OLNS Periodiek 0024

ANNA
PAULOWNASTRAAT
Jan Berghuis
Ik werkte bij mijn vader, het was 1948.
Ik moest van mijn vader op de bakfiets
spullen weghalen in de Gentsestraat in
Scheveningen bij de familie De Herder.
De schilders hadden alle spullen klaar gezet
en hielpen mij met inladen.
Op dat moment ging mijnheer De Herder weg
met een grote koffer. Hij nam afscheid van
zijn vrouw, gaf haar nog een kusje en reed in
een taxi weg.
Hij ging naar Duitsland. De maandag daarop
zei mijn vader: ”Jan je moet naar mevrouw
Blok”. Om de zoveel tijd moest ik bij haar
de vloeren beitsen met wasbeits. Ik werkte
daar graag, het was mooi ingericht. Zij was
modiste en een schoonheid om te zien.
Afijn, ik op de fiets naar mevrouw Blok, zij
woonde op de eerste etage. Je moest eerst
door een portaal en daar belde ik aan. Het
was donker en ik kon niet zien wie er boven
aan de trap stond. Mevrouw zei: “dag Jan” en
ik antwoordde: “dag Mevrouw”. Gelijk hoorde
ik een mannenstem zeggen: ”dat is mijn
schilder”. Mevrouw Blok zei: “nee dat is mijn
schilder”. Boven aan de trap stond mijnheer
De Herder uit de Gentsestraat in zijn pyjama.
Hij ging z.g. naar Duitsland inkopen doen.
I
k heb de vloeren gebeitst en kreeg een rijksdaalder
fooi. Een beetje van slag ging ik naar
de werkplaats. Ik zei tegen mijn vader: “ weet
u wie er bij mevrouw Blok in pyjama stond?
Mijnheer De Herder”.
10 11
Mijn vader zei: “als je je mond maar houdt”!
Het kan verkeren...
...in ’s-Gravenhage.