42in gerechtigheid aanschouwen, ik zal verzadigd worden met Uw beeld als ik zalopwaken," Ps. 17 : 15. Door kennis komen wij tot liefde en door God lief te hebbenkennen wij Hem.(2.) Er zal volmaaktheid in het lichaam zijn. „Die ons vernederd lichaamveranderen zal, opdat het gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam," Filipp.3:21. Het lichaam zal bekleed zijn met alle heerlijke eigenschappen als blijdschap,kracht en vaardigheid. Het is een onverwelkelijk en onverderfelijk lichaam,geschikt voor de werkingen van een verheerlijkte ziel, en daarbij zal het vooreeuwig een heerlijke tempel des Heiligen Geestes blijven. Daarom zal het goedwezen daar te zijn.GebruikLaten deze dingen onze liefde opwekken tot zulk een gezegende staat, welke zo vol isvan verlustiging en vrede, dat zij ons zal vervreemden van alles wat meest vermakelijkin de wereld is.1. <strong>De</strong> beste staat in de wereld is slechts ijdelheid, al ijdelheid en vermengd met veelsmarten. Weelde is vergezelschapt van veel zorgen, en eer gaat gepaard met plagen,en alle genoegens hier zijn slechts bittere lekkernijen. Er zit een worm aan de wortelvan onze wonderboom, en die zal hem ten laatste doen verdorren. Eindelijk komt dedood, en de lust zal vergaan. „<strong>De</strong> wereld gaat voorbij en haar begeerlijkheid," 1 Joh.2: 17. <strong>De</strong> godzaligen zelf hebben geen onvermengde blijdschap wegens de inwonendezonde; zij leven hier in een vallei van tranen en strikken, en de zonde zal zijn greep ophen niet verliezen tot de dood ons losmaakt van het zondige vlees, en ons brengt in hetonmiddellijke gezicht van God Zelf. Daarom zuchten en verlangen de heiligen naar dedag van afscheid, wanneer zij het vlees zullen afleggen en daarmee de zonde, alswanneer zij zullen opgenomen worden om eeuwig bij God te wonen.2. Niemand zal in heerlijkheid worden opgenomen, dan alleen dezulken wier hart daarnu al is. „Want ook in dezen zuchten wij, verlangende met onze woonstede die uit dehemel is, overkleed te worden," 2 Cor. 5 : 2. „Ik wens ontbonden en met Christus tezijn," Filipp. 1 : 23. „Wijzelf die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelf, zegik, zuchten in onszelf verwachtende de aanneming tot kinderen, n.l. de verlossingonzes lichaams," Rom. 8 : 23. Een christen wacht en verlangt naar een reiner staat vanzaligheid en onsterfelijkheid. <strong>De</strong> eerstelingen tonen wat de oogst zal zijn, en eenvoorproefje van wat het feest zal zijn. Hoewel zij dankbaar zijn voor dezeverkwikkingen op de weg, toch verlangen zij naar huis en zij kunnen daarbuiten geenvoldoening vinden.3. <strong>De</strong> uitnemendheid van de staat der heerlijkheid vereist dat wij er naar verlangen.Indien die staat uw verlangen en beste genegenheden niet waard is, dan heeft hijweinig waarde bij u. Christus verwierf het voor ons door een leven van arbeid ensmarten, en door de benauwdheden van een bittere, vervloekte dood. En nu dat alles isgeschied zullen we nu niet verlangen naar het bezit van die zaligheid? Dit is dwazeondankbaarheid. O, laten uw harten er toch op gesteld zijn. <strong>De</strong> begeerte moet aan hetbezit vooraf gaan.Wij moeten bewogen worden om te arbeiden om die gezegende staat, en die in deeerste plaats te zoeken. „Zoekt eerst het koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid,"Matth. 6 : 33. „Strijdt om in te gaan door de enge poort," Lukas 13 : 24. „Benaarstigt ute meer om uw roeping en verkiezing vast te maken," 2 Petrus 1 : 10. Wat nut heefthet te weten dat er zulk een gezegende en zalige staat is, zo wij er geen belang instellen? <strong>De</strong> hemel is waard er moeite voor te doen, en de kosten die wij er voormaken, zullen vergoed worden. Zo dachten de kinderen Gods er over: „Tot dewelke
43onze twaalf geslachten gedurig nacht en dag God dienende, verhopen te komen,"Hand. 26 : 7. Als wij er niet naar verlangen, geloven wij het niet en als wij er niet omarbeiden begeren wij het niet.Laat ons troost zoeken in de hoop op deze gezegende en zalige staat.1. Troost tegen alle ellenden en verdrukkingen van dit tegenwoordige leven. <strong>De</strong>ze zijnons nodig; wij zouden te rustig in de wereld slapen, indien wij bij tijden geen doornenin ons bed vonden. Wij zouden dan zo tevreden zijn met het onthaal op de weg, datwij zouden vergeten nog niet thuis te zijn. Maar God doet ons ontwaken uit onzedromen, alsof Hij zegt: „Maakt u dan op en gaat henen, want dit land zal de rust nietzijn," Micha 2 : 10. Anders wentelen wij ons in zinnelijke genoegens en onze hartenzeggen: Het is goed hier te zijn.2. Wanneer er een blijde en gezegende staat buiten de tijdelijke ervaringen is, dan is ertroost te vinden wanneer wij schipbreuk lijden van onze voorspoed, en wij dan eenkust en strand kunnen ontdekken, een landingsplaats waar wij veilig mogen zijn en totrust mogen komen. „Gij die verdrukt wordt, zult verkwikking hebben met ons, in deopenbaring des Heeren Jezus van de hemel met de engelen Zijner kracht," 2 Thess.1:7. Hier zijn onze dagen smartelijk en onze arbeid is zwaar, maar daar is onze rust.3. Wij mogen getroost zijn bij de gedachte dat onze zaligheid en vrede onuitsprekelijkzal uitgaan boven onze droefheid en zorgen, zodat in alle moeiten van dit tijdelijkleven wij daar overheen mogen zien op de blijdschap en troost van het toekomendeleven. <strong>De</strong>ze vreugde wordt ons voorgesteld in de beloften van het Evangelie, waar wijgewezen worden op Christus, Die „voor de vreugde die Hem voorgesteld was, hetkruis heeft verdragen, en schande veracht," Hebr. 12 : 2. En wij worden er in Hebr. 6 :18 op gewezen dat „wij een sterke vertroosting zouden hebben. Wij namelijk die detoevlucht genomen hebben, om de voorgestelde hoop vast te houden." Wij moetendaarbij leven door geloof, maar nog niet door aanschouwen.Een van de kwalen van het mensdom is, dat wij naar voorspoed staan, zonder te lettenop de weg die daartoe leidt. Toen Petrus zag en gevoelde dat de staat op de berg eenstaat van zaligheid en heerlijkheid was, bedacht hij niet wat hij eerst moest doen eneerst moest lijden vóór hij met Christus en de verheerlijkte heiligen kon verkeren.Onze Zaligmaker had hem kortgeleden verteld dat hij zichzelf verloochenen moest,Zijn kruis moest opnemen en Hem volgen. Maar Petrus dacht daar niet aan toen hijzeide: „Het is ons goed hier te zijn." Hij wilde verheerlijkt zijn vóór hij vernederd wasen eer hij alle verdrukkingen die hem voorzegd waren, geleden had. Hij wilde zijnloon hebben eer hij zijn werk gedaan had. Iedereen zou graag de heerlijkheid enzaligheid bij Christus genieten, maar wij zijn niet gesteld op Zijn juk, en zijn afkerigvan Zijn kruis, en wij willen ons daaraan niet onderwerpen. Als wij de zaligheid metChristus en de verheerlijkte heiligen willen genieten, moeten wij eerst met henvernederd worden en met hen lijden. Maar wij zouden liever triomferen vóór wij slaggeleverd hebben, en de kroon ontvangen vóór wij onze loop geëindigd hebben, en invreugde maaien vóór wij in tranen gezaaid hebben, en rusten vóór dat wij hetnoodzakelijke werk dat God van onze handen eist, verricht hebben.<strong>De</strong> redenen daarvan zijn deze:1. Omdat wij van nature ons eigen gemak en rust liefhebben. Issaschar „zag dat derust goed was," Gen. 49 : 15. Wij zijn niet genegen om een kruis te dragen, maar wijverlangen naar gelukzaligheid en heerlijkheid te genieten vóór en zonderverdrukkingen. Maar dit is een ongerijmd en ontijdig verlangen, voortspruitende uitzelfliefde. God heeft een andere orde besteld, dat het kruis zal vooraf gaan aan de
- Page 1 and 2: 1DE VERHEERLIJKING VAN CHRISTUS OP
- Page 3 and 4: 3EERSTE PREEK.En na zes dagen nam J
- Page 5 and 6: 5Daarom werd ze beperkt tot de kenn
- Page 7 and 8: 7geestelijke vriend. „IJzer scher
- Page 9 and 10: Doch er is ook een bondgenootschap
- Page 12 and 13: 12mij grotelijks verheven," Ps. 41
- Page 14 and 15: 14TWEEDE PREEKEn Hij werd voor hen
- Page 16 and 17: 16gezelschap dat hij zoekt. „Die
- Page 18 and 19: 18aller tijd, o gij volk; stort uli
- Page 20 and 21: 20gekomen om u dat te kennen te gev
- Page 22 and 23: 22(4.) Hoewel deze heerlijkheid voo
- Page 24 and 25: 24Hem zien gelijk Hij is," 1 Joh. 3
- Page 26 and 27: 26tussen hen.2. Ten opzichte van de
- Page 28 and 29: 28evangelist Lukas vertelt ons dat
- Page 32 and 33: 32gebieden zal; en het zal geschied
- Page 34 and 35: 34spreekt betere dingen dan Abel. H
- Page 36 and 37: 36VIERDE PREEK.En Petrus antwoorden
- Page 38 and 39: 38Christus in de hof. Wij moeten er
- Page 40 and 41: 40Zulke dingen gaan onze geringheid
- Page 44 and 45: 44kroon. „Zo wij anders met Hem l
- Page 46 and 47: wat goed of kwaad is.1. Wat goed is
- Page 48 and 49: 48schijnt mag toch goed zijn. Ofsch
- Page 50 and 51: 50geliefde Zoon, hoort Hem." Door d
- Page 52 and 53: 52uitoefening van Zijn ambt, hoe me
- Page 54 and 55: 54geworden, daar is niemand die goe
- Page 56 and 57: 56werken, om de levende God te dien
- Page 58 and 59: 58want in 1 Joh. 5 : 10 staat: „D
- Page 60 and 61: 60ZESDE PREEK.Deze is Mijn geliefde
- Page 62 and 63: aan hen bevestigt. Nogmaals, Hij wo
- Page 64 and 65: 64: 28. Velen horen en praten, hore
- Page 66 and 67: 66uw leven, want Christus wil niet
- Page 68 and 69: TOEPASSING.Wij zullen van deze leer
- Page 70 and 71: 70ZEVENDE PREEK.En de discipelen di
- Page 72 and 73: 72strekking van die psalm is om ons
- Page 74 and 75: 74mogen ons niet oneerbiedig gedrag
- Page 76 and 77: 76goedheid. „Zo vielen de vier en
- Page 78 and 79: 78(2.) Hij is buitengewoon bereid h