090506 Definitief boekje vierseizoenenterrein IVN-klein
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1 november 2008<br />
Vandaag is het de jaarlijkse Natuurwerkdag, georganiseerd door Landschapsbeheer<br />
Nederland in samenwerking met diverse natuur- en milieuorganisaties.<br />
Het terrein van Paul en Paulien doet nu voor het zevende jaar mee.<br />
Er is een aardige club mensen op de been om te helpen, de meesten zijn<br />
bekenden die jaarlijks terug komen. Half oktober hebben wij het gemaaide<br />
gras van mijn vier seizoenenterrein op hopen verzameld. Vandaag worden<br />
deze hopen afgevoerd naar twee grote ‘hooibergen’ op het terrein.<br />
Op een <strong>klein</strong>e hoop gedroogd hooi treffen we iets vreemds aan. Er liggen<br />
diverse hompen van een soort gelei. De gelei is kleurloos en bijna transparant.<br />
Het lijkt nog het meest op haargel of ijs. Thuis duik ik in de boeken<br />
om dit vreemde materiaal op naam te brengen. Het blijkt sterrenschot te<br />
zijn, in de volksmond wordt het ookwel heksensnot genoemd. De klonten<br />
zijn ontstaan nadat een dier een vrouwelijke kikker of pad heeft opgegeten.<br />
De eierstokken en de laagjes om de eieren -die in deze vrouwelijke dieren<br />
zitten- zwellen op zodra zij in aanraking komen met vocht. Wanneer een<br />
predator de kikker of pad heeft ingeslikt, zwellen de eierstokken en laagjes<br />
om de eieren en zal het dier de geleimassa uitspugen. Ook is het mogelijk<br />
dat de predator de eierstokken en eieren tijdens het oppeuzelen van de<br />
kikker of pad al achter laat. Door het absorberen van vocht uit de atmosfeer<br />
groeien deze <strong>klein</strong>e overblijfselen tot grote klonten van soms wel meer dan<br />
100 gram. Bij droog weer gebeurt het tegenovergestelde. Het sterrenschot<br />
verschrompelt dan tot een <strong>klein</strong>e droge massa die nauwelijks meer zichtbaar<br />
en herkenbaar is. Het sterrenschot dat wij aantroffen kan van diverse<br />
dieren -predatoren- afkomstig zijn; de bunzing, buizerd, blauw reiger,<br />
ooievaar, torenvalk of meeuw.<br />
Verder zagen we de jonge zwarte elzen weg uit het moeras. Dit deel valt<br />
onder het molenbiotoop, dus hier mogen geen bomen groeien. Tevens<br />
zorgen de jonge elzen ervoor dat het moeras nog sneller verlandt, doordat<br />
de bladval voor humus zorgt en de wortels het terrein verdrogen. Langs de<br />
randen worden nog enkele wilgen geknot.<br />
49<br />
HERFST