regio als Loon (en Luik) te schetsen, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Europese geschie<strong>de</strong>nis en haar krachtlijnen te begrijpen.<br />

Loon, gullik, gelre, het Prinsbisdom Luik, het hertogdom Brabant en het graafschap Vlaan<strong>de</strong>ren zijn nooit<br />

aparte ‘staten’ geweest, maar waren relatief kleine en zelfs excentrische <strong>de</strong>len van grotere Europese gehelen.<br />

door het leenstelsel waren vele regio’s on<strong>de</strong>rling door feodale contracten verbon<strong>de</strong>n, zodat men nauwelijks<br />

van staten, lan<strong>de</strong>n of naties kan spreken. Zij zijn pas ontstaan bij <strong>de</strong> liquidatie van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> instellingen tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> franse revolutie.<br />

2. Instellingen van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

2.1. Inleiding<br />

Van essentieel belang is het on<strong>de</strong>rscheid tussen <strong>de</strong> romeinse instellingen en die van <strong>de</strong> westerse<br />

mid<strong>de</strong>leeuwen. Het on<strong>de</strong>rscheid is zo sprekend dat men <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen niet ten volle kan vatten als men<br />

dit contrast niet laat zien. <strong>de</strong> romeinen beschouw<strong>de</strong>n namelijk hun staat als een publieke zaak, een res<br />

publica, in <strong>de</strong> volle betekenis van het woord. dat betekent dat niemand eigenaar van <strong>de</strong> staat was en dat<br />

niemand <strong>de</strong> staat kon vervreem<strong>de</strong>n, ver<strong>de</strong>len, erven. Ze is van ie<strong>de</strong>reen, publiek. Zelfs <strong>de</strong> romeinse keizers<br />

zijn niet <strong>de</strong> eigenaars van <strong>de</strong> staat, zij zijn slechts magistraten, zij het <strong>de</strong> eerste (princeps), die als ambtenaren<br />

<strong>de</strong> res publica dienen. om dit levenslang te kunnen doen, combineert keizer augustus op illegale wijze twee<br />

magistraturen en verlengt telkens hun duur (van één jaar). Zijn opvolgers herhalen dit scenario en blijven<br />

dus magistraten van een publiek goed.<br />

wanneer in 476 <strong>de</strong> romeinse instellingen van het westromeinse rijk groten<strong>de</strong>els ophou<strong>de</strong>n met<br />

functioneren door <strong>de</strong> invallen van <strong>de</strong> germanen en <strong>de</strong> afzetting van <strong>de</strong> laatste westromeinse keizer, neemt<br />

het germaanse recht steeds meer <strong>de</strong> bovenhand. <strong>de</strong>ze ‘rechtsosmose’ blijft duizend jaar bestaan tot aan <strong>de</strong><br />

franse revolutie.<br />

In onze streken vestigen zich vooral franken. Zij organiseren zich in stamverband. aan het hoofd staat een<br />

koning. Bij <strong>de</strong> dood van koning Clovis in 11 wordt het nieuw gevorm<strong>de</strong> frankisch rijk ver<strong>de</strong>eld on<strong>de</strong>r zijn<br />

vier zonen. dat betekent dat het gezag van <strong>de</strong> koning niet politiek-juridisch van oorsprong is, zoals dat van<br />

<strong>de</strong> romeinen, maar patriarchaal, zoals dat van een familieva<strong>de</strong>r die over zijn goe<strong>de</strong>ren, afstammelingen en<br />

on<strong>de</strong>rdanen kan beschikken. Het gezag is patrimoniaal: zelfs <strong>de</strong> schatkist is privébezit van <strong>de</strong> germaanse<br />

koning, evenals het rijk. dit impliceert dat <strong>de</strong> ‘staat’ – in feite een leeg begrip in het germaans <strong>de</strong>nken -, <strong>de</strong><br />

grond en zelfs een ambt geërfd en ver<strong>de</strong>eld kunnen wor<strong>de</strong>n. Men kan ze schenken, kopen, ruilen en lenen.<br />

<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling bij Clovis’ dood leidt later tot het ontstaan van drie frankische <strong>de</strong>elrijken: Neustrië, austrasië<br />

en Bourgondië, waar na het kortstondige herstel van <strong>de</strong> rijkseenheid on<strong>de</strong>r dagobert (629-6 9) het<br />

zwaartepunt van <strong>de</strong> macht ligt. <strong>de</strong> hofmeiers van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elrijken hebben virtueel <strong>de</strong> macht van hun eigen<br />

koningen in han<strong>de</strong>n genomen. dit gebeurt ook <strong>de</strong> iure, wanneer in austrasië <strong>de</strong> hofmeier Pepijn III <strong>de</strong> Korte<br />

(741-768) een staatsgreep pleegt en zich laat erkennen als koning door <strong>de</strong> rijksgroten en <strong>de</strong> paus. Karel <strong>de</strong><br />

grote (768-814) is een van zijn afstammelingen, die over Neustrië en austrasië regeert wegens <strong>de</strong> dood van<br />

zijn broer Karloman II. Karel <strong>de</strong> grote kan door veroveringen het frankische rijk enorm uitbrei<strong>de</strong>n over <strong>de</strong><br />

rijn, tot aan <strong>de</strong> Elbe en <strong>de</strong> donau door on<strong>de</strong>rwerping van Saksen en friezen, tot in Italië door <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve<br />

on<strong>de</strong>rwerping van <strong>de</strong> Longobar<strong>de</strong>n. Hij wordt in 800 door <strong>de</strong> paus tot keizer gekroond, een vreemd en leeg<br />

begrip voor een germaans-frankische koning.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 9


on<strong>de</strong>r zijn kleinzonen wordt dit grote frankische rijk in drie <strong>de</strong>len ver<strong>de</strong>eld (verdrag van Verdun, 84 ).<br />

Eén van <strong>de</strong> drie, Lotharius bekomt <strong>de</strong> keizerskroon. Het koningschap is vanaf <strong>de</strong> Karolingische franken, in<br />

tegenstelling tot hun Merovingisch-frankische voorgangers, nu niet meer erfelijk, zodat op die wijze geen<br />

rijksver<strong>de</strong>lingen meer mogelijk zijn. <strong>de</strong> koning (keizer) wordt gekozen binnen het Karolingische koningshuis,<br />

later, bij het uitsterven van <strong>de</strong>ze dynastie, uit an<strong>de</strong>re stamhuizen.<br />

2.2. Het leenstelsel<br />

A. Ontstaan en <strong>de</strong>finitie<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> regering van Karel <strong>de</strong> grote gaan vele vrije mannen, die zich in een eer<strong>de</strong>r zwakke<br />

maatschappelijke positie bevin<strong>de</strong>n, een commendatio-contract aan met een rijke en machtige vrije<br />

man. Hierdoor bevelen zij hun persoon levenslang aan <strong>de</strong>ze machtige aan. <strong>de</strong>ze senior biedt zijn vazal<br />

bescherming en on<strong>de</strong>rhoud, waarvoor <strong>de</strong> vazal in ruil diensten presteert. dit kunnen militaire diensten zijn.<br />

wanneer on<strong>de</strong>r Karel <strong>de</strong> grote vele veroveringen plaatshebben, roept <strong>de</strong>ze zijn vrije mannen – <strong>de</strong> enige die<br />

volgens frankisch recht wapens mogen en moeten dragen - op tot verplichte krijgsdienst of heerban.<br />

Vele machtige vrijen gehoorzamen echter niet en <strong>de</strong> kleinere heren plaatsen zich on<strong>de</strong>r commendatio, en dus<br />

bescherming, van <strong>de</strong>ze laatsten om aan <strong>de</strong> heerban te ontkomen.<br />

om dit probleem op te lossen geeft Karel <strong>de</strong> grote aan zijn eigen vazallen een beneficium (een leen) on<strong>de</strong>r<br />

voorwaar<strong>de</strong> van militaire dienstplicht. <strong>de</strong>ze vazallen, meestal rijkere seniores, trommelen op hun beurt<br />

hun vazallen op om zelf militair gesteund te wor<strong>de</strong>n en zien zich dus ook verplicht een beneficium aan hun<br />

vazallen in ruil te geven. <strong>de</strong> feodale pirami<strong>de</strong> is in een mum van tijd opgebouwd.<br />

<strong>de</strong> verbinding van <strong>de</strong> reeds bestaan<strong>de</strong> praktijk van <strong>de</strong> commendatio met een beneficium on<strong>de</strong>r voorwaar<strong>de</strong><br />

van militaire dienstplicht is een leencontract. Meteen begrijpen we dat het leenstelsel of feodaliteit<br />

we<strong>de</strong>rzijdse contracten inhoudt tussen leenheren en vazallen waarbij in ruil voor bescherming en een<br />

beneficum (= leen) militaire dienstplicht moet verricht wor<strong>de</strong>n.<br />

Men kan nu als beneficium (als leen dus) een grond, een recht, een som geld of een ambt geven. Zo zal Karel<br />

<strong>de</strong> grote zijn 2 0 gouwgraven (bestuur<strong>de</strong>rs van 2 0 graafschappen in het frankische rijk) bij wijze van<br />

beneficium (als vergoeding voor hun prestaties) het vruchtgebruik van een koninklijk domein geven.<br />

Vanaf ca. 8 0, wanneer <strong>de</strong> kleinzonen van Karel <strong>de</strong> grote af te rekenen hebben met on<strong>de</strong>rlinge twisten<br />

en met invallen van Noormannen, Saracenen en Magyaren, zal het koninklijke gezag verzwakken, zodat alle<br />

vazallen van het rijk trachten hun beneficium, hun leen (waaron<strong>de</strong>r ook <strong>de</strong> ambtslenen) te behou<strong>de</strong>n als een<br />

erfelijk familiebezit.<br />

B. Rechten en plichten<br />

Elk leencontract (tot aan <strong>de</strong> franse revolutie) legt aan <strong>de</strong> leenheer <strong>de</strong> plicht op tot militaire en juridische<br />

bescherming en on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> vazal, waarvoor in ruil het leen of beneficium gegeven wordt. over dit<br />

beneficium of leen heeft <strong>de</strong> leenman levenslang het vruchtgebruik. Het wordt vanaf <strong>de</strong> 9<strong>de</strong> eeuw zelfs erfelijk<br />

bezit, maar geen eigendom.<br />

<strong>de</strong> vazal of leenman verbindt zich in het leencontract om <strong>de</strong> heer ‘met raad en daad bij te staan’. dit laatste<br />

houdt in dat hij krijgsdienst te paard verricht, zijn leenheer te paard escorteert, wachtdienst verricht in<br />

<strong>de</strong> burcht van <strong>de</strong> heer en <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> feodale be<strong>de</strong>n betaalt, waarvan <strong>de</strong> belangrijkste is dat hij zijn<br />

leenheer moet vrijkopen als <strong>de</strong>ze krijgsgevangene wordt. Een belangrijk gevolg hiervan is dat nagenoeg alle<br />

vroegmid<strong>de</strong>leeuwse oorlogen en veldslagen feodale oorlogen waren: a<strong>de</strong>llijke contractanten ‘stre<strong>de</strong>n’ tegen<br />

an<strong>de</strong>re contractanten.<br />

<strong>de</strong> graaf van Loon bijvoorbeeld moest <strong>de</strong>ze verbintenissen nakomen voor zijn bei<strong>de</strong> leenheren: <strong>de</strong> bisschop<br />

van Luik en <strong>de</strong> keizer van duitsland. Hij had namelijk (minstens) twee leencontracten, een dubbele vazalliteit<br />

dus. Van <strong>de</strong> prins-bisschop had hij het territorium van Loon in leen (een grondleen), van <strong>de</strong> keizer <strong>de</strong><br />

grafelijke rechten (het ambt, m.a.w. een ambtleen). Zelf werd hij leenheer van het graafschap Horn. wanneer<br />

in 1 66 het Loonse gravenhuis uitsterft, keren Loon (en dus ook Horn) terug naar <strong>de</strong> leenheer, <strong>de</strong> prinsbisschop<br />

van Luik.<br />

C. Soorten lenen en cumulatie van lenen<br />

Er zijn drie soorten lenen: grond-, ambts- en geldlenen. Voor een geldleen – en dat is meteen een goe<strong>de</strong><br />

illustratie - wordt graaf arnold V van Loon (1279-1 2 ) leenman van <strong>de</strong> graaf van Vlaan<strong>de</strong>ren, wat<br />

automatisch militaire verplichtingen inhoudt voor <strong>de</strong> Loonse graaf. Bij <strong>de</strong> gul<strong>de</strong>nsporenslag van 1 02<br />

moet hij <strong>de</strong> Vlaamse graaf militair bijstaan. Meteen is opnieuw dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> graaf van Loon meer<strong>de</strong>re<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 10


leencontracten heeft: met <strong>de</strong> keizer, met <strong>de</strong> prins-bisschop van Luik, met <strong>de</strong> graaf van Vlaan<strong>de</strong>ren, met <strong>de</strong><br />

bisschop van würzburg en <strong>de</strong> aartsbisschop van Mainz (wegens een huwelijk van een Loonse graaf met <strong>de</strong><br />

erfdochter van het graafschap rieneck), met <strong>de</strong> hertogen van Bar (door hun bezit – bij huwelijk bekomen<br />

– van het graafschap Chiny: als graven van Chiny namen zij daarvan immers het leencontract over).<br />

Belangrijk is dus ook te beseffen dat men meer<strong>de</strong>re leencontracten en dus meer<strong>de</strong>re lenen – in theorie<br />

een onbeperkt aantal – kan hebben. Het voorbeeld van <strong>de</strong> graaf van Loon kan volstaan. Problematisch<br />

daarbij is dat zulk een cumuleren<strong>de</strong> leenman dus meer<strong>de</strong>re militaire verbintenissen tegelijk moet nakomen.<br />

Erg hachelijk wordt zijn situatie wanneer hij heer a, waarmee hij een leencontract heeft, moet steunen<br />

tegen heer B, waarmee hij ook een leencontract heeft en die hij dus ook militair moet steunen! In <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>leeuwen werd men daarom geacht zijn ‘voornaamste’ contract te benadrukken; <strong>de</strong>ze ‘hoofdleenheer’<br />

was <strong>de</strong> homo ligius, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re(n) homines plani.<br />

Een bijzon<strong>de</strong>re, maar veel voorkomen<strong>de</strong> vorm van leencontract, is dat van het opgedragen leen of ‘fief<br />

<strong>de</strong> reprise’. Een eigenaar kan een (<strong>de</strong>el van zijn) gron<strong>de</strong>igendom of allodium schenken on<strong>de</strong>r voorwaar<strong>de</strong><br />

dat <strong>de</strong> begunstig<strong>de</strong> het hem te leen geeft. <strong>de</strong> oorspronkelijke eigenaar wordt dan leenman en kan<br />

het vruchtgebruik erfelijk hebben over wat hij geschonken heeft. Hij moet meteen wel <strong>de</strong> militaire<br />

verbintenissen, die elk leencontract impliceert, nakomen tegenover zijn leenheer, aan wie hij zijn allodium<br />

schonk.<br />

dit systeem van opgedragen lenen werd in Europa herhaal<strong>de</strong>lijk als een soort diplomatiek instrument<br />

gebruikt: men <strong>de</strong>elt immers ‘geschenken’ uit, waarbij men zelf wel het vruchtgebruik over het geschenk<br />

behield. wanneer Lo<strong>de</strong>wijk II van Loon (1197-1218) bijvoorbeeld wil huwen met ada van Holland,<br />

erfgename van <strong>de</strong> graafschappen Holland en Zeeland, probeert hij <strong>de</strong> instemming van <strong>de</strong> feodale ‘omgeving’<br />

te krijgen door hen verschillen<strong>de</strong> van zijn Loonse allodia als opgedragen lenen te schenken. door het<br />

huwelijk zou immers een nieuw machtsblok ontstaan, een nieuwe feodale constellatie, een grote personele<br />

unie. <strong>de</strong> graven van Loon gaan vaak tot dit systeem over, omdat zij omringd zijn door machtige buren, zoals<br />

het graafschap gelre, het prinsbisdom Luik en het hertogdom Brabant. dat putte hen gelei<strong>de</strong>lijk aan uit.<br />

D. Feodaal erfrecht en vervreemding<br />

Vanaf <strong>de</strong> 9<strong>de</strong> eeuw kunnen lenen geërfd wor<strong>de</strong>n. <strong>de</strong> zoon van een leenman mag het leen (in vruchtgebruik)<br />

hou<strong>de</strong>n, maar behoudt dus ook meteen het contract. Hij neemt <strong>de</strong> militaire verplichtingen van zijn erflater<br />

(meestal <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r) over. om het leen te behou<strong>de</strong>n moet hij opnieuw ‘manschap’ (contractbestendiging)<br />

doen tegenover <strong>de</strong> leenheer en hem het leenverhef betalen (reliveren).<br />

In het feodale erfrecht geldt <strong>de</strong> regel dat dochters door zonen wor<strong>de</strong>n uitgesloten. Vanaf <strong>de</strong> 10<strong>de</strong> eeuw<br />

kunnen vrouwen wel lenen erven, maar na mannelijke erfgenamen van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> graad. Men spreekt in dit<br />

verband ook van zwaardlenen en spillelenen. Het graafschap Loon is bijvoorbeeld een zwaardleen, waarin<br />

vrouwen niet kunnen erven. daardoor houdt Loon in 1 66 uitein<strong>de</strong>lijk op als leen te bestaan. <strong>de</strong> leen keert<br />

automatisch terug naar <strong>de</strong> leenheer, in dit geval <strong>de</strong> prins-bisschop van Luik.<br />

Het eerstgeboorterecht was een frankische gewoonte en werd toegepast in feodaal erfrecht, dit om het<br />

leen onver<strong>de</strong>eld te hou<strong>de</strong>n. <strong>de</strong> jongere broers en zussen wor<strong>de</strong>n scha<strong>de</strong>loos gesteld door het systeem van<br />

ver<strong>de</strong>rding. Vaak huwelijken <strong>de</strong> heren hun zonen en dochters goed uit. Een an<strong>de</strong>re oplossing is ze on<strong>de</strong>r te<br />

brengen in kloosters en kapittels. daartoe stichten veel heren kloosters op hun grondgebied. <strong>de</strong> graven<br />

van Loon stichten bijvoorbeeld kloosters in averbo<strong>de</strong> en Herkenro<strong>de</strong>. Ze geven later ook gron<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

duitse rid<strong>de</strong>ror<strong>de</strong> (al<strong>de</strong>n Biesen) om <strong>de</strong>ze toe te laten er een comman<strong>de</strong>rijklooster uit te bouwen.<br />

Vrouwen kunnen een leencontract alleen maar erven en naleven als het een spilleleen betreft én als zij<br />

een man (of mannelijke voogd, momber) hebben. Hij kan immers <strong>de</strong> militaire verplichting, inherent aan het<br />

leencontract, nakomen.<br />

om <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n klimt in het feodale erfrecht het leen niet. wanneer er geen afstammelingen zijn,<br />

wordt het niet aan een lid van een vorige generatie (ascen<strong>de</strong>nten) vererfd: opa kan immers zijn militaire<br />

verplichting niet behoorlijk vervullen.<br />

In die zin is <strong>de</strong> laatste Loonse opvolging van godfried van dalenbroek (1 61-1 62) door arnold van<br />

rummen (1 62-1 66) illegaal of ongepast. Laatstgenoem<strong>de</strong> is een lid van een ou<strong>de</strong>re generatie dan<br />

godfried, die kin<strong>de</strong>rloos sterft. Met een successieoorlog wordt <strong>de</strong>ze ‘feodale overtreding’ beëindigd.<br />

dit betekent meteen het ein<strong>de</strong> van het graafschap Loon als leen van Luik. <strong>de</strong> prins-bisschop van Luik<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 11


neemt vanaf dan <strong>de</strong> titel en rechten van <strong>de</strong> graaf van Loon weer over. In <strong>de</strong> duitse rijksdag van frankfurt,<br />

gehou<strong>de</strong>n in 1246, is zelfs uitdrukkelijk bepaald dat ‘alle lenen, gehou<strong>de</strong>n van een kerk naar <strong>de</strong>ze laatste zou<strong>de</strong>n<br />

terugkeren, wanneer <strong>de</strong> vazal kin<strong>de</strong>rloos overlijdt’.<br />

Vanuit een leen kan men ver<strong>de</strong>r verlenen. <strong>de</strong> hertog van Brabant, die Brabant in leen houdt van <strong>de</strong> duitse<br />

keizer, verleent <strong>de</strong>len van zijn leen op zijn beurt aan eigen vazallen. Zo wordt het graafschap Horne op een<br />

bepaald ogenblik een leen van Loon en dus een achterleen van <strong>de</strong> duitse keizer. Een leen, welk soort dan<br />

ook, kan men verkopen, hoe vreemd het ook klinkt om iets te kunnen verkopen, waarvan je niet eens <strong>de</strong><br />

eigenaar bent. <strong>de</strong> leenheer moet natuurlijk scha<strong>de</strong>loos gesteld wor<strong>de</strong>n: hij krijgt een vijf<strong>de</strong> of tien<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

som vanwege <strong>de</strong> verkoper én hij wordt automatisch leenheer van <strong>de</strong> koper. <strong>de</strong> koper is <strong>de</strong> nieuwe leenman<br />

en moet <strong>de</strong> daaraan gekoppel<strong>de</strong> verplichtingen nakomen.<br />

wanneer er betwistingen ontstaan – in verband met het erfrecht of <strong>de</strong> verkoop van lenen, het niet naleven<br />

van het leencontract door <strong>de</strong> leenheer of <strong>de</strong> leenman – kan het tot een rechtszaak komen. die wordt<br />

afgehan<strong>de</strong>ld in een leenrechtbank of leenhof. Hierin wordt men door gelijken beoor<strong>de</strong>eld.<br />

2.3. Het heerlijk stelsel<br />

A. Definitie en ontstaan<br />

Een heerlijkheid is altijd een grondgebied (dus geen ambt, geen geld) waarvan alle inwoners on<strong>de</strong>r het<br />

rechtstreekse publiekrechtelijke gezag leven van een heer, in feite een miniatuurvorst. Het verschil met<br />

het leenstelsel is niet gemakkelijk maar kan nu niettemin dui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n. Een ambtsleenman heeft een<br />

ambt van een hogere heer in leen. Hij oefent dit ambt niet in eigen naam uit, maar alleen krachtens het<br />

leencontract. Een grondleenman heeft alleen grond te leen. Hij heeft bepaal<strong>de</strong> rechten daarop, maar<br />

heeft geen publiekrechterlijk gezag over <strong>de</strong> inwoners van <strong>de</strong> grond. <strong>de</strong> graaf van Loon heeft zoals gezegd<br />

twee leencontracten. Het eerste is een ambtsleen, waardoor hij zijn grafelijke rechten over een bepaald<br />

territorium kan uitoefenen. Hij kan dit alleen krachtens dit contract en niet in eigen naam. Zijn twee<strong>de</strong><br />

leencontract heeft als beneficium een grond, namelijk het territorium van het graafschap Loon. Het geeft<br />

hem geen overheidsrechten, maar alleen grondrechten.<br />

dit alles impliceert dat <strong>de</strong> heer van een kleine heerlijkheid meer eigenmachtig overheidsgezag heeft dan een<br />

graaf (zoals die van Loon) of een hertog (zoals die van Brabant), die zijn grafelijke, resp. hertogelijke rechten<br />

in ambtsleen heeft.<br />

Heerlijkhe<strong>de</strong>n ontstaan meestal op illegale wijze in <strong>de</strong> moeilijke perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> 9<strong>de</strong> eeuw en <strong>de</strong> chaos van<br />

<strong>de</strong> 10<strong>de</strong> eeuw. Enkele Karolingische gouwgraven gedragen zich eigenmachtig en usurperen overheidsgezag.<br />

Veel heerlijkhe<strong>de</strong>n komen an<strong>de</strong>rzijds legaal tot stand, in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kerkelijke: <strong>de</strong> Karolingische vorsten<br />

geven aan abdijen immers <strong>de</strong> immuniteit of fiscale en juridische onschendbaarheid, wat zoveel als autonomie<br />

impliceert. Veel abten en zelfs abdissen – zoals die van Thorn - zijn dus wereldlijk ‘heer’ van hun kerkelijk<br />

immuniteitsgebied (rijksabdijen) en hebben dus soeverein overheidsgezag over <strong>de</strong> inwoners van hun<br />

abdijgebie<strong>de</strong>n en domeinen. Zij moeten een lekenvoogd aannemen om <strong>de</strong> strafrechtspraak en <strong>de</strong> militaire<br />

beveiliging in hun heerlijkheid te verzorgen. Een geestelijke draagt namelijk geen wapens. dit heeft voor<strong>de</strong>len<br />

voor <strong>de</strong> lekenvoogd: een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> penale boeten komt in zijn han<strong>de</strong>n. daarom dringt <strong>de</strong> graaf van Loon<br />

zich op als lekenvoogd van verschillen<strong>de</strong> abdijen en kerkelijke domeinen: Sint-Trui<strong>de</strong>n, een abdij in Luik, het<br />

domein Bree van <strong>de</strong> Luikse Sint-Bartholomeuskerk, <strong>de</strong> kerk van Sankt Peter en alexan<strong>de</strong>r in aschaffenburg.<br />

B. Soorten heerlijkhe<strong>de</strong>n en vervreemding<br />

Heerlijkhe<strong>de</strong>n zijn doorgans niet groter dan een dorp. Vaak zijn ze zelfs kleiner dan een dorp of een<br />

parochie. dit impliceert dat het grondgebied van één dorp in verschillen<strong>de</strong> heerlijkhe<strong>de</strong>n kon liggen.<br />

Lummen is bijvoorbeeld ver<strong>de</strong>eld over vier heerlijkhe<strong>de</strong>n. an<strong>de</strong>re heerlijkhe<strong>de</strong>n omvatten meer<strong>de</strong>re<br />

dorpen, zoals <strong>de</strong> heerlijkheid Vogelsanck (in Loon) die <strong>de</strong> dorpen Zol<strong>de</strong>r, Zonhoven en Houthalen<br />

omvat. Heerlijkhe<strong>de</strong>n liggen als enclaves in grotere territoria, zoals graafschappen en hertogdommen. <strong>de</strong><br />

heerlijkheid grote Brogel, waarvan <strong>de</strong> eigenaar <strong>de</strong> hertog van gulik (Jülich) is, ligt bijvoorbeeld in het<br />

territorium van het graafschap Loon, maar heeft er geen juridische binding mee.<br />

Een heerlijkheid kan ver<strong>de</strong>eld, verkocht, geruild en geërfd wor<strong>de</strong>n. daarvoor regelt <strong>de</strong> heer zelf <strong>de</strong><br />

modaliteiten, hij is immers ‘baas in eigen huis’. Men kan ook verschillen<strong>de</strong> heerlijkhe<strong>de</strong>n cumuleren. Hier<br />

geldt geen eerstgeboorterecht.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 12


Een heer kan aan <strong>de</strong> inwoners van het centrum van zijn heerlijkheid een vrijheidskeure geven, terwijl <strong>de</strong><br />

rest van <strong>de</strong> heerlijkheid blijft zoals ze is. Men noemt dit een heerlijke vrijheid. In heel wat gevallen groeit een<br />

heerlijke vrijheid uit tot een stad door het verlenen van een stadskeure.<br />

2.4. De Loonse en Luikse ste<strong>de</strong>n<br />

Vanaf <strong>de</strong> 12<strong>de</strong> eeuw ontstaan nieuwe ste<strong>de</strong>n of wor<strong>de</strong>n sommige ou<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n ten <strong>de</strong>le herbevolkt. Eén van<br />

<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen is dat verschillen<strong>de</strong> (feodale) heren aan het centrum van hun domein of heerlijkheid het statuut<br />

van heerlijke vrijheid verlenen. Hierdoor hopen zij hun bevolking gunstig te stemmen, <strong>de</strong> heerlijkheid te<br />

behou<strong>de</strong>n en zelf financieel voor<strong>de</strong>el te halen.<br />

Zo zijn binnen het graafschap Loon een tiental Loonse ste<strong>de</strong>n ontstaan. Sint-Trui<strong>de</strong>n en Tongeren zijn dan<br />

weer Luikse ste<strong>de</strong>n in het graafschap Loon. In Loon (zoals el<strong>de</strong>rs) stichten <strong>de</strong> graven van Loon ook ste<strong>de</strong>n<br />

in kerkelijk domein, dat hen niet toebehoort, maar waarvan ze <strong>de</strong> voogd zijn. Voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn<br />

Beringen en Bree. Zo krijgen <strong>de</strong> graven een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> bevolking van het kerkelijke domein op hun hand.<br />

Het krijgen en verlenen van het vrijheidsstatuut is vaak een strategisch-politieke zet. <strong>de</strong> graven gebruiken<br />

<strong>de</strong>ze ste<strong>de</strong>n dan ook vaak om strategisch-militaire doelein<strong>de</strong>n.<br />

In het graafschap Loon komen in <strong>de</strong> 12<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> vrijhe<strong>de</strong>n Kolmont (1170), Brustem (117 ), Borgloon,<br />

<strong>Hasselt</strong>, Bilzen, wuustherk (Herk-<strong>de</strong>-Stad) en Montenaken tot stand, gevolgd door Beringen (1211),<br />

Kuringen (1240), Maaseik (1244), Stokkem (1244) en Bree (voor 1297).<br />

<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n ontwikkelen in het verbrokkel<strong>de</strong> en verstar<strong>de</strong> feodale landschap vaak een eigen dynamiek.<br />

Ze wor<strong>de</strong>n een ‘<strong>de</strong>r<strong>de</strong> macht’. Ze komen in feodale conflicten tussen, komen in botsing met hun eigen<br />

landheren of wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong>zen ingezet in hun eigen oorlogen. In toenemen<strong>de</strong> mate gaan ste<strong>de</strong>n ook<br />

on<strong>de</strong>rling tot twisten, waarin <strong>de</strong> feodale heren meegezogen wor<strong>de</strong>n, over.<br />

In <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n zelf zijn er ook spanningen: tussen <strong>de</strong> patriciërs, die er het politieke én het economische leven<br />

beheersen, en <strong>de</strong> ambachtslui. Bei<strong>de</strong> fracties zoeken steun bij an<strong>de</strong>re ste<strong>de</strong>n en bij feodale heren.<br />

<strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen zijn getekend door bijzon<strong>de</strong>r complexe politieke en sociale verhoudingen. <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> machten moeten voortdurend koorddansen en on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n uiterst <strong>de</strong>licate betrekkingen.<br />

Coalitiewisselingen zijn schering en inslag.<br />

Van al <strong>de</strong>ze complexe mogelijkhe<strong>de</strong>n van spanningen is <strong>de</strong> gul<strong>de</strong>nsporenslag in 1 02 een echte eerste grote<br />

ontlading. Maar ook bijvoorbeeld in Luik spelen <strong>de</strong>ze krachten voortdurend als een bijna onontwarbaar<br />

kluwen op elkaar in. In Luik wordt <strong>de</strong> prins-bisschop gekozen door een kapittel dat aan <strong>de</strong> meestbie<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

a<strong>de</strong>llijke (duitse) familie <strong>de</strong> voorkeur voor haar kandidaat geeft bij elke vacature. <strong>de</strong> bisschop wordt<br />

voortdurend door zijn kapittel – dat van Saint Lambert – op <strong>de</strong> vingers gekeken en bekomt zijn ambt bij<br />

<strong>de</strong> gena<strong>de</strong> van <strong>de</strong> kanunniken van het kapittel. <strong>de</strong> bisschop zoekt dan vaak steun bij <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lingen, bij<br />

voorkeur <strong>de</strong> ambachten. als vanzelfsprekend kiezen <strong>de</strong> patriciërs dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re partij. <strong>de</strong> graaf van Loon<br />

moet daarbij zijn suzerein contractueel steunen, zodat <strong>de</strong> Loonse ste<strong>de</strong>n, erop uit om hun autonomie te<br />

vergroten, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re partij kiezen.<br />

als vanzelf ontworstelen <strong>de</strong> vorsten/landsheren zich uit <strong>de</strong>ze kluwens aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />

Zij buiten <strong>de</strong> verbrokkeling en on<strong>de</strong>rlinge twisten gelei<strong>de</strong>lijk uit in hun voor<strong>de</strong>el. door territoriale<br />

eenmaking (verovering, koop, huwelijk) en een bestuurlijke centralisatie sme<strong>de</strong>n zij gelei<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> vele<br />

territoria aaneen tot een personele unie met overkoepelen<strong>de</strong> instellingen. <strong>de</strong> kleine entiteiten blijven<br />

meestal bestaan, maar komen in een personele unie terecht. Hun lokale instellingen (leenrechterlijke,<br />

heerlijke, ste<strong>de</strong>lijke, …) blijven eveneens bestaan, maar wor<strong>de</strong>n overschaduwd en uitgehold door centrale,<br />

vorstelijke instellingen. Het vorstelijke absolutisme is geboren en zal <strong>de</strong> Nieuwe Tijd (tussen ca. 1 00 en<br />

1800) beheersen.<br />

3. De geschie<strong>de</strong>nis van Loon<br />

3.1. Zelfstandige leen van Luik en <strong>de</strong> Duitse keizer<br />

Karel <strong>de</strong> grote († 814) vergroot en centraliseert het frankische rijk. <strong>de</strong> hoofdstad is aken, dat hij naar<br />

romeins mo<strong>de</strong>l ‘Nova roma’ noemt, hoewel <strong>de</strong> instellingen alles behalve romeins zijn. Hij ver<strong>de</strong>elt dit rijk<br />

in ca. 2 0 gouwen (graafschappen), waarin telkens een gouwgraaf, als ambtenaar in naam van <strong>de</strong> koning,<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 1


elastingen int, <strong>de</strong> wetten bekend maakt en <strong>de</strong> rechtbanken (dingedagen) van <strong>de</strong> centenae voorzit.<br />

<strong>de</strong> drie kleinzonen van Karel <strong>de</strong> grote ver<strong>de</strong>len bij het verdrag van Verdun (84 ) dit groot west-Europees<br />

rijk in drie. Kort daarna ligt <strong>de</strong> grens tussen west-frankenrijk (frankrijk) en oost-frankenrijk (duitsland)<br />

on<strong>de</strong>r meer mid<strong>de</strong>n in België, langs <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong>. dit blijft eeuwenlang <strong>de</strong> grens. dit feit is zo essentieel dat<br />

men <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse gewesten niet begrijpt als men dit feit veronachtzaamt.<br />

<strong>de</strong> keizerskroon die Karel <strong>de</strong> grote in 800 van <strong>de</strong> Paus ontvangt, komt in <strong>de</strong> erf<strong>de</strong>lingen (Verdun, Meersen,<br />

ribemont, Voeren) uitein<strong>de</strong>lijk terecht bij <strong>de</strong> duitse keizer (vanaf 962 keizer van het Heilig roomse rijk <strong>de</strong>r<br />

duitse Natie) en blijft er … tot 1806.<br />

dit betekent dat alle gebie<strong>de</strong>n ten oosten van <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong>, dus ook het graafschap Loon en het prinsbisdom<br />

Luik, tot het duitse rijk behoren.<br />

Zelfs wanneer <strong>de</strong> Bourgondische hertogen in <strong>de</strong> 1 <strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> meeste ‘Ne<strong>de</strong>rlandse’ gewesten tot<br />

een personele unie aaneensme<strong>de</strong>n zijn Luik (en Loon) daar niet bij: slechts tussen 1468 en 1479 zijn ze<br />

gewapen<strong>de</strong>rhand en tegen hun zin in <strong>de</strong> unie opgenomen. daarna, bij <strong>de</strong> herin<strong>de</strong>ling van het duitse rijk in<br />

1 12 en 1 48 (on<strong>de</strong>r Karel V), vormen zij tot <strong>de</strong> franse revolutie een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Westfaalse Kreits in<br />

het Heilig roomse rijk <strong>de</strong>r duitse Natie.<br />

Het graafschap Loon lijkt uit brokstukken van <strong>de</strong> voormalige Karolingische gouwen (Maasgouwen, Hasbania<br />

…) te zijn ontstaan, wat minstens <strong>de</strong> indruk wekt dat het op een aantal usurpaties berust, een klassiek beeld<br />

…<br />

3.2. De graven van Loon<br />

<strong>de</strong> eerste geken<strong>de</strong> Loonse graaf, Giselbert, wordt voor het eerst vermeld in 101 . we weten dat hij<br />

het graafschap Loon waarschijnlijk aan zijn broer, Bal<strong>de</strong>rik II, prins-bisschop van Luik, als opgedragen leen<br />

aanbiedt. Vanaf dan zijn <strong>de</strong> graaf van Loon en zijn opvolgers in een dubbele vazalliteitverhouding verbon<strong>de</strong>n.<br />

Noch van <strong>de</strong> regering van giselbert, noch van die van zijn zoon Emmo (1046-1079?) is veel gekend.<br />

Emmo’s broer, otto van Loon, wordt door huwelijk graaf van duras. Hij heeft <strong>de</strong> voogdij over <strong>de</strong> abdij van<br />

Sint-Trui<strong>de</strong>n.<br />

Arnold I van Loon (1079-11 ) huwt ca. 1100 met <strong>de</strong> enige dochter van gerard, burggraaf van Mainz en<br />

graaf van rieneck (oberfranken). Hierdoor wordt arnold van Loon ook automatisch voogd van <strong>de</strong> abdij van<br />

Sankt Peter en alexan<strong>de</strong>r te aschaffenburg in <strong>de</strong> Mainvallei, <strong>de</strong> oudste en eerbiedwaardigste kerk van <strong>de</strong><br />

stad. arnold regeert 47 jaar.<br />

Arnold II (11 -11 9), zijn opvolger, is graaf van Loon, graaf van rieneck, burggraaf van Mainz, voogd van<br />

Saint-Jacques te Luik en voogd van Sankt Peter und alexan<strong>de</strong>r te aschaffenburg. Hij sticht op voorva<strong>de</strong>rlijk<br />

allodiaal gebied <strong>de</strong> abdij van averbo<strong>de</strong>.<br />

Lo<strong>de</strong>wijk I (1140-1171) cumuleert uiteraard <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> titels. Hij regeert geduren<strong>de</strong> jaar. Hij voegt door<br />

huwelijk en verovering Bilzen en Kolmont aan het graafschap Loon toe. Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke vertoeft<br />

waarschijnlijk een tijd aan het hof. <strong>de</strong> graaf van Loon is een volwaardige pion op het feodale schaakbord. dit<br />

blijkt uit het feit dat Lo<strong>de</strong>wijks zoon, gerard, trouwt met a<strong>de</strong>lheid, dochter van Hendrik III, graaf van gelre<br />

en Zutfen. Zijn dochter, Imana van Loon, huwt met godfried III, hertog van Brabant.<br />

Gerard I (1171-1194) volgt zijn va<strong>de</strong>r op. Hij is <strong>de</strong> stichter van <strong>de</strong> grote abdij van Herkenro<strong>de</strong>, waar <strong>de</strong><br />

Loonse familie voortaan haar begraafplaats heeft. Hij komt als eerste in het Loonse huis in conflict met zijn<br />

leenheer, <strong>de</strong> prins-bisschop van Luik, rudolf von Zähringen. <strong>de</strong>ze valt het graafschap binnen, verwoest <strong>de</strong><br />

burcht van Borgloon en belegert die van Kolmont, Montenaken en Brustem. gerard I kan in 119 het kleine<br />

graafschap duras aanhechten. Hierdoor is hij leenman van <strong>de</strong> Brabantse hertog, die erop uit is zijn gebied in<br />

oostelijke richting uit te brei<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> toekomst ontstaan hierdoor in toenemen<strong>de</strong> mate spanningen. rond<br />

117 verkrijgt gerard van <strong>de</strong> duitse keizer diens rechten over Maastricht. Hij <strong>de</strong>elt die, zoals <strong>de</strong> keizer<br />

dat tot dan toe ook <strong>de</strong>ed, met <strong>de</strong> prins-bisschop van Luik. omwille van zijn drukke politieke activiteiten en<br />

wegens <strong>de</strong> cumulatie van verschillen<strong>de</strong> graafschappen <strong>de</strong>legeert gerard van Loon nog tij<strong>de</strong>ns zijn leven het<br />

bestuur over het graafschap rieneck aan zijn jongste zoon, gerard. gerard van Loon trekt ook tweemaal op<br />

kruistocht. Van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> expeditie keert hij niet terug: hij sterft bij <strong>de</strong> belegering van akko in 1194.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 14


<strong>de</strong> regering van gerards opvolger, Lo<strong>de</strong>wijk II (1194-1218), is in menig opzicht belangrijk. Lo<strong>de</strong>wijk II<br />

mengt zich, zoals vele vorsten, in <strong>de</strong> Hollandse Successieoorlog.<br />

dirk VII, graaf van Holland, wordt in 120 ernstig ziek en wil zijn graafschap overlaten aan zijn enige dochter,<br />

<strong>de</strong> jonge ada. daarvoor heeft zij echter, conform het vigeren<strong>de</strong> leenrecht, een voogd nodig. dirk VII wil zijn<br />

broer, willem, graaf van oost-friesland, als voogd aanstellen. ada is echter al verloofd met Lo<strong>de</strong>wijk II van<br />

Loon, die met het oog op dit huwelijk verschillen<strong>de</strong> van zijn territoria als lenen opdraagt (fief <strong>de</strong> reprise) aan<br />

potentiële rivalen en belangrijke graven en hertogen. Zo wil hij <strong>de</strong> ‘feodale omgeving’ gunstig stemmen.<br />

wanneer <strong>de</strong> graaf van Holland sterft, zorgt zijn weduwe, aleid van Kleef, die natuurlijk haar eigen dochter<br />

wil bevoor<strong>de</strong>len, dat het huwelijk tussen ada en Lo<strong>de</strong>wijk II van Loon snel voltrokken wordt. dit gebeurt 10<br />

dagen na <strong>de</strong> dood van haar man. Hierdoor wordt Lo<strong>de</strong>wijk II van Loon dus ook graaf van Holland.<br />

Hij probeert meteen op een vrij onvoorzichtige manier zijn stempel op het beleid te drukken. dit misnoegt<br />

een aantal Hollandse e<strong>de</strong>len. Zij scharen zich on<strong>de</strong>r leiding van willem, graaf van oost-friesland. <strong>de</strong>ze<br />

ontvoert ada in 1204 en laat haar overbrengen naar Engeland. <strong>de</strong> graaf van Loon verliest <strong>de</strong> slopen<strong>de</strong><br />

veldtochten tegen <strong>de</strong> grote coalitie die tegen hem wordt opgezet. fre<strong>de</strong>rik II, keizer van duitsland, erkent<br />

willem dan als graaf van Holland. Lo<strong>de</strong>wijk II kan zijn vrouw drie jaar later uit han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Engelse koning<br />

loskrijgen, maar fre<strong>de</strong>rik II ontneemt Lo<strong>de</strong>wijks voogdij over Maastricht en schenkt die aan <strong>de</strong> hertog<br />

van Brabant, die hem uitstekend geholpen had in <strong>de</strong> slag van Bouvines (1214). aangespoord door <strong>de</strong>ze<br />

voorspoedige gebeurtenissen tracht Hendrik I van Brabant steeds meer <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lsweg tussen Keulen en<br />

Brugge (over Maastricht) te beheersen. Hiervoor moet hij zich een weg banen doorheen Loon en/of Luik.<br />

<strong>de</strong>ze expansie wordt tij<strong>de</strong>lijk een halt toegeroepen in <strong>de</strong> slag van Steps (121 ) door <strong>de</strong> bisschop van Luik<br />

met steun van <strong>de</strong> Luikse ambachten en van het Loonse leger.<br />

In 1218 wordt Lo<strong>de</strong>wijk II van Loon vergiftigd. omdat Lo<strong>de</strong>wijk II met ada van Holland geen kin<strong>de</strong>ren heeft,<br />

wordt – krachtens het leenrecht – <strong>de</strong> eerste mannelijke telg uit het geslacht <strong>de</strong> erfgenaam. dat is Hendrik<br />

I, die echter drie dagen na zijn broer ook vergiftigd wordt.<br />

Een jongere broer van bei<strong>de</strong> vermoor<strong>de</strong> graven van Loon volgt hen op: Arnold III (1218-1221). Hij bracht<br />

in ruil voor <strong>de</strong> vrijlating van ada van Holland enkele jaren als gijzelaar door in Engeland. Hij huwt met een<br />

dochter van Hendrik I van Brabant. Tij<strong>de</strong>ns zijn bewind mag <strong>de</strong> duitse or<strong>de</strong> zich op Loons territorium<br />

vestigen: <strong>de</strong> comman<strong>de</strong>rij van al<strong>de</strong>n Biesen ziet het levenslicht. <strong>de</strong> Loonse graaf wil zich hierdoor van <strong>de</strong><br />

steun van <strong>de</strong> duitse rid<strong>de</strong>ror<strong>de</strong> verzekeren. Hij hoopt dat <strong>de</strong> mannelijke le<strong>de</strong>n van het Loonse geslacht, die<br />

niet <strong>de</strong> grafelijke titel kunnen voeren, in <strong>de</strong> comman<strong>de</strong>rij opgenomen wor<strong>de</strong>n als rid<strong>de</strong>rs.<br />

arnold III sterft kin<strong>de</strong>rloos in 1221, zodat een an<strong>de</strong>re erfgenaam gezocht moet wor<strong>de</strong>n. <strong>de</strong> zoon van een<br />

jongere broer van arnold III, Lo<strong>de</strong>wijk III (1221 – 122 ) die het graafschap rieneck beheert, is <strong>de</strong> eerste<br />

in lijn voor <strong>de</strong> feodale erfopvolging. Maar hij is al zozeer met rieneck verbon<strong>de</strong>n dat hij zich na korte tijd<br />

alleen nog met rieneck bezig houdt en zijn broer, Arnold IV (122 -1276), over Loon laat regeren. <strong>de</strong><br />

familielijnen van Loon en van rieneck splitsen zich vanaf dit ogenblik <strong>de</strong>finitief. Het graafschap rieneck blijft<br />

tot 1 9 in han<strong>de</strong>n van nakomelingen van Lo<strong>de</strong>wijk III van Loon.<br />

arnold IV van Loon bestuurt het graafschap jaar lang. Hij treedt in het huwelijk met Johanna, <strong>de</strong> enige<br />

dochter van <strong>de</strong> graaf van Chiny. Na <strong>de</strong> dood van zijn schoonva<strong>de</strong>r in 1227 cumuleert hij Chiny met Loon.<br />

Chiny is een groot graafschap dat zich in <strong>de</strong>len van het huidige frankrijk, Luxemburg en België uitstrekt. In<br />

<strong>de</strong> hoedanigheid van graaf van Chiny wordt hij automatisch leenman van <strong>de</strong> hertog van Bar.<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> regering van arnold IV komen <strong>de</strong> Loonse ste<strong>de</strong>n tot ontwikkeling. <strong>de</strong>ze evolutie is trouwens niet<br />

uitzon<strong>de</strong>rlijk, maar een algemeen kenmerk van <strong>de</strong> 1 <strong>de</strong> eeuw. <strong>Hasselt</strong> krijgt stadsrechten in 12 1, Maaseik<br />

en Stokkem in 1244. arnold IV is een trouwe leenman van zijn prins-bisschoppen, zowel tegen <strong>de</strong> Brabantse<br />

expansiedrang – on<strong>de</strong>r meer in een poging van <strong>de</strong> bisschop om Mechelen voor Luik te heroveren - , maar<br />

ook in hun strijd tegen <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische krachten in <strong>de</strong> stad Luik.<br />

Jan, <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> graaf van Loon (1276-1279), huwt eerst met Mechtildis van gulik (Jülich) en later met<br />

Isabelle <strong>de</strong> Condé. <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren uit het eerste huwelijk hebben voorrang in <strong>de</strong> erfopvolging. daardoor wordt<br />

Arnold V (1279-1 2 ) graaf van Loon. Maar hij moet zijn halfbroers scha<strong>de</strong>loos stellen en verliest daardoor<br />

belangrijke <strong>de</strong>len van het territorium van het graafschap Chiny. Vijf van <strong>de</strong> acht wettige kin<strong>de</strong>ren van arnold<br />

V tre<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> duitse or<strong>de</strong>, één ervan wordt comman<strong>de</strong>ur van al<strong>de</strong>n Biesen.<br />

arnold V raakt in verschillen<strong>de</strong> feodale conflicten betrokken. Zo staat hij, omwille van familieban<strong>de</strong>n, aan <strong>de</strong><br />

gulikse zij<strong>de</strong> in <strong>de</strong> gulikse Successieoorlog (1278-1280). In <strong>de</strong> slag van woeringen (1288), culminatiepunt<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 1


van <strong>de</strong> Successieoorlog om het strategisch gelegen hertogdom Limburg, staat hij aan <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

overwinnaars. Hertog Jan I van Brabant, <strong>de</strong> prinsbisschop van Luik, arnold van Loon en <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke milities<br />

van Keulen staan er tegenover reinoud van gelre, Hendrik IV van Luxemburg en <strong>de</strong> aartsbisschop van<br />

Keulen.<br />

In ruil voor een geldleen moet arnold van Loon militaire bijstand verzekeren aan <strong>de</strong> graaf van Vlaan<strong>de</strong>ren,<br />

gwij<strong>de</strong> van dampierre. Maar <strong>de</strong> graaf van Loon komt te laat in Kortrijk om in <strong>de</strong> gul<strong>de</strong>nsporenslag (1 02)<br />

aan <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van zijn leenheer te strij<strong>de</strong>n.<br />

Niet alleen in <strong>de</strong> Brabantse expansiedrang, maar ook in <strong>de</strong> politieke spanningen van <strong>de</strong> ‘vurige ste<strong>de</strong>’ Luik,<br />

wordt arnold V betrokken. <strong>de</strong> prins-bisschop, adolf van <strong>de</strong>r Marck, jaagt <strong>de</strong> a<strong>de</strong>l, <strong>de</strong> Luikse en Loonse<br />

ste<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> patriciërs tegen zich in het harnas. arnold van Loon buit <strong>de</strong> situatie in zijn voor<strong>de</strong>el uit. Bij <strong>de</strong><br />

Vre<strong>de</strong> van fexhe (1 16), die <strong>de</strong> autoriteit van <strong>de</strong> prins-bisschop aan ban<strong>de</strong>n legt en als een soort grondwet<br />

van het prinsbisdom fungeert, krijgt hij <strong>de</strong> voogdij over <strong>de</strong> ganse stad Luik in plaats van alleen maar over <strong>de</strong><br />

abdij van Saint-Jacques.<br />

Zijn zoon, Lo<strong>de</strong>wijk IV (1 2 -1 6) volgt hem op, vanaf 1 1 in Chiny, vanaf 1 2 in Loon. In <strong>de</strong> Brabantse<br />

strijd om Valkenburg in te palmen, kiest Lo<strong>de</strong>wijk IV <strong>de</strong> partij van zijn leenheer, <strong>de</strong> bisschop van Luik.<br />

ook Lo<strong>de</strong>wijk IV sterft kin<strong>de</strong>rloos. Bij testament stelt hij Die<strong>de</strong>rik van Heinsberg (1 6-1 61), zoon van<br />

zijn zuster, als erfgenaam aan. Het Luikse kapittel van Saint Lambert beroept zich echter op een beslissing,<br />

genomen op <strong>de</strong> rijksdag van frankfurt in 1246. <strong>de</strong>ze beslissing zegt dat een kerkelijk leen, bij ontstentenis<br />

van kin<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> leenman automatisch terug moet keren naar <strong>de</strong> leenheer.<br />

Maar <strong>de</strong> prins-bisschop, adolf van <strong>de</strong>r Marck, heeft verschillen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen om zijn kapittel te negeren en <strong>de</strong><br />

nieuwe graaf van Loon te steunen, hoewel <strong>de</strong> Loonse ste<strong>de</strong>n, die er steeds op uit zijn om hun autonomie te<br />

vergroten, eer<strong>de</strong>r geneigd zijn hun graaf niet te volgen. Bovendien was zijn zus, Cunegon<strong>de</strong>, getrouwd met<br />

<strong>de</strong> graaf van Loon. Hij bokst tegen <strong>de</strong> Luikse macht op en doet een schijninval in Loon.<br />

<strong>de</strong> graaf van Loon zoekt steun bij <strong>de</strong> aartsvijand van het prinsbisdom: <strong>de</strong> hertog van Brabant. Hij vindt zelfs<br />

bondgenoten in <strong>de</strong> partijen die betrokken zijn in <strong>de</strong> 100-jarige oorlog. Jan <strong>de</strong> Blin<strong>de</strong>, graaf van Luxemburg,<br />

springt eveneens in <strong>de</strong> bres voor die<strong>de</strong>rik van Heinsberg, maar niet uit altruïstische motieven: in ruil krijgt<br />

hij <strong>de</strong>len van het graafschap Chiny. door dit alles capituleert het Luikse kapittel van Saint Lambert in <strong>de</strong>ze<br />

eerste Loonse Successiestrijd.<br />

die<strong>de</strong>rik van Heinsberg sterft ook kin<strong>de</strong>rloos. Een zoon van zijn broer Jan volgt hem op. <strong>de</strong>ze<br />

Godfried van Dalenbroek (1 61-1 62) wordt met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> onwil vanwege Luik en <strong>de</strong> Loonse ste<strong>de</strong>n<br />

geconfronteerd als zijn voorganger. Hij probeert opnieuw steun te vin<strong>de</strong>n bij Brabant. uit vrees voor<br />

een Brabantse annexatie vallen <strong>de</strong> Luikse troepen preventief het graafschap Loon binnen. godfried van<br />

dalenbroek maakt van <strong>de</strong> nood een <strong>de</strong>ugd en verkoopt zijn rechten op het graafschap aan arnold van<br />

rummen.<br />

Arnold van Rummen (1 61-1 66), <strong>de</strong> laatste graaf van Loon, kan met <strong>de</strong> klassieke ‘steunpunten’ <strong>de</strong><br />

doodstrijd van het graafschap Loon nog even rekken. <strong>de</strong> graaf van Luxemburg koopt hem <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>len<br />

van het graafschap Chiny af, waardoor dit stuk ‘Loons’ territorium later, in <strong>de</strong> 16<strong>de</strong> eeuw, samen met<br />

Luxemburg tot <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n kon behoren.<br />

Nu heeft het kapittel van Luik nog een bijkomen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n om komaf te maken met <strong>de</strong> Loonse dynastie.<br />

arnold van rummen is weliswaar lid van <strong>de</strong> grafelijke familie, maar geen lid van <strong>de</strong> jongere generatie dan<br />

godfried van dalenbroek. Hij is integen<strong>de</strong>el van een hogere generatie en in het leenrecht geldt <strong>de</strong> regel dat<br />

een leen ‘niet klimt’. <strong>de</strong> Luikse troepen belegeren tenslotte <strong>de</strong> laatste preten<strong>de</strong>nt in zijn burcht te rummen.<br />

In 1 66 aanvaardt hij <strong>de</strong> vre<strong>de</strong>, door Luik opgelegd: hij staat zijn graafschap en zijn rechten af. Voortaan<br />

krijgt Loon een an<strong>de</strong>r statuut. <strong>de</strong> Luikse prins-bisschop geeft het niet meer in leen. Hij voert zelf <strong>de</strong> titel<br />

van graaf van Loon, die hij, net zoals het prinsbisdom, in leen houdt van <strong>de</strong> duitse keizer.<br />

3.3. Als Luiks gebied<br />

A. De politieke evolutie<br />

omdat Loon niet meer te leen gegeven wordt, het geen eigen grafelijke dynastie meer heeft die haar<br />

belangen kan behartigen en omdat het een perifere ligging heeft in het prinsbisdom, geraakt het graafschap<br />

Loon politiek op <strong>de</strong> achtergrond in Europa. Bovendien heeft ook het prinsbisdom zelf een marginale positie<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 16


in het duitse rijk. Later, bij <strong>de</strong> eenmaking van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Bourgondiërs, wor<strong>de</strong>n Luik en<br />

Loon niet opgenomen in <strong>de</strong> Bourgondische Kreits (Bourgondische statenbond) 2 , maar wel in <strong>de</strong> Westfaalse<br />

Kreits.<br />

<strong>de</strong> kleine Loonse ste<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> lokale Loonse a<strong>de</strong>l hebben weliswaar een stem in <strong>de</strong><br />

stan<strong>de</strong>nvertegenwoordiging te Luik, maar die weegt er niet zo zwaar door als die van <strong>de</strong> bisschop, het<br />

kapittel en <strong>de</strong> Luikse a<strong>de</strong>l en ste<strong>de</strong>n. In toenemen<strong>de</strong> mate wordt ook het prinsbisdom zelf (en dus ook<br />

Loon) het toneel van het absolutistische bewind van <strong>de</strong> prins-bisschoppen. Zij wor<strong>de</strong>n meestal gekozen<br />

uit <strong>de</strong> hoge duitse a<strong>de</strong>l en ze gedragen zich als wereldse vorsten. Hun ambt in Luik beschouwen ze<br />

als bijkomstig of als een schaakstuk in een familiedynastieke machtspolitiek. Luik is daarbij slechts een<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van een personele unie: <strong>de</strong>ze prins-bisschoppen cumuleren immers het ambt van prins-bisschop<br />

met talrijke an<strong>de</strong>re.<br />

<strong>de</strong> vijf prins-bisschoppen die uit het Beierse huis wittelsbach naar voor geschoven wor<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong><br />

kampioenen van <strong>de</strong>ze ontwikkelingen. Zij hebben in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> 17<strong>de</strong> en het begin van <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw het<br />

bestuur in han<strong>de</strong>n, maar besturen on<strong>de</strong>rtussen ook nog an<strong>de</strong>re duitse bisdommen. Meestal zijn ze ook nog<br />

aartsbisschop en Keurvorst van Keulen.<br />

om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>nen is het evi<strong>de</strong>nt dat wij in <strong>de</strong>ze nota’s nog nauwelijks aandacht kunnen beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

politieke ontwikkelingen. Ze zijn in een Europese context ingebed.<br />

Belangrijk is in elk geval het feit dat <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van Luik en Loon volkomen naast die van <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n plaats heeft. <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gelei<strong>de</strong>lijk aan verenigd door <strong>de</strong> Bourgondische<br />

hertogen. <strong>de</strong>ze evolutie begint met het huwelijk van filips <strong>de</strong> Stoute, hertog van Bourgondië, met Margareta<br />

van Male in gent in 1 69. Zij is <strong>de</strong> erfdochter van het graafschap Vlaan<strong>de</strong>ren (Kroon-Vlaan<strong>de</strong>ren en rijks-<br />

Vlaan<strong>de</strong>ren), Nevers, rethel, artois en <strong>de</strong> franche-Comté.<br />

filips <strong>de</strong> Stoute bekomt in <strong>de</strong> Brabantse Successieoorlog dat zijn nakomelingen <strong>de</strong> opvolging in Brabant<br />

krijgen (en dus ook in het hertogdom Limburg, Valkenburg …). Zijn zoon, Jan Zon<strong>de</strong>r Vrees, erft al <strong>de</strong>ze<br />

titels en vormt opnieuw <strong>de</strong> personele unie.<br />

Zijn zoon, filips <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>, slaagt erin aan <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n een reeks an<strong>de</strong>re Ne<strong>de</strong>rlandse gewesten toe<br />

te voegen. Hij koopt Namen (1429) en laat zich als hertog van Brabant en Limburg (14 0) erkennen. Hij<br />

is daarnaast graaf van Luxemburg (14 1), Holland, Zeeland en artois. Een grote personele unie ziet het<br />

daglicht en wordt van centrale instellingen voorzien.<br />

Karel <strong>de</strong> Stoute volgt zijn va<strong>de</strong>r in al <strong>de</strong>ze graafschappen en hertogdommen op, <strong>de</strong> facto vanaf 146 , <strong>de</strong> iure<br />

vanaf 1467. In zijn pogingen om <strong>de</strong> macht van <strong>de</strong> franse koning te breken en een corridor te vormen tussen<br />

zijn franse territoria (Bourgogne) en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, valt hij ook het fransgezin<strong>de</strong> Luik binnen. In 1467<br />

heeft <strong>de</strong> grote slag van Brustem plaats. <strong>de</strong> Bourgondische legers verpletteren daar <strong>de</strong> milities van Luik en<br />

Loon. In 1468 verovert Karel Luik, dat hij stelselmatig laat verwoesten.<br />

Het prinsbisdom wordt in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlands-Bourgondische personele unie opgenomen, maar bij <strong>de</strong> dood van<br />

Karel <strong>de</strong> Stoute (1477) dreigt <strong>de</strong> ganse eenheid uit elkaar te spatten.<br />

Karels enige dochter, Maria van Bourgondië, kan <strong>de</strong> situatie keren door te trouwen met Maximiliaan van<br />

Habsburg (van oostenrijk), keizer van duitsland.<br />

Hij koppelt het prinsbisdom Luik los van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n en brengt het on<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> duitse Kreits van<br />

Westfalen. <strong>de</strong> nakomelingen van Maria van Bourgondië (resp. filips <strong>de</strong> Schone en Karel V) behou<strong>de</strong>n en<br />

bestendigen <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse eenheid, zodat zij een aparte Bourgondische Kreits vormen. Loon en Luik<br />

blijven daarbuiten. Ze blijven tot aan <strong>de</strong> franse revolutie duits gebied van <strong>de</strong> westfaalse Kreits.<br />

<strong>de</strong> lotgevallen die <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n daarna on<strong>de</strong>rgaan, zoals <strong>de</strong> scheiding tussen <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Provinciën en<br />

<strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n (1 68), het Spaans-Habsburgse bewind van <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n (1 8-<br />

1701) en <strong>de</strong> Tachtigjarige oorlog (1 68-1648), raken het prinsbisdom Luik dus niet. dat is er hoogstens<br />

onrechtstreeks bij betrokken, wanneer vreem<strong>de</strong> legers al dan niet gewenst, door het bijna weerloze Luik (en<br />

Loon) trekken.<br />

Luik ligt immers als een ‘afgelegen’ duitse enclave in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n. ook dit aspect draagt bij tot <strong>de</strong><br />

verarming en tot <strong>de</strong> geïsoleer<strong>de</strong> positie van Loon. alleen in <strong>de</strong> Spaanse Successieoorlog (1701-171 )<br />

is het Luikse prinsbisdom betrokken, evenals in <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtigjarige oorlog (1618-1648) die een duitse<br />

godsdienstoorlog is met internationale vertakkingen.<br />

2 Behalve tij<strong>de</strong>ns het intermezzo on<strong>de</strong>r Karel <strong>de</strong> Stoute, tussen 1468 en 1477.<br />

3 en dus ook van het voormalig Loonse graafschap Chiny<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 17


B. Het religieuze leven<br />

door troepenverplaatsingen kwam het christendom naar <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke romeinse provincies. al in <strong>de</strong> 4<strong>de</strong><br />

eeuw was Atuatuca Tungrorum (Tongeren) <strong>de</strong> zetel van een bisdom, dat later echter noodgedwongen naar<br />

het beter ver<strong>de</strong>digbare Maastricht verplaatst wordt. In <strong>de</strong> 9<strong>de</strong> eeuw verhuist <strong>de</strong> bisschop naar Luik, waar<br />

in <strong>de</strong> omgeving belangrijke Karolingische familiegoe<strong>de</strong>ren liggen. on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ottoonse keizers (<strong>de</strong> eerste<br />

reeks duitse keizers) wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bisschoppen van Luik prins-bisschoppen. Zij zijn niet alleen geestelijk her<strong>de</strong>r<br />

van hun bisdom, maar aanvaar<strong>de</strong>n ook een wereldlijk ambtsleen van <strong>de</strong> keizer. dit is een constante politiek<br />

van <strong>de</strong> ottonen, gekend on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> benaming ‘rijkskerk’. <strong>de</strong> keizers geven namelijk een aantal belangrijke<br />

territoria in leen aan bisschoppen. dat biedt het voor<strong>de</strong>el dat bij het overlij<strong>de</strong>n van elke bisschop het leen<br />

terug naar <strong>de</strong> keizer gaat, want er zijn geen erfgenamen. Bovendien verzekert <strong>de</strong> keizer zich langs <strong>de</strong>ze<br />

weg telkens opnieuw van loyale leenmannen: hij kiest ze immers zelf, zowel voor geestelijke als wereldlijke<br />

investituur. Hierdoor is <strong>de</strong> getrouwheid van <strong>de</strong> geestelijke leenmannen aan <strong>de</strong> keizer, in tegenstelling tot die<br />

van <strong>de</strong> wereldlijke, een constante in <strong>de</strong> duitse Mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />

dit betekent dat het bisdom Luik veel uitgestrekter is dan het prinsbisdom Luik. Zelfs grote <strong>de</strong>len van<br />

Brabant behoren toe aan het bisdom, maar niet aan het prinsbisdom. dit is een aspect dat in <strong>de</strong> late<br />

mid<strong>de</strong>leeuwen voor bijkomen<strong>de</strong> politieke spanningen tussen Luik en Brabant zorgt. Het leidt zelfs tot het<br />

(niet ingewillig<strong>de</strong>) verzoek van <strong>de</strong> Brabantse hertog om Leuven tot zetel van een bisdom te maken.<br />

Pas in 1 9 wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> intussen tot stand gekomen personele unie van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n nieuwe<br />

bisdommen gecreëerd, naast het eeuwenou<strong>de</strong> Luik, utrecht, Terwaan en Kamerijk. <strong>de</strong> nieuwe bisdommen<br />

zijn on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re antwerpen, gent, <strong>de</strong>n Bosch, Brugge, Ieper, roermond en Mechelen. Zij ontstaan ten<br />

na<strong>de</strong>le van het Luikse bisdom. Ze zijn ook zeer gewild bij filips II, <strong>de</strong> katholieke, Spaanse koning van <strong>de</strong><br />

Zeventien Provinciën, en passen in <strong>de</strong> Tri<strong>de</strong>ntijnse, antiprotestantse lijn.<br />

Het bisdom Luik is ver<strong>de</strong>eld in zeven aarts<strong>de</strong>kenaten, die elk op hun beurt on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld zijn in een reeks<br />

<strong>de</strong>kenaten en parochies. Naast <strong>de</strong>ze seculiere Kerk neemt <strong>de</strong> reguliere een bijzon<strong>de</strong>re plaats in: <strong>de</strong> ou<strong>de</strong><br />

abdijen uit <strong>de</strong> Merovingische en Karolingische tijd (Sint-Trui<strong>de</strong>n, Susteren, al<strong>de</strong>neik, Munsterbilzen) blijven<br />

bestaan naast nieuwe stichtingen zoals averbo<strong>de</strong> en Herkenro<strong>de</strong>. Zij zijn constant ‘afzetgebie<strong>de</strong>n’ voor<br />

a<strong>de</strong>llijke kin<strong>de</strong>ren, on<strong>de</strong>r meer uit het Loonse gravenhuis, die naast <strong>de</strong> hoof<strong>de</strong>rfenis in hun stamgebie<strong>de</strong>n<br />

grijpen. Hetzelf<strong>de</strong> geldt ook voor <strong>de</strong> comman<strong>de</strong>rijen van geestelijke rid<strong>de</strong>ror<strong>de</strong>n, waarvan in onze contreien<br />

vooral <strong>de</strong> duitse een belangrijke rol speel<strong>de</strong>. al<strong>de</strong>n Biesen is daarvan een belangrijk voorbeeld.<br />

C. Het sociaal-economisch leven 4<br />

In <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen is het prinsbisdom Luik een welvaren<strong>de</strong> regio, vooral door <strong>de</strong> metaalnijverheid<br />

(cf. ‘dinan<strong>de</strong>rie’). In <strong>de</strong> Loonse ste<strong>de</strong>n bloeit kortstondig een lakenindustrie op. Maar tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> late<br />

mid<strong>de</strong>leeuwen overvleugelt het welvaren<strong>de</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> streek. Vlaan<strong>de</strong>ren neemt aan <strong>de</strong> Noordzee<br />

een betere positie in. Maar ook Brabant, dat <strong>de</strong> weg van Brugge naar het rijnland in toenemen<strong>de</strong> mate<br />

controleert, en Keulen wor<strong>de</strong>n belangrijker dan Loon.<br />

Het absolutistische, dynastiek en on<strong>de</strong>mocratische bewind van <strong>de</strong> prins-bisschoppen in <strong>de</strong> Nieuwe Tijd<br />

verbetert het lot van <strong>de</strong> vele armen niet. In <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n, vooral in Luik, ontstaan trouwens, zoals el<strong>de</strong>rs in<br />

Europa, spanningen tussen <strong>de</strong> patriciërs en <strong>de</strong> ambachten. <strong>de</strong> internationale hanze-economie gaat, evenals<br />

<strong>de</strong> kolonisatie, aan het prinsbisdom (en het duitse rijk) voorbij.<br />

<strong>de</strong> verwoestingen van Karel <strong>de</strong> Stoute (1468) wor<strong>de</strong>n nog lang gevoeld. <strong>de</strong> daarna herhaal<strong>de</strong>lijk<br />

doortrekken<strong>de</strong> legers verarmen <strong>de</strong> bevolking nog meer. Toetre<strong>de</strong>n tot roversben<strong>de</strong>n, zoals <strong>de</strong><br />

Bokkenrij<strong>de</strong>rs, is voor sommigen dan ook bijna een noodzaak.<br />

<strong>de</strong> ellen<strong>de</strong>, veroorzaakt door <strong>de</strong> opstand in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtigjarige en <strong>de</strong> Tachtigjarige oorlog,<br />

wor<strong>de</strong>n in Luik en Loon hard gevoeld. <strong>de</strong> menselijke miserie, die Brueghel in <strong>de</strong> 16<strong>de</strong> eeuw in Brabant<br />

schil<strong>de</strong>rt, moet in Loon en Luik minstens even schrijnend geweest zijn.<br />

In Loon zijn <strong>de</strong> meeste mensen nog als lijfeigenen, laten en kleine pachters aan <strong>de</strong> grond van hun<br />

heerlijkhe<strong>de</strong>n gebon<strong>de</strong>n. Ze leven in kleine vakwerkboer<strong>de</strong>rijen en wor<strong>de</strong>n geplaagd door misoogsten en<br />

hongersno<strong>de</strong>n.<br />

Een nieuwe impuls voor <strong>de</strong> vrije economie en <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l komt pas na <strong>de</strong> kruistochten in Europa. dit heeft<br />

on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> ontwikkeling van vrije (dus niet aan feodale of heerlijke verplichtingen gebon<strong>de</strong>n) ste<strong>de</strong>n<br />

tot gevolg. In Limburg ontwikkelen zich Beringen, Hamont, Bree, Peer, <strong>Hasselt</strong> …. <strong>de</strong> lokale graven, ook <strong>de</strong><br />

4 Voor het culturele luik verwijzen wij naar <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> lessuggestie: Kunst ten tij<strong>de</strong> van Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 18


Loonse, stichten vaak ste<strong>de</strong>n, belenen ze met vrijheidsbrieven (keuren) en steunen ze, tegen <strong>de</strong> feodale a<strong>de</strong>l<br />

in. In Loon zijn een aantal vrije ste<strong>de</strong>n eigenlijk pionnen tegen <strong>de</strong> hertog van Brabant enerzijds en tegen <strong>de</strong><br />

prinsbisschop van Luik an<strong>de</strong>rzijds. Maaseik en Stokkem zijn ‘schaakstukken’ tegen gelre.<br />

<strong>de</strong> economische bloei van Luik, <strong>de</strong> Loonse ste<strong>de</strong>n en dorpen is in <strong>de</strong> Vorstentijd nooit meer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> als<br />

voorheen, on<strong>de</strong>r meer door <strong>de</strong> voortduren<strong>de</strong> illegale doortochten van vreem<strong>de</strong> legers. Bovendien leeft Luik<br />

politiek geïsoleerd van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n en overvleugelen <strong>de</strong> duitse ste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> rijn (Keulen) haar. Luik<br />

en Loon vallen territoriaal buiten <strong>de</strong> kern van het duitse rijk, maar balanceren toch steeds in <strong>de</strong> interne<br />

duitse spanningen: <strong>de</strong> duitse keizers wor<strong>de</strong>n eeuwenlang gekozen door het kiescollege van <strong>de</strong> Kürfürsten.<br />

Het is dan bijvoorbeeld ook typerend dat <strong>de</strong> fransen, Spanjaar<strong>de</strong>n, Portugezen, Engelsen en Hollan<strong>de</strong>rs<br />

aan kolonisatie doen, maar duitsland niet. Het is tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Vorstentijd te zeer verscheurd door interne<br />

spanningen en godsdienstoorlogen.<br />

Sociaal is <strong>de</strong> Luikse en Loonse burger in <strong>de</strong> Vorstentijd nog steeds inge<strong>de</strong>eld in <strong>de</strong> stan<strong>de</strong>n van het<br />

germaanse recht. Niettemin zullen <strong>de</strong> ‘vrijen’ toenemen, vooral als poorters van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n. dit brengt<br />

met zich mee dat nog meer kleine rechtsstelsels het levenslicht zien: <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n hebben meestal Luiks<br />

(han<strong>de</strong>ls)recht en ze hebben hun eigen ‘burgemeesters en schepenbanken’. <strong>de</strong> allodia en <strong>de</strong> heerlijkhe<strong>de</strong>n<br />

kennen on<strong>de</strong>rtussen hun eigen rechtsontwikkeling. Bovendien blijft het leenrecht van kracht voor <strong>de</strong><br />

talrijke lenen. En natuurlijk heeft ook het kerkelijke recht (canoniek recht) voor alle burgers nog een nietonbelangrijke<br />

impact.<br />

<strong>de</strong> prins-bisschop moet, zoals alle (absolute) vorsten in Europa, rekening hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> stan<strong>de</strong>n of ‘staten’,<br />

als afgevaardig<strong>de</strong>n van het ‘land’. dit moet on<strong>de</strong>r meer om zijn beleid kenbaar te maken en voor het<br />

stemmen van <strong>de</strong> ‘be<strong>de</strong>n’. Voor Luik en Loon zetelen in <strong>de</strong>ze staten <strong>de</strong> seculiere geestelijkheid (kapittel van<br />

<strong>de</strong> Luikse Sint-Lambertuskerk), <strong>de</strong> feodale a<strong>de</strong>l, het rid<strong>de</strong>rschap en <strong>de</strong> vertegenwoordigers van <strong>de</strong> Loonse<br />

ste<strong>de</strong>n. Maar <strong>de</strong> vorsten hou<strong>de</strong>n, ook in Luik, steeds min<strong>de</strong>r rekening met hun ‘inspraak’ en grieven. dit leidt<br />

uitein<strong>de</strong>lijk tot <strong>de</strong> franse revolutie en in haar kielzog, tot <strong>de</strong> Luikse omwenteling.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 19


aCHTErgroNdINforMaTIE:<br />

dE oTTooNSE (962-1024) EN roMaaNSE (Ca. 1000-1200) KuNST<br />

1. Inleiding<br />

rond 960 na Christus verschijnt in het westen een nieuwe culturele eenheid terwijl in het oosten <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>nbyzantijnse kunst tot ontwikkeling komt. <strong>de</strong> chaotische perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> invallen van Noormannen<br />

en Saracenen is achter <strong>de</strong> rug en het westen begint zich politiek te consoli<strong>de</strong>ren. Veel vroege abdijen,<br />

kerken en ne<strong>de</strong>rzettingen moeten herbouwd wor<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> verwoestingen. <strong>de</strong> westerse wereld vindt<br />

zijn or<strong>de</strong>ning, die christelijk en feodaal is en die er zelfs in slaagt gemeenschappelijke belangen te dienen<br />

in <strong>de</strong> Kruistochten, terug. In het duitse rijk komt betrekkelijke rust tot stand na <strong>de</strong> Investituurstrijd, die<br />

met het Concordaat van worms (1122) afgesloten wordt. Nieuwe kloosteror<strong>de</strong>n, zoals <strong>de</strong> Cisterciënzers<br />

en <strong>de</strong> Premonstratenzers, zien het daglicht. Meer dan ooit hebben be<strong>de</strong>vaarten een grote impact op <strong>de</strong><br />

maatschappij. dit alles brengt een economische bloei met zich mee, die uiteraard <strong>de</strong> cultuur bevor<strong>de</strong>rt.<br />

In <strong>de</strong> romaanse kunst zijn naast een eigen, germaans-Ierse inbreng, vooral een romeinse, een<br />

vroegchristelijke en een Byzantijnse invloed merkbaar. <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst is dan ook onnaturalistisch. Ze<br />

staat in dienst van het bovenaardse en het transcen<strong>de</strong>nte. Ze is star, plechtstatig en abstraherend, maar ook<br />

eenvoudig, omdat ze belerend wil zijn.<br />

<strong>de</strong> architectuur laat eer<strong>de</strong>r een romeinse kenschets zien: eenheid en klaarheid in opbouw, ‘eerlijke’<br />

architectuur die rationeel is. Het westen neemt het vroegchristelijke kerkschema over, aangevuld met <strong>de</strong><br />

Karolingische verworvenhe<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> basilicale bouw, liefst met een of twee dwarsbeuken of een westbouw.<br />

Het bouwen van crypten (martelarengraf of martyrium on<strong>de</strong>r het kerkkoor), zo belangrijk in <strong>de</strong> romaanse<br />

perio<strong>de</strong>, vindt zijn oorsprong eveneens in <strong>de</strong> vroegchristelijke, maar ook in <strong>de</strong> Karolingische bouwkunst.<br />

op het vlak van het <strong>de</strong>coratieve zien we <strong>de</strong> eigen inbreng van <strong>de</strong> westerse (germaanse) volkeren in <strong>de</strong><br />

kunst. abstracte motieven, vlechtmotieven en een neiging tot ritmische abstractie primeren. Zij ontstaan<br />

me<strong>de</strong> door een Ierse invloed die onze gewesten bereikt via <strong>de</strong> monniken die vanuit Ierland het vasteland<br />

(her)bekeren.<br />

dit monachale leven, vooral van <strong>de</strong> Benedictijnen, is het zenuwpunt van <strong>de</strong>ze cultuur. <strong>de</strong> monniken leggen<br />

ook <strong>de</strong> brug naar <strong>de</strong> oudheid door griekse en romeinse auteurs te bestu<strong>de</strong>ren én over te schrijven.<br />

dit betekent niet dat er geen profane kunst is. <strong>de</strong> feodale versnippering, ingezet bij <strong>de</strong> Karolingers en<br />

bespoedigd door <strong>de</strong> invallen van Noormannen en Saracenen, brengt <strong>de</strong> bouw van talloze burchten met<br />

zich mee. Hier komt gelei<strong>de</strong>lijk aan een eigen cultuur tot ontwikkeling: rid<strong>de</strong>rtoernooien, valkenjachten en<br />

troubadours zijn daarvan <strong>de</strong> belangrijkste uitingen.<br />

2. De romaanse bouwkunst<br />

<strong>de</strong> romaanse kerken en abdijen zijn stevig gebouwd, met zware muren en kleine vensters met rondbogen.<br />

Ze hebben bij voorkeur meer<strong>de</strong>re stoere torens. <strong>de</strong> bouwvolumes zijn dui<strong>de</strong>lijk afgelijnd en herkenbaar:<br />

ze lijken opgestapeld als <strong>de</strong> <strong>de</strong>len van een blokkendoos. <strong>de</strong> romaanse kerk is een echte ‘godsburcht’ waar<br />

<strong>de</strong> bange mid<strong>de</strong>leeuwer bescherming zoekt bij god. <strong>de</strong> romaanse kunst is een vrij volks en daarom zeer<br />

expressief zoeken naar het bovennatuurlijke, naar god, in een ‘duistere’ tijd versnipperd door oorlogen,<br />

<strong>de</strong> pest, enz. <strong>de</strong> mens probeert tot rust te komen in zijn romaanse kerk die naar het voorbeeld van <strong>de</strong><br />

burchten van <strong>de</strong> wereldlijke heren, een godsburcht wordt. aan het portaal van <strong>de</strong> kerk wordt <strong>de</strong> duivel<br />

en al het angstaanjagen<strong>de</strong> uitgebeeld om <strong>de</strong>ze als het ware buiten te hou<strong>de</strong>n. Eens binnen is <strong>de</strong> bange<br />

mid<strong>de</strong>leeuwer in zijn toevluchtsoord, in zijn burcht, beschermd door zijn Heer.<br />

<strong>de</strong> opbouw van <strong>de</strong>ze kerken is even logisch, even ‘naïef’ als <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwer zelf: <strong>de</strong> bouwmassa’s wor<strong>de</strong>n<br />

eenvoudig, eerlijk en logisch op en tegen elkaar gezet, zeer simpel en geometrisch, zoals <strong>de</strong> blokken uit <strong>de</strong><br />

blokkendoos van een kind.<br />

ondanks <strong>de</strong> eenheid van <strong>de</strong> romaanse bouwkunst en <strong>de</strong> gemeenschappelijke, wezenlijk christelijke<br />

grondtoon, hebben verschillen<strong>de</strong> streken typische kenmerken, naast <strong>de</strong> gemeenschappelijke.<br />

2.1. Italië en <strong>de</strong> geboorte van <strong>de</strong> romaanse bouwkunst<br />

<strong>de</strong> geest van <strong>de</strong> oudheid blijft in Italië het sterkste leven. Van hieruit gaat dan ook <strong>de</strong> meeste invloed uit<br />

over Europa. Men neemt zelfs aan dat <strong>de</strong> wieg van <strong>de</strong> romaanse kunst in Noord-Italië, in Lombardije, te<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 20


vin<strong>de</strong>n is. rond het jaar 1000 zijn <strong>de</strong> eerste tekenen van <strong>de</strong> romaanse bouwkunst rond het Comomeer<br />

geboren: met kleine stenen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> muren van basilicale kerken, met vrijstaan<strong>de</strong> vierkante klokkentorens<br />

en stenen tongewelven, opgetrokken. Koor en transept vertonen verschillen<strong>de</strong> absi<strong>de</strong>n met altaren.<br />

<strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n, in tegenstelling tot <strong>de</strong> antieke romeinse muren, zijn enkelvoudig opgebouwd. Ze hebben steun<br />

nodig en wor<strong>de</strong>n daarom, geritmeerd, voorzien van lisenen, zeker als <strong>de</strong> muren nog gewelven dragen. <strong>de</strong><br />

romaanse bouwkunst probeert immers <strong>de</strong> houten kerken, die <strong>de</strong> Noormannen verwoestten, te vervangen<br />

door stenen exemplaren.<br />

<strong>de</strong>ze vormentaal kent een massale navolging in heel Europa. Blin<strong>de</strong> bogen verbin<strong>de</strong>n lisenen, die zich later<br />

tot dwerggalerijen ontwikkelen. <strong>de</strong> motieven veroveren west-Europa.<br />

<strong>de</strong> vroegchristelijke, laatantieke verwantschap valt zeer sterk op in <strong>de</strong> Italiaans-romaanse kunst.<br />

2.2. Frankrijk, <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n en het Rijn-Maasgebied<br />

Verschillen<strong>de</strong> scholen tekenen zich in dit gebied af. Elk heeft een hinterland, vaak bepaald door <strong>de</strong><br />

pelgrimswegen naar Sint-Jacob van Compostella. Hierdoor is er ook franse invloed te zien in <strong>de</strong> Noord-<br />

Spaanse romaanse bouwkunst (Zuid-Spanje was nog islamitisch). door <strong>de</strong> Kruistochten is er zelfs franse<br />

invloed te zien in Palestina. <strong>de</strong> grote franse abdijen (Cluny en Citeaux) beïnvloe<strong>de</strong>n hun dochterstichtingen<br />

in gans Europa.<br />

<strong>de</strong> school van Bourgondië, met <strong>de</strong> abdij van Cluny, heeft veel straalkapellen om het koor. In autun komen<br />

zelfs al spitsbogen voor. Hieruit blijkt dat die dus niet uitsluitend in <strong>de</strong> gotiek voorkomen. In <strong>de</strong> auvergne<br />

zijn <strong>de</strong> gevels uitbundig <strong>versie</strong>rd, zoals in <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong> St. foy te Conques. In <strong>de</strong> Languedoc (St. Sernin in<br />

Toulouse) is dan weer veel Lombardische invloed aantoonbaar. Een prachtig en goed bewaard ensemble is<br />

<strong>de</strong> abdij van Moissac met haar kloostergang.<br />

<strong>de</strong> Provence on<strong>de</strong>rgaat veel invloed van nog aanwezige romeinse bouwwerken in <strong>de</strong> streek: voorgevels van<br />

kerken zijn bijvoorbeeld geïnspireerd door romeinse triomfbogen, zoals in <strong>de</strong> St. Trophime in arles. In <strong>de</strong><br />

Poitou en Périgord is <strong>de</strong> sculpturale <strong>versie</strong>ring typisch voor <strong>de</strong> kerken, zoals in <strong>de</strong> St. Savin-sur-gartempe.<br />

<strong>de</strong> klokkentorens hebben er typische schubbendaken. on<strong>de</strong>r invloed van <strong>de</strong> Byzantijnse bouwkunst, tot<br />

hier gekomen via <strong>de</strong> Kruistochten, komt in <strong>de</strong> Périgord zelfs <strong>de</strong> koepelbouw tot ontwikkeling. In Normandië,<br />

dat invloed had op <strong>de</strong> romaanse bouwkunst van Engeland en Sicilië, komen vaak tribunes boven <strong>de</strong><br />

zijbeuken voor. Beken<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n zijn het romaans <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Mont St.-Michel, <strong>de</strong> kerken van Caen en<br />

<strong>de</strong> kathedraal van durham in Engeland.<br />

<strong>de</strong> romaanse bouwkunst langs <strong>de</strong> wegen naar Compostella heeft eveneens een eigen gelaat: langgerekte<br />

basilica’s met drie beuken die in het grote transept doorlopen. Het koor is voorzien van straalkapellen en <strong>de</strong><br />

oostmuur van <strong>de</strong> dwarsbeuk heeft talkrijke absi<strong>de</strong>n.<br />

ook <strong>de</strong> Cisterciënzerbouwkunst is het vermel<strong>de</strong>n waard. Ze komt doorheen heel het westelijk romaans<br />

expansiegebied eenvormig voor. Het is een reactie tegen <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> en pracht van <strong>de</strong> benedictijnse Clunyor<strong>de</strong>.<br />

uiterste soberheid is daarom overal <strong>de</strong> stelregel: geen torens, weinig of geen sculptuur en weinig<br />

<strong>versie</strong>ring. Voorbeel<strong>de</strong>n zijn fontenay en Senanque in frankrijk, Villers-la-Ville en <strong>de</strong> abdij Ter duinen in<br />

België. door <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>righeid van <strong>de</strong> Cisterciënzers kunnen hun abdijen in valleien gebouwd wor<strong>de</strong>n. (cf.<br />

Clairvaux= Clara Vallis). <strong>de</strong> Benedictijnen, die een nieuwe impuls kregen vanuit <strong>de</strong> abdij van Cluny 6 , bouwen<br />

hun rijk <strong>versie</strong>r<strong>de</strong> abdijen liefst trots op bergtoppen. <strong>de</strong> abdijkerk van Cluny is <strong>de</strong> grootste van het westen:<br />

187 meter lang. Ze wordt gena<strong>de</strong>loos gesloopt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> franse revolutie.<br />

In <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n zijn verschillen<strong>de</strong> invloe<strong>de</strong>n te zien. In het Schel<strong>de</strong>gebied is invloed van Normandië<br />

manifest, zoals in <strong>de</strong> kathedraal van doornik. Het rijn-Maasgebied is dan weer meer op duitsland gericht,<br />

aanvankelijk op <strong>de</strong> Ottoonse maar later op <strong>de</strong> Staufische bouwkunst. Voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn <strong>de</strong> talrijke<br />

kerken van Luik, zoals <strong>de</strong> afgebroken Saint Lambert en <strong>de</strong> nog bestaan<strong>de</strong> Saint Barthélémy, <strong>de</strong> St.-gertrudis<br />

te Nijvel, <strong>de</strong> kerk van Celles bij dinant en <strong>de</strong> Sint Servaes en <strong>de</strong> onze-Lieve-Vrouwekerk in Maastricht.<br />

In ons land is <strong>de</strong> Sint-Pieterskerk van Sint-Trui<strong>de</strong>n (Zerkingen) <strong>de</strong> oudste overwelf<strong>de</strong> kerk.<br />

2.3. De ottoonse bouwkunst in Duitsland<br />

<strong>de</strong> vroeg-romaanse kunst van het duitse rijk wordt bij voorkeur Ottoonse kunst genoemd. <strong>de</strong>ze benaming<br />

verwijst naar <strong>de</strong> naam van enkele duitse keizers gekozen uit het Saksische huis. otto I, sinds 962 keizer<br />

5 Gesticht in 1093 door Robert van Molesme en uitgebouwd door Bernardus van Clairvaux.<br />

6 Gesticht in 910.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 21


van het Heilig roomse rijk <strong>de</strong>r duitse Natie, sticht het systeem van <strong>de</strong> rijkskerk en brengt <strong>de</strong> keizerlijke<br />

macht naar een hoogtepunt. Zijn zoon, otto II, trouwt in 972 met <strong>de</strong> Byzantijnse prinses Theofanu die in<br />

onze gewesten een reeks kunstenaars, kunstwerken en zelfs heiligen introduceert. <strong>de</strong> ottoonse kunst heeft<br />

daarom sterk byzantijnse trekken.<br />

Hun zoon, otto III, roept een heuse pan-Europese beweging in het leven. Hij begint rome uit te bouwen tot<br />

hoofdstad van een ‘verenigd Europa’.<br />

Van <strong>de</strong> ottoonse bouwkunst getuigen nog enkele zeer belangrijke kerken in Keulen, Essen, Nijvel en<br />

Hil<strong>de</strong>sheim. Maar ook in eigen regio zijn er merkwaardige overblijfselen te vin<strong>de</strong>n. <strong>de</strong> abdijkerk van<br />

Susteren (Ne<strong>de</strong>rlands Limburg) is een prachtig voorbeeld met haar zeer uitzon<strong>de</strong>rlijke Aussenkrypta.<br />

Typisch ottoons is <strong>de</strong> steunwissel in <strong>de</strong> beukscheiding met ontdubbeling van <strong>de</strong> bogen, het zware<br />

teerlingkapiteel en <strong>de</strong> nissenwerking in het koor. <strong>de</strong> bouwmeesters van <strong>de</strong> ottoonse kerken beste<strong>de</strong>n ook<br />

veel aandacht aan <strong>de</strong> reliekencultus. Zij rusten een crypte en/of een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> westbouw hiervoor uit.<br />

2.4. De romaanse bouwkunst in Duitsland<br />

In het verleng<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ottoonse bouwwerken komen eenvoudige types, met een uitgesproken westbouw<br />

en <strong>versie</strong>ringen, voor. Het dubbelkoor komt veel voor: één koor in <strong>de</strong> westbouw en één koor aan <strong>de</strong><br />

oostzij<strong>de</strong>. ook dubbele transepten zijn vaak aanwezig. Blindboogjes, vaak opengewerkt tot galerijen on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> kroonlijsten, en lisenen <strong>versie</strong>ren <strong>de</strong> muren. <strong>de</strong>ze architecturale, ritmeren<strong>de</strong> elementen wor<strong>de</strong>n in<br />

het rijnland vaak met beschil<strong>de</strong>ring geaccentueerd, zoals in Limburg an <strong>de</strong>r Lahn en zelfs in Luik (Saint<br />

Barthélemy).<br />

uit <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n voorbeel<strong>de</strong>n noemen wij slechts <strong>de</strong> St.-Michael in Hil<strong>de</strong>sheim, <strong>de</strong> Sankt Heribert in<br />

Keulen-<strong>de</strong>utz, <strong>de</strong> uitstekend bewaar<strong>de</strong> abdij van Maria Laach en <strong>de</strong> grote Kaiserdome van worms en Speyer.<br />

In <strong>de</strong>ze laatste kerk is er een enorme crypte met <strong>de</strong> graven van verschillen<strong>de</strong> duitse keizers.<br />

Het rijnland geeft <strong>de</strong> toon in <strong>de</strong> bouwkunst aan. <strong>de</strong> kerk van bijvoorbeeld Sankta Maria in Kapitol in Keulen,<br />

met haar klaverbladvormige dwarsbeuk, staat mo<strong>de</strong>l voor verschillen<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re heiligdommen, zoals het<br />

Munster van roermond.<br />

2.5. Spanje<br />

Spanje is bezet door <strong>de</strong> mohammedanen. Toch kan het Noor<strong>de</strong>n (asturië, in en achter <strong>de</strong> bergen) zich als<br />

christelijk rijk handhaven. doorheen dit gebied loopt het laatste, en dus drukst belopen, <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> weg<br />

naar Sint-Jacob van Compostella.<br />

2.6. Engeland<br />

Na <strong>de</strong> slag van Hastings in 1066 begint <strong>de</strong> romaanse kunst pas in Engeland te bloeien, uiteraard door <strong>de</strong><br />

sterke Normandische invloed. <strong>de</strong> Engelsen ontwikkel<strong>de</strong>n typische kenmerken in hun bouwstijl, zoals <strong>de</strong><br />

grote lengte van het gebouw, het ingewikkel<strong>de</strong> plan en <strong>de</strong> rijke <strong>versie</strong>ring. Het Normandische kruisgewelf<br />

wordt hier veel toegepast.<br />

Belangrijke voorbeel<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Engelse bouwstijl zijn <strong>de</strong> kathedralen van Norwich en durham. In durham<br />

komen in 11 al spitsbogen voor.<br />

2.7. Burgerlijke bouwkunst<br />

Tot hiertoe hebben we hoofdzakelijk <strong>de</strong> kerkelijke romaanse bouwkunst besproken. dit is niet<br />

verwon<strong>de</strong>rlijk omdat <strong>de</strong> westerse mid<strong>de</strong>leeuwen uitgesproken christelijk zijn. Maar <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> heeft ook<br />

profane bouwkunst voortgebracht. Een voorbeeld hiervan zijn <strong>de</strong> (vroege) mid<strong>de</strong>leeuwse burchten.<br />

Veel burchten ontstaan oorspronkelijk uit een motteversterking, meestal in <strong>de</strong> vorm van vluchttorens. <strong>de</strong><br />

vluchttorens die opgenomen zijn in een burchtcomplex wor<strong>de</strong>n meestal vervangen door een donjon of<br />

meestentoren of erin geïntegreerd.<br />

<strong>de</strong> hieruit gegroei<strong>de</strong> burchten zijn meestal versterkte woningen van feodale heren of heren van een<br />

heerlijkheid. Maar het kunnen ook burchten van landsheren zijn. <strong>de</strong> graaf van Vlaan<strong>de</strong>ren heeft bijvoorbeeld<br />

burchten in verschillen<strong>de</strong> Vlaamse ste<strong>de</strong>n.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 22


Na <strong>de</strong> Kruistochten bouwen <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>ror<strong>de</strong>n burchten of comman<strong>de</strong>rijen. omdat <strong>de</strong>ze rid<strong>de</strong>ror<strong>de</strong>n vaak<br />

a<strong>de</strong>llijk en tegelijkertijd ook geestelijk zijn, krijgt <strong>de</strong> burchtkapel meestal een bijzon<strong>de</strong>re plaats. Er is ook<br />

een gastenkwartier en zelfs een tien<strong>de</strong>nschuur. al<strong>de</strong>n Biesen houdt daarom bijvoorbeeld het mid<strong>de</strong>n tussen<br />

een burcht en een abdij. Sommige laathoven, huizen van drossaar<strong>de</strong>n en van an<strong>de</strong>re ambtsdragers hebben<br />

eveneens een versterkt karakter.<br />

Het romantische beeld van <strong>de</strong> burcht die door veel mensen (rid<strong>de</strong>rs) bewoond is, klopt niet helemaal. <strong>de</strong><br />

leenmannen van een burchtheer hou<strong>de</strong>n maar een beperkt aantal dagen <strong>de</strong> wacht (stagium) in <strong>de</strong> burcht. <strong>de</strong><br />

horigen en lijfeigenen verrichten er wel talrijke hand- en spandiensten. Het wemelt er ook van (agrarische)<br />

bedrijvigheid, vooral in het neerhof of <strong>de</strong> voorburcht.<br />

<strong>de</strong> Kruistochten zijn een krachtige impuls voor <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong>fensieve nieuwighe<strong>de</strong>n in Europese<br />

burchten. <strong>de</strong> kruisvaar<strong>de</strong>rs bewon<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> arabische krijgsbouw en imiteren die dan ook in hun kraks en<br />

later ook in Europa. <strong>de</strong> meeste burchten zijn gebouwd naar het <strong>de</strong>fensieve systeem ‘van <strong>de</strong> linkerhand’.<br />

In het sterk verbrokkel<strong>de</strong>, feodale duitse rijk, waarbij het graafschap Loon hoor<strong>de</strong>, staan ca. 6000 burchten.<br />

Vele burchten wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> vorstentijd (ca. 14 0-1789) omgevormd tot lusthoven, vaak door een van <strong>de</strong><br />

vier vleugels te slopen. Zo geeft het bouwwerk uit op <strong>de</strong> natuur. rond <strong>de</strong> kastelen wor<strong>de</strong>n dan ook parken<br />

gecreëerd. dit staat in nauw verband met <strong>de</strong> uitvinding van het buskruit en het absolutisme van <strong>de</strong> vorsten,<br />

waardoor <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> (feodale) a<strong>de</strong>l gelei<strong>de</strong>lijk aan taant.<br />

Van <strong>de</strong> huisarchitectuur zijn er nog mooie resten, zoals het romaanse korenstapelhuis ‘<strong>de</strong> spijker’ aan <strong>de</strong><br />

graslei in gent.<br />

3. De romaanse beeldhouwkunst<br />

<strong>de</strong> romaanse sculptuur beperkt zich groten<strong>de</strong>els tot <strong>de</strong> architecturale sculptuur. Kapitelen en portalen<br />

zijn met reliëfs be<strong>de</strong>kt. <strong>de</strong>ze reliëfs moeten zich aanpassen aan <strong>de</strong> bouwvormen, waardoor <strong>de</strong> figuren<br />

‘vervormen’. Ze krijgen hierdoor een eer<strong>de</strong>r geometrisch en dus ook abstract karakter. In een boogvormig<br />

timpaan lijken mensen bijvoorbeeld in boogvorm te zitten. <strong>de</strong> bouwvlakken en volumes wor<strong>de</strong>n maximaal<br />

opgevuld met <strong>de</strong>ze figuren.<br />

Het grafisch-lineaire karakter van <strong>de</strong> romaanse bouwsculptuur is ook opvallend. alleen het essentiële wordt<br />

weergeven. dit draagt bij tot het didactische karakter van <strong>de</strong> voorstellingen. Het lijnenspel is vaak sterk<br />

<strong>de</strong>coratief en ornamenteel opgevat. figuren staan in een symmetrische of diagonale compositie of wor<strong>de</strong>n<br />

in een ritmische herhaling geplaatst. ook het plooienspel van gewa<strong>de</strong>n wordt vaak geritmeerd tot een<br />

abstracte tekening.<br />

<strong>de</strong>ze kenmerken geven <strong>de</strong> sculptuur een onwerkelijk, verheven karakter. Het roept met grote<br />

zeggingskracht een bovenwereldse realiteit op. <strong>de</strong> thematiek sluit hierbij aan. god, het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> wereld<br />

(apocalyps, laatste oor<strong>de</strong>el) en <strong>de</strong> chaos (strijd tussen goed en kwaad, monsters en duivels) zijn belangrijke<br />

items. Maar ook <strong>de</strong> lofzang op <strong>de</strong> schepping is een thema. <strong>de</strong> kunst heeft dus een uitgesproken didactisch<br />

karakter en houdt <strong>de</strong> mens een spiegel voor van het god<strong>de</strong>lijke universum.<br />

<strong>de</strong> romaanse kunst is ook symbolisch gela<strong>de</strong>n. <strong>de</strong> rol van het getal en van allegorische figuren is groot.<br />

Bovendien wordt <strong>de</strong> romaanse sculptuur beschil<strong>de</strong>rd, <strong>de</strong> kleuren hebben hun eigen betekenis en symboliek.<br />

Maar hiervan is weinig bewaard gebleven.<br />

In het rijn- en Maasland bloeit <strong>de</strong> koper- en bronskunst, die vooral voor liturgisch meubilair gebruikt wordt.<br />

Een beroemd voorbeeld is <strong>de</strong> doopvont van <strong>de</strong> Sint-Barthelémykerk in Luik. Even bekend is het reliekschrijn<br />

van <strong>de</strong> kathedraal te doornik, gemaakt door Nicolaas van Verdun.<br />

4. De romaanse schil<strong>de</strong>rkunst<br />

<strong>de</strong> wand- en gewelfschil<strong>de</strong>rkunst kent in <strong>de</strong> romaanse kunst een grote bloei. gebouwen hebben weinig<br />

vensters, die bovendien maar klein zijn. Hierdoor komt veel muuroppervlakte vrij die beschil<strong>de</strong>rd kan<br />

wor<strong>de</strong>n. ook in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst is het <strong>de</strong> bedoeling <strong>de</strong> eenvoudige mensen te ‘beleren’. Veel kerken zijn dan<br />

ook van binnen volledig beschil<strong>de</strong>rd.<br />

<strong>de</strong> stijl waarmee profane en religieuze thema’s aangebracht wor<strong>de</strong>n, ligt volledig in <strong>de</strong> lijn van <strong>de</strong><br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 2


Karolingische en Byzantijnse kunst. ook <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst is geabstraheerd. Hierdoor is <strong>de</strong> kunst lineair,<br />

kleurrijk en tweedimensionaal, wat zeer sprekend en monumentaal overkomt.<br />

In het duitse rijk komen min<strong>de</strong>r fresco’s voor. Toch zijn er belangrijke ensembles te vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> dubbelkerk<br />

van Schwarzrheindorf bij Bonn of in Müstair.<br />

romaanse miniaturen munten eveneens uit door monumentale abstrahering. Het <strong>de</strong>coratieve primeert.<br />

Net zoals in <strong>de</strong> oudgriekse schil<strong>de</strong>rkunst zijn het prachtige staaltjes van tektoniek, het beeldvlak is optimaal<br />

gevuld. Beginletters wor<strong>de</strong>n, zoals in <strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong> anglo-Ierse miniaturen, nog mooi gerubriceerd en<br />

‘monumentaal’ <strong>versie</strong>rd.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 24


LESSuggESTIE 1:<br />

<strong>de</strong> geSchie<strong>de</strong>niS van het graafSchap Loon (ca. 1020-1796)<br />

Achtergrondinformatie voor <strong>de</strong> leerkracht<br />

Het is zinvol om <strong>de</strong>ze lessen aan te bie<strong>de</strong>n wanneer <strong>de</strong> leerlingen al vertrouwd zijn met het historisch<br />

referentieka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen. Bij voorkeur zou<strong>de</strong>n minstens <strong>de</strong> belangrijkste elementen van het<br />

leenstelsel en <strong>de</strong> Investituurstrijd verworven moeten zijn.<br />

In <strong>de</strong>ze lessuggestie vindt u <strong>de</strong> methodische aanpak, zon<strong>de</strong>r nochtans <strong>de</strong> werkvormen aan te geven.<br />

daarvoor kiest u zelf. In het voorbeeld is het on<strong>de</strong>rwijsleergesprek gebruikt. uiteraard kan u voor een<br />

an<strong>de</strong>re werkvorm opteren.<br />

wel zijn er in elke lesfase analyse – en synthesevragen gesteld over <strong>de</strong> informatie uit bronnen. In<br />

schuine letters kan u <strong>de</strong> verwachte antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> vragen lezen. <strong>de</strong> bronnen zijn van diverse aard:<br />

cartografische, iconografische, teksten. Zij wor<strong>de</strong>n telkens in het rood aangegeven. <strong>de</strong>ze bronnen vind je<br />

achteraan in <strong>de</strong>ze bun<strong>de</strong>l terug. Je kan ze voor <strong>de</strong> leerlingen kopiëren of vooraan in <strong>de</strong> klas projecteren.<br />

Via <strong>de</strong> website www.vivavel<strong>de</strong>ke.eu of via www.erfgoedcelhasselt.be zijn ze te raadplegen in digitale <strong>versie</strong>.<br />

<strong>de</strong> lesbrief geeft geen ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> timing op. <strong>de</strong> les over <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het graafschap Loon en<br />

prinsbisdom Luik is niet in één lesuur te realiseren. Minstens twee lesuren zullen nodig zijn.<br />

wij hebben geopteerd om geen werkboekje of werkblaadje te hanteren. Het staat <strong>de</strong> leerkrachten vrij er<br />

een te maken of <strong>de</strong> leerlingen het bordschema te laten noteren. Het is zeker nuttig om <strong>de</strong> bron, waarop <strong>de</strong><br />

stamboom van het Loonse grafelijke geslacht te zien is af te drukken voor <strong>de</strong> leerlingen. Belangrijk is ook<br />

wellicht <strong>de</strong> leerlingen vooraf dui<strong>de</strong>lijk te maken dat het huidige Belgisch-Limburg ongeveer overeenkwam<br />

met het graafschap Loon en dat <strong>de</strong> naam Limburg pas in <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw aan <strong>de</strong> Belgische provincie is<br />

gegeven: het historische Limburg lag namelijk niet in Limburg, maar bij Limbourg aan <strong>de</strong> Ves<strong>de</strong>r.<br />

Inhou<strong>de</strong>lijke structuur<br />

Loon, leen van Luik (1040-1 66) en <strong>de</strong>el van Luik (1 66-1796)<br />

1. politiek<br />

leenverhouding en ste<strong>de</strong>npolitiek<br />

territoriale aanwinsten en conflicten met Brabant en Luik<br />

2. sociaal-economisch<br />

ongunstige ligging<br />

Luiks wingewest<br />

Eindtermen<br />

<strong>de</strong> lessuggesties sluiten aan bij volgen<strong>de</strong> eindtermen geschie<strong>de</strong>nis, twee<strong>de</strong> graad:<br />

2, , 4, 6, 7, 8, 9, 12, 14, 17, 18, 19, 21, 2 , 2 *, 26*, 28*, 29*<br />

Leerdoelen<br />

<strong>de</strong>ze lesbrieven bevatten alleen concrete cognitieve doelstellingen van diverse niveau’s. Zij zijn aan <strong>de</strong><br />

gangbare algemene doelstellingen van <strong>de</strong> in Vlaan<strong>de</strong>ren vigeren<strong>de</strong> leerplannen gelieerd, zon<strong>de</strong>r nochtans <strong>de</strong><br />

nummering of verwoording daarvan op te nemen. <strong>de</strong> dynamisch-affectieve en psychomotorische kunnen<br />

vrij door <strong>de</strong> leerkrachten gekozen en gerealiseerd wor<strong>de</strong>n.<br />

• Leerlingen kunnen het graafschap Loon en het prinsbisdom Luik op een historische kaart situeren.<br />

• Leerlingen kunnen het graafschap Loon en het prinsbisdom Luik op een kaart van België/Europa<br />

situeren.<br />

• Leerlingen kunnen <strong>de</strong> territoriale aanwinsten van het graafschap Loon op een historische kaart<br />

situeren.<br />

• Leerlingen kunnen <strong>de</strong> territoriale aanwinsten van het graafschap Loon op een kaart van Europa<br />

situeren.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 2


• Leerlingen kunnen het graafschap Loon en prinsbisdom Luik op een kaart van het duitse rijk<br />

situeren.<br />

• Leerlingen kunnen ontstaan en ein<strong>de</strong> van het graafschap Loon in <strong>de</strong> tijd situeren.<br />

• Leerlingen verwoor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> dubbele leenverhouding van <strong>de</strong> graaf van Loon.<br />

• Leerlingen kunnen <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> huwelijkspolitiek van <strong>de</strong> graven van Loon verwoor<strong>de</strong>n.<br />

• Leerlingen kunnen <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len en na<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> Loonse huwelijkspolitiek verwoor<strong>de</strong>n.<br />

• Leerlingen kunnen het ein<strong>de</strong> van het zelfstandige graafschap Loon verklaren.<br />

• Leerlingen kunnen <strong>de</strong> verhouding van het graafschap Loon tot het hertogdom Brabant verwoor<strong>de</strong>n.<br />

• Leerlingen kunnen <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen geven waarom <strong>de</strong> Loonse ste<strong>de</strong>n ontston<strong>de</strong>n.<br />

• Leerlingen kunnen verwoor<strong>de</strong>n waarom Loon in het prinsbisdom Luik en in het duitse rijk een<br />

geringe politieke betekenis had.<br />

• Leerlingen kunnen verwoor<strong>de</strong>n waarom Loon in het prinsbisdom Luik en in het duitse rijk een<br />

geringe economische betekenis had.<br />

• Leerlingen kunnen verklaren dat <strong>de</strong> Loonse plattelandsbevolking verarm<strong>de</strong> vanaf <strong>de</strong> inlijving van<br />

Loon in het prinsbisdom Luik.<br />

• Leerlingen kunnen Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke situeren in <strong>de</strong> tijd.<br />

Inleiding: situering op kaart en in <strong>de</strong> tijd<br />

aanknoping bij <strong>de</strong> vorige lessen:<br />

Hoeveel provincies telt ons land? Kan je ze opsommen?<br />

Bron 1 + atlas<br />

Vergelijk <strong>de</strong> kaart van België en Ne<strong>de</strong>rland met <strong>de</strong>ze kaart? welke perio<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n is weergegeven? Komen <strong>de</strong> huidige provincies van België (en Ne<strong>de</strong>rland) ook op <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> kaart voor?<br />

Opvallend is dat Limburg en Luik niet tot <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n behoor<strong>de</strong>n.<br />

Bron 2<br />

Vergelijk <strong>de</strong> eerste kaart met <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>. wat stel je vast over Limburg en Luik?<br />

Opnieuw niet bij <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n<br />

Bron en 4<br />

op <strong>de</strong>ze kaart zie je het prinsbisdom Luik en Loon samen.<br />

wat zijn <strong>de</strong> precieze benamingen voor <strong>de</strong> twee gewesten die niet tot <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n behoor<strong>de</strong>n?<br />

Prinsbisdom Luik en graafschap Loon.<br />

op <strong>de</strong> kaarten kan je nagaan tot welk gebied, land of territorium bei<strong>de</strong> gewesten wel behoor<strong>de</strong>n?<br />

Het Duitse Rijk<br />

Uitwerking<br />

Het leenverband en <strong>de</strong> problematische ligging van Loon<br />

In vorige lessen leer<strong>de</strong>n wij wat <strong>de</strong> feodale pirami<strong>de</strong> is. wie stond aan <strong>de</strong> top van <strong>de</strong> pirami<strong>de</strong>? De koning.<br />

wie is dat in duitsland? De Duitse keizer.<br />

Hoe noemt men <strong>de</strong> leenmannen, die met <strong>de</strong> koning/keizer zijn verbon<strong>de</strong>n? Kroonvazallen.<br />

Bron<br />

als je <strong>de</strong>ze bron aandachtig bestu<strong>de</strong>ert, kan je achterhalen waar <strong>de</strong> prins-bisschop van Luik in <strong>de</strong> feodale<br />

pirami<strong>de</strong> stond? Hij was leenman van <strong>de</strong> Duitse keizer.<br />

Bron 6<br />

Bestu<strong>de</strong>er het schema en tracht uit te maken waar <strong>de</strong> graaf van Loon in <strong>de</strong> feodale pirami<strong>de</strong> stond?<br />

Hij was leenman van <strong>de</strong> Luikse prins-bisschop<br />

<strong>de</strong> leerkracht vertelt bondig dat hij ook leenman was van <strong>de</strong> keizer, voor zijn grafelijke rechten van <strong>de</strong><br />

prins-bisschop voor <strong>de</strong> grond, het territorium van Loon.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 26


Bron 2 en 4 + atlas<br />

Kan je ook het graafschap Ho(o)rn opzoeken op bron 4?<br />

Hoe kan je <strong>de</strong> ligging van het graafschap Vlaan<strong>de</strong>ren t.o.v. <strong>de</strong> zee en waterwegen omschrijven?<br />

Uitweg op zee en Schel<strong>de</strong>.<br />

Hoe is dat met het prinsbisdom Luik? Ligging aan <strong>de</strong> Maas.<br />

Hoe is dat met het graafschap Loon? Eer<strong>de</strong>r geïsoleer<strong>de</strong> ligging. Raakt maar op enkele punten aan <strong>de</strong> Maas.<br />

Hoe is dat met het Hertogdom Brabant? Eveneens tamelijk geïsoleerd, maar raakt wel aan <strong>de</strong> zee.<br />

op <strong>de</strong> kaart kan je ont<strong>de</strong>kken dat <strong>de</strong> hertog van Brabant nog verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>len buiten Brabant in bezit<br />

(leen) had. Zoek ze eens. In welke huidige lan<strong>de</strong>n kan je ze situeren?<br />

Bron 7<br />

<strong>de</strong> leerkracht vertelt dat daarbij waren: Lummen, Kessenich, het hertogdom Limburg, Valkenburg, een <strong>de</strong>el van<br />

Maastricht. waarom zou hij dat doen? Trek eens een <strong>de</strong>nkbeeldige lijn van Brabant over Lummen, naar het<br />

hertogdom Limburg (nu Limbourg bij Visé), en zo naar Maastricht: als je <strong>de</strong>ze lijn verlengt, waar beland je dan?<br />

Aan <strong>de</strong> Rijn, richting Keulen.<br />

De hertog van Brabant en <strong>de</strong> graaf van Loon hebben ooit gestre<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong> aartsbisschop van Keulen, bij<br />

Wörringen (Woeringen in het Ne<strong>de</strong>rlands).<br />

atlas<br />

Zoek eens op waar wörringen ligt in je atlas? In <strong>de</strong> buurt van Keulen. aan welke rivier ligt Keulen? De Rijn.<br />

Bron 8<br />

Bij <strong>de</strong> slag van woeringen hoor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Hertog van Brabant en <strong>de</strong> graaf van Loon samen bij <strong>de</strong> winnaars.<br />

<strong>de</strong> Keulse aartsbisschop hoor<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> verliezers. <strong>de</strong> slag (1288) werd gewonnen door <strong>de</strong> Braban<strong>de</strong>rs.<br />

als je nu bron 8 en <strong>de</strong> kaart van bron 4 vergelijkt, wat kunnen wij dan besluiten over <strong>de</strong> politiek van <strong>de</strong><br />

Hertog van Brabant? De hertog zocht expansie naar het Oosten, naar <strong>de</strong> Rijn.<br />

welk gevolg had dit voor Loon? De hertog bezat bepaal<strong>de</strong> enclaves in en rond Loon.<br />

Hoe zal <strong>de</strong> graaf van Loon zich bij <strong>de</strong> Brabantse expansie gevoeld hebben? Hij voel<strong>de</strong> zich steeds meer<br />

bedreigd.<br />

Conclusie en vastzetting<br />

Tijd, ruimte<br />

Leenband: duitse keizer, prinsbisschop Luik, graaf van Loon<br />

geïsoleer<strong>de</strong> ligging van Loon en Brabantse expansie naar het oosten ten koste van Loon<br />

De Loonse expansie<br />

Bron 9<br />

op <strong>de</strong>ze stamboom kan je zien hoe <strong>de</strong> Loonse graven heetten en van wanneer tot wanneer dat het<br />

graafschap bestaan heeft. De namen in het rood zijn <strong>de</strong> graven.<br />

waar in <strong>de</strong> stamboom en hoe kan je zien dat <strong>de</strong> graven van Loon meer dan alleen maar het graafschap<br />

Loon in leen had<strong>de</strong>n? Vanaf Arnold II is <strong>de</strong> graaf ook ‘graaf van Rieneck’.<br />

Kan je in <strong>de</strong> stamboom daarvoor een verklaring vin<strong>de</strong>n?<br />

De va<strong>de</strong>r van Arnold I was gehuwd met een dame van Rieneck. De oudste zoon erft Loon en Rieneck.<br />

atlas<br />

rieneck ligt in <strong>de</strong> buurt van wiesba<strong>de</strong>n en Mainz. Zoek <strong>de</strong>ze ste<strong>de</strong>n eens op in je atlas. Rieneck ligt in Noord-<br />

Beieren-Franken<br />

Is dat ver van Loon? Erg ver, zeker als er amper wegen waren.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 27


Bron 10 en 11<br />

Vergelijk het Loonse wapenschild met dat van rieneck. Hoe kan je zien dat ze gekoppeld waren?<br />

Ze hebben <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> kleuren in het schild.<br />

Bron 12<br />

Biedt <strong>de</strong>ze evolutie voor<strong>de</strong>len? De graaf van Loon wordt machtiger, heeft meer gebied (in leen).<br />

Heeft dat ook na<strong>de</strong>len? op basis van ligging? Ver van huis. Hierdoor is het moeilijk te controleren.<br />

Bron 9<br />

wat stel je vast in verband met <strong>de</strong> leenverhoudingen van <strong>de</strong> graaf van Loon door dit huwelijk?<br />

De graaf van Loon krijgt door dit huwelijk ook leenverplichtingen met <strong>de</strong> prins-bisschop van Würzburg en<br />

aartsbisschop van Mainz<br />

Kan je in <strong>de</strong> Loonse stamboom later nog een voor<strong>de</strong>lig huwelijk ont<strong>de</strong>kken?<br />

Het huwelijk van Arnold IV en Johanna van Chiny.<br />

waarom is het huwelijk belangrijk? De zoon erft Loon en Chiny.<br />

atlas<br />

Zoek in <strong>de</strong> atlas waar Chiny ligt. Chiny is een gemeente in Belgisch Luxemburg.<br />

Bron 1 en 14<br />

op <strong>de</strong>ze historische kaart zie je <strong>de</strong> ligging van het graafschap Chiny. waar lag dat, als je het vergelijkt met <strong>de</strong><br />

atlas? Stuk in België, stuk in Luxemburg, stuk in Frankrijk.<br />

Vergelijk <strong>de</strong> wapenschil<strong>de</strong>n van Loon, rieneck en Chiny.<br />

Bron 9<br />

wat zijn <strong>de</strong> voor- en na<strong>de</strong>len?<br />

Opnieuw: ver van huis en verwikkeld in Franse leenband: <strong>de</strong> graaf van Loon is in Chiny leenman van <strong>de</strong> hertog van Bar<br />

Bron 9 en 1<br />

Kan je nog een laatste, nog belangrijker huwelijk vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> stamboom?<br />

Het huwelijk van Lo<strong>de</strong>wijk II van Loon met Ada van Holland en Zeeland.<br />

Kijk eens waar <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n lagen? Zijn ze groot? Zeer grote graafschappen aan <strong>de</strong> kust.<br />

Bron 1<br />

Zal dit gemakkelijk gegaan zijn? wie zal dwarsliggen?<br />

On<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> hertog van Brabant<br />

wat gebeur<strong>de</strong> er? Ada van Holland werd ontvoerd.<br />

Is <strong>de</strong>ze operatie gelukt? Lo<strong>de</strong>wijk II wordt verslagen door rivalen en tegenstan<strong>de</strong>rs.<br />

Hoe trachtte <strong>de</strong> graaf van Loon zijn territorium en gezag, prestige te vergroten? Door huwelijkspolitiek.<br />

Hoe kan je nog territorium vergroten, uitbrei<strong>de</strong>n? Door verovering.<br />

was <strong>de</strong> graaf van Loon in staat veel te veroveren in zijn aangrenzen<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n? welke waren die<br />

aangrenzen<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n? Brabant kon moeilijk: machtige hertog. In Luik kon niet want <strong>de</strong> prins-bisschop was zijn<br />

leenman; i<strong>de</strong>m in Duitsland.<br />

Bleef het gezag en het territorium van <strong>de</strong> Loonse graaf beperkt tot Loon?<br />

Neen, ook in Frankrijk en diep in Duitsland. Bleef zijn invloed dan beperkt tot Loon?<br />

wie is <strong>de</strong> minister-presi<strong>de</strong>nt van Vlaan<strong>de</strong>ren? Kris Peeters.<br />

Is hij ook bevoegd voor wallonië? Neen.<br />

Stel dat hij dat toch zou doen … dan zal er weerstand komen, dan geraakt hij verwikkeld in vele problemen.<br />

De graaf van Loon geraakte eveneens verwikkeld in internationale problemen en conflicten, waarin hij geen hoofdrol<br />

kon spelen.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 28


Conclusie en vastzetting<br />

<strong>de</strong> graaf van Loon trachtte door huwelijkspolitiek zijn territorium en gezag te vergroten.<br />

<strong>de</strong> graaf van Loon geraakte zo verwikkeld in internationale problemen en conflicten, waarin hij geen<br />

hoofdrol speel<strong>de</strong>.<br />

De Loonse ste<strong>de</strong>n<br />

Bron 16a tot en met 16r<br />

Vergelijk <strong>de</strong>ze reeks wapenschil<strong>de</strong>n. wat hebben ze gemeen? De meeste hebben <strong>de</strong> Loonse kleuren gemeen.<br />

welke ste<strong>de</strong>n wel, welke niet? Tongeren en Sint-Trui<strong>de</strong>n niet: het waren Luikse ste<strong>de</strong>n.<br />

Leerkracht vertelt: uit vorige lessen leer<strong>de</strong>n we waar ste<strong>de</strong>n meestal ontstaan? aan het water.<br />

En waarom ontston<strong>de</strong>n ze? Vaak militaire en economische overwegingen.<br />

Kan je in een stad gemakkelijk aan landbouw doen? Ste<strong>de</strong>n zijn dus ook han<strong>de</strong>lscentra.<br />

atlas<br />

Liggen <strong>de</strong> Loonse ste<strong>de</strong>n strategisch-militair? Bij welke grenzen kan je <strong>de</strong> meeste situeren? Het waren <strong>Hasselt</strong>,<br />

Bree, Hamont, Beringen, Maaseik, Herk-<strong>de</strong>-Stad, Peer, Bilzen, Kuringen, Stokkem …<br />

Tegenover Brabant, tegenover Luik, tegenover Gelre.<br />

Bron 17 tot en met 21<br />

waaraan kan je zien of <strong>de</strong>ze Loonse ste<strong>de</strong>n op strategisch vlak interessant waren? Stadsmuren.<br />

Bron 22 en 2<br />

Hier kan je <strong>de</strong> vrijheidskeure vin<strong>de</strong>n, gegeven door arnold graaf van Loon aan <strong>de</strong> stad <strong>Hasselt</strong>. wat staat erin?<br />

In een romantisch schil<strong>de</strong>rij uit <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw kan je zien hoe <strong>de</strong> graaf <strong>de</strong>ze vrijheidskeure geeft aan <strong>de</strong><br />

magistraten van <strong>Hasselt</strong>.<br />

Conclusie en vastzetting<br />

<strong>de</strong> graven van Loon stichtten een tiental ste<strong>de</strong>n, meestal om strategisch-militaire re<strong>de</strong>nen.<br />

Het ein<strong>de</strong> van Loon<br />

Bron 24<br />

wat staat precies in <strong>de</strong> eerste bron over <strong>de</strong> kerkelijke lenen in het duitse rijk?<br />

Dat lenen, gehou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> kerk, bij gebrek aan erfgenamen, terug naar <strong>de</strong> kerk gaan.<br />

Hoe was <strong>de</strong> leenverhouding van het graafschap Loon? Loon was een Luiks grondleen.<br />

Hoe heette <strong>de</strong> leenheer? Prins-bisschop van Luik.<br />

welk soort leen was Loon dus? Een kerkelijk leen.<br />

Bron 9<br />

Indien wij nu <strong>de</strong> laatste ontwikkelingen – let goed op <strong>de</strong> data - zien in <strong>de</strong> Loonse stamboom: wat kan je dan<br />

vaststellen? Dat <strong>de</strong> Loonse graven kin<strong>de</strong>rloos sterven.<br />

wanneer was dat? In 1366<br />

Bron 2<br />

Hoe kan je aan dit wapenschild van het prinsbisdom Luik zien dat Loon een <strong>de</strong>el gewor<strong>de</strong>n is van Luik?<br />

Loonse kleur in een van <strong>de</strong> kwartieren.<br />

Bron 1<br />

wat zal het gevolg zijn? Loon wordt terug ingelijfd bij Luik en zal dat blijven tot <strong>de</strong> Franse Revolutie.<br />

Zal Loon een hoofdrol spelen in het Luikse prinsbisdom? waarom niet? Perifere ligging, onbelangrijk gebied,<br />

zoals in het vervolg van <strong>de</strong> les dui<strong>de</strong>lijk zal wor<strong>de</strong>n<br />

Conclusie en vastzetting<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 29


Loonse gravengeslacht sterft uit in 1 66 zodat Loon een eer<strong>de</strong>r onbelangrijk <strong>de</strong>el van het prinsbisdom Luik<br />

wordt.<br />

De sociaal-economische aspecten<br />

wanneer het graafschap Loon terug naar <strong>de</strong> leenheer gaat in 1 66, zal het nog weinig aandacht krijgen<br />

vanuit Luik. Had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Loonse ste<strong>de</strong>n veel han<strong>de</strong>lsbelang? waarom? Geen belangrijke ligging. Stad Luik en<br />

Huy liggen bijvoorbeeld veel beter aan het water.<br />

Bron 26<br />

wat kan je aflei<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> tekstbron? Voortduren<strong>de</strong> plun<strong>de</strong>ringen van vreem<strong>de</strong> troepen.<br />

Bron 27<br />

Bestu<strong>de</strong>er aandachtig <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> prent en het bijschrift.<br />

waarvoor zou <strong>de</strong> schans gediend hebben? De rijkeren waren beter beschermd.<br />

Hoe was dat bij <strong>de</strong>:<br />

1. kasteelheren (burcht)<br />

2. <strong>de</strong> clerus (omwal<strong>de</strong> pastorij, kloostermuren)<br />

. <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n (stadsmuren)<br />

als Luik <strong>de</strong> inwoners van Loon nauwelijks hulp kon bie<strong>de</strong>n (prins-bisschop heeft immers geen groot leger),<br />

hoe zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mensen op het platteland zich dan ver<strong>de</strong>digen?<br />

In Dertigjarige oorlog (1818-1648) en Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) voortdurend doortrekken van vreem<strong>de</strong><br />

troepen: die gaan door Loon in plaats van langs Luik.<br />

Je kan je voorstellen dat dit <strong>de</strong> landbouweconomie van Loon voortdurend verstoor<strong>de</strong>.<br />

Bron 28<br />

dit is een foto van huisjes in <strong>de</strong> stad Maaseik. wat kan je daaruit aflei<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> sociaal-economische<br />

toestand van <strong>de</strong>ze bewoners?<br />

Ook in <strong>de</strong> kleine Loonse ste<strong>de</strong>n was <strong>de</strong> toestand niet veel beter.<br />

Conclusie en vastzetting<br />

Het Loonse platteland en <strong>de</strong> Loonse ste<strong>de</strong>n ken<strong>de</strong>n geen bloei meer na <strong>de</strong> inlijving door Luik, vooral door<br />

het voortdurend doortrekken van vreem<strong>de</strong> troepen.<br />

<strong>de</strong> rijkeren waren beter beschermd dan <strong>de</strong> plattelan<strong>de</strong>rs.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 0


LESSuggESTIE 2:<br />

KunSt ten tij<strong>de</strong> van veL<strong>de</strong>Ke in het graafSchap Loon (ca. 1150-1200)<br />

Achtergrondinformatie voor <strong>de</strong> leerkracht<br />

Voor <strong>de</strong>ze lessen over <strong>de</strong> kunst ten tij<strong>de</strong> van Vel<strong>de</strong>ke is het best dat <strong>de</strong> leerlingen al vertrouwd zijn met het<br />

referentieka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen en al notie hebben van <strong>de</strong> romaanse kunst.<br />

In <strong>de</strong>ze lessuggestie vindt u <strong>de</strong> methodische aanpak, zon<strong>de</strong>r nochtans <strong>de</strong> werkvormen aan te geven.<br />

daarvoor kiest u zelf. In het voorbeeld is het on<strong>de</strong>rwijsleergesprek gebruikt. uiteraard kan u voor een<br />

an<strong>de</strong>re werkvorm opteren.<br />

wel zijn er in elke lesfase analyse – en synthesevragen gesteld over <strong>de</strong> informatie uit bronnen. In<br />

schuine letters kan u <strong>de</strong> verwachte antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> vragen lezen. <strong>de</strong> bronnen zijn van diverse aard:<br />

cartografische, iconografische, teksten. Zij wor<strong>de</strong>n telkens in het rood aangegeven. <strong>de</strong>ze bronnen vind u<br />

achteraan in <strong>de</strong>ze bun<strong>de</strong>l terug. u kan ze voor <strong>de</strong> leerlingen kopiëren of vooraan in <strong>de</strong> klas projecteren. Via<br />

<strong>de</strong> website www.vivavel<strong>de</strong>ke.eu of via www.erfgoedcelhasselt.be zijn ze te raadplegen in digitale <strong>versie</strong>.<br />

Inhou<strong>de</strong>lijke structuur<br />

romaanse kunst:<br />

Bouwkunst: Bouwtechniek<br />

rijnlandse inspiratie<br />

abdijen, kerken en burchten<br />

Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst: Maaslandse kunst<br />

Miniaturen, fresco’s, sculptuur<br />

Eindtermen<br />

<strong>de</strong> lessuggesties sluiten aan bij volgen<strong>de</strong> eindtermen geschie<strong>de</strong>nis, twee<strong>de</strong> graad:<br />

2, , 4, 6, 7, 8, 9, 12, 14, 17, 18, 19, 21, 2 , 2 *, 26*, 27*, 28*, 29*<br />

Leerdoelen<br />

• Leerlingen kunnen het graafschap Loon en het prinsbisdom Luik op een historische kaart situeren.<br />

• Leerlingen kunnen het graafschap Loon en het prinsbisdom Luik op een kaart van België/Europa<br />

situeren.<br />

• Leerlingen kunnen Vel<strong>de</strong>ke in <strong>de</strong> tijd situeren.<br />

• Leerlingen kunnen <strong>de</strong> romaanse kunst in <strong>de</strong> tijd situeren.<br />

• Leerlingen kunnen een aantal kenmerken van <strong>de</strong> romaanse bouwkunst opsommen.<br />

• Leerlingen kunnen romaanse kenmerken herkennen in verschillen<strong>de</strong> gebouwen.<br />

• Leerlingen kunnen <strong>de</strong> belangrijkste inhoud van <strong>de</strong> romaanse beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunsten verwoor<strong>de</strong>n.<br />

• Leerlingen kunnen <strong>de</strong> inhoud van romaanse beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst herkennen.<br />

• Leerlingen kunnen <strong>de</strong> belangrijkste stijlkenmerken van romaanse beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst herkennen.<br />

• Leerlingen kunnen <strong>de</strong> belangrijkste stijlkenmerken van romaanse beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst verwoor<strong>de</strong>n.<br />

• Leerlingen kunnen verwoor<strong>de</strong>n waarom <strong>de</strong> kunst in Loon tij<strong>de</strong>ns het leven van Vel<strong>de</strong>ke rijnlands-<br />

Maaslands kan genoemd wor<strong>de</strong>n.<br />

• Leerlingen kunnen verklaren waarom <strong>de</strong> romaanse kunst groten<strong>de</strong>els kerkelijke kunst is.<br />

• Leerlingen kunnen verwoor<strong>de</strong>n waarom vooral miniaturen veel bewaard zijn uit <strong>de</strong> romaanse<br />

perio<strong>de</strong>.<br />

• Leerlingen leggen het verband tussen bloei van kunst en <strong>de</strong> kerkelijke ontwikkeling.<br />

Inleiding<br />

In <strong>de</strong> twee vorige lessen bespraken wij <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het graafschap Loon. wat weten jullie hier nog<br />

van?<br />

Leenverhoudingen en territoriale aanwinsten (Rieneck, Chiny)<br />

Opgeslorpt door Luik<br />

Economisch verarmd door excentrische ligging en vele doortrekken<strong>de</strong> troepen.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 1


Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 2<br />

wat weten jullie over Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke?<br />

<strong>de</strong> leerkracht geeft een korte introductie over hem.<br />

Vreemd genoeg is er ondanks alles een culturele bloei, zeker<br />

ten tijd van Vel<strong>de</strong>ke: hij is geboren voor 11 0 en gestorven<br />

tussen 1190 en 1210. wij gaan trachten te ont<strong>de</strong>kken hoe dat<br />

komt.<br />

was Loon toen al opgenomen in Luik of nog een leen van Luik?<br />

Een leen van Luik.<br />

Uitwerking<br />

Tijdsbeeld<br />

<strong>de</strong> romaanse kunst bloeit in een tijdperk van betrekkelijke rust en hoge verwachtingen.<br />

De romaanse bouwkunst<br />

Bron 29, 0, 1, 2<br />

Vergelijk <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> foto’s. wat is gemeenschappelijk?<br />

Stevige muren met weinig vensters in natuursteen. Steunberen tegen <strong>de</strong> muren, die men lisenen noemt. Die zijn van<br />

boven verbon<strong>de</strong>n door boogjes: blindbogen.<br />

Bron en 4<br />

waarom zijn die steunberen nodig? De kerken wer<strong>de</strong>n vaak met steen overwelfd (waarom? tegen brand).<br />

Deze steunberen en zware muren moesten <strong>de</strong> zijwaartse druk opvangen.<br />

dat kan je testen door boven op een ballon te drukken die op <strong>de</strong> tafel ligt: on<strong>de</strong>raan wijkt <strong>de</strong> ballon zijwaarts uit.<br />

<strong>de</strong> romaanse kunst heeft steunberen (lisenen), zware muren en dus weinig vensters, vooral om gewelven te<br />

steunen: zijwaartse druk.<br />

Bron en 6<br />

<strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> foto’s laten een aantal Luikse kerken zien van omstreeks 1000-1200.<br />

Bron 7, 8, 9 en 40<br />

En <strong>de</strong>ze reeks laat romaanse kerken zien in het rijnland (Keulen, Bonn).<br />

waarin wijkt <strong>de</strong> eerste groep af van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> groep?<br />

Meer open bogen; meer <strong>versie</strong>rd.<br />

Bron 41 en 42<br />

Hier zie je kerken die Vel<strong>de</strong>ke gezien heeft, in Maastricht en bij Sint-Trui<strong>de</strong>n (Zerkingen). Met welke groep<br />

hebben ze <strong>de</strong> meeste overeenkomsten, <strong>de</strong> Luikse of <strong>de</strong> rijnlandse?<br />

De Rijnlandse: meer <strong>versie</strong>rd, meer open bogen in plaats van blin<strong>de</strong> bogen; drukkere indruk<br />

<strong>de</strong> romaanse bouwkunst in het graafschap Loon leun<strong>de</strong> dus ge<strong>de</strong>eltelijk aan bij <strong>de</strong> Luikse, maar vooral bij <strong>de</strong><br />

rijnlandse.


Bron 4<br />

welke soort/type romaanse kunst heeft Vel<strong>de</strong>ke dus het meest gezien? <strong>de</strong> rijnlandse. Hij werkte trouwens<br />

een tijdlang in Maastricht.<br />

wie schreef waarschijnlijk <strong>de</strong>ze bron?<br />

Een monnik of abt van Sint-Trui<strong>de</strong>n.<br />

wat kan je uit <strong>de</strong>ze bron aflei<strong>de</strong>n over het materiaal dat gebruikt werd voor <strong>de</strong> abdijkerk van Sint-Trui<strong>de</strong>n?<br />

Opnieuw Rijnlands.<br />

In welke gebouwen komt <strong>de</strong>ze kunst dus vooral voor? Kerken, abdijen.<br />

Bouw<strong>de</strong>n <strong>de</strong> boeren ook zo? <strong>de</strong>nk aan wat in <strong>de</strong> vorige les over <strong>de</strong> sociale aspecten gezegd is.<br />

Conclusie en vastzetting<br />

<strong>de</strong> bouwkunst ten tij<strong>de</strong> van Vel<strong>de</strong>ke is <strong>de</strong> romaanse (ca. 1000-1200): voor kerken en abdijen:<br />

− zware muren<br />

− lisenen en blindbogen<br />

− gewelven<br />

waar hij werkte was dat <strong>de</strong> rijnlandse variant: meer <strong>versie</strong>ring.<br />

De romaanse beeldhouwkunst<br />

Jullie hebben al geleerd over <strong>de</strong> Investituurstrijd, <strong>de</strong> grote spanning over wie <strong>de</strong> hoogste in rang was op<br />

aar<strong>de</strong>: <strong>de</strong> paus of <strong>de</strong> keizer?<br />

Bij het Concordaat van Worms (1122, bijna <strong>de</strong> tijd van Vel<strong>de</strong>ke) kwam <strong>de</strong> paus als winnaar te voorschijn.<br />

Bron 44 en 4<br />

wat zal dan in <strong>de</strong> romaanse kunst het meest voorgesteld zijn? dat kan je aflei<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> afbeelding van een<br />

kloosterpand en uit het plan van dit kloosterpand met <strong>de</strong> namen van voorstellingen op elke zuil.<br />

Christelijke on<strong>de</strong>rwerpen, God, Christus. Bijbeltaferelen.<br />

Bron 46 tot en met 2<br />

waar staan <strong>de</strong>ze afbeeldingen? Bestu<strong>de</strong>er daarvoor ook <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re afbeeldingen.<br />

Aan <strong>de</strong> ingang (portalen).<br />

welke bedoeling zou dat gehad hebben?<br />

De christelijke leer en voorbeel<strong>de</strong>n voor te hou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> binnentre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> gelovigen.<br />

Kan je besluiten of <strong>de</strong>ze kunst <strong>de</strong> realiteit voorstelt? gebruik daarvoor weer enkele voorbeel<strong>de</strong>n.<br />

Eer<strong>de</strong>r niet reëel, <strong>versie</strong>rend, ritmisch.<br />

Vind je dat <strong>de</strong>ze kunst eer<strong>de</strong>r aandacht heeft voor <strong>de</strong>tails of voor <strong>de</strong> essentie van personen, dieren? geeft<br />

ze veel achtergrond (landschappen) weer?<br />

Ze geeft eer<strong>de</strong>r <strong>de</strong> essentie.<br />

waarom? Zo begrijpen <strong>de</strong> mensen beter <strong>de</strong> boodschap.<br />

Conclusie en vastzetting<br />

<strong>de</strong> romaanse beeldhouwkunst is bedoeld om <strong>de</strong> gelovigen te on<strong>de</strong>rwijzen. dat doet ze op zuilen en<br />

portalen.<br />

De romaanse wandschil<strong>de</strong>rkunst<br />

wie kan <strong>de</strong> kenmerken van <strong>de</strong> romaanse bouwwerken herhalen?<br />

Dikke muren, blindbogen, gewelven, weinig vensters.<br />

Bron tot en met 9<br />

waarop gaat men dan bij voorkeur schil<strong>de</strong>ren?<br />

Op <strong>de</strong> vele muren, zelfs op <strong>de</strong> gewelven. Men noemt dat wandschil<strong>de</strong>ringen of fresco’s.<br />

Je kan zelfs in <strong>de</strong> bronnen zien dat in kerken bijna alles beschil<strong>de</strong>rd werd. waarom zou men dat doen?<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS •


waarom had men zoveel te ‘vertellen’?<br />

Opnieuw <strong>de</strong> mensen het geloof, <strong>de</strong> bijbel aanleren.<br />

Hebben wij dat vandaag nog gezien?<br />

Dat was ook het geval in <strong>de</strong> beeldhouwkunst.<br />

Zijn er ook overeenkomsten in <strong>de</strong> manier van afbeel<strong>de</strong>n: tracht <strong>de</strong> foto’s te beschrijven wat betreft<br />

- geven ze <strong>de</strong> essentie of veel achtergrond (hoe is <strong>de</strong> achtergrond meestal)?<br />

- kleurgebruik<br />

Erg kleurrijk, meestal egale achtergrond en beperkt tot <strong>de</strong> essentie.<br />

Conclusie en vastzetting<br />

romaanse schil<strong>de</strong>ringen zijn op gewelven en muren aangebracht.<br />

Ze on<strong>de</strong>rwijzen opnieuw <strong>de</strong> gelovigen op een eenvoudige, kleurrijke wijze.<br />

De romaanse miniaturen<br />

daarstraks hebben we het gehad over Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke. wat was zijn beroep? Hij was on<strong>de</strong>r meer dichter.<br />

waarop schreef men toen? Perkament.<br />

als jij nu aan jouw vrien<strong>de</strong>n iets schrijft, hoe doe je dat meestal?<br />

Computer, chatten, sms’sen.<br />

Hoe is jullie cursus geschie<strong>de</strong>nis gemaakt? Drukker, fotokopies, boek.<br />

Bestond dat ook in <strong>de</strong> tijd van Vel<strong>de</strong>ke? Neen, men moest overschrijven.<br />

Bron 60<br />

waar en hoe <strong>de</strong>ed men dat? Bestu<strong>de</strong>er daarvoor bron 60<br />

Met <strong>de</strong> hand overschrijven, in kloosters.<br />

Voor wie waren <strong>de</strong> boeken, die in kloosters gemaakt waren bedoeld?<br />

Voor kloosterlingen, gelovigen, maar vooral voor rijke mensen.<br />

Bron 61 tot en met 67<br />

Bestu<strong>de</strong>er <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> boekbladzij<strong>de</strong>n en beschrijf:<br />

- het on<strong>de</strong>rwerp<br />

- het kleurgebruik<br />

- zijn ze reëel?<br />

- zijn ze <strong>versie</strong>rend?<br />

- beperken ze zich tot <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r?<br />

Sommige bladzij<strong>de</strong>n bevatten slechts één sierlijke letter. Heel vaak zet men die in het rood, bij het begin van een<br />

hoofdstuk of alinea.<br />

In het Latijn heet dat ‘ruber’: vandaar komt ons Ne<strong>de</strong>rlands woord ‘rubriek’.<br />

Bron 68<br />

In het handschrift van Vel<strong>de</strong>ke staan geen tekeningen, maar je ziet wel een rubriek.<br />

Conclusie en vastzetting<br />

<strong>de</strong> romaanse miniaturen zijn kleurrijk, belerend en zeer sierlijk.<br />

Ze wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> hand gemaakt in kloosters.<br />

Slot<br />

aan het begin van <strong>de</strong> les stel<strong>de</strong>n wij dat er in Loon, dat niet zo gunstig evolueer<strong>de</strong> op politiek en<br />

economisch gebied, toch een culturele bloei was in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />

Hoe zou dat komen als je ziet waaraan <strong>de</strong>ze kunst vooral aandacht besteed<strong>de</strong>?<br />

Het is kerkelijke kunst.<br />

Loon was een kerkelijk leen van Luik en er waren heel wat kloosters, ook in Luik en Maastricht, waar Vel<strong>de</strong>ke werkte.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 4


BroNNEN BIJ LESSuggESTIE 1<br />

Bron 1: <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n in 1648<br />

Bron 2: Europa tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Reformatie<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS •


Bron 3: Bisdom Luik voor 1559<br />

Bron 4: Territoriale in<strong>de</strong>ling 1543<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 6


Bron 5: Feodale verhoudingen<br />

J. Vaes, Loonse leenverhoudingen<br />

Bron 6: Leenverband Graafschap Loon<br />

leenheer van<br />

geldleen van -------------------leenman<br />

van<br />

leenman van<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 7


Bron 7: Gedicht over <strong>de</strong> slag bij Woeringen<br />

Jan van Heelu beschreef enkele jaren daarna <strong>de</strong> slag bij woeringen. Het on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> verslag is een korte<br />

samenvatting van een <strong>de</strong>el van het gedicht dat vooral bedoeld was om <strong>de</strong> hertog van Brabant te eren.<br />

Hieron<strong>de</strong>r volgen enkele van <strong>de</strong> bijna 9.000 dichtregels:<br />

Doen ane quamen die van Gelre<br />

Met lu<strong>de</strong>r stimmen en<strong>de</strong> met helre<br />

En<strong>de</strong> met groot gehoe * (geschreeuw)<br />

Soe riep elc an<strong>de</strong>re toe:<br />

“Laten we doodslaan alle ten Brabantsoenen!”<br />

En<strong>de</strong> vele riepen: “Ten pauwelioenen*! (tentenkamp)<br />

Laet ons dit aanslaan*; (dat aanvallen)<br />

Die strijt sal thant* sijn gedaen: (spoedig)<br />

Die Brabantre zijn overwonnen.”<br />

Doen re<strong>de</strong>n daer en<strong>de</strong> ronnen* (ren<strong>de</strong>n)<br />

Om ghewin*, ten tenten waert (buit)<br />

Vele lie<strong>de</strong>, met sterker vaert,<br />

Torsse* en<strong>de</strong> te voet met grooten roten*... (te paard)/(aantallen)<br />

Schreeuwen<strong>de</strong> gruwelijke, en<strong>de</strong> liepen<br />

Achter die Brabantere, en<strong>de</strong> riepen:<br />

“Slaet, vaet* en<strong>de</strong> brand (pakt)<br />

Al dat ghi vore U vint,…<br />

Die Brabantere sijn verslagen,<br />

En<strong>de</strong> haer hertoge leegt hier doot.”<br />

Bron 8: Afbeelding van <strong>de</strong> slag bij Woeringen<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 8


Bron 9: De Loonse stamboom (J. Vaes)<br />

Rodolf, graaf van Hocht<br />

J. Vaes Stamboom van het Graafschap Loon<br />

Giselbert (1015-1044)-------------------------Bal<strong>de</strong>rik II, prinsbisschop van Luik<br />

Emmo (1044-1078) ----------------------------Otto x Oda van Dura, graaf van Duras<br />

Giselbert van Duras<br />

Arnold I (1078-1125) ------Die<strong>de</strong>rik -------Mechtildis, abdis van Munsterbilzen<br />

x N. van Mainz en Rieneck<br />

Arnold II (1125-1138)<br />

Graaf van Loon, van Rieneck, burggraaf van Mainz<br />

Lo<strong>de</strong>wijk I (1138-1171) -----Filips -----Gerard----Otto----Agnes----Emma----Imago----Gertrudis-------------Laurette<br />

Graaf van Loon, van Rieneck, burggraaf van Mainz abdis Susteren abdis Munsterbilzen x Thiébaut <strong>de</strong> Bar<br />

X Agnes van Dabo-Moha, Metz<br />

Gerard (1171-1194) ---------------------Imana----------------Hugo----------------Agnes<br />

X A<strong>de</strong>lheid van Gelre Zutphen x x<br />

Godfried III van Brabant Otto van Beieren<br />

Lo<strong>de</strong>wijk II (1194-1218) ---Jan---Willem---Mechtildis---Arnold III (1218-1221)---Anna---Johanna---Gerard---Yolanda---Hendrik (1218)<br />

X Ada van Holland abdis Munster- x Aleydis x Mechtildis van Vian<strong>de</strong>n<br />

Bilzen van Brabant<br />

Arnold IV (1223-1276) -------------------------------------Lo<strong>de</strong>wijk III (1121-1223)<br />

X Johanna van Chiny Graaf van Loon, graaf van Rieneck<br />

Jan graaf van Loon (1276-1279) ------Lo<strong>de</strong>wijk van Chiny ------ Arnold<br />

1. X Mechtildis van Jülich<br />

2. X Isabella van Condé<br />

1. Arnold V, graaf van Loon en Chiny (1279-1323) 2. Jan van Loon en Agimont ----Jacob<br />

x Margareta van Vian<strong>de</strong>n<br />

Imana, abdis v. Salzinnes<br />

Lo<strong>de</strong>wijk IV, --------------------------------Mechtildis v. Vogelsanck---------------------Johanna----------Gerard, command. Al<strong>de</strong>nbiesen<br />

graaf van Loon en Chiny (1323-1336) x Godfried v. Heinsberg x Willem v. Oreye en Rummen<br />

X Margareta van Lotharingen<br />

Jan van Heinsberg-----------------------Die<strong>de</strong>rik van Heinsberg------------------------Arnold van Rummen<br />

graaf van Loon (1336-1361) graaf van Loon (1362-1366)<br />

X Cunigon<strong>de</strong> von <strong>de</strong>r Marck<br />

Godfried van Dalenbroek, graaf van Loon (1361-1362)<br />

X Philippina van Jülich<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 9


Bron 10: Wapenschild van het graafschap Loon<br />

Bron 12: De burcht van Rieneck<br />

Bron 14: Het wapenschild van Chiny<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 40<br />

Bron 11: Wapenschild van Rieneck<br />

Bron 13: Het graafschap van Bar


Bron 15: Het huwelijk met Ada van Holland<br />

dirk VII, graaf van Holland, wordt in 120 ernstig ziek en wil zijn graafschap overlaten aan zijn enige dochter,<br />

<strong>de</strong> jonge ada. daarvoor heeft zij echter, conform het vigeren<strong>de</strong> leenrecht, een voogd nodig. dirk VII wil zijn<br />

broer, willem, graaf van oost-friesland, als voogd aanstellen. ada is echter al verloofd met Lo<strong>de</strong>wijk II van<br />

Loon, die met het oog op dit huwelijk verschillen<strong>de</strong> van zijn territoria als lenen opdraagt aan potentiële<br />

rivalen en belangrijke graven en hertogen. Zo wil hij <strong>de</strong> ‘feodale omgeving’ gunstig stemmen.<br />

wanneer <strong>de</strong> graaf van Holland sterft, zorgt zijn weduwe, aleid van Kleef, die natuurlijk haar eigen dochter<br />

wil bevoor<strong>de</strong>len, dat het huwelijk tussen ada en Lo<strong>de</strong>wijk II van Loon snel voltrokken wordt. dit gebeurt 10<br />

dagen na <strong>de</strong> dood van haar man. Hierdoor wordt Lo<strong>de</strong>wijk II van Loon dus ook graaf van Holland.<br />

Hij probeert meteen op een vrij onvoorzichtige manier zijn stempel op het beleid te drukken. dit misnoegt<br />

een aantal Hollandse e<strong>de</strong>len. Zij scharen zich on<strong>de</strong>r leiding van willem, graaf van oost-friesland. <strong>de</strong>ze<br />

ontvoert ada in 1204 en laat haar overbrengen naar Engeland. <strong>de</strong> graaf van Loon verliest <strong>de</strong> slopen<strong>de</strong><br />

veldtochten tegen <strong>de</strong> grote coalitie die tegen hem wordt opgezet. fre<strong>de</strong>rik II, keizer van duitsland, erkent<br />

willem dan als graaf van Holland. Lo<strong>de</strong>wijk II kan zijn vrouw drie jaar later uit han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Engelse koning<br />

loskrijgen, maar fre<strong>de</strong>rik II ontneemt Lo<strong>de</strong>wijks voogdij over Maastricht en schenkt die aan <strong>de</strong> hertog van<br />

Brabant, die hem uitstekend geholpen had in <strong>de</strong> slag van Bouvines (1214).<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 41


Bron 16: wapenschil<strong>de</strong>n<br />

Beringen <strong>Hasselt</strong> Maaseik D i l s e n -<br />

Stokkem<br />

Peer Bree Hamont H e r k - d e -<br />

Stad<br />

Borgloon Tongeren<br />

Sint-Trui<strong>de</strong>n Bilzen<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 42


Bron 17: stadsgezicht Borgloon<br />

Bron 19: stadsgezicht <strong>Hasselt</strong><br />

Bron 21: stadsgezicht Sint-Trui<strong>de</strong>n<br />

Bron 18: stadsgezicht Bree<br />

Bron 20: stadsgezicht Maaseik<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 4


Bron 22: De vrijheidskeure van <strong>Hasselt</strong><br />

Bron 23: Arnold van Loon geeft <strong>de</strong> vrijheidskeure aan <strong>Hasselt</strong><br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 44


Bron 24: Kerkelijke lenen in het Duitse Rijk<br />

In <strong>de</strong> duitse rijksdag van frankfurt, gehou<strong>de</strong>n in 1246, was uitdrukkelijk bepaald dat ‘alle lenen, gehou<strong>de</strong>n van<br />

een kerk naar <strong>de</strong>ze laatste zou<strong>de</strong>n terugkeren, wanneer <strong>de</strong> vazal kin<strong>de</strong>rloos overlijdt’.<br />

Bron 25: Het wapenschild van het prinsbisdom Luik<br />

Bron 26: Invallen in het graafschap Loon<br />

In het jaar 1 99: 600 ruiters en 00 infanteristen van het Spaans leger, in dienst van <strong>de</strong> hertog van Brabant,<br />

waren aan het muiten gegaan omdat hun soldij niet werd uitbetaald en vielen in september het land van<br />

Loon binnen.<br />

winter 16 0-16 1: ze kwel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> huyslie<strong>de</strong>n geweldich met slaen en stooten, en ze transeneer<strong>de</strong>n hun geld aef.<br />

Bron 27: Zicht op Zutendaal<br />

Bron 28: Huisjes in Maaseik<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 4


BroNNEN BIJ LESSuggESTIE 2<br />

Bron 29, 30, 31 en 32: De romaanse bouwkunst<br />

Bron 33 en 34: Steunberen en bogen<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 46


Bron 35 en 36: Luikse kerken (1000-1200)<br />

Bron 37, 38, 39 en 40: Kerken in het Rijnland<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 47


Bron 41 en 42: Kerken in Maastricht<br />

Bron 43: De bouw van een kerk<br />

Er was een menigte mannen, die met vreug<strong>de</strong> en opgetogenheid, onophou<strong>de</strong>lijk van zeer ver, op eigen<br />

kosten, dag en nacht stenen, kalk, zand, hout en al wat nodig was voor het werk, op wagens en karretjes<br />

vervoer<strong>de</strong>n. <strong>de</strong> zeer grote en zware stenen die in <strong>de</strong> grondvesten geplaatst wor<strong>de</strong>n, zijn hiervan getuigen,<br />

want men kan ze in heel Haspengouw niet aantreffen en men moest ze uit an<strong>de</strong>re streken laten komen. wat<br />

<strong>de</strong> zuilen betreft, <strong>de</strong> ene werd van worms naar Keulen gebracht per schip, op <strong>de</strong> rijn; an<strong>de</strong>re, van el<strong>de</strong>rs<br />

komend, wer<strong>de</strong>n ernaartoe gebracht op wagens; van Keulen tot hier vervoer<strong>de</strong> <strong>de</strong> bevolking ze over land,<br />

van dorp tot dorp, met vurige ijver gingen <strong>de</strong> inwoners zelf in het gespan staan, zodanig dat zij zon<strong>de</strong>r hulp<br />

van ossen of paar<strong>de</strong>n … <strong>de</strong> zuilen tot bij ons brachten on<strong>de</strong>r het zingen van loflie<strong>de</strong>ren.<br />

uit <strong>de</strong> Gesta Abbatum Trudonensium, twee<strong>de</strong> helft 11<strong>de</strong> eeuw (<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen van <strong>de</strong> abten van <strong>de</strong> abdij van<br />

Sint-Trui<strong>de</strong>n), uitgave <strong>de</strong> Borman, I, Luik, 1877, 19.<br />

Bron 44 en 45: De kloostergang<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 48


Bron 46, 47, 48, 49, 50, 51 en 52: Portalen<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 49


Bron 53, 54, 55, 56, 57, 58 en 59: De romaanse wandschil<strong>de</strong>rkunst<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 0


Bron 60: Een scriptorium<br />

Bron 61, 62, 63, 64, 65, 66 en 67: Miniaturen<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 1


Bron 68: mid<strong>de</strong>leeuws handschrift:<br />

<strong>de</strong> Sint-Servaaslegen<strong>de</strong> van Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 2


BroNVErwIJZINgEN<br />

Lessuggestie 1<br />

Bron 1: f. Hayt, Atlas van <strong>de</strong> algemene en Belgische geschie<strong>de</strong>nis, Van In, Lier, 1988<br />

Bron 2: f. w. Putzger, Historischer Weltatlas, Berlijn, 1974<br />

Bron 4: Burchten en versterkingen in <strong>de</strong> Euregio Maas-Rijn. on<strong>de</strong>r red. van J. Notermans, T. waegeman en I.<br />

<strong>de</strong>smedt, Eupen, 2002.<br />

Bron 17, 18, 19, 20, 21 : J. gerits, Historische ste<strong>de</strong>n in Limburg, gent, 1989.<br />

Bron 2 : J. Vaes, J. rombouts, M. orlent, M. Kellens e.a., Godfried Guffens (1823-1901) en het Limburgs<br />

historisme (Publicaties van het Ste<strong>de</strong>lijk Museum Stellingwerff-waer<strong>de</strong>nhof, <strong>Hasselt</strong>, ), <strong>Hasselt</strong>, 2001.<br />

alle an<strong>de</strong>re bronnen: internet.<br />

Lessuggestie 2<br />

Bron 29, 0, 1, , 7, 8, 9, 47, 48, 49, 1, 2, , 4, , 6, 7, 8, 9, 60, 62, 64, 6 , 66, 67, 68<br />

Romaanse kunst. Architectuur – Beeldhouwkunst – Schil<strong>de</strong>rkunst, on<strong>de</strong>r red. van r. Toman, Könemann Verlag,<br />

Keulen, 1996<br />

Bron , 6: L. Portugaels en C. Mahaux, Liège ar<strong>de</strong>nte et turbulente, alleur, 199<br />

Bron 40: Colonia Romanica, Keulen, z.d.<br />

Bron 61: w. avenarius, H. Castritius e.a., Streifzüge durch das historische Deutschland, München, 1989.<br />

alle an<strong>de</strong>re bronnen: internet.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS •


BIBLIografIE<br />

Baerten, J., Het graafschap Loon (11<strong>de</strong>-14<strong>de</strong> eeuw), ontstaan-politiek-instellingen<br />

(Maaslandse Monografieën, 9). assen: Van gorcum, 1969.<br />

gerits, J., Historische ste<strong>de</strong>n in Limburg. gent, 1989.<br />

Van Ermen, E., E. Van Mingroot, B. Minnen en M. Van <strong>de</strong>r Eycken, Limburg in kaart en prent. Historisch<br />

Cartografisch overzicht van Belgisch en Ne<strong>de</strong>rlands Limburg. Tielt-weesp: Lannoo / fibula–Van dishoeck, 198 .<br />

Jappe alberts, w., Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> Limburgen (Maaslandse Monografieën, 1 en 17). Brussel, 1987.<br />

Lyna, J., Het graafschap Loon. Politieke en sociale overzichtelijke geschie<strong>de</strong>nis. Beringen, 19 6.<br />

Vaes J., Loon loont, in Van tijd tot tijd. Tijdschrift voor geschie<strong>de</strong>nis, kunst en erfgoed. 1, 1, 2004, 6-9.<br />

Vaes, J., Prelaten, privileges en vrijpostige voog<strong>de</strong>n: domein en stad Bree in het feodaal schaakspel, in<br />

Breedvoerig herdacht: duizend jaar Bree. Tielt: Lannoo, 2007<br />

Vaes, J., <strong>de</strong> vroegchristelijke architectuur, in De materiële cultuur van <strong>de</strong> eerste Christenen. Leuven, 198 , p. 18-<br />

42 en 1 8-21<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS • 4


CoLofoN<br />

<strong>de</strong>ze publicatie is een uitgave van <strong>de</strong> <strong>Erfgoedcel</strong> <strong>Hasselt</strong> in samenwerking met <strong>de</strong> Katholieke Hogeschool<br />

Limburg en <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke musea <strong>Hasselt</strong> en verscheen naar aanleiding van het project Viva Vel<strong>de</strong>ke.<br />

Auteurs:<br />

Jan Vaes, doctor in <strong>de</strong> oudheidkun<strong>de</strong> en Kunstgeschie<strong>de</strong>nis.<br />

docent geschie<strong>de</strong>nis, Kunst – en Muziekgeschie<strong>de</strong>nis aan <strong>de</strong> lerarenopleiding van <strong>de</strong> Katholieke<br />

Hogeschool Limburg.<br />

Eindredactie:<br />

Joke Smets, Tine rock, Sabine Hartmann en Hanne In<strong>de</strong>keu<br />

Fotomateriaal:<br />

annemie america, stad <strong>Hasselt</strong><br />

In zoverre dit mogelijk was, werd toestemming gevraagd aan <strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> publicatie van het<br />

beeldmateriaal. wie <strong>de</strong> publicatie van beeldmateriaal betwist, kan contact opnemen met <strong>de</strong> uitgever van<br />

<strong>de</strong>ze lesbrieven.<br />

alle rechten voorbehou<strong>de</strong>n. Niets uit <strong>de</strong>ze uitgave mag wor<strong>de</strong>n verveelvoudigd, opgeslagen in een<br />

geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij<br />

elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige an<strong>de</strong>re manier zon<strong>de</strong>r voorafgaan<strong>de</strong><br />

schriftelijke toestemming van <strong>de</strong> uitgever.<br />

Druk en vormgeving:<br />

drukkerij Baillien-Maris<br />

Oplage:<br />

00 ex.<br />

Secundair on<strong>de</strong>rwijS, twee<strong>de</strong> graad, geSchie<strong>de</strong>niS •


ISBN 978907846 126<br />

wettelijk <strong>de</strong>potnummer: 2007/10.771/2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!