11.07.2015 Views

Natuur, landschap & water - Grontmij

Natuur, landschap & water - Grontmij

Natuur, landschap & water - Grontmij

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Grontmij</strong> is een multidisciplinair advies- en ingenieursbureau voor duurzame planning & ontwerp,infrastructuur & mobiliteit en <strong>water</strong>, energie & industrie. Wij leveren meerwaarde in het hele procesvan advies, ontwerp, engineering, management en realisatie van projecten. Hierbij streven wesinds jaar en dag naar de meest globale duurzame oplossing.<strong>Grontmij</strong> heeft een brede ervaring met een zorgzame aanpak van openbare ruimte in België. Onzestedenbouwkundigen, verkeersdeskundigen en <strong>landschap</strong>sarchitecten werken samen aan kwalitatieveoplossingen.@ <strong>Grontmij</strong>


NATUUR, LANDSCHAP EN WATERPORTFOLIO@ <strong>Grontmij</strong>


PLANNING CONNECTINGRESPECTINGTHE FUTURE


<strong>Grontmij</strong> is een multidisciplinair advieseningenieursbureau voor duurzameplanning & ontwerp, infrastructuur &mobiliteit en <strong>water</strong>, energie & industrie.Vanuit een toekomstgerichte visie gevenwij kwalitatief advies en realiseren we creatieveontwerpen en projecten. Wij dragenzo bij tot een betere woon-, werk- enleefomgeving. Het is onze missie om hetbeste duurzame advies- en ingenieursbureaute zijn en meerwaarde te bieden,van A tot Z, in het hele proces van advies,studie, ontwerp, engineering, uitvoeringen managment van projecten.


NATUUR, LANDSCHAP EN WATER<strong>Grontmij</strong> beschikt over een gespecialiseerd team die veel ervaring en kennis bezit op het vlak van de ecologisch georiënteerdelandinrichting, bos- en <strong>water</strong>beheer en de milieueffectenanalyse. We onderzoeken, adviseren, plannen en begeleiden op het vlakvan landinrichting, <strong>landschap</strong>szorg, ecohydrologie, ecologie, natuur- en bosbeheer, milieubouw, milieu-effectrapportering en talvan aanverwante werkdomeinen. Dit omvat een ruim werkveld tussen planning en uitvoering en onze ondersteuning dient zowelde openbare als de particuliere sector.We houden ook van trendbreuken en onderscheiden ons door maatwerk en een projecteigen, creatieve aanpak - weg van platgetredenpaden. Duurzaamheid is voor ons geen modewoord maar een werkwijze. Onze natuurtechnische kennis hanteren weeveneens om de ecologische inpassing van civieltechnische werken te verbeteren.• Bij natuurinrichting en –beheer streven we naar een samenhangende benadering, met respect voor de kenmerken en ontwikkelingsmogelijkhedenvan het ecologisch systeem. Onze zorg gaat uit naar het versterken van natuurkern- en historischebosgebieden, het verdichten en versterken van natuurverbindingen en ecologische infrastructuur.• De open ruimte in Vlaanderen benaderen we met veel respect voor ecologische en erfgoedwaarden van het <strong>landschap</strong>. Landschapsplanningis voor <strong>Grontmij</strong> gericht op het behoud, het verbeteren en het ontwerpen van het <strong>landschap</strong> als betekenisvolkader voor de dagelijkse leefomgeving.• In de stedelijke omgeving werken we aan de inrichting en beheer van stadsparken, robuuste groenstructuren, speel- en wijkgroen.We hanteren hiervoor onder andere het ‘stedelijk groenplan’, een methodiek die we samen met het Agentschap voor<strong>Natuur</strong> en Bos ontwikkelden.• Herstellen, behouden, ontwikkelen en het duurzaam gebruik van hydrologische systemen verdient voor <strong>Grontmij</strong> alle aandacht.Wij staan in voor een integrale en planmatige invulling van het <strong>water</strong>beheer en een praktisch georiënteerde planuitvoering.Onze expertise integreert de natuurtechnische en cultuurtechnische aspecten van de planning van <strong>water</strong>systemen,het <strong>water</strong>beheer en de inrichting van <strong>water</strong>lopen en hun omgeving.


NATUUR- EN RECREATIELANDSCHAPBURCHTSE WEEL & MIDDENVIJVERANTWERPEN2006 - 2009© Gazet van Antwerpen


Om een duurzame oplossing te bieden aan de Antwerpse verkeersproblematiek,ontwikkelde de Vlaamse Overheid het MasterplanMobiliteit Antwerpen. Eén van de 16 projecten van het Masterplanis het sluiten van de Ring.In het kader van mitigerende maatregelen voor Linkeroeverworden de Burchtse weel en de Middenvijver (her)ingericht alsnatuurgebied in het geheel van het Parkproject Linkeroever. Doelstellingis het ecologische potentieel van het gebied te verhogen enruimte te voorzien voor ontspanning en recreatie.Middenvijver, tot voor kort een droog, opgespoten gebied, werdafgegraven en omgevormd tot een <strong>water</strong>rijk gebied. Zo werdennieuwe kansen gecreëerd voor een aantal broedvogelpopulatiesen vegetaties die enkel kunnen leven in een <strong>water</strong>rijke omgeving.Middenvijver kreeg er maar liefst 8 hectare <strong>water</strong>gebied bij viaeen grote <strong>water</strong>plas en verschillende <strong>water</strong>lopen. Ook kwamen er38.000 nieuwe planten, struiken en bomen bij. In combinatie metde <strong>water</strong>ingrepen in het gebied vormt Middenvijver een waardevolnatuurgebied. Er werd gekozen voor een inrichting van natuur enrecreatie in verschillende zones. Aan de westkant van Middenvijver,aan de grote <strong>water</strong>plas, kan de natuur zich vrij ontwikkelen. Er zijnkijkheuvels om de vogels in hun habitat te bezichtigen. Daarnaastis er een zone die meer voor recreatie is bestemd.


Het gebied Burchtse Weel wordt omgevormd tot een slikken- en schorrengebied onder invloed van de getijdenwerking van de Schelde. Dankzijhet inrichten van een gecombineerde GGG (gecontroleerd gereduceerd getijdegebied) en GOG (gecontroleerd overstromingsgebied) ontstaateen waardevol biotoop voor rietsoorten en broedvogels. Aan de tunneltoegangen van de Oosterweelverbinding onder de Schelde zal tijdens deconstructiefase slik- en schorgebied (habitatrichtlijngebied) worden afgegraven. Om deze impact op een gedeelte van het Natura 2000 gebiedop te vangen, wordt een nieuwe slik- en schoroppervlakte gerealiseerd in de Burchtse Weel. Burchtse Weel wordt met de Schelde verbonden eneen deel van het gebied wordt afgegraven.Burchtse Weel en Middenvijver bieden ruimte aan nieuwe fiets- en wandelpaden die aansluiten op de bestaande en toekomstige fiets- en wandelstructuurin het nieuwe ‘Park Linkeroever’.


OPTIMALISATIE PEILBEHEERIN DE POLDERTUSSEN SCHELDE EN DURMEBERLARE - ZELE - WETTEREN2009 - 2010Vlaanderen heeft inzake het beheer van <strong>water</strong>peilen een grote technische ervaring opgebouwd. Gekend zijn de vele constructies op de <strong>water</strong>lopen,zoals schottenbalken, stuwen om het <strong>water</strong>peil te verhogen of pompsystemen om een vast <strong>water</strong>peil aan te houden. Nieuw is de aanpakom voor een groot gebied met verschillende gebruikers eenduidig peilafspraken te maken. <strong>Grontmij</strong> voerde in de provincie Oost-Vlaandereneen succesvol pilootproject uit.Peilbeheer is de methode om het oppervlakte<strong>water</strong>peil te regelen in functie van de gewenste grond<strong>water</strong>standen. Het peilbeheer moet daarbijuitgaan van de aan het gebied toegekende functies en is gericht op:• een optimale af<strong>water</strong>ing;• de bestrijding van vochttekorten/verdroging;• de conservering van gebiedseigen <strong>water</strong>;• een goede <strong>water</strong>kwaliteit.De uitdaging van het project was niet enkel de definiëring van <strong>water</strong>peilen maar vooral om hierover afspraken te maken tussen verschillendegebruikers, zoals landbouw, natuur, wonen en recreatie. Dat dit geen evidente oefening is, spreekt voor zich. Iedere gebruiker heeft immerseigen wensen wanneer het om ideale <strong>water</strong>peilen gaat. GIS speelt een voorname rol in een dergelijk complex traject. De vele aanspraken op<strong>water</strong> vanuit de grondgebruiksfunctie hebben een ruimtelijke dimensie. Sommige komen éénduidig voor, andere overlappen. Zonder GIS is hetbijzonder moeilijk om de bestaande situatie en het wensbeeld inzichtelijk voor te stellen.


Het gebied van de Brugse Veldzone omvat een uitgestrekten complex hydrografisch netwerk. In de uitvoering van hetlandinrichtingsproject ‘Brugse Veldzone’ werd de vraag gesteldconcrete voorstellen te formuleren voor het herstel van deecologische kwaliteit van de <strong>water</strong>lopen ten behoeve van devisstand en de hengelsport.Een visserijplan moet de middelen voor een duurzame ennatuurlijke (voor het <strong>water</strong>systeem kenmerkende) visstandintroduceren en hierop de draagkracht van bevissing afstemmen.Omwille van de uitgestrektheid van het plangebied en de beperkteonderzoeksmiddelen is ervoor geopteerd om eerst, aan de hand vanbestaande gegevensbronnen, een beknopte visie en een streefbeeldvoor het visbestand en de visserij op de <strong>water</strong>lopen te ontwikkelen.De resultaten hiervan zijn getoetst aan een aantal, voor de totaliteitvan het plangebied kenmerkende referentie<strong>water</strong>lopen.Voor drie typen van referentie<strong>water</strong>lopen - een natuurlijke rivier(Rivierbeek), een kanaal (kanaal Gent-Oostende) en een stelselvan polder<strong>water</strong>lopen (Assebroekse polder) - worden concreteinrichtings- en beheersvoorstellen geformuleerd, op basis vande eerder uitgevoerde analyse. Hiertoe behoort een groot aantalmaatregelen voor het oplossen van vismigratieknelpunten en voorhabitatverbetering.De resultaten worden getoetst aan de praktijk om hunbetrouwbaarheid te controleren en om na te gaan of ze kunnenworden vertaald naar het geheel van de <strong>water</strong>lopen in de Brugseveldzone, zodanig dat de voorstellen ook elders inzetbaar entoepasbaar zijn.


VISSERIJPLAN VOORDE BRUGSE POLDERSBRUGGE2003


STEDELIJK GROENPLANDENDERMONDE2008Groenelementen en -structuren vormen een belangrijk deel van de leefomgeving in het verstedelijkt gebied. Ze verfraaien stad of dorp engeven ruimte aan recreatie en ontmoetingen. Groen stimuleert ook onze gezondheid en gevoelsleven.Het ‘stedelijk groenplan’ is door <strong>Grontmij</strong>, in opdracht van Agentschap voor <strong>Natuur</strong> en Bos, ontworpen als een uitstekend werkinstrument omde gemeentelijke groenstructuur inzichtelijk te maken. Het zorgt voor een optimaal gebruik en doeltreffende organisatie van de groenstructuur.Een degelijke ‘groenstructuurplanning’ legt de basis voor een gestructureerde (re)organisatie en beheer van het bestaande openbaar groen,maar is evenzeer inzetbaar voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de groene sfeer.Het concept hiervan werd in Dendermonde aan de praktijk getoetst. Bij de uitwerking van het ‘groenplan’ voor Dendermonde is gekozen vooreen versterking van een robuuste groenstructuur geënt op ‘parksystemen’.


In Dendermonde onderscheiden we drie groensystemen die alle drie specifieke programmatische eisen stellen aan de structuur en de inrichtingvan de groene ruimte: het <strong>water</strong>systeem, het ecologisch systeem, het milieubuffersysteem en het recreatief systeem.Elk groensysteem wordt gekenmerkt door een eigen ruimtelijke logica en kent een doorvertaling in een specifieke <strong>landschap</strong>pelijke structuur.Deze <strong>landschap</strong>pelijke netwerken worden vervolgens uitgewerkt in groenstrategieën per wijk/buurt. Aan deze strategieën worden in specifiekeinrichtings- en beheersmaatregelen toegekend.Het groenplan wordt dan uitgewerkt in verschillende modules:• een bomenplan dat dieper ingaat op het beheer van bomenrijen en solitaire bomen en bomengroepen en ook rekening houdt metveiligheidsaspecten;• een parkbeheerplan volgens de principes van het Harmonisch Park- en Groenbeheer en dat betrekking heeft op het geheel van openbareparkstructuren;• een bermbeheerplan dat zich toespitst op een ecologisch en functioneel beheer van natuurlijke bermen;• een natuurontwikkelingsplan dat uitvoering geeft aan het gemeentelijke natuurontwikkelingsplan en/of de GNOP-acties actualiseert;• een groendatabank waarmee de groengegevens op digitale wijze kunnen worden bijgehouden in functie van opvolging, beheer enwerkorganisatie.


LANDSCHAPSBEHEERPLANBOEKENBERGPARKDEURNE2005De oorsprong van het Boekenbergpark gaat terug naar 1555. Van de oorspronkelijke parkaanleg in de periode 1752 zijn slechts enkele elementenbewaard gebleven waaronder het kasteel en een deel van de kasteelgracht. Sindsdien onderging het gebied vele veranderingen.In de daaropvolgende periode (1798 e.v.) werd het park in Engelse <strong>landschap</strong>sstijl aangelegd, evenwel met behoud van het kasteel en de formelekasteeltuinen. Het tot op heden bewaarde oostelijk deel van het park kreeg rond 1800 zijn vorm.Het huidige park kent vele waarden en functies: de natuur-, cultuurhistorische en recreatieve-educatieve functie. De uitgewerkte visie streeftnaar een betere zonering en samenhang.


WATERBEHEER IN HET PROVINCIAALDOMEIN DE GAVERSGERAARDSBERGEN2007-2008


<strong>Grontmij</strong> bracht deze inzichten samen in een samenhangendegebiedsvisie met doelstellingen op drie vlakken• <strong>Natuur</strong> en <strong>landschap</strong>.- het verhogen van de zichtbaarheid in het <strong>landschap</strong>;- het openmaken van dichtgeslibde grachtdelen en het verwijderenvan afval afkomstig van sluikstorten;- de gecontroleerde vernatting om op termijn een stabieler enmeer waardevol biotoop te verkrijgen door fluctuaties van het<strong>water</strong>niveau in de gracht in grootte en tijd te milderen;- het herstel van het moerasgebied in de omgeving van site ‘kasteel van Roost’;• Recreatie en toerisme.- het verbeteren van de toegankelijkheid;- nieuwe en betere informatieborden en bewegwijzering;- de keuze van een onthaalsite en de inrichting ervan;• Erfgoed.- het toegankelijker maken en inrichten van de noordelijk gelegenbunker;- de ontsluiting van de site van het kasteel van Roost;- de reconstructie van de sluis en het herstel van het spaarbekken,kleinere sluisjes en andere cultuurhistorische aspectenvan de Antitankgracht.De studie resulteert in een concreet actieprogramma voorde betrokken partners met haalbare acties op het vlak vancivieltechnische ingrepen, inrichtingsmaatregelen en natuurtechnischemaatregelen.


BOSSEN VAN HEESHALEN2005Voor alle openbare bossen van de stad Halen, evenals voor een twintigtal private boseigendommen, werd een gezamenlijk en uitgebreidbosbeheerplan opgesteld. Dit gebeurde overeenkomstig de principes van een duurzaam bosbeheer. Het grootste deel van het bosgebied ligtop de overgang naar de vallei van de Zwarte Beek, doch enkele moerasbossen vallen ook binnen de vallei. Daardoor is er een brede waaier aanbostypen aanwezig die elk een eigen op maat gesneden beheer nodig hebben. Aansluitend op het bosgebied komen ook allerhande lijnvormigehoutige <strong>landschap</strong>selementen voor waaronder vooral dreven en bomenrijen maar ook houtkanten. Het <strong>landschap</strong>saspect vormde daardoor eenbelangrijk aspect en diende mee de bruuske valleiovergang te milderen. Opmerkelijk zijn ook enkele bomenweiden en half verboste groevenevenals meerdere diep uitgesleten holle wegen.In het beheer ging de aandacht vooral naar een geleidelijke omvorming van het naaldbos naar een structuurrijker gemengd loofbos metvooral inheemse soorten. Daartoe behoort ook het herstel van de natuurlijke struiklaag o.m. door een gerichte bestrijding van Amerikaansevogelkers. Daarnaast werd ook aandacht geschonken aan enkele bijzondere gebiedsontwikkelingen waaronder het herstel van meerdere openzandduinen, de ontwikkeling van bosheiden, de aanleg van gradiëntrijke bosovergangen en natuurlijke moerasbosontwikkelingen. Ook werdeen actieplan uitgewerkt voor het behoud en de uitbreiding van de voor het gebied zeldzame rode bosmier.In het geheel werd ook ruim aandacht geschonken aan het herstel van de <strong>water</strong>huishouding in de vallei en aan de recreatieve geleiding naar,rondom en binnen het gebied.


INSTANDHOUDINGNATUURWAARDEN ZWINKNOKKE1995-2010Tal van projecten werden reeds uitgevoerd door <strong>Grontmij</strong> in het kader van de instandhouding van de natuurwaarden van het Zwin. In opdrachtvan de Vlaamse Gemeenschap en Rijks<strong>water</strong>staat heeft <strong>Grontmij</strong> voor het eerst in 1995 een studie uitgewerkt waarin 17 scenario’s, voor hetnemen van structurele maatregelen ter voorkoming van verdere verzanding van het Zwin, onderling werden vergeleken.Telkens werden de effecten op de huidige natuurwaarden, de verzandingsprocessen en de te verwachten ontwikkelingen uitvoerig beschrevenen tegenover elkaar afgewogen.Later werden nog verschillende projecten uitgevoerd zoals de opmaak van een dijkenbeerplan Zwinstreek (2002), van een bestek voor denatuurinrichting Kleyne Vlakte Knokke (2007), van een beheerplan natuurreservaat het Zwin (2004), van een natuurinrichtingsplan ontpolderingWillem-Leopoldpolder Knokke (2008) en van een inrichtingsplan uitbreiding Zwin (2009).


NATUURONTWIKKELINGSPLANZOUTE KREKENKNOKKE - HEIST2004Dit plan beoogt een gebiedseigen inrichting van de grondenrondom de Kalkhoeve te Knokke. De gronden behoren integraal toteen vogel- en habitatrichtlijngebied en vragen daarom een gepastenatuurgerichte ontwikkeling. Het gebied van de Zoutekrekenbestaat uit een complex van rietlanden, natte weiden, brakkeslikken en akkers. De historische hoeve werd gerenoveerd en dewaardevolle gronden er rond krijgen door middel van begrazingeen ecologisch gericht beheer. Voor het gehele gebied werd eeninrichtingsplan opgemaakt dat zowel het herstel als de nieuweontwikkeling van biologische waarden nastreeft.


BOS, NATUUR EN RECREATIEIN HET DRONGENGOEDMALDEGEM - KNESSELARE - AALTER2007 - 2008


Voor Agentschap voor <strong>Natuur</strong> en Bos werkte <strong>Grontmij</strong> een visie uit voor een kwaliteitsvol samengaan van natuur, bos en <strong>landschap</strong> enrecreatief medegebruik voor het Drongengoed – Maldegemveld. Deze visie moet de basis vormen voor het eigen beleid en beheer vanterreinbeherende organisaties en Agentschap voor <strong>Natuur</strong> en Bos. Deze visie omvat streefbeelden en inrichtingsscenario’s voor natuur,bos en <strong>landschap</strong> en voor het recreatief medegebruik, voor de korte en lange termijn.De studie werd uitgewerkt in overleg met een klankbordgroep. Dit bood aan de terreinbeherende instanties een forum voor hetoverleg met andere actoren en gebruikers. In dit overleg wordt de samenhang met andere functies van het gebied getoetst (landbouw,horeca, recreatie). Wandel-, fiets- en ruiterroutes werden uitgezet met respect voor de natuurontwikkeling. Bijzondere plekken voornatuurobservatie en natuureducatieve bezoeken werden aangeduid.In de visievorming ging bijzondere aandacht naar de recreatieve structuur, met de uitwerking van inrichtingsscenario’s. Dewensen en mogelijkheden van de verschillende functies in het gebied werden grondig in kaart gebracht. Een grote focus lag op derecreatiemogelijkeheden en het mobiliteitsaspect (toegankelijkheid).De visie zal naderhand verfijnd nog worden in natuur- of bosbeheerplannen en zal tevens kunnen fungeren als sectorvisie voor hetnatuurrichtplan, voor de ruimtelijke planning en het opstellen van ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP).


HERAANLEG OEVERS‘GROTE VIJVER DE NEKKER’MECHELEN2007 -In het sport- en recreatiecentrum de Nekker wordt de noordelijk grote vijver, oorspronkelijk een grote zandwinningsput, intens gebruikt alsrecreatieve vijver. Het zuidelijk gedeelte, het Mechels Broek, is een nat en open moeras dat vroeger tot het overstromingsgebied van de Dijlebehoorde. Een lage vooroever en op sommige plaatsen een hogere middendijk omzomen de vijver.Aan de zijde van de Dijle zijn de oevers bijna permanent onderhevig aan een vrij sterke golfslag. Een heraanleg drong zich dus op in functie vande versteviging van de oevers, een betere toegankelijkheid voor de hengelaars en een opwaardering en ontwikkeling van de natuurwaarden.Door de vele ondiepe plassen treedt er immers verdere aangroei van bomen en struiken op met verlanding en eutrofiëring tot gevolg.<strong>Grontmij</strong> streeft in het voorstel tot inrichting en heraanleg in eerste instantie een uitbreiding na van het natte en open moeras. De bestaandehoge dijk kan hier als wandeldijk dienst doen. Uit veiligheidsoverwegingen wordt eveneens een nieuwe vooroever aangelegd. De ruimte tus-sen de dijk en de vooroever wordt breder gemaakt in functie van het ontwikkelen van het moeras. De verlaging van het bodempeil maakt eensnelle ontwikkeling van een rietvegetatie mogelijk. Het moerasgebied wordt zo aangelegd dat een permanente <strong>water</strong>circulatie verzekerd is.Op de plaatsen met het minst hellende bodemprofiel worden steigers voor de hengelaars aangelegd.


HERINRICHTING KASTEELDOMEINVAN MELDERTBOSMELDERT (HOEGAARDEN)2007 -In Meldert, nabij Hoegaarden, helpt <strong>Grontmij</strong> om de contouren terug blootte leggen van een schijnbaar verdwenen park. Het <strong>landschap</strong>spark werd alin de 19° eeuw aangelegd en tijdens de eerste helft van de twintigste eeuwwerd hieraan, door de vooraanstaande stedenbouwkundige Louis Van DerSwaelmen, een formeel park toegevoegd. Het kasteelpark in Meldert is eenbeschermde site. Ook het kasteel van het Sint-Janscollege, de orangerieen het oude zwembad zijn beschermde monumenten. Het zwembad wasoverigens één van de eerste openluchtzwembaden in Vlaanderen. Eenandere befaamde architect, Hendrik Beyaert, bouwde de orangerie.<strong>Grontmij</strong> heeft in opdracht van de Vlaamse Landmaatschappij eenzorgvuldige restauratie en gedeeltelijke reconstructie voorbereid van dituniek erfgoed. Het concept streeft naar een volledige restauratie van hetontwerp van Van Der Swaelmen uit 1911. Dit ontwerp kan uitzonderlijkworden genoemd in het oeuvre van deze <strong>landschap</strong>sarchitect enstedenbouwkundige.De kasteeltuin vormt ook de overgang tussen de school en het bos. Hetherstel heeft daarom niet enkel een cultuurhistorisch en een ecologisch,maar ook een educatief belang.


Sinds de tweede wereldoorlog heeft dit park, mede door een gebrek aan onderhoud, een volledige transformatie ondergaan. De relicten vanbeide stijlperioden zijn ernstig tot zwaar bouwvallig. Vlakbij het kasteel werden in de jaren vijftig massaal populieren aangeplant. Die wordennu stelselmatig geveld, zodat de vroegere parkstructuur tevoorschijn komt. Een stenen tuintrap die enkel nog gekend was van oude foto’s , zateen meter diep onder de grond verborgenIn de tuin nabij het kasteel worden de belangrijkste onderdelen hersteld: de trappen en brugjes, de ornamentele beplantingen en mixed borders.Het oude betonnen zwembassin, dat geldt als één van de oudste in Vlaanderen, wordt hersteld samen met een <strong>water</strong>val. Ook de dreef naar hetdorp gaat weer open. Hoe verder weg van het kasteel, hoe natuurlijker het domein wordt. Open grasland gaat dan over in een oud, verwilderdbos<strong>landschap</strong>.Hier wordt een meer natuurgericht beheer nagestreefd. In het gevarieerde bos ten noorden van de vijvers gaat ook aandacht uitnaar een <strong>landschap</strong>pelijke verbetering van de vijvers.


INTEGRAAL WATERBELEIDPASSENDALE EN HEULEBEEKMOORSLEDE2009 - 2010


Voor het integraal <strong>water</strong>beleid voor de bovenloopse Heulebeek en de Passendalebeek vroeg het Provinciebestuurvan West-Vlaanderen aan <strong>Grontmij</strong> een beleidsplan op te stellen.Het ontwerp van dit integraal <strong>water</strong>beleidsplan bevat een gewenst ontwikkelingsbeeld (streefbeeld) van de <strong>water</strong>lopenen omgeving. Doelstellingen en functies worden in een samenhangend verband aan diverse onderdelenvan de <strong>water</strong>loop toegekend. Deze hebben betrekking op de nodige ruimte voor de beheersing van de overstromingsproblematiek,het behoud van noodzakelijke oeverstroken, de verbetering van de <strong>water</strong>kwaliteit, hetversterken van natuurverbindingen en het voorzien van nieuwe recreatieve verbindingen.Om dit uit te werken, wordt in een uitgebreide inventarisatie nagegaan hoe de toestand momenteel is. De inventarisatiegebeurt in functie van het opbouwen van een goede kennis van het stroomgebied en het detecteren vanknelpunten en kansen.De handleiding van de coördinatencommissie integraal <strong>water</strong>beleid voor de planperiode 2008 – 2013 en devoorgenomen acties en maatregelen van het ontwerp van deelbekkenbeheerplan voor het deelbekken Heulebeekvormen het kader voor de opmaak van het ontwerp van het integraal <strong>water</strong>beleidsplan.


GROEN LINT(vermelding in het praktijkboek openbare ruimte 2012)MOORSELE (WEVELGEM)2009 - 2011Het Groen Lint is een langgerekte, 4,5 hectare grote groenzone langs de slingerende Heulebeek, gelegen in het centrum van Moorsele. Het gebiedwas jarenlang weggestopt, als een achterkant in het dorp. De vroegere Heulebeek met de stankhinder en het overstromingsgevaar was inhet verleden vooral een bron van ergernis voor de bevolking. Deze negatieve connotaties lagen ook aan de oorsprong van de eerder onhandigemaskeeracties in het verleden. Diverse boomplantacties in de jaren tachtig en hoge groene gordels stopten de boosdoener vakkundig weg.


De collectorwerken van Aquafin in het gebied waren de onmiddellijkeaanleiding voor het project Groen Lint. Een propere Heulebeekgelegen in het centrum biedt immers nieuwe kansen. Het vroegeregroene keurslijf is weer opengemaakt met verrassende zichtassenen een intiemer contact met het <strong>water</strong> als resultaat. Vlonders, deflauwe oevers, een wadi, een poel en het eilandje versterken dit gevoel.Het park biedt ruimte voor fietsen, wandelen en spelen.Drie nieuwebruggen en een paden aan weerszijden van de beek maken het parktot een nieuwe ruggengraat. Het Groen Lint verbindt het de woonwijkenmet de kern van Moorsele en de landelijke omgeving.Er is ook resoluut gegaan voor meer ruimte voor het <strong>water</strong> zelfwaardoor de natuurlijke bergingscapaciteit is verbeterd. Bestaandeknelpunten van overstroomde tuinen en <strong>water</strong>overlast zijn lokaalaangepakt door de aanleg van kleine dijklichamen of plaatsing vanhouten damwanden. Er is extra aandacht voor natuurvriendelijkeoevers, voor beekmeanders en voor een ruime overstromingszonebij het eilandje.


HERSTEL VAN DE VRIJE VISMIGRATIEOP DE LAAN EN DE NETHENOVERIJSE - ST-JORIS WEERT - OUD-HEVERLEE2008Op de <strong>water</strong>lopen van eerste categorie wordt systematisch gewerkt aan de sanering van vismigratieknelpunten. Er wordt getracht het herstelvan geschikte leefgebieden en vismigratie samen aan te pakken.De voorkeur gaat dan ook uit naar het herstel van de natuurlijke dynamiek van de <strong>water</strong>loop. De ingrepen worden ingepast in een ruimeregebiedsvisie en hebben als doel zowel vismigratie te bevorderen als de structuurdiversiteit te verhogen (en dus ook de habitatkwaliteit). Indienvolledig herstel niet haalbaar is, gaat de voorkeur uit naar de aanleg van een nevengeul langs het knelpunt. Een nevengeul kan worden ingerichtmet een natuurlijk verval waardoor stroomminnende soorten hier meer kansen krijgen dan in de opgestuwde hoofdloop.Het onderwerp van deze opdracht is de aanleg van 2 nevengeulen op de Laan (<strong>water</strong>molen Terlanen) en de Nethen (<strong>water</strong>molen Sint-Joris-Weert) in het stroomgebied van de Dijle.Voor de Laan was er een ecologische inventarisatie beschikbaar, in dit kader is de nevengeul dan ookingepast. Het projectgebied betreft een gewenste habitat voor de kamsalamander.Inbegrepen in de opdracht is de inventarisatie van de nodige gegevens, de hydraulische berekening van de nevengeul en de opmaak van hetvoorontwerp waarbij rekening gehouden is met alle biologische, ecologische en hydrologische eisen. Ook de opmaak van een onteigeningsdossier,een voorstel bodemonderzoek, veiligheidscoördinatie, een definitief ontwerp en het opvolgen van de uitvoering behoren tot de opdracht.


In het kader van de actualisatie van het SIGMAPLAN, dat tot doel heeft om de globale veiligheid in het Scheldebekken te verhogen en om eenmeer robuuste natuur in het Schelde-estuarium te realiseren, worden een aantal ecologische infrastructuurprojecten langs de Schelde uitge-voerd.De project Dijlemonding bestaat uit een cluster van drie overstromingsgebieden langs het stroomafwaartse deel van de Dijle: Zennegat, GroteVijver en Heindonk.Het Zennegat en een deel van de Grote Vijver wordt ingericht als Gecontroleerd Gereduceerd Getij (GGG). Dit houdt in dat het gebied onder-hevig zal zijn aan de getijwerking van de Dijle. Het gebied zal tweemaal per dag overstromen. Door de dagelijkse getijwerking zullen zich optermijn kreken en schorren ontwikkelen. De oude meander wordt ingezet als kreekaanzet die opnieuw met de Dijle zal worden verbonden doorhet bouwen van een in- en uitstroomconstructie. In het gebied wordt een spontane ontwikkeling beoogd waarbij het huidige polder<strong>landschap</strong>geleidelijk aan zal evolueren naar een natuurlijk schorren- en kreken<strong>landschap</strong>. In functie van een optimale natuurontwikkeling worden geenrecreatieve voorzieningen in het gebied gepland. De voorzieningen voor wandelaars en fietsers worden beperkt tot de nieuwe ringdijk vanwaarde recreant een ruim overzicht krijgt op het overstromingsgebied.Het gebied Heindonk wordt ingericht als gecontroleerd overstromingsgebied (GOG). Dit houdt in dat het poldergebied wordt ingericht in func-tie van de veiligheid waarbij zowel de landbouw als de gebruiker van het gebied primeert. Hierbij wordt het huidige weidse polder<strong>landschap</strong> enhet typische grachtenstelsel gevrijwaard en waar mogelijk verbeterd. Er wordt een nieuwe ringdijk voorzien rondom het gebied waarbij de dijktussen de Dijle en het GOG wordt ingericht als overloopdijk.


OVERSTROMINGSGEBIEDENIN DE DIJLEMONDINGRUPEL2007-2009


GROENE WANDELINGSINT-JANS-MOLENBEEK2010


Met het introduceren van de Groene Wandeling is het vooral debedoeling parken, groenobjecten en sport- en speelvelden op eenaangename en “groene manier” met elkaar te verbinden, zowelvoor de wandelaar als de fietser. De Groene Wandeling zal niet directals een route functioneren die men van begin tot eind gaat afwandelen,hoewel dit natuurlijk wel mogelijk is.De Wandeling kruist het Groene Netwerk van BIM en anderestructurerende groenelementen op een aantal punten, waardoorde groenstructuur binnen Molenbeek geïntensiveerd wordt. Ditdraagt bij aan een beter leefmilieu en zal ook op ecologisch vlakeen steentje bijdragen. Buiten Molenbeek sluit de route aan op deomringende gemeenten waardoor het netwerk zich over de grenskan voortzetten.Verschillende mogelijke ontwikkelingen zoals kleine pleksgewijzeacties of geheel nieuwe inrichtingen van locaties die soms ookboven de gemeentelijke mogelijkheden uitstijgen. worden onderde aandacht gebracht. De bewoners informeren en soms mobiliserenbehoren tot de acties om de Groene Wandeling onder deaandacht te brengen, maar ook om bepaalde wensbeelden te kunnenrealiseren. Om een goed overzicht te krijgen van de verschillendeonderdelen wordt de gehele route als het ware afgewandeldwaarbij de ‘plussen en minnen’ komen naar voren en men zo eenoverzicht van aandachtsplekken verkrijgt.Door de verscheidenheid in vorm, grootte en functie zullen eenaantal aandachtspunten de mogelijkheden tot uitvoering binnen deGroene Wandeling overstijgen, belangrijk is echter dat ze benoemdworden. Andere ingrepen zijn sneller realiseerbaar en kunnen zo alsstimulans werken voor vervolgingrepen.De Groene Wandeling vormt een staalkaart van de verschillendetypes groen die in Sint-Jans-Molenbeek aanwezig zijn. Dit varieertvan beschermde klassieke parken tot ruigtezones en van kleinegroenobjecten in een dicht stedelijk weefsel tot een landelijk/agrarisch gebied. Duidelijk is dat Molenbeek een rijke waaier heeftaan groenelementen en wie de Wandeling ooit van A tot Z zal afwandelen,wordt zeker aangenaam verrast.


LANDSCHAPSBEHEERSPLANWATERSLOT KRUIKENBURGTERNAT2009Voor de omgeving van het <strong>water</strong>slot van Kruikenburg werd een <strong>landschap</strong>sbeheersplan opgesteld. Een belangrijk accent ligt op de dreeftussen het slot en de kerk. Het kasteelpark is een voorbeeld van de 19de-eeuwse Engelse <strong>landschap</strong>pelijke stijl. Deze romantische stromingstreefde naar het verbannen van het formele karakter uit de tuinarchitectuur. De belangrijkste stijlkenmerken van deze benadering vinden webijvoorbeeld terug in de <strong>water</strong>partij rond het kasteel. De kasteelvijver eindigt er nadrukkelijk in de rivier. Andere ‘<strong>landschap</strong>pelijke kenmerken’zijn de open graslanden, omzoomd door struiken en bomen.De algemene beheerdoelstellingen beogen grotendeels het behoud, de ontwikkeling en het beheer van de cultuurhistorische,<strong>landschap</strong>sesthetische, wetenschappelijke en <strong>landschap</strong>pelijke waarden.Concreet zullen voor het park de volgende elementen de beheerdoelstellingen sturen:• het gebouwenpatrimonium met het kasteel en de verschillende bij het park horende constructies en ornamenten (o.m. grot, poorten enhekwerken en bruggen);• de tuinruimten;• de bossen en struwelen, de dreven, bomenrijen en solitaire parkbomen;• de graslanden;• de <strong>water</strong>- en oevervegetaties; de infrastructuur met paden en recreatieve terreinen.


ANTWERPSE FORTENGORDELALS VLEERMUIZENHABITATANTWERPEN2010


De fortengordels rond Antwerpen hebben een grote historische waarde. Ze vervullen echterook een andere belangrijke functie, die vaak onderschat wordt. De forten herbergen elk jaarruim de helft van de overwinterende vleermuizen in Vlaanderen en hebben zelfs een groteaantrekkingskracht op vleermuizen uit het buitenland. De fortengordels van Antwerpen zijn éénvan de meest vooraanstaande overwinteringsplaatsen in West-Europa.De relatie tussen vleermuizen en forten is zelfs nog heel wat complexer want ook tijdens hetzomerhalfjaar worden de forten bezocht. Een deel van de overwinterende vleermuizen slaapter overdag in de zomerperiode, en in veel forten zijn er zomerkolonies die meestal amperopgemerkt worden omdat ze zo diep verscholen zitten. En tot slot zijn het <strong>water</strong> en de natuurop en rond de forten belangrijke voedsel- en verbindingsgebieden voor vleermuizen, waarbovendien ook nog andere beschermde planten- en diersoorten voorkomen. <strong>Grontmij</strong> werkt aande bescherming van deze vleermuizen en houdt hierbij rekening met al deze aspecten.De bescherming van de fortengordels als habitat is immers ronduit cruciaal voor het overlevenvan zeven van de zeventien soorten vleermuizen die nog in Vlaanderen voorkomen. DeEuropese Unie en Vlaanderen erkennen dit en dragen bij aan de bescherming van dezesoorten door een groot aantal Antwerpse forten op te nemen in het Natura 2000-netwerkvan beschermde natuurgebieden van Europees belang. <strong>Grontmij</strong> formuleert hierbij concreteinstandhoudingsdoelstellingen.


NATUURONTWIKKELINGSWERKENEN NATUUREDUCATIEVE INRICHTING(TAXANDRIA)ANTWERPSE KEMPEN2001


In het kader van het grensoverschrijdend <strong>landschap</strong> Taxandria worden ten behoeve van een betere ontsluiting en bezoekersonthaal diverse werkengepland in verschillende Vlaamse natuurreservaten in de Antwerpse Kempen. Het betreft ondermeer de bouw van observatiehutten, aanlegvan wandelpaden, bruggen, knuppelpaden, fietsvoorzieningen, observatietoren, e.d.m. Tevens worden hieraan natuurontwikkelingswerkengekoppeld om de bezoekers van deze gebieden meer te bieden en om de oorspronkelijke natuurwaarden terug te winnen.Het gehele pakket van maatregelen werd getoetst aan de praktische uitvoering en ideale situering, waarna diverse ontwerpen werdenuitgewerkt. Voor de uitvoering van alle werken werden aanbestedingsbestekken opgemaakt.


BEHEERPLANNENVLAAMSEKANAALOEVERS2003Voor het Albertkanaal, de Zuid-Willemsvaart, het kanaal Dessel-Kwaadmechelen, het kanaal Schoten-Dessel, het kanaal vanBeverlo, het kanaal Briegden-Neerharen en het kanaal Herentals-Bocholt werden bermbeheerplannen opgemaakt.In de provincies Antwerpen en Limburg liggen tal van kanalen diein totaal enkele honderden kilometers lang zijn. Voor de dijken enaanpalende bermen werd een beheerplan uitgewerkt. Dit dientte gebeuren op een ecologische wijze waarbij tevens rekeningwordt gehouden met de talrijke aangrenzende natuurgebieden, descheepvaart en het recreatief gebruik van zowel het kanaal als dejaagpaden.Voorafgaand aan het bepalen van de ecologischeontwikkelingsdoelstellingen van deze bermen werd een uitgebreideinventarisatie van de flora uitgevoerd. Uit deze inventarisatiebleek dat de meeste van deze kanaalbermen uitzonderlijkenatuurwaarden bezitten. Deze kunnen door een goed beheerverder geoptimaliseerd worden. In functie van deze optimalisatieen ter verhoging van de <strong>landschap</strong>pelijke en recreatieve waarden,werden per kanaal gedetailleerde beheersplannen uitgewerkt.


HERINRICHTING VAN DE GROTE NETEPROVINCIE ANTWERPEN2007 - 2010Herinrichtingsmogelijkheden en schetsontwerp van de Grote Nete en haar vallei voor Waterwegen en Zeekanaal NV, afdeling Zeeschelde enhet Agentschap voor <strong>Natuur</strong> en Bos.De Grote Nete is door de aanleg van rivierdijken alsmaar meer onafhankelijk van de vallei geworden. De voorheen ondiepe rivier met haar bredevallei is geëvolueerd naar een sterk uitgeschuurde en drainerende rivier waardoor in haar vallei verdroging optreedt en de riviergebonden faunaen flora sterk verstoord is. Daarnaast treden er stroomafwaarts steeds vaker overstromingen op, die veroorzaakt zijn door de te snelle bovenstroomseafvoer en het tekort aan opwaartse bergingsmogelijkheden.De THV Sigma Nete en de Universiteit Antwerpen verrichtten een studie met betrekking tot de ‘Herinrichtingsmogelijkheden van de GroteNete’ en dit op vlak van veiligheid en natuur. Het doel is om in het kader van de ‘Instandhoudingsdoelstellingen (IHD) de ecosysteemdienstenop lange termijn te garanderen’, weliswaar zonder bijkomende overstromingen te veroorzaken.<strong>Grontmij</strong> heeft binnen de THV Sigma Nete het inrichtingsplan en het schetsontwerp opgemaakt voor het middengebied van de Grote Netetussen Oosterlo en Itegem. In dit schetsontwerp werd gestreefd naar een optimaal herstel en benutting van de natuurlijke Netevallei. Doorhet creëren van een <strong>water</strong>peilverhoging in de Grote Nete en hieruit volgend een grond<strong>water</strong>peilverhoging in de vallei wordt een proces in ganggezet om de objectieven inzake een gepaste natuurlijke vegetatie tot stand te brengen. In het kader van veiligheid worden gebieden voor gecontroleerde<strong>water</strong>berging ingericht.In Vlaanderen is dit project uniek omwille van de achterliggende filosofie met betrekking tot <strong>water</strong>beheersing en de omvang van de natuurontwikkeling.Ook op het gebied van recreatie is een vernieuwende aanpak gehanteerd waarbij fietsroutes zo goed als mogelijk slechts op derand van de vallei worden voorzien om zodoende de vallei zo goed mogelijk te vrijwaren van antropogene invloeden.


INVENTARISATIE ENSOORTENBESCHERMINGSPLANVOOR DE AMFIBIEËNZUID-LIMBURG1999De studie werkte een maatregelenprogramma uit voor het behoud en de uitbreiding van enkele zeldzame en/of bedreigde amfibieënsoorten inhet zuidelijk deel van de provincie Limburg, met name in Haspengouw en Voeren.De soorten waarvoor de maatregelen werden uitgewerkt, zijn de kamsalamander, de vuursalamander, de vroedmeesterpad en degeelbuikvuurpad. Om te bepalen welke beschermingsmaatregelen wenselijk dan wel noodzakelijk zijn, werd een inventarisatieonderzoekuitgevoerd naar de aanwezigheid van deze soorten in het projectgebied. De inventarisatie had als doel de geografische verspreiding in kaartte brengen en de belangrijkste voortplantingsplaatsen en landbiotopen te beschrijven. Hiervoor werden meer dan 200 poelen bemonsterd enbeschreven. De analyse van deze gegevens diende om de vereisten van een geschikt habitat(areaal) te achterhalen en aan de hand hiervanaanbevelingen te formuleren voor een duurzame instandhouding en ontwikkeling van de populaties van de vier voornoemde soorten in deZuid-Limburgse regio.


MAATSCHAPPELIJKE ZETELBrusselKunstlaan 3/4/5B-1210 BrusselT +32 2 209 07 76F +32 2 209 07 71info@grontmij.beLOCATIESGroot-BijgaardenGossetlaan 28-28A1702 Groot-BijgaardenT +32 2 383 06 40F +32 2 380 36 08grootbijgaarden@grontmij.beHasseltHerckenrodesingel 1013500 HasseltT +32 11 26 08 70F +32 11 26 08 80hasselt@grontmij.beCONTACTLouvain-la-NeuveAvenue Athéna 61348 Louvain-la-NeuveT +32 10 24 19 03F +32 10 24 20 70wallonie@grontmij.beMechelenStationsstraat 512800 MechelenT +32 15 45 13 00F +32 15 45 13 10mechelen@grontmij.beAntwerpenNieuwe Weg 12070 ZwijndrechtT +32 3 560 11 90F +32 3 560 11 99info@grontmij.beHerentalsHerenthoutseweg 236 M2200 HerentalsT +32 14 28 27 20F +32 14 28 27 29info@grontmij.beZelzateMichel Gillemanstraat 59060 ZelzateT +32 9 345 70 67F +32 9 345 53 67info@grontmij.beBruggeOostendse Steenweg 1468000 BruggeT +32 50 45 79 80F +32 50 45 79 90brugge@grontmij.beKapellenStarrenhoflaan 44-192950 KapellenT +32 3 664 21 71F +32 3 664 00 39kapellen@grontmij.beGentMeersstraat 138A9000 GentT +32 9 241 59 20F +32 9 241 59 30gent@grontmij.beLeuvenDiestsesteenweg 52, bus 01013010 Kessel-LoT +32 16 89 34 40F +32 16 89 57 83leuven@grontmij.bewww.grontmij.beapril 2012

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!