Gerard van der Linden - Dag van het Sportonderzoek

Voor een belangrijk deel zijn dit voor <strong>het</strong> beleid interessante aspecten. Maar <strong>het</strong> gaat ook hiervoornamelijk om min of meer planologische en sociale maatregelen, die niet direct iets metsport te maken hebben. Overigens heeft sporten in de stedelijke buitenlucht volgens bepaaldeon<strong>der</strong>zoeken ook gezondheidsrisico's. viiiHet Rotterdamse programma 'Lekker fit" heeft positieve effecten laten zien. Na een schooljaarwas er bij de deelnemende scholen een lagere toename <strong>van</strong> kin<strong>der</strong>en met overgewicht dan bijde an<strong>der</strong>e scholen. ix De school speelt hierbij een belangrijke rol en de rol <strong>van</strong> sport is datbepaalde activiteiten aantrekkelijk worden, doordat naar de officiële sportvoorzieningengegaan wordt en doordat bekende sporters als rolmodel ingezet worden.Een <strong>van</strong> de effecten <strong>van</strong> sport op bewegen is dat sporters gezon<strong>der</strong> bewegen dan nietsporters.x Ze voldoen nauwelijks vaker aan de NNGB dan niet-sporters, maar ze halenaanzienlijk vaker de fitheidsnorm. Het on<strong>der</strong>zoek concludeert dat om de NNGB te halen <strong>het</strong>efficiënter en haalbaar<strong>der</strong> is om allerlei vormen <strong>van</strong> lichaamsbeweging te stimuleren. Hier isde rol <strong>van</strong> sport duidelijk.Van <strong>het</strong> gezondheidseffect <strong>van</strong> de afzon<strong>der</strong>lijke typen sport is nog niet zo veel bekend. In degezondheidssector is zijn de effecten <strong>van</strong> verschillende beleidsmaatregelen al on<strong>der</strong>zocht.Het hiervoor genoemde Rotterdamse programma “Lekker fit” lat zien dat <strong>het</strong> percentagekin<strong>der</strong>en met overgewicht in de middenbouw in één schooljaar tijd nog gestegen, zij <strong>het</strong> veelmin<strong>der</strong> sterk dan op de controlescholen (1,1% versus 4,6%). Dat programma richt zich vooralop meer sporten on<strong>der</strong> schooltijd, maar ook op een an<strong>der</strong> voedingspatroon.Ook volgens Engels on<strong>der</strong>zoek zou in de meest achtergestelde wijken een community-basedsocial ecological bena<strong>der</strong>ing <strong>het</strong> sport- en beweeggedrag en houding positief kan veran<strong>der</strong>en.Van an<strong>der</strong>e projecten zoals “Fit & fun” of “Kies voor hart en sport” is wel bekend datleerlingen daarna wel lid worden <strong>van</strong> een sportvereniging, maar niet of hun gezondheiddaardoor verbetert. Dat is wel <strong>het</strong> geval bij <strong>het</strong> GALM-project, maar <strong>het</strong> is de vraag of dit nuecht naar sport toeleidt en niet veel meer naar gewoon lekker bezig zijn.Uit weer an<strong>der</strong> on<strong>der</strong>zoek blijkt dat er ook verschillen in (genetische) aanleg voor sport. Hetis kennelijk niet voor ie<strong>der</strong>een weggelegd om sporten als prettig te ervaren. Om mensen aan<strong>het</strong> bewegen te krijgen lijkt <strong>het</strong> belangrijk om een individuele aanpak te hanteren. Op dezemanier kan gekeken worden welke sportieve activiteit <strong>het</strong> beste bij een persoon past, zodatmeer mensen met plezier sportief bezig zijn. On<strong>der</strong>zoek naar deze relatie zou voor <strong>het</strong>sportbeleid interessant kunnen zijn.Beleidsmatig gezien is sport en gezondheid op deze manier niet zon<strong>der</strong>meer zo´n geweldigkoppel.Sport en economische effecten.Maar gelukkig voor sport valt sport niet alleen in <strong>het</strong> oog door de gezondheidseffecten. Er isbij verschillende overheden ook belangstelling gewekt voor de economische effecten <strong>van</strong>sport. Die economische effecten spelen veelal een rol bij de argumenten voor <strong>het</strong> organiseren<strong>van</strong> sportevenementen of om de Olympische Spelen of de WK voetbal naar Ne<strong>der</strong>land tehalen. De economische waarde <strong>van</strong> sport wordt dan omschreven als Sport in Ne<strong>der</strong>landgenereert een totale toegevoegde waarde <strong>van</strong> € 7 miljard (1.3% <strong>van</strong> <strong>het</strong> BBP). xi Volgens devrijetijdsomnibus in Rotterdam besteden Rotterdammers 12 miljoen euro per jaar aan sport,maar Rotterdammers besteden ook 11 miljoen euro aan Horeca (excl. uit eten gaan) of aanUitgaan.Hier is sport on<strong>der</strong>werp <strong>van</strong> een an<strong>der</strong>e discussie. Ook op dit on<strong>der</strong>werp is veel on<strong>der</strong>zoekgedaan. De directe opbrengsten <strong>van</strong> een sportevenement worden dan een belangrijke factor.Om dichtbij huis (d.w.z. in Rotterdam) te blijven. In <strong>het</strong> sportjaar 2005 in Rotterdam heeftgerard <strong>van</strong> <strong>der</strong> linden Pagina 3 19-10-2010