11.07.2015 Views

BRL 1016.pdf - Certificaten Beheer - Komo

BRL 1016.pdf - Certificaten Beheer - Komo

BRL 1016.pdf - Certificaten Beheer - Komo

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>BRL</strong> 101629 november 2012Nationale BeoordelingsrichtlijnVoor het KOMO ® attest-met-productcertificaatvoorKeramische prefab wand- en gevelelementenVastgesteld door CvD (Keramische producten) d.d. 2 november2012Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van deStichting Bouwkwaliteit d.d. 29 november 2012


Voorwoord KiwaDeze Nationale Beoordelingsrichtlijn is opgesteld door het College van DeskundigenKeramische producten van Kiwa, waarin belanghebbende partijen op het gebied vanKeramische prefab wand- en gevelelementen zijn vertegenwoordigd. Dit collegebegeleidt ook de uitvoering van certificatie en stelt zonodig deze NationaleBeoordelingsrichtlijn bij. Waar in deze Nationale Beoordelingsrichtlijn sprake is van“College van Deskundigen” is daarmee bovengenoemd college bedoeld.Deze Nationale Beoordelingsrichtlijn zal door Kiwa worden gehanteerd in samenhangmet het Kiwa-Reglement voor Productcertificatie. In dit reglement is de door Kiwagehanteerde werkwijze vastgelegd bij de uitvoering van het onderzoek ter verkrijgingvan het attest-met-productcertificaat, alsmede de werkwijze bij de externe controle.Informatie betreffende de publiekrechtelijke producteisen en bepalingsmethoden,voortvloeiend uit de Europese regelgeving, is opgenomen in hoofdstuk 4 en 5 van dezebeoordelingsrichtlijn.Bindend verklaringDeze beoordelingsrichtlijn is door Kiwa bindend verklaard per 29 november 2012.Kiwa Nederland B.V.Sir W. Churchill-laan 273Postbus 702280 AB RIJSWIJKTel. 070 414 44 00Fax 070 414 44 20www.kiwa.nl© 2012 Kiwa Nederland B.V.Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in eengeautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzijelektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaandeschriftelijke toestemming van de uitgever. Onverminderd de aanvaarding van de Beoordelingsrichtlijn doorde Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit als Nationale Beoordelingsrichtlijnberusten alle rechten bij Kiwa. Het gebruik van deze Beoordelingsrichtlijn door derden, voor welk doel danook, is uitsluitend toegestaan nadat een schriftelijke overeenkomst met Kiwa is gesloten waarin hetgebruiksrecht is geregeld.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 1 - 29 november 2012


InhoudVoorwoord Kiwa 1Inhoud 21 Inleiding 51.1 Algemeen 51.2 Toepassingsgebied 51.3 Technische specificatie 51.4 Acceptatie van door leverancier geleverde onderzoeksrapporten 61.5 Attest-met-productcertificaat 62 Terminologie 72.1 Definities 73 Procedure voor het verkrijgen van een kwaliteitsverklaring 83.1 Toelatingsonderzoek 83.2 Certificaatverlening 83.3 Uitbreidingsonderzoek 84 Bouwbesluit gerelateerde eisen en bepalingsmethoden 94.1 Algemeen 94.2 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid,Bouwbesluit hoofdstuk 2 104.2.1 Algemene sterkte van de bouwconstructie, Bouwbesluit afdeling 2.1 104.2.2 Sterkte bij brand, Bouwbesluit afdeling 2.2 114.2.3 Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie,Bouwbesluit afdeling 2.8 114.2.4 Beperking van het ontwikkelen van brand en rook. Bouwbesluit afdeling 2.9 124.2.5 Beperking van uitbreiding van brand, Bouwbesluit afdeling 2.10 124.2.6 Verdere beperking van uitbreiding van brand en beperking van verspreidingvan rook, Bouwbesluit afdeling 2.11 134.3 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van gezondheid,Bouwbesluit hoofdstuk 3 134.3.1 Wering van vocht. Bouwbesluit afdeling 3.5 (facultatief) 134.3.2 Bescherming tegen ratten en muizen. Bouwbesluit afdeling 3.10 144.4 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid en milieu,Bouwbesluit hoofdstuk 5 144.4.1 Energiezuinigheid, nieuwbouw. Bouwbesluit afdeling 5.1 (facultatief) 145 Besluit bodemkwaliteit gerelateerde eisen en bepalingsmethoden 155.1 Algemeen 155.1.1 Milieuhygiënische samenstellingseisen, Besluit bodemkwaliteit 15Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 2 - 29 november 2012


6 Overige eisen en bepalingsmethoden 166.1 Algemeen 166.2 Eisen uit normatieve documenten en door het CvD opgestelde eisendie niet onder de CPD vallen 176.2.1 Druksterkte metselbaksteen 176.2.2 Maatvoering prefab wand- en gevelelement 176.2.3 Spouwankers 186.2.4 Metsel-, lijm- en/of gietmortel 186.2.5 Lijmverbinding 186.2.6 Lateien 186.2.7 Wapening 186.2.8 Hijsogen / hijsvoorziening 196.2.9 Dilatatievoegen 196.2.10 Montage en gebruiksrichtlijnen 196.3 Certificatiemerk 207 Eisen aan het kwaliteitssysteem 217.1 Algemeen 217.2 <strong>Beheer</strong>der van het kwaliteitssysteem 217.3 Interne kwaliteitsbewaking/kwaliteitsplan 217.4 Procedures en werkinstructies 217.5 Overige eisen te stellen aan het kwaliteitssysteem 227.5.1 Project gegevens 227.5.2 Algemene product gegevens 227.6 Kwaliteitsregistratie 228 Samenvatting onderzoek en controle 238.1 Onderzoeksmatrix 238.2 Controle op het kwaliteitssysteem 238.3 Weging van tekortkomingen 239 Eisen aan de certificatie-instelling 259.1 Algemeen 259.2 Certificatiepersoneel 259.2.1 Kwalificatie-eisen 259.2.2 Kwalificatie 269.3 Rapport toelatingsonderzoek 269.4 Beslissing over certificaatverlening 269.5 Uitvoeringsvorm kwaliteitsverklaring 269.6 Aard en frequentie van externe controles 269.7 Rapportage aan College van Deskundigen 279.8 Interpretatie van eisen 27Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 3 - 29 november 2012


10 Lijst van vermelde documenten 2710.1 Publiekrechtelijke regelgeving 2810.1.1 Bouwbesluit 2012 2810.1.2 Besluit bodemkwaliteit 2810.2 Normen / normatieve documenten: 28IIIBouwbesluitingangModel IKB-schema of raam-IKB-schemaNationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 4 - 29 november 2012


1 Inleiding1.1 AlgemeenDe in deze beoordelingsrichtlijn opgenomen eisen worden door de certificatieinstellingen,die hiervoor erkend zijn door de Raad voor Accreditatie, gehanteerd bij debehandeling van een aanvraag voor c.q. de instandhouding van een attest-metproductcertificaatvoor Keramische prefab wand- en gevelelementen.De af te geven kwaliteitsverklaring wordt aangeduid als KOMO ® attest-metproductcertificaat.Het techniekgebied van de <strong>BRL</strong> is: D2 – Keramische productenNaast de eisen die in deze beoordelingsrichtlijn zijn vastgelegd, stellen de certificatieenattesteringsinstellingen aanvullende eisen, in de zin van algemene procedure-eisenvan certificatie en attestering, zoals vastgelegd in het algemeen certificatie- enattesteringsreglement van de betreffende instelling.Deze beoordelingsrichtlijn vervangt <strong>BRL</strong> 1016 d.d. 15 september 2011.De kwaliteitsverklaringen die op basis van die beoordelingsrichtlijn zijn afgegevenverliezen in elk geval hun geldigheid op 1 oktober 2013.Bij de uitvoering van certificatiewerkzaamheden zijn de certificatie-instellingengebonden aan de eisen die in het hoofdstuk “Eisen aan de certificatie-instelling” zijnvastgelegd.1.2 ToepassingsgebiedDeze beoordelingsrichtlijn is van toepassing op geprefabriceerde keramische wand- engevelelementen.De producten zijn bestemd om te worden toegepast in: Binnenspouwbladen; dragende en niet dragende binnenwanden; woningscheidende wanden; enkelschalige buitenwanden; buitenspouwbladen.Het binnenspouwblad kan voorzien zijn van spouwankers voor de verankering van hetbuitenspouwblad.1.3 Technische specificatieDe verbinding tussen de keramische prefab wand- en gevelelementen onderling en hetbouwwerk wordt door middel van een mechanische bevestiging en/of een (lijm)mortelconform NEN-EN 998-2 of een lijmverbinding gemaakt.Opmerking:De mechanische eigenschappen van keramische elementen met een lijmverbinding kunnen nietontleend worden aan NEN-EN 1996:2005 (Eurocode 6) en dienen experimenteel te wordenvastgesteld conform de NEN-EN 1052-serie.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 5 - 29 november 2012


1.4 Acceptatie van door leverancier geleverde onderzoeksrapportenIndien door de leverancier rapporten van onderzoekinstellingen of laboratoria wordenovergelegd om aan te tonen dat aan de eisen van de <strong>BRL</strong> wordt voldaan, zal moetenworden aangetoond dat deze zijn opgesteld door een instelling die voldoet aan de vantoepassing zijnde accreditatienorm, te weten: NEN-EN-ISO/IEC 17025 voor laboratoria; NEN-EN-ISO/IEC 17020 voor inspectie-instellingen; NEN-EN 45011 voor certificatie-instellingen die producten certificeren; NEN-EN ISO/IEC 17021 voor certificatie-instellingen die systemen certificeren; NEN-EN-ISO/IEC 17024 voor certificatie-instellingen die personen certificeren.De instelling wordt geacht aan deze criteria te voldoen wanneer eenaccreditatiecertificaat kan worden overgelegd, afgegeven door de Raad voorAccreditatie (RvA) of een accreditatie-instelling waarmee de RvA een overeenkomstvan wederzijdse acceptatie heeft gesloten.Deze accreditatie moet betrekking hebben op het voor deze <strong>BRL</strong> vereiste onderzoek.Indien geen accreditatiecertificaat kan worden overgelegd, zal de certificatie-instellingzelf verifiëren of aan de accreditatienorm is voldaan, of het desbetreffende onderzoekopnieuw zelf (laten) uitvoeren.1.5 Attest-met-productcertificaatDe op basis van deze <strong>BRL</strong> af te geven kwaliteitsverklaring wordt aangeduid als KOMO ®attest-met-productcertificaat.De modeltekst van het voorblad van het KOMO ® attest-met-productcertificaat isbeschikbaar op de website van de Stichting KOMO ® (www.komo.nl).De aansluiting van dit KOMO ® attest-met-productcertificaat met het Bouwbesluit isweergegeven in de Bouwbesluitingang in bijlage 1 van deze <strong>BRL</strong>. DezeBouwbesluitingang zal ook opgenomen worden in het KOMO ® attest-metproductcertificaat.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 6 - 29 november 2012


2 Terminologie2.1 DefinitiesIn deze beoordelingsrichtlijn wordt verstaan onder: Leverancier: de partij die er voor verantwoordelijk is dat de producten bijvoortduring voldoen aan de in deze <strong>BRL</strong> gestelde eisen; IKB-schema: een beschrijving van de door de leverancier uitgevoerdekwaliteitscontroles, als onderdeel van zijn kwaliteitssysteem; Keramische prefab wand- en gevelelementen: keramische prefab wand- engevelelementen zijn vooraf vervaardigde elementen die op de fabriek wordensamengesteld uit stenen, blokken of elementen van keramiek en (lijm)mortelconform NEN-EN 998-2 of een lijmverbinding. Dragende wand: wand waarop een neerwaartse belasting wordt uitgeoefend dooreen ander deel van de constructie. Niet dragende wand: wand waarop geen neerwaartse belasting wordt uitgeoefenddoor een ander deel van de constructie. Lijmverbinding: Een verbinding van de stenen, blokken of elementen van keramiekmet een één-/of tweecomponentenlijm.Toelichting:Voor begrippen die niet nader zijn gedefinieerd in onderhavige <strong>BRL</strong>, wordt verwezen naarhet Bouwbesluit en de in Nederlandse normen en voorschriften gehanteerde definities enterminologieën.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 7 - 29 november 2012


3 Procedure voor het verkrijgen van eenkwaliteitsverklaring3.1 ToelatingsonderzoekHet door de certificatie-instelling uit te voeren toelatingsonderzoek vindt plaats aan dehand van de in deze beoordelingsrichtlijn opgenomen prestatie- en producteiseninclusief beproevingsmethoden en omvatten, afhankelijk van de aard van het tecertificeren product: (Monster)onderzoek, om vast te stellen of de producten voldoen aan de producten/ofprestatie-eisen; Beoordeling van het productieproces; Beoordeling van het kwaliteitssysteem en het IKB-schema; Toetsing op de aanwezigheid en het functioneren van de overige vereisteprocedures; Beoordeling van de verwerkingsvoorschriften van de leverancier.Het toelatingsonderzoek bestaat uit 2 bedrijfsbezoeken en de benodigde (laboratorium-)bezoeken in het kader van het attesteringsonderzoek.3.2 CertificaatverleningNa afronding van het toelatingsonderzoek worden de resultaten voorgelegd aan debeslisser. Deze beoordeelt de resultaten en stelt vast of het certificaat kan wordenverleend of dat aanvullende gegevens en/of onderzoeken nodig zijn voordat hetcertificaat kan worden verleend.3.3 UitbreidingsonderzoekIn de volgende gevallen is sprake van een uitbreidingsonderzoek: Nieuwe/gewijzigde producten; Nieuwe/gewijzigde sterkteklasse; Wijziging productiemethode.De omvang van het uitbreidingsonderzoek is afhankelijk van de aard van de uitbreiding.De benodigde onderzoeken worden in het bijzijn van en door de certificatie-instellinguitgevoerd. Indien nodig kan een deel van het onderzoek worden uitgevoerd in eenextern laboratorium.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 8 - 29 november 2012


Buiten spouwbladEnkelschaligewandBinnenspouwbladBinnenwanden4 Bouwbesluit gerelateerde eisen enbepalingsmethoden4.1 AlgemeenIn dit hoofdstuk zijn de aan het Bouwbesluit gerelateerde prestatie-eisen opgenomen,waaraan keramische prefab wand- en gevelelementen moeten voldoen, evenals debepalingsmethoden om vast te stellen dat aan de eisen wordt voldaan.Dit betreft: De van toepassing zijnde prestatie-eisen in relatie tot het Bouwbesluit waarnaarverwezen wordt in de Tabel Bouwbesluit opgesomde afdelingen, artikelen en leden. De van toepassing zijnde producteisen in relatie tot het Bouwbesluit waarnaareveneens verwezen wordt in de Tabel Bouwbesluit opgesomde afdelingen,artikelen en leden.De Bouwbesluiteisen voor “verbouw” zijn in dit hoofdstuk niet expliciet genoemd, maarkunnen in voorkomende gevallen wel van toepassing zijn voor keramische prefabwand- en gevelelementen die voldoen aan de eisen voor nieuwbouw kunnenzondermeer toegepast worden in verbouwprojecten.Tabel BouwbesluitBinnenBuitenBeschouwde afdelingen van hetBouwbesluit Afdeling Artikel, lidAlgemene sterkte van de bouwconstructie 2.1 2.2, 2.3, lid 1 en 2.4, lid 1b en 2 X X X XSterkte bij brand 2.2 2.10 en 2.11 X X XBeperking van het ontstaan van eenbrandgevaarlijke situatieBeperking van het ontwikkelen van branden rook2.8: 2.57, 2.58 en 2.59 X X X2.9: 2.67, 2.68 en 2.70 X X XBeperking van uitbreiding van brand 2.10 2.84 lid 1 t/m 6 X X XVerdere beperking van uitbreiding vanbrand en beperking van verspreiding vanrook2.11 2.94 X X XWering van vocht (facultatief) 3.5: 3.21, 3.22 en 3.23 XBeschermen tegen ratten en muizen 3.10: 3.69 X X X XEnergiezuinigheid (facultatief) 5.1: 5.3 X X X.Normen of Praktijkrichtlijnen die genoemd worden in het kader van eisen die ontleendzijn aan publiekrechtelijke regelgeving zijn bedoeld, zoals daarin aangewezen.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 9 - 29 november 2012


4.2 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid,Bouwbesluit hoofdstuk 24.2.1 Algemene sterkte van de bouwconstructie, Bouwbesluit afdeling 2.1Prestatie-eisVoor keramische prefab wand- en gevelelementen zijn de artikelen 2.2, 2,3, lid 1 enartikel 2.4, lid 1, onder b en lid 2 van toepassing.ToelichtingDeze eis is voor keramische prefab wand- en gevelelementen met een (lijm) mortel vertaald naarde volgende product-eisen:De muurdruksterkte van de toegepaste metselbakstenen en (lijm)mortel moet voldoen aan artikel2.4, lid 1b, NEN-EN 1996-1-1, artikel 3.6.1 (met inachtname van de Nationale Bijlage).Voor keramische wand- en gevelelementen met een lijmverbinding moeten de prestaties wordenbepaald aan elke combinatie van stenen, blokken of elementen van keramiek, lijm en indien vaninvloed op de vast te stellen prestaties voorzien van spouwankers en wapening.GrenswaardeEen bouwconstructie bezwijkt niet gedurende de in NEN-EN 1990 bedoeldeontwerplevensduur bij de fundamentele belastingscombinaties als bedoeld in NEN-EN1990.Een bouwconstructie bezwijkt niet gedurende de in NEN-EN 1990 bedoeldeontwerplevensduur bij de buitengewone belastingscombinaties als bedoeld in NEN-EN1990, als dit leidt tot het bezwijken van een andere bouwconstructie die niet in dedirecte nabijheid ligt van die bouwconstructie. Daarbij wordt uitgegaan van debuitengewone belastingen als bedoeld in NEN-EN 1991.ToelichtingVoor keramische prefab wand- en gevelelementen met een (lijm)mortel volgen uit dezegrenswaarde eisen voor de muurdruksterkte van de toegepaste metselbakstenen en metselmortel.De hoeveelheid constructieve wapening en de detaillering dient, indien van toepassing, te voldoenaan artikel 6.6, 6.7 en 8.2 van NEN-EN 1996-1-1.Voor keramische prefab wand- en gevelelementen met een lijmverbinding volgen uit dezegrenswaarden eisen voor de muurdruksterkte, elasticiteitsmodulus, buigtreksterkte, initiëleschuifsterkte en hoek van inwendige wrijving.De elementen kunnen voorzien zijn van een wapening in de lintvoeg van de lijmverbinding of in metmortel gevulde sparingen in de metselbakstenen. Bij constructieve wapening in een mortelbed dientde hoeveelheid wapening en de detaillering te voldoen aan artikel 6.6, 6.7 en 8.2 van NEN-EN1996-1-1. Bij constructieve wapening in de lintvoeg van de lijmverbinding dient de hoeveelheidwapening en de invloed op de materiaaleigenschappen te worden aangetoond. De detaillering dientte worden vastgelegd.BepalingsmethodeDe sterkte van de keramische prefab wand- en gevelelementen met een (lijm)morteldient te worden bepaald volgens NEN-EN 1996-1-1.Voor keramische wand- en gevelelementen met een lijmverbinding moet: de muurdruksterkte en elasticiteitsmodulus bepaald worden conform NEN-EN1052-1. de buigtreksterkte bepaald worden conform NEN-EN 1052-2. de initiële schuifsterkte en hoek van inwendige wrijving bepaald worden conformNEN-EN 1052-3.In de lintvoeg van wand- en gevelelementen met een lijmverbinding kunnenspouwankers en of wapening worden aangebracht. In dit geval moeten de effecten opde hiervoor genoemde sterkte-eigenschappen worden bepaald.CertificatieonderzoekIn het attest-met-productcertificaat wordt vermeld dat per project berekeningenopgesteld dienen te worden die aan bovenstaande eisen voldoen.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 10 - 29 november 2012


Voor keramische wand- en gevelelementen met (lijm)mortel dient de in het attest-metproductcertificaatvermelde muurdruksterkte van de toegepaste keramische prefabwand- en gevelelementen daarbij als basis te worden gebruikt.Voor keramische wand- en gevelelementen met een lijmverbinding worden in hetattest-met-productcertificaat van elke onderzochte combinatie de volgende gegevensvastgelegd: De toegepaste stenen, blokken of elementen van keramiek; De toegepaste lijm; De toegepaste spouwankers (indien van toepassing);De toegepaste wapening in de lintvoeg (indien van toepassing);De voor de berekening aan te houden muurdruksterkte, elasticiteitsmodulus,buigtreksterkte, initiële schuifsterkte en hoek van inwendige wrijving.4.2.2 Sterkte bij brand, Bouwbesluit afdeling 2.2Prestatie-eisVoor keramische prefab wand- en gevelelementen zijn de artikelen 2.10 en 2.11 vantoepassing.GrenswaardeDe tijdsduur van bezwijken van keramische prefab wand- en gevelelementen van eenin tabel 2.9 aangegeven gebruiksfunctie moet voldoen aan artikel 2.10.BepalingsmethodeBij het bepalen van het bezwijken van een bouwconstructie, als bedoeld in artikel 2.10,wordt uitgegaan van de buitengewone belastings-combinaties die volgens NEN-EN1990 kunnen optreden bij brand.De tijdsduur van het bezwijken als bedoeld in artikel 2.10 wordt bepaald volgens: NEN-EN 1996-1-2 inclusief Nationale Annex bij een (lijm)mortel; NEN 6069 bij een (lijm)mortel of lijmverbinding.CertificatieonderzoekHet attest-met-productcertificaat geeft de prestaties waaraan de keramische prefabwand- en gevelelementen voldoen.4.2.3 Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie,Bouwbesluit afdeling 2.8Prestatie-eisVoor keramische prefab wand- en gevelelementen zijn artikel 2.57, 2.58 en 2.59 vantoepassing.GrenswaardeMateriaal, toegepast ter plaatse van of in de nabijheid van een stookplaats van eengebruiksfunctie voldoet aan brandklasse A1 volgens NEN-EN 13501-1, indien:a. ter plaatse van of in de nabijheid van die stookplaats een intensiteit van dewarmtestraling kan optreden, die, bepaald volgens NEN 6061, groter is dan2 kW/m², ofb. in het materiaal een temperatuur kan optreden, die, bepaald volgens NEN 6061,hoger is dan 90ºC.ToelichtingKeramisch prefab wand- en gevelelementen met (lijm)mortel zijn een onbrandbaar materiaalvolgens beschikking 96/603/EGBij keramische wand- en gevelelementen met een lijmverbinding dient de prestatie-eis(brandklasse) te worden bepaald aan het prefab element.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 11 - 29 november 2012


BepalingsmethodeDe brandklasse dient te worden bepaald volgens NEN-EN 13501-1.ToelichtingDe keramisch prefab wand- en gevelelementen met een (lijm)mortel voldoen, volgens beschikking96/603/EG, aan Euroklasse A1 volgens NEN-EN 13501-1.CertificatieonderzoekHet attest-met-productcertificaat vermeldt dat de keramische prefab wand- engevelelementen met een (lijm)mortel voldoen aan Euroklasse A1 volgens NEN-EN13501-1. Bij keramische wand- en gevelelementen met een lijmverbinding wordt debrandklasse volgens NEN-EN 13501-1 vermeld.4.2.4 Beperking van het ontwikkelen van brand en rook. Bouwbesluit afdeling2.9Prestatie-eisVoor keramische prefab wand- en gevelelementen zijn de artikelen 2.67, 2.68 en 2.70van toepassing.GrenswaardeVoor keramische prefab wand- en gevelelementen die grenzen aan de binnenluchtdient de brandklasse te voldoen aan de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse en derookklasse aan rookklasse s2.ToelichtingDe keramisch prefab wand- en gevelelementen met een (lijm)mortel voldoen aan Euroklasse A1volgens NEN-EN 13501-1 en daarmee aan rookklasse s1 volgens NEN-EN 13501-1.Bij keramische wand- en gevelelementen met een lijmverbinding dient de prestatie-eis (brandklasseen rookklasse) te worden bepaald aan het prefab element.BepalingsmethodeDe brandklasse en de rookklasse dienen bepaald te worden volgens NEN-EN 13501-1.ToelichtingDe keramisch prefab wand- en gevelelementen met een (lijm)mortel voldoen aan Euroklasse A1 enrookklasse s1 volgens NEN-EN 13501-1.CertificatieonderzoekHet attest-met-productcertificaat vermeldt dat de keramische prefab wand- engevelelementen met een (lijm)mortel voldoen aan Euroklasse A1 en rookklasse s1volgens NEN-EN 13501-1.Bij keramische wand- en gevelelementen met een lijmverbinding wordt de brandklasseen de rookklasse volgens NEN-EN 13501-1 vermeld.4.2.5 Beperking van uitbreiding van brand, Bouwbesluit afdeling 2.10Prestatie-eisVoor keramische prefab wand- en gevelelementen is artikel 2.84 van toepassing.GrenswaardeDe weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van keramische prefabwand- en gevelelementen dient te voldoen aan de eisen in artikel 2.84 (minimaal 30minuten).BepalingsmethodeDe weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag dient te worden bepaald volgens: NEN-EN 1996-1-2 inclusief Nationale Annex bij een (lijm)mortel; NEN 6068.CertificatieonderzoekHet attest-met-productcertificaat vermeldt de weerstand tegen branddoorslag enbrandoverslag van de keramische prefab wand- en gevelelementen.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 12 - 29 november 2012


4.2.6 Verdere beperking van uitbreiding van brand en beperking vanverspreiding van rook, Bouwbesluit afdeling 2.11Prestatie-eisVoor keramische prefab wand- en gevelelementen is artikel 2.94 van toepassing.GrenswaardeDe weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag en de weerstand tegenrookdoorgang van dient te voldoen aan de eisen in artikel 2.84.BepalingsmethodeDe weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag dient te worden bepaald volgens NEN-EN 1996-1-2 inclusief Nationale Annex bij een (lijm)mortel; NEN 6068.CertificatieonderzoekHet attest-met-productcertificaat vermeldt de weerstand tegen branddoorslag enbrandoverslag van de keramische prefab wand- en gevelelementen.4.3 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van gezondheid,Bouwbesluit hoofdstuk 34.3.1 Wering van vocht. Bouwbesluit afdeling 3.5 (facultatief)Prestatie-eisVoor keramische prefab wand- en gevelelementen zijn de artikelen 3.21, 3.22 en 3.23van toepassing.GrenswaardeDe in artikel 3.21 lid 1, 2 en 3 gespecificeerde scheidingsconstructies dienen waterdichtte zijn.Een scheidingsconstructie waarvoor een warmteweerstand als bedoeld in artikel 5.3van het Bouwbesluit geldt, heeft aan de zijde die grenst aan een verblijfsgebied eenvolgens NEN 2778 bepaalde factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte, dieniet kleiner is dan de in tabel 3.20 van het Bouwbesluit aangegeven waarde.De wateropname mag op de in artikel 3.23 van het Bouwbesluit gespecificeerdeplaatsen van een scheidingsconstructie gemiddeld niet groter zijn dan 0,01 kg/(m².s 1/2 )en op geen enkele plaats groter dan 0,2 kg/(m².s 1/2 )BepalingsmethodeDe waterdichtheid van de scheidingsconstructie dient te worden bepaald volgens NEN2778.ToelichtingScheidingconstructies die voldoen aan de SBR details, voldoen aan deze eis.De factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte dient bepaald te wordenvolgens NEN 2778.CertificatieonderzoekHet attest-met-productcertificaat kan toepassingsvoorbeelden geven vanbouwconstructies die voldoen aan de gestelde eisen.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 13 - 29 november 2012


4.3.2 Bescherming tegen ratten en muizen. Bouwbesluit afdeling 3.10Prestatie-eisVoor keramische prefab wand- en gevelelementen is artikel 3.69 van toepassing.GrenswaardeEen uitwendige scheidingsconstructie mag geen openingen hebben die breder zijn dan0,01 m.BepalingsmethodeGecontroleerd wordt of de (stoot)voegen niet groter zijn dan 0,01 m.CertificatieonderzoekHet attest-met-productcertificaat vermeldt dat in de keramische prefab wand- engevelelementen geen openingen aanwezig zijn groter dan 0,01 m.4.4 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid enmilieu, Bouwbesluit hoofdstuk 54.4.1 Energiezuinigheid, nieuwbouw. Bouwbesluit afdeling 5.1 (facultatief)Prestatie-eisVoor keramische prefab wand- en gevelelementen is artikel 5.3 van toepassing.ToelichtingDeze eis is vertaald naar de volgende product-eis:De warmtegeleidingscoëfficient van de toegepaste metselbakstenen moet voldoen aan artikel 5.2,lid 1-3, NEN 1068 Bijlage D.2.5.1, NEN-EN 1745.GrenswaardeDe warmteweerstand van een scheidingsconstructie zoals gespecificeerd in artikel5.3is ten minste 3,5 m²K/W.BepalingsmethodeDe warmteweerstand van de scheidingsconstructie dient te worden bepaald volgensNEN 1068.ToelichtingVan de toegepaste metselbakstenen moet de warmtegeleidingscoëfficient vastgesteld wordenconform NEN-EN 1745, Bijlage A, tabel A.1.De warmteweerstand van keramische prefab wand- en gevelelementen moet worden vastgesteldconform NEN 1068, Bijlage D.2.2.CertificatieonderzoekHet attest -met-productcertificaat vermeldt de warmtegeleidingscoëfficient van dekeramische prefab wand- en gevelelementen.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 14 - 29 november 2012


5 Besluit bodemkwaliteit gerelateerdeeisen en bepalingsmethoden5.1 AlgemeenIn dit hoofdstuk zijn de aan het Besluit bodemkwaliteit gerelateerde eisen opgenomen,waaraan keramische prefab wand- en gevelelementen moet voldoen, evenals debepalingsmethoden om vast te stellen dat aan de eisen wordt voldaan.5.1.1 Milieuhygiënische samenstellingseisen, Besluit bodemkwaliteitBuitenspouwbladen:De keramische prefab wand- en gevelelementen vervaardigd voor de toepassing alsbuitenspouwbladen, moeten voldoen aan het Besluit bodemkwaliteit.De metselbakstenen die worden toegepast moeten voldoen aan de eisen metbetrekking tot het Besluit bodemkwaliteit zoals vastgelegd in <strong>BRL</strong> 1007. Demetselmortel moet voldoen aan de eisen met betrekking tot het Besluit bodemkwaliteitzoals vastgelegd in <strong>BRL</strong> 1905 of <strong>BRL</strong> 9338.Binnenwanden:Aan keramische prefab wand- en gevelelementen vervaardigd voor toepassing alsbinnenwanden, zoals omschreven in het toepassingsgebied van deze <strong>BRL</strong>, wordengeen eisen gesteld in het Besluit bodemkwaliteit.Deze wanden komen niet in aanraking met het buitenklimaat en komen niet in contactmet oppervlaktewater of bodem, zoals bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 15 - 29 november 2012


6 Overige eisen en bepalingsmethoden6.1 AlgemeenIn dit hoofdstuk zijn de overige eisen opgenomen, waaraan keramische prefab wandengevelelementen moeten voldoen, evenals de bepalingsmethoden om vast te stellendat aan de eisen wordt voldaan.Dit betreft: Eisen uit normatieve documenten en door het CVD opgestelde eisen die nietonder de CPD vallen.Voor de overige eisen wordt verwezen naar <strong>BRL</strong> 1008 ‘Dragende binnen- enbuitenwanden’ Hoofdstuk 5.De volgende artikelen uit Hoofdstuk 5 zijn voor deze <strong>BRL</strong> van toepassing:5.1 Sterkte van de bouwconstructie onder invloed van excentrische belastingen.5.2 Sterkte van de bouwconstructie tegen schokken (zandzakproef)5.3 Vormveranderingen5.5 Voorzieningen voor afbouw en afwerking5.6.1 Duurzaamheid: behoud van prestatieToelichting:Bij keramische wand- en gevelelementen met een lijmverbinding dienen de mechanischeweerstand, fysisch-chemische stabiliteit en temperatuurbestendigheid te worden aangetoond.5.6.2 Bestandheid tegen schokken5.6.3 Bestandheid tegen vorst (buitenspouwblad)De eisen te stellen aan keramische prefab wand- en gevelelementen en debepalingsmethoden zijn vastgelegd in:NummerTitelNEN-EN 771-1 Specificaties voor metselbaksteen – Deel 1: MetselbaksteenBeproevingsmethoden voor metselstenen – Deel 1: Bepaling van deNEN-EN 772-1druksterkteNEN-EN 10088-1 Roestvaste staalsoorten – Deel 1: Lijst van roestvaste staalsoortenBeproevingsmethoden voor metselwerk – Deel 2: Bepaling van deNEN-EN 1052-2buigtreksterkteSpecificaties voor nevenproducten voor steenconstructies – Deel 2:NEN-EN 845-2LateienSpecificaties voor nevenproducten voor steenconstructies – Deel 2:NEN-EN 845-3Lintvoegwapening van staal, inclusief wijzigingsblad A1NEN 6008BetonstaalNEN-EN 998-2 Specificaties voor mortels voor metselwerk – Deel 2: MetselmortelOntwerp en berekening van betonconstructies - Deel 1-1: AlgemeneNEN-EN 1992-1-1 regels en regels voor gebouwen (met inachtname van de NationaleBijlage)Ontwerp en berekening van constructies van metselwerk – Deel 1-1:NEN-EN 1996-1-1 Algemene regels voor constructies van gewapend en ongewapendmetselwerk (met inachtname van de Nationale Bijlage)Ontwerp en berekening van constructies van metselwerk – Deel 1-2:NEN-EN 1996-1-2 Algemene regels – Ontwerp en berekening van constructies bij brand(met inachtname van de Nationale Bijlage)Ontwerp en berekening van constructies van metselwerk – Deel 2:NEN-EN 1996-2 Ontwerp, materiaalkeuze en uitvoering van constructies vanmetselwerk (met inachtname van de Nationale Bijlage)NEN-EN 13225 Vooraf vervaardigde betonproducten – Balken en kolommen<strong>BRL</strong> 1905Mortel voor metselwerkCUR Aanbeveling 82 <strong>Beheer</strong>sing van scheurvorming in steenconstructiesAfwijkingen en aanvulling op gestelde eisen en bepalingsmethoden in bovenstaandenormen zijn in dit hoofdstuk vastgelegd.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 16 - 29 november 2012


6.2 Eisen uit normatieve documenten en door het CvD opgestelde eisen dieniet onder de CPD vallenDe eisen zullen onderdeel uitmaken van de technische specificatie van het product, diewordt opgenomen in het attest-met-productcertificaat.6.2.1 Druksterkte metselbaksteenDe toe te passen metselbakstenen, blokken en/of elementen van keramiek t.b.v.prefab wand- en gevelelementen dienen te voldoen aan NEN-EN 771-1 categorie I.De gemiddelde druksterkte dient overeenkomstig NEN-EN 771-1 en debeproevingsnorm NEN-EN 772-1 te worden bepaald.6.2.2 Maatvoering prefab wand- en gevelelementHet wand- en gevelelement wordt gefabriceerd aan de hand van een goedgekeurdetekening van de opdrachtgever.Onderstaand zijn de toleranties aangegeven voor het prefab element: Voor de lengte geldt een tolerantie van ± 5 mm t.o.v. de opgegeven lengtemaat. Voor de hoogte geldt een tolerantie van ± 3 mm t.o.v. de opgegeven hoogtemaat. Voor de vlakheid geldt een tolerantie van ± 5 mm/m1. Dit geldt voor zowelhorizontaal, verticaal als diagonaal gemeten op het zichtvlak (af te werken vlak). Voor de hoek van schuine zijden geldt een tolerantie van +/- 1° t.o.v. de opgegevenhoek. Voor de haaksheid geldt een tolerantie van +/- 5 mm t.o.v. het horizontale vlak. Voor de sparingen geldt een tolerantie van ± 5 mm t.o.v. de opgegevensparingmaat. Voor de sparingen geldt een tolerantie van ± 5 mm t.o.v. de opgegeven plaats vande sparing in het element.Bepalingsmethode Bepaal de lengte van het prefab element aan de boven- en onderzijde van hetelement met behulp van een meetlint op 1 mm nauwkeurig; Bepaal de hoogte van het prefab element aan de beide zijden van het element metbehulp van een meetlint op 1 mm nauwkeurig; Bepaal de vlakheid horizontaal aan de boven- en onderzijde van het element metbehulp van een rij en voelermatjes of een meetlint op 1 mm nauwkeurig; Bepaal de vlakheid verticaal aan de beide zijden van het element met behulp vaneen rij en voelermatjes of een meetlint op 1 mm nauwkeurig; Bepaal de vlakheid diagonaal over de beide diagonalen van het element metbehulp van een rij en voelermatjes of een meetlint op 1 mm nauwkeurig; Bepaal de hoek van een schuine zijde met behulp van een hoekmeter op 1°nauwkeurig; Bepaal de haaksheid door meting van de langszijde en de diagonalen, of doormeting van de maximale lengte van het element met behulp van 2 winkelhaken meteen meetlint op 1 mm nauwkeurig;Berekening haaksheid:eelinksrechts2 2 2 2 ( ll1 ll2 ld1 ld2) / 2( ll1 ll2)2 2 2 2 l l l l ) / 2( l l )(l1 l 2 d1d 2 l1l2l l1l d1l d2e links (+) e rechts (+)l l2Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 17 - 29 november 2012


Bepaal de afmeting van sparingen bij rechthoekige sparingen in het midden van detegenover elkaar gelegen zijden en bij ronde sparingen uit drie middellijnen diehoeken van circa 60° met elkaar maken met behulp van een meetlint op 1 mmnauwkeurig;Bepaal de plaats van de sparingen ten opzichte van de uiteinden van het elementmet behulp van een meetlint op 1 mm nauwkeurig.6.2.3 SpouwankersSpouwankers kunnen (in overleg met de opdrachtgever) in het fabricageproces in debinnenspouwbladen worden aangebracht.De materiaalkeuze voor de spouwankers dient in overeenstemming te zijn met artikel2.2.4 van NEN-EN 1996-2 (met inachtname van de Nationale Bijlage).Toetsing van de spouwankers dient plaats te vinden overeenkomstig NEN-EN 1996-2,Bijlage C, tabel C.1 (met inachtname van de Nationale Bijlage).Het aantal spouwankers dient conform de opgave van de constructeur te zijn enbepaald conform artikel 6.5 van NEN-EN 1996-1-1.6.2.4 Metsel-, lijm- en/of gietmortelBij het fabrieksmatig en machinaal verwerken van de metselbakstenen, blokken ofelementen van keramiek dienen de verwerkingsvoorschriften van de fabrikant van demortel in acht te worden genomen.De metselmortel moet worden gespecificeerd conform NEN-EN 998-2 en dient aan deeisen van deze norm te voldoen. De lijmmortel moet voldoen aan <strong>BRL</strong> 1905.Bij het gebruik van gietmortels dient f xk1 , bepaald conform NEN-EN 1052-2 minimaalgelijk te zijn aan de eis uit tabel 1 van de Nationale Bijlage bij NEN-EN 1996-2.In het attest-met-productcertificaat zijn opgenomen: Bij metselmortel: Classificatie volgens NEN-EN 998-2. Bij gietmortel: de f xk1 van de gietmortel.6.2.5 LijmverbindingDe specificaties van de lijm volgt uit het attesteringsonderzoek. Bij het gebruik van lijmmoeten f xk1 bepaald worden conform NEN-EN 1052-2 en f vko en α bepaald wordenconform NEN-EN 1052-3.In het attest-met-productcertificaat zijn f xk1 , f vko en α opgenomen.6.2.6 LateienBij het fabrieksmatig en machinaal verwerken van de metselbakstenen, blokken ofelementen van keramiek tot prefab wand- en gevelelementen kunnen tevens sparingenin de wanden worden aangebracht.Overbrugging van een sparing zal aan de bovenzijde worden uitgevoerd met eengewapende of voorgespannen latei.De berekening van de latei of latei-constructie dient door een constructeur plaats tevinden op basis van NEN-EN 1992-1-1 en/of NEN-EN 1996-1-1.De lateien dienen te voldoen aan de eisen zoals geformuleerd in NEN EN 845-2 ofNEN-EN 13225.6.2.7 WapeningBij het fabrieksmatig en machinaal verwerken van de bakstenen, blokken of elementenvan keramiek tot prefab wand- en gevelelementen kan wapening aangebracht wordenin de lintvoeg of in een (lijm)mortelbed in sparingen in de bakstenen.Deze wapening kan zijn bedoeld als transportwapening en dient in dat geval voor deberekening van de sterkte van de wand in het bouwwerk buiten beschouwing gelaten teworden.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 18 - 29 november 2012


Wapening kan ook constructief bedoeld zijn en dient in dat geval conform de opgavevan de constructeur te zijn.Bij toepassing van wapening in lintvoegen van een lijmverbinding moet ook demogelijke invloed op de metselwerkeigenschappen worden beschouwd (zie artikel4.2.1). Indien in dit geval een ander materiaal dan staal wordt gebruikt als wapening,moet tevens de duurzaamheid van de hechting en de wisselwerking met de anderematerialen worden aangetoond.In de keramische prefab wand- en gevelelementen dient, afhankelijk van de wijze vanverplaatsen, de geometrie, het gewicht en het aantal hijsogen, transportwapening teworden aangebracht.Constructieve wapening dient te voldoen aan artikel 2.2.4 van NEN-EN 1996-2.6.2.8 Hijsogen / hijsvoorzieningTen behoeve van het transport van de prefab wand- en gevelelementen kunnen in hetfabricageproces ankers met hijsogen in de holle ruimten van de metselbaksteenworden verankerd.Het aantal hijsogen dient te worden berekend aan de hand van het gewicht van dewand en de capaciteit van de hijsogen.In het attest-met-productcertificaat is opgenomen: Hijsogen / hijsvoorzieningen; Het type hijsvoorziening.6.2.9 DilatatievoegenIn het attest-met-productcertificaat kan informatie over dilatatievoegen wordenopgenomen, waarbij verwezen wordt naar de Nationale bijlage bij NEN-EN-1996-2 enCUR-Aanbeveling 82 “<strong>Beheer</strong>sing van scheurvorming in steenconstructies”. Voorelementen met een lijmverbinding kunnen in het algemeen dezelfde adviezen wordenaangehouden.6.2.10 Montage en gebruiksrichtlijnenDe certificaathouder dient bij elke eerste levering per project een productinformatiebladte verstrekken, waarin minimaal de volgende onderwerpen zijn opgenomen: Transport op de bouwplaats; Kimlaag / mortelbed; Aanbrengen verankering t.b.v. het prefab element; Onderlinge verbinding van de elementen; Montage in het bouwwerk; Afwerking van het element; Schoren; Verwijdering van sparingswapening, hijsogen en schoren.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 19 - 29 november 2012


6.3 CertificatiemerkDe merken en aanduidingen moeten op deugdelijke en duidelijke wijze op elk productzijn aangebracht.De uitvoering van het op gecertificeerde producten aan te brengen certificatiemerk isals volgt:Elk prefab wand- en gevelelement moet op een duidelijke en duurzame wijze zijnvoorzien van de volgende aanduidingen: Het KOMO woord of beeldmerk; Identificatie van de certificaathouder of fabriek:o Certificaatnummer;o Eventueel de fabrieksnaam of gedeponeerde handelsmerk. De productiedatum; Type aanduiding; Gewicht van het element.De volgende informatie moet op de afleveringsbon worden aangegeven: Het KOMO woord of beeldmerk; Identificatie van de certificaathouder of fabriek (naam of handelsmerk); Identificatie van het product (type, maatvoering); Het nummer van de <strong>BRL</strong> waarop het KOMO attest-met-productcertificaat isafgegeven; Verwerkingsvoorschrift (mag ook op een bijgevoegd document worden vermeld).Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 20 - 29 november 2012


7 Eisen aan het kwaliteitssysteem7.1 AlgemeenIn dit hoofdstuk zijn de eisen opgenomen waaraan het kwaliteitssysteem van deleverancier moet voldoen.7.2 <strong>Beheer</strong>der van het kwaliteitssysteemBinnen de organisatiestructuur moet een functionaris zijn aangewezen die belast is methet beheer van het kwaliteitssysteem.7.3 Interne kwaliteitsbewaking/kwaliteitsplanDe leverancier moet beschikken over een door hem toegepast schema van internekwaliteitsbewaking (IKB-schema).In dit IKB-schema moet aantoonbaar zijn vastgelegd: welke aspecten door de producent worden gecontroleerd; volgens welke methoden die controles plaatsvinden; hoe vaak deze controles worden uitgevoerd; hoe de controleresultaten worden geregistreerd en bewaard.Dit IKB-schema moet een afgeleide zijn van het in de bijlage II vermelde model IKBschema,en zodanig zijn uitgewerkt dat het Kiwa voldoende vertrouwen geeft dat bijvoortduring aan de in deze Beoordelingsrichtlijn gestelde eisen wordt voldaan.Voor afgifte van het certificaat dient dit schema ten minste 3 maanden te functioneren.7.4 Procedures en werkinstructiesDe leverancier moet kunnen overleggen: procedures voor:o de behandeling van producten met afwijkingen;o corrigerende maatregelen bij geconstateerde tekortkomingen;o de behandeling van klachten over geleverde producten en/of diensten; de gehanteerde werkinstructies en controleformulieren:o de bereiding van de metselmortel/lijmmortel;o zagen van de passtukken t.b.v. het vervaardigen van het prefab wand- engevelelement;o metsel-/lijmproces van de machine;o aanbrengen van wapening en lateien;o aanbrengen van hijsvoorzieningen;o uithardingstijd.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 21 - 29 november 2012


7.5 Overige eisen te stellen aan het kwaliteitssysteem7.5.1 Project gegevensPer project dient de fabrikant/leverancier de volgende projectgegevens vast te leggen: Technische tekeningen met maatvoering t.b.v. de productie van de prefab wand- engevelelementen; Type en aantal te verwerken spouwankers; Eventueel op te nemen leidingwerk in het prefab element, bijvoorbeeld:elektraleidingen; Dilatatieplan; Geplande leverdatum.7.5.2 Algemene product gegevensDe fabrikant/leverancier dient de volgende gegevens vast te leggen in eenproductinformatieblad: Gebruiksvoorschriften; Reparatie en onderhoud.7.6 KwaliteitsregistratieDe certificaathouder moet de registraties die betrekking hebben op de productkwaliteiten procescontrole, archiveren voor een periode van ten minste 7 jaar.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 22 - 29 november 2012


8 Samenvatting onderzoek en controle8.1 OnderzoeksmatrixHieronder is de samenvatting gegeven van het bij certificatie uit te voeren onderzoek.Omschrijving eisBouwbesluit gerelateerde eisen enbepalingsmethodenBesluit bodemkwaliteit gerelateerdeeisen en bepalingsmethodenOverige (product)eisen enbepalingsmethodenArtikel<strong>BRL</strong>Onderzoek in kader vanToelatings-onderzoek Controle 2)Toezicht door CI nacertificaatverlening 1)FrequentieH4 ja ja Bij wijzigingH5 ja ja 4x per jaar6.1 ja ja Bij wijziging6.2 ja ja 4x per jaarAfmetingen gereed product 6.2.2 ja 3) ja 3) 4x per jaarMerken 6.3 ja ja 4x per jaarEisen aan het kwaliteitssysteem H7 ja ja 4x per jaar1) Bij significante wijzigingen van het product of productieproces dienen de prestatie-eisenopnieuw te worden vastgesteld.2) Door de inspecteur of door de leverancier in aanwezigheid van de inspecteur worden alleproducteigenschappen bepaald die binnen de bezoektijd (maximaal 1 dag) kunnen wordenuitgevoerd. Indien dit niet mogelijk is zal voor dit aspect tussen CI en leverancier afsprakenworden gemaakt op welke wijze controle plaats zal vinden.3) Tijdens de bezoeken in het kader van het toelatingsonderzoek, uitbreidingsonderzoek en hettoezicht na certificaatverlening, worden door de certificatie-instelling 4 elementen gemeten enbeoordeeld conform artikel 6.2.2. Wanneer een bepaalde afmeting bij één van de elementenniet voldoet, wordt voor het betreffende aspect de steekproef uitgebreid met nog eens 4elementen.Indien in de eerste 4 elementen voor een bepaalde afmeting meer dan 1 element niet voldoetof als blijkt dat in de extra gemeten elementen eenzelfde afwijking geconstateerd wordt, dientde producent corrigerende maatregelen te treffen.De resultaten van de metingen door de CI worden vergeleken met de interne registraties vande producent.8.2 Controle op het kwaliteitssysteemVolgens de frequentie in artikel 9.6 en bovenstaande matrix van deze <strong>BRL</strong>, controleertde certificatie-instelling of de leverancier voldoet aan de kwaliteitssysteemeisen uithoofdstuk 7 van deze <strong>BRL</strong>.8.3 Weging van tekortkomingenWanneer tijdens een bezoek in het kader van het toezicht na certificaatverlening doorde certificatie-instelling een tekortkoming wordt geconstateerd, wordt onderscheidgemaakt tussen tekortkomingen die direct de kwaliteit van het product nadelig kunnenbeïnvloeden (categorie 1) en een "overige" tekortkoming (categorie 2). De aspecten,welke als categorie 1 worden aangemerkt zijn vermeld in de volgende tabel.Bij een tekortkoming in categorie 1 moet door de producent binnen 2 weken eenschriftelijke reactie naar de certificatie-instelling worden gestuurd met daarin vermeld:de corrigerende maatregelen en (in voorkomende gevallen) hoe gehandeld is metreeds geproduceerde producten ten aanzien van de geconstateerde tekortkoming.Bij een categorie 2 tekortkoming moeten door de producent voor het volgende bezoekcorrigerende maatregelen genomen worden. Deze corrigerende maatregelen moetenschriftelijk zijn vastgelegd.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 23 - 29 november 2012


Overzicht tekortkomingen categorie 1Overzicht “ernstige tekortkomingen”HoofdgroepLaboratorium- enmeetapparatuurDoseer- en mengapparatuurControle en opslag vanmaterialenProjectgegevensProductieGereed productAspectenIndien niet wordt voldaan aan de maximaal toelaatbareafwijkingen van een meetmiddel.Indien niet wordt voldaan aan de maximaal toelaatbareafwijkingen van een doseerinrichting.Indien materialen worden toegepast die niet voldoen aan deproductspecificatiesIndien het ontwerp en/of specificaties niet voldoen aan hetgeattesteerde productIndien materialen worden toegepast die niet voldoen aan deproduct- of ontwerpspecificaties.Hoek van afgeschuinde zijde: alleen indien de hoek tenopzichte van horizontaal groter is als het ontwerp inclusieftoegestane tolerantie.Overige afmetingen: indien niet voldaan wordt aan detoegestane afwijkingenIndien de beheersing van afgekeurde producten en/ofproducten die gerepareerd/herbewerkt moeten wordenonvoldoende is.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 24 - 29 november 2012


9 Eisen aan de certificatie-instelling9.1 AlgemeenDe certificatie-instelling moet voor het onderwerp van deze <strong>BRL</strong> op basis van NEN-EN45011 zijn geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie.De certificatie-instelling moet beschikken over een reglement, of een daaraangelijkwaardig document, waarin de algemene regels zijn vastgelegd die bij certificatieworden gehanteerd. In het bijzonder zijn dit: De algemene regels voor het uitvoeren van het toelatingsonderzoek, teonderscheiden naar:o De wijze waarop leveranciers worden geïnformeerd over de behandeling vaneen aanvraag;o De uitvoering van het onderzoek;o De beslissing naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek De algemene regels ten aanzien van de uitvoering van controles en de daarbijgehanteerde controleaspecten; De door de certificatie-instelling te treffen maatregelen bij tekortkomingen; De door de certificatie-instelling te ondernemen maatregelen bij oneigenlijk gebruikvan certificaten, certificatiemerk, pictogrammen en logo’s.De regels bij beëindiging van een certificaat;De mogelijkheid tot het instellen van beroep tegen beslissingen of maatregelen vande certificatie-instelling.9.2 CertificatiepersoneelHet bij certificatie betrokken personeel is te onderscheiden naar: Auditoren/ certificatie-deskundigen: belast met het uitvoeren van hettoelatingsonderzoek en de beoordeling van de rapporten van inspecteurs; Inspecteurs: belast met de uitvoering van de externe controle bij de leverancier; Beslissers: belast met het nemen van beslissingen naar aanleiding van uitgevoerdetoelatingsonderzoeken, voortzetting van certificatie naar aanleiding van uitgevoerdecontroles en beslissingen over de noodzaak tot het treffen van corrigerendemaatregelen.9.2.1 Kwalificatie-eisenDe kwalificatie-eisen zijn opgebouwd uit: Kwalificatie-eisen voor het uitvoerende certificatiepersoneel van een CI die voldoenaan de in EN 45011 gestelde eisen; Kwalificatie-eisen voor het uitvoerende certificatiepersoneel van een CI die door hetCollege van Deskundigen aanvullend zijn vastgesteld voor het onderwerp van deze<strong>BRL</strong>.Opleiding en ervaring van het betrokken certificatiepersoneel moet aantoonbaar zijnvastgelegd.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 25 - 29 november 2012


Auditor/certificatie-deskundigeInspecteurBeslisserOpleidingAlgemeenErvaringAlgemeen HBO denk- en werkniveau in een van devolgende disciplines:o Civiele Technieko Bouwkunde Basistraining auditing Specifieke trainingbetreffende hettechniekgebied 1 jaar relevantewerkervaring deelname aan minimaalvier initiële beoordelingenen één beoordelingzelfstandig uitgevoerdonder supervisie. MBO denk- enwerkniveau in een van devolgende disciplines:o Civiele Technieko Bouwkunde Basistraining auditing Specifieke trainingbetreffende hettechniekgebied 1 jaar relevantewerkervaring waarinminimaal aan 4inspectiebezoeken werddeelgenomen terwijlminimaal 1inspectiebezoekzelfstandig werduitgevoerd ondersupervisie HBO denk- enwerkniveau in een van devolgende disciplines:o Civiele Techniek Bouwkunde Training auditvaardigheden 4 jaar werkervaringwaarvan tenminste 1 jaarm.b.t. certificatie9.2.2 KwalificatieCertificatiepersoneel moet aantoonbaar zijn gekwalificeerd door toetsing van opleidingen ervaring aan bovenvermelde eisen. Indien kwalificatie plaats vindt op grond vanafwijkende criteria, moet dit schriftelijk zijn vastgelegd.De bevoegdheid om te kwalificeren ligt bij: Beslissers: kwalificatie van auditors en inspecteurs Management van de certificatie-instelling: kwalificatie van beslissers.9.3 Rapport toelatingsonderzoekDe certificatie-instelling legt de bevindingen van het toelatingsonderzoek vast in eenrapport. Het rapport moet aan de volgende eisen voldoen: Volledigheid: het rapport doet een uitspraak over alle in de beoordelingsrichtlijngestelde eisen; Traceerbaarheid: de bevindingen waarop uitspraken zijn gebaseerd moetentraceerbaar zijn vastgelegd; Basis voor beslissing: de beslisser over certificaatverlening moet zijn beslissingkunnen baseren op de in het rapport vastgelegde bevindingen.9.4 Beslissing over certificaatverleningDe beslissing over certificaatverlening moet plaats vinden door een daartoegekwalificeerde beslisser, die niet zelf bij het certificaatonderzoek betrokken isgeweest. De beslissing moet traceerbaar zijn vastgelegd.9.5 Uitvoeringsvorm kwaliteitsverklaringDe uitvoering van de kwaliteitsverklaring dient vast te liggen in een modelcertificaat (zieook 1.4).Het op basis van deze <strong>BRL</strong> te verlenen KOMO ® attest-met-productcertificaat moet zijnuitgevoerd conform het modelcertificaat.9.6 Aard en frequentie van externe controlesDe certificatie-instelling moet controle uitoefenen bij de leverancier op de naleving vanzijn verplichtingen. Over de aan te houden controlefrequentie beslist het College vanDeskundigen. Bij de inwerkingtreding van deze beoordelingsrichtlijn is de frequentievastgesteld op 4 controlebezoeken per jaar.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 26 - 29 november 2012


Controles zullen in ieder geval betrekking hebben op: Het IKB-schema van de leverancier en de resultaten van door de leverancieruitgevoerde controles; De juiste wijze van merken van de gecertificeerde producten; De naleving van de vereiste procedures.De bevindingen van elke uitgevoerde controle zullen door de certificatie-instellingnaspeurbaar worden vastgelegd in een rapport.9.7 Rapportage aan College van DeskundigenDe certificatie-instelling rapporteert ten minste jaarlijks over de uitgevoerdecertificatiewerkzaamheden. In deze rapportage moeten de volgende onderwerpen aande orde komen: Mutaties in aantal certificaten (nieuw/vervallen); Aantal uitgevoerde controles in relatie tot de vastgestelde frequentie; Resultaten van de controles; Opgelegde maatregelen bij tekortkomingen; Ontvangen klachten van derden over gecertificeerde producten.9.8 Interpretatie van eisenHet College van Deskundigen mag de interpretatie van in deze beoordelingsrichtlijngestelde eisen vastleggen in één afzonderlijk interpretatiedocument. Ditinterpretatiedocument is beschikbaar via de dienstenpagina op de website van decertificatie-instelling die deze beoordelingsrichtlijn heeft opgesteld.Iedere certificatie-instelling die gebruik maakt van deze beoordelingsrichtlijn is verplichtde daarin vastgelegde interpretaties te hanteren.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 27 - 29 november 2012


10 Lijst van vermelde documenten10.1 Publiekrechtelijke regelgeving10.1.1 Bouwbesluit 2012Bouwbesluit 2012 Stb. 2011, 416, 676 en de Regeling Bouwbesluit 2012 Stcrt. 2011, 23914,Stcrt. 2012, 13245.10.1.2 Besluit bodemkwaliteitBesluit bodemkwaliteit Stb. 2007, 469, Stb. 2008, 160, Stb. 2009, 389, 500, 535, Stb. 2010, 144,696, 781, Stb. 2011, 104, Stb. 2012, 63 en 164 en de Regeling bodemkwaliteit Stcrt. 2007, 247,Stcrt. 2008, 122, 196, 249, Stcrt. 2009, 67, 17187, 19723, Stcrt. 2010, 5673, 8546, 18160, Stcr.2011, 5769, 12541,.22100 en Stcr. 2012 6111, 4589, 11807, 13123.10.2 Normen / normatieve documenten:NEN-EN 771-1:2011 Specificaties voor metselbaksteen – Deel 1: Baksteen.NEN-EN 772-1:2011 Beproevingsmethoden voor metselstenen – Deel 1: Bepaling van dedruksterkte.NEN-EN 845-2:2003 Specificaties voor nevenproducten voor steenconstructies – Deel 2: Lateien.NEN-EN 845-3:2008 Specificaties voor nevenproducten voor steenconstructies – Deel 2:Lintvoegwapening van staal, inclusief wijzigingsblad A1.NEN-EN 998-2:2010Specificaties voor mortels voor metselwerk – Deel 2: Mortels voor metselwerk.NEN-EN 1052-1:1998NEN-EN 1052-2:1999NEN-EN 1052-3:2002NEN-EN 1745:2012NEN-EN 1990:2011Beproevingsmethoden voor metselwerk - Deel 1: Bepaling van de druksterkteBeproevingsmethoden voor metselwerk - Deel 2: Bepaling van debuigtreksterkte.Beproevingsmethoden voor metselwerk - Deel 3: Bepaling van de initiëleschuifsterkteMetselwerk en metselwerkproducten – Methoden voor het bepalen thermischeeigenschappen.Eurocode: Grondslagen voor het constructief ontwerp gebouwen (metinachtname van de Nationale Bijlage), inclusief wijzigingen A1 en A1/C2.NEN-EN 1991-1-1:2011 Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 1-1: Algemene belastingen –Volumieke gewichten, eigengewicht en opgelegde belastingen voor gebouwen(met inachtname van de Nationale Bijlage), inclusief correctieblad C1.NEN-EN 1992-1-1:2011 Eurocode 2 –Ontwerp en berekening van betonconstructies – Deel 1-1:Algemene regels en regels voor gebouwen (met inachtname van de NationaleBijlage) , inclusief correctieblad C1.NEN-EN 1996-1-1:2011 Eurocode 6 – Ontwerp en berekening van constructies van metselwerk – Deel1-1: Algemene regels voor constructies van gewapend en ongewapendmetselwerk (met inachtname van de Nationale Bijlage) , inclusief correctiebladC1.NEN-EN 1996-1-2:2011 Eurocode 6 –Ontwerp en berekening van constructies van metselwerk – Deel1-2: Algemene regels – Ontwerp en berekening van constructies bij brand(met inachtname van de Nationale Bijlage) , inclusief correctieblad C1.NEN-EN 1996-2:2011NEN-EN 10088-1:2005NEN-EN 13225:2004NEN-EN 13501-1:2009NEN-EN 13501-2:2009Eurocode 6 – Ontwerp en berekening van constructies van metselwerk – Deel2: Ontwerp, materiaalkeuze en uitvoering van constructies van metselwerk(met inachtname van de Nationale Bijlage) , inclusief correctieblad C1.Roestvaste staalsoorten – Deel 1: Lijst van roestvaste staalsoorten.Vooraf vervaardigde betonproducten – Balken en kolommen.Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen – Deel 1: Classificatie opgrond van resultaten van beproevingen van het brandgedrag, inclusiefwijzigingsblad A1.Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen – Deel 2: Classificatie opgrond van resultaten van brandwerendheidsproeven, behalve voorventilatiesystemen, inclusief wijzigingsblad A1NEN 1068:2005 Thermische isolatie van gebouwen – Rekenmethoden, inclusief wijzigingsbladA5.NEN 2778:2011 Vochtwering in gebouwen – Bepalingsmethoden, inclusief wijzigingsblad A4.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 28 - 29 november 2012


NEN 5077:2011 Geluidwering in gebouwen – Bepalingsmethoden voor de grootheden voorgeluidwering van uitwendige scheidingsconstructies, luchtgeluidisolatie,contactgeluidisolatie, geluidniveaus veroorzaakt door installaties ennagalmtijd, inclusief correctieblad C2.NEN 6008:2008 Betonstaal.NEN 6061:2002 Bepaling van de weerstand tegen het ontstaan van brand bij stookplaatsen,inclusief wijzigingsblad A2.NEN 6064:2001 Bepaling van de onbrandbaarheid van bouwmaterialen, inclusiefwijzigingsblad A2.NEN 6068:2011 Bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussenruimten, inclusief correctieblad C1.NEN 6069:2011 Beproeving en klassering van de brandwerendheid van bouwdelen enbouwproductenNEN 6790:2005 Technische grondslagen voor bouwconstructies – TGB 1990 –Steenconstructies – Basiseisen en bepalingsmethodenNPR 5070:2005 Geluidwering in woongebouwen – Voorbeelden van wanden en vloeren insteenachtige draagconstructies.<strong>BRL</strong> 1007:2010 Metselbaksteen.<strong>BRL</strong> 1008:2006 Dragende binnen- en buitenwanden, inclusief wijzigingsblad.<strong>BRL</strong> 1905:2008 Mortels voor metselwerk.<strong>BRL</strong> 9338:2009 Betonmortel en andere cementgebonden mortels.CUR-aanbeveling 82 <strong>Beheer</strong>sing van scheurvorming in steenconstructies.96/603/EGBeschikking van de commissie van 4 oktober 1996 tot vaststelling van de lijstvan produkten die behoren tot de klasse A “geen bijdrage tot de brand” vanBeschikking 94/611/EG ter uitvoering van artikel 20 van de Richtlijn89/106/EEG van de Raad inzake voor de bouw bestemde produkten.Nationale Beoordelingsrichtlijn <strong>BRL</strong> 1016- 29 - 29 november 2012


Bijlage III BouwbesluitingangIn de onderstaande tabel is aangegeven over welke artikelen van het Bouwbesluit dekwaliteitsverklaring een uitspraak doet. Deze tabel zal opgenomen worden in hetKOMO attest-met-productcertificaat.Nr afdeling grenswaarde/bepalingsmethode prestaties volgensHoofdstuk 2 - Voorschriften uit het oogpunt van veiligheid2.1 Algemene sterkte van debouwconstructieUiterste grenstoestand bepaaldvolgens NEN-EN 1992 of NEN-EN1996-1-12.2 Sterkte bij brand Tijdsduur van brandwerendheid mbtbezwijken volgens artikel 2.9 van hetBouwbesluit, bepaald volgens NEN6069 (bij (lijm)mortel oflijmverbinding) of NEN-EN 1996-1-2(bij (lijm)mortel)2.8 Beperking van het ontstaanvan een brandgevaarlijkesituatie2.9 Beperking van het ontwikkelenvan brand en rook2.10 Beperking van uitbreiding vanbrand2.11 Verdere beperking vanuitbreiding van brand enbeperking van verspreiding vanBrandklasse bepaald volgens NEN-EN 13501-1.De brandklasse en rookklasse denenbepaald te worden volgensNEN-EN 13501-1.WBDBO volgens artikel 2.84 van hetBouwbesluit, bepaald volgens NEN6068.WBDBO en weerstand tegenrookdoorgang volgens artikel 2.94van het Bouwbesluit, bepaaldkwaliteitsverklaringBij (lijm)mortel: Demuurdruksterkte dienen als basisvoor de berekeningen te wordengebruikt.Bij lijmverbinding: Combinatiematerialen, muurdruksterkte,elasticiteitsmodulus,buigtreksterkte, afschuifsterkte,hoek van inwendige wrijving.Tijdsduur van brandwerendheid.Keramisch prefab wand- engevelelementen met (lijm)mortelzijn een onbrandbaar materiaalvolgens beschikking 96/603/EG envoldoen aan klasse A1.Bij lijmverbinding: brandklasseKeramische prefab wand- engevelelementen met een(lijm)mortel voldoen aanbrandklasse A1 en rookklasse s1.Bij lijmverbinding: brandklasse enrookklasseDe laagste waarde voor deWBDBO wordt vermeld.De laagste waarde voor deWBDBO wordt vermeld.opmerkingen i.v.m.toepassingrookvolgens NEN 6068.Hoofdstuk 3 - Voorschriften uit het oogpunt van gezondheid3.5 Wering van vocht (facultatief) Waterdicht volgens NEN 2778 Per project te bepalen.3.10 Bescherming tegen ratten enmuizenGeen grotere openingen dan 0,01 m In de keramische prefab wand- engevelelementen komen geenblijvende openingen voor groterdan 0,01 mHoofdstuk 5 - Voorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid5.1 Energiezuinigheid, nieuwbouw Warmteweerstand Rc 3,5 m²·K/W(faculatatief)volgens NEN 1068De warmtegeleidings-coëfficient Per project te bepalen.van de toegepastemetselbakstenen voldoet aanNEN-EN 1745, Bijlage A, tabel A.1


II Model IKB-schema of raam-IKB-schemaOnderwerpen Aspecten Methode Frequentie RegistratieGrondstoffen c.q.toegeleverde materialen: Receptuur bladen IngangscontrolegrondstoffenDocumenten / procedures: Klachtenprocedure Corrigerende maatregelen WerkinstructiesMachines en meetmiddelen Kalibraties Werking OnderhoudProductieproces: Zagen van stenen /blokken Aanbrengen wapening Aanbrengen lateien Aanbrengen hijsogen Controle afmetingenEindproducten AfmetingenLogistiek Intern transport Opslag Vrachtbrief Identificatie c.q. merkenvan half- eneindproducten

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!