11.07.2015 Views

Dalmeden - Gemeente Hengelo

Dalmeden - Gemeente Hengelo

Dalmeden - Gemeente Hengelo

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Bestemmingsplan<strong>Dalmeden</strong><strong>Gemeente</strong> <strong>Hengelo</strong>, Januari 2008


BESTEMMINGSPLAN DALMEDENBestaande uit:ToelichtingVoorschriftenBijlagenPlankaart nr.:sv-991-RBK-0002Milieuzoneringskaart nr.: sv-991-MIZ-0001 Startdocument d.d.: Concept d.d.: Voorontwerp d.d.: augustus 2006 P.C.F.L. d.d.:• Ontwerp d.d.: mei 2007• Vastgesteld door de raad bij besluit d.d.: 29 januari 2008gewijzigd:nummer: Goedgekeurd door G.S bij besluit d.d.:gewijzigd:nummer: In werking d.d.:volledig: Onherroepelijk d.d.:volledig:Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>3


VOORSCHRIFTEN 47ARTIKEL 1 Begripsbepalingen 48ARTIKEL 2 Wijze van meten 51ARTIKEL 3 Wonen uit te werken 52ARTIKEL 4 Wonen 54ARTIKEL 5 Gemengd uit te werken 56ARTIKEL 6 Verkeer 58ARTIKEL 7 Verkeer - verblijf 59ARTIKEL 8 Agrarisch 60ARTIKEL 9 Groen 61ARTIKEL 10 Water 62ARTIKEL 11 Leiding (dubbelbestemming) 63ARTIKEL 12 Anti-dubbeltel bepaling 64ARTIKEL 13 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening 65ARTIKEL 14 Algemene vrijstellingsbevoegdheid 66ARTIKEL 15 Overgangsbepalingen 67ARTIKEL 16 Milieuzoneringen 68ARTIKEL 17 Slotbepaling 69BIJLAGE I STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN 71BIJLAGE II FLORA EN FAUNA 73BIJLAGE III VERSLAG INSPRAAK EN VOOROVERLEG 75BIJLAGE IV: MILIEUASPECTENSTUDIE 836Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


VOORSCHRIFTENBestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>47


ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN1. Het plan:Het bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> van de gemeente <strong>Hengelo</strong>;8. Beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte:De totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordtgebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep / aan-huis-verbondenbedrijf c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenendeinstelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;2. De plankaart:De kaart behorende bij het bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>,tekeningnummer sv-991-RBK-0002;3. Milieuzoneringskaart:De kaart met tekeningnummer sv-991-miz-0001 welke deel uitmaaktvan het bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>, met daarin opgenomen deplanologisch relevante milieuzoneringen;4. Aanbouw:een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan eenhoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welkgebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat inarchitectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;5. Aan-huis-verbonden beroep / aan-huis-verbonden bedrijf:Een dienstverlenend danwel ambachtelijk beroep, dat in of bij eenwoonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegendemate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking ofuitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;6. Bebouwing:Één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;9. Bestemmingsvlak:Een op de kaart aangegeven vlak met een zelfde bestemming;10. Bestemmingsgrens:Een op de kaart aangegeven lijn, die de grens vormt van eenbestemmingsvlak;11. Bijgebouw:Een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen(hoofd)gebouw en qua afmetingen ondergeschikt aan en vrijstaat vandat (hoofd)gebouw;12. Bouwen:Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen ofveranderen en vergroten van een bouwwerk;13. Bouwvlak:Een door bouwgrenzen omgeven vlak waarop bebouwing mogelijk is;14. Bouwgrens:Een op de kaart aangegeven lijn, die de grens vormt van eenbouwvlak;7. Bebouwingspercentage:Een in de voorschriften en/of op de plankaart aangegeven percentagedat de grootte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag wordenbebouwd;15. Bouwperceel:Een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan eenzelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;48Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


I. INLEIDENDE BEPALINGEN16. Bouwperceelgrens:Een grens van een bouwperceel;17. Bouwwerk:Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of andermateriaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is,hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;18. Detailhandel:Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen deuitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederenaan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik ofaanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- ofbedrijfsactiviteit;19. Dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:Bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit hetverlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden,waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten,fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven eninrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en eenseksinrichting;20. Gebouw:Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheelof gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;21. Geluidbelasting vanwege het wegverkeer:geluidsbelasting in dB: geluidsbelasting in L denop een plaats envanwege het wegverkeer over alle perioden van 07.00-19.00 uur,van 19.00-23.00 uur en van 23.00-07.00 uur van een jaar alsomschreven in bijlage I, onderdeel 1, van richtlijn nr. 2002/49/EGvan het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai(PbEG L 189);22. Geluidgevoelige functies:Functies zoals bedoeld in zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en hetBesluit geluidhinder;23. Geluidgevoelige gebouwen:Woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoeligeterreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluitgeluidhinder;24. Hogere grenswaarde:Een hogere waarde voor de hoogst toelaatbare geluidsbelasing dan devoorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder, die in een concreetgeval op grond van de Wet kan worden vastgesteld;25. Hoofdgebouw:Een gebouw dat, gelet op de constructie, afmetingen of ligging,als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan wordenaangemerkt;26. Kantoor:Een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratievewerkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met hetdoen functioneren van (semi) overheidsinstellingen, het bankwezen,en naar de aard daarmee gelijk te stellen inrichtingen;27. Kleinschalige bedrijvigheid:Bedrijvigheid (maximaal categorie II) die qua aard, omvang enmilieuhinder toelaatbaar is binnen een woonomgeving, waaronderin ieder geval begrepen een kantoor, dienstverlenend bedrijf en/ofdienstverlenende instelling en (productiegebonden) detailhandel.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>49


28. Peil:Het peil overeenkomstig de bouwverordening, dan wel indien geenpeil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de hoogtevan het afgewerkte bouwterrein;29. Productiegebonden detailhandel:Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd,gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij dedetailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;30. Seksinrichting:De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarinbedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was,seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichtingwordt in ieder geval verstaan: een bordeel alsmede een erotischemassagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater ofeen parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.34. Woning (wooneenheid):Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting vanéén afzonderlijk huishouden;35. Woongebouw:Een gebouw, dat één of meerdere naast elkaar en/of geheel ofgedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat quauiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;36. WoonhuisEen gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naastelkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningenomvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kanworden beschouwd.31. Uitbouw:Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwdaan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheidenkan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzichtondergeschikt is aan het hoofdgebouw;32. Voorgevelrooilijn;De bouwgrens die langs de wegzijde met een regelmatige ofnagenoeg regelmatige ligging van de voorgevels van de bestaandebebouwing ligt;33. Voorkeursgrenswaarde:De maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals dezerechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/ofhet Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en rondindustrieterreinen;50Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


ARTIKEL 2WIJZE VAN METENBij toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:1. De bouwhoogte van een bouwwerk:Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of vaneen bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleinebouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aarddaarmee gelijk te stellen ondergeschikte bouwonderdelen;2. De oppervlakte van een bouwwerk:De oppervlakte gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/ofhart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op hetgemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse vanhet bouwwerk;3. Bebouwde oppervlakte:De buitenwerks gemeten oppervlakte van het op een bouwperceelaanwezige c.q. op te richten gebouw of gebouwencomplex, gemetenop een meter boven peil;4. De afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens:De kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse)perceelsscheiding van het bouwperceel;Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen wordenondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, zonwering, kozijnen,gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- enkroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>51


II. BESTEMMINGSBEPALINGENARTIKEL 3WONEN UIT TE WERKEN3.1 BestemmingsomschrijvingDe op de plankaart voor wonen uit te werken aangewezen gronden zijnbestemd voor:a. Woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuis-verbondenberoep / aan-huis-verbonden bedrijf;b. Aan-/uitbouwen en bijgebouwen;c. Tuinen, erven en terreinen;d. (Woon)straten en paden;e. Voet- en fietspaden;f. Openbare nutsvoorzieningen;g. Groenvoorzieningen;h. Parkeervoorzieningen;i. Speelvoorzieningen;j. Waterlopen en waterpartijen en bijbehorende voorzieningen;k. Voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging eninfiltratie van hemelwater;l. Bouwwerken geen gebouwen zijnde.3.2 UitwerkingsregelsBurgemeester en wethouders werken de in lid 3.1 omschreven bestemminguit overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de ruimtelijkeordening en met in acht neming van de volgende regels:3.2.1 Voor alle uit te werken bestemmingen Woondoeleinden, naderaangeduid als W-U (I t/m XIII) gelden de volgende algemenebepalingen:a. Bij de uitwerking van het plan wordt het voorlopigstedenbouwkundig ontwerp, zoals aangegeven in figuur 3 in detoelichting, als leidraad gehanteerd;b. Voor het bouwen van gebouwen gelden voor wat betreft debouwhoogte de aanwijzingen op de plankaart;c. Alle op te richten woningen dienen binnen een bouwvlak te wordengerealiseerd;d. Buiten het bouwvlak (binnen de woonbestemming) mogen geenbouwwerken worden opgericht;e. Te handhaven bomen (bestaand en nieuw) krijgen een aanduidingop de kaart;f. In alle deelgebieden samen worden ten hoogste 521 woningengerealiseerd;Per deelgebied wordt het maximaal aantal woningen op deplankaart aangegeven;g. Met betrekking tot de te projecteren woningen zullen zodanigeafstanden in acht worden genomen dat de geluidsbelasting nietmeer dan 48 dB Lden zal gaan bedragen;h. Bij de uitwerking wordt zonodig per bouwvlak eenbebouwingspercentage opgenomen;i. Per hoofdgebouw zal voldoende parkeerruimte op eigen terreindienen te worden gerealiseerd, waarbij de CROW publicatie 182gebruikt wordt ter toetsing;j. Bij de uitwerking van het plan wordt gestreefd naar de handhavingvan en inpassing in het woongebied van bestaande houtopstanden;k. Bij de uitwerking wordt in principe rekening gehouden met debestaande milieucontouren. Indien wordt afgeweken zal dit naderworden gemotiveerd;l. Bij ieder uitwerkingsplan wordt een beeldkwaliteitplan gemaakt;3.2.2 Voor de uit te werken bestemming Woondoeleinden (W-U III)deelgebied Meander Eilanden, gelden de volgende specifiekebepalingen:a. Voor alle woningen wordt een rooilijn opgenomen waarin allewonigen moeten worden gebouwd;52Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


3.3 Bijzondere bepalingen3.2.3. Voor de uit te werken bestemming Woondoeleinden (W-U IV)deelgebied Meander Zuidwest, gelden de volgende specifiekebepalingen:a. Centraal in dit deelgebied wordt een openbare ruimte metspeelgelegenheid gerealiseerd.b. Alle aan-, uit- en bijgebouwen bij deze woningen dienen achter hethoofdgebouw te worden gebouwd.3.2.4 Voor de uit te werken bestemming Woondoeleinden (W-U XI)deelgebied Kamers, gelden de volgende specifieke bepalingena. In de randzone langs de grens met de gemeente Dinkelland wordenmaximaal 9 woningbouwkavels opgenomen(7 nieuw en 2 bestaand)met een minimale kaveloppervlakte van 1000m2;b. De randzone met de gemeente Dinkelland krijgt een gevarieerdeaanblik met verschillende types beplanting, open ruimten, water endoorzichten;c. Bij de nieuw op te nemen woningbouwkavels, zoals genoemd onder3.2.4 onder a, wordt tenminste 10 meter afstand van het bouwvlaktot de gemeentegrens met Dinkelland in acht genomen.3.2.5 Voor de uit te werken bestemming Woondoeleinden (W-U XII)deelgebied Kamers Landgoed, gelden de volgende specifiekebepalingena. Centraal in dit deelgebied wordt een groot woongebouw met 20-25appartementen gerealiseerd. Naast dit woongebouw kunnen er nogmeerdere kleinere woongebouwen worden gerealiseerd.Zolang en voorzover de in lid 3.2 bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is,mogen bouwwerken slechts worden gebouwd, mits:a. Het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerpuitwerkingsplanen het beeldkwaliteitsplan;b. Van Gedeputeerde Staten vooraf hebben verklaard dat deuitwerking geen goedkeuring behoeft en gedurende de termijnvan terinzagelegging geen bedenkingen tegen het ontwerpuitwerkingsplanzijn ingebracht.3.4 UitwerkingsprocedureOp de voorbereiding van een besluit tot uitwerking op grond van dezebestemming is de volgende procedure van toepassing:a. Een ontwerp-besluit tot uitwerking op grond van deze bestemming,waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 11van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt, met bijbehorendestukken, gedurende 4 weken ter inzage;b. Burgemeester en wethouders maken de nederlegging van te vorenin één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op eenandere geschikte wijze bekend;c. De bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid tothet indienen van zienswijzen;d. Gedurende de in sub a genoemde termijn kunnen belanghebbendenbij burgermeester en wethouders schriftelijk zienswijzen indienenomtrent het ontwerp-besluit tot uitwerking.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>53


ARTIKEL 4WONEN4.1 BestemmingsomschrijvingDe op de plankaart voor wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. (Bestaande) woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimtevoor een aan-huis-verbonden beroep / aan-huis-verbondenbedrijf;b. Aan-/uitbouwen en bijgebouwen;Met de daarbij behorende:c. Tuinen, erven en terreinen;d. Verhardingen en parkeervoorzieningen;e. Voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging eninfiltratie van hemelwater;f. Bouwwerken geen gebouwen zijnde.4.2 Bouwvoorschriften4.2.1 Voor het bouwen van hoofdgebouwen, aan/uitbouwen enbijgebouwen gelden de volgende bepalingen:a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaartaangegeven bouwvlak worden gebouwd;b. Indien er binnen een bouwvlak een tweede hoofdgebouw wordtopgericht dient deze minimaal 5 meter achter de voorgevel ofhet verlengde van het eerste hoofdgebouw te zijn gelegen endient deze qua bouw- en goothoogte minimaal 3 meter lagerte zijn dan de op de plankaart aangegeven maximale bouw- engoothoogte.c. De maximale bouw- en/of goothoogte van hoofdgebouwen wordtop de plankaart aangegeven;d. De onderlinge afstand tussen hoofdgebouwen dient minimaal 4meter te bedragen;e. De afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrensdient minimaal 2 meter te bedragen;f. Aan/uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen eenbouwvlak worden gebouwd;g. Bijgebouwen dienen minimaal 5 meter achter de voorgevel vanhet hoofdgebouw of het verlengde daarvan te zijn gelegen;h. De bouwhoogte van aan/uitbouwen en bijgebouwen mag nietmeer bedragen dan 6 meter;i. De bebouwde oppervlakte mag per bouwperceel niet meer danhet op de plankaart aangegeven bebouwingspercentage bedragen,dan wel de bestaande bebouwde oppervlakte indien deze meerbedraagt.4.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, geldende volgende bepalingen:a. Bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen uitsluitend binnen eenbestemmingsvlak worden gebouwd;b. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- enterreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevels tenhoogste 1 meter mag bedragen;c. Indien een erf- en terreinafscheiding geïntegreerd is in hetontwerp van de woning blijft het bepaalde in artikel 4.2.3 onder bbuiten toepassing;d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, magniet meer dan 3 meter bedragen.4.3 Nadere eisenBurgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats enafmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:a. de woonsituatie;b. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;54Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


c. de verkeersveiligheid;d. de sociale veiligheid;e. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen;4.4 Gebruiksvoorschriften4.5 StrafbepalingOvertreding van het bepaalde in artikel 4.4.1 wordt aangemerkt als eenstrafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2 van de Wet op de EconomischeDelicten.4.4.1 Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of telaten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met degegeven bestemming4.4.2 Ten aanzien van de uitoefening van een aan-huis-verbondenberoep / aan-huis-verbonden bedrijf als bedoeld in artikel 1.5 enartikel 4.1 onder a, gelden de volgende bepalingen:a. het aan-huis-verbonden beroep / aan-huis-verbonden bedrijfmag uitsluitend worden uitgeoefend door een bewoner van eenhoofdgebouw op hetzelfde bouwperceel;b. er mag geen hinder worden of kunnen worden toegebracht aanhet woonmilieu;c. er mag niet meer dan 1/3 van de oppervlakte van de woningen de bij deze woning behorende aan- of bijgebouwen voor deberoepsuitoefening worden gebruikt, met een maximum van 40m 2 ;d. het mogen geen zodanig verkeersaantrekkende activiteitenbetreffen, ten gevolge waarvan extra verkeersmaatregelen,waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk worden;4.4.3 Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van hetbepaalde in artikel 4.4.1, indien strikte toepassing daarvan zouleiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welkebeperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>55


ARTIKEL 5GEMENGD UIT TE WERKEN5.1 BestemmingsomschrijvingDe op de plankaart voor gemengd uit te werken aangewezen gronden zijnbestemd voor:a. Woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuis-verbondenberoep / aan-huis-verbonden bedrijf;b. Aan-/uitbouwen en bijgebouwen;c. Tuinen, erven en terreinen;d. (Woon)straten en paden;e. Voet- en fietspaden;f. Kleinschalige bedrijvigheid;g. Openbare nutsvoorzieningen;h. Groenvoorzieningen;i. Parkeervoorzieningen;j. Speelvoorzieningen;k. Waterlopen en waterpartijen en bijbehorende voorzieningen;l. Voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging eninfiltratie van hemelwater;m. Bouwwerken geen gebouwen zijnde.5.2 UitwerkingsregelsBurgemeester en wethouders werken de in lid 5.1 omschreven bestemminguit overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de ruimtelijkeordening en met in acht neming van de volgende regels:a. Bij de uitwerking van dit gebied wordt het voorlopigstedenbouwkundig ontwerp zoals aangegeven in figuur 3 in detoelichting als leidraad gehanteerd;b. Voor het bouwen van gebouwen gelden voor wat betreft debouwhoogte en het minimaal en maximaal te bouwen woningen, deaanwijzingen op de plankaart;c. Alle op te richten woningen dienen binnen een bouwvlak te wordengerealiseerd;d. De hoofdactiviteit binnen dit gebied is wonen;e. Voor kleinschalige bedrijvigheid zoals genoemd in 5.1 onder f, geldtper bedrijf een maximaal bedrijfsvloeroppervlak van 100 m 2 .Uitsluitend de begane grond mag voor deze bedrijvigheid gebruiktworden.f. Voor alle aan het plein te realiseren gebouwen wordt een rooilijnopgenomen waarin alle gebouwen dienen te staan;g. Buiten het bouwvlak (Gemengd uit te werken) mogen geenbouwwerken worden opgericht;h. Te handhaven bomen (bestaand en nieuw) krijgen een aanduidingop de kaart.i. Bij een uitwerkingsplan wordt voor de kleinschalige bedrijvigheidzoals genoemd onder 5.1 onder f een Staat van (bedrijfs)activiteitentoegevoegd;j. Bij ieder uitwerkingsplan wordt een beeldkwaliteitplan gemaakt;5.3 Bijzondere bepalingenZolang en voorzover de in lid 5.2 bedoelde uitwerking nietonherroepelijk is, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd,mits:a. Het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerpuitwerkingsplanen het beeldkwaliteitsplan;b. Van Gedeputeerde Staten vooraf hebben verklaard dat deuitwerking geen goedkeuring behoeft en gedurende de termijnvan terinzagelegging geen bedenkingen tegen het ontwerpuitwerkingsplanzijn ingebracht.5.4 UitwerkingsprocedureOp de voorbereiding van een besluit tot uitwerking op grond vandeze bestemming is de volgende procedure van toepassing:56Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


a. Een ontwerp-besluit tot uitwerking op grond van deze bestemming,waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 11van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt, met bijbehorendestukken, gedurende 4 weken ter inzage;b. Burgemeester en wethouders maken de nederlegging van te vorenin één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op eenandere geschikte wijze bekend;c. De bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid tothet indienen van zienswijzen;d. Gedurende de in sub a genoemde termijn kunnen belanghebbendenbij burgermeester en wethouders schriftelijk zienswijzen indienenomtrent het ontwerp-besluit tot uitwerking.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>57


ARTIKEL 6VERKEERb. de sociale veiligheid;c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.6.1 BestemmingsomschrijvingDe op de plankaart voor verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. Wegen, straten en paden;b. Voet- en rijwielpaden;c. Voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging eninfiltratie van hemelwater;Met daaraan ondergeschikt:d. Parkeervoorzieningen;e. Groenvoorzieningen;Met de daarbij behorende:f. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde.6.2 Bouwvoorschriften6.2.1 Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.6.4 Gebruiksvoorschriften6.4.1 Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken en/ ofte laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met degegeven bestemming;6.4.2 Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van hetbepaalde in artikel 6.4.1, indien strikte toepassing daarvanzou leiden tot een beperking van het meest doelmatigegebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordtgerechtvaardigd.6.5 StrafbepalingOvertreding van het bepaalde in artikel 6.4.1 wordt aangemerktals een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2 van de Wetop de economische delicten.6.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldtde volgende bepaling:- De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde andersdan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiligingen regeling van het verkeer, mag niet meer dan 3 meterbedragen.6.3 Nadere eisenBurgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats ende afmeting van de bebouwing ten behoeve van:a. de verkeersveiligheid en/of de verkeersafwikkeling;58Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


ARTIKEL 7VERKEER - VERBLIJFb. de sociale veiligheidc. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;7.1 Bestemmingsomschrijvingd. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.De op de plankaart voor verkeer – verblijf aangewezen gronden zijnbestemd voor:a. Wegen, straten en paden;b. Voet- en rijwielpaden;c. Voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging eninfiltratie van hemelwater;Met daaraan ondergeschikt:d. Parkeervoorzieningene. Groenvoorzieningen;f. Bruggen en overkluizingen;Met de daarbij behorende:g. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde.7.2 Bouwvoorschriften7.2.1 Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht.7.4 Gebruiksvoorschriften7.4.1 Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken en/ ofte laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met degegeven bestemming;7.4.2 Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van hetbepaalde in artikel 7.4.1, indien strikte toepassing daarvanzou leiden tot een beperking van het meest doelmatigegebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordtgerechtvaardigd.7.5 StrafbepalingOvertreding van het bepaalde in artikel 7.4.1 wordt aangemerktals een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2 van de Wetop de economische delicten.7.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldtdat de hoogte niet meer dan 6 meter mag bedragen.7.3 Nadere eisenBurgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats enafmeting van de bebouwing, ten behoeve van:a. de verkeersveiligheid en/of de verkeersafwikkeling;Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>59


ARTIKEL 8AGRARISCH8.3 Nadere eisen8.1 BestemmingsomschrijvingDe op de plankaart voor agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. De uitoefening van het agrarisch bedrijf;b. Gebruik ten behoeve van de recreatie in de open lucht;c. Hobbymatige agrarische activiteiten;met daaraan ondergeschikt:d. Sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;e. Verhardingen;f. Groenvoorzieningen;met de daarbijbehorende:g. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde.8.2 Bouwvoorschriften8.2.1 Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats ende afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;b. de verkeersveiligheid;c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.8.4 Gebruiksvoorschriften8.4.1 Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of telaten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met degegeven bestemming.8.4.2 Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van hetbepaalde in artikel 8.4.1 indien strikte toepassing daarvanzou leiden tot een beperking van het meest doelmatigegebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordtgerechtvaardigd.8.5 StrafbepalingOvertreding van het bepaalde in artikel 8.4.1 wordt aangemerktals een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2 van de Wetop de Economische Delicten.8.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde,gelden de volgende bepalingen:a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2meter bedragen;b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde,mag niet meer dan 5 meter bedragen.60Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


ARTIKEL 9GROEN9.3 Nadere eisen9.1 BestemmingsomschrijvingDe op de plankaart voor groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. Groenvoorzieningen;b. bos;c. Bermen en beplanting;d. Speelvoorzieningen;e. Voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging eninfiltratie van hemelwater;f. Waterlopen en waterpartijen;g. (fiets- en wandel)paden;Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aande plaats en de afmeting van de bebouwing ten behoeve van:a. Het behoud en de versterking van landschappelijke waarden;b. De verkeersveiligheid;c. De sociale veiligheid;d. Een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.9.4 Gebruiksvoorschriften9.4.1 Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken en/ ofte laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met degegeven bestemming.Met daaraan ondergeschikt:h. Verhardingen, waaronder overpaden ten behoeve vanaanliggende bestemmingen;Met de daarbij behorende:i. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde.9.2 Bouwvoorschriften9.2.1 Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.9.4.2 Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van hetbepaalde in artikel 9.4.1, indien strikte toepassing daarvanzou leiden tot een beperking van het meest doelmatigegebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordtgerechtvaardigd.9.5 StrafbepalingOvertreding van het bepaalde in artikel 9.4.1 wordt aangemerktals een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2 van de Wetop de economische delicten.9.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldende volgende bepalingen:a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag tenhoogste 3 meter bedragen, dan wel de bestaande hoogte indiendeze meer bedraagt.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>61


ARTIKEL 10 WATER10.1 BestemmingsomschrijvingDe op de plankaart voor water aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. Waterlopen en waterpartijen;b. Waterhuishouding;c. Waterberging;10.3.2 Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van hetbepaalde in artikel 10.3.1, indien strikte toepassing daarvanzou leiden tot een beperking van het meest doelmatigegebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordtgerechtvaardigd.10.4 StrafbepalingOvertreding van het bepaalde in artikel 10.3.1 wordtaangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder2 van de Wet op de Economische Delicten.d. Groenvoorzieningen;e. Speelvoorzieningen;f. Fiets- en wandelpaden;met de daarbijbehorende:g. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde.10.2 Bouwvoorschriften10.2.1 Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.10.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldtde volgende bepaling:- de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, magten hoogste 3 meter bedragen, met dien verstande datrealisering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde,slechts mag plaatsvinden na overleg met en goedkeuringvan de waterbeheerder.10.3 Gebruiksvoorschriften10.3.1 Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken en/ofte laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met degegeven bestemming.62Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


ARTIKEL 11 LEIDING (DUBBELBESTEMMING)11.1 BestemmingsomschrijvingDe op de plankaart voor leiding aangewezen gronden zijn, naast de anderevoor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevensbestemd voor:a. hoogspanningsleiding, waarbij geldt dat op de plankaart deexacte aard van de hoogspanningsleiding is aangegeven;b. brandstofleiding, waarbij geldt dat op de plankaart de exacteaard van de brandstofleiding is aangegeven.met de daarbijbehorende:a. Het bepaalde in artikel 11.2.1 en artikel 11.2.2 en toestaandat de in de basisbestemming genoemde gebouwen wordengebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van debetreffende leidingbeheerder;b. Het bepaalde in artikel 11.2.3 en toestaan dat de in debasisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwenzijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnenvan de betreffende leidingbeheerder.c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.11.2 Bouwvoorschriften11.2.1 In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen(basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan tenbehoeve van deze bestemming.11.2.2 Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.11.2.3 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldtde volgende bepaling:- de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, magten hoogste 2 meter bedragen.11.3 Vrijstelling van de bouwvoorschriftenBurgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantastingplaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding, vrijstellingverlenen van:Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>63


III. ALGEMENE BEPALINGENARTIKEL 12 ANTI-DUBBELTEL BEPALINGEen grondoppervlakte dan wel grond, welke al een keer in aanmerking is ofmoest worden genomen bij het verlenen van een bouwvergunning, waarvande uitvoering heeft plaatsgevonden of alsnog kan plaatsvinden, mag bij debeoordeling van een andere bouwaanvraag niet opnieuw in beschouwingworden genomen als grondoppervlakte dan wel grond, waarover debouwaanvraag zich mag uitstrekken.64Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


ARTIKEL 13 UITSLUITING AANVULLENDE WERKINGBOUWVERORDENINGDe voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen vanstedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van devolgende onderwerpen:a. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van destedenbouwkundige bepalingen;b. De bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;d. Het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondsehoofdtransportleidingen;e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;f. de ruimte tussen bouwwerken.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>65


ARTIKEL 15 OVERGANGSBEPALINGEN15.4 Uitzonderingen op het overgangsrecht15.1 Overgangsbepalingen ten aanzien van bouwwerkenBouwwerken welke ten tijde van de eerste terinzageleggingvan dit plan bestaan dan wel worden gebouwd of kunnenworden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagdevergunning en in enig opzicht van het plan afwijken, mogen, mitsde bestaande afwijkingen naar de aard en de omvang niet wordenvergroot:a. Gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheelworden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van devergunning geschiedt binnen 2 jaar na het tenietgaan.15.2 Vrijstellingsbepaling15.4.1 Artikel 15.1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaarbestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpvan dit plan, doch zijn gebouwd in strijd met het toen geldendeplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.15.4.2 Artikel 15.3 is niet van toepassing op het gebruik dat reedsin strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan,daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.15.5 StrafbepalingOvertreding van het bepaalde in artikel 15.3 wordt aangemerktals een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2 van de Wetop de economische delicten.Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen vanhet bepaalde in artikel 15.1, dat de bestaande afwijkingen naarde omvang niet mogen worden vergroot en toestaan dat eeneenmalige vergroting plaatsvindt van de inhoud van de in artikel15.1 toegelaten bouwwerken met ten hoogste 10 %.15.3 Overgangsbepaling ten aanzien van het gebruikHet gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond ten tijdevan de inwerkingtreding van dit plan, mag worden voortgezet ofgewijzigd, zolang en voor zover de strijdigheid van dat gebruik tenopzichte van het gebruik overeenkomstig de bestemmingen in ditplan, naar de aard en omvang niet wordt vergroot.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>67


ARTIKEL 16 MILIEUZONERINGENBij de toepassing van deze voorschriften dient rekening te wordengehouden met de in het plangebied geldende zoneringen welke op demilieuzoneringskaart zijn opgenomen68Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


ARTIKEL 17 SLOTBEPALINGDeze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel:Voorschriften deel uitmakende van het bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> van de<strong>Gemeente</strong> <strong>Hengelo</strong>.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>69


BIJLAGE ISTAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITENWordt toegevoegd bij uitwerkingsplannen.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>71


BIJLAGE IIFLORA EN FAUNAHet flora en fauna onderzoek voor <strong>Dalmeden</strong> maakt onderdeel uit van van hetNatuuronderzoek in 7 gebieden in het buitengebied van de gemeente <strong>Hengelo</strong>.Dit onderzoek (d.d. 25 januari 2006) is uitgevoerd door BRO adviseurs uit Vught.Het onderzoeksgebied <strong>Dalmeden</strong> is één van de 7 onderzoeksgebieden. Voor hetflora en fauna onderzoek voor <strong>Dalmeden</strong> wordt verwezen naar de betreffendeonderdelen van het Natuuronderzoek in 7 gebieden in het buitengebied van degemeente <strong>Hengelo</strong>.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>73


BIJLAGE III VERSLAG INSPRAAK EN VOOROVERLEGINSPRAAKConform artikel 150 van de gemeentewet heeft de raad een inspraakverordeningvastgesteld. In die verordening is onder andere aangegeven op welke wijzebelanghebbende natuurlijke- en rechtspersonen bij de voorbereiding vangemeentelijk beleid worden betrokken. Via een advertentie in het <strong>Hengelo</strong>’sweekblad bekend gemaakt dat het voorontwerp van het bestemmingsplan<strong>Dalmeden</strong> van 4 oktober 2006 tot en met 14 november 2006 ter inzage heeftgelegen bij de afdeling Vergunningen en de <strong>Gemeente</strong>winkel van de gemeente<strong>Hengelo</strong>. Aandacht is geschonken aan de wijze waarop en hoe men kan reagerenop het voorontwerp bestemmingsplan. Van de gelegenheid tot het inwinnen vaninformatie is door een aantal personen en instanties gebruik gemaakt. Tijdensde ter inzage periode is van de volgende personen een schriftelijke reactieontvangen.1. Mevrouw M.J. Wiggers–Paus, <strong>Dalmeden</strong>weg 5, 7559 RA <strong>Hengelo</strong>;2. Thaborparochie en kerkenraad van de Brongemeente, p.a.Mechelenstraat 9, 7559 NE <strong>Hengelo</strong> en Paul Pellastraat 128 7558 HJ<strong>Hengelo</strong>;3. J.C.M. Wissink en F.H.M. de Vries, Bornsedijk 40, 7559 PT <strong>Hengelo</strong>;4. Stichting Dorpsbelang Deurningen, p.a. B. Kienhuis, Bekkenhof 8, 7561BH Deurningen.1. Mevrouw M.J. Wiggers–Paus, <strong>Dalmeden</strong>weg 5, 7559 RA <strong>Hengelo</strong>a. zou het bouwvlak graag anders ingevuld zien, te weten de voorgevellijn(noordelijke lijn) in de richting van de Schalmedenweg doortrekken ende lijn aan de zijde van de Schalmedenweg (oostelijke lijn) doortrekkennaar de richting van de <strong>Dalmeden</strong>weg (noordelijke richting);b. wil graag ruimte geboden hebben voor een ruimer gebruik van hetperceel dan alleen wonen;c. de waterlopen zijn gepland op gronden die in ons bezit zijn, zonderdat de gemeente daarover heeft overlegd. Maakt bezwaar tegen deinrichting van haar gronden zonder vooroverleg en overeenstemming.d. In een gesprek met de gemeente in februari 2006 is afgesproken dat degemeente met een voorstel zou komen aangaande de inrichting van hetplangebied op particuliere gronden. Tot op heden hebben we nog geenreactie van de gemeente mogen ontvangen.Beantwoording:a-d De gemeente zal op korte termijn een inrichtingsvoorstel maken endit bespreken met inspreekster. Vooruitlopend op dit overleg wordtopgemerkt dat de loop van de beek zal worden verlegd. De beekzal ten zuiden van het perceel van inspreekster komen te liggen. Inde uitwerkingsplannen zal de definitieve loop van de beek wordenaangegeven. Wat betreft het ruimer gebruik van het perceel wordtopgemerkt dat bestaande woningen in het plangebied de mogelijkheidhebben om naast wonen een aan-huis-gebonden beroep en/of aan-huisgebondenbedrijf te realiseren.2. Thaborparochie en kerkenraad van de Brongemeente, p.a.Mechelenstraat 9, 7559 NE <strong>Hengelo</strong> en Paul Pellastraat 128,7558 HJ <strong>Hengelo</strong>a. Insprekers zouden graag zien dat de mogelijkheid voor eenstiltecentrum voor de wijk Slangenbeek (waar nog geen voorziening vandeze aard is) wordt ingepast in de plannen voor de ontwikkeling van<strong>Dalmeden</strong>, bijvoorbeeld bij de kern of aan een pleintje.Beantwoording:a. Een dergelijke voorziening vinden wij passend in het deelgebied Kern.In het ontwerp bestemmingsplan wordt een regeling opgenomen(Gemengd uit te werken) waarin het een en ander mogelijk wordtgemaakt.3. J.C.M. Wissink en F.H.M. de Vries, Bornsedijk 40, 7559 PT<strong>Hengelo</strong>a. Wij zouden graag de bestemming op ons perceel sectie U nummer620 aangepast zien worden, zodat we de kavel kunnen verdelen in 7te bebouwen kavels (zie bijgevoegde schets), welke we daarna willenverkopen.Beantwoording:a. Door inspreker (J.C.M Wissink) is eerder een gelijksoortig verzoekingediend. Toen is opgemerkt dat de gemeente het voornemen heeftom voor het gebied rondom de Bornsedijk/<strong>Dalmeden</strong>weg één plan opte stellen. Daarbij is aangegeven dat op voorhand niet is aan te gevenwelke percelen worden gebruikt voor woningbouw. Er is ook ruimtenodig voor onder andere infrastructuur en groenvoorzieningen.Inspreker is in de gelegenheid gesteld om het perceel grond aan degemeente te verkopen. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt.Aan individuele planwijzigingen wordt geen medewerking verleend. Hetverzoek past niet binnen het vastgestelde voorlopig stedenbouwkundigontwerp. Het perceel mag uitsluitend worden gebruikt als erf en/of tuinbij de bestaande woning. In hoofdzaak gelden dezelfde mogelijkhedenook voor de overige bestaande woningen aan de Bornsedijk. Er zijnafspraken gemaakt (met de Provincie) voor het maximaal aantalwoningen in het plangebied. Bij de stedenbouwkundige uitwerking wordthier rekening mee gehouden.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>75


4. Stichting Dorpsbelang Deurningen (SDD), p.a. B. Kienhuis,Bekkenhof 8, 7561 BH Deurningena. Het bestemmingsplan gaat uit van maximaal 560 woningen in plaatsvan de eerdere maximaal 400 woningen. Dit betekent een toenamevan de verdichting met ca. 40%. Een sterke afwijking van de planopzetwaarbij de gestreefde landelijke kwaliteit geheel verloren gaat endaarnaast onnodig ten aanzien van het rendabel maken va het plan.Wij kunnen niet met deze verdichting instemmen en verwachten dat deplannen worden aangepast op het oorspronkelijke uitgangspunt van 400woningen;b. Wij verwachten dat de gemeente <strong>Hengelo</strong>, zoals is afgesproken metde gemeente Dinkelland en de provincie Overijssel, binnen het plan opeigen grondgebied zorg draagt voor een overgangszone van stad naarplatteland. In het huidige plan zien we een verdichting in met name hetoostelijke deel (woningbouw komt tot aan de gemeentegrens, elke m2grond wordt daar bebouwd, er komt een landgoed (bedoeld wordt hierlandhuis) van 20 appartementen en 18 meter bouwhoogte pal op deoostelijke plangrens);c. Doordat <strong>Dalmeden</strong> wordt ontsloten via de Beneluxlaan heeft dit ookgevolgen voor het verkeer op de Deurningerstraat en de Vliegveldstraat.Wij kunnen de verdere toename van verkeersintensiteit doorDeurningen vanuit onder andere veiligheidsoverwegingen niet toelatenen verzoeken u dan ook om het tracé en verdere uitwerking c.q. aanlegvan de verlengde Beneluxlaan in uw plannen op te nemen;d. In een convenant met de provincie Overijssel is vastgelegd dat <strong>Hengelo</strong>qua inwoners niet verder zal groeien, wat tot gevolg heeft dat dewijk Schalmeden niet aan de orde zal komen. Maar doordat er geenrekenschap is gehouden met een landelijke en groene overgang vanstad naar platteland en door de positionering van groen en waterin <strong>Dalmeden</strong> is op te maken dat de gemeente er van uit gaat datSchalmeden een directe aansluiting zal krijgen op <strong>Dalmeden</strong>;e. Wij wijzen u op pagina 5 van de “concept integrale visie” van destuurgroep stadsrand <strong>Hengelo</strong> Noord/Borne/Dinkelland, waar u eengoed voorbeeld ziet van waar landschap en stad op elkaar betrokkenzijn en elkaar daardoor versterken. Dit goede voorbeeld vinden we nietin de plannen voor <strong>Dalmeden</strong> terug;f. De gemeente <strong>Hengelo</strong> wil bouwen op gronden van mensen uit deDeurninger gemeenschap. De SDD vertegenwoordigt hen en wil graagbetrokken worden in de uitwerking van de plannen en in ieder geval opde hoogte worden gehouden.Beantwoording:a. Het plan <strong>Dalmeden</strong> is ontstaan in het kader van de ruimte voorruimte regeling. Het gebied van “ruimte voor ruimte” is kleinerdan het nu voorliggende plangebied <strong>Dalmeden</strong>. Bij de invulling voorruimte voor ruimte is gesproken over de 400 woningen. Uiteindelijkis het gebied “ruimte voor ruimte” vergroot. Deze vergroting van hetgebied laat ruimte het aantal woningen uit te breiden. De uitbreidingvan het aantal woningen is besproken met de provincie. In hetontwerpbestemmingsplan is per deelgebied aangegeven wat hetmaximale aantal woningen is.b. Zoals ook al in het gesprek tussen de dorpsraad, wethouder Weber ende projectleider is aangegeven zullen in het ontwerp bestemmingsplanenkele zaken wat concreter worden opgenomen, zoals dewoningdichtheid en de plek van het landhuis (die overigens niet directtegen de gemeentegrens aan gesitueerd wordt).c. Het tracé van de verlengde Beneluxlaan wordt meegenomen in hettoekomstige bestemmingsplan “Broek Oost”. Om tot realisatie over tekunnen gaan, zal mogelijk een artikel 19, lid 1 WRO procedure wordenopgestart.d. De rode contour uit het streekplan geeft aan dat er niet meer tennoorden van <strong>Dalmeden</strong> gebouwd kan worden. Verder wordt er met<strong>Dalmeden</strong> een afronding gemaakt aan de noordzijde van <strong>Hengelo</strong>. Degrote kavels en de grote groene ruimten zorgen voor een geleidelijkeovergang naar het buitengebied. Bij een eventuele verdere uitbreidingzal het streekplan wederom moeten worden gewijzigd.eHet voorontwerp bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> betreft in hoofdzaak eennog uit te werken plan. In deze uitwerkingsplannen zal duidelijk wordendat er rekeningschap wordt gehouden met de overgang van bebouwdekom naar buitengebied.f. De gronden waarop gebouwd gaat worden zijn al in eigendom van degemeente <strong>Hengelo</strong>. Voor de toekomstige uitwerkingsplannen zullende daarvoor geldende juridische procedures worden gevolgd. In datkader bestaat voor u de mogelijkheid uw reactie hierop te geven.Indien u geïnformeerd wilt worden over de stand van zaken dan kunt ualtijd contact opnemen met de projectleider van <strong>Dalmeden</strong> de heer R.Waterman, afdeling Projecten en Subsidies.76Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


VOOROVERLEGTer voldoening aan de verplichting voortvloeiende uit artikel 10 van het Besluitop de Ruimtelijke Ordening (Bro) is het voorontwerpbestemmingsplan Damedenvoorgelegd aan de volgende functionarissen en instanties.1. Provincie Overijssel, eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid, t.a.v.mw. ir. E. de Kruijk, postbus 10078, 8000 GB, Zwolle;2. Waterschap Regge en Dinkel, postbus 5006, 7600 GA, Almelo;3. N.V. Edon, afdeling Lijnen en Kabels, t.a.v. de heer T.J. van der Wal,Postbus 544, 8000 AM Zwolle;4. Stichting Natuur en Milieuraad <strong>Hengelo</strong> e.o., Postbus 685, 7550 AR<strong>Hengelo</strong>;5. Natuur en Milieu Overijssel, Stationsweg 3, 8011 CZ Zwolle;6. <strong>Gemeente</strong> Borne, Postbus 200, 7620 AE Borne;7. <strong>Gemeente</strong> Dinkelland, Postbus 11, 7590 AA Denekamp;8. Vrom Inspectie Oost, t.a.v. de heer ir. C. Bos, postbus 136, 6800 AC,Arnhem;9. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, directie Oost, t.a.v.de heer G. Waller, postbus 554, 7400 AN Deventer;10. DGW&T, directie Noord, ministerie van Defensie, t.a.v. de heer drs. M.H.Mudde, postbus 40184, 8004 DD Zwolle;11. Het Oversticht, t.a.v. mw. Drs. S. Wentink, postbus 531, 8000 AMZwolle;12. Rijksdienst voor oudheidkundig Bodemonderzoek, t.a.v. mw. Drs. T.Poppelaars, postbus 1600, 3800 BP Amersfoort;13. Vitens Overijssel N.V., dhr. ing. J.A. de Vogd, postbus 10005, 8000 GAZwolle;14. Gewestelijke Land en Tuinbouworganisatie, t.a.v. regiomanagerbelangenbehartiging, postbus 126, 7400 AC, Deventer.Hieronder zijn de vooroverlegreacties samengevat weergegeven, waarna door degemeente een beantwoording is gegeven.1. Provincie Overijssel, eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid,t.a.v. mw. ir. E. de Kruijk, postbus 10078, 8000 GB Zwollea. het is noodzakelijk dat het plan beter wordt afgestemd op derandvoorwaarden die in het Streekplan met betrekking tot de invullingvan het onderhavige plangebied zijn opgenomen. De randvoorwaardenuit het steekplan staan niet expliciet in de toelichting genoemd en debedoelde extensieve bebouwing en geleidelijke overgang zijn niet in hetplan gewaarborgd. (I)b. Het is van belang dat duidelijkheid wordt verschaft over deplancapaciteit in relatie tot de looptijd cq. de planperiode, waar onderandere (ook) in de exploitatieopzet rekening mee wordt gehouden. (II)c. het is noodzakelijk dat de hoogspanningsleiding nog de nodigeaandacht krijgt, dat de plantoelichting wordt aangepast en dat inde planvoorschriften duidelijk wordt vastgelegd welke gevoeligebestemmingen (zoals onder andere woningen) binnen welke afstand vande hoogspanningsleiding zijn uitgesloten. (I)d. Het is noodzakelijk dat in de voorschriften de woningen en bijzondereobjecten zoals bedoeld in de circulaire “bekendmaking van voorschriftenten behoeve van de zonering langs transportleidingen voor brandbarevloeistoffen van de K1, K2 en K3 categorie” binnen de toetsingsafstandvan de DPO leiding expliciet worden uitgesloten. (I)e. In de plantoelichting staat dat voor de agrarische bedrijven eenminimale afstand tot de stallen geldt, maar dat moet zijn “tot de grensvan het agrarisch bouwperceel”. (I)f. Het is niet duidelijk waarom tot het bedrijf Bornsedijk 38 (Groothuis-Hampsink) een afstand van 100 meter tot de bebouwde kom moetworden aangehouden, terwijl dit bedrijf een woonbestemming heeftgekregen. (I)g. De hindergevoelige functies moeten binnen de “zone-hinderaspecten”die staan aangegeven op de milieuzoneringskaart expliciet wordenuitgesloten. (I)h. De toelichting moet worden aangevuld (hoofdstuk wegverkeerslawaai),zodat duidelijk wordt welke verkeersintensiteit na realisering van hetbestemmingsplan wordt verwacht en met welke verkeersintensiteiten inhet akoestisch onderzoek rekening is gehouden. (II)i. Er dient rekening te worden gehouden met de gewijzigde wetgeluidhinder en besluit geluidhinder. (I)j. De toelichting moet worden aangevuld zodat duidelijk wordt of en inhoeverre er bij de berekeningen die zijn uitgevoerd (waaruit zou blijkendat er geen overschrijding plaatsvindt van de grenswaarden zoalsbedoeld in het Besluit Luchtkwaliteit) rekening is gehouden met detoename van de verkeersintensiteiten als gevolg van de realisering vanhet plan <strong>Dalmeden</strong>. (I)k. De toelichting moet worden aangevuld zodat het plan voldoendeinformatie zal verschaffen over de ernst en omvang van de aanwezigebodemverontreiniging, inzicht wordt gegegeven in de kosten die aaneen eventueel noodzakelijke sanering zijn verbonden en moet aanworden gegeven hoe die kosten worden gedekt. (II)l. Er moet in de toelichting meer inzicht worden gegeven in het flora enfaunaonderzoek en voor de vaststelling van het bestemmingsplan moetduidelijk zijn of een ontheffing redelijkerwijs kan worden verleend. (II)Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>77


m. In de toelichting staat dat bestaande beplantingselementen zoveelmogelijk worden gehandhaafd en opgenomen worden in nieuwegroenstructuren en dat bestaande waardevolle bomen worden zoveelmogelijk gespaard en ingepast. Voorgesteld wordt om de te handhavenelementen in het plan aan te geven en daaraan passende regels tekoppelen. (II)n. Het is van belang dat het proefsleuvenonderzoek in het kader vanhet archeologisch onderzoek alsnog plaatsvindt, dat het resultaatvan dit onderzoek en de resultaten van eerdere onderzoeken in deplantoelichting worden vermeld en dat zonodig daarmee in het planrekening wordt gehouden. (II)o. In het bestemmingsplan moet rekening worden gehouden met deopmerkingen van het Waterschap Regge en Dinkel. (II)p. Binnen het plangebied is op enkele plaatsen bosbeplanting aanwezigwaarvan de kwaliteit goed is. Deze bosjes zijn niet als zodanigbestemd, wat tot gevolg heeft dat deze kunnen komen te vervallen.Het is noodzakelijk dat deze bosjes worden gecompenseerd en dat inhet plan duidelijk wordt aangegeven op welke wijze compensatie gaatplaatsvinden. (II)q. De verschillende milieuzones zijn op de milieuzoneringskaartaangegeven. Er wordt voorgesteld om de verschillende zones op deplankaart aan te geven en daaraan in de voorschriften passende regelste koppelen. (II)r. Voorschriften- art. 1 lid 27: de toegestane bedrijvigheid is onvoldoende begrensd.Voorgesteld wordt om de bedrijven die worden toegestaan tekoppelen aan de bedrijfssoorten die in een nog bij te voegen staatvan inrichtingen worden genoemd. (II)- artikel 3: er moet duidelijker tot uitdrukking komen dat het hiergaat om een uitwerking ex artikel 11 WRO. (II)- artikel 3.2.1 sub a: deze bepaling, waarbij voor wat betreft deuitwerking wordt verwezen naar een voorlopig stedenbouwkundigontwerp dat in de toelichting is opgenomen, is onvoldoendeobjectief begrensd. Voorgesteld wordt om de bepalende hardeelementen in de voorschriften vast te leggen. (II)- artikel 3.2.1 sub c: het is de bedoeling om ter plaatse vande aanduiding landschapszone uitsluitend grootschaligegroenvoorzieningen te realiseren. De nu opgenomen regeling sluitechter een andere functie niet uit. Ook is in de voorschriften nietvastgelegd wat onder grootschalige groenvoorzieningen wordtverstaan. Aanpassing c.q. verduidelijking is dan ook van belang.(II)- artikel 3.2.1 sub g: zie het genoemde onder h en i. (II)- artikel 3.2.1 sub h: de plaatsen waar een hoogte van maximaal 18meter is toegestaan moeten in het plan worden aangeduid. (II)- artikel 3.2.1 sub j: de minimaal te realiseren parkeerruimte moetduidelijk in de voorschriften worden vastgelegd. Verwijzen naar deCROW publicatie is onvoldoende. (II)- artikel 3.2.1 sub k: zie het genoemde onder m (II)- artikel 3 (overig): de in hoofdstuk 4.5 opgenomen voornemensmet betrekking tot de voetgangers- en fietsverbindingen vast teleggen in de voorschriften (II)- artikel 10: in de voorschriften moet voor de verschillendemilieuzones expliciet worden aangegeven welke functies zijnuitgesloten (I)s. Het is van belang dat in de toelichting meer inzicht wordt gegeven inde grondexploitatie en dat daarbij ook rekening wordt gehouden metmogelijke kosten die voortvloeien uit eventuele sanering van de bodem(II)Beantwoording:a. De genoemde randvoorwaarden zullen expliciet in de plantoelichtingworden opgenomen. Het voorontwerp bestemmingsplan<strong>Dalmeden</strong> betreft in hoofdzaak een nog uit te werken plan. In deuitwerkingsplannen zal duidelijk worden dat er rekeningschap wordtgehouden met de overgang van “stad” naar landschap. Bij de uitwerkingvan het definitieve ontwerp zal wat betreft (extensieve)bouwmogelijkheden en groen- en waterstructuur rekening worden gehouden metde overgang naar het dorp Deurningen. In de voorschriften zullen perdeelgebied uitwerkingsregels worden opgenomen. Voor het deelgebiedStromen (deelgebied nabij Deurningen) worden de uitwerkingsregels(onder andere bebouwingspercentage en groeninvulling) afgestemd opde gemaakte afspraken tussen de gemeente Dinkelland en de gemeente<strong>Hengelo</strong>.b. Paragraaf 6.2 van de toelichting is aan de hand van de gemaakteopmerkingen aangepast.c. In de huidige situatie wordt het plangebied gekruist door eenhoogspanningsleiding (110kV). Bij realisatie van <strong>Dalmeden</strong>zullen de hoogspanningsmasten worden verwijderd en zal dehoogspanningsleiding ondergronds worden aangelegd. Dit isovereengekomen met de leidingbeheerder. Voor een ondergrondsehoogspanningsleiding dient ter weerszijden van de leiding een afstandaangehouden te worden. De grens van zakelijk rechtstrook ligt op2,5 meter uit hart van de kabel. De kabelbundels liggen 1,0 meter uitelkaar. Dit geeft een totale breedte van zakelijk rechtstrook van 2,0 x2,5 + 1,0 = 6,0 meter.78Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


Binnen deze strook mag geen graafwerk plaatsvinden zondertoestemming van Essent. Tevens mogen er geen bouwwerken ofdiepwortelende beplanting worden aangebracht.In de voorschriften zal de hoogspanningsleiding als dubbelbestemmingworden opgenomen. De plantoelichting zal conform de gemaakteafspraken worden aangepast.d. Waar in hoofdstuk 4.12 van de toelichting wordt gesproken over“voorkeursafstand” wordt bedoeld “toetsingsafstand”. De toelichtingwordt hierop aangepast. In de voorschriften zal de DPO-leiding alsdubbelbestemming worden opgenomen, waarin ook de in acht te nemenafstanden worden opgenomen.e. In de plantoelichting is de opmerking verwerkt.f. Bornsedijk was tot voor kort een agrarisch bedrijf. Inmiddels is hetbedrijf beëindigd. Het perceel is onterecht in de betreffende paragraafopgenomen en zal hieruit worden verwijderd.g. In de uitwerkingsplannen zullen geen hindergevoelige functies binnende milieuzones worden toegestaan. Bekeken zal gaan worden of dit inde uitwerkingsregels opgenomen kan worden.h. De toelichting is op dit punt aangepast.i. Er is rekening gehouden met de gewijzigde wet Geluidhinder en besluitGeluidhinder.j. De plantoelichting is op dit punt aangevuld.k. De plantoelichting is op dit punt aangevuld.l. In het voorontwerp zijn een aantal hoofdlijnen uit het onderzoekopgenomen. Het volledige flora- en faunaonderzoek zal als bijlagebij het ontwerpplan gevoegd worden. De ontheffing waar inhet voorontwerp naar wordt verwezen is in voorbereiding. Hetbestemmingsplan zal niet eerder worden vastgesteld dan nadat ereen besluit is genomen over de ontheffingsaanvraag. Er wordt van uitgegaan dat de nog aan te vragen ontheffing zal worden verleend.m. Het voorontwerp bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> betreft in hoofdzaakeen nog uit te werken plan. In de toelichting is aangegeven dat hetbestaande agrarische landschap onderlegger en inspiratiebron van hetnieuwe woonlandschap is.Er wordt gebruik gemaakt van bestaande structuren en elementenin het landschap. De bestaande beplantingselementen zullen zoveelmogelijk worden gehandhaafd en worden opgenomen in de nieuwegroenstructuren. In de uitwerkingsplannen zullen de bestaandewaardevolle beplantingselementen worden ingepast.n. Het proefsleuvenonderzoek in het kader van het archeologisch zalvooralsnog niet plaatsvinden. Het perceel waarop het onderzoekmoet plaatsvinden is niet in eigendom van de gemeente. Op hetbetreffende perceel zullen in het kader van de planontwikkelinggeen bouwactiviteiten plaatsvinden. Het blijft een groen perceel. HetOversticht heeft per mail aangegeven dat zij ermee kunnen instemmendat (voorlopig) wordt afgezien van het proefsleuvenonderzoek. Mocht degrond (op termijn) alsnog in gemeentelijk eigendom komen dan zal hetproefsleuvenonderzoek alsnog worden uitgevoerd.o. De opmerking van het Waterschap Regge en Dinkel zijn in de toelichtingen voorschiften verwerkt.p. Uitgangspunt is dat de aanwezige bosbeplanting gehandhaafd blijft.Deze bosbeplanting zal in de uitwerkingsplannen een passendebestemming krijgen. Mocht bij de planuitwerking blijken dat onverhoopttoch een bosje verwijderd moeten worden dan zal in het uitwerkingsplanworden aangegeven op welke wijze compensatie zal plaatsvinden (zieook onder m)q. De zoneringen van de leidingen (hoogspanning en DPO) worden inieder geval op plankaart aangegeven. Voor deze leidingen zal eendubbelbestemming worden opgenomen waarin de zonering van deleidingen wordt geregeld.r. De in art. 1 lid 27 genoemde kleinschalige bedrijvigheid zal wordengekoppeld aan een bedrijvenlijst die in een staat van inrichtingen wordtopgenomen.Om duidelijker tot uitdrukking te brengen dat het in artikel 3 gaatom een uitwerking ex artikel 11 WRO zal artikel 3.2 als volgt wordenaangepast (gearceerde deel betreft de aanpassing): “Burgemeesteren wethouders werken de in lid 3.1 omschreven bestemming uitovereenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de RuimtelijkeOrdening en met in acht neming van de volgende regels. “Artikel 3.2.1 sub a wordt onvoldoende objectief begrensd geacht. In hetontwerpplan wordt het plangebied, naast gedetailleerde bestemmingen,verdeeld in nog uit te werken deelgebieden. Voor deze deelgebiedengelden algemene uitwerkingsregels. Zo nodig zijn per deelgebiedspecifieke uitwerkingsregels in de voorschriften opgenomen.Ook bepalende harde elementen worden in de voorschriftenopgenomen.Artikel 3.2.1 sub c: In het ontwerpplan krijgt het gedeelte dat inhet voorontwerp is aangeduid als landschapszone een zodanigebestemming dat (woon)bebouwing wordt uitgesloten. Met grootschaligegroenvoorzieningen wordt bedoeld dat het gebied een parkachtigeinvulling krijgt. De landschapszone krijgt een bestemming “Groen”.In de doeleindenomschrijving zal worden aangegeven waarvoor dezegronden gebruikt kunnen worden.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>79


Artikel 3.2.1 sub g wordt, rekening houdend met wijziging van de Wetgeluidhinder aangepast.In het ontwerpplan wordt het (deel)gebied waar een hoogte vanmaximaal 15 meter is toegestaan nader aangeduid (opmerking n.a.v.artikel 3.2.1 sub h).Met betrekking tot de gemaakte opmerking over artikel 3.2.1 sub jinzake de parkeerruimte kan vermeldt worden dat voor het parkerenals uitgangspunt dat in principe op eigen terrein dient te wordengeparkeerd om in de eigen parkeerbehoefte te voorzien. Bij detoetsing van bouwplannen zal aan de hand van landelijk gehanteerdeparkeerkencijfers (Publicatie CROW) worden beoordeeld of sprake is vanvoldoende parkeerruimte op eigen terrein. Omdat de parkeerbehoefteafhankelijk is van de functie van het gebouw (kantoor, winkel, bedrijf,woningtype), de omvang van het gebouw, en eventueel het aantalpersoneelsleden en bezoekers, is het niet doenlijk om voor al dezesituaties parkeernormen vast te leggen in een bestemmingsplanArtikel 3 (overig): In de uitwerkingplannen worden de voornemens metbetrekking tot de voetgangers- en fietsverbindingen meegenomen.s. In de plantoelichting zal in de paragraaf “economisch uitvoerbaarheid”meer inzicht worden gegeven in de grondexploitatie2. Waterschap Regge en Dinkel, Postbus 5006, 7600 GA Almeloa. De wijze waarop in het plan wordt omgegaan met oppervlaktewater,hemelwater, grondwater en afvalwater geschiedt in overeenstemmingmet het vigerende beleid van het waterschap Regge en Dinkelb. Om de mogelijkheden voor infiltratie van hemelwater optimaal tekunnen benutten is het van belang, dat er binnen het bestemmingsplanvoldoende ruimte wordt gecreëerd, om de benodigde voorzieningente kunnen aanbrengen. In het voorontwerp bestemmingsplan kan datalleen binnen de bestemming “verkeers- en verblijfsdoeleinden”. Wijadviseren om ook binnen de bestemmingen woondoeleinden uit tewerken en woondoeleinden ruimte te reserveren voor voorzieningenten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie vanhemelwater, opdat de voorschriften geen belemmering vormen voor deimplementatie van het hemelwaterafvoersysteem.c. Voor ingrepen aan en binnen de beschermingszones van watergangen,die zijn opgenomen op de legger der wateren van het waterschap Reggeen Dinkel dient keurontheffing te worden aangevraagd.d. Het waterhuishoudkundig plan voor <strong>Dalmeden</strong> zal nog inhoudelijkbeoordeeld worden.Beantwoording:a. Voor kennisgeving aangenomen.b. Naar aanleiding van deze opmerking zijn de voorschriften zijn aangepasten zijn de genoemde mogelijkheden in de desbetreffende voorschriftenopgenomen.c. In de toelichting zal de gemaakte opmerking worden verwerkt.d. Het Waterschap Regge en Dinkel heeft inmiddels ingestemd met hetwaterhuishoudkundig plan.3. N.V. Edon, afdeling Lijnen en Kabels, t.a.v. de heer T.J. van derWal, Postbus 544, 8000 AM Zwollea. Geen reactie ontvangen4. Stichting Natuur en Milieuraad <strong>Hengelo</strong> e.o., Postbus 685, 7550AR <strong>Hengelo</strong>a. Sluiten zich aan bij het commentaar van natuur en milieu Overijssel5. Natuur en Milieu Overijssel, Stationsweg 3, 8011 CZ Zwollea. geen reactie ontvangen6. <strong>Gemeente</strong> Borne, Postbus 200, 7620 AE Bornea. geen reactie ontvangen7. <strong>Gemeente</strong> Dinkelland, Postbus 11, 7590 AA Denekampa. Tijdens een overleg op 16 juni 2006 tussen Kleissen en Krouwel van hetcollege van Dinkelland en Kok en Weber van het college van <strong>Hengelo</strong> ishet volgende afgesproken:mede ter uitvoering van de uitspraak van Provinciale Staten in het kadervan de Streekplanherziening treden <strong>Hengelo</strong> en Dinkelland met elkaarin overleg over een uitwerking van de overgangszone langs de randenvan het voorontwerp bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> op grondgebiedvan <strong>Hengelo</strong>. Met name de afronding van <strong>Dalmeden</strong> aan de oostkantverdient de nodige aandacht.De overgangszone van stad naar land moet een inrichting krijgendie past bij de openheid van het grondgebied van Dinkelland.Aandachtspunten hierbij zijn de landschappelijke inpassing vanwoningbouw in de oostelijke en noordelijke planbegrenzing ende bebouwingsdichtheid. <strong>Hengelo</strong> neemt daarbij het initiatief eninformeert de Stuurgroep Stadsrand. De genoemde afspraken hebbengeen invulling gekregen in het bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>. In hetstedenbouwkundig ontwerp is slechts in beperkte mate openbaar groenopgenomen tussen de woningen en de gemeentegrens. De bijzondereaandacht die besteedt zal worden aan de nieuwe overgang tussen stad80Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>


en buitengebied (hoofdstuk 4.6) komt verder niet tot uitdrukking.b. De uitwerkingsregels die zijn opgenomen voor de bestemming“woondoeleinden uit te werken” dienen een duurzame robuustelandschappelijke overgang tussen stedelijk en landelijk gebiedte garanderen, aangezien deze bestemming direct grenst aan degemeentegrens. De voorschriften moeten hierop worden aangepast.Beantwoording:a.-b. In het ontwerpbestemmingsplan is rekening gehouden met degemaakte opmerkingen. In de uitwerkingsregels worden de gemaakteopmerkingen verwerkt.13. Vitens Overijssel N.V., dhr. ing. J.A. de Vogd, postbus 10005,8000 GA Zwollea. Het plan geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.14. Gewestelijke Land en Tuinbouworganisatie, t.a.v. regiomanagerbelangenbehartiging, postbus 126, 7400 AC Deventera. Geen reactie ontvangen.8. Vrom Inspectie Oost, t.a.v. de heer ir. C. Bos, postbus 136, 6800AC Arnhema. Het voorontwerp bestemmingsplan kan worden aangemerkt als decategorie van gevallen zoals bedoeld in artikel 19, lid 2 WRO, maar erdient dan wel tevens een positief advies van de provincie te zijn.9. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, directieOost, t.a.v. de heer G. Waller, postbus 554, 7400 AN Deventera. Het plan geeft aanleiding tot het maken van opmerkingen.10. DGW&T, directie Noord, ministerie van Defensie, t.a.v. de heerdrs. M.H. Mudde, postbus 40184, 8004 DD Zwollea. De eventuele reactie zal worden opgenomen in de door de Vrominspectie oost gecoördineerde gezamenlijke rijksreactie.11. Het Oversticht, t.a.v. mw. Drs. S. Wentink, postbus 531, 8000AM Zwollea. wij verzoeken de tekst op pagina 16 (monumenten en archeologie) inde toelichting als volgt aan te passen:- het advies is door de provinciaal archeoloog, werkzaam bij hetOversticht, gegeven;- het advies luidt dat er drie plekken nader onderzocht moetenworden. Twee door middel van boringen en één door middel vanproefsleuven.Beantwoording:a. De toelichting is hierop aangepast.12. Rijksdienst voor oudheidkundig Bodemonderzoek, t.a.v. mw.Drs. T. Poppelaars, Postbus 1600, 3800 BP Amersfoorta. geen reactie ontvangen.Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>81


BIJLAGE IV: MILIEUASPECTENSTUDIEBestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>83


INHOUD CD Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>:• Bestemmingsplankaart sv-991-RPK-0002.pdf• Bijlage 1 Berekeningen geluid Milieuaspectenstudie <strong>Dalmeden</strong>• Bijlage 2 Invoergegevens en berekeningsresultaten luchtkwaliteitMilieuaspectenstudie <strong>Dalmeden</strong>.pdf• Bijlage resultatenLuchtkwaliteit<strong>Dalmeden</strong>Milieuaspectenstudie.pdf• Milieuzoneringskaart_sv991-MIZ-0001.pdf• Tauw rapport_Waterhuishouding uitbreidingslocaties <strong>Dalmeden</strong>_13 juni2006.pdf• Bijlage 1 Presentatie haalbaarheidsstudie.pdf• Bijlage 2 Locaties peilbuizen, boringen en doorlatendheidsmetingen.pdf• Bijlage 3 Boorprofielen.pdf• Bijlage 4 Boorprofielen-legenda.pdf• Bijlage 4 Toekomstige waterstructuur en advies aanleghoogten.pdf• Natuuronderzoek in 7 gebieden in het buitengebied van <strong>Hengelo</strong> (BROuit Vught d.d. 25 januari 2006Bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>85


Luttenbergstraat 2Postbus 100788000 GB ZwolleTelefoon 038 499 88 99Fax 038 425 48 88provincie.overijssel.nlpostbus@overijssel.nlDe raad van de gemeente <strong>Hengelo</strong>Postbus 187550 AA HENGELOIII I III MI UMI HUIStuknummer: 250507Registratiedatum: 18/09/2008RABO Zwolle 39 73 41 121Inlichtingen bijdhr. J.F.M. Boerhoftelefoon 038 499 81 62fax 038 425 48 88JFM.Boerhof@overijssel.nlBestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>", gemeente <strong>Hengelo</strong>.Datum15.09.2008Kenmerk2008/0134677Pagina1Uw brief05.02.2008Uw kenmerk2078431. AlgemeenDe raad van de gemeente <strong>Hengelo</strong> heeft bij besluit van 29 januari 2008, nr. spp/rov 186115het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" gewijzigd vastgesteld. Wij hebben het plan op 5 februari2008 ter goedkeuring ontvangen.Het vastgestelde plan heeft met ingang van 6 februari 2008 gedurende zes weken ter inzagegelegen.Tegen het plan zijn 7 brieven met bedenkingen ingebracht.Wij hebben het concept-besluit met betrekking tot dit bestemmingsplan voorgelegd aan deSubcommissie PCFL (Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving). De Subcommissieheeft laten weten hiermee in te kunnen stemmen.Op grond van artikel 10:30 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) hebben wij degemeente <strong>Hengelo</strong> voorafgaande aan ons besluit over dit plan de gelegenheid tot overleggeboden. De gemeente heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.2. PlanbeschrijvingHet bestemmingsplan heeft betrekking op een aan de noordzijde van <strong>Hengelo</strong> gelegen gebied.Het plangebied, dat een herziening van het op 10 februari 1976 goedgekeurdebestemmingsplan Buitengebied 1974 van de gemeente <strong>Hengelo</strong> en het op 17 april 1990goedgekeurde bestemmingsplan Buitengebied van de (voormalige) gemeente Weerselobetreft, heeft een oppervlakte van circa 70 hectare. Het wordt globaal begrensd door deSlangenbeek aan de westzijde, de <strong>Dalmeden</strong>weg aan de noordzijde, de grens met degemeente Dinkelland aan de oostzijde en de door te trekken Beneluxlaan aan de zuidzijde.Het plan is opgesteld om gedurende de komende jaren in de behoefte aan met name royalerekavels in het duurdere segment te kunnen voorzien. De opstelling van het plan vloeit voort uitRuimte voor Ruimteregeling.Binnen het plangebied wordt onder andere rekening gehouden met de realisering van circa521 woningen.Bijlagendiv.Datum verzendini'toZONDEiS ^bSEP.lQQÖe^)verijsselprovincie


3. PlanbeoordelingOp grond van artikel 28. lid 2, van de Wet op de Ruimtelijke ordening (WRO) in samenhangmet artikel 10:27 Awb rust op ons de taak om, mede op basis van de ingekomenbedenkingen, te bezien of het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarbijdienen wij rekening te houden met de aan de gemeenteraad toekomende vrijheid ombestemmingen aan te wijzen en voorschriften te geven die de gemeenteraad uit een oogpuntvan een goede ruimtelijke ordening nodig acht. Daarnaast hebben wij erop toe te zien dat hetplan en de totstandkoming daarvan niet in strijd zijn met het recht.Datum15.09.2008Kenmerk2008/0134677PaginaAdvisering tijdens de ontwerpfase van het planHet ontwerpbestemmingsplan werd in het kader van het overleg ex artikel 10 van het Besluitop de Ruimtelijke Ordening naar de eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid gestuurd. Medenamens de andere provinciale eenheden werd op 6 februari 2006 door de eenheid Ruimte,Wonen en Bereikbaarheid advies over dat plan uitgebracht.Mede naar aanleiding daarvan is het plan op verschillende punten aangepast. Zo is deplantoelichting op een aantal punten gewijzigd en zijn de voorschriften en de plankaartaangepast.Overige besluitenWij hebben op 19 maart 2008 op grond van artikel 19, lid 1 van de Wet op de RuimtelijkeOrdening een verklaring van geen bezwaar afgegeven voor het bouwrijpmaken van enkeledelen van het plangebied.Algemene Beoordeling van het bestemmingsplanUw brief05.02.2008Uw kenmerk207843Externe veiligheidBinnen het plangebied van het bestemmingsplan is een ondergrondse dpo-leiding gelegen. Hetbetreft hier een 8" leiding waardoor brandbare vloeistoffen van de Kl, de K2 en de K3categorie kunnen worden gepompt met een druk van 80 bar. In het plan wordt er rekeningmee gehouden dat deze leiding wordt omgelegd en buiten de bestemmingen komt te liggendie kwetsbare functies toestaan. In verband daarmee is in het bestemmingsplan dedubbelbestemming "Leiding - Brandstof" geprojecteerd. Wij merken hierbij op dat deze dubbelbestemming op verschillende plaatsen grenst aan de nader uit te werken bestemming"Woondoeleinden" en op verschillende plaatsen op korte afstand van deze bestemming isgeprojecteerd. Hoewel in de plantoelichting de bebouwings- en de toetsingsafstand wordengenoemd waar volgens de circulaire "Bekendmaking van voorschriften ten behoeve van dezonering transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de KI, K2 en K3 categorie" voorwat betreft de onderhavige leiding rekening mee moet worden gehouden, zijn deze aan tehouden afstanden niet in het plan vastgelegd. Ook blijkt uit de plantoelichting niet dat er eenafweging is gemaakt tussen het veiligheidsbelang en de technische, economische enplanologische belangen die in het geding zijn, een afweging zoals op bladzijde 4 van degenoemde circulaire wordt bedoeld.Inmiddels zijn er echter nieuwe afstanden voor de KI, K2 en K3-leidingen beschikbaar. Dezeafstanden zijn door het RIVM op verzoek van het Ministerie van VROM berekend. De nuberekende afstanden zijn groter dan de bebouwingsafstanden maar kleiner dan detoetsingsafstand in de genoemde circulaire. Voor de onderhavige leiding, met een diametervan 8" en een druk van 80 bar, bedraagt de plaatsgebonden risicoafstand volgens deberekeningen van het RIVM - die door VROM zijn gepubliceerd - 12 meter. Daarnaast blijkt uitde berekeningen van het RIVM dat, wanneer buiten de plaatsgebonden risicocontour wordtuitgegaan van een personendichtheid van 255 per hectare, de oriënterende waarde van hetgroepsrisico niet wordt overschreden.e^)verijsselprovincie


De personendichtheid binnen het plangebied ligt aanmerkelijk lager. Hierbij merken wij op datde nieuw berekende afstanden alleen van toepassing zijn op aardolieproducten en niet voorbrandbare chemische stoffen en voor brandbare chemische vloeistoffen met mogelijk toxischeof explosie-effecten. Uit nadere informatie van de Defensie Pijpleiding Organisatie is geblekendat de binnen het plangebied gelegen leidingen niet voor het transport van genoemdechemische producten wordt gebruikt.Rekeninghoudend met de genoemde maat van 12 meter zijn wij van mening dat woningbouwbinnen die afstand vanaf de leiding uit een oogpunt van externe veiligheid niet aanvaardbaaris. In verband daarmee onthouden wij dan ook de goedkeuring aan artikel 11 lid 11.1 sub bvan de voorschriften voor zover dit onderdeel betrekking heeft op de rood omlijnde plandelenmet de dubbelbestemming "Leiding - Brandstof" en aan artikel 3 lid 3.1. sub a en b van devoorschriften voor zover deze onderdelen betrekking hebben op de op kaartblad nr. 1/2 roodomlijnde delen met de bestemming "Wonen uit te werken".4. BedenkingenHet voorliggende bestemmingsplan is in overeenstemming met de wettelijke voorschriftenDatumbekendgemaakt en heeft met ingang van 6 februari 2008 gedurende zes weken (dus tot en15.09.2008met 18 maart 2008) voor een ieder ter inzage gelegen. Tegen het vastgesteldeKenmerkbestemmingsplan zijn schriftelijk bedenkingen ingebracht door:2008/0134677Pagina 1. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dinkelland, Postbus 11, 7590 AADenekamp,2. Stichting Dorpsbelang Deurningen, p/a B. Kienhuis, Bekkenhof 8, 7561 BH Deurningen.3. J.P.M. Veldhuis, Bomsedijk 3, 7561 RA Deurningen,G. Kamphuis, Bornsedijk 12, 7561 RA Deurningen,F.G.J. Kosters, Bornsedijk 7, 7561 RA Deurningen,3 G.B. Heijne, Ossendijk 5, 7561 AP Deuningen,mede namens 24 bewoners van de Bornsedijk, de Ossendijk en de Molenmansdijk inuw brief Deurningen die mede hebben ondertekend.05.02.2008 4. Hendrix UTD B.V., Postbus 1, 5830 MA Boxmeer namens G. ten Dam, Schalmedenweg 21,uw kenmerk 7559 RB <strong>Hengelo</strong>.207843 5. Robers advocaten medeators, Postbus 630, 7550 AP <strong>Hengelo</strong> namens BovestGrondexploitatie B.V. en Agribo B.V., Beneluxlaan 305, <strong>Hengelo</strong> en namens Gefi HoldingB.V., Huyerenseweg 36, 7678 SE Geesteren.6. Daniels Huisman Advocaten Notaris, Postbus 111, 7500 AC Enschede, namens I.M.Buchholz, Bornsedijk 53, 7559 PT <strong>Hengelo</strong>.7. J.H.R.M. Huisken, Krombekkenweg 10, 7559 PV <strong>Hengelo</strong>.Op grond van artikel 27, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, kan degene dietijdig zijn zienswijze over het bestemmingsplan bij de gemeenteraad naar voren heeftgebracht, alsmede een belanghebbende aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dathij zijn zienswijze niet bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht, gedurende de termijnvan terinzagelegging van het vastgestelde bestemmingsplan bedenkingen indienen tegen datplan. Voorzover de gemeenteraad bij de vaststelling van het plan daarin wijzigingen heeftaangebracht ten opzichte van het ontwerp, kan een ieder gedurende de genoemde termijndaartegen bedenkingen inbrengen.OntvankelijkheidDe onder 1 tot en met 7 genoemde reclamanten hebben hun bedenkingen tijdig ingebracht.Ten aanzien van de bedenkingen overwegen wij het volgende.e^)verijsselprovincie


1. Bedenkingen, ingediend door Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dinkelland.Datum15.09.2008Kenmerk2008/0134677PaginaReclamanten zijn van mening dat de overgangszone richting het buitengebied van degemeente Dinkelland niet overeenkomstig de met de gemeente <strong>Hengelo</strong> gemaakte afsprakenis vormgegeven. Daarbij wordt allereerst gewezen op afspraken die in het kader van hetbestuurlijk overleg met betrekking tot de Integrale Visie Stadsrand <strong>Hengelo</strong>noord/Borne/Dinklellandzijn gemaakt. Daarbij zou de globale afspraak zijn gemaakt dat hetovergangsgebied een inrichting zou moeten krijgen die zou passen bij de openheid van hetgrondgebied van Dinkelland. Deze afspraken zouden tijdens bestuurlijke overleggen tussen degemeente Dinkelland en de gemeente <strong>Hengelo</strong> nader zijn geconcretiseerd. Daarbij zou volgensreclamanten onder andere zijn afgesproken dat de gemeente <strong>Hengelo</strong> er naar zal streven omeen strook van minimaal 50 meter, gelegen tussen de gemeentegrens en de voortuinen van(maximaal) 9 woningen die in het plangebied van <strong>Dalmeden</strong> langs deze strook zouden wordengeprojecteerd), te reserveren voor groen c.q. als openbaar gebied.Reclamanten merken op dat de genoemde 50 meter zone in het bestemmingsplan niet isgerealiseerd. Hierdoor zal er naar hun mening geen sprake zijn van een geleidelijke overgangnaar het landelijke Dinkelland en wordt naar hun mening niet voldaan aan de gemaakteafspraken. Het bestemmingsplan doet naar hun mening geen recht aan datgene wat in hetStreekplan Overijssel 2000+ met betrekking tot het oostelijke deel van het gebied <strong>Dalmeden</strong>is aangegeven. In verband daarmee verzoeken zij om goedkeuring te onthouden aan minimaalde oostelijke 50 meter zone van het bestemmingsplan.Uw brief05.02.2008Uw kenmerk207843Naar aanleiding van deze bedenkingen merken wij het volgende op.In het bestemmingsplan is voor een belangrijk deel gekozen voor nader uit te werkenbestemmingen. Zo heeft ook het oostelijk plandeel voor een belangrijk deel de nader uit tewerken bestemming "Wonen uit te werken" gekregen. In de voorschriften zijn daarbijuitwerkingsregels opgenomen die gericht zijn op een goede overgang. Zo is onder anderebepaald dat in de randzone langs de grens met de gemeente Dinkelland maximaal9 woningbouwkavels mogen worden opgenomen (7 nieuwe en 2 bestaand) met een minimaleoppervlakte van 1.000 m 2 en is bepaald dat het bouwvlak van de nieuw op te nemenwoningbouwkavels tot de gemeentegrens met de gemeente Dinkelland tenminste 10 meterdient te bedragen. Verder is het aantal woningen binnen de nader uit te werken bestemming"Wonen uit te werken" begrensd, is de maximum hoogte van de te realiseren woningenvastgelegd, is een bepaling opgenomen die is gericht op de inrichting van de randzone en isde bestemming "Wonen uit te werken" aan de oostzijde deels begrensd door nieuwegroenbestemmingen. Tenslotte heeft het meest oostelijk binnen het plangebied gelegenperceel een bestemming gekregen waarbinnen de bestaande situatie is vastgelegd. Metbetrekking tot de in het streekplan bedoelde handhaving van de bestaande groen enwaterstructuur wordt opgemerkt dat het aan de oostrand van het bestemmingsplan gelegenboscomplex de nader uit te werken bestemming "Wonen uit te werken" heeft gekregen en datde te handhaven beek (de Schalbeek) deels binnen de geprojecteerde bestemming "Wonen uitte werken" in gelegen. Uit nadere informatie van de gemeente is gebleken dat het betreffendebosje wordt gehandhaafd en dat in het kader van de uitwerking rekening zal worden gehoudenmet handhaving van genoemde beek. Gelet op het bovenstaande zijn wij van mening dat inhet plan op zich voldoende rekening wordt gehouden met de in het streekplan bedoeldegeleidelijke overgang naar het dorp Deurningen. De handhaving van het genoemdeboscomplex en de Schalbeek is in het plan echter onvoldoende gegarandeerd. In verbanddaarmee achten wij de bedenkingen in zoverre gegrond.e^verijsselprovincie


Datum15.09.2008Kenmerk2008/0134677PaginaWij onthouden daarom dan ook de goedkeuring aan de bestemming "Woondoeleinden" die terplaatse van het bestaande bosje is geprojecteerd en aan de mogelijkheid om het plandeel metde bestemming "Wonen uit te werken" ter plaatse van de beek in het kader van de uitwerkingte kunnen bestemmen voor woonhuizen, aan-/uitbouwen, tuinen en erven, (woon)straten enpaden, openbare nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en bouwwerken geen gebouwenzijnde.Zoals aangegeven in de brief met bedenkingen, zou tussen de gemeenten Dinkelland en<strong>Hengelo</strong> zijn afgesproken dat er naar zou worden gestreefd om een strook van 50 meter,gelegen tussen de voortuinen van de genoemde (maximaal) 9 woningen en degemeentegrens, te reserveren voor groen c.q. als openbaar gebied. Deze strook is in hetbestemmingsplan niet vastgelegd. Wel is bij de nota behandeling zienswijzenbestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> een schets gevoegd waarin is aangegeven op welke wijze deovergangszone (randzone) globaal ingevuld zou kunnen worden. Daarbij wordt in de notabehandeling zienswijzen bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> vermeld dat dat schetsontwerp eenredelijk beeld geeft van een uitwerking die voldoende recht doet aan de bestuurlijke afsprakendie tussen de gemeenten Dinkelland en <strong>Hengelo</strong> zijn gemaakt. Verder wordt in de notaaangegeven dat in een ambtelijk overleg van 4 december 2007 is afgesproken dat hetuitwerkingsplan voor de overgangszone, voordat het ter inzage wordt gelegd, eerst met degemeente Dinkelland zal worden besproken.Hierbij merken wij nadrukkelijk op dat wij een goede overgang 'stad-land' van groot belangachten. Mede in verband daarmee dringen wij er nadrukkelijk op aan dat de uitwerking vanhet bestemmingsplan en de invulling van de overgangszone in nauw overleg tussen uwgemeente en de gemeente Dinkelland plaatsvindt, om op die manier een goed kwaliteit van deovergangszone te bewerkstelligen.2. Bedenkingen, ingediend door de Stichting Dorpsbelang Deurningen, p/a B. Kienhuis.Uw brief05.02.2008Uw kenmerk207843Samengevat heeft de Stichting de volgende bedenkingen.a. Mede gelet op de geprojecteerde globale bestemmingen is het voor de Stichtingonduidelijk hoe de randzone zal worden ingevuld. De Stichting heeft minder vertrouwenin de wijze waarop het bestemmingsplan wordt uitgewerkt. Daarbij gaat het deStichting vooral om de oostelijke zijde en de noordzijde van het plangebied <strong>Dalmeden</strong>.Met betrekking tot de noordzijde merkt de Stichting nog op dat zij zich, gelet op dedemografische ontwikkeling enerzijds en de binnenstedelijke plancapaciteit anderzijds,afvraagt of de wijk Schalmeden nog ooit gebouwd zal gaan worden. In verbanddaarmee acht zij het van belang dat ook aan de noordzijde van het plangebied rekeningwordt gehouden met een goede overgang naar het landelijk gebied.b. Reclamante merkt op dat de ontwikkeling "<strong>Dalmeden</strong>" is ontstaan uit het initiatief"Ruimte voor ruimte". Omdat de invulling daarom een landelijk karakter zou krijgen, isde plancapaciteit toentertijd bepaald op maximaal 400 woningen. Door de verhoging tot560 woningen zal de kwalitatieve invulling grotendeels teniet worden gedaan. Omdat dittegen de afspraken is, verzoek de Stichting het college om de voorgesteldebebouwingsdichtheid te handhaven op de eerder vastgestelde 400 wooneenheden en dekwalitatieve planopzet nauwlettend te bewaken.Door de verhoging van het aantal woningen ontstaat er naar de mening van deStichting een verdichting op de plaats waar sprake zou moeten zijn van een groeneuitloopzone welke integraal onderdeel zou moeten zijn van het plangebied.e^)verijsselprovincie


In verband daarmede verzoeken zij Gedeputeerde Staten om de overgang van stadnaar platteland conform de uitgangspunten van het streekplan over te laten nemen inhet bestemmingsplan,c. Gelet op het feit dat het aantal verkeersbewegingen op de Vliegveldstraat nu ruimboven de 5.500 verkeersbewegingen zou zitten en omdat dit aantal bij de aansluitingvan de Beneluxlaan op de Deumingerstraat volgens de Stichting aanzienlijk zal gaantoenemen, acht zij het van belang dat op korte termijn wordt gekomen tot doortrekkingvan de Beneluxlaan tussen de Deuningerstraat en de Vliegveldstraat. Zij verzoekt danook om samen met de gemeente <strong>Hengelo</strong> en de gemeente Dinkelland op korte termijnte komen tot vaststelling van dit tracé, waardoor bij overschrijding van het vastgesteldeaantal verkeersbewegingen de verdere uitwerking en aanleg van dit tracé zonderverdere bestuurlijke belemmering kan worden opgepakt.Ad a.De nader uit te werken bestemming geeft een minder duidelijk beeld van de eindsituatie.Wij zijn echter van mening dat de in de voorschriften opgenomen uitwerkingsregels eenDatum goede inrichting van het gebied voldoende garanderen.15.09.2008 in dat verband wordt kortheidshalve verwezen naar de beantwoording van de bedenkingenKenmerk Onder punt 1.2008/0134677 Het noordelijk plandeel wordt begrensd door de <strong>Dalmeden</strong>weg. De aan de zuidzijde vanPagina deze weg gelegen woningen zijn in het plan opgenomen en als zodanig bestemd. Verderzijn de groenzones, die binnen het plangebied zijn opgenomen, zodanig geprojecteerd datdeze tot aan de <strong>Dalmeden</strong>weg doorlopen. Samen met de geprojecteerde nieuwewoonbestemmingen, die deels worden begrensd door een groenbestemming, vormen zijeen goede overgang naar het landelijk gebied.6 Ad b.In de bestuurovereenkomst Ruimte voor Ruimte van maart 2001 is rekening gehouden metuw brief maximaal 400 woningen, waarvan 70 Rood voor Rood objecten. In verband met de05.02.2008 gewijzigde omstandigheden op de woningmarkt en de aanpassing van het woonbeleid zoalsuw kenmerk vastgelegd in de Nota Wonen <strong>Hengelo</strong> 2004 werd begin 2005 door de gemeente <strong>Hengelo</strong>207843 aan ons college gevraagd om in te stemmen met de aanpassing van het genoemdewoningbouwprogramma voor <strong>Dalmeden</strong>. Op 31 maart 2005 werd met de voorgesteldeaanpassing ingestemd. Het aantal Rood voor Rood objecten is daarbij echter ongewijzigdgebleven.In het voorliggende plan is het aantal te realiseren woningen binnen de deelgebieden in devoorschriften vastgelegd op maximaal 521. Wij zijn niet van mening dat deze verhogingvan het maximum aantal te realiseren woningen tot een verdichting leidt die - rekeninghoudend met de gekozen uitgangspunten voor het plangebied <strong>Dalmeden</strong> - ongewenst moetworden geacht.Ad c.Zoals ook aangegeven in de nota behandeling zienswijzen bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> isonder andere door de gemeente <strong>Hengelo</strong> en de provincie de bereidheid uitgesproken vooreen vervolgoverleg over een definitieve oplossing van de verkeersproblematiek rondDeurningen bij het bereiken van een verkeersintensiteit van 7.500 mvt/etm op deVliegveldstraat. Verder is bestuurlijk tussen de gemeenten <strong>Hengelo</strong> en Dinkellandafgesproken dat het verkeer over de Vliegveldstraat wordt gemonitoord. Als monitoring opde Vliegveldstraat sluit op 6500 voertuigen per etmaal of meer zal een samenhangendpakket van maatregelen worden besproken, waarbij opwaardering van de Wiefferweg isuitgesloten.e^verijsselprovincie


Bedenkingen, ingediend door J.P.M. Veldhuis, G. Kamphuis, F.G.J. Kosters, G.B. Heijne en24 medeondertekenaars.Samengevat hebben reclamanten de volgende bedenkingen.a. Omdat hierdoor de onveiligheid en overlast voor aanwonenden, schoolgaande kinderenen voor recreanten toe zullen nemen, vinden reclamanten het niet aanvaardbaar dathet woongebied <strong>Dalmeden</strong> deels via de <strong>Dalmeden</strong>weg wordt ontsloten. Een en anderhoudt mede verband met het feit dat zij tijdens de ontwikkeling van de woonbuurtVossenbelt jarenlang last hebben gehad van bouw- en sluipverkeer. Naar hun meningzijn de <strong>Dalmeden</strong>weg, de Schalmedenweg, de Bornsedijk en de Ossendijk verhardevoormalige landbouwwegen die niet op extra verkeer van het toekomstige woongebied<strong>Dalmeden</strong> zijn berekend.Datum15.09.2008Kenmerk2008/0134677Paginab. Reclamanten zijn van mening dat in het bestemmingsplan onvoldoende rekening isgehouden met een overgangszone tussen de geprojecteerde woningbouw en het dorpDeurningen. Naar hun mening dient elke stad of dorp volgens het Streekplan Overijssel2000+ te zorgen voor een eigen groene stadsrandzone.Zij stellen voor dat de gemeente <strong>Hengelo</strong> langs de gemeentegrens op eigen grond eenstrook van tenminste 200 meter open houdt zonder nieuwbouw en daarbinnen eengroene overgangszone realiseert.Uw brief05.02.2008Uw kenmerk207843c. Er wordt sterk getwijfeld aan de verkeersintensiteit op de Beneluxlaan waar in het planrekening mee wordt gehouden. Opgemerkt wordt dat in 1996 nog rekening werdgehouden met een verkeersintensiteit van 22.000 motorvoertuigen per etmaal, dat inhet voorontwerpbestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> werd uitgaan van 12.500 motorvoertuigenen dat in het voorliggende bestemmingplan in 2020 nog rekening wordt gehouden met4.140 motorvoertuigen per etmaal.Mede gelet op de geprojecteerde woongebieden, bedrijventerrein en de verkeersdrukteop de Bornsestraat en de nabijgelegen afslag van de A-l worden deverkeersintensiteiten, waar in het voorliggende plan rekening mee wordt gehouden,ongeloofwaardig geacht. Om te voorkomen dat de verkeersproblemen op Deurningenworden afgewenteld, pleiten reclamanten sterk voor het verdiept doortrekken van deBeneluxlaan langs de Hasselerbeek.Ada.Zoals aangegeven in hoofdstuk 4.5 van de plantoelichting zal <strong>Dalmeden</strong> op twee plaatsenworden aangesloten op de doorgetrokken Beneluxlaan. Vanuit <strong>Dalmeden</strong> zal er geenautoverbinding worden gemaakt naar de omliggende bestaande wegenstructuur. Wel zullenbestaande woningen gebruik kunnen blijven maken van de <strong>Dalmeden</strong>weg en zullen enkelekavels een uitweg op de <strong>Dalmeden</strong>weg krijgen. In totaal gaat het daarbij echter om eengering aantal woningen. Wel zal het langzaam verkeer gebruik kunnen maken van deomliggende wegenstructuur. Gelet op het vorenstaande zijn wij van mening dat derealisering van het voorliggende plan niet tot onaanvaardbare verkeersoverlast enverkeersonveilige situaties zal leiden.Ad b.Met betrekking tot deze bedenking verwijzen wij kortheidshalve eerst naar debeantwoording van de zienswijze onder 1. Verder merken wij op dat door de gemeente<strong>Hengelo</strong> samen met de gemeente Borne en Dinkelland een integrale visie voor destadsrand van deze gemeenten is opgesteld.e^verijsselprovincie


In deze visie, die een goede doorkijk geeft naar de mogelijke invulling van de toekomstigestadsrand, is ook rekening gehouden met het voorliggende plan.De door reclamanten bedoelde overgangszone van 200 meter achten wij niet noodzakelijk.Datum15.09.2008Kenmerk2008/0134677PaginaAdc.Opgemerkt wordt dat in het bestemmingsplan voor wat betreft de verlengde Beneluxlaanwordt uitgegaan van 4.150 motorvoertuigen per etmaal (gedeelte Deurningerstraat - afslag<strong>Dalmeden</strong>) en 5.280 motorvoertuigen per etmaal (gedeelte afslag <strong>Dalmeden</strong> -Ardennestraat).Uit nadere informatie van de gemeente is gebleken dat de lagere intensiteit verband houdtmet het feit dat in het kader van het voorliggende plan rekening is gehouden met eenander verkeersmodel dan het model dat voorheen werd gehanteerd. In het voorliggendeplan zijn de verkeersintensiteiten bepaald aan de hand van het verkeersmodel 2005-2020.Dit is een regionaal model dat naar de mening van de gemeente een realistischer model isdan het verkeersmodel 2000-2015. Het verkeersmodel 2000-2015, dat voorheen werdgebruikt was een kleiner model met daarin de steden Enschede, Oldenzaal, Borne en<strong>Hengelo</strong>. In dat verkeersmodel werd voor wat betreft de toekomstige ontwikkelingen in debouw en infrastructuur als uitgangspunt het vastgestelde beleid gehanteerd. In dat modelwerd daarnaast echter ook nog rekening gehouden met nog niet vaststaande mogelijkeontwikkelingen.In het model 2005-2020 is uitsluitend met vastgesteld beleid op het gebied vanontwikkelingen in de bouw en infrastructuur rekening gehouden. Verder is in dat model tenopzichte van het model 2000-2015 de autonome groei van het autobezit en autogebruiklager ingeschat en is rekening gehouden met een minder sterke groei van het aantalinwoners en van het aantal arbeidsplaatsen.Wij zien geen aanleiding om aan de nu gehanteerde verkeersintensiteiten te twijfelen.Uw brief05.02.2008Uw kenmerk2078434. Bedenkingen, ingediend door Hendrix UTD B.V. namens G. ten DamReclamant, die aan de noordzijde van het plangebied een agrarisch bedrijf heeft, heeftsamengevat de volgende bedenkingen.a. Reclamant is van mening dat bij de bepaling van de geurbelasting ten onrechte geenrekening is gehouden met de grenzen van het bouwblok.b. Wanneer aan de hand van de dieraantallen die op het bedrijf aanwezig mogen zijn degeurbelasting wordt berekend, dan bedraagt deze ter plaatse van de geprojecteerdewoonbebouwing volgens reclamant maximaal 7,8 OU/m3. Omdat binnen de bebouwdekom maximaal 3 OU/m3 is toegestaan, is er naar zijn mening geen sprake meer vaneen enigszins vloeiende overgang naar het buitengebied zoals bedoeld in hoofdstuk2.7.1 van de plantoelichting. Hij is van mening dat er geen woningen binnen degeurcontour van 3 OU/m3 binnen zijn bedrijf behoren te liggen.c. Het wordt niet juist geacht dat in de nieuwe berekening - die als bijlage bij de "Notabehandeling zienswijzen bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>" is gevoegd - vanwege deontwikkeling van het plan <strong>Dalmeden</strong> rekening is gehouden met een ruwheidslengte van0,5 m in plaats van 0,1 m die door het programma V-Stacks gebied zelf wordtberekend. Naar de mening van reclamant moet voor de bepaling van de ruwheidslengterekening worden gehouden met een gebied met een straal van 1 kilometer rond hetbedrijf. Omdat het gebied <strong>Dalmeden</strong> daar slechts een klein onderdeel van uitmaakt achthij de aanpassing van de ruwheidslengte in de berekening niet juist. Verder vindtreclamant het niet juist dat ondanks de aanpassingen van berekening, de geurbelastingnog 3,59 OU/m3 bedraagt.e^verijsselprovincie


Zolang de geurbelasting voor de bebouwde kom niet door de raad is aangepast, zalnaar zijn mening rekening gehouden moeten worden met de in artikel 3 lid 1 sub a vande Wet geurhinder en veehouderij genoemde waarde.Datum15.09.2008Kenmerk2008/0134677PaginaNaar aanleiding van de bedenkingen merken wij het volgende op.Met betrekking tot de op grond van de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) geldendenormen en de daaruit voortvloeiende afstanden zijn wij van mening dat daarmee ookrekening moet worden gehouden bij besluiten met betrekking tot de vestiging vangeurgevoelige objecten in de nabijheid van een veehouderij. Wij baseren ons daarbij onderandere op de memorie van toelichting op de Wgv (Kamerstuk 2005/2006, 30453, nr. 3).Gelet op de overschrijding van de norm van 3,0 OU/m3 heeft er daarom ambtelijk overlegplaatsgevonden tussen uw gemeente en de provincie. Dit heeft er toe geleid dat degeurbelasting door de gemeente opnieuw is berekend. Daarbij is onder andere rekeninggehouden met de vergunde geuremissie en met een (nader gemotiveerde) ruwheidslengtevan 0,25 m en is gerekend vanuit de grenzen van het bouwvlak van het betreffendeagrarisch bedrijf. Met betrekking tot de ruwheidslengte kan worden opgemerkt dat daarbijenerzijds rekening is gehouden met de effecten als gevolg van de realisering van hetwoongebied <strong>Dalmeden</strong> en anderzijds met het effect van een (nog te realiseren)houtopstand aan de zuidzijde van het agrarisch bedrijf van reclamant.Uit de aangepaste berekening blijkt dat de geurbelasting ter plaatse van het geprojecteerdewoongebied maximaal circa 5,0 OU/m3 bedraagt. Verder is op 9 september 2008door de raad van de gemeente <strong>Hengelo</strong> voor het gebied <strong>Dalmeden</strong> een verordening opgrond van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij vastgesteld, waarin is bepaalddat voor het gebied <strong>Dalmeden</strong> in plaats van de in artikel 3, eerste lid sub a van de Wgvbedoelde waarde (maximaal 3 OU/m.3), een waarde geldt van 5,0 OU/m3.9 De nieuwe berekening en de concept verordening zijn aan reclamant toegezonden. Aanhem is de gelegenheid gegeven om op deze stukken te reageren. Naar aanleiding daarvanuw brief heeft reclamant zijn bedenkingen aangevuld.05.02.2008 in een schrijven d.d. 28 augustus 2008 merkt reclamant op dat er ten tijde van deuw kenmerk vaststelling van het plan geen verordening was vastgesteld. In verband daarmee is hij van207843 mening dat nog steeds moet worden uitgegaan van 3 OU/m3.Verder kan hij zich niet verenigen met de ruwheidslengte die in de nieuwe berekening isgehanteerd. Mede gelet op het feit dat de bedoelde houtopstand na een groeitijd vanongeveer 10 jaar pas enig effect zal hebben, is hij van mening dat uitgegaan dient teworden van de ruwheidslengte die voor het gebied door het programma V-stacksvergunningzelf wordt berekend, te weten 0,100 m.Met betrekking tot de verordening merkt hij op dat hij het niet eens is met de daarinopgenomen constatering dat zijn belangen daardoor niet zouden worden geschaad. Hij isnamelijk van mening dat zijn bedrijf door de overbelaste geursituatie geen enkeleuitbreidingsmogelijkheid meer zal hebben.Wij merken hierbij allereerst op dat het niet onjuist is dat wij in het kader van onzebeslissing rekening houden met nieuwe feiten en omstandigheden. Naar onze meningkunnen wij dus rekening houden met de aangepaste berekening en met de vastgesteldeverordening.Rekening houdend met eerder bedoelde motivering kunnen wij ons verenigen met deruwheidslengte die nu door de gemeente wordt gehanteerd en met de nieuwe berekeningwaarin met deze ruwheidslengte rekening is gehouden.e^)verijsselprovincie


Omdat uit nadere informatie van de gemeente is gebleken dat het voornemen bestaat omde houtopstand zo spoedig mogelijk (zo mogelijk nog dit najaar) in te planten en dat bij dekeuze van de beplanting ook de groeisnelheid zal worden betrokken, zijn wij van meningdat op redelijke termijn de bedoelde effecten zijn te verwachten.Verder zijn wij niet van mening dat de goedkeuring van het voorliggende plan zal leiden toteen onaanvaardbare schade. Indien reclamant van mening is dat hij ten gevolge van hetbestemmingsplan schade zal lijden, dan kan hij een beroep doen op het bepaalde in artikel49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.Gelet op het vorenstaande zij wij van mening dat met de nieuwe berekening en de vastgesteldeverordening enerzijds voldoende rekening is gehouden met de belangen vanreclamant en anderzijds een goed woon- en leefmilieu voldoende is gewaarborgd. Uit eenoogpunt van een goede ruimtelijke ordening achten wij het bestemmingsplan op dit puntdan ook aanvaardbaar.Bedenkingen, ingediend door Robers advocaten medeators, namens BovestGrondexploitatie B.V., Agribo B.V. en namens Gefi Holding B.V.Datum15.09.2008Kenmerk2008/0134677Pagina10Uw brief05.02.2008Uw kenmerk207843Samengevat hebben reclamanten de volgende bedenkingen.a. Reclamanten zijn eigenaar van enkele percelen in het plangebied. Zij zijn van meningdat bij de vaststelling van de bestemmingen, de verschillende eigendomssituaties(mede) bepalend zijn geweest. Zij merken daarbij op dat aan percelen, die in devoorfase van de ontwikkeling van het bestemmingsplan door de gemeente geschiktwerden geacht voor woningbouw, in het voorliggende bestemmingsplan de bestemming"Groen" of "Agrarisch" is gegeven.Ze wijzen in dat verband onder andere op perceel U518 dat in het voorontwerpbestemmingsplanwas bestemd voor "Wonen" en dat in het voorliggende plan de bestemming"Agrarisch" heeft gekregen. Hetzelfde geldt naar hun mening voor een aantal percelenin het centrale deel van het plan "<strong>Dalmeden</strong>". Naar aanleiding van de weerlegging vande zienswijze wordt verder door reclamanten opgemerkt dat op basis van de verwijzingvan de gemeente naar het in de nota van uitgangspunten opgenomen model "Kolonie"niet valt te verklaren waarom ter plaatse van hun gronden is gekozen voor de bestemming"Groen". Verder merken zij in dit verband op dat het gelet op de aanwezigehinderzones meer voor de hand had gelegen om het zuidelijk gedeelte van het centraleplandeel een woonbestemming te geven.Daarnaast wordt opgemerkt dat bij de projectie van de bestemming "Wonen uit tewerken" ter plaatse van perceel U144 onvoldoende rekening is gehouden met de belangenvan reclamanten.b. Reclamanten zijn van mening dat het bestemmingsplan op verschillende punten niet inovereenstemming is met het provinciaal beleid. Ze wijzen daarbij op de randvoorwaardendie voor wat betreft het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" in het Streekplan zijnopgenomen en op de "zone hinderaspecten". Gelet op het Streekplan en het provinciaalbeleid had het naar hun mening meer voor de hand gelegen dat dewoonbestemmingen meer in het centrale plandeel waren geprojecteerd in plaats vanaan de randen.c. Gesteld wordt dat de kosten op het punt van de waterhuishouding bij de keuze van hetuiteindelijke model hoger zijn dan bij de keuze voor de andere modellen. Dit zou instrijd zijn met paragraaf 4.2.6 van de Nota van uitgangspunten.d. Door reclamanten wordt gesteld dat het bestemmingsplan onderdeel uitmaakt van eengrotere planologische ontwikkeling, te weten de invulling van het oorspronkelijkagrarisch gebied dat is gelegen tussen de gemeente <strong>Hengelo</strong> en Borne. In verbanddaarmee zijn zij van mening dat hier sprake is van een MER-plichtige activiteit.e^verijsselprovincie


Ook het feit dat deze gebieden vanouds waren gelegen buiten de zogenaamde "rodecontour" van het streekplan zou hiervoor pleiten.Datum15.09.2008Kenmerk2008/0134677PaginaAd a.Zoals ook vermeld in de toelichting van het voorliggende bestemmingsplan is op 1 februari2005 de "Nota van uitgangspunten <strong>Dalmeden</strong>" door de gemeenteraad vastgesteld. In dezenota is de visie op de woonwijk <strong>Dalmeden</strong> beschreven en zijn enkeleontwikkelingsmodellen opgenomen. Uit die modellen is één voorkeursmodel geselecteerddat verder is uitgewerkt. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het voorlopig stedenbouwkundigontwerp. Het voorlopig stedenbouwkundig ontwerp en de nota van uitgangspunten hebbende basis gevormd voor het bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>. Hoewel in het voorlopigstedenbouwkundig ontwerp de verschillende woongebieden meer exact zijn aangegeven,heeft het plangebied in het voorontwerp-bestemmingsplan grotendeels de bestemming"Woondoeleinden uit te werken" gekregen. Mede naar aanleiding van opmerkingen diedaaromtrent in het kader van het vooroverleg zijn gemaakt is door de gemeenteraadgekozen voor een meer uitgewerkt en op onderdelen aangepast bestemmingsplan. Zo is decentraal in het plangebied geprojecteerde landschapszone in het voorliggende plangedetailleerd bestemd en zijn de bestemmingen ter plaatse van de overgangszones naarhet buitengebied meer gedetailleerd aangegeven. Daarbij is onder andere rekeninggehouden met het in 2005 vastgestelde voorlopig stedenbouwkundig ontwerp <strong>Dalmeden</strong>zoals dat is opgenomen in hoofdstuk 5.6 van de plantoelichting.Gelet op het vorenstaande kan worden gesteld dat de gekozen stedenbouwkundige opzeten de daaruit voortvloeiende bestemmingen in hoofdlijnen voldoende zijn gemotiveerd.Verder is uit de stukken niet gebleken dat bij het projecteren van de verschillendebestemmingen economische motieven een overwegende rol hebben gespeeld.u Ad b.Zoals reeds aangegeven met betrekking tot de bedenkingen onder 1, zijn wij van meninguw brief dat in het plan voldoende rekening is gehouden met de bedoelde geleidelijke overgang.05.02.2008 Verder sluiten de planvoorschriften ongewenste ontwikkelingen binnen de zones met deuw kenmerk aanduiding "Zone hinderaspecten" voldoende uit. In dit verband wordt nog opgemerkt dat207843 de hoogspanningsleiding en de dpo-leiding zullen worden verplaatst en buiten het geprojecteerdewoongebied komen te liggen. In verband daarmee vormen ze geen belemmeringvoor de geprojecteerde bestemmingen.Ad c.Dat een model op het punt van de waterhuishouding niet de laagste inkomsten met zichmeebrengt behoeft op zich niet te betekenen dat dat model niet duurzaam is.Ad d.Wij zijn van mening dat het hier gaat om een zelfstandige ontwikkeling en dat er geensprake is van een zodanige samenhang met andere ontwikkelingen dat hier - mede geletop de capaciteit van het onderhavige plan - geen sprake is van een MER-plichtige activiteit.6. Bedenkingen, ingediend door Daniels Huisman Advocaten Notaris namens LM. Buchholz.Samengevat heeft reclamant de volgende bedenkingen.Reclamant heeft medio juni 2005 grond aangekocht van de gemeente, terwijl op 31 mei2006 een bouwvergunning is afgegeven voor de bouw van een woning.e^)veiïjsselprovincie


«te,Datum15.09.2008Kenmerk2008/0134677Pagina12Ten tijde van de artikel 19 WRO-procedure ging de gemeente er volgens reclamant vanuitdat zijn perceel en dat van zijn buurman onderdeel zouden gaan uitmaken van hetdeelgebied "Bos". Kenmerk van het deelgebied bos is dat er in het algemeen tussen allekavels rekening wordt gehouden met bosstroken van minimaal 10 meter (aan elke kantvan de erfscheiding 5 meter). Omdat reclamant tijdens de levering van de bouwkavelervan uit is gegaan dat zijn kavel binnen het deelgebied "Bos" zou zijn gelegen en omdathij in de aanloopfase van de bouw van zijn woning, door de gemeente is gehouden aan derichtlijnen voor het deelgebeid "Bos", kan hij zich niet verenigen met het feit dat zijn kavelin het voorliggende bestemmingsplan buiten het deelgebied Bos is gelaten en dat inverband daarmee ter plaatse van zijn woning de regels niet (meer) gelden waarmee hijtijdens de bouw van zijn woning rekening mee heeft moeten houden. In het voorliggendeplan dient de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 2meter te bedragen, terwijl er voor bijgebouwen geen minimum afstandsmaat tot deperceelsgrens geldt. In verband met het vorenstaande is reclamant bevreesd voor ernstigwaardeverlies van zijn woning.Naar aanleiding van deze bedenkingen merken wij op dat de woningen van reclamant enzijn buurman vooruitlopend op de planprocedure van het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" opbasis van een artikel 19 lid 1 WRO procedure zijn gerealiseerd. Ten tijde van de afgifte vande bouwvergunning (31 mei 2006) verkeerde het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" nog in devoorontwerp-fase en werd er nog vanuit gegaan dat de percelen van reclamant en zijnbuurman onderdeel uit zouden gaan maken van het deelgebied "Bos".Tijdens het planproces is de visie echter op onderdelen gewijzigd en is er onder anderevoor gekozen om de het perceel van reclamant buiten het deelgebied "Bos" te laten.Dat in bestemmingsplan tijdens het planproces op onderdelne wordt aangepast en/ofgewijzigd vinden wij niet onjuist. De nu geprojecteerde bestemming achten wij uit eenoogpunt van een goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar.Uw brief05.02.2008Uw kenmerk2078437. Bedenkingen, ingediend door J.H.R.M. Huisken, Krombekkenweg 10, 7559 PV <strong>Hengelo</strong>.Samengevat heeft reclamant de volgende bedenkingen.Reclamant kan zich niet verenigen met de geprojecteerde ontsluitingsweg die aan dewestzijde van het plan, op een afstand van circa 20 meter van zijn woonperceel is geprojecteerd.Mede gelet op het feit dat deze weg op circa 50 centimeter boven het maaiveldzal worden aangelegd en omdat er ter hoogte van zijn woning een T-splitsing is gepland,vreest hij geluidsoverlast en overlast van lampen van auto's die in zijn woonkamer zullenschijnen. Naar zijn mening is geluids- en lichtoverlast te voorkomen door deontsluitingsweg parallel aan de nieuw geplande beek te projecteren of door deontsluitingsweg niet verhoogd, maar op maaiveldniveau (of verdiept) aan te leggen.Wij merken hierbij op dat uit hoofdstuk 3.2 van de bij het plan gevoegde Milieuaspectenstudieblijkt dat de geluidsbelasting als gevolg van de geprojecteerde ontsluitingsweg opeen afstand van 20 meter van de weg maximaal 48 dB zal bedragen. Hieruit blijkt dus datde wettelijke grenswaarde ter plaatse van het perceel van reclamant niet wordtoverschreden.Met betrekking tot de lichtoverlast wordt opgemerkt dat door de betreffende weg maximaal100 woningen zullen worden ontsloten. Gelet op het relatief geringe aantal auto's dat inverband daarmee de geprojecteerde T-spliting zal passeren, zal er geen sprake zijn vanonaanvaardbare lichtoverlast.Gelet op het bovenstaande achten wij de geprojecteerde weg vanuit een oogpunt van eengoede ruimtelijke ordening aanvaardbaar.e^)verijsselprovincie


Gelet op het bovenstaande achten wij de bedenkingen van de onder 1, 2, 3 en 5 vermeldereclamanten deels gegrond en voor het overige ongegrond.De bedenkingen van de overige reclamanten achten wij ongegrond.Wij vinden het noodzakelijk dat in afstemming met de gemeente Dinkelland een goedeovergang "stad-land" wordt bewerkstelligd.5. BESLUITGelet op het bovenstaande en het bepaalde in artikel 28 van de Wet op de RuimtelijkeOrdening besluiten wij:Datum15.09.2008Kenmerk2008/0134677PaginaI. HET BESTEMMINGSPLAN "DALMEDEN" GOED TE KEUREN BEHOUDENS- het rood omrande deel op blad nr. 2/2 van de plankaart;- artikel 3 lid 3.1. sub a, b, c, d, f, h en I (Wonen uit te werken) van de voorschriften voorzover die onderdelen betrekking hebben op het met blauw omlijnde deel op blad nr. 2/2van de plankaart;- artikel 11 lid 11.1 sub b (Leiding (dubbelbestemming)) voor zover dit onderdeelbetrekking heeft op de met rood omlijnde delen op blad 1/2 van de plankaart;- artikel 3 lid 3.1. sub a en b, van de voorschriften voor zover die onderdelen betrekkinghebben op de met rood omlijnde delen van blad nr. 1/2 van de plankaart;II. DE BEDENKINGEN VAN DE ONDER 1, 2, 3 en 5 VERMELDE RECLAMANTEN DEELSGEGROND EN VOOR HET OVERIGE ONGEGROND TE VERKLAREN;DE BEDENKINGEN VAN DE OVERIGE RECLAMANTEN ONGEGROND TE VERKLAREN.13Uw brief05.02.2008Uw kenmerk207843III.TE BEPALEN DAT BESLUITEN TOT UITWERKING VAN DIT BESTEMMINGSPLAN EX ARTIKEL11 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING, MET INACHTNEMING VAN DE IN ARTIKEL11 LID 7 WRO GESTELDE VOORWAARDEN, GEEN GOEDKEURING VAN ONS BEHOEVEN;IV. een exemplaar van dit besluit te zenden aan de gemeenteraad van de gemeente <strong>Hengelo</strong>,met bijvoeging van het besluit tot vaststelling van het plan, de plankaart en debijbehorende voorschriften, voorzien van het bewijs van onze goedkeuring;V. een afschrift van dit besluit te zenden aan;a) de Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving (Subcommissie);b) VROM, Inspectie Oost;c) Overijssels Dijkgraven Overleg (ODO);d) de eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid (werkarchief), met bijvoeging van deonder II. genoemde, gewaarmerkte stukken;e) de onder 4 genoemde reclamanten.f') de Statencommissie Ruimte, Wateren Duurzaamheid.Gedeputeerde Staten vaa


Dienst / Sector: SPP/ROV <strong>Hengelo</strong>,Registratienummer: 186115 Raadsvergadering d.d. 29 januari 2008Agendanummer: C4Portefeuillehouder: WeberOnderwerp: Vaststelling bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>WIJ STELLEN U VOOR:1. met overname van de motivering zoals vervat in de "nota behandeling zienswijzenbestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>", welke nota wordt geacht van dit besluit deel uit te maken, in testemmen met de behandeling van de zienswijzen zoals in deze nota is opgenomen; ]2. in het ontwerp bestemmingsplan de wijzigingen aan te brengen zoals opgenomen in de "Staatvan wijzigingen bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>" welke staat wordt geacht van dit besluit deel uit te ;maken en;3. het bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> vast te stellen overeenkomstig tekening nummers sv-991-RBK- •0002 en sv-991-MIZ-0001 en de daarbij behorende voorschriften.1hOVERWEGINGENZienswijzenNa voorafgaande publicatie in het <strong>Hengelo</strong>'s weekblad van 26 juni 2007 heeft het ontwerp bestemmingsplan<strong>Dalmeden</strong> van 27 juni 2007 tot en met 7 augustus 2007 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende dezetermijn zijn negen zienswijzen tegen het ontwerp bestemmingsplan ingediend. Deze zijn alle ontvankelijk.Buiten de termijn van terinzagelegging is een zienswijze ingediend door de gemeente Dinkelland. Dezezienswijze zou als niet-ontvankelijk moeten worden aangemerkt. De gemeente Dinkelland is zich bewust vanhet feit dat de zienswijze buiten de termijn is ingediend maar voert in de zienswijze redenen aan voor de telate indiening. De redenen betreffen afspraken met de gemeente <strong>Hengelo</strong> over terugkoppeling met degemeente Dinkelland over het ontwerpbestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>. Deze afspraken zijn door de gemeente<strong>Hengelo</strong> abusievelijk niet nagekomen. De door de gemeente Dinkelland aangevoerde argumenten achten wijvan zodanig gewicht dat de overschrijding van de termijn verschoonbaar wordt geacht. Voorgesteld wordtde zienswijze ontvankelijk te verklaren. Daarmee komt het aantal zienswijzen op tien.In de bijgevoegde "nota behandeling zienswijzen bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>" is de inhoud van dezienswijzen verkort weergegeven en van commentaar voorzien. Een exemplaar van deze nota is bij destukken gevoegd. Naar aanleiding van enkele ingediende zienswijzen wordt voorgesteld het ontwerpbestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> op enkele punten te wijzigen. Tevens worden ambtshalve enkele wijzigingenvoorgesteld.Voor het overige wordt verwezen naar het bijgaande bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>.Wijzigingen t.o.v. het ontwerp bestemmingsplanIn het bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> worden ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan een aantalwijzigingen voorgesteld. Voor een volledig overzicht van aile voorgestelde wijzigingen wordt verwezen naarde bijgevoegde "Staat van wijzigingen bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>".Zienswijze/Overleg met DinkellandEr heeft op 7 november 2007 een bestuurlijk overleg met de gemeente Dinkelland plaatsgevonden waarinverschillende zaken zijn besproken. De gemeente Dinkelland is van mening dat de afstand van 10 meter vande gemeentegrens van Dinkelland tot de bouwvlakken van <strong>Dalmeden</strong> onvoldoende is. De gemeenteDinkelland is bang voor verrommeling aan de achterzijde van de kavels aan de gemeentegrens. Degemeente Dinkelland is van mening dat de afstand van de gemeentegrens tot de kavelgrens circa 50 meterdient te zijn aan de oostkant, mogelijk hier en daar verspringend tot 35 meter. Van bestuurlijke zijde van


<strong>Hengelo</strong> is aangegeven dat vanwege de kwaliteitsgedachte onderzocht wordt om een dergelijke strook langs 6de oostrand van het plangebied <strong>Dalmeden</strong> te realiseren. Dit onderzoek heeft geresulteerd in eenschetsontwerp voor de oostrand (bijgevoegd als bijlage). In dit schetsontwerp is rekening gehouden met alle 2uitwerkingsregels. Deze betreffen ondermeer de inrichting van de randzone met Dinkelland en dat deze zoneeen gevarieerde aanblik krijgt met verschillende types beplanting, open ruimten, water en doorzichten. 2Bij brief d.d. 28 november 2007 (nummer 2007094288) heeft het college van burgemeester en wethouders 0van Dinkelland de in het overleg van 7 november gemaakte afspraken vastgelegd. In dat gesprek is volgens Qde gemeente Dinkelland afgesproken dat het ontwerp-bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> in die zin wordt ;faangepast dat:voorgeschreven wordt dat de betreffende woningen in de overgangszone (met de voorgevel) ïgeoriënteerd moeten zijn op het buitengebied, een en ander ter voorkoming van achterkantsituaties 2op en nabij de gemeentegrens; 2de gemeente <strong>Hengelo</strong> er naar streeft een strook van 50 meter, gelegen tussen de voortuinen van de !:>genoemde (maximaal) 9 woningen en de gemeentegrens, te reserveren voor groen c.q. als openbaar],gebied.FiIn reactie hierop wordt opgemerkt dat bij de uitwerkingsplannen bekeken zal worden of rekening gehouden IJkan worden met de oriëntatie van de betreffende woningen op het buitengebied. Indien mogelijk zal dit in IJhet uitwerkingsplan worden geregeld. Zonodig zullen aanvullende voorwaarden in het kavelpaspoort worden ,ïopgenomen. Wat betreft het onbebouwd laten van de randzone (de wens van Dinkelland is 50 meter) is van ƒbestuurlijke zijde van <strong>Hengelo</strong> aangegeven dat de mogelijkheden hiertoe nader bekeken zouden worden. &0In een ambtelijk overleg d.d. 4 december 2007 is het genoemde schetsontwerp met daarbij een aantal foto's4toegelicht. Aangegeven is op welke wijze in de uitwerkingsplannen de overgangszone (randzone) globaal oingevuld zou kunnen worden. Hieruit blijkt dat ernaar is gestreefd aan de wensen van de gemeenteDinkelland tegemoetgekomen. In het schetsontwerp is een randzone (groen + openbaar gebied) opgenomendie in breedte varieert tussen de 10 en 50 meter. Er zijn doorzichten opgenomen, de (verlegde) beek isaangegeven, de woonkavels zijn omgeven door een haag van tenminste 2 meter etc. Met het voorliggendeschetsontwerp, dat een redelijk beeld geeft van de toekomstige uitwerking, wordt een invulling gegeven dienaar onze mening voldoende recht doet aan de gemaakte bestuurlijke afspraken.Vooruitlopend op de uitwerking wordt, mede naar aanleiding van de zienswijze van de gemeente Dinkellanden de Stichting Dorpsbelang Deumingen, voorgesteld om een groot deel van de randzone in het vast testellen bestemmingsplan al een groenbestemming te geven. Op deze wijze is een onbebouwde zone langshet grootste deel van de randzone gewaarborgd. In het ambtelijk overleg van 4 december 2007 is bovendienafgesproken dat het uitwerkingsplan voor de overgangszone, voordat het ter inzage wordt gelegd, eerst metde gemeente Dinkelland wordt besproken.Burgemeester en wethouders van <strong>Hengelo</strong>,de secretaris,de burgemeester,Ir. Wimjoost LichtDrs. Frank A.M. Kerckhaert


. Dienst/Sector : SPP/ROVReg.nr. : 186115oDe' raad der gemeente <strong>Hengelo</strong>;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van SPP/ROV onder nummer 186115besluit:1. met overname van de motivering zoals vervat in de "nota behandeling zienswijzenbestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>", welke nota wordt geacht van dit besluit deel uit te maken, in te :»stemmen met de behandeling van de zienswijzen zoals in deze nota is opgenomen; !,«2. in het ontwerp bestemmingsplan de wijzigingen aan te brengen zoals opgenomen in de "Staat }•van wijzigingen bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>" welke staat wordt geacht van dit besluit deel uit te |maken en; |3. het bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> gewijzigd vast te stellen overeenkomstig tekening nummers sv- - ;i991-RBK-0002 en sv-991-MIZ-OOOl en de daarbij behorende voorschriften. $Aldus gedaan door de raad der gemeente <strong>Hengelo</strong>in zijn openbare vergadering van 29 januari 2008/ . , ; - / / . voorzittergriffierq.o x


Gedeputeerde Staten hebben bij besluit van 15 september 2008,kenmerk 2008/0134677 besloten, het bestemmingsplan"balmeden" goed te keuren behoudens- het rood omrande deel op blad 2/2 van de plankaart;- artikel 3 lid 3.1 sub a, b, c, d, f, h en I (Wonen uit te werken)van de voorschriften voor zover die onderdelen betrekking hebbenop het met blauw omlijnde deel op blad nr. 2/2 van de plankaart;- artikel 11 lid 11.1 sub b (Leiding (dubbelbestemming)) van devoorschriften voor zover dit onderdeel betrekking heeft op de methet rood omlijnde delen van blad nr. 1/2 van de plankaart;- artikel 3 lid 3.1 sub a en b (Wonen uit te werken) van de voorschriftenvoor zover die onderdelen betrekking hebben op de metrood omlijnde delen van blad nr. 1/2 van de plankaart,TE BEPALEN DAT BESLUITEN TOT UITWERKING VAN DIT BESTEMMINGSPLANEX ARTIKEL 11 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING, MET INACHTNEMINGVAN DE IN ARTIKEL 11 LID 7 WRO GESTELDE VOORWAARDEN, GEEN GOEDKEURINGVAN ONS COLLEGE BEHOEVEN;Gedeputeerde Staten voornoemdvoorzitter,secretaris,\o,V'/P/lc, 0 -^


OOSTAAT VAN WIJZIGINGENBESTEMMINGSPLAN DALMEDENJ'S3.Behoort bij besluit van de raadder gemeente i <strong>Hengelo</strong> d.d. 2a - / - 20o8Dienst/Sectont¥<strong>Hengelo</strong>, 10 december 2007


oSTAAT VAN WIJZIGINGEN BESTEMMINGSPLAN DALMEDENA. WIJZIGINGEN PLANKAART NAAR AANLEIDING VAN ZIENSWIJZEN 21. De aanduiding W-U (X) is veranderd in W-U (XI) U2. De aanduiding W-U (XI) is veranderd in W-U (XII) U3. Langs een de oostrand (grenzend aan de gemeentegrens met Dinkelland) van hetöplangebied wordt een deel van de bestemming "wonen uit te werken" -zdeelgebied XI gewijzigd in de bestemming "groen".•>'SrB. WIJZIGINGEN VOORSCHRIFTEN NAAR AANLEIDING VAN ZIENSWIJZEN f1. In artikel 3.2.4 wordt "(W-U X)" vervangen door "(W-U XI)";2. In artikel 3.2.5 wordt "(W-U XI)" vervangen door "(W-U XII)"; 0C. AMBTSHALVE WIJZIGINGEN VOORSCHRIFTEN |1. In artikel 1 onder 2 is het tekeningnummer van de plankaart gewijzigd; - ;i2. In artikel 3.2.1 is het deel "...Woondoeleinden (W-U I t/m XII) .." vervangen door k"....Woondoeleinden, nader aangeduid als W-U I t/m XIII ....". ;|3. In artikel 3.2.1 onder a is een deel van de bepaling geschrapt; cl4. In artikel 3.2.1 onder b is "gebouwen" gewijzigd in "hoofdgebouwen";5. Artikel 3.2.2 onder b is vervallen.6. In artikel 4.2.1 onder a wordt "hoofgebouwen" veranderd in "gebouwen";7. Artikel 4.2.1 onder c wordt gewijzigd in: "De maximale bouw- en/of goothoogtevan hoofdgebouwen wordt op de plankaart aangegeven."8. Artikel 4.2.1 onder b: Indien er binnen een bouwvlak een tweede hoofdgebouwwordt opgericht dient deze minimaal 5 meter achter de voorgevel of hetverlengde van het eerste hoofdgebouw te zijn gelegen en dient deze qua bouwengoothoogte minimaal 3 meter lager te zijn dan de op de plankaart aangegevenmaximale bouw- en goothoogte.9. In artikel 4.2.1 onder e wordt "1 meter" veranderd in "2 meter";10. Artikel 4.2.1 onder i is vervangen door "De bebouwde oppervlakte mag perbouwperceel niet meer dan het op de plankaart aangegevenbebouwingspercentage bedragen, dan wel de bestaande bebouwde oppervlakteindien deze meer bedraagt.";11. Artikel 6 onder a is aangepast.D. AMBTSHALVE WIJZIGINGEN PLANKAART:1. Tekeningnummer van plankaart gewijzigd;2. Legenda aangevuld met aanduidingen voor bouwvlak, deelgebieden Uit te werkenWonen, artikelnummers toegevoegd aan bestemmingen;3. Een aantal bouwclaims zijn als de bestemming "Wonen" (met bouwvlak) op deplankaart opgenomen;4. Een aantal bouwvlakken met de bestemming wonen is marginaal aangepast;5. De aanduiding voor de bestaande hoogspanningsleiding is verwijderd;6. het tracé van de toekomstige hoogspanningsleiding en brandstofleiding isaangepast;7. Een deel van de bestemming Uit te Werken Wonen (X) is gewijzigd in debestemming Uit te werken Wonen (XIII);8. Het bouwvlak van de bestemming Wonen op perceel <strong>Dalmeden</strong>weg 5 is ietsaangepast;E. TOELICHTING1. De toelichting wordt op een aantal punten aangevuld/gewijzigd.2


BIJLAGE(N) ALLEEN ALS ORIGINEEL BESCHIKBAAR


GECORRIGEERD EXEMPLAARStuknummer: 375814Registratiedatum: 29/07/2010Luttenbergstraat 2Postbus 100788000 GB ZwolleTelefoon 038 499 88 99Fax 038 425 48 88overijssel.nlpostbus@overijssel. n IRABO Zwolle 39 73 41 121De raad van de gemeente <strong>Hengelo</strong>Postbus 187550 AA HENGELOInlichtingen bijmw. T. Drinttelefoon 038 499 81 63T.Drint@overijssel.nlNieuw besluit ten aanzien van deelgebieden Meander en Stromen van het bestemmingsplan"<strong>Dalmeden</strong>", gemeente <strong>Hengelo</strong>.Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina1Uw briefUw kenmerk1. algemeenBij besluit van 6 januari 2010 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van Stateons besluit d.d. 15 September 2008 kenmerk 2008/0134677 tot gedeeltelijke goedkeuring vanhet bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" vernietigd, voor zover dit besluit betrekking heeft op hetplandeel met de bestemming 'wonen - uit te werken' wat betreft de deelgebieden Meander enStromen.Het besluit tot gedeeltelijke goedkeuring is door de Afdeling Bestuursrechtspraak voor hetoverige in stand gelaten. Dit betekent dat het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" voor zover hetplan door ons is goedgekeurd onherroepelijk is, met uitzondering van de bestemming 'wonen- uit te werken' wat betreft de deelgebieden Meander en Stromen.Omdat de Afdeling Bestuursrechtspraak niet zelf in de zaak heeft voorzien, moeten wij voordat deel van het bestemmingsplan waarvoor ons besluit is vernietigd, een nieuw besluitnemen. Daarbij moeten wij ook opnieuw een uitspraak doen over de bedenkingen die indertijdtegen dit onderdeel van het bestemmingsplan zijn ingediend. Nu ons goedkeuringsbesluitdeels vernietigd is wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht(ondeugdelijke motivering), is er ruimte om over te gaan tot het opnieuw goedkeuren vandeze plandelen mits de motivering aangevuld en verbeterd wordt.Wij zien geen aanleiding om ten behoeve van het nieuwe besluit over de deelgebiedenMeander en Stromen opnieuw het advies in te winnen van de Provinciale Commissie voor deFysieke Leefomgeving.Burgemeester en Wethouders van <strong>Hengelo</strong> hebben ons bij brief van 23 februari 2010 kenmerk345132 verzocht om het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" voor zover het de bestemming 'wonen- uit te werken' in de deelgebieden Stromen en Meander betreft op een klein gedeelte na,opnieuw goed te keuren en daarbij de argumenten te betrekken die zij in deze briefaanvoeren. Burgemeester en Wethouders hebben ons verzocht om goedkeuring te onthoudenaan dat deel van deelgebied Meander dat valt binnen de 5 OU/m3-contour zoals die berekendis op basis van de huidige milieuvergunning van het agrarische bedrijf aan de Schalmedenweg21 te <strong>Hengelo</strong> (het bedrijf van de heer G.F.A. ten Dam), omdat daar niet kan worden voldaanaan de norm van de gemeentelijke Geurverordening.Gelet op het uitdrukkelijke verzoek van Burgemeester en Wethouders om aan een deel vanhet plangebied Meander en Stromen goedkeuring te onthouden, zien wij geen aanleiding omde gemeente <strong>Hengelo</strong> hierover gelegenheid te bieden voor overleg als bedoeld in artikel 10:30van de Algemene wet bestuursrecht.BijlagenDatum verzendinge^)verijsselprovincie


2. planbeschrijvingHet bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" voorziet in de realisatie van een nieuwe woonwijk aan denoordzijde van <strong>Hengelo</strong>. Het plan voorziet met name in royale woonkavels waarmee in hetduurdere segment kan worden voorzien. Het totale plangebied heeft een oppervlakte vanongeveer 70 ha. Het is de bedoeling om daarbinnen ongeveer 520 woningen te realiseren.De deelgebieden Meander en Stromen liggen in het noordwestelijk deel van het plangebied<strong>Dalmeden</strong>.Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina2Uw kenmerkHet deelgebied Meander ten westen van de centrale open ruimte (Weide) die centraal in hetplangebied <strong>Dalmeden</strong> is geprojecteerd. Voor de stedenbouwkundige inrichting wordtteruggegrepen op bestaande patronen in het gebied, namelijk het beekdal en de bestaandenoordzuidgerichte kavelrichting. Het is de bedoeling hier vier afzonderlijke woonbuurten terealiseren die zich richten naar de ontsluitingswegen, de streken. Het beekdal dringt metuitlopers ver in de woonbuurten door. De uitlopers krijgen een functie voor de waterafvoer. Inhet beekdal zelf liggen rivierduinen (donken) waarop ook woningen kunnen worden gebouwd,die bij hoge waterstanden als eilanden door water zijn omgeven. Het bestemmingsplan maaktin de woonbuurt Meander Noord ongeveer 70 woningen mogelijk, in de woonbuurt Donkenongeveer 40, in de woonbuurt Meander Zuidwest ongeveer 58 woningen en de woonbuurtMeander Zuid ongeveer 30. In totaal kunnen in het deelgebied ongeveer 196 woningenworden gerealiseerd, maar de gemeente houdt rekening met de mogelijkheid dat het aantaluiteindelijk lager zal uitvallen.Het deelgebied Stromen ligt het meest westelijk en is vrij laag gelegen. De gemeente wil deopenheid zoveel mogelijk handhaven en kiest ervoor om het aantal woningen beperkt tehouden. Het vloerpeil van de woningen wordt enigszins opgetild ten opzichte van hetomringende veld door te bouwen op terpen of door het gebouw op poten te zetten. In ditdeelgebied is de bouw van ongeveer 40 woningen voorzien. Ook voor dit deelgebied geldt datde gemeente verwacht dat er uiteindelijk minder woningen gerealiseerd zullen worden.Ten noorden van de toekomstige woonwijk <strong>Dalmeden</strong> is aan de Schalmedenweg 21 te <strong>Hengelo</strong>een agrarisch bedrijf aanwezig waar vleesvarkens en vleesstieren worden gehouden. Voor ditbedrijf is op grand van de geldende milieuvergunning een stankcirkel vastgesteld die over eendeel van de nieuwe woonwijk valt. Ten tijde van het eerdere goedkeuringsbesluit beschiktehet bedrijf over een milieuvergunning voor het houden van 782 vleesvarkens in traditionelehuisvesting, van 115 vleesvarkens in emissie-arme huisvesting en van 184 vleesstieren. Opgrand van de geuremissie van deze vergunde dieren en staltypen, is de geurconcentratie in dedeelgebieden Meander en Stromen berekend op minder dan 5 OU/m3. Lopende het beroeptegen het goedkeuringsbesluit heeft het bedrijf een nieuwe milieuvergunning aangevraagd. Op8 juli 2009 is een nieuwe milieuvergunning verleend waardoor het bedrijf extra vee kanhouden (168 extra vleesstieren) en waardoor de geuremissie is toegenomen. De gemeenteheeft met behulp van de methode V-Stacks Gebied opnieuw de 5 OU/m3-contour berekend.Geconstateerd moet worden dat deze contour voor een deel over het deelgebied Meanderkomt te liggen.3. voorafgaande procedureDe raad van de gemeente <strong>Hengelo</strong> heeft op 29 januari 2008 het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>"gewijzigd vastgesteld. Wij hebben het plan op 5 februari 2008 ter goedkeuring ontvangen. Hetvastgestelde bestemmingsplan heeft met ingang van 6 februari 2008 gedurende 6 weken terinzage gelegen.Tijdens de beoordeling van het vastgestelde bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" is naar aanleidingvan de ingebrachte bedenkingen door de provinciale diensten vastgesteld dat voor dewoningen die vallen binnen deze stankcirkel niet wordt voldaan aan de normen voorstankhinder zoals die zijn vastgelegd in de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv). De wet gaatvoor woningen binnen de bebouwde kom uit van een norm van 3,0 OU/m3.e^)verijsselprovincie


Vervolgens heeft de gemeente nieuwe berekeningen laten maken waaruit blijkt dat ter plaatsevan het geprojecteerde woongebied de geurbelasting ongeveer 5,0 OU/m3 bedraagt. In dezeberekening is bij het bepalen van de factor "ruwheidslengte" rekening gehouden met een (nogte realiseren) houtsingel aan de zuidzijde van het agrarisch bedrijf aan de Schalmedenweg 21en de effecten als gevolg van de woningbouw in het gebied <strong>Dalmeden</strong>. "Ruwheidslengte" is deparameter voor wrijving in luchtstromen door obstakels waardoor er verdunning optreedt in desamenstelling van de lucht en daardoor in de stankbelasting.De raad van de gemeente <strong>Hengelo</strong> heeft op 9 September 2008 een geurverordeningvastgesteld op grond van artikel 6 Wgv waarin is bepaald dat voor het gebied <strong>Dalmeden</strong> inplaats van de in artikel 3 lid 1 sub a Wgv genoemde norm van 3 OU/m3 een waarde maggelden van 5,0 OU/m3. Deze verordening is gepubliceerd op 18 november 2008.Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina3Uw kenmerkBinnen de termijn van terinzageligging van het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" zijn 7 brievenmet bedenkingen binnengekomen. In ons besluit van 15 September 2008, kenmerk2008/0134677, hebben wij geconstateerd dat een deel van deze bedenkingen gegrond zijn enaanleiding geven om aan onderdelen van het bestemmingsplan goedkeuring te onthouden. Deonthouding van goedkeuring heeft betrekking op enkele onderdelen van de voorschriften endelen op de plankaart die met rood zijn omlijnd. Bij ons besluit over de goedkeuring van hetbestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" hebben wij rekening gehouden met de vaststelling van degemeentelijke Geurverordening. Dit betekent dat wij zijn uitgegaan van een norm van 5,0OU/m3 als aanvaardbare geurbelasting binnen het woongebied <strong>Dalmeden</strong>, in het bijzonder inde deelgebieden Meander en Stromen.Tegen ons besluit om het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" grotendeels goed te keuren is dooreen aantal reclamanten beroep ingesteld. Van de ingestelde beroepen zijn in de loop van deprocedure ook weer een aantal ingetrokken. Uiteindelijk is alleen het beroep dat is ingesteldnamens de heer G.F.A. ten Dam gehandhaafd.De heer Ten Dam betoogt dat wij ten onrechte goedkeuring hebben verleend aan het plandeelmet de bestemming 'wonen - uit te werken' voor zover dit ziet op de plandelen Meander enWonen, die zijn gelegen in de nabijheid van zijn veehouderij. Volgens hem zal ter plaatse vande woningen geen goed woon- en leefklimaat kunnen worden gerealiseerd. In dit verbandwijst hij er ondermeer op dat geen onderzoek is verricht naar de cumulatie van stankhinder inverband met de overige veehouderijen in de nabijheid van het plangebied. Ook wijst hij eropdat geurverordening die op 9 September 2008 door de raad is vastgesteld, ten tijde van hetnemen van het goedkeuringsbesluit nog niet was bekendgemaakt en nog geen gelding had.Op 6 januari 2010 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraakgedaan op het beroep van de heer Ten Dam. Zijn beroep is gegrond verklaard. Vervolgens isons besluit tot gedeeltelijke goedkeuring van het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" vernietigdvoor zover dit betrekking heeft op het plandeel met de bestemming 'wonen - uit te werken',wat betreft de deelgebieden Meander en Stromen.De Afdeling Bestuursrechtspraak heeft daarbij overwogen dat indien de voor veehouderijentoepasselijke individuele geurnorm wordt overschreden, dit niet met zich meebrengt dat geensprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Evenmin kan er zonder meer vanuitworden gegaan dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan wordengerealiseerd als de voor veehouderijen toepasselijke individuele norm niet wordtoverschreden. De Afdeling Bestuursrechtspraak doet geen uitspraak over de vraag of in ditgeval ten tijde van het goedkeuringsbesluit de wettelijke norm van artikel 3 lid 1 van de Wetgeurhinder en veehouderij van toepassing is of de norm zoals is vastgelegd in degemeentelijke geurverordening. De Afdeling is van oordeel dat inzichtelijk had moeten wordengemaakt in hoeverre ter plaatse van het plangebied een aanvaardbaar woon- en leefklimaatkan worden gerealiseerd. Ook als in een verordening bepaalde geurnormen zijn vastgelegd,moet inzichtelijk zijn dat de toegestane milieubelasting in overeenstemming is met eeninrichting van het gebied die uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordeningaanvaardbaar is.e^)verijsselprovincie


De Afdeling constateert dat uit de stukken niet blijkt dat de achtergrondbelasting ter plaatsevan het plangebied is onderzocht of berekend. De Afdeling is van oordeel dat nu uit deplantoelichting blijkt dat er in de omgeving van het plangebied ook andere veehouderijen zijngevestigd, nagegaan had moeten worden wat de effecten zijn van cumulatie van stankhindervanwege alle omliggende veehouderijen. De enkele stelling dat de andere bedrijven geeninvloed hebben op de stankhinder binnen de deelgebieden Meander en Stromen is nietinzichtelijk gemaakt met onderzoek en berekeningen en is volgens de Afdeling dan ookonvoldoende gemotiveerd. Ons besluit is gedeeltelijk vernietigd wegens strijd met artikel 3:46van de Algemene wet bestuursrecht.De uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak betekent dat wij opnieuw een besluitmoeten nemen over de plandelen Meander en Stromen voor zover het gaat om debestemming 'wonen - uit te werken'.Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina4Uw kenmerk4. clausuleOp grond van artikel 28 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) in samenhangmet artikel 10:27 Algemene wet bestuursrecht rust op ons de taak om, mede op basis van deingekomen bedenkingen, te bezien of het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijkeordening. Daarbij dienen wij rekening te houden met de aan de gemeenteraad toekomendevrijheid om bestemmingen aan te wijzen en voorschriften te geven die de gemeenteraad uiteen oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. Daarnaast hebben wij erop toe tezien dat het plan en de totstandkoming daarvan niet in strijd zijn met het recht.5. aanvullende informatie gemeente <strong>Hengelo</strong>De gemeente <strong>Hengelo</strong> heeft bij brief van 23 februari 2010 aanvullende informatie toegestuurdter onderbouwing van het verzoek om over te gaan tot het opnieuw goedkeuren van hetbestemmingplan "<strong>Dalmeden</strong>" voor wat betreft de deelgebieden Meander en Stromen, metuitzondering van een deel van het plangebied Meander waaraan goedkeuring zou moetenworden onthouden omdat daar niet aan de norm van 5 OU/m3 kan worden gedaan. In de briefgaan Burgemeester en Wethouders van <strong>Hengelo</strong> in op de volgende punten:a. woon- en leefklimaat/afwijkende geurnormering;b. cumulatie;c. ruwheidslengted. verordening geurnormering <strong>Dalmeden</strong>;e. inspraak;f. overleg buurgemeenten.ad a. woon- en leefklimaat/afwiikende geurnormeringOnder het punt woon- en leefklimaat/afwijkende geurnorming maakt de gemeente duidelijkwaarom in het woongebied <strong>Dalmeden</strong> niet de wettelijke norm van 3 OU/m3 wordt toegepast,maar wordt gekozen voor een afwijkende geurnormering. Een belangrijk kenmerk van<strong>Dalmeden</strong> is dat ingezet wordt op een woon- en leefklimaat die sterk lijkt op het landelijkwonen. Naast openheid, weidsheid en zichtlijnen als ruimtelijke bouwsteen en drager, isdaarbij een kwaliteit dat er direct contact is tussen bebouwing en buitengebied. De sterkerelatie met het buitengebied rechtvaardigd dat hier een hogere geurbelasting kan wordenondervonden. Het inpassen van het nieuwe woongebied in hetTwentse landschap leidt ertoedat niet de stadsrand opschuift, maar dat er een bijzondere vorm van wonen in hetbuitengebied ontstaat. De norm die in het woongebied wordt gehanteerd voor geurbelasting(5 OU/m3) ligt dichter bij de wettelijke norm voor de bebouwde kom (3 OU/m3) dan bij denorm voor woningen in het buitengebied (14 OU/m3). De gemeente erkent dat de afwijkendegeurnormering enigszins pragmatisch tot stand is gekomen. De normering van 5 OU/m3 houdtverband met de berekende geurbelasting in het gebied. Volgens de gemeente is een norm van5 OU/m3 alleszins redelijk gelet op de marge tussen de reguliere wettelijke normen voorenerzijds de woningen in de bebouwde kom ( 3 OU/m3) en anderzijds woningen in hetbuitengebied (14 OU/m3). De gemeente wijst er daarbij op dat de potentiele kopers van dewoningen in het gebied de hogere geurnorm kunnen betrekken in hun overwegingen om aldan niet tot koop over te gaan.e^verijsselprovincie


Ad b. cumulatieOnder het punt cumulatie maakt de gemeente duidelijk op welke wijze cumulatie een rolspeelt in de berekeningen van de geurhinderbelasting. De gemeente heeft zich gebaseerd opbijlage 6 en 7 van de Handreiking bij de Wgv. Op grond van de handreiking moet zowelgekeken worden naar de voorgrondbelasting als de achtergrondbelasting. De voorgrondbelastingis de geurhinderbelasting die wordt veroorzaakt door het veehouderijbedrijf dat hetdichtst bij het geurgevoelige object is gelegen. De achtergrondbelasting is de gecumuleerdegeurbelasting van alle bedrijven in het gebied. Uit onderzoek is gebleken dat devoorgrondbelasting over het algemeen meer hinder veroorzaakt dan de achtergrondbelasting.Als vuistregel wordt gehanteerd dat de voorgrondsbelasting bepalend is voor de hinder als devoorgrondbelasting tenminste de helft van de achtergrondbelasting bedraagt.Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina5Voor het bepalen van de achtergrondbelasting heeft de gemeente gei'nventariseerd welkeagrarische bedrijven zich bevinden binnen een afstand van ongeveer 2.000 m rond dedeelgebieden Meander en Stromen en voor welke aantallen dieren een milieuvergunning isverleend dan wel een melding is gedaan. Daarbij is ook gekeken naar bedrijven die zich op hetgrondgebied van Borne en Dinkelland bevinden. De afstand van 2.000 m is aangehoudenomdat alleen de zeer grote intensieve veehouderijen die op grotere aftand zijn gelegen nog inrelevante mate bijdragen aan de geurbelasting. Dergelijke bedrijven zijn ook buiten de 2.000meter niet aanwezig. In een bijlage bij de brief is een overzicht van de aanwezige bedrijvengegeven die in de cumulatieberekeningen zijn meegenomen. Op basis van de inventarisatie isvastgesteld dat het bedrijf van de heerTen Dam (Schalmedenweg 21) de hoogstegeurbelasting veroorzaakt. De cumulatieve effecten zijn daarom berekend op enkele punten inde onmiddellijke nabijheid van de 5 OU/m3-contour rond dit bedrijf. Verder is het cumulatieveeffect bepaald op de noordwestpunt van het deelgebied Meander. Dit punt is genomen omdathet punt op de kortste afstand van de twee andere bedrijven ligt die het dichtst bij hetplangebied zijn gelegen (<strong>Dalmeden</strong>weg 16 en Schalmedenweg 6).Uw briefUw kenmerkUit de berekeningen van de cumulatieve effecten op basis van de vergunde ruimte in geldendemilieuvergunningen blijkt dat deze slechts zeer beperkt zijn. Op de punten op de 5 OU/m3-contour rond het bedrijf van de heer Ten Dam wordt een achtergrondbelasting berekend tot5,2 OU/m3. Dit wijkt dus nauwelijks af van de voorgrondbelasting vanwege het bedrijf van deheerTen Dam. De voorgrondbelasting van dit bedrijf is ruimschoots de helft van deachtergrondbelasting en daarom moet de voorgrondbelasting als maatgevend wordenbeschouwd. Op de noordwestpunt van het deelgebied Meander is de voorgrondbelasting (enachtergrondbelasting) ruimschoots lager dan 5 OU/m3.De gemeente heeft een gevoeligheidsanalyse laten maken naar toekomstige ontwikkelingen.Voor de veehouderijbedrijven in <strong>Hengelo</strong> is gerekend met de (theoretisch) maximaal mogelijkeemissie, gelet op de aanwezige woningen. Voor de bedrijven in Borne en Dinkelland zijn dezegegevens niet bekend. Daarom is voor deze bedrijven gerekend met een 10-voudigegeuremissie. De veehouderijen die op dit moment geen intensieve tak hebben, zijn nietmeegenomen in de berekeningen omdat het gebied in het Reconstructieplan Salland-Twente isaangemerkt als verwevingsgebied. Wanneer al deze potentiele extra emissie wordtmeegenomen in berekeningen, komt de achtergrondbelasting uit op maximaal 7,5 OU/m3.Ook in dat (theoretische) geval blijft de voorgrondbelasting maatgevend, omdat die nogsteeds ruimschoots meer dan de helft van de achtergrondbelasting bedraagt.De gemeente constateert dat de veehouderijbedrijven in het gebied op een zodanigeonderlinge afstand liggen, dat er geen relevante cumulatie-effecten optreden. Degecumuleerde geurconcentratie (achtergrondbelasting) veroorzaakt ook in extreme gevallengeen geurhinder die groter is dat de geurhinder die wordt veroorzaakt door het bedrijf van deheerTen Dam (voorgrondbelasting).e^)verijsselprovmcie


Ad c. ruwheidslenqteOnder het punt ruwheidslengte verantwoordt de gemeente haar keuze voor een bepaalderuwheidslengte in de berekeningen van de geurbelasting. In het model V-Stacks Gebied moetnaast bedrijfsgegevens en beoordelingspunten, ook de factor "ruwheidslengte" ingevoerdworden. De ruwheidslengte is een maat voor de "ruwheid" van het landschap, namelijk dehoeveelheid en omvang van aanwezige objecten, zoals boormpartijen, gebouwen, e.d.Naarmate de ruwheid van het landschap toeneemt, zal er meer werveling in de lucht ontstaanen zullen geurstoffen in de lucht sneller worden verdund en verspreid. De database bij hetmodel V-Stacks Gebied gaat voor het gebied <strong>Dalmeden</strong> in de huidige, onbebouwde situatie uitvan een ruwheidslengte van 0,1.Datum13.07.2010Kenmerk2310/099112Pagina6Uw kenmerkHet model V-Stacks laat aan de gebruiker echter de ruimte om af te wijken van de databasemet ruwheidslengten die als hulpmiddel bij het model is opgenomen. De gemeente ziet in ditgeval aanleiding om af te wijken van de database die uitgaat van de situatie in 1995-1997,omdat de feitelijke situatie rond <strong>Dalmeden</strong> na realisatie van de woonwijk zal afwijken van desituatie in 1995-1997. Verder is in het voorjaar van 2009 een houtopstand gerealiseerd tussenhet bedrijf van de heer Ten Dam en de toekomstige woonwijk. De gemeente beroept zich bijhaar keus om af te wijken van de database op het Nieuw Nationaal Model (NNM). In het NNMzijn de meest recente inzichten rond luchtverspreidingsberekeningen verwerkt. De gemeentewijst met name op de passage over plotselinge overgangen waaruit blijkt dat in eenovergangsgebied beter de (hogere) ruwheid van het bevvoonde gebied kan worden genomenen op de passage over verschillen in ruwheid rond de bron waaruit afgeleid kan worden dateen relatief kleine element als een houtwal wel degelijk invloed heeft op de ruwheid in hetgebied tussen de bron en toekomstige woongebied <strong>Dalmeden</strong>.De gemeente heeft verder gezocht naar situaties van voor 1995 (d.w.z. voor de periodewaarin de ruwheidslengtedatabase is vastgesteld) die vergelijkbaar is met de toekomstigesituatie in <strong>Dalmeden</strong>. Er zijn twee locaties gevonden die vergelijkbaar zijn: een locatie aan derand van de Hasseler Es en een locatie ten noorden van Deumingen. Voor beide geldt dat zeaan de rand van bebouwing liggen en in een landschap met verspreid liggende houtwallen.Voor de locatie aan de rand van de Hasseler Es geeft de database uit het model V-Stacks eenruwheidslengte op van 0,38 en voor de locatie ten noorden van Deurningen eenruwheidslengte van 0,2. De gemeente constateert dat de ruwheidslengte die de zij voor<strong>Dalmeden</strong> hanteert hier tussenin ligt en als een redelijke inschatting kan worden beschouwd.De gemeente tekent hierbij aan dat het bij het bepalen van de effecten van het woongebiedzelf en de houtwal op de ruwheidslengte gaat om inschattingen. De gemeente heeft in degemeentelijke Geurverordening haar keus voor het hanteren van een ruwheidslengte van 0,25vastgelegd. Hierdoor is verzekerd dat eenduidig met de factor 'ruwheidslengte' zal wordenomgegaan. Dit betekent dat nu in de toepassing van het verspreidingsmodel in deberekeningen van de geurconcentraties binnen de toekomstige woonwijk met deze factorwordt gerekend, maar dat dezelfde ruwheidslengte wordt toegepast bij een eventueeltoekomstige vergunningsaanvraag voor het bedrijf van de heer Ten Dam. De gemeente wijsterop dat het verspeidingsmodel een benadering van de werkelijkheid geeft met eenjaargemiddelde geurconcentratie. De geurconcentratie ter plaatse kan niet worden gemeten.Bovendien hangt de mate van hinder van meer factoren af dan de gemiddeldegeurconcentratie. Een iets te hoog of te laag ingeschatte ruwheidslengte levert zowel voor detoekomstige bewoners van <strong>Dalmeden</strong> als voor het bedrijf van de heer Ten Dam geen nadeelop.d. Verordeninq qeurnormerina <strong>Dalmeden</strong>Onder het punt Verordening geurnormering <strong>Dalmeden</strong> wijst de gemeente erop dat in detoelichting op de verordening is gemotiveerd waarom zij ertoe is overgegaan om dezeverordening vast te stellen. De gemeente wijst op artikel 8 lid 1, sub b en c van Wetgeurhinder en veehouderij waarin conform de Richtlijn 96/61/EG van de Raad van deEuropese Unie inzake de geintegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPCrichtlijn)wordt voorgeschreven dat de gemeenteraad in ieder geval het belang van eengeintegreerde aanpak van de verontreiniging en de noodzaak van een even hoog niveau vanbescherming van het milieu betrekken.e^)verijsselprovincie


Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina7Uw briefUw kenmerkIn de toelichting wordt nog eens opgemerkt dat de geurverordening niet mag leiden totverplaatsing van de verontreiniging naar een ander milieucompartiment waardoor debestrijding van andere verontreinigingen en dus een "duurzame ontwikkeling" zou wordengefrustreerd. De gemeente constateert dat de overwegingen in de toelichting op de Wetgeurhinder en veehouderij een vrij hoog abstractieniveau hebben en vooral refereren aan hetfeit dat "Best beschikbare technieken" moeten worden toegepast en dat de invloed vanverschillende bedrijven in samenhang moeten worden beschouwd. De gemeente wijst erop datin de situatie van de geurverordening ten behoeve van het bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> infeite alleen de invloed van het bedrijf van de heer Ten Dam aan de orde is. Het in samenhangbeschouwen van de invloed van meer bedrijven is niet aan de orde (zie punt cumulatie).Bovendien is er in deze specifieke situatie geen sprake van significante gevolgen voor anderemilieucompartimenten. Mochten deze er wel zijn, dan zullen die in deze situatie - waarin hetfeitelijk slechts 1 bedrijf betreft - betrokken worden bij de milieuvergunningverlening aan ditbedrijf. In artikel 8.10 Wet milieubeheer is al vastgelegd dat de best beschikbare techniekenmoeten worden betrokken bij de aanvraag van een milieuvergunning en bij het verbinden vanvoorschriften aan de vergunning. Nu het bedrijf van de heer Ten Dam in de praktijk het enigebedrijf met invloed op het plangebied is, kan in de toelichting op de verordening voor watbetreft het bepaalde in artikel 8 lid 1, sub b en c worden volstaan met de overwegingen diegewijd zijn aan dit bedrijf.e. inspraakOnder het punt inspraak gaat de gemeente nader in op haar keus om geen mogelijkheid voorinspraak te bieden bij de vaststelling van de gemeentelijke Geurverordening. Degemeentelijke inspraakverordening laat in artikel 2 ruimte om al dan niet over te gaan tot hetverlenen van inspraak. Er is op basis van de Wet geurhinder en veehouderij ook geenverplichting om de mogelijkheid tot inspraak te bieden. De gemeente heeft in de toelichting opde Geurverordening gemotiveerd dat inspraak in dit geval geen toegevoegde waarde heeft. Degemeente wijst erop dat ons college de heer Ten Dam in de gelegenheid heeft gesteld om zijnbedenkingen aan te vullen naar aanleiding van de vaststelling van de Geurverordening.f. overlea buuraemeentenTen aanzien van het overleg met buurgemeenten over de Geurverordening merkt degemeente op dat op grand van artikel 9 van de Wet geurhinder en veehouderij overleg alleennodig is als de verordening doorwerkt naar het grondgebied van buurgemeenten. Volgens degemeente zijn de volgende doorwerkingen denkbaar:als de Geurverordening van de gemeente <strong>Hengelo</strong> effect heeft op de geurbelastingvan het grondgebied van buurgemeenten;als de Geurverordening effect heeft op veehouderijbedrijven in buurgemeenten.De gemeente <strong>Hengelo</strong> wijst erop dat de Geurverordening de uitbreidingsmogelijkheden tenopzichte van de bestaande situatie niet vergroot, maar alleen belemmeringen voor hettoekomstige woongebied <strong>Dalmeden</strong> gedeeltelijk wegneemt.De gemeente wijst er verder op dat de veehouderijbedrijven in de buurgemeenten opzodanige afstand liggen van het toekomstige woongebied <strong>Dalmeden</strong>, dat deze daardoor nietbelemmerd worden. De effecten op deze bedrijven zouden overigens ook dezelfde zijn als voorhet bedrijf van de heer Ten Dam, namelijk dat alleen de belemmeringen door het realiserenvan het woongebied <strong>Dalmeden</strong> gedeeltelijk worden weggenomen.De gemeente constateert dat de verordening niet doorwerkt naar het grondgebied vanbuurgemeenten en dat er op grand van artikel 9 van de Wet geurhinder en veehouderij geenoverleg met deze buurgemeenten nodig is.6. bedenkingenHet vastgestelde bestemmingsplan '<strong>Dalmeden</strong>' heeft met ingang van 6 februari 2008gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Binnen deze termijn zijn bij ons college 7 brieven metbedenkingen tegen het bestemmingsplan binnengekomen. Daarvan hebben bedenkingen vande volgende reclamanten betrekking op de deelgebieden Meander en Stromen.a. de heer J.P.M. Veldhuis en anderen. p/a Bornsedijk 3, 7561 RA Deurningen;b Hendrix UTD B.V., Postbus 1, 5830 BA Boxmeer namens de heer G.F.A. ten Dam te<strong>Hengelo</strong>;e^verijsselprovincie


c. Robers Advocaten en Mediators, Postbus 630, 7550 AP <strong>Hengelo</strong> namens BovestGrondexploitatie BV, Agribo B.V. en Gefi Holding B.V.Op grond van artikel 27 lid 1 WRO kan degene die tijdig zijn zienswijze over hetbestemmingsplan bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht, alsmede eenbelanghebbende aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij zijn zienswijze nietbij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht, gedurende de termijn van terinzageleggingvan het vastgestelde bestemmingsplan bedenkingen indienen tegen het plan. Voor zover degemeenteraad bij de vaststelling van het plan daarin wijzigingen heeft aangebracht in hetontwerp, kan een ieder gedurende de genoemde termijn daartegen bedenkingen inbrengen.De reclamanten die genoemd zijn onder a. tot en met c. hebben zowel tijdig hun zienswijze ophet ontwerpbestemmingsplan als tijdig hun bedenkingen tegen het vastgesteldebestemmingsplan ingebracht. Zij zijn ontvankelijk in hun bedenkingen.Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina8Uw briefUw kenmerk7. bedenkingen J.P.M. Veldhuis en anderenDe bedenkingen die zijn ingebracht door de heer J.P.M. Veldhuis, G. Kamphuis, F.G.J. Kosters,G.B. Heijne en 24 medeondertekenaars voor zover die zich richten op de deelgebiedenMeander en Stromen kunnen als volgt worden samengevat.a. Reclamanten vinden het niet aanvaardbaar dat het woongebied <strong>Dalmeden</strong> deels wordtontsloten via de <strong>Dalmeden</strong>weg. Zij vrezen toename van de onveiligheid en overlast vooraanwonenden, schoolgaande kinderen en recreanten. Zij hebben tijdens de ontwikkelingvan het woongebied Vossenbelt al jarenlang last gehad van bouw- en sluipverkeer.Volgens hen zijn de <strong>Dalmeden</strong>weg, de Schalmedenweg, de Bornsschedijk en deOssendijk als voormalige landbouwwegen niet berekend op het extra verkeer van hettoekomstige woongebied <strong>Dalmeden</strong>.b. Reclamanten betwijfelen sterk of de verkeersintensiteiten op de Beneluxlaan waarmeein het plan rekening wordt gehouden, wel correct zijn. Zij wijzen erop dat in 1996 nogrekening werd gehouden met een verkeersintensiteit van 22.000 motorvoertuigen peretmaal. In het voorontwerpbestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> werd uitgegaan van 12.500motorvoertuigen. Het vastgestelde bestemmingsplan gaat uit van slechts 4.140motorvoertuigen per etmaal. Reclamanten vinden dit aantal ongeloofwaardig gelet opde geprojecteerde woongebieden, bedrijfsterrein en de verkeersdrukte op deBornsestraat en de nabijgelegen afslag van de Al. Om te voorkomen dat deverkeersproblemen worden afgewenteld op Deurningen, pleiten zij voor het verdieptdoortrekken van de Beneluxlaan langs de Hasselerbeek.Ten aanzien van deze bedenkingen hebben wij het volgende overwogen.Ad a. In hoofdstuk 4.5 van de plantoelichting is aangegeven dat het woongebied op tweeplaatsen zal worden aangesloten op de doorgetrokken Beneluxlaan. Vanuit <strong>Dalmeden</strong>zal er verder geen autoverbinding worden gemaakt op de omliggende bestaandewegenstructuur. Wel zullen bestaande woningen gebruik kunnen blijven maken van de<strong>Dalmeden</strong>weg en zullen enkele kavels een uitweg op de <strong>Dalmeden</strong>weg krijgen. Omdathet slechts gaat om een beperkt aantal woningen, zal het aantal motorvoertuigen opdeze weg nauwelijks toenemen. Het is de bedoeling dat het langzaamverkeer welgebruik zal maken van de omliggende wegenstructuur. Naar ons oordeel constateert degemeente terecht dat het realiseren van het woongebied <strong>Dalmeden</strong> (in dit kader dewoonbuurten Meander en Stromen) niet tot onaanvaardbare verkeersoverlast enverkeersonveilige situaties zal leiden.Ad b. Uit de toelichting op het bestemmingsplan blijkt dat voor de Verlengde Beneluxlaanvoor wat betreft het gedeelte tussen de Deurningerstraat en de afslag naar <strong>Dalmeden</strong>wordt uitgegaan van 4.150 motorvoertuigen per etmaal en voor het gedeelte tussen deafslag naar <strong>Dalmeden</strong> en de Ardennenstraat van 5.280 motorvoertuigen per etmaal. Uitnadere informatie van de gemeente is gebleken dat de lagere intensiteit die in hetvoorliggende plan wordt gehanteerd, komt doordat een ander verkeersmodel is gebruiktdan voorheen. Voor dit plan is het regionale verkeersmodel 2005-2020 gebruikt, dateen realistischer beeld geeft dan het eerder toegepaste verkeersmodel 2005-2015 datalleen rekening hield met de verkeersstromen in de steden Enschede, Oldenzaal, Borneen <strong>Hengelo</strong>.e^verijsselprovmcie


In net model 2005-2015 werd voor de factor toekomstige ontwikkelingen in de bouw eninfrastructuur rekening gehouden met nog niet vaststaande, mogelijke ontwikkelingen.In het model 2005-2020 wordt uitsluitend bij het bepalen van ontwikkelingen in debouw en infrastructuur gerekend met het vastgestelde beleid. Verder wordt in dit modelde autonome groei van het autobezit en autogebruik lager ingeschat en wordt rekeninggehouden met een minder sterke groei van het aantal inwoners en het aantalarbeidsplaatsen. Wij zijn van oordeel dat de gemeente <strong>Hengelo</strong> van realistische cijfersuitgaat voor de verkeersintensiteiten waarmee in en rond het plangebied rekening moetworden gehouden.Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina9Uw briefUw kenmerk8. bedenkingen namens de heer G.F.A. ten DamDe bedenkingen die in eerste instantie zijn ingebracht namens de heer G. ten Dam en die zichrichten tegen de deelgebieden Meander en Stromen kunnen als volgt worden samengevat.a. Reclamant is van mening dat bij het bepalen van de geurbelasting ten onrechte geenrekening is gehouden met de grenzen van het bouwblok.b. Reclamant wijst erop dat de geurbelasting ter plaatse van de geprojecteerde woonwijk7,8 OU/m3 bedraagt als in de berekening uit wordt gegaan van de dieraantallen die ophet bedrijf aanwezig mogen zijn. Volgens hem is er geen sprake meer van een enigszinsvloeiende overgang naar het buitengebied zoals bedoeld in hoofdstuk 2.7.1 van deplantoelichting. Volgens de wettelijke norm is immers binnen de bebouwde kommaximaal 3 OU/m3 toegestaan. Reclamant is van mening dat er geen woningen binnende geurcontour van 3 OU/m3 van zijn bedrijf behoren te liggen.c. Reclamant vindt het niet juist dat in de nieuwe berekening - die als bijlage bij de Notabehandeling zienswijzen bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> is gevoegd - vanwege deontwikkeling van het plan <strong>Dalmeden</strong> rekening is gehouden met een ruwheidslengte van0,5 m in plaats van een ruwheidslengte van 0,1 m die door het programma V-StacksGebied zelf wordt berekend. Volgens hem moet voor de bepaling van de ruwheidslengterekening worden gehouden met een gebied met een straal van 1 kilometer rond hetbedrijf. Omdat het gebied <strong>Dalmeden</strong> daar slechts een klein onderdeel van uitmaakt,acht hij de aanpassing van de ruwheidslengte in de berekening niet juist. Verder vindthij het niet juist zijn dat ondanks de aanpassing van de berekening, de berekendegeurbelasting nog steeds 3,59 OU/m3 bedraagt. Zolang de geurbelasting voor debebouwde kom door de raad niet is aangepast, zal volgens reclamant rekeninggehouden moeten worden met de waarde die in artikel 3 lid 1 sub a van de Wetgeurhinder en veehouderij wordt genoemd.Naar aanleiding van deze bedenkingen merken wij het volgende op.In ons besluit van 15 September 2008 hebben wij al geconstateerd dat ook bij besluiten dievoorzien in de vestiging van geurgevoelige objecten in de nabijheid van een veehouderijrekening moet worden gehouden met de afstandsnormen die voortvloeien uit de Wetgeurhinder en veehouderij (Wgv). Dit blijkt ondermeer uit de memorie van toelichting op deWgv (Kamerstuk 2005/2006, 30453, nr. 3). Omdat uit de berekeningen van de gemeente<strong>Hengelo</strong> duidelijk was dat er in het woongebied <strong>Dalmeden</strong> sprake zal zijn van eenoverschrijding van de norm van 3,0 OU/m3, is op ambtelijk niveau contact gezocht met degemeente. Dit heeft ertoe geleid dat de gemeente de geurbelasting opnieuw heeft berekend.Daarbij is onder andere rekening gehouden met de geuremissie die mogelijk is wanneermaximaal gebruik wordt gemaakt van de ruimte die de milieuvergunning biedt. Verder heeftde gemeente een nadere motivering gegeven van de keus om uit te gaan van eenruwheidslengte van 0,25 m. Daarbij is gewezen op de effecten van het realiseren van dewoonwijk <strong>Dalmeden</strong> en het effect van de toen nog te realiseren houtopstand aan de zuidzijdevan het bedrijf van reclamant. Verder is in de nieuwe berekening gerekend vanuit de grensvan het bouwvlak van het bedrijf van de heer Ten Dam. Uit de aangepaste berekening isgebleken dat de geurbelasting ter plaatse van het geprojecteerde woongebied ongeveer 5,0OU/m3 bedraagt. Nadat geconstateerd is dat ook na nieuwe berekeningen de geurbelastinggroter is dan de wettelijk norm van 3,0 OU/m3, is besloten om gebruik te maken van demogelijkheid die de wet biedt om bij verordening een afwijkende geurnorm vast te stellen(artikel 6 Wvg).e^)verijsselprovincie


Deze geurverordening is weliswaar na de vaststelling van het bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>vastgesteld, maar voor het goedkeuringbesluit van 15 September 2008. In dezegeurverordening d.d. 9 September 2008 is bepaald dat voor het gebied <strong>Dalmeden</strong> in plaatsvan de waarde die artikel 3 lid 1 sub a Wvg aangeeft (3,0 OU/m3), een waarde is toegestaanvan maximaal 5,0 OU/m3.Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina10Uw briefUw kenmerkDe nieuwe berekening en de concept-verordening zijn aan reclamant toegezonden zodat hijdaarop een reactie zou kunnen geven. Dit is voor hem aanleiding geweest om zijnbedenkingen aan te vullen. Bij brief van 28 augustus 2008 wijst reclamant er op dat op hetmoment van de vaststelling van het bestemmingsplan nog geen verordening was vastgesteld.Hij is van oordeel dat bij de beoordeling van het vastgestelde bestemmingsplan geen rekeninggehouden mag worden met een later vastgestelde verordening en dus moet worden uitgegaanvan de wettelijke norm van 3,0 OU/m3. Reclamant is het niet eens met de constatering in detoelichting op de Geurverordening dat zijn belangen door de verordening niet wordengeschaad. Hij is van mening dat zijn bedrijf door de overbelaste geursituatie geen enkeleuitbreidingsruimte meer zal hebben.Verder is reclamant het niet eens met de toepassing van een ruwheidslengte van 0,25 momdat de houtopstand waarop gedoeld wordt, na een groeitijd van ongeveer 10 jaar pas enigeffect zal hebben. Hij vindt dat uitgegaan dient te worden van de ruwheidslengte die voor hetgebied door het programma V-stacks zelf wordt berekend, te weten 0,100 m.Wij merken naar aanleiding van deze bedenkingen op dat op grond van wet en jurisprudentiebij een besluit over de goedkeuring van een bestemmingsplan er ruimte is om rekening tehouden met nieuwe feiten en omstandigheden. Wij kunnen dan ook rekening houden met deaangepaste berekeningen die door de gemeente zijn gemaakt en met de verordening die op9 September 2008 is vastgesteld. Wij betrekken bij dit nieuwe besluit over de goedkeuring vande deelgebieden Meander en Stromen ook de informatie die tijdens het beroep op de Raad vanState naar voren is gekomen en de informatie die de gemeente <strong>Hengelo</strong> ons bij brief van23 februari 2010 heeft toegestuurd in het kader van het verzoek om een goedkeuringsbesluitvoor de deelgebieden Meander en Stromen.Wij constateren dat artikel 6 Wgv uitdrukkelijk de ruimte laat om bij verordening eenafwijkende geurnorm vast te stellen. De gemeente <strong>Hengelo</strong> heeft weliswaar pas na devaststelling van het bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> van deze bevoegdheid gebruik gemaakt,maar omdat de verordening op dit moment is gepubliceerd en rechtskracht verkregen heeft,beschouwen wij de verordening als een van de nieuwe feiten en omstandigheden waarmee inhet kader van het besluit over goedkeuring rekening gehouden mag worden. Naar ons oordeelheeft de gemeente <strong>Hengelo</strong> bij de vaststelling van de geurverordening voldaat aan derandvoorwaarden die hieraan worden gesteld in artikel 8 Wgv. Wij kunnen ons vinden in destelling van de gemeente dat via de eisen die op basis van de Wet milieubeheer wordengesteld aan de milieuvergunning van onder meer het bedrijf van de heer Ten Dam, verzekerdis dat de best beschikbare technieken worden toegepast.De gemeente <strong>Hengelo</strong> heeft onderbouwd dat in het geval van de geurverordening ten behoevevan het woongebied in redelijkheid kon worden afgezien van het verlenen van inspraak en datook overleg met de buurgemeenten over de verordening niet noodzakelijk was omdat er geensprake is van relevante effecten op het grondgebied van buurgemeenten.Wij constateren dat de norm die is vastgelegd in de Geurverordening beperkt afwijkt van dewettelijke norm van 3,0 OU/m3. De gemeente heeft in de toelichting op de verordening en inde aanvullende informatie die ons bij brief van 23 februari 2010 is toegezonden, onderbouwddat in dit geval uitgegaan kan worden van een norm van 5 OU/m3. Wij kunnen ons vinden inhet uitgangspunt dat in een beoogd woonmilieu dat vergelijkbaar moet zijn met landelijkwonen in het buitengebied, een zwaardere geurbelasting aanvaardbaar is dan de wet aangeeftvoor stedelijk wonen binnen de bebouwde kom. De norm voor woningen in het buitengebied isoverigens met 14 OU/m3 aanzienlijk hoger dan de norm die de gemeentelijke geurverordeningaangeeft voor de woonwijk <strong>Dalmeden</strong>. Omdat het in dit geval gaat om een nog te realiserennieuwe woonwijk, kunnen de toekomstige bewoners in hun keuze daar te gaan wonen ookbetrekken dat zij daar geconfronteerd kunnen worden met een hogere geurbelasting. Wije^)verijsselprovincie


hebben er geen bezwaar tegen dat de norm van 5,0 OU/m3 in het geval van <strong>Dalmeden</strong>enigszins pragmatisch totstandgekomen is, doordat de gemeente <strong>Hengelo</strong> aansluiting heeftgezocht bij de uitkomst van de nieuwe berekeningen van de geurbelasting die mogelijk is opgrond van de milieuvergunning van het bedrijf van de heer Ten Dam dat het meest bepalendis voor de geurbelasting op het woongebied <strong>Dalmeden</strong>.Wij zijn van oordeel dat de gemeente <strong>Hengelo</strong> heeft onderbouwd dat de overige veehouderijenin de omgeving op zodanige (onderlinge) afstand van het woongebied <strong>Dalmeden</strong> liggen, dat ergeen relevante cumulatie-effecten optreden. Ook in extreme situaties is er bij gecumuleerdegeurconcentratie (achtergrondbelasting) geen sprake van een geurbelasting die groter is dande geurhinder (voorgrondbelasting) die veroorzaakt wordt door het bedrijf van de heer TenDam.Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina11Uw briefUw kenmerkWij zijn van oordeel dat de gemeente <strong>Hengelo</strong> heeft onderbouwd dat in dit geval uitgegaankan worden van een ruwheidslengte van 0,25 m. De wet biedt uitdrukkelijk de mogelijkheidom een afwijkende ruwheidslengte toe te passen. Daarbij is van belang dat deruwheidslengten die in het model V-Stacks Gebied worden toegepast gebaseerd zijn op desituatie 1995-1997. De toelichting op het Nieuw Nationaal Model laat zien dat effecten van denabijheid van bebouwd gebied en van landschapselementen in het gebied tussen de bron vanstankhinder en een woongebied, een belangrijke rol kunnen spelen bij het vaststellen van eenspecifieke ruwheidslengte. Naar ons oordeel heeft de gemeente laten zien dat haar inschattingvan de ruwheidslengte redelijk is in vergelijking met situaties elders waar zich vergelijkbarekenmerken voordoen.Wij constateren dat binnen de deelgebieden Meander en Stromen op een klein gebiedje na kanworden voldaan aan de norm van 5 OU/m3 die in de gemeentelijke geurverordening isvastgelegd. Voor zover niet aan deze norm kan worden voldaan zien wij - mede gelet op hetverzoek van Burgemeester en Wethouders van <strong>Hengelo</strong> - aanleiding om goedkeuring teonthouden aan de bestemming 'wonen - uit te werken'.Voor die delen van de woonbuurten Meander en Stromen die buiten de 5 OU/m3-contour rondhet bedrijf van de heer Ten Dam vallen geldt dat naar ons oordeel voldoende aannemelijkgemaakt is dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.De gemeente wijst er terecht op dat de beleving van geurhinder van meerdere factorenafhankelijk is en dat de geurbelasting weliswaar met behulp van modellen berekend wordt,maar niet meer is dan een benadering van de werkelijkheid. In dit geval mag ervan uitgegaanworden dat de geurbelasting vanwege het bedrijf van de heer Ten Dam bepalend is voor degeurbeleving. Gelet op het feit dat het woonmilieu nadrukkelijk wordt gepresenteerd alswonen op ruime kavels in het landelijke gebied, waarbij het landelijke karakter wordtgekoesterd, mag ervan uitgegaan worden dat de toekomstige bewoners ook de bijbehorende'landelijke geuren' als inherent beschouwen.Het realiseren van de nieuwe woonwijk betekent - ook met de vaststelling van een hogerenorm voor geurbelasting - dat het bedrijf van de heer Ten Dam inderdaad beperkingen zalondervinden bij eventuele uitbreidingsplannen in de toekomst. In de berekeningen van de5 OU/m3-contour is rekening gehouden met de huidig vergunde veebezetting en de huidigeuitvoering van stallen. Voor verdere uitbreiding of veranderingen in de bedrijfsvoering in detoekomst zal rekening gehouden moeten worden met de aanwezigheid van de woonwijk<strong>Dalmeden</strong>. Daarbij geldt dat wellicht door technische ontwikkelingen er tochuitbreidingsruimte voor het bedrijf verkregen kan worden wanneer door het treffen vanmaatregelen aan het bedrijf de geurbelasting op omliggende woningen binnen de normen kanblijven. Overigens heeft de gemeente <strong>Hengelo</strong> de heer Ten Dam aangeboden om bij te dragenin de kosten van maatregelen waardoor de geuremissie beperkt kan worden. De gemeente iszelfs bereid om het bedrijf aan te kopen. De gemeente heeft het eerdere telefonische bod van1,3 mln euro kosten koper 9 juli 2009, bij brief van 9 februari 2010, nog eens herhaald, maaris tot dusver door de heer Ten Dam afgewezen.provincie^Ver jj SSe |


Gelet op het voorgaande achten wij de bedenkingen die zijn ingebracht namens de heer TenDam gegrond voorzover het bestemmingsplan voorziet in woningbouw binnen de 5,0 OU/m3-contour rond het bedrijf. Aan dat deel van het deelgebied Meander onthouden wijgoedkeuring. Voor het overige achten wij zijn bedenkingen ongegrond.Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina12Uw briefUw kenmerk9. bedenkingen namens Bovest Grondexploitatie BV, Agribo BV en Gefi HoldingBVDe bedenkingen die zijn ingebracht namens Bovest Grondexploitatie BV, Agribo BV en GefiHolding BV kunnen als volgt worden samengevat.a. De bedrijven zijn eigenaar van enkele percelen in het plangebied. Zij zijn van meningdat bij de vaststelling van de bestemmingen de verschillende eigendomssituaties(mede)bepalend zijn geweest. Zij merken daarbij op dat aan percelen die in de voorfasevan de ontwikkeling van het bestemmingsplan door de gemeente geschikt werdengeacht voor woningbouw, in het bestemmingsplan zoals dat is vastgesteld toch debestemming 'groen' en 'agrarisch' is gegeven. De bedrijven wijzen in dat verband opperceel U518 dat in het voorontwerpplan was bestemd voor'wonen' en nu debestemming 'agrarisch' heeft gekregen. Hetzelfde geldt voor een aantal percelen in hetcentrale deel van het plan "<strong>Dalmeden</strong>". De bedrijven vinden dat de gemeente in deweerlegging van de zienswijzen met een verwijzing naar het model 'Kolonie' niet heeftverklaard waarom ter plaatse van hun gronden is gekozen voor de bestemming 'groen'.Volgens hen had gelet op de aanwezige hinderzones het meer voor de hand gelegen omhet zuidelijke deel van het centrale plandeel een woonbestemming te geven. Zij zijnvan oordeel dat bij de projectie van de bestemming 'wonen - uit te werken' ter plaatsevan perceel U144 onvoldoende rekening is gehouden met de belangen vanreclamanten.b. De bedrijven zijn van mening dat het bestemmingsplan op verschillende punten niet inovereenstemming is met het provinciaal beleid. Zij wijzen daarbij op derandvoorwaarden die voor wat betreft het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" in hetstreekplan zijn opgenomen en op de 'zone hinderaspecten'. Gelet op het streekplan enhet provinciaal beleid had volgens de bedrijven het meer voor de hand gelegen dat dewoonbestemmingen meer in het centrale plandeel waren geprojecteerd in plaats vanaan de randen.c. De bedrijven stellen dat de kosten op het punt van de waterhuishouding bij de keuzevan het uiteindelijke model hoger zijn dan bij de keuze voor de andere modellen. Ditzou in strijd zijn met paragraaf 4.2.6 van de Nota van uitgangspunten.d. De bedrijven stellen dat het bestemmingsplan onderdeel uitmaakt van een grotereplanologische ontwikkeling, te weten de invulling van het oorspronkelijk agrarischgebied dat is gelegen tussen de gemeenten <strong>Hengelo</strong> en Borne. Volgens hen is daaromsprake van een MER-plichtige activiteit. Hiervoor pleit volgens hen ook dat dezegebieden vanouds waren gelegen buiten de zogeheten "rode contour" van hetstreekplan.Ten aanzien van deze bedenkingen hebben wij het volgende overwogen.ad a De gemeente heeft in de toelichting van het bestemmingsplan de keuze voor destedenbouwkundige opzet van de nieuwe woonwijk <strong>Dalmeden</strong> onderbouwd. Daarbijwordt verwezen naar de "Nota van uitgangspunten <strong>Dalmeden</strong>" die op 1 februari 2005door de raad van <strong>Hengelo</strong> is vastgesteld. In deze nota is de visie op de woonwijk<strong>Dalmeden</strong> beschreven en zijn enkele ontwikkelingsmodellen opgenomen. Uit diemodellen is een voorkeursmodel geselecteerd dat verder is uitgewerkt. Dit heeftuiteindelijk geleid tot het voorlopig stedenbouwkundig ontwerp. Het voorlopigstedenbouwkundig ontwerp en de Nota van uitgangspunten zijn de basis geweest voorhet bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong>. Hoewel in het voorlopige stedenbouwkundig ontwerpde verschillende woongebieden exact zijn aangegeven, heeft het plangebied in hetvoorontwerpbestemmingsplan grotendeels de bestemming "woondoeleinden uit tewerken" gekregen. Mede naar aanleiding van opmerkingen die daarover in hetvooroverleg zijn gemaakt, is door de gemeenteraad gekozen voor een meer uitgewerkten op onderdelen aangepast bestemmingsplan.e^)verijsselprovmcie


Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina13Uw kenmerkAd bZo is de landschapszone die centraal in het plangebied is geprojecteerd, in hetbestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> gedetailleerd bestemd en zijn de bestemmingen ter plaatsevan de overgangszone naar het buitengebied meer gedetailleerd aangegeven. Daarbij isonder andere rekening gehouden met het voorlopig stedenbouwkundig ontwerp<strong>Dalmeden</strong> dat in 2005 is vastgesteld en is opgenomen in hoofdstuk 5.6 van deplantoelichting.Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat de gekozen stedenbouwkundige opzeten de daaruit voortvloeiende bestemmingen voldoende zijn gemotiveerd. Uit de stukkenis niet gebleken dat bij het projecteren van de verschillende bestemmingen (in casu debestemming van de deelgebieden Meander en Stromen) economische motieven eendoorslaggevende rol hebben gespeeld.Naar ons oordeel is in het plan voldoende rekening gehouden met de beoogdegeleidelijke overgang tussen het nieuwe woongebied en het naastgelegen agrarischegebied. De planvoorschriften sluiten ongewenste ontwikkelingen in voldoende mate uitbinnen de zones die aangeduid zijn als "zone hinderaspecten". Het plan voorziet inverplaatsing van de hoogspanningsleiding en voorziet erin dat de dpo-leiding buiten hetgeprojecteerde woongebied komen te liggen. Daarmee vormen ze geen belemmeringmeer voor de geprojecteerde bestemmingen. Wij wijzen erop dat Provinciale Staten op23 juni 2004 een partiele herziening van het Streekplan Overijssel 2000+ heeftvastgesteld waarbij de 'rode contour' ten noorden van <strong>Hengelo</strong> met het oog op dereaiisatie van de nieuwe woonwijk <strong>Dalmeden</strong> is verruimd. Het bestemmingsplan pastzowel binnen het voormalige Streekplan Overijssel 2000+ als binnen de OmgevingsvisieOverijssel die op 1 juli 2009 door Provinciale Staten is vastgesteld.Ad c. Wij merken op dat wanneer een model op het punt van de waterhuishouding niet delaagste inkomsten meebrengt, nog niet betekent dat het model niet duurzaam is.Ad d. Wij zijn van mening dat de ontwikkeling van het woongebied <strong>Dalmeden</strong> aan te merkenis als een zelfstandige ontwikkeling en dat er geen sprake is van een zondanigesamenhang met andere ontwikkelingen dat hier - mede gelet op de capaciteit van hetbestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> - geen sprake is van een MER-plichtige activiteit.Gelet op het voorgaande achten wij de bedenkingen die zijn ingebracht namens BovestGrondexploitatie BV, Agribo BV en Gefi Holding BV voor zover die zich richten tegen dedeelgebieden Meander en Stromen ongegrond.10. beoordelingWij zijn van oordeel dat het bestemmingsplan <strong>Dalmeden</strong> voor zover dat betrekking heeft op dedeelgebieden Meander en Stromen en dat naar aanleiding van de uitspraak van de AfdelingBestuursrechtspraak dd 6 januari 2010 nog goedkeuring behoeft, voor goedkeuring inaanmerking komt met uitzondering van de bestemming 'wonen-uit te werken' voorzovergelegen met de 5,0 OU/m3-contour zoals door de gemeente <strong>Hengelo</strong> berekend voor hetbedrijf van de heer G. ten Dam. Naar ons oordeel geldt voor deze deelgebieden voor zover diegelegen zijn buiten de 5,0 OU/m-contour dat voldoende verzekerd is dat hier eenaanvaardbaar leef- en woonklimaat zal zijn. Het realiseren van de beoogde woningbouw levertgeen onevenredige aantasting op van belangen van reclamanten.e^)verijsselprovincie


11. besluitGelet op het bovenstaande en het bepaalde in artikel 28 van de Wet op de RuimtelijkeOrdening hebben wij besloten:Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina14I. DE BEDENKINGEN DIE ZIJN INGEBRACHT DOOR DE HEER J.P.M. VELDHUIS ENANDEREN EN DE BEDENKINGEN DIE ZIJN INGEBRACHT DOOR ROBERS ADVOCATEN ENMEDIATORS NAMENS BOVEST GRONDEXPLOITATIE BV, AGRIBO BV EN GEFI HOLDINGBV ONGEGROND TE VERKLAREN;II.III.IV.DE BEDENKINGEN DIE ZIJN INGEBRACHT DOOR HENDRIX UTD BV NAMENS DE HEERG. TEN DAM DEELS GEGROND EN VOOR HET OVERIGE ONGEGROND TE VERKLAREN;GOEDKEURING TE ONTHOUDEN AAN DE BESTEMMING "WONEN-UIT TE WERKEN"VOOR ZOVER GELEGEN BINNEN DE 5,0 OU/M3 -CONTOUR ROND HET AGRARISCHEBEDRIJF VAN DE HEER G. TEN DAM, ZOALS BLAUWOMLIJND AANGEGEVEN OP BLAD1/2 VAN DE PLANKAART;HET GEDEELTE VAN HET BESTEMMINGSPLAN "DALMEDEN" DAT OP GROND VAN DEUITSPRAAK VAN DE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VAN DE RAAD VAN STATED.D. 6 JANAURI 2010 NOG GOEDKEURING BEHOEFT (DEELGEBIEDEN MEANDER ENSTROMEN) VOOR HET OVERIGE GOED TE KEUREN;V. een exemplaar van dit besluit te zenden aan de gemeenteraad van de gemeente<strong>Hengelo</strong>, met bijvoeging van het besluit van vaststelling van het plan, de plankaart ende bijbehorende voorschriften, voorzien van het bewijs van ons nieuwe besluit over dedeelgebieden Meander en Stromen;uwkenmerk VI. een afschrift van dit besluit te zenden aan:a. de Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving (PCFL);b. VROM, inspectie Oost;c. Overijssels Dijkgraven Overleg (ODO);d. de eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid (werkarchief) met bijvoeging van deonder V genoemde gewaarmerkte stukken;e. reclamanten zoals genoemd onder 6;f. Burgemeester en Wethouders van <strong>Hengelo</strong>.Gedeputin van Overijssel,e^verijsselprovincie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!