22.06.2017 Views

Morfotypologisch onderzoek - Luik

Locate + Access + Connect Opdracht eerste master jaar Stedenbouw en Ruimtelijke Planning. (2015-2016) In samenwerking met Stijn De Kegel, Yaëlle Jacobs, Dimitri Voordeckers en Ellen Van Mulders. Locatie: Luik - België ​ Ontwerp bestaand uit drie delen: 1. Historisch centrum 2. Morfologisch onderzoek 3. Expo site - Coronmeuse ​

Locate + Access + Connect

Opdracht eerste master jaar Stedenbouw en Ruimtelijke Planning. (2015-2016)
In samenwerking met Stijn De Kegel, Yaëlle Jacobs, Dimitri Voordeckers en Ellen Van Mulders.
Locatie: Luik - België

Ontwerp bestaand uit drie delen:
1. Historisch centrum
2. Morfologisch onderzoek
3. Expo site - Coronmeuse

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

LOCATE + ACCESS + CONNECT


Dit werkstuk is een <strong>onderzoek</strong> naar de<br />

typologiën van verschillende wijken<br />

binnen het historisch centrum van <strong>Luik</strong>.<br />

Door individueel een andere wijk te<br />

kiezen, heeft elke student een ander<br />

morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> gehouden.<br />

Deze individuele werkstukken werden op<br />

elkaar afgestemd en gebundeld in één boek.<br />

Dit werkstuk vormt een geheel<br />

met nog drie andere werkstukken.<br />

Volgende mensen hebben geholpen in het tot<br />

stand brengen van dit ontwerp en publicatie:<br />

Samenwerking van verschillende studenten:<br />

Stijn De Kegel, Nele Coen, Yaëlle Jacobs,<br />

Ellen Van Mulders, Dimitri Voordeckers<br />

Dhr. Karel Wuytack als atelier docent.<br />

Layout: Yaëlle Jacobs<br />

Print & ingebonden:o.l.v. Dhr. Karel Wuytack<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit<br />

dit werkstuk mag worden veelvoudigd,<br />

opgeslagen in een geautomatiseerd<br />

gegevensbestand, of openbaar worden<br />

gemaakt zonder vooafgaande schriftelijke<br />

toestemming van de student. Deze<br />

publicatie kwam tot stand tijdens een<br />

atelieropdracht door een samenwerking<br />

van verschillende studenten.<br />

© 2015<br />

Dit project is tot stand gekomen aan<br />

de hand van een atelieropdracht<br />

studio ‘<strong>Luik</strong> ontwaakt’ geleid door:<br />

Karel Wuytack<br />

KU Leuven Faculteit Stedenbouw en<br />

Ruimtelijke Ordening<br />

Campus Sint-Lucas, Gent<br />

Academiejaar 2015-2016<br />

http://arch.kuleuven.be<br />

2


INHOUDSTAFEL<br />

7 Les Terrasses - Ellen Van Mulders<br />

33 Jaren ‘70 - Nele Coen<br />

69 Complex Chiroux - Dimitri Voordeckers<br />

93 Cathédrale Saint - Paul de Liège - Stijn De Kegel<br />

121 Carré - Pont d’île - Yaëlle Jacobs<br />

3


I morfotypologisch <strong>onderzoek</strong>


8


morfotypologisch onderzoeK | Terrasses<br />

Ellen Van Mulders<br />

Les Terrasses bestaat nog geen twee eeuwen. Oorspronkelijk was dit<br />

gebied eigenlijk een wetland waar de Maas door stroomde. En hoewel<br />

de Maas tegen de 19de eeuw al wat meer gestroomlijnd was, had de<br />

stad <strong>Luik</strong> dit gebied nog niet ontwikkeld. Hier kwam pas verandering<br />

in toen Ms. Kümmer – als ingenieur bij de waterwegen – rond 1850<br />

voorstelde om de loop van de Maas grondig aan te pakken en zodoende<br />

overstromingen te vermijden en gelijktijdig de rivier te verdiepen. In<br />

dit plan hoorde ook een Bassin de Commerce (zie kaarten volgende<br />

pagina’s). Algauw bleek dit bassin echter nutteloos want schepen<br />

konden er maar moeilijk navigeren, en ook op het drassige Ile de<br />

Commerce gebeurde niets. Twee decennia later ontwierp Ms. Blonden<br />

– directeur publieke werken – een plan waarbij het bassin gedempt<br />

werd en er in de plaats daarvan kades voorzien werden aan de grote<br />

stroom van de Maas. Dit gedempte bassin tezamen met het voormalige<br />

Ile de Commerce staan gekend als Les Terrasses.<br />

Ms. Blonden voorzag op de plek van het bassin een groot park, Parc<br />

d’Avroy. Op het Ile de Commerce ontwierp hij een nieuwe woonbuurt<br />

voor de <strong>Luik</strong>se bourgeoisie. Met de komst van het station Guillemins<br />

en de groeiende populariteit van de auto werd Avroy-Les Terrasses een<br />

echte toegangspoort naar de stad - met bijhorende ontwikkelingen. Zo<br />

werden veel van de oorspronkelijke herenhuizen gesloopt in de jaren<br />

’50-’60 en vervangen door appartementsgebouwen met een nietresidentiële<br />

functie op het gelijkvloers, of hoogbouw die louter fungeert<br />

als kantoor. Ondanks de huidige planning van station Guillemins blijft<br />

deze buurt zeer populair om te wonen, en de aanwezige bedrijven<br />

doen het goed. Doorheen de tijd is deze woonbuurt dus geëvolueerd<br />

van een monofunctioneel geheel naar een gebied met meer diversiteit<br />

qua functies en woontypologieën. Hierop wordt verder ingegaan in het<br />

komende <strong>onderzoek</strong>.<br />

9


morfotypologisch onderzoeK | Terrasses<br />

Historische evolutie bouwweefsel<br />

Figuur 1. Parc d’Avroy (1830) Figuur 2. Parc d’Avroy (1852)<br />

10


Figuur 3. Parc d’Avroy (1880) Figuur 4. Parc d’Avroy (2015)<br />

11


12


morfotypologisch onderzoeK | Terrasses<br />

Analyse volledige wijk<br />

Les Terrasses is dus een vrij recente wijk in vergelijking met de rest<br />

van het historische centrum. De straten zijn een stuk ruimer dan in<br />

bijvoorbeeld de Carré en er is veel groen voorzien. De Bourgeoisie wou en<br />

kreeg ruimte, ze hoefde niet uit de stad te vluchten. De gehele openbare<br />

ruimte stond ter hun beschikking als flaneer- en ontspanningsruimte.<br />

Vandaag wordt Parc d’Avroy nog wel gebruikt ter ontspanning, maar<br />

de straten zijn monofunctioneel toegeschreven aan de auto/bus. De<br />

twee groene terrassen liggen er ook maar ongebruikt bij, ingesloten<br />

door parkeerstroken en rijbanen. Zo’n 53% van de totale 7.35ha dat<br />

het gebied omvat is nog steeds openbare ruimte, waarvan opnieuw<br />

ongeveer de helft uit de openbare weg bestaat. Het is dus belangrijk<br />

te onthouden dat de 1500 inwoners gehuisvest zijn op de helft van de<br />

totale oppervlakte van de wijk, in ongeveer 240 appartementen en 10<br />

eengezinswoningen. Met 20 400 inw/km2 is de bevolkingsdichtheid hoog<br />

(<strong>Luik</strong>: 2828 inw/km2).Over de bouwblokken: Hoewel onregelmatig van<br />

vorm werden ze wel zo bewust vormgegeven aangezien de bestrating<br />

en de bebouwing gelijktijdig gepland zijn geweest, volledig op maat van<br />

de bourgeoisie. Het gaat om gesloten bouwblokken, hun contouren en<br />

de rooilijnen van de straten vallen samen. Waar het oorspronkelijk ging<br />

om rijwoningen met tuinen, bestaat nu ongeveer de helft uit hoogbouw<br />

en is vrijwel het volledige binnengebied gevuld met parkeergebouwen<br />

en/of achterbouwen bij de overblijvende rijwoningen.Het plan van<br />

Blonden werd door een beperkt aantal architecten ingevuld. De huizen<br />

werden ook op slechts enkele jaren tijd gebouwd en werden voorzien<br />

op maar één doelpubliek en functie. Hierdoor heeft het bouwblok nooit<br />

onbebouwde percelen gekend, en zijn de oorspronkelijke rijwoningen<br />

in vorm en stijl vrijwel identiek. Er is in oorsprong niets spontaan of<br />

ongepland aan dit bouwblok. In de jaren ’50-’70 onderging het wel een<br />

transformatie toen vele rijwoningen werden gesloopt en hoogbouw in de<br />

plaats kwam. Toch is het sindsdien nog even onveranderlijk.<br />

13


Figuur 5.<br />

Bebouwde ruimte<br />

Deze wijk is duidelijk opgedeeld<br />

tussen Parc d’Avroy en Les<br />

Terrasses. Meer dan de helft<br />

van de ruimte is niet bebouwd.<br />

De vier aanwezige bouwblokken<br />

zijn echter zeer dens, zowel<br />

horizontaal als verticaal.<br />

Figuur 6.<br />

Publieke ruimte<br />

De aanwezige open ruimte is<br />

nagenoeg volledig publiek. Zij<br />

is ook volledig ontworpen. De<br />

verharde publiek ruimte bestaat<br />

uit de straten en enkele stukken<br />

van Parc d’Avroy. De groene<br />

publieke ruimte is het park en<br />

de twee terrassen, waarbij enkel<br />

het park gebruikt wordt. Er zijn<br />

geen publieke gebouwen in de<br />

bouwblokken aanwezig.<br />

14


Figuur 7.<br />

Ontsluiting<br />

Het gebied ligt ingebed tussen<br />

twee grote gewestwegen: De<br />

N671 (hier Boulevard Frère-<br />

Orban) die <strong>Luik</strong> stroomafwaarts<br />

verbindt met Riemst en de N617<br />

(hier Avenue Rogier en Boulevard<br />

d’Avroy) die <strong>Luik</strong> stroomopwaarts<br />

verbindt met Hoei, beide wegen<br />

liggen op de linkeroever.<br />

Figuur 8. Ruimtelijke<br />

impressie<br />

Les Terrasses wordt gekenmerkt<br />

door de afwisseling tussen<br />

hoogbouw en laagbouw wat tot<br />

een ietwat vreemd straatbeeld<br />

leidt.<br />

15


morfotypologisch onderzoeK | Terrasses<br />

Doorsnede volledige wijk<br />

Figuur 9. Doorsnede 01<br />

16


17


morfotypologisch onderzoeK | Terrasses<br />

Doorsnede volledige wijk<br />

Figuur 10. Doorsnede 02<br />

18


19


20


morfotypologisch onderzoeK | Terrasses<br />

Analyse specifiek bouwblok<br />

Binnen de wijk wordt ingezoomd op één bouwblok, de keuze had op elk<br />

van de vier bouwblokken kunnen vallen aangezien zij vrijwel identiek<br />

zijn.<br />

Eind jaren ’50 dook in dit gesloten bouwblok de eerste hoogbouw op<br />

als modern, comfortabel alternatief voor de oubollige en moeilijk te<br />

onderhouden herenhuizen. De flats werden opgetrokken voor de rijkere<br />

middenklasse en de elite van <strong>Luik</strong>. Functies werden gemixt. Er werden<br />

geen collectieve ruimtes voorzien (Parc d’Avroy voorzag hier al in) en er<br />

was geen sprake van het bouwblok te openen en het openbaar domein<br />

naar binnen te trekken. Het bouwblok werd als het ware een hybride: Het<br />

respecteren van de kavels en het gesloten bouwblok, maar het invullen<br />

met een moderne woontypologie die de bestaande gebouwen en hun<br />

hoogte totaal negeert en zowel letterlijk als figuurlijk overschaduwt.<br />

Harmonie bestaat niet.<br />

Plots wordt de gevelwand een stuk meer divers, en ook het binnengebied<br />

ontwikkelt zich. De extra bebouwing in het binnengebied laat niets over<br />

van het oorspronkelijke zicht dat de bewoners uit hun raam moeten gehad<br />

hebben. Vandaag blinkt het binnengebied uit als parkeervoorziening.<br />

Een grote beton- of asfaltvlakte als collectieve parking, met hier een daar<br />

een slecht onderhouden stukje groene restruimte, ongebruikt als privé<br />

buitenruimte. Potdicht zit het (90% bebouwd!), deze ruimte die in veel<br />

andere gesloten bouwblokken juist een toonbeeld van veranderlijkheid<br />

is met haar achterbouwen, garageboxen enz. De planning uit de tweede<br />

helft van de 20ste eeuw liet er geen twijfel over bestaan: de auto is<br />

koning en zal dat blijven. Dit merk je ook aan de boulevards: Van ultieme<br />

flaneerstrook naar voorziening voor gemotoriseerd verkeer.<br />

Vandaag lijkt de stad <strong>Luik</strong> geen verdere ambities te hebben om met<br />

de bouwblokken van Les Terrasses te experimenteren, eerst staan de<br />

boulevards op de agenda.<br />

21


Figuur 11. Functies<br />

De meeste hoogbouw heeft<br />

een residentiële functie, op het<br />

gelijkvloers zitten echter vaak<br />

kantoren (blauw) of winkels/<br />

diensten (geel). De laagbouw is<br />

ofwel residentieel of volledig een<br />

kantoor.<br />

Figuur 12. Functies straatbeeld<br />

Les Terrasses is eerder een<br />

transitzone, dit levert een niet<br />

heel erg levendig straatbeeld<br />

op. De aanwezige functies zijn<br />

ook voornamelijk naar binnen<br />

gekeerd.<br />

22


Figuur 13. Ontsluiting<br />

Het gebied is ontzettend goed<br />

ontsloten voor gemotoriseerd<br />

verkeer. Langs alle banen is ook<br />

parking voorzien. Voetgangers<br />

kunnen gebruik maken van een<br />

ruim voetpad. Fietsers moeten<br />

hun plan trekken.<br />

Figuur 14. Binnengebied<br />

Het binnengebied is bijna volledig<br />

bebouwd met parkeergarages<br />

voor de bewoners/kantoren van<br />

de hoogbouw.<br />

23


morfotypologisch onderzoeK | Terrasses<br />

Doorsnede specifiek bouwblok<br />

Figuur 15. Doorsnede 01<br />

24


500m<br />

25


morfotypologisch onderzoeK | Terrasses<br />

Doorsnede specifiek bouwblok<br />

Figuur 16. Doorsnede 02<br />

26


500m<br />

27


28


morfotypologisch onderzoeK | Terrasses<br />

Analyse typisch gebouw<br />

In Les Terrasses vinden we zoals eerder gezegd twee typologieën,<br />

zij worden hier kort toegelicht en op de volgende pagina’s grafisch<br />

geïllustreerd.<br />

De herenhuizen werden allen rond 1880 gebouwd en waren bedoeld<br />

om de bourgeoisie in te huisvesten. Hoewel het straatbeeld homogeen<br />

oogde, waren geen twee bel-étagewoningen dezelfde qua uitzicht. De<br />

indeling was dan weer wel gelijkaardig: Een gang met trap, en daarnaast<br />

drie opeenvolgende kamers. In diepte zijn deze woningen vaak 9m<br />

à 10m, in breedte 6m à 7m. In die tijd was het belangrijk een aparte<br />

ontvangstruimte voor gasten te hebben, vandaag zijn de tussenmuren<br />

op de bel étage echter vaak gesloopt. Het zijn dus een beetje<br />

doorzonwoningen geworden. Deze rijwoningen waren oorspronkelijk<br />

bedoeld voor een familie mét personeel. Voor een eigentijds gezin zijn<br />

deze huizen met hun 250m2 oppervlakte (excl. zolder en souterrain) te<br />

ruim – en duur. Vandaar dat sommigen zijn opgedeeld in appartementen/<br />

duplexen, of gebruikt worden als kantoor.<br />

In de late 20ste eeuw dan, werden vele van deze herenhuizen<br />

afgebroken en vervangen door hoogbouw. Met gemiddeld tien verdiepen<br />

zijn het echter nog lang geen skyscrapers. De structuur bestaat wel<br />

uit betonnen balken en kolommen, en ook liften werden voorzien.<br />

Aangezien de gebouwen in de diepte werken en bovendien smal zijn,<br />

wordt een gemeenschappelijke trappenhal gebruikt, en niet een galerij.<br />

Om dezelfde reden zijn er ook maar een of twee appartementen per<br />

verdieping. De flatgebouwen in dit bouwblok hebben geen of hele smalle<br />

balkons, met uitzondering van de penthouses in sommige blokken. De<br />

gelijkvloerse verdieping kan louter als toegang gebruikt worden maar<br />

vaak wordt het verhuurd aan een bedrijf als kantoor, winkel,... Zo zijn er<br />

heel wat kappers, banken, reisbureaus,... in deze buurt.<br />

29


morfotypologisch onderzoeK | Terrasses<br />

Typisch gebouw: huis<br />

Figuur 17. Huis<br />

De bakstenen huizen hadden<br />

een souterrain, een eerste<br />

verdieping met kalkstenen<br />

gevel, twee verdiepingen met<br />

bakstenen gevel en een ruime<br />

zolder onder het zadel- of<br />

mansardedak. De ramen zijn<br />

hoog en omkaderd in de gevel.<br />

De mansardedaken hadden<br />

oorspronkelijk al dakramen<br />

maar nu hebben praktisch alle<br />

daken dit. De veluxen maken de<br />

zolderverdieping bruikbaar als<br />

leefruimte.<br />

In de 6m tot 8m brede gevel kan<br />

je drie traveeën onderscheiden:<br />

Een met de gang en trap,<br />

twee voor de leefruimtes. Die<br />

laatste zijn zeer ruim maar door<br />

de typische indeling van drie<br />

achter elkaar gelegen kamers,<br />

is de middelste als afgesloten<br />

ruimte onaangenaam. Vele<br />

huiseigenaren plaatsen dus<br />

alsnog een achterbouw voor de<br />

keuken, badkamer of bureau,<br />

functies waar je graag lucht en/<br />

of licht voor hebt. Waar nu de<br />

achterbouw staat is het zeer<br />

aannemelijk dat er oorspronkelijk<br />

een loggia of balkon was.<br />

30


morfotypologisch onderzoeK | Terrasses<br />

Typisch gebouw: appartement<br />

Figuur 18. Appartement<br />

Het onderzochte gebouw kent<br />

niet de typische indeling van<br />

vele residentiële flatgebouwen<br />

gebouwd in de jaren ’50-‘70. Dit<br />

komt doordat het perceel smal<br />

en niet heel diep is, en vooral<br />

omdat het in een rij staat. De<br />

garagepoorten overheersen<br />

hierdoor ook de gelijkvloerse<br />

gevel. Een smalle gang naast<br />

de garagetoegang leidt naar de<br />

compacte circulatiekoker met<br />

trappenhal en lift. Achteraan op<br />

het gelijkvloers is een atelier<br />

gelegen, omdat deze ruimte<br />

door het gebrek aan daglicht<br />

niet geschikt is als woning/<br />

kantoor. Iedere verdieping omvat<br />

één appartement van ong.<br />

140m2, georganiseerd rond de<br />

– flatgebouw typerende - smalle<br />

gang die het daggedeelte aan<br />

de straatkant verbindt met het<br />

nachtgedeelte dat achteraan<br />

gelegen is. De kamers zijn<br />

van bescheiden grootte, maar<br />

opvallend is de voor die tijd ruime<br />

keuken. In dit gebouw beschikt<br />

enkel het appartement op de<br />

eerste verdieping over een privé<br />

buitenruimte.<br />

31


34


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Nele Coen<br />

Doorheen de tijd is de site geëvolueerd van velden en boomgaarden,<br />

die zich op het domein van de benedictijnerabdij bevonden, naar<br />

woongebied. Reeds in 1015 bevond er zich op deze plaats een abdij<br />

en werd de bouw van de Sint-Jacobskerk of Église Saint-Jacques<br />

opgestart.<br />

De strategisch gelegen plaats aan de rand van het historische<br />

eiland zorgde voor een goede verbinding met het water en bracht de<br />

mogelijkheden van transport via de Maas met zich mee. Het historische<br />

eiland was destijds omwald om indringers die zich via de Maas<br />

verplaatsten tegen te houden. Doorheen de jaren is deze omwalling<br />

verdwenen door het verdere uitbreiden van de stad en het overkappen<br />

van de Maas armen.<br />

Hierdoor werd het historische eiland een deel van het vaste land. Het<br />

domein van de abdij werd nu niet meer omringd door water maar door<br />

straten, wat een verder ontwikkeling voor woongelegenheden met zich<br />

meebracht.<br />

Het historisch gevormde stratenprofiel werd zo behouden door de reeds<br />

strategisch geplaatste Sint-Jacobskerk en de abdij gebouwen.<br />

Zowel een groot deel van de abdijgebouwen en de kerk bevinden zich<br />

nog steeds in de stad.<br />

Door heen de jaren zijn er op de velden zoals eerder vermeld woningen<br />

gekomen, hierin is meer evolutie zichtbaar. Tijdens de jaren ’70 zijn hier<br />

enkele oudere gebouwen afgebroken om ‘moderne’ appartementen in<br />

de plaats te zetten.<br />

Oud en nieuw staan dus duidelijk in contrast met elkaar.<br />

35


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Historische evolutie bouwweefsel<br />

Figuur 19. Jaren ‘70 (1830) Figuur 20. Jaren ‘70 (1852)<br />

36


Figuur 21. Jaren ‘70 (1880) Figuur 22. Jaren ‘70 (2015)<br />

37


38<br />

Chiroux <strong>Luik</strong> (2015)


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Analyse volledige wijk<br />

Vandaag kan je de wijk indelen in zes grote delen. Drie ervan zijn<br />

hoofdzakelijk wonen, één is een combinatie van wonen en werken, één<br />

is enkel op werken gericht en de laatste is het deel met de kerk, dus<br />

religie gericht.<br />

Bij de hoofdzakelijke woondelen zijn er op de benedenverdieping, vaak<br />

bij de appartementsgebouw, wel enkele commerciële functies terug te<br />

vinden, maar die zijn in verhouding tot het deel wonen te verwaarlozen.<br />

Er bevinden zich twee scholen in de wijk namelijk een lagere en<br />

kleuterschool.<br />

Er zijn ook twee grote open groene pleinen in de wijk. Een er van is<br />

verbonden aan de kerk terwijl de andere groene zone zich bevindt aan<br />

de oude gebouwen van de abdij, waar er zich nu kantoren in bevinden.<br />

Jammer genoeg trekt geen van beide groene zones aan om door te<br />

lopen. De gebied voor de kerk is omheind maar wel toegankelijk, maar<br />

de drempel zou minder hoog zijn zonder omheining. Het deel aan de<br />

abdij heeft ook een zeer private sfeer, je loopt er ook niet door als je niet<br />

naar een van de aanpalende gebouwen hoeft te gaan.<br />

Andere publieke zones zijn er in dit deel van de stad niet aanwezig,<br />

tenzij je de parking wel meetelt,<br />

De straten die de wijk doorkruisen zijn rustig doordat de grote<br />

doorgangswegen zich aan de randen van de wijk bevinden.<br />

V/T Wijk = 1⁄2<br />

39


Figuur 23. Bebouwde ruimte<br />

De verhouding tussen bebouwde<br />

en onbebouwde is zo goed als<br />

gelijk. Dit mede door de grote<br />

open ruimte aan de oude abdij<br />

gebouwen. V/T = ½<br />

Figuur 24. Publieke ruimte<br />

De publieke ruimte in de wijk<br />

beperkt zich tot de straten en het<br />

plein voor de kerk, wat ook al<br />

redelijk privaat aanvoelt door de<br />

omheining die er rond staat.<br />

40


Figuur 25. Ontsluiting<br />

De wijk is omringd door enkele<br />

drukke straten. De straten die<br />

door de wijk heen gaan worden<br />

enkel gebruikt door bewoners.<br />

Zo is het gebied in de wijk zelf<br />

minder belast met druk auto<br />

verkeer.<br />

Figuur 26. Ruimtelijke<br />

impressie<br />

Aan de randen van de wijk aan<br />

de drukke straten is er opvallend<br />

meer hoogbouw te vinden. In de<br />

wijk zelf is de bebouwing eerder<br />

laagbouw.<br />

41


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Doorsnede volledige wijk<br />

Figuur 27. Doorsnede 01<br />

42


1250m<br />

43


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Doorsnede volledige wijk<br />

Figuur 28. Doorsnede 02<br />

44


45


46


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Analyse specifiek bouwblok<br />

Voor het bouwblok werd ingezoomd op een kleiner bouwblok uit de wijk.<br />

Deze wordt omringd door volgende straten, Rue du Vertbois, Rue de<br />

l’Evêché, Rue Rouveroy en Place Emile-Dupont.<br />

In dit bouwblok bevinden zich vooral woningen, op de benedenverdieping<br />

bevinden zich enkele handelsfuncties, zoals een verzekering bureau,<br />

dokterspraktijk. Vroeger bevond zich hier ook een jeugdherberg maar<br />

deze is ondertussen gesloten.<br />

De parkings en tuinen in het bouwblok zijn enkel toegankelijk voor de<br />

bewoners van het bouwblok.<br />

V/T Bouwblok = 4/5<br />

47


Figuur 29. Functies<br />

De hoofdfunctie van het bouwblok<br />

is wonen, zowel in hoog- als<br />

laagbouw.<br />

De benedenverdieping van<br />

de hoogbouw doet dienst als<br />

kantoren (blauw), winkels/<br />

diensten (geel) of een<br />

commerciële functie (oranje). In<br />

het bouwblok is er een deel van<br />

een school gevestigd (groen).<br />

Figuur 30. Onbebouwde ruimte<br />

De onbebouwde ruimte bevindt<br />

zich in het binnen-gebied van het<br />

bouwblok. Deze onbebouwde<br />

ruimte zijn vaak de tuinen die aan<br />

de huizen grenzen. Op enkele<br />

plaatsen is deze de toegang naar<br />

de garages die in het binnengebied<br />

liggen. V/T = 4/5<br />

48


Figuur 31. Ontsluiting<br />

Het bouwblok is omringd door<br />

vier straten, deze zijn allemaal<br />

toegankelijk met de wagen. Het<br />

binnen-gebied van het bouwblok<br />

is niet toegankelijk en is omsloten<br />

door de bebouwing.<br />

Figuur 32. Ruimtelijke<br />

impressie<br />

De gebouwen in het bouwblok<br />

zijn afwisselend gebouwen uit de<br />

jaren ’50 – ’60 en ouder. Maar<br />

door de hoogte van de oudere<br />

gebouwen, vaak herenhuizen,<br />

merk je dit in het straatbeeld<br />

enkel door de verschillende<br />

architecturale stijlen.<br />

49


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Doorsnede specifiek bouwblok<br />

Figuur 33. Doorsnede 01<br />

50


51


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Doorsnede specifiek bouwblok<br />

Figuur 34. Doorsnede 02<br />

52


53


Figuur 35. Uitgewerkte woningen<br />

54


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Analyse typisch gebouw<br />

Het gekozen gebouw is hoogstwaarschijnlijk opgetrokken tussen de<br />

jaren ’50 en ’70.<br />

Het appartementsgebouw bevat 14 woonunits, deze zijn per twee<br />

verdeeld zijn over zeven verdiepingen. Op de benedenverdieping is er<br />

een doorgang naar achterliggende garages en aan de staatzijde is er<br />

een groepspraktijk van dokter gevestigd.<br />

Elk verdiep is opgedeeld in 2 appartementen en een circulatiezone.<br />

Bouwblok = ± 81 woningen / 5998,75m2 → 0,014 woningen/Ha<br />

55


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Grondplannen typisch gebouw: appartement<br />

Figuur 36. Snede appartementsblok<br />

56


Figuur 37. Volume appartementsgebouw Figuur 38. Volume verdiepingen Figuur 39. Uitgewerkte verdieping<br />

Het gekozen gebouw is hoogstwaarschijnlijk opgetrokken tussen de<br />

jaren ’50 en ’70.<br />

Het appartementsgebouw bevat 14 woonunits, deze zijn per twee<br />

verdeeld zijn over zeven verdiepingen. Op de benedenverdieping is er<br />

een doorgang naar achterliggende garages en aan de staatzijde is er<br />

een groepspraktijk van dokter gevestigd.<br />

Elk verdiep is opgedeeld in 2 appartementen en een circulatiezone.<br />

57


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Grondplannen typisch gebouw: appartement<br />

Figuur 40. Grondplan<br />

Figuur 41. Circulatie<br />

58


Figuur 42. Functies<br />

Figuur 43. Wonen<br />

59


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Grondplannen typisch gebouw: herenhuis<br />

Figuur 44. Snede herenhuis<br />

60


Figuur 45. Volume huis Figuur 46. Volume verdiepingen Figuur 47. Indeling verdiepingen<br />

Het gekozen gebouw is hoogstwaarschijnlijk opgetrokken eind 20e<br />

eeuw.<br />

Dit gebouw bevat één woning en is opgedeeld in vier verdiepingen.<br />

De benedenverdieping beschikt over een keuken, achterkamer, een<br />

dubbele leefruimte en een inkomhal. De eerste en tweede verdieping zijn<br />

dan weer ingedeeld voor de nachtfuncties en bevatten de slaapkamers<br />

en badkamer.<br />

De derde en hoogste verdieping is de zolderruimte en wordt enkel<br />

gebruikt als opbergruimte.<br />

61


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Grondplannen typisch gebouw: herenhuis<br />

Figuur 48. Grondplan 0<br />

Figuur 49. Grondplan +1<br />

62


Figuur 50. Grondplan +2<br />

Figuur 51. Grondplan +3<br />

63


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Grondplannen typisch gebouw: herenhuis<br />

Figuur 52. Grondplan 0<br />

Figuur 53. Grondplan +1<br />

64


Figuur 54. Grondplan +2<br />

Figuur 55. Grondplan +3<br />

65


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Jaren ‘70<br />

Grondplannen typisch gebouw: herenhuis<br />

Figuur 56. Grondplan 0<br />

Figuur 57. Grondplan +1<br />

66


Figuur 58. Grondplan +2<br />

Figuur 59. Grondplan +3<br />

67


70


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Chiroux<br />

Dimitri Voordeckers<br />

‘L’exposition de l’eau’ in 1939 geeft de aanzet tot nieuwe<br />

stadsontwikkelingen in het historische stadscentrum van <strong>Luik</strong>. De<br />

expositie voert een manifest naar nieuwe waarden en ideeën over de<br />

stad, wat zal resulteren in een stadstransformatie. De historische stad<br />

dient zich te plooien naar ambitieuze modernistische stadsontwikkelingen<br />

van de 20e eeuw. Het stedelijk weefsel wordt verknipt door grote<br />

infrastructuren, die de stad dienen te ‘bevrijden’ uit zijn complexiteit en<br />

chaos. De naoorlogse periode wordt gekenmerkt door twee soorten<br />

ingrepen; ten eerste worden puntsgewijs een aantal geïsoleerde zones<br />

ontruimd en vervolgens herontwikkeld. Ten tweede worden lineaire<br />

acties ondernomen die grote assen binnen het stadscentrum creëren.<br />

Deze lijnvormige ingrepen dienen de mobiliteit, snelheid en efficiëntie<br />

binnen de stad te verhogen (Charlier & Moor, 2014). Boulevard Maurice-<br />

Destenay is een voorbeeld van zo’n lijnvormige ingreep. Deze as werd<br />

ontworpen als een snelle route die de ontsluiting vormt tussen Rue<br />

d’Avroy en de boulevards langs de Maas. Deze nieuwe route vormt<br />

eveneens een nieuwe drager voor nieuwe stedelijke programma’s<br />

zoals het atheneum en de bibliotheek. De eerste afbraakwerken van<br />

het historische weefsel starten in 1950. In 1960 zal de bebouwing aan<br />

rue André Dumont en rue des Croisiers plaats moeten maken voor de<br />

ontwikkeling van een nieuw modernistisch bouwcomplex; Complexe<br />

Chiroux. Op het raakpunt tussen Boulevard Maurice-Destenay wordt<br />

een leegte gecreëerd die moet zorgen voor een verademing in de stad.<br />

De constructie van de ‘Tour Kennedy’ en ‘le Pont Kennedy’ resulteert in<br />

het ontstaan van een nieuwe landmark voor de stad.<br />

71


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Chiroux<br />

Historische evolutie bouwweefsel<br />

Figuur 60. Chiroux (1830) Figuur 61. Chiroux (1852)<br />

72


Figuur 62. Chiroux (1880) Figuur 63. Chiroux (2015)<br />

73


74


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Chiroux<br />

Analyse volledige wijk<br />

De wijk rond het ‘Complexe Chiroux’ wordt gekenmerkt door het typisch<br />

modernistische gedachtengoed van de jaren ’70. De fijnmazigheid<br />

en de chaos van de historische stad wordt de rug toegekeerd en<br />

grote ingrepen en saneringen dienen de stad te bevrijden. De grote<br />

infrastructuren die aanwezig zijn wijzen op een grote invloed van de<br />

mobiliteit, die vooral gericht is op het autoverkeer. Het gebied wordt<br />

begrensd aan de oostzijde door een grote infrastructurele as langs<br />

de Maas, deze vormt tot heden een belangrijke ontsluitingsroute voor<br />

de stad. Centraal wordt het gebied verknipt door rue André Dumont,<br />

die de verbinding vormt tussen Boulevard Maurice-Destenay en le<br />

Pont Kennedy. Het knooppunt van deze assen is gericht op een grote<br />

efficiëntie voor het autoverkeer, de voetganger verliest hier zijn plaats<br />

in de publieke ruimte. Opvallend is dat, waar in het historisch weefsel<br />

een bouwblok gevormd wordt door verschillende kleine gebouwen, hier<br />

het bouwblok gevormd wordt door één groot gebouw, een complex.<br />

Eveneens zal men ook gebruik maken van een verticale spreiding van<br />

functies, in plaats van de historische horizontale spreiding. Dit resulteert<br />

in hoge bouwblokken, met een grotere driedimensionale complexiteit. De<br />

bouwcomplexen worden ontwikkeld op een sokkel of plint, deze bevat<br />

publieke functies die aansluiten bij het straatgebeuren. Boven deze plint<br />

wordt werken en wonen op verticale wijze georganiseerd, wat resulteert<br />

in een hoge dichtheid zonder veel bebouwde ruimte. De publieke ruimte<br />

wordt gekenmerkt door grote, brede boulevards. Deze zijn ontworpen<br />

naar efficiëntie voor de automobilist. De voetganger wordt verdrongen<br />

naar de randen van de publieke ruimte, en op sommige punten zelfs<br />

op een verhoogd niveau gebracht om het autoverkeer te vrijwaren. Het<br />

eindresultaat vormt een perfecte synthese van de stedelijke visie van<br />

Jean Lejeune, historicus van het <strong>Luik</strong>se grondgebied en wethouder van<br />

openbare werken: De ontwikkeling van een knooppunt met gescheiden<br />

autoroutes, die de ‘ongezonde stadseilanden’ saneren en drager zijn<br />

van een nieuw gemixt stedelijk programma (Charlier & Moor, 2014).<br />

75


Figuur 64. Bebouwde ruimte<br />

Vanaf 1950 werd door sanering<br />

het dichte historische weefsel<br />

afgebroken. Het nieuwe weefsel<br />

van de jaren ’70 resulteert in<br />

grote open ruimtes. Ongeveer<br />

40% van de ruimte is bebouwd.<br />

Figuur 65. Publieke ruimte<br />

Grote assen en open ruimte<br />

vormen de publieke ruimte.<br />

Deze ruimte wordt echter<br />

gemonopoliseerd door de auto.<br />

76


Figuur 66. Ontsluiting<br />

Binnen het weefsel wordt er<br />

vooral gefocust op een grote<br />

ontsluitingsefficiëntie voor het<br />

autoverkeer. Grote assen zorgen<br />

voor een snelle toegang van<br />

het gebied. De ontsluiting voor<br />

voetgangers wordt ter hoogte<br />

van de bibliotheek op een<br />

tweede niveau getild, zodat op<br />

het gelijkvloers de auto totale<br />

vrijheid krijgt en de efficiëntie hier<br />

verhoogd kan worden.<br />

Figuur 67. Ruimtelijke<br />

impressie<br />

Het bouwblok wordt gevormd<br />

door één gebouwcomplex, dat<br />

in schaal een grote breuk vormt<br />

met het historische weefsel. De<br />

fijnmazigheid en chaos maakt<br />

plaats voor grote, leesbare<br />

ingrepen gericht op openheid en<br />

efficiëntie. De verticale stapeling<br />

van functies resulteert in het<br />

ontwerp van Tour Kennedy,<br />

de toren die vandaag een<br />

belangrijke landmark vormt in het<br />

stadsweefsel.<br />

77


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Chiroux<br />

Doorsnede volledige wijk<br />

Figuur 68. Doorsnede 01<br />

78


79


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Chiroux<br />

Doorsnede volledige wijk<br />

Figuur 69. Doorsnede 02<br />

80


81


82


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Chiroux<br />

Analyse specifiek bouwblok<br />

Binnen de geselecteerde zone wordt ingezoomd op het ‘Complexe<br />

Chiroux’. Zoals reeds vermeld wordt het bouwblok hier gevormd<br />

door één gebouwcomplex, en niet door verschillende kleinere<br />

gebouwen zoals in het historische centrum. De hoofdassen van het<br />

bouwblok werden vastgelegd door Jean Royer, professor aan het<br />

stedenbouwkundig instituut van Parijs. Deze assen zijn gericht op een<br />

vloeiende en efficiënte ontsluiting voor het autoverkeer. Het verdere<br />

ontwerp van ‘Complexe Chiroux’ werd ontwikkeld door Jean Poskin<br />

en Henry Bonhomme, twee architecten die bekend staan voor hun<br />

modernistische werken in <strong>Luik</strong> (zie ook Cité Administrative de Liège en<br />

Résidence Georges Simenon). Het gebouwcomplex draagt een zeer<br />

gelaagd programma wat zich over verschillende bouwlagen spreidt.<br />

De sokkel draagt de publieke functies; cafés en restaurant op het<br />

gelijkvloers, een bibliotheek op de eerste verdieping en het cultureel<br />

centrum op de derde verdieping. Deze sokkel vormt de drager voor drie<br />

verticale bouwelementen; twee kantoorgebouwen en één woontoren<br />

(Charlier & Moor, 2014). De verticale ontwikkeling van het bouwblok<br />

zorgt voor de creatie van een grote woon- en werkdichtheid, terwijl de<br />

grote open ruimte behouden kan blijven. Het gebouwcomplex vormt<br />

vandaag de dag één van de grootste voorbeelden van het brutalisme<br />

en modernisme in <strong>Luik</strong>, en is eveneens een landmark die de toegang<br />

naar de historische stad aangeeft.<br />

83


84<br />

Figuur 70. Functies


A) Tour Kennedy; Deze woontoren vormt het hoogste element van<br />

het bouwblok, de ‘landmark’. Deze vormt een visualisatie van het<br />

modernistische gedachtengoed omtrent wonen in de stad: een verticale<br />

en compacte spreiding van het woonprogramma. De toren haalt een<br />

hoogte van 87 meter, bestaande uit 29 verdiepingen waarvan vier<br />

verdiepingen in de sokkel en 25 verdiepingen met appartementen.<br />

De totale bewoonbare oppervlakte per niveau bedraagt 640m²,<br />

resulterende in een totale bewoonbare oppervlakte van 16.000m². Met<br />

8 wooneenheden per verdieping bekomt men 200 wooneenheden in<br />

totaal. Binnen het grondgebied van ongeveer 3,5 hectare bekomt men<br />

zo een woondichtheid van 57 woningen per hectare, wat een zeer hoge<br />

dichtheid is voor een gebied met veel open ruimte.<br />

B) De kantoorgebouwen; Deze gebouwen beschikken enkel over een<br />

kantoorfunctie. Met een hoogte van 40m of 7 verdiepingen herbergen<br />

ze in totaal 15.000m² aan kantooroppervlakte.<br />

C) De sokkel; Deze bevat de publieke functies van het gebouwcomplex.<br />

Op het gelijkvloers wordt er een grote functiemix gerealiseerd; horeca,<br />

cafés, winkels, religieuze functies en kantoorruimte. Op de eerste<br />

etage is een bibliotheek (5000m²) aanwezig. Eveneens zien we hier<br />

een parkeerzone (5300m²) die wijst op het belang van de auto. Op de<br />

derde en laatste etage bevind zich het cultureel centrum (5000m²) en<br />

kantoorruimten (5300m²) die de drager vormen voor de bovenliggende<br />

kantoorgebouwen.<br />

D) De publieke ruimte; Opvallende in de publieke ruimte is de scheiding<br />

van het voetgangers- en autoverkeer. De voetganger wordt via een<br />

loopbrug (zwart) boven het niveau van de auto gebracht, en kan zo het<br />

stadscentrum bereiken. Op het gelijkvloers krijgt de auto voorrang en<br />

staat een efficiënte ontsluiting centraal.<br />

85


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Chiroux<br />

Doorsnede specifiek bouwblok<br />

Figuur 71. Doorsnede 01<br />

86


87<br />

500m


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Chiroux<br />

Doorsnede specifiek bouwblok<br />

Figuur 72. Doorsnede 02<br />

88


89<br />

500m


90<br />

Figuur 73. Analyse gebouw


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Chiroux<br />

Analyse gebouw<br />

A) Verticale circulatie; De verticale circulatie wordt gerealiseerd door<br />

een centrale kern. De kern bevat 2 centrale elementen met elk twee<br />

liften en één noodtrap. De elementen worden ontsloten door een lange<br />

gang die de toegang tot de appartementen vormt.<br />

B) Verdiepingsindeling; De woontoren bestaat uit 25 etages met<br />

wooneenheden. Iedere etage bevat 8 wooneenheden; 4 wooneenheden<br />

van 100m² aan de kopse zijden, en 4 wooneenheden van 60m²<br />

aan de lange zijden. Door de ontsluiting centraal te houden en de<br />

appartementen aan de buitenzijde geniet ieder appartement van een<br />

maximaal zicht op de omgeving. De 200 wooneenheden creëren samen<br />

een lokale woondichtheid van 57 woningen per hectare.<br />

C) Grondplan; Op dit niveau is de uitwerking van de appartementen<br />

zichtbaar. Opvallend aan de indeling is dat de nevenfuncties tegen<br />

de verticale kern geplaats worden, zodat alle andere functies aan<br />

de buitenzijde geplaatst kunnen worden en een zicht krijgen naar de<br />

omgeving. Op deze wijze wordt het voordeel (het zicht) van de verticale<br />

stapeling extra benut. Ieder appartement bezit eveneens een klein<br />

terras om buitenruimte te bieden aan de bewoners.<br />

91


94


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Saint - Paul<br />

Stijn De Kegel<br />

De buurt rond de Sint-Pauluskathedraal samen met le Carré en Pont<br />

d’île, wordt vandaag gezien als het historische centrum van <strong>Luik</strong>. Na<br />

de afbraak van de Sint-Lambertuskathedraal in 1795 werd de Sint-<br />

Pauluskerk gepromoveerd tot kathedraal. Samen met deze religieuze<br />

verschuiving, verschoof ook het hart van <strong>Luik</strong>. Desondanks bleven de<br />

straten en pleinen rondom de nieuwe kathedraal ongewijzigd. Zelfs<br />

wanneer in de 19de eeuw grote delen van de Maas overkapt werden,<br />

wijzigde er weinig. De buurt sluit aan bij le Carré en Pont d’Île maar er<br />

is toch een duidelijk verschil. Waar le Carré en Pont d’Île hoofdzakelijk<br />

uit voetgangersgebied bestaan met een kleinschalige en historische<br />

bebouwing, wordt de buurt rond de kathedraal gekenmerkt door een<br />

gemengde bebouwing.<br />

Op de historische kaarten vanaf 1830 is te zien dat de ruimtelijke<br />

configuratie geen enorme veranderingen heeft ondergaan. De pleinen<br />

aan de kathedraal zijn doorheen de jaar steeds ingebed in het weefsel.<br />

De meest recente grote transformatie was in 1937 met de aanleg van<br />

de rue Charles Magnette, deze werd doorheen de bouwblokken van<br />

de Place Cockerill recht naar de zuidelijke hoek van de Place de la<br />

Cathédrale getrokken. De straat is dan ook duidelijk breder dan de<br />

andere straten in deze buurt.<br />

In tegenstelling tot le Carré is in deze buurt wel veel gewijzigd in<br />

de woonvormen. Op veel plekken zijn appartementsgebouwen<br />

geconstrueerd tussen historische gebouwen. Het schaalverschil is vaak<br />

groot en het contrast is daardoor vaak hard.<br />

95


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Saint - Paul<br />

Historische evolutie bouwweefsel<br />

Figuur 74. Saint - Paul (1830) Figuur 75. Saint - Paul (1852)<br />

96


Figuur 76. Saint - Paul (1880) Figuur 77. Saint - Paul (2015)<br />

97


98


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Saint - Paul<br />

Analyse volledige wijk<br />

Wat opvalt binnen in de buurt is de mix aan bouwtypologiën, historische<br />

herenhuizen staan naast hoge appartementsblokken. Op de ruimtelijke<br />

impressie is zichtbaar dat die hoge blokken hoofdzakelijk langs de<br />

recentste stedenbouwkundige wijzigingen (Boulevard d’Avroy en rue<br />

Charles Magnette) staan. De grote troef van de wijk zijn de twee pleinen<br />

vlakbij de kathedraal. Ze zouden moeten zorgen voor ademruimte na<br />

de smalle straten van le Carré, maar worden echter gedomineerd door<br />

gemotoriseerd verkeer. De inrichting van de twee pleinen is eentonig; op<br />

de Place de la Cathédrale is een omheind gras- en bloemperk en enkele<br />

bomen, de Place Saint-Paul is een versteend plein met dubbele bomenrij<br />

aan weerszijden. Deze open ruimtes bieden veel mogelijkheden voor<br />

de wijk maar laten zich op het moment moeilijk toe-eigenen door de<br />

bewoners door hun eentonige inrichting.<br />

De bouwblokken zijn allemaal dens bebouwd, de meeste grotere open<br />

ruimtes worden ingenomen als parkeerplaats of als speelplaats voor<br />

scholen.<br />

Het gemotoriseerde verkeer kan rond de pleinen circuleren en legt zo<br />

beslag op grote delen van de ruimte. Positief is dat de bus ook een lijn<br />

heeft die langs de Place de la Cathédrale.<br />

99


Figuur 78. Bebouwde ruimte<br />

De bouwblokken zijn<br />

hoofdzakelijk dens bebouwd.<br />

De grotere open ruimtes midden<br />

in de bouwblokken worden<br />

gebruikt als parkeerplaats<br />

voor kantoorgebouwen of als<br />

speelplaats van een school. De<br />

kleine tot zeer kleine onbebouwde<br />

ruimtes zijn private stadstuinen<br />

of koertjes.<br />

Figuur 79. Publieke ruimte<br />

Bijna 2 hectare van de volledige<br />

oppervlakte van de buurt bestaat<br />

uit pleinen en straten. De twee<br />

pleinen bij het kathedraal en de<br />

rue Charles Magnette nemen<br />

het leeuwendeel van deze<br />

oppervlakte voor hun rekening.<br />

100


Figuur 80. Ontsluiting<br />

De wijk is volledig ontsloten voor<br />

gemotoriseerd verkeer. Langs de<br />

Place de Cathédrale loopt ook<br />

een buslijn. De andere straten zijn<br />

hebben éénrichtingsverkeer. De<br />

smalste straten zijn omgevormd<br />

tot voetgangerszone. De rue<br />

Saint-Paul vormt zo een noordzuid<br />

as doorheen de buurt en sluit<br />

aan op le Carré.<br />

Figuur 81. Ruimtelijke<br />

impressie<br />

Op dit 3D-beeld is duidelijk<br />

zichtbaar hoe geterogeen<br />

het weefsel in de wijk is. De<br />

historische gebouwen clusteren<br />

zich rond de rue Saint-Paul<br />

en op veel plekken zijn hoge<br />

appartementsgebouwen in de<br />

bouwblokken neergezet.<br />

101


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Saint - Paul<br />

Doorsnede volledige wijk<br />

Figuur 82. Doorsnede 01<br />

102


1250m<br />

103


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Saint - Paul<br />

Doorsnede volledige wijk<br />

Figuur 83. Doorsnede 02<br />

104


105


106


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Saint - Paul<br />

Analyse specifiek bouwblok<br />

Het onderzochte bouwblok is het kleinste van de hele wijk. Dit is niet<br />

toevallig, de aanleg van de rue Charles Magnette in 1937 doorsneed het<br />

vroegere bouwblok waardoor twee nieuwe bouwblokken ontstonden.<br />

Daarom heeft dit bouwblok een driehoekige vorm. Vroeger was de<br />

rue Soeurs-de-Hasque de belangrijkste straat die vanuit het oosten nr<br />

de kathedraal liep, maar die verloor zijn belang. De straat werd zelfs<br />

ingericht als voetgangerszone. De rue Charles Magnette nam de rol als<br />

ontsluitingsas over voor het verkeer.<br />

Binnen het bouwblok heeft dit als gevolg dat er een groot contrast onstaat<br />

tussen de bouwtypologiën. Langs de rue Charles Magnette staan hoge<br />

appartementsgebouwen met zo’n acht tot negen verdiepingen. Langs<br />

de rue Soeurs-de-Hasque en de rue Saint-Paul staan herenhuizen die<br />

drie à vier verdiepingen hebben.<br />

De benedenverdiepingen van de appartementsgebouwen hebben<br />

grotendeels commerciële functies, erboven bestaat de functie telkens<br />

uit wonen. De herenhuizen in de rue Saint-Paul en de rue Soeurs-de-<br />

Hasque hebben meestal winkels en boetieks op het gelijkvloers. Op de<br />

verdiepingen zijn vaak woningen, maar er is ook leegstand zichtbaar.<br />

De isometrie van het bouwblok toont goed de ‘muur’ van appartementen<br />

langs de rue Charles Magnette die beeldbepalend is voor het bouwblok.<br />

Er zijn ook enkele ‘tussenvormen’ te zien, dit zijn vaak nieuwere<br />

gebouwen die historische woningen vervangen. Deze nieuwe gebouwen<br />

houden meer rekening met de hoogte van de historische gebouwen.<br />

107


Figuur 84. Functies<br />

Dit kaartje geeft de functies op het<br />

geleijkvloers weer. Commerciële<br />

functies (donkergeel) overwegen<br />

maar ook horeca (lichtgeel)<br />

is aanwezig in het bouwblok.<br />

Het is belangrijk te vermelden<br />

dat de woonfunctie in het<br />

bouwblok verhoudingsgewijs<br />

de overhand heeft door de<br />

appartementsgebouwen.<br />

Figuur 85. Bebouwde ruimte<br />

Het volledige bouwblok is<br />

dichtgebouwd op enkele heel<br />

kleine koertjes na. Aan de<br />

noordzijde van het bouwblok staat<br />

een rij appartementsgebouwen.<br />

De west- en zuidzijde van het<br />

blok heeft lagere bouwtypologiën.<br />

108


Figuur 86. Ontsluiting<br />

De rue Charles Magnette is de<br />

grote gemotoriseerde as die<br />

het bouwblok ontsluit aan de<br />

noordzijde. Aan de andere zijden<br />

is er een voetgangerszone.<br />

Figuur 87. Ruimtelijke<br />

impressie<br />

Op dit 3D-beeld is de ‘muur’ van<br />

appartementsgebouwen duidelijk<br />

te zien. Langs de rue Saint-Paul<br />

staan historische woningen met<br />

een gelijkaardig gabariet.<br />

109


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Saint - Paul<br />

Doorsnede specifiek bouwblok<br />

Figuur 88. Doorsnede 01<br />

110


500m<br />

111


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Saint - Paul<br />

Doorsnede specifiek bouwblok<br />

Figuur 89. Doorsnede 02<br />

112


500m<br />

113


Figuur 90. Typologie<br />

114


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Saint - Paul<br />

Analyse typisch gebouw<br />

Het bouwblok huisvest twee heel verschillende bouwtypologiën. De<br />

appartementsgebouwen zijn rond de jaren 50 gebouwd, de herenhuizen<br />

zijn oudere 19de eeuwse gebouwen.<br />

Aan de grootte van de percelen zijn de huizen duidelijk te onderscheiden<br />

van de appartementen. Eén appartementsgebouw neemt de oppervlakte<br />

van drie à vier woningen in.<br />

De materialiteit van de gebouwen is ook typerend voor de<br />

typologieën; het herenhuis is volledig opgetrokken uit bakstenen; het<br />

appartementsgebouw uit beton. De gemeenschappelijke deler het<br />

gebruik van de gelijkvloerse verdieping. De commerciële invulling heeft<br />

te maken met de ligging in het centrum van <strong>Luik</strong>.<br />

115


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Saint - Paul<br />

Herenhuis Rue Saint Paul<br />

Figuur 91. Isometrie Herenhuis Rue Saint - Paul<br />

116


Figuur 92. Verdiep +3<br />

Figuur 93. Verdiep +2<br />

Figuur 94. Verdiep +1<br />

Figuur 95. Gelijkvloers<br />

Het huis in de rue Saint-Paul<br />

heeft twee verdiepingen en een<br />

zolderverdiep. Op het gelijkvoers<br />

is een handelszaak met magazijn.<br />

Erboven bevindt zich een<br />

woning die is opgedeeld over<br />

de verschillende bovenliggende<br />

verdiepingen. Op het eerste<br />

verdiep leefruimtes en keuken, op<br />

het tweede verdiep slaapkamers<br />

en onder het dak een zolder.<br />

117


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Saint - Paul<br />

Appartementsgebouw<br />

Figuur 96. Isometrie appartement<br />

118


Dit appartementsgebouw is in 1953 gebouwd, er zijn 20 appartementen, verdeeld over 8<br />

verdiepingen. Op het gelijkvloers zijn verschillende winkels gevestigd. In het midden van het<br />

gebouw is de toegang tot de trappenhal naar de appartementen.<br />

Het zevende verdiep is opgedeeld in twee grote appartementen met drie kamers. Centraal is de<br />

trappenhal met liftkoker.<br />

Figuur 97. Grondplan appartement<br />

Figuur 98. Grondplan appartement<br />

119


122


morfotypologisch <strong>onderzoek</strong> | Carré<br />

Yaëlle Jacobs<br />

Tijdens de middeleeuwen werd het oud historisch centrum van <strong>Luik</strong><br />

opgetrokken. Aan de hand van een fijnmazig netwerk en een serie aan<br />

bouwblokken werd het centrum vormgegeven. In de jaren 750 was<br />

het historisch centrum volledig omringd door zijarmen van de Maas<br />

en fungeerde het als eiland binnen de stad. Langszaamaan werden<br />

meer en meer kanalen overkapt en werd het centrum deel van de<br />

stad <strong>Luik</strong>. Ondanks de vele wijzigingen rondom dit bouwweefsel, werd<br />

het weefsel bijna onaangetast achtergelaten. De dag van vandaag<br />

herkennen we nog steeds het fijnmazig netwerk en de bouwblokken<br />

die in de middeleeuwen gebouwd werden. Een van de wijzigingen die<br />

wel opvallend is, is het dichtbouwen van de bouwblokken zelf. Het<br />

open binnengebied van de bouwblokken werd langzamerhand door<br />

verschillende kleinere constructies gevuld, tot het ongeveer volledig<br />

dichtgebouwd is. Ongeveer 90% van de binnengebieden zijn de dag<br />

van vandaag dichtgebouwd.<br />

Het fijnmazig netwerk rond de bouwblokken zorgt de dag van vandaag<br />

voor een natuurlijke aantrekkingskracht, waardoor het aangenaam<br />

vertoeven is binnen dit gebied.<br />

Opvallend aan dit gebied binnen de stad is dat het eigenlijk een grotere<br />

oppervlakte in beslag nam tijdens de middeleeuwen. In de jaren ‘70<br />

werd een groot deel van het middeleeuws bouwweefsel afgebroken en<br />

vervangen door hoogbouw en publieke ruimte die op schaal van de auto<br />

werd ontworpen.<br />

123


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Carré<br />

Historische evolutie bouwweefsel<br />

Figuur 99. Carré <strong>Luik</strong> (1830) Figuur 100. Carré <strong>Luik</strong> (1852)<br />

124


Figuur 101. Carré <strong>Luik</strong> (1880) Figuur 102. Carré <strong>Luik</strong> (2015)<br />

125


126


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Carré<br />

Analyse volledige wijk<br />

Vandaag de dag worden de twee wijken Carré en Pont d’île als<br />

hypercentrum van de stad <strong>Luik</strong> aanzien. De Carré-wijk wordt vooral<br />

gekenmerkt door de verscheidene bars en restaurants en wordt<br />

bestempeld als dé uitgaansbuurt van <strong>Luik</strong>. Pont d’île daarentegen staat<br />

bekend door de vele winkels en kledingszaken. In het algemeen wordt<br />

<strong>Luik</strong> gekenmerkt door zijn vele shoppingmogelijkheden. Dit wil de stad<br />

extra benadrukken door verschillende shoppingcentra op te trekken en<br />

de nadruk op de wijk Pont d’ïle te leggen.<br />

Deze twee wijken samen doet dienst als een voetgangerszone waar<br />

de bewoners en bezoekers kunnen ontsnappen aan de drukte van de<br />

infrastructuren die rondom het centrum gelegen zijn.<br />

Ondanks de natuurlijke aantrekkingskracht van dit fijnmazig netwerk,<br />

wordt de publieke ruimte vooral als verhard oppervlakte ingericht. Af<br />

en toe heeft men een boom ingeplant, maar volwaardige groenruimte<br />

ontbreekt in dit centrum. De publieke ruimte van dit bouwweefsel beperkt<br />

zich niet enkel tot de straten en pleinen maar wordt op verschillende<br />

plaatsen ook in de gebouwen binnen getrokken. Dit omdat de functies<br />

gelegen op het gelijkvloers aan de straten vaak publieksuitnodigende<br />

functies zijn. De verdiepen daarboven daarentegen worden vaak<br />

gebruikt als woning of staan gewoonweg leeg. Het percentage leegstand<br />

binnen deze zone is opmerkelijk hoger dan in andere delen van <strong>Luik</strong>.<br />

Dit zorgt ervoor dat er overdag een enorme passage is, maar vanaf de<br />

sluitingstijd van winkels het een hele doodse buurt wordt, waardoor de<br />

veiligheid sterk zal dalen tijdens de nachturen.<br />

127


Figuur 103. Bebouwde ruimte<br />

Doorheen de tijd werden de<br />

bouwblokken meer en meer<br />

dichtgebouwd. Ongeveer 90%<br />

van de totale ruimte van deze<br />

zone is bebouwd.<br />

Figuur 104. Publieke ruimte<br />

Het fijnmazig netwerk is een<br />

van de kenmerken dat stamt<br />

uit de middeleeuwen. De wijk<br />

is opgebouwd uit vele kleine<br />

steegjes.<br />

128


Figuur 105. Ontsluiting<br />

Deze wijk is een van de grootste<br />

voetgangerszones binnen <strong>Luik</strong>.<br />

Al de kleine smalle steegjes<br />

worden enkel binnen bepaalde<br />

uren gebruikt voor het laden en<br />

lossen van goederen. Rondom<br />

deze voetgangerszone bevindt<br />

zich een zware infrastructuur die<br />

ervoor zorgt dat het historisch<br />

centrum van zijn omgeving wordt<br />

afgesneden.<br />

Figuur 106. Ruimtelijke<br />

impressie<br />

De wijk is opgebouwd<br />

uit verschillende kleinere<br />

bouwblokken. Het bestaat<br />

uit een heel rechtlijnig, maar<br />

fijnmazig netwerk van straten. Het<br />

historisch weefsel dat afstamt uit<br />

de middeleeuwen werd vooral<br />

horizontaal bebouwd, waarbij<br />

de huizen nooit meer dan 4<br />

verdiepingen hebben.<br />

129


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Carré<br />

Doorsnede volledige wijk<br />

Figuur 107. Doorsnede 01<br />

46m 5m 44m 3.5m 32m 5.5m 38m 6m<br />

Boulevard de la Sauvenière<br />

Rue des Celestines<br />

Rue St. Jean en Isle<br />

Rue St. Adalbert<br />

Bergerue<br />

UITGEWERKT BOUWBLOK<br />

130


6m 41m 9m 125m<br />

Bergerue<br />

Rue des Dominicains<br />

Place de la Republique Française<br />

1250m<br />

131


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Carré<br />

Doorsnede volledige wijk<br />

Figuur 108. Doorsnede 02<br />

42m<br />

3.5m<br />

42m<br />

3.5m<br />

38m<br />

9m<br />

39m<br />

Boulevard de la Sauvenière<br />

Rue Tête de Boeuf<br />

Rue d’Amay<br />

Rue du Mouton Blanc<br />

132


27m<br />

82m<br />

5m<br />

71m<br />

Rue Vinâve d’île<br />

Rue Lulay des Fèbvres<br />

Rue de l’Université<br />

1250m<br />

133


134


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Carré<br />

Analyse specifiek bouwblok<br />

Binnen de zone van Carré en Pont d’île werd opzoek gegaan naar een<br />

bouwblok dat zowel bars, restaurants als kledingzaken etc bevatte. Er<br />

werd gekozen voor het bouwblok gekozen voor het bouwblok gelegen<br />

tussen Rue St. Alabert en Rue St. Jean en Isle. De scheiding tussen<br />

de wijken Carré en Pont d’île loopt dwars door dit bouwblok. Hierdoor<br />

treffen we een enorme hoeveelheid verschillende functies aan in het<br />

bouwblok, maar merken we ook op dat er enkele leegstaande panden<br />

voorkomen. De stad <strong>Luik</strong> probeert dit op een simpele manier op te<br />

lossen door het pand op te kopen, maar enkel de gevel te renoveren.<br />

Dit om te voorkomen dat het vanuit de straat er verkommerd kan uitzien.<br />

Het uitgekozen bouwblok is ook een typisch voorbeeld dat na het<br />

<strong>onderzoek</strong> uitgebreid kan worden naar de rest van de wijk. Zo is het<br />

een typisch middeleeuws bouwblok, waarbij de huizen redelijk klein<br />

zijn. Maar het is ook een bouwblok waarbij de open binnenruimte<br />

langzamerhand werd volgebouwd. Ook qua functies is het een typisch<br />

voorbeeld voor de rest van de wijk. Het gelijkvloers is wordt gebruikt<br />

door allerlei publieke functies, terwijl de verdiepingsvloeren een hele<br />

andere invulling krijgen. Sommige verdiepingsvloeren zijn een stuk<br />

van de winkel die op het gelijkvloers gelegen is, anderen worden<br />

gebruik als opslagruimte voor deze winkels, andere zijn ingevuld door<br />

appartementen en sommige verdiepingsvloeren staan gewoon leeg.<br />

135


136<br />

Figuur 109. Functies in de wijk


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Carré<br />

Analyse specifiek bouwblok<br />

Zoals al eerder vermeld werd, zijn er in de wijk van de Carré en Pont<br />

d’île enorm veel bars, restaurants en winkels aanwezig. Ook wanneer<br />

iemand daar rondloopt, heeft die direct het idee dat het een wijk is die<br />

voornamelijk uit publieke functies bestaat. Wanneer het dan eens effectie<br />

gemapped wordt, waar welke functie zich bevindt en hoeveel procent<br />

van het uitgekozen bouwblok nu ook effectief winkels of restaurantjes<br />

zijn, is het resultaat verrassend. De woonfunctie blijft nog altijd het meest<br />

voorkomen in dit bouwblok. Als tweede meest voorkomende functie zijn<br />

het inderdaad winkels. Gebruikers hebben vaak sneller de indruk dat<br />

er vooral publeike functies aanwezig zijn omdat zij voornamelijk op het<br />

gelijkvloers gelegen zijn. Niettemin zijn de drie tot vier verdiepingen<br />

gevuld met nog andere functies. Het feit dat al de publiekuitnodigende<br />

functies aan de straten gelegen zijn, geeft direct een heel aangenaam<br />

gevoel wanneer men door de straten van Carré en Pont d’île wandelt.<br />

Verrassend is wel dat de derde meest voorkomende ‘functie’ leegstand<br />

is. 13,5% de bewoonbare oppervlakte van dit bouwblok staat leeg en is<br />

aan het verkrotten. Aan Rue St. Jean en Isle staan zelfs drie volledige<br />

gebouwen leeg. Zelfs de beneden verdieping wordt niet gebruikt door<br />

een publieke functie.Andere leegstaande verdiepen zijn vooral de<br />

bovenste verdiepen.<br />

In het binnengebied van het bouwblok staan nog kleinere constructies<br />

die vaak ook gebruikt worden door de commerciële functie die zich op<br />

het gelijkvloers bevindt. Open ruimte of privé tuinen komen amper voor<br />

binnen dit bouwblok.<br />

137


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Carré<br />

Doorsnede specifiek bouwblok<br />

Figuur 110. Doorsnede 01<br />

138


500m<br />

139


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Carré<br />

Doorsnede specifiek bouwblok<br />

Figuur 111. Doorsnede 02<br />

140


500m<br />

141


142 Figuur 112. Analyse gebouw


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Carré<br />

Analyse typisch gebouw<br />

Binnen het stedelijk weefsel van de Carré en Pont d’île komen<br />

voornamelijk de typisch middeleeuwse huisjes voor. Ze grenzen direct<br />

aan de publieke ruimte waardoor er geen overgangszone is tussen de<br />

publieke straat en private woning. De huizen zijn over het algemeen<br />

klein en bevatten tussen de 3 en 4 verdiepen. Op 90% van de daken<br />

binnen dit stedelijk weefsel werd een zadeldak voorzien, waarbij de nok<br />

parallel georiënteerd is met de straat. Uitzonderlijk komen enkele platte<br />

daken voor.<br />

Langs de randen van elk bouwblok werd er in de middeleeuwen een rij<br />

huizen voorzien, waardoor er een open binnenruimte gecreëerd werd.<br />

Na meerder aanpassingen werd dit volgebouwd met constructies die<br />

meestal maar één verdiep hoog zijn. Hierdoor krijgen we in de huidige<br />

gebouwen een grotere oppervlakte op het gelijkvloers en een kleinere<br />

oppervlakte op de verdiepingsvloeren. Onder het zadeldak werd ervoor<br />

gezorgd dat ook dit nog een bruikbare en woonbare ruimte werd door<br />

de verdiepingsvloer iets te verlagen waardoor er nog een opstand van<br />

ongeveer één tot twee meter is tot het dak begint te hellen.<br />

Zoals eerder al duidelijk werd verschillen de functies binnen de<br />

gebouwen heel erg. Sommigen worden vooral gebruikt voor publieke<br />

functies zoals bijvoorbeeld winkels en restaurants, andere bevatten<br />

enkel woongelegenheden en sommige staan zelfs gewoon leeg.<br />

143


Figuur 113. Functies<br />

Figuur 114. Functies<br />

Figuur 115. Functies<br />

144


MORFORTYPOLOGISCH ONDERZOEK I Carré<br />

Analyse typisch gebouw<br />

De typische huisjes uit de middeleeuwen bevatten vandaar meerder<br />

functies. Hiernaast wordt er schematisch weergegeven hoe de meest<br />

voorkomende indelingen binnen het bouwblok aanwezig zijn. Opvallend<br />

is dat er wel een algemene regel geldt. Zo is het gelijkvloers altijd de<br />

hoogste verdieping en bevat deze het meeste de publieke functies. De<br />

hogergelegen verdiepen zijn lager en bevatten meestal de privatere<br />

functies.<br />

Mogelijkheid 01- Dit is de meest voorkomende combinatie, waarbij enkel<br />

op het gelijkvloers de publieke winkelfunctie aanwezig is. De hoger<br />

gelegen verdiepen zijn private woongelegenheden. Meestal worden de<br />

derde en vierde verdieping samengenomen als één woongelegenheid,<br />

wat dan een duplex wordt.<br />

Mogelijkheid 02- Dit is een typische combinatie voor het Carré gedeelte<br />

van dit bouwblok. Op het gelijkvloers en in 30% van de gevallen ook de<br />

eerste verdieping wordt een restaurant of bar georganiseerd. De hoger<br />

gelegen verdiepen staan heel vaak leeg. De stad <strong>Luik</strong> is zich bewust<br />

van dit probleem en probeert het voorlopig gewoon op te lossen door de<br />

leegstaande delen op te kopen en enkel de gevel te renoveren. Dit doen<br />

ze om het uitzicht vanop de straat te vrijwaren.<br />

Mogelijkheid 03 - Deze combinatie komt vooral voor in het Pont<br />

d’île gedeelte van het bouwblok. Zowel de gelijkvloers als de eerste<br />

verdieping wordt gebruikt als publieke winkelgelegenheid. De derde<br />

verdieping wordt gebruikt als opslag of werkplek van deze winkel en de<br />

bovenste verdieping wordt meestal als rommelzolder gebruikt of staat<br />

gewoonweg leeg.<br />

145


146<br />

Figuur 116. Analyse typisch huis


Figuur 117. Niveau +2 & +3<br />

Doordat de bovenste verdiepen<br />

als een duplex appartement<br />

werken, wordt het daggedeelte<br />

op verdieping +2 voorzien en het<br />

nachtdeelte op de 3e verdieping<br />

van het gebouw. Vooral de natte<br />

cel (badkamer werd vreemd<br />

geplaatst). Deze bevindt zich<br />

op de onderste verdieping van<br />

de duplex. Doordat het een<br />

appartement over twee verdiepen<br />

is, wordt de trap van +2 naar +3<br />

niet meer als een semi-publieke<br />

trap gezien, waarvan iedereen in<br />

het gebouw gebruik mag maken.<br />

De bewoners van de duplex<br />

gaan dit op een manier toch<br />

toe-eigenen door bijvoorbeeld op<br />

verdieping +2 in de hal jassen te<br />

hangen en schoenen te plaatsen.<br />

Figuur 118. Niveau +1<br />

Op verdieping +1 werd<br />

1 appartement ingericht.<br />

Opmerkelijk is dat het<br />

daggedeelte vooraan aan<br />

de straatkant gelegen is. Het<br />

nachtgedeelte werd achteraan<br />

geplaatst.<br />

Figuur 119. Gelijkvloers<br />

Van de gelijkvloers is een groot<br />

deel ingenomen door een<br />

publieke winkelfunctie. Men werkt<br />

met een dubbele deur, zodat de<br />

bewoners van het gebouw toch<br />

nog een private hal hebben en<br />

niet iedereen zomaar hun trap<br />

kan op gaan.<br />

147


BRONNEN I Figuren<br />

[Figuur 01] Parc d’Avroy (1830)<br />

[Figuur 02] Parc d’Avroy (1852)<br />

[Figuur 03] Parc d’Avroy (1880)<br />

[Figuur 04] Parc d’Avroy (2015)<br />

[Figuur 05]<br />

[Figuur 06]<br />

[Figuur 07]<br />

[Figuur 08]<br />

[Figuur 09]<br />

[Figuur 10]<br />

[Figuur 11]<br />

[Figuur 12]<br />

[Figuur 13]<br />

[Figuur 14]<br />

[Figuur 15]<br />

[Figuur 16]<br />

[Figuur 17]<br />

[Figuur 18]<br />

Bebouwde ruimte (Google Earth, eigen verwerking, Ellen)<br />

Publieke ruimte (Google Earth, eigen verwerking, Ellen)<br />

Ontsluiting(Google Earth, eigen verwerking, Ellen)<br />

Ruimtelijke impressie (Google Earth, eigen verwerking, Ellen)<br />

Doorsnede 01 (eigen materiaal, Ellen)<br />

Doorsnede 02 (eigen materiaal, Ellen)<br />

Functies (Google Earth, eigen verwerking, Ellen)<br />

Functies straatbeeld (Google Earth, eigen verwerking, Ellen)<br />

Ontsluiting (Google Earth, eigen verwerking, Ellen)<br />

Binnengebied (Google Earth, eigen verwerking, Ellen)<br />

Doorsnede 01 (eigen materiaal, Ellen)<br />

Doorsnede 02 (eigen materiaal, Ellen)<br />

Appartement (eigen materiaal, Ellen)<br />

Rijhuis (eigen materiaal, Ellen)<br />

[Figuur 19] Jaren ‘70 (1830)<br />

[Figuur 20] Jaren ‘70 (1852)<br />

[Figuur 21]<br />

[Figuur 22]<br />

[Figuur 23]<br />

Jaren ‘70 (1880)<br />

Jaren ‘70 (2015)<br />

Bebouwde ruimte (Google Earth, eigen verwerking, Nele)<br />

148


Publieke ruimte (Google Earth, eigen verwerking, Nele)<br />

Ontsluiting (Google Earth, eigen verwerking, Nele)<br />

Ruimtelijke impressie (Google Earth, eigen verwerking, Nele)<br />

Doorsnede 01 (eigen materiaal, Nele)<br />

Doorsnede 02 (eigen materiaal, Nele)<br />

Functies (Google Earth, eigen verwerking, Nele)<br />

Onbebouwde ruimte (Google Earth, eigen verwerking, Nele)<br />

Ontsluiting (Google Earth, eigen verwerking, Nele)<br />

Ruimtelijke impressie (Google Earth, eigen verwerking, Nele)<br />

Doorsnede 01 (eigen materiaal, Nele)<br />

Doorsnede 02 (eigen materiaal, Nele)<br />

Uitgewerkte woningen (eigen materiaal, Nele)<br />

Snede appartementsblok (eigen materiaal, Nele)<br />

Volume appartementsgebouw (eigen materiaal, Nele)<br />

Volume verdiepingen (eigen materiaal, Nele)<br />

Uitgewerkte verdieping (eigen materiaal, Nele)<br />

Grondplan (eigen materiaal, Nele)<br />

Circulatie (eigen materiaal, Nele)<br />

Functies (eigen materiaal, Nele)<br />

Wonen (eigen materiaal, Nele)<br />

Snede herenhuis (eigen materiaal, Nele)<br />

Volume huis (eigen materiaal, Nele)<br />

Volume verdiepingen (eigen materiaal, Nele)<br />

Indeling verdiepingen (eigen materiaal, Nele)<br />

Grondplan 0 (eigen materiaal, Nele)<br />

[Figuur 24]<br />

[Figuur 25]<br />

[Figuur 26]<br />

[Figuur 27]<br />

[Figuur 28]<br />

[Figuur 29]<br />

[Figuur 30]<br />

[Figuur 31]<br />

[Figuur 32]<br />

[Figuur 33]<br />

[Figuur 34]<br />

[Figuur 35]<br />

[Figuur 36]<br />

[Figuur 37]<br />

[Figuur 38]<br />

[Figuur 39]<br />

[Figuur 40]<br />

[Figuur 41]<br />

[Figuur 42]<br />

[Figuur 43]<br />

[Figuur 44]<br />

[Figuur 45]<br />

[Figuur 46]<br />

[Figuur 47]<br />

[Figuur 48]<br />

149


[Figuur 49]<br />

[Figuur 50]<br />

[Figuur 51]<br />

[Figuur 52]<br />

[Figuur 53]<br />

[Figuur 54]<br />

[Figuur 55]<br />

[Figuur 56]<br />

[Figuur 57]<br />

[Figuur 58]<br />

[Figuur 59]<br />

Grondplan +1 (eigen materiaal, Nele)<br />

Grondplan +2 (eigen materiaal, Nele)<br />

Grondplan +3 (eigen materiaal, Nele)<br />

Grondplan 0 (eigen materiaal, Nele)<br />

Grondplan +1 (eigen materiaal, Nele)<br />

Grondplan +2 (eigen materiaal, Nele)<br />

Grondplan +3 (eigen materiaal, Nele)<br />

Grondplan 0 (eigen materiaal, Nele)<br />

Grondplan +1 (eigen materiaal, Nele)<br />

Grondplan +2 (eigen materiaal, Nele)<br />

Grondplan +3 (eigen materiaal, Nele)<br />

[Figuur 60] Chiroux (1830)<br />

[Figuur 61] Chiroux (1852)<br />

[Figuur 62] Chiroux (1880)<br />

[Figuur 63] Chiroux (2015)<br />

[Figuur 64]<br />

[Figuur 65]<br />

[Figuur 66]<br />

[Figuur 67]<br />

[Figuur 68]<br />

[Figuur 69]<br />

[Figuur 70]<br />

[Figuur 71]<br />

[Figuur 72]<br />

[Figuur 73]<br />

Bebouwde ruimte (Google Earth, eigen verwerking, Dimitri)<br />

Publieke ruimte (Google Earth, eigen verwerking, Dimitri)<br />

Ontsluiting (Google Earth, eigen verwerking, Dimitri)<br />

Ruimtelijke impressie (Google Earth, eigen verwerking, Dimitri)<br />

Doorsnede 01 (eigen materiaal, Dimitri)<br />

Doorsnede 02 (eigen materiaal, Dimitri)<br />

Functies (eigen materiaal, Dimitri)<br />

Doorsnede 01 (eigen materiaal, Dimitri)<br />

Doorsnede 02 (eigen materiaal, Dimitri)<br />

Analyse gebouw (eigen materiaal, Dimitri)<br />

150


Saint - Paul (1830)<br />

Saint - Paul (1852)<br />

Saint - Paul (1880)<br />

Saint - Paul (2015)<br />

Bebouwde ruimte (Google Earth, eigen verwerking, Stijn)<br />

Publieke ruimte (Google Earth, eigen verwerking, Stijn)<br />

Ontsluiting (Google Earth, eigen verwerking, Stijn)<br />

Ruimtelijke impressie (Google Earth, eigen verwerking, Stijn)<br />

Doorsnede 01 (eigen materiaal, Stijn)<br />

Doorsnede 02 (eigen materiaal, Stijn)<br />

Functies (Google Earth, eigen verwerking, Stijn)<br />

Bebouwde ruimte (Google Earth, eigen verwerking, Stijn)<br />

Ontsluiting (Google Earth, eigen verwerking, Stijn)<br />

Ruimtelijke impressie (Google Earth, eigen verwerking, Stijn)<br />

Doorsnede 01 (eigen materiaal, Stijn)<br />

Doorsnede 02 (eigen materiaal, Stijn)<br />

Bouwblok (eigen materiaal, Stijn)<br />

Typologie (eigen materiaal, Stijn)<br />

Verdiep +3 (eigen materiaal, Stijn)<br />

Verdiep +2 (eigen materiaal, Stijn)<br />

Verdiep +1 (eigen materiaal, Stijn)<br />

Gelijkvloers (eigen materiaal, Stijn)<br />

Isometrie appartement (eigen materiaal, Stijn)<br />

Grondplan appartement (eigen materiaal, Stijn)<br />

Grondplan appartement (eigen materiaal, Stijn)<br />

[Figuur 74]<br />

[Figuur 75]<br />

[Figuur 76]<br />

[Figuur 77]<br />

[Figuur 78]<br />

[Figuur 79]<br />

[Figuur 80]<br />

[Figuur 81]<br />

[Figuur 82]<br />

[Figuur 83]<br />

[Figuur 84]<br />

[Figuur 85]<br />

[Figuur 86]<br />

[Figuur 87]<br />

[Figuur 88]<br />

[Figuur 89]<br />

[Figuur 90]<br />

[Figuur 91]<br />

[Figuur 92]<br />

[Figuur 93]<br />

[Figuur 94]<br />

[Figuur 95]<br />

[Figuur 96]<br />

[Figuur 97]<br />

[Figuur 98]<br />

151


[Figuur 99] Carré <strong>Luik</strong> (1830)<br />

[Figuur 100] Carré <strong>Luik</strong> (1852)<br />

[Figuur 101]<br />

[Figuur 102]<br />

[Figuur 103]<br />

[Figuur 104]<br />

[Figuur 105]<br />

[Figuur 106]<br />

[Figuur 107]<br />

[Figuur 108]<br />

[Figuur 109]<br />

[Figuur 110]<br />

[Figuur 111]<br />

[Figuur 112]<br />

[Figuur 113]<br />

[Figuur 114]<br />

[Figuur 115]<br />

[Figuur 116]<br />

[Figuur 117]<br />

[Figuur 118]<br />

[Figuur 119]<br />

Carré <strong>Luik</strong> (1880)<br />

Carré <strong>Luik</strong> (2015)<br />

Bebouwde ruimte (Google Earth, eigen verwerking, Yaëlle)<br />

Publieke ruimte (Google Earth, eigen verwerking, Yaëlle)<br />

Ontsluiting (Google Earth, eigen verwerking, Yaëlle)<br />

Ruimtelijke impressie (Google Earth, eigen verwerking, Yaëlle)<br />

Doorsnede 01 (eigen materiaal, Yaëlle)<br />

Doorsnede 02 (eigen materiaal, Yaëlle)<br />

Functies in de wijk (eigen materiaal, Yaëlle)<br />

Doorsnede 01 (eigen materiaal, Yaëlle)<br />

Doorsnede 02 (eigen materiaal, Yaëlle)<br />

Analyse gebouw (eigen materiaal, Yaëlle)<br />

Functies (eigen materiaal, Yaëlle)<br />

Functies (eigen materiaal, Yaëlle)<br />

Functies (eigen materiaal, Yaëlle)<br />

Analyse typisch huis (eigen materiaal, Yaëlle)<br />

Grondplan niveau +2 & +3 (eigen materiaal, Yaëlle)<br />

Grondplan niveau +1 (eigen materiaal, Yaëlle)<br />

Grondplan gelijkvloers (eigen materiaal, Yaëlle)<br />

152


BRONNEN I Boekbronnen<br />

Charlier, S. & Moor, T. (2014). Guide architecture moderne et contemporaine<br />

1895-2014 Liège. Mardaga & Cellule Architecture de la Fédération Wallonie-<br />

Bruxelles 2014, 70-71.<br />

Charlier, S. & Moor, T. (2014). Guide architecture moderne et contemporaine<br />

1895-2014 Liège. Mardaga & Cellule Architecture de la Fédération Wallonie-<br />

Bruxelles 2014, 70-71.<br />

Flouquet, P.L. (1967). Résidence Georges Simenon. La maison 2- revue<br />

mensuelle d’architecture de décoration et d’art ménager, 23 (2), 44-46.<br />

[Bron 01]<br />

[Bron 02]<br />

[Bron 03]<br />

BRONNEN I Internet<br />

Warzee, C., 2015. Histoires de Liège. [Weblog]. Available at: http://<br />

histoiresdeliege.skynetblogs.be/tag/meuse [Accessed november 2015].<br />

[Bron 01]<br />

BRONNEN I Hoorcollege<br />

Wuytack, K. (2015, september - december). Introductie Studio met bijhorend<br />

leespakket. [niet gepubliceerde cursus]. KULeuven Faculteit Stedenbouw en<br />

Ruimtelijke Planning campus Gent.<br />

[Bron 01]<br />

153

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!