10.07.2015 Views

Haarkleurmiddelen - Chemische Feitelijkheden

Haarkleurmiddelen - Chemische Feitelijkheden

Haarkleurmiddelen - Chemische Feitelijkheden

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Haarkleurmiddelen</strong>192–1<strong>Haarkleurmiddelen</strong>door ir. Martine Segers,wetenschapsjournalistDeze <strong>Chemische</strong> Feitelijkheid is geschreven in samenwerking met de heerAtse Korndorffer, Keune Haircosmetics, Koningsweg 15, 3762 EA Soest.tel. 035 601 61 61, e-mail: akd@keune.com1. Inleiding 192– 32. Natuurlijke vorming van haarkleur 192– 33. Kleurstoffen 192– 53.1 Plantaardige kleurstoffen 192– 53.2 Synthetische kleurstoffen 192– 63.3 Metaalverbindingen als kleurstof 192– 84. Werking van synthetische haarverfproducten 192– 84.1 Permanente kleuring 192– 84.2 Semi-permanente kleuring 192–104.2.1 Oxidatieve of semi-permanente kleuring 192–104.2.2 Niet-oxidatieve of directe kleuring 192–114.3 Tijdelijke kleuring 192–114.4 Blonderen 192–125. Receptuur van haarkleurmiddelen 192–126. Wet- en regelgeving 192–137. Haarverf en blaaskanker 192–148. Nieuwe ontwikkelingen 192–159. Literatuur en referenties 192–1539 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


<strong>Haarkleurmiddelen</strong>192–3InleidingHaren verven met allerlei plantaardige stoffen en metaalverbindingengebeurt al millennia lang. Poeders van hennabladeren, gevondenin de tombes van Egyptische farao’s, vormen het oudste bewijsvan het gebruik van haarverf. Van een Romeinse schrijver zijn honderdverschillende recepten voor haarverven gevonden, met ingrediëntenals groene walnootdoppen, zwarte vlierbessen en hetbezinksel van wijnazijn.Inmiddels zijn de natuurlijke kleurstoffen grotendeels van de marktverdrongen door synthetische kleurstoffen. Die zijn sinds het eindvan de negentiende eeuw in zwang. Van de Europese vrouwen bovende 15 jaar gebruikt nu ongeveer de helft synthetische haarkleurproducten,gemiddeld acht keer per jaar.Een vergrijzende bevolking levert haarverffabrikanten steeds meerklanten. Hun meeste klanten zijn tussen de 35 tot 60 jaar oud enwillen hun (eerste) grijze haren camoufleren.Vooral de kleuren zeer licht blond tot donkerblond zijn populair.Deze producten hebben in Europa een marktaandeel van 55 tot75%. Slechts 5% van de haarververs wil zwart haar. De rest gaatvoor lichtbruin of bruin.Over de veiligheid van haarverfproducten is vorig jaar enige twijfelgerezen. Toen toonde een Amerikaanse epidemiologische studie aandat frequente gebruikers van haarkleurproducten mogelijk een geringverhoogd risico lopen op blaaskanker. Andere grootschaligestudies spreken dit onderzoek echter tegen. Komende jaren zaldaarom in Europa meer en gerichter onderzoek plaatsvinden naarde mogelijke relatie tussen haarverfproducten en blaaskanker.2. Natuurlijke vorming van haarkleurHaar bestaat uit vezels van het eiwit keratine. Die superdunne vezelsdraaien om elkaar heen tot fibrillen (zie Figuur 1). Tientallen vandie fibrillen zitten vervolgens tegen elkaar gepakt. Een transparanteschubbenlaag aan de buitenkant van het haar houdt ze als een soortelastiekje bij elkaar.39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


192–4 <strong>Haarkleurmiddelen</strong>0886-0322fibrillenschubbenpigmentenFiguur 1.De structuur van een menselijke haar.Het menselijk lichaam maakt de natuurlijke haarpigmenten aan inde haarwortels. Deze pigmenten polymeriseren tot een soort bolletjesdie met het haar meegroeien. Ze zitten tussen de fibrillen ingeklemd.De haarstructuur en waterstofbruggen met het eiwit keratineverankeren de kleurstofmoleculen op hun plaats.Elke natuurlijke haarkleur is het resultaat van een mengsel van tweehaarkleurstoffen: eumelanine en pheomelanine (zie Figuur 2).Eumelanine heeft een violetbruine kleur en pheomelanine geeft hethaar een geel tot rode kleur, afhankelijk van de concentratie waarinhet aanwezig is. Het samenspel tussen zowel de verhouding tussenbeide kleurstoffen als de totale concentratie kleurstoffen bepaald ofiemand zwart, bruin, blond of rood haar heeft (zie Figuur 3).39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


<strong>Haarkleurmiddelen</strong>192–50886-0323eumelaninepheomelanineFiguur 2.Molecuulstructuur van de twee natuurlijk haarkleurstoffen:eumaline en pheomelanine.3. Kleurstoffen3.1 Plantaardige kleurstoffenDe bekendste plantaardige stoffen zijn henna (voor warme kleuren,van oranjerood tot bruin haar) en kamille en kastanje (voor eenblonde tot bruine kleur). De actieve kleurstof in henna is 2-hydroxy-1,4-naftachinon (zie Figuur 4). Als zuur kleurt deze stof geel, terwijlhet in de geïoniseerde vorm de bekende roodoranje kleur geeft.De haarverfindustrie gebruikt nauwelijks plantaardige kleurstoffen.Natuurlijke kleurstoffen zijn in een commercieel product lastig toete passen vanwege de lange inwerktijd en de gecompliceerde wijzevan toepassing. De natuurlijke kleurstoffen kunnen bovendien grijshaar maar gedeeltelijk camoufleren.39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


192–6 <strong>Haarkleurmiddelen</strong>De verdeling van pigmenten in haar0886-0324lichtblond: weinig violetbruineen weinig rode pigmentendonkerblond: meer violetbruineen meer rode pigmentendonkerbruin: veel violetbruineen weinig rode pigmentennatuurrood: weinig violetbruineen veel rode pigmentenzwart: veel meer violetbruineiets meer rode pigmentenrood pigment (pheomelanine)violetbruin pigment (eumelanine)Figuur 3.Kleuropbouw van menselijke haren.0886-0325Figuur 4.Structuurformule van het actieve bestanddeel van henna,2-hydroxy-1,4-naftachinon.3.2 Synthetische kleurstoffenVerreweg de meest gebruikte kleurstoffen in Europa zijn synthetisch.Fabrikanten hebben de afgelopen eeuw zeker vierhonderdverschillende synthetische haarkleurstoffen ontwikkeld. Slechts eenselectie daarvan, zo’n zeventig stoffen, hebben voor de industrie39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


<strong>Haarkleurmiddelen</strong>192–7zulke interessante eigenschappen dat ze nu nog regelmatig in haarvervente vinden zijn.De synthetische kleurstoffen hebben hun kleur bijna altijd te dankenaan aromatische zesringen (zie Figuur 5). Hiermee zijn allerleikleuren te maken, van blauw en paars tot geel, groen en oranje.0886-0326geel geel/oranje roodviolet/rood paars blauwFiguur 5. Kleine verschillen in de zijgroepen geven elk molecuul uit een serienitrobenzenen zijn eigen kleur.1 = 4-nitro-1,3-diaminobenzeen; 2 = 4-nitro-1,2-diaminobenzeen;3 = 2-nitro-1,4-diaminobenzeen; 4, 5, 6 = nitrobenzenen met twee variabele groepen,R is meestal: methyl, ethyl, propyl, hydroxymethyl, hydroxyethyl of hydroxypropyl.Behalve in carnavalsspuitbussen zal paars of groen nooit de overheersendekleur in een haarverfmiddel zijn. Toch worden ook dieaparte kleuren veel gebruikt. Moderne haarverfmiddelen bestaannamelijk uit een mengsel van zeven tot twaalf verschillende kleurstoffen.Elk mengsel zorgt net als wanneer je gewone verf mengtvoor een bepaald type kleur. Bij haarverf is bovendien de totaleconcentratie kleurstoffen in het haarverfproduct en de inwerktijdmede bepalend voor hoe donker het haar kleurt.39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


192–8 <strong>Haarkleurmiddelen</strong>3.3 Metaalverbindingen als kleurstofKleurstoffen op basis van metalen werden vroeger veel gebruikt,maar zijn nu nauwelijks meer in haarverven terug te vinden.Metaalkleurstoffen zijn acetaten of sulfaten van lood, zilver, ijzer,koper, kobalt, bismut, mangaan of zink. Ze geven het haar welkleur, maar weinig glans en kunnen het haar broos maken. Bovendienhebben sommige metaalionen een ongunstig effect op de gezondheid,en industriële toepassingen kunnen schadelijk sporen nalatenin het milieu.Vroeger werd vooral lood veel gebruikt als kleurstof om grijs haarweer wat donkerder te maken. Daarvoor moest iemand het haarregelmatig met een loodkam kammen. Het lood bindt aan de sulfhydrylgroepen(SH-groepen) van bepaalde aminozuren in het haar.De laatste tien jaar zijn kleurstoffen op basis van lood bijna allemaalvan de markt verdwenen. De enige wettelijk nog toegestaneloodverbinding is loodacetaat.4. Werking van synthetische haarverfmiddelenDe chemische werking van een haarverfmiddel hangt sterk af vanhoe lang de kleur in het haar moet blijven (zie Figuur 6). Bij eentijdelijke kleuring van maximaal enkele dagen komen de kleurstoffenalleen om een haar heen te zitten. Bij semi-permanente kleuringdringen de kleurstoffen een stukje in een haar en wordt dus de buitenstering van een haar gekleurd. Bij permanente kleuring vervangende nieuwe kleurstoffen de natuurlijke tot in de kern van eenhaar.4.1 Permanente kleuringPermanente haarverven zijn de meest gebruikte haarkleurproductenin Europa. Ongeveer 70 tot 80% van de mensen die hun haar eenander kleurtje wil geven, doet dat met deze niet uitwasbare producten.De behandeling geeft een honderd procent grijsdekking. Dekleur kan alleen door uitgroei weer verdwijnen. Een permanentekleurverandering van het haar ontstaat als een haarkleurproduct39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


<strong>Haarkleurmiddelen</strong>192–90886-0327tijdelijkekleuringsemi-permanentekleuringpermanentekleuringFiguur 6.Permanente kleuring dringt diep door tot in een haar, terwijl tijdelijkekleuring alleen een laagje om een haar heen vormt.zowel de natuurlijke haarkleurstoffen afbreekt als nieuwe kleurstoffeninbrengt.De ontkleuring van het haar vindt plaats met ammonia en waterstofperoxide.Deze vloeistoffen breken de natuurlijke kleurstofmoleculenaf via oxidatie tot kleine, in water oplosbare moleculen.Dit wordt ook wel depolymerisatie genoemd. De ontstane kleinemoleculen worden niet meer stevig door de haarvezels vastgeklemd.Hierdoor zijn de natuurlijke kleurstoffen makkelijk te verwijderendoor ze met water uit het haar te spoelen.Tegelijkertijd dringen er nieuwe moleculen het haar binnen die daarkunnen polymeriseren tot haarkleurmoleculen van de nieuwe,gewenste kleur. De ammonia in het haarverfproduct zorgt voorzwelling van het haar, waardoor de haarschubben open gaan staan.Zo kunnen kleine uitgangstoffen voor nieuwe kleurstofmoleculenmakkelijk het haar diep binnendringen.Deze uitgangsmoleculen kunnen kleurloos zijn. Pas in het haar wordende uitgangsstoffen aan elkaar gekoppeld tot grotere moleculenvan de juiste kleur. Dit levert dusdanig grote kleurmoleculen op datze de haarstructuur niet meer kunnen passeren. Niet uitwasbarekleurstofmoleculen zijn het resultaat.Het aan elkaar koppelen van de voorlopers van de kleurstoffengebeurt door zogenaamde ontwikkelaars, aromatische diamines ofaminophenolen die via hun aminogroep of hydroxylgroep in deortho- of in parapositie een chemische binding met elkaar en metandere kleurstoffen kunnen aangaan. Om dit te bereiken moet een39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


192–10 <strong>Haarkleurmiddelen</strong>consument of de kapper de haarverf eerst met een waterstofperoxide-oplossingmengen. Hiermee worden de ontwikkelaarsgeoxideerd tot reactieve intermediairen. Die reageren vervolgenssnel verder tot polymeren waarin twee, drie of meer kleurmoleculenaan elkaar gekoppeld zijn. De concentratie ontwikkelaars zorgt voorde basis van de kleur, van blond tot zwart. De kleurstoffen die aande ontwikkelaars worden gekoppeld zorgen voor het karakter ofteweltype kleur, bijvoorbeeld kastanjebruin of goudgeel.4.2 Semi-permanente kleuringSemi-permanente haarkleuring houdt vier tot tien wasbeurten. Zo’n10 tot 20% van de mensen die het haar verft, kiest voor dit typeproduct. Bij een semi-permanente kleuring is de penetratie van dekleurstoffen in het haar niet zo sterk, omdat er geen ammonia gebruiktwordt om de haarschubben open te zetten. Er bestaan tweevarianten. De oxidatieve maakt wel gebruik van waterstofperoxideom de kleur te ontwikkelen en voor de niet-oxidatieve wordt geenwaterstofperoxide gebruikt.4.2.1 Oxidatieve of semi-permanente kleuringOxidatieve semi-permanente kleurstoffen houden het haar zo’n zestot tien wasbeurten op kleur. Ze hebben een grijsdekking tot ongeveer60%. Heeft iemand een groter percentage grijze haren, dan levertdeze kleuring vaak onvoldoende en geen uniforme kleurdekking.Sommige witte haren kunnen namelijk weinig kleur opnemen.Bij semi-permanente oxidatieve haarverven vindt nauwelijks of geenontkleuring van het eigen haar plaats. Deze middelen worden voortoepassing gemengd met lage concentraties waterstofperoxide. Datbeetje peroxide is nodig om de voorlopers van de kleurstoffen reactiefte maken door ze te oxideren. Dat betekent dat net als bij depermanente haarverven, de uitgangsstoffen voor de te vormen kleurstofmoleculenals kleine moleculen het haar indringen en daar viaeen chemische reactie aan elkaar worden gekoppeld.39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


<strong>Haarkleurmiddelen</strong>192–114.2.2 Niet-oxidatieve of directe kleuringDe semi-permanente haarkleuren die zonder waterstofperoxide wordenopgebracht, houden vier tot zes wasbeurten. Deze productenbevatten kleurstoffen die zich vastzetten in en onder de haarschubben.Daarbij ontstaat slechts een beperkt aantal chemischebindingen. Dit zijn niet zulke sterke bindingen, namelijk bindingentussen de aminogroepen uit de kleurstoffen en de zure groepen vanhet haareiwit keratine. Het effect op grijs haar van deze kleurstoffenis niet zo goed. Het levert alleen het gewenste resultaat bij iemandmet minder dan 30% grijze haren.4.3 Tijdelijke kleuringSlechts 5 tot 10% van de mensen die van haarkleur wil veranderen,gebruikt een tijdelijke kleuring. Deze producten, zoals kleur(schuim)-verstevigers, verlevendigen je eigen haarkleur en kunnen eventueleeerste grijze haren camoufleren. In deze producten zitten relatieflage concentraties kleurstoffen.De kleurstoffen uit deze kleurmiddelen, waarvan de nieuwe kleur naéén à twee keer wassen alweer verdwijnt, hechten alleen aan de buitenzijdevan het haar. Ze maken gebruik van zogenaamde filmvormers,polymeren die een dun filmlaagje om het haar vormen enzo de kleurstof insluiten. In het kleurmiddel zitten de polymeren opgelostin een mengsel van alcohol en water. Wanneer dit verdampt,vormen de polymeren een filmpje om het haar heen. Wanneer hethaar gewassen wordt, lost het polymeer weer grotendeels op en verdwijntde kleur.Tijdelijke haarkleurmiddelen vind je bijvoorbeeld ook in carnavalsspuitbussen(zie Figuur 7). Een oranje spuitbus kan de volgende stofbevatten:39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


192–12 <strong>Haarkleurmiddelen</strong>0886-0328Figuur 7. Natrium 4-[(2,4-dihydroxygenyl)azo]benzeensulfonaatop verpakkingaangeduid met Acid orange 6: een oranje kleurstof in carnavalsspuitbus.4.4 BlonderenBlonderen gebeurt door de natuurlijke haarkleurstoffen af te brekentot kleine moleculen via oxidatieprocessen. Zo ontstaan gecarboxyleerdederivaten die oplosbaar zijn in een alkalisch milieu. De oxiderendewerking van waterstofperoxide wordt in blonderingsproductennog eens versterkt door persulfaten. Die zorgen voor detoevoer van extra zuurstof tijdens het proces.Het violetbruine eumaline is makkelijker op te lichten dan het geelrodepheomelanine. Zwart of heel donkerbruin haar blonderen levertin eerste instantie dan ook roodoranje haar op, omdat pheomelanineminder snel wordt afgebroken dan eumaline. Zwart haarkun je in een aantal stappen wel blond krijgen, maar dan doe je eengrote aanslag op de kwaliteit van het haar.Blonderingsproducten worden vaak als poeder verkocht dat je moetmengen met waterstofperoxide. De concentratie van het poeder enhet waterstofperoxide, de inwerktijd en de inwerktemperatuur bepalende mate van blondering.Het oxidatieproces stopt door het haar goed uit te spoelen na deinwerkingtijd. Een nabehandeling met een zure shampoo of haarverzachterneutraliseert het restje achtergebleven basen. Verder zorgende zuren ervoor dat de haarschubben weer gesloten worden.5. Receptuur van haarkleurmiddelenEen crème of shampoo vormt de basis of drager voor de kleurstoffen.Verder bevat het nog een aantal andere stoffen, ieder met zijneigen functie. Zo zitten er complexvormers in die storende metaalionenuit het water wegvangen door insluiting met chelaten. Zo voorkomenze dat deze metaalionen aan de haarverfreacties meedoen.39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


<strong>Haarkleurmiddelen</strong>192–13Conditionerende stoffen, zoals eiwitten, siliconenverbindingen enpolymeren, vullen poreuze plekken in het haar op die zijn ontstaandoor de agressieve werking van ammonia en waterstofperoxide.Oxiderende haarverfproducten bevatten ook nog antioxidanten,voornamelijk reducerende sulfietverbindingen, die de start van dereacties uitstellen. De reacties tussen de kleurstoffen mogen namelijkniet te snel beginnen. Een kapper of consument moet het middeleerst klaarmaken en op het haar aanbrengen. In de tijd die dat kost,mogen er nog geen chemische reacties plaatsvinden.6. Wet- en regelgevingDe fabrikanten van haarkleurmiddelen mogen in principe elkekleurstof gebruiken als ze voldoende toxicologische experimentenhebben gedaan. Die experimenten moeten zeer aannemelijk makendat een stof geen nadelige effecten heeft voor de volksgezondheid.Er bestaat in de Europese Unie een convenant tussen industrie enoverheid waarin staat dat fabrikanten voor elke nieuwe kleurstofeen veiligheidsdossier voorleggen aan de SCCNFP, de Scientificcomittee on cosmetic products and non-food products. Fabrikantenhebben beloofd alleen nieuwe kleurstoffen te gebruiken waarvan zeeen veiligheidsdossier hebben ingeleverd.Wanneer nieuwe studies daartoe aanleiding geven, beoordeelt deSCCNFP gebruikte stoffen bovendien opnieuw. Indien nodig kande SCCNFP de Europese commissie adviseren fabrikanten alsnog teverbieden een bepaalde stof in haarverven te gebruiken.In een veiligheidsdossier over een nieuwe kleurstof staan de resultatenvan meerdere toxicologische studies, waaronder resultaten vantesten met bacteriën. Bij de bacterie Salmonella mag een kleurstofniet voor een verhoogde aantal mutaties in het DNA zorgen.Gebeurt dat wel, dan moeten er dierproeven plaatsvinden. Ratten ofmuizen krijgen de kleurstof dan oraal toegediend, waarna hun beenmergcellenworden onderzocht op het voorkomen van beschadigdechromosomen. Er wordt specifiek naar beenmergcellen gekeken omdatdit een goed doorbloed, snel delend weefsel is. Vinden onderzoekersook in ratten en muizen veranderingen in het DNA, dan is39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


192–14 <strong>Haarkleurmiddelen</strong>de kans groot dat een stof kankerverwekkend is en zo’n stof wordtafgewezen of er volgt meer dierproevenonderzoek.Door toediening van een onderzochte kleurstof aan drachtige rattenen muizen wordt ook onderzocht of de nakomelingen van behandelderatten en muizen geen afwijkingen vertonen, omdat haarkleurmiddelenook door zwangere vrouwen worden gebruikt.Van een aantal kleurstoffen is het nadelige gezondheidseffect bekend.Toepassing van deze stoffen is verboden. Verder is er een aantalkleurstoffen waarvoor een maximum concentratie is vastgesteldwaarbij ze veilig te gebruiken is. Fabrikanten moeten binnenkortvolgens nieuwe EU-wetgeving bij het gebruik van deze stoffen op deverpakking waarschuwen voor mogelijke allergische reacties diedeze stoffen kunnen veroorzaken.7. Haarverf en blaaskankerEen aantal kleurstoffen lijkt qua structuurformule op benzidine (zieFiguur 8), een stof waarvan bekend is dat deze blaaskankertumoreninduceert. Daarom is er veel onderzoek gedaan naar de relatie tussenhet frequente gebruik van haarverfproducten en blaaskanker.0886-0329Figuur 8.Structuurformule van benzidine.In 2001 is er een epidemiologische studie in Amerika uitgevoerd dieeen vermoedelijk gering verhoogd risico op blaaskanker laat zienvoor frequente gebruikers van haarverfproducten. Er is echter geenverband met een specifieke chemische kleurstof gevonden.Naar aanleiding van de Amerikaanse studie bekeek het RijksInstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in Bilthoven opverzoek van de Keuringsdienst van Waren alle tot dan toe gepubliceerdeepidemiologische studies. Er is namelijk ook een aantal grotestudies uitgevoerd waarin geen verband is gevonden tussen hetgebruik van haarverf en blaaskanker.39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


<strong>Haarkleurmiddelen</strong>192–15Het RIVM verwacht op basis van de huidige gegevens dat het extrablaaskankerrisico voor de consument in elk geval relatief klein zalzijn. Harde conclusies zijn op dit moment nog niet te trekken. Debeoordeling van het RIVM was voor de Keuringsdienst van Warengeen aanleiding om producten in Nederland uit de handel te halen.Vanwege het grote aantal consumenten dat haarverf gebruikt, adviseerthet RIVM wel om ook in Europa een groot epidemiologischonderzoek uit te laten voeren. De Europese branchevereniging vancosmeticafabrikanten, Colipa, is bereid zo’n onderzoek mee tefinancieren.8. Nieuwe ontwikkelingenPer jaar komen er een stuk of vijf nieuwe kleurstoffen op de markt.Dit zijn vaak geen totaal nieuwe kleuren. Fabrikanten zoeken juistnaar stoffen met een betere houdbaarheid, bijvoorbeeld doordat zeminder gevoelig zijn voor shampoo of UV-straling.Verder werken fabrikanten aan een betere conditionering van hethaar door het haarverfmiddel. Ze zoeken naar betere verstevigendestoffen die lege plekken in het haar opvullen. Zo vermindert de aanslagop de conditie van het haar na een haarverfbeurt en blijven dehaarkleurmiddelen langer goed in het haar zitten.Ook bij uitwasbare haarverven proberen onderzoekers de levensduurvan de kleur te verlengen. Dat is mogelijk door stoffen toe tevoegen die de kleurstof sterker aan het haareiwit keratine te koppelen.9. Literatuur en referenties– P. Janssen, R. van Leeuwen, G. Anyo en B. Staatsen, Haarverfen blaaskanker: een oriënterende risicobeoordeling. OngepubliceerdRIVM-rapport van 11 sept. 2001– C. Zviak, The Science of Hair Care, Marcel Dekker Inc, 270Madison Avennue, New York, New York 10016, 1986; ISBN0-8247-7378-0.39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192


192–16 <strong>Haarkleurmiddelen</strong>– C. R. Robbins, Chemical and Physical Behaviour of HumanHair, Springer Verlag New York, Berlin, Heidelberg, fourthedition 2002; ISBN 0-387-95094-X.– J. F. Corbett, Hair Colorants Chemistry and Toxicology,Micelle Press 10-12 Ullswater Crescent, Weymouth, DorsetDT3 5HE England, 1998; ISBN 1-870228-21-9.– J. W. Melten, Kleuren voor hem en voor haar, ChemischMagazine, 9, 1997, 300-301.– Europese cosmeticabranchevereniging, the European Toiletryand Perfumery Association, Colipa: www.colipa.com– Europese commissie die de veiligheid beoordeelt: Scientificcomittee on cosmetic products and non-food products:http://europa.eu.int/comm/food/fs/sc/sccp/index_en.html39 <strong>Chemische</strong> <strong>Feitelijkheden</strong> augustus 2002 tekst_141/192

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!