12.07.2015 Views

klik hier - Platform Fundering

klik hier - Platform Fundering

klik hier - Platform Fundering

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BELEIDSPLANHEMELWATER EN GRONDWATER 2009-2010Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaakAuteursJ. van Eijnsbergen, 1^. Ruisch en P. van VeggelSectorStadsbeheerOnderwerp Beleidsplan hemelwater en grondwaterStatus Concept - VERSIE 3.0Redactie M. RuischDatum 8 december 2008


INHOUDSOPGAVE1. INLEIDING 21.1 Aanleiding 21.2 Wetgeving 21.3 Bestaand beleid 21.4 Nieuw beleid 31.5 Verplichtingen als gevolg van het nieuwe beleid 42. HEMELWATERBELEID 52.1 Algemeen 52.2 Wetgeving 52.3 Bestaand hemelwaterbeleid 52.4 Nieuw hemelwaterbeleid 63. GRONDWATERBELEID 83.1 Afbakening 83.2 Zorgplicht 83.3 Grondwateroverlast 93.4 Grondwateronderlast 104. AFVALWATERBELEID 145. SAMENWERKING EN COMMUNICATIE 155.1 Wijklijn, E-loket en klant-contactcentrum 155.2 Communicatieactiviteiten 155.3 Samenwerking 166. FINANCIERING 177. COLOFON 18Pagina 1/19


1. INLEIDING1.1 AanleidingDe afgelopen jaren is de frequentie en intensiteit van hevige regenbuientoegenomen. Het gevolg is een stijgende kans op wateroverlast in bebouwdgebied. Daarnaast zijn in ongeveer 40% van de gemeenten grondwaterproblemenaanwezig. De 'oude' wetgeving was onvoldoende geschikt voor een adequateaanpak van deze opgaven door gemeenten. De rol van de overheid bijgrondwaterproblemen in bebouwd gebied was niet geregeld. Ook ontbrak eengeschikt bekostigingsinstrument. Tenslotte kende het gemeentelijke rioleringsplaneen te beperkte invulling voor de vraagstukken waarvoor gemeenten staan.1.2 WetgevingOp 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken (Wgw) in werkinggetreden. Deze nieuwe wetgeving stelt de gemeente beter in staat een bijdrage televeren aan de aanpak van watervraagstukken in bebouwd gebied. Gemeentenkrijgen zorgplichten voor de inzameling en verwerking van overtollig hemelwateren grondwater. Ze moeten beleid ontwikkelen hoe deze zorgplichten in te vullen.Voorliggende nota geeft invulling aan deze verplichting vanuit de Wgw. Degemeentelijke maatregelen kunnen worden bekostigd uit de nieuwe verbrederioolheffing.De Wgw is een wijzigingswet, die een aantal bestaande wetten verandert. De wetgemeentelijke watertaken blijft niet als zelfstandige wet bestaan, maar is een wetdie de <strong>hier</strong>onder genoemde drie bestaande wetten wijzigt:• Wet Milieubeheer• Wet op de Waterhuishouding, welke in 2009 zal opgaan in de nieuweWaterwet.• Gemeentewet1.3 Bestaand beleidIn 2006 heeft de gemeente Dordrecht een ontwerp - Beheerplan Afvalwater,Regenwater en Grondwater (BARG) opgesteld. Dordrecht liep daarmee vooruit oplandelijke regelgeving om het Gemeentelijk Rioleringsplan te verbreden met dehemelwater- en grondwaterthematiek. In de voorbereidingsperiode is veelonderzocht en uitgedacht. Door het uitblijven van landelijke regelgeving Is hetplan nooit vastgesteld. Los van de vaststelling van beleid is de gemeenteDordrecht echter al geruime tijd actief op het gebied van grond- enhemelwaterbeheer.Het beleid over afvalwater, het feitelijke beheerplan Afvalwater, is naderuitgewerkt en vastgesteld in het.Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). De gemeenteDordrecht beschikt inmiddels over een traditioneel GRP IV wat van kracht is van2007 t/m 2010. Het van kracht zijnde Gemeentelijk Rioleringsplan IV gaat vrijweluitsluitend over het afvalwater. Er is dus géén beleid in opgenomen voor hethemel- en grondwater.Pagina 2/19


1.4 Nieuw beleidDe gemeente moet wettelijk gezien vóór 2013 beschikken over een verbreed GRPdat voldoet aan de nieuwe wetgeving. Omdat het huidige GRP op 31 december2010 afloopt, zal de sector Stadsbeheer in 2010 een verbreed GRP opstellen enlaten vaststellen dat met ingang van 1 januari 2011 in werking kan treden. Opgrond van de Wet gemeentelijke watertaken is het beleid voor het afval-, grondenhemelwater dan geïntegreerd in het gemeentelijk rioleringsplan GRP-V.In het voor u liggend plan zijn alleen de beleidskaders voor hemelwater engrondwater geformuleerd. Het beleid voor afvalwater is vastgelegd in huidige GRPIV en blijft tot 2011 van kracht. Dit plan overbrugt de periode tot 2011 voor debeleidsvelden hemel- en grondwater. In deze periode kan ervaring wordenopgedaan met het voorgestelde beleid en is er ruimte voor enkele nadereonderzoeken. Mede daardoor is dit plan budgetneutraal. Eventuelebeleidswijzigingen kunnen in het verbrede GRP V worden doorgevoerd.De Wet gemeentelijke watertaken verplicht de gemeente over te gaan tot eennieuwe rioolheffing. Voor de overgang naar deze nieuwe heffing geldt eenovergangstermijn van twee jaar. De gemeente kan wettelijk tot en met 31december 2009 rioolrecht heffen op de huidige manier. Met ingang van 1 januari2010 dient de gemeente de kosten te verhalen op basis van een nieuwerioolheffing.Het kader voor het gemeentelijk waterbeleid wordt gevormd door het stedelijkwaterplan. In 2003 is het eerste Stedelijk Waterplan Dordrecht vastgesteld. Hettweede Stedelilk Waterplan wordt in 2009 vastgesteld.Een en ander is samengevat in onderstaande tabel.GRP IV2008 2009 2010 2011afvalwater geldig geldig geldig verlopenBeleidsplanhemelwatergrondwaterGRP VafvalwaterhemelwatergrondwaterInvoorbereidingvastgesteld geldig verlopen- -invoorbereidingvastgesteldnieuwe heffingStedelijkWaterpian IIInvoorbereidinginvoorbereidinginvoorbereidingingevoerd ingevoerdvastgesteld geldig geldigPagina 3/19


1.5 Verplichtingen als gevolg van het nieuwe beleidDe gemeente heeft, naast de zorgplicht voor het afvalwater, twee extrazorgplichten gekregen:• Een specifieke zorgplicht voor het hemelwater. De zorgplicht voor hethemelwater maakte voorheen deel uit van de zorgplicht voor hetafvalwater.• Een zorgplicht voor het grondwater.De wet geeft aan dat beide zorgplichten het karakter hebben van een"inspanningsverplichting". Doelmatigheid en vergelijking van kosten en baten zijn<strong>hier</strong>bij de centrale uitgangspunten.Praktisch gezien moet de gemeente dus van elke maatregel die zij wel of niet treftmet betrekking tot het beheer van grond- en hemelwater de (on)doelmatigheidkunnen aantonen.Pagina 4/19


2. HEMELWATERBELEID2.1 AlgemeenIn de oude wetgeving bestond de gemeentelijl


Daarnaast heeft de gemeente Dordrecht meer dan tien jaar ervaring metafkoppelen. Zo is er bijvoorbeeld afgekoppeld in de Luchtenburg, Middenhoeve enOud Krispijn.In 2003 is in het eerste Stedelijk Waterplan voor het eerst afkoppelbeleidgeformuleerd. Dit beleid was ambitieus, conform de landelijke trend. Er isuitgegaan van ombouw van 40% van de aanwezige gemengde rioolstelsels naargescheiden stelsels vóór 2050.2.4 Nieuw hemelwaterbeleidDe nieuwe wetgeving maakt een duidelijk onderscheid tussen de eigenverantwoordelijkheid van de particulier enerzijds en de verantwoordelijkheid vande gemeente anderzijds.Het hemelwater dat valt op particulier terrein, wordt bij voorkeur door departiculier zelf verwerkt. Is dat niet mogelijk dan wordt het verwerkt door degemeente volgens een voorkeursvolgorde. Deze voorkeursvolgorde leidt voor degemeente volgens de wet niet tot een plicht om gescheiden in te zamelen. Opbasis van doelmatigheid zal de gemeente echter zoveel mogelijk streven naargescheiden inzameling.Verwerking particulier hemelwaterOnderstaande voorkeursvolgorde van typen maatregelen voor de verwerking vanhemelwater van particulieren zal in Dordrecht worden gehanteerd.1. Maatregelen op eigen terreinIn de gemeente Dordrecht is sprake van een ondoorlatende grondsoort. Ditbetekent dat infiltratie in de bodem door de perceelseigenaar erg lastig is.Dat een perceelseigenaar de mogelijkheid heeft om via eigen terreinhemelwater op het oppervlaktewater te brengen, komt daarnaast ook nietvaak voor. Daar waar voor de particulier echter mogelijkheden bestaan omzelf zijn hemelwater te verwerken, zal hij op zijn verantwoordelijkheidworden aangesproken.2. Hergebruik van hemelwater op openbaar terreinHet kan zo zijn dat in hetzelfde gebied waar er sprake is van overtollighemelwater, er elders juist behoefte is aan water. In dit geval wordtonderzocht of het technisch mogelijk en doelmatig is om het watertekort tecompenseren met het overtollige hemelwater.3. Afvoer van overtollig hemelwater naar oppervlaktewater of bodemOok op openbaar terrein is infiltratie van hemelwater in de bodem erg lastig.De mogelijkheden om hemelwater af te voeren naar oppervlaktewaterhangen af van de nabijheid van oppervlaktewater of een stelsel dat daaroploost.4. Afvoer naar de RWZIAls bovenstaande typen maatregelen niets opleveren, wordt overtollighemelwater afgevoerd naar de RWZI.Pagina 6/19


Uitgangspunten bij alle maatregelen zijn de doelmatigheid van deze maatregelenen een minimale afvoer van hemelwater naar de RWZI. Dedoelmatigheidsafweging wordt door de gemeente en het waterschap samengemaakt. In aanloop naar het GRP V zullen de gemeente en het waterschapgezamenlijk bepalen hoe de kosten van de maatregelen worden verdeeld.Gemeentelijke verwerking hemelwaterTechnisch gezien heeft de aanleg van gescheiden stelsels nog altijd de voorkeurboven de aanleg van gemengde stelsels. Het voorkomt menging van de relatiefschone hemelwaterstroom met de vuile afvalwaterstroom. Daar waar de kostenvan de aanleg van een gescheiden stelsel en een gemengd stelsel elkaar niet veelontlopen, zal dus worden gekozen voor een gescheiden stelsel. Dit betreft in iedergeval nieuwbouwprojecten en grootschalige herinrichtingen waarbij de ligging vanstraten verandert.Bij afkoppelen is de kosten/baten verhouding veel minder gunstig:Het in het stedelijk waterplan geformuleerde uitgangspunt van afkoppelen van40% van de gemengde riolering in bestaand gebied vóór 2050 is ambtelijk verderuitgewerkt in het BARG. Aan de hand van deze uitwerking en praktijkervaring metafkoppelprojecten is geconcludeerd dat afkoppelen beduidend duurder is danverondersteld. Bovendien is landelijk gebleken dat het positieve effect vanafkoppelen op de kwaliteit van het oppervlaktewater niet altijd even groot is alsverondersteld.Als gevolg van deze hernieuwde inzichten zal afkoppelen in het tweede stedelijkwaterplan van de gemeente Dordrecht geen doel op zich meer zijn. Afkoppelenwordt weer primair gezien als (mogelijk) middel om de kwaliteit van hetoppervlaktewater te verbeteren. Pas als er dus een concreet probleem is met dewaterkwaliteit, zal worden overwogen of afkoppelen het geschikte middel is omhet probleem op te lossen.Behalve op de waterkwaliteit, heeft afkoppelen overigens ook effect op dewaterkwantiteit en het zuiveringsbeheer. Het waterschap is voor al deze zakenbevoegd gezag. De verdere uitwerking van het afkoppelbeleid zal daarom in nauwoverleg met het waterschap plaatsvinden.Pagina 7/19


3. GRONDWATERBELEIDGrondwater is in Dordreclit een veelbesprol


De belangrijkste maatregel is het aanleggen van een buizenstelsel in openbaarterrein voor het beheer van grondwater. Hierbij kunnen aftakkingen wordengecreëerd voor aan- en afvoer van water naar woningen.Belangrijk uitgangspunt <strong>hier</strong>bij is dat, conform de nieuwe wetgeving, deperceelseigenaar zelf de verantwoordelijkheid draagt voor het nemen vanmaatregelen op eigen terrein. De gemeente treft in voorkomende gevallenuitsluitend aanvullende maatregelen op openbaar terrein.Structureel nadelige gevolgenDe structureel nadelige gevolgen bestaan in de praktijk voornamelijk uit vocht inde woning (hoge grondwaterstand = overlast) en aantasting van funderingshout(lage grondwaterstand = onderlast).Andere structureel nadelige gevolgen zijn bijvoorbeeld schade aanwegconstructies of aan bomen.Aan de grond gegeven bestemmingMet de "aan de grond gegeven bestemming" wordt bedoeld de functie die degrond in de praktijk heeft. Denk <strong>hier</strong>bij aan bebouwing, groen, wegen etc. Dezebestemming is niet gerelateerd aan gemeentelijke bestemmingsplannen.DoelmatigBij het treffen van maatregelen in openbaar terrein maakt de gemeente telkenseen doelmatigheidsafweging. Daarbij wordt rekening gehouden met technische enfinanciële haalbaarheid, effectiviteit en duurzaamheid.Provincie/waterschapVoor alle stedelijke grondwatervraagstukken is de gemeente het aanspreekpuntvoor de burger (zie hoofdstuk 5). De gemeente toetst inkomende vragen en heefteen coördinerende taak tussen de waterpartners: de Provincie Zuid Holland, hetwaterschap Hollandse Delta en de gemeente Dordrecht.3.3 GrondwateroverlastEen hoge grondwaterstand kan tot problemen leiden in woningen. De meestvoorkomende problemen zijn optrekkend vocht als gevolg van water in dekruipruimte en natte kelders. Met name niet onderheide woningen zijn, als gevolgvan zettingen, gevoelig voor vochtoverlast. Bij het zoeken naar oplossingen voordeze problemen wordt onderstaande voorkeursvolgorde van typen maatregelengehanteerd.1. Bouwkundige maatregelenEen bouwkundige aanpassing aan het perceel dat de overlast ondervindtkan de oplossing zijn. Denk aan het waterdicht maken van kelders.2. Maatregelen in het watersysteemWijziging van het peil van het oppervlaktewater is een manier om degrondwaterstand te beïnvloeden. In stedelijk gebied is deze mogelijkheidtot beïnvloeding echter minimaal door de vele andere factoren die ook vaninvloed zijn.Pagina 9/19


Bovendien brengt een wijziging van het peil van het oppervlaktewater vaakandere technische problemen met zich mee. Toch is het zinvol deze optie teonderzoeken.3. Nuttig gebruik van het overtollig grondwaterHet kan zo zijn dat in hetzelfde gebied waar een hoge grondwaterstandleidt tot problemen er elders juist behoefte is aan water. In dit geval wordtonderzocht of het technisch mogelijk en doelmatig is om het watertekort tecompenseren met het overtollige grondwater.4. Afvoer van overtollig grondwater naar oppervlaktewater^Grondwater wordt middels een apart buizenstelsel gescheiden gehoudenvan andere afvalwaterstromen en afgevoerd naar oppervlaktewater.5. Afvoer van overtollig grondwater naar de RWZIGrondwater wordt via de riolering afgevoerd naar de RWZI. Dit wordt alleentoegestaan wanneer vermenging van het grondwater met deafvalwaterstroom géén negatief effect heeft op de doelmatigheid van dewerking van de RWZI.Bij de bepaling of afvoer van grondwater via de riolering wenselijk is, wordtde kwaliteit van het grondwater in beschouwing genomen.De rol van de gemeente zal in de praktijk bestaan uit:• registratie van de melding van de burger• afweging van de verantwoordelijkheden; bouwkundig=particulier,watersysteem=waterschap/gemeente• coördinatie van en communicatie over de mogelijke oplossingen.De perceelseigenaar blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de situatie op eigenterrein.Uitgangspunten bij alle maatregelen zijn verder de doelmatigheid van dezemaatregelen en een minimale afvoer van grondwater naar de RWZI. Dedoelmatigheidsafweging wordt door de gemeente en het waterschap samengemaakt. In aanloop naar het GRP V zullen de gemeente en het waterschapgezamenlijk bepalen hoe de kosten van de maatregelen worden verdeeld.3.4 GrondwateronderlastGrondwateronderlast is een samenvattende term voor alle nadelige gevolgen vaneen lage grondwaterstand. De meest bekende vorm van grondwateronderlast isde aantasting van houten paalfunderingen van woningen, in de gemeenteDordrecht bekend als "de funderingsproblematiek". Deze vorm van aantasting' Sinds de tachtiger jaren wordt zonder formele zorgplicht door de gemeente Dordrecht waar nodigdrainage aangelegd in de openbare weg om grondwateroverlast te voorlcomen. Vanwege dekosteneffectiviteit wordt uitsluitend drainage aangelegd gecombineerd met rioolvervanging.Particulieren tcunnen op eigen l


Om alle mogelijkheden in beeld te brengen, heeft de gemeente Dordrecht ook eentweede oplossingsrichting onderzocht, namelijk grondwaterherstel.GrondwaterherstelVoor 1.000 woningen is er sprake van mogelijke droogstand van de fundering en,als gevolg <strong>hier</strong>van, een mogelijk probleem met deze fundering. Een naderonderzoek vindt plaats (o.a. grondwatermonitoring) om te bepalen bij welke vandeze woningen daadwerkelijk sprake is van een probleem.In 2005 is globaal in beeld gebracht bij welke woningen verhoging van degrondwaterstand (grondwaterherstel) de houten fundering nog zou kunnenVedden'. Uitgangspunt <strong>hier</strong>bij is dat het funderingshout nog sterk genoeg moetzijn en het grondwaterherstel technisch mogelijk en doelmatig.Uit analyses van de monitoringsgegevens van de afgelopen jaren blijktondertussen dat voor maximaal 700 woningen grondwaterherstel een optie zoukunnen zijn. Voor deze woningen is de grondwaterpilot in het leven geroepen (zie<strong>hier</strong>na).De verwachting is dat nieuwe monitoringsgegevens en verdere analyses zullenuitwijzen dat voor beduidend minder dan 700 woningen grondwaterherstel eenoptie is. Het onderzoek wordt naar verwachting afgerond in het najaar van 2009.Hiermee wordt het definitieve aantal woningen waarvoor grondwaterherstelmogelijk is bekend.PilotjgrondwaterVooruitlopend op het grondwaterbeleid heeft de gemeente sinds 2007 een bedragvan €200.000 beschikbaar voor "pilot-projecten grondwaterherstel". Eigenarenvan panden waar grondwaterherstel op basis van de meest actueleonderzoekgegevens mogelijk, nodig en doelmatig lijkt, kunnen tot 1 januari 2011in aanmerking komen voor deelname aan een grondwaterherstelproject. Dit houdtin dat wanneer alle eigenaren van een woningblok bereid zijn te investeren in denoodzakelijke maatregelen op eigen terrein ten behoeve van grondwaterherstel,de gemeente uitvoering van de bijbehorende maatregelen in de openbare ruimtein overweging neemt.De eigenaren moeten dan gezamenlijk een aanvraag indienen. Hierbij gelden devolgende voorwaarden:• Het woningblok is gelegen in het aandachtsgebied funderingen.• De eigenaren nemen zelf het initiatief.• De gemeentelijke investering in grondwaterherstel is niet hoger dan degemeentelijke bijdrage aan funderingsherstel zou zijn.• De eigenaren werken actief mee aan evaluatie van het project.Indien aan de voorwaarden wordt voldaan, toetst de gemeente het ontwerp opdoelmatigheid en uitvoerbaarheid. Bij een positief oordeel wordt tot aanlegovergegaan. De particulieren zijn <strong>hier</strong>bij verantwoordelijk voor ontwerp,uitvoering en beheer op eigen terrein. De gemeente is verantwoordelijk voorontwerp, uitvoering en beheer op openbaar terrein. Tussen de gemeente en departiculieren wordt een overeenkomst gesloten om de afspraken over realisatie.Pagina 12/19


eheer en onderhoud vast te leggen en om de gemeente te vrijwaren vaneventuele schade aan derden.Relatie tussen rioolbeheer en grondwaterDoor de funderingsproblematiek in de gemeente Dordrecht is de relatie tussenlekkages in de riolering en de stand van het grondwater een veelbesprokenonderwerp.De kwaliteit van riolen wordt bepaald aan de hand van video inspecties. Dezeinspecties worden beoordeeld op basis van Europese normen. De waterdichtheidvan een riool maakt deel uit van deze normen.Wanneer kleine lekkages in een riool worden geconstateerd, is dit voor hetfunctioneren van de riolering geen reden om in te grijpen. Wanneer grotelekkages in een riool worden geconstateerd (stromend of spuitend), worden dezete allen tijde door de gemeente gerepareerd.Evaluatie grondwaterbeleid in 2010• Het onderzoek, op basis van grondwatermonitoring, naar woningen in hetaandachtsgebied waarvoor grondwaterherstel mogelijk is wordt in 2009afgerond.• Vooruitlopend daarop blijft de mogelijkheid bestaan voor de bewoners vanhet aandachtsgebied om deel te nemen aan de grondwaterpilot tot heteinde van de planperiode, tot het jaar 2011.• Aan het einde van de planperiode, najaar 2010, zal hetgrondwatermonitoringsproject worden geëvalueerd. De resultaten van dezeevaluatie worden meegenomen in het (verbreed) GemeentelijkRioleringsplan V.• Inspecties van de riolering worden, net als voorheen, beoordeeld op basisvan Europese normen.Pagina 13/19


4. AFVALWATERBELEIDDe gemeente had en heeft de zorgplicht om stedelijk afvalwater in te zamelen enaf te voeren. De invulling van deze zorgplicht is tot 1 januari 2011 vastgelegd inhet huidige GRP IV. In dit plan zijn voor de periode 2007-2010 de nodigerioolvervangingen, rioolinspecties, aansluiting van panden in binnen- enbuitengebied en onderzoeken geformuleerd.Het plan is getoetst op de nieuwe wetgeving en voldoet <strong>hier</strong>aan. Hetafvalwaterbeleid blijft dan ook tot vaststelling van het GRP V ongewijzigd.Pagina 14/19


5. SAMENWERKING EN COMMUNICATIEDe verantwoordelijkheid voor de wet gemeentelijke watertaken is verdeeld overdiverse partijen. Ook in het nieuwe wettelijke kader wordt deverantwoordelijkheid niet in één hand gelegd. Wel heeft de gemeente eencoördinerende taak gekregen. Voor de bevolking moet de gemeente hét loketvoor alle waterzaken worden.5.1 Wijklijn, E-loket en klant-contactcentrumIn de huidige praktijk bleek soms het knelpunt van een overheid, die haar burgersmet grondwaterproblemen "van het vochtige kastje naar de beschimmelde muur"stuurde. Dit gebeurde mede vanwege het gebrek aan een duidelijkeverantwoordelijkheidsverdeling tussen burger, gemeente waterschap en provincie.Hieraan moet de nieuwe wetgeving een einde maken. De wetgeving eist niet vangemeenten een apart en fysiek (grond)waterloket te realiseren. Het gaat er omdat een burger die de gemeente met een probleem benadert, serieus genomenwordt. De gemeente Dordrecht zal aan deze gedachtegang invulling gevenmiddels de wijklijn, het E-loket en een klant-contactcentrum.De wijklijn en het E-loket zijn bestaandecommunicatiekanalen binnen in de gemeenteDordrecht. De wijklijn richt zich vooral op wijkgerichtemeldingen en klachten over de openbare ruimte. Op hetE-loket kunnen eveneens meldingen wordendoorgegeven en standaard-producten wordenopgevraagd. Het thema water heeft binnen dezekanalen reeds zijn plek. Voor hemel-, grond- enafvalwater wordt <strong>hier</strong>bij aangesloten.Daarnaast wordt er gewerkt aan een klantcontactcentrum.Landelijk hebben gemeenten deopdracht gekregen dergelijke centra in te richten om de kloof tussen bevolking enoverheid te dichten. De gemeente is in dat concept hét aanspreekpunt voor alleoverheidszaken en helpt de burger op weg naar de juiste instantie. Ook <strong>hier</strong> kande burger straks dus terecht met al haar watervragen.De één-loketgedachte op het gebied van water past naadloos in de de opzet vanhet klant-contactcentrum. Samen met de (communicatie-)medewerkers vangemeente, waterschap én provincie wordt de komende periode een verdereinvulling aan de loketgedachte gegeven.5.2 CommunicatieactiviteitenDe gemeente wordt regelmatig geconfronteerd met vragen over het feit dathuisaansluitingen op de riolering in Dordrecht, in tegenstelling tot vele anderegemeenten, eigendom zijn van de particulier. Om de burger goed te informeren<strong>hier</strong>over wordt gewerkt aan een folder die begin 2009 gereed zal zijn.Na vaststelling van het grondwaterbeleid wordt ook een folder grondwaterontwikkeld. Daarin wordt het grondwaterbeleid samengevat.Pagina 15/19


5.3 SamenwerkingVoor het waterbeleid werkt de gemeente samen met de volgende overheden:• Waterschap Hollandse Delta;• Provincie Zuid-Holland;• Rijkswaterstaat Directie Zuid-Holland;• Inspecteur van Volksgezondheid.Er is regelmatig overleg tussen deze partijen. Met name het waterschap HollandseDelta is een belangrijke partner voor de gemeente. De samenwerking richt zich opde volgende onderwerpen:• doelmatigheid in de gehele waterketen;• afstemming van meetsystemen;• gezamenlijke uitwerking van de Europese Kader-Richtlijn Water (KRW).Het Bestuursakkoord Waterketen is medio 2007 ondertekend. Motto van hetbestuursakkoord is "samen dóen". Acties zijn geformuleerd op het gebied vanbenchmarking, efficiënt omgaan met regenwater, informatie voor de burger enhet in beeld brengen van het doelmatigheidsstreven in de waterketen. Eendoelmatigheidsverbetering van 10 a 20% over tien jaar wordt haalbaar geacht.Verdere samenwerking tussen de partners is <strong>hier</strong>voor cruciaal.Daarnaast wordt voor het grondwaterbeleid regelmatig overlegd met debelangenvereniging Belangenvereniging funderingsproblematiek (BVFP). De BVFPbehartigt de belangen van bewoners met funderingsproblemen.Pagina 16/19


6. FINANCIERINGDe insteek van dit overbruggingsplan is om tot 2010 kosten-neutraal te werken:kosten worden gedekt uit de reserveringen voor het GRP IV.Voor grondwaterherstelprojecten is door de raad in 2005 een bedrag van 200.000euro beschikbaar gesteld. Voor dit bedrag kunnen pilots worden uitgevoerd.Indien de ervaringen goed zijn en er meer aanvragen voor pilots zijn, zal op basisvan het in 2009 afgeronde onderzoek een gefundeerde vraag voor extra financiëlemiddelen worden ingediend.Op grond van het nieuwe wettelijke kader is de grondslag voor de rioolheffingverruimd. Uiterlijk per 1 januari 2010 moet de nieuwe "brede rioolheffing"ingevoerd zijn. De opbouw en samenstelling van de rioolheffing wordtgemoderniseerd. Daardoor kunnen in de toekomst ook de kosten voorhemelwaterbeleid en grondwaterbeleid worden gedekt uit de rioolheffing.Het komend jaar werkt de gemeente een voorstel voor de nieuwe brederioolheffing uit. Uitgangspunt is dat de hoogte van de huidige rioolheffing gelijkblijft, inclusief de 4% jaarlijkse stijging. Dit wordt in 2009 aan de raadvoorgelegd. Pas bij het nieuw verbreed GRP in 2011 wordt gekeken in hoeverrehet beleid aanleiding geeft tot aanpassing van de heffing.Pagina 17/19


7. COLOFONKernteamDit document is opgesteld door het kernteam gemeentelijke watertaken,bestaande uit:Han van EijnsbergenMark RuischPierre van VeggelGemeente Dordrecht, Sector StadsbeheerGemeente Dordrecht, Sector StadsbeheerAPPM Management ConsultantsProjectteamHet kernteam is geadviseerd door een projectteam bestaande uit:Wim BellaartRindert BosselaarAd GroeneveldEllen KelderDoop KoetsenruijterDorien van LeersumRob MankAnne MollemaBart van den NieuwenhuizenDanielle SchrijverCollin StolwijkTeije Dalstra (waterschap Hollandse Delta)Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de projectleider:Mark RuischM.Ruischl@dordrecht.nlGemeente DordrechtSector StadsbeheerSpuiboulevard 300DordrechtPagina 18/19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!