31.07.2015 Views

mart smeets, man van manieren - Wielersportboeken

mart smeets, man van manieren - Wielersportboeken

mart smeets, man van manieren - Wielersportboeken

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Mart Smeets, <strong>man</strong> <strong>van</strong> <strong>man</strong>ierenDe drijfveren <strong>van</strong> een onvermoeibareanchor<strong>man</strong>Kees SluysHij is het tegenovergestelde <strong>van</strong> ‘sorry dat ik besta’.Maar hij is vooral bezeten <strong>van</strong> sport, al zijn heleleven. Hij maakte deel uit <strong>van</strong> dat supergemotiveerdegroepje journalisten dat via dagblad De Tijd bij StudioSport belandde, en die drive heeft hem nooit meer verlaten.Met Bob Spaak als leermeester en Martijn Lindenbergen Kees Jansma als kompanen bereikte Mart Smeets deunieke status die hij nu heeft. Maar Spaak had het hem alvoorgehouden: de ene helft is vóór je, de andere helft tegenje. Dat is nog steeds zo. En ook zijn scherpe oordeelis nog niets veranderd. Zoals in dit portret.Mart Smeets, onvermoeibare anchor<strong>man</strong>


Met Ria Vissergeleden door de Nieuwe Revu de vraag werd voorgelegd of hij nog langdoor zou gaan in het vak, was het antwoord: ‘Ja, waarom niet. Sport isnog altijd het meest boeiende wat er voor mij is. Ik ben er constant elkedag mee bezig. Her<strong>man</strong> Kuiphof is toch ook tot zijn zeventigste of zodoorgegaan. Dus jammer voor al die mensen die een hekel aan mij hebben,maar ze zullen het voorlopig nog met die bolle, ronde kop met dienorse uitdrukking moeten doen.’‘En zou ik Vancouver 2010 zelf nog werkend meemaken? Ik zou dandrieënzestig jaar oud zijn; de oudoom <strong>van</strong> nos Studio Sport. Ik hadme voorgenomen om Vancouver zo’n beetje als het eindpunt <strong>van</strong>mijn reizen en trekken voor de nos te beschouwen, maar of de leidingzich kon vinden in mijn wensen, wist ik niet. Ik had enig idee,maar meer ook niet. Ik zou het de heren wel aanraden, had ik voorme uit zitten lachen. Dan zou ik namelijk mijn hele werkzame levenbij die goede, vertrouwde nos gewerkt hebben; een idee dat me zeer123


Gisteravond had hij het met Frits Barend nog over Jan <strong>van</strong> Beverengehad. ‘Wij waren de enigen die wisten hoe goed die was. Je kunt nietpraten over Van der Sar als je niet weet hoe goed Van Beveren was. Dieheeft indruk gemaakt, al was het alleen maar omdat hij bijna solo destorm <strong>van</strong> Ajacieden moest weerstaan die hem voor het wk 1974 het Nederlandselftal uit treiterden. Als Cruijff niet zo machtig was geweesten een een-tweetje met Michels had gemaakt over de doel<strong>man</strong>positie,was Jan Jongbloed niet geworden wie hij is geworden. Dat vind ik mooieaspecten <strong>van</strong> mijn vak. Weten wie goed was en waarom. Ik heb FannyBlankers nooit zien hardlopen, maar ik weet <strong>van</strong> mensen die het welhebben gezien dat het iets ongehoords geweest moet zijn.’Ie<strong>man</strong>d die Fanny wel in actie heeft gezien was Bob Spaak, de nestor<strong>van</strong> Sport in beeld en de grote leermeester <strong>van</strong> Smeets, die in 1973 bij hetsportprogramma arriveerde nadat hij eerder al één keer voor Langs delijn op de motor de Tour de France had gevolgd.Smeets was 26, en had al het een en ander op (sport)journalistiekgebied achter de rug. Daar was hij serieus mee begonnen nadat hij dooreen achillespeesblessure afscheid had moeten nemen <strong>van</strong> zijn zo veelbelovendbegonnen basketbalcarrière. Die had op zijn vijftiende eenspectaculaire impuls gekregen toen hij voor het nationale team werdopgeroepen. Maar na een paar interlands was het alweer voorbij. Uit dietijd kent hij Ton Boot, de succescoach <strong>van</strong> wie binnenkort een biografieverschijnt. Smeets: ‘Mijn vader zei: “Ik zou eerst maar eens overgaan.”En: “Als je zometeen de Apollohal binnenkomt, dan stel je je netjes aaniedereen voor.”’Smeets is erg benieuwd naar die biografie. ‘Ton en ik deelden de kameren we deelden de dames in bed. Mooie <strong>man</strong>, maar ik ken ook zijndonkere kanten. Ik zie hem nog voor me, huilend na verlieswedstrijden.’Smeets wil Spaaks verdiensten graag nog eens uitmeten. ‘Die <strong>man</strong>was fantastisch. Gaf zoveel <strong>van</strong> zijn kennis aan ons mee. Vooral dat je desport altijd in een kader moest plaatsen. Vaak een sociaal kader, maarsoms ook in een tijdskader. Waarom zijn deze mensen goed? Wat doeje er verder mee? Hij leerde je achter de uitslag te kijken. fc Groningen-Ajax 1-0. Als je niks anders weet, zie je alleen dat cijfer. Maar je weetniet wat het binnen de Groningse voetbalwereld, bij Ajax, bij Van Bastenheeft teweeggebracht. Kijk naar de gevolgen <strong>van</strong> een sportief evenement.Dat was zijn grootste gave. In die begintijd had ik ook te maken125


met Ruud <strong>van</strong> den Hende <strong>van</strong> De Tijd. Die had precies hetzelfde. Dat warende <strong>man</strong>nen waar je wat aan had.’Spaak hield hem ook al vroeg voor: blijf omstreden. Dat was nietaan dove<strong>man</strong>soren gezegd. Smeets: ‘Maar of ik dat bewust altijd zo hebgeïnterpreteerd, betwijfel ik. Ik denk dat het min of meer mijn natuurlijke<strong>man</strong>ier <strong>van</strong> reageren is. Maar het feit dat een baas dat zegt is welbelangrijk. Hij steunde je. Groot <strong>man</strong>, visionair. Televisiemaken wastoen een heel jong vak. Hij was journalist en vooral een warmhartigdenkend mens. Ie<strong>man</strong>d die alles had om leiding te geven. Overwicht,humor, streng, begripvol. Grootse baas, echt. En je scheet in je broek alsje wat fout had gedaan. Het ergste was als hij een memo op zijn Remingtontikte, en dan eindigde met: vr. gr. Dan wist je dat het echt verkeerdwas. Oooeee… pffff, wat kon hij daar hard in zijn. Stond er bijvoorbeeld:“Jongen, hebben ze in Amsterdam geen behoorlijke kappers? Ik dachtmaar eens twee weken niks presenteren. Vr. gr. Bob.”Terlingen die interviews deed met kauwgum in zijn mond. “Henkie,zullen wij maar eens drie weken niet op tv verschijnen. Ga maareens lekker drie weken kauwgum kauwen. Vr. gr. Bob.”De harde <strong>man</strong>ier. Zo leer je het wel. In de jaren zeventig hadden weallemaal lang haar en probeerden we allemaal de rand op te zoeken <strong>van</strong>wat kon. Maar hij had gelijk, want hij was wijzer en rijper. Het is nietvoor niets dat ik er nog steeds goed gekleed uitzie. Doe ik heel bewust.Nauurlijk is dat een erfenis <strong>van</strong> Spaak. Hij zei: “Jongen, jij komt nu binnenbij zoveel mensen, dan wil ik dat je er behoorlijk uitziet en Nederlandsspreekt.” Hij wilde Jean Nelissen ook niet in de studio als uitlegger,want die sprak Limburgs. Bij de nos spreek je abn en draag je eenjasje met een das.’Hij betreurt het dat bij Studio Sport geen kennis meer wordt overgedragen.‘Maar ik neem het de huidige chefs niet kwalijk. Het is eenheel andere <strong>man</strong>ier <strong>van</strong> leven, denken en doen. Het zijn meer <strong>man</strong>agersgeworden, die de arbeidsvloer draaiende moeten houden en de hele dagaan het vergaderen zijn. Vroeger was het standard procedure. Je praatteover hoe je in de wereld stond, wat jouw mening over <strong>van</strong> alles en nogwat was. Het kon toen natuurlijk ook omdat het allemaal een stuk kleinerwas. Ik zie de kamer nog voor me. Verhoeff en Kuiphof, de twee seniorvoetbal<strong>man</strong>nen,Reitsma er tussenin, Frans <strong>van</strong> Dusschoten, HenkTerlingen, Ruud ter Weijden, Martijn Lindenberg en ik. FreelancersJan Stekelenburg, Hans Brian, Aad <strong>van</strong> Leeuwen (later opgevolgd door126


Hans Eijsvogel), Pierre Zenden, Harry Vriend, en dan ben je er ongeveer.Met dat gezelschap maakte je programma’s, zat je te kletsen, en ging je’s middags lunchen.Ik pingpongde tegen Kuiphof, maar verloor altijd. Met tennissenook. Ik denk dat hij begin vijftig was, maar ik kreeg die bal er niet langs,terwijl ik toch twintig jaar jonger was en veel sterker. Je sprak elkaarveel meer en je discussieerde over waarom je bepaalde dingen deed enniet deed. Dat gebeurt niet meer. En ik zie daarin voor mezelf ook geentaak weggelegd. Zoiets moet geïnstitutionaliseerd worden.In de jaren negentig hebben we de vrijdagmiddag gebruikt voor devoeten-op-tafelsessies. Daar waren Kees Jansma en ik de dragende figurenin: fles wijn op tafel, kratje bier. De jonkies zaten daar met een openbek te luisteren naar wat de oude <strong>man</strong>nen te vertellen hadden. Waaromkon Leon Schatorjee <strong>van</strong> vvv zo hard schieten?Eerder, in de eerste helft <strong>van</strong> de jaren tachtig, hadden we de zondagavond-dinerclub.Deden we Studio Sport, en reden <strong>van</strong> daaruit naar caféDe Knijp in Amsterdam. Daar aten en dronken we, namen de werelddoor en werden eigenwijs. Twee werken nog wel bij de televisie, PeterKloosterhuis, hoofd actualiteit bij de nos, en Monique Hamer, regisseur.David Bentz <strong>van</strong> den Berg is arts geworden, Mark <strong>van</strong> der Loos psycholoog.Pim Marks ging soms ook mee, is nog steeds regisseur bij ons.Dat groepje sprak samen over sport en hoe het in elkaar zat. Dat washeel bepalend voor hoe we toen over sport dachten. En naar later blijkt,over hoe Nederland sport gepresenteerd kreeg. Want aan een cafétafelvorm je een gedachte. Waarom doen we dingen? Wat is wel en wat is nietbelangrijk? Hoe kun je op een mooie <strong>man</strong>ier sport laten zien op televisie?Wat kun je behalve de liveregistratie nog meer doen? Dat komt uitdie groep.’Het was ook de periode waarin Smeets en de nos even flink in onminleefden. In een geruchtmakend Vrij Nederland-interview <strong>van</strong> 7 juli1984 had Ischa Meijer de presentator wat lelijke dingen laten roepenover de nos, over Studio Sport-chef Kees Boerhout en nos-baas CarelEnkelaar.‘Stom,’ schrijft Smeets daarover achteraf in zijn boek Spelen (2004).‘Ik was een jonge televisiemedewerker, zelfgenoegzaam en opportunistisch.’Er volgde een schorsing. Hij werd uit de Tour de France gehaald enmoest tot zijn grote verdriet ook de Olympische Spelen in Los Angeles127


aan zich voorbij laten gaan. Werken mocht hij nog wel, mits hij maarniet in beeld kwam en als zijn stem maar niet in de huiskamer klonk.Smeets: ‘Met als ernstige consequentie dat vlak voor de olympische basketbalfinalein Los Angeles (Amerika-Spanje) wij de wedstrijd Amerika-Ruslanduit 1972 uitzonden. Er was alleen één vervelend aspect: mijnstem stond daarop! Toen is de wedstrijd zonder enig geluid uitgezonden.Fantastisch! Nu kan ik er wel om lachen, toen vond ik het bezopen.Infantiel. Zo zonder klasse. Heel klein. Heel vervelend ook.’Boerhout, die in de krant liet weten dat hij zijn opstandige redacteurdesnoods de toiletten kon laten schoonmaken, wees Smeets aanals eindredacteur tijdens de Olympische Spelen. Het was geen straf.Smeets begroef zich in de Spelen en werkte zestien uur per dag. ‘Ik wasniet meer uit de studio weg te slaan en had enorm veel plezier in wat ikdeed,’ schrijft hij. ‘Ik stelde uitzendschema’s voor, besprak die met deanderen, gaf aanwijzingen aan de jonge “kids”, keek naar alle beeldentegelijk en hoopte dat ik mijn liefde voor de sport ook op deze <strong>man</strong>ierkon doorgeven aan de kijker.’Smeets nu: ‘Natuurlijk was het ook een soort wraakoefening tenopzichte <strong>van</strong> die enge meneren, want ze zaten potverdomme aan mijnstiel. Enkelaar en Boerhout snapten niks <strong>van</strong> sport. Dat is niet erg, maarlaat het dan over aan mensen die er wel verstand <strong>van</strong> hebben. Het laatonverlet dat ik buiten mijn boekje was gegaan. Mijn vader zei: “Wie zijnbillen brandt, moet op de blaren zitten.” Die vond het ook helemaal nieterg: “Je hebt er om gevraagd, had je je kop maar moeten houden.”Henk Terlingen, die al op een zijspoor was gezet en bij de Spelen alseindredacteur radio fungeerde, heeft toen nog de beroemde “tafelrede”gehouden. Ging hij op tafel staan en stak met die hese stem een rede af,in de wetenschap dat Boerhout en Enkelaar in de buurt waren en zijnwoorden konden horen. “Collega’s, wij zijn samengekomen om het onrecht<strong>van</strong> een <strong>van</strong> onze collega’s hier…” Toen heb ik de Gouden Pleeborstelgekregen voor mijn inzet bij de Olympische Spelen. Heel mooi.Ik herinner me ook nog een redactievergadering met Boerhout,Kuiphof, Heinze Bakker, Fred Racké en nog wat mensen. Het ging overmijn ontslag en op dat moment vroeg Heinze het woord: “Ik wil éénding <strong>van</strong> je weten, Kees… Mart is ontslagen, maar wil jij ons nu op ditmoment aangeven wat er niet klopt in Ischa’s stuk?”Toen werd Boerhout onvoorstelbaar kwaad, stiefelde de tent uit,sloeg met deuren en riep al het slechts dat je maar kunt bedenken. De128


est <strong>van</strong> de redactie liet hem toen vallen. Dat was een mooi moment. Ikben gesteund voor en tijdens de Spelen.In september belde de secretaresse <strong>van</strong> Enkelaar mij op – ik wistdat er enige beweging was – of ik om 9.00 uur de volgende ochtend bijEnkelaar wilde komen. Ik naar Hilversum. Die bullebak <strong>van</strong> een baaskomt binnen en vraagt: “Wat wil je drinken?” Ik zeg: “Koffie.” “Nee, watwil je drinken. Wil je een borrel?” Ik zeg: “Die drink je als je iets te vierenhebt.” Hij: “Ik wil graag met je vieren dat je weer aangenomen bent.”Dus ging er om vijf over negen ’s ochtends een jenever in.Boerhout wist zich geen raad met de situatie. Later heb ik wel eensgedacht: wat heb ik die <strong>man</strong> aangedaan, dat is ook niet eerlijk. Weggepest,maar hij had het ook niet. Hij vroeg aan de oer-Fries Heinze Bakkerwaarom de Elfstedentocht niet door Heerenveen ging. Dan ben je klaarverder. Ik heb Heinze nog nooit zo boos gezien.’Was het uit die periode, midden jaren tachtig, dat we ons een zondagavonduitzendingherinneren waarbij Smeets met een stalen gezicht bijiedere wedstrijd met een ander scheidsrechtersynoniem voor de dagkwam? Scheidsrechter is… De leids<strong>man</strong> heet… Arbiter Derks… De wedstrijdwordt geleid door fluitist… Niet zo’n gelukkige wedstrijd <strong>van</strong> referee…Als umpire zien we op ons briefje staan… De <strong>man</strong> in het zwart…Enzovoorts.Smeets: ‘Ja, dat soort dingen deden we. Het was niet echt voorbereid,het viel in, zo boem! Ik heb ooit in één uitzending negentien verschillendestropdassen omgehangen. En weet je wat naderhand bleek?Men heeft het niet gezien! Ja, een mevrouw bij ons in de uitzendstraathad het in haar broek gedaan. Ze was mee gaan denken met wat ik deed.Alleen een vrouw ziet dat.Dat soort dingen vond ik enig om te doen. De uitzending duurde tot20.00 uur, dan kwam het Journaal en daarna kreeg je weer zaalsportenof zo. Tot het Journaal had je meestal een paar loze minuten en werd ereen filmpje ingestart <strong>van</strong> een of andere merkwaardige voetbalcompetitie.Kreeg je een papiertje <strong>van</strong> Panathinaikos-aek in handen gedrukt,zonder spelersnamen. Dus verzon ik zomaar een naam bij een spelerdie scoorde: Pipidipides. Die heeft er járen in gezeten. Ik heb hem overallaten scoren en er is nooit ie<strong>man</strong>d geweest, noch <strong>van</strong> de Griekse ambassade,noch <strong>van</strong> een Grieks restaurant, die heeft laten weten dat die spelerhelemaal niet bestond. Er is nooit ie<strong>man</strong>d over gevallen.129


Toen mijn vriendje Bert Spaak ziek werd – hij kreeg enorme reumaaanvallenen trok helemaal scheef – kwam hij in het Radboudziekenhuiste liggen. Toen heb ik bewezen dat het mogelijk is om ie<strong>man</strong>d viatelevisie geestelijk op te beuren. Ons groepje bestond uit camera<strong>man</strong>Ron Nieuwenhuys, regisseur Bert Spaak en ik. Berts bijnaam was Vander Wiel, ik heette Muts omdat ik altijd <strong>van</strong> die gekke petten op mijnharses had en Ron heette Ponang, Bulgaars voor Ronald. Van der Wielkeek zondag naar Studio Sport. Ik keek hem aan, en ik keek heel Nederlandaan, en ik had lak aan heel Nederland. Zei ik dat er een prachtigeprestatie was geleverd, want bij de Singelloop in Zutphen was Boris <strong>van</strong>der Wiel op een fraaie tweede plaats geëindigd. “Dit was Studio Sport,dames en heren, goedenavond.”Er heeft nooit ie<strong>man</strong>d uit Zutphen gebeld dat er geen Singelloop isgeweest. Bert vond het prachtig. Ik heb het wekenlang gedaan. Ik hebhem skiwedstrijden laten winnen, bij de tienkamp zoveel punten latenscoren. Mijn collega’s hadden geen idee waarover het ging en zeiden erook nooit iets <strong>van</strong>.’Sterk was ook Smeets’ vernietigende commentaar op het lachwekkendmet reclame-uitingen bezaaide racepak <strong>van</strong> een Formule 1-coureur,waar<strong>van</strong> misschien nog ‘tien vierkante centimeter’ niet wasbedekt. Smeets: ‘Dat is mijn <strong>man</strong>ier <strong>van</strong> reageren op dingen waar<strong>van</strong>ik vind dat het niet kan. Net zoals voetballers en trainers nu voor dieborden moeten staan. Beschaafde mensen doen zoiets niet. Dat is tocherg?! Ga niet voor 27 <strong>van</strong> die namen staan. Dat hoort niet! En dat roep ikdus wel. Ook hardop op de redactievloer… en nie<strong>man</strong>d die dan iets zegt.Kijken ze de andere kant op. Ouwe zot! Maar je mag toch weten hoe hethoort?’Smeets kon er soms ook flink naast zitten. Zo maakte hij zich belachelijkmet zijn voorspelling dat de tijd <strong>van</strong> Eric Heiden op diens winnende10 kilometer bij de Winterspelen <strong>van</strong> 1980 (14.28.13) ‘nooit meerverbeterd zou worden’. Smeets: ‘Ik was geheel ge<strong>van</strong>gen door de race opzich, die de meest unieke race is geweest die er ooit is geschaatst.’O ja?‘Ja natuurlijk!’Natuurlijk? Dan zijn we heel benieuwd in welk kader Smeets Heidensrace plaatst.Smeets: ‘Heiden had niet ingereden. Hij was te laat. Is <strong>van</strong>uit eenklein kamertje waar hij zich had verkleed het ijs op gestapt. Zijn Russi-130


Met schaatster Carla Zijlstrasche tegenstander had meteen honderd meter voorsprong. Toen is er onderwegiets gebeurd. In de uitzending zie je een <strong>man</strong> langs de boardingdie iets naar hem schreeuwt, en <strong>van</strong>af dat moment gaat Heiden heelhard schaatsen en rijdt hij dat wereldrecord. Ik weet wie die <strong>man</strong> was. Endat maakt de Wet <strong>van</strong> Spaak zo onomkeerbaar. Er zit altijd iets achter eenprestatie. De <strong>man</strong> was zijn <strong>man</strong>ager en die had Heiden twee dagen eerdermet vijf gouden medailles laten poseren voor Time/Life. Hij heeft alleenmaar heel hard geroepen: “Fucking think about that fifth gold!”Heiden was helemaal daas. Hij had zich verslapen. De reden ken ik,maar is niet voor publicatie bestemd. Hij was om 9.00 uur wakker geworden.Moest om 10.00 uur rijden. Normaal moet je er dan om 6.00uur uit. Ontbijten, inrijden, enzovoorts. Hij heeft een stuk hard brooddat ergens lag naar binnen gepropt en met een slok lauw water op heefthij die 10 kilometer gereden. Dat was heroïsch. Het was vinnig koud,er stond een strakke zuidooster dwars over de baan, en hij kwam uittotaal verloren positie terug. Toen heb ik die merkwaardige faux pas gemaakt.’131


Een andere faux pas, ook bij het schaatsen, vele jaren later. De liefhebberherinnert zich met afgrijzen Smeets die steeds maar klaagt dathet zo koud is en op zeker moment zelfs – uiterst aanstellerig voor dekijker – dat beruchte plaid over de knieën heeft liggen. En maar blijvenroepen dat het zo koud is. Dat hóórt toch niet?Smeets: ‘Dat was in Italië. Nou, neem <strong>van</strong> mij aan: daar was niks gespeeldsbij. Ja, je moet het niet te vaak doen… Het is een zwakte <strong>van</strong> megeweest dat ik vaak “over de band” heb laten weten wat ik er<strong>van</strong> vond.Ik dacht toen: alle andere nos’ers die hier rondlopen en dit plaatje inbeeld krijgen zien toch hoe koud het hier is! Laat ze er godverdommewat aan doen. Zet er een straalkachel neer. Doe iets! Henk Gemser zaternaast, die kon er niet meer tegen. Er was een gevoelstemperatuur <strong>van</strong>20 onder nul of zo. We gingen echt dood. Op zeker moment had ie<strong>man</strong>din een hotel een plaid gevonden. En het was me op dat moment echt eenrotzorg dat er kijkers waren die dachten dat Smeets zich zat aan te stellen.Ik had het zo intens koud! En ik dacht ook niet stiekem: dit vind ikleuk. Nee, nee, nee. Kijkers een beetje op stang jagen zit er natuurlijkwel een beetje in, maar dit was zo bizar. Want dat idyllische huisje datjij zag had geen ruiten! We zaten gewoon buiten! Voor het mooie plaatjewas er een huisje om ons heen gezet. Men had vergeten dat binnen dieshow best een straalkacheltje neergezet had kunnen worden.Op dat soort momenten kan ik wel eens heel vervelend worden. Eensoort <strong>van</strong> kinderachtig je gelijk halen. Ik heb het wel meer gedaan. Bijlange Touretappes. Zaten Maarten Ducrot en ik vijf uur naast elkaar ennie<strong>man</strong>d die voor je zorgt. Toen heb ik wel eens tegen Maarten gezegd:“Het gerommel dat je nu hoort is mijn maag.” En dan kwam er ineensie<strong>man</strong>d in mijn koptelefoon zeggen: “We hebben opdracht gekregen datjullie broodjes krijgen.”Ik heb wel meer fouten gemaakt. Gekke uitglijders gemaakt, in verkeerdecamera’s kijken, dat hoort ook allemaal bij het vak. Vind ik ookniet erg. Ik hoop zelfs vaak dat in uitzendingen <strong>van</strong> de jonge gasten <strong>van</strong>ons er eens iets gebeurt, en dan ben ik benieuwd hoe ze het oplossen.Daar word je heel inventief <strong>van</strong>.’Smeets was er een meester in. ‘Ik heb het geleerd. Ging er iets mis,vroeg ik: “Is er ie<strong>man</strong>d met een schroevendraaier in de zaal?” Of er gingiets mis op de studiovloer. Dan ging ik zo schuin naar beneden zittenkijken, en zei: “Dames en heren, u kunt het niet zien, maar er liggen nutwee technici op de vloer, de één heeft een steeksleutel in de hand en ik132


denk dat het zo wel voor elkaar komt.” Was er een band zoek. Maar danwisten ze in de regiekamer niet hoe ze het hadden. Er waren kijkers diedat leuk vonden, maar dan speelde ik het toch ook weer “over de band”.Is wel eens gevaarlijk geweest, want er waren regisseurs die zich danwanhopig afvroegen: hoe bedoelde hij dat nu weer?’Marnix Koolhaas, vpro-journalist en schaatskenner: ‘Het vreemdeis: ik ken die <strong>man</strong> nauwelijks, al kom ik hem heel vaak tegen opschaatsperstribunes waar ook ter wereld. In dat opzicht is hij weleen echte icoon – met alle ogenschijnlijk soms bijna autistischetrekjes die daar bij horen.Als live-analist en anchor<strong>man</strong> is hij ongeëvenaard in de Nederlandsetv-sportjournalistiek – en toch moet je dat ook weer nietoverdrijven. Hij is volgens mij ook te hoog gestegen om nog doorie<strong>man</strong>d aangestuurd te kunnen worden. Een probleem dat bijvoorbeeldook Paul de Leeuw voor mij onverteerbaar heeft gemaakt. BijSmeets is het nog niet zover, omdat hij gelukkig veel minder playtimeheeft.Zoals Her<strong>man</strong> Kuiphof zaliger ooit prachtig relativerend zei:“Misschien was ik bij de Haagsche Courant wel een veel betere sportjournalistdan als tv-commentator.”In elk geval vind ik Smeets geen betere schrijver dan tv-<strong>man</strong>.’‘Nee, bang waren ze niet voor me. Ik zal je wat anders zeggen. Ik ben inhet bezit <strong>van</strong> mijn verstandelijke vermogen nog nooit boos gewordenop ie<strong>man</strong>d. Heb ik ook privé. Ik word zelden of nooit boos. Wel eens <strong>van</strong>:“Jezus jongens, kan dat niet beter?” Maar door sommigen wordt mij welnagedragen dat ik een dermate koude lucht kan verspreiden dat het evenstil wordt. Is geen goeie eigenschap. Maar ik speel die boosheid.Twente won een keer met 3-1 <strong>van</strong> Go Ahead, maar wij konden in desamenvatting slechts drie doelpunten laten zien. Ik wist wie die samenvattinghad gemaakt. Zou reden kunnen zijn om tegen die <strong>man</strong> uit tevallen, maar ik heb alleen gezegd: “Je bent een ongelooflijke lul dat jehet verkeerd hebt gedaan, maar ik vind het heel grappig.” Die jongenhad gewoon een doelpunt overgeslagen. Dat betekende dat het automatisme<strong>van</strong> zijn werk de overhand had gekregen boven goed geconcenteerdnadenken over wat hij deed. Blijkbaar was hij slachtoffer <strong>van</strong> hetsysteem.133


Die <strong>man</strong> is er jarenlang door zijn collega’s mee achtervolgd, maar ikmaakte er geen punt <strong>van</strong>. Ik was presentator en zei: “Dames en heren.Het kan gebeuren. U denkt: 3-1 is 4 doelpunten. Wij hebben <strong>van</strong>avondbewezen dat er slechts drie doelpunten zijn gemaakt.” Ja? Dat vond ikdus enig! En dat met een strakke blik, ja hoor. Dat zit in mijn denken endoen. Die knipoog zit er altijd al in. Vanaf de eerste dag. Heb ik <strong>van</strong> mijnouders. Sport is de belangrijkste bijzaak <strong>van</strong> de wereld. En daar moet jehet ook bij laten. Al heb ik er mijn hele bestaan aan te danken.’Vak<strong>man</strong>schap, daar gaat het om. Ie<strong>man</strong>d die het niet had, was HugoWalker, de <strong>man</strong> die bij het publiek op zeker moment een cultstatus verwierf.Smeets: ‘Ik moet hem in ere houden, maar hij moet niet denkendat hij een vak<strong>man</strong> was. Ik heb ergens ooit gezegd: “Hugo Walker heeftmensen <strong>van</strong> de Eiffeltoren doen springen.” Mensen die op zondagmiddagtot het uiterste moesten gaan om wedstrijden <strong>van</strong> Hugo samen tevatten. Die er met al hun vakkennis niet meer uitkwamen, terwijl Hugosteeds beroemder en geliefder werd. Wéér een fout. Hou je hárses noueens! Hou nou toch eens god, god, godgloeiende godverdomme je kop.Ja, zo ging dat – zo gek werden ze <strong>van</strong> hem. Hij dacht niet na over het feitdat twee shots aan elkaar geplakt moesten worden en triomfeerde opeen <strong>man</strong>ier waar<strong>van</strong> wij, de insiders, vonden dat het niet kon. Ook daarheb ik me wel eens tegen afgezet. Ik had het niet moeten doen en nu doeik het weer – “via de band”. Misschien is dat wel mijn grootste zwaktegeweest in die 35 jaar.’‘In maart 2008 komen Maarten Nooter, de chef <strong>van</strong> Studio Sport, enik elkaar tegen in een <strong>van</strong> de gangen <strong>van</strong> het Videocentrum. Ik hebzojuist een interview gemaakt met Bob Spaak (1917), mijn leermeesterbij de nos. Het is bedoeld als basis voor een fraai “in memoriam”over de grondlegger <strong>van</strong> sport op de Nederlandse televisie. Hetklinkt morbide, maar onze afdeling plant onderwerpen soms vervooruit.Nooter vraagt hoe het is gegaan en ik zeg dat Spaak wel oud is,maar nog ongelooflijk “wijze” opmerkingen maakt. Dat hij mijsoms in leuke volzinnen de les leest, net als vroeger. (…) Nu had hijmij in alle rust gevraagd: “Vind je het vak nog steeds leuk, jongen?”Ik had “ja” gezegd en toen had hij opgemerkt: “Dan moet je het totin lengte <strong>van</strong> jaren blijven doen. Ik zie nog steeds enthousiasme bijje. Je bent de grand old <strong>man</strong> <strong>van</strong> de sport geworden, en die rol pastbij je.”134


Ik had het compliment met hoofdknikken aanvaard en <strong>van</strong> binnengebloosd.Hij had me aangekeken en streng gezegd: “Ik meen dat.”Als Bob Spaak dat tegen je zegt, betekent dat iets. Wie met hemheeft gewerkt, weet dat.’Bron: Mart Smeets, Sportzomerdagboek (Nieuw Amsterdam, 2008)Manieren, wat hoort wel en wat hoort niet. Smeets: ‘Ik betrap mezelferop – en dat vind ik heel erg – dat er jongens bij ons rondlopen die ikniet ken! Stel ik me voor: “Ik ben Mart Smeets.”Zeggen zij: “Dat weet ik.”Dan spreek ik – mijn vrouw zegt dat ik op zo’n moment vreselijkben – zo ie<strong>man</strong>d met u aan. Zo ben ik opgevoed. “Maar ik weet niet wieú bent,” zeg ik dan, “u hebt toch een naam? Nou... zeg die dan.”Krijg ik te horen: “Nou, u bent wel vormelijk.”“Nee,” zeg ik dan, “ik ben niet vormelijk, zo ga je met elkaar om. Ukomt hier nieuw op een redactie, u gaat hier blijkbaar werken, stel uzelfvoor.”Ander voorbeeld. Liepen we naar de lift om te lunchen, stonden ertwee dames te wachten en vier <strong>man</strong>nen die – boem! – voor die vrouwende lift ingaan. Greep ik die <strong>man</strong>nen bij de kraag, hupsee, er zijn damesbij.Zeggen ze: “Doe niet zo ouderwets!”Zeg ik: “Dat is dus niet ouderwets.”Stonden ze me aan te kijken, zo <strong>van</strong> die is geschift. Maar ik ben hetblijven volhouden. En het is wel mooi, als ik er bij ben zie je ze allemaalopletten, dan gaan de meisjes wel voor… Ik deed het ook gewoonen plein public, hè?’Zo vindt Mart Smeets ook dat de redacteuren <strong>van</strong> Studio Sport zichdienen te gedragen. ‘We hebben op het ogenblik een jongen die een vrijpregnante rol in de zondagmiddaguitzending vervult. Joep Schreuder.Het is in ieder geval ie<strong>man</strong>d met een eigen stijl. Maar waarom zelf zoveelin beeld komen? En ik vind het niet prettig dat hij tegen de oudeHan Urbanus “je” zegt. Dat kán niet. Dat hij hem daarbij op de schoudersslaat kan helemáál niet. Hij kreeg de hele honkbalwereld over zichheen, en terecht. Ik spreek hem daar steeds op aan: “Waarom zeg je alsje de voorzitter <strong>van</strong> psv tegenkomt ‘je’ tegen die meneer?”135


Met wielrenner Gert-Jan TheunisseDan reageert hij dat dat nu eenmaal zijn <strong>man</strong>ier <strong>van</strong> werken is endat het de wereld wat kleiner en gezelliger maakt.Zeg ik: “Ik heb tegen Rinus Michels nooit ‘je’ gezegd. Kwam niet inme op. Tegen Fanny Blankers ook niet.”Maar Schreuder doet dat moeiteloos, met iedereen. En er dan ooknog eens zo gemaakt slordig bij staan. Het gaat altijd om <strong>man</strong>ieren. Alsje <strong>man</strong>ieren geleerd hebt, dan gebeurt dat niet. Je loopt niet naar de trainer<strong>van</strong> psv toe, slaat hem op zijn schouder en roept: “Hé, Huub, hoe ishet met de opstelling?” Dan ga je naar hem toe: “Meneer Stevens, kuntu de opstelling geven?” Want dat vinden de mensen thuis prettig.Zegt Joep Schreuder: “Maar ík maak televisie.”Zeg ik: “Nee, zo is het niet, je maakt televisie via een bepaaldecode.”Ik discussieer daarover met hem en het is bijna alsof hij daarover ineen strijd met mij is verwikkeld: hoe ver durf ik te gaan? Maar hij maaktinteressante, eigenwijze en misschien wel vernieuwende televisie, andersdan ik het altijd heb gedaan.136


Jeroen Stekelenburg, een <strong>van</strong> onze veelbelovende jonge jongens, isheel anders. Maar die heeft ook <strong>van</strong> zijn vader geleerd dat je “u” zegt.Dat kun je aan alles merken. Die is nog <strong>van</strong> de oude school, plaatst zichzelfdus niet in beeld. Een algemene lijn is er vreemd genoeg niet, wantdaar hóórt een algemene lijn te zijn. Maar er is nie<strong>man</strong>d die daaroverbeslist. Dat vind ik jammer en dat zou je er uit kunnen krijgen als je datbespreekt. Maar ik ben niet meer degene die dat aanzwengelt.’Bart Jung<strong>man</strong>n, Volkskrant-redacteur en tot begin 2009 collegaredacteurDe Muur: ‘Mijn ervaringen met Mart Smeets – eigenlijkmoet ik zeggen met Karen en Mart – beperken zich tot de keukentafelin Haarlem. Bij hem thuis hebben we de afgelopen jaren opzaterdagochtenden telkens nieuwe edities <strong>van</strong> De Muur opgetuigd.Die ervaringen zijn heel plezierig. De Smeetsen zijn enorm gastvrijen de lunches overvloedig.Ik heb het gevoel dat Karen een goede invloed heeft op Mart. Alser al een moment sprake <strong>van</strong> is dat hij zichzelf tot grote proportiesopblaast, draait zij het ventiel meteen open. Zijn betrokkenheid bijnaasten is groter dan je zou vermoeden bij een <strong>man</strong> <strong>van</strong> zijn statuur.Ik moest een <strong>van</strong> die bijeenkomsten eens tijdig verlaten <strong>van</strong>wegefamiliaire problemen. Een paar maanden later wist hij er nog<strong>van</strong>, informeerde ernaar en wist ook nog precies wat die problemenwaren.’Serieus discussiëren met ‘zondagavondvoetbal<strong>man</strong>’ Tom Egbers doetSmeets al zeven jaar niet meer. Vanwaar die verwijdering? Smeets: ‘Hijheeft een keer een opmerking gemaakt die ik niet zo waardeerde en datheb ik tegen hem gezegd. Sindsdien heerst er een soort radiostilte. Tomwerd, ik geloof door Het Parool, geïnterviewd: “Jij bent <strong>van</strong> Heracles, hoezit het met de anderen? Poel<strong>man</strong>n, Van Gelder en zo.”Toen Tom bij Smeets was aangekomen zei hij letterlijk: “MartSmeets is voor zichzelf.”Dat vond ik een hele minne opmerking en toen dacht ik: Drop dead.Ik heb gezegd: streep. We hebben geen ruzie, zeggen elkaar normaal gedag,doen aan smalltalk, maar zijn geen vrienden <strong>van</strong> elkaar. En ik kandaar moeiteloos mee leven.’Ook tussen chef-voetbal Arno Vermeulen en Smeets is niet alleskoek en ei. ‘Ooit was hij stagiair bij Studio Sport, verdween in de kantlijn137


<strong>van</strong> het bestaan, en ineens stond hij er toch weer. Hij werd bij ons chefvoetbal,ongeveer in de tijd dat ik ruimhartig en zeer bewust afscheidnam <strong>van</strong> de voetbaluitslagen.Toen heeft hij een keer tegen mij gezegd: ‘‘Ik hoef niet met jou tepraten, want jij doet geen voetbal.”Dan houdt het op. Hij is ook de enige die mij niet gefeliciteerd heeftmet de Beeld en Geluid Oeuvre-prijs, die ik vorige week in ont<strong>van</strong>gstmocht nemen. Terwijl ik drie meter <strong>van</strong> hem <strong>van</strong>daan zat toen iedereenme kwam feliciteren, bleef hij stuurs de andere kant opkijken.Ik heb hem er een keer op aangesproken, op zo’n avond dat hij devoetbalduider was. Ik zei: “Luister Arno, jij praat nooit tegen mij, maarwij staan zometeen aan tafel naast elkaar en dan doe ik heel normaal enspreek jou gewoon aan. Maar ik wil wel even gezegd hebben dat het heelgek is om hier zo te staan.”Nou, dat kon hij zich wel indenken. Ik trek me er verder niets <strong>van</strong>aan. Het is zijn probleem, hopelijk, niet mijn probleem.’Hoewel hij vindt dat Studio Sport te vaak een zeventje haalt (‘Liever eenseen keer een 4 en een 9’) kan hij zeer enthousiast worden over nieuw talent,dat ondanks alles doorbreekt. ‘Er zitten twee onvoorstelbaar grotejongens aan te komen. Die doen nu deelregie en die jongens denkenecht in beelden. Dat is de toekomst <strong>van</strong> de televisie hè? Je onderwerpvisueel heel sterk maken. Koen <strong>van</strong> Mourik wordt on-ge-loof-lijk goed,als hij de lengte krijgt. Doet nu al soms heel belangrijke onderdelen <strong>van</strong>een uitzending en die zijn perfect, met een touch in zijn beeldkeuzes,prachtig. Hij zorgt er voor dat schaatsregisseur Astrid Wis<strong>man</strong> directde goede beelden kan kiezen. En Martijn Hendriks, Martijntje zoals ikhem noem, die heeft een speelsheid en een humor in zijn beelden, dathebben we twintig jaar niet bij ons gezien. Zéér grote talenten. JeroenStekelenburg hoort daar ook bij. Deze drie worden beter en beter en erkomt een moment dat je gaat zeggen: doe jij maar eens alleen de AmstelGold Race. Nu eens niet terugvallen op Martijn Lindenberg.Koen kiest al zijn beelden met inhoud. Voorbeeld. Ik roep <strong>van</strong>: “Damesen heren goedemiddag, hartelijk welkom, we zijn in Thialf op detweede dag <strong>van</strong> dit knotsgekke toernooi.”Op het moment dat ik “knotsgek” zeg, is er een seconde later ie<strong>man</strong>dmet een knotsgek hoofddeksel in beeld. Ik hoef daar verder niksover te zeggen, hij schakelt dat gewoon achter mij door. Hij geeft mijn138


verhaal de perfecte beeldaanpassing. Dat is zo knap. Hij luistert dusheel goed, kijkt goed en hij interpreteert. Daar mag Studio Sport de handenmee dichtknijpen. Als ik baas <strong>van</strong> een actualiteitenprogramma zouzijn, zou ik deze kerels direct wegkopen. direct! Zij zijn de makers <strong>van</strong>het nieuwe Studio Sport. Nee, niet de presentatoren, het gaat om bééld,bééld! Dat is de klasse <strong>van</strong> de nieuwe generatie. En die wordt niet gedragendoor een nieuwe Smeets. Die wordt gedragen door die drie jongens.Dat vind ik leuk. Want televisie is: kijken naar. We praten veel te veel inNederland.’Bart Jung<strong>man</strong>n: ‘Ik vind hem nog altijd met afstand de beste presentator<strong>van</strong> sportprogramma’s. Hij formuleert oorspronkelijk,kan aangenaam relativeren en heeft het juiste aplomb als het nodigis. Als gastheer <strong>van</strong> praatprogramma’s lijkt het hem wel eens aangenoeg aandacht te ontbreken om de gasten tot hun recht te latenkomen. Dan duwt hij te hard door of heeft onvoldoende gevoel bijhet soort mensen dat aan tafel zit. Maar als in zo’n uitzending deactualiteit in het geding is, zoals twee jaar geleden het ontslag <strong>van</strong>Rasmussen live in de uitzending, dan is er geen betere dan MartSmeets.’Smeets’ niet aflatende werklust heeft de wereld een stroom aan boeken,columns en stukken opgeleverd, en dan maakt hij ook nog deel uit <strong>van</strong>de redactie <strong>van</strong> wielertijdschrift De Muur. Er zal ongetwijfeld nog veelvolgen, maar één project moet en zal er komen. Dat is het grote boekover Amerika. Als inspiratie daarvoor zal hij beslist putten uit wathij als het beste sportboek ooit beschouwt: Foul <strong>van</strong> Connie Hawkins.‘Daarin wordt uitgelegd waarom negers niet <strong>van</strong> blanken houden enblanken niet <strong>van</strong> negers. En dat heeft alles met sport te maken. Er zijn160 miljoen mensen in de vs die Obama een ongelooflijke klootzak vinden,en een vuile nigger. Dat weten wij niet. Wij kijken <strong>van</strong> buiten naarbinnen. Maar in Oklahoma roepen ze alleen maar: “Fuck that nigger!”Daar hebben ze helemaal geen zin in hem.Waarom snappen wij niet hoe de Amerikaanse sport en de Amerikaansesamenleving in elkaar zitten? Ik heb Charles Groenhuijsen weleens getest of hij door heeft waarom een innercity kid heel graag naar deuniversiteit <strong>van</strong> Arkansas of Alabama gaat. Omdat hij daar geen fuckhoeft uit te voeren! Omdat hij daar geld krijgt om zijn kunstje te doen.139


Omdat zijn medescholieren zijnexamens maken. En dat gaat termeerdere glorie <strong>van</strong> de universiteit.Hij is vier jaar lekker aan hetballen en zo wordt hij prof en kanhij zijn wijk uit. Daar gaat het infeite om. Dat heb ik altijd duidelijkwillen maken. Waar komt een jongen<strong>van</strong>daan? Een jongen <strong>van</strong> Yaleof Columbia zie je nooit stommedingen doen. Nee, natuurlijk niet,Werken. Altijd maar werkenwant daar wordt je geleerd om nate denken. Maar als jij naar de universiteit<strong>van</strong> Michigan gaat, enrollment28 000, en je bent zwart en je hebt een sat (Scholastic Aptitude Test)<strong>van</strong> niks, dan zorgen ze er wel voor dat je een goeie sporter wordt, maarje wordt niks in het leven. Dat is het erge. Dat wilde ik altijd duidelijkmaken aan Nederland.Dat ga ik doen in het grote boek over Amerika. Ik heb mijn vrouwvoorgesteld om een half jaar in de vs te gaan wonen, ergens in Vermont.Ze vond het nog geen goed idee. Maar het moet een keer. Het vraagt echtom uitleg. Dan worden een heleboel dingen duidelijk. Obama studeerdeop een kleine college. Waar? Hoe belangrijk was hij? Hij is mislukt alsbasketballer. Hij was een linkshandige, kleine basketballer, die gezienwerd als een vervelende neger. Ja, dat klinkt hard, maar zo keken ze tegenhem aan. En nog steeds probeert hij zich te bewijzen via het basketbal.Toen het spannend werd bij de verkiezingen ging hij met zijn innercircle een beetje spelen. Dan laten ze hem scoren, dat is goed voor zijnego.’Werken. Altijd maar werken. Vorig jaar nog liet Smeets in De Gooi& Eemlander optekenen dat hij werken ‘zelfs een heerlijke bezigheid’vindt. ‘Het is voor mij pure ontspanning. Altijd geweest.’Dat moet ook de reden zijn dat hij zich de dag na ons interview metplezier naar Arnhem zal begeven. ‘Ze hadden me gebeld of ik voor oud-Vitessespelers een praatje wilde houden. Ik had die avond niets op hetprogramma, dus waarom niet? Werken is geen straf. Ik ga nu naar huisom lekker mijn stukje voor de krant te schrijven.’140

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!