10.07.2015 Views

1985 nummer 4 - Vogelwerkgroep Nijmegen

1985 nummer 4 - Vogelwerkgroep Nijmegen

1985 nummer 4 - Vogelwerkgroep Nijmegen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

14D)14/HET VOORKOftl\EM VAN DE !JSVOGEliN DE WiNTER iN HET RijK VAN.N~·MEGEN . DEEL 1: AANTALSVrP-LOOp ENTREK.InleidingHet aantal exe~plaren van de Ijsvogelpopulatie,dat in Nederlandverblijft, kan per winter sterk verschillen, ~it is het gevolgvan strenge vor8tperio~en, wanneer er voor de !jsDogel geanvoedsel voorhanden is, omdet alle wateren dichtgevroren zijn.Dit is ook het gevolg van zachte winters en goede broedseizoanen,wanneer de Ijsvogelpopulatie zich weer herstelt van het verliesdet geleden is in een strange vorstperioda. ,In dit artikel laat ik het varband zien tussen de graad winter,de gesteldgeid van het broedseizoen en het aantalsverloop inhet winterhalfjaar. Ook zal ik in deel 11 van dit artikel verderingaan op de verspreideng van de Ijsvogel tijdens het winterhalfjaar." ~ ,Oe waarnemingen dia ik gebruikt heb zijn afkomstig Uit het arbiefvan de VUIG...De laatste jaren koman er steeds ~eer Ijsvogelwaarnemingen in hetarchief. Deze stijging van het aantal waarnemingen hangt waarschijnlijksamen .at het groeiend aantal waarnemers. Om deze reden heb ik de. wearnemingenvanaf de winter 1975/76 gebruikt. Voor dia tijd was het aantalwaarnemingen uit het archiaf zo klein dat er geen zinnige conclusiesgetrokken kunnen worden.AlgemeenoverzichtDe in Nederland levende ondersoort - ispida, komt voor van r.iddenZweden in het noorden tot in Spanje, Noord-Italië en R~enië in hatzuiden. De ~ederlandse broedpopulatie overwintert grotendeels in eigenland, ofschoon de jen ga Ijsvogels,die uitgevlogen zijn,vaak wegtrekkenof gaan zwerven. Ons winterbestand wordt aangevuld met vogels uitDuitsland, Polen en 8elgië.Oe strenge winte~s van 1928/29, 1954/55 en 1956/57 eistan veel slachtoffers1n Nederland, maar ondanke deze aentalsreducties komt het broedvogelbestandin ons land geregeld boven 250 paren.Oe uiterst strenge winter van 1962/63 zorgde ervoor dat in het broedseizoenvan 1963 slechts 9-14 paren ontdekt konden worden. Daarna volgdeeen herstel tot ten ~inste 10-25 paren in 1964~66, 42 in 1967 en 44 in ~1968. In 1970 en 1971 broedden naar schetting hoogstens 60 en 50 paren,Door de tien dagen durende vorstperiode in januari en februari 1976 ende erop volgende droge zomer, daalde het aantal broedparen ten opzichtevan 1975 (ongeveer 275-350 broedpaar (7)) met gemiddeld 50% (1976 ongeveer90-140 broedpaar (7)). Oe achteruitgang was het grootit in hetnoorden en westen van Nederland (95-100%) en het kleinst in het zuidoosten(20-50%) (8).Niet alleen strenge winters vormen een bedreiging voor de Ijsvogel, ookde bemoeienissen van de mens vormen een extre last. Als belangrijkstefactoren van bedreiging zijn aan te ~ijzen de vervuiling van het oppervlaktewateren het rechttrekken van rivieren en beken, waardoor denestgelegenheid verdwijnt en bovendien deze rivieren en beken snellerdichtvriezen, zodat er bij vorst in grote gebieden geen open ~ater meerte vinden is. Ook de groeiende recreatiedruk heeft negatieve invloed ophet broedvogelbestand van de Ijsvogel. Het herstel van de populetie naeen strenge winter kan erg snel gaan, mits het milieu verder in orde is.7 Jaar na de strenge ~inter van 1962/63 was de populatie op ver.chi1lendeplaatsen in West Europa nog niet helemaal hersteld, de ondertusseningetreden biotoopverslechteringen zouden daarvoor medeverantwocdelijkkunnen worden gestel~ (7).El 'as

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!