12.07.2015 Views

Ruimtelijk dec. 2009 - Stichting Ruimte Roermond

Ruimtelijk dec. 2009 - Stichting Ruimte Roermond

Ruimtelijk dec. 2009 - Stichting Ruimte Roermond

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

®December <strong>2009</strong> Jaargang 14 nummer 4 Waarde € 4, -MONUMENTEN, ARCHITECTUUR, STEDENBOUW en LANDSCHAP in ROERMOND en omstrekenuimtelijkKWARTAALBLAD VAN STICHTING RUIMTE ROERMOND


COLOFON<strong><strong>Ruimte</strong>lijk</strong>verschijnt viermaal perjaaren brengt nieuws, achtergronden en uiteenlopendeopinies rond monumentenzorg,stedenbouw, ruimtelijke ordeningen architectuur in <strong>Roermond</strong> en omgeving.Bestuursbijdragen vallen buitenverantwoordelijkheid van de redactie.Overname van artikelen is toegestaannadat toestemming is verkregen en alsbronvermelding wordt toegepast.UITGAVE<strong>Stichting</strong> <strong>Ruimte</strong>.ISSN1389-2606.REDACTIEMarianne Wulms-Hovens, Paul Poell,Chris Roemen, Bert Thomassen.MEDEWERKERSPeter de Cock, Leonard Fortuin,Dennis JanssenLucien Jansen.REDACTIE-ADRESBachstraat 112,6044 SN <strong>Roermond</strong>, tel. 0475-322618.VORMGEVINGBert Thomassen.FOTOGRAFIELeonard Fortuin, Bert Thomassen.VERSPREIDINGPer post of eigen bezorgers. Oude nummerszijn beperkt verkrijgbaar op hetredactieadres of bij Boekhandel Boom,Neerstraat 29, <strong>Roermond</strong>.ABONNEMENTEN€ 16,- per jaar, over te maken opRabobank 1423.96.680.Bij meerdere abonnementen op éénadres abonnementsprijs in overleg.ABONNEMENTENADMINISTRATIEBachstraat 112, 6044 SN <strong>Roermond</strong>,tel. 0475-322618.BESTUUR STICHTING RUIMTEQuint Lommen, Hein Tilborghs, LucienJansen, Leonard Fortuin, Jan Grouls.SECRETARIAATSADRESWijersholaan 31, 6042 NK <strong>Roermond</strong>,tel. 0475-350367.E-MAILinfo@stichtingruimteroermond.nl.INTERNETwww.stichtingruimteroermond.nlPETER DE COCKPeter de Cock werd in 1751 gevangen gehouden in de kelders van het<strong>Roermond</strong>se stadhuis. De stank aldaar verdreef zelfs zijn pleitbezorgers.Door de eeuwen heen is hij een schelm gebleven die zijn stadop een Tijl Uilenspiegel-achtige wijze bekijkt.Mede mogelijk gemaakt door ARS Graisch.BANKNUMMER:RABOBANK 1423.96.680rstichtingte2RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong>


Ge lukkignieuwjaarMOOI HEBBEDINGHeel wat donateurs kochten het boekdat we hebben uitgegeven ter gelegenheidvan ons tienjarig bestaan.Maar we zijn nog niet uit-verkocht.Donateurs (en anderen) die nog geenexemplaar hebben aangeschaft, nodigenwij van harte uit alsnog dit boekte kopen.Bijvoorbeeld bij:- Plantage Boekhandel Books enMore in de Neerstraat- Boekhandel Boom in de Neerstraat- SBK kantoorin de Hoogstraat inSwalmen.Via het secretariaat (zie colofon oppagina 2) kunt u het ook bestellen.Voor slechts € 8,- is het van u of kooptu het voor iemand anders.INHOUD1 Kasteelruïne Kessel2 Column Peter de Cock; colofon3 Voorwoord4 Dichterlijke kunst bekroondKiwanisprijs voor Jan Martens6 ‘Graftombe is een vervalsing’8 Oorlogsschade herstellenVijf kasteelruïnes12 meesterwerken in kerk en pastorie15 Berichten en meer...16 Op de ®ol ‘Lopende zaken’RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong> 3


Dichterlijke kunstbekroondKIWANIS CULTUURPRIJSVOOR JAN MARTENSJan Martens: denkkracht en scheppende handen.Foto Franco GoriKIWANISKiwanis is een internationale organisatie vanserviceclubs, die door doelgerichte activiteitengeld bij elkaar brengen voor goede doelen. Kiwanisondersteunt kunst en sport door middelvan een jaarlijkse Fête des Arts in de Voorstad eneen Nachtgolftoernooi. Onder het motto Servingthe children of the worldverleent Kiwanis steunaan kinderprojecten in Lombok, Gambia en ineigen stad aan <strong>Stichting</strong> Leerhulp.<strong>Stichting</strong> <strong>Ruimte</strong> ontving de Kiwanis Cultuurprijs2000 en ook onze voormalige ‘huisfotograaf’Peter Wijnands hoort tot degenen dieeen laureaat ontvingen. De toekenning van dezeprijs in <strong>2009</strong> aan Jan Martens eert de kwaliteitvan zijn kunstzinnige werk.Atlas – Blatt;gemengde techniek op papierFoto Henny ReteraTEKST MARIANNE WULMSHOVENSJan Martens woont met zijn vrouw Joke ineen herenhuis aan een <strong>Roermond</strong>se singel,tussen de mooiste kerk van Limburg, deMinderbroederkerk en de H. Geestkerk in.Tussen deze monumentale schatten, oordenvan rust en bezinning, neemt hij een eigenpositie in op het gebied van beeldende kunst.In zijn artistieke loopbaan van bijna een halveeeuw heeft hij een nieuwe mijlpaal bereikt,namelijk de toekenning van de Kiwanis prijs<strong>2009</strong>. Daarnaast is hij één van de deelnemersaan een Belgisch-Nederlandse groepstentoonstellingin expositieruimte Montanus 5in Diksmuide, nog te zien tot 19 januari 2010.Momenteel is ook werk van hem te zien inDenemarken bij de tentoonstelling The Art ofMoney in Danmarks Industrimuseum.‘De zwaartekracht in het werk van Jan Martensberust op intuïtie en schilderkunstige in-telligentie’,aldus kunstenaar Tobey Stevensin een toespraak tijdens de uitreiking vande prijs 17 oktober in kasteeltje Hattem. Hijschetste een weergaloze impressie van deartistieke loopbaan van zijn studiegenoot vanweleer. Deze begon met een expositie in 1964die natuur en landschap tot onderwerp had.Tot het indrukwekkende oeuvre van toenhoorde ‘Verbrande aarde’.Het meeslepende werk dat in 1984 in Groningente zien was, werd gekenmerkt doorbeweeglijke patronen met bloem- en bladmotieven.Ze werden geplaatst tegenovereen krachtige monumentale vorm: die van deJapanse kimono, waardoor een voelbare spanningwerd opgeroepen.Steeds bleefJan Martens opzoek naar nieuwebeeldendem o g e l i j k h e -den, als kunstenaarsprekendin beelden dieeen geheel eigenvocabulairekennen. Eris altijd een samengaanvankrachten tussendynamieken statische elementen,tussen vorm en kleur. Het is eenvorm van poëzie, zoals klanken op elkaarrijmen in een gedicht. De individuele zeggingskrachtvan de lijn is groot en JanMartens heeft zich een meester getoond inhet rangschikken van de tweedimensionaleruimte.POPART ALS LEIDRAADIn de zestiger jaren maakte Jan Martenstijdens een studiereis van de Jan van EyckAcademie kennis met de kunststromingPop-art, waarbij gebruik wordt gemaakt vanreële objecten in kunstwerken. De benamingenwerden anders, zoals nieuw realisme,maar voor Jan Martens zou het een leidraadblijven in zijn loopbaan. De strekking bleef,maar door een verandering in het denkenis de weergave nu lyrischer en meer aaneen Europese geschiedenis verbonden. Debeeldeigenschappen vinden een weergave incollage-achtige doeken, waarin elk detail eenuitgesproken zeggingskracht heeft.ORIËNTAALSE MOTIEVENJan Martens kiest in de tweede helft van de jarentachtig van de 20 e eeuw voor oriëntaalsemotieven. Vanuit de kunstgeschiedenis zijndeze onder meer bekend door historieschilderEugène Delacroix, waarvoor Marokko- net als voor Jan en Joke - een inspiratiebronvormde. Schitterende kleuren wordenversterkt door een intens lineair ritme vande compositie.Tegelijkertijd komen nu ook klassieke beeldelementenin zijn werk voor, akomstig uitde klassieke cultuur van de Grieken en deRomeinen, zoals zuilen en bogen.Hoe ziet Jan Martens zijn relatie met de stad<strong>Roermond</strong>?Jan en zijn echtgenote Joke zijn één in hundenken en leven met kunstzinnige activiteiten.Uit hun reacties blijkt hoezeer zijhun opvattingen aan elkaar toetsen, zowelin artistiek opzicht als in gezinsverband.Het echtpaar koos domicilie in Maastricht,Eindhoven en Neer, maar uiteindelijk werd<strong>Roermond</strong> de stad van hun keuze. Hun driekinderen groeiden hier op en Jan waardeertals inwoner vooral de rust en de anonimiteitvan een stad die steeds interessanter werden waarvan hij en zijn eega de schoonheidzien en waarderen.4RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong>


TEKST EN FOTO’S CHRIS ROEMENWie wel eens in de kathedraal van SaintDénis bij Parijs is geweest, zal zich ongetwijfeldde tientallen (72!) grafmonumentenherinneren die daar te zien zijn.Heel wat koningen en andere hoge pietendie vanaf de vroege middeleeuwen ietste zeggen hadden over Frankrijk of eendeel daarvan, liggen er begraven. Mits zenatuurlijk van het juiste geloof waren.Vandaar dat de imposante lijst van dodenin Saint Dénis begint met Clovis (465-511), de eerste Frankische koning die hetdoopwater over zich heen kreeg.Nou werd het grafmonument voor Clovis dat inGrafmonument voor Clovis in Saint DénisSaint Dénis is te zien, pas in de dertiende eeuwgemaakt, toen het lijdend voorwerp zelf al ruimzevenhonderd jaar dood was. Juist in de tijd dat de Frankische vorst nog gewoonop aarde rondwandelde, kwam er een einde aan de oude traditie van het afbeeldenvan de doden, althans van de weinigen die rijk genoeg waren om zich in steen telaten vereeuwigen. Een traditie die prachtige Griekse stelesen rijk geornamenteerdeRomeinse sarcofagen had voortgebracht, verdween totaal. Zelfs grafstenen metalleen een naam erop zijn er uit die vroege middeleeuwen niet meer.‘G M ’Waarom ze verdwenen is niet precies bekend, maar het is wel duidelijk dat de behoefteom overledenen af te beelden klein is geweest. Sarcofagen verdwenen niet,maar het werden anonieme en sobere kisten die regelmatig gerecycled werden. Pasvanaf de elfde eeuw ontsnappen de (rijke) doden geleidelijk weer aan de eeuwigeanonimiteit door grafschriften, afbeeldingen in diep geprofileerde grafplaten ofzelfs door volledig driedimensionale beelden, zogenaamde gisants. Bekend zijnde beelden van bijvoorbeeld Eleanora van Aquitanië (1204) in de abdij van Fontevrauof de ‘halve gisant’ van abt Isarn (1047) in de Saint-Victor te Marseille. Inbepaalde gevallen werd de gisant op een tafel geplaatst (een tafelgraf als dat vande Gelderse graaf Otto II, in de abdij van Grafenthal), maar het dodenbeeld kon ookop een gesloten sarcofaag worden geplaatst. De graftombe van graaf Gerard IV vanGelre (1229) en Margaretha van Brabant (1231) in de <strong>Roermond</strong>se Munsterkerkis daarvan een voorbeeld, en zou bovendien het oudste voorbeeld zijn van eengrafmonument voor een echtpaar. De veronderstelling is immers dat het vrij snelna de dood van gravin Margaretha werd gebouwd.BEWIJSVOERINGMaar is de tombe zoals we hem nú kunnen zien wel écht zo oud? Hoe weten zedat zo precies? Het antwoord is dat niemand het precies weet. De eerste beschrijvingvan het graf dateert uit de tweede helft van de vijftiende eeuw, waardoor vaststaat dat er toen al een beeldengroep in de Munsterkerk stond. Maar dat is op geenstukken na een precieze datering. Daarom wordt ook gekeken naar de beeldtaal,de uitdrukking die aan de beelden is gegeven, en die wordt dan vergeleken metbeelden uit ongeveer dezelfde periode.Een dergelijk onderzoek is al eerder en vaker uitgevoerd op de <strong>Roermond</strong>se beelden,en naar aanleiding daarvan is de datering uit de dertiende eeuw wel eens in twijfelgetrokken. Er werd dan vooral gewezen op de a-typische houding van de armen ende halfdichte ogen van graaf en gravin. Vooral Duitse kunsthistorici als SchippersAlweerpraalgraf?In november 2007 verscheen eenboekje over de graftombe in deMunsterkerk, van de hand vanDorothea Schulz en Bert van Bommel.Het boekje werd voor zoverwij weten geheel over het hoofdgezien door de regionale pers,heemkundeverenigingen en hetLimburgs Geschied en OudheidkundigGenootschap. Slechte marketingwaarschijnlijk, door uitgever Sdu.Hoewel ook in de vorige <strong><strong>Ruimte</strong>lijk</strong>een verhaal over de beeldengroepstond, vinden we dit boekje belangrijkgenoeg om er nu alweeraandacht aan te besteden.>>>RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong> 5


in de jaren 20 en Bauch in de jaren 70waren sceptisch en meenden in eigenland oudere voorbeelden te hebben. Datwerd aanvankelijk min of meer weggewuifdals Duits chauvinisme maarallengs met steeds minder overtuiging.Zo schreef de <strong>Roermond</strong>se historicusdr. Gerard Venner twintig jaar geleden,in 1989, al een belangrijk boekje overde grafmonumenten van de graven vanGelre. Hij zagtoen nog "geen dwingenderedenen om een datering van het <strong>Roermond</strong>sepraalgraf omstreeks 1240 teverlaten." In een recent boek uit 2008blijven dit soort stellige conclusies uit.LEKENIn november 2007 verscheen een boekjedat eveneens over het grafmonumenthandelt. Het is geschreven doortwee wetenschappers die totaal onbekendwaren met <strong>Roermond</strong> en hetgraf in de Munsterkerk: de egyptologeen archeologe Dorothea SchulzenBert van Bommel, coördinerend adviseurmonumenten van de Rijksbouwmeester.Pas ná de restauratie van hetgraf (eind <strong>dec</strong>ember 2006) bezochtenze de Munsterkerkvoor het eerst en bijdat eerste bezoek zouden ze al hebbengeconcludeerd dat er iets niet in de haakwas met de graftombe.Het literatuuronderzoek waaraan zevervolgens begonnen, resulteerde binneneen paar maanden in dit boekje, dathier en daar een merkwaardige indrukmaakt. Zo wordt om onduidelijke redennietgesproken van Gerard Ili oflV (zoalsin de Gelderse geschiedschrijvinggebruikelijk is) maar van Gerard II. Uitde bibliografie die in het werkje is opgenomenblijkt dat nauwelijks gebruikis gemaakt van de wetenschappelijkeliteratuur over <strong>Roermond</strong> of Munsterkerkdie in de loop van vele jaren isgepubliceerd, maar vinden we wel devoor een heel ander gebruik bestemdebrochure van Harrie Havens over <strong>Roermond</strong>in de zeventiende eeuw.Enkele slordigheden wijzen erop datde schrijvers niet erg bekend zijn met<strong>Roermond</strong> en Gelre. Het Duitse stadjeWassenberg wordt omgedoopt tot Wasserberg.Ze verwarren de Oostenrijksekeizer Jozef I! (de keizer-koster) die in<strong>Roermond</strong> een aantal kerken en kloostersliet sluiten, met zijn opvolger LeopoldI I. Het graf in de Munsterkerk isin de loop der eeuwen verschillendekeren geopend, maar Van Bommel enSchulzweten niet beter dan dat alleenCuypers dat in de negentiende eeuween keer deed.Het haar van graafGerard (m etname de pony) is te glad voor dedertiende eeuw. In die tijd warenkrullen zozeer in de modedat er waar nodig krultangenaan te pas kwamen.De hoge halssluitingmetgrote steen is geenmantelband (daarvoorligt hij te hoog). Hetis een soort kraagdie in het Rijnlandveel voorkwam inde periode 1500-1540. In diezelfdetijd (en niet in dedertiende eeuw)werden ook halskettingenmet grotehangers gedragen.Knopenwerdenpasvanafhet beginvan dedertiendeeeuw vanuitItaliëover de restvan Europaverspreid. Tot ongeveer 1250 waren zeeen <strong>dec</strong>oratieve accessoire, maar graafGerard gebruikt ze reeds als mouwsluiting.Dat is wel héél vroeg, zeggen deschrijvers, maar dat niet alleen: de knopenaan het hemd van de graaf zijn plat,terwijl de dertiende eeuwse knopen bolwaren. Platte knopen kwamen pas later inde mode.KOPIE UIT ZESTIENDE EEUWToch is het bepaald geen boekje dat wezomaar opzij kunnen schuiven, al is hetmaar omdat de conclusie er niet omliegt. In navolging van bovengenoemdeDuitse auteurs, stellen Van Bommel enSchulz dat de beeldengroep een kopie isuit de zestiende eeuw. Daarmee gaan zeverder dan een Nederlandse autoriteitals dr. Harry Tummers (projectleidervan het restauratieproject in 2006) diemeerdere malen heeft betoogd dat er inde zestiende eeuw "slechts" restauratiesaan de beelden zijn uitgevoerd aanenkele onderdelen. Volgens Schulz enVan Bommel bevatten de beelden echterzóveel andere elementen die niet teverenigen zijn met een dertiende-eeuwsgrafbeeld dat "dat het onvoorstelbaarlijkt dat ze het gevolg kunnen zijn vaneen restauratie."Het zijn inderdaad niet enkele puntjesdie ze er bijhalen om hun stelling te on-De schoenen volgenniet de dertiendeeeuwsemode.derbouwen. De "anomalieën" die Schulzen Van Bommel signaleren, hebben nietalleen betrekking op de punten die ookTummers en de Duitse kunsthistorici alsignaleerden, maar ook op de platformpjesonder de hoofdkussens, de sluitingvan de hemden, de knopen in het kleedvan de graaf, de schoenen, de riemen, dehaardracht, de plooiing in de gewaden,de halskettingen, en de aalmoezenbuidelaan de riem van graaf Gerard.Waarom heeft graaf Gerard geen tekenvan macht, op zijn minst een zwaard, inzijn handen? Of anders een afbeeldingvan de abdij die hij stichtte? BovendienwijzenSchulzen Van Bommel erop datde grafbeelden volgens onderzoek uitde jaren 60 zijn gemaakt van Baumber-ger steen. Van alle steensoorten die inhet graf zijn verwerkt is Baumberger(toevallig?) de enige die ten noordenvan <strong>Roermond</strong> (in het Munsterland)wordt gedolven. Volgens Schulz en VanBommel werd deze steen ook nog eenspas vanaf de vijftiende en zestiendeeeuw gebruikt door steenhouwers inonze streken.Alles bij elkaar optellend komen zetot de volgende conclusie: "Wanneeralle anomalieën van de huidige beeldenworden afgetrokken blijftdaarvan maarweinig over. Zo weinig datongerijmd lijktom te denken dat men dergelijke restennog zou herstellen. Veronderstellen datkopieën werden gemaakt ligt daaromzoveel meer voor de hand en verklaartDe hoofdsteunen onderde kussens zijn a-typischvoor dodenbeelden uit dedertiende eeuw. Daaropworden doorgaans alleenkussens afgebeeld.De rijk geplisseerde vormvan de hemden, incombinatie metde met juwelenafgezette band,is niet typischdertiendeeeuws maareerderzestiendeeeuws.men zo eenvoudig,zondersierbeslagen zonderhet 'stropend; datbegindertiendeeeuw in demode kwam?Dit soort eenvoudigeriemen is juist wel te vinden inde zestiende eeuw.De aalmoezenbuidel van Gerard IV is aan deze riem geknoopt. Dat isniet alleen onhandig, maar ook ongebruikelijk. Normaal was een zogenoemdebuide/haak. Dit moet een element zijn geweest dat dooreen zestiende eeuwse kunstenaar niet begrepen werd.bovendien de huidige toestand beter."Wat dat betreft is het aardig een recentestudie van de Amerikaanse kunsthistoricusChristopher Wood te vermelden. 2Niet omdat hij de grafbeelden in deMunsterkerk noemt (hij neemt daarbijklakkeloos de meni ng van Schippersover) maar omdat hij in zijn boek laatzien dat 'namaak' en het opzettelijkouder laten lijken van bijvoorbeeldgrafplaten in de vijftiende en zestiendeeeuw een veel voorkomende praktijkwas. Schulz en Van Bommel houdenhet erop dat de beelden dateren uit dezestiende eeuw, maar veronderstellendat de oorspronkelijke beelden toennog als voorbeeld hebben gediend. Metname de natuurgetrouwe uitbeeldingvan het hoofddeksel van de gravin (eenzogenoemde barbette-fillet) zou daaropwijzen. De oorspronkelijke beeldenmoeten toen echter al zo beschadigd zijngeweest, dat restauratie op onderdelenonmogelijk was geworden. Bovendienmoet de schade zo groot zijn geweestdat de steenhouwer die de kopieënmaakte, bepaalde zaken niet meer goedkon namaken. Hij begreep bijvoorbeeldniet hoe een aalmoezenbeurs in de dertiendeeeuw werd bevestigd, en maakteer maar iets van. Een Van Meegeren-effect, noemen Schulz en Van Bommeldat. Je kunt het nog zo goed proberenna te maken, als je de dieperliggendebeeldtaal niet meer begrijpt, dan luktdat niet helemaal. De zestiende-eeuwsebeeldhouwer begreep ook niet hoe eenmantel in d e dertiende eeuw werdbevestigd (en kon dat op de originelebeelden ook niet meer zien) en maakteer iets van dat hij zelf begreep, namelijkeen maniervan bevestigen uitzijn eigentijd, de zestiende eeuw. Ook de riemen,knopen, schoenen, haardracht van degraaf, en sluiting van de hemden staanvolgens Schulz en Van Bommel ver afvan de mode in de dertiende eeuw, maarzijn juist elementen uit de kleding vande zestiende eeuw.Als het waar is watSchulzen Van Bommelbeweren, dan heeft dat nogal watgevolgen voor de waarde van het grafmonumentin de Munsterkerk. Dat isgeen prettige boodschap, begrijpen deschrijvers, maar ze onderbouwen hunconclusie met een fo rs aantal argumenten.Op zijn minst wijst veel erop dat erin de zestiende eeuw flink aan de beeldenis gewerkt. Toch hebben ook dezeauteurs, net zo min als alle voorgangers,geen waterdicht bewijs geleverd over deouderdom van de tombe. Misschien isdat wel nooit te leveren, misschien kanverder steenonderzoek in de toekomstmeer duidelijkheid geven. De schrijverswilden "de nodige olie op hetvuurvan dediscussie" gieten. Het lijkt dat ze daarinzijn geslaagd. Benieuwd wat die discussiegaat opleveren.Dorothea Schulzen Bertvan Bommel,Het grafmonument van Ge/re. Het praalgrafGerard Il van Ge/re en Margaretha van Brabantin de Munsterkerk te <strong>Roermond</strong> en dej ongste restauratie ervan. Den Haag 2007.Uitg. Sdu Uitgevers, 73 blz., € 61,13.(1) Venner, G., De stichting van de Munsterabdijen het grafmonument van de stichters,in: Tummers, H. (red.), HetpraalgrafvanGerard van Ge/re en Margaretha van Brabantin de Munsterkerk te <strong>Roermond</strong>. Geschiedenisen restauratie van een uitzonderlijkmonument. <strong>Roermond</strong> 2008, blz. 6-53.(2) Wood, Christopher S., Forgery, replica,fiction. Tempora/ities ofGerman RenaissanceArt. Chicago 2008.6 RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong>RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong> 7


in de jaren 20 en Bauch in de jaren 70waren sceptisch en meenden in eigenland oudere voorbeelden te hebben. Datwerd aanvankelijk min of meer weggewuifdals Duits chauvinisme maarallengs met steeds minder overtuiging.Zo schreef de <strong>Roermond</strong>se historicusdr. Gerard Venner twintig jaar geleden,in 1989, al een belangrijk boekje overde grafmonumenten van de graven vanGelre. Hij zag toen nog “geen dwingenderedenen om een datering van het <strong>Roermond</strong>sepraalgraf omstreeks 1240 teverlaten.” In een recent boek uit 2008blijven dit soort stellige conclusies uit.LEKENIn november 2007 verscheen een boekjedat eveneens over het grafmonumenthandelt. Het is geschreven doortwee wetenschappers die totaal onbekendwaren met <strong>Roermond</strong> en hetgraf in de Munsterkerk: de egyptologeen archeologe Dorothea SchulzenBert van Bommel, coördinerend adviseurmonumenten van de Rijksbouwmeester.Pas ná de restauratie van hetgraf (eind <strong>dec</strong>ember 2006) bezochtenze de Munsterkerk voor het eerst en bijdat eerste bezoek zouden ze al hebbengeconcludeerd dat er iets niet in de haakwas met de graftombe.Het literatuuronderzoek waaraan zevervolgens begonnen, resulteerde binneneen paar maanden in dit boekje, dathier en daar een merkwaardige indrukmaakt. Zo wordt om onduidelijke redenniet gesproken van Gerard III of IV (zoalsin de Gelderse geschiedschrijvinggebruikelijk is) maar van Gerard II. Uitde bibliografie die in het werkje is opgenomenblijkt dat nauwelijks gebruikis gemaakt van de wetenschappelijkeliteratuur over <strong>Roermond</strong> of Munsterkerkdie in de loop van vele jaren isgepubliceerd, maar vinden we wel devoor een heel ander gebruik bestemdebrochure van Harrie Hovens over <strong>Roermond</strong>in de zeventiende eeuw.Enkele slordigheden wijzen erop datde schrijvers niet erg bekend zijn met<strong>Roermond</strong> en Gelre. Het Duitse stadjeWassenberg wordt omgedoopt totWasserberg. Ze verwarren de Oostenrijksekeizer Jozef II (de keizer-koster)die in <strong>Roermond</strong> een aantal kerken enkloosters liet sluiten, met zijn opvolgerLeopold II. Het graf in de Munsterkerk isin de loop van de eeuwen verschillendekeren geopend, maar Van Bommel enSchulz weten niet beter dan dat alleenCuypers dat in de negentiende eeuwHet haar van graaf Gerard (metname de pony) is te glad voor dedertiende eeuw. In die tijd warenkrullen zozeer in de modedat er waar nodig krultangenaan te pas kwamen.De hoge halssluitingmet grote steen is geenmantelband (daarvoorligt hij te hoog). Hetis een soort kraagdie in het Rijnlandveel voorkwam inde periode 1500-1540. In diezelfdetijd (en niet in dedertiende eeuw)werden ook halskettingenmet grotehangers gedragen.Knopenwerdenpas vanafhet beginvan dedertiendeeeuw vanuitItaliëover de restvan Europaverspreid. Tot ongeveer 1250 waren zeeen <strong>dec</strong>oratieve accessoire, maar graafGerard gebruikt ze reeds als mouwsluiting.Dat is wel héél vroeg, zeggen schrijvers,maar dat niet alleen: de knopen aanhet hemd van de graaf zijn plat, terwijlde dertiende eeuwse knopen bol waren.Platte knopen kwamen pas later in demode.een keer deed.KOPIE UIT ZESTIENDE EEUWToch is het bepaald geen boekje dat wezomaar opzij kunnen schuiven, al is hetmaar omdat de conclusie er niet omliegt. In navolging van bovengenoemdeDuitse auteurs, stellen Van Bommel enSchulz dat de beeldengroep een kopie isuit de zestiende eeuw. Daarmee gaan zeverder dan een Nederlandse autoriteitals dr. Harry Tummers (projectleidervan het restauratieproject in 2006) diemeerdere malen heeft betoogd dat er inde zestiende eeuw “slechts” restauratiesaan de beelden zijn uitgevoerd aanenkele onderdelen. Volgens Schulz enVan Bommel bevatten de beelden echterzóveel andere elementen die niet teverenigen zijn met een dertiende-eeuwsgrafbeeld dat “dat het onvoorstelbaarlijkt dat ze het gevolg kunnen zijn vaneen restauratie.”Het zijn inderdaad niet enkele puntjesDe schoenen volgenniet de dertiendeeeuwsemode.die ze er bijhalen om hun stelling te onderbouwen.De “anomalieën” die Schulzen Van Bommel signaleren, hebben nietalleen betrekking op de punten die ookTummers en de Duitse kunsthistorici alsignaleerden, maar ook op de platformpjesonder de hoofdkussens, de sluitingvan de hemden, de knopen in het kleedvan de graaf, de schoenen, de riemen, dehaardracht, de plooiing in de gewaden,de halskettingen, en de aalmoezenbuidelaan de riem van graaf Gerard.Waarom heeft graaf Gerard geen tekenvan macht, op zijn minst een zwaard, inzijn handen? Of anders een afbeeldingvan de abdij die hij stichtte? Bovendienwijzen Schulz en Van Bommel erop datde grafbeelden volgens onderzoek uit6RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong>


de jaren 60 zijn gemaakt van baumbergersteen. Van alle steensoorten die inhet graf zijn verwerkt is baumberger(toevallig?) de enige die ten noordenvan <strong>Roermond</strong> (in het Munsterland)wordt gedolven. Volgens Schulz en VanBommel werd deze steen ook nog eenspas vanaf de vijftiende en zestiendeeeuw gebruikt werd door steenhouwersin onze streken.Alles bij elkaar optellend komen zetot de volgende conclusie: “Wanneeralle anomalieën van de huidige beeldenworden afgetrokken blijft daarvan maarweinig over. Zo weinig dat ongerijmd lijktom te denken dat men dergelijke restennog zou herstellen. Veronderstellen datkopieën werden gemaakt ligt daaromDe hoofdsteunen onderde kussens zijn a-typischvoor dodenbeelden uit dedertiende eeuw. Daaropworden doorgaans alleenkussens afgebeeld.De rijk geplisseerde vormvan de hemden, incombinatie metde met juwelenafgezette band,is niet typischdertiendeeeuws maareerder zestiendeeeuws.Waarom zijn de riemenzo eenvoudig,zondersierbeslagen zonderhet ‘strapend’, datbegindertiendeeeuw in demode kwam?Dit soort eenvou-dige riemen is juist wel te vinden inde zestiende eeuw.De aalmoezenbuidel van Gerard IV is aan deze riem geknoopt. Dat isniet alleen onhandig, maar ook ongebruikelijk. Normaal was een zogenoemdebuidelhaak. Dit moet een element zijn geweest dat dooreen zestiende eeuwse kunstenaar niet begrepen werd.zoveel meer voor de hand en verklaartbovendien de huidige toestand beter.”Wat dat betreft is het aardig een recentestudie van de Amerikaanse kunsthistoricusChristopher Wood te vermelden. 2Niet omdat hij de grafbeelden in deMunsterkerk noemt (hij neemt daarbijklakkeloos de mening van Schippersover) maar omdat hij in zijn boek laatzien dat ‘namaak’ en het opzettelijkouder laten lijken van bijvoorbeeldgrafplaten in de vijftiende en zestiendeeeuw een veel voorkomende praktijkwas. Schulz en Van Bommel houdenhet erop dat de beelden dateren uit dezestiende eeuw, maar veronderstellendat de oorspronkelijke beelden toennog als voorbeeld hebben gediend. Metname de natuurgetrouwe uitbeeldingvan het hoofddeksel van de gravin (eenzogenoemde barbette-fillet) zou daaropwijzen. De oorspronkelijke beeldenmoeten toen echter al zo beschadigd zijngeweest, dat restauratie op onderdelenonmogelijk was geworden. Bovendienmoet de schade zo groot zijn geweestdat de steenhouwer die de kopieënmaakte, bepaalde zaken niet meer goedkon namaken. Hij begreep bijvoorbeeldniet hoe een aalmoezenbeurs in de dertiendeeeuw werd bevestigd, en maakteer maar iets van. Een Van Meegeren-ef-fect, noemen Schulz en Van Bommeldat. Je kunt het nog zo goed proberenna te maken, als je de dieperliggendebeeldtaal niet meer begrijpt, dan luktdat niet helemaal. De zestiende-eeuwsebeeldhouwer begreep ook niet hoe eenmantel in de dertiende eeuw werdbevestigd (en kon dat op de originelebeelden ook niet meer zien) en maakteer iets van dat hij zelf begreep, namelijkeen manier van bevestigen uit zijn eigentijd, de zestiende eeuw. Ook de riemen,knopen, schoenen, haardracht van degraaf, en sluiting van de hemden staanvolgens Schulz en Van Bommel ver afvan de mode in de dertiende eeuw, maarzijn juist elementen uit de kleding vande zestiende eeuw.Als het waar is wat Schulz en Van Bommelbeweren, dan heeft dat nogal watgevolgen voor de waarde van het grafmonumentin de Munsterkerk. Dat isgeen prettige boodschap, begrijpen deschrijvers, maar ze onderbouwen hunconclusie met een fors aantal argumenten.Op zijn minst wijst veel erop dat erin de zestiende eeuw flink aan de beeldenis gewerkt. Toch hebben ook dezeauteurs, net zo min als alle voorgangers,geen waterdicht bewijs geleverd over deouderdom van de tombe. Misschien isdat wel nooit te leveren, misschien kanverder steenonderzoek in de toekomstmeer duidelijkheid geven. De schrijverswilden “de nodige olie op het vuur van dediscussie”gieten. Het lijkt dat ze daarinzijn geslaagd. Benieuwd wat die discussiegaat opleveren.Dorothea Schulz en Bert van Bommel,Het grafmonument van Gelre. Het praalgrafGerard II van Gelre en Margaretha van Brabantin de Munsterkerk te <strong>Roermond</strong> en dejongste restauratie ervan. Den Haag 2007.Uitg. Sdu Uitgevers, 73 blz., € 61,13.(1) Venner, G., , De stichting van de Mun-sterabdij en het grafmonument van destichters, in: Tummers, H. (red.), Hetpraalgraf van Gerard van Gelre en Margarethavan Brabant in de Munsterkerk te<strong>Roermond</strong>. Geschiedenis en restauratie vaneen uitzonderlijk monument. <strong>Roermond</strong>2008, blz. 6-53.RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong> 7


Limburg geldt als de meest kasteelrijkeprovincie van Nederland.In het jongste standaardwerkKastelen in Limburg,een uitgave van de<strong>Stichting</strong> LimburgseKastelen (SLK) uit2005, staan 265 vermeldingenvan kastelenen kasteelachtigebehuizingen in dezeprovincie uit de periode1000 tot 1800. Hetbetreft 113 vermeldingenin Noord- en MiddenLimburg en 152in Zuid Limburg. Ookis er nog een appendixmet tientallen vermeldingenvan kastelen waarover weinigtot niets bekend is en/of die volledigverdwenen zijn. In Midden Limburgmet zijn beekdalen landschap vindenwe 64 vermeldingen van kastelen.In Noord Limburg gaat het over 49vermeldingen met name langs deMaas. In het gebied van de Kempenen het land van de Peel vinden wenauwelijks kastelen.<strong>Roermond</strong> was vijf eeuwen lang dehoofdstad van het Gelderse gebied dathet huidige Noord- en Midden-Limburgomvatte en het daaraan grenzendegebied dat nu Duits is.Over enkele kastelen in het zogenaamde<strong>Roermond</strong>se Overkwartier van hethertogdom Gelre gaat dit artikel.OORLOGSSCHADEHERSTELLENTEKST DENNIS JANSSENFOTO’S ARCHIEF EN BERT THOMASSENAan het einde van de Tweede Wereldoorlog is er van oktober 1944 tot maart1945 in Noord- en Midden Limburg nog hevige strijd geleverd door de Duitserstegen de oprukkende geallieerden. Daarbij sneuvelden veel soldaten aan beidezijden. En ondanks massale evacuaties vielen er ook veel burgerslachtoffers.Maar de lijst van vernielingen aan cultuurhistorisch erfgoed was ook onthutsendgroot. Het opblazen, beschieten en bombarderen van kerktorens, kastelen, molens,watertorens en andere bouwwerken, trok een spoor van vernieling in deprovincie Limburg boven de lijn Sittard -Weert, plaatsen die in september 1944al bevrijd waren.Niet alleen kerken en kerktorens moesten het ontgelden in de laatste oorlogswinter.Ook die andere categorie grote monumenten, de kastelen, kwam ondervuur te liggen door allerhande gevechtshandelingen, artilleriebeschietingen ofluchtbombardementen. Met name de kastelen langs de Maas kregen het zwaar teverduren. Deze oude kastelen hadden sinds 1600 hun verdedigende functie langzaammaar zeker verloren. Ze waren veranderd in kasteelachtige behuizingenwaar je comfortabel en op stand kon wonen. Maar met hun - vaak dikke - murenen strategische ligging bleken ze ook nog een rol te kunnen spelen in een moderneoorlog. Helaas!“Rondom Peel en Maasvallei is veelverloren gegaan, maar dat neemtniet weg dat het nog steeds demoeite waard is met grote hardnekkigheiddatgene in stand te houdendat er nog is. En er is nog veel. Zoveelzelfs dat men een mensenlevennodig heeft om alle details van hetgebied te leren kennen”.(Uit: Rondom Peel en Maasvallei,auteur Jo Wijnen, uitgave Corry Zelen,Maasbree, 1978)GOED VOORBEELD...Twee kastelen aan de oostzijde van de Maas werden in de laatste oorlogswinterzwaar beschadigd en zijn na de oorlog weer in oude glorie hersteld.Het betreft kasteel Well en kasteel Heijen. Kasteel Well is een bijzonder gaafvoorbeeld van een vierkante, in de 17e eeuw vernieuwde burcht. (Dit kasteel wasin 1969 het eerste trotse bezit van de Limburgse Kastelen <strong>Stichting</strong>.)Kasteel Heijen (onder Gennep) is een 16e eeuwse edelmanswoning met grachten voorhof. Het werd in 1948 gekocht door de beeldhouwer Peter Roovers diehet in de loop der jaren met grote hardnekkigheid zijn schoonheid teruggaf....DOET GOED VOLGEN?Vijfenzestig jaar na de oorlog zijn er nog steeds vijf kastelen die in de winter van’44-45 vernield werden en niet meer werden opgebouwd. Vier kastelen lagenaan de westkant van de Maas en een aan de oostzijde.Het waren van oorsprong allemaal verdedigbare kastelen waar ‘riddermatigheid’aan verbonden was. Het bezit van een riddermatig goed gaf de adellijke bezitterhet recht op een zetel in de Staten van het Overkwartier van Gelre. Deze Statenkwamen in vergadering bijeen in de Statenzaal van het stadhuis van <strong>Roermond</strong>,de hoofdstad van Oppergelre, zoals het Overkwartier ook genoemd werd. Zowelde steden van het <strong>Roermond</strong>se Overkwartier als de adel die een riddermatiggoed bezaten in het Overkwartier, hadden in deze vergadering één stem. Alleenal vanwege deze eeuwenlange bestuursconstructie in de regio en het historische8RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong>


elang ervan voor stad en land, is hetde moeite waard ernaar te streven ietsvan deze kastelen te behouden. Alsrestauratie en reconstructie geen optiemeer zijn blijft altijd nog de mogelijkheidopen de ruïne te consolideren,zichtbaar en/of toegankelijk te maken.Zodat de geschiedenis van deze gebouwenniet alleen terug te vinden isin boeken maar ook zichtbaar blijft inhet Limburgse landschap. >>23112344VIJF RUÏNES DOORTWEEDE WERELDOORLOG1KASTEEL BROEKHUIZEN werd innovember 1944 verwoest bij eenbombardement door Engelse vliegtuigen.Het kasteel was kort daarvoorgerestaureerd. Na de oorlog gebruiktede gemeente de bakstenen om er noodwoningenmee te bouwen. Het wasoorspronkelijk een vijftiende-eeuwsewoontoren. Een gedeelte van de toren,een drietal kelders uit die tijd en enkelemuurfragmenten van latere tijd zijn nogaanwezig. (Niet te bezichtigen.)2KASTEEL BLITTERSWIJK is vanoorsprong een veertiende-eeuwsevierkante burcht met op de noordoosthoekeen eveneens vierkante toren.Het werd in 1944 opgeblazen doorterugtrekkende Duitse troepen. Nurest nog een braakliggend kasteelterreindat vroeger omgracht was en watbrokken muurwerk. Ook de kelders zijnnog intact.3KASTEEL BLEIJENBEEK in Afferdenwas oorspronkelijk een versterkthuis uit de veertiende eeuw. Hetlag aan de oostzijde van de Maas. Hetmoest het ontgelden toen, na hevige gevechtenrond een nabij gelegen tankval,een Engels bombardement een eindemaakte aan het kasteel. Een aanzienlijkdeel van het opgaande muurwerk, demonumentale ingang en de onderkelderinginclusief een kelderkeuken zijnnog aanwezig in dit grotendeels zeventiende-eeuwsekasteel.4KASTEEL GEIJSTEREN werd in dewinter van 1944 door de geallieerdengebombardeerd. Na een brand in1919 had voor de derde maal een groteherbouw plaatsgevonden van het kasteeldat van oorsprong een dertiendeeeuwseronde burcht was. Het kasteellag er dus goed bij toen in 1944 het doekvoorgoed viel. Zowel hoofdgebouw alsvoorhof waren afzonderlijk omgracht.>>RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong> 94


5KASTEEL KESSEL werd in november1944 opgeblazen en in brandgestoken door de Duitsers. Het was noggerestaureerd in de jaren '20. Na de oorlogwerdvan herbouw afgezien en vondeen consolidatie plaats van de ruïne.Wel werd er nog een reconstructie uitgevoerdaan de twaalfde-eeuwse ringmuurvan de burcht. Er werden weerkantelen en schietgaten aangebracht,in de veronderstelling dat die in de loopder tijden verdwenen waren.NIEUWEONTWIKKELINGEN!?Bij de ruïne van kasteelGeijsteren is inmiddelsal gestart met een consolidatievan de grachtmurenvan voorhof enhoofdgebouw en ligt hetin de bedoeling om derestanten van het kasteelweer zichtbaar te makenenjoftoegankelijk. Hetgebeurt zonder toeristischefratsen liet eigenaaren initiatiefnemer C.W.J.Baron de Weichs de Wenneonlangs in een interview opL1 weten. Het blijft dus eenfraaie en rustige plek aan deMaas waar het goed toevenis en waar in de toekomstwat meer te zien zal zijn vande contouren van het voormaligekasteel.Over de restanten van Broekhuizenen Blitterswijk is nog niets temelden, helaas. In beide gevallen zouhet wenselijk zijn als er consolidatie enwaar gewenst enige reconstructie plaatsvond van ruïne en kasteelterrein. Ookde zichtbaarheid en toegankelijkheid van kasteelruïne Broekhuizen laat zeerte wensen over'. Het blijven belangrijke plekken waar regionale geschiedeniszichtbaar wordt. Ook het laatste hoofdstuk van deze twee kastelen in WO II moetverteld en herinnerd worden. En waar kan dat beter dan bij de resten van detwee kastelen? In tegenstelling tot de drie andere kasteelruïnes, die allen rijksmonumentzijn, hebben Broekhuizen en Blitterswijk geen monumentale status.Een beschermende status voor de kasteelterreinen en beide ruïnes zou het beginmoeten zijn van verdere activiteiten om te komen tot een herwaardering vandeze belangrijke cultuurhistorische plekken in het Noordlimburgse land langs deMaas.Er gloort hoop voor de kasteelruïne Bleijenbeek te Afferden. Er is een stichtingBleijenbeek in oprichting die zich sterk wil gaan maken voor het herstel van hetkasteel. Het landgoed eromheen met dezelfde naam herbergt momenteel eenfraai golfterrein. Men zou toch denken dat zo'n terrein veel meer cachet krijgtmet een heus kasteel? Op de kasteelruïne van Kessel na is de ruïne van kasteelBleijenbeek de meest aanzienlijke van de vijf ruïnes in dit artikel. In 1937verwierf dhr. R. Jurgens, een margarine fabrikant uit Nijmegen, het landgoed enkasteel. Oud Eerste-Kamerlid prof. dr. E. Jurgens bracht in zijn jeugdjaren veeltijd door op het kasteel. Hij is betrokken bij de plannen voor het herstel vanBleijenbeek Evenals dhr. A. Gijsbers, oud lid van de Gelderse Monumentenraad.Huidige eigenaar is sinds 2000 Fortis Vastgoed BV.Het beste nieuws komt echter uit Kessel. Daar zijn vergevorderde plannenom de naoorlogse consolidatie van het kasteel als ruïne ongedaan te maken.En om het zeventiende-eeuwse en achttiende-eeuwse uiterlijk inclusief'torentje met ui' terug te brengen. Dat vereist enige uitleg.Kasteel Kessel is net als de burcht van Leiden een gaafvoorbeeld van eentwaalfde-eeuwse ringburcht. Toen in de naoorlogse jaren duidelijk werddat de zusters die het kasteel tot 1944 bewoonden er niet zouden terugkeren,was er niet meteen een nieuwe bestemming voorhanden. In die periodewas de bekende professor Renaud bezig met een grondig onderzoekvan de ruïne. Hij stelde voor om het kasteel een ruïne te laten. Met dienKessel na herbouw.Bron: brochure van de Bouwloge.verstande dat hij de oude rondeburchtmuur en de dertiendeeeuwsedonjon opnieuw wildevoorzien van schietgaten en kantelen,elementen die volgens hemverdwenen waren bij de zeventiende-eeuwseen achttiende-eeuwseverbouwingen. Dit jaar nog zal eenbegin gemaakt worden met hetrestaureren van de donjon.Maarde plannen gaan verder dan alleenmaar het herstel van het kasteel.Ook de volledige nieuwbouw vaneen verdwenen tiendschuur staatop het programma. Bovendienzijn er plannen om het naoorlogseraadhuis weer te vervangen doorde negentiende- eeuwse voorganger,compleet met mansarde daken een extra verdieping. Verder zalook het gemeenschapshuis tussenraadhuis en kasteel meegenomenworden in een veel omvattende'horeca- en hotelformule'. Of dat allemaalgerealiseerd kan worden isnog te bezien. In elk geval heeft derestauratie van het kasteel gelukkigvoorrang op alle andere plannen.TOT SLOTEen van de redenen voor de oprichtingvan de Nederlandse Kastelen<strong>Stichting</strong> (NKS) in 1945 was de oor-logsschade aan vele kastelen.Deze maand begint de NKSmet een onderzoek naar hoeis omgegaan met oorlogsschadeen de ontwikkelingendie de Nederlandsekastelen sinds dewederopbouw hebbendoorgemaakt.Vooruitlopend op datonderzoek kun je voorNoord- en Midden-Limburg nu al concluderendat er weliswaarvooruitgang is geboektmaar dat het werk nogniet af is. Of het in deze regioanders gelopen is danelders in Nederland en hoeanders zal dit onderzoekmoeten uitwijzen.Maar los van dit onderzoekziet ook een gewone liefhebbervan kastelen en buiten-5plaatsen dat er aan de kwaliteitvan het bestand in het <strong>Roermond</strong>seOverkwartier van Gelrenog genoeg te verbeteren valt.En er zijn nog meer kastelen enkasteelruïnes - dan de in dit artikel genoemdedie beschadigd uit de TweedeWereldoorlog kwamen - waar nogiets mee gebeuren moet. Bijvoorbeeldhet Gebroken Slot te Grubbenvorst. Alsinds de 80-jarige oorlog een ruïne opeen hoge rand van de Maas, maar nogmeer verwoest in 1944 en nu, zo lijkthet, alsmaar verder slinkend.In het kader van de economischegroei in de toeristische en recreatievesector is het van belang dat lokale enregionale overheden blijven zoekennaar mogelijkheden om zoveelmogelijk cultuurhistorisch erfgoed teredden van verdwijning en sloop. Dehistorische stoffering van ons landschaplevert tenslotte een belangrijkebijdrage aan het succes van deze sector.Gemeentes en provincie moetendat niet alleen doen in samenwerkingmet ondernemers en investeerdersmaar ook in samenwerking metlokaal particulier initiatief dat zichinzet voor het behoud van historischerfgoed. Die laatste partij is niet alleengoed als vraagbaak maar zorgt ookvaak voor een draagvlak onder de bevolking.In het geval van de aanstaandereconstructie van de kasteelruïneKessel is daar sprake van.De <strong>Stichting</strong> Limburgse Kastelenheeft een standpunt geformuleerdover consolidatie en reconstructievan kasteelruïnes. Ze steektniet onder stoelen of banken datvoorkeur bij kasteelruïnes uitnaar een verantwoordegemeenschap een grootom over te gaan tot eenvan de ruïne. In Kessellijktgeval. Daar is het verlangenherbouwd kasteel al die nac>orlo2jaren levend gehouden enlevend gebleven.aal particulier initiatiefu .. r'"'"'"volgende project: de SLK doetmenteel samen met lal1ldsch


5KASTEEL55KESSEL werd in november1944 opgeblazen en in brandgestoken door de Duitsers. Het was noggerestaureerd in de jaren ‘20. Na de oorlogwerd van herbouw afgezien en vondeen consolidatie plaats van de ruïne.Wel werd er nog een reconstructie uitgevoerdaan de twaalfde-eeuwse ringmuurvan de burcht. Er werden weerkantelen en schietgaten aangebracht,in de veronderstelling dat die in de loopder tijden verdwenen waren.NIEUWEONTWIKKELINGEN!?Bij de ruïne van kasteelGeijsteren is inmiddelsal gestart met een consolidatievan de grachtmurenvan voorhof enhoofdgebouw en ligt hetin de bedoeling om derestanten van het kasteelweer zichtbaar te makenen/of toegankelijk. Hetgebeurt zonder toeristischefratsen liet eigenaaren initiatiefnemer C.W.J.Baron de Weichs de Wenneonlangs in een interview opL1 weten. Het blijft dus eenfraaie en rustige plek aan deMaas waar het goed toevenis en waar in de toekomstwat meer te zien zal zijn vande contouren van het voormaligekasteel.Over de restanten vanBroekhuizen en Blitterswijkis nog niets te melden, helaas.In beide gevallen zou hetwenselijk zijn als er minstens een consolidatie plaatsvond. Ook de zichtbaarheiden toegankelijkheid van beide laat te wensen over. Het blijven belangrijke plekkenwaar regionale geschiedenis zichtbaar wordt. Ook het laatste hoofdstuk vandeze twee kastelen in WO II moet verteld en herinnerd worden. En waar kan datbeter dan bij de resten van de twee kastelen? In tegenstelling tot de vier anderekasteelruïnes, die allen rijksmonument zijn, hebben Broekhuizen en Blitterswijkgeen monumentale status. Een beschermende status voor de kasteelterreinenen beide ruïnes zou het begin moeten zijn van verdere activiteiten om te komentot een herwaardering van deze belangrijke cultuurhistorische plekken in hetNoordlimburgse land langs de Maas.Er gloort hoop voor de kasteelruïne Bleijenbeek te Afferden. Er is een stichtingBleijenbeek in oprichting die zich sterk wil gaan maken voor het herstel van hetkasteel. Het landgoed eromheen met dezelfde naam herbergt momenteel eenfraai golfterrein. Men zou toch denken dat zo’n terrein veel meer cachet krijgtmet een heus kasteel? Op de kasteelruïne van Kessel na is de ruïne van kasteelBleijenbeek de meest aanzienlijke van de vijf ruïnes in dit artikel. In 1937verwierf dhr. R. Jurgens, een margarine fabrikant uit Nijmegen, het landgoed enkasteel. Oud Eerste-Kamerlid prof. dr. E. Jurgens is opgegroeid op het kasteel.Hij is betrokken bij de plannen voor het herstel van Bleijenbeek. Evenals dhr. A.Gijsbers, oud bestuurslid van de <strong>Stichting</strong> Gelderse Kastelen. Huidige eigenaar issinds 2000 Fortis Vastgoed BV.Het beste nieuws komt echter uit Kessel. Daar zijn vergevorderde plannenom de naoorlogse consolidatie van het kasteel als ruïne ongedaan te maken.En om het zeventiende-eeuwse en achttiende-eeuwse uiterlijk inclusief‘torentje met ui’ terug te brengen. Dat vereist enige uitleg.Kasteel Kessel is net als de burcht van Leiden een gaaf voorbeeld van eentwaalfde-eeuwse ringburcht. Toen in de naoorlogse jaren duidelijk werddat de zusters die het kasteel tot 1944 bewoonden er niet zouden terugkeren,was er niet meteen een nieuwe bestemming voorhanden. In die periodewas de bekende professor Renaud bezig met een grondig onderzoek vande ruïne. Hij stelde voor om het kasteel een ruïne te laten. Met dien verstandedat hij de oude ronde burchtmuur en de dertiende-eeuwse donjon10RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong>


opnieuw wilde voorzien van schietgatenen kantelen, elementen dievolgens hem verdwenen waren bijde zeventiende-eeuwse en achttiende-eeuwseverbouwingen. Dit jaarnog zal een begin gemaakt wordenmet het restaureren van de donjon.Maar de plannen gaan verder danalleen maar het herstel van het kasteel.Ook de volledige nieuwbouwvan een verdwenen tiendschuurstaat op het programma. Bovendienzijn er plannen om het naoorlogseraadhuis weer te vervangen doorde negentiende- eeuwse voorganger,compleet met mansarde daken een extra verdieping. Verder zalook het gemeenschapshuis tussenraadhuis en kasteel meegenomenworden in een veel omvattende‘horeca- en hotelformule’. Of dat allemaalgerealiseerd kan worden isnog te bezien. In elk geval heeft derestauratie van het kasteel gelukkigvoorrang op alle andere plannen.TOT SLOTEen van de redenen voor de oprichtingvan de Nederlandse Kastelen<strong>Stichting</strong> (NKS) in 1945 was deoorlogsschade aan vele kastelen.Deze maand begint de NKS met eenonderzoek naar hoe is omgegaan met5oorlogsschade en de ontwik-kelingen die de Nederlandsekastelen sinds de wederop-bouw hebben doorgemaakt.Vooruitlopend op datonderzoek kun je voorNoord- en Midden-Limburg nu al concluderendat er weliswaarvooruitgang is geboektmaar dat het werknog niet af is. Of het indeze regio anders gelopenis dan elders inNederland en hoe anderszal dit onderzoekmoeten uitwijzen.Maar los van dit onderzoekziet ook eengewone liefhebber vankastelen en buitenplaatsendat er aande kwaliteit van hetbestand in het <strong>Roermond</strong>seOverkwartiervan Gelre nog genoegte verbeteren valt.En er zijn nog meerkastelen en kasteelruïnes - dan de indit artikel genoemde die beschadigduit de Tweede Wereldoorlog kwamen- waar nog iets mee gebeuren moet.Bijvoorbeeld het Gebroken SlotteGrubbenvorst. Al sinds de 80-jarigeoorlog een ruïne op een hoge randvan de Maas, maar nog meer verwoestin 1944 en nu, zo lijkt het, alsmaarverder slinkend.In het kader van de economischegroei in de toeristische en recreatievesector is het van belang dat lokale enregionale overheden blijven zoekennaar mogelijkheden om zoveelmogelijk cultuurhistorisch erfgoed teredden van verdwijning en sloop. Dehistorische stoffering van ons landschaplevert tenslotte een belangrijkebijdrage aan het succes van deze sector.Gemeentes en provincie moetendat niet alleen doen in samenwerkingmet ondernemers en investeerdersmaar ook in samenwerking metlokaal particulier initiatief dat zichinzet voor het behoud van historischerfgoed. Die laatste partij is niet alleengoed als vraagbaak maar zorgt ookvaak voor een draagvlak onder de bevolking.In het geval van de aanstaandereconstructie van de kasteelruïneKessel is daar sprake van.De <strong>Stichting</strong> Limburgse Kastelenheeft een standpunt geformuleerdover consolidatie en reconstructievan kasteelruïnes. Ze steekt daarbijniet onder stoelen of banken dat haarvoorkeur bij kasteelruïnes uit gaatnaar een verantwoorde bouwkundigeconsolidatie van een ongewijzigderuïne. Een uitzondering daarop wilde SLK maken als er in de betreffendegemeenschap een groot draagvlak isom over te gaan tot een reconstructievan de ruïne. In Kessel lijkt dat hetgeval. Daar is het verlangen naar eenherbouwd kasteel al die naoorlogsejaren levend gehouden en daardoorlevend gebleven.Een mooi voorbeeld van wat provinciaalparticulier initiatief vermag is hetvolgende project: de SLK doet momenteelsamen met landschapsarchitectenbureauTaken een onderzoeknaar de invloedssfeer van dekasteeldomeinen op het huidige landschap.Doel is te komen tot een kaartdie daarover informatie verschaft.Maar nog belangrijker is dat de kennisdie de kaart oplevert overhedenen eigenaren stimuleert om de nogaanwezige elementen in het landschapte behouden en/of verder teontwikkelen. Hetzelfde zou moetengelden voor de kasteelterreinen zelf.De laatste restanten opruimen en erbijvoorbeeld de uitbreiding van eenvillapark in projecteren mag nooit eenoptie zijn.Op 4 november verscheen in De Limburgereen interview met professorArnold Heertje. Hij presenteerde opeen studium generale te Maastrichtaan Limburg een uitweg uit de mondialekredietcrisis. Een uitweg diegroen en duurzaam dient te zijn, aldusHeertje. Het interview eindigt met eenzinsnede die zeer van toepassing is opdit verhaal. “Beter (dan in de bouwvan nog meer nieuwe kantoren) ishet om in renovatie en restauratie teinvesteren. Limburg heeft een grootkapitaal aan monumenten, cultuuren landschapsschoon. Koester dat,cultiveer dat en investeer daarin.Het heeft een waarde, die niet ingeld uit te drukken is”.(Met dank aan dhr. T. Dorrepaal endhr. G. Schmitz van de Bouwloge, dhr. T.Hendricks van stichting De Keverberg,dhr. Th. Oberndorff van de <strong>Stichting</strong>Limburgse Kastelen en dhr. A. Gijsbers,lid van het Algemeen bestuur Heemschuten bestuurslid van HeemschutGelderland.)RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong> 11


TEKST EN FOTO’S HARRIE KNOORSDe Munsterkerk bezit vijftien gebrandschilderde ramen die elkhun eigen verhaal vertellen. De meeste kan de gewone bezoekerzelf aanschouwen, zij het op grote afstand. Twee bevinden zich inde sacristie, een ruimte waar men niet komt als kerkganger. deandere kunt u altijd bekijken.DE KUNSTENARESDe maakster van de ramen, Gisèle (Marie Gisèle Madeleine)van Waterschoot van der Gracht, werd geboren in DenHaag op 11 september 1912 als jongste in een gezin met vierkinderen. Haar ouders waren Willem Anton Joseph Mariavan Waterschoot van der Gracht en Josefine Rudolfine MariaGisèle Ferdinandine Freiin van Hammer Purgstall. Haar vader,als geoloog verbonden aan de Rijksdienst voor de Opsporingvan Delfstoffen, werkte van 1915 tot 1928 in Oklahoma (VerenigdeStaten). Zijn gezin ging mee.Gisèle studeerde van 1932 tot 1934 aan een kunstacademie inParijs, waarna ze terugkeerde naar Nederland. In 1938 werdzij assistent van de <strong>Roermond</strong>se glazenier Joep Nicolas. Toendeze in 1939 uitweek naar de Verenigde Staten zou Gisèlehet atelier overnemen. Dat liep anders: niet zij, maar MaxWeiss zette het atelier voort. In de jaren 1970/1980 voerdeze restauratiewerk uit aan het vervallen klooster Paros inGriekenland.Gisèle van Waterschoot is een veelzijdig kunstenares. Uit haarhanden kwamen schilderijen, beeldhouwwerken, grafiek,tekeningen, aquarellen, gobelins en glas in lood. Tijdens WOII nam ze in haar huis ‘Castrum Peregrini’ te Amsterdam,jonge Duitse joden op en enkele Nederlanders. Ze had eeninspirerende invloed op de artistieke ontwikkeling van dezejongeren. In 1959 huwde zij met oud-burgemeester d’Aillyvan Amsterdam.vleugels het lichaam van Maria beschermen. De abdissekroonboven het hoofd van Maria herinnert aan de oorspronkelijkefunctie van deze kerk als kloosterkerk van de Cisterciënzerinnen.Beneden in dit centrale raam zijn de graaf en gravin vanGelder afgebeeld, die de Munsterkerk opdragen aan Maria.Daaronder staat het wapen van de stad <strong>Roermond</strong>.Paul Haimon schrijft in een artikel over deze afbeelding vanMaria: “Het kan zeker als een compliment voor deze modernekunstenares worden opgevat dat een eenvoudig volksvrouwtjenaar de rector-opdrachtgever der kerk kwam en met het oogop het hoofdraam, Maria met het koninklijk kind voorstellend,zei: ‘Dat is een Maria waarbij men begint te baeje’.”De drie ramen links en rechts van het centrale raam meten3 m bij 9 cm. Van links naar rechts stellen zij voor:- H. Lambertus met bisschopsstaf en het zwaard waarmeehij werd onthoofd; ook de martelaarspalm is te zien.- H. Hubertus vergezeld van een hert met een kruistussen zijn gewei.- H. Bernardus van Clairvaux, de tweede patroon vande O.L.Vrouwe Munsterkerk. Zijn attributen zijn de abtsstaf,een bijenkorf als teken van zijn welbespraaktheid eneen wit hondje waarvan zijn moeder droomde toen zevan hem in verwachting was.- H. Servatius met in zijn rechterhand de sleutel die nog inMaastricht bewaard wordt. Zijn staf steekt hij in de tweekoppigegroen draak, terwijl de adelaar boven zijn hoofdhem tegen de zon beschermt tijdens zijn preken.- H. Gerlachus, vergezeld van het ezeltje waarop hij op pelgrimstochtging naar Rome en Jeruzalem.- H. Willibrordus die met zijn staf een bron doet ontspringen.“Heden heb ik het schilderen van deze zeven glazen voltooid, 14-XII-1953 bij Bogtman in Haarlem.Gisèle van Waterschoot van der Gracht. Que Dieu nous garde”.Tekst op een van de ramen in het priesterkoor van de O.L. Vrouwe Munsterkerk.M DE RAMEN IN HET PRIESTERKOOROp Kerstmorgen 25 <strong>dec</strong>ember 1953 konden de kerkgangersin de Munsterkerk voor het eerst zeven ramen van Gisèlevan Waterschoot van der Gracht bewonderen. De Limburgsedichter Paul Haimon (1913-1996) schrijft daarover: “Ze heefthaar atelier aan de Herengracht in Amsterdam; heeft de laatstejaren in stilte hard gewerkt en toont met deze zeven ramen, datze zeer gerijpt is en een eigen vormgeving heeft gevonden dieboeiend en van betekenis is. Terwijl Joep Nicolas (haar leermeester)de barokkunstenaar is gebleven, heeft zij zich verdiept inde romaanse en vroeg-middeleeuwse kunstwerken”.De staande Mariafiguur in het centraal geplaatste raam isiconografisch geïnspireerd op een van de oudste Mariavoorstellingen.Het Christuskind is in een mandorla gevat. VolgensGisèle berust de afbeelding op de Byzantijnse lofzang ‘Hijheeft uw binnenste omvangrijker gemaakt dan de hemel’. Demandorla wordt gedragen door twee engelen, die met hun12RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong>


In een interview met Adrienne Voūte zegt de kunstenares overdeze ramen in de Munsterkerk: “Het belangrijkste voor mijwas om te trachten een harmonie te scheppen tussen architectuuren glazen. Want dit is de eerste taak van de glazenier.In deze donkere romaanse kerk heb ik gepoogd een fonkelingte bereiken met een beheerst palet en met een strakkeloodvoering een spanning te verwekken die het eigenlijkekarakter is van deze materie.” En over het kleurgebruik zegtze: “Voor de achtergrond heb ik een bewogen rood gekozen,dat van diepe tinten tot roze, rozebruinen en grijzen overgaat.De aureolen zijn afwisselend smaragdgroen en diepblauw.Verder is er een chartreusegeel van de engelen, een diepblauwvan Maria’s mantel, olijfgroen en een blauwachtig paars vaneen bisschopsmantel en wit.” De kunstenares ziet deze zevenramen als één grote compositie.TWEE RAMEN IN DE SACRISTIEAl in 1954 werd het door een schenking mogelijk om ookde sacristie te voorzien van twee kleine gebrandschilderderamen van dezelfde kunstenares. Omdat deze ramen voor demeeste bezoekers van de kerk onbekend zijn, zijn ze bij ditartikel afgedrukt. Het linkerraam stelt voor de heilige Pastoorvan Ars. In zijn hand de rozenkrans en aan zijn voeteneen draak. In het rechterraam is de H. Pius X afgebeeld.DE RAMEN IN DE STRAALKAPELLENIn de straalkapellen van de apsis zijn vier ramen te zien metde symbolen van de vier evangelisten:- De engel voor Mattheus met de tekst ‘Zij zal een zoon barendie Gij Jezus moet noemen’.- De leeuw voor Marcus met de tekst ‘Zie ik zend mijn bode,de stem van een die roept in de woestijn’.- De os voor Lucas met de tekst ‘De geest zal u leren wat gijmoet zeggen’.- De adelaar voor Johannes met de tekst ‘In het begin washet woord en het woord was bij God’.In tegenstelling tot de ramen in het priesterkoor en de sacristiezijn deze ramen zeer transparant. Ze zijn geplaatst injuni 1969.TWEE RAMEN ACHTER IN DE KERKOok deze ramen werden in 1969 geplaatst. Het raam in denoordwand, bij de icoon van O.L.V. van Altijddurende Bijstand,stelt Maria voor gezeten tussen de apostelen tijdens hetPinksterfeest, met als tekst ‘Zij volhardden in het gebed metMaria’. De kunstenares droeg dit raam op aan haar ouders,getuige de tekst ‘Ter herinnering aan mijn ouders Willem vanWaterschoot van der Gracht en Josephine Freiin van HammerPurgstall’. Het raam in de zuidwand, bij het Christoffelbeeld,toont een voorstelling van het Hemelse Jerusalem, met alstekst ‘Behoud, Heer, Uw Heilige Stede’.De O.L. Vrouwe Munsterkerk is hiermee in het rijke bezitvan 15 glas-in-loodramen van Gisèle van Waterschoot vander Gracht, een begaafde kunstenares die een deel van haarleertijd doorbracht in <strong>Roermond</strong>.BronnenRegistrum Memoriale Ecclesiae Beatae Mariae Virginis Monasteriensis(vulgo Munsterkerk) in civitate Ruraemundensi. In:archief Parochie H. Christoforus <strong>Roermond</strong>. Inventarisnummer185-bibliotheek. In dit registrum zijn ook opgenomen de nietnader aangeduide krantenberichten waaruit is geciteerd.De heilige pastor van ArsDe H. Pius XRUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong> 13


WWW.ROERMONDINDESTEIGERS.NLDe website <strong>Roermond</strong>in de steigers.nl bestaatsinds april 2008 en isactief in het op-sporen enbekendmaken van grotebouwprojecten in de stad<strong>Roermond</strong>.De site is opgericht ominwoners en bezoekers van<strong>Roermond</strong> het totale overzichtvan ontwikkelingenin <strong>Roermond</strong> op slechtséénsite te kunnen tonen.Op ‘dé website van het nieuweManhattan aan de Maas’vindt je alles over bouw,ontwikkeling, restauratieen stadsvernieuwing in<strong>Roermond</strong>.Wij vonden in de hoeveel-heidhuidige en toekomstigeplannen een foto van Hotel<strong>Roermond</strong> zoals dat in detoekomst het Stationspleinwil domineren en een fotovan de woontoren die op deplaats van voormalig hotelde Toerist is gedacht. Beidemet gevoel ontworpen!‘LUCHTKWALITEITKONINGINNELAANDRASTISCHVERBETERD’De metingen naar de luchtkwaliteit,die sinds januari2008 op de Koninginnelaanzijn verricht, hebben geleidtot een prima resultaat.De meetresultaten tonenaan dat de luchtkwaliteitter plaatse van de Koninginnelaansterk is verbeterd.Er werden in 2008geen normen voor NO2overschreden op de meetlocatieKoninginnelaan.De blootstelling van dehuidige concentraties NO2zijn zodanig dat ten aanzienvan de gezondheidvan de omwonenden geennadelige gevolgen te verwachtenzijn. Als te onderzoekenstof is gekozen voorstikstofdioxine (NO2). Dereden hiervan is dat dezestof een direct verbandheeft met de uitstoot vanhet wegverkeer en goed(online) te meten is. Bovendienwas de verwachtingdat de hoeveelheid verkeerdoor de ingebruikname vande A73 zou veranderen,wat zichtbaar zou wordenin een verbetering van deluchtkwaliteit. Deze verwachtingwordt bevestigddoor de huidige resultaten.Aldus de gemeente.Niet wordt vermeld datde metingen in <strong>2009</strong> zijnvoortgezet en dat die anderskunnen uitpakken voor deperiode van drie maandendat de tunnels volledig geslotenwaren. Als dìe uitslagonverhoopt negatief gaatuitvallen, zegt men natuurlijkdat de tunnels inmiddelsweer zijn opengesteld, deluchtkwaliteit daardoor zalverbeteren en de bewonersweer gerust kunnen gaanslapen.EN MEER...Gevelbelettering. Altijdinteressant. Zeker als hetal lang geleden is aangebracht.Fijn laten zitten,niet alles hoeft te wordenweggepoetst. Stuur onseens een voorbeeld dat wijnog niet kennen.KOP HATENBOERArtikel 1.3.1. BroHet college van B&W geeftovereenkomstig artikel1.3.1 van het Besluit ruimtelijkeordening te kennendat een bestemmingsplanwordt voorbereid voor:“de ontwikkeling van recreatiewoningenop de locatieKop Hatenboer.Er wordt omtrent ditvoornemen geen inspraaktoegepast en er liggen opdit moment geen stukkenter inzage. Bovendienwordt geen onafhankelijkeinstantie in de gelegenheidgesteld om advies uit tebrengen. In een later stadiumwordt het ontwerpbestemmingsplanvoor zesweken ter inzage gelegd enkrijgt een ieder de mogelijkheidom een zienswijzein te dienen. De kennisgevingvan het ontwerp zalvooraf worden gepubliceerdop de <strong>Roermond</strong>pagina,op www.roermond.nlen in de Staatscourant.”Dit is inspraak nieuwestijl. Wil je als gemeenteinspraak ontlopen, maak erdan een bestemmingsplanvan, dan is geen hond meergeinteresseerd.RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong> 15


Wat dreigt in het <strong>Roermond</strong>se teverdwijnen, hoe staat het metnieuwe projecten en wat doen‘die lui van <strong>Ruimte</strong>’ daaraan?Zie ook: www.stichtingruimteroermond.nlTEKST LUCIEN JANSEN EN LEONARD FORTUIN FOTO LEONARD FORTUINop de ® olfoto landmarkLANDMARK/RECLAMEMAST MERUMIn het vorige nummer van <strong><strong>Ruimte</strong>lijk</strong>hebben wij gemeld dat wij over deze masteen zienswijze hebben ingediend bij degemeente. Kort samengevat: wij vindendeze mast overbodig aangezien op deplaats waar de mast gepland stond hetnieuwe hoofdkantoor van de Rabobank<strong>Roermond</strong>-Echt U.A. zal komen. Een tweedeoriëntatiepunt op deze plaats langs deA73 lijkt ons wat veel van het “goede“.Bovendien is de bouw van de mast (en vanhet hoofdkantoor!) in strijd met hetgeenin de zgn. SER-ladder is vastgelegd. Dieschrijft voor dat nieuwe bedrijventerreinenalleen ontwikkeld mogen worden als erwerkelijk geen andere mogelijkheden zijnom bedrijfsactiviteiten te ontwikkelen. Wijzien niet in waarom bijv. het leegstaandegebouw van het Kadaster aan de Bredewegniet om te bouwen is tot kantoor voor deRabo-organisatie.Inmiddels heeft de gemeente <strong>Roermond</strong>haar standpunt bepaald naar aanleidingvan de ingediende zienswijzen. De andereindieners waren de heer Paul Diederen (lidvan de Provinciale Staten) en de <strong>Stichting</strong>Milieufederatie Limburg. Alle, maar dan ookalle, argumenten van alle drie de indienersworden echter van tafel geveegd doorGelre B.V., een dochteronderneming vande Rabobank <strong>Roermond</strong>- Echt U.A. diede mast gaat exploiteren. En wij maardenken dat door de inanciële crisesbanken weer aandacht hebben voor hunklanten! De gemeente <strong>Roermond</strong> heeftbesloten om voor de realisatie van de masteen verklaring van geen bezwaar aan tevragen bij Gedeputeerde Staten van deprovincie Limburg. Onze inschatting is datdie verklaring er komt.NOG MEER RECLAME!Zowel vanuit de gemeenteraad van <strong>Roermond</strong>(via de Stadspartij) als vanuit deProvinciale Staten (via Paul Diederen) isbezwaar gemaakt tegen de landmark/reclamemast die inmiddels nabij het RetailCenter staat. De mast voldoet niet aan deafmetingen die in de Nota Landmarks zijnvastgelegd en ook de beeldkrant is helemaalin strijd met die Nota. Ook wij hebbendestijds een zienswijze ingediend over dezemast maar onze bezwaren vonden toengeen gehoor.Het kardinale punt in de hele discussielijkt ons dat de bevoegdheid om dergelijkemasten te plaatsen is overgegaan van deprovincie naar de gemeente. Destijds isechter wel vastgelegd dat de gevolgen vanhet verschuiven van deze bevoegdheid,zouden worden geëvalueerd. Dat is echtertot op heden niet gebeurd. In onze ogen ishet daarvoor echter wel de hoogste tijd!De provincie heeft intussen haar verantwoordelijkheidopgepakt en is handhavendopgetreden tegen de illegale reclame langsde N 280. Die is onlangs verwijderd opkosten van degene die de reclame hadlaten plaatsen. Te gek voor woorden datondernemers niet schromen om verwijzingennaar hun zaak aan te laten brengenop ANWB-wegwijzers! Maar blijkbaar iser in <strong>Roermond</strong> een regel die stelt dat naarmate een ondernemer meer zaken heeft ofeen zaak met een groot winkeloppervlak erandere (lees: geen) regels gelden.BRUG KLEIN HELLEGAT:EIND GOED, AL GOED?Het College van de gemeente <strong>Roermond</strong>heeft lang beweerd een overeenkomst tehebben gesloten met Ecowatt (is Nuon)waarin is vastgelegd dat het bruggetje overhet Klein Hellegat moet worden geslooptzodra Nuon de ECI-centrale zou hebbengerestaureerd. Dit omdat het bruggetjeopstuwend zou werken en daarmee <strong>dec</strong>apaciteit van de centrale negatief zoubeïnvloeden. Bij de rechtszaken die wesamen met de <strong>Stichting</strong> Roerdelta Openhebben gevoerd over deze zaak heeft degemeente een dergelijke overeenkomstechter nooit kunnen tonen.Inmiddels hebben zowel Delft Hydraulicsals de <strong>Stichting</strong> Advisering Bestuursrechtspraakvoor Milieu en <strong><strong>Ruimte</strong>lijk</strong>e Ordening,aan de hand van theoretische modellenonderzocht of het bruggetje een opstuwendeffect heeft. In beide gevallenbleek dat effect verwaarloosbaar klein.Maar de gemeente <strong>Roermond</strong> was nogsteeds niet overtuigd, en liet een derdeinstantie, Deltares, ter plaatse opnieuw meingenverrichten. Ook die metingen hebbengéén noemenswaardige opstuwingaangetoond. Het College heeft daarombesloten uitvoering te geven aan het vonnisvan de Rechtbank van 18 februari <strong>2009</strong>.In dat vonnis draagt de Rechtbank degemeente op om een nieuw besluit te nemenaangaande het NIET aanwijzen van hetbruggetje tot gemeentelijk monument. HetCollege heeft de bezwaren van de <strong>Stichting</strong>Roerdelta~Open en de <strong>Stichting</strong> <strong>Ruimte</strong>alsnog gegrond verklaard. Inmiddels is deprocedure opgestart die moet leiden totde aanwijzing als gemeentelijk monument.Goed nieuws dus!Op ons verzoek heeft de gemeente bordengeplaatst die aangeven dat alleen voertuigenmet een lagere maximale asdruk dan tweeton over het bruggetje mogen. Nu maarhopen dat alle vrachtautochauffeurs diebinnenkort goederen gaan af- en aanvoerenvoor de restauratie van het ECI-complexzich aan dat bord houden! Pas dan is hetbruggetje echt uit de gevarenzone! ®16RUIMTELIJK DECEMBER <strong>2009</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!