Rotterdam Enery Port 2016
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Een productie van<br />
7E EDITIE<br />
DONDERDAG 27 OKTOBER <strong>2016</strong><br />
THEATER DE STOEP SPIJKENISSE<br />
WWW.ROTTERDAMENERGYPORT.NL
2
3<br />
ROTTERDAM<br />
ENERGY<br />
PORT <strong>2016</strong><br />
Ruim honderddertig bezoekers waren donderdag 27 oktober afgekomen<br />
op het congres <strong>Rotterdam</strong> Energy <strong>Port</strong>, dat voor de zevende maal werd<br />
gehouden. De locatie van het congres was dit keer Theater de Stoep<br />
in Spijkenisse. Onder leiding van de bij Deltalinqs binnenkort echt<br />
afzwaaiende Cees Jan Asselbergs doken sprekers en publiek in de onderwerpen<br />
energietransitie, warmterotonde, power to products en ketensamenwerking.<br />
Meestal vriendelijk maar soms streng voelde Asselbergs de sprekers aan de tand.<br />
“Waarom ben jij het de hele tijd met iedereen eens?”
4
5<br />
DE NIEUWE<br />
ECONOMIE IN<br />
DE HAVEN<br />
Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus Universiteit, houdt er<br />
uitgesproken opvattingen over de energietransitie op na. In een razendsnelle<br />
‘elevator pitch’ houdt de professor de <strong>Rotterdam</strong>se haven een spiegel voor. Soms<br />
schuurt dit beeld met de opvattingen zoals die nu in de haven bestaan. Rotmans<br />
lijkt echter weinig twijfel te kennen. “Dit is logisch toch?”
6<br />
Het is een positieve noot,<br />
waarmee Jan Rotmans zijn<br />
presentatie begint. Hij<br />
zegt zich al dertig jaar met<br />
energietransitie bezig te houden en zich<br />
over de vraag te buigen hoe bedrijven<br />
mee te krijgen. “Deze week deden een<br />
kleine veertig bedrijven een oproep aan<br />
de overheid om snelheid te betrachten<br />
met de energietransitie. Dat noem<br />
ik een kantelend tijdperk. Het is een<br />
mooi teken. Eerst was dit namelijk een<br />
overheidsgedreven traject.”<br />
De hoogleraar gaat nog wat verder terug<br />
in de tijd. Naar de negentiende eeuw,<br />
toen er grote havens en fabrieken in<br />
<strong>Rotterdam</strong> werden gebouwd. “Op dat<br />
moment was daar geen breed draagvlak<br />
voor. Mensen zagen het vooral als<br />
een financieel risico dat hiermee werd<br />
genomen. Maar dankzij de haven explodeerde<br />
de stad. Zo werken transities.<br />
Deze vinden plaats doordat sommige<br />
mensen dingen zien die anderen niet<br />
zien. Soms verloopt het traag en dan<br />
weer snel.” Rotmans stelt dat bedrijven<br />
met een proactieve houding, die een<br />
nieuw verdienmodel durven te omarmen,<br />
het beste uit een transitieperiode komen.<br />
“Voor afwachtende bedrijven geldt dat<br />
niet, die zijn ten dode opgeschreven”,<br />
aldus Rotmans.<br />
De voorbije periode heeft Rotmans<br />
gewerkt aan een roadmap voor de<br />
nieuwe economie. Het rapport moet nog<br />
officieel worden gepresenteerd, maar de<br />
aanwezigen in Spijkenisse krijgen vast<br />
een voorproefje op het stuk gepresenteerd.<br />
De professor schetst het beeld van<br />
een toekomstige economie, die niet uit<br />
één deel bestaat maar is opgebouwd uit<br />
een circulaire, deel-, digitale, bio-, robot-<br />
en makereconomie. “Ik zou willen dat<br />
ik net als mijn zoon nog twintig was”,<br />
zegt hij enthousiast. “We staan voor een<br />
ongehoorde transitie, bijvoorbeeld van<br />
massa- naar maatproductie. Of neem<br />
het slepen met grondstoffen, wat we nu<br />
nog doen. De circulaire economie gaat<br />
het uitgangspunt van havens drastisch<br />
veranderen.”<br />
“Als er een beter plan is dan hoor ik het<br />
graag”, zegt Rotmans ietwat uitdagend<br />
over zijn eigen roadmap. Om dan het<br />
tempo hoog te houden en te kijken naar<br />
hoe de haven zich op de naderende en<br />
zich al inzettende veranderingen kan<br />
voorbereiden. “Het potentieel is aanwezig”,<br />
stelt hij vast. “Alles is in huis, maar<br />
dit wordt onvoldoende benut. We zullen<br />
meer moeten samenwerken, opschalen<br />
en ondernemen.”
7<br />
Hij laat een kaart van de <strong>Rotterdam</strong>se<br />
haven zien, waar de petrochemische en<br />
fossiele industrie met grote zwarte stippen<br />
is aangeduid. “Deze activiteiten zijn<br />
eindig. Het kenmerk van een transitie is<br />
dat het uit afbraak en opbouw bestaat.<br />
Het zou mij niets verbazen wanneer over<br />
tien jaar vier van de vijf raffinaderijen<br />
in <strong>Rotterdam</strong> dicht zijn. En vergis je<br />
niet, de transitie verloopt sneller dan je<br />
denkt. Financiële markten zien ‘fossiel’<br />
nu al als een risico. Massa en volume<br />
waren voldoende in het verleden. Genoeg<br />
om <strong>Rotterdam</strong> te doen uitgroeien<br />
tot de grootste haven ter wereld, maar<br />
inmiddels leggen wij het af tegen China.<br />
We moeten dus slimmer worden, data<br />
gaan verplaatsen in plaats van goederen.<br />
We moeten een groene haven worden,<br />
met biomassa-terminals, en verbindingen<br />
zoeken tussen oud en nieuw. Ook<br />
moet er ter plaatse meer waarde worden<br />
toegevoegd.”<br />
geïnvesteerd, maar die ook banen zullen<br />
opleveren. “Er is een mentale sprong<br />
nodig. Voor het publieke belang zullen<br />
bedrijven over hun schaduw heen moeten<br />
springen. Wil de haven in transitie<br />
geld blijven verdienen, dan dient de<br />
nieuwe economie te worden ontwikkeld.<br />
Daarvoor zijn heldere keuzes nodig; anders<br />
is het niet vol te houden. Voor het<br />
havenbedrijf zie ik een rol als proactieve,<br />
leidende ketenregisseur weggelegd.”<br />
Rotmans krijgt de vraag voorgelegd wat<br />
hij vindt van de warmterotonde, die in<br />
Zuid-Holland moet worden aangelegd.<br />
“Een prima idee”, zegt hij aanvankelijk.<br />
Om er aan toe te voegen: “Maar over<br />
tien jaar zal de warmterotonde volledig<br />
achterhaald zijn door lokale energieopwekking.<br />
We zullen er dan om moeten<br />
lachen. De warmterotonde is een oplossing<br />
voor de situatie van twintig jaar<br />
geleden. Wanneer we die gaan bouwen is<br />
dat de blunder van de eeuw.”<br />
De hoogleraar neemt vervolgens de<br />
kolencentrales op de korrel, volgens hem<br />
symbolen van een oude tijd. “Ze moeten<br />
weg. Wel dienen deze bedrijven een fatsoenlijke<br />
schadevergoeding van de overheid<br />
te krijgen, die er immers mee heeft<br />
ingestemd dat ze er moesten komen. Dat<br />
is een verkeerde inschatting geweest. Ik<br />
denk dat de energiebedrijven de helft tot<br />
tweederde van hun investering van de<br />
overheid als schadevergoeding zouden<br />
moeten ontvangen. Dat is logisch toch?”<br />
Concluderend stelt Rotmans: “We<br />
moeten nú in energietransitie investeren,<br />
want anders besta je over vijftien jaar<br />
niet meer. Kijk naar Kodak, de fabrikant<br />
van analoge filmrolletjes. Zij hebben zelf<br />
onderzoek gedaan naar digitale fotografie,<br />
maar zagen er, ondanks het enthousiasme<br />
van de eigen ingenieurs, toch niets<br />
in. Binnen tien jaar was het afgelopen.”<br />
Zijn laatste sheet leest hij hardop voor:<br />
“Iedereen zei dat het onmogelijk was,<br />
totdat iemand langs kwam die dat niet<br />
wist. Zo iemand ben ik.”<br />
Hoewel de koerswijziging radicaal van<br />
aard is, denkt Rotmans dat dit in kleine<br />
stapjes zal verlopen. Hij schetst vijf transitiepaden,<br />
waarin fors - bij elkaar zo’n<br />
honderd miljard euro - dient te worden
8
9<br />
BUSINESSKANSEN<br />
IN DE TRANSITIE<br />
Manon Janssen is boegbeeld van de Topsector Energie.<br />
Jaap Hoogcarspel is clustercommissaris. Beide sprekers zijn<br />
bezig om de energietransitie zoveel mogelijk te bevorderen,<br />
door partijen bij elkaar te brengen en verbindingen te<br />
leggen. Beiden leggen daarbij een verschillend accent.<br />
Manon Janssen is in het in het dagelijks<br />
leven ceo van Ecorys, een groot<br />
internationaal consultancybureau.<br />
Boegbeeld zijn van de Topsector<br />
Energie vereist een helikopterblik op de veelvormige<br />
problematiek. De topsector is verdeeld in een aantal<br />
thema’s, de TKI’s (topconsortia kennis en innovatie).<br />
Er zijn TKI’s voor wind op zee, urban energy, energie<br />
en industrie, gas, en biobased energy. Janssen: “Wij<br />
willen verbinden. Ik ben er zeker van dat nu partijen<br />
met elkaar aan tafel zitten die dat anders niet gedaan<br />
zouden hebben.” De TKI’s hebben allemaal een<br />
betrekkelijk concreet actieprogramma.<br />
De andere co-referent, Jaap Hoogcarspel, is clustercommissaris<br />
voor het industriecomplex <strong>Rotterdam</strong>-Moerdijk.<br />
Hoogcarspel was directielid van Air<br />
Liquide. Zijn opdracht is de bedrijven te ondersteunen<br />
om in gezamenlijkheid hun huidige activiteiten te<br />
optimaliseren en tegelijkertijd de transitie naar meer<br />
biobased, circulair en hernieuwbaar te versnellen.<br />
“De Topsector Energie kent, behalve de specifieke<br />
TKI’s, ook meer horizontale thema’s”, zegt Janssen.
10<br />
“Er is een human-capitalagenda, er is een thema rond<br />
systeemintegratie, dat zijn als het ware enabling thema’s<br />
die randvoorwaarden bevorderen.”<br />
Hoogcarspel benadrukt dat de activiteiten om de<br />
energietransitie in de haven te bevorderen niet een<br />
kwestie van geld alleen is. “Men denkt wel eens dat wij<br />
een pot geld ter beschikking hebben, waaruit men kan<br />
putten voor projecten. Dat is niet het geval. Wij willen<br />
aanjagen, samenbrengen, stimuleren.”<br />
Er zijn in de haven, ze zullen verderop deze middag<br />
nog meermaals aan de orde komen, projecten die al<br />
in een concreet stadium zijn, zowel op het gebied van<br />
bioraffinage, de stoominfrastructuur, het chloorcluster,<br />
de afvalwaterzuivering, CO2-beheersing.<br />
Hoogcarspel: “Het is goed dat de overheid nu de<br />
CO2-emissiereductie als uitgangspunt heeft genomen<br />
in plaats van de term ‘duurzaamheid’. Er zijn immers<br />
ook niet per se duurzame manieren om CO2 te verminderen<br />
mogelijk. Wat nog belangrijker is: het scepticisme<br />
is weg. Iedereen is het nu eens over het doel.”<br />
Janssen beaamt dit en noemt het een belangrijke stap:<br />
“We hoeven niet meer te discussiëren over de vraag<br />
óf. We weten het doel. Het is toe te juichen dat we<br />
allemaal de stip op de horizon zien, maar er is nog geen<br />
duidelijke roadmap.” Hoogcarspel: “We zouden een<br />
zeer concreet actieplan moeten hebben, waarin wordt
11<br />
geformuleerd wat we doen bijvoorbeeld per vijf jaar,<br />
en wat daarvan het gevolg is.” Janssen: “Dat wordt niet<br />
één roadmap, want er is niet één manier om het doel te<br />
bereiken, we hebben verschillende raodmaps nodig.”<br />
Hoogcarspel toont een aantal van de deelactieplannen.<br />
Jan Rotmans, zie eerder in dit magazine, is over sommige<br />
ervan niet enthousiast. De warmterotonde noemt<br />
hij achterhaald, want we gaan naar een systeem waarin<br />
lokaal energie wordt opgewekt voor lokaal gebruik.<br />
Hoogcarspel: “Ook als we van het gas afgaan, laten we<br />
dan alsjeblieft de gasleidingen laten liggen, je weet niet<br />
wat we daar ooit nog aan hebben.”<br />
Dat kan nuttig zijn: een oude leiding wordt nu door<br />
OCAP gebruikt om CO2 naar de glastuinbouw te<br />
brengen. Maar Rotmans is opnieuw onverbiddelijk:<br />
“Wat gaan we daar dan door transporteren? Waterstof?<br />
Te gevaarlijk. Biogas? Te veel een niche.”<br />
Waar is men het over eens? Dat in 2050 alle energie<br />
komt van zon en wind. Janssen: “Maar de vraag is<br />
welke stappen we moeten nemen. Waarschijnlijk is gas<br />
de transitiebrandstof...” (“Nee, nee”, zegt Rotmans,” dat<br />
is een verkeerd mantra.” “Moest jij niet om drie uur in<br />
Delft zijn?”, vraagt gespreksleider Cees Jan Asselbergs.)<br />
Hoogcarspel besluit met een oproep, die recht doet<br />
aan een zeer belangrijke factor: leiderschap. “Dit is een<br />
kolossale taak. Doe mee. We hebben flink wat te doen.<br />
Het gaat nu niet snel genoeg.”
12<br />
Warmterotonde<br />
‘DIT IS NIET HET<br />
EINDPLAATJE’<br />
Een breed veld aan bedrijven en overheden werkt aan de totstandkoming van de warmterotonde.<br />
Hierdoor kan industriële restwarmte naar verschillende locaties in Zuid-Holland worden vertakt.<br />
Vertegenwoordigers van leveranciers, afnemers en overheid vertellen over hun verwachtingen van<br />
het netwerk. “We willen niemand uitsluiten.”<br />
De steen die Jan Rotmans aan het begin<br />
van de middag in de spreekwoordelijke<br />
vijver gooide deint een uur later nog<br />
na. Rotmans zette de warmterotonde<br />
weg als een blunder, als een ouderwetse oplossing.<br />
Zonder al te veel woorden aan deze kwalificaties vuil te<br />
maken, neemt Hans Schoenmakers, director corporate<br />
affairs Uniper Benelux, hier toch stelling tegen. “De<br />
warmterotonde is een logische en noodzakelijke<br />
stap. Energiebesparing in de industrie is een lastig<br />
verhaal, want het ontbreekt aan infrastructuur voor<br />
het uitwisselen van restwarmte”, stelt hij. Het is zaak<br />
een groot aantal aanbieders erop aan te sluiten, vindt<br />
hij. “Er valt zo immers veel winst te halen op het<br />
gebied van emissiereductie. Niet alleen CO2, ook<br />
kunnen zo de NOx-emissies omlaag worden gehaald.<br />
Een ander voordeel is dat de warmterotonde andere<br />
duurzaamheidsinitiatieven kan helpen.”<br />
Volgens Schoenmakers dient aan een aantal randvoorwaarden<br />
te worden voldaan, wil de warmterotonde<br />
succesvol zijn. Hij somt op: “Wat nodig is, zijn een<br />
competitieve markt, infrastructuur en regie. Je hebt met<br />
dertig partijen te maken, wier neuzen dezelfde kant op<br />
moeten komen te staan. Bij offshore wind is dit goed<br />
gedaan, waarbij de overheid tenders als instrument<br />
heeft gebruikt.” Ook heeft hij nog een persoonlijke<br />
noot: “Uniper wil een rol spelen in de warmterotonde.<br />
Laten wij echter wegblijven bij de bronnendiscussie.<br />
Fossiele warmte is nodig om de zaak op gang te brengen.<br />
Dit is niet het eindplaatje.”
13
14<br />
Nico van Ruiten, voorzitter van LTO Glaskracht Nederland,<br />
vertegenwoordigt de tuinbouwers. Hij vertelt<br />
hoe de relatie tussen het kassen- en het stedelijk gebied<br />
door de jaren heen is gewijzigd. “Eerst vestigden wij<br />
ons aan de rand van de steden om de voedselvoorziening<br />
te verzorgen. Nu is er een geheel nieuwe relatie<br />
ontstaan, langs de lijn van energie. De tuinbouw kan<br />
schakelen tussen gas, elektra en warmte. Nu al leveren<br />
wij warmte aan woningen in Pijnacker. Industriële restwarmte<br />
en CO2 zijn bij ons zeer welkom. De warm-<br />
CO2-INFRASTRUCTUUR IS ER AL<br />
Het aanleggen en vooral bekostigen van infrastructuur<br />
voor het uitwisselen van restwarmte is een lastig element in<br />
ketensamenwerking. Voor het transport van CO2 geldt dit<br />
niet, legt Peter Ripson van Linde Gas Benelux uit. “Er is al<br />
heel veel CO2-infrastructuur”, zegt hij. Hierdoor wordt CO2<br />
van Shell Pernis en Abengoa naar twee tuinbouwgebieden<br />
getransporteerd. “De infrastructuur is beschikbaar voor CCS.<br />
We kunnen er elk moment mee van start gaan”, vertelt<br />
Ripson. Hij toont de zaal een plaatje, waarop een toekomstbeeld<br />
voor CO2 wordt getoond. Te zien is hoe de uitstoot zal<br />
dalen, CO2-opslag toe- en daarna afneemt en uiteindelijk de<br />
toepassing van CO2 een vlucht gaat nemen. “Dít is transitie”,<br />
becommentarieert Ripson de sheet. “Volgens de huidige<br />
inzichten kan de tuinbouw nog ongeveer de helft aan CO2<br />
erbij benutten. Het project SCOT [Smart CO2 Transformation,<br />
red.] onderzoekt verdere mogelijkheden voor toepassing van<br />
CO2. Grote kansen liggen in de algenteelt.”
15<br />
terotonde zie ik als een lokaal en duurzaam instrument.<br />
Belangrijk wel is dat het een open net is, en dat er<br />
marktwerking op van toepassing is.”<br />
Volgens Schoenmakers is in het publieke debat onvoldoende<br />
bekend welke stappen er al zijn gezet bij<br />
het benutten van restwarmte. “Ik heb de indruk dat<br />
besluiten niet worden genomen op basis van feiten,<br />
maar op basis van onzin. Ook bij Tweede-kamerleden<br />
zie ik dat er uitgaande van dogma’s wordt geredeneerd.<br />
Misschien hebben wij het daar zelf wel laten liggen.”<br />
Van Ruiten sluit zich hier deels bij aan: “In de politiek<br />
weten sommigen goed hoe het zit. Maar je hebt ook te<br />
maken met de emotie van de burgers, waaraan de ratio<br />
moet worden gekoppeld. Je kan makkelijk zeggen dat<br />
woonwijken van het gas moeten worden losgekoppeld.<br />
De burgers moeten er echter wel een goed gevoel bij<br />
hebben.”<br />
“Jan Rotmans is mild geworden”, vindt Bert de Vries,<br />
plaatsvervangend directeur-generaal energie, telecom<br />
en mededinging bij het ministerie van Economische<br />
Zaken. “Hij steekt immers de hand uit hoe de transitie<br />
vorm kan worden gegeven.” De Vries zegt ook een open<br />
net na te streven, waarop meerdere bronnen kunnen<br />
worden aangesloten, liefst in concurrentie met elkaar.<br />
“Wij willen niemand uitsluiten. Het moet een faire<br />
competitie worden.”<br />
De Vries geeft aan dat de laatste ontwikkelingen op<br />
het gebied van de energietransitie zich in een steeds<br />
hoger tempo voltrekken. “Het gaat nu snel, en dat geldt<br />
ook voor de overheid die met wetten en meerderheden<br />
te maken heeft. Het is best complex om tempo te<br />
maken. Ik roep het bedrijfsleven op niet op de overheid<br />
te wachten. Wij zijn slechts een van de spelers in de<br />
energiediscussie. Bovendien hebben wij ook de internationale<br />
agenda te volgen.” Peter Ripson van Linde<br />
Gas Benelux plaatst zijn vraagtekens bij de aansporing<br />
van De Vries. “Ik weet niet of het zo’n goed idee is om<br />
het aan de markt over te laten. Er is regie nodig. Veel<br />
projecten kunnen apart optimaal zijn, maar bij elkaar<br />
opgeteld suboptimaal. EZ heeft het overzicht en zou<br />
regie moeten voeren.”
16<br />
“HET BOUWEN VAN DE<br />
WARMTEROTONDE IS DE BLUNDER<br />
VAN DE EEUW”<br />
Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde aan<br />
de Erasmus Universiteit<br />
“FOSSIELE WARMTE IS NODIG OM<br />
DE ZAAK OP GANG TE BRENGEN”<br />
Hans Schoenmakers, director corporate<br />
affairs Uniper Benelux<br />
“IK ROEP HET BEDRIJFSLEVEN OP<br />
NIET OP DE OVERHEID TE WACHTEN;<br />
WIJ ZIJN SLECHTS EEN VAN DE<br />
SPELERS IN DE ENERGIEDISCUSSIE”<br />
Bert de Vries, plv. directeur-generaal energie,<br />
telecom en mededinging bij het ministerie van EZ
17<br />
‘INTERESSE IN DUURZAAMHEID’<br />
JARON REDDY is salesmanager van<br />
Energy Exchange Enablers uit Arnhem,<br />
een start-up die onderdeel is van Alliander.<br />
“Wij zijn een softwarebedrijf<br />
dat systemen ontwikkelt om de nieuwe<br />
decentrale markt te faciliteren. Dit doen<br />
wij innovatieve en slimme wijze, dus<br />
niet door het aanleggen van leidingen<br />
of kabels”, legt hij uit. Het is voor het<br />
eerst dat Reddy het congres Energy <strong>Port</strong><br />
bezoekt. “Wij houden ons bezig met<br />
duurzaamheid. Ik ben heel erg geïnteresseerd<br />
in de ontwikkelingen op dit vlak in<br />
de haven van <strong>Rotterdam</strong>. Ik verwacht een<br />
algemeen beeld te krijgen van de ideeën,<br />
plannen en innovaties die er op dit vlak<br />
zijn ontstaan. En wie weet kunnen wij<br />
daar nog een mooie rol in spelen.<br />
AL VOLOP ACTIEF MET<br />
ENERGIETRANSITIE<br />
Voor ceo YVES LUCA van AVR uit <strong>Rotterdam</strong><br />
is het onderwerp energietransitie in<br />
de haven dagelijkse kost. “Wij verbranden<br />
afval dat niet meer te recyclen valt”,<br />
legt hij uit. AVR is een van de leveranciers<br />
van restwarmte aan de stad <strong>Rotterdam</strong>.<br />
“Wij bevinden ons zelf dus middenin de<br />
energietransitie. Wij besparen niet alleen<br />
CO2 voor onszelf, maar ook voor onze<br />
klanten.” Op de vraag of het congres<br />
Energy <strong>Port</strong> hem nog op nieuwe ideeën<br />
kan brengen, antwoordt Luca: “De kracht<br />
van herhaling maakt bepaalde zaken<br />
sterk. Je komt bovendien altijd weer<br />
mensen tegen met wie je kan praten.<br />
Circulaire economie heeft ook te maken<br />
met kleinschaligheid. Daarnaast is het<br />
luisteren naar mensen belangrijk. Het<br />
maakt de cirkel rond.”
18
19<br />
EUROPOORT<br />
KRINGEN<br />
BESCHOUWINGEN<br />
WIJ IN PLAATS VAN JULLIE<br />
Het woord ‘wij’ wordt vaak gebruikt tijdens dit congres. ‘Wij allemaal’<br />
nog vaker. De betrokkenen bij de transitie zijn vogels van diverse<br />
pluimage. Dat maakt het lastig, want deze vogels mogen dan allemaal<br />
kijken naar de stip op de horizon van 2050, hun eerste verantwoordelijkheid<br />
betreft het eigen nest volgende maand en volgend jaar. Toch is<br />
het beter om het woord ‘wij’ vaak te horen dan het woordje ‘jullie’.<br />
LOCK-IN<br />
Het voeren van een transitiestrategie vraagt van elk bedrijf het<br />
maken van keuzes. Maar keuzes kunnen leiden tot de gladiolen,<br />
of tot de dood. Pre-occupaties en het feit dat men verliefd wordt<br />
op een nu eenmaal bestudeerd pad kan een lock-in veroorzaken in<br />
besluitvormingsprocessen. Dit gevaar wordt door meerdere sprekers<br />
geformuleerd, in verschillende verbanden. We kunnen eruit opmaken,<br />
gelukkig maar, dat men zich van het gevaar terdege bewust is. De<br />
bottom-upbenadering die Rotmans, soms in extremo, voorstaat maakt<br />
het mogelijk de verschillende paden te blijven verkennen, en zo het<br />
doodlopen te vermijden.<br />
BIO EN CHEMO<br />
De deelname van Nico van Ruiten (glastuinbouw) en William Wold<br />
(zuivel) aan dit congres, dat handelt over energie in de haven, is<br />
verheugend. De transitie maakt het noodzakelijk dat de wereld van de<br />
biologie zich met die van de chemie verbindt, of beter: nog veel meer<br />
verbindt.
20<br />
POWER TO PRODUCTS<br />
Deze term moet men breed opvatten. Onder ‘power’ verstaan we elektriciteit. En onder<br />
‘products’ alles wat maar nuttig kan zijn en geen elektriciteit is. Kees-Jan Rameau van<br />
Eneco doet er onderzoek naar, vanuit de powerkant. En dat geldt ook voor William<br />
Wold van FrieslandCampina. Zijn accent ligt op het gebruik van de energie.
21<br />
Cees Jan Asselbergs maakt een foutje door in zijn intro<br />
Danoontje toe te schrijven aan de Fries-Limburgse<br />
combinatie, maar Wold stapt daar makkelijk overheen.<br />
Hij is manager duurzaamheid en beschouwt de<br />
complete supply chain van Friesland Campina - met daarbij ook<br />
de 19.000 aangesloten melkveehouders die in feite eigenaren zijn<br />
van de coöperatie. Hij geeft enkele praktijkvoorbeelden van wat de<br />
zuivelindustrie heeft tot stand gebracht. Dat zijn soms betrekkelijk<br />
eenvoudige zaken.<br />
In Balkbrug is de fabriek gevestigd nabij een bomensnoeibedrijf, dat<br />
met de verbranding van reststromen stoom levert, die FrieslandCampina<br />
weer gebruikt. Min of meer door toeval ontstaan: er blijkt een<br />
business case te realiseren te zijn door twee buren.<br />
90 procent van de CO2-uitstoot van FrieslandCampina komt bij<br />
de boeren vandaan, en een oplossing voor het probleem moet dan<br />
ook mede daar gevonden worden. Maar in de voedingsindustrie zijn<br />
de mogelijkheden voor flexibiliteit beperkt. Natuurlijk zou FrieslandCampina<br />
graag zijn processen elektrificeren en ze laten draaien<br />
wanneer er stroomoverschot is en dus de stroom goedkoop. Maar dat<br />
kan niet altijd, want een vers product als melk kan niet wachten tot<br />
het verwerkt wordt. De zuivelindustrie heeft een constante energieleverantie<br />
nodig, en voorlopig is gas de belangrijkste brandstof.<br />
Wold ziet meer in geothermie. Diepe geothermie levert water van 100<br />
graden en dit is voldoende warm voor de productie van kaas. Voor de<br />
overige productie van de zuivelproducten kan voor 80 procent volstaan<br />
worden met 200 graden, en die kan verkregen worden door ultradiepe<br />
geothermie. Dit staat nog in de kinderschoenen, maar er vinden<br />
verkennende studies plaats.<br />
Vraag van Asselbergs: FrieslandCampina staat dichtbij de consument.<br />
Is die niet bereid wat meer te betalen voor een groen product? Kan<br />
een deel van de financiering van de verduurzaming dus niet uit de<br />
consumentenportemonnee komen? Ja, en nee, zegt Wold. Natuurlijk is<br />
alles commercieel gedreven, maar vooral is het een kwestie van langetermijnstrategie,<br />
van leiderschap, en van keuzes voor de toekomst.<br />
Kees-Jan Rameau is lid van de raad van bestuur van Eneco. Een van<br />
zijn aandachtsgebieden is het identificeren van business cases voor<br />
Power to Products. Met andere woorden: welke producten kan men<br />
maken uit stroom, en welke kansen liggen hier voor leverancier Eneco.<br />
Rameau laat de inmiddels bekende grafiekjes zien van de prijsontwikkeling<br />
voor stroom in Duitsland, waarbij meermaals de stroomprijs<br />
op nul kwam, of zelfs negatief werd, door het grote stroomaanbod<br />
uit wind en zon. Uit zo’n curve wordt duidelijk dat het maken van<br />
producten van goedkope stroom een goede zaak kan zijn, niet alleen<br />
bedrijfseconomisch, maar ook als mechanisme om balans in vraag en<br />
aanbod te brengen. Stroom kan men niet bewaren, een product vaak<br />
wel. Er is nog een grafiekje: de gemiddelde stroomprijs door de jaren<br />
heen. Rameau toont de dalende tendens.<br />
Er zijn verschillende technieken om stroom om te zetten in een product:<br />
van stroom kun je gas maken, en die vervolgens bewaren of gebruiken,<br />
van stroom kun je warmte maken, zodat de energie gebufferd<br />
kan worden (later in het slot van het symposium komt nog even de<br />
mogelijkheid aan bod om het enorme arsenaal aan warmteopslagtanks<br />
in de Westlandse glastuinbouw als buffer te gebruiken: door deze<br />
allemaal twee of drie graden op te warmen buffert men een enorme<br />
hoeveelheid energie. Waarom dit niet gebeurt? Omdat het de tuinders<br />
geld kost, vanwege de transportkosten. Een simpele overheidsmaatregel<br />
kan dit voorkomen en de deur naar deze buffering openzetten.<br />
Een probleem, maar wel een overwinnelijk probleem, is dat de<br />
energie- en de chemiesector nog te weinig van elkaar weten. Op de<br />
vraag of er tijdens een stroomoverschot door de chloorfabrieken niet<br />
ammoniak gemaakt kan worden, moet Rameau het antwoord schuldig<br />
blijven. Technisch kan dit, maar past het ook in de werkwijze van de<br />
chemische industrie om dit ook te doen? We moeten dus meer van<br />
elkaar weten, om een en ander op elkaar te kunnen afstemmen.
22<br />
Ketensamenwerking<br />
‘VERTROUWEN<br />
CREËER JE DOOR<br />
TRANSPARANT<br />
TE ZIJN’<br />
Wat voor de ene producent een reststof is, kan voor<br />
de andere fabriek een grondstof zijn. Om een goed<br />
functionerende ketensamenwerking op te zetten, is<br />
het alleen wel nodig dat partijen openheid durven te<br />
betrachten.<br />
ik tien jaar geleden bij AVR begon, werd er al<br />
gesproken over warmteuitwisseling”, zegt Michiel<br />
Timmerije, director energy & residues bij AVR.<br />
“Toen<br />
“Er werden Poolse landdagen over gehouden,<br />
tot betrokkenen regie namen. Er was een partij die stoom over had,<br />
een partij die dat nodig had, en een partij die de infrastructuur<br />
verzorgde.” Timmerije heeft het in dit verband achtereenvolgens<br />
over AVR, chemiebedrijf Emerald en Stedin. Door de aanleg van de<br />
stoompijpleiding tussen AVR en Emerald kon laatstgenoemde bedrijf<br />
jaarlijkse vijftien miljoen kubieke meter aan aardgas besparen, wat<br />
het anders nodig zou hebben voor het zelf opwekken van de stoom.<br />
“Belangrijk is dat de leiding is ontworpen voor meerdere leveranciers<br />
en afnemers. Inmiddels is duidelijk geworden dat Cabot de volgende<br />
leverancier van stoom wordt”, zegt hij.<br />
Timmerije stelt aan Richard Verhagen, purchasing director feedstock<br />
& energy bij Huntsman, de vraag waarom het Amerikaanse chemiebedrijf<br />
nog niet op de stoomleiding is aangesloten. “Omdat jij dit<br />
soort vragen altijd op het verkeerde moment stelt. Daarom doen wij<br />
geen zaken!”, antwoordt Verhagen grappend. In bredere zin zegt hij<br />
samenwerking tussen industriële bedrijven als ‘soms goed en soms<br />
minder goed’ te beschouwen. “Ketensamenwerking is niet vanzelfsprekend<br />
succesvol. In <strong>Rotterdam</strong> pakt het tot nu toe goed uit”,<br />
vertelt hij. Over vier jaar wordt het voor Huntsman in <strong>Rotterdam</strong><br />
tijd om naar een nieuwe manier van stoomopwekking of -levering<br />
te kijken, aangezien de huidige installatie dan aan het einde van zijn<br />
levensduur is. “Dat natuurlijke moment zit eraan te komen. Deels<br />
gebruiken wij stoom dat uit onze industriële processen vrijkomt, maar<br />
dat is onvoldoende voor onze totale stoombehoefte.”
23
24<br />
Verhagen zegt een aantal mogelijkheden te overwegen.<br />
Een ervan is het produceren van stoom door het<br />
verbranden van biomassa. De overheid ondersteunt dit<br />
vanuit de SDE+regeling. “Een andere, meer uitdagende<br />
optie is stoomuitwisseling. Met iets minder subsidie<br />
zou dit een aantrekkelijke mogelijkheid zijn. Maar dan<br />
moet wel de dialoog met de overheid worden gezocht”,<br />
gooit Verhagen een visje uit richting Yvonne van der<br />
Laan. Zij is directeur procesindustrie en massagoed bij<br />
het Havenbedrijf <strong>Rotterdam</strong>. Van der Laan neemt een<br />
aanloopje voordat ze de vraag van Verhagen beantwoordt:<br />
“De industrie in de haven is groot geworden<br />
met fossiel. Er is een mooi en krachtig complex ontstaan,<br />
dat alleen voor meer dan de helft op fossiel leunt.<br />
Op basis daarvan moeten wij het complex richting de<br />
volgende vijftig jaar versterken. Wanneer we daar zijn,<br />
zal de footprint heel anders zijn.”<br />
“Binnen het cluster is er veel kennis aanwezig voor<br />
vernieuwing. Fossiel en niet-fossiel versterken elkaar”,<br />
vervolgt Van der Laan. Belangrijk daarbij is dat innovatie<br />
economisch gedreven is, vindt zij. Daarbij komt Van<br />
der Laan bij haar antwoord aan Verhagen: “Samen met<br />
EZ moeten wij bekijken hoe de SDE+ subsidie dient te<br />
worden vormgegeven. Vernieuwing mag niet stuklopen<br />
op de huidige subsidieregeling. Met clustercommissaris<br />
Jaap Hoocarspel gaan wij hiervoor binnenkort bij het<br />
ministerie van EZ op de koffie.”<br />
Van der Laan zegt de stip op de horizon wel degelijk<br />
te zien. “Maar er zijn verschillende routes hoe daar te<br />
komen. Belangrijk is dat wij geen spijt krijgen van stappen<br />
die wij hebben gezet”, vindt zij. “Aan de energiekant<br />
gaat het nu erg snel. In de chemie is er meer tijd<br />
nodig. Bij het waste-to-chemicals-project in de haven<br />
zie je dat een fabriek op grote schaal tot de mogelijkheden<br />
behoort. Uit waste kan syngas worden gewonnen.<br />
Dit is een grondstof voor methaanproductie, maar kan<br />
ook op andere manieren worden benut. De plant vergt<br />
echter een investering van meer dan honderd miljoen<br />
euro, en investeerders staan hiervoor niet in de rij.”<br />
Samenvattend is openheid een cruciaal element in<br />
ketensamenwerking, wil deze van de grond komen.<br />
Daar zijn Van der Laan, Verhagen en Timmerije het<br />
over eens. Laatstgenoemde: “De aanleg van de eerste<br />
stoomleiding duurde lang. Wanneer er prijzen genoemd<br />
moeten worden, houden partijen zich stil en wordt<br />
het lastig. Er is transparantie vereist, waarbij partijen<br />
aangeven wat voor hun een minimale prijs is. Dan kan<br />
je zie hoe de business case is en of er geen gat in zit.”<br />
Verhagen: “Vertrouwen creëer je door transparant te<br />
zijn. Door met elkaar open over de getallen te zijn, kan<br />
je tot een redelijke verdeling komen, die je binnen het<br />
eigen bedrijf kan verdedigen.”
25<br />
“DE ONTWIKKELING VAN DE<br />
KOSTPRIJS VAN WINDSTROOM<br />
GAAT SNELLER DAN DE<br />
ELEKTRIFICATIE VAN DE<br />
PROCESINDUSTRIE”<br />
Kees-Jan Rameau,<br />
lid raad van bestuur Eneco<br />
“DOE MEE. WE HEBBEN FLINK<br />
WAT TE DOEN. HET GAAT NU<br />
NIET SNEL GENOEG.”<br />
Jaap Hoogcarspel, clustercommissaris<br />
“VERNIEUWING MAG NIET<br />
STUKLOPEN OP DE HUIDIGE<br />
SUBSIDIEREGELING.”<br />
Yvonne van der Laan, directeur<br />
procesindustrie en massagoed bij<br />
Havenbedrijf <strong>Rotterdam</strong>
26
27
COLOFON<br />
ROTTERDAM ENERGY PORT <strong>2016</strong> ON THE<br />
FLOOR MAGAZINE IS EEN UITGAVE VAN<br />
EUROPOORT KRINGEN IN OPDRACHT VAN<br />
MANAGEMENT PRODUCTIES.<br />
FOTOGRAFIE<br />
VINCENT BERGMAN<br />
VORMGEVING<br />
VINCENT BERGMAN<br />
COPYRIGHT UITGEVERIJ LAKERVELD<br />
BV. NIETS UIT DEZE UITGAVE MAG OP<br />
ENIGERLEI WIJZE WORDEN OVERGENOMEN<br />
ZONDER UITDRUKKELIJKE TOESTEMMING<br />
VAN DE UITGEVER EN OPDRACHTGEVER.<br />
UITGEVER<br />
AD VAN GAALEN<br />
MEDIA ADVISEUR<br />
REMCO ROOIJ - 06-53 22 08 22<br />
WWW.MANAGEMENTPRODUCTIES.COM<br />
WWW.EUROPOORTKRINGEN.NL<br />
REDACTIE<br />
AD VAN GAALEN, JIRI HARTOG