11.07.2015 Views

UPPER-Actueel - Universiteit Utrecht

UPPER-Actueel - Universiteit Utrecht

UPPER-Actueel - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

mogelijk is en rechtvaardigen de verdere ontwikkeling daarvan.Op dit moment zijn er reeds plannen gemaakt om ritonavirboostedModraDoc001 te onderzoeken bij de tweedelijnsbehandeling van niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC).S.L. (Stijn) Koolen, 16 februari 2011.Promotoren: prof. dr. J.H.M. Schellens, prof. dr. J.H. BeijnenTitel proefschrift: Intravenous-to-oral switch in anticancerchemotherapy: focus on taxanes and gemcitabine.Erfelijke variaties en geneesmiddelinteractiesbeïnvloeden de werking vantrombocytenaggregatieremmersOnderzoek met de bloedplaatjesremmer clopidogrel heeftlaten zien dat ongeveer 30% van de patiënten die eendotterbehandeling heeft ondergaan, door genetischeopmaak een verhoogd risico heeft op het krijgen van eenacute stolselvorming in de geplaatste stent (veertje) ineen kransslagader. Het probleem bij deze patiënten is datclopidogrel, dat zelf niet werkzaam is, onvoldoende wordtomgezet naar de actieve stof. Hierdoor worden bloedplaatjesonvoldoende geremd waardoor er makkelijker een stolselontstaat in de bij de dotterbehandeling geplaatste stent (stenttrombose) en de patiënt een nieuwe hartaanval krijgt.Harmsze onderzocht een groep van 596 patiënten die allemaaleen dotterbehandeling hadden ondergaan. Het risico op hetkrijgen van stent trombose bleek met 1,7 keer verhoogd bijpatiënten die een genetische variatie in het enzym CYP2C19hadden. Het CYP2C19-enzym is betrokken bij de omzettingvan clopidogrel in de actieve stof in de lever. Aangezien inNederland meer dan 35.000 dotteringrepen per jaar wordenverricht, betreft het hier een groot gezondheidsrisico. Inhoeverre bij deze patiënten, die genetisch bepaald ongevoeligzijn voor clopidogrel, de toediening van een anderebloedplaatjesremmer een gunstig alternatief vormt, wordtbinnenkort in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegeinonderzocht.A. (Ankie) Harmsze, 9 maart 2011Promotor: prof. dr. A. de BoerTitel proefschrift: Influence of genetic variants and druginteractions on the response to antiplatelet drugs.Bijwerkingen van biotechnologischgeproduceerde geneesmiddelenThijs Giezen bestudeerde voor zijn promotieonderzoekbijwerkingen van biotechnologisch geproduceerdegeneesmiddelen. Hij laat zien dat deze bijwerkingenvaak samenhangen met infecties en immunologische(overgevoeligheids)reacties. Er is echter niet aangetoond dater meer bijwerkingen worden geïdentificeerd voor de dezemedicijnen in vergelijking tot de chemisch gesynthetiseerdegeneesmiddelen.Biologicals zijn geneesmiddelen bestaande uit eiwitten,waarbij een (gedeelte van een) organisme wordt gebruikt voorde productie. Deze geneesmiddelen zijn belangrijk voor debehandeling van een aantal ernstige en levensbedreigendeziekten, zoals reuma en kanker. De biologicals verschillen inhun bijwerkingenprofiel van de traditionele geneesmiddelendie via een chemisch proces gemaakt worden.Giezen vond tijdens zijn onderzoek dat bijwerkingen voorbiologicals vaak samenhangen met infecties en immunologische(overgevoeligheids)reacties. Infecties hangen vaak direct samenmet het werkingsmechanisme: veel biologicals onderdrukkenhet immuunsysteem waardoor patiënten gevoeliger wordenvoor infecties. Immunologische reacties worden veroorzaaktdoordat een lichaamsvreemd eiwit wordt toegediend. Er isechter niet aangetoond dat er meer bijwerkingen wordengeïdentificeerd voor de biologicals in vergelijking tot dechemisch gesynthetiseerde geneesmiddelen. Klinischegegevens (laboratoriumgegevens) kunnen worden gebruikt omrisicofactoren van bijwerkingen in kaart te brengen, zodat deveiligheid voor de patiënt wordt vergroot.T.J. (Thijs) Giezen, 21 maart 2011Promotoren: prof. dr. H.G.M. Leufkens, prof. dr. A.C.G. EgbertsTitel proefschrift: Risk management of biologicals: a regulatoryand clinical perspective.Relatie bloeddrukverlagende middelen endiabetesÖzlem Bozkurt geeft in haar proefschrift inzicht in de interactietussen bloeddrukverlagende middelen, genetische variatiesen de ontwikkeling van diabetes. Het tegelijk voorkomenvan hoge bloeddruk en diabetes verhoogt het risico opmicrovasculaire en macrovasculaire complicaties dramatisch.Met de juiste behandelingsstrategie kan het risico op diabetesin patiënten met hoge bloeddruk worden verlaagd.RAAS-remmers en diuretica (thiazide) zijn effectief bij hetverlagen van de bloeddruk van type2-diabeten. Ondankshun effectiviteit bij het verminderen van de bloeddruk, zijnartsen vaak terughoudend bij het voorschrijven van thiazidenvanwege het verhoogde risico op type2-diabeten.Bozkurt laat zien dat het risico van diabetes afhankelijk isvan de dosis thiazide en dat de combinatie van thiazidemet een RAAS-remmer zelfs meer beschermt dan enkelthiazide. Daarbij toont ze aan dat de toevoeging vankaliumsupplementen of kaliumsparende middelen geenbijkomende bescherming biedt.Het onderzoek wijst erop dat lage doses thiazide te verkiezenzijn bij de behandeling van hoge bloeddruk om het risicoop diabetes te verminderen. Dit effect wordt beïnvloeddoor variaties in zoutgevoeligheidsgenen en RAAS-genen.Het beschermend effect van RAAS-remmers wordt ookbeïnvloed door genetische variaties in het RAAS. Op basisvan deze bevindingen is een beslissingstabel opgesteld diehet voorschrijven van een passend behandelingsregimeeenvoudiger maakt bij patiënten met een hoge bloeddruk eneen verhoogd risico op diabetes. Daarbij is rekening gehoudenmet eventuele genetische variaties.Özlem Bozkurt, 30 maart 2011Promotoren: prof. dr. A. de Boer, prof. dr. D.E. GrobbeeTitel proefschrift: Pharmacogenetics of antihypertensive drugsand the risk of diabetes.9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!