Klankjuweel 2019
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tekst: Thea Pol<br />
Foto: Roelof Kooiker<br />
‘We moeten meer<br />
experimenteren’<br />
Rikus Jager, voorzitter van de Stichting Groningen Orgelland,<br />
over de toekomst van de SGO<br />
Rikus Jager weet het nog goed. Ergens in<br />
2009, bij een pompstation aan de A6 bij<br />
Lelystad, rond middernacht, een toevallige<br />
ontmoeting met een bekende: ‘Het was Hans<br />
Beek, die ik nog kende van vroeger. We raakten<br />
aan de praat en ook het onderwerp ‘orgelmuziek’<br />
kwam ter sprake. Hans informeerde<br />
toen of ik er iets voor zou voelen om voorzitter<br />
te worden van de Stichting Groningen<br />
Orgelland (SGO).’<br />
De orgelwereld was Jager niet helemaal<br />
vreemd: ‘Ik was in de jaren zeventig, als<br />
zestienjarige, al lid van de orgelcommissie<br />
Appingedam, en betrokken bij de organisatie<br />
van de Matthäus Passion van Bach in de<br />
Nicolaïkerk aldaar. Niet omdat ik toen van die<br />
muziek hield, maar meer omdat ik organiseren<br />
leuk vond.’ Inmiddels is Jager, die in het<br />
dagelijks leven burgemeester van de gemeente<br />
Westerveld is, wel een groot liefhebber van de<br />
passiemuziek van Bach, en alweer tien jaar<br />
met plezier voorzitter. ‘Orgel spelen kan ik<br />
niet,’ vertelt hij, ‘maar orgel stemmen wél. Ik<br />
heb namelijk een absoluut gehoor.’<br />
Verjonging<br />
Is er veel veranderd tijdens zijn voorzitterschap?<br />
Jager: ‘Op dit moment zeker, want het<br />
bestuur is behoorlijk aan het veranderen, aan<br />
het verjongen mag ik wel zeggen. Er zijn nu<br />
negen bestuursleden, waarvan er zes jonger<br />
zijn dan zestig jaar.’<br />
En dat nieuwe, verjongde bestuur zet heel<br />
bewust in op modernisering van de Groninger<br />
orgelwereld, iets waar Jager ook achter<br />
staat. ‘Ik voel veel voor verbreding van het<br />
aanbod’, zegt hij. ‘Naast orgel bijvoorbeeld andere<br />
instrumenten of een koor. Ik ben er van<br />
overtuigd dat dit een ander, breder publiek<br />
trekt. Twee keer drie kwartier orgelmuziek<br />
schrikt nogal wat mensen af. Het punt met<br />
orgelconcerten,’ vervolgt hij, ‘is dat de uitvoerende,<br />
de organist dus, voor het publiek niet<br />
zichtbaar is. Maar het oog wil ook wat. Dit<br />
zou je bijvoorbeeld kunnen ondervangen door<br />
het concert met een beamer te registreren en<br />
rechtstreeks uit te zenden. Dus in plaats van<br />
een dominee een organist.’<br />
Heel enthousiast is Jager over educatiemiddelen<br />
zoals het blad Piet Prestant en de<br />
Doe-orgels: ‘Dat Doe-orgel is een vondst, je<br />
kunt daarmee al die verschillende stemmen<br />
die het orgel heeft laten horen. Ik weet dat dit<br />
voor sommige organisten vloeken in de kerk<br />
is, maar een orgel is een volledig orkest met<br />
trompet, strijkers, fluit en zelfs de menselijke<br />
stem (vox humana).’<br />
13