zorgcontinuïteitsplan voor - Veiligheidsregio IJsselland

LOGO van de instellingZORGCONTINUÏTEITSPLAN VOOR(CARE)- INSTELLINGEN MET 24-UURSZORGNAAM INSTELLINGKORTE INFORMATIE: AANTAL BEDDEN; SOORT ZORG; EN BIJBEHORENDEVOORZIENINGENBESCHRIJVING VAN: MISSIE/DOEL INSTELLINGBereikbaarheidNAAM INSTELLINGADRES INSTELLINGPOSTCODE - WOONPLAATSTel. ……………Fax. …………….FOTO VAN DE LOCATIE(VOOR DE HERKENBAARHEID)

Versiebeheer groeimodelVersieVersienr Auteur Opmerkingen0.1 Dhr. P. Rietveld (zorgcombinatie Zwolle)0.2 GHOR-bureau0.3DistributieVersienrDatumVerspreid aan0.3 Deelnemers aan themabijeenkomst ‘De stroom valt uit,wat nu?DocumenteigenaarH. de Boer (GHOR-bureau, Veiligheidsregio IJsselland)Vastgesteld doorConceptDatum vaststellingConceptGeplande evaluatiedatum Juni 2011Digitale vindplaatshttp://www.veiligheidsregio-ijsselland.nlDit document is gebaseerd op een format die zorginstellingen in het werkgebied van deVeiligheidsregio Utrecht hebben gemaakt. Ook is gebruik gemaakt van plannen uit deVeiligheidsregio’s NoordOostGelderland en Twente.Mail opmerkingen/suggesties voor verbetering van dit groeimodel naar:ghor-bureau@veiligheidsregio-ijsselland.nl.groeimodel zorginstellingen 1

Status: CONCEPT/ DEFINITIEFInhoudsopgave(pagina-nummers nog toevoegen)Hoofdstuk 1Doel van dit documentHoofdstuk 2 Organisatie crisis- en rampenbestrijding2.1. Wettelijke verplichtingen zorginstelling2.2. Definities calamiteit, ramp en crisis2.3. Bevoegdheid en verantwoordelijkheid bij calamiteiten2.4 Niveaus in omvang van calamiteiten2.5 De gevolgen van een calamiteitHoofdstuk 3 Sluiting van (delen van) de locatie3.1 Opvangcapaciteit NAAM ORGANISATIE3.2 Opvangcapaciteit andere zorginstellingen3.3 Cliëntgegevens en zorgdossiers3.4 Hulpmiddelen3.5 Checklist bij noodopvang3.6 Indeling ruimten NAAM ORGANISATIEHoofdstuk 4 Groot aanbod cliënten4.1 Organisatiestructuur4.2 Checklist bij noodopvangHoofdstuk 5 Verplaatsen van cliënten5.1 Mobiliteitslijsten5.2 Vervoersmiddelen NAAM ORGANISATIE5.2 VervoersmaatschappijenHoofdstuk 6 Tekort aan personeel6.1 Verantwoordelijkheden HOOFD ZORG6.2 Verantwoordelijkheden HOOFD FACILITAIRE ZAKEN6.3 Het prioriteren van werkzaamheden6.4 Contactpersonen extern voor extra personeelHoofdstuk 7 Uitval nutsvoorzieningen, apparatuur en ICT-middelen7.1 Schema nutsvoorzieningen7.2 Elektriciteit7.3 Water7.4 ICTHoofdstuk 8 Logistieke stagnatie8.1 Voeding8.2 MedicijnenHoofdstuk 9 Uitbraak infectieziektengroeimodel zorginstellingen 2

BijlagenBijlage IBijlage IIBijlage IIIBijlage IVBijlage VBijlage VIChecklisten voor crisisteam overkoepelende organisatieZeven gevolgen van een calamiteitPlattegronden opvanglocaties (voorbeeld).Checklist voor noodopvangVoorbeeld checklisten uitval elektriciteit, water en gasGevolgen bij stroomuitvalBijlage VII Leverancierscontracten (leeg)Bijlage VIII:Bijlage IXAfkortingen- en begrippenlijstOverzicht recent houdengroeimodel zorginstellingen 3

Hoofdstuk 1Doel van dit documentIn dit document staat hoe NAAM ORGANISATIE. zich heeft voorbereid op (interne ofexterne) calamiteiten, rampen en crises die haar organisatie kan treffen. NAAMORGANISATIE richt dan een (flexibele) crisisorganisatie in en richt haar aanpak op een ofmeer gevolgen van de calamiteit, ramp of crisis.Het algemene doel hiervan is om de veiligheid en gezondheid van de cliënten enmedewerkers van NAAM ORGANISATIE te continueren, ook tijdens calamiteiten, rampenen crises.Het zorgcontinuïteitsplan is aanvullend op de calamiteitenplannen die NAAMORGANISATIE heeft, namelijk (Bv.):- Ontruimingsplan NAAM ORGANISATIE- Bedrijfsnoodplan NAAM ORGANISATIE- Hergroeperingsregeling voor zorginstellingen in de Veiligheidsregio IJsselland- Continuïteitsplan Influenzapandemie NAAM ORGANISATIE- Bedrijfscontinuïteitsplan van OVERKOEPELENDE ORGANISATIE..Hoofdstuk 2Organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersingIn diverse wetten staat welke verplichtingen zorginstellingen hebben in geval een calamiteit,ramp of crisis hun instelling treft. Ze werken samen met overheden en externe hulpdienstenom de risico’s op calamiteiten te beperken en in het geval van een calamiteit de nadeligegevolgen ervan te beperken.2. 1 Wettelijke verplichtingen zorginstellingNAAM ORGANISATIE heeft de verantwoordelijkheid om te zorgen voor de veiligheid engezondheid van haar cliënten. Er zijn verschillende wettelijke regelingen die verwijzen naarvoorzieningen die zorgorganisaties moeten treffen bij calamiteiten en rampen en devoorbereiding hierop. Belangrijker dan de wettelijke plicht is dat NAAM ORGANISATIE inde praktijk calamiteiten en rampen zoveel mogelijk voorkomt en de risico’s vermindertwanneer zich een ramp voordoet.Kwaliteitswet ZorginstellingenNAAM ORGANISATIE heeft een bij de wet opgedragen zorgplicht. Er dient verantwoordezorg te worden aangeboden. Hieronder wordt verstaan zorg van goed niveau die in ieder gevaldoeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die afgestemd is op de reëlebehoefte van de cliënt. Verantwoorde zorg heeft niet alleen betrekking op de dagelijkse gangvan zaken, maar geldt ook in bijzondere omstandigheden zoals bij een ramp.VeiligheidEr zijn ook wettelijke regelingen die meer ingaan op de technische kant van veiligheid zoalsveiligheidseisen, brandveiligheid, ontruimingen, vluchtwegen etc. Wetten die hieropaansluiten zijn: de Woningwet, het Bouwbesluit, de Gemeentelijke Bouwverordening, de Wetop de Medische Hulpmiddelen, de Arbeidsomstandighedenwet en hetArbeidsomstandighedenbesluit.BedrijfshulpverleningDe bedrijfshulpverlening (BHV) speelt een belangrijke rol in het voorkomen en bestrijdenvan calamiteiten en rampen. De verplichting om de BHV te organiseren en de wettelijke eisendie aan de organisatie van de BHV worden gesteld, zijn opgenomen in deArbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit.groeimodel zorginstellingen 4

De BHV’ers worden vaak als eerste geconfronteerd met een ramp en de gevolgen ervan.Bedrijfshulpverlening is bedoeld om, in de periode die de professionele hulpverlening nodigheeft om ter plaatse te komen, de ramp zo goed mogelijk te beheersen. De BHV maakt hetmogelijk dat de professionele hulpverlening de hulpverlening zo snel mogelijk overneemt.Een zorginstelling moet bij de inrichting van de bedrijfshulpverlening rekening houden methet aantal personen dat niet zelfredzaam is.2.2 Definities calamiteit, ramp en crisisDe begrippen calamiteit, ramp en crisis staan hieronder toegelicht. In dit document wordtalleen de term ‘calamiteit’ gebruikt, ook wanneer het een ramp of crisis is.CalamiteitEen calamiteit is een gebeurtenis waarbij sprake is van overlast of schade. Dit kan een brandin prullenmand zijn, maar hieronder vallen ook ernstige ongevallen of andere incidenten dievan invloed zijn op de samenleving. Een calamiteit kan uitlopen op een ramp.RampEen zwaar ongeval of een andere gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veelpersonen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of wordenbedreigd en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van verschillendedisciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.CrisisEen crisis is een situatie waarin een vitaal belang van de samenleving is aangetast of dreigtworden aangetast. Vitale belangen zijn bv. bedreigingen voor volksgezondheid door uitbraakepidemie en een grootscheepse dijkdoorbraak, Dit heeft gevolgen voor de fysieke veiligheiden de openbare orde.2.3 Bevoegdheid en verantwoordelijkheid bij calamiteitenNAAM ORGANISATIEAfhankelijk van de grootte van de calamiteit houdt NAAM ORGANISATIE zelf de touwtjesin handen en is hierdoor ook zelf verantwoordelijk. Uiteindelijk valt NAAM ORGANISATIEonder OVERKOEPELENDE ORGANISATIE, maar in eerste instantie is de MANAGERZORG verantwoordelijk voor NAAM ORGANISATIE. Bij kleine incidenten kan alles internafgehandeld worden, maar zodra er een crisisteam moet worden opgezet, wordt opgeschaaldnaar OVERKOEPELENDE ORGANISATIEZo beslist de MANAGER ZORG wanneer er naar een opvanglocatie moet wordenuitgeweken en welke voorzieningen direct geregeld moeten worden etc. De MANAGERZORG neemt hierover de beslissingen, waarna anderen dit gaan uitvoeren.OVERKOEPELENDE ORGANISATIEWanneer er bij een calamiteit in NAAM ORGANISATIE een crisisteam moet wordeningesteld, dan is de calamiteit aardig groot. Het crisisteam wordt opgezet op NIVEAUOVERKOEPELDE ORGANISATIE, in dit crisisteam neemt ook de MANAGER ZORG vanNAAM ORGANISATIE plaats. Het crisisteam bepaalt wat er allemaal moet gebeuren; zijneemt hierover beslissingen, zij communiceert dit en is verantwoordelijk voor de hele gangvan zaken. De beslissingen van het crisisteam, worden dan gecommuniceerd naar hetmanagementteam en anderen van NAAM ORGANISATIE. Zij overleggen hoe debeslissingen worden uitgevoerd en koppelen terug naar hoger niveau als acties uitgevoerd zijnof als er knelpunten in de uitvoering zijn. (Zie bijlage I: checklist voor crisisteam)groeimodel zorginstellingen 5

Overheid en externe hulpverleningsdienstenIn de wet zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden vastgelegd bij derampenbestrijding en crisisbeheersing. Het college van burgemeester en wethouders is belastmet de organisatie van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing. De burgemeester heefthet opperbevel in geval van een ramp of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan.Degenen die aan de bestrijding van een ramp deelnemen, staan onder zijn bevel. Dat wilzeggen dat de burgemeester de leiding heeft en dat hij of zij bevoegd is om allerleimaatregelen te treffen. Externe hulpverleningsdiensten en overheid voeren de maatregelengezamenlijk uit. Hiervoor is er een aparte leiding- en coördinatiestructuur bestaande uit degemeenten, brandweer, politie en GHOR. Deze externe hulpverleningsdiensten zijn(gedeeltelijk) ondergebracht in Veiligheidsregio IJsselland.De brandweer bestrijdt de bron of het effect van de ramp die de gezondheid van personen ingevaar kan brengen. De brandweer is tijdens de ramp de enige die het onveilige terrein magbetreden.De politie houdt zich bezig met ordehandhaving, zodat de hulpverleningsactiviteitenongestoord kunnen verlopen. Hierdoor blijven de schadelijke gevolgen van een ramp voor decliënten en het personeel zoveel mogelijk beperkt.De Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) is verantwoordelijkvoor de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen,rampen en crises. Uitgangspunt hierbij is, dat iedereen blijft doen wat hij normaal ook doet.Zorginstellingen (bv. ambulancedienst, traumacentrum en GGD) en GHOR-bureau hebben degezamenlijke taak om de geneeskundige keten goed te laten functioneren. De GHOR richtzich op de processen:- geneeskundige hulpverlening somatisch (=vervoer en behandeling gewondeslachtoffers)- geneeskundige hulpverlening psychosociaal (= herstellen psychisch evenwicht bijdirect en indirect getroffenen)- preventieve openbare gezondheidszorg (= voorkomen en beperken van de schadevoor de gezondheid voor mensen door gevaarlijke stoffen)De continuïteit van zorg blijft de verantwoordelijkheid van de NAAM ORGANISATIE, ookwanneer er sprake is van een crisis of ramp. Veiligheidsregio IJsselland kan waar mogelijkmeedenken en – werken aan een oplossing. Dit is geen garantie voor de opheffing vanschaarste van de zorg door tekort aan mensen, materiaal en middelen. Neem bij ernstigecontinuïteitsproblemen door een (grote) calamiteit, crisis of ramp contact op met het HoofdSectie GHOR (via meldkamer ambulancezorg IJsselland: 038-4602060). Er is 24-uur per dageen Hoofd Sectie GHOR bereikbaar.2.4 Niveaus in omvang van calamiteiten:Een calamiteit komt in grote en in kleine vorm voor. De aspecten die dit bepalen zijn, o.a:- wie wordt ervoor ingezet;- wat is de impact ervan voor de bewoners;- is het intern op te lossen of zijn externe partijen erbij nodig.De verschillen qua omvang van calamiteiten zijn in te delen in vijf niveaus, waarbij niveau 1een heel kleinschalige calamiteit is.groeimodel zorginstellingen 6

Niveau Omvang calamiteit Effect voor NAAM Bestrijding calamiteitORGANISATIENiveau 1 Klein, 1 kamer Geen, kleine schade Verzorgend personeel,technische dienst of eventueeleen BHV’erNiveau 2 Klein, 1 kamer Ontruiming 1 kamer,kleine schadeBHV’er(s)(zo nodig ambulance voorbewoner)Niveau 3 Kleinschalig, 1 kamer Ontruiming compartiment, BHV’ers, brandweerNiveau 4Niveau 5Middelmatig,meerdere kamersmiddel / grote schadeOntruiming afdeling,middelgrote schadeGroot, gehele gebouw Gehele ontruiming, groteschade2.5 De gevolgen van een calamiteit:De gevolgen van een calamiteit zijn beschreven in bijlage II.1 Sluiten van (delen van) de locatie2 Groot aanbod van cliënten3 Verplaatsen van cliënten4 Tekort aan personeel5 Uitval nutsvoorzieningen, apparatuur en ICT middelen6 Logistieke stagnatie7 Uitbraak infectieziekten(zo nodig ambulance / politie)BHV’ers, brandweerMet externe gevolgen (bv.ontruiming): gemeente enexterne hulpverleningsdienstenBHV’ers, brandweer,Met externe gevolgen (bv.ontruiming): gemeente enexterne hulpverleningsdienstenIn hoofdstuk 3 tot en met 9 staan de aandachtspunten en maatregelen die NAAMORGANISATIE kan nemen om de nadelige gevolgen van een calamiteit te beperken.groeimodel zorginstellingen 7

Hoofdstuk 3 Sluiting van (delen van) de locatie3.1 Opvangcapaciteit NAAM ORGANISATIEIn de ‘Hergroeperingsregeling voor zorginstellingen in de Veiligheidsregio IJsselland’ staanalle zorginstellingen in de regio met daarbij hun contactgegevens en mogelijkheden vooropvang van clienten. Dit gaat om de eerste opvang na ontruiming voor enkele uren en degastruimten voor gebruik tot maximaal 5 dagen. Indeling van de ruimten (per cliënt 10 m2) iste vinden in bijlage III.3.2 Opvangcapaciteit andere zorginstellingenZie ‘Hergroeperingsregeling voor zorginstellingen in de Veiligheidsregio IJsselland’.Hieronder staat met welke instelling afspraken zijn gemaakt. Het kan zijn dat uitgewekenwordt naar een andere instelling, bv. vanwege het type calamiteit en het verwachte gevaarvoor de komende tijd.NAAM ANDERE INSTELLINGNAAM ANDERE INSTELLING heeft …………………(CHECK RUIMTES) waarinmensen opgevangen kunnen worden. Deze ruimte (s) is voor tijdelijke opvang.NAAM ANDERE INSTELLING beschikt niet over veel extra bedden (CHECK), waardoordeze zelf geregeld moeten worden.3.3. Cliëntgegevens en zorgdossiersBESCHRIJVEN VAN BACK-UP SYSTEMEN VAN CLIENTGEGEVENS ENZORGDOSSIERS (zie ook hoofdstuk 7.4)Per afdeling is de NAAM FUNKTIE ervoor verantwoordelijk dat de ZORGDOSSIERS tentijde van een calamiteit worden meegenomen. Op elke kamer is het zorgdossier van dedesbetreffende bewoner aanwezig. (CHECK)Het is NAAM FUNKTIE of bij diensafwezigheid de eerst-verantwoordelijk-verzorgende, (CHECK) (telefoondragers per gang)die de verantwoordelijkheid voor de zorgdossiers heeft.Iedereen die telefoondrager is, is hierover geïnformeerd door het HOOFD ZORG. Dewerknemer die een telefoon bij zich heeft weet dus dat wanneer er iets gebeurt binnen NAAMORGANISATIE dat zij dan moeten denken aan het meenemen van de zorgdossiers. Telefoondrager (CHECK) per afdeling /gang verantwoordelijk voor de zorgdossiers3.4 Hulpmiddelen VERDER AANPASSING DOOR ORGANISATIE VAAKHORIZONTAAL ONTRUIMEN (ZIE OOK ONTRUIMINGSPLAN)Evacuatie:- …evac-chairs aanwezig:1. VAN ………………………………………………..NAAR………………………2. VAN ………………………………………………..NAAR………………………3. VAN ………………………………………………..NAAR………………………4. VAN ………………………………………………..NAAR………………………groeimodel zorginstellingen 8

5. VAN ………………………………………………..NAAR………………………- matrassen van de bedden van bewoners kunnen zo nodig gebruikt wordenten tijde van een evacuatie(CHECK)Stroomuitval: - zaklampen, te vinden ………….VERDER AANPASSING DOOR ORGANISATIE VAAK HORIZONTAAL ONTRUIMEN(ZIE OOK ONTRUIMINGSPLAN)3.5 Checklist bij noodopvangTaken en verantwoordelijkheden bij noodopvang binnen NAAM ORGANISATIE endaarbuiten.Voorwaarde: De organisatie in nood neemt eigen medewerkers mee, ook ’s nachts.Mensen van buiten (externen) kunnen in de daarvoor aangewezen ruimtes wordenopgevangen. (Zie hoofdstuk 3.6 en bijlage III)Wanneer er binnen (intern) een calamiteit is geweest, kan deze checklist ook meegenomenworden naar de opvanglocatie.Voor checklist zie bijlage IV3.6. Indeling ruimten van NAAM ORGANISATIEZie voor plattegronden bijlage IIIgroeimodel zorginstellingen 9

Hoofdstuk 4 Groot aanbod cliënten4.1 OrganisatiestructuurOnder wie valt het meegekomen personeel?Alles wat met huisvesting te maken heeft valt onder NAAM ORGANISATIE. Dit zijn dus demedewerkers van de instellingen waar de opvang geregeld is, die zich bezig houden metbijvoorbeeld facilitaire zaken e.d.Dit komt omdat NAAM ORGANISATIE zelf verantwoordelijk is voor wat er binnen deinstelling gebeurt, dus alle niet zorggerelateerde zaken.Het verzorgende personeel wat meekomt met de mensen die opgevangen worden blijven quaverantwoordelijkheid en aansturing vallen onder hun eigen organisatie.Het verzorgende aspect valt dus onder de leiding van de instelling die opgevangen wordt,omdat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen cliënten. Binnen de muren van NAAMORGANISATIE verandert hier dus niets aan.ORGANISATIESTRUCTUURVoor de externe organisatie diewordt opgevangenVerzorgend personeel valt onder deop te vangen organisatie.Alles wat met huisvesting en FD temakenheeftvaltonder NAAM4.2 Checklist bij noodopvangTaken en verantwoordelijkheden bij noodopvang binnen NAAM ORGANISATIE endaarbuitenVoorwaarde: De organisatie in nood neemt eigen medewerkers mee; ook ’s nachts.Mensen van buiten NAAM ORGANISATIE worden opgevangen in de daarvoor aangewezenruimtes, zoals beschreven in het schema in Hoofdstuk 3.1Wanneer er binnen NAAM ORGANISATIE een calamiteit is geweest, kan de checklistnoodopvang van bijlage IV ook gebruikt worden in een andere opvanglocatie.!!! Pers niet te woord staan !!!Dit wordt gedaan doorOVERKOEPELENDE ORGANISATIEgroeimodel zorginstellingen 10

Hoofdstuk 5 Verplaatsen van cliënten5.1 MobiliteitslijstenEr is per afdeling een mobiliteitslijst van bewoners in de rode BHV-kast (CHECK).Op deze lijst staat de volgende informatie:- Naam bewoner- Zorgdossiernummer- Geboortedatum- Soort vervoer (zittend of liggend etc.)- Soort begeleiding- Hulpmiddelen (zoals zuurstof etc.)- Medicijngebruik (ja of nee)De TEAMLEIDERS (CHECK FUNCTIE) van de zorg werken de lijsten qua zorggegevensmaandelijks bij. Op deze manier is er altijd een redelijk actuele lijst in de rode BHV-kast.Dagelijks houdt de medewerker v.d. receptie de noodzakelijke aanpassingen m.b.t. aanafwezigheidop deze lijst bij. (doorgekregen op het ochtendoverleg)Bv.: bewoner overleden, of nieuwe bewoner; bewoner met vakantie t/m…….. of: bewoner inhet ziekenhuis, of weer terug uit het ziekenhuis etc.De medewerker van de receptie is verantwoordelijk voor het actueel houden hiervan.(CHECK)5.2 Vervoersmiddelen NAAM ORGANISATIE1 bus Plaats voor 8 zittende personenof 2 rolstoelen en 6 zittendepersonen.Wanneer aanwezig directinzetbaar.EVENTUEELFOTO EIGENVERVOER(BUS)5.3 VervoersmaatschappijenZie ook overzicht vervoersmaatschappeijen in ‘Hergroeperingsregeling voor instellingenin de Veiligheidsregio IJsselland’.Taxibedrijf…………………….Bij beschikbaarheid zoveelvervoer inzetten als nodig is .Telefoonnummer meldkamer:TAXIBEDRIJFTaxibedrijf ……………………. te WOONPLAATSTaxibedrijf …………………………. heeft aangegeven (CHECK) dat zij ten tijde van eencalamiteit bij NAAM ORGANISATIE er alles aan zullen doen om vervoer te regelen voorhen. Gedurende 24 uur per dag bereikbaar. Op dit bedrijf kan men dus altijd terugvallen.VERVOERContactgegevens:• NAAM TAXIBEDRIJFTELEFOONNUMMER(24 uur per dag)groeimodel zorginstellingen 11

Hoofdstuk 6 Tekort aan personeelUitgangspunt: Bij een calamiteit zo lang mogelijk het primaire proces handhaven. Basiszorgmoet geleverd worden.VerantwoordelijkheidMANAGER ZORG is eindverantwoordelijk.HOOFD FACILITAIRE ZAKEN en HOOFD ZORG geven opdrachten in de lijn.6.1 Verantwoordelijkheid HOOFD ZORGHieronder de volgorde waarmee wordt geprobeerd om het personeelstekort op te lossen.1 Het aanwezige personeel langer laten werken (tot maximaal 12 uuraaneengesloten)2 Keuzes maken in de zorgverlening: Noodzakelijke basiszorg wordt geleverd +medische zorg3 Inzetten van medewerkers die vrij zijn4 Inzetten van mantelzorg5 Medewerkers terughalen van vakantie6 Overleg met OVERKOEPELENDE ORGANISATIE wat de mogelijkheden zijn.7 Uitzendbureaus inschakelen8 Scholen bellen om leerlingen in te zetten in de zorgverlening6.2 Verantwoordelijkheid HOOFD FACILITAIRE ZAKENHet HOOFD FACILITAIRE ZAKEN kan extra vrijwilligers inschakelen, deze kunnen danhelpen met:1. Koffie schenken2. Maaltijden verstrekken3. Klein onderhoud4. Hand- en spandiensten6.3 Het prioriteren van werkzaamhedenWanneer door bovenstaande maatregelen het personeelstekort nog niet is opgelost of niet kanworden opgelost, dan prioriteert de HOOFD ZORG de werkzaamheden in deze volgorde:1 Activiteiten worden stopgezet: vrijwilligers worden eventueel ingezet voorondersteunende diensten Coördinatie: HOOFD FACILITAIRE ZAKEN2 Schoonmaakwerkzaamheden; medewerkers huishouding worden eventueelingezet voor hand- en spandiensten Coördinatie: HOOFD FACILITAIREZAKEN3 Warme maaltijden worden verstrekt middels dagmenukeuze. Bewoners hoevengeen weekkaart meer in te vullen. Coördinatie: HOOFD FACILITAIREZAKEN4 Uitbesteden van maaltijdverzorging Coördinatie: HOOFD FACILITAIREZAKEN5 Uitsluitend meest noodzakelijke technische werkzaamheden uitvoeren Coördinatie: HOOFD FACILITAIRE ZAKEN6 TEAMLEIDERS en het MT worden ingezet voor ondersteunende diensten Coördinatie:HOOFD ZORG.7 Basiszorg prioriteren Coördinatie: HOOFD ZORG samen metTEAMLEIDERS ZORGgroeimodel zorginstellingen 12

6.4 Contactpersonen extern voor extra personeelEventueel kunnen onderstaande personen ook nog geïnformeerd worden over hetpersoneelstekort binnen NAAM ORGANISATIE. Misschien kunnen zij hierin nog watbetekenen.In te zetten:OVERKOEPELENDEORGANISATIEContactpersoon Wanneer beschikbaar……………… Is afhankelijk van hoe druk zij het zelf hebben.In voorziene omstandigheden (dus vroegtijdig)kan er in overleg altijd wat geregeld worden.Een plotseling personeelstekort is moeilijk,maar altijd te proberen. (CHECK)Scholen: mogelijkheden om leerlingen in te zetten die een zorgopleiding doen;contactpersoon hiervoor binnen NAAM ORGANISATIE is het HOOFD ZORG.Uitzendbureaus: mogelijkheden om medewerkers van een uitzendbureau in te zetten;contactpersoon hiervoor binnen NAAM ORGANISATIE is ook het HOOFD ZORG.groeimodel zorginstellingen 13

Hoofdstuk 7 Uitval nutsvoorzieningen, apparatuur en ICT-middelen7.1 Schema nutsvoorzieningenEr is een checklist waarin de geprioriteerde processen staan in het geval van uitval vanelektriciteit, water en gas (zie voorbeeld bijlage V )Voorziening LeverancierpluscontactgegevensHoe lang kanNAAMORGANISATIEzonderPrioriteit processen(Welke processenzijn het belangrijkstNoodvoorzieningElektriciteitGasMaximaal 2 uur(CHECK)Maximaal 2 uur(CHECK)VerwarmingAlarmsysteemZusteroproepsysteemVerlichtingTelefoonsysteemKeukenWater Maximaal 2 uur Drinkwater7.2 ElektriciteitWanneer er in NAAM ORGANISATIE de stroom uitvalt, dan is er ……………… (ZELFINVULLEN) geregeld m.b.t. noodstroomvoorziening.ZELF BESCHRIJVEN (HOE EN WAT) VAN ORGANISATIE RONDOMNOODSTROOMVOORZIENING.Wanneer de uitval van elektriciteit langer duurt, veranderen de effecten ervan. In de bijlageVI staat een beschrijving wat er kan gebeuren na 2, tussen 2-8 en na 8 uur.Bij einde stroomuitval:Wanneer je van noodstroom naar normale elektriciteit terugschaalt, dan kan medischeapparatuur een alarmsignaal afgeven. Dit kan gevaar opleveren. Reset de installaties om dit tevoorkomen.7.3. WaterBesmetting drinkwaterLet op: besmetting drinkwater is meestal niet zichtbaar!Uitval drinkwaterDe meeste waterlekken zijn vrij snel verholpen. Mocht dit niet het geval zijn dan kan Vitensna 24 uur drinkwater leveren (is wettelijk verplicht). En dan ook weinig water (2 liter perpersoon) Dus maak intern duidelijk, dat men zeer spaarzaam omgaat met het gebruik vanwater. In deze tijd bv. geen douchebeurten en auto wassen etc..Wanneer een langdurige waterstoring zich voordoet neemt het HOOFD FACILITAIREZAKEN van NAAM ORGANISATIE contact op met de waterleverancier via het regulierestoringsnummer om met hen hierover te overleggengroeimodel zorginstellingen 14

7.4 ICTVoorziening LeverancierPluscontactgegevensICTHoe lang kanNAAM ORGANISATIEzonderPrioriteit processenwelke processen zijnmeest belangrijkNoodvoorzieningELEKTRICITEITContactgegevens:(24 uur per dag)Storingsnummer NAAMSTROOMLEVERANCIER,TELEFOONNUMMERGASContactgegevens:(24 uur per dag)Storingsnummer NAAMLEVERANCIER GAS.TELEFOONNUMMERWATER6.5. Contactgegevens Ga (24 uur per dag):Waterbedrijf VitensICTContactgegevens:(TIJDEN?)NAAM LEVERANCIER ENSTORINGSNUMMERWaternet Landelijkstoringsnummer: 0800-0202013groeimodel zorginstellingen 15

Hoofdstuk 8 Logistieke stagnatieEr is een voorraad aanwezig, voor zowel de medicijnen als de voeding. Mocht het nodig zijndan kunnen zowel de keuken als de afdeling zorg zich wel een week redden met de voorraadop dat moment. (CHECK).De nieuwe voorraad van medicijnen ZELF BESCHRIJVEN.De voorraden voor de keuken komen vanuit verschillende plaatsen, hierdoor kunnen er snellerproblemen ontstaan. ZELF BESCHRIJVEN EN CHECKENMaak met de gemeente CHECK de afspraak dat wanneer er voorziene omstandigheden zijndie de bereikbaarheid van de locatie kunnen belemmeren de gemeente dit vroegtijdig meldt.Daarin moet ook de omleiding staan, waardoor duidelijk wordt hoe NAAM ORGANISATIEdan wel te bereiken is. NAAM ORGANISATIE geeft dit door aan haar leveranciers.Onvoorziene omstandigheden kunnen ook ontstaan, meestal met de oorzaakweersomstandigheden. Hierop is moeilijk in te spelen, hier kunnen geen voorbereidingen voorgetroffen worden. Dankzij de redelijke voorraad medicijnen en voeding levert dit niet directproblemen op en kan NAAM ORGANISATIE tijdelijk zonder nieuwe voorraden. Slechteweersomstandigheden zijn meestal van korte duur, waardoor er niet direct problemenontstaan.8.1 VoedingLeverancier Telefoonnummer Leverancier van:Groothandel van DKWVlees/groente/aardappelen etc.Levert ook kant-en-klare maaltijden (CHECK)LeveringsvoorwaardenDe grootste leverancier van de keuken van NAAM ORGANISATIE is: ………………..Ten tijde van het schrijven van dit plan kon NAAM LEVERANCIER ons niet de volgendezaken op papier aanleveren, aangezien bij hen in de leveringsvoorwaarden niks wasvastgelegd. Zij gaan met dit onderwerp aan de slag en we horen daarna z.s.m. van hun.Het gaat dan met name om:A Wanneer er een calamiteit bij de leverancier is, of zij dan zelf een noodprocedurehebben, waardoor NAAM ORGANISATIE altijd de bestelling binnen krijgt.B Of de leveranciers ook leveren tijdens een calamiteit binnen NAAM ORGANISATIEC Of de leveranciers ook leveren op een opvanglocatie.8.2 MedicijnenDe medicijnen komen van ………… apotheken:(ZELF BESCHRIJVEN )NAAM EN CONTACTGEGEVENSVoorziening medicijnen tijdens en na calamiteiten aan het NAAM ORGANISATIEDe medicijnen voor de bewoners van het NAAM ORGANISATIE komen gedeeltelijk vanalle bovenvermelde apotheken te WOONPLAATS.groeimodel zorginstellingen 16

Alle apotheken hebben zelf een bedrijfsnoodplan CHECKEN, wanneer er daar iets gebeurthebben zij goede contacten met de andere collega apothekers om de continuïteit in demedicatievoorziening te waarborgen.Alle ………….. apotheken hebben een contract met “NAAM ORGANISATIE” waarin staatdat zij verantwoordelijk zijn voor het leveren van medicijnen, dus ook wanneer er bij hun ietsgebeurd is. Men zoekt bij calamiteiten zelf een oplossing, via andere apothekers of via degroothandel.Ook op een opvanglocatie leveren de apotheken.APOTHEEK (….) CONTACTGEGEVENS(zelf invullen)Hoofdstuk 9 Uitbraak infectieziektenBinnen NAAM ORGANISATIE is een goed infectiebeleid.Er zijn (CHECKEN) diverse infectieziekten duidelijk beschreven,hoe deze er uit zien en wat de oorzaken hiervan zijn. Ook wordt hierbij beschreven hoe hetpersoneel dient om te gaan met deze verschillende ziekten. Vooral op het gebied van hygiënewordt veel aandacht besteed. Ook met name welke maatregelen moeten de werknemersnemen als er een bepaalde infectieziekte of bacterie in NAAM ORGANISATIE is ombesmetting en uitbreiding te voorkomen.Er is een continuiteitsplan Influenzapandemie. (CHECKEN)groeimodel zorginstellingen 17

Bijlage I Checklisten voor crisisteam OVERKOEPELENDE ORGANISATIEa. Taken crisisteamHet Crisisteam is verantwoordelijk voor het managen en coördineren van alle acties tijdenseen calamiteit zelf en gericht op het beperken van de gevolgschade en zo snel mogelijk inwerking laten treden van de uitwijk- en herstelfase.Het crisisteam bepaalt wat er moet gebeuren. Zij stellen vast welke gevolgen uit ditzorgcontinuïteitsplan van toepassing zijn. Ook zijn zij aanspreekpunt voor de GHORVeiligheidsregio IJsselland.b. Bezetting crisisteamVanuit OVERKOEPELENDE ORGANISATIE- Lid Raad van Bestuur- Directeur (voorzitter)- Betreffende RVE directeur / regiomanager- Manager facilitaire dienst/vastgoed- Portefeuillehouder risicomanagement- Manager HRM en Communicatie- Manager administratie- Manager zorg NAAM ORGANISATIEOndersteuning door directie secretaresseDe manager zorg zit ook in het managementteam van NAAM ORGANISATIE . Hetmanagementteam voert de beslissingen uit van het crisisteam.c. Bereikbaarheids gegevens (intern- en extern)Intern:Crisisteam OVERKOEPELENDE ORGANISATIEManagementteam NAAM ORGANISATIEExtern in geval van ernstige continuiteitsproblemen door een calamiteit:GHOR (via meldkamer ambulancezorg IJsselland): 038-4602060Extern voor ongevallen: 112 of 09008844 alarmeren.d. Logboek crisisbeheersing Calamiteiten Management TeamDd. Tijd Uitgaand ofInformatie ofActieMelder Omschrijving Afgehandelddoorgroeimodel zorginstellingen 18

e. Standaard agenda crisisteamBeeldvorming Oordeelsvormingen Besluitvorming (BOB).Richtlijn; vergadercyclus van 20 minuten vergaderen en 40 minuten last en ruggespraakhouden met tactisch niveau.1. Opening2. Vaststellen Agenda3. Mededelingen4. BeeldvormingBrongebied;• Aard, omvang en exacte locatie van het incident (verleden-heden-toekomst)• Status opschaling crisisorganisatie• Slachtofferbeeld• Bewoners, cliënten• Gezondheidsrisico’s (korte lange termijn)• Knelpunten/beslispunten (noteren t.b.v. agendapunt 6)Effect/gevolgen;• Aard en omvang van de gevolgen (verleden-heden-toekomst)• Slachtofferbeeld• Bewoners, cliënten• Gezondheidsrisico’s (korte lange termijn)• Knelpunten/beslispunten (noteren t.b.v. agendapunt 6)Omgeving;• Knelpunten/beslispunten (noteren t.b.v. agendapunt 6)5. Oordeelsvorming• Incidentanalyse; welke scenario’s kunnen (ook nog) optreden?• Wat kunnen wij nu voorbereiden voor die gevallen?6. Besluitvorming• Welke beslissingen passen bij het incident/scenario• Welke beslissingen hebben wij voor de tactische- en operationele functionarissen• Welke beslissingen hebben wij voor de hulpdiensten• Voortgang van ingezette acties (a.d.h.v. actielijst)7. Bespreking nieuwe beslispunten/knelpunten en formuleren8. Afspraken over voorlichting• intern• extern9. Rondvraag10. Vaststellen tijdstip volgend vergadermoment11. Sluitinggroeimodel zorginstellingen 19

Bijlage II Zeven gevolgen van een calamiteitHieronder staat een korte beschrijving van de zeven gevolgen van een calamiteit.1. Sluiting van (delen van) de locatieHet sluiten van (delen van) NAAM ORGANISATIE is nodig als cliënten niet langer in (datdeel van) de locatie kunnen blijven. Bijvoorbeeld door de aanwezigheid van giftige dampen,wateroverlast, brand of gebrek aan elektriciteit. Dan gaat de organisatie de locatie ontruimenen de cliënten evacueren. Cliënten gaan naar een ander deel van de locatie, een andere locatieof naar een speciale opvanglocatie.Sluiting van (een deel van) de locatie betekent dat cliënten tijdelijk niet in de eigen,vertrouwde omgeving kunnen blijven. Ook de spullen die cliënten normaal om zich heenhebben, blijven in veel gevallen achter. Hetzelfde geldt voor het materiaal en de middelen diede medewerkers nodig hebben bij de zorginstelling (medicijnen, zorgdossiers, hulpmiddelen).De duur van de sluiting van de locatie verschilt. Een korte evacuatie betreft de opvang vaneen periode van minder dan 24 uur. Onder een langdurige evacuatie valt een evacuatie die ééntot vijf dagen duurt. Wanneer NAAM ORGANISATIE te maken krijgt met een langdurigeevacuatie, zullen er meer materialen, middelen en voorzieningen nodig zijn om verantwoordezorg te blijven geven. Cliënten verblijven daar een of meerdere dagen moeten dus in goedeomstandigheden kunnen overnachten.2. Groot aanbod van cliëntenEen groot aanbod van cliënten, van de eigen of een andere locatie of organisatie, is eenlogisch gevolg van het sluiten van (delen van) een locatie. De organisatie moet andere opvangregelen, voor korte of langere termijn. De hulpbiedende organisatie, dit kan NAAMORGANISATIE zijn maar ook enkele andere instellingen, die deze opvang realiseert moethet grote aanbod van cliënten organiseren en hierover afstemmen met de organisatie in nood.Een organisatie als NAAM ORGANISATIE is in het algemeen niet berekend op een grootaanbod van cliënten. In de praktijk blijkt dat de organisatie de capaciteit door improvisatiekan uitbreiden. Bijvoorbeeld door cliënten in de recreatiezaal op te vangen. Er is veel teorganiseren wanneer een organisatie onverwacht te maken krijgt met een extra groep cliënten.Ondertussen gaat het gewone werk in de organisatie door. De medewerkers van de organisatiedie de cliënten opvangen moeten weten van hun (extra) taken zijn en hoe zij het beste meekunnen werken aan de opvang.3. Verplaatsen van cliëntenCliënten in NAAM ORGANISATIE zijn over het algemeen minder mobiel en niet altijdzelfredzaam. Sommige cliënten zijn rolstoel- of bedgebonden. Zij zijn dus uiterst kwetsbaaren hebben hulp nodig bij het verplaatsen. Bij een calamiteit zijn goede vervoersmaatregelenbij evacuatie van groot belang. Zowel het verplaatsen in de organisatie zelf als het vervoernaar de opvanglocatie moet goed geregeld zijn. Mobiliteit is ook een belangrijk aspect dat inde bedrijfshulpverlening aan de orde komt, bijvoorbeeld het ontruimen, evacueren en bepalenvan de vluchtroutes.4. Tekort aan personeelMedewerkers zijn de spil in het zorgproces. Een tekort aan medewerkers vormt al snel eenbedreiging voor de continuïteit van zorg. Het kan door alledaagse oorzaken (ziekte envakantie), maar ook door een calamiteit komen..Bij een acuut personeelstekort prioriteert een organisatie allereerst de zorg. De niet uitstelbarezorg krijgt voorrang. Als zelfs hiervoor te weinig medewerkers aanwezig zijn, of er zijnproblemen te verwachten, dan is het nodig om extra personeel in te zetten. Vooraf moetduidelijk zijn wie verantwoordelijk is voor het bestrijden van het personeelstekort en wanneerdiegene welke actie onderneemt.groeimodel zorginstellingen 20

5. Uitval nutsvoorzieningen, apparatuur en ICT-middelenDe producenten en leveranciers van elektriciteit, water en gas hebben deverantwoordelijkheid om de veiligheid en betrouwbaarheid van het net en het transport van denutsvoorziening te borgen. Ook het verhelpen van storingen en het zo snel mogelijkcontinueren van de nutsvoorzieningen behoort tot hun pakket. Toch komen er storingen voor.NAAM ORGANISATIE moet maatregelen treffen over hoe ze met het uitvallen vannutsvoorzieningen, apparatuur en ICT-middelen om moet gaan.De effecten van stroomuitval veranderen in de tijd. In de checklist (zie bijlage VI) zijn zeopgedeeld in maximaal 2 uur, 2 tot 8 uur en langer dan 24 uur.6. Logistieke stagnatieProblemen met de bevoorrading van NAAM ORGANISATIE kunnen ontstaan bij eencalamiteit waar de organisatie zelf bij betrokken is (bv. stroomuitval). Ook problemen bij deleveranciers zelf kunnen zorgen voor de stagnatie van leveringen van voedsel, medicijnen ennoodzakelijke materialen. Door verschillende omstandigheden kan NAAM ORGANISATIEonbereikbaar zijn. Door hevige sneeuwval, bouwwerkzaamheden, wegwerkzaamheden enevenementen. Zowel leveranciers als hulpverleners (ambulance en brandweer) kunnen deorganisatie dan moeilijk of niet bereiken.7. Uitbraak infectieziektenIn Nederland zijn over het algemeen acht van de tien meest voorkomende ziekteninfectieziekten. Deze infectieziekten zijn over het algemeen niet dodelijk, maar brengen weleen aanzienlijke ziektelast en ziekteverzuim met zich mee. Door de relatief minder goedefysieke conditie van de cliënten van NAAM ORGANISATIE kan een infectieziekte grotegevolgen hebben.Daarnaast bestaat er grote zorg over nieuwe infectieziekten, waarvan de vogelgriep eenvoorbeeld is. De ziekte SARS en Mexicaanse griep liet zien hoe snel een uitbraak zich overde wereld kan verspreiden. Een infectieziekte kan tevens de oorzaak zijn van een ramp of eencrisis. Een organisatie als NAAM ORGANISATIE kan hierdoor te maken krijgen met deandere gevolgen van een ramp, zoals een tekort aan personeel en het verplaatsen van cliënten.De kans is toegenomen dat NAAM ORGANISATIE de uitbraak van een infectieziekte treft.De kans op verspreiding en besmetting binnen NAAM ORGANISATIE is groot, maarmaatregelen en voorbereidingen verminderen deze kans aanzienlijk.groeimodel zorginstellingen 21

Bijlage III Plattegronden opvanglocaties (VOORBEELD)groeimodel zorginstellingen 22

Bijlage IV Checklijst bij noodopvangTaak: Coördinatie: Gedaan door:Aanstellen aanspreekpunt NAAM ORGANISATIE MANAGER ZORGAanspreekpunt organisatie in nood / noodopvang MANAGER ZORGBewoners informerenMANAGER ZORGVerzekering informerenMANAGER ZORGFamilie informeren (2 à 3 personen bij telefoon) MANAGER ZORG /HOOFD FACILITAIREZAKENBedden regelenHOOFD FACILITAIREZAKENBedschermen regelenHOOFD FACILITAIREZAKENKeuken informerenHOOFD FACILITAIREZAKENLeveranciers informeren (medicijnen/voeding) HOOFD FACILITAIREZAKEN/TEAMLEIDERZORGAangeven dat bezoekers / personeel zich moetenmelden bij de receptie NAAM ORGANISATIEHOOFD FACILITAIREZAKENduidelijk overzicht aanwezige mensenWat gebeurt er met de vuilnis / afvalHOOFD FACILITAIREZAKENWat gebeurt er met het wasgoedHOOFD FACILITAIREZAKENSchoonmaak opvangruimte (zelf of organisatie in nood) HOOFD FACILITAIREZAKENVervoer van/ naar NAAM ORGANISATIE/opvanglocatieHOOFD FACILITAIREZAKENActiviteiten in div. ruimtes uitstellenHOOFD FACILITAIREZAKENExtra personeel / vrijwilligers inschakelen (wanneer HOOFD ZORG / FDnodig)Nieuwe bewoners voorzien van sticker met naam engeboortedatumOrganisatie in nood wegwijs maken + helpen in zorgRegelen van extra tilliften, douchebrancard,po-stoelen e.d.Medicatie aanwezigOpbergruimte medicatie creërenRegelen extra verbandmateriaal /incontinentiematerialenGenoeg begeleidingTijdelijke bewonerslijstHulpmiddelen (zoals po, tilliften, etc….)HOOFDZORG/TEAMLEIDERZORGMANAGER ZORGHOOFD ZORGHOOFDZORG/TEAMLEIDERZORGHOOFDZORG/TEAMLEIDERZORGHOOFDZORG/TEAMLEIDERZORGHOOFD ZORGHOOFDZORG/TEAMLEIDERZORGHOOFD ZORGgroeimodel zorginstellingen 23

ZorgdossiersHuisartsen informerenHOOFDZORG/TEAMLEIDERZORGHOOFDZORG/TEAMLEIDERZORG!!! Pers niet te woord staan !!!Dit wordt gedaan doorOVERKOEPELENDE ORGANISATIEgroeimodel zorginstellingen 24

Bijlage V: Voorbeeld checklisten uitval elektriciteit, water en gas.a. Uitval elektriciteitKnelpunten/kritischeprocessen (nietlimitatief)1 Afvalverwerking metperscontainer2 Automatische deuren3 Beademingsbewonersapparatuur4 Bedden Hoog/Laag5 BHV alarmering6 Brandmeldcentrale7 Camerabewaking8 CV – installatie9 Dagbehandeling10 Diepvries11 Domotica installaties12 ECD bewonersregistratie13 Elektrischedriepuntsloten14 Elektrische sloten PGbewoners15 Garagedeur installatie16 ICT voorziening17 Inbraak systeem18 Keuken apparatuurafdeling19 Keuken kookapparatuurafdeling20 Keuken kookapparatuurcentraal(restaurant)21 Koelkasten22 Koffiezetapparatuurafdeling23 Koffiezetapparatuurcentraal24 Koudwaterinstalatie25 Laboratoriumapparatuur (koeling e.d.)26 Liftinstallatie27 Luchtbehandeling28 Maaltijdregenereerwagen29 Medische apparatuur,uitzuig/voedingspompe.d.30 NoodverlichtingPrioriteit Contract metleverancierafgesloten?(contactgegevens?)Procedurebij uitval/noodvoorziening?Ook tegelijk uitvalgasofwatervoorziening?groeimodel zorginstellingen 25

31 Radio informatie32 Sondevoedingspompen33 Telefooncentrale Extern34 Telefooncentrale intern Noodtelefoon?35 Terreinverlichting36 Toegangcontrolesysteem(KABA)37 Transport / logistiekmateriaal38 TV voorziening CAI39 Uitzuigapparatuur40 Vaatwasmachineafdeling41 Vaatwasmachinecentraal42 Verlichting algemeen43 Warmwater installatie44 Wasmachines afdeling45 Wasmachines centraal46 Waterdruk opleidingwerk Hydrofourinstallatie47 Werkzaamheden voorpersoneel?48 Zonwering installatie49 Zusteroproep installatie50 Antidecubitusmaterialen51 Bewaking clienten52 Medicatievoorzieningb. Uitval WaterKnelpunten/kritischeprocessen (nietlimitatief)1 Toilet spoeling2 Koffiezetapparatuurafdeling3 Koudwaterinstallatie4 Vaatwasmachineafdeling5 Vaatwasmachinecentraal6 Warmwater installatie7 Wasmachinesafdeling8 Wasmachines centraal9 Douchen10 Interieurverzorging11 Eten voorbereiding12 DrinkwaterPrioriteit Contract metleverancierafgesloten? (metcontactgegevens)Procedure bijuitval /noodvoorzieninggroeimodel zorginstellingen 26

c. Uitval gasKnelpunten/kritischeprocessen (nietlimitatief)1 CV installatiePrioriteitContractmetleverancierafgesloten?Procedure bij uitval /noodvoorziening?2 Drogers op gas3 Keukenapparatuur4 Restaurant5 Warmwaterinstallatiegroeimodel zorginstellingen 27

Bijlage VI: Gevolgen bij stroomuitval1. Stroomuitval gedurende maximaal 2 uur- Huishoudelijke apparatuur valt uit, waaronder televisie en radio. Alleen via batterijradio’sof autoradio’s worden eventueel nog berichten ontvangen.- Brandmeldinstallaties, zusteroproepsystemen (met een beperkte accu blijven nog evenaan), beveiligingsinstallaties vallen uit (nooddeuren kunnen dichtvallen, toegangsdeurenvallen uit het slot en sommige schuifdeuren gaan open staan met als gevolg kou /tocht engeen beveiliging).- Elektrische apparatuur valt uit (ook elektrische bedden, beademing). Let erop, ervaringleert dat noodaggregaten niet altijd goed werken of niet aanwezig zijn.- Medische c.q. technische apparatuur valt uit.- CV (combiketel of een elektrische boiler) functioneert niet. Er is geen verwarming en/ofwarm water.- In hoogbouw kunnen installaties uitvallen die het drinkwater naar de verdiepingenmoeten pompen, waardoor er geen beschikking is over leidingwater.- Ook het (mobiele) telefoonnet kan overbelast raken of uitvallen omdat veel mensen gaanbellen. Reserve mobieltjes zijn vaak niet opgeladen op het moment dat je ze nodig hebt.- Het verstrekken van geneesmiddelen wordt moeilijker door het niet functioneren vanmedische informatiesystemen van apotheken en huisartsen (als gevolg van zowelstroomuitval als internetstoringen).- Hulpdiensten kunnen minder (fysiek en telefonisch) bereikbaar zijn en de instelling ismoeilijker bereikbaar (verkeersopstoppingen, etc.), ook voor personeel.2. Stroomuitval gedurende 2 uur tot maximaal 8 uurDe gevolgen worden omvangrijker en nemen toe.- Apparaten, regelapparatuur en communicatieapparatuur functioneren niet.- Mensen op thuisbeademing / thuisdialyse hebben maar voor ongeveer 2 uur een accu.- Er is geen verwarming meer omdat de pomp van de centrale verwarming niet meer werkt.Er is geen warm water .- Er is geen water in flatgebouwen omdat de installatie niet functioneert.- Er is geen kunstlicht (noodlicht doet het maar ongeveer twee uur), geen radio en televisie.- Er is geen koeling en met name in de zomer is er eerder bederf van etenswaren.Tegen 8 uur stroomstoring stremt de maaltijdvoorziening aan huis. Ook wordt hetbijvoorbeeld lastig voor invaliden om hun elektrische rolstoel op te laden. Aan het eind vandeze periode ontstaat mogelijk schade door bederf van waar in koelkast en diepvriezer.Medicijnen zijn niet meer gekoeld.Bedrijvigheid en verkoop van goederen en diensten kan niet meer doorgaan.Forenzen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer ondervinden aanzienlijkevertragingen. De stroomstoring heeft ook invloed op het treinverkeer en ook in hetwegverkeer zullen zich meer opstoppingen voordoen.3. Stroomuitval van 8 uur tot 24 uur of langerGekoelde producten bederven, materiaal in leidingen is vastgekoekt, maaltijdvoorzieningvoor minder validen zijn niet meer mogelijk en de hulpverlening bereikt hulpbehoevendemensen thuis niet meer.Transport komt stil te liggen, de bevoorrading van aggregaten met brandstof vormt eenprobleem en tunnels kunnen onder water lopen. Ook zullen er problemen ontstaan in deagrarische sector, koeien kunnen bijvoorbeeld niet meer gemolken worden en de levens vankippen en varkens worden bedreigd.groeimodel zorginstellingen 28

In de periode 8 tot 24 uur zullen mensen voorzieningen (bv. boodschappen) die ze niet meerin het stroomstoringgebied kunnen krijgen, buiten het gebied gaan halen. Dit leidt tot extraverkeersdrukte.Gaat de stroomstoring nog langer duren dan ontstaat er onrust onder de bevolking. Voorzorgbehoevenden wordt de situatie ernstig. In een industrieel gebied krijgen de bewoners ookte maken met emissie van stoffen door industrieën.groeimodel zorginstellingen 29

Bijlage VII Leverancierscontracten (leeg)groeimodel zorginstellingen 30

Bijlage VIII: Afkortingen- en begrippenlijstAfkorting Volledige benaming Betekenis/DefinitieReguliere situatieDe tijd voorafgaand aan een calamiteit. De tijdwaarin de staande organisatie haar regulierewerkzaamheden uitvoert.een crisis is een situatie waarin een vitaal belang vande samenleving is aangetast ofdreigt worden aangetast. Vitalebelangen zijn bv. bedreigingen voorvolksgezondheid door uitbraakepidemie en een grootscheepsedijkdoorbraak, Dit heeft gevolgenvoor de fysieke veiligheid en deopenbare orde.GRIPGHORVRIJCrisisIncidentExternehulpverleningsdienstenCalamiteitGecoördineerde RegionaleIncident BestrijdingGeneeskundigeHulpverlening bijOngevallen en RampenRampVeiligheidsregio IJssellandHiermee wordt bedoeld de Politie, Brandweer,GHOR en GemeentenEen calamiteit is een gebeurtenis waarbij sprake isvan overlast ofschade. Dit kan een brand in prullenmand zijn, maarhieronder vallen ook ernstige ongevallen of andereincidenten die van invloed zijn op de samenleving.Een calamiteit kan uitlopen op een ramp.De opschalingprocedure vanhulpverleningsdiensten.De inzet en coördinatie van de geneeskundigehulpverlening bij ongevallen en rampen is deverantwoordelijkheid van de GHOR.een zwaar ongeval of een andere gebeurteniswaarbij het leven en de gezondheid van veelpersonen, het milieu of grote materiële belangen inernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd enwaarbij een gecoördineerde inzet van diensten oforganisaties van verschillende disciplines is vereistom de dreiging weg te nemen of de schadelijkegevolgen te beperken.Nederland is opgesplitst in 25 veiligheidsregio’s,waaronder Veiligheidsregio IJsselland. Deze regiobeslaat 11 gemeenten: Dalfsen, Deventer,Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte,Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland enZwolle. In de regio werken gemeenten, brandweer,geneeskundige hulpverlening en politie samen. Enindien nodig worden ook andere diensten ingezetzoals Defensie en het Waterschap.groeimodel zorginstellingen 31

Bijlage IX Overzicht recent houdenHieronder puntsgewijs de verschillende zaken uit het zorgcontinuïteitsplan die elk jaargecontroleerd moeten worden met erachter de persoon die hiervoor verantwoordelijk is.Zorgcontinuïteitsplan.CHECKENParagraaf Wat te doen WieverantwoordelijkParaaf /datum3.1 Opvangcapaciteit NAAMORGANISATIE controlerenFacilitair Manager3.2Externe opvanglocaties controleren opcontactgegevens en afspraken.Contactgegevens voorzieningencontroleren.Facilitair Manager3.3 Contactgegevens en afsprakencontroleren omtrent cliëntgegevens enzorgdossiers.3.4 Hulpmiddelen controleren opfunctioneren.ZorgmanagerTechnische dienst5.1Mobiliteitslijsten moeten in 4.1ingevoegd worden en dagelijks wordenbijgehouden door medewerker receptiein de BHV-kast.Zorgmanager5.3 Contactgegevens en afsprakenvervoersbedrijven controleren.Facilitair Manager6.4 Contactgegevens controleren voor extrapersoneel.Facilitair Manager enZorgmanager7.1 Contactgegevens controleren vannutsvoorzieningen en checklist.Facilitair Manager7.4 ICT contactgegevens controleren en deafspraken voor werkplekken op anderelocaties.Facilitair Manager8.18.2Contactgegevens vanvoedingleveranciers controleren en bijveranderende contracten deleveringsvoorwaarden controleren.Contactgegevens en afspraken metapotheek controleren en bijveranderende contracten deleveringsvoorwaarden controleren.Facilitair ManagerZorgmanagergroeimodel zorginstellingen 32