12.07.2015 Views

Luxtronik 2.0 verwarmings

Luxtronik 2.0 verwarmings

Luxtronik 2.0 verwarmings

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

A.u.b. eerst lezenDeze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingenvoor het gebruik van het toestel. Deze handleiding is onderdeelvan het product en dient in de directe omgeving van dewarmtepomp te worden bewaard. Deze moet beschikbaarblijven zo lang de warmtepomp wordt gebruikt. Geef de installatie-en gebruikershandleiding aan eventuele volgendegebruikers van het toestel.Lees deze door, alvorens met werkzaamheden aan en methet toestel te beginnen. Vooral het hoofdstuk Veiligheid. Volgalle aanwijzingen volledig en onverkort op.Het kan gebeuren dat deze gebruiksaanwijzing beschrijvingenbevat, die onduidelijk of onbegrijpelijk te zijn schijnen. Bijvragen of onduidelijkheden a.u.b. altijd de klantenservice ofde servicepartner van de fabrikant raadplegen.Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor personen diemet of aan het toestel werken. Ga er vertrouwelijk mee om.De inhoud is door de auteurswet beschermd. Deze mag nietin zijn geheel of gedeeltelijk en in geen enkele vorm wordengereproduceerd, overgedragen, gekopieerd, in elektronischesystemen worden opgeslagen of in een andere taal wordenvertaald, zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant.PictogrammenEr wordt gebruikt gemaakt van pictogrammen in de gebruiksaanwijzing.De betekenis is als volgt:Informatie voor gebruikers.Informatie of aanwijzingen voor gekwalificeerd vakpersoneel.GEVAAR!Dit duidt op acuut gevaar, dat tot zwaar letselof zelfs de dood kan leiden.WAARSCHUWING!Dit duidt op mogelijk gevaar, dat tot zwaarletsel of zelfs de dood kan leiden.LET OP!Dit duidt op mogelijk gevaar, dat tot middelzwaarof lichter letsel kan leiden.LET OP.Dit duidt op mogelijk gevaar, dat materiëleschade kan veroorzaken.ATTENTIE.Gemarkeerde informatie.Vaak benodigd programma onderdeelGebruikers en gekwalificeerd vakpersoneel kunnengegevens instellenGeautoriseerd klantenservicepersoneel kan gegevensinstellen, heeft hier wachtwoord voor nodig.Bevoegd servicepersoneel kan gegevens instellen,heeft hier wachtwoord voor nodigFabrieksinstelling, geen gegevenswijziging mogelijkVerwijzing naar andere hoofdstukken van de gebruiksaanwijzingVerwijzing naar andere documentatie van de fabrikant.2Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


InhoudsopgaveVaak benodigd programma onderdeelINFORMATIE VOOR GEBRUIKERS,GEKWALIFICEERD VAKPERSONEEL ENBEVOEGD SERVICEPERSONEELA.U.B. EERST LEZEN...............................................................................2PICTOGRAMMEN...................................................................................2WERKING VAN DE VERWARMINGS- ENWARMTEPOMPREGELAAR..........................................................5DOELMATIG GEBRUIK..........................................................................5UITSLUITING AANSPRAKELIJKHEID................................................5VEILIGHEID...............................................................................................6SCHOONHOUDEN VAN DE WARMTEPOMP...............................6ONDERHOUD VAN DE WARMTEPOMP.........................................7KLANTENSERVICE..................................................................................7GARANTIE / VRIJWARING...................................................................7RECYCLING..............................................................................................7LEVERINGSOMVANG EN AANWIJZINGEN INZAKEMONTAGE, INSTALLATIE EN DEMONTAGELEVERINGSOMVANG............................................................................7Leveringsomvang inbouwregelaar..................................................7Leveringsinhoud wandregelaar.......................................................7MONTAGE.................................................................................................8Montage van de inbouwregelaar....................................................8Montage van de wandregelaar........................................................8ELEKTRISCHE INSTALLATIE................................................................9Installatie van de inbouwregelaar...................................................9Installatie van de wandregelaar.....................................................10MONTAGE EN INSTALLATIE VAN TEMPERATUURVOELERS...11Buitentemperatuurvoeler..............................................................11Temperatuurvoeler warm tapwater............................................12Externe retourtemperatuurvoeler..............................................12DEMONTAGE.........................................................................................12Demontage van de bufferbatterij.................................................12BASISINFORMATIE OVER DE BEDIENINGHET BEDIENINGSELEMENT..............................................................13Statuslicht..........................................................................................13Display................................................................................................13„Draai-drukknop”............................................................................13Foutmeldingen..................................................................................14Taal van het display..........................................................................14Menuweergave..................................................................................14INBEDRIJFSTELLING.............................................................................14IBN-Assistent....................................................................................14HET STANDAARDSCHERM “VERWARMING”.............................14HET STANDAARDSCHERM “WARM TAPWATER”.....................15HET NAVIGATIESCHERM...................................................................15Basisscherm.......................................................................................15Weergave van andere programmaonderdelen..........................16Weergave van speciale programma’s...........................................16PROGRAMMA-ONDERDEEL “VERWARMING”PROGRAMMA-ONDERDEEL SELECTEREN............................17INSTELLEN VAN DE BEDRIJFSMODUS “VERWARMING”...17TEMPERATUUR INSTELLEN.........................................................17STOOKLIJNEN INSTELLEN..........................................................18Instellen van de stooklijnen van het <strong>verwarmings</strong>circuit.....19Instellen van de stooklijn van de menggroep 1......................22Instellen van een vaste temperatuur........................................23TIJDKLOKPROGRAMMA VERWARMING................................23STOOKGRENS..................................................................................23PROGRAMMA-ONDERDEEL “WARM TAPWATER”PROGRAMMA-ONDERDEEL SELECTEREN............................24INSTELLEN VAN DE BEDRIJFSMODUS “PRODUCTIE WARMTAPWATER”.....................................................................................24INSTELLEN VAN DE TEMPERATUUR VOORWARM TAPWATER........................................................................25KLOKPROGRAMMA PRODUCTIE WARM TAPWATER.......25ONDERHOUDSPROGRAMMA...................................................26Thermische desinfectie................................................................26. PROGRAMMA-ONDERDEEL “KOELING”PROGRAMMA-ONDERDEEL SELECTEREN............................27INSTELLEN VAN DE BEDRIJFSMODUS “KOELING”..............27KOELTEMPERATUUR INSTELLEN.......................................28PARAMETERS INSTELLEN......................................................28Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH3


INFORMATIE VOOR BEVOEGDSERVICEPERSONEELPROGRAMMA-ONDERDEEL “SERVICE”PROGRAMMA-ONDERDEEL SELECTEREN............................29INFORMATIE OPROEPEN.............................................................29Temperaturen oproepen.............................................................29Ingangen oproepen.......................................................................30Uitgangen oproepen.....................................................................30Aflooptijden oproepen................................................................31Bedrijsuren oproepen..................................................................31Storingsbuffer oproepen.............................................................32Afschakelingen oproepen............................................................32Installatiestatus oproepen...........................................................32BACnet............................................................................................33INSTELLINGEN UITVOEREN.......................................................33Datatoegang bepalen....................................................................33Verkortprogramma oproepen....................................................34TEMPERATUREN VASTLEGGEN..................................................35PRIORITEITEN VASTLEGGEN......................................................37SYSTEEMINSTELLING VASTLEGGEN.........................................38SYSTEEM ONTLUCHTEN.............................................................42PARAMETERS IBN OPSLAAN......................................................43SELECTEREN VAN DE DISPLAYTAAL........................................44DATUM EN TIJD VASTLEGGEN............................................44OPWARMPROGRAMMA...............................................................45Temperaturen en tijdsintervallen instellen..............................45Opwarmprogramma starten......................................................46Opwarmprogramma handmatig beëindigen............................47INSTALLATIECONFIGURATIE.....................................................47IBN-ASSISTENT................................................................................48Parameters IBN-Assistent reset................................................48DATALOGGER..................................................................................49CONTRAST VAN HET DISPLAY VAN HETBEDIENINGSELEMENT INSTELLEN.........................................49WEBSERVER.......................................................................................50DHCP-CLIENT..................................................................................50AFSTANDSBEHEER..........................................................................51Functie ‘Afstandsbeheer’ inschakelen....................................52De functie ‘Afstandsbeheer’ instellen....................................52Handmatige datatransfer..........................................................53ogelijke oorzaken van verbindingsproblemen......................54Informatie over de functie ‘Afstandsbeheer’........................54PROGRAMMAONDERDEEL‘PARALLELSCHAKELING’VERBINDING....................................................................................55IP-ADRES............................................................................................57EXTERNE RETOURSENSOR.........................................................57PROGRAMMAONDERDEEL SELECTEREN..............................57INSTELLING AAN DE MASTER-WARMTEPOMP...................58Status van de master-warmtepomp..........................................58MENU VAN DE VERWARMING INSTELLEN............................59APPENDIXSTORINGSDIAGNOSE / FOUTMELDINGEN................................60Resetten van een storing............................................................62TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................63Montage.............................................................................................63Uitgangen...........................................................................................63Ingangen.............................................................................................63Aansluitingen.....................................................................................63Interfaces...........................................................................................63Karakteristieken temperatuurvoeler...........................................63Meetgebied temperatuurvoelers..................................................63OVERZICHT: ONTDOOICYCLUS, LUCHTONTDOOIING,AANVOER MAX.............................................................................64SYSTEEMINSTELLING BIJ DE INBEDRIJFSTELLING....................66BELANGRIJKE AFKORTINGEN..........................................................684Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Werking van de <strong>verwarmings</strong>enwarmtepompregelaarDe <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar bestaat uit eenbedieningselement en een elektronische regeling. Deze zorgtvoor de besturing van de volledige warmtepompinstallatie,de productie van warm tapwater en het <strong>verwarmings</strong>systeem.Het aangesloten warmtepomptype wordt automatischherkend.De weersafhankelijke stooklijn van de <strong>verwarmings</strong>installatiemet de overeenkomstige verlagingen en verhogingen wordtingesteld met de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar.De productie van warm tapwater kan met behulp van eenthermostaat (door de opdrachtgever te voorzien) of eentemperatuursensor (toebehoren of bij het warmwaterbuffervatmeegeleverd) naar gelang van de behoefte tot standworden gebracht. Het gebruik van een temperatuursensormaakt een intelligente, adaptieve productie van warm tapwatermet een hoge mate van comfort mogelijk.Laagspannings- en 230V-signalen worden door de <strong>verwarmings</strong>-en warmtepompregelaar consequent gescheiden. Ditzorgt voor een maximale storingsbeveiliging.Doelmatig gebruikDe warmtepomp mag uitsluitend voor het bestemde doelworden gebruikt. D.w.z.:• voor het regelen van de warmtepomp en de daarbij behorendeinstallatieonderdelen.Het toestel mag alleen in overeenstemming met de technischeparameters worden gebruikt.LET OP.de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaarmag uitsluitend worden gebruikt in combinatiemet door de fabrikant ter beschikkinggestelde warmtepompen en door de fabrikantter beschikking gestelde toebehoren.Uitsluiting aansprakelijkheidDe fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door incorrectgebruik wordt veroorzaakt.Bovendien vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant:• indien werkzaamheden aan de warmtepomp zijn uitgevoerddie niet conform deze gebruiksaanwijzing zijn;• indien werkzaamheden aan de warmtepomp onvakkundigzijn uitgevoerd;• indien er werkzaamheden aan de warmtepomp zijn uitgevoerddie niet in de gebruiksaanwijzing staan beschrevenen waarvoor de fabrikant geen uitdrukkelijke schriftelijketoestemming heeft gegeven;• indien de warmtepomp of componenten ervan zonderuitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van de fabrikantzijn gewijzigd, om- of uitgebouwd.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH5


VeiligheidDe warmtepomp is gebruiksveilig indien gebruikt voor hetbestemde doel. De warmtepomp is ontworpen en gebouwdvolgens de huidige stand van de techniek en alle toepasselijkeDIN/VDE-voorschriften en veiligheidsvoorschriften.Iedereen die aan dit toestel werkt moet de installatie- engebruikershandleiding hebben gelezen en begrepen, alvorenser met de werkzaamheden mag worden begonnen. Dit geldtook voor personen die al eens met een dergelijk toestelhebben gewerkt of aan scholing bij de fabrikant hebben deelgenomen.Iedereen die aan dit toestel werkt, moet de lokaal geldigeongevallenpreventie-instructies hebben gelezen en begrepen.Dit geldt vooral met betrekking tot het dragen vanbeschermende kleding.GEVAAR!Levensgevaar door elektrische stroom!De elektrische installatie mag enkel doorgekwalificeerde elektromonteurs wordenuitgevoerd.Schakel de installatie spanningsvrij enbeveilig deze tegen inschakelen, alvorens uhet toestel opent!GEVAAR!Volg de geldige EN-, VDE- en/of lokale veiligheidsvoorschriftenop bij de installatie en uitvoeringvan werkzaamheden aan elektrischeaansluitingen.Houd rekening met de technische eisen vande energiebedrijven ter plekke!GEVAAR!Enkel gekwalificeerd vakpersoneel (<strong>verwarmings</strong>-,koel- en elektromonteurs) magaan dit apparaat en de componenten ervanwerken.LET op.instellingen aan de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaarmogen uitsluitend wordendoorgevoerd door het bevoegde onderhoudspersoneelof door gespecialiseerde firma’sdie door de fabrikant geautoriseerd zijn.LET OP.Om veiligheidstechnische redenen geldt:neem dit apparaat nooit van het stroomnet,behalve als het moet worden geopend.LET OP.stekker(s) X5 en schroefklemmen X4 van de<strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregeling staanonder lage spanning. Gebruik alleen origineletemperatuurvoelers van de fabrikant (beveiligingsklasseII).LET OP.circulatiepompen mogen alleen vanuit de<strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelingworden aangestuurd. Schakel circulatiepompennooit extern uit.LET OP.sluit het <strong>verwarmings</strong>circuit nooit af in richtingwarmtepomp (vorstbeveiliging).LET OP.gebruik alleen toebehoren dat door de fabrikantis geleverd of vrijgegeven.Schoonhouden van dewarmtepompDe warmtepomp kan met een vochtige doek en in de handelverkrijgbare schoonmaakmiddelen van buiten worden gereinigd.Gebruik geen schoonmaakmiddelen die schuren of zuur en/of chloor bevatten. Deze middelen beschadigen het oppervlaken eventueel ook de warmtepomp zelf.WAARSCHUWING!Volg de aanwijzingen van de veiligheidsstickersop.6Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Onderhoud van dewarmtepompDe <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar vereist geen regelmatigonderhoud.KlantenserviceVoor technische informatie kunt u terecht bij uw installateurof bij de lokale partner van de fabrikant.Handleiding van uw warmtepomp,appendix, klantendienst, adressen voor serviceaanvragenGarantie / vrijwaringDe vrijwarings- en garantiebepalingen kunt u in de aankoopdocumententerugvinden.ATTENTIE.Spreek met uw leverancier voor alle vrijwarings-en garantieaangelegenheden.RecyclingAls de warmtepomp wordt afgedankt, volg dan de lokaalgeldige wetten, richtlijnen en normen voor terugwinning,recycling en het verwijderen van grondstoffen en componentenvan koudemachines op.Pagina 12, demontageLeveringsomvangATTENTIE.voor de werking noodzakelijke temperatuurvoelers(retourtemperatuurvoeler, aanvoertemperatuurvoeler,persgas) zitten ingebouwdin de warmtepomp en behoren niettot de leveringsinhoud van de <strong>verwarmings</strong>enwarmtepompregelaar.De <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar wordt in tweevarianten geleverd. De geleverde variant is afhankelijk vanhet type van warmtepomp dat ermee moet worden geregeld.LEVERINGSOMVANG INBOUWREGELAARBij apparaten voor installatie binnenshuis zit de besturingsprintplaatvan de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar als“inbouwregelaar” in het betreffende apparaat geïntegreerd.De leveringsinhoud “inbouwregelaar” behoort tot de leveringsinhoudvan het apparaat voor installatie binnenshuis.• Verwarmings- en warmtepompregelaar,bestaande uit besturingsprintplaat (met aansluitklemmen)en bedieningselement (met statuslampje, display en“draai-drukknop“).• Buitentemperatuurvoeler voor opbouwmontage.• Gebruiksaanwijzing.• “Beknopte beschrijving warmtepompenregeling”.ATTENTIE.plaats de beknopte beschrijving in de buurtvan het apparaat.LEVERINGSINHOUD WANDREGELAARBij apparaten voor buiteninstallatie is de besturingsprintplaatvan de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar niet inhet betreffende apparaat geïntegreerd. De leveringsinhoud„wandregelaar“ behoort niet tot de leveringsinhoud van hetapparaat voor buiteninstallatie.• Verwarmings- en warmtepompregelaar voor opbouwmontage,bestaande uit besturingsprintplaat (met aansluitklemmen),behuizing en bedieningselement (met statuslampje,display en „draai-drukknop“).• Wandbevestigingsmateriaal (boorsjabloon, schroeven,pluggen voor stevig metselwerk).Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH7


• Buitenvoeler voor opbouwmontage.• Gebruiksaanwijzing.• „Beknopte beschrijving warmtepompenregeling“.OPMERKING:bevestig de beknopte beschrijving in de buurtvan de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar.Doe eerst het volgende:Controleer de geleverde goederen op zichtbare leveringsschade…Controleer de levering op volledigheid. Eventuele ontbrekendeelementen moeten onmiddellijk wordengemeld.MontageGa als volgt te werk:Houd het boorsjabloon tegen de muur op de plaatswaar de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar moetworden aangebracht…GEVAAR!Controleer de installatieplaats of onder depleisterlaag weggewerkte leidingen. Richthet boorsjabloon zo uit dat er bij de volgendemontagewerken geen onder de pleisterlaagweggewerkte leidingen kunnen worden aangeboorden beschadigd.OPMERKING:Rechts en links van het boorsjabloon moettelkens ≥ 2 cm vrije ruimte zijn, om voldoendeplaats te laten voor de zijdelingse bevestigingsschroevenvan de behuizingsafdekking.Bevestig het boorsjabloon met plakband tegen de muuren boor de gaten (Ø 6 mm, diepte ≥ 55 mm)…MONTAGE VAN DE INBOUWREGELAARBij apparaten voor installatie binnenshuis zit de besturingsprintplaatvan de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar inde schakelkast van het betreffende apparaat geïntegreerd.Handleiding van uw warmtepomp, montage van hetbedieningselementMONTAGE VAN DE WANDREGELAARVoor al de uit te voeren werken geldt het volgende:OPMERKING:leef altijd de plaatselijk geldende ongevalpreventievoorschriften,wettelijke voorschriften,verordeningen en richtlijnen na.WAARSCHUWING!Alleen gekwalificeerde vakmensen mogende <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaarmonteren.Verwijder het boorsjabloon van de muur, sla pluggen inde gaten en draai de schroeven er gedeeltelijk in (afstandvan de ondergrond tot de schroefkop ongeveer10mm)…OPMERKING:het bijgeleverde wandbevestigingsmateriaalis bestemd voor stevige volle muren.VOORZICHTIG:wees er zeker van dat de schroeven stevig inde muur vastzitten.Draai de rechter en linker bevestigingsschroef van debehuizingsafdekking van de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaarlos…8Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Elektrische installatieGEVAAR!Levensgevaar door elektrische stroom!De elektrische installatie mag enkel doorgekwalificeerde elektromonteurs wordenuitgevoerd.Schakel de installatie spanningsvrij enbeveilig deze tegen inschakelen, alvorens uhet toestel opent!Verwijder het behuizingsafdekking en leg die op eenveilige plaats…Hang de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar volledigin de schroeven tegen de wand. Draai de schroevenstevig aan…GEVAAR!Levensgevaar door elektrische stroomDe elektrische installatie mag enkel door gekwalificeerdeelektromonteurs worden uitgevoerd.GEVAAR!Volg de geldige EN-, VDE- en/of lokale veiligheidsvoorschriftenop bij de installatie en uitvoeringvan werkzaamheden aan elektrischeaansluitingen.Houd rekening met de technische eisen vande energiebedrijven ter plekke, indien vantoepassing!1 Achteraanzicht 2 VooraanzichtAls de elektrische installatie niet onmiddellijk wordtuitgevoerd: breng de behuizingsafdekking opnieuw aanen draai de zijdelingse bevestigingschroeven vast.GEVAAR!Voer de elektrische aansluitingen uitsluitenduit volgens het aansluitschema dat van toepassingis op uw warmtepomp.INSTALLATIE VAN DE INBOUWREGELAARVolg bij het tot stand brengen van de elektrische aansluitingende instructies in de installatie- en gebruikershandleidingbij uw warmtepomp.Installatie- en gebruikershandleiding van uw apparaat,„Elektrische aansluitingswerken“, „Aansluitschema“en „Schakelschema’s“ bij uw apparaattypeOPMERKING:inwendige zekering 6,3AT.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH9


INSTALLATIE VAN DE WANDREGELAARGa als volgt te werk:Indien dat nog niet gebeurd is: verwijder debehuizingsafdekking van de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar…Pagina 8, instructies –Leid de stuurleiding vervolgens door de kabelkanalennaar beneden en door de kabelinvoeropening naarbuiten…Steek de stekker van de voelerleiding in de bus X5. Leidde voelerleiding door de kabelkanalen naar beneden endoor de kabelinvoeropening naar buiten…Sluit de leiding van de 230 V-voeding aan op het voedingsklemmenstrook…OPMERKING:inwendige zekering 6,3AT.Klemmenstrook heeft veerklemmen vooreen maximale kabeldoorsnede van 2,5 mm 2 .Isoleer de kabelmantel zo dat het manteleindetussen de dichtingslip en het kabelkanaal komt teliggen.1 Klemmenstrook voor 230 V-voeding2 Aansluiting voor 230 V-stuurleiding naar dewarmtepomp (bus X1)3 EVU-brug (moet bij aansluiting van een potentiaalvrijcontact verwijderd worden)4 Kabelkanalen met afdekkingen5 Kabelinvoeropening met klapbeugel6 Bevestigingsschroef van de klapbeugel7 Aansluiting voor voelerleiding naar de warmtepomp(bus X5)8 Plaats voor optionele uitbreidingsprintplaat„Comfort“9 Besturingsprintplaat van de <strong>verwarmings</strong>- enwarmtepompregelaar10 BedieningselementDraai de bevestigingsschroef van de klapbeugel van dekabelinvoeropening los en trek de klapbeugel naar beneden,tot het wegklappen naar boven mogelijk is. Klapde klapbeugel zijdelings naar boven weg…Basisbedrading:1 Aangesloten 230 V-voeding2 Leidingen in de kabelkanalen3 Aangesloten voelerleiding naar de warmtepomp4 Aangesloten 230 V-stuurleiding naar de warmtepompEventueel andere externe kabels installeren…Installatie- en gebruikershandleiding van uw apparaat,‘aansluitschema’ en ‘schakelschema’s’ bij uw apparaattypeVerwijder de afdekkingen van de kabelgoten…Steek de stekker van de 230 V-stuurleiding, die naar dewarmtepomp gaat, in de bus X1. Leg het andere kabeleindevan de stuurleiding op contact ZW1.10Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Breng de afdekkingen van de kabelkanalen weer aan.Draai de klapbeugel van de kabelinvoeropening terug inzijn uitgangspositie onder de bevestigingsschroef. Draaide bevestigingsschroef stevig aan…Breng de behuizingsafdekking opnieuw aan en draai dezijdelingse bevestigingschroeven vast.VOORZICHTIG:alle leidingen die u aansluit op de <strong>verwarmings</strong>-en warmtepompregelaar moet ubuiten de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaardoor een kabelkanaal leiden (noodzakelijkvoor trekontlasting; te voorzien doorde opdrachtgever).Montage en installatie vantemperatuurvoelersBUITENTEMPERATUURVOELERDe buitentemperatuurvoeler is een noodzakelijk onderdeelvoor de werking van de regelaar en wordt dan ook bijgeleverd.ATTENTIE.bij niet geïnstalleerde of defecte buitentemperatuurvoelerstelt de <strong>verwarmings</strong>- enwarmtepompregelaar de buitentemperatuurautomatisch in op -5 °C. Het statuslampje ophet bedieningselement brandt rood, het displayvan het bedieningselement meldt eenstoring.LET OP.monteer de buitentemperatuurvoeler langsde noord- of noordoostzijde van gebouwen.De buitentemperatuurvoeler mag niet blootstaanaan rechtstreeks zonlicht.Ga als volgt te werk:Open de behuizing van de buitentemperatuurvoeler enricht de temperatuurvoeler ≥ 2 m boven de grond uitop de bevestigingsplaats. De kabelbevestiging moetnaar de grond gericht zijn…1 230 V-stuurleiding (van bus X1 naar de warmtepomp)2 voelerleiding (van bus X5 naar de warmtepomp)3 verdere 230 V-uitgangen (circulatiepomp, mengklep…)4 voelerleidingen (extern)5 verdere 230 V-ingangen (externe aansturing, …)6 230 V-voeding (naar klemmenstrook)K kabelgootInstallatieaanwijzingen hiervoor vindt u in de installatie-en gebruikershandleiding van uw warmtepomp.1 Behuizing buitenvoeler2 Bevestigingsgaten3 Kabelbevestiging4 BuitentemperatuurvoelerTechnische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH11


Markeer en boor de bevestigingsgaten, sla de pluggen inde gaten en schroef de behuizing van de buitenvoelertegen de muur…ATTENTIE.de pluggen en schroeven voor het bevestigenvan de buitenvoeler worden niet meegeleverd.EXTERNE RETOURTEMPERATUURVOELERDe externe retourtemperatuurvoeler (optioneel) is noodzakelijkbij de hydraulische aanpassing van een buffervat(multifunctioneel vat, …). Deze moet als volgt worden aangesloten:Draai de kabelbevestigingsschroef in de behuizing vande buitenvoeler los en voer de 2-aderige kabel (Ø ≤ 1,5mm² per ader, kabellengte ≤ 50 m) door de kabelbevestigingsschroefin de behuizing naar binnen…Klem de kabel vast, draai de kabelbevestigingsschroefaan en doe de behuizing van de buitenvoeler weerdicht.TEMPERATUURVOELER WARM TAPWATERDe temperatuurvoeler voor warm tapwater is een optioneeltoebehoren en is alleen nodig bij gebruik van eenafzonderlijk warmwaterbuffervat. U mag uitsluitend voelersvoor warm tapwater gebruiken die zijn goedgekeurd doorde fabrikant van de warmtepomp.LET OP.het warmwaterbuffervat moet gevuldworden alvorens de voeler voor warm tapwateraan te sluiten op de <strong>verwarmings</strong>- enwarmtepompregelaar.Voor zover dat nog niet is gedaan in de fabriek, moet devoeler voor warm tapwater (Ø = 6 mm) op halve hoogtevan het warmwaterbuffervat worden gemonteerd – in iedergeval echter boven de inwendige warmtewisselaar van hetwarmwaterbuffervat.1 klem GND-aansluiting verbinden2 klem TRL-aansluiting verbindenSluit de van het buffervat komende retourtemperatuurvoeleraan op de printplaat van de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar.DemontageGEVAAR!Levensgevaar door elektrische stroom!De elektrische installatie mag enkel doorgekwalificeerde elektromonteurs wordenuitgevoerd.Schakel de installatie spanningsvrij enbeveilig deze tegen inschakelen, alvorens uhet toestel opent!GEVAAR!Levensgevaar door elektrische stroom!Alleen gekwalificeerde elektromonteursmogen de warmtepomp van de stroomvoorzieningverwijderen en alle aansluitingen demonteren.DEMONTAGE VAN DE BUFFERBATTERIJ1 Buffervat warm tapwater2 Temperatuurvoeler voor warm tapwater(Ø = 6 mm)3 Warmtewisselaar4 Koudwateraansluiting5 Aansluiting warm tapwaterLET OP.Alvorens de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompenregelaarwordt gerecycled, dient de bufferbatterijvan de hoofdprintplaat te wordenverwijderd. De batterij/accu kan met eenschroevendraaier uit de houder worden verwijderd.Breng de batterij/accu en alle elektronischeonderdelen gescheiden in de recycling.12Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Het bedieningselementDoor het selecteren en activeren van de navigatiepijlgaat u van een menuniveau naar het volgendehogere of lagere niveau.Bepaalde menu’s vereisen dat de instellingen wordenopgeslagen. Dat gebeurt door het selecteren en activerenvan .Door het selecteren en activeren van wordendoorgevoerde instellingen geannuleerd..STATUSLICHTDISPLAY1 USB-aansluiting(stekker achter het klepje)2 Display3 Statuslicht4 „Draai-drukknop”Ring rond de draaiknop brandt groen =Installatie werkt correctRing rond de draaiknop brandt groen/rood =functieonderbreking metautomatische resetRing rond de draaiknop brandt rood = storingOp het display van het bedieningselement worden bedrijfsinformatie,functies en instelmogelijkheden van de<strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar en de warmtepompinstallatieweergegeven, evenals foutmeldingen.Normaal is het display niet verlicht. Zodra de “draaidrukknop”wordt gebruikt, wordt de displayverlichtingingeschakeld. De verlichting wordt automatisch weer uitgeschakeldwanneer de “draai-drukknop” langer dan 10minuten niet wordt gebruikt.Als een menu meer opties heeft dan kunnen wordenweergegeven op het display, verschijnt er in de linkerdisplayrand een scrollbalk. Die geeft aan waar u zichin het menu bevindt. Als er geen symbool of menuveldis geselecteerd, kunt u naar beneden scrollenin het display door de “draai-drukknop” naar rechtste draaien. Zo kunt u de niet-zichtbare menuoptieszichtbaar maken. Wanneer u de knop naar linksdraait, scrollt u weer naar boven in het display.„DRAAI-DRUKKNOP”Draaien =Pictogram voor een gewenst programmaniveauof menuveld selecteren ofnaar boven (of beneden) bewegen inhet display (scroll).Drukken (kort) =Geselecteerde pictogram activeren(= het betreffende programmaniveauoproepen) of de geselecteerde menuoptievoor de invoer van gegevensen waarden deblokkeren.Draaien =In het gedeblokkeerde menuveld gegevensen waarden instellen.Drukken (kort) =Instelling van gegevens en waarden ineen menuveld beëindigen.Als u de “draai-druk-knop” 3 seconden lang ingedrukthoudt, gaat het display vanzelf terug naar het navigatiescherm.Na nog eens 7 seconden van inactiviteit keert het programmaautomatisch terug naar het standaardscherm.Donkere achtergrond (geïnverteerd) =Symbool of menuveld is geactiveerd.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH13


FOUTMELDINGENWanneer er zich een storing voordoet in de installatie, verschijnter een overeenkomstige foutmelding op het display.LET OP:Alvorens u een storing bevestigt, dient uvooral eerst de hoofdstukken “Storingsdiagnose/ foutmeldingen” en “Resetten na eenstoring” door te lezen.Pagina 60, Storingsdiagnose / foutmeldingen, enPagina 62, Resetten van een storingTAAL VAN HET DISPLAYIndrukken (7 seconden lang) =Foutmelding resetten enwarmtepompinstallatie opnieuwstarten (= manuele reset).U kunt zelf bepalen in welke taal menu’s en teksten op hetdisplay worden weergegeven.Pagina 44, Selecteren van de displaytaalMENUWEERGAVEDe menu’s zijn zodanig gestructureerd dat menuopties dievoor de installatie ofwel het machinetype niet van belangzijn, worden verborgen. Dit betekent dat het beeld op hetdisplay van de regelaar van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzingkunnen afwijken.Bij de eerste inschakeling van de warmtepomp verschijntbovenstaande mededeling.Zolang de mededeling niet metOK wordt bevestigd, wordt geen ZWE (tweede warmteopwekker)door de regelaar vrijgegeven.OPMERKINGTijdens een koude start bij lucht-waterwarmtepompenis geen warmteopwekkeractief.De mededeling verschijnt altijd bij het inschakelen van de regelaarof bij het overschakelen naar het standaardmenu. Demededeling verschijnt altijd bij het inschakelen van de regelaarof bij het overschakelen naar het standaardmenu.LET OP:Als de mededeling met OK wordt bevestigd,hoewel de installatie niet vakkundig gevuld is,dan kan dit schade aan het apparaat veroorzaken.Het standaardscherm“Verwarming”Het standaardscherm (= basismenu) dient om snel informatiete krijgen over de geselecteerde bedrijfsmodus van deverwarming. Bovendien kunt u hier snel en gemakkelijk debasisinstellingen van de <strong>verwarmings</strong>functie instellen.InbedrijfstellingIBN-ASSISTENTDe besturing is uitgevoerd met een inbedrijfstellingswizard.Deze zal u, de eerste keer dat het toestel in bedrijf wordtgenomen, begeleiden bij het instellen van de besturing. Inhet hoofdmenu knippert het pictogram “GO”. Door op ditpictogram te klikken, start u de inbedrijfstellingswizard. Alsde inbedrijfstelling is afgesloten, zal dit symbool verdwijnen.Verdere aanwijzingen m.b.t. de inbedrijfstellingswizard kuntu in de bijbehorende passages van deze gebruiksaanwijzingvinden.781 Pictogram voor het programma-onderdeel“Verwarming”Het pictogram Verwarming duidt aan dat de informatieernaast en de instellingsmogelijkheden alleen betrekkinghebben op de verwarming. Als u op dit pictogramdrukt, kunt u tussen de verschillende producties vande warmtepomp heen en weer schakelen. Er kunnenzodoende bijv. ook pictogrammen voor warm tapwater,koeling of zwembadwater worden weergegeven.Dit is natuurlijk afhankelijk van uw <strong>verwarmings</strong>installatieen de aangesloten verbruikers.N14Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


2 Momentele bedrijfsmodus van de verwarmingAuto(matisch), Vakantie, ZWE, Uit, of Party.3 Digitale temperatuurindicatieGeeft aan hoever de gewenste <strong>verwarmings</strong>water-retourtemperatuurvan die van de ingestelde stooklijnmoet afwijken.Maximale waarde van de mogelijke afwijking: ± 5 °C4 TemperatuurschaalGeeft grafisch aan hoever de gewenste <strong>verwarmings</strong>water-retourtemperatuurvan die van de ingesteldestooklijn moet afwijken.Maximale waarde van de mogelijke afwijking: ± 5 °C5 CompressorHet compressor-pictogram draait als de compressorloopt.6 Momentele bedrijfstoestandVerwarmingWarm tapwaterOpwarmprogrammaOntdooienEVUCirculatiepomp aanvoer (alleen SW en WW)FoutKoeling7 Momentele buitentemperatuur8 Datum / tijdN Navigatiepijlhier: naar navigatieschermHet standaardscherm“Warm tapwater”9 Pictogram voor het programma-onderdeel“Warm tapwater”Duidt aan dat op het standaardscherm de warm tapwater-functiesworden aangestuurd.10 Momentele bedrijfsmodus van de tapwaterproductieAuto(matisch), Vakantie, ZWE, Uit, of Party.11 Gewenste temperatuur van warm tapwaterproductie91011Het navigatieschermHet navigatiescherm geeft een overzicht van de verschillendeprogrammaonderdelen van de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar.BASISSCHERM1 Momentele bedrijfsstatus van de warmtepompmet tijdsindicatie2 Oorzaak van de heersende bedrijfsstatus ofstoringsmelding3 Pictogrammen van de programmaonderdelenvan de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaarStandaardpictogrammen die altijd worden weergegeven,zijn:Pictogram voor het programma-onderdeel “Informatieen snelinstelling”Bedrijfsinformatie en bediening van de installatiedoor de gebruikerToegankelijk voor alle gebruikersPictogram voor het programma-onderdeel“Verwarming”Programma-onderdeel voor het instellen vanalle parameters voor het <strong>verwarmings</strong>- enmengcircuitAlleen toegankelijk voor vakpersoneelPictogram voor het programma-onderdeel“Warm tapwater”Programma-onderdeel voor het instellen vanalle parameters voor de productie van warmtapwaterAlleen toegankelijk voor vakpersoneelPictogram voor het programma-onderdeel“Service”Programma-onderdeel voor het instellen vande basis-systeemparametersAlleen voor bevoegd servicepersoneelZone ten dele met wachtwoord beveiligdSymbool voor het programmaonderdeel ‘Parallelschakelingmaster’. Onderlinge verbindingvan max. 4 warmtepompen.Alleen voor vakpersoneel.Symbool voor het programmaonderdeel ‘Parallelschakelingslave’. Alleen voor vakpersoneel.4 Informatie over het geselecteerde pictogram.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH15


WEERGAVE VAN ANDERE PROGRAMMAONDERDELENAfhankelijk van het aangesloten warmtepomptype kan hetnavigatiescherm de volgende programmaonderdelen bevatten:WEERGAVE VAN SPECIALE PROGRAMMA’SAls er speciale programma’s actief zijn, worden de pictogrammenervan op het navigatiescherm weergegeven.OntluchtingsprogrammaPictogram voor het programma-onderdeel“Koeling”over de voorwaarden voor de weergave van hetsymbool: Pagina 27, Programma-onderdeel “Koeling”ATTENTIE.afhankelijk van uw installatie en van de configuratievan de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaarkunnen er nog meer programmaonderdelenop het scherm worden weergegeven.Op de schermen die op de volgende pagina’s staan beschreven,heeft u keuzemogelijkheiden of is uw keuze vereist. Inprincipe geldt het volgende:– bij keuzerondjes kunt u maar één optie aanklikken– bij selectievakjes kunt u er meerdere aankruisenToegang voor klantenservice of installateurOpwarmprogrammaBeknopt programmaGeforceerd verwarmingGeforceerd warm tapwaterGeforceerd ontdooienUSB-stick aangeslotenKoude start (afbreken)Lucht-waterwarmtepompen beschikken overeen koudestartfunctie.Als bij een buitentemperatuur < 10 °C de retourtemperatuuronder de 15 °C daalt, wordtde functie geactiveerd. Dan wordt de tweedewarmteopwekker aangestuurd, tot de retourtemperatuurde 15 °C overschrijdt. Pas daarnawordt de warmtepomp weer vrijgegeven.De koude start is vanaf een retourtemperatuurvan 23 °C beëindigd.Men kan de koude start desgewenst afbrekendoor op het symbool te drukken. Dan blijftde koude start gedeactiveerd tot de volgendeherstart van de regelaar.ATTENTIE.wanneer u het pictogram van een speciaalprogramma selecteert en activeert, gaat urechtstreeks naar het menu van dit specialeprogramma.16Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Programma-onderdeel“Verwarming”PROGRAMMA-ONDERDEEL SELECTERENselecteer het pictogramop het navigatiescherm…INSTELLEN VAN DE BEDRIJFSMODUS “VERWARMING”Ga als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Verwarming Instelling”de menuoptie “Bedrijfsmodus”…Op het display verschijnt het menu “Verwarming Bedrijfsmodus”.De actuele bedrijfsmodus is gemarkeerdmet :Op het display verschijnt het menu “Verwarming Instelling”…Volg de instructies die u in hoofdstuk “Bedrijfsmodusvan de verwarming instellen” (programma-onderdeel“Informatie en snelinstelling“) van de gebruiksaanwijzingvoor de eindklant kunt nalezen.TEMPERATUUR INSTELLENGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Verwarming Instelling”de menuoptie “Temperatuur + -”…1 Pictogram voor programma-onderdeel “Verwarming”met menutitel2 Menuoptie “Bedrijfsmodus”opent het menu “Verwarming Bedrijfsmodus”3 Menuoptie “Temperatuur + –”opent het menu “Verwarming Temperatuur + –”4 Menuoptie “Stooklijnen”opent het menu “Verwarming Stooklijnen”5 Menuoptie “Klokprogramma”opent het menu “Verwarming Tijdprogramma”6 Menuoptie “Verwarmingsgrens”opent het menu “Verwarmingsgrens”Op het scherm verschijnt het menu “Verwarming Temperatuur+ -“:…1 Menuoptie “Temperatuur + -”.Ingevoerde waarden worden in stappen van 0,5 °Cweergegeven.Referentiegrootte: ingestelde stooklijnTechnische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH17


ATTENTIE.dit menu dient voor het fijn afstellen van destooklijnen. Als er temperatuurwijzigingenworden opgeslagen, worden de stooklijnenautomatisch aangepast.D.w.z.:op basis van de wijzigingen in het menu “VerwarmingTemperatuur + -” berekent het programmavan de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar hetvoet- respectievelijk eindpunt van de stooklijnen afhankelijkvan de buitentemperatuur opnieuw om destooklijnen vervolgens te verschuiven.Temperatuur verhogen: selecteer en activeer de menuoptie“Warmer”. Verwarmingswater-retourtemperatuurwordt bij iedere draaiing 0,5 °C verhoogd…Temperatuur verlagen: selecteer en activeer de menuoptie“Kouder”. Verwarmingswater-retourtemperatuurwordt bij iedere draaiing 0,5 °C verlaagd...…STOOKLIJNEN INSTELLENMet stooklijn bedoelt men de op basis van de buitentemperatuurberekende retourwatertemperaturen van<strong>verwarmings</strong>installatie. Binnen bepaalde grenswaardenstijgen (dalen) de retourwatertemperatuur wanneer de buitentemperatuurdaalt (stijgt).ATTENTIE.via de instellingen van het <strong>verwarmings</strong>circuitwordt het van de temperatuur afhankelijkeaan- en uitschakelen van de warmtepompgestuurd.Ga als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Verwarming Instelling”de menuoptie “Stooklijnen”…ATTENTIE.wijzig de temperatuur om te beginnen met0,5 °C. Wacht 2 tot 3 dagen voor een volgendewijziging, en ga ondertussen na hoe dekamertemperatuur zich ontwikkelt.Instelling opslaan of annuleren…ATTENTIE.de stooklijnen worden bij het opslaan automatischgewijzigd op basis van de ingevoerdetemperatuurwaarden. De waarden in de menuoptie“Temperatuurschaal” en “Temperatuurafwijking”worden na het opslaan in hetmenu “Verwarming Temperatuur + -” op nulgezet.Als u uw instellingen hebt opgeslagen, toont het programmaeen bevestigingsmelding op het display om vervolgensautomatisch terug te keren naar het menu “Verwarming Temperatuur+ ‐”…Terugkeer naar het menu “Verwarming Instelling”.18Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


INSTELLEN VAN DE STOOKLIJNEN VAN HETVERWARMINGSCIRCUITOp het display verschijnt – afhankelijk van de systeeminstelling(Menggroep1 = “Ontlaad“) – ofwel het menu“Verwarming Stooklijnen”….…ofwel het menu “Stooklijn verwarming“:4 Tabelrij “Parallelle verschuiving”Symbool voor “Parallelle verschuiving”20 °C Tabelveld “Parallelle verschuiving”.Voorbeeldwaarde hier: 20 °C (neutraal)20 °C Tabelveld “Referentiewaarde buitentemperatuur”In het afgebeelde voorbeeld luidt het dat hetvoetpunt van de stooklijn 20°C moet bedragenbij een buitentemperatuur van 20 °C.Een verhoging van de temperatuurwaarde inhet tabelveld “Parallelle verschuiving” tot bijvoorbeeld22 °C zorgt voor een parallelleverschuiving van de stooklijn met 2 °C naarboven, terwijl een daling tot bijvoorbeeld18 °C een parallelle verschuiving van de stooklijnmet 2 °C naar beneden tot gevolg heeft.5 Tabelrij “Nachtverlaging”Symbool voor nachtmodus: verwarming is verlaagd-5 °C Tabelveld “Verschiltemperatuur”In het afgebeelde voorbeeld luidt het dat deverwarming in de nachtmodus met 5 °C wordtverlaagd in vergelijking met de dagmodus.Stooklijneindpunt vastleggen…ATTENTIE.als het menu “Stooklijnen verwarming ” verschijnt,activeert u de menuoptie “Verwarmingscircuit”.De stooklijnen voor het <strong>verwarmings</strong>circuitkunnen geprogrammeerdworden, voor zover er geen vaste temperatuuris ingesteld.Pagina 23, Instellen van een vaste temperatuur1 Symbool voor programma-onderdeel “Verwarming”en menutitel2 Kolomtitel van de tabelRetourtemperatuur <strong>verwarmings</strong>circuitReferentiewaarde buitentemperatuur3 Tabelrij “Stooklijneindpunt”Symbool voor “Stooklijneindpunt”45 °C Tabelveld “Stooklijneindpunt”Voorbeeldwaarde hier: 45 °C-20 °C Tabelveld “Referentiewaarde buitentemperatuur”(= niet wijzigbare systeemgekozenwaarde)In het afgebeelde voorbeeld luidt het dat deretourtemperatuur 45 °C moet bedragen bijeen buitentemperatuur van -20 °C.•Activeer het tabelveld “Stooklijneindpunt”…ATTENTIE.het stooklijneindpunt heeft altijd betrekkingop een buitentemperatuur van ‐20 °C. Als dewarmtepomp wordt gebruikt in een streekwaar er nooit een buitentemperatuur van‐20 °C heerst, moet u het stooklijneindpuntafstemmen op de regionale normontwerptemperatuur.Pagina 21, afstemming van het stooklijneindpuntop de regionale normontwerptemperatuur•Stel de retourtemperatuurwaarde in het tabelveld“Stooklijneindpunt” in…ATTENTIE.de temperatuurwaarden hebben betrekkingop de retourwatertemperatuur. Om de aanvoertemperatuurte bepalen moet u de hettemperatuurverschil optellen bij de berekendewaarde.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH19


voorbeelddiagram:Voorbeelddiagram:X buitentemperatuurY retourtemperatuur1 stooklijneindpunt2 stooklijnvoetpuntF Vorstbeveiligingstooklijn met stooklijneindpunt van 45 °C retourtemperatuur(bijvoorbeeld bij gebruik vanradiatoren)stooklijn met stooklijneindpunt van 30 °C retourtemperatuur(bijvoorbeeld bij gebruik vanvloerverwarming)•telkens bij -20 °C buitentemperatuur en eenstooklijnvoetpunt van 20 °C retourtemperatuurbij +20 °C buitentemperatuur.Beëindig de invoer in het tabelveld “Stooklijneindpunt”…Stel andere parameters in ( – ) of scroll het displayhelemaal naar beneden en ga verder met …„Parallelle verschuiving” vastleggen…•Selecteer en activeer het tabelveld “Parallelle verschuiving”…X buitentemperatuurY retourtemperatuurF VorstbeveiligingStooklijn met stooklijneindpunt bij 30 °C retourtemperatuuren stooklijnvoetpunt bij 20 °Cretourtemperatuur•Stooklijn na parallelle verschuiving met 10 °Cnaar boven verschoven.Beëindig de invoer in het tabelveld “Parallelle verschuiving”…Stel andere parameters van de tabel in ( ) of scroll hetdisplay helemaal naar beneden en ga verder met …Stel de “verschiltemperatuur” in waarmee het <strong>verwarmings</strong>circuitin de nachtmodus moet worden verlaagd…•Selecteer en activeer het tabelveld “Verschiltemperatuur”…•Stel de retourtemperatuurwaarde in. Een draai naarrechts veroorzaakt een parallelle verschuiving van destooklijn met 0,5 °C naar boven. Een draai naar linksveroorzaakt een parallelle verschuiving van de stooklijnmet ‐0,5 °C naar beneden.•ATTENTIE.de parallelle verschuiving heeft zowel een invloedop de dagmodus als op de nachtmodus.20Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Stel de retourtemperatuurwaarde in…voorbeelddiagram:•Selecteer de menuoptie “Verklaring”…BA15 °C1 Menuregel “Regionale norm-ontwerptemperatuur”X buitentemperatuurY retourtemperatuurF VorstbeveiligingStooklijn in de dagmodusMet -5 °C parallel verschoven stooklijn in denachtmodusOver het volledige gebied beschouwd, ligt de stooklijnin de nachtmodus 5 °C onder de stooklijn in de dagmodus.ATTENTIE.als uw installatie in de bedrijfsmodus “Auto”werkt, schakelt ze automatisch om tussendagmodus (temperatuurverhoging) ennachtmodus (temperatuurverlaging).2 Menuregel ‘Berekende retourtemperatuurstooklijneindpunt’ bij de regionale ontwerptemperatuurActiveer de menuoptie “Verklaring”. De temperatuurindicatiewordt tegen een donkere achtergrondweergegeven…•Stel de regionale normontwerptemperatuur in, bijvoorbeeld‐12 °C…•Sla de instellingen op…•Beëindig de invoer in het tabelveld “Verschiltemperatuur”…AANWIJZINGAlleen noodzakelijk als de stooklijn aan de regionaleontwerptemperatuur moet wordenaangepast.Het programma van de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaarberekent nu de bij -12 °C werkelijkeretourtemperatuur voor het stooklijneindpunt en geeftdie weer in de menuoptie “Berekend”.In het voorbeeld +24,0 °C:Afstemming van het stooklijneindpunt op de regionalenormontwerptemperatuur•Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH21


Als de berekende retourtemperatuur overeenkomtmet de door u gewenste retourtemperatuur, kunt u hetmenu verlaten…•Als de installatie echter een andere retourtemperatuurmoet bereiken, selecteert en activeert u in de tabelrij“Stooklijneindpunt” het tabelveld “Stooklijneindpunt”en wijzigt u de retourtemperatuurwaarde naar bovenof naar beneden toe (al naar gelang of u een hogere ofeen lagere temperatuur wenst)…•Beëindig de invoer in het tabelveld “Stooklijneindpunt”…INSTELLEN VAN DE STOOKLIJN VAN DE MENGGROEP 1ATTENTIE.het menu verschaft slechts toegang tot destooklijn van de menggroep 1 wanneer er inde installatie een mengklep is geïnstalleerden de menggroep 1 in de systeeminstellingals ontladingsmenggroep is gedefinieerd.Ga als volgt te werk:selecteer en activeer de menuoptie “Menggroep 1” inhet menu “Verwarming Stooklijnen”…•Scroll helemaal naar beneden in het menu “VerwarmingStooklijn Verwarmingscircuit” en sla de instellingenop…•Controleer vervolgens de achter de menuoptie “Berekend”weergegeven temperatuurwaarde…Als de berekende waarde nu overeenkomt met de dooru gewenste retourtemperatuur, kunt u het menu verlaten…Anders gaat u helemaal naar boven in het menu “VerwarmingStooklijn Verwarmingscircuit” en herhaalt ustappen • – • zolang tot de berekende waardede gewenste retourtemperatuur zo dicht mogelijk benadert.ATTENTIE.een exacte overeenstemming van de berekendewaarde met de gewenste retourtemperatuuris meestal niet mogelijk, aangezienu in de menuoptie “Stooklijneindpunt” de retourtemperatuurwaardeslechts in stappenvan 0,5 °C kunt instellen. Aanvaard daaromeen retourtemperatuur die de door u gewenstetemperatuur het dichtst benadert.ATTENTIE.een reële instelling van de stooklijn is vangroot belang voor het optimale energierendementvan de warmtepomp. Als de stooklijnte hoog is ingesteld, verhoogt dit het globaleenergieverbruik van de installatie!Op het display verschijnt het menu “VerwarmingStooklijn Menggroep 1”. De stooklijnen kunnen geprogrammeerdworden, voor zover er geen vastetemperatuur gedefinieerd werd…Pagina 23, instellen van een vaste temperatuurInstellen van de stooklijnen van de menggroep 1…Volg de aanwijzingen – onder “Instellen van destooklijnen van het <strong>verwarmings</strong>circuit”…Pagina 19ATTENTIE.zorg ervoor dat u bij het instellen van destooklijnen van de menggroep 1 steeds aanvoertemperaturendefinieert.ATTENTIE.via de instellingen van het <strong>verwarmings</strong>circuitwordt het van de temperatuur afhankelijkeaan- en uitschakelen van de warmtepompgestuurd.22Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


INSTELLEN VAN EEN VASTE TEMPERATUURATTENTIE.u kunt een vaste temperatuur uitsluitend instellenwanneer deze optie in de systeeminstellingenis geselecteerd.Pagina 66, Systeeminstelling bij de inbedrijfstellingATTENTIE.de vaste temperatuur wordt onafhankelijkvan de buitentemperatuur opgewekt.ATTENTIE.als u een nachtelijke temperatuurverlagingin de “Vaste temperatuur“-modus wenst,moet de verschiltemperatuur in de stooklijnen“Verwarmingscircuit” respectievelijk“Menggroep 1” worden ingesteld, alvorensde optie “Vaste temperatuur” wordt geselecteerd.Als er geen nachtelijke verlaging gewenst is,moet de verschiltemperatuur in de stooklijnen“Verwarmingscircuit” respectievelijk“Menggroep 1” op 0 °C worden ingesteld( = fabrieksinstelling).activeer de menuoptie “Retour” of “T aanvoer”. Hettemperatuurinvoerveld wordt tegen een donkere achtergrondweergegeven…Stel de gewenste vaste temperatuur in…Sla de instellingen op of annuleer deze en verlaat hetmenu “Verwarming Vaste instelling verwarming” of“Verwarming Vaste instelling Menggroep1”.Als de optie “Vaste temperatuur” in de systeeminstellingenis geselecteerd, ziet de stooklijn er bijvoorbeeld als volgt uit:Ga als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Verwarming Instelling”de menuoptie “Stooklijnen”…X buitentemperatuurY retourtemperatuurF VorstbeveiligingVaste temperatuur (hier: + 35 °C)TIJDKLOKPROGRAMMA VERWARMINGAls de optie “Vaste temperatuur” in de systeeminstellingeningeschakeld is, gaat u naar het menu “Verwarming Stooklijnen”(van waaruit u naar de menu’s “Verwarming Vasteinstelling verwarming” of “Verwarming Vaste instelling Menggroep1”gaat) of rechtstreeks naar het menu “VerwarmingVaste instelling verwarming“:STOOKGRENSVolg de instructies die u in hoofdstuk “Tijdprogrammavan het <strong>verwarmings</strong>circuit instellen” (programma-onderdeel“Informatie en snelinstelling“)van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant kuntnalezen.Is de gemiddelde dagtemperatuur de laatste 24 h hoger dande door u onder ‘stookgrens’ ingestelde gemiddelde dagtemperatuur,dan wordt het <strong>verwarmings</strong>bedrijf uitgeschakeld.Voorwaarde: de stookgrens is onder systeeminstellingen op‘ja’ ingesteld.Pagina 41 systeeminstelling ‘stookgrens’Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH23


Programma-onderdeel“Warm tapwater”PROGRAMMA-ONDERDEEL SELECTERENINSTELLEN VAN DE BEDRIJFSMODUS“PRODUCTIE WARM TAPWATER”Ga als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Warm tapwater Instelling”de menuoptie “Bedrijfsmode”…Ga als volgt te werk:op het naviga-Selecteer en activeer het pictogramtiescherm…Op het display verschijnt het menu “Warm tapwaterBedrijfsmodus”. De actuele bedrijfsmodus is gemarkeerdmet :Op het display verschijnt het menu “Warm tapwaterInstelling“:1 Symbool voor programma-onderdeel “Warmtapwater” met menutitel2 Menuoptie “Bedrijfsmodus”opent het menu “Warm tapwater Bedrijfsmode”3 Menuoptie “Temperatuur + –”opent het menu “Gewenste waarde warm tapwater”(Als de productie van warm tapwater door een thermostaatwordt aangestuurd, ontbreekt dit menuoptie.)4 Menuoptie “Klokprogramma”opent het menu “Warm tapwater Klokprogramma”5 Menuoptie “Snel opwarmen”opent het menu “Warm tapwater Snel opwarmen”6 Menuoptie “Onderhoudsprogramma”opent het menu “Warm tapwater Onderhoudsprogramma”Volg de instructies die u in hoofdstuk “Bedrijfsmodusvan de warm tapwater-productie instellen”(programma-onderdeel “Informatie en snelinstelling“)van de gebruiksaanwijzing voor de eindklantkunt nalezen.Terug naar het menu “Warm tapwater Instelling”.24Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


INSTELLEN VAN DE TEMPERATUUR VOORWARM TAPWATERATTENTIE.als de productie van warm tapwater wordtaangestuurd door een thermostaat, kan detemperatuur niet worden ingesteld. De menuoptie“Temperatuur + –” verschijnt danniet in het scherm “Warm tapwater Instellingen”.Ga als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Warm tapwater Instelling”de menuoptie “Temperatuur + –”…Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar hetmenu “Warm tapwater Instelling”.ATTENTIE.als er een warmtapwater-temperatuur wordtingesteld die niet kan worden bereikt, schakeltde warmtepomp eerst op “Hogedrukstoring”.Daarna volgt een storing met automatische reset(als er een commando voor verwarming wordtgegeven, wordt deze ook gestart). Als er 2 uur zijnverstreken, wordt de productie van warm tapwateropnieuw gestart. In dit geval verlaagt het programmavan de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaarde instelwaarde echter automatisch metaanvankelijk 1 °C. Als ook die insteltemperatuurniet kan worden bereikt, wordt het proces herhaaldtot er een temperatuur kan worden bereikt.KLOKPROGRAMMA PRODUCTIE WARM TAPWATERGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Warm tapwater Instelling”de menuoptie “Klokprogramma”…Op het scherm verschijnt het menu “Warm tapwaterTemperatuur + –”…1 Menuregel “Gewenste waarde”Activeer de menuoptie “Gewenste waarde”. Hettemperatuurinvoerveld wordt tegen een donkere achtergrondweergegeven…Stel de gewenste temperatuur in…ATTENTIE.in combinatie met warmwater-buffervaten– die door de fabrikant worden aanbevolen– kan uw warmtepomp watertemperaturenproduceren die ca. 7 K lager liggendan de maximale aanvoertemperatuur vanuw warmtepomp.Invoer afsluiten….Volg de instructies die u in hoofdstuk “Blokkeringvan de warm tapwater-productie instellen” (programma-onderdeel“Informatie en snelinstelling“)van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant kuntnalezen.ATTENTIE.houd er bij het programmeren rekeningmee dat de perioden die u in het onderdeel“Warm tapwater Tijdprogramma” vastlegt,blokkering zijn.Tijdens de ingevoerde perioden wordt deproductie van warm tapwater uitgeschakeld.Instelling van het tijdschakelprogramma voor de circulatie,zie ‘Handleiding regelaar eindklant’.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH25


ONDERHOUDSPROGRAMMAGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Warm tapwater Instelling”het menuoptie “Onderhoudsprogramma”…Selecteer en activeer de dag(en) waarop er een thermischedesinfectie moet plaatsvinden…ATTENTIE.„Continu” betekent dat er na iedere productievan warm tapwater een thermischedesinfectie plaatsvindt. Het produceren vanwarm tapwater start echter steeds bij de ingesteldehysterese van de warmwater-instelwaarde.Op het display verschijnt het menu “Warm tapwater-Onderhoudsprogramma”…THERMISCHE DESINFECTIEGa als volgt te werk:Activeer in het menu “Warm tapwater Onderhoudsprogramma”het menuoptie “Thermische desinfectie”…ATTENTIE.De melding ,Thermische desinfectie‘ verschijntalleen als er in de systeeminstellingeneen extra warmteopwekker voor warm tapwateris vrijgegeven.Op het scherm verschijnt het menu “Thermische desinfectie”…26Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Programma-onderdeel“Koeling”LET OP.het programma-onderdeel “Koeling” mag uuitsluitend activeren als er een koelmengklepin combinatie met een brine/water-warmtepompis aangesloten.LET OP.als er een koelmengklep is aangesloten, moetu absoluut het programma-onderdeel “Koeling”activeren, aangezien er anders storingenoptreden bij de aangesloten mengklep.PROGRAMMA-ONDERDEEL SELECTERENINSTELLEN VAN DE BEDRIJFSMODUS “KOELING”Ga als volgt te werk:Activeer in het menu “Koeling Instelling” de menuoptie“Bedrijfsmode”…Op het display verschijnt het menu “Koeling Bedrijfsmode”.Kies de gewenste bedrijfsmodus…Het programma-onderdeel “Koeling” moet door bevoegdonderhoudspersoneel tijdens de inbedrijfstelling worden ingesteld.vereiste instelling: menuoptie “Menggroup 1” = “Koeling”Pagina 66, Systeeminstelling bij de inbedrijfstellingAls de passieve koelfunctie is ingesteld, verschijnt in het navigatiedisplayhet symbool voor het programma-onderdeel“Koeling“:1 Pictogram voor programma-onderdeel “Koeling”met menutitel2 AutomatischAfhankelijk van de buitentemperatuurvrijgave wordtde passieve koelfunctie ingeschakeld.3 UitSchakelt de passieve koelfunctie uit.Ga als volgt te werk:selecteer het pictogramop het navigatiescherm…ATTENTIE.als de passieve koelfunctie wordt ingeschakeld,schakelt het programma van de <strong>verwarmings</strong>-en warmtepompregelaar de verwarmingautomatisch in de bedrijfsmode “Uit”.Omgekeerd geldt het volgende:als de verwarming wordt ingeschakeld, schakelthet programma van de <strong>verwarmings</strong>- enwarmtepompregelaar de passieve koelfunctieautomatisch in de bedrijfsmodus “Uit”.Op het scherm verschijnt het menu “Koeling Instelling“:Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH27


KOELTEMPERATUUR INSTELLENGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Koeling Instellingen”de menuoptie “Temperatuur + –”…PARAMETERS INSTELLENGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu ‘Instellingen koeling’het menupunt ‘Parameters’.Op het scherm verschijnt het menu “Koeling Temperatuur+ –”.Op het scherm verschijnt nu het menu ‘Parameters -over- resp. onderschrijding buitentemperatuur’.1 Tijd instellen voor ‘BT-overschrijding’2 Tijd instellen voor ‘BT-onderschrijding’1 Menuregel “Buitentemperatuur-Vrijgave”2 Menuregel “Instgestelte Temperatur Menggroep1” (= setpoint value)Selecteer de menuoptie “Ingest.temp. Menggr1”. Hettemperatuurinvoerveld wordt automatisch tegen eendonkere achtergrond weergegeven…Stel de gewenste temperatuur in…ATTENTIE.de instelwaarde bepaalt de instelgrootheidvoor de aangestuurde koelmengklep.Invoer afsluiten…Selecteer en activeer de menuoptie “BT-Vrijgave”. Hettemperatuurinvoerveld wordt automatisch tegen eendonkere achtergrond weergegeve…Stel de gewenste buitentemperatuurvrijgave in…Selecteer het menupunt ‘BT-overschrijding’ of ‘BTonderschrijding’.Het invoerveld voor de tijd wordtautomatisch tegen een donkere achtergrond weergegeven.Stel de gewenste tijd (in aantal uren) in.AANWIJZINGOm de koeling te starten, moet de BT-vrijgavelanger dan de onder ‘BT-overschrijding’ingestelde tijd overschreden zijn of eenmaligmet 5 K. De koelfunctie wordt beëindigd,als de BT-vrijgave langer dan de onder ‘BTonderschrijding’ingestelde tijd wordt onderschreden.De koelfunctie wordt pas vrijgegeven, als debrine-ingangstemperatuur > 3 °C bedraagt.De ingestelde temperatuur bepaalt de aanvoertemperatuurvan de warmtepomp tijdensde koeling.Invoer voltooien. Sla de instellingen op of annuleerze…Terug naar het menu “Koeling Instelling”.28Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Programma-onderdeel“Service”PROGRAMMA-ONDERDEEL SELECTERENTEMPERATUREN OPROEPENGa als volgt te werk:Ga naar de menuoptie “Temperaturen” in het menu“Service Informatie” en selecteer deze optie…Ga als volgt te werk:selecteer het pictogramop het navigatiescherm…Op het display verschijnt het menu “Service InformatieTemperaturen”…Op het display verschijnt het menu “Service”.INFORMATIE OPROEPENGa als volgt te werk:Activeer in het menu “Service” de menuoptie “Informatie”…Op het display verschijnt het menu “Service Informatie”.Aanvoer Anvoertemperatuur <strong>verwarmings</strong>circuitRetour Retourtemperatuur <strong>verwarmings</strong>circuitRetour berekend Berekende retourtemperatuur<strong>verwarmings</strong>circuit bij betreffendebuitentemperatuurRetour extern Retourtemperatuur in buffervatHeetgasHeetgastemperatureBuitentemperatuurBuitentemperatuurGemiddelte temperatureGemiddeldetemperatuurBuiten (functie <strong>verwarmings</strong>grens)Tapwater gemeten Warm tapwater, gemetentemperatuurTapwater ingesteld Warm tapwater, ingesteldetemperatuurBron-in Warmtebron-ingangs temperatuurBron-uit Warmtebron-uitgangs temperatuurMenggroep1-aanvoer Menggroep 1aanvoertemperatuurMenggr1-aanv.ingest. Menggroep 1Ingestelde temperatuur aanvoerRuimteopnemerKamerthermostaat(= ruimteregelaar met stooklijnverstelling)(alleen wanneer in systeeminstelling:Ruimteopnemer = RFV)Terug naar het menu “Service Informatie”.ATTENTIE.sommige temperatuurvoelers worden pasherkend als de besturing opnieuw wordt gestartnadat de voeler is aangesloten.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH29


INGANGEN OPROEPENGa als volgt te werk:Ga naar de menuoptie “Ingangen” in het menu “ServiceInformatie” en selecteer deze optie…UITGANGEN OPROEPENGa als volgt te werk:Ga naar de menuoptie “Uitgangen” in het menu “ServiceInformatie” en selecteer deze optie…Op het display verschijnt het menu “Service InformatieIngangen”…Op het display verschijnt het menu “Service InformatieUitgangen”…ATTENTIE.in dit menu vindt u informatie over de digitaleingangen van de regeling en of deze aanofuitgeschakeld zijn.ASD ontdooien, flow brinecircuit, doorstromingNaar gelang van het apparaattype kan de ingang verschillendefuncties vervullen:Bij L/W-apparaten Ontdooi-einde pressostaat:Aan = ontdooiing wordt beëindigd.Bij B/W- en W/W-apparaten met in de fabriek aangeslotenflowswitch: Aan = doorstroming in orde.Bij B/W-apparaten zonder in de fabriek aangeslotenflowswitch kan hier een brinedrukpressostaat wordenaangesloten: Aan = flow brinecircuit in orde.BWTEVUHDMOTNDPEXWarm-tapwaterthermostaatAan = Aanvraag van warm tapwaterSpertijd van EVUUit = spertijdHogedrukpressostaatUit = druk in ordeMotorbeveiligingAan = motorbeveiliging in orde.Low pressure pressostatAan = druk in orde.Aansluiting van een parasitairestroomanode(bij enkele apparaten mogelijk)Terug naar het menu “Service Informatie”.AVBUPFUP 1HUPVentiel- / circulatieomkeringCirculatiepomp voor warm-tapwaterVloer<strong>verwarmings</strong>circulatiepompVerwarmingscirculatiepompMenggroep 1 open Menggroep 1 gaat openAan = gaat open / Uit = wordt niet aangestuurdMenggroep 1 dicht Menggroep 1 dichtAan = gaat dicht / Uit = wordt niet aangestuurdVentilatieVentil-BOSUPCompressor 1Compressor 2ZIPZUPVentilatie van de warmtepompbehuizingbij bepaaldeL/W-apparaten.Bij grote L/W-apparaten (codering“L2G“) tweede trap van deventilatorVentilator, bronwater- ofbrine-circulatiepompCompressor 1 in warmtepompCompressor 2 in warmtepompcirculatiepompAanvullende circulatiepompZWE 1 Tweede warmteopwekker 1ZWE 2 Tweede warmteopwekker 2 –algemeen storingscontact (functie Algemeenstoringscontact: continu AAN bij storing,schakelt aan/uit , indien de storing zichautomatisch RESET).Terug naar het menu “Service Informatie”.30Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


AFLOOPTIJDEN OPROEPENGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Service Informatie”de menuoptie “Aflooptijden”…BEDRIJSUREN OPROEPENGa als volgt te werk:Ga naar de menuoptie “Bedrijfsuren” in het menu “ServiceInformatie” en selecteer deze optie…Op het display verschijnt het menu “Service InformatieAflooptijden”…Op het display verschijnt het menu “Service InformatieBedrijfsuren”…WP in vanafWarmtepomp loopt sinds(tijdformaat altijd in hh:mm:ss)ZWE1 in vanaf Tweede warmteopwekker 1loopt sindsZWE2 in vanaf Tweede warmteopwekker 2loopt sindsNetinsch.vertr.Startblok. TijdVD-StandHRM-tijdHRW-tijdTDI-tijdBlok.tapwaterOntdooienNet-inschakelvertragingCyclusblokkeringstijdCompressorstandtijdVerwarmingsregelaar meertijdVerwarmingsregelaar mindertijdThermische desinfectie actief sindsBlokkering warm tapwaterTerug naar het menu “Service Informatie”.Tijd tot de volgendeontdooiing (LW)Bedrijfsuren compr.1Impulsen compress. 1Looptijd compress. 1Bedrijfsuren compr. 2Impulsen compress. 2Looptijd compress. 2Bedrijfsuren ZWE1Bedrijfsuren ZWE2Bedrijfsuren WPBedrijfsuren verw.Bedrijfsuren tapw.Bedrijfsuren koelingBedrijfsurenCompressor 1ImpulsenCompressor 1gemiddelde LooptijdCompressor 1BedrijfsurenCompressor 2ImpulsenCompressor 2gemiddelde LooptijdCompressor 2BedrijfsurenTweede warmteop wekker 1BedrijfsurenTweede warmteop wekker 2Bedrijfsuren WarmtepompBedrijfsuren VerwarmingBedrijfsuren WarmtapwaterBedrijfsuren KoelingATTENTIE.De compressoren worden m.b.v. impulsenafwisselend bijgeschakeld. Het is dus mogelijkdat de bedrijfsuren van de compressorenverschillen.Terug naar het menu “Service Informatie”.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH31


STORINGSBUFFER OPROEPENSelecteer en activeer in het menu “Service Informatie”de menuoptie “Storingsbuffer”…Op het display verschijnt het menu “Service InformatieAfschakelingen”…Op het display verschijnt het menu “Service InformatieOpgeslagen storingen”…1 StoringscodeBetekenis van de storingscode vanaf pagina 602 Datum van de opgetreden storing3 Tijdstip van de opgetreden storingATTENTIE.alleen de laatste vijf opgetreden storingenworden weergegeven.1 Datum van de uitschakeling2 Tijdstip van de uitschakeling3 AfschakelcodeWPstoringInst.stor.BA_ZWEEVU-blokk.Luchtontd.TEGMAXTEGMINUEGGeen vraag= Warmtepomp storing= Installatie Storing= Bedrijfsmodus Tweede Warmteopwekker= Externe aansturing= ontdooien(alleen LW-toestellen)= Temperatuur maximumtoepassingslimiet= Temperatuur minimumtoepassingslimiet= onderste toepassingslimiet= geen opvraagATTENTIE.alleen de laatste vijf uitschakelingen wordenweergegeven.Terug naar het menu “Service Informatie”.Terug naar het menu “Service Informatie”.AFSCHAKELINGEN OPROEPENINSTALLATIESTATUS OPROEPENSelecteer en activeer in het menu “Service Informatie”de menuoptie “Installatiestatus”…Selecteer en activeer in het menu “Service Informatie”de menuoptie “Afschakelingen”…Op het display verschijnt het menu “Service InformatieInstallatiestatus”…32Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


1 Uniek identificatienummer van het apparaat inhet BAC net-netwerk2 Naam van het apparaat in het BAC net-netwerk3 Modelnaam van het apparaat4 Standplaats van het apparaat5 BAC net-communicatiepoort van het apparaatTerug naar het menu ‘Service Informatie’1 Pictogram voor het programma-onderdeel“Service Informatie” met menutitel ”2 Warmtepomp Typezie pagina 66 voor de betekenis van de code3 Software versievan de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar4 Bivalente trap1 = een compressor mag werken2 = twee compressoren mogen werken3 = aanvullende warmteopwekker mag meedraaien5 BedrijfstoestandMomentele bedrijfstoestand:VerwarmenWarm tapwaterOntdooienINSTELLINGEN UITVOERENGa naar de menuoptie “Instelling” in het menu “Service”en selecteer deze optie.…Op het display verschijnt het menu “Service Instelling”…Terug naar het menu “Service Informatie”.BACNETSelecteer in het menu ‘Service Informatie’ de menuoptie‘BACnet’ en bevestig …DATATOEGANG BEPALENActiveer in het menu “Service Instelling” de menuoptie“Datatoegang”…Op het scherm verschijnt het menu ‘BACnet’ …Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH33


Op het display verschijnt het menu “Service InstellingPasswoord”…VERKORTPROGRAMMA OPROEPENDe verkortprogramma hebben als doel de onderhoudsingrepente vergemakkelijken.Ga als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”de menuoptie “Verkortprogramma”…1 Symbool voor programma-onderdeel “ServiceInstelling” met menutitel2 Invoervelden voor viercijferige code3 Informatie over actuele status van de datatoegangSelecteer en activeer het eerste invoerveld van de cijfercode…Op het display verschijnt het menu “Service InstellingVerkortprogramma”…Voer de cijfers van de cijfercode in. Invoer afsluiten…LET OP.na de onderhoudswerkzaamheden mag uniet vergeten de datatoegang terug te zettenop “gebruiker”.Door verkeerde, niet op de installatiecomponentenafgestemde programma-instellingenkunnen er zich storingen voordoen inde installatie die in sommige gevallen zelfstot ernstige schade kunnen leiden. Daarommoet de toegang tot de basisinstellingen vande installatie worden geblokkeerd voor onbevoegdepersonen.ATTENTIE.de fabrikant kan niet aansprakelijk wordengesteld voor schade die ontstaat door verkeerde,niet aan de installatiecomponentenaangepaste programma-instellingen.Herhaal deze handelingen voor het tweede t/m hetvierde invoerveld…Sla de gegevens op of annuleer ze. De invoerveldenworden automatisch op 0000 gezet. De cursor springtautomatisch op de navigatiepijl. Het programma informeertu in de menuregel “Datatoegang” over degekozen status van de datatoegang…Keer terug naar het menu “Service Instellingen” doorde navigatiepijl te activeren.1 Pictogram voor het programma-onderdeel“Service Informatie” met menutitel2 VerkortprogrammaVerkort de cyclusblokkering en deblokkeert de warmtepomp.3 Geforceerd verwarmenProgramma-instellingen worden genegeerd. Verwarmingsaanvraagtot hoge druk. Na hogedrukstoringwordt de menuoptie “Geforceerd verw.” automatischgeselecteerd en teruggezet.4 Geforceerd tapwaterWerking als “Geforceerd verwarmen”.5 OntdooienDe ontdooienfunctie van de warmtepomp kan hiermeeworden getest (alleen L/W-toestellen).Selecteer en activeer het gewenste beknopte programma…Sla de gegevens op of annuleer ze. Terug naar het menu“Service Instelling”.34Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


TEMPERATUREN VASTLEGGENSelecteer en activeer in het menu “Service Instelling”de menuoptie “Temperaturen”…Op het display verschijnt het menu “Service InstellingTemperaturen”…Op het display verschijnt het menu “InstellingenTemperaturen“:Retour-begrensdRetourtemperatuur-begrenzingInstelling van de gewenste maximum retourtemperatuurin <strong>verwarmings</strong>modusX BuitentemperatuurY retourtemperatuurA stooklijneindpuntB Retourtemperatuurlimiet(in het afgebeelde voorbeeld: 42 °C)Hysterese HR Hysterese <strong>verwarmings</strong>regelaarInstelling van de regelhysterese van de<strong>verwarmings</strong>regelaarBij zeer reactiegevoelige <strong>verwarmings</strong>systemen eengrotere en bij tragere systemen een kleinere hystereseinstellen.Een voorbeeld: Hysterese <strong>verwarmings</strong>circuit retour = 2KAECCDB2 K2 KA in dit temperatuurgebied wordt geen verwarminggevraagdB in dit temperatuurgebied wordt verwarminggevraagdC HystereseD Neutrale zoneE Ingestelde retourtemperatuurTR Verhoging max RetourtemperatuurverhogingmaximaalInstelling van de maximaal toelaatbare overschrijdingvan de retourtemperatuur. Bij het overschrijdenvan de retourtemperatuur in de verwarming metde hier ingestelde waarde worden inwendige minimumlooptijdengenegeerd en alle warmteopwekkersuitgeschakeld. Waarde altijd hoger instellen dan dewaarde van de Hysterese HRVrijgave 2 compr. Vrijgave 2e compressorAlleen bij apparaten met twee compressoren wordthier een waarde weergegeven.Instelling van de minimale buitentemperatuurvanaf welke de 2e compressor naar gelang van debehoefte in de <strong>verwarmings</strong>modus kan worden vrijgegeven.Boven de ingestelde buitentemperatuurblijft de 2e compressor in de <strong>verwarmings</strong>modusgeblokkeerd.Vrijgave ZWE Deblokkeren tweede warmteopwekkerInstelling van de buitentemperatuur waarbij deblokkerenvan de tweede warmteopwekker naarbehoefte mogelijk is. Boven deze ingestelde buitentemperatuurblijft de tweede warmteopwekkergeblokkeerd.Uitzondering:bij storing en instelling storing met TWO wordttweede warmteopwekker onafhankelijk van de ingesteldebuitentemperatuur gedeblokkeerd.T-Luchtontdooien Temperatuur-luchtontdooiingHier wordt alleen een waarde weergegeven bijL/W-apparaten en wanneer de luchtontdooiing ingeschakeldis.Instelling van de vrijgavetemperatuur voor de luchtontdooiing.Onder de ingestelde temperatuur is deluchtontdooiing geblokkeerd.LET OP.Luchtontdooiing alleen instellen bij toesteltypesdie hiervoor zijn goedgekeurd.TDI-Ingestelde temp. Ingestelde TDI-temperatuurInstelling van de insteltemperatuur voor de thermischedesinfectie in de productie van warm tapwater.Hysterese Tapw. Hysterese warm tapwaterInstelling van de regelhysterese voor de productievan warm tapwater (negatieve hysterese).Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH35


CDA in dit temperatuurgebied wordt geen warmtapwaterproductie gevraagdB in dit temperatuurgebied wordt warm tapwaterproductiegevraagdC Warm tapwater, ingestelde waardeD negatieve hystereseAanvoer 2 compr. Tapw. Aanvoertemperatuur2e TapwaterAlleen bij apparaten met twee compressoren wordthier een waarde weergegeven.Instelling van de aanvoertemperatuur vanaf welke ermet één compressor warm tapwater wordt geproduceerd.6Optimalisatie van de laadtijd en debereikbare warm tapwatertemperaturen.Tbuiten max. Maximum buitentemperatuurHier wordt alleen bij L/W-apparaten een waardeweergegevenInstelling van de maximale buitentemperatuur vanafwelke de warmtepomp wordt geblokkeerd.Tweede warmteopwekker wordt naar behoefte vrijgegeven.Tbuiten min. Minimum buitentemperatuurHier wordt alleen bij L/W-apparaten een waardeweergegeven.Instelling van de minimum buitentemperatuur vanafwelke de warmtepomp wordt geblokkeerd.Tweede warmteopwekker wordt naar behoefte vrijgegeven.T-HG min Minimum warmtebrontemperatuurwordt alleen een waarde weergegeven bij B/W- enW/W-apparaten.Instelling van de minimaal toelaatbare temperatuurbij de warmtebron-uitgang van de warmtepomp.bij B/W-apparaten:Met KD-toegang kan een waarde boven -9 °Cworden ingesteld (noodzakelijk bij het aansluitenvan tussenwarmtewisselaars in combinatie met openbronnen)bij W/W-apparatenInstelling alleen mogelijk af fabriek.T-HG max Maximum persgastemperatuurInstelling van de maximaal toelaatbare temperatuurin het koelcircuit van de warmtepomp.T-Luchtontd-einde = Temperatuur luchtontdooiing eindeHier wordt alleen een waarde weergegeven bijL/W-apparaten en wanneer de luchtontdooiing ingeschakeldis. Instelling van de temperatuur waarbijde luchtontdooiing aan de uitgang van de verdamperwordt beëindigd.ABZie pagina 64, overzicht: ontdooicyclus, luchtontdooiing,toevoer max.Verlagen totmaximum dalingInstelling van de buitentemperatuur tot welke ereen nachtelijke temperatuurverlaging wordt doorgevoerd.Als de werkelijke temperatuur daalt tot onder deingestelde waarde, wordt de verlagingstemperatuurgenegeerd.Aanvoer max. Maximum aanvoertemperatuur 1)Als deze temperatuur in de aanvoer wordtoverschreden, wordt een compressor van de warmtepompuitgeschakeld. Dit geldt voor alle types!Zie pagina 64, overzicht: ontdooicyclus, luchtontdooiing,toevoer max.Aanvoer-max Menggr1maximumaanvoertemperatuur na de mengklepWordt alleen weergegeven als menggroep 1 isingesteld op mengklep. In dat geval werkt de aanvoertemperatuurvoelervan TB1 als begrenzer vande aanvoertemperatuur na de mengklep. D.w.z.: alsTB1 de ingestelde waarde overschrijdt, zal de mengkleprichting >Dicht< worden gedraaid.Buitentemp. Grensw. 2)Wordt alleen bij apparaten met code LW ... 407Cweergegeven.Hier wordt de buitentemperatuur ingesteld, totdewelke de max. aanvoertemperatuur met dewarmtepomp mag worden bereikt.Onder deze buitentemperatuur zal de daadwerkelijkemax. aanvoertemperatuur van de warmtepomplineair dalen tot de waarde ‘Aanvoer IG’.Aanvoer max. Gernsw. 3)Wordt alleen bij apparaten met code LW ... 407Cweergegeven.Hier wordt de max. aanvoertemperatuur van dewarmtepomp bij een buitentemperatuur van -20 °Cingesteld.Meer informatie vindt u onder punt ‘min. BT AVmax.’ en volgende tekening:VLVL-max.VL EG-20°Cmin. AT VL max.AT36Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


VL = aanvoerEG = inzetgrensAT = buitentemperatuurHyst.2 comp. verkort Hysterese <strong>verwarmings</strong>regelaarvanaf welke de inschakeltijd van het 2e comp.-niveauwordt verkort (zie ‘Systeeminstelling’).Aanvullende inschakeling Comp2:CABCDEDEABgeen inschakelingverkorte inschakelingT ret.berhysterese VRhysterese VR verkortPRIORITEITEN VASTLEGGENGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”de menuoptie “Prioriteiten”…Het menu “Service Instelling Prioriteiten” verschijnt ophet scherm…Selecteer en activeer de gewenste parameter. Het betreffendetemperatuurinvoerveld wordt tegen eendonkere achtergrond weergegeven…Stel de gewenste temperatuur in…Waardebereik: Pagina 66, Systeeminstelling bij de inbedrijfstellingInvoer afsluiten…Herhaal de procedure – indien nodig voor (een)andere parameter…Scroll helemaal naar beneden in het display. Sla de instellingenop of annuleer ze. Terug naar het menu “ServiceInstelling”.ATTENTIE.Warm tapwater heeft – zoals in het afgebeeldevoorbeeld – standaard prioriteit.Als u de verwarming de prioriteit wenst te geven, dientu met verder te gaan. Anders met .Selecteer de menuoptie “Tapwater”. Het prioriteiteninvoerveldwordt tegen een donkere achtergrondweergegeven…Wijzig de prioriteit voor “Tapwater” en beëindig deinvoer…ATTENTIE.de menuoptie “Verwarming” is slechts terinformatie. U kunt hier handmatig niets instellen.Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar hetmenu “Service Instelling”.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH37


SYSTEEMINSTELLING VASTLEGGENGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”de menuoptie “Systeem Instelling”…Op het display verschijnt het menu “Service InstellingSysteem”…Selecteer en activeer de gewenste parameter. Hetbetreffende invoerveld wordt tegen een donkere achtergrondweergegeven…Voer de gewenste instelling uit…LET OP.verkeerde, niet op de installatiecomponentenafgestemde programma-instellingen brengende veiligheid en de goede werking van deinstallatie in gevaar en kunnen tot ernstigeschade kan leiden.ATTENTIE.de fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteldvoor schade die ontstaat door verkeerde,niet aan de installatiecomponenten aangepasteprogramma-instellingen.ATTENTIE.afwijking van de betreffende fabrieksinstellingenin het overzicht “Systeeminstelling bij deinbedrijfstelling” invoeren.Pagina 66, Systeeminstelling bij de inbedrijfstellingInvoer afsluiten…Herhaal de procedure – indien nodig voor (een)andere parameter…EVU-blokkeringEVU blokkeringzonder ZWE = ZWE bij externe aansturing eveneensgeblokkeerdmet ZWE = ZWE bij externe aansturing vrijgegevenInstelling heeft enkel effect bij ketel-HT of ketel-LTals ZWE.RuimteopnemerRuimtethermometer(ruimteregelaar met stooklijnverstelling)Nee = geen ruimteregelaar met stooklijnverstellingaangeslotenRFV = ruimteregelaar met stooklijnverstelling aangeslotenInpassingHydraulische aanpassingInstelling van de hydraulische aanpassing van het buffervatRetour = hydraulische aanpassing met serieel geschakeldebuffervaten (aanvoer/retour)Buffervat = hydraulische aanpassing met parallelgeschakelde buffervaten (multifunctionele buffervaten,…)ATTENTIE.een buffervat vereist een externe retourtemperatuurvoeler.Menggroep 1 Menggroep 1Instelling van de functie van de mengklepsturingLaden = mengklep dient als ladingsmengklep, bijvoorbeeldvoor een ketelABTB1A KetelB WarmtepompTB1 Temperatuurvoeler aanvoer(optioneel)Ontladen = mengklep dient als regelmengklep, bijvoorbeeldvoor een vloerverwarmingTB1Koelen = mengklep dient als regelmengklep voorpassieve koelfunctie (alleen bij B/W-apparaten)Nee = mengklep heeft geen functie38Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


ZWE1 Type = Type van de tweede warmteopwekker 1Nee = geen ZWE aangesloten, installatie werktmonovalentE-element = elektrisch element als ZWE aangesloten,installatie werkt mono-energetischKessel = Ketel-HT als ZWE aangesloten, installatiewerkt bivalent. Als op “Kessel” is ingesteld, is ereen mengklep vereist, omdat de ketel, indien nodig,continu wordt ingeschakeld en er geen temperatuurregelingvia uitgang ZWE1 plaatsvindt.Gasboiler = Ketel-LT (gasketel) als ZWE aangesloten,wordt als elektrisch element aangestuurd, kanechter tijdens de externe aansturing worden vrijgegevenZWE1 Functie Functie van de tweede warmteopwekker1Nee = geen ZWE aangesloten, installatie werktmonovalentVerwarmen = ZWE bevindt zich als elektrisch elementin het buffervatVerw en Tw (=verwarming en warm tapwater) =ZWE bevindt zich hydraulisch in de aanvoer van dewarmtepomp. ZWE wordt doorstroomd wanneerde <strong>verwarmings</strong>warmtepomp of de circulatiepompvoor het warm tapwater draaitLET OP.bij ingebouwde doorstroomboilers die in deaanvoer van de warmtepomp zitten, moet“Verw en TW” als functie worden ingesteld.ATTENTIE.voor iedere ZWE moet telkens het type en defunctie worden ingesteld.ZWE2 TypeType van detweede warmteopwekker 2Nee = geen ZWE2 aangesloten, de uitgang heeft defunctie “algemeen storingscontact”E-element = ZWE2 is een elektrisch element, de installatiewerkt mono-energetischZWE2 Functie Functie van de tweede warmteopwekker2Nee = geen ZWE2 aangesloten, de uitgang heeft defunctie “algemeen storingscontact”Verwarmen = ZWE2 bevindt zich als elektrisch elementin het buffervatTapwater (warm tapwater) = ZWE2 bevindt zich inhet warm-tapwaterbuffervatLET OP.als ZWE2 op nee staat, heeft de uitgang defunctie “algemeen storingscontact”. Er maggeen ZWE op deze uitgang aangesloten zijn.Uitgang schakelt in/uit bij een storing met automatischereset. “Continu aan” bij storing.LET OP.Alleen de volgende ZWE1 / ZWE2-combinatieszijn toegelaten:ZWE1 Functie ZWE2 Functie VrijgaveVerwarmenVerw en TapwVerwarmenNeeNeeVerw en TapwStoringVerwarmenVerwarmenTapwater.TapwaterVerwarmenTapwatermet ZWE = bij storing van de warmtepomp wordenaangesloten ZWE ingeschakeld naar gelang van debehoefte (Verw en Tapw)zonder ZWE = bij storing van de warmtepompworden aangesloten ZWE slechts ingeschakeldwanneer retourtemperatuur < 15 °C (vorstbescherming);(alleen verwarming)Tapwater 1 Warm tapwater 1Voeler = productie van warm tapwater wordt via eentemperatuurvoeler in het warm-tapwaterbuffervatgestart of gestoptTherm. (= Thermostaat) = productie van warmtapwater wordt via een thermostaat in het warmtapwaterbuffervatgestart of gestoptATTENTIE.warm-tapwaterthermostaat aansluitenop dezelfde klemmen als de warm-tapwatertemperatuurvoeler(laagspanning). Dewarm-tapwaterthermostaat moet geschiktzijn voor laagspanning (potentiaalvrij contact).Thermostaat gesloten (= signaal aan) = aanvraagvan warm tapwater.Tapwater 2 Warm tapwater 2ZIP = ZIP betekent circulatiepomp.De bijbehorende instellingen vindt u in de beschrijvingvan de circulatiepomp in de handleiding voor deeindklant, programmaonderdeel ‘Warm tapwater’,hoofdstuk ‘Circulatie’.BLP = BLP-instelling betekent dat de uitgang ZIP tijdensde productie van warm tapwater actief is en30 seconden na TW-productie uitschakelt.Tapwater 3 Warm tapwater 3met ZUP = aanvullende circulatiepomp draait tijdensde productie van warm tapwaterzonder ZUP = aanvullende circulatiepomp draait niettijdens de productie van warm tapwaterTechnische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH39


Tapwater 4 Warm tapwater 4Ber.waarde = warmtepomp tracht de instelwaardevan de warm-tapwatertemperatuur te bereikenTapwater 5 Warm tapwater 5met HUP = <strong>verwarmings</strong>circulatiepomp draait tijdensde productie van warm tapwaterzonder HUP = <strong>verwarmings</strong>circulatiepomp draait niettijdens de productie van warm tapwaterWarmtepomptypeSWCLWCWZSWWCandere apparatenFabrieksinstellingmet HUPmet HUPmet HUPmet HUPzonder HUPBW+WP maxmaximale looptijd warmtapwaterproductie+ warmtepompNa het verstrijken van de ingestelde tijd wordtZWE in de warm-tapwaterproductie ingeschakeld,doch uitsluitend wanneer deze eerder in de <strong>verwarmings</strong>modusgedeblokkeerd was!Ontdooicycl.max Ontdooicyclustijd, maximale tijdtussen twee ontdooiprocessenOptie slechts mogelijk bij L/W-apparatenDe in te stellen tijd kunt u vinden in de installatie-en gebruikershandleiding bij het betreffendeL/W-apparaat. Als u daar geen gegevens vindt, geldthet volgende:Zie pagina 64, overzicht: ontdooicyclus, luchtontdooiing,toevoer max.Luchtontdooien.LuchtontdooiingOptie slechts mogelijk bij L/W-apparatenNee = luchtontdooiing niet vrijgegevenJa = luchtontdooiing algemeen boven de ingesteldetemperatuur vrijgegevenVrijgegeven apparaten, zie tabel pagina 36LET OP.Bij niet-vrijgegeven apparaten geen ‘luchtontdooiing’instellen.Luchtontdooien max Maximum tijdsduur luchtontdooiingOptie slechts mogelijk bij L/W-apparaten en wanneerluchtontdooiing vrijgegevenOntdooien Optie 2slechts mogelijk bij L/W-apparaten met 2compressorenmet 1 comp = ontdooiing met slechts een compressormet 2 comp = ontdooiing met twee compressoren,voor zover die ook vóór de ontdooiing werktenLET OP.Absoluut juist instellen, volgens bovenstaandetabel, anders gevaar van machineschade!Pompen optimal.PompoptimalisatieNee = <strong>verwarmings</strong>circulatiepompen draaien altijd,behalve wanneer er een andere productie wordt gevraagd(warm tapwater, …) of wanneer het apparaatis uitgeschakeldJa = <strong>verwarmings</strong>circulatiepompen worden uitgeschakeldindien nodigDe <strong>verwarmings</strong>circulatiepompen worden uitgeschakeldals de warmtepomp meer dan 3 uur nietwordt geactiveerd. De <strong>verwarmings</strong>circulatiepompenzullen dan telkens na 30 minuten 5 minuten langdraaien tot de warmtepomp weer warmte levert.Als de buitentemperatuur boven de ingestelderetourtemperatuur ligt, zullen de <strong>verwarmings</strong>circulatiepompencontinu uitgeschakeld blijven. Na 150uur worden deze telkens 1 minuut lang ingeschakeldom vastzitten van de pomp te voorkomen.ToegangDatatoegangsbevoegdheidAls op “Install.” (=installateur/vakpersoneel) isingesteld, kunnen alle parameters zonder wachtwoordworden aangepast die anders alleen met“Servciienst“-toegang (=klantenservice) kunnenworden gewijzigd.Brine-Luchtflow Flow brinecircuit, doorstroming/ Optie slechts mogelijk bij L/W- ofwel bij W/WapparatenNee = noch brinedrukpressostaat noch flow switchaangeslotenBrinedruk = bij B/W-apparaten in op de ingang ASDin een brinedrukpressostaat aangeslotenFlow = bij W/W-apparaten in op de ingang ASD ineen flowswitch aangeslotenNet contr. = fasebewakingsrelais in de toevoerleidingvoor de compressor aan ingang ASD aangeslotenNet+Flow = fasebewakingsrelais en flowswitch inserie aan ingang ASD aangeslotenLET OP.bij bepaalde apparaten is er af fabriek eenflowswitch ingebouwd. In dat geval moet deASD absoluut op “Net contr.” of “Net+Flow”worden ingesteld.Een verkeerde instelling brengt de veiligheiden de goede werking van uw apparaat ingevaar en kan tot ernstige schade leiden.40Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Bewaking compres. Bewaking compressorUit = compressorbewaking uitgeschakeldAan = compressorbewaking ingeschakeld, als hetdraaiveld van de voeding van de compressorverkeerd is, wordt er bij “Net aan” een storing gedetecteerdStoringsnummer 729, zie pagina 61Als de compressor start, controleert de compressorbewakingde temperatuurwijziging van hetpersgas. Als de temperatuur van het persgas nietomhoog gaat als de compressor werkt, zal er eenstoring worden gemeld.LET OP.compressorbewaking alleen uitschakelen voorhet zoeken naar fouten tijdens onderhoud.Apparaten met een fase volgorde relaisworden met uitgeschakelde compressorbewakinggeleverd.Regeling verwarm. Regeling van de stooklijnenBT-afh. = de retourtemperatuurwaarde van de verwarmingwordt berekend op basis van de ingesteldestooklijnVastetemp. = de retourtemperatuurwaarde kan losvan de buitentemperatuurwaarde worden gekozenRegeling Menggr.1 Regeling menggroep 1BT-afh. = de aanvoertemperatuurwaarde van de verwarmingwordt berekend op basis van de ingesteldestooklijnVastetemp. = de aanvoertemperatuurwaarde kan losvan de buitentemperatuurwaarde worden gekozenOpwarmenOptie slechts mogelijk bij externe energiebron(houtketel, zonne-energie-installatie met parallel geschakeldebuffervaten, …)met mengkl = als mengklep is gedefinieerd alsontladingsmengklep, regelt hij volgens de in het opwarmprogrammaingestelde insteltemperatuurz mengkl. = als de mengklep is gedefinieerd alsontladingsmengklep, stuurt hij tijdens het opwarmprogrammaaltijd openEletrische anodeParasitaire-stroomanode in het warm-tapwaterbuffervatJa = parasitaire-stroomanode aanwezigNee = parasitaire-stroomanode niet aanwezigLET OP.bij apparaten met parasitaire-stroomanodein het warm-tapwaterbuffervat moet in ditmenuoptie “Ja” worden ingesteld om de corrosiebeschermingvan het buffervat te garanderen.Het aansluiten van de parasitaire-stroomanodemoet gebeuren volgens de instructiesvan de handleiding bij de betreffende warmtepomp.VerwarmingsgrensAls de parameter Stookgrens op Ja is ingesteld, zalhierdoor de verwarming in de zomermodus automatischworden uitgeschakeld en andersom.Als de stookgrens geactiveerd is, zal onder ServiceInformatie - Temperaturen de gemiddelde dagtemperatuurworden weergegeven. Gelijktijdig verschijntin het menu Verwarming de menuoptie Stookgrens.Hier dient een temperatuur te worden ingesteldvanaf wanneer de warmtepomp niet meer dient teverwarmen. Als de gemiddelde waarde de ingesteldewaarde overschrijdt, dan wordt de retourtemperatuurwaardeop minimaal verlaagd en worden de<strong>verwarmings</strong>circulatiepompen uitgeschakeld. Als degemiddelde temperatuur de stooklijnwaarde weeronderschrijdt, dan wordt de verwarming automatischweer gestart.ParallelbedrijfNee = standaardinstelling, warmtepomp werkt zelfstandigMaster = de warmtepomp is de master in een parallelschakelingen zorgt voor de <strong>verwarmings</strong>regelingvan een installatieSlave = de warmtepomp is een onderdeel in eenparallelschakeling en ontvangt voor het <strong>verwarmings</strong>bedrijfcommando’s van de master-WPPagina 55, parallelschakelingPompoptim TijdAls de pompoptimalisatie is ingeschakeld (pompopt.JA), kan hier de tijd worden ingesteld na dewelke de<strong>verwarmings</strong>circulatiepomp wordt uitgeschakeld.Is de warmtepomp voor deze tijd uitgeschakeldomdat er geen <strong>verwarmings</strong>aanvraag gegeven is,dan wordt de pomp cyclisch 30 minuten uit- en 5minuten ingeschakeld, tot er weer een <strong>verwarmings</strong>aanvraagontvangen wordt.AfstandsbeheerJa = afstandsbeheer is ingeschakeldNee = afstandsbeheer is uitgeschakeldMeer informatie over het gebruik van de afstandsbeheervindt u op pagina 51, ‘Afstandsbeheer’.Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar hetmenu “Service Instelling”.Aanvoer VBOHier kan de aanvoertijd voor de warmtebronpompbij brine-water- en water-waterapparaten wordeningesteld. Dit kan noodzakelijk zijn, als de tijd vanhet inschakelen van de pomp tot het bereiken vande nominale doorstroming groter dan 30 secondenis.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH41


OntdCycl.min Ontdooicyclustijd, minimale tijdtussen twee ontdooiprocessenOptie slechts mogelijk bij L/W-apparatenDe in te stellen tijd kunt u vinden in de installatie-en gebruikershandleiding bij het betreffendeL/W-apparaat.SYSTEEM ONTLUCHTENGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”de menuoptie “Systeem ontluchten”…Verkorting 2e CompTijd tot de inschakeling van het 2e compressorniveau.Is de afwijking van de ingestelderetourtemperatuur ten opzichte van de reële retourtemperatuurgroter dan de instelling ‘hystereseVR verk.’ (‘Instellingen temperaturen’), dan wordthet 2e compressorniveau na deze tijd aanvullend ingeschakeld.ATTENTIE.Een compressor mag max. 3x per uur aanvullendworden ingeschakeld. Als dit aantal eenmaalis bereikt, kan de inschakeling langerduren!Op het display verschijnt het menu “Service InstellingenSysteem ontluchten”…HUPVerwarmings- en vloer<strong>verwarmings</strong>-circulatiepompZUPCirculatiepomp voor warm-tapwaterBUPWarm tapwater circulatiepompVentilator BOSUPVentilator, bronwater- of brine-circulatiepompMA1Mengkraan 1 OpenMZ1Mengkraan 1 DichtZIPAanvullende circulatiepomp, circulatiepompLooptijdTijdsduur ooptijd van het ontluchtenSelecteer en activeer het/de te ontluchten installatieonderdeel/onderdelen…Stel de tijdsduur van het ontluchtingsprogramma in…•selecteer en activeer de menuoptie “Tijdsduur”. Hetinvoerveld voor de tijdsindicatie wordt tegen een donkereachtergrond weergegeven…•Tijdsduur (uurcyclus) instellen…42Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


ATTENTIE.waardegebied voor tijdsduur = 1 – 24 urenFabrieksinstelling: 1 uurGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Service Instellingen”de menuoptie “Parameters IBN instellen”…•Invoer afsluiten…Sla de instellingen op of annuleer ze…ATTENTIE.als er circulatiepompen zijn geactiveerd,start het ontluchtingsprogramma onmiddellijknadat de instellingen zijn opgeslagen.Het ontluchten wordt telkens na een uurgepauzeerd gedurende 5 minuten en wordtvervolgens automatisch voortgezet.Volg de instructies op het scherm:…Terug naar het menu “Service Instelling”.ATTENTIE.zolang het ontluchtingsprogramma actiefis, wordt het overeenkomstige programmasymboolin het navigatiedisplay weergegeven:Bovendien is het mogelijk de instellingsgegevens extern opeen USB-stick op te slaan.PARAMETERS IBN OPSLAANHet is mogelijk de instellingen op te slaan die tijdens de inbedrijfstellingzijn uitgevoerd (= Parameters IBN opslaan).Indien nodig kan de installatie zodoende snel en eenvoudigweer worden gereset met de instellingen ten tijde van de inbedrijfstelling.De gegevens worden op de printplaat van het bedieningselementopgeslagen.ATTENTIE.De functie “Parameters IBN instellen” isalleen beschikbaar in de Klantenservice-toegangsmodus.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH43


SELECTEREN VAN DE DISPLAYTAALDe menu’s en teksten die op het display van het bedieningselementworden weergegeven, bestaan in verschillendetalen. U kunt een taal kiezen.Ga als volgt te werk:DATUM EN TIJD VASTLEGGENGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie“Datum en tijd”…Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie“Taal”…Op het display verschijnt het menu “Service Taal”…Op het scherm verschijnt het menu “Service Datum entijd”.…Selecteer en activeer de gewenste taal…Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar hetmenu “Service”.ATTENTIE.zodra u het symbool aan het eind van de lijstactiveert, verandert de displaytaal in de dooru gekozen taal.Selecteer en activeer de menuoptie voor dagcijfers…Stel de cijfers voor de huidige dag in…Herhaal stappen – voor de invoervelden maand,jaar, uur, minuten en seconden…ATTENTIE.de naam van de dag kunt u niet wijzigen. Dzewordt automatisch gecreëerd en weergegeven.Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar hetmenu “Service”.44Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


OPWARMPROGRAMMAGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie“Opwarmprogramma”…TEMPERATUREN EN TIJDSINTERVALLEN INSTELLENGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Service Opwarmprogramma”het tabelveld “Aanvoer1” (=aanvoertemperatuurtrap 1)…Het bijbehorende temperatuurinvoerveld wordt tegeneen donkere achtergrond weergegeven. Stel de gewenstetemperatuur in en beëindig het invoeren…Op het display verschijnt het menu “Service Opwarmprogramma”…Selecteer en activeer het invoerveld “Tijd” in de tabelrij“Aanvoer1”…Het invoerveld voor de tijd, die “Aanvoer1” moetduren, wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven.Stel de gewenste duur in en beëindig hetinvoeren…ATTENTIE.ingestelde temperatuurwaarden zijn aanvoertemperatuurwaarden.De warmtepompwordt via de retourtemperatuurvoeler geregeld.Het programma bepaalt het temperatuurverschilbij iedere temperatuurveranderingopnieuw. Daardoor is een geringe afwijkingvan de ingestelde temperatuurwaardemogelijk.ATTENTIE.de af fabriek ingestelde waarden komen overeenmet de richtlijnen van bepaalde vloerfabrikanten,maar kunnen ter plaatse wordengewijzigd.LET OP.af fabriek ingestelde waarden of gewenstewaarden moeten worden gecontroleerd ophun overeenstemming met de richtlijnen vande fabrikant van de vloer die moet wordenverwarmd.Herhaal stappen – voor de tabelrijen “Aanvoer2“– “Aanvoer10”…ATTENTIE.als er voor het opwarmen van de vloerminder dan tien trappen nodig zijn, moet hettijdsinterval bij alle niet benodigde trappenop “0h” worden gezet.LET OP.terwijl het opwarmprogramma loopt, mag ugeen warm-tapwatersnelopwarmen starten.ATTENTIE.als de temperaturen in het <strong>verwarmings</strong>systeemreeds groter zijn dan de insteltemperatuurvan de eerste aanvoertemperatuurtrap,moet u het opwarmprogramma met deeerstvolgende hogere aanvoertemperatuurtrapstarten. Anders kan het opwarmprogrammain de eerste aanvoertemperatuurtrapeen foutmelding geven.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH45


OPWARMPROGRAMMA STARTENATTENTIE.terwijl het opwarmprogramma loopt, is ergeen productie van warm tapwater mogelijk.scroll helemaal naar beneden in het scherm “ServiceOpwarmprogramma”. Selecteer en activeer de menuoptie“Opwarmprog. starten”…Om het opwarmprogramma te starten, activeert u demenuoptie “Instellingen opslaan”…De indicatie “Opwarmprog. wrd gestart” verandert in“Opwarmprog. actief”.Er verschijnt een veiligheidsvraag…46ATTENTIE.in het opwarmprogramma worden alle aangesloten<strong>verwarmings</strong>toestellen naar gelangvan de behoefte vrijgegeven. Nochtans geldthet volgende:een <strong>verwarmings</strong>installatie is berekend opverwarmen en niet op het opwarmen vaneen vloer. Daarom kan het voor de opwarmfasenodig zijn de installatie uit te rusten metaanvullende <strong>verwarmings</strong>toestellen.Accepteer de bevestiging. Selecteer en activeer demenuoptie “Ja” of de menuoptie “Nee”…ATTENTIE.als de veiligheidsvraag met “Nee” wordt beantwoord,wordt het opwarmprogrammaniet gestart.Als de veiligheidsvraag met “Ja” wordt beantwoord,keert het programma terug naar het menu “ServiceOpwarmprogramma”.De laatste menuoptie luidt nu “Opwarmprog.wordt gestart“,de menuoptie “Instellingen opslaan” wordt tegeneen donkere achtergrond weergegeven:Na het starten van het opwarmprogramma worden degeprogrammeerde aanvoertemperatuurtrappen automatischachtereenvolgens afgelopen.Het voor een aanvoertemperatuurtrap ingesteldetijdsinterval is niet noodzakelijk de werkelijke tijd dienodig is om de volgende aanvoertemperatuurtrap tebereiken. Naar gelang van de <strong>verwarmings</strong>installatie enhet vermogen van de warmtepomp kan het langer ofminder lang duren tot de volgende aanvoertemperatuurtrapwordt bereikt.Als een bepaalde aanvoertemperatuurtrap ten gevolgevan een te gering <strong>verwarmings</strong>vermogen niet wordt bereikt,verschijnt er op het display een overeenkomstigefoutmelding. De foutmelding informeert u ook over deaanvoertemperatuurtrap die niet is bereikt. Het opwarmprogrammaloopt niettemin verder en tracht devolgende aanvoertemperatuurtrap te bereiken.ATTENTIE.na afloop van een TT-temperatuurtrap wordthet bijbehorende tijdsinterval op “0h” gezet.Op die manier wordt gegarandeerd dathet opwarmprogramma na een eventuelestroomuitval verdergaat bij die aanvoertemperatuurtrapwaarbij het onderbroken is.ATTENTIE.als de foutmelding “Vermogenstekort Opwarmprogramma”verschijnt (= foutnummer730), wijst dat erop dat het opwarmprogrammaeen aanvoertemperatuurtrapniet binnen het vastgelegde tijdsinterval konafwerken. Het opwarmprogramma looptniettemin verder. De foutmelding kan pasworden bevestigd wanneer het opwarmprogrammaafgelopen is of handmatig is uitgeschakeld.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Terugkeer naar het menu “Service”.ATTENTIE.zolang het opwarmprogramma loopt, wordthet overeenkomstige programmasymbool inhet navigatiedisplay weergegeven:OPWARMPROGRAMMA HANDMATIG BEËINDIGENGa als volgt te werk:Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie“Opwarmprogramma”…INSTALLATIECONFIGURATIEATTENTIE.wanneer een bepaalde gebruiksmodus nietnodig is in uw installatie, is het onnodig debijbehorende programmaonderdelen op hetdisplay weer te geven.Een voorbeeld: uw installatie is uitsluitend bestemdvoor verwarming. Er zijn geen onderdelen voor deproductie van warm tapwater geïnstalleerd. Datmaakt dat u de menu’s van het programma-onderdeel“Warm tapwater” niet nodig hebt. Het is danook niet nodig dat die menu’s op het display wordenweergegeven. Onder “Installatieconfiguratie” kunt ubepalen dat deze menu’s in principe niet wordenweergegeven op het display en daardoor verborgenblijven.ATTENTIE.het verbergen van de menu’s heeft echtergeen invloed op de functie of de werking vaneen gebruiksmodus. Als de gebruiksmodusmoet worden uitgeschakeld, moet dat in hetmenu “Bedrijfsmode” worden ingesteld.Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie“Installatieconfiguratie”…Op het display verschijnt het menu “Service Opwarmprogramma”.De menurij “Opwarmprog. opheffen”wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven…Op het display verschijnt het menu “Service Installatieconfiguratie”…Druk de “draai-drukknop” in. Het opwarmprogrammawordt onmiddellijk uitgeschakeld, de indicatie “Opwarmprogr.opheffen” wordt automatisch vervangendoor de indicatie “Opwarmprogr. niet act(ief)”…Scroll helemaal naar beneden in het display, sla de instellingenop en keer terug naar het menu “Service”.Selecteer het niet benodigde programma-onderdeel…In het voorbeeld moeten de menu’s van het programma-onderdeel“Verwarming” op het displayworden weergegeven. De menu’s van het programmaonderdeel“Tapwater” worden niet weergegeven.Sla de instellingen op of annuleer ze. Terugkeer naar hetmenu “Service”.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH47


IBN-ASSISTENTPARAMETERS IBN-ASSISTENT RESETDe besturing is uitgevoerd met een inbedrijfstellingswizard.Deze zal u, de eerste keer dat het toestel in bedrijf wordtgenomen, begeleiden bij het instellen van de besturing. Inhet hoofdmenu knippert het pictogram “GO”. Door op ditpictogram te klikken, start u de inbedrijfstellingswizard. Alsde inbedrijfstelling is afgesloten, zal dit symbool verdwijnen.Verdere aanwijzingen m.b.t. de inbedrijfstellingswizard kuntu in de bijbehorende passages van deze gebruiksaanwijzingvinden.Stap voor stap worden de selectiemogelijkheden voor hetinstellen van de warmtepomp getoond.Een voorbeeld:Als uw warmtepomp door een geautoriseerde klantenservicein bedrijf is gesteld en de inbedrijfstellingsparameterszijn opgeslagen, kunt u deze parameters m.b.v. deze menuoptieweer herstellen/resetten.Dit kan een grote hulp zijn als er instellingen zijn gewijzigddie tot storingen van de installatie hebben geleid. Houd errekening mee dat alle instellingen, zoals stooklijnen, systeeminstellingen,ingestelde waarden, enz. worden teruggezet opde waarden ten tijde van de inbedrijfstelling.Dit heeft geen invloed op de schakelklokken.De volgende menuopties zullen verschijnen:of:(Dit nummer voor de instelling van de regelaar kunt u inde gepubliceerde hydraulische schema’s terugvinden).als u “Ja” invoert, volgt deze bevestiging:In dit scherm voltooit u de instellingen:48Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


DATALOGGERCONTRAST VAN HET DISPLAY VAN HET BEDIENINGSELE-MENT INSTELLENU kunt het contrast van het display van het bedieningselementzoals gewenst instellen.Ga als volgt te werk:selecteer het pictogramop het navigatiescherm…De besturing beschikt over een datalogger die voortdurendde laatste 48 uur gegevens van de warmtepomp opslaat.(temperaturen, in- en uitgangen).Deze gegevens kunnen worden opgeslagen op een USBstick.Stop de USB-stick in de besturing en sla deze gegevensop de USB-stick op m.b.v. de menuoptie Datalogger.Een geautoriseerde klantenservice of installateur kan d.m.v.zijn wachtwoord-beveiligde toegang de datalogger continuin werking zetten. Als er een USB-stick is aangesloten, zullende gegevens dan telkens na 48 uur met datum- en tijdstempelworden opgeslagen.Het menu “Service” verschijnt op het scherm. Scrollhet menu helemaal omlaag en selecteer de menuoptie“Systeemaansturing”…Op het scherm verschijnt het menu “Systeemaansturing”.Ga naar de menuoptie “Contrast Display” enselecteer deze…ATTENTIE.Vergeet niet, de datalogger op de USB-stickop te slaan, alvorens u de USB-stick van hetbedieningselement trekt. Anders gaan delaatse waarden verloren.Het menu “Contrast Display” verschijnt op het scherm.Selecteer hier “+ / –”. Door aan de “draai-drukknop”te draaien, kunt u nu het contrast aanpassen…Sla de instellingen op of annuleer ze.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH49


WEBSERVERAANWIJZING.Via de linker bus aan de onderzijde van hetbedieningsdeel kan een verbinding met eencomputer of netwerk tot stand worden gebracht,om de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaarvan daar uit te kunnen besturen.Voorwaarde hiervoor is dat tijdensde elektrische aansluitwerkzaamhedeneen afgeschermde netwerkkabel (categorie6) door het apparaat werd gelegd.Is deze netwerkkabel geïnstalleerd, dan dientde RJ45-connector van de netwerkkabel in delinker bus van het bedieningsdeel te wordengestoken.Op het scherm verschijnt het menu “Systeemaansturing”.Ga naar de menuoptie “Webserver” en selecteerdeze…Het menu “Webserver” verschijnt op het scherm. Voerhier eerst het wachtwoord met 6 cijfers in om toegangtot gegevensinvoer te verkrijgen. U heeft dit wachtwoordlater nodig om de computer bij de besturingaan te melden. Als het wachtwoord fout is, kunt u degegevens wel uitlezen, maar niet wijzigen…Als de computer direct met de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaaris verbonden, kunt u de menuoptie“DHCP Server” activeren.Met de functie “Webserver” kunt u de <strong>verwarmings</strong>- enwarmtepompregelaar d.m.v. een computer of internetbrowserregelen.selecteer het pictogramop het navigatiescherm…DHCP-CLIENTHet menu “Service” verschijnt op het scherm. Scrollhet menu helemaal omlaag en selecteer de menuoptie“Systeemaansturing”…Als de warmtepompregelaar op een netwerk met eenDHCP-server aangesloten wordt, kan de regelaar van dezeserver (bijv. router) een IP-adres toegewezen krijgen. Hiervoormoet het punt ‘DHCP-client’ geactiveerd zijn.Na een herstart wordt het ontvangen IP-adres in het menu‘IP-adres’ vermeld.ATTENTIE.De aangesloten computer moet als “DHCPClient” werken. Hierdoor krijgt de computeralle benodigde verbindingsgegevens automatischvan de DHCP-server van de <strong>verwarmings</strong>-en warmtepompregelaar.Controleer de netwerkinstellingen van hetbedrijfssysteem van uw computer als er ver-50Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


indingsproblemen optreden, en wijzig deze,indien nodig.ATTENTIE.Als de computer via een router met de<strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar isverbonden, moet u de menuoptie “DHCPServer” per se uitschakelen.Als “DHCP Server” wordt gedeactiveerd,moet de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaaropnieuw worden gestart.Sla de instellingen op en verlaat het menu…Ga naar de menuoptie “IP-adres” in het menu “Configuratiescherm”en selecteer deze…Als de computer aan een router is aangesloten en dedus de “DHCP Server” van de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaaris gedeactiveerd, moet u het IP-adres (1)in combinatie met alle andere gegevens (Subnet mask,Broadcast, Gateway) die op het scherm van de <strong>verwarmings</strong>-en warmtepompregelaar worden weergegevenaan de adresgegevens van uw routers aanpassen.Een voorbeeld:De aangesloten router (= Gateway) heeft het IPadres192.168.2.1, het nummer van de subnet mask is255.255.255.0.In dat geval vult u in de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaarde volgende adresgegevens in en slaat deze op:AANWIJZINGDe weergave van de webserver is geschiktvoor een resolutie van ten minste 1024 x 600.Op het display verschijnt het menu “IP-adres”…ATTENTIE.bij menupunt “IP” moet een adres tussen192.168.00<strong>2.0</strong>02 t/m 192.168.002.254 wordeningevoerd. Het ingevoerde adres mag niet alaan een ander apparaat zijn toegewezen datdoor de router wordt beheerd.ATTENTIE.JVM (Java Virtual Machine) is een vrij beschikbareplugin voor uw internetbrowser. U kuntdit op internet downloaden (http://www.java.com).1 IP-adres van de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar2 Subnetmask3 Adress Broadcast4 Gateway-adres van de aangesloten routerAls de “DHCP Server” / DHCP-client geactiveerd is,kunnen hier geen gegevens worden gewijzigd, maaralleen worden uitgelezen.De computer die als DHCP-client is aangesloten, krijgtautomatisch een IP-adres toegewezen.Am vanuit de aangesloten computer toegang tot de<strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar te verkrijgen,dient u de internetbrowser te openenen en dan in deadresregel “http://” en dan het nummer in te voerendat na “IP” op het scherm van uw <strong>verwarmings</strong>- enwarmtepompregelaar verschijnt.AFSTANDSBEHEERAANWIJZINGDe functie ‘Afstandsbeheer’ is momenteelalleen beschikbaar voor warmtepompen vande Professional-serie.AANWIJZINGOm de afstandsbeheer te kunnen gebruiken,dient aan de volgende voorwaarden te zijnvoldaan:– Er werd een speciale overeenkomst metde fabrikant afgesloten.– De <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaarheeft via een breedbandverbinding(DSL) en een router toegang tot internetmet open poort 21.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH51


– De inbedrijfstelling van de warmtepompwerd door de klantenservice vande fabrikant uitgevoerd.– De fabrikant heeft een volledig ingevuldinschrijvingsformulier voor de afstandsbeheerontvangen.DE FUNCTIE ‘AFSTANDSBEHEER’ INSTELLENGa als volgt te werk:Selecteer in het menu ‘Service’ het menupunt‘Systemaansturing’.AANWIJZINGDe afstandsbeheer is een extra service, diede fabrikant tegen betaling aanbiedt.AANWIJZINGAlle instellingen die de functie ‘Afstandsbeheer’betreffen, mogen uitsluitend door geautoriseerdservicepersoneel worden uitgevoerd.Op het scherm verschijnt het menu ‘Systemaansturing’.Selecteer hier het menupunt ‘Afstandsbeheer’.Met de functie ‘afstandsbeheer’ is vanaf de onderhoudsservervan de fabrikant directe toegang tot de <strong>verwarmings</strong>- enwarmtepompregelaar mogelijk.FUNCTIE ‘AFSTANDSBEHEER’ INSCHAKELENSelecteer het pictogramop het navigatiescherm.Op het scherm verschijnt het menu ‘Afstandsbeheer’.Selecteer hier het menupunt ‘IP-adres’.Het menu ‘Service’ verschijnt op het scherm. Selecteerhet menupunt ‘Systeeminstellingen’.Op het scherm verschijnt het menu ‘IP-adres Afstandsbeheer’.Scroll het menu door en selecteer helemaal onderaanhet menupunt ‘Afstandsbeheer’.Voer hier het IP-adres van de afstandsbeheerserver in (actuele stand: 212.223.174.89).AANWIJZINGNa de succesvolle verbinding met de afstandsbeheerserver mag het IP-adres nietmeer worden veranderd.De router moet als gateway ingesteld zijn.Pagina 50, webserverBewaar de instelling en keer naar het menu ‘Service’terug.Bewaar de instelling en keer naar het menu ‘Afstandsbeheer’terug.52Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Selecteer het menupunt ‘Verbinding testen’.HANDMATIGE DATATRANSFERGa als volgt te werk:Selecteer in het menu ‘Afstandsbeheer’ het menupunt‘Handmatige data overdracht’.AANWIJZINGDe controle van de verbinding is bij de eersteinstelling absoluut noodzakelijk.Op het scherm verschijnt het menu ‘Serienummer ingeven’.De verbinding met de afstandsbeheer server wordt totstand gebracht en de gegevens worden doorgestuurd.Voer het serienummer van de warmtepomp in.AANWIJZINGEen verbinding met de afstandsbeheer serveris alleen mogelijk, als u het serienummer vanuw warmtepomp correct hebt ingevoerd.Het serienummer van de warmtepompvindt u op het typeplaatje dat op de kast vande warmtepomp is aangebracht.Bewaar de instelling. Vervolgens wordt de verbindingmet de afstandsbeheer server gecontroleerd.Bij verbindingsproblemen verschijnt op het scherm devolgende melding:Pagina 54, mogelijke oorzaken van verbindingsproblemenTreden bij de controle van de verbinding fouten op,dan verschijnt op het scherm van de <strong>verwarmings</strong>- enwarmtepompregelaar een desbetreffende waarschuwing:Pagina 54, mogelijke oorzaken van verbindingsproblemenTechnische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH53


OGELIJKE OORZAKEN VAN VERBINDINGSPROBLEMENIs een verbinding met de afstandsbeheer server niet mogelijk,dan kan dit volgende oorzaken hebben:• De <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaar heeft geentoegang tot internet.INFORMATIE OVER DE FUNCTIE ‘AFSTANDSBEHEER’Ga als volgt te werk:Selecteer in het menu ‘Afstandsbeheer’ het menupunt‘Informatie’.• De standaardgateway in het menu ‘Configuratiescherm –IP-adres’ is niet correct ingesteld.• Poort 21 is niet voor de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaarvrijgegeven.• Het IP-adres van de <strong>verwarmings</strong>- en warmtepompregelaaris niet aan uw lokale netwerk aangepast.Controleer bij verbindingsproblemen alle instellingen in hetonderdeel ‘Afstandsbeheer’, ‘Webserver’ en ‘Configuratiescherm– IP-adres’. Corrigeer de instellingen, indien nodig.Op het scherm verschijnt het menu ‘Informatie afstandsbeheer’.Is daarna nog altijd geen verbinding met de afstandsbeheerserver mogelijk, dan dient u contact op te nemen met deklantenservice van de fabrikant.MAClaatste act.volgende act.ContractStatusMAC-adres van de besturingDe gegevens moeten bij de sluitingvan de overeenkomstaan de fabrikant worden meegedeeld.verstreken tijd sinds de laatsteactivering van de afstandsbeheertijd tot de volgende automatischeactivering van deafstandsbeheertype van de gesloten overeenkomstvoor afstandsbeheerstatus van de afstandsbeheerOffline = standaardweergave(wordt meestal getoond)Online = verbinding met deafstandsbeheer serveris momenteel tot standgebracht en actief54Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Programmaonderdeel‘Parallelschakeling’Via de parallelschakeling kunnen tot vier warmtepompenmet elkaar worden verbonden, zodat deze op een gezamenlijk<strong>verwarmings</strong>systeem kunnen worden aangesloten.Een van deze warmtepompen (master-WP) zorgt voor deregeling van de gehele <strong>verwarmings</strong>installatie.Op deze warmtepomp moet absoluut noodzakelijk een buitensensoren de bijbehorende regelsensor (retoursensor)van het <strong>verwarmings</strong>systeem worden aangesloten.Aanvullend kan alleen deze warmtepomp een tweede warmteopwekker(TWO) aansturen.Voor de bereiding van warm tapwater kan elke slave-warmtepompvan het systeem worden gebruikt. Om met eenwarmtepomp van de parallelschakeling warm tapwater tebereiden, dient de bijbehorende warmtapwatersensor op debetreffende warmtepomp te worden aangesloten. Bovendienis de aansluiting van het energiebedrijfcontact dan ook opdeze warmtepomp nodig! Terwijl deze warmtepomp warmtapwater bereidt, is hij uit de regelcombinatie afgezonderden wordt hij niet door de master-WP extra ingeschakeld.AANWIJZINGHet parallelbedrijf is alleen mogelijk, als allegeïntegreerde warmtepompen hetzelfdeaantal compressoren hebben!AANWIJZINGDe energiebedrijfblokkering moet principieelworden aangesloten op de master-warmtepompen op de warmtepomp die voor debereiding van warm tapwater zorgt!AANWIJZINGEr is slechts één master per parallelschakeling.De afzonderlijke niveaus van een parallelschakeling wordenzo aangestuurd, dat eerst telkens de eerste compressor vanalle warmtepompen loopt, alvorens een tweede compressorvan een warmtepomp aanvullend wordt ingeschakeld.De afzonderlijke compressorniveaus kunnen niet afhankelijkvan de buitentemperatuur worden geblokkeerd.De master-WP schakelt op basis van de bedrijfsuren van deafzonderlijke apparaten altijd dat niveau in, dat tot nu toe deminste looptijd heeft.VERBINDINGDe warmtepompen worden met elkaar verbonden via de ethernetpoort en een hub of switch (niet bijgeleverd).Voorbeeld4 warmtepompen voor verwarming, 1 warmtepomp voor warm tapwaterZWE 1TATRL extEVUAZUPHUP22BTBWBUPEVUZUPZWE 1/2 TDI1DCZUP2 2ZUPVoorbeeld2 warmtepompen, alleen voor verwarmingTechnische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH55


ZWE 1TATRL extEVUAZUPHUP2EZUPVoorbeeld: 2 warmtepompen voor <strong>verwarmings</strong>bedrijf, 1 warmtepomp zorgt voor de warmtapwaterbereidingZWE 1TATRL extEVUAZUPHUP2BTBWBUPEVUZUPZWE 1/2 TDITBW= temperatuursensor warm tapwaterZWE 1 = tweede warmtebron 1TATRL extEVUBUPZUPHUP= buitensensor= externe retoursensor= vrijgavesignaal energiebedrijf= circulatiepomp warm tapwater= reservecirculatiepomp= <strong>verwarmings</strong>circulatiepompZWE 1/2 TDI = tweede warmteopwekker 1 of 2 (alleen voor ‘Thermische desinfectie’ mogelijk)1 Hub of switch met 4 poorten: (RJ-45, 10 Base-T / 100 Base-Tx)2 Patchkabel RJ-45 (tot 20 m)A WP master (alleen verwarming in dit geval)B WP slave 1 (verwarming + bereiding warm tapwater)C WP slave 2 (alleen verwarming in dit geval)D WP slave 3 (alleen verwarming in dit geval)E WP slave 1 (alleen verwarming)56Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


IP-ADRESOm de verbinding tot stand te brengen, moet de DHCPservergedeactiveerd zijn en moeten de warmtepompenverschillende IP-adressen hebben. Het subnetmasker moethetzelfde zijn.• Om de DHCP-server te deactiverenzie pagina 50EXTERNE RETOURSENSORNormaal gesproken heeft een parallelschakeling één enkelbuffervat voor alle warmtepompen. Dan moet de externeretoursensor in dit buffervat zitten en met de master-warmtepompworden verbonden.Zie pagina 12• Het IP-adres kan worden veranderd in het menu ‘Service– Configuratiescherm – IP-adres’.VoorbeeldStandaard-IP-instelling voor de master-warmtepomp:PROGRAMMAONDERDEEL SELECTERENHet programmaonderdeel ‘Parallelschakeling’ moet door bevoegdservicepersoneel tijdens de inbedrijfstelling wordeningesteld.Noodzakelijke instelling:parallelbedrijf = slave1 IP-adres - altijd verschillend2 Subnetmasker - altijd gelijk3 Broadcast - altijd gelijkof de instelling is: parallelbedrijf = master4 Gateway - altijd gelijkStandaard-IP-instelling voor de slave-warmtepomp 1Bij een installatie met 2 of 3 slave-warmtepompen moetende andere IP-adressen analoog (van elkaar verschillend)worden ingesteld.AANWIJZINGDe IP-adressen moeten absoluut verschillendzijn! Het subnetmasker moet altijd hetzelfdezijn!Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH57


INSTELLING AAN DE MASTER-WARMTEPOMPSTATUS VAN DE MASTER-WARMTEPOMPBij de master dienen eerst de slaves te worden gezocht.Menu: Parallelbedrijf – Netwerk – WP zoeken.In dit menu wordt weergegeven welke informatie de master-warmtepompvan de betreffende slave-warmtepompenontvangt.Als ‘WP zoeken’ wordt geselecteerd, wordt het netwerkafgezocht.AANWIJZINGHiervoor is het noodzakelijk dat alle warmtepompendie in de parallelschakeling moetenwerken, ingeschakeld zijn en het IP-adres bijalle apparaten correct is ingesteld!Alle geïntegreerde warmtepompen worden weergegeven:1 IP-adres2 Bedrijfstoestand:0 = geen compressor1 = 1 compressor2 = 2 compressoren7xx = fout(zie appendix, foutdiagnose)1 Master2 Slave 1 gevonden3 Slave 2 gevonden4 Slave 3 gevondenSelecteer die slave-warmtepompen, die in de parallelschakelingmoeten werken, en bevestig.AANWIJZINGAls de zoekfunctie weer wordt gestart,moeten de betreffende warmtepompen opnieuwworden geselecteerd!58Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


MENU VAN DE VERWARMING INSTELLENMenu: Parallelbedrijf – instelling verwarming:Hier vindt u de volgende informatie:HR-tijdDat is de <strong>verwarmings</strong>regeltijd. Deze tijd bepaalt na welktijdsinterval naar het eerstvolgende hogere resp. lagere bivalentieniveaumag worden geschakeld (compressor in- resp.uitschakelen).Bij 2 warmtepompen mag deze waarde niet onder de 10 minutenworden ingesteld.Bij een instelling van 20 min duurt het 20 minuten, voorna het eerste compressorniveau het tweede bij wordt ingeschakeld,als daar een aanvraag voor bestaat. De aanvraagwordt bepaald door de ingestelde en reële retourtemperatuurvan de master-warmtepomp. De verstreken VR-tijd kanworden afgelezen onder ‘Informatie looptijden’.HysParallel (Hysterese-parallel)Behalve de hysterese voor de <strong>verwarmings</strong>regelaar (onder:Service – Instellingen – Temperaturen), is er bij de parallelschakelingnog een hysterese-parallel. Deze moet altijdgroter zijn dan de hysterese van de <strong>verwarmings</strong>regelaarvan de master-warmtepomp. De functie van deze tweedehysterese-instelling is de halvering van de VR-tijd tot de volgendein-/uitschakeling bij overschrijding van deze hysterese.Dit leidt tot een sneller regelgedrag, als de afwijking tusseningestelde en reële temperatuur te groot is.Met de pijl terug verlaat u dit menupunt.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH59


Storingsdiagnose / foutmeldingenNr.. Melding Beschrijving Remedie701702703704705706707708709710711712713714715716717718719720721Lage-drukstoringvergrendelingInstallateur bellenLage-drukstoringonderbrokenReset autom.VorstbeveiligingInstallateur bellenPersgasstoringRESET in hh:mmMotorbeveiliging VENInstallateur bellenMotorbeveilig. BSUPInstallateur bellenCodering WPInstallateur bellenVoeler retourleidingInstallateur bellenVoeler aanvoerInstallateur bellenTemp.voeler persgasInstallateur bellenVoeler buitentemp.Installateur bellenVoeler tapwaterInstallateur bellenVoeler WQ-EinInstallateur bellenPersgas BWRESET in hh:mmHogedrukstoring onderbrokenReset autom.HogedrukstoringInstallateur bellenDoorstroming-WQInstallateur bellenMax. buitentemp.Reset autom. in hh:mmMin. buitentemp.Reset autom. in hh:mmWQ-temperatuurReset autom. in hh:mmLagedrukuitschakelingReset autom.Lagedrukpressostaat in koelcircuit heeft meermaals gereageerd(LW) of langer dan 20 seconden (SW)Alleen mogelijk bij L/W-apparaten. Lagedruk in koudemiddelcircuitkoudemiddelcircuitheeft gereageerd. WPwordt na enige tijd automatisch herstartAlleen mogelijk bij L/W-apparaten. Als de warmtepompwerkt en de temperatuur in de aanvoer < 5 °C bereikt,dient de vorstbeveiliging te worden ingeschakeldMaximum temperatuur in het persgaskoudemiddelcircuitoverschreden. Automatische WP-herstart na hh:mmAlleen mogelijk bij L/W-apparaten: motorbeveiliging vande ventilator heeft gereageerdAlleen mogelijk bij B/W- en W/W-apparaten. Motorbeveiligingvan de brine- of bronwatercirculatiepomp of van decompressor heeft gereageerdBreuk of kortsluiting van de codeerbrug in WP na deeerste inschakelingBreuk of kortsluiting van de retourvoelerBreuk of kortsluiting van de aanvoervoeler. Geen storingsuitschakelingbij B/W- en W/W-apparatenBreuk of kortsluiting in de persgasvoeler in het koudemiddelcircuitBreuk of kortsluiting van de buitentemperatuurvoeler.Geen storingsuitschakeling. Vaste waarde op -5 °CBreuk of kortsluiting van de tapwatervoeler. Geen storingsuitschakeling.Breuk of kortsluiting van de warmtebronvoeler (ingang)Thermische gebruiksgrens van de WP overschreden.Warm-tapwaterproductie geblokkeerd gedurende hh:mmHogedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft gereageerd.WP wordt na enige tijd automatisch herstartHogedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft meerderekeren gereageerd.Flowswitch bij W/W-apparaten heeft tijdens de voorspoeltijdof tijdens het bedrijf gereageerdAlleen mogelijk bij L/W-apparaten. Buitentemperatuurheeft de toelaatbare maximum waarde overschreden.Automatische WP-herstart na hh:mmAlleen mogelijk bij L/W-apparaten. Buitentemperatuur isgedaald tot onder de toelaatbare minimum waarde. AutomatischeWP-herstart na hh:mmAlleen mogelijk bij B/W- en W/W-apparaten. Temperaturenaan de verdamperuitgang is langs WQ-zijde meermaalstot onder de veiligheidswaarde gedaald. AutomatischeWP-herstart na hh:mmLagedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft gereageerd.WP wordt na enige tijd automatisch herstart (SWen WW)WP op lekken, schakelpunt pressostaat,ontdooiing en TA-mincontroleren.WP op lekken, schakelpunt pressostaat,en TA-min controleren.WP-vermogen, ontdooiventiel en<strong>verwarmings</strong>installatie controleren.Koelmiddelhoeveelheid, verdamping,oververhitting aanvoer,retour en WQ-min controleren.Ingestelde waarde en ventilatorcontroleren.Ingestelde waarden, compressor,BOS controleren.Codeerweerstand in WP, stekkeren verbindingskabel controleren.Retourvoeler, stekker en verbindingskabelcontroleren.Aanvoervoeler, stekker en verbindingskabelcontroleren.Persgasvoeler, stekker en verbindingskabelcontroleren.Buitentemperatuurvoeler, stekkeren verbindingskabel controleren.Tapwatervoeler, stekker en verbindingskabelcontroleren.Warmtebronvoeler, stekker enverbindingskabel controleren.Doorstroming warm tapwater,warmtewisselaar, warm-tapwatertemperatuuren circulatiepompwarm tapwater controleren.Doorstroming VW, overlopen,temperatuur en condensatie controleren.Doorstroming VW, overlopen,temperatuur en condensatie controleren.Doorstroming, schakelpunt DFS,filter, luchtvrijheid controleren.Buitentemperatuur en ingesteldewaarde controleren.Buitentemperatuur en ingesteldewaarde controleren.Doorstroming, filter, luchtvrijheid,temperatuur controleren.Schakelpunt pressostaat, volumestroombron controleren.60Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Nr.. Melding Beschrijving Remedie722723724725726727728729730732733734735736737738750Tempdiff VWInstallateur bellenTempdiff tapw.Installateur bellenTempdiff ABTInstallateur bellenInstallatiefout TWInstallateur bellenVoeler mengcircuit 1Installateur bellenDruk brinecircuitInstallateur bellenVoeler WQ-UitInstallateur bellenDraaiveld storingInstallateur bellenVermogenstekort OWP.Installateur bellenStoring koelingInstallateur bellenStoring anodeInstallateur bellenStoring anodeInstallateur bellenExt. EnInstallateur bellenSensor zonnecollectorInstallateur bellenVoeler buffervat zonnecollectorInstallateur bellenVoeler menggroep2Installateur bellenVoeler retourleidingInstallateur bellenTemperatuurspreiding in de <strong>verwarmings</strong>modus is negatief(=foutief)Temperatuurspreiding in de warm-tapwatermodus is negatief(=foutief)Temperatuurspreiding in het <strong>verwarmings</strong>circuit is > 15 Ktijdens het ontdooien (=bevriezingsgevaar)Warm-tapwatermodus gestoord, temperatuur ver onderde gewenste opslagtemperatuurBreuk of kortsluiting van de menggroepvoelerBrinedrukpressostaat heeft tijdens de voorspoeltijd of tijdenshet bedrijf gereageerdBreuk of kortsluiting in de warmtebronvoeler aan de WQuitgangCompressor na het inschakelen zonder vermogenHet opwarmprogramma kon een TT-temperatuurtrap nietbinnen het ingestelde tijdsinterval bereiken. Opwarmprogrammaloopt verder.De <strong>verwarmings</strong>watertemperatuur daalde meerderekeren tot onder de 16 °CStoringmeldingsingang van de parasitaire stroomanodeheeft gereageerdFout 733 houdt reeds meer dan twee weken aan en deproductie van warm tapwater is geblokkeerdAlleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-printplaat: breukof kortsluiting van de voeler “externe energiebron”Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-printplaat: breukof kortsluiting in de voeler “zonnecollector”Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-printplaat: breukof kortsluiting in de voeler “zonneboiler”Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-printplaat: breukof kortsluiting in de voeler “menggroep2”Breuk of kortsluiting van de retourvoeler751 Fasebewakingsfout Fasevolgorderelais heeft gereageerdWerking en positie van de aanvoer-en retourvoeler controleren.Werking en positie van de aanvoer-en retourvoeler controleren.Werking en positie van de aanvoer-en retourvoelers, pompvermogenHUP, overlopen en <strong>verwarmings</strong>circuitscontroleren.Circulatiepomp TW, buffervatvulling,afsluitschuif en 3-wegventielcontroleren. Verwarmingswateren TW ontluchten.Menggroepvoeler, stekker en verbindingskabelcontroleren.Druk brinecircuit en brine-drukpressostaatcontroleren.Warmtebronvoeler, stekker enverbindingskabel controleren.Warmtebronvoeler, stekker enverbindingskabel controleren.Vereiste vermogen voor het opwarmencontroleren.Mengklep en <strong>verwarmings</strong>circulatiepompcontroleren.Verbindingsleiding tussen anodeen potentiostaat controleren. TWbuffervatvullen.Fout voorlopig bevestigen omde productie van warm tapwaterweer vrij te geven. Fout 733 verhelpen.Voeler “externe energiebron”,stekker en verbindingsleiding controleren.Voeler “zonnecollector”, stekkeren verbindingskabel controleren.Voeler “zonneboiler”, stekker enverbindingskabel controleren.Voeler “menggroep2”, stekker enverbindingskabel controleren.Retourvoeler, stekker en verbindingskabelcontroleren.Controleer draaiveld en fasevolgorderelais.752 Doorstromingsfout Doorstromingsschakelaar heeft gereageerd zie fout nr. 751 en nr. 717755Verbinding met slaveverlorenInstallateur bellenEen slave heeft gedurende meer dan 5 minuten nietgeantwoordNetwerkverbinding, switch enIP-adressen controleren. Indiennodig WP-zoekfunctie opnieuwuitvoeren.Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH61


Nr.. Melding Beschrijving Remedie756757Verbinding met masterverlorenInstallateur bellenLD-storing bij WWapparaat758 Storing ontdooiing759 Melding TDI760 Storing ontdooiingEen master heeft gedurende meer dan 5 minuten nietgeantwoordLagedrukpressostaat bij WW-apparaat is meermaals oflanger dan 20 seconden geactiveerd.De ontdooiing werd 5 keer na elkaar door een te lageaanvoertemperatuur beëindigdThermische desinfectie kon 5 keer na elkaar niet correctworden uitgevoerdDe ontdooiing werd 5 keer na elkaar via de maximale tijdbeëindigd (sterke wind op de verdamper)Netwerkverbinding, switch enIP-adressen controleren. Indiennodig WP-zoekfunctie opnieuwuitvoeren.Bij 3-malig optreden van dezestoring kan de installatie alleennog door geautoriseerd servicepersoneelworden vrijgeschakeld!Doorstroming controlerenAanvoersensor controlerenInstelling tweede warmteopwekkeren veiligheidstemperatuurbegrenzercontrolerenVentilator en verdamper tegensterke wind beschermenRESETTEN VAN EEN STORINGAls er zich een storing voordoet en er op het display een foutmelding verschijnt, moet u:het foutnummer noteren…de foutmelding bevestigen door de “draai-drukknop” (7 seconden lang) in te drukken.Het display gaat nu van de foutmelding naar het navigatiescherm…Wanneer deze foutmelding opnieuw verschijnt, dient u de installateur of bevoegd onderhoudspersoneel (= klantendienst)te bellen, als u daartoe in de foutmelding wordt verzocht. Meld het foutnummer en bespreek wat er verder moet gebeuren.62Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Technische gegevensMONTAGEAlleen in vorstvrije, droge en tegen weersinvloeden beschermderuimten.Omgevingstemperatuur: 0 °C – 35 °CElektrische aansluiting: 230 V AC, 18 VA, 0.1 A(max. vermogensopname regelaar zonderaangesloten apparaten)UITGANGENRelaiscontacten: 8 A / 230 VZekering: 6.3 AT (voor alle relaisuitgangen)Er kunnen in het totaal verbruikers tot 1450 VA op de uitgangenworden aangesloten.INGANGENOptokoppeling:230 VTemperatuurvoeleringangen: NTC-voeler 2.2 kΩ / 25 °CAANSLUITINGENStuurleiding:Temperatuurvoelerleiding:Insteekklemmen:12-polig, uitgangen 230 V12-polig, laagspanning1-polig, schroefklemmenINTERFACESUSB: USB-versie <strong>2.0</strong> (USB <strong>2.0</strong>)Host, A-stekker (alleen voor USB-stick!)Ethernet: 1 x 10 Base-T / 100 Base-TX(RJ-45, stekker, afgeschuind)KARAKTERISTIEKEN TEMPERATUURVOELERT / °CR / kΩ-20 16,538-15 12,838-10 10,051-5 7,931+/-0 6,306+5 5,040+10 4,056+15 3,283+20 2,674+25 2,200+30 1,825+35 1,510+40 1,256+45 1,056+50 0,891+55 0,751+60 0,636+65 0,534MEETGEBIED TEMPERATUURVOELERSMeetgebiedTemperatuurvoelertypeTemperatuurvoelerdefectTVL -10 °C t/m 80 °C 5 °CTRL -10 °C t/m 125 °C 5 °CTRL-E -10 °C t/m 125 °C 5 °CTHG -25 °C t/m 140 °C 150 °CTA -35 °C t/m 55 °C -5 °CTBW 0 °C t/m 125 °C 75 °CTWE -40 °C t/m 70 °C -50 °CTWA -40 °C t/m 70 °C -50 °CTB1 0 °C t/m 100 °C 75 °CRFV -5 °C t/m 5 °C 0 °CTechnische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH63


Overzicht: Ontdooicyclus, Luchtontdooiing, Aanvoer MaxOntdooicyclus Luchtontdooiing Aanvoer Maxvanaf / einde Aanvoer Max.1 min. AT VL max. 2 Aanvoer EG 3LWC 60 M-I 45 - 57LWC 80 M-I 45 - 57LWC 60 60 7/6 61 -7 52LWC 80 60 7/6 61 -7 52LWC 100 60 7/6 57LWC 120 60 7/6 57LW 70 A 60 - 57LW 80 A 60 - 57LW 100(A) 60 - 57LW 120(A) 60 7/6 57LW 150(A) 60 - 59LW 190(A) 45 - 59LW 250(L;A) 45 - 61 -4 50LW 260(L;A) 45 - 57LW 330(L;A) 60 7/6 59LW 100H(L;A) 45 - 64 -15 60LW 180H(L;A) 45 - 64 -15 60LW 150H(L;A) 45 - 64LW 320H(L;A) 60 - 64LW 90ARX 60 7/- 61 -7 50LW 140ARX 60 7/- 61 -7 50LW 90 (A)Solar45 9/8 61 -7 50LW 71 A 60 - 57LW 81 A 60 - 57LW 101 (A) 60 7/6 61 -7 50LW 121 (A) 60 7/6 61 -7 50LW 140 (L;A) 60 7/6 61 -7 50LW 180 (L;A) 60 7/6 61 -7 50LW 251 (L;A) 60 7/6 61 -7 50LW 310 (L) 60 7/6 59LW 310 A 60 - 5964Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH65


Systeeminstelling bij de inbedrijfstellingParameterRetourbegrensdStandaardinstellingInstelling bij in bedrijfnemenWaardenbereikToegang45 °C °C *) 35 °C – 70 °C Install.Hysterese HR 2,0 K K *) 0,5 – 3,0 K Install.TR Verhoging max 7,0 K K *) 1,0 – 7,0 K ServdienstVrijgave 2 compr. 5 °C °C *) -20 °C – 20 °C Install.Vrijgave ZWET-LuchtontdooienS/W & W/W: -16°CL/W: -2 °C°C *) -20 °C – 20 °C Install.10 °C °C *) 0 °C – 20 °C ServdienstTDI-Ingestelde temp. 65 °C °C *) 50 °C – 70 °C GebruikerHysterese Tapw. 2,0 K K *) 1,0 – 30,0 K Install.Aanvoer 2 compr.Tapw.50 °C °C *) 10 °C – 70 °C Install.Tbuiten max. 35 °C °C *) 10 °C – 45 °C ServdienstTbuiten min.. -20 °C °C *) -20 °C – 10 °C Install.T-HG minS/W: -9 °CW/W: 3,5 °C°C *) -20 °C –10 °CServdienstFabriekT-HG max 130 °C °C *) 90 °C – 140 °C FabriekT-Luchtontd-einde 2 °C °C *) 2 °C – 10 °C ServdienstVerlagen tot -20 °C °C *) -20 °C – 10 °C GebruikerAanvoer max. apparaatafhankelijk °C *) 35 °C – 75 °C GebruikerAanvoer-maxMenggr140 °C °C *) 25 °C – 75 °C GebruikerBuitentemp. Grensw. -7 °C °C *)Aanvoer max.Gernsw.50 °C °C *)-20 °C – 5 °CInstelling slechts mogelijk bijreversibele apparaten35 °C – 75 °CInstelling slechts mogelijk bijreversibele apparatenEVU-blokkering zonder ZWE met ZWE • zonder ZWE *) met ZWE • zonder ZWE Install.RuimteopnemerServdienstServdienstNee Nee • RFV *) Nee • RFV GebruikerInpassing Retour Retour • Buffervat *) Retour • Buffervat Install.Menggroep 1NeeNee • Laden • Ontladen • Koelen*)ZWE1 Type E-element Nee • E-element • Kessel • Gasboiler *)Nee • Laden • Ontladen • Koelen GebruikerNee • E-element • Kessel •GasboilerInstall.ZWE1 Functe Verw en Tw Ne • Verwarmen • Verw en Tw *) Ne • Verwarmen • Verw en Tw Install.ZWE2 Type Nee Nee • E-element *) Nee • E-element Install.ZWE2 Type Nee Nee • Verwarmen • Tapwater *) Nee • Verwarmen • Tapwater Install.Storing met ZWE zonder ZWE • met ZWE *) zonder ZWE • met ZWE Install.66Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


ParameterStandaardinstellingInstelling bij in bedrijfnemenWaardenbereikToegangTapwater 1 Voeler Voeler • Therm *) Voeler • Therm GebruikerTapwater 2 ZIP ZIP • BLP *) ZIP • BLP Install.Tapwater 3 met ZUP met ZUP • zonder ZUP *) met ZUP • zonder ZUP Install.Tapwater 4 Ber.waarde. Ber.waarde • max waarde *) Ber.waarde • max waarde FabriekTapwater 5 apparaatafhankelijk zonder HUP • met HUP *) zonder HUP • met HUP Install.BW+WP max 0 h h *) 0 h – 8 h GebruikerOntdooicycl.max 45 min min *)45 • 60 • 90 • 120 • 180 • 240 • 300minInstall.Luchtontdooien. No No • Yes *) No • Yes ServdienstLuchtontdooien max 15 min min *) 5 min – 30 min ServdienstOntdooien 2 met 1 comp met 1 comp • met 2 comp *) met 1 comp • met 2 comp FabriekPompen optimal. Ja Nee • Ja *) Nee • Ja GebruikerToegang Install. User • Install. • Servclienst *) User • Fitter • AS ServdienstBrine-LuchtflowBewakingcompres.Regelingverwarm.apparaatafhankelijkNee • Flow • Brinedruk •Net contr. • Net+Flow *)Nee • Flow • Brinedruk •Net contr. • Net+FlowServdienstInstall.Aan Uit • Aan *) Uit • Aan ServdienstBT-afh. BT-afh. • Vastetemp. *) BT-afh. • Vastetemp. GebruikerRegeling Menggr.1 BT-afh. BT-afh. • Vastetemp. *) BT-afh. • Vastetemp. GebruikerOpwarmen met megkl met mengkl • z mengkl. *) met mengkl • z mengkl. GebruikerEletrische anode apparaatafhankelijk Nee • Ja *) Nee • Ja ServdienstPeriode Menggr.1 1,0 *) 0,25 – 2,0 GebruikerLooptijd Menggr.1 1,0 *) 0,25 – 2,0 GebruikerVerwarmingsgrens Nee Nee • Ja *) Nee • Ja GebruikerParallelbedrijf Nee Nee • Slave • Master*) Nee • Slave • Master GebruikerAfstandsbeheer Nee Nee • Ja *) Nee • Ja Install.Pompoptim Tijd 180 min *) 5 – 180 min Install.Aanvoer VBO 1 min min 1 - 5 min InstOntdCycl.min 45 min min 45 • 60 • 90 • 120 • 180 • 240 • 300 FabriekVerkorting 2e Comp 20 min min 5 - 20 min InstHyst.2 comp. verkort 4,0 K K Inst*) Voer een waarde in of schrap wat niet van toepassing isTechnische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH67


Belangrijke afkortingenAfkorting1Compr2ComprAanvafh.ASDAutoAVBA_ZWEBLPBOSUPBSUPBTBUPBWBWTcompcomprcompressEVUEVU-blokkext.FUP1HDHRHRM-tijdHRW-tijdHUPIBNingest.Install.Inst.stor.KHZkoelLuchtontd.LuchtontdooiL/WLWCBetekenisEerste compressor inwarmtepompTweede compressor inwarmtepompAanvoerafhontdooien, flow brinecircuit, doorstromingAutomatischVentiel- / circulatieomkeringBedrijfsmodus Tweede WarmteopwekkerCirculatiepomp voor warm-tapwaterBronwater- of brine-circulatiepompBron / BrinepompBuitentemperatuurWarm tapwaterWarm-tapwaterthermostaatCompressorSpertijd van energievoorzieningsmaatschappijExterne aansturingexternVloer<strong>verwarmings</strong>circulatiepompHogedrukpressostaatVerwarmingsregelaarVerwarmingsregelaar meertijdVerwarmingsregelaar mindertijdVerwarmingscirculatiepompInbedrijfstellingingesteeldInstallateurInstallatie StoringCombi comfort warmtepomp(Komfort-Haustechnik-Zentrale)koelenLuchtontdooienLucht/WaterLucht/Water compactMA1AfkortingMenggrmengklMOTMZ1NDNetinsch.vertr.Ontdooicycl.Opwarmprog.PEXRFVServdienstSSTS/WSWCTATapw.BetekenisMengkraan 1 openMenggroepMengklepMotorbeveiligingMengkraan 1 dichtLagedrukpressostaatNet-inschakelvertragingOntdooicyclusOpwarmprogrammaServicedienstAlgemeen storingscontactBrine/WaterBrine/Water compactTapwaterTB1 Temperatuurvoeler menggroep 1TbuitenTBWTDITEGMAXTEGMINTTemp.Therm.T-HGAansluiting van een parasitairestroomanodeT-LuchtontdeindeTRTRLTRL-ETVLTWTWATWEUEGVastetemp.VENVentil.BuitentemperatuurThermische desinfectieTemperatuur maximumtoepassingslimietTemperatuur minimumtoepassingslimietTemperatuurThermostaatTemperatuur voeler persgasTemperatuur LuchtontdooiingTemperatuur voeler retourTemperatuur voeler retour externTemperatuur voeler aanvoerWarm tapwateronderste toepassingslimietVastetemperatuurVentilator68Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


AfkortingVentil.-BOSUPVerw.warmteopWQW/WWWCWZLWZSWPWPstoringzZIPZUPZWEBetekenisVentilator, bronwater- of brinecirculatiepompVerwarmenWarmteopnemerBroncircuitWater/WaterWater/Water compactLucht/Water WarmtecentraleBrine/Water WarmtecentraleWarmtepompWarmtepomp storingzonderCirculatiepomp voor warm tapwaterAanvullende CirculatiepompTweede warmteopwekkerTechnische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH69


70Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH


Technische wijzigingen voorbehouden.NL830523/210521© Alpha-InnoTec GmbH71

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!