10.07.2015 Views

5. Materiaal- bewerking - Würth Nederland

5. Materiaal- bewerking - Würth Nederland

5. Materiaal- bewerking - Würth Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Schuurmiddelen (opbouw en bestanddelen)KorrelOverlijmVoorlijmDragerDrager: Papier B-papier = ca. 100 g/m 2 dun D-papier = ca. 150 g/m 2 dikA-papier = ca. 70 g/m 2 zeer dun C-papier = ca. 120 g/m 2 middel E-papier = ca. 220 g/m 2 zeer dikLinnen J = flexibel, X = hard, stijf (JJ = extra flexibel, XX = extra hard)Fiber 0,6 mm - 0,8 mm dikBindmiddel :Voorlijm = korrel wordt hiermee op de drager verlijmdOverlijm = korrels worden met elkaar verbonden, verankerdBindingssystemen : Huidlijm: voor- en overlijm = huidlijmKunsthars: voorlijm = huidlijm, overlijm = kunstharsVolkunsthars: voor- en overlijm = kunstharsKorrels :Aluminiumoxide = 9,4 volgens de schaal van Mohs, siliciumcarbide = 9,6 volgens de schaal van MohsStrooiing :Open en dicht gestrooidManier van strooien : Elektrostatisch - mechanischKorrelgrofte : P systeem = P 16 - P 1200 + superfijn (sf) volgens DIN 69176, deel 1Schuurmiddelen - ABCMPR-IV-C-382-9/97- © by Würth <strong>Nederland</strong> BV-Reproductie zonder toestemming verboden- Sectie 5/H03 400.3/TS 05 4063Om te beginnen een kort overzicht over de opbouw van eenschuurmiddel, waarbij een korrel op de drager is gestrooid:● De drager is de onderlaag voor de korrel.● De volgende stap - bij de fabricage - wordt de voorlijm op dedrager opgebracht.● Op de nog natte voorlijm wordt de korrel - het eigenlijke schuurmiddel- gestrooid. Elektrostatisch wordt de korrel optimaal verdeelden in de lijm ingebed.● Daarna worden de korrels met een extra lijmlaag - de overlijm -met elkaar verbonden.DragersWe onderscheiden 3 dragers:1. Papier wordt gebruikt wanneer een hogere treksterkte en flexibiliteitvan andere dragers niet economisch kan worden benut. A-papier als lichte kwaliteit voor handschuren in fijne korrels. C- enD-papier als iets zwaardere kwaliteit voor de iets grovere korrels,voor hand- en machineschuren. E-papier voor vooral groverekorrels voor voornamelijk machineschuren.2. Fiber wordt door perkamenteren, persen en harden van 5 tot 7lagen speciaalpapier gemaakt. Buigzame en flexibele schuurschijvenvoor grote belastingen welke worden gebruikt op haakseslijpers hebben een drager van Vulkaanfiber.3. Linnen. Hier onderscheiden we JJ - extra flexibel weefsel (linnen)en XX - extra stijf (hard) weefsel.BindmiddelenOmdat bij schuurmiddelen de korrels over het algemeen met tweelijmlagen op de drager worden verankerd, kunnen we de volgendevormen onderscheiden:1. Huidlijm: de voorlijm = huidlijm, de overlijm = huidlijm.Omdat de vorm van verlijming niet watervast is, zijn deze schuurmiddelenalleen voor droogschuren geschikt.2. Kunsthars: voorlijm = huidlijm, de overlijm = kunsthars.Hoofdzakelijk gebruikt als droogschuurmiddel. Ten opzichte vande huidlijmgebonden schuurmiddelen is deze binding duurzameren voorkomt vroegtijdige slijtage van het schuurmiddel.3. Volkunstharsgebonden: voorlijm = kunsthars, de overlijm =kunsthars. Deze binding op een geïmpregneerde drager is volkomenwatervast.SchuurkorrelsVan de bestaande schuurkorrels gebruikt Würth, met een enkeleuitzondering, alleen de korrelsoorten Aluminiumoxide en Siliciumcarbide.1. Aluminiumoxide kan, als gevolg van zijn hardheid bijna allematerialen verspanen. Tevens is deze korrel uitermate taai en slijtvast.2. Siliciumcarbide, na diamant en boorcarbide de hardsteschuurkorrel, met lange en scherpe kanten een ideale vorm vooreen schuurkorrel. Deze harde schuurkorrel is wat bros, zodat destandtijd wat korter is dan bij aluminiumoxide.Vuistregel:● Aluminiumoxide voor harde materialen.● Siliciumcarbide voor zachte materialen.Verder kan men nog een onderscheid maken naar strooiing. Bij deopen strooiing liggen de korrels wat verder uit elkaar. Het materiaalis voor 50 tot 70% bedekt met schuurkorrels. Bij een dichtestrooiing liggen de schuurkorrels dicht op elkaar. Het dragermateriaalis volledig bedekt met schuurkorrels.Een open strooiing wordt gebruikt, wanneer veel materiaal wordtverspaand. Een open verstrooiing voorkomt het vollopen van hetschuurmiddel. Daarbij wordt vaak stofafstotend materiaal op hetschuurmiddel aangebracht. Dit voorkomt tevens het vollopen vanhet schuurmiddel. Bij de produktie van schuurmiddelen wordttegenwoordig bijna uitsluitend elektrostatisch gestrooid. De korrels013301worden daarbij niet gewoon op de drager aangebracht, maar dekorrels worden als het ware in de juiste positie (punten naar boven)in de lijm gezet. Het schuurmiddel krijgt daardoor een agressieveverspaning en geeft een gelijkmatig schuurbeeld. De korrelgrofteszijn gedefinieerd volgens FEPA en gestandaardiseerd - P (korrel) 16(grof) tot P 1200 (fijn) en superfijn (sf.).De korrelHoe grover de korrel, hoe lager het aantal. Hoe fijner de korrel,hoe groter het aantal. Volgens DIN 69176 geldt de volgende getallenreeks: (P12)-P16-(P20)-P24-(P30)-P36-P40-P50-P60-P80-P100-P120-P150-P180-P220-P240-P280-P320-P360-P400-P500-P600-P800-P1000-P1200 en superfijn.Tot P220 = macro-korrels: tot en met korrel P220 worden de korrelsdoor zeven geselecteerd.Vanaf P240 = micro-korrels: korrels worden door middel vansedimenteren geselecteerd.De letter P wordt voor de korrel geplaatst. Dit geeft aan, dat eendergelijke korrel voldoet aan de DIN 69176 en de FEPA-standaard.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!