12.07.2015 Views

bijzondere doelgroepen - Mitros

bijzondere doelgroepen - Mitros

bijzondere doelgroepen - Mitros

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

CAHIERB IJZONDERED OELGROEPENNOVEMBER 2005


Huisvesting en begeleidingvan <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong>Woningcorporaties huisvesten van oudsher de mensen die niet zelfstandig in hun wonenkunnen voorzien. Primair wordt daarbij altijd gekeken naar mensen met een lager inkomen.Daarnaast vormen ouderen en starters/studenten belangrijke hoofd<strong>doelgroepen</strong>. Maar ook isde huisvestingszorg van corporaties als <strong>Mitros</strong> gericht op een aantal <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong>.Deze <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong> vallen in twee categorieën uiteen. Allereerst de mensen die vallenin de categorie Zorg: mensen met een lichamelijke functiebeperking, mensen met een verstandelijkefunctiebeperking, mensen met psychiatrische beperkingen en ouderen met een zorgindicatie.De tweede categorie duiden we aan als Maatschappelijke Opvang: dak- en thuislozen,verslaafden, ex-gedetineerden en vrouwen, jongeren en gezinnen die specifieke begeleidingnodig hebben.Om de <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong> optimaal te kunnen bedienen, moet wel eerst een aantal vragenworden beantwoord. Hoe groot zijn eigenlijk de genoemde groepen? Hebben we hun huisvestings-en begeleidingsvraag scherp? Zijn we in staat om goede afspraken te maken in dedriehoek corporaties-klanten-zorgaanbieders rondom de begeleiding bij het zelfstandig enbeschermd wonen? Is er voldoende toegang tot de voorzieningen? En is de doorstroming vanuitde tijdelijke opvang naar beschermd wonen wel goed geregeld?Op twaalf oktober 2005 hebben de samenwerkende Utrechtse woningcorporaties, verenigd inde STUW, aan de stad Utrecht het aanbod gedaan de opvang van de <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong> tewillen intensiveren. Dat doen ze door beduidend meer plaatsen te creëren en meer plaatsen toete wijzen dan thans. Daarbij garanderen de corporaties dat met kerstmis 2007 niemand meertegen zijn zin in Utrecht op straat hoeft te slapen. Vanzelfsprekend neemt <strong>Mitros</strong> haar deel indit aanbod.1<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>In dit Cahier worden de <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong> naar aard en omvang en naar huisvestings- enbegeleidingsvraag in beeld gebracht. Voorts worden de dilemma’s geschetst rond opvang enzorg. In de bijlage staat een kort overzicht van de prestaties van <strong>Mitros</strong> op het gebied van de<strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong>.


1 Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>: ZorgDe zorg en vaak ook de huisvesting van een aantal <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong>wordt voor een groot deel via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten(AWBZ) geregeld. De zorg<strong>doelgroepen</strong> die we daarbij onderscheiden zijn:mensen met een lichamelijke functiebeperking, mensen met een verstandelijkefunctiebeperking, mensen met psychiatrische beperkingen en ouderenmet een zorgindicatie. De <strong>doelgroepen</strong> worden beschreven naar aard enaantal en naar zowel huisvestings- als begeleidingsvraag. De zorgsector inbeeld gebracht.31.1 DoelgroepenLichamelijke beperkingenMensen met lichamelijke functiebeperkingen zijnmensen die vanwege beperkingen in hun motoriek,en soms ook beperkingen in hun gezichtsvermogen,zijn aangewezen op aangepaste woonruimte. Daarbijwordt onderscheid gemaakt tussen rolstoelaangepastewoningen en Fokus-projecten.WOONVORMEN Rolstoelaangepaste woningen (Mivawoningen)zijn gelijkvloers en goed toegankelijk. Ookhebben ze méér maat in de verblijfs- en verkeersruimtenom met de rolstoel te kunnen manoeuvreren.In de woning zijn persoonsgebonden aanpassingenaangebracht in de keuken en het sanitair. De woningenworden gesubsidieerd via de Wet VoorzieningenGehandicapten (WVG).In Utrecht zijn 95 van dit soort corporatiewoningen.Er is een wachtlijst van circa 30 huishoudens.Opvallend trouwens is dat slechts een zeer geringaantal allochtone gehandicapten zich aanmeldt. InUtrecht bouwen de corporaties de komende jarennog minstens 15 van deze specifieke woningen. InNieuwegein is het aantal rolstoelaangepaste woningenmet meer maat onbekend. Bekend zijn de regulierewoningen waarin WVG-aanpassingen zijn aangebracht,maar deze aanpassingen wisselen sterk.Omdat de maatvoering van de woning niet bekend is,is onduidelijk of zo’n woning echt geschikt is voor<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>


4<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>iemand in een rolstoel. Op de wachtlijst staan inNieuwegein nu 11 huishoudens.Fokus-projecten bestaan uit 12 tot 15 rolstoelaangepastewoningen die verspreid in de wijk liggen, maximaal200 meter van een zorgpost, een zogehetenADL-unit. In Utrecht zijn er 3 Fokus-projecten met intotaal 44 woningen. In voorbereiding in Leidsche Rijnis nog een Fokus-project voor 16 zelfstandig wonendehuishoudens met een zorgpost. In Nieuwegein is eréén Fokus-project, bestemd voor 15 huishoudens.Het aanbod (bestaand en in aanbouw) van Fokusprojectenen rolstoelaangepaste woningen ligt inUtrecht en Nieuwegein nog iets achter op de nubekende vraag.BEGELEIDING De zorgverlening aan de zelfstandigwonende lichamelijke gehandicapten loopt via dethuiszorg of via particuliere zorgaanbieders. Het isniet bekend of er zich problemen voordoen in dezorgverlening, bijvoorbeeld de beschikbaarheid’s avonds en ’s nachts. De zorgverlening in de Fokuswoningengebeurt door medewerkers van deStichting Fokus en is 24 uur per dag beschikbaar.Verstandelijke beperkingenMensen met een verstandelijke functiebeperking zijnvaak aangewezen op groepsgewijs begeleid wonen engeclusterd zelfstandig wonen. In een enkel geval isgeheel zelfstandig wonen mogelijk. Omdat deze laatstegroep regulier gehuisvest wordt en wonen enbegeleiding gescheiden zijn, blijft dat zelfstandigwonen hier buiten beschouwing.WOONVORMEN In Utrecht wonen circa 600 mensenmet een verstandelijke handicap in specifieke woonvormen,die door de AWBZ zijn gefinancierd. Er zijnop dit moment nog zeker 35 wooneenheden in voorbereiding.De meeste daarvan komen in LeidscheRijn. In Utrecht is nauwelijks een wachtlijst. Dat geldtook voor Nieuwegein, waar circa 130 mensen groepsgewijsof geclusterd zelfstandig wonen.Voorheen werd wel gedacht dat het aantal verstandelijkgehandicapten dat gehuisvest moest worden, forszou groeien. Die aanname lijkt achterhaald.Ofschoon de totale doelgroep in aantal nagenoeggelijk blijft, is er wel degelijk behoefte aan meer kwaliteitdan het huidige groepsgewijze wonen biedt.Voor Utrecht en Nieuwegein zou het gaan om eenvraag naar circa 200 tweekamerwoningen, geschakelden met gemeenschappelijke ruimten. Deze vraagis overigens moeilijk in de bestaande bouw te realiseren.Daarom zal vaak nieuwbouw nodig zijn.Groepsgewijs wonen betekent nu vaak wonen ingezinsvervangende tehuizen in een kleine zit-slaapkamermet een gemeenschappelijke huiskamer. Eenprivé-ruimte van 12m 2 voldoet echter niet meer aande huidige woonwensen. Liever wil men een zelfstandigtweekamerappartement met eigen sanitair en eenkitchenette (geclusterd zelfstandig wonen). Daarnaastworden mensen met een verstandelijke beperkingook ouder. Ook voor deze groep is er dus behoefteaan gelijkvloerse, rolstoelgeschikte woningen.BEGELEIDING Begeleiding en zorg zijn goed te leverenals er minimaal 18 tot 24 appartementen geschakeldzijn en voorzien zijn van gemeenschappelijkeontmoetingsruimten. Dan is door de zorgaanbieder24uurs-zorg te garanderen. Bij een geringer aantal ishet noodzakelijk aansluiting te zoeken bij anderezorgaanbieders. Dan ontstaat een ‘zorgvolume’ dat


economisch verantwoord is. Soms is er ook sprakevan een combinatie van problematieken. Een goedesamenwerking tussen de zorgverlening ter plekke enouderenzorg en psychiatrie is dan van belang.Psychiatrische beperkingenEen deel van de mensen met een psychiatrischebeperking kan zich in het dagelijkse leven moeilijkstaande houden. Het zijn vaak mensen die enige tijdopgenomen waren in een psychiatrische instellingof die tijdelijk zijn opgevangen. Daarna zijn ze aangewezenop óf beschermd onzelfstandig wonen ófbegeleid zelfstandig wonen.WOONVORMEN In Utrecht wonen ongeveer 175 mensenin een beschermd onzelfstandige woonvorm. In5<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>Foto: Jaco Klamer/Hollandse Hoogte


Nieuwegein zijn dat er circa 125. De wachtlijst inbeide steden samen is 80. Naar verwachting wordener in de komende tijd 60 nieuwe plaatsen gecreëerd.Daarmee is de wachtlijst grotendeels weggewerkt.Evenals in de sector van de verstandelijk gehandicaptenvoldoen echter de onzelfstandige groepswoningenniet meer aan de huidige huisvestingswensen. Inplaats van één kleine kamer wil men een tweekamerappartementmet eigen sanitair en een kitchenette.Om die kwalitatieve vraag op te vangen, zijn volgenszorgaanbieders nog circa 100 extra woningen nodig.Daarnaast is er het begeleid zelfstandig wonen. InUtrecht gaat het om 250 mensen die deze ambulantebegeleiding krijgen, in Nieuwegein om 70 mensen.De wachtlijst voor beide steden samen is 65. Het aantalzelfstandige corporatiewoningen dat aan uitstroomuit de psychiatrische hulpverlening, en dusaan deze doelgroep, kon worden toegewezen, bleekde laatste jaren voldoende groot. De wachtlijst dienog bestaat komt dus niet voort uit een te krapwoningaanbod maar uit een limiet aan de financiëlemiddelen die het Zorgkantoor AWBZ ter beschikkingstelt voor begeleiding.BEGELEIDING De begeleiding die wordt geboden isondersteunend en activerend van karakter. Deze varieertvan 1 uur per vier weken tot meerdere uren percliënt per week (maximaal 10 uur). In noodgevallen isbegeleiding voor geïndiceerde cliënten dag en nachtbereikbaar. De begeleiding bij het wonen richt zich opadvies en ondersteuning op terreinen als wonen, werken/scholing,recreatie en geldbeheer.6<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>Ouderen met zorgindicatieIn de omschrijving van de <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong>gaat het niet om ouderen/senioren in het algemeen,maar alleen om ouderen met en woon- en zorgindicatie.De woonvormen zijn enerzijds de beschutteseniorenwoningen en servicewoningen en anderzijdshet kleinschalig wonen voor dementerenden.WOONVORMEN Mensen in Utrecht kunnen de indicatiebeschutte seniorenwoning aanvragen als zijbehoefte hebben aan een terugvalmogelijkheid opeen huismeester en als zij vanwege hun functiebeperkingenbehoefte hebben aan ontmoetingen enactiviteiten in hun wooncomplex. 55+ers die ook nogbehoefte hebben aan een gecoördineerd aanbod vanzorg en service én aan ongeplande zorg, kunnen inaanmerking komen voor een servicewoning of aanleunwoning.


In Utrecht hebben de corporaties ruim 700 beschutteseniorenwoningen en ruim 800 servicewoningen. Dekomende jaren worden er naar verwachting zeker 140bijgebouwd. In 2004 zochten ruim 300 ouderen viade Woningkrant naar één van deze woningen.Bovendien waren 700 ouderen, mét indicatie, alswoningzoekende geregistreerd, maar zij waren nietactief op zoek. Naast deze corporatiewoningen zijnruim 350 appartementen in de marktsector beschikbaar,met een per complex overeengekomen aanbodvan zorg en service.In Nieuwegein is één zorgcomplex waarvoor eenaparte zorgindicatie geldt. Dat complex telt 70 socialehuurwoningen. Daarnaast is er nog een complexmet 54 woningen, deels in de vrije huursector, voorzienvan extra zorg en service. Overige seniorenwoningenworden aangeboden zonder indicatie, hierwordt vaak wel thuiszorg geleverd. De wachtlijst voorde sociale huurwoningen bedraagt circa 60 personen.Maar in Nieuwegein wordt een forse vergrijzingverwacht. Daardoor zullen er in 2015 ongeveer 600woningen nodig zijn die als servicewoningen zijn aante duiden.In beide steden is er voor deze doelgroep ook eenkwalitatief tekort aan goede zorgwoningen. Een deelvan de bestaande zorgwoningen betreft krappe tweekamerwoningen.Gevraagd worden echter ruime drieenvierkamerappartementen. Die moeten bovendienveilig gelegen zijn en gunstig liggen ten opzichte vanvoorzieningen (zorgpost, winkels, openbaar vervoeren ontmoetingsmogelijkheden).Daarnaast is het kleinschalig wonen voor dementerendenin opkomst, vooral in Utrecht. Die opkomst komtvoort uit het streven om de intramurale ouderenzorgmeer kleinschalig en extramuraal te organiseren.Bewoners wonen in een groep van 6-8 mensen enhebben een eigen zit-slaapkamer. Meestal wordendrie tot vier groepen geclusterd. Dan kan 24uurs-zorgworden gegarandeerd. De omvang van de vraag naardeze woonvormen is moeilijk aan te geven. Als deafbouw van grootschalige intramurale capaciteitdoorgezet wordt, zal de behoefte enkele honderdenwoningen bedragen.Foto: Michael Kooren/Hollandse Hoogte7<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>


8<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>1.2 Organisatie ZorgsectorDe AWBZ-zorg is sterk aan verandering onderhevig.Dat vraagt om goede samenwerking en goede regie.De AWBZ regelt zorg en ondersteuning bij langdurigeziekte en bij een handicap of ouderdom. De zorgwordt in natura geboden (de zorgverzekeraar kooptin) of als persoons-gebonden budget (de cliënt kooptzorg).De veranderingen in de AWBZ worden veroorzaaktdoor de wens van het kabinet om de sterk gestegenuitgaven van de laatste jaren te beteugelen. Daaromwordt de AWBZ teruggebracht tot de kern. De AWBZzal alleen nog de onverzekerbare zorg vergoeden(zoals langdurige opname in een instelling) en eenaantal echte zorgfuncties die bij mensen thuis wordengeboden (verpleegtechnische handelingen). Veelmeer mensen dan nu zullen niet meer doorstromennaar bijvoorbeeld een verzorgingshuis, maar langerzelfstandig blijven wonen of naar een woonzorgcomplexgaan. De indicatiestelling zal aangescherpt engecentraliseerd worden. Tot slot zullen delen van deAWBZ waarschijnlijk worden ondergebracht in de WetMaatschappelijke Ondersteuning. Te denken valtdaarbij aan huishoudelijke zorg en extramurale begeleiding.Deze wijzigende context maakt dat de regie veel meerdecentraal komt te liggen. Naast het zorgkantoorgaan de gemeenten ook een belangrijke rol spelen ophet terrein van wonen, welzijn en zorg.De Gemeente Utrecht en het Zorgkantoor Utrechthebben afspraken gemaakt over het realiseren vanwoonservicezones (zie <strong>Mitros</strong> Cahier 9). Dat zijnwoongebieden waar dienstverlening en zorg extragoed geregeld zijn en levensloopbestendig wonenmogelijk is. De twee partijen bepalen samen primairwat, waar en samen met wie moet komen. Zij kunnendit echter niet zonder medewerking van vele partijen.De gemeente brengt die partijen samen en zorgt voorstimulerende maatregelen. De zorgverzekeraar kooptde zorg in.Om een adequate regie te realiseren is in Utrecht eenpaar jaar geleden de Stedelijke Stuurgroep WWZ geïnstalleerd.Daarin zitten de gemeente, vertegenwoordigersvan de gebieden wonen, welzijn en zorg, eenklantvertegenwoordiging en het Zorgkantoor. DeStuurgroep heeft besloten vraag en aanbod van huisvestingen zorg voor de genoemde <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong>op elkaar af te stemmen.In diverse wijken zijn er daarnaast initiatieven vanaanbieders, gericht op het creëren van woonservicezoneszoals vanuit Hart van Lombok, woonzorgcomplexDe Dame in Zuilen en in de wijk Ondiep vanuithet project Levenslustig Ondiep. Ook vindt er afstemmingplaats in diverse wijkoverleggen wonen-welzijnzorg.Nieuwegein kent sinds enkele jaren een StedelijkPlatform WWZ. Onder leiding van de gemeentenemen vertegenwoordigers op de terreinen wonen,welzijn en zorg deel, en ook klantenvertegenwoordigers.Informatie- en visie-uitwisseling vinden in ditplatform plaats, maar ook concrete projecten wordenin bespreking gebracht. Zoals over de ontwikkelingvan woonservicewijken.Recent heeft in Nieuwegein een uitgebreide raadplegingvan ouderen en gehandicapten plaatsgevondenin het traject Ouderenproof. Er zijn over verschillendethema’s aanbevelingen gedaan zoals over wonen/woonomgeving en veiligheid, dienstverlening en zorgen informatie.


Tot slot wordt ook op diverse plekken in Nieuwegeingewerkt aan de opbouw van woonservicezones. Ditgebeurt zowel bij wijken in herontwikkeling zoalsLekboulevard-Hoogzandveld, als in de bestaande wijkenJutphaas, Wijkersloot, Zuilenstein.kwantitatief tekort, zeker in Nieuwegein gezien deverwachte vergrijzing daar. Het gaat niet alleen omsociale huurwoningen, maar ook om duurderehuur. De behoefte aan kleinschalige woonvormenis afhankelijk van de ontwikkelingen in de afbouwvan intramurale voorzieningen.1.3 ConclusiesTen aanzien van de (organisatie van de) huisvestingen zorg van de zorg<strong>doelgroepen</strong> zijn de volgendeconclusies te trekken:• Voor mensen met lichamelijke beperkingen komthet aanbod van rolstoelaangepaste woningen enFokus-projecten, mede gezien de projecten die invoorbereiding zijn, redelijk op orde. Er blijft eenbeperkt tekort. In de sfeer van zorg zijn geen problemenbekend.• Voor mensen met verstandelijke beperkingen is ergetalsmatig voldoende aanbod aan woonvormen.Er doet zich wel een forse kwalitatieve vraag voornaar zelfstandige tweekamerappartementen. Debegeleiding is bij een clustering van woonvormenwel goed te realiseren, maar in andere gevallenlastiger.• Voor mensen met psychiatrische beperkingen geldteen zelfde overweging: het kwantitatieve tekort aanwoonvormen wordt de komende tijd grotendeelsingelopen, maar er is vooral nog een kwalitatieftekort. Men wil graag meer tweekamerappartementenin plaats van de huidige kamers. Bij de ambulantebegeleiding bij zelfstandig wonen blijkt dewachtlijst vooral veroorzaakt te worden door eenlimiet aan financiële middelen vanuit hetZorgkantoor.• Voor ouderen met een zorgindicatie geldt eenWat betreft de organisatie van de zorg geldt dat inbeide steden platforms werkzaam zijn waar wonen,welzijn en zorg op elkaar worden afgestemd. Ookwordt in beide steden gewerkt aan het realiseren vanwoonservicezones. Wel worden zowel in Utrecht alsin Nieuwegein voldoende stuurkracht en daadkrachtgemist om al echt iets aan de bewoners in de wijkente laten zien.Foto: Ton Borsboom9<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>


2 Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>:De huisvesting en zorg van een ander aantal <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong> kan wordengebundeld onder de naam Maatschappelijke opvang. De maatschappelijke opvangricht zich op de brede groep ‘sociaal kwetsbaren’. De daarbij te onderscheiden<strong>doelgroepen</strong> zijn: dak- en thuislozen, verslaafden aan harddrugs en alcohol, exgedetineerden,en vrouwen, jongeren en gezinnen die specifieke begeleiding nodighebben. De Maatschappelijke opvang in beeld gebracht, voor zover te achterhalenop de sociale kaart.10<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>2.1 DoelgroepenDak- en thuislozenDak- en thuislozen leven op straat, hebben geen vastewoon- of verblijfplaats en maken hooguit gebruik vanvoorzieningen. De groep is moeilijk in te schattennaar omvang. In Utrecht leven circa 400 mensen opstraat, waarvan naar schatting 70 personen illegaalzijn. Voor een beperkt deel komen de dak- en thuislozenuit omliggende gemeenten, die overigens nauwelijksof geen opvang kennen. In Nieuwegein levengeen dak- en thuislozen op straat. Er zijn verschillendevormen van opvang: nachtopvang, continuopvang,24uurs-en crisisopvang, beschermd en begeleidwonen en tot slot begeleiding bij zelfstandigwonen voor voormalige dak- en thuislozen.Er zijn circa 120 plaatsen in de nachtopvang, bestaandeuit een bed en ontbijt. Ambulante zorg en begeleidingworden onder andere door het Zorgcoördinatieteamvan Altrecht geleverd aan mensen op straat. Hetteam probeert mensen ook te bewegen naar de nachtopvangte gaan.Er zijn 350 plaatsen beschikbaar voor continu-opvang,waarvan overigens slechts 200 in gebruik. Het gaathier om harddrugsverslaafde dak- en thuislozen die inde drie zorgcentra van Centrum Maliebaan terechtkunnen. Er wordt geen bed geboden. Wel kunnendeze mensen terecht in hostels.Er zijn 125 algemene opvangplaatsen voor 24uurs- encrisisopvang. Dit zijn plaatsen waar men tijdelijkterecht kan, bestemd voor dak- en thuislozen en voorhen die dat dreigen te worden omdat ze geen begeleidingen huisvesting kunnen vinden. Het gaat om een


Maatschappelijke opvangeigen kamer met gemeenschappelijke voorzieningen.Omdat de uitstroom naar vervolgvoorzieningen zoalsbegeleid wonen stokt, is het aantal plaatsen nu onvoldoende.Tot slot is er zelfstandig wonen voor voormalige dakenthuislozen, die echter nog wel begeleiding nodighebben. De begeleiding richt zich op alle levensterreinen,dus ook op inkomensbeheer. Waar mogelijkwordt geleerd om weer zelfstandig te wonen.Omdat verslaafden niet worden toegelaten in de algemene24uurs-opvang, heeft men gekozen voorhostels. Dit zijn beschermd-wonenprojecten metonzelfstandige wooneenheden en gemeenschappelijkeruimten. In totaal zijn er in Utrecht nu 3 hostelsmet in totaal 86 plaatsen. De gemeente en het zorgkantoorwillen naar 8 hostels met in totaal 180 plaatsen.Een deel daarvan wordt door corporaties ontwikkeld.Daarmee zal voldoende in de vraag zijn voorzien.Een probleem is wel dat twee (tijdelijke) voorzieningenvoor alcoholverslaafden binnenkort sluiten eneen hostel voor deze groep pas in de loop van 2006open gaat. Er is daarnaast in Utrecht één specifiekbegeleid-wonenproject, waarbij 14 dakloze ex-ver-Foto: Arie Kievit/Hollandse HoogteVerslaafdenHet merendeel van de verslaafden is chronisch verslaafdaan harddrugs, een deel aan alcohol. Een grootdeel heeft psychiatrische problemen. Vaak leven dezemensen eerst op straat, voordat zij in de maatschappelijkeopvang terechtkomen. De opvangmogelijkhedenzoals bij de dak- en thuislozen genoemd, zijndus ook voor hen. De twee <strong>doelgroepen</strong> lopendaardoor ook door elkaar heen. Specifieke opvangwordt geboden in hostels en begeleid wonen en inzelfstandig wonen met ambulante begeleiding.11<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>


slaafden samen wonen. Het is onzelfstandig wonenin een woonhuis, met andere cliënten. Ze wordenbegeleid naar (binnen een jaar) zelfstandig wonen.Tot slot woont een deel van de doelgroep ook zelfstandig.Voor deze mensen is ambulante (woon)begeleidingmogelijk om genoeg kennis en vaardigheden opte doen om weer echt zelfstandig te kunnen leven.zijn voldaan. De begeleiding is er ook hier op gerichtgenoeg vaardigheden op te doen rond wonen, werken,financiën en sociale contacten dat men binnenmaximaal één jaar weer in de maatschappij kan functioneren.Er is een wachtlijst voor deze specifiekevorm van begeleid wonen. De begeleiding werktsamen met de reclassering, gevangenissen en kerken.Ex-gedetineerdenDe meeste gedetineerden komen op een gegevenmoment uit de gevangenis en gaan meestal weer zelfstandigwonen. Een deel van hen vindt echter geendak boven het hoofd en komt op straat terecht of bijde maatschappelijke opvang. De 24uurs-opvang (ziebij dak- en thuislozen) is er ook voor hen.VrouwenopvangBij deze opvang gaat het vooral om vrouwen met enzonder kinderen die door relationeel geweld nietmeer thuis kunnen wonen, en om (aanstaande) jongemoeders. De opvangvormen zijn 24uurs-opvang,begeleid wonen en zelfstandig wonen met ambulantebegeleiding.12<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>Er is echter ook begeleid onzelfstandig wonen. InUtrecht is er één zo’n project, met 13 plaatsen. Hierworden mensen opgevangen direct na of tijdens hetlaatste deel van hun detentie. Het gaat om eigenkamers in geschakelde woonhuizen met een gemeenschappelijkeruimte. Daarmee lijkt aan de vraag teEr zijn circa 40 plaatsen beschikbaar in de crisis- en24uurs-opvang in Utrecht. Daarnaast zijn er zo’n 40plaatsen beschikbaar in begeleid-wonenprojecten,exclusief de plaatsen voor kinderen. Als vrouwen verslaafdzijn of psychische stoornissen hebben, wordenze doorverwezen naar andere instanties of naar eenhostel. De begeleiding probeert inzichten en vaardighedente ontwikkelen bij de vrouwen, zoals omgaanmet instanties, opvoeding en assertiviteit, om ze weerzelfstandig te kunnen laten wonen.De opvang lijkt voldoende. Er is echter wel een tendensdat er steeds meer zwangere jonge vrouwenkomen en vrouwen met een complexe meervoudigeproblematiek die niet in de normale opvang passen.Daarvoor zouden andere woonvormen met anderebegeleiding ontwikkeld moeten worden.Er zijn jaarlijks circa 100 zelfstandige corporatiewoningenbeschikbaar, waarnaar vrouwen met een urgentiekunnen uitstromen. Dit aantal lijkt te voldoen.Volgens de vrouwenopvang is wel een probleem datde uitstroom naar reguliere woningen in de regiogemeentenzo moeilijk gaat. Dat heeft minder met huis-


vesting te maken, maar meer met het aanvragen vangemeentelijke voorzieningen (bijstandsuitkering enverhuis- en inrichtingskosten) en tijdig inschakelenvan jeugdzorg, maatschappelijk werk en schuldhulpsignalering.Wanneer vrouwen zelfstandig wonen is er in principegeen begeleiding meer. Wel kunnen zij op eigen initiatiefnog begeleidingsgesprekken aanvragen.JongerenJongeren met problemen thuis, die dakloos zijn ofdreigen te worden of die gedetineerd waren, kunnenin de maatschappelijke opvang terecht. Dit betreft24uurs-/crisisopvang, begeleid wonen en zelfstandigwonen met ambulante begeleiding.Er zijn 50 plaatsen in de 24uurs- of crisisopvang voorjongeren (exclusief de plaatsen in de vrouwenopvang).Er zijn 44 plaatsen in Utrecht beschikbaar inhet begeleid wonen. En jongeren die zelfstandig wonen,kunnen ambulante woonbegeleiding krijgen.Het aantal opvangplaatsen is nu ontoereikend. Hetaantal aanmeldingen van jongeren stijgt. Er zijnrecent voorzieningen bijgekomen en een aantal is ookin voorbereiding. De verwachting is dat daarmee hettekort grotendeels gedekt wordt. Wel stokt de doorstromingnaar begeleid wonen door een onvoldoendeaanbod.De begeleiding is gericht op het ontwikkelen vanvaardigheden om zelfstandig te kunnen functionerenen op het vinden van werk en dagbesteding, het regelenvan inkomen en het vinden van passende huisvesting.GezinnenGezinnen (ook éénoudergezinnen) die dakloos zijn ofdreigen te worden en psychosociale en materiële problemenhebben, kunnen terecht in de maatschappelijkeopvang. Vaak wonen ze in een caravan, op straat,of tijdelijk in bij anderen. De opvang is in zelfstandigewoningen met begeleiding.Er is in Utrecht één specifieke voorziening, voor intotaal 14 gezinnen. Het gaat om zes zelfstandigewoningen in een complex, waar ook de begeleiding isgehuisvest, en nog eens acht losse woningen in dewijk. Gezinnen verblijven hier gemiddeld één jaar. Eris een wachtlijst van twintig gezinnen. De capaciteit isdus onvoldoende.De begeleiding is gericht op budgetbeheer, schuldhulpverlening,het voeren van een huishouden enopvoeden. Bovendien worden contacten gelegd eninstanties ingeschakeld om de hulp en begeleidingvoort te zetten als een gezin weer zelfstandig woont.Preventieve opvangAlleenstaande mannen of vrouwen die in een onacceptabelewoonsituatie leven of bijvoorbeeld vanwegeFoto: Justin Jin/Hollandse Hoogte13<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>


een scheiding dakloos dreigen te worden, kunnengeestelijk in de problemen komen en staan financieelmeestal niet zo sterk. Ze kunnen terecht in een zelfstandigappartement, als vorm van preventieveopvang.De begeleiding is beperkt en richt zich vooral op hetbewaken van de rust en veiligheid. Bij specifieke individuelegevallen wordt doorverwezen naar regulierehulpverlenende instanties.In Utrecht zijn momenteel 24 plaatsen beschikbaar ineen corporatiehotel. Het gaat om zelfstandige appartementen,waar men maximaal anderhalf jaar terechtkan. Er is behoefte aan een tweede hotel. <strong>Mitros</strong> realiseertdat in 2006/7 door toewijzing van 15 bestaandeappartementen (met een uitgroei-optie) aan dezedoelgroep. De wachtlijst telt circa 30 mensen.2.2 De organisatieDe maatschappelijke opvang is in een keten vormgegeven.Die is hierbij schematisch weergegeven.Overigens hoeft men bij problemen niet altijd de heleopvang-keten te doorlopen.• Bij zelfstandig wonen richten samenwerkings-De keten van maatschappelijke opvang14ZELFSTANDIG WONENLEVEN OP STRAAT<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>Wijkgerichte Woonoverlastprojecten (Utrecht)Vangnetproject (Nieuwegein)Ambulante (woon)begeleidingIndividuele urgentiesvia Beter Wonen enVrouwenopvangNachtopvangDagopvangAmbulante zorgBESCHERMD WONENHOSTELS24 UURS OPVANG(TIJDELIJK)


projecten, zoals de Wijkgerichte Woonoverlastprojecten(in Utrecht), het Vangnetproject(Nieuwegein) en de ambulante (woon)begeleidingzich op mensen die zelfstandig wonen, maargezien hun problemen het risico lopen dakloos teworden.de bijbehorende zorg gaat toewijzen. De voorzieningenvoor maatschappelijke opvang bevinden zichvooral in Utrecht en maar zéér beperkt in de regiogemeenten.De voorzieningen in Utrecht én de ketenlijken goed te werken.• Bij leven op straat, dus als mensen dakloos zijngeworden, is er sprake van opvang (zowel dag- alsnachtopvang) en/of ambulante zorg op straat.• De 24uurs- en crisisopvang is bestemd voor dak- enthuislozen die tijdelijk opgevangen moeten worden.Ook stromen daar rechtstreeks mensen indie dakloos dreigen te worden of die een instelling,zoals de gevangenis, verlaten.• Beschermd wonen is bestemd voor mensen meteen psychiatrische problematiek die langdurigeopvang en zorg nodig hebben. Mensen stromenzowel uit de 24uurs-opvang als vanuit het leven opstraat door naar hostels c.q. beschermd wonen.• Voor een groot deel van de doelgroep is het uiteindelijkedoel om weer zelfstandig te wonen. De toewijzingvan een deel van de zelfstandige woningendoor middel van individuele urgenties verloopt viaVereniging Beter Wonen of de Vrouwenopvang.15<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>Inmiddels is er één Centrale Toegang tot de maatschappelijkeopvang in Utrecht. Klanten worden daaraangemeld en gezocht wordt naar passende opvang.Vanaf 2006 bouwt de GG&GD deze toegang uit naaréén Brede Centrale Toegang die tijdelijke opvangplaatsen,beschermd wonen, plaatsing in hostels en


16<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>2.3 PreventieDe maatschappelijke opvang moet goed geregeldzijn. Minstens zo belangrijk is dat mensen niet in deproblemen kómen. Een strak incassobeleid en deinzet van goede samenwerkingsprojecten kunnendaarbij helpen.<strong>Mitros</strong> kent een streng incassobeleid, bedoeld alspreventiemiddel. De huurachterstand wordt snelgesignaleerd, waarna een helder proces start. Daarbijwordt met korte intervallen contact gezocht met debewoner, in eerste instantie schriftelijk, daarna telefonischen tot slot via de GG&GD. Vaak blijkt er (psychisch)dan meer aan de hand. Een derde partij, hetincassobureau spreekt de betalingsregeling af. Pasals er geen oplossingen zijn, zegt het incassobureaunamens <strong>Mitros</strong> ontruiming aan.In 2004 heeft <strong>Mitros</strong> in 228 gevallen een ontruimingaangezegd. Uiteindelijk hebben 97 ontruimingenvanwege incassoproblemen plaats gevonden, watneerkomt op 0,3% van het aantal huishoudens dat<strong>Mitros</strong> huisvest.Om te voorkomen dat mensen vanwege overlast eneventuele bijkomende problemen uit huis wordengezet, lopen er in Utrecht en Nieuwegein projecten.De belangrijke meerwaarde van de WijkgerichteWoonoverlastprojecten (Utrecht) en het Vangnetproject(Nieuwegein) is dat partijen elkaar goedweten te vinden. Korte lijnen en snelle bereikbaarheidbevorderen een goede preventie.In Utrecht werken woningcorporaties, politie,Altrecht, Centrum Maliebaan, Zorgcoördinatieteame.a. samen onder leiding van een casemanager die indienst is bij de wijkwelzijnsorganisatie. Zo snelmogelijk wordt de hulpverlening voor de overlastveroorzakersgeregeld. Vaak is met hen veel aan dehand, maar zoeken of vinden zij geen hulp. Het projectricht zich ook op omwonenden die gebukt gaanonder de overlast van de buren en op (stille) mensenwaar de buurt zich zorgen om maakt. In 2004 zijn572 situaties behandeld. Daarvan waren 504 in corporatiewoningenen daarvan 313 in woningen van<strong>Mitros</strong>.In Nieuwegein werken de gemeente, VitrasMaatschappelijk Werk, GGD Midden Nederland,Altrecht en Centrum Maliebaan samen. De corporatiesmelden eventueel zaken aan. Het project richtzich op mensen die buiten de maatschappelijke bootdreigen te vallen. In 2004 waren er 53 mensen aangemeld,waarvan 10 door de corporaties.2.4 Naar zelfstandigheidVoor de uitstroom van een opvangsinstelling naareen zelfstandige woning kan een urgentie voor eencorporatiewoning worden verleend. Dit gebeurt viahet samenwerkingsverband Beter Wonen, waaraantal van organisaties in de maatschappelijke opvang,de geestelijke gezondheids-, verstandelijk gehandicapten-en jeugdzorg en reclassering deelnemen.De urgentie wordt verleend aan cliënten van instellingendie willen reïntegreren. Met behulp van HetVierde Huis kan men aan een woning komen. DeUtrechtse corporaties stellen jaarlijks 170 woningenter beschikking. Recent hebben ze aangegeven ditaantal tot 250 te willen verhogen. Daarnaast wordennog eens 100 woningen voor uitstroom uit de vrouwenopvangbeschikbaar gesteld. Deze aantallen lijkente voldoen.


Tot slot bieden de Utrechtse corporaties ook nog jaarlijks24 – in het aanbod op te hogen naar 35 – woningenaan voor instellingen die daarin begeleid wonenkunnen organiseren voor hun cliënten. In totaal zijner in Utrecht op die manier al 225 instellingswoningen.2.5 ConclusiesTen aanzien van de (organisatie van de) huisvestingen zorg van de <strong>doelgroepen</strong> van de maatschappelijkeopvang zijn de volgende conclusies te trekken:Voor dak- en thuislozen is het aanbod van nachtopvang,continu-opvang, 24uurs-opvang en begeleidingbij zelfstandig wonen in principe toereikend. Het aanbodvan beschermd/begeleid wonen voor mensenmet een psychiatrische problematiek is echter onvoldoende(zie ook hoofdstuk 1), waardoor de 24uursopvangonder druk staat.Voor verslaafden zal het aantal hostels (specifiekbegeleid wonen), gezien de geplande realisatie, te zijnertijd voldoende zijn.Voor ex-gedetineerden is er naast de reguliere opvangook begeleid wonen, dat voor een groot deel in devraag voorziet.Voor vrouwenopvang is er specifieke 24uurs-opvangen zijn er begeleid-wonenprojecten. Het aantal plaatsenlijkt voldoende. Er is echter ook vraag naar meeropvang voor zwangere vrouwen en voor vrouwen metcomplexe problematiek. Het aantal zelfstandigewoningen bestemd voor uitstroom, is voldoende.17<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>


Voor jongeren met problemen is er 24uurs-opvang,begeleid wonen en begeleid zelfstandig wonen.Vooralsnog is het aanbod onvoldoende. Het tekort inde 24-uursopvang wordt binnenkort verder ingelopen.Gezinnen in problemen worden opgevangen in zelfstandigewoningen met begeleiding. Het aantal plaatsenis te klein, waardoor de wachtlijsten te lang zijn.Preventieve opvang wordt geboden in corporatiehotels,zelfstandige appartementen in een gebouw metlichte begeleiding. De geplande uitbreiding dekt eenbelangrijk deel van de huidige vraag.De keten in Utrecht lijkt goed te werken. Vooral als in2006 de Brede Centrale Toegang gaat werken.Opvallend is dat de voorzieningen bijna allemaal inde stad zijn en niet in de regiogemeenten.Preventie van schulden, overlast en daardoor dakloosheidwordt onder andere geboden door het strakkeincassobeleid van <strong>Mitros</strong> én door de WijkgerichteWoonoverlastprojecten en het Vangnetproject diesuccesvol mensen helpen die uit de maatschappelijkeboot dreigen te vallen.18<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>


3 Dilemma’sDe huisvesting en begeleiding van de <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong> vraagt<strong>bijzondere</strong> aandacht. Vaak is er sprake van specifieke vereisten voor zowelde huisvesting zelf, als de locatie van de huisvesting en de aanwezigheidvan voorzieningen. Ook de aard en omvang van de begeleiding is vaak heelspecifiek. De belangrijkste dilemma’s daarbij op een rijtje.12De omvang van de <strong>doelgroepen</strong> is moeilijkvast te stellen. Dit maakt het moeilijk omte beoordelen of het beleid voldoende énsuccesvol is.De wet- en regelgeving verandert, metname rond contractvorming en budgetten.Dat maakt het lastig langetermijnafsprakente maken.De omvang van de <strong>doelgroepen</strong> is onvoldoende in beeld. Het gaat ook om mensen metheel verschillende vragen. Het hanteren van kengetallen (bijvoorbeeld aan statistiekenontleend) volstaat niet. De feitelijke vraag wijkt daar regelmatig fors van af. Allochtonenbijvoorbeeld gaan zelden naar <strong>bijzondere</strong> woonvormen, behoudens de woongroepen.Ook is er niet één centrale registratieplek. Daarnaast registreren corporaties niet dehuishoudens die zij bedienen, maar de woonvormen die zij aanbieden.Eén van de belangrijkste veranderingen is dat de contracteerplicht voor het zorgkantoorverdwijnt. Daardoor kan het zorgkantoor naar keuze contracten sluiten met wie zij wilen kunnen bestaande partners van corporaties zomaar afvallen of zomaar beperkteremiddelen krijgen. Daarnaast worden de budgetten van zorgaanbieders afhankelijk vanhun productie. Dat verhoogt het risico van inkomsten. Aanbieders zullen daarom schromenlangdurige huurcontracten aan te gaan. Corporaties zullen voorzichtiger wordenwat betreft het ontwikkelen van zeer specifiek vastgoed. Flexibiliteit in gebruik is voorhen dan voorwaarde. Ook het aantal m 2 van de gemeenschappelijke ruimtes wordtafhankelijk van de productie. Die zullen dus minder makkelijk verhuurd kunnen wordenaan de aanbieders, wat het leegstandsrisico voor corporaties vergroot.19<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>


6Voorzieningen voor <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong>komen op veel plekken in de stad. Daarvooris niet altijd draagvlak.7Succesvolle huisvesting en begeleidingkunnen alleen als partijen goed samenwerken.Dat gebeurt onvoldoende.Begeleidende instanties hebben voor veel opvang de voorkeur voor een bepaaldeschaalgrootte van hun voorzieningen. Dat werkt effectiever en efficiënter. Voor dergelijkewoonvormen moet wel draagvlak in de wijk zijn. De aard van de <strong>doelgroepen</strong>, en deoverlast die verwacht kan worden, bepalen mede dat draagvlak. Dat draagvlak kan ookworden ondermijnd als in de woningtoewijzing een onevenredig groot aantal mensenuit de <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong> huisvesting krijgt, waardoor de wachttijden voor regulierewoningzoekenden erg oplopen. Tot slot kan de mismatch tussen stad en regiogemeenten,in de omvang van vooral de maatschappelijke opvang, wrevel wekken.Waarom zou immers de stad de maatschappelijke opvang van de regio voor haar rekeningnemen?Bij de opvang van <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong> werken partijen vaak langs elkaar heen. Iederdoet zijn eigen stukje. Het is echter van groot belang om de keten goed te structurerenen te organiseren dat partijen hun verantwoordelijkheid nemen en dat bekend is vanelkaar wat zij ‘leveren’. Dat betekent ook dat organisaties hun werkprocessen meer opelkaar moeten aansluiten en meer open voor elkaar moeten zijn, ook in persoonlijke zin.Zo ontstaat effectieve samenwerking, die de klant duidelijkheid geeft.21<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>


228Er is onvoldoende trekkracht en daadkrachtom projecten vlot te trekken en te implementeren.Er wordt teveel gepraat.Gemeenten spelen een belangrijke rol in de ruimtelijke ordening, het locatiebeleid enhet beschikbaar stellen van welzijnsmiddelen, de WVG, en straks natuurlijk ook deWMO-budgetten. Gemeenten sturen in stuurgroepen en platforms echter onvoldoendeop resultaat en brengen onvoldoende samenhang in het werk van de gemeentelijkeafdelingen.Zorgaanbieders zijn sterk gericht op het leveren van goede zorg voor de eigen doelgroep(en).Ze zullen wel ondernemender (moeten) worden en meer de wijk in moetengaan met zorg en service. Gezien de wijzigende wet- en regelgeving lopen zij meer risicowanneer ze langdurige verbintenissen aangaan rond vastgoed.Corporaties zijn belangrijke huisvesters, ook van mensen die aangewezen zijn op zorgen begeleiding. Ze kunnen bij toewijzing in de bestaande voorraad en bij renovatie ennieuwbouw wel systematischer rekening houden met de vraag vanuit de <strong>bijzondere</strong><strong>doelgroepen</strong>. Ook maken zij nog onvoldoende helder wat zij vanuit hun positie enexpertise kunnen bieden, zowel in het concrete aanbod van vastgoed als in het beheer.Elk van de partijen pakt zijn eigen deel, maar er is nog onvoldoende samenhang. Komtdie er als één partij de regie neemt, of is er ook stuwkracht van samenwerkende partnerste verwachten? Commitment van partijen, gelijkgeschakelde ambities en transparantieover de condities en de mogelijkheden zijn dus belangrijke voorwaarden voor een volwaardigesamenwerking in de opvang van de <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong>.<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>


Bijlage: projecten van <strong>Mitros</strong> voor <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong><strong>Mitros</strong> doet al veel op het gebied van de huisvesting van <strong>bijzondere</strong> <strong>doelgroepen</strong>. Een kort overzicht van de projecten naar aard enomvang, de wijk(en) waar die huisvesting plaatsvindt en de begeleidende instanties waarmee <strong>Mitros</strong> in die projecten samenwerkt.DOELGROEP AANTAL WONINGEN WIJKEN BEGELEIDINGZorgLichamelijke 20 Utrecht: Binnenstad, Lunetten, Overvecht, _functiebeperkingRivierenwijk en ZuilenVerstandelijke 34 Nieuwegein: Batau en Zandveld; Abrona, Amerpoort/ASVZ,functiebeperking* Utrecht: Lunetten, Overvecht, Terwijde en Zuilen OPL/De Opbouw en ReinaerdePsychiatrische 37 Nieuwegein: Batau, Fokkesteeg en Galecop; Altrecht, H.v.d.Hoeven kliniek en SBWUbeperkingen*Utrecht: Binnenstad,Lunetten en OvervechtOuderen met 674 Nieuwegein: Lekboulevard en Zuilenstein;zorg-indicatie Utrecht: Kanaleneiland, Lombok en Zuilen Aveant, ContinU en ZorgspectrumMaatschappelijke opvang**Dak- en thuislozen* 31 Utrecht: Binnenstad, Hoograven, Kanaleneiland, Huis Vaartserijn, TussenvoorzieningLunetten, Ondiep, Overvecht en Zuilen De Pandjes, Leger des HeilsVerslaafden* 1 Utrecht: Lunetten Centrum MaliebaanVrouwenopvang*+*** 4 Utrecht: Kanaleneiland, Majellapark, St. VitaOog in Al en SterrenwijkJongeren* 5 Utrecht: Lunetten Pandenbeheer en Zandbergen/St. BHU* Bij deze categorieën is vooralsnog alleen duidelijk hoeveel woningen/plaatsen <strong>Mitros</strong> heeft gerealiseerd c.q. aangeboden,niet hoeveel huishoudens daarmee bediend worden. Voor een goede analyse van het feit of er voldoende gepresteerd wordt,zou het goed zijn ook het aantal huishoudens in beeld te hebben.** Maatschappelijke Opvang gaat ook vaak via verhuring op individuele basis d.m.v. het reageren met de urgentie‘maatschappelijke indicatie’ op het woningaanbod via Woningnet. Het betreft hier doorstroming uit een instelling of begeleidwonen naar een reguliere woning. De afgelopen 5 jaar ging het gemiddeld om 60 woningen per jaar.*** Vrouwenopvang gaat vaak via verhuring op individuele basis d.m.v. het reageren met de urgentie ‘vrouwenopvang’ op hetwoningaanbod via Woningnet. De afgelopen 5 jaar ging het gemiddeld om 29 woningen per jaar.23<strong>Mitros</strong> cahier - Bijzondere <strong>doelgroepen</strong>Enkele projecten in voorbereiding zijn:Lichamelijke beperkingen:’t Zand (Utrecht)(9 eenheden);Verstandelijke beperkingen:Zandveld (Nieuwegein)(12 eenheden) en Ondiep (Utrecht)(6-10 eenheden);Psychiatrische beperkingen:Zuilenstein (Nieuwegein)(32 eenheden);Wonen voor ouderen met zorg-indicatie: Leidsche Rijn (Utrecht)(+ 136 eenheden) en Ondiep (Utrecht)(18-24 eenheden);Preventieve opvang:Nieuw Engeland (Utrecht)(15 eenheden met uitgroei-optie)


Dit <strong>Mitros</strong> Cahier verscheen ter gelegenheid vanhet <strong>Mitros</strong> Podium ‘Bijzondere Doelgroepen’ van17 november 2005.Eerder verschenen in de reeks <strong>Mitros</strong> Cahiers1 Maatschappelijk Gebonden Eigendom2 Monumentenbeleid *3 Woningkwaliteit bereikbaarColofon4 Woonmilieus in beeldTekst <strong>Mitros</strong> e.a.5 Regionale samenwerkingVormgeving CARTA, Utrecht6 Allochtonen communicatieDruk Stolwijk7 Stedelijke vernieuwing in de steigersUitgever <strong>Mitros</strong>8 Omgaan met overlastPostbus 8217, 3503 RE Utrecht9 Woonservicezones© november 2005 10 Leefbaarheid in wijken en buurtenTe bestellen bij<strong>Mitros</strong>, afdeling Communicatie 030 880 3912,of downloaden via www.mitros.nl* niet meer leverbaar


<strong>Mitros</strong> is een toonaangevende en ambitieuze woningcorporatie. Metruim 30.000 woningen, garages en bedrijfspanden is zij de grootstespeler op het veld van de volkshuisvesting in Utrecht en Nieuwegein.<strong>Mitros</strong> biedt als voorloper in de volkshuisvesting een podium voordiscussie. Op het <strong>Mitros</strong> Podium belicht <strong>Mitros</strong> circa twee keer per jaarbelangrijke, actuele thema‘s uit de wereld van het wonen. De <strong>Mitros</strong>Cahiers zijn hiervan de schriftelijke begeleiders en vormen de opmaatvoor verdere discussie.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!