Fysieke Belasting - Arbocatalogus SW
Fysieke Belasting - Arbocatalogus SW
Fysieke Belasting - Arbocatalogus SW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Voor zittend werk geldt dat de werkzaamheden binnen handbereik moeten zijn en dat de<br />
werkhoogte van de werkplek is afgestemd op de medewerker. Verder moet de ruimte onder het<br />
werkblad voldoende zijn. Standaard kantoorstoelen moeten een in hoogte verstelbare zitting<br />
hebben met een bereik van tenminste 41 tot 53 cm hoogte. De zitdiepte moet verstelbaar zijn van<br />
40 tot 44 cm. De rugleuning is tenminste 37 cm hoog. Armsteunen moeten verstelbaar zijn tussen<br />
tenminste 20 en 27 cm. Voor medewerkers met fysieke beperkingen en een lichaamslengte, die<br />
buiten de normale toleranties vallen (< 157 cm en > 188 cm), geldt bovenstaande maatvoering niet<br />
altijd. Zij hebben vaak aangepaste stoelen nodig om op verantwoordde wijze te kunnen werken.<br />
Werkplekken, waarbij zittend wordt gewerkt (o.a. kantoren, balie, werkplaatsen), moeten voldoen<br />
aan de normen NEN-EN 1335-1:2000 en NEN 2441:2002. Voetensteunen moeten voldoen aan een<br />
instelbereik van 35 tot 47 cm onder de zitting van de stoel en afmetingen hebben voor de breedte<br />
≥45cm en de diepte ≥35cm.<br />
Van iedere werkplek wordt ten aanzien van fysieke belasting in de RI&E een beoordeling gemaakt<br />
op ergonomische aspecten. Ook fysische factoren moeten worden beoordeeld. Aan de hand hiervan<br />
kan de arbeidsplaats worden aangepast aan de mogelijkheden en/of beperkingen van de<br />
medewerker.<br />
Voor risicovolle werkplekken wordt een specifieke risico inventarisatie gemaakt. Dit betekent:<br />
• Zorgen voor een juiste afstemming tussen belasting en belastbaarheid;<br />
• Zorgen voor het aanbieden van een bestaand hulpmiddel;<br />
• Zonodig het (laten) ontwerpen en (laten) fabriceren van een nieuw hulpmiddel, dat de<br />
werkzaamheden comfortabel, gezond, veilig en efficiënt moet laten verlopen.<br />
Aan de hand van de specifieke risico inventarisatie kan de werkplek of kunnen de werkzaamheden<br />
worden aangepast aan de mogelijkheden en/of beperkingen van de medewerker.<br />
Tip: Door een <strong>SW</strong> bedrijf is aan de hand de arbowetgeving gecontroleerd, waaraan een<br />
standaardwerkplek in ieder geval moet voldoen. Mochten er specifieke, op de medewerker<br />
gerichte aanpassingen nodig zijn, dan wordt de eigen Technische Dienst ingeschakeld, die zorg<br />
draagt voor alle aanpassingen aan werkplekken en de fabricage van hulpmiddelen. Binnen het<br />
bedrijf en bij de Arbodienst is kennis op het gebied van ergonomie aanwezig. Veel van de<br />
hulpmiddelen en aanpassingen kunnen daarom in eigen beheer worden uitgevoerd. Voor meer<br />
complexe aanpassingen wordt de hulp van derden ingeroepen.<br />
7.4 RI&E en plan van aanpak (Arbowet art. 5, Arbobesluit art. 5.3b en art. 5.9).<br />
Maatregelen komen voort uit de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), waarin fysieke<br />
belasting één van de arbo thema’s is en het bijbehorende plan van aanpak. Het is belangrijk om<br />
kennis te hebben van de risico’s op het gebied van fysieke belasting in een bedrijf. Zo kan gericht<br />
worden gezocht naar oplossingen om de arbeidsomstandigheden op dit gebied te verbeteren.<br />
Hiervoor is een RI&E een uitstekend instrument en verplicht in het kader van de Arbo wetgeving.<br />
Een RI&E en het bijbehorende plan van aanpak kunnen door het bedrijf zelf worden opgesteld,<br />
maar ook door een derde partij. De RI&E moet echter altijd getoetst worden door een<br />
gecertificeerde deskundige (die al dan niet aan het bedrijf verbonden is) of door een gecertificeerde<br />
arbodienst.<br />
De maatregelen, die genomen moeten worden om fysieke overbelasting te bestrijden, fysieke<br />
belasting te beperken of schade als gevolg van fysische factoren te voorkomen, zijn opgenomen in<br />
het plan van aanpak. Het plan van aanpak moet altijd actueel zijn en periodiek worden getoetst. In<br />
het plan van aanpak staat:<br />
• Welke verbeteringen er doorgevoerd moeten worden<br />
17