vijand bestoken gaan. En hoog boven ons, hoger nogdan die eska<strong>de</strong>rs en hoger nog dan het onzichtbarevaan<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> bestendige opstand, wappert reuzengrootboven <strong>de</strong> wolken <strong>de</strong> vrije vlag van ons dierbareva<strong>de</strong>rland. Op, ten strij<strong>de</strong>, on<strong>de</strong>rgrondse kamera<strong>de</strong>n,laten wij hopen voor <strong>de</strong> laatste, har<strong>de</strong> ron<strong>de</strong>! Ten strij<strong>de</strong>— straks zullen wij onze hoof<strong>de</strong>n weer vrij kunnen vertonen°n voortgaan over <strong>de</strong> gehaven<strong>de</strong>, maar ons immerdierbare grond van ons va<strong>de</strong>rland, en wie van onsdit vaaeriand ver<strong>de</strong>r zullen willen dienen, zullen ditkunnen en mogen doen, naar gelang van hun capaciteiten,op grond van het feit dat zij <strong>de</strong> legale strij<strong>de</strong>rswaren, die zij aan zij met <strong>de</strong> verbon<strong>de</strong>n mogendhe<strong>de</strong>n<strong>de</strong> e<strong>in</strong>dzege bevochten! Ten strij<strong>de</strong>, met <strong>in</strong> ons z<strong>in</strong>gen<strong>de</strong><strong>de</strong> ou<strong>de</strong> leuze: weg met <strong>de</strong> nazi's, uit ons hart,uit ons werk, uit ons land, uit onze samenlev<strong>in</strong>g!Tegenover <strong>de</strong> totale <strong>oorlog</strong> stellen wij het totale verzet!Staat enLetterkun<strong>de</strong>2. De sociale positie van <strong>de</strong>n. schrijver.De wijze waarop men <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland gewoonlijk schrijverwordt, is kenmerkend voor <strong>de</strong> toestand waar<strong>in</strong> ook<strong>in</strong> latere jaren onze auteurs maatschappelijk komen teverkeren. Er bestaat geen speciale vakopleid<strong>in</strong>g voor<strong>de</strong>n auteur. Geen conservatorium of aca<strong>de</strong>mie leverthem af; aan geen school of <strong>in</strong>stituut heeft hij zijn vakbekwaamheidte zoeken, en niemand die hem — gelukkigmisschien! — diplomeert. Hij leert het een of an<strong>de</strong>rvak of beroep, en beg<strong>in</strong>t <strong>de</strong>sondanks op zekere dag tedichten of te schrijven. Dit is stellig m<strong>in</strong> of meer eenwaarborg voor <strong>de</strong> echtheid van zijn aandrift, hoewelhet geval zich ook maar al te vaak voordoet, dat gebrekaan bezigheid of een bepaal<strong>de</strong> vorm van snobisme <strong>de</strong>schrijverij <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand werkt, — een verschijnsel waaraanwij een goed <strong>de</strong>el van onze even berucht gewor<strong>de</strong>nals veelgelezen „mevrouwen-literatuur" te danken hebben.In het normale geval echter zoekt <strong>de</strong> jonge auteurvoor zijn eerste publicaties zijn toevlucht <strong>in</strong> een van<strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> literaire tijdschriften (een soort van liefdadigheids<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gdus, die door <strong>de</strong> uitgevers dan ookmet alle voor- en na<strong>de</strong>len <strong>de</strong>r openbare werken vanbarmhartigheid geëxploiteerd wor<strong>de</strong>n) als hij tenm<strong>in</strong>steniet uit een soort van jeugdige rebellie er <strong>de</strong> voorkeuraan geeft, zelf met een paar vrien<strong>de</strong>n een eigen tijdschriftop te richten, — iets waaraan meestal maar eenkort leven beschoren is. De tijdschriften wor<strong>de</strong>n zijnoefenterre<strong>in</strong> en <strong>de</strong> plaats waar hij het eerst enige naammaakt, — een naam die hij gewoonlijk nodig heeft omwat omvangrijker werk, <strong>in</strong> boek of bun<strong>de</strong>lvorm, bij eenuitgever te kunnen brengen.Schrijft hij datgene wat een uitgever op dat ogenblikvoor „gewild" bij het publiek, en dus enigermate rendabelhoudt, dan wor<strong>de</strong>n hem gunstige condities aangebo<strong>de</strong>n,bestaan<strong>de</strong> uit een paar hon<strong>de</strong>rd gul<strong>de</strong>n — voorwerk waaraan hij stellig vele maan<strong>de</strong>n geploeterd heeft— of een percentage <strong>in</strong> <strong>de</strong> opbrengst van zijn boek, ophoop van zegen. Vijftien procent is dan héél veel, eneen oplaag van 1000 exemplaren vooreerst, wel regel;gedichtenbun<strong>de</strong>ls brengen het zel<strong>de</strong>n tot meer dan 300exemplaren. Zodoen<strong>de</strong> is, na jaren soms, een opbrengstvan duizend gul<strong>de</strong>n voor een roman niet onaanzienlijkte noemen, en mag een dichter die hon<strong>de</strong>rd gul<strong>de</strong>n vooreen bun<strong>de</strong>l ontvangt, zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n wrijven. Metessayistisch werk zijn zijn kansen nog ger<strong>in</strong>ger, als toevalligeomstandighe<strong>de</strong>n hem tenm<strong>in</strong>ste niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> kaartspelen, terwijl <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse toneelschrijver blij magzijn, als hij het alleen al tot tijdschriftpublicatie brengt,en zo één a twee gul<strong>de</strong>n per grote bladzij voor zijnwerk betaalt krijgt. Vele dichters publiceren hun werkzon<strong>de</strong>r honorarium, en moeten tevre<strong>de</strong>n zijn met watexemplaren en <strong>de</strong> roem, zo ze al niet uit eigen zak moetenbijdragen <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitgeverskosten. Een sporadische enmeestal schriele „prijs" moet sommigen van hen wattroosten, doch ook daarmee is vaak heel raar omgesprongen,en ze zetten overigens we<strong>in</strong>ig zo<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>dijk. De uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen bevestigen <strong>de</strong> regel.Er zijn natuurlijk succesboeken, maar dat waren ersteeds relatief we<strong>in</strong>ige en stellig niet altijd <strong>de</strong> beste.Toch zijn dat <strong>de</strong> enige die hun auteurs een re<strong>de</strong>lijk uurloonopbrengen. Duizend heel reële werkuren (ongeachtdus <strong>de</strong> productiekosten, het voorberei<strong>de</strong>nd werk e.d.m.)is niet overdreven gerekend voor een fl<strong>in</strong>ke roman; enwie kan het aantal uren tellen, dat een dichter loopt tebroe<strong>de</strong>n over een goed gedicht? Elke an<strong>de</strong>re bezigheid<strong>in</strong> onze maatschappij schijnt lucratiever!Doch ook <strong>de</strong> dichter, <strong>de</strong> romancier, <strong>de</strong> kunstcriticusmoeten leven; ook zij vormen met evenveel recht alsan<strong>de</strong>ren hun gez<strong>in</strong>, en wor<strong>de</strong>n door bakker en slager,huisbaas en kleermaker, dokter en fiscus niet an<strong>de</strong>rsbehan<strong>de</strong>ld dan an<strong>de</strong>re, gewone stervel<strong>in</strong>gen. Zij moetendus zien aan een re<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong>komen te komen, eneen paar i<strong>de</strong>alistische jaren zijn gewoonlijk voldoen<strong>de</strong>om hen voorgoed van alle illusies omtrent een uitsluitendschrijverschap te beroven. Inmid<strong>de</strong>ls hebbenze een goed heenkomen moeten zoeken, al naar huncapaciteiten, en gewoonlijk <strong>in</strong> een <strong>in</strong>tellectueel of eenvrij fceroep. Wie echter <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong> „verwante"vakken uitzoekt en journalist of neerlandicus (leraar)wordt, komt daarbij wel het meest bedrogen uit, wanthoe dichter hij bij het Rome van zijn kunst zetelt, hoever<strong>de</strong>r hij zich van <strong>de</strong>n God <strong>de</strong>r Schoonheid ophoudt.Wat een jeugdige talenten wer<strong>de</strong>n al niet door <strong>de</strong>kranten en periodieken verknoeid en verbruikt, wanneer<strong>de</strong> onervarenen zich niet bijtijds uit <strong>de</strong> voetenmaakten, maar het slachtoffer wer<strong>de</strong>n van hun al tegoedkope ééndagssuccessen. Ook het on<strong>de</strong>rwijs lever<strong>de</strong>tot nog toe we<strong>in</strong>ig verkwikkelijks op <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richt<strong>in</strong>g;het lager en mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs tengevolge van <strong>de</strong><strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g, welke <strong>de</strong>ze werkkr<strong>in</strong>g vergt, het hogeron<strong>de</strong>rwijs door al <strong>de</strong> daaraan verbon<strong>de</strong>n rompslomp enambtenarij.En wat te zeggen van <strong>de</strong>n kantoorbedien<strong>de</strong>, <strong>de</strong>n artsof advocaat, die <strong>in</strong>tensief als schrijver werkzaam zouwillen zijn? De muze is een veeleisen<strong>de</strong> meesteres, enniemand kan twee heren dienen, laat staan twee vrouwen.Al wist Sp<strong>in</strong>oza een groot filosoof te zijn en tevensbrillenslijper, en kon een Von<strong>de</strong>l van kousenkoopmanbevor<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n tot bank-van-len<strong>in</strong>g-bedien<strong>de</strong> (watoverigens echt-Hollands is!), daar waren ze nu eenmaalSp<strong>in</strong>oza en Von<strong>de</strong>l voor; <strong>in</strong> onze maatschappij stellen<strong>de</strong> meeste werkkr<strong>in</strong>gen heel rigoureuze eisen, terwijlwij toch ook wel van enige vooruitgang <strong>in</strong> dit opzichtzou<strong>de</strong>n mogen profiteren.Kan <strong>de</strong> Staat dan niet me<strong>de</strong>werken aan <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gvan dit klemmen<strong>de</strong> en toch zo belangrijke vraagstuk?Naar het ons voorkomt wel, en ook nog an<strong>de</strong>rs en beterdan door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> gecamoufleer<strong>de</strong> aalmoezen, diemen „subsidies" pleegt te noemen, of door het <strong>in</strong>stellenvan allerlei prijzen, zoals sommigen weieens voorgesteldhebben. An<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n, en waarlijk niet alleenEuropese, bie<strong>de</strong>n ons op dit gebied voorbeel<strong>de</strong>n te over.In <strong>de</strong> eerste plaats is er een mogelijkheid, die o.a. <strong>de</strong>Belgische reger<strong>in</strong>g met succes heeft toegepast. Nietalleen grote schrijvers als van <strong>de</strong> Woestijne, Teirl<strong>in</strong>ck,Vermeylen, maar ook tal van kle<strong>in</strong>ere go<strong>de</strong>n heeft zijaan staatsbetrekk<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> commissies, op <strong>de</strong>partementen,bij openbare <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en an<strong>de</strong>rz<strong>in</strong>s on<strong>de</strong>rdakverschaft, en een betrekk<strong>in</strong>g bezorgd, welke niet al teveel van hun tijd en aandacht verg<strong>de</strong>, terwijl <strong>de</strong> benoem<strong>de</strong>nmeer dan voldoen<strong>de</strong> gelegenheid overhiel<strong>de</strong>nom zich aan hun eigenlijke arbeid, hun literaire schee-
p<strong>in</strong>g, te wij<strong>de</strong>n. Dat dit <strong>in</strong> verreweg <strong>de</strong> meeste gevallen<strong>de</strong> productiviteit van <strong>de</strong>ze schrijvers ten goe<strong>de</strong> gekomenis, zal wel niemand ontkennen. In voldoendvoorzorgsmaatregelen werd pp <strong>de</strong>ze wijze tevens vooreconomische zekerheid, pensioen en an<strong>de</strong>re socialeno<strong>de</strong>n voorzien, terwijl het werk <strong>in</strong> archieven, musea enan<strong>de</strong>re kunst<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gen, <strong>de</strong> meesten wel lag en henzelfs vaak gunstig <strong>in</strong> hun werk heeft kunnen beïnvloe<strong>de</strong>n.Waarom zou iets <strong>de</strong>rgelijks ook <strong>in</strong> ons land niet mogelijkzijn? Beschikken onze schrijvers soms over m<strong>in</strong><strong>de</strong>rcapaciteiten, ijver en plichtsgevoel dan <strong>de</strong> lie<strong>de</strong>n,die gemeenlijk hier tot ambtenaar uitverkoren wor<strong>de</strong>n?Ook <strong>in</strong> Frankrijk, Spanje, Tsjechoslowakije, en metname <strong>in</strong> tal van Zuid-Amerikaanse Republieken, heeftmen <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> soms al generaties lang gevolgd, enis het niets ongewoons beken<strong>de</strong> schrijvers of dichterstevens als belangrijke functionarissen aan te treffen.Alleen bij ons niet, waar men nu eenmaal uitsluitendvoor zijn genoegen, bij wijze van tijdverdrijf behoortte schrijven, en <strong>de</strong> beroepsdichter of romancier eensoort van rariteit is, die feitelijk geen aanspraak magmaken op een volwaardige plaats <strong>in</strong> onze maatschappij,maar veeleer aangezien wordt als een buitenbeentje ofiemand met een gevaarlijke hobby.Wil men <strong>de</strong>ze wijze van bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>de</strong>r literatuurontwikkel<strong>in</strong>gverb<strong>in</strong><strong>de</strong>n aan een doeltreffen<strong>de</strong> cultuurpropaganda<strong>in</strong> het buitenland, dan staat daarvoor nogeen weg open, die <strong>in</strong> vele lan<strong>de</strong>n met prachtige resultatengevolgd is, al moet het voorstaan van zooiets <strong>in</strong>ons eigen land als een ongelooflijke nieuwlichterij kl<strong>in</strong>ken.Immers <strong>de</strong> diplomatie, waarbij stellig verschillen<strong>de</strong>van onze meer gecultiveer<strong>de</strong> schrijvers op hunplaats zou<strong>de</strong>n zijn, vormt <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland vooralsnog eenstreng-gesloten kaste, waartoe slechts <strong>de</strong> „<strong>de</strong>ftige" engeprivilegieer<strong>de</strong> families wor<strong>de</strong>n toegelaten. Met hetbeken<strong>de</strong> gevolg, dat er van een behoorlijke bekendmak<strong>in</strong>gvan onze cultuur <strong>in</strong> het buitenland zel<strong>de</strong>n ietsterechtgekomen is. De <strong>in</strong>ternationale oriënter<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wetenschap heeft met zich meegebracht,dat <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze ten aanzien van onze wetenschap zeer veelmeer bereikt is, dan ten aanzien van onze kunst, dietoch waarlijk niet op een lager peil staat, en zeer zekerniet ten aanzien van onze letterkun<strong>de</strong>, welke toch ongetwijfel<strong>de</strong>n uiteraard als <strong>de</strong> meest Ne<strong>de</strong>rlandse vanalle kunsten moet gel<strong>de</strong>n.Als Frankrijk mannen als Clau<strong>de</strong>l of <strong>de</strong>n musicusDarius Milhaud, een Maurois en menige an<strong>de</strong>re daarvoorgebruiken kon; als Spanje een Pérez <strong>de</strong> Ayala totgezant heeft, Engeland een John Buchan (Lord Tweedsmuir)tot hoogste vertegenwoordiger van het Empire<strong>in</strong> Canada kon benoemen, als Rusland Alexandra Kollontaihaast een kwart eeuw lang voorname diplomatiekeposten kon toevertrouwen, dan •wordt het haastoverbodig te vermel<strong>de</strong>n, dat <strong>de</strong> grootste Latijns-Amerikaansedichter van alle tij<strong>de</strong>n, Rubén Dario, belangrijkeconsulaatsposten voor zijn land waarnam, en <strong>de</strong>beste romancier van Portugal, EQ <strong>de</strong> Queiroz, gezant teParijs was. Bij <strong>de</strong> Latijns-Amerikaanse republieken ishet zelfs regel, dat zij hun goe<strong>de</strong> schrijvers bij <strong>de</strong> diplomatiete werk stellen, — iets waarvan ook wij geprofiteerdhebben, want wat wij van <strong>de</strong> literatuur van<strong>de</strong>ze verafgelegen lan<strong>de</strong>n kon<strong>de</strong>n leeren kennen, enwat zij omtrent <strong>de</strong> onze vernomen hebben, is het werkgeweest van zulke cultuur-apostelen, die maar al tegoed begrepen hebben, dat kle<strong>in</strong>e, economisch of militairzwakke lan<strong>de</strong>n alleen door hun cultuur waarlijkgroot kunnen zijn!Wij willen niet zover gaan met onze voorstellen, omniet al te revolutionair te schijnen, maar willen tochbepleiten, dat sommige van onze dichters en schrijvers,die hiertoe <strong>de</strong> nodige eigenschappen en bekwaamheidbezitten, <strong>in</strong> <strong>de</strong> gelegenheid gesteld wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> lagerediplomatieke rangen een plaats te krijgen, om zichaldus <strong>in</strong> het buitenland ver<strong>de</strong>r te bekwamen, hun gezichtsveldte verruimen, nieuwe stof en <strong>in</strong>spiratie op tedoen, en tegelijkertijd het zo onontbeerlijke contact teleggen met hun kunstbroe<strong>de</strong>rs en an<strong>de</strong>re culturele werkersen <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong>, vertal<strong>in</strong>gen te bemid<strong>de</strong>len,door lez<strong>in</strong>gen, voordrachten en referatenbelangstell<strong>in</strong>g te wekken voor <strong>de</strong> kunst en cultuur vanhun va<strong>de</strong>rland. Hoe gemakkelijk kunnen zij niet aanallerlei buitenlandsche missies wor<strong>de</strong>n toegevoegd, endaarbij ook tot het <strong>de</strong>corum van zulke waarlijk nietoverdadig met grote geesten bevolkte gezantschappenbijdragen. Moeten kl<strong>in</strong>ken<strong>de</strong> namen uitsluitend <strong>in</strong> <strong>de</strong>„herenboekjes" gezocht wor<strong>de</strong>n? Ook <strong>de</strong> literatuurgeschie<strong>de</strong>nissenbevatten ze.Er valt niet aan te twijfelen, dat er nog tal vanan<strong>de</strong>re mid<strong>de</strong>len en wegen openstaan, om <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n te bereiken. Men behoeft slechts een beg<strong>in</strong>te maken, en onze toekomstige regeer<strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n alvasthet wantrouwen moeten laten varen, waarmee zij doorgaans<strong>de</strong> kunstenaars en <strong>de</strong> kunst <strong>in</strong> het algemeen tegemoettre<strong>de</strong>n, of liever gezegd, haar <strong>de</strong> rug toekeren.Een kunstenaar, een schrijver of dichter, is niet noodzakelijkeen onpractisch wezen, voor alle politieke ofadm<strong>in</strong>istratieve doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n onbruikbaar. Wij wetenbest hoeveel en hoe we<strong>in</strong>ig effctief werk door onzediplomatie verzet wordt. Veel hangt daarbij af vanpersoonlijk contact en maatschappelijke omgang op eenhoger geestelijk niveau. Welnu, het wil ons voorkomendat een schrijverschap dat boven <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lmaat uitgaat,en iemand die getoond heeft zijn culturele verantwoor<strong>de</strong>lijkheidte beseffen, zich bijzon<strong>de</strong>r daartoeeigent. Rapporten en enquêtes zijn d<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> meniggeval beter aan een dichter of schrijver kunnen wor<strong>de</strong>ntoevertrouwd, dan aan <strong>de</strong>n eersten <strong>de</strong>n bestenambtenaar, al heeft hij ook alle rangen braaf doorlopen,<strong>de</strong> examens netjes afgelegd, en staat hij als een <strong>de</strong>gelijkman ten <strong>de</strong>partemente bekend.Neen, lang niet alle schrijvers komen hiervoor <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g,zom<strong>in</strong> als zij allen hoogleraar of burgemeesterkunnen wor<strong>de</strong>n. Er zal een keuze gedaan moeten wor<strong>de</strong>n,en een voorzichtige. Met steun <strong>in</strong> elke vorm kanveel bedorven wor<strong>de</strong>n, en met Staatszorg nog meer.Doch <strong>de</strong>ze geheel en al onthou<strong>de</strong>n, zoals onze literatuur(afgezien van een paar fooien) tot nog toe on<strong>de</strong>rvond,is onverantwoor<strong>de</strong>lijk, kortzichtig en dom.Bij <strong>de</strong> nieuwe wegen die men op het gebied van <strong>de</strong>kunstpolitiek hopelijk zal <strong>in</strong>slaan, moge dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elniet verwaarloosd wor<strong>de</strong>n. De staat heeft hier een groteachterstand <strong>in</strong> te halen; re<strong>de</strong>n te meer om er een spoedigen ferm beg<strong>in</strong> mee te maken!WIJ WEIGEREN!Neen, niet als schapen zult ge ons ooitten slachtbank kunnen voeren om uw angsteen luttel tijds te paaien. Nooitwordt een die waarlijk man is, zóó uw vangst.Geen mooi gepraat, noch dreigement,geen hongersnood of zelfs nabije doodlokt wie u dóór heeft, uit zijn tent.Gij gaaft u zelf te lang als vijand bloot.Wij weigren! Vat ons als ge kunt,zoo uw soldaten beulswerk willen doen.Blijft ons één a<strong>de</strong>mteug vergund, —dan niet om <strong>in</strong> uw greppels te verbloên.Rest ons bestaan ook één dag maar,die ééne blijft aan 't oud verzet gewijd.Wij duiken; ondanks elk gevaarklaar tot verdoken, ongebroken strijd!