31.07.2015 Views

kwaliteitscriteria deel b - Infomil

kwaliteitscriteria deel b - Infomil

kwaliteitscriteria deel b - Infomil

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

KPMG SustainabilityEindrapportage ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>transitieprogrammaDeel B, versie 2.0KPMG ADVISORY N.V.


InhoudsopgaveA Kritieke massa criteria per deskundigheidsgebied ............................................................................................................................................................ 2A.1 Generieke deskundigheidsgebieden ............................................................................................................................................................................... 3A.2 Juridische deskundigheidsgebieden.............................................................................................................................................................................. 26A.3 Specialistische deskundigheidsgebieden accent bouwen ............................................................................................................................................. 38A.4 Specialistische deskundigheidsgebieden accent milieu................................................................................................................................................ 49A.5 Specialistische deskundigheidsgebieden accent ruimtelijke ordening ......................................................................................................................... 66B Procescriteria, inhoudelijke criteria en prioriteiten per BIG-8 element........................................................................................................................ 76C Rechtstreekse Verboden ..................................................................................................................................................................................................... 94D Literatuurlijst ...................................................................................................................................................................................................................... 97D.1 Algemeen/ achtergronden............................................................................................................................................................................................. 97D.2 Kritieke massa .............................................................................................................................................................................................................. 98D.3 Proces ......................................................................................................................................................................................................................... 100D.4 Inhoudelijke kwaliteit en prioriteiten ......................................................................................................................................................................... 102E Overzicht projectgroep- en werkgroepleden .................................................................................................................................................................. 104


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009AKritieke massa criteria per deskundigheidsgebiedEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 2


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009A.1 Generieke deskundigheidsgebiedenEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 3


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Casemanagen eenvoudigActiviteitenUitvoeren regie bij eenvoudige omgevingsvergunningen (verlenen, wijzigen, intrekken en weigeren). Regie bestaat uit:1. Uitvoeren toets op volledigheid2. Organiseren / begeleiden van overleg met de aanvrager (vooroverleg)3. Bewaken proces, integraliteit en voortgang van de aanvraag4. Inschakelen van vakdisciplines en wanneer nodig externe partijen (coördineren inhoudelijke volledigheid)5. Het uitzetten van adviesaanvragen aan de wettelijke adviseurs6. Besluit (laten) samenstellen en coördinerenAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/NeeJ ToelichtingJaRechtstreeks herleidbaar tot art 2.1 en 5.2.Activiteiten betreffen het hoofdproces vanomgevingsvergunningen aanvragen en verlenenMotivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten van de Wabo die bij het bevoegd gezag thuishoren.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Tabel betreft eenvoudige enkelvoudige en meervoudige omgevingsvergunningaanvragen (meervoudige aanvragen, waarbij o.a. sprake is van het in werking stellen of wijzigen van vergunningplichtigebedrijfssituatie, zijn per definitie complex).Nr.Basisopleiding:• MBODeskundigheidContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Inzicht in structuur en systematiek (bouw)tekeningen, Awben Wabo inclusief gerelateerde regelingen1-6Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Omgevingsrecht• Wabo• Awb2 jaar relevante werkervaringin procesmanagement en hetafhandelen van AwbproceduresDiepgaande kennis:• NVTHoogfrequent> 40% FTE2 ivm bedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 4


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Casemanagen complexActiviteitenUitvoeren regie bij complexe omgevingsvergunningaanvragen (verlenen, wijzigen, intrekken en weigeren). Regie bestaat uit:1. Uitvoeren toets op volledigheid2. Organiseren / begeleiden van overleg met de aanvrager (vooroverleg)3. Bewaken proces, integraliteit en voortgang van de aanvraag4. Inschakelen van vakdisciplines en wanneer nodig externe partijen (coördineren inhoudelijke volledigheid)5. Het uitzetten van adviesaanvragen aan de wettelijke adviseurs6. Besluit (laten) samenstellen en coördinerenAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/NeeJ ToelichtingJaRechtstreeks herleidbaar tot art 2.1 en 5.2.Activiteiten betreffen het hoofdproces vanomgevingsvergunningen aanvragenMotivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten van de Wabo die bij het bevoegd gezag thuishoren.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Tabel betreft complexe enkelvoudige en meervoudige omgevingsvergunningaanvragen. (complexe aanvragen, waarbij o.a. sprake is van het in werking stellen of wijzigen van een vergunningsplichtigebedrijfssituatie.Nr. Deskundigheid ContinuïteitBasisopleiding:• HBOOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Inzicht in structuur en systematiek (bouw)tekeningen, Awben Wabo inclusief gerelateerde regelingen1-6Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Omgevingsrecht• Wabo• Awb3 jaar relevante werkervaringin procesmanagement en hetafhandelen van AwbproceduresDiepgaande kennis:• NVTHoogfrequent> 40% FTEEn/of 5 complexe meervoudigeaanvragen2 ivm bedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 5


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Vergunningverlening bouwen en ruimtelijke ordeningActiviteiten1. Verlenen omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerka) Inhoudelijk input leveren voor vooroverleg, overleg adviseurs en beoordelen zienswijzen en bezwarenb) Controleren van de volledigheid, juistheid van de inhoud (inclusief berekeningen en rapportages) van aanvragen in relatie tot deindieningsvereisten.c) Toetsen van bouwaanvragen aan bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan en/of voorbereidingsbesluit (Idem blad 2 voor uitwerkingbijbehorende kritieke massa)d) Toetsen van bouwaanvragen aan bouwbesluit en bouwverordeninge) Opstellen conceptvergunning en bepalen voorwaarden op basis van (eventuele) bijdragen jurist en specialistenf) Indien van toepassing: verlenen van ontheffing of het toepassen van de gelijkwaardigheidbepaling van het Bouwbesluit / bouwregelgeving.g) Beoordelen en afwegen legalisatiemogelijkheden bij afwijking van de vergunning2. Het verlenen van een tijdelijke, binnenplanse of buitenplanse ontheffing voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met hetbestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit (in verband met het afwijkingsbesluit).a) Beoordelen aanvraagb) Opstellen conceptbesluit op basis van integrale afweging van (eventuele) bijdragen van jurist en specialistenc) Inhoudelijk input leveren voor vooroverleg, overleg adviseurs en beoordelen zienswijzen en bezwaren3. Het verlenen van een vergunning voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van bouwwerken in relatie tot artikel 2f, g, hvan de Waboa) Beoordelen eventuele monumentale status, situatie beschermd stads,- en dorpsgezicht en andere geldende kadersb) Beoordelen wanneer specialisten (slopen, monumenten e.a.) moeten worden ingeschakeld)c) Opstellen conceptbesluit op basis van integrale afweging van (eventuele) bijdragen van jurist en specialisten (o.a. Sloop en Asbest enMonumentenzorg)d) Inhoudelijk input leveren voor vooroverleg, overleg adviseurs en beoordelen zienswijzen en bezwarenAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJaActiviteiten zijn herleidbaar tot:1. Artikel 2.1 lid a betreft de omgevingsvergunningvoor het bouwen van een bouwwerk2. Artikel 2b, c (in relatie tot Artikel 2.12 Wabo)3. Artikel 2.1 f, g, h4. artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3°Motivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten van de Wabo die bij het bevoegd gezag thuishoren. Daarmee is de overheid in staat om het werk uitgevoerd doorspecialisten te beoordelen en te interpreteren. Of activiteiten op een juiste manier uit te besteden aan specialisten.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:De complexiteit van de activiteiten wordt veroorzaakt door de ingewikkeldheid van de activiteit zelf of het type bouwwerk. Voor bouw of verbouw < EURO 100.000 geldt dat deze niet complex zijn. Dat geldt ookvoor enkele of dubbele woningbouw / kantoorbouw met een enkelvoudige functie. Seriematige bouw is per definitie complex. Activiteiten voor niet complexe bouw en eenvoudige sloopactiviteiten kunnen doorMBO niveau uitgevoerd worden. Voor deze niet complexe bouw en sloop geldt dat in de onderstaande tabel HBO vervangen kan worden door MBO.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 6


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Basisopleiding:• HBO technischVergunningverlening bouwen en ruimtelijke ordening (vervolg)Nr. Deskundigheid ContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Inzicht in de structuur en systematiek van de Wabo1 b-gAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Brandveiligheid• Milieu• Bestemmingsplan• Monumenten• Wabo• Bouwfysica3 jaar BWT ervaring (inclusiefhet verzamelen en/of opmakenvan voorschriften)Diepgaande kennis:• Inzicht in de structuur en systematiek van het Bouwbesluit• Gebruiksbesluit• Weten hoe geïnventariseerd en/of opgezocht moet wordenwelke voorschriften uit de bouwverordening van toepassingzijn• Het kunnen toepassen van de gelijkwaardigheids bepalingvan het Bouwbesluit (beschikken over het hiervoorbenodigde referentiekaderFulltime> 70% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheid1a,2 a-cSpecialistische opleiding:• Ambtenaar Bouw - en Woningtoezicht I enII (Primair en Voortgezet volgens nieuwebenamingen)Basisopleiding:• HBO technischAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• WaboSpecialistische opleiding:• Ambtenaar Bouw - en Woningtoezicht I enII (Primair en Voortgezet volgens nieuwebenamingen)3 jaar relevante werkervaringin de RO praktijk (inclusiefhet maken en/of interpreterenvan voorschriften vanruimtelijke plannen)en/of20 ontheffingen voordatzelfstandig gewerkt kanworden (mix van deverschillende typenontheffingen)Basiskennis:• Inzicht in de structuur en systematiek van de WaboDiepgaande kennis:• Bestemmingsplannen (voorschriften, kaart en toelichting)kunnen lezen en interpreteren op papier en digitaal• Beheersen IMRO codering (=Informatiemodel RuimtelijkeOrdening)• Beheersverordeningen, exploitatieplannen envoorbereidingsbesluiten kunnen lezen en interpreterenFulltime> 70% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 7


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Vergunningverlening bouwen en ruimtelijke ordening (vervolg)Nr. Deskundigheid Continuïteit3 a–dBasisopleiding:• HBO technischAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Monumenten• Wabo• BouwfysicaOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalSpecialistische opleiding:• Ambtenaar Bouw - en Woningtoezicht I enII (Primair en Voortgezet volgens nieuwebenamingen)3 jaar relevante werkervaring(inclusief het beoordeling vansituaties omtrent slopen,verstoren, verplaatsen ofwijzigen van bouwwerken)Enkele 10-tallen cases voordatzelfstandig gewerkt kanworden (mix vanverschillende kaders)Basiskennis:• Inzicht in de structuur en systematiek van de WaboDiepgaande kennis:• NVTFulltime> 70% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 8


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Vergunningverlening milieuActiviteiten• Het toetsen van de ontvankelijkheid van het milieu<strong>deel</strong> van een aanvraag.• Het adviseren over en/of opstellen van besluiten in relatie tot het verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van het milieu<strong>deel</strong> van eenomgevingsvergunning voor het oprichten, veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting.• Het afhandelen van meldingen in het kader van het activiteitenbesluit, inclusief het beoordelen van gekwantificeerde doelvoorschriften, erkendemaatregelen, verplichte maatregelen en/of het beoordelen van een gelijkwaardige voorziening op basis van representatieve meetgegevens,onderbouwde berekeningen of een risicoanalyse.• Tijdig signaleren welke milieuspecialisten en/of juristen moeten worden ingeschakeld en hun bijdragen op relevantie, toepasbaarheid en benodigdediepgang te beoordelen.Aantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJaHerleidbaar tot art 2.1 lid e, het oprichten, hetveranderen of veranderen van de werking of hetinwerking hebben van een inrichting en art 5.2.De mogelijkheid om inhoudelijk te controleren op juistheid en volledigheid dient te zijn geborgd binnen het betreffende specialisme).De deskundigheid vergunningverlening milieu mag ook ingezet worden voor de activiteiten behorende bij de deskundigheidsgebieden casemanagen(eenvoudig en complex).In dat geval vervallen de specifieke eisen die worden gesteld aan casemanagen.Motivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten van de Wabo die bij het bevoegd gezag thuishoren. Daarmee is de overheid in staat om het werk uitgevoerd doorspecialisten te beoordelen en te interpreteren. Of activiteiten op een juiste manier uit te besteden aan specialisten.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Op basis van de aard van de inrichting, benodigde sector kennis en ervaring, en specifieke onderzoek,- en analyse-eisen geldt een indeling in de klassen I, II en III waarvoor generieke eisen gelden en eisen persector (Idem bijlage B). Schematisch is dat als volgt samen te vatten:Klasse Procesindustrie Agrarisch AfvalOverigI Generieke eisenII Generieke eisen Sectoreisen voor ervaring enfrequentieIII Generieke eisen Sectoreisen opleiding,ervaring, kennis, frequentie- Eisen IPPC- Eisen BrzoGeen nadere eisen per sectorSectoreisen voor ervaring en frequentieSectoreisen voor ervaring enfrequentieSectoreisen opleiding, ervaring, kennis, frequentie- Eisen IPPCSectoreisen opleiding, ervaring,kennis, frequentie- Eisen IPPC- Eisen BrzoAlleen generieke eisen voorervaring en frequentieSectoreisen opleiding,ervaring, kennis, frequentie- Eisen IPPC- Eisen BrzoEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 9


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Vergunningverlening milieu (vervolg)KlasseIOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• MBO opleiding in een relevante technischerichtingAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Omgevingsrecht• Wabo• Awb• Milieurecht• EV/ Bevi/Revi/PGS• Geluid / IL• Bodem / NRB• NER / Lucht, afval en energieDeskundigheid1 jaar relevante werkervaringin klasse I of II vanvergunningverlening milieuBasiskennis:• Structuur en systematiek Awb, Milieuregelgevingwaaronder het activiteitenbesluit, groene wetten, besluitlandbouw, Bevi, PGS• Grondbeginselen meest relevante milieu-thema’s, (risico’sen effecten geur, stof, geluid, gevaar)• Eisen voor categorie A bedrijven zoals bedoeld in hetactiviteitenbesluitDiepgaande kennis:• Het in onderlinge samenhang kunnen beoordelen B+categorie van het Activiteitenbesluit met NER, besluitgeluidhinder. BEVI en gerelateerde wetten, regelingen, enPGS richtlijnen kunnen doorgronden en correct toepassen.10 meldingen en/ofvergunningen per jaar in dezeof een zwaardere klasseContinuïteit2 ivm bedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 10


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO milieukunde of relevante technischeopleiding [1]Vergunningverlening milieu (vervolg)Klasse Deskundigheid ContinuïteitBasiskennis:• Structuur en systematiek van pseudoweting: Handreikingindustrielawaai, Nederlandse Richtlijn Bodembescherming,Energiebesparingsmethodieken• Het correct kunnen toepassen van de drempelwaardetabelBrzoFulltime> 70% FTEIIAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Idem klasse I• BrzoSpecialistische opleiding:• NVT3 jaar relevante werkervaring,in klasse II of III vanvergunningverlening milieu[2]Diepgaande kennis:• Actuele kennis van Europese milieu richtlijnen, Nederlandsomgevingsrecht (inclusief bijbehorende jurisprudentie op hetgebied van vergunningverlening/milieubesluiten)• Kunnen inschatten en beoordelen (potentiële) cumulatie,domino- en ketenrelaties voor de relevante milieuthema’s persector/branche• Documenten uit bijlage 2 van de regeling aanwijzing bbtdocumenten (en in onderlinge samenhang de juridischevertaling van de bijbehorende eisen)• Het kunnen maken van de benodigde inhoudelijkeoverwegingen bij gelijkwaardigheidsbesluitenEn / of:10 verleendevergunningen/milieu-besluitenper jaar in de betreffende sectorin klasse II en III [3]2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheid (per sector)[1]Relevante opleiding is afhankelijk van de sector van de deskundige en daarbinnen de dominante branches voor het betreffende Bevoegd Gezag. Relevante opleidingen kunnen zijn: procestechnologie, chemische technologie, werktuigbouwkunde of gelijkwaardig. Het Bevoegd Gezagdient de relevantie van opleiding voor sector/branche aannemelijk te kunnen maken.[2]De ervaring geldt per sector (proces, agrarisch, afval) en mag opgedaan worden in klasse II en III. Uitgangspunt is fulltime ervaring binnen deskundigheidsgebied vergunnigverlening milieu(> 70% FTE) en jaarlijks (> 40% FTE) in de betreffende sector. Voor de sector ‘overig’ gelden geen eisen per sector.[3]Uitgangspunt is fulltime werkzaam binnen deskundigheidsgebied vergunningverlening milieu (> 70% FTE) . Uitgangspunt is dat vergunningverleners hoogfrequent actief moeten zijn in specifieke branches. Omdat dit niet volledig uit te werken is en er sterke verschillen per branchebestaan, geldt het uitgangspunt dat hoogfrequent gewerkt moet worden in één of maximaal twee branches. Voor de sectoren (proces)industrie, agrarisch en afval geldt daarom de eis van > 40% FTE) per jaar. Ter indicatie geldt een frequentie van ongeveer 5 IPPCvergunningen/beschikkingen in de betreffende brancheEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 11


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Vergunningverlening milieu (vervolg)KlasseBasisopleiding:• HBODeskundigheidOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Geen aanvullingen t.o.v. klasse IIContinuïteitIIIIIIPAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Eisen per sectorSpecialistische opleiding:• Eisen per sectorP = (proces)industrieBasisopleiding:• Chemische technologie (HBO)Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Afhankelijk van specifieke portfolioSpecialistische opleiding:• Afhankelijk van specifieke portfolio5 jaar relevante werkervaringin klasse II en/of III vanvergunningverlening milieu,waarvan minimaal 3 jaar incategorie III [4]Idem generieke eisen klasseIIIDiepgaande kennis in aanvulling op klasse II:IPPC• Grondige kennis IPPC regelgeving (inclusiefjurisprudentie)• Grondige kennis van relevante BREFs, BBT per relevantesector/branche• Afstand tot baseline en BBT kunnen beoordelen op basisvan aangeleverde feiten• Eisen voor aanvullende documenten / onderzoeken kunnenformulerenBrzo• Grondige kennis Brzo ’99Basiskennis:• Geen aanvullingenDiepgaande kennis:• In onderlinge samenhang kunnen toepassen wet,- enregelgeving (o.a. documenten bijlage 1 en 2 regelingaanwijzing bbt)• Kennis van technische procesvoering rond gevaarlijkestoffen (inclusief methoden waarmee de te analyserensystemen of installaties worden beschreven, technischesysteembeveiliging, - specifieke risicoanalyse technieken)Fulltime> 70% FTEIdem generieke eisen klasse III2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheid (per sector)Idem generieke eisen klasseIII[4]De ervaring en frequentie geldt per sector (proces, agrarisch, afval) en mag opgedaan worden in klasse II en III. Uitgangspunt is fulltime ervaring en frequentie binnen deskundigheidsgebied vergunnigverlening milieu (> 70% FTE), waarvan jaarlijks > 40% FTE in de betreffendesector. Voor de sector ‘overig’ gelden geen eisen per sector. Het aantal verleende vergunningen/genomen besluiten is vaak geen zinvolle maat bij de zwaarste inrichtingen, daarom is geen aantal opgenomen bij frequentie.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 12


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalAg = AgrarischBasisopleiding:• HBO milieukunde, procestechnologie,chemische technologie, milieutechnologie,hogere agrarische opleidingAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• NVTSpecialistische opleiding:• NVTAf = AfvalBasisopleiding:• HBO milieukunde, procestechnologie,chemische technologie, milieutechnologieAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Afhankelijk van specifieke portfolioSpecialistische opleiding:• Afhankelijk van specifieke portfolioVergunningverlening milieu (vervolg)Klasse Deskundigheid ContinuïteitIIIAgIII AfIdem generieke eisen klasseIIIIdem generieke eisen klasseIIIBasiskennis:• Grondbeginselen verspreidingsmodellen geur, fijnstof enammoniak• Structuur en systematiek Wet milieubeheer (o.a. H5luchtkwaliteit), Wabo, Wro (o.a. Streekplan),Natuurbeschermingswet, ReconstructieplanDiepgaande kennis:• Wet geurhinder ammoniak• Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij• In onderlinge samenhang kunnen toepassen wet,- enregelgeving (o.a. documenten bijlage 1 en 2 regelingaanwijzing bbt)Basiskennis:• Structuur en systematiek Landelijk Afvalstoffen Plan(LAP)• Specialismen: geluid, geur, luchtkwaliteit, stof, externeveiligheid en groene regelgevingDiepgaande kennis:• Problematiek stortplaatsen (sterk wisselend in verband metnieuwe ontwikkelingen en wijzigende regelgeving)• Acceptatie, en verwerkingsbeleid(A & V) afvalverwerkende inrichtingen• Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO-IC)afvalverwerkende inrichtingen• In onderlinge samenhang kunnen toepassen wet,- enregelgeving afval (o.a. EVOA)Idem generieke eisen klasseIdem generieke eisen klasse IIIIIIIdem generieke eisen klasseIIILandelijk kennisnetwerkstortplaatsen vereist om kennisIdem generieke eisen klasse IIIactueel te houden (slechts 1 à2 inrichtingen per provincie endat is onvoldoende vooronderhouden specifiekekennis)Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 13


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Toezicht en handhaven bouwenActiviteiten1. Uitvoeren toezicht aan de hand van vergunningstekeningen en voorwaarden:a) Toezicht houden op de uitvoering van de bouwb) Toezicht houden bij bestaande bouwc) Toezicht houden op sloopwerkzaamheden, inclusief asbestd) Toezicht houden op de naleving van veiligheidsvoorschriftene) Toezicht op de naleving van brandvoorschriftenf) Inschakelen van specialist voor complexe activiteiten en beoordelen toepasbaarheid advies van specialistAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJaBetreft het toezicht houden op de voorschriften uitde omgevingsvergunning voor de activiteitenconform art 2.1 lid 1 onder a, b, c, d, f, g, h,conform art 5.2 en de rechtstreekse verbodenvolgens de Woningwet, art 14a.2. Bevindingen rapporteren, overtredingen melden, optreden en ambtelijke vooraankondiging maken3. Handhaving bij geconstateerde overtredingen4. Verzorgen van de gereedmelding van bouw en/of sloop5. Behandelen klachten en meldingenMotivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten van de Wabo die bij het bevoegd gezag thuishoren. Daarmee is de overheid in staat om het werk uitgevoerd doorspecialisten te beoordelen en te interpreteren. Of activiteiten op een juiste manier uit te besteden aan specialisten. Met betrekking tot de brandveiligheidsaspecten kan gebruik gemaakt worden van structureleafspraken met de brandweer (gemeentelijk, regionaal ofwel de veiligheidsregio)Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:De complexiteit van de activiteiten wordt veroorzaakt door de ingewikkeldheid van de activiteit zelf of het type bouwwerk. Voor bouw of verbouw < EURO 100.000 geldt dat deze niet complex zijn. Dat geldt ookvoor enkele of dubbele woningbouw / kantoorbouw met een enkelvoudige functie. Seriematige bouw is per definitie complex. Activiteiten voor niet complexe bouw en eenvoudige sloopactiviteiten kunnen doorMBO niveau uitgevoerd worden. Voor deze niet complexe bouw en sloop geldt dat in de onderstaande tabel HBO vervangen kan worden door MBOEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 14


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Toezicht en handhaven bouwen (vervolg)Nr.1–5Basisopleiding:• HBO technischAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Brandveiligheid• Milieu• Bestemmingsplan• Monumenten• Wabo• BouwfysicaDeskundigheidOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantal3 jaar relevante werkervaringBasiskennis:• Constructies• Brandveiligheid• Asbest• Milieu Bouwfysica• Ruimtelijke ordening• Bestemmingsplannen• Monumentenzorg• Wabo procedure en termijnen• Geohydrologie• Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen (ivmstatusmeldingen)Diepgaande kennis:• Bouwbesluit• HandhavingsproceduresFulltime> 70% FTEContinuïteit2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• Ambtenaar Bouw, - en Woningtoezicht I enII (Primair en Voortgezet volgens nieuwebenamingen)• Asbest deskundige conform SC 570Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 15


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Toezicht en handhaving milieu, inclusief toezicht meldingenActiviteiten• Het maken van een risicoanalyse op bedrijfsniveau en indien nodig vertalen naar bedrijfsspecifiek toezichtsplan met risico’s, beoordelingspunten enbijbehorende toezichtmethode en frequentie• Het doen van administratief toezicht op basis van openbare en bedrijfsspecifieke documenten (inclusief het beoordelen van rapporten die naaraanleiding van de vergunning moeten worden ingediend, bijv. NRB toets)• Voorbereiden en uitvoeren van controles ter plaatse op basis van vergunningvoorschriften, rechtstreekse verboden en/of de eisen uit hetActiviteitenbesluit (of de gelijkwaardige voorzieningen)• Opstellen bezoekverslag/brief• Bevindingen rapporteren, overtredingen melden, optreden en ambtelijke vooraankondiging maken• Handhaven bij (opnieuw) geconstateerde overtredingen conform sanctiestrategie• Behandelen klachten en meldingen (ongewone voorvallen)• Tijdig signaleren welke specialisten en/of juristen moeten worden ingeschakeld en hun bijdragen op relevantie, toepasbaarheid en benodigdediepgang beoordelen.Aantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/NeeJ ToelichtingJaHerleidbaar tot art 2,1 en 5.2 (inclusiefrechtstreekse geboden)De mogelijkheid om inhoudelijk te controleren op juistheid en volledigheid dient te zijn geborgd binnen het betreffende specialisme.Motivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten van de Wabo die bij het bevoegd gezag thuishoren. Daarmee is de overheid in staat om het werk uitgevoerd doorspecialisten te beoordelen en te interpreteren. Of activiteiten op een juiste manier uit te besteden aan specialisten.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Op basis van de aard van de inrichting, benodigde sector kennis en ervaring, en specifieke onderzoek - en analyse-eisen geldt een indeling in de klassen I, II en III waarvoor generieke eisen gelden en eisen persector.Het afhandelingen van meldingen zoals bedoeld in het activiteitenbesluit (exclusief instemmende beschikkingen en maatwerkvoorschriften) kan desgewenst gezien worden als toezicht en kan worden uitgevoerdop MBO niveau (zie vergunningverlening milieu, klasse 1, basiskennis). Hiervoor zijn geen aanvullende kwaliteitseisen geformuleerd binnen het deskundigheidsgebied toezicht en handhaving.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 16


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Toezicht en handhaving milieu, inclusief toezicht meldingen (vervolg)Klasse Procesindustrie Agrarisch AfvalOverigI/II Generieke eisen Sectoreisen voor ervaring en Sectoreisen voor ervaring en frequentie (II)Sectoreisen voor ervaring en Alleen generieke eisen voorfrequentie (II)frequentie (II)ervaring en frequentieIIIm.u.v.BrzoGenerieke eisenSectoreisen opleiding,ervaring, kennis, frequentie- Eisen IPPCSectoreisen opleiding, ervaring, kennis, frequentie- Eisen IPPCSectoreisen opleiding, ervaring,kennis, frequentie- Eisen IPPCSectoreisen opleiding,ervaring, kennis, frequentie- Eisen IPPCIII BrzoMaatlat Brzo (in deze tabel samengevat opbasis van de uitvoerige maatlat toezicht Brzodie hiermee ook voor handhaving geldt)Eisen maatlat Brzo Eisen maatlat Brzo Eisen maatlat BrzoEisen maatlat BrzoEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 17


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Toezicht en handhaving milieu, inclusief toezicht meldingen (vervolg)Nr.I/IIDeskundigheidContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Structuur en systematiek Awb en bestuurlijk juridischeinstrumenten• Structuur en systematiek activiteitenbesluit en besluitlandbouw• Grondbeginselen meest relevante milieuthema’s, (risico’sen effecten geur, stof, geluid, gevaar).• Structuur en systematiek AO/IC (financieel en stofstromen)• Grondbeginselen fysiek en administratief toezicht• Eisen voor categorie A bedrijven zoals bedoeld in hetactiviteitenbesluit• Structuur en systematiek van pseudoweting: Handreikingindustrielawaai, Nederlandse Richtlijn Bodembescherming,EnergiebesparingsmethodiekenBasisopleiding:• HBO milieukunde of relevante technischeopleiding [5]Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Omgevingsrecht, milieurecht, Wabo• Administratief toezicht• Milieuthema’s• EV/Bevi/Revi/PGS/• BBTSpecialistische opleiding:• Handhaving Milieuwetgeving (bijvoorbeeldHAMIL 64 dagdelen)3 jaar relevante werkervaring,in categorie I en II vantoezicht en handhaving milieu[6]Diepgaande kennis:• Het in onderlinge samenhang kunnen beoordelen B+ / Ccategorie van het Activiteitenbesluit met NER, besluitgeluidhinder. BEVI en gerelateerde wetten, regelingen, enPGS richtlijnen kunnen doorgronden en correct toepassen• Actuele kennis van Europese milieu richtlijnen, Nederlandsomgevingsrecht (inclusief bijbehorende jurisprudentie op hetgebied van milieubesluiten)• Kunnen inschatten en beoordelen (potentiële) cumulatie,domino- en ketenrelaties voor de relevante milieuthema’s persector/branche• Documenten uit bijlage 2 van de regeling aanwijzing bbtdocumenten (en in onderlinge samenhang de juridischevertaling van de bijbehorende eisen)• Het kunnen maken van de benodigde inhoudelijkeoverwegingen bij gelijkwaardigheidsbesluitenFulltime> 70% FTEen/of:Enkele 10-tallen fysiekecontroles per jaar in een mixvan I en II [7]2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheid[5] Relevante opleiding is afhankelijk van de sector van de deskundige en daarbinnen de dominante branches voor het betreffende Bevoegd Gezag. Relevante opleidingen kunnen zijn: procestechnologie, chemische technologie, werktuigbouwkunde of gelijkwaardig. Het Bevoegd Gezagdient de relevantie van opleiding voor sector/branche aannemelijk te kunnen maken.[6] De ervaring geldt per sector (proces, agrarisch, afval) en mag opgedaan worden in categorie I/II en III. Uitgangspunt is fulltime ervaring binnen deskundigheidsgebied toezicht en handhaving milieu (> 70% FTE) en jaarlijks ( > 40% FTE) in de betreffende sector. Voor de categorie‘overig’ gelden geen nadere eisen per sector.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 18


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009[7] De 40% en frequentie gelden per sector (proces, agrarisch, afval) en mag wel opgedaan worden in categorie I/II en III. Voor de categorie ‘overig’ gelden geen eisen per sector, wel het uitgangspunt van fulltime actief binnen deskundigheidsgebied toezicht en handhaving milieu (> 70%FTE). Voor de zwaarste inrichtingen geldt dat de vergunning en het proces zo complex / omvangrijk is en het toezicht in de procesindustrie en afval zo tijdrovend is dat minimaal aantal per jaar geen relevante maat is.Toezicht en handhaving milieu, inclusief toezicht meldingen (vervolg)Nr.Basisopleiding:• HBODeskundigheidContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Geen aanvullingen t.o.v. klasse IIIIIAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Idem I/II:• Verdiepingsslag en/of specialistischeopleiding: administratief toezicht enauditvaardigheden.• Eisen per sectorSpecialistische opleiding:• Idem I/II:• Verdiepingsslag en/of specialistischeopleiding: administratief toezicht enauditvaardigheden.• Eisen per sector5 jaar relevante werkervaring,in categorie I, II en III vantoezicht en handhaving milieu[8], waarvan minimaal 3 jaarin categorie IIIDiepgaande kennis in aanvulling op II:• Structuur en systematiek financiële administratie,boekhouding en AO/IC in betreffende sector (financieel enstofstromen), zowel op basis van papieren alsgeautomatiseerde bestanden en systemen• Toetsingstechnieken: het kunnen leggen van verbandentussen de geld- en goederenbeweging (rekening houdend meteen juiste mix tussen fysiek en administratief toezicht)• Structuur en systematiek van diverse soortenmilieumanagementsystemen (kwaliteitszorg- encompliancesystemen)• Toetsingstechnieken: auditvaardigheden ommilieumanagementsystemen te beoordelenIPPC• Grondige kennis IPPC regelgeving (inclusiefjurisprudentie)• Grondige kennis van relevante BREFs, BBT per relevantesector/branche• Afstand tot baseline en BBT kunnen beoordelen op basisvan aangeleverde feiten• Eisen voor aanvullende documenten / onderzoeken kunnenformulerenFulltime> 70% FTEEn/of:Enkele 10-tallen objectenwaarvoor fysieke en/ofadministratieve controlesworden uitgevoerd (inclusiefenkele volledige audits milieumanagementsystemen)2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheid[8] De ervaring geldt per sector (proces, agrarisch, afval) en mag opgedaan worden in categorie II en III. Voor de ‘overig’ gelden geen eisen per sector.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 19


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Toezicht en handhaving milieu (inclusief toezicht meldingen)Nr.(Proces)industrieBasisopleiding:• HBO (Chemische technologie)DeskundigheidOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Idem IIIContinuïteitAanvullende opleiding(en):Diepgaande kennis:• In onderlinge samenhang kunnen toepassen wet,- enIIIP Basiscursus:• Afhankelijk van specifieke portfolioIdem III regelgeving (o.a. documenten bijlage 1 en 2 regelingAanvullend:Idem IIIIII AgrSpecialistische opleiding:• Afhankelijk van specifieke portfolioAgrarischBasisopleiding:• HBO milieukunde, procestechnologie,chemische technologie, milieutechnologie,hogere agrarische opleidingAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• NVTSpecialistische opleiding:• NVTIdem IIIaanwijzing bbt)• Kennis van technische procesvoering rond gevaarlijkestoffen (inclusief methodenwaarmee de te analyseren systemen of installaties wordenbeschreven, technische systeembeveiliging, - specifiekerisicoanalyse technieken)Basiskennis:• Grondbeginselen verspreidingsmodellen geur, fijnstof enammoniak• Structuur en systematiek Wet milieubeheer (o.a. H5luchtkwaliteit), Wabo, Wro (o.a. Streekplan),Natuurbeschermingswet, ReconstructieplanDiepgaande kennis:• Wet geurhinder ammoniak• Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij• In onderlinge samenhang kunnen toepassen wet,- enregelgeving (o.a. documenten bijlage 1 en 2 regelingaanwijzing bbt)Idem III> 5 fysieke inspecties IPPCinrichtingen per jaar.Idem IIIAanvullend:> 5 fysieke inspecties IPPCinrichtingen per jaarIdem IIIEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 20


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Toezicht en handhaving milieu, inclusief toezicht meldingen (vervolg)Nr.III AfIIIBrzoOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalAfvalBasisopleiding:• HBO milieukunde, procestechnologie,chemische technologie, milieutechnologieAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Afhankelijk van specifieke portefeuilleSpecialistische opleiding:• Afhankelijk van specifieke portefeuilleBasisopleiding:• HBO (technische richting: chemischetechnologie, werktuigbouwkunde)Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• AuditorSpecialistische opleiding:• Opleidingsprogramma NIMIdem IIIDeskundigheid4 jaar relevante werkervaringmet inrichtingen metgevaarlijke stoffen,waarvan minimaal 2 jaar inuitvoering Brzo-activiteiten en2 jaar Safety, milieu ofkwaliteitsmanagementBasiskennis:• Structuur en systematiek Landelijk Afvalstoffen Plan(LAP)• Specialismen: geluid, geur, luchtkwaliteit, stof, externeveiligheid en groene regelgevingDiepgaande kennis:• Kennis van technische procesvoering rond gevaarlijkestoffen• Problematiek stortplaatsen (sterk wisselend in verband metnieuwe ontwikkelingen en wijzigende regelgeving)• Acceptatie, en verwerkingsbeleid (A & V)afvalverwerkende inrichtingen• Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO-IC)afvalverwerkende inrichtingen• In onderlinge samenhang kunnen toepassen wet- enregelgeving afval (o.a. EVOA)In aanvulling op relevante sectorkennis:• Kennis van Veiligheidsbeheerssystemen• Auditkennis met VBSIdem IIIAanvullend:> 5 fysieke inspecties IPPCinrichtingen per jaar> 50% FTEAanvullend:2/3 volledige audits per jaarContinuïteitIdem IIILandelijk kennisnetwerkstortplaatsen vereist omkennis actueel te houden(slechts 1 à 2 per provincie)1 (volledigedeskundigheidsprofiel)2 (opleidings en kenniseisenmet 2 jaar Brzoervaring)+ 1 in opleidingEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 21


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Toezicht en handhaving ruimtelijke ordeningActiviteiten1. Uitvoeren toezicht aan de hand van de geldende lokale planologische regelsa) Toezicht houden op het gebruik van gebouwen volgens de geldende planologische regelsb) Toezicht houden op het gebruik van gronden volgens diezelfde regelsc) Toezicht houden op werken/werkzaamheden conform aanlegvergunning2. Bevindingen rapporteren, overtredingen melden, optreden en ambtelijke vooraankondiging maken3. Handhaving bij geconstateerde bevindingen4. Verzorgen van gereedmelding bij aanlegvergunning5. Behandelen klachten en meldingen en verzoeken tot handhavingAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJaVia artikel 2.1, 5.2, art 2.12, lid 1, onder a, onder 3°,Wabo en de rechtstreekse verboden volgens de Wetruimtelijke ordening, artikel 7.10Motivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten van de Wabo die bij het bevoegd gezag thuishoren. Daarmee is de overheid in staat om het werk uitgevoerd doorspecialisten te beoordelen en te interpreteren. Of activiteiten op een juiste manier uit te besteden aan specialisten. Uiteraard kan extra benodigde capaciteit in aanvulling op de kritieke massa worden ingehuurd.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:NVTNr.Basisopleiding:• MBO planologie/ROOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantal1Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Wet milieubeheer• Woningwet• Wabo3 jaar relevante werkervaringSpecialistische opleiding:• NVTDeskundigheidBasiskennis:• Wro• Woningwet• Wm• WaboDiepgaande kennis:• NVTFulltime> 70% FTEContinuïteit2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 22


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Toezicht en handhaving ruimtelijke ordening (vervolg)Nr.2–5Basisopleiding:• HBO planologie/RO/juridischAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Idem 1• AwbDeskundigheidOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantal5 jaar relevante werkervaringBasiskennis:• Wro• Woningwet• Wm• WaboDiepgaande kennis:• Handhavingsprocedures• JurisprudentieFulltime> 70% FTEContinuïteit2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 23


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009ActiviteitenBasisopleiding:• MBO technischAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalAanvullende opleiding(en):1-8Basiscursus:2 jaar relevante werkervaring• NVTVerdiepingslag:• toezicht en handhavingSpecialistische opleiding:• bodemToezicht en handhaving bodem1. Het maken van een risicoanalyse en indien nodig vertalen naar locatiespecifiek toezichtsplan met risico’s, beoordelingspunten en bijbehorendetoezichtmethode en frequentie2. Het doen van voorbereidend onderzoek op basis van openbare en locatiespecifieke documenten3. Voorbereiden en uitvoeren van controles ter plaatse4. Opstellen bezoekverslag/brief5. Bevindingen rapporteren, overtredingen melden, optreden en ambtelijke vooraankondiging maken6. Handhaven bij (opnieuw) geconstateerde overtredingen conform sanctiestrategie7. Behandelen klachten en meldingen8. Tijdig signaleren welke specialisten en/of juristen moeten worden ingeschakeld en hun bijdragen op relevantie, toepasbaarheid en benodigdediepgang beoordelenMotivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten voor toezicht,- en handhaving rechtstreekse verbodenToelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:NVTBasiskennis:• Inzicht in structuur en systematiek:Wetbodembescherming, Besluit en regeling bodemkwaliteit,AWB, Bouwstoffenbesluit, SIKB• Alléén als er een stortplaats in de gemeente is: Besluitstortplaatsen en stortverboden afvalstoffenDiepgaande kennis:• Toezicht en handhavingproceduresJaVia artikel 2.1, 5.2, art 2.12, lid 1, onder a, onder 3°,Wabo en de rechtstreekse verboden uit de WetbodembeschermingNr. Deskundigheid ContinuïteitHoogfrequent> 40% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 24


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Toezicht en handhaving groene wettenActiviteiten1. Het maken van een risicoanalyse en indien nodig vertalen naar situatie specifiek toezichtsplan met risico’s, beoordelingspunten enbijbehorende toezichtmethode en frequentie2. Het doen van voorbereidend onderzoek op basis van openbare en situatie specifieke bronnen3. Voorbereiden en uitvoeren van controles ter plaatse4. Opstellen bezoekverslag/brief5. Bevindingen rapporteren, overtredingen melden, optreden en ambtelijke vooraankondiging maken6. Handhaven bij (opnieuw) geconstateerde overtredingen conform sanctiestrategie7. Behandelen klachten en meldingen8. Tijdig signaleren welke specialisten en/of juristen moeten worden ingeschakeld en hun bijdragen op relevantie, toepasbaarheid en benodigdediepgang beoordelenAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJaVia artikel 2.1, 5.2, art 2.12, lid 1, onder a, onder 3°,Wabo en rechtstreekse verboden Flora- enFaunawet, Natuurbeschermingswet 1998Motivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten voor toezicht,- en handhaving rechtstreekse verbodenToelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:NVTNr. Deskundigheid ContinuïteitBasisopleiding:• MBOOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantal1-8Aanvullende opleiding(en):• Basiscursus:Flora enfaunawet• Basiscursus Nb-wet• Basiscursus Ruimtelijkeordening• Verdiepingsslag:toezicht enhandhaving2 jaar relevante werkervaringBasiskennis:• Inzicht in systematiek en structuur FF-wet , Nb-wet enBoswet• Ruimtelijke ordening Natuur en ecologie• Stedelijk groen• Inventarisatieprojecten NATURA 2000• Ecologische en landschappelijke conditiesDiepgaande kennis:• Natuur en ecologie• Stedelijk groen• Inventarisatieprojecten NATURA 2000• Ecologische en landschappelijke conditiesFulltime> 70% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 25


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009A.2 Juridische deskundigheidsgebiedenEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 26


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Behandelen juridische aspecten vergunningverleningActiviteiten1. Het (procedureel) beoordelen van vergunningaanvragen2. Het adviseren dan wel opstellen van (gedoog) beschikkingen ten aanzien van (complexe) aanvragen op grond van de Wabo3. Het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, verzoeken voorlopige voorziening en zienswijzen, opstellen verweerschriften en pleitnota’s, envertegenwoordigen van het bevoegd gezag bij de behandeling hiervan.4. Het adviseren over diverse juridische vraagstukken op het terrein van het omgevingsrechtAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/NeeJaToelichtingBetreft de omgevingsvergunning voor deactiviteiten conform art 2.1 van de Wabo.Motivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten van de Wabo die bij het bevoegd gezag thuishoren.Toelichting complexe vs. eenvoudige taken:Geen relevant onderscheid voor uitwerking kritieke massa in onderstaande tabel.Nr.2, 3Basisopleiding:• HBO (juridischbestuursrecht)Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Verdiepingscursus Awb• Verdiepingscursus Wabo• Milieuregelgeving• Ruimtelijke ordening• Bouwregelgeving• Natuurwet – regelgeving3 jaar relevante werkervaringDeskundigheidBasiskennis:• Globale Kennis van het strafrechtDiepgaande kennis:• Kennis van bestuursrecht• Kennis van Milieu, RO en Bouwregelgeving• Kennis van regelgeving asbest• Natuurwet-regelgeving• JurisprudentieContinuïteitFulltime> 70% FTE2 ivm controleEn/of minimaal 5 procedures(=reageren bezwaar / beroep + 1 in opleiding ivmtot en met bepleiten dan wel tot bedrijfszekerheiden met commissie)Specialistische opleiding:NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 27


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Basisopleiding:• HBO (juridischbestuursrecht)Behandelen juridische aspecten vergunningverlening (vervolg)Nr. Deskundigheid ContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Globale Kennis van het strafrechtAanvullende opleiding(en):1, 4Basiscursus:• Verdiepingscursus Awb• Verdiepingscursus Wabo• Milieuregelgeving• Ruimtelijke ordening• Bouwregelgeving• Natuurwet – regelgeving1 jaar relevante werkervaringSpecialistische opleiding:• NVTDiepgaande kennis:• Kennis van bestuursrecht• Kennis van Milieu, RO en Bouwregelgeving• Kennis van regelgeving asbest• Natuurwet-regelgeving• JurisprudentieFulltime> 70% FTEEn/of minimaal 5 procedures(=reageren bezwaar / beroep toten met bepleiten dan wel tot enmet commissie)2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 28


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Behandelen juridische aspecten handhavingszakenActiviteiten1. Het (procedureel) beoordelen van handhavingsverzoeken en gedoogbeschikkingen2. Behandelen en begeleiden van handhavingprocedures3. Het opstellen van beschikkingen ten aanzien van (complexe) handhavingszaken + het doen van aanschrijvingen in het kader van Bouw, RO enMilieu4. Het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, opstellen verweerschriften en pleitnota’s en vertegenwoordigen van het bevoegd gezag bij debehandeling hiervan.5. Invorderen bestuurlijke geldschulden6. Adviseren over juridische vraagstukken op het terrein van omgevingsrecht7. Coördinatie flankerend beleid / strafrechtelijk en bestuursrechtelijk acties door boaAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJaBetreft het toezicht houden op de voorschriften uitde omgevingsvergunning voor de activiteitenconform art 2.1 en 5.2 en de rechtstreekse verboden.Motivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten van de Wabo die bij het bevoegd gezag thuishoren.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Geen relevant onderscheid aanwezig voor uitwerking kritieke massa in onderstaande tabel.Nr.Basisopleiding:• HBO (juridischbestuursrecht)DeskundigheidOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Globale Kennis van strafrechtContinuïteit2, 3, 4,5,7Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Verdiepingscursus Awb• Verdiepingscursus Wabo• Milieuregelgeving• Ruimtelijke ordening• Bouwregelgeving• Natuurwetregelgeving3 jaar relevante werkervaringDiepgaande kennis:• Kennis van bestuursrecht• Kennis van Milieu, RO en Bouwregelgeving• Kennis van regelgeving asbest• Natuurwet-regelgeving• JurisprudentieFulltime> 70% FTEEn/of:minimaal 5 procedures(=reageren bezwaar / beroep toten met bepleiten dan wel tot enmet commissie)2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 29


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Basisopleiding:• Idem 2, 3, 4, 5Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalAanvullende opleiding(en):Basiscursus:1, 6 1 jaar relevante werkervaring• Idem 2, 3, 4, 5Specialistische opleiding:• NVTBehandelen juridische aspecten handhavingszaken (vervolg)Nr. Deskundigheid ContinuïteitBasiskennis:• Idem 2, 3, 4, 5Diepgaande kennis:• Idem 2, 3, 4, 5Fulltime> 70% FTEEn/of:minimaal 5 procedures(=reageren bezwaar / beroep toten met bepleiten dan wel tot enmet commissie)2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 30


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Behandelen juridische aspecten afwijkingsbesluitActiviteiten1. Het toetsen van een aanvraag aan het bestemmings- of inpassingsplan en het beoordelen van ontheffingsmogelijkheden2. Beoordelen wel/niet meewerken aan een initiatief en planologische medewerking3. Maken van een keuze voor het geëigende juridische/planologische instrument per initiatief (afwijkingsbesluit of een andere planvorm/besluit opbasis van de Wabo of Wro)4. Voorbereiden, motiveren, opstellen en laten nemen van een afwijkingsbesluit5. Doorlopen van bezwaar,- en beroepsprocedures (inclusief RvS) naar aanleiding van een afwijkingsbesluitAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJaVia artikel 2.1, artikel 5.2 (inclusief rechtstreekseverboden) en artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3°WaboMotivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten van de Wabo die bij het bevoegd gezag thuishoren.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Eenvoudig: procedure voor in veel gevallen het bouw<strong>deel</strong> van de omgevingsvergunning, bijvoorbeeld met betrekking tot de gebruiksfunctie van een (<strong>deel</strong> van een) gebouw waarbij geen bezwaar van het bestuurbestaat.Complex: bouwplannen of gebiedsontwikkeling met potentiële strijdigheid met diverse gemeentelijke, provinciale, landelijke en Europese toetsingskaders, een groot aantal belanghebbenden, meerdere proceduresen/of ontheffingen tegelijkertijd (o.a. m.e.r..procedures, Natura 2000, diverse erfgoedbepalingen, etc) en/of een relatief hoge kans op een Raad van State procedure.Nr.1Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO (ruimtelijkeordening/bouwkunde/bestuursrecht)Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Wabo opleiding• WroSpecialistische opleiding:• NVT2 jaar relevante werkervaringDeskundigheidEn/of:ongeveer 15 toetsingen en beoordelingenBasiskennis:• R.O.- en milieuprocedures• Handhaving• bouwverordeningDiepgaande kennis:• Planologie. (gebiedskennis) op rijks, regional, provinciaalen lokaal niveau• Relevante wet en regelgeving: Wro, Bro, Woningwet,Groene wetten (incl. Europese richtlijnen)• JurisprudentieHoogfrequent> 40% FTEContinuïteit2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 31


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Nr. Deskundigheid ContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO (juridisch /bestuursrecht / planologischjuridisch)2-4eenvoudigAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Verdieping praktischetoepassing omgevingsrechtSpecialistische opleiding:• NVTBasisopleiding:• HBO (juridisch)3 jaar relevante werkervaringBehandelen juridische aspecten afwijkingsbesluit (vervolg)Basiskennis:• Idem 1• Ruimtelijke ordening en het kunnen doorgronden (digitale)bestemmingsplannen• Gemeentelijke kaders (lokaal vigerend beleid)• Inpassingsplannen• Structuur visieDiepgaande kennis:• Idem 1• Omgevingsrecht inclusief groene wetten, met een nadrukop Wro, Bouwverordening, Wabo, Awb (inclusiefjurisprudentie)• Bestuurlijk bestel en bestuurlijke verhoudingen• Gemeentelijke kadersBasiskennis:In aanvulling op eenvoudig:• Basisprincipes en regelgeving grondexploitatie,archeologie, milieu en landschap, economie en verkeer envervoer• Provinciale kaders en beleid op Rijks niveauHoogfrequent> 40% FTEEn/of:10 keer activiteit 25 keer activiteit 32 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheid2-4 Aanvullende opleiding(en):complexBasiscursus:• Verdieping praktischetoepassing omgevingsrecht• Procesrecht5 jaar relevante werkervaringDiepgaande kennis:In aanvulling op eenvoudig:• Relevante Europese wetgeving en kaders• Alle benodigde procedures in de ruimtelijke ordening,inclusief jurisprudentie over inhoud, proces, onderlingesamenhang en juridische statusHoogfrequent> 40% FTEEn/of3 keer activiteit 22 keer activiteit2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 32


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO (juridisch)Aanvullende opleiding(en):5 eenvoudigenBasiscursus:• Verdieping praktischecomplextoepassing omgevingsrecht• ProcesrechtSpecialistische opleiding:• NVTBehandelen juridische aspecten afwijkingsbesluit (vervolg)Nr. Deskundigheid Continuïteit5 jaar relevante werkervaringBasiskennis:• Idem 2 – 4 complexDiepgaande kennis:• Idem 2 – 4 complexFulltime> 70% FTE (1 t/m 4)Aanvullend:Minimaal 5 procedures(=reageren bezwaar / beroep toten met bepleiten dan wel tot enmet commissie)2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 33


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009KetentoezichtActiviteiten1. Voorbereidend onderzoek externe en schriftelijke bronnen2. Op basis van prioriteiten, beleid of op verzoek uitvoeren van tactische/ risico analyses keten/branche/bedrijf3. Opstellen van ketenbeschrijvingen4. Opstellen van analyseprofielen en interventiestrategie5. Draaiboeken opstellen voor diepgaand onderzoek6. Opstellen van ketenbeschrijvingen7. Audits ter plaatse uitvoeren (combineren financiële en stofstromen)8. Identificeren onregelmatigheden en oorzaken9. Identificeren van fraude10. Fungeren als intern informatieknooppunt11. Uitwisselen van informatie met externe handhaversMotivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten van de Wabo die bij het bevoegd gezag thuishoren.Aantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJaVia artikel 2.1. en 5.2 Wabo en rechtstreekseverbodenToelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Geen relevant onderscheid voor uitwerking in de onderstaande tabel.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 34


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Ketentoezicht (vervolg)Nr.1-5Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO (Bedrijfseconomie,accountancy, milieukunde)Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Verdiepingscursus (tactisch)informatieanalistDeskundigheid3 jaar ervaring als inspecteur of handhaverBasiskennis:• Structuur en systematiek Awb en bestuurlijk juridischeinstrumenten• Structuur en systematiek activiteitenbesluit• Grondbeginselen meest relevante milieu-thema’s• Structuur en systematiek AO/IC (financieel en stofstromen)• Grondbeginselen fysiek en administratief toezicht• Kennis van meet- en registratiepunten in een bedrijfsproces• Boekhoudkundige kennis• Kennis van de opzet van een jaarrekening• Kennis van de grondbeginselen van forensisch onderzoek• Aanknopingspunten kunnen benoemen voor uitvoering van(met name administratieve) controlesDiepgaande kennis:• NVTHoogfrequent> 40% FTEEn/of:5 keer per jaar uitvoeren vaneen onderzoekContinuïteit2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 35


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Basisopleiding:• Idem 1 – 5Ketentoezicht (vervolg)Nr. Deskundigheid ContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Idem 1 – 5Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Idem 1 – 5Specialistische opleiding:6-9 • Administratief toezicht 3 jaar ervaring als inspecteur of handhaverDiepgaande kennis:• Structuur en systematiek financiële administratie,boekhouding en AO/IC in betreffende sector (financieel enstofstromen), zowel op basis van papieren alsgeautomatiseerde bestanden en systemen• Toetsingstechnieken: het kunnen leggen van verbandentussen de geld- en goederenbeweging (rekening houdend meteen juiste mix tussen fysiek en administratief toezicht)• Structuur en systematiek van diverse soortenmilieumanagementsystemen (kwaliteitszorg- encompliancesystemen)• Toetsingstechnieken: auditvaardigheden ommilieumanagementsystemen te beoordelenHoogfrequent> 40% FTEEn/of:5 keer per jaar uitvoeren vaneen onderzoek2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheid10- 11Basisopleiding:• Idem 1 – 5Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• NVT3 jaar ervaring als inspecteur of handhaverBasiskennis:• Idem 1 – 5Diepgaande kennis:• Kennis van de activiteiten en werkwijzen van anderehandhavingsorganisatiesHoogfrequent> 40% FTEEn/of:5 keer per jaar uitvoeren vaneen onderzoek2 ivm bedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 36


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA)ActiviteitenElk Bevoegd Gezag moet voor het kunnen uitvoeren van de landelijke (of een aantoonbaar betere) sanctiestrategie 24 uur per dag, 7 dagen per weekbeschikken over BOA’s met bevoegdheden voor alle wettelijke bepalingen uit de afbakening. De politie zal zich namelijk steeds meer concentrerenop de grotere zaken en optreden tegen eenvoudige overtredingen aan functionarissen van gemeenten en provincies overlaten.Aantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJa Betreft het toezicht houden op de voorschriften uitde omgevingsvergunning voor de activiteitenconform art 2.1 en 5.2 en de rechtstreekse verboden.BOA's zijn niet alleen noodzakelijk voor de bestuurlijke strafbeschikking maar ook voor opstellen van PV's. Het opnemen van eisen t.a.v. BOA's zijningegeven van uit de noodzaak om te alle tijden over het volledige pakket aan interventie mogelijkheden te kunnen beschikken als Bevoegd Gezag.Voorts moet het Bevoegd Gezag altijd het nieuwe instrument ‘bestuurlijke strafbeschikking’, indien aan de orde, kunnen inzetten. Voor zaken waarinveel personen moeten worden gehoord of in lastige zaken, is het nodig om twee (of meer) BOA’s tegelijkertijd in te kunnen zetten.De eisen die aan individuele BOA’s worden gesteld, zijn op basis van het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BBO) en de bijbehorendeCirculaire bekwaamheid al verankerd. Het BBO en de bijbehorende Circulaire bekwaamheid maken daarom integraal onder<strong>deel</strong> uit van dekwaliteitseisen.Het Ministerie van Justitie heeft op basis van het Visiedocument milieuboa’s (LOM, 2008) een voorstel tot wijziging van dit besluit in proceduregebracht met aanvullende bekwaamheidseisen voor (milieu)boa’s en, in samenhang hiermee, het bepalen in welke gevallen een verzwaard examen enin welke gevallen een opleidingsprogramma nodig is voor de verkrijging of het behoud van de opsporingsbevoegdheden. In dit voorstel zijn ookaanvullende eisen voor de verantwoordelijkheid van de werkgever opgenomen.Motivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten moeten binnen de overheid uitgevoerd worden. Het betreffen kernactiviteiten van de Wabo die bij het bevoegd gezag thuishoren.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:N.v.t.Nr.DeskundigheidContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantal• Zie Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BBO)Hoogfrequent3• Zie Visiedocument milieuboa’s (LOM, 2008)> 40% FTEEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 37


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009A.3 Specialistische deskundigheidsgebieden accent bouwenEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 38


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009BouwfysicaActiviteiten1. Bespreken bevindingen met architect en/of adviesbureau2. Toetsen tekeningen en berekeningen daglichttoetreding3. Toetsen tekeningen en berekeningen rookgasafvoer4. Controleren door visuele inspecties tijdens uitvoering van de bouw5. Controleren door uitvoeren controlemetingen geluid, ventilatie, luchtdichtheid6. Toetsen uitgangspunten, tekeningen en berekeningen ventilatie7. Beoordelen bouwplan op samenhang tussen alle bouwfysische aspecten8. Toetsen tekeningen en berekeningen geluidwering (Idem aparte tabel voor bouwakoestiek)9. Toetsen bouwkundige details koudebruggen10. Toetsen uitgangspunten en berekeningen EPC en luchtdoorlatendheidAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJa Herleidbaar tot art 2.1 en 5.2 van de Wabo en derechtstreekse verboden uit de Woningwet.Motivatie uitvoering door de overheid:Activiteiten 1 – 10 kunnen uitbesteed worden aan een marktpartij mits de uitbestedende overheidsorganisatie beschikt over het deskundigheidsgebied vergunningverlening bouwen of toezicht bouwen.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten: De complexiteit van de activiteiten wordt veroorzaakt door de ingewikkeldheid van de activiteit zelf of het type bouwwerk. Voor bouw of verbouw < EURO100.000 geldt dat deze niet complex zijn. Dat geldt ook voor enkele of dubbele woningbouw / kantoorbouw met een enkelvoudige functie. Seriematige bouw is per definitie complex. Activiteiten 1-5 voor nietcomplexe bouw kunnen door MBO niveau uitgevoerd worden. Voor deze activiteiten geldt dat in de onderstaande tabel HBO vervangen kan worden door MBO technisch.Nr. Deskundigheid Continuïteit1Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO bouwkunde,civieltechnisch,werktuigkundige ofnatuurkundigAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• VerdiepingscursusbouwbesluitSpecialistische opleiding:• Post HBO bouwfysica3 jaar relevante werkervaring voor complex1 jaar relevante werkervaring voor nietcomplexBasiskennis:• Kennis van bouwnormen• Inzicht in structuur en systematiek Bouwbesluit• Praktijkkennis vanuit bouwinspectiesDiepgaande kennis:• NVTHoogfrequent> 40% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 39


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Nr. Deskundigheid Continuïteit2 – 5Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO bouwkundeAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Idem 13 jaar toetsing + controle1 jaar voor niet complexBouwfysica (vervolg)Basiskennis:• Idem 1• Inzicht werking gelijkwaardigheidsbesluit• Gebruik meetapparatuurDiepgaande kennis:• NVTHoogfrequent> 40% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• BouwfysicaBasisopleiding:• Idem 1Basiskennis:• Idem 1• Algemene kennis van installatietechniek• Inzicht werking gelijkwaardigheidsbesluit6 – 8 1 jaar toetsing + controleAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Idem 1Diepgaande kennis:• Doorgronden opzet, data-invoer en resultaten diverseRekenmethodes bouwfysicaHoogfrequent> 40% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• BouwfysicaEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 40


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Basisopleiding:• Idem 1Bouwfysica (vervolg)Nr. Deskundigheid ContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Idem 6 – 8• Productontwikkeling ventilatievoorzieningen en systemen9-10 3 jaar toetsing + controleAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Idem 1Diepgaande kennis:• Idem 6 – 8Hoogfrequent> 40% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• Idem 1Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 41


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009ActiviteitenBrandveiligheid1. Het adviseren bij standaard / niet complexe bouw- en milieuvergunningen en meldingen2. Het adviseren bij gebruiksvergunningen3. Het monitoren en analyseren van controlegegevens, ingekomen meldingen e.d.4. Afhandelen van klachten5. Het adviseren bij complexe bouw- en milieuvergunningen en meldingen6. Uitvoeren van standaard / niet complexe inspecties brandpreventie7. Uitvoeren van complexe inspecties brandpreventie8. Het beoordelen van gelijkwaardigheden (complex)9. Het beoordelen van gelijkwaardigheden (niet complex)10. Het adviseren en laten informeren bij een afwijkingsbesluit (o.a. t.a.v. bereikbaarheid, bluswatervoorzieningen, brandweerzorg, opkomsttijden etc.)Aantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJaVia art 2.1, art 5.2 en art 2.12, lid 1, onder a, onder3° WaboMotivatie uitvoering door de overheid:Activiteiten 1 t/m 10 dienen binnen de overheid te worden georganiseerd. WVR artikel 2 geeft aan dat B&W verantwoordelijk zijn voor de brandweerzorg en 17 geeft aan dat een convenant gesloten moet wordenmet het oog op samenwerking bij branden, rampen, etc. met betrekking tot repressie. Als het Bevoegd Gezag gebruik wil maken van de (regionale) brandweer en/of de veiligheidsregio voor activiteiten 1-10 kandat. Dit geldt als uitvoering door de overheid mits hierover structurele afspraken zijn gemaakt.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:In de bouwfase gaat het om bouwtechnische voorzieningen voor brandveiligheid (bouwbesluit). Voor bouw of verbouw < EURO 100.000 geldt dat deze niet complex zijn. Dat geldt ook voor enkele of dubbelewoningbouw / kantoorbouw met een enkelvoudige functie. Ook zijn activiteiten ingegeven door het groepsrisico EV per definitie complex. In de gebruiksfase gaat het om de inspecties van de gebruikseisen“gebruiksbesluit”. Deze zijn in de regel niet complex. Een eenvoudige definitie voor complex in de gebruiksfase is niet mogelijk, dit is sterk afhankelijk van de specifieke situatie en afhankelijk van diverse factoren.Dit verklaart ook de noodzaak voor de bijbehorende deskundigheid. Het is niet altijd van te voren in te schatten of de inspectie betrekking zal hebben op een complexe of niet complexe situatie.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 42


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• MBO bouwkundig ofcivieltechnischBrandveiligheid (vervolg)Nr. Deskundigheid ContinuïteitBasiskennis:• Inzicht in structuur en systematiek van het bouwbesluit,gebruiksbesluit, AWB, Wm en Wro1–4,6, 9, 10eenvoudigAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• BouwbesluitSpecialistische opleiding:• MBO medewerkerbrandpreventieBasisopleiding:• HBO bouwkundig ofcivieltechnisch MBObouwkundig of civieltechnisch5 jaar (inclusief repressie ervaring)Diepgaande kennis:• In onderlinge samenhang interpreteren vanFulltimewetsvoorschriften en normen bouwbesluit / Wetmilieubeheer > 70% FTE• Brandpreventie• Risicobenadering brandveiligheidBasiskennis:• Inzicht in structuur en systematiek van het bouwbesluit,gebruiksbesluit, AWB, Wm, Wro en M.e.r.2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidAanvullende opleiding(en):5, 7, 8, 10 Basiscursus:complex • Bouwbesluit• ProcestechnologieSpecialistische opleiding:• HBO specialistbrandpreventie (voorheenbrandpreventie op niveauadjuncthoofdbrandweermeester)3 jaar (inclusief repressie ervaring)Diepgaande kennis:• In onderlinge samenhang interpreteren vanwetsvoorschriften en normen bouwbesluit / WetmilieubeheerFulltime• Brandpreventie> 70% FTE• Kennis van chemische eigenschappen van stoffen enprocestechnologie• Risico- en effectanalyses2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 43


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Constructieve veiligheidActiviteiten1. Controleren constructietekeningen en berekeningen op constructieve veiligheid en bruikbaarheid2. Beoordelen bouwmaterialen3. Toetsen van de gehele constructie van een bouwaanvraag4. Bespreken en vastleggen van bevindingen over de gehanteerde rekenmethode en schematisering met het raadgevend ingenieursbureau dat debouwconstructie heeft ontworpen5. Inspecties op uitvoering complexe constructieve zaken6. Inspecties op constructies in de gebruiksfaseAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJa Herleidbaar tot art 2.1 en 5.2 van de WaboMotivatie uitvoering door de overheid:Activiteiten 1 – 6 kunnen uitbesteed worden aan een marktpartij mits de uitbestedende overheidsorganisatie beschikt over het deskundigheidsgebied vergunningverlening bouwen en toezicht bouwen.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:De complexiteit van de activiteiten wordt veroorzaakt door de ingewikkeldheid van de activiteit zelf of het type bouwwerk. Voor bouw of verbouw < EURO 100.000 geldt dat deze niet complex zijn. Dat geldt ookvoor enkele of dubbele woningbouw / kantoorbouw met een enkelvoudige functie. Seriematige bouw is per definitie complex. Voor eenvoudige bouwwerken geldt dat de ervaringseis 3 jaar is. De overige eisen zijngelijk aan die van complexe bouwwerken zoals uitgewerkt in de onderstaande tabel.Nr. Deskundigheid Continuïteit1-6Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO bouwkundig ofcivieltechnischAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• VerdiepingscursusbouwbesluitSpecialistische opleiding:• Specialistische opleidingbeton-, staal-, ofhoutconstructeur op HBOniveau5 jaar relevante werkervaring voor complexebouwwerken3 jaar relevante werkervaring vooreenvoudige bouwwerkenBasiskennis:• Inzicht in structuur en systematiek van het bouwbesluit, deWoningwet en NEN / Eurocode normen• Inzicht in structuur en systematiek van rekenmodellen /computerprogrammatuurDiepgaande kennis:• Kennis van materialen beton, staal en hout• Kennis van funderingen in relatie tot belendingen(grondmechanica)• Kennis van schematisering van constructies• In onderlinge samenhang interpreteren vanwetsvoorschriften en bouwnormenFulltime> 70% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 44


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009BouwakoestiekActiviteiten1. Beoordelen van een aanvraag door middel van:a) De effecten van verschillende bouwkundige oplossingen op de geluidwering van de gevel beoordelen en een ingediende berekening interpreterenen controlerenb) De geluidwering van constructies tussen woningen beoordelen en toetsen aan het Bouwbesluitc) De nagalm in een gemeenschappelijke ruimte bepalend) Toezicht uitvoeren op de akoestische aspecten van het bouwplan2. Controleren aan de hand van meting of de norm wordt gehaald3. Beoordelen noodzakelijkheid ontheffing bouwlawaai en trillingshinder4. Beoordelen bouwlawaai en trillingshinder:a) Beoordelen ontheffingaanvraagb) Beoordelen of onderzoek nodig is, het (laten) uitvoeren van onderzoek en beoordelen onderzoekc) Ondersteuning bij toezicht en handhavingAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/NeeJ ToelichtingJa Via artikel 2.1. en 5.2 WaboMotivatie uitvoering door de overheid:Activiteiten 1 – 5 kunnen uitbesteed worden aan een marktpartij mits de uitbestedende overheidsorganisatie beschikt over minimaal één medewerker met de deskundigheid nodig voor activiteit 2.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Bij enkelvoudige bronnen kunnen de activiteiten op MBO niveau uitgevoerd. HBO in de onderstaande tabel kan dan vervangen worden door MBO, de overige eisen blijven gelijk, mits geen nadere omschrijvingin de tabel.Nr. Deskundigheid ContinuïteitBasisopleiding:• MBO technischOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalAanvullende opleiding(en):2 2 jaar relevante werkervaringBasiscursus:• Verdiepingscursus BWT 1Specialistische opleiding:• NVTBasiskennis:• Idem 1• Bouw en Woning toezichtDiepgaande kennis:• NVTHoogfrequent> 40%En/of:3 keer per jaar uitvoeren vaneen beoordeling2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 45


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Nr. Deskundigheid Continuïteit1, 4, 5Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO technisch(milieutechniek,werktuigbouwkunde,bouwkunde, verkeerskunde)Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Verdiepingscursus opstellengeluidsmodellen• Verdiepingscurus Milieuwetgeving en ruimtelijkeordening en ArcGIS3 jaar relevante werkervaringBouwakoestiek (vervolg)Basiskennis:• Wet geluidhinder (Wgh.), W.R.O.• Algemene Wet Bestuursrecht (AWB)• Bouwbesluit• Akoestische rekenmodellen (kunnen bepalen welk modelvan toepassing is)• Geluid en trillingenDiepgaande kennis:• NPR 5070 (praktijk richtlijn geluidwering inwoongebouwen)• NEN 5078 (Geluidwering in gebouwen - Rekenmethodevoor de bepaling van de geluidabsorptie in ruimten)• NEN 5077(hoofdst. 4)Hoogfrequent> 40%En/of:3 keer per jaar uitvoeren vaneen beoordeling2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• Bouw akoestiekBasisopleiding:• Idem 1Basiskennis:• Idem 1Aanvullende opleiding(en):3Basiscursus:• Verdiepingscursus opstellengeluidsmodellen• Verdiepingscurus Milieuwetgeving en ruimtelijkeordening en ArcGIS2 jaar relevante werkervaringDiepgaande kennis:• NVTHoogfrequent> 40%En/of:3 keer per jaar uitvoeren vaneen beoordeling2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• Bouwakoestiek (Post HBO)Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 46


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Sloop en asbestActiviteiten1. Bij aanvraag beoordelen of er een sloopveiligheidsplan benodigd is en het beoordelen van een sloopveiligheidsplan2. Het nemen van materiaalmonsters op locatie (niet zijnde asbest)3. Beoordelen van sloop aanvragen4. Kunnen herkennen / inschatten aanwezigheid asbest5. Toezicht op de sloop o.a. beoordelen vrijgavemeting, veiligheid, ondergrondse tanks6. Toezicht op mobiele brekers7. Beoordelen asbestinventarisatie8. Toezicht op omgang met asbest (na akkoord sloop afvalstoffen)9. Beoordelen en toezicht op asbestmeldingenAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJa Via artikel 2.1 en 5.2 WaboMotivatie uitvoering door de overheid:Deskundigheid die benodigd is voor activiteit 4, het herkennen van asbest, dient binnen de overheid aanwezig te zijn. De overige activiteiten kunnen uitbesteed worden, mits de overheid beschikt over dedeskundigheidsgebieden toezicht en handhaven milieu en bouwen.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:NVTNr. Deskundigheid ContinuïteitBasisopleiding:• MBO technischOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantal1–6, 9 Aanvullende opleiding(en): 1 jaar relevante werkervaringBasiscursus:• AsbestherkenningSpecialistische opleiding:• NVTBasiskennis:• Inzicht in structuur en systematiekAsbestverwijderingsbesluit, Bodembesluit, Wetmilieubeheer, Archeologie / monumentenzorg, Wetbodembescherming en Besluit mobiel breken bouw ensloopafvalDiepgaande kennis:• NVTEnkele 10-tallen activiteitenper jaar2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 47


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Basisopleiding:• HBO technischSloop en asbest (vervolg)Nr. Deskundigheid ContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Idem 1 – 6, 9Aanvullende opleiding(en):7–8 Basiscursus:1 jaar relevante werkervaring• NVTSpecialistische opleiding:• Asbest deskundige conformSC 570Diepgaande kennis:• Het in onderlinge samenhang kunnen interpreteren entoepassen van de voorschriften uit hetAsbestverwijderingsbesluit en Besluit mobiel breken bouwensloopafvalHoogfrequent> 40% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 48


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009A.4 Specialistische deskundigheidsgebieden accent milieuEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 49


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Afvalwater (indirecte lozingen)Activiteiten1. (Adviseren over) monstername, het beoordelen en het uitvoeren van (standaard) controles van lozingen die vallen onder algemene regels2. Beoordelen van en adviseren over bemonsteringsopstellingen bij afvalwaterlozingen op riolering3. Beoordelen van en adviseren over monstername strategieën (incl. bepalen parameters)4. Onderzoek naar en advisering over mogelijkheden beperking afvalwaterstromen en/of beperking van de verontreinigings- of vervuilingsgraad vanhet te lozen afvalwater5. Adviseren over vergunningen of ontheffingen op het gebied afvalwaterlozingen en grondwaterlozingen (bij saneringen en bronneringen) inriolering of de bodem6. Adviseren over klachten en overtreding van regelgeving7. (Laten) uitvoeren van controles op vergunde indirecte industriële lozingenAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJa Via art 2.1, art 5.2 inclusief de rechtstreekse verbodenvolgens artikel 10.15 Wm (Besluit lozingvoorschriften niet-inrichting) en 10.30 (verbod lozingafvalwater of afval op riool anders dan vanuitinrichting) en artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3°Motivatie uitvoering door de overheid:Activiteiten kunnen uitbesteed worden mits overheid over het deskundigheidsgebied toezicht en handhaven milieu beschikt en minimaal één medewerker met de deskundigheid voor activiteiten 1 en 2.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Monstername, het beoordelen en het uitvoeren van (standaard) controles van lozingen die vallen onder algemene regels kan op MBO niveau plaatsvinden. Voor dit type lozingen kan HBO door MBO vervangenworden in de onderstaande tabel.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 50


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Afvalwater (indirecte lozingen) (vervolg)Nr.Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO (Milieu,Chemisch/Technisch)DeskundigheidBasiskennis:• Kennis van relevante protocollen voor emissiemetingen ennormstellingen (emissie-eisen) op het gebied van afvalwater.• Kennis van structuur en systematiek Activiteitenbesluit,Wet milieubeheer, WABO• Kennis van relevante jurisprudentie• Kennis van vGRP en beleidsvelden gerelateerd aan wateren rioleringContinuïteitAanvullende opleiding(en):1-7Basiscursus:• Chemie enafvalwatertechnologie• Industriële bedrijfsprocessen• Zuiveringsproces RWZI(TAZ)• Monstername-strategieën• Bemonstering-opstellingen3 jaar relevante werkervaringDiepgaande kennis:• Het in onderlinge samenhang kunnen interpreteren enhanteren van wetsvoorschriften Wet bodemkwaliteit, Wetbodembescherming en WaterwetHoogfrequent> 40% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 51


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Bodem, bouwstoffen en waterActiviteitenHet deskundigheidsgebied heeft betrekking op de volgende drie hoofdactiviteiten:1. Onderhouden, gebruiken en toegankelijk maken van informatie uit een Bodeminformatiesysteem (BIS)2. Ondersteuning en advisering in het kader van vergunningverlening en toezicht en handhaving, waaronder:a) Laten uitvoeren, begeleiden bij en toetsen/controleren van bodemonderzoek/lozingonderzoekb) Beoordelen bodembeschermende voorzieningen (indien van toepassing: m.b.t. lozingenonderzoek)c) Uitvoering van het grondstromenbeheer in het kader van het besluit bodemkwaliteitd) Beoordelen (aanvragen) grondwateronttrekking, verlenen van de vergunning en uitvoeren toezicht en handhavinge) Beoordelen (aanvragen) koude-warmte opslagsysteemf) Beoordelen bodemsanering (noodzaak en plan), bodemonderzoek laten uitvoerenAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJaVia art 2.1, art 5.2 inclusief de rechtstreekse verbodenuit de Wet bodembescherming en artikel 2.12, lid 1,onder a, onder 3°Via artikel 5.2 Wabo3. Adviseren in het kader van een ‘afwijkingsbesluit’, waaronder:a) Niet complex: beoordelen bodemkwaliteit vanuit een oogpunt van volksgezondheidb) Complex: ook beoordelen geo-hydrologische situatie in relatie tot beoogde functie, beoordelen effecten van beoogde functies op waterkwaliteit,waterkwantiteit en waterveiligheidToezicht en handhaving bodem (o.a. Wbb en besluit bodemkwaliteit en afhandelen meldingen) is een apart deskundigheidsgebied opbasis van de rechtstreekse verboden (zie generieke deskundigheden).Daarnaast bestaat een belangrijke relatie met deskundigheidsgebied‘Ketentoezicht’.Motivatie uitvoering door de overheid:Activiteiten 2 en 3 kunnen uitbesteed worden aan een marktpartij mits de uitbestedende overheidsorganisatie beschikt over het deskundigheidsgebied vergunningverlening bouwen en toezicht bouwen, toezicht en handToelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:In het kader van adviseren in het ‘afwijkingsbesluit’ geldt als complex: bouwplannen of gebiedsontwikkeling met potentiële strijdigheid met diverse gemeentelijke, provinciale, landelijke en Europese toetsingskaders,een groot aantal belanghebbenden, meerdere procedures en/of ontheffingen tegelijkertijd (o.a. m.e.r. procedures, Natura 2000, diverse erfgoedbepalingen, etc) en/of een relatief hoge kans op een Raad van Stateprocedure.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 52


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Basisopleiding:• MBO technischBodem, bouwstoffen en water (vervolg)Nr. Deskundigheid ContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Kennis van: Bodeminformatiesysteem (functioneel beheer)• Wijze van openbaarstelling informatie aan externe partijen1Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• bodeminformatiesysteem0 – 1 jaar relevante werkervaringDiepgaande kennis:• NVTRegelmatig invoer inbodeminformatiesysteem(tenminste 10 per jaar)2 ivm controleSpecialistische opleiding:• NVT2Basisopleiding:• HBO technischAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• NVT2 jaar relevante werkervaringBasiskennis:• Inzicht in structuur en systematiek:Wetbodembescherming, Besluit en regeling bodemkwaliteit,AWB, Bouwstoffenbesluit, SIKB• Alléén als er een stortplaats in de gemeente is: Besluitstortplaatsen en stortverboden afvalstoffen• Grondwaterwet (relevant artikelen Waterwet)• Vergunningverlening, toezicht en handhavingproceduresDiepgaande kennis:• NVTHoogfrequent> 40% FTE,kan in combinatie metactiviteiten 1 en/oftoezichthouden bodem2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• bodem (post-HBO)Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 53


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• Geen aanvullingen tenopzichte van 1 en 2Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Geen aanvullingen tenopzichte van 1 en 2Specialistische opleiding:• Geen aanvullingen tenopzichte van 1 en 2Bodem, bouwstoffen en water (vervolg)Nr. Deskundigheid Continuïteit3EenvoudigGeen aanvullingen ten opzichte van 1 en 2Basiskennis:• Geen aanvullingen ten opzichte van 1 en 2Diepgaande kennis:• Geen aanvullingen ten opzichte van 1 en 2Geen aanvullingen ten opzichte • Geen aanvullingen tenvan 1 en 2opzichte van 1 en 2Basisopleiding:• HBO (bodem / water)Basiskennis:• Niet van toepassing3ComplexAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Afhankelijk van specifiekesituatie5 jaar relevante werkervaringDiepgaande kennis:• Geohydrologische situatie ter plaatse• Afhankelijk van specifieke situatieFulltime> 70% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• Afhankelijk van specifiekesituatieEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 54


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Externe veiligheidActiviteiten1. Inbreng aspecten externe- en procesveiligheid in het kader van vergunningverlening, toezicht, handhaving en het nemen van een afwijkingsbesluit(inclusief toepassing PGS richtlijnen. Het bijhouden van de EV-situatie (risicokaart)2. Vaststellen EV-situatie op basis van het RNVGS (relatie kunnen leggen tussen risicobronnen en ruimtelijke situatie en ontwikkelingen)3. Toetsen ontvankelijkheid QRA en het inhoudelijk beoordelen van het resultaat van een QRA4. Maken van QRA's in het kader van BEVI, RNVGS, Buisleidingen5. Advisering ten aanzien van verantwoording groepsrisico (inclusief beheersmaatregelen)Aantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJaGenoemde activiteiten (inclusief BEVI) zijn te relateren aan:• Art 2.1 lid e, het oprichten, het veranderen of veranderenvan de werking of het inwerking hebben van een inrichting• Art 5.2 (toezicht)• artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3°Motivatie uitvoering door de overheid:Activiteiten 1, 2, 3 door overheid. 4 betreft een ‘superspecialisme’ waarvoor in de praktijk slechts bovenregionale samenwerkingsverbanden en/of gespecialiseerde bureaus zullen voldoen aan de gestelde eisen. Het op dezewijze organiseren / structureel inhuren van deze deskundigheid verdient aanbeveling. Dit geldt mogelijk ook voor 4 omdat een relatief groot en ruimtelijk complex grondgebied nodig is om met voldoende frequentie het groteaantal verschillende typen situaties te kunnen beoordelen.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Uitgewerkt in tabel met de volgende bijzonderheid. Voor nr. 5 (verantwoorden groepsrisico door informatie bijeen te brengen voor de motivering van het besluit) zijn afhankelijk van de situatie de deskundigheden alsomschreven bij 1 – 4 nodig. Bij activiteit 5 is alleen de aanvullende deskundigheid geformuleerd ten opzichte van activiteiten 1-4.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 55


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 20091Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• MBO (voor inrichtingenklasse I)• HBO (voor inrichtingenklasse II/III)Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• EV, BEVI, PGS,omgevingsrecht• EV- (pseudo) wet- enregelgeving en gerelateerdedocumenten voor inrichtingen,transport en buisleidingenSpecialistische opleiding:• NVT1 jaar (o.a. binnen specialistenunit,procestechnologie, vergunningverlening,toezicht of handhaving)Externe veiligheid (vervolg)Nr. Deskundigheid ContinuïteitBasiskennis:• Het BEVI en gerelateerde wetten en regelingen kunnendoorgronden en correct toepassen in de context van het tenemen besluit. Weten welke elementen de QRA moetbevatten.• Systematiek M.e.r., WroDiepgaande kennis:• Inhoud, structuur en systematiek van de relevente PGSrichtlijnen kennen, doorgronden en correct toepassen in decontext van de Wabo• Inhoudelijke kennis van de PGS-richtlijnen (inclusief debijbehorende handboeken)• Uitgebreide kennis van stofcategorieën ADR/Wms,etikettering, labelling, insluitsystemen• Het kunnen beoordelen en in de Wm-vergunningverankeren van brandbestrijdingssystemen in relatie totPGS15• Kennis van de stand der techniek (o.a. op het gebied vanbrandwerendheid en blustechnieken)• Het kunnen beoordelen van veiligheidsgerelateerderapportages en inspectierapporten van deskundigen(bijvoorbeeld op het gebied van blusinstallaties,explosieveiligheid, vuurbelasting). Het kunnen beoordelenvan gelijkwaardigheidsvraagstukHoogfrequent> 40% FTE ( nr. 1t/m5deskundigheidsgebied Externeveiligheid)Aanvullend:5 – 10 beoordelingen ter plaatse op PGSrichtlijnen2 ivm bedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 56


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Basisopleiding:• MBOOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• EV, BEVI, PGS,1 jaar (o.a. binnen specialistenunit,omgevingsrechtprocestechnologie, vergunningverlening,• EV- (pseudo) wet- entoezicht of handhaving)regelgeving en gerelateerdedocumenten voor inrichtingen,transport en buisleidingenExterne veiligheid (vervolg)Nr. Deskundigheid Continuïteit2Basiskennis:• RNVGS en gerelateerde wetten en regelingen kunnendoorgronden en correct toepassen in de context van het tenemen besluit.• Systematiek M.e.rDiepgaande kennis:• Inzicht in aanwezige informatiebronnen betreffendetransportstromen en gevaarlijke stoffenHoogfrequent> 40% FTE ( nr. 1 – 5deskundigheidsgebied Externeveiligheid)2 ivm bedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVT3Basisopleiding:• HBO (procestechnologie,scheikunde, natuurkunde,werktuigbouwkunde)Aanvullende opleiding(en):Verdiepingsslagprocesveiligheid, Safeti_NL,QRA en inrichtingen, RBMII,Carola/Pipesafe (EVrekenmodellen)3 jaar (beoordelen QRA’s in het kader vanvergunningverlening milieu enafwijkingsbesluit en/of andere functie metregelmatig uitvoeren en/of beoordelenQRA’s)Basiskennis:• Weten hoe een QRA rapportage er uit moet zien, moetworden opgezet en uitgevoerd en welke invoergegevensnodig zijnDiepgaande kennis:• Op detailniveau weten welke detail invoergegevens nodigzijn voor het uitvoeren van berekeningen met relevante EVrekenmodellen,zoals Safeti_NL, RBMII (wegentransport) enCarola of Pipesafe (buisleidingen)• Kennis van waarschijnlijkheidsberekeningen• Kennis van chemische eigenschappen van stoffen enprocestechnologie• Kennis van bronmaatregelenHoogfrequent> 40% FTE ( nr. 3 en 4deskundigheidsgebied Externeveiligheid)Aanvullend:5 QRA’s beoordelingen per jaar (mixvan relevante inrichtingen en activiteiten)2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 57


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO (procestechnologie,scheikunde, natuurkunde,werktuigbouwkunde)Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Verdiepingsslag3 jaar relevante werkervaring (uitvoerenprocesveiligheid, Safeti_NL, QRA’s)QRA en inrichtingen, RBMII,Carola/Pipesafe (EVrekenmodellen)Specialistische opleiding:• Toepassen applicaties enbenodigde diepgaande kennisBasisopleiding:• HBO (Bij voorkeurprocestechnologie,milieukunde, natuurkunde,scheikunde of integraleveiligheidskunde)Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• NVTSpecialistische opleiding:• NVTExterne veiligheid (vervolg)Nr. Deskundigheid Continuïteit45Benodigde ervaring voor beoordelenzelfredzaamheid en voorbereidenrampenbestrijding:Ervaring met het werk vanrampenbestrijdingsorganisaties.Ervaring op het gebied van:• (brand)preventie• Proactie• Preparatie• Repressie• AGS/OVDBasiskennis:• waarschijnlijkheidsrekening (kennisniveau eerste jaarhbo/propedeuse)• Wet en regelgeving vervoer• Kennis van bron- en beheersmaatregelenDiepgaande kennis:• natuurkundeonder<strong>deel</strong> fysische transportverschijnselen (hetGele Boek PGS 2 kunnen begrijpen)• toxicologie, algemene beginselen, waaronder Probit-relaties(het Groene Boek PGS (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen)1 kunnen begrijpen)• chemische technologie (begrijpen van specifieke methodewaarmee de te analyseren systemen of installaties wordenbeschreven)• technische systeembeveiliging• specifieke risicoanalysetechnieken (foutenboom,gebeurtenissenboom)• algemene risicoanalysemethode (het Paarse Boek PGS3;werken met/definiëren van ongevalscenario’s)Basiskennis:Diepgaande kennis:• Kunnen denken in structuren en het maken van uniekeafwegingen• Alle benodigde inhoudelijk technische, juridische,economische en bestuurlijke kennis om zelfredzaamheid envoorbereiden rampenbestrijding te kunnen beoordelen (ziehieronder)• Gevoeligheid van en voor het bestuurlijke procesFulltime> 70% FTE externe veiligheid, waarvan40% nr. 4Aanvullend:.5 QRA’s per jaar t.a.v. inrichtingen (mixvan relevante inrichtingen)4 QRA’s per jaar t.a.v. transport (mixvan modaliteiten)3 beoordelingen, analyses enverantwoordingen per jaar voor deonderdelen voorbereidenrampenbestrijding en zelfredzaamheid2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheid2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 58


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Benodigde kennis voor beoordelen zelfredzaamheid en voorbereiden rampenbestrijding:Algemeen:• Basiskennis chemie of scheikunde.• Basiskennis vervoer gevaarlijke stoffen (ADR).• Het kunnen benoemen van maatregelen die het groepsrisico kunnen verminderen.• Kennis en begrip van QRA’s (kunnen interpreteren van uitkomsten en rapportages).• Begrip van de mogelijkheden van een rampenbestrijdingsorganisatie.• Kennis van de fysieke verspreidingsprocessen van gevaarlijke stoffen en fysische verschijnselen van optredende effecten (kunnen werken met specifieke programma’s).• Kennis van beschermingsmaatregelen en technieken bij de bestrijding en de beperking van de gevolgen.• Het kunnen toepassen van de handreiking verantwoording groepsrisico.Kennis van het berekenen van effectafstanden:• Inhoudelijke kennis van programma’s voor het berekenen van effectafstanden.• Inhoudelijke kennis van het berekenen van Probit, Dosis en Blootstellingsduur.• Gebruik kunnen maken van het Chemiekaartenboek.• Inhoudelijke kennis van Databestanden (bijv. Serida).• Inhoudelijke kennis van het berekenen van slachtofferaantallen (methode zoals beschreven in IPO 08-project).Benodigde kennis voor het beoordelen van de zelfredzaamheid:• Inhoudelijke kennis van de methodiek(en) om de hulpverleningsbehoefte aan slachtoffers (hulpvraag) te kunnen bepalen die gebruikt wordt bij de GHOR.• Kennis hebben van zelfredzaamheidsmethodiek(en). Deze omvat: typologie van zelfredzaam gedrag; risicoanalysekennis over optredende effecten; soorten van maatregelen in relatie tot mogelijkheid van zelfredzaam gedragwaarschuwen).• Kosten-batenanalyse zelfredzaam gedrag bevorderende maatregelen.Kennis specifiek voor het beoordelen van de voorbereiding van de rampenbestrijding:• Inhoudelijke kennis over de documenten Leidraad maatramp en Leidraad operationele prestaties (o.a. bepalen hulpaanbod).• Inhoudelijke kennis hebben van de methodiek(en) om de hulpverleningsbehoefte aan slachtoffers (hulpvraag) te kunnen bepalen.• inzicht hebben in het opstellen van een rampenbestrijdingsplan.• Kennis over inzetbaar bestrijdingsmaterieel.• Basiskennis crisismanagement.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 59


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009GeluidActiviteiten1. Beoordelen noodzaak voor onderzoek en beoordelen rapportages in het kader van de vergunningverlening, toezicht en het nemen van eenafwijkingsbesluit2. Adviseren over geluidsaspecten (inclusief te hanteren voorschriften)3. Uitvoeren geluidsonderzoeken en daarover adviseren4. Het inventariseren en controleren van invoergegevens5. Het opstellen en controleren van rekenmodellen6. Het bewerken van gegevens en databestanden met o.a. GIS7. Het bewerken van de berekeningsresultaten en toetsen aan de wet- en regelgeving en rapporteren8. Beoordelen/toetsen van metingen in het kader van handhaving9. Uitvoeren van trillingsonderzoeken10. Afgeven hogere waarde ontheffingAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/NeeJ ToelichtingJaVia artikel 2.1, art 5.2, art 2.12, lid 1, onder a, onder3° Wabo en de rechtstreekse verbodenMotivatie uitvoering door de overheid:Activiteiten 3 – 9 kunnen uitbesteed worden aan een marktpartij mits de uitbestedende overheidsorganisatie beschikt over minimaal één medewerker die beschikt over de deskundigheid nodig voor activiteiten 1 – 2.Activiteit nummer 10 dient binnen de overheid zelf georganiseerd te zijn.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Eenvoudig: enkelvoudige bronnen (MBO). HBO in de onderstaande tabel kan dan vervangen worden door MBO. De overige eisen blijven gelijk, mits geen nadere omschrijving in de tabel. Complex: meervoudigebronnen.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 60


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Nr. Deskundigheid Continuïteit3–8, 10eenvoudigOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO technisch(milieutechniek,werktuigbouwkunde,bouwkunde, verkeerskunde)Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Opstellen geluidsmodellen• Milieu wetgeving enruimtelijke ordening enArcGIS3 jaar relevante werkervaringIn geval van enkelvoudige bron: 0-1 jaarwerkervaring in het milieuwerkveldGeluid (vervolg)Basiskennis:• Wet geluidhinder(Wgh.), W.R.O.• Algemene Wet Bestuursrecht (AWB)• Akoestische rekenmodellen (kunnen bepalen welk modelvan toepassing is)• In geval van enkelvoudige bron is kennis van eenvoudigestandaardmodellen voldoende• Inzicht in systematiek van de M.e.r.• Inzicht in systematiek van Bedrijven en MilieuzoneringDiepgaande kennis:• NVTHoogfrequent> 40% FTEEn/of:3 keer per jaar uitvoeren vaneen onderzoek(industrielawaai/verkeerslawaai)2 ivm bedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• Hogere akoestiekBasisopleiding:• Idem 3-8,10 eenvoudigBasiskennis:• Idem 3-8,10 eenvoudig3 – 8, 10complexAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Idem 3-8,10 eenvoudigSpecialistische opleiding:• Idem 3-8,10 eenvoudig3 jaar relevante werkervaringIn geval van enkelvoudige bron: 0-1 jaarwerkervaring in het milieuwerkveldHoogfrequentDiepgaande kennis:> 40% FTE• Geluidsoverdracht modellen Industrie- en(spoor)weglawaaiEn/of:• Rekenmodellen CARII en URBIS Geonoise(DGMR)3 keer per jaar uitvoeren vanWinhavik (DirActivity)een onderzoek• NEN-EN 12354-3(industrielawaai/• GISapplicaties ESRI MapInfo programmatuurverkeerslawaai)• Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006, HandleidingMeten en rekenen industrielawaai2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 61


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Basisopleiding:• Idem 3-8Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalAanvullende opleiding(en):1–2 Idem 3 – 8, 10Basiscursus:• Idem 3-8Specialistische opleiding:• NVTGeluid (vervolg)Nr. Deskundigheid ContinuïteitBasiskennis:• Idem 3-8,10 eenvoudig• Inzicht in structuur en systematiek handleiding meten enrekenen industrielawaaiDiepgaande kennis:• Handreiking meten en rekenen industrielawaaiHoogfrequent> 40% FTEComplex:2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEenvoudig2 ivm bedrijfszekerheidBasisopleiding:• Idem 3-8Aanvullende opleiding(en):9Basiscursus:2 jaar relevante werkervaring• NVTBasiskennis:• Idem 3-8Diepgaande kennis:• Meten en rekenen industrielawaai en SBR-richtlijn BHoogfrequent> 40% FTEOf 3 keer per jaar uitvoerenvan een onderzoek2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 62


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Groen en ecologieActiviteiten1. Beoordelen of er sprake is van een bijzondere omstandigheid “groen en ecologie” in het kader van de omgevingsvergunning2. Het uitzetten en beoordelen van ecologisch onderzoek3. Uitvoeren van ecologisch onderzoek4. Adviseren bij ontheffingen Natuurbeschermingswet, Flora en Faunawet, Boswet, Wro en afwijkingsbesluitenAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/NeeJ ToelichtingJa Via artikel 2.1, art 2.12, lid 1, onder a, onder 3° en art 5.2Wabo en de rechtstreekse verboden conform FF-wet, Nb-weten boswetMotivatie uitvoering door de overheid:Activiteiten 1 – 4 kunnen uitbesteed worden aan een marktpartij mits de uibestedende overheidsorganisatie beschikt over minimaal één medewerker die beschikt over de deskundigheid nodig voor activiteiten 1 en 2.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Geen relevant onderscheid voor uitwerking in onderstaande tabel.Nr. Deskundigheid ContinuïteitBasisopleiding:• MBOOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasiskennis:• Inzicht in systematiek en structuur FF-wet , Nb-wet enBoswet• Ruimtelijke ordeningAanvullende opleiding(en):Diepgaande kennis:• NVTHoogfrequent1 Basiscursus:0 – 1 jaar relevante werkervaring > 40% FTE2 ivm bedrijfszekerheid• Flora en faunawet• Nb-wet• Ruimtelijke ordeningSpecialistische opleiding:• NVTBasisopleiding:• HBO ecologie / biologieBasiskennis:• Idem 1Aanvullende opleiding(en):2, 3, 4Basiscursus:3 jaar relevante werkervaring• Idem 1Specialistische opleiding:• Idem 1Diepgaande kennis:• Natuur en ecologie• Stedelijk groen• NATURA 2000 en aanverwante regelgeving• Ecologische en landschappelijke condities, kunnenbenoemen waaronder een initiatief doorgang kan vindenFulltime> 70% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivm bedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 63


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009LuchtkwaliteitActiviteiten1. Het kunnen bepalen of van onderzoeksplicht of noodzaak sprake is (o.a. op basis van het Besluit luchtkwaliteit), en zo ja het kunnen bepalen welkrekenmodel van toepassing is2. Het (laten) uitvoeren van luchtonderzoeken met toepassing van het NNM en CAR model (of een SRM3 model)a) Het inventariseren en controleren van invoergegevensb) Het bewerken van gegevens en databestandenc) Het bewerken van de berekeningsresultaten3. Het uitvoeren van luchtonderzoeken met behulp van complexe rekenmodellen (juiste input leveren en output genereren)4. Het beoordelen en interpreteren van rapportages (van interne of externe adviseurs) en daarover adviseren i.h.k.v. de vergunningverlening,handhaving en het nemen van een afwijkingsbesluit5. Het uitvoeren van emissiemetingen en geuronderzoeken6. Het beoordelen van geurrapportagesAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee ToelichtingJa Herleidbaar tot art 2.1, art 2.12, lid 1, onder a, onder3°, art 5.2 van de Wabo en de rechtstreeksteverbodenMotivatie uitvoering door de overheid:Activiteit 4 moet binnen de overheid uitgevoerd worden. Zonder de benodigde deskundigheid voor deze activiteit is het niet goed mogelijk om werkprocessen op een juiste manier uit te voeren en het werk vanexternen te beoordelen.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Complexiteit van de activiteit wordt bepaald door de ingewikkeldheid van de benodigde berekeningen en modellering. In de uitsplitsing van activiteiten is hier rekening mee gehouden.Nr. Deskundigheid ContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO technisch (bijv.milieutechnisch,werktuigbouwkunde)1-2 Aanvullende opleiding(en): 1 jaar relevante werkervaringBasiscursus:• NVTSpecialistische opleiding:• NVTBasiskennis:• Inzicht in structuur en systematiek Wro, Wm, Besluitluchtkwaliteit en AWB• Inzicht in structuur en systematiek van rekenmodellenCARII, Nieuw National Model, V-stacks, ISL3a en Urbis ofeen SRM3 modelDiepgaande kennis:• Kennis van opzet en werking CARII• Kunnen doorgronden uitkomsten CARII3 keer per jaar uitvoeren vaneen onderzoek2 ivm kunnen controlerenwerkEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 64


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO technisch (bijv.milieutechnisch,werktuigbouwkunde)Luchtkwaliteit (vervolg)Nr. Deskundigheid ContinuïteitBasiskennis:• Idem 1 – 2• Inzicht in de systematiek van de M.e.r.• Inzicht in de systematiek van Bedrijven en milieuzonering3, 4, 6Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Verdiepingscursusrekenmodellen CARII, NieuwNationaal model en URBIS• Verdiepingscursusluchtkwaliteit• RO (Bedrijven enmilieuzonering)3 jaar relevante werkervaring in het werkenmet modellen en kunnen rekenen metcomputersDiepgaande kennis:• Idem 1 – 2• Gedetailleerde kennis van de opzet, werking enmodellering van de rekenmodellen• Voor activiteit 4: Wet Luchtkwaliteit/NSL, RSL enEuropese Richtlijn LuchtkwaliteitFulltime> 70% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVTBasisopleiding:• MBO technisch (bijv.procestechnologie)Basiskennis:• Emissiemetingen5Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• Verdiepingscursusrekenmodellen CARII, NieuwNationaal model en URBIS• Verdiepingscursusluchtkwaliteit• RO (Bedrijven enmilieuzonering)3 jaar relevante werkervaringDiepgaande kennis:• NVTFulltime> 70% FTE2 ivm controlerenwerkzaamheden enbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 65


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009A.5 Specialistische deskundigheidsgebieden accent ruimtelijke ordeningEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 66


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Stedenbouw en inrichting openbare ruimteActiviteiten1. Opstellen stedenbouwkundige en inrichtingsplannen2. Adviseren over bouwvoornemens die afwijken van het vigerende beleid3. Opstellen van richtlijnen en kaders voor stedenbouwkundige en inrichtingsplannen4. Beoordeling extern gemaakte stedenbouwkundige en inrichtingsplannenAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJa Via artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3° van deWaboMotivatie uitvoering door de overheid:2, 3 en 4 zijn activiteiten die door hun aard niet kunnen worden uitbesteed omdat dit overheidsactiviteiten betreffen. Activiteit 1 kan worden uitbesteed met de onder 3 genoemde voorwaarden. Voorwaarde daarbij isdat er voldoende deskundigheid bij de overheid aanwezig is en blijft om de activiteiten 3 en 4 te kunnen uitvoeren.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Eenvoudig: procedure voor in veel gevallen het bouw<strong>deel</strong> van de omgevingsvergunning, bijvoorbeeld met betrekking tot de gebruiksfunctie van een (<strong>deel</strong> van een) gebouw waarbij geen bezwaar van het bestuurbestaat (1-2 jaar ervaring).Complex: bouwplannen of gebiedsontwikkeling met potentiële strijdigheid met diverse gemeentelijke, provinciale, landelijke en Europese toetsingskaders, een groot aantal belanghebbenden, meerdere proceduresen/of ontheffingen tegelijkertijd (o.a. m.e.r. procedures, Natura 2000, diverse erfgoedbepalingen, etc) en/of een relatief hoge kans op een Raad van State procedure.3 jaar ervaring) Afhankelijk van de exacte aard en omvang van de beoogde gebiedsontwikkeling kan het nodig zijn specialismen binnen de stedenbouw, verkeerskundige of landschapsarchitectuur in te zetten. Hetgaat te ver om alle denkbare gevallen hier uit te werken. Een goede stedenbouwer herkent deze situaties en zal daar naar handelen.Nr. Deskundigheid Continuïteit1Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO (stedenbouw, academievoor bouwkunst ofgelijkwaardig)Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• NVTSpecialistische opleiding:• NVT3 – 5 jaar relevante werkervaringFrequentie minimaal 2 per jaarBasiskennis:• Bestemmingsplannen• Wabo• Gebiedsontwikkeling (complexe gevallen)• Grondexploitatie• Digitalisering van bestemmingsplannenDiepgaande kennis:• Kennisinrichting openbaar gebied• SVBP• Gemeentelijke RO beleid en daaraan gerelateerde velden(denk aan parkeer en vervoerbeleidHoogfrequent> 40% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 67


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Nr. Deskundigheid ContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• Idem 1Basiskennis:• Bestemmingsplannen• Wabo• Gemeentelijk, rijks en provinciaal beleid op gebied van EV,cultuurhistorie (o.a. beschermd dorps- en stadsgezicht)Meer dan 1 jaar relevante werkervaring milieu in de breedte, economie, verkeer inclusief parkeren,bedrijventerreinen, woningbouw, groen, EHS, landbouw etc.2Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• NVTFrequentie beoordeling 5 tot 10 aanvragenper jaarStedenbouw en inrichting openbare ruimte (vervolg)Diepgaande kennis:• Idem 1• Idem 1• Idem 1Specialistische opleiding:• NVTBasisopleiding:• Idem 1Basiskennis:• Idem 1• Grondexploitatie• Gemeentelijk beleid3,4Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• NVT• Idem 1Diepgaande kennis:• Inrichting openbare ruimte• Idem 1• Idem 1Specialistische opleiding:• NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 68


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Exploitatie-planeconomieActiviteiten1. Het opstellen, adviseren over de besluitvoering en het uitvoeren van plannen m.b.t. grondexploitaties2. Het opstellen van haalbaarheidsanalyses, exploitatiebegrotingen, varianten afwegingen, rendementsberekeningen, begrotingen voorprojectontwikkeling etc.3. Beoordelen van de effecten van de grondexploitatiewet en opstellen effectrapportagesAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJa Via artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3° van deWaboMotivatie uitvoering door de overheid:Alle activiteiten kunnen extern uitbesteed worden.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:NVTNr. Deskundigheid ContinuïteitOpleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO (geodesie, socialegeografie, planeconomie,financieel)1-3 3 jaarAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• NVTSpecialistische opleiding:• exploitatie/planeconomieBasiskennis:• Wro (afd. 6 Grondexploitatiewet)• Boekhoudkundig, financieringen• Gemeentewet• Milieuwet/-zonering• Civiel technische kennis• Structuurvisie• WaboDiepgaande kennis:• Grondexploitaties• Procesmanagement• Reken-/exploitatiemodellenHoogfrequent>40% Fte2 i.v.m. bedrijfszekerheid encontroleEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 69


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009CultuurhistorieActiviteitenAlgemeen:1. Adviseren t.a.v. cultuurhistorische aspecten in het kader van omgevingsvergunningen en het handhaven van de omgevingsvergunning2. Beoordelen van de aanvraag aan cultuurhistorische waarden3. Effecten van het te nemen afwijkingsbesluit aangeven op de cultuurhistorische waarde4. Opstellen van voorschriften voor omgevingsvergunning5. Inhoudelijk adviseren bij bezwaar en beroepAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJa Via artikel, 2.1 (Ida f/h), artikel 2.12, lid 1, onder a,onder 3° en artikel 5.2 WaboAanvullende activiteiten Gebouwde Monumentenzorg:6. Adviseren t.a.v. monumentale aspecten in het kader van omgevingsvergunningaanvragen (activiteit bouwen en slopen) en het handhaven van deomgevingsvergunning)7. Toetsen van de aanvraag aan de Monumentenwet 19888. Toetsen van de aanvraag aan een erfgoedverordening9. (Beoordelen van) bouwhistorische onderzoek en waardestellingen: Interpreteren monumentwaardigheid (van onderdelen)Aanvullende activiteiten Archeologische Monumentenzorg (AMz):10. Adviseren t.a.v. archeologische aspecten in het kader van omgevingsvergunningen11. Toetsen van de aanvraag aan de Monumentenwet 198812. Toetsen van de aanvraag aan een eventuele erfgoedverordening13. Beoordelen van archeologische rapportenAanvullende activiteiten Beschermde stads- en dorpsgezichten:14. Adviseren t.a.v. stedenbouwkundige, historisch-geografische en ruimtelijk aspecten in het kader van omgevingsvergunningen15. Maken van een cultuurhistorische en ruimtelijke analyse16. Vertalen cultuurhistorische waarden en betekenissen naar ruimtelijke uitgangspunten of toetscriteria voor aanvragen17. Toetsen van de aanvraag aan de doelstelling van het instrument beschermd gezicht en het ter bescherming strekkend bestemmingsplan18. Toetsen van de aanvraag aan het ruimtelijke kwaliteitsbeleid (welstand) en erfgoedverordeningAanvullende activiteiten Cultuurlandschap:19. Adviseren t.a.v. cultuurlandschappelijke aspecten in het kader van omgevingsvergunningen20. Effecten van het te nemen afwijkingsbesluit aangeven op het landschap.Motivatie uitvoering door de overheid:Activiteiten 1-5 dienen te worden georganiseerd binnen de overheid De overige activiteiten kunnen worden uitbesteed indien de overheidsorganisatie voldoet aan de kritieke massa criteria voor activiteiten 1-5.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Geen relevant onderscheid voor uitwerking kritieke massa.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 70


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:Indien alleen uitvoeringalgemene activiteiten:• HBO (archeologie,bouwkunde, historischegeografie, erfgoed studies)1-5 2 jaar relevante werkervaringAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• NVTCultuurhistorie (vervolg)Nr. Deskundigheid ContinuïteitBasiskennis:• Cultuurhistorie• Nota Belvedere• Wro/Bro• Awb• AMvB Ruimte, nota ruimte en structuurvisie• M.e.r.-procedures• Monumentenwet 1988Diepgaande kennis:• Historie van het gebiedSpecialistische opleiding:• NVTBasisopleiding:• HBO Bouwkunde• HBO Cultuurhistorie/ErfgoedAanvullende opleiding(en):6 – 9Basiscursus:• Diverse mogelijkheden, bijv:Begeleiding uitvoeringrestauraties (NRC) in debouw/ module m.b.t. erfgoed/cultuurhistorie aan eenhogeschool2 jaar relevante werkervaringSpecialistische opleiding:• Diverse mogelijkheden, bijv:Begeleiding uitvoeringrestauraties (NRC) in debouw/ module m.b.t. erfgoed/cultuurhistorie aan eenhogeschoolBasiskennis:• Restauratiefilosofieën• Kennis van herstel baksteen, natuursteen, voegwerk,kapconstructies, goten, dakbedekkingen, herstel balklagen,vloeren, binnentimmerwerk, afwerking historische binnen-enbuitenruimte, historisch groenDiepgaande kennis:• Lokale (steden)bouwkundige geschiedenis enkarakteristiekenIndien alleen algemeen:Fulltime> 70% FTEIndien ook aanvullendeactiviteiten:Hoogfrequent> 40% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 71


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO ArcheologieAanvullende opleiding(en):10-13 2 jaar relevante werkervaringBasiscursus:• NVTSpecialistische opleiding:• NVTBasisopleiding:• HBO (archeologie,bouwkunde, historischegeografie, erfgoed studies)Aanvullende opleiding(en):Basiscursus:• StedenbouwSpecialistische opleiding:• NVTCultuurhistorie (vervolg)Nr. Deskundigheid Continuïteit14-182 jaar relevante werkervaringBasiskennis:• Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA)• Besluit op de archeologische monumentenzorg (Bamz)• Gemeentelijke archeologische verwachtings/ waardenkaartcq. BeleidskaartDiepgaande kennis:• Actuele en in brede archeologische kring aanvaardewetenschappelijke inzichtenBasiskennis:• Ruimtelijke ordening, planologie en stedenbouwDiepgaande kennis:• NVTIndien alleen algemeen:Fulltime> 70% FTEIndien ook aanvullendeactiviteiten:Hoogfrequent> 40% FTEIndien alleen algemeen:Fulltime> 70% FTEIndien ook aanvullendeactiviteiten:Hoogfrequent> 40% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheid2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidSpecialistische opleiding:• NVTEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 72


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Nr. Deskundigheid Continuïteit19-20Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO (archeologie,bouwkunde, historischegeografie, erfgoed studies)• Specialisatiecultuurlandschap/landschapsgeschiedenisAanvullende opleiding(en):Basiscursus:• NVTSpecialistische opleiding:• NVT2 jaar relevante werkervaringCultuurhistorie (vervolg)Basiskennis:• Natuurschoonwet• Werelderfgoed• Provinciaal en gemeentelijk beleid m.b.t. cultuurlandschapDiepgaande kennis:• NVT• Ontstaansgeschiedenis Nederlands landschapIndien alleen algemeen:Fulltime> 70% FTEIndien ook aanvullendeactiviteiten:Hoogfrequent> 40% FTE2 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 73


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Activiteiten1. Het uitvoeren van milieuzoneringsonderzoek:a) Het bepalen van de milieugevoeligheid van de gewenste functie en de omgeving (gebiedstype)b) Het bepalen van milieuzones in en rondom het plangebied aanwezige planologische bestemmingen m.b.v. de systematiek Bedrijven enMilieuzoneringc) Het bepalen van milieuzones van in en rondom het plangebied aanwezige bedrijven m.b.v. de systematiek Bedrijven en Milieuzonering en op basisvan (pseudo) milieuwet- en regelgevingd) Het bepalen van milieuzones van niet-inrichtinggebonden hinder- en risicobronnen op basis van (pseudo) milieuwet- en regelgevinge) Het beoordelen of nader onderzoek naar een milieuaspect noodzakelijk is, zoals b.v. akoestisch onderzoekf) Het beoordelen en interpreteren van nader milieuonderzoek en de consequenties van het onderzoek t.a.v. de gewenste ontwikkelingg) Het maken van inhoudelijke overwegingen over aan te houden milieuzones uitgaande van de geldende toetsingskaders en de beschikbareafwegingsruimteh) Het opstellen van een milieuzoneringsparagraaf t.b.v. een afwijkingsbesluit2. Het begeleiden, beoordelen en interpreteren van een milieuzoneringsonderzoekMilieuzoneringAantoonbaar herleidbaar tot afbakeningJa/Nee/ToelichtingJaVia art 2.1, art 5.2 en art 2.12, lid 1, onder a, onder3° WaboMotivatie uitvoering door de overheid:Activiteit 1 kan worden uitbesteed aan een marktpartij mits de uitbestedende overheidsorganisatie beschikt over minimaal één medewerker die beschikt over de deskundigheid nodig voor activiteit 2.Toelichting complexe vs. eenvoudige activiteiten:Geen nader onderscheid tussen complex en eenvoudig.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 74


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Opleiding Ervaring Kennis FrequentieAantalBasisopleiding:• HBO (milieu/technisch)Milieuzonering (vervolg)Nr. Deskundigheid ContinuïteitBasiskennis:• De structuur en systematiek van de Wet milieubeheer• De systematiek van de ruimtelijke ordening en het kunnendoorgronden van (digitale) bestemmingsplannen• Grondbeginselen van de meest relevante milieu-thema’s(risico’s en effecten geur, stof geluid, gevaar (incl. EV) enbijbehorende toetsingskadersAanvullende opleiding(en):1-2Basiscursus:• Omgevingsrecht• Wabo• Awb• Milieurecht• Externe veiligheid• Geluid• Lucht (Geur & Stof)• Cursus Bedrijven enMilieuzonering3 jaar relevante werkervaringSpecialistische opleiding:• NVTDiepgaande kennis:• Systematiek Bedrijven en Milieuzonering (VNG)• Actuele kennis van relevante (pseudo) milieuwet- enregelgeving (incl. bijbehorende jurisprudentie), in relatie totmilieuzonering rondom bedrijvigheid en nietinrichtinggebondenactiviteiten zoals o.a.hoogspanningslijnen• Het kunnen bepalen van (meest) milieuzonerings-relevante(bedrijfsmatige) activiteiten• Het kunnen bepalen van de bij een planologischebestemming behorende milieuzone• Relevante rekenmodellen: kunnen bepalen of juiste modelis toegepast en de in een bijbehorende rapportageopgenomen resultaten kunnen beoordelen, interpreteren envertalen• Het kunnen maken van inhoudelijke overwegingen overaan te houden milieuzones uitgaande van de geldendetoetsingskaders en de beschikbare afwegingsruimte• Het kunnen opstellen van een milieuzonerings¬paragraaft.b.v. een afwijkingsbesluit40% FTEEn/of:15 x per jaar activiteit 1 of 22 ivm controle+ 1 in opleiding ivmbedrijfszekerheidEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 75


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009BProcescriteria, inhoudelijke criteria en prioriteiten per BIG-8 elementEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 76


1. Rapportage en evaluatieProjectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Criteria Gezamenlijk (vergunningverlening en toezicht en handhaving)1 Verantwoording van inzet, prestaties en resultatenHet Bevoegd Gezag ontwikkelt een systematiek om intern en extern verantwoording af te leggen over het proces voor vergunningverlening (inclusief meldingen) en het toezicht- enhandhavingsproces en de resultaten en effecten hiervan. Deze systematiek wordt bestuurlijk vastgelegd.1.1 Deze verantwoording heeft minimaal betrekking op de volgende elementen:a. Flexibiliteit en actualiteit vigerende juridische planologische regelingen.b. Zicht op afwijkingen in verband met mogelijke activiteiten die in strijd zijn met het bestemmings,- dan wel inpassingsplan.c. Strategische doelstellingen.d. Operationele doelstellingen: een rapportage van de eigen indicatoren bij de binnen de organisatie geformuleerde doelstellingen en/of prioriteiten.e. Een rapportage van de afspraken die in het kader van bestuursovereenkomsten of handhavingsarrangementen zijn gemaakt.f. Regelmatige benchmarking met andere diensten uitvoeren.g. Prestaties vergunningverlening:i. aantal producten per categorie en tijdsbesteding;ii. mate van actualiteit van de portfolio aan vergunningen;iii. tijdigheid (uitgedrukt in percentage afwijking van vastgestelde tijdigheid normstelling) van het besluit;iv. juridische kwaliteit;v. evaluatie prestaties vergunningverlening uitmondend in verbeteringen ten aanzien van de vergunningverlenings(beleid)cyclus.h. Prestaties toezicht en handhaving:i. aantal producten per categorie en tijdsbesteding;ii. mate waarin toezicht- en sanctiestrategie is toegepast;iii. realisatie bezoekfrequenties;iv. tijdigheid (uitgedrukt in percentage afwijking van vastgestelde tijdigheid normstelling ) van de (her)controle;v. tijdigheid (uitgedrukt in percentage afwijking van vastgestelde tijdigheid normstelling) versturen controleverslag en brief;vi. het naleefgedrag;vii. evaluatie van de handhavingsresultaten uitmondend in verbeteringen ten aanzien van de handhavings(beleids)cyclus.i. Prestaties wat betreft aanvragen niet passend binnen het bestemmings- dan wel inpassingsplan:i. aard van de aanvraag;ii. complexiteit;iii. overwegingen;iv. aantal aanvragen;v. genomen besluiten;vi. aantal malen wanneer bezwaar en beroep is aangetekend.j. Terugkoppeling van resultaten en aanbevelingen.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 77


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 20091. Rapportage en evaluatie (vervolg)Criteria Vergunningverlening2 ProbleemanalyseVoor de taken op het gebied van vergunningverlening en meldingen, die op grond van deWabo verplicht zijn, handelt het Bevoegd Gezag op basis van een bestuurlijk vast te stellenprobleemanalyse, ten einde sturing te kunnen geven aan haar inspanningen op het gebied vanvergunningverlening en het afhandelen van meldingen.2.1 Voor alle besluiten omtrent omgevingsvergunningen betreft dit een analyse van decomplexiteit en aard van de te verwachten (bouw)vergunningen ten einde een gefundeerdeinschatting te kunnen maken voor benodigde capaciteit (kwaliteit en kwantiteit).Deze analyse bevat tenminste de volgende elementen:a. aantal te verwachten aanvragen / meldingen;b. type bouwwerk / aard van de inrichting;c. aard en complexiteit van de aanvraag;d. benodigde capaciteit (met in acht name van de kritieke massa criteria).2.2 Voor het gebruiks<strong>deel</strong> van de omgevingsvergunning betreft dit in aanvulling op criterium1.1. een periodieke toets naar de actualiteit van de verleende vergunningen op basis waarvankan worden beoor<strong>deel</strong>d of een besluit dient te worden geactualiseerd. Voor het uitvoeren vande toets wordt ruimte opgenomen in het capaciteitsplan. De uitkomsten van deze toets wordtjaarlijks doorvertaald naar het jaarprogramma.Deze periodieke toets bevat tenminste de volgende elementen:a. de noodzaak tot aanpassing van de vergunning;b. de huidige en beoogde milieubelasting;c. ouderdom van de oprichtingsvergunning of indien aan de orde, meest recenterivisieomgevingsvergunning in relatie tot vastgestelde doelen over actualisatie;d. aantal milieubeschikkingen dat geldt voor inrichting;e. de verandering in wetten regelgeving, inclusief Europese regelgeving (bijvoorbeeldwijzigingen in Bref's);f. de mate waarin vergunningen dekkend zijn;g. geografische context van de vergunning waarvoor actualisering kan worden overwogenrekeninghoudend met de huidige en beoogde functies en (milieu)kwaliteiten in deomgeving van de inrichting;h. de noodzaak tot verdere beperkingen van de nadelige gevolgen voor het milieu;i. nieuwe of andere technische mogelijkheden om het milieu te beschermen;j. waarnemingen uit de handhavingspraktijk die leiden tot actualisatie van vergunningen.Criteria Toezicht en handhaving2 ProbleemanalyseDe handhavingsorganisatie handelt op grond van een analyse van de problemen in de fysiekeleefomgeving, de effecten van niet-naleving en de kansen op niet-naleving, teneinde sturing tekunnen geven aan haar handhavingsinspanningen.2.1 De probleemanalyse is gebaseerd op een daarvoor geschikte methode die inzicht geeft inhet naleefgedrag, de risico's en het bestuurlijke gewicht daarvan.De analyse heeft tenminste betrekking op:a. feitelijk naleefgedrag;b. de mogelijke effecten van potentiële en feitelijke overtredingen;c. de kansen op overtredingen;d. klachten en signalen;e. landelijke prioriteiten.2.2 In aanvulling op 1.1 heeft deze analyse voor de bouwfase tenminste betrekking op:a. antal te verwachten bouwwerken in afwijking van de bouwvergunning;b. aantal te verwachten sloopwerken in afwijking van de sloopvergunning;c. aantal te verwachten bouwwerken zonder bouwvergunning;d. aantal te verwachten sloopwerken zonder sloopvergunning.In aanvulling op 1.1 heeft deze analyse voor de gebruiksfase tenminste betrekking op:a. de bestaande gebouwenvoorraad;b. alle inrichtingsgebonden en niet-inrichtingsgebonden taken en objecten;c. alle (taakgebonden) omgevingsproblemen;d. de te verwachten omvang van gebruik van gebruiksvergunningsplichtige bouwwerken inafwijking van de gebruikersvergunning;e. de te verwachten omvang van gebruik van gebruiksvergunningplichtige bouwwerkenzonder gebruiksvergunning;f. analyse van stofstromen.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 78


Criteria Vergunningverlening2.3 Voor het <strong>deel</strong> van de omgevingsvergunning waarvoor een goede ruimtelijkeonderbouwing nodig is omdat deze afwijkt van het vigerende bestemmings- dan welinpassingsplan bevat deze analyse tenminste:a. aard van de aanvragenb. complexiteit (aantal <strong>deel</strong>aspecten)c. overwegingend. aantal aanvragene. genomen besluitenf. aantal malen wanneer bezwaar en beroep is aangetekend1. Rapportage en evaluatie (vervolg)Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Criteria Toezicht en handhaving2.4 De probleemanalyse wordt minimaal 1 keer per 4 jaar opgesteld en bestuurlijk vastgesteld(bestuurlijke vaststelling dient ook plaats te vinden bij tussentijdse bestuurswisselingen). Deprobleemanalyse wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van een analyse van algemene dan welwijzigingen in de bouwprognoses en economische ontwikkelingen en overige facturen die vaninvloed kunnen zijn op de prioriteitsstelling. De resultaten daarvan worden ieder jaargehanteerd voor het opstellen van een raming van de nodige capaciteit en vertaald naar hetuitvoeringsprogramma vergunningverlening en de begroting.2.3 De probleemanalyse wordt minimaal 1 keer per 4 jaar opgesteld en bestuurlijk vastgesteld(bestuurlijke vaststelling dient ook plaats te vinden bij tussentijdse bestuurswisselingen). Deprobleemanalyse wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van een analyse van algemene dan welwijzigingen in de fysieke leefomgeving (binnen het eigen grondgebied of van buurgemeenten /regio's) die van invloed kunnen zijn op de prioriteitsstelling. De resultaten daarvan wordenieder jaar gehanteerd voor het opstellen van een raming van de nodige capaciteit en vertaaldnaar het handhavinguitvoeringsprogramma en de begroting.Criteria Gezamenlijk (vergunningverlening en toezicht en handhaving)3 Vergelijking en auditingHet Bevoegd Gezag ontwikkelt een systematiek (bijvoorbeeld via benchmarking) om inzet, organisatie en het resultaat van de vergunningverlening en handhaving te vergelijken, te toetsen en tebeoordelen.3.1 Voor vergunningverlening, inclusief activiteiten die in strijd zijn met het bestemmings- dan wel inpassingsplan, zijn de elementen waarmee vergeleken, getoetst en beoor<strong>deel</strong>d wordttenminste de volgende:a. tijdigheid van de vergunning;b. actualiteit van de vergunningen;c. juridische kwaliteit van de vergunning;d. juridische kwaliteit van de beroep en bezwaar procedure/het aantal (gewonnen en verloren) beroep en bezwaarprocedures in relatie tot het aantal genomen besluiten.3.2 Voor toezicht en handhaving, inclusief activiteiten die in strijd zijn met het bestemmings- dan wel inpassingsplan, zijn de elementen waarmee vergeleken, getoetst en beoor<strong>deel</strong>d wordttenminste de volgende:a. toepassen sanctiestrategie;b. naleefgedrag;c. bezoekfrequenties;d. tijdigheid van de (her)controle;e. tijdigheid versturen controleverslag en brief;f. prestaties bedrijf t.o.v. branche (benchmark).Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 79


Criteria Vergunningverlening4 Prioriteitenstelling en meetbare doelstellingenHet kader voor de uitvoering van de omgevingsvergunning wordt gevormd door Europese,landelijke of lokale wet- en regelgeving en door Europese (bijv. NEC), landelijke (bijv.Actieplan fijn stof, LAP) en lokale (bijv. een milieubeleidsplan) beleidsmatige kaders.Wijzigingen in deze kaders, door bijvoorbeeld jurisprudentie of nieuwe inzichten, kan leidentot de noodzaak om vergunningen te actualiseren. Het Bevoegd Gezag zorgt voor eenprioriteitsstelling ten aanzien van de uit te voeren actualisatie. Voor bouwvergunning engebruiksvergunning is het niet toegestaan om de vergunning te actualiseren.2. Strategisch beleidskaderProjectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Criteria Toezicht en Handhaving4 Prioriteitenstelling en meetbare doelstellingenDe handhavingsorganisatie handelt op grond van een integrale prioriteitenstelling van dehandhavingstaak (een in samenhang opgestelde prioriteitsstelling voor alle <strong>deel</strong>aspecten van deWabo).4.1 De prioriteitstelling en doelstellingen omvatten tenminste:a. een omschrijving van het doel van de vergunningverlening per beleidsveld;b. prioriteiten, rekeninghoudend met de probleemanalyse (zie 'rapportage en evaluatie') enmet evaluaties (zie 'monitoring');c. een vastlegging van concrete, meetbare doelen ten aanzien van de frequentie waarmee hetmilieu<strong>deel</strong> van de omgevingsvergunning geactualiseerd wordt;d. meetbare indicatoren voor alle doelstellingen, inclusief afspraken over monitoring van dieindicatoren.4.2 Voor het milieu<strong>deel</strong> van de omgevingsvergunningen bevat deze prioriteitstelling devolgende elementen (de grondslag hiervoor is artikel 8.22 Wet milieubeheer):a. het belang van de prioritering;b. het (type) inrichtingen wat geactualiseerd moet worden;c. de milieuaspecten;d. het geografische gebied.4.3 Voor activiteiten die in strijd zijn met het bestemmings- dan wel inpassingsplan dient hetBevoegd Gezag een beginselbereidheid te formuleren. De motivering hiervan dient opgesteldte worden op basis van:a. de mate waarin deze bereidheid past in het vigerende beleidskader;b. de mate waarin deze bereidheid de ruimtelijke kwaliteit dient.4.1 De prioriteiten en doelstellingen omvatten tenminste:a. een omschrijving van het doel van de handhaving per beleidsveld (inclusiefnaleefgedrag);b. prioriteiten, rekening houdend met de probleemanalyse, het naleefgedrag en metevaluaties;c. meetbare indicatoren voor alle doelstellingen, inclusief afspraken over monitoring van dieindicatoren.4.2 In het handhavingsbeleid van het bestuursorgaan wordt uitwerking gegeven aan delandelijke prioriteiten. 1 In deze uitwerking wordt ten minimale aandacht besteed aan:a. afstemming met handhavingspartners;b. regionale samenwerkingsafspraken;c. het beschikbaar stellen van middelen en capaciteit.Gezamenlijke criteria Vergunningverlening en Toezicht & Handhaving5 Vastleggen van benodigde capaciteit in de begrotingOp basis van vastgestelde prioriteiten en doelstellingen wordt de benodigde capaciteit gepland en vastgelegd in de begroting.6 Vastleggen van benodigde financiële middelen in de begrotingOp basis van vastgestelde prioriteiten en doelstelling worden de benodigde financiële middelen gepland en vastgelegd in de begroting.1 In ieder geval vallen in de huidige situatie vallen hieronder de speerpunten LOMEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 80


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 20093. Operationeel beleidskaderCriteria Vergunningverlening7 Strategie vergunningverleningHet Bevoegd Gezag handelt op grond van een strategie en objectieve criteria voor hetbeoordelen en beslissen over een omgevingsvergunning en het afhandelen van meldingen, teruitwerking van de in de wet bepaalde criteria. In deze strategie is vastgelegd welke vormen vanvergunningverlening worden onderscheiden en wat de basiswerkwijze daarbij is, mede tenaanzien van aanvragen die in strijd zijn met het bestemmings- dan wel inpassingsplan. HetBevoegd Gezag zorgt ervoor dat de basiswerkwijze van vergunningverlening volgens eengeborgd proces verloopt.8 Beleid ruimtelijke ordening:Het Bevoegd Gezag beschikt over:a. bestemmingsplanbeleid dan wel inpassingsplanbeleid;b. ontheffingsbeleid;c. afwijkingsbesluitenbeleid.8.1 Bestemmings- inpassingsplanbeleidVoor het beoordelen van aanvragen die in strijd zijn met een goede ruimtelijke onderbouwingbeschikt het Bevoegd Gezag over een bestemmings-, dan wel inpassingsplanbeleid:a. Het beleid is er op gericht dat alle bestemmings-, dan wel inpassingsplannen actueel zijnen niet ouder dan 10 jaar.b. Het beleid is er op gericht om bestemmingsplannen dan wel inpassingsplannen binnen degemeente dan wel binnen de provincie integraal te ontwikkelen (bv met bouw en milieu).c. Het beleid is er op gericht om bestemmingsplannen dan wel inpassingsplannen te toetsenop handhaafbaarheid.d. Het gehele grondgebied van de gemeente cq provincie is belegd met bestemmingsplannencq inpassingsplannen.Criteria Toezicht en Handhaving7 Nalevingsstrategie (of interventiestrategie volgens Programmatisch handhaven)De handhavingsorganisatie handelt op grond van een nalevingsstrategie/ interventiestrategie,waarin is vastgelegd met welke instrumenten zij naleving wil bereiken en welke rolhandhaving daarbinnen speelt.8 ToezichtstrategieDe handhavingsorganisatie handelt op grond van een toezichtstrategie, waarin is vastgelegdwelke vormen van toezicht worden onderscheiden en wat de basiswerkwijze daarbij is. In detoezichtstrategie wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen het toezicht tijdens de bouw entijdens de gebruiksfase.8.1 Voor het toezicht tijdens de bouwfase is de strategie gebaseerd op de volgendeuitgangspunten:a. Het Bevoegd Gezag houdt toezicht op basis van een systematiek zoals beschreven in hetintegraal toezichtprotocol. Deze systematiek gaat uit van objectcategorieën op basis vangebruik/activiteit, een toezichtmatrix die diepgang per thema en frequentie vastgelegddoor het Bevoegd Gezag en een projectgebonden checklist voor de inspectie. Voor hetmilieu<strong>deel</strong> van de omgevingsvergunning kan expliciet worden vastgesteld dat in sommigegevallen een aanvullende strategie nodig is voor de werking van een inrichting.b. Het Bevoegd Gezag hanteert het collectieve niveau zoals afgesproken in het integraaltoezichtprotocol.c. Het Bevoegd Gezag mag van de bovengenoemde (a en/of b) objectieve criteria afwijkenindien aantoonbaar blijkt uit eigen gegevens dat het collectieve niveau niet noodzakelijkdan wel niet ambitieus genoeg is. De gegevens bevatten tenminste informatie overgeconstateerde afwijkingen en het naleefgedrag van specifieke partijen. De argumententot afwijken moeten aantoonbaar worden gemaakt en vastgesteld worden.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 81


Criteria Vergunningverlening8.2 Ontheffingsbeleida. De beleidsregels hebben alleen betrekking op wettelijke (ontheffings) bevoegdhedenen/of in bestemmingsplannen/ inpassingsplannen en/ of afwijkingsbesluiten opgenomenbevoegdheden.b. Het beleid is niet in strijd met lokaal, provinciaal of rijksbeleid.c. De beleidsregels worden consequent toegepast en afwijkingen worden gemotiveerd.3. Operationeel beleidskader (vervolg)Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Criteria Toezicht en Handhaving8.2 Voor het toezicht tijdens de gebruiksfase omvat de toezichtsstrategie tenminste:a. diepgang van uit te oefenen toezicht;b. routinematige bezoeken, inclusief de frequentie daarvan en incidentele bezoeken voor alletype objecten en gronden (inclusief bestaande gebouwenvoorraad en gevallen van sloop);c. de controle van administratieve bescheiden en het toezicht op het bereiken vankwaliteitsnormen;d. onderzoek en verificatie van de eigen controlemaatregelen die door of ten behoeve vaninrichtinghouders worden uitgevoerd;e. het geven van voorlichting aan de inrichtinghouder;f. de rapportage over de resultaten van het toezicht;g. een aanpak voor het minimaliseren van de toezichtslast voor de onder toezichtstaanden,onder andere door vooraf te beoordelen welke afstemming nodig is en in hoeverrecontroles op één moment en gelijktijdig kunnen worden uitgevoerd met een zo kleinmogelijk team waarin de benodigde deskundigheden voor de te verwachten risico’svertegenwoordigd zijn.8.3 AfwijkingsbesluitenbeleidHet Bevoegd Gezag geeft aan wanneer gebruik wordt gemaakt van afwijkingsbesluiten.9 Objectieve criteriaHet Bevoegd Gezag handelt op grond van objectieve criteria voor het beoordelen en beslissenover een omgevingsvergunning in aanvulling van de hiertoe in de wet bepaalde criteria.8.3 Voor het toezicht op activiteiten die toegestaan zijn middels een afwijkingsbesluit dient hetBevoegd Gezag:a. expliciet aan te geven of toezicht wordt uitgeoefend;b. op welke wijze toezicht wordt uitgeoefend;c. met welke intensiteit toezicht wordt uitgeoefend.9 SanctiestrategieDe handhavingsorganisatie handelt op grond van een sanctiestrategie, waarin de basisaanpakvoor het bestuursrechtelijke en strafrechtelijke optreden bij overtredingen is vastgelegd. HetBevoegd Gezag heeft een specifieke sanctiestrategie voor eigen inrichtingen of activiteiten inde bebouwde omgeving of in het openbare gebied.a. De sanctiestrategie omvat tenminste:i. een op elkaar afgestemd bestuursrechtelijk – strafrechtelijk optreden tegenovertreding van de gestelde normen in lijn met de vastgestelde handhavingsstrategie;ii. een passende reactie op geconstateerde overtredingen en een stringentere reactie bijvoortduring van de overtreding;iii. transparantie over te stellen termijnen voor het opheffen van(standaard)overtredingen en over de zwaarte van sancties daarvoor. Een regelingvoor optreden tegen overtredingen door de eigen organisatie en andere overheden;iv. in het handhavingsbeleid / strategie dient invulling gegeven te worden aan hoeomgaan met clandestien bouwen en wat de strategie is voor het stilleggen vanbouwactiviteiten.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 82


Criteria Vergunningverlening9.1 Objectieve criteria voor het bouw<strong>deel</strong> van de omgevingsvergunning:a. Het Bevoegd Gezag toets op basis van een systematiek die risico's bepaalt van debouwaanvragen en accenten legt in het vergunningverleningsproces, zoals beschreven inhet toetsprotocol CKB online of een systematiek met vergelijkbare diepgang.b. Het Bevoegd Gezag handelt voor het toetsen van bouwaanvragen op basis van hetcollectieve niveau zoals de landelijk afgesproken collectieve toetsniveaus voor deBouwbesluiteisen volgens het toetsprotocol CKB-online of een niveau met vergelijkbarediepgang.c. Het Bevoegd Gezag mag van de bovengenoemde objectieve criteria afwijken indienaantoonbaar blijkt uit eigen gegevens dat het collectieve niveau niet noodzakelijk dan welniet ambitieus genoeg is. De gegevens bevatten tenminste informatie over geconstateerdeafwijkingen en het naleefgedrag van specifieke partijen. De argumenten tot afwijkenmoeten aantoonbaar worden gemaakt en vastgesteld worden.d. Het Bevoegd Gezag toetst bij gecertificeerde bouwaanvragen op de geldigheid van hetcertificaat van de aanvrager. Hierbij wordt in ieder geval getoetst op datum van hetcertificaat en of de aanvraag binnen het toepassingsgebied van het certificaat past.9.2 Objectieve criteria voor het gebruiks<strong>deel</strong> van de omgevingsvergunning (inclusiefmeldingen), waaronder:a. Regeling Best Beschikbare Techniek documenten;b. Actieplan fijn stof;c. Nationaal Samenwerkingsporgamma Luchtkwaliteit;d. Landelijk afval beheerplan;e. Lokale beleidsregels.9.3. Objectieve criteria voor activiteiten die in strijd zijn met het bestemmings- dan welinpassingsplan:a. spoedeisend karakter;b. complexiteit (aantal aspecten mee te nemen in toetsing);c. schaalgrootte;3. Operationeel beleidskader (vervolg)Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009b. Het toepassen van de landelijke sanctiestrategie is verplicht. 2c. Afwijken van de landelijke sanctiestrategie is alleen toegestaan indien dit aantoonbaareffectiever is. De afwijking mag per Bevoegd Gezag verschillen om tot optimaalmaatwerk te komen.Criteria Toezicht en Handhaving2 Het transitieprogramma zal een project gaan bevatten om de landelijke sanctiestrategie te optimaliseren en op maat te maken ( inclusief de interpretatie voor bouwaspecten en handreikingenvoor de wijze waarop politie en OM zich bindt aan de sanctie en/of handhavingsstrategie)Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 83


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009d. aard van de afwijking (bijvoorbeeld functiewijziging);e. ruimtelijk relevant beleidskader;f. benodigde flexibiliteit;g. strijdigheid met (rijks, provinciale dan wel gemeentelijke) verordeningen.3. Operationeel beleidskader (vervolg)Criteria VergunningverleningCriteria Toezicht en Handhaving10 GedoogstrategieDe handhavingsorganisatie handelt op grond van een restrictieve gedoogstrategie, waarin isvastgelegd in welke situaties (overmacht, overgangssituatie, onmogelijkheid enonwenselijkheid van handhaving) en onder welke condities inzet van sancties tegenoverovertreders tijdelijk achterwege wordt gelaten. Deze gedoogstrategie neemt de inhoud van dealgemene Nota Grenzen aan gedogen in acht.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 84


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 20094. Planning en controlGezamenlijke Criteria Vergunningverlening en Toezicht en Handhaving11 Borging personele en financiële middelenHet Bevoegd Gezag zorgt voor de afstemming tussen de bestuurlijk vastgestelde doelen/prioriteiten en inzet van de personele en financiële middelen en zorgt voor borging hiervan in debegroting. Op basis van vastgestelde prioriteiten en doelstellingen worden de benodigde capaciteit en financiële middelen gepland en vastgelegd in de begroting.11.1 Het borgen van de personele en financiële middelen omvat tenminste:a. het in de begroting vastleggen van die personele en financiële middelen en kosten apparatuur en instrumenten;b. een inzichtelijke systematiek waarbij een verbinding wordt gelegd tussen de bestuurlijk vastgestelde vergunningverlening- en handhavingsprioriteiten en –doelstellingen en de daarvoorbenodigde inzet van personeel en middelen mede gezien de wettelijke termijnen. (personele en financiële middelen in lijn met het te verwachten werkaanbod);c. een jaarlijkse reservering van capaciteit en middelen die nodig zijn voor de uitvoering van de landelijke prioriteiten en de regionale samenwerkingsafspraken, inclusief ruimte voorsamenwerking op ad hoc basis;d. een jaarlijkse reservering van middelen voor permanente her-, en bijscholing.11.2 Het Bevoegd Gezag moet kunnen aantonen dat zij voldoet aan de benodigde kritieke massa door:a. periodiek te beoordelen in hoeverre de werkelijke opleiding, kennis, ervaring, frequentie van taakuitoefening en beschikbare deskundigen in overstemming is met dedeskundigheidstabellen;b. evaluatie en registratie van gevolgde opleidingen (inclusief vastlegging van de tijd en financiële middelen);c. leveranciersbeoordeling bij uitbesteding (laten) aantonen dat externe partijen voldoen aan <strong>kwaliteitscriteria</strong>).11.3 Het Bevoegd Gezag beschikt aantoonbaar over voldoende personele capaciteit, en/of financiële middelen voor het inhuren van capaciteit voor de uitvoering van de Wabo taken en toezichten handhaving op de rechtstreekse verboden zoals geformuleerd in de uitvoeringsprogramma’s, zie criterium 12.12 Uitvoeringsprogramma vergunningverlening en handhavingHet Bevoegd Gezag handelt op grond van een uitvoeringsprogramma voor vergunningverlening, en op grond van een uitvoeringsprogramma voor toezicht en handhaving (beide programma’skunnen in één document opgenomen worden als te onderscheiden delen).12.1 Het uitvoeringsprogramma omvat tenminste:a. een duidelijke verbinding met de gestelde prioriteiten en doelstellingen;b. een weergave van de concrete activiteiten voor vergunningverlening en toezicht & handhaving, inclusief de bijbehorende capaciteit;c. een uitwerking van het uitvoeringsprogramma in een concrete werkplanning voor alle betrokken organisatieonderdelen.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 85


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 20094. Planning en control (vervolg)Gezamenlijke Criteria Vergunningverlening en Toezicht en Handhaving13 Organisatorische conditiesHet Bevoegd Gezag handelt op grond van een organisatorische opbouw en regelingen die nodig zijn om de gestelde doelen te kunnen bereiken.De organisatorische condities omvatten tenminste:13.1 Een scheiding tussen:a. vooroverleg en vergunningverlening;b. vergunningverlening en handhaving;c. planmatige handhaving en hercontrole (inclusief juridische opvolging);Dit geldt op personeelsniveau voor de generieke deskundigheden en op objectniveau voor specialistische en juridische deskundigheden.13.1.1 Voor het bouw<strong>deel</strong> van de omgevingsvergunning is deze scheiding tenminste geborgd volgens de volgende organisatorische condities:a. Voor de generieke deskundigen een scheiding op persoonsniveau tussen: 1. activiteiten in het kader van het verlenen van de vergunning (inclusief de toetsingsactiviteiten die daarmeegepaard gaan) 2. de activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van toezicht en handhaving tijdens de bouwfase en 3. activiteiten die in het kader van toezicht en handhaving wordenuitgebouwd bij bestaande bouw.b. Voor de specialisten en juristen een scheiding op objectniveau tussen activiteiten in het kader van 1. het verlenen van de vergunning (inclusief de toetsingsactiviteiten die daarmee gepaardgaand enerzijds en 2. de activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van toezicht en handhaving tijdens de bouwfase en 3. activiteiten die in het kader van toezicht en handhavingworden uitgevoerd bij bestaande bouw.c. Handhavingsactiviteiten tijdens de bouwfase worden uitgevoerd door de daartoe bevoegde ambtenaren op grond van voorheen artikel 100a van de Woningwet en straks op grond van deWet algemene bepalingen omgevingsrecht.13.1.2 Voor het milieu<strong>deel</strong> van de omgevingsvergunning is deze scheiding tenminste geborgd volgens de volgende organisatorische condities:a. In het geval van instemmende beschikkingen en of maatwerk voorschriften dienen activiteiten uitgevoerd te worden vanuit het deskundigheidsgebied vergunningverlening en blijft defunctiescheiding van toepassing.b. Indien het geen maatwerkvoorschriften betreft kunnen de activiteiten vanuit zowel de deskundigheid vergunningverlening als vanuit toezicht en handhaving en op MBO niveau wordenuitgevoerd en is de functiescheiding op persoonsniveau niet van belang.13.2 Een roulatiesysteem bij objecten, partijen en inrichtingen waar frequent en intensief controles worden uitgevoerd ( ‘een vaste handhavingsrelatie’). Dit roulatiesysteem betreft minimaal eenperiodieke afwisseling van branches en geografische gebieden waarbinnen de handhavingsactiviteiten worden uitgevoerd voor handhavers bij inrichtingen waarmee een vaste handhavingsrelatiebestaat.13.3 Het op schrift vastleggen van de bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden, inclusief het schriftelijk vastleggen van de aansturing van buitengewone opsporingsambtenaren (BOA’s).13.4 Documentatie op persoonsniveau met wie voldoet aan de verschillende eisen voor kritieke massa en wie wordt ingezet op welke processen / aandachtsvelden.13.5 Regelingen voor het uitbesteden van vergunningverlening, toezicht en handhavingstaken.13.6 Een bereikbaarheids- en beschikbaarheidsregeling voor buiten kantooruren: ook buiten kantoortijden moeten burgers melding kunnen doen van incidenten of acute klachten overovertredingen kunnen uiten. Daartoe moet het Bevoegd Gezag bereikbaar zijn en moeten personen beschikbaar zijn om zo nodig op te treden.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 86


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 20094. Planning en control (vervolg)Gezamenlijke Criteria Vergunningverlening en Toezicht en Handhaving13.7 Het borgen van de personele onafhankelijkheid/ integriteit:a. Vergunningverleners, toezichthouders en handhavers nemen een onafhankelijke positie in ten opzichte van de bij het opstellen van bouwplannen (wel of niet in strijd met het bestemmingsdanwel inpassingsplan) betrokken organisaties, instanties, bureaus of bedrijven. Ook als het Bevoegd Gezag zelf initiatiefnemer / ontwikkelaar is.b. Om te voorkomen dat andere belangen dan de wettelijke eisen en vastgestelde strategische en operationele beleidskaders domineren tijdens het proces van vergunningverlening, toezicht enhandhaving is de verantwoordelijkheid voor de realisatie van initiatieven gescheiden van die voor vergunningverlening, toezicht en handhaving.c. Hiervoor is sprake van functiescheiding op persoonsniveau voor vergunningverlening en handhavingsactiviteiten.d. Voor aanvragen die in strijd zijn met het bestemmings-, dan wel inpassingsplan betreft dit een scheiding op persoonsniveau tussen de voorbereiding voor het afwijkingsbesluit en debeslissing over het afwijkingsbesluit, deze scheiding is niet noodzakelijk voor de voorbereiding en voor het schrijven van het afwijkingsbesluit indien de beslissing hierover gemaakt is.13.8 Het Bevoegd Gezag beschikt over de kwantitatieve en kwalitatieve voorzieningen en hulpmiddelen die de taakuitvoering informatietechnisch, vakinhoudelijk, technisch, juridisch enadministratief mogelijk maken.14 KwaliteitsborgingHet Bevoegd Gezag handelt op grond van een systematiek van interne borging (beschrijving, toetsing en verbetering) van de wijze waarop de werkzaamheden beheerst kunnen wordenuitgevoerd. De systematiek kent minimaal de volgende elementen:14.1 Directievertegenwoordiger: De algemeen directeur stelt een lid van het management aan als directievertegenwoordiger. De directievertegenwoordiger is verantwoordelijk voor hetontwikkelen en in stand houden van het kwaliteitssysteem en het rapporteren over de werking. Deze verantwoordelijkheid betreft alleen het proces en niet de inhoud. Hij/zij beschikt hiervoorover de benodigde bevoegdheden.14.2 Kwaliteitsbeleid en doelstellingen: Het Bevoegd Gezag draagt zorg voor de uitvoering van een kwaliteitsbeleid, dat past bij de gewenste kwaliteit van de bedrijfsgebonden omgevingstaken.Het beleid geeft hierbij de gewenste focus aan, die wordt geconcretiseerd in specifieke doelstellingen. Het beleid en de doelstellingen behoren te zijn gericht op het continu verbeteren van deeffectiviteit van het kwaliteitssysteem en worden jaarlijks, op basis van de uitkomsten van een directiebeoordeling, geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.14.3 Kwaliteitsprogramma/kalender met vaste meet- en bijstuurmomenten: Het Bevoegd Gezag stelt jaarlijks een plan van aanpak, ook wel kwaliteitsprogramma genoemd, op waarin concreetstaat aangegeven hoe het Bevoegd Gezag invulling denkt te geven aan haar kwaliteitsbeleid en de doelstellingen. Voor het opstellen en bewaken van het plan van aanpak maakt het BevoegdGezag gebruik van de in de organisatie aanwezige planning & control cyclus en documenteert de resultaten.14.4 Borging procesbeschrijvingen: Het Bevoegd Gezag legt schriftelijk een procesbeschrijving vast van de wijze waarop vergunningverleners en handhavers de werkzaamheden dienen uit tevoeren. De uitvoering van deze procesbeschrijvingen wordt geborgd via een vastgelegde toetsingsmethodiek.14.5 Werkwijze voor registeren en managen verbeterpunten: Het Bevoegd Gezag hanteert verbetermechanismen waarmee bijstelling van procesbeschrijvingen mogelijk wordt gemaakt(inclusief managementreview, zoals bedoeld in ISO 9001. 2008).14.6 Interne audits op de procedure en op de producten: Het Bevoegd Gezag beschikt over een gedocumenteerde procedure voor het uitvoeren van interne kwaliteitsaudits. De minimale auditfrequentie wordt hierin voor alle soorten of type producten en voor alle processen vastgesteld op eens per 3 jaar.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 87


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 20094. Planning en control (vervolg)Gezamenlijke Criteria Vergunningverlening en Toezicht en Handhaving14.7 Meten van en sturen op klanttevredenheid: klanttevredenheid wordt periodiek gemeten en het Bevoegd Gezag neemt de resultaten daarvan mee in de uitvoering van het proces.14.8 Klachtenprocedure: Het Bevoegd Gezag draagt aanvullend op de algemene klachtenregeling op grond van AWB zorg voor het ontvangen, vastleggen en afhandelen van interne en externeklachten over de kwaliteit van de uitvoering van de omgevingstaken ten behoeve van het identificeren van verbeterpunten. Hierbij wordt expliciet gemaakt hoe deze processen zichonderscheiden van milieuklachten, meldingen voor ongewone voorvallen en verzoeken tot handhaving. Dit betreffen de niet bejegeningsklachten uit het AWB.14.9 Risico's, maatregelen en meetpunten per (type) werkproces: Het Bevoegd Gezag brengt per (type) werkproces de belangrijkste risico's (bijvoorbeeld tijdigheid, kosten, juridische kwaliteit)en bijbehorende maatregelen in beeld op vastgestelde momenten in het proces.14.10 Protocollen (voor zover expliciet benoemd in deze kwaliteitseisen): Het Bevoegd Gezag handelt op grond van protocollen voor de voorbereiding en uitvoering van haar taken zoalsbenoemd onder 'Voorbereiden'..14.11 Standaarden voor projectdossiers: In aanvulling op de archiefwet geldt voor elke beoordeling dat een projectdossier bijgehouden dient te worden. In dit projectdossier dienen alledocumenten die op de beoordeling betrekking hebben opgeslagen te worden. Het Bevoegd Gezag legt een standaard voor projectdossiers schriftelijk vast waarin de minimaal vereistedocumenten voor in het dossier worden benoemd.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 88


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 20095. VoorbereidenCriteria Vergunningverlening15 Protocollen en werkinstructiesHet Bevoegd Gezag handelt op grond van protocollen voor de voorbereiding en uitvoering vanhaar Wabo taken. De protocollen omvatten tenminste een uitwerking inprocedurebeschrijvingen en/of werkinstructies in lijn met de strategie voorvergunningverlening en de objectieve criteria voor het beoordelen en beslissen over eenomgevingsvergunning (zoals bepaald in het operationele beleidskader).15.1 Voor vergunningverlening betreft dit een uitwerking voor de volgende onderdelen:a. vooroverleg;b. concept aanvraag beoordelen;c. definitieve aanvraag beoordelen;d. (ontwerp) besluit;e. bedenkingen;f. bezwaar en beroep;g. overdracht naar handhaving;h. procesbeschrijving van de te doorlopen stappen m.b.t. afwijkingsbesluit.Criteria Toezicht en Handhaving15 Protocollen en werkinstructiesHet Bevoegd Gezag handelt op grond van protocollen voor de voorbereiding en uitvoering vanhaar Wabo taken. De protocollen omvatten tenminste een uitwerking inprocedurebeschrijvingen en/of werkinstructies voor de naleefstrategie, de toezichtsstrategie, desanctiestrategie, de gedoogstrategie en de interne en externe afstemming (zoals bepaald in hetoperationele beleidskader).15.1 Voor toezicht en handhaving betreft dit een uitwerking voor de volgende onderdelen:a. voorbereiden van controles;b. uitvoeren van controles;c. versturen verslag en brief;d. toepassen van sancties.15.2 Voor aanvragen die in strijd zijn met het bestemmings- dan wel inpassingsplan betreft dit,in aanvulling op 15.1, een uitwerking van de volgende elementen:a. Een werkinstructie voor een goede intake waarin aandacht wordt besteed aan:i. beoordeling op goede ruimtelijke onderbouwing (compleetheid van deaanvraag);ii. strijdigheid met het bestemmingsplan;iii. checklist voor mee te wegen aspecten in de beoordeling;iv. relatie met exploitatieplan.b. Een werkinstructie voor het nagaan van relevante kaders/ vigerend beleid waarin aandachtbesteed wordt aan:i. checklist relevante wet-en regelgeving mee te nemen in beoordelen van deaanvraag;ii. economische haalbaarheid van het initiatief.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 89


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 20095. Voorbereiden (vervolg)Gezamenlijke criteria (vergunningverlening en toezicht & handhaving)16 Interne en externe afstemmingHet Bevoegd Gezag zorgt in de voorbereiding en uitvoering van haar vergunning- en handhavingstaken voor interne en externe afstemming voor alle procesfasen.16.1 Kwaliteit intern overleg: het Bevoegd Gezag stelt vast wat de relevante overlegstructuren zijn met intern betrokken partijen en geeft hierbij aan wie verantwoordelijk is voor het overleg,wat het doel is van het overleg en hoe de uitkomsten van het overleg worden vastgesteld en teruggekoppeld binnen de organisatie.De interne afstemming omvat tenminste:a. afstemming tussen vergunningverlening en handhaving;b. afstemming met overige relevante organisatieonderdelen.16.2 Kwaliteit extern overleg: Het Bevoegd Gezag stelt vast wat de relevante overlegstructuren zijn met de extern betrokken partijen en geeft hierbij aan wie verantwoordelijk is voor hetoverleg, wat het doel is van het overleg en hoe de uitkomsten van het overleg worden vastgelegd en teruggekoppeld naar de extern betrokkenen.De externe afstemming omvat ten minste:a. het maken van afspraken in het kader van de bestuursovereenkomsten en regionale samenwerking.Specifiek voor vergunningverlening omvat de externe afstemming tenminste:a. het maken van afspraken met partijen voor gevallen waarin toestemmingen aanhaken in de Wabo, te weten het Ministerie van LNV inzake de Flora & Fauna en Natuurbeschermingswet enhet Ministerie van OC&W in zake de Monumentenwet;b. het maken van afspraken met het Waterschap inzake de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater;c. het maken van afspraken met de Brandweer inzake de bouw- en gebruiksvergunning.Specifiek voor toezicht en handhaving omvat de externe afstemming tenminste:a. afstemming met Politie en Functioneel Parket;b. het maken van afspraken over gevallen waarin meerdere organisaties tegelijkertijd handhavingsbevoegd zijn;c. het maken van afspraken over gevallen waarin meerdere organisaties na elkaar handhavingsbevoegd zijn (keenbeheer).Specifiek voor afwijkingsbesluit omvat de externe toestemming tenminste:a. afstemming met Provincie en het Rijk (strijdigheid provinciale/rijks inpassingsplannen, structuurvisies);b. overleg regionale brandweer.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 90


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 200917 Protocollen voor communicatie, informatiebeheer en informatie-uitwisseling5. Voorbereiden (vervolg)Gezamenlijke criteria (vergunningverlening en toezicht & handhaving)Het Bevoegd Gezag handelt op grond van protocollen voor de communicatie, het informatiebeheer en de informatie-uitwisseling van vergunning- en toezichtresultaten, aangekondigde ofopgelegde sancties en gedoogbesluiten.De protocollen omvatten tenminste:a. de communicatie over vergunningsresultaten;b. de communicatie over toezichtresultaten, sancties en gedoogbesluiten;c. het informatiebeheer van toezichtsresultaten, sancties en gedoogbesluiten;d. de operationele informatie-uitwisseling intern en met andere handhavingsorganisaties van toezichtsresultaten, sancties en gedoogbesluiten;e. de raadpleegbaarheid van ruimtelijke plannen en besluiten in DURP en IMRO.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 91


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 20096. UitvoerenGezamenlijke criteria (Vergunningverlening en Toezicht & Handhaving)18 Uitvoeringsondersteunende voorzieningenDe vergunningverlening- en handhavingsorganisatie beschikt over voldoende kwantitatieve en kwalitatieve voorzieningen en hulpmiddelen die de taakuitvoering informatietechnisch,milieutechnisch, juridisch en administratief mogelijk maken.18.1 De uitvoeringsondersteunende voorzieningen omvatten tenminste:a. een geautomatiseerd systeem voor planning, programmering en voortgangsbewaking van de vergunningverlening en handhavingstaak;b. een geautomatiseerd systeem voor de registratie en monitoring van zowel de inrichtingsgebonden als de niet-inrichtingsgebonden vergunningverlening- en handhavingstaak;c. een goede staat van onderhoud en kalibratie van de apparatuur en de instrumenten die worden gebruikt;d. transportmiddelen;e. bibliotheek en naslagwerken;f. veiligheidsvoorzieningen (Arbo) voor de toezichthouders.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 92


7. MonitorenProjectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Gezamenlijke Criteria Vergunningverlening en Toezicht & Handhaving19 MonitoringHet Bevoegd Gezag handelt op grond van een systematiek van monitoring van het proces van vergunningverlening en handhaving, de resultaten en voor zover mogelijk de effecten hiervan.19.1 Per doelstelling/prioriteit uit het strategische beleidskader wordt ten behoeve van de monitoring het volgende benoemd:a. beoogd effect;b. resultaten;c. benodigde/uitgevoerde activiteiten;d. beschikbare middelen.Voor elk van deze elementen stelt het Bevoegd Gezag indicatoren een norm op.19.2 Het Bevoegd Gezag stelt richtlijnen op voor het gebruik van de monitor. Hierbij wordt tenminste aandacht besteed aan:a. vaststellen indicatoren;b. frequentie van meten;c. bespreken resultaten;d. check op kwaliteit data.Criteria Vergunningverlening19.3 De monitoring van de kwaliteit en resultaten van de vergunningverleningactiviteiten istenminste gericht op de volgende producten/elementen:a. aantal en aard ingediende aanvragen;b. aantal besluiten op basis van de ingediende aanvragen;c. aantal afgehandelde meldingen onder ver<strong>deel</strong>d in relevante categorieën;d. aantal besluiten onderver<strong>deel</strong>d naar relevante categorieën;e. aantal ingediende bezwaren/ beroep door initiatiefnemers en percentage gehonoreerd;f. tijdigheid van de geleverde producten;g. de effecten van afgegeven vergunningen voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving;h. de inhoudelijke kwaliteit van de producten.Criteria Toezicht en Handhaving19.3 De monitoring van de kwaliteit en resultaten van de toezicht en handhavingsactiviteiten istenminste gericht op de volgende elementen:a. mate waarin toezicht,- en sanctiestrategie is toegepast;b. realisatie bezoekfrequenties;c. geconstateerde overtredingen;d. tijdigheid van de (her)controle;e. tijdigheid versturen controleverslag en brief;f. het naleefgedrag;g. evaluatie van de handhavingsresultaten uitmondend in verbeteringen ten aanzien van dehandhavings(beleids)cyclus.19.4 De monitoring van aanvragen die in strijd zijn met het bestemmings-, dan welinpassingsplan is tenminste gericht op:a. de gronden op basis waarvan het afwijkingsbesluit is genomen;b. de relatie tussen dergelijke aanvragen en de wettelijke termijnen.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 93


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009CRechtstreekse VerbodenOverzicht rechtstreekse verbodenWetten Artikel OmschrijvingWabo 2.1 lid 1 Verbod tot uitvoeren project zonder omgevingsvergunning.Flora- en Faunawet,Monumentenwet 1988, Aanhakers Toezicht en handhaving voorzover het betreft de naleving van omgevingsvergunningplichtige activiteiten.Natuurbeschermingswet 1998Wet milieubeheer1.1a Algemene zorgplicht.8.1 Verbod oprichten, veranderen, in werking hebben van een inrichting.8.40 en 8.42 Algemene regels en maatwerkvoorschriften.10.1Verboden nadelige handelingen mbt afvalstoffen te verrichten, en verplichting maatregelen treffen ivm handelen ofnalaten m.b.t. afvalstoffen.10.2 Verbod storten of op bodem brengen van afvalstoffen.Verbod bepaalde handelingen die bij AmvB worden gesteld, te verrichten in het belang van het voorkomen of beperkenvan het ontstaan van afvalstoffen.Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving):1 Besluit beheer autobanden;2 Besluit beheer autowrakken;3 Besluit beheer batterijen en accu’s 2008;4 Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur;10.15 5 Besluit beheer verpakkingen en papier en karton;6 Besluit bodemkwaliteit;7 Besluit lozingsvoorschriften niet-inrichtingen milieubeheer;8 Regeling beheer batterijen en accu’s 2008;9 Regeling Europese afvalstoffenlijst;10 Wijzigingsbesluit Besluit beheer autobanden, enz. (aanpassing van de meldings- en mededelingstermijn (onbeperktegeldigheid melding en mededeling);11 Wijzigingsbesluit Besluit beheer autowrakken, enz. (verbetering regels autowrakken en autobanden).10.16 Verplichting tot het voeren van bepaalde aanduidingen op stoffen, preparaten of producten of de verpakking daarvan.10.17Verplichtingen met betrekking tot het innemen, nuttig toepassen of verwijderen van daarbij aangewezen categorieën vanstoffen, preparaten of producten.10.30 Verbod lozing afvalwater of afval op een werk (riool) anders dan vanuit inrichting.10.37 Verbod zich door afgifte aan een ander van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen te ontdoen.10.44 Verplichting begeleidingsbrief bij vervoer bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 94


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 200910.54 Verbod tot nuttig toepassen of verwijderen gevaarlijke afvalstoffen buiten een inrichting.Verboden bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen voor anderen tegen vergoeding te vervoeren, te verhandelen, of10.55ten behoeve van anderen te bemiddelen bij het beheer ervan.17.1 en 17.2 Ongewone voorvallen (melden en maatregelen).Verboden (laten) gebruiken gronden en bouwwerken in strijd met bestemmingsplan, inpassingsplan, projectbesluit,beheersverordening, besluit tot buiten toepassing laten bestemmingsplan etc., een voorbereidingsbesluit, provincialeWet ruimtelijke ordening 7.10verordening, algemene maatregel van bestuur, aanwijzing.Plus verbod tot gedraging in strijd met vergunning- of ontheffingvoorschrift.Verbod zonder vergunning als bedoeld in artikel 40:a. een gebouw te bouwen in afwijking Bouwbesluit;b. een bouwwerk, niet zijnde een gebouw, te bouwen in afwijking Bouwbesluit;c. een standplaats te bouwen in afwijking Bouwbesluit.Plus verbod:a. een bestaand gebouw in een staat te brengen, te laten komen of te houden die niet voldoet aan de op de staat van dat1bgebouw van toepassing zijnde voorschriften;b. een bestaand bouwwerk, niet zijnde een gebouw, in een staat te brengen, te laten komen of te houden die niet voldoetaan de op de staat van dat bouwwerk van toepassing zijnde voorschriften;Woningwetc. een bestaande standplaats in een staat te brengen, te laten komen of te houden die niet voldoet aan de op de staat van diestandplaats van toepassing zijnde voorschriften.Plus verbod een gebouw, bouwwerk, niet zijnde een gebouw, of standplaats, dan wel <strong>deel</strong> daarvan, in stand te laten voorzover bij het bouwen daarvan niet is voldaan aan de op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften.7bVerbod zonder vergunning een bouwwerk, erf, etc. te bouwen of te gebruiken etc. in afwijking van Bouwverordening.Bijzondere verplichtingen (o.a. staat van gebouw/bouwwerk/standplaats, redelijke eisen van welstand, sluiting14aterrein/bouwwerk/etc.).40 Verbod zonder vergunning te bouwen of in stand te laten.60 Verbod i.v.m. woonvergunning.Zorgplicht en regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving):1 Besluit bodemkwaliteit;2 Besluit gebruik dierlijke meststoffen 1998;Wet bodembescherming 6 t/m 133 Besluit lozing afvalwater huishoudens;4 Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer;5 Besluit tankstations milieubeheer.27 Verplichting tot melding van verontreiniging of de aantasting van de bodem.30 Verplichting te voldoen aan bevel i.v.m. ongewoon voorval.39a Verplichting tot nakoming saneringsplan.39e Verplichting tot nakoming nazorgplan.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 95


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 200943Verplichting te voldoen aan bevel m.b.t. onderzoeksgeval op de daarbij aangegeven wijze nader onderzoek te verrichten,of m.b.t. een geval van ernstige verontreiniging tijdelijke beveiligingsmaatregelen te treffen.64Verplichting tot naleving voorschriften bij vrijstelling voor categorieën van gevallen van de algemene regels terbescherming van de bodem.65 Verplichting tot naleving beperkingen of voorschriften bij ontheffing van regels van AMvB.Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 96


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009DLiteratuurlijstOnderstaand zijn de bij de uitwerking van de criteria te betrekken brondocumenten opgenomen. In deze documenten zijn de reeds bestaande en te benuttencriteria opgenomen of zijn gedachten opgenomen die bruikbaar zijn gebleken bij de uitwerking van de te ontwikkelen criteria.D.1 Algemeen/ achtergrondenTitel: De tijd is rijpBron/ organisatie/ auteur: Commissie Herziening Handhavingsstelsel VROM-regelgevingDatum publicatie: juli 2008Titel: Vertrouwen en verantwoorden, Voorstellen voor decentralisatie en bestuurskrachtBron/ organisatie/ auteur: Interbestuurlijke Taakgroep GemeentenDatum publicatie: juni 2008Titel: Ruimte, regie en rekenschapBron/ organisatie/ auteur: Rapport van de Gemengde commissie decentralisatievoorstellen provincies, Mw. Mr. P.C. Lodders-Elfferich (voorzitter), Dhr.J.G.M. Alders, Mw. Drs. A.C. van Es (secretaris), Dhr. Prof. Dr. A.N. van der ZandeDatum publicatie: maart 2008Titel: Van specifiek naar generiek, Doorlichting en beoordeling van interbestuurlijke toezichtarrangementenBron/ organisatie/ auteur: Commissie Doorlichting Interbestuurlijke Toezichtarrangementen, mr. Dr. M. OostingDatum publicatie: september 2007Titel: Bor & Mor OmgevingsrechtBron/ organisatie/ auteur: Tweede Kamer, nr. 31953, nr. 6Datum publicatie: juni 2009Titel: Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (inclusief wijzigingen invoeringswet)Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 97


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Bron/ organisatie/ auteur: Tweede Kamer, nr. 30844Datum publicatie: concept februari 2009Titel: Loslaten en uitdagen, decentralisatie van taken naar gemeentenBron/ organisatie/ auteur: Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Bestuur & Management Consultants, mevrouw dr. C.C. Verhoeff, drs, R, WeverDatum publicatie: april 2008D.2 Kritieke massaTitel: Toelichting op de maatlat Externe VeiligheidBron/ organisatie/ auteur: IPO & VNGDatum publicatie: januari 2009Titel: maatlat kwaliteitsambitie uitvoering BrzoBron/ organisatie/ auteur: regiegroep BeteRZO(http://www.brzo99.nl/aspx/get.aspx?xdl=/views/brzo/xdl/Page&ItmIdt=179698&SitIdt=220&VarIdt=88))Datum publicatie: 31 oktober 2005Titel: Toelichting maatlat kwaliteitsambitie overheidsorganisaties bij uitvoering Brzo1999Bron/ organisatie/ auteur: regiegroep BeteRZO (http://www.brzo99.nl/aspx/get.aspx?xdl=/views/brzo/xdl/Page&ItmIdt=179698&SitIdt=220&VarIdt=88)Datum publicatie: 31 oktober 2005Titel: Evaluatie wet handhavingstructuur en besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheerBron/ organisatie/ auteur: STEM, structurele evaluatie milieuwetgevingDatum publicatie: 20 januari 2008Titel: Nut en noodzaak van kwaliteitseisen voor handhaving in het rode spoorBron/ organisatie/ auteur: STEM, structurele evaluatie milieuwetgevingDatum publicatie: april 2008Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 98


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Titel: Goed opgeleid voor de Wabo, handreiking voor leidinggevenden en P&O voor invoering van de Wabo in de ambtelijke organisatieBron/ organisatie/ auteur: Vereniging Bouw -en Woningtoezicht NederlandDatum publicatie: 2008Titel: Model Maatlatten Milieuvergunningverlening en –ToezichtBron/ organisatie/ auteur: SIRA consultingDatum publicatie: 2009Titel: Kritische massa in beeld, Onderzoek naar de opzet van maatlatten voor vergunningverlening en handhaving Wet milieubeheerBron/ organisatie/ auteur: BerenschotDatum publicatie: 25 mei 2007Titel: Proefpeiling maatlat kritieke massaBron/ organisatie/ auteur: Ministerie van VROMDatum publicatie: augustus 2006Titel: Capaciteit voor de uitvoering van de milieuregelgevingBron/ organisatie/ auteur: Evaluatiecommissie Wet milieubeheerDatum publicatie: november 2003Titel: Circulaire bekwaamheid buitengewoon opsporingsambtenaarBron/ organisatie/ auteur: Minister van Justitie / StaatscourantDatum publicatie: 2005 (nr. 187)Titel: Visiedocument milieuboa’s, de boa voor de milieuhandhaving beter benutBron/ organisatie/ auteur: Landelijk Overleg MilieuhandhavingDatum publicatie: september 2008Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 99


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Titel: Bijspijkercursus, opleiding nieuwe stijl buitengewoon opsporingsambtenaar (boa)Bron/ organisatie/ auteur: Landelijk Overleg MilieuhandhavingDatum publicatie: februari 2008D.3 Proces Titel: Een uitvoeringsorganisatie voor Wabo-taken, strategische dilemma’s, uitgangspunten en twee hoofdmodellenBron/ organisatie/ auteur: PwCDatum publicatie: 11 januari 2009 Titel: Handhaven met effect, Samenwerken daar zit muziek in, Succesvol samenwerken in de handhavingBron/ organisatie/ auteur: Het Expertisecentrum Rechtspleging en Rechtshandhaving, onder<strong>deel</strong> van het Ministerie van JustitieDatum publicatie: maart 2008 Titel: Wegwijzer omgevingsvergunning, module handhavingBron/ organisatie/ auteur: Ministerie van VROMDatum publicatie: december 2007 Titel: Werkprogramma Inspectieraad 2008: "Minder last, meer effect, Zes principes van goed toezicht”Bron/ organisatie/ auteur: Ministerie van Binnenlandse Zaken en KoninkrijksrelatiesDatum publicatie: december 2007 Titel: Handboek handhavingprocessen, Zicht op de omgevingsvergunningBron/ organisatie/ auteur: R. Forkink, M. BakkerDatum publicatie: 9 november 2007Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 100


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Titel: Van specifiek naar generiek, Doorlichting en beoordeling van interbestuurlijke toezichtarrangementenBron/ organisatie/ auteur: Commissie Doorlichting Interbestuurlijke Toezichtarrangementen, mr. Dr. M. OostingDatum publicatie: september 2007Titel: Wegwijzer omgevingsvergunning, module OPOVBron/ organisatie/ auteur: Ministerie van VROMDatum publicatie: april 2007Titel: Professionalisering van de milieuhandhaving: Kwaliteitscriteria, doe je voor<strong>deel</strong> met het oor<strong>deel</strong>Bron/ organisatie/ auteur: VROM, IPO, VNG, UvW en V&WDatum publicatie: 1 november 2002Titel: IPO norm kwaliteitsmanagement bedrijfsgebonden omgevingstakenBron/ organisatie/ auteur: KPMGDatum publicatie: 2008Titel: Kamerstuk 2008-2009, 27801, nr. 67, Tweede kamer, Vierde Nationaal Milieubeleidsplan; Brief minister inzake het rapport 'Externe Veiligheid,weten, verbeteren en borgen' van de VROM-Inspectie, met verslag van themaonderzoek Externe veiligheid bij gemeentenTitel: De kern van de zaak? Eindrapport in het kader van de pilot kernbepalingenBron/ organisatie/ auteur: Pro Facto, juridisch en bestuurskundig onderzoek en advies, J. de Ridder, N. StruiksmaDatum publicatie: april 2008Titel: Het Adequate NiveauBron/ organisatie/ auteur: VROM inspectieDatum publicatie: 2008Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 101


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009D.4 Inhoudelijke kwaliteit en prioriteitenTitel: Productencatalogus Wabo Provincie Noord-HollandBron/ organisatie/ auteur: Provincie Noord-HollandDatum publicatie: concept statusTitel: Overzicht Toestemmingen WaboBron/ organisatie/ auteur: Gemeente HilversumDatum publicatie: concept statusTitel: Startdocument uitbesteding Wabo handhavingBron/ organisatie/ auteur: MWH i.o.v. SenterNovemDatum publicatie: 29 januari 2009Titel: De DMB producten, voor stad en stadsdelenBron/ organisatie/ auteur: Gemeente Amsterdam, Dienst Milieu en BouwtoezichtDatum publicatie: 2009Titel: RO bij de hand, De nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening: instrumentarium en procesBron/ organisatie/ auteur: mr. F.A. van Doorn, mr. M.E. Pietermaat-Kros,. Sdu UitgeversDatum publicatie: 2008Titel: CKB: Integraal Toezichtprotocol, gecoördineerd toezicht BWT, milieu en brandweerBron/ organisatie/ auteur: Vereniging BWT Nederland, NVBR, Platvorm Milieuhandhaving Grote GemeentenDatum publicatie: 2008Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 102


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009Titel: Het ToetsprotocolBron/ organisatie/ auteur: Vereniging BWT Nederland,Datum publicatie: Idem de website www.vereniging-bwt.nl en vervolgens toezichtprotocol in de menubalkTitel: Het integraal ToezichtprotocolBron/ organisatie/ auteur: Vereniging BWT Nederland,Datum publicatie: Idem de website www.vereniging-bwt.nl en vervolgens de CKB-pagina in de menubalkEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 103


Projectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009EOverzicht projectgroep- en werkgroepledenProjectgroepledenWerkgroepledenNaam Organisatie Naam OrganisatieMarloes van der Peer (agendalid) Bestuursacademie Anton Roeloffzen Milieudienst DCMRJan van Nies DCMR Dick de Jager Erfgoed inspectieHenk Beekhuis Gemeente Arnhem John Smit Gemeente AmsterdamGert-Jan van Leeuwen (agendalid)Gemeente Rotterdam/ Vereniging Bouw en Wim van de BospoortGemeente AmsterdamWoningtoezichtPetra van Oosterbosch Gemeente Zwolle Jan kenter Gemeente AmsterdamAndré Timmerman (agendalid) Justitie Frans Gerritsen Gemeente AmsterdamBert Mell Milieudienst West-Friesland Ivonne Lempke Gemeente AmsterdamRené van den Bosch Provincie Fryslan André van Dongen Gemeente AmsterdamHarrie Hamstra Provincie Overijssel Wouter van Asselt Gemeente ApeldoornMargreet Kleijn/ Ronald van Ieperen Provincie Zuid-Holland Jan Willem Bekkers Gemeente ApeldoornWillem Wensink Unie van Waterschappen Froukje van der Dijk Gemeente ApeldoornRianne Lannoye VNG Alex Konings Gemeente BredaMargriet de Jonge VNG Frans van Beurden Gemeente BredaRob Schutte VROM Charles Meijer Gemeente Breda (brandweer)Harm Borgers VROM Cas Christiani Gemeente BredaMarko van der Voort VROM Inspectie Jan Nederveen Gemeente DelftVictor Heitkamp VROM Inspectie Wim Vlieger Gemeente Den HaagEric Ruwiel VROM Inspectie Hans Wisse Gemeente Den HaagMonica Muiser (agendalid) VROM/BJZ Matthias Benjamins Gemeente Den HaagNico de Bruijn VROM/dgR Willemijn Logtenberg Gemeente Den HaagPatricia Palmen VROM/dgWWI en Wabo Martien Meekes Gemeente EdeIvo Bonajo KPMG Herman Gerritsen Gemeente EdeJerwin Tholen KPMG Harrie Swinkels Gemeente EindhovenPaulien Eckhardt KPMG Frans Raijmakers Gemeente EindhovenEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 104


ProjectgroepledenNaam Organisatie Naam OrganisatieProjectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009WerkgroepledenPieter van ‘t Hoff KPMG Angela Smulders Gemeente EindhovenPaulien de Haes KPMG Anne Nijenhuis Gemeente ErmeloMirjam HassingGemeente HengeloGer SjerpGemeente MoerdijkRon HoubenGemeente Sittard GeleenPaul vd PolGemeente TilburgBernadette ElbersGemeente TilburgEllen van SprangGemeente TilburgMarcel KeijmanGemeente TilburgLaurent van der TolGemeente TwenterandEllen van DijkGemeente UtrechtWim HabetsGemeente UtrechtJacqueline BuitendijkGemeente Veenendaal (brandweer)Edwin RaapLandschapsbeheer NederlandHilde WarmenhovenMilieudienst IjmondPeter HarmsenMilieudienst IJmondJeroen VogelMilieudienst West-FrieslandTjibbe RaapProvincie FryslanRobin TophovenProvincie GelderlandBruno RiemeijerProvincie GelderlandTheo LucasProvincie LimburgMarije ScholtensProvincie Noord BrabantEgbert DijkProvincie OverijsselMaurits SchoutenProvincie UtrechtEric van der PluijmProvincie UtrechtHans HazenboschProvincie UtrechtEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 105


ProjectgroepledenNaam Organisatie Naam OrganisatieHenk de VriesFrans van LangeveldeMarcel BovyFulco van den BergThomas van den BergBram SebregtsTon ter GroteLukas van der VeldeWinfried KolnerTheo DijkstraLucas van der VeldeProjectgroep ontwikkeling <strong>kwaliteitscriteria</strong>Eindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B3 december 2009WerkgroepledenProvincie UtrechtProvincie ZeelandProvincie Zuid-HollandRijksdienst voor het Cultureel ErfgoedRijksdienst voor het Cultureel ErfgoedRMD West-BrabantVROMVROM InspectieVROM InspectieVROM InspectieVROM InspectieAlfons FinkersRon SmouterMarije ScholtensEmiel SchneiderFrans SegerBram SebregtsWilfried JanssensGemeente Den HaagRijksdienst voor het Cultureel ErfgoedProvincie Noord-BrabantGemeente HoutenProvincie GelderlandRMD West-BrabantGemeente LoonopzandEindrapportage <strong>kwaliteitscriteria</strong> versie 2.0 <strong>deel</strong> B 106


kpmg.nl© 2009 KPMG Advisory N.V., een Nederlandsenaamloze vennootschap, is lid van het KPMGnetwerkvan zelfstandige ondernemingen dieverbonden zijn aan KPMG International, eenZwitserse coöperatie.Alle rechten voorbehouden.Gedrukt in Nederland.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!