11.07.2015 Views

Nota van beantwoording zienswijzen ... - Stadsdeel Zuid

Nota van beantwoording zienswijzen ... - Stadsdeel Zuid

Nota van beantwoording zienswijzen ... - Stadsdeel Zuid

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

5. Mevrouw E. Walthuis, IJsbaanpad 74B, 1076 CW AmsterdamZienswijzePer brief <strong>van</strong> 28 juni 2008, ont<strong>van</strong>gen 1 juli 2008, heeft mevrouw E. Walthuis de volgende zienswijzeingediend:a. In de wijze <strong>van</strong> meten (artikel 2.1 <strong>van</strong> de voorschriften) wordt aangegeven, dat de wijze <strong>van</strong> metentot op een halve meter nauwkeurig is. Alle maten zijn tot op de centimeter nauwkeurig bepaald inde kavelkaart die deelt uitmaakt <strong>van</strong> het woonbotenbeleid zoals vastgesteld in de Woonbotennota<strong>van</strong> 1998. Deze wijze <strong>van</strong> meten kan afwijkingen <strong>van</strong> meer dan een meter veroorzaken tussen dewoonboten, iets waar de grootst mogelijke ellende <strong>van</strong> te verwachten valt. Op de plankaartontbreken precieze maten.b. De kavel IJsbaanpad 74F is een halve meter smaller dan de andere woonboten op de nummers74 A t/m F, de zuidkant <strong>van</strong> steiger 4. Een goede reden hiervoor is niet gevonden omdat dewoonarken aan de andere kant <strong>van</strong> het water naast de kavel IJsbaanpad 74B zeer zeker niet debreedste zijn <strong>van</strong> de arken langs de noordkant <strong>van</strong> steiger 3. Dat is namelijk nummer 72C en dieligt een stuk verderop. Als daartegenover een woonboot kan liggen <strong>van</strong> 6 meter breed, dan is datop kavel IJsbaanpad 74B zeker geen probleem.De indruk bestaat, bevestigd door google earth, dat de bestaande woonark IJsbaanpad 74B nietzichtbaar smaller is dan die <strong>van</strong> de twee naaste buren. Deze hebben een kavel <strong>van</strong> 6 metertoegewezen gekregen, terwijl de maat <strong>van</strong> de kavel IJsbaanpad 74B 5,5 meter lijkt te zijn.Verzocht wordt dan ook, met beroep op het gelijkheidsbeginsel, om de kavel 6 meter te maken.Op de huidige wijze worden anders belangen geschaad. Het verschil tussen 5,5 meter en 6 meterscheelt ruim 11 meter potentieel woonoppervlak en vertegenwoordigt een aanzienlijke financiëlewaarde.Beantwoordinga. In de wijze <strong>van</strong> meten was een afronding opgenomen <strong>van</strong> een halve meter nauwkeurig, maardoordat hierdoor veel verwarring ontstaan is over hoe die afronding plaats vind, is besloten dienauwkeurigheidsmaat er uit te laten. Daarnaast werd gevraagd om het opnemen <strong>van</strong> exactematen op de plankaart voor de waterkavels. Om hieraan tegemoet gekomen, is in de voorschriftenaan artikel 2.6 een lijst met deze maten voor alle kavels voor woonboten opgenomen.b. In de ligplaatsvergunning is bepaald dat de waterkavel de volgende afmetingen mag hebben: eenlengte <strong>van</strong> 22,70 meter, een breedte <strong>van</strong> 5,42 meter en een hoogte <strong>van</strong> 5,50 meter. Deligplaatsvergunning, de kavel op de plankaart en in de lijst bij de voorschriften komen hiermeeovereen en er worden in dezen geen belangen geschaad <strong>van</strong> de indiener <strong>van</strong> deze zienswijze.Verder zijn de ligplaatsvergunningen <strong>van</strong> de omliggende woonboten en de op debestemmingsplankaart ingetekende kavels aan deze steiger (nrs. 74A t/m F) in overeenstemmingmet elkaar (de breedte varieert afhankelijk <strong>van</strong> de vergunning tussen de 5 en 6 meter). Niet allewoonboten hebben dus een breedte <strong>van</strong> 6 meter.ConclusieDe zienswijze leidt tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan ten aanzien <strong>van</strong> de wijze <strong>van</strong> meten.Punt b leidt niet tot aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan.6. Mevrouw M.E. Smit, IJsbaanpad 70E, 1076 CW AmsterdamZienswijzePer brief <strong>van</strong> 28 juni 2008, ont<strong>van</strong>gen 2 juli 2008, heeft mevrouw M.E. Smit de volgende zienswijzeingediend:a. Er wordt afstand genomen <strong>van</strong> het vastgestelde kavelplan verwoord in de Woonbotennota 1998.Deze nota is tot stand gekomen op initiatief <strong>van</strong> de bewoners <strong>van</strong> het plangebied en insamenspraak met het stadsdeel vastgesteld. In dit kavelplan zijn de maten op centimetersnauwkeurig vastgelegd. In het ontwerpbestemmingsplan worden kavel ingetekend op plankaartenwaar<strong>van</strong> u zelf niet weet of dit schaal 1:1000 of 1:500 is (zie toelichting). Verzocht wordt hetkavelplan als onderdeel <strong>van</strong> het bestemmingsplan op te nemen of tenminste de waterkavels tevoorzien <strong>van</strong> exacte lengte- en breedtematen, zodat iedere belanghebbende weet waar hij aantoe is.b. De afmetingen <strong>van</strong> de kavel IJsbaanpad 70E zijn beduidend smaller dan de kavel <strong>van</strong>bijvoorbeeld 68E, terwijl beiden een kavelbreedte <strong>van</strong> 6 meter zouden moeten hebben. Ook delengte <strong>van</strong> de kavel komt niet overeen met de kavel op de waterkavelkaart. Beide boten zijn in het5


. Bestaand: hoe kan het dat iets alleen bestaand is nadat het plan rechtskracht gekregenheeft? Zulks is vooralsnog niet aan de orde. Ondertussen kan een heleboel veranderen.Is dat dan bestaand of nieuw?c. Bouwen wordt gedefinieerd als het oprichten <strong>van</strong> een bouwwerk. Dus niet <strong>van</strong> eengebouw?d. Bouwvlak: het lijkt dat op een bouwvlak mag worden gebouwd; gebouwen dus en nietbouwwerken. Maar op welke vlakken mogen de bouwwerken dan geplaatst worden?e. Gebouw: een gebouw wordt gedefinieerd als een bouwwerk dat voor mensen toegankelijkis en muren heeft. Is een bouwwerk dan niet toegankelijk?f. Bouwwerk: onder bouwwerk verstaat men mede een gedeelte <strong>van</strong> een bouwwerk. Ondereen boek verstaan we ook een deel <strong>van</strong> het boek. Een woord dus? Onderbestemmingsplan verstaan we ook een deel <strong>van</strong> het bestemmingsplan. Kan plankaart Adan gezien worden als een bestemmingsplan op zich?g. Dierenverblijf: gezien het feit, dat het als bouwwerk en niet als gebouw gedefinieerdwordt, kunnen wij niet anders concluderen dan dat het niet voor mensen toegankelijk is.Vanwaar die hoogte <strong>van</strong> 4 meter?h. Huisgebonden beroep of bedrijf: hier wordt gerefereerd aan een woning. Mag dat ook eenwoonboot zijn? Als een woonboot namelijk hetzelfde zou zijn als een woning, dan geldt dewet geluidhinder en hadden we al lang geluidschermen moeten hebben op de A10.Tevens lijkt het erop alsof de bedrijvigheid door de beperkte om<strong>van</strong>g uitgeoefend. En watnu als de partner <strong>van</strong> de hoofdbewoner de bedrijvigheid uitoefent? Wat wordt overigensbedoeld met sociaal-culturele activiteiten? Het huisvesten <strong>van</strong> multiculturele daklozen?Het repeteren <strong>van</strong> een hippe salsa band?i. Individuele steiger: er kunnen dus aan 1 individuele steiger zowel een woonboot als eenbedrijfsvaartuig liggen? 2 boten dus? Wat wordt trouwens verstaan onder steiger. Is eenloopplankje genoeg? Of moet het een bouwwerk zijn? Maakt een hekwerk langs eensteiger de hele steiger tot gebouw?j. Kunstobject: waarom legt u in deze definitie een beperking op aan de kunstige uiting <strong>van</strong>de geest door een beperkt aantal materialen te definiëren? En wat is precies kunstzinnig?k. Nutsvoorzieningen: gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde? Daar staat dus:gebouwen geen gebouwen zijnde. Snapt u het nog?l. Openbaar toegankelijke steiger: mag hieruit worden geconcludeerd dat een individuelesteiger per definitie niet openbaar is, hoewel er wel een bedrijfsvaartuig aangemeerd magliggen waarop sociaal-culturele activiteiten plaats kunnen vinden? Bovendien zijn wijbuitengewoon benieuwd hoe je een plankier fixeert in de waterbodem? En of een plankierook <strong>van</strong> beton mag zijn?m. Passagiersvaartuig: dus als ik mijn bootje uitleen aan vrienden om recreatief rond te varenis het opeens een passagiersvaartuig in plaats <strong>van</strong> een pleizerbootje? Is eenpassagiersvaartuig trouwens een bedrijfsvaartuig of niet?n. Plankaart: <strong>van</strong> het ontwerpbestemmingsplan maken twee plankaarten deel uit, plankaartA en plankaar B. Welke plankaart worden nu precies bedoeld met de aanduiding 50-GGS-1A en 1B? Als wij het al begrijpen dat zou het minstens versie 2A of B moeten zijnaangezien het bestemmingsplan na de vorige ronde(s) ingrijpend gewijzigd schijnt te zijn.o. Seksinrichting: op de plankaarten hebben wij geen seksinrichtingen kunnen vinden.Waarom is zulks dan gedefinieerd? Bij de erotisch getinte vermaaksfunctie ontbreektoverigens het bedrijfsmatige karakter er<strong>van</strong>. In erotisch getint vermaak wil je de bewoners<strong>van</strong> het plangebied toch niet belemmeren? Overigens hebben wij ook nooit eensekswinkel in de buurt waargenomen.p. Sluiswachtershuis: wij hadden niet de indruk dat de sluiswachters in het bedoelde huiswonen. Hoe lang bedoelt u precies met langdurig? Is dat wel in overeenstemming met deArbeidstijdenwet?q. Speelautomatenhal: wij hebben deze locatie niet op de plankaart kunnen vinden. Wellichtkomt dat in het herziene plan?r. Stationerend vaartuig: deze term schept verwarring. Een vaartuig wordt gedefinieerd alseen vervoermiddel op of onder water, maar een stationerend vaartuig kan zich ook bovenwater bevinden. Is dat dan nog wel een vaartuig?s. Telefoneerinrichting: wij hebben allemaal een mobiel, dus we hebben helemaal geentelefoneerinrichting nodig. Hij staat bovendien niet op de plankaart, dus de noodzaak totdefinitie ontgaat ons ten enen male.7


t. Vlonder: vlonder? Wat is het verschil met een vlot? Een terras kan dus zowel een vlonderals een vlot zijn. Dat schijnt te liggen aan de manier <strong>van</strong> bevestigen aan de woonboot.Een niet vastgemaakte drijven tuin en/of terras is een vlot. Het bezit daar<strong>van</strong> is dus nietper definitie zeer tijdelijk, zeker bij oostenwind. Wellicht is het daarom niet raadzaam zulksin een bestemmingsplan vast te leggen.u. Waterkavel: volgens de definitie zou er geen pleziervaartuig, bedrijfsvaartuig ofstationerend vaartuig in de waterkavel aanwezig mogen zijn, laat staan een kunstobject.Heeft u een kavel ter beschikking waar wel dergelijke drijfobjecten op of onder watergeherbergd zouden kunnen worden? En wat zou precies het bezwaar zijn <strong>van</strong> hetonderbrengen <strong>van</strong> dergelijke zaken binnen het als waterkavel aangeduideaanduidingsvlak?v. Woonboot: allereerst wordt een woonboot gedefinieerd als een vaartuig, wat op zijn beurtweer gedefinieerd wordt als een vervoermiddel (zie vaartuig). In de definitie <strong>van</strong> woonbootwordt vaartuig echter verruimd tot drijvend object, derhalve met inbegrip waterwoningen,watervilla s, drijvende paleizen en wat dies meer zij. Hierin lijkt u voor te lopen opnationale jurisprudentie.Verzocht wordt alle genoemde begrippen te herzien en dusdanig te definiëren dat een eenduidigbegrip hier<strong>van</strong> mogelijk wordt gemaakt. Niet uitgesloten wordt dat ook niet hierboven genoemdebegrippen verduidelijking behoeven.2. Wijze <strong>van</strong> metena. in deze tijd <strong>van</strong> technisch vernuft en pinpoint accuracy zou het niet nodig moeten zijn omreeds bestaande kavelplan wat op de centimeter nauwkeurig is uitgemeten te ver<strong>van</strong>gendoor een plan met maten met een marge <strong>van</strong> een halve meter. Hierdoor worden sommigebuurtbewoners bevoordeeld waar andere geschaad worden in hun belangen.b. Staat er niet in de toelichting dat woonboten op een afstand <strong>van</strong> tenminste 2 meter <strong>van</strong>elkaar dienen te liggen? Met gebruik <strong>van</strong> de meetmethode zou dit zomaar een metertjekunnen worden. Heeft de brandweer hier zijn goedkeuring aan gegeven? Zou dit eenreden kunnen zijn op de dienst BBA om nautisch advies te vragen?c. In de <strong>beantwoording</strong> op de inspraakreacties worden de maten <strong>van</strong> het kavelplan afgerondop halve meters. Bij de wijze <strong>van</strong> meten zegt u echter een marge te nemen <strong>van</strong> een halvemeter. Bijvoorbeeld: een lengte <strong>van</strong> 15.79 meter, gemeten met een marge <strong>van</strong> een halvemeter zou kunnen neerkomen op een lengte <strong>van</strong> 16.29 meter of 15.29 meter afgerondrespectievelijk 16,5 meter of 15,5 meter. In uw <strong>beantwoording</strong> echter, meet u niet met eenhalve meter marge, maar rond u de metingen af op een halve meter, in dit geval 16 meter.Wordt altijd naar boven afgerond? En wat als daarmee een conflict ontstaat met deburen? Of met de algemene regels (bijvoorbeeld brandveiligheid) als gesteld in detoelichting? In de toelichting wordt er <strong>van</strong> uitgegaan dat de kavelmaten zoals bepaald inhet beleidsplan <strong>van</strong> 1997 behouden blijven in het ontwerpbestemmingsplan. Deze praktijkis daar in tegenspraak.d. De bouwhoogte <strong>van</strong> een woonboot is toegestaan tot 5,5 meter hoogte. Hierbij zijnschoorstenen, antennes en masten uitgezonderd, maar geen zonnepanelen. Dat betekentdat als een woonbootbewoner gebruik wil maken <strong>van</strong> zonne-energie, zijn woonbootmaximaal 5 meter boven de waterspiegel kan uitsteken. Dat zou inhouden dat eenmilieubewuste woonbootbewoner geen twee volwaardige woonlagen zou kunnen bouwen,terwijl dat in uw toelichting een <strong>van</strong> de doelstellingen is. Is dat daadwerkelijk het standpuntdat het stadsdeel wil innemen over schone energie?e. Over de punten 6 tot en met 9 nog de opmerking dat oppervlakten niet gemeten worden inproducten doch berekend worden in producten.f. In punt 10 wordt de lezer spontaan geconfronteerd met een nog onbekend begrip, teweten een woonschip. Zou dat toevallig een stationerend vaartuig kunnen zijn of is eenvlot vlonder? Oppervlakte percentages wordt voor het gemak gelezen als een woord.Hiermee wordt het percentage bedoeld dat bebouwd mag worden. Wordt hiermee nu eenbouwwerk of een gebouw bedoeld? Wij hadden het vage idee dat dit punt aan woonbotenrefereerde, maar dat blijkt geenszins uit de formulering. Het lijkt alsof in degroenvoorzieningen onbeperkt bouwwerken geplaatst kunnen worden, aangezien geenpercentage is aangegeven.3. In artikel 2.6 lid 4 wordt aangegeven, dat de hoogte <strong>van</strong> pleziervaartuigen maximaal 5.5 metermag zijn. Dit lijkt redelijk hoog voor een niet bedrijfsmatig recreatief bootje exclusief de mast.8


4. In artikel 2.6 lid 6 wordt opeens een uitzondering gemaakt voor een toekomstige woonboot in dejachthaven <strong>van</strong> 6 meter hoog. Aangezien er momenteel twee woonarken liggen met slechts 1woonlaag, zien wij geen enkele reden om het gelijkheidsbeginsel te verlaten en nu vast 6 metertoe te staan. Hiermee worden precedenten geschept waarmee elke bewoner misschien op basis<strong>van</strong> het gelijkheidsbeginsel een 6 meter hoge ark zou mogen neerleggen, mits hij kan aantonengeen twee technisch haalbare woonlagen te kunnen realiseren. Wast is overigens technischhaalbaar? Het bouwbesluit gaat uit <strong>van</strong> een minimale hoogte <strong>van</strong> 2.70 meter.5. In artikel 2.7 lid 4 wordt gewag gemaakt <strong>van</strong> erf- en perceelsafscheidingen. Niet ingezien wordthoe zulks zich verhoudt tot de bebouwing met woonboten. Kan nu gewoon een hekje neergezetworden op de kavelgrenzen? Of is dat niet hetzelfde als de grens <strong>van</strong> een waterkavel of eenaanduidingsvlak?6. artikel 3.2. lid a: aanlanding? Dit woord is nergens terug te vinden in de definities. De Dikke VanDale bood geen uitkomst. Dit hele artikel is volslagen overbodig en schept alleen onduidelijkheid.Als het woord aanlandig geïnterpreteerd wordt, dan zijn de bedoelde steigers en vlondersingetekend op de plankaart als ws. Er is geen enkele reden om deze te overschrijden met 2 (tot2.5, zie wijze <strong>van</strong> meten) meter, zowel in de lengte als in de breedte. Hiermee kan het watertussen twee woonboten geheel dichtgetimmerd worden. Dit is tegen het eerder vastgesteldebeleid. Mag dit ook bebouwd worden met een schuur? Of een dierenverblijf <strong>van</strong> 4 meter hoog? Ofeen carport?7. Het is onvoorstelbaar dat in een bestemmingsplan (artikel 3.2 lid b) een maat wordt gehanteerd<strong>van</strong> 20 centimeter terwijl wordt gemeten met een marge <strong>van</strong> 50 centimeter. Overigens wordt geeftde formulering andere ondergeschikte delen ruimte voor dubbelzinnige interpretatie.8. Artikel 3.4 lid 2 b: in het bestemmingsplan kan niet worden afgedwongen welk assortiment inwinkels verkocht wordt. Waarom gelden hier dan verboden? Wat geeft u het recht daartoe?9. Artikel 3.4 lid 3: met dit artikel geeft u aan dat in het bestemmingsplan niet het meest doelmatigegebruik wordt aangegeven in de aanduidingsvlakken. Tevens dient de term doelmatig gebruikgedefinieerd te worden. Het zou heel doelmatig zijn om bijvoorbeeld een telefoneer- en ofseksinrichting in de woonboot in te richten, aangezien daar aanzienlijk financieel nut <strong>van</strong> verwachtwordt. Een dringende reden voor het <strong>Stadsdeel</strong> om daarbij een beperking op te leggen is nietmakkelijk aan te geven daar beide inrichtingen legaal (kunnen) zijn. Hiermee mag dus zo n beetjealles, zolang het <strong>Stadsdeel</strong> geen dringende reden kan tonen om een beperking op te leggen.Zoiets iets duurt meestal wel even.10. Artikel 3.5 lid a: verheugd wordt opgemerkt dat het <strong>Stadsdeel</strong> <strong>van</strong> zins is om geluidwerendevoorziening aan te brengen op de zuidelijke plangrens. Kunnen die vast ingetekend worden?11. Artikel 4.2 lid 3: dit biedt kansen. Voorlopig is het bestemmingsplan nog niet in werking getredendus de illegale plannen liggen klaar om nog snel uitgevoerd te worden. Hiermee wordt allesgelegaliseerd wat in het verleden illegaal gestart is, over het hoofd gezien, maar ook zakenwaarover momenteel handhavingsprocedures lopen. Dit is waarlijk vrijheid voor de burger. Datbetekent dat alle illegale zaken waarop het <strong>Stadsdeel</strong> in gebreke is gebleven ten aanzien <strong>van</strong>handhaving in één klap gelegaliseerd worden. Waarom bestemt u dan niet meteen het illegalegebruik <strong>van</strong> gronden en bouwwerken waar<strong>van</strong> u al weet heeft? Wellicht is het handig om datgewoon even aan te duiden op de plankaarten, zodat niet later alsnog een beroep kan wordengedaan op het gelijkheidsbeginsel?12. Artikel 4.2. lid 6 zou dit hebben kunnen voorkomen, als er al een bestemmingsplan was geweestwaarin de woonboten waren opgenomen. Dit is echter niet het geval. Wel zijn er eenwoonbotennota en een kavelplan, maar daaraan wordt niet gerefereerd met de termovergangsrecht behorende bij het bestemmingsplan.13. Bij de toelichting vielen de volgende punten op:a. Op 12 juni 2008 is door het stadsdeel een presentatie gegeven, waarbij als belangrijkstedoel <strong>van</strong> het bestemmingsplan werd aangegeven, dat geanticipeerd wordt op de nieuweWet ruimtelijke ordening. In de toelichting is hierover niks terug te vinden. Wat zijn deconsequenties <strong>van</strong> de nieuwe wet op het bestemmingsplan, dat toch een overwegendconserverende bedoeling heeft. Welke voordelen heeft het <strong>Stadsdeel</strong> indien hetbestemmingsplan wordt vastgesteld voordat de nieuwe Wro in werking is getreden?b. In paragraaf 1.1. wordt gesteld dat in het nieuwe bestemmingsplan een regeling voorwoonboten moet worden opgenomen. Waarom wordt het geldende kavelplan nietmeegenomen, terwijl het als beleidsstuk is vastgesteld. Kan het zo zijn dat als hetbestemmingsplan wordt vastgesteld het kavelplan nog <strong>van</strong> kracht blijft? Deze stukken zijnop punten in tegenspraak met elkaar. Waarom wordt er in de tekst gerefereerd aan 4uitbreidingsplannen die <strong>van</strong> kracht zijn in het bestemmingsplan, terwijl er maar drie9


genoemd worden en zijn ingetekend? Wat is dat vierde uitbreidingsplan dat onverkort <strong>van</strong>kracht blijft?c. In paragraaf 1.2. wordt gesteld dat ter voorkoming <strong>van</strong> 2 verschillende beleidskaders voorwoonboten het woonbotenbeleid wordt opgenomen in het bestemmingsplan. Waaromwijkt het bestemmingsplan dan op een aanzienlijk aantal punten af <strong>van</strong> het bij hetgeldende woonbotenbeleid vastgestelde kavelplan? Loslaten <strong>van</strong> het kavelplan dat insamenwerking met de bewoners is opgesteld en door het stadsdeel is vastgelegd heeftals consequentie dat wat er in de afgelopen 10 jaar niet conform het kavelplan is gebeurdmet het overgangsrecht <strong>van</strong> gebruik in het bestemmingsplan gelegaliseerd wordt. Hetwoonbotenbeleid en het kavelplan die de laatste 10 jaar hebben gegolden zijn daarmeetotaal ontkracht. Heeft het opstellen <strong>van</strong> een bestemmingsplan wel zin anders danvoldoen aan de verplichtingen in de huidige Wro? Gaat het stadsdeel dat nu welhandhaven?d. In paragraaf 2.1 wordt gesteld dat in het bestemmingsplan grotendeels wordt aangeslotenop het plan Schinkeleilanden. Aangezien dat pan zich nu uitstrekt tot de oostoever <strong>van</strong> deSchinkel, is nu sprake <strong>van</strong> een overlapping nu de tuinen en de stoepen <strong>van</strong> hetIJsbaanpad binnen beide plannen vallen.e. In paragraaf 3.1.1. komt de aap uit de mouw. Het plan mag de uitbreiding <strong>van</strong> dehoofdinfrastructuur niet belemmeren. Zou de verbreding <strong>van</strong> de A10 in noordelijke richtingwellicht een vorm <strong>van</strong> doelmatig gebruik zijn, zoals gesteld in artikel 3.4 lid 3 <strong>van</strong> devoorschriften?f. Paragraaf 3.1.3. confronteert de burger met het volgende: dit infrastructurele werk voorauto, openbaar vervoer en fiets is in studie en moet voor mogelijk worden gehouden voorde periode na 2015. In het bestemmingsplan wordt in zoverre rekening gehouden deSchinkelverbinding dat de toekomstige uitvoering er<strong>van</strong> niet onmogelijk wordt gemaakt.Dit blijft het bestemmingsplan door ter plaatse <strong>van</strong> het beoogde tracé geen ontwikkelingenmogelijk te maken . Met een vergrootglas is geconstateerd dat dit gehele infrastructurelewerk is aangeduid met een minimaal rood gestippeld lijntje <strong>van</strong> oost naar west, dat in delegenda niet wordt verklaard of aangegeven. In de uitsnede Structuurplan 2003 staantwee tamelijk dikke lijnen, een witte en een zwarte, aangeduid als reserveringeninfrastructuur die niet op de plankaart terug te vinden zijn. Deze dikke lijnen liggentrouwens niet helemaal op dezelfde plaats als het piepkleine stippellijntje. Is dit zoverstopt in de toelichting omdat u hier <strong>zienswijzen</strong> op verwacht? Er ligt eenblauwgraslandje en ook een aantal woonboten ter hoogte <strong>van</strong> de reservering. Hoe kunnener 2 bestemmingen gelden voor 1 gebied? Is dit misschien een vorm <strong>van</strong> het meestdoelmatige gebruik zoals bedoeld in artikel 3.4 lid 3? Waarom wordt er zo cryptischgedaan en wordt er niet gezegd waar het op staat? Een soortgelijk lijntje lijkt te zien te zijnop plankaart A <strong>van</strong> noord naar zuid. Wordt dit ook een brug? Is het gereserveerd? Hoebreed is de reservering? Is het de Noord-<strong>Zuid</strong>lijn?g. In paragraaf 3.2.1 bevat de uitleg over de Wet Woonwagens en woonschepen feitelijkeonjuistheden. Er is nog geen heldere juridische status gegeven aan het begripwaterwoning. Ook worden de begrippen woonschip en woonboot door elkaar gehaald.h. Waarom wordt in paragraaf 3.2.3 een pagina gespendeerd aan het gemeentelijkewoonbeleid, terwijl dat voor het plangebied niet <strong>van</strong> toepassing is zoals door het stadsdeelwordt gesteld? Hoe verhoudt het waterplan en de daarin vermelde wensen endoelstellingen zich met het ontwerpbestemmingsplan?i. Paragraaf 3.2.4: in het kader <strong>van</strong> dit bestemmingsplan lijkt het opnemen <strong>van</strong> een conceptwoonvisie en de <strong>Nota</strong> Wonen uit 2002 totaal irrele<strong>van</strong>t. In beide stukken is geen visieverwoord ten aanzien <strong>van</strong> woonboten, woonschepen, waterwoningen en andere drijvendewoningen. In het plangebied zijn geen woningen aanwezig of voorzien. Om de helderheid<strong>van</strong> het plan een beetje te stimuleren, wordt verzocht om deze en alle andere irrele<strong>van</strong>tedelen te verwijderen.j. In paragraaf 3.6.1 wordt gerefereerd aan de Flora en Faunawet en de Vogel/ enHabitatrichtlijn is achterhaald. Deze zijn gedeeltelijk ver<strong>van</strong>gen door deNatuurbeschermingswet. Er ligt hier wel een blauwgraslandje. Valt dat onder hetplangebied? Dan moet het wel opgenomen worden.k. In paragraaf 3.6.2 wordt de steun <strong>van</strong> het stadsdeel uitgesproken voor de strijd tegen degeluidhinder. Aangenomen wordt, dat als de reservering voor de brug en welke andereinfrastructurele werken dan ook geconcretiseerd worden, dat dan wel getoetst zal gaanworden aan de Wet Luchtkwaliteit. Kan dat bevestigd worden?10


l. In paragraaf 3.7.1 2 wordt gesproken over de risiconormering vervoer gevaarlijke stoffenen daarin wordt gesteld dat het vervoer alleen bestaat uit kerosine en dat dit maar zeldenplaatsvindt, alleen als de pijp kapot zou zijn. Dit is best vaak stuk, aangezien er zekereens per 2 weken zo n boot met gevaarlijke stoffen langs de meerpalen vaart. De PR kanderhalve niet 0 zijn. Verzocht wordt een berekening uit te laten voeren. Voor wat betreftde straalpaden wordt verzocht om een nader onderzoek naar de persoonlijke risico s dieeen grote concentratie zendmasten met zich meebrengt. UMTS masten zijn in hetontwerpbestemmingsplan niet meegenomen. Er schijnen 17 masten te zijn waar<strong>van</strong> heteffect het plangebied bestrijkt.m. In paragraaf 4.1.1 wordt gesproken over zicht op het water. Onder het kopje WestelijkeSchinkeloever wordt gewag gemaakt <strong>van</strong> uitzicht op de jachthaven die een rommeligeindruk maakt. Het is op dit moment niet of nauwelijks meer mogelijk om ter hoogte <strong>van</strong> hetdierenverblijf naar de overkant te kijken, maar in het ontwerpbestemmingsplan zou deopmerking over de jachthaven geschrapt moeten worden. De inname over een uiterlijkhoort niet thuis in een bestemmingsplan. Ook verderop wordt de rommeligheid <strong>van</strong> dejachthaven als een ongewenste situatie gekenschetst, waarvoor een oplossing gezochtzou moeten worden. Dit is inmiddels gebeurd en het punt kan dan ook verwijderd worden.Bij het walkantgebruik wordt gerefereerd aan bestaande, deels illegale, schuttingen enschuren, die ongewenst zijn. Jammer dat die door dit bestemmingsplan allemaalgelegaliseerd worden. Wellicht is het handig om, om dit te voorkomen, nog voor deinwerkingtreding hier handhavend tegen op te treden.n. In paragraaf 4.2.1 wordt opgemerkt dat de Schinkeleilanden de komende jaren eentransformatie ondergaan. Deze is toch al bijna af? Oplevering zou volgens de planningnog deze zomer moeten plaatsvinden. Worden er nog meer transformaties verwacht? Eenbrug of zo?o. In paragraaf 4.3.2 wordt gesproken over waterkavels. Helaas is het het stadsdeel nietgelukt om de paar fouten in de kavelkaart behorende bij het vastgesteldewoonbotenbeleid 1998 op te lossen. Daarom is een nieuwe kavelkaart opgesteld. Dis datde plankaart die bij dit bestemmingsplan hoort? Daar staan geen maten in. Deze zal dusenkel en alleen zorgdragen voor meer verwarring en onderlinge onenigheid. Er wordt danook dringend verzocht om precieze maten (op de centimeter en niet op de halve meternauwkeurig) in het plan op te nemen.p. In paragraaf 4.4.2 wordt gesproken over de schaal <strong>van</strong> de plankaarten en hier bestaatonduidelijkheid over. Er wordt eerst aangegeven, dat de kaarten een schaal <strong>van</strong> 1 op1000 hebben. Dat zou betekenen dat gemeten moet worden met een nauwkeurigheid <strong>van</strong>een meter en niet <strong>van</strong> een halve meter. Dat voor de leesbaarheid gekozen is voor eenschaal <strong>van</strong> 1 op 500 doet hier niets aan af. Welke geldt nou?q. In paragraaf 4.4.3 onderscheid bebouwingspercentage wordt duidelijk dat ook hetstadsdeel nog zich afvraagt wat er allemaal klopt. Aan het Jaagpad is eenbebouwingspercentage <strong>van</strong> 60% toegestaan. Voor alle overige boten zou een percentage<strong>van</strong> 80% gelden. Dit is uiteraard niet waar. Dat geldt alleen voor de woonboten diegelegen zijn aan wat wij altijd heel praktisch IJsbaanpad-wal noemen. Het is vreemd datdat dan weer niet geldt voor de walkant aan de Jachthavenweg.Verder wordt verzocht om niet alleen een percentage te noemen voor het gebruik <strong>van</strong> deoppervlakte, maar tevens een algemeen geldend percentage <strong>van</strong> 80% op te nemen voorhet volume <strong>van</strong> de woonboten (dus met de hoogte in aanmerking genomen). Hierdoorwordt de diversiteit gewaarborgd die het stadsdeel zo graag wil behouden en voorkomtdat er alleen nog maar blokkendozen worden neergelegd die het uitzicht en dewoonbeleving ernstige belemmeren. Zo worden de smalle steigers namelijk steegjes dieomringd worden door hoge muren.Beantwoording1. Ten aanzien <strong>van</strong> de opmerkingen over de begripsbepalingen kan het volgende aangegevenworden:a. Bedrijfsvaartuig: de omschrijving <strong>van</strong> het begrip bedrijfsvaartuig geeft duidelijk aan wathier onder verstaan wordt. De begripsbepaling wordt niet aangevuld of gewijzigd.b. Bestaand: het gaat om alles wat (legaal) aanwezig is op het moment dat hetontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd wordt. Het ontwerpbestemmingsplan heefteen bevriezende werking op aanvragen voor bouwvergunningen. Dit is een ijk-momentvoor de bestemmingsplanregels.11


c. Een gebouw is een vorm <strong>van</strong> een bouwwerk, dus de begripsbepaling voor bouwen heeftook betrekking op een gebouw.d. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gerealiseerd worden. Overigebouwwerken (geen gebouwen zijnde) mogen ook buiten het bouwvlak gerealiseerdworden met een maximaal bepaalde hoogte.e. Gebouw: de begripsbepaling is bedoeld om onderscheid te maken tussen deverschillende soorten bebouwing die mogelijk is. Een gebouw is een bouwwerk mettenminste 2 dichte wanden en een dak en is hiermee toegankelijk voor mensen. Eenbouwwerk = 1) een gebouw en 2) een bouwwerk, geen gebouw zijnde. Een bouwwerk,geen gebouw zijnde, is niet voor mensen toegankelijk. Het gaat hier namelijk om masten,antennes, erfafscheidingen, enz.f. Bouwwerk: plankaart A vormt een onderdeel <strong>van</strong> het bestemmingsplan en geenbestemmingsplan op zich. Een bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, voorschriftenen één of meerdere plankaarten. De begripsbepaling voor bouwwerk is eenstandaarddefinitie om aan te geven wat hieronder verstaan wordt. Het kan zowel deconstructie als geheel zijn, als ook een onderdeel er<strong>van</strong>.g. Dierenverblijf: het dierenverblijf heeft een bouwvlak gekregen op de plankaart. Daarbij iseen maximale bouwhoogte opgenomen. Dit betekent dat hier een gebouw <strong>van</strong> maximaal4 meter hoog aanwezig mag zijn. Een gebouw dat dus ook toegankelijk is voor mensen.h. Huisgebonden beroep of bedrijf: in de begripsbepaling is aangevuld dat het naast eenwoning ook uitgevoerd mag worden in een woonboot. Hiermee wordt een woonboot in dezin <strong>van</strong> de Wet geluidhinder en Woningwet overigens niet gelijk aan een woning. Deaanname uit dit aspect <strong>van</strong> de <strong>zienswijzen</strong> is daarmee niet correct. Juist omdat het eenberoep danwel bedrijf aan huis is, gaat het om activiteiten <strong>van</strong> beperkte om<strong>van</strong>g.Belangrijk is dat de activiteit een ondergeschikt karakter heeft; dat wil zeggen dat deactiviteit niet ten koste mag gaan <strong>van</strong> de hoofdfunctie (=wonen). Zelfstandigebedrijfsactiviteiten zullen een locatie binnen een daarvoor passende bedrijfsbestemmingmoeten vinden. Het gaat er in deze om dat de bewoners <strong>van</strong> de woonboot demogelijkheid hebben om dit bedrijf of beroep aan huis uit te voeren. Onder sociaalcultureelvallen onder andere medische, maatschappelijke en overheidsvoorzieningen.i. Individuele steiger: er kan inderdaad zowel een woonboot als een bedrijfsvaartuig aandeze steiger liggen. Het gaat om steigers die binnen de kavel <strong>van</strong> de woonboot aanwezigzijn en die gebruikt worden voor de toegang tot deze boot. In de begripsbepaling is hetwoordje en weggehaald tussen woonboot en bedrijfsvaartuig. Aangegeven is dat eensteiger bestaan uit een constructie <strong>van</strong> in de grond en/ of waterbodem gefixeerde palenen plankieren.j. Kunstobject: er wordt geen beperking opgelegd aan enige kunstzinnige uiting door debetreffende begripsbepaling aangezien er slechts een voorbeeld is gegeven <strong>van</strong> dematerialen. Het vastleggen <strong>van</strong> het begrip kunstzinnig zou een beperking inhouden <strong>van</strong>wat en dergelijk object zou kunnen zijn.k. Nutsvoorzieningen: Een bouwwerk = 1) een gebouw en 2) een bouwwerk, geen gebouwzijnde. Nutsvoorzieningen kunnen of een gebouw zijn (en daarmee toegankelijk voormensen) of een kastje zijn (welke niet toegankelijk zijn voor mensen).l. Openbaar toegankelijke steiger: een individuele steiger is niet openbaar toegankelijk, inde zin dat iedereen hier altijd gebruik <strong>van</strong> kan maken. De mensen die hier komen, komengericht voor een boot / adres. Deze kan wel openbaar toegankelijk verklaard zijn voorbijvoorbeeld het kunnen bereiken <strong>van</strong> een bedrijfsvaartuig. Het plankier wordt nietgefixeerd, maar de palen waarop dit plankier zich bevindt zijn wel gefixeerd in de bodem.Het bestemmingsplan regelt niet de materiaalsoort waaruit de steiger moet bestaan. Hetregelt uitsluitend de mogelijkheid <strong>van</strong> een steiger op een bepaalde plek.m. Passagiersvaartuig: een passagiersvaartuig is een bedrijfsvaartuig. Een pleziervaartuig eneen passagiersvaartuig zijn beiden gericht op het vervoeren <strong>van</strong> personen. Het verschil isdat een passagiersvaartuig een bedrijfsmatig karakter heeft (bv. rondvaartboten). Dezeboten mogen niet afmeren in het plangebied. De pleziervaartuigen zijn de kleinere bootjesvoor particulieren om mee te varen en mogen wel afgemeerd worden binnen de kavel <strong>van</strong>de woonboot. Het uitlenen <strong>van</strong> een dergelijk bootje maakt het nog geenpassagiersvaartuig of bedrijfsmatige gebruik.n. Plankaart: de aangegeven nummers zijn de nummers <strong>van</strong> de plankaarten die horen bij hetbestemmingsplan. De datum en de status in de het kader met de planinformatie(rechtsonder op de kaartbladen) geeft aan in welke fase het plan zich bevindt. Dit is de12


gebruikelijke manier om aan te geven welke versie het is en niet de kaarten verdernummeren met 2, 3 enz.o. Seksinrichting: er zijn op de plankaart geen seksinrichtingen aanwezig, omdat deze nietzijn toegestaan in het plangebied. Deze begripsbepaling is opgenomen, omdat in deverbodsbepalingen in de voorschriften dit gebruik nadrukkelijk wordt uitgesloten. En ookde termen uit de voorschriften dienen voorzien te zijn <strong>van</strong> een begripsbepaling, niet alleende termen op de plankaart.p. Sluiswachtershuis: het bestemmingsplan regelt niets over de Arbeidstijdenwet en metdeze opmerking kan dan ook in het kader <strong>van</strong> het bestemmingsplan niets gedaan worden.Het gaat in dit geval om verblijf <strong>van</strong> de sluiswachter gedurende zijn werktijden.q. Speelautomatenhal: er zijn op de plankaart geen speelautomatenhallen aanwezig, omdatdeze niet zijn toegestaan in het plangebied. Deze begripsbepaling is opgenomen, omdatin de verbodsbepalingen in de voorschriften dit gebruik nadrukkelijk wordt uitgesloten. Enook de termen uit de voorschriften dienen voorzien te zijn <strong>van</strong> een begripsbepaling, nietalleen de termen op de plankaart.r. Stationerend vaartuig: de begripsbepaling is aangepast. Het woordje boven is gewijzigd inonder. Een en ander conform de begripsbepaling <strong>van</strong> vaartuig .s. Telefoneerinrichting: er zijn op de plankaart geen telefoneerinrichtingen aanwezig, omdatdeze niet zijn toegestaan in het plangebied. Deze begripsbepaling is opgenomen, omdatin de verbodsbepalingen in de voorschriften dit gebruik nadrukkelijk wordt uitgesloten. Enook de termen uit de voorschriften dienen voorzien te zijn <strong>van</strong> een begripsbepaling, nietalleen de termen op de plankaart.t. Vlonder: het verschil tussen een vlot en een vlonder is dat een vlonder een functie heeftten behoeve <strong>van</strong> de woonboot, bijvoorbeeld voor stabiliteit. Een vlot is een zelfstandigdrijvend element dat ook voor andere doeleinden, bijvoorbeeld een tuin, gebruikt kanworden. Een terras kan inderdaad op een vlonder danwel een vlot gerealiseerd worden.Deze elementen worden in het bestemmingsplan opgenomen binnen de waterkavel <strong>van</strong>de woonboot, omdat ze onderdeel uitmaken <strong>van</strong> de bebouwing/ bouwwerken diehierbinnen aanwezig mogen zijn.u. Waterkavel: er zijn geen kavels beschikbaar voor dergelijke vaartuigen. Er is ervoorgekozen, om met uitzondering <strong>van</strong> het bedrijfsvaartuig voor de jachthaven, geen nieuwemogelijkheden te creëren voor bedrijfsvaartuigen en stationerende vaartuigen in hetplangebied. Reden hiervoor is dat het Groengebied Schinkel overwegend eenwoongebied is en dat de toevoeging <strong>van</strong> nog meer mogelijkheden voor bedrijfsvaartuigenen stationerende vaartuigen (buiten het bedrijfsvaartuig <strong>van</strong> de jachthaven) zorgt vooroverlast te nadele <strong>van</strong> het wonen. Voor pleziervaartuigen geldt, dat deze binnen de kavel<strong>van</strong> de woonboot mogen worden afgemeerd, maar daar buiten niet afgemeerd mogenworden.v. Woonboot: niet begrepen wordt hoe vooruitgelopen wordt op de nationale jurisprudentiedoor middel <strong>van</strong> deze begripsbepaling. Duidelijk is aangegeven, dat het om een vaartuiggaat dat bestemd en gebruikt wordt als woonverblijf. De in het gebied aanwezigewoonverblijven, danwel objecten te water voldoen aan deze begripsbepaling.2. Ten aanzien <strong>van</strong> de aspecten over de Wijze <strong>van</strong> meten kan het volgende als <strong>beantwoording</strong>gegeven worden:a. De maten <strong>van</strong> de kavels zoals deze bepaald zijn in de ligplaatsvergunningen en in dekavelkaart, zijn gebaseerd op de maten in centimeters en deze zijn ook opgenomen op deplankaart. In de wijze <strong>van</strong> meten was een afronding op 0,5 meter nauwkeurig opgenomen,maar doordat hierdoor veel verwarring ontstaan is over hoe die afronding plaats vind, isbesloten die nauwkeurigheidsmaat er uit te laten. Aan artikel 2.6 <strong>van</strong> de voorschriften iseen lijst met de exacte maten toegevoegd.b. Door de wijze <strong>van</strong> meten wordt niets veranderd aan de veiligheidsvoorschriften <strong>van</strong> debrandweer. De voorgeschreven 2 meter blijft <strong>van</strong> toepassing. Overigens blijft ook bijtoepassing <strong>van</strong> de wijze <strong>van</strong> meten de maat <strong>van</strong> 2 meter hetzelfde. Hier hoeft namelijkgeen afronding op plaats te vinden, aangezien de maat al op een heel getal is afgerond.c. De vastgestelde kavelmaten uit de ligplaatsvergunningen en het kavelplan vormen nogsteeds het uitgangspunt voor dit bestemmingsplan. De toelichting geeft dit op juiste wijzeaan. De algemene regels (bijvoorbeeld voor brandveiligheid) blijven altijd <strong>van</strong> toepassingnaast de bestemmingsplanbepalingen. Het voorbeeld dat in het kader <strong>van</strong> de wijze <strong>van</strong>meten wordt aangehaald, is niet juist uitgelegd. Dit zou als volgt moeten zijn namelijk: een13


meting <strong>van</strong> 15,79 meter wordt afgerond naar 16 meter. Er komt dus geen halve meter bij,maar de afronding vindt plaats op een hele waarde. Was sprake <strong>van</strong> een maat <strong>van</strong>bijvoorbeeld 15,4 meter, dan is deze afgerond naar 15,5 meter. Deze wijze <strong>van</strong> meten isechter aangepast en er is in artikel 2.6 <strong>van</strong> de voorschriften een lijst met exactekavelmaten toegevoegd.d. De wijze <strong>van</strong> meten heeft niets te maken met het uitdragen <strong>van</strong> een standpunt overschone energie. Het bestemmingsplan ziet daar sowieso niet op toe. Voor deverduidelijking dat ook bijvoorbeeld zonnepanelen op een woonboot geplaatst kunnenworden, is de begripsbepaling met de volgende zinsnede aangevulde en naar de aarddaarmee gelijk te stellen bouwonderdelen .e. De beschrijving <strong>van</strong> de wijze <strong>van</strong> meten is een standaardbeschrijving voorbestemmingsplannen. Deze standaardbepalingen worden landelijk aangegeven enovergenomen in bestemmingsplan. Hierin wordt niets veranderd.f. Woonschip staat bij deze begripsbepaling voor zowel woonboot als bedrijfsvaartuig. Ditwoord is in de begripsbepaling aangepast naar woonboot. Voor een aantal waterkavels iseen percentage opgenomen. Dit percentage geeft een deel <strong>van</strong> de kavel aan datgebruikt mag worden ten behoeve <strong>van</strong> de woonboot. De overige ruimte binnen de kavelmag volledig gebruikt worden voor vlotten, vlonders en bergingen. Het woordbebouwingspercentage is aan elkaar geschreven. In diverse bestemmingen (bijvoorbeeldGroen) waarbinnen bouwwerken mogelijk gemaakt kunnen worden is inderdaad nietaangegeven om welk percentage dit gaat. Bouwwerken zijn daarin <strong>van</strong> dusdanigkleinschalige om<strong>van</strong>g dat hiervoor de noodzaak ook niet bestaat.3. Naar aanleiding <strong>van</strong> de zienswijze is het bestemmingsplan aangepast. Het is inderdaad niet debedoeling dat de pleziervaartuigen 5,5 meter hoog mogen zijn met daarop nog een mast. Het ideewas dat de pleziervaartuigen inclusief mast 5,5 meter hoog mogen zijn. De mogelijkheid voor hetafmeren <strong>van</strong> pleziervaartuigen is niet meer direct opgenomen in de doeleindenomschrijving, maarin de wijzigingsbevoegdheid voor de jachthaven ondergebracht. Door middel <strong>van</strong> dezewijzigingsbevoegdheid wordt het afmeren <strong>van</strong> maximaal 60 pleziervaartuigen toegestaan. Dehoogtemaat <strong>van</strong> 5,5 meter bij deze boten is uit het bestemmingsplan gehaald, omdat hiervoorgeen toegevoegde waarde meer aanwezig is. De ruimte <strong>van</strong> de jachthaven en detoegangsmogelijkheden <strong>van</strong> het gebied zorgen er automatisch voor dat hier geenpleziervaartuigen <strong>van</strong> zeer grote om<strong>van</strong>g kunnen afmeren.4. De woonboten mogen maximaal 5,5 meter hoog zijn en door middel <strong>van</strong> vrijstelling zou ditverhoogd kunnen worden naar 6 meter. Dit alleen als aangetoond wordt, dat het realiseren <strong>van</strong>twee woonlagen niet mogelijk is binnen de 5,5 meter. Of dit vaak voorkomt (of gaat voorkomen) isniet aan te geven op dit moment, maar het stadsdeel wil alle bewoners <strong>van</strong> een woonboot demogelijkheid geven een tweede woonlaag te realiseren (dit is het kader <strong>van</strong> de rechtsgelijkheid).5. Op de grenzen <strong>van</strong> de waterkavel danwel de grenzen <strong>van</strong> de bestemming Tuin 1 of 2 op dewalkant, mogen conform dit artikel erf- en perceelsafscheidingen gemaakt worden.6. Onder aanlanding wordt de overgang verstaan <strong>van</strong> de vlonders en steigers naar de wal. Het gaatdaarbij vooral om de steigers en vlonders ingetekend op de plankaart als ws. Het gaat daarbij inveel gevallen om de overbrugging tussen de plek waar de waterspiegel ophoudt en volgens hetbestemmingsplan de bestemming tuin begint. Deze is niet in alle gevallen gelijk. Er wordtdaarmee geen water dichtgebouwd tussen woonboten onderling, maar alleen tussen de wal en desteiger bij de woonboten die aan de wal liggen. Binnen de bestemming Tuinen 2 mogen bergingen<strong>van</strong> 9 m2 en andere bouwwerken neergezet worden, binnen de bestemming Tuinen 1 alleenandere bouwwerken. Carports mogen alleen op de plekken waar een nadere aanduiding isgegeven en voor de rest nergens. Dit laatste geldt tevens voor het dierenverblijf <strong>van</strong> 4 meter hoog.Dit mag alleen ter plaatse <strong>van</strong> de aanduiding.7. Andere ondergeschikte delen is een gebruikelijke benaming in bestemmingsplan, wanneer nieteen limitatieve opsomming wordt gemaakt in een voorschrift. Uit de andere onderdelen die welopgesomd zijn is duidelijk af te leiden wat hier mee bedoeld wordt. De maat <strong>van</strong> 0,2 meter blijftongewijzigd. Deze heeft verder ook niets met de eerder in het bestemmingsplan opgenomen maat<strong>van</strong> nauwkeurigheid te maken. Daarbij ging het namelijk over overschrijding <strong>van</strong> bestemmingenen nadere aanduidingen en bij de maat <strong>van</strong> 0,2 meter gaat het om onderdelen <strong>van</strong> de stoep, dewoonboot etc. Overigens is de nauwkeurigheidsmaat niet meer in het bestemmingsplanopgenomen.8. De verboden gelden voor gebruik dat als niet wenselijk beschouwd wordt in bebouwing en opwoonboten. De bestemming detailhandel komt sowieso niet in het bestemmingsplan voor en isdaarmee in het algemeen niet toegestaan.14


9. Artikel 3.4, lid 3 wordt ook wel de toverformule genoemd; een zogenaamde ontsnappingsclausule, waar in de praktijk niet vaak gebruik <strong>van</strong> gemaakt wordt, aangezien aangetoond moetworden dat er het meest doelmatige gebruik niet mogelijk is.10. Momenteel zijn er geen concrete plannen voor het aanbrengen <strong>van</strong> geluidswerendevoorzieningen. Het bestemmingsplan biedt in algemene zin de mogelijkheid om voor de realisatie<strong>van</strong> dit soort voorzieningen een vrijstelling te verlenen. Mochten in de toekomst hiervoor welconcrete plannen ontstaan, dan kunnen deze juridisch-planologisch mogelijk gemaakt wordendoor middel <strong>van</strong> de vrijstelling zoals genoemd in artikel 3.5 lid 1 onder a.11. Door middel <strong>van</strong> artikel 4.2 lid 3 worden nadrukkelijk geen illegale zaken gelegaliseerd. Dit is opgrond <strong>van</strong> artikel 4.2 lid 6 namelijk uitgesloten. Gebruik dat op basis <strong>van</strong> het voorgaande planaanwezig mocht zijn, mag voortgezet worden, onder voorbehoud dat de afwijking <strong>van</strong> hetbestemmingsplan (het gewenste gebruik) niet wordt vergroot. Verder worden geen zaken hiermeegelegaliseerd waarvoor op dit moment handhavingsverzoeken lopen.12. Artikel 4.2, lid 6 heeft betrekking op het gebruik <strong>van</strong> de woonboten. Artikel 4.2, lid 3 geeft aan datals er op dit moment een woonboot gebruikt wordt in strijd met het bestemmingsplan GroengebiedSchinkel, dit gebruik mag worden voortgezet. Het bepaalde in artikel 4.2, lid 6 geeft aan dat als ditstrijdige gebruik ook al in strijd was met het nu geldende bestemmingsplan, dit gebruik nietvoortgezet mag worden.13. Ten aanzien <strong>van</strong> de opmerkingen over de toelichting kan het volgende als <strong>beantwoording</strong> wordenaangegeven:a. De nieuwe Wet heeft geen invloed op de keuze voor een conserverend bestemmingsplandanwel een ander type bestemmingsplan. De nieuwe wet is wel aanleiding geweest voorhet actualiseren <strong>van</strong> oude bestemmingsplannen in verband met de actualiseringplicht <strong>van</strong>deze nieuwe wet. Het verschil met de oude wetgeving zit met name in de procedure en destandaardisering <strong>van</strong> voorschriften, zodat de bestemmingsplan in heel Nederlandvergelijkbaar en digitaal beschikbaar worden. Het voorliggende bestemmingsplan is alsontwerp ter inzage gelegd voor 1 juli 2008 (datum inwerkingtreding nieuwe wet) en zalnog volgens de oude WRO worden afgerond. Er is dus geen sprake <strong>van</strong> een voordeelindien het plan volgens de nieuwe danwel de oude wet zal worden opgesteld.b. Het geldende kavelplan is vertaald in het bestemmingsplan, tesamen met de nametingenen het woonbotenbeleid. De verschillende beleidsdocumenten zijn daarbij inovereenstemming met elkaar gebracht. Er zijn in het plangebied 3 uitbreidingsplannenaanwezig die of geheel danwel gedeeltelijk vervallen na inwerkingtreding <strong>van</strong> onderhavigbestemmingsplan. Het vierde uitbreidingsplan is de 2 e herziening <strong>van</strong> het AlgemeneUitbreidingsplan. Dit grenst aan het plangebied en zal volledig <strong>van</strong> kracht blijven tot hetmoment dat dit is opgenomen in een nieuw bestemmingsplan.c. Het bestemmingsplan en het woonbotenbeleid zijn met elkaar in overeenstemminggebracht en dit heeft zijn vertaling gekregen in de voorschriften en op de plankaart in devorm <strong>van</strong> waterkavels. Het bestemmingsplan wijkt hierin niet af <strong>van</strong> het kavelplan. Hetbestemmingsplan wordt eveneens in samenspraak met de bewoners opgesteld (inspraak,zienswijze, bedenkingen etc.) en geldt voor een periode <strong>van</strong> 10 jaar. Het is niet zo dat hetkavelplan wordt losgelaten en ook worden er geen illegaal ontstane activiteiten doormiddel <strong>van</strong> het bestemmingsplan gelegaliseerd. Het overgangsrecht ziet alleen toe opactiviteiten en bebouwing aanwezig mogen zijn op basis <strong>van</strong> een voorgaandbestemmingsplan, maar die niet meer meegenomen worden in het nieuwebestemmingsplan en daarmee binnen de planperiode zouden moeten verdwijnen.Handhaving blijft uiteraard aan de orde, ook onder de bepalingen <strong>van</strong> het nieuwebestemmingsplan.d. Er is inderdaad sprake <strong>van</strong> een kleine overlapping <strong>van</strong> twee bestemmingsplannen. Ditgedeelte zal na het <strong>van</strong> kracht worden <strong>van</strong> het bestemmingsplan Groengebied Schinkel,alleen aan dit bestemmingsplan getoetst worden. Er gelden straks dus geen tweebestemmingsplannen voor deze gronden.e. Hier wordt in algemene bewoordingen aangegeven dat diverse bestemmingen die aan degronden zijn toegekend geen belemmeringen op mogen leveren voor het nationaal beleiden de regelgeving op het gebied <strong>van</strong> de hoofdinfrastructuur. Hiermee wordt geen concreteuitspraak gedaan over de verbreding <strong>van</strong> de A10. Verder heeft dit geen relatie methetgeen onder meest doelmatig gebruik wordt volstaanf. De enige aanduiding (rood gestippelde lijn) die <strong>van</strong> oost naar west loopt, betreft degeluidszone <strong>van</strong> het industrieterrein. De oeververbinding is niet op de plankaartopgenomen, alleen in de toelichting <strong>van</strong> het bestemmingsplan omschreven en op de15


uitsnede <strong>van</strong> het Structuurplan 2003. Het gaat hierbij op dit moment nog om eenreservering; concrete uitgewerkte plannen die vertaald kunnen worden in hetbestemmingsplan zijn er nog niet op dit moment. De bedoelde lijn op plankaart A <strong>van</strong>noord naar zuid is eveneens de geluidszone <strong>van</strong> het industrieterrein. Bij de uitwerking <strong>van</strong>de oeververbinding zal rekening gehouden worden met de omgeving waarbinnen deverbinding komt te liggen. Het kan overigens voorkomen dat er twee bestemmingen <strong>van</strong>toepassing zijn op 1 gebied, bijvoorbeeld een bestemming Water in combinatie met debestemming Waterstaat-Waterkering. Op die plekken zal voor medewerking aan een(bouw)plan voldaan moeten worden aan beide voorschriften.g. Paragraaf 3.2.1 is aangepast. Er wordt nu op alle plekken gesproken over woonboten.h. Er wordt in de toelichting in algemene zin gesproken over het <strong>van</strong> toepassing zijnde beleiden daarnaast wordt ingegaan op het specifieke beleid voor het plangebied. Dit geldt ookvoor het woonbeleid. Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het Waterplan.i. In de toelichting wordt kort aangegeven welk beleid er voor het bestemmingsplan <strong>van</strong>toepassing is. En in dit geval zijn dat ook de woonvisie en de <strong>Nota</strong> Wonen. Er is dan ookeen stukje hier<strong>van</strong> weergegeven. De conclusie is dat deze beleidsstukken geenconsequenties/invloed heeft voor het bestemmingsplan.j. Het bedoelde gebiedje dat aangemerkt wordt als blauwgrasland maakt geen onderdeel uit<strong>van</strong> dit bestemmingsplan. De toelichting is aangepast op het punt <strong>van</strong> deNatuurschermingswet.k. Bij de uitwerking <strong>van</strong> de plannen voor infrastructurele werken zal getoetst worden aan allerele<strong>van</strong>te wet- en regelgeving. Dit geldt ook voor het aspect luchtkwaliteit.l. De transportstroom <strong>van</strong> alle schepen met gevaarlijke stoffen op de Schinkel veroorzaaktPR contouren. Aangezien het aantal transporten <strong>van</strong> gevaarlijke stoffen over de Schinkelzeer beperkt is, is er geen PR contour <strong>van</strong> de grenswaarde <strong>van</strong> 10 -6 (wel <strong>van</strong> PRcontouren met een lagere kans, bijvoorbeeld de 10 -8 contour). Ook het groepsrisico zit veronder de oriëntatiewaarde en benadert in dit geval zelfs 0, gezien het zeer beperkteaantal schepen met gevaarlijke stoffen en de soort stof die vervoerd wordt. Er is dan ookgeen nieuwe berekening nodig, omdat de vaarweg geen externe veiligheidsproblemenoplevert.Er zijn in het plangebied geen UMTS masten aanwezig waarvoor een bestemming danwel voorschrift opgenomen hoeft te worden. Het kan zijn dat er bouwvergunningvrijemasten aanwezig zijn waar het bestemmingsplan niet op toeziet. Verder kan in hetbestemmingsplan niets worden opgenomen over masten die niet in het plangebiedgelegen zijn. Nieuwe vergunningplichtige masten worden in ieder geval niet mogelijkgemaakt door middel <strong>van</strong> het bestemmingsplan.m. De passages ten aanzien <strong>van</strong> de uitstraling <strong>van</strong> de jachthaven zijn aangepast aan dehuidige, opgeruimde situatie. Door middel <strong>van</strong> het bestemmingsplan wordt geen illegalebebouwing (en/of gebruik) gelegaliseerd. De handhaving <strong>van</strong> een dergelijke situatie blijftook in de periode <strong>van</strong> het nieuwe bestemmingsplan aan de orde.n. De paragraaf over de Schinkeleilanden is aangepast aan de huidige situatie en deafronding <strong>van</strong> de transformatie.o. Alle kavels en ligplaatsvergunningen zijn nagelopen en er heeft een nieuwe metingplaatsgevonden. De waterkavels op het bestemmingsplan zijn hier het resultaat <strong>van</strong>. Er isverder rekening gehouden met de opmerkingen die gemaakt zijn in het voortraject en hetbestemmingsplan is daarop aangepast. Een bestemmingsplankaart wordt niet voorzien<strong>van</strong> maten en als dit wel gebeurd dan zijn dit geen maten in centimeters. De wijze <strong>van</strong>meten is aangepast en de nauwkeurigheidsbepaling is niet meer opgenomen. Er kan danook in principe geen discussie meer bestaan of de juiste maten zijn weergegeven op deplankaarten.p. In paragraaf 4.4.2 is de onduidelijkheid over de schaal <strong>van</strong> de plankaarten aangepast. Deschaal <strong>van</strong> de plankaarten <strong>van</strong> het vastgestelde bestemmingsplan zijn 1:500.q. In paragraaf 4.4.3 is onder het kopje onderscheid bebouwingspercentage de tekstaangepast ten aanzien <strong>van</strong> de te onderscheiden bebouwingspercentage. Hierdoor wordtnu duidelijk welk onderscheid gemaakt wordt en waarom dit gedaan is.Het beperken <strong>van</strong> het bouwvolume met 80% leidt tot kleinere woonboten, maar niet persétot een verscheidenheid aan boten. Ondanks de gevraagde beperking bestaat namelijknog steeds de mogelijkheid tot het realiseren <strong>van</strong> rechthoekige dozen , maar dan met eeniets kleinere om<strong>van</strong>g. Belangrijk is dat de bestaande rechten niet worden aangetast. Deervaring leert dat bewoners niet maximaal gebruik maken <strong>van</strong> wat mogelijk is; momenteel16


is de verscheidenheid in woonboten groot, ondanks dat ze allemaal 5,5 meter hoogmogen zijn.Conclusie (De zienswijze leidt tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan ten aanzien <strong>van</strong> de volgende punten:- 1 h, i en r: bij het begrip huis gebonden beroep of bedrijf is achter woning ook het woordwoonboot toegevoegd, het begrip <strong>van</strong> individuele steiger is aangepast (en/of is of geworden),het woordje boven is veranderd in onder bij het begrip voor stationerend vaartuig- 2 a,d en f: de nauwkeurigheidsmaat <strong>van</strong> 0,5 meter is uit de wijze <strong>van</strong> meten gehaald, bij dewijze <strong>van</strong> meten <strong>van</strong> de bouwhoogte is aangegeven dat er ook andere ondergeschikteonderdelen hieronder vallen, het woord oppervlaktepercentage is aan elkaar geschreven enhet woord woonschip is veranderd in woonboot. Verder is aan artikel 2.6 <strong>van</strong> de voorschrifteneen lijst met de exacte kavelmaten toegevoegd.- 3: de hoogtebepaling <strong>van</strong> 5,5 meter voor pleziervaartuigen is niet meer opgenomen in devoorschriften in het bestemmingsplan- 7: de nauwkeurigheidsmaat <strong>van</strong> 0,5 meter is uit de wijze <strong>van</strong> meten gehaald- 13 b,g j, m,n, o, q: er zijn 3 uitbreidingsplannen ipv 4 <strong>van</strong> toepassing in het gebied (toelichtingis hierop aangepast), de tekst in paragraaf 3.2.1 is aangepast, er wordt nu overal gesprokenover woonboten, de passages over de natuurbeschermingswet, de jachthaven en deSchinkeleilanden zijn aangepast, de schaal <strong>van</strong> de plankaart zoals dat in de toelichtinggenoemd wordt, is overal veranderd in 1:500, de tekst in paragraaf 4.4.3 over het onderscheidbebouwingspercentage is aangepast.De overige punten leiden niet tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan.8. De heer/ mevrouw M.M. <strong>van</strong> Nunen en de heer/ mevrouw J.P. Jongkind, IJsbaanpad 62F,1076 CW AmsterdamZienswijzePer brief <strong>van</strong> 2 juli 2008, ont<strong>van</strong>gen 7 juli 2008 (tevens per e-mail d.d. 3 juli 2008), hebben de heer/mevrouw M.M. <strong>van</strong> Nunen en de heer/ mevrouw J.P. Jongkind de volgende zienswijze ingediend:1. Steigertjes, schuurtjes en andere drijvende aanhorigheden: in de nota <strong>van</strong> <strong>beantwoording</strong> wordenveel woonbootbewoners tevreden- en gerust gesteld. Een groot aantal woonbootbewoners krijgtzekerheid over de hen vaak toegeëigende steigertjes met schuurtjes en tuinen met schuurtjes etc.Met deze beslissing dreigt wel een grote groep woonbootbewoners tussen de wal en hetwoonschip in te vallen. Vooral voor de bewoners aan de steigers <strong>van</strong> de Jachthavenweg en hetzijpad <strong>van</strong> het IJsbaanpad dreigt het gevaar <strong>van</strong> het weghalen <strong>van</strong> hun al jaren afgemeerdepleziervaartuigen en hun al jaren aanwezig drijvende terrassen, vlotten en andere drijvendevoorwerpen. Dit is bijzonder teleurstellend, omdat deze bovengenoemde drijvende aanhorighedeneen grote toegevoegde waarde heeft voor het algemene woonplezier en dus het welzijn <strong>van</strong> debovengenoemde groep. Bovendien lijkt het een ongelijkheid ten opzichte <strong>van</strong> de bewoners die welalles in hun kavel hebben gekregen (bijvoorbeeld de woonbootbewoners aan het Jaagpad en deandere woonbootbewoners gelegen aan de wal kant), temeer omdat er ook voor deze drijvendeaanhorigheden gewoon betaald wordt. De drijvende aanhorigheden hebben zeer veel nut en eengrote toegevoegde waarde voor de woonbootbewoners. Deze zouden dan ook gewoon in dekavels moeten worden opgenomen als de ligplaatsen dit toelaten. Verzocht wordt de drijvendeaanhorigheden toe te voegen in het bestaande kavel <strong>van</strong> de woonbootbewoners op de steigers.Is er een omgevingsanalyse uitgevoerd en of is de oude omgevingsanalyse uit de vorige eeuwgebruikt?2. Hoofd groenstructuur: tevens willen wij u er op attenderen dat de wethouder <strong>van</strong> de centrale stadte weten: de heer M. <strong>van</strong> Poelgeest, een nota heeft geschreven over de herziening en detoekomst <strong>van</strong> de hoofd groenstructuur in geheel Amsterdam. Ook Amsterdam Oud <strong>Zuid</strong> dientdeze visie in dit bestemmingsplan voor de toekomst mee te nemen.Ook zijn wij <strong>van</strong> mening dat het hele gebied rond Huis te Vraag beter in het groengebied deSchinkel past en toch in dit bestemmingsplan hoort te worden ingepast.3. Flora en fauna in deze omgevinga. Er is veel meer zeldzame flora en fauna in het bestemmingsgebied aanwezig is dan17


omschreven wordt. Zo is er geconstateerd, dat hier wilde orchideeën groeien. Er zal daaromeen nieuwe flora en fauna analyse gedaan moeten worden. Hetzelfde geldt voor de nieuwewet D.R.O. Deze wet is op 1 juli 2008 ingegaan en dient te worden geïmplementeerd in ditbestemmingsplan, temeer omdat dit bestemmingsplan nog moet worden goedgekeurd dooro.a. Provinciale Staten.b. De zienswijze t.a.v. de uitstoot <strong>van</strong> open haarden en allesbranders in het gebied is niet goedbegrepen. Deze vervuiling vindt niet plaats door en op het industrieterrein de Schinkel, maarwordt door andere woonbootbewoners veroorzaakt. Dit ten koste <strong>van</strong> de gezondheid <strong>van</strong> allewoonbootbewoners. In dit bestemmingsplan is vastgesteld, dat bijvoorbeeld een allesbrandermeer vervuilt dan 10 auto s bij elkaar, en dat het gebied last heeft <strong>van</strong> andere grote vervuilerszoals uitstoot <strong>van</strong> de gebruikers op de ringweg A10, uitstoot scheep- en pleziervaart, uitstootindustrie gebied de Schinkel en de uitstoot <strong>van</strong> totaal Amsterdam, met name de uitstoot <strong>van</strong>overkomend vliegverkeer <strong>van</strong> Schiphol, dagelijks en zeer frequent overkomend vliegverkeer,zoals helikopters <strong>van</strong> de V.U., politie helikopters etc. .Op 1 juli is de wet op roken in openbaregelegenheden <strong>van</strong> kracht geworden en er zou een voorbeeld gesteld kunnen worden dooropenhaarden en allesbranders in het gebied te verbieden. Het stadsdeel heeft de plicht om deburgers tegen groot gevaar te beschermen en maatregelen te treffen tegen de uitstoot <strong>van</strong>alles branders en openhaarden.c. Ook is er niets in dit bestemmingsplan te vinden over de enorm toegenomen geluidsoverlast<strong>van</strong> de diverse gebouwen om het bestemmingsplangebied, zoals geluidsoverlast <strong>van</strong> hetOlympisch Stadion tijdens het enorm toegenomen aantal evenementen, <strong>van</strong> de directnaastgelegen voetbalvelden Arsenal, tijdens party s op het buitenterras <strong>van</strong> het Frans OttenStadion, tijdens party s op en om de tennisbanen <strong>van</strong> het Witte Huis, door house party s enandere evenementen in Sporthallen <strong>Zuid</strong>. Tevens neemt de geluidsoverlast op het water toe,vaak tot diep in de nacht.d. Verder wordt bezwaar gemaakt tegen het feit dat in de nota <strong>van</strong> <strong>beantwoording</strong> gemeld wordtdat er in 1998 en 2003 overleg is geweest met de bewoners in dit gebied over het kavelplan.Zo hoort het wel te zijn, maar uit andere passages blijkt dat er alleen overleg is geweest meteen woonbotenvereniging. Dit overleg zou met alle bewoners horen plaats te vinden doormiddel <strong>van</strong> openbare vergaderingen, hoorzittingen en dergelijke. Bij het kavelplan is dit nietgebeurd en dit is dus niet volgens de regels tot stand is gekomen en zou daarom opnieuwbesproken moeten worden met de mogelijkheid tot inspraak voor elke afzonderlijke bewoner.e. Verder blijft het bezwaar bestaat ten aanzien <strong>van</strong> het bedrijfsmatig verhuren <strong>van</strong> woonruimtebijvoorbeeld als bed and breakfast in ons woonbotengebied. Nogmaals wordt eropgeattendeerd, dat dit tot 1994 goed geregeld was. Dit ter bescherming <strong>van</strong> allewoonbootbewoners in dit gebied. Het onderverhuren veroorzaakt onder anderegeluidsoverlast. Woonboten zijn lawaai gevoelig en nieuwe gebruikers zijn hier<strong>van</strong> vaak nietdoordrongen, met alle gevolgen <strong>van</strong> dien. Tevens bestaat er in de buurt een zeer grootparkeerprobleem en door onderverhuur zal het parkeerprobleem ten koste <strong>van</strong> anderegebruikers enorm toenemen. Het bedrijfsmatig onderverhuren <strong>van</strong> woonboten is in strijd metde algemene plaatselijke Amsterdamse Verordening. Het onderverhuren <strong>van</strong> woonboten ispuur winst bejag en niet wenselijk voor de sociale cohesie in deze unieke woonbotenbuurt. Inhet verleden heeft er ook een woonbootbewoner zijn woonark ter beschikking gesteld voorop<strong>van</strong>g <strong>van</strong> ex-delinquenten. Ook dit had zijn gevolgen voor onze buurt.4. Tijdelijk verplaatsen <strong>van</strong> woonarken: door dit bestemmingsplan zal het in de toekomst veelvuldigvoorkomen, dat er woonarken tijdelijk moeten wijken voor bijvoorbeeld nieuw in te varenwoonarken. Dit heeft grote kosten en kans op schade tot gevolg voor woonbootbewoners dietijdelijk moeten worden verlegd. Het <strong>Stadsdeel</strong> vindt dit tijdelijk verplaatsen <strong>van</strong> woonarken nietonder dit bestemmingsplan vallen. Alle tussensteigers zouden moeten worden ingetekend in hetkavelplan. Dit om de volgende reden: ook deze woonboten moeten bij invaren wijken. Jarenlangheeft iemand de lusten en de buurman zou niet op moeten draaien voor de lasten, zoals in hetverleden wel veelvuldig is gebeurd. Het antwoord was teleurstellend, mede omdat er nu nietsbeschreven is over dit kosten- en eventuele schaden fenomeen, temeer door de diverseaansluitingen die door specialisten moeten worden ontkoppeld en weer worden aangesloten.Tevens kost het vaak een of twee vrije dagen om aanwezig te zijn bij het verplaatsen <strong>van</strong> dewoonarken. Tijdens het afgelopen baggerproject was de stroomaansluiting niet gereed. Verderdeed de pomp en het toilet het niet, ook wegens stroomgebrek. Dit zijn omstandigheden die in dittijdperk <strong>van</strong> internet en alles even snel kunnen regelen, niet meer zouden moeten kunnenvoorkomen.18


5. Olympische spelen 2028: voor en in 1992 was er een Olympisch plan ontworpen om o.a. alleaanwezige woonboten aan het IJsbaanpad Jachthavenweg te verslepen t.a.v. de e.v.t teorganiseren Olympisch spelen in 1992 in Amsterdam. Nu zijn er weer grote plannen om in 2028de spelen binnen Amsterdam te halen en is dit mogelijk binnen dit bestemmingsplan.6. Overig: iemand op steiger 3 IJsbaanpad meldt dat zijn naast gelegen buurman hem het uitzichtontneemt, echter deze mijnheer heeft volgens andere informatie geen geldige ligplaats en zijnbuurman ligt al meer dan dertig jaar op deze steiger 3. Er wordt bezwaar gemaakt tegen dezezienswijze.Beantwoording1. Steigertjes, schuurtjes en andere drijvende aanhorigheden: het bestemmingsplan maakt hetmogelijk om binnen de waterkavel de bedoelde drijvende aanhorigheden te realiseren en tebehouden. Deze aanhorigheden zijn bij de start <strong>van</strong> het bestemmingsplan geïnventariseerd voorhet gehele gebied. Dit is voor alle woonboten gelijk en er is geen onderscheid in woonboten langsde verschillende wegen. Buiten de waterkavel zijn geen vlonders en vlotten toegestaan en voorpleziervaartuigen geldt bij vaststelling <strong>van</strong> het afmeerbeleid dat deze uitsluitend binnen de eigenwaterkavel gelegen mogen zijn.2. Hoofd groenstructuur: het plangebied maakt geen onderdeel uit <strong>van</strong> de Hoofdgroenstructuur. Erhoeft dan ook niet meer rekening gehouden te worden hiermee, dan de constatering in detoelichting dat dit beleid geen invloed heeft op het bestemmingsplan. Het veranderen <strong>van</strong> debestemmingsplangrens biedt geen toegevoegde waarde, dan wel extra bescherming ten opzichte<strong>van</strong> de bestemming die het gebied <strong>van</strong> Huis te Vraag nu al heeft. Het is bestemd voorgroenvoorziening en dit zou het ook in het nieuwe bestemmingsplan Groengebied Schinkelworden. Daarbij is het bestemmingsplan Aalsmeerplein e.o. een plan uit 2000 en daarmee nogvoldoende actueel op dit moment.3. Flora en fauna in deze omgevinga. Er is voldaan aan de wettelijke verplichting inzake de Flora en Fauna. In de zienswijzewordt gesproken over de wet D.R.O. Aangenomen wordt dat hiermee de nieuwe Wetruimtelijke ordening (Wro) bedoeld wordt. Vanaf 1 juli 2008 geldt deze nieuwe Wro, maarhet bestemmingsplan hoeft nog niet volgens deze nieuwe wet opgesteld te worden.Volgens de overgangsregeling <strong>van</strong> de wet worden bestemmingsplannen, waar<strong>van</strong> hetontwerp voor 1 juli 2008 ter inzage is gegaan, volgens de oude WRO opgesteld. Hetbestemmingsplan zal daarom nog goedgekeurd moeten worden door de provincie.b. De uitstoot <strong>van</strong> allesbranders en open haarden bij woonboten is geen activiteit waartegenof waarvoor in het bestemmingsplan iets kan worden opgenomen. Indien dit mogelijk enwenselijk wordt gevonden door het <strong>Stadsdeel</strong> om hiervoor maatregelen te nemen, dan zaldit op een andere wijze geregeld moeten wordenc. Activiteiten in en om het Olympisch Stadion worden per evenement bekeken welkegeluidsnormen hiervoor <strong>van</strong> toepassing zijn. Het kan zijn dat aan de normen voldaanwordt, maar dat er toch overlast ervaren wordt. Dit is helaas niet te voorkomen. Dat ergeluid <strong>van</strong> voorbijvarende boten afkomstig is, is eveneens iets dat niet geregeld kanworden door middel <strong>van</strong> het voorliggende bestemmingsplan. Op grond <strong>van</strong> hetbestemmingsplan kan er niet handhavend opgetreden worden tegen geluidsoverlast <strong>van</strong>vaartuigen. Op grond <strong>van</strong> de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en deVerordening op de haven en het binnenwater 2006 kan gehandhaafd worden.d. Het kavelplan is een vastgesteld plan en daar is geen inspraak meer op mogelijk. Nu ishet kavelplan vertaald in het bestemmingsplan. Een ieder heeft de mogelijkheid gehad omeen inspraakreactie in te dienen op het concept ontwerpbestemmingsplan en eenzienswijze in te dienen op het ontwerpbestemmingsplan. Daarbij is voorafgaand aan hetter visie leggen <strong>van</strong> het ontwerpbestemmingsplan nog een mogelijkheid geweest om deplankaart te controleren. Via de woonbotenvereniging hebben de plankaarten een aantalweken in het buurthuis / de kantine gehangen.e. Het is niet toegestaan om een woonboot ten behoeve <strong>van</strong> een zelfstandige B&B onder teverhuren. B&B is op een woonboot beperkt mogelijk, maar dat dit niet mag leiden tot hetverdringen <strong>van</strong> de woonfunctie. Indien dit voorkomt, zal handhaving overwogen moetenworden. Onderverhuur op zich is geen kwestie die door middel <strong>van</strong> het bestemmingsplan19


geregeld kan worden en tevens de daarmee samenhangende geluids- en parkeeroverlastniet.4. Tijdelijk verplaatsen <strong>van</strong> woonarken: de bouwwerken tussen de oever en de woonschepen in,heeft de bestemming Water met de aanduiding wl gekregen. Binnen deze bestemming zijnindividuele steigers, vlonders en vlotten mogelijk. Er wordt verwezen naar de <strong>beantwoording</strong> <strong>van</strong>de inspraakreacties: een bestemmingsplan legt de gebruiks- en bouwmogelijkheden <strong>van</strong> grondenvast. Een bestemmingsplan zegt niets over de verdeling <strong>van</strong> kosten, die gepaard gaan met hetinvaren <strong>van</strong> een woonboot. Werkzaamheden leiden altijd in meerdere, of mindere mate totoverlast. Dit is helaas niet te voorkomen. Dit soort aspecten kan niet geregeld worden met eenbestemmingsplan.5. Olympische spelen 2028: het bestemmingsplan regelt geen zaken rondom de eventueleOlympische Spelen in 2028. Bovendien is de geldigheid <strong>van</strong> dit bestemmingsplan 10 jaar en is ertegen die tijd reeds een opvolgend bestemmingsplan <strong>van</strong> toepassing. Ook dan zal hetbestemmingsplan overigens niets regelen over het verslepen <strong>van</strong> woonboten in verband met deOlympische Spelen.6. Overig: Steiger 3 betreft de woonboten IJsbaanpad 70A tot en met F en IJsbaanpad 72A tot enmet F. Van al deze woonboten is een ligplaatsvergunning aanwezig. De woonboten zijn op debestemmingsplankaart conform de ligplaatsvergunningen en het kavelplan ingetekend. Indien debewoners <strong>van</strong> de woonboten aan deze steiger een zienswijze hebben ingediend, wordt dezebeantwoord. Daarom wordt verwezen naar de <strong>beantwoording</strong> <strong>van</strong> die zienswijze.ConclusieDe zienswijze leidt niet tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan.9. De heer J. Rooze, IJsbaanpad 70F, 1076 CW AmsterdamZienswijzePer brief <strong>van</strong> 28 juni 2008, ont<strong>van</strong>gen 4 juli 2008, heeft de heer J. Rooze de volgende zienswijzeingediend:a. Er wordt afstand genomen <strong>van</strong> het vastgestelde kavelplan verwoord in de Woonbotennota 1998.Deze nota is tot stand gekomen op initiatief <strong>van</strong> de bewoners <strong>van</strong> het plangebied en insamenspraak met het stadsdeel vastgesteld. In dit kavelplan zijn de maten op centimetersnauwkeurig vastgelegd. In het ontwerpbestemmingsplan worden kavel ingetekend op plankaartenwaar<strong>van</strong> u zelf niet weet of dit schaal 1:1000 of 1:500 is (zie toelichting). Verzocht wordt hetkavelplan als onderdeel <strong>van</strong> het bestemmingsplan op te nemen of tenminste de waterkavels tevoorzien <strong>van</strong> exacte lengte- en breedtematen, zodat iedere belanghebbende weet waar hij aantoe is.b. De afmetingen <strong>van</strong> de kavel IJsbaanpad 70Fzijn beduidend smaller dan de kavel <strong>van</strong> bijvoorbeeld68E, terwijl beiden een kavelbreedte <strong>van</strong> 6 meter zouden moeten hebben.c. Gebleken is dat de bewoner <strong>van</strong> de kavel 72F, om reden <strong>van</strong> uitzicht, de kavel <strong>van</strong> 70F heeft latenverschuiven. Hierover is nooit bericht ont<strong>van</strong>gen. Bij het nemen <strong>van</strong> ligplaats ten tijde <strong>van</strong> denieuwe (betonnen) steigers heeft de vorige eigenaar <strong>van</strong> de inmiddels ver<strong>van</strong>gen boot nummer72F, de boot twee meter verschoven. Dit was illegaal en het <strong>Stadsdeel</strong> is toen om hulp gevraagd.Men is het oneens met de verschuiving <strong>van</strong> de eigen kavel naar het oosten. De waterkavel zaldan de waterkavel <strong>van</strong> de achterbuurman of de eigen kavel in lengte verkleinen. Bovendien is erhierdoor verlies aan uitzicht. Deze actie is niet terug te vinden op de bestemmingsplankaart,alleen bestudering <strong>van</strong> de inspraakreacties heeft tot deze conclusie geleid.d. Verzocht worden de waterkavel op de plankaart zowel in lengte als in breedte inovereenstemming te brengen met de toegezegde maten. Anders worden er belangen geschaad,zowel financieel als wat betreft woongenot.Beantwoordinga. Er wordt geen afstand genomen <strong>van</strong> het vastgestelde kavelplan. Het kavelplan is samen met dekavelkaart, de luchtfoto s en de nametingen <strong>van</strong> de kavels in 2003 vertaalt op de plankaart <strong>van</strong> hetbestemmingsplan. De plankaarten hebben een schaal <strong>van</strong> 1:500. In de toelichting is dit nietcorrect aangegeven en deze zal worden aangepast. De plankaarten zoals die bij het voorontwerp20


en het ontwerp ter inzage hebben gelegen, waren overigens voorzien <strong>van</strong> de correcte schaal.Bestemmingsplankaarten worden niet voorzien <strong>van</strong> exacte lengte en breedtematen. Deze lijst iswel toegevoegd aan artikel 2.6 <strong>van</strong> de voorschriften.b. In de ligplaatsvergunning is voor 70F bepaald dat de kavel een lengte mag hebben <strong>van</strong> 17,11meter, een breedte <strong>van</strong> 5,28 meter en een hoogte <strong>van</strong> 5,50 meter. Uit nameting <strong>van</strong> hetbestemmingsplan is gebleken dat de woonboot past binnen de toegekende kavel. De maat zoalsdie in het bestemmingsplan is opgenomen, is conform genoemde maten. De bewoners <strong>van</strong> dekavel 68E hebben een ligplaatsvergunning voor een woonboot <strong>van</strong> 18,039 m lengte en 6,130 mbreedte. Daarom is dat kavel groter dan de kavel <strong>van</strong> 70F. Een en ander is conform dewaterkavelkaart opgenomen.c. Van deze constatering is niets gebleken uit archiefonderzoek of op de waterkavelkaart en debestemmingsplankaart.d. Zoals reeds geconcludeerd zijn de maten <strong>van</strong> de bestemmingsplankaart zijn in overeenstemmingmet de ligplaatsvergunning, de kavelkaart en de nameting. Er worden dan ook geen belangengeschaad.ConclusieDe zienswijze leidt tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan ten aanzien <strong>van</strong> de opmerking overde schaal <strong>van</strong> de plankaarten zoals in de toelichting is aangegeven en er is een lijst met exactekavelmaten opgenomen in artikel 2.6 <strong>van</strong> de voorschriften. De overige punten leiden niet tot eenaanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan.10. Reactie <strong>van</strong> Mevrouw C. Härtel, IJsbaanpad 64F, 1076 CW AmsterdamZienswijzePer e-mail <strong>van</strong> 3 juni 2008 zijn door mevrouw C. Härtel de volgende twee vragen gesteld:a. De woonboot IJsbaanpad 64F is nog geen 5,50 meter hoog, 4 meter breed en 15 meter breed.Alle om liggende kavels zijn breder dan 4 meter. Gevraagd wordt of dit niet rechtgetrokken kanworden. De huidige boot is namelijk nogal smal vergeleken bij de lengte, en is daarmeeonstabieler dan wanneer hij breder zou zijn. Nou maak je een woonboot niet zomaar breder, maareen extra vlonder aanbrengen aan de steigerkant langs de gehele lengte zou een stabiliserendefactor kunnen zijn. Kan onderzocht worden of dit mogelijk is?b. Na 18.00 uur kan nabij het IJsbaanpad 65F nergens geparkeerd worden. Pas na de rotonde/dusvoor de sporthallen <strong>Zuid</strong> is dit mogelijk. Na 23.00 uur kan er weer wel geparkeerd worden. Dithoudt verband met de Sporthallen <strong>Zuid</strong>, 2 voetbalvelden en 2 tennisclubs die volop benut kunnenworden elke dag/avond en die toch voor heel wat parkeeroverlast zorgen. Alles en iedereen komttoch met de auto, en parkeert niet op de duurdere parkeerplaats <strong>van</strong> bv het Frans Otten stadion,maar op het IJsbaanpad, met als gevolg dat de bewoner niet meer in de buurt <strong>van</strong> zijn/haarwoonboot kan parkeren. Dat is met boodschappen, tassen sjouwen e.d. heel erg vervelend enonhandig.Is het niet mogelijk om <strong>van</strong>af het stuk IJsbaanpad rechtsaf en doorlopend richting sluis er eenvergunninghouders/allen bewoners stuk <strong>van</strong> de maken? Dan kan de sportende bezoeker toch totde ingang <strong>van</strong> de tennisbanen parkeren, en de bewoner op het stuk openbare weg daarna.Beantwoordinga. Voor het bepalen <strong>van</strong> de kavels <strong>van</strong> de woonboten in het bestemmingsplan Groengebied Schinkelis gebruik gemaakt <strong>van</strong> de huidige ligplaatsvergunningen en een nieuwe inmeting <strong>van</strong> dewaterkavelkaart. Voor de woonboot IJsbaanpad 64F is hier uitgekomen dat de waterkavel 4,46meter breed en 16,276 meter lang is. Hierin wordt niets gewijzigd, omdat genoemde vergunningen inmeting leidend zijn in deze. Aanvragen voor groter worden niet meegenomen, tenzij blijkt datéén en ander anders vergund is of sprake is <strong>van</strong> een fout in de plankaart. Ook kan het zijn dat dewaterkavel nog ruimte biedt voor vlonders of vlotten. Voor de mogelijkheden voor een extravlonder bij een boot betekent dit concreet dat zolang dit binnen de kavelmaten blijft, er op basis<strong>van</strong> meegestuurde gegevens, dat de bestaande boot 4 meter breed is en de maat <strong>van</strong> de kavel opde plankaart, nog een halve meter ruimte is voor het maken <strong>van</strong> genoemde vlonder met eenlengte <strong>van</strong> 16,276 meter (lengtemaat kavel volgens plankaart en de lijst in de voorschriften).Mogelijk dat dit voldoende is om de gewenste stabiliteit te verkrijgen. Een aanpassing <strong>van</strong> dekavels is zoals gezegd niet aan de orde, er wordt uitsluitend vastgelegd wat vergund ennagemeten is.21


. De centrale stad en de stadsdelen hebben afgesproken het parkeren te regelen middels betaaldparkeren. Daarmee hebben zij ook expliciet aangegeven niet te kiezen voor vergund parkeren(een belangrijke reden hiervoor is dat parkeerplaatsen die alleen voor vergunninghoudersbeschikbaar zijn minder goed gebruikt worden dan parkeerplaatsen waar iedereen mag parkeren).De parkeeroverlast, waar de vraag uit voort komt, is bekend. Nu wordt er per 1 januari 2009 eenmaatregel in het kader <strong>van</strong> de luchtkwaliteit genomen waar de woonbootbewoners baat bijhebben. Per 1-1-2009 worden de tijden <strong>van</strong> het betaald parkeren verruimd tot 21.00 uur en wordthet tarief omhoog gebracht naar 3,00 per uur. Dit verleidt sporters die op de vroege avondkomen om ofwel met de fiets te komen of hun auto bij het Frans Ottenstadion te parkeren.ConclusieDe zienswijze heeft niet geleid tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan.11. De heer E. J. Takkenberg, Buiksloterdijk 413, 1034 ZA AmsterdamZienswijzePer brief <strong>van</strong> 4 juli 2008, ont<strong>van</strong>gen 7 juli 2008, de heer E.J. Takkenberg de volgende zienswijzeingediend:1. Reactie 1:a. Waarom zijn er niet zoals de gehele kaart kavels voor twee woonboten ingetekend? Een <strong>van</strong> dewoonboten ligt al 45 jaar in de Schinkel/ Olympiakanaal. En als deze ingetekend worden, dan zoudit moeten gebeuren volgens de bijlage schetsontwerp jachthaven Olympia.b. Indien de nog te realiseren openbare uitkijksteiger <strong>van</strong> het ontwerp Schinkeleilanden mogelijk is indit bestemmingsplan, dan wordt hiertegen bezwaar gemaakt. In de gehele Schinkel is eenafmeerverbod <strong>van</strong> kracht, exclusief de jachthaven. En als de steiger staat ingepland op of in hetgebied <strong>van</strong> de jachthaven dan geldt daar dus ook de ontheffing. Dit geeft een ongewenste situatieals er gratis afgemeerd kan worden bij deze steiger, terwijl de pleziervaart 5 meter verder bij dejachthaven wel moet betalen.c. Verder wordt het aanwezige vrije waterzicht door deze steiger te niet gedaan <strong>van</strong>af de daargeplande woonboten en de marktwaarde <strong>van</strong> de boten daalt hierdoor.2. Reactie 2:Er heeft een wijziging in artikel 2.6 plaatsgevonden naar aanleiding <strong>van</strong> de inspraakreactie. Hieropzou nog aangevuld moeten worden dat er nu twee woonboten in het Olympiakanaal liggen endeze moeten (bij herontwikkeling <strong>van</strong> de jachthaven) verplaatst worden. Tijdens deonderhandelingen met het stadsdeel is door indiener <strong>van</strong> deze zienswijze toegezegd dat de(kleine benodigde) bedrijfsactiviteiten in een woonark geplaatst konden worden zonder verlies <strong>van</strong>de woonfunctie. Aangezien er nu in het bestemmingsplan één woonark en één bedrijfsvaartuigmet bedrijfswoning is opgenomen en er geen beperkingen staat <strong>van</strong> de te verdelen oppervlakten,kan ik er dan <strong>van</strong>uit gaan dat deze vrij te verdelen is en dus eventueel tot 100% woning en viceversa? Dus al naar gelang <strong>van</strong> de onderhandeling graag vermelden dat het blijft zoals het nu inartikel 2.6 lid 4 vermeldt staat en indien de onderhandelingen stuklopen dat er als toevoeging inartikel 2.6 lid 4 (in totaal) twee woonboten geplaatst kunnen worden.3. Reactie 3:In de toelichting is bij figuur 1 op pagina 6 het gedeelte Jachthaven (werfgedeelte) niet ingetekendals zijnde bestemmingsplan <strong>Zuid</strong>er Amstelkanaal (1954) terwijl dit door de uitspraak <strong>van</strong> de RvS(2003) wel is bepaald. Graag aanpassing <strong>van</strong> de juridisch planologische situatie kaart. Ditzelfdegeldt voor de inleiding op bladzijde 8 <strong>van</strong> de toelichting. Hier staat alleen dat ter plaatse <strong>van</strong> hethuidige tennisterrein het uitbreidingsplan <strong>van</strong> kracht blijft, maar dat blijft dus ook zo voor hetgedeelte <strong>van</strong> de jachthaven.4. Reactie 4:In paragraaf 2.1 (blz. 8) <strong>van</strong> de toelichting wordt steeds gesproken over werf en jachthaven,terwijl het geheel gewoon één jachthaven is. Op het zogenaamde werfgedeelte zijn ookligplaatsen dus is er geen daadwerkelijk onderscheid tussen deze werf en de jachthaven temaken. Graag de tekst aanpassen in gedeelte jachthaven .5. Reactie 5:22


In de toelichting wordt op blz. 39 wordt over de Westelijke Schinkeloever aangegeven ditbijzondere beeld staat echter in sterke contrast met de jachtwerf die <strong>van</strong>af daar ook in het zicht ligten een gesloten en rommelige uitstraling heeft . Tijdens de inspraakavond <strong>van</strong> het concept is alaangegeven daar niet mee in te kunnen stemmen omdat deze info niet meer accuraat is. Alsopvolger (in 2007) is het gehele bedrijf schoongeveegd en deze heeft nu een uitstraling <strong>van</strong> eennormale jachthaven. Graag de zin verwijderen of op zijn minst aanpassen aan de huidige situatie.Dit zelfde geldt voor blz. 40/41 de volle kades en steigers hebben een rommelige uitstraling .Graag deze zin verwijderen en tekst aanpassen.Beantwoording1. Reactie 1a. De twee kavels, een voor de woonboot en een voor het bedrijfsvaartuig, zijn niet ingetekend op ditmoment, omdat nog geen overeenstemming is bereikt over de daadwerkelijke invulling <strong>van</strong> dejachthaven. Wel zijn twee plaatsen die de voorkeur hebben voor het neerleggen <strong>van</strong> deze kavels.Bij het uitvoeren <strong>van</strong> wijzigingsbevoegdheid wordt deze plek duidelijk en wordt maximaal rekeninggehouden met de omgeving.b. De openbare uitkijksteiger maakt nog steeds onderdeel uit het ontwerp voor de Schinkeleilanden.De steiger valt echter niet binnen dit bestemmingsplan en er kan dan ook binnen de kaders <strong>van</strong> ditbestemmingsplan geen bezwaar tegen gemaakt worden.c. Op dit moment hebben de twee woonboten nog geen status. Ze hebben geen ligplaatsvergunningen ook volgens het bestemmingsplan zijn ze niet toegestaan. Dit zal pas het geval zijn naverlening <strong>van</strong> de ligplaatsvergunning en het uitwerken <strong>van</strong> de wijzigingsbevoegdheid. Indien blijktdat in het verdere traject hier<strong>van</strong> sprake zal zijn, dan kan een verzoek om planschade ingediendworden.2. Reactie 2Er mag 1 woonboot gelegen zijn, die volledig gebruikt mag worden om te wonen (+ een aan huisgebonden bedrijf of beroep). De andere boot is nadrukkelijk een bedrijfsvaartuig waarop medeeen dienstwoning aanwezig mag zijn. Dit is dus geen pure woonbestemming. Verder is er devoorwaarde bij beide boten dat ze ten dienste zijn <strong>van</strong> de jachthaven en daarmee niet los <strong>van</strong> dejachthaven in gebruik genomen mogen worden. Dit is altijd het uitgangspunt <strong>van</strong> hetbestemmingsplan geweest.3. Reactie 3Figuur 1 met daarin de actuele planologische situatie is aangepast aan de uitspraak <strong>van</strong> de Raad<strong>van</strong> State uit 2003. Voor het gedeelte <strong>van</strong> de jachtwerf is het oude bestemmingsplan <strong>Zuid</strong>erAmstelkanaal in figuur 1 opgenomen. De tekst in de toelichting is eveneens aangepast.4. Reactie 4Er zijn/ komen geen ligplaatsen meer in het gedeelte <strong>van</strong> de werf. De toelichting wordt dan ookniet aangepast naar aanleiding <strong>van</strong> dit deel <strong>van</strong> de zienswijze.5. Reactie 5De tekst in de toelichting op pagina 39 en 40/41 is als volgt aangepast:De passage Dit bijzondere beeld staat echter in sterk contrast met de jachtwerf die <strong>van</strong>afdaar ook in het zicht ligt en een rommelige uitstraling heeft op pagina 39 is uit detoelichting gehaald;De passage De volle kades en steigers hebben een rommelige uitstraling. Erwordt ..situatie op te lossen is als volgt aangepast: ´De volle steigers en kades haddeneen rommelige uitstraling, maar zijn inmiddels in verband met de plannen voorherontwikkeling <strong>van</strong> de jachthaven grotendeels opgeruimd´.ConclusieDe zienswijze heeft geleid tot een aanpassing <strong>van</strong> de toelichting, zoals genoemd onder reactie 3 en 5.De overige reacties in de zienswijze hebben niet geleid tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan.23


12. Waternet, de heer J. Ponten, postbus 94370, 1090 GJ AmsterdamZienswijzePer e-mail <strong>van</strong> 7 juli 2008 (en per brief <strong>van</strong> 15 juli 2008, ont<strong>van</strong>gen 17 juli 2008), heeft de heer J.Ponten, namens Waternet de volgende zienswijze ingediend:a. Opmerking: Waternet heeft mede namens Rijnland, niet mede namens AGV gereageerd.b. Vraag: zijn de opmerkingen die in overleg met het <strong>Stadsdeel</strong> zijn opgesteld ook in de nota <strong>van</strong>reacties verwerkt? Zie ook bijgevoegd document.Beantwoordinga. De tekst is overeenkomstig de opmerking aangepastb. De opmerkingen zijn zoals besproken in de nota <strong>van</strong> <strong>beantwoording</strong> inspraakreacties verwerkt.ConclusieDe zienswijze heeft geleid tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan, waarbij in de nota <strong>van</strong><strong>beantwoording</strong> reacties vooroverleg artikel 10 Bro bij de reactie <strong>van</strong> Waternet de naam <strong>van</strong> AGVveranderd is in Rijnland. De rest <strong>van</strong> de zienswijze heeft niet geleid tot een aanpassing <strong>van</strong> hetbestemmingsplan.13. De heer B.A. Bles en de heer H. Huijssoon, Jaagpad 7, 1059 BN AmsterdamZienswijzePer brief <strong>van</strong> 7 juli 2008, ont<strong>van</strong>gen 8 juli 2008 (per mail d.d. 7 juli 2008) hebben de heer B.A. Bles ende heer H. Huijssoon de volgende zienswijze ingediend:Niet zonder reden heet het bestemmingsplan Groengebied Schinkel . In de toelichting wordt degroenheid <strong>van</strong> het gebied geroemd. Ook wordt gerept <strong>van</strong> een zeker conserverend karakter <strong>van</strong> hetbestemmingsplan. Wat nu groen is moet vooral groen blijven. Juist daarom is het zo vreemd dat hetmooiste en groenste stuk <strong>van</strong> het gebied, namelijk Huis te Vraag en het daarachter gelegen weilandjeniet in dit bestemmingsplan zijn opgenomen. Wel het foeilelijke kantoorgebouw De Schinkel.Bij de informatiebijeenkomsten is er meerdere keren voor gepleit om de begraafplaats en hetweilandje op te nemen in het bestemmingsplan. Geantwoord is dat beiden zijn opgenomen in hetbestemmingsplan Aalsmeerplein e.o. Feitelijk is dit bestemmingsplan eengelegenheidsbestemmingsplan om bebouwing op het Aalsmeerplein e.o mogelijk te maken. Wat Huiste Vraag en het weilandje daarmee te maken hebben is niet duidelijk. Noch de toelichting noch deantwoorden op de informatiebijeenkomsten even een antwoord op de vraag waarom deze tweegebieden in het bestemmingsplan Aalsmeerplein e.o zitten en daarin moeten blijven. Het ligt geziende plankaart <strong>van</strong> het bestemmingsplan Groengebied Schinkel ook volstrekt in de rede om ze op tenemen in dit bestemmingsplan. Al is het maar om dit bestemmingsplan te zijner tijd geheel op tenemen in de Hoofd Groenstructuur om zo haar toekomst veilig te stellen.Verzocht wordt Huis te Vraag en het weilandje alsnog op te nemen in het bestemmingsplan.BeantwoordingBij de <strong>beantwoording</strong> <strong>van</strong> de inspraakreacties is o.a. het volgende aangegeven over Huis Te Vraag ende grenzen <strong>van</strong> het bestemmingsplan Groengebied Schinkel: het gebied <strong>van</strong> Huis te Vraag ligt buitenhet plangebied. In de toelichting is wel de cultuurhistorische waarde <strong>van</strong> het gebied uitgebreidbesproken. De gronden direct ten zuiden <strong>van</strong> Huis te Vraag, welke binnen het bestemmingsplanAalsmeerplein e.o. vallen, heeft daarin de bestemming groen2 gekregen. Deze gronden kunnengebruikt worden ten behoeve <strong>van</strong> groenvoorzieningen en water. Op deze gronden mogen uitsluitendbouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd worden met een maximale bouwhoogte <strong>van</strong> 2 meter.Bovendien is het verboden om zonder aanlegvergunning oppervlakteverharding aan te brengen,bomen te rooien en/ of te vellen en werkketen te plaatsen.De gronden ten zuiden <strong>van</strong> de begraafplaats Huis te Vraag, welke binnen de grenzen <strong>van</strong> hetbestemmingsplan Groengebied Schinkel liggen, hebben de bestemming Groen gekregen. Binnendeze bestemming zijn geen nieuwe gebouwen mogelijk. De bestaande bebouwing is nader aangeduiden vastgelegd in het bestemmingsplan. Buiten de op de plankaart aangeduide bebouwing zijn eruitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. Volgens het bestemmingsplan zijn opdeze gronden voet- en fietspaden mogelijk. Dit wordt ingegeven doordat er reeds een voet- en24


fietspad aanwezig is. De bestemming groen doet daarmee geen afbreuk aan het groene karakter <strong>van</strong>het gebied en de zichtbaarheid <strong>van</strong> Huis te Vraag.Het veranderen <strong>van</strong> de bestemmingsplangrens biedt geen toegevoegde waarde, dan wel extrabescherming ten opzichte <strong>van</strong> de bestemming die het gebied nu al heeft. Het is bestemd voorgroenvoorziening en dit zou het ook niet het nieuwe bestemmingsplan Groengebied Schinkel worden.Daarbij is het bestemmingsplan Aalsmeerplein e.o. een plan uit 2000 en daarmee nog voldoendeactueel op dit moment.ConclusieDe zienswijze leidt niet tot aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan.14. DAS Rechtsbijstand, de heer J. de Vet, namens mevrouw J.M. Duismann, IJsbaanpad 74F,1076 CW AmsterdamZienswijzePer brief <strong>van</strong> 4 juli 2008, ont<strong>van</strong>gen 7 juli 2008, is door DAS Rechtsbijstand, de heer J. de Vet,namens mevrouw J.M. Duismann de volgende zienswijze ingediend:1. Er wordt bezwaar gemaakt tegen de intekening <strong>van</strong> de kavel IJsbaanpad 74F voor wat betreft degrootte en de ligging ten opzichte <strong>van</strong> de kavels <strong>van</strong> de buren, met name IJsbaanpad 76F. Deligging <strong>van</strong> de woonark ten opzichte <strong>van</strong> de buren ten tijde <strong>van</strong> de aanschaf is op bijgevoegdetekening aangegeven. De woonboot had een vooruitgeschoven positie ten opzichte <strong>van</strong> de burenen daarmee een vrij uitzicht op de Schinkel. Deze positie wenst men te behouden.2. De inhoud <strong>van</strong> de bezwaarprocedure tegen de ver<strong>van</strong>gingsvergunning <strong>van</strong> IJsbaanpad 76F wordtals herhaald en ingelast beschouwd in deze zienswijze in het kader <strong>van</strong> debestemmingsplanprocedure3. De inhoud <strong>van</strong> de handhavingsprocedure tegen de ver<strong>van</strong>gingsvergunning <strong>van</strong> IJsbaanpad 72Fwordt als herhaald en ingelast beschouwd in deze zienswijze in het kader <strong>van</strong> debestemmingsplanprocedure4. Bij ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> de woonboot IJsbaanpad 74F is bij het ontwerp rekening gehouden met hetvrije uitzicht en de afwezigheid <strong>van</strong> inkijk <strong>van</strong> de buren. Er is op vertrouwd dat het vrije uitzichtbehouden zou blijven. De toenmalige positie <strong>van</strong> de meerpalen was de grens en de woonboot isin lengte hierop aangepast. Nu zijn de meerpalen ineens verplaatst, is er verlies aan uitzicht enprivacy en is de lengte <strong>van</strong> de boot te kort voor aanpassingen en te nieuw is voor volledigever<strong>van</strong>ging. Het stadsdeel wordt primair verantwoordelijk gehouden voor de geleden schade,zowel financieel als op het gebied <strong>van</strong> het woongenot.5. Het steekt cliënt dat zij gestraft worden voor hun volgzaamheid, los <strong>van</strong> de juridische onjuisthedendie meegedeeld worden over de rechten die ontleend kunnen worden aan hetgeen eenambtenaar gezegd heeft. Dit in tegenstelling tot de buren <strong>van</strong> 72F die lak hebben aan hetstadsdeel en nu zelfs beloond worden hiervoor.6. Het stadsdeel heeft tot heden onvoldoende rekening gehouden met de belangen <strong>van</strong> cliënt.Nadrukkelijk wordt daarom verzocht om aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan, zodat de kavelIJsbaanpad 74F opnieuw in een vooruitgeschoven positie komt te liggen ten opzichte <strong>van</strong> de kavelIJsbaanpad 76F. Die woonboot is inmiddels ver<strong>van</strong>gen en het lijkt de beste oplossing voor cliëntop haar kavel te verleggen op de plankaart. De buren (72F) hebben hierover aangegeven, dat zijhier tegen geen bezwaar hebben. Bovendien is er ruimte om de kavel te verlengen, aangezien diede feitelijke situatie is op het moment <strong>van</strong> aankoop <strong>van</strong> de woonboot.7. Op de kavelkaart staat uitsluitend het deel <strong>van</strong> het terras <strong>van</strong> cliënt dat vastzit in de grond en niethet deel dat daar nog voor is geplaatst. Cliënt wil graag de lengte <strong>van</strong> de kavel aan laten passenaan de huidige om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de boot inclusief het terras (staand en drijvend). Cliënt overweegt desituatie te verbeteren door het vaste terras en de boot richting de Schinkel te verplaatsen en hetdrijvende deel achter de boot te plaatsen. Op die manier ontstaat weer een situatie dievergelijkbaar is met de oude situatie.8. Op de kavelkaart staan geen maten en posities. De vraag is of hoe de plattegrond beoordeeldmoet worden. Het in de lengterichting drijvende deel <strong>van</strong> het terras is hier bijvoorbeeld niet opmeegenomen. Ook de breedte <strong>van</strong> het terras is niet juist afgebeeld. Het terras loopt door in hetverlengde <strong>van</strong> de steiger en niet allen in het verlengde deel <strong>van</strong> de kavel dat op het water isgepositioneerd. Het vergeten deel <strong>van</strong> de kavel is op de bijlage bij de zienswijze geel gearceerd.25


Beantwoording1. De woonboot op kavel 74F heeft nog steeds een kleine vooruitgeschoven positie ten opzichte <strong>van</strong>de woonboot op de naastgelegen kavel 76F. Bij nameting <strong>van</strong> de plankaart ligt de kavel 1 meterverder richting de Schinkel. Deze plankaart is getekend op basis <strong>van</strong> de waterkavelkaart (zoalsook genoemd in de zienswijze) en de nameting en de luchtfoto s in 2003. Hieruit blijkt dat er geenwijziging <strong>van</strong> de kavel heeft plaatsgevonden in lengte op breedte of ligging ten opzichte <strong>van</strong> deandere waterkavels.2. De bezwaarprocedure tegen de ver<strong>van</strong>gingsvergunning <strong>van</strong> IJsbaanpad 76F is afgerond en debezwaren <strong>van</strong> de indieners <strong>van</strong> deze zienswijze zijn daarbij ongegrond verklaard. Dever<strong>van</strong>gingsvergunning voor IJsbaanpad 76F is in stand gelaten. Thans is een beroepsprocedureaanhangig die nog niet is afgerond en het is daarom nog niet duidelijk is of er wijzigingen gaanontstaan in de situatie rond de waterkavels die vertaald zullen moeten worden in eenbestemmingsplan. Op dit moment kan dan ook nog niets gedaan worden met de zienswijze op ditpunt. Indien e.e.a. bekend is voor de vaststelling eind oktober 2008, dan zal dit nog meegenomenworden in het bestemmingsplan.3. De handhavingsprocedure tegen de ver<strong>van</strong>gingsvergunning <strong>van</strong> IJsbaanpad 72F wordt incombinatie met de ver<strong>van</strong>gingsvergunning bekeken. Gezien de <strong>beantwoording</strong> genoemd onderpunt 2, kan op dit moment nog niets gedaan worden met de zienswijze op dit punt. Indien er voorde vaststelling <strong>van</strong> het bestemmingsplan eind oktober 2008 uitsluitsel is over een mogelijkeaanpassing <strong>van</strong> de waterkavel, dan wordt dit nog meegenomen worden in het bestemmingsplan.4. Voor tegemoetkoming op het gebied <strong>van</strong> schade, kan een verzoek om planschadevergoedingingediend worden op basis <strong>van</strong> artikel 6.1 Wro. Hierover kan gezien de lopendebezwaarprocedure en het nog niet bekend zijn <strong>van</strong> de uitspraak nog niet bepaald worden ofinderdaad sprake is <strong>van</strong> schade. Dit zal bovendien ook pas na indiening <strong>van</strong> een daadwerkelijkverzoek met planologische vergelijking beoordeeld kunnen worden. Er kan dan ook in het kader<strong>van</strong> dit bestemmingsplan geen verder antwoord gegeven worden op dit deel <strong>van</strong> de zienswijze.5. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.6. Zie <strong>beantwoording</strong> onder punt 17. De op de plankaart ingetekende waterkavel biedt al de mogelijkheid om het terras en de woonbootte ruilen <strong>van</strong> positie, zodat de woonboot aan de Schinkelzijde komt te liggen en het terras aan dewalkant. Dit geldt overigens alleen voor het gedeelte <strong>van</strong> het terras dat binnen de vastgesteldewaterkavel ligt en niet voor het gedeelte dat buiten de waterkavel is gemaakt en dat officieel niet istoegestaan op basis <strong>van</strong> de ligplaatsvergunning. Dit gedeelte is ook niet meegenomen in hetbestemmingsplan. Het bestemmingsplan hoeft dus niet aangepast te worden.8. Het gearceerde deel is een door de bewoners zelf gemaakte verlenging <strong>van</strong> de openbare steiger;dit gedeelte is buiten de in de ligplaats vergunde waterkavel gelegen. Ook op de waterkavelkaartis dit gedeelte <strong>van</strong> de steiger niet meegenomen. Er is dus sprake <strong>van</strong> een niet toegestane situatieen deze wordt dan ook niet meegenomen in het bestemmingsplan.ConclusieDeze zienswijze heeft op dit moment niet geleid tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan.15. De heer Th. <strong>van</strong> Bree, Jachthavenweg 26B, 1076 CZ AmsterdamZienswijzePer brief <strong>van</strong> 4 juli 2008, ont<strong>van</strong>gen 7 juli 2008, heeft de heer Van Bree de volgende zienswijzeingediend:a. Er wordt afstand genomen <strong>van</strong> het vastgestelde kavelplan verwoord in de Woonbotennota 1998.Deze nota is tot stand gekomen op initiatief <strong>van</strong> de bewoners <strong>van</strong> het plangebied en insamenspraak met het stadsdeel vastgesteld. In dit kavelplan zijn de maten op centimetersnauwkeurig vastgelegd. Verzocht wordt het kavelplan als onderdeel <strong>van</strong> het bestemmingsplan opte nemen of tenminste de waterkavels te voorzien <strong>van</strong> exacte lengte- en breedtematen, zodatiedere belanghebbende weet waar hij aan toe is.b. Verzocht wordt de maten <strong>van</strong> de waterkavel Jachthavenweg 26B in centimeters aan te geven. Opplankaart A is nu niet duidelijk hoe lang en hoe breed de waterkavel is.c. De afmetingen <strong>van</strong> de kavel Jachthavenweg 26B zijn beduidend smaller dan de kavels <strong>van</strong> 26Aen 26C, terwijl allen een kavelbreedte <strong>van</strong> 6 meter zouden moeten hebben.d. Verzocht wordt om een kavel <strong>van</strong> 19 meter bij 6 meter en dit op de plankaart aan te passen. Doorhet verkleinen <strong>van</strong> de kavel worden belangen geschaad26


Beantwoordinga. Er wordt geen afstand genomen <strong>van</strong> het vastgestelde kavelplan. Het kavelplan is samen met dekavelkaart, de luchtfoto s en de nametingen <strong>van</strong> de kavels in 2003 vertaalt op de plankaart <strong>van</strong> hetbestemmingsplan. Bestemmingsplankaarten worden niet voorzien <strong>van</strong> exacte lengte enbreedtematen. Hiervoor is een lijst opgenomen in artikel 2.6 <strong>van</strong> de voorschriften.b. In de ligplaatsvergunning zijn de maten <strong>van</strong> de waterkavel vastgesteld op 16,64 meter lengte en5,81 meter breedte. De maximale hoogte is 5,50 meter. Dit zijn de maten die zijn overgenomen opde plankaart. Nameting op de plankaart heeft uitgewezen dat de maten <strong>van</strong> deligplaatsvergunning en de maten op de plankaart met elkaar in overeenstemming zijn.c. De breedte maat <strong>van</strong> de woonboot Jachthavenweg 26A is volgens de ligplaatsvergunning 6,41meter. Er is dus wel degelijk verschil in beide kavelbreedtes en de plankaart geeft hier een juisteweergave <strong>van</strong>.d. Uit nameting <strong>van</strong> de bestemmingsplankaart is gebleken dat de boot in de kavel <strong>van</strong> hetbestemmingsplan past qua lengte en breedte. Er is dan ook geen reden om aan het verzoek vooreen boot <strong>van</strong> 19 bij 6 meter te voldoen.ConclusieDe zienswijze is ongegrond en heeft niet geleid tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan.16. Mevrouw E. Neerings, IJsbaanpad 100, 1076 CW AmsterdamZienswijzeDoor middel <strong>van</strong> het <strong>zienswijzen</strong>formulier d.d. 12 juni 2008, ont<strong>van</strong>gen 7 juli 2008, heeft mevrouw E.Neerings de volgende zienswijze ingediend:a. Er lopen gesprekken met de afdeling Juridische Zaken over de situatie <strong>van</strong> de kavels IJsbaanpad98 en 100. Aangenomen wordt dat de uitkomst <strong>van</strong> deze gesprekken wordt opgenomen in hetbestemmingsplanb. Op de informatieavond is aangegeven, dat alle woonboten in het voorliggende bestemmingsplanin de kavel passen. Dit is niet het geval voor de woonboot IJsbaanpad 100. Er is een schuin stukin één hoek <strong>van</strong> de kavel gemaakt. Dit omdat nr. 98 heeft genomen wat er te nemen viel terwijl ergeen plaats voor was. Dit ten kosten <strong>van</strong> de kavel <strong>van</strong> nr. 100 en zelfs het feit dat het schuine stukook een hoek <strong>van</strong> de boot zou afhakken. Hier wordt dan ook bezwaar tegen gemaakt.Beantwoordinga. De uitkomst <strong>van</strong> de gesprekken met het <strong>Stadsdeel</strong> zijn in de bestemmingsplanproceduremeegenomen.b. Ten behoeve <strong>van</strong> het oplossen <strong>van</strong> de situatie rond de waterkavels <strong>van</strong> IJsbaanpad 98 en 100 iseen voorstel <strong>van</strong>uit het <strong>Stadsdeel</strong> aan beide partijen voorgelegd. Partijen zijn akkoord gegaan metde voorgestelde wijzigingen ten aanzien <strong>van</strong> de ligging en de grootte <strong>van</strong> de kavels, zoalsverwoord in het voorstel d.d. 22 oktober 2008. Deze wijzigingen zijn meegenomen bij devaststelling <strong>van</strong> het bestemmingsplan.ConclusieDe zienswijze heeft geleid tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan.17. Conservator Huis te Vraag, de heer L.J. <strong>van</strong> der Heijden, Rijnsburgstraat 51, 1059 ATAmsterdamZienswijzePer brief <strong>van</strong> 22 juni 2008, ont<strong>van</strong>gen 24 juni 2008, heeft de heer L.J. <strong>van</strong> der Heijden, de volgendezienswijze ingediend:a. In 1998 deed Monumentenzorg het voorstel Huis te Vraag inclusief het Jaagpad en hetSpijtellaantje als 19 e eeuwse omlijsting <strong>van</strong> het ensemble aan te wijzen als BeschermdStadsgezicht .b. In 1964 is het Spijtellaantje al gedeeltelijk gesloopt ten behoeve <strong>van</strong> een toen al verouderdetoekomstvisie. Voorgesteld wordt om het Spijtellaantje terug te bouwen - en op te knappen in destaat <strong>van</strong> voor 1964.c. Het weiland tot en met het gemaal in de punt maakt het historisch, inhoudelijk en qua belevingdeel uit <strong>van</strong> de afgeronde eenheid <strong>van</strong> Huis te Vraag en is bovendien onontbeerlijk voor hetbeheer.d. Aangesloten wordt bij de zienswijze die door het publiek gedeeld wordt.27


Beantwoordinga. Een bestemmingsplan legt de gebruiks- en bouwmogelijkheden <strong>van</strong> gronden vast en regelt niet deaanwijzing <strong>van</strong> gebieden tot Beschermd Stadsgezicht. In het kader <strong>van</strong> het bestemmingsplan kandan ook niets gedaan worden met dit aspect <strong>van</strong> de zienswijze. Daarbij is het gebied vooralsnogook nog niet aangewezen als Beschermd Stadsgezicht.b. Het Spijtellaantje maakt geen onderdeel uit het bestemmingsplan Groengebied Schinkel. In hetkader <strong>van</strong> het bestemmingsplan kan dan ook niets gedaan worden met dit aspect <strong>van</strong> dezienswijze. Verwezen wordt naar de procedure rondom het nieuwbouwplan <strong>van</strong> de woningen aanhet Spijtellaantje. De bouwvergunning voor dit bouwplan is op 14 juli 2008 verleend en de indiener<strong>van</strong> voorliggende zienswijze is hierover per brief geïnformeerd.c. Bij de <strong>beantwoording</strong> <strong>van</strong> de inspraakreacties is o.a. het volgende aangegeven over Huis TeVraag en de grenzen <strong>van</strong> het bestemmingsplan Groengebied Schinkel: het gebied <strong>van</strong> Huis teVraag ligt buiten het plangebied. In de toelichting is wel de cultuurhistorische waarde <strong>van</strong> hetgebied uitgebreid besproken. De gronden direct ten zuiden <strong>van</strong> Huis te Vraag, welke binnen hetbestemmingsplan Aalsmeerplein e.o. vallen, heeft daarin de bestemming groen2 gekregen. Dezegronden kunnen gebruikt worden ten behoeve <strong>van</strong> groenvoorzieningen en water. Op dezegronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd worden met eenmaximale bouwhoogte <strong>van</strong> 2 meter. Bovendien is het verboden om zonder aanlegvergunningoppervlakteverharding aan te brengen, bomen te rooien en/ of te vellen en werkketen te plaatsen.De gronden ten zuiden <strong>van</strong> de begraafplaats Huis te Vraag, welke binnen de grenzen <strong>van</strong> hetbestemmingsplan Groengebied Schinkel liggen, hebben de bestemming Groen gekregen. Binnendeze bestemming zijn geen nieuwe gebouwen mogelijk. De bestaande bebouwing is naderaangeduid en vastgelegd in het bestemmingsplan. Buiten de op de plankaart aangeduidebebouwing zijn er uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. Volgens hetbestemmingsplan zijn op deze gronden voet- en fietspaden mogelijk. Dit wordt ingegeven doordater reeds een voet- en fietspad aanwezig is. De bestemming groen doet daarmee geen afbreukaan het groene karakter <strong>van</strong> het gebied en de zichtbaarheid <strong>van</strong> Huis te Vraag.Het veranderen <strong>van</strong> de bestemmingsplangrens biedt geen toegevoegde waarde, dan wel extrabescherming ten opzichte <strong>van</strong> de bestemming die het gebied nu al heeft. Het is bestemd voorgroenvoorziening en dit zou het ook niet het nieuwe bestemmingsplan Groengebied Schinkelworden. Daarbij is het bestemmingsplan Aalsmeerplein e.o. een plan uit 2000 en daarmee nogvoldoende actueel op dit moment.d. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.ConclusieDe zienswijze heeft niet geleid tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan.18. De heer/ mevrouw B.I. Baltes, IJsbaanpad 78A, 1076 CW AmsterdamZienswijzePer brief <strong>van</strong> 6 juni 2008, ont<strong>van</strong>gen 8 juli 2008, de heer/ mevrouw B.I. Baltes de volgende zienswijzeingediend:a. Gevraagd wordt de maximaal te bebouwen kavelgrootte <strong>van</strong> het IJsbaanpad 78A te conformeren,aangezien het geheel moeilijk te meten is <strong>van</strong>uit het bestemmingsplan. De maximaal te bebouwenruimte zou 14,614 x 6,001 x 5,5 meter moeten zijn.b. Er wordt <strong>van</strong>uit gegaan dat bij het vaststellen <strong>van</strong> de kavelgroottes rekening is gehouden met deafstandseisen tussen wal, naast- en tegenoverliggende buurarken.c. In het bestemmingsplan ontbreekt de toegestane diepte die een woonark mag hebben, te weten3,00 meter. En tevens ontbreekt de verplichting die de gemeente heeft om deze diepte zeker testellen voor elk te bebouwen kavel.d. Twijfel wordt uitgesproken over het niet toestaan <strong>van</strong> schuurtjes in de T1 tuinen. Het argumentontbreekt om hier niet een fietsschuurtje of een berging toe te staan. Uiteraard kunnen welmaximale afmetingen gesteld worden aan deze schuurtjes, maar geheel verbieden is niet goed teonderbouwen.Beantwoordinga. In de ligplaatsvergunning is een waterkavel vastgesteld met de volgende maten: 14,61 meterlengte, een breedte <strong>van</strong> 6,00 meter en een hoogte <strong>van</strong> 5,50 meter. Nameting op de plankaartheeft uitgewezen dat de woonboot binnen de daarin opgenomen kavel past.28


. Bij de bepaling <strong>van</strong> de kavelgrootte is inderdaad rekening gehouden met genoemde aspecten. Ditin aanvulling op de bestaande rechten, ligplaatsvergunningen, de nameting en dewaterkavelkaart.c. In het woonbotenbeleid <strong>van</strong> het <strong>Stadsdeel</strong> is niet opgenomen dat een woonboot niet dieper magzijn dan 3 meter. Deze verplichting komt voort uit de verplichting die Waternet aanhoudt inverband met de bescherming <strong>van</strong> de bodem. Waternet geeft aan dat tussen woonschip en deonderhoudsdiepte <strong>van</strong> de waterbodem een ruimte <strong>van</strong> minimaal 60 cm vrij moet blijven. Dit is eenafstand <strong>van</strong> 30 cm tot de minimale diepte ; de diepte waarop het tijd wordt om te baggeren (tot 60cm diepte of meer). Waternet heeft overigens op dit punt in het kader <strong>van</strong> het artikel 10 Brooverleg geen opmerkingen over gemaakt.d. Vanuit de visie op de walkant, het open houden <strong>van</strong> de groene ruimte aldaar en rekening houdendmet bestaande rechten, kan terecht de beleidskeuze gemaakt worden om geenbebouwingsmogelijkheden op te nemen voor bergingen in de bestemming Tuinen 1.ConclusieDe zienswijze heeft niet geleid tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan.19. De heer H. Vermaat en mevrouw I. Epping, IJsbaanpad 88B, 1076 CW Amsterdam, medenamens:a. De heer <strong>van</strong> Camp en mevrouw A. Bezeij, IJsbaanpad 88A, 1076 CW Amsterdamb. De heer P. Lichtenbelt en de heer J. Schelvis, IJsbaanpad 88C, 1076 CW Amsterdamc. De heer B de Wilde en mevrouw R. de Wilde, IJsbaanpad 88D, 1076 CW AmsterdamZienswijzePer brief <strong>van</strong> 5 juli 2008, ont<strong>van</strong>gen 8 juli 2008, hebben de heer H. Vermaat en mevrouw I. Epping,mede namens drie andere eigenaren, de volgende zienswijze ingediend:a. Op de plankaart is ten noorden <strong>van</strong> de woonboten aan het IJsbaanpad een gebied aangegevenmet de bestemming jachthaven . De onderhandelingen over de inrichting zijn nog niet afgeronden dus niet op de plankaart ingetekend. De uiteindelijke om<strong>van</strong>g en inrichting <strong>van</strong> de jachthavenkan verstrekkende gevolgen hebben voor de bewoners <strong>van</strong> de woonboten aan steiger 7 aan hetIJsbaanpad (nrs. 88A-E). Met veel opmerkingen ten aanzien <strong>van</strong> de plannen is reeds iets gedaan.Echter, de situering <strong>van</strong> een woonboot en een bedrijfsvaartuig op korte afstand <strong>van</strong> steiger 7 iseen ernstige inbreuk op de waarde en het woongenot <strong>van</strong> de woonboten. Hetontwerpbestemmingsplan schiet op dit punt te kort.b. In tegenstelling tot de rest <strong>van</strong> het plangebied zijn er geen waterkavels ingetekend ten behoeve<strong>van</strong> de bij de jachthaven behorende woonboot en bedrijfsvaartuig. Een omissie, want de exactelocatie <strong>van</strong> deze ligplaatsen heeft immers direct invloed op het woongenot en de waarde (enmogelijk te claimen planschade) <strong>van</strong> de naastgelegen woonboten. Zolang de inrichting nietbekend is, wordt ernstig bezwaar gemaakt tegen de bestemming jachthaven.c. In de toelichting is aangegeven, dat het bestemmingsplan conserverend <strong>van</strong> aard is. Hetbestaande gebruik wordt vastgelegd. Er wordt daarmee <strong>van</strong>uit gegaan dat de maatvoering en debedrijfsboot <strong>van</strong> de jachthaven gebaseerd wordt op de thans aanwezige boten (respectievelijkca.16x4 en ca. 13x4 meter). Voor alle andere woonboten in het plangebied geldt immers dat dezegehouden aan de (historisch) bepaalde kavelmaten.d. In de voorschriften wordt gesproken <strong>van</strong> een bedrijfsvaartuig: een vaartuig ( )hoofdzakelijkgebruikt als of bestemd voor de uitoefening <strong>van</strong> enig bedrijf of beroep dan wel voor de uitoefening<strong>van</strong> sociaal-culturele activiteiten. Van belang is wat de werkelijke hoofdfunctie <strong>van</strong> hetbedrijfsvaartuig wordt: voorzieningen voor de bedrijfsvoering <strong>van</strong> de jachthaven (opslag <strong>van</strong>gereedschap, materialen, brandstof, werkplaats, sanitair?), wonen of sociaal culturele activiteiten(horeca, zeeverkenners, volksdansen?). Een nauwkeurige omschrijving <strong>van</strong> de activiteiten die totbedrijf of beroep ban de jachthaven behoren en hoe deze zich verhouden tot de nabijgelegenwoonboten is noodzakelijk. Sociaal-culturele activiteiten in de directe nabijheid <strong>van</strong> dewoonboten is onwenselijk. Voor zover niet reeds door bestaande regelgeving onder<strong>van</strong>gen, isopslag, overslag of distributie <strong>van</strong> brandstof bijzonder gevaarlijk en volstrekt ongewenst.Beantwoordinga. De onderhandelingen over de uitbreiding <strong>van</strong> de jachthaven en de uiteindelijke invulling zijn nogniet afgerond. De woonboot + bedrijfsvaartuig vormen onderdeel <strong>van</strong> deze discussie. In hetbestemmingsplan is ten behoeve <strong>van</strong> deze ontwikkeling een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.De eventuele herontwikkeling kan alleen plaatsvinden, indien voldaan wordt aan de29


wijzigingsvoorwaarden. Aangezien er nog geen duidelijkheid is over de definitieve vormgeving <strong>van</strong>de jachthaven, kan de exacte locatie <strong>van</strong> de twee boten nog niet worden aangegeven. Pas bij deinvulling <strong>van</strong> de wijzigingsbevoegdheid kan bepaald worden of daadwerkelijk sprake is <strong>van</strong>vermindering <strong>van</strong> het woongenot aan steiger 7. Overigens is de ligging <strong>van</strong> de twee woonbotenniet de enige bepalende factor in de discussie of sprake is <strong>van</strong> een vermindering <strong>van</strong> hetwoongenot. Een afweging of hier<strong>van</strong> überhaupt sprake is wordt gemaakt, nadat daadwerkelijk eenverzoek om planschade is ingediend te zijner tijd.b. In de onderhandelingen wordt er <strong>van</strong>uit gegaan dat er twee kavels <strong>van</strong> elk 20 meter bij 7 metergerealiseerd kunnen worden. Deze maten worden dan ook in de voorwaarden <strong>van</strong> dewijzigingsbevoegdheid opgenomen.c. Zie <strong>beantwoording</strong> onder a en b.d. Resultaat <strong>van</strong> de onderhandelingen over de jachthaven is dat er bij de jachthaven eenbedrijfsvaartuig aanwezig mag zijn. In de wijzigingsbevoegdheid is daarom opgenomen dat er tendienste <strong>van</strong> de jachthaven één bedrijfsvaartuig gerealiseerd kan worden. De exacte locatie en hettoekomstige gebruik (bijvoorbeeld opslag, werkplaats etc.) is nog niet bekend. Bij het invullen <strong>van</strong>de wijzigingsbevoegdheid zal bij de beoordeling <strong>van</strong> de haalbaarheid de omgeving meegenomenworden.ConclusieDe zienswijze heeft niet geleid tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan.20. Vereniging Woonschepen <strong>Zuid</strong>, de heer B. Nubé, p/a IJsbaanpad 68E, 1076 CW AmsterdamZienswijzePer brief <strong>van</strong> 5 juli 2008, ont<strong>van</strong>gen 9 juli 2008 (ont<strong>van</strong>kelijk gezien verzendingstheorie), heeft deVereniging Woonschepen <strong>Zuid</strong> de volgende zienswijze ingediend:a. In artikel 1.2 wordt de wijze <strong>van</strong> meten toegelicht. Deze bepaling zorgt voor veel onduidelijkheid bijde woonbootbewoners. Een <strong>van</strong> de interpretaties is dat waar 10 meter gemeten is, dit ook 10,50meter kan worden. Een ondubbelzinnige uitleg in de voorschriften kan veel onduidelijkheid enonzekerheid wegnemen. VWZ blijft er voorstander <strong>van</strong> om per waterkavel aan te geven wat dematen zijn.b. In de toelichting op de vrijstellingsbevoegdheid <strong>van</strong> artikel 2.7 (Wonen) is aangegeven welkeaspecten <strong>van</strong> belang zijn. Uit de toelichting blijkt dat de vrijstelling alleen gegeven kan wordenvoor woonboten die aan de wal liggen afgemeerd. Het kan volgens de VWZ ook zijn dat opandere locaties dan aan de wal onvoldoende ruimte is voor het realiseren <strong>van</strong> twee bouwlagen.Geldt de vrijstellingsbevoegdheid alleen voor woonschepen die langszij het Jaagpad,Jachthavenweg of IJsbaanpad liggen afgemeerd? Of geldt de vrijstellingsbevoegdheid voor allewoonboten in het plangebied die kunnen aantonen dat het niet mogelijk is om al dan nietgedeeltelijk twee woonlagen binnen de toegestane 5,5 meter hoogte te realiseren.c. Uit de toelichting op artikel 2.6 blijkt dat met het <strong>van</strong> kracht worden <strong>van</strong> het bestemmingsplan, hetafmeren <strong>van</strong> vaartuigen in het plangebied niet langer is toegestaan (pagina 49). Het afmeerbeleiddat ontwikkelt wordt geeft echter aan dat de bestaande situatie, het afmeren pleziervaartuigen aanwoonboten of aan de bestemming tuin, in het nieuwe beleid voortgezet kan worden. De toelichtingzal hierop aangepast moeten worden.d. In het plan staan nog her en der passages die inmiddels achterhaald zijn (bijvoorbeeld op pagina51).Beantwoordinga. In de wijze <strong>van</strong> meten was een afronding opgenomen <strong>van</strong> een halve meter nauwkeurig, maardoordat hierdoor veel verwarring ontstaan is over hoe die afronding plaats vind, is besloten dienauwkeurigheidsmaat er uit te laten. Daarnaast werd gevraagd om het opnemen <strong>van</strong> exactematen op de plankaart voor de waterkavels. Om hieraan tegemoet gekomen, is in de voorschriftenaan artikel 2.6 een lijst met deze maten voor alle kavels voor woonboten opgenomen.b. De vrijstellingsbevoegdheid geldt voor alle woonboten in het plangebied.c. In de toelichting staat aangegeven, dat afmeren in principe niet is toegestaan, met tweeuitzonderingen. De Vereniging Woonschepen <strong>Zuid</strong> heeft terecht gesteld dat nog een derdecategorie ontbreekt: langs de woonboten is het mede toegestaan pleziervaartuigen af te meren.De toelichting zal worden aangepast.d. De achterhaalde passages zijn uit het bestemmingsplan gehaald dan wel aangepast aan delaatste stand <strong>van</strong> zaken.30


ConclusieDeze zienswijze heeft geleid tot een aanpassing <strong>van</strong> het bestemmingsplan, waarbij de wijze <strong>van</strong>meten in de voorschriften is aangepast (de nauwkeurigheidsmaat is niet meer opgenomen) entoelichting is aangepast op het punt <strong>van</strong> het afmeren <strong>van</strong> pleziervaartuigen en de achterhaaldepassage (die zijn geactualiseerd danwel uit het bestemmingsplan gehaald).21. Ministerie <strong>van</strong> Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland, de heer/mevrouw R.P.J.M. Salden, Postbus 3119, 2001 DC HaarlemZienswijzePer brief <strong>van</strong> 8 juli 2008, ont<strong>van</strong>gen 11 juli 2008, heeft Rijkswaterstaat, de volgende zienswijzeingediend (deze zienswijze is niet ont<strong>van</strong>kelijk verklaard <strong>van</strong>wege de overschrijding <strong>van</strong> de termijnwaarbinnen de zienswijze kenbaar kon worden gemaakt. Deze zienswijze hoeft formeel nietinhoudelijk behandeld te worden. Ten overvloede is de reactie toch beantwoord):a. In het plan zijn in de Schinkel een groot aantal bestemmingen Wonen opgenomen. Deze zijnbedoeld om de ligplaatsen voor woonschepen vast te leggen. In de reactie in het kader <strong>van</strong> artikel10 Bro is hierover aangegeven, dat het leggen <strong>van</strong> de woonbestemmingen in een gebied met eenzware geluidbelasting de toets <strong>van</strong> een goede ruimtelijke ordening niet kan doorstaan en in strijdis met het rijksbeleid om het aantal geluidbelaste woningen langs de hoofdinfrastructuur terug tedringen. De nota <strong>van</strong> <strong>beantwoording</strong> <strong>van</strong> de inspraakreacties geeft geen inzicht in de afwegingendie ten grondslag liggen aan de keuze voor een woonbestemming tegen de achtergrond <strong>van</strong> hetcriterium goede ruimtelijke ordening en de strijdigheid met het beleid.b. Een woonschip is geen geluidgevoelig object in de zin <strong>van</strong> de Wet geluidhinder en ook deWoningwet is niet <strong>van</strong> toepassing op deze schepen. Dit laatste betekent dat er ook geen eisenworden gesteld aan de geluidwerendheid <strong>van</strong> de constructie <strong>van</strong> de schepen. Het geluidniveaukan daardoor hoger zijn dan de norm, die geldt voor woonruimte in grondgebonden woningen. Debewoners zullen dit als overlast beschouwen, maar dit is inherent aan de keuze om in eenwoonschip te wonen. De brief <strong>van</strong> het stadsdeelbestuur <strong>van</strong> 25 oktober 2006 aan de Minister <strong>van</strong>Verkeer en Waterstaat maakt duidelijk dat de geluidsbelasting <strong>van</strong> de A10 door dewoonschipbewoners als hinderlijk wordt ervaren. Rijkswaterstaat wordt hierop als wegbeheerderaangesproken en dat is onwenselijk. Rijkswaterstaat heeft anders, dan in het bestemmingsplangeen invloed op het vergunningenbeleid voor woonschepen en de locatie voor de ligplaats.c. De Afdeling Bestuursrechtspraak <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> State toetst de uitwerking <strong>van</strong> de toepassing<strong>van</strong> de Wet geluidhinder aan het criterium goede ruimtelijke ordening. Gewezen wordt op deuitspraak <strong>van</strong> 3 september 2003, zaaknummer 200203751/1 (Abcoude). In deze uitspraak laat deAfdeling het criterium goede ruimtelijke ordening prevaleren boven de formele toepassing <strong>van</strong> deWet geluidhinder.d. De woonschepen krijgen door het leggen <strong>van</strong> de woonbestemming duidelijk een status als woningin de zin <strong>van</strong> de WRO. Ze moeten dan ook getoetst worden aan het criterium goede ruimtelijkeordening. Er liggen binnen de bestemming Wonen woonruimten, die niet kunnen voldoen aan deeisen met betrekking tot geluid, en daardoor kan deze bestemming de toets <strong>van</strong> de goederuimtelijke ordening niet doorstaan.e. Het ligt voor de hand dat binnen de geluidszones <strong>van</strong> de A10 in de Schinkel geenwoonbestemmingen gelegd moeten worden en dat voor de schepen een uitsterfbeleid gevoerdmoet worden. Het vergunningenbeleid wijst ook in die richting omdat de vergunningen persoonswoonboot-ligplaatsgebondenworden verleend. Verzocht wordt bij de vaststelling <strong>van</strong> het plangeen woonbestemmingen te leggen binnen de geluidszone <strong>van</strong> de A10. Indien het stadsdeel <strong>van</strong>mening is dat deze woonbestemming in de Schinkel gehandhaafd moet blijven dan wordtgewezen op de financiële risico s, die het bepaalde in paragraaf 2.3.3.3 Uitbreidingsruimte <strong>van</strong> de<strong>Nota</strong> Ruimte met zich mee kan brengen. De meerkosten in geval <strong>van</strong> wegaanpassing moetenworden gemaakt, komen ten laste <strong>van</strong> het stadsdeel.Beantwoordinga. Het bestemmingsplan is getoetst aan de goede ruimtelijke ordening. De locatie waar dewoonboten gelegen zijn bestaat reeds vele jaren en kan gelijk gesteld worden aan de bestaandefeitelijke situatie. De woonschepen zijn verder getoetst aan de diverse regeling die voor31


woonschepen gelden en gebleken is dat het bestemmingsplan hier aan voldoet. Volgens de Wetgeluidhinder is een woonboot geen geluidsgevoelige bestemming.b. Dit wordt voor kennisgeving aangenomen.c. Er wordt geen uitbreiding mogelijk gemaakt <strong>van</strong> het aantal ligplaatsen voor woonboten in ditbestemmingsplan. Volgens de nieuwe Wro moet een gemeente (of een stadsdeel actuelebestemmingsplannen hebben. Aangezien het hier om een reeds lang bestaande situatie gaat ener geen alternatieven zijn voor de woonboten kunnen deze niet weg bestemd worden. Dewoonboten worden daarom in dit bestemmingsplan bestemd door middel <strong>van</strong> de bestemmingWater (WA) met aanduiding Woonschepenligplaats (wl).De ligplaatsvergunning biedt overigens alvoldoende juridische basis om de woonboten op deze plek te behouden. Het is daarmee eenlogische stap om ze ook in het nieuwe bestemmingsplan op te nemen. Aangezien er in debestemming ook duidelijk verwoord is dat het niet gaat om woningen (en deze dus ook niet aldaargebouwd kunnen worden), maar om ligplaatsen voor woonboten, is er geen strijd met de Wetgeluidhinder. Daarmee wordt ook voldaan aan een goede ruimtelijke ordening die hiermeesamenhangt.d. In het ontwerpbestemmingsplan hebben de woonboten op de kaart een bestemming wonen . Uitde voorschriften blijkt dat hier uitsluitend ligplaatsen voor woonboten mogelijk zijn. Gewonewoningen zijn dus niet mogelijk. Ondanks dat dit ook al uit de bestemming wonen blijkt, is er naaraanleiding <strong>van</strong> de zienswijze om de bestemming te bestemming te wijzen, waarbij wordtaangesloten bij de systematiek die de laatste versie <strong>van</strong> het Standaard VergelijkbareBestemmingsPlannen 2008 (SVBP 2008) (en die per 1 juli 2009 voorgeschreven zal gaanworden). De waterkavels krijgen binnen de bestemming Water een aanduidingwoonschepenligplaats (wl). Hierdoor wordt mogelijk nog duidelijker dat het nadrukkelijk niet gelijkte stellen is aan de bestemming Wonen en bijhorende voorschriften die toegekend wordt aanwoningen.e. Door middel <strong>van</strong> het bestemmen <strong>van</strong> de woonschepen in de vorm <strong>van</strong> een woonschepenligplaatsworden geen woonbestemmingen gecreëerd. Er kan daarbij voor de woonboten geenuitsterfbeleid gevoerd worden, aangezien zij hun status reeds verkregen hebben door middel <strong>van</strong>de ligplaatsvergunningen en er sprake is <strong>van</strong> een reeds sinds jaren bestaande feitelijke situatie,waarvoor geen alternatieve locatie voorhanden is. Er kan dan ook geen sprake zijn <strong>van</strong> extrafinanciële kosten die doorberekend zou moeten worden.ConclusieDe zienswijze is in principe niet ont<strong>van</strong>kelijk en leidt daarmee niet direct tot een aanpassing <strong>van</strong> hetbestemmingsplan. Wel is er in de zienswijze aanleiding gezien tot een ambtelijke aanpassing <strong>van</strong> hetbestemmingsplan, waar het de bestemming Wonen betreft. Deze is veranderd <strong>van</strong> Wonen naar Watermet aanduiding woonschepenligplaats. De inhoud en doelstelling <strong>van</strong> het voorschrift is daarbij gelijkgebleven.32

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!