12.07.2015 Views

Inspectierapport - Stichting Welzijn Middelsee

Inspectierapport - Stichting Welzijn Middelsee

Inspectierapport - Stichting Welzijn Middelsee

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

InleidingWaarom toezicht?De rijksoverheid stelt aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalenkwaliteitseisen op onder andere het gebied van: personeel, veiligheid en gezondheid,accommodatie en inrichting, groepsgrootte, beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid enpedagogische praktijk, ouderinspraak, klachten, voorschoolse educatie en aan de zorgplicht entaken van het gastouderbureau. Jonge kinderen zijn kwetsbaar. De kwaliteit van de eerste jarenvan een kind heeft grote invloed op zijn latere ontwikkeling. Het aanbieden van verantwoordekinderopvang in een gezonde en veilige omgeving is daarom belangrijk.Wie is waarvoor verantwoordelijk?Het kindercentrum, de peuterspeelzaal of de gastouder is verantwoordelijk voor het leveren vankwalitatief goede kinderopvang. Het gastouderbureau is verantwoordelijk voor de beleidsmatigezaken die kwalitatief goede kinderopvang mogelijk maken. De gemeente is verantwoordelijk voorhet toezicht en de handhaving op die kwaliteit. In opdracht van de gemeente voert de GGDinspectieonderzoeken uit, waarbij zij beoordeelt of aan de gestelde eisen wordt voldaan. Zo nodigadviseert de GGD aan de gemeente om maatregelen te nemen.Waarop is het toezicht gebaseerd?Om de kwaliteit te kunnen beoordelen heeft de rijksoverheid onder meer regels in de ‘Wetkinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’, het ‘Besluit kwaliteit kinderopvang enpeuterspeelzalen’, ‘het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie’ en de ‘Regelingkwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’ geformuleerd. Om te kunnen beoordelen of aan dezeregels wordt voldaan, werken alle toezichthouders in Nederland met dezelfde instrumenten, zoalsvragenlijsten, om op een gestructureerde manier informatie te verzamelen tijdens eeninspectiebezoek. Het toezicht door de GGD vindt risicogestuurd plaats. Dit houdt in dat mindertoezicht gehouden wordt bij de kindercentra waar dat kan, en meer waar dat nodig is. Iedergastouderbureau wordt jaarlijks geïnspecteerd; jaarlijks vindt bij een selectie van de gastouderstoezicht plaats.Wat is het doel van het inspectierapport?De bevindingen van het inspectieonderzoek staan in dit inspectierapport. Het doel van dit rapportis:1. Weergeven van het oordeel over het al dan niet voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Hetkan gaan om de eisen die gesteld worden aan kindercentra, het gastouderbureau en depeuterspeelzaal om in het landelijk register Kinderopvang en Peuterspeelzalen opgenomen teworden dan wel om eisen die aan kindercentra, gastouderbureaus en peuterspeelzalen gesteldworden die al in exploitatie zijn.2. Aan de gemeente rapporteren in hoeverre het kindercentrum, het gastouderbureau en depeuterspeelzaal aan de kwaliteitseisen voldoet en een advies uitbrengen over eventuelevervolgstappen.3. De ouders informeren over de mate waarin het kindercentrum, het gastouderbureau en depeuterspeelzaal aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de Wet klachtrecht cliëntenzorgsector voldoet.LeeswijzerDit inspectierapport geeft een overzicht van de getoetste eisen en geeft hierbij aan wat detoezichthouder heeft geconstateerd en wat zijn beoordeling is. In het “Overzicht bevindingen”staan de bevindingen van de toezichthouder heel kort per inspectiedomein samengevat en in “Hetinspectieonderzoek” staan ze per inspectie-item uitgewerkt. Een toezichthouder oordeelt of er aande gestelde voorwaarde is voldaan (“ja”), of dit niet het geval is (“nee”), of dat hij niet tot eenoordeel kon komen (“niet beoordeeld”). Om de gemeente van de benodigde informatie te voorzienom te kunnen bepalen of en in welke mate gehandhaafd dient te worden geeft de toezichthouder,indien op een domein niet aan alle voorwaarden is voldaan, een beschrijving van de context van devoorwaarde(n) waaraan niet voldaan is.Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS3 van 27


Ook bevat het inspectierapport een beschouwing door de toezichthouder en het advies van detoezichthouder aan de gemeente met betrekking tot de handhaving. Daarnaast bevat hetinspectierapport een aantal basisgegevens van het kindercentrum, het gastouderbureau of depeuterspeelzaal, de gemeente en de toezichthouder en, indien van toepassing, de zienswijze vande houder van het kindercentrum, het gastouderbureau of de peuterspeelzaal.Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS4 van 27


Algemene gegevens gastouderbureauNAW-gegevens gastouderbureauNaam gastouderbureau (locatie): Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong>Adres : Pyter Jurjensstrjitte 17Postcode en plaats: 9051 BR STIENSTelefoon : 058-2575220Naam contactpersoonE-mailWebsite: Mevrouw A. Prins: info@welzijnmiddelsee.nl: http://welzijnmiddelsee.nlKwaliteitssysteem : Nee Ja, namelijk:Lid brancheorganisatie : Nee Ja, namelijk: BrancheorganisatieKinderopvangOpvanggegevensAantal bemiddelingsmedewerkersgastouderbureau: 2Aantal gekoppelde gastouders : 41Aantal gekoppelde vraagouders : 111Aantal gekoppelde kinderen : 193NAW-gegevens houderNaam houder : <strong>Stichting</strong> "<strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong>"Adres : Pyter Jurjensstrjitte 17Postcode en plaats : 9051BR STIENSTelefoon : 058-2575220Naam contactpersoon : Mevr. A. PrinsE-mail : info@welzijnmiddelsee.nlWebsite : www.welzijnmiddelsee.nlRegistergegevens gastouderbureauDatum aanvraag registeropname : n.v.t.Gegevens aanvraag conform de praktijk : Nee Ja n.v.t.Datum opname landelijk register : 01-01-2010 n.v.t.Gegevens register conform de praktijk : Nee Ja n.v.t.Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS5 van 27


Algemene gegevens toezichtGegevens toezichthouder (GGD)Naam GGD : GGD FryslânAdres : Postbus 612Postcode en plaats : 8901 BK LEEUWARDENTelefoon : 088-2299222E-mail : thz@ggdfryslan.nlWebsite : http://www.ggdfryslan.nlGegevens opdrachtgever (gemeente)Naam gemeente : LEEUWARDERADEELAdres : Postbus 24Postcode en plaats : 9050 AA STIENSTelefoon : 058-2338888E-mail : info@leeuwarderadeel.nlWebsite : www.leeuwarderadeel.nlNaam contactpersoon : Mevr. M. ReitsmaTelefoonnummer contactpersoon : 058-2676668E-mail contactpersoon : m.reitsma@leeuwarderadeel.nlInspectiegegevensType inspectie : Regulier onderzoek (Aangekondigd)PlanningDatum vorig inspectiebezoek : 08-01-2013Datum inspectiebezoek : 08-01-2013Opstellen concept inspectierapport : 25-02-2013Zienswijze houder :Opstellen definitief inspectierapport :Verzenden inspectierapport naar houder enoudercommissieVerzenden inspectierapport naar gemeente :Openbaar maken inspectierapport ::Overzicht gebruikte bronnenVragenlijst houder gastouderbureau : JaVragenlijst oudercommissie : Nee.De vragenlijst is wel toegestuurd, maar nietgeretourneerd.Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS6 van 27


Beschouwing toezichthouderOp verzoek van de Gemeente Leeuwarderadeel heeft er op 8 januari 2013 een reguliere inspectieplaatsgevonden bij Gastouderbureau <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te Stiens door GGD Fryslân.Het gastouderbureau is onderdeel van <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te Stiens. Naast gastouderopvangbestaat de dienstverlening uit dagopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen.Het gastouderbureau biedt reguliere gastouderopvang aan kinderen in de leeftijd van 0-13 jaar enricht zich op werving en het tot stand brengen van nieuwe koppelingen of van bestaandekoppelingen. Ook kunnen gastouders via het franchisesysteem, de Franch & Free formule, alszelfstandig ondernemer werken.Het gastouderbureau heeft op dit moment 41 gastouders in haar bestand, 111 vraagouders en195 gekoppelde kinderen. De bemiddeling wordt uitgevoerd door twee bemiddelingsmedewerkers.De administratie van het gastouderbureau voldoet aan alle kwaliteitseisen uit de Wet kinderopvang.De kwaliteit van het gastouderbureau wordt geborgd door aan de hiervoor wettelijke eisen tevoldoen.De items rondom het onafhankelijk functioneren van de oudercommissie en het uitoefenen van hetadviesrecht door de oudercommissie zijn niet beoordeeld omdat hiervoor geen geschikte informatiebeschikbaar was. Ondanks veelvuldige pogingen om in contact te komen met de oudercommissie,is er niet gesproken met een ouder die een representatief beeld kon weergeven over hetfunctioneren van de oudercommissie in de praktijk.Advies aan gemeenteAdvies:Wel niet opnemen in landelijk registerniet handhavenhandhaven conform handhavingsbeleid, hierbij rekening houdend met de verzwarende enverzachtende omstandigheden.eventuele opmerkingen toezichthouder:Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS8 van 27


Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein1. Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvangOnder de Wet kinderopvang gelden normen voor het starten van een gastouderbureau datgastouderopvang tot stand brengt en begeleidt.Beoordeling toezichthouderVan de 9 voorwaarden van dit domein:-is aan 7 voorwaarden voldaanDe overige 2 voorwaarden zijn geen onderdeel van deze inspectie.2. OudersOnder de Wet kinderopvang gelden normen voor de informatieverstrekking aan vraagouders, hetinstellen van een oudercommissie, het reglement, de samenstelling en werkwijze van deoudercommissie en het adviesrecht van de oudercommissie.Beoordeling toezichthouderVan de 21 voorwaarden van dit domein:-is aan 16 voorwaarden voldaan-zijn de volgende 5 voorwaarden niet beoordeeld:2.3.1 voorwaarde 42.3.2 voorwaarden 1, 2, 3 en 43. PersoneelOnder de Wet kinderopvang gelden normen voor verklaringen omtrent het gedrag voor personenwerkzaam bij het bureau en voor relevante pedagogische opleiding van bemiddelingsmedewerkers.Daarnaast gelden normen voor de uren die op jaarbasis door de bemiddelingsmedewerker aan degastouder worden besteed.Beoordeling toezichthouderVan de 4 voorwaarden van dit domein:-is aan 4 voorwaarden voldaanConcept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS9 van 27


4. Pedagogisch beleidOnder de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogischbeleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de begeleiding ten aanzien van depedagogische praktijk.Beoordeling toezichthouderVan de 7 voorwaarden van dit domein:-is aan 7 voorwaarden voldaan5. KlachtenDe Wet klachtrecht cliënten zorgsector stelt eisen aan het gastouderbureau. Het gaat hier om eenklachtenregeling met waarborgen voor een onafhankelijke afhandeling en het vastleggen in eenopenbaar verslag. De Wet kinderopvang stelt eisen aan het treffen van een klachtenregeling vooroudercommissies.Beoordeling toezichthouderVan de 12 voorwaarden van dit domein:-is aan 9 voorwaarden voldaan-zijn de volgende 3 voorwaarden niet beoordeeld:5.1 voorwaarden 4 en 55.2 voorwaarde 36. Veiligheid en gezondheidOnder de Wet kinderopvang gelden normen voor de waarborging van de veiligheid en gezondheidvan kinderen. De houder draagt er zorg voor dat een bemiddelingsmedewerker samen met degastouder in een risico-inventarisatie schriftelijk vast legt welke risico’s de opvang van kinderenmet zich meebrengt. Daarnaast gelden normen voor de inhoud en uitvoering van de risicoinventarisatieen voor de inhoud en het beleid omtrent de meldcode kindermishandeling.Beoordeling toezichthouderVan de 12 voorwaarden van dit domein:-is aan 10 voorwaarden voldaan-zijn de volgende 2 voorwaarden niet beoordeeld:6.3 voorwaarde 16.3.1 voorwaarde 1Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS10 van 27


7. Kwaliteit gastouderbureauOnder de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwaliteit van het gastouderbureau, de wijzewaarop zij de gastouders begeleidt en de kwaliteit van de opvang bewaakt.Beoordeling toezichthouderVan de 7 voorwaarden van dit domein:-is aan 7 voorwaarden voldaanConcept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS11 van 27


Het inspectieonderzoek:Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item1. Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang1.1 Gastouderbureau in de zin van de wetVoorwaardeToelichting toezichthouder1 Het gastouderbureau is een organisatie diegastouderopvang tot stand brengt en begeleidten door tussenkomst van wie de betaling vanouders aan gastouders geschiedt.(art 1.1 en 1.49 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)Ja Nee Niet beoordeeldConcept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS12 van 27


1.2 Administratie gastouderbureauJa Nee Niet beoordeeldVoorwaardenToelichting toezichthouder1 De administratie van het gastouderbureaubevat een contract per vraagouder.(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen)2 De administratie van het gastouderbureaubevat kopieën van de verklaringen omtrentgedrag van de gastouders en volwassenhuisgenoten.(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen)3 De administratie van het gastouderbureaubevat kopieën van de getuigschriften en/ofEVC-bewijsstukken en certificaten Eerste Hulpaan kinderen van de gastouders. 1(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen)4 In de administratie van het gastouderbureauis de betaling van de vraagouders aan hetgastouderbureau inzichtelijk.(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen)5 In de administratie van het gastouderbureauis de betaling van het gastouderbureau aan degastouder inzichtelijk. 2(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen)6 De administratie van het gastouderbureaubevat een origineel van de door de gastouderen bemiddelingsmedewerker ondertekendeversie van iedere risico-inventarisatie enbijbehorende plan van aanpak.(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 12 lid 3 Regeling Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen)Voorwaarden 1, 2, 3 en 6 zijn getoetst middels een steekproef van de dossiers.Voorwaarden 4 en 5: De houder heeft inzage gegeven in de betalingsstroom van vraagouder aangastouderbureau en van gastouderbureau aan gastouder.1 Waaruit blijkt dat de gastouder voldoet aan de gestelde deskundigheidseisen.2 Ongeacht het oordeel van de GGD over de administratie van het gastouderbureau, behoudt de Belastingdienstzich het recht voor een eigen oordeel over de administratie te vormen conform de Regeling Wet Kinderopvangen kwaliteitseisen peuterspeelzalen.13 van 27Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS


2. Ouders2.1 Informatie voor vraagoudersJa Nee Niet beoordeeldVoorwaardenToelichting toezichthouder1 Het gastouderbureau laat in de schriftelijkeovereenkomst met de vraagouder duidelijk zienwelk deel van het betaalde bedrag naar hetgastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) enwelk deel van het betaalde bedrag naar degastouder gaat.(art 1.56 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 11b Regeling Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen)2 De houder informeert de vraagouders overhet te voeren beleid. 3(art 1.54 lid 1 en art 1.56 lid 3 Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 4 Besluit kwaliteitkinderopvang en peuterspeelzalen)3 Het gastouderbureau draagt zorg voor eengoede bereikbaarheid van het gastouderbureauvoor de vraagouder en informeert devraagouders en gastouders hierover.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 10 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvangen peuterspeelzalen)4 De informatie is gedetailleerd genoeg omvraagouders een adequaat beeld van depraktijk te geven.(art 1.54 lid 1 en art 1.56 lid 3 Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen)5 De praktijk sluit aan bij de aan devraagouders verstrekte informatie.(art 1.54 lid 1 en art 1.56 lid 3 Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen)6 De houder plaatst het inspectierapport op deeigen website. Indien geen website aanwezig islegt de houder een afschrift van hetinspectierapport op een voor vraagouders,gastouders en personeel toegankelijke plaats.(art 1.54 lid 2 en 3 en art 1.56 lid 3 Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen)3 Het gaat hier om: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; de hoeveelheidkinderen (inclusief eigen kinderen) in welke leeftijd die per gastouder maximaal worden opgevangen; de wijzevan tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang; vooraf informatie over het beleid ten aanzien vanveiligheid en gezondheid; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid.14 van 27Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS


2.2 Reglement oudercommissie 4 Ja Nee Niet beoordeeldVoorwaardeToelichting toezichthouder1 De houder heeft een reglementoudercommissie vastgesteld.(art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)2.2.1 Inhoud reglement oudercommissie 5 Ja Nee Niet beoordeeldVoorwaardenToelichting toezichthouder1 Het reglement omvat regels omtrent hetaantal leden.(art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)2 Het reglement omvat regels omtrent de wijzevan kiezen van de leden.(art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)3 Het reglement omvat regels omtrent dezittingsduur van de leden.(art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)4 Het reglement omvat geen regels omtrentwerkwijze van de oudercommissie.(art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)5 De houder wijzigt het reglement nainstemming van de oudercommissie.(art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)4 Conform art 1.59 van de 'Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen' geldt de verplichting voor hetvaststellen van een reglement binnen zes maanden na aanvraag tot registeropname. Het instellen van deoudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijnvan zes maanden na aanvraag tot registeropname gekoppeld.5 Het gaat hier over de volgende onderwerpen: wijze waarop gastouderopvang tot stand wordt gebracht en debegeleiding hiervan, het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid;voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid,gezondheid; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; devaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personendie belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang.15 van 27Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS


2.3 Instellen oudercommissie 6 Ja Nee Niet beoordeeldVoorwaardeToelichting toezichthouder1 De houder heeft een oudercommissieingesteld.(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)De oudercommissie vergadert samen met de oudercommissie van de verschillende locaties van dekinderdagverblijven.2.3.1 Voorwaarden oudercommissie 6 Ja Nee Niet beoordeeldVoorwaardenToelichting toezichthouder1 De houder is geen lid.(art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)2 Het personeel is geen lid.(art 1.58 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)3 De leden worden gekozen uit en door devraagouders.(art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)4 De houder stelt de oudercommissie in degelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.(art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)Voorwaarde 4 kan niet beoordeeld worden. Ondanks veel pogingen tot contact met deoudercommissie, is het niet gelukt om contact te hebben met een lid van de oudercommissie dieeen representatief beeld kon vormen over het functioneren ervan.Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS16 van 27


2.3.2 Adviesrecht oudercommissie 6 Ja Nee Niet beoordeeldVoorwaardenToelichting toezichthouder1 De houder stelt de oudercommissie in staathaar advies uit te brengen over elkvoorgenomen besluit met betrekking tot degenoemde onderwerpen. 6(art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdigen desgevraagd schriftelijk alle informatie diedeze voor de vervulling van haar taakredelijkerwijs nodig heeft.(art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)3 Van een gevraagd advies van deoudercommissie wijkt de houder alleen afindien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeftdat het belang van de kinderopvang zich tegenhet advies verzet.(art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)4 De houder geeft de oudercommissiegelegenheid ook ongevraagd te adviseren overde genoemde onderwerpen.(art 1.60 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)Voorwaarden 1 t/m 4:Ondanks veel pogingen tot contact met de oudercommissie, is het niet gelukt om contact tehebben met een lid van de oudercommissie die een representatief beeld kon vormen over de itemsdie gekoppeld zijn aan het adviesrecht van de oudercommissie.Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS17 van 27


3. Personeel3.1 Verklaring omtrent het gedragJa Nee Niet beoordeeldVoorwaardenToelichting toezichthouder1 Personen werkzaam bij een ondernemingwaarmee de houder het gastouderbureauexploiteert zijn in het bezit van een verklaringomtrent het gedrag. 6(art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 3 Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen)2 De verklaring omtrent het gedrag is vóóraanvang van de werkzaamheden bij hetgastouderbureau overgelegd. 7(art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 3, 4 en 6 Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen)3 De verklaring omtrent het gedrag is bijoverleggen niet ouder dan twee maanden.(art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 3, 4 en 6 Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen)3.2 Personeelsformatie per gastouderJa Nee Niet beoordeeldVoorwaardeToelichting toezichthouder1 Het gastouderbureau draagt er zorg voor dater per aangesloten gastouder op jaarbasistenminste 16 uur wordt besteed aanbegeleiding en bemiddeling.(art 1.56 lid 7 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; artikel 10 lid 2 Besluit kwaliteitkinderopvang en peuterspeelzalen)Het gastouderbureau van <strong>Stichting</strong> <strong>Middelsee</strong> heeft voldoende formatie om de aangeslotengastouders op jaarbasis tenminste 16 uur aan begeleiding en bemiddeling te bieden.De bemiddelingsmedewerkers voeren koppelingsgesprekken, voeren de risico-inventarisaties uit,voeren evaluatiegesprekken en bieden persoonlijke pedagogische begeleiding als ook themaavonden.6 Deze verplichting geldt voor de houder, bestuurders, werknemers met een arbeidsovereenkomst –(waaronderkantoorpersoneel), beroepskrachten in opleiding, stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers (zoals in de Wetkinderopvang gedefinieerd) . Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur.Voor de bestuurder die deel uitmaakt van een rechtspersoon volstaat overlegging van de VOG voorrechtspersonen of van een VOG voor natuurlijke personen. Bij wisseling van bestuurders maar instandhoudingvan de rechtspersoon, dient de nieuwe bestuurder een VOG voor natuurlijke personen te overleggen.7 Conform de artikelen 1.56 lid 3 en 1.50 lid 6 van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalendienen uitzendkrachten en stagiairs een verklaring omtrent het gedrag te overleggen de eerste keer dat zij dewerkzaamheden op een gastouderbureau aanvangen. De VOG mag op dat moment niet ouder zijn dan tweemaanden. Voor uitzendkrachten is het uitzendbureau de instantie die de VOG verlangt. Voor stagiair(e)s kan ditzowel de onderwijsinstelling als de stageverlenende instantie zijn.18 van 27Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS


4. Pedagogisch beleid4.1 Pedagogisch beleidsplan 8 Ja Nee Niet beoordeeldVoorwaardeToelichting toezichthouder1 De houder heeft een pedagogisch beleidsplanwaarin de voor dat gastouderbureaukenmerkende visie op de omgang met kinderenis beschreven.(art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvangen peuterspeelzalen)Het pedagogisch beleidsplan is van september 2012.4.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplanVoorwaardenToelichting toezichthouder1 In het pedagogisch beleidsplan staat induidelijke en observeerbare termen hetvolgende beschreven: de wijze waarop deemotionele veiligheid van kinderen wordtgewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderentot de ontwikkeling van hun persoonlijke- ensociale competentie, en de wijze waarop deoverdracht van normen en waarden aankinderen plaatsvindt.(art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 11 lid 1 sub a Besluit kwaliteitkinderopvang en peuterspeelzalen)2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft induidelijke en observeerbare termen deleeftijdsopbouw en aantallen van de kinderendie door een gastouder worden opgevangen.(art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 11 lid 1 sub b Besluit kwaliteitkinderopvang en peuterspeelzalen)3 Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijkeen observeerbare termen de eisen die aan hetopvangadres worden gesteld.(art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 11 lid 1 sub c en 2 Besluit kwaliteitkinderopvang en peuterspeelzalen)Ja Nee Niet beoordeeld8 Conform art 5 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en art 11 Besluit kwaliteit kinderopvangen peuterspeelzalen dient het pedagogisch beleidsplan gereed te zijn voordat de aanvraag tot exploitatie wordtingediend.19 van 27Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS


4.1.2 Pedagogische praktijkJa Nee Niet beoordeeldVoorwaardenToelichting toezichthouder1 De houder informeert de gastouders over deinhoud van het pedagogisch beleidsplanwaardoor zij ernaar kunnen handelen.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 16 Besluit kwaliteit kinderopvang enpeuterspeelzalen)2 De houder ziet er op toe dat gastoudershandelen conform het pedagogisch beleidsplan.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 16 Besluit kwaliteit kinderopvang enpeuterspeelzalen)3 De houder begeleidt gastouders, zodat zijhandelen conform het pedagogisch beleidsplan.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 16 Besluit kwaliteit kinderopvang enpeuterspeelzalen)20 van 27Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS


5. Klachten5.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsectorWet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a en 3c)Ja Nee Niet beoordeeldVoorwaardenToelichting toezichthouder1 De regeling voor de behandeling van klachtenvoorziet erin dat er wordt voldaan aan debeschreven eisen. 9(art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)2 De houder brengt de regeling op passendewijze onder de aandacht van vraagouders.(art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)3 Een houder ziet erop toe dat deklachtencommissie werkt met een reglement.(art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)4 De houder hanteert de termijn waarbinnenschriftelijk wordt gereageerd naar aanleidingvan een oordeel van de klachtencommissie. 10(art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na.(art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)6 De houder draagt er zorg voor dat over elkkalenderjaar een openbaar verslag wordtopgesteld, waarin een minimaal aantal zakenwordt aangegeven. 11(art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)7 De houder zendt het verslag voor 1 juni vanhet daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.(art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)Voorwaarde 4 en 5:Er hebben zich geen klachten voorgedaan. Deze voorwaarden zijn niet te beoordelen.Voorwaarde 7:Het jaarverslag is op 26 maart 2012 door de GGD ontvangen.9 Door of namens een cliënt kan bij de klachtencommissie een klacht tegen een zorgaanbieder wordeningediend over een gedraging van hem of van voor hem werkzame personen jegens de cliënt.Klachten van cliënten worden behandeld door een klachtencommissie (min. 3 leden, voorzitterklachtencommissie niet in dienst bij de organisatie, persoon waarover geklaagd wordt, mag niet in decommissie zitten).Binnen een afgesproken termijn moeten klager, degene over wie geklaagd is en houder schriftelijk en metredenen omkleed in kennis worden gesteld van het oordeel (gegrondheid en evt. aanbevelingen). Als de termijnwordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden).Klager en degene over wie geklaagd is worden in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden (schriftelijk ofmondeling).Klager en beklaagde mogen zich laten bijstaan.10 De houder deelt de klager en de klachtencommissie, binnen een maand na ontvangst van het oordeel van deklachtencommissie schriftelijk mede of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja,welke. Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden) en wordt er een nieuwetermijn afgesproken.11 Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waaropde houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welkemate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de doorde klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard vande maatregelen.21 van 27Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS


5.2 Klachtenregeling oudercommissieJa Nee Niet beoordeeldVoorwaardenToelichting toezichthouder1 De houder treft een regeling voor debehandeling van klachten van deoudercommissie over een door hem genomenbesluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid dievoldoet aan de beschreven eisen. 12(art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)2 De houder brengt de regeling op passendewijze onder de aandacht van oudercommissie.(art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)3 De houder zorgt voor naleving van deregeling.(art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)4 De houder draagt er zorg voor dat over elkkalenderjaar een openbaar verslag wordtopgesteld, waarin een minimaal aantal zakenwordt aangegeven. 13(art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)5 De houder zendt het verslag voor 1 juni vanhet daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.(art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen)Voorwaarde 3:Aangezien er zich geen klachten hebben voorgedaan, is deze voorwaarde niet te beoordelen.Voorwaarde 4 en 5:Op 26 maart 2012 is door de GGD het jaarverslag ontvangen.12 De getroffen regeling waarborgt dat aan de behandeling van een klacht van de oudercommissie niet wordtdeelgenomen door de houder of door een persoon die werkzaam is voor of bij de houder op wie die klachtbetrekking heeft. De artikelen 2, tweede tot en met vijfde lid, zevende lid, en negende lid, 2a, 3c en 4 van deWet klachtrecht cliënten zorgsector zijn van overeenkomstige toepassing.13 Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waaropde houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welkemate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de doorde klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard vande maatregelen.22 van 27Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS


6. Veiligheid en gezondheid6.1 Risico-inventarisatie veiligheidJa Nee Niet beoordeeldVoorwaardenToelichting toezichthouder1 De houder draagt er zorg voor dat samen metde gastouder door eenbemiddelingsmedewerker van het bureau ophet opvangadres in elke voor de op te vangenkinderen toegankelijke ruimte deveiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatievastgelegd worden.(art 1.49 lid 2, 1.51, en 1.56 lid 2 Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 1, 2 en lid 4 Besluitkwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)2 De houder draagt zorg voor een inventarisatievan de veiligheidsrisico’s door eenbemiddelingsmedewerker van het bureau vóóraanvang van de opvang en daarna jaarlijksvoor elke woning waar gastouderopvangplaatsvindt.(art 1.49 lid 2, 1.51, 1.56 lid 2 en 1.56b lid 6 Wetkinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, art 5 lid 3Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)3 De houder draagt er zorg voor dat de risicoinventarisatiede veiligheidsrisico’s die deopvang van de kinderen met zich meebrengt opde thema’s: verbranding, vergiftiging,verdrinking, valongevallen, verwondingen,beknelling, botsen, stoten, steken en snijdenbeschrijft.(art 1.49 lid 2 en 1.56 lid 2 Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 3 sub a Besluitkwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)4 De houder draagt er zorg voor dat degastouder en huisgenoten op de hoogte zijnvan de uitkomsten van de risico-inventarisatieveiligheid en het daaruit voortvloeiende planvan aanpak.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 7 lid 2, 4 en 5 Besluit kwaliteitkinderopvang en peuterspeelzalen)5 De houder draagt er zorg voor dat deveiligheidsrisico’s worden gereduceerd door inhet plan van aanpak preventieve maatregelente beschrijven die effectief en adequaat zijn.(art 1.49 lid 2 en 1.56 lid 2 Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteitkinderopvang en peuterspeelzalen)23 van 27Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS


6.2 Risico-inventarisatie gezondheidJa Nee Niet beoordeeldVoorwaardenToelichting toezichthouder1 De houder draagt er zorg voor dat samen metde gastouder door eenbemiddelingsmedewerker van het bureau ophet opvangadres in elke voor de op te vangenkinderen toegankelijke ruimte degezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatievastgelegd worden.(art 1.49 lid 2, 1.51, 1.56 lid 2 en 1,56b lid 2 en 6 Wetkinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2en lid 4 en art 12 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang enpeuterspeelzalen; art 11 lid 1 Regeling kwaliteitkinderopvang en peuterspeelzalen)2 De houder draagt zorg voor een inventarisatievan de gezondheidsrisico’s door eenbemiddelingsmedewerker van het bureau vóóraanvang van de opvang en daarna jaarlijksvoor elke woning waar gastouderopvangplaatsvindt.(art 1.49 lid 2, 1.51 en 1.56 lid 2, 1.56b lid 6 Wetkinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, art 5 lid 3Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)3 De houder draagt er zorg voor dat de risicoinventarisatiede gezondheidsrisico’s die deopvang van de kinderen met zich meebrengt opde thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu,buitenmilieu en medisch handelen beschrijft.(art 1.49 lid 2 en 1.56 lid 2 Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 3 sub b Besluitkwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)4 De houder draagt er zorg voor dat degastouder en huisgenoten op de hoogte zijnvan de uitkomsten van de risico-inventarisatiegezondheid en het daaruit voortvloeiende planvan aanpak.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 7 lid 2, 4 en 5 Besluit kwaliteitkinderopvang en peuterspeelzalen)5 De houder draagt er zorg voor dat degezondheidsrisico’s worden gereduceerd door inhet plan van aanpak preventieve maatregelente beschrijven die effectief en adequaat zijn.(art 1.49 lid 2 en 1.56 lid 2 Wet kinderopvang enkwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteitkinderopvang en peuterspeelzalen)24 van 27Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS


6.3 Meldcode kindermishandelingJa Nee Niet beoordeeldVoorwaardeToelichting toezichthouder1 De houder heeft een meldcodekindermishandeling welke voldoet aan debeschreven eisen. 14(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 8 lid 1 en 2 Besluit kwaliteitkinderopvang en peuterspeelzalen)Het wetsvoorstel over de nieuwe meldcode ligt momenteel in de Tweede Kamer. Totdat de wetofficieel is aangenomen kunnen houders het protocol kindermishandeling en/of de meldcodehuiselijk geweld en kindermishandeling gebruiken. Nadat de wet is aangenomen kan alleen demeldcode gebruikt worden. De wet treedt naar verwachting op 1 juni 2013 in werking. Voorwaarde1 wordt niet beoordeeld. De houder gebruikt op dit moment het protocol kindermishandeling.6.3.1 Beleid meldcode kindermishandelingVoorwaardeToelichting toezichthouder1 De houder draagt er zorg voor dat degastouder op de hoogte is van de inhoud vande meldcode kindermishandeling.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 8 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvangen peuterspeelzalen)Ja Nee Niet beoordeeldZie toelichting voorwaarde 6.314 De meldcode hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005), welkeals volgt luidt: “Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke,psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in eenrelatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordtberokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs en hetgetuige zijn van huiselijk geweld.”In de meldcode zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden.De meldcode bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases aan bod komen: vermoeden, overleg,plan van aanpak, beslissen, handelen, evaluatie en nazorg.Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan enaandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen.De meldcode bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied, uitgesplitst voor de groep van 0-4 jaar en degroep van 4-12 jaar, om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. De ontwikkelingsgebieden perleeftijdscategorie ( 0-4 jarigen dan wel 4-12 jarigen) die in de lijst aan bod dienen te komen zijn: psychosocialesignalen, medische signalen, kenmerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel misbruik,signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld.De meldcode besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming persoonsgegevens. In de meldcodedienen de volgende punten met betrekking hierop behandeld te worden: zorgvuldig handelen, inzagerechtouders/wettelijk vertegenwoordigers, contact met andere instellingen, omgaan met schriftelijke informatie.De meldcode besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een persoon werkzaam bij het gastouderbureau,een gastouder of een volwassen huisgenoot van de gastouder de vermoedelijke dader is.De meldcode bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&MeldpuntKindermishandeling (AMK).Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS25 van 27


7. Kwaliteit gastouderbureau7.1 KwaliteitscriteriaJa Nee Niet beoordeeldVoorwaardenToelichting toezichthouder1 De houder draagt er zorg voor dat pergastouder beoordeeld wordt hoeveel kinderenbij de betreffende gastouder verantwoordopgevangen kunnen worden.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 10 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvangen peuterspeelzalen)2 De houder draagt zorg voor eenintakegesprek met de gastouder.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 9 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvangen peuterspeelzalen)3 De houder draagt zorg voor eenintakegesprek met de vraagouder.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 9 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvangen peuterspeelzalen)4 De houder draagt zorg voor eenkoppelingsgesprek voor elke nieuwe koppelingtussen vraag- en gastouder in de woning waarde opvang plaats vindt.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 9 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvangen peuterspeelzalen)5 De houder draagt er zorg voor dat iederopvangadres minstens twee maal per jaarwordt bezocht, waarbij het jaarlijksevoortgangsgesprek met de gastouder eenonderdeel is van één van deze bezoeken.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 9 lid 3 en 6 Besluit kwaliteitkinderopvang en peuterspeelzalen)6 De houder evalueert jaarlijks mondeling degastouderopvang met de vraagouders en legtdeze schriftelijk vast.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 9 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvangen peuterspeelzalen)7 Een ondertekend origineel verslag van hetevaluatiegesprek is aanwezig in het dossier ophet gastouderbureau en een kopie is verstrektaan de vraagouder.(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen; art 9 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvangen peuterspeelzalen)Item 7.1. is beoordeeld op basis van een steekproef van de dossiers en een interview met dehouder.Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS26 van 27


Zienswijze houder gastouderbureau27 van 27Concept inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 08-01-2013Gastouderopvang <strong>Stichting</strong> <strong>Welzijn</strong> <strong>Middelsee</strong> te STIENS

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!