M30-50-647122-201302

i
I
647122 NL (01/02/2013)
M30-2ST3B
IV150-2ST3B
M30-4ST3B
IVI50-4ST3B
HANDLEIDING
(OORSPRONKELIJKE HANDLEIDINGI

m
MANmU
MANITOUBF
BP 10249
44158 ANCENISCEDEX-FRANCE
TEL:+ 33 (0)2 40 091011
UW DEALER
647122 NL(01/02/2013)
M30-2 ST3B M30-4 ST3B
M50-2 ST3B M50-4 ST3B
HANDLEIDING
(OORSPRONKELIJKE HANDLEIDING)

BELANGRIJK
Lees en begrijp deze handleiding voordatudeze heftruckgaatgebruiken.
Deze bevat alle nodige informatie over de besturing, de behandelingen de ukrusting van de hefiruck,
evenols belangrijkeaanbevelingen die moeten worden opgevolgd.
UvindtooklndHdoaimentvoorzorgsmaatregelenbijhetgebruiKinhrmatieoveronderhoudendemeestvoorkmendesmicmeriaaamhakn,
om bet veillg gebrulkende betmim/baaiheidvande heftrudcte handhaven.
ALS UDITSYMBOOLZIETWILDATZEGGEN:
A BELANGRIJKA
LET OP!WEES VOORZICHTIG! UW VEIUGHEID EN DEVEILIGHEID VAN ANDEREN EN VAN DEHEFTRUCK LOPEN GEVAAR.
•Deze handleiding isontwikkeld op basis van de lijstvan uitrustingen entechnische specificaties bijontwerp.
•Het uitrustingsniveau van de heftruck is afhankelijk van de gekozen opties en het land van verkoop.
•Afhankelijk van de opties en de verkoopdatum van de heftruck, zijn sommige uitrustingen/functies
die in deze handleiding worden beschreven niet aanwezig op deze heftruck.
•De beschrijvingen en illustraties zijn niet bindend.
•MANITOU behoudtzich het recht voor haar modellen en uitrusting te wijzigen zonder daarvoor deze
handleiding bij te werken.
•Het MANITOU-netwerk bestaat uitsluitend uit gekwalificeerde professionals die ter beschikking staan
om al UW vragen te beantwoorden.
•Deze handleiding maakt integraal deel uit van de heftruck.
•Deze moet permanentworden bewaard opdetoegewezen plaatszodat u dezegemakkelijk kuntvinden.
•In geval van doorverkoop van de heftruck, moet deze handleiding worden doorgeven aan
de nieuwe eigenaar.
01/02/2013 EERSTE DATUM VAN UITGAVE
rn
o
§
3

$^WmimM§l0^OI^CHIFTEN
i-cp}iWpaD
4'0PTiaNELE TOEBEHOREN VOORDEZEREEKS
1

1 -VEILIGHEIDS-
VOORSCHRIFTEN
rn
Q
§

647122NL (01/02/2013)

INHOUDSOPGAVE
INSTRUCTIESVOORDEVERANTWOORDELIJKEVANDEFIRMA 1-4
HETWERKTERREIN 1-4
DEBEDIENER .1-4
DEHEFTRUCK 1-4
A - GESCHIKTHEID VAN DE HEFTRUCKTAVVAN MET GEBRUIK 1 - 4
B - AANPASSING VAN DE HEFTRUCK AAN DE NORMALE OMGEVINGSVOORWAARDEN 1 - 4
C-WIJZIGINGVAN DEHEFTRUCK 1-5
DEINSTRUCTIES 1-5
HETONDERHOUD 1-5
INSTRUCTIE5 VOOR DEBEDIENER 1-6
INLEIDING 1-6
ALGEMENEtNSTRUCTIES . 1-6
A-HANDLEIDING 1-6
B-TOESTEMMINGOMTERUDENIN FRANKRIJKiofdevankrachtzijndewetgevingraadplegenwatbetreftdeanderelanden) 1 -6
C-ONDERHOUD 1-6
D - WIJZIGING VAN DE HEFTRUCK 1 - 6
E - OPTILLEN VAN PERSONEN 1 - 6
INSTRUCTIES MET BETREKKINGTOT METRIJDEN ONBELAST EN MET EEN LADING 1-8
A - ALVORENS DE HEFTRUCK OPTE STARTEN 1 - 8
B-INRICHTINGVANDEBESTUURDERSCABINE 1-8
C-OMGEVING 1-9
D-ZICHTBAARHEID 1-9
E - OPSTARTEN VAN DE HEFTRUCK 1-10
F - RIJDEN MET DE HEFTRUCK 1-10
G-STOPPENVAN DEHEFTRUCK 1-11
H - RIJDEN METDE HEFTRUCK OP DE OPENBAREWEG 1-12
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT NET HANTERENVAN EEN LADING 1-13
A - KEUZE VANHETTOEBEHOREN 1-13
B - GEWICHTVAN DE LADING EN ZWAARTEPUNT 1-13
C-OVERDWARSESTABILITEITVAN DEHEFTRUCK 1-14
D - OPPAKKENVAN EEN LADING OP DE GROND 1-14
E - OPPAKKEN EN NEERZETTEN VAN EEN HOGE LADING OP BANDEN 1-15
0NDERH0UDSIN5TRUCTIES VAN DEHEFTRUCK 1-16
ALGEMENE INSTRUCTIES 1-16
ONDERHOUD 1-16
PEIL VAN DE SMEERMIDDELEN EN DE BRANDSTOF 1 -16
HYDRAULIEK 1-16
ELEKTRICITEIT 1-16
SOLDERINGEN 1-17
WASSEN VAN DE HEFTRUCK 1-17
DE HEFTRUCK WORDTLANGE TIJD NIETGEBRUIKT 1-18
INLEIDING 1-18
VOORBEREIDING VAN DE HEFTRUCK 1-18
BESCHERMING VAN DE VERBRANDINGSMOTOR 1-18
BESCHERMINGVAN DE HEFTRUCK 1-18
DEHEFTRUCK WORDT OPNIEUW INGEBRUIK GENOMEN 1-19
i
1
1-3

HETWERKTERREIN
Eengoed beheer van het werkterrein vermindert het risico op ongelukken:
.terrein met zo weinig mogelijk oneffenheden en hindernissen,
. geen te sterke hellingen,
. gecontroleerde beweging van voetgangers, etc...
DEBEDIENER
- De heftruck mag uitsluitend en alleen door gekwalificeerd personeel worden gebruikt dat hiervoor toestemming heeft gekregen.
Voornoemde toestemming moet schriftelljk gegeven worden door de bevoegde verantwoordelijke van het bedrijf waar de heftruck
wordt gebruikt en de bediener moet deze toestemming altijd bij zich hebben.
AVoigens de erraring kunnen erbepaaldecontn-indicaties optreden watbetrefthetgebruikt van de heftruck, Deze vormen van afwijkend gebruik, waarvan de
belangrijkste hieronderstaan vermeld, zijn absoluut verboden,
-Een voorspelbaarafwijkendgedrag datvoortvheituiteen normaie onachtzaamheid maardatniet voortvtoeit uitdewiihetmateriaaiopzetteiijkonjuist tegebruiken,
-De reflexen van een p&soon in gevalvan storing, incident, defect enz„. tijdens hetgebruikvan deheftruck,
'Hetgedrag datvoortvheituitde toepassing van hetprincipe van de ''weg van de minste weerstand^ti^ens het uitvoeren van werkzaamheden,
-Bijbepaalde machines, hetvoorspdbare gedrag van bepaaidepersonen zoais leerlingen, pubers, gehandicapten, stagiaires die graag een heftruckzouden willen
besturen en van bedieners die de heftruck wHien gebruiken omdatzij een weddenschap ofeen wedstrijdzijn aangegaan ofom zeifervaring optedoen,
Deverantwoordetijkevanhetmateriaalmoetmetdezecriteriarekeninghoudenbijhetinschattenvanderijvaardigheiden-geschiktheidvandepersonen,
DEHEFTRUCK
A - GESCHIKTHEID VAN DE HEFTRUCKTAVVAN HET GEBRUIK
- MANITOU heeft zich ervan verzekerd dat de heftruckgeschiktvoor gebruik is bij normaie omstandigheden zoais deze zijn beschreven
inde handleiding meteen STATISCH proefcoefficient van 133 en een DYNAMISCH proefcoefficient van 1 zoaisvoorgeschreven in de
geharmoniseerde norm EN1726-1 voor heftrucks met mast.
-Aivorens de heftruck ingebruik te nemen, moetde verantwoordelijke vanhet bedrijf controieren of de heftruck geschikt isvoor de te
verrichten werkzaamheden en bepaaide proeven uitvoeren (naar geiang de van kracht zijnde wetgeving).
B - AANPASSING VAN DE HEFTRUCK AAN DE NORMALE OMGEVINSVOORWAARDEN
- Buiten de normaiestandaard uitrustingen die op de heftruckzijn gemonteerd, zijner tairijke opties beschikbaar zoais: wegveriichtrng,
remiichten, zwaaiiicht achteruitrijiichten, ciaxon bij het achteruit rijden, werkiicht voor, werkiicht achter enz...
-De bediener moet rekening houden met de gebruiksomstandigheden bij het'insteiien van de signaiisatie en de veriichting van de
heftruck. Raadpieeg uw dealer.
- Menmoet rekeninghouden met de weersomstandigheden op de piaats van gebruik.
• Bescherming tegen vorst (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF).
•Aanpassen vande smeermiddeien (neemcontactop met uwdealer).
• Fiitrerenvan de verbrandingsmotor (zie:3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRUFRIEMEN).
A In de fabriek worden de smeermiddeien gevuld voor gebruik bij een matig klimaat, te weten:-15X tot +35X, Wat betreft gebruik bij hogere of lagere
temperaturen moet men aivorens de heftruck testarten, de smeermiddeien aftappen en opnieuw vullen metspedale smeermiddeien die overeenkomen met de
- Ais deheftruck wordt gebruikt oppiaatsen waar geen brandbiusmiddeien beschikbaar zijn, moet men een individueie brandbiusser op
de heftruck aanbrengen,raadpieeg uwdealer.
De heftruck is ontworpen voor gebruik buiten bij normaie weersomstandigheden en binnen in goed geventileerde ruimtes, Het is verboden de heftruck te
hgebruiken op piaatsen waar brand- ofontploffingsgevaar bestaat (bijvoorbeeld raffinaderijen, brandstof- of gasopslagplaatsen, piaatsen waar ontvlambare
producten worden opgeslagen,), Voorhet gebruikop ditsoortpiaatsen zijn erspedale uitrustingen beschikbaar (neem contact op met uw dealer),
-Onze heftrucks zijn conform de richtiijn 2004/1 OS/EG inzake eiektromagnetische compatibiiiteit (EMC), en de overeenkomstige
geharmoniseerde norm EN 12895. De goede werking ervan is niet meergegarandeerd ais ze in zones bewegen waardeeiektromagnetische
veiden sterker zijn dan dedoor deze norm vastgeiegde drempei (10 V/m).
- De richtiijn 2002/44/EG verpiicht bedrijfsieiders om hun werknemers niet bioot te steiien aan overmatige triiiingsdosissen. Er bestaat
geen erkende meetcode die toeiaat om demachines van deverschiiiende fabrikanten tevergeiijken. De werkeiijke ontvangen dosissen
kunnendan ookenkel inwerkeiijke omstandigheden worden gemeten,bijde gebruiker.
- Hieronder vindt ueenaantai raadgevingen omdeze triiiingsdosissen tot een minimum te beperken:
oDe heftruck enhettoebehoren kiezen die hetbest aan hetgepiande gebruik aangepast zijn.
oDe insteiiing van de zitting aan het gewicht van de bediener aanpassen (naar geiang heftruckmodei) en deze in goedestaat
houden, evenais de cabineophanging. Pomp de banden op voigens deaanbeveiingen. §
•Zich ervan vergewissen dat de bedieners hun werksneiheid aan destaat van het terrein aanpassen.
^
oin de mate van het mogeiijke, de terreinen aanpassen om ze viakker te maken, obstakeis en schadeiijke gaten in het wegdek
weghaien.
^
J
1-4

C - WIJZIGING VAN DE HEFTRUCK
-Voor uweigen veiligheid en die van anderen,is het u verbodende structuuren de instelling van de verschillende componentenvan
de heftruck zelf te wijzlgen (hydraulische druk, tarreren van de begrenzers, toerental van de verbrandingsmotor, toevoeging vaneen
extra uitrusting, toevoeging van tegengewicht, niet gehomoiogeerde toebehoren, waarschuwingssystemen enz...). In dit geval kan de
aansprakelijkheid van de constructeur niet ingeroepen worden.
DEINSTRUCTIE5
- De handleiding moet aitijd in goede staat opgeborgen worden op de hiervoor voorziene plaats in de heftruck en in de taal die door de
bediener wordt gebruikt.
- De handleiding moet vervangen worden, evenals de platen en stickers, indien zij niet goed leesbaar meer zijn of beschadigd zijn.
HETONDERHOUD
- Het onderhoud en de reparaties die niet beschreven zijn in het deel 3 - ONDERHOUD, moeten uitgevoerd worden door gekwalificeerd
personeel (zie uw dealer) en met inachtneming van de noodzakelijke veiligheidsvoorwaarden ter bescherming van de gezondheid van
de bediener en derden.
Het/snodig deheftruckperiodiekaancontrolebeurten teonderwerpen omervoortezorgen dothijaandevoorschriften ennormen blijft voldoen, Defrequentie
A van deze controlebeurten isbepaaldin dewetgeving die van krachtis inhetlandwaarde heftruck wordt gebruikt.
rr)
§
§
N
1-5

INSTRUCTIES VOOR DEBEDIENER
ALSUDITSYMBOOLZIET:
A
WIL DAT ZEGGEN LET OP1WEES VOORZICHTIG! UW VEILIGHEID EN DE VEILIGHEID VAN ANDEREN EN VAN DE HEFTRUCK LOPEN GEVAAR.
AHet gevaar voor een ongeluk tijdens het gebruik, het onderhoud ofhet repareren van de heftruck kan beperkt warden indienude veiligbeidsvoorschriften en de
prevent/eve maatregelen die in deze handleiding staan beschreven, in acht neemt.
-Umag uitsluitend en alleen de handelingen en manoeuvres beschreven in deze handleiding uitvoeren. De constructeur is niet in staat alle
situaties die mogelijk gevaar kunnen opieveren, tevoorzien. Dientengevolge moeten de voorschriften met betrekking totde veiligheid
vermeld in de handleiding en op de heftruck beschouwd worden als zijnde niet uitputtend.
-Umoet tealien tijde, in uw hoedanigheid van bediener, de mogelijke risico's voor uzelf envoor deanderen ofde heftruck, opverstandige
wijze inschatten tijdens het gebruikvan de heftruck.
AHet niet in adit nemen van de veiligheids- en gebruiksvoorschriften, van de instructles met betrekking tot de reparaties of het onderhoud van de heftruck kan
emstige ongevallen enzelfs dodelijke ongevallen metzich mee brengen.
ALGEMENE INSTRUCTIES
A-HANDLEIDING
- De handleiding aandachtig lezen.
- Dehandleidingmoet altijdingoede staat opgeborgen worden op de hiervoor voorziene plaats in de heftruck.
- Onleesbaar geworden of beschadigde platen en stickers moet u onmiddellijk melden.
B -TOESTEMMING OMTE RIJDEN IN FRANKRIJK
(of devan kracht zijnde wetgeving raadplegen watbetreft deandere landen).
-Alleen gekwalificeerd personeel dat hiervoor toestemming heeft gekregen mag de heftruck gebruiken. Deze toestemming moet
schriftelijk gegeven worden door de bevoegde verantwoordelijkevan het bedrijf waar de heftruck gebruikt wordt en de bediener moet
deze toestemming te alien tijde bij zich hebben.
- De bediener heeft niet het recht iemand anders toestemming te geven om met de heftruck te rijden.
C-ONDERHOUD
- Als de bediener ziet dat de heftruck niet ingoede staat van werking verkeert of niet (meer) beantwoordt aan de veiligheidsvoorschriften,
moet hij zijnverantwoordelijke hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen.
- De bediener mag niet zelfreparaties of af- of instellingenverrichten behalve indien hij hiervoor een opieiding heeft gevolgd. Hij moet
zelf de heftruck schoon houden indien deze werkzaamheden aan hem zijn toevertrouwd.
- Debediener moethet dagelijkse onderhoudverrichten (zie; 3 - ONDERHOUD; A- DAGELIJKS OF OM DE 10WERKUREN).
- De bediener moet controleren ofde banden geschikt zijn voor degrond (zie contactvlak van de banden metde grond inhet hoofdstuk;
2- BESCHRIJVING: VOOR- EN ACHTERBANDEN). Er zijn op ditgebiedverschillende optiesbeschikbaar, neem contactop met uwdealer.
• Banden ZAND.
. Banden LANDBOUWGROND.
• Sneeuwbanden.
ADeheftrucknietgebruikenalsdebandenonvoldoendeopgepompt,beschadigdofteergversletenzijn,ditzougevaarkunnenopleverenvooruwveiligheidofdie
vananderenofschadeaandeheftruckberokkenen.Hetmonterenvanmetschuimgevuldebandenisverbodenenvaltnietonderdegarantievandeconstructeur
behoudens voorafgaande toestemming hiertoe.
D - WlJZIGIng VAN DEHEFTRUCK
-Voor uw veiligheid en die van anderen is hetu verboden de structuur en de instellingen van de verschillende componenten van de
heftruck zelf te wijzigen (hydraulische druk, tarreren van de begrenzers, toerental van de verbrandingsmotor, toevoeging van een
extra uitrusting, toevoeging van tegengewicht, niet gehomologeerde toebehoren, waarschuwingssystemen enz...). In dit geval kan de
aansprakelijkheid van deconstructeur niet ingeroepen worden.
E- OPTILLEN VAN PERSONEN
- Het gebruik van werkuitrustingen enheftoestellen om personen optetillen is:
• ofwel verboden
•ofwel bij uitzondering toegestaan en met inachtneming van bepaalde voorwaarden (zie van krachte zijnde regels in het land
waar de heftruck gebruikt wordt).

n
O
1-7
5
6
%
I

INSTRUCTIESMETBmEKKING TOTHETRIJDENONBELASTENMETEENLADING
A - ALVORENS DE HEFTRUCK OPTE STARTEN
- Het dagelijkse onderhoud uitvoeren (zie: 3 - ONDERHOUD: A- DAGELIJKS OF CM DE10 WERKUREN).
-Controlerenof de lichten,knipperlichten en ruitenwissers naar behoren werken en schoon zijn.
- Controleren of de achteruitkijkspiegels naar behoren werken, schoon zijn en goed zijn ingesteld.
- Controleren ofde claxon werkt.
B - INRICHTING VAN DE BESTUURDERSCABINE
- Ongeacht de ervaring die de bedieneral heeft opgedaan, moet hij, alvorens de heftruckingebruikte nemen, zichvertrouwd maken met
de plaats en het gebruik van alle controle-instrumenten en bedieningsorganen.
- Hij moetkleding dragen diegeschikt isvoorhet besturenvaneen heftruck, hijmoet vermijdenloszittende klerenaan te trekken.
- Hij moet de beschermingsinrichtingen monteren die overeenkomen met de te verrichten werkzaamheden.
- Een te lange blootstelling aaneen hoog geluidsniveau kan gehoorstoornissen veroorzaken. Ter bescherming tegen hinderlijk geluid is
het aangeraden oorbeschermers te dragen.
- Altijd met het gezichtnaar de heftrucktoe in of uit de bestuurderscabine klimmen met behulp van de hiervoor voorziene handvaten.
Nooitvan de heftruck a^pringen.
- Altijd opiettend blijven tijdenshet gebruikvan de heftruck, niet de radioaanzetten of naar muziekluisteren met een kop-of oortelefoon.
- Nooit de heftruck besturen met natte handen ofschoenen of met handen ofschoenen besmeurd met vet.
-Vooreen beter comfort,de stoel instellenop uw postuur en tijdens het rijdeneen goede houding aannemen.
A,iUmag nooitentenimmerdestoelverstelkn ofinstellen alsdeheftruckinbeweging is.
- De bediener moetaltijd een normale, goede houding aannemen bij het rijden: het isverbodenarmen of benen en in het algemeen
ongeacht welk lichaamsdeel buiten de bestuurderscabine van de heftruck te steken.
- Hetisverplicht de veiligheidsriem om te doen, de riemmoet worden afgesteldop het postuur van de bestuurder.
- De bedieningsorganen mogen nooit ente nimmer gebruikt worden voor doeleinden waarvoor zij nietzijn bestemd (bijvoorbeeld: omin
of uit de heftruck te klimmen, als kapstok enz...).
- In hetgeval debedieningsorganen voorzien zijn van eeninrichting voor geforceerde werking {blokkering van de hendel), ishetverboden
de bestuurderscabine te verlaten zonderdeze bedieningsorganen inde normale stand terug te zetten.
- Het isverboden mensen mee te nemen op de heftruck of in de bestuurderscabine.
§
I
1-8

C-OMGEVING
- Umoet de veillgheidsvoorschriftendie ter plaatse van kracht zijn Inacht nemen.
- indlen u de heftruck moet gebruiken op een slecht verlichte plaats of als u's nachts met de heftruck gaat werken, moet u ervoor zorgen
dat de heftruck voorzien isvan werkverlichting.
- Leter tijdens het werken met de heftruck op dat niets of niemand in de weg van de heftruck en zijn lading staat.
- Geef niemand toestemming om in het werkbereikvan de heftruck te komen of onder de lading door te gaan.
- Bij gebruik op een overdwarse helling moet men alvorens de mast op te tillen de voorschriften vermeld in de paragraaf: INSTRUCTIES
MET BETREKKING TOT HET HANTEREN VAN EEN LADING:C - OVERDWARSESTABILITEIT VAN DE HEFTRUCKin acht nemen.
- Rijden op een overlangse helling:
• Langzaam rijden en remmen.
•Verplaatsing onbelast: de vork ofhettoebehoren naarvoren toe.
•Verplaatsing meteen lading: de vork of het toebehoren naarachterentoe.
- Houd rekening houden metdeafmetingen van de heftruck en zijn lading alvorens u ineen smalle oflage doorgang te begeven.
- Begeef u nooitop een laadbrug alvorens de volgende puntente hebben gecontroleerd:
•De laadbrug isnaar behoren aangebracht envergrendeld.
•Het voertuig waarmee de laadbrug inverbinding staat(wagon, vrachtwagen enz.) kan zich nietverplaatsen. •
•De brug is geschikt voor hettotale gewicht van de heftruck meteventuele lading.
•De brug is geschikt voor deafmetingen van deheftruck.
- Begeef u nooit opeen laadbrug, eenbeplanking ofin eengoederenlift zonder te hebben gecontroleerd ofdeze hetgewicht van de
heftruck meteventuele lading kunnen (jlragen, ofzegeschikt zijn voorzijn afmetingen en ofzezich ingoedestaat bevinden.
-Wees voorzichtig in debuurt van laadkades, greppels, steigers, onvaste grond, mangaten.
-Controleer ofdegrond onder dewielen vast genoeg is alvorens delading opte heffen.
-Controleer ofdesteiger, hetlaadplatform, destapel ofdegrond hetgewicht van delading kan dragen.
- Ladingen nooit oponeffen grond opstapelen, omdat deze zouden kunnen omvallen.
- De lading of het toebehoren mag nietgedurende langere tijd net boven een structuur worden getild omdatde mast kan zakken. In
dergelijke gevallen is erpermanent toezicht vereist om dehoogte van devork ofhettoebehoren zonodig bij te stellen.
- In het geval men werkzaamheden moet verrichten in de buurt van bovengrondse elektrische kabels, dient u te controleren of de
veiligheidsafstand in acht genomen is tussen dewerkzone van deheftruck endeelektrische leiding.
AU moet contact opnemen met het phatselijke elektricheitskantoor,Ukunt geelektrocuteerd worden of ernstig verwond raken Indlenute dicht bij elektrische
kabels werkt ofparkeertmet de heftruck*
Verricht geen werkzaamheden bij harde wind die de stablliteit van de heftruck en de lading In gevaarzouden kunnen brengen, vooral als de lading veel wind
^Viongf.
D-ZICHTBAARHEID
- De veiligheid van personen binnen het werkbereik van de heftruck, evenals die van de heftruck en de bediener, hangt mede af van
het goedzicht dat de bediener, onder alle omstandigheden en te alien tijde, dientte hebben over de onmiddellijke omgeving van de
heftruck.
-Het ontwerp van deze heftruck geeft debediener een goede zichtbaarheid (rechtstreeks enonrechtstreeks via deachteruitkijkspiegels)
over de onmiddellijke omgeving van de heftruck tijdens onbelast rijden, met mast In vervoersstand.
-Als de omvang van de lading het zicht vooraan belemmert moet ubijzondere maatregelen nemen:
- rijachteruit,
- richt de werkomgeving beter in,
-laat ubijstaan door een persoon die (buiten het werkbereik van de heftruck) aanwijzingen geeft. Zorg ervoor dat udeze persoon
gedurende hethele manoeuvre goed kan zien.
~rij in geen geval te lang achteruit.
- In hetgeval dezichtbaarheid ophettraject ontoereikend blijkttezijn, moet men zich laten helpen door iemand die (buiten hetwerkbereik
van de heftruck) aanwijzingen geeft. Zorg ervoor dat udeze persoon gedurende het hele manoeuvre goed kan zien.
-Zie toe op een goede werking, afttelling en reiniging van de volgende onderdelen met het oog op het verbeteren van de zichtbaarheid:
voorruit enruiten, ruitenwissers enruitenwassers, weg- enwerkverlichting, achteruitkijkspiegels.
5
i
i fs
1-9

E - OPSTARTENVAN DE HEFTRUCK
VeUGHEIDSVOORSCHRIFTEN
A Men mag de heftrndcalleen opstarten of ermee manoemeren als de bedkner zit in de bestuurderscabine en als hij de veiligheidsriem heeft omgedaan en
b
- Niet de heftrucktrekken ofduwen cm hemop te starten. Deze handelingen zouden de overbrenging ernstigkunnen beschadigen. In
het voorkomende geval moet men, als deheftruck opsleeptouw genomen moet worden, deversnelling indevrije stand zetten (zle: 3-
ONDERHOUD: G - SPECIAAL ONDERHOU.D).
- Indien men eenextra accu gebrulkt bij hetopstarten, moet men eenaccu nemen die dezelfde karakteristieken heeft ende polariteit van
deaccu's inachtnemenbijhet aansluiten. Eerst de positieve kiemmen aansluiten en dan de negatieveklemmen.
AAk men de polariteit van de accu's niet in acht neemtkan dit emstige beschadigingen berokkenen aan het elektrische circuit De elektrolyt in de accu's kan een
ontplolbaargas produceren. Seen vlammen en vonken maken in de nabijheid van de accu's, Nooit een accu die wordt opgeladen uitschakelen,
INSTRUGIES
- Controieren of de kap(pen)dicht en vergrendeld is (zijn).
-Watbetreft heftrucks met gascarburatie, de LPG tankopenen
- Controleerof de rijrichtingschakelaarin de vrije stand staat.
- De contactsieutel draaien tot aan stand 1om het elektrische contacten het voorverwarming aan te zetten.
- Controleer het brandstofpeil op de verklikker.
- De contactsieutel helemaal draaien, waarna de verbrandingsmotor moetstarten. De contactsieutel loslaten en de verbrandingsmotor
stationair laten draaien.
-De aanzetter niet langer dan 15 seconden activeren en de voorvenwarming laten draaien tussen de verschillende startpogingen.
-Controieren ofalle controlampjes op het controle-instrumeriten paneel uitzijn.
-Alle controle-instrumenten in de gaten houden als de verbrandingsmotor warm is en met regelmatige tussenpozen tijdens het werken
zodatmensneleventuelestoringenkanopsporenen verhelpen.
-Als een instrument niet de juiste indicatie geeft, moet men de verbrandingsmotor uitzetten en onmiddellijke de nodige maatregelen
treffen.
F - RUDEN MET DE HEFTRUCK
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
AWij vestigen de aandacht van de bestuurders op de risko's verbonden aan het gebruik van de heftruck en metname;
•Het gevaardatmen demacht overhetstuurkan verliezen.
HETFEiTIN DE CABINE VAST TE BUJVENSTTEN (IN DE RIEM) VORUT DE BESTE BESCHERMIN6.
-De regels ophetvlak van verkeer van deonderneming ofbij gebreke hieraan deverkeersregels in acht nem.
-Geen handelingen uitvoeren die decapaciteiten van deheftruck ofhet toebehoren teboven gaan.
-Bij het verplaatsen van de heftruck altijd de vork of het toebehoren in de vervoersstand zetten, dat wil zeggen op 300 mm van de grond
en met de schortplaatschuinnaarachteren. , • » u j
-Alleen ladingen vervoeren die goed in evenwicht zijn en die naar behoren zijn vastgezet om iedere risico van loslaten en vallen van de
ladingtevoorkomen. . , j. » u «
-Controieren of de pallets, kisten enz... zich in goede staat bevinden en of ze geschikt zijn om de betreffende lading op teheffen.
- Zich voorafvertrouwd makenmet de zonewaarinmen moet gaanwerkenmet de heftruck.
-Controieren ofde bedrijferemmen naar behoren werken.
-De verplaatsingssnelheid van de heftruck met lading mag niet hoger dan 12 km/uur zijn.
-Rustig rijden in de versnelling die overeenkomt met de plaatselijke gebruiksomstandigheden (aard van de grond, belasting van de
heftruck). i .
-De hvdraulische bediening van demast niet gebruiken als deheftruck in beweging is. ^ ,
-De heftruck alleen manoeuvreren met uitgetrokken mast in uitzonderlijke gevallen en dan met de uiterste voorzichtigheid, heel langzaam
rijden en zachtjes remmen. Ervoor zorgen dat men een goed zicht heeft.
- Snelheid verminderen bijde bochten.
-Altijd en immer de snelheid onder controle houden.
-Langzaam rijden op vochtige, glibberige of onregelmatige grond
Geleidelijk remmenzonderschokken. i j u i
-De rijrichtingschakelaar van de heftruck soepel bedienen en alleen gebruiken als de heftruck stilstaat.
-Tiidens hetrijden devoet niet opderempedaal houden.
-Altijd in gedachten houden dat de hydrostatische stuurbekrachtiging heel gevoelig is, het stuur dan ook voorzichtig en zonder schokken
-De S'randingsmotor nooit laten draaien als de bestuurder niet aanwezig is in de cabine
- De bestuurderscabine niet verlaten met een opgetilde lading.
-Altijd in de rijrichting kijken en ervoor zorgen dat de zichtbaarheid op het traject altijd optimaal is.
h
1
§ fN
1-10

- Vaak in de achterultkljksplegels kljken.
- Om obstakels heen rijden.
- Niet rijden langs de rand van een greppel of een steile helling.
- Het gelijktijdige gebruik van twee heftrucks om zware of grote vrachten te hanteren is gevaarlijk, hiervoor moeten bijzondere
voorzorgsmaatregelen getroffen worden. Dit is alleen in uitzonderiijke gevallen toegestaan en na alle risico'snaar behoren ingeschat te
hebben.
- De sleutelcontactsluiter is ook een noodstop in geval van storingen in de werking op heftrucks die niet van een vuistnoodstop zijn
voorzien.
INSTRUCTiES
- Altijd rijden met de heftruck met de vork of het toebehoren in de vervoersstand, dat wii zeggen op 300 mm van de grond en met de
schortplaat schuin naar achteren gezet.
-Wat betreft heftrucks met -versnellingsbox, de aanbevolen versnelling instellen (zie: 2 - BESCHRUViNG: CONTROLE- EN
BEDIENiNGSORGANEN).
- De parkeerrem loszetten.
- Dehendel van de rijrichtingschakelaar inde gewenste rijrichting zetten en voorzichtig gas geven om de heftruckte verplaatsen.
G - STOPPEN VAN DE HEFTRUCK
VEiLiGHEiDSVOORSCHRiFTEN
- Nooitde contactsieutel op de heftruckachterlaten als de bediener niet aanwezig is.
- Alsde heftruckstilstaatofals de bedienerde bestuurderscabinemoetveriaten (zelfs maarvooreven),moetmendevorkofhettoebehoren
op de grondzetten,de parkeerrem aantrekken en de rijrichtingschakelaar inde vrije standzetten.
- Controleren of de heftruck niet staat op een plaats waar hijhet verkeerzou kunnen hinderen en of hijniet staatop minder dan 6en meter
van de railsvan een treinspoor.
- Bij langdurig parkeren op de werkplaats, de heftruck beschermen tegenslechte weersomstandigheden en metnameingeval vanvorst
(het.peil van het anti-vries middel controleren), alle deuren en overige toegangen (portieren, ruiten, kappen enz...) tot de heftruck
vergrendelen.
INSTRUCTiES
- Deheftruck parkeren op een vlak stukgrondofop een helling vanminder dan 15%.
- Dehendelvande rijrichtingschakelaar inde vrije stand zetten.
- De parkeerrem aantrekken.
-Wat betreftheftrucks met versnellingsbox, de versnellingshendel inde vrije stand zetten.
- Devorkof het toebehoren platop de grondzetten.
- Indien meneen toebehoren metgrijper oftanggebruikt ofeen bakmethydraulische opening, dittoebehoren helemaal dicht zetten.
-Alvorens de heftruck te stoppen na intensieve werkzaamheden, de verbrandingsmotor enkele ogenblikken lang stationair laten
draaien zodat de koeivioeistof en de oiiede temperatuur van de verbrandingsmotor en de overbrenginglets kunnen iaten dalen. Deze
voorzorgsmaatregel niet vergeten uit tevoeren bij regelmatige stilstanden ofals demotor warm afslaat, zoniet zai detemperatuur van
bepaalde onderdelen aanzienlijk kunnen opiopen doordat het koelsysteem nietmeer werkt. Zij zouden hierdoor beschadigd kunnen
raken.
-De verbrandingsmotor totstilstand brengen met behulp van decontactsieutel.
"Decontactsieutel uithet contacthalen.
- De heftruck helemaal afsluiten (portieren, ruiten, kappen..).
-Wat betreft heftrucks met gascarburatie, sluit de LPG-tank. Wanneer de vorkheftruck gedurende langere tijd niet gebruikt hoeft te
worden, moetude motor vanzelf laten afslaan doorde LPG-tank dicht te doenalvorens hetcontact te verbreken zodat alle brandstof in
detoevoerleiding verwijderd wordt.
1
fN
s
1-11

H - RUDEN MET DE HEFTRUCKOP DE OPENBAREWEG
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
- Debestuurderdieop de openbare weg rijdt moet de voorschrlften van de van krachtzijndewetgeving in acht nemen.
- Deheftruck moetvoldoenaan de bepalingenvande vankrachtzijndewetgevingop bet vlakvan het verkeer. Optionele uitrustingen zijn
beschikbaar,raadpieeg uw dealer.
INSTRUCTIES
- Nagaanof het zwaailichtop zijnplaats isaangebracht en zijnwerkingcontroleren.
- Degoede werkingvan de verlichting,knipperiichten en ruitenwisserscontroleren en kijkenof zijschoon zijn.
- De lichten van de heftruck uitzetten indien de heftruck hiervan is voorzien.
- Hettoebehoren op ongeveer 300 mm van de grond zetten.
A Nook in de vrije stand rijden (rijriditingschakelaar of versnellingspook In njn vrij of de knop van het uitschakelen van de overbrenging ingedrukt) zodat de
motoiTeniinwefkinghantredenopdeheftruck.lndlenmendezeinstructlenletlnachtneenit,^nmettdecontroleoverdeheftruckverliezen(besturlng,remmenl
endhzou aandenlijke mechanlsche schade metzich mee kunnen brengen.
RIJDENMET DE HEFTRUCKMET HETTOEBEHOREN AAN DEVOORZIJDE
- Umoet de inuwlandvan krachtzijndewetgevingop het vlakvanhet rijdenoverde openbare weg met een toebehoren aan de voorzijde
van de heftruck in acht nemen.
- Indien de wetgeving in uwland het toestaat te rijdenmet een toebehoren aan de voorzijde moet u op zijnminst:
•Alle scherpeen/of gevaarlijke randenvan het toebehoren beschermen en signaleren (zie: 4 - OPTIONELE TOEBEHOREN VOOR
DEZEREEKS; BESCHERMING VAN DETOEBEHOREN).
• Hettoebehoren moet onbelast zijn.
• Controleren of hettoebehoren niet hetverlichtingsbereik van devoorlichten aan het oog onttrekt.
•Controleren of de in uw land van kracht zijnde wetgeving geen andere verplichtingen opiegt.
RIJDEN METDE HEFTRUCK METEENAANHANGER
-Wat betreft hetgebruik van eenaanhanger, moet u de in uw land van kracht zijnde wetgeving in achtnemen (maximaie rijsnelheid,
remmen, maximaal gewicht vande aanhangerenz...).
- Niet vergeten deelektrische uitrusting van deaanhanger aan te sluiten opdie van deheftruck.
-De reminrichting van deaanhanger moetvoldoen aan devan kracht zijnde wetgeving.
-In het geval ueen aanhanger trekt met rembekrachtiging, moet de heftruck die deaanhanger trekt voorzien zijn van een reminrichting
voor de aanhanger. In dit geval niet vergeten de rem uitrusting van deaanhanger aan tesluiten op die van de heftruck.
- De verticale kracht opde trekhaak mag niet hoger zijn dan het maximum dat door de constructeur is aangegeven (zie deplaat van de
constructeur op de heftruck). . ....
-Het toegestane totale rijdende gewicht mag niet hoger zijn dan het maximaie gewicht dat door de constructeur is aangegeven (zie de
plaatvande constructeur op de heftruck).
ZONODIG CONTACT OPNEMEN MET UW DEALER.
5?
S
§
fN
1-12

Ia
INSTRUCTIESMETBETREKKING TOTHETHANTEREN VAN EEN LADING
A - KEUZE VAN HETTOEBEHOREN
- Alleen de door MANITOU goedgekeurde toebehoren kunnen gebrutkt worden op de heftrucks.
- Controleren of het toebehoren geschikt is voor de te verrlchten werkzaamheden (zie:4 - OPTIONELE TOEBEHOREN VOOR DEZE REEKS).
- Controleren of het toebehoren naar behoren is gemstalleerd en vergrendeid op de schortplaat van de heftruck.
- Controleren ofde toebehoren van de heftruck naar behoren werken.
- De grenswaarden mbt de belasting van de heftruck met het gebruikte toebehoren in acht nemen.
- De nominale capaciteit van het toebehoren niet overschrijden.
- Nooit een lading in stroppen opheffen zonder het hiervoor benodigde toebehoren. Optionele uitrustingen zijn beschikbaar, contact
opnemen met uw dealer.
B - GEWICHTVAN DE LADING EN ZWAARTEPUNT
- Alvorens een lading op te tillen, kennisnemen van zijngewicht en zwaartepunt.
- De grenswaarden mbt de belasting van de heftruck gelden voor een lading waarvan de
overlangse stand van het zwaartepunt zich op 500 of 600 mm van de hiel van de vork bevindt
(naargelang model heftruck) (fig. B1). Raadpleeguwdealer wat betreft hogere zwaartepunten.
- Bij onreglematige ladingen het zwaartepunt bepalen in de overdwarse richting alvorens de
lading te hanteren (fig. B2) en hem plaatsen in de overlangse as van de heftruck.
A Het is verboden een lading te hanteren die de effectieve capaciteit vermeld in de grenswaarden van de
heftruck teboven gaat
A
Watbetreftladingen meteen verplaatsfmarzwaartepunt (vioeistofbijvoorbeeld), meetmen rekening houden
met devariaties van hetzwaartepunt om detehanteren lading tebepalen ennog voorzichtigertewerk gaan
cmdeze variaties zoveelmogelijk tebeperkem
500 mm
©
no
N
1-13

C - OVERDWARSE STABILITEIT VAN DE HEFTRUCK
De overdwarse stabiliteit isde overdwarse helling vanhetchassis ten opzlchte vaneen horlzontaal vlak.
Als men delading optllt heeft ditInvloed opdeoverd\warse stabiliteit van deheftruck. De overdwarse stabiliteit moet verzekerd zljn met
de mastInde lagestand zoalsvolgt:
- De heftruck zodanig plaatsen dat het belletje Inde waterpaszich tussende twee streepjesbevlndt(zie: 2- BESCHRIJVING: CONTROLE- EN
BEDIENINGSORGANEN).
D - OPPAKKEN VAN EEN LADING OP DE GROND
- Met de heftruck loodrecht naarde lading toe rijden, en de vork horlzontaal (fig. D1).
- De vork indejuistespreidstand zettenen centreren ten opzlchte vande lading methet oogop
destabiliteit (fig. D2) (optionele uitrustingen zijn beschikbaar, raadpleeg uwdealer).
- Nooiteen lading oppakken met ^n enkele vork.
A;
Vie^ voorzichtig, deledematen zouden Idem kunnen komen tezhten ofverpletterd kunnen worden tijdens
ihethandmatig instellen van devork,
-Voorzichtig vooruit rijden met de heftruck (1) en de vorkvlakvoor de lading neerzetten (fig.
D3).Zonodig de mast (2)lets optillen als men de lading beetpakt.
- De lading in de vervoersstahd zetten.
- De lading naar achteren hellen met het oog op de stabiliteit (verliezen van de lading bij het
remmen of op helling).
LADING ZONDER PALLET
- Deschortplaat (1)schuin naar voren toe zetten en voorzichtig naar voren gaan metde heftruck
(2)totdat de vork onder de lading kan worden geschoven (fig.D4) (zonodig de lading stutten).
- De heftruck(2)verder naarvoren laten gaan terwiji men deschortplaat nu schuin naarachteren
toe zet (3)(fig. D4)om de lading op de vork te kunnen plaatsen. De overlangse en overdwarse
stabiliteit van de lading controleren.
X
c SL
1-
D1
ijo
C5
§
i
1-14

E - OPPAKKEN EN NEERZETTEN VAN EEN HOGE LADING OP BANDEN
A Umagnooitentenimmerdemastopheffenalsdeoverdmrsestabiliteitvandeheftrucknietverzekerdis(ae:
MMlNSTRUCTI£SM£TBETREKmGTOTHETHANTERENVANEENLADm:C-OVERDWARSESTABIUTEITVANDE
HEFTRUaO.
HERHALING: Controleren ofde hierna volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd linet
een goed zicht (zie: INSTRUCTIES MET BETREKKINGTOT HET RIJDEN ONBELAST EN
MET EEN LADING: D - ZICHTBAARHEID).
OPPAKKEN VAN EEN HOGE LADING OP BANDEN
- Controleren of de vork zonder problemen onder de lading gestoken kan worden.
- De heftruck met de verticale mast (1)'ln de buurt brengen en de vorken ter hoogte van de
lading (2)optillen (fig.El).
- Al zachten voorzichtig manoeuvrerend de vorken voorde lading tot de aanslag brengen (fig.
E2). Deparkeerrem aantrekken en de rijrichtingschakelaar inde vrije standzetten.
- Delading ietsoptillen (1) en de schortplaat (2) schuin naarachteren zetten om de lading te
stabiliseren (fig.E3).
- Deladingvoldoendenaarachterenlaten hellenzodat hijgoed stabielis.
- De heftruck (1) al zacht en voorzichtig manoeuvrerend naar achteren rijden om de lading los
te halen.Demast (2) naarbeneden doen om de ladingintransportstand te brengen (fig. E4).
M
NEERZETTEN VAN EEN HOGE LADING OPBANDEN
"De lading indevervoersstand tot voor destapel brengen (fig. E5).
-De mast (1) optfigen totdat de lading hoger is dan de stapel en de heftruck (2) al zacht en
voorzichtig manoeuvrerend naar voren rijden (fig. E6) totdat delading zich boven destapel
bevindt. De parkeerrem aantrekken ende rijrichtingschakelaar in devrije stand zetten.
- De lading horizontal zetten door demast schuin naar voren tezetten (1) enhem opdestapel
zetten (2), hierbij controleren ofdelading naar behoren gepositioneerd is (fig. E7).
- De heftruck (1) alzacht envoorzichtig manoeuvrerend naar achteren rijden om devorken los
te halen (fig. E8). Vervolgens devorken in transportstand brengen.
m
1
1-15

ALGEMENEINSTRUCTIES
- Controleren of de ruimte naar behoren geventileerd is aivorens de heftruck op te starten.
- Kleding dragen die geschikt is voor de onderhoudswerkzaamheden aan de heftruck, geen sieraden en loszittende kleren dragen, het
haar zonodig vastbiriden en beschermen.
- De verbrandingsmptor stoppen voor iedere ingreep op de heftrucken de contactsleultel verwijderen.
- De handleiding aandachtig lezen.
- De nodige reparaties, zelfsvan ondergeschikt belang, altijd onmiddellijk uitvoeren.
- Alleeventueie lekkages, zelfs de kleine, onmiddellijkverhelpen.
- Ervoorzorgen dat de verbruiksstoffen en de versleten onderdelen in alle veiligheid en op ecologische wijze afgevoerd worden.
-Wees voorzichtig voor brandwonden en projectiewonden (uitlaat, radiator, verbrandingsmotor enz...).
ONDERHOUD
-Het periodieke onderhoud uitvoeren (zie: 3 - ONDERHOUD) met het oog op de goede werking van de heftruck. Als het periodieke
onderhoud niet naar behoren wordt uitgevoerd, kan er geen beroep worden gedaan op de contractuele garantie.
ONDERHOUDSBOEKJE
- De onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd overeenkomstig de aanbevelingen in het deel: 3 - ONDERHOUD en de andere inspectie-,
onderhouds-, reparatie- of aanpassingswerkzaamheden uitgevoerd aan de heftruck of toebehoren ervan moeten worden genoteerd in
een onderhoudsboekje.Vooreike handeling worden de datum van de werkzaamheden, de namen van de personen of bedrijven die ze
hebben uitgevoerd, de aard van de handeling en, indien van toepassing, de regelmaat ervan aangegeven. Indien onderdelen van de
heftruckworden vervangen, worden de referenties van deze onderdelen aangegeven.
PEIL VANDE5MEERMIDDELENENDEBRAND5TOF
- De aanbevolen smeermiddelen gebruiken (nooit en te nimmer gebruikte smeermiddelen gebruiken).
- De brandstoftank niet vullen als de verbrandingsmotor draait
- De tank alleen hdemaal voltanken met brandstofop de hiervoor voorziene speciale plaatsen.
- De brandstoftank niet tot aan het maximale peil vullen.
- Niet roken of in de buurt van de heftruck komen met een vlam als de brandstoftankopen is of gevuld wordt.
HYDRAUUEK
- Het isverboden ingrepen op het hydraulische circuit van de bantering van de lading uit te voeren met uitzondering van de handelingen
beschreven het deel 3 - ONDERHOUD.
- Niet proberende koppel- en aansluitstukken, de slangenofeen hydraulisch onderdeelloste draaien alshet systeem onder drukstaat.
ASTABIUSEERKUEP: Het wijzigen van deaktelling en het demonteren van de stabiliseerideppen ofde veiligheidskleppen die mogelljkop de vijzels van de heftruck
zijn aangebraditisgevaarlijiL Deze handelingen mogen uhsluitendenalleen verridit worden door erkendpersoneel (raadpleeg uw dealer).
A
De HYDRAULISCHEACCU'S die mogelijkop uw heftruck aanwezigzijn, zijn apparaten die onderdruk staan, het is gevaarlijk deze apparaten en hun leidingen te
demonteren, Deze handeling mag alleen door erkendpersoneel worden uitgevoerd (raadpleeg uw dealer).
ELEKTRICITEIT
- Het relais van de opstarten niet kortsluiten om de verbrandingsmotor te starten: Alsde rijrichtingschakelaar niet in zijn vrij staat en de
parkeerreem niet is aangetrokken kan de heftruck zomaar in beweging komen.
- Geen metalen onderdelen op de accu leggen.
- De accu uit- en losschakelen voordat men gaat werken op het elektrische circuit.
5"
i
1-16
I

SOLDERINGEN
- De accu losschakelen alvorens soldeerwerkzaamheden uit te voeren op de heftruck.
- Alsmen eenelektrischesoldering op de heftruck uit wilvoeren, moetmendetangvan de negatieve kabel van hetlasapparaat rechtstreeks
op het te lassen werkstuk ieggen om te voorkomen dat de uiterst sterke stroom door de alternator gevoerd kan worden.
-Nooit las- of.overige werkzaamheden die warmte ontwikkelen uitvoeren op een geassembleerde luchtband, warmte doet de druk
opiopen en hierdoor zou de band kunnen ontploffen.
- Alsdeheftruckvoorzien isvan eenelektronischebedieningsunit,moetmendezeunituitschakelenvoordatmenmetdelaswerkzaamheden
begint, zoniet zou men onherstelbare schade kunnen berokkenen aan de elektronische componenten.
WASSEN VANDE HEFTRUCK
- De heftruck in zijn geheel en op zijn minst de betreffende piek schoonmaken voor iedere ingreep.
- Niet vergeten alle portieren en overige toegangen (portieren, ruiten, kappen..) van de heftruck te sluiten en te vergrendelen.
-Tijdens het wassen, de beweeglijke verbindingen, de elektische componenten en aansluitingen vermijden.
- Zonodig de heftruck beschermen zodater geen water, damp ofreinigingsproducten kunnen doordringen tot componenten die hierdoor
beschadigd zouden kunnen raken, met name de elektrische componenten en aansluitingen en de inspuitpomp.
- Ervoor zorgen dat er geen sporen van brandstof, olie of vet op de heftruck achterblijven.
RAADPLEEG UW dealerWATBETREFTALLE INGREPEN DIE NIET IN HET KADER VAN HET REGELMATIGEONDERHOUDVALLEN.
rrt
»-»
o
§
1-17

s
INLEIDING
De hieronder gegeven aanbevelingen hebben ten doel beschadiging van de heftruckte voorkomen als hij lange tijd niet wordt gebruikt.
Wij raden u aan voor deze handelingen het beschermingsproduct van MANITOU te gebruiken, de referentie is 603726.
De gebruiksaanwijzing van het product staat op de verpakking vermeld.
Deprocedures dienodigzijnam de heftruckvoorte bereidenvooreen langestilstanden daarna omhemopnieuwIngebrulkte nemenmoetendoor uwdealer
i warden uitgevoerd.
VOORBEREIDING VANDE HEFTRUCK
- De heftruck in zijn geheel grondig schoonmaken.
- Alleeventuele lekkages van brandstof, olie, water of lucht controleren en repareren.
- Versleten of beschadigde onderdelen vervangen.
- De geverfde delen van de heftruck met helder koud water wassen en afdrogen.
- Daar waar nodig de verf bijwerken.
- De heftruck stoppen (zie: INSTRUCTiES MET BETREKKINGTOT HET RIJDEN ONBELAST EN MET EEN LADING).
- Controleren of de stangen van de vijzelsvan de mast allemaal ingetrokken zijn.
- De druk uit de hydraulische circuits laten ontsnappen.
BESCHERMING VANDE VERBRANDINGSMOTOR
- De tank volgieten met brandstof (zie: 3 - ONDERHOUD: A- DAGELIJKS OF OM DE10 WERKUREN).
- De koelvloeistof aftappen en vervangen (zie:3 - ONDERHOUD: F- OMDE 2000 WERKUREN).
- De verbrandingsmotor enkele minuten stationair laten draaien en uitzetten.
- Deolieen de oliefilter van de verbrandingsmotor vervangen (zie: 3- ONDERHOUD: D- OM DE 500WERKUREN).
- Het beschermingsmiddel aan de motorolie toevoegen.
- De verbrandingsmotor even laten draaien zodat deolie ende koelvloeistof door deleidingen kunnen lopen.
- De accu uitschakelen enverwijderen enopslaan opeen veilige plaats beschut tegen koude na hem helemaal tehebben opgeladen.
-De inspuiters verwijderen en het beschermingsproduct ^n of twee seconden in iedere cilinder spuiten met de zuiger in de lage vrije
-De krukas langzaam een slag draaien en de inspuiters naar boven brengen (zie de HANDLEIDING REPARATIES van de verbrandingsmotor).
- De toevoer rubberslang tenhoogte van decollector ofdeturbocompressor demonteren enhetbeschermingsproduct in decollector of
de turbocompressor spuiten.
- De opening van detoevoercollector ofturbocompressor afsluiten met hermetisch tape.
- De uitlaatslang verwijderen en hetbeschermingsproduct spuiten inde uitlaatcollector ofindeturbocompressor.
- Deuitlaatslang opnieuw monteren en de afvoer vande uitlaat afsluiten met hermetisch tape.
OPMERKING: Deverstuivingsduur staatvermeld op de verpakking vanhet product, voorturbo motoren moetde verstuivingsduur met 50
% opgevoerd worden.
- Devuldop openen, het beschermingsproduct om de as van de tuimelaars spuiten en de vuldop weer op zijnplaats aanbrengen.
- De dop van de brandstoftank afsluiten met hermetisch tape.
- De drijfriemen demonteren en ze opslaan op een veilige plaats.
- De spoel van de motorstilstand op de inspuitpomp losschakelen en de aansluiting zorgvuldig isoleren.
BESCHERMING VANDE HEFTRUCK
- De heftruck op verticale stutten plaatsen zodat de banden niet in contact met de vioer zijn en de parkeerrem loszetten.
- De stangen van de vijzels die niet zijn ingetrokken tegen corrosie beschermen.
- De banden omwikkelen.
OPMERKING: In het geval de heftruck buiten wordt opgeslagen, moet men hem afdekken met een hermetisch dekzeil.
i
M8

DEHEFTRUCK WORDTOPNIEUWIN GEBRUIK GENOMEN
- De hermetische tape van alle openingen verwijderen.
- De toevoer rubberslang opnieuw monteren.
- De accu opnieuw monteren en aansluiten.
- De beschermingen van de stangen van de vljzels verwijderen.
- Het dagelijkse onderhbud uitvoeren (zie:3 - ONDERHOUD: A- DAGELIJKS OF CM DE10 WERKUREN).
- De parkeerrem aantrekken en de verticale stutten verwijderen.
- De brandstofaftappen en vervangen, de brandstoffilter vervangen (zie: 3 - ONDERHOUD: D- OM DE500 WERKUREN).
- De drijfriemen opnieuw monteren en de spanning instellen (zie: 3 - ONDERHOUD: C - OM DE250 WERKUREN).
- De verbrandingsmotor laten draaien met behulp van de aanzetter zodat de druk van de motorolie kan worden opgebouwd.
- De spoel van de motorstilstand opnieuw monteren.
- De heftruck in zijngeheel smeren (zie: 3 - ONDERHOUD: ONDERHOUDSTABEL).
Controleren ofderuimte naarbehoren geventileerd isalvorens deheftruck optestarten,
De heftruck opstarten met inachtneming van de instructies en veiligheidsvoorschriften (zie: INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET
RIJDEN ONBELAST EN MET EEN LADING).
Allehydraulische bewegingen met de mast uitvoeren, hierbij de nadruk leggen op de eindschakelaars van de vijzels.
rr)
i
2:
fN
1-19

Itim/cu/tw

647U2NL (01/02/2013)
ISJ
I
OQ
r*i
(A
Q
S
o

647U2NL(0W2/2013)

INHOUDSOPGAVE
2 - BESCHRUVING
«EG»-VERKLARINGVANOVEREENSTEMMING
STICKERSEN PLATENMET VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 6
IDENTIFICATIEVANDEHEFTRUCK 10
SPECIFICATIES M30-2ST3B 12
SPECIFICATIES M30-4ST3B 14
SPECIFICATIES M50-2ST3B 16
SPECIFICATIES M504ST3B 18
SPECIFICATIES VANDEMASTENMETROLLEN M30-2ST3B ilA304ST3B 20
SPECIFICATIES VANDEMASTENMETROLLEN MSO-2 ST3B M504ST3B 21
BANDEN 22
AFMETINGENENLASTPLAAT M30-2ST3B 24
AFMETINGENENLASTPLAAT M304ST3B 26
AFMETINGENENLASTPLAAT MS0-2ST3B 28
AFMETINGENENLASTPLAAT M504ST3B 30
CONTROLE- ENBEDIENINGSORGANEN 32
TREKSTANGEN TREKHAAK 46
BESCHRUVING EN GEBRUIKVANDEOPTIES 48
fn
1
I
2-3

•s
§
«EG»-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
t
I jDECLARATION «CE» DE CONFORIVIITE (originale)

i
/
/
/
t
i
I
?
/
/
I
/
I
i
I
i
I
I
i
bg : 1) yflocTosepeHMe aa « CE»cbOToeTCTBue (opnrnHanHa),2) OMpMara, 3) Aflpec, 4) TexHHMecKO flocMe, 5) OaOpHKaKTHa onMcaKaTa no-Aoay MauiMHa, 6) OOHBaaa, geraaH MauiMHa,
7) OTToeapn HaoieflHHTefiMpeKTMBH h na thxhoto cbOTBeicTBHe HagMOHaoHO npaeo, 8) 3a MauiMHHTe ki>m florrbAHeHne IV, 9)HoMep na yflocroBepehHeTO, 10) FlaHMeHyeaHa (fmpMa, 15)
xapM0HH3HpaHH cTaHflapTM HanoeaBaHH, 16)craHflap miHTexHHMec npaBHaa, ManoAaeaHH, 17) M3pa6oTeHo b, 18) flaia, 19) Mmb HapaanHcaaiiHce, 20) ®yHKUiiB,21) (DyHKpMB.
cs : 1) E5 prohlasenf o shode (pOvodnl), 2) Nazev spoleEnostI, 3) Adresa, 4) Technlck^ dokumentace, 5) Vyrobce nize uveden^ho stroje, 6) Prohlasuje, ze tento stroj,
7) Je Vsouladu s nSsledujlclml smernlcemi a smernicemi transponovanymi do vnltrostitnlho prSva, 8) Pro stroje v pflloze IV, 9) Clslo certiflkatu, 10) Notifikacnl organ,
15)harmonlzovan6normypouilty, 16)Norema technickychpravldelpouzivanych,17)MIstovydanl,18)DatumvydSnl,19)Jmeno podepsan^ho, 20)Funkce,21)Podpls.
da : 1) £F Overensstemmelseserklaaring (original), 2) Firmaet, 3) Adresse, 4) tekniske dossier, 5) Konstruktor af nedenfor beskrevne maskine, 6) Erklaerer, at denne maskine,
7)Overholdernedennavnte direktiverog dlssesgennemforelse til national ret, 8) Formaskiner under bilag iV, 9) Certinkatnummer, 10)Bemyndigedeorgan, 15)hamioniserede standarder,
der anvendes, 16) standarder eller tekniske regler, 17) Udfaerdiget 1,18) Dato, 19) Underskrivers navn, 20) Funktion, 21) Underskrift
de : 1) EG-Konformltiitserklarung (original), 2) Die Firma, 3) Adresse, 4) Technischen Unterlagen, 5) Flersteller der nachfolgend beschriebenen Maschine, 6) Erklart, dass
diese Maschine, 7)den folgenden Richtllnien und deren UmsetzungIndie nationale Gesetzgebung entspricht, 8) Ftirdie Maschinen laut Anhang IV, 9) Bescheinlgungsnummer,
10) Benannte 5telle, 15) angewandten harmonislerten Normen, 16) angewandten sonstigen technischen Normen und Spezlfikationen, 17) Ausgestellt In, 18) Datum,
19) Name des Unterzelchners, 20) Funktion, 21) Unterschrift.
el : 1) Aijkojoii ouppOprpuonc CE (rrpuTdtuno), 2) Fl EtaipElo, 3) AiEOSuvoti, 4) texvikO pdkEXo, 5) KoTaokEUdOTpia Tou E^ijc nEpiypotpOpEVou prixavrjpaTOC,
6) AriXUrvei 6x1 auxd to pr]x6vr]pa, 7) Elvoi oOprpojvo pe tic xEhr; odriylec Koi tic npoooppoy^c Touc oto e0vik6 AIkoio, 8) Fio to pnxovijpaTa nopapTrjpaToc IV,
9) Api0p6c 6[)A(i)otic, 10) Koivorroirip^voc tpop^oc, 15) Evoppoviop^va rtpbTuna nou xprioiponolouvTOi, 16) FlpbTuna ij texvikoOc kovOvec ttou xpnoiponoioOvxai,
16) Elvai oOprptuvo pE to eEtjc trpbTuna xuc texuikSc 6iat6£Eic, 17) Ev, 18) FlpEpoptivfa, 19) 'Ovopo too unoypdtpovroc, 20)eiog, 21)Ynoyparpr).
es: 1)Declaraci6n DE deconformidad (originat), 2)La sociedad, 3)Direccion, 4)expedientet6cnico, 5)Constructor de lam^quina descrita a continuacibn, 6)Declara que esta m^quina, 7)Est6
conformea lassiguientesdirectlvasy a sustransposlcionesen derecho nacional,8) Paralas m^quinas anexo IV, 9) Numerode certlficaci6n, 10)Organismonotificado,15)normasarmonizadas
utilizadas, 16) Otras normas o especificadones tecnicas utilizadas, 17)Hecho en,18)Fecha, 19)Nombre delsignatario, 20)Funci6n,21) Rrma.
et: 1) EG vastavusdeklaratsioon (alguparane), 2)Ariuhing, 3)Aadress, 4)Tehnlllne dokumentatsioon, 5)5eadmetootja,6) Kinnitab, et see toode, 7)Onvastavusesjargmiste
direktilvide ja nende rilglsisesesse olgusesseulevotmiseks vastuvoetud olgusaktidega,8) IV llsasloetletud seadmete puhul,9)Tunnlstusenumber,10)Sertlfltseerimisasutus,
15) kasutatuduhtlustatudstandardltele, 16) Muud standarditesvoispetsiflkatsloonides kasutatakse, 17)Valjaandmise koht,18)Valjaandmise aeg, 19) Allkirjastaja nimi
20)Amet,21) Allklrl.
fl: 1)EY-vaatimustenmukaisuusvakuutus (alkuperaiset), 2)Yrltys, 3)Osoite, 4)teknlsen eritelman, 5)Jaljessa kuvatun koneen valmlstaja, 6)Vakuuttaa, etta tama kone,
7)Tayttaaseuraavlen direktiivlen seka niita vastaavlen kansalllsten saanndsten vaatimukset, 8) Llltteen IV koneiden osalta, 9)Todlstuksen numero, 10) llmoitettu laltos,
15)yhdenmukaistettujastandardeja kaytetaan, 16) multa standardeja taleritelmat, 17) Palkka, 18) Aika, 19) Alleklrjoittajan nImi, 20) Toimi, 21) Alleklrjoitus.
ga : 1)«EC »dearbhu comhr6ireachta (bunaidh), 2)An comhiacht, 3)Seoiadh, 4)comhad telcnIOil, 5)D6ant6ir an innill a thualriscltear thfos, 6)Dearbhaionn s6go bhfuil an t-inneall,
7) Go gclolonn s6 le na treoracha seo a leanas agus a trasulmh isteach i ndll nSisiunta, 8) Le haghaidh Innill an aguisin IV, 9) Ulmhir teastais, 10) Comhiacht a chuireadh i bhfios',
15) calghde6ln comhchuibhithe a OsSldtear, 16) calghde6In eilen6sonrafachtaf telcniOla a usSidtear, 17) D6anta ag,18) DSta, 19) AInm an tslnltheora, 20)Feidhm, 21)SlnlO.
hu : 1) CE megfelel6s6gi nyilatkozat (eredetl), 2) Availalat, 3) CIm, 4) mOszaki dokument6ci6, 5) Azal6bbi g6p gy6rt6ja, 6) KijelentI, hogy a g6p, 7) Megfelelaz alibbj
Iranyelveknek valamint azok honosltott elolrSsalnak, 8) AIV. mellSklet g6peihez, 9) BizonylatI szSm, 10)Ertesltettszervezet, 15)felhasznilt harmonlzSIt szabvSnyok,
16)egyebfelhasznSIt mOszakl szabvSnyok fc elolrSsok hivatkoz4sal, 17)Kelt (hely), 18)DStum, 19)Alalrd neve,20)Funkcid, 21)Aldlris.
aemlsvottorO ESB (uppfunalega), 2) FyrirtaeklO, 3) AOsetur, 4) TaeknilegarskrA, 5) Sml6ur taeklslns sem l^st er hSr i eftlr, 6) StaOfestir aOtaekiO, 7) Samraemist
itoOlum og staOfaerslu jjelrra meS hll6sj6n af [)j66arr4ttl, 8) Fyrlr taekin 1aukakafia IV, 9)StaSfestlngarnumer, 10) Tllkynnt til,15)samliaefOa staOla sem notaOir,
16)onnurstaOlar efiaforskrlftlr notafi, 17)5tafiur, 18)Dagsetning, 19)Nafn undlrrltafis, 20)Stafia, 21)Undlrskrlft.
Is : 1) (Samraemi!
eftlrfarandl StoOlumog s,auiu.i.,,u — o/ rym icexin i auxdisana IV, vr au
5lar efia forskrlftlr notaO, 17) StaOur, 18) Daqsetnlna, 19) Nafn unHirrltafts 7nl staAa 7iM inHirckrift
It: 1)Dlchiarazlone CE dlconfbrmitii (originate), 2)Lasociety, 3)Indlrizzo, 4)fasclcolo tecnico,5)Costruttoredellamacchlnadescrlttadlsegulto,6)DIchlara che questa macchlna, 7)£conforme
alle direttlve seguenti e alle relative trasposizlonl nel dirltto nazionale, 8)Per lemacchlne Allegato IV, 9)Numero dlAttestazlone, 10) Organismo notlflcato, 15) norme amnonlzzate appllcate,
16)altrenomne e speclflche tecnicheappllcate, 17)Stabilita a, 18)Data, 19)Nome delflrmatarlo, 20)Funzione, 21)Rnrna.
It: 1) CE atltiktles deklaracija (originates), 2) Bendrove, 3)Adresas, 4) Technlne byla, 5)Zemlau nurodytas jrenglnio gamintojas, 6)ParelSkIa, kad 51s Irenglnys, 7) Atltlnka tollau nurodytas
direktyvas Ir)naclonallnlus telsesaktusperkeltas Jqnuostatas, 8)IV prledas delmaSInq, 9)5ertiflkato Nr, 10) PaskelbtoJI jstalga, 15)suderlntus standartusnaudojamus, 16) KItl standartal Ir
technines speclflkacijas, 17) PaslraSyta, 18) Data, 19) PaslraSiuslo asmensvardas Irpavarde, 20)Parelgos, 21)ParaSas.
Iv:1)EK atbllstibas deklaracija (originals), 2)Uzgemums, 3)Adrese, 4)tehnlskas lietas, 5)Talak aprakstltas lekartas ra2otaJs,6) Aplleclna, ka51 lekarta, 7)Iratbllsto5a talak noraditajam direktlvam
untotranspozTclJal naclonalaja IlkumdoSana, 8)lekartam IV piellkuma, 9)Apllecibas numurs, 10) Registreta organlzacija, 15) lietotajlem saskaijotajiem standartlem, 16) lletotajlem tehnlskajlem
standartlem un speciflkacljam, 17)Sastadlts, 18)Datums, 19)Parakstltaja vards,20)Amats, 21)Paraksts.
mt: 1)Dikjarazzjoni ta'Konformita KE (originall), 2)ll-kumpanIJa, 3) Indlrizz, 4)fajl tekniku, 5)Manlfattrld tal-magna deskritta hawn Isfel, 6)TIddlkJara II din ll-magna,
7) HIJa konformi hijakonformi mad-Dlrettlvl segwenti u l-ligijiet II jimplimentawhom fll-llgl nazzjonall, 8)Ghall-magnl fl-Anness IV, 9) Numru tac-certlflkat, 10)Entita nnotlflkata,
15) l-istandards armonlzzati uiati, 16)standardsteknlcluspeciflkazzJonijletohrauzatl, 17) Maghmulf; 18) Data, 19) Isem ll-flrmatarju, 20) Karlga, 21) Flmra.
nl; 1) EG-verklarIng van overeenstemming(oorspronkelijke), 2) Het bedrljf,3) Adres, 4) technlsch dossier, 5) Constructeur van de hierna genoemde machine,6)Verklaart
dat dezemachine, 7)Inovereenstemming Ismetde volgende richtlljnen en hunomzettlngen Inhet nationale recht, 8)Voor machines van bIJIage IV, 9)Goedkeuringsnummer,
10)Aangezegde InstellIng, 15) gehanteerde geharmonlseerde normen, 16)andere gehanteerde technlsche normen en speclflcatles, 17)Opgemaakt te, 18)Datum,
19)Naam vanondergetekende, 20)Functie,21) Handtekening.
no: 1) CE-samsvarserklaerIng (original), 2)Selskapet, 3) Adresse, 4)tekniske arklv, 5)Fabrtkant avfdlgende maskin, 6)Erklaerer atdenne masklnen, 7) Oppfyller kravene Ifelgende direktiver, med
nasjonale gjennomforlngsbestemmelser, 8)For maskinene Itillegg IV, 9)Attestnummer, 10) Notlflsert organ, 15) harmonlserte standarder som brukes, 16) Andre standarder ogspeslflkasjoner
bnjkt, 17) Utstedt i, 18) Dato, 19) Undetskriverens navn, 20) Stilling, 21) Underskrift.
pi: 1) Deklaracja zgodnosci CE (oryglnalne), 2) Spotka, 3) Adres, 4) dokumentacji technlcznej, 5) Wykonawca maszyny opisanej ponliej, 6) 05wladcza, 2e ta maszyna,
7)Jestzgodnaz nastepujqcyml dyrektywami Iodpowladajqcyml przeplsami prawa krajowego, 8) DIa maszyn zatgcznik IV, 9) Numer certyflkatu, 10) Jednostka certyflkujqca,
15)zastosowanychnorm zharmonlzowanych, 16)innychzastosowanychnorm technlcznych Ispecyfikacjl, 17)Sporzqdzonow, 18) Data, 19) Nazwisko podplsujacego,
20) Stanowlsko, 21) Podpls.
pt; 1) Deriararao tie tonformidade CE (original), 2) Aernpresa, 3) Morada, 4) processo t4cnlco, 5) Fabrlcante daniiiquliia descrita abaixo, 6) Declara que estanf4qulna
directlvas segulntes e as suas transposlcfies para o direlto nacional,8) Para as mSqulnas no anexo IV. 9) Numero de certlflcado'
10) Entldade notlflcada, 15) normas harmonlzadasutilizadas, lo) outras norrtiase especlflcacoes tecnicas utilizadas, 17) Elaboradoem, IB)Data, 19) Nomedo slgnatSrlo,
20)Cargo,21)Asslnatura.
ro : 1) Declarajie de conformitate CE (orlglnala), Z) Socletatea, 3) Adresa, 4) c3rtli tehnlce, 5) Constructor al maslnll descrlse mal Jos, 6) DeclarS ca prezenta marina
7)Este conforma cudirectivele urmatoare 5I cutranspunerea lorIndreptui national, 8)Pentru majlnile dinanexa IV, 9)Numar deatestare, 10) Organism notlflcat, 15) standardele armonlzate
utilizate, 16) altestandardesi speclflcatll tehnlce utillzate, 17) Intocmit la, 18) Data, 19) Numele persoanel care semneaza, 20) Functia, 21) Semnatura.
sk: 1) ES vyhlasenle o zhode (povodny), 2) Nazov spoloCnostI, 3) Adresa, 4) technlckej dokumentade, 5) Vyrobca nl25le opfsanfiho stroja, 6) Vyhlasuje, 2etento stroj,
7) Je Vsulade s nasledujOclml smernlcami asmernlcami transponovanymi do vnutro5tatneho prava, 8) Pre stroje vprilohe IV, 9) Clslo certiflkatu, 10) Notlflkatny organ!
15) poujitaharmonizovanfi nomiy, 16) pouzltelnfi technlcka norniy a predplsy, 17) Miestovydania, 18) Datum vydania, 19) Menopodpisujiiceho, 20)Funkcla, 21) Podpls.
si : 1) ES Izjava o ustreznosti (izvirna), 2) Dru2ba. 3) Naslov. 4) tehnldne dokumentaclje, 5) Prolzvajalac tukaj opisanega stroja, 6) IzjavIJa, da je ta stroj, 7) Ustreza
naslednjim direktlvam in njlhovi transpozlciji v drzavno pravo, 8)2a strojepriloga IV, 9)Stevllka potrdlla, 10) Obvestilo organu, 15) uporabljene harmonlzlrane standarde,
16) drugeuporabljene tehnldne standarde Inzahteve, 17) V, 18) Datum, 19) Ime podplsnlka, 20) Funkcija, 21) Podpls.
sv: 1) CE fbrsakmn oinbvcrcnssliimmoise (origln.Tl), 2) Foretaget, 3)Adress, 4)tekniska dokumentatlonen, 5)Konstruktor avnedan beskrivna maskin, 6)Forsakrar attdenna maskin, 7)
Overensstammer med nedanstSende dlrektiv och inffirlivandet avdetn inatlonoll ratt, 8)Ffir masklnerna Ibllaga IV, 9) Nummer ftir godkannando, 10) Oig.Tnlsm som tinderNittats, IS) Hamronlserade
standarder somanvants, 16) andra tekniska standarder ochspeciflkatloner somanvSnts, 17) UpprattatI, 18) Datum, 19) Namn pS densomundertecknat, 20) Befattning, 21) Namntecknln.
/
/
P
i
%
p
i
i1
i I
a
s
2-5

§
A belangrijkA
Maakalle stickersenplaten metveili^eidsvoarschriften schoon opdatdeze goedleediaarzoudennjn.
Venangverplichtdesb'diersenplatenmetveiligheidsvoorschriftenlndlennjnietgoedleesbaarofbesdiadigdzljn.
Contrdeerstickers enplaten metveiligheldsvoorsdiriften noeike vervanging van onderdelen.
EXTERNESTICKERS EN PLATEN
MERKTEKEN REFERENTIE BESCHRUVING
© 288174 -Handleidingaccu
© 24653 - Hijspunt
© 296751 -Gasolie
© 234798 - Hydraulischeolie
© 296733 - Voorschrift accuonderbreker
A
Sb
4
V
&
A
-
i
2-6

L.
STICKERS EN PLATENONDER DE MOTORKAP
MERKTEKEN REFERENTIE BESCHRUVING
© 293887 - Antivries
© 259398 - Afscheiderwater/diesel
© 716906 -Gevaar ventilator
5
§ §5
§
2-7

SmmiNPLAmiNDECABINE
Ml
l/'eili'gheidsvoorschrinen
Raadpteeguw dealer
200042
203792
203791
203928
203929
268491
Raadpleeguw dealer
Raadpleeguw dealer
304478
309444
Plaatfabrikant
Bediening snelheidstiendel
Functie manipulator
Functie manipulator
Functie manipulator
-Functie manipulator
Functie manipulator
Voorschriften olie remcircuit
-Omkeerinrichting
-Grenswaarden belastingM^^
Grenswaarden belastingl^^
-Smeervoorschriften
- Zekering
ii
! ,
! I
•I I
: 1
H
-JL-
N'203929
2-8

s
i
I
2-9

STICKERS EN PLATEN IN DE CABINE
MERKTEKEN REFERENTIE BESCHRIJVING
O 300681 - Veiligheidsvoorschriften
© 234806 - Veiligheidsvoorschriften vergrendeiing
© 239595 - Akoestisch vermogen lOSdB
© Raadpleeguw dealer -Piaatfabrikant
© 33460 - Bediening snelheidshendel
© 200042 - Functie manipulator
© 203792 - Functie manipulator
© 203791 - Functie manipulator
© 203928 - Functie manipulator
203929 - Functie manipulator
268491 - Voorschriftenolie remcircuit
© 76571 - Omkeerinrichting
0 Raadpleeguw dealer - Grenswaarden belasting (volgens model)
Raadpleeguw dealer - Grenswaarden belasting (volgens model)
© 304478 - Smeervoorschriften
309444 - Zekering
' EEI b^I
. 1^ 177^ 1031
r!7i EE] rr^l
123 1231
A
A
QQQQrjg
ISB
BltaD BSQQ
BIDQggg
liBQQ ABB
BIB
H^g
EBSB ABB
BSQilB
ABB ABB

i
2-9
1

IDENTIFICATIE VAN DE HEFTRUCK
Ons beleid is gebaseerd op een constanteverbetering van onze producten, dientengevolge kan het voorkomen dat wij bepaalde
wijzlgingen doorvoeren in onze reeks heftrucks zonder dat wij verplicht zijn onze klanten hiervan op de hoogte te stelien.
Wijverzoeken u vriendelijk altijd op uw bestellingen voor vervangingsdelen of aanvragen voortechnische inlichtingen de
volgende gegevens te vermelden:
OPMERKING: Teneinde iedere vergissing met betrekking tot de nummers uit te sluiten, raden wij u aan ze in te vullen op
de hiervoor voorziene plaatsen als u de heftruck in ontvangst neemt.
TYPEPLMTJE VAN DEHEFTRUCK
I - MODEL
2-SERIE
3 - Bouwjaar
4- Modeijaar
5-Serienummer
6 - Vermogen ISO/TR14396
7 - Leeg gewicht
8 -Toegestaan totaal rijdend gewicht
9 - Nominale capaciteit
10-Trekkracht
II - Verticale maximale kracht (op trekhaak)
12 - Druk van de banden (bar)
13 - Homoiogatienummer
Aile overige technische inlichtingen met betrekking tot de heftruck staan beschreven
in het hoofdstuk: 2 - BESCHRIJVING: KARAKTERISTIEKEN.
' ^MAWflVO,
PitANITOU0F44158ANCENlSCEDEX FRANCE Ct
VERBRANDINGSMOTOR
• Nr.van de verbrandingsmotor
VERSNELLINGSBAK
•Type
• MANITOU referentie
• Serienummer
VOORAS
•Type
• Serienummer.
>MANITOU referentie

ACHTERAS
M30-4ST3B IV150-4ST38
• Type
• Serienummer
• MANITOU referentie
BESCHERMKOOl
•Type
• Serienummer
MASTMETROLLEN
identificatienr. van de mast
TYPEPLAATJETOEBEHOREN
• Model
• Serienummer
• Bouwjaar
jMJwnu
KT— c€
ciiGynitMiT
CHASSIS
' Serienummer heftruck

11
SPEaFICATIES M30^2 ST3B
VERBRANDiNGSMOTOR
Type PERKINS 854F-E34T 54009,1,1
Brandstof
Diesel
Aantal cilinders
4inliin
Opzuiqinq
Opqeladen
Inspuitsysteem
Rechtstreeks
Ontstekinqsvolqorde 13.4.2
Cilinderinhoud cm3 3400
Borinq en slaq mm 99x110
Compressieverhoudinq 17:1
Nominaal toerental belast tr/min 2200
Stationair toerental onbelast tr/min 850
Maximaai toerental onbelast tr/min 3125
Vermoqen ISO/TR14396
Vermoqen SAE J 1995
75-55,5
75-55.5
Maximaai koppel ISO/TR14396 Nm 318 a 1400 tr/min
Luchtfiltratie um 1
3
Type koelinq
Met water
Ventilator
>
Uu
Opzuiqinq
TRANSMISSIE
Versnellinqsbak
TURNER POWERTRAiN SYSTEMS
-Type
Mechanisch
- Rijrichtinqschakelaar Eiektrohydrauiica
- Koppelomvormer SACHS
- Aantal versnellinqen vooruit 4 •
- Aantal versnellinqen achteruit 4
Vooras
DANA
- Differentiaal Zonderbiokkerinq
Achteras
MANiTOU
- Differentiaal Metbiokkerinq
Aandrijfwielen
2 RMPermanent
- Besturinq 2/4 aandrijfwielen Niet
Banden voor
CONTINENTAL
- Grootte 14,5R2018PRMPT80TL
- Druk bar 3,5
Banden achter
GOODYEAR
- Grootte 10R17,5134/132MG291
- Druk bar 5,5
iLEKTliSeHCIBCtliT
Accu
Alternator
-Type
Aanzetter
-Type
STANDAARD
OPHE
12V-110Ah-900AEN
12V-180Ah-900AEN
12V-100A
ISKRAAAK-EF12V
12V-3,2kW
iSKRAAZE
REMSYSTEEM
Bedrijfsrem
Hydrauiische niet-bekrachtlqde rem
- Type rem Muitischiifinoiiebad
- Type bedieninq Voetbedieninq opvoorwieien
Handrem
Mechanisch
- Type rem Muitischiifinoiiebad
- Type bedieninq Handmatiq
GELUiPiMVIBJIIfiE
Geluidsdrukniveau bestuurderscabine LpA
(overeenkomstig normNF EN 12053]
Geluidsvermogensniveau gegarandeerd in LwA-omgeving
(overeenkofflstig richtliin 2000/14/CE gewiizigd doorrichtlijn 200S/88/EG)
Gemiddelde gewogen versnelling op het lichaam van de bestuurder
(overeenkomstig norm NFIN 13059)
De gemiddeldegerrogen versndiing dieopdehanden/armen van debestuurderwoidt overgebiacht
(overeenkomstig normISO 5349-2)
dB 76
dB
104gemeten
105 gegarandeerd
m/s2 1
m/s2

*
HYDRAULISCH SYSTEEM
Hydraulische pomp
-Type
1e llchaam
PARKER
Tandraderen
- Cilinderinhoud cm3 31 14
- Debiet bii maximaal toerental onbelast l/min 97 44
- Debiet bij 1800tr/mn l/min
Filtratie
- Retour um 10
- Opzuiqing um 125
Maximale bedrijfsdruk
- Tweevoudiqe mastVolledlq zicht bar 245
- Drievoudiqe mastVrije hefhooqte bar 260
- Tweevoudiqe mastVrije hefhooqte bar 185
- Drievoudiqe mast zonder vrije hefhooqte bar 260
- Circuit schuine stand voor/achter bar 185/185
- Accessoirecircuit bar 185
- Besturinqssysteem bar 145
Hydraulische demper voor de belastinq
- Inhoud L 0,7
- Drul< bar 100
HYDRAULISCHE BEWEGINGEN
Hefbeweqinqen
- Opheffen onbelast m/s 0,5
- Opheffen belast m/s 0,5
- Dalen onbelast m/s 0,5
- Dalen belast m/s 0,5
2elichaam
SPECIFICATIES EN GEWICHT
Verplaatsingssnelheid van de heftruck in standaard uitvoering op
horizontale qrond (behalve bijzondere voorwaarden)
Voor onbelast 1 km/u 3,4
2 km/u 6,5
3 km/u 12,6
4 km/u 22,1
Achter onbelast 1 km/u 3,4
2 km/u 6,5
3 km/u 12,6
4 km/u 22,1
Standaardmast
DVT3M70
- Hefhooqte mm 3700
- Vrije hefhooqte mm 130
- Totale hooqte inqeschoven mm 2715
- Totale hooqte uitqeschoven mm 4745
Plateau
- Klasse FEM3
- Breedte mm 1470
- Gewicht van de vork (per tand) kg 73
Nominale ladinqscapaciteit kg 3000
Nominale ladinqscapaciteit met standaard mast kg 3000
Effectieve lastcapaciteit op vorken metTDL kg 3000
Afetand van het zwaartepunt van de lading tot de hiel van de vorken mm 500
Gewicht heftruck zonder vorken en mast kg 4281
Gewicht heftruck met standaard mast
- Onbelast kg 5290
- Met nominale belastinq kg 8290
Gewicht per as met standaard mast (vervoersstand)
- Onbelast voor kg 2090
- Onbelast achter kg 3200
- Met nominale belastinq voor kg 6890
- Met nominale belastinq achter kg 1400
Trekkracht aan trekhaak
- Onbelast (slip) daN 1334
- Bij nominale belastinq (steunen transmissie) daN 4670
Uittrekkracht met qrijperjovereenkomstig normISO 8313)
daN
§
I
2-13

SPECIflCATIES M304ST3B
yERBRANDINGSMOTOR
Type
PERKINS 854F-E34T54009,1,1
Brandstof
Diesel
Aantal cilinders
4inlijn
Opzuiginq
Opqeladen
Inspuitsysteem
Rechtstreeks
Ontstekinqsvolqorde 1.3.4.2
Cilinderinhoud cmS 3400
Borinq en slaq mm 99x110
Compressieverhoudinq 17:1
Nominaal toerental belast tr/min 2200
Stationair toerental onbelast tr/min 850
Maximaal toerental onbelast tr/min 3125
Vermoqen ISO/TR14396 cv-kW . 75-55,5
Vermoqen SAE J 1995 cv - kW 75-55,5
Maximaal koppel ISO/TR14396 Nm 318a 1400 tr/min
Luchtfiltratie um 3
Type koelinq
Met water
Ventilator
Opzuiqinq
TilANSMISSiE
Versnellinqsbak
TURNER POWERTRAIN SYSTEMS
-Type
Mechanisch
- Riirlchtlnqschakelaar Elektrohydraulica
- Koppelomvormer SACHS
- Aantal versnellinqen vooruit 4
- Aantal versnellinqen achteruit 4
Vooras
DANA
- Differentiaal Metblokkerinq
Achteras
DANA
- Differentiaal Metblokkerinq
Aandrijfwielen
4RM
- Besturinq 2/4 aandriifwielen JA
Banden voor
DUNLOP
- Grootte 400/70-201508T37 START!
- Druk bar 2,3
Banden achter
DUNLOP
- Grootte 10,5/80-1810PRTG42U
- Druk bar 3,5
iiJiOiiiSGHciRCiiif
Accu
STANDAARD
12V-110Ah-900AEN
OPHE
12V-180Ah-900AEN
Alternator
12V-100A
-Type
iSKRAAAK-EF12V
Aanzetter
12V-3,2 kW
- Type ISKRAAZE
REMH^TEilW
Bedriifsrem
Hydraulische niet-bekrachtiqde rem
- Type rem Multischijfinoliebad
- Type bedieninq Voetbedieninq op voorwielen
Handrem
Mechanisch
- Type rem Multischijfinoliebad
- Type bedieninq Handmatiq
GELIIIISENineiliflE
Geluidsdrukniveau bestuurderscabine LpA
(wereenkomstiq normi^F EN 12053)
Geluidsvermogensniveau gegarandeerd in LwA-omgeving
(overeenkomstiQ riditliln 2088/14/Ci qewijagd doorriditilin 200S/88/EG)
Gemiddelde gewogen versnelling op het lichaam van de bestuurder
(overeenkomstiqnorm NF EN 13059}
De gemiddelde gewogen versnelling dieopdehanden/armen van de betuurderwordtovegebtacht
(overeenkomstignormISO 5349-2)
dB 76
dB
104gemeten
105 gegarandeerd
m/s2 1
m/s2

HYDRAULISCH SYSTEEM
Hydraulische pomp
-Type
lelichaam
PARKER
Tandraderen
- Cilinderinhoud cm3 31 14
- Debiet bii maximaal toerental onbelast l/min 97 44
- Debiet bij 1800 tr/mn l/min
Filtratie
- Retour um 10
- Opzuiqinq um 125
Maximale bedrijfsdruk
- Tweevoudiqe mastVollediq zicht bar 245
- Drievoudiqe mastVriie hefhooqte bar 260
- Tweevoudiqe mastVrije hefhooqte bar 185
- Drievoudiqe mast zonder vriie hefhooqte bar 260
- Circuit schuine stand voor/achter bar 185/185
- Accessoirecircuit bar 185
- Besturinqssysteem bar 145
Hydraulische demper voor de belastinq
- inhoud L 0,7
- Druk bar 100
HYDRAULISCHE BEWEGINGEN
Hefbeweqinqen
- Opheffen onbelast m/s 0,5
- Opheffen belast m/s 0,5
- Dalen onbelast m/s 0,5
- Dalen belast m/s 0,5
SPECIFICATIES EN GEWiCHT
Verplaatsingssnelheid van de heftruck in standaard uitvoering op
horizontal qrond (behalve bijzbndere voorwaarden)
Voor onbelast 1 km/u 3,4
2 km/u - 6,4
3 km/u 12,4
4 km/u 21,6
Achter onbelast 1 km/u 3,4
2 km/u 6,4
3 km/u 12,4
4 km/u 21,6
Standaardmast
DVT3M70
- Hefhooqte mm 3700
- Vrije hefhooqte mm 130
- Totale hooqte inqeschoven mm 2705
- Totale hooqte uitqeschoven mm 4735
Plateau
- Klasse FEM3
-Breedte mm 1470
- Gewicht van de vork (per tand) kq 73
Nominale ladinqscapaciteit kq 3000
Nominale ladinqscapaciteit met standaard mast kq 3000
Effectieve lastcapaciteit op vorken metTDL kq 3000
Afstand van het zwaartepunt van de ladinq tot de hiel van de vorken mm 500
Gewicht heftruck zonder vorken en mast kg 4476
Gewicht heftruck met standaard mast
- Onbelast kq 5485
- Met nominale belastinq kq 8485
Gewicht per as met standaard mast (vervoersstand)
- Onbelast voor kq 2155
- Onbelast achter kq 3330
- Met nominale belastinq voor kq 7000
- Met nominale belastinq achter kq 1485
Trekkracht aan trekhaak
- Onbelast (slip) daN 4250
- Bii nominale belastinq (steunen transmissie) daN 6290
Uittrekkracht met qriiper(overeenkomstig normISO 8313)
daN
2elichaam
a
Rl
2-15

SPECIFICATIES M50 2ST3B
VERBRANDINGSMOTOR
Type PERKINS 854F-E34T 54009,1,1
Brandstof
Diesel
Aantal cilinders
4lnliin
Opzuiqinq
Opqeladen
Inspuitsysteem
Rechtstreeks
Ontstekinqsvolqorde 13.4.2
Cilinderinhoud cm3 3400
Boring en slaq mm 99x110
Compressieverhoudinq 17:1
Nominaal toerental belast tr/min 2200
Stationair toerental onbelast tr/min 850
Maximaal toerental onbelast tr/min 3125
Vermoqen ISO/TR14396 cv - kW 75-55,5
Vermoqen SAE J 1995 cv-kW 75-55,5
Maximaal koppel ISO/TR14396 Nm 318a 1400 tr/mIn
Luchtfiltratie um 3
Type koelinq
Met water
Ventilator ' . Opzuiqinq
TRANSMISSIE
Versnellinqsbak
-Type
Rijrichtinqschakelaar
- Koppelomvormer
Aantal versnellinqen vooruit
- Aantal versnellinqen achteruit
Vooras
- Differentiaal
Achteras
- Differentiaal
Aandrijfwieien
- Besturinq 2/4 aandriifwielen
Banden voor
Grootte
- Druk
Banden achter
bar
TURNER POWERTRAIN SYSTEMS
Mechanisch
Elektrohydraulica
SACHS
DANA
Met blokkerinq
MANITOU
Zonder blokkerinq
2 RMPermanent
Niet
ALLIANCE
18-19,518PR166A6TL EVEREST
6,5
GOODYEAR
10R17,5134/182Mf12Ql
ELEKTR SCH CIRCU T
Alternator
Aanzetter
llVinoAh-gnnAFN
IjV -180 Ah-gnn AFM
Iiy-IGOA
iSKRAAAiCEFm
12V-3,2kW
ISKRAAZE
REMSYSTEEM
Bedrijfsrenn
e
rem
e bedienin
Handrem
- lytje rem
- Type bedieninq
Voetbedienin
TOorwielen
Mechanisch
Geluidsdrukniveau bestuurderscabine LpA
(overeenkomstiq norm NF EN 12053)
Geluidsvermogensniveau gegarandeerd in LwA-omgeving
(overeenkomstig richtlijn 2000/14/CE gewijziqd door richtli jn 2005/88/EG) _
Gemiddelde gewogen versnelling op bet lichaam van de bestuurder
(overeenkomstig norm NFEN 13059)
De gemiddelde gewogen versnelling die op de handen/armen van de bestuurder wordt overgebracht
(overeenkomstig norm ISO 5349-2)
IMgemeten
&9afandeerd
1,2

'
HYDRAULISCH SYSTEEM
Hydraulische pomp
-Type
lelichaam
PARKER
Tandraderen
-
- Cilinderinhoud cm3 31 14
- Debiet bii maximaal toerental onbelast l/min 97 44
- Debiet bij 1800 tr/mn l/min
Filtratle
- Retour um 10
- Opzuiqing um 125
Maximale bedrijfsdruk
- Tweevoudiqe mastVollediq zicht bar 230
- Drievoudiqe mastVrije hefhooqte bar 250
- Tweevoudiqe mastVrije hefhooqte bar 240
- Drievoudiqe mast zonder vrije hefhooqte bar
- Circuit schuine stand voor/achter bar 210/210
- Accessoirecircuit bar 210
- Besturinqssysteem bar 145
Hydraulische demper voor de belastinq
- Inhoud L 1,4
- Drul< bar 120
HYDRAULISCHE BEWEGINGEN
Hefbeweqinqen
- Opheffen onbelast m/s 0,5
- Opheffen belast m/s 0,4
- Dalen onbeiast m/s 0,4
- Daien belast m/s 0,5
SPECIFICATIES EN GEWICHT
Verplaatsingssnelheid van de heftruck in standaard uitvoering op
horizontale qrond (behalve bijzondere voorwaarden)
Voor onbelast 1 km/u 3,6
2 km/u 6,6
3 km/u 12,6
4 km/u 23,9
Achter onbelast 1 km/u 3,6
2 km/u 6,6
3 km/u 12,6
4 km/u 23,9
Standaardmast
- Hefhooqte mm 3700
- Vrije hefhooqte mm
- Totale hooqte inqeschoven mm 2855
- Totale hooqte uitqeschoven mm 4750
Plateau
- Klasse FEM4
- Breedte mm 1670
- Gewicht van de vork (per tand) kg 134
Nominaie ladinqscapaciteit kg 5000
Nominale ladinqscapaciteit met standaard mast kg 5000
Effectieve lastcapaciteit op vorken metTDL kg 450a
Afstand van het zwaartepunt van de lading tot de hiel van de vorken mm 600
Gewicht heftruckzonder vorken en mast
kg
Gewicht heftruck met standaard mast
- Onbelast kg
- Met nominale belastinq kg
Gewicht per as met standaard mast (vervoersstand)
- Onbelast voor kg
- Onbelast achter kg
- Met nominale belastinq voor kg
- Met nominale belastinq achter kg
Trekkracht aan trekhaak
- Onbelast (slip) daN
- Bij nominale belastinq (steunen transmissie) daN
Uittrekkracht met qrijper(overeenkomstiQnorm ISO 8313)
daN
DVT3M70
2elichaam
§
IK
S
2-17

'
^•
'
:
Cilinderinhoud
SPEaFICJ^IES M5(MST3B
VERBRANPiNGSMOIOR
Type
PERKINS854F-E34T54009,1,1
Brandstof
Diesel
Aantal cilinders
4 in lijn
Opzuiqinq
Opqeladen
Inspuitsysteem
Rechtstreeks
Ontstekinqsvolqorde 1.3.4.2
cm3 3400
Borinq en slaq mm 99x110
Compressieverhoudinq 17:1
Nominaal toerental belast tr/min 2200-
Stationairtoerental onbelast tr/min 850
Maximaal toerental onbelast tr/min 3125
Vermoqen ISO/TR14396 cv-kW 75-55,5
Vermoqen SAE J 1995 cv-kW 75-55,5
Maximaal koppel ISO/TR14396 Nm 318a 1400 tr/min
Luchtfiltratie um 3
Type koelinq
Met water
Ventilator
Opzuiqinq
TRANSMISSiE
Versnellinqsbak
TURNER POWERTRAIN SYSTEMS
i;. ^-1 -Type Mechanisch
;1 •
- Rijrichtinqschakelaar Elektrohydraulica
f ;
- Koppelomvormer SACHS
•1:
(: : 1 - Aantal versnellinqen vooruit 4 .
- Aantal versnellinqen achteruit 4
'l * 1
[ •' Vooras DANA
1•'. !( - Differentiaal Zonderblokkerinq
: 1
Achteras
MANITOU
1 - Differentiaal Zonder blokkerinq
Aandriifwielen
4RM
1 ^
: - Besturinq 2/4 aandriifwielen Ja
1::i' '
Banden voor MITAS
1: I' - Grootte 18-22,5163A8MPT-06U
jj - Druk bar 4,5
tr, Banden achter MICHELIN
( i
- Grootte 340/80R18)(MCL143A8
1, - Druk bar 3,2
. •
itiiaiimaR£Pif
1 STANDAARD
12V-110Ah-900AEN
Accu
t ,
OPnE
12V-180Ah-900AEN
Alternator
12V-100A
-Type
iSKRAAAK-EF12V
Aanzetter
12V-3,2kW
- Type ISKRAAZE
REMSYSTilM
Bedrijfsrem
Hydraulische niet-bekrachtiqde rem
1
- Type rem Multischijf inoliebad
•1
- Type bedieninq Voetbedieninq op voorwielen
; Handrem Mechanisch
'' f
1
- Type rem Multischijf inoliebad
1
- Type bedieninq Handmatiq
GEtymiNHIIIiRAflE
Geluidsdrukniveau bestuurderscabine LpA
(overeenhomstig norm NF EN 12053)
Geluidsvermogensniveau gegarandeerd in LwA-omgeving.
(overeenltofflstig richtlijn 2080/14/CE geufiiagd doorrididljn 200S/88/E6)
Gemiddelde gewogen versnelling op het lichaam van de bestuurder
(overeenkomstienormNF EN 13059)
De gemiddelde geivogen versndling dieopdehanden/armen van de bestuurderwoidtovegebiacht
(overeenkomstig normISO 5349-2)
dB 76
dB
104gemeten
105 gegarandeerd
m/s2 1,2

HYDRAULISCH SYSTEEM
Hydraulische pomp
-Type
leiichaam
PARKER
Tandraderen
- Cilinderinhoud cm3 31 14
- Debiet bij maximaal toerental onbelast I/min 97 44
- Debiet bij 1800 tr/mn l/min
Filtratie
-
- Retour um 10
- Opzuiging um 125
Maximaie bedrijfsdruk
- Tweevoudige mastVolledig zicht bar 230
- Drievoudige mastVrije hefhoogte bar 250
- Tweevoudige mastVrije hefhoogte bar 240
- Drievoudige mast zonder vrije hefhoogte bar
- Circuit schuine stand voor/achter bar 210/210
- Accessoirecircuit bar 210
- Bestufingssysteem bar 145
Hydraulische demper voor de beiasting
- Inhoud L 1,4
- Drul< bar 120
HYDRAULISCHE BEWEGINGEN
Hefbewegingen
- Opheffen onbelast m/s 0,4
- Opheffen belast m/s 0,4
- Dalen onbelast m/s 0,3
- Dalen belast m/s 0,4
2e iichaam
SPECIFICATIES EN GEWiCHT
Verplaatsingssneiheid van de heftrucl< in standaard uitvoering op
horizontale grond (behalve bijzondere voorwaarden)
Voor onbelast 1 km/u 3,9
2 km/u 7,3
3 km/u 14,0
4 km/u 24,0
Achter onbelast 1 km/u 3,9
2 km/u 7,3
3 km/u 14,0
4 km/u 24,0
Standaardmast
DVT3M70
- Hefhoogte mm 3700
- Vrije hefhoogte mm
- Totale hoogte jngeschoven mm 2910
- Totaje hoogte uitgeschoven mm 4815
Plateau
- Klasse FEM4
- Breedte mm 1670
- Gewicht van de vork (per tand) kg 138
Nominale ladingscapaciteit kg 5000
Nominale ladingscapaciteit met standaard mast kg 5000
Effectieve lastcapaciteit op vorken metTDL kg 4500
Afstand van het zwaartepunt van de lading tot de hiel van de vorken mm 600
Gewicht heftruck zonder vorken en mast kg 6604
Gewicht heftruck met standaard mast
- Onbelast kg 8190
- Met nominale beiasting kg 13190
Gewicht per as met standaard mast (vervoersstand)
- Onbelast voor kg 3374
- Onbelast achter kg 4816
- Met nominale beiasting voor kg 11610
- Met nominale beiasting achter kg 1580
Trekkracht aan trekhaak
- Onbelast (slip) daN 6240
- Bij nominale beiasting (steunen transmissie) daN 10220
Uittrekkracht met grijper(overeenkomstie normISO 8313)
daN
I
i
2-19

SPECIFICATIES VAN DEMASTEN METROLLEN
M30 2 ST3B
M30-4ST3B
TWEEVOUDIGE MAST MET VOLLEDIG ZICHT
TWEEVOUDIGE MAST MET VOLLEDIGE VRUE HEFHOOGTE
MAST HL Z Y LL H HI H2
3mOO 3040 6° 12° 1383 2305 3962 167
3m30 3340 6° 12° 1533 2455 4262 167
3m50 3540 6° 12° 1633 2555 4462 167
3m70 3740 6° 12° 1793 2715 4662 167
4m00 4040 6° 12° 1983 2905 4962 167
4m50 4540 6° 12° 2233 3155 5462 167
DRIEVOUDIGE MAST MET VOLLEDIGE VRUE HEFHOOGTE
MAST HL Z Y LL H HI H2
3m70 3740 6° 12° 1283 2205 4662 47
4m00 4040 6° 12° 1383 2305 4962 47
4m30 4340 6° 12° 1533 2455 5262 47
4m70 4740 6° 12° 1633 2555 5662 47
SmOO 5040 6° 12° 1793 2715 5962 47
SmSO 5540 6° 12° 1983 2905 6462 47
6ni00 6040 6° 12° 2233 3155 6962 47
6m50 6540 6° 12° 2483 3405 7462 47
7m00 7040 6° 12° 2733 3655 7962 47
DRIEVOUDIGE MAST ZONDER VRUE HEFHOOGTE
MAST HL Z Y LL H HI H2
SmSOS 5545 6° 10° 0 2985 6655 0
HL:Hefhoogte in mm
•Z; Kanteling naar voren
•Y:Kanteling naar achteren
• LL: Vrije hoogte in mm
• H:Totale hoogte ingeschoven mast in mm
• H1:Totale hoogte uitgeschoven mast in mm
• H2: Uitsteken van het plateau in mm

SPECIFICATIES VANDEMASTENMETROLLEN
M50-2ST3B
M5(HS13B
TWEEVOIJDIGEMASTM ETVOLLEDIGZICHT
MAST HL Z Y LL H HI H2
SmOO 3060 15° 15° 0 2560 4115 55
3m30 3360 15° 15° 0 2710 4415 55
3m50 3560 15° 15° 0 2810 4615 55
3m70 3760 15° 15° 0 2910 4815 55
4m00 4060 15° 15° 0 3060 5115 55
4in50 4560 15° 15° 0 3305 5615 55
SmOO 5060 15° 15° 0 3560 6115 55
SmSO 5560 15° 15° 0 3810 6615 55
TWEEVOIJDIGEMASTMI•TVOLL EDIGEVRIJE HEFHOOGTE
MAST HL Z Y LL H HI H2
3mOO 3060 15° 15° 1528 2585 4117 32
3in30 3360 15° 15° 1678 2735 4417 32
3m50 3560 15° 15° 1778 2835 4617 32
3m70 3760 15° 15° 1878 2935 4817 32
4m00 4060 15° 15° 1978 3085 5517 32
DRIEVOUDIGE MAST METVOLLEDiGE VIUJE HEFHOOGTE
MAST HL Z Y LL H HI H2
3ffl70 3760 15° 15° 1265 2310 4805 45
4in00 4060 15° 15° 1365 2410 5105 45
4m30 4360 15° 15° 1465 2510 5405 45
4m50 4560 15° 15° 1540 2585 5605 20 .
4m70 4760 15° 15° 1600 2645 5805 40
SmOO 5060 10° 15° 1715 2760 6105 15
SmSO 5560 10° 15° 1865 2910 6605 45
6in00 6060 10° 15° 2040 3085 7105 20
•HL:Hefhoogte in mm
>Z: Kanteling naar voren
>Y: Kanteling naar achteren
•LL: Vrije hoogte in mm
' H:Totaie hoogte ingeschoven mast in mm
' H1;Totale hoogte uitgeschoven mast in mm
•H2: Uitsteken van het plateau in mm
cr>
1
2-21

'
BANDEN
BELASTINGPERBAND(ka)
M30-2ST3B
DRUK(bar)
VCORONBOAST VOORMETBELASnNG ACHTERONBELAST ACHTERMETBELASUNG
14,5R20MPT8018PR143G/J
CONTINENTAL
3,S
TUBELESS
10S0
34S0
380/75 R20XMCL148A8
MICHEUN
3,S
TUBELESS
GOODYEAR 10R17,SG291134M 5,S 1600 700
M304ST3B
DRUK(bar)
BELASTINGP ER BAND (kg)
VOORONBELAST VOORMnBELASTING ACHTERONBELAST ACHTERMETBELASTING
DUNLOP 400/70-20T371S0BTUBELESS 2,3
MICHEUN
380/7SR20XMCL148A8
TUBELESS
3,S
f
1100 3S00 ; ^ ••
DUNLOP 10,S/80^18TG4210PRTUBELESS 3.S 1.. 16S0 7S0
M50-2ST3B
nOI W fkav\
BELASTINGPERBAND(ka)
llnUlv VDaiJ
VOORONBELAST VOORMETBELASTING ACHTERONBELAST ACHTERMETBELASTING
ALLIANCE 18-19,5 A22418PRTUBELESS 6,5 ''V'tyiw' . ^
MICHEUN 18R19,SXFTUBELESS 6,5
vy yj ^ ' -
GOODYEAR 10R17,SG291134M 9,5 -• .-ii"
BELASTINGPER BAND (kg)
MS04ST3B
DRUKIbar)
VOORONBELAST VOORMTBElASnNG ACHTERONBELAST ACHTERMETBELASTING
MICHEUN 18R22,SXFTUBELESS 5,5
18-22,5 MPT-0616PR163A8
1700 5800
MfTAS
4,5
TUBELESS
MICHEUN 340/80R18XMa143A8TUBELESS 3,2 2400 800
DRUK(bar)
BELASTING
(kg)
AANRAMNGSSPiANNINGMETDE
GRONDIkg/cm2)
AANRAKINGSVLAK METDEGROND
(cm2)
HARDEGROND RULLEGROND HARDEGROND RULLEGROND
ALUANCE 18-19,5 A22418PRTUBELESS 6,5
CONTINENTAL
14,5R20MPT8018PR143G/J
TUBELESS
3,5
400/70-20T37150BTUBELESS 2,3
DUNLOP
10,5/80-18TG4210PRTUBELESS 3,5
5,5
GOODYEAR
10R17,5G291134M
9,5
1050 1,72 613
3450 3,33 1031
1100
3500
750
1650
700
1600
MICHEUN
MITAS
380/75 R20XMCL148A8
TUBELESS
3,5
18R19,5XFTUBELESS 6,5
18R22,5XFTUBELESS 5,5
340/80R18XMCL143A8TUBELESS 3,2
18-22,5MPT-0616PR163A8
TUBELESS
4,5
1050
1100
3450
350)
170) 1,97 0,91 844 1820
5800 3,68 1,70 1576 3401
800
2400
1700
5800
§
Z.
fN
N
5
242

2#'
I i
i
!I

AFMETINGEN EN LASTPLAAT
M30-2ST3B
A mm 1200
Z- ^ Y
B mm 1989
C mm 697
D mm 3444
E mm 4644
F mm 1550
FT mm 1644
G mm 432
G* mm 381
Gl mm 400
Gl* mm 391
G2 mm 311
G2* mm 330
G3 mm 365
H
HI
0
0
2715
4745
1 mm 758
r NJ
^
J mm 1400
K mm 1470
L mm 40
N mm 1880
0 mm 125
0
PI
60,5
0
1p2 47,2
P3
42,2
0
R mm 2910
9
o
m
*
O
8
9
rN
\D
S mm 3197
T mm 2730
U mm 2450
V mm 3100
M^ mm ' 370
W mm 1900
Y
Z
0
0
12
6
G- G1 - G2- G3 = Leeg
G* - Gl* - G2* = Nominale last
H- HI = Standaard mast DUPLEX 3M70
" •
O
z
fN
PS
S
2-24

k CAPACITE NOMINALE
' RATED CAPACITY
NENNKAPAZITAT
CAPACIDAD NOMINAL
CAPACITA NOMINALE
CAPACITES EFFECTIVES
ACTUAL CAPACITIES
EFFEKTIVE KAPAZITAT
CAPACIDAD EFECTIVA
CAPACITA EFFETTIVA
SUIVANT NORME EN 1726-1 (ISO 1074)
1 - Jusqu'A hauteur de levSe
Up to height of
Bis zur hubhdhe
Hasta altura de elevacldn
SIno ad altezza dl sollevamento
2 - Pour hauteur rtiaximale de
For maximum height of
Fur maximale Hdhe
Para altura m^lma de
Per altezza masslma dl
3700
MAT VERTICAL
VERTICAL MAST
VERTIKALER MAST
MASTIL VERTICAL
RAMPAVERTICALE
D: mm
600 • 1100
EQUIPEMENT
ATTACHMENT
ZUBEHOR
EQUlPO
ATTREZZATURA
60E-SS-B621
100E-SS-B551
100E-SS-B687
100E-SS-E160
CAPACITES EFFECTIVES
ACTUAL CAPACITIES
EFFEKTIVE KAPAZITAT
CAPACIDAD EFECTIVA
CAPACITA EFFETTIVA
k n®:
218159

I CAPACITE NOMINALE
' RATED CAPACITY
NENNKAPAZITAT
CAPACIDAD NOMINAL
CAPACITA NOMINALE
CAPACITES EFFECTIVES
ACTUAL CAPACITIES
EFFEKTIVE KAPAZITAT
CAPACIDAD EFECTIVA
capacitA EFFETTIVA
SUIVANT NORME EN 1726-1 (ISO 1074)
1 - Jusqu'A hauteur de levde
Up to height of
Bis zur hubhohe
Hasta altura de elevacldn
Sine ad altezza dl sollevamento
2 - Pour hauteur maximale de
For maximum height of
Fur maximale Hohe
Para altura m^ima de
Per altezza massima di
3700
MAT VERTICAL
VERTICAL MAST
VERTIKALER MAST
MASTIL VERTICAL
RAMPAVERTICALE
n
D
N
D; mm
600 I 1100
EQUiPEMENT
ATTACHMENT
ZUBEHOR
EQUlPO
ATTREZZATURA
60E-SS-B621
100E-SS-B551
100E-SS-B687
100E-SS-E160
CAPACITES EFFECTIVES
ACTUAL CAPACITIES
EFFEKTIVE KAPAZITAT
CAPACIDAD EFECTIVA
capacitA effettiva

.j
AFMETINGEN EN LASTPLAAT
M50-2ST3B
A mm 1200
B mm 2063
C mm 772
D mm 3755
E mm 4955
F mm 1600
F1 mm 1660
G
mm
G* mm
G1
Gl*
G2
mm
mm
mm
G2* mm
G3
H
HI
mm
0
0
2855
1450
A mm \ 920
j mm •\380\
1c mm 1670
L mm 60
N mm 1876
O mm 150
PI
0
33,5
P2
P3
R
S
T
0
0
mm
mm
mm
44
37
U mm 2420
•Z. _ y
/
V mm
VI mm
w mm 2057
Y
z
0
0
15
15
MAMrvu,..
G-G1 -G2-G3 = Leeg
G* - G1 * - G2* = Nominale last
H - HI = Standaard mast DUPLEX 3M70
F1
Z
fN
rs
2-28

\ CAPACITE NOMINALE
' RATED CAPACITY
NENNKAPAZITAT
CAPACIDAD NOMINAL
CAPACITA NOMINALE
CAPACITES EFFECTIVES
ACTUAL CAPACITIES
EFFEKTIVE KAPAZITAT
CAPACIDAD EFECTIVA
CAPACITAEFFETTIVA
SUIVANT NORME EN 1726-1 annexe H.
1 - Jusqu'a hauteur de levde
Up to height of
Bis zur hubhohe
Hasta altura de elevacldn
Sine ad altezza di sollevamento
2 - Pour hauteur maximale de
For maximum height of
Fur maximale Hohe
Para altura maxima de
Per altezza massima di
3700
MAT VERTICAL
VERTICAL MAST
VERTIKALER MAST
MASTIL VERTICAL
RAMPAVERTICALE
D: mm
EQUIPEMENT
ATTACHMENT
ZUBEHOR
EQUiPO
ATTREZZATURA
TDLA50N 1670
TDLA50N
CAPACITES EFFECTIVES
ACTUAL CAPACITIES
EFFEKTIVE KAPAZITAT
CAPACIDAD EFECTIVA
CAPACITAEFFETTIVA
239178

AFMETINGEN EN LASTPLAAT
M50^ST3B
1200
2120
762
3741
4941
1620
1610
335
280
345
333
305
335
430
2910
4815
859
1411
1670
50
111
lUIANirOU
G- G1 - G2 - G3 = Leeg
G* - G1* - G2* = Nominale last
H- HI = Standaard mast DUPLEX 3M70
n

I CAPACITE NOMINALE
' RATED CAPACITY
NENNKAPA2ITAT
CAPACIDAD NOMINAL
CAPACITA NOMINALE
CAPACITES EFFECTIVES
ACTUAL CAPACITIES
EFFEKTIVE KAPAZITAT
CAPACIDAD EFECTIVA
CAPACITA EFFETTIVA
SUIVANT NORME EN 1726-1 annexe H.
1 - Jusqu'§ hauteur de levSe
Upto height of
Bis zur hubhohe
Hasta altura de elevacrdn
Sine ad altezza dl sollevamento
2 - Pour hauteur maximale de
For maximum height of
Fur maximale Hohe
Para altura mAxima de
Per altezza massima di
3700
MAT VERTICAL
VERTICAL MAST
VERTIKALER MAST
MASTIL VERTICAL
RAMPAVERTICALE
D: mm
EQUIPEMENT
ATTACHMENT
ZUBEHOR
EQUlPO
ATTREZZATURA
TDLA50N 1670
TDLA50N
CAPACITES EFFECTIVES
ACTUAL CAPACITIES
EFFEKTIVE KAPAZITAT
CAPACIDAD EFECTIVA
CAPACITAEFFETTIVA

647122NL (01/02/20
B /'• l'5"
• tt ''
li

BESCHRIJVING
I - BESTUURDERSSTOEL
2-VEILIGHEIDSRlEM
'
3 - DASHBOARD CONTROLEORGANEN EN CONTROLELAMPJES
4-SCHAKELAARS
5 - SCHAKELAAR VERLICHTING, CLAXON EN KNIPPERLICHTEN (GPTIE)
6 - CONTACTSLOT
7-REMOLIETANK
- 8-TANKRUITENWASSER
9 - ZEKERINGEN EN RELAIS IN DE CABINE
10-ZEKERINGEN EN RELAIS ONDER DE MOTORKAP (NIETGETLLUSTREERD)
II - PLAFONDLAMPJE (GPTIE)
12-GASPEDAAL
13 - REMPEDAAL EN GNDERBREKING TRANSMISSIE
14-DRUKKNGP BLGKKERING DIFFERENTIEELM30-2ST3B;M50-2ST3B
15-VERSNELLINGSPGGK
16 - RIJRICHTINGSCHAKELAAR VGGRUIT/VRIJ/ACHTERUIT
17-MENDEL HANDREM
18 - HYDRAULISCHE BEDIENING
19 - BEDIENINGVERWARMING (GPTIE)
20 - VERWARMINGSVENTILATGREN (GPTIE)
21 -DEURSLGTEN (GPTIE)
22 - DEURGNTGRENDELINGSKNGPPEN (GPTIE)
23 - DGCUMENTENHGUDER
24 - VGGRLICHTEN (NIET GEILLUSTREERD)
25 - ACHTERLICHTEN (NIET GEILLUSTREERD)
26 - NIVEAUAANWIJZER
27 - ACCU-GNDERBREKER
GPMERKING: Alle ultdrukkingen zoals RECHTS, LINKS, VGGR, ACHTER moeten worden uitgelegd alsvoor iemand die op
de bestuurdersstoelzit en voorzich uit kijkt.

1-BESTUURDERSSTOEL
BESTUURDERSSTOEL (STANDAARD)
OM UW COMFORTTEVERZEKEREN KAN DEZE STOELVOLLEDIG VERSTELDWORDEN.
INSTELLING IN DE LENGTERICHTING
- Trek hendel 1 naar rechts.
- Schuifde zitting in de gewenste stand.
- Laat de hendel los en zorg ervoor dat deze weervergrendeid is.
AFSTELLEN VAN DE ZITDRUK
- Zie schaalverdeling van de stoel.
- Draai hendel 2 a!naar gelang het gewichtvande bestuurder.
AFSTELLEN VAN SCHUINE STAND VAN DE RUGLEUNING
- Trek de hendel 3 naar boven.
- Kantel de leuning in de gewenste stand.
- Laat de hendel los enzorg ervoor datdeze weer vergrendeid is.
Bj^TUURDERSSTOEl (nPTiPf
OM UW COMFORT TE VERZEKEREN KAN DEZE STOELVOLLEDIG VERSTELD WORDEN.
INSTELLING IN DE LENGTERICHTING
- Trek de hendel 1naar boven.
- Schuif de zitting in de gewenste stand.
aat de hendel los en zorg ervoor dat deze weer vergrendeid is.
AFSTELLEN VAN DE ZITDRUK
Trek de hendel 2omhoog en zet deze in een van de vijf volgende standen
•Stand A: Lichte bestuurder (50 kg).
9standen.
•Stand BiTussengewicht.
•Stand C: Middelzware bestuurder.
•Stand D:Tussengewicht.
•Stand E; Zware bestuurder (120 kg).
AFSTELLE^N van SCHUINE STAND VAN DE RUGLEUNING
-Trek dehendel 3naar achteren.
antel de rugleuning in een van de drie standen.
aat ehendel los en zorg ervoor dat deze weer vergrendeid is
AFSTELLE^N van de SCHUINE STAND VAN DE HELE STOEL
-Trekde hendel 4omhoog.
Kantel destoel naar voren ofnaar achteren.
aat de hendel los en controleer of deze goed vergrendeid is
O OQa '

PNEUMATISCHEBESTUURDERSSTOELfOPTIE)
OM UWCOMFORTTEVERZEKEREN KAN DEZE STOELVOLLEDIG VERSTELD WORDEN.
AFSTELLING GEWICHT EN HOOGTE VAN DE ZITTING
AFSTELLING GEWICHT (FIG. A)
Net is aangeraden uw stoel op uw gewicht in te steilen als u zit.
- Met elektrische contact aanzetten op de heftruck.
- Drukken op oftrekken aan het hendeltje1totdat het controielampje 2groenwordt,
dit wil zeggen dat de stoel op uw gewicht is ingesteld.
OPMERKING:Om gezondheidsredenen, is het aangeraden de afsteiling van het
gewicht te controleren en bij testeilen alvorens de heftruck in werking
te steilen.
INSTELLING VAN DE HOOGTEVAN DEZITTING (FIG.B)
A belangrijk A
Om besdiadigingen tevermijden, decompressornietlongerdan 1minuutactiveren.
Na het gewicht te hebben ingesteld, kunt ude hoogte van de zitting wijzigen.
- Houd het elektrisch contact van de heftruck aan.
- Drukken op oftrekken aanhet hendeltje 1en de hoogte op de gewenste stand
instellen, hierbij controleren ofdegroene kleur in het controielampje 2zichtbaar blijft.
SCHUIN ZETTEN ZITTING (FIG. C)
De zitting kan eveneens lets schuin gezet worden.
- Drukken opde linker knop terwiji men opdezitting drukt ofjuist niet totdatmen
comfortabel zit.
DIEPTE INSTELLING ZITTING (FIG. D)
Dezitting kan ook in de diepte afgesteld worden.
- Drukken op de rechter knop terwiji men de zitting naarvoren of naarachteren
drukt totdat men comfortabel zit.
VERHOGING RUGLEUNING (FIG. E)
- De hoofdsteun van de rugleuning kan in de hoogte afgesteld worden door hem
naar boven tetrekken (u hoort depallen klikken) totaan deaanslag.
- De hoofdsteun kaneveneens verwijderd worden door er hard aan te trekken als
hij tegen de aanslag staat.
AFSTELLING LENDESTEUN (FIG.F)
Voor een hogerzitcomfort en meerbewegingsvrijheid voorde bestuurder.
- Het handvat naar links of rechts draaien om de lendesteun in de hoogte en de
diepte tot aan de gewenste stand af te steilen.
SCHUIN ZETTEN RUGLEUNING (FIG.G)
A belangrijk a
lndienuderugleunlngnletmthoudttijdensdezehandellng,zalhijhelemaalnaarvorenkantelen.
•De rugleuning vasthouden, aan het hendeltje trekken en hem in de gewenste
stand zetten.
1
I

HORIZONTALESCHOKDEMPER(FIG.H)
In bepaalde omstandigheden (bv: Rijden met een aanhanger) is het aangeraden de
horlzontale schokdemper te gebruiken. De stoel van de bestuurder zal dan beter de
schokken kunnen opvangen In de rijrichting.
♦ Stand 1: Horlzontale schokdemper Ingeschakeld.
• Stand 2: Horlzontale schokdemper ultgeschakeld.
LENGTEAFSTELLING (FIG. I)
- Hetblokkerlngshendeltje Inde gewenstestandzetten.Als het hendeltjegeblokkeerd
Is kunt u de stoel niet meer verstellen.
ONDERHOUD(FlG.J)
A BELANGRIJK A
Hetnaar voren kantelen van derugleuning kan ongelukken venorzakenl
Verontrelnlglngen kunnen een nadellgeInvloed hebben op de goede werking vande
stoel. Om die reden moet u er dusvoorzorgen dat de stoel altljd schoon Is en blljft.
- Ukunt de kussens schoonmaken of vervangen, ze kunnen eenvoudig ult het
stoelgeraamte gehaald worden.
- De overtrekking van de kussens nIet nat maken bij het schoonmaken. Alvorens
de gangbare relnlglngsmlddelen voorstofen plastic toe te passen, op een klein,
verborgen, stukje stof controleren of de stof of het plastic bestand Is tegen het
betreffende middel.
T
"CO"
i-VBUCHHfWBItM
•C5a in dejuiste houding zitting op destoel.
Controleer of de veiligheidsriem niet is ineengestrengejd is.
e riemten hoogte van het bekkenomdoen.
De neno op ue, afctellen eonder he, bekken semen te dmkkt en zonder te veel spellng.
0
1
fN
2-36
K
5

3 - DASHBOARD CONTROLEORGANEN EN CONTROLELAMPJES
CONTROLELAMPJES
Als u het elektrische contact op de heftruck aanzet moeten alle rode
controlelampjes en de buzzer op het dashboard gaan branden om aan
te geven dat zij naar behoren werken. Indien een van deze lampjes
of de buzzer niet werkt, de nodige reparaties onverwijid uitvoeren.
X 211
IS
2Q
A-URENTELLER
B-TOERENTELLER
C-BRANDSTOF PEIL
Als het geie controlelampje C1 brandt, geeft dit aan dat de brandstof
bijna op is en uw gebruiksduur beperkt is.
JiI.bmiiIIIKD
11J o U U O
JU u u u u u
D - AANWIJZER VOORUIT/ACHTERUIT
Zie: 2 - BESCHRIJVING: 16- RIJRICHTINGSCHAKELAARVOORUIT/VRIJ/
ACHTERUIT.
E - GROENE RIJRICHTINGAANWIJZERS
Een piepsignaal weerklinkt afwisselend op hetzelfde moment als de
rijrichtingaanwijzers bij hetgebruik van de knipperlichten ofde waarschuwingslichten.
F - CONTROLELAMPJE WATERPEIL EN-TEMPERATUUR VERBRANDINGSMOTOR
MOTOR KOUD: Als hetcontrolelampje F1 gaat branden tijdens het in werking zijn van de heftruck, geeftditaandat het
peil van de koelvloeistof te laag is. Onmiddellijk de motor uitzetten en het peil controleren.
MOTOR WARM: Als het controlelampje El gaat branden tijdens het in werking zijn van deheftruck, geeft deze een te hoge
temperatuur ofeen te laag peil aan van de koelvloeistof. Umoetde motoronmiddellijk uitzetten en de
oorzaak van de storing opsporen in het koelsysteem.
(9)CONTROLELAMPJE HANDREM
Als het lampje brandt, wil datzeggen datde handrem aangetrokken is.
=0 BLAUWE CONTROLELAMPJE GROTE LIGHTEN
CONTROLELAMPJE VERSTOPPING OLIEFILTER HYDRAULISCHE RETOUR
Het controlelampje gaat branden als het oliefilterpatroon van de hydraulische retour verontreinigd is. Wanneer dit controlelampje
continue aan is moet defilterpatroon worden vervangen. Stop de heftruck envoer de nodige reparaties uit (zie: 3-ONDERHOUD:
ONDERHOUDSTABEL).
OPMERKING: Dit lampje kan bij koud weer gaan branden als de heftruck wordt gestart. De lamp moet doven als de
hydraulische oliezijn bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
(O) CONTROLELAMPJE NIVEAU REMOLIE OF STORING REMBEKRACHTIGING
Als hetcontrolelampje gaat branden tijdens het in werking zijn van de heftruck, moet ude motor onmiddellijk uitzetten en
hetremoliepeil controleren. Indien het peil abnormaal laag is, uw dealer raadplegen.
CvlCONTROLELAMPJE OLIETEMPERATUUR VAN DETRANSMISSIE
Met controlelampje gaat branden tijdens hetin werking zijn van de heftruck om een hoge temperatuur van de transmissieolie
aan te geven. Stop de heftruck onmiddellijk enspoor deoorzaak op (ex: Laag oliepeil, interne lekkage, enz.).
"(S^ CONTROLELAMPJE DRUK VERSNELLINGSBAKOLIE
Het controlelampje gaataan als de druk abnormaal laag wordt in de versnellingsbak. Stop de heftruck en spoorde oorzaak
op (bv. oliepeil versnellingsbak ontoereikend, intern lek in de versnellingsbak, enz.).
i" *1 CONTROLELAMPJE ACCULAOING
Als het controlelampje gaat branden tijdens het in werking zijn van de heftruck, moet u de motoronmiddellijk uitzetten en
het elektrisch circuit en de dynamoriem te controleren.

BVCONTROLELAMPJE AANWEZIGHEID WATER IN BRANDSTOFVOORFILTER
Het controlelampje gaat aan bij de aanwezigheid van water inde brandstofvoorfilter. Stopde heftruck en veer de nodige
herstellingen uit (zie; 3- ONDERHOUD: ONDERHOUDSTABEL).
CONTROLELAMPJE VERSTOPPING LUCHTFILTER
Hetcontrolelampje gaat branden alshet patroonvande luchtfiiter verontreinigd is. Wanneer dit controlelampje continue aan
ismoet de filterpatroon wordenvervangen. Stopde heftruck en voerde nodige reparatiesuit (zie periodiciteit van reiniging
en vervanging in hoofdstuk: 3 - ONDERHOUD: ONDERHOUDSTABEL).
CONTROLELAMPJE STOPPEN VERBRANDINGSMOTOR
Als het controlelampjegaat branden tijdens het inwerking zijn van de heftruck, moet u de motor onmiddellijk uitzetten en
de oorzaak opsporen (verzoekvoor automatische regeneratie van de roetfilter"geparkeerde heftruck").
RODE CONTROLELAMPJE STORING VERBRANDINGSMOTOR
Als het controlelampje gaat brandentijdenshet inwerking zijn vande heftruck, moet u de motoronmiddellijk uitzetten en
deoorzaak opsporen (mogelijk lek, verzoek voor automatische regeneratie van de roetfilter"geparkeerde heftruck", enz.).
OPMERKiNG: Dit controlelampje licht op wanneer de elektrische contactsleutel inde standistaaten totdat de motorstart.
I
'
. f
' CONTROLELAMPJE AUTOMATISCHE VOORVERWARMING VERBRANDINGSMOTOR
Dit controlelampje'gaat branden bij het aanzetten van het elektrisch contactop de heftruck en moet uitgaan ais het
voorverwarmen gereed is. Als het controlelampje gaat branden tijdens de werking vande heftruck, moet u de motor
onmiddellijk uitzetten en de oorzaak opsporen.
iCONTROLELAMPJE PEIL KOELVLOEISTOF
Het controlelampje gaat branden tijdens het in werking zijn van de heftruck om een te laag peil van dekoeivloeistof aan te
geven.
"sfe CONTROLELAMPJE TEMPERATUUR KOELVLOEISTOF MOTOR
Het controlelampje gaat aan als de temperatuur van de koeivloeistof van de motor tehoog is. Stop de heftruck en voer de
nodige herstellingen uit (zie: 3-ONDERHOUD: ONDERHOUDSTABEL).
CONTROLELAMPJE OLIEFILTER VERBRANDINGSMOTOR
Als het controlelampje gaat branden tijdens het in werking zijn van de heftruck, moet ude motor onmiddellijk uitzetten en
de oorzaak opsporen (zie oliepeil in het motorcarter).
i CONTROLELAMPJE VERVANGEN OLIEVERBRANDINGSMOTOR
Het controlelampje gaat aan bij 450 uur om de bediener te waarschuwen voor de vervanging van de motoroiie van de
verbrandingsmotor bij 500 uur. Voer ais het controlelampje aangaat v66r het °"d®rhoud van 500 uur, een^^^^^ van
de motoroiie uit. Dit komt door een groot aantal automatische regeneraties van de roetfilter en de roetfilter geparkeerde
heftruck".
"st^' CONTROLELAMPJE ROETFILTER JNGESCHAKELD
Het controlelampje gaat branden tijdens het in werking zijn van de heftruck om de automatische regeneratie van de roetfilter
aan te geven.
CONTROLELAMPJE ROETFILTER UlTGESCHAKELD
Het controlelampje gaat branden tijdens het in werking zijn van de heftruck om het uitschakelen aan te geven van de
automatische regeneratie van het roetfilter.
CONTROLELAMPJE HOGE TEMPERATUUR UOTLAATGASSEN
g
i
Het controlelampje gaat branden tijdens het in werking zijn van de heftruck om een hoge temperatuur van de ~
uitlaatgassen aan te geven. 2
2-38
fN
rv
s

4-SCHAKELAAR5
OPMERKING: De plaats van de schakelaars kan verschillen al naar gelang de opties.
A - RUITENWISSER VOOR EN RUITENWASSER
Als deze schakelaar in de middelste stand staat, wordt de ruitenwisser aangezet en als
hij in de laagste stand blijft ingedrukt, wordt de ruitenwisser aangezet.
B - VENTILATOR VERWARMING
Met behulp van deze 2-standenschakelaar kan warme of koude lucht door de
verwarmingsventilatoren worden geblazen.
C - UITSCHAKELING TRANSMISSIE
De schakelaar selecteert de uitschakeling van de transmissie op het rempedaai.
• Stand 1:Controlelampje brandt, de onderbreking van de transmissie gaat via het rempedaai.
•Stand2:Controlelampje brandt niet, geen onderbreking van de transmissie via het rempedaai.
OPMERKING: In alle gevallen kan de transmissie worden uitgeschakeld mbvde versnellingshendel.
D - WAARSCHUWINGSLICHTEN
Met deze schakelaar kan men de knipperlichten rechts en links tegelijkertijd aanzetten zonder dat het contact wordt
ingeschakeld. Het controlelampje geeft aan dat zij in werking zijn.
E - RUITENWISSER ACHTER + OPTIE RUITENWISSER DAK
F - KOPPELING ACHTERAS M30-4ST3B M50-4ST3B
Dezeschakelaarmaakt het mogelijk te schakelen tussen twee- of vierwielaandrijving bij het gebruik van de heftruck. De
koppelingsschakelaar alleen gebruiken als de heftruck stilstaat en deze soepel bedienen.
• 2 aangedreven wielen:schakelaar in stand 1 en het lampje brandt niet.
•4 aangedreven wielen:schakelaar in stand 2 en het lampje brandt.
G - OPTIE ZWAAILICHT
H - OPTIE WERKLICHT VOOR
1 - OPTIE WERKLICHT ACHTER
J - REGENERATIE VAN DE ROETFILTER
. J1: UITSCHAKELING AUTOMATISCHE REGENERATIE
. J2: REGENERATIE "GEPARKEERDE HEFTRUCK" (zie: 3-ONDERHOUD: H2 - ROETFILTER"GEPARKEERDE HEFTRUCK")
J1: UITSCHAKELING AUTOMATISCHE REGENERATIE
Het uitschakelen van de automatische regeneratie van de roetfilteris een functie die alleen mag worden gebrulkt als dat nodig Is (niet geventlleerde ofklelne rulmte.,.).
Standaard is bij eike start van de heftruck de automatische regeneratie van de roetfilter actief.
- Voor het uitschakelen van de automatische regeneratie van de roetfilter, moet u lang drukken op de onderkant van de
schakelaar. Het controlelampje gaat aan ter bevestiging van de deactivering.
- Voor het inschakelen van de automatische regeneratie van de roetfilter, moet u opnieuw lang drukken op de onderkant
van de schakelaar. Het controlelampje
AANWIJZINGEN
s;;;^H2kortepieptonen
Roetniveau middelmatig
gaat aan ter bevestiging van de reactivering.
BEHEER REGENERATIE VANDE ROETFILTER
ACTIES
het controlelampje ,gaat aan en het stationair toerental verhoogt wat betekent dat deautomatische
regeneratie bezig is.
OPMERKiNG: Bij voorkeur wachten ophet einde van deautomatische regeneratie voor het uitschakelen
van het elektrisch contact.
1 l^orte pieptoon
Roetniveau riiddeltTiatig,liiJoniatische regeneratie gedeactiveerd
i J!j+1 lange pieptoon
Roetniveau hooq
+Ci *3 +^'^"9® pieptoon
Roetniveau hooqJaSomatische reqeneratie uitqeschakeld
+crs @ ^
pi®ptoo"
"Zeer hooq roetniveau, roetfilter verstopt
Schakel deautomatische regeneratie zosnel mogelijk in.
Verminderd rendement van deheftruck, enkei eenregeneratie "heftruck geparkeerd'kan worden
uitgevoerd (zie: 3-ONDERHOUD: SPECIAAL ONDERHOUD).
Verminderdrendement van deheftruck, deheftruck stoppen enuwdealerraadplegen.

5 - SCHAKELAAR VERLICHTING, CLAXON ENKNIPPERLICHTEN
Deze schakelaar bedient het visuele en geluidssignaalstelsel.
• A - Lichten zijn uit, knipperlichten werken niet.
• B - Knipperlichten rechts werken.
• C - Knipperlichten links werken.
• D - De stadslichten en de achterlichten staan aan.
• E - De dimlichten en de achterlichten staan aan.
• F - De grote lichten en de achterlichten staan aan.
• G - Knipperen met groot licht.
De claxon treedt in werking als men op het uiteinde van de schakelaar drukt.
OPMERKING: De standen D - E - F - G kunnen worden ingesteld zonder dat het
contact aangezet is.
6 - CONTACTSLOT
De aanzetter heeft 5 standen:
• P-Nietgebruikt.
• 0 - Elektrisch contact onderbroken en stiistand van de verbrandingsmotor.
• I- Elektrisch contact + voorverwarming.
• II - Niet gebruikt.
• III - Starten en terug naar stand Izodra men de sleutel loslaat.
7 - REMOLIETANK
Zie: 3 - ONDERHOUD: B - OM DE 50 WERKUREN.
8 - TANKRUITENWASSER
Zie: 3 - ONDERHOUD: B - OM DE 50 WERKUREN.
9 - ZEKERINGEN EN RELAIS IN DE CABINE
- Verwijder het toegangsluikje 1 om bij de zekeringen en relais te kunnen komen.
Vervang een doorgeslagen zekering dooreen nieuwezekering van dezelfde kwaliteit
en met hetzelfde vermogen. Nooit een gerepareerde zekeringopnieuw gebruiken.
ZEKERINGEN
•F1 - OPTIE Werklichten voor(15A).
• F2 - OPTIE Werklichten achter (15A).
• F3 - Koppeling achteras (10A) M30-4ST3B
M50-4ST3B
• F4 - OPTIEZwaailicht {7,5A).
• F5 - OPTIEAutoradio (7,5)
OPTIE Pneumatische stoel (15A).
OPTIE Autoradio+ OPTIE Pneumatische stoel (15A)
• F6 - OPTIE Startbeveiliging (3A).
• F7 - Stekerbus diagnose (5A).
• F8- Paneel controleorganen + claxon (5A).
• F9 - Ruitenwisser achter + ruitenwasser {7,5A).
OPTIE Ruitenwisser dak (15A).
• F10- Ruitenwisser vooren ruitenwasser {15A).
•F11 -Processor motor +schakelaar regeneratie van de roetfilter (5A)
•F12 -Voeding relais "beveiliging aanwezigheid bestuurder"(10A)
OPTIE relais airconditioning (10A).
• F13 - OPTIE Relais verdamper motorolie (3A)
•F14-Vrij.
• F15 - Claxon + aanzetter stop (10A).
• FlO-Vrij.
•F17 -Comact zetel +handrem +controlelampje onderb,aki„s transmissie
• F18- Centrale knipperlicht (lOA).
•F19 -Rijrichtingschakelaar vooruit/vrij/achteruit (1 OA)
OPTIE Claxon achteruitrijden (10A).

RELAIS
• F20 - Ventilatie/verwarming (15A).
F21 -Verlichtingschakelaar,claxon en knipperlichten (20A).
F22 - Automatische terugkeer motoren ruitenwisser (15A).
F23 - Plafondlampje (3A).
F24- Module paneel controleorganen {3A).
F25-Vrij.
F26 - OPTIE Autoradio (5A).
F27 - OPTIE Startbeveiliging (3A).
F28 - Stekerbus diagnose (5A).
F29- Module"beveiliging aanwezigheid bestuurder"(15A).
F30 - Schakelaar waarschuwingslichten (15A).
F31 - Stadslichten rechts + paneel controleorganen (3A).
F32 - Stadslichten links (3A).
F33- Knipperlichten rechts+ OPTIE paneel airconditioning {7,5A)
F34- Knipperlichten links (7,5A).
F35 - Dimlichten (ISA).
F35 - Grote lichten + controlelampje (15A).
F37-Vrij.
F38-Vrij.
F39-Vrij.
F40-Vrij.
K1 - Relais"beveiliging aanwezigheid bestuurder".
K2- Relais vooruitrijden.
K3 - Relais achteruitrijden.
K4- Beveiliging starten vrije stand.
K5 - Relais "beveiliging aanwezigheid bestuurder".

13 - REMPEDAAL EN ONDERBREKING TRAN5MISSIE
Het pedaal bedient de wielen middels een hydraulisch remsysteem om de snelheid te verminderen en de heftrucktot stilstand
te brengen. Naar gelang de stand van de schakelaar van de onderbreking van de transmissie, kan men met dit pedaal de
transmissie uitschakelen tijdens de bedrijfsbeweging (zie: 2 - BESCHRIJVING; 4 - SCHAKELAARS).
14 - DRUKKNOPBLOKKERING DIFFERENTIEEL
M30-2 ST3B:M 50-2 ST3B
Zolang dedifferentieelblokkering ingeschakeld is, dient uineenrechte lijn enineerste versnelling terijden.
Met de differentieelblokkering kunnen de aandrijfwielen ongeacht de toestand van
het terrein aan dezelfde snelheid blijven draaien. Druk op de drukknop om deze in te
schakelen.
- Houd deze stand aan zolang de blokkering nodig is. U onderbreekt het gebruik
ervan door uw voet van de bovenkant van de drukknop af te halen, die vervolgens
automatisch naarzijn oorspronkelijke stand terugkeert.
15-VERSNELLINGSPOOK
Alvorens een andere versnelling in te kunnen schakelen moet men de versnellingsbak
uitzetten door te drukken op knop 1 op de hendel.
• le versnelling: Links naar achteren.
• 2e versnelling; Links naar voren.
• 3e versnelling: Rechts naar achteren.
• 4e versnelling: Rechts naar voren.
GEBRUIKSVOORWAARDEN VAN DE VERSNELLINGEN
OPMERKING: Op de heftrucks metkoppelomzetters is het niet nodig systematisch
te starten in de 1ste versnelling en dan geleidelijkover te schakelen.
Het kiezen van de versnelling moet met overleg gebeuren naar gelang de te verrichten werkzaamheden.
Als men niet de juiste versnelling kiest kan de temperatuur van de overbrengingsolie uiterst snel opiopen door bovenmatig doorslaan van de converter wat ernstige
beschadiging van de overbrenging ten gevolge kan hebben (men moet absoluut de machine stilzetten en de werkomstandigheden wijzigen als het controlelampje van de
overbrengingsolie goat brandenj,
Het kiezen van een onjuiste versnelling kan eveneens een verlaging van het prestatievermogen van de heftruck bij vooruit rijden metzich mee brengen; als de kracht voor
het vooruitrijden groter wordt, kan de voortschrijdingssnelheid in de versnellingr(bijvoorbeeld 3e versnellingi lagerzijn dan de vooruitschrijdingssnelheid die men kan
verkrijgen met de versnelling r-1 (bijvoorbeeld de 2e in plaats van de 3e versnelling).
In het algemeen raden wij aan de volgende versnellingen te gebruiken naar gelang de te verrichten werkzaamheden.
•Op de weg: Vertrekken in de 3e versnelling en overschakelen op de 4e als de omstandigheden en de staat van de
weg dit toelaten. In bergachtige gebieden, vertrekken in 2e versnelling en overschakelen op de 3e als de
omstandigheden en de staat van de weg dit toelaten.
•Met een aanhanger op de weg: Vertrekken in 2e versnelling en overschakelen op de 3e als de omstandigheden en
de staat van de weg dit toestaan.
• Bij lossen en laden: 3e versnelling.
2eversnelling in beperkte ruimten ofplaatsen.
•Grond- en graafwerk: 1ste versnelling.
•Opiaden (met laadbak, mestvork...): 2eversnelling.

16 - RIJRICHTINGSCHAKELAAR VOORUIT/VRIJ/ACHTERUIT f
De rijrichting van de heftruck alleen omzetten als men langzaam rijdt, zonder gas te
geven. Dankzij eenindexering in de vrije stand kan menvoorkomen dat men ongewenst
de rijrichting omkeert.
• VOORUIT;De hendel iets optillen en naar voren zetten (stand A).
• ACHTERUIT: De hendel iets optillen en naar achteren zetten (stand B).
• VRIJE STAND: De hendel meet in de vrije stand staan als men de heftruck wil I, •
starten (stand C).
OPMERKINGrOptioneel kunnen achteruitrijdiichten en een geluidssignaal bij
het achteruitrijden aangeven dat de heftruck achteruit rijdt
(geluidswaarschuwingsinrichting achteruit rijden).
VEILIGHEIDTIJDENS HET VERPLAATSEN VAN DE HEFTRUCK
- De toestemming om de heftruck te verplaatsen wordt gecontroleerd door een elektronisch module. Als de bediener de
heftruck naar voren of naar achteren wenst te verplaatsen, moet hij de volgende sequentie in acht nemen:
• 1 - naar behoren gaan zitten op de chauffeursstoel,
• 2 - de parkeerrem loszetten,
• 3 - de versnelling vooruit ofachteruit instellen.
- Om de heftruck te stoppen, moet hij de volgende sequentie in acht nemen:
• 1 - zet de rijrichtingschakelaar in de vrije stand,
• 2 - de parkeerrem aantrekken,
• 3 - uit de heftruck gaan.
OPMERKING: Wanneerde operator de bestuurdersplaats verlaat met de versnelling ingeschakeld in vooruit of achteruit,
zaieen alarmsignaal inwerking treden. Deoperator kanzichopnieuw neerzetten en de verplaatsing vooruit
of achteruit verderzetten.indien het alarmsignaal discontinu wordt, moet de operator zich neerzetten en
de rijrichtingschakelaar inde neutrale stand zetten, en naar de versnelling vooruit of achteruit schakelen
om verder te kunnen rijden.
^
^
17-HANDREM
Om te voorkomen dat men de handrem onverwacht en ongewild losmaakt, is de hendel
voorzien van een veiligheidsblokkeringssysteem.
- Om de handrem aan te trekken, de hendel naar achteren trekken (stand A).
- Om de handrem los te maken, de hendel deblokkeren en naarvoren duwen (stand B).
18 - HYDRAULISCHEBEDIENING
Nietproberen dehydraulische druk van hetsysteem tewijzigen. In geval von slechte werking uw dealer raadplegen.
lEDERE WIJZIGING MAAKTDE GARANTIENIETIG.
Gebrulkde hydraulische bedleningsorganen voorzichtig en zonderstolen om storlngen tevoorkomen die hetgevolg
zijn van schokken aandeheftruck.
Het gebruik van de hydraulischebediening isenkel mogelijkals de bediener aanwezig
en correct neerzit op de stoel.
OPTILLEN LADING
- Hendel A naar achteren voor het optillen.
- Hendel A naar voren voor het zakken.
KANTELEN VAN DE MAST
- Hendel B naar achteren om naar achteren te kantelen.
- Hendel B naar voren om naar voren te kantelen.
TOEBEHOREN
- Hendel C naar voren of achteren.

79 - BEDIENING VERWARMING (OPTIE
Met dit bedieningsorgaan kan men de temperatuur in de cabine regelen.
• A- Klep is dicht, ventilator geeft koude lucht af.
• B- Klep is volledig open, ventilator geeft \warme lucht af.
Men kan de gewenste temperatuur instellen met de tussenstanden.
20 - VERWARMINGSVENT!LATOREN(OPTIE)
21-DEURSLOTEN (OPTIE
De heftruck wordt geleverd met twee sleutels om de cabinete vergrendeien.
22 - DEURONTGRENDELINGSKNOPPEN(OPTIE)
23 - DOCUMENTENHOUDER
Controleren of de handleiding naar behoren opgeborgen is in hetdocumentenhouder.
OPMERKING: OPTIONEEL is een waterdichte aktentas beschikbaar.
24 - VOORLICHTEN
• A - Knipperlicht links vooraan.
• B - Stadslicht linksvoor.
• C - Dimlicht en groot llcht linksvoor.
• D - Stadslicht rechtsvoor.
• E - Dimlicht en groot licht rechtsvoor.
• F - Knipperlicht rechtsvoor.
25 - ACHTERLICHTEN
• A - Knipperlicht linksachter.
• B - Remlicht achter links.
Licht achter links.
• C - Rechter achterlicht.
Remlicht rechtsachter.
• D - Knipperlicht rechtsachter.

26-NIVEAUAANWIJZER
Hiermee kan worden nagegaan of de heftruckgoed horizontaal staat.
27-ACCU-ONDERBREKER
Hiermee kan de accu snel geisoleerd worden indien er bijvoorbeeld aan bet elektrisch
circuit moet worden gewerkt of in geval van solderen.
Activeerde accuonderbreker minsters 30seconder ra het ortkoppeler van hetelektrisch contact met het
sleutelcontact.

TREKSTANG EN TREKHAAK
Trekgeen aanhanger oftoebehoren die nietinperfecte stoatvan werking verkeert.
Het gebruik van eenaanhanger inslechte staatzoudestuurinriditing enderemming van deheftruck endusdeveiligheid van hetgeheel kunnen aantasten.
Indien eenpersoon buHen detruck helpt bijhetaanhangen ofloshalen van deaanhanger, meet deze persoon voortdurendzichtbaar blijven voor debestuurderen
wachten totdeheftruck isgestopt, deparkeerrem isaangetrokken endeverbrandingsmotor isafgezet alvorens metde aanhanger aandeslagtegaan.
Aan deze inrichting die aan de achterkant van de heftruck zit, kan een aanhanger wordt gehangen. De capaciteit wordt voor
eike heftruck beperkt door het toegestane totale rijdende gewicht, de trekkracht en de maximaleverticale spanning op het
aanhaakpunt. Deze inlichtingen staan aangegeven op het plaatje van defabrikant dat op eike heftruck zit (zie:2 - BESCHRIJViNG:
IDENTIFICATIE VAN DE HEFTRUCK).
- Raadpleeg voor het gebruik van een aanhanger de in uw iand geldende regelgeving (maximale rijsnelheid, remming,
maximaai gewicht van de aanhanger e.d.).
- Controleer de staat van de aanhanger voor gebruik (staat en drukvan de banden, elektrisch contact, hydraulische slang,
remsysteem e.d.).
7 - TREKSTANG
Let bijditmanoeuvre ophetgevaar van knijpen ofverpletteren.
Vergeet nietom pin terug tezetten,
Controleer bijhetloshalen van deaanhangerdatdeze zelfstandig kan blijven staan.
AANHANGEN EN LOSHALEN VAN DE AANHANGER
- Zet voor het aanhangen de heftruck zo dicht mogelijk bijde ring van de aanhanger.
- Trek de parkeerrem aan en stop de verbrandingsmotor.
- Haal pin 1 weg, til trekstang 2 op en zet de ring van de aanhanger erop of haal
hem eraf.

m

1-ZWAAILICHT
2 - BEDIENINGEN VAN DE AIRCONDITIONING
3 - VERWARMINGSVENTILATOREN
4 - CLAXON ACHTERUITRIJDEN
5 - DIGICODE DIEFSTALBEVEILIGINGSSYSTEEM
6 - FINTRONIC STARTBEVEILIGINGSSYSTEEM
7 - AANPASSING 4DE ELEMENT VAN DE VERDELER
1-ZWAAILICHT
Metzwaailicht kan gedemonteerd worden, bijvoorbeeld om te voorkomen dat het licht
gestolen wordtofom hetoppervlakvan de heftruckte verkleinen.
- Moer 1 losdraaien en het zwaailicht verwijderen.
- De steun 2 beschermen middels dop 3.
2 - BEDIENINGEN VAN DE AIRCONDITIONING
De aircozal pas in werking treden als de heftruckis opgestart
Indien udeairco aanzetmoet uabsoluutdeportieren en deruiten dichtdoen.
In de winter; Om ertfoortezorgen dat de airco naar behoren en optimaal werkt moet de compressor eens in de week
opgestart worden, zelfs maar voor korte tijd, zodat de interne afdichtingen gesmeerd worden.
Bi] koud weer: De motor opwarmen aivorens de compressor aan te zetten zodat de nog vioeibare koelstofdie zich
heefi opgehooptaan de onderzijde van het circuit van de compressor door het effect van dewarmte die door de motor
wordtafgegeven in gas omgezetkan worden. Koelstofin vioeibare staatzou de compressor kunnen beschadigen.
Als udeindrukheeft dat uwairco nietregelmaiig werkt, loot hem dan controleren door uw dealer
HBHSS|E9ESBBEHB9HBSa
(zie;3-ONDERHOUD; F-OMDE 2000 WERKUREN). V 1:_ L J
Probeer nooit met eigen middelen eventuelestoringen teverhelpen,
BESCHRIJVING VAN DEBEDIENINGSORGANEN VAN DE AIRCO , ^ u .i „
•A-Bediening met controlelampje voor het in- en uitschakelen van het aircosysteem, als de bediening C'zich in
stand 1,2 of 3 bevindt.
•B-Bediening van deluchttemperatuur. i. 4. • +
•C-Regelbare bediening van de luchtstroom en de snelheid van de ventilator. In stand 0 staat het aircosysteem u\t,
OPMERKING: Het eventuele waterverlies onder de heftruck wordt veroorzaakt door condensaten geproduceerd door heiontvochtende
effect van deinstallatie met name als de buitentemperatuur oog is en a s e erg vochtig
is. Voor een efficiente werking van de airco mogen de luchtgaten niet verstopt zijn oor riji^ ijs, sneeuw of
bladeren. Als de installatie in werking is, moet op zijn minst een van deluchtroosters in eca ine openstaan
om ieder gevaar van bevriezing van de verdamper te voorkomen.
FUNCTIE AIRCO
De bedieningsorganen moeten als volgt afgesteld worden:
• A- Bedieningsorgaan met controlelampje aan.
• B - Op de gewenste temperatuur.
•C- In de gewenste stand 1,2 of 3.
^

3 - VERWARMINGSVENTILATOREN
4 - CLAXONACHTERUITRIJDEN
5 - DIGICODEDIEFSTALBEVEILIGING55Y5TEEM
WERKING
- Het contact op de heftruck aanzetten, led A knippert rood.
- Uw gebruikerscode gevolgd ddor"VAL"invoeren, led A gaat uit.
- De invoer van elk cijfer van uw code wordt bevestigd door led A dat groen opiicht.
Als uzich vergist, drukdan opdetoets"ANN"en tikuw codeopnieuw volledig in.
- De heftruck in de 30 daarop volgende seconden starten, als deze termijn verstreken
is gaat het diefstalbeveiliglngssysteem weer werken en knippert led A rood.
OPMERKING: Ukunt opnieuw binnen 12seconden starten nadat de heftruck isstilgezet
Als deze termijn verstreken is gaat het diefstalbeveiligingssysteem
weer werken en knippert led A rood.
6 - FINTRONICSTARTBEVEILIGINGSSYSTEEM
WERKING
- Het elektrische contact op de heftruck aanzetten en de zwarte sleutel A in de buurt
van antenne B houden (maximum 80 mm).
- Een paar seconden wachten totdat het rode led C uitgaat om de heftruck te starten.
OPMERKING; Ukunt opnieuw binnen 20 seconden starten nadat de heftruck isstilgezet
Als deze termijn verstreken is gaat het diefstalbeveiligingssysteem
weer werken en knippert led C rood,
7 - AANPASSING 4DEELEMENT VANDE VERDELER
EXTRA TOEBEHOREN
- Mendel A naar voren of naar achteren.

•I I:
1' ;i I
m
o
i
$
2>50

647122NL (01/02/2073)
Ui
I
0
1
o
§

o
647122NL (01/02/2013)

INHOUDSOPGAVE
3' ONDERHOUD
PlkESRECHANGEETiQUIPEMENTSD'ORIGINEMANITOU
FILTERELEMENTENENDRUFRIEMEN 5
SMEERMIDDELENENBRANDSTOF 6
ONDERHOUDSTABEL 8
A - DAGEUJKS OF CM DE10 WERKUREN 10
B-OMDESOWERKUREN 12
C-CMDE250 WERKUREN 18
D-CMDE500 WERKUREN OF 1JAAR 22
E-OMDE mOBEDRIJFSURENOFIJAAR 28
F-OMDE2000 WERKUREN OF 2 JAAR 34
G-5PEaAAL0NDERH0UD 36
1
3-3
i
I

iSi
pORSPROmEUJKE VERVANGlNGSDELmENUiTRUSTINGENVANMANITOU
HETONDERHOUDVAN DE HEFTRUCKS MOET ABSOLUUT VERRICHTWORDEN MET OORSPRONKELUKE VERVANGINGSDELEN VAN MANITOU.
INDIES U TOESTAATDATANDERE ONDERDELEN DAN OORSPRONKELUKEMANITOU ONDERDELEN GEBRUIKT WORDEN
•Dat op hetjuridische vlak uw aansprakelijkheid wordt ingeroepen in geval van ongeluk.
•Dat er op hettechnische vlakstoringen optreden in de working ofdat de ievensduurvan de heftruckverkort wordt.
A belangrijkA
HETGEBRUKVANmGEmAKTEONDERDEIINOFCOMPONEIfmiDIENIETDOORDEFASRIKANTZIJNERKEm
DOETDECONTRACTUELEGARANTIEVERVALLEN.
HET GEBRUIKVAN OORSPRONKELUKE MANITOU ONDERDELEN BIJDEONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN,GEEFTUTOEGANG
TOTEEN WARE KNOW-HOW
Middels zijn networkverschaft MANITOU aan de gebruiker,
• Zijn know-how en vaardigheid.
• De garantie van de kwaiiteit van de uitgevoerde werkzaamheden.
• Oorspronkelijke vervangingsdelen.
• Een bijstand bij het preventieve onderhoud.
^
• Een efficiente hulp bij het stellen van een diagnose.
• Verbeteringen die kunnen worden doorgevoerd dankzij de feed-back.
• Opieidingen voor het personeei van de expioitant.
• Alleen het MANiTOU network kent in detail het ontwerp van de heftruck en beschikt dus over de beste technische
capaciteiten om het onderhoud uit to voeren.
A BELANGRIJKA
DEVERVANGINGSDELENZUNUITSLUnENDBESaRKBAARBUimiTOUENmNEmERKVANDEALERS.
De lijstmetdealers Is besdilkbaar op de MANITOU wm.manitou.com
3-4

FILTERELEMENTENEN DRUFRIEMEN
VERBRANDINGSMOTOR
OLIEFILTERVERBRANDINGSMOTOR
Referentie: 296855
Vervangen:500 U
VENTILATIEFILTER
VERBRANDINGSMOTOR
Referentie: 797650
Vervangen:1000 U
CARTER
PATROON DROGE LUCHTFILTER
Referentie: 797903
Vervangen: 500 U
ONTLUCHTER VAN DE BRANDSTOFTANK
Referentie: 266219
Vervangen:1000 U
PATROON VAN BRANDSTOFVOORFILTER
Referentie: 797755
Vervangen: 500 U
DRIJFRIEM VAN DE ALTERNATOR
Referentie: 797318
Vervangen: 3000 U
PATROONVAN DE BRANDSTOFFILTER
Referentie: 296854
Vervangen:500 U
DRIJFRIEM VAN DE COMPRESSOR
(OPTIE AIRCONDITIONING)
Referentie: 216125
VEILIGHEIDSPATROON VAN DE DROGE
LUCHTFILTER
Referentie: 797904
Vervangen: 1000U
CYCLONALE VOORFILTER (OPTIE)
Referentie: 224713
Schoonmaken: 10 U
TRANSMISSIE
OLIEFILTER VERSNELLINGSBAK
Referentie: 561749
Vervangen: 500 U
HYORAULIEK
PATROON VAN OLIEFILTER HYDRAULISCHE
RETOUR
Referentie: 221174
Vervangen: 500 U
ZUIGKORF VAN DE HYDRAULISCHE OLIETANK
Referentie: 77402
Schoonmaken: 1000 U
ONTLUCHTER VAN DE HYDRAULISCHE
OLIETANK
Referentie: 278288
Vervangen:1000 U
CABINE (OPTIE)
VENTILATIEFILTERCABINE
Referentie: 562185
Schoonmaken: 50 U
Vervangen:250 U
VOORAS
FILTER KOELCIRCUITVOORAS
Referentie: 254582
Vervangen: 500 U

SMEERMIDDELENENBRANDSTOF
GEBRUIKDEVOORGESCHREVENSMEERMIDDELENENBimDSTOF;
•Tijdens hetbijmllen, deversdiillende often kunnen nietallemaalmetelkaargemengd warden.
-Bijhetolie verversen, dedievan MANITOUIsperfectgeschlkt.
DIAGNOSTISCHE ANALYSEVAN DE OLIE
In het geval een onderhouds- of reparatiecontract is gesloten met de dealer, kan men u verzoeken over te gaan tot een
diagnose van de motor-, transmissie- en wielasolie naar gelang de gebruiksgraad.
(*) KARAKTERISTIEKEN VAN DE AANBEVOLEN BRANDSTOF
Een topkwaiiteit brandstofgebruiken zodat de verbrandingsmotor een optimaal prestatievermogen kan geven.
• Dieselbrandstoftype EN590
• Dieselbrandstoftype ASTM D975
VERBRANDINGSMOTOR
TESMERENONDERDELEN INHOUD AANBEVOLEN VERPAKKING REFERENTIE
VERBRANDINGSMOTOR
8 Liter
MANITOU olie
201
786745
GOLD "API a-4; ACEA E9"
2091
787729
KOELSYSTEEM
123 Liter
Koelvloeistof
(bescherming - 35°)
BRANDSTOFTANK 85 Liter Gasolie (*)
41
201
2101
894967
894968
894969
TRANSMISSIE
TESMERENONDERDELEN INHOUD AANBEVOLEN VERPAKKING REFERENTIE
11 62148
VERSNELLiNGSBAK
15,5 Liter
1
201
546332
MANITOU olle
551
546217
Automatische transmissie
2091
546195
10001
720148
MAST
TESMERENONDERDELEN AANBEVOLEN VERPAKKING REFERENTIE
MASTHIJSKETTINGEN
MANITOU smeerrniddel
Speciaal kettingen (spuitbus)
400!Trl 554271
SMERING VAN DE MAST
MANITOU smeermiddel
Multifunctioneel ZWART
400g
1kg
5kg
545996
161590
499235
iHYDRAtni^lBiC
TESMERENONDERDELEN INHOUD AANBEVOLEN VERPAKKING REFERENTIE
51 545500
HYDRAULISCHE OLIETANK
80 Liter
MANITOU olie
Hydraulisch ISOVG46
201
582297
551
546108
2091 546109
REM
REMSYSTEEM
TESMERENONDERDELEN AANBEVOLEN VERPAKKING REFERENTIE
MANITOU olie
Minerale remvloeistof
II 490408
CAEHNi . ..
TESMERENONDERDELEN AANBEVOLEN VERPAKKING REFERENTIE
400 g
161589
CABINEDEUR (OPTIE)
1kg
720683
MANITOU smeermiddel
5kg
554974
Multifunctioneel BLAUW
20 kg
499233
50kq
48%70
TANK RUITENWASSER
VIoeistof ruitenwasser
11
490402
51
486424
3-6
S
§
I
$
J

VOORAS
TESMERENONOERDELEN INHOUD AANBEVOLEN VERPAKMNG REFERENTIE
51
545976
DIFFERENTIAAL VOORAS
SNELHEIDSVERTRAGERS VOORWIELEN
6;8Liter
0,75Liter
MANITOU oiie
Speciaal ondergedompelde
remmen
MANITOU oiie
SAE80W90
Mechanische transmissie
201
209!
1000!
2!
5!
201
551
209!
582391
546222
720149
499237
720184
546330
546221
546220
ACHTERAS M30-2ST3B M5(F2ST3B
TESMERENONOERDELEN INHOUD AANBEVOLEN VERPAKKING REFERENTIE
400g
161589
SPILLEN VAN DE ASHALS
1kg
720683
MANITOU smeermiddel
STUURVIJZEL
5 kg
554974
Multifunctioneel BLAUW
OSCILLATIE ACHTERAS
20kg
499233
50kg
489670
ACHTERAS M30-4ST3B IRSIMST3B
TESMERENONOERDELEN INHOUD AANBEVOLEN VERPAKKING REFERENTIE
DIFFERENTIAAL ACHTERAS
6,5Liter
MANITOU oiie
SAE80W90
Mechanische transmissie
21
51
201
551
2091
499237
720184
546330
546221
546220
SNELHEIDSVERTRAGERS ACHTERWIELEN 0,75 Liter
MANITOU oiie
SAE80W90
Mechanische transmissie
21
51
201
55!
209!
499237
720184
546330
546221
546220
400g
161589
1kg
720683
SPILLEN VAN DE SNELHEIDSVERTRAGERS ACHTERWIELEN MANITOU smeermiddel
5kg
554974
OSCILLATIE ACHTERAS
Multifunctioneel BLAUW
20kg
499233
50 kg
489670
§
I
3-7

ONDERHOUDSTABEL
A belangrijkA
fI);VERPLICHTE REVISIE NA 500 UREN OF6MAANDEN. Dae revisie moet verplicht warden uitgevoerd naongeveerSOO bedrijfsuren ofSmaandennade inbedrijktelling
vandemachine (watbeteerstwordtbereikt).
(2): OmdeWuurtijdens deeerste50uren envervolgens eenlaatstekeerna250uren,
(3): Raadpleeg uw dealer.
Z
M- u. U-
A=AFSTELLEN, C= CONTROLEREN, G=SMEREN, N= REINIGEN,
P = AFAPPEN, R=VERVANGEN, V=VERVERSEN
IIADZUDE (V
XI oc oe
Li. >
iiuu
CD
= S
5 ^
3 Q
UJ
CO
VERBRANDINGSMOTOR
- Oliepeil verbrandinqsmotor 3-10 c
- Peilvan de koelvloeistof 3-10 c c
- Peilvan de brandstof 3-11 c c
- Brandstofvoorfllter 3-11 c
- Cyclonaie voorfilter(optie) 3-11 N
- Patroondroqelucht filter 3-12/23 C/N R
- Bunde! van de radiator 3-12 N N
- Spanninq vande riem vandecompressor (OPTIE Airconditioninq) 3-18 OA C/A
-Olieverbrandinqsmotor 3-22 V V
- Oliefilter verbrandinqsmotor 3-22 R R
- Patroon van brandstofvoorfllter 3-23 R R
- Patroon brandstoffilter 3-24 R
DAGELUKSOFO
R
- Ventilatiefilter carterverbrandinqsmotor 3-28 R
DE10BEDRUFSUI
- Brandstoftank 3-28 N
- Ontluchter van de brandstoftank 3-28 R
BEDRUFSUREF
OMDE250 BEDRIJFSUREF
- Veiiiqheidspatroon droqeiuchtfilter 3-29 R
- Silentblocs vande verbrandinqsmotor C(3)
- Toerentailen vande verbrandinqsmotor C(3)
- Spelinq vande kleppen C(3)
- Koelvloeistof 3-34 V
- Radiator C(3)
- Waterpompen thermostaat C(3)
- Alternator en starter C(3)
- Turbocompressor C(3)
- Drijfriem van dealternator R(3)
- Brandstoftoevoersysteem 3-36 P
- Roetfilter''qeparkeerde heftruck" 3-37 N
TRANSMISSIE
PESO CM
PtZUOO UM BEDRIJFSUREN!
2JAAR
- Oliepeil yersnellinqsbak 3-11 C
- Oliefilter yersnellinqsbak 3-24 R R
- Versnellinqsbakolie 3-29 V V
- Zuiqkorf yersnellinqsbakcarter 3-29 N
- Silentblocs vande versnellinqsbak C(3)
- Bedieninqsorqanen vande versnellinqsbak C(3)
- Drukvan de transmissie C(3)
OCCASIONEEL
BANDEN
- Druk van de banden 3-12 C C
- Aandraaiinq van de moeren van de wielen 3-12 C C
- Aandraaikoppei moeren vande wielen 3-35 C C
- Wiei 3-38 R
MAST
- Spanninqen uitiijninq van de masthijskettinqen 3-13 C/A C/A
-Mast 3-13/14 G G
- Mastelementen 3-18 N/G/C N/G/C
- Masthijskettinqen 3-24 N/C/G N/C/G
-Staatvande hele mast
C(3)
- Kettinqrollen C C(3)
- Mastqeleiderroiien C(31
- Mastdraaqrollen C(3)
HYDRAULIEK
- Hydrauiisch oliepeil 3-14 c C
- Patroon vande oliefilter vande hydraulische teruqioop 3-25 R R
- Hydraulische olie 3-30 V
- Ontluchter yan de hydraulische olietank 3-30 R
- Zuiqkorl van de hydraulische olietank 3-30 N
- Bulsfilter van de hydraulische pomp N(3)
- Staat van de slanqen C(3)
- Staat van devijzels (lekken, pennen) C(3)
3-8
CM DE
3000 BEDRUFSUREF
CM DE 4000 BEDRIJFSUREF
Z
fN
N.
S

S uj u_ UL.
A=AFSTELLEN, C=CONTROLEREN, G=SMEREN, N= REINIGEN,
P= AFAPPEN, R= VERVANGEN, V=VERVERSEN
BIADZUDE (V
REM
- Druk vande hydraulische circuits C(3)
- Hydraulische olietank N(3)
- Peil remolie 3-15 c c
- Handrem 3-19 OA C/A
- Mechanisme van de hendel handrem 3-25 G G
- Remolie V(3)
- Remsysteem P(3)
- Druk vanhet remsysteem C(3)
- Rem A(3)
BESTURING
- Besturinq C(3)
- Stuurkoqel C(3)
CABINE
- Peil van de yloelstof yoor de ruitenwasser 3-15 C c
-Cabinedeur(optie) 3-15 G G
- Bundel van decondensator (OPTIE Alrcondltloninq) 3-16 m C/N
- Ventllatlefilter cablne (OPTIE Alrcondltloninq) 3-16/19 R N R
- Ventllatlefiltercablne 3-25 N N
- Velliqheldsriem 3-31
DAGELIJKSOFG
c
- Staatvande achterultkljkspleqels C(3)
DE10BEDRIJFSUI
- Structuur C(3)
- Alrcondltloninq (OPTIE) 3-35 N/C
CM PESO BEDRUFSUREF
ELEKTRICITEIT
- Staat van de bundels en de kabels C(3)
- Verlichtinq en slqnallsatie C(3)
- Claxons C(3)
- Voorllchten 3-39 A
- Accustorinq 3-39 R
OMDE250 BEDRIJFSUREF
OMDE500 BEDRIJFSUREN(
1JAAR
CM DE 1000 BEDRUFSUREN(
2JAAR
CM DE 2000 BEDRIJFSUREN(
2JAAR
VOORAS
- Peildifferentlaalolievooras 3-20 C
- Ollepell snelheldsvertraqersvoorwielen 3-20 C
- Oliedifferentiaal vooras 3-26 V V
- Filter koelclrcult vooras 3-26 R R
- Olie snelheidsvertraqers voorwielen 3-32 V V
- Sliitaqe vande remschijven vooras
CM 3000 DE BEDRIJFSUREF
C(3)
OMDE4000 BEDRIJFSUREF
- Spelinq snelheidsvertraqers voorwielen C(3)
ACHTERAS
M30-2ST3B
-Splllenvandeashals 3-16 G G
- As van de poot van destuurvljzel 3-16 G G
- Osclllatie achteras 3-16 G G G/C(3)
- Achteras C(3)
ACHTERAS M30-4ST3B IV15(MST3B
- Spillen vande snelheidsvertraqers achterwielen 3-17 G G G/C(3)
- Osclllatieachteras 3-17 G G G/C(3)
- Peil differentlaalolie achteras 3-20 C C
- Oliepeil snelheidsvertraqers achterwielen 3-20 C C
- Olie differentiaal achteras 3-32 V V
- Olie snelheidsvertraqers achterwielen 3-32 V V
- Cardanas vande snelheidsvertraqers achterwielen C(3)
- Spelinqsnelheidsvertraqers achterwielen C(3)
ACHTERAS
M50 2ST3B
-Splllenvandeashals 3-17 G G
- Osclllatieachteras 3-17 G G G/CI3)
- Achteras C(3)
CHASSIS
- Structuur C(3)
- Laqersen rinqenvan de draaipunten C(3)
TOEBEHOREN
-Sliitaqe vandevorken Cf3) C(3)
- Schutbord toebehorenhouder C(3)
- Staat van de toebehoren C(3)
HFFTRIIfK
- Slepen van de heftruck 3-40 XXX
- Bevestlqen van eenstrop OD deheftruck 3-40 XXX
- Vervoerenvan de heftruckop een platformwaaen 3-41 XXX
3-9
OCCASIONEEL
CO
o
§ §
5
i

A - DAGELUKS OF CM DEW WERKUREN
A1 - OLIEPEIL VERBRANDINGSMOTOR
CONTROLEREN
De heftruck op een horizontaal stuk grond zetten, de motor uitzetten en wachten tot
de olie in het carter is gezakt.
- De motorkap openen.
- Peilstok 1 verwijderen.
- De peilstokschoonvegen en het peilcontrolerentussen de twee merktekens.
- Zo nodig olie bijvullen (zie; 3- ONDERHOUD; SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF)
via hetvulgat2.
-Visueei controleren of en geen olie lekkages of doorsijpelingen ziin op de
verbrandingsmotor.
A2 - PEIL VAN DE KOELVLOEISTOF
De heftruck op een horizontaal stuk grond zetten, de motnr i
hij is afgekoeld.
uitzetten en wachten tot
Omrisico'svoorspattenenverbrandingentevoorkomen,moetuwflcfitonfnM l
yoordatudewMopvanhetkoelcircuiterafhaalUndiendekoeMoMZ u^ I
van nood is het mogelijkom water tegebruikenalskoelvlofUt
f
pmsToT'""'"''''•0®°erhSud! weermiddelen en
-Het vu gat ,ets smeren om het aanb,e„„e„ 2 "il^len van de peilstok 1.
isueel controleren of er geen lekkages ziin on H de dop van de radiator te vergemakkelijken.
eradiator en deleidingen.

A3 - PEIL VANDEBRANDSTOF
CONTROLEREN
Ervoor zorgen dat, voor zover mogelijk, de brandstoftank altijd vol is om de door de
weersomstandigheden veroorzaakte condensatle zoveel mogelijk te beperken.
Tijdens hetvullen nietroken ofeenvlam indebuurtbrengen o/sdetankopen Is. Nooitde tankvullen alsdemotor
draait
- Controieer de meter op het dashboard.
- Vul indien nodig dieseioiie bij (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN
BRANDSTOF).
- Open detoegangskiep hydrauiiekolie.
- Verwijder dop 1 met behulp van de contactsleutel.
- Vul schone en gefiiterde diesei in de tank via de vuiopening 2.
- De dop weer op zijn plaats brengen.
- Visueel controleren ofer geen lekkageszijn op de tank en de leidingen.
A4 - BRANDSTOFVOORFILTER
CONTROLEREN
De buitenkant van devoorfilterzorgvuldig schoonmaken evenals zijn steun om tevoorkomen datstofin hetsysteem
kanbinnendringen.
- De motorkap openen.
- Visueel controleren ofer water in het voorfiltervat 1 zit en ditzo nodig aftappen.
- Plaats een opvangbak onder de aftapplug 2 en schroefdeze twee slagen los.
- Open aftapschroef 3.
- Laat de diesei weglopen vrij van onzuiverheden en water.
- Sluit de aflaatplug 2 de aftapschroef 3.
AS - CYCLONALE VOORFILTER(OPTIE)
SCHOONMAKEN
De periodiciteit van het schoonmaken wordt ter indicatie gegeven, de voorfilter moet
worden gereinigd zodra de vuildeeltjes het MAX. peil in het vat bereiken.
Tijdens hetschoonmaken erop letten datergeen vuildeeltjes indedroge luchtfilterkunnen binnendringen.
- De moer 1 losdraaien, het deksel 2 verwijderen en het vat legen.
- De voorfilter in zijn geheel schoonmaken met een droge en schone doek en alle
onderdelen weer op hun plaats brengen.
A6 - OLIEPEIL VERSNELLINGSBAK
CONTROLEREN
De heftruckop een horizontale ondergrond plaatsen terwiji de verbrandingsmotor koud is.
- De motorkap openen.
- Peilstok 1 verwijderen.
- De peilstokschoonvegen en hetcorrecte peil controleren bij het bovenste merkteken.
- Vul indien nodig olie bij (zie: 3 - ONDERHOUD: E3 - VERSNELLINGSBAKOLIE)
- Controieer visueel of er geen olie lekt of doorsijpelt op de versnellingsbak.

B-OMDE50 WERKUREN
f ...3.7.. . .
De biervoor bescheeven handelingen venichten evenals dehandelingen die hierna aangegeven warden.
B1-PATR00NVANDR0GELUCHTFILTER
CONTROLEREN - SCHOONMAKEN
Bijgebruik in een stoffjge omgeving zijn er voorfilter elementen beschikbaar (zie: 3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN
DRUFRIEMEN). De periodiciteit van de controle- en schoonmaakbeurten moet in dit geval aangepast worden.
Als betcontrolelampje van de verstopping opiicbt moet deze bandeling zo spoedig mogelijk uitgevoerd worden (Iour maximaal). Metpatroon mag niet meer dan zeven
keerschoongemaakt worden, daarna moet betvervangen worden.
- Voor het demonteren en het monteren van het patroon zie: 3 - ONDERHOUD: D3 - PATROON VAN DROGE LUCHTFILTER.
- Spuit het filterpatroon met behulp van een persluchtstraal (maximale druk 3 bar) van boven naar beneden en van binnen
naar buiten schoon op een afstand van minimaal 30 mm van de wand van het patroon.
- De filter is schoon als er geen stof meer naar buiten komt.
De velllgheldsafstand van 30 mm tussen de lucbtstroal en hetpatroon inacbtnemenomte voorkomen dot het patroon scheurtofbescbadigd raakt, Het patroon niet
scboonspuiten in de nabijbeid van de lucbtfilterkast. Hetpatroon nooitscboonmaken door bet tegen een horde oppervlakte te slaan. De ogen bescbermen tijdens deze
bandeling.
- De oppervlakte van de afdichting van de vulling met een vochtige, schone en niet pluizerige doek schoonmaken en
smeren met een siliconen smeermiddel (referentie MANITOU: 479292).
- Visueel de staat aan de buitenkant en de bevestigingen van de luchtfiltercontroleren. Eveneens de staat en de bevestiging
van de rubberslangen nagaan.
Een patroon van de droge lucbtfilter nooit scboonwassen. Het veiligbeidspatroon datzicb in bet filterpatroon bevindt nooit ofte nimmerschoonmaken, ditpatroon moet
vervangen worden door een nieuwpatroon alsbetvervuildofbescbadigd is.
B2 - BUNDEL VANDERADIATOR
SCHOONtidAKEN
In een vervuilde omgeving, debundel van deradiator dagelijks schoonmaken. Gebruik geen waterstraal of
bogedrukstoom, ditzou debladen van deradiator kunnen beschadigen.
- De motorkap openen.
- Zo nodig de opzuigroosters op de motorkap schoonmaken.
- Maak de radiator schoon met een stoffer om zoveel mogelijk onzuiverheden te
verwijderen.
- Maakde radiator schoon met behulp van een persluchtstraal gericht in de richting
van de motor naar de radiator, tegen de koelluchtstroom in.
m
B3 - DRUK VANDE BANDEN EN AANDRAAIMOMENT VANDE WIELMOEREN
CONTROLEREN
Controleren ofde luchtslang goedisaangesloten op denippel van deband voordat men deband opblaast en ervoorzorgen datniemand tijdens deze bandeling inde
buurtkan komen. Deaanbevolen banddruk in achtnemen.
- De staat van de banden controleren op sneden, bobbeltjes, Slijtage enz.
- Controleren ofde moerenvande wielen naar behorenzijn aangedraaid. Zonietzouden de bouten vande wielen kunnen
worden bescbadigd en breken en kunnen de wielen worden vervormd.
- De druk van de banden controleren en zo nodig op de juiste waarde brengen (zie: 2- BESCHRIJVING: BANDEN)
OPMERKING: OPTIONEEL is een kit wielgereedschap beschikbaar

B4 - SPANNING EN UITLIJNING VAN DE MASTHIJSKETTINGEN
M30-2ST3B
M304ST38
CONTROLEREN-BIJSTELLEN
Plaats de heftruck op een horizontale ondergrond terwiji de mast verticaal is en de
vorken op ongeveer 200 mm boven de grand staan.
Deze aktellingen zijn van belong voor een goede werking van de mast Raadpleeg uwdealer in geval van
onregelmatigheden,
- Controleer of de hijskettingen van de mast goed uitgelijn zijn tussen de
bevestigingspunten van het plateau en de kettingrolletjes.
- Controleer de spanning van de kettingen met de hand. Indien nodig als volgt
bijstellen en controleren of het plateau haaks op de mast staat.
( 3!'
- De moer 1 losschroeven.
- De borgmoer 2 van de kettingspanner losschroeven.
- De spanning afstellen door de moer 3 aan of los te draaien terwiji u de uitlijning van de hijskettingen controleert.
- Vervolgens de borgmoer 2 en de moer 3 blokkeren.
- De moer 1 vastdraaien.
B5 - SPANNING EN UITLIJNING VAN DE MASTHIJSKETTINGEN
M50-2ST3B
M50-4ST3B
CONTROLEREN-BIJSTELLEN
Plaats de heftruck op een horizontale ondergrond terwiji de mast verticaal is en de
vorken op ongeveer 200 mm boven de grond staan.
Deze afstellingen zijn van belong voor een goede werking van demast. Raadpleeg uw dealeringeval van
onregelmatigheden,
- Controleer of de hijskettingen van de mast goed uitgelijn zijn tussen de
bevestigingspunten van het plateau en de kettingrolletjes.
- Controleer de spanning van de kettingen metde hand. Indien nodig als volgt 11^—
bijstellen en controleren of het plateau haaks op de mast staat.
- De borgmoer 1 van de kettingspanner losschroeven.
- De spanning afstellen door de moer 2 aan of los te draaien terwiji u de uitlijning van de hijskettingen controleert.
- Vervolgens de borgmoer 1 en de moer 2 blokkeren.
B6-MAST
SMEREN
M30-2ST3B M304ST3B
Deze handeling moet iedere week worden uitgevoerd als de heftruck niet 50 werkuren
maakt in een week.
Bijintens gebruikin een uiterststofRge ofoxiderende omgeving moet deze handeling omdelO werkuren ofdagelijks
worden uitgevoerd.
De volgende punten schoonmaken en dan smeren met een smeermiddel (zie: 3 -
ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) en het overschot aan smeermiddel
verwijderen.
1 - Smeernippels van de spillen aan de poot van de mast (2 smeernippels).
2 - Smeernippels van de assen van de poot van de kantelvijzels (2 smeernippels).
3 - Smeernippels van de assen van de kop van de kantelvijzels (2 smeernippels).

B7-MAST
SMEREN
MS0-2ST3B M504ST3B
Deze handeling moet iedere week worden uitgevoerd als de heftruck niet 50 werkuren
maakt in een week.
Bijintens gebruikineen ulterststofRge ofoxiderende omgeving moet deze handeling omdelO werkuren ofdagelijks
worden uitgevoerd.
De volgende punten schoonmaken en dan smeren met een smeermiddel (zie: 3 -
ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) en het overschot aan smeermiddel
verwijderen.
1 - Smeernippels van de spillen aan de poot van de mast (2 smeernippels).
2 - Smeernippels van de assen van de poot van de kantelvijzels(2 smeernippels).
3 - Smeernippels van de assen van de kop van de kantelvijzels (2 smeernippels).
4 - Smeernippels van de bovenste leirollen van de mast (2smeernippels).
5 - Smeernippels van de onderste leirollen van de mast (2 smeernippels).
OPMERKING: OPTIONEEL bij grotebandendevorken ongeveer 2momhoog brengen
om de onderste leirollen van de mast te smeren via opening 6.
B8 - HYDRAULI5CHE OLIEPEIL
CONTROLEREN
De heftruck op een horizontaal stuk grond zetten, de motor uitzetten en de mast volledig
naar achteren trekken en laten zakken.
Een uiterst schone bak en trechter gebruiken en de bovenkant van de oliebus voor het vullen schoonmaken.
- Zie peilstok 1.
- Het peil is correct als dit zich op gelijke afstand van de twee merktekens bevindt.
- Zo nodig olie toevoegen (zie: 3-ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF).
- De vergrendeling 2 van de vuldop losmaken.
- Dop 3 verwijderen.
- Olie bijvullen via het vulgat 4.
- Plaats de dop en de vergrendeling terug.
- Visueel controlerenof er geen lekkages zijn op de tank en de leidingen.
Ervoor zorgendat het oliepeil altijd maximaal is wantde koeling komt tot standdoordat
de olie door de tank gevoerd wordt.

De heftruck op een horizontaal stuk grand zetten.
Indien betoliepeilaanzienlijkisgezaktfUWdealerraadplegen,
CONTROLEREN
- Verwijder dekplaat voor 1.
- Het oliepeil meet het MAX. merkteken in de tank bereiken.
- Zo nodig olle bijvullen (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF)
via het vulgat 2.
- Visueel controleren of er geen lekkages zijn op detank en de leidingen.
- De dekplaat voor 1 hermonteren.
H0
P
BIO - PEIL VANDEVLOEISTOF VOORDERUITENWASSER
CONTROLEREN
- De motorkap openen.
- Het peil visueel controleren.
- Vulindien nodig vioeistofvoor ruitenwasser bij(zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN
EN BRANDSTOF) via de vulopening 1.
B11 -CABINEDEUR(OPTIE)
SMEREN
De punten 1 (4 smeernippels) schoonmaken en dan smeren met een smeermiddel (zie:
3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF)en het overschot aan smeermiddel
verwijderen.

B12 - BUNDEL VAN DE CONDENSATOR (OPTIEAIRCONDITIONING)
A belangrijkA
CONTROLEREN- SCHOONMAKEN
Ineenvervuilde omgeving, debundel van deradiator dagelijks schoonmaken. Gebruik geen waterstraal of
hogedrukstoom, ditzou debladen van decondensor kunnen beschadigen,
- Controleer visueel of de condensor schoon is en maak deze indien nodig schoon.
- Maak de condensor schoon met behulp van een persluchtstraal gericht In dezelfde
richting als de luchtstroom.
- Voer deze handeling uit met draaiende ventilator voor een optimale reiniging.
B13 - VENTILATIEFILTERCABINE (OPTIEAIRCONDITIONING)
SCHOONMAKEN
- Het beschermingscarter 1 verwijderen.
- Verwijder de ventilatiefilter cabine 2.
- Met behulp van een straal samengeperste lucht de filter schoonblazen.
- De staat van de filter controleren en hem zo nodig vervangen (zie:3 - ONDERHOUD:
FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
- De filter en de beschermingscarter weer op hun plaats brengen.
B14-ACHTERA5
IVI30-2ST3B
SMEREN
De volgende punten schoonmaken en dan smeren met een smeermiddel (zie; 3 -
ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) en het overschot aawsrweetvfsxdidM
verwijderen.
1- Smeernippels van de spillen van de ashals (6 smeernippels).
2- Smeernippels van deassen van dekop van destuurvijzel (4 smeernippels).
3 - Smeernippels van de oscillatie-as van de achteras (2smeernippels).
3-16

M30-4ST3B
M504ST38
SMEREN
De volgende punten schoonmaken en dan smeren met een smeermiddel (zie: 3 -
ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) en het overschot aan smeermiddel
verwijderen.
' 1 - Smeernippels van de spillen van de sneiheidsvertragers van de achterwielen
(2 smeernippels).
2 - Smeernippels van de oscillatie-as van de achteras (2 smeernippels).
B16-ACHTERA5
MS0-2ST3B
SMEREN
De volgende punten schoonmaken en dan smeren met een smeermiddel (zie: 3 -
ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) en het overschot aan smeermiddel
verwijderen.
1 - Smeernippels van de spillen van de ashals (4 smeernippels).
2 - Smeernippels van de oscillatie-as van de achteras (2 smeernippels).

§
C-OMDE250WERKUREN
De hiervoor beschreven handelingen verrichten evenals dehandelingen die blerna aangegeven warden.
1
a
- SPANNING VANDERIEM VANDE COMPRESSOR (OPTIE AIRCONDITIONING]
CONTROLEREN - BUSTELLEN
A belangrijkA
BIj hetvervangen van deriem, despanning opnieuw controleren nadeeerste20bedrijfsuren.
De motorkap openen.
De staat van de riem op slijtagesporen of barstjes controleren en de riem zo nodig
vervangen (zie: 3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
•De spanning tussen de riemschijven van de krukas en de alternator controleren.
•Indien men er met de duim op drukt (45 N), moet de spanning ongeveer 10 mm
bedragen.
•Zo nodig bijstellen.
• De schroeven 1 twee of drie slagen losdraaien.
• De alternator in zijn geheel draaien totdat men de juiste riemspanning heeft
verkregen.
• De schroeven 1 weeraandraaien (aandraaikoppel 22 N.m).
C2-MASTELEMENTEN
M50-2ST3B
M50-4ST3B
SCHOONMAKEN - SMEREN
UlTTE VOEREN HANDELiNGEN ALVORENS DE NIEUWE HEFTRUCKiN GEBRUIKTE NEMEN
EN NOG EEN LAATSTE KEER NA 250 WERKUREN.
A belangrijkA
Dezeafstellingen zijn van belong voor een goede werking van de arm. Raadpleeg uw dealer in geval van
onregelmatigheden.
Fiet vet van de mastelementen schoonmaken en verwijderen over de gehele lengte.
Weesextravoorzichtig wanneer de heftruck moet werken ineen omgeving onder
de aanwezigheid van schurende deeltjes.
Deverschillende rollen zorgvuldig controlerenop sporenvanslijtage en zo nodig
vervangen.
•Met een heel klein beetje vet insmeren (zie*. 3- ONDERHOUD; SMEERMiDGJEtES^
van de mast.
SKANDSTOF) over de helelengte
fN
§
3-18

C3-HANDREIVI
CONTROLEREN - BIJSTELLEN
De afstelling van deaanslagen doorde fabrikant magingeengeval warden aangepast.
De heftruck op een helling van minstens 15 % zetten met de nominale belasting in
vervoersstand.
• Remvermogen controleren door de handrem in stand A te blokkeren.
• De rem is naar behoren afgesteld als de heftruck op de helling stil blijft staan.
• Zo nodig bijstellen.
AFSTELLING VAN DE HANDREMKABEL OP DEVOORAS
• Drukken op het rempedaal, de handrem lossen en losmaken naar stand B
brengen.
of losdraaien van de moeren 1 tot een
C4- VENTILATIEFILTER CABINEIOPTIEAIRCONDITIONING)
VERVANGEN
- Het beschermingscarter 1 verwijderen.
- Demonteer de ventilatiefilter cabine 2 en vervang deze door een nieuwe (zie: 3 -
ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
- Het beschermingscarter weer op zijn plaats brengen.

C5 - PEILDIFFERENTIAALOLIE VOORAS
De heftruck op een horizontaal stuk grond zetten en de motor uitzetten.
CONTROLEREN
- De peildop 1 verwijderen, de olie moet tot aan de opening staan.
- Zo nodig olie bijvullen (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF)
via dezelfde opening.
- Plaats de peildop 1 terug en draai aan (aandraaikoppel 34 tot 49 N.m).
. . m.'L.
. '"vj ^ - g
.y f .V
C6 - OLIEPEIL SNELHEIDSVERTRAGERS VOORWIELEN
De heftruck op een horizontaal stuk grond zetten en de motor uitzetten.
CONTROLEREN
- Controleer het peil op iedere snelheidsvertrager van de wielen.
- Peildop 1 horizontaal zetten.
- De peildop verwijderen, de olie moet tot aan de opening staan.
- Zo nodig olie bijvullen (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF)
via dezelfde opening.
- Plaats de peildop terug en draai aan (aandraaikoppel 34 tot 49 N.m).
C7 - PEIL DIFFERENTIAALOLIEACHTERAS
M30-4ST38
M50-4ST3B
De heftruck op een horizontaal stuk grond zetten en de motor uitzetten.
CONTROLEREN
- De peildop 1 verwijderen, de olie moet tot aan de opening staan.
- Zo nodig olie bijvullen (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF)
via het vulgat 2.
- Plaats de peildop 1 terug en draai aan (aandraaikoppel 34 tot 49 N.m).
C8 - OLIEPEIL SNELHEIDSVERTRAGERSACHTERWIELEN
M30-4ST3B
M50-4ST3B
CONTROLEREN
De heftruck op een horizontaal stuk grond zetten en de motor uitzetten.
- Het peil in beide snelheidsvertragers van de achterwielen controleren.
- Peildop 1 horizontaal zetten.
- De peildop verwijderen, de olie moet tot aan de opening staan.
- Zo nodig olie bijvullen (zie: 3- ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF)
via dezelfde opening.
- Plaats de peildop 1terug en draai aan (aandraaikoppel 34tot 49N.m).

m
i
3-2
&
$

p - OM DE500 WERKUREN OF 1JAAR
De hiervoor bescbreven handelingen verrichten evenals dehandelingen die hierna aangegeven warden.
D1 - OLIEVERBRANDINGSMOTOR
AFTAPPEN
D2 - OUEFILTER VERBRANDING5M0T0R
VERVANGEN
Deheftnjckop een horizontaal stuk grand zetten, de verbrandingsmotorenkeleminuten lang stationair laten draaien en dan uitzetten.
DEAAN8EV0LENSMEERMIDDELENGEBRUIKEN:0lleMANIT0UG0LD "API CJ-4;ACEA E9"
De afgetapte olie opeen mliieuvriendeiijke manier afvoeren.
OLIE VERVANGEN
- De motorkap openen.
- Demonteer hetzijiuik 1.
- Een bak plaatsen onder de aftapdop 2 en deze losdraaien. ^
- Verwijder depeildop 3om ervoor tezorgen dat deolie naar behoren afgetapt wordt. V*'
VERVANGEN VAN DE FILTER
- De oliefilter van de motor 4 demonteren en weggooien met de afdichting.
- De filtersteun schoonmaken met een schone doekzonder pluizen. M||||jB
- De afdichting iets insmeren met olie en de oliefilter (zie: 3 - ONDERHOUD:
FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN) op zijn steun monteren.
- De filter aanspannen (aandraaikoppel 30 N.m).
OLIEVULLEN
- Plaats de aftapplug 2terug en draai aan (aandraaikoppel 30 tot 40 N.m). f—
- Vul af met olie (zie: 3 - ONDERFiOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) via
vulopening 5.
OPMERKING: Voor deze handeling adviseren wij u gebruikte maken van een trechter
met een flexibele slang.
^JtSk
Enkele minuten wachten om de olie de tijd te geven in de carter te vioeien.
- De motor starten en enkele minuten laten draaien. ^ ^
- Deaftapplug en de oliefiltervan de motor Op eventuele lekkagecontroleren.
- De motor stoppen, enkele minuten wachten en het oliepeil controlerentussen de
twee merktekens op de meetstok 6.
- Zo nodig bijvullen.
INITIALISATIE ONDERHOUD BU 500 UUR
- Na het het vervangen van de motorolie het controlelampje I uitschakelen om
de onderhoudsteller terug te zetten op 500uurdoorde volgende stappen uitte
voeren (motor gestopt, elektrisch contact stand 1):
•1-Gedurende 15 tot 20 seconden het gaspedaal maximaal indrukken.
•2-Gedurende 15 tot 20 seconden het gaspedaal loslaten.
•3-Gedurende 15 tot 20 seconden het gaspedaal maximaal indrukken.
•4-Gedurende 15 tot 20 seconden het gaspedaal loslaten.
•5-Gedurende 15 tot 20 seconden het gaspedaal half indrukken.
OPMERKING: Voer als het controlelampje I wordt weergegeven voor het onderhoud
van 500 uur, eenvervanging van de motorolie uit. Dit komt door een
groot aantal'automatische regeneraties van de roetfilter en de roetfilter
"geparkeerde heftruck"
HBB
VAHmtt

D3 - PATROONVANDROGELUCHTFILTER
VERVANGEN
Voor gebruik in een uiterst stoffige omgeving, bestaan er voorfilters, zie: 3 - ONDERHOUD:
FILTERELEMENTEN EN DRUFRIEMEN. Ook moeten de vervangingsperioden voor de
patroon worden verkort (tot 250 uren in zeer stoffige omgevingen met voorfilter).
De vulling moet warden vervangen opeen schone plaats, deverbrandingsmotor meet uitzijn.
De heftruck nooit entenimmer gebruiken ahdevulling gedemonteerd ofbeschadigdis.
- De vulling 2 heel voorzichtig verwijderen om te voorkomen dat er stof uit kan
ontsnappen.
- De veiiigheidsvulling op zijn plaats laten zitten.
- De volgende delen zorgvuldig schoonmaken met een vochtige, schone en niet pluizerige doek.
•Binnenzijde filter endeksel.
•Binnenzijde slang bij deIngang van defilter.
•Draagvlakken van deafdichting in defilter en.op het deksel.
- De goede staat en de bevestiging van de aansluitingsbuizen op de verbrandingsmotor controieren evenals de aansluiting
en de goede staat van de verstoppingsverklikker op de filter.
- Controleer voor het monteren de staat van de nieuwe filterpatroon (zie: 3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN
DRUFRIEMEN).
- De vulling in de as van de filter steken en hem aan de rand en niet in het midden aandrukken.
- Het deksel opnieuw monteren met de klep naar beneden.
D4 - PATROON VAN BRANDSTOFVOORFILTER
VERVANGEN
De buitenkant van devoorfilterzorgvuldig schoonmaken evenals zijn steun om tevoorkomen datstofinhetsysteem
kan binnendringen.
- De motorkap openen.
- Maak een markering tussen de kop en het lichaam van de voorfilter.
- Plaats een opvangbakonderdeaftapplug 1 en schroefdezetweeofdrieslagen los.
- Open de aftapschroef 2 om te zorgen voor een goede aftapping.
- Sluit de aftapschroef 2 wanneer de voorfilter is afgetapt.
- De elektrische bundel 3 loskoppeien van de brandstofvoorfilter.
- Het lichaam van de voorfilter 4 losdraaien.
- Verwijder patroon 5 door deze los te schroeven, gooi deze en de pakking weg.
- De binnenkant van de filterkop van de voorfilter schoonmaken met een kwast die
men in schone dieselolie heeft gedompeld.
- Hermonteer het geheel met een nieuwe patroon en afdichting die isvoorgesmeerd
met schone motorolie (zie: 3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRUFRIEMEN).
- Plaats de patroon op correcte wijze in het voorfilterlichaamen draai deze uitsluitend
met de hand aan op de kop van de voorfiltertot de markering A.
- Vervang de patroon van de brandstoffilter.

D5 - PATROON VAN DEBRAND5T0FFILTER
VERVANGEN
De buitenkant van defilter zorgvuldig sdioonmaken evenais zijn steun am tevoorkomen datstofin het systeem kan
doordringen.
- De motorkap openen.
- Maak een markering A tussen de kop en het lichaam van de filter.
- Piaatseenopvangbakonderdeaftappiug 1 en schroefdezetweeofdriesiagen los.
- Open de aftapschroef 2 om te zorgen voor een goede aftapping.
- Sluit de aftapschroef 2 wanneer de filter is afgetapt.
- Het lichaam van filter 3 losdraaien.
- Verwijderpatroon 4 door deze loste schroeven, gooi deze en de pakking weg.
- De binnenkant van defilterkop met een kwast die men in schone dieselolie heeft
gedompeld.
- Hermonteer het geheel met een nieuwe patroon en afdichting, dat isvoorgesmeerd
met schone motorolie (zie;3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRIJFRiEMEN).
- Plaats de patroon op correcte wijze in hetfilterlichaam en draai deze uitsluitend
met de hand aan op de kop van de voorfilter tot de markering A.
- Het brandstofcircuit ontluchten (zie: 3 - ONDERHOUD: HI - BRANDSTOFCIRCUIT).
06 - OLIEFILTER VERSNELLINGSBAK
VERVANGEN
De oliefilter van deversnellingsbak uitsluitend met dehand aandraaien enmet een vierde slag blokkeren,
- De oliefilter versnellingsbak 1 losschroeven en weggooien.
- De kop van de filter zorgvuldig schoonmaken met een schone doekzonder pluizen.
- De nieuwe afdichting iets insmeren met olie en op de nieuwe filter monteren (zie:
3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
- De nieuwe oliefilter van de versnellingsbak met olie vullen (zie: 3 - ONDERHOUD:
SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF).
- De filter opnieuw monteren, controleren of de afdichting goed is gei'nstalleerd en
aandraaien.
D7 - MA5THIJ5KETTINGEN
SCHOONMAKEN- CONTROLEREN - SMEREN
Raadpleeg uwdealeringeval van onregelmatigbeden.
- Veeg de masthijskettingen 1 af met een schone, niet-pluizende doek en controleer
vervolgens aandachtig de kettingen op alle sporen van slijtage.
- Borstel de kettingen krachtig met behulp van een nylon borstel en zuivere olie om
alle vreemde elementen te verwijderen.
- Reinig de kettingen met behulp van een kwast met zuivere olie en droog ze
vervolgens met een persluchtslang.
- De kettingen gematigd smeren (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN
BRANDSTOF).

D8 - PATROON VAN OLIEFILTERHYDRAULISCHE RETOUR
VERVANGEN
De buitenkant van defilter enalles wateromheen iigtzorgvuldig schoonmaken vooriedere ingreep om tevoorkomen
dateronzuiverheden inhethydraulische systeew kunnen dringen.
De verbrandingsmotor tot stilstand brengen en de druk uit het verschillende systemen
laten ontsnappen met behulp van de hydraulische bedieningsorganen.
- De motorkap openen.
- Demonteer het zijiuik 1.
- Schroef de bevestigingsschroeven van het deksel 2 los.
- Het patroon van de filter hydraulische retour verwijderen 3 en vervangen door
een nieuw patroon (zie: 3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
- Verzeker u ervan dat het patroon op de goede plaats zit en het deksel 2 opnieuw
monteren.
D9-MECHANISMEVANDEHENDELHANDREM
SMEREN
-De draaipinnen 1 schoonmaken en smeren met vet (zie: 3 - ONDERHOUD:
SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF).
DW - VENTILATIEFILTER CABINE
SCHOONMAKEN
- De beschermingscarter 1 demonteren.
- Verwijder de ventilatiefilter cabine 2.
- Met behulp van een straal samengeperste lucht de filter schoonblazen.
- De staat van defilter controleren en hem zo nodig vervangen (zie: 3 - ONDERHOUD:
FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
- De filter en de beschermingscarter weer op hun plaats brengen.

D77 - OLIEDIFFERENTIEEL VOORAS(metoliekoeler
AFTAPPEN
D12 - FILTER KOELCIRCUITOLIE VOORAS
VERVANGEN
De heftruck op een horizontaal stuk grond zetten de motor uitzetten, de differentiaalolie
moet nog warm zijn.
De afgetapte olie opeen milieuvriendelijke manierafvoeren.
OLIE VERVANGEN
- Een bak plaatsen onder de aftapdoppen 1 en deze losdraaien.
- De niveaudop en de vuldop 2 verwijderen om ervoor te zorgen dat de olie naar
behoren wordt afgetapt.
- De aftapdop 1 weeropzijn plaats brengen en aanspannen (aandraaikoppel 34tot
49 N.m).
VERVANGEN VAN DE FILTER
- Schroefde klemhelft 3 los.
- De twee slangen 4 losdraaien, de twee verbindingsstukken 5 verwijderen en de
filter 6 vervangen (zie: 3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRUFRIEIVIEN).
OLIEVULLEN
- Afvullen met olie(zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) viade peil-en vulopeningen 2 tot de oliede
openingsrand bereikt, en de dop terugplaatsen.
- De motor starten en enkele minuten laten draaien om het koelcircuit te vullen.
- De motor stoppen, enkele minuten wachten en zo nodig bijvullen.
- Het oliepeil is correct als de olie tegen de peil- en vulopening 2 aan staat.
- De aftapdop op eventuele lekkages controleren.
- Plaats de niveaudop en de vuldop 2 terug en draai aan (aandraaikoppel 34 tot 49 N.m).

g
3-27
i
1

E-OMDE 1000BEDRIJFSURENOF2JAAR
De hiervoor bescbreven handelingen venichten evenals dehandelingen die hierna aangegeven warden.
El - VENTILATIEFILTER CARTER VERBRANDINGSMOTOR
VERVANGEN
- De motorkap openen.
- De buitenkant van de filter zorgvuidig schoonmaken evenals zijn steun om te
voorkomen dat stof in het systeem kan doordringen.
- Draai moeren 1 los en verwijder het deksel 2.
- Verwijderde borgveer 3,verwijder filter4 en gooi deze weg samen met de afdichting
van deksel 2.
- Monteer een nieuwe afdichting op het deksel en plaats een nieuw filter (zie: 3 -
ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRUFRIEMEN).
OPMERKING: Zorgen voor de uitlijning van de afplatting van filter 4 en as 5.
- Vervang borgveer 3,sluit deksel 2 en draai detwee moeren 1 aan (aandraaikoppel
25 N.m).
E2 - BRAND5T0FTANK
£3 - ONTLUCHTER VAN DEBRAND5T0FTANK
De heftruck op een horizontaal stuk grond zetten en de motor uitzetten.
SCHOONMAKEN
VERVANGEN
Het isabsoluut verboden tetoken tijdens deze ingreep ofmet een vlam in de buurt fe komen.
Nooitproberenzelfte lessen ofandere werkzaamheden te verrichten, dit zou ontpiofTing ofbrand ten gevolge kunnen
hebben.
- Visueel en met de hand de onderdelen die lekkages zouden kunnen vertonen in
de brandstofleiding en op de tankcontroleren.
- In gevalvan lekkage uwdealer raadplegen.
- Een bak plaatsen onder deaftapdop 1endeze losdraaien.
- Verwijder devuldop 2om ervoor tezorgen dat naar behoren afgetapt wordt.
- Spoel mettien liter schone dieselolie via de vulopening 3.
- Plaats de aftapdop terug en draai aan (aandraaikoppel 72 tot 88 N.m).
- Draai de ontluchter 5 los en vervang deze dooreen nieuwe (zie: 3- ONDERHOUD:
FILTERELEMENTEN EN DRUFRIEMEN) (aandraaikoppel 5±2 N.m).
- Vul schone en gefilterde dieselolie in detank via devulopening.
- Plaats de vuldop terug.
- Zo nodig het voedingssysteem van de brandstof doorblazen (zie; 3-ONDERHOUD;
HI -VOEDINGSSYSTEEM BRANDSTOF).

E4 - VEILIGHEIDSPATROONVANDEDROGELUCHTFILTER
VERVANGEN |
- Voor hetdemonteren enhetmonteren van hetpatroon zie: 3-ONDERHOUD: D3 -
PATROON VAN DROGE LUCHTFILTER.
1
|
- Verwijder hetveiligheidspatroon van dedroge luchtfilter 1uiterst voorzichtig om I
te voorkonnen dat erstofkan ontsnappen.
I
- Het draagvlak van de afdichting in de filter meteen vochtlge, schone en niet B
plulzerlge doekschoonmaken. 1
- Alvorens tot het monteren over te gaan de goede staat van de nieuwe I
velllgheldsvulling controleren (zle: 3- ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN
DRUFRIEMEN).
- Devulling In de as van de filter steken en hem aan de rand en nIet In het midden 1
aandrukken.
OPMERKING: De perlodlcltelt van het vervangen van de velllgheldsvulling wordtter
Indlcatle gegeven. De velllgheldsvulling moet om de twee
vervanglngsbeurten van de vulling van de luchtfilter vervangen worden.
i
^
E5 - VERSNELLINGSBAKOLIE
E6- ZUIGKORF VERSNELLINGSBAKCARTER
AFTAPPEN
SCHOONMAKEN
Plaats de heftruck op een horlzontale ondergrond met de verbrandingsmotor ult en
de versnelllngsbakolle nog warm.
De afgetapte olie opeen milieuvriendelijke manierafvoeren,
OLIE VERVANGEN
- Plaats een bak onder de aftapopening 1,en onderde plaat, en draal de aftapdop 2 los.
- De peilstok 3 verwijderen en de vuldop 4 losdraalen om ervoor te zorgen dat de
olle naar behoren afgetapt wordt.
SCHOONMAKEN VAN DE ZUIGKORF
- De plaat 2 demonteren en de 0-rlng en het onderlegplaatje opzlj leggen.
- De rest van de olle aftappen.
- De sproeler verwijderen en schoonmaken met perslucht.
- Het magnetlsche gedeelte op de plaat schoonmaken.
- Het geheel opnieuw monteren en de plaat 2 vastschroeven (aandraaikoppel 18 tot
31 N.m).
OLIEVULLEN
- Plaats de aftapdop 1 terug en draal aan (aandraaikoppel 34 tot 54 N.m).
- Vul af met olle (zle: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) via de
vulopening 5 en de dop terugplaatsen.
- De verbrandingsmotor statlonair laten lopen en het correcte pell controleren bIJ
het bovenste merkteken op de peilstok 3.
- De aftapplug en de plaat op eventuele lekkage controleren.
- Zo nodig bijvullen.

E7-HYDRAULISCHE0LIE
E8- ONTLUCHTER VAN DE HYDRAULISCHE OLIETANK
E9- ZUIGKORF VAN DE HYDRAULISCHE OLIETANK
AFTAPPEN
VERVANGEN
5CH00NMAKEN
De heftruckop een horizontaal stukgrond zetten, de motor uitzetten en de mast volledig
naar achteren trekken en laten zakken.
Deafgetapteolieopeenmilieuvriendelijkemanierafvoeren.
Voor iedere ingreep de omgeving van de aftapplug en dezuigplaat op de hydraulische tankzorgvuldig schoonmaken.
OLIE VERVANGEN
- Een bak plaatsen onder de aftapdop 1 en deze losdraaien.
- De motorkap openen.
- De vergrendeling 2 van de vuldop losmaken.
- Verwijder de peildop 3 om ervoorte zorgen dat de olie naar behoren afgetapt wordt.
SCHOONMAKEN VAN DE ZUIGKORF
- Demonteer het zijiuik 4.
- Koppel de slang 5 los (voigens model).
- De inspectieklep 6 demonteren.
- Schroef de zuigkorf in de bodem van het reservoir los. Maak de zuigkorf schoon
met behulpvaneen persluchtslang en kijkofdezuigkorf noggoed is. Indien nodig
vervangen (zie; 3 - ONDERHOUD; FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
- De zuigkorf en het inspectieluikje 6 weer op hun plaats brengen.
- Sluit de slangen 5 terug aan (voigens model).
VERVANGEN VAN DE ONTLUCHTER
- Demonteerde ontluchter 7 en vervangdeze door een nieuwe(zie: 3- ONDERHOUD:
FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
- Het zijiuik 4 weer op zijn plaats brengen.
OLIEVULLEN
- Plaats de aftapplug 1 terug, na deze te hebben schoongemaakt, en draai aan
(aandraaikoppel 29 tot 39 N.m).
- Vul afmetolie (zie: 3-ONDERHOUD; SMEERMiDDELEN EN BRANDSTOF) via vulopening
Een uiterst schone bak en trechter gebruiken ende bovenkant van de oliebus voor het vullen schoonmaken.
- Oliepeil opde peilstok 9aflezen, de olie moet in hetmidden van detwee merktekens
staan.
- Deaftapdop op lekkage controleren.
- Devuldop 3 en diens moer 2 terugplaatsen.
SCHOONMAKEN VANHET HYDRAULISCH SYSTEEM
- Laat de verbrandingsmotor (gaspedaal halfopen) gedurende 5 minuten draaien.
Gebruik daarbij niets opde heftruck. Laat de motor vervolgens nogmaals 5minuten
draaien engebruik daarbij alle hydraulische onderdelen (m.u.v. destuurinrichting).
- Laat de verbrandingsmotor 1minuut op het maximale toerental draaien en activeer
vervolgens de stuurinrichting.
- Opdezemanier wordt hetsysteem gereinigd via hetoliefilter van het hydraulische
retourcircuit.

; 3-31
L.
EIO-VEILIGHEIDSRIEM
A belangrijkA
Umagingeen gevaldehefbruckgebniihen alsdevelllgheldsgordeldefectIs (bevesdging, blokkering gesdiewdeia.).
Devdilgheidsgordeionmlddeiiljkreparerenofvenmngen.
VEILIGHEIDSRIEM METTWEE ANKERPUNTEN
- De volgende punten controleren:
• De bevestiging van de ankerpunten op de steel.
• Of de riem en het vergrendelingsmechanisme schoon zijn.
• Of het vergrendelingsmechanisme naar behoren werkt.
• De staat van de riem (inkepingen, rafels).
VEILIGHEIDSRIEM MET OPROLMECHANISME ENTWEE ANKERPUNTEN
- De hierboven staande punten controleren evenals de volgende:
• Of de riem naar behoren wordt opgerold.
• De staat van de afdekplaatjes van het oprolmechanisme.
• Of het oprolmechanisme geblokkeerd worden door stevig aan de riemte trekken.
OPMERKING: Naeen ongeval, moet de veiligheidsriem vervangen worden.
CONTROLEREN
*—
0
1

Ell - OLIESNELHEIDSVERTRAGERSVOORWIELEN
AFTAPPEN
De heftruck op een horizontaal stuk grand zetten, de motor uitzetten, de olie van de
snelheidsvertragers moet nog warm zijn.
De afgetapte olieopeenmilieuvriendelijke manler afvoeren.
De olie in iedere snelheidsvertrager van de wielen aftappen en vervangen.
Aftapdop 1 op stand A zetten.
Een bak plaatsen onder de aftapdop en deze losdraaien.
De olie voiledig naar buiten laten stromen.
• De aftapopening op stand Bzetten, dat wil zeggen op peilopening.
•Vul af met olie (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) via de
peilopening 1.
• Met oliepeil is correct als de olie tegen de opening aan staat.
- Plaats de aftapdop terug en draai aan (aandraaikoppel 34 tot 49 N.m).
El2 - OLIEDIFFERENTIAALACHTERAS
AFTAPPEN
M30-4ST3B M50-4ST3B
De heftruckop een horizontaal stukgrond zetten de motor uitzetten, de differentiaalolie
moet nog warm zijn.
- Een bak plaatsen onder de aftapdoppen 1 en deze losdraaien.
- De peildop 2 verwijderen en de vuldop 3 losdraaien om ervoor te zorgen dat de
- De aftapdop 1 weer op zijn plaats brengen en aanspannen (aandraaikoppel 34 tot
- Vul afmet olie(zie: 3-ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) via vulopening
3.
- Net oliepeil is correct als de olie tegen de peilopening 2 aan staat.
- De aftapdop op eventuele lekkages controleren.
- De peildop 2 weer opzijn plaats brengen en aandraaien (aandraaikoppel 34 tot49 N.m) evenals de vuldop 3 (aandraaikoppel
34 tot 49 N.m).
El3 - OLIE SNELHEIDSVERTRAGERS ACHTERWIELEN
M30-4ST3B
M504ST3B
AFTAPPEN
De heftruck op een horizontaal stuk grond zetten, de motor uitzetten, de olie van de
snelheidsvertragers moet nog warm zijn.
De afgetapte olie op een milieuvriendelijke manier afvoeren.
- De olie in iedere snelheidsvertrager van de wielen aftappen en vervangen.
- Aftapdop 1 op stand Azetten.
- Een bak plaatsen onder de aftapdop en deze losdraaien.
- De olie voiledig naar buiten laten stromen.
- De aftapopening op stand Bzetten, dat wil zeggen op peilopening.
- Vul af met olie (zie: 3- ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) via de
peilopening 1.
- Het oliepeil is correct als de olie tegen de opening aan staat.
- Plaats de aftapdop terug en draaiaan (aandraaikoppel 34tot 49 N.m).

a
i
3-33
1

F- OMDE2000 WERKURENOF2 JAAR
De hiervoor beschreven bandelingen verrichten evenals dehandelingen die hierna aangegeven warden.
F1 - KOELVLOEISTOF
AFTAPPEN
Deze handelingen moeten uitgevoerd worden zo dikwijis als noodzakeiijk en in ieder
geval om de twee jaar als de winter in aantocht is. De heftruck op een horizontaa! stuk
grond zetten, de motor uitzetten, motor moet koud zijn.
De verbrandingsmotor bevat geen corrosiewerende elementen enmoet hethelejaardoor gevuld worden met een
mengseidotminimaal25%antlvrles opbasis van ethyieenglycol bevat.
AFTAPPEN VAN DEVLOEiSTOF
- De motorkap openen.
- Een bak plaatsen onder de rubber slang 1 van de radiator en de aftapplug 2 van
het motorblok. De rubber slang demonteren en de aftapplug losdraaien.
- De vuldop 3 van de radiator verwijderen.
- Hetkoelsysteemvolledig aftappen, controlerenop de openingen nietverstopt raken.
- De staat van de radiatorslangen en de bevestigingen controleren en de slangen
zo nodig vervangen.
- Het systeem doorspoelen met schoon water en een schoonmaakmiddel gebruiken
Indlen nodig.
VULLENVLOEiSTOF
- Plaats de slang 1en de vuldop 2 terug en draaiaan (aandraaikoppel 40 N.m).
- Het systeem volledig vullen metkoelmiddel (zie: 3- ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN
EN BRANDSTOF) via de vulopening 5 tot aan het midden van de peilstok4.
- Plaats de vuldop 3 terug.
- De motor enkele minuten stationair laten draaien.
- Controleren op eventuele lekkage.
- Het peilcontroleren en zo nodig bijvuilen.

L,
F2 - AANDRAAIKOPPEL MOEREN VANDE WIELEN
- De staat van de banden controleren op sneden, bobbeltjes, slijtage enz.
- Controleer met behulp van een momentsleutel het aandraaikoppel van de wielmoeren.
• Voonwielen: 630 N.m ±15%
• Achterwielen: 340 N.m + 15%
CONTROIIKN
F3 - AIRCONDITIONING (OPTIE)
REINIGEN-CONTROLEREN
REINIGEN VAN DE SPIRAALSLANGEN VAN DE CONDENSOR EN DE VERDAMPER (*)
REINIGEN VAN DE CONDENSAATBAK EN DE EN DE UITLAATKLEP (*)
OPVANGEN VAN DE KOELSTOF CM DE FILTER VAN DE GNTVGCHTIGERIE VERVANGEN («)
KGELSTGF BiJVULLEN EN CGNTRGLEREN VAN DETHERMGSTATISCHE AFSTELLING EN DE PRESSGSTATEN (•)
OPMERKING: Bij het openen van de verdamperunit niet vergeten de afdichting van het deksel te vervangen.
A belangrijkA
(V:(RAADPLEEG UWDEALER).
PROBEERmiTZELFEVENTUELESTORmENTEREPAREREN.NE£MCOmCTOPMETUWDEALEROIHEENaRCUlTWEEROPTELADEN.DEZ£HE£FTDEGBCHIICTE
RESERVEONDERDELEN, DETECHmCHEKENNISBjlHETBENODIGDEGEREEDSCHAP.
In geval van inademePr hetslachtofferin de open ludit brengen, zuurstoftoedienen ofdenodige kunstmatige ademhaling uhvoeren en eenartsraadplegen.
Bijcontactmetdehuiidirectmetveelwaterwassenendeverontreinigdekledinguitdoen.
Bijcontactmetdeogen, gedurende 15minuten methelder waterspoelen en eenarts raadplegen.
- Het circuit mag in geen geval worden geopend, daar dit leidt tot veriies van het koelmiddel.
- Het koelcircuit bevat een gas dat onder bepaalde omstandigheden gevaarlijk kan zijn. Ditgas, koelmiddel R-134a, is
kleurloos, reukloos en zwaarder dan lucht
- De compressor beschikt over een peilstokvoor controle van het oliepeil. Draai deze peilstoknooit los,daar dit de installatie
zou ontladen. Het oliepeilwordt alleen gecontroleerd als het circuit wordt geleegd en opnieuw gevuld.
rry
O
§
5
%
j 3-35

G - SPECIAAL ONDERHOUD
G1 - VOEDING55YSTEEMBRANDSTOF
Deze ingrepen moeten in de volgende gevailen verrlcht worden:
• Ais een component van het voedingssysteem vervangen.
• Ais de tank wordt afgetapt.
• Lege tank.
DOORBLAZEN
Alle contact met brandstofonder hoge drukisgevaarlijk voor diepgaande doordringing In de buid enbrandmnden,
Brandstohtralen onder hoge druk kunnen brand.
Hetmetnaleven van deinstructies voor controle enonderhoudkan aanleiding geven toternstige verwondingen.
Nooit tussenkomen Inbetbogedrukclrcult,
Hetmetnaleven vandezeInstructle kanaanleiding geven toternstige scbade aandemotor.
De bogedrukzljde van bet brandstofsysteem mag enkel worden afgesteld en gerepareerd door erkende technlcl metde gescblkte opieldlng.
Controleren ofer voidoende brandstof in de tankzit en dan de doorspoeling in de hierna aangegeven voigorde verrichten;
- De motorkap openen.
- Controleer de staat van het circuit van de brandstofvoeding.
- Druk 80 keer ophandpomp 1om delucht uit het lagedrukcircuit teverwijderen.
- De motor is nu klaar om te starten.
- De verbrandingsmotor onmiddellijk na het doorspoeien van het brandstofsysteem 5minuten stationair iaten draaien
om te controleren ofdeinspuitpomp we! naar behoren doorgespoeld is.
OPMERKING: Ais de motor even goed draait endaarna stopt ofhapert, hetiage druk systeem op iekken controleren.
in gevai van t\wijfei uw dealer raadpiegen.

G2 - ROETFILTER "GEPARKEERDE HEFTRUCK"
REGENERATIE
LatBSf,*'''
De regeneratie van de roetfilter is een geautomatiseerde procedure, die door de bediener mrdtopgestartnode
weergave van devolgende controlelampjes:
1'iiite
- Parkeer de vorkheftruck op een veilige en voldoende geventileerde plaats.
• watertemperatuur verbrandingsmotor boven de 70°C,
• gaspedaal gelost,
•controlelampje hoge temperatuur uitlaatgassen
uitgedoofd.
- Contrcleerof het brandstofpeil voldoende Is.
-Start de vorkheftruck, en laat de motor een paar minuten draaien om deze op de bedrljfstemperatuur te brengen.
- Druk gedurende meer dan twee seconden op de bovenzijde van schakelaar 1om de regeneratieprocedure te starten.
-De controlelampjes=#+gaan uit. Het opiichten van het controlelampjeAj'en een geluldsslgnaal bevestlgen het
sBrten de procedure voor het regenereren van de roetfilter"geparkeerde heftruck" Anders gaan de controlelampjes
-n-O* ir'tSn
_3 + opnieuw aan, vergezeld van een geluidssignaal. Controleer de instellingen van de heftruck, en raadpleeg
zo nodig uw dealer. r- a
- Tijdens deprocedure wordt het motortoerental geregeld bij 2000 tr/min.
Deregeneratieprocedureroetfiitermagenkelbijhoogdringendheidwordenonderbroken.
Hetproces stopt automatisch als de bediener;
•op hetgaspedaal drukt,
•de versnelling vooruit ofachteruitselecteert,
•ofde handrem losmaakt.
-De duur van de regeneratie van de roetfilter varleert (tussen 15 tot 30 minuten) volgens diverse criteria zoals:
• het vervuilmgsniveau van de filter,
• de omgevingstemperatuur,
. de brandstofkwalitelt en het type motorolie van de verbrandingsmotor
. het aantal verzoeken voor automatlsche regeneratie van de roetfilter dl'e eerder zijn geannuleerd.
-Het motortoerental keert terug naar het normaal toerental om het einde van de procedure aan te geven.
teonderbreken.

63 - WIEL
VERVANGEN
Alshetwiel opdeopenbare weg meetwarden verwisseld, beveilig dandeomgeving vandeheftruck;
- Indien mogelijk de heftruck op een stevig en horizontaal vlak plaatsen.
- De heftrucktot stilstand brengen (zie; 1 - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN: INSTRUCTIES METBETREKKINGTOT HET RIJDEN
ONBELAST EN MET EEN LADING).
- De waarschuwingslichten ontsteken.
- De heftruck in beide richtingen stutten op de as die tegenover het wiel dat moet worden verwisseld staat.
- De moeren van het wiel dat verwisseld moet worden losdraaien totdat ze zonder moeite verwijderd kunnen worden.
Wij raden u aan voordeze ingreepeen hydraulische krik te gebruiken van MANITOU
I
- De krikonderde achteras plaatsen, zo dicht mogelijk bij het wiel en de krikafstelien.
- Opkrikken totdat het wiel niet meer in contact met de grond is en de verticale stut '
- De wielmoeren helemaal losdraaien en ze verwijderen.
- Het wiel losmaken mbv heen- en weerbewegingen en het naar de zijkant rollen.
- Het nieuwe wiel op de naaf schuiven.
- De moeren met de hand aandraaien, ze zo nodig smeren. HilillP
- De verticale stut verwijderen en de heftruck met de krik laten zakken. f
- De wielmoeren aandraaien mbv een dynamometrische sleutel (zie: 3 - ONDERHOUD: ^
F - OM DE 2000 WERKUREN OF 2 JAARwat betreft de aandraaikoppel).
VOORWIEL
Wij raden uaan voor deze ingreep een hydraulische krik te gebruiken van MA
referentie 505507 endeverticale stutvan MANITOU referentie 554772.
- De krik onder de stut van de as plaatsen, zo dicht mogelijk biJ het wiel, de
-Opk^ken totdat het wiel niet meer in contact met de grond is en de verticale stut
onder het chassis plaatsen.
- De wielmoeren helemaal losdraaien en ze verwijderen.
- Het wiel losmaken mbv heen-en weerbewegingen en het naar ezij an ro en.
- Het nieuwe wiel op de naaf schuiven.
- De moeren met de hand aandraaien, ze zo nodig smeren.
- De verticale stut verwijderen en deheftruck met de krik laten zakken.
- De wielmoeren aandraaien mbv eendynamometrische sleutel (zie. 3- ONDERHOUD.
F- OM DE 2000WERKUREN OF 2 JAAR wat betreftde aandraaikoppel).

64 - VOORLICHTEN
BIJSTELLEN
AANBEVELING MET BETREKKING TOT DE AFSTELLING
(volgensnorm ECE-76/756 76/761ECE20)
Bijstelling van -2% van de bundel van de dimlichten ten opzichte
van de horizontale as van de schijnwerper.
AFSTELLINGSPROCEDURE
- Zet de heftruck onbelast in de transportstand tegenover een
ili
|
i
t _
witte muur op een vlakke horizontale ondergrond.
- Controleer de druk van de banden (zie: 2 - BESCHRIJVING:
VOOR-ENACHTERBANDEN). ,
- Zet de rijrichtingschakelaar in de vrije stand.
h2 = h1 -(1x2/100)
\F
BEREKENING VAN DE HOOGTE VAN DE BUNDEL VAN DE DIMLICHTEN (H2)
• hi = Hoogte van het dimlicht ten opzichte van de grond.
• h2 = Hoogte van de afgestelde bundel.
• I = Afstand tussen het dimlicht en de witte muur.
GS - ACCUSTORING
VERVANGEN
Activeerdeaccuonderbreker minstens 30secondenna het uitschakelen vanhet elektrischcontactmet de
contactsleutel.
De bantering en hetonderhoud van een accu kan gevaarlijkzijn. Neem de volgende voorzorgsmaatregelem
-Draag eenveiligheidsbril
•De accu altijdhorizontaalzetten bij bantering,
-Niet token tijdens de werkzaamheden ofdeze in denabijheid van een vlam uitvoeren.
•Zorgervoordatderuimtevoldoendegeventileerdis.
-Mocht erelektrolyt op de buidofinde ogen opspatten, IS minuten fang overvloedig spoelen met koud water en een
artsraadplegen,
- Het beschermingscarter 1 verwijderen.
- Een hulpaccu van hetzelfde type alsdie van de heftruck en de accukabels aanvoeren.
- De hulpaccu aansluiten en hierbij de polariteitaanhouden (-) (-i-).
- Start de heftruck en verwijder de kabels zodrade verbrandingsmotor draait.
- Accu 2 vervangen.

SLEPEN
De heftrvck nietslepen meteen snelbeid hoger dan25km/u.
- De hendel voor het omzetten van de rijrichting in de vrije stand zetten (naar geiang model de heftruck).
- De parkeerrem ioszetten.
- De waarschuwingslichten ontsteken.
- Aangezien de besturing en het remmen niet meer hydraulisch bekrachtigd worden, deze bedieningsorganen langzaam
maar stevig activeren. Vermijdt piotselinge bewegingen en stoten.
G7-HEFTRUCK
BEVESTIGEN
Rekening houden met de ligging van het zwaartepunt van de
heftruck tijdens het hijsen.
A=1204mm B = 785 mm M30-2ST3B
A=1204 mm B = 785 mm IV130-4ST3B
A = mm B = mm M5D-2ST3B
A = 1245 mm 8 = 875 mm M50-4ST3B
Plaats de haken steken in de hiervoor bestemde
bevestigingspunten 1.

G8 - HEFTRUCKOPEENPLATFORMWAGEN
VERVOEREN
Voorbetladen van de heftruck controieren aide velligheidsvoorschriften met betrekking totbetvervoenplatform
naar beboren zijn toegepast en controieren ofde bestuurder van bet transportmiddel op de boogteisgesteld van de
afmetingen enbetgewicbt van debeftruck (zie:2 -BESCHRIJVING: KARAKTERISTIEKEN),
Controieren ofde afmetingen en bet draagvermogen van betplatform toereikendzijn voorbet vervoer van de
beftruck.
Eveneens de toelaatbare aanrakingsdruk opde grand van betplatform ten opzicbte van de beftruck controieren.
Wat betreftdebeftrucks voorzien van turbocompressor motoren, de uitlaat dicbt maken om tevoorkomen datde as
van de turbozandersmeringzalgaan draaien tijdens de verplaatsing.
LADEN VAN DE HEFTRUCK
- De wielen van de platformwagen blokkeren.
- De laadbruggen van deplatformwagen onder een zo klein mogeiijke hoek installeren
om de heftruck op de wagen te kunnen rijden.
- De heftruck parallel ten opzichte van het platform zetten.
- Deheftruck tot stilstand brengen (zie: 1-VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN- INSTRUCTIES
MET BETREKKING TOT HET RIJDEN ONBELAST EN MET EEN LADING).
HEFTRUCK VASTZETTEN
- Bevestig destutten ophet platform aan devoor- en achterzijde van iedere band.
- Bevestig de stutteneveneens op hetplatform aande binnenkantvan iedere band.
- Snoer de heftruck vast ophet platform met voldoende stevige touwen. Ga aan de
voorzijde van de heftruck over de articulatiebeugels 1, en aan de achterzijde over
de trekspil 2 en over de bevestigingspunten 3.
- Breng de spanners aan.

647122NL (OJ/02/2023

4-OPTIONELE
TOEBEHOREN
VOOR DEZE
REEKS
5
§
e

64712m (01/02/207^1

INHOUDSOPGAVE
4 - OPTIONELE TOEBEHOREN VOOR DEZEREEKS
INLEIDING
TECHNISCHEKARAKTERISTIEKEN VANDE TOEBEHOREN M30-2ST3B M30-4ST3B 6
TECHNISCHEKARAKTERISTIEKEN VAN DE TOEBEHOREN M50 2 ST3B i504Sr3B 10
BESCHERMING VANDE TOEBEHOREN 13
rn
0
1
i
4-3

I I:

INLEIDING
- De heftruck moet gebruikt worden met een onder uitwisselbare uitrusting. Deze uitwisselbare uitrustingen worden
genoemd:TOEBEHOREN.
- Eenbrede reeks speciaal ontworpen toebehoren die perfect geschlkt zijnvoor uw heftruckisbeschikbaarmet garantie
bij MANITOU.
A belangrukA
Uitsluitendde doorMANITOUgoedgekeurde toebehoren mogen op de heftrudrgebrviktworden
(zie;4-0mN£LET0EBEH0RENV00RDEZEREEIS:TEaiNISCH£KARAmRISnEKENVANDET0EBEH0m.
Deaansprakelljldielddevandeconstructeurzalnletingeroepenkunnenwordenlnhetgevalhettoebehorenbuitenajnwetenwordtgemja^ofaangepost
•Detoebehoren wordengeleverdmet een lastplaataangepast aan uw heftruck. Dehandleiding vande lastpiaat moeten
worden opgeborgen op de hiervoor voorziene plaatsen inde heftruck. Deinde handleiding beschreven voorschriften
zijn pas kracht op de standaard toebehoren.
A belangrukA
toebehoren.
- Bepaalde, bijzondere, toepassingen benodigen een aanpassingvan het toebehoren dat niet inde optiesgetarifeerd.
Meerdere mogelijkheden staan opditgebied tot uw beschikking, raadpleeg uw dealer.
HIJSLAST
A belangrukA
De manlpulatie van een hijslastmoet VERPLICHTwwden ultgevoerdmeteen hefburkdie hl&rvooris vomzien
(ne;1-VEIU6HEiDSV00RSCHRIFTEN:INSTRUCTIESV00RLADmBEHANDEUN6:H-HETmJSEN£NNEERZEmNVANEENHUSLAST).
1
1
$
4-5

TECHNI5CHE KARAKTERISTIEKENVANDE TOEBEHOREN
M30-2ST3B
M30-4ST3B
GENORMALlSEERD SCHUTBORD METZUVERSCHUIVER
*:Tweevoudige MastVolledig Zicht
** :Tweevoudige MastVrije Hefhoogte
***: Drievoudige MastVrije Hefhoogte
****: Drievoudige Mast ZonderVrije Hefhoogte
TDL100E-SS-B686-1470 TDL100E-SS-E089-17S0 TDL100E-SS-E160-2000
REFERENRE 570218* 570073* 570074*
570166** 570167** 570168**
570169*** 570170*** 570171***
570163**** 570164**** 570165****
Nominale capaciteit 3000 kg 3000 kg 3000 kg
Zijdelingse verplaatsing 2x100 mm 2x100 mm 2x100 mm
Breedte 1470 mm 1750 mm 2000 mm
Gewicht 192 kg 219 kg 240 kg
genormaliseerdevork
REFERENRE 415727 415729
Doorsnede 125 x 40x1200mm 125x 45x1200 mm
Gewicht 74kg 79kg
laststeun
REFERENRE
Breedte
Gewicht
555325
1470 mm
41kg
570113
1750 mm
46kg
570114
2000 mm
51kg
4-6
I
1
§

GRONDVERZETBAK
SP50030NADS3
SP50030NLADS3
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Breedte
Dents
Gewicht
741444
500L/900kg
1648 mm
4
420 kg
741446
50017900 kg
2022 mm
6
450 kg
GRONDVERZETBAK
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Breedte
Dents
Gewicht
SP70040NADS2
751454
700L/1260kg
2110mm
6
630 kg
SP100040NLADS2
751459
1000171800 kg
2210 mm
6
715 kg
SCHUIFBAK
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Breedte
Gewicht
SP50030NSD
570278
50017900 kg
1648 mm
420 kg
SP50030NLSD
570280
50017900 kg
2022 mm
450 kg
SCHUIFBAK
SP50030NSD
5P50030NLSD
f £\
\
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Breedte
Gewicht
570278
500L/900kg
1648mm
420 kg
570280
50017900 kg
2022 mm
450 kg
rj)
landbouwbak
BA1000S230N
BA1500S230N
BA2000S230N
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Breedte
Gewicht
751466
1000171200 kg
2022 mm
480 kg
751467
1500171800 kg
2022 mm
610 kg
751468
2000172000 kg
2022 mm
700 kg
rn
10
§
I
4-7

•a,
GRAAN- EN MEStBAK
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Breedte
Gewicht
BCE150040N
751469
2000L/2400kg
2100 mm
775 kg
BCE200040N
751471
2000L/2400kg
2100 mm
870 kg
I
§
4-8
I

BETONBAK (KAN OPVORKWORDEN GEMONTEERD)
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Breedte
Gewicht
BB500S4
654409
5001/1300 kg
1100 mm
205 kg
BETONBAK MET STORTGOOT (KANOP VORKWORDEN GEMONTEERD)
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Breedte
Gewicht
BBG500S4
654411
5001/1300 kg
1100 mm
220 kg
STORTBAK (KAN OP VORKWORDEN GEMONTEERD)
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Gewicht
GL300S2
174371
3001/725 kg
150 kg
GL40052
174372
4001/969 kg
166 kg
HYDRAULISCHE KITVOOR OPENING VAN GOOT
REFERENTIE 653750
STORTBAK (KAN OP VORKWORDEN GEMONTEERD)
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Gewicht
GL600S2
174373
6001/1440 kg
290 kg
GL800S2
174374
8001/1920 kg
325 kg
HYDRAULISCHE KITVOOR OPENING VAN GOOT
REFERENTIE 653750
STORTBAK (KAN OP VORK WORDEN GEMONTEERD)
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Gewicht
GL1000S2
174375
10001/2440 kg
360 kg
GL150052
174376
15001/3591 kg
409 kg
HYDRAULISCHE KITVOOR OPENING VAN GOOT
REFERENTIE 653750
1
I
4-9

TECHNISCHEKARAKTERiSTlEKEN VANDETOEBEHOREN
lt/IS0-2ST3B
M504ST3B
GENORMALiSEERD SCHUTBORD MET ZUVERSCHUiVER
* :Tweevoudige MastVolledig Zicht
** :Tweevoudige MastVrije Hefhoogte
TDLSON1670
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Ziidelingse verplaatsing
Breedte
Gewicht
752187*
572070**
4500 kg
2x100 mm
1670 mm
360 kg
TDL SON2000
752188*
572072**
4500 kg
2x100 mm
2000 mm
415 kg
GENORMALISEERDEVORK
REFERENTIE
Doorsnede
Gewicht
415499
150x60x 1200mm
138 kg
415746
125x40x1200 mm
70kg
LASTSTEUN
REFERENTIE
Breedte
Gewicht
572788
1670 mm
56kg
572790
2000 mm
63 kg
TWEEVOUDIG GENORMALISEERD SCHUTBORD MET ZUDELlNGSE VERPLAATSING
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Zijdelingseverplaatsing
Breedte
Gewicht
DOUBLETDLA50N
572404
2x2500 kg
2x150/100 mm
2x985 mm
2x165kg
I II
•10

GRONDVERZETBAK
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Breedte
Dents
Gewicht
SP70050NADS2
751455
7001/1260 kg
2110 mm
6
605 kg
SP100050NLADS2
751460
1000L/1800kg
2210 mm
6
690 kg
SCHUIFBAK
SP70050NSD
SP100050NSD
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Breedte
Gewicht
751453
700L/1260kg
2100 mm
5800 kg
751457
1000L/1800kg
• 2200 mm
665 kg
LANDBOUWBAK
BA1000 52 SON
BA1500S230N
BA2000 52 SON
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Breedte
Gewicht
751466
10001/1200 kg
2022 mm
480 kg.
751467
15001/1800 kg
2022 mm
610 kg
751468
2000L/2000kg
2022 mm
700 kg
GRAAN- EN MESTBAK
REFERENTIE
Nominale capaciteit
Breedte
Gewicht
BCE150050N
751470
1500L/1800kg
2100 mm
750 kg
BCE200050N
751472
2000L/2400kg
2100 mm
845 kg
BCE250050N
751474
2500L/3000kg
2100 mm
925 kg
1
I
•11

STORTBAK (KAN OP VORKWORDEN GEMONTEERD)
referentie
Nominale capaciteit
Gewicht
GL600S2
174373
6001/1440 kg
290 kg
hydraulische kitvooropeningvangoot
REFERENTIE 653750
GL800S2
174374
8001/1920 kg
325 kg
STORTBAK (KAN OP VORK WORDEN GEMONTEERD)
REFERENRE
Nominale capaciteit
Gewicht
GL100052
174375
10001/2200 kg
325 kg
hydraulischekitvooropening vangoot
REFERENTIE 653750
GL150052
174376
15001/3300 kg
375 kg
lill
(ft
Hkl'
,
-12

BESCHERMING VANDE TOEBEHOREN
BESCHERMING VAN DE VORK
REFERENTIE 227801
BESCHERMINGVAN DE BAK
JGesaltijd voor een besdtermin
REFERENTIE
Breedte
REFERENTIE
Breedte
REFERENTIE
Breedte
Breedte
REFERENTIE
206734
1375 mm
235854
1850mm
223771
2050 mm
206099
2250 mm
206732 206730
1500 mm 1650 mm
206728 206726
1950 mm 2000 mm
223773 206724
2100 mm 2150 mm
206722 223775
2450 mm 2500 mm
^*1
0
1
1
4-13

Impression a 100% sur papier recyeie
I .•t;\