12.07.2015 Views

Operational manual - Mercury

Operational manual - Mercury

Operational manual - Mercury

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Dank uvoor de aankoop van een van de beste buitenboordmotoren op de markt. U hebt verstandig in vaarpleziergeïnvesteerd. Uw buitenboordmotor is vervaardigd door <strong>Mercury</strong> Marine, een wereldleider op het gebiedvan scheepstechnologie en fabricage van buitenboordmotoren sinds 1939. We hebben deze jarenlangeervaring altijd ingezet bij ons streven om de beste kwaliteitsproducten te produceren. Dit heeft ertoe geleiddat <strong>Mercury</strong> Marine nu een reputatie heeft hoog te houden voor strenge kwaliteitsbeheersing,uitmuntende kwaliteit, lange levensduur, duurzame prestaties en uitstekende ondersteuning na verkoop.Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de buitenboordmotor gebruikt. Deze handleiding issamengesteld om u bij te staan bij het bedienen, veilig gebruiken en onderhouden van debuitenboordmotor.Wij bij <strong>Mercury</strong> Marine hebben uw buitenboordmotor met groot genoegen gebouwd en wensen u velegelukkige en veilige jaren vaarplezier.Nogmaals, hartelijk dank voor uw vertrouwen in <strong>Mercury</strong> Marine.Emissievoorschriften volgens EPAOver buitenboordmotoren die in de Verenigde Staten door <strong>Mercury</strong> Marine worden verkocht, is officieelaan de Environmental Protection Agency (EPA) in de Verenigde Staten verklaard dat deze voldoen aande vereisten voor de beperking van luchtvervuiling door nieuwe buitenboordmotoren. Een voorwaardevoor deze verklaring is dat bepaalde afstellingen op de fabrieksnormen zijn afgestemd. Daarom moet defabrieksprocedure voor onderhoud aan het product nauwkeurig worden opgevolgd en moet het product,waar mogelijk, tot de oorspronkelijke bedoeling van het ontwerp worden teruggebracht. Onderhoud,vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor emissieregeling horen te worden uitgevoerddoor een werkplaats/persoon werkzaam in scheepsmotorreparaties.De motoren hebben een Emission Control Information-sticker als permanent bewijs van certificatie doorde EPA.! WAARSCHUWINGDe uitlaatgassen van dit product bevatten chemische stoffen waarvan door de staat Californië isvastgesteld dat deze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsfunctiesveroorzaken.Informatie over garantieVoor het door u aangeschafte product geldt een beperkte garantie van <strong>Mercury</strong> Marine. De voorwaardenvan de garantie staan vermeld in de paragraaf Informatie over garantie in deze handleiding. De informatieover de garantie beschrijft wat de garantie wel en niet dekt, hoe lang de garantie geldt, hoe ugarantiedekking verkrijgt, belangrijke afwijzingen en beperkingen en andere relevante informatie. U wordtverzocht deze belangrijke informatie door te lezen.De beschrijving en specificaties in deze handleiding waren van kracht tijdens het ter perse gaan van dezehandleiding. <strong>Mercury</strong> Marine streeft naar constante verbetering en behoudt zich daarom het recht voorom de productie van bepaalde modellen te staken en om specificaties, ontwerpen, methodes ofprocedures zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verdere verplichtingen te wijzigen.<strong>Mercury</strong> Marine, Fond du Lac, Wisconsin, VSLitho in de VS.© 2009, <strong>Mercury</strong> Marine<strong>Mercury</strong>, <strong>Mercury</strong> Marine, MerCruiser, <strong>Mercury</strong> MerCruiser, <strong>Mercury</strong> Racing, <strong>Mercury</strong> Precision Parts,<strong>Mercury</strong> Propellers, Mariner, Quicksilver, #1 On The Water, Alpha, Bravo, Pro Max, OptiMax, Sport-Jet,K-Planes, MerCathode, RideGuide, SmartCraft, Zero Effort, de <strong>Mercury</strong>-logo's en het SmartCraft-logozijn gedeponeerde handelsmerken van de Brunswick Corporation. Het <strong>Mercury</strong> Product Protection-logois een gedeponeerd servicemerk van de Brunswick Corporation.© 2010 <strong>Mercury</strong> Marine 40/50 90-10262B81 110i


Verklaring van Overeenstemming - buitenboordmotor, conventioneel,tweetaktMerk:Tohatsu Marine Corporation (TMC)<strong>Mercury</strong> Marine Joint VentureShimodaira 4495-9, Komagane-City,Nagano, Japan 399-4101Erkend vertegenwoordiger:Brunswick Marine in EMEA Inc.Parc Industriel De Petit-Rechain,B-2800 Verviers, BelgiëVeiligheid volgens Machinerichtlijn98/37/ECPrincipes van veiligheidsintegratie (1.1.2) ISO 12100-1; ISO 12100-2; EN 1050Geluid (1.5.8) ICOMIA 39/94Trilling (1.5.9) ICOMIA 38/94Type motor: buitenboordmotorType brandstof: benzineVerbrandingscyclus: tweetaktDeze verklaring is afgegeven onder de exclusieve verantwoordelijkheid van <strong>Mercury</strong> Marine en BrunswickMarine in EMEA Inc.Naam en functie:Mark D. SchwaberoPresident, <strong>Mercury</strong> Marine, Fond du Lac, WI, VSDatum en plaats van uitgifte:20 november 2008<strong>Mercury</strong> Marine, Fond du Lac, WI, VSVoor Europese regelgeving kunt u contact opnemen met:Regulations and Product Safety Department,<strong>Mercury</strong> Marine, Fond du Lac, WI, VSii


INHOUDSOPGAVEInformatie over garantieOverdracht van garantie.....................................................................................................................................1Overdracht van de <strong>Mercury</strong> Product Protection‐garantie (uitbreiding van servicedekking)................................ 1Garantieregistratie in de VS en Canada.............................................................................................................1Beperkte garantie voor buitenboordmotoren......................................................................................................2Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosie.......................................................................................................3Garantiedekking en uitsluitingen.........................................................................................................................5ALGEMENE INFORMATIEVerantwoordelijkheid van de bestuurder............................................................................................................. 7Vóór het bedienen van de buitenboordmotor...................................................................................................... 7Vermogen van de boot........................................................................................................................................ 7Gebruik van race‐ en speedboten....................................................................................................................... 8Buitenboordmodellen met afstandsbediening.....................................................................................................8Kennisgeving over externe besturing.................................................................................................................. 9Dodemansschakelaar.........................................................................................................................................9Mensen in het water beschermen.....................................................................................................................10Mededeling over veiligheid van passagiers – ponton‐ en dekboten................................................................. 11Over golven en kielwater springen.................................................................................................................... 12Botsingen met obstakels onder water...............................................................................................................12Uitlaatemissies..................................................................................................................................................13Accessoires voor buitenboordmotor kiezen......................................................................................................15Suggesties voor veilig varen.............................................................................................................................15Noteren van het serienummer..........................................................................................................................15Specificaties 40/50 (incl. Engelse eenheden)................................................................................................... 17INSTALLERENVermogenscapaciteit van de boot..................................................................................................................... 31Buitenboordmotor installeren............................................................................................................................31Afstandsbediening installeren...........................................................................................................................35Afstandsbedieningskabels installeren (kant van kast)...................................................................................... 35Afstandsbedieningskast installeren op de boot................................................................................................. 35Afstandsbedieningskabel aansluiten op de motor............................................................................................ 36Draadbomen aansluiten....................................................................................................................................39Stuurverbindingsstang bevestigen....................................................................................................................41Accu installeren ................................................................................................................................................ 42Schroef selecteren............................................................................................................................................43VERVOERMotor verwijderen.............................................................................................................................................44Motor verplaatsen.............................................................................................................................................44De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren......................................................................................... 45Afmeren met opgeklapte motor......................................................................................................................... 45Motor opslaan...................................................................................................................................................49Losse brandstoftanks vervoeren.......................................................................................................................50iii


INHOUDSOPGAVEBRANDSTOF EN OLIEAanbevelingen voor brandstof..........................................................................................................................52Olieaanbeveling................................................................................................................................................53Modellen zonder olie‐injectie: MH, EH..............................................................................................................53Modellen met olie‐injectie: EHO, EHPTO, EO, EPTO...................................................................................... 53FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANENFuncties van de afstandsbediening..................................................................................................................56Buitenboordmotor opklappen............................................................................................................................56Gebruik in ondiep water....................................................................................................................................56Trimafstelling..................................................................................................................................................... 57Stuurfrictie‐afstelling.........................................................................................................................................60Draaiweerstand van gasgreep afstellen............................................................................................................ 61Trimvinnen afstellen..........................................................................................................................................61BEDIENINGControlelijst vóór het starten.............................................................................................................................63Varen bij temperaturen onder het vriespunt...................................................................................................... 63Varen in zout of vervuild water.......................................................................................................................... 63Gebruik op grote hoogte...................................................................................................................................63Procedure voor inlopen van de motor...............................................................................................................63De motor starten...............................................................................................................................................64Schakelen.........................................................................................................................................................71Starten bij storing..............................................................................................................................................73De motor afzetten.............................................................................................................................................78ONDERHOUDOnderhoud van de buitenboordmotor...............................................................................................................81Emissieverordeningen van de Amerikaanse EPA............................................................................................ 81EPA‐emissies.................................................................................................................................................... 82Inspectie‐ en onderhoudsschema.....................................................................................................................82Doorspoelen van het koelsysteem....................................................................................................................83Verwijdering en installatie motorkap.................................................................................................................84Accu inspecteren .............................................................................................................................................85Brandstofsysteem.............................................................................................................................................85Zekering vervangen – Elektrisch gestarte modellen met afstandsbediening.................................................... 87Anti‐corrosieanode............................................................................................................................................88Schroef vervangen............................................................................................................................................88Bougies inspecteren en vervangen................................................................................................................... 90Smeerpunten....................................................................................................................................................91Onderwaterhuis smeren.................................................................................................................................... 92Onder water geraakte buitenboordmotor..........................................................................................................94iv


INHOUDSOPGAVEOPSLAGVoorbereiding voor opslag................................................................................................................................96Bescherming van externe buitenboordmotoronderdelen.................................................................................. 96Bescherming inwendige motoronderdelen........................................................................................................ 97Onderwaterhuis................................................................................................................................................. 97Buitenboordmotor plaatsen voor opslag...........................................................................................................97Accu‐opslag......................................................................................................................................................97Controlelijst aan begin van het seizoen............................................................................................................97OPSPOREN VAN STORINGENStartmotor tornt de motor niet (elektrisch gestarte modellen)........................................................................... 99Motor start niet..................................................................................................................................................99Motor slaat over of draait onregelmatig............................................................................................................ 99Prestatieverlies................................................................................................................................................. 99Accu kan lading niet houden...........................................................................................................................100BIJBEHORENDE ONDERDELENBijbehorende onderdelen................................................................................................................................101Schroef selecteren..........................................................................................................................................101NB:..................................................................................................................................................................102ACCESSOIRESOptionele accessoires..................................................................................................................................... 104SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAARPlaatselijke reparatieservice ..........................................................................................................................108Service onderweg...........................................................................................................................................108Inlichtingen over onderdelen en accessoires..................................................................................................108Servicebijstand................................................................................................................................................ 108<strong>Mercury</strong> Marine‐servicekantoren....................................................................................................................108BEDRADINGSSCHEMA’SBedradingsschema's.......................................................................................................................................110Afkortingen draadkleurcodes..........................................................................................................................111v


INFORMATIE OVER GARANTIEOverdracht van garantieDe beperkte garantie kan aan een volgende koper worden overgedragen maar alleen voor de resterende,ongebruikte termijn van de beperkte garantie. Dit is niet van toepassing op producten die voor commerciëletoepassingen worden gebruikt.Als u de garantie aan de volgende eigenaar wilt overdragen, stuurt u een kopie van de eigendomsoverdrachtof verkoopovereenkomst met de naam en het adres van de nieuwe eigenaar en het serienummer van de motorper post of fax naar de afdeling Garantieregistratie van <strong>Mercury</strong> Marine. Stuur deze in de Verenigde Staten enCanada naar:<strong>Mercury</strong> MarineAttn: Warranty Registration DepartmentW6250 W. Pioneer RoadP.O. Box 1939Fond du Lac, WI 54936-1939920-929-5054fax 920-929-5893Na het verwerken van de garantie-overdracht stuurt <strong>Mercury</strong> Marine een registratiebevestiging per post naar denieuwe eigenaar van het product.Er zijn aan deze service geen kosten verbonden.Voor producten die buiten de VS of Canada aangeschaft zijn, kunt u contact opnemen met de leverancier in uwland of met het dichtstbijzijnde Marine Power Service Center.Overdracht van de <strong>Mercury</strong> Product Protection-garantie (uitbreidingvan servicedekking)De resterende dekkingstermijn van de Product Protection-garantie kan aan een volgende koper van de motorworden overgedragen binnen dertig (30) dagen na de verkoopdatum. Contracten die niet binnen dertig (30)dagen na de volgende aankoop worden overgedragen komen te vervallen, waarna het product niet langer inaanmerking komt voor dekking volgens de contractvoorwaarden.Neem om de garantie aan de volgende eigenaar over te dragen contact op met <strong>Mercury</strong> Product Protection ofeen erkend leverancier om een overdrachtformulier aan te vragen. U dient hiervoor bij <strong>Mercury</strong> ProductProtection een aankoopbewijs, het ingevulde overdrachtformulier en een cheque ten gunste van <strong>Mercury</strong> Marinevoor US$ 50,00 (per motor) voor de overdrachtskosten in te dienen.De garantiedekking is niet overdraagbaar op producten of toepassingen die hiervoor niet in aanmerking komen.De garantie voor "Certified Pre-Owned" motoren is niet overdraagbaar.Neem voor hulp of assistentie contact op met de afdeling <strong>Mercury</strong> Product Protection op het nummer +1 (888)427 5373 van 07:30 tot 16:30 CST, maandag t/m vrijdag, of stuur een e-mail aanmpp_support@mercurymarine.com.Garantieregistratie in de VS en CanadaBuiten de Verenigde Staten en Canada – raadpleeg uw plaatselijke distributeur.1. U kunt uw adres te allen tijde veranderen, ook wanneer u een garantieclaim indient, door <strong>Mercury</strong> Marineop te bellen of een brief of fax met uw naam, oude adres, nieuwe adres en het serienummer van de motoraan de afdeling Garantieregistratie van <strong>Mercury</strong> Marine te sturen. Ook uw dealer kan dezegegevenswijziging verwerken.<strong>Mercury</strong> MarineAttn: Warranty Registration DepartmentW6250 W. Pioneer RoadP.O. Box 1939Fond du Lac, WI 54936-1939920-929-5054fax 920-929-58931


INFORMATIE OVER GARANTIENB: <strong>Mercury</strong> Marine en alle leveranciers van scheepsvaartproducten die in de Verenigde Staten verkochtworden, moeten registratielijsten bijhouden voor het geval dat er melding van een terugroeping vanwegeveiligheidsoverwegingen conform de Federal Safety Act dient plaats te vinden.2. Om voor garantiedekking in aanmerking te komen moet het product bij <strong>Mercury</strong> Marine geregistreerdzijn. Bij de verkoop hoort de dealer het garantieregistratieformulier in te vullen en onmiddellijk aan <strong>Mercury</strong>Marine te zenden via MercNET, e-mail of per post. Na ontvangst van dit garantieregistratieformulierregistreert <strong>Mercury</strong> Marine de registratie.3. Na het verwerken van de garantieregistratie stuurt <strong>Mercury</strong> Marine per post een registratiebevestigingaan de koper van het product. Als u deze registratiebevestiging niet binnen 30 dagen ontvangt, dient uonmiddellijk contact op te nemen met de leverancier. Garantiedekking is pas van kracht als uw productbij <strong>Mercury</strong> Marine is geregistreerd.Beperkte garantie voor buitenboordmotorenBuiten de Verenigde Staten en Canada – neem contact op met uw plaatselijke distributeur.WAT DEKT DEZE GARANTIE: <strong>Mercury</strong> Marine garandeert dat haar nieuwe buitenboordmotor- en jetproductenvrij zijn van gebreken wat betreft materiaal en afwerking tijdens de hieronder beschreven periode.DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte garantie biedt dekking gedurende één (1) jaar vanaf ofwel de datumwaarop het product voor het eerst is verkocht of de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is gesteld,wat zich het eerste voordoet. Reparatie of vervanging van onderdelen en onderhoudswerkzaamheden onderdeze garantie leiden niet tot verlenging van de geldigheidstermijn van deze garantie tot na de oorspronkelijkedatum. Eventueel resterende dekkingstijd kan van de ene klant die de boot als pleziervaartuig gebruikt wordenovergedragen op de volgende klant die er hetzelfde gebruik van maakt, nadat het product naar behoren opnieuwis geregistreerd. Eventueel resterende dekkingstijd kan niet aan of door een commerciële gebruiker wordenovergedragen. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstellingof enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook,zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt.VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN:Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen van een dealer die door <strong>Mercury</strong> Marinegemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt, en dan uitsluitend nadatde door <strong>Mercury</strong> Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. Degarantiedekking wordt geldig nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd.Regelmatig onderhoud zoals beschreven in de "Handleiding voor gebruik en onderhoud" moet op tijd wordenuitgevoerd om garantiedekking te behouden. <strong>Mercury</strong> Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekkingafhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud.WAT MERCURY ZAL DOEN: <strong>Mercury</strong>’s enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het, naar eigenbeoordeling, repareren van een defect onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijkeonderdelen door nieuwe of door <strong>Mercury</strong> Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen, of het terugbetalenvan de aankoopprijs van het <strong>Mercury</strong>-product. <strong>Mercury</strong> behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijdte verbeteren of te wijzigen, zonder verplicht te zijn om eerder vervaardigde producten te wijzigen.HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet <strong>Mercury</strong> redelijkerwijs in de gelegenheid stellen omde reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie.Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een <strong>Mercury</strong>-dealer te brengendie gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naareen dergelijke dealer kan brengen, dient <strong>Mercury</strong> schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan deinspectie en eventuele reparaties onder garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoerverband houdende kosten en/of reistijd. Als het geleverde onderhoud niet onder deze garantie valt, betaalt dekoper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij het onderhoud horen. Tenzij daartoe verzochtdoor <strong>Mercury</strong> mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar <strong>Mercury</strong> zenden.Teneinde dekking te verkrijgen moet een bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegdzodra om service uit hoofde van garantie wordt verzocht.2


INFORMATIE OVER GARANTIEWAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen,bijstellingen, normale slijtage, schade die veroorzaakt wordt door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van eenschroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor niet binnen het aanbevolen toerentalgebied bij volgas kanlopen (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), het gebruik van het product op een manier die nietovereenstemt met het hoofdstuk over aanbevolen bedrijf/werkcyclus in de Handleiding voor gebruik enonderhoud, verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voorde juiste installatie worden uiteengezet in de installatie-instructies voor het product), verkeerde service, gebruikvan een accessoire of onderdeel dat niet door ons is verkocht, jetpompimpellers en voeringen, varen metbrandstoffen, oliën of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie de Handleidingvoor gebruik en onderhoud), wijzigen of verwijderen van onderdelen, water dat de motor door de brandstofinlaat,luchtinlaat of het uitlaatsysteem binnenkomt, of schade aan het product als gevolg van onvoldoende koelwaterveroorzaakt door verstopping van het koelsysteem door vreemd materiaal, laten lopen van de motor terwijl hijuit het water is, te hoog monteren van de motor op de spiegel of varen met de boot terwijl de motor te ver naarbuiten is getrimd. Gebruik van het product voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met eenonderwaterhuis dat bedoeld is voor racen, wanneer ook en ook door een eerdere eigenaar van het product,maakt de garantie ongeldig.Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak,ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, tijdsverlies, verlies van inkomsten en alleandere soorten incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien dekt dezegarantie niet de extra kosten als het ontwerp van de boot het verwijderen en/of vervangen van bootschotten ofmateriaal noodzakelijk maakt om toegang te krijgen tot het product.Geen enkele persoon of rechtspersoon, ook erkende <strong>Mercury</strong> Marine-dealers niet, is door <strong>Mercury</strong> Marinegemachtigd om enige bevestiging, verklaring of garantie met betrekking tot het product te verstrekken, buitende bepalingen in de beperkte garantie om, en indien deze toch worden verstrekt zijn ze niet jegens <strong>Mercury</strong>Marine afdwingbaar.Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt,kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de Handleiding voor gebruik en onderhoud raadplegen, dat middelsverwijzingen deel uitmaakt van deze garantie.AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN:IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOELWORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN,ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE.BIJKOMENDE SCHADE EN GEVOLGSCHADE ZIJN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGESTATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFWIJZINGEN, BEPERKINGEN ENUITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFTSPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN; U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE PER STAAT ENPER LAND KUNNEN VERSCHILLEN.Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosieWAT DEKT DEZE GARANTIE: <strong>Mercury</strong> Marine garandeert dat een nieuwe <strong>Mercury</strong>, Mariner, <strong>Mercury</strong> Racing,Sport Jet, M 2 Jet Drive, Tracker van <strong>Mercury</strong> Marine Outboard, <strong>Mercury</strong> MerCruiser binnenboord- ofhekaandrijvingsmotor (het "product") niet binnen de hieronder beschreven termijn buiten werking zal raken directten gevolge van corrosie.DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte corrosiegarantie biedt dekking gedurende drie (3) jaar vanaf de datumwaarop het product voor het eerst is verkocht of de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is gesteld,wat zich het eerste voordoet. De reparatie of vervanging van onderdelen of het leveren van service onder dezegarantie verlengt de levensduur van deze garantie niet tot na de oorspronkelijke vervaldatum. Nog niet verlopengarantiedekking kan aan een volgende (niet commerciële) koper worden overgedragen mits het product naarbehoren opnieuw wordt geregistreerd.3


INFORMATIE OVER GARANTIEVOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN:Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen bij een dealer die door <strong>Mercury</strong> Marinegemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan alleen nadat dedoor <strong>Mercury</strong> Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd.Garantiedekking is verkrijgbaar nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd.Inrichtingen die corrosie tegengaan en die in de Handleiding voor gebruik en onderhoud worden opgegeven,moeten op de boot worden gebruikt, en regelmatig onderhoud dat in de Handleiding voor gebruik en onderhoudwordt beschreven, moet op tijd worden uitgevoerd (met inbegrip van, zonder enige beperking, het vervangenvan zelfopofferende anodes, het gebruik van opgegeven smeermiddelen en het bijwerken van beschadigingenen krasjes) om garantiedekking te behouden. <strong>Mercury</strong> Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekkingafhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud.WAT MERCURY ZAL DOEN: <strong>Mercury</strong>’s enige verplichting onder deze garantie is, naar ons goeddunken,beperkt tot het repareren van een gecorrodeerd onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel ofdergelijke onderdelen door nieuwe of door <strong>Mercury</strong> Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen of hetterugbetalen van de aankoopprijs van het <strong>Mercury</strong> product. <strong>Mercury</strong> behoudt zich het recht voor om productenvan tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen zonder de verplichting om eerder vervaardigde producten te wijzigen.HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet <strong>Mercury</strong> redelijkerwijs in de gelegenheid stellen omde reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie.Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een <strong>Mercury</strong>-dealer te brengendie gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naareen dergelijke dealer kan brengen, dient <strong>Mercury</strong> schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan deinspectie en eventuele reparaties onder de garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoerverband houdende kosten en/of reistijd. Als de geboden service niet door deze garantie wordt gedekt, betaaltde koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij de service horen. Tenzij daartoe verzochtdoor <strong>Mercury</strong>, mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar <strong>Mercury</strong> zenden.Teneinde dekking te verkrijgen moet bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd op hetmoment dat om de service uit hoofde van de garantie wordt verzocht.WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen corrosie van het elektrisch systeem; corrosieals gevolg van schade, corrosie die uitsluitend cosmetische schade veroorzaakt; misbruik of verkeerde service;corrosie van accessoires, instrumenten, stuursystemen; corrosie van door de fabriek geïnstalleerdejetaandrijving, schade als gevolg van scheepsaangroeiing; product dat verkocht is met een beperkteproductgarantie van minder dan één jaar; vervangingsonderdelen (onderdelen die door de klant zijn gekocht);producten die voor commerciële doeleinden worden gebruikt. Commercieel gebruik wordt omschreven alsgebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert,gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijkedoeleinden wordt gebruikt.Corrosieschade veroorzaakt door zwerfstroom (elektrische stroomaansluiting op de vaste wal, boten in de buurt,metaal onder water) wordt niet door deze corrosiegarantie gedekt en bescherming daartegen moet wordengeboden door het gebruik van een corrosiewerend systeem zoals bijvoorbeeld de <strong>Mercury</strong> Precision onderdelenof het Quicksilver MerCathode systeem en/of Galvanic Isolator (galvanische isolatiering). Corrosieschade diedoor verkeerde toepassing van anti-fouling verf op basis van koper wordt veroorzaakt, wordt ook niet gedektdoor deze beperkte garantie. Als anti-fouling bescherming nodig is, wordt anti-fouling verf op basis van Tri-Butyl-Tin-Adipaat (TBTA) aanbevolen voor MerCruiser toepassingen. In gebieden waar verf op basis van TBTA bij dewet verboden is, kan verf op basis van koper op de romp en de spiegel worden gebruikt. Breng geen verf aanop de buitenboordmotor of het MerCruiser product. Bovendien moet opgelet worden dat geen elektrischeverbinding tussen het gegarandeerde product en de verf ontstaat. Bij MerCruiser-producten moet een ongelakteruimte van minstens38 mm (1.5 in.) worden gelaten rondom de spiegelconstructie. Raadpleeg de Handleidingvoor gebruik en onderhoud voor verdere bijzonderheden.Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt,kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de 'Handleiding voor gebruik en onderhoud' raadplegen, dat middelsverwijzingen deel uitmaakt van deze garantie.4


INFORMATIE OVER GARANTIEAFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN:IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOELWORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN,ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE.BIJKOMENDE EN GEVOLGSCHADE WORDEN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGESTATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFSTANDSVERKLARINGEN, BEPERKINGENEN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIEGEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN EN U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE VANSTAAT TOT STAAT EN VAN LAND TOT LAND VERSCHILLEN.Garantiedekking en uitsluitingenDit hoofdstuk is bedoeld om enkele van de algemene misvattingen m.b.t. garantiedekking uit de wereld te helpen.In de volgende informatie worden enkele soorten service uitgelegd die niet door de garantie worden gedekt. Dehieronder uiteengezette voorwaarden zijn ter referentie in de Beperkte garantie van drie jaar tegen defecten alsgevolg van corrosie, de Internationale beperkte garantie voor buitenboordmotoren en de Beperkte garantie voorbuitenboordmotoren voor de Verenigde Staten en Canada opgenomen.Bedenk wel dat garantie reparaties dekt die binnen de garantietermijn nodig zijn vanwege gebreken in materiaalen afwerking. Verkeerde installatie, ongelukken, normale slijtage en allerlei andere oorzaken die op het productvan invloed zijn, worden niet gedekt.De garantie is beperkt tot gebreken in materiaal of afwerking, maar alleen wanneer het product is verkocht inhet land waarin distributie door ons is goedgekeurd.Voor eventuele vragen over garantiedekking kunt u contact met uw erkende dealer opnemen. De dealer zalgraag al uw vragen beantwoorden.ALGEMENE UITSLUITINGEN VAN DE GARANTIE1. Kleine bij- en afstellingen, waaronder het controleren, reinigen of afstellen van bougies, onderdelen vande ontsteking, carburateurinstellingen, filters, riemen, bedieningsorganen en het controleren vansmeermiddelen, uitgevoerd tijdens normale service.2. In de fabriek geïnstalleerde jetaandrijvingen - Specifieke onderdelen die van de garantie zijn uitgesloten,zijn: door schok of slijtage beschadigde impeller van de jetaandrijving en de jetpompvoering en doorwater beschadigde aandrijfaslagers als gevolg van verkeerd onderhoud.3. Schade veroorzaakt door verzuim, gebrek aan onderhoud, ongelukken, abnormaal gebruik of verkeerdeinstallatie of service.4. Kosten voor het uit het water halen, te water laten en slepen, vanwege het bootontwerp te verwijderenen/of te vervangen bootschotten of materiaal voor noodzakelijke toegang tot het product, allebijbehorende transportkosten en/of reistijd enz. Er moet redelijke toegang tot het product wordenverschaft voor service onder de garantie. De klant moet het product bij een erkende dealer afleveren.5. Andere, door de klant verzochte service dan hetgeen noodzakelijk is om aan de garantieverplichting tevoldoen.6. Arbeidskosten voor werk dat niet door een erkende dealer is uitgevoerd wordt wellicht alleen onder devolgende omstandigheden gedekt: Wanneer het werk in noodgevallen is uitgevoerd (mits er geenerkende dealers in de buurt zijn die het vereiste werk kunnen uitvoeren of de dealers geen faciliteitenhebben voor uit het water halen enz. en voorafgaand door de fabriek toestemming is verleend om hetwerk bij deze faciliteit te laten uitvoeren).7. De eigenaar is verantwoordelijk voor alle incidentele en/of gevolgschade (opslagkosten, alle telefoon- ofhuurkosten, ongemak of verlies van tijd of inkomsten).8. Gebruik van andere dan <strong>Mercury</strong> Precision of Quicksilver onderdelen bij het uitvoeren van reparatiestijdens de garantieperiode.9. De klant is verantwoordelijk voor olieën, smeermiddelen of vloeistoffen die ververst zijn als onderdeelvan normaal onderhoud tenzij verlies of verontreiniging hiervan door een defect van het product isveroorzaakt dat voor garantie in aanmerking komt.10. Deelname aan of voorbereiding voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een voorracen bedoeld onderwaterhuis.5


INFORMATIE OVER GARANTIE11. Motorlawaai duidt niet noodzakelijkerwijs op een ernstig motorprobleem. Als de diagnose een ernstigprobleem in de motor aangeeft, dat tot een storing kan leiden, moet de oorzaak van het lawaai onder degarantie worden verholpen.12. Schade aan het onderwaterhuis en/of de schroef, veroorzaakt door het raken van een voorwerp onderwater, wordt als een gevaar van het varen beschouwd.13. Water dat de motor via de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem binnenkomt ofonderdompeling.14. Storing van onderdelen veroorzaakt door gebrek aan koelwater, wat het gevolg is van het starten vaneen motor die niet in het water is, vreemd materiaal dat de inlaatopeningen verstopt, een te hooggemonteerde of te ver naar buiten getrimde motor.15. Gebruik van brandstoffen en smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met of op het product.Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud.16. Onze beperkte garantie is niet van toepassing op productschade veroorzaakt door de installatie of hetgebruik van onderdelen en accessoires die niet door ons worden geproduceerd of verkocht. Storingendie geen verband houden met het gebruik van die onderdelen of accessoires worden onder de garantiegedekt als ze aan de voorwaarden van de beperkte garantie van dat product voldoen.6


ALGEMENE INFORMATIEVerantwoordelijkheid van de bestuurderDe bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste en veilige bediening van de boot en de veiligheid van demedeopvarenden en het grote publiek. Er wordt ten sterkste aangeraden dat elke bestuurder deze gehelehandleiding doorleest, voordat hij de buitenboordmotor gebruikt.Zorg ervoor dat er minstens één andere persoon aan boord is die geleerd heeft de buitenboordmotor te startenen te bedienen en die de boot kan besturen in geval de bestuurder niet in staat is om dit te doen.Vóór het bedienen van de buitenboordmotorLees deze handleiding aandachtig. Leer hoe u de buitenboordmotor op de juiste wijze bedient. Voor eventuelevragen kunt u contact met uw dealer opnemen.Het in acht nemen van de veiligheids- en bedieningsinformatie en gezond verstand kunnen samen dit risico vanletsel en beschadiging van het product helpen voorkomen.In deze handleiding en op de veiligheidslabels op de buitenboordmotor worden de volgendeveiligheidswaarschuwingen gebruikt om uw aandacht op speciale veiligheidsaanwijzingen te vestigen diegevolgd moeten worden.! GEVAARDuidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig of dodelijk letsel zal leiden als hij niet wordt vermeden.! WAARSCHUWINGDuidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig of dodelijk letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.! OPGELETDuidt op een gevaarlijke situatie die tot licht of matig letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.KENNISGEVINGDuidt op een situatie die tot uitval van de motor of een belangrijk onderdeel zou kunnen leiden als hij nietwordt vermeden.Vermogen van de boot! WAARSCHUWINGAls een buitenboordmotor gebruikt wordt die de maximale vermogensgrens van een boot overschrijdt, kan:1. de boot onbestuurbaar worden 2. te veel gewicht bij de spiegel geplaatst worden waardoor hetdrijfvermogen van de boot gewijzigd wordt of 3. de boot kapot gaan, vooral in de buurt van de spiegel. Hetgebruik van een buitenboordmotor met een te groot vermogen kan leiden tot letsel, dodelijke ongelukken ofschade aan de boot.7


ALGEMENE INFORMATIEGebruik geen buitenboordmotor op uw boot met een te groot vermogen en overbelast uw boot niet. De meesteboten hebben een vereist vermogensplaatje dat het maximaal toegestane vermogen en de maximaal toegestanebelasting aangeeft die door de fabrikant zijn vastgesteld aan de hand van bepaalde overheidsrichtlijnen. Neemin geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot.U.S. COAST GUARD CAP ACITYMAXIMUM HORSEPOWER XXXMAXIMUM PERSONCAPACITY (POUNDS)MAXIMUM WEIGHTCAPACITYXXXXXX26777Gebruik van race- en speedbotenAls uw buitenboordmotor gebruikt zal worden op een speed- of raceboot waarmee u niet vertrouwd bent, radenwij aan dat u er pas snel mee vaart na een eerste kennismakingsdemonstratie door uw dealer of een bestuurderdie ervaring heeft met deze combinatie van vaartuig en buitenboordmotor. Vraag voor nadere informatie eenexemplaar aan van de brochure Gebruik van race- en speedbotenbij uw dealer, leverancier of bij <strong>Mercury</strong> Marine.Buitenboordmodellen met afstandsbedieningDe afstandsbediening die is aangesloten op de buitenboordmotor moet een beveiliging hebben die uitsluitendstarten in neutraal toelaat. Hierdoor wordt voorkomen dat de motor start wanneer de overbrenging in een anderestand dan neutraal is geschakeld.! WAARSCHUWINGStarten van de motor terwijl de aandrijving is ingeschakeld kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Gebruiknooit boten die niet zijn voorzien van een beveiliging die uitsluitend starten in neutraal toelaat.378828


ALGEMENE INFORMATIEKennisgeving over externe besturing! WAARSCHUWINGEen ontkoppelde stuurstang kan ertoe leiden dat de boot onverwacht een volledige, scherpe bocht maakt.Deze mogelijk gewelddadige beweging kan ertoe leiden dat medepassagiers overboord worden geslingerden ernstig, zelfs fataal, letsel oplopen.De stuurstang die de stuurkabel aan de motor verbindt moet met behulp van zelfborgende moeren wordenbevestigd. Deze zelfborgende moeren mogen nooit door gewone (niet borgende) moeren worden vervangenomdat deze zich loswerken en van de machine af trillen, waardoor de verbindingsstang vrij- en loskomt.aa -zelfborgende moerena28984DodemansschakelaarDe dodemansschakelaar dient om de motor uit te zetten wanneer de bestuurder zo ver van de bestuurdersplaatsverwijderd raakt (zoals wanneer hij uit de stoel wordt geslingerd) dat de schakelaar geactiveerd wordt.Buitenboordmotoren met stuurknuppel en sommige afstandsbedieningen zijn uitgerust met eendodemansschakelaar. Een dodemansschakelaar kan als optie worden geïnstalleerd – gewoonlijk op hetdashboard of aan de zijkant naast de plaats van de bestuurder.Het dodemanskoord is gewoonlijk 122–152 cm (4–5 ft) lang wanneer het uitgetrokken is. Een element aan hetene uiteinde wordt in de schakelaar gestoken en een onderdeel op het andere uiteinde zit vast aan debestuurder. Het dodemanskoord is spiraalvormig opgewonden, zodat het zo kort mogelijk is wanneer er niet aanwordt getrokken en de kans dat het in voorwerpen verstrikt raakt zo klein mogelijk blijft. De lengte in uitgetrokkentoestand is zodanig dat de kans op per ongeluk activeren minimaal is, mocht de bestuurder zich nabij zijn stoelbewegen. Als een korter dodemanskoord wenselijk is, wikkelt u het koord rond de pols of het been van debestuurder of legt u een knoop in het koord.ab21629a -b -dodemanskoorddodemansschakelaar9


ALGEMENE INFORMATIEBelangrijke veiligheidsinformatie: De dodemansschakelaar dient de motor af te zetten als de bestuurder zich zover van de bestuurdersplaats verwijdert dat de schakelaar geactiveerd wordt. Dit is het geval als de bestuurderper ongeluk overboord valt of zich binnen de boot te ver van de bestuurdersplaats verwijdert. Overboord vallenof uit de stoel geslingerd worden komt eerder voor bij bepaalde boottypen, zoals opblaasboten met lagezijkanten, sportvisboten, speedboten en lichte vissersboten met een gevoelige helmstokbesturing. Overboordvallen of uit de stoel geslingerd worden komt ook eerder voor bij onjuist gebruik, bijvoorbeeld op de rugleuningvan de stoel zitten of op het gangboord bij planeesnelheden, staan bij planeesnelheden, op het verhoogde dekvan een vissersboot zitten, met planeesnelheid varen in ondiep water of water met veel obstakels, een naar eenkant trekkend stuurwiel of dito stuurknuppel loslaten, het gebruik van alcohol of verdovende middelen engewaagde bootmanoeuvres bij hoge snelheid.Hoewel de motor bij activering van de dodemansschakelaar onmiddellijk wordt afgezet, blijft de boot doorvarenafhankelijk van de snelheid en de scherpte van de bocht op het moment dat de motor werd afgezet. De boot zalechter geen volledige cirkel maken. Terwijl de boot doorvaart, is de kans op ernstig letsel voor personen in hetvaartraject van de boot hetzelfde als wanneer de motor draait.Wij raden sterk aan om medeopvarenden de start- en bedieningsprocedures te leren ingeval de motor in eennoodgeval moet worden bediend (bijv. als de bestuurder uit de boot wordt geslingerd).Per ongeluk of onbedoeld activeren van de dodemansschakelaar kan ook tijdens normaal bedrijf gebeuren. Ditkan één of meer van de volgende mogelijk gevaarlijke situaties veroorzaken:• Opvarenden kunnen naar voren worden geslingerd bij onverwacht stoppen. Dit is vooral een probleemvoor passagiers voorin de boot, deze kunnen over de boeg slaan en door het onderwaterhuis of deschroef geraakt worden.• Verlies van vermogen en de macht over het stuur in ruwe zee, sterke stroming of harde wind.• Verlies van de macht over het stuur tijdens het aanleggen.Mensen in het water beschermenTERWIJL U VAARTVoor personen, die zich staand of drijvend in het water bevinden, is het zeer moeilijk snel uit de weg te gaan,wanneer een motorboot, zelfs met een lage snelheid, in hun richting vaart.21604Minder altijd snelheid en wees zeer voorzichtig wanneer uw boot zich in de nabijheid van badende mensenbevindt.Wanneer een boot vaart (zonder aangedreven te worden) en de schakeling van de buitenboordmotor in deneutraalstand staat, oefent het water voldoende kracht uit op de schroef om de schroef te doen draaien. Dit vrijronddraaien van de schroef kan ernstig letsel veroorzaken.TERWIJL DE BOOT STILLIGT! WAARSCHUWINGStop uw motor onmiddellijk wanneer iemand zich in de buurt van uw boot in het water bevindt. De persoonin het water kan ernstig gewond raken als hij door een draaiende schroef, varende boot, onderwaterhuis ofdoor permanent aan de boot of het onderwaterhuis gemonteerde accessoires wordt geraakt.Schakel de motor in de neutraalstand en zet de motor uit alvorens mensen in de buurt van uw boot te latenzwemmen of waden.10


ALGEMENE INFORMATIEMededeling over veiligheid van passagiers – ponton- en dekbotenHoud tijdens het varen altijd in het oog waar alle passagiers zich bevinden. Sta niet toe dat passagiers staan ofandere stoelen gebruiken dan de stoelen die bedoeld zijn voor sneller varen dan met stationair toerental. Eenplotselinge afname in de vaarsnelheid, zoals wanneer de boot in een grote golf of in kielzog duikt, plotselingminder gas geven of een scherpe richtingsverandering van de boot kan hen van de voorkant van de bootslingeren. Als ze over de voorkant van de boot tussen de twee pontons vallen, kunnen zij door debuitenboordmotor overvaren worden.BOTEN MET EEN OPEN VOORDEKNiemand mag zich ooit vóór het hekje op het dek bevinden terwijl de boot vaart. Houd alle passagiers achterhet hekje of de afzetting.Mensen op het voordek kunnen gemakkelijk overboord worden geslingerd en benen die over de voorrandbengelen, kunnen door een golf worden gegrepen zodat de mensen in het water worden getrokken.26782! WAARSCHUWINGVoorkom ernstige of dodelijke ongelukken door overboord slaan over de voorkant van een ponton of dekbooten overvaren. Blijf bij de voorkant van het dek vandaan en blijf zitten terwijl de boot vaart.BOTEN MET VOOROP GEMONTEERDE HOGE VISSTOELEN OP VOETSTUKHoge visstoelen zijn niet bedoeld voor gebruik als de boot sneller vaart dan met stationair toerental of opsleepsnelheid. Ga alleen op stoelen zitten die bedoeld zijn voor varen met hogere snelheid.Een onverwachte, plotselinge afname in de snelheid van de boot kan tot gevolg hebben dat de passagier diehoog zit over de voorkant uit de boot valt.2678311


Over golven en kielwater springenALGEMENE INFORMATIEHet varen over golven en kielwater met plezierboten maakt van nature deel uit van varen. Maar wanneer dit zosnel wordt gedaan dat het onderwaterschip geheel of gedeeltelijk uit het water wordt getild, ontstaan bepaaldegevaarlijke situaties, vooral wanneer de boot weer in het water terechtkomt.26784Het grootste probleem is dat de boot van richting kan veranderen terwijl hij over een golf of kielwater springt. Indat geval kan de boot plotseling van koers veranderen wanneer hij weer in het water terechtkomt. Een dergelijkescherpe verandering van richting kan ertoe leiden dat de opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden gestoten.! WAARSCHUWINGVoorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van in of uit de boot gestoten worden wanneer de boot neerkomtna over een golf of kielwater te zijn gesprongen. Vermijd zo veel mogelijk over golven en kielwater te springen.Instrueer alle opvarenden omlaag te duiken en zich aan een handgreep van de boot vast te houden als deboot over golven of kielwater springt.Een minder vaak voorkomende, maar gevaarlijke situatie kan ontstaan als u de boot over een golf of kielwaterlaat springen. Als de boeg van de boot in de lucht ver genoeg omlaag duikt, kan hij bij het neerkomen onder hetwateroppervlak komen en gedurende een ogenblik geheel onder water zijn. Hierdoor komt de boot ogenblikkelijktot stilstand en kunnen de opvarenden naar voren vliegen. De boot kan bovendien scherp naar één kant trekken.Botsingen met obstakels onder waterNeem gas terug en wees voorzichtig als u in ondiep water vaart of op plaatsen waar zich onder water mogelijkobstakels bevinden die door de buitenboordmotor of de bodem van de boot geraakt kunnen worden. Hetbelangrijkste wat u kunt doen om letsel of stootschade door aanraking van een drijvend voorwerp of eenvoorwerp onder water te helpen voorkomen, is de snelheid van de boot aan te passen. Onder dezeomstandigheden moet de snelheid van de boot beperkt worden tot een minimale planeersnelheid van24 tot 40 km/u (15 tot 25 MPH).2678512


ALGEMENE INFORMATIE! WAARSCHUWINGOm ernstig of dodelijk letsel te voorkomen doordat een deel van, of een complete, buitenboordmotor in deboot belandt nadat er een drijvend obstakel of obstakel onder water geraakt is, dient de snelheid te wordenbeperkt tot de minimale planeersnelheid.Raken van een drijvend obstakel of obstakel onder water kan leiden tot talloze verschillende situaties. Sommigevan deze situaties kunnen in het volgende resulteren:• Een deel van de buitenboordmotor of de gehele buitenboordmotor kan loskomen en in de boot belanden.• De boot kan plotseling in een andere richting gaan varen. Bij een scherpe richtingverandering kunnende opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden geslingerd.• De snelheid kan plotseling afnemen. Hierdoor worden opvarenden naar voren, of misschien zelfs uit deboot geslingerd.• Schade als de buitenboordmotor en/of de boot geraakt is.Vergeet nooit dat het regelen van de vaarsnelheid het belangrijkste is wat u bij botsingen kunt doen om letselof schade te voorkomen. Houd de vaarsnelheid op de minimale planeersnelheid wanneer u vaart op plaatsenmet obstakels onder water.Nadat een voorwerp onder water is geraakt, moet u de motor zo spoedig mogelijk afzetten en inspecteren opgebroken of loszittende onderdelen. Als u schade ziet of vermoedt, moet de buitenboordmotor voor een grondigeinspectie en noodzakelijke reparaties naar een erkende dealer worden gebracht.De boot moet ook op breuken in de romp of de spiegel en op waterlekkage worden gecontroleerd.Varen met een beschadigde buitenboordmotor kan bijkomende schade veroorzaken aan andere onderdelenvan de motorinstallatie of kan van invloed zijn op de besturing van de boot. Als u verder moet varen, vaar danveel langzamer.! WAARSCHUWINGVoorkom ernstig of dodelijk letsel door verlies van de controle over de boot. Verder varen met ernstige schadeals gevolg van een botsing kan het plotseling uitvallen van buitenboordmotoronderdelen bij een volgendebotsing of zelfs zonder botsing tot gevolg hebben. Laat de buitenboordmotor grondig inspecteren en allenoodzakelijke reparaties uitvoeren.UitlaatemissiesWEES ALERT OP KOOLMONOXIDEVERGIFTIGINGKoolmonoxide is aanwezig in de uitlaatgassen van alle verbrandingsmotoren. Hieronder vallen debuitenboordmotoren, hekaandrijvingen en binnenboordmotoren waarmee boten worden aangedreven en ookde generatoren die de verschillende scheepsaccessoires van stroom voorzien. Koolmonoxide is een dodelijkgas dat geurloos, kleurloos en smaakloos is.Vroege symptomen van koolmonoxidevergiftiging die niet mogen worden verward met zeeziekte ofdronkenschap zijn hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid en misselijkheid.! WAARSCHUWINGVermijd de combinatie van een draaiende motor en slechte ventilatie. Langdurige blootstelling aan eenbepaalde concentratie koolmonoxide kan bewusteloosheid, hersenletsel en overlijden veroorzaken.13


ALGEMENE INFORMATIEGOEDE VENTILATIEVentileer de passagiersruimte, open de zijgordijnen of voorste luiken om dampen te verwijderen.21622Voorbeeld van goede luchtstroming door de boot.SLECHTE VENTILATIEOnder bepaalde vaar- en/of windomstandigheden kan koolmonoxide in permanent omsloten of met zeildoekomsloten cabines of kajuiten met onvoldoende ventilatie worden gezogen. Installeer een of meerkoolmonoxidemelders in uw boot.Hoewel het niet vaak voorkomt, kunnen op een zeer windstille dag zwemmers en passagiers in een omslotenruimte van een stilliggende boot met of vlakbij een draaiende motor aan een gevaarlijk niveau van koolmonoxideworden blootgesteld.TERWIJL DE BOOT STILLIGTab21626a -b -De motor laten draaien terwijl de boot in een afgesloten ruimte is afgemeerd.Afmeren dichtbij een andere boot met draaiende motor.TIJDENS HET VARENab21628a -b -De boot laten varen met de trimhoek van de boeg te hoog.De boot laten varen terwijl er geen luiken aan de voorkant open zijn.14


ALGEMENE INFORMATIEAccessoires voor buitenboordmotor kiezenOriginele <strong>Mercury</strong> Precision of Quicksilver accessoires zijn speciaal ontworpen en getest voor uwbuitenboordmotor. Deze accessoires zijn verkrijgbaar bij <strong>Mercury</strong> Marine dealers.! WAARSCHUWINGRaadpleeg uw dealer voordat u accessoires installeert. Het verkeerde gebruik van goede accessoires of hetgebruik van verkeerde accessoires kan tot ernstig of dodelijk letsel of storingen leiden.Sommige accessoires die niet door <strong>Mercury</strong> Marine geproduceerd of verkocht worden, zijn er niet op ontworpenom veilig gebruikt te kunnen worden met uw buitenboordmotor of het bedieningssysteem van uwbuitenboordmotor. Verkrijg en lees de handleidingen voor installatie, bediening en onderhoud voor alle door ugekozen accessoires.Suggesties voor veilig varenTeneinde van de waterwegen te genieten, moet u zich op de hoogte stellen van plaatselijke en andereoverheidsvaarvoorschriften en -beperkingen en de volgende suggesties in acht nemen.Gebruik drijfmiddelen. Zorg dat u voor elke passagier gemakkelijk bereikbaar een reddingsvest van de juistemaat aan boord hebt.Overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een plaatje waarop de maximale belasting (gewicht) staat(raadpleeg het typeplaatje op uw boot). Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant vande boot.Voer veiligheidscontroles en het vereiste onderhoud uit. Houd u aan een vast schema en zorg dat alle reparatiesnaar behoren worden uitgevoerd.Zorg dat u alle vaarregels en wetten van de waterwegen kent en die opvolgt. Bestuurders van boten dieneneen vaarveiligheidscursus te volgen.Verzeker u ervan dat iedereen in de boot goed zit. Laat niemand op een deel van de boot zitten dat niet daarvoorbedoeld is, zoals rugleuningen, gangboorden, spiegel, boeg, dekken, hoge visstoelen, draaibare visstoelen;overal waar een persoon overboord of in de boot kan worden gestoten als gevolg van onverwacht, plotselingoptrekken, plotseling stoppen, onverwacht besturingsverlies of plotselinge bewegingen van de boot.Zorg dat u tijdens het varen nooit onder de invloed van alcohol of medicijnen bent. Hierdoor wordt uwbeoordelingsvermogen slechter en uw vermogen om snel te reageren ten zeerste verminderd.Bereid andere bestuurders van de boot voor. Breng tenminste één persoon aan boord op de hoogte van deelementaire werkwijzen voor het starten en bedienen van de buitenboordmotor en het besturen van de boot ingeval de bestuurder daartoe niet in staat is of overboord valt.Aan boord gaan van passagiers. Stop de motor altijd wanneer passagiers aan boord komen, van boord gaanof zich bij de achterkant (steven) van de boot bevinden. Alleen de boot in de neutraalstand schakelen is nietvoldoende.Pas goed op. De bestuurder van de boot draagt de verantwoordelijkheid om goed uit te kijken en te luisteren.De bestuurder moet een onbelemmerd uitzicht hebben, vooral naar voren. Passagiers, vracht of visstoelenmogen het uitzicht van de bestuurder niet belemmeren wanneer de boot sneller dan met stationair toerentalvaart.Vaar met uw boot nooit vlak achter een waterskiër in geval de skiër valt. Bijvoorbeeld: als uw boot 40 km/u(25 mijl/u) vaart, haalt u een gevallen skiër die zich 61 m (200 ft) vóór u bevindt, in 5 seconden in.Pas op voor gevallen skiërs. Wanneer u uw boot voor waterskiën of dergelijke activiteiten gebruikt, dient u eengevallen of zich in het water bevindende skiër altijd aan de bestuurderskant van de boot te houden terwijl u naarde skiër terug vaart om hem te helpen. De bestuurder moet de zich in het water bevindende skiër altijd in hetzicht hebben en mag nooit achteruit naar de skiër of iemand anders in het water toe varen.Meld ongelukken. Meld ongelukken bij de desbetreffende, plaatselijke instanties.Noteren van het serienummerHet is belangrijk m het serienummer en andere belangrijke informatie voor later gebruik te noteren.15


ALGEMENE INFORMATIENoteer het serienummer van de motor zoals aangegeven (op de onderbak van de motor en op het cilinderblok)in de ruimte hieronder. Dit nummer is handig in geval van diefstal en helpt u het producttype snel te bepalen.Serienummer:Modeljaar:Modelaanduiding:Bouwjaar:CE-aanduiding (indien van toepassing):16


ALGEMENE INFORMATIESpecificaties 40/50 (incl. Engelse eenheden)Model 40/50MH 40/50EH 40/50EHOTotale lengteTotalebreedteTotale hoogteSpiegelhoogte1143 mm384 mmS = 1225 mm, L = 1352 mm, UL = 1479 mmS = 403 mm, L = 530 mm, UL = 657 mmGewicht S = 72,0, L = 73,5, UL = 75,0 kg L = 78,5 kg L = 80,0, UL = 81,5 kgMaximaaluitgangsvermogenToerental bijvolgasBoring enslag40 = 29,4 kW, 50 = 36,8 kW40 = 5000–5700, 50 = 5150–58503697 ml68 x 64 mmUitlaat via naafSmering Voorgemengde brandstof Olie-injectieAantal cilindersCilinderinhoudUitlaatsysteemMengverhoudingbrandstofOntstekingBougiesHandmatig50:1 120:1–50:1Met thermostaatregelingElektrisch (handmatig starten als back-up)CDI40: NGK B7HS-10/BR7HS-10 of Champion L-82C/RL-82C (elektrodenafstand 1,0 mm), 50:NGK B8HS-10/BR8HS-10 of Champion L-78C/RL-78C (elektrodenafstand 1,0 mm)Dynamo 12 V,130 W (12 V, 11 A)MotorolieTandwielolieKoelsysteemStartsysteemTrimsysteemBrandstoftankinhoudMotorolie-inhoudHandmatig, 6 standen<strong>Mercury</strong> of Quicksilver olie of aanbevolen olie (TC-W3)<strong>Mercury</strong> of Quicksilver tandwielolie of API GL5, SAE #80 tot #90, ca. 500 ml–25 L (6.6 US gal)Ongeveer 2,0 L (0.53US gal)17


ALGEMENE INFORMATIEModel 40/50MH 40/50EH 40/50EHOTandwielreductie13:24Brandstof Loodvrije normale benzine met nominaal octaangetal van 87 (RON-waarde van 91)18


ALGEMENE INFORMATIEModel 40/50EHPTO 40/50EO 40/50EPTOTotale lengte 1143 mm 630 mm384 mm 340 mm 355 mmTotale hoogteTotale breedteSpiegelhoogteS = 1225,L = 1352,UL = 1479 mmS = 403, L = 530, UL = 657S = 1212, L = 1339, UL = 1466 mmGewichtMaximaal uitgangsvermogenToerental bijvolgasBoring en slagSmeringAantal cilindersCilinderinhoudUitlaatsysteemMengverhoudingbrandstofKoelsysteemStartsysteemOntstekingBougiesS = 87,5, L = 89,0,UL = 90,5 kgS = 74,5,L = 76,0 kg40 = 29,4 kW, 50 = 36,8 kW40 = 5000–5700, 50 = 5150–58503697 ml68 x 64 mmUitlaat via naafOlie-injectie120:1–50:1Met thermostaatregelingCDIElektrischS = 83,5, L = 85,0,UL = 86,5 kg40: NGK B7HS-10/BR7HS-10 of Champion L-82C/RL-82C (elektrodenafstand 1,0 mm), 50:NGK B8HS-10/BR8HS-10 of Champion L-78C/RL-78C (elektrodenafstand 1,0 mm)Dynamo 12 V,130 W (12 V, 11 A)Trimsysteem Trimbekrachtiging Handmatig, 6 standen TrimbekrachtigingMotorolieTandwielolieElektrisch (handmatig starten als backup)BrandstoftankinhoudMotorolie-inhoudTandwielreductie<strong>Mercury</strong> of Quicksilver motorolie of aanbevolen olie (TC-W3)<strong>Mercury</strong> of Quicksilver tandwielolie of API GL5, SAE #80 tot #90, ca. 500 ml25 L (6.6 US gal)Ongeveer 2,0 L (0.53 US gal)13:24Brandstof Loodvrije normale benzine met nominaal octaangetal van 87 (RON-waarde van 91)19


ALGEMENE INFORMATIEModel W50MH W50EHPT W50EOTotale lengte 1145 mm 630 mmTotale breedte 384 mm 355 mm 340 mmTotale hoogte L = 1413 mm L = 1410 mmSpiegelhoogte550 mmGewicht L = 79,0 kg L = 84,0 kg L = 81,5 kg36,8 kWToerental bij volgas 5150–5850Aantal cilinders 3CilinderinhoudBoring en slagUitlaatsysteem697 ml68 x 64 mmUitlaat via naafSmering Voorgemengde brandstof Olie-injectieMengverhoudingbrandstofKoelsysteemStartsysteemOntstekingBougiesHandmatig50:1 120:1 - 50:1Met thermostaatregelingElektrisch (handmatig startenals back-up)CDIElektrischNGK B8HS-10/BR8HS-10 of Champion L-78C/RL-78C (elektrodenafstand 1,0 mm)Dynamo 12 V,130 W (12 V, 11 A)Trimsysteem Handmatig, 6 standen Trimbekrachtiging Handmatig, 6 standenMotorolieTandwielolieMaximaal uitgangsvermogenBrandstoftankinhoudMotorolie-inhoud –<strong>Mercury</strong> of Quicksilver motorolie of aanbevolen olie (TC-W3)<strong>Mercury</strong> of Quicksilver tandwielolie of API GL5, SAE #80 tot #90, ca. 700 ml25 L (6.6 US gal)Tandwielreductie 12:23Ongeveer 2,0 L (0.53 USgal)Brandstof Loodvrije normale benzine met nominaal octaangetal van 87 (RON-waarde van 91)20


ALGEMENE INFORMATIEIDENTIFICATIE VAN COMPONENTEN40MH/W50MHabcdefklmnotufghijpqrs38270a -b -c -d -e -f -g -h -i -j -k -l -m -n -o -p -q -r -s -t -opklaphendelmotorkapschakelhendelmotorkapsluitingindicatieopening waterpomphendel achteruitvergrendelingwaterplugantiventilatieplaattrimvinschroefhendel voor handstartgasgreepklemschroeftrimpositiepenspiegelklemanodeolieaftapplug (boven)waterinlaatolieaftapplug (onder)stopschakelaar21


ALGEMENE INFORMATIEu -chokeknop22


ALGEMENE INFORMATIE40EH/50EHaktbcluwdefmnofgphijqrsv38271a -b -c -d -e -f -g -h -i -j -k -l -m -n -o -p -q -r -s -t -u -v -opklaphendelmotorkapschakelhendelmotorkapsluitingindicatieopening waterpomphendel achteruitvergrendelingwaterplugantiventilatieplaattrimvinschroefhendel voor handstartgasgreepklemschroeftrimpositiepenspiegelklemanodeolieaftapplug (boven)waterinlaatolieaftapplug (onder)stopschakelaarchokeknopaccukabels23


ALGEMENE INFORMATIEw -startknop24


ALGEMENE INFORMATIE40EHO/50EHOaktbcluwdefmnofxghipqrvjs38272a -b -c -d -e -f -g -h -i -j -k -l -m -n -o -p -q -r -s -t -u -v -opklaphendelmotorkapschakelhendelmotorkapsluitingindicatieopening waterpomphendel achteruitvergrendelingwaterplugantiventilatieplaattrimvinschroefhendel voor handstartgasgreepklemschroeftrimpositiepenspiegelklemanodeolieaftapplug (boven)waterinlaatolieaftapplug (onder)stopschakelaarchokeknopaccukabels25


ALGEMENE INFORMATIEw -x -controlelampje olieniveaustartknop26


ALGEMENE INFORMATIE40EHPTO/50EHPTOabcklstwxdefmnoghipquvyjr38273a -b -c -d -e -f -g -h -i -j -k -l -m -n -o -p -q -r -s -t -u -v -opklaphendelmotorkapschakelhendelmotorkapsluitingindicatieopening waterpompopklapstopwaterplugantiventilatieplaattrimvinschroefhendel voor handstartgasgreepklemschroeftrimpositiepenspiegelklemolieaftapplug (boven)waterinlaatolieaftapplug (onder)stopschakelaarchokeknoptrim- en opklapbekrachtigingaccukabels27


ALGEMENE INFORMATIEw -x -y -controlelampje olieniveaustartknopanode28


ALGEMENE INFORMATIE40EO/50EOasbqcdejkltfghimnopr38274a -b -c -d -e -f -g -h -i -j -k -l -m -n -o -p -q -r -s -t -opklaphendelmotorkapmotorkapsluitingindicatieopening waterpomphendel achteruitvergrendelingwaterplugantiventilatieplaattrimvinschroefklemschroeftrimpositiepenspiegelklemanodeolieaftapplug (boven)waterinlaatolieaftapplug (onder)chokeknopaccukabelsolievulklepbrandstofaansluiting29


ALGEMENE INFORMATIE40EPTO/50EPTOabpstucdejklfgmqvhnrio38275a -b -c -d -e -f -g -h -i -j -k -l -m -n -o -p -q -r -s -t -u -v -opklaphendelmotorkapmotorkapsluitingindicatieopening waterpompopklapstopwaterplugantiventilatieplaattrimvinschroefklemschroeftrimpositiepenspiegelklemolieaftapplug (boven)waterinlaatolieaftapplug (onder)chokeknoptrim- en opklapbekrachtigingaccukabelsolievulkleptrim- en opklapbekrachtigingsschakelaarbrandstofaansluitinganode30


INSTALLERENVermogenscapaciteit van de boot! WAARSCHUWINGHet overschrijden van het maximale nominale aandrijfvermogen van de boot kan ernstig of dodelijk letselveroorzaken. Gebruik van te hoog aandrijfvermogen kan van invloed zijn op de stuur- en drijfkarakteristiekenvan de boot of kan de spiegel doen breken. Installeer geen motor die het maximale nominale aandrijfvermogenvan de boot overschrijdt.Overbelast en overlaad de boot niet. De meeste boten hebben een verplicht capaciteitsplaatje waarop hetmaximaal aanvaardbare aandrijfvermogen en de maximaal aanvaardbare belasting is vermeld, zoalsvastgesteld door de scheepsbouwer op basis van bepaalde Amerikaanse richtlijnen. Neem in geval van twijfelcontact op met uw dealer of met de fabrikant van de boot.U.S. COAST GUARD CAP ACITYMAXIMUM HORSEPOWER XXXMAXIMUM PERSONCAPACITY (POUNDS)MAXIMUM WEIGHTCAPACITYXXXXXX26777Buitenboordmotor installerenWij raden ten sterkste aan om de buitenboordmotor en bijbehorende accessoires door uw dealer te lateninstalleren, om zeker te zijn van de juiste installatie en goede prestaties. Volg de aanwijzingen in de handleidingals u de buitenboordmotor zelf installeert.! WAARSCHUWINGAls de buitenboordmotor niet op juiste wijze is bevestigd, kan hij van de bootspiegel worden geslingerd, wattot materiële schade en ernstig of dodelijk letsel kan leiden. Alvorens de buitenboordmotor te gebruiken, moethij op de juiste wijze worden geïnstalleerd met het vereiste bevestigingsmateriaal. Geef in vaarwater datmogelijk verborgen obstakels heeft niet meer gas dan stationair, als de buitenboordmotor niet op correctewijze op de spiegel is gemonteerd.NB: Raadpleeg de erkende dealer voor de juiste instructies of vraag de dealer om de motor op de juiste wijzete installeren.BELANGRIJK: De meeste boten zijn geclassificeerd en gecertificeerd volgens hun maximale vermogen, dat ophet certificatieplaatje van de boot vermeld staat. Installeer op uw boot geen motor die deze vermogenslimietoverschrijdt. Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer. Gebruik de motor pas nadat deze stevig op deboot is gemonteerd volgens de onderstaande instructies.31


INSTALLERENINSTALLEREN1. Installatie met één motor: Plaats de buitenboordmotor op de hartlijn van de spiegel. Monteer hem meteen buffersteun of -plaat.a -buitenboordmotor op spiegelhartlijnaa383012. Installatie met twee motoren: Plaats de buitenboordmotoren 470–660 mm (18.5–26.0 in.) van elkaar(gemeten vanaf de hartlijn van elke motor), en beide even ver (afstand a) vanaf de hartlijn van de spiegelverwijderd.470–660 mm(18.5–26.0 in)aa3830232


INSTALLEREN3. Spiegelhoogte: De afstand tussen de antiventilatieplaat van de motor en de bodem van de boot moet10–30 mm (0.4–1.2 in.) zijn. Als het hoogteverschil groter is dan 30 mm (1.2 in.), zal de motorprestatiewaarschijnlijk afnemen omdat het onderwaterhuis meer waterweerstand ondervindt.a -antiventilatieplaat30 mm (1.2 in)a4. Bevestig de spiegelsteunen en zet ze vast met de klemschroeven. Boor twee gaten in de spiegel van deboot, volgens de gaten in de spiegelsteun. Bevestig de motor met de meegeleverde bouten, sluitringenen moeren.AANPASSING VOOR DE SPIEGEL38303Zorg dat de antiventilatieplaat van de buitenboordmotor onder het wateroppervlak ligt wanneer u volgas vaart.Raadpleeg de dealer als dit niet mogelijk is vanwege de vorm van de scheepsbodem.BELANGRIJK: Als de antiventilatieplaat hoger ligt dan de onderkant van de boot kan er oververhitting ontstaanvanwege onvoldoende koelwater.Als het hoogteverschil groter is dan 30 mm (1.2 in.), zal de motorprestatie waarschijnlijk afnemen omdat hetonderwaterhuis meer waterweerstand ondervindt.Spiegelsteun bevestigen: Bevestig de spiegelsteun en zet vast met de klemschroeven. Boor vier gaten in despiegel van de boot, volgens de gaten in de spiegelsteun. Bevestig de motor met de meegeleverde bouten (M12x 105 mm), sluitringen en moeren. Gebruik de grote sluitringen op de binnenkant van de spiegel en de kleinesluitringen op de buitenkant van de spiegelsteun.U kunt de montagegaten tevoren boren aan de hand van de schematische tekening.33


INSTALLERENSCHEMATISCHE TEKENING SPIEGELSTEUNENModel met handbediend opklapsysteem: MH, EH, EHO, EO234(9.21)c117(4.61) 117(4.61)39(1.54)25(0.98)64(2.52)25(0.98) 89(3.5)13204(8.03)ad102(4.02)102(4.02)26(1.02)222(8.74)be13248(9.76)38305a -b -c -d -e -sluitring (kleine diameter)bout (M12 x 105 mm)bovenkant spiegelsluitring (grote diameter)moerModel met trim- en opklapbekrachtiging: EHPTO, EPTOc327(12.87)173(6.81)163.5(6.44)163.5(6.44)51(2)18(0.7)18(0.7)18(0.7)69(2.72)87(3.43)105(4.13)13158(6.22)316(12.44)158(6.22)abde30(1.18)13(0.51)125.5(4.24)251(9.87)125.5(4.24)56(2.2)254(10)310(12.2)38306a -b -c -d -e -sluitring (kleine diameter)bout (M12 x 105 mm)bovenkant spiegelsluitring (grote diameter)moer34


INSTALLERENNB: Installeer de kop van de bovenste bouten aan de binnenkant en de moeren aan de buitenkant van de bootom letsel voor opvarenden te vermijden.1. Breng een afdichtmiddel aan zoals siliconenhoudende sealer tussen de bouten en de gaten in de spiegelwanneer u de bout aandraait.2. Zet de motor goed op zijn plaats vast met de bouten.Afstandsbediening installeren1. Zet de afstandsbediening op een plaats waar hij niet in de weg zit bij het gebruik vanbedieningselementen, hendels en schakelaars. Zorg dat er geen obstakels zijn voor het leggen van deafstandsbedieningskabels.412022. Bepalen van de lengte van de afstandsbedieningskabels: Gebruik de afstanden A en B zoals afgebeeld.U kunt de juiste lengte voor een afstandsbedieningskabel bepalen als afstand A plus afstand B plus300 mm (12 in.).ABa -hartlijn spiegela37530NB: De minimale buigstraal voor een afstandsbedieningskabel is meestal 203 mm (8 in.). Voorkom scherpeknikken in de kabel.NB: Wacht met het aansluiten van de accu totdat de installatie van de afstandsbediening en de motor is voltooid,om te voorkomen dat de motor onbedoeld aanslaat en ongelukken veroorzaakt.Afstandsbedieningskabels installeren (kant van kast)Volg de instructies in de handleiding van de afstandsbedieningskast.Afstandsbedieningskast installeren op de bootVolg de instructies in de handleiding van de afstandsbedieningskast.35


INSTALLERENAfstandsbedieningskabel aansluiten op de motor1. Haal de motorkap los door de kapsluiting te draaien.383082. Haal de beugel los en plaats kabeldraadboom B en de afstandsbedieningskabels. Bevestig deafstandsbedieningskabels op de onderbak nadat u ze op de steun hebt vastgezet.gfah i jkbced38309a -b -c -d -e -f -g -h -i -j -k -doorvoertuleschakelkabeldraadboom contactslotaccukabelsgaskabelschroefsteunschakelkabelgaskabeldoorvoertulekabeldraadboom B36


INSTALLEREN3. Haal de gas- en schakelkabelverbindingen los door de splitpennen te verwijderen.aea -b -c -gaskabelverbindingsplitpensluitringbd -e -schakelkabelverbindingsluitringcf -splitpend383104. Schroef ten minste 15 mm (0.59 in.) van de afstandsbedieningskabels door de aansluitringen. Zet deaansluitringen goed vast met de borgmoeren.af15 mm (0.59 in.)38311a -kabelverbinding5. Zet de afstandsbedieningshendel naar Vooruit (F), naar Neutraal (N) en naar Achteruit (R) om deschakelfunctie te testen; zet de hendel weer terug op Neutraal (N).37


INSTALLEREN• Controleer opnieuw of de afstandsbedieningskabels, de gaskabel en de schakelkabel goed zijnaangesloten. Zet de afstandsbedieningshendel op Vooruit (F) tot het eerste koppelingspunt(ongeveer 32°). De kabel die als eerste beweegt wanneer de hendel wordt versteld, is deschakelkabel. Controleer of de schakelhendel op Neutraal (N) staat en de hendel voor warmdraaienin neutraal helemaal is gesloten wanneer de afstandsbedieningskabels zijn aangesloten.abcda - ongeveer 32°b - geheel openc - hendel voor warmdraaien in neutraald - geheel dicht383126. De gasarm op de motor moet de aanslag van de gasklep op de carburateur raken om hem helemaal tekunnen sluiten.aa -b -aanslag (gasklep binnenin helemaal gesloten)gasarmb3831338


INSTALLEREN7. Verstel de kabelverbinding totdat het gat bij de pen van de gasarm komt. Bevestig de kabelverbindingna het afstellen met een moer en zet hem met een splitpen vast.dca -b -c -d -splitpenmoerkabelverbindinggaskabelab38314Draadbomen aansluiten1. Sluit de draadboom van de contactschakelaar aan op de motordraadboom.2. Sluit de roze en lichtblauwe draad van de draadboom van de contactschakelaar aan op demotordraadboom.a b ca -b -c -draadboom contactschakelaardradenmotordraadboom38315BELANGRIJK: Koppel de elektrische verbindingen niet los terwijl de motor draait; u kunt zo deontstekingsmodule beschadigen en een ernstige elektrische schok krijgen.39


INSTALLERENMETERS INSTALLEREN1. Installeer de meters goed in het dashboard, op een plaats waar u ze goed kunt aflezen en er geen waterop kan spatten. Voor het dashboard wordt een dikte aanbevolen van 2–11 mm (0.08–0.4 in.). Voordashboards met een dikte van meer dan 11 mm (0.4 in.) moet de pasplaat overeenkomstig wordenbijgesneden. Draai de moeren op de steun gelijkmatig aan.aba -b -dashboardsteun50°–70°383162. Het dashboard moet onder een hoek van 50°–70° worden geïnstalleerd.3. Alle modellen van de 40- en 50-serie hebben zes aansluitpolen. Zet de selectieknop van de toerentellerop '6P'.a -selectieknopa383174. Zaag gaten met een diameter van 85 mm (3.346 in.) voor de toerenteller en 52,5 mm (2.067 in.) voor detrimhoekmeter.aba -b -toerentellertrimhoekmeter5. Draden aansluiten:• toerenteller: EO, EPTO• trimhoekmeter: EPTO40


INSTALLEREN• trimsensor: EPTOBedradingsschema metersbcaedf38319a -b -c -d -e -f -schakelaar meterverlichting (optioneel)trimhoekmetertoerentellerdraadboom analoge metersdraadboom contactschakelaartrimsensorNB: De onderdelen met de aanduiding * moeten worden bedraad wanneer de optionele schakelaar voormeterverlichting wordt aangesloten.Stuurverbindingsstang bevestigen! WAARSCHUWINGGebruik van verkeerd bevestigingsmateriaal of onjuiste installatieprocedures kan resulteren in los- ofvrijkomen van de stuurstang. Dit kan een plotseling verlies van controle over de boot veroorzaken, leidendtot mogelijk ernstig (of dodelijk) letsel doordat opvarenden in de boot ten val komen of eruit worden geslingerd.Gebruik altijd de vereiste onderdelen en volg de aanwijzingen en aanhaalprocedures.41


INSTALLERENNB: De hieronder afgebeelde onderdelen van de stuurverbindingsstang zijn verkrijgbaar en worden volgens deop de volgende pagina afgebeelde wijze geïnstalleerd. Afhankelijk van het gebruikte merk kabel kunnenafstandsstukken nodig zijn.1. Sluit de stuurverbindingsstang aan op het uiteinde van de stuurkabel. Zet de stang vast met eenzelfborgende moer en zorg dat de stang onbelemmerd kan bewegen.2. Bevestig het andere uiteinde van de stang met een bout, kraag en sluitring op de stuurplaat. De boutkopmoet omlaag gericht zijn. Zet hem met een splitpen in de bout vast.NB: Smeer de vereiste plaatsen (zie onderstaande afbeelding). Smeer de binnenkant van de kantelbuis.aa -smeren (smeer de binnenkant van dekantelbuis)lb -c -smeer het uiteinde van de stuurkabelafdichtringkjihgfebcd38320d -e -f -g -h -i -j -k -l -smerenborgmoersluitringkraagboutstuurverbindingsstangsplitpenstuurplaatafstandsstuk (optioneel)Accu installerenACCU MONTERENVolg de instructies van de accufabrikant zorgvuldig. Bevestig de accu stevig op de romp, op een plaats waar ergeen water op kan spatten.NB: Op elektrisch gestarte buitenboordmotoren moeten de accukabels altijd op de accu geïnstalleerd zijnwanneer de motor draait, zelfs als er handmatig gestart wordt, omdat het laadsysteem anders beschadigd kanraken.ACCUAANSLUITINGENSluit eerst een rode kabel aan op de positieve (+) accupool en een zwarte kabel op de negatieve (–) accupool.Plaats een rode dop op de pluspool. Koppel eerst de zwarte en dan de rode kabel los wanneer u de accukabelsloshaalt.Vereiste accucapaciteit: 12V-accu met aanbevolen capaciteit van ten minste 70 A/h.• De accukabels moeten lang genoeg zijn om onbelemmerd te kunnen sturen.• De accukabels moeten zo worden gelegd dat ze tijdens het sturen niet beschadigd kunnen raken.• Als de accuverbindingen slecht zijn, zal de startmotor niet tornen.• De accukabelpolen moeten schoon, goed aangedraaid en juist aangebracht zijn. Plus op plus en min opmin.42


INSTALLEREN• De accu moet helemaal opgeladen zijn voordat de motor wordt gestart.a -b -rode kabelzwarte kabelabBELANGRIJK: Volg de onderstaande instructies:• Tijdens het opladen van een accu komt waterstofgas vrij. Zet de accu tijdens het laden in een goedgeventileerde ruimte. Neem de accu van de boot, zo voorkomt u dat de romp en het interieur beschadigdraken. Vonken, sigaretten en andere bronnen van vuur moeten worden geweerd van de oplaadlocatieom ontploffen van de accu te voorkomen.• De accuvloeistof (elektrolyt) bevat zwavelzuur. Als er elektrolyt wordt gemorst op de huid of kleding, spoeldan rijkelijk met water en raadpleeg een arts. Draag altijd een beschermbril en rubberen handschoenenwanneer u de accu hanteert.Schroef selecteren37712Selecteer voor optimale prestaties van uw buitenboordmotor/boot combinatie een schroef waarbij de motor bijnormale belasting van de boot kan draaien in de bovenste helft van het aanbevolen volgas-toerentalbereik. Bijdit toerentalbereik is de acceleratie beter, terwijl de maximumvaarsnelheid hetzelfde blijft.De schroef die is meegeleverd met uw buitenboordmotor geeft de beste prestaties onder gemiddeldebedrijfscondities.Voor specifieke vaaromstandigheden zijn ook andere schroeven verkrijgbaar. Vraag uw buitenboordmotordealerom informatie.VERKRIJGBARE SCHROEVENZie Bijbehorende onderdelen - Schroef selecteren voor keuze van de juiste schroef.Model 40 50Maximaal bedrijfstoerentalbereik motor 5000–5700 omw/min 5150–5850 omw/minAls andere omstandigheden zoals warmer en vochtiger weer, gebruik op grotere hoogten, een grotere belastingvan de boot of een vuile bodem of vuil onderwaterhuis ertoe leiden dat het toerental tot onder het aanbevolenbereik daalt, kan het nodig zijn de schroef te vervangen of reinigen om de prestaties en levensduur van debuitenboordmotor te handhaven.Controleer met een nauwkeurige toerentalmeter het toerental bij volgas. Doe dit terwijl de motor zo getrimd isdat een uitgebalanceerde stuurconditie ontstaat (evenveel stuurkracht naar beide richtingen) en zonder dat deschroef losschiet.43


Motor verwijderen1. Zet de motor af.VERVOER2. Haal de brandstofconnector, de afstandsbedieningskabel, de accukabels, de bevestigingsbouten enmoeren enz. van de motor.3. Neem de motor van de romp en tap al het water af uit de buitenboordmotor. Houd de motor hoger dande schroef terwijl u de motor draagt.Motor verplaatsenHoud de motor altijd verticaal als u hem verplaatst.39893Draai de aftapschroef op de carburateurs los om de brandstof hieruit af te tappen als u de motor niet rechtopkunt verplaatsen.a -aftapschroefa38383BELANGRIJK: Er bestaat ontploffingsgevaar. Gemorste en verdampte benzine kan gemakkelijk ontbranden enontploffen. Tap alle benzine uit de carburateurs af wanneer u de motor verplaatst. Verwijder gemorste benzinemet een poetslap.44


VERVOERZorg als u de motor verplaatste of opslaat altijd dat de kant met de elektrische pomp of de trim- enopklapbekrachtiging omlaag is gericht, anders komt er lucht in het pompsysteem voor de trim- enopklapbekrachtiging.38384De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoerenDe boot moet op een trailer worden vervoerd met de buitenboordmotor helemaal omlaag geklapt, in de verticalebedrijfsstand.NB: Als de boot op een trailer wordt vervoerd met de motor opgeklapt kan dit de motor, de boot enz.beschadigen. Als vervoer op een trailer met de motor helemaal omlaag niet mogelijk is (onderwaterhuis te laagbij de grond in verticale stand) monteer de motor dan veilig in opgeklapte stand met een daartoe geschikthulpmiddel (bijv. een spiegelbeschermstang).39895Schakel de buitenboordmotor in de vooruit. Dit voorkomt dat de schroef vrij gaat ronddraaien.Als er meer afstand tot de grond vereist is, moet de buitenboordmotor opgeklapt worden waarbij een alsaccessoire verkrijgbare buitenboordmotorondersteuning moet worden gebruikt. Raadpleeg uw plaatselijkedealer voor advies. Meer afstand kan nodig zijn voor spoorwegovergangen, opritten en stuiterbewegingen vande trailer.BELANGRIJK: De opklapvergrendeling en de ondiepwaterstandfunctie (modellen met stuurknuppel) op debuitenboordmotor zijn niet bedoeld om de buitenboordmotor op de boottrailer in de opgeklapte stand teondersteunen.Afmeren met opgeklapte motorAls de motor is afgezet en deze langere tijd niet gebruikt zal worden, en als u in ondiep water afmeert, klap demotor dan omhoog om beschadiging van de schroef en het onderwaterhuis te voorkomen.45


MH, EH, EHO, EO1. Koppel de brandstofconnector los van de motor.VERVOER383452. Zet de hendel voor achteruitvergrendeling aan stuurboord in de ontgrendelde stand door hem omlaag tezetten.38366BELANGRIJK: Pas bij op- en neerklappen op dat u uw vinger of hand niet tussen de stuurkolom en despiegelsteun plaatst. Kantel de buitenboordmotor langzaam omlaag.3. Kantel de motor helemaal op. De buitenboordmotor wordt in de stand omhoog vergrendeld.3836746


VERVOER4. Om de buitenboordmotor omlaag te klappen, draait u de hendel voor achteruitvergrendeling omhoog(naar de ontgrendelde stand). Til de motor iets op en kantel de motor vervolgens omlaag. Deachteruitvergrendeling wordt automatisch vrijgegeven.39890.......EHPTO, EPTO1. Koppel de brandstofconnector los van de motor..3834547


VERVOER2. Gebruik de schakelaar voor trim- en opklapbekrachtiging op de afstandsbedieningshendel om de motorop te klappen.cdab38378a -b -c -d -omhoog (UP)omlaag (DN)uitaan3. De motor kan ook worden opgeklapt met de schakelaar onder de onderbak.a -schakelaar voor trim- en opklapbekrachtiginga3837948


VERVOER4. Vergrendel de opgeklapte stand met de opklapstop nadat de motor is opgeklapt.a38381a -opklapstop5. Handmatig opklappen: Als de motor niet elektrisch kan worden opgeklapt, draait u de handbedieningklepenkele slagen linksom. De buitenboordmotor kan nu met de hand worden opgeklapt.38382Motor opslaanHoud de buitenboordmotor rechtop wanneer u hem opslaat.NB: Leg de motor neer zoals afgebeeld als u hem in horizontale positie opslaat.3838449


VERVOEREH, EHO, EOBELANGRIJK: Geef de hendel voor achteruitvergrendeling nooit vrij wanneer u de motor uit de verpakking haaltof uit de boot neemt. Als de hendel voor achteruitvergrendeling is vrijgegeven, kan de spiegelsteun in deopklaprichting omhoog springen omdat hij niet is vastgezet.1. Bevestig de spiegelsteun met een stuk touw aan de buitenboordmotor.2. Let op de opklaprichting zodat u de spiegelsteun u niet kan verwonden.ba -hendel achteruitvergrendelingaecb -c -d -e -vergrendelingspiegelklemopklaprichtingtouwd39894Losse brandstoftanks vervoeren! WAARSCHUWINGVoorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Volg de instructies voor hetvervoeren van losse brandstoftanks. Vervoer de brandstoftank in een goed geventileerde ruimte uit de buurtvan open vlammen of vonken.BRANDSTOFTANK MET HANDBEDIENDE ONTLUCHTING1. Houd het ventiel van de brandstoftank gesloten terwijl u de tank vervoert. Hierdoor wordt voorkomen datbrandstof of dampen uit de tank ontsnappen.26793BRANDSTOFTANK MET AUTOMATISCHE ONTLUCHTING1. Koppel de brandstofslang los van de tank. Hierdoor wordt het ontluchtingsventiel gesloten en wordtvoorkomen dat brandstof of dampen uit de tank ontsnappen.50


VERVOER2. Breng een dop aan op het steeltje van de brandstofslangaansluiting. Hierdoor kan het steeltje van deaansluiting niet per ongeluk worden ingedrukt, waardoor brandstof of dampen zouden kunnenontsnappen.aa -b -steeltje van aansluitingdopFb 2679451


Aanbevelingen voor brandstofBRANDSTOF EN OLIEBELANGRIJK: Gebruik van verkeerde benzine kan schade aan de motor veroorzaken. Motorschade als gevolgvan het gebruik van de verkeerde benzine wordt als onjuist gebruik van de motor beschouwd en daardoorveroorzaakte schade wordt niet door de beperkte garantie gedekt.BRANDSTOFSPECIFICATIES<strong>Mercury</strong> Marine motoren werken naar behoren wanneer een betrouwbaar merk loodvrije benzine wordt gebruikt,die aan de volgende specificaties voldoet:VS en Canada - een nominaal octaangetal van ten minste 87 (R+M)/2 zoals vermeld bij de pomp. Ook super[octaangehalte 92 (R+M)/2] is aanvaardbaar. GEEN loodhoudende benzine gebruiken.Buiten de VS en Canada - een nominaal octaangetal van ten minste RON 90 zoals vermeld bij de pomp. Ooksuper [RON 98] is aanvaardbaar. Als er geen loodvrije benzine beschikbaar is, moet u loodhoudende benzinevan een betrouwbaar merk gebruiken.GEBRUIK VAN (GE-OXYGENEERDE) BENZINE MET NIEUWE FORMULE(ALLEEN VS)Dit type benzine is in sommige gebieden van de VS vereist. De 2 typen oxigenaten die in deze brandstoffenworden gebruikt, zijn alcohol (ethanol) en ether (MTBE of ETBE). Als ethanol het oxigenaat is dat in uw gebiedin de benzine wordt gebruikt, raadpleeg dan Alcoholhoudende benzines.Deze benzine "met nieuwe formule" mag in uw <strong>Mercury</strong> Marine motor gebruikt worden.BENZINE DIE ALCOHOL BEVATAls de benzine in uw regio methanol (methylalcohol) of ethanol (ethylalcohol) bevat, dient u zich bewust te zijnvan nadelige effecten die deze stoffen kunnen veroorzaken. Deze nadelige effecten zijn met name voor methanolaanzienlijk. Een toename van het alcoholpercentage in de benzine kan er toe leiden dat de nadelige effectenverergeren.Sommige van deze nadelige effecten ontstaan doordat de alcohol in de benzine vocht uit de lucht opneemt,waardoor water en alcohol in de brandstoftank zich van de benzine scheiden.De onderdelen van het brandstofsysteem van uw <strong>Mercury</strong> Marine motor zijn bestand tegen benzine met eenalcoholgehalte van ten hoogste 10%. Wij weten niet tegen welk alcoholpercentage het brandstofsysteem vanuw boot bestand is. Neem contact op met de scheepsbouwer voor specifieke aanbevelingen aangaande deonderdelen van het brandstofsysteem in de boot (brandstoftanks, brandstofleidingen en -fittingen). Bedenk datalcoholhoudende benzine kan resulteren in een toename van:• corrosie van metalen onderdelen;• beschadiging van rubber en kunststof onderdelen;• brandstoflekkage door rubber brandstofslangen;• problemen bij starten en bedrijf.! WAARSCHUWINGGEVAAR VOOR BRAND EN EXPLOSIE: Brandstoflekkage uit een onderdeel van het brandstofsysteem kangevaar opleveren van brand en explosie, die ernstig of dodelijk letsel kunnen veroorzaken. Zorgvuldigeinspectie van het gehele brandstofsysteem is verplicht, vooral na opslag. Alle brandstofsysteemonderdelenmoeten op lekkage, zacht of hard worden, zwelling en corrosie worden geïnspecteerd. Bij tekenen vanlekkage of beschadiging moeten de onderdelen worden vervangen voordat de motor weer wordt gebruikt.Vanwege de mogelijke nadelige effecten van alcohol in benzine wordt aanbevolen om zo mogelijk uitsluitendalcoholvrije benzine te gebruiken. Als er uitsluitend alcoholhoudende benzine beschikbaar is of als niet bekendis of de benzine alcohol bevat, dient u controles op lekkage en afwijkingen vaker uit te voeren.52


BRANDSTOF EN OLIEBELANGRIJK: Bij gebruik van een <strong>Mercury</strong> Marine met alcoholhoudende benzine moet langdurige opslag vande benzine in de brandstoftank vermeden worden. Lange opslagperioden (gebruikelijk voor boten) veroorzakenspecifieke problemen. In auto’s wordt alcoholhoudende benzine doorgaans opgebruikt voordat deze voldoendevocht absorbeert om problemen te veroorzaken; boten daarentegen worden dikwijls zo lang niet gebruikt dat erfasescheiding kan plaatsvinden. Ook kan er zich tijdens opslag inwendige corrosie voordoen als de alcohol debeschermende olielaag van de interne onderdelen heeft verwijderd.OlieaanbevelingAanbevolen oliePremium 2-takts TC-W3-buitenboordmotorolieBELANGRIJK: Het moet door de NMMA gecertificeerde TC-W3 2-taktolie zijn.<strong>Mercury</strong> of Quicksilver Premium TC-W3 2–taktolie wordt aanbevolen voor deze motor. Voor extra beschermingen smering wordt <strong>Mercury</strong> of Quicksilver Premium Plus TC-W3 2–taktolie aanbevolen. Als <strong>Mercury</strong> of Quicksilverbuitenboordmotorolie niet verkrijgbaar is, gebruik dan in plaats daarvan een ander merk door NMMAgoedgekeurde TC-W3 2-takt buitenboordmotorolie. Gebruik van olie van slechte kwaliteit kan ernstigemotorschade veroorzaken.Modellen zonder olie-injectie: MH, EHGiet motorolie in de brandstoftank. De mengverhouding met benzine is 50 op 1 (50 delen benzine op 1 deelolie). Goed met de hand mengen. De mengverhouding voor inlopen is 25 op 1.MengverhoudingGiet olie in de brandstoftank.Giet benzine in de brandstoftank.INLOPEN VAN MOTORBenzineMotorolieTijdens inlopen 25 1Na inlopen 50 1Brandstofmengsel voor het inlopen van de motorGebruik een 25:1 benzine-oliemengsel in de eerste tank brandstof.Procedure voor inlopen van de motorZie Bediening - Procedure voor het inlopen van de motor voor de juiste inloopprocedure.Modellen met olie-injectie: EHO, EHPTO, EO, EPTODe vereiste hoeveelheid motorolie wordt automatisch toegevoegd door de oliepomp, op basis van debedrijfsomstandigheden van de motor.BELANGRIJK: Tijdens het inlopen van de motor moet u motorolie aan de benzine toevoegen, naast de olie dieal automatisch vanuit de olietank wordt toegevoegd.Mengverhouding (tijdens inlopen van modellen met olie-injectie)BenzineMotorolieTijdens inlopen 50 1Na inlopenGiet olie in de brandstoftank.Automatisch: Vul de motorolietank regelmatigGiet benzine in de brandstoftank. Schud goed om de olie en benzine te mengen.Alarm voor laag motoroliepeil53


BRANDSTOF EN OLIEAls het peil in de olietank daalt tot onder 0,4 L (0.105 US gal), wordt het alarmsignaal voor laag motoroliepeilgeactiveerd. De inhoud van de motorolietank is 2 L (0.53 US gal).EO, EPTO: Het lampje voor laag oliepeil in de toerenteller gaat branden en de zoemer in de afstandsbedieninggaat af zodra het motoroliepeil daalt tot onder 0,4 L (0.105 US gal).EHO, EHPTO: Het lampje voor laag oliepeil zit op de voorkant van de onderbak. Het lampje gaat branden alshet motoroliepeil daalt tot onder 0,4 L (0.105 US gal).ab38322a -b -lampje voor laag oliepeil in toerentellerlampje voor laag oliepeil op onderbakAlarm voor laag oliepeil terugstellen:1. Verlaag het motortoerental tot sleepsnelheid en stuur naar een veilige plek met weinig golfslag. Zet deafstandsbedieningshendel in Neutraal (de zoemer stopt).2. Draai de contactschakelaar naar Uit en vul de olietank bij met de aanbevolen motorolie.3. Start de motor en schakel voorzichtig in.4. Controleer of het signaallampje uit is en de zoemer niet klinkt.Olie bijvullen in de motorolietank:1. Open de olievulklep op de motorkap.2. Verwijder de dop van de olietank.3. Vul de tank met originele motorolie of aanbevolen olie.aba -b -aanbevolen motorolieolievulklepc -olietankdopc38323BELANGRIJK: Volg de onderstaande instructies.1. Tap de olietank helemaal af en raadpleeg een erkende onderhoudswerkplaats als er per ongeluk benzinein de olietank wordt gegoten.2. Kijk hoeveel olie er in de olietank zit voordat u de motor start.Ontluchtingsventiel oliepomp54


BRANDSTOF EN OLIEControleer of u lucht ziet in de olie in de olieleiding tussen de olietank en de oliepomp. Doe het volgende als dithet geval is:Draai de schroef van het ontluchtingsventiel op de oliepomp los om de lucht te verwijderen en draai hem weeraan nadat alle lucht is verwijderd (te zien aan de olieleiding naar de oliepomp).aa -ontluchtingsschroefb -naar keerklepcbc -d -e -olieleidingolieleidingvanaf oliefiltered38335NB: Neem eventueel gemorste olie af met een poetslap en gooi deze weg.55


FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANENFuncties van de afstandsbedieningUw boot is mogelijk uitgerust met de hier afgebeelde afstandsbediening. Als dat niet het geval is, raadpleeg danuw dealer voor een beschrijving van de functies en werking van de afstandsbediening.ca -afstandsbedieningskastbadefgb -c -d -e -f -g -afstandsbedieningshendelschakelaar voor trim- en opklapbekrachtiginghendel voor warmdraaien in neutraalcontactschakelaardodemansschakelaardodemanskoord39924Buitenboordmotor opklappenOPKLAPPROCEDUREMet behulp van de opklapfunctie kan de bestuurder de buitenboordmotor in een hogere opklaphoek plaatsenvoor gebruik in ondiep water, of de buitenboordmotor naar de hoogste stand opklappen.Laat als de buitenboordmotor draait, de opklaphendel in de vrije stand staan. De buitenboordmotor kan danterugkeren naar de bedrijfsstand als hij op een obstakel onder water botst en wordt opgetild.Als u de opklaphendel in de opklapstand zet, kan de buitenboordmotor vergrendelen in de ondiepwaterstand ofin de stand volledig omhoog.Gebruik in ondiep waterDe buitenboordmotor heeft een ondiepwateropklapfunctie, hiermee kunt u de buitenboordmotor tot een hogerehoek opklappen zodat hij de bodem niet raakt.BELANGRIJK: Verlaag het motortoerental tot stationair en schakel de motor in neutraal voordat u debuitenboordmotor naar de ondiepwaterstand kantelt.NB: Volg de onderstaande instructies:• Zorg bij varen in ondiep water dat de waterinlaat altijd onder water is en dat er constant water stroomt uitde indicatieopening van de waterpomp.• Vaar langzaam wanneer u de ondiepwaterstand gebruikt. Als u te snel vaart, verliest u de controle overde boot en kan het onderwaterhuis beschadigd raken.• Pas op dat de motor de bodem niet raakt, vooral wanneer u in Achteruit (R) vaart. Als de motorachteruitvarend de bodem raakt, wordt de stootbelasting doorgegeven aan de spiegel en kunnen zowelde motor als de boot beschadigd raken.VAARPOSITIE VOOR ONDIEP WATERMH, EH, EHO, EO56


FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN1. Plaats de hendel voor achteruitvergrendeling aan stuurboord in de ontgrendelde stand door hem omlaagte zetten.383662. Klap de motor ongeveer 45° omhoog en laat hem zakken. De motor staat nu in de ondiepwaterstand.383673. Uit de ondiepwaterstand halen:a. Zet de hendel voor achteruitvergrendeling omhoog naar de vergrendelstand.b. Klap de motor iets op en laat hem weer zakken. De motor komt uit de ondiepwaterstand.c. De motor komt uit de ondiepwaterstand en wordt in de normale bedrijfsstand vergrendeld.EHPTO, EPTOKlap de motor op met het trim- en opklapbekrachtigingssysteem.TrimafstellingU kunt de trimpositie van de motor instellen volgens de spiegelhoek en belasting van uw boot. Zorg dat deantiventilatieplaat parallel aan het wateroppervlak ligt tijdens het varen.De volgende instructies beschrijven het instellen van de beste hoek voor de boot.Door een juiste afstelling vaart de boot stabiel en presteert hij optimaal, en verloopt het sturen zo soepel mogelijk...57


MH, EH, EHO, EOFUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN.U past de trimhoek aan door de trimpositiepen in de juiste trimpositie te zetten. Rangschik passagiers en ladingzodanig in de boot dat het gewicht gelijk is verdeeld.• Goede trimpositie: De trimhoek is optimaal wanneer de boot tijdens het varen evenwijdig is met hetwateroppervlak.39891• Omlaag trimmen: Als de trimhoek te groot is, komt de boeg uit het water en neemt de vaarsnelheid af.a38372a -selecteer een lager gat• Omhoog trimmen: Als de trimhoek te klein is, duikt de boeg in het water, neemt de vaarsnelheid af enkan er water in de boot komen. Vergroot in dat geval de trimhoek door de trimpositiepen in een hogergat te steken.a -selecteer een hoger gata38374EHPTO, EPTO58


FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANENDe meegeleverde trim- en opklapbekrachtiging kan worden ingesteld op de juiste trimhoek van de motor opbasis van de spiegelvorm, de planeersnelheid en de belasting. Een goede afstelling van de trimhoek is ergbelangrijk. Bij een onjuiste afstelling zal de boot sterker schommelen, neemt de motorprestatie af en kunnen eronveilige stuuromstandigheden ontstaan.BELANGRIJK: Met de trim- en opklapbekrachtiging kan een trimhoek worden ingesteld: vaar echter liever nietterwijl de motor is opgeklapt. Als u zo vaart, zal het waterkoelsysteem lucht aanzuigen waardoor de motoroververhit raakt.Gebruik van de trimhoekmeter: Lees de waarde op de trimhoekmeter af nadat u de trimhoek naar wens hebtafgesteld en noteer deze waarde voor later gebruik.aa - instelbereik trimhoekb - 74°c - 8°d - 28°cb38375d• Goede trimpositie: De trimhoek is optimaal wanneer de boot tijdens het varen evenwijdig is met hetwateroppervlak.• Omlaag trimmen: Als de trimhoek te groot is, komt de boeg uit het water en neemt de vaarsnelheid af.Druk in dat geval de schakelaar op de afstandsbedieningshendel naar omlaag (DN).a38376a -afstandsbedieningshendel: omlaag (DN)59


FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN• Omhoog trimmen: Als de trimhoek te klein is, duikt de boeg in het water en neemt de vaarsnelheid af. Erkan dan ook water in de boot komen. Vergroot in dat geval de trimhoek door de schakelaar op deafstandsbedieningshendel naar omhoog (UP) te drukken.a37377a -afstandsbedieningshendel: omhoog (UP)Stuurfrictie-afstellingDe stuurfrictie kan naar wens worden afgesteld met de stelschroef voor stuurfrictie.! WAARSCHUWINGAfstellen met onvoldoende frictie kan ernstige of dodelijke ongelukken veroorzaken door verlies van controleover de boot. Stel de stuurfrictie zodanig in dat wordt voorkomen dat de buitenboordmotor een hele bochtinstuurt zodra de stuurknuppel of het stuur wordt losgelaten.Verstel de stelschroef om de gewenste mate van stuurfrictie te verkrijgen.• Draai de schroef rechtsom voor meer frictie.• Draai de schroef linksom voor minder frictie.MH, EH, EHO, EOaca -b -c -strakkerlosserstuurfrictieschroefb38386.60


EHPTO, EPTOFUNCTIES EN BEDIENINGSORGANENbaa -b -c -strakkerlosserstuurfrictieschroefc38387Draaiweerstand van gasgreep afstellenDraai de schroef rechtsom om de weerstand te verhogen of linksom om te verlagen.a -b -meer weerstandminder weerstandab38388Trimvinnen afstellenEen op de schroef uitgeoefend stuurmoment zal de boot in één richting doen trekken. Dit stuurmoment is normaalen wordt veroorzaakt wanneer de buitenboordmotor niet getrimd is met de schroefas evenwijdig aan hetwateroppervlak. De trimvin kan zo'n stuurmoment vaak helpen compenseren en deze kan binnen bepaaldegrenzen worden afgesteld om een eventueel ongelijke stuurkracht te verminderen.• Laat uw boot op normale kruissnelheid varen, met de buitenboordmotor ingesteld op de juistebedrijfshoek. Maak een bocht naar links en naar rechts en bepaal in welke richting de boot hetgemakkelijkst een bocht maakt.• Als afstelling vereist is, draait u de trimvinbout los en voert u de afstelling in kleine stappen geleidelijk uit.• Draai de trimvinbout na het afstellen weer goed aan.NB: Controleer regelmatig of de bout en de trimvin goed zijn vastgezet. Door corrosie zal de trimvin na verloopvan tijd slijten.BELANGRIJK: De trimvin fungeert tevens als anode die galvanische corrosie voorkomt. Breng geen lak, vet ofander materiaal aan op de buitenkant van de trimvin.NB: De afstelling van de trimvin zal het stuurmoment amper verminderen als de buitenboordmotor isgeïnstalleerd met de antiventilatieplaat op ongeveer 50 mm (2 in.) of meer boven de bodem van het vaartuig.De trimvin bevindt zich onder de antiventilatieplaat.• Als de boot naar links trekt, stelt u de trimvin af richting B.61


FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN• Als de boot naar rechts trekt, stelt u de trimvin af richting C.deabc37494a -b -c -d -e -trimvintrekt naar links; stel trimvin af richting Btrekt naar rechts; stel trimvin af richting Cbocht naar linksbocht naar rechts...FRICTIE VAN AFSTANDSBEDIENINGSHENDELEO, EPTO(stelschroef gasgreepweerstand)Om de weerstand van de afstandsbedieningshendel te vergroten verdraait u de stelschroef voorgasgreepweerstand aan de voorkant van de afstandsbedieningskast. Draai de schroef naar rechts om deweerstand te verhogen en naar links om deze te verlagen.a -linksom draaien voor minder weerstandabb -c -rechtsom draaien voor meer weerstandstelschroef gasgreepweerstandc3838562


Controlelijst vóór het startenBEDIENING• De bestuurder is op de hoogte van veilig navigeren en varen en veilige bedieningswerkwijzen.• Een goedgekeurd en gemakkelijk bereikbaar reddingsvest van de juiste maat voor elke passagier is aanboord.• Een ringvormige reddingsboei of een drijfkussen, geschikt om naar een persoon in het water te werpen.• Zorg dat u de maximale belasting van uw boot weet. Kijk op het typeplaatje.• De brandstofvoorraad is in orde.• Plaats passagiers en lading zodanig in de boot dat het gewicht gelijk verdeeld is en iedereen op eendaarvoor bestemde zitplaats zit.• Vertel iemand waar u heen gaat en wanneer u terug denkt te komen.• Het is verboden om de boot te besturen terwijl u onder de invloed van alcohol of drugs bent.• Zorg dat u de waterwegen en het gebied kent waar u gaat varen; het getij, stromingen, zandbanken,rotsen en andere gevaren.• Voer de inspecties uit die u in Bediening - Inspectie- en onderhoudsschema vindt.Varen bij temperaturen onder het vriespuntWanneer u de buitenboordmotor gebruikt of hem hebt afgemeerd bij temperaturen onder of nabij het vriespunt,moet de buitenboordmotor te allen tijde omlaag staan zodat het onderwaterhuis onder water is. Hierdoor kan inhet onderwaterhuis achtergebleven water niet bevriezen en mogelijkerwijs schade aan de waterpomp en andereonderdelen veroorzaken.Als er een kans bestaat dat zich ijs op het water vormt, moet de buitenboordmotor verwijderd worden en moetu al het water eruit laten lopen. Als zich ijs vormt op het water in het aandrijfhuis van de buitenboordmotor,blokkeert het de stroom water naar de motor waardoor schade veroorzaakt kan worden.Varen in zout of vervuild waterWij raden aan om de inwendige koelwaterkanalen van uw buitenboordmotor elke keer met zoet water door tespoelen als u in zout of vervuild water hebt gevaren. Hierdoor voorkomt u dat opgehoopte aanslag dekoelwaterkanalen verstopt. Raadpleeg Onderhoud - Koelsysteem doorspoelen.Als u uw boot in het water afgemeerd houdt, moet u de buitenboordmotor altijd zo opklappen dat hetonderwaterhuis geheel uit het water komt (behalve bij temperaturen onder het vriespunt), wanneer hij nietgebruikt wordt.Steeds na het gebruik moet de buitenkant van de buitenboordmotor afgespoeld en de uitlaat van de schroef enhet onderwaterhuis met zoet water doorgespoeld worden. Spuit elke maand <strong>Mercury</strong> Precision of QuicksilverCorrosion Guard (corrosiebescherming) op uitwendige metalen oppervlakken. Spuit niet op anti-corrosie anodesomdat daardoor de anodes minder goed zullen werken.Gebruik op grote hoogteBELANGRIJK: Voorkom ernstige schade aan de motor als gevolg van een arm brandstofmengsel: gebruik debuitenboordmotor niet (als de carburateursproeiers zijn verwisseld voor varen op grote hoogte) op een lagerehoogte tenzij de sproeiers weer worden verwisseld voor de nieuwe hoogte.Als de buitenboordmotor wordt gebruikt op een hoogte van meer dan750 m (2500 ft.) boven zeeniveau kan hetnodig zijn om de carburateursproeiers te vervangen en/of een schroef met een andere spoed te gebruiken.Neem contact op met uw dealer. Hierdoor wordt het normale prestatieverlies verminderd als gevolg van minderzuurstof in de lucht, waardoor een zeer rijk brandstofmengsel ontstaat.Procedure voor inlopen van de motorBELANGRIJK: Als de inloopprocedures voor de motor niet in acht worden genomen, kan de motor slechterpresteren gedurende zijn gehele levensduur en kan er motorschade ontstaan. Volg altijd deinloopprocedures.Bedrijfstijd voor inlopen: 10 uur63


BEDIENINGTijd 0 min.~ 10 min.~ 1 uur~ 2 uur~ 10 uur~Sleepsnelheid ofstationairInloopmethodeGasklepopening


BEDIENING3. Knijp in de pompbal totdat deze hard wordt.aba -b -c -naar brandstoftanknaar motorstroomrichting brandstofcBELANGRIJK: Voorkom verzuipen van de motor en knijp niet meer in de pompbal nadat de motor iswarmgedraaid.4. Installeer het dodemanskoord.37714abcde38346a -b -c -d -e -dodemanskoorddodemansschakelaardodemansschakelaardodemanskoordhaakBELANGRIJK: Vergeet niet om het koord aan de dodemansschakelaar aan uw lichaam te verbinden. De motorwordt uitgeschakeld zodra de dodemansschakeling wordt verbroken.STARTEN (HANDMATIGE START)BELANGRIJK: Lees voordat u de motor start de Controlelijst vóór het starten, de Speciale bedieningsinstructiesen de Procedure voor het inlopen van de motor in het hoofdstuk Bediening.NB: Zorg dat de schakelhendel in neutraal (N) staat wanneer u de motor start. Dit model heeft een beveiligingdie voorkomt dat de motor start als hij in de versnelling staat.KENNISGEVINGAls er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopenze schade op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.MH: Model met stuurknuppel65


BEDIENING1. Zet de schakelhendel in neutraal (N).38347NB: Als de motor start terwijl de versnelling is ingeschakeld, mag u de motor niet meer gebruiken. Neem dancontact op met uw dealer.2. Draai de gasgreep zodat de indicatiestreep bij het merkteken 'START' komt te staan.383483. Trek de chokeknop uit.38349NB: U hoeft de chokeknop niet te gebruiken als de motor warm is.4. Trek langzaam aan het startkoord totdat u voelt dat de starter aangrijpt en trek dan snel aan het koordom de motor te tornen. Laat het koord langzaam terugrollen.aba -langzaam trekkenb -snel trekken375235. Draai de gasgreep rustig naar de stand 'SLOW'.66


STARTEN (ELEKTRISCHE START)BEDIENINGNB: Zorg dat de schakelhendel in neutraal (N) staat wanneer u de motor start. Dit model heeft een beveiligingdie voorkomt dat de motor start als hij in de versnelling staat.BELANGRIJK: Lees voordat u de motor start de Controlelijst vóór het starten, de Speciale bedieningsinstructiesen de Procedure voor het inlopen van de motor in het hoofdstuk Bediening.KENNISGEVINGAls er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopenze schade op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.EH, EHO, EHPTO: Model met stuurknuppel1. Zet de schakelhendel in neutraal (N).38347NB: Als de motor start terwijl de versnelling is ingeschakeld, mag u de motor niet meer gebruiken. Neem dancontact op met uw dealer.2. Draai de gasgreep zodat de indicatiestreep bij het merkteken 'START' komt te staan.383483. Trek de chokeknop uit.38349NB: U hoeft de chokeknop niet te gebruiken als de motor warm is.67


BEDIENING4. Draai de contactsleutel naar ON (aan). Draai de contactsleutel verder om de motor te starten.a b ca -b -c -uitaanstart383505. Laat de contactsleutel los zodra de motor aanslaat. De contactsleutel komt automatisch terug naar destand ON.6. Druk de chokeknop langzaam terug.383517. Draai de gasgreep rustig naar de stand 'SLOW'.38352BELANGRIJK: Volg de onderstaande instructies:• Als de startmotor te lang wordt gebruikt, raakt de accu leeg. Gebruik de startmotor niet langer danvijf seconden aaneen. Wacht 10 seconden voordat u de startmotor opnieuw gebruikt als de motorniet aanslaat.• Gebruik de startmotor nooit nadat de motor is aangeslagen.• Als de startmotor niet tornt, controleer dan of de accukabels goed zijn bevestigd en de accu volkomenis opgeladen.68


BEDIENINGSTARTEN (MODEL MET AFSTANDSBEDIENING)BELANGRIJK: Lees voordat u de motor start de Controlelijst vóór het starten, de Speciale bedieningsinstructiesen de Procedure voor het inlopen van de motor in het hoofdstuk Bediening......EO, EPTO1. Steek de contactsleutel in het contactslot.2. Zet de afstandsbedieningshendel in neutraal (N) en zet de hendel voor warmdraaien in neutraal in OPEN.Naa - geheel open-standb - geheel gesloten-standc - hendel voor warmdraaien in neutraald - contactschakelaare - dodemansschakelaarbcde3771569


BEDIENING3. Draai de contactsleutel naar ON (aan) en druk hem in de stand ON in om te choken. U hoeft decontactsleutel niet in te drukken als de motor warm is.aba -b -c -uitaanindrukken om te chokenc37466NB: De hendel voor warmdraaien in neutraal werkt alleen als de afstandsbedieningshendel in neutraal (N)staat.4. Houd de contactsleutel ingedrukt en draai hem naar START.abca -b -c -uitaanstartd -indrukken om te chokend38354NB: Als de motor warm is, hoeft u de contactsleutel niet in te drukken om te choken wanneer u hem naar STARTdraait.70


BEDIENING5. Laat de sleutel los zodra de motor aanslaat en laat de contactschakelaar terugkeren naar de stand ON.aba -b -c -uitaanindrukken om te chokenc37466BELANGRIJK: Volg de onderstaande instructies:• Als de startmotor te lang wordt gebruikt, raakt de accu leeg. Gebruik de startmotor niet langer danvijf seconden aaneen. Wacht 10 seconden voordat u de startmotor opnieuw gebruikt als de motorniet aanslaat, anders raakt de startmotor beschadigd.• Gebruik de startmotor nooit nadat de motor is aangeslagen.• Als de startmotor niet tornt, controleer dan of de accukabels goed zijn bevestigd en de accu volkomenis opgeladen.KENNISGEVINGAls er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopenze schade op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.SchakelenVOORUIT EN ACHTERUIT VARENDe buitenboordmotor heeft drie schakelstanden voor bedrijf: Vooruit (F), Achteruit (R) en Neutraal (N).BELANGRIJK: Schakelen bij een hoog motortoerental kan gevaarlijk zijn. Verlaag het motortoerental totstationair voordat u schakelt.MH, EH, EHO, EHPTOModellen met stuurknuppel: Draai de gasgreep naar de stand 'SLOW' en zet de schakelhendel snel in de standvoor Vooruit (F) of Achteruit (R) nadat het motortoerental op het laagste niveau is gekomen.3636371


BEDIENINGBELANGRIJK: Schakelen bij een hoog motortoerental kan gevaarlijk zijn. Verlaag het motortoerental totstationair voordat u schakelt.NB: Volg de onderstaande instructies:1. De motor moet stationair draaien wanneer de schakelhendel van Vooruit (F) naar Achteruit (R) wordtgezet.2. Controleer of de hendel voor achteruitvergrendeling in de stand omhoog (UP) is vergrendeld voordat ude schakelhendel in achteruit (R) zet.MH, EH, EHO, EHPTO398903. De schakelhendel kan alleen van Neutraal (N) naar Achteruit (R) worden gezet als de gasgreep in delangzame stand (SLOW) staat.BELANGRIJK: Zet de buitenboordmotor alleen in een versnelling terwijl de motor stationair draait. Schakel nietnaar achteruit als de motor niet draait. U kunt zo de schakeloverbrenging en mogelijk ook hetschakelmechanisme zelf beschadigen.............72


BEDIENINGEO, EPTO1. Modellen met afstandsbediening: Druk de vergrendelknop op de afstandsbedieningshendel omhoog enzet de hendel in Vooruit (F) of Achteruit (R) tot de arreteerstand (ongeveer 32° naar voren of achterenvanuit neutraal).2. Als de schakel-/gashendel voorbij de arreteerstand wordt gezet, gaat de gasklep open.cfbdedbgcaha - stand voor volgasb - stand voor stationairc - gasbereikd - schakelbereik (32°)e - neutraal (N)f - vooruit (F)g - achteruit (R)h - hendel voor warmdraaien inneutraala37531NB: Volg de onderstaande instructies:1. De motor moet stationair draaien wanneer de schakelhendel van Vooruit (F) naar Achteruit (R) wordtgezet.2. Controleer of de hendel voor achteruitvergrendeling in de stand omhoog (UP) is vergrendeld voordat ude schakelhendel in achteruit (R) zet.EO, EPTO39890NB: De afstandsbedieningshendel is alleen actief als de hendel voor warmdraaien in neutraal in de standhelemaal dicht staat.BELANGRIJK: Zet de buitenboordmotor alleen in een versnelling terwijl de motor stationair draait. Schakel nietnaar achteruit als de motor niet draait.Starten bij storingAls het startsysteem niet werkt, kunt u het reservestartkoord (bijgeleverd) gebruiken en deze procedure volgen.BELANGRIJK: Voorkom een elektrische schok en raak geen onderdelen van het ontstekingssysteem aan, zoalsbedrading of bougiekabels, terwijl u de motor start of terwijl deze loopt.73


BEDIENING1. Zet de schakelhendel of de afstandsbedieningshendel in neutraal (N).N375212. MH, EH, EHO, EHPTO: Verwijder de motorkap. Verwijder de kap van de startmotor/vliegwiel.399413. EO, EPTO: Verwijder de motorkap. Verwijder de kap van het vliegwiel.3835574


4. Trek de chokeknop uit.BEDIENING383495. MH, EH, EHO, EHPTO: Draai de gasgreep zodat de indicatiestreep bij het merkteken 'START' komt testaan.6. EO, EPTO: Haal de hendel voor warmdraaien in neutraal omhoog tot 1/3 of 1/2 van zijn slag.383483835675


7. EO, EPTO: Draai de contactsleutel naar ON (aan).BEDIENINGaba -b -c -uitaancontactslotc378818. EH, EHO, EHPTO: Draai de contactsleutel naar ON (aan).aba -uitb -aan383599. Wikkel het startkoord een paar slagen rechtsom rondom het vliegwiel. Geef een flinke ruk om de motorte starten. Bevestig een dopsleutel op het uiteinde van het startkoord zodat u dit stevig kunt vastpakken.3836110. Modellen met afstandsbediening: Zorg dat de contactsleutel in de stand ON staat.NB: Controleer of de schakelhendel in Neutraal (N) staat.76


BEDIENINGWARMDRAAIENLaat de motor voordat u gaat varen ongeveer drie minuten lang op laag toerental warmdraaien. Als de motorniet tevoren kan warmdraaien, zal dat de levensduur ervan aanzienlijk verkorten. Controleer tijdens hetwarmdraaien of er koelwater uit het indicatiegat van de waterpomp en de stationairpoort stroomt.BELANGRIJK: Als er geen koelwater naar buiten komt en de motor blijft draaien, kan hij oververhit raken enkan er zo motorschade worden veroorzaakt.a -b -afvoerpoort koelwaterstationairpoortab38362Motortoerental:Correct stationair toerental na warmdraaienIngeschakeldNeutraal750 omw/min 900 omw/minHet volgas-motortoerental niet overschrijdenMotortoerental bij volgas40 505000–5700 omw/min 5150–5850 omw/minOVERVERHITTINGALARM EN -SENSOR (OPTIONEEL OP SOMMIGEMODELLEN)EH, EHO, EHPTO, EO, EPTO• Het oververhittingalarm klinkt als de motortemperatuur de vooringestelde waarde overschrijdt.• Zet de afstandsbedieningshendel meteen naar Neutraal (N) als het alarm afgaat om oververhitting aante geven. Controleer of er water uit de waterpomp-indicatieopening komt en zet dan de motor af. Draaide contactsleutel naar OFF (uit).• Verwijder het vuil en de rommel die de waterinlaten in het onderwaterhuis verstoppen.NB: Neem contact op met de onderhoudsdealer als het alarm na het opnieuw starten van de motor blijft afgaan.NB: Controleer of er ononderbroken water uit de indicatieopening van de waterpomp stroomt. Als er geen wateruit de waterpompindicatie-opening komt, of slechts met tussenpozen, stop dan de motor en controleer of dekoelwaterinlaatopeningen verstopt zijn. Als er geen verstopping wordt gevonden, kan er een blokkering zijnopgetreden in het koelsysteem of de waterpomp. Laat de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als demotor in oververhitte toestand wordt gebruikt, kan hij beschadigd raken.NB: Als er oververhitting optreedt en u daardoor gestrand bent, zet u de motor af en laat u hem afkoelen. Hierdooris het meestal mogelijk om de motor weer enige tijd op laag toerental (stationair) te laten lopen voordat hij weeroververhit raakt. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, kan de motor beschadigd raken.77


BEDIENINGKENNISGEVINGAls er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopenze schade op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.BELANGRIJK: Neem contact op met uw dealer als er een gestage stroom water uit de waterpompindicatieopeningkomt en de motor nog steeds oververhit raakt.De motor afzettenBELANGRIJK: Zet de motor nooit onmiddellijk af nadat hij volgas heeft gedraaid. Laat de motor ten minste tweeof drie minuten stationair draaien (in Neutraal) zodat de motor kan afkoelen.MH1. Verlaag het motortoerental tot stationair.2. Druk op de stopschakelaar of trek aan het dodemanskoord. De motor stopt nu..38368EH, EHO, EHPTO1. Verlaag het motortoerental tot stationair.2. Draai de contactsleutel naar OFF, druk op de stopschakelaar of trek aan het dodemanskoord. De motorstopt nu.a -dodemanskoord/stopschakelaara38369..78


BEDIENING.EO, EPTO1. Zet de afstandsbedieningshendel op Neutraal (N) en laat de motor twee of drie minuten stationair draaienzodat hij kan afkoelen.aa -neutraal (N)399422. Draai de contactsleutel linksom naar de stand OFF of trek aan het dodemanskoord. De motor stopt nu.U kunt de motor ook stoppen door op de dodemansschakelaar te drukken.aba -b -c -uitaanvergrendelingsplaat stopschakelaarc39943NB: Volg de onderstaande instructies:• Koppel de brandstofconnector los van de motor.• Draai de ontluchtingsschroef in de brandstoftankdop dicht nadat de motor is gestopt.• Koppel de accukabels los van de accu als de motor langere tijd niet zal worden gebruikt.79


3. Koppel de brandstofconnector los van de motor.BEDIENING383454. Draai de ontluchtingsschroef in brandstoftankdop dicht.aa -ontluchtingsschroef3834280


ONDERHOUDOnderhoud van de buitenboordmotorOm uw buitenboordmotor in optimale bedrijfsconditie te houden, is het belangrijk dat voor de buitenboordmotorde periodieke inspecties en onderhoudsprocedures worden uitgevoerd die vermeld staan in het Inspectie- enonderhoudsschema. Wij dringen er bij u op aan om de motor naar behoren te laten onderhouden, teneinde deveiligheid van uzelf en uw passagiers zeker te stellen en tevens de betrouwbaarheid ervan in stand te houden.! WAARSCHUWINGHet nalaten van inspecties en onderhoud van uw buitenboordmotor of pogingen om onderhoud of reparatiesaan de buitenboordmotor uit te voeren als u niet bekend bent met de juiste service- en veiligheidsprocedures,kan ernstig of dodelijk letsel of defecten aan het product veroorzaken.Houd de verrichte onderhoudswerkzaamheden bij in het Onderhoudslogboek achterin deze publicatie. Bewaaralle werkopdrachten en ontvangstbewijzen.VERVANGINGSONDERDELEN VOOR UW BUITENBOORDMOTOR KIEZENWij bevelen het gebruik aan van oorspronkelijke <strong>Mercury</strong> Precision of Quicksilver vervangingsonderdelen ensmeermiddelen.! WAARSCHUWINGHet gebruik van een vervangingsonderdeel dat inferieur is aan het oorspronkelijke onderdeel, kan totlichamelijk of fataal letsel, of een defect product, leiden.Emissieverordeningen van de Amerikaanse EPAVan alle nieuwe buitenboordmotoren die door <strong>Mercury</strong> Marine worden geproduceerd, is officieel aan deEnvironmental Protection Agency (EPA) van de Verenigde Staten verklaard dat ze voldoen aan de vereistenvoor de bestrijding van luchtvervuiling afkomstig van nieuwe buitenboordmotoren. Een voorwaarde voor dezeverklaring is dat bepaalde afstellingen op de fabrieksnormen zijn afgestemd. Daarom moet de fabrieksprocedurevoor het uitvoeren van reparaties en onderhoud aan het product nauwkeurig worden opgevolgd en moet hetproduct, waar mogelijk, tot de oorspronkelijke bedoeling van het ontwerp worden teruggebracht. Onderhoud,vervanging of reparatie van de uitstootregelingsvoorzieningen en -systemen kan worden uitgevoerd door eenscheepsmotorreparatiewerkplaats of -persoon.81


EPA-emissiesEMISSIECERTIFICATIELABELONDERHOUDEen emissiecertificatielabel, met vermelding van emissieniveaus en motorspecificaties die rechtstreeks inverband staan met emissies, wordt ten tijde van de fabricage op de motor aangebracht.abcdea -b -c -d -e -f -g -h -i -EMISSION CONTROLINFORMATIONThis engine conforms to model year EPA regulations for Marine SI engines.Refer to Owner's Manual for required maintenance.IDLE SPEED:hpTIMING (IN DEGREES):Standard spark plug:Suppressor spark plug:GAP :Valve Clearance (Cold) mmstationair toerentalmotorvermogenspecificaties voor het ontstekingsmomentaanbevolen bougie en vonkbrugklepspeling (indien van toepassing)assortimentnummermaximaal emissievolume voor het motorassortimentzuigerplaatsingfabricagedatumccIntakeExhaustFAMILY:FEL:g/kW hfghi28405VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE EIGENAARDe eigenaar/gebruiker moet regelmatig onderhoud aan de motor laten uitvoeren om de emissieniveaus binnende voorgeschreven certificatienormen te houden.De eigenaar/gebruiker mag de motor niet wijzigen op een manier die het vermogen verandert of deemissieniveaus boven de vastgelegde fabrieksspecificaties doet stijgen.Inspectie- en onderhoudsschemaVOOR ELK GEBRUIK• Controleer of de noodstopschakelaar de motor afzet.• Voer een visuele inspectie uit op het brandstofcircuit voor beschadiging of lekkage.• Controleer de buitenboordmotor op spanning op de spiegel.• Controleer het stuursysteem op binden of losse onderdelen.• Modellen met afstandsbediening – Controleer visueel of de stuurstangbevestigers goed vastzitten.RaadpleegStuurstangbevestigers.• Inspecteer de schroefbladen op schade.NA ELK GEBRUIK• Het koelsysteem van de buitenboordmotor uitspoelen als u hem in zout of vervuild water gebruikt.RaadpleegUitspoelen van het koelsysteem.• Was alle zoutaanslag af en spoel de uitlaatuitgang van de schroef en het onderwaterhuis door met zoetwater als u de motor in zout water gebruikt.82


ONDERHOUDELKE 100 GEBRUIKSUUR OF EENMAAL PER JAAR, WAT ZICH HET EERSTVOORDOET• Smeer alle smeerpunten. Smeer vaker bij gebruik in zout water. RaadpleegSmeerpunten.• Inspecteer en reinig de bougies. RaadpleegBougies inspecteren en vervangen.• Controleer het brandstofslangfilter op verontreinigingen. RaadpleegBrandstofsysteem.• Controleer de afstelling van de carburateurs zo nodig. RaadpleegCarburateurs afstellen.• Controleer de anti-corrosie anodes. Controleer vaker bij gebruik in zout water. RaadpleegAnticorrosieanodes.• Tap de tandwielkastolie af en vervang deze. RaadpleegSmering van het onderwaterhuis.• Smeer de vertandingen op de aandrijfas en schakelas. 1.• Elektrisch gestarte modellen – Inspecteer de accu. RaadpleegControle van de accu.• Modellen met afstandsbediening – Controleer de afstelling van de bedieningskabels. 1.• Verwijder afzetting in de motor met <strong>Mercury</strong> Precision of Quicksilver Power Tune Engine Cleaner(motorreiniger).• Controleer of bouten, moeren en andere bevestigingsmiddelen goed aangehaald zijn.• Reinig het aanzuigfilter van de brandstoftank.ELKE 300 GEBRUIKSUUR OF OM DE DRIE JAAR• Vervang de waterpompwaaier (vaker als oververhitting optreedt of als lagere waterdruk geconstateerdwordt). 1.VOORAFGAAND AAN OPSLAG• Raadpleeg opslagprocedure. RaadpleegOpslag .Doorspoelen van het koelsysteemDOORSPOELENSpoel de inwendige koelwaterkanalen van de buitenboordmotor door met zoet water na elk gebruik in zout,vervuild of modderig water. Hiermee voorkomt u dat neerslag de inwendige waterkanalen verstopt.Gebruik een <strong>Mercury</strong> Precision of Quicksilver doorspoeladapter (of een gelijkwaardig product).BELANGRIJK: Tijdens het doorspoelen moet de motor draaien om de thermostaat te openen en water door dekoelwaterkanalen te laten circuleren.! WAARSCHUWINGEen draaiende schroef kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Laat de motor nooit draaien met de boot uithet water terwijl de schroef is geïnstalleerd. Zet de aandrijving altijd eerst in neutraal voordat u een schroefinstalleert of verwijdert en activeer de dodemansschakelaar om te voorkomen dat de motor aanslaat. Plaatseen stuk hout tussen het schroefblad en de antiventilatieplaat.1. Verwijder de waterplug van de motor en schroef de bijbehorende spoelplug (slangadapter) op zijn plaats.2. Sluit een slang aan op de spoelplug om de motor inwendig met water door te spoelen. Plak dekoelwaterinlaat en de secundaire waterinlaat bij het onderwaterhuis met tape dicht.1. Deze onderdelen moeten door een erkende dealer worden onderhouden.83


ONDERHOUD3. Bevestig de waterzeef en de onderwaterzeef tevoren op het onderwaterhuis.abcd40/50a - doorspoeladapter (optioneel)b - spoelplugc - olieplugd - tape (voor spoelen met opschroefadapter)383894. Zet de schakelhendel op Neutraal (N) en laat de motor met laag toerental draaien, zodat het water uithet koelsysteem stroomt en al het zeewater en de modder verwijdert.bcdW50a - tapeb - tape (voor spoelen met opschroefadapter)c - olieplugd - doorspoeladapter (optioneel)a39896Verwijdering en installatie motorkapVERWIJDERING1. Haal de vergrendeling achter los door de hendel omlaag te duwen.2905484


ONDERHOUD2. Til de achterkant van de kap op en haal de haak op de voorkant los.26851INSTALLATIE1. Zet de haak op de voorkant vast en duw de kap terug over de kapafdichting.2. Duw de kap omlaag en duw de vergrendelingshendel achter omhoog om hem vast te zetten.Accu inspecterenDe accu moet periodiek worden geïnspecteerd om te waarborgen dat de motor kan starten.BELANGRIJK: Lees de met de accu meegeleverde veiligheids- en onderhoudsinstructies.1. Zet de motor af voordat u onderhoud aan de accu verricht.2. Controleer of de accu tegen beweging is geborgd.3. De accukabelpolen moeten schoon, goed aangedraaid en juist aangebracht zijn. Plus op plus en min opmin.4. Controleer of de accu van een niet-geleidend scherm is voorzien die voorkomt dat de accupolen perongeluk worden kortgesloten.Brandstofsysteem! WAARSCHUWINGVoorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Volg alle onderhoudsinstructiesvoor het brandstofsysteem nauwkeurig op. Stop de motor altijd, rook NIET en zorg dat er GEEN openvlammen of vonken in de ruimte aanwezig zijn terwijl u onderhoud aan een onderdeel van hetbrandstofsysteem uitvoert.Voordat u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert, moet u de motor stoppen en deaccu loskoppelen. Leeg het brandstofsysteem helemaal. Gebruik een goedgekeurde container om brandstof inop te vangen en op te slaan. Neem eventueel gemorste brandstof onmiddellijk op. Het materiaal dat u hebtgebruikt om de gemorste brandstof in op te nemen, moet in een goedgekeurde container worden geworpen. Alhet onderhoud aan het brandstofsysteem moet in een goed geventileerde ruimte worden verricht. Controleersteeds op brandstoflekken na het voltooien van onderhoudswerkzaamheden.BRANDSTOFLEIDING INSPECTERENInspecteer de brandstofleiding en pompbal visueel op scheuren, zwelling, lekken, hardheid of andere tekenenvan beschadiging. Als u een van deze toestanden aantreft, moet de brandstofslang of pompbal wordenvervangen.MOTORBRANDSTOFFILTERInspecteer het kijkglas in achtergebleven water en het filterelement op bezinksel. Reinig de tank en de filters alsvolgt.85


ONDERHOUDOLIE IN TRIM- EN OPKLAPBEKRACHTIGING CONTROLEREN EN BIJVULLEN1. Controleer het oliepeil in de reservetank zoals afgebeeld terwijl de motor verticaal staat.2. Verwijder de olieplug door deze linksom te draaien en controleer of het oliepeil bij de onderste streep inde plugopening staat.a -b -oliedopoliepeilba38395NB: Schroef de olieplug niet helemaal los wanneer de motor omlaag is geklapt. Hierdoor kan de onder drukstaande olie uit de olietank naar buiten spuiten.3. Aanbevolen olie: Gebruik <strong>Mercury</strong> of Quicksilver Power Trim and Steering Fluid (trim- enstuurbekrachtigingsvloeistof). Is deze niet verkrijgbaar, gebruik dan automatische-transmissievloeistof(ATF) voor auto's.4. Trim- en opklapbekrachtiging ontluchten: Als er lucht in de trim- en opklapbekrachtiging zit, zal deopklapbeweging niet soepel verlopen. Zet het handbediende ontluchtingsventiel naar de kant voorhandmatig terwijl de motor op de boot is gemonteerd; klap de motor met de hand 5–6 keer omhoog enomlaag, waarbij u het oliepeil controleert. Sluit het ventiel als u klaar bent door dit naar de kant voorautomatische werking te draaien.38382BRANDSTOFTANKS EN -FILTERS REINIGEN1. Water of vuil in de brandstoftank kunnen motorproblemen veroorzaken.2. Maak de tank op gezette tijden of na langdurige opslag (langer dan drie maanden) schoon.In de brandstoftank en op de motor zijn brandstoffilters aangebracht.86


ONDERHOUD1. Schroef het kniestuk van de brandstofinlaat los en verwijder dit. Maak nu het brandstoffilter schoon.ab39900a -b -kniestuk brandstofinlaatfilter2. Verwijder de filterbehuizingen en maak het brandstoffilter op de motor schoon.aa -b -oliefilterbrandstoffilterb3. Oliefilter en olietank: Inspecteer de olietank en/of het oliefilter op ingesloten water en stof.a. Koppel alle slangen tussen de olietank en de oliepomp los.b. Verwijder al het vuil.38393c. Installeer de slangen weer op de olietank en oliepomp en vul het systeem met schone motorolie.d. Zie voor het ontluchten Brandstof en olie - Oliepomp ontluchten.Zekering vervangen – Elektrisch gestarte modellen metafstandsbedieningBELANGRIJK: Zorg dat u altijd SFE reservezekeringen van 20 A bij u hebt.Het elektrische startcircuit is tegen overbelasting beveiligd door een SFE zekering van 20 A. Als de zekering isdoorgebrand, werkt de elektrische startmotor niet. Probeer de oorzaak van de overbelasting op te sporen en teverhelpen. Als de oorzaak niet wordt verholpen, kan de zekering nogmaals doorbranden. Vervang de zekeringdoor een zekering met dezelfde ampèrewaarde.87


Anti-corrosieanodeONDERHOUDDe buitenboordmotor heeft op het onderwaterhuis en in de cilinder een anti-corrosieanode. Een anode helpt debuitenboordmotor beschermen tegen galvanische corrosie, door geleidelijk metaal af te staan voor corrosie tengunste van het metaal van de buitenboordmotor.De anode moet regelmatig geïnspecteerd worden, met name bij gebruik in zout water waar erosie immers snellerverloopt. Om deze corrosiebescherming te behouden, moet u de anode altijd vervangen voordat hij volkomenis weggevreten. Verf de anode nooit en breng er geen beschermlaagje op aan, omdat dit de effectiviteitvermindert.a -anode (trimvin)aBelangrijk:• Verwijder de bougiedop voordat u de anode terugplaatst, om te voorkomen dat de motor aanslaat.Controleer de anode vervolgens en plaats hem terug.• Als de anode versleten is of er geen anode is aangebracht op de buitenboordmotor, zullen aluminiumonderdelen sneller corroderen, waardoor lak kan afschilferen en de buitenzijde beschadigd kan raken.Schroef vervangen! WAARSCHUWINGEen draaiende schroef kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Laat de motor nooit draaien met de boot uithet water terwijl de schroef is geïnstalleerd. Zet de aandrijving altijd eerst in neutraal voordat u een schroefinstalleert of verwijdert en activeer de dodemansschakelaar om te voorkomen dat de motor aanslaat. Plaatseen stuk hout tussen het schroefblad en de antiventilatieplaat.SCHROEF VERWIJDEREN378791. Model met afstandsbediening: Schakel de buitenboordmotor in de stand Neutraal (N).2. Model met stuurknuppel: Zet de schakelhendel in de stand Neutraal (N).3834788


ONDERHOUD3. Verwijder de bougiekabels om te voorkomen dat de motor aanslaat.268994. Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef om de schroef tegen te houden.272965. Verwijder de splitpen, de schroefmoer, de aanslag en de sluitring.abcda -b -c -d -e -splitpenmoersluitringaanslagschroeff -draagring schroefef383906. Trek de schroef recht van de schroefas. Als de schroef op de schroefas is vastgelopen en niet verwijderdkan worden, laat de schroef dan door een erkende dealer verwijderen.7. Breng Quicksilver of <strong>Mercury</strong> Precision Lubricants Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet) of 2-4-C metTeflon op de schroefas aan.Ref.-nr. tube Beschrijving Gebruikt in Onderdeelnr.94Anti-CorrosionGrease(anticorrosievet)Schroefas92-802867 Q189


ONDERHOUDRef.-nr. tube Beschrijving Gebruikt in Onderdeelnr.95 2-4-C met Teflon Schroefas 92-802859Q 127344BELANGRIJK: Om corrosie aan de schroefnaaf en vastlopen van de naaf op de schroefas te voorkomen (metname in zout water), moet u altijd een laagje van het aanbevolen smeermiddel aanbrengen op de gehele astijdens de aanbevolen onderhoudsbeurten en telkens wanneer de schroef wordt verwijderd.SCHROEF INSTALLEREN1. Installeer de draagring, de schroef, de sluitring, de moer, de aanslag en de splitpen op de schroefas.abcda -b -c -d -e -splitpenmoersluitringaanslagschroeff -draagring schroefef383902. Plaats de schroefmoerborgring op de pennen. Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en deschroef. Haal de schroefmoer aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment.Beschrijving Nm lb-in. lb-ftSchroefmoer 75 553. Installeer de bougiekabels.Bougies inspecteren en vervangen! WAARSCHUWINGBeschadigde bougiedoppen kunnen vonken produceren die de brandstofdampen onder de motorkap totontploffing brengen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel door brand of explosie tot gevolg. Voorkom schadeaan de bougiedoppen: gebruik geen scherp voorwerp of metalen gereedschap om de bougiedoppen teverwijderen.90


ONDERHOUD1. Verwijder de bougiedoppen. Draai de rubber doppen wat heen en weer en trek ze van de bougies af.268992. Verwijder de bougies om ze te inspecteren. Vervang de bougie als de elektrode weggesleten is of als deisolator ruw, gebarsten, gebroken of vervuild is of inbrandingen vertoont.3. Stel de elektrodenafstand af (0,9–1,0 mm).26946269474. Reinig de bougiezittingen voordat u de bougies installeert. Installeer de bougies handvast en haal zevervolgens nog een kwartslag aan of volgens de specificaties.Beschrijving Nm lb-in. lb-ftBougie 27 20BELANGRIJK: Volg de onderstaande instructies:• Raak de hoogspanningskabels van de bobine naar de bougies niet aan terwijl de motor draait of door deelektrische startmotor wordt getornd, zelfs niet om de hoogspanningskabels of de bougies te testen.• Er staat een zeer hoge spanning op deze kabels en op de bougies, die bij aanraking een ernstigeelektrische schok kan veroorzaken.SmeerpuntenRegelmatige inspectie en regelmatig onderhoud van uw buitenboordmotor zijn belangrijk. De servicetermijnenmoeten worden bepaald op basis van het aantal bedrijfsuren of aantal maanden, afhankelijk van wat het eerstekomt. Raadpleeg uw plaatselijke <strong>Mercury</strong>-dealer voor richtlijnen voor periodiek onderhoud.91


ONDERHOUDItemOm de 50 uur of 3maandenOm de 100 uur of 6maandenHandelingSchuivende endraaiende onderdelenJaJaVet aanbrengen en naar binnenpompenSmeernippels Ja JaVet aanbrengen en naar binnenpompenOnderwaterhuis smerenSMERING VAN HET ONDERWATERHUISBij het toevoegen of verversen van onderwaterhuissmeermiddel dient u het smeermiddel op de aanwezigheidvan water te onderzoeken. Als er water aanwezig is, kan dit naar beneden zijn gezakt en zal het vóór hetsmeermiddel worden afgetapt, of kan het met het smeermiddel vermengd zijn waardoor het smeermiddel eenmelkkleurig uiterlijk krijgt. Als u water ziet, moet u het onderwaterhuis door uw dealer laten controleren. Waterin het smeermiddel kan leiden tot vroegtijdig falen van lagers of kan bij koud weer bevriezen en schade aan hetonderwaterhuis veroorzaken.Verwijder de vul/aftapplug en onderzoek het magnetische uiteinde op metaaldeeltjes. Een kleine hoeveelheidmetaalvijlsel of kleine metaaldeeltjes duidt op normale slijtage van de tandwielen. Een buitensporigehoeveelheid metaalvijlsels of grotere deeltjes (stukjes) kunnen op abnormale tandwielslijtage wijzen en dit moetdoor een erkende dealer worden gecontroleerd.TANDWIELOLIE VERVERSEN1. Plaats de buitenboordmotor in een verticale bedrijfsstand.2. Zet een opvangbak onder de buitenboordmotor.3. Verwijder de oliepluggen (boven en onder) en tap alle tandwielolie af.a40/50a - ontluchtingsplugb - vulplugb3839192


ONDERHOUDaW50a - ontluchtingsplugb - vulplugb4. Steek de tuit van de smeermiddelverpakking in de vul/aftapopening en voeg smeermiddel toe totdat ditbij de bovenste olieplugopening verschijnt.ab3989740/50a - ontluchtingsplugb - vulplugc - tuit van smeermiddelverpakkingc38392aW50a - ontluchtingsplugb - vulplugb3989893


ONDERHOUD5. Installeer de ontluchtingsplug. Verwijder nu de tuit van de smeermiddelverpakking en installeer devulplug.a40/50a - ontluchtingsplugb - vulplugb38391aW50a - ontluchtingsplugb - vulplugb39897NB: Gebruik uitsluitend de originele of aanbevolen tandwielolie. Gebruik als deze niet beschikbaar is een oliemet classificatie GL5 SAE #80–SAE #90 van het American Petroleum Institute (API).Vereiste hoeveelheid40/50 Ongeveer 500 ml 17 fl ozW50 Ongeveer 700 ml 24 fl ozAANBEVOLEN ONDERWATERHUISSMEERMIDDEL<strong>Mercury</strong> of Quicksilver Premium of High Performance Gear Lubricant (tandwielolie).Onder water geraakte buitenboordmotorEen buitenboordmotor die onder water is geraakt, heeft binnen enkele uren nadat hij uit het water is gehaald,onderhoud door een erkende dealer nodig. Deze onmiddellijke aandacht van een dealer die onderhoud uitvoert,is nodig zodra de motor aan de buitenlucht wordt blootgesteld, om inwendige beschadiging aan de motor alsgevolg van corrosie tot een minimum te beperken.Hieronder volgen de noodmaatregelen die moeten worden getroffen voor de ondergedompeldebuitenboordmotor.1. Haal de motor onmiddellijk uit het water en was hem met zoet water om al het zout en vuil te verwijderen.2. Verwijder de bougies en tap al het water uit de motor af door een paar keer aan het startkoord te trekken.94


ONDERHOUD3. Spuit voldoende originele motorolie in via de bougieopening en in het carter vanuit de kant van decarburateur. Trek een paar keer aan de trekstarter om de olie in de motor te laten circuleren.95


Voorbereiding voor opslagOPSLAGBij de voorbereiding van de buitenboordmotor op de opslag is bescherming tegen roest, corrosie enbeschadiging door bevriezing van ingesloten water het belangrijkste.De volgende opslagprocedures moeten worden gevolgd om uw buitenboordmotor op seizoensopslag oflangdurige opslag (twee maanden of langer) voor te bereiden.! OPGELETStart of gebruik de buitenboordmotor nooit (zelfs niet kortstondig) zonder dat er water via allekoelwaterinlaatopeningen in het onderwaterhuis circuleert, om schade aan de waterpomp (droog lopen) ofoververhitting van de motor te voorkomen.BRANDSTOFSYSTEEMBELANGRIJK: Alcoholhoudende benzine (ethanol of methanol) kan tijdens de opslag tot zuurvorming overgaanen schade aan het brandstofsysteem toebrengen. Indien de gebruikte benzine alcohol bevat, is het raadzaamom zoveel mogelijk van de resterende benzine uit de brandstoftank, de brandstofslang en het brandstofsysteemvan de motor af te tappen.Vul de brandstoftank en het motorbrandstofsysteem met behandelde (gestabiliseerde) brandstof omvernisachtige aanslag en gom te helpen voorkomen. Ga verder met de volgende instructies.• Losse brandstoftank – Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel in de brandstoftank (volgde aanwijzingen op de verpakking). Schud de brandstoftank voorzichtig heen en weer om hetstabiliseringsmiddel met de brandstof te mengen.• Vaste brandstoftank - Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel (volgens de aanwijzingenop de verpakking) in een aparte container en meng deze met ongeveer één liter benzine. Giet dit mengselin de brandstoftank.• Plaats de buitenboordmotor in water of sluit de doorspoeladapter aan zodat koelwater kan circuleren.Laat de motor ten minste tien minuten draaien om het motorbrandstofsysteem te vullen.Doorspoeladapter 91-44357Q 2Wordt op de waterinlaten bevestigd, zorgt vooreen zoetwaterverbinding bij het doorspoelen vanhet koelsysteem of het gebruik van de motor.9192Bescherming van externe buitenboordmotoronderdelen• Smeer alle buitenboordmotoronderdelen die staan vermeld bij Onderhoud - Inspectie- enonderhoudsschema.• Werk beschadigde verf bij. Neem contact op met uw dealer voor de te gebruiken lak.• Spuit Quicksilver of <strong>Mercury</strong> Precision Lubricants Corrosion Guard (corrosiebescherming) op metalenbuitenoppervlakken (behalve anti-corrosie anodes).96


OPSLAGRef.-nr. tube Beschrijving Gebruikt in Onderdeelnr.120Corrosion Guard(corrosiebescherming)Externe metalen oppervlakken 92-802878Q55Bescherming inwendige motoronderdelenNB: Controleer eerst of het brandstofcircuit op opslag is voorbereid. Zie Brandstofsysteem, hiervoor.BELANGRIJK: Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud – Bougies inspecteren en vervangen voor de juisteprocedure voor het verwijderen van de bougiedoppen.• Plaats de buitenboordmotor in het water of sluit de doorspoeladapter aan zodat koelwater kan circuleren.Start de motor en laat hem in neutraal warmlopen.• Terwijl de motor versneld stationair draait, stopt u de brandstoftoevoer door de brandstofslang los tekoppelen. Zodra de motor begint te haperen, spuit u snel Quicksilver of <strong>Mercury</strong> Precision LubricantsStorage Seal (afdichting voor opslag) in de carburateur totdat de motor afslaat als gevolg van gebrek aanbrandstof.• Verwijder de bougies en spuit vijf seconden lang opslagafdichtingsmiddel rond de binnenkant van decilinder.• Draai het vliegwiel enige malen met de hand rond om het opslagafdichtingsmiddel door de cilinder teverdelen. Breng de bougie weer aan.Onderwaterhuis• Tap de tandwielolie uit het onderwaterhuis af en vul het weer (raadpleeg Onderhoud – Onderwaterhuissmeren).Buitenboordmotor plaatsen voor opslagSla de buitenboordmotor in een rechtopstaande (verticale) positie op om water uit de motor te laten lopen.KENNISGEVINGAls de buitenboordmotor in opgeklapte toestand wordt opgeslagen, kan hij beschadigd raken. Er kan danwater bevriezen dat is ingesloten in de koelkanalen, of regenwater dat zich ophoopt in de schroefuitlaat inhet onderwaterhuis. Sla de buitenboordmotor op in de stand volledig omlaag.Accu-opslag• Volg de instructies van de fabrikant voor opslag en het laden van de accu.• Verwijder de accu van de boot en controleer het waterpeil. Zo nodig opnieuw opladen.• Bewaar de accu op een koele, droge plaats.• Controleer tijdens de opslagperiode het waterpeil regelmatig en laad de accu regelmatig op.Controlelijst aan begin van het seizoenLaat de motor aan het begin van het vaarseizoen door uw dealer controleren of controleer desgewenst zelf devolgende items:• Controleer het elektrolytpeil en meet de accuspanning en het soortelijk gewicht van de accuvloeistof.Soortelijk gewicht bij 20 °C Spanning over accupolen (V) Laadconditie1.120 10.5 Helemaal leeg1.160 11.1 1/4 opgeladen1.210 11.7 1/2 opgeladen97


OPSLAGSoortelijk gewicht bij 20 °C Spanning over accupolen (V) Laadconditie1.250 12.0 3/4 opgeladen1.280 13.2 Helemaal geladen• Controleer of de accu goed is bevestigd en de accukabels goed zijn aangebracht.• Maak het motoroliefilter schoon.• Ontlucht de olieleiding tussen de olietank en de oliepomp.• Controleer de werking van de bedieningselementen voor gas en schakelen. Draai de schroefas terwijl ude schakelfunctie controleert, anders kan de schakeloverbrenging beschadigd raken.98


OPSPOREN VAN STORINGENStartmotor tornt de motor niet (elektrisch gestarte modellen)MOGELIJKE OORZAKEN• Modellen met afstandsbediening – Doorgeslagen 20 A-zekering in het startcircuit. ZiehoofdstukOnderhoud .• De buitenboordmotor is niet in neutraal geschakeld.• Zwakke accu of accuverbindingen zijn los of aangetast.• Defecte contactschakelaar.• Bedrading of elektrische verbinding defect.• Startmotor of solenoïde van startmotor defect.Motor start nietMOGELIJKE OORZAKEN• Noodstopschakelaar niet in de stand "RUN" (LOPEN).• Onjuiste startprocedure. Zie hoofdstukBediening .• Oude of verontreinigde benzine.• Motor verzopen. Zie hoofdstukBediening .• Brandstof bereikt de motor niet.a. Brandstoftank is leeg.b. Ontluchtingsopening van brandstoftank dicht of verstopt.c. Brandstofslang is losgekoppeld of geknikt.d. Pompbal niet ingeknepen.e. Keerklep van pompbal is defect.f. Brandstoffilter is verstopt. Zie hoofdstukOnderhoud .g. Brandstofpomp defect.h. Brandstoftankfilter verstopt.• Component van ontstekingssysteem defect.• Bougies vuil of defect. Zie hoofdstukOnderhoud .Motor slaat over of draait onregelmatigMOGELIJKE OORZAKEN• Bougies vuil of defect. Zie hoofdstukOnderhoud .• Verkeerde instelling en afstellingen.• Er wordt niet genoeg brandstof aan de motor afgegeven.• Het brandstoffilter van de motor is verstopt. Zie hoofdstukOnderhoud .• Brandstoftankfilter verstopt.• Vastzittende anti-sifonklep op ingebouwde brandstoftank.• Brandstofleiding is geknikt of dichtgeknepen.• Brandstofpomp defect.• Component van ontstekingssysteem defect.PrestatieverliesMOGELIJKE OORZAKEN• Gashendel niet volledig open.99


OPSPOREN VAN STORINGEN• Schroef beschadigd of schroef van verkeerde grootte.• Verkeerde afgesteld ontstekingsmoment, verkeerde afstellingen of instelling.• Boot overbelast of lading niet goed verdeeld.• Overmatig veel water in motorruim.• Bodem van boot is vuil of beschadigd.Accu kan lading niet houdenMOGELIJKE OORZAKEN• Accuverbindingen zitten los of zijn gecorrodeerd.• Te weinig elektrolyt in de accu.• Oude of inefficiënte accu.• Te veel elektrische accessoires met de accu verbonden.• Kapotte gelijkrichter, laadspoel of spanningsregelaar.100


BIJBEHORENDE ONDERDELENBijbehorende onderdelenWij bevelen het gebruik aan van oorspronkelijke <strong>Mercury</strong> Precision of Quicksilver vervangingsonderdelen ensmeermiddelen.Naam Aantal AfmetingenGereedschapzak 1Tang 1Dopsleutel 1 10 x 13 mmOnderhoudsgereedschapReserveonderdelenOverige*Dopsleutel 1 21 mmDopsleutelgreep 1Schroevendraaier (kruiskop-en bladschroevendraaier)Starterkoord 1 1600 mmBougie12 40: NGK B7HS-102 50: NGK B7HS-10Splitpen 1 Diameter x lengte - 3 x 25 mmBevestigingsbouten beugel 4 12 mmBevestigingsmoeren beugel4 12 mmSluitringen A, B 4 elk A = groot, B = kleinBrandstoftank (met pompbal)Afstandsbedieningskast 1Stuurstang 1Toerenteller 1Trimhoekmeter 1 Alleen type EP‐Draad voor meter 1 TO1Voor type EO en EP‐TONB: * Op sommige markten niet als standaardaccessoire meegeleverd.Schroef selecterenBELANGRIJK: Om corrosie aan de schroefnaaf en vastlopen van de naaf op de schroefas te voorkomen (metname in zout water), moet u altijd een laagje van het aanbevolen smeermiddel aanbrengen op de gehele astijdens de aanbevolen onderhoudsbeurten en telkens wanneer de schroef wordt verwijderd.De schroef moet zo worden gekozen dat het bij volgas gemeten motortoerental tijdens het varen binnen hetaanbevolen bereik valt.40 5000–5700 omw/min50 5150–5850 omw/minLage waarden geven een grotere belasting aan en hoge waarden een kleinere belasting.101


Merkteken 40 50*78.59101112 XL spiegelC 12.5 SL spiegel XL spiegel13BIJBEHORENDE ONDERDELENC 13.514C 14.5C 16SL spiegelNB: * Schroef met vier bladen afgebeeld.Merkteken W509101112 L spiegel13141516.517.5NB:102


103


Optionele accessoiresACCESSOIRESabcdfe38397104


ACCESSOIRESa -b -verbindingsstangset B (bij gebruik met tweemotoren)set voor besturing van twee motoren (bijgebruik met twee motoren)d -e -f -vettandwielolie (500 ml)spuitlak voor bijwerkenc -schroef105


ACCESSOIRESabc d ef g hij38396a -b -c -d -snelheidsmeter (50 mph)snelheidsmeter (75 mph)waterdrukmeterwatertemperatuurmeter106


ACCESSOIRESe -f -g -h -i -j -spanningsmeterbedrijfsurentellerbrandstofmetertoerentellerdoorspoeladapterdrive cleaner (ontkolingsmiddel)107


SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAARPlaatselijke reparatieserviceBreng uw buitenboordmotor altijd naar uw plaatselijke erkende dealer terug, als service nodig mocht zijn. Alleenhij heeft de door de gediplomeerde monteurs, de kennis, het speciale gereedschap, de apparatuur en deoriginele onderdelen en accessoires om op de juiste wijze onderhoud aan uw motor uit te kunnen voeren alsdat nodig mocht zijn. Hij kent uw motor het beste.Service onderwegAls u zich niet in de buurt van uw plaatselijke dealer bevindt en service nodig hebt, neem dan contact op metde dichtstbijzijnde erkende dealer. Raadpleeg de Gouden Gids. Als u om welke reden dan ook geen servicekunt krijgen, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde <strong>Mercury</strong> Marine servicekantoor.Inlichtingen over onderdelen en accessoiresOver originele vervangingsonderdelen en accessoires kan uw plaatselijke erkende dealer u informeren. Dedealer heeft de benodigde informatie om onderdelen en accessoires voor u te bestellen. Wanneer u naaronderdelen en accessoires informeert, heeft de dealer het model- en serienummer nodig om de juisteonderdelen te kunnen bestellen.ServicebijstandHet is voor uw dealer en voor ons uiterst belangrijk dat u tevreden bent met uw buitenboordmotor. Als u eenprobleem met of vraag over de buitenboordmotor hebt, neem dan contact op met uw dealer of een erkend<strong>Mercury</strong> Marine dealerschap. Als u meer hulp nodig hebt, doe dan het volgende.1. Spreek met de verkoop- of servicemanager van het dealerschap. Als u dit reeds gedaan hebt, neem dancontact op met de eigenaar van het dealerschap.2. Als u een vraag of probleem hebt dat niet door het dealerschap kan worden opgelost, vraag het <strong>Mercury</strong>Marine servicekantoor dan om hulp. <strong>Mercury</strong> Marine zal samen met u en uw dealerschap alle problemenoplossen.Het servicekantoor heeft de volgende informatie nodig:• Uw naam en adres• Telefoonnummer waar u overdag bereikbaar bent• Model en serienummer van de buitenboordmotor• De naam en het adres van uw dealerschap• Aard van het probleem<strong>Mercury</strong> Marine-servicekantorenAls u hulp nodig hebt, kunt u bellen, faxen of schrijven. Verstrek een telefoonnummer waar u overdag te bereikenbent als u een brief of fax stuurt.Verenigde Staten, CanadaTelefoonFaxWebsiteEngels - (920) 929-5040Frans - (905) 636-4751Engels - (920) 929-5893Frans - (905) 636-1704www.mercurymarine.com<strong>Mercury</strong> MarineW6250 W. Pioneer RoadP.O. Box 1939Fond du Lac, WI 54936-1939Australië, PacificTelefoon (61) (3) 9791-5822 Brunswick Asia Pacific Group132-140 Frankston RoadFax (61) (3) 9706-7228Dandenong, Victoria 3164Australië108


SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAREuropa, Midden-Oosten, AfrikaTelefoon (32) (87) 32 • 32 • 11 Brunswick Marine EuropeParc Industriel de Petit-RechainFax (32) (87) 31 • 19 • 65B-4800 Verviers,BelgiëMexico, Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caraïbisch gebiedTelefoon (954) 744-3500 <strong>Mercury</strong> Marine11650 Interchange Circle NorthFax (954) 744-3535Miramar, FL 33025VSJapanTelefoon 072-233-8888 Kisaka Co., Ltd.4-130 Kannabe-cho Sakai-shi Sakai-kuFax 072-233-88335900984 Osaka,JapanAzië, SingaporeTelefoon 5466160 <strong>Mercury</strong> Marine Singapore72 Loyang WayFax 5467789Singapore, 508762109


Bedradingsschema'sBEDRADINGSSCHEMA’S1. opneemspoel2. dynamo3. bekrachtigingsspoel4. ontstekingsmodule5. bobine6. gelijkrichter7. startmotor8. startrelais9. trim- en opklapbekrachtiging10. elektromagnetische schakelaar A voor trim- en opklapbekrachtiging11. elektromagnetische schakelaar B voor trim- en opklapbekrachtiging12. trimsensor13. zekering14. chokerelais15. oliepeilsensor16. oververhittingsensor (optioneel)17. watertemperatuursensor18. accukabel19. draadboom20. draadboom B21. draadboom C22. trim- en opklapbekrachtigingsschakelaar B23. startkoord24. draadboom elektromagnetische schakelaar A25. draadboom elektromagnetische schakelaar B26. draadboom elektromagnetische schakelaar C27. accu28. hoofdschakelaar29. stopschakelaar30. zoemer oververhitting (optioneel)31. neutraalschakelaar32. schakelaar voor trim- en opklapbekrachtiging33. toerenteller34. trimhoekmeter35. meterdraadboom36. olielampje37. controlelampje olieniveau38. snelheidsmeter39. waterdrukmeter40. bedrijfsurenteller41. spanningsmeter42. watertemperatuurmeter43. brandstofmeter110


44. brandstofmeterzender45. draadboom brandstofmeter46. draadboom watertemperatuur47. schakelaar meterverlichting48. draadboomadapter (zwart)49. draadboomadapter (rood)50. draadboomadapter (blauw)Afkortingen draadkleurcodesBEDRADINGSSCHEMA’SDraadkleurcodesBLK Zwart BLU BlauwBRN Bruin GRS GrijsGRN Groen ORN of ORG OranjePNK Roze PPL of PUR PaarsROOD Rood TAN BeigeWHT Wit YEL GeelLT of LIT Licht DK of DRK Donker111

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!