12.07.2015 Views

Protocol Gezond Gewicht op het CB - Zorg voor gezond gewicht

Protocol Gezond Gewicht op het CB - Zorg voor gezond gewicht

Protocol Gezond Gewicht op het CB - Zorg voor gezond gewicht

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Versie : 4Datum : oktober 2009Geldig tot : oktober 2011Bestemd <strong>voor</strong>: <strong>CB</strong>-artsen/wijkverpleegkundigenVerspreidingsgebied : Icare gebied JGZAuteur: Saskia van Os, Margriet de Boer, Willy BrinkAutorisatie: Paul HarmsenTrefwoorden: <strong>Gezond</strong> <strong>gewicht</strong>, Over<strong>gewicht</strong>, Obesitas, BMI, MiddelmetingGerelateerde Documenten : Signaleringsplan Bulk e.a. 2004, Overbruggingsplan <strong>voor</strong>kinderen met over<strong>gewicht</strong>, Bulk e.a. 2005Beheer intern: Icare JGZ<strong>Protocol</strong> eigenaar: Icare JGZ<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 2


Inhouds<strong>op</strong>gavePaginaInleiding 41. Preventie van over<strong>gewicht</strong> 52. Signaleren van over<strong>gewicht</strong> en obesitas 103. Begeleidingsplan bij over<strong>gewicht</strong> 12Bijlagen:1. Nomogram en afkapwaarden tabel 142. Voorlichtingspijl 163. Folder <strong>Gezond</strong> <strong>gewicht</strong> <strong>voor</strong> peuters 214. Uitdeelblad ‘Weet wat je drinkt’ 265. Achtergrondinformatie over<strong>gewicht</strong> 306. Uitleg klinische blik 337. Gerelateerde documenten 35<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 3


InleidingDe Jeugd<strong>gezond</strong>heidszorg van Icare heeft een rol in <strong>het</strong> bevorderen van een <strong>gezond</strong> <strong>gewicht</strong> en<strong>het</strong> <strong>voor</strong>komen van over<strong>gewicht</strong> bij kinderen. In <strong>het</strong> ‘<strong>Protocol</strong> <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> cb’ is deaanpak weergegeven die Icare hanteert om:- een <strong>gezond</strong> <strong>gewicht</strong> te bevorderen/ over<strong>gewicht</strong> te <strong>voor</strong>komen;- over<strong>gewicht</strong> te signaleren;- na signalering van over<strong>gewicht</strong> de juiste begeleiding te realiseren.Dit protocol is gebaseerd <strong>op</strong> <strong>het</strong> overbruggingsplan zoals ontwikkeld is door VUmc insamenwerking met <strong>het</strong> Kenniscentrum Over<strong>gewicht</strong> (1) . Dit overbruggingsplan is ontwikkeldin afwachting van een wetenschappelijk bewezen effectief programma en gebaseerd <strong>op</strong> de totnu toe vijf veelbelovende elementen (BBOFT, zie hoofdstuk 1).In hoofdstuk 1 is de aanpak <strong>voor</strong> <strong>het</strong> bevorderen van <strong>gezond</strong> <strong>gewicht</strong> beschreven.In hoofdstuk 2 is de signalering van over<strong>gewicht</strong> uitgewerkt.In hoofdstuk 3 staat de begeleiding na signalering van over<strong>gewicht</strong> centraal.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 4


1. Preventie van over<strong>gewicht</strong>Voor een <strong>gezond</strong> <strong>gewicht</strong> is een goede energiebalans van belang. De energiebalans is de balanstussen de energie-inname (via de voeding) en <strong>het</strong> energiegebruik (door lichamelijke activiteit)waarbij genetische, biologische, psychosociale en omgevingsfactoren een rol spelen. Door eenlangdurige onevenwichtigheid van deze energiebalans ontstaat over<strong>gewicht</strong>. Bij obesitas is ersprake van ernstig over<strong>gewicht</strong>. Indien <strong>het</strong> energieverbruik langdurig hoger is dan de energieinnamedreigt onder<strong>gewicht</strong>.Om over<strong>gewicht</strong> te <strong>voor</strong>komen blijken 5 speerpunten van belang (overbruggingsplan 1):• Stimuleren van borstvoeding (B)• Stimuleren bewegen/ buitenspelen (B)• Stimuleren ontbijten (O)• Reduceren van gezoete dranken (F)• Reduceren van tv-kijken en computergebruik (T)Momenteel wordt gewerkt aan uitbreiding van de BBOFT regels met SO.- stimuleren van voldoende slaap (S)- stimuleren van competente <strong>op</strong>voedingsstijlen (O)In <strong>het</strong> kader van de primaire preventie is <strong>het</strong> van belang om deze speerpunten in te passentijdens de contactmomenten vastgesteld in <strong>het</strong> Basistakenpakket (BTP).Per leeftijdsgroep wordt een overzicht gegeven van de adviezen die bij deze speerpunten vanbelang zijn.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 5


Tabel 1: Adviezen <strong>voor</strong> zuigelingen (0-6 maanden)IndividueelgerichtBBorstvoedingstimulerenVoordelenbespreken vanborstvoeding.Bij flesvoedingjuiste doseringen hoeveelheidbenadrukken.Maak gebruikvanprogramma’s<strong>voor</strong> <strong>het</strong>stimuleren vanborstvoeding.BBewegen/BevorderenBuitenwandelen.Zomers buitenin de boxleggen.Bevorderen vanverantwoordzelf bewegen ineen veiligeomgeving ookbinnenshuis:box stimuleren,evenalsspelletjeswaarbijkinderenmotorisch actiefzijn.OOntbijtenNiet vantoepassingvoedingsschemalangzamerhandaanpassen totontbijt,middageten enavondeten endrinkmomententussendoor.Oudersstimuleren zelfte ontbijten(<strong>voor</strong>beeldgedrag)FFrisdrankgebruikbeperkenGeenintroductie vanfrisdrank.Indien drinkentussendoor danwater adviserenOudersstimuleren zelfbeperktfrisdrank tegebruiken(<strong>voor</strong>beeldgedrag).TTV kijkenbeperkenNiet inmaxicosi<strong>voor</strong> de TV.Oudersstimuleren totbewust eigentv- en computergedrag.Oudersstimuleren zelf(buiten) actiefte zijn(<strong>voor</strong>beeldgedrag)CollectiefgerichtCertificeringJGZ enKraamzorg.Foldersbeschikbaar.BorstvoedingcursusBabyzwemmenBabygymBabymassageGroeps<strong>voor</strong>lichting oudersgericht <strong>op</strong>voeding,beweging en<strong>op</strong>voeding zieregionalesociale kaartGroeps<strong>voor</strong>lichting oudersgericht <strong>op</strong>voeding,beweging en<strong>op</strong>voeding zieregionalesociale kaartGroeps<strong>voor</strong>lichting oudersgericht <strong>op</strong>voeding,beweging en<strong>op</strong>voeding zieregionalesociale kaartGroeps<strong>voor</strong>lichting oudersgericht <strong>op</strong>voeding,beweging en<strong>op</strong>voeding zieregionalesociale kaart<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 6


Tabel 2 Adviezen <strong>voor</strong> zuigelingen 7-12 maandenIndividueelgerichtBBorstvoedingstimulerenVoordelenbespreken vancontinueren vanborstvoeding.Flesvoeding injuiste dosering enhoeveelheidbenadrukken.BBewegen/BuitenspelenbevorderenBox gebruikstimuleren,binnenshuisen buitenshuis.Stimulerenvanverantwoordzelf bewegenin een veiligeomgeving.Buitenwandelen.Oudersstimulerenzelf buitenactief te zijn(<strong>voor</strong>beeldgedrag).OOntbijtenSamen aantafel ontbijtenbij <strong>voor</strong>keurmet tenminste1 van deouders.Graanbevattend (ongezoet)ontbijtaanbevelen.Oudersstimuleren zelfte ontbijten(<strong>voor</strong>beeldgedrag)FFrisdrankbeperkenGeen frisdrankintroductie.Verschil tussenvers fruit enfruitdrank,vruchtendrank,vruchtensiro<strong>op</strong>envruchtennektarbespreken enevt. laten zien.I.v.m.smaakontwikkelingen dekwantiteitaltijdvruchtensap(geperst fruit)verdunnen metwater.TTV kijkenbeperkenNiet inmaxicosi <strong>voor</strong>de TVOudersstimuleren totbewust eigentv- encomputergedrag.Water alsdrank <strong>voor</strong>kinderenadviseren.Oudersstimuleren zelfbeperktfrisdrank tegebruiken(<strong>voor</strong>beeldgedrag).CollectiefgerichtCertificering.Foldersbeschikbaar.Groeps<strong>voor</strong>lichting oudersgericht <strong>op</strong>voeding,beweging en<strong>op</strong>voedingzie regionalesociale kaartGroeps<strong>voor</strong>lichting oudersgericht <strong>op</strong>voeding,beweging en<strong>op</strong>voeding zieregionalesociale kaartGroeps<strong>voor</strong>lichting oudersgericht <strong>op</strong>voeding,beweging en<strong>op</strong>voeding zieregionalesociale kaartGroeps<strong>voor</strong>lichting oudersgericht <strong>op</strong>voeding,beweging en<strong>op</strong>voeding zieregionalesociale kaartNB. Vooral in de leeftijd van 6 – 12 maanden wordt de basis gelegd van gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> gebiedvan voeding bewegen en <strong>op</strong>voeding. Wees hier<strong>op</strong> alert in de ondersteuning van de ouders.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 7


Tabel 3 Adviezen <strong>voor</strong> kinderen van 1 jaarIndividueelgerichtBBewegen/BuitenspelenBevorderenDagelijks buiten l<strong>op</strong>en(niet in wagen zitten).Sluit aan bij wat <strong>het</strong>kind kan (stukjel<strong>op</strong>en, soms zitten).Ouders stimuleren zelfbuiten actief te zijn(<strong>voor</strong>beeld gedrag).OOntbijtenSamen aan tafelontbijten bij<strong>voor</strong>keur mettenminste 1 van deouders.Graanbevattend(ongezoet) ontbijtaanbevelen.Placemat Icaretoelichten enuitreiken.Ouders stimulerenzelf te ontbijten(<strong>voor</strong>beeld gedrag)FFrisdrankbeperkenGeen frisdrankintroductie.Verschil tussenvers fruit enfruitdrank,vruchtendrank,vruchtensiro<strong>op</strong> envruchtennektarbespreken en evt.verschil laten zien.I.v.m.smaakontwikkelingen de kwantiteitaltijd vruchtensap(geperst fruit)verdunnen metwater.Water als drank<strong>voor</strong> kinderenadviseren.TTV kijkenBeperkenProgramma’sspeciaal <strong>voor</strong>kinderen selectieflaten kijken.Geen TV <strong>op</strong>kinderkamer.Ouders stimulerentot bewust eigentv- en computergedrag.CollectiefgerichtGroeps<strong>voor</strong>lichtingouders gericht <strong>op</strong>voeding, beweging en<strong>op</strong>voeding zieregionale sociale kaartGroeps<strong>voor</strong>lichtingouders gericht <strong>op</strong>voeding, bewegingen <strong>op</strong>voeding zieregionale socialekaartOuders stimulerenzelf beperktfrisdrank tegebruiken(<strong>voor</strong>beeld gedrag).Groeps<strong>voor</strong>lichtingouders gericht <strong>op</strong>voeding, bewegingen <strong>op</strong>voeding zieregionale socialekaartGroeps<strong>voor</strong>lichtingouders gericht <strong>op</strong>voeding, bewegingen <strong>op</strong>voeding zieregionale socialekaart<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 8


Tabel 4 Adviezen <strong>voor</strong> kinderen van 2-10 jaarIndividueelgerichtBBewegen/BuitenspelenBevorderenDagelijks l<strong>op</strong>end offietsend naar school.Minimaal 1 uur perdag buitenspelen ofsporten.OOntbijtenSamen aan tafelontbijten bij<strong>voor</strong>keur mettenminste 1 van deouders.Graanbevattend(ongezoet) ontbijtaanbevelen.Ouders stimulerenzelf te ontbijten(<strong>voor</strong>beeld gedrag)FFrisdrankbeperkenFrisdrankbeperken.Bespreken datzuivervruchtensap ookhoogcalorisch is.Ouders stimulerenzelf beperktfrisdrank tegebruiken(<strong>voor</strong>beeld gedrag).TTV kijkenbeperkenNooit langer TVkijken / <strong>op</strong>computer spelendan bewegen(max. 1-2 uur/dag).Geen computer/TV <strong>op</strong> eigenkamer.Ouders stimulerentot bewust eigentv- en computergedrag.CollectiefgerichtSportmogelijkheden inoverleg met oudersafhankelijk van hunmogelijkheden*.Oudercursus bewegenmet kinderen.Groeps<strong>voor</strong>lichtingouders en kinderengericht <strong>op</strong> voeding,beweging en<strong>op</strong>voeding zieregionale sociale kaartGroeps<strong>voor</strong>lichtingouders enkinderen gericht<strong>op</strong> voeding,beweging en<strong>op</strong>voeding zieregionale socialekaartGroeps<strong>voor</strong>lichtingouders enkinderen gericht<strong>op</strong> voeding,beweging en<strong>op</strong>voeding zieregionale socialekaartGroeps<strong>voor</strong>lichtingouders enkinderen gericht<strong>op</strong> voeding,beweging en<strong>op</strong>voeding zieregionale socialekaart* Eén keer per week naar een sportclub is geen alternatief <strong>voor</strong> dagelijks buitenspelen.Maak ouders er<strong>op</strong> attent dat <strong>voor</strong> lidmaatschap van sportverenigingen/ cursussen vergoedingenmogelijk zijn vanuit <strong>het</strong> gemeentefonds bij een laag inkomen.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 9


2. Het signaleren van over<strong>gewicht</strong> en obesitasDe prevalentie van over<strong>gewicht</strong> en obesitas bij jeugdigen neemt toe, zie bijlage 5.Vroegsignalering van (dreigend) over<strong>gewicht</strong> is noodzaak. De Jeugd<strong>gezond</strong>heidszorg kan hierineen cruciale rol spelen. Om over<strong>gewicht</strong> bij kinderen tijdig <strong>op</strong> te kunnen sporen is eensignaleringsinstrument ontwikkeld.Een nomogram/ groeicurve en een tabel met afkapwaarden is <strong>op</strong>genomen in bijlage 1. In <strong>het</strong>Digitaal Dossier Jeugd<strong>gezond</strong>heidszorg kan de BMI worden berekend en is een tabel met deafkapwaarden <strong>op</strong>genomen.2.1 Signaleringsinstrument over<strong>gewicht</strong> en obesitas<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 10


2.2 Actiepunten• Na signalering over<strong>gewicht</strong>:o bespreken van de beleving van <strong>het</strong> <strong>gewicht</strong> door ouderso vervolgens starten met begeleidingsplan over<strong>gewicht</strong> (zie hoofdstuk 3)• Na signalering obesitas:o bespreken van de beleving van <strong>het</strong> <strong>gewicht</strong> door de ouderso vervolgens verwijzen naar de huisarts (obesitas is geen taak van de JGZ) ommedische zaken uit te sluiteno ook verwijzen naar de diëtist.• Registreren over<strong>gewicht</strong> en obesitaso registreren in dossier en CAS door middel van ‘code h’ als risicofactor. Dit ookmet ouders bespreken.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 11


3. Begeleidingsplan bij over<strong>gewicht</strong>Het signaleren van over<strong>gewicht</strong> heeft alleen nut indien passende begeleiding volgt. DeJeugd<strong>gezond</strong>heidszorg heeft hierin een rol. Namelijk in de vorm van <strong>het</strong> <strong>op</strong>stellen van eenbegeleidingsplan in samenspraak met de ouders. Hier<strong>voor</strong> kunnen extra consulten afgesprokenworden naast de consulten vanuit <strong>het</strong> Basistakenpakket. Deze consulten kunnen ook geplandworden in de vorm van inlo<strong>op</strong>spreekuren of huisbezoeken. Eventueel kan er ook verwezenworden naar andere disciplines zoals een diëtist, orth<strong>op</strong>edagoog, videohometraining en/ offysiotherapeut.In dit hoofdstuk wordt een stroomschema aangegeven dat gebruikt kan worden bij debegeleiding van over<strong>gewicht</strong>.Het is bij kinderen die nog in de groei zijn helpend om in de begeleiding de focus te leggen <strong>op</strong><strong>het</strong> st<strong>op</strong>pen van de <strong>gewicht</strong>stoename. Dit is een positievere benadering dan de focus <strong>op</strong>afvallen.MiddelmetingDe middelmeting die genoemd wordt in <strong>het</strong> schema is facultatief en kan ook door de ouderszelf worden gemeten en geregistreerd.De middelomtrek wordt staand bepaald met een standaard meetlint. De middelomtrekwordt gemeten als kleinste maat tussen de bovenzijde van de bekkenkam en deonderzijde ribbenboog (ongeveer ter hoogte van de navel) aan <strong>het</strong> einde van eennormale uitademing. De maat wordt genoteerd in cm met een nauwkeurigheid van 1decimaal (Bron:Signaleringsprotocol Over<strong>gewicht</strong> in de Jeugd<strong>gezond</strong>heidszorg.).Als kinderen <strong>gezond</strong>er gaan eten en meer gaan bewegen is <strong>het</strong> effect <strong>op</strong> <strong>het</strong> dalen van demiddelomvang eerder zichtbaar dan <strong>het</strong> effect <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>gewicht</strong> of de BMI. Het meten van demiddelomvang werkt motiverend <strong>voor</strong> <strong>het</strong> kind en de ouder.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 12


3.1 Stroomschema over<strong>gewicht</strong> 11 e consult (mogelijk in meerdere deelconsulten)- Lichamelijk onderzoek (evt. met middelomtrek ). ).- Vaststelling over<strong>gewicht</strong> volgens signaleringsprotocol.- Bespreken beleving <strong>gewicht</strong>.- Bespreken motivering om leefstijl te te veranderen.- Opstellen haalbaar veranderplan (incl. BOFT).- Zonodig verwijzen naar andere disciplines.- Consultafspraak na 3/4 weken.2 e consult 3 tot 4 weken na eerste consult- Lengte, <strong>gewicht</strong> en evt. middelomtrek meten.- Bespreken veranderplan (Waarover tevreden? Welkepunten nog aanpakken?).- Zonodig verwijzen naar andere disciplinespositieve verandering <strong>op</strong>getreden:- Doorgaan volgens plan.- Consultafspraak na 6 maandenIn overleg met ouders is eentussentijdse afspraak mogelijk.geen verandering <strong>op</strong>getreden:- Veranderplan aanpassen.- Extra ondersteuning gewenst?- Consultafspraak na 3/4 weken.3 e consult 6 mnd na tweede consult- Lengte, <strong>gewicht</strong> en evt.middelomtrek (BMI bepalen).- Bespreken veranderplan.- Zonodig verwijzen naar anderedisciplines3 e / 4 e consult 3/4 wkn na vorige consult- Lengte, <strong>gewicht</strong> en evt.middelomtrek (BMI bepalen)- Bespreken veranderplan- Zonodig verwijzen naar anderedisciplinespositieve verandering :- Regulier periodiek<strong>gezond</strong>heidsonderzoekJGZ.positieve verandering:- Doorgaan 3 maanden,- Consultafspraak na 3maanden.geen verandering:- Verwijzen naarhuisarts- Regulier PGO- Hercontrole na 1 jr.4 e consult of 5e consult- Lengte, <strong>gewicht</strong> evt.middelomtrek meten(BMI bepalen).- Bespreken veranderplan- Verminderen ondersteuningbij goedresultaat.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 13


Bijlage 1 Nomogram/ Groeicurve en afkapwaarden tabel<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 14


<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 15


Bijlage 2 VoorlichtingspijlInleidingHet geven van <strong>voor</strong>lichting over <strong>gezond</strong>heid en <strong>gezond</strong> gedrag is een belangrijkonderdeel van de zorg en begeleiding aan alle cliënten. De gegeven <strong>voor</strong>lichtingleidt echter niet altijd tot <strong>het</strong> gewenste resultaat. Voorlichting is pas effectief als<strong>het</strong> voldoende aansluit bij de belevingswereld van de cliënt.De Voorlichtingspijl van <strong>het</strong> NIGZ (1998) is een handig hulpmiddel <strong>voor</strong> iedereprofessional die <strong>voor</strong>lichtingsgesprekken voert. Door <strong>het</strong> toepassen van ditstappenmodel, voert u de <strong>voor</strong>lichting meer systematisch en <strong>op</strong> maat uit.Stappen van de VoorlichtingspijlDe stappen van de Voorlichtingspijl zijn:1. <strong>op</strong>enstaan2. begrijpen3. willen4. kunnen5. doen6. blijven doenVOORLICHTINGSPIJLSTAPPENREEKS VOOR GEDRAGSVERANDERING<strong>op</strong>enstaanbegrijpenwillenkunnendoenblijven doenDOEL<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 16


Fase 1 – OpenstaanDe eerste stap verwijst naar <strong>het</strong> vermogen van de cliënt om informatie tot zich doorte laten dringen en stil te staan bij de inhoud.Cliënten zullen alleen informatie <strong>op</strong>nemen als die aansluit bij hun behoeften,verwachtingen, vragen en zorgen. Verken in deze fase de behoeften enverwachtingen van de cliënt en ga na welke belemmeringen er zijn <strong>voor</strong> effectievecommunicatie. Stem <strong>op</strong> basis van deze verkenning de aard en de hoeveelheid vande informatie af <strong>op</strong> de behoeften van de cliënt.Angst kan een belemmerende factor zijn. Ook onderschatting van <strong>gezond</strong>heidsrisico’skan een belemmerende factor zijn. Wanneer iemand totaal geen<strong>gezond</strong>heidsrisico’s ziet <strong>voor</strong> zijn of haar on<strong>gezond</strong>e leefpatroon dan heeft <strong>het</strong>(nog) geen zin om adviezen te geven gericht <strong>op</strong> een <strong>gezond</strong>e leefstijl. Het is danbelangrijker om eerst in te gaan <strong>op</strong> feiten rondom <strong>gezond</strong>heidsrisico’s.Rust en sfeer kunnen veel invloed hebben <strong>op</strong> <strong>het</strong> gesprek. Verhelder zo nodigvragen.Mogelijke acties gericht <strong>op</strong> <strong>op</strong>enstaan• exploreer de behoeften en verwachtingen, en de risic<strong>op</strong>erceptie van de cliënt;• stem aard en hoeveelheid van de informatie af <strong>op</strong> de behoefte van de cliënt.Fase 2 – BegrijpenDe tweede stap ‘begrijpen’ heeft te maken met <strong>het</strong> <strong>op</strong>nemen en verwerken vaninformatie.Gemiddeld onthouden mensen:- 10 procent van wat ze lezen;- 30 procent van wat ze zien;- 50 procent van wat ze horen en zien;- 80 procent van wat ze zelf zeggen;- 90 procent van wat ze zelf zeggen terwijl ze dit gelijk uitvoeren.Voor de <strong>voor</strong>lichting betekent dit dat u rekening houdt met <strong>het</strong> volgende:- Belangrijk: Ervaart de cliënt de informatie als belangrijk?- Bruikbaar: Sluit de gegeven informatie aan zodat de cliënt <strong>het</strong> gevoel heeft dathij/zij er iets mee kan?- Begrijpelijk: Is <strong>het</strong> taalgebruik en de hoeveelheid informatie zodanig dat decliënt <strong>het</strong> kan begrijpen? Meegeven van schriftelijk<strong>voor</strong>lichtingsmateriaal is een goede ondersteuning van demondelinge informatie.- Boeiend: ‘Raakt’ u de cliënt met de informatie?- Beklijven: Is de informatie die u gegeven hebt ook overgekomen? <strong>Zorg</strong> <strong>voor</strong>herhaling, kom tijdens vervolgconsulten terug <strong>op</strong> informatie diebesproken is in een eerder consult. Vraag na in hoeverre deboodschap is overgekomen.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 17


Mogelijke acties gericht <strong>op</strong> begrijpen• Belangrijk Bepaal wat <strong>voor</strong> de cliënt belangrijk is, ga na wat de cliënt alweet en naar welke informatie de cliënt <strong>op</strong> zoek is. Sluit aanbij doelen, <strong>voor</strong>kennis, behoefte en interesse.• Bruikbaar Stel vast of de cliënt de informatie kan gebruiken, geefconcreet toepasbare informatie.• Begrijpelijk Geef de informatie kort, bondig en in eenvoudigebewoordingen, vat hoofdzaken samen en ondersteun mettekeningen en tekst (schriftelijk materiaal) en doseer deinformatie;• Boeiend Gebruik vergelijkingen, beeldspraak, metaforen.• Beklijven Ga telkens na of en hoe de boodschap is overgekomen.Fase 3 – WillenIn de <strong>voor</strong>gaande fasen speelt <strong>voor</strong>al kennis een grote rol. Het is zinvol wanneermensen voldoende van <strong>het</strong> onderwerp weten, maar kennis alleen zorgt nog niet<strong>voor</strong> gedragsverandering. Daar<strong>voor</strong> is de attitude van belang. Hiermee wordtbedoeld de houding van mensen ten <strong>op</strong>zichte van <strong>het</strong> gewenste gedrag.In de derde stap staat dan ook de motivatie van de cliënt om te veranderencentraal. Peil hoe de cliënt denkt over <strong>het</strong> te veranderen gedrag. Probeer demotivatie te verhogen door argumenten aan te voeren. Blijf hierbij echter goedaansluiten bij de cliënt. Benadrukken van de <strong>voor</strong>delen van een verandering ismeestal effectiever dan <strong>het</strong> noemen van de negatieve gevolgen van <strong>het</strong> bestaandegedrag. Het kan tijd kosten om gemotiveerd te raken en daarom moet de motivatiemogelijk in meerdere consulten worden besproken.Motivatie is naast persoonlijke aspecten mede afhankelijk van positieve ennegatieve invloeden uit de sociale omgeving.Mogelijke acties gericht <strong>op</strong> willen• vraag de mening van de cliënt;• weeg <strong>voor</strong>- en nadelen af (<strong>voor</strong>- en nadelenmatrix);• bespreek alternatieven.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 18


Fase 4 – KunnenOok als de cliënt goed gemotiveerd is, zijn er mogelijk belemmeringen dieveranderingen in de weg staan. Dit zijn moeilijkheden die niet allemaal te <strong>voor</strong>zienzijn. Het gaat hierbij om de eigen effectiviteit en de sociale invloed/sociale steun.In hoeverre acht iemand zichzelf in staat om <strong>het</strong> <strong>gezond</strong>e gedrag uit te voeren? Enin hoeverre ervaart iemand hierbij steun vanuit de omgeving?De vierde stap ‘kunnen’ is er dan ook <strong>op</strong> gericht om nadrukkelijk stil te staan bij devaardigheden die nodig zijn om <strong>het</strong> gevraagde gedrag of beoogde gedrag uit tevoeren en problemen <strong>op</strong> te lossen.Mogelijke acties gericht <strong>op</strong> kunnen• bespreek eventuele problemen bij de uitvoering;• bespreek de benodigde vaardigheden;• bespreek mogelijkheden <strong>voor</strong> steun van uit de omgeving.Fase 5 – DoenBij deze vijfde stap gaat <strong>het</strong> om <strong>het</strong> toepassen en uitvoeren van de <strong>voor</strong>lichting. Dekans van slagen wordt bepaald door de uitkomst van de vorige fasen, decomplexiteit van de veranderingen en de vaardigheid van de cliënt omveranderingen tot stand te brengen. Laat iemand in deze fase concreet aangevenwelk gedrag hij/zij wil veranderen, wat hij/zij precies anders wil gaan doen, hoe enmet ingang van wanneer.U kunt de cliënt veel nuttige tips geven. Het werkt motiverend om behaalde<strong>voor</strong>delen te benoemen.Mogelijke acties gericht <strong>op</strong> doen• maak concrete en haalbare afspraken;• benoem behaalde <strong>voor</strong>delen;• bespreek mogelijke belemmeringen bij <strong>het</strong> behalen van doelen;• geef tips <strong>voor</strong> de uitvoering.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 19


Fase 6 – Blijven doenIn de stap ‘blijven doen’ gaat <strong>het</strong> erom dat de cliënt in <strong>het</strong> dagelijks leven <strong>het</strong>gedrag vol blijft houden. Hier<strong>voor</strong> is <strong>het</strong> belangrijk dat <strong>het</strong> gedrag min of meer‘eigen’ wordt. Door <strong>voor</strong>uit te kijken naar ‘blijven doen’ wordt <strong>het</strong> volhouden van<strong>het</strong> gedrag beter mogelijk.Het is belangrijk om stil te staan bij de vraag wat <strong>het</strong> moeilijk maakt om <strong>het</strong> gedragvol te houden. Kijk daarbij naar wat de cliënt helpt om <strong>het</strong> wel vol te houden.Maar bespreek ook <strong>voor</strong>al wat de cliënt kan helpen om na een terugval de draadweer <strong>op</strong> te pakken. Maak de cliënt duidelijk dat terugval er bij hoort. Probeer tevermijden dat de cliënt <strong>het</strong> gevoel krijgt gefaald te hebben.Grijp zonodig terug <strong>op</strong> eerdere stappen van <strong>het</strong> <strong>voor</strong>lichtingsmodel.Mogelijke acties gericht <strong>op</strong> blijven doenFeedback en bekrachtiging:• anticipeer <strong>op</strong> moeilijke momenten;• toon begrip <strong>voor</strong> moeilijke momenten;• heb aandacht <strong>voor</strong> beloningen en dingen om naar uit te kijken;• bespreek hoe de draad weer <strong>op</strong> te pakken na een terugval;• ondersteun zelfmanagement.Bron: De Voorlichtingspijl. Woerden, Nationaal Instituut <strong>voor</strong><strong>Gezond</strong>heidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ), 1998<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 20


Bijlage 3 Folder ‘<strong>Gezond</strong> <strong>gewicht</strong> <strong>voor</strong> peuters’<strong>Gezond</strong> <strong>gewicht</strong>Voor peutersInformatie en adviezen <strong>voor</strong> ouders/verzorgersvan peuters (1-4 jaar) met over<strong>gewicht</strong><strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 21


t~~êçã=âêáàÖ=àÉ=ÇÉòÉ=áåÑçêã~íáÉ =Op <strong>het</strong> consultatiebureau is geconstateerd dat je kind wat te zwaar is. Vaak wordt gezegd dat“puppy-vet”er vanzelf wel afgaat als je kind groter wordt. Helaas is dat niet <strong>het</strong> geval; 1 <strong>op</strong> de 4dikke peuters blijven dit ook als volwassene. Deze kans neemt sterk toe met de leeftijd; 2 <strong>op</strong> de5 dikke kinderen <strong>op</strong> de basisschoolleeftijd eindigen als dikke volwassene. Het heeft dus weldegelijk zin nu in te grijpen. En juist <strong>op</strong> deze leeftijd kun je nog veel invloed uitoefenen <strong>op</strong> <strong>het</strong>eetpatroon van je kind. Het is immers <strong>op</strong> dat punt nog volledig afhankelijk van u. “Goed<strong>voor</strong>beeld” doet zeker <strong>op</strong> deze leeftijd “goed volgen”. Van wat je je kind nu bijbrengt heeft <strong>het</strong>een leven lang profijt!Denk niet dat <strong>het</strong> <strong>gewicht</strong>sprobleem te wijten is aan <strong>het</strong> feit dat je iets “fout” heeft gedaan alsouder. Misschien ontbreekt <strong>het</strong> je aan de juiste kennis wat je je kind <strong>het</strong> beste kan geven(bij<strong>voor</strong>beeld wat zijn goede tussendoortjes en wat is een alternatief <strong>voor</strong> yokidrink). En watdacht je van de vele fabels <strong>op</strong> voedingsgebied (bv. aardappels en brood zijn dikmakers) of demisleidende reclameboodschappen (“sterk en groot worden” van Danoontje Power).kfbq=çé=ÇáÉÉí =Het is niet de bedoeling dat je kind <strong>op</strong> dieet gaat. Kinderen zijn nog in de groei en hebbenverschillende voedingsstoffen nodig. Een (te streng) dieet kan resulteren in tekorten en deontwikkeling van je kind belemmeren. Vaak is <strong>het</strong> ook niet nodig om daadwerkelijk af te vallen;als je kind vanaf nu niet meer aankomt en wel goed in de lengte doorgroeit is dat al voldoende.In deze brochure wordt een aantal bruikbare tips gegeven t.a.v. de voeding en beweging:<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 22


eççÑÇã~~äíáàÇÉå =Geef je peuter 3 hoofdmaaltijden per dag; 2 broodmaaltijden en een warme maaltijd. Dan krijgtje kind <strong>het</strong> grootste deel van de benodigde voedingsstoffen binnen en wordt de stofwisselinggestimuleerd door de regelmaat. Maak van de maaltijden een gezellig gezinsgebeuren en neemer de tijd <strong>voor</strong>. Het broodbeleg bij de broodmaaltijden, vleeskeuze, hoeveelheid vet gebruikt bijde bereiding van de warme maaltijd en <strong>het</strong> nagerecht zijn vaak de dikmakers (zie kaderhieronder). Afhaalmaaltijden of ‘ppp’ maaltijden (patat, pizza, pannenkoeken) bevatten nietalleen meer vet dan een traditionele warme maaltijd, maar wordt in de regel ook weinig groentebij gegeten. Eet maximaal 1x per week 1 van de 3 ‘p’ maaltijden en geef er groente of rauwkostbij of fruit toe.Geef liever:Ham, kipfilet, casselerrib,runderknakworst20+ smeerkaas, 30+ kaas,EdammerkaasJam, appelstro<strong>op</strong>,vruchtenhagel, honing,gestampte muisjesKipfilet, hamlap ongepaneerdeschnitzel, rundergehakt,rundervink, tartaar, haas- ofribkarbonade, magere rookworstMini-loempia, kipnuggetJus bereid van juszakje ofpoeder of van 1/3 bak- enbraadvet en 2/3 waterTomatenketchup, curry,fritessausMagere/halfvolle yoghurt,biogarde evt. gemengd met watvla, fruit of muesliIn plaats van:Worstsoorten, smeerleverworst,knakworstVolvette Goudse 48+ (smeer)kaas, Franse kaassoortenChocoladehagel/vlokken/pasta,pindakaas, hazelnootpastaSaucijs, hamburger, half om halfgehakt, gepaneerd vlees,slavink, schouderkarbonade,rookworstKroket, frikadelJus bereid met meer vetHalvanaise, mayonaise,pindasausKinder(kwark)toetjes,vruchtenyoghurt, volle vla,roomvla<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 23


qìëëÉåÇççêíàÉë =In onze “graas-en snackcultuur” zijn we gewend om de hele dag door te eten. Dit gedrag werktook door <strong>op</strong> peuters. Herken je <strong>op</strong> straat en in de pretparken de peuters in hun “cateringbuggy’s”?Het kind heeft <strong>voor</strong>tdurend iets te eten of te drinken in de hand en de buggy isvolgehangen met andere voedingswaren. Voor <strong>het</strong> <strong>gewicht</strong>, een <strong>gezond</strong>e eetlust maar ook <strong>voor</strong><strong>het</strong> gebit (de zgn. “zuurstoten”) zijn 2-3 tussendoortjes per dag voldoende. Kies <strong>voor</strong> <strong>gezond</strong>etussendoortjes (zie kader hieronder). Je hoeft niet alles te verbieden. Spreek 1 snoepmomentper dag af (bij<strong>voor</strong>beeld in de lo<strong>op</strong> van de middag na <strong>het</strong> fruit eten). Houd calorierijkeretussendoortjes zoals grote koek, gebak, chips, ijs, patat etc. <strong>voor</strong> bijzondere momenten zoalsweekends/feestjes met een maximum van 1x per week.Kies lieverBiscuit, lange vinger, speculaasje,café noir, ontbijtkoek, eierkoekTussendoorbiscuit zoals LIGA,SultanaSpekkie, dr<strong>op</strong>je, winegum, toffeeBakje cornflakes, zoete p<strong>op</strong>cornPepsils, zout koekje, zoutep<strong>op</strong>corn, kroepoek, cracker met20+ smeerkaas,drinkbouillon/cup-a-soupWaterijsjeIn plaats vanAllerhande koekjes, krakeling,cake, stro<strong>op</strong>wafel, zakje ofverpakking met meerdere(kinder)koekenKoek of snoep met chocolaBlokjes kaas/worst, chipsRoomijsjeaê~åâÉå =Er zit ongemerkt veel suiker in de door peuters graag gedronken drankjes zoals aangemaaktesiro<strong>op</strong>, vruchtensap, yokidrink, chocolademelk. Light-frisdrank en -sappen leveren veelkunstmatige zoetstoffen en mogen maar beperkt (1-2 glazen per dag) door peuters gebruiktworden.Water, thee (evt. met beetje melk), sterk aangelengde siro<strong>op</strong>/diksap of verdunde vruchtensapzijn goede caloriearme dranken. Denk ook eens aan zelfgemaakte yokidrink van magere yoghurtof karnemelk met wat vruchtensap._ÉïÉÖáåÖ =In deze “achterbankcultuur” worden veel peuters in auto’s, achter<strong>op</strong> de fiets of in buggy’svervoerd. Computeren en TV kijken is ook al bij zeer jonge kinderen p<strong>op</strong>ulair. Ook reclames <strong>op</strong>TV over voedsel hebben een invloed <strong>op</strong> de voedselkeuze en <strong>het</strong> ko<strong>op</strong>gedrag van jou en je kind;84% van alle reclames <strong>op</strong> de kindernetten gaan over (veelal on<strong>gezond</strong>) voedsel zoalssnoep/koek, frisdrank, toetjes en fastfood!Onderzoeken wijzen uit dat de toegenomen inactiviteit wellicht de grootste oorzaak is van detoename van over<strong>gewicht</strong>. Aangezien beweging 20-50% uitmaakt van <strong>het</strong> energieverbruik vanje kind, is <strong>het</strong> essentieel om meer beweging te combineren met <strong>gezond</strong>e voeding.Een richtlijn <strong>voor</strong> peuters is 60-90 minuten per dag beweging/aktief zijn. Peuters bewegen vannature graag, geef ze vol<strong>op</strong> de gelegenheid en geef zelf <strong>het</strong> goede <strong>voor</strong>beeld.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 24


Éå=~~åí~ä=íáéëW =In plaats van:In de buggy meePassief speelgoed (zoalscomputer, TV)Binnen spelenKies liever:Kind zelf laten l<strong>op</strong>en of fietsennaar school of winkelSpeelgoed waar beweging bijnodig is, zoals balspelen,skelter, step, springtouwMet goed weer buiten of in detuin spelenGa <strong>op</strong> zwemles of peutergymTrek samen met gezin er<strong>op</strong> uit <strong>voor</strong> een wandeling, fietstocht,speeltuin of zwembadAlleen de hond uitlatenJe kind alleen laten spelenSamen met je kind de honduitlatenMet een vriendje of samen metje kind buitenspelen, balspel,badminton, verst<strong>op</strong>pertjespelen, zakdoekje leggen,stoelendans, dansen <strong>op</strong> muziekkçíáíáÉë =________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 25


Bijlage 4 Uitdeelblad ‘Weet wat je drinkt’.=gbrdadbwlkaebfapwlod=îçÉÇáåÖë~ÇîáÉòÉå=Weet wat je drinkt, kinderenbê=òáàå=îÉäÉ=ëççêíÉå=ÑêáëÇê~åâÉå=Éå=îêìÅÜíÉåë~ééÉå=íÉ=âççéK=aÉ=ÜçÉîÉÉäÜÉáÇ=ÉåÉêÖáÉ=ÇáÉ=ÇÉòÉ=Çê~åâÉå=äÉîÉêÉå=î~êáÉÉêí=î~å=M=íçí=R=âäçåíàÉë=ëìáâÉê=éÉê=Öä~ë=î~å=OMM=ãäK=In de tabel vind je een overzicht van de meest <strong>voor</strong>komende soorten frisdranken,uitgedrukt in suikerklontjes per glas. Een handige tip om te zien of een frisdrankenergie, dus kilocalorieën en suikers bevat is de volgende: kijk <strong>op</strong> <strong>het</strong> etiket bijvoedingswaarde, deze staat meestal vermeld. Staat er 0 kilocalorieën <strong>op</strong>, dan bevat<strong>het</strong> product geen energie en dus geen suiker!k~~ã=^~åÇìáÇáåÖ=çé=ÇÉ=îÉêé~ââáåÖ==dÉãáÇÇÉäÇ=~~åí~ä=ëìáâÉêâäçåíàÉë=mÉê=Öä~ë=î~å=OMM=ãäK=Vruchtensapbijv. appelsap, sinaasappelsap,bosbessensapDubbeldrankbijv. RiedelVruchtendrankbijv. Dubbelfriss, Roosvicee multivitVruchtendrank lightbijv. Dubbelfris light, Multivitaminelight, Wicky fruitdrank light, SisiFruit mania light, Roosvicee multivitlightVruchtensap met sojabijv. AdezVruchtensap met zuivelbijv. TaksiVruchtensap light, met zuivelBijv. Taksi lightZuiveldrankbijv. Yomild met fruitsmaak,Yokidrink, Fristi, Milk & FruitZuiveldrank lightbijv. Optimel drink, Yomild naturel,Puur en ongezoet 4Vruchtennectaruit geconcentreerd vruchtensapVruchtenfrisdrank mettoegevoegde suikersVruchtenfrisdrank zondertoegevoegde suikers, eventueelmet zoetstoffenMet toegevoegde vitamine B6 envitamine CVruchtensap en zuivel mettoegevoegde vitamine CVruchtensap en zuivel mettoegevoegde vitamine C, metzoetstoffenZuiveldrank met toegevoegdesuikersZuiveldrank zonder toegevoegdesuikers, met zoetstoffen54225352<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 26


k~~ã=Yokidrink light, Fristi light , Milk &Fruit lightMineraalwatermet smaakje: bij<strong>voor</strong>beeld Spa groenMineraalwatermet smaakje: bij<strong>voor</strong>beeld Spa Clear^~åÇìáÇáåÖ=çé=ÇÉ=îÉêé~ââáåÖ==dÉãáÇÇÉäÇ=~~åí~ä=ëìáâÉêâäçåíàÉë=mÉê=Öä~ë=î~å=OMM=ãäK=Gezoet met suiker 4Gezoet met zoetstoffen 0Mineraalwater zonder koolzuur: bijv.Crystal Clear light, Sisi lightMineraalwaterbijv. Spa rood/blauw, Bar-le-duc,EvianIJstheebijv. Aldi, SchleckerIce Teabijv. Pickwick, Spa & teaIce Tea, zonder koolzuurbijv. Lipton iceIce Tea Lightbijv. Lipton ice lightVruchtenlimonadesiro<strong>op</strong>bijv. Gewone flessen limonadeVruchtenlimonadesiro<strong>op</strong>bijv. Karvan cevitam, RoosviceeVruchtenlimonadesiro<strong>op</strong>dieet: bijv. Roosvicee dieetLimonadesiro<strong>op</strong>bijv. LessiniLimonadesiro<strong>op</strong> LightSlimpie, Den Burgh lightLimonadesiro<strong>op</strong> suikervrijbijv. Céréal-DiaranFrisdrank met vruchtensmaak,met zoetstoffenPuur 0Limonade met thee-extract 4Theedrank met suiker enzoetstoffenTheedrank; gezoet met weinigsuiker en zoetstoffenKoolzuurhoudend frisdrank metthee-extractGeconcentreerd vruchtensapgezoet met suikerGeconcentreerd vruchtensapgezoet met suikerDieet vruchtenmix 250 % minder suiker 2Geen suiker toegevoegd 0Gezoet met Sacharine encyclamaten (zoetstoffen)Lightdranken met zoetstoffenZoetstoffen zijn veilig zolang <strong>het</strong> gebruik onder de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) blijft.Bij een normaal consumptiepatroon blijft de hoeveelheid zoetstoffen ruimschoots onder de ADI(zie onderstaande tabel). Jonge kinderen bereiken deze hoeveelheid echter relatief snel als <strong>het</strong>gaat om de zoetstof cyclamaat.*Probeer niet teveel lightdranken te gebruiken. Deze dranken geven altijd een zoete smaakwaardoor kinderen en volwassenen zich aanleren dat zoet goed is. Aangeraden wordt kinderen0-4 jaar niet meer dan 1-2 glazen fris per dag te geven. Dranken als water en thee zonder suikerstaan <strong>op</strong> de eerste plaats.0210430<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 27


kinderen van één tot vier jaar(10-20 kg)kinderen tussen 4 en 8 jaar(vanaf 25 kg)Kinderen tussen 8 en 12 jaar(van 30-50 kg)Volwassenen(vanaf 65 kg)'Light' met cyclamaatblijft onder ADI bij:‘Light’ met aspartaamblijft onder ADI bij:Maximaal 1-2 glazen*Maximaal 3-6 glazen*Maximaal 3 glazen*Maximaal 7 glazen*Maximaal 3-6 glazen* Maximaal 8 tot 13glazen*Maximaal 7 glazen*Maximaal 17 glazen*SportdrankenSportdranken zijn gemakkelijk verkrijgbaar en zijn bij kinderen erg p<strong>op</strong>ulair. Veel sportdrankenzijn kant en klaar verkrijgbaar in kleine flesjes of blikjes. Ze hebben een sportief en daarmee‘<strong>gezond</strong>’ imago, maar dat hoeven ze niet altijd te zijn. Voor recreatief sporten is <strong>het</strong> gebruik vansportdranken overbodig en onnodig duur. Sportdranken kunnen geen kwaad, maar <strong>voor</strong> degenedie <strong>op</strong> de calorieën en suikers wil letten: er kunnen behoorlijk wat suikerklontjes in dezedrankjes zitten.In de tabel vindt je een overzicht van de meest <strong>voor</strong>komende soorten sportdranken, uitgedruktin suikerklontjes per glas.Naam Toevoeging Gemiddeld aantalsuikerklontjes *Per glas van 200 mlAAAquariusbijv. Orange, Grapefruit, Lemon, BlueiceAH Sportdrankbijv. Citroen, Sinaasappel en BlueExtran Energybijv. Orange en CranberryExtran Refreshbijv. Citrus en BlackcurrentGatoradebijv. Red orange, Lemon Ice, Orangeen Cool blueIsostarEnergydrinkbijv. Red Bull, Red Devil, Bullit ofhuismerkHigh energy 7Multinine 5Tea motion 3Sportwater 0Hydrate & Perform 3Energy 3Fitness 1Hoog cafeïnegehalte 433632<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 28


Energydrink lightbijv. Red Bull sugarfreeNaam Toevoeging Gemiddeld aantalsuikerklontjes *Per glas van 200 mlHoog cafeïnegehalte,gezoet met zoetstoffen* Let <strong>op</strong>: de verpakkingseenheden verschillen per product.0<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 29


Bijlage 5 Achtergrondinformatie over<strong>gewicht</strong>De prevalentie van over<strong>gewicht</strong> en obesitas bij jonge kinderen is de afgel<strong>op</strong>en jaren sterktoegenomen. 1 Een <strong>op</strong> de zeven jonge kinderen heeft over<strong>gewicht</strong>. 2 Deze kinderen eten meer dannodig is <strong>voor</strong> een normale groei en beweging, waardoor hun energiebalans niet in evenwicht is.De energiebalans is de balans tussen de energie-inname (via de voeding) en <strong>het</strong> energiegebruik(door lichamelijke activiteit) waarbij genetische, biologische, psychosociale enomgevingsfactoren een rol spelen. 3 Door een langdurige onevenwichtigheid van dezeenergiebalans ontstaat over<strong>gewicht</strong>. Bij obesitas is er sprake van ernstig over<strong>gewicht</strong>. 1 In deJeugd<strong>gezond</strong>heidszorg (JGZ) wordt de internationale Body Mass Index criteria (BMI) gebruiktom over<strong>gewicht</strong> en obesitas te definiëren. 4 Onderzoek toont aan dat de prevalentie vanover<strong>gewicht</strong> bij kinderen <strong>het</strong> snelst is toegenomen bij de lage SES-groepen (SociaalEconomische Status) en niet-westerse groepen van de bevolking. 5Uit onderzoek blijkt dat over<strong>gewicht</strong> <strong>op</strong> jeugdige leeftijd gerelateerd is aan over<strong>gewicht</strong> <strong>op</strong>volwassen leeftijd. 6 Behandeling van over<strong>gewicht</strong> bij kinderen laat tot <strong>op</strong> heden teleurstellenderesultaten zien. 7 In dit kader spreekt <strong>het</strong> ministerie van Volks<strong>gezond</strong>heid, Welzijn en Sport(Ministerie VWS) van een snel groeiend probleem, dat naast allerlei individuele lichamelijkeenpsychosociale problemen als diabetes mellitus type 2, cardiovasculaire ziekten en eennegatief zelfbeeld, ook grote economische schade met zich mee brengt. 8Uit onderzoeken die gedaan zijn naar de ontwikkeling van over<strong>gewicht</strong> bij jonge kinderenkomen als belangrijke risicofactoren een on<strong>gezond</strong>e leefstijl en on<strong>gezond</strong>e voedingsgewoontenvan de ouders naar voren. 9 Voorbeelden hiervan zijn <strong>het</strong> belonen van kinderen met eten, 10 <strong>het</strong>gebruik van vermageringsdiëten door de ouders 8 en <strong>het</strong> eigen over<strong>gewicht</strong> van de ouders. 11 Ookeen on<strong>gezond</strong> beweegpatroon waarbij kinderen weinig actief (buiten) spelen en waarbij teveeltelevisie- en computergebruik toegestaan wordt, komt als belangrijke risicofactor naar voren. 4Deze on<strong>gezond</strong>e voedings- en leefstijlgewoonten en een on<strong>gezond</strong> beweegpatroon komen vaker<strong>voor</strong> bij groepen met een lage SES en niet-westerse groepen dan bij de rest van debevolking. 4,5,12 Tenslotte speelt bezorgdheid over groei een rol, bij<strong>voor</strong>beeld bij te vroeg geborenbaby’s of huilbaby’s. 13<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 30


Referenties achtergrondinformatie over<strong>gewicht</strong>1. HiraSing RA, Fredriks AM, Buuren S van, Verloove-Vanhorick SP, Wit JMToegenomen prevalentie van over<strong>gewicht</strong> en obesitas bij Nederlands kinderen ensignalering daarvan aan de hand van internationale normen en nieuwereferentiediagrammen. Nederlands Tijdschrift <strong>voor</strong> Geneeskunde 2001; 145 (27): 1296-1303.2. RIVM. Voedselconsumptiepeiling bij peuters en kleuters 2005/2006. RIVM: Bilthoven2008.3. Burg J, Visscher TLS. Determinanten van over<strong>gewicht</strong>: Bijblijven, CumulatiefGeneeskundig Nascholingssysteem 2004; 20: 12-22.4. Bulk-Bunschoten AMW, Renders CM, Leerdam FJM van, HiraSing RA.Overbruggingsplan <strong>voor</strong> kinderen met over<strong>gewicht</strong>. Methode <strong>voor</strong> individuele primaire ensecundaire preventie in de jeugd<strong>gezond</strong>heidszorg; Amsterdam: VUmc: Amsterdam, 2005.5. Fredriks AM, Buuren S van, HiraSing RA, Wit JM, Verloove-Vanhorick SP. Alarmingprevalences of overweight and obesity for children of Turkish, Moroccan and Dutchorigin in The Netherlands according to international standards. Acta Paediatrics 2005;94: 496-498.6. Guo SS, Chumlea WC. Tracking of body mass index in children in relation tooverweight in adulthood. The American Journal of Clinical Nutrition 1999; (70s), 145s-148s.7. Summerbell CD, Waters E, Edmunds LD, Kelly S, Brown T, Campbell KJ. Interventionsfor preventing obesity in children. Cochrane Database of Systematic Reviews 2005; Issue3: CD001871.8. Ministerie van Volks<strong>gezond</strong>heid, Welzijn en Sport. Nota <strong>Gezond</strong> zijn, <strong>gezond</strong> blijven.Een visie <strong>op</strong> <strong>gezond</strong>heid en preventie 2007; Den Haag.9. Vogels N, Posthumus DLA, Mariman ECM, Bouwman F, Kester ADM, Rump P, HornstraG, Westerterp-Plantenga MS (2006). Determinants of overweight in a cohort of Dutchchildren, The American Journal of Clinical Nutrition 2006; (84), 717-724.10. Hulsmann AR, Senyurek A, Oostenbrink R. Verschillen in voedingsgewoonten in <strong>het</strong>eerste levensjaar tussen Turkse en Nederlandse zuigelingen. Tijdschrift <strong>voor</strong>Kindergeneeskunde 2005; 73, 201-205.11. Boere-Boonekamp MM, L’Hoir MP, Beltman M, Brui J, Dijkstra N, Engelberts AC.Over<strong>gewicht</strong> en obesitas bij jonge kinderen (0-4 jaar): gedrag en <strong>op</strong>vattingen vanouders. Nederlands Tijdschrift <strong>voor</strong> Geneeskunde 2008;152, (6), 324-330.12. Kroller K, Warschburger P. Associations beween maternal feeding style and food intakeof children with a higher risk for overweight, Appetite 2008;Volume 51, Issue 1 166-172.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 31


13. Bulk-Bunschoten AMW, Renders C, Leerdam FJM van, HiraSing RA.Signaleringsprotocol Over<strong>gewicht</strong> in de Jeugd<strong>gezond</strong>heidszorg 2004; Amsterdam: VUmc.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 32


Bijlage 6 Uitleg klinische blikSignaleren over<strong>gewicht</strong> en obesitasLiteratuuronderzoek laat zien dat de diagnose obesitas in de Jeugd<strong>gezond</strong>heidszorg <strong>het</strong>beste gesteld kan worden door gebruik te maken van de internationale BMI-criteria.Voor <strong>het</strong> vaststellen van over<strong>gewicht</strong> (terwijl nog geen sprake is van obesitas) zijn de BMIwaarden minder goed. De klinische blik van de onderzoeker in de JGZ, gebaseerd <strong>op</strong> kunde enervaring, moet in deze gevallen de doorslag geven. Klinische blik is evenwel niet testandaardiseren. Het is wel mogelijk de klinische blik van artsen, verpleegkundigen endoktersassistenten JGZ te verscherpen door de volgende kenmerken bij de beoordeling van deBMI te betrekken:- LichaamsbouwKorte benen, gespierd zijn of breed gebouwd zijn kunnen leiden tot een hoge BMI waardezonder dat sprake is van over<strong>gewicht</strong>. Het omgekeerde komt evenzo <strong>voor</strong>. Een kind met een nognormale BMI, dat zeer smal gebouwd is en/ of zeer lange benen heeft, kan toch over<strong>gewicht</strong>hebben.- EtniciteitAndere lichaamsbouw dan de Nederlandse bouw kan vertekening van de BMI geven.Internationaal wordt nagedacht om de afkapwaarden van obesitas bij kinderen van Aziatischeafkomst lager te leggen. Anderzijds worden kinderen van Midden- en Zuid-Amerikaanseafkomst <strong>op</strong> grond van hun lichaamsbouw sneller als te dik aangemerkt. Ook bij mediterranekinderen en kinderen uit centraal Afrika kunnen kinderen zonder de klinische blik onjuistgecategoriseerd worden.- Verdeling van vet over <strong>het</strong> lichaamHet type vetafzetting, <strong>voor</strong>al rond de buik met relatief smalle benen en armen, geeft groterekans <strong>op</strong> <strong>gezond</strong>heidsschade later. Bij de klinische blik behoort <strong>het</strong> nagaan van de groeicurventot <strong>het</strong> huidige meetmoment. Een continu licht verhoogde BMI lijkt in de praktijk minderalarmerend dan een snel stijgende BMI.Beter dan gebruik van de klinische blik zou <strong>het</strong> meten van de middelomtrek zijn. Deze maat isin ieder geval bij volwassenen beter gecorreleerd met visceraal vet dan de BMI. Momenteel zijnde afkapwaarden van de middelomtrekmetingen <strong>voor</strong> over<strong>gewicht</strong> bij kinderen nog niet zo goedonderbouwd dat zij algemeen toepasbaar zijn. Het meten van de middelomtrek kan wel wordentoegepast ter ondersteuning in de behandeling. Als de omtrek duidelijk is verminderd, kan dit<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 33


een stimulans zijn <strong>voor</strong> de ouders en professionals om de aanpak van <strong>het</strong> over<strong>gewicht</strong> tecontinueren.Tot die tijd moet gebruik gemaakt worden van de subjectieve klinische blik als best practice om<strong>het</strong> definitieve onderscheid normaal <strong>gewicht</strong> – over<strong>gewicht</strong> te maken.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 34


Bijlage 7 Gerelateerde documenten1. Bulk-Bunschoten A.M.W., Renders C.M., Leerdam van F.J.M., Hirasing R.A.Overbruggingsplan <strong>voor</strong> kinderen met over<strong>gewicht</strong>, Amsterdam: VUmc, 2005.2. Richtlijn Contactmomenten Basistakenpakket JGZ 0-19 jaar. Platform JGZ, 2003.3. Bulk-Bunschoten A.M.W. et al., Signaleringsprotocol Over<strong>gewicht</strong> in deJeugd<strong>gezond</strong>heidszorg, Amsterdam: VUmc, 2004.<strong>Protocol</strong>: <strong>Gezond</strong> <strong>Gewicht</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> consultatiebureau, versie 14 oktober 2009 35

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!