KerstverhaalHet leven was hard, de zomers kort en dewinters lang en guur in de heuvels rond hetSchotse 'border'land. <strong>De</strong> planten en bomenbleven klein en ruig alsof ze zich tegen hetbarre klimaat zoveel mogelijk probeerden tebeschermen door zo dicht mogelijk bij de bodemte blijven en iedere terreinplooi te benuttenvoor beschutting. Datzelfde deden ook dedieren, de hazen en konijnen, de patrijzen ende Schotse sneeuwhoenders; ze pasten zichzo volmaakt bij hun omgeving aan dat ze ersoms zelfs geheel in opgingenVerder naar het noorden, in de Hooglanden,werd de begroeiing nog minder en hier endaar staken alleen de kale rotsen begroeidmet korstmossen hun koppen naar de maar alte vaak grauwewolkenluchtSoms werd hetgrijze landschapop verrassendewijze doorspikkeldmet het stralendegeel van de bremen met paarsevlakken van deheidevelden in denazomer, terwijl inhetvoo~aardeprimula's en madeliefjesvoor enigekleur zorgden.In de herfst tooidende grote koningsvarensdeberghellingen meteen gouden mantel, en weerspiegelden in hetstille water van een van de vele '!ochs'.Tussen de vaak manshoge varens verdwenende herten nagenoeg geheel; alleen hun geweiendeinden er bovenuit. Al heel gauw nade korte uitbarsting van kleur en leven omslotende nevels het landschap weer en bedektenalles met een grijs waas als voorbode vande naderende winter met sneeuwstormen envorst. Zo ruig als het landschap en de dierenwaren ook de mensen, die zich in deze omgevingeen bestaan trachtten te veroveren.Hardwerkende, weinig spraakzame mensen,die koppig en vasthoudend de natuur om zichheen afdwongen waar zij recht op meenden tedoen gelden. Hun boerderijen leken nagenoegvergroeid met de grond waarop ze gebouwdwaren en hadden in de loop der jarenongeveer dezelfde kleur aangenomen als destruiken en de hei rondom. <strong>De</strong> enige tegenstellingvormden de witte plekken van de veleschapen die als dikke vlokken over de heuvelsverspreid graasden, en de heldere kleurenvan de honden die de kuddes moestenhoeden en drijven. <strong>Hond</strong>en waren van grootbelang voor het werk bij de schapen, die zonderomheiningen vrij door de heuvels zwiervenom hun kostje op te scharrelen. Eën goedehond was vele mannen waard als het erom ging de afgedwaalde schapen weer bij dekudde te brengen of om bij het merken enwassen de groepen te splitsen en van de eneweide naar de andere te brengen. Ze wareneven snel en vast ter been als de schapenzelf en even taai en bestand tegen allerleiweersomstandigheden. ledere boerderij hader meerdere rondlopen op en om het erf, altijdin de buurt als er iets te regelen of te doen vielmet schapen.Oe McFee's stonden bekend om hun goedeherdershonden, allemaal afstammelingen vandie ene weer-galoze teef 'Biack Moll' waar degrootvader van Angus McFee indertijd vele'sheepdog trials' mee had gewonnen en dievoor vele mooie maar vooral goede nakomelingenhad gezorgd.<strong>De</strong> oude Hamish McFee zocht altijd met zorgde vaderhonden voor zijn teven uit; hij hadoog voor een goede hond en pikte feilloos uiteen nest de beste pups. Zijn fokproduktenwaren gewild en werden gewaardeerd. Tochschudden zijn buren vaak hun hoofd over demanierwaarop Hamish met zijn honden omging.Voor hem was een hond geen ondergeschikte,maar een kameraad en medewerker.Bij hem werd een oude hond niet afgedanktzoals bij de andere boeren, waar een honddie niet meer kon werken ook niets meerwaard was en in het gunstigste geval een sneleinde kreeg. <strong>De</strong> honden van Hamish McFeegingen met pensioen en stierven op hogeleeftijd een natuurlijke dood. Meestal waren erwel twee of drie oude honden die op hethaardkleedje lagen te soezen en te dromenvan de dagen van weleer.Angus was het ook niet eens met deze gangvan zaken en vond zijn grootvader veel tetoegevend op het gebied van hondenzaken;een herdershond hoorde buiten en daarmeeuit. <strong>De</strong> huidige bejaarde hond, die net als haarbet-overgrootmoeder Black Moll werd genoemd,omdat zij in haar goede tijd haarnaamgenote evenaarde, voelde zijn houdinghaarfijn aan en verdween als een schaduwvan het haardkleedje als Angus er zijn voetenop uitstrekte. Dan ging zij in een hoek doorhaar oogharen naar hem liggen kijken, wat deverhouding er niet beter op maakte. Tochduldde Angus de hond in huis, want voorgeen goud zou hij zijn grootvader, op wie hijzeer gesteld was, kwetsen. Uiteindelijk gebeurdeer iets waardoor de houding van AngusMcFee grondig zou veranderen. <strong>De</strong> dagvoor Kerst begon het te sneeuwen , en dat nietalleen. Het bleek al gauw dat voor er 24 uurverstreken zouden zijn, een ware sneeuwstormzou los barsten. Dat zou niet best zijnvoor de schapen die zich nog op de hoogstehellingen bevonden en ; dus trok Angus ermet een paar man en honden op uit om dedieren bij elkaar te drijven en naar beneden tebrengen in de luwte. Ondanks de steeds harderwordende wind en het slechtere zicht luktehet allemaal vrij vlot, omdat de schapen uitzichzelf maar al te graag de luwte opzochten.Toen ze echter beneden kwamen, zag Angusdat de grote ram ontbrak. Mopperend ploeterdehij weer terug de helling op door grote opgewaaidesneeuwhopen, terwijl het weersteeds slechter werd en de voortjagendesneeuwvlokken alle zicht wegnamen.Tenslotte hoorde Angus ergens rechts vanhem het zwakke geblaat van een schaap.Toen hij op het geluid afging, ontdekte hij deram die in het dichte struikgewas was vastgelopen.Met handen die intussen stijfwarenvan de kou probeerde Angus de doornrankenuit de schapevacht te trekken terwijl de ramverwoed tegenspartelde. Eindelijk had hij allerommel los en hield de ram stevig bij een vanzijn hoorns vast.Toen hij echter naar het pad zocht, verdweende grond onder zijn voeten en tuimelde hijhals over kop meters naar beneden, met deram bovenop zich.Het eerste. dat Angus zich bewust werd, wasdat er iets zwaars op zijn borst drukte. Toenhij zijn ogen open deed, leek het alsof de wereldop zijn kop stond, maar even later ontdektehij dat hij met zijn rug tegen de hellinglag met zijn voeten in de lucht. Zijn linkervoetzat in de gevorkte tak van een jeneverbesstruiken hield hem klemvast gevangen. Zijnhoofd en schouders lagen in een ondiepe kuilen- zodoende was zijn val langs de hellinggestuit. Tijdens de val had hij de horens vande ram stevig vastgehouden en tot zijn verwonderinghield hij er nog steeds zijn handomgeklemd, wat wel tot gevolg had dat hetzware dier dwars over zijn borst lag en hemzodoende belette om overeind te komen.<strong>De</strong> ram leek zelf ook wat versuft, want hijspartelde niet tegen, hoewel hij nog in levenwas, want Angus voelde hem ademen. Hetzware lichaam hield wel de kou tegen, maarbelette hem tevens om overeind te krabbelenen belemmerde bovendien zijn ademhaling.Het werd Angus zwaar te moede, want nogsteeds nam de wind in kracht toe en werd desneeuwjacht dichter; binnen een tijd van enkeleuren zouden ze beiden volkomen onzichtbaarzijn voor eventuele redders.Na Verloop van wat uren leek, voelde Anguszich wegglijden in een fatale berusting, toenineens van boven aan de helling het schellegeblaf van een hond klonk. Hoop leefde op enAngus probeerde uit alle macht zijn stem teverheffen boven het loeien van de wind uit.Vanaf dat ogenblik ging alles snel. Terwijl dehond bleef blaffen, daalden twee mannen dehelling af tot bij Angus, namen de ram over enbonden er touwen om, zodat het dier naarboven gehesen kon worden. Nadat Angus'voet bevrijd was, volgde hij dezelfde weg naarboven. Door sterke handen orndersteund,werd hij over het pad naar de !boerderij gebracht,terwijl enkele meters voor het groepjeuit de ram hinkte, die in het rechte spoor gehoudenwerd door de oude Black Moll, en hetdrong tot Angus door dat zij de hond moestzijn geweest, die door haar geblaf zijn reddersde weg naar de hellfng gewezen had. Dwarsdoor de sneeuwjacht en ijzige kou had haarfeilloze neus hen de weg gewezen.Toen Angus van schone kleren voorzien eneen flinke whiskey in de hand van zijn avontuurzat te bekomen bij het haardvuur in degrote keuken, waar de geuren van plumpuddingen kalkoen als voorboden van de naderendekersttijd van het kookfornuis opstegen,kreeg hij van zijn grootvader te horen hoe hijgevonden was.Toen de schapen binnenkwamen, was deoude Hamish present, evenals Black Moll, diede oude man volgde waar hij ook ging. Toenhet hek achter de laatste dichtging, werd deoude hond onrustig. Nadat ze eerst zenuw-16WSH Clubblad nr. 6 /december 2002
elevenissenachtig rond de afrastering had gedraafd, beduiddeze Hamish. dat ze naar boven wilde.Omdat Hamish een waarschuwing van BlackMoll nooit in de wind sloeg en het hem tevensopviel dat Angus er nog niet was, trommeldehij wat mannen op en volgde de hond in desneeuwstorm.Toen duurde het niet lang meer of ze kwamenaan de rand van de helling en net op tijd.Angus keek dankbaar naar de oude hond, dieaan zijn voeten op het haardkleedje lag enstreelde haar over de kop, wat ze genadiglijktoestond. Hij was vervuld van een nieuw respecten gevoel van waardering, want tenslottedankte hij zijn leven aan haar.Het liet Black Moll allemaal koud, want zij hadalleen maar het ontbreken van de ram opgemerkttoen de schapen binnenkwamen envoor hèm had ze de tocht naar de helling gemaakt.Schapen horen bij elkaar en als er een<strong>De</strong> KrantFemmy van der Veen-UjsterWanneer onze zoon Bernd zaterdagsmorgensals eerste naar beneden gaat, roep ikhem na: 'Wil je mij de krant even komenbrengen?" Er komt geen antwoord. Even laterhoor ik: "Amber, de krant!". "Pak vast!!""Nééééé, goed vast!". "Goed zo!" "Ga naarFemmy!" "Breng de krant naar Femmy!". Naarmij roept hij: "Fem. Amber komt je de krantbrengen·. Het klinkt als een dagelijk~ ritueelmaar niets is minder waar. Ze heeft dit nooiteerder gedaan. Ik hoor haar de trap opkomenen kruip onder het dekbed in afwachting vanwat ze gaat doen.Amber kennend zijn er verschillende mogelijkheden.A. Ze begrijpt niet helemaal de bedoelingen zal de krant ergens neergooien. B.Ze verliest haar interesse en verruilt de kranthoor ik vlakbij een zacht "grmnffff". Een blazendgeluid door haar neus waarmee ze altijdom aandacht vraagt. Door het dekbed wordter iets tegen m'n hoofd geduwd. Ik til het eenklein stukje op en kijk in een hondensnoetmet krant. Met stomheid geslagen pak ik dekrant van haar aan. "Knappe hond", zeg ik.'Wat ben jij een knappe hond." "Kom dankrijg je een dikke kus". Ik knuffel haar stevig,wat ze even laat geworden . Dan trekt zehaar kop ongeduldig terug. Echt Amber. Vanbeneden roept Bernd: "Heb je 'm?" • Ja", roepik terug. "Ik heb hem·. En dan tegen Amber:"Amber kom maar dan krijg je een kapje".Daar gaat ze. In volle vaart en met veel kabaalde trap af naar beneden. Al was het degewoonste zaak van de wereld. Een dikkezaterdagkrant ligt voor me maar ik kom ernog niet toe hem te lezen.ontbrak, dan haalde je hem terug, dat hoordezo, maar dat was iets dat alleen zijzelf en misschiende oude Hamish wist, want die knipoogdemaar eens naar haar, maar liet Angusmaar zo wijs. want tenslotte was de kersttijdeen tijd waarin soms wel eens wonderen gebeurenen daar mochten anderen best 1n geloven.Kynologenclub Zeeland, 12/81voor haar knuffel of bot die ergens op deoverloop zijn blijven liggen. C. Ze hoort dekamerdeur en gaat onmiddellijk terug naarBernd omdat hij voor haar iedere morgen hetmislukte kapje van 't gebakken brood afsnijdt.D. Of ..... ? Zal ik haar toch maar niet bij meroepen en proberen dit tot een goed einde tebrengen? Nog voor ik tot actie kan overgaanAdellijke hond met eenluchtje door Canto vom Gstettenhofof Canto van demesthoop? Atjan BerendsenAltijd was ik trots op mijn achternaam, en nogsteeds hoor, ik dacht dat het iets adellijkswas iets met glorie en furore. Hoor ik tijdensde VGP in Oostenrijk een keurmeester tegenmijn baas vertellen wat het precies was.Iemand die in Oostenrijk een puinzooi, bendeof nog erger een zwijnenstal om het huisheeft dat noemen ze dan hij heeft een mesthoop.En u raad het al het Oostenrijksestreekwoord hiervoor is Gstettenhof.<strong>De</strong> eerste de beste reu die mij hiermee pestof irriteert sleep ik 1 000 kilometer mee om telaten zien dat mijn achtemaam onterecht isgekozen.Tentoonstellingen 2002 CAC-CACIB21 , 22, 23 dec Wijchen, CAC-CACIB, secr. A. van Bussel, 024-3786722Tentoonstellingen 2003 CAC-CACIB31 jan, 1,2, feb Eindhoven, CAC-CACIB, secr. P. v.d. Me~lengraaf, 040-28400122 maart Zuidlaren, CAC-CACIB. secr. M. Ebels-He1kens, 050-534351429, 30 maart Leiden, CAC-CACIB, secr. W . Sanders, 071-528261721 april Leeuwarden, CAC-CACIB, secr. Y .. Hof, 0517-395634 .3,4 mei Goes, CAC-CACIB, secr Dogshow-Goes, tel en fax: 0113-222279 E-mail:_ dog~ho~oes@zee l andnet.nl18 mei <strong>De</strong>urne, CAC. Jachthonden, secr. F. Lochs-Romans, 046-4376473 E-mail: ma1l@ncky-lochs.tmfweb.nl23, 24, 25 mei Berghen, CAC, secr. J.A. Lahaye, leVfax 073-5492209 . .7, 8, 9 juni Arnhem, CAC-CACIB, secr. KC Arnhem, 026-3216450, E-ma1l: Jaap@coverglrl.tmfweb.nl5. 6 juli Echt, CAC, Openucht Show. secr. A.J-:Ieijnen. 046-451403730,31 aug. Rotterdam, CAC-CACIB, secr. A. van Steenbergen, 015-2124126 . . .27. 28 sept. Maastricht, CAC-CACIB, secr. F. Lochs-Romans, ~4~-4376473 E-ma1l: mall@ncky-lochs.tmfweb.nl11. 12 okt. Zwolle, CAC, secr: J.A. Koers, 0529-401 113, E-ma1l: Jan.koers@planet.nl1,2 nov. Bleiswijk, CAC-CACIB, secr. KC Dordrecht, Nijhoffiaan 63, 3319 BPDordrecht6,7 dec. Amsterdam, Winner secr. Winner, 0343-42008920, 21. 22 dec Wijchen, CAC-CACIB, secr. A. van Bussel, 024-3786722WSH Clubblad nr. 6 I december 2002 17