45kW Montage- en service-handleiding Vitocal 300 ... - Viessmann

Montage- enservicehandleidingvoor de vakmanVIESMANNVitocal 300-Gtype BW/BWS, WW/WWS, 21 tot 45 kWCompacte warmtepomp met elektrische aandrijving1- en 2-trapsGeldigheidsverwijzing zie laatste paginaVITOCAL 300-G5442 843 NL 11/2009 Bewaren a.u.b.!

VeiligheidsvoorschriftenVeiligheidsvoorschriftenVolg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijkletsel en materiële schade.Toelichting bij veiligheidsvoorschriftenGevaarDit teken waarschuwt voor persoonlijkletsel.!OpgeletDit teken waarschuwt voor materiëleschade en schade aan hetmilieu.OpmerkingGegevens met het woord "Opmerking"bevatten aanvullende informatie.DoelgroepDeze handleiding is uitsluitend bedoeldvoor erkende installateurs.■ Elektrische werkzaamheden mogenalleen door bevoegde elektromonteursworden uitgevoerd.■ De eerste inbedrijfstelling moet doorde installateur van de installatie of eendoor hem aangewezen vakmanplaatsvinden.VoorschriftenWerkzaamheden aan de installatie■ Installatie spanningsvrij schakelen(bijv. met de afzonderlijke zekering ofeen hoofdschakelaar) en op aanwezigespanning controleren.■ Installatie tegen opnieuw inschakelenbeveiligen.Opgelet! Door elektrostatische ontladingkunnen elektronische modulesbeschadigd worden.Voor de werkzaamhedengeaarde objecten, bijv. verwarmings-of waterleidingen, aanrakenom de statische lading af teleiden.ReparatiewerkzaamhedenOpgelet! De reparatie van onderdelen meteen veiligheidstechnische functiebrengt de veilige werking van deinstallatie in gevaar.Defecte onderdelen moetendoor originele onderdelen vanViessmann worden vervangen.Respecteer bij de werkzaamheden■ de ARBO voorschriften,■ de wettelijke voorschriften inzakemilieubescherming,■ EN, NEN, VEWIN voorschriften, hetbouwbesluit en eventuele lokale voorschriften5442 843 NL2

VeiligheidsvoorschriftenVeiligheidsvoorschriften (vervolg)Bijkomende componenten, reserveonderdelenen slijtende onderdelenOpgelet! Reserveonderdelen en slijtendeonderdelen die niet met de installatiewerden getest, kunnen dewerking nadelig beïnvloeden. Demontage van componenten dieniet zijn toegestaan evenals dewijziging en ombouw zonder toestemmingkan de veilige werkingnadelig beïnvloeden en degarantie beperken.Bij vervanging uitsluitend origineleonderdelen van Viessmannof door Viessmann goedgekeurdeonderdelen gebruiken.5442 843 NL3

InhoudsopgaveInhoudsopgaveMontagehandleidingMontagehandleidingProductinformatie................................................................................................. 9Algemene aanwijzingen bij de elektrische aansluiting......................................... 10Opstelling............................................................................................................. 10Overzicht van de mogelijke installatieschema's................................................... 15Functiebeschrijving bij de installatievoorbeelden................................................. 17Primair circuit, type BW (grond-water)................................................................. 23Primair circuit, type WW (water-water)................................................................. 24Primair circuit type BW+BWS (2-traps uitvoering)............................................... 28Primair circuit type WW+WWS (2-traps uitvoering)............................................. 32Integratie 2-traps uitvoering in de installatievoorbeelden..................................... 40Installatievoorbeeld 1........................................................................................... 45Installatievoorbeeld 2........................................................................................... 53Tapwateropwarming............................................................................................. 66MontageverloopWarmtepomp plaatsen......................................................................................... 68Hydraulisch aansluiten......................................................................................... 71Elektrisch aansluiten............................................................................................ 73Netaansluiting....................................................................................................... 106Aansluiting op klemmen X3.8/X3.9 maken........................................................... 117Warmtepomp sluiten............................................................................................ 118Doorvoertules controleren.................................................................................... 119ServicehandleidingEerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudStappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud.................................. 121Aanvullende info over de stappen........................................................................ 122Storingen oplossenMeldingen............................................................................................................. 129Diagnose (servicecontroles)................................................................................. 154Uitgangen controleren (actorentest)..................................................................... 167Functiecontrole..................................................................................................... 167Maatregelen bij te lage ruimtetemperatuur........................................................... 169Geen weergave op de display van de bedieningseenheid................................... 169Reparatie.............................................................................................................. 170Regelingsinstellingen door vakman................................................................. 1765442 843 NL4

InhoudsopgaveInhoudsopgave5442 843 NLParametergroep installatiedefinitieParametergroep installatiedefinitie....................................................................... 1787000 Installatieschema......................................................................................... 1787001 Taal............................................................................................................. 1787003 Temperatuurverschil voor verwarmingsgrens............................................. 1797004 Temperatuurverschil voor koelgrens........................................................... 1797010 Externe uitbreiding...................................................................................... 1807008 Zwembad..................................................................................................... 181700A Cascade...................................................................................................... 1815735 Aantal volgende warmtepompen................................................................. 182700B Vermogen van de volgende warmtepompen.............................................. 1827011 Externe omschakeling werkingsmodus....................................................... 1837012 Werkingsmodus voor externe omschakeling............................................... 185701A Pompen en compressor extern blokkeren.................................................. 1857013 Duur externe werkingsmodusomschakeling................................................ 1877014 Externe aanvraag mengklep ”Open”........................................................... 1887015 Extern blokkeren mengklep ”DICHT”.......................................................... 1887017 Vitocom 100................................................................................................ 189701B Gemeenschappelijke installatietemperatuursensor.................................... 189Parametergroep compressorParametergroep compressor................................................................................ 1915000 Vrijgave compressor.................................................................................... 1915030 Vermogen warmtepomp.............................................................................. 191Parametergroep compressor 2Parametergroep compressor 2............................................................................. 1925100 Vrijgave warmtepomp 2. trap...................................................................... 1925130 Vermogen warmtepomp.............................................................................. 192Parametergroep externe warmtegeneratorParametergroep externe warmtegenerator.......................................................... 1937B00 Vrijgave externe warmtegenerator.............................................................. 1937B01 Voorrang externe warmtegenerator............................................................ 1937B02 Bivalentietemperatuur externe warmtegenerator........................................ 1947B0D Externe warmtegenerator voor warm water............................................... 194Parametergroep warm waterParametergroep warm water................................................................................ 1956000 Gewenste boilertemperatuur....................................................................... 1956015 Tapwaternaverwarming............................................................................... 1956005 Min. temperatuur voor warmwaterboiler...................................................... 1966006 Max. temperatuur voor warmwaterboiler..................................................... 1965

InhoudsopgaveInhoudsopgave6007/6008 Hysterese warm water/extra verwarming........................................... 1966009 Inschakeloptimalisering warm water........................................................... 198600A Uitschakeloptimalisering warm water.......................................................... 198600C 2. Gewenste temperatuur warm water........................................................ 198600E 2. temperatuursensor.................................................................................. 1986016 Voorrang tapwaterverwarming.................................................................... 1996017 Warm water bij regelhogedruk.................................................................... 1996020 Werkwijze boilerlaadpomp.......................................................................... 200Parametergroep solarParametergroep solar........................................................................................... 2017A00 Solarregeling............................................................................................... 201Parametergroep elektrische verwarmingParametergroep elektrische verwarming.............................................................. 2027900 Verwarmingswater-doorstroomtoestel (installateur).................................... 2027902 Verwarmen met extra verwarming.............................................................. 2037907 Max. trap verwarmingswater-doorstroomtoestel......................................... 204790A Trap bij blokkering door energiebedrijf........................................................ 204790B Bivalentietemperatuur verwarmingswater-doorstroomtoestel..................... 205Parametergroep interne hydraulicaParametergroep interne hydraulica...................................................................... 2067300 Warmtepomp voor bouwdroging................................................................. 2067303 Estrikprogramma......................................................................................... 206730D Werking met 3-weg-omschakelklep............................................................ 208730C Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag..................................... 2097320 Werkwijze primaire pomp............................................................................ 2097340 Werkwijze secundaire pomp....................................................................... 210Parametergroep bufferParametergroep verwarmingswaterbuffer............................................................ 2117200 Verwarmingswaterbuffer............................................................................. 2117202 Gewenste temperatuur voor ”Constante”.................................................... 2117203 Hysterese.................................................................................................... 2117204 Max. temperatuur........................................................................................ 2127208 Bivalentietemperatuur verwarmingswaterbuffer.......................................... 213Parametergroep verwarmingscircuits/koelcircuitParametergroep verwarmingscircuits................................................................... 2142000/2001/2022 Ruimtetemperaturen en schakeltijden....................................... 2142003 Afstandsbediening activeren....................................................................... 2142006/2007 Steilheid/Niveau stooklijn................................................................... 21565442 843 NL

InhoudsopgaveInhoudsopgave200A Invloed van de ruimtetemperatuur-bijschakeling........................................ 215200B Ruimtetemperatuur-bijschakeling (verwarmingscircuits)............................ 216200E Max. gewenste aanvoertemperatuur.......................................................... 216Parametergroep koelingParametergroep koeling....................................................................................... 2187100 Koeling........................................................................................................ 2187101 Koelcircuit.................................................................................................... 2197102 Ruimtetemperatuur afzonderlijk koelcircuit................................................. 2197103 Min. aanvoertemperatuur afzonderlijk koelcircuit........................................ 2197104 Ruimtebijschakeling afzonderlijk koelcircuit................................................ 2207110/7111 Koellijn (koelcircuit/afzonderlijk koelcircuit)........................................ 220Parametergroep tijdParametergroep tijd.............................................................................................. 2217C00 - 7C06 Zomertijd/wintertijd.......................................................................... 221Parametergroep communicatieParametergroep communicatie............................................................................ 2227710 Communicatiemodule LON......................................................................... 2227798/7777 LON-installatienummer/-deelnemersnummer.................................... 2227779 Foutmanager............................................................................................... 223779C Ontvangstinterval voor data........................................................................ 2237797 Buitentemperatuur via LON......................................................................... 22477FF Tijd via LON................................................................................................ 2245707 Nummer van de warmtepomp in een cascade............................................ 225Parametergroep bedieningParametergroep bediening................................................................................... 2268800 Bediening blokkeren.................................................................................... 226Aansluitings- en bedradingschema'sOverzicht van de printplaten en aansluitmogelijkheden....................................... 227OnderdelenlijstenOnderdelenlijst..................................................................................................... 239ProtocollenProtocol van de hydraulische parameters............................................................ 244Protocol van de regelingsparameters................................................................... 2445442 843 NLTechnische gegevens........................................................................................ 2497

InhoudsopgaveInhoudsopgave (vervolg)AppendixOpdracht tot eerste inbedrijfstelling van de warmtepomp.................................... 254VerklaringenConformiteitsverklaring......................................................................................... 255Index.................................................................................................................... 2565442 843 NL8

MontagehandleidingProductinformatieVitocal 300-G, Type BW en WWGrond/water- resp. water/water-warmtepomp met elektronische warmtepompregelingVitotronic 200, type WO1A.Het koelcircuit heeft een elektronisch expansieventiel (EEV) met eigen regelcircuit.Bij het type WW voorziet een afzonderlijk broncircuit het primaire circuit via eenscheidende warmtewisselaar (accessoires) met warmte-energie. Het broncircuitwordt eveneens door de warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1Agestuurd.Alle sensoren zijn in dompelhulzen gemonteerd.De warmtepompregeling kan een verwarmingscircuit dat door de installateur voor dekoeling werd voorbereid of een apart koelcircuit aansturen en regelen.Voor de verwarmingswater- en tapwaterverwarming kan een extra verwarmingswater-doorstroomtoestel(door installateur) worden aangestuurd.Een vermogensuitbreiding is in combinatie met de warmtepomp 2e trap (Vitocal 300-G, type BWS) mogelijk.MontageVitocal 300-G, Type BWS en WWSDe Vitocal 300-G, type BWS en WWS dienen voor de vermogensuitbreiding (2. trap)van de warmtepompen type BW en WW.De warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) kan zowel voor verwarming als ook voortapwateropwarming worden gebruikt. Een tweede secundaire pomp resp. circulatiepompvoor de boilerverwarming (verwarmingswaterzijde) is nodig.De warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) heeft geen eigen warmtepompregeling enwordt door de warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1A van de warmtepomp(type BW/WW) gestuurd.De warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) heeft een eigen koelcircuit. Daarom is vooriedere compressor een afzonderlijke netaansluiting nodig.Bij de 2-traps uitvoering kan ofwel voor iedere warmtepomp een primaire pomp wordengemonteerd ofwel een gemeenschappelijke primaire pomp worden gebruikt. Losdaarvan wordt primair een gemeenschappelijke aanvoer- en retourtemperatuursensoraan de gemeenschappelijke aanvoer en retour gebruikt.De warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) moet links van de warmtepomp (type BW/WW) worden geplaatst.De hydraulische verbinding tussen de twee warmtepompen wordt door de installateuruitgevoerd.Een verwarmingswater-doorstroomtoestel (door installateur) kan alleen door dewarmtepomp 1ste trap (type BW/WW) worden aangestuurd (bij warmtepompcascadealleen door het hoofdtoestel).5442 843 NL9

MontagehandleidingAlgemene aanwijzingen bij de elektrische aansluiting■ De som van de vermogens van alledirect op de warmtepompregelingaangesloten componenten (bijv. pompen,kleppen, meldinrichtingen, relais)mag 1000 W niet overschrijden.Als het totale vermogen ≤ 1000 W is,kan het afzonderlijke vermogen vaneen component (bijv. pomp, klep,meldinrichting, bescherming) groterdan opgegeven worden gekozen(max. contactbelasting in acht nemen,zie ook pagina 249).■ Als de compressor en/of het verwarmingswater-doorstroomtoestel(doorinstallateur) op laag tarief wordengebruikt (blokkering door energiebedrijf),moet nog een kabel voor hetblokkeringsignaal van het energiebedrijf(bijv. NYM 3x1,5 mm 2 ) van demeterkast naar de warmtepompregelingworden gelegd (zie pagina 107).■ Het aantal netkabels van de meterkastnaar de warmtepompregeling isafhankelijk van de installatie-uitvoeringen de toegepaste tarieven (zievanaf pagina 106).■ De aders van de KM-BUS-kabel kunnenworden verwisseld.Verdere aanwijzingen zie warmtepompregeling(pagina) en netaansluiting(pagina 106).OpstellingVoor de plaatsing kan de warmtepompmoduleworden gedemonteerd (ziepagina 173).Opgelet! Schade aan het toestel tijdenshet transport vermijden.Bovenkant van het toestel nietbelasten.!OpgeletSterke inclinatie van de compressorin de warmtepomp leidt totschade aan het toestel doordatsmeermiddel in het koelcircuitkan terechtkomen.Kantelhoek max. 45°.Eisen aan de stookruimteOpgelet! De installatieruimte moet droogen vorstvrij zijn.Een omgevingstemperatuur van0 tot 35 ºC garanderen.10!OpgeletExplosiegevaar door stof, gassen,dampenin de stookruimte vermijden.5442 843 NL

MontagehandleidingOpstelling (vervolg)Opgelet! Toegestane vloerbelasting respecteren.■ TotaalgewichtBW 121 282 kgBWS 121 277 kgBW 129 305 kgBWS 129 300 kgBW 145 345 kgBWS 145 340 kg■ Om contactgeluid te voorkomen hettoestel niet op houten vloeren (bijv. opzolder) zetten.■ Toestel horizontaal uitlijnen.Als oneffenheden in de vloer met stelpotenmoeten worden gecompenseerd(max. 10 mm), moet de drukbelastingop de stelpoten gelijkmatigworden verdeeld.■ Vereist oppervlak en min. ruimtevolume(conform EN 378) in acht nemen:TypeBW/BWS121BW/BWS129BW/BWS145OppervlatevolumeMin. ruim-5 m 2 14 m 37 m 2 17 m 39 m 2 123 m 3■ Vereiste minimumafstanden in achtnemenEentraps (type BW)A≥ 400 ≥ 400≥ 1500MontageA Afstand afhankelijke van installatieen montagesituatie ter plaatse5442 843 NL11

MontagehandleidingOpstelling (vervolg)Tweetraps (type BW/BWS)A≥ 400= 300≥ 400≥ 1500A Afstand afhankelijke van installatieen montagesituatie ter plaatse5442 843 NL12

MontagehandleidingOpstelling (vervolg)Eisen aan aansluitingen door de installateurEentraps (type BW)88230720540270100230 V < 42 V86171400 V3015442 843 NL1315Montage13

MontagehandleidingOpstelling (vervolg)Tweetraps (type BW/BWS)720540270230100230 V < 42 V230720540270100230 V < 42 V8688171400 V400 V1315301= 300■ Hydraulische aansluitingen ter plaatsespanningsvrij uitvoeren.■ Hydraulische verbindingen tussen detwee warmtepompen (type BW/BWS)door installateur laten uitvoeren.■ Alle vereiste componenten (met overeenkomstigaangebrachte platenwarmtewisselaar)voor het koelcircuitmoeten door de installateur wordenvoorzien.5442 843 NL14

MontagehandleidingOpstelling (vervolg)Leidinglengtes in de warmtepomp plus wandafstand:Type BW BWSNetaansluiting warmtepompregeling(230 V~)1,0 m Netvoeding gebeurt viaverbindingskabelNetaansluiting compressor 1,0 m 1,0 m(400 V~)Overige aansluitleidingen 1,5 m VerbindingsleidingAanbevolen netaansluitkabels:TypeWarmtepompregeling(230 V~)Compressor (400 V~)max. kabellengteBW 121 3 x 1,5 mm 2 4 x 2,5 mm 2 50 mBWS 121 — 4 x 2,5 mm 2 50 mBW 129 3 x 1,5 mm 2 4 x 4,0 mm 2 50 mBWS 129 — 4 x 4,0 mm 2 50 mBW 145 3 x 1,5 mm 2 4 x 6,0 mm 2 40 mBWS 145 — 4 x 6,0 mm 2 40 mMontageOpmerkingEen verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur) kan slechts buiten dewarmtepomp worden gemonteerd(installateur). De aanvoertemperatuursensorinstallatie moet in stromingsrichtingna het verwarmingswater-doorstroomtoestelworden gemonteerd.Overzicht van de mogelijke installatieschema'sIn onderstaande tabel staat een overzichtvan alle mogelijke installatieschema's.5442 843 NL15

MontagehandleidingOverzicht van de mogelijke installatieschema's (vervolg)Installatieschema (ID 7000)0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11VerwarmingscircuitA1 – X X – – X X – – X X –M2 – – – X X X X X X X X –M3 – – – – – – – X X X X –WarmwaterboilerX – X – X – X – X — X –Verwar-– 0 0 X X X X X X X X –mingswater-bufferExterne – 0 *1 0 *1 0 0 0 0 0 0 0 0 –warmtegeneratorKoelen(slechtseen ”koelcircuit”mogelijk)VerwarmingscircuitA1 – 0 0 – – 0 0 – – 0 0 –M2 – – – 0 0 0 0 0 0 0 0 –M3 – – – – – – – 0 0 0 0 –Afzonderlijk 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 –koelcircuitZwembad 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 –Solarinstallatie(alleen metVitosolic100/200)0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 –X Vereist0 Optioneel*1Alleen in combinatie met een verwarmingswaterbuffer5442 843 NL16

Functiebeschrijving bij de installatievoorbeeldenMontagehandleidingOpmerkingDe installatievoorbeelden zijn aanbevelingenen moeten door de installateurop volledigheid en werking wordengecontroleerd. Voor het ontwerp, deinstallatie en de werking de betreffendegeldende voorschriften en richtlijnen respecteren.Functiebeschrijving 2-traps uitvoering5442 843 NLBij de 2. compressortrap gaat hetomwille van modulariteitsredenen overeen afzonderlijke warmtepomp 2. trap(type BWS). De warmtepomp 2. trapheeft geen eigen warmtepompregelingmaar een eigen EEV-regelaar voor deregeling van het koelcircuit.Als het gevraagde vermogen groter isdan het vermogen van de warmtepomp(type BW, 1. compressortrap), schakeltde warmtepompregeling de warmtepomp2. trap (type BWS) in.VerwarmingscircuitMinimumdebietWarmtepompen hebben een minimumdebietaan verwarmingswater nodig (zieTechnische Gegevens pagina 250) datbeslist moet worden gerespecteerd.Om een minimumdebiet te kunnengaranderen, moet bij installaties zonderverwarmingswaterbuffer een overstortklep(of een open verdeler) wordengemonteerd.OpmerkingOok aan primaire kant is een minimumdebietvereist (zie Technische Gegevenspagina 250).Opdat de warmtepomp 2. trap geoptimaliseerdkan in- en uitschakelen, moetende vermogens van de twee compressorenbekend zijn. Dat wordt met de parameter”Vermogen compressortrap5030” opgegeven.Systemen met kleine watervolumesOm te vaak in- en uitschakelen van dewarmtepomp te voorkomen, moet bijsystemen met kleine watervolumes (bijv.verwarmingsinstallaties met radiatoren)een verwarmingswaterbuffer wordengebruikt.17Montage

MontagehandleidingFunctiebeschrijving bij de… (vervolg)Systemen met grote watervolumesBij systemen met grote watervolumes(bijv. vloerverwarmingen) is een verwarmingswaterbufferniet nodig. Bij dezeverwarmingsinstallaties moet een overstortklepop de verwarmingscircuitverdelervan de vloerverwarming wordengeïnstalleerd die het verst van de warmtepompverwijderd is. Daardoor is ook bijgesloten verwarmingscircuits het minimumdebietgegarandeerd.In combinatie met een vloerverwarmingcircuitmoet een thermostaat (accessoiresbestelnr. 7151 728 of 7151 729) wordengeïnstalleerd (aansluiting ziepagina 89).Parallel geschakelde verwarmingswaterbufferGebruik van een verwarmingswaterbuffer:■ Overbrugging van de blokkeringendoor het energiebedrijfWarmtepompen kunnen afhankelijkvan het stroomtarief bij piektijden doorhet energiebedrijf worden uitgeschakeld.Een verwarmingswaterbuffervoorziet de verwarmingscircuits ooktijdens die blokkeertijd van warmte.■ Constant debiet door de warmtepomp:Verwarmingswaterbuffers dienen voorde hydraulische ontkoppeling van hetdebiet in het secundaire circuit en hetverwarmingscircuit. Als bijv. het debietin het verwarmingscircuit via thermostaatkranenverlaagd wordt, blijft hetdebiet in het secundaire circuit constant.■ Langere looptijd van de warmtepompWegens de grotere waterhoeveelheid enevt. aparte afsluiting van de warmtegeneratornog een expansievat of een groterexpansievat plaatsen.OpmerkingHet debiet van de secundaire pompmoet groter zijn dan het debiet van deCV-pompen.Het beveiligen van de warmtepompgebeurt volgens EN 12828.Installaties zonder verwarmingswaterbufferOm het minimumdebiet van het verwarmingswater(zie Technische Gegevensvanaf pagina 250) te garanderen,geen mengklep in het verwarmingscircuitinbouwen.Open-verdeler/verzamelaarBij gebruik van een open- verdeler/verzamelaarmoet ervoor worden gezorgddat het debiet van het verwarmingscircuitgroter is dan het debiet van de warmtepompaan secundaire zijde.De warmtepompregeling behandelt eenopen- verdeler/verzamelaar als eenkleine verwarmingswaterbuffer. Daarommoet de open- verdeler/verzamelaar inde regelingsinstellingen als verwarmingswaterbufferworden geconfigureerd(zie vanaf pagina 211).5442 843 NL18

MontagehandleidingFunctiebeschrijving bij de… (vervolg)KoelenKoelen is ofwel met een van de aanwezigeverwarmingscircuits of met eenafzonderlijk koelcircuit (bijv. koelplafondsof ventilatorconvectoren) mogelijk.Typen en configuratieAfhankelijk van de installatie-uitvoeringzijn de koelfuncties ”natural cooling”, metof zonder mengklep of ”active cooling”mogelijk. Bij ”natural cooling” is de compressoruitgeschakeld en gebeurt dewarmte-uitwisseling direct met het primairecircuit. ”Active cooling” gebruikt dewarmtepomp als koudemachine,daarom is een hoger koelvermogenmogelijk dan bij ”natural cooling”.De parameter ”Koeling 7100” legt hettype van koeling vast. ”Active cooling” isalleen buiten de blokkering van het energiebedrijfmogelijk en moet door deinstallatiebeheerder afzonderlijk wordenvrijgegeven.Vrijgave koelenBedieningshandleidingOok als ”active cooling” is ingesteld envrijgegeven, schakelt de regeling eerstde functie ”natural cooling” in. Pas alshierdoor de gewenste ruimtetemperatuurniet kan worden bereikt, wordt decompressor ingeschakeld.Het gebruik van een mengklep is alleenbij ”natural cooling” mogelijk en houdtvooral bij koelen op vloerverwarmingcircuitsde aanvoertemperatuur boven hetdauwpunt. Om de opname van het hogekoudevermogen bij ”active cooling”steeds te garanderen, is hiervoor geenmengklep voorzien.WerkingsmodusKoelen op de verwarmingscircuitsgebeurt in de modus ”Normaal” en ”Constante”.Het afzonderlijke koelcircuitwordt extra in de modus ”Verlaagd”en ”Alleen warm water” gekoeld. Met dielaatste mogelijkheid kan een ruimtedoorlopend worden gekoeld bijv. eenmagazijn tijdens de zomermaanden.De regeling van het koelvermogengebeurt ofwel weersafhankelijk volgensde stook- of koellijn ofwel afhankelijk vande ruimtetemperatuur.OpmerkingVoor het koelen moet in de volgendegevallen en ruimtetemperatuursensoraanwezig en geactiveerd zijn (parameter”Afstandsbediening 2003”op ”1”):■ weersafhankelijk koelen met ruimteinvloed■ koelen afhankelijk van de ruimtetemperatuur■ ”active cooling”Voor het afzonderlijk koelcircuit moeteen ruimtetemperatuursensor aanwezigzijn.5442 843 NLMontage19

MontagehandleidingFunctiebeschrijving bij de… (vervolg)Weersafhankelijke regelingBij weersafhankelijk koelen ontstaat degewenste aanvoertemperatuur uit debetreffende gewenste ruimtetemperatuuren de actuele buitentemperatuur(langdurig gemiddelde) volgens de koellijn.Het niveau (”Niveau koellijn7110”) en de steilheid (”Steilheid koellijin7111”) kunnen worden ingesteld.Ruimte-invloedDe parameter ”Steilheid ruimtebijschakeling7104” geeft de sterkte vande ruimte-invloed voor het koelen aan.Werkingsmodus”Normaal”De regeling van het koelvermogen voorde verwarmingscircuits gebeurt ofwelweersafhankelijk volgens de koellijn ofafhankelijk van de ruimtetemperatuur.Werkingsmodus”Constante”In de modus ”Constante” gebeurt dekoeling met min. aanvoertemperatuur”min. aanvoertemperatuur7103”.TapwaterverwarmingDe tapwaterverwarming door de warmtepompis bij levering ten opzichte vande verwarmingscircuits met voorranggeschakeld.De warmtepompregeling schakelt bijboilerverwarming de tapwatercirculatiepomp(”Tijdprg. circulatie”) uit om deboilerverwarming niet te hinderen.Mogelijke bijkomende verwarmingenvoor de naverwarming van het tapwater:■ Externe warmtegenerator■ Verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur)Het geïntegreerde lastmanagement vande warmtepompregeling bepaalt welkewarmtebronnen voor de tapwaterverwarmingworden vereist. In principeheeft de externe warmtegenerator voorrangop het verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur).Als aan een van de volgende criteriawordt voldaan, beginnen de extra verwarmingende warmwaterboiler te verwarmen:■ Boilertemperatuur ligt onder 3 °C (vorstbescherming).■ Warmtepomp levert geen vermogenen de temperatuur aan de bovensteboilertemperatuursensor ligt met meerdan ”Hysterese extra verwarming6008” lager.OpmerkingDe externe warmtegenerator schakeltuit, van zodra de gewenste waarde aande bovenste temperatuursensor min eenhysterese van 1 K is bereikt.5442 843 NL20

MontagehandleidingFunctiebeschrijving bij de… (vervolg)Verwarmingswater-doorstroomelement (installateur)Als extra warmtebron kan in de verwarmingswateraanvoereen elektrisch verwarmingswater-doorstroomelementworden geïntegreerd.Montagehandleiding verwarmingswater-doorstroomtoestelDe aansturing gebeurt via de warmtepompregeling(”Verwarmingsw.-doorstroomel.7900”). Het verwarmingswater-doorstroomelementkan apart voorde verwarming (”Verwarmen met elektro”)en voor de tapwateropwarming(”Warm water met elektro 6015”) wordenvrijgegeven.Als het door de parameter ”max. trap E-verwarming 7907” is vrijgegeven, schakeltde warmtepompregeling afhankelijkvan de warmtevraag de trappen 1, 2 of 3van het verwarmingswater-doorstroomelementin. Zodra de max. aanvoertemperatuurin het secundaire circuit ”max.aanvoertemperatuur 200E” is bereikt,schakelt de warmtepompregeling hetverwarmingswater-doorstroomelementuit.Externe warmtegeneratorDe warmtepompregeling maakt de bivalentewerking van de warmtepomp meteen externe warmtegenerator mogelijk,bijv. verwarmingsketel op olie (”Externewarmtegenerator 7B00”).De parameter ”Trap bij blokkeringenergiebedrijf 790A” begrenst het vermogenvan het verwarmingswater-doorstroomtoestelgedurende de periode vande blokkering.Om het volledige elektrische vermogente begrenzen schakelt de warmtepompregelingonmiddellijk voor de start van decompressor het verwarmingswaterdoorstroomelementgedurende enkeleseconden uit. Daarna wordt iedere trapna elkaar met een onderlinge periodetelkens 10 sec apart ingeschakeld.Als bij ingeschakeld verwarmingswaterdoorstroomtoestelhet verschil tussenaanvoer- en retourtemperatuur in hetsecundaire circuit niet binnen 24 h min.1 K stijgt, geeft de warmtepompregelingeen storingsmelding aan.De externe warmtegenerator is hydraulischzodanig geïntegreerd dat de warmtepompook voor de verhoging van deretourtemperatuur van de ketel kan wordengebruikt. De systeemscheidinggebeurt ofwel met een open-verdeler/verzamelaar of met een verwarmingswaterbuffer.5442 843 NLMontage21

MontagehandleidingFunctiebeschrijving bij de… (vervolg)Voor een optimale werking van de warmtepompmoet de externe warmtegeneratorvia een mengklep in de verwarmingswateraanvoerworden geïntegreerd.Omdat de warmtepompregeling dezemengklep direct aanstuurt, wordt eensnelle reactie bereikt.Als de buitentemperatuur (langduriggemiddelde) beneden de ”bivalentietemperatuur7B02” ligt, schakelt dewarmtepompregeling de externe warmtegeneratorin. Bij directe warmtevraagvan de verbruikers (bijv. bij vorstbeschermingof bij een defect van de warmtepomp)wordt de externe warmtegeneratorook boven de bivalentietemperatuuringeschakeld.De externe warmtegenerator kan extravoor de tapwateropwarming (”Externewarmtegenerator voor warm water7B0D”) worden vrijgegeven.OpmerkingDe warmtepompregeling heeft geen veiligheidsfunctiesvoor de externe warmtegenerator.Om in geval van storing tehoge temperaturen in de aanvoer en deretour van de warmtepomp te vermijden,moeten een veiligheidstemperatuurbegrenzervoor het uitschakelen van deexterne warmtegenerator en een veiligheidstemperatuurbegrenzervoor het uitschakelenvan de secundaire pomp(en)worden voorzien (schakeldrempel 70°C).Blokkering energiebedrijf (Niet van toepassing in Nederland)De mogelijkheid bestaat compressor enverwarmingswater-doorstroomelementdoor het energiebedrijf te laten uitschakelen(zie vanaf pagina 111). Het energiebedrijfkan voor het beschikbaar stellenvan een laag tarief die uitschakelingverlangen.De spanningsvoeding van de warmtepompregelingmag daarbij niet wordenuitgeschakeld.5442 843 NL22

MontagehandleidingPrimair circuit, type BW (grond-water)wPPwQPPqT2wUwW1MontageP Interface primair circuit (zie installatievoorbeelden)Benodigde toestellenPos. Omschrijving1 Warmtepomp2 WarmtepompregelingqT Primaire pompwP Accessoirepakket voor grondmediumwQ Drukbewaker primair circuitwW Grondverdeler voor aardsonden/-collectorenwU Aardsonden/-collectorenElektrische aansluitingMeer informatie over de printplaten zievanaf pagina 227.5442 843 NL23

MontagehandleidingPrimair circuit, type BW (grond-water) (vervolg)2sYYA .200 W230 V / 50 HzX1.?X2.NX3.9X1.?PM1~ UP qT230 V; 0,15 A wQX3.8Primair circuit, type WW (water-water)wPPwQPPwEqT2wRwWqO1wZwUwIP Interface primair circuit5442 843 NL24

MontagehandleidingPrimair circuit, type WW (water-water) (vervolg)Benodigde apparatenPos. Omschrijving1 Warmtepomp2 WarmtepompregelingqT Primaire pompqO Vorstbeveiligingsthermostaat primair circuitwP Accessoirepakket voor grondmediumwQ Drukbewaker primair circuitwW Scheidende warmtewisselaar primair circuitwE Stromingsbewaker broncircuit (bij aansluiting brug verwijderen)wR VuilvangerwZ Bronpomp (zuigpomp voor grondwater, via relais met zekering door installateurlaten aansluiten)■ 230 V-aansluiting: Zie pagina 26■ 400 V-aansluiting: Zie pagina 27wU ZuigbronwI Absorberende bronMontageElektrische aansluitingMeer informatie over de printplaten zievanaf pagina 227.5442 843 NL25

MontagehandleidingPrimair circuit, type WW (water-water) (vervolg)2X1.?X2.NsYYA .L1? N200 WM1~ UP qTK1M1~UPwZ230 V / 50 HzX3.3X1.?X3.4X3.9X1.?X3.8´P230 V; 2mAwE230 V; 0,15 A wQ230 V; 0,15 A qO5442 843 NL26

MontagehandleidingPrimair circuit, type WW (water-water) (vervolg)Aansluiting bronpomp 400 V~ door installateur2X1.?X2.NsYYA .L1 L2 L3 ?200 WM1~ UPqTK1I>I>I>M3~UP wZ5442 843 NLMontage27

MontagehandleidingPrimair circuit type BW+BWS (2-traps uitvoering)Met twee primaire pompenwPPwQPqZPqUwTqT2wUwW91P Interface primair circuit (zie installatievoorbeelden)Benodigde apparatenPos. Omschrijving1 Warmtepomp 1. trap (type BW)2 Warmtepompregeling9 Warmtepomp 2. trap (type BWS)qT Primaire pomp (Warmtepomp 1. trap, type BW)qZ Aanvoertemperatuursensor primair circuitqU Retourtemperatuursensor primair circuitwP Accessoirepakket voor grondmediumwQ Drukbewaker primair circuitwW Grondmedium-verdeler aardsonden/-collectorenwT Primaire pomp (Warmtepomp 2. trap, type BWS)wU Aardsonden/-collectorenElektrische aansluitingMeer informatie over de printplaten zievanaf pagina 227.5442 843 NL28

MontagehandleidingPrimair circuit type BW+BWS (2-traps uitvoering) (vervolg)2sYYA .200 WKleinspannung 230 V / 50 HzX1.?X2.NX1.?X2.NX3.9X1.?X3.8sXVS .[G X[G XP1213230 V; 0,15 A wQPt 500Pt 500M1~ UP qT200 WM1~ UP wTqZqUMontageMet een gemeenschappelijke primaire pompOpmerkingAls type BW en type BWS met verschillendenominale vermogens wordengeïnstalleerd, moeten omwille van deverschillende debieten twee primairepompen worden gebruikt (ziepagina 28).5442 843 NL29

MontagehandleidingPrimair circuit type BW+BWS (2-traps uitvoering) (vervolg)wPPwQPqZPqUqT2wUwW91P Interface primair circuitBenodigde apparatenPos. Omschrijving1 Warmtepomp 1. trap (type BW)2 Warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1A9 Warmtepomp 2. trap (type BWS)qT Gemeenschappelijke primaire pompqZ Aanvoertemperatuursensor primair circuit (montage zie pagina 85)qU Retourtemperatuursensor primair circuit (montage zie pagina 85)wP Accessoirepakket voor grondmediumwQ Drukbewaker primair circuitwW Grondmedium-verdeler aardsonden/-collectorenwU Aardsonden/-collectorenElektrische aansluitingMeer informatie over de printplaten zievanaf pagina 227.5442 843 NL30

MontagehandleidingPrimair circuit type BW+BWS (2-traps uitvoering) (vervolg)2sYYA .sXVS .Kleinspannung 230 V / 50 Hz200 WX1. ?M1~UP qTX2.NX3.9X1.?X3.8[G X[G X1213P230 V; 0,15 AwQPt 500Pt 500qZqU5442 843 NLMontage31

MontagehandleidingPrimair circuit type WW+WWS (2-traps uitvoering)Met twee primaire pompenwPPwQPqZPwEqUwTqTwRwWqO291wZwUwIP Interface primair circuit (zie installatievoorbeelden)5442 843 NL32

MontagehandleidingPrimair circuit type WW+WWS (2-traps uitvoering) (vervolg)Benodigde apparatenPos. Omschrijving1 Warmtepomp 1. trap (type WW)2 Warmtepompregeling9 Warmtepomp 2. trap (type WWS)qT Primaire pomp (Warmtepomp 1. trap, type WW)qZ Aanvoertemperatuursensor primair circuit (montage zie pagina 85)qU Retourtemperatuursensor primair circuit (montage zie pagina 85)qO Vorstbeveiligingsthermostaat primair circuitwP Accessoirepakket voor grondmediumwQ Drukbewaker primair circuitwW Warmtewisselaar primair circuitwE Stromingsbewaker broncircuit (voor aansluiting brug verwijderen)wR VuilvangerwT Primaire pomp (Warmtepomp 2. trap, type WWS)wZ Bronpomp (zuigpomp voor grondwater, via relais met zekering door installateurlaten aansluiten)■ 230 V-aansluiting: Zie pagina 34■ 400 V-aansluiting: Zie pagina's 39, 35wU ZuigbronwI Absorberende bronMontageElektrische aansluitingMeer informatie over de printplaten zievanaf pagina 227.5442 843 NL33

MontagehandleidingPrimair circuit type WW+WWS (2-traps uitvoering) (vervolg)Aansluiting bronpomp 230 V~ door installateur2230 V / 50 HzX1.?X2.NX1.?X2.NsYYA .sXVS .200 WM1~ UP qT200 WM1~ UP wTL1 ? NX3.1X2.NK1K2K3M1~UPwZ5442 843 NL34

MontagehandleidingPrimair circuit type WW+WWS (2-traps uitvoering) (vervolg)Aansluiting bronpomp 400 V door installateur2230 V / 50 HzX1.?X2.NX1.?X2.NsYYA .sXVS .200 WM1~ UP qT200 WM1~ UP wTL1 L2 L3?MontageX3.1X2.NK1K2K3I>I>I>M3~UP wZ5442 843 NL35

MontagehandleidingPrimair circuit type WW+WWS (2-traps uitvoering) (vervolg)Aansluiting van de sensoren en bewakers2X3.3X1.?´230 V; 2mAwEKleinspannung 230 V / 50 HzX3.4X3.8X1.?X3.9[G X[G X1213P230 V; 0,15 A wQ230 V; 0,15 A qOPt 500qZPt 500qUMet een gemeenschappelijke primaire pompOpmerkingAls type WW en type WWS met verschillendenominale vermogens wordengeïnstalleerd, moeten omwille van deverschillende debieten twee primairepompen worden gebruikt (ziepagina 32).5442 843 NL36

MontagehandleidingPrimair circuit type WW+WWS (2-traps uitvoering) (vervolg)wQqZwPPPPqUwEqT2wRwWqO9 1MontagewZwUwIP Interface primair circuit5442 843 NL37

MontagehandleidingPrimair circuit type WW+WWS (2-traps uitvoering) (vervolg)Benodigde apparatenPos. Omschrijving1 Warmtepomp 1. trap (type WW)2 Warmtepompregeling9 Warmtepomp 2. trap (type WWS)qT Gemeenschappelijke primaire pompqZ Aanvoertemperatuursensor primair circuit (montage zie pagina 85)qU Retourtemperatuursensor primair circuit (montage zie pagina 85)qO Vorstbeveiligingsthermostaat primair circuitwP Accessoirepakket voor grondmediumwQ Drukbewaker primair circuitwW Warmtewisselaar primair circuitwE Stromingsbewaker broncircuit (voor aansluiting brug verwijderen)wR VuilvangerwZ Bronpomp (zuigpomp voor grondwater, via relais met zekering door installateurlaten aansluiten)■ 230 V-aansluiting: Zie pagina 34■ 400 V-aansluiting: Zie pagina's 39, 35wU ZuigbronwI Absorberende bronElektrische aansluitingMeer informatie over de printplaten zievanaf pagina 227.5442 843 NL38

MontagehandleidingPrimair circuit type WW+WWS (2-traps uitvoering) (vervolg)Aansluiting bronpomp 400 V door installateur2L1L2L3 ?sYYA .230 V / 50 HzX1.?X2.NX2.NsXVS .200 WM1~UPqTI>I>I>M3~UP wZ5442 843 NLMontage39

MontagehandleidingPrimair circuit type WW+WWS (2-traps uitvoering) (vervolg)Aansluiting van de sensoren en bewakers2X3.3X1.?´230 V; 2mAwEKleinspannung 230 V / 50 HzX3.4X3.8X1.?X3.9[G X[G X1213P230 V; 0,15 A wQ230 V; 0,15 A qOPt 500qZPt 500qUIntegratie 2-traps uitvoering in de installatievoorbeeldenOpmerking■ Ieder deelschema kan via de gekenmerkteinterfaces in de installatievoorbeeldenworden geïntegreerd.■ Retour warmwaterboiler alleen aan dewarmtepomp, type BW aansluiten.■ 2-traps warmtepompcascade:Hoofdtoestel en volgende warmtepompenbestaan bij de 2-traps warmtepompcascadetelkens uit warmtepomp(type BW) en warmtepomp 2.trap (type BWS).De elektrische aansluiting gebeurt aande warmtepomp (type BW) (via de KM-BUS aan de externe uitbreiding H1)analoog pagina 103.5442 843 NL40

MontagehandleidingIntegratie 2-traps uitvoering in de… (vervolg)2-traps warmtepompCHWqP6PqUqZqQwT5qTqWMontage32P891 qEC Interface koelenH Interface verwarmenP Interface primair circuit (zie primaircircuit)W Interface warm water (zie ook tapwateropwarming)5442 843 NL41

MontagehandleidingIntegratie 2-traps uitvoering in de… (vervolg)2-traps warmtepompcascadeqP 6 qP 6 qP 6WqP 6H2 2 2 23 3 3 39 1 9 1 9 1 9 1IV III II IPC5qQqQ 55 qQ 5 qQqZqZqZqZqUqUqUqUwT qT wT qT wT qT wT qTCHPInterface koelenInterface verwarmenInterface primair circuitWInterface warm water5442 843 NL42

MontagehandleidingIntegratie 2-traps uitvoering in de… (vervolg)I Hoofdtoestel (2-traps) van dewarmtepompcascadeII tot IV Volgende warmtepomp (2-traps) 1 tot 3Benodigde apparatenPos. OmschrijvingWarmtegenerator1 Warmtepomp 1. trapOpmerkingAanbevolen netaansluitkabel compressor zie pagina 15, beveiliging doorinstallateur (zie vanaf pagina 107en 250)3 Buitentemperatuursensor2 Warmtepompregeling (netaansluiting met 3 x 1,5 mm 2 uitvoeren, zekeringdoor installateur ≤ 16 A)5 Circulatiepomp voor boileropwarming (aan verwarmingswaterzijde) warmtepomp1. trap6 Secundaire pomp warmtepomp 1. trap9 Warmtepomp 2. trapMontageOpmerkingAanbevolen netaansluitkabel compressor zie pagina 15, beveiliging doorinstallateur (zie vanaf pagina 107en 250)qP Secundaire pomp warmtepomp 2. trapqQ Circulatiepomp voor boileropwarming (aan verwarmingswaterzijde) warmtepomp2. trapqT Primaire pomp warmtepomp 1. trapqZ Aanvoertemperatuursensor primair circuit (montage zie pagina 85)qU Retourtemperatuursensor primair circuit (montage zie pagina 85)wT Primaire pomp warmtepomp 2. trapElektrische aansluitingMeer informatie over de printplaten zievanaf pagina 227.5442 843 NL43

MontagehandleidingIntegratie 2-traps uitvoering in de… (vervolg)2230 V / 50 HzX1.?X2.NX1.?X2.NX1.?X2.NX1.?X2.NX1.?X2.NX1.?X2.NsYYF .sYYS .sYYȦsXVG .sXVS .sXVD .130 WM1~130 WUP qQM1~ UP 5130 WM1~130 WUP 6200 WM1~ UP qT200 WM1~ UP wTM1~ UP qPKleinspannung[G X[G X[Ö F1213Ni 500F0Pt 500Pt 500qZqUATS 3Benodigde parametreringDe instelling van de extra parametersvoor de warmtepompcascade gebeurtbij inbedrijfstelling door de gecertificeerdepartner voor warmtepompen.5442 843 NL44

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 1Installatieschema 8 instellen (ziepagina 178)■ Eentraps warmtepomp type BW■ 1 vloerverwarmingcircuit met mengklep(M2)■ 1 radiatorcircuit met mengklep (M3)■ Tapwaterverwarming met boilerlaadsysteem■ Solarinstallatie■ VerwarmingswaterbufferOpmerkingDit schema is een basisvoorbeeld zonderafsluit- en veiligheidsinrichtingen. Devakkundige planning ter plaatse wordtdaardoor niet vervangen.5442 843 NLMontage45

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 1 (vervolg)zZrRrErWrTrIPrOWWrQeWePKWwPwWwUeUeQPrUXwQPeZMeTeE eRPW385uQuEuR uP q-E q-Pq-TuZq-ZuU Mq-UMzWH6qWPqT zUzQ21 qEzPzTq-QC Interface koelenH Interface verwarmenP Interface primair circuit (zie primaircircuit)46W Interface warm water (zie ook tapwateropwarming)X Interface solar of externe warmtegenerator(zie installatievoorbeelden)5442 843 NL

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 1 (vervolg)Pos. OmschrijvingWarmtegenerator1 Warmtepomp2 Warmtepompregeling3 Buitentemperatuursensor5 Circulatiepomp voor de boilerverwarming (verwarmingswaterzijde)6 Secundaire pomp8 KM-bus-verdelerqW Kleinverdeler met veiligheidsgroepqE ExpansievatPrimair circuitqT Primaire pompqZ Aanvoertemperatuursensor primair circuit (in warmtepomp geïntegreerd)qU Retourtemperatuursensor primair circuit (in warmtepomp geïntegreerd)wP Accessoirepakket voor grondmediumwQ Drukbewaker primair circuitwW Grondmedium-verdeler voor aardsonden/aardcollectorenwU Aardsonde/aardcollectorTapwateropwarmingmet boilerlaadsysteemeP WarmwaterboilereQ Boilertemperatuursensor solar (aansluiting S2 aan Vitosolic)eW Boilertemperatuursensor (aansluiting aan warmtepompregeling)eE Boilerlaadpomp (aan tapwaterzijde)eR PlatenwarmtewisselaareT DebietbegrenzereZ 2-weg-motorklep, stroomloos gesloteneU TapwatercirculatiepompTapwaterverwarming met solarinstallatierQ Veiligheidstemperatuurbegrenzer voor warmwaterboiler voor het uitschakelenvan de zonnecircuitpomp R1rErW Solar-DiviconrE Solarcircuitpomp R1rR Collectortemperatuursensor (meegeleverd met Vitosolic, aansluiting S1)rT ZonnecollectorenrU Vitosolic 200 (afzonderlijke montagehandleiding in acht nemen)rI Kleinverdeler met veiligheidsgroeprO Expansievat5442 843 NLMontage47

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 1 (vervolg)Pos.zPzQzWzTzZzUuPuQuEuRuZuUq¢Pq¢Qq¢Eq¢Tq¢Zq¢UOmschrijvingVerwarmingswaterbufferVerwarmingswaterbufferBuffertemperatuursensorAanvoertemperatuursensor installatieBuffertemperatuursensor solar (aansluiting S4 aan Vitosolic)Zonnecircuitpomp R4 voor de opwarming van de verwarmingswaterbufferVeiligheidstemperatuurbegrenzer voor verwarmingswaterbuffer voor hetuitschakelen van de zonnecircuitpomp R4 zZVerwarmingscircuit met mengklep (M2)Vloerverwarmingcircuit met direct aangestuurde mengklepmotorAfstandsbediening Vitotrol 200 (accessoires)AanvoertemperatuursensorThermostaat als maximale begrenzing voor vloerverwarmingCV-pompMengklepmotor van de 3-weg-mengklepVerwarmingscircuit met mengklep (M3)Radiatorenverwarmingscircuit met mengklepmotor, aangestuurd via KM-BUSAfstandsbediening Vitotrol 200 (accessoires)AanvoertemperatuursensorUitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklepCV-pompMengklepmotor van de 3-weg-mengklepElektrische aansluitingMeer informatie over de printplaten zievanaf pagina 227.5442 843 NL48

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 1 (vervolg)X1.?X2.N2sYYA .200 WM1~ UP qTX1.?X2.NsYYS .130 WM1~UP 6230 V/50 HzX1.?X2.NX1.?X2.NX1.?X2.NsYYF .sYXD .sXVH .130 WM1~ UP 550 WM1~130 WM1~MZPeUSLPeEeZMontageX1.?X2.NsXBA .sÖ uR 100 WM1~UP M2 uZX1.?X2.NX3.9X1.?X3.8sXBD .sXBS .M1~AufZuM2 uUP 230 V;0,15 A wQ5442 843 NL49

2 3 4 5 61MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 1 (vervolg)2q-TfÖonoff1 2 3 4S178 9 0L?N230 V/50 HzKleinspannungaVG1281 aVG 23 1 1aVG 2 23 3aVG? 1 2 VTS q-EsÖgSL?N?NM1~M1~q-Zq-U5442 843 NL50

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 1 (vervolg)Kleinspannung2aVG12831 onaVG 2 off3 1 2 3 412 aVGuQaVGaVG123123onoff1 2 3 4rU145L?NS1GNDq-QL? 230 V/50 HzNS1 rRMontageS2GNDS4GNDS2S4eQzTR1?NM1~STB rQUP rER4?NM1~STB zUUP zZ5442 843 NL51

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 1 (vervolg)2Ni 500[Ö FATS 3Kleinspannung[F F[H FPt 500Pt 500Ni 500PTS zQSTS eW[YS FVTS M2 uEPt 500[YD FVTSzWNetaansluiting regelingNetaansluiting compressorAX3.18X2.1X1.1L1N?1/N/PE230 V / 50 HzL1L2L3PE3/PE400 V, 50 HzA Netaansluitklemmen op de rangeerprintplaat5442 843 NL52

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 1 (vervolg)Benodigde parametreringParameterInstelling”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000” ”8””Solar”■ ”Type solarregeling 7A00””2”OpmerkingParametrering van de Vitosolic nodig (zie montage- enservicehandleiding Vitosolic)Voor accessoires (indien aanwezig):Tapwatercirculatiepomp”Verwarmingscircuit 2”■ ”Afstandsbediening 3003” ”1””Verwarmingscircuit 3”■ ”Afstandsbediening 4003” ”1”Schakeltijden instellen (ziebedieningshandleiding)MontageInstallatievoorbeeld 2Installatieschema 10 instellen (ziepagina 178)■ Tweetraps warmtepomp type BW/BWS■ 2 primaire pompen■ 1 verwarmingscircuit zonder mengklep(A1)■ 2 verwarmingscircuits met mengklep(M2, M3)■ Externe warmtegenerator voor verwarmenen warm water■ Tapwaterverwarming met boilerlaadsysteem■ Solarinstallatie■ Verwarmingswaterbuffer■ Koelfunctie ”natural cooling” (installateur)aan verwarmingscircuit M2■ ZwembadOpmerkingDit schema is een basisvoorbeeld zonderafsluit- en veiligheidsinrichtingen. Devakkundige planning ter plaatse wordtdaardoor niet vervangen.5442 843 NL53

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 2 (vervolg)WWePwPwWwUeUeWXKWPeZwQPMeTeE eRCWqZPqU38qQiIiUiTMiRMiOqP5wT qT29 1iZzW6uEuRiEiWφuUuZMHqWPqEMuPiQtWtPuQoQ q-QoP q-E q-Pq-ToZ q-Zq-UMqYTM1~tRM1~zQtQqRtTtEzP qYQqYE qYRqYWqYPC Interface koelenH Interface verwarmen54P Interface primair circuit (zie primaircircuit)5442 843 NL

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 2 (vervolg)W Interface warm water (zie ook tapwateropwarming)X Interface solar of externe warmtegenerator(zie installatievoorbeelden)Pos. OmschrijvingWarmtegenerator1 Warmtepomp 1. trap (type BW)2 Warmtepompregeling3 Buitentemperatuursensor5 Circulatiepomp voor de boilerverwarming (verwarmingswaterzijde) voorwarmtepomp 1. trap type BW)6 Secundaire pomp voor warmtepomp 1. trap (type BW)8 KM-bus-verdeler9 Warmtepomp 2. trap (BWS)qP Secundaire pomp voor warmtepomp 2. trap (type BWS)qQ Circulatiepomp voor de boilerverwarming (verwarmingswaterzijde) voorwarmtepomp 2. trap (type BWS)qW Kleinverdeler met veiligheidsgroepqE ExpansievatPrimair circuitqT Primaire pomp voor warmtepomp 1. trap (type BW)qZ Aanvoertemperatuursensor primair circuit (Montage alleen voor 2-trapswarmtepomp vereist, zie pagina 85)qU Retourtemperatuursensor primair circuit (Montage alleen voor 2-trapswarmtepomp vereist, zie pagina 85)wT Primaire pomp voor warmtepomp 2. trap (type BWS)wP Accessoirepakket voor grondmediumwQ Drukbewaker primair circuitwW Grondmedium-verdeler voor aardsonden/aardcollectorenwU Aardsonde/aardcollector5442 843 NLMontage55

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 2 (vervolg)Pos.ePeWeEeReTeZeUqRtPtQtWtEtRtTzPzQzWOmschrijvingTapwateropwarmingmet boilerlaadsysteemWarmwaterboilerBoilertemperatuursensorBoilerlaadpomp (aan tapwaterzijde)PlatenwarmtewisselaarDebietbegrenzer2-weg-motorklep, stroomloos geslotenTapwatercirculatiepompExterne warmtegeneratorVeiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) voor het uitschakelen van desecundaire pompen 6 en qPExterne warmtegenerator, bijv. verwarmingsketel op olieAanvraag externe warmtegenerator (aansluiting op de externe warmtegenerator)Circulatiepomp voor de boilernaverwarmingKeteltemperatuursensor (aansluiting aan warmtepompregeling)Direct aangestuurde mengklepmotorVeiligheidstemperatuurbegrenzer 70°C voor het uitschakelen van deexterne warmtegenerator (door installateur te voorzien)VerwarmingswaterbufferVerwarmingswaterbufferBuffertemperatuursensorAanvoertemperatuursensor installatie5442 843 NL56

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 2 (vervolg)Pos.OmschrijvingKoelfunctie ”natural cooling” (NC)OpmerkingAlle vereiste componenten (met overeenkomstig aangebrachte platenwarmtewisselaar)voor het koelcircuit moeten door de installateur wordenvoorzien.iQiWiEiRiTiZiUiIiO3-weg-omschakelklepOpmerkingBij gebruik van een 3-weg-omschakelklep zonder veerterugstelling moetaan het contact gS2 (van pos iU) ”L1” worden aangesloten (zie bijv.Klemstrip X3 pagina 233).Secundaire koelcircuitpompDauwpuntsensorPrimaire koelcircuitpompMengklepmotor van de 3-weg-mengklepThermostaat vorstbeschermingUitbreidingsset voor NCUitbreidingsset voor verwarmingscircuit (koelcircuit) met mengklep2-weg-motorklep, stroomloos geslotenOpmerkingBij gebruik van een 2-weg-omschakelklep zonder veerterugstelling moetaan het contact gS1 (van pos iU) ”L1” worden aangesloten (zie bijv.Klemstrip X3 pagina 233).MontageVerwarmingscircuit zonder mengklep (A1)oP Verwarmingscircuit met radiatorenoQ Afstandsbediening Vitotrol 200oZ CV-pompVerwarmingscircuit met mengklep (M2)uP Vloerverwarmingcircuit met direct aangestuurde mengklepmotoruQ Afstandsbediening Vitotrol 200 (accessoires)uE AanvoertemperatuursensoruR Thermostaat als maximale begrenzing voor vloerverwarminguZ CV-pompuU Mengklepmotor van de 3-weg-mengklep5442 843 NL57

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 2 (vervolg)Pos.q¢Pq¢Qq¢Eq¢Tq¢Zq¢UqYPqYQqYWqYEqYRqYTOmschrijvingVerwarmingscircuit met mengklep (M3)Radiatorenverwarmingscircuit met mengklepmotor, aangestuurd via KM-BUSAfstandsbediening Vitotrol 200 (accessoires)AanvoertemperatuursensorUitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklepCV-pompMengklepmotor van de 3-weg-mengklepZwembadZwembadTemperatuurregelaar voor temperatuurregeling zwembadCirculatiepomp voor zwembadverwarmingPlatenwarmtewisselaarExterne uitbreiding H1 (er kan slechts 1 externe uitbreiding H1 aan dewarmtepomp worden aangesloten)3-weg-omschakelklep (stroomloos: verwarming verwarmingswaterbuffer)OpmerkingDe instelling van de extra parametersvoor de 2-traps werking gebeurt bij inbedrijfstellingdoor de gecertificeerde partnervoor warmtepompen.Elektrische aansluitingMeer informatie over de printplaten zievanaf pagina 227.5442 843 NL58

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 2 (vervolg)2X1.?X2.NsYYA .200 WM1~ UP qTSTB qRX1.?X2.NsYYS .70°C130 WM1~UP 6X1.?X2.NsYYF .130 WM1~ UP 5Montage230 V/50 HzX1.?X2.NX1.?X2.NX1.?X2.NsYXS .sYXD .sXVH .100 WM1~ UP A1 oZ50 WM1~130 WM1~ZPeUSLPeEMeZX1.?X2.NX3.9X1.?X3.8sXBA .sÖ uR 100 WM1~ UP M2 uZP 230 V;0,15 A wQ5442 843 NL59

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 2 (vervolg)2X1.?X2.NsXXS .sXXA .AufM1~ tRZuX3.1BsXXD .70°CSTB tTsXXF .230 V/50 HzX2.NX1.?X2.NX1.?X2.NsXVS .sXVD .70°CA200 WtQM1~ UP wTSTB qR130 WM1~UP qPX1.?X2.NX2.NsXVG .sXVJ .A130 WM1~L1?NUP qQX1.?X2.NsXBD .sXBS .M1~M1~AufZuUP tWM2 uU5442 843 NL60

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 2 (vervolg)A Beveiliging door installateurB Brug van X3.1 op 222.3 leggen2iUX1.?X2.NsYYG .230 V / 50 HzX2.4X5.X2.3X2.2X5.X2.1gS 1.gS 2.?N?NL1?N230 V/50 HzM1~M1~iOiQMontagesÖ 1.L?NM1~iR5442 843 NLKleinspannungsÖ 2.X3.1X3.2X3.3X3.4X4.1X4.2X4.3X4.4L?NφφM1~230 V/1 A230 V/1 AiWiEiZ24 V/10 mAiE24 V/10 mAiZ61

2 3 4 5 61MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 2 (vervolg)2q-TfÖonoff1 2 3 4S178 9 0L?N230 V/50 HzKleinspannungaVG1281 aVG 23 1 1aVG 2 23 3aVG? 1 2 VTS q-EsÖgSL?N?NM1~M1~q-Zq-U5442 843 NL62

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 2 (vervolg)2iIKleinspannungaVG1281 aVG 23 1 1aVG 2 23 3aVGfÖgSL?N?N230 V/50 HzM1~ iTaVGaVGaVGaVG123123123123123onoff1 2 3 4onoff1 2 3 4onoff1 2 3 4qYRaVGfÖaVDL?N123oQuQq-Q230 V/50 HzqYQL1 L2 L3?MontagegÖL?NqYTM3~UPqYW5442 843 NL63

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 2 (vervolg)2Pt 500[XÖ FKTS tEPt 500[YD FVTSzWNi 500Kleinspannung[YS F[H F[Ö FPt 500Ni 500VTS M2 uESTS eWATS 3[F FPt 500PTS zQ[G XaSPt 500qZ[G XaDPt 500qUNetaansluiting regelingNetaansluiting compressorAX3.18X2.1X1.1L1N?1/N/PE230 V / 50 HzL1L2L3PE3/PE400 V, 50 HzA Netaansluitklemmen op de rangeerprintplaat5442 843 NL64

MontagehandleidingInstallatievoorbeeld 2 (vervolg)Benodigde parametreringParameterInstelling”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000” ”10”■ ”Ext. uitbreiding 7010” ”1”■ ”Zwembad 7008” ”1””Compressor 2”■ ”Vrijgave 5100” ”1””Ext. warmtegenerator”■ ”Externe warmtegenerator 7B00” ”1”■ ”externe warmtegenerator voor warm water ”1”7B0D””Koeling”■ ”Koeling 7100” ”1”■ ”Koelcircuit 7101” ”2”Voor accessoires (indien aanwezig):Tapwatercirculatiepomp”Verwarmingscircuit 1”■ ”Afstandsbediening 2003” ”1””Verwarmingscircuit 2”■ ”Afstandsbediening 3003” ”1””Verwarmingscircuit 3”■ ”Afstandsbediening 4003” ”1”Schakeltijden instellen (ziebedieningshandleiding)5442 843 NLMontage65

MontagehandleidingTapwateropwarmingWWeUeWeZMeTWXeEeRePKWwXInterface warm water (zie installatievoorbeelden)Interface solar of externe warmtegenerator(zie installatievoorbeelden)KW Koud waterWW Warm waterBenodigde toestellenPos. OmschrijvingeP WarmwaterboilereW BoilertemperatuursensoreE Boilerlaadpomp (aan tapwaterzijde)eR PlatenwarmtewisselaareT DebietbegrenzereZ 2-weg-motorklep, stroomloos gesloteneU TapwatercirculatiepompElektrische aansluitingMeer informatie over de printplaten zievanaf pagina 227.5442 843 NL66

MontagehandleidingTapwateropwarming (vervolg)X1. ?X2.NsYXD .50 WM1~ZP eU230 V / 50 HzX1. ?X2.NsXVH .130 WM1~MUP eEeZKleinspannungF[HF6 Pt 500STS eWMontageBenodigde parametreringParameterInstelling”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema” ”0”, ”2”, ”4,” ”6”, ”8”, ”10”■ TapwatercirculatiepompSchakeltijden instellen (ziebedieningshandleiding)”Warm water ”■ ”Tijdprg. warm water”Schakeltijden instellen (ziebedieningshandleiding)5442 843 NL67

MontageverloopWarmtepomp plaatsenWarmtepomp uitlijnen4xWarmtepomp volgens de gegevens oppagina 10 positioneren en horizontaaluitlijnen.5442 843 NL68

MontageverloopWarmtepomp plaatsen (vervolg)Transportbeveiliging verwijderen!OpgeletNiet verwijderde transportbeveiligingenleiden tot trillingen ensterke geluidsontwikkeling.Transportbeveiliging verwijderenen met de onderste schroevenaan de basishouder bevestigen(zie stap 4.).4xMontage1.3.2.4x4.4x5442 843 NL69

MontageverloopWarmtepomp plaatsen (vervolg)Bovenplaat demonteren1.5442 843 NL70

MontageverloopHydraulisch aansluitenOverzicht van de aansluitingen400 V230 V < 42 VPrimair circuit aansluiten!OpgeletDe gebruikte onderdelen moetenbestand zijn tegen het warmtedragendemedium.Geen verzinkte leidingen gebruiken.1. Primair circuit van expansievat enveiligheidsklep voorzien (volgensDIN 4757).5442 843 NLMontage71

MontageverloopHydraulisch aansluiten (vervolg)Opmerking■ Het membraanexpansievat moetvolgens DIN 4807 toegelaten zijn.De membranen van het expansievaten de veiligheidsklep moetengeschikt zijn voor het warmtedragendemedium.■ Afvoer- en afblaasleidingen moetenin een vat uitmonden dat hetmax. mogelijke expansievolumevan het warmtedragende mediumkan opnemen.4. Leidingen in het gebouw warmte- endampdiffusiedicht isoleren.5. Primair circuit met warmtedragendmedium van Viessmann vullen enontluchten.2. Alle leidingdoorvoeringen door wandenisoleren tegen warmte engeluid.3. Primaire leidingen op de warmtepompaansluiten.Opgelet! Om schade aan het toestel tevoorkomen,primaire leidingen van deinstallateur zonder belastingen spanning aan warmtepompaansluiten.Opgelet! Dichte hydraulische verbindingenaan primaire zijdemaken.Bij de slangdoorvoeringen inacht nemen dat de doorvoertulesop de juiste plaats zitten(evt. met afdichtband afdichten,zie pagina 119).5442 843 NL72

MontageverloopHydraulisch aansluiten (vervolg)Secundair circuit aansluiten1. Secundair circuit door installateurmet expansievat en veiligheidsgroeplaten voorzien (conform DIN 4757).Veiligheidsgroep aan de leiding vande installateur in de verwarmingswaterretourmonteren.2. Secundaire leidingen aan de warmtepompaansluiten (7 ≥ 42 mm).Opgelet! Om schade aan het toestel tevoorkomen,secundaire leidingen van deinstallateur zonder belastingen spanning aan warmtepompaansluiten.Opgelet! Dichte hydraulische verbindingenaan secundaire zijdemaken.Bij de slangdoorvoeringen inacht nemen dat de doorvoertulesop de juiste plaats zitten(evt. met afdichtband afdichten,zie pagina 119).3. Secundair circuit vullen en ontluchten.4. Leidingen binnen het gebouw isoleren.Opmerking■ In vloerverwarmingcircuits moet doorde installateur een thermostaat alsmaximumtemperatuurbegrenzingvoor de vloerverwarming worden ingebouwd.■ Het minimum volume garanderen,bijv. met overstortklep (zie technischegegevens pagina 251).MontageElektrisch aansluiten5442 843 NLMeer instructies, een overzicht van deelektrische aansluitingen en meer informatieover de printplaten, zie vanafpagina 227.Alle externe elektrische aansluitingenvolgens de gegevens vanafpagina 80 uitvoeren.GevaarBeschadigde kabelisolatie kantot letsel en schade aan het toestelleiden.Kabels zo aanleggen dat ze niettegen sterk warmtegeleidende,vibrerende of scherpe onderdelenliggen.73

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)GevaarOndeskundig uitgevoerde bedradingenkunnen door elektrischestroom aanleiding zijn voor ernstigletsel en materiële schade.■ 230 V-kabels en laagspanningskabelsgescheiden vanelkaar aanleggen.■ Kabels kort voor de aansluitklemmenafstrippen en dicht bijde betreffende klemmen bundelen.■ Kabels met kabelbinders vastzetten.Daarmee wordt gegarandeerddat bij storing, bijv. bij het losrakenvan een ader, de aders niettegen de ernaast liggende spanningvoerendedelen aankomen.Opmerking■ De som van de vermogens van alledirect op de warmtepompregelingaangesloten componenten (bijv. pompen,kleppen, meldinrichtingen, relais)mag 1000 W niet overschrijden.Als het totale vermogen ≤ 1000 W is,kan het afzonderlijke vermogen vaneen component (bijv. pomp, klep,meldinrichting, relais) groter danopgegeven worden gekozen. Daarbijmag het schakelvermogen van hetovereenkomstige relais niet wordenoverschreden (zie pagina 249).■ Als twee componenten op eengemeenschappelijke klem wordenaangesloten, moeten beide aderssamen in één adereindhuls wordengeperst.5442 843 NL74

VorlauftemperaturHeizung/KühlungWarmwa serSolarenergieInformationWählen mit40°C(MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Bedieningseenheid monteren4.i5.6x3.Montage1.[XÖ X2.5442 843 NL75

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Overzicht van de aansluitingenType BWL K H G F EDCBA5442 843 NL76

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Type BWSNEMMontageDCBA5442 843 NLA Trafo EEV-printplaatB EEV-printplaat (elektronischeexpansieklep)C Compressorrelais, sturing starter,draaistroombewakerD KabelkanaalE Netaansluiting compressorF RangeerprintplaatG BasisprintplaatH Uitbreiding basisprintplaatK Regelaar-/sensorprintplaatL BedieningseenheidM Stekker voor verbindingskabel 1./2.trap 230 V~N Stekker voor verbindingskabel 1./2.trap laagspanning77

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Aansluitbereik warmtepompregelingaVGF3/F4fÖ sYD sYSsYAF8/F9F0/F2F6/F7F11/F12F16/F17LONF13/F14F18/F20F21/F23sXGsXFsXD sXS sXA sYÖX1X2EA[CA XDsYFsYGsYHsXÖCBX3A RangeerprintplaatB Zekering F1 van de warmtepompregelingKlemstrips op rangeerprintplaat A:X1 Aansluitklemmen voor aardleiding”?”X2 Aansluitklemmen voor nulleider ”N”X3 Aansluitklemmen voor netspanningvan de warmtepompregeling enextra componenten78C Uitbreiding van de basisprintplaatD BasisprintplaatE Regelaar- en sensorprintplaatAansluitingen aan stekkers op basisprintplaatmet uitbreiding C/D:■ Tapwatercirculatiepomp■ CV-pomp voor verwarmingscircuitzonder mengklep A1■ Circulatiepomp voor de boilerverwarming(verwarmingswaterzijde)■ Aansturing verwarmingswater-doorstroomtoesteltrap 2 (installateur)■ Aansturing externe warmtegenerator5442 843 NL

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)■ Aansturing mengklepmotor externewarmtegenerator■ Verzamelstoringsmelding■ Circulatiepomp apart koelcircuiten ”AC”-signaal voor koeling■ ”NC”-signaal voor koeling■ Primaire pomp 1. en 2. trap, bronpomp■ Secundaire pomp 1. en 2. trap■ Circulatiepomp voor de tapwaternaverwarming■ Boilerlaadpomp (tapwaterzijde) / 2-weg-afsluitklep■ CV-pomp voor verwarmingscircuit metmengklep M2■ Aansturing mengklepmotor verwarmingscircuitM2■ Secundaire pomp■ Aansturing verwarmingswater-doorstroomtoesteltrap 1 (installateur)Aansluitingen op regelaar- en sensorprintplaatE:aVG KM-BUSLON Steekplaats voor LON-moduleX31F..Stekkerpositie voor codeerstekkerSensoraansluitingen:■ Buitentemperatuursensor■ Buffertemperatuursensor boven■ Keteltemperatuursensorexterne warmtegenerator■ Aanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit met mengklepM2■ Aanvoertemperatuursensorinstallatie■ Aanvoertemperatuursensorsecundair circuit■ Boilertemperatuursensor boven■ Aansluiting afstandsbedieningverwarmingscircuits zonder/metmengklep A1, M2, M3■ Temperatuursensor afzonderlijkkoelcircuit■ Aanvoertemperatuursensor primaircircuit■ Retourtemperatuursensor primaircircuit■ Aanvoertemperatuursensorsecundair circuit■ Retourtemperatuursensorsecundair circuit 1. en 2. trap■ Ruimtetemperatuursensorafzonderlijk koelcircuit5442 843 NLMontage79

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Communicatiemodule LON erin steken (accessoire)X24Elektrische kabels naar het aansluitbereik warmtepompregelinginvoerenOm elektrische aansluitkabels (doorinstallateur) te leggen, de positie van deleidingdoorvoering in het toestel aan deachterkant in acht nemen (ziepagina 13).5442 843 NL80

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Elektrische kabels van warmtepomp 2. trap (type BWS) naar dewarmtepompregeling leidenABC< 42 V230 V2.< 42 VBC230 VaJBaVG1.A Aansluitbereik van warmtepomp 2.trap (type BWS) voor verbindingskabelsnaar de warmtepomp (typeBW)B Verbindingskabels 230 V~C Verbindingskabels laagspanning< 42 V met stekkers aJ en aVGD Aansluitkabel primaire pomp, indienaanwezig5442 843 NL82

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)< 42 VB C230 V4.Montage[G X[H XaVGaVGaBH[C-Ö X3.5.B Verbindingskabels 230 V~ met stekkers”X300” en aBHC Verbindingskabels laagspanning< 42 V met stekkers aJ en aVGD Aansluitkabel primaire pomp, indienaanwezig (aansluiting aan klemmen4X41.4, zie volgend hoofdstuk)5442 843 NL83

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)GevaarOndeskundig uitgevoerde bedradingenkunnen door elektrischestroom aanleiding zijn voor ernstigletsel en materiële schade.230 V-kabels en laagspanningskabelsgescheiden van elkaaraanleggen, dicht op de klemmenbundelen en met de meegeleverdekabelbinders fixeren. Daarmeewordt gegarandeerd dat ingeval van storing, bijv. bij het losrakenvan een ader, verschuivenvan aders naar een aangrenzendspanningsgebied wordt voorkomen.Sensoren aansluiten■ Plaats van de printplaten (klem- enstekkeraanduidingen) zie vanafpagina 76.■ Voorbeelden voor de aansluiting vansensoren zie installatievoorbeeldenvanaf pagina 45.■ Aansluitingen van alle sensoren op deregelaar- en sensorprintplaat ziepagina 236.Sensor / KM-BUSKM-bus-verdelerBuffertemperatuursensorBuitentemperatuursensorBoilertemperatuursensor bovenAanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit metmengklep (M2)Aanvoertemperatuursensor installatie (met dompelhuls,achter verwarmingswaterbuffer of externewarmtegenerator)Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (directe verwarmingscircuitA1 of afzonderlijke koelcircuit)Ruimtetemperatuursensor afzonderlijk koelcircuitKeteltemperatuursensor externe warmtegeneratorAansluiting op regelaar- ensensorprintplaataVGF4F0F6F12F13F14F16F205442 843 NL84

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Aansluiting aanvoer-/retourtemperatuursensor primair circuit, 2-traps warmtepomp3.aS2.[G XaSaDaDMontage4.< 42 V1.[G XaS Aanvoertemperatuursensor primaircircuitaD Retourtemperatuursensor primaircircuit!OpgeletSensorkabels kenmerken.Sensorkabels en gedemonteerdekabels (met stekker aS/aD) met bijgevoegde kabelbinderssamen met de overige laagspanningsleidingenvastmaken.5442 843 NL85

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Pompen aansluiten■ Plaats van de printplaten (klem- enstekkeraanduidingen) zie vanafpagina 76.■ Voorbeelden voor de aansluiting vanpompen zie installatievoorbeeldenvanaf pagina 45.■ Aansluitingen van alle pompen aan debasisprintplaat met uitbreiding ziepagina 228.Aansluiting van alle ?- en N-kabelsaan de rangeerprintplaat ziepagina 233■ Instelling van de parameters zie vanafpagina 176.Toestel Aansluiting Benodigde parametrering:Parameter Ó instellingCirculatiepomp voor de boilerverwarming(verwarmingswaterzijde)(max. 130 W)211.4X1.?X2.N”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000” Ómet tapwateropwarmingBoilerlaadpomp (alleen bijboilerlaadsysteem, tapwaterzijde)(max. 130 W)CV-pomp verwarmingscircuitzonder mengklep A1(max. 100 W)Secundaire pomp(max. 130 W)CV-pomp verwarmingscircuitmet direct aangestuurdemengklep M2(max. 100 W)CV-pomp verwarmingscircuitmet mengklep M3(max. 100 W)86224.6X1.?X2.N212.2X1.?X2.N211.2X1.?X2.N225.1X1.?X2.NStekkers sÖop de uitbreidingsset”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000” Ómet tapwateropwarming”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000” Ómet verwarmingscircuit A1”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000”Ó ”1” tot ”11””Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000” Ómet verwarmingscircuit M2”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000” Ómet verwarmingscircuit M35442 843 NL

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Toestel Aansluiting Benodigde parametrering:Parameter Ó instellingCirculatiepomp afzonderlijkkoelcircuit met AC-koeling(max. 10 W)212.1X1.?X2.N”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000”Ó ”0” tot ”10””Koeling”■ ”Koeling 7100” Ó ”3”■ ”Koelcircuit 7101” Ó ”4”Zonnecircuitpomp R1 (collectorpomp,tapwater)Zie montagehandleidingVitosolicTapwatercirculatiepomp(max. 50 W)Primaire pomp(max. 200 W)aansturing bronpomp(max. 200 W)OpmerkingParallelle aansluiting metprimaire pompop ”R1” van deVitosolic212.3X1.?X2.N211.1X1.?X2.N211.1X1.?X2.Ngeen parametrering nodigUitgebreid menu:”Tijdprg. circulatie” Ó Schakeltijdeninstellengeen parametrering nodiggeen parametrering nodigMontageCirculatiepomp voor de tapwaternaverwarming(max. 100 W)Zonnecircuitpomp voor deopwarming van de verwarmingswaterbufferR4224.7X2.Nop ”R4” van deVitosolic”Ext. warmtegenerator”■ ”Externe warmtegenerator7B00” Ó 1■ ”Externe warmtegeneratorvoor warm water 7B0D” Ó 1geen parametrering nodig5442 843 NL87

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Extra pompen voor 2-traps warmtepomp (type BW/BWS)Toestel Aansluiting Benodigde parametrering:Parameter Ó instellingCirculatiepomp voor boileropwarmingwarmtepomp2. trap (aan verwarmingswaterzijde)(max. 130 W)224.5X1.?X2.N”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000” Ómet tapwateropwarmingOpmerkingDe vrijgave voor de 2-traps werkinggebeurt bij inbedrijfstellingdoor de gecertificeerde partnervoor warmtepompen.Primaire pomp warmtepomp2. trap(max. 130 W)Secundaire pomp warmtepomp2. trap(max. 200 W)224.2X1.?X2.N224.3X1.?X2.Ngeen parametrering nodig”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000”Ó ”1” tot ”11”5442 843 NL88

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Aansluiting temperatuurbewaker als begrenzing maximumtemperatuur voorvloerverwarmingAansluiting temperatuurbewakeralgemeenAansluitset met thermostaat(bestelnr. 7151 728, 7151 729)X2.NX1. ?ABX2.NX1. ?ABsÖMontageCM1~CM1~A Aansluiting aanBasisprintplaat met uitbreiding zievolgende tabelB TemperatuurbewakerC CV-pomp A1, M2A Aansluiting aan Basisprintplaat metuitbreiding zie volgende tabelB TemperatuurbewakerC CV-pomp A1, M2Thermostaat voor verwarmingscircuitAansluiting aan basisprintplaatmet uitbreidingVerwarmingscircuit A1 zonder verwarmingswaterbuffer 211.2Verwarmingscircuit A1 met verwarmingswaterbuffer 212.2Verwarmingscircuit M2 225.15442 843 NL89

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Aansluitset met thermostaat(bestelnr. 7151 728, 7151 729) aan uitbreidingssetvoor verwarmingscircuitmet mengklep M3AsÖBsÖCM1~A Stekker sÖ voor uitbreidingssetB TemperatuurbewakerC CV-pomp M3Aansluitingen voor ombouw van type BW naar type WW■ Plaats van de printplaten (klem- enstekkeraanduidingen) zie vanafpagina 76.■ Voorbeelden voor de aansluiting vanpompen en sensoren zie installatievoorbeeldenvanaf pagina 45.■ Aansluitingen van alle pompen aan debasisprintplaat met uitbreiding ziepagina 228.Aansluiting van alle ?- en N-kabelsaan de rangeerprintplaat ziepagina 233■ Aansluitingen van alle sensoren op deregelaar- en sensorprintplaat ziepagina 236.■ Instelling van de parameters zie vanafpagina 176.5442 843 NL90

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Toestel Aansluiting Benodigde parametrering:Parameter Ó instellingBronpomp(max. 200 W)Vermogensrelais voor bronpomp(gemeenschappelijkeaansluiting met primairepomp)Drukbewaker primair circuitof/en vorstbeveiligingsthermostaat(in serieschakeling)ofBrugStromingsbewaker broncircuit211.1X1.?X2.NX3.8X3.9X3.3X3.4geen parametrering nodiggeen parametrering nodiggeen parametrering nodigMontageOverige componenten■ Plaats van de printplaten (klem- enstekkeraanduidingen) zie vanafpagina 76.■ Voorbeelden voor de aansluiting vanpompen, mengkleppen en sensorenzie installatievoorbeelden vanafpagina 45.■ Aansluitingen van alle pompen enmengkleppen aan de basisprintplaatmet uitbreiding zie pagina 228.Aansluiting van alle ?- en N-kabelsaan de rangeerprintplaat ziepagina 233■ Aansluitingen van alle sensoren op deregelaar- en sensorprintplaat ziepagina 236.■ Instelling van de parameters zie vanafpagina 176.5442 843 NL91

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Toestel Aansluiting Benodigde parametrering:Parameter Ó instellingDirect aangestuurde mengklepmotorverwarmingscircuitM2225.3V OPEN1X1.?1X2.N225.2v DICHT”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000” Ómet verwarmingscircuit M2Uitbreidingsset met mengklepvoor verwarmingscircuitM3 via KM-BUS.aVGÓ aVGaVGÓ aVG”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000” Ómet verwarmingscircuit M3OpmerkingCodeerschakelaar uitbreidingssetinstellen (zie montagehandleidinguitbreidingsset).Afstandsbediening (bijv.Vitotrol 200)aVGÓ aVGaVGÓ aVG”Verwarmingscircuit 1”of”Verwarmingscircuit 2”of”Verwarmingscircuit 3”■ ”Afstandsbediening2003/3003/4003” Ó ”1”OpmerkingCodeerschakelaar afstandsbedieningvoor verwarmingscircuittoewijzinginstellen (zie montagehandleidingafstandsbediening)Externe uitbreiding H1(KM-BUS-deelnemer)aVGÓ aVGaVGÓ aVGVitocom 100aVGÓ aVG(KM-BUS-deelnemer) aVGÓ aVGVitosolic 100 1 aVGÓ 72 aVGÓ 8”Installatiedefinitie”■ ”Externe uitbreiding 7010”Ó ”1””Installatiedefinitie”■ ”Vitocom 100 7017” Ó ”1””Solar”■ ”Type solarregeling 7A00”Ó ”1”5442 843 NL92

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Toestel Aansluiting Benodigde parametrering:Parameter Ó instellingVitosolic 200aVGÓ aVGaVGÓ aVG”Solar”■ ”Type solarregeling 7A00”Ó ”2”Tweewegmotorklep en boilerlaadpomp(aan tapwaterzijde,tapwateropwarmingmet boilerlaadsysteem;beide componenten aan224.6)Koelfuncties224.6X2.NX1.?(Pos. eZ/eEpagina)■ Plaats van de printplaten (klem- enstekkeraanduidingen) zie vanafpagina 76.■ Voorbeelden voor de aansluiting vande koelfunctie zie installatievoorbeeldenvanaf pagina 45.■ Aansluitingen van de koelfunctie aande basisprintplaat met uitbreiding ziepagina 228.Aansluiting van alle ?- en N-kabelsaan de rangeerprintplaat ziepagina 233”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000” Ómet tapwateropwarming■ Aansluitingen van alle sensoren op deregelaar- en sensorprintplaat ziepagina 236.■ Instelling van de parameters zie vanafpagina 176.5442 843 NLMontage93

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Koelfunctie Aansluiting Benodigde parametrering:Parameter Ó instellingNatural cooling met uitbreidingsset zonder mengklepNC-signaal (230 V~)211.5ÓX2.4X2.NÓX2.3X1.?ÓX5.?Natural cooling met uitbreidingsset met mengklepNC-signaal (230 V~) 211.5ÓX2.4X2.NÓX2.3X1.?ÓX5.?Mengklep (via KM-bus)aVGÓ aVGaVGÓ aVG”Koeling”■ ”Koeling 7100” Ó ”1”■ ”Koelcircuit 7101” Ó ”1”(verwarmingscircuit A1)of”Koelcircuit 7101” Ó ”2”(verwarmingscircuit M2)of”Koelcircuit 7101” Ó ”3”(verwarmingscircuit M3)of”Koelcircuit 7101” Ó ”4”(afzonderlijk koelcircuit)”Koeling”■ ”Koeling 7100” Ó ”2”■ ”Koelcircuit 7101” Ó ”1”(verwarmingscircuit A1)of”Koelcircuit 7101” Ó ”2”(verwarmingscircuit M2)of”Koelcircuit 7101” Ó ”3”(verwarmingscircuit M3)of”Koelcircuit 7101” Ó ”4”(afzonderlijk koelcircuit)5442 843 NL94

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Koelfunctie Aansluiting Benodigde parametrering:Parameter Ó instellingActive cooling (beide signalen vereist)AC-signaal (230 V~) 212.1X2.NX1.?NC-signaal (230 V~) 211.5X2.NX1.?”Koeling”■ ”Koeling 7100” Ó ”3”■ ”Koelcircuit 7101” Ó ”1”(verwarmingscircuit A1)of”Koelcircuit 7101” Ó ”2”(verwarmingscircuit M2)of”Koelcircuit 7101” Ó ”3”(verwarmingscircuit M3)of”Koelcircuit 7101” Ó ”4”(afzonderlijk koelcircuit)MontageRuimtetemperatuursensor afzonderlijkkoelcircuit (bestelnr. 7408 012)OpmerkingGeen parametrering nodig.F16A913bF16BA Aansluiting op regelaar- en sensorprintplaatB Ruimtetemperatuursensor(Ni 500)Verwarmingswater-doorstroomelement (installateur)AansluitingMontagehandleidingVerwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur).5442 843 NL95

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Aansturing en belastingscircuit van het verwarmingswater-doorstroomtoestelL1L2L3N?211.3B 224.4X2.N?!AA Verwarmingswater-doorstroomtoestelB Aansluiting aan basisprintplaat metuitbreiding en aan rangeerprintplaat211.3 1. trap224.4 2. trapBenodigde parametrering:Parameter Ó instelling”Elektrische verwarming”■ ”Verw.water-doorstroomt. 7900” Ó ”1”■ evt. ”Verwarmen met elektro 7902” Ó ”1”Blokkering energiebedrijfDoor het signaal van het contact energiebedrijf (blokkering door energiebedrijf) wordtgezorgd voor uitschakeling van de spanning van het betreffende onderdeel (afhankelijkvan het energiebedrijf).5442 843 NL96

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)X3.7AX3.6BA Klemmen op rangeerprintplaatB Spanningsloos verbreekcontactSchakelvermogen 230 V~, 0,15 A,bij aansluiting de brug verwijderenContact open:Contact gesloten:Blokkering energiebedrijfactiefBlokkering energiebedrijfnietactiefExterne warmtegenerator■ Plaats van de printplaten (klem- enstekkeraanduidingen) zie vanafpagina 76.■ Voorbeelden voor de aansluiting vanpompen en mengkleppen zie installatievoorbeeldenvanaf pagina 45.■ Aansluitingen van alle pompen enmengkleppen aan de basisprintplaatmet uitbreiding zie pagina 228.Aansluiting van alle ?- en N-kabelsaan de rangeerprintplaat ziepagina 233■ Aansluitingen van alle sensoren op deregelaar- en sensorprintplaat ziepagina 236.■ Instelling van de parameters zie vanafpagina 176.Opmerking■ Geen parametrering nodig.■ De compressor wordt ”hard” uitgeschakeldzodra het contact opengaat.■ Bij het verwarmingswater-doorstroomtoestelkunnen de uit te schakelentrappen worden gekozen. Zieparameter ”Trap bij blokkering doorenergiebedrijf 790A” op pagina 204.Meer informatie zie vanaf pagina 106.!OpgeletWarmtepomp tegen temperaturenvan meer dan 70°C van deexterne warmtegeneratorbeschermen.Veiligheidstemperatuurbegrenzer(STB) monteren of indiennodig extra maatregelen treffen(bijv.tweede STB om desecundaire pomp uit te schakelen).5442 843 NLMontage97

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Opmerking■ Het schakelcontact voor de aanvraagvan een externe warmtegenerator inde warmtepomp is een spanningsloossluitcontact dat bij warmtevraag wordtgesloten.■ Het contact mag bij externe spanningstoevoermet 230 V~/4(2) A wordenbelast. Geen laagspanning via hetcontact leiden, daarvoor moet door deinstallateur een relais worden gemonteerd.■ De keteltemperatuursensor vanexterne warmtegeneratoren (stekkerF20) moet de mediumtemperatuur vande externe warmtegenerator vastleggen.C Aansluiting op de externe warmtegeneratorop klemmen voor deexterne aanvraagD VeiligheidstemperatuurbegrenzerSTB (instelling op 70°C) voor debescherming van de warmtepompK1 Relais, dimensionering volgens deexterne warmtegenerator, veiligheidsvoorschriftenrespecterenX3.1 B222.3222.4DACK1X2.NA Klemmen op basisprintplaat met uitbreiding:Contactbelasting 230 V~,4(2) A, spanningsloos contactB Brug van X3.1 (rangeerprintplaat)naar 222.3 (basisprintplaat met uitbreiding)leggen5442 843 NL98

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Toestel Aansluiting Benodigde parametrering:Parameter Ó instellingMengklepmotor externewarmtegeneratorAansturing van een externewarmtegeneratorCirculatiepomp voor de tapwaternaverwarmingExterne bijschakelingen222.2V OPENX1.?X2.N222.1v DICHT222.3222.4224.7X1.?X2.N”Ext. warmtegenerator”■ ”Externe warmtegenerator7B00” Ó ”1””Ext. warmtegenerator”■ ”Externe warmtegenerator7B00” Ó ”1””Ext. warmtegenerator”■ ”Externe warmtegenerator7B00” Ó ”1”MontageDe bijschakelingen kunnen alternatief via de ”externe uitbreiding H1” worden aangesloten.Montagehandleiding ”Externe uitbreiding H1”OpmerkingAls de componenten voor de zwembadverwarming op de ”Externe uitbreiding H1”aangesloten zijn, kan geen verdere bijschakeling (bijv. modus-omschakeling) wordenaangesloten.■ Plaats van de printplaten (klem- enstekkeraanduidingen) zie vanafpagina 76.■ Voorbeelden voor de aansluiting vanpompen, mengkleppen en sensorenzie installatievoorbeelden vanafpagina 45.■ Aansluitingen van alle pompen enmengkleppen aan de basisprintplaatmet uitbreiding zie pagina 228.Aansluiting van alle ?- en N-kabelsaan de rangeerprintplaat ziepagina 233■ Aansluitingen van alle sensoren op deregelaar- en sensorprintplaat ziepagina 236.■ Instelling van de parameters zie vanafpagina 176.5442 843 NL99

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Externe aanvraag, externe mengklep ”OPEN”, modus-omschakelingX3.13ABX3.12A Klemmen op rangeerprintplaatB Spanningsloos maakcontact buitende warmtepompregeling (van installateur)Schakelvermogen 230 V~; 2 mABenodigde parametreringFunctieExterne vraagExterne mengklep ”OPEN”Externe omschakeling van dewerkingsmodusParameter Ó instellingGeen parametrering nodig, de gewenste aanvoertemperatuurbij externe aanvraag kan opgegevenworden (parameter”Gewenste aanvoertemperatuurexterne aanvraag 730C”, ziepagina 209).”Installatiedefinitie”■ ”Externe aanvraag mengklep open 7014”Ó ”0” tot ”7” (zie pagina 188). Parameter”Gewenste aanvoertemperatuur externeaanvraag 730C” in acht nemen (ziepagina 209).”Installatiedefinitie”■ ”Modus-omschakeling verwarmingscircuits7011” Ó ”0” tot ”10” (zie pagina 183)■ ”Modus-omschakeling werking 7012”Ó ”0” tot ”3” (zie pagina 185)■ ”Modus-omschakeling duur 7013” Ó ”0”tot ”12” (zie pagina 187)5442 843 NL100

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Extern blokkeren, externe mengklep”DICHT”X3.2ABX3.14A Klemmen op rangeerprintplaatB Spanningsloos maakcontactSchakelvermogen 230 V~; 2 mABenodigde parametreringFunctieExtern blokkerenExterne mengklep ”DICHT”Parameter Ó instelling”Installatiedefinitie”■ ”Werking Extern Blokkeren 701A” Ó ”0”tot ”31”.”Installatiedefinitie”■ ”Extern blokkeren mengklep dicht 7015”Ó ”0” tot ”8” (zie pagina 188)Parameter ”Werking extern blokkeren701A” in acht nemen.MontageGroepsalarmmelding223.1A223.2L1230V~, 0,5 ANOpmerking■ Geen parametrering nodig.■ Het contact geeft een korte impuls bijhet inschakelen van de netvoeding.Impuls bij verwerking van de meldingvia communicatietechniek respecteren.A Klemmen op basisprintplaat met uitbreidingPotentiaalvrij contact in de warmtepomp,in storingsvrij bedrijf geopend(spanning > 42 V)Schakelvermogen 230 V~; 4(2) A5442 843 NL101

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)ZwembadverwarmingOpmerking■ Aansturing van de zwembadverwarming met KM-bus via ”Externe uitbreiding H1”.■ Aansluitingen op ”Externe uitbreiding H1” alleen volgens de volgende afbeeldingmaken.■ Op stekker gÖ alleen de circulatiepomp voor de zwembadverwarming E volgensde volgende afbeelding aansluiten. De aansluiting van een filtercircuitpomp moetafzonderlijk plaatsvinden.■ Als de componenten voor de zwembadverwarming op de ”Externe uitbreidingH1” aangesloten zijn, kan geen verdere bijschakeling (bijv. modus-omschakeling)worden aangesloten.BA aVGfÖL?NaVG321aVD321gÖN?LL1?NCDL2 ?L1 L3FEM3~A Aansluiting op regelaar- en sensorprintplaatB Externe uitbreiding H1C Temperatuurregelaar voor zwembadtemperatuurregeling(spanningslooscontact, 230 V~; 0,1 A;accessoires)D Aftakdoos (van installateur)E Zekeringen en vermogensrelaisvoor de circulatiepomp van dezwembadverwarming (accessoires)F Circulatiepomp voor de zwembadverwarming(accessoire)G 3-weg-omschakelklep ”zwembad”(stroomloos: verwarming verwarmingswaterbuffer)5442 843 NL102

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)Benodigde parametreringParameter Ó instelling”Installatiedefinitie”■ ”Externe uitbreiding 7010” Ó ”1”■ ”Zwembad 7008” Ó ”1”Cascadeaansturing via KM-BUSAansluitingen op ”Externe uitbreidingH1” alleen volgens de volgende afbeeldingmaken.5442 843 NLMontage103

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)A 2aVG1X3.10X3.11L223.1223.2DX3.12X3.13EB230VC321aVGN?LsAL?NfÖL1?NFX3.12X3.13230VN?LsK223.1223.2GHX3.12X3.13230VN?LsÖ223.1223.2KNL1A 1. warmtepomp (hoofdtoestel)B KM-busC Externe uitbreiding H1D Spanningsloos contact ”Externevraag ”E 1. volgende warmtepompAansluiting op contact voor ”Externevraag ”F Spanningsloos contact ”Externevraag ”5442 843 NL104

MontageverloopElektrisch aansluiten (vervolg)G 2. volgende warmtepompAansluiting op contact voor ”Externevraag ”H Spanningsloos contact ”Externevraag ”K 3. volgende warmtepompL Ingang groepsalarmmelding volgendewarmtepompOpen contact X3.10/X3.11 genereertmelding (zie groepsalarmmeldingpagina 101).Benodigde parametreringToestelHoofdtoestelvolgende warmtepompOpmerkingDe parametrering bij alle volgendewarmtepompen uitvoeren.Parameter Ó instelling”Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000” Ó ”0” tot ”10”■ ”Externe uitbreiding 7010” Ó ”1”■ ”Cascadeaansturing 700A” Ó ”1”■ ”Vermogen volg-warmtepomp 700B” Ó ”0”tot ”255”■ ”Aantal externe warmtepompen 5735”Ó ”1” tot ”3””Installatiedefinitie”■ ”Installatieschema 7000” Ó ”11”■ ”Cascadeaansturing 700A” Ó 0■ ”Gewenste aanvoertemperatuur externeaanvraag 730C” Ó ”0” tot ”70” (ziepagina 209)5442 843 NLMontage105

MontageverloopNetaansluitingGevaarOndeskundig uitgevoerde elektrischeinstallaties kunnen doorelektrische stroom aanleiding zijnvoor ernstige verwondingen enmateriële schade.Netaansluiting en veiligheidsmaatregelen(bijv. aardlekschakelaar)moeten volgens de volgendevoorschriften worden uitgevoerd:■ IEC 60364-4-41■ NEN-voorschriften■ Aansluitvoorwaarden van hetplaatselijke energiebedrijf■ De netaansluitkabel van deregeling met max. 16 A zekeren.Scheidingsinrichtingen voor ongeaardekabels■ De hoofdschakelaar (indien aanwezig)moet gelijktijdig alle ongeaardekabels met min. 3 mm contactopeningvan het net scheiden.■ Als geen hoofdschakelaar wordtgeplaatst, moeten alle ongeaardekabels door de voorgeschakelde aardlekschakelaarmet min. 3 mm contactopeningvan het net worden gescheiden.GevaarVerkeerde aansluiting van aderskan tot ernstig letsel en materiëleschade aan het toestel leiden.Aders ”L” en ”N” niet verwisselen.GevaarOntbrekende aarding van installatiecomponentenkan bij eenelektrisch defect door elektrischestroom tot ernstige verwondingenleiden.Toestel en leidingen moeten metde equipotentiaalverbinding vanhet huis verbonden zijn.5442 843 NL106

MontageverloopNetaansluiting (vervolg)Netaansluiting in het algemeenAanwijzingen voor de netaansluitingcompressor■Opgelet! Verkeerde fasenvolgorde kanschade aan het toestel veroorzaken.De netaansluiting van de compressorabsoluut maken in deaangegeven fasenvolgorde(zie aansluitklemmen) metrechtsdraaiend draaiveld.■ Als compressor en/of verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur) oplaag tarief worden gebruikt (blokkeringdoor energiebedrijf), moet nog eenkabel (bijv. NYM 3 x 1,5 mm 2 ) voor hetschakelcontact blokkering energiebedrijfvan de meterkast naar de regelingworden aangelegd.Aanwijzingen bij de netaansluitingwarmtepompregeling■ De netaansluiting voor de warmtepompregelingmag max. met 16 Agezekerd zijn.■ Wij adviseren de netaansluiting vooraccessoires en externe componenten,die niet op de regeling worden aangesloten,op dezelfde zekering, minstensechter fasengelijk met de regeling aante brengen.De aansluiting op dezelfde zekeringverhoogt de veiligheid bij netuitschakelingen.De opgenomen stroom vande aangesloten verbruikers moet wordengerespecteerd (zie pagina 249).■ De netaansluiting van de warmtepompregeling(3 x 1,5 mm 2 ) en de leidingvoor het blokkeringsignaal energiebedrijfkunnen in een 5-aderige leidingworden samengebracht. Technischeaansluitvoorwaarden van hetenergiebedrijf respecteren.5442 843 NLMontage107

MontageverloopNetaansluiting (vervolg)Aanwijzingen bij blokkering doorenergiebedrijf■ In overleg met het energiebedrijf kunnenverschillende tarieven voor devoeding van de laststroomkringenworden overeengekomen.■ De voeding voor de regeling/elektronicamoet zonder blokkering van hetenergiebedrijf plaatsvinden; uitschakelbaretarieven mogen hier niet wordentoegepast.■ De toewijzing van de blokkering doorhet energiebedrijf (voor compressoren/of verwarmingswater-doorstroomtoestel)vindt plaats via het type aansluitingen een instelling van de regeling(zie pagina's 111, 204). De blokkeringvan de netvoeding is in Duitslandop max. 3 maal 2 uur binnen eendag (24 h) begrensd.Netaansluitkabels aansluitenDe netaansluiting is in 2 bereiken met 2netaansluitkabels onderverdeeld:230 V~ 1/N/PEA400 V~ 3/PEBA Netaansluiting warmtepompregelingB Netaansluiting compressor 1. en 2.trapAanbevolen netaansluitkabels:TypeWarmtepompregeling(230 V~)Compressor (400 V~)max. kabellengteBW 121 3 x 1,5 mm 2 4 x 2,5 mm 2 50 mBWS 121 — 4 x 2,5 mm 2 50 mBW 129 3 x 1,5 mm 2 4 x 4,0 mm 2 50 m5442 843 NL108

MontageverloopNetaansluiting (vervolg)TypeWarmtepompregeling(230 V~)Compressor (400 V~)max. kabellengteBWS 129 — 4 x 4,0 mm 2 50 mBW 145 3 x 1,5 mm 2 4 x 6,0 mm 2 40 mBWS 145 — 4 x 6,0 mm 2 40 mGevaarBeschadigde kabelisolatie kantot letsel en schade aan het toestelleiden.Kabels zo aanleggen dat ze niettegen sterk warmtegeleidende,vibrerende of scherpe onderdelenliggen.MontageNetaansluitkabel warmtepompregeling aansluiten (230 V~)1.1/N/PE230 V,50 HzL1 N ?2.[CYK X .[XA X .[YA X .5442 843 NL109

MontageverloopNetaansluiting (vervolg)OpmerkingDeze aansluiting mag niet geblokkeerdworden.■ Zekering max. 16 A■ Normaal tarief (geen laag tarief metuitschakeling mogelijk)Netaansluitkabel compressor aansluiten (400 V~)Eentraps (type BW)1.3/PE400 V,50 Hz? L2L3 L12.5442 843 NL110

MontageverloopNetaansluiting (vervolg)Tweetraps (type BW/BWS)1.2.3/PE400 V,50 Hz? L2L3 L1Montage■ Beveiliging volgens het compressorvermogen(zie technische gegevens).■ Laag tarief en blokkering energiebedrijftoepasbaar.■ Bij gebruik van laag tarief met blokkeringenergiebedrijf geen parametreringnodig. De compressor is tijdens deblokkeringtijd buiten werking.Netvoeding met blokkering energiebedrijfBlokkering door energiebedrijf zonder lastscheiding van installateur5442 843 NLHet blokkeringsignaal van het energiebedrijfwordt direct op de warmtepompregelingaangesloten. Bij actieve blokkeringdoor energiebedrijf worden beidecompressoren (type BW/BWS) ”hard”uitgeschakeld.Met de parameter ”Trap bij blokkeringdoor energiebedrijf” wordt ingesteld ofen op welke trap een verwarmingswaterdoorstroomtoestel(installateur) tijdensde blokkering in bedrijf blijft (ziepagina 204).111

MontageverloopNetaansluiting (vervolg)OpmerkingTechnische aansluitvoorwaarden vanhet betreffende energiebedrijf respecteren.Eentraps (type BW)AX3.7X3.6 BC35 43≈3kWhkWhD3/NE3/NH4F4G4Weergegeven zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar.A Warmtepompregeling (aansluitingop rangeerprintplaat, ziepagina 233)B Verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur)C Compressor warmtepomp (typeBW)D Meter hoog tariefE Impulsfrequentieontvanger (contactgeopend: blokkering actief)F Zekering impulsfrequentieontvangerG Voeding TNC-systeemH Meter laag tarief5442 843 NL112

MontageverloopNetaansluiting (vervolg)Tweetraps (type BW/BWS)AX3.7X3.6 BCK35 443≈3MontagekWhkWh3/NDE3/NH4F4G4Getoond zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar.A Warmtepompregeling (aansluitingop rangeerprintplaat, ziepagina 233)B Verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur)C Compressor warmtepomp 1. trap(type BW)D Meter hoog tariefE Impulsfrequentieontvanger (contactgeopend: blokkering actief)F Zekering impulsfrequentieontvangerG Voeding TNC-systeemH Meter laag tariefK Compressor warmtepomp 2. trap(type BWS)5442 843 NL113

MontageverloopNetaansluiting (vervolg)Blokkering door energiebedrijf met lastscheiding van installateurHet signaal blokkering door energiebedrijfwordt aan het door de installateur tevoorziene relais van de laagtarief-netvoedingen in de warmtepompregeling(warmtepomp type BW) aangesloten. Bijactieve blokkering door het energiebedrijfworden beide compressoren (typeBW+BWS) en het verwarmingswaterdoorstroomtoestel(installateur) ”hard”uitgeschakeld.OpmerkingTechnische aansluitvoorwaarden vanhet betreffende energiebedrijf respecteren.Eentraps (type BW)AX3.7X3.6BCDE35 43kWh≈3kWh3/N F G3/NH4 4K4Weergegeven zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar.5442 843 NL114

MontageverloopNetaansluiting (vervolg)A Warmtepompregeling (aansluitingop rangeerprintplaat, ziepagina 233)B Verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur)C Compressor warmtepomp (typeBW)D Netaansluiting regelingE HoofdschakelaarF Meter hoog tariefG Impulsfrequentieontvanger (contactgeopend: blokkering actief) metzekeringH Meter laag tariefK Voeding TNC-systeemTweetraps (type BW/BWS)AX3.7X3.6BCLMontageD35 44E3kWh≈3kWh3/N F3/NG4 4HKGetoond zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar.45442 843 NLA Warmtepompregeling (aansluitingop rangeerprintplaat, ziepagina 233)B Verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur)C Compressor warmtepomp 1. trap(type BW)D Netaansluiting regelingE HoofdschakelaarF Meter hoog tarief115

MontageverloopNetaansluiting (vervolg)G Impulsfrequentieontvanger (contactgeopend: blokkering actief) metzekeringH Meter laag tariefK Voeding TNC-systeemL Compressor warmtepomp 2. trap(type BWS)FasenbewakerDe fasenbewaker is bij type BW in defabriek gemonteerd en is voor type BWSals accessoire te verkrijgen.De fasenbewaker wordt voor de bewakingvan de netvoeding van de compressorgebruikt.De volgende netafwijkingen zijn in detoestand bij levering toegestaan:Over-/onderspanning 15 %Fasenasymmetrie 15 %Schakelvertraging4 sAls deze tolerantiegrenzen worden overschreden,schakelt de fasenbewaker uit(schakelcontact opent).Als de waarden weer binnen de tolerantiegrenzenliggen, schakelt de fasenbewakerhet net automatisch weer vrij.Als het relais is aangesproken, moet deoorzaak worden verholpen. Een ontgrendelingof terugstelling van het relaisis niet nodig.5442 843 NL116

MontageverloopNetaansluiting (vervolg)ABCUAsy102 %10%564t120.1121114L3L2L1A2A12015UAsyPhRelHGFEDDA Over-/onderspanning in %B Fasenasymmetrie in %C Schakelvertraging in sD Gebruikt contact in het veiligheidscircuit(maakcontact)E Werkingsindicatie (”Rel”)F Storingsindicator fasenuitval/fasenvolgorde(”Ph”)G Storingsindicator asymmetrie(”Asy”)H Storingsindicator over-/onderspanning(”U”)Verklaring van de lichtdiodes■ LED ”Rel” brandt groen:Alle spanningen en draaiveld (rechtsdraaiend)zijn in orde.■ LED ”Ph” brandt rood:Relais is geactiveerd, draaiveld islinksdraaiend.■ Alle LED's uit:Een of meerdere fasen ontbreken.■ LED ”U” brandt rood:Verkeerde spanning op één/meerderefasen.■ LED ”Asy” brandt rood:Asymmetrie op één/meerdere fasen.MontageAansluiting op klemmen X3.8/X3.9 makenNa de netaansluiting moet op de klemmen1X3.8 en 1X3.9 een van de volgendecomponenten worden aangesloten:■ Drukbewaker primair circuit of/envorstbeveiligingsthermostaatof■ Meegeleverde brug5442 843 NL117

MontageverloopWarmtepomp sluitenOpgelet! Toestel geluiddicht en diffusiedichtafsluiten.Dichtheid van de interne hydraulischeverbindingen controleren.Opgelet! Om schade door condenswateren sterke geluidsontwikkeling tevermijdenRegelingsdeur afsluiten.GevaarOntbrekende aarding van installatiecomponentenkan bij eenelektrisch defect door elektrischestroom tot ernstige verwondingenleiden.Aardleider op frontplaat en zijplaatmonteren.1.2.1.5442 843 NL118

MontageverloopWarmtepomp sluiten (vervolg)4.10x6.6.5.Doorvoertules controleren!OpgeletToestel geluiddicht en diffusiedichtafsluiten.Bij de slangdoorvoeringen op dejuiste plaats van de doorvoertulesA letten.Doorvoertules A evt. met plakbandafdichten.5442 843 NLMontage119

MontageverloopDoorvoertules controleren (vervolg)A5442 843 NL120

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudStappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoudZie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappenStappen voor de eerste inbedrijfstellingStappen voor de inspectieStappen voor het onderhoudPagina• • • 1. Warmtepomp openen..................................................... 122• 2. Protocollen maken.......................................................... 122• • • 3. Koelcircuit op dichtheid controleren............................ 123• 4. Primaire zijde vullen en ontluchten.............................. 123• 5. Secundaire zijde vullen en ontluchten......................... 123• 6. Solarcircuit vullen en ontluchten.................................. 124• • • 7. Expansievat en druk van het primaire circuit/verwarmingscircuit controleren.................................... 124• 8. Inbedrijfstelling-assistent.............................................. 124• 9. Warmtepompregeling in LON integreren..................... 127• • • 10. Warmtepomp sluiten• 11. Instrueren van de installatiegebruiker.......................... 1285442 843 NLService121

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappenWarmtepomp openenGevaarHet aanraken van spanning voerendeonderdelen kan door elektrischestroom tot ernstige verwondingenleiden.Aansluitbereiken (warmtepompregelingen netaansluitingen, ziepagina 76) niet aanraken.GevaarOntbrekende aarding van onderdelenkan bij een elektrischdefect door elektrische stroom toternstige verwondingen enbeschadiging van onderdelen leiden.Alle aardleidingverbindingenabsoluut weer aanbrengen.1. Frontplaat in omgekeerde volgordedemonteren (zie pagina).2. Na beëindiging werkzaamhedenwarmtepomp sluiten, ziepagina 118.Zie ook de bedieningshandleidingvoor de inbedrijfstelling vanhet toestel.!OpgeletOm schade aan het toestel tevoorkomen, moet tussen opstellingen inbedrijfstelling van hettoestel min. 30 min liggen.Werkzaamheden aan het koelcircuitmogen alleen door eenkoeltechnicus worden uitgevoerd.Protocollen makenDe vastgestelde meetwaarden van dehierna beschreven eerste inbedrijfstellingin de protocollen vanaf pagina 244noteren.5442 843 NL122

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Koelcircuit op dichtheid controlerenBij ondichtheden moet de warmtepompmoduledoor een koeltechnicus wordengecontroleerd.Primaire zijde vullen en ontluchtenEerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud!OpgeletOm schade aan het toestel tevoorkomen,primaire zijde voor het inschakelenvan de netspanning vullen.1. Voordruk van het expansievat controleren(zie pagina 124).2. Primair circuit met warmtedragendmedium van Viessmann vullen enontluchten.OpmerkingEr moet vorstbescherming tot -15 ℃zijn.3. Aansluitingen controleren op lekkage.Defecte of verschoven afdichtingsringenvervangen.Secundaire zijde vullen en ontluchten5442 843 NL!OpgeletOm schade aan het toestel tevoorkomen,elektrische componenten op deregelingsdeur tegen uittredendevloeistof beschermen.OpmerkingVoor het vullen van de installatieVDI 2035 blad 1 in acht nemen.1. Eventueel aanwezige terugstroomblokkeringvan installateur openen.2. Voordruk van het expansievat controleren(zie pagina 124).3. Secundair circuit vullen (spoelen) enontluchten:4.!OpgeletOm schade aan het toestel tevoorkomen dichtheid van deaanvoer- en retouraansluitingenvan het secundaire circuitop de warmtepomp controleren.Bij lekkage toestel direct uitschakelen,water aftappen enafdichtingringen controleren.Verschoven afdichtingsringenbeslist vervangen.5. Installatiedruk controleren, evt. waterbijvullen.Min. installatiedruk: 0,8 barToegest. werkdruk: 2,5 bar123Service

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)Solarcircuit vullen en ontluchtenGevaarOververhitte collectoroppervlakkenen oververhit warmtedragendmedium kunnen tot verbrandingenen schade aan hettoestel leiden.Bij werkzaamheden aan de collectoren aan het solarcircuit metwarmtedragend medium het collectoroppervlaktegen zonlichtbeschermen.2.!OpgeletOm schade aan het toestel tevoorkomen,solarcircuit uitsluitend metTyfocor LS vullen.3. Solarcircuit ontluchten.Min. installatiedruk: 1,7 barToegest. werkdruk: 6 bar1. Voordruk van het expansievat controleren.Expansievat en druk van het primaire circuit/verwarmingscircuitcontrolerenOntwerpinstructies in achtnemen.Ontwerphandleiding VitocalInbedrijfstelling-assistentDe inbedrijfstelling-assistent doorlooptautomatisch alle menu's waarin instellingennodig zijn.Opgelet! Een foutieve bediening ophet ”codeerniveau 1” kan totschade aan het toestel en de verwarmingsinstallatieleiden.Aanwijzingen in de service- enmontagehandleiding absoluutrespecteren, anders vervalt degarantie.Opmerking■ De vraag ”Inbedrijfstelling-assistentstarten?” verschijnt alleen bij deeerste inbedrijfstelling.■ De configuratie, parametrering enfunctiecontrole kunnen ook zonder deinbedrijfstelling-assistent worden uitgevoerd(zie vanaf pagina 176, apartemenustructuur en bedieningshandleiding).■ Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnende begrippen in het Duits:5442 843 NL124

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudSpracheDeutschCeskyDanskEnglishWählen mitØDECZDKGBç■ Door de handmatige aansturing vanenkele toestelcomponenten bij deinbedrijfstelling worden meldingengetoond. Dit zijn geen storingen vanhet toestel.5442 843 NLService125

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)SpracheeinstellenOKDatum/UhrzeiteinstellenOKDatumeinstellenOKOKUhrzeiteinstellenNEINInbetriebnahme starten?JAFunktionskontrolleCodierebene1OKParametergruppewählenOKParametereinstellenTemperatursensorenOKSensorwerteanzeigenSignaleingängeOKSignaleingängeanzeigenAktorentestOKAktorentestdurchführenTeilnehmer-Check LONOKTeilnehmer-CheckdurchführenOKFunktionwählenOKFunktionskontrollestartenInbetriebnahme beendetOKRegelbetrieb5442 843 NL126

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Warmtepompregeling in LON integrerenEerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudDe communicatiemodule LON (accessoire)moet in de warmtepompregelingzijn geplaatst (zie pagina 80).OpmerkingDe gegevensoverdracht via het LONsysteemkan enkele minuten duren.LON-installatienummer en LON-deelnemersnummerLON-installatienummer, LON-deelnemersnummeren overige functies viainstelniveau ”Codeerniveau 1” instellen(zie vanaf pagina 222).Voorbeeld: Warmtepomp en VitocomWarmtepompregelingInstellingen van overige LONdeelnemers:Servicehandleidingen van overigeLON-deelnemers (bijv.Vitocom) en volgende tabel.OpmerkingBinnen het LON-systeem mag hetzelfdenummer niet tweemaal worden toegekend.Er mag slechts één regeling per installatieals foutmanager worden gecodeerd.VitocomLONCommunicatiemodule LON aanwezigParameterinstelling: ”LON module aanwezig”op ”1”Deelnemersnr. 1Parameterinstelling: ”Deelnemersnummer 7710”op ”1”Viessmann installatienummerParameterinstelling: ”Installatienummer 7798”op ”1”Regeling is foutmanagerParameterinstelling: ”Foutmanager 7779” op ”Ja”Regeling zendt tijdParameterinstelling: ”Tijd 77FF” op ”2”—Deelnemersnr. 99—Toestel is foutmanagerToestel ontvangt tijd5442 843 NLService127

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)WarmtepompregelingRegeling verzendt buitentemperatuurParameterinstelling: ”Buitentemperatuur 7797”op ”2”Foutbewaking LON-deelnemerParameterinstelling: ”Receive Heartbeat 779C”op ”20”Vitocom——Deelnemerscontrole uitvoerenIn combinatie met LON.Met de deelnemerscontrole wordt van een installatie de communicatie van de toestellengecontroleerd die op de foutmanager zijn aangesloten.Voorwaarden:■ Warmtepompregeling moet als foutmanagergecodeerd zijn (”Foutmanager”)■ In alle regelingen moet het LON-deelnemersnr.zijn gecodeerd (ziepagina 127)■ LON-deelnemerslijst in de foutmanagermoet actueel zijnServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Communicatie”4. ”LON deelnemers”Indicaties:■ ”controle”: deelnemerscontroleloopt, op de display van de gekozendeelnemer (indien aanwezig) knippert30 s ”LON – WINK”.■ ”controle OK”■ ”controle NOK”: Geen communicatietussen beide toestellen. LON-verbindingen coderingen controleren, deelnemerscontroleopnieuw starten.Instrueren van de installatiegebruikerDe installateur van de installatie moet de bedieningshandleiding overhandigen aande gebruiker van de installatie en de bediening uitleggen.5442 843 NL128

Storingen oplossenMeldingenMeldingen opvragenDCi(B AOpmerkingBij het openklappen van de warmtepompregeling klikt het bovenste gedeelte van deregeling in een bepaalde positie vast. Die positie kan door de knop aan de zijkantC in te drukken worden gewijzigd.A Werkingsindicator (groen)B Storingsindicator (rood)C Knop voor wijziging van de aanslagpositieBij meldingen knippert het meldingssymboolin het display ( , , ). Bij storingen( ) knippert bovendien de storingsindicatieB.Met OK wordt de meldtekst met meldcodegetoond (zie ”Overzicht van demeldingen”).D Bovenste gedeelte van de regelingmet geïntegreerde bedieningseenheidOpmerkingBuitensensor 18Blokkering door energiebedrijf C5Bevestigen metOK5442 843 NLService129

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)Betekenis van de meldingenStoring ” ”■ De aansluiting groepsalarmmeldingwordt geactiveerd.■ Melding via communicatie-inrichting(bijv. Vitodata, Vitocom) mogelijk.■ De installatie is niet meer in normalewerking, de storing moet zo snelmogelijk worden verholpen.Waarschuwing ” ”■ Het apparaat werkt beperkt, de oorzaakvan de waarschuwing moet verholpenworden.Aanwijzing ” ”■ Het toestel werkt correct, de aanwijzingmoet wel worden gerespecteerd.Meldingen bevestigen en bevestigde meldingen opnieuw oproepenBedieningshandleidingMeldingen van de meldingshistorieuitlezen■ De meldingen in de meldingshistoriekunnen niet worden geaccepteerd.■ De meldingen worden in chronologischevolgorde opgesomd, de laatstestoring staat bovenaan.■ Er worden maximaal 30 gegevensopgeslagen.Servicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Meldingshistorie”3. Met OK kan informatie over degewenste melding worden opgevraagd.OpmerkingHet servicemenu blijft zolang actief tothet met ”Service beëindigen?” wordtgedeactiveerd of gedurende 30 min.geen bediening plaatsvindt.Overzicht van de meldingenAlle meldingen zijn met een 2-cijferige code gemarkeerd.MeldingGedrag van de installatie Oorzaak Maatregel02 ALZ na datafoutToestand bij levering(ALZ) hersteld na vaststellenvan datafoutInstallatie weer configureren.5442 843 NL130

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)5442 843 NLMeldingGedrag van de installatie Oorzaak Maatregel03 Configuratiefout05 Fout EEV 106 Fout EEV 207 Melding EEV 108 Melding EEV 210 BuitensensorWerking op buitentemperatuur-40 °CFoutieve installatieconfiguratie:■ Verkeerd installatieschema(bevat nietondersteund verwarmingscircuit)■ Aanvoertemperatuurvoor verw. circ. < min.aanvoertemperatuurvoor koelen op verw.circ.■ Koelen voor niet aanwezigverw. circ.Foutmelding van EEVregelaar(koelcircuitregeling)Foutmelding van EEVregelaar(koelcircuitregeling)warmtepomp2. trap (type BWS)Melding van EEV-regelaar(koelcircuitregeling)warmtepomp 1. trap(type BW)Melding van EEV-regelaar(koelcircuitregeling)warmtepomp 2. trap(type BWS)Kortsluiting buitentemperatuursensorBijbehorende parameterscontroleren en aanpassen,evt.toestand bij leveringherstellen (”Reset”,zie bedieningshandleiding)en installatie weerconfigureren.Als de oorzaak van de storingniet kan wordengevonden, een erkendewarmtepompfirma informeren.Meldingen van diagnosewarmtepompmodule respecteren(ziepagina 157).Meldingen van diagnosewarmtepompmodule respecteren(ziepagina 157).Meldingen van diagnosewarmtepompmodule respecteren(ziepagina 157).Meldingen van diagnosewarmtepompmodule respecteren(ziepagina 157).Weerstandswaarde (Ni500) op steekverbindingF0 controleren, evt. sensorvervangen.Service131

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak Maatregel18 BuitensensorWerking op buitentemperatuur-40 °C20 Aanv.sens. sec.Werking op temperatuurvan de retourtemperatuursensorsecundair circuitplus 5 K. Als beidetemperatuursensoren(secundaire aanvoer enretour) defect zijn, wordtde warmtepomp buitenwerking gezet (meldingA9).21 Retoursens. sec.Werking op temperatuurvan de aanvoertemperatuursensorsecundair circuitminus 5 K. Als beidetemperatuursensoren(secundaire aanvoer enretour) defect zijn, wordtde warmtepomp buitenwerking gezet (meldingA9).22 Retoursens. sec.2Werking op temperatuurvan de aanvoertemperatuursensorsecundair circuitminus 5 K. Als beidetemperatuursensoren(secundaire aanvoer enretour) defect zijn, wordtde warmtepomp buitenwerking gezet (meldingA9).Onderbreking buitentemperatuursensorKortsluiting aanvoertemperatuursensorsecundaircircuitKortsluiting retourtemperatuursensorsecundaircircuit warmtepomp1. trap (type BW)Kortsluiting retourtemperatuursensorsecundaircircuit warmtepomp2. trap (type BWS)Weerstandswaarde (Ni500) op steekverbindingF0 controleren, evt. sensorvervangen.Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF8 en op klemmen X5.8/X5.9 controleren, evt.sensor vervangen.Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF9 en op klemmen X5.10/X5.11 controleren, evt.sensor vervangen.Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF18 en op klemmen X6.6/X6.7 controleren, evt.sensor vervangen.5442 843 NL132

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak Maatregel28 Aanv.sens. sec.Werking op temperatuurvan de retourtemperatuursensorsecundair circuitplus 5 K. Als beidetemperatuursensoren(secundaire aanvoer enretour) defect zijn, wordtde warmtepomp buitenwerking gezet (meldingA9).29 Retoursens. sec.Werking op temperatuurvan de aanvoertemperatuursensorsecundair circuitminus 5 K. Als beidetemperatuursensoren(secundaire aanvoer enretour) defect zijn, wordtde warmtepomp buitenwerking gezet (meldingA9).2A ret.sens. sec.2Werking op temperatuurvan de aanvoertemperatuursensorsecundair circuitminus 5 K. Als beidetemperatuursensoren(secundaire aanvoer enretour) defect zijn, wordtde warmtepomp buitenwerking gezet (meldingA9).Onderbreking aanvoertemperatuursensorsecundair circuitOnderbreking retourtemperatuursensorsecundaircircuit warmtepomp1. trap (type BW)Onderbreking retourtemperatuursensorsecundaircircuit warmtepomp2. trap (type BWS)Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF8 en op klemmen X5.8/X5.9 controleren, evt.sensor vervangen.Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF9 en op klemmen X5.10/X5.11 controleren, evt.sensor vervangen.Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF18 en op klemmen X6.6/X6.7 controleren, evt.sensor vervangen.5442 843 NLService133

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak Maatregel30 Aanv.sens. primairWerking op temperatuurvan de retourtemperatuursensorprimair circuitplus 3 K. Als beide temperatuursensoren(primaireaanvoer en retour)defect zijn, wordt dewarmtepomp buiten werkinggezet (melding A9).31 Retoursens. primairWerking op temperatuurvan de aanvoertemperatuursensorprimair circuitminus 2 K. Als beide temperatuursensoren(primaireaanvoer en retour)defect zijn, wordt dewarmtepomp buiten werkinggezet (melding A9).38 Aanv.sens. primairWerking op temperatuurvan de retourtemperatuursensorprimair circuitplus 3 K. Als beide temperatuursensoren(primaireaanvoer en retour)defect zijn, wordt dewarmtepomp buiten werkinggezet (melding A9).39 Retoursens. primairWerking op temperatuurvan de aanvoertemperatuursensorprimair circuitminus 2 K. Als beide temperatuursensoren(primaireaanvoer en retour)defect zijn, wordt dewarmtepomp buiten werkinggezet (melding A9).Kortsluiting temperatuursensorprimair circuit(warmtepompintredegrondmedium)Kortsluiting temperatuursensorprimair circuitgrondmedium uittredeOnderbreking aanvoertemperatuursensorprimair(warmtepompintredegrondmedium)Onderbreking retourtemperatuursensorprimair(grondmedium uittrede)Weerstand (Pt 500) aanconnector F2 en aanklemmen X5.2/X5.3 controleren,evt. sensor vervangen.Weerstand (Pt 500) aanconnector F3 en aanklemmen X5.4/X5.5 controleren,evt. sensor vervangen.Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF2 en op klemmen X5.2/X5.3 controleren, evt.sensor vervangen.Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF3 en op klemmen X5.4/X5.5 controleren, evt.sensor vervangen.5442 843 NL134

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak Maatregel40 Aanv. sens. VC2Mengklep verw. circ. M2gaat dicht.41 Aanv. sens. VC3Mengklep verw. circ. M3gaat dicht43 Aanv. sens. installatie44 Aanvoersensor koeling48 Aanv. sens. VC2Mengklep verw. circ. M2gaat dicht.49 Aanv. sens. VC3Mengklep verw. circ. M3gaat dicht4B Aanv. sens. installatieKortsluiting aanvoertemperatuursensorverw.circ. met mengklep M2Kortsluiting aanvoertemperatuursensorverw.circ. met mengklep M3Kortsluiting aanvoertemperatuursensorinstallatie(na verwarmingswaterbuffer)Kortsluiting aanvoertemperatuursensorkoelcircuitOnderbreking aanvoertemperatuursensorverwarmingscircuitM2Onderbreking aanvoertemperatuursensorverwarmingscircuitM3Onderbreking aanvoertemperatuursensorinstallatie (na verwarmingswaterbuffer)Weerstandswaarde (Ni500) op steekverbindingF12 controleren, evt. sensorvervangen.Sensor controleren, evt.vervangen (zie montagehandleidinguitbreidingssetvoor verwarmingscircuitmet mengklep).Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF13 controleren, evt. sensorvervangen.Weerstandswaarde (Ni500) op steekverbindingF14 controleren, evt. sensorvervangen.Weerstandswaarde (Ni500) op steekverbindingF12 controleren, evt. sensorvervangen.Sensor controleren, evt.vervangen (zie montagehandleidinguitbreidingssetvoor verwarmingscircuitmet mengklep).Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF13 controleren, evt. sensorvervangen.5442 843 NLService135

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak Maatregel4C Aanvoersensor koeling50 WW-sens. BovenTapwaterverwarmingwordt geblokkeerd.54 WW solarGeen verwarming van dewarmwaterboiler/laadboilerdoor solarinstallatie,solarcircuitpomp blijftuitgeschakeld.58 WW-sens. BovenTapwaterverwarmingwordt geblokkeerd.5C WW zonnesysteemGeen verwarming van dewarmwaterboiler/laadboilerdoor solarinstallatie,solarcircuitpomp blijftuitgeschakeld.60 buffersensorVerwarming buffer vindt1 maal per uur plaats.Uitschakeling vindtplaats volgens gewenstewaarde van de retourtemperatuursensor.Onderbreking aanvoertemperatuursensorkoelcircuitKortsluiting boilertemperatuursensorbovenKortsluiting boilertemperatuursensorVitosolicOnderbreking boilertemperatuursensorF6Onderbreking boilertemperatuursensorVitosolicKortsluiting buffertemperatuursensorWeerstandswaarde (Ni500) op steekverbindingF14 controleren, evt. sensorvervangen.Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF6 en op klemmen X6.2/X6.1 controleren, evt.sensor vervangen.Sensor controleren, evt.vervangen (zie montageenservicehandleidingVitosolic).Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF6 en op klemmen X6.2/X6.1 controleren, evt.sensor vervangen.Sensor controleren, evt.vervangen (zie montageenservicehandleidingVitosolic).Weerstand (Pt 500) aanconnector F4 en aanklemmen X5.6/X5.7 controleren,evt. sensor vervangen.5442 843 NL136

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak Maatregel63 Ext. WarmtegeneratorExterne warmtegeneratorwordt geblokkeerd.Verwarmingswater-doorstroomtoestel(indienaanwezig) wordt ingeschakeld.68 buffersensorVerwarming buffer vindt1 maal per uur plaats.Uitschakeling vindtplaats volgens gewenstewaarde van de retourtemperatuursensor.6B Ext. WarmtegeneratorExterne warmtegeneratorwordt geblokkeerd.Verwarmingswater-doorstroomtoestel(indienaanwezig) wordt ingeschakeld.70 ruimtesensor VC1■ Geen vorstbeschermingvia ruimtetemperatuursensor■ Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling■ Geen ruimtetemperatuurregeling71 ruimtesensor VC2■ Geen vorstbeschermingvia ruimtetemperatuursensor■ Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling■ Geen ruimtetemperatuurregelingKortsluiting temperatuursensorexterne warmtegeneratorOnderbreking buffertemperatuursensorOnderbreking temperatuursensorexternewarmtegeneratorKortsluiting kamertemperatuursensorverw.circ. A1Kortsluiting ruimtetemperatuursensorverwarmingscircuitM2Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF20 en op klemmen X6.8/X6.9 controleren, evt.sensor vervangen.Weerstand (Pt 500) aanconnector F4 en aanklemmen X5.6/X5.7 controleren,evt. sensor vervangen.Weerstandswaarde (Pt500) op steekverbindingF20 en op klemmen X6.8/X6.9 controleren, evt.sensor vervangen.Sensor op afstandsbedieningcontroleren, evt. vervangen(zie servicehandleidingVitotrol).Sensor op afstandsbedieningcontroleren, evt. vervangen(zie servicehandleidingVitotrol).5442 843 NLService137

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak Maatregel72 Kamersensor VC3■ Geen vorstbeschermingvia ruimtetemperatuursensor■ Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling■ Geen ruimtetemperatuurregeling73 ruimtesensor SKK78 ruimtesensor VC1■ Geen vorstbeschermingvia ruimtetemperatuursensor■ Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling■ Geen ruimtetemperatuurregeling79 ruimtesensor VC2■ Geen vorstbeschermingvia ruimtetemperatuursensor■ Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling■ Geen ruimtetemperatuurregeling7A Kamersensor VC3■ Geen vorstbeschermingvia ruimtetemperatuursensor■ Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling■ Geen ruimtetemperatuurregelingKortsluiting ruimtetemperatuursensorverwarmingscircuitM3Kortsluiting ruimtetemperatuursensorkoelcircuitOnderbreking ruimtetemperatuursensorverwarmingscircuitA1Onderbreking ruimtetemperatuursensorverwarmingscircuitM2Onderbreking ruimtetemperatuursensorverwarmingscircuitM3Sensor op afstandsbedieningcontroleren, evt. vervangen(zie servicehandleidingVitotrol).Weerstandswaarde (typeNi 500) op steekverbindingF16 controleren, evt.sensor vervangen.Sensor op afstandsbedieningcontroleren, evt. vervangen(zie servicehandleidingVitotrol).Sensor op afstandsbedieningcontroleren, evt. vervangen(zie servicehandleidingVitotrol).Sensor op afstandsbedieningcontroleren, evt. vervangen(zie servicehandleidingVitotrol).5442 843 NL138

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)5442 843 NLMeldingGedrag van de installatie Oorzaak Maatregel7B ruimtesensor SKK92 Collectorsensor93 Retoursens. solar9A Collectorsensor9B Retoursens. solarA6 Secundaire pompA7 SolarcircuitOnderbreking ruimtetemperatuursensorkoelcircuitKortsluiting collectortemperatuursensorVitosolicKortsluiting retourtemperatuursensorVitosolicOnderbreking collectortemperatuursensorVitosolicOnderbreking retourtemperatuursensorVitosolicGeen debiet in secundairecircuit (secundairepomp buiten werking)Geen debiet in zonnecircuit(zonnecircuitpompbuiten werking)Weerstandswaarde (typeNi 500) op steekverbindingF16 controleren, evt.sensor vervangen.Sensor controleren, evt.vervangen (zie montageenservicehandleidingVitosolic).Sensor controleren, evt.vervangen (zie montageenservicehandleidingVitosolic).Sensor controleren, evt.vervangen (zie montageenservicehandleidingVitosolic).Sensor controleren, evt.vervangen (zie montageenservicehandleidingVitosolic).Spanning op aansluiting211.2 meten en secundairepomp mechanischcontroleren, evt. vervangen.Spanning op de aansluitingvan de zonnecircuitpompaan Vitosolic metenen zonnecircuitpomp controleren,evt. vervangen(zie montage- en servicehandleidingVitosolic).Service139

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak MaatregelA8 pomp verwarmingscircuit 1Geen debiet in verwarmingscircuitA1 (circulatiepompbuiten werking)A9 WarmtepompStoring warmtepomp■ Warmtepomp defect■ Hogedruk-veiligheidsschakelaaris geactiveerd■ Hogedruk- of lagedruksensoris 8 maalbinnen 24 h geactiveerd.■ Fout EEV-regelaar■ Temperatursensorenprimaire/secundairecircuit defectSpanning op de aansluiting212.2 meten en pompmechanisch controleren,evt. vervangen.Overige meldingen opvragen”Meldingshistorie” ziepagina 130), debiet controleren,motorstromen/motorbescherming controleren,veiligheidshogedrukregelaarcontroleren.OpmerkingNa het verhelpen van destoring het toestel eenmaaluit- en weer inschakelen.AB Elektrische verwarmingStoring verwarmingswater-doorstroomelement(toestel defect, veiligheidstemperatuurbegrenzeris geactiveerd ofgeen temperatuurverhogingbinnen 24 h)GevaarHet aanrakenvan spanningvoerende onderdelenkan doorelektrischestroom tot ernstigeverwondingenleiden.Voor aanvangwerkzaamhedenhet toestel spanningvrijschakelen.5442 843 NL140

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak Maatregel■ Netaansluiting, verbindingskabelen stekkervan het verwarmingswater-doorstroomelementcontroleren.■ Aanstuursignaal verwarmingswater-doorstroomtoestelop deaansluitingen 211.3(trap 1) en 224.4 (trap 2)meten, veiligheidstemperatuurbegrenzer(STB) controleren, evt.ontgrendelen, verwarmingswater-doorstroomtoestelcontroleren.Montagehandleidingverwarmingswaterdoorstroomtoestel5442 843 NLAF Boilerlaadpomp■ Circulatiepomp voorde boilerverwarmingdefect■ Circulatiehoeveelheidin het boilerlaadsysteemte gering, boilerlaadpompof 2-wegklepvan het boilerlaadsysteemdefect.■ Circulatiepomp voorboilerverwarming:Spanning op de aansluiting211,4 meten enpomp mechanisch controleren,evt. vervangen.■ Boilerlaadpomp/2-wegklep:Spanning op aansluiting224.6 meten enpomp/klep mechanischcontroleren, evt. vervangen.Service141

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak MaatregelB0 ToestelherkenningB1 KM-bus EEVFout herkenning toestelvariant,verkeerdecodeerstekker of printplatendefect.Communicatiefout metEEV-regelaar (koelcircuitregeling)warmtepomp1. trap (type BW)■ Sensoringang F11 aande regelaar- en sensorprintplaatcontroleren.Aan aansluiting F11mag niets worden aangesloten.■ Codeerstekker controleren,evt. vervangen.■ Printplaten controleren,evt. vervangen.Aansluiting KM-BUS controleren.Op verbindingKM-bus met EEV kan opde regelaar- en sensorprintplaatop de klemmenX5.14 en X5.15 eenschommelende gelijkspanningtussen ca. 20 Ven 30 V worden gemeten(aansluitingen liggenparallel aan stekkeraVG).Kabels controleren, spanningsvoedingprintplaatEEV-regelaar controleren,evt. printplaat vervangen.5442 843 NL142

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak MaatregelB2 KM-bus EEVB4 Anal.-digit.-omvormerB5 EEPROMB9 KM-bus solarCommunicatiefout metEEV-regelaar (koelcircuitregeling)warmtepomp2. trap (typeBWS)Interne fout ADC (analoog-digitaal-convertor,referentie), flat-cable tussensensor- en basisprintplaatdefect of printplatendefectInterne fout EEPROMCommunicatiefout KM-BUS zonneregeling ofsensor S3 van deVitosolic defectAansluiting KM-BUS controleren.Op verbindingKM-bus met EEV kan opde regelaar- en sensorprintplaatop de klemmenX5.14 en X5.15 eenschommelende gelijkspanningtussen ca. 20 Ven 30 V worden gemeten(aansluitingen liggenparallel aan stekkeraVG).Kabels controleren, spanningsvoedingprintplaatEEV-regelaar controleren,evt. printplaat vervangen.Printplaat controleren,evt. in de volgende volgordevervangen: Regelaar-en sensorprintplaat,basisprintplaat, bedieningsgedeelteCodeerstekker vervangen.■ Parameter ”Typesolarregeling 7A00”controleren.■ Verbinding metVitosolic controleren.■ Sensoren van deVitosolic controleren,evt. vervangen (ziemontage- en servicehandleidingVitosolic).5442 843 NLService143

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak MaatregelBA KM-bus mengklep VCBB KM-bus mengklep koel.BC KM-bus AB VC1BD KM-bus AB VC2BE KM-bus AB VC3BF Communicatiemodule144Communicatiefout KM-BUS of interne fout uitbreidingssetvoor eenverw. circ. met mengklepM3Communicatiefout KM-BUS of interne fout uitbreidingssetNC-Boxvoor koelcircuitCommunicatiefout KM-BUS afstandsbedieningverw. circ. zonder mengklepA1Communicatiefout KM-BUS afstandsbedieningverw. circ. met mengklepM2Communicatiefout KM-BUS afstandsbedieningverw. circ. met mengklepM3Communicatiefout LON,verkeerde communicatiemoduleLONAansluitingen en coderinguitbreidingsset controleren.Aansluitingen en parameterinstellingencontroleren.Aansluitingen en coderingvan de afstandsbedieningcontroleren, afstandsbedieninginschakelen.Aansluitingen en coderingvan de afstandsbedieningcontroleren, afstandsbedieninginschakelen.Aansluitingen en coderingvan de afstandsbedieningcontroleren, afstandsbedieninginschakelen.Aansluitingen en type vande communicatiemoduleLON controleren. Evt. inde volgende volgorde vervangen:■ Regelaar- en sensorprintplaat■ Flat-cables tussenregelaar- en sensorprintplaaten basisprintplaat■ Basisprintplaat5442 843 NL

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak MaatregelC2 VoedingsbewakingFout van de spanningsvoedingcompressor offasenbewaker defectC5 Blokkering energiebedrijfBlokkering energiebedrijfactief (geactiveerd doorenergiebedrijf)C9 KoelcircuitStoring koelcircuit warmtepomp1. trap(type BW):■ Hogedruk-veiligheidsschakelaaris geactiveerd■ Motorbeveiliging (thermorelais)compressorwerd geactiveerd■ Klixon startweerstand■ Indien aanwezig:Afzonderlijke motorbeveiligingcompressorwerd geactiveerdAansluitingen, voedingsspanning,fasen controleren,fasenbewaker controleren.Het schakelsignaal kan opde aansluiting 215.2 wordengemeten.Geen maatregel nodig.Bij permanente melding:Aansluitingen van de rangeerprintplaateerst aanklem X3.7 (voeding) danaan klem X3.6(230 V~)controleren.■ Aanvoer- en retourtemperatuursensorenprimaireen secundaire circuitcontroleren.■ Primaire en secundairecircuit op druk en doorstromingcontroleren(zie ook melding A9).■ Warmtepomp doorkoeltechnicus latencontroleren.Het schakelsignaal kan opde aansluiting 215,4 wordengemeten.ServiceOpmerkingNa het verhelpen van destoring het toestel eenmaaluit- en weer inschakelen.5442 843 NL145

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak MaatregelCA Primaire bronCB Primaire temperatuurWarmtepomp stopt.CC CodeerstekkerCD KM-bus VitocomStoring primair circuit:■ Drukbewaker/vorstbeveiligingsthermostaatis geactiveerd■ Thermobeveiliging primairepomp (warmtepomp1. trap, type BWof gemeenschappelijkeprimaire pomp)Min. aanvoertemperatuurprimair circuit(grondmedium intrede) iste laagCodeerstekker kan nietworden gelezenCommunicatiefout KMbusVitocom 100■ Veiligheidselementenaan verbindingsprintplaatklem X3.9 en X3.8controleren, in installatieszonder veiligheidselementenbrug tussenX3.9/X3.8 controleren.■ Thermorelais ontgrendelen,primaire pompcontroleren, evt. vervangenHet schakelsignaal kan opde aansluiting 215,3 wordengemeten.Primair circuit op doorstromingcontroleren.■ Codeerstekker controleren,evt. vervangen.■ Regelaar- en sensorprintplaatcontroleren,evt. vervangen.Aansluitingen en verbindingskabelsVitocom 100controleren.Aansluitingen op regelaar-en sensorprintplaat,stekkers aVG KM-BUScontroleren. Op de klemmenkan een schommelendegelijkspanning tussenca. 20 V en 30 V wordengemeten.5442 843 NL146

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak MaatregelCE KM-bus Ext.AECF CommunicatiemoduleCommunicatiefout KM-BUS externe uitbreidingH1Communicatiefout LONmodulevan de regelingAansluitingen en verbindingskabelsexterne uitbreidingH1 controleren.Aansluitingen op regelaar-en sensorprintplaataVG KM-BUS controleren.Op de klemmen kan eenschommelende gelijkspanningtussen ca. 20 Ven 30 V worden gemeten.CommunicatiemoduleLON controleren, evt. vervangen.Evt. in de volgende volgordevervangen:■ Regelaar- en sensorprintplaat■ Flat-cables tussenregelaar- en sensorprintplaaten basisprintplaat■ Basisprintplaat5442 843 NLService147

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak MaatregelD1 CompressorCompressorstoringwarmtepomp 1. trap(type BW):■ Thermorelais compressorwerd geactiveerd.■ Afzonderlijke motorbeveiligingop de compressor(indien aanwezig)is geactiveerd.■ Thermorelais op decompressor ontgrendelen,instelling controleren,toestand bij leveringherstellen (”Basisinstelling”,zie menustructuur).■ Elektrische aansluitingenvan de compressorcontroleren, wikkelweerstandvan de compressormotormeten.Fasenvolgorde van decompressor controleren.■ Het schakelsignaal (vanthermorelais, afzonderlijkemotorbeveiliging)kan aan de aansluiting215.7 worden gemeten.OpmerkingBij oververhitting geeft deinterne motorbeveiligingde compressor pas na 1tot 3 uur weer vrij.■ Evt. compressor doorkoeltechnicus latencontroleren.5442 843 NL148

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak MaatregelD3 Lage drukD6 StromingsbewakingLage druk storing warmtepomp1. trap(type BW):■ Warmtepomp defect■ Primaire pomp defect■ Lagedruksensor heeftfout gemeld of is defectStromingsbewakingbroncircuit detecteertgeen debiet■ Warmtepomp doorkoeltechnicus latencontroleren.■ Manometer, primairepomp en blokkeerinrichtingencontroleren.■ Lagedruksensor, kabelen EEV-printplaat controleren,evt. vervangen.Het schakelsignaal vanstekker aYH kan op deaansluiting 215.5 wordengemeten. (Toestand bijlevering: brug aanwezigtussen klemmen116.3/116.4). Als er eendruksensor aanwezig is,moet het signaal permanentaanwezig zijn.■ Bronpomp controleren.■ Primair circuit controleren.■ Indien geen stromingsbewakingaanwezig,brug tussen X3.3/X3.4monteren.Het signaal kan op deaansluiting 216.3 of op deklemmen X3.3/X3.4 wordengemeten.5442 843 NLService149

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak MaatregelDA Compressor 2Compressorstoringwarmtepomp 2. trap(type BWS):■ Thermorelais compressorwerd geactiveerd.■ Afzonderlijke motorbeveiligingop de compressor(indien aanwezig)is geactiveerd.■ Klixon startweerstand■ Indien aanwezig:Draaistroombewakerheeft fout herkend of isdefect■ Thermorelais op decompressor ontgrendelen,instelling controleren,toestand bij leveringherstellen (”Basisinstelling”,zie menustructuur).■ Elektrische aansluitingenvan de compressorcontroleren, wikkelweerstandvan de compressormotormeten.Fasenvolgorde van decompressor controleren.■ Het schakelsignaal (vanthermorelais, afzonderlijkemotorbeveiliging)kan aan de aansluiting214,5 worden gemeten.OpmerkingBij oververhitting geeft deinterne motorbeveiligingde compressor pas na 1tot 3 uur weer vrij.■ Evt. compressor doorkoeltechnicus latencontroleren.5442 843 NL150

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak MaatregelDB Koelcircuit 2Storing koelcircuit warmtepomp2. trap(type BWS):■ Hogedruk-veiligheidsschakelaaris geactiveerd■ Motorbeveiliging (thermorelais)compressorwerd geactiveerd■ Indien aanwezig:Afzonderlijke motorbeveiligingcompressorwerd geactiveerd■ Aanvoer- en retourtemperatuursensorenprimaireen secundaire circuitcontroleren.■ Primaire en secundairecircuit op druk en doorstromingcontroleren(zie ook melding A9).■ Warmtepomp doorkoeltechnicus latencontroleren.Het schakelsignaal kan opde aansluiting 214,2 wordengemeten.OpmerkingNa het verhelpen van destoring het toestel eenmaaluit- en weer inschakelen.5442 843 NLService151

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak MaatregelDC Lage druk 2DE Primaire bron 2152Lage druk storing warmtepomp2. trap(type BWS):■ Warmtepomp defect■ Primaire pomp defect■ Lagedruksensor heeftfout gemeld of is defectStoring primair circuit:■ Drukbewaker/vorstbeveiligingsthermostaatis geactiveerd■ Thermorelais primairepomp warmtepomp2. trap (type BWS):■ Draaistroombewakerheeft fout herkend of isdefect■ Warmtepomp doorkoeltechnicus latencontroleren.■ Manometer, primairepomp en blokkeerinrichtingencontroleren.■ Lagedruksensor, kabelen EEV-printplaat controleren,evt. vervangen.Het schakelsignaal vanstekker aYH kan op deaansluiting 214.3 wordengemeten (toestand bijlevering: brug aanwezigtussen klemmen116.3/116.4). Als er eendruksensor aanwezig is,moet het signaal permanentaanwezig zijn.■ Veiligheidselementen(vorstbescherming,druk grondmedium, vorstbeschermingAC-box)aan rangeerprintplaat,klem X3.9 en X3.8 controleren,in installatieszonder veiligheidselementenbrug X3.9/X3.8controleren.■ Thermorelais ontgrendelen,primaire pompcontroleren, evt. vervangenHet schakelsignaal kan opde aansluiting 214,1 wordengemeten.5442 843 NL

Storingen oplossenMeldingen (vervolg)MeldingGedrag van de installatie Oorzaak MaatregelE0 LON-deelnemerE1 Ext. WarmteopwekkingE2 storing volg-WPF2 Param.vermogen 1/2FF HerstartLON-deelnemer is uitgevallenof verbinding isgestoord.Fout externe warmtegeneratorStoring van een volgendewarmtepomp vande cascadeVermogen van de compressorniet ingesteldHerstart van de regeling■ Storingsgeheugen vangestoorde deelnemeruitlezen.■ Adressering (installatieendeelnemersnummers)controleren, aansluitingenen LON-verbindingskabelscontroleren.Externe warmtegeneratorcontroleren.Weergave warmtepompregelingvan de volgendewarmtepomp controleren.Parameter ”Vermogencompressortrap5030/5130” overeenkomstiginstellen.Geen maatregel nodig.OpmerkingAls de indicatie ”Simulatie” verschijnt,is de installatie buiten werking. De aansluitingF11 mag niet zijn bezet.5442 843 NLService153

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles)Diagnose oproepenServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Diagnose”3. Gewenste bereik selecteren,bijv. ”Warmtepomp”Werkingsgegevens opvragenWerkingsgegevens kunnen in de volgende bereiken worden opgevraagd:”Installatieoverzicht” Meer gegevens, zie pagina 154”Installatie”Meer gegevens, zie menustructuur”Verwarmingscircuit 1” Meer gegevens, zie menustructuur”Verwarmingscircuit 2” Indien verwarmingscircuit met mengklep M2 aanwezig,zie menustructuur voor meer gegevens”Verwarmingscircuit 3” Indien verwarmingscircuit met mengklep M3 aanwezig,zie menustructuur voor meer gegevens”Koelcircuit SKK”Indien afzonderlijk koelcircuit aanwezig, zie menustructuurvoor meer gegevens”Warm water ”Meer gegevens, zie menustructuur”Solar”Als solarinstallatie is aangesloten, zie menustructuurvoor meer gegevens”Warmtepomp” Meer gegevens, zie pagina 157”Energiebalans” Meer gegevens, zie pagina 164”Temperatuursensoren” Meer gegevens, zie menustructuur”Signaalingangen” Meer gegevens, zie menustructuur”Korte info” Meer gegevens, zie pagina 165OpmerkingNu worden de aangesloten temperatuursensorengetoond. Bij een fout verschijnt”- - -” op de display.InstallatieoverzichtServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Diagnose”3. ”Installatieoverzicht”154OpmerkingDe weergave is afhankelijk van de installatie-uitvoering(bijv. kolom H: alleenweergave als verw. circ. M2 aanwezigis).5442 843 NL

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles) (vervolg)Bij enkele componenten bewegen desymbolen als deze in bedrijf zijn (bijv.pompen).De getoonde waarden zijn voorbeelden.AB C D E F G H KLÜ Anlagenübersicht0371145412425029 4550 4544è121 22 2338è2è332 3338 38Ç2033 21 22 23 1815105152O45NZurück mitäA t/m L Verklaring van de inhoud inde kolommen A t/m L zievolgende tabellen.N Koelfunctie:■ ”natural cooling”:■ ”active cooling”:De pijl wijst naar het voor dekoeling geactiveerde verw.circ./koelcircuit.OSymbool voor aardsonde5442 843 NLService155

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles) (vervolg)ABuitentemperatuursensor0 Buitentemperatuur3 Aanvoertemperatuur primair circuit(grondmedium intredetemperatuur)7 Retourtemperatuur primair circuit(grondmedium uittredetemperatuur)B1 Koelcircuit (compressor trap 1)Tapwateropwarming door warmtepomp1. trap (type BW)1of2ofVerwarmingswater-doorstroomtoestelop trap 1ofVerwarmingswater-doorstroomtoestelop trap 2of3 Verwarmingswater-doorstroomtoestelop trap 345 Aanvoertemperatuur secundaircircuit41 Retourtemperatuur secundair circuitSecundaire pomp51 PersgastemperatuurCompressor 1. trap (type BW)Primaire pomp (primaire bron,gemeenschappelijke primairepomp en primaire pomp warmtepomp1. trap)C2 Koelcircuit (compressor trap 2)Tapwateropwarming door warmtepomp2. trap (type BWS)42 Retourtemperatuur secundair circuitSecundaire pomp52 PersgastemperatuurCompressor 2. trap (BWS)Primaire pomp (primaire bron,warmtepomp 2. trap)DZonnewarmtecircuit50 Collectortemperatuur (collectortemperatuursensor)29 Retourtemperatuur solar (boilertemperatuursensor)ofWarmwatertemperatuur solarboiler(op Vitosolic aangesloten)SolarcircuitpompExterne warmtegeneratorofofIndien externe warmtegeneratorin werking isMengklep externe warmtegenerator45 Keteltemperatuur externe warmtegeneratorCirculatiepomp voor de boilernaverwarmingEWarm water50 Warmwatertemperatuur boven45 Gewenste warmwatertemperatuurCirculatiepomp warm waterCirculatiepomp5442 843 NL156

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles) (vervolg)FVerwarmingswaterbuffer45 Temperatuur verwarmingswaterbuffer33 Gewenste temperatuur verwarmingswaterbuffer44 Aanvoertemperatuur installatieAanvoer installatieZwembadCirculatiepomp zwembadG1 Verw. circ. A1 (zonder mengklep)21 Ruimtetemperatuur21 Gewenste ruimtetemperatuur38 Gewenste aanvoertemperatuurverwarmingscircuitCV-pompH2 Verwarmingscircuit M2 (metmengklep)22 Ruimtetemperatuur22 Gewenste ruimtetemperatuur32 Aanvoertemperatuur verwarmingscircuit38 Gewenste aanvoertemperatuurverwarmingscircuitCV-pompMengkleppenDiagnose warmtepompmoduleK3 Verw. circ. M3 (met mengklep)23 Ruimtetemperatuur23 Gewenste ruimtetemperatuur33 Aanvoertemperatuur verwarmingscircuit38 Gewenste aanvoertemperatuurverwarmingscircuitCV-pompMengkleppenLAfzonderlijk koelcircuit20 Ruimtetemperatuur18 Gewenste ruimtetemperatuur15 Aanvoertemperatuursensorafzonderlijk koelcircuit10 Gewenste aanvoertemperatuurafzonderlijk koelcircuit”Koelcircuitpomp”: NC-signaalMengkleppenService5442 843 NLDe aansturing van het koelcircuit vindt plaats met de EEV-regelaar, die permanentmet de regeling via de KM-BUS communiceert.In de diagnose van de warmtepompmodule kan de volgende informatie wordenopgevraagd:■ Status- en storingsinformatie van de EEV-regelaar■ Actuele temperaturen en drukken van het koelcircuit157

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles) (vervolg)■ De laatste via de EEV-regelaar geregistreerde temperaturen, verdampings- encondensatiedrukken■ Bedrijfsuren van de compressor voor verschillende belastingklassen. Een belastingklassegeeft de compressorwerking aan bij een bepaald verschil tussen verdampings-en condensatietemperatuur ΔT V/K .DiagnoseoverzichtEentraps (type BW)Ü EEV-Modul[ - ] : 0100 4000 0101Tsh, Tc [ °C ] : 3.0, 68.0pmop [ bara ] : 15Ts, Tc [ °C ] : -1.8, 60.3ps, pc [ bara ] : 6.95, 21.8T1 [ °C ] : 31.4x, P [ % ] : 58 , - - -Err [ - ] : 00000001Zurück mitäServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Diagnose”3. ”Warmtepomp”4. ”EEV-module”OpmerkingDe getoonde informatie in de ”EEVmodule”is onafhankelijk van de foutcodesvan de regeling.Tweetraps (type BW/BWS): 1. trap(type BW)Ü EEV-Modul 1[ - ] : 0100 4000 0101Tsh, Tc [ °C ] : 3.0, 68.0pmop [ bara ] : 15Ts, Tc [ °C ] : -1.8, 60.3ps, pc [ bara ] : 6.95, 21.8T1 [ °C ] : 31.4x, P [ % ] : 58 , - - -Err [ - ] : 00000001Zurück mitäWeergaven op de displayWeergave BetekenisI [–] Informatie-index (commando's, status, versies):12-cijferig, 4 verschillende codes op elke plaats mogelijk, hexadecimaleweergave, weergavesysteem hierna in acht nemenTsh, Tc [°C] Tsh: gewenste waarde oververhittingstemperatuurTc: gewenste persgastemperatuur voor de start van de stoominjectie(EVI)5442 843 NL158

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles) (vervolg)Weergave BetekenisPmop Max. zuiggasdruk (”Maximum Operation Pressure”)[bara] Max. werkdruk van de verdamperTs, Tc [°C] Ts: werk. waarde temperatuur zuiggasTc: werk. waarde condensatietemperatuurPs [bara] Werk. waarde zuiggasdrukPc [bara] Werk. waarde condensatiedrukTI [°C] Werk. waarde temperatuur vloeibaar gasx, P [%] x: laatste stand van de EEVP: laatste instelwaarde voor het compressorvermogen, door de regelingberekend uit actuele warmtebehoefte in het secundaire circuitErr [–] Storingsindex (onderdelen, meldingen):10-cijferig, 4 verschillende codes op elke plaats mogelijk, hexadecimaleweergave, weergavesysteem hierna in acht nemenWeergavesysteem van informatie- enstoringsindexVoor elke plaats van de informatie- enstoringsindex zijn 4 verschillende meldingenmogelijk. Deze meldingen geeftde regeling met de codes 1, 2, 4 en 8aan. Als meerdere meldingen gelijktijdigactief zijn, worden de betreffende codeshexadecimaal opgeteld. Hexadecimalesommen zijn uniek, d.w.z. de verschillendeactieve codes kunnen volgens devolgende tabel worden bepaald.Actieve codes CIndicatiewaardeActieve codes1 2 4 8”0””1” X”2” X”3” X X”4” X”5” X X”6” X X”7” X X X”8” X”9” X X”A” (≙10) X X”B” (≙11) X X X”C” (≙12) X X”D” (≙13) X X X”E” (≙14) X X X”F” (≙15) X X X X5442 843 NLService159

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles) (vervolg)Procedure voor de analyse van de informatie-en storingsindex1. Indicatiewaarde voor elke plaatsafzonderlijk aflezen.2. Actieve codes met tabel C bepalen.3. Betekenissen van de actieve codes inde tabellen I en E aflezen.Informatie-index ”I” IPlaats Code BetekenisCommando's, het laatst door de regeling aan de EEV-regelaar overgedragen1 4 Melding over herstart van de EEV-regelaar ontvangen2 1 Vrijgave voor regeling van het koelcircuit (EEV-regelaar schakeltcompressor bij behoefte automatisch in.)2 Vrijgave voor stoominjectie met EVI-regelkring4 Koeling actief3 0 niet bezet4 0 niet bezetStatus, het laatst door de EEV-regelaar aan de regeling gemeld5 1 Digital-Scroll-relais actief2 EVI-klep actief4 Vrijgave voor regeling van het koelcircuit door de warmtepompregelingvia digitale ingang ontvangen8 Koeling actief, inschakeling via digitale ingang6 1 Vrijgave voor regeling van het koelcircuit door de warmtepompregelingvia KM-BUS ontvangen2 Vrijgave voor stoominjectie met EVI-regelkring via KM-BUS ontvangen4 Koeling actief, inschakeling via KM-BUS8 Compressor ingeschakeld7 0 niet bezet8 1 Uitschakeling compressor door foutVersies, bij vragen altijd aangeven9 0 t/m F Hardwareversie van de EEV-regelaar, 1. plaats10 0 t/m F Hardwareversie van de EEV-regelaar, 2. plaats11 0 t/m F Softwareversie van de EEV-regelaar, 1. plaats12 0 t/m F Softwareversie van de EEV-regelaar, 2. plaatsVoorbeeld:Informatie-index ”01 00 49 00 01 02”5442 843 NL160

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles) (vervolg)Plaats WeergaveCodes Betekenis (tab. I)(tab. C)1 ”0” 0 —2 ”1” 1 Vrijgave voor regeling van het koelcircuit3 ”0” 0 —4 ”0” 0 —5 ”4” 4 Vrijgave voor regeling van het koelcircuit door dewarmtepompregeling via digitale ingang ontvangen6 ”9” 1 Vrijgave voor regeling van het koelcircuit door dewarmtepompregeling via KM-BUS ontvangen8 Compressor ingeschakeld7 ”0” 0 —8 ”0” 0 —9 ”0” 0 Hardwareversie 01 van de EEV-regelaar10 ”1” 111 ”0” 0 Softwareversie 02 van de EEV-regelaar12 ”2” 2Storingsindex ”Err” EPlaats Code BetekenisOnderdelen, storingsmeldingen direct door de EEV-regelaar gemeld1 1 Temperatuursensor vloeibaar gas defect2 Stappenmotor van de EEV defect2 1 Sensor lage druk defect2 Temperatuursensor zuiggas defect4 Sensor hoge druk defect8 Temperatuursensor persgas defect3 0 niet bezet4 0 niet bezetMeldingen5 1 Verdampingsdruk te laag (uitschakeling door lage druk)6 1 Condensatietemperatuur te hoog2 Condensatiedruk te hoog4 Oververhittingtemperatuur zuiggas te laag8 Oververhittingtemperatuur zuiggas te hoog7 0 niet bezet5442 843 NLService161

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles) (vervolg)Plaats Code Betekenis8 1 Maximale werkdruk (MOP) werd bereikt, regelingstype (drukregelingoververhitting/verdamping) in het koelcircuit werd aangepast.2 Fout op basis van ontoelaatbare combinatie van koelcircuitvoorwaarden.Er is een ernstige storing van de EEV-regelaar,omdat de warmtepompregeling alleen toegestane parametercombinatiesaan de EEV-regelaar doorgeeft.Voorbeeld:Informatie-index ”0C 00 00 00”Plaats WeergaveCodes Betekenis (tab. E)(tab. C)1 ”0” 0 —2 ”C” 4 Hogedruksensor defect, direct door de EEV-regelaargemeld8 Temperatuursensor persgas defect, direct doorde EEV-regelaar gemeld3 ”0” 0 —4 ”0” 0 —5 ”0” 0 —6 ”0” 0 —7 ”0” 0 —8 ”0” 0 —Temperatuur- en drukwaardenLaatste gemeten temperatuur- en drukwaarden van primair en secundair circuit.OpmerkingTerwijl de compressor loopt, toont deregeling in dit overzicht de actuele meetwaarden.Na het uitschakelen van decompressor zijn hier de laatste in bedrijfgemeten waarden oproepbaar. Dezewaarden worden pas bij de volgendestart van de compressor overschreven.Eentraps (type BW)Ü EEV-module (laatste cycl.)tpetpatsetsap0pcErr/Msg°C°C::19,811,3°C : 22,2°C :bara :bara ::31,56,214,100000001Terug metä5442 843 NL162

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles) (vervolg)Tweetraps (type BW/BWS): 1. en 2etrapÜ EEV 1+2 (letzter Lauf)Wärmepumpe 1tpe °C : 19,8tpa °C : 11,3tse °C : 22,2tsa °C : 31,5p0 bara : 6,2pcErr / Msgbara ::14,100000001Zurück mit219,811,322,231,56,214,100000001äServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Diagnose”3. ”Warmtepomp”4. ”EEV-module (laatste cycl.)”Weergaven op de displayWeergave Betekenistpe °C Grondmedium intredetemperatuurtpa °C Grondmedium uittredetemperatuurtse °C Retourtemperatuur secundair circuittsa °C Aanvoertemperatuur secundair circuitp0 bara Verdampingsdrukpc bara CondensatiedrukErr/Msg Laatste storingsinformatiecode voor uitschakeling compressor, weergavesysteem(zie pagina 159) en betekenis (zie pagina 161) als eerder.Looptijd van de compressor (bedrijfsurenvolgens belastingklassen)Eentraps (type BW)Tweetraps (type BW/BWS): 1. trap(type BW)Ü Laufzeit Verdichter 1Ü Looptijd compressorhhBelastungsklasse1?3 4 5Service5442 843 NLBelastingklasse1 ?LooptijdSelecteren met3 4 5230h(LaufzeitWählen mit230h(Servicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Diagnose”163

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles) (vervolg)3. ”Warmtepomp”4. ”Looptijd compressor”ΔT V/KVerschil verdampings- en condensatietemperatuurDe bedrijfsuren van de compressor(”Looptijd”) kunnen met voorelke ”belastingklasse” worden opgevraagd.Toekenning van de belastingklassen:BelastingklasseBedrijfsuren bij ΔT V/K1 ΔT V/K < 25 K2 25 K < ΔT V/K < 32 K3 32 K < ΔT V/K < 41 K4 41 K < ΔT V/K < 50 K5 ΔT V/K > 50 KEnergiebalansIn het menu ”Energiebalans” kan de volgendeinformatie worden opgevraagd:■ ”Energiebalans verwarmen”: elektrischeenergie , die voor de werkingvan warmtepomp werd gebruikt enhoe veel verwarmingsenergie aande verwarmingsinstallatie werd afgegeven.■ ”Energiebalans warm water”: elektrischeenergie , die voor de werkingvan warmtepomp werd gebruikt enhoe veel verwarmingsenergie voor detapwaterbereiding aan de verwarmingsinstallatiewerd afgegeven.■ ”SPF verwarmen”: (seasonal performancefactor) jaararbeidsfactor voorverwarming■ ”SPF warm water”: jaararbeidsfactorvoor tapwaterbereiding■ ”SPF totaal”: jaararbeidsfactor totaalServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Diagnose”3. ”Energiebalans”Ü Energiebalans Verw.èqkWh23Wo. 23/09 q 277 è 831Kiezen met(De energiewaarden , , kunnen metvoor elke kalenderweek ”Wo.” vanhet afgelopen jaar worden opgevraagd.5442 843 NL164

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles) (vervolg)OpmerkingVoorwaarde voor een realistische gegevensregistratie:De parameter ”Vermogen” moet correctzijn ingesteld.Korte opvragingMet de korte opvraging kunnen bijv. temperaturen, softwarestanden en aangeslotenecomponenten worden opgevraagd.Servicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Diagnose”3. ”Korte info”Ü Korte info1:2:03: 04: 01 F00000 00 A00000 01 2000Selecteren met (5442 843 NLService165

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles) (vervolg)Betekenis van de waarden in de afzonderlijke regels zie volgende tabel:RegelVeld(korteopvraging)1 2 3 4 5 61 Regeling:softwarestand (SWindex)Toestel: revisiestandCodeerstekker: KengetalLowCodeerstekker: versie2 Installatieschema AantalKM-BUSdeelnemersGemeenschappelijke aanvraagtemperatuur3 0 Bedieningseenheid:softwareindexUitbreidingvoorverw.circ. metmengklep(M2/M3):softwarestandSolarregeling:softwarestandLONmodule:softwarestandExterne uitbreiding:softwarestandmengklep A1:0 zonder1 Vitotrol200mengklep M20 zonder1 Vitotrol200mengklep M30 zonder1 Vitotrol2004 0 0 0 0 Toesteltype5 0: geenexterneaanvraag0: geenexternafsluiten0 Externe omschakeling 0 tot 10 VIndicatie in %0: geen externe omschakeling1: externeaanvraag1: externafsluiten6 Aantal LON-deelnemercijferControle-0 0 07 Afstandsbediening:Verw. circ. zonder Verw. circ. met Verw. circ. metsoftwarestandsoftwarestandsoftwarestand5442 843 NL166

Storingen oplossenDiagnose (servicecontroles) (vervolg)Regel(korteopvraging)8 EEV-module 1:hardware-index9 EEV-module 2:hardware-index10 Regeling:softwarestand HighVeld1 2 3 4 5 6EEV-module 1:software-indexEEV-module 2:software-indexRegeling:softwarestand LowUitbreiding voor verw.circ. met mengklepvoor koelcircuit/afzonderlijkkoelcircuit:softwarestand0Bedieningseenheid:softwarestandUitgangen controleren (actorentest)■ Er worden alleen actoren getoond dievolgens de installatie-uitvoering aanwezigzijn.■ Met de activering van de actorentestsworden alle actoren stroomloosgeschakeld.■ In dit menu kunnen een of meerdereactoren worden ingeschakeld.■ De actorentest wordt automatisch naca. 30 min. of met beëindigd.■ Met de toetsen kan het ”installatieoverzicht”en de diagnosepagina”EEV-module” worden opgeroepen,zonder de actorentest te verlaten.Terug naar de weergave van deactorentests met OK.Servicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Actorentest”Opmerking■ Als de boilerlaadpomp via het PWMsignaalwordt aangestuurd, moetenbeide uitgangen ”Boilerlaadpomp”worden geactiveerd.■ Met ”Alle actoren” kunnen alle actorengelijktijdig worden uitgeschakeld.ServiceFunctiecontrole5442 843 NLVoor de functiecontrole van de aangeslotencomponenten (zie inbedrijfstelling-assistentpagina 124).167

Storingen oplossenFunctiecontrole (vervolg)Servicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Servicefuncties”3. ”Functiecontrole”4. Gewenste groep kiezen, bijv. ”Warmwater”.Menu ”Functiecontrole”FunctieVerwarmingscircuit 1Verwarmingscircuit 2Verwarmingscircuit 3Afzonderlijk koelcircuitWarm water (warmwaterboiler)ZwembadElektrische verwarming (verwarmingswater-doorstroomtoestel,accessoires)WarmtepompExt. warmtegeneratorGedrag van de installatieSecundaire pomp en CV-pomp A1 worden ingeschakeld.CV-pomp M2 of M3 wordt ingeschakeld. Mengklep in5-minuten-puls openen/sluiten.Primaire pomp en circulatiepomp afzonderlijk koelcircuitworden ingeschakeld. Mengklep in 5-minutenpulsopenen/sluiten.Secundaire pomp, circulatiepomp voor de bufferverwarming(verwarmingswaterzijde) en boilerlaadpomp(tapwaterzijde) worden ingeschakeld.Secundaire pomp wordt ingeschakeld. Uitgangzwembad wordt in 1-minuut-puls in- resp. uitgeschakeld.Secundaire pomp wordt ingeschakeld. Verwarmingswater-doorstroomtoestelregelt op 30 ℃ aanvoertemperatuur.Primaire en secundaire pompen worden ingeschakeld.Warmtepomp wordt op 30 °C retourtemperatuurgeregeld.De externe warmtegenerator wordt op 35°C aanvoertemperatuurgeregeld. Mengklep openen, CV-pompenworden ingeschakeld.5442 843 NL168

Storingen oplossenFunctiecontrole (vervolg)FunctieSolarPrimaire bronOpmerkingDe uitvoering van deze functieduurt 10 min.Gedrag van de installatieAls Vitosolic is aangesloten, wordt de indicatie voorde zonnecircuitpomp in het installatie-overzicht geactiveerd.De zonnecircuitpomp moet via Vitosolic wordeningeschakeld (zie servicehandleiding Vitosolic).Primaire pomp wordt ingeschakeld. Elke minuutwordt een gemiddelde waarde van de aanvoertemperatuurprimair circuit berekend.OpmerkingMet deze functie wordt de temperatuur van de onberoerdeaardbodem bepaald.Als de functie vooraf wordt geannuleerd, wordt op hettijdstip van de annulering de berekende gemiddeldewaarde opgeslagen.Maatregelen bij te lage ruimtetemperatuur1. Verwarmingscircuits ontluchten.2. Debiet van de betreffende verwarmingscircuitscontroleren. Geadviseerdetemperatuurverschil tussenverwarmingsaanvoer en -retour ca.8 K.3. Hydraulische afstelling van de aangeslotenverwarmingscircuits uitvoeren.4. Buitentemperatuursensor controleren(zie pagina 171).5. Gewenste ruimtetemperatuur voornormale werking verhogen en stooklijnenaanpassen.Bedieningshandleiding6. Verwarming door geïntegreerd verwarmingswater-doorstroomtoestel(indien aanwezig) toestaan (ziepagina 202).ServiceGeen weergave op de display van de bedieningseenheid5442 843 NL1. Netschakelaar van de installatieinschakelen.2. Toestelzekering van de regeling controleren,evt. vervangen (ziepagina 172).169

Storingen oplossenGeen weergave op de display van de… (vervolg)3. Controleren of netspanning op deregeling aanwezig is, evt. netspanninginschakelen.4. Steek- en schroefverbindingen controleren.5. Evt. bedieningsgedeelte vervangen.6. Evt. regelaar- en sensorprintplaatvervangen.ReparatieOverzicht interne componentenUA BCDEF F GTSRQPONHMLKA Aanvoertemperatuursensor primaircircuit (grondmedium inlaat warmtepomp)B Temperatuursensor zuiggasC CondensorD Hogedruksensor EEVE Aanvoertemperatuursensor secundaircircuit5442 843 NL170

Storingen oplossenReparatie (vervolg)F CompressorG Retourtemperatuursensor secundaircircuitH Aftapkraan secundaire zijdeK KijkglasL Elektronische expansieklep EEKM Aftapkraan primaire kantN FilterdrogerO Retourtemperatuur primair circuit(grondmedium uittrede warmtepomp)P Temperatuursensor persgasQ Schrader-ventiel hoge drukR Lagedruksensor EEVS Hoge druk veiligheidsschakelaarT Schrader-ventiel lage drukU VerdamperWarmtepomp aan primaire/secundaire zijde aftappen1. Lokale ketelvul-/aftapkraan sluiten. 2. Warmtepomp met aftapkraan van primaire/secundaireaanvoer aftappen(zie pagina 170).Sensoren controleren5442 843 NLAansluiting van de sensoren op de regelaar-en sensorprintplaat ziepagina 236.Temperatuursensoren type Ni 500Weerstand in640600560520480440400-40 -20 0 20 40 60Temperatuur in °CPositie van de sensoren in de warmtepomp,zie afbeelding pagina 170.Meetelement: ”Ni 500”■ Buitentemperatuursensor (F0)■ Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuitM2 (F12)■ Aanvoertemperatuursensor afzonderlijkkoelcircuit■ Ruimtetemperatuursensoren171Service

Storingen oplossenReparatie (vervolg)Temperatuursensoren type Pt 500860780700Weerstand in620540460-20 20 60 100 140 180Temperatuur in °CMeetelement ”Pt 500”■ Aanvoertemperatuursensor installatie(F13)■ Buffertemperatuursensor (F4)■ Boilertemperatuursensor (F6)■ Aanvoer-/retourtemperatuursensorsecundair circuit (F8/F9)■ Alle sensoren in de warmtepomp■ Keteltemperatuursensor externewarmtegeneratorZekering controlerenPositie van de zekeringen zie vanafpagina 227:■ De zekering F1 bevindt zich op de rangeerprintplaat.■ De zekering F3 bevindt zich op debasisprintplaat.Zekering F1 en F3:■ T6,3 A, 250 V~■ Max. vermogensverlies ≤ 2,5 WGevaarHet aanraken van spanning voerendeonderdelen kan door elektrischestroom tot ernstige verwondingenleiden.Bij werkzaamheden aan het toestelbeslist ook de laststroomkringspanningsvrij schakelen.Door het verwijderen van dezekering is de laststroomkringniet spanningsvrij.Toestel maakt lawaaiMogelijke oorzaken:■ Transportbeveiliging niet verwijderd ofniet aan de basishouder bevestigd: ziepagina 69.■ Regelingsdeur niet goed gesloten: ziepagina 119.■ Sokkelplaten niet gemonteerd: ziepagina 119 stap 5.■ Te grote afstand tussen sokkelplaat enbodem5442 843 NL172

Storingen oplossenReparatie (vervolg)Warmtepompmodule uitbouwenOpgelet! Schade aan het toestel vermijden.Bovenzijde toestel, front en zijwandenniet belasten.3.[{{] U/V/W1.aYH2.4.5. Primaire en secundaire zijde leegmaken(aftapkranen zie pagina 170).5442 843 NLService173

Storingen oplossenReparatie (vervolg)7.9.8.A6.4xOpmerking bij stap 7.Steek- en schroefverbindingen die bijeenhoren,kenmerken.Alle elektrische verbindingen losmaken.!OpgeletSterke kanteling van de compressorin de warmtepomp leidttot schade aan het toestel.Warmtepompmodule niet meerdan 45° kantelen.5442 843 NL174

Storingen oplossenReparatie (vervolg)Opmerking bij stap 9.Om de warmtepompmodule op de houderte stabiliseren, kan de transportbeveiligingworden vastgeschroefd (ziepagina 69).Warmtepompmodule monterenMontage in omgekeerde volgorde vande demontage.Opgelet! Om schade door condenswateren sterke geluidsontwikkeling tevermijdenRegelingsdeur afsluiten.Opgelet! Toestel geluiddicht en diffusiedichtafsluiten.Dichtheid van de interne enexterne hydraulische verbindingencontroleren (ziepagina 119).5442 843 NLService175

Regelingsinstellingen door vakmanRegelingsinstellingen door vakmanOp de volgende pagina's wordenalleen de parameters beschreven dieuitsluitend door de vakman in het servicemenuop ”Codeerniveau 1” kunnenworden ingesteld.Parameters die in de bedieningshandleidingvoor het klantniveau wordenbeschreven, worden hier niet toegelicht.OpmerkingWelke parameters aanwezig zijn, isafhankelijk van de installatieconfiguratie(bijv. parameter voor verwarmingscircuitM2: alleen weergave als verwarmingscircuitM2 geconfigureerd is).!OpgeletEen foutieve bediening ophet ”codeerniveau 1” kan totschade aan het toestel en de verwarmingsinstallatieleiden.Aanwijzingen in de montagehandleidingabsoluut respecteren,anders vervalt de garantie.Servicemenu activerenHet servicemenu kan vanuit elk menuworden geactiveerd.OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.Servicemenu deactiverenHet servicemenu blijft zolang actief tothet met ”Service beëindigen?” wordtgedeactiveerd of gedurende 30 min.geen bediening plaatsvindt.Parameter instellen aan de hand van voorbeeld ”Installatieschema”Voor de instelling van een parametermoet eerst de parametergroep endaarna de parameter worden gekozen.Alle parameters worden in volle tekstaangegeven. Aan elke parameter isbovendien een parametercode toegekend.Servicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1” kiezen.3. Parametergroep kiezen:. ”Installatiedefinitie”5442 843 NL176

Regelingsinstellingen door vakman (vervolg)Regelingsinstellingen door vakman4. Parameter kiezen:. ”Installatieschema7000”5. Installatieschema instellen:. ”2”Alternatief als het servicemenu al werdgeactiveerd:Uitgebreid menu:1. å2. ”Service”3. ”Codeerniveau 1” kiezen.4. Parametergroep kiezen:. ”Installatiedefinitie”5. Parameter kiezen:. ”Installatieschema”6. Parametercode bevestigen:. ”7000”7. Installatieschema instellen:. ”2”OpmerkingWelke parameters worden weergegevenhangt af van de actuele toestelinstellingen.Toestand bij levering opnieuw herstellen (reset)Servicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Basisinstelling”4. ”Alle groepen”ofgewenste parametergroep(bijv. ”Installatiedefinitie”) kiezen.5442 843 NLService177

Parametergroep installatiedefinitieParametergroep installatiedefinitieServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Installatiedefinitie”4. Parameter kiezen.7000 Installatieschema”Installatieschema 7000”Het installatieschema volgens de installatie-uitvoeringbij inbedrijfstelling instellen.Er kan uit 12 verschillende installatieschema'sworden gekozen (zie ontwerphandleiding).De componenten die bij het betreffendeinstallatieschema horen worden automatischgeactiveerd en bewaakt.WaardeVerwarmingscircuitzondermengklep A1Verwarmingscircuitmetmengklep M2Verwarmingscircuitmetmengklep M3Tapwaterverwarming”0” — — — X”1” X — — —”2” X — — X”3” — X — —”4” — X — X”5” X X — —”6” X X — X”7” — X X —”8” — X X X”9” X X X —”10” X X X X”11” Onafhankelijke aansturingToestand bij levering 2Instelling 0 tot 117001 TaalOpmerkingAlleen in het uitgebreide menu instellen.178Taal voor bedieningselementen en indicatiesvan de regeling.5442 843 NL

Parametergroep installatiedefinitie7001 Taal (vervolg)Bedieningshandleiding7003 Temperatuurverschil voor verwarmingsgrens”Temperatuurverschil verwarmen 7003”Temperatuurverschil voor berekeningvan de verwarmingsgrens.Verwarmingsgrens: gew. ruimtetemperatuurminus ”Temperatuurverschilverwarmen”De ruimteverwarming wordt ingeschakeldals de buitentemperatuur gedurendedrie uur gemiddeld lager is dan deverwarmingsgrens.Voorbeeld:De ingestelde ruimtetemperatuur is20 °C, de onder ”Temperatuurverschilverwarmen” ingestelde waarde is 4 K.Hieruit resulteert een verwarmingsgrensvan 16 °C (20 °C – 4 K).De ruimteverwarming begint als degemiddelde buitentemperatuur lagerwordt dan 16 °C (verwarmingsgrens).De ruimteverwarming wordt uitgeschakeldals de gemiddelde buitentemperatuurhoger wordt dan 18 °C (volgens deingestelde hysterese van 2 K).20°C18°C2K16°CToestand bij levering 40 (≙ 4 K)Instelbereik 0 tot 200 (≙ 0 tot 20 K)A Gewenste ruimtetemperatuurB Gemiddelde buitentemperatuurC Ingestelde waarde ”Temperatuurverschilverwarmen”D Verwarming UITE Verwarming AANtService7004 Temperatuurverschil voor koelgrens”Temperatuurverschil koelen 7004”5442 843 NL179

Parametergroep installatiedefinitie7004 Temperatuurverschil voor koelgrens (vervolg)Temperatuurverschil voor berekeningvan de koelgrens.Koelgrens: gew. ruimtetemperatuurplus ”Temperatuurverschil koelen”De ruimtekoeling wordt ingeschakeld alsde buitentemperatuur gedurende drieuur gemiddeld hoger is dan de koelgrens.Voorbeeld:De ingestelde ruimtetemperatuur is20 °C, de onder ”Temperatuurverschilkoelen” ingestelde waarde is 4 K.Hieruit resulteert een koelgrens van 24℃ (20 °C + 4 K).De ruimtekoeling begint als de gemiddeldebuitentemperatuur hoger wordtdan 24 ℃ (koelgrens).De ruimtekoeling wordt uitgeschakeldals de gemiddelde buitentemperatuurlager wordt dan 23 °C (volgens de ingesteldehysterese van 1 K).OpmerkingDeze parameter is alleen beschikbaarals de koeling door de parameter ”Koelen7100” is geactiveerd (ziepagina 218).Toestand bij levering 40 (≙ 4 K)Instelbereik 10 tot 200 (≙ 1 tot 20 K)7010 Externe uitbreiding”Externe uitbreiding 7010”Activeren van de externe uitbreidingH1.De externe uitbreiding H1 kan voor devolgende bijschakelingen/componentenworden gebruikt:■ Zwembadverwarming■ Externe omschakeling van de werkingsmodus■ Extern opvragen■ Externe mengklep Open■ Extern blokkeren■ Externe mengklep DichtOpmerkingEr kan slechts één externe uitbreidingop de regeling worden aangesloten.Als de componenten voor de zwembadverwarmingop de ”Externe uitbreidingH1” aangesloten zijn, kan geen verderebijschakeling (bijv. werkingsmodusomschakeling)op de ”Externe uitbreidingH1” worden aangesloten.Waa Betekenisrde”0” Externe uitbreiding H1 is nietgeactiveerd.”1” Externe uitbreiding H1 is aanwezigen geactiveerd.5442 843 NL180

Parametergroep installatiedefinitie7010 Externe uitbreiding (vervolg)Toestand bij levering 0Instelling 0 / 17008 Zwembad”Zwembad 7008”Zwembadverwarming.Waa Betekenisrde”0” Zwembad wordt niet verwarmd.”1” Zwembad is aangesloten enwordt verwarmd.Toestand bij levering 0Instelling 0 / 1OpmerkingDe temperatuurregelaar voor het zwembadwordt via de externe uitbreiding H1op de regeling aangesloten. De parameter”Externe Uitbreiding 7010” op ”1”instellen (zie pagina 180), anders verschijnthet menupunt ”Zwembad” niet inhet display.700A Cascade5442 843 NL”Cascadeaansturing 700A”De warmtepompregeling maakt de aansturingvan max. 3 resp. 4 volgendewarmtepompen in cascade mogelijk. Deaansluiting kan via LON of de externeuitbreiding H1 plaatsvinden.Waa Betekenisrde”0” Geen aansturing van volgendewarmtepompen”1” Aansturing van max. 3 volgendewarmtepompen via externe uitbreidingH1”2” Aansturing van max. 4 volgendewarmtepompen via LON181Service

Parametergroep installatiedefinitie700A Cascade (vervolg)OpmerkingBij instelling ”1” of ”2” is de warmtepomphet hoofdtoestel. Het aantal volgendewarmtepompen wordt met deparameter ”Aantal externe warmtepompen5735” ingesteld.Wanneer het toestel als volgende warmtepompmoet werken, moet dewaarde ”0” en gelijktijdig voor de parameter”Installatieschema 7000” dewaarde ”11” worden gekozen. Bij aansluitingvia LON moet ook ”Warmtepompnummer5707” worden ingesteld.Toestand bij levering 0Instelling 0 / 1 / 25735 Aantal volgende warmtepompen”Aantal externe warmtepompen 5735”Aantal volgende warmtepompen die in cascade via LON of via de externe uitbreidingH1 verbonden zijn.OpmerkingOp het hoofdtoestel moet de parameter”Cascadeaansturing 700A” op ”1”(bij aansturing via externe uitbreidingH1) of ”2” (bij aansturing via LON) zijningesteld.Waa Betekenisrde”0” Geen opvolgende warmtepomp”1” t/m ”3”Waa BetekenisrdeAantal volgende warmtepompenbij aansturing via externe uitbreidingH1”1” t/m ”4”Aantal volgende warmtepompenbij aansturing via LONToestand bij levering 0Instelling 0 / 1 / 2 / 3 / 4700B Vermogen van de volgende warmtepompen”Vermogen opvolgende warmtepomp 700B”5442 843 NL182

Parametergroep installatiedefinitie700B Vermogen van de volgende warmtepompen (vervolg)Gemiddelde vermogen van de volgendewarmtepompen in cascade afhankelijkvan het type bij aansluiting via externeuitbreiding H1.Toestand bij leveringInstelling10 kW0 tot 255 kW7011 Externe omschakeling werkingsmodus”Werkingsmodusomschakeling verwarmingscircuits 7011”De verschillende werkingsmodi voor verwarmen/koelen,tapwateropwarming enverwarmingswaterbuffer worden in deregeling via het betreffende tijdprogrammain- en uitgeschakeld. Het isbovendien ook mogelijk de werkingsstatusonafhankelijk van het tijdprogrammaextern, bijv. via Vitocom 100 voor eenbepaalde duur om te schakelen.Tijdprogramma, werkingsmodusBedieningshandleidingParameter voor de instelling voor welkeinstallatiecomponenten de modus bij hetsignaal ”Externe aanvraag” wordt omgeschakeld(signaal actief bij gesloten contact,zie overzicht van de printplatenvanaf pagina 227).Met de externe werkingsmodusomschakelingkan bijv. een verwarmingscircuitvia een toets van ”Verlaagd” op ”Normaal”worden geschakeld.Opmerking■ De werkingsmodus die moet wordeningesteld, wordt met de parameter”werkingsmodusomschakelingwerking 7012” ingesteld. De duur vande omschakeling geeft de parameter”Werkingsmodusomschakelingduur 7013” aan.■ Het signaal”Extern blokkeren” heefteen hogere prioriteit dan het signaal”Externe aanvraag”.■ De functie via parameter ”Externeaanvraag mengklep Open 7014”heeft een hogere prioriteit als de functievia parameter ”Werkingsmodusomschakelingverwarmingscircuits7011”.Service5442 843 NLWaardeVerwarmingscircuitzondermengklepA1VerwarmingscircuitmetmengklepM2VerwarmingscircuitmetmengklepM3TapwaterverwarmingVerwarmingswaterbuffer”0” — — — — —”1” X — — — —183

Parametergroep installatiedefinitie7011 Externe omschakeling werkingsmodus (vervolg)Waarde184VerwarmingscircuitzondermengklepA1VerwarmingscircuitmetmengklepM2VerwarmingscircuitmetmengklepM3TapwaterverwarmingVerwarmingswaterbuffer”2” — X — — —”3” X X — — —”4” — — X — —”5” X — X — —”6” — X X — —”7” X X X — —”8” tot en met ”15”: Niet instellen!”16” — — — X —”17” X — — X —”18” — X — X —”19” X X — X —”20” — — X X —”21” X — X X —”22” — X X X —”23” X X X X —”24” tot en met ”31”: Niet instellen!”32” — — — — X”33” X — — — X”34” — X — — X”35” X X — — X”36” — — X — X”37” X — X — X”38” — X X — X”39” X X X — X”40” tot en met ”47”: Niet instellen!”48” — — — X X”49” X — — X X”50” — X — X X”51” X X — X X”52” — — X X X”53” X — X X X”54” — X X X X”55” X X X X X”56” tot en met ”63”: Niet instellen!5442 843 NL

Parametergroep installatiedefinitie7011 Externe omschakeling werkingsmodus (vervolg)Toestand bij levering 0Instelbereik 0 tot 637012 Werkingsmodus voor externe omschakeling”Werkingsmodusomschakeling werking 7012”Instelling van de modus die voor deafzonderlijke installatiecomponenten bijde externe omschakeling wordt geactiveerd(zie ook ”Werkingsmodusomschakelingverwarmingscircuits7011”).Waarde Werkingsmodus (zie bedieningshandleiding)Verwarming/koeling Warm water Verwarmingswaterbuffer”0” geen verwarming, alleen vorstbescherming van de installatiecomponenten”1” ”verl.” ”Boven” ”Boven””2” ”Normaal” ”Normaal” ”Normaal””3” ”Constante”(gewenste aanvoertemperatuuris ”max.aanvoertemperatuur200E”)”2. temp.”(verwarmingmet ”2.gewenste temperatuur600C”)”Constante” (verwarmingmet ”Vaste temperatuur7202”)Toestand bij levering 2Instelbereik 0 tot 3701A Pompen en compressor extern blokkerenService”Werking extern blokkeren 701A”5442 843 NLInstelling van de pompen die zijn geblokkeerdbij actieve functie ”Extern blokkeren”(zie volgende tabel).OpmerkingInstelling bij de parameter ”Extern blokkerenmengklep dicht 7015” respecteren(zie pagina 188).185

Parametergroep installatiedefinitie701A Pompen en compressor extern blokkeren (vervolg)WaardeSecundairepomp/compressorgeblokkeerdBoilerlaadpompgeblokkeerdCV-pompM3 geblokkeerdCV-pompM2 geblokkeerdCV-pompA1 geblokkeerd”0””1” x”2” x”3” x x”4” x”5” x x”6” x x”7” x x x”8” x”9” x x”10” x x”11” x x x”12” x x”13” x x x”14” x x x”15” x x x x”16” x”17” x x”18” x x”19” x x x”20” x x”21” x x x”22” x x x”23” x x x x”24” x x”25” x x x”26” x x x”27” x x x x”28” x x x”29” x x x x”30” x x x x”31” x x x x xToestand bij levering 0Instelling 0 tot 315442 843 NL186

7013 Duur externe werkingsmodusomschakelingParametergroep installatiedefinitie”Werkingsmodusomschakeling duur 7013”Instelling hoe lang de externe modusomschakelingminstens duurt (zieook ”Modus-omschakeling verwarmingscircuits7011”). Na verloop vandeze tijd schakelt de regeling weer terugin de modus die vóór de externe werkingsmodusomschakelingactief was.Dit gebeurt ook als tussentijds de partywerkingwerd geactiveerd.Voorbeeld:ADe afbeelding toont de duur van deexterne werkingsmodusomschakelingB afhankelijk van de duur van het signaalA bij instelling van de parameter”Werkingsomschakeling duur7013” op 8 h (toestand bij levering).Onafhankelijk van de lengte van het signaalis de externe modus-omschakelingminstens 8 h actief (toestand bij levering).Als het signaal langer dan 8 hduurt, blijft de externe modus-omschakelingzo lang actief als het signaalduurt.A8 hBWaa Perioderde”0” Omschakeling vindt plaatszolang het signaal ”Externe aanvraag”aanwezig is.”1” t/m ”12”Omschakelperiode van demodus in uren gerekend vanaf deactivering van de externe modusomschakeling.BToestand bij leveringInstelbereik8 h0 tot 12 h8 hServiceAB5442 843 NL8 h187

Parametergroep installatiedefinitie7014 Externe aanvraag mengklep ”Open””Externe aanvraag mengklep Open 7014”Instelling welk effect het signaal ”Externeaanvraag” op de warmtepomp en de verwarmingscircuitsmoet hebben (signaalactief bij gesloten contact, zie overzichtvan de printplaten vanaf pagina 227).Opmerking■ Het signaal”Extern blokkeren” heefteen hogere prioriteit dan het signaal”Externe aanvraag”.■ Zie ook ”Gewenste aanvoertemperatuurbij externe aanvraag” oppagina 209.Waarde Verwarmingscircuitmet mengklep M2Verwarmingscircuitmet mengklep M3Warmtevraag voorwarmtepomp”0” Regelwerking Regelwerking Nee”1” Mengklep ”Open” Regelwerking Nee”2” Regelwerking Mengklep ”Open” Nee”3” Mengklep ”Open” Mengklep ”Open” Nee”4” Regelwerking Regelwerking Ja”5” Mengklep ”Open” Regelwerking Ja”6” Regelwerking Mengklep ”Open” Ja”7” Mengklep ”Open” Mengklep ”Open” JaToestand bij levering 4Instelbereik 0 tot 77015 Extern blokkeren mengklep ”DICHT””Extern blokkeren mengklep DICHT 7015”Instelling voor de parameter welk effecthet signaal ”Extern blokkeren” op dewarmtepomp moet hebben (signaalactief bij gesloten contact, zie overzichtvan de printplaten vanaf pagina 227).Opgelet! Vorstbescherming van de installatieevt. niet gegarandeerd.Opmerking■ Het signaal”Extern blokkeren” heefteen hogere prioriteit dan het signaal”Externe aanvraag”.■ Zie ook parameter ”Gewenste aanvoertemperatuurbij externe aanvraag”op pagina 209.5442 843 NL188

7015 Extern blokkeren mengklep ”DICHT” (vervolg)Parametergroep installatiedefinitieWaarde Verwarmingscircuitmet mengklep M2Verwarmingscircuitmet mengklep M3Blokkering van dewarmtepomp”0” Regelwerking Regelwerking Nee”1” Mengklep ”Dicht” Regelwerking Nee”2” Regelwerking Mengklep ”Dicht” Nee”3” Mengklep ”Dicht” Mengklep ”Dicht” Nee”4” Regelwerking Regelwerking Ja”5” Mengklep ”Dicht” Regelwerking Ja”6” Regelwerking Mengklep ”Dicht” Ja”7” Mengklep ”Dicht” Mengklep ”Dicht” JaToestand bij levering 4Instelbereik 0 tot 87017 Vitocom 100”Vitocom 100 7017”Gebruik van de communicatiepoortVitocom 100.Toestand bij levering 0Instelling 0 / 1Waa Betekenisrde”0” Vitocom 100 wordt niet gebruikt.”1” Vitocom 100 is aanwezig enactief.701B Gemeenschappelijke installatietemperatuursensor”Gemeenschappelijke installatievoeler 701B”5442 843 NLService189

Parametergroep installatiedefinitie701B Gemeenschappelijke… (vervolg)Bij installaties met verwarmingswaterbufferkan in de verwarmingswateraanvoerna de verwarmingswaterbuffer eengemeenschappelijke aanvoertemperatuursensor(”Aanvoertemperatuursensorinstallatie”) worden ingebouwd.Waa Betekenisrde”0” Aanvoertemperatuursensorinstallatie wordt niet gebruikt. Deaanvoertemperatuursensorsecundair circuit wordt gebruikt.”1” Aanvoertemperatuursensorinstallatie is aanwezig en geactiveerd.Toestand bij levering 1Instelling 0 / 15442 843 NL190

Parametergroep compressorParametergroep compressorServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Compressor”4. Parameter kiezen.5000 Vrijgave compressor”Vrijgave 5000”Vrijgave van de warmtepomp voor dewerking.Waa Betekenisrde”0” Warmtepomp treedt niet in werking,bijv. bij een defect.”1” Warmtepomp is vrijgegeven.OpmerkingOm de warmtepomp voor bouwdrogente blokkeren, de parameter ”Warmtepompvoor bouwdrogen 7300” gebruiken.Toestand bij levering 1Instelling 0 / 15030 Vermogen warmtepomp”Vermogen compressortrap 5030”Vermogen warmtepomp afhankelijk vantype.Deze waarde is nodig voor de berekeningvan de energiebalans en de jaararbeidsfactor.Toestand bij leveringInstelbereikOvereenkomstig het nominale vermogen van de warmtepompvia codeerstekker ingesteld (bijv. voor type 1088 kW, nominaal vermogen zie typeplaatje)1 tot 255 kW5442 843 NLService191

Parametergroep compressor 2Parametergroep compressor 2Servicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Compressor 2”4. Parameter kiezen.5100 Vrijgave warmtepomp 2. trap”Vrijgave 5100”Vrijgave van de warmtepomp 2. trap(type BWS)Toestand bij levering 0Instelling 0 / 1Waa Betekenisrde”0” Warmtepomp 2. trap nietgebruikt, bijv. bij een defect of alshet vermogen van de 1. trap volstaat.”1” Warmtepomp 2. trap wordtgebruikt.5130 Vermogen warmtepomp”Vermogen compressortrap 2 5130”Vermogen warmtepomp afhankelijk vantype. 2. trap.Deze waarde is nodig voor de berekeningvan de energiebalans en de jaararbeidsfactor.Toestand bij leveringInstelbereikIn overeenstemming met het nominaal vermogen van dewarmtepomp 2. trap via de codeerstekker ingesteld (bijv.voor type 108 8 kW, nominaal vermogen zie typeplaatje)1 tot 255 kW5442 843 NL192

Parametergroep externe warmtegeneratorParametergroep externe warmtegeneratorServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Ext. warmtegenerator”4. Parameter kiezen.7B00 Vrijgave externe warmtegenerator”Externe warmtegenerator 7B00”Voor de vrijgave van een extra, externewarmtegenerator.De externe warmtegenerator kan bijwarmtebehoefte door de warmtepompregelingworden ingeschakeld.OpmerkingAlle overige parameters van de externewarmtegenerator worden pas zichtbaarals deze parameter op ”1” is ingesteld.Waa Betekenisrde”0” Externe warmtegenerator wordtniet gebruikt.”1” Externe warmtegenerator, bijv.HR-ketel is geactiveerd.Toestand bij levering 0Instelling 0 / 17B01 Voorrang externe warmtegenerator”Voorrang 7B01”Voorrang van de externe warmtegeneratorop het verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur).Waa Betekenisrde”0” Externe warmtegenerator heeftvoorrang.”1” Verwarmingswater-doorstroomelementheeft voorrang.Toestand bij levering 1Instelling 0 / 15442 843 NLService193

Parametergroep externe warmtegenerator7B02 Bivalentietemperatuur externe warmtegenerator”Bivalentietemperatuur 7B02”Buitentemperatuurgrens voor werkingvan de externe warmtegenerator.Als de gemiddelde buitentemperatuurgedurende langere tijd onder de ingesteldegrenstemperatuur (”bivalentietemperatuur”)ligt, wordt de externewarmtegenerator ingeschakeld.Voorwaarde: de warmtepomp en/ofandere warmtebronnen kunnen niet aande warmtevraag voldoen.Boven de bivalentietemperatuur schakeltde warmtepompregeling de externewarmtegenerator alleen in als bijv. dewarmtepomp defect is.Toestand 100 (≙ 10 °C)bij leveringInstelling -500 tot +500(≙ –50 tot +50 °C)7B0D Externe warmtegenerator voor warm water”Externe warmtegenerator voor warm water 7B0D”Gebruik van de externe warmtegeneratorvoor tapwaterverwarming.Als de warmtebehoefte van de warmwaterboilerniet door de warmtepomp kanworden gedekt, wordt de circulatiepompvoor de tapwaternaverwarming en deexterne warmtegenerator aangestuurd.Waa Betekenisrde”0” Externe warmtegenerator is voortapwaterverwarming geblokkeerd.”1” Externe warmtegenerator is voortapwaterverwarming vrijgegeven.Toestand bij levering 0Instelling 0 / 15442 843 NL194

Parametergroep warm waterParametergroep warm waterServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Warm water ”4. Parameter kiezen.6000 Gewenste boilertemperatuur”Boilertemperatuur warm water 6000”Gewenste temperatuur voor warmwaterboilerbij tapwaterverwarming.BedieningshandleidingOpmerkingAls de warmtepomp alleen de ingesteldewarmwatertemperatuur niet kan bereiken,wordt een verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur) ingeschakeld(als via parameter ”Warm water(elektrisch) 6015” is vrijgegeven).Toestandbij leveringInstelbereik500 (≙ 50 °C)100 tot 700(≙ 10 tot 70 °C)6015 Tapwaternaverwarming”Warm water (elektrisch) 6015”5442 843 NLVrijgave van de tapwaternaverwarmingdoor verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur).Als de gewenste boilertemperatuur metde warmtepomp niet kan worden bereikt,kan een verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur) worden ingezet.Opmerking■ Het verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur) moet met de parameter”Verw. doorstroomt. 7900”apart worden vrijgegeven.■ Instelling voor ”Hysterese extra verwarming6008” in acht nemen.Waa Betekenisrde”0” Verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur) wordt nietvoor tapwaternaverwarming vrijgegeven.”1” Verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur) is aangeslotenen wordt voor tapwaternaverwarmingvrijgegeven.Toestand bij levering 1Instelling 0 / 1195Service

Parametergroep warm water6005 Min. temperatuur voor warmwaterboiler”Minimale temperatuur 6005”De temperatuurmeting gebeurt via debovenaan in de warmwaterboilergemonteerde temperatuursensor.Laagste gewenste temperatuur voorwarmwaterboiler (min. temperatuur).De warmwaterboiler wordt bij dalingonder de ingestelde minimumtemperatuurtot deze waarde plus hysterese verwarmd(vorstbescherming). Dit is onafhankelijkvan het ingestelde werkingsprogramma.Toestandbij leveringInstelbereik100 (≙ 10 °C)50 tot 600(≙ 5 tot 60 °C)6006 Max. temperatuur voor warmwaterboiler”Maximale temperatuur 6006”Hoogste temperatuurgrens voor warmwaterboiler.Bij het bereiken van deze temperatuurwordt de warmwaterboiler pas weer verwarmdals de temperatuur min. 5 K isgedaald.GevaarGevaar van brandwonden bijwarm water met temperatuurboven 60 ºC.Om de temperatuur op 60 °C tebegrenzen moet een menginrichting,bijv. een thermostatischemengautomaat (accessoire bij dewarmwaterboiler) worden ingebouwd.Toestandbij leveringInstelbereik600 (≙ 60 °C)200 tot 800(≙ 20 tot 80 °C)6007/6008 Hysterese warm water/extra verwarming”Hysterese warm water 6007””Hysterese extra verwarming 6008”5442 843 NL196

Parametergroep warm water6007/6008 Hysterese warm water/extra verwarming (vervolg)Hysterese boilertemperatuur voor in- enuitschakelen van de tapwaterverwarming.De ingestelde waarde bepaalt bij welkeafwijking van de gewenste temperatuurvan de warmwaterboiler (”Boilertemperatuurwarm water 6000”) de tapwaterverwarmingwordt gestart en gestopt. Deparameter ”Hysterese warm water6007” geldt voor de tapwaterverwarmingmet de warmtepomp. De parameter”Hysterese extra verwarming6008” geeft de hysterese aan bij verwarmingdoor een verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur).tC Hysterese extra verwarming (”Hystereseextra verwarming 6008”)D Werkelijke tapwatertemperatuur bijde bovenste boilertemperatuursensorE Schakeltoestand warmtepompF Schakeltoestand extra verwarmingG UitH AanOpmerking■ De ingestelde waarde voor ”Hysteresewarm water 6007” moet bovende verwachte temperatuurdaling doorde warmteverliezen tijdens de verlaagdewerking van de verwarmingscircuitsliggen (ca. 5 K).■ Een lagere waarde voor ”Hystereseextra verwarming 6008” verhoogthet aandeel van de opwarming van hetdrinkwater door de extra verwarming.■ Instelling voor ”Warm water (elektrisch)6015” in acht nemen.A Gewenste tapwatertemperatuurB Hysterese warmtepomp (”Hysteresewarm water 6007”)Service”Hysterese warm water6007””Hysterese extra verwarming6008”Toestand bij levering 70 (≙ 7 K) 100 (≙ 10 K)Instelbereik 10 tot 100 (≙ 1 tot 10 K) 20 tot 700 (≙ 2 tot 70 K)5442 843 NL197

Parametergroep warm water6009 Inschakeloptimalisering warm water”Inschakeloptimalisering 6009”Comfortfunctie voor de verwarming vande warmwaterboiler.Toestand bij levering 0Instelbereik 0 / 1Bedieningshandleiding600A Uitschakeloptimalisering warm water”Uitschakeloptimalisering 600A”Comfortfunctie voor de verwarming vande warmwaterboiler.Toestand bij levering 0Instelbereik 0 / 1Bedieningshandleiding600C 2. Gewenste temperatuur warm water”2. gewenste temperatuur 600C”Gewenste temperatuur voor extra verwarmingsfunctievoor het doden van kiemenin het drinkwater.BedieningshandleidingToestandbij leveringInstelbereik600 (≙ 60 °C)100 tot 700(≙ 10 tot 70 °C)600E 2. temperatuursensor”2. temperatuursensor 600E”Zonder functie.5442 843 NL198

Parametergroep warm water6016 Voorrang tapwaterverwarming”Combiboiler 6016”Alleen bij gebruik van verwarmingswaterbuffersmet geïntegreerde tapwateropwarming.Om de opwarmtijd te verkorten kan deverwarming van de verwarmingscircuitstijdens de tapwateropwarming wordenonderbroken. Daarvoor worden de CVpompenvan alle verwarmingscircuitsuitgeschakeld.Waa Betekenisrde”0” Gelijktijdige ruimteverwarming entapwateropwarming mogelijk.”1” Geen ruimteverwarming tijdensde tapwateropwarming, alle CVpompenworden in die tijd uitgeschakeld.Toestand bij levering 0Instelling 0 / 16017 Warm water bij regelhogedruk”Aantal pogingen warm water 6017”Hoge gewenste boilertemperaturen kunnenleiden tot uitschakeling door regelhogedruk.Bij aanvraag probeert deregeling de tapwaterverwarming weer inte schakelen. Met deze parameter wordthet aantal inschakelpogingen ingesteld.Toestand bij levering 1Instelbereik 0 tot 10OpmerkingDe vrijgave voor de geblokkeerde tapwaterverwarmingvindt automatischplaats bij een omschakeling van de werkingsmodusvoor de verwarming van dewarmwaterboiler van een laag naar eenhoger temperatuurniveau. Bijv.van ”Boven” naar ”Normaal” (zie debedieningshandleiding voor meer informatieover de werkingsmodus).5442 843 NLService199

Parametergroep warm water6020 Werkwijze boilerlaadpomp”Type boilerlaadpomp 6020”Werkwijze van de boilerlaadpompToestand bij levering 0Niet verstellen!5442 843 NL200

Parametergroep solarParametergroep solarServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Solar”4. Parameter kiezen.7A00 Solarregeling”Type solarregeling 7A00”Voor de instelling van de gebruikte solarregeling.Waa Betekenisrde”0” Geen solarregeling aanwezig.”1” Vitosolic 100”2” Vitosolic 200”3” Zonder functie”4” Zonder functieToestand bij levering 0Instelbereik 0 tot 45442 843 NLService201

Parametergroep elektrische verwarmingParametergroep elektrische verwarmingServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Elektrische verwarming”4. Parameter kiezen.7900 Verwarmingswater-doorstroomtoestel (installateur)”Verw.water-doorstroomt. 7900”Als een verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur) in de verwarmingswateraanvoeris ingebouwd, moet dezeworden vrijgegeven. De vrijgave kanalleen voor de tapwaternaverwarmingof/en voor de verwarming plaatsvinden.Parameter”Verw.water-doorstroomt.7900””Verwarmen (elektrisch)7902””Warm water (elektrisch)6015”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestelvoorVerwarming Tapwaternaverwarming”1” ”1””1” ”0””0” ”1”5442 843 NL202

Parametergroep elektrische verwarming7900 Verwarmingswater-doorstroomtoestel… (vervolg)!OpgeletInstelling ”0” van de parameter”Verw.water-doorstroomt.7900” schakelt het verwarmingswater-doorstroomtoestelvollediguit, zodat dit ook niet meer voorde vorstbescherming beschikbaaris.Om het verwarmingswater-doorstroomtoestelbij warmtevraagvoor de vorstbescherming te kunneninschakelen, voor het uitschakelende parameter ”Verwarmen(elektrisch) 7902”op ”0” zetten,maar ”verw.water-doorstroomt.7900” op ”1” zetten.Toestand bij levering 0Instelling 0 / 17902 Verwarmen met extra verwarming”Verwarmen (elektrisch) 7902”Vrijgave van de stookwerking met verwarmingswater-doorstroomelement(installateur).Als de gewenste aanvoertemperatuurmet de warmtepomp niet kan wordenbereikt, kan voor de verwarming een verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur) worden ingezet.OpmerkingHet verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur) moet met de parameter”Verw. doorstroomt. 7900” apartworden vrijgegeven.Waa Betekenisrde”0” Verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur) is niet voorstookwerking vrijgegeven.”1” Verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur) is aangeslotenen voor stookwerking vrijgegeven.Toestand bij levering 1Instelling 0 / 15442 843 NLService203

Parametergroep elektrische verwarming7907 Max. trap verwarmingswater-doorstroomtoestel”Maximale trap elektrische verwarming 7907”Max. vermogenstrap van het verwarmingswater-doorstroomtoestelvoor detapwateropwarming of de verwarming.De gekozen en alle lagere trappen zijnvrijgegeven.Toestand bij levering 3Instelbereik 1 t/m 3Waa Betekenisrde”1” Vermogenstrap 1, bijv. 3 kW”2” Vermogenstrap 2, bijv. 6 kW”3” Vermogenstrap 3 (trap 1 en 2gelijktijdig), bijv. 9 kW790A Trap bij blokkering door energiebedrijf”Trap bij blokk. energieb. 790A”Max. vermogenstrap van het verwarmingswater-doorstroomelement(accessoire)tijdens blokkering door energiebedrijf.De gekozen en alle lagere trappen zijnvrijgegeven.Waa Betekenisrde”0” Het verwarmingswater-doorstroomelementblijft tijdens deblokkering door het energiebedrijfuitgeschakeld, behalve bijvorstbescherming.”1” Vermogenstrap 1, bijv. 3 kWWaa Betekenisrde”2” Vermogenstrap 2, bijv. 6 kW”3” Vermogenstrap 3 of afhankelijkvan het type en elektrische aansluitingtrap 1 en 2 gelijktijdig, bijv.9 kWToestand bij levering 0Instelbereik 0 tot 35442 843 NL204

Parametergroep elektrische verwarming790B Bivalentietemperatuur verwarmingswater-doorstroomtoestel”Bivalentietemperatuur elektrische verwarming 790B”Temperatuurgrens voor de stookwerkingmet verwarmingswater-doorstroomelement(installateur).Als het langdurige gemiddelde van debuitentemperatuur onder de bivalentietemperatuurvalt, geeft de regeling deverwarming met het verwarmingswaterdoorstroomtoestelvrij. Boven de bivalentietemperatuurschakelt de regelinghet verwarmingswater-doorstroomtoestelalleen bij een defect van de warmtepompin.Toestandbij leveringInstelbereik100 (≙ 10 °C)-500 tot +500(≙ -50 tot +50 °C)5442 843 NLService205

Parametergroep interne hydraulicaParametergroep interne hydraulicaServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Interne hydraulica”4. Parameter kiezen.7300 Warmtepomp voor bouwdroging”Warmtepomp voor bouwdroging 7300”Behalve voor het verwarmingswaterdoorstroomtoestel(installateur) kan dewarmtepomp voor het drogen in de bouwworden gebruikt.Als de warmtepomp niet inzetbaar is (primairecircuit is bijv. nog niet gereed),moet deze functie op ”0” (toestand bijlevering) zijn gezet.Opmerking■ Bij gebruik van de warmtepomp voordrogen in de bouw de sondenbelastingrespecteren.■ Het drogen in de bouw met een verwarmingswater-doorstroomtoestel(installateur) leidt tot een hoog stroomverbruik.Waa Betekenisrde”0” Warmtepomp wordt niet voor drogenin de bouw gebruikt.”1” Warmtepomp wordt voor drogenin de bouw gebruikt.Toestand bij levering 0Instelling 0 / 17303 Estrikprogramma”Estrikprogramma 7303”Temperatuur-tijd-profiel voor drogingOpgeletestrik. ! Gevaar van gebouwschade dooroververhitting van de estrik bijhoge aanvoertemperaturen.5442 843 NL206

Parametergroep interne hydraulica7303 Estrikprogramma (vervolg)5442 843 NLIn de aanvoer van het vloerverwarmingcircuiteen temperatuurbewakervoor het begrenzen vande maximumtemperatuur inbouwen.■ Het estrikprogramma werkt parallelaan alle geactiveerde verwarmingscircuits.■ Na een stroomstoring of het uitschakelenvan de regeling wordt het gekozen”Estrikprogramma” weer voortgezet.■ Als het ”Estrikprogramma” volgenshet programma is beëindigd of voorafloop van het programma het temperatuur-tijd-profiel”0” is gekozen, wordthet ingestelde werkingsprogrammavoortgezet.■ De temperatuur-tijd-profielen 7 tot enmet 12 regelen op de max. aanvoertemperatuur.■ Ook als het tijdsprofiel een hogeregewenste aanvoertemperatuur aangeeft,wordt de gewenste temperatuurdoor de parameter ”Maximumaanvoertemp.200E” (pagina 216) vanhet verwarmingscircuit beperkt.■ Bij gebruik van het verwarmingswaterdoorstroomtoestel(accessoires) voorbouwdrogen stijgt het stroomverbruik.OpmerkingDe voorwaarden van EN 1264-4 respecteren.Het protocol dat door de verwarmingsmonteurwordt opgesteld, moet devolgende informatie over het verwarmenbevatten:■ Opwarmgegevens met de betreffendeaanvoertemperaturen■ Bereikte max. aanvoertemperatuur■ Bedrijfssituatie en buitentemperatuurbij overdrachtWaardeTemperatuur-tijd-profielA AanvoertemperatuurB Dagen”0” Geen temperatuur-tijd-profielAnnulering van een lopend profielen aansluitende voorzetting vande verwarming of koeling.”1” Temperatuur-tijd-profiel 1 (volgensEN 1264-4)A50403020101 5 10 15 20 25 30B”2” Temperatuur-tijd-profiel 2 (volgensZV parket en vloertechniek)A50403020101 5 10 15 20 25 30B”3” Temperatuur-tijd-profiel 3 (volgensÖNORM)A50403020101 5 10 15 20 25 30B207Service

Parametergroep interne hydraulica7303 Estrikprogramma (vervolg)Waa Temperatuur-tijd-profielrde A AanvoertemperatuurB Dagen”4” Temperatuur-tijd-profiel 4A50403020101 5 10 15 20 25 30B”5” Temperatuur-tijd-profiel 5A50403020101 5 10 15 20 25 30B”6” Temperatuur-tijd-profiel 6WaardeTemperatuur-tijd-profielA AanvoertemperatuurB Dagen”7” Constante-temperatuurprogrammaPeriode: 5 dagen”8” Constante-temperatuurprogrammaPeriode: 10 dagen”9” Constante-temperatuurprogrammaPeriode: 15 dagen”10” Constante-temperatuurprogrammaPeriode: 20 dagen”11” Constante-temperatuurprogrammaPeriode: 25 dagen”12” Constante-temperatuurprogrammaPeriode: 30 dagenToestand bij levering 0Instelbereik 0 tot 12A50403020101 5 10 15 20 25 30B730D Werking met 3-weg-omschakelklep”Verwarmen/warm water omschakelklep 730D”5442 843 NL208

730D Werking met 3-weg-omschakelklep (vervolg)Parametergroep interne hydraulicaAls door de installateur slechts éénpomp en één 3-weg-omschakelklepwordt geplaatst tussen de tapwaterverwarmingen de verwarming, moet deparameter ”Verwarmen/warm wateromschakelklep 730D” op ”1” wordenovergezet.Toestand bij levering 0Instelling 0 / 1Waa Betekenisrde”0” 3-weg-omschakelklep is niet aanwezig,tapwaterverwarming vindtplaats via afzonderlijke uitgang,secundaire pomp loopt niet, circulatiepompvoor de boilerverwarming(verwarmingswaterzijde)wordt ingeschakeld.”1” 3-weg-omschakelklep is aanwezig,secundaire pomp loopt ookbij tapwaterverwarming.730C Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag”Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag 730C”Gewenste aanvoertemperatuur bijexterne aanvraag, bijv. van zwembad(zie pagina 188).In tegenstelling tot regeling van degewenste aanvoertemperatuur door dekamer of de buitentemperatuur, wordthier bijv. voor de verwarmingscircuitseen vaste gewenste aanvoertemperatuuringesteld.Toestandbij leveringInstelbereik500 (≙ 50 °C)0 tot 700(≙ 0 tot 70 °C)Service7320 Werkwijze primaire pomp5442 843 NL”Type primaire bron 7320”209

Parametergroep interne hydraulica7320 Werkwijze primaire pomp (vervolg)Werkwijze primaire pomp Toestand bij levering 0Niet verstellen!7340 Werkwijze secundaire pomp”Type secundaire pomp 7340”Werkwijze van de secundaire pompToestand bij levering 0Niet verstellen!5442 843 NL210

Parametergroep bufferParametergroep verwarmingswaterbufferServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Buffer”4. Parameter kiezen.7200 Verwarmingswaterbuffer”Buffer 7200”Deze functie is alleen bij installatieschema1 en 2 beschikbaar. Bij installatieschema1 en 2 is de verwarmingswaterbufferoptioneel, bij installatieschema3 tot en met 10 is deze nodig enreeds ingesteld.Waa Betekenisrde”0” Verwarmingswaterbuffer nietaanwezig”1” Verwarmingswaterbuffer aanwezigToestand bij levering 0Instelling 0 / 17202 Gewenste temperatuur voor ”Constante””Vaste temperatuur 7202”OpmerkingDe temperatuur kan niet hoger wordeningesteld dan de maximumtemperatuurin de verwarmingswaterbuffer (ziepagina 212).Gewenste temperatuur voor demodus ”Constante” van de verwarmingswaterbuffer.Toestandbij leveringInstelbereik500 (≙ 50 °C)10 tot 700(≙ 1 tot 70 °C)Service7203 Hysterese5442 843 NL”Hysterese bufferverwarming 7203”211

Parametergroep buffer7203 Hysterese (vervolg)De ingestelde waarde bepaalt bij welkeafwijking van de gewenste temperatuurvan de verwarmingswaterbuffer (afhankelijkvan de modus) de verwarmingwordt gestart en gestopt.OpmerkingVoor installatieschema 1 en 2 is dezefunctie alleen dan beschikbaar alsonder ”Buffer 7200” de optie ”1” werdgekozen.C Verwarming verwarmingswaterbuffer”Uit”D Verwarming verwarmingswaterbuffer”Aan”Toestandbij leveringInstelbereik50 (≙ 5 K)20 tot 200(≙ 2 tot 20 K)tA Gewenste temperatuurB Inschakelhysterese7204 Max. temperatuur”Maximale temperatuur 7204”Hoogste temperatuurgrens voor verwarmingswaterbuffer.Bij het bereiken van deze temperatuurstopt de verwarming van de verwarmingswaterbuffer.5442 843 NL212

Parametergroep buffer7204 Max. temperatuur (vervolg)Opmerking■ Voor installatieschema 1 en 2 is dezefunctie alleen dan beschikbaar alsonder ”Buffer 7200” de optie ”1”werd gekozen.■ Als de hier aangegeven waarde onderde max. mogelijke gewenste aanvoertemperatuurvan een van de aangeslotenverwarmingscircuits ligt, kan ditverwarmingscircuit bij grote warmtevraagmisschien niet van de berekendeaanvoertemperatuur wordenvoorzien.Toestandbij leveringInstelbereik600 (≙ 60 °C)10 tot 700(≙ 1 tot 70 °C)7208 Bivalentietemperatuur verwarmingswaterbuffer”Temperatuurblokkering constante-modus buffer 7208”Temperatuurgrens voor de werkingsmodus”Constante” met verwarmingswaterbuffer(zie bedieningshandleidingvoor meer informatie over de werkingsmodus).Als het langdurige gemiddelde van debuitentemperatuur boven de bivalentietemperatuurstijgt, blokkeert de regelingde werking van de verwarmingswaterbufferin de werkingsmodus ”Constante”(bijv. in de zomer). De verwarmingswaterbufferwordt alleen nog tot degewenste temperatuur voor de werkingsmodus”Normaal” verwarmd.Als het langdurige gemiddelde van debuitentemperatuur 0,5 K (hysterese)onder de bivalentietemperatuur daalt,wordt automatisch de werking van deverwarmingswaterbuffer in de werkingsmodus”Constante” voortgezet.Toestandbij leveringInstelbereik100 (≙ 10 °C)-500 tot +500(≙ -50 tot +50 °C)5442 843 NLService213

Parametergroep verwarmingscircuits/koelcircuitParametergroep verwarmingscircuitsServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Verwarmingscircuit 1”of”Verwarmingscircuit 2”of”Verwarmingscircuit 3”of”Afzonderlijk koelcircuit”4. Parameter kiezen.OpmerkingDe parameters in de parametergroepenverwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit2, verwarmingscircuit 3 zijn identiek.De toekenning aan het verwarmingscircuitvindt plaats door het eerste cijfer vande parametercode:2xxx voor verwarmingscircuit 13xxx voor verwarmingscircuit 24xxx voor verwarmingscircuit 32000/2001/2022 Ruimtetemperaturen en schakeltijden”Ruimtetemperatuur normaal 2000””Ruimtetemperatuur verlaagd 2001””Partytemperatuur 2022”Instelling van de gewenste ruimtetemperaturenen tijdprogramma's voor alle verwarmingscircuits(A1, M2 en M3).Bedieningshandleiding”Ruimtetemperatuur normaal2000””Partytemperatuur 2022””Ruimtetemperatuur verlaagd2001”Toestand bij levering 200 (≙ 20 °C) 160 (≙ 16 °C)Instelbereik 100 tot 300100 tot 300(≙ 10 tot 30 °C)(≙ 10 tot 30 °C)2003 Afstandsbediening activeren”Afstandsbediening 2003”Er kan voor elk verwarmingscircuit eenafstandsbediening Vitotrol 200 wordengebruikt.Montagehandleiding Vitotrol 2005442 843 NL214

2003 Afstandsbediening activeren (vervolg)Parametergroep verwarmingscircuits/koelcircuitWaa Betekenisrde”0” Afstandsbediening is niet geactiveerd.”1” Afstandsbediening Vitotrol 200voor verwarmingscircuit is aanwezigen geactiveerd.OpmerkingBij de instelling ”Handbediening” vande warmtepomp hebben de afstandsbedieningengeen functie.Toestand bij levering 0Instelling 0 / 12006/2007 Steilheid/Niveau stooklijn”Steilheid stooklijn 2006””Niveau stooklijn 2007”Niveau en steilheid van de stooklijn vooralle verwarmingscircuits (A1, M2 enM3).BedieningshandleidingOpmerkingDe waarden voor de aanvoertemperatuurdie uit de stooklijnen wordenbepaald, worden voor verwarmingscircuitsmet mengklep (M2, M3) direct alsgewenste waarden overgenomen.De gewenste aanvoertemperaturen voorhet directe verwarmingscircuit (A1) liggenaltijd 8 K hoger dan de waarden uitde stooklijn.”Niveau stooklijn 2007” ”Steilheid stooklijn 2006”Toestand bij levering 0 (≙ 0 K) 6 (≙ 0,6)Instelbereik -150 tot +400(≙ –15 tot + 40 K)0 tot 35(≙ 0 tot 3,5)200A Invloed van de ruimtetemperatuur-bijschakelingService”Steilheid ruimtebijschakeling 200A”5442 843 NLBij aanwezige ruimtetemperatuursensoren vrijgegeven ruimtetemperatuur-bijschakeling(zie pagina 216) kan deinvloed van de ruimtetemperatuur-bijschakelingworden gekozen.Hoe hoger de waarde, des te groter is deinvloed van de ruimtetemperatuur op degewenste aanvoertemperatuur bijweersafhankelijke regeling van hetbetreffende verwarmingscircuit.215

Parametergroep verwarmingscircuits/koelcircuit200A Invloed van de… (vervolg)Toestand bij levering 10Instelbereik 0 tot 50200B Ruimtetemperatuur-bijschakeling (verwarmingscircuits)”Ruimtetemperatuur bijschakeling 200B”Deze parameter bepaalt onder welkeomstandigheden de gewenste aanvoertemperatuurbij weersafhankelijke regelingdoor de ruimte-invloed moet wordengecorrigeerd.Waa Betekenisrde”0” Weersafhankelijke regeling zonderruimte-invloed. Gewensteaanvoertemperatuur wordt nietgecorrigeerd.”1” Weersafhankelijke regeling metruimte-invloed alleen voor demodus ”Verl”.Waa Betekenisrde”2” Weersafhankelijke regeling metruimte-invloed alleen voor demodus ”Normaal”.”3” Weersafhankelijke regeling metruimte-invloed alleen voor demodus ”Verlaagd” en ”Normaal”.Toestand bij levering 3Instelbereik 0 tot 3200E Max. gewenste aanvoertemperatuur”Maximale aanvoertemperatuur 200E”Max. toegestane gewenste aanvoertemperatuurvoor een verwarmingscircuit.216De gewenste aanvoertemperatuur, dieuit de buitentemperatuur en de verwarmingslijnresulteert, wordt door dezeparameter op de max. gewenste aanvoertemperatuurbegrensd. Bij het verwarmingscircuitzonder mengklep (A1)regelt de warmtepomp op basis van debeperkte modulatie op de retourtemperatuur.De gewenste retourtemperatuuris de gewenste aanvoertemperatuurminus 5 K.5442 843 NL

Parametergroep verwarmingscircuits/koelcircuit200E Max. gewenste aanvoertemperatuur (vervolg)OpmerkingOmdat de regeling met deze parameteralleen de gewenste waarde begrenst,moet in de aanvoer van een vloerverwarmingcircuitdoor de installateur inieder geval een temperatuurbewakervoor de max. begrenzing van de temperatuurworden gemonteerd.Toestandbij leveringInstelbereik400 (≙ 40 °C)100 tot 700(≙ 10 tot 70 °C)5442 843 NLService217

Parametergroep koelingParametergroep koelingServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Koeling”4. Parameter kiezen.7100 Koeling”Koeling 7100”Soort koeling. De koeling kan ofwel viaeen van deze verwarmingscircuits of viaeen apart koelcircuit gebeuren.Toestand bij levering 0Instelbereik 0 tot 3Waa Betekenisrde”0” Geen koeling.”1” ”natural cooling”Directe overdracht van het koelvermogenvan het primaire circuit,warmtepomp buiten werking.”2” ”natural cooling”Directe overdracht van het koelvermogenvan het primaire circuitvia een mengklep, warmtepompbuiten werking.”3” ”active cooling”Overdracht van het koelvermogenvia de warmtepomp, warmtepompinbedrijf, daardoor hoogkoelvermogen.OpmerkingOmdat bij ”active cooling” decompressor loopt, moet deze functiedoor de installatiegebruikerworden vrijgegeven (zie bedieningshandleiding).5442 843 NL218

Parametergroep koeling7101 Koelcircuit”Koelcircuit 7101”Met deze parameter wordt vastgelegd ofkoeling in een van de verwarmingscircuitsof in een afzonderlijk koelcircuitplaatsvindt.Waa Betekenisrde”1” Koelen op verwarmingscircuit A1”2” Koelen op verwarmingscircuitM2”3” Koelen op verwarmingscircuitM3”4” Koelen op afzonderlijk koelcircuitOpmerkingKoeling is niet gelijktijdig op meerdereverwarmings- of koelcircuits mogelijk.Toestand bij levering 1Instelbereik 1 t/m 47102 Ruimtetemperatuur afzonderlijk koelcircuit”Kamertemperatuur 7102”Voor het afzonderlijke koelcircuit kanmet deze parameter een anderegewenste ruimtetemperatuur wordenaangegeven dan voor de verwarmingscircuits.Daarmee is het bijv. mogelijkeen opslagruimte onafhankelijk van deingestelde gewenste ruimtetemperatuurook in de winter te koelen.Toestandbij leveringInstelbereikBedieningshandleiding200 (≙ 20 °C)100 tot 300(≙ 10 tot 30 °C)7103 Min. aanvoertemperatuur afzonderlijk koelcircuitService”Minimale aanvoertemperatuur 7103”5442 843 NLWanneer op basis van buiten- en ruimtetemperatuuruit de koellijn een lageregewenste aanvoertemperatuur dan dehier aangegeven waarde resulteert,wordt de aanvoertemperatuur op dezewaarde geregeld.OpmerkingMet deze waarde vindt nu een begrenzingvan de gewenste aanvoertemperatuurplaats, niet van de werkelijkewaarde.219

Parametergroep koeling7103 Min. aanvoertemperatuur afzonderlijk… (vervolg)De hier aangegeven min. toegestanegewenste aanvoertemperatuur geldtzowel voor de koeling op een verwarmingscircuitalsook voor een afzonderlijkkoelcircuit.Toestandbij leveringInstelbereik100 (≙ 10 °C)10 tot 300(≙ 1 tot 30 °C)7104 Ruimtebijschakeling afzonderlijk koelcircuit”Steilheid ruimtebijschakeling 7104”Bij aanwezige ruimtetemperatuursensorkan de invloed van de ruimtetemperatuur-bijschakelingworden gekozen.Hoe hoger de waarde, des te groter is deinvloed van de ruimtetemperatuur op degewenste aanvoertemperatuur van hetkoelcircuit bij weersafhankelijke koeling.Toestand bij levering 0Instelbereik 0 tot 507110/7111 Koellijn (koelcircuit/afzonderlijk koelcircuit)”Niveau koellijn 7110””Steilheid koellijn 7111”Als de ruimtetemperatuur langere tijdniet overeenkomt met de ingesteldegewenste waarde, kan het koelgedragaan de individuele omstandigheden vande omgeving worden aangepast. Ditvindt plaats door wijziging van de steilheiden het niveau van de koellijn voorde weersafhankelijke koeling.Het gewijzigde koelgedrag meerderedagen (evt. op een grote weersveranderingwachten) observeren voordat deinstellingen opnieuw worden aangepast.”Niveau koellijn 7110” ”Steilheid koellijn 7111”Toestand bij levering 0 (≙ 0 K) 12 (≙ 1,2)Instelbereik -150 tot +400(≙ –15 tot + 40 K)0 tot 35(≙ 0 tot 3,5)5442 843 NL220

Parametergroep tijdParametergroep tijdServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Tijd”4. Parameter kiezen.7C00 - 7C06 Zomertijd/wintertijdDe beide tijdstippen voor omschakelingzijn bij levering telkens de nacht vanzaterdag op zondag in het laatste weekeindevan maart en oktober. Deze instellingkan met de parameters ”Zomertijd- Maand”, ”Zomertijd -Week”, ”Zomertijd - Dag”, ”Wintertijd- Maand”, ”Wintertijd - Week”, ”Wintertijd- Dag” worden veranderd.ParameterToestandbij levering”Automatischeomschakelingzomer-/wintertijd””Zomertijd -Maand””Zomertijd -Week””Zomertijd -Dag””Wintertijd -Maand””Wintertijd -Week””Wintertijd -Dag”ParametercodeInstelbereik”7C00” ”1” ”1” Automatische omschakelingactief.”0” Automatische omschakelingniet actief.”7C01” ”3” ”1” Januari t/m decembert/m ”12””7C02” ”5” ”1” Eerste t/m laatste weekt/m ”5” van de maand”7C03” ”7” ”1” Maandag t/m zondagt/m ”7””7C04” ”10” ”1” Januari t/m decembert/m ”12””7C05” ”5” ”1” Eerste t/m laatste weekt/m ”5” van de maand”7C06” ”7” ”1” Maandag t/m zondagt/m ”7”5442 843 NLService221

Parametergroep communicatieParametergroep communicatieServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Communicatie”4. Parameter kiezen.7710 Communicatiemodule LON”LON-module aanwezig 7710”Als communicatiemodule LON in deregeling is ingebouwd.Toestand bij levering 0Instelling 0 / 1Waa Betekenisrde”0” Communicatiemodule LON isniet geactiveerd.”1” Communicatiemodule LON isingebouwd en geactiveerd.7798/7777 LON-installatienummer/-deelnemersnummer”Installatienummer 7798””Deelnemersnummer 7777”Nummerbereik van de LON-adressering.De adressering van LON-deelnemersbestaat zoals in een telefoonnet (landnummer,netnummer, abonneenummer)uit 3 verschillende delen. Het eerste deelis voor alle toestellen van Viessmannvast op dezelfde waarde ingesteld. Deoverige delen bestaan uit het installatieenhet deelnemernummer. Dit maakteen groepering van de deelnemers opbasis van het installatienummer mogelijkom bijv. de externe warmtegeneratorook in het LON te scheiden.OpmerkingOm communicatieconflicten te vermijden,mag elk deelnemersnummer binneneen installatie slechts eenmaal wordentoegekend. De communicatiepoortVitocom heeft altijd het deelnemersnummer99.5442 843 NL222

Parametergroep communicatie7798/7777… (vervolg)”Deelnemersnummer” ”Installatienummer”Toestand bij levering 1 1Instelbereik 1 t/m 99 1 t/m 57779 Foutmanager”Foutmanager 7779”Toestel is foutmanager binnen eeninstallatie.Deze parameter legt vast of het toestelalle foutmeldingen van de installatiemoet verzamelen en weergeven. Bovendienbewaakt de regeling alle deelnemersop uitval en genereert groepsalarmmeldingen.Waa Betekenisrde”0” Toestel is geen foutmanager.”1” Toestel is foutmanager.Toestand bij levering 0Instelling 0 / 1OpmerkingBinnen een installatie mag slechts ééntoestel als foutmanager worden geconfigureerd.Uitzondering: de communicatiepoortVitocom mag ook foutmanagerzijn.779C Ontvangstinterval voor data”Receive Heartbeat 779C”Ontvangstinterval voor de via LON verzondenwaarden en meldingen.Als voor een grootte of melding binnendeze cyclustijd geen signaal wordt ontvangen,zet de regeling deze waarde ofstatus zolang op een voorlopige instellingtot de betreffende waarde weerwordt ontvangen.Toestand bij leveringInstelbereik20 min0 tot 60 min5442 843 NLService223

Parametergroep communicatie7797 Buitentemperatuur via LON”Buitentemperatuur 7797”Als meerdere deelnemers de actuelebuitentemperatuur gebruiken, kan dezebinnen een installatie door een toestelcentraal beschikbaar worden gesteld.Alle andere deelnemers van dezelfdeinstallatie kunnen de temperatuur ontvangen.OpmerkingBinnen een installatie mag slechts ééndeelnemer de buitemperatuur verzenden.Waa Betekenisrde”0” Toestel registreert de buitentemperatuurvia de lokaal aangeslotentemperatuursensor.”1” Toestel ontvangt de buitentemperatuurvan een andere LONdeelnemerbinnen dezelfdeinstallatie.”2” Het toestel verzendt de buitentemperatuur.Alle LON-deelnemersbinnen dezelfde installatiekunnen de waarden ontvangen.Toestand bij levering 0Instelbereik 0 tot 277FF Tijd via LON”Tijd 77FF”Deze parameter legt vast van welke bronde regeling de tijd ontvangt en of dezevia LON naar andere deelnemers moetworden verzonden.OpmerkingBinnen een installatie mag slechts ééndeelnemer de tijd verzenden.Waa Betekenisrde”0” Toestel ontvangt tijd van deinterne klok van de regeling”1” Toestel ontvangt tijd van eenandere LON-deelnemer binnendezelfde installatie.”2” Toestel zendt tijd van de interneklok van de regeling. Alle LONdeelnemersbinnen dezelfdeinstallatie kunnen het tijdsignaalontvangen.Toestand bij levering 0Instelbereik 0 tot 25442 843 NL224

5707 Nummer van de warmtepomp in een cascadeParametergroep communicatie”Warmtepompnummer 5707”Nummer van de warmtepompen in eencascade die via LON zijn verbonden.Nummers binnen een LON moetenondubbelzinnig zijn.OpmerkingVoor volgende warmtepompen, die viade externe uitbreiding H1 zijn verbonden,is geen nummering nodig.Toestand bij levering 1Instelling 1 / 2 / 3 / 45442 843 NLService225

Parametergroep bedieningParametergroep bedieningServicemenu:1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. ”Bediening”4. Parameter kiezen.8800 Bediening blokkeren”Bediening blokkeren 8800”Voor het blokkeren resp. deblokkerenvan de bediening.Waa Betekenisrde”0” Bediening in het basismenu en inhet uitgebreide menu vrijgegeven.”1” Bediening in het basismenu en inhet uitgebreide menu geblokkeerd.Alleen handbediening mogelijk.”2” Bediening in het basismenu vrijgegeven,in het uitgebreide menugeblokkeerd.Opmerking■ Afstandsbediening en afstandsonderhoudin combinatie met Vitocom is bijalle instellingen mogelijk.■ Het deblokkeren van de bediening viahet codeerniveau 1 is ook in geblokkeerdetoestand (instelwaarden ”1”en ”2”) mogelijk.Toestand bij levering 0Instelbereik 0 tot 25442 843 NL226

Aanwijzingen voor de elektrische aansluitingenAansluitings- en bedradingschema'sOverzicht van de printplaten en aansluitmogelijkhedenZie voor meer informatie hoofdstuk”Elektrisch aansluiten”, pagina 73.■ De som van het vermogen van alledirect op de regeling aangeslotencomponenten (bijv. pompen, kleppen,meldinrichtingen, relais) mag 1000 Wniet overschrijden.Als het totale vermogen ≤ 1000 W is,kan het afzonderlijke vermogen vaneen component (bijv. pomp, klep,meldinrichting, relais) groter danopgegeven worden gekozen. Daarbijmag het schakelvermogen van hetovereenkomstige relais niet wordenoverschreden (zie pagina 249).■ Aansluitklemmen kunnen (afhankelijkvan de toesteluitvoering) in de toestandbij levering bezet zijn.Als twee componenten op eengemeenschappelijke klem wordenaangesloten, moeten beide aderssamen in één adereindhuls wordengeperst.■ De aders van de KM-BUS kunnen verwisseldworden.■ Nulleider en aardleiding van alle componentenworden op de klemmenX2.N en X1.? van de rangeerprintplaataangesloten.OpmerkingIn de volgende afbeeldingen van deprintplaten worden alleen de uit te voerenaansluitingen getoond. In de tabellenworden ook in de fabriek aangebrachteaansluitingen toegelicht.5442 843 NLService227

MÙAansluitings- en bedradingschema'sOverzicht van de printplaten en… (vervolg)Basisprintplaat met uitbreiding (bedrijfscomponenten 230 V~)2.sYH sYG sYF1 2sXÖN?NUL1?N2.2.?N2.rN?NM2r? N N? ? Na:C]cM2?NM1 2 3 41 2 3 41 2 3 4 5 6 7 1 2 3sXA sXS sXD sXF sXGsYÖ sYA sYS sYD fÖ F31 21 2 3 4 5 1 2 3 4T6,3AM1.? N ? N N ? N1.1.1.rNNCNAC?NA1?NF3fÖZekering T 6,3 AFabrieksmatige aansluitingsYÖ Fabrieksmatige aansluitingsYA/sYS Locatie aansluitingen5442 843 NL228

Overzicht van de printplaten en… (vervolg)Aansluitings- en bedradingschema'ssYD-sYH Fabrieksmatige aansluitingensXÖ-sXS Fabrieksmatige aansluitingensXD-sXG Locatie aansluitingenBedrijfscomponenten 230 V~Stekker Klemmen Functie OmschrijvingfÖ Netvoeding printplaten Fabrieksmatig aangeslotensYÖ 210.1210.2Aansturing compressor1. trap (type BW)via EEV-regelaar(koelcircuitregeling)210.1210.2Einde van het veiligheidscircuitsYA 211.1 Primaire pomp (warmtepomp1. trap, typeBW of gemeenschappelijkeprimaire pomp),aansturing bronpomp211.2 Secundaire pomp(Warmtepomp 1. trap,type BW)211.3 Aansturing van eenverwarmingswaterdoorstroomtoesteltrap 1211.4 Circulatiepomp voorboilerverwarming of 3-weg-omschakelklepverwarmen/tapwateropwarming211.5 Aansturing NC-functie(”natural cooling”)■ Warmtevraag: contact gesloten,op 210.2 is spanning■ Als compressor niet loopt, controlerenof vrijgave van EEVregelaaraanwezig is (eigenrelais op EEV-printplaat)Fabrieksmatig aangeslotenSpanning aanwezig bij storingsvrijveiligheidscircuit■ Max. vermogen: 200 WLokaal aansluiten■ Bij installatie zonder verwarmingswaterbufferis niet nog eenCV-pomp nodig (zie klem 212.2)■ Max. vermogen: 130 WLokaal aansluitenAccessoires■ Vermogen 10 WLokaal aansluiten■ Max. vermogen: 130 W■ spanning: 230 V~Lokaal aansluiten■ Max. vermogen: 10 W■ spanning: 230 V~schakeling moet installateurmaken5442 843 NLService229

Aansluitings- en bedradingschema'sOverzicht van de printplaten en… (vervolg)Stekker Klemmen Functie OmschrijvingsYS 212.1 Aansturing AC-functie(”active cooling”)■ Max. vermogen: 10 W■ spanning: 230 V~schakeling moet installateurmakensXÖ 220.1220.2212.2 CV-pomp verwarmingscircuitzondermengklep (A1)212.3 TapwatercirculatiepompAansturing compressor2. trap (type BWS)via EEV-regelaar(koelcircuitregeling)sXS 222.1 Aansturing mengklepmotorvoor externewarmtegeneratorSignaal mengklepDICHT222.2 Aansturing mengklepmotorvoor externewarmtegeneratorSignaal mengklepOPEN222.3222.4Aansturing externewarmtegenerator■ Als er een verwarmingswaterbufferaanwezig is, wordt deze pompnaast de secundaire pomp ingebouwd■ Max. vermogen: 100 WLokaal aansluiten■ Max. vermogen: 50 W■ spanning: 230 V~Lokaal aansluiten■ Warmtevraag: contact gesloten,op 220.2 is spanning■ Als compressor niet loopt, controlerenof vrijgave van EEVregelaartrap 2 aanwezig is(eigen relais op EEV-printplaattrap 2)Fabrieksmatig aangesloten■ spanning: 230 V~Lokaal aansluiten■ spanning: 230 V~Lokaal aansluitenSpanningsloos contact:■ Contactbelasting 230 V/50 Hz,4(2) ALokaal aansluiten5442 843 NL230

Overzicht van de printplaten en… (vervolg)Aansluitings- en bedradingschema'sStekker Klemmen Functie OmschrijvingsXD 223.1223.2VerzamelstoringsmeldingSpanningsloos contact:■ Gesloten: fout■ Geopend: geen fout■ Contactbelasting 230 V/50 Hz,4(2) A■ Niet geschikt voor veiligheidslaagspanningsXF 224.2 Primaire pomp voorwarmtepomp 2. trap(type BWS)224.3 Secundaire pomp voorwarmtepomp 2. trap(type BWS)224.4 Aansturing van eenverwarmingswaterdoorstroomtoesteltrap 2224.5 Circulatiepomp voor deboilerverwarming (verwarmingswaterzijde)voor warmtepomp 2.trap (type BWS224.6 Boilerlaadpomp (tapwaterzijde)/ 2-wegafsluitklep224.7 Circulatiepomp voor detapwaternaverwarmingLokaal aansluiten■ Max. vermogen: 200 W■ spanning: 230 V~Lokaal aansluiten■ Max. vermogen: 130 W■ spanning: 230 V~Lokaal aansluitenAccessoires■ Vermogen 10 WLokaal aansluiten■ Max. vermogen: 130 W■ spanning: 230 V~Lokaal aansluitenBoilerlaadpomp en 2-weg-afsluitklepparallel schakelen■ Max. vermogen: 130 WLokaal aansluiten■ Max. vermogen: 100 W■ spanning: 230 V~Lokaal aansluiten5442 843 NLService231

Aansluitings- en bedradingschema'sOverzicht van de printplaten en… (vervolg)Stekker Klemmen Functie OmschrijvingsXG 225.1 CV-pomp van het verwarmingscircuitmetmengklep M2■ Max. vermogen: 100 WLokaal aansluiten225.2 Aansturing van demengklepmotor verwarmingscircuitM2signaal DICHT225.3 Aansturing van demengklepmotor verwarmingscircuitM2,signaal OPEN■ spanning: 230 VLokaal aansluiten■ spanning: 230 VLokaal aansluiten5442 843 NL232

Overzicht van de printplaten en… (vervolg)Printplaat (meld- en veiligheidsaansluitingen)Aansluitings- en bedradingschema's1 / N / PE230V / 50 Hz?NL1X11??????????????????X2123NNNNNNNNNNNNNNNNNN'L1L'PF1X3181716151413121110987654321F1G+PF1 Zekering T 6,3 AX1 Klemmen X1. ? voor aardleider vanalle componentenX2 Klemmen X2.N voor nulleider vanalle componentenX3 ■ Aansluitklemmen voor netaansluitingregeling ”L1” en extra componenten■ Geschakelde fase L1:X3.1, X3.2, X3.3, X3.7, X3.11,X3.13■ Klemmen voor meld- en veiligheidsaansluitingen5442 843 NLService233

Aansluitings- en bedradingschema'sOverzicht van de printplaten en… (vervolg)Meld- en veiligheidsaansluitingenKlemmen Functie OmschrijvingX3.1 Fase geschakeldX3.2X3.14of opexterne uitbreidingH1X3.3X3.4Extern blokkeren, mengklepDICHTStromingsbewaker broncircuitPotentiaalvrij contact nodig:■ Gesloten: blokkering actief■ Geopend: geen blokkering■ Schakelvermogen 230 V~, 2 mALokaal aansluitenPotentiaalvrij contact nodig:■ Gesloten: warmtepomp in bedrijf■ Geopend: warmtepomp uit bedrijf■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 AX3.6X3.7X3.8X3.9X3.10X3.11234Blokkering door energiebedrijfDrukbewaker primair circuitof/en vorstbeveiligingsthermostaatofBrugStoringsmelding volgendewarmtepomp van eencascadeofBrugLokaal aansluiten, bij aansluiting brug verwijderenPotentiaalvrij contact nodig:■ Gesloten: geen blokkering (veiligheidscircuitvrij)■ Geopend: blokkering actief■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 ALokaal aansluiten, bij aansluiting brug verwijderenPotentiaalvrij contact nodig:■ Gesloten: veiligheidscircuit vrij■ Geopend: veiligheidscircuit onderbroken,warmtepomp uit bedrijf■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 ALokaal aansluiten:■ Serieschakeling bij aanwezigheid beideveiligheidscomponenten■ Brug plaatsen bij afwezigheid veiligheidscomponentenPotentiaalvrij contact nodig:■ Gesloten: Geen storing■ Geopend: fout■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 ALokaal aansluiten, bij aansluiting brug verwijderen5442 843 NL

Overzicht van de printplaten en… (vervolg)Aansluitings- en bedradingschema'sKlemmen Functie OmschrijvingX3.12X3.13of opexterne uitbreidingH1Externe vraag aan warmtepomp,mengklep OPEN,omschakeling van de werkingsmodusPotentiaalvrij contact nodig:■ Gesloten: warmtevraag■ Geopend: geen aanvraag■ Schakelvermogen 230 V, 2 mALokaal aansluitenX2.2 Aan/uit-schakelaar Op bedieningseenheidX2.3X3.16X3.17X3.17X3.18Zekering F1 T 6,3 A5442 843 NLService235

Aansluitings- en bedradingschema'sOverzicht van de printplaten en… (vervolg)Regelaar- en sensorprintplaatX31F21F16F11F6F0LONF23F17F12F7F2F18F20F13F14F8F9F3F4aVGF..LONStekker voor sensorSteekplaats voor LON-module”X31” Steekplaats voor codeerstekkeraVG KM-BUSSensorenStekker Sensor TypeF0 BuitentemperatuursensorNi 500Lokaal aansluitenF2 Aanvoertemperatuursensor primair circuitPt 500Fabrieksmatig aangeslotenF3 Retourtemperatuursensor primair circuitPt 500Fabrieksmatig aangeslotenF4 Buffertemperatuursensor bovenLokaal aansluitenPt 5005442 843 NL236

Overzicht van de printplaten en… (vervolg)Aansluitings- en bedradingschema'sStekker Sensor TypeF6 Boilertemperatuursensor bovenPt 500Lokaal aansluitenF8 Aanvoertemperatuursensor secundair circuitPt 500Fabrieksmatig aangeslotenF9 Retourtemperatuursensor secundair voor circuit warmtepompPt 5001. trap (type BW)Fabrieksmatig aangeslotenF12 Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit met Ni 500mengklep (M2)Lokaal aansluitenF13 Aanvoertemperatuursensor installatie (met dompelhuls, Pt 500achter verwarmingswaterbuffer)Lokaal aansluitenF14 Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (directe verwarmingscircuitNi 500A1 of afzonderlijke koelcircuit)Lokaal aansluitenF16 Ruimtetemperatuursensor afzonderlijk koelcircuit Ni 500Lokaal aansluitenF18 Retourtemperatuursensor secundair voor circuit warmtepompPt 5002. trap (type BWS)Lokaal aansluitenF20 Keteltemperatuursensor externe warmtegeneratorLokaal aansluitenPt 5005442 843 NLService237

Aansluitings- en bedradingschema'sOverzicht van de printplaten en… (vervolg)EEV-printplaatABC D E F GL? N L ? N L ? N L ? NL NL N230 V~24 V~S R P O N M L K HA CompressorrelaisB NetspanningC EVI-relaisD OntdooiingE Modulatie compressorF Handmatige compressoraansturing(actorentest)G Aansturing ontdooiingH KM-BUSK Adresjumper meertraps installatie■ Warmtepomp 1. trap (type BW):Zonder brug■ Warmtepomp 2. trap (type BWS):Met brugL Temperatuursensor vloeibaar gasM Temperatuursensor persgasN Temperatuursensor drukgasO Temperatuursensor zuiggasP LagedruksensorR Stappenmotor EEVS Spanningsvoeding5442 843 NL238

OnderdelenlijstenOnderdelenlijstAanwijzingen voor het bestellen vanreserveonderdelen!Vermeld het bestelnr. en het serienr. (zietypeplaatje) evenals het positienummervan het onderdeel (van deze onderdelenlijst).Courante onderdelen zijn in de plaatselijkevakhandel verkrijgbaar.A TypeplaatjeOnderdelen voor type BW/WW+BWS/WWS5442 843 NL001 Compressor002 Condensor003 Verdamper004 Hogedruksensor005 Lagedruksensor006 Afstandsplaat007 Elektronisch expansieventiel(EEV)008 Filterdroger009 Drukschakelaar010 Kijkglas011 Bevestiging compressor012 Wartelmoer013 Schraderventiel014 Afdichtkap015 Kabel grondmedium uit016 Leiding verwarmingswaterretour/retour warmwaterboiler017 Leiding verwarmingswateraanvoer/aanvoerwarmwaterboiler018 KM-kabel vullen019 KM-kabel kijkglas expansieklep020 KM-kabel condensor-filterdroger021 KM-kabel expansieklep-verdamper022 KM-kabel filterdroger-kijkglas023 KM-kabel verdamper-compressor024 KM-kabel compressor-condensor025 Slang DN40 met G1½026 Slang DN40 met G1½027 Aanzetnippel 5243-42a x 22028 Bocht 90°029 Rubberbuffer030 Veerisolator-set031 Inschroefelement 35 x 1½032 Pakking A 7 30 x 44 x 2 mm033 Temperatuursensor Pt 500034 Borgveer035 Sensoropname gesloten036 Verbindingsplaat037 Soldeer-klephuis038 Soknippel039 Vul-/aftapkraan040 Houder warmtewisselaar041 Basis koelconsole200 Frontplaat warmtepompmodule201 Zijplaat links202 Zijplaat rechts203 Bovenplaat voor204 Bovenplaat achter205 Onderplaat206 Achterplaat207 Plaatstrip voor/achter208 Plaatstrip rechts/links209 Bodemplaat210 Rail211 Rail boven voor/achter212 Rail boven rechts/links213 Afdekplaat regeling219 Stelpoot220 Sierdop725 Aansturing EEV726 Transformator735 Startweerstand743 Vermogensrelais, 3-polig744 Vermogensrelais, 3-polig (niet bijtype BW/BWS145)239Service

OnderdelenlijstenOnderdelenlijst (vervolg)745 Thermorelais (alleen bij type BW/BWS145)746 Thermorelais (alleen bij type BW/BWS121)747 Printplaten aansluiting 230 V~ metkabelboom748 Aanstuurmodule776 Thermorelais (alleen bij type BW/BWS129)777 Compressorkabel778 Kabelset EEV779 Kabelboom 230 V~780 Kabelboom drukschakelaar781 Kabelboom laagspanning782 Netaansluitkabel783 Netaansluiting784 Kabelboom EEVOverige onderdelen voor type BW/WW214 Logo Vitocal 300700 Bedieningsgedeelte701 Printplaat CU401 met afdekking702 Printplaat MB761 met afdekking703 Printplaat SA135 met afdekking704 Codeerstekker711 Basishouder CU401712 Basishouder MB761727 Bedieningseenheid742 Relais fasenbewaking754 Verbindingsleiding755 Flat-cable760 Contrastekker MB761761 Contrastekker SA135762 Contrastekker CU401772 Zekeringhouder773 G-zekering 6,3 AOnderdelen zonder afbeelding voor type BW/WW+BWS/WWS112 Kabelboom 230 V121 Kabelset aanstuurmodule126 Steekklem131 Kabelset elektronisch expansieventiel(EEV)132 Kabelboom hoge druk133 Kabelboom lage druk134 Aansluitkabel elektronisch expansieventiel(EEV)135 Aansluitkabel compressor137 Kabelschroefkoppelingen139 Kabelset aarding300 Bedieningshandleiding301 Montage- en servicehandleiding302 Lakstift, vitozilver303 Spuitbuslak, vitozilver305 Bevestigingselementen306 VerbindingselementenOverige onderdelen zonder afbeelding voor type BW/WW103 Flat-cable 50-polig104 Flat-cable 24-polig105 Flat-cable 26-polig110 Zekeringhouder (T6, 3A)111 Kabelboom laagspanning240115 Hulpcontact122 Aanstuurmodule verwarmingswater-doorstroomelement123 Leidingset verwarmingswaterdoorstroomtoestel5442 843 NL

OnderdelenlijstenOnderdelenlijst (vervolg)A210 201 212 203 210204211 206214213211210212VITOCAL 300220200 205 209210 202208207Service2072082195442 843 NL241

OnderdelenlijstenOnderdelenlijst (vervolg)025 025014 012 013 033 034 035 026033 005034035001011018004028036 035033023 034024029015040032031032031038039006033034035031 017032003002026016038039041014037012013009034 0350080200220100330210270420430300070195442 843 NL242

OnderdelenlijstenOnderdelenlijst (vervolg)703704701702747 783727711712700745/746/ 744776743748742Service7357267255442 843 NL243

ProtocollenProtocol van de hydraulische parametersInstel- en meetwaarden GewenstewaardeEerste inbedrijfstellingVorstbescherming (grondmedium) °C – 15Test externe pompen van de verwarmingscircuitsType circulatiepompTrap van circulatiepompInstelling overstortklepIngebruikname primair circuitAanvoertemperatuur primair circuit °CRetourtemperatuur primair circuit °CTemperatuurverschil ΔT:Aanvoertemperatuur secundair circuit = K 3 tot 535 °C bij aanvoertemperatuur primair circuit= 10 ℃aanvoertemperatuur secundair circuit = K 2 tot 435 °C bij aanvoertemperatuur primair circuit= 0 ℃Test mengklep, warmtepomp en boilerverwarmingOnder de volgende omstandigheden gemeten:Ruimtetemperatuur °CBuitenluchttemperatuur °CTemperatuur ”WW boiler boven” constant? Ja (±1 K)Aanvoertemperatuur secundair circuit °C stijgend van naarTemperatuurverschil ΔT”Secundaire aanvoer” / ”Secundaireretour”6 tot 8 KProtocol van de regelingsparametersBeschrijving van de parameters zievanaf pagina 178.5442 843 NL244

ProtocollenProtocol van de regelingsparameters (vervolg)Parameter Code Toestand bij leveringInstallatiedefinitieInstallatieschema 7000 2Taal 7001 DuitsTemperatuurverschil verwarmen 7003 40 (≙ 4 K)Temperatuurverschil koelen 7004 40 (≙ 4 K)Externe uitbreiding 7010 0Zwembad 7008 0Cascadeaansturing 700A 0Aantal externe warmtepompen 5735 0Vermogen opvolgende warmtepomp 700B 10Werkingsmodusomschakeling verwarmingscircuits7011 0Werkingsmodusomschakeling werking 7012 2Werking extern blokkeren 701A 0Werkingsmodusomschakeling permanent7013 8 hExterne aanvraag mengklep Open 7014 4Extern blokkeren mengklep Dicht 7015 4Vitocom 100 7017 0Gemeenschappelijke installatievoeler 701B 1CompressorVrijgave 5000 1Vermogen compressortrap 5030 Nominaal vermogenvolgens typeplaatjevoor warmtepomp1. trap(type BW)Compressor 2Vrijgave 5100 1Vermogen compressortrap 2 5130 Nominaal vermogenvolgens typeplaatjevoor warmtepomp2. trap(type BWS)Eersteinbedrijfstelling5442 843 NLService245

ProtocollenProtocol van de regelingsparameters (vervolg)Parameter Code Toestand bij leveringExt. warmtegeneratorExterne warmtegenerator 7B00 0Voorrang 7B01 1Bivalentietemperatuur 7B02 100 (≙ 10 °C)Externe warmtegenerator voor warm 7B0D 0waterWarm waterBoilertemperatuur warm water 6000 500 (≙ 50 °C)Warm water met elektriciteit 6015 1Minimumtemperatuur 6005 100 (≙ 10 °C)Maximumtemperatuur 6006 600 (≙ 60 °C)Hysterese warm water 6007 70 (≙ 7 K)Hysterese extra verwarming 6008 100 (≙ 10 K)Inschakeloptimalisatie 6009 0Uitschakeloptimalisatie 600A 02. Gewenste temperatuur 600C 600 (≙ 60 °C)2. temperatuursensor 600E Zonder functieCombiboiler 6016 0Aantal pogingen warm water 6017 1Type boilerlaadpomp 6020 Niet verstellen!SolarType solarregeling 7A00 0Elektrische verwarmingVerw.-doorstroomel. 7900 0Elektrisch verwarmen 7902 1Maximale trap elektrische verwarming 7907 3Trap bij blokkering door energiebedrijf 790A 0Bivalentietemperatuur elektrische verwarming790B 100 (≙ 10 °C)Interne hydraulicaWarmtepomp voor bouwdroging 7300 0Estrikprogramma 7303 0Verwarmen/warm water omschakelklep 730D 0Gewenste aanvoertemperatuur externe 730C 500 (≙ 50 °C)warmtevraagType primaire bron 7320 Niet verstellen!Type secundaire pomp 7340 Niet verstellen!246Eersteinbedrijfstelling5442 843 NL

ProtocollenProtocol van de regelingsparameters (vervolg)5442 843 NLParameter Code Toestand bij leveringVerwarmingswaterbufferBuffer 7200 0Vaste temperatuur 7202 500 (≙ 50 °C)Hysterese bufferverwarming 7203 50 (≙ 5 K)Maximumtemperatuur 7204 600 (≙ 60 °C)Temperatuurblokkering constantemodus7208 100 (≙ 10 °C)bufferVerwarmingscircuit 1Ruimtetemperatuur normaal 2000 200 (≙ 20 °C)Ruimtetemperatuur verlaagd 2001 160 (≙ 16 °C)Partytemperatuur 2022 200 (≙ 20 °C)Afstandsbediening 2003 0Steilheid stooklijn 2006 6 (≙ 0,6)Niveau stooklijn 2007 0 (≙ 0 K)Steilheid ruimtebijschakeling 200A 10Ruimtetemperatuur bijschakeling 200B 3Maximale aanvoertemperatuur 200E 400 (≙ 40 °C)Verwarmingscircuit 2Ruimtetemperatuur normaal 3000 200 (≙ 20 °C)Partytemperatuur 3022 200 (≙ 20 °C)Ruimtetemperatuur verlaagd 3001 160 (≙ 16 °C)Afstandsbediening 3003 0Steilheid stooklijn 3006 6 (≙ 0,6)Niveau stooklijn 3007 0 (≙ 0 K)Steilheid ruimtebijschakeling 300A 10Ruimtetemperatuur bijschakeling 300B 3Maximale aanvoertemperatuur 300E 400 (≙ 40 °C)Verwarmingscircuit 3Ruimtetemperatuur normaal 4000 200 (≙ 20 °C)Ruimtetemperatuur verlaagd 4001 160 (≙ 16 °C)Partytemperatuur 4022 200 (≙ 20 °C)Afstandsbediening 4003 0Steilheid stooklijn 4006 6 (≙ 0,6)Niveau stooklijn 4007 0 (≙ 0 K)Steilheid ruimtebijschakeling 400A 10Ruimtetemperatuur bijschakeling 400B 3Maximale aanvoertemperatuur 400E 400 (≙ 40 °C)Eersteinbedrijfstelling247Service

ProtocollenProtocol van de regelingsparameters (vervolg)Parameter Code Toestand bij leveringKoelingKoeling 7100 0Koelcircuit 7101 1Ruimtetemperatuur 7102 200 (≙ 20 °C)Minimale aanvoertemperatuur 7103 100 (≙ 10 °C)Steilheid ruimtebijschakeling 7104 0Steilheid koellijn 7110 12 (≙1,2)Niveau koellijn 7111 0 (≙ 0 K)TijdAutomatische omschakeling zomer-/wintertijd7C00 1Zomertijd - Maand 7C01 3Zomertijd - Week 7C02 5Zomertijd - Dag 7C03 7Wintertijd - Maand 7C04 10Wintertijd - Week 7C05 5Wintertijd - Dag 7C06 7CommunicatieLON module aanwezig 7710 0Installatienummer 7798 1Deelnemersnummer 7777 1Foutmanager 7779 0Receive Heartbeat 779C 20 minBuitentemperatuur 7797 0Tijd 77FF 0Warmtepompnummer 5707 1BedieningBediening blokkeren 8800 0Eersteinbedrijfstelling5442 843 NL248

Technische gegevensTechnische gegevensOpmerking■ Het aangegeven vermogen is hetgeadviseerde aansluitvermogen.■ Het totale vermogen van alle aangeslotentoestellen mag 1000 W nietoverschrijden. Als het totale vermogen≤ 1000 W is, kan het afzonderlijke vermogenvan een component groter danopgegeven worden gekozen.5442 843 NL■ De aangegeven stroomwaarde geeftde max. schakelstroom van het schakelcontactaan (totale stroom van 5 Ain acht nemen).■ Aansturing externe warmtegeneratoren groepsalarmmelding zijn nietgeschikt voor veiligheidslaagspanning.Aansluitwaarden van de bedrijfscomponentenComponentenAansluitingAansluitvermogen[W]Primaire pomp (type BW/WW) / bronpompSpanning[V]211.1 200 230 4(2)Secundaire pomp 211.2 130 230 4(2)Aansturing verwarmingswater-doorstroomelement211.3 10 230 4(2)trap 1Circulatiepomp voor boilerverwarming211.4 130 230 4(2)(verwar-mingswaterzijde) of 3-weg-omschakelklep verwarmen/tapwateropwarmingAansturing NC-signaal 211.5 10 230 4(2)(”natural cooling”)Circulatiepomp afzonderlijk212.1 10 230 4(2)koelcircuitenAansturing AC-signaal(”active cooling”)CV-pomp A1 212.2 100 230 4(2)Tapwatercirculatiepomp 212.3 50 230 4(2)Aansturing externe warmtegenerator222.3 pot.vrij con-250 4(2)222.4 tactVerzamelstoringsmelding 223.1 pot.vrij contact250 4(2)223.2Primaire pomp warmtepomp2. trap (type BWS/WWS)224.2 200 230 4(2)Max. schakelstroom[A]Service249

Technische gegevensTechnische gegevens (vervolg)Componenten250AansluitingAansluitvermogen[W]Spanning[V]Max. schakelstroom[A]Secundaire pomp warmtepomp224.3 130 230 4(2)2. trap (type BWS/WWS)Aansturing verwarmingswater-doorstroomelement224.4 10 230 4(2)trap 2Circulatiepomp voor de 224.5 130 230 4(2)boilerverwarming (verwarmingswaterzijde)of 3-weg-omschakelklep verwarmen/tapwateropwarmingvoor warmtepomp 2.trap (type BWS/WWS)Boilerlaadpomp (tapwaterzijde)224.6 130 230 4(2)Circulatiepomp voor de 224.7 100 230 4(2)tapwaternaverwarmingofAansturing elektrisch verwarmingselementCV-pomp M2 225.1 100 230 4(2)Totale stroom max. 5(3) AType BW/BWSBW/BWS 121 129 145Vermogensgegevens volgensEN 14511 (0/35 °C, 5 K spreiding)Nominaal vermogen kW 21,2 28,8 42,8Koelvermogen kW 17,0 23,3 34,2Elektr. vermogensopname kW 4,48 5,96 9,28Vermogenscoëfficiënt ∊ (COP) 4,73 4,83 4,6Vermogensgegevens volgensEN 255 (0/35 °C, 10 K spreiding)Nominaal vermogen kW 21,5 29,2 43,5Koelvermogen kW 17,5 23,8 35,0Elektr. vermogensopname kW 4,33 5,75 9,16Vermogenscoëfficiënt ∊ (COP) 4,97 5,08 4,85442 843 NL

Technische gegevensTechnische gegevens (vervolg)BW/BWS 121 129 145Grond (primair circuit)Inhoud l 7,3 9,1 12,7Min. debiet (beslist aanhouden) l/h 3300 4200 6500Doorstroomweerstand mbar 90 120 200Max. aanvoertemperatuur °C 25 25 25Min. aanvoertemperatuur °C –5 –5 –5Verwarmingswater (secundair circuit)Inhoud l 7,3 9,1 12,7Min. debiet (beslist aanhouden) l/h 1900 2550 3700Doorstroomweerstand mbar 30 48 60Max. aanvoertemperatuur °C 60 60 60Type WW/WWSWW/WWS 121 129 145Vermogensgegevens volgensEN 14511 (10/35 °C, 5 K spreiding)Nominaal vermogen kW 28,1 37,1 58,9Koelvermogen kW 23,7 31,4 48,9Elektr. vermogensopname kW 4,73 6,2 10,7Vermogenscoëfficiënt ∊ (COP) 5,94 6,0 5,5Grond (primair circuit)Inhoud l 7,3 9,1 12,7Min. debiet bij ca. 4 K spreiding l/h 5200 7200 10600(beslist aanhouden)Doorstroomweerstand mbar 200 300 440Max. inlaattemperatuur °C 25 25 25Min. inlaattemperatuur °C -5 -5 -5Verwarmingswater (secundair circuit)Inhoud l 7,3 9,1 12,7Min. debiet (beslist aanhouden) l/h 1900 2550 3700Doorstroomweerstand mbar 30 48 60Max. aanvoertemperatuur °C 60 60 605442 843 NLService251

Technische gegevensTechnische gegevens (vervolg)Type BW/BWS, WW/WWSBW/BWS, WW/WWS 121 129 145Nom. spanning compressor warmtepompV3/PE 400 V/50 Hz2. trap (type BWS/WWS)Nom. stroom compressor A 16 22 34Aanloopstroom compressor (met A

Technische gegevensTechnische gegevens (vervolg)BW/BWS, WW/WWS 121 129 145AansluitingenPrimaire aanvoer en retour G 2 2 2Verwarmingsaanvoer en -retour G 2 2 2GewichtWarmtepomp 1. trap (type BW/ kg 282 305 345WW)Warmtepomp 2. trap (type BWS/ kg 277 300 340WWS)Geluidsniveau bij 0/35 °C(meting in overeenstemming metEN ISO 9614-2)dB(A) 42 45 485442 843 NLService253

AppendixOpdracht tot eerste inbedrijfstelling van de warmtepompZend de volgende opdracht met bijgevoegd installatieschema per fax aan uwViessmann-verkoopkantoor.Wij verzoeken u ervoor te zorgen dat bij inbedrijfstelling een medewerker met kennisvan zaken aanwezig is.Installatiegegevens:OpdrachtgeverInstallatieplaatsControlepunten aankruisen:= Hydraulisch schema voor installatievoorbeeld bijgevoegd:= Installatievoorbeeld 1= Installatievoorbeeld 2= Installatievoorbeeld 3= Schets voor afwijkend hydraulisch schema= Verwarmingscircuits volledig geïnstalleerd en gevuld= Elektrische installatie volledig uitgevoerd= Hydraulische leidingen volledig geïsoleerd= Alle ramen en buitendeuren dicht= Aardsonden/bronnen en verbindingsleidingen volledig geïnstalleerd= Componenten voor koeling volledig geïnstalleerd (optioneel)Gewenst tijdstip:1. DatumTijd2. DatumTijdDe bij Viessmann aangevraagde leveringen worden mij/ons volgens de huidigeViessmann-prijslijst in rekening gebracht.Plaats/DatumHandtekening5442 843 NL254

VerklaringenConformiteitsverklaringWij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigenverantwoordelijkheid dat het product Vitocal 300-G, type BW/BWS, WW incl.Vitotronic 200, type WO1A met de volgende normen overeenstemt:DIN 7003 EN 61 000-3-3; 2009-06DIN 8901 EN 61 000-3-11; 2001-04DIN 8975 EN 61 000-3-11; 2005-09EN 50 090-2-2; 2007-11 EN 62233 2008-11 (VDE 0700-366)EN 55 014-1; 2007-06 EN 62233 Ber.1 2009-04 (VDE 0700-365)EN 55 014-2; 2009-06EN 292/T1/T2EN 55 022; 2008-05 EN 294EN 60 335-2-40; 2006–11 EN 349EN 60 335-1 met A1; 2007–02 EN 378; 2008-05EN 61 000-3-2; 2006-10 BGR 500-hoofdstuk 2.35Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met_ gemarkeerd:2004/108/EG97/23/EG98/37/EG2006/95/EGIdentificatie overeenkomstig de Richtlijn inzake Drukapparatuur (92/93/EG): categorieII, module A1Bij de energetische keuring van verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties conformDIN V 4701-10, zoals vereist door de Duitse EnEV-voorschriften, kan bij debepaling van de installatiewaarden voor het product Vitocal 300-G worden uitgegaanvan de productwaarden die bij de Europese typehomologatie overeenkomstig deRendementsrichtlijn is bepaald (zie ontwerphandleiding).Allendorf, 10 november 2009Viessmann Werke GmbH&Co KGServicevert. Manfred Sommer5442 843 NL255

IndexIndex22. compressortrap■ in- en uitschakelvoorwaarden.........172. gewenste temperatuur ................1982. temperatuursensor.......................198AAansluitingen.....................................13■ elektrisch........................................73■ elektrische......................................99■ hydraulisch.....................................71■ primair circuit..................................71■ secundair circuit..............................73Aansluitingen door installateur...........13Aansluitings- enbedradingschema's..........................227Aantal■ volgende warmtepomp.................182Aantal externe warmtepompen........182Aantal pogingen warm water...........199Aanv. sens. installatie......................135Aanv.sens. primair...........................134Aanv. sens. primair..........................134Aanv.sens. sec.■ 20..................................................132■ 28..................................................133Aanv. sens. VC2..............................135Aanv. sens. VC3..............................135Aanvoersensor installatie.................135Aanvoersensor koeling■ 44..................................................135■ 4C.................................................136Aanvoersensor VC2.........................135Aanvoersensor VC3.........................135Aanwijzing........................................130Aanwijzingen elektrischeaansluitingen....................................227Aardleiding.......................................227active cooling.....................................19Activeren, servicemenu....................176Actorentest.......................................167Afdichtingvlakken.............................119Afmetingen.........................................13Afstandsbediening...........................214Afstandsmodule...............................189Aftappen, secundaire zijde van dewarmtepomp....................................171ALZ na datafout...............................130Anal.-digit-omvormer........................143BBA KM-bus mengklep VC................144Basisinstelling..................................177Bediening■ bediening blokkeren.....................226■ parametergroep............................226Bediening blokkeren■ parameter.....................................226Bedieningseenheid..........................169Bedrijfscomponenten 230 V~...........228Bedrijfstoestanden opvragen...........154Bedrijfsuren diagnose......................163Belastingklasse................................163Benodigde toestellen...................23, 66Bevestigen van meldingen...............130Bivalentietemperatuur......................194■ Elektrische verwarming................205■ verwarmingswaterbuffer...............213Blokkering energiebedrijf...........96, 111Boiler■ met boilerlaadsysteem....................66Boilerlaadpomp................................141Boilerlaadsysteem..............................66Boilernaverwarming.........................195Boilertemperatuursensor..................136Boilertemperatuur warm water.........195Bouwdroging....................................206Buffer 211■ Constante temperatuur.................211■ Gewenste temperatuur.................211■ hysterese bufferverwarming.........211■ maximale temperatuur..................212■ parametergroep............................211■ temperatuurblokkering constantemodusbuffer.................................2135442 843 NL256

IndexIndex (vervolg)5442 843 NLBuffersensor■ 60..................................................136■ 68..................................................137Buitensensor■ 10..................................................131■ 18..................................................132Buitentemperatuur...........................224CCascade...........................................181■ LON..............................................225Code, meldingen..............................130Codeerniveau 1................................176Codeerstekker..................................146Codeerstekker steekplaats..............236Collectorsensor■ 92..................................................139■ 9A.................................................139Combiboiler......................................199Communicatie■ buitentemperatuur........................224■ deelnemersnummer......................222■ foutmanager.................................223■ installatienummer.........................222■ LON-module aanwezig.................222■ parametergroep............................222■ Receive Heartbeat........................223■ tijd.................................................224Communicatiemodule......................147Communicatiemodule BF.................144Communicatiemodule LON 127, 222■ erin steken......................................80Componenten..............................91, 99Compressor.............................148, 150■ Looptijd.........................................163■ Parametergroep............................191■ vermogen warmtepomp........191, 192■ vrijgave.........................................191Compressor 2■ Parametergroep............................192■ Vrijgave.........................................192Configuratiefout................................131Conformiteitverklaring......................255Constante temperatuur....................211Contact energiebedrijf........................96Controleren■ sensoren.......................................171■ zekering........................................172DDeelnemersnummer........................222Diagnose..........................................154■ Bedrijfsuren..................................163■ energiebalans...............................164■ informatie-index............................160■ installatieoverzicht........................154■ korte opvraging.............................165■ oproepen......................................154■ Softwareversie..............................166■ storingsindex................................161■ temperatuur- en drukwaarden......162■ warmtepompmodule.....................157■ werkingsgegevens/temperaturen. 154Diagnoseoverzicht warmtepomp......158Doorstroomtoestel■ Bivalentietemperatuur...................205■ maximale trap...............................204■ Vrijgave.........................................202Draaistroombewaker........................116Drukbewaker primair circuit.............117Druk controleren..............................124Drukwaarden, diagnose...................162Duur van de externewerkingsmodusomschakeling..........187EEEPROM.........................................143Eerste inbedrijfstelling..............122, 254EEV-module.....................................158EEV-module (laatste cycl.)...............162EEV-printplaat..................................238EEV-regelaar...................................157Elektriciteitsonderneming...................17Elektrisch aansluiten..........................73257

IndexIndex (vervolg)Elektrische aansluiting 99■ algemene aanwijzingen..................10■ componenten..................................91■ koelfuncties.....................................93■ pompen...........................................86■ sensoren.........................................84■ warmtepompregeling......................78Elektrische aansluitingen■ kabels invoeren..............................80Elektrische verwarming..............95, 140■ Bivalentietemperatuur elektrischeverwarming...................................205■ maximale trap elektrischeverwarming...................................204■ Parametergroep............................202■ trap bij blokkering doorenergiebedrijf................................204■ Verw.-doorstroomtoestel..............202■ verwarmen (elektrisch).................203Energiebalans..................................164Energiebedrijf.....................................17Estrikprogramma..............................206EVU Blokkering energiebedrijf.........145Expansievat controleren..................124Ext. aanvraag...................................100Ext. blokkeren..................................101Ext. mengklep dicht..........................101Ext. Mengklep open.........................100Ext. warmtegenerator.......................153Extern blokkeren 188■ pompen.........................................185■ Werking........................................185Externe aanvraag■ gewenste aanvoertemperatuur.....209■ parameter.....................................188Externe omschakelingwerkingsmodus................................183Externe uitbreiding...........................180Externe warmtegenerator■ bivalentietemperatuur...................194■ Parametergroep............................193■ voorrang.......................................193■ voor warm water...........................194■ vrijgave.........................................193Externewerkingsmodusomschakeling..........187Extra verwarming elektrisch.............202FFasenbewaker.................................116Fout EEV..........................................131Foutenhistorie..................................130Foutenlijst.........................................130Foutmanager............................127, 223Functiebeschrijving............................17■ blokkering energiebedrijf................22■ tapwaterverwarming.......................20■ verwarmingscircuit..........................17■ verwarmingswaterbuffer.................18■ verwarmingswaterdoorstroomelement.........................21Functiecontrole................................167Functies controleren........................167GGarantie...........................................176Geen weergave op de display.........169Geldigheidsverwijzing......................268Geluidsvolume.................................172Gemeenschappelijkeinstallatievoeler................................189Geruis..............................................172Gewenste aanvoertemperatuur■ koeling..........................................219■ maximale......................................216Gewenste aanvoertemperatuur externeaanvraag..........................................209Gewenste ruimtetemperatuur■ Koeling..........................................2195442 843 NL258

IndexIndex (vervolg)5442 843 NLGewenste temperatuur■ Verwarmingswaterbuffer...............211■ Warmwaterboiler..........................195Gewenste temperatuur warm water.198Groepsalarmmelding........................101Grond-drukbewaker.........................117HHeartbeat.........................................223Herstart............................................153Hoofdtoestel.....................................181Hoogte van de ruimte.........................10Hydraulisch aansluiten.......................71Hydraulische aansluitingen overzicht.71Hydraulische parameters.................244Hysterese■ bufferverwarming..........................211■ Extra verwarming..........................196■ Tapwateropwarming.....................196■ Warm water..................................196IInbedrijfstelling.................................122Inbedrijfstelling assistent..................124Informatie-index 160■ weergavesysteem.........................159Inschakeloptimalisering....................198Inspectie...........................................122Installatiedefinitie■ extern blokkeren mengklepDICHT...........................................188■ externe aanvraag mengklepOpen.............................................188■ externe uitbreiding........................180■ Gemeenschappelijkeinstallatievoeler.............................189■ installatieschema..........................178■ Omschakeling werkingsmodus.....183■ parametergroep............................178■ taal................................................178■ Temperatuurverschil koelen.........179■ temperatuurverschil verwarmen...179■ Vitocom 100..................................189■ werkingsmodusomschakelingduur..............................................187■ Werkingsmodus voor externeomschakeling................................185■ zwembad......................................181Installatiedruk controleren................124Installatiegebruiker instrueren..........128Installatienummer.............................222Installatieoverzicht oproepen...........154Installatieschema.................45, 53, 178Installatieschema's■ overzicht.........................................15Installatievoorbeeld......................45, 53Instrueren van deinstallatiegebruiker...........................128Interne componenten■ Overzicht......................................170Interne hydraulica■ estrikprogramma...........................206■ gewenste aanvoertemperatuurexterne aanvraag..........................209■ parametergroep............................206■ type primaire bron.........................209■ type secundaire bron....................210■ verwarmen/warm wateromschakelklep..............................208■ warmtepomp voor bouwdroging...206259

IndexIndex (vervolg)KKamersensor VC3■ 72..................................................138■ 7A.................................................138Kantelhoek.........................................10KM-bus AB VC1...............................144KM-bus AB VC2...............................144KM-bus AB VC3...............................144KM-bus EEV............................142, 143KM-bus Ext.AE.................................147KM-bus mengklep koel....................144KM-bus solar....................................143KM-bus Vitocom...............................146Koelcircuit 145, 151■ parameter.....................................219■ parametergroep............................214■ typen en configuratie......................19Koelcircuit op dichtheid controleren. 123Koelen................................................19■ ruimte-invloed.................................20■ weersafhankelijke regeling.............20Koelfunctie.........................................19Koelfuncties■ elektrische aansluiting....................93Koelgrens.........................................179Koeling 218■ koelcircuit......................................219■ minimale aanvoertemperatuur......219■ Niveau koellijn..............................220■ Parameter.....................................218■ Parametergroep............................218■ Ruimtetemperatuur.......................219■ Steilheid koellijn............................220■ Steilheid ruimtebijschakeling........220■ Werkingsmodus..............................19Korte opvragingen............................165LLage druk.................................149, 152LON■ adressering...................................222■ buitentemperatuur zenden/ontvangen.....................................224■ deelnemerscontrole......................128■ deelnemersnummer..............127, 222■ foutbewaking................................128■ foutmanager.................................223■ installatienummer.................127, 222■ LON-deelnemer E0.......................153■ ontvangstinterval voor data..........223■ parameter LON-module aanwezig222■ Regeling integreren......................127■ steekplaats LON-module..............236■ tijd verzenden/ontvangen.............224LON-cascade...................................225Looptijd compressor.........................163MMax. temperatuur■ parameter maximaleaanvoertemperatuur.....................216■ warmwaterboiler...........................196Maximale temperatuur■ parameter.............................196, 212maximale trap elektrischeverwarming......................................204Meldaansluitingen............................233Melding EEV....................................131Meldingen■ betekenis......................................130■ bevestigen....................................130■ meldingshistorie uitlezen..............130■ opnieuw oproepen........................130■ opvragen.......................................129■ overzicht.......................................130Meldingshistorie...............................130Mengklep Dicht................................188Mengklep Open................................188min. ruimtevolume..............................115442 843 NL260

IndexIndex (vervolg)5442 843 NLMin. temperatuur■ minimale aanvoertemperatuur......219■ warmwaterboiler...........................196Minimumafstanden.............................11Module afstandsbewaking...............189modus-omschakeling.......................100Montage...........................................119Nnatural cooling....................................19Netaansluiting..................................106■ aanwijzingen.................................107Ni 500...............................................171Niveau■ Koellijn..........................................220■ stooklijn.........................................215Nulleider...........................................227OOmschakeling werkingsmodus........185Omschakelklep................................208Onderdelenlijsten.............................239Onderhoud.......................................122Ontluchten■ primaire zijde................................123■ secundaire zijde............................123■ solarcircuit....................................124Ontvangstinterval voor data.............223Opdracht tot eerste inbedrijfstelling. 254Oproepen■ diagnose.......................................154■ diagnose warmtepompmodule.....157■ installatieoverzicht........................154Opstelling...........................................10Opvragen, meldingen.......................129Overzicht■ hydraulische aansluitingen.............71■ Interne componenten....................170■ Kranen..........................................170■ meldingen.....................................130■ Pompen........................................170■ printplaten.....................................227■ Sensoren......................................170PParam.vermogen 1/2.......................153Parameter 178■ terugplaatsen................................177■ voorbeeld voor instellen................176Parametergroep■ bediening......................................226■ Buffer............................................211■ communicatie...............................222■ Compressor..................................191■ Compressor 2...............................192■ Elektrische verwarming................202■ Externe warmtegenerator.............193■ Installatiedefinitie .........................178■ interne hydraulica.........................206■ koelcircuit......................................214■ Koeling..........................................218■ solar..............................................201■ tijd.................................................221■ verwarmingscircuits/koelcircuit.....214■ Warm water..................................195Parameters■ protocollen....................................244Partytemperatuur.............................214Plaatsing............................................13Pompen......................................86, 170Pompen extern blokkeren................185Pomp verwarmingscircuit 1..............140Primair circuit■ aansluiten.......................................71■ type BW..........................................23■ type WW.........................................24Primaire bron...........................146, 152Primaire pomp..................................209Primaire temperatuur.......................146Primaire zijde■ vullen en ontluchten......................123261

IndexIndex (vervolg)Printplaat■ EEV..............................................238■ overzicht.......................................227■ rangeerprintplaat..........................233■ regelaarprintplaat..........................236■ sensorprintplaat............................236■ uitbreidingsprintplaat....................228Protocollen.......................................244■ regelingsparameters.....................244Pt 500...............................................171RRangeerprintplaat............................233Receive Heartbeat...........................223Regelaarprintplaat............................236Regelhogedruk uitschakeling...........199Regelingsdeur..................................172Regelingsinstellingen...............176, 178■ externe warmtegenerator.............193Regelingsparameters protocollen....244Relaistest.........................................167Reparatie.........................................170Reparatiewerkzaamheden...............122Reset................................................177Ret.sens. sec.■ 29..................................................133Retoursens. primair..........................134Retoursens. sec.■ 21..................................................132■ 29..................................................133Retoursens. solar■ 93..................................................139■ 9B.................................................139Retoursensor primair.......................134Ruimte-invloed...................20, 215, 216Ruimtesensor SKK■ 73..................................................138■ 7B.................................................139Ruimtesensor VC1■ 70..................................................137■ 78..................................................138Ruimtesensor VC2■ 71..................................................137■ 79..................................................138Ruimtetemperatuur■ afzonderlijk koelcircuit..................219■ Normale........................................214■ Verlaagd.......................................214Ruimtetemperatuur-bijschakeling 216■ Invloed..........................................215■ Invloed voor koeling......................220Ruimtetemperatuur te laag..............169ruimtevolume.....................................11SSecundair circuit■ aansluiten.......................................73■ vullen en ontluchten......................123Secundaire pomp.....................139, 210Sensoren....................................84, 170Sensoren controleren.......................171Sensorprintplaat...............................236Service beëindigen..........................176Servicecontroles..............................154Servicemenu....................................176■ activeren.......................................176■ deactiveren...................................176■ oproepen......................................177Serviceniveau..................................176Simulatie..........................................153Softwareversie.................................166Solar■ parametergroep............................201■ type solarregeling.........................201Solarcircuit 139■ vullen en ontluchten......................124Solarregeling....................................201SPF (jaararbeidsfactor)....................164Steilheid■ Koellijn..........................................220■ Ruimtebijschakeling......................220■ stooklijn.........................................215Steilheid ruimtebijschakeling■ Parameter.....................................2155442 843 NL262

IndexIndex (vervolg)5442 843 NLStooklijn■ niveau...........................................215■ steilheid........................................215Stookruimte........................................10Storing..............................................130Storingscodes..................................130Storingsgeheugen............................130Storingsindex 161■ weergavesysteem.........................159Storingsindicaties opvragen.............129Storingsmelding...............................101Storingsmelding oproepen...............130Storing volg-WP...............................153Stromingsbewaking..........................149TTaal..................................................178Tapwater boilertemperatuur.............195Tapwaternaverwarming...................195Tapwateropwarming..........................66■ Hysterese.....................................196Tapwaterverwarming■ 2. gewenste temperatuur..............198■ 2. temperatuursensor...................198■ inschakeloptimalisering................198■ met externe warmtegenerator......194■ uitschakeloptimalisering...............198Temperaturen opvragen..................154Temperatuurbewaker.........................89Temperatuurblokkering constantemodusbuffer■ parameter.....................................213Temperatuursensor..........................198Temperatuurverschil■ Koelen..........................................179■ verwarmen....................................179Temperatuurwaarden diagnose.......162Tijd■ LON..............................................224■ parameter.....................................224■ parametergroep............................221■ wintertijd.......................................221■ zomertijd.......................................221Toestand bij levering herstellen.......177Toestelherkenning...........................142Toestel maakt lawaai.......................172Toestelzekering................................172Totale jaararbeidsfactor...................164Transportbeveiliging...................69, 172Trap bij blokkering doorenergiebedrijf...................................204Type boilerlaadpomp.......................200Type primaire bron...........................209Type secundaire bron......................210Type solarregeling...........................201UUitbreidingsprintplaat.......................228Uitgangen controleren......................167Uitgebreid menu...............................177Uitschakeloptimalisering..................198VVakman............................................176Veiligheidsaansluitingen..................233Vermogen■ Volgende warmtepomp.................182Vermogen warmtepomp...........191, 192Verw.-doorstroomtoestel..................202Verwarmen/warm wateromschakelklep.................................208Verwarmen (elektrisch)....................203Verwarmen jaararbeidsfactor...........164Verwarmingscircuits/koelcircuit■ afstandsbediening........................214■ maximale aanvoertemperatuur.....216■ niveau stooklijn.............................215■ parametergroep............................214■ Partytemperatuur..........................214■ Ruimtetemperatuur-bijschakeling. 216■ Ruimtetemperatuur normaal.........214■ Ruimtetemperatuur verlaagd........214■ Steilheid ruimtebijschakeling........215■ steilheid stooklijn..........................215Verwarmingsgrens...........................179263

IndexIndex (vervolg)Verwarmingswaterbuffer..................211■ bivalentietemperatuur...................213■ Gewenste temperatuur.................211■ hysterese......................................211■ max. temperatuur.........................212Verwarmingswaterdoorstroomelement............................95Verwarmingswater-doorstroomtoestel■ Bivalentietemperatuur...................205■ maximale trap...............................204Vitocom............................................189Vitocom 100.....................................189Vitotrol..............................................214Vloerverwarming................................89Voedingsbewaking...........................145Volgende warmtepomp....................181■ aantal............................................182■ nummer........................................225■ Vermogen.....................................182Voorrang■ externe warmtegenerator.............193Voorrang tapwaterverwarming.........199Vrijgave compressor........................191Vrijgave compressor 2.....................192Vullen■ primaire zijde................................123■ secundaire zijde............................123■ solarcircuit....................................124WWaarschuwing.................................130Wandafstanden..................................11Warmtedragend medium.................124Warmtepomp...................................140■ nummer........................................225■ vermogen..............................191, 192Warmtepomp 2. trap■ Vrijgave.........................................192Warmtepompmodule■ diagnose oproepen.......................157■ monteren......................................119■ uitbouwen.....................................173Warmtepomp voor bouwdroging......206Warm water■ 2. gewenste temperatuur..............198■ 2. temperatuursensor...................198■ aantal pogingen warm water........199■ combiboiler...................................199■ Gewenste boilertemperatuur........195■ Hysterese extra verwarming.........196■ Hysterese warm water..................196■ inschakeloptimalisering................198■ jaararbeidsfactor...........................164■ maximale temperatuur..................196■ minimale temperatuur...................196■ Parametergroep............................195■ type boilerlaadpomp.....................200■ uitschakeloptimalisering...............198■ warm water (elektrisch)................195Warm water (elektrisch)...................195Warm water bij regelhogedruk.........199Warmwaterboiler■ max. temperatuur.........................196■ min. temperatuur..........................196Weersafhankelijke regeling................20Weerstandslijnen van de sensoren..171Werkingsgegevens opvragen..........154Werkingsmodusomschakeling.........187Werkingsmodus voor externeomschakeling...................................185Werkwijze boilerlaadpomp...............200Werkwijze primaire pomp.................209Werkwijze secundaire pomp............210Wintertijd..........................................221WW-sens. Boven.............................136WW solar.........................................136WW zonnesysteem..........................136ZZekering controleren........................172Zomertijd..........................................221Zwembad.................................102, 1815442 843 NL264

5442 843 NL265

2665442 843 NL

5442 843 NL267

Gedrukt op milieuvriendelijk,chloorvrij gebleekt papierGeldig voorGrond/water- en water/water warmtepomp Vitocal 300-G, 1- en 2-trapsSerienr.Vermogen Type BW/WW Type BWS/WWS(warmtepomp 2. trap)21 kW 7424 066 9 00000 ... 7424 072 9 00000 ...29 kW 7424 067 9 00000 ... 7424 073 9 00000 ...45 kW 7424 068 9 00000 ... 7424 074 9 00000 ...268Viessmann Nederland B.V.Postbus 3222900 AH Capelle a/d IJsselTel. : 010-458 44 44Fax : 010-458 70 72e-mail : info@viessmann.nlwww.viessmann.com5442 843 NL Technische wijzigingen voorbehouden.