ADR 2013 bijlage A-deel4 - Cepa
ADR 2013 bijlage A-deel4 - Cepa
ADR 2013 bijlage A-deel4 - Cepa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HOOFDSTUK 4.1<br />
GEBRUIK VAN DE VERPAKKINGEN, DE GROTE RECIPIENTEN VOOR LOSGESTORT<br />
VERVOER (IBC’s) EN DE GROTE VERPAKKINGEN<br />
4.1.1 Algemene bepalingen met betrekking tot het verpakken van gevaarlijke goederen in<br />
verpakkingen, met inbegrip van IBC’s en grote verpakkingen<br />
OPMERKING : De algemene bepalingen van onderhavige afdeling zijn slechts van toepassing<br />
op het verpakken van goederen van de klassen 2, 6.2 en 7 onder de voorwaarden die in 4.1.8.2<br />
(klasse 6.2), 4.1.9.1.5 (klasse 7) en in de pertinente verpakkingsinstructies van 4.1.4 (P201 en<br />
LP02 voor klasse 2 en P620, P621, IBC620 en LP621 voor klasse 6.2) aangegeven zijn.<br />
4.1.1.1 De gevaarlijke goederen moeten verpakt worden in verpakkingen (met inbegrip van de IBC’s en<br />
de grote verpakkingen) van goede kwaliteit. Deze verpakkingen moeten sterk genoeg zijn om te<br />
weerstaan aan de normale schokken en belastingen tijdens het vervoer, meer in het bijzonder<br />
bij de overslag tussen vervoersmiddelen of tussen vervoersmiddelen en stapelplaatsen en bij<br />
het wegnemen van de palet of oververpakking voor een daaropvolgende manuele of<br />
mechanische behandeling. De verpakkingen (met inbegrip van de IBC’s en de grote<br />
verpakkingen) moeten zodanig vervaardigd en gesloten zijn (wanneer ze klaargemaakt worden<br />
voor verzending) dat de trillingen of de temperatuurs-, vochtigheids- of drukveranderingen<br />
(bijvoorbeeld te wijten aan de hoogte), die onder normale vervoersomstandigheden kunnen<br />
optreden, geen verlies van de inhoud kunnen veroorzaken. De verpakkingen (met inbegrip van<br />
de IBC’s en de grote verpakkingen) moeten gesloten worden in overeenstemming met de door<br />
de fabrikant verstrekte instructies. Tijdens het vervoer mogen er zich op de buitenkant van de<br />
verpakkingen, IBC’s of grote verpakkingen geen gevaarlijke residu’s bevinden. Onderhavige<br />
voorschriften zijn, al naargelang van het geval, van toepassing op de nieuwe, herbruikte,<br />
gereconditioneerde en gereconstrueerde verpakkingen, op de nieuwe, herbruikte, gerepareerde<br />
of gereconstrueerde IBC’s en op de nieuwe, herbruikte of gereconstrueerde grote<br />
verpakkingen.<br />
4.1.1.2 De gedeelten van de verpakkingen, met inbegrip van de IBC’s en de grote verpakkingen, die in<br />
rechtstreeks contact komen met de gevaarlijke goederen :<br />
a) mogen er niet door aangetast of in merkbare mate door verzwakt worden ;<br />
b) mogen er niet op een gevaarlijke wijze mee kunnen reageren, bijvoorbeeld door de rol van<br />
katalysator bij een reactie te vervullen of door met de gevaarlijke goederen te reageren ; en<br />
c) mogen geen permeatie van de gevaarlijke goederen toelaten die onder normale<br />
vervoersomstandigheden een gevaar kan opleveren.<br />
Indien nodig moeten ze voorzien worden van een geschikte binnenbekleding of een gepaste<br />
behandeling ondergaan.<br />
OPMERKING : Zie 4.1.1.21 voor wat betreft de chemische compatibiliteit van de<br />
kunststofverpakkingen, met inbegrip van de IBC’s, vervaardigd uit polyethyleen.<br />
4.1.1.3 Tenzij elders in het <strong>ADR</strong> andersluidende bepalingen voorkomen, moet iedere verpakking (met<br />
inbegrip van de IBC’s en de grote verpakkingen), op de binnenverpakkingen van de<br />
samengestelde verpakkingen na, overeenstemmen met een constructietype dat al naargelang<br />
van het geval volgens de voorschriften van de afdelingen 6.1.5, 6.3.5, 6.5.6 of 6.6.5 met succes<br />
beproefd werd. De verpakkingen die niet moeten beproefd worden zijn aangegeven in 6.1.1.3.<br />
4.1.1.4 Wanneer verpakkingen (met inbegrip van de IBC’s en de grote verpakkingen) met vloeistoffen<br />
gevuld worden dient voldoende vrije ruimte boven de vloeistof te worden gelaten, zodat de<br />
uitzetting van de vloeistof, onder invloed van de temperatuursveranderingen die tijdens het<br />
vervoer kunnen optreden, geen vrijkomen van vloeistof of blijvende vervorming van de<br />
verpakking veroorzaakt. Behalve wanneer uitdrukkelijk anders wordt bepaald, mogen de<br />
verpakkingen bij een temperatuur van 55 °C niet hel emaal met vloeistof gevuld zijn. In een IBC<br />
moet evenwel een voldoende marge worden gelaten om te garanderen dat hij niet tot meer dan<br />
98 % van zijn watercapaciteit gevuld is wanneer de gemiddelde temperatuur van de inhoud 50<br />
°C bedraagt. Behalve wanneer uitdrukkelijk anders w ordt bepaald, mag de maximale<br />
vullingsgraad bij een vultemperatuur van 15 °C niet meer bedragen dan :<br />
- 529 -