Waar kan je aan de slag? - UZ Leuven

De zorg in een woon- en zorgcentrum is enorm geëvolueerdMIREILLE SIMOENS (39)verpleegkundige in het woon- en zorgcentrumDijlehof LeuvenMama van: Jonathan, Yentl en MatthiasHobby: jazzdanceLengte: 1,78 mAuteur: Pieter Aspe“Ik kwam eerder toevallig in het woon- en zorgcentrum (WZC) Dijlehof terecht.Ik zag dit als een tijdelijke baan, om daarna op de kinderafdeling in hetziekenhuis aan de slag te gaan.Het werken met de bejaarden, de liefde, de dankbaarheid en de vriendschap dieik van deze mensen en hun familie terug krijg, hebben er voor gezorgd, dat ik 12jaar later nog altijd in het Dijlehof werk. De bejaarde die bij ons komt inwonen,bieden wij een warme en veilige thuis.”“Omdat er niet altijd een arts in de buurtis, moet je vaak zelf onderhandelen enmee beslissen over de behandeling.”“De zorg is enorm geëvolueerd. We verzorgen bijna uitsluitend zwaar zorgbehoevendebewoners, waarbij het voor de arts en de verpleegkundige vaakafwegen is tussen de voor- en nadelen bij het opstarten van een behandeling. Ineen WZC heb je niet alleen een observerende en een uitvoerende taak, je moetvaak zelf onderhandelen en mee beslissen over de behandeling. Er is niet altijdeen arts in de buurt en de huisartsen staan ook niet onmiddellijk naast ons.Multidisciplinair overleg, het volgen van extra opleidingen en specialisaties moetenons daarbij helpen. Want ook in een WZC staat de evolutie van verpleegtechnischehandelingen niet stil.”Multidisciplinariteit is het codewoordKARLIEN SIMILON (25)verpleegkundige Neurologie-Cardiologie,AZ DiestHekel aan: regen op vrije dagenLievelingskleur: turkooisSchoenmaat: 39Ontbijt: tas koffie, op zondag een warmepistolet“Ik werk als verpleegkundige op een afdeling waar voornamelijk patiënten methartproblemen verzorgd worden en patiënten die een beroerte gehad hebben.Op onze afdeling werken wij multidisciplinair. Het team bestaat uit verpleegkundigen,artsen, een kinesist, een maatschappelijk werkster en een logopedist. Wehebben allemaal hetzelfde doel voor ogen, maar iedereen vanuit zijn eigen discipline.De onderlinge samenwerking is daarbij heel belangrijk. Wekelijks hebbenwe een vergadering met de verschillende disciplines. We bespreken en overleggenwat er bij die bepaalde patiënt moet gebeuren.”“Ik fungeer vaak als tussenpersoon voor de artsen en deparamedische diensten.”“Als verpleegkundige fungeer ik vaak als tussenpersoon voor de artsen en de paramedische diensten. Verpleegkundigenkomen dag en nacht met de patiënt in contact en zijn vaak de eerste die veranderingen opmerken. Het is daarom vangroot belang dat de verpleegkundige alert is en alle veranderingen bij de toegewezen patiënten onmiddellijk meldt aande verantwoordelijke arts zodat deze de therapie kan aanpassen.”10